<<

GGD

Hoe gezond zijn jongeren in West? Uitkomsten Jeugdgezondheidsmonitor E-MOVO 2013-2014

Om goed lokaal jeugdgezondheidsbeleid te kunnen maken, is inzicht nodig in de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongeren. De GGD Amsterdam verzamelt en presenteert deze gegevens met de Jeugdgezondheidsmonitor E-MOVO. Wat blijkt? Jongeren uit West zijn over het algemeen tevreden met hun gezondheid. Ook het schoolklimaat is goed: pesten komt weinig voor. Opvallend is dat jongeren uit West wisselend scoren voor hun voedings- en beweeggewoonten. Ze eten minder groente, maar meer fruit dan hun leeftijdsgenoten uit de rest van Amsterdam. Ze zijn minder vaak lid van een sportvereniging, maar gunstig is dat ze minder vaak achter een beeldscherm zitten. Verder hebben jongeren uit West vaker een negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit. In West hebben jongeren minder vaak gedachten aan zelfdoding, wordt er minder alcohol gedronken en voelen ze zich minder vaak onveilig. De resultaten voor sociaal- emotionele problemen, mishandeling, ingrijpende gebeurtenissen, problematisch gamen en sociale media gebruik, waterpijp gebruik, roken, blowen en veilig vrijen zijn vergelijkbaar met de rest van Amsterdam. Voor het eerst worden resultaten van de Jeugdgezondheidsmonitor ook gepresenteerd op gebiedsniveau. In deze rapportage kunt u zien op welke thema’s de gebieden in West van elkaar verschillen. Specifieke gegevens over de gezondheidssituatie van jongeren zijn nodig om gezondheidsbeleid goed te Inleiding onderbouwen. De GGD Amsterdam verzamelt deze gegevens voor de gemeenten in haar werkgebied met de Jeugdgezondheidsmonitor E-MOVO.

Wat is E-MOVO? E-MOVO 2013-2014: wie deden er mee? Tabel 1 Achtergrondkenmerken van jongeren uit West en E-MOVO1 is een digitale vragenlijst die in Amsterdam op In schooljaar 2013-2014 deden 1445 jongeren uit West Amsterdam (%) alle scholen voor regulier voortgezet onderwijs (VO) wordt mee aan E-MOVO; uit heel Amsterdam waren dat 11016 West Amsterdam afgenomen. Leerlingen uit klas twee en vier beantwoorden jongeren. De kenmerken van de onderzoeksgroep uit N=1445 N=11016 via internet vragen over hun gezondheid, welzijn en leefstijl. West en van de hele onderzoeksgroep uit Amsterdam Met E-MOVO wordt een betrouwbaar beeld verkregen worden gepresenteerd in tabel 1. In de onderzoeksgroep jongens 50 48 van de gezondheidssituatie van jongeren. Informatie uit West zitten minder vmbo-b,k,g leerlingen, meer havo/ meisjes 50 52 uit E-MOVO wordt geanonimiseerd gebruikt voor vwo leerlingen, meer jongeren van Turkse en Marokkaanse klas 2 52 53 epidemiologisch onderzoek. De Jeugdgezondheidszorg herkomst en meer jongeren die bij beide ouders wonen in klas 4 48 47 gebruikt de gegevens ook ter ondersteuning van het vergelijking met de rest van Amsterdam. preventief gezondheidsonderzoek (PGO). vmbo-b,k,g 24 26 * vmbo-t 19 19 Wat levert E-MOVO op? havo/vwo 57 55 E-MOVO levert een schat aan gegevens. Met de uitkomsten Leeftijdsverdeling van de jongeren uit West naar klas: van E-MOVO kunnen de gemeente, stadsdelen, scholen Nederlands 30 34 * klas 2: klas 4: en de GGD het jeugdgezondheidsbeleid formuleren en Surinaams 6 13 collectieve maatregelen opzetten en uitvoeren om de 12 jaar - 14 jaar 1% Turks 15 10 gezondheid van jongeren te verbeteren. E-MOVO levert 13 jaar 43% 15 jaar 42% ook iets op voor de individuele leerling: op basis van de Marokkaans 26 19 14 jaar 49% 16 jaar 46% verzamelde informatie ontvangt de leerling een persoonlijk overig westers 9 8 15 jaar of ouder 8% 17 jaar of ouder 11% gezondheidsprofiel en voorlichting op maat. overig niet westersa 14 16 bij beide ouders 77 73 * niet bij beide ouders 23 27 ‘Hoe’, ‘wat’ en ‘waarom’ in drie vragen * significant verschil tussen West en de andere stadsdelen (p<0.05) a bij minder dan 50 jongeren in een groep worden groepen 1 Hoe is de onderzoeksgroep samengesteld? samengevoegd; voor West geldt: Antilliaans/Arubaans wordt Tijdens schooljaar 2013-2014 is E-MOVO op 61 VO scholen in Amsterdam en op acht VO scholen in de regio afgenomen. De overig niet westers onderzoeksgroep bestaat uit leerlingen van scholen uit Amsterdam (N=10771) of de regio Amstelland (N=245) die wonen in Amsterdam.

2 Wat betekent een gevonden verschil tussen groepen? Leeswijzer Met statistische toetsen worden de resultaten van West vergeleken met de resultaten van de andere zes stadsdelen samen. Let op: in Dit rapport is opgebouwd uit tien hoofdstukken: de tabellen worden steeds de cijfers voor heel Amsterdam gepresenteerd. Ook toetsen we verschillen tussen het ene gebied en de 1 gezondheid, 2 psychosociale gezondheid, 3 voeding, andere drie gebieden samen en verschillen naar geslacht, klas, opleidingsniveau, etnische herkomst en gezinssamenstelling. Significante 4 bewegen, 5 gamen, sociale media en muziek luisteren, verschillen tussen groepen worden met een (*) aangegeven. Significant betekent dat de kans klein is (maximaal 5%) dat een gevonden 6 genotmiddelen, 7 seksualiteit, 8 schoolklimaat en 9 verschil op toeval berust. fysieke omgeving. Dit rapport focust op prevalenties en risicogroepen. Daarnaast worden de jongeren uit West 3 Waarom wordt deze monitor uitgevoerd? vergeleken met de jongeren uit de rest van Amsterdam. Gemeenten hebben volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) de taak om de gezondheid van hun inwoners in kaart te brengen. Dit Tot slot worden verschillen tussen de gebieden in West geldt ook voor de jeugd. De GGD voert deze taak voor de gemeente uit met een Jeugdgezondheidsmonitor. De Inspectie voor de gepresenteerd in hoofdstuk 10. Gezondheidszorg houdt toezicht mede op basis van de Jeugdgezondheidsmonitor. 1 De vragenlijst is te vinden op onze website Gezondheid in Beeld. 2 In Nederland is het met de gezondheid van jongeren over het algemeen goed gesteld. Hoe een jongere de eigen 1 Gezondheid gezondheid ervaart, geeft een goed beeld van de huidige gezondheid en voorspelt de gezondheid in de toekomst.

Ervaren gezondheid Jongeren uit West zijn over het algemeen tevreden met Top 4 chronische ziekten/aandoeningen hun gezondheid; 79% noemt de eigen gezondheid ‘(heel) astma of bronchitis 9% goed’, 17% vindt dat het met de eigen gezondheid ‘wel eczeem 8% gaat’ en 4% vindt de eigen gezondheid ‘niet zo best’ of migraine of ernstige hoofdpijn 4% ‘slecht’. Jongens ervaren hun gezondheid vaker positief buikklachten ≥ 3 maanden 2% dan meisjes. Jongeren uit West zijn positiever over hun gezondheid dan leeftijdsgenoten uit de rest van Amsterdam. Mondgezondheid Chronische aandoeningen en allergieën Bijna alle jongeren uit West gaan minstens één keer per jaar Van de jongeren heeft 27% één of meerdere chronische naar de tandarts (95%); 15% gaat één keer en 80% gaat ziekten of aandoeningen (door een arts vastgesteld) of twee keer per jaar. Jongens, jongeren op het vmbo-b,k,g, heeft deze in het afgelopen jaar gehad. Meisjes en jongeren jongeren van overig niet westerse herkomst en jongeren die die niet bij beide ouders wonen, geven vaker aan minimaal niet bij beide ouders wonen, gaan minder vaak jaarlijks naar één chronische aandoening te hebben. Astma/bronchitis de tandarts. komt het vaakst voor (zie kader). Ruim een kwart van de De meerderheid van de jongeren (78%) poetst twee keer jongeren heeft minimaal één allergie (27%). Jongeren uit per dag de tanden, 20% poetst één keer per dag en 2% West verschillen niet van de rest van Amsterdam voor het poetst niet elke dag. Jongens en jongeren van Turkse hebben van chronische aandoeningen en allergieën. herkomst poetsen minder vaak tweemaal daags de tanden. Jongeren uit West poetsen minder vaak tweemaal daags hun tanden dan jongeren uit de rest van Amsterdam.

Tabel 2 Gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders ervaren gezondheid ‘(heel) goed’ 77 79 * 85 73 * 79 80 77 82 80 82 80 75 81 80 76 80 77 tenminste één chronische ziekte of aandoeninga 28 27 24 31 * 27 28 27 28 27 26 35 26 29 24 29 25 33 * tenminste één allergieb 26 27 25 28 27 26 25 26 27 24 32 23 30 26 29 25 30 tandartsbezoek minimaal één keer per jaar 95 95 94 96 * 96 94 91 96 96 * 97 94 96 95 91 90 * 96 91 * tandenpoetsen twee keer per dag 81 78 * 71 85 * 78 78 76 82 77 78 83 63 81 80 83 * 78 77 a nu of in het afgelopen jaar door een arts vastgesteld (exclusief allergieën) * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 b door een arts vastgesteld 3 Een goede gezondheid is meer dan ‘niet ziek zijn’. Het gaat ook over goed in je vel zitten 2 Psychosociale gezondheid en gelukkig en tevreden zijn over jezelf en je leven.

Relatie met ouders figuur 1). Meisjes hebben vaker sociaal-emotionele Driekwart van de jongeren uit West voelt zich begrepen problemen dan jongens. Jongeren op het vmbo-b,k,g door hun ouders (74%). Jongens, vmbo-b,k,g leerlingen, hebben ook vaker sociaal-emotionele problemen. Bij jongeren van Turkse en Marokkaanse herkomst en jongeren meisjes komen met name emotionele problemen vaker die bij beide ouders wonen, voelen zich vaker begrepen voor. Bij jongens komen gedragsproblemen en problemen door hun ouders. Het merendeel van de jongeren geeft met leeftijdsgenoten vaker voor. Meisjes vertonen vaker aan het gevoel te hebben dat hun ouders van hen houden prosociaal gedrag. Jongeren op het vmbo-b,k,g hebben (95%). Jongens, vmbo-b,k,g leerlingen, jongeren van vaker gedragsproblemen, problemen met leeftijdsgenoten Marokkaanse herkomst en jongeren die bij beide ouders en vertonen minder vaak prosociaal gedrag. wonen, hebben vaker het gevoel dat hun ouders van hen houden. Jongeren uit West verschillen voor deze beide onderwerpen niet van de rest van Amsterdam.

Wanneer jongeren sociaal-emotionele problemen hebben, Centrum a Centrum-West, b Centrum-Oost West c , d , e Oud-West , f kan dit negatieve gevolgen hebben voor het dagelijks Nieuw-West g , h , i , j - Nieuw functioneren thuis én op school. Sloten, k Slotervaart Zuid l Zuid-Noord-West, m Zuid-Noord-Midden, n - , o , p Rivierenbuurt Sociaal-emotionele gezondheid Oost q Oud-Oost, r , s Oostelijk Havengebied, Eén op de tien jongeren heeft sociaal-emotionele t , u IJburg-Zeeburger eiland Figuur 1 Sociaal-emotionele problemen (SDQ-totaalscore) problemen (verhoogde SDQ-totaalscore). Dit is Noord v Noord-West, w Oud-Noord, x Noord-Oost naar gebieden in Amsterdam (%) Zuidoost y Bijlmer-Centrum, z Bijlmer-Oost, aa - vergelijkbaar met de rest van Amsterdam (zie ook

Tabel 3 Psychosociale gezondheid (relatie met ouders, sociaal-emotionele gezondheid) naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders begrepen door ouders 73 74 77 71 * 76 73 81 72 73 * 70 64 82 84 67 67 * 78 64 * van gehouden door ouders 94 95 97 93 * 95 95 95 93 96 * 95 91 97 97 91 93 * 96 92 * sociaal-emotionele problemen (SDQ-totaalscore)a 10 10 8 12 * 11 8 13 10 8 * 11 7 8 8 14 10 9 13 - emotionele problemen 8 7 2 12 * 7 6 6 4 8 * 10 3 4 4 10 7 * 7 8 - gedragsproblemen 12 12 16 8 * 14 10 * 18 13 10 * 10 11 13 14 11 13 12 13 - hyperactiviteit/aandachtstekort 20 20 19 21 20 19 17 17 22 * 28 17 11 15 25 18 * 19 24 * - problemen met leeftijdsgenoten 12 11 13 10 * 10 12 19 13 8 * 8 11 14 15 8 11 * 11 12 - prosociaal gedragb 87 87 82 93 * 86 89 83 87 89 * 88 85 89 89 85 85 89 83 * a verhoogde SDQ-totaalscore, SDQ: Strenghts and Difficulties Questionnaire is een vragenlijst die bestaat uit 25 vragen en geeft een totaalscore en resultaten voor de vijf subschalen b prosociaal gedrag betekent dat je rekening houdt met gevoelens van anderen, vriendelijk bent en vrijwillig hulp aanbiedt * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 4 Mishandeling Aan de jongeren is gevraagd of zij weleens geestelijk (vaak Top 3 ingrijpende gebeurtenissen getreiterd, gekleineerd of uitgescholden) en/of lichamelijk mee te maken (gehad) (nog) problemen mee (bijvoorbeeld geschopt, geslagen, vastgebonden) mishandeld worden. Geestelijke mishandeling komt bijna ziek/gehandicapt gezinslid 37% 9% drie keer vaker voor dan lichamelijke mishandeling (11% regelmatig ruzies tussen ouders onderling 25% 6% langdurige ziekte/ziekenhuisopname ouders 24% 5% versus 4%). De dader van geestelijke en lichamelijke mishandeling is meestal een andere jongere op school (zie kader). Geestelijke mishandeling komt vaker voor mishandeld. Voor mishandeling verschilt West niet van de Soms krijgen jongeren te maken met een ingrijpende bij meisjes en jongeren van Nederlandse herkomst. rest van Amsterdam. gebeurtenis. Denk aan de dood of ziekte van een Lichamelijke mishandeling komt vaker voor bij jongeren familielid. Deze gebeurtenissen kunnen een diepe indruk van overig westerse herkomst. Jongeren die niet bij beide Gedachten over zelfdoding komen relatief vaak voor onder achterlaten en van invloed zijn op het (latere) functioneren ouders wonen, worden zowel vaker lichamelijk als geestelijk jongeren. Ook doen enkele jongeren een poging tot van de jongere. Ook een echtscheiding van de ouders of zelfdoding. Dat een jongere overlijdt door zelfdoding komt discriminatie kan diepe sporen achterlaten. Top 3 dader geestelijke mishandeling onder jongeren die zelden voor. aangeven geestelijk mishandeld te zijn (N=159): Ingrijpende gebeurtenissen Zelfdoding Jongeren uit West hebben even vaak één (of meerdere) - door een jongere op school 67% Van de jongeren zegt 10% in de voorgaande twaalf ingrijpende gebeurtenis(sen) meegemaakt (65%) en (nog) - door een jongere in de buurt 17% maanden er weleens serieus over te hebben gedacht een problemen met de gebeurtenis(sen) (21%) als jongeren - door een jongere ‘ergens anders’ 10% einde aan het leven te maken. Dit percentage is lager dan uit de rest van Amsterdam. Opgroeien met een ziek of voor de rest van Amsterdam. Meisjes, jongeren in klas 2, gehandicapt gezinslid komt het vaakst voor (zie kader). Top 3 dader lichamelijke mishandeling onder jongeren die jongeren van Nederlandse herkomst en jongeren die niet Ingrijpende gebeurtenissen komen vaker voor bij meisjes, aangeven lichamelijk mishandeld te zijn (N=52): bij beide ouders wonen, geven vaker aan weleens serieus jongeren van Surinaamse, overig westerse en overig niet na te denken over zelfdoding. In totaal zegt 1,1% van de westerse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders - door een jongere op school 35% jongeren in de voorgaande twaalf maanden een poging tot wonen. Vmbo-b,k,g leerlingen hebben minder vaak één - door een jongere in de buurt 22% - door een volwassene thuis 18% zelfdoding te hebben ondernomen (Amsterdam: 1,8%). (of meerdere) ingrijpende gebeurtenis(sen) meegemaakt. Meisjes, jongeren van Nederlandse en Surinaamse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, hebben vaker (nog) problemen met de gebeurtenis(sen).

Tabel 4 Psychosociale gezondheid (mishandeling, zelfdoding, ingrijpende gebeurtenissen) naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders geestelijk mishandeld (ooit) 13 11 8 14 * 12 10 10 11 12 16 8 8 6 16 12 * 9 17 * lichamelijk mishandeld (ooit) 4 4 3 4 4 3 4 4 3 4 5 2 2 7 5 * 3 7 * gedachten aan zelfdodinga 13 10 * 6 15 * 12 8 * 11 10 11 15 7 8 5 11 13 * 9 14 * één (of meer) ingrijpende gebeurtenis(sen) 65 65 61 70 * 66 64 59 70 66 * 68 78 54 59 75 72 * 58 89 * problemen met de gebeurtenis(sen) 21 21 16 26 * 22 20 17 24 21 25 32 15 16 25 22 * 16 37 * a in de afgelopen twaalf maanden * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 5 Een gezond voedingspatroon is belangrijk voor een gezond gewicht en het voorkómen van ziekten. 3 Voeding Eetgewoonten worden vaak al in de jeugd gevormd.

Ontbijten bevordert de concentratie en daarmee de Figuur 2 Ontbijten, fruit- en groenteconsumptie, leerprestaties op school. Bovendien gaan leerlingen minder dagen van de week (%) snel snoepen of snacken later in de ochtend.

Ontbijten ontbijten Van de jongeren uit West ontbijt 73% vijf of meer dagen per week. Dit betekent dat ruim een kwart van de leerlingen 0-4 dagen /week (27%) minstens één dag in de week zonder ontbijt naar fruitconsumptie 5-6 dagen /week school gaat. Meisjes, vierdeklassers, vmbo leerlingen, 7 dagen /week jongeren van Turkse, Marokkaanse en overig niet westerse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, groenteconsumptie gaan vaker minimaal één dag in de week zonder ontbijt naar school. Figuur 2 geeft weer op hoeveel dagen van 0 20 40 60 80 100 de week jongeren uit West ontbijten. Ongeveer twee derde van de jongeren geeft aan dagelijks te ontbijten (63%). Jongeren uit West ontbijten even vaak als hun 2). Vmbo leerlingen, jongeren van Surinaamse en Turkse leeftijdsgenoten uit de rest van Amsterdam. herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, eten minder vaak fruit. In totaal eet 69% van de jongeren Het landelijk advies van het Voedingscentrum: twee stuks minstens vijf dagen in de week groente. Ook hier zien Figuur 3 Groenteconsumptie op minimaal vijf dagen per fruit en 200 gram groente per dag. we dat vmbo leerlingen en jongeren van Turkse herkomst week naar gebieden in Amsterdam (%) minder goede eetgewoonten hebben. Jongeren van Fruit- en groenteconsumptie Marokkaanse herkomst eten ook minder vaak groente. In West c Westerpark, d Bos en Lommer, e Oud-West, Aan het advies van het Voedingscentrum om elke dag twee West wordt vaker fruit, maar minder vaak groente gegeten f De Baarsjes stuks fruit te eten (de ‘fruitnorm’) voldoet slechts 19%. dan in de rest van Amsterdam. In figuur 3 is te zien dat in Zes op de tien jongeren (59%) eet wel vijf dagen of meer Bos en Lommer het percentage jongeren dat op minimaal Legenda voor de overige gebieden zie pagina 4 per week fruit ongeacht de hoeveelheid (zie ook figuur vijf dagen per week fruit eet relatief laag is.

Tabel 5 Voeding naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders ontbijten ≥ vijf dagen per week 74 73 79 68 * 76 70 * 60 68 81 * 87 66 66 66 81 65 * 77 63 * voldoet aan fruitnorma 17 19 * 20 18 20 18 14 17 21 * 19 18 14 20 22 19 * 20 15 fruit eten ≥ vijf dagen per week 55 59 * 58 59 60 57 48 52 65 * 64 42 54 57 68 55 * 61 51 * groente eten ≥ vijf dagen per week 72 69 * 66 71 69 69 49 62 79 * 90 79 36 56 80 72 * 68 71 a ≥ twee stuks fruit per dag * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 6 Lichamelijke beweging heeft een positief effect op de conditie, het welzijn en het lichaamsgewicht. Het verkleint de kans op gezondheidsproblemen die vooral later in het leven kunnen ontstaan, zoals 4 Bewegen hart- en vaatziekten en diabetes.

Het advies van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) aan jongeren van twaalf tot achttien jaar is om elke dag minstens één uur matig intensief te bewegen. 18% Dit noemen we de ‘Nederlandse Norm Gezond Bewegen’. inactief (< 3 uur) semi-inactief (3 - 5 uur) Bewegen 14% 54% Slechts 17% van de jongeren uit West voldoet aan de semi-actief (5 - 7 uur) Nederlandse Norm Gezond Bewegen en is op alle dagen normactief (≥ 7 uur) van de week minimaal één uur actief. Jongens, jongeren 14% van Nederlandse herkomst en jongeren die bij beide ouders wonen, voldoen vaker aan deze norm. Een grotere groep (54%) is gemiddeld tenminste één uur per dag lichamelijk Figuur 4 Lichamelijk actief, uren per week (%) actief. Meisjes, vierdeklassers, vmbo leerlingen, jongeren van Turkse, Marokkaanse en overig niet westerse herkomst Minder dan de helft van de jongeren (49%) is lid van en jongeren die niet bij beide ouders wonen, zijn minder een sportvereniging. Wie zijn minder vaak lid van een actief. In figuur 4 zien we de verdeling in vier categorieën sportvereniging? Dat zijn meisjes, vierdeklassers, vmbo van het totaal aantal uren dat jongeren per week actief zijn. leerlingen, jongeren van Turkse en Marokkaanse herkomst Bijna één op de vijf jongeren uit West is inactief (18%); deze en jongeren die niet bij beide ouders wonen. Figuur 5 Lichamelijk actief (gemiddeld tenminste één uur groep is minder dan drie uur per week actief. In West wordt per dag) naar gebieden in Amsterdam (%) ongeveer even vaak bewogen als in de rest van Amsterdam. Tv/computeren Zoals te zien is in figuur 5 zijn jongeren uit Westerpark vaker Een aanzienlijk deel van de jongeren (53%) besteedt twee West c Westerpark, d Bos en Lommer, e Oud-West, lichamelijk actief dan jongeren uit de andere gebieden in uur per dag of meer aan tv-kijken of computeren (niet f De Baarsjes West. voor school of huiswerk). Jongeren uit West zitten minder vaak achter een beeldscherm dan jongeren uit de rest Legenda voor de overige gebieden zie pagina 4 Lidmaatschap van een sportvereniging van Amsterdam. Jongens, vmbo leerlingen en jongeren Jongeren uit West zijn minder vaak lid van een van Marokkaanse herkomst zitten het vaakst achter een sportvereniging dan jongeren uit de rest van Amsterdam. beeldscherm.

Tabel 6 Bewegen naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders voldoet aan Nederlandse Norm Gezond Bewegena 18 17 23 12 * 17 17 15 17 18 20 15 13 16 19 17 * 18 14 * lichamelijk actief gemiddeld ≥ één uur per dag 56 54 72 36 * 60 47 * 50 50 57 * 64 56 42 50 65 47 * 56 48 * lid van één (of meerdere) sportvereniging(en)b 52 49 * 59 40 * 53 45 * 38 39 57 * 67 49 27 41 62 44 * 52 41 * tv-kijken/computeren gemiddeld ≥ twee uur per dag 57 53 * 56 50 * 52 54 64 60 46 * 44 63 54 59 50 59 * 52 55 a in de afgelopen week elke dag ≥ één uur matig intensieve lichamelijke activiteit * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 b sporten zoals zwemmen, voetballen, dansen, ballet, paardrijden etc 7 Het gebruik van internet en sociale media is niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven van jongeren. Ook spelen veel jongeren (online) games. Positieve aspecten zijn het opdoen van kennis 5 Gamen, sociale media en het onderhouden van vriendschappen. Risicovol sociale media gebruik of gamen kan leiden tot en muziek luisteren schoolproblemen, slaapproblemen en problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Van problematisch gamen of sociale media gebruik is Overige risicogroepen voor problematisch gamen zijn naar anderen gestuurd). Bij havo/vwo leerlingen en sprake als: (1) iemand zich onrustig en gestrest voelt als hij/ tweedeklassers en vmbo leerlingen. Naast meisjes vertonen jongeren van Nederlandse herkomst komt dit vaker voor. zij niet kan gamen of op sociale media kan én (2) hij/zij het vmbo leerlingen ook vaker problematisch gebruik van Van de jongeren zegt 1,5% dat hij of zij weleens voor de moeilijk vindt om te stoppen én (3) hij/zij gamen of sociale sociale media. Jongeren van Nederlandse herkomst webcam borsten, geslachtsdelen of billen heeft laten zien of media gebruikt als hij/zij zich rot voelt. Een verslaving komt vertonen minder vaak problematisch gebruik van sociale iets anders seksueels heeft gedaan (Amsterdam: 1,8%). zelden voor (<1%). medis. De resultaten voor alle hierboven beschreven Gamen en sociale media Cyberpesten kan de hele dag doorgaan, ook bij het internetervaringen onder jongeren uit West verschillen niet Van de jongeren uit West vertoont 5% problematisch slachtoffer thuis, terwijl traditioneel pesten vaak gebonden van de rest van Amsterdam. gamegedrag. Bij 9% is sprake van problematisch gebruik is aan school. van sociale media. Jongens en meisjes verschillen Veel jongeren luisteren met oordopjes of koptelefoon sterk; jongens hebben vierenhalf keer zo veel risico op Internet ervaringen naar muziek op bijvoorbeeld een mp3-speler, iPod of problematisch gamen, meisjes hebben bijna drie keer Van de jongeren is 5% in de afgelopen zes maanden gepest mobiele telefoon. Te lang luisteren naar te harde muziek zo veel risico op problematisch sociale media gebruik. via internet. Risicogroepen hiervoor zijn tweedeklassers en kan ervoor zorgen dat iemand minder goed gaat horen vmbo-b,k,g leerlingen. Jongeren van Nederlandse herkomst of altijd een piep hoort, dat geluiden vervormen of dat worden het minst vaak gepest via internet. Eén op de elf overgevoeligheid voor geluid ontstaat. jongeren (9%) geeft aan in de afgelopen zes maanden via internet een ongewenst seksueel voorstel te hebben Muziek luisteren gekregen. Meisjes, jongeren van Surinaamse herkomst en Een kwart van de jongeren uit West zet het volume van jongeren die niet bij beide ouders wonen, krijgen vaker de muziekspeler meestal op ‘hard’ (25%). West verschilt een ongewenst seksueel voorstel. Van de jongeren uit hierin niet van de rest van Amsterdam. Risicogroepen zijn West heeft 6% meegemaakt dat iemand weleens tegen jongeren op het vmbo-b,k,g, jongeren van Surinaamse zijn of haar zin vervelende foto’s of filmpjes heeft verspreid en Turkse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders (bijvoorbeeld op internet gezet of via de mobiele telefoon wonen.

Tabel 7 Gamen, sociale media en muziek luisteren naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders problematisch gamen 5 5 9 2 * 6 4 * 7 8 3 * 4 5 6 4 6 7 5 4 problematisch gebruik sociale media 10 9 5 14 * 10 9 12 14 7 * 6 10 11 12 7 11 * 9 10 door iemand gepest op interneta 5 5 5 4 6 3 * 7 5 4 * 2 6 5 5 7 7 * 4 5 ongewenst seksueel voorstel gekregen via interneta 9 9 7 11 * 10 8 11 8 9 10 21 3 6 10 13 * 8 14 * foto’s of filmpjes zijn tegen de zin verspreid via internet 6 6 6 6 7 5 2 5 7 * 9 5 1 4 9 4 * 6 5 volume muziekspeler met koptelefoon meestal ‘hard’b 25 25 25 25 23 27 38 27 19 * 17 40 30 27 19 29 * 22 33 *

a in het afgelopen half jaar * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 b 75-100% 8 Tieners bevinden zich in een levensfase waarin ze experimenteren met diverse 6 Genotmiddelen genotmiddelen zoals tabak, alcohol en drugs.

Nicotine is al na enkele sigaretten verslavend. De meeste Het gebruik van de waterpijp komt het meest voor onder Blowen jongeren beginnen met roken tussen twaalf en vijftien jaar. jongeren van vijftien tot en met 24 jaar. Het roken van een In West wordt ongeveer even vaak geblowd als in de rest Roken is de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte in waterpijp is schadelijk voor de gezondheid. De hoeveelheid van Amsterdam. Ook voor blowen zien we een verband Nederland. rook is groot en bevat schadelijke stoffen. met leeftijd. Van de vierdeklassers heeft 16% weleens en 10% recent hasj of wiet gebruikt. Van de tweedeklassers Roken Waterpijp roken heeft 5% weleens hasj of wiet gebruikt en 2% recent. Van de tweedeklassers heeft 19% roken weleens Van de jongeren geeft 28% aan weleens waterpijp te Andere risicogroepen zijn havo/vwo leerlingen en jongeren uitgeprobeerd, onder vierdeklassers is dat 36%. Van de hebben gerookt. Recent gebruik (in de afgelopen vier van Nederlandse herkomst. Jongeren van overig westerse tweedeklassers zegt 3% tenminste wekelijks te roken, van weken) zien we bij 9% van de jongeren. Beide percentages herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, de vierdeklassers is dat 8%. Van de tweedeklassers rookt zijn vergelijkbaar met de rest van Amsterdam. Net als voor proberen blowen vaker uit. Van de jongeren zegt 25% 1% dagelijks. Voor de vierdeklassers ligt dit percentage roken zien we meer waterpijp gebruik onder vierdeklassers. weleens hasj of wiet aangeboden te hebben gekregen op 5%. Risicogroepen voor zowel weleens roken, dagelijks Andere risicogroepen zijn jongens, vmbo leerlingen, (Amsterdam: 22%). roken als wekelijks roken, zijn (naast leeftijd) jongeren jongeren van Turkse herkomst en jongeren die niet bij van Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide beide ouders wonen. Jongeren van Surinaamse herkomst Harddrugs ouders wonen. Marokkaanse jongeren roken aanzienlijk proberen waterpijp vaker uit. Ook voor waterpijp roken In totaal zegt 1,7% van de jongeren uit West weleens minder vaak dan hun leeftijdsgenoten. zien we dat het gebruik onder jongeren van Marokkaanse harddrugs te hebben gebruikt (XTC, cocaïne, paddo’s, Jongeren uit West roken ongeveer even vaak als jongeren herkomst lager ligt. amfetaminen, heroïne, LSD of GHB) (Amsterdam: 1,6%). uit de rest van Amsterdam. Van alle jongeren uit West zegt Van de jongeren heeft 6% weleens harddrugs aangeboden 20% dat er in de afgelopen week bij hen in huis is gerookt Cannabisgebruik vermindert het korte termijngeheugen en gekregen (Amsterdam: 5%). waar de jongere bij was (Amsterdam: 20%). het reactie- en concentratievermogen. Dit kan onder meer leiden tot slechtere schoolprestaties.

Tabel 8 Genotmiddelen (roken, waterpijp roken, blowen) naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders roken weleens 26 27 28 26 19 36 * 24 28 28 39 33 20 13 34 26 * 24 37 * roken minstens één keer per week 5 6 5 7 3 8 * 6 5 6 10 2 4 1 9 4 * 4 11 * roken dagelijks 3 3 3 3 1 5 * 4 3 2 5 1 3 1 2 2 * 2 6 * waterpijp roken weleens 29 28 30 26 * 21 36 * 32 29 26 * 30 42 44 13 30 25 * 24 43 * waterpijp roken recenta 9 9 11 7 * 7 12 * 13 13 6 * 10 13 16 5 6 8 * 8 14 * blowen weleens 10 10 11 9 5 16 * 6 7 13 * 19 13 2 2 18 9 * 9 15 * blowen recenta 5 6 6 5 2 10 * 3 4 8 * 13 6 1 1 7 5 * 5 8 a in de afgelopen vier weken * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 9 Schadelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik voor Drinken onder de zestien jongeren zijn onder meer alcoholvergiftiging, risicovol Bijna driekwart van de jongeren uit West in de seksueel gedrag en ongevallen. In Nederland is het onderzoeksgroep is onder de zestien jaar (73%). Van alcoholgebruik onder jongeren onder de zestien jaar in deze jongeren heeft één op de vijf (19%) weleens alcohol het afgelopen decennium flink gedaald. Met ingang van 1 gedronken, 11% dronk in de afgelopen vier weken alcohol januari 2014 is de leeftijd waarop jongeren alcohol mogen en 5% deed in diezelfde periode aan binge drinken. Van de kopen verhoogd van zestien naar achttien jaar. jongeren onder de zestien zegt 8% weleens samen met de ouders gedronken te hebben. Alcoholgebruik Jongeren uit West drinken minder alcohol dan jongeren uit Wat vinden je ouders ervan dat je drinkt? de rest van Amsterdam. Net als voor (waterpijp) roken en In totaal heeft 12% van de jongeren weleens samen met blowen, is er voor alcoholgebruik een verband met leeftijd. (één van) de ouders gedronken; 6% zegt dat ‘soms’ te doen Van de tweedeklassers heeft 13% weleens gedronken en 6% zegt dat dat ‘één keer gebeurd’ is. In West gebeurt en 7% procent dronk recent. Ruim een derde (35%) van dit minder vaak dan in de rest van Amsterdam. Havo/ de vierdeklassers heeft weleens gedronken en een kwart vwo leerlingen, vierdeklassers, jongeren van Nederlandse, dronk recent. Naast een verband met leeftijd is er ook Surinaamse en overig westerse herkomst en jongeren die een verband met opleidingsniveau; havo/vwo leerlingen niet bij beide ouders wonen, hebben vaker weleens samen drinken meer. Andere risicogroepen zijn jongeren van met de ouders gedronken. Aan de jongeren die weleens Nederlandse, Surinaamse en overig westerse herkomst en alcohol drinken, is gevraagd wat hun ouders/verzorgers jongeren die niet bij beide ouders wonen. Deze jongeren ervan vinden dat ze drinken. Volgens de jongeren vindt 27% Figuur 6 Binge drinken (recent) naar gebieden in deden ook vaker aan binge drinken. Figuur 6 brengt de van de ouders het goed, 1% zegt dat de ouders vinden dat Amsterdam (%) percentages jongeren die recent binge hebben gedronken de jongere minder moet drinken, 26% van de ouders raadt op gebiedsniveau in beeld. het af, 7% verbiedt het, 29% van de ouders weet niet dat West c Westerpark, d Bos en Lommer, e Oud-West, f De Baarsjes de jongere drinkt en 10% zegt dat de ouders er niets van Opmerkelijk: de meerderheid van alle bingedrinkers (93%) zeggen. Legenda voor de overige gebieden zie pagina 4 vindt zelf niet dat hij/zij te veel drinkt. Jongeren drinken het vaakst (bij anderen) thuis en in een discotheek.

Tabel 9 Genotmiddelen (alcoholgebruik) naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders alcohol weleens 28 24 * 23 25 13 35 * 18 19 28 * 43 40 7 3 39 23 * 20 37 * alcohol recenta 17 15 15 16 7 25 * 11 12 18 * 28 20 4 2 28 15 * 13 25 * binge drinkenb recenta 11 8 * 8 9 3 14 * 7 6 10 * 15 15 1 2 14 7 * 7 14 * drinkt weleens samen met ouders 16 12 * 11 13 5 19 * 7 11 14 * 23 22 1 0 24 9 * 10 21 * a in de afgelopen vier weken * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 b ≥ vijf drankjes bij één gelegenheid 10 In de puberteit hebben veel jongeren hun eerste ervaringen met de liefde. Het is dan ook belangrijk dat jongeren tijdig leren over veilig vrijen om een ongewenste zwangerschap en seksueel 7 Seksualiteit overdraagbare aandoeningen (soa) te voorkomen. Weerbaarheid is hierbij ook een belangrijk thema.

Het condoom is het meest gebruikte anticonceptiemiddel ervaring gehad en 4% wil geen antwoord geven op deze bij ‘de eerste keer’. vraag. West verschilt niet van de rest van Amsterdam. Nederlandse jongeren hebben het vaakst een ongewenste Veilig vrijen seksuele ervaring gehad. Jongeren uit West zijn minder vaak seksueel actief dan hun leeftijdsgenoten uit de rest van Amsterdam. In West Jongens staan gemiddeld negatiever tegenover heeft 9% van de jongeren weleens geslachtsgemeenschap homoseksualiteit dan meisjes. Jongeren hebben een gehad; Turkse en Marokkaanse jongeren het minst vaak negatieve houding als ze in de vragenlijst hebben (3%) en Surinaamse jongeren het vaakst (26%). Een derde aangegeven dat ze: (1) geen vriendschap willen sluiten van de jongeren die seksueel actief zijn, gebruikt niet altijd met een homoseksuele jongere én (2) een homoseksuele een condoom (3%). Wie vrijen het vaakst zonder condoom? jongere laten merken dat hij/zij van hen af moet blijven én Dat zijn vierdeklassers, jongeren van Surinaamse en overig (3) liever naast iemand anders gaan zitten in de pauze. westerse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen. Houding ten opzichte van homoseksualiteit Jongeren uit West zijn minder tolerant ten opzichte van Er is vaker sprake van ongewenste seksuele handelingen homoseksualiteit dan hun leeftijdsgenoten uit de rest van wanneer partners elkaar maar een week kennen. Amsterdam. Bijna een vijfde van de jongeren (19%) heeft een negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit. Ongewenste seksuele ervaring Jongens, vmbo leerlingen, jongeren van Turkse en Jongeren is gevraagd of zij weleens zonder dat zelf te willen Marokkaanse herkomst en jongeren die niet bij beide een seksuele ervaring met iemand hebben gehad. Onder ouders wonen, zijn het minst tolerant. Minder dan de een ongewenste seksuele ervaring wordt verstaan: ‘alles helft van de jongeren (43%) denkt dat op hun school een van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan’. Van de homoseksuele jongere eerlijk kan uitkomen voor zijn/haar jongeren uit West heeft 3% ooit een ongewenste seksuele seksuele geaardheid. Havo/vwo leerlingen en jongeren van Nederlandse en overig westerse herkomst zijn hierover vaker positief.

Tabel 10 Seksualiteit naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders weleens geslachtsgemeenschap gehad 11 9 * 12 6 * 3 16 * 10 11 8 13 26 3 3 14 9 * 8 14 * niet altijd een condoom gebruikt 4 3 3 3 1 6 * 3 4 3 5 8 1 1 7 5 * 3 6 * weleens een ongewenste seksuele ervaring gehada 4 3 4 3 3 4 4 3 3 5 3 1 3 4 3 * 3 5 negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit 17 19 * 29 9 * 20 19 32 27 11 * 5 14 36 31 7 20 * 21 15 * positief homoklimaat op school 46 43 42 45 41 46 25 35 53 * 63 48 26 26 60 41 * 44 43 a alles van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 11 Plezier op school is belangrijk voor het psychisch en sociaal welbevinden van jongeren en komt de 8 Schoolklimaat schoolprestaties ten goede.

Schoolbeleving leerlingen worden vaker gepest en pesten ook vaker Ruim de helft van de jongeren uit West (53%) vindt het anderen. Tweedeklassers worden ook vaker gepest, maar ‘(hartstikke) leuk’ op school, 39% zegt ‘gaat wel’ en 8% pesten niet vaker anderen. Jongens en jongeren van Turkse geeft aan het ‘niet leuk’ of ‘vreselijk’ te vinden op school. herkomst pesten vaker anderen, maar worden niet vaker Havo/vwo leerlingen en jongeren die bij beide ouders zelf gepest. wonen, hebben het meer naar hun zin op school. Jongeren van Surinaamse herkomst hebben het minder naar hun zin. Veel schoolverzuim (door ziekte of spijbelen) kan leiden Leerlingen die het minder naar hun zin hebben op school tot voortijdig schoolverlaten. Frequent spijbelen verhoogt vinden vooral dat ‘de meeste vakken niet leuk zijn’ of dat daarnaast de kans op vandalisme, diefstal en geweld. ‘de manier van lesgeven niet leuk is’. Driekwart van de leerlingen zegt met een docent op school te kunnen praten Verzuim als hij/zij ergens mee zit (76%). Leerlingen van Marokkaanse Van de jongeren spijbelt 5% frequent (drie uur of meer in herkomst geven het minst vaak aan met een docent te de afgelopen vier weken). Vierdeklassers spijbelen vaker kunnen praten. dan tweedeklassers. De belangrijkste reden om te spijbelen is ‘geen zin in school’. Eén op de negen jongeren is in Leerlingen die regelmatig gepest worden, hebben vaker de afgelopen vier weken drie dagen of meer ziek thuis gezondheidsklachten en minder zelfvertrouwen. Een deel gebleven (11%). Risicogroepen zijn meisjes, tweedeklassers, van de gepeste jongeren is zelf ook dader. jongeren van Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen. Pesten Van de jongeren wordt 4% regelmatig op school gepest, De percentages voor schoolbeleving, pesten en verzuim 4% wordt incidenteel gepest (minder dan twee keer per verschillen niet van de resultaten voor de rest van maand) en 92% wordt nooit gepest. Van de jongeren pest Amsterdam. 2% regelmatig andere jongeren op school. Vmbo-b,k,g

Tabel 11 Schoolklimaat naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders school ‘(hartstikke) leuk’ 50 53 50 55 53 52 46 44 58 * 56 34 54 55 51 48 * 56 43 * kunnen praten met docent 76 76 75 77 74 77 76 74 76 78 74 82 71 78 71 * 76 74 regelmatiga gepest worden op school 4 4 3 5 6 2 * 9 4 2 * 3 2 4 5 5 6 4 5 regelmatiga pesten op school 3 2 4 1 * 2 3 5 3 1 * 1 1 5 3 2 4 * 2 4 spijbelen ≥ drie uurb 5 5 6 5 4 7 * 6 7 5 5 9 5 6 4 5 5 5 verzuim door ziekte ≥ drie dagenb 11 11 8 13 * 12 9 * 11 9 11 14 14 11 8 10 9 * 10 14 * a ≥ twee keer per maand in de afgelopen drie maanden * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 b in de afgelopen vier weken 12 Fysiek geweld, vandalisme en diefstal zijn factoren die een school, buurt of uitgaansgelegenheid 9 Fysieke omgeving onveilig maken en een negatieve invloed hebben op het veiligheidsgevoel.

Slachtoffer van criminaliteit Ongeveer vier op de tien jongeren uit West is in het Top 4 locaties waar jongeren zich weleens onveilig voelen afgelopen jaar slachtoffer geweest van één of meer op straat buiten de eigen woonbuurt 12% strafbare feiten zoals diefstal, vernieling of geweld (39%). op het station (trein, bus, metro) 8% Dit is vergelijkbaar met de rest van Amsterdam. Jongeren in de trein, bus, metro 6% zijn het vaakst geconfronteerd met diefstal (35%) en op straat in de eigen woonbuurt 6% vernielde spullen (12%). Bedreiging (4%), chantage (2%) en lichamelijk geweld (1%) komen minder vaak voor. Tweedeklassers, jongeren van Nederlandse herkomst Jongeren van Nederlandse en overig westerse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, zijn vaker voelen zich ook vaker onveilig. Jongeren van Marokkaanse slachtoffer geweest van een strafbaar feit. herkomst voelen zich minder vaak onveilig.

Het percentage jongeren dat slachtoffer is geweest van een strafbaar feit wordt in figuur 7 weergegeven naar gebieden. Jongeren uit Bos en Lommer zijn het minst vaak slachtoffer geweest van een strafbaar feit (34%) in vergelijking met jongeren uit de rest van West. Figuur 7 Slachtoffer geweest van een strafbaar feit naar Onveiligheidsgevoelens gebieden in Amsterdam (%) Aan de jongeren is gevraagd op welke plekken zij zich weleens onveilig voelen (zie kader). Drie op de tien West c Westerpark, d Bos en Lommer, e Oud-West, jongeren (29%) uit West voelt zich weleens onveilig. Dit f De Baarsjes percentage ligt lager dan voor de rest van Amsterdam. Meisjes voelen zich twee keer zo vaak onveilig als jongens. Legenda voor de overige gebieden zie pagina 4

Tabel 12 Fysieke omgeving naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amsterdam West geslacht klas opleidingsniveau etniciteit gezinssituatie

vmbo- overig niet bij beide niet bij totaal totaal jongens meisjes twee vier b, k, g vmbo-t havo/vwo NederlandsSurinaamsTurks Marokkaansoverig westerswesters ouders beide ouders slachtoffer geweest van een strafbaar feit (totaal)a 37 39 40 38 47 31 * 40 41 38 44 44 32 34 38 45 * 37 47 * - slachtoffer bestolen/spullen vernield 35 38 * 39 37 45 30 * 38 40 37 43 43 30 33 36 44 * 36 45 * - slachtoffer bedreiging/lichamelijk geweld/chantage 7 6 6 5 6 5 6 6 5 5 8 3 5 7 8 5 9 * voelt zich weleens onveilig 32 29 * 19 40 * 30 29 27 28 31 36 28 25 22 42 25 * 29 30 a in de afgelopen twaalf maanden * significant verschil tussen groepen; p < 0,05 13 Tabel 13 Achtergrondkenmerken en gezondheidsuitkomsten naar gebieden in West (%) Stadsdeel Gebieden West Westerpark Bos en Lommer Oud-West De Baarsjes 10 Gebieden (N=1445) (N=392) (N=478) (N=250) (N=307) Sinds 1 januari 2015 heeft de gemeente er achtergrondkenmerken nieuwe taken bij gekregen in het sociaal jongens 50 50 50 50 49 domein. Met de Jeugdwet, de nieuwe Wmo meisjes 50 50 50 50 51 en de Participatiewet is de gemeente nu klas 2 52 50 52 54 52 verantwoordelijk voor bijna het hele stelsel van klas 4 48 50 48 46 48 maatschappelijke ondersteuning en zorg voor vmbo-b,k,g 24 14 36 12 28 kinderen, volwassenen en ouderen. Met deze vmbo-t 19 18 21 16 19 nieuwe verantwoordelijkheid is de behoefte havo/vwo 57 68 43 72 53 aan cijfers op gebiedsniveau toegenomen. Als problemen en behoeften per gebied Nederlands 30 43 9 54 26 verschillen, is in het beleid maatwerk vereist. Surinaams 6 7 6 4 7 Turks 15 3 28 4 20 Marokkaans 26 20 40 13 23 overig westers 9 11 4 11 12 Zijn er verschillen tussen de gebieden in West? overig niet westers 14 16 13 14 12 Ja, zeker. In tabel 13 worden de achtergrond- gezondheidsuitkomsten kenmerken en de resultaten van een aantal ervaren gezondheid (heel) goed 79 78 77 85 80 gezondheidsthema’s gepresenteerd voor de vier sociaal-emotionele problemena 10 10 10 10 9 gebieden in West. Het algemene beeld is dat in lichamelijk mishandeling, ooit 4 4 4 3 3 Westerpark jongeren vaker negatief afwijken van de geestelijk mishandeling, ooit 11 15 8 10 12 rest van West. Jongeren uit Westerpark zijn vaker geestelijk mishandeld, hebben vaker gedachten aan gedachten aan zelfdoding, in de afgelopen twaalf maanden 10 13 8 8 12 zelfdoding, hebben vaker één (of meerdere) ingrijpende één (of meer) ingrijpende gebeurtenis(sen) gebeurtenis(sen) meegemaakt en hier (nog) problemen - meegemaakt 65 72 57 65 70 mee en gebruiken vaker genotmiddelen. Daarentegen - problemen met deze gebeurtenis(sen) 21 25 17 19 25 eten jongeren uit Westerpark vaker groente, zijn ze ontbijten ≥ vijf dagen per week 73 76 66 80 75 vaker lichamelijk actief en staan ze minder negatief fruit eten ≥ vijf dagen per week 59 60 53 64 62 ten opzichte van homoseksualiteit dan jongeren uit groente eten ≥ vijf dagen per week 69 80 48 89 71 de rest van West. Jongeren uit Bos en Lommer scoren voldoet aan beweegnormb 17 20 14 16 19 slechter voor gezonde voeding en bewegen. Gunstig lichamelijke actief gemiddeld ≥ één uur per dag 54 60 43 59 58 is dat jongeren uit Bos en Lommer minder vaak genotmiddelen gebruiken. Opvallend is de negatieve roken, minstens één keer per week 6 8 4 6 5 houding van jongeren uit Bos en Lommer ten opzichte alcohol drinken, in de afgelopen vier weken 15 20 9 22 15 van homoseksualiteit. In vergelijking met de rest van binge drinken, in de afgelopen vier weken 8 11 5 11 8 West zijn jongeren uit Bos en Lommer minder vaak blowen, in de afgelopen vier weken 6 9 4 7 5 slachtoffer van een strafbaar feit en voelen zij zich waterpijp roken, recent 9 7 11 9 9 minder vaak onveilig. Jongeren uit Oud-West scoren geslachtsgemeenschap zonder condoom 3 4 2 5 3 alleen slechter voor recent alcohol drinken, maar beter ongewenste seksuele ervaring, weleens 3 2 3 5 4 voor ervaren gezondheid, ontbijten, groente eten en negatieve houding tov homoseksualiteit 19 13 28 11 19 houding ten opzichte van homoseksualiteit. Jongeren slachtoffer van een strafbaar feit 39 41 34 43 44 uit De Baarsjes verschillen niet van jongeren uit de rest van West. voelt zich weleens onveilig 29 31 26 34 28 a verhoogde SDQ-totaalscore Groen kader: het gebied scoort significant beter dan de andere b NNGB: in de afgelopen week elke dag ≥ één uur drie gebieden samen, p<0,05 matig intensieve lichamelijke activiteit Rood kader: het gebied scoort significant slechter dan de andere 14 drie gebieden samen, p<0,05 Dit rapport beschrijft de lokale cijfers voor stadsdeel West en geeft inzicht in de risicogroepen voor een Tot slot groot aantal gezondheidsthema’s ten behoeve van het Jeugdgezondheidsbeleid.

Gezondheid in Beeld Een gesprek? Voor elk stadsdeel in Amsterdam verschijnt een eigen De GGD gaat graag in gesprek over de in dit rapport rapport. De zeven rapporten kunt u vinden op de website gepresenteerde resultaten. Het stadsdeel West kan samen van de GGD. Naast deze stadsdeelrapportage is er ook de met de GGD Amsterdam en andere partijen werken aan website Gezondheid in Beeld. Op Gezondheid in Beeld een betere gezondheid van jongeren. vindt u de resultaten van deze rapportage, maar ook (extra) Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met de resultaten voor Amsterdam, de stadsdelen en de gebieden afdeling Epidemiologie en Gezondheidsbevordering (zie naar leeftijd, geslacht, etniciteit, opleidingsniveau en colofon). gezinssamenstelling. Op Gezondheid in Beeld vindt u ook de onderzoeksresultaten van voorgaande jaren en uitleg over de gebruikte onderzoeksmethode.

Landelijke cijfers Colofon E-MOVO is in schooljaar 2013-2014 met identieke vragen Uitgave GGD Amsterdam, afdeling E&G / JGZ uitgevoerd door alle GGD’en in de provincie Noord- Auteurs C.L. van Vuuren, C.E. Verhagen, Holland. Via de website van andere GGD’en in Noord- M.F. van der Wal Holland kunt u de resultaten voor E-MOVO 2013-2014 voor Met dank aan H. Stegeman, W.A. Steenkamer deze regio’s vinden. S.J. Franssen, L. van Dieren Een beperking van deze monitor is dat een directe vergelijking met landelijke cijfers op dit moment niet Vormgeving S. Mos mogelijk is. Beschikbare landelijke gegevens hebben Kaarten A.P. Janssen meestal betrekking op andere onderzoekspopulaties en er Fotografie Fotobank Gemeente Amsterdam, worden andere onderzoeksmethoden gebruikt. Gemeente Uithoorn Op dit moment werken GGD-GHOR Nederland en het De tekst heeft geen betrekking op de RIVM, in samenwerking met het Trimbos Instituut, aan de personen op de foto’s. landelijke harmonisatie van de jeugdmonitor. Het doel van deze samenwerking is om vanaf 2016 de beschikking Contact Leonie van Vuuren te hebben over een landelijk cijfer voor een groot aantal 020 555 5495 gezondheidsthema’s. [email protected] E&G Website www.ggd.amsterdam.nl

september 2015

15 16