<<

Bewoners, toeristen en De strijd om vrijetijd

Naam: Lennart Schölvinck Studentnummer: 10798064 Begeleider: Rubi OrinOri Rubin Tweede lezer: Yves van Leynseel Scriptieproject: Veranderende openbare ruimte rond de NoordZuid-lijn Datum: 14-01-2019

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ...... 1 1 INLEIDING ...... 2

1.1 MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE ...... 2 1.2 WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE ...... 3 1.3 CENTRALE PROBLEEMSTELLING...... 4 1.4 LEESWIJZER ...... 4 2 THEORETISCH KADER ...... 5

2.1 DE MIDDENKLASSE ...... 5 2.2 DE MIDDENKLASSE EN HAAR VRIJETIJDSACTIVITEITEN ...... 6 2.3 PLACEMAKING EN TOERISME ...... 6 2.4 TOERISMEGEDRAG EN DE STAD ...... 7 2.5 DISNEYIZATION ...... 8 2.6 ONDERZOEKSVRAGEN ...... 9 2.7 CONCEPTUEEL MODEL ...... 9 3 METHODEN ...... 10

3.2 CASUSSELECTIE ...... 10 3.2.1 Historische context ...... 10 3.2.2 Wonen in de Oude-Pijp ...... 10 3.2.3 Toerisme in de Oude-Pijp ...... 11 3.3 OPERATIONALISATIE VAN DE GEBRUIKTE CONCEPTEN ...... 12 3.4 METHODE VAN ONDERZOEK...... 13 3.5 DATA-ANALYSE ...... 13 3.5.1 Verantwoording coderen ...... 14 3.5.2 Verantwoording respondenten ...... 15 4 RESULTATEN ...... 16

4.1 ONTWIKKELING TOERISME IN DE OUDE-PIJP ...... 16 4.1.1 Disneyization ...... 19 4.2 VRIJETIJDSVOORKEUREN BEWONERS ...... 21 4.2.1 Reden van keuze voor vrijetijdsactiviteit ...... 22 4.2.2 Vrijetijdsactiviteiten als versterker van de sociale cohesie ...... 23 4.3 VERANDERING IN VRIJETIJDSVOORKEUR? ...... 25 4.4 ERVARING OMTRENT VERANDERING AANBOD VRIJETIJDSACTIVITEITEN ...... 27 5 CONCLUSIE ...... 29 6 DISCUSSIE ...... 31 7 LITERATUURLIJST ...... 33 8 BIJLAGE ...... 36

8.1 INTERVIEWGUIDE ...... 36 8.2 UITWERKING INTERVIEWS ...... 38

1

1 Inleiding

Wie vanaf Centraal de metro neemt naar de metrohalte ‘De Pijp’, komt in een wijk van Amsterdam terecht dat sinds 2008 de grote toename van toeristen in de stad opvallende ontwikkelingen heeft doorgemaakt. De Pijp is een voorbeeld van revolutiebouw en stamt uit de negentiende eeuw. Revolutiebouw, een manier van bouwen van zeer matige kwaliteit, was in deze tijd nodig vanwege de plotselinge groei van de bevolking. In die tijd kwamen er dan ook veel arbeiders te wonen in De Pijp. Tegenwoordig kent De Pijp een zeer diverse bevolkingssamenstelling. De Pijp kent zowel een autochtone- als allochtone bevolking. Ook de yuppen en studenten zijn onderdeel van de bewoners in De Pijp. De Pijp is opgenomen in de Lonely Planet, een van de meest bekende reisgidsen onder toeristen. De Pijp is daarom alom bekend over de hele wereld. (Lonely Planet, z.j.). Een groot deel van de toeristen komt naar De Pijp vanwege het grote aanbod aan horeca en het vele aantal bezienswaardigheden. Zo zijn de Albert Cuypmarkt, de Heineken Experience en het grote trekpleisters. Door het gevarieerde aanbod in De Pijp voelen verschillende doelgroepen zich aangetrokken tot de wijk. Elk van hen draagt een steentje bij aan de lokale economie, de ene toerist meer dan de ander. Door de toenemende drukte van toeristen en de hoge bevolkingsdichtheid van de wijk, komen bewoner en toeristen elkaar tegen in de ruimte. Dit heeft zowel positieve als negatieve effecten. De houding van bewoners tegenover toeristen wordt door deze toenemende drukte ook beïnvloed. Ten tijde van de financiële crisis van 2008 is er mede in Amsterdam ingezet op het stimuleren van toerisme, waarbij de economie een ‘boost’ zou krijgen. Kijkend vanuit het oog van een bewoner uit De Pijp, blijkt het dat deze ‘boost’ anno 2019 ook nadelen kent. Met name de middenklasse inwoner van De Pijp blijkt in conflict te komen met wensen van de toeristen. De middenklasse is namelijk op zoek naar vrijetijdsactiviteiten die niet altijd uitblinken in complexiteit (van Eijck, 2002). In dit onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar de opkomst van vrijetijdsactiviteiten in De Pijp. Vervolgens worden de behoeftes en meningen over de vrijetijdsbesteding van de bewoners van De Pijp, met name de middenklasse, in kaart gebracht. Er wordt gekeken naar de zowel de positieve- als negatieve effecten die de opkomst van ‘toeristische’ vrijetijdsactiviteiten met zich meebrengen. Ook wordt de algemene houding van de inwoners van De Pijp over het toerisme gepresenteerd. Als laatst wordt er gepresenteerd of er een verschil in mening bestaat over het toerisme van tegenwoordig en het toerisme van vroeger. 1.1 Maatschappelijke relevantie Rond 2008, ten tijde van de financiële crisis, richt de Gemeente Amsterdam zich op het bevorderen van het toerisme in de stad. Dit bleek niet zonder gevolgen. Zo groeit de hotelsector met meer dan 10.000 kamers, levert het duizenden banen op en vercommercialiseert het stadscentrum sterk in de vorm van toeristenwinkels en activiteiten (Het Parool, 2014). Volgens het Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek van de Gemeente Amsterdam waren er in 2016 in Amsterdam bijna 14 miljoen geregistreerde overnachtingen in hotels of andere overnachtingsgelegenheden. Dit is 31 procent van het totaal aantal overnachtingen in Nederland en dit is een groei van acht procent ten opzichte van 2015 (Gemeente Amsterdam, 2018). De toenemende toeristenaantallen zorgen voor veranderingen in de stad, en volgens bewoners zijn dit niet altijd positieve veranderingen. Zo blijkt uit een politierapport van politie Amsterdam dat de toeristische druk steeds groter wordt, ontstaat er een monocultuur van winkels en horeca, komt de sociale cohesie in het geding, en wordt er geopperd dat de charme en authenticiteit van de stad verloren gaat (Mietus, 2016) Het Parool schrijft in 2016 dat de tolerantiegrens voor drukte in het centrum van Amsterdam bij veel inwoners is overschreden. Bewoners geven aan dat de vele bezoekers, de vele uitgaansgelegenheden en de vakantieverhuur van woningen zien als oorzaak van deze drukte (Het Parool, 2016). Volgens de bewoners ontstaat er dus een leefomgeving die voornamelijk gericht is op toerisme en niet op de bewoners zelf.

2

1.2 Wetenschappelijke relevantie Toerisme is dus voor de Gemeente Amsterdam een belangrijke pijler in het beleid dat zij voeren. Het beleid wat de Gemeente Amsterdam voert lijkt op het proces dat Bryman (1999) beschrijft in zijn boek ‘The Disneyization of Society’. Veranderingen in de openbare ruimte die moeten verleiden tot aankopen door de consument. Dit is gebaseerd op vier verschillende principes. Het eerste principe betreft ‘thematisering’, volgens Bryman (1999) is dit het principe dat ‘Disneyization’ het best belichaamt. Een bekend voorbeeld hiervan is het Hard Rock Cafe. Een keten die gevestigd is over de hele wereld, zo ook in Amsterdam, en voedsel combineert met een toegankelijk thema als rockmuziek. Thematisering heeft dus het doel om de consument (jong en oud) een bijzondere ervaring te geven tijdens dat zij aan het consumeren zijn. Het tweede principe betreft ‘hybride consumptie’. Bij ‘hybride consumptie’ duidt een trend aan waarbij verschillende vormen van consumptie verweven met elkaar raken en uiteindelijk niet meer los van elkaar kunnen worden gezien (Bryman, 1999). Ook in Amsterdam is er sprake van hybride consumptie. Een voorbeeld hiervan zijn de vele kaaswinkels die een gevoel van nostalgie en traditie moeten oproepen en zijn gericht op het bedienen van toeristen. Het derde principe betreft ‘merchandising’. Het doel van deze vorm van marketing is om de naamsbekendheid te vergroten. Zo is in Amsterdam een wildgroei aan winkels ontstaan die het ‘merk’ Amsterdam verkopen. Denk hierbij aan T-shirts en mutsen met ‘I love Amsterdam’ erop. Dit zijn commerciële manieren om Amsterdam te promoten. Maar ook de Gemeente Amsterdam helpt bij de promotie van Amsterdam als toeristenstad. Zo waren er tot voor kort op verschillende plekken in Amsterdam grote teksten geplaats met ‘IAMSTERDAM’ waar mensen op kunnen klimmen en foto’s mee kunnen maken. Het laatste principe is ‘klantvriendelijkheid’. Bryman (1999) spreekt hier in zijn artikel specifiek over Disneyland en geeft aan dat het personeel de filosofie van het bedrijf in praktijk brengt. Mensen die Disneyland bezoeken verwachten bepaalde interacties met het personeel, namelijk iemand die altijd lacht en vriendelijk is. Amsterdam is geen pretpark en inwoners reageren allemaal anders op de bezoekers. Toch kan hier wel een relatie worden getrokken met Amsterdam. Toeristen verwachten namelijk wanneer zij in Amsterdam aankomen een cultuur van vrijheid en tolerantie. Een plek waar zij open en bloot een joint kunnen roken of naar de hoeren kunnen gaan (Dahles, 1998). Naast dat er sprake is van een grote hoeveelheid toeristen in Amsterdam, wonen er ook nog mensen. Ook deze bewoners hebben, naast de toeristen, behoefte aan vrijetijdsactiviteiten. In dit onderzoek zal voornamelijk de focus liggen op de bewoners van de Oude-Pijp die gerekend kunnen worden tot de middenklasse. Deze groep blijkt steeds vaker geneigd tot deelname aan vormen van vrijetijdsbesteding die niet bepaald uitblinken in complexiteit (Van Eijck, 2002). Dit betekent dus dat deze groep inwoners niet enkel en alleen opzoek is naar dure uitjes en cultureel uitdagende activiteiten, waardoor zij steeds meer in het vaarwater komen qua activiteiten van toeristen (Van Eijck, 2002). Deze vermenging van toeristen en inwoners kan leiden tot confrontaties. Volgens Savage (2005) hebben bewoners uit de middenklasse een eigen vorm van handelen om zich te binden aan de locatie waar zij wonen. Zo zegt Savage (2010: 132):’it is relatively unimportant for them to belong to a socially cohesive neighbourhood. What matters more is the sense that they live somewhere appropiate “for someone like me”’. Bewoners kiezen strategisch de elementen uit een buurt die zij graag willen omarmen, en bannen minder gewenste elementen uit wat betreft vrijetijdsactiviteiten, lokale instituten zoals scholen en publieke plekken. Volgens Pinkster & Boterman (2017) kan gesteld worden dat bewoners die behoren tot de middenklasse zeer specifieke voorkeuren hebben omtrent het aanbod van vrijetijdsactiviteiten en andere functies, en wanneer deze functies verdwijnen of veranderen zij zich veel moeilijker kunnen identificeren met hun omgeving. Bewoners die zich tot de middenklasse rekenen worden in het algemeen gezien als belangrijke katalysator van stedelijke transformatie en buurtveranderingen. Er is nog weinig bekend over hoe de bewoners de huidige ruimtelijke veranderingen met betrekking tot toerisme ervaren. Ook is er nog weinig bekend over de middenklasse wanneer zij geconfronteerd worden met processen die mogelijk sterker zijn dan zijzelf, zoals bijvoorbeeld de toename van stedelijk toerisme (Pinkster & Boterman, 2017).

3

1.3 Centrale probleemstelling De gemeente Amsterdam balanceert op een dun koord, waarbij het enerzijds de toeristen die Amsterdam bezoeken moeten vermaken met een groot aanbod van horeca en activiteiten. Deze toeristen zorgen voor belangrijke inkomsten in de gemeentekas. Anderzijds wil de gemeente een prettige leefomgeving creëren voor de bewoners in Amsterdam, in dit geval voor de mensen die wonen in de gebieden die ook aantrekkelijk zijn om te bezoeken door toeristen. In dit onderzoek zal er gekeken worden in hoeverre de toenemende toeristendruk in Amsterdam de vrijetijdsbesteding van de middenklasse van Amsterdam beïnvloed. Hierbij zal de focus liggen op De in Amsterdam. Een verklaring, waarom er is gekozen voor de Oude-Pijp, zal later worden gegeven. De onderzoeksvraag van dit scriptieproject zal dan ook als volgt klinken: “In hoeverre beïnvloeden de toenemende toeristische bezoeken in De Pijp in Amsterdam de vrijetijdsbesteding van de middenklasse van De Pijp?”. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zullen er een aantal deelvragen worden gesteld die de onderzoeksvraag uiteindelijk kunnen beantwoorden.

• ‘Hoe heeft de toerismedruk in De Pijp zich ontwikkeld sinds 2008?’ • ‘Welke voorkeuren hebben de bewoners van De Pijp omtrent het aanbod van vrijetijdsactiviteiten?’ • ‘In welke mate is de voorkeur voor vrijetijdsactiviteiten veranderd van de bewoners van De Pijp sinds 2008?’ • ‘In welke mate ervaren bewoners van De Pijp veranderingen in het aanbod van vrijetijdsactiviteiten sinds 2008?

1.4 Leeswijzer Hoofdstuk twee geeft het theoretisch kader weer. In dit hoofdstuk is relevantie literatuur gebruikt over de middenklasse, vrijetijdsbesteding, placemaking en het concept Disneyization. Er wordt besproken Formatted: Font: Italic hoe Disneyization past in het plaatje van De Pijp. Hoofdstuk drie worden de methoden weergeven die Formatted: Font: Italic zijn gebruikt voor dit onderzoek. Het onderzoeksgebied wordt hier afgebakend en weergeven in een afbeelding. Ook de manier van dataverzameling en de onderzoeksmethode worden besproken. Het Formatted: Font: Italic conceptueel model wordt aan het eind van dit hoofdstuk weergeven. Hier worden de algemene relaties tussen de gekozen thema’s als middenklasse, placemaking, vrije tijd en Disneyization gepresenteerd. Formatted: Font: Italic Vervolgens, in hoofdstuk vier komen de resultaten aan bod. Deze zijn verdeeld onder vier paragrafen. Formatted: Font: Italic De kern van het onderzoek komt in dit hoofdstuk aan bod. De resultaten laten welke verandering er heeft plaatsgevonden in de houding van de bewoners ten opzichte van het begrip ‘toerisme’. Hoofdstuk vijf dient als conclusie en discussie. In de conclusie wordt de onderzoeksvraag beantwoord op basis van de resultaten uit het onderzoek uit hoofdstuk vier. In de conclusie wordt geobserveerd waarna er vervolgens in de discussie wordt geïnterpreteerd. de beperkingen van het onderzoek worden besproken in de discussie.

4

2 Theoretisch kader

2.1 De middenklasse In dit onderzoek staat de middenklasse van de Oude-Pijp centraal. De ‘middenklasse’ wordt zeer regelmatig gebruikt in publieke en politieke debatten als een algemene term waarbij men met de term ‘middenklasse’ gebruikt om een groep aan te duiden die bekend staat als ‘Jan Modaal’. Echter is er geen algemene definitie die de ‘middenklasse’ aanduidt. Er zijn verscheidende manieren om de middenklasse toch een soort van definitie te geven. Wanneer de lijn van de wetenschappelijke literatuur wordt gevolgd, dan kan worden geconcludeerd dat de middenklasse meestal wordt gedefinieerd aan de hand van inkomen (Beer, 2015; Musterd & Ostendorf, 1997). Maar ook hier zitten grote verschillen. Verschillende auteurs geven verschillende betekenissen aan inkomen. Hier zal niet verder op ingegaan worden. Reden hiervoor is dat de middenklasse vele karakteristieken hebben die een veel breder beeld geven van het doen en laten van de middenklasse. Hier wordt al over geschreven in 1982 door Bourdieu, die deze nieuwe middenklasse de ‘nouvelle petite bourgeoisie’ noemt. Dit is volgens hem een nieuwe middenklasse waarbij mensen vooral actief zijn binnen de culturele en dienstensector. Deze groep heeft bij de geboorte geen vaste privileges ontvangen die verbonden zijn aan hun sociale afkomst. Volgens Bourdieu (1982) hecht deze groep veel waarde aan een niet- vastomlijnde levensloop en hun identiteit verbinden aan de consumptieleefstijl die zij leiden. Hierbij moet gedacht worden aan het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen, deelname aan specifieke culturele activiteiten en de aanschaf van producten die een bijdrage leveren aan de representatie van hun levensstijl. De Franse filosoof Baudrillard (2007:61) zegt hierover: “You never consume the object in itself (in its use-value); you are always manipulating objects (in the broadest sense) as signs which distinguish you either by affiliating you to your own group taken as an ideal reference or by making you off from your group by reference to a group of higher status” De nieuwe middenklasse is dus een vroeg omschreven fenomeen die heden ten dage nog steeds relevant is. Savage (2005) onderschrijft dit namelijk en beweert dat bewoners uit de middenklasse een eigen vorm van handelen hebben om zich te binden aan de omgeving en zich daarmee te identificeren. Savage (2005: 132) zegt hierover: “it is relatively unimportant for them to belong to a socially cohesive neighbourhood. What matters more is the sense that they live somewhere appropiate “for someone like me””. Het moge dus duidelijk zijn dat de nieuwe middenklasse strategische elementen in hun woonomgeving willen behouden en bannen minder gewenste element uit wat betreft vrijetijdsactiviteiten en lokale instituten zoals scholen en publieke plekken. Dit, om zo een gevoel van thuis te ontwikkelen. Pinkster & Boterman (2017: 459) zeggen hierover dat het concept ‘thuis’ wordt gevormd door persoonlijke herinneringen en ervaringen waarbij het gevoel aanwezig moet zijn dat bewoners een connectie voelen met hun omgeving op relationeel, materieel en cultureel gebied: “Our feelings of connection to place are strengthened when we feel comfortable with the people we encounter and feel familiar with the way our surroundings look, feel, sound, smell and taste’. […] Moreover, their experiences of cultural displacement are also informed by material changes in the built environment and changes in the local facility structure, which impact local ways of ‘doing’ neighborhood’. Er kan gesteld worden dat bewoners die behoren tot de middenklasse zeer specifieke voorkeuren hebben omtrent het aanbod van functies, en wanneer deze functies komen te verdwijnen of veranderen zij zich veel moeilijker kunnen identificeren met hun omgeving, wat leidt tot vervreemding van de omgeving.

5

2.2 De middenklasse en haar vrijetijdsactiviteiten Over vrijetijdsbesteding is veel geschreven in de wetenschappelijke literatuur. Maar een eenduidige definitie is moeilijk te geven. Mede omdat vrijetijdsbesteding een persoonlijke activiteit is die elk persoon anders invult. Hierbij zijn onder anderen leeftijd, geslacht en inkomen mogelijke variabelen die van invloed zijn op de betekenis van vrijetijdsbesteding voor een persoon. Daarom is gekozen voor een meer algemene definitie. Zo geven Purrington en Hickerson (2013: 130) als definitie: ‘leisure is Formatted: Dutch () behaviour that differs from culture-specific behaviours closely related to immediate survival and other practical necessities of life’. Purrington en Hickerson (2013) geven hier aan dat vrijetijdsbesteding een activiteit is die iemand puur doet omdat deze persoon dat leuk vindt en niet om zichzelf of andere te onderhouden. Er is voor een wat meer algemene definitie gekozen omdat in dit onderzoek de focus ligt op de middenklasse en haar vrijetijdsactiviteiten. Ondanks dat ieder persoon een andere voorkeur heeft omtrent vrijetijdsactiviteiten, zijn er namelijk wel overeenkomsten te vinden bij personen die tot dezelfde economische klasse kunnen worden gerekend. In dit geval de middenklasse. Zo beschrijft Van Eijck (2002) in zijn artikel ‘levensstijlen binnen de nieuwe middenklasse’ de voorkeur van vrijetijdsactiviteiten van de nieuwe middenklasse. Van Eijck (2002) beschrijft de nieuwe middenklasse als een groep die voornamelijk werkzaam is in de (zakelijke) dienstverlening. In dit onderzoek ziet Van Eijck (2002) een verschuiving van sociaal gedrag in de loop der tijd wat betreft vrijetijdsbesteding onder personen die actief zijn binnen deze zakelijke dienstverlening. In zijn onderzoek spreekt Van Eijck (2002) niet specifiek over opleidingsniveau om deze groep te definiëren, maar dit komt zeker terug. Dit kan mogelijk worden verklaard volgens Van Eijck (2002) doordat er een steeds grotere variëteit is aan gezinsachtergronden, scholing of status. Van Eijck (2002: 341) stelt: “Hoger opgeleiden blijken steeds vaker geneigd tot deelname aan vormen van vrijetijdsbesteding die niet bepaald uitblinken in complexiteit” Dit onderbouwt hij door onder meer te stellen dat deze groep steeds vaker sportwedstrijden bezoeken en zijn zij vaker in een café te vinden dan lager opgeleiden (Van Eijck, 2002). Wanneer een persoon een hoge beroepsstatus heeft, betekent dit dus niet dat deze enkel en alleen opzoek is naar dure uitjes en cultureel uitdagende activiteiten. Hoe de huidige middenklasse zich hedendaags gedraagt omtrent vrijetijdsactiviteiten vat Van Eijck (2002: 342) het duidelijk samen: “Zij (red. de middenklasse) kiest haar vrijetijdsbesteding uit een uitdijend arsenaal aan activiteiten. Dit biedt enerzijds meer ruimte voor levensstijldifferentiatie binnen de hogere- en middenklassen, maar kan anderzijds ook tot het vervagen van verschillen leiden indien een grote groep als breed gereoriënteerde culturele omnivoren kan worden bestempeld”. 2.3 Placemaking en toerisme Volgens Pinkster & Boterman (2017) worden bewoners uit de middenklasse in het algemeen gezien als belangrijke katalysators van stedelijke transformatie en buurtveranderingen. Zo zijn er meerdere studies uitgevoerd die gaan over hoe de middenklasse door middel van placemaking een buurt (her)vormen en hoe deze bewoners elementen uitbannen die zij minder aantrekkelijk vinden (Butler & Lees, 2006). Volgens Pinkster & Boterman (2017) is er nog weinig bekend over de middenklassen (als aanjager van stedelijke transformatie) wanneer zij worden geconfronteerd met processen die sterker zijn dan zichzelf, zoals bijvoorbeeld de toename van stedelijk toerisme. Zo blijkt uit Gotham (2002) dat de sociaal-ruimtelijke impact van toerisme groot kan zijn, aangezien steden steeds meer worden afgestemd op de beleving van bezoekers. Het doel van toeristische bezoeken gaan niet enkel en alleen meer om het bewonderen van cultureel en architectonisch erfgoed. De toerist van tegenwoordig wil onderdeel zijn van de lokale cultuur en haar gebruiken. Doordat toeristen steeds meer authentieke ervaringen willen opdoen die de plek die zij bezoeken kenmerken, ontstaat er een proces waarbij de lokale identiteit wordt gecommodificeerd (Pinkster & Boterman, 2017). Zoals eerder vermeld zet de Gemeente Amsterdam hoog in op de promotie van de stad, waarbij cultureel en architectonisch erfgoed de hoogste prioriteit krijgt.

6

Toch lukt het de stad Amsterdam niet, mede door nieuwe transportmogelijkheden voor massatoerisme en nieuwe informatietechnologieën, om zich van het beeld te ontdoen waarbij de stad Amsterdam een vrijplaats is voor seks en drugs (Pinkster & Boterman, 2017). Hierover zeggen Pinkster & Boterman (2017: 458): ‘ […] the growing numbers of tourists attracted by this image have made it a reality, illustrating how place identity may become geared towards the entertainment of visitors rather than reflecting local meanings and practices’.

2.4 Toerismegedrag en de stad Formatted: Font: Bold, Dutch Zoals eerder vermeld blijven de toeristische bezoeken aan Amsterdam elk jaar weer stijgen. Dat dit (Netherlands) gebeurt is niet geheel verwonderlijk. Volgens Carr (2002) herbergt een stad veel meer functies die Formatted: Dutch (Netherlands) tegemoet komen aan de eisen van de toerist dan niet stedelijke gebieden. Zo zijn er veel meer Formatted: Not Highlight accommodaties te vinden die de toeristen met verschillende doeleinden kunnen herbergen. Daarnaast Formatted: Not Highlight trekken stedelijke gebieden veel meer toeristen aan omdat de stedelijke gebieden vaak een hogere mate van ontwikkeling kennen dan niet urbane gebieden. Ook is de stad vaak makkelijker bereikbaar via luchthavens en andere vervoersdiensten. Als laatste biedt de stedelijke omgeving vele vormen van communicatiemiddelen, vervoer en diensten en voorzieningen die tegemoet komen aan de toeristische behoeften. Doordat steeds meer mensen in een stedelijke omgeving wonen, neemt de concurrentie tussen steden ook toe. Dit gebeurt onder anderen op het gebied van economische activiteiten, maar ook op het gebied van bezoekers trekken. Een van de mogelijkheden om meer bezoekers te trekken naar de stad is citymarketing. Onder het motto ‘I Amsterdam’ presenteert de gemeente Amsterdam zich als een internationale woon- en werkmetropool en als een aantrekkelijke reisbestemming. Citymarketing kan op verschillende manieren plaatsvinden. Meer traditionele manieren zijn brochures, advertenties in kranten en reisverhalen in magazines. Maar tegenwoordig wordt het online gedeelte van citymarketing steeds belangrijker. Men zoekt het bezoek aan een stad of andere locatie steeds vaker uit via internet (Molina et al. 2017). Internet is in dit opzicht zo belangrijk dat online citymarketing een noodzakelijk onderdeel is wanneer steden willen concurreren op een internationale markt en internationale bestemmingen (Björner, 2013). Daarnaast neemt de welvaart in andere delen van de wereld toe en mobiliteitsvormen zoals vliegen worden goedkoper. Ook dit zorgt voor hogere toerismeaantallen. Boissevain (1996) schrijft in zijn onderzoek Coping with Tourists over massatoerisme, en gaat dieper in op cultureel toerisme. Onder cultureel toerisme verstaat Boissevain (1996) toeristen die geïnteresseerd zijn in de levensstijl, de historie en de culturele monumenten van de lokale bevolking. Dit is een proces wat ook Gotham (2002) en Pinkster & Boterman (2017) beschrijven. De toerist van tegenwoordig wil onderdeel zijn van de samenleving die de toerist bezoekt. De toerist en de lokale bewoner komen hierdoor logischerwijs met elkaar in aanraking. Hoe welwillend de lokale bewoners staan tegen deze toeristen hangt af van het gedrag van de toerist (Boissevain, 1996). Volgens Boissevain (1996) gaan toeristen mede op vakantie om te ontsnappen aan de dagelijkste routine van thuis, inclusief de geldende gedragsregels. Er zal dus sprake zijn van een mogelijke identiteitsverandering, die nog eens extra wordt gestimuleerd door de anonimiteit die de toerist geniet. Boissevain (1996) zegt hierover dat een mogelijk gevolg is dat er sprake kan zijn van ongeoorloofd gedrag, zoals geluidsoverlast en drank- en drugsmisbruik. Gedrag dat in de plaats van herkomst ook niet geoorloofd zou zijn. Het geslacht van de toerist speelt hier volgens Laing (1987) een zekere rol in. Laing (1987) deed onderzoek naar Britse toeristen en hun voorkeur in activiteiten. Hierin kwam naar voren dat 82 procent van de mannen meer geneigd zijn om zich passief te gedragen en graag functies bezoeken die voor toeristen bedoeld zijn en voorkeur geven aan een rustige vakantie. Vrouwen daarentegen (58 procent) gaf de voorkeur aan een actieve vakantie waarbij men veel waarde hechte aan historische en culturele activiteiten en graag willen winkelen. Ook de Lengkeek (2009) schrijft over toerisme en beschrijft dit als een activiteit waarbij men de sleur van het dagelijks leven achter zich kan laten. De gedragsregels van thuis verdwijnen en er wordt meer waarde gehecht aan plezier. Lengkeek (2009) noemt deze groep de ‘Homo Turisticus’. Waar Boissevain (1996) voornamelijk uitging van negatieve aspecten, stelt Lengkeek (2009) dat de toerist niet enkel en alleen opzoek is naar oppervlakkig vermaak. Een deel van de toeristen is ook zeer leergierig en nieuwsgierig.

7

Citymarketing zou een goed instrument kunnen zijn om de toeristen aan te trekken die worden gezien als gewenst door een stad. Door bepaalde activiteiten juist groots te promoten en andere activiteiten juist niet, kan er een regulering ontstaan van toerismestromen.

Formatted: Dutch (Netherlands)

2.45 Disneyization In zijn artikel The Disneyization of Society stelt Bryman (1999) dat Disneyization een proces is waarbij de principes van de Disney-themaparken steeds vaker domineren in verschillende sectoren van de samenleving. Dit proces bestaat uit vier aspecten: thematisering, hybride consumptie, merchandising en klantvriendelijkheid. Disneyization wordt hierbij gezien als een aanvulling op het Formatted: Font: Italic begrip McDonaldization zoals beschreven in Ritzer (1993). McDonaldization refereert naar: ‘the Formatted: Font: Italic proces by which the principles of the fast-food restaurant are coming to dominate more and more sectors of American society as well as the rest of the world’ (Ritzer, 1993: 3). Het gaat hierbij dus Formatted: Font: Italic specifiek over de principes die het fast-food restaurant die het bedrijf hanteert omtrent de bedrijfsvoering zoals Fordisme, bureaucratie en slimme bedrijfsvoering. Het eerste aspect van de theorie van Bryman (1999) gaat over thematisering. Thematisering is het meest zichtbare aspect van Disneyization. Steeds meer bedrijven hanteren een bekend en toegankelijk Formatted: Font: Italic thema zoals muziek, sport of een historisch thema. Een bekend voorbeeld hiervan is het Hard Rock Cafe. Een keten die gevestigd is over de hele wereld en voedsel combineert met een toegankelijk thema als rockmuziek. Dit geld overigens niet alleen voor restaurants, zo zijn er ook legio voorbeelden van hotels, winkelcentra en cruiseschepen. Walt Disney van het gelijknamige pretpark Disneyland begon met de thematisering van zijn park. Hij wilde zich onderscheiden van de andere pretparken die hij bezocht met zijn dochters. Deze pretparken voelde smakeloos en groezelig aan. Ouders gingen enkel naar een pretpark om hun kinderen een plezier te doen. Hij wilde een omgeving creëren die net zo leuk werd gevonden door de ouders als dat hun kinderen deden. Walt Disney zei hierover: ‘The older generation can recapture the nostalgia of days gone by, and the younger generation can savour the challenge of the future’(uit Mosley, 1986: 221). Thematisering heeft dus het doel om de consument (jong en oud) een bijzondere ervaring te geven tijdens dat zij aan het consumeren zijn. Het tweede principe gaat over ‘hybride consumptie’. Dit principe hangt sterk samen met het eerste principe. Bij ‘hybride consumptie’ duidt een trend aan waarbij verschillende vormen van consumptie verweven met elkaar raken en uiteindelijk niet meer los van elkaar kunnen worden gezien (Bryman, 1999). Bryman (1999) geeft hierbij het voorbeeld van de Star Wars-attractie in Disneyland. Zodra een bezoeker uit deze attractie komt, wordt het gedwongen om door een Star Wars merchandise winkel te lopen. Het derde principe betreft ‘merchandising’. Bryman (1999) zegt hierover: “In this discussion, I will use the term ‘merchandising’ simply to refer to the promotion of goods, in the form of or bearing copyright images and logos, including such products made under licence.”. Het doel van deze vorm van marketing is om de naamsbekendheid te vergroten. Het laatste principe is ‘klantvriendelijkheid’. Bryman (1999) spreekt hier in zijn artikel specifiek over Disneyland en geeft aan dat het personeel de filosofie van het bedrijf in praktijk brengt. Onder klantvriendelijkheid verstaat Bryman (1999) het volgende: ‘act of expressing socially desired emotions during service transactions’. Mensen die Disneyland bezoeken verwachten bepaalde interacties met het personeel, namelijk iemand die altijd lacht en vriendelijk is.

8

2.6 Onderzoeksvragen Aan de hand van het theoretisch kader zal er getracht worden om een antwoord te krijgen op de volgende onderzoeksvraag: “In hoeverre beïnvloeden de toenemende toeristische bezoeken in De Pijp in Amsterdam de vrijetijdsbesteding van de middenklasse van De Pijp?” Deze onderzoeksvraag is opgedeeld vier deelvragen, die helpen de onderzoeksvraag te beantwoorden:

• ‘Hoe heeft de toerismedruk in De Pijp zich ontwikkeld sinds 2008?’ • ‘Welke voorkeuren hebben de bewoners van De Pijp omtrent het aanbod van vrijetijdsactiviteiten?’ • ‘In welke mate is de voorkeur voor vrijetijdsactiviteiten veranderd van de bewoners van De Pijp sinds 2008?’ • ‘In welke mate ervaren bewoners van De Pijp veranderingen in het aanbod van vrijetijdsactiviteiten sinds 2008? 2.7 Conceptueel model

Het conceptueel model geeft een samenvatting van het theoretisch kader.

Afbeelding 1 Conceptueel model. Bron: Auteur

9

3 Methoden

Dit hoofdstuk zal de methodologie van het onderzoek beschrijven. In de eerste paragraaf zal de betreffende casus van het onderzoek worden beschreven. Daarna zal er een tabel worden gepresenteerd met de gebruikte concepten en de bijbehorende operationalisatie. In de paragrafen hierna zal de manier waarop de data is verzameld, verwerkt en geanalyseerd worden besproken 3.2 Casusselectie De vorm van dit onderzoek zal een enkelvoudige case-studie zijn. De case die hier zal worden onderzocht is een deel van de wijk De Pijp. Ook wel bekend als ‘de Oude Pijp’. 3.2.1 Historische context Voor de 19e eeuw was De Pijp een dunbevolkt poldergebied, maar ontwikkelde snel ten tijden van de industriële revolutie. De bevolking groeide hard en werd er een nieuwe wijk op deze plek gebouwd. De wijk werd officieel ‘Wijk YY’ genoemd, maar stond al snel bekend als De Pijp. De Pijp is een voorbeeld van de 19e -eeuwse revolutiebouw. Door de grote bevolkingsgroei waren er snel nieuwe woningen nodig. Dit werd gedaan in de vorm van grootschalige nieuwe wijken, vaak zonder planmatige aanpak en oog op de lange termijn. Dit resulteerde vaak in slecht gebouwde huizen. Dit was in eerste instantie niet de bedoeling. De stedenbouwkundige Samuel Sarphati bedacht een grootst plan voor de omgeving, maar werd mede door geldproblemen stop gezet. De huidige vorm van De Pijp is bedacht door Jan Kalff, directeur van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. Hij koos ervoor om het stratenplan in te vullen volgens het oude polderslotenpatroon. De bebouwing liet hij over aan particulieren, die snel geld wilde verdienen door kwalitatief slechte huizen te laten bouwen. Dit gebeurde onder invloed van de tijdsgeest en de revolutiebouw. Mede hierdoor lijkt het straatbeeld eentonig, de meeste woningen hebben vier bouwlagen en een kap. In eerste instantie was het niet de bedoeling dat er in De Pijp pleintjes er parken kwamen. Zoals ook in het huidige straatbeeld is te zien, is hier verandering in gekomen. Hierdoor is ook het Sarphatipark ontstaan. De huidige Albert Cuypstraat, waar de Albert Cuypmarkt is gevestigd, is een stuk breder dan de overige straten in De Pijp. Dit komt doordat bij het huidige plan van Kalff deze straat nog een poldersloot was, later is deze gedempt. Hierdoor kwam een grote ruimte vrij waar straatventers zich verzamelde. Sinds 1905 is dit een officiële markt, die nog steeds bestaat. Niet alleen nu heeft de wijk een rijke variatie aan horeca en uitgaansgelegenheden, ook in de 19e eeuw wemelde het er van cafés en restaurants. Daardoor had deze wijk een grote aantrekkingskracht op studenten, kunstenaars en prostituees. Later, mede door de vesteging van de Heineken Brouwerij, werd De Pijp een plek waar veel Spaanse gastarbeiders kwamen te wonen, die later ook hun gezin lieten overkomen. Tegenwoordig is De Pijp een populaire buurt onder relatief jonge hoogopgeleide gezinnen. 3.2.2 Wonen in de Oude-Pijp De Oude-Pijp kent vijf buurten, waarbij de Sarphati parkbuurt de dichtstbevolkte buurt is en de Gerard Doubuurt de dunst bevolkte buurt (CBS, 2018). In deze buurten wonen voornamelijk mensen van tussen de 25 en 45 jaar oud, zo’n 7.200 op een totale bevolking van 14.820 mensen (CBS, 2018). Het valt op dat er relatief weinig jongeren tussen de 18 en 25 jaar oud wonen, slechts 1800 (CBS, 2018). Dit is mogelijk te verklaren aan de hand van de hoge woningprijzen in deze wijk. De woningwaarde per vierkante meter in De Pijp is gemiddeld tussen de 6307 en 7569 euro (Gemeente Amsterdam, 2018). Dat de prijzen per vierkante meter zo hoog is heeft verschillende redenen. Een van die redenen is dat allerhande voorzieningen voor bewoners van de Oude-Pijp goed bereikbaar zijn. Zo zijn supermarkten, scholen en huisartsen binnen vijfhonderd meter bereikbaar (CBS, 2018). Ook horeca en andere uitgaansgelegenheden zijn binnen eenvoudig te bereiken.

10

Zo geldt voor elke inwoner van de Oude-Pijp dat er een café gevestigd is die binnen honderd meter bereikbaar is. Het aantal cafetaria’s en restaurant zijn in nog grotere aantallen vertegenwoordigd. Zo zijn er in de Oude-Pijp en in een straal van een kilometer meer dan tweehonderd restaurants gevestigd (CBS, 2018). Als men kijkt naar het vrijetijds- en cultuuraanbod dan is uit cijfers van het CBS (2018) af te leiden dat bibliotheken, zwembaden en bioscopen binnen een kilometer te bereiken zijn. Dit wordt ook zo ervaren door de bewoners zelf. Uit de interviews bleek dat de bewoners erg tevreden waren over het voorzieningenaanbod, Dit zal worden besproken in paragraaf 4.2. 3.2.3 Toerisme in de Oude-Pijp Mede doordat de Oude-Pijp een rijkelijk aanbod heeft van allerlei voorzieningen heeft het een grote aantrekkingskracht op toeristen. Zo heeft het bureau van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OI+S) van de gemeente Amsterdam vastgesteld dat Amsterdamse hotels in 2017 8,3 miljoen gasten hebben ontvangen. Dit is een stijging van 14 procent ten opzichte van 2016 (OI+S, 2018). Exacte cijfers over het aantal toeristische bezoeken aan De (Oude-)Pijp ontbreken. Wel is duidelijk dat naast het grote aanbod van horeca, restaurants en andere uitgaansgelegenheden, de Oude-Pijp een aantal grote toeristische attracties heeft. Zo berichtte AT5 in 2016 naar aanleiding van een onderzoek uitgevoerd door NBTC Holland Marketing dat de Heineken Expierence in dat jaar meer dan een miljoen bezoekers mocht verwelkomen. Een andere grote toeristische attractie is de Albert Cuypmarkt die jaarlijks enkele miljoenen bezoekers trekt. Dit is een dagelijkse markt waarbij voornamelijk etenswaar wordt verkocht, maar ook kleding en bijvoorbeeld schoenen. De laatste grote toeristische trekpleister van de Oude-Pijp is het Sarphatipark. Jaarlijks trekt dit park enkele miljoenen bezoekers. Zowel mensen afkomstig uit Amsterdam, als toeristen uit binnen- en buitenland. De onderzoekseenheden van dit onderzoek zijn de bewoners van de Oude-Pijp. Om meer specifiek te zijn zal het gaan om de middenklasse van de Oude-Pijp. Er zijn een aantal redenen waarom er is gekozen om deze groep te onderzoeken in de Oude-Pijp. Exacte cijfers op buurt niveau zijn niet voorhanden, maar uit cijfers van de Gemeente Amsterdam (2018) blijkt dat de meeste toeristische bezoeken in het centrum van Amsterdam plaatsvinden. Daarbij, zoals hierboven aangegeven, bevinden zich hier een aantal grote toeristische attracties. Ook is voor de Oude-Pijp gekozen omdat verwacht wordt dat hier een groot deel van de inwoners gerekend kunnen worden tot de middenklasse. Naast toeristische attracties zijn er ook vele voorzieningen en winkels te vinden die zowel bedoeld zijn als vrijetijdsactiviteit voor bewoners als voor toeristische bezoeken, zoals supermarkten en horeca gelegenheden (CBS, 2018). In afbeelding 1 is een korte analyse gegeven over functiegebruik in De Pijp.

11

Afbeelding 2 Afbakening van onderzoeksgebied

3.3 Operationalisatie van de gebruikte concepten

Concept Definitie Operationalisatie Middenklasse Deel van de samenleving die In de interviews zal worden overeenkomsten toont met gevraagd aan de respondent elkaar op het gebied van welke veranderingen men heeft sociale cohesie, visie op de zien gebeuren in de buurt en in openbare ruimte en een hoeverre zij contact hebben met kritische blik heeft op de buurtgenoten. openbare ruimte. Vrijetijdsbesteding ‘leisure is behaviour that Door in interviews te vragen differs from culture-specific welke voorkeuren behaviours closely related to respondenten hebben met immediate survival and other betrekking tot practical necessities of life’ vrijetijdsactiviteiten en hoe die Purrington en Hickerson keuze tot stand komt. (2013) Placemaking Het (her)vormen van een buurt In interviews zal worden of plek naar de wensen van de gevraagd naar veranderingen in

12

bewoners en de minder de buurt en wat de respondent aantrekkelijke onderdelen uit te daar van vind. bannen. Toerisme Vorm van vrijetijdsactiviteit, Er zal gevraagd worden aan de waarbij een persoon een plek respondenten om onder (meestal in een andere stad) anderen een schets te geven bezoekt. van het publiek dat rond loopt. Disneyization Theorie waarbij aan de hand Meetbaar maken door middel van vier pijlers de stedelijke van observatie en diepte omgeving veranderd om zoveel interviews. mogelijk te verdienen aan haar bezoekers. Tabel 1 Operationalisatie van concepten Formatted: Font: 9 pt, Italic 3.4 Methode van onderzoek Dit onderzoek zal worden uitgevoerd aan de hand van een kwalitatief onderzoek. Dit kwalitatieve onderzoek zal een enkelvoudige case-studie zijn die zowel beschrijvend als verklarend is. Met een beschrijvend onderzoek wordt getracht om een bepaald verschijnsel zo duidelijk mogelijk in beeld te brengen. Een verklarend onderzoek wordt uitgevoerd om een mogelijk verband aan te tonen tussen oorzaak en gevolg (Bryman, 2012). In dit onderzoek zal er een situatieschets worden gegeven van hoe bewoners en toeristen zich bewegen door de Oude-Pijp en welke invloed dit heeft op de openbare ruimte. Daarnaast wordt er gekeken of de veranderingen in de Oude-Pijp mogelijk van invloed zijn op de vrijetijdsactiviteiten van de bewoners van de Oude-Pijp. De methode die is gebruikt om data te verzamelen is het afnemen van diepte-interviews. Dit zijn semigestructureerde interviews die meer inzicht moeten geven in de mogelijke beïnvloeding van toenemende toeristische bezoeken aan De Pijp omtrent de openbare ruimte die mogelijk van invloed zijn op de vrijetijdsactiviteiten van de bewoners van de Oude-Pijp. Tijdens het vooronderzoek naar de functies in De Oude-Pijp blijkt dat er een scala aan voorzieningen goed te bereiken zijn, vaak zelfs binnen enkele honderden meters. In het onderzoek is er voornamelijk gevraagd welke winkels en voorzieningen bewoners in hun vrije tijd bezoeken. Daar zijn verschillende redenen voor. Als eerste is het zo dat winkels en voorzieningen sneller kunnen inspelen op nieuwe trends, zoals bijvoorbeeld toenemende toeristische bezoeken. Voor een zwembad of bioscoop is het veel lastiger om te veranderen van functie, wanneer bijvoorbeeld bezoekersaantallen teruglopen. Daarnaast zijn er niet tot nauwelijks andere functies binnen de Oude-Pijp die iets anders zijn dan een café of restaurant. De diepte-interviews zullen worden gebruikt om zowel de hoofdvraag als deelvragen te beantwoorden, maar zal er ook ruimte zijn om dieper in te gaan op bepaalde onderwerpen die in relatie staan tot het onderzoek. De interviews zijn allemaal face-to-face afgenomen, op een na. Deze is via de telefoon afgenomen. De interviews duurde tussen de dertig en veertig minuten. Zoals eerder als is aangegeven betreft de onderzoekseenheid bewoners uit de Oude-Pijp die tot de middenklasse behoren. De respondenten zullen worden geselecteerd aan de hand van een kort vooronderzoek waarbij er onder anderen wordt gekeken naar opleiding, werk en leeftijd en het aantal woonachtige jaren in de Oude- Pijp. De data die is verzameld is mede verkregen door middel van snowballsampling. Dit is een techniek waarbij de onderzoeker in contact komt met nieuwe interviewkandidaten die verkregen zijn door informatie van eerdere respondenten (Bryman, 2012). Echter is hier wel voorzichtig mee om gegaan, omdat de kans bestaat dat er een te eenzijdig beeld wordt geschetst van de situatie. 3.5 Data-analyse Voor dit onderzoek is als analysemethode gekozen voor een grounded theory. Deze analysemethode heeft als doel om een relatie te vinden tussen vergaarde data en hieruit een theorie te vormen (Bryman, 2012). In dit geval zal er worden getracht om een theorie te vormen over de vrijetijdsbesteding van de

13 bewoners van De Pijp en in welke mate deze wordt beïnvloed door toenemende toeristenbezoeken. Bij deze analysemethode komen de analyse en het verzamelen van de data elkaar vaak tegen. Tijdens de afnames van de interviews zullen de antwoorden namelijk constant worden vergeleken met eerder verkregen data uit interviews. Zo kunnen er verschillen of overeenkomsten worden ontdekt die kunnen leiden tot een te vormen theorie, ook wel inductie genoemd (Bryman, 2012). Na elk interview is het interview getranscribeerd en gecodeerd. Het coderen is gedaan met het programma Atlas.ti. Hierbij is gebruik gemaakt van het codeerschema zoals beschreven in Boeije (2005). Hij schrijft over open, axiaal en selectief coderen. Bij een grounded theory gebeurt dit in drie stappen. Als eerst zullen de interviews worden gecodeerd aan de hand van open coding. Tijdens het open coderen is er gebruik gemaakt van constructive codes. Deze zijn tot stand gekomen na het bestuderen van literatuur en zijn naar voren gekomen in het theoretisch kader. Antwoorden die tot dezelfde categorie behoren zijn gebundeld. Zo is de data gecategoriseerd. De volgende stap is axial coding, hierbij zijn de verschillende categorieën vergeleken en is er gekeken of er bepaalde relaties zijn ontstaan. Door deze relaties ontstaat er een netwerk, aan de hand van selective coding zou het wellicht mogelijk zijn om een theorie te vormen.

3.5.1 Verantwoording coderen De interviews zijn in eerste instantie, zoals eerder vermeld, gecodeerd aan de hand van open coding. Deze codes zijn tot stand gekomen om verschillende manieren. Als eerst is er gekeken naar constructive codes, codes die zijn afgeleid uit de literatuur. Als eerst is gekeken naar kenmerken van de huidige nieuwe middenklasse, die zijn benoemd in het theoretisch kader. Een voorbeeld hiervan is dat de huidige nieuwe middenklasse veranderingen nauwgezet volgen en aspecten van de buurt die zij als niet gewenst zien actief verbannen uit de buurt. Op deze manier creëert de nieuwe middenklasse een thuis gevoel. Wanneer de gewenste functies verdwijnen of ongewenste functies openen, kan dit leiden tot vervreemding van de omgeving. Hiervoor zijn codes gebruikt als ‘Thuis gevoel’, ‘Verandering voorzieningenaanbod’ en ‘Inzetten voor de buurt’. Daarnaast zijn er ook codes gebruikt die de quote verduidelijken. Dit lijkt op in-vivo coding, maar dit is niet helemaal vergelijkbaar. De huidig gebruikte codes zijn meer een concrete samenvatting. Nadat er gebruik is gemaakt van de open coding, is er verdergegaan naar axial coding. De codes zijn hierbij onderverdeeld in de thema’s. Aan de hand van het theoretisch kader zijn er zes verschillende thema’s geïntroduceerd, waarin de codes zijn onderverdeelt:

• Voorziening- en winkelaanbod in De Pijp • Toerisme in De Pijp • Overlast in De Pijp • Tevredenheidsoordeel over De Pijp • Verpretparkisering van De Pijp

14

• Bewoners van De Pijp en haar omgeving De eerste vier thema’s spreken voor zichzelf, zeker als deze worden gezien in het licht van het theoretisch kader. Wel is het nodig om het thema ‘Verpretparkisering van De Pijp’ te verduidelijken. De codes die hier onder vallen zijn vooral gericht op veranderingen in De Pijp volgens bewoners, maar kijken ook naar toenemende drukte en vormen van overlast. In het onderzoek is zullen deze codes worden vergeleken met de theorie van Bryman (1999) wat betreft verpretparkisering van de stedelijke omgeving. De laatste categorie bevat meer algemene codes die lastig te zijn implementeren in andere categorieën en samen een nieuw, helder thema vormen. In dit thema zijn zaken als thuis gevoel, de reden dat men in De Pijp is gaan wonen en of bewoners contact met hun buren hebben. Samen vormen zij een beeld die meer zegt over de bewoners van De Pijp zelf. In afbeelding 2 is een visuele ondersteuning te zien van deze verantwoording.

Afbeelding 3: Codeerschema's Bron: Auteur

3.5.2 Verantwoording respondenten Formatted: Font: Bold In het onderzoek is er gesproken met een aantal bewoners uit de Oude-Pijp. Daarbij zijn vragen Formatted: Heading gesteld die te maken hebben met de verandering van de openbare ruimte met betrekking tot 3;Subparagraaf vrijetijdsactiviteiten door toenemende toeristische bezoeken. Er is geprobeerd om een zo’n divers mogelijke groep bewoners te interviewen, om zo een representatief beeld te kunnen schetsen van de bevolking van de Oude-Pijp. Daarom zijn er aan het begin van het interview een aantal vragen gesteld die gaan over de identiteit van de respondent. Als eerst is er gevraagd naar leeftijd. Bijna alle respondenten zijn tussen de 22 en 41 jaar oud. Een respondent is boven de 60 jaar oud. Volgens het OI+S (2018) is 48,6 procent van de bewoners tussen de 25 en 45 jaar oud. Van de respondenten is 50 procent tussen de 25 en 45 jaar oud. Volgens het OI+S (2018) zijn 12,1 procent van de inwoners van de Oude-Pijp tussen de 15 en 25 jaar oud. Van de respondenten is 33 procent tussen de 15 en 25 jaar oud. Daarnaast is volgens het OI+S (2018) 8,5 procent van de bewoners 65 jaar of ouder. Van de respondenten is 16,6 procent 65 jaar of ouder. Daarnaast is ook het geslacht van de respondenten waargenomen. Volgens het OI+S (2018) is 50,7 procent van de bewoners man en 49,3 procent vrouw. Van de respondenten was 57 procent man en 43 procent was vrouw. Ook is gevraagd naar het opleidingsniveau van de respondenten. Twee respondenten hebben een MBO niveau vier opleiding voltooid. Twee respondenten hebben een HBO opleiding voltooid en drie respondenten hebben een Universitaire studie voltooid, waarvan twee in het bezit zijn van een master. Er zijn geen cijfers te vinden over het opleidingsniveau in de Oude-Pijp, maar er kan gezegd worden dat het merendeel van de respondenten hoger opgeleid is. Wanneer er wordt gekeken naar de beroepen die de respondenten uitvoeren kan worden gesteld dat zij allen in de zakelijke dienstverlening of creatieve sector werken.

15

Als men kijkt naar het type huishouden van de respondenten dat het overgrote gedeelte van de respondenten samenwoont of alleenstaand is. Een van de respondenten heeft een jong kind. Volgens het OI+S (2018) zijn 75,8 procent van de inwoners ongehuwd. Als laatste is gevraagd aan de respondenten hoe lang zij al in de Oude-Pijp wonen. Dit verschilt van kort (een jaar), tot middellang (zes tot en met 12 jaar) en lang (32 jaar). Daarbij moet worden gezegd dat twee van de respondenten al langer in de Pijp woonde, en de buurt al kende.

Tabel 2 verantwoording respondenten Formatted: Font: 9 pt, Italic

Formatted: Font: 9 pt, Not Bold, Italic 4 Resultaten Formatted: Normal

Om de vergaarde data in het juiste perspectief te kunnen zetten zal in dit hoofdstuk als eerst een beschrijving worden gegeven over De Pijp. Vervolgens zal de aandacht uitgaan naar de ontwikkeling van de toerismedruk in De Pijp sinds 2008. Daarna wordt dieper ingegaan op welke voorkeuren bewoners van De Oude-Pijp hebben omtrent vrijetijdsactiviteiten en of deze voorkeur is veranderd in de loop der tijd. Als laatste zal er dieper worden ingegaan in welke mate bewoners veranderingen ervaren in het aanbod van vrijetijdsactiviteiten. 4.1 Ontwikkeling toerisme in de Oude-Pijp Het moge duidelijk zijn dat toerisme geen fenomeen is dat enkel en alleen voorkomt in Amsterdam, dan wel Nederland. Het wereldwijde toerisme groeit sinds 2009 van 893 miljoen toeristen naar 1237 miljoen in 2016 (CBS, 2017). Een belangrijke reden hiervoor is dat de wereld sinds 2009 langzaam uit de economische crisis komt. Maar ook zaken als het goedkoper worden van vliegtickets, toenemende middenklasse in landen als Brazilië, China en India en de betere toegang tot verschillende mobiliteitsvormen. Toch merkt Nederland gemiddeld een stuk meer van het inkomend toerisme dan landen in Europa of de wereld. Kende Europese landen gemiddeld een groei van 7,7 procent in het jaar 2016-2017, Nederland had een groei van 13,1 procent meer inkomend toerisme in het jaar 2016 – Respondent Leeftijd Geslacht Opleiding Beroep Huishouden Woonduur in de Oude-Pijp in jaren 1 22 Vrouw MBO niv. 4 Make-up Samenwonend 1 artist 2 23 Man HBO Leisure Muzikant Samenwonend 1 Management 3 31 Vrouw MBO niv. 4 Operationeel Samenwonend, 9 manager een klein kind horeca 4 34 Man WO Master Strategy Samenwonend 6 Consultant 5 41 Man WO, Horeca Alleenstaand 12 bedrijfskunde ondernemer 6 46 Man WO, Foodtruck Samenwonend, 7 farmacie eigenaar twee kinderen 7 65 Vrouw HBO, Vertaler Art Alleenstaand 32 Formatted: Centered vertaalkunde House films 2017 (CBS, 2017). Van alle 15,8 miljoen buitenlandse gasten in 2016, verbleven 6 miljoen toeristen in hotels in Amsterdam (Trendrapport, 2017). Er kan dus worden gesteld dat Amsterdam de grootste trekpleister is onder buitenlandse toeristen. Dit was echter niet altijd het geval, Amsterdam scoorde voor 2004 matig

16 op punten als toeristenaantallen, leefbaarheid en aantrekkelijkheid en moest menig Europese stad voor zich dulden. Daarom werd in 2004 Amsterdam City Marketing opgericht en startte haar campagne met de inmiddels bekende leus ‘I AMsterdam’. Mede door het werk van Amsterdam City Marketing heeft de stad Amsterdam de financiële crisis, die in 2008 startte, aardig goed doorstaan. De inkomsten uit toerisme en de banen die het toerisme opleverde bleef licht groeien (Trendrapport, 2017). Naast deze vrij succesvolle campagne zijn in 2013 het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum weer geopend na vele jaren van verbouwingen en is de van Amsterdam uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed, waardoor Amsterdam nog aantrekkelijker werd voor toeristen.

Afbeelding 4Aantal toeristische overnachtingen in Amsterdam sinds 1997. Bron: OIS (2018)

Uit de cijfers blijkt dat er steeds meer toerisme komt naar Amsterdam en het is duidelijk geworden onder anderen de gemeente Amsterdam heeft gedaan om deze groei te bevorderen. De gesproken bewoners uit de Oude-Pijp merken deze verandering ook. Zo zegt een van de respondenten: “Wat het wel tegenwoordig is, is dat het zo druk wordt met lunchen bijvoorbeeld. Er staan gewoon rijen, vooral op zaterdag.” (resp.4. Man, 34 jaar) Formatted: Font: Not Italic Een andere respondent zegt:

“Nou door het toerisme is het wel gigantisch druk. Daardoor ga ik niet de markt op zeg maar.”(resp.3. Vrouw. 31 jaar) Formatted: Font: Not Italic Men erkent dat de drukte is toe genomen, en is daar licht negatief over. Toch is de algehele tendens over de toegenomen drukte vrij neutraal. Wat hierbij wel van belang is omtrent de houding ten opzichte van het toerisme is het type toerist dat de stad bezoekt. De gesproken bewoners hebben een duidelijk beeld van welk type toerist zij accepteren en welke type toerist zij het liefst zien verdwijnen. Zo zegt een van de respondenten:

“Positieve toeristen vind ik hartstikke goed. Dar maakt de stad ook leuk. Je woont in de hoofdstad, dat maakt een bepaalde trots. Het mogen er ook meer zijn, ales het maar de goede toeristen zijn. Die slechte toeristen mogen naar de .”(resp.4. Man, 34 jaar) Formatted: Font: Not Italic Aan de respondent wordt gevraagd wat hij verstaat onder positieve toeristen en negatieve toeristen. De respondent geeft aan dat de negatieve toeristen hier alleen maar komen om veel te drinken en te blowen. Een andere respondent geeft aan dit als nadelig te ervaren:

17

“Veel toeristen en dat is wel een nadeel in Amsterdam, dat het veel troeptoeristen aantrekt. Toeristen komen hier om te zuipen en te blowen met hun Amsterdam hoed en met hun tasje van de Heineken Brouwerij. Dat zie je wel heel veel. Heel veel brakke koppen altijd.” (resp.5. Man, 41 jaar) En meer in het algemeen:

“[…] Maar je ziet dat er steeds meer mensen komen die zich niet verantwoordelijk voelen voor de Formatted: Font: Italic openbare ruimte en onze buurt” (resp.7. Man, 46 jaar) Formatted: Font: Italic Onder positieve toeristen verstaat de respondent:

“Ik vind het leuk als toeristen komen, maar dat moeten wel wat oudere zijn die wat meer voor museau komen. Maar vaak zijn dat wat meer intellectuele mensen. Mensen die houden van goed eten, mensen die houden van een goede borrel, mensen die houden van een gezellige sfeer. En ook bereid zijn om daar voor te betalen.” (resp.4. Man, 34 jaar) De bewoners van De Oude-Pijp hebben dus duidelijke ideeën over de gewenste toerist in hun buurt. Zij ervaren een toename van het aantal toeristen die als niet gewenst worden bestempeld. Deze groepen toeristen zouden een mogelijke passen binnen de typologie van Boissevan (1996) en Lengkeek (2009). Als we kijken naar het onderzoek van Laing (1987) is aan te nemen dat een groot gedeelte van deze overlast gevende toeristen mannelijk zijn. Amsterdam leent zich goed voor vertier met zijn grote aanbod van horeca en een enkele coffeeshop. Iets wat volgens Laing (1987) past binnen het voorkeur patroon van de man. Maar De Pijp heeft ook een grote historie en goede winkels om te winkelen, iets wat past binnen het voorkeurenpatroon van de vrouw volgens Laing (1987). Deze combinatie van voorzieningen- en winkelaanbod inclusief de mogelijke toenemende populariteit van De Pijp in zijn geheel zou ervoor kunnen zorgen dat bewoners meer overlast ervaren. Respondent 4 (man, 34 jaar) zegt hierover ook dat hier ook een rol voor de gemeente Amsteradam ligt. Zij zullen volgens hem het winkelaanbod moeten reguleren, om zo een grotere diversiteit aan toeristen te trekken, en bij voorkeur de omschreven negatieve toerist te weren. Cuijpers (2012) schrijft dat een sterke groei van het aantal toeristen kan leiden tot een cultuurtoeristische glijbaan. Hij schrijft over een groep die hij cultuurzoekers noemt, een beperkte hoeveelheid toeristen die een bepaalde plek ontdekt, in dit geval De Pijp. Wanneer een plek meer bekendheid vergaard bezoeken ook andere groepen deze plek. Dit worden cultuurgangers en cultuurkijkers genoemd. Het aantal toeristen neemt sterk toe met als gevolg dat het aanbod zich aanpast. Het veranderen van het aanbod kan in lijn worden gezien met de Disneyization van een Formatted: Font: Italic gebied zoals Bryman (1999) beschrijft. Een vicieuze cirkel waarbij authentieke plekken langzaam worden verdreven door nieuwe commercieel aanbod. Er vestigen zich souvenirwinkels, horeca en andere voorzieningen die zich richten op groepen die door Cuijpers (2012) worden aangemerkt als cultuurgangers en cultuurkijkers. Gotham (2002) en Pinkster & Boterman (2017) geven zelfs aan dat dit een bekend proces is, waarbij Pinkster & Boterman (2017) nog een stap verder gaan door aan te geven dat dit proces ook al gaande is in Amsterdam. Pinkster & Boterman (2017: 458): ‘ […] the growing numbers of tourists attracted by this image have made it a reality, illustrating how place identity may become geared towards the entertainment of visitors rather than reflecting local meanings and practices’. Tijdens de afgenomen interviews is er aan de respondenten gevraagd hoe zij hier naar kijken. Er werd gevraagd aan een van de respondenten of hij sinds hij hier kwam wonen nog veranderingen heeft gezien in het voorzieningenaanbod: “[…] Vooral de laatste twee jaar is het echt booming. Sinds de Noord-Zuidlijn open is, merk ik wel dat het ook de andere kant op slaat. Dat je ook veel kwalitatieve klote winkels gaat krijgen. […] Net zoals de Dunkin’ Donuts. Een goedkope variant van de H&M bij de Gerad Doustraat. Dat heeft

18 gewoon nul toegevoegde waarde. Alleen maar gericht op het aantrekken van toeristen die je niet moet aantrekken.”.(resp.4. Man, 34 jaar) Deze bewoner ervaart veranderingen in het voorzieningenaanbod sinds twee jaar dat voornamelijk ten gunste is van de toerist. Uit zijn opmerkingen kan afgeleid worden dat deze ontwikkeling als negatief wordt ervaren. De reactie van de bewoner wordt door onder anderen Pinkster & Boterman (2017) en van Eijk (2002) als een logische gezien. Een persoon die tot de middenklasse behoort hecht over het algemeen een grote waarde aan zijn omgeving en zijn betreffende functies. En verzet zich tegen voorzieningen die niet in de levensstijl van deze persoon hoort. Het antwoord laat ook een mogelijke bevestiging zien van de theorie van Cuijpers (2012) waarbij De Oude-Pijp in een vergevorderd stadium is in wat Cuijpers (2012) de cultuurtoeristische glijbaan noemt. Maar zeker niet alle respondenten zijn het met deze bewering eens. Enkele hebben nauwelijks veranderingen opgemerkt, andere merken wel degelijke veranderingen, maar geven deze veranderingen een andere betekenis. Dit blijkt uit de volgende deel van het interview met een vrouwelijke respondent van 31 jaar oud: “[…] En er komt steeds meer horeca bij voor mijn gevoel. En er veranderd ook best wel veel in de horecagelegenheden.” (resp.3. Vrouw. 31 jaar) Hierop wordt gevraagd wat zij van deze verandering vind: “Ik vind het opzich wel positief. Wel leuk om telkens wat anders te zien.” (resp.3. Vrouw. 31 jaar) Belangrijk hierbij is de leeftijd van de respondent. Uit de afgenomen interviews blijkt namelijk dat deze veranderingen als meer positief wordt gezien wanneer de leeftijd van de respondent daalt. Een tekortkoming in de theorie van onder anderen Pinkster & Boterman (2017), waarbij voornamelijk inkomen en beroep een rol speelt. Zo oordeelt een van de respondenten met een leeftijd van 22 zeer positief over de veranderingen. En vertelt dat de bijbehorende toegenomen bezoekers inclusief de toeristen een leuke toevoeging zijn aan de buurt en dat dat hoor bij zijn beleving van Amsterdam. En juist een respondent van 65 jaar zegt het volgende:

“[…] Maar zomers heb je meer last, hier heb je de Escobar, en gaande weg later in de avond worden die mensen ook een beetje dronken. Ik ben blij dat ik niet op het Gerard Douplein zit. Maar vroeger was het hier heel stil. Dat geeft gewoon allemaal meer overlast.”(resp.6. Vrouw, 65 jaar) Formatted: Font: Not Italic

4.1.1 Disneyization Er is gesproken over de toename van toerisme in Amsterdam en hoe de bewoners dit ervaren. In het artikel van Bryman (1999) wordt gesproken over het proces van verpretparkisering van de stad. Deze theorie gaat ervan uit dat de openbare ruimte veranderd ten gunste van zijn bezoekers, iets wat Cuijpers (2012) ook beweerd. Deze theorie wat de Disneyization of Society wordt genoemd gaat uit van vier pijlers, namelijk thematisering, hybride consumptie, merchandising en klantvriendelijkheid. Aan de hand van deze vier pijlers zal worden nagegaan of dit proces ook gaande is in De Oude-Pijp.

19

4.1.1.1 Thematisering Het doel van thematisering is om de consument (jong en oud) een bijzondere ervaring te gevens tijdens zij aan het consumeren zijn. Een voorbeeld hiervan zijn bars en restaurants die een algemeen thema uitdragen zoals bijvoorbeeld rockmuziek. Na onderzoek te hebben gedaan zijn er zeker zaken die een bepaald thema aanhangen. Zo is er een Ierse pub aan de Ceintuurbaan te vinden en een restaurant genaamd The Avocado Show. Dit zijn enkele voorbeelden van zaken die een specifiek thema hebben, maar of deze specifiek op het aantrekken van extra toeristische bezoeken zijn gericht is moeilijk te zeggen. Na bezoek van de Ierse pub kan gesteld worden dat hier veel toeristen komen, maar er zijn ook genoeg Nederlands sprekende bezoekers die niet direct als toerist kunnen worden aangemerkt. The Avocado Show is een restaurant met een duidelijk thema, maar lijkt niet geïnteresseerd in het specifiek aantrekken van toerisme. Het moge bekend zijn dat de avocado in het algemeen een groente is die op dit moment veel populariteit geniet en het lijkt er dan ook op dat deze zaak een voorbeeld is van een andere trend die gaande is in De Oude-Pijp. Een trend waarbij De Oude- Pijp steeds meer populariteit geniet onder een breed publiek. Zo stelt een van de respondenten:

“Het is allemaal wat hipper geworden. De mensen en de winkels. De winkels zijn allemaal ingespeeld op dat vegetarische gebeuren. Niet perse op de toeristen aangepast hoor.” (resp.3. Vrouw. 31 jaar) Toch blijkt dat thematisering wel een rol speelt in De Oude-Pijp. Echter gebeurt dit meer op specifieke plekken. Een van deze plekken is de Albert Cuyp markt. Zoals eerder vermeld is deze markt een van de grootste toeristische trekpleister van Amsterdam en van deze buurt. Marktkooplieden spelen hier handig op in door typisch Nederlandse etenswaren aan te bieden zoals stroopwafels en poffertjes. Dit lijkt sterk samen te hangen met de theorie van Pinkster & Boterman (2017) waarbij wordt gesteld dat de lokale identiteit wordt gecomodificeerd. Voor de marktkooplieden blijkt dit een zeer lucratieve zaak, maar de bewoners ondervinden hier ook de nadelen van, voornamelijk in de vorm van extra drukte. Zo vertelt een van de respondent: “Zoals ik al zei bij de Albert Cuyp markt is het echt wel heel druk qua toeristen. Qua de tentjes die er zijn. Stroopwafeltentjes, tompoucen-kraam, weet ik veel, noem maar op. En als ik dan op deze markt loop en ik zie een haring kar naast een stroopwafelkar staan en bij de eerste is geen rij en bij de tweede een hele lange, dan weet je gewoon dat dit allemaal toeristen zijn. Dat zie je gewoon.”(resp.2. Man, 23 jaar) 4.1.1.2 Hybride consumptie Bij hybride consumptie worden verschillende vormen van consumptie met elkaar gecombineerd. Dit proces is veel moeilijker vastteleggen, al helemaal in combinatie met de ervaring van bewoners. Wanneer hybride consumptie letterlijk wordt genomen dan is de Heineken Expierence een goed voorbeeld. Hier zijn namelijk ook Heinkene artikelen te koop. Daarnaast is er nog een voorbeeld van een pepernotenfabriek als pop-up store. Echter wordt dit door een van de respondenten als leuk ervaren. Het lijkt er dus op dat hybride consumptie wederom plaats vind op gecentreerde plekken die voornamelijk bedoeld zijn voor toeristen en waar bewoners zich weinig tot niet laten zien. Ook de toename van toeristische bezoeken heeft hier niet echt duidelijke ontwikkeling in laten zien. 4.1.1.3 Merchandising Doel van merchandising is de naamsbekendheid van de plek te vergroten en inkomsten te vergaren uit deze naamsbekendheid. Als gemeente heeft Amsterdam vele acties ondernomen om het merk Amsterdam een nog grotere bekendheid te geven dan het wereldwijd al heeft. Er kan gesteld worden dat de naamsbekendheid van Amsterdam dubieus is. Het geniet namelijk bekendheid om zijn vrije karakter en zijn onder anderen bijbehorende cannabisbeleid. Doormiddel van citymarketing probeert de gemeente Amsterdam dit beeld te veranderen en ook de andere kwaliteiten van Amsterdam te promoten. Na gesproken te hebben met verschillende bewoners kan geconcludeerd worden dat dit deels lukt, maar dat Amsterdam nog steeds om zijn vrije karakter bekend staat. Steeds meer toeristen bezoeken dan ook De Oude-Pijp en dat ziet niet elke bewoner als een positieve verandering.

20

Ik vind het leuk om te lachen of een woord te wisselen met toeristen. Maar als zij asociaal worden, dan heeft dat impact ook op het gevoel van veiligheid. Ik moet dan soort van oppassen voor de toeristen, voor als ze te dronken en te agressief zijn. Dan moet ik nadenken bij mijn acties. Als iedereen maar elkaar en de buurt in haar waarde houdt.” (resp.4. Man, 34 jaar) Deze respondent staat niet alleen in zijn opmerking. Meerdere respondenten geven aan dat zij deze vorm van toerisme als storend ervaren. Op juist deze vorm van toerisme lijken de vele souvenirwinkels gericht te zijn, waarbij petten en hoeden worden verkocht met teksten als ‘I love Amsterdam’. Een van de respondenten zegt hier over:

“Maar er zijn veel winkels geopend sinds de opening van de NZ-lijn. Dat willen ze natuurlijk proberen om mensen met die NZ-lijn hiernaar toe te trekken. Het is een soort verlengstuk van de Leidsestraat. Maar daar heb ik niks aan, en de hele buurt ook niet.” (resp.4. Man, 34 jaar) 4.1.1.2 Klantvriendelijkheid Als laatste wordt de pijler klantvriendelijkheid benoemd door Bryman (1999). Personen die volgens Bryman (1999) Disneyland bezoeken verwachten een bepaalde vorm van interactie met het personeel waarbij zij altijd vriendelijk en lachend te woord worden gestaan. Bryman (1999) zegt hierover: ‘act of expressing socially desired emotions during service transactions’. Amsterdam is een geheel andere casus, maar zeker te relateren. Zoals eerder genoemd wordt Amsterdam geroemd om zijn vrije karakter, waarbij regelmatig de verwachting is dat alles kan en alles mag in een stad als Amsterdam. Uit de interviews blijkt dat dit gedrag ook in De Oude-Pijp aanwezig is en dat bewoners hier niet op zitten te wachten. De algemene tendens is dat bewoners toeristen graag verwelkomen, maar zich aanpassen aan de normen en waarden die gelden in de buurt.

4.2 Vrijetijdsvoorkeuren bewoners In deze paragraaf zal worden besproken wat de voorkeuren van de bewoners zijn omtrent het aanbod van vrijetijdsactiviteiten. Zoals eerder vermeld is vrijetijd een moeilijk te definiëren begrip die samenhangt met heel veel factoren of juist met heel weinig factoren. In dit onderzoek wordt vrijetijd benoemd als een activiteit die iemand doet omdat deze persoon dit leuk vind en niet om zichzelf te onderhouden (Purrington & Hickerson (2013). In eerste instantie klinkt dit als een breed begrip over vrijetijd die op vele toe te passen is. Maar na verder onderzoek blijkt dat verschillende sociale klassen, verschillende voorkeuren omtrent vrijetijd hebben afhankelijk van verschillende factoren. Alhoewel sommige auteurs beweren dat dit sterk aan het veranderen is. Van Eijck (2004) beschrijft een situatie waarbij er een culturele hiërarchie is die word gehandhaafd doordat de sociale structuur van de samenleving is gebaseerd op een ongelijke verdeling van het niveau van inkomen en / of opleiding. De groep personen die zich bovenin deze hiërarchie zitten proberen zich te onderscheiden van de groep die aan de onderkant van deze hiërarchie bevinden door vrijetijdsactiviteiten te kiezen die gezien worden als meer verfijnd, complex, en andere vormen die worden gezien als prestigieuze en zich voornamelijk afspelen in de publieke sector. Terwijl personen met een laag inkomen en een lage opleiding vaker kiezen voor meer simpele vormen van vrijetijdsactiviteiten die zich vaak bevinden in de commerciële sector. Volgens Van Eijck (2004) is dit een sociale hiërarchie die gebaseerd is op het eerder beschreven gedachtegoed van de Franse socioloog Pierre Bourdieau (1984) en brokkelt dit gedachtegoed steeds verder af. Van Eijck (2004) wijdt dit aan verschillende veranderingen. Zo zijn sociale constructies in Westerse samenlevingen sterk veranderd en is er een sterke toename van de middenklasse en een afname van de traditionele arbeidersklasse (Henry, 1995). Daarnaast stelt Mommaas et al. (2000) dat door verschillende culturele stromingen, (zoals media, toerisme en migratie) er nieuwe vormen van vrijetijdsactiviteiten zijn ontstaan. Van Eijck (2004, p. 374) vat dit samen als volgt: “The leisure field has become more unstable, open, and difficult to “read.” In terms of existing cultural hierarchies, the

21 field has become polycentric. Leisure practices, as well as the ways in which fractions of the population relate to these issues, have become more diverse.”

4.2.1 Reden van keuze voor vrijetijdsactiviteit Naar aanleiding van deze bevindingen is er onderzoek gedaan in De Oude-Pijp door te vragen aan bewoners welke activiteiten zij ondernemen in hun vrije tijd. Zoals eerder vermeld blijkt dat er vele voorzieningen goed te bereiken zijn vanuit De Oude-Pijp. Maar het blijkt dat in De Oude-Pijp voornamelijk cafés en restaurants zijn gevestigd en dat andere functies vlak buiten De Oude-Pijp liggen. Daarom wordt er onder voorzieningen cafés en restaurants bedoeld. Uit het onderzoek blijkt dat er mogelijke toch nog een sociaal-culturele ongelijkheid bestaat waarbij wordt vermoed dat inkomen hier een belangrijke rol speelt. Daarnaast is het mogelijk dat karakteristieken van de middenklasse dit effect versterken. Savage (2005) beweert namelijk dat een van de karaktereigenschappen is dat mensen uit de middenklasse activiteiten uit kiezen die passen bij hun levensstijl. Dit komt ook naar voren in de afgenomen interviews. Wanneer er gevraagd wordt naar welke voorzieningen de bewoners bezoeken worden er een aantal zaken vaak genoemd. Een van de respondenten antwoord: “Nou, ik kom De Pijp bijna niet meer uit. Want het is gewoon allemaal zo goed voor elkaar. Escobar, De Japanner. Maar dat zijn er drie stappen en ik sta er binnen. Ontbijten, lunchen in de Wasserette. Koffie in de Coconuts.” (resp.5. Man, 41 jaar)

De zaken die door deze respondent komen vaker naar voren in andere interviews. Het lijkt er op dat de middenklasse elkaar opzoekt, of in ieder geval specifiek uitkiest welke restaurants zij leuk vinden. Een andere respondent zegt hierover: “Nou ik ga weleens De Pijp uit, maar qua goede restaurants heb je hier genoeg. Je hebt hier wat duurder en luxer eten ook. Bijvoorbeeld Petit Caron. […] En ik blijf het liefst hier, ook qua drinken heb je genoeg plekken waar je de lekkerste biertjes kan drinken.” (resp.4. Man, 34 jaar) Ook zegt een respondent:

“Caron, is mijn favoriete zaak. Die besteden aandacht aan je, het eten is goed. Het is lekkere wijn. En je hebt ook een aantal grotere zaken als Volt, en de voormalige kerk, een hele slechte akoestiek, de Bazaar. Dat is heel massaal. In dat soort zaken ik dan liever niet.” (resp.6. Vrouw, 65 jaar) Er kan worden gesteld dat de bewoners erg gesteld zijn op de keuzes die zij hebben wat betreft het winkel- en voorzieningenaanbod. Toch zijn zij kritische consumenten die waarde hechten aan kwalitatief hoogwaardige plekken die zich over het algemeen in het duurdere segment bevinden. Een uitkomst die het bestaan van een sociaal-culturele hiërarchie bevestigt zoals beschreven door Bourdieau (1984). Ondanks dat de aangehaalde respondenten zeker niet in de minderheid zijn, zijn er ook bewoners die op een heel andere eisen stellen aan vrije tijds gelegenheden: “En het Gerard Douplein vind ik het altijd leuk om daar te zijn. Omdat daar natuurlijk veel gebeurd, vooral op de vrijdag of in de avond. Ik vind de Ferdinand Bolstraat leuk om over heen te lopen. Alle winkels weet je wel, alle mensen, wat gezelligheid als ik boodschapjes ga doen.” (resp.2. Man, 23 jaar) En:

“Ehm, nou er zijn wel een aantal namen van barretjes die je van andere hoort weet je wel. Als je hier bij het Gerard Douplein komt, dan weet je gewoon De Groene Vlinder, De Tulp en Het Paardje zijn wel de drie bekendste zeg maar. Dus dan zoek je die automatisch wat meer op. Maar ik ben ook best wel vaak gewoon bij andere kroegen geweest waar het er gewoon druk of leuk uitzag en dan ga je daar naar binnen. Ik denk echt dat dat van mond tot mond gaat.” (resp.2. Man, 23 jaar)

22

4.2.2 Vrijetijdsactiviteiten als versterker van de sociale cohesie Zoals besproken in het theoretisch kader heeft de middenklasse een zeer sterke identiteit met duidelijke voorkeuren omtrent haar woonomgeving en de keuze in vrijetijdsactiviteiten. Zo beweert Savage (2005) dat de middenklasse weinig op heeft met sociale contacten in de buurt, en meer gericht is op activiteiten en sociale omgangsvormen die horen tot de karakteristieken van middenklasse. Dit komt ook deels naar voren in het onderzoek. Wanneer aan een van de respondenten wordt gevraagd of hij zich inzet voor de buurt antwoord hij dat dit zeker gebeurt, maar dat hij daar niet aan mee doet. Hij geeft de volgende reden:

“Nee, nee. Omdat het vaak vanuit een verandering is die direct als slecht wordt bestempeld. […] Maar zoals ik zei, vier huizen die tegenover ons worden opgeknapt waarbij het dak met een paar meter wordt verhoogd, daar zijn dan wel een aantal mensen van mijn VVE met een aantal buren bezig.” (resp.5. Man, 41 jaar) Echter zegt een andere respondent weer:

“Ehm, ja op zich wel. […] De buren hierboven en daarboven als we die zien dan maken we wel gewoon een praatje” (resp.2. Man, 23 jaar) Toch gebeurt het wel. Zo geeft een van de respondenten het volgende aan:

“Ja, hiertegenover hebben de kids wel vriendjes en vriendinnetjes van dezelfde leeftijd, dus daar Formatted: Font: Italic schieten we wel mee op. Maar niet met iedereen hoor. Ja in het trappenhuis af en toe of een buurtborreltje/bbq.” (resp.7. Man, 46 jaar) Bewoners zetten zich dus niet altijd in voor de buurt, maar het gebeurt wel degelijk. Al is het op een kleinere schaal of in een andere vorm. Redenen die hiervoor worden gegeven zijn dat de bewoners erg druk zijn of vinden dat ze nog niet lang genoeg in de buurt wonen om een binding met de buurt te voelen. Zo zegt een van de respondenten: “Ik weet het niet, ik ben er gewoon nog niet zo mee bezig geweest. Misschien wel over vijf jaar dat ik daar veel meer voor zou doen. Ik denk dat ik eerst een grotere en sterkere band moet hebben met de buurt en dat ik daarvoor er gewoon nog niet lang genoeg woon.” (resp.2. Man, 23 jaar) Het lijkt er op dat de conclusie van Savage (2005) voor de Oude-Pijp slechts gedeeltelijk opgaat. Uit het onderzoek blijkt dat restaurants en cafés een bijdrage leveren aan de sociale cohesie binnen de buurt. Respondenten geven aan dat door een bezoek aan een van deze functies te brengen, te praten met eigenaren en bezoekers een steentje bij te dragen aan de sociale cohesie van deze buurt. “Ik werk veel vanuit huis en ik beweeg mij ook veel rondom mijn huis. Dus ik ken ook mijn halve straat. Om mij heen ken ik de ondernemers. Van de jongens die werken bij de Gall&Gall tot aan de eigenaren van de Escobar en de Wasserette. Dus ik vind het eigenlijk wel een beetje dorps” (resp.5. Man, 41 jaar) De onderzoeker heeft dit ook in de praktijk meegemaakt met een van de respondenten. Waaruit blijkt dat verschillende cafés en restaurant worden gebruikt als ontmoetingsplek voor buurtbewoners. Na het afgenomen interview, mengde een van buurtbewoners zich en de café-eigenaar en werd er gesproken over het wel en wee van de buurt. Echter blijkt dat niet alle respondenten dit zo ervaren. De reden die de respondent hiervoor geeft is dat het voorzieningenaanbod steeds meer gericht om zoveel mogelijk mensen te bedienen. “Nee ik heb dat niet als positief ervaren. Want bij de kleine zaakjes maak je even een praatje. En daar kom je af en toe mensen tegen. Het is ook beter voor de sociale cohesie. Dat mensen elkaar een beetje kennen. […] En dan maakte je een klein praatje. Dan kende je meer mensen.” (resp.6. Vrouw, 65 jaar)

23

De respondent spreekt in dit geval voornamelijk over winkels, maar later zegt de respondent dat ook in veel restaurants de mensen op elkaar zitten en dat men zich niet meer verstaanbaar kan maken. Volgens deze respondent verdwijnt door veranderend voorzieningenaanbod ook de mogelijkheid om de sociale cohesie binnen de buurt te versterken. Maar ook op andere manieren zetten buurtbewoners zich in voor de wijk. Wanneer er wordt gevraagd aan een van de respondenten of hij zich inzet voor de buurt geeft hij het volgende antwoord:

“Ik zet mij in door sociaal te zijn, met mensen te praten. Ik probeer mijn voortuin mooi te hebben. Ik zet mij in door alles bij de gemeente netjes in te vullen. Dus in die zin zet ik mij in voor de buurt.” (resp.4. Man, 34 jaar)

24

4.3 Verandering in vrijetijdsvoorkeur? In de vorige paragraaf is gesproken over de huidige vrijetijdsvoorkeuren van bewoners in De Oude- Pijp. In deze paragraaf zal worden behandeld in welke mate bewoners hun vrijetijdsactiviteiten hebben aangepast sinds de sterke toename van toerisme in De Oude-Pijp. Er is onderzocht of door de toenemende toeristische bezoeken zich veranderingen hebben voorgedaan met betrekking tot vrijetijdsactiviteiten. Zo schrijven meerdere onderzoekers (Pinkester & Boterman, 2017 en Butler & Lees, 2006) dat de middenklasse bekend staat om zijn sterke inmenging in de openbare ruimte. Plekken die zij aantrekkelijk vinden probeert de middenklasse te behouden en plekken die als minder aantrekkelijk ervaren proberen zij actief uit te bannen. Een andere groep die ook een sterke invloed heeft op de openbare ruimte zijn toeristen (Gotham, 2002). Functies worden steeds vaker afgestemd op de wens van de bezoeker en zoals eerder vermeld neemt het toerisme sterk toe in De Oude-Pijp. Een van de logische redenen hiervoor zou kunnen zijn dat het toerisme meer oplevert dan de bewoner. Daarnaast wordt er door Pinkster & Boterman (2017) beweert dat de huidige toerist onderdeel wil zijn van de lokale cultuur en haar gebruiken, waardoor er een proces ontstaat waarbij de lokale identiteit wordt gecommodificeerd. Er is nog weinig bekend over de middenklasse wanneer zij geconfronteerd worden met processen die sterker zijn dan zichzelf. Uit eerdere onderdelen van het onderzoek is al naar voren welke voorkeuren bewoners hebben ten opzichte van vrijetijdsactiviteiten. Uit het onderzoek blijkt dat de voorkeuren omtrent vrijetijdsactiviteiten zijn veranderd sinds 2008. In eerste instantie lijkt het erop dat dit wel degelijk komt door een toename van toerisme in De Oude-Pijp. Een van de respondenten stelt: “Ja omdat het gewoon super druk is. En met mijn kindje dat is gewoon niet te doen. Dat is ook niet leuk om daar doorheen te komen.” […] “Nou door het toerisme is het wel gigantisch druk. Daardoor ga ik niet de markt op.” (resp.3. Vrouw. 31 jaar) De respondent geeft duidelijk aan dat het door het toerisme gigantisch druk is, en dat dit haar het plezier ontneemt om over de markt te lopen. In dit geval spreekt zij over de Albert Cuyp markt. Wat bijzonder is, is dat uit het onderzoek naar voren komt dat wanneer men negatief spreekt over de drukte of waarom men is veranderd in voorkeur van vrijetijdsactiviteit dit vaak gaat over al bekende toeristische plekken zoals de Albert Cuyp. Zo stelt een andere respondent: “Ja tuurlijk, zaterdag vermijd ik de Albert Cuyp. […] Maar alle horeca, ja het is druk, maar het is prima te doen. En ik heb ook niet het idee dat het overspoelt wordt door toeristen. Tuurlijk zijn er tentjes die ik wel vermijd omdat die in de Lonley Planet staan. Maar nee, het is juist alleen maar beter geworden.” (resp.5. Man, 41 jaar). In dit geval erkent de respondent dat het druk is in de buurt waar hij leeft. Ook vermijd hij de plekken die aangemerkt staan als toeristische plekken. De respondent is dan ook niet uitgesproken negatief en spreekt juist van een positief impuls omtrent de vesteging van nieuwe horecagelegenheden door de toegenomen drukte. Een meer algemene reden wat de drukte zou kunnen veroorzaken is de toegenomen populariteit van de buurt zowel onder toeristen als bewoners van Amsterdam. In dit geval zou de toegenomen drukte in de buurt een veroorzaker kunnen zijn van de verandering in de vrijetijdsvoorkeur. En dus niet per definitie de toegenomen toeristische bezoeken, alhoewel dat wel een bijdrage heeft geleverd. Wanneer aan een van de respondenten wordt gevraagd of zij de drukte die ze ervaart ook al aanwezig was tien jaar geleden. Hier antwoord zij als volgt op: “Nou, nee niet dat ik mij zo kan herinneren. Of besef. Dat is wel jammer, maar ja, wel begrijpelijk want het is gewoon leuk om naar De Pijp te gaan. Ik zou het elke toerist ook aanraden om naar De Pijp te gaan. Het is een beetje dubbel” (resp.3. Vrouw. 31 jaar) Het moge dus duidelijk zijn dat de toegenomen drukte binnen De Oude Pijp zeker van invloed is op de vrijetijdsvoorkeuren van de bewoners van De Oude Pijp. De toenemende toeristische bezoeken aan deze buurt zijn daar deels debet aan.

25

Voornamelijk plekken die al bekend staan als toeristisch worden als minder positief gezien door de drukte en daardoor deels worden vermeden. Hierbij moet gedacht worden aan de Albert Cuyp markt. Wanneer er specifiek naar deze markt wordt gekeken dan blijkt uit de interviews dat er niet zozeer een verandering is opgetreden in het wel of niet bezoeken van de markt. Wel blijkt dat bewoners een veel meer afgewogen keuze maakt in wanneer men de markt bezoekt en waarom men de markt bezoekt: “En ik kom wel op de markt, maar ook steeds minder. […] De markt is inmiddels zo toeristisch. Met zeker de helft van de mensen die daar rond sjokt met etenswaren en drinkwaren dat zijn toeristen. Dus dat schiet niet op als je even boodschappen wilt doen. Maar ik kom er wel, als je voor iets specifieks komt als noten, vis of bloemen.” (resp.6. Vrouw, 65 jaar) Een van de respondenten geeft aan dat hij de Albert Cuyp markt nauwelijks meer bezoekt en regelmatig vermijd dit komt mede door de drukte, daarnaast zegt hij: “Ja, en dat er daarnaast niks voor een Amsterdammer te koop is. Misschien een haring. Maar allemaal nep Nikes en dat soort dingen. Dat hoef ik niet.” (resp.5. Man, 41 jaar) Zoals eerder vermeld schrijven Butter & Lees (2006) dat de middenklasse bekend staat om zijn sterke inmenging in de openbare ruimte en dat zij zich verzetten tegen ontwikkelingen die zij als niet gewenst zien. Dit lijkt in dit geval niet op te gaan voor de bewoners van De Oude-Pijp. Het lijkt er meer op alsof de bewoners zich aanpassen aan de situatie. Het gaat hier dan niet alleen om de eerder beschreven Albert Cuyp markt, maar ook om andere zaken. Door de toegenomen drukte in De Pijp ontstaan er volgens respondenten steeds vaker rijen voor een restaurant om te lunchen of te dineren. Iets wat volgens de respondenten een nieuw fenomeen is dat pas sinds kort te zien is:

“Wat het wel tegenwoordig is, is dat het zo druk wordt met lunchen bijvoorbeeld. Er staan gewoon rijen, vooral op zaterdagmiddag. Ik ga tegenwoordig zelfs buiten De Pijp lunchen omdat er rijen staan.” (resp.4. Man, 34 jaar) Aan de respondent werd gevraagd of hij wist wie er in de rij staan en wat hij daarvan vind. De respondent antwoord dat hij denkt dat er voornamelijk toeristen in de rij staan, mede omdat er ook bordjes voor de deur staan waarbij in het Engels wordt aangegeven in de rij te blijven wachten. Hij ervaart dit als zeer vervelend, maar ziet daarin wel het voordeel nieuwe locaties te ontdekken. Dit laat wederom zien dat de drukte is toegenomen in De Pijp en dat bewoners hun activiteiten aanpassen op deze drukte. Het lijkt erop dat de toegenomen toeristische bezoeken niet dusdanig van invloed zijn op de openbare ruimte in De Pijp dat bewoners grote veranderingen doorvoeren in hun bezoeken aan vrijetijdsactiviteiten. Wel merken ze dat de drukte van invloed is op het plezier dat zij ervaren in hun bezoeken. Zo geven respondenten aan dat er rijen ontstaan voor verschillende restaurants. In het onderzoek en uit de literatuur is al naar voren gekomen dat de middenklasse kritisch is wat betreft de keuze in vrijetijdsactiviteiten. Volgens de respondenten raakt de kwaliteit in het geding bij zaken die te maken hebben met een grote populariteit. Een van de respondenten zegt hierover:

“Nou je zit bij elkaar op schoot bijna. Je moet een maand van tevoren reserveren. Dat vind ik niet fijn. […] En je hebt ook een aantal grotere zaken zoals Volt, en de voormalige kerk, een hele slechte akoestiek, de Bazaar. Dat is heel massaal. In dat soort zaken kom ik liever niet.” (resp.6. Vrouw, 65 jaar)

26

Ook antwoord de respondent op de vraag welke restaurants zij bezoekt. Wederom geeft de respondent aan dat door de drukte, het plezier van uit eten gaan minder wordt. De respondent past zich in dit geval aan door faciliteiten te bezoeken die wel aan deze eisen kunnen voldoen. “Heel veel zaken zitten stamp en stamp vol. […] Ik ben altijd een restaurant bezoeker geweest en toen kon je gewoon overal terecht. Kreeg je aandacht en kon je jezelf verstaanbaar maken.” (resp.6. Vrouw, 65 jaar) Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de voorkeuren van toerisme omtrent activiteiten veranderd is. Tegenwoordig wil de toerist onderdeel zijn van de samenleving waar het op bezoek is (Fuller et al., 2004, Pinkster & Boterman, 2017). Dit heeft mede tot gevolg dat toerisme zich gaat mengen met de bewoners van het gebied waardoor het mogelijk is dat toerist en bewoner elkaar steeds vaker ontmoeten. 4.4 Ervaring omtrent verandering aanbod vrijetijdsactiviteiten In de vorige paragraaf is behandeld in welke mate de voorkeur voor vrijetijdsactiviteiten is veranderd door het toenemende toerisme. In deze paragraaf zal behandeld worden in welke mate de bewoners van De Oude Pijp veranderingen ervaren in het aanbod van vrijetijdsactiviteiten sinds 2008.

Dat er veranderingen in de openbare ruimte omtrent vrijetijdsactiviteiten plaatsvinden moge duidelijk zijn. Eerder is onderzocht wat voor een veranderingen er plaatsvinden en hoe bewoners daar op reageren met betrekking tot invulling van de eigen vrijetijdsactiviteiten. Dat de veranderingen plaatsvinden lijken de bewoners te accepteren. Echter betekent dat niet automatisch dat de bewoners hier blij mee zijn. Uit het onderzoek blijkt dat de bewoners vooral moeite hebben met het feit dat de veranderingen die plaatsvinden er voor zorgen dat functies steeds meer op elkaar gaan lijken en zich richten op slechts een paar bezoekersgroepen. In dit geval worden vaak de groepen toeristen en de nieuwe jonge stedelingen bedoeld. Volgens de bewoners heeft dit effect op de leefbaarheid van de buurt. Eerder in het onderzoek werd al een van de respondenten aangehaald die vertelde dat door de toenemende toeristen nieuwe winkels openen die puur gericht zijn op toeristen. De respondent geeft aan dat dit jammer is omdat de respondent beperkt in zijn keuze in vrijetijdsactiviteiten. Daarnaast geeft de respondent ook aan dat dit jammer is omdat hierdoor voorzieningen verdwijnen die bijdrage aan de leefbaarheid van de buurt:

“Ook omdat er dan weer authentieke tentjes verdwijnen voor wat hippere toko’s. Je hebt ook Eddy’s bar, daar ga ik ook wel eens wat drinken. En het is dan zonde als daarvoor een hippe tent moet komen.” (resp.4. Man, 34 jaar) Als wordt gevraagd waarom dit jammer is, zegt de respondent dat dit specifieke geval een mooi voorbeeld is van een plek waar allerlei verschillende lagen van de bevolking bij elkaar komen. Het zou heel saai worden volgens de respondent wanneer er in de buurt maar een type mens zou komen wonen. Daarnaast geven bewoners aan dat door de toename van bezoekers ook de overlast is gegroeid. Zo vertelt een van de bewoners:

“Maar zomers heb je meer last, hier heb je Escobar, en gaande weg later in de avond worden die mensen ook een beetje dronken. Ik ben blij dat ik niet op het Gerard Dou plein zit. Maar vroeger was het hier heel stil. Dat geeft gewoon allemaal meer overlast.” (resp.6. Vrouw, 65 jaar) De toegenomen drukte geeft niet alleen overlast in de vorm van geluid, maar veroorzaakt volgens de respondenten ook op andere manieren overlast. Zo geeft een van de respondenten aan dat door de toegenomen drukte er ook veel fietsen gestald zijn waardoor het lastig is om te bewegen met een kinderwagen. Ook afval wordt genoemd door de respondenten als een van de oorzaken van overlast.

27

Echter worden deze veranderingen niet door elke bewoner gezien als negatief. Bewoners zien dit ook als een positieve ontwikkeling voor de buurt doordat juist de vesteging van nieuwe functies ervoor zorgen dat het aanbod verbreed en er daardoor meer kwalitatieve ontwikkelingen zijn wat betreft de voorzieningen. In het interview werd aan een van de respondenten gevraagd of hij veranderingen zag in het aanbod van voorzieningen. De respondent antwoorde daar positief op. De respondent gaf aan dat dit onder meer goed was voor de waarde van de woning. Daarentegen geeft de respondent aan dat het wel een type publiek aantrekt dat als ongewenst wordt beschouwd: “Het is een wisselwerking. Kijk aan de ene kant heb je de toenemende verstedelijking in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag. Vanuit Nederland. En je hebt de toename van toerisme. En beide moeten natuurlijk eten en drinken. Dus dat versterkt elkaar heel erg. Maar ik denk dat zonder het toerisme, en de groei van het toerisme het lang niet zo had zou zijn gegaan met de groei van de horeca en de winkels. Dus we kunnen er als Amsterdammers allemaal heel erg over klagen dat het zo druk is geworden, maar we plukken er ook de vruchten van. Zonder toerisme hadden we ook niet zulke mooie musea, schouwburgen en concerthallen gehad. Dus dat versterkt elkaar heel erg” (resp.5. Man, 41 jaar) Daarnaast geeft de respondent aan dat door de toenemende bezoeken supermarkten juist efficiënter gaan werken, wat ook de bewoner weer ten gunste komt.

Formatted: Dutch (Netherlands)

28

5 Conclusie

In dit onderzoek is er geprobeerd om een antwoord te krijgen op de volgende onderzoeksvraag: “In hoeverre beïnvloeden de toenemende toeristische bezoeken in De Pijp in Amsterdam de vrijetijdsbesteding van de middenklasse van De Pijp?” Doormiddel van de verzamelde data, verkregen uit semigestructureerde interviews, te combineren met theorie zijn er resultaten gevonden die antwoord kunnen geven op de hoofdvraag. Als eerste is gekeken naar hoe de toerismedruk zich in De Pijp heeft ontwikkeld. Uit het onderzoek blijkt dat mede door beleid van de Gemeente Amsterdam het toerisme sterk is gestegen. Juist door vol in te zetten op bijvoorbeeld City Marketing bleef het aantal toeristische bezoeken stijgen ondanks de wereldwijde financiële malaise die startte in 2008. Bewoners merken duidelijk de effecten van de toegenomen toeristische bezoeken. Waardoor het de bewoners soms beperkt in hun doen en laten. Toch is men over het algemeen niet erg negatief over het toerisme in de stad. Wat hierbij van belang is, is het type toerist dat de buurt bezoekt. Respondenten geven aan dat men graag de toerist verwelkomt die zich aanpast aan het leefklimaat binnen De Oude-Pijp. Hierbij worden kenmerken genoemd van een toerist die bereid is om relatief veel geld neer te leggen voor bezoeken aan restaurants en cafescafés en culturele hoogwaardige uitstapjes wil maken. De toerist die men liever weert uit de buurt zijn de toeristen die overlast veroorzaken door bijvoorbeeld geluid en drugsgebruik. Cuypers (2012) heeft het over de cultuurtoeristische glijbaan. Er kan geconcludeerd worden dat dit Formatted: Font: Italic een proces is dat zeker aan de gang is. Alle respondenten merken veranderingen in het voorzieningenaanbod, maar dit wordt op verschillende manieren ervaren. Zo geeft een van de respondenten aan dat er door de extra toeristen alleen maar winkels bijkomen die geen enkele toegevoegde waarden hebben voor de buurt, terwijl een andere respondent aangeeft dat dit zorgt voor meer hippe winkels. Uit het onderzoek blijkt dat de factor leeftijd een belangrijke rol speelt bij dit oordeel. Over het algemeen oordelen oudere bewoners negatiever dan jongere bewoners. Door verschillende auteurs (Pinkster & Boterman, 2017 & Gotham, 2002) werd beweerd dat de huidige toerist onderdeel wil zijn van de samenleving die men bezoekt. Waardoor de omgeving veranderd naar de behoeft van de toerist. Dit is gemeten aan de hand van de theorie van Bryman (1999) die spreekt over Disneyization en de vier bijbehorende pijlers. De algehele conclusie hierover is Formatted: Font: Italic dat Disneyization niet een proces is dat zich actief manifesteert in De Oude-Pijp. Wel zijn er enkele Formatted: Font: Italic aanwijzingen die zouden kunnen duiden op een beginnend proces. Echter centreren deze activiteiten zich, waar altijd al veel toerisme kwam. Er is ook gekeken naar de voorkeuren omtrent vrijetijdsactiviteiten van de bewoners van De Oude Pijp. In het onderzoek komt naar voren dat de respondenten over het algemeen zeer kritisch zijn in hun keuze van een vrijetijdsactiviteit. Dit kan deels komen door wat Savage (2005) beschrijft: “it is relatively unimportant for them to belong to a socially cohesive neighbourhood. What matters more is the sense that they live somewhere appropiate “for someone like me”. Bewoners kiezen hun activiteiten uit op kwaliteit en smaak. Respondenten geven aan dat dit wel lastiger is dan vroeger. Mede door de toegenomen drukte. Pinkster & Boterman (2017) verklaren dat dit komt omdat de

29 huidige toerist zich steeds vaker wil mengen met de lokale bevolking. Dit zou een van de mogelijkheden kunnen zijn, maar uit het onderzoek komt ook naar voren dat De Pijp in zijn geheel een steeds grotere populariteit geniet onder een steeds breder wordend publiek. In het onderzoek is er ook gekeken naar of er veranderingen zijn geweest in de voorkeur van vrijetijdsactiviteiten. Dat dit is gebeurd is zeker. Voornaamste reden die hier voor wordt gegeven is dat het zo ontzettend druk is geworden, dat men bepaalde plekken niet meer bezoekt. Daarnaast wordt aangegeven dat men de binding met de buurt verliest door veranderende functies. Respondenten geven aan dat de toenemende toeristische bezoeken deels debet aan zijn. Uit de literatuur kwam naar voren dat de middenklasse zich sterk mengt haar omgeving. Onderdelen die worden gewaardeerd zullen worden behouden en onderdelen die niet gewenst zijn worden verbannen (Butter & Lees, 2006. Pinkster & Boterman, 2017). Het lag dan ook in de lijn der verwachting dat de bewoners zouden ageren tegen deze veranderingen. De uitkomsten van het onderzoek zijn opmerkelijk. In die zin dat de bewoners zich niet verzetten tegen deze veranderingen, maar dat zij zich juist aanpassen aan de situatie. De respondenten gaan op zoek naar plekken die wel voldoen aan hun kritische eisen in plaatst van zicht te verzetten. Als laatst is ook onderzocht wat de ervaringen zijn omtrent deze veranderingen. Uit het onderzoek komt geen eenduidig antwoord naar voren. De veranderingen hebben zowel positieve als negatieve effecten voor de buurt. Negatieve effecten die worden benoemd door de respondenten zijn het verdwijnen van authentieke winkels voor grote ketens, waardoor volgens een van de respondenten de een mix van bewoners verloren gaat. Daarnaast worden ook nog verschillende vormen van overlast genoemd door de respondenten. Hierbij gaat het voornamelijk over geluidsoverlast en de overmatige stalling van fietsen. Concluderend kan gesteld worden dat er sprake is van toegenomen drukte in De Oude Pijp en dat toeristische bezoeken hier deels debet aan zijn. Deze toegenomen bezoeken aan De Pijp hebben voor veranderingen gezorgd in de openbare ruimte, wat heeft gezorgd voor veranderingen in vrijetijd gebruik van de bewoners van De Pijp. Echter wordt dit niet altijd als negatief ervaren, en ziet men juist ook de voordelen ervan. De bewoners passen zich aan door locaties te zoeken die nog wel aan hun kwaliteitseisen voldoen. Toch wordt er gewaarschuwd voor het feit dat door deze veranderingen de diversiteit van de bewoners van De Oude Pijp in gevaar komt.

30

6 Discussie

6 Discussie Formatted: Heading 1;Hoofdstuk

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een vragenlijst die als ondersteunende factor diende voor de semigestructureerde interviews. Deze vragenlijst is opgebouwd aan de hand van het theoretisch kader. Het was dan ook de bedoeling om de literatuur te testen aan de hand van de afgenomen interviews. De interviews zijn afgenomen bij negen respondenten met een leeftijd van tussen de drieëntwintig en vijfenzestig jaar oud. De afgenomen interviews hebben een lengte van tussen de dertig en veertig minuten. Op basis hiervan kan gesteld worden dat bij een herhaling van dit onderzoek, de resultaten mogelijk anders uitvallen dan van dit onderzoek. Ondanks dat de onderzoeker een duidelijk en helder beeld heeft gekregen van De Oude Pijp, zijn er meer respondenten nodig om de validiteit van het onderzoek te vergroten. Een reden hiervoor is dat De Oude Pijp qua omvang redelijk beperkt is en dat het toch meer moeite kostte om in gesprek te komen met bewoners dan verwacht. Er kan worden geconcludeerd dat de toeristische bezoeken aan De Oude Pijp deels voor veranderingen zorgen in de keuze van vrijetijdsactiviteiten van de bewoners van De Oude Pijp. Dit strookt in zekere zin met de verwachting van de onderzoeker. Voordat aan in dit onderzoek werd begonnen, had de onderzoeker enkel en alleen krantenartikelen over dit onderwerp gelezen. De resultaten die met het onderzoek zijn behaald zijn minder extreem dan de verwachting die voortkwam uit de informatie van krantenartikelen. Dat kan ook komen doordat de bewoners zich veel gemakkelijker aanpassen aan de nieuwe situatie dan dat de onderzoeker had verwacht. Het huidige onderzoek moet gezien worden als aanvulling op de bestaande literatuur. Er is nauwelijks onderzoek gedaan de mogelijke conflictsituatie tussen toerist en bewoner wat betreft vrijetijdsactiviteiten. Wel moet hierbij rekening worden gehouden dat hier een specifiek gedeelte van Amsterdam is onderzocht. Wanneer er bijvoorbeeld onderzoek naar dit onderwerp wordt gedaan in het Wallen gebied, zullen er waarschijnlijk totaal andere uitkomsten zijn. . Het advies voor vervolgonderzoek is dan ook dat het nuttig is om een vergelijkende studie uit te voeren waarbij verschillende buurten worden onderzocht. Ook zou het nuttig kunnen zijn om het onderzoeksgebied te vergroten.

31

32

7 Literatuurlijst

AT5 (2016), Heineken Expierence trekt miljoen bezoekers https://www.at5.nl/artikelen/163810/heineken_experience_trekt_miljoen_bezoekers [Geraadpleegd op 13-12-18]

Björner, E. (2013). International positioning through online city branding: the case of Formatted: Font: (Default) Times Chengdu. Journal of Place Management and Development, 6(3), 203-226. New Roman, 11 pt, Font color: Auto

Bourdieu, P. (1984). Dinstinction: A social critique of the judgment of taste. London: Routledge Formatted: No underline, Font color: Auto, English (U.K.), Pattern: Boissevain, J. (1996). Coping with tourists : European reactions to mass tourism (New directions in Clear (White) anthropology vol.1) Formatted: Font: Font color: Auto Formatted: Font: (Default) Times New Roman, 11 pt, Font color: Auto Bryman, A. (2012) Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press 4th Edition. Formatted: Normal, Font Bryman, A. (1999) The Disneyization of Society Alignment: Auto Formatted: Font color: Auto Butler, T. Lees, L. (2006) ‘Super-Gentrification in Barnsbury, London: Globalization and Gentrifying Global Elites at the Neighbourhood Level’

Carr, N. (2002). Going with the flow: An assessment of the relationship between young people's Formatted: Font: (Default) Times leisure and holiday behaviour. Tourism Geographies, 4(2), 115-134. New Roman, 11 pt, Font color: Auto

CBS (2017) Toerisme in Nederland en wereldwijd gegroeid. Formatted: Space After: 8 pt, Line https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/47/toerisme-in-nederland-en-wereldwijd-gegroeid spacing: Multiple 1,08 li, [Geraadpleegd op 09-01-2019] Widow/Orphan control, Adjust space between Latin and Asian text, CBS StatLine (2018) Bedrijven; bedrijfstak Adjust space between Asian text https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/81589ned/table?ts=1540343553238 [geraadpleegd op and numbers, Tab stops: Not at 23-10-2018] Formatted: Font: (Default) Times New Roman, 11 pt, Font color: Dahles, H. (1998). Redefining Amsterdam as a tourist destination. Annals of Tourism Research, 25(1), Auto, Dutch (Netherlands) 55-69.

33

Eijck van, K. (2002) Levensstijlen binnen de nieuwe middenklasse. Differentiatie op basis van Formatted: English (U.K.) beroepssector.

Eijck, K., & Mommaas, H. (2004). Leisure, Lifestyle, and the New Middle Class. Leisure Formatted: English (U.K.) Sciences, 26(4), 373-392. Füller, H., & Michel, B. (2014). ‘Stop Being a Tourist!’ New Dynamics of Urban Tourism in Berlin- Kreuzberg: New dynamics of urban tourism in Berlin. International Journal of Urban and Regional Research, 38(4), 1304-1318.

Gemeente Amsterdam (2018) Tourism in Amsterdam 2016- 2017 https://www.ois.amsterdam.nl/assets/pdfs/2018_fact%20sheet%20tourism.pdf [Geraadpleegd op 13-09-2018]

Gotham, K. (2002). Marketing Mardi Gras: Commodification, Spectacle and the Political Economy of Tourism in New Orleans. Urban Studies, 39(10), 1735-1756. Formatted: English (U.K.) Henry, I. (1995). Leisure and Social Stratification. In K. Roberts (ed.), Leisure and Social Stratification (pp. 49–59). Eastbourne: LSA Het Parool (2014) Amsterdamse telt 191 toeristenwinkels https://www.parool.nl/amsterdam/-amsterdamse-binnenstad-telt-191-toeristenwinkels~a4301101/ [Geraadpleegd op 13-01-2019] Het Parool (2016) Tolerantiegrens drukte bij veel Amsterdammers overschreden https://www.parool.nl/amsterdam/tolerantiegrens-drukte-bij-veel-amsterdammers- overschreden~a4327294/ [Geraadpleegd op 13-09-2018]

Pinkster, F., & Boterman, W. (2017). When the spell is broken: Gentrification, urban tourism and Formatted: English (U.K.) privileged discontent in the Amsterdam canal district. Cultural Geographies, 24(3), 457-472.

Laing, A. N. (1987) The package holiday: Participant, choice and behaviour Formatted: Font: (Default) Times New Roman, 11 pt, Font color: Auto Lengkeek, J. (2009). Van Homo Ludens naar Homo Turisticus: Regressie of een stap in de menselijke evolutie. Mietus, H. (2016) De impact van het toenemende toerisme op de veiligheid en leefbaarheid in Amsterdam http://static.at5.nl/upload/rapport.pdf [Geraadpleegd op 24-09-2018] Molina, Fernández, Gómez, & Aranda. (2017). Differences in the city branding of European capitals based on online vs. offline sources of information. Tourism Management, 58, 28-39. Formatted: Font: Font color: Auto Mommaas, H. (2000). De vrijetijdsindustrie in stad en land. Een studie naar de markt van belevenissen (Voorstudie). WRR. Formatted: English (U.K.)

Mosley, L. (1986) The real Walt Disney: A Biography Purrington, A., & Hickerson, B. (2013). Leisure as a cross-cultural concept. World Leisure Journal, 55(2), 125-137. Ritzer, G., (1993), The McDonaldization of Society, Thousand Oaks, CA: Pine Forge.

Savage, M. Barlow, J. Longhurst, B. (2005) ‘Globalization and Belonging’

Savage, M. (2010) ‘The Politics of Elective Belonging’ p. 132

34

35

8 Bijlage 8.1 Interviewguide

In dit onderzoek zal de volgende vraag centraal staan: “In hoeverre beïnvloeden de toenemende toeristische bezoeken in De Pijp in Amsterdam de vrijetijdsbesteding van de middenklasse van De Pijp?” Deze onderzoeksvraag is opgedeeld vier deelvragen, die helpen de onderzoeksvraag te beantwoorden:

• ‘Hoe heeft de toerismedruk in De Pijp zich ontwikkeld sinds 2008?’ • ‘Welke voorkeuren hebben de bewoners van De Pijp omtrent het aanbod van vrijetijdsactiviteiten?’ • ‘In welke mate hebben de bewoners van De Pijp hun vrijetijdsactiviteiten veranderd sinds 2008?’ • ‘In welke mate ervaren bewoners van De Pijp veranderingen in het aanbod van vrijetijdsactiviteiten sinds 2008? Bewonerskenmerken Hoe lang bent u al woonachtig in De Pijp? Wat is uw leeftijd? Wat is uw geslacht (in te vullen door interviewer) Wat is uw hoogst genoten opleiding? Wat is de omvang en samenstelling van uw huishouden? Wat is uw beroep?

Introductievraag Hoe bent u tot de beslissing gekomen om in De Pijp te gaan wonen?

Voorkeuren omtrent vrijetijdsactiviteiten Welke (buurt-)winkels bezoekt u in De Pijp? Hoe vaak bezoekt u deze en waarom? In welke mate van tevredenheid oordeelt u over het aanbod van winkels, en hoe komt u tot deze keuze? Welke voorzieningen bezoekt u in De Pijp? Hoe vaak en bezoekt u deze waarom? In welke mate van tevredenheid oordeelt u over het aanbod van voorzieningen, en hoe komt tot deze keuze? Sinds u hier bent komen wonen, heeft u veranderingen gemerkt met betrekking tot het winkel- en voorzieningenaanbod? Sinds u hier bent komen wonen, is uw gebruik van het winkel en voorzieningenaanbod veranderd? Zo ja, hoe en waarom? In welke mate van tevredenheid oordeelt u over het winkel- en voorzieningenaanbod toen u hier kwam wonen? Indien het de mate van tevredenheid verschilt met die van nu: Waarom beoordeelt u dit anders?

36

Placemaking In hoeverre identificeert u zich met het publiek dat aanwezig is in De Pijp? Zijn er plekken in De Pijp waar u graag komt of juist minder graag komt? Voelt u zich thuis in De Pijp? Waarom wel/niet? Welk cijfer zou u De Pijp nu geven en waarom? Identificeerde u zich toen u hier kwam wonen meer of minder met het aanwezige publiek in De Pijp? Waarom? In hoeverre vindt u het straatbeeld in De Pijp veranderd vergeleken met toen u hier net kwam wonen? En hoe kijkt u aan tegen deze veranderingen? Welk cijfer zou u De Pijp hebben gegeven toen u hier net kwam wonen? Indien het cijfer verschilt met het cijfer dat nu wordt gegeven: Waarom beoordeelt u dit anders? Zet u zich in voor het woon- en leefklimaat van de buurt? Bent u actief voor de buurt? Waarom wel/niet? Ontwikkeling toerisme Hoe ervaart u de aanwezigheid van toerisme in uw woonomgeving? Is uw ervaring veranderd sinds u hier bent komen wonen?

Komt u wel eens in contact met toeristen en hoe verloopt dit contact?

37

8.2 Uitwerking interviews

Respondent 1 I = interviewer R = respondent I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat. Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind. I: Hoelang woon je hier al? R: Vanaf 11 november, 2017. Dus nu een jaar en twee weken. I: Hoe oud ben je? R: Ik ben 22 I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: Ik heb mavo gedaan. Daarna heb ik schoonheidsspecialiste gedaan, niveau 4. En daarna een cursus tot visagiste. I: Wat is je beroep? R: Ik werk nu als visagist bij een internetwinkel I: Waar bestaat het huishouden uit? R: Ik woon hier samen met mijn vriend ------I: Om te beginnen, hoe ben je tot de beslissing gekomen om hier te gaan wonen? R: Nou wij wilde samen wonen, het liefst in Amsterdam en het maakte ons niet heel veel uit waar we gingen wonen. Als het maar wel binnen de ring was. We hebben vooral in West gekeken, en toevallig in De Pijp gekeken en toen werd het dit huis. I: En wat sprak je zo aan? R: Toch wel de gezelligheid van de buurt en de ligging in Amsterdam. I: En wat houdt die gezelligheid voor jou in? R: Het leeft heel erg. Leuke winkels, leuke plekjes om te eten en te drinken. En ook wel de mensen, los van de toeristen. I: Je zegt al meteen los van de toeristen.

38

R: Nou niet meteen negatief, maar op bepaalde plekken komen mensen die hier wonen en op andere plekken komen de toeristen.

I: En wat voor een plekken zijn dat? Kan je daar voorbeelden van geven? R: Ehm, ja. De Albert Cuyp is wel echt een plek waar toeristen komen. De Heineken Expierence en dat lopen ze een beetje buiten. En daartussen bevinden zij zich een beetje. En echt de leuke plekjes kennen de toeristen niet, dus als je die kent als bewoner van De Pijp dan kom je die daar niet tegen. I: En welke winkels zijn dat dan die je bezoekt? En hoe vaak bezoek je die? R: Vaak. een keer per week. Dan ga ik met vriendinnen wat drinken ofzo. En de winkels zitten niet echt in een straatje. Die moet je wel echt opzoeken, kennen. I: Welke specifieke straten zijn dat dan? R: Gerard Douwstraat, en bij het Sarphatipark heb je ook een aantal leuke winkeltjes en restaurantjes. I: En die kies je specifiek uit, omdat je net heel duidelijk zei toeristen, omdat daar dan geen toeristen zijn? R: Nee, dat niet. Het trekt me aan en het is lekker dicht bij. I: Als je zegt van, de mate van aanbod van de type winkels die je graag bezoekt, hoe tevreden ben je over het aanbod? R: Is prima. En als ik iets zoek wat hier niet aanwezig is, dan ben ik zo in een andere buurt waar ze het wel hebben. I: Er is dus sprake van een goede bereikbaarheid? R: Ja. I: En, je zei het net al een beetje. Maar betreft de voorzieningen in de buurt. Dus barren en restaurants in de buurt. Bezoek je die ook in de buurt? R: Ja, als ik met mijn vriend uit eten ga dan wel. En vrienden wonen op verschillende plekken. Dus dan gaan we de ene keer in De Pijp en de andere keer niet. I: Hoe kies je die uit die restaurants? R: Ik hoor via vrienden die hier wonen welke restaurants leuk zijn. Op internet zoeken en soms loop je rond en dan zie je iets leuks en dan ga ik daar naartoe. I: Sinds je hier bent komen wonen, dat is nu dus een jaar, wat vrij kort is. Maar heb je al veranderingen gemerkt in het voorzieningen aanbod of het winkel aanbod? R: eeeehhmmm. I: Zijn er bijgekomen of juist weggegaan? R: Er zijn wel een aantal dingen bijgekomen. Maar ik vind niet dat het heel erg veranderd is. Weinig, misschien een of twee winkels die erbij zijn gekomen.

39

I: Je zei natuurlijk al dat als je naar een restaurant gaat, of naar een winkel dan hoor ik dat van vrienden of ik zoek het op internet op. Maar toen je hier kwam wonen, was dat toen ook al zo dat je zo aan je plekken kwam? R: Ja, vanaf het begin af aan wel ja. We hadden hier al familie en vrienden wonen, dus die konden ons ook een beetje wegwijs maken. I: Ik wilde het ook graag met je hebben over deze plek en waar je je thuis voelt. Of in ieder geval hoe jij je omgeving beleeft. Kan jij mij vertellen wat voor een mensen je ziet rondlopen? R: Ik denk dan vooral aan de Ferdinand Bolstraat als ik daar overheen loop, dat je dan heel veel verschillende mensen rond ziet lopen. En dus dan de toeristen. I: Die pik je er wel makkelijk uit? R: Ja die pik je er wel makkelijk uit ja. Vaak ook in groepjes. Niet vervelend of wat dan ook. Maar die pik je er gewoon makkelijk uit. En ook wel veel oudere mensen, waaraan je ziet dat die er al wel hun hele leven wonen. En veel studenten en jong volwassenen. I: En je denkt alleen aan de Ferdinand Bolstraat. Als we dan alleen die Ferdinand Bolstraat nemen, identificeer je dan met die mensen? R: Ja, ik denk het wel. I: Het is een goede afspiegeling van wie jij bent? R: Ja. I: En zijn die plekken die je bezoekt die restaurant etc, plekken waar je graag komt, zijn er ook plekken waar je niet graag komt? Het hoeft geen betrekking te hebben op onveiligheid, maar dat kan van alles zijn. R: Nou we wonen dan wel aan de kant van de Ferdinand Bol en niet aan de kant van de Van Wou. Maar aan de kant van de Van Wou kom ik eigenlijk nooit, en als ik daar ben dan denk ik gelijk: Nou daar hoef ik niet nog een keer te komen, want er zitten heel veel eettentjes. En als je daar komt is het dan puur voor de eettentjes. I: Dus eigenlijk zijn heeft het niks te bieden voor wat jij zoekt? R: Ja klopt. Maar ik voel mij nergens onveilig. I: En voel je je hier dan wel thuis? R: Ja, ja. I: En waarom dan? R: Nou ik zou eigenlijk niet weten waarom niet. Fijn huis, alles is makkelijk te bereiken. Ov is nu ook makkelijker, zeker voor mijn werk. Daarvoor moet ik naar Amsterdam Zuid. Dus dat is makkelijk met de Noord-Zuid lijn. Ja ik woon hier gewoon fijn. I: En je zei over de Noord-Zuid lijn dat het makkelijker bereikbaar is. Merk je dat dat invloed heeft op de drukte hier?

40

R: Een heel klein beetje. Vooral in de spits. Maar voor de rest heb ik niet echt het gevoel dat het hier drukker is geworden.

I: Dus we hebben het een beetje gehad over wat je graag bezoekt en wie er komen. En als je daar een cijfer aan zou moeten verbinden. Welk cijfer zou je dan geven? R: Een 8,5 I: En waarom dan een 8,5? R: Er kunnen altijd dingen beter... Ehm... I: Heb je daar specifieke voorbeelden van? R: Ja, vooral in deze straat. Je kan bijvoorbeeld je fiets moeilijk kwijt en dat vind ik wel vervelend. I: Want er staan heel veel fietsen? R: Er staan heel veel fietsen, er zijn te weinig plekken om fietsen neer te zetten. Dus mensen zetten ze dan op de stoep en ik moet daar dan met mijn koffer langs. En dan moet ik omlopen om er langs te kunnen. Dus een 10 is het nooit, een 9 vind ik dan te hoog. En ik woon hier gewoon fijn dus daarom een 8,5. I: Je woont hier dus een jaar. Maar toen je hier net kwam wonen, identificeerde je je toen meer met het publiek dat hier is of minder? R: Een jaar geleden? I: Ja. Ben je persoonlijk veranderd of zoek je andere plekken op? R: Nou toen we hier net woonde, zochten we een beetje de standaard dingen op in De Pijp, maar dat hebben we nu wel een beetje gezien. I: Wat zijn die standaard plekken? R: Standaard eet plekjes, standaard winkeltjes. Dus dan ga je gewoon rondjes lopen om nieuwe dingetjes te ontdekken. I: Wat was je leukste ontdekking? R: Een wijnbarretje bij het Sarphatipark. Heel klein en schattig waar je nooit naar binnen zou gaan en nu dus wel. I: En welk cijfer gaf je De Pijp toen je hier net kwam wonen? R: Nou dan een 8. Alles is nog steeds hetzelfde. Alleen door de Noord-Zuid lijn geef ik nu een halve punt hoger. Puur omdat ik mij nu makkelijker kan bewegen en overal sneller ben. I: Ik denk dat ik dus wel kan zeggen dat je je hier thuis voelt en dat je het prettig vind om hier te wonen. Zet je jezelf ook in om dat leefklimaat te verbeteren voor de buurt? R: Nee, nee. Totaal niet. I: Geen behoefte aan? R: Eerder niet bij stil gestaan eigenlijk.

41

I: Weet je wel of er hier buurtiniatieven zijn? R: Ja die zijn er wel. Omdat vroeger moest je je afval aan de straat zetten bijvoorbeeld. En nu hebben ondernemers zich hard gemaakt voor ondergrondse containers en die zijn er ook gekomen. Dus ik weet dat het er is, maar ik heb mij er eigenlijk nog niet in verdiept. I: En.. naja, ook over die fietsen wat je zei. Die drukte. Is daar al verandering in? Verandering in die rommel? R: Nou bij mij in de straat niet. Maar ik zag in een andere straat wel dat ze auto parkeerplekken weg hebben gehaald voor fietsplekken. Als ze dat zouden door kunnen trekken naar de rest van De Pijp zou dat wel fijn zijn. I: Dus een autoloze pijp? R: Ja dat zou wel fijn zijn. Er komt toch redelijk wat verkeer langs. I: Heb je daar veel last van? R: Nee, alleen soms geluidsoverlast. In de zomer als je alle ramen open hebt en dan is het best wel druk. I: Met mensen die hier buiten zitten? R: Nee, vooral van autos die hier langskomen. I: Geen last van mensen? R: Nee... Nou geen last... I: Maar... R: Het valt mij op dat er in de zomer heel veel AirBnB's zijn. Dat er veel mensen met koffers lopen. En dan denk ik: 'Oh daar is er weer een'. I: Ja? Is er hier veel AirBnB in de buurt? R: Ja ik denk het wel. I: Hier in de straat? R: Ja heel veel in deze straat. I: Vind je dat vervelend? R: Nee dat niet. Want ik heb er geen last van. Maar het valt mij wel op. I: Je bent heel tevreden. Ik wil het graag verder hebben over het toerisme dat zich hier bevind. Hoe ervaar je de aanwezigheid van toeristen hier? R: Ehm, ja die zijn er. Best wel veel. Maar dus op bepaalde plekken. Ja... Ze zijn er. Het zijn er niet meer. Ze zijn er gewoon, en het hoort ook wel een beetje bij De Pijp. I: Is die ervaring veranderd sinds je hier kwam wonen? R: Nee. Niks anders aan. Nah, alleen misschien door de NZ-lijn dat mensen sneller de metro nemen om even naar de Albert Cuypmarkt te gaan. I: Heb je dan wel eens contact met toeristen?

42

R: Nee dat ook niet haha I: Ook niet? Omdat De Pijp een van de drukstbezochte plekken is onder toeristen. Je woont dus op de goede plek. Of ontwijk je ze? R: Ja, dat zou misschien ook wel kunnen. Ik kom ook nooit op de Albert Cuypmarkt. Als ik iets nodig heb dan doe ik dat op momenten wanneer ik weet dat het rustig is. I: Dus je kiest je plekken wel tactisch uit? of meer je tijdstippen.. R: Ja, op een zaterdagmiddag ga ik niet naar de Albert Heijn. I: Je hebt bijna geen contact met toeristen, je ontwijkt ze eigenlijk een beetje. Maar het is niet omdat die toeristen vervelend zijn, het is vooral de drukte die je ontwijkt. En als je dan naar een bar gaat, kies je dan ook specifieke plekken uit om de drukte te vermijden? R: Nou ik weet dat het op bepaalde plekjes heel druk kan zijn. Dus als we daar naar toe zouden willen gaan, dan zou ik reserveren. En anders zou ik iets anders uitzoeken. En die zijn dan misschien wel leuker dan die drukke plekjes. I: En die drukke plekjes, stel je gaat daar voor reserveren. Wat voor een publiek komt daar? R: Veel mensen van mijn leeftijd, tussen de 20 en 30 jaar. ehm... I: Komen ze uit Amsterdam denk je? R: Ja ik denk het wel. En ook wel uit De Pijp. En er zijn ook barretjes en restaurants die ook op andere plekken in Amsterdam zitten. Dus ik denk dat ze wel echt uit de buurt komen. En sommige, daar komen wel de toeristen. Bijvoorbeeld het . Daar zitten wel heel veel toeristen te eten en te drinken. I: En zoek je die plekken toch wel eens op? R: Ja, vooral in de zomer. Gewoon lekker buiten zitten. I: Dan zoek je wel de drukte op? R: Ja, dan wel. I: Je gaat daar dus niet naar toe omdat daar wel of geen toeristen zijn? R: Nee. Dan hou ik er eigenlijk geen rekening mee.

*Interview wordt afgesloten* I = interviewer R = respondent I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat.

43

Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind. I:Hoe lang woon je hier nu in De Pijp? R: Ongeveer een jaartje I: En hoe oud ben je? R: Ik ben 23 jaar oud. I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: Ik deed leisure management, maar daar ben ik mee gestopt. I: Wat is je beroep? R: Ik ben muzikant. I: Hoe ziet de samenstelling van het huishouden eruit? R: Ik woon hier samen met mijn vriendin. Geen kinderen of huisdieren o.i.d. I: Hoe ben je tot de beslissing gekomen om hier in De Pijp te komen wonen? Hoe ben je hier terecht gekomen? R: Nou ik denk een beetje geluk. Maar ik heb hier familie wonen en die zeiden altijd, je moet in West wonen of in De Pijp. Daar is het het gezelligst. En we hebben in deze twee delen gezocht naar een huis, en het dit kwamen als eerste tegen. Het is niet zo dat wij perse een huis in De Pijp zochten. I: En je zegt dat familie en vrienden zeiden van nou de Pijp en West is echt wel het gezelligst. Maar vind je, als we naar De Pijp kijken, wat spreekt je dan zo aan? R: Ehm, de locatie waar ik nu woon vind ik zo mooi omdat alles dichtbij is. Ik kan naar West fietsen in 10 minuten, ik kan ook naar Oost en Zuid in 10 minuten fietsen. En in het centrum ben ik in 5 minuten. Het ligt echt heel centraal. En hier om ons heen zit je echt wel een beetje in het happening van Amsterdam, maar zonder echt de drukte van de binnenstad.

*Korte onderbreking door bel. Interview wordt op pauze gezet. Hierna is het interview hervat met een kleine recap van de laatst gestelde vraag plus kleine samenvatting. De respondent beantwoord de vraag verder* Het ligt dus heel centraal, ook met de Noord-Zuid lijn die net is geopend. Hiermee kun je heel snel alle kanten op. En ik vind het gewoon gezellig. Ik woon vlak bij de Ferdinand Bolstraat waar alle winkels zijn. Ik kan kleren kopen daar. En er zitten alle winkels die ik nodig heb. En hiernaast zit dan het Gerard Douwplein, waar je in de avond kunt stappen. Je merkt gewoon dat je in een bruisend gedeelte van Amsterdam zit. I: Je zei net wel dat je een beetje in de luwte zit van de binnenstad, maar het is niet zo dat je hier die drukte hebt. R: Nee het is niet zo dat als ik hier de fiets pak op vrijdagavond en ik fiets echt naar de Dam, dan merk je echt dat hoe dichter je bij de Dam komt hoe toeristen en mensen je tegenkomt. Ik heb het gevoel hier in de Pijp.. Er zijn wel veel toeristen, maar het is niet te vergelijken met de plekken dichter bij het centrum. En dat noem ik ook echt het centrum. En hier is het gewoon wat meer inwoners van amsterdam denk ik.

44

I: Merk je, je vertelde net over het Gerad Douwplein en het Sarphatipark zit hier natuurlijk in de buurt samen met de Heineken Experience. Merk je veel van die bezoekers? De Heineken Experience is een van de grote toeristentrekkers van Amsterdam. Sarpahati park heeft enkele miljoenen bezoekers per jaar. Merk je daar iets van? R: Ehm, nee. Eigenlijk niet denk ik. je merkt wel dat het op de Alber Cuypmarkt heel druk is, misschien dat die van de Heineken Experience komen. I: Dat ligt natuurlijk in de straat hierachter (e.d. Albert Cuypmarkt) R: Ja, dat klopt en daar merk je wel dat je veel Engels hoort. Of andere talen, maar opzicht van de Heineken Experience zelf merk ik niet veel denk ik. Ik zou niet weten of dat een verschil uitmaakt. Maar dat zou natuurlijk ook kunnen komen omdat er in deze straat niks te doen is voor toeristen. Dus in deze straat komen ze niet echt. ------I: En je zei het net natuurlijk ook al, die Albert Cuypmarkt, welke winkels bezoek je hier zelf en hoe vaak? R: Natuurlijk alle winkels voor mijn dagelijkse behoeftes. Dus de supermarkten, de Etos. I: Zitten die hier in de buurt? R: Ja, de Etos zit hier direct tegenover mij en de Kruidvat zit vlak voor het Marie Heinekenplein. En voor de rest ga ik wel eens naar Basquets, een kledingwinkel. Maar ook genoeg Febo's (haha er wordt gelachen). Alles waar je lekker eten kan halen en kroegen. Maar dat zijn natuurlijk niet echt winkels. Voor de rest niks eigenlijk. I: Heb je specifieke redenen waarom je deze winkels bezoekt? Is het gewoon handig dat deze winkels in de buurt zijn of kies je specifiek die winkels uit? In de trend van, ik vind dit een prettige winkel en daarom kies ik specifiek deze winkel uit.

R: Nee, dat heb ik niet heel erg. Ik denk met supermarkten, maakt het mij ook niet zoveel uit. De ene keer ga ik naar de Dirk, de andere keer naar de COOP en weer een andere keer naar de Jumbo. Het is maar net waar ik een beetje zin in heb. De Dirk heeft weer een groter assortiment dan de Jumbo. Maar de Jumbo is weer dichterbij. En ja, zo maak ik een beetje mijn afweging. En ook of ik naar de Kruidvat of de Etos ga maakt mij niet zoveel uit. Het is maar net wat ik nodig heb en waar ik het dichtstbij zit. En qua kleding ga ik wel speciaal naar specifieke winkels. Dat vind ik gewoon belangrijk en dat ze daar leuke kleding hebben. I: En als we kijken naar jou tevredenheid over het aanbod van winkels. Hoe oordeel je daarover? Hoe tevreden ben je daar over? R: Zeer tevreden! Ze hebben eigenlijk alles wat ik nodig heb. I: Ik had het net over winkels. Maar als je dan naar de voorzieningen kijkt. Dus barretjes, een karaokebar of een bowlingbaan. Ik zeg maar wat. Bezoek je die ook in de Pijp? Of ga je de Pijp uit? R: Ja, barretjes, cafes en restaurants bezoek ik wel in de Pijp. Ik denk dat je wel weet welke bars en cafes ik bedoel. (De interviewer is hier bekend mee). Ik weet niet of hier een bowlingbaan zit. I: (Er wordt gelachen) Ja, dat was maar een voorbeeld.

45

R: En van zaken als karaoke hou ik ook niet zo van. Maar als ik een keer een hapje ga eten doe ik dat in de buurt. En ook als ik een drankje ga drinken in een cafe dan doe ik dat ook in de buurt. I: Die zijn dus wel goed vertegenwoordigd? R: Ja, die zijn zeker goed vertegenwoordigd. I: En wat voor (interviewer hapert), misschien is dit wat persoonlijk, maar wat voor een publiek komt daar volgens jou? Dus hoe zoek je die barretjes en restaurants uit? R: Ehm, nou er zijn wel een aantal namen van barretjes die je van andere hoort weet je wel. Als je hier bij het Gerard Douwplein komt, dan weet je gewoon De Groene Vlinder, De Tulp en Het Paardje zijn wel de drie bekendste zeg maar. Dus dan zoek je die automatisch wat meer op. Maar ik ben ook best wel vaak gewoon bij andere kroegen geweest waar het er gewoon druk of leuk uitzag en dan ga je daar naar binnen. Ik denk echt dat dat ook een beetje van mond tot mond gaat. I: En wat voor een mensen bezoeken dan die cafe's als Het Paardje? R: Bedoel je het verschil tussen het publiek van Het Paardje en De Vlinder? I: Nee, je hebt De Vlinder enzo en daar hoor je via via van en dan vraag ik mij af komen daar mensen naartoe die ook in de buurt wonen of hoe zit dat? R: Nah, ik weet niet zeker. Maar ik denk voornamelijk mensen uit De Pijp. Maar ook wel mensen van buitenaf. Overal uit Amsterdam wel. Ik ga ook wel eens naar West om naar een bar of een ding te gaan. Maar het zijn over het algemeen wel Amsterdammers. Of mensen die in Amsterdam wonen in ieder geval. Geen toeristen. I: En ik vroeg net al over de tevredenheid van de de aanwezige winkels. En ik heb eigenlijk dezelfde vraag over de voorzieningen. R: Ook tevreden. Ik ben niet zo'n moeilijk persoon met uitgaan. Ik wil gewoon en gezellige kroeg of cafe en die zijn hier genoeg, dus dat is voor mij helemaal top.

I: Je woont hier nog niet zo lang, een jaar. Maar sinds je hier bent komen wonen, heb je al veranderingen opgemerkt ten opzichte toen en nu qua winkels en aanbod van winkels. R: Nou qua winkels niet echt. Er is niet echt, ik kan mij serieus niks herinneren. Het enige nieuwe is die pepernotenwinkel. En voor de rest is eigenlijk alles hetzelfde gebleven dit jaar. Alleen ja de grootste verandering is natuurlijk de Noord-Zuid lijn. Dat is echt wel een hele belangrijke lijn geworden voor de mensen die hier in De Pijp wonen. I: Wat voor een veranderingen merk je daar aan? R: Ik merk, voor mijzelf, het reizen is gewoon een stuk makkelijker. Eerst was Zuid voor mij best wel lastig bereikbaar. Ik moest helemaal met de tram naar en dan met de bus en ik was echt wel dik 20 minuten onderweg. En nu is het letterlijk vijf minuten met de metro. Dus het is heel makkelijk. Het reizen naar de grote stations zoals Centraal en Zuid is echt heel makkelijk. I: Maar qua winkels zie je niet echt veranderingen? R: Nou er zal vast wel iets zijn veranderd. Maar niet per se dat dat mij heel erg is opgevallen denk ik. I: En eigenlijk hetzelfde voor die voorzieningen. Barren, restaurants, zie je daar nog veranderingen in sinds je hier bent komen wonen?

46

R: Nee, eigenlijk niet. Ik kan mij wel voorstellen dat er in de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld veel is veranderd. Want volgens mij is het wel een buurt dat juist heel erg aan het groeien is en heel hip aan het worden is. Want ik heb wel veel verhalen gehoord dat hier drie jaar geleden echt niks te beleven was. Maar ja, daar woon ik hier gewoon nog niet lang genoeg voor. Het afgelopen jaar is in ieder geval niet iets veranderd wat ik heb gezien. I: Ook geen veranderingen in publiek of iets dergelijks? R: Nee. Zou kunnen zijn dat het wat drukker is met toeristen doordat het makkelijker te bereiken is met de Noord Zuid lijn. Het is mij niet perse opgevallen. ------I: Ik wil het graag met je hebben over hoe jij deze omgeving ziet, en hoe je je daar mee identificeert. Want met het publiek, hoe identificeer jij je daar mee? Je zei al, de mensen in de barren zijn vooral mensen die uit Amsterdam komen en uit De Pijp, hoe zie jij dat? Identificeer jij je met deze personen? R: (stilte) mijzelf? I: Ja. R: Ik denk dat het een beetje hetzelfde soort mensen zijn. Gewoon een beetje zoals wij, toch? Ja, ik denk het wel. Gewoon een beetje normale mensen. Ja dit is een lastige vraag. I: Het is inderdaad een lastige vraag. R: Ja uiteindelijk zijn we allemaal anders. I: Ja het is natuurlijk ook omdat je al zegt.. ehm.. Je zegt ik merk niet echt wat van die grote drukte. En je komt in barren waar misschien hetzelfde publiek komt en dan is het denk ik wel logisch toch dat het je niet opvalt. Dat het niet opvalt. I: Zijn er plekken hier in de buurt waar je graag komt, of plekken juist die je liever overslaat? R: (Stilte) I: Dit kan van alles zijn. Het hoeft niet perse een winkel zijn of.. R: Er zijn in ieder geval geen plekken waar ik liever niet kom. Ik voel mij nergens onveilig of zo. En het Gerard Douwplein vind ik altijd leuk om daar te zijn. Omdat daar natuurlijk veel gebeurd, vooral op de vrijdag of in de avond. Ik vind de Ferdinand Bolstraat leuk om over heen te lopen. Alle winkels weet je wel, alle mensen, wat gezelligheid als ik een boodschapje ga doen. In de zomer is het Sarphatipark ook erg leuk. Ik denk dat ik gewoon ook wel saai en simpel ben, want het zijn juist de straten waar het allemaal een beetje gebeurd. I: Niet voor niks dan toch? R: (haha er wordt gelachen) Ja precies, het zal dan wel niet voor niks zijn. I: En voel je je hier thuis? R: Nu wel ja. I: Vertel. R: Nou dat kan ik niet echt uitleggen, dat is gewoon een gevoel en een emotie denk ik. Het is omdat je meer de buurt leert kennen weet je wel. Ik heb me hier nu lekker genesteld, dit huis voelt ook als thuis. Het duurde wel even. I: O ja? Had je daar wel even moeite mee?

47

R: Ja ik had in het begin, ik kom dan natuurlijk van mijn ouders en dan was ik hier en dan zei ik: Ik ga weer naar huis, naar Nunspeet. En dat was dan ook nog wel echt thuis. Het was meer hier logeren. En nu als ik naar Nunspeet ga, ga ik ook echt naar Nunspeet en als ik weer weg ga dan ga ik ook echt naar huis. Je nestelt je hier, je bouwt hier een vriendennetwerk op, je hebt je hockeyteam hier. I: Deze vraag heb je dus eigenlijk al beantwoord. Maar toen je hier kwam wonen identificeerde je toen meer of minder met het publiek dat hier aanwezig is? Of misschien moet ik het anders zeggen: Hoe identificeerde je je met je omgeving toen je hier kwam wonen. De mensen die hier liepen etc. Ben je je hier meer gaan thuis voelen? R: Ja sowieso, toen ik hier in het begin rondliep dat ik een beetje onwennig was. De mensen die hier uitgaan zijn toch een beetje... niet perse arrogant, maar allemaal hippe mensen en ze hebben het goed voor elkaar en vrienden en sociaal is iedereen heel makkelijk en dat was misschien wel een beetje wennen. I: Alsof je weer begint in de brugklas (er wordt gelachen) R: Ik kom natuurlijk uit een boerendorpje, maar langzamerhand komt dat allemaal wel. Je maakt vrienden en je begint je omgeving steeds beter te leren kennen. Je voelt je steeds meer Amsterdammer. I: Je zei net ook al dat dat een gevoel is, of je je thuis voelt of niet. Maar ik denk dat het ook een gevoel is of je Amsterdammer bent of niet. Ik denk niet dat dat een kenmerk moet hebben. Deze opleiding moet hebben gedaan of deze hoeveelheid moet verdienen. I: En als ik je vraag om De Pijp een cijfer te geven, welk cijfer je het dan geven? Toen je hier net kwam wonen. R: Ik denk wel redelijk hoog. Ik denk wel een 9. Zeker vergeleken met Nunspeet. Maar het is misschien ook wel een cijfer in combinatie met mijn leeftijd nu en de fase van mijn leven nu. Want ik kan mij voorstellen dat mijn ouder bijvoorbeeld de Pijp geen 9 zullen geve snap je. I: Waarom zal dat zijn denk je? R: Omdat zij wat ouder zijn, ze hoeven niet uit te gaan en niet al die drukte. Zij zullen juist Nunspeet een 9 geven en geven de Pijp een 6. En voor mij is het nu in deze levensfase, nu je jong bent en een soort student is De Pijp gewoon een hele leuke buurt. I: Kan ik daar uit op maken dat zo'n hoog cijfer is gebaseerd op voorzieningen die er zijn, de bereikbaarheid, de drukte, de gezelligheid jou cijfer bepalen? R: Ja dat kan je wel zo stellen. I: En ik vraag mij af, zet jij je in voor.. Je geeft aan dat je het prettig wonen vind hier en dat dat fijn is. Ik vraag mij af of je je ook inzet voor de buurt om dat prettige leefklimaat te behouden? R: Nee. Ik ben niet ergens actief of zo. I: Weet je wel of dat dat er is? R: Ik heb mij hier niet heel erg in verdiept. Maar dat zal er wel moeten zijn denk ik. Iets van buurtgroepen of groepen die zich inzetten voor de buurt. We doen wel aan afvalscheiding en het schoonhouden van je straat, maar dat is misschien iets meer vanuit het milieu. Maar het is nou niet zo dat als ik een zakje op de grond zie liggen dat ik even mijn bezem pak en de straat ga schoonvegen. Daar hou ik mij niet echt mee bezig. I: Maar dat kan natuurlijk ook in combinatie zijn met, ik zeg maar wat hoor, met eenzaamheid bijvoorbeeld. Daar hou je je niet mee bezig?

48

R: Nee dat niet. I: Waarom? R: Nou ik denk dat ik mijzelf daar nog niet in heb verdiept. Ik ben nog steeds de buurt een beetje aan het verkennen en ik heb er eigenlijk nog niet echt naar gezocht. Op dit moment gaat het echt als een rollercoaster en ik doe veel leuke dingen. Ook ben ik natuurlijk druk bezig met mijn muziek, dus ik heb daar niet echt de tijd voor. Ik weet niet, ik ben er gewoon nog niet mee bezig geweest. Misschien wel over vijf jaar dat ik daar veel meer voor zou doen. Ik denk dat ik eerst een grotere en sterkere band moet hebben met de buurt en dat ik daar gewoon nog niet lang genoeg hier woon. Ik kan mij voorstellen dat als je hier je hele leven woont je er makkelijkere voor inzet. Dat je meer begaan bent met de buurt. I: En hoe zit dat dan met je trapopgang? Heb je wel contact met je naaste buren? R: Ehm, ja op zich wel. De buren hieronder spreken we niet zoveel omdat die ook een eigen ingang hebben aan de straat. Als we dien zien dat groeten we elkaar wel gewoon. En de buren hierboven en daarboven als we die zien dan maken we wel gewoon een praatje. Die jongen hierboven had een keer een gaslek en dat gingen we dan gezamenlijk oplossen en dat zorgt dan wel voor een soort band. I: Je vertelde net dat het hier eigenlijk heel rustig is en dat je in de luwte van de stad zit. En dat het Gerard Douwplein en het Sarphatipark wel druk is. Daarnaast zijn er ook veel, als je naar de cijfers kijkt, zijn het aantal toeristische bezoeken de afgelopen jaren sterk gestegen. Merk jij wat van de aanwezigheid van deze toeristen? R: Ik merk zeker dat er toeristen aanwezig zijn. Zoals ik al zei bij de Albert Cuypmarkt is het echt wel heel druk qua toeristen. Er lopen veel mensen daar. En ik heb het idee dat deze markt ook wel echt gericht is op toeristen. Qua de tentje die er zijn, stroopwafeltentjes, tompoucen-kraam, weet ik veel, noem maar op. En als ik dan op deze markt loop en ik zie een haring kar naast een stroopwafelkar staan en bij de eerste is geen rij en bij de tweede een hele lange, dan weet je gewoon dat dit allemaal toeristen zijn. Dat zie je gewoon. I: Ja je kan ze wel goed herkennen? R: Ja gewoon met die mutsen op met 'I Love Amsterdam' en helemaal dik ingepakt, camera erbij. Maar je merkt het wel en dat is eigenlijk, ja dat is wel een plek waar je merkt dat er veel toeristen zijn. Het klinkt misschien gek, maar ook bij de McDonalds merk je dat er veel toeristen zijn. Maar dan op het Gerard Douwplein, heb je niet echt het idee alsof je tussen een horde toeristen loopt. En natuurlijk als je langs de Heineken Experience zie je ook veel toeristen. Dus je merkt wel dat er veel toeristen zijn, maar wel echt bij de toeristische attracties. En of dat is gestegen, dat geloof ik zeker, maar ik woon er nog maar een jaar. En ik vind het moeilijk om te bepalen of dat nou echt is gestegen. I: Ik snap heel goed dat het moeilijk is om daar een oordeel over geven. Maar hoe is je ervaring met de toeristen? Kom je bijvoorbeeld wel eens in contact met ze? R: Ja tuurlijk, als ze bijvoorbeeld de weg vragen of waar de Heineken Experience zit. Maar voor de rest eigenlijk niet. I: Kan ik daar uit concluderen dat de ervaring met toeristen positief is? Dat hoeft niet per se face-to- face contact te zijn, maar dat kan ook zijn gedragingen of geluid. R: Ik heb in ieder geval nog nooit een negatieve ervaring gehad met een toerist. Het is altijd wel onschuldig zoals de weg vragen zoals ik al zei. Nou dat vind ik niet vervelend. Ik help dan iemand graag. Ik wordt ook graag geholpen als ik in een vreemd land ben. En ik merk wel eens dat er op bijvoorbeeld op vrijdag een drankje gaan drinken en dat toeristen dan zingend door de straat lopen. Dat is soms een beetje irritant als je bijvoorbeeld een beetje rust wil. Nu ben ik niet een persoon die

49 heel veel geeft om rust of zo, maar als je net wil slapen dan kan ik mij voorstellen dat dit vervelend is. Maar dan weet ik niet eens zeker of het toeristen zijn of mensen uit de buurt. Alleen op de Albert Cuypmarkt is het weleens vervelend omdat het dan echt heel druk is en je er niet langs kan. Maar voor de rest heb ik totaal geen negatieve ervaringen met toeristen. I: We hadden het eerder over de winkels en voorzieningen die je vaak bezoekt, en je woont er natuurlijk nog maar kort. Maar merk je veranderingen in het winkel- en of voorzieningenaanbod door de toenemende aantallen toeristen. Zijn er winkels bijgekomen die zich meer focussen op toeristen? R: Ehm.. (stilte) nee. Niet dat het mij is opgevallen.

*Er is kort nog een persoonlijk gesprekje en het interview wordt afgesloten*

50

Respondent 2 Formatted: Font: Bold I = interviewer R = respondent I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat. Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind. I:Hoe lang woon je hier nu in De Pijp? R: Ongeveer een jaartje I: En hoe oud ben je? R: Ik ben 23 jaar oud. I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: Ik deed leisure management, maar daar ben ik mee gestopt. I: Wat is je beroep? R: Ik ben muzikant. I: Hoe ziet de samenstelling van het huishouden eruit? R: Ik woon hier samen met mijn vriendin. Geen kinderen of huisdieren o.i.d. I: Hoe ben je tot de beslissing gekomen om hier in De Pijp te komen wonen? Hoe ben je hier terecht gekomen? R: Nou ik denk een beetje geluk. Maar ik heb hier familie wonen en die zeiden altijd, je moet in West wonen of in De Pijp. Daar is het het gezelligst. En we hebben in deze twee delen gezocht naar een huis, en het dit kwamen als eerste tegen. Het is niet zo dat wij perse een huis in De Pijp zochten. I: En je zegt dat familie en vrienden zeiden van nou de Pijp en West is echt wel het gezelligst. Maar vind je, als we naar De Pijp kijken, wat spreekt je dan zo aan? R: Ehm, de locatie waar ik nu woon vind ik zo mooi omdat alles dichtbij is. Ik kan naar West fietsen in 10 minuten, ik kan ook naar Oost en Zuid in 10 minuten fietsen. En in het centrum ben ik in 5 minuten. Het ligt echt heel centraal. En hier om ons heen zit je echt wel een beetje in het happening van Amsterdam, maar zonder echt de drukte van de binnenstad.

*Korte onderbreking door bel. Interview wordt op pauze gezet. Hierna is het interview hervat met een kleine recap van de laatst gestelde vraag plus kleine samenvatting. De respondent beantwoord de vraag verder* Het ligt dus heel centraal, ook met de Noord-Zuid lijn die net is geopend. Hiermee kun je heel snel alle kanten op. En ik vind het gewoon gezellig. Ik woon vlak bij de Ferdinand Bolstraat waar alle winkels

51 zijn. Ik kan kleren kopen daar. En er zitten alle winkels die ik nodig heb. En hiernaast zit dan het Gerard Douwplein, waar je in de avond kunt stappen. Je merkt gewoon dat je in een bruisend gedeelte van Amsterdam zit. I: Je zei net wel dat je een beetje in de luwte zit van de binnenstad, maar het is niet zo dat je hier die drukte hebt. R: Nee het is niet zo dat als ik hier de fiets pak op vrijdagavond en ik fiets echt naar de Dam, dan merk je echt dat hoe dichter je bij de Dam komt hoe toeristen en mensen je tegenkomt. Ik heb het gevoel hier in de Pijp.. Er zijn wel veel toeristen, maar het is niet te vergelijken met de plekken dichter bij het centrum. En dat noem ik ook echt het centrum. En hier is het gewoon wat meer inwoners van amsterdam denk ik. I: Merk je, je vertelde net over het Gerad Douwplein en het Sarphatipark zit hier natuurlijk in de buurt samen met de Heineken Experience. Merk je veel van die bezoekers? De Heineken Experience is een van de grote toeristentrekkers van Amsterdam. Sarpahati park heeft enkele miljoenen bezoekers per jaar. Merk je daar iets van? R: Ehm, nee. Eigenlijk niet denk ik. je merkt wel dat het op de Alber Cuypmarkt heel druk is, misschien dat die van de Heineken Experience komen. I: Dat ligt natuurlijk in de straat hierachter (e.d. Albert Cuypmarkt) R: Ja, dat klopt en daar merk je wel dat je veel Engels hoort. Of andere talen, maar opzicht van de Heineken Experience zelf merk ik niet veel denk ik. Ik zou niet weten of dat een verschil uitmaakt. Maar dat zou natuurlijk ook kunnen komen omdat er in deze straat niks te doen is voor toeristen. Dus in deze straat komen ze niet echt. ------I: En je zei het net natuurlijk ook al, die Albert Cuypmarkt, welke winkels bezoek je hier zelf en hoe vaak? R: Natuurlijk alle winkels voor mijn dagelijkse behoeftes. Dus de supermarkten, de Etos. I: Zitten die hier in de buurt? R: Ja, de Etos zit hier direct tegenover mij en de Kruidvat zit vlak voor het Marie Heinekenplein. En voor de rest ga ik wel eens naar Basquets, een kledingwinkel. Maar ook genoeg Febo's (haha er wordt gelachen). Alles waar je lekker eten kan halen en kroegen. Maar dat zijn natuurlijk niet echt winkels. Voor de rest niks eigenlijk. I: Heb je specifieke redenen waarom je deze winkels bezoekt? Is het gewoon handig dat deze winkels in de buurt zijn of kies je specifiek die winkels uit? In de trend van, ik vind dit een prettige winkel en daarom kies ik specifiek deze winkel uit.

R: Nee, dat heb ik niet heel erg. Ik denk met supermarkten, maakt het mij ook niet zoveel uit. De ene keer ga ik naar de Dirk, de andere keer naar de COOP en weer een andere keer naar de Jumbo. Het is maar net waar ik een beetje zin in heb. De Dirk heeft weer een groter assortiment dan de Jumbo. Maar de Jumbo is weer dichterbij. En ja, zo maak ik een beetje mijn afweging. En ook of ik naar de Kruidvat of de Etos ga maakt mij niet zoveel uit. Het is maar net wat ik nodig heb en waar ik het dichtstbij zit. En qua kleding ga ik wel speciaal naar specifieke winkels. Dat vind ik gewoon belangrijk en dat ze daar leuke kleding hebben.

52

I: En als we kijken naar jou tevredenheid over het aanbod van winkels. Hoe oordeel je daarover? Hoe tevreden ben je daar over? R: Zeer tevreden! Ze hebben eigenlijk alles wat ik nodig heb. I: Ik had het net over winkels. Maar als je dan naar de voorzieningen kijkt. Dus barretjes, een karaokebar of een bowlingbaan. Ik zeg maar wat. Bezoek je die ook in de Pijp? Of ga je de Pijp uit? R: Ja, barretjes, cafes en restaurants bezoek ik wel in de Pijp. Ik denk dat je wel weet welke bars en cafes ik bedoel. (De interviewer is hier bekend mee). Ik weet niet of hier een bowlingbaan zit. I: (Er wordt gelachen) Ja, dat was maar een voorbeeld. R: En van zaken als karaoke hou ik ook niet zo van. Maar als ik een keer een hapje ga eten doe ik dat in de buurt. En ook als ik een drankje ga drinken in een cafe dan doe ik dat ook in de buurt. I: Die zijn dus wel goed vertegenwoordigd? R: Ja, die zijn zeker goed vertegenwoordigd. I: En wat voor (interviewer hapert), misschien is dit wat persoonlijk, maar wat voor een publiek komt daar volgens jou? Dus hoe zoek je die barretjes en restaurants uit? R: Ehm, nou er zijn wel een aantal namen van barretjes die je van andere hoort weet je wel. Als je hier bij het Gerard Douwplein komt, dan weet je gewoon De Groene Vlinder, De Tulp en Het Paardje zijn wel de drie bekendste zeg maar. Dus dan zoek je die automatisch wat meer op. Maar ik ben ook best wel vaak gewoon bij andere kroegen geweest waar het er gewoon druk of leuk uitzag en dan ga je daar naar binnen. Ik denk echt dat dat ook een beetje van mond tot mond gaat. I: En wat voor een mensen bezoeken dan die cafe's als Het Paardje? R: Bedoel je het verschil tussen het publiek van Het Paardje en De Vlinder? I: Nee, je hebt De Vlinder enzo en daar hoor je via via van en dan vraag ik mij af komen daar mensen naartoe die ook in de buurt wonen of hoe zit dat? R: Nah, ik weet niet zeker. Maar ik denk voornamelijk mensen uit De Pijp. Maar ook wel mensen van buitenaf. Overal uit Amsterdam wel. Ik ga ook wel eens naar West om naar een bar of een ding te gaan. Maar het zijn over het algemeen wel Amsterdammers. Of mensen die in Amsterdam wonen in ieder geval. Geen toeristen. I: En ik vroeg net al over de tevredenheid van de de aanwezige winkels. En ik heb eigenlijk dezelfde vraag over de voorzieningen. R: Ook tevreden. Ik ben niet zo'n moeilijk persoon met uitgaan. Ik wil gewoon en gezellige kroeg of cafe en die zijn hier genoeg, dus dat is voor mij helemaal top.

I: Je woont hier nog niet zo lang, een jaar. Maar sinds je hier bent komen wonen, heb je al veranderingen opgemerkt ten opzichte toen en nu qua winkels en aanbod van winkels. R: Nou qua winkels niet echt. Er is niet echt, ik kan mij serieus niks herinneren. Het enige nieuwe is die pepernotenwinkel. En voor de rest is eigenlijk alles hetzelfde gebleven dit jaar. Alleen ja de grootste verandering is natuurlijk de Noord-Zuid lijn. Dat is echt wel een hele belangrijke lijn geworden voor de mensen die hier in De Pijp wonen. I: Wat voor een veranderingen merk je daar aan?

53

R: Ik merk, voor mijzelf, het reizen is gewoon een stuk makkelijker. Eerst was Zuid voor mij best wel lastig bereikbaar. Ik moest helemaal met de tram naar Museumplein en dan met de bus en ik was echt wel dik 20 minuten onderweg. En nu is het letterlijk vijf minuten met de metro. Dus het is heel makkelijk. Het reizen naar de grote stations zoals Centraal en Zuid is echt heel makkelijk. I: Maar qua winkels zie je niet echt veranderingen? R: Nou er zal vast wel iets zijn veranderd. Maar niet per se dat dat mij heel erg is opgevallen denk ik. I: En eigenlijk hetzelfde voor die voorzieningen. Barren, restaurants, zie je daar nog veranderingen in sinds je hier bent komen wonen? R: Nee, eigenlijk niet. Ik kan mij wel voorstellen dat er in de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld veel is veranderd. Want volgens mij is het wel een buurt dat juist heel erg aan het groeien is en heel hip aan het worden is. Want ik heb wel veel verhalen gehoord dat hier drie jaar geleden echt niks te beleven was. Maar ja, daar woon ik hier gewoon nog niet lang genoeg voor. Het afgelopen jaar is in ieder geval niet iets veranderd wat ik heb gezien. I: Ook geen veranderingen in publiek of iets dergelijks? R: Nee. Zou kunnen zijn dat het wat drukker is met toeristen doordat het makkelijker te bereiken is met de Noord Zuid lijn. Het is mij niet perse opgevallen. ------I: Ik wil het graag met je hebben over hoe jij deze omgeving ziet, en hoe je je daar mee identificeert. Want met het publiek, hoe identificeer jij je daar mee? Je zei al, de mensen in de barren zijn vooral mensen die uit Amsterdam komen en uit De Pijp, hoe zie jij dat? Identificeer jij je met deze personen? R: (stilte) mijzelf? I: Ja. R: Ik denk dat het een beetje hetzelfde soort mensen zijn. Gewoon een beetje zoals wij, toch? Ja, ik denk het wel. Gewoon een beetje normale mensen. Ja dit is een lastige vraag. I: Het is inderdaad een lastige vraag. R: Ja uiteindelijk zijn we allemaal anders. I: Ja het is natuurlijk ook omdat je al zegt.. ehm.. Je zegt ik merk niet echt wat van die grote drukte. En je komt in barren waar misschien hetzelfde publiek komt en dan is het denk ik wel logisch toch dat het je niet opvalt. Dat het niet opvalt. I: Zijn er plekken hier in de buurt waar je graag komt, of plekken juist die je liever overslaat? R: (Stilte) I: Dit kan van alles zijn. Het hoeft niet perse een winkel zijn of.. R: Er zijn in ieder geval geen plekken waar ik liever niet kom. Ik voel mij nergens onveilig of zo. En het Gerard Douwplein vind ik altijd leuk om daar te zijn. Omdat daar natuurlijk veel gebeurd, vooral op de vrijdag of in de avond. Ik vind de Ferdinand Bolstraat leuk om over heen te lopen. Alle winkels weet je wel, alle mensen, wat gezelligheid als ik een boodschapje ga doen. In de zomer is het Sarphatipark ook erg leuk. Ik denk dat ik gewoon ook wel saai en simpel ben, want het zijn juist de straten waar het allemaal een beetje gebeurd. I: Niet voor niks dan toch?

54

R: (haha er wordt gelachen) Ja precies, het zal dan wel niet voor niks zijn. I: En voel je je hier thuis? R: Nu wel ja. I: Vertel. R: Nou dat kan ik niet echt uitleggen, dat is gewoon een gevoel en een emotie denk ik. Het is omdat je meer de buurt leert kennen weet je wel. Ik heb me hier nu lekker genesteld, dit huis voelt ook als thuis. Het duurde wel even. I: O ja? Had je daar wel even moeite mee? R: Ja ik had in het begin, ik kom dan natuurlijk van mijn ouders en dan was ik hier en dan zei ik: Ik ga weer naar huis, naar Nunspeet. En dat was dan ook nog wel echt thuis. Het was meer hier logeren. En nu als ik naar Nunspeet ga, ga ik ook echt naar Nunspeet en als ik weer weg ga dan ga ik ook echt naar huis. Je nestelt je hier, je bouwt hier een vriendennetwerk op, je hebt je hockeyteam hier. I: Deze vraag heb je dus eigenlijk al beantwoord. Maar toen je hier kwam wonen identificeerde je toen meer of minder met het publiek dat hier aanwezig is? Of misschien moet ik het anders zeggen: Hoe identificeerde je je met je omgeving toen je hier kwam wonen. De mensen die hier liepen etc. Ben je je hier meer gaan thuis voelen? R: Ja sowieso, toen ik hier in het begin rondliep dat ik een beetje onwennig was. De mensen die hier uitgaan zijn toch een beetje... niet perse arrogant, maar allemaal hippe mensen en ze hebben het goed voor elkaar en vrienden en sociaal is iedereen heel makkelijk en dat was misschien wel een beetje wennen. I: Alsof je weer begint in de brugklas (er wordt gelachen) R: Ik kom natuurlijk uit een boerendorpje, maar langzamerhand komt dat allemaal wel. Je maakt vrienden en je begint je omgeving steeds beter te leren kennen. Je voelt je steeds meer Amsterdammer. I: Je zei net ook al dat dat een gevoel is, of je je thuis voelt of niet. Maar ik denk dat het ook een gevoel is of je Amsterdammer bent of niet. Ik denk niet dat dat een kenmerk moet hebben. Deze opleiding moet hebben gedaan of deze hoeveelheid moet verdienen. I: En als ik je vraag om De Pijp een cijfer te geven, welk cijfer je het dan geven? Toen je hier net kwam wonen. R: Ik denk wel redelijk hoog. Ik denk wel een 9. Zeker vergeleken met Nunspeet. Maar het is misschien ook wel een cijfer in combinatie met mijn leeftijd nu en de fase van mijn leven nu. Want ik kan mij voorstellen dat mijn ouder bijvoorbeeld de Pijp geen 9 zullen geve snap je. I: Waarom zal dat zijn denk je? R: Omdat zij wat ouder zijn, ze hoeven niet uit te gaan en niet al die drukte. Zij zullen juist Nunspeet een 9 geven en geven de Pijp een 6. En voor mij is het nu in deze levensfase, nu je jong bent en een soort student is De Pijp gewoon een hele leuke buurt. I: Kan ik daar uit op maken dat zo'n hoog cijfer is gebaseerd op voorzieningen die er zijn, de bereikbaarheid, de drukte, de gezelligheid jou cijfer bepalen? R: Ja dat kan je wel zo stellen. I: En ik vraag mij af, zet jij je in voor.. Je geeft aan dat je het prettig wonen vind hier en dat dat fijn is. Ik vraag mij af of je je ook inzet voor de buurt om dat prettige leefklimaat te behouden?

55

R: Nee. Ik ben niet ergens actief of zo. I: Weet je wel of dat dat er is? R: Ik heb mij hier niet heel erg in verdiept. Maar dat zal er wel moeten zijn denk ik. Iets van buurtgroepen of groepen die zich inzetten voor de buurt. We doen wel aan afvalscheiding en het schoonhouden van je straat, maar dat is misschien iets meer vanuit het milieu. Maar het is nou niet zo dat als ik een zakje op de grond zie liggen dat ik even mijn bezem pak en de straat ga schoonvegen. Daar hou ik mij niet echt mee bezig. I: Maar dat kan natuurlijk ook in combinatie zijn met, ik zeg maar wat hoor, met eenzaamheid bijvoorbeeld. Daar hou je je niet mee bezig? R: Nee dat niet. I: Waarom? R: Nou ik denk dat ik mijzelf daar nog niet in heb verdiept. Ik ben nog steeds de buurt een beetje aan het verkennen en ik heb er eigenlijk nog niet echt naar gezocht. Op dit moment gaat het echt als een rollercoaster en ik doe veel leuke dingen. Ook ben ik natuurlijk druk bezig met mijn muziek, dus ik heb daar niet echt de tijd voor. Ik weet niet, ik ben er gewoon nog niet mee bezig geweest. Misschien wel over vijf jaar dat ik daar veel meer voor zou doen. Ik denk dat ik eerst een grotere en sterkere band moet hebben met de buurt en dat ik daar gewoon nog niet lang genoeg hier woon. Ik kan mij voorstellen dat als je hier je hele leven woont je er makkelijkere voor inzet. Dat je meer begaan bent met de buurt. I: En hoe zit dat dan met je trapopgang? Heb je wel contact met je naaste buren? R: Ehm, ja op zich wel. De buren hieronder spreken we niet zoveel omdat die ook een eigen ingang hebben aan de straat. Als we dien zien dat groeten we elkaar wel gewoon. En de buren hierboven en daarboven als we die zien dan maken we wel gewoon een praatje. Die jongen hierboven had een keer een gaslek en dat gingen we dan gezamenlijk oplossen en dat zorgt dan wel voor een soort band. I: Je vertelde net dat het hier eigenlijk heel rustig is en dat je in de luwte van de stad zit. En dat het Gerard Douwplein en het Sarphatipark wel druk is. Daarnaast zijn er ook veel, als je naar de cijfers kijkt, zijn het aantal toeristische bezoeken de afgelopen jaren sterk gestegen. Merk jij wat van de aanwezigheid van deze toeristen? R: Ik merk zeker dat er toeristen aanwezig zijn. Zoals ik al zei bij de Albert Cuypmarkt is het echt wel heel druk qua toeristen. Er lopen veel mensen daar. En ik heb het idee dat deze markt ook wel echt gericht is op toeristen. Qua de tentje die er zijn, stroopwafeltentjes, tompoucen-kraam, weet ik veel, noem maar op. En als ik dan op deze markt loop en ik zie een haring kar naast een stroopwafelkar staan en bij de eerste is geen rij en bij de tweede een hele lange, dan weet je gewoon dat dit allemaal toeristen zijn. Dat zie je gewoon. I: Ja je kan ze wel goed herkennen? R: Ja gewoon met die mutsen op met 'I Love Amsterdam' en helemaal dik ingepakt, camera erbij. Maar je merkt het wel en dat is eigenlijk, ja dat is wel een plek waar je merkt dat er veel toeristen zijn. Het klinkt misschien gek, maar ook bij de McDonalds merk je dat er veel toeristen zijn. Maar dan op het Gerard Douwplein, heb je niet echt het idee alsof je tussen een horde toeristen loopt. En natuurlijk als je langs de Heineken Experience zie je ook veel toeristen. Dus je merkt wel dat er veel toeristen zijn, maar wel echt bij de toeristische attracties. En of dat is gestegen, dat geloof ik zeker, maar ik woon er nog maar een jaar. En ik vind het moeilijk om te bepalen of dat nou echt is gestegen.

56

I: Ik snap heel goed dat het moeilijk is om daar een oordeel over geven. Maar hoe is je ervaring met de toeristen? Kom je bijvoorbeeld wel eens in contact met ze? R: Ja tuurlijk, als ze bijvoorbeeld de weg vragen of waar de Heineken Experience zit. Maar voor de rest eigenlijk niet. I: Kan ik daar uit concluderen dat de ervaring met toeristen positief is? Dat hoeft niet per se face-to- face contact te zijn, maar dat kan ook zijn gedragingen of geluid. R: Ik heb in ieder geval nog nooit een negatieve ervaring gehad met een toerist. Het is altijd wel onschuldig zoals de weg vragen zoals ik al zei. Nou dat vind ik niet vervelend. Ik help dan iemand graag. Ik wordt ook graag geholpen als ik in een vreemd land ben. En ik merk wel eens dat er op bijvoorbeeld op vrijdag een drankje gaan drinken en dat toeristen dan zingend door de straat lopen. Dat is soms een beetje irritant als je bijvoorbeeld een beetje rust wil. Nu ben ik niet een persoon die heel veel geeft om rust of zo, maar als je net wil slapen dan kan ik mij voorstellen dat dit vervelend is. Maar dan weet ik niet eens zeker of het toeristen zijn of mensen uit de buurt. Alleen op de Albert Cuypmarkt is het weleens vervelend omdat het dan echt heel druk is en je er niet langs kan. Maar voor de rest heb ik totaal geen negatieve ervaringen met toeristen. I: We hadden het eerder over de winkels en voorzieningen die je vaak bezoekt, en je woont er natuurlijk nog maar kort. Maar merk je veranderingen in het winkel- en of voorzieningenaanbod door de toenemende aantallen toeristen. Zijn er winkels bijgekomen die zich meer focussen op toeristen? R: Ehm.. (stilte) nee. Niet dat het mij is opgevallen.

*Er is kort nog een persoonlijk gesprekje en het interview wordt afgesloten*

Formatted: Font: Bold I = interviewer R = respondent I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat. Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind. I: Hoelang woon je hier al? R: Vanaf 11 november, 2017. Dus nu een jaar en twee weken. I: Hoe oud ben je? R: Ik ben 22 I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: Ik heb mavo gedaan. Daarna heb ik schoonheidsspecialiste gedaan, niveau 4. En daarna een cursus tot visagiste.

57

I: Wat is je beroep? R: Ik werk nu als visagist bij een internetwinkel I: Waar bestaat het huishouden uit? R: Ik woon hier samen met mijn vriend ------I: Om te beginnen, hoe ben je tot de beslissing gekomen om hier te gaan wonen? R: Nou wij wilde samen wonen, het liefst in Amsterdam en het maakte ons niet heel veel uit waar we gingen wonen. Als het maar wel binnen de ring was. We hebben vooral in West gekeken, en toevallig in De Pijp gekeken en toen werd het dit huis. I: En wat sprak je zo aan? R: Toch wel de gezelligheid van de buurt en de ligging in Amsterdam. I: En wat houdt die gezelligheid voor jou in? R: Het leeft heel erg. Leuke winkels, leuke plekjes om te eten en te drinken. En ook wel de mensen, los van de toeristen. I: Je zegt al meteen los van de toeristen. R: Nou niet meteen negatief, maar op bepaalde plekken komen mensen die hier wonen en op andere plekken komen de toeristen.

I: En wat voor een plekken zijn dat? Kan je daar voorbeelden van geven? R: Ehm, ja. De Albert Cuyp is wel echt een plek waar toeristen komen. De Heineken Expierence en dat lopen ze een beetje buiten. En daartussen bevinden zij zich een beetje. En echt de leuke plekjes kennen de toeristen niet, dus als je die kent als bewoner van De Pijp dan kom je die daar niet tegen. I: En welke winkels zijn dat dan die je bezoekt? En hoe vaak bezoek je die? R: Vaak. een keer per week. Dan ga ik met vriendinnen wat drinken ofzo. En de winkels zitten niet echt in een straatje. Die moet je wel echt opzoeken, kennen. I: Welke specifieke straten zijn dat dan? R: Gerard Douwstraat, en bij het Sarphatipark heb je ook een aantal leuke winkeltjes en restaurantjes. I: En die kies je specifiek uit, omdat je net heel duidelijk zei toeristen, omdat daar dan geen toeristen zijn? R: Nee, dat niet. Het trekt me aan en het is lekker dicht bij. I: Als je zegt van, de mate van aanbod van de type winkels die je graag bezoekt, hoe tevreden ben je over het aanbod? R: Is prima. En als ik iets zoek wat hier niet aanwezig is, dan ben ik zo in een andere buurt waar ze het wel hebben.

58

I: Er is dus sprake van een goede bereikbaarheid? R: Ja. I: En, je zei het net al een beetje. Maar betreft de voorzieningen in de buurt. Dus barren en restaurants in de buurt. Bezoek je die ook in de buurt? R: Ja, als ik met mijn vriend uit eten ga dan wel. En vrienden wonen op verschillende plekken. Dus dan gaan we de ene keer in De Pijp en de andere keer niet. I: Hoe kies je die uit die restaurants? R: Ik hoor via vrienden die hier wonen welke restaurants leuk zijn. Op internet zoeken en soms loop je rond en dan zie je iets leuks en dan ga ik daar naartoe. I: Sinds je hier bent komen wonen, dat is nu dus een jaar, wat vrij kort is. Maar heb je al veranderingen gemerkt in het voorzieningen aanbod of het winkel aanbod? R: eeeehhmmm. I: Zijn er bijgekomen of juist weggegaan? R: Er zijn wel een aantal dingen bijgekomen. Maar ik vind niet dat het heel erg veranderd is. Weinig, misschien een of twee winkels die erbij zijn gekomen.

I: Je zei natuurlijk al dat als je naar een restaurant gaat, of naar een winkel dan hoor ik dat van vrienden of ik zoek het op internet op. Maar toen je hier kwam wonen, was dat toen ook al zo dat je zo aan je plekken kwam? R: Ja, vanaf het begin af aan wel ja. We hadden hier al familie en vrienden wonen, dus die konden ons ook een beetje wegwijs maken. I: Ik wilde het ook graag met je hebben over deze plek en waar je je thuis voelt. Of in ieder geval hoe jij je omgeving beleeft. Kan jij mij vertellen wat voor een mensen je ziet rondlopen? R: Ik denk dan vooral aan de Ferdinand Bolstraat als ik daar overheen loop, dat je dan heel veel verschillende mensen rond ziet lopen. En dus dan de toeristen. I: Die pik je er wel makkelijk uit? R: Ja die pik je er wel makkelijk uit ja. Vaak ook in groepjes. Niet vervelend of wat dan ook. Maar die pik je er gewoon makkelijk uit. En ook wel veel oudere mensen, waaraan je ziet dat die er al wel hun hele leven wonen. En veel studenten en jong volwassenen. I: En je denkt alleen aan de Ferdinand Bolstraat. Als we dan alleen die Ferdinand Bolstraat nemen, identificeer je dan met die mensen? R: Ja, ik denk het wel. I: Het is een goede afspiegeling van wie jij bent? R: Ja. I: En zijn die plekken die je bezoekt die restaurant etc, plekken waar je graag komt, zijn er ook plekken waar je niet graag komt? Het hoeft geen betrekking te hebben op onveiligheid, maar dat kan van alles zijn.

59

R: Nou we wonen dan wel aan de kant van de Ferdinand Bol en niet aan de kant van de Van Wou. Maar aan de kant van de Van Wou kom ik eigenlijk nooit, en als ik daar ben dan denk ik gelijk: Nou daar hoef ik niet nog een keer te komen, want er zitten heel veel eettentjes. En als je daar komt is het dan puur voor de eettentjes. I: Dus eigenlijk zijn heeft het niks te bieden voor wat jij zoekt? R: Ja klopt. Maar ik voel mij nergens onveilig. I: En voel je je hier dan wel thuis? R: Ja, ja. I: En waarom dan? R: Nou ik zou eigenlijk niet weten waarom niet. Fijn huis, alles is makkelijk te bereiken. Ov is nu ook makkelijker, zeker voor mijn werk. Daarvoor moet ik naar Amsterdam Zuid. Dus dat is makkelijk met de Noord-Zuid lijn. Ja ik woon hier gewoon fijn. I: En je zei over de Noord-Zuid lijn dat het makkelijker bereikbaar is. Merk je dat dat invloed heeft op de drukte hier? R: Een heel klein beetje. Vooral in de spits. Maar voor de rest heb ik niet echt het gevoel dat het hier drukker is geworden.

I: Dus we hebben het een beetje gehad over wat je graag bezoekt en wie er komen. En als je daar een cijfer aan zou moeten verbinden. Welk cijfer zou je dan geven? R: Een 8,5 I: En waarom dan een 8,5? R: Er kunnen altijd dingen beter... Ehm... I: Heb je daar specifieke voorbeelden van? R: Ja, vooral in deze straat. Je kan bijvoorbeeld je fiets moeilijk kwijt en dat vind ik wel vervelend. I: Want er staan heel veel fietsen? R: Er staan heel veel fietsen, er zijn te weinig plekken om fietsen neer te zetten. Dus mensen zetten ze dan op de stoep en ik moet daar dan met mijn koffer langs. En dan moet ik omlopen om er langs te kunnen. Dus een 10 is het nooit, een 9 vind ik dan te hoog. En ik woon hier gewoon fijn dus daarom een 8,5. I: Je woont hier dus een jaar. Maar toen je hier net kwam wonen, identificeerde je je toen meer met het publiek dat hier is of minder? R: Een jaar geleden? I: Ja. Ben je persoonlijk veranderd of zoek je andere plekken op? R: Nou toen we hier net woonde, zochten we een beetje de standaard dingen op in De Pijp, maar dat hebben we nu wel een beetje gezien.

60

I: Wat zijn die standaard plekken? R: Standaard eet plekjes, standaard winkeltjes. Dus dan ga je gewoon rondjes lopen om nieuwe dingetjes te ontdekken. I: Wat was je leukste ontdekking? R: Een wijnbarretje bij het Sarphatipark. Heel klein en schattig waar je nooit naar binnen zou gaan en nu dus wel. I: En welk cijfer gaf je De Pijp toen je hier net kwam wonen? R: Nou dan een 8. Alles is nog steeds hetzelfde. Alleen door de Noord-Zuid lijn geef ik nu een halve punt hoger. Puur omdat ik mij nu makkelijker kan bewegen en overal sneller ben. I: Ik denk dat ik dus wel kan zeggen dat je je hier thuis voelt en dat je het prettig vind om hier te wonen. Zet je jezelf ook in om dat leefklimaat te verbeteren voor de buurt? R: Nee, nee. Totaal niet. I: Geen behoefte aan? R: Eerder niet bij stil gestaan eigenlijk. I: Weet je wel of er hier buurtiniatieven zijn? R: Ja die zijn er wel. Omdat vroeger moest je je afval aan de straat zetten bijvoorbeeld. En nu hebben ondernemers zich hard gemaakt voor ondergrondse containers en die zijn er ook gekomen. Dus ik weet dat het er is, maar ik heb mij er eigenlijk nog niet in verdiept. I: En.. naja, ook over die fietsen wat je zei. Die drukte. Is daar al verandering in? Verandering in die rommel? R: Nou bij mij in de straat niet. Maar ik zag in een andere straat wel dat ze auto parkeerplekken weg hebben gehaald voor fietsplekken. Als ze dat zouden door kunnen trekken naar de rest van De Pijp zou dat wel fijn zijn. I: Dus een autoloze pijp? R: Ja dat zou wel fijn zijn. Er komt toch redelijk wat verkeer langs. I: Heb je daar veel last van? R: Nee, alleen soms geluidsoverlast. In de zomer als je alle ramen open hebt en dan is het best wel druk. I: Met mensen die hier buiten zitten? R: Nee, vooral van autos die hier langskomen. I: Geen last van mensen? R: Nee... Nou geen last... I: Maar... R: Het valt mij op dat er in de zomer heel veel AirBnB's zijn. Dat er veel mensen met koffers lopen. En dan denk ik: 'Oh daar is er weer een'.

61

I: Ja? Is er hier veel AirBnB in de buurt? R: Ja ik denk het wel. I: Hier in de straat? R: Ja heel veel in deze straat. I: Vind je dat vervelend? R: Nee dat niet. Want ik heb er geen last van. Maar het valt mij wel op. I: Je bent heel tevreden. Ik wil het graag verder hebben over het toerisme dat zich hier bevind. Hoe ervaar je de aanwezigheid van toeristen hier? R: Ehm, ja die zijn er. Best wel veel. Maar dus op bepaalde plekken. Ja... Ze zijn er. Het zijn er niet meer. Ze zijn er gewoon, en het hoort ook wel een beetje bij De Pijp. I: Is die ervaring veranderd sinds je hier kwam wonen? R: Nee. Niks anders aan. Nah, alleen misschien door de NZ-lijn dat mensen sneller de metro nemen om even naar de Albert Cuypmarkt te gaan. I: Heb je dan wel eens contact met toeristen? R: Nee dat ook niet haha I: Ook niet? Omdat De Pijp een van de drukstbezochte plekken is onder toeristen. Je woont dus op de goede plek. Of ontwijk je ze? R: Ja, dat zou misschien ook wel kunnen. Ik kom ook nooit op de Albert Cuypmarkt. Als ik iets nodig heb dan doe ik dat op momenten wanneer ik weet dat het rustig is. I: Dus je kiest je plekken wel tactisch uit? of meer je tijdstippen.. R: Ja, op een zaterdagmiddag ga ik niet naar de Albert Heijn. I: Je hebt bijna geen contact met toeristen, je ontwijkt ze eigenlijk een beetje. Maar het is niet omdat die toeristen vervelend zijn, het is vooral de drukte die je ontwijkt. En als je dan naar een bar gaat, kies je dan ook specifieke plekken uit om de drukte te vermijden? R: Nou ik weet dat het op bepaalde plekjes heel druk kan zijn. Dus als we daar naar toe zouden willen gaan, dan zou ik reserveren. En anders zou ik iets anders uitzoeken. En die zijn dan misschien wel leuker dan die drukke plekjes. I: En die drukke plekjes, stel je gaat daar voor reserveren. Wat voor een publiek komt daar? R: Veel mensen van mijn leeftijd, tussen de 20 en 30 jaar. ehm... I: Komen ze uit Amsterdam denk je? R: Ja ik denk het wel. En ook wel uit De Pijp. En er zijn ook barretjes en restaurants die ook op andere plekken in Amsterdam zitten. Dus ik denk dat ze wel echt uit de buurt komen. En sommige, daar komen wel de toeristen. Bijvoorbeeld het Marie Heinekenplein. Daar zitten wel heel veel toeristen te eten en te drinken. I: En zoek je die plekken toch wel eens op? R: Ja, vooral in de zomer. Gewoon lekker buiten zitten.

62

I: Dan zoek je wel de drukte op? R: Ja, dan wel. I: Je gaat daar dus niet naar toe omdat daar wel of geen toeristen zijn? R: Nee. Dan hou ik er eigenlijk geen rekening mee.

*Interview wordt afgesloten* Formatted: Dutch (Netherlands)

Respondent 3 Formatted: Font: Bold

Formatted: Font: Bold I: Hoelang woon je al in de Pijp? R: Sinds 2010, dus 8 jaar, bijna 9 jaar I: En hoe oud ben je? R: 31 I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: MBO 4. I: En hoe ziet je huishouden eruit? de samenstelling. R: Ik woon met mijn vriend en mijn zoontje van 9 maanden. I: Gefeliciteerd nog! R: Ja dank je wel (er wordt gelachen). I: En wat is je beroep?

63

R: Ik ben operationeel manager bij Urban Salad, een saladebar uit Amsterdam en Utrecht. I: Bedankt. Dan ga ik nu beginnen met het officiele gedeelte. De eerste vraag: hoe ben je tot het besluit gekomen om in de Pijp te gaan wonen? R: Mijn vriend woonde daar al, en ik ben bij hem ingetrokken destijds. I: En was dat een makkelijke keuze, sprak de Pijp je aan? R: Ik woonde daarvoor trouwens ook al in de Pijp, met vriendinnetjes. De vader van een vriendinnetje had daar een huis gekocht. En toen zijn wij daar met z'n allen gaan wonen. En dat vonden we natuurlijk helemaal geweldig om daar te gaan wonen. I: Ja dat snap ik, en hadden jullie nog invloed op die keuze? R: Nee, daar hadden wij geen invloed op. I: En wat sprak je destijds aan in de Pijp? R: De leuke restaurantjes, al onze vrienden woonden daar toen ook. De markt vonden we toen ook al helemaal geweldig. Het was wel heel cool als je daar woonden. I: En als je dan in de Pijp bent, wat voor winkels bezoek je dan? Waar ga je dan vaak naartoe? R: Bedoel je restaurants of kledingwinkels? I: Ja, eigenlijk allebei. Als je in de Pijp rondloopt, en je gaat boodschappen doen. Of je gaat even wat eten in de buurt. R: Voor boodschappen ga ik naar de Albert Heijn. I: Wat zit die Albert Heijn? R: Op de Stadhouderskade. En aan de andere kant zit er ook een. Daar ga ik heen of naar de Jumbo op de Ferdinandbol. En eten bij wijnbar Boelen of Wijmpje Beukers. Even kijken, voor kleding ga ik ook wel naar de Pijp voor. We are Labels, Noor, dat soort winkeltjes. En verder naar de Duvel, om een borreltje te drinken. I: Dus alles in aanwezig? R: Ja eigenlijk is alles wel aanwezig, ik hoef niet perse de Pijp uit om leuke dingen te doen. I: Dus, ik kan wel stellen dat je vrij tevreden bent over wat er allemaal te vinden is in de Pijp? Was dat ook al toen je er net kwam wonen? R: Ja, ja zeker. Toen was het nog wel wat leuker. Nu ga ik niet meer heel vaak uit. En ga je voornamelijk echt uit eten. Qua uitgaan zit ik niet meer in de kroeg tot vier uur 's nachts. I: Waar ging je dan vroeger naar toe? R: Dan ging ik naar Flinck, ook wel Duvel eigenlijk. En vlinder en de Flamingo. I: En die tijd is nu een beetje vervlogen? R: Ja helaas wel ja (er wordt gelachen) I: Heb je het veel zien veranderen de afgelopen jaren? R: Bedoel je de kroegen? I: Of is je voorkeur veranderd? R: Dat valt wel mee eigenlijk. De mensen worden natuurlijk wel steeds jonger. En er komt steeds meer horeca bij voor mijn gevoel. En er veranderd ook best wel veel in de horeca gelegenheden.

64

I: En vind je dat een positieve verandering? Dat er steeds meer bijkomt? R: Ik vind het op zich wel positief. Wel leuk om telkens wat anders te zien. I: Ja, en het publiek dat daar komt, het jongere publiek? R: Ja, dat is ook prima. Dat zij zo. En ook wel veel toeristen natuurlijk. I: Merk je dat? R: Nou, ja, op een markt vind ik het altijd wel mega druk. Dat vind ik wel een verschil met vroeger. I: En de markt, kom je daar dan vaak? R: Nee, zeker niet zo vaak. Door de weeks sowieso niet, dan ben ik aan het werk. En in het weekend heel soms. I: Kom je daar bewust niet? R: Ja, in het weekend mijd ik het wel I: Door de vele toeristen. R: Ja omdat het gewoon super druk is. En met mijn kindje dat is gewoon niet te doen. Dat is ook niet leuk om daar doorheen te komen. I: En als je dan door de Pijp loopt, kan je dan een schets geven wat voor een publiek daar loopt? R: Ja toeristen, veel dagjes mensen dus ook, dagjesmensen gewoon uit Nederland. En, yuppen. I: (Er wordt gelachen). Identificeer jij je met deze groep? Voel jij je thuis in deze groep? R: Eh.. ja ik voel mij op zich wel thuis in de Pijp. Ja ja, natuurlijk, ik woon er natuurlijk al 10 jaar. Dus ik voel mij wel thuis. I: Dus je voelt je er wel thuis. Als je de Pijp een cijfer zou geven. Wat zou je dan geven qua omgeving?

R: Nou, een 8 zou ik zeggen. I: Dat is hoog. R: Nou, het heeft natuurlijk echt alles. Dat is wel leuk. Er zit gewoon super veel. Alles wat ik nodig heb, heb je daar. I: Zijn er nog dingen die beter kunnen? volgens jou. R: Even denken.. ik vind mijn straat best wel vies. Gewoon veel afval. Heel veel fietsen overal. Daar zijn ze nu wel mee bezig volgens mij. Maar dat vind ik altijd best wel veel. I: Zijn ze daar mee bezig? R: Ja, ze hebben nu bij de NZ-lijn een ondergrondse fietsenstalling gemaakt. Ja en 's avonds en in het weekend hebben ze ook een soort fietsenstalling op de Albert Cuyp. Ik weet niet precies hoe het zit, maar dan is het in ieder geval iets meer georganiseerd. En je mag trouwens ook niet fietsen in de Eerste van der Hellst. I: Daar is een fietsverbod? Dat wist ik niet. R: Ja zeker. I: Je bent eigenlijk de eerste geinterviewde, die ook een kindje heeft. Stel je gaat wandelen, is er dan ook wat te doen? Wat leuks met je zoontje?

65

R: Nou, gister ben ik voor het eerst naar de kinder conceptstore geweest. Dat is een restaurant speciaal voor ouders met kinderen. Dat kunnen die kinderen lekker spelen in zo'n bak met speelgoed, en ouders kunnen gewoon een biertje drinken. En voor de rest is het met de wagen wel lastig om te lopen. Het is gewoon echt heel erg druk en al die fietsen die overal staan, dat is gewoon bijna niet te doen. I: Dus is het voor jonge ouders minder leuk? Of minder praktisch? R: Ik zou niet zeggen minder leuk, want er zijn veel ouders met jonge kinderen. Maar meestal met 1 kindje. Als je twee kinderen hebt wordt het gewoon wel echt heel druk. Maar voor nu vind ik het zeker heel leuk om hier te wonen. Vooral omdat al mijn vrienden hier nog wonen. I: Iedereen is in de Pijp blijven hangen? R: Ja gelukkig wel. I: Je gaf net een schets over het straatbeeld en over wie er allemaal rondloopt. Vind je dat veranderd, of is dat veranderd sinds je hier kwam wonen? R: Bedoel je de mensen die er rondlopen? I: Ja de mensen en de winkels. R: Het is allemaal wel wat hipper geworden. De mensen en de winkels. De winkels zijn allemaal ingespeeld op dat vegetarische gebeuren. Niet perse op de toeristen aangepast hoor. I: En wat vind je van die veranderingen die er hebben plaatsgevonden? R: Dat vind ik eigenlijk wel leuk. In mijn werk ben ik ook veel bezig met eten en eettrends. Dus daar let ik dan wel op. I: En dat cijfer wat je net gaf, een 8. Hoe was het toen je hier net kwam wonen. R: Je hebt ook andere dingen in de Pijp, zoals die kids conceptstore waar je dan heenkan. In plaats van dat je in de kroeg hangt, ga je daar nu heen. En veel restaurants zijn er natuurlijk, er is heel veel aanbod. I: En het klinkt wel alsof er voor iedereen wat wils is. R: Ja zeker, dat is ook echt zo. Het is af en toe ook wel druk. We wonen achter de Albert Cuyp. De kraampjes worden allemaal gestald in de kraampjes achter, in onze straten. Dat is ook een vervelend geluid. I: Ook de vis lucht? R: Nee dat heb ik niet, alleen die karretjes die om 05:00 beginnen met rijden. En met een klein kindje die daar ook 's ochtends wakker van wordt. Maar je moet er ook aan wennen. I: En nog even terug over de afval en de rommel op straat. Zet je jezelf ook in, in de buurt? Om het op te lossen? R: Nou toevallig laatst, mijn buurman vertelde over een app. Ik weet niet meer hoe het heet. Maar in die app kan je een appje sturen over overlast of als er bijvoorbeeld een container lang volstaat. I: Is dat geïnitieerd vanuit de gemeente of vanuit de bewoners? R: Ja vanuit de gemeente. I: Dat is grappig. R: Ik kende het ook niet, maar hij zei dat hij laatst een appje had gestuurd over de overvolle container. En dat is daarna heel snel opgelost. I: Wauw.

66

R: Ja dat is wel relaxed. I: Daar ga ik nog even onderzoek naar doen. Klinkt interessant. Dan nog even over het toerisme in de Pijp. Je zei dat het wel aanwezig was. Hoe ervaar je die aanwezigheid. R: Nou door het toerisme is het wel gigantisch druk. Daardoor ga ik niet de markt op zeg maar. I: Nee precies, was dat ook al toen je hier kwam wonen 10 jaar geleden? R: Nou, nee niet dat ik mij zo kan herinneren. Of besef. Dat is wel jammer, maar ja, wel begrijpelijk want het is gewoon leuk om naar de Pijp te gaan. Ik zou het elke toerist ook aanraden om naar de Pijp te gaan. Het is een beetje dubbel. I: Ik snap het. Ik heb eigenlijk nog maar een vraag. Kom je wel eens in contact met toeristen? R: Nee (er wordt gelachen). I: Helemaal niet? R: Nou, wij hebben wel air bnb in huis gehad. Dan kom je natuurlijk wel in contact met ze. Dat is dan voor een paar dagen. Dan wel, maar voor de rest op straat of winkels. I: Vermijd je ze dan bewust? R: Ja, zeker. Ik vind dat wel heel irritant. I: Dat kan ik begrijpen. Kies je dan ook echt je plekken uit, waar je bijvoorbeeld gaat eten om toeristen te vermijden? R: Ja dat denk ik wel. Ik ga niet naar de toeristische dingen nee. Dat doe ik wel bewust. I: Oke, ik snap het. Dit was het eigenlijk. Ik wil je heel erg bedanken. R: Graag gedaan, geen probleem. Wat ga je hier allemaal mee doen? I: Ik ga dit interview uittypen. Volledig anoniem. En dat zal ik naar je toesturen indien gewenst.

Formatted: Normal I = interviewer R = respondent

I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in Amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat.

Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind.

I: Hoe lang woon je al in De Pijp? R: Ik woon 12 jaar in De Pijp. Dus ik heb een hoop verandering gezien.

I: Hoe oud ben je? R: Ik ben 41.

67

I: Hoe ziet je huishouden eruit? R: Alleen woon ik. Een een persoons huishouden

I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: WO. Bedrijfskunde.

I: Wat doe je in het dagelijks leven? R: Ik ben ondernemer in de horeca. Ik heb een aantal saladebars.

------

I: Hoe ben je 12 jaar geleden tot de beslissing gekomen om in De Pijp te gaan wonen? R: Ehm.. goeie vraag. Dat vond ik een van de leukste buurten van Amsterdam in combinatie met goeie bereikbaarheid. Ik werkte toen niet in Amsterdam en moest elke dag met de auto de stad uit. En vanuit die kant van Amsterdam is dat het best te doen vond ik. Daarnaast de Albert Cuyp en de vele cafés, winkels. Gewoon een super leuke buurt. Dat was eigenlijk mijn beslissing en ik heb niet ergens anders gekeken. Dus vrij kortzichtig. En toen ik in Amsterdam kwam wonen, woonde ik in de Rivierenbuurt en ging ik altijd vrijdag, zaterdag eten en drinken met vrienden in De Pijp.

I: En waar ging je dan naartoe? R: Naja, dat begon bij BinnenBuiten toen, die was net open. En als die dicht ging, ging ik naar de Mazzeltov. Thank God, kom ik daar nu niet meer.

I: Waar zit dat ook alweer precies? R: Op de Ferdinand Bolstraat, dat nacht cafe is dat. En op het Gerard Douwplein kwam ik niet zoveel, daar zat alleen de Pilsvogel. Maar voor de rest zat daar niks. Het Paardje was toen een echte bruine kroeg, daar kwam ik ook wel eens om te kaarten met vrienden omdat niemand daar zat op vrijdagavond. Gordijntjes voor de ramen, Mash was een snackbar en de wasserette was echt een wasserette. En alleen de Pilsvogel en de Groene Vlinder die waren toen echt hip.

I: En nu in De Pijp, als je je daar beweegt, welke winkels bezoek je vooral? R: Ik bezoek vooral de Albert Heijn en qua winkels...

I: Of ga je niet specifiek De Pijp in voor winkels? R: Ik woon tussen drie supermarkten in, dus daar kom ik best vaak, maar daarvoor ga je niet speciaal naar De Pijp. Specifieke winkels, ja ik bezoek het niet vaak, maar de Gerard Douwstraat, de ontwikkeling die die straat heeft doorgemaakt qua lifestyle winkels, dat wel af en toe.

I: Want wat zat daar eerst dan? R: Niks. Dat wat nu allemaal commerciele winkels zijn dat waren toen allemaal denk ik opslag plekken voor de marktkoopmannen van de Albert Cuypmarkt. En dat is nu de hipste straat van Amsterdam denk ik met de Anna en de Nina enzo. Daar kom ik wel wat minder, maar de schoenwinkels aan de Ferdinand Bolstraat zoals de Basquets, Perry sports etc. daar kom ik wel. En veel horeca natuurlijk.

I: Ja die horeca, je zei al dat je er veel komt. Waar ga je naar toe als je uit eten gaat of wat gaat drinken? R: Nou, ik kom De Pijp bijna niet meer uit. Want het is gewoon allemaal zo goed voor elkaar. Escobar, De Japanner. Maar dat zijn echt drie stappen en ik sta er binnen. Ontbijten, lunchen in de Wasserette. Koffie in de Coconuts. Van Woustraat is helemaal veranderd met leuke tentjes. I: Alles is aanwezig? R: Ja, goeie restaurants zijn erbij gekomen. Ja ik vind dat het een stuk kwalitatiever omhoog is gegaan.

I: Ja? Want je zei eerst was er helemaal niks aan het Gerard Douwplein.

68

R: Ja, als je het Gerad Douwplein neemt, daar was alleen de Pilsvogel. En die was hip. Nou ja hip, daar kwamen studenten en net afgestudeerden net zoals ik. Op die plek kan je nu alles. Je kan ontbijten, lunchen, dineren en pils drinken. Het is allemaal goed voor elkaar daar.

(Klein persoonlijk gesprek, niet relevant)

R: Maar het mooie is, het verspreid zich heel langzaam. Want je ziet nu de Albert Cuyp, wat eigenlijk als markt een grote aantrekkingskracht heeft op toeristen, en waar veel zwart geld omgaat waardoor het een klein goudmijntje is voor de marktkooplui. Maar die plinten daarachter zijn eigenlijk heel oninteressant. Want daar staan zes dagen per week marktkramen voor, maar je ziet dat daar steeds meer horecapanden komen en dat daar ook gewoon hippe barretjes en restaurant komen die allemaal lopen. De Japanner en Kayaocho (?) zijn goede voorbeelden daarvan. Eerste zaten daar zulke schimmige cafes en als je daar nu in de avond, elke dag van de week volgens mij, als de markt dicht is staat het daar helemaal vol met fietsen daar en dat werkt gewoon. De Butcher is daar mee begonnen denk ik. Hamburger met cocktail bar en je ziet daar zoveel fietsen staan.

I: Dus het wordt steeds drukker daar? R: Het wordt steeds drukker ja. I: En wat vind je daar van? R: Ja, ik moet heel eerlijk zeggen dat ik daar geen last van. Ik heb daar best wel veel discussie over met mijn buren. Die in hetzelfde appartementencomplex wonen, wonen best veel mensen die daar als best lang wonen. In ieder geval een stuk langer dan ik. En die klagen over dat het maar drukker wordt en het geluid van de rolkoffertjes. Klachten die ze uit Het Parool halen en die door iedereen herhaald worden. Dat slaat gewoon nergens op. Want het geluid van rolkoffertjes, zo erg is dat helemaal niet. Nee maar mijn buren, ik ga zo zeggen wat ik er van vind, die klagen over dat het steeds drukker wordt, maar dat zijn mensen die moeite hebben met dat de stad in beweging is. En elke stad moet in beweging zijn volgens mij. Maar die klagen per definitie als er wat veranderd. Dus een nieuwe supermarkt, bijvoorbeeld de EkoPlaza ging weg en het wordt een Jumbo. Weer een Jumbo, helemaal kut. Nu heeft de projectontwikkelaar tegenover ons vier huizen opgekocht en daar worden mooie appartementen gebouwd, en dan gaan ze procederen omdat het dag met een meter wordt verhoogd. En die zijn gewoon tegen stedelijke ontwikkeling. En aan deze procedure wilde ik niet meedoen, ik zei: Ja de stad is gewoon in beweging en wees blij dat die gevels worden opgeknapt. En dat is ook goed voor de waarde van onze huizen. Want als ze daar appartementen gaan bouwen van een miljoen, gaat onze waarde omhoog. I: Ja, je ziet toch ook dat Amsterdam in de jaren '70 was het totaal anders dan nu, en in de jaren '90 was het ook weer heel anders. R: Je moet eens, als je in het centrum bent, kun je een keer wat bij Nel gaan drinken op het Amstelveld, daar hebben ze een hele grote prent op de muur met hoe het eruit zag in de jaren '90. Het was gekraakt en daar zaten alleen maar junks in en ik denk dat dat nu het meest pitoreske stukje van Amsterdam met de Amstelkerk en Nel daaraan vast. En het zal mij niks verbazen als dat in de jaren '90 voor een gulden van eigenaar is verwisseld omdat dat gewoon nul waarde had. Maar om terug te komen op je vraag, ik heb van die drukte totaal geen last. Ik heb er in huis geen last van. I: Want je woont heel rustig? R: Nou nee, ik woon heel erg druk. Ik woon aan het einde van de Gerard Douwstraat op het pleintje waar de Albert Heijn ingang zit. I: Ooh waar ook de Blokker zit? R: Ja inderdaad waar ook de Blokker zit, en ik kijk een straat in waar de Albert Cuyp zit, bij het beeld van Hazes. Dus ik heb de Albert Cuyp, de Albert Heijn bezoekers en toeristenstromen die daar doorheen gaan. Ik woon op de begane grond dus ook nog eens dicht bij het geluid. Ik heb er totaal geen last van. Nee, in huis heb ik er sowieso geen last van. Want je doet de ramen dicht en je hoort het niet meer. Ja tuurlijk, zaterdag vermijd ik de Albert Cuyp. I: Zo druk? R: Ja, en dat er daarnaast niks voor een Amsterdammer te koop is. Misschien een haring. Maar allemaal nep Nikes en dat soort dingen dat hoef ik niet. Maar alle horeca, ja het is druk, maar het is prima te doen. En ik heb ook niet het idee dat het overspoelt wordt door toeristen. Tuurlijk zijn er

69 tentjes die ik wel vermijd omdat die in de Lonley Planet staan. Maar nee, het is juist alleen maar beter geworden daardoor.

I: Ja? Heb je veel veranderingen meegemaakt in de loop der tijd? R: Ja, nou al die horeca die erbij komt. Waardestijging van het vastgoed natuurlijk, voor huiseigenaren, ik heb mijn huis gekocht, is dat natuurlijk helemaal top. Ik heb in tweeduizendzeven gekocht, toen dit ook al hoog was. En ik heb het laten taxeren laatst en het is verdubbeld in waarde. En daar kan je niet tegen op werken. Maar ja, daar heb je geen reet aan als je het niet verkoopt. Nee, maar goeie winkels, goede horeca, de voorzieningen worden allemaal beter. Afval onder de grond, straten zijn allemaal schoon en de verlichting werkt allemaal goed. Afvalbak elke dag opgehaald en alles netjes aangeveegd. Dus eigenlijk de toename van verstedelijking en toerisme zorgt ervoor dat die stad gewoon veel interessanter wordt.

I: In tweeduizendacht heeft de Gemeente Amsterdam gezegd we gaan meer investeren in toerisme, en dat heeft ook echt effect gehad. Zo zijn de toeristische overnachtingen met miljoenen gestegen. En je zegt ook die hoogwaardige horeca is veranderd, denk je dat dat ook is veranderd ten behoeve van die toeristen? R: Ja, dat is natuurlijk heel moeilijk te zeggen. Het is een wisselwerking. Kijk aan de ene kant heb je, daar heb ik geen cijfers van, maar je hebt de toenemende verstedelijking in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag. Vanuit Nederland. Maar dat weet jij natuurlijk beter dan ik. En de toename van toerisme. En beide moeten natuurlijk eten en drinken. Dus dat versterkt elkaar heel erg. Maar ik denk dat zonder het toerisme, en de groei van het toerisme het lang niet zo hard zou zijn gegaan met de groei van de horeca en de winkels. Dus we kunnen er als Amsterdammers allemaal heel erg over klagen dat het zo druk is geworden, maar we plukken er ook de vruchten van. Zonder toerisme hadden we ook niet zulke mooie musea, schouwburgen en concerthallen gehad. Dus het versterkt elkaar heel erg.

I: En je bent nu heel tevreden, vroeger was je ook tevreden zeg je met het voorzieningenaanbod die er was. Ben je meer tevreden geworden door de veranderingen die hebben plaatsgevonden? R: Ja, weet je wat het is. Naarmate je ouder wordt veranderd je behoefte ook. Toen ik net in De Pijp woonde, net in Amsterdam, ging ik altijd naar BinnenBuiten bier drinken en at ik af en toe een bitterbal. En nu ga ik veel meer naar goede restaurants en naar het concertgebouw. Terwijl ik toen helemaal geen geld uitgaf aan cultuur. Dus naarmate je ouder wordt veranderd die behoefte. Dus eigenlijk ben ik wel meer tevreden. Ik vind dat het ook wel beter wordt. Zo'n Albert Heijn waar ik ongeveer in woon, die rammetje druk is met toeristen, daardoor is het wel een hele efficiënte supermarkt. En is er heel veel. Dus is het eigenlijk alleen maar beter.

I: Dus je kan zeggen dat je het specifieke toerisme wel ontwijkt.... R: Ja, ik kom niet meer op de Dam en in de Bijenkorf. Als ik daar naartoe moet dan doe ik dat op maandagochtend. Ik ben gelukkig in de positie om dat op een maandag ochtend te kunnen doen. Maar trouwens, als ik nieuwe kleren nodig heb dan koop ik dat meestal in Utrecht of Rotterdam. Ik ga daar niet specifiek voor naartoe, maar dat is wel de keerzijde. Omdat ik zeer regelmatig in die andere steden kom geef ik daar wel mijn geld aan uit. Maar ik vind dat toerisme ook wel een hele grote keerzijde heeft hoor (er wordt gelachen) I: O ja? Vertel R: Nou, kijk het commerciele en culturele aanbod loopt op vind ik. Maar die stad is wel gewoon klein. En die kan je niet verder oprekken. De straten zijn zo lang en breed als ze zijn. En Amsterdam wordt in dat opzicht wel een openlucht museum. Al die toeristen willen naar het Anne Frank Huis, willen met IAMsterdam op de foto, die is nu weg maar je snapt me en willen ook mee met de Hop On-Hop Off bus mee. Daar zou wel wat aan moeten gebeuren. Het slaat natuurlijk nergens op dat die rondvaartboten alle grachten langs mogen. Die zouden gewoon een rondje , Eemgracht en het IJ moeten doen en desnoods zou het Anne Frank Huis verplaatst moeten worden (er wordt gelachen). Touringcars, volgens mij mogen die al niet eens meer allemaal de stad in. Die moeten gewoon parkeren bij een P+R en al die toeristen op de tram zetten en gewoon die niet meer de stad in.

70

I: Want wat stoort je dan precies? R: Nou, ik woon vlak bij de Heineken brouwerij daar is het aantal touringcars wel echt minder, maar daar stond gewoon de hele dag file omdat touringcars daar toeristen aan het uitspugen waren. I: En dat belemmerde jou in je doen en laten? R: Ja, ja. Maar hetzelfde vind ik gelden voor op het water. Het is hartstikke druk op het water. Ik heb zelf een boot, dus ik doe daar ook aan mee. Maar overal die rondvaartboten, veel aggresivieit en vooral frustratie met name. Hartstikke leuk dat je toeristen alles laat zien, maar wat ik al zei, verplaats het Anne Frank Huis want geen Amerikaan die doorheeft waar ze naar kijken. En misschien is dat niet helemaal de manier om dat zo te doen, maar verplaats . Je hoeft niet heel Amsterdam te zien.

I: En je zei net al over de Heineken Expierence, ik zie wel minder touringcars en dergelijke. Als je zo door De Pijp loopt, wat voor een publiek zie je? Waar bestaat dat uit? Kan je daar een beschrijving geven? R: eehhh... I: Of beweeg je je niet zoveel door De Pijp? R: Nee, ik beweeg mij heel veel door De Pijp. Ik loop daar dagelijks door. Naja, veel toeristen en dat is wel een nadeel in Amsterdam, dat het heel veel troeptoeristen aantrekt. Toeristen komen hier om te zuipen en te blowen met hun Amsterdam hoed en met hun tasje van de Heineken Brouwerij. Dat zie je wel heel veel. Heel veel brakke koppen altijd. Ik zie toch ook wel veel Amsterdammers nog op de Albert Cuyp bijvoorbeeld, ja en het op het Gerard Douwplein is het weer allemaal bloed mooie meisjes en echt die hippe studenten. Dus echt wel heel divers. I: Kan je je wel identificeren met het publiek? Kan je zeggen: Ja ik hoor hier, ik voel mij hier thuis. R: Ja heel erg, dat komt misschien ook wel, ik woon hier nu twaalf jaar zei ik al, en ik heb een niet gebruikelijke manier van werken. Ik hoef niet vijf dagen per week naar het kantoor en dan in de avond weer thuis. Ik werk heel veel vanuit huis en ik beweeg mij ook veel rondom mijn huis. Dus ik ken ook mijn halve straat. Om mij heen ken ik de ondernemers. Van de jongens die werken bij de Gall&Gall tot aan de eigenaren van de Escobar en de Wasserette. Dus ik vind het eigenlijk wel een beetje dorps. I: Ja dat is best wel geinig. Individualisme is natuurlijk een groot thema. En zeker in de stad hoor je dat mensen steeds minder contact met elkaar hebben. Maar dat geld dus blijkbaar voor jou totaal niet. En verenigen jullie elkaar ook weleens om problemen in de buurt aan te pakken? R: Dat gebeurt wel. Maar daar doe ik niet aan mee. I: Geen behoefte aan? R: Nee, nee. Omdat het vaak vanuit een verandering is die direct als slecht wordt bestempeld. Ik zit wel in de VVE met twintig appartementen, dat doe ik wel. Maar dat is ook verplicht om daar aan mee doen. Maar wat ik bijvoorbeeld zei, vier huizen die tegenover ons worden opgeknapt waarbij het dak met een paar meter wordt verhoogd, daar zijn dan wel een aantal mensen van mijn VVE met een aantal buren mee bezig. Ik weet dat de buurvrouw zich heel veel inzet voor een schonere Pijp. Die heeft zich wel verenigd met andere straten om die afvalbakken te verbeteren. Ze hebben dan kunstgrasmatten om de vuilcontainers gelegd om zo het afval dat naast de bakken ligt tegen te gaan. En het werkt! En ik heb een buurman die heeft het pleintje voor de Albert Heijn opnieuw ontworpen omdat die wist dat er vanuit de gemeente twintigduizend euro beschikbaar was voor dit soort burgeriniatieven. I: Dus er zijn wel degelijk initiatieven R: Ja die zijn er zeker en die worden vaak gestart door mensen die er net een slag langer wonen dan ik. Die net weer tien jaar ouder zijn dan ik. En ja, misschien doe ik daar later ook nog aan mee. Maar ik steek mijn tijd liever in mijn zaak, dan dat ik mij druk maar om een vuilniszak die ergens naast een bak ligt.

I: Zijn er plekken waar je heel graag komt of die je echt vermijd? Dat hoeft niet per se te maken hebben met onveiligheid. R: Onveilig vind ik het eigenlijk nergens in Amsterdam. Zeker niet in De Pijp. Maar wat ik al zei is dat ik de Albert Cuyp zoveel mogelijk vermijd op zaterdag. Het enige wat ik doe is twee meter de markt op om een haring te halen. Maar die hele markt over dat doe ik niet. Ja, de Heineken Brouwerij fiets ik omheen omdat het daar gewoon te druk is. Maar ik zal je vertellen, ik heb laatst een nieuwe fiets gekocht en daar zat een bel aan het stuur en daar heb ik zo'n ding dong bel op laten zetten voor

71 toeristen. Voor de oude vrouwtjes en de Amsterdammers heb ik een bescheiden bel en voor de toeristen een agressieve. Ehm, Sarphatipark ga ik ook niet naar toe met lekker weer. Maar misschien is dat ook meer omdat ik dan gewoon graag op het terras zit of met mijn bootje vaar. I: Ja, als je naar de cijfers kijkt is het Sarphatipark toch wel een van de drukst bezochte parken van Amsterdam. R: Jaaa, en daar zitten mensen met lauwe rosé te blowen en te zuipen. En hetzelfde geld voor . Parken in grote steden zijn voor mij op mooie dagen gewoon niet aan mij besteed. I: Maar het klinkt dus wel alsof die drukte niet voor de hele Pijp geld, maar dat het best wel geconcentreerd is op een aantal plekken. R: Ja het is echt geconcentreerd op waar ik woon. Ja want de Albert Cuyp, nadat ze twee jaar geleden een kunstwerk daar hebben geplaatst die ik heel erg lelijk vind en puur gericht is op toeristen. En heel veel mensen klagen dat alles in Amsterdam dat alles maar eten wordt en dat geld voor de Alber Cuyp ook. Ik liep er van de week over heen. Je hebt alles, van braadworst tot wafels en koffie bij al die marktkraampjes. I: Dit is natuurlijk een beetje invullen, maar dit is denk ik niet gericht op de Amsterdammer die zijn wekelijkse boodschappen komt doen. R: Stroopwafels, poffertjes dat soort dingen. En die gaan daar sowieso niet naartoe. Wat je zei, van de toeristen kaaswinkels waar wij niet komen. Ziet er allemaal heel leuk uit, maar niet te vreten wanneer je het koopt. Verder zijn er niet echt plekken die echt vermijd. I: Die plekken trekken dus een bepaald type mensen aan. Hoe was dat dan toen je er net kwam wonen? Kwam je daar vaker of juist minder? R: De Albert Cuyp kwam ik wel vaak. Ging ik op zaterdag mijn boodschappen, was het ook wel druk natuurlijk, maar was het veel meer met mensen uit Amsterdam. Ja ik zit even te denken. Het was allemaal wat meer bruin cafe. Dus het is nu allemaal wat meer hipper. Het zijn vooral de dag horeca zaken die allemaal wat meer gericht zijn op toerisme volgens mij. De plekken waar je gaat brunchen enzo. Die zijn allemaal ook afgeladen overdag. Daar ga ik dus ook nooit heen eigenlijk. I: En dan in de avond keert de rust weer een beetje terug? R: Ja, naja, dan zijn zulk soort zaakjes gesloten. Ik heb het idee dat er een aantal dingen gewoon in de Lonley Planet staan. Tegenwoordig, dat is nieuw, dat zie ik dit jaar voor het eerst. In London bijvoorbeeld. Gaan mensen in de rij staan voor een half uur, drie kwartier. En dat zie ik voor het eerst dit jaar ook in Amsterdam. Gewoon echt zo'n paaltje met een ding erop: Wait here. In het Engels dus wel. En daar staan gewoon heel netjes in de rij te wachten tot dat er een tafeltje vrij is. Dat zie je bijvoorbeeld bij de Avocado Show. I: Dat zijn dus echt wel meerdere zaken. R: Ja inderdaad, en het zijn ook zaken waar je echt goed kan eten. Kijk vroeger had je rijen voor clubs en nu heb je dat ook voor horeca zaken. Ook voor de Escobar en de Japanner, maar daar komen ook echt Amsterdammers of mensen die daar wonen. Maar dat is echt nieuw. I: En in welke mate van tevredenheid oordeel je nu over de voorzieningen. R: Ja heel tevreden, ik ben heel enthousiast.

I: Ehm, ja nou we hebben dus eigenlijk al een tijdje gesproken. En ik heb wat vragen voorbereid, maar veel hebben we eigenlijk al besproken. R: Ja ik heb dus buren die echt hierom verhuizen. Omdat ze het absoluut niet eens met mij zijn. Die zijn dat wel tien, vijftien jaar ouder. Maar die willen natuurlijk ook gewoon geld uit haar huis hebben.

I: Ja we hebben alles wel een beetje besproken. En toerisme is toch wel een leidraad geweest. Maar kom je ook wel eens in contact met toeristen? R: Nee, zelden. Maar ik vermijd ook de toeristen plekken. Dus de eetcafe's en restaurants zitten ze er wel, maar dan ben ik ook met mijn eigen vrienden. Dus nee eigenlijk niet.

(Interview wordt afgesloten met een kort persoonlijk gesprek) (Het interview is afgesloten en er wordt nog wat nagesproken, terwijl de koffie nog wordt gedronken ontstaat er nog een interessant gesprek waardoor de voicerecorder weer wordt aangezet)

72

R: Ik was dus aan het vertellen dat mijn broertje net een huis in De Pijp heeft gekocht, en nog een vriend van mij ook die drie kinderen heeft. Die kiezen daarvoor om daar te blijven en niet de stad te verlaten omdat de voorzieningen ook best wel goed zijn. Ze hebben beide, en iedereen heeft dat dat er een speeltuin op honderdvijftig meter afstand zit. En zijn er overal plekken waar je niet op straat hoeft te spelen maar dat er afgesloten plekken zijn. Dat is voor hun de rede geweest en dat maakt het toch ook wel dorpser.

I: Het is toch een opmerkelijke ontwikkeling. Want je hoort toch ook vaak dat mensen met kinderen zeggen: Ja, Amsterdam wordt een pretpark, het wordt veel te druk we gaan juist de stad uit. R: Jaa, mensen die zeggen dat Amsterdam een pretpark wordt, iedereen heeft dezelfde argumenten tegen toeristen en dat komt allemaal uit ingezonden brieven die in het Parool staan. Iedereen praat elkaar wel na heb ik het idee. En mensen gaan wel de stad uit, maar veel mensen kunnen het ook niet betalen. Maar dat is een probleem van een heel andere orde. Dat is een kloof die niet te stoppen is. En heel veel mensen willen het ook niet betalen. Mijn zus is het haar man en twee kindjes de stad uitgegaan, die konden prima een huis in Amsterdam betalen. Maar die weigeren meer dan een miljoen of anderhalf miljoen te betalen voor een huis waar je niet eens omheen kan lopen. Dus dat is een afweging die zij hebben gemaakt.

Respondent 4 I: Hoelang woon je al in de Pijp? R: Nu 5 jaar. Richting de 6. I: En hoe oud ben je? R: 34 jaar, maar niet te hard zeggen (er wordt gelachen). I: En hoe ziet de samenstelling eruit van je huis eruit? R: Een vrouw, en geen huisdieren. I: En wat is je hoogst genoten opleiding? R: Universitair, master. I: En waar werk je nu? R: Ik werk bij KPMG als strategy consultant. I: En hoe ben je bij het idee gekomen om in de Pijp te gaan wonen? R: Toen ik in Amsterdam kwam heb ik eerst vier jaar in Amsterdam West gewoond en toen ik ging samenwonen toen kwamen we erachter dat de Pijp een relaxte buurt was. We kwamen erachter dat de Pijp toch wel een hele fijn buurt was. We kwamen er al regelmatig om wat te drinken. Dat was de

73 reden. Eerst op de Albert Cuyp gewoond. En toen heb ik een huis gekocht daarna en heb ik duidelijk tegen de makelaar gezegd dat ik wilde wonen tussen de Ruysdaelkade en Stadthouderskade, Albert Cuyp en Ferdinand bol. Daar wilde ik een huisje hebben. I: Waarom? Graag daar. R: De reden is omdat het een super locatie is qua, alles is in de buurt. De drukte, het museumplein is om de hoek. Marie Heinekenplein. Maar waar we nu zitten in de Pijp, is het veel rustiger en groen. Mooie huizen, niet teveel horeca maar wel kwaliteit restaurants. I: Want je zei net, toen ik hier net kwam wonen was het meest relaxed. In combinatie met groen. Was dat ook toen je hier net kwamen wonen? R: Nee want toen woonde ik nog niet echt in dit gebied. Maar toen ik hier net kwam wonen was het vooral dat de Pijp vrij relaxed was qua wat drinken, winkel en boodschappen doen. En, dat mag je natuurlijk ook niet echt zeggen, maar er wonen hier wel wat minder gastjes op scooters. I: Ja.. R: Die heb je in West heel veel. En dat was ik wel klaar mee. I: Dus je woont nu in het rustige gedeelte van de Pijp? R: Nou, als je in West woont heb je veel hangjeugd. Ik vind die hangjongeren best wel stressvol als je boodschappen gaat doen en je moet langs een groep jongeren die wel of geen opmerking gaan maken. I: Dat kan ik begrijpen. Je zei net, hier is alles, goed eten en drinken. Als je hier winkelt in de Pijp. Welke winkels zijn dat dan die je hier bezoekt? R: Nou ik hou niet zo van winkelen, maar je hebt hier wel de Govert Flinckstraat de kleinere winkels, the Basket, Scotch and Soda. Die hebben wel chille spullen. Ook om kado's te kopen. Je hebt ook op de hoek van de Ferdinand bol veel kledingwinkels. Relaxed. Maar voor kleding kijken vind ik niet zo leuk, maar je hebt ook kleine, hele specifieke winkeltjes met maar een product. En voor koken heb je ook hele chille dingen. Je hebt Duikelman wat een hele chille winkel is. Je hebt duizend toko's, een Afrikaanse winkel, een Surinamer. Dat maakt het heel relaxed. Ik vind koken heel leuk, maar dat het allemaal in de buurt is vind ik heel leuk. I: En hoe tevreden ben je over de winkels? R: Het kan altijd beter, maar tot nu toe een 9. I: Wat kan er beter? R: Ik denk dat het de laatste tijd wel wat winkels bijkrijgt wat niet helemaal relevant is. I: Waarom is het niet relevant? R: Dat draagt niet bij aan de behoeftes van de mensen die hier in de buurt wonen. Dan ga je naar die lekkere Aziaat die daar naast zit. En dat is zonde. En natuurlijk zitten er ook winkels bij waar ik niet zou komen, maar die hebben wel charme. Kledingwinkels waar ik niet in zou gaan, maar het draagt wel wat bij aan de buurt. Het is heel gemixed, ook omdat er van alles is. Daarom een 9. I: En wat betreft eten en drinken? R: Dan blijf ik over het algemeen wel in de Pijp, dat vind ik wel heel relaxed. De Japanner, Calle 8, Bar Fisk. Je hebt hier echt heel veel verschillende waar je ook echt goed kan eten. Ook Wijmpje Beukers, dat zit net over de Ceintuurbaan. I: Dus je komt weinig de Pijp uit? R: Nou ik ga welleens de Pijp uit, maar qua goede restaurants heb je hier genoeg. Je hebt hier wat duurder en luxer eten ook. Bijvoorbeeld Petit Caron. Wat betreft een goede mix. En ik blijf het liefst hier, ook qua drinken heb je genoeg plekken waar je de lekkerste biertjes kan drinken.

74

I: Het is een overbodige vraag dan misschien, maar als je dan een cijfer moest geven voor de horeca? R: Dan geef ik het weer een 9. Ook omdat die klote dingetjes ertussen zitten. En anderzijds, ook omdat er dan weer authentieke tentjes verdwijnen voor wat hippere toko's. Je hebt ook Eddy's bar, daar ga ik ook wel eens wat drinken. En het is dan zonde als daarvoor een hippe tent moet komen. I: Waarom zou dat jammer zijn? R: Nou, omdat dat een plek is waar allerlei verschillende lagen van de bevolking bij elkaar komen. Ook mensen die hier lang wonen, mensen met baan, met zonder. Yuppen. Alles mixt daar mooi. Dat is mooi voor een wijk. I: Waarom denk je dat dat zo belangrijk is? R: Dan wordt het vrij saai als hier alleen yuppen zouden wonen. Net zoals dat ik denk dat het niet goed zou zijn voor een wijk als er alleen maar Marokkanen wonen. I: Ja alleen maar werklozen of oude mensen werkt ook niet goed. R: Ja mensen met een inkomen zorgen er ook weer voor dat de buurt wordt opgekrikt. Hiervoor was het best een achterstallige buurt, dat heb ik niet meegemaakt. Maar blijkbaar hebben wel mensen iets in deze wijk gezien. En mensen die er 80 jaar wonen hebben geïnvesteerd in deze buurt. I: En sinds dat je hier bent komen wonen, is er een verandering geweest qua voorzieningen? R: Ja, goede horeca. Restaurants en cafes. Vooral de laatste twee jaar is het echt booming. Sinds de NZ-lijn open is, merk ik wel dat het ook de andere kant op slaat. Dat je ook veel kwalitatieve klote winkels gaat krijgen. En ik denk dat de gemeente daar heel scherp op moet zijn. Net zoals Dunkin' Donuts. Goedkope variant van de H&M, of een dochter onderneming. Bij de Gerard Douwstraat. Dat heeft gewoon nul toegevoegde waarde. Alleen maar gericht op het aantrekken van toeristen die je niet moet aantrekken. Zij moeten op de Nieuwmarkt blijven. I: Wat voor een toeristen zijn dat? R: De simpele toeristen, jogging broeken, a-sociaal. Die dan in een keer een dagje naar de stad komen. En die hoef je niet in de Pijp te hebben. I: Wat voor een publiek zie je hier het liefst? R: Ik vind het leuk als toeristen komen, maar dat moeten wel wat oudere zijn die wat meer voor musea komen. Maar vaak zijn dat wat meer intellectuele mensen. Mensen die houden van goed eten, mensen die houden van een goede borrel, mensen die houden van een gezellige sfeer. En ook bereid zijn om daar voor te betalen. Maar niet diezelfde mensen die op de Wallen lopen. Daar voel je je niet thuis. Ik begrijp dat de gemeente dat wil verspreiden, maar ik zou het centreren en juist veel controle opzetten. I: Dus eerder de verpretparkisering centraliseren? R: Ja het is altijd zo geweest, net zoals in de liederen van Jaque Brelle. Dat gaat ook over hoeren en feesten. Het is altijd een ellende geweest. En nu niet in een keer doen alsof het van de laatste jaren is dat het extreem kut is. Maar zorg dat het daar blijft en de marketing niet stilzetten. I: Ook in de Pijp zie je, dat een kwalitatief hoger publiek komt, ook wat betreft de toeristen. R: Ja nog wel inderdaad. I: Nog wel, en er zijn hier veel dingen geopend, vooral de laatste twee jaar zei je. Is je gebruik qua voorzieningen, is je gebruik veranderd? R: Nou ik ben de laatste tijd meer uit eten gegaan, maar dat heeft ook te maken met inkomen. In het begin was uit eten drie keer per maand. En nu ga ik twee keer per week uit eten. En vaak ook afhalen. We koken vaak niet eens meer, maar halen lokale dingetjes af. A. omdat het lekker is en B. om die kleine tentjes te steunen.

75

I: En stel je gaat een avondjes borrelen, ga je dan nog steeds naar dezelfde kroeg als vroeger? R: Nou het aanbod is breder en verbeterd. Dus ik blijf wel in de Pijp. Dat ten eerste en ten tweede heb ik minder behoefte om naar de club te gaan, ik hou drukke tenten niet meer dan 1 of 2 uur vol. I: Ik heb weer een tevredenheid vraag: toen je hier kwam wonen, kan je je nog herinneren welk cijfer je toen gaf? R: Dat is omhoog gegaan, ik heb een ander gebruik wat beter aansluit bij deze buurt. Maar ook het aanbod is aanzienlijk verbeterd. Restaurants, drink horeca, leuker geworden. Neem de Tulp bijvoorbeeld, hartstikke leuke tent. I: Zou je dat vroeger ook uit hebben gekozen? R: Ja zeker, maar dat was er toen niet. Er is heel veel keus. I: De kroegen zijn dus leuker geworden volgens jou. Als je door de Pijp heen loopt, kan je dan een schets geven wat voor een mensen hier over straat lopen? R: Mix van bewoners, mensen die lang en kort wonen. Yuppen. Het is vrij gemêleerd. Mensen praten ook wel redelijk veel met elkaar. I: Praat je ook wel veel met andere mensen? R: Nou ik probeer van niet, maar je hebt toch wel wat contact. Ook in deze kroeg, maak je toch wel een praatje met de eigenaar. Maar minder met toeristen. I: Hoezo minder met toeristen? R: Nou wel minder als mensen in joggingbroek lopen. Dat zijn paupers. I: (er wordt gelachen). R: Nee maar even serieus, je gaat toch niet met je vrouw als je in Parijs bent in joggingbroek lopen? I: Nee, dat snap ik. Je mag je best wel makkelijks aantrekken, maar ik snap welke doelgroep je met joggingbroeken bedoeld. R: Ja ze moeten de vliegtickets duurder maken, dan heb je die ellende ook niet meer. I: Is dat zo? R: Ja dat is zeker waar, en dat is een belangrijk punt voor Pijp, winkels samen met bewoners, ongeacht wat de gemeente doet, we moeten er samen voor zorgen dat die a-sociale toeristen zich hier niet welkom voelen. Dus gewoon bij horeca gelegenheden, toeristen gewoon niet binnenlaten, prijzen hooghouden, winkels prijzen hooghouden, dat ze gewoon geen geld hebben om hier te kopen. I: Maar kan jij de doelgroep beschrijven, die jij beschrijft als 'joggingbroeken'? R: Ja meestal Fransen, maar dan wel Franse van bepaald niveau. Algerijnse Fransen. Die type gasten. I: En wat doen die dan? R: Die komen alleen om wat te zuipen en te blowen. Daar is de Pijp niet op gebouwd. Bij de Nieuwmarkt kan je dat beter doen. I: En in hoeverre identificeer je je met het publiek wat hier rondloopt? R: Ja, het is heel gemixt. Dat maakt het leuk. Dus ik pas er ook tussen. I: Wat voor veranderingen zie jij graag? R: Mensen die zeuren over dat er teveel verbouwd wordt. Wat wil je liever? Dat een huis helemaal vervallen is, of dat het huis in goede staat is, en opgeknapt. En wat betreft de sociale-huurwoningen. Ik vind dat het wel belangrijk is dat er regels worden afgesproken om je eigen huis netjes houden. Je woont hier in een nette buurt dus daar moet je je ook naar gedragen. Ik heb in mijn vorige woning tegen de achterkant van een woning van sociale-huur gekeken. Nou, dat zag er gewoon niet uit. Ik kan mij voorstellen dat als je weinig te besteden hebt dat je dat niet als prioriteit ziet. Maar dat zorgt voor spanning in de buurt, tussen mensen die veel betalen voor hun woning en mensen die minder betalen.

76

En het is goed dat er een mix is, maar zorg dat er geen irritaties ontstaan. Dat is heel makkelijk op te lossen. I: Hoe is dat makkelijk op te lossen? R: Met die verhuurders, woningcorporaties duidelijk afspraken maken. I: Maar is er overlast volgens jou in de buurt? R: Nee, totaal niet. Maar wel even iets nog over de horeca. Wat het wel tegenwoordig is, is dat het zo druk wordt met lunchen bijvoorbeeld. Er staan gewoon rijen, vooral op zaterdag middag. I: Ja? Zelfs rijen? R: Ja ik ga tegenwoordig buiten de Pijp lunchen omdat er rijen staan. I: En wie staan er in die rijen? R: Toeristen vooral. I: Ik kan mij voorstellen dat dat stoort. R: Dat is irritant ja. Maar dat zorgt er ook voor dat je nieuwe tentjes vindt. I: Dus eigenlijk zeg je, je bent positief over de Pijp. Wat er allemaal te vinden is. Weinig overlast geef je aan. Alleen is het wel, stel dat je iets te klagen hebt: dan is het wel de mensen die in de sociale huurwoningen wonen die hun huis niet goed onderhouden. R: En dat ik moet wachten voor een lunchplek. En er zit hier nog een groep vrij anarchistische groep. Daar hou ik totaal niet van. Dan denk ik, doe even normaal. I: Ergeren meer mensen daar aan? R: Ja ook wel andere uit de buurt, vooral yuppen. I: En verenigen jullie elkaar ook? R: Anarchisten wel. En de andere hebben veel tijd omdat ze niet werken waarschijnlijk. I: En zijn er plekken in de Pijp waar je graag komt, of juist niet. Dat kan omtrent veiligheid zijn, maar ook vanwege andere redenen. R: Die nieuwbouwflats, sociale huur. Dat vind ik verschrikkelijk. Dat is geen fijne plek. En ook bij die hoeren. Dat mag van mij ook wel weg hoor. Nul toegevoegde waarde voor de buurt. I: Je zegt, we hebben een aantal winkels die ook niet relevant zijn voor de buurt. Ik denk dat ik kan stellen dat jij ook bij de yuppen behoort. Denk je dat als er alleen maar bedrijven komen voor jouw doelgroep, wordt het dan ook niet te eentonig? R: Ik denk dat ik een yup ben inderdaad. Maar ik vind het juist leuk dat er verschillende soorten winkels zijn. Ik kom in 90% van die winkels niet, maar het zijn wel hele specifieke winkels. Of ze zijn oud. Het is niet perse dat het mij aanspreekt. Maar er zijn veel winkels geopend sinds de opening van de NZ-lijn. Dat willen ze natuurlijk proberen om mensen met die NZ-lijn hiernaar toe te trekken. Het is een soort verlengstuk van de Leidsestraat. Maar daar heb ik niks aan, en de hele buurt ook niet. Daarom denk ik dat de anarchisten en yuppen zij aan zij staan. Zij willen dat niet hebben. Ik vind dat de gemeente daar echt strak op moet sturen. De gemeente bepaalt wat er komt of niet, en zelfs dat er een commissie kiest wat er komt. Je wilt voorkomen dat je deze leuke, bekende buurt vernacheld. Het mag niet ten onder gaan aan haar eigen succes. De SP en GroenLinks denken gewoon niet na. I: Voel je je thuis hier? R: Ja. I: Als je een cijfer zou moeten geven voor de Pijp? R: Een 10. Ja dat is duidelijk. I: Je vertelde over de mensen die er rondliepen. Maar toen je hier net kwam wonen, identificeerde je je toen ook al met het publiek dat rondliep in de Pijp? R: Hm, eigenlijk sinds ik er ben gaan wonen wel. Maar toen ik nog in west woonde had ik wel een

77 ander idee over de mensen in de Pijp. Dat was vooral door onwetenheid. Maar sinds ik er woon is het gewoon chill. Je maakt met iedereen een praatje hier, je kan met 'je' mensen aanspreken. Ik ben niet vaak thuis, maar als ik thuis ben in mijn omgeving wil ik wel dat het gewoon chill is. I: En met wat voor een mensen kom je in contact, kom je met toeristen in contact? R: Ook, ik krijg soms wel eens vragen. Over de buurt. I: Dus je staat niet aanvallend tegenover toeristen? R: Nee, totaal niet. Positieve toeristen vind ik hartstikke goed. Dat maakt de stad ook leuk. Je woont in de hoofdstad, dat maakt een bepaalde trots. Het mogen er ook meer zijn, als het maar de goede toeristen zijn. Die slechte toeristen mogen naar de Nieuwmarkt. I: In hoeverre vind je het straatbeeld veranderd? In de tijd dat je hier woont. Het publiek op straat. R: Nou.. in de basis niet. Maar sinds de NZ-lijn open is, merk ik wel dat er ook andere toeristen makkelijker komen. Maar misschien zit dat ook tussen mijn oren. Ik heb het al bij een paar ondernemers getoetst en die zien het niet. I: Nou de NZ-lijn zorgt zeker voor allerlei toeristen. In deze kroeg waren afgelopen week wat Engelsen. En dat vond de barman ook gezellig. Het maakte hem niet uit. Maar aan de andere kant had hij de week daarvoor een jongen die in de portiek coke zat te snuiven. Dat is dan weer de andere kant van het verhaal. Nou, je zei al dat het contact met de omgeving goed was. Dat je dat leuk vond. Zet je je ook in voor de buurt en het leefklimaat? R: Nee weinig. I: Te druk daarvoor? Geen behoefte aan? R: Nee weinig, lastig om te antwoorden. Ik zet me in door sociaal te zijn, met mensen te praten. Ik probeer mijn voortuin mooi te hebben. Ik zet me in door alles bij de gemeente netjes in te vullen. Dus in die zin. I: Dan komen we bijna bij het einde. Je had het over toerisme nog. Hoe ervaar je toerisme in je omgeving. Je zei: ik wil graag kwalitatieve toeristen zien. In zijn geheel: hoe ervaar je die mix? R: Ik denk dat die mix 95% goede toeristen, 5% slechte toeristen. Maar het is wel gedaald van 100 naar 95. En daar moeten we voor waken. Dat heeft impact op de buurt en dan ook op mij. Ik ben er ook niet heel bang voor, de buurt is dusdanig mondig. Het is ook wel sterk gereguleerd. Je kan niet alles hier zomaar openen. Maar dat is wel de zorgen die ik heb. A. voor mijn leefplezier. Ik word chagrijnig van mensen die de buurt negatief beïnvloeden door te schreeuwen, afval. Ik vind het leuk om te lachen of een woord te wisselen met toeristen. Maar als zij asociaal worden, dan heeft dat impact ook op het gevoel van veiligheid. Ik moet dan soort van oppassen voor de toeristen, voor als ze te dronken en te agressief zijn. Dan moet ik nadenken bij mijn acties. Maar het publiek is wel heel gemixt en dat gaat heel goed samen. Die mix moet je houden. Dan maakt het niet uit om het stereotype Engelsen zijn of oude bewoners. Als iedereen maar elkaar en de buurt in haar waarde houdt. I: Ik denk dat dat wel een mooie conclusie is om mee af te sluiten. R: Prachtig he, vat ik het toch wel even mooi samen. I: Bedankt voor het interview.

I: Hoelang woon je al in de Pijp? R: Sinds 2010, dus 8 jaar, bijna 9 jaar I: En hoe oud ben je? R: 31 I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: MBO 4. I: En hoe ziet je huishouden eruit? de samenstelling. R: Ik woon met mijn vriend en mijn zoontje van 9 maanden.

78

I: Gefeliciteerd nog! R: Ja dank je wel (er wordt gelachen). I: En wat is je beroep? R: Ik ben operationeel manager bij Urban Salad, een saladebar uit Amsterdam en Utrecht. I: Bedankt. Dan ga ik nu beginnen met het officiele gedeelte. De eerste vraag: hoe ben je tot het besluit gekomen om in de Pijp te gaan wonen? R: Mijn vriend woonde daar al, en ik ben bij hem ingetrokken destijds. I: En was dat een makkelijke keuze, sprak de Pijp je aan? R: Ik woonde daarvoor trouwens ook al in de Pijp, met vriendinnetjes. De vader van een vriendinnetje had daar een huis gekocht. En toen zijn wij daar met z'n allen gaan wonen. En dat vonden we natuurlijk helemaal geweldig om daar te gaan wonen. I: Ja dat snap ik, en hadden jullie nog invloed op die keuze? R: Nee, daar hadden wij geen invloed op. I: En wat sprak je destijds aan in de Pijp? R: De leuke restaurantjes, al onze vrienden woonden daar toen ook. De markt vonden we toen ook al helemaal geweldig. Het was wel heel cool als je daar woonden. I: En als je dan in de Pijp bent, wat voor winkels bezoek je dan? Waar ga je dan vaak naartoe? R: Bedoel je restaurants of kledingwinkels? I: Ja, eigenlijk allebei. Als je in de Pijp rondloopt, en je gaat boodschappen doen. Of je gaat even wat eten in de buurt. R: Voor boodschappen ga ik naar de Albert Heijn. I: Wat zit die Albert Heijn? R: Op de Stadhouderskade. En aan de andere kant zit er ook een. Daar ga ik heen of naar de Jumbo op de Ferdinandbol. En eten bij wijnbar Boelen of Wijmpje Beukers. Even kijken, voor kleding ga ik ook wel naar de Pijp voor. We are Labels, Noor, dat soort winkeltjes. En verder naar de Duvel, om een borreltje te drinken. I: Dus alles in aanwezig? R: Ja eigenlijk is alles wel aanwezig, ik hoef niet perse de Pijp uit om leuke dingen te doen. I: Dus, ik kan wel stellen dat je vrij tevreden bent over wat er allemaal te vinden is in de Pijp? Was dat ook al toen je er net kwam wonen? R: Ja, ja zeker. Toen was het nog wel wat leuker. Nu ga ik niet meer heel vaak uit. En ga je voornamelijk echt uit eten. Qua uitgaan zit ik niet meer in de kroeg tot vier uur 's nachts. I: Waar ging je dan vroeger naar toe? R: Dan ging ik naar Flinck, ook wel Duvel eigenlijk. En vlinder en de Flamingo. I: En die tijd is nu een beetje vervlogen? R: Ja helaas wel ja (er wordt gelachen) I: Heb je het veel zien veranderen de afgelopen jaren? R: Bedoel je de kroegen?

79

I: Of is je voorkeur veranderd? R: Dat valt wel mee eigenlijk. De mensen worden natuurlijk wel steeds jonger. En er komt steeds meer horeca bij voor mijn gevoel. En er veranderd ook best wel veel in de horeca gelegenheden. I: En vind je dat een positieve verandering? Dat er steeds meer bijkomt? R: Ik vind het op zich wel positief. Wel leuk om telkens wat anders te zien. I: Ja, en het publiek dat daar komt, het jongere publiek? R: Ja, dat is ook prima. Dat zij zo. En ook wel veel toeristen natuurlijk. I: Merk je dat? R: Nou, ja, op een markt vind ik het altijd wel mega druk. Dat vind ik wel een verschil met vroeger. I: En de markt, kom je daar dan vaak? R: Nee, zeker niet zo vaak. Door de weeks sowieso niet, dan ben ik aan het werk. En in het weekend heel soms. I: Kom je daar bewust niet? R: Ja, in het weekend mijd ik het wel I: Door de vele toeristen. R: Ja omdat het gewoon super druk is. En met mijn kindje dat is gewoon niet te doen. Dat is ook niet leuk om daar doorheen te komen. I: En als je dan door de Pijp loopt, kan je dan een schets geven wat voor een publiek daar loopt? R: Ja toeristen, veel dagjes mensen dus ook, dagjesmensen gewoon uit Nederland. En, yuppen. I: (Er wordt gelachen). Identificeer jij je met deze groep? Voel jij je thuis in deze groep? R: Eh.. ja ik voel mij op zich wel thuis in de Pijp. Ja ja, natuurlijk, ik woon er natuurlijk al 10 jaar. Dus ik voel mij wel thuis. I: Dus je voelt je er wel thuis. Als je de Pijp een cijfer zou geven. Wat zou je dan geven qua omgeving?

R: Nou, een 8 zou ik zeggen. I: Dat is hoog. R: Nou, het heeft natuurlijk echt alles. Dat is wel leuk. Er zit gewoon super veel. Alles wat ik nodig heb, heb je daar. I: Zijn er nog dingen die beter kunnen? volgens jou. R: Even denken.. ik vind mijn straat best wel vies. Gewoon veel afval. Heel veel fietsen overal. Daar zijn ze nu wel mee bezig volgens mij. Maar dat vind ik altijd best wel veel. I: Zijn ze daar mee bezig? R: Ja, ze hebben nu bij de NZ-lijn een ondergrondse fietsenstalling gemaakt. Ja en 's avonds en in het weekend hebben ze ook een soort fietsenstalling op de Albert Cuyp. Ik weet niet precies hoe het zit, maar dan is het in ieder geval iets meer georganiseerd. En je mag trouwens ook niet fietsen in de Eerste van der Hellst. I: Daar is een fietsverbod? Dat wist ik niet.

80

R: Ja zeker. I: Je bent eigenlijk de eerste geinterviewde, die ook een kindje heeft. Stel je gaat wandelen, is er dan ook wat te doen? Wat leuks met je zoontje? R: Nou, gister ben ik voor het eerst naar de kinder conceptstore geweest. Dat is een restaurant speciaal voor ouders met kinderen. Dat kunnen die kinderen lekker spelen in zo'n bak met speelgoed, en ouders kunnen gewoon een biertje drinken. En voor de rest is het met de wagen wel lastig om te lopen. Het is gewoon echt heel erg druk en al die fietsen die overal staan, dat is gewoon bijna niet te doen. I: Dus is het voor jonge ouders minder leuk? Of minder praktisch? R: Ik zou niet zeggen minder leuk, want er zijn veel ouders met jonge kinderen. Maar meestal met 1 kindje. Als je twee kinderen hebt wordt het gewoon wel echt heel druk. Maar voor nu vind ik het zeker heel leuk om hier te wonen. Vooral omdat al mijn vrienden hier nog wonen. I: Iedereen is in de Pijp blijven hangen? R: Ja gelukkig wel. I: Je gaf net een schets over het straatbeeld en over wie er allemaal rondloopt. Vind je dat veranderd, of is dat veranderd sinds je hier kwam wonen? R: Bedoel je de mensen die er rondlopen? I: Ja de mensen en de winkels. R: Het is allemaal wel wat hipper geworden. De mensen en de winkels. De winkels zijn allemaal ingespeeld op dat vegetarische gebeuren. Niet perse op de toeristen aangepast hoor. I: En wat vind je van die veranderingen die er hebben plaatsgevonden? R: Dat vind ik eigenlijk wel leuk. In mijn werk ben ik ook veel bezig met eten en eettrends. Dus daar let ik dan wel op. I: En dat cijfer wat je net gaf, een 8. Hoe was het toen je hier net kwam wonen. R: Je hebt ook andere dingen in de Pijp, zoals die kids conceptstore waar je dan heenkan. In plaats van dat je in de kroeg hangt, ga je daar nu heen. En veel restaurants zijn er natuurlijk, er is heel veel aanbod. I: En het klinkt wel alsof er voor iedereen wat wils is. R: Ja zeker, dat is ook echt zo. Het is af en toe ook wel druk. We wonen achter de Albert Cuyp. De kraampjes worden allemaal gestald in de kraampjes achter, in onze straten. Dat is ook een vervelend geluid. I: Ook de vis lucht? R: Nee dat heb ik niet, alleen die karretjes die om 05:00 beginnen met rijden. En met een klein kindje die daar ook 's ochtends wakker van wordt. Maar je moet er ook aan wennen. I: En nog even terug over de afval en de rommel op straat. Zet je jezelf ook in, in de buurt? Om het op te lossen? R: Nou toevallig laatst, mijn buurman vertelde over een app. Ik weet niet meer hoe het heet. Maar in die app kan je een appje sturen over overlast of als er bijvoorbeeld een container lang volstaat. I: Is dat geïnitieerd vanuit de gemeente of vanuit de bewoners? R: Ja vanuit de gemeente. I: Dat is grappig.

81

R: Ik kende het ook niet, maar hij zei dat hij laatst een appje had gestuurd over de overvolle container. En dat is daarna heel snel opgelost. I: Wauw. R: Ja dat is wel relaxed. I: Daar ga ik nog even onderzoek naar doen. Klinkt interessant. Dan nog even over het toerisme in de Pijp. Je zei dat het wel aanwezig was. Hoe ervaar je die aanwezigheid. R: Nou door het toerisme is het wel gigantisch druk. Daardoor ga ik niet de markt op zeg maar. I: Nee precies, was dat ook al toen je hier kwam wonen 10 jaar geleden? R: Nou, nee niet dat ik mij zo kan herinneren. Of besef. Dat is wel jammer, maar ja, wel begrijpelijk want het is gewoon leuk om naar de Pijp te gaan. Ik zou het elke toerist ook aanraden om naar de Pijp te gaan. Het is een beetje dubbel. I: Ik snap het. Ik heb eigenlijk nog maar een vraag. Kom je wel eens in contact met toeristen? R: Nee (er wordt gelachen). I: Helemaal niet? R: Nou, wij hebben wel air bnb in huis gehad. Dan kom je natuurlijk wel in contact met ze. Dat is dan voor een paar dagen. Dan wel, maar voor de rest op straat of winkels. I: Vermijd je ze dan bewust? R: Ja, zeker. Ik vind dat wel heel irritant. I: Dat kan ik begrijpen. Kies je dan ook echt je plekken uit, waar je bijvoorbeeld gaat eten om toeristen te vermijden? R: Ja dat denk ik wel. Ik ga niet naar de toeristische dingen nee. Dat doe ik wel bewust. I: Oke, ik snap het. Dit was het eigenlijk. Ik wil je heel erg bedanken. R: Graag gedaan, geen probleem. Wat ga je hier allemaal mee doen? I: Ik ga dit interview uittypen. Volledig anoniem. En dat zal ik naar je toesturen indien gewenst. Respondent 5 I = interviewer R = respondent

I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in Amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat.

Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind.

I: Hoe lang woon je al in De Pijp? R: Ik woon 12 jaar in De Pijp. Dus ik heb een hoop verandering gezien.

82

I: Hoe oud ben je? R: Ik ben 41.

I: Hoe ziet je huishouden eruit? R: Alleen woon ik. Een een persoons huishouden

I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: WO. Bedrijfskunde.

I: Wat doe je in het dagelijks leven? R: Ik ben ondernemer in de horeca. Ik heb een aantal saladebars.

------

I: Hoe ben je 12 jaar geleden tot de beslissing gekomen om in De Pijp te gaan wonen? R: Ehm.. goeie vraag. Dat vond ik een van de leukste buurten van Amsterdam in combinatie met goeie bereikbaarheid. Ik werkte toen niet in Amsterdam en moest elke dag met de auto de stad uit. En vanuit die kant van Amsterdam is dat het best te doen vond ik. Daarnaast de Albert Cuyp en de vele cafés, winkels. Gewoon een super leuke buurt. Dat was eigenlijk mijn beslissing en ik heb niet ergens anders gekeken. Dus vrij kortzichtig. En toen ik in Amsterdam kwam wonen, woonde ik in de Rivierenbuurt en ging ik altijd vrijdag, zaterdag eten en drinken met vrienden in De Pijp.

I: En waar ging je dan naartoe? R: Naja, dat begon bij BinnenBuiten toen, die was net open. En als die dicht ging, ging ik naar de Mazzeltov. Thank God, kom ik daar nu niet meer.

I: Waar zit dat ook alweer precies? R: Op de Ferdinand Bolstraat, dat nacht cafe is dat. En op het Gerard Douwplein kwam ik niet zoveel, daar zat alleen de Pilsvogel. Maar voor de rest zat daar niks. Het Paardje was toen een echte bruine kroeg, daar kwam ik ook wel eens om te kaarten met vrienden omdat niemand daar zat op vrijdagavond. Gordijntjes voor de ramen, Mash was een snackbar en de wasserette was echt een wasserette. En alleen de Pilsvogel en de Groene Vlinder die waren toen echt hip.

I: En nu in De Pijp, als je je daar beweegt, welke winkels bezoek je vooral? R: Ik bezoek vooral de Albert Heijn en qua winkels...

I: Of ga je niet specifiek De Pijp in voor winkels? R: Ik woon tussen drie supermarkten in, dus daar kom ik best vaak, maar daarvoor ga je niet speciaal naar De Pijp. Specifieke winkels, ja ik bezoek het niet vaak, maar de Gerard Douwstraat, de ontwikkeling die die straat heeft doorgemaakt qua lifestyle winkels, dat wel af en toe.

I: Want wat zat daar eerst dan? R: Niks. Dat wat nu allemaal commerciele winkels zijn dat waren toen allemaal denk ik opslag plekken voor de marktkoopmannen van de Albert Cuypmarkt. En dat is nu de hipste straat van Amsterdam denk ik met de Anna en de Nina enzo. Daar kom ik wel wat minder, maar de schoenwinkels aan de Ferdinand Bolstraat zoals de Basquets, Perry sports etc. daar kom ik wel. En veel horeca natuurlijk.

I: Ja die horeca, je zei al dat je er veel komt. Waar ga je naar toe als je uit eten gaat of wat gaat drinken? R: Nou, ik kom De Pijp bijna niet meer uit. Want het is gewoon allemaal zo goed voor elkaar. Escobar, De Japanner. Maar dat zijn echt drie stappen en ik sta er binnen. Ontbijten, lunchen in de Wasserette. Koffie in de Coconuts. Van Woustraat is helemaal veranderd met leuke tentjes. I: Alles is aanwezig?

83

R: Ja, goeie restaurants zijn erbij gekomen. Ja ik vind dat het een stuk kwalitatiever omhoog is gegaan.

I: Ja? Want je zei eerst was er helemaal niks aan het Gerard Douwplein. R: Ja, als je het Gerad Douwplein neemt, daar was alleen de Pilsvogel. En die was hip. Nou ja hip, daar kwamen studenten en net afgestudeerden net zoals ik. Op die plek kan je nu alles. Je kan ontbijten, lunchen, dineren en pils drinken. Het is allemaal goed voor elkaar daar.

(Klein persoonlijk gesprek, niet relevant)

R: Maar het mooie is, het verspreid zich heel langzaam. Want je ziet nu de Albert Cuyp, wat eigenlijk als markt een grote aantrekkingskracht heeft op toeristen, en waar veel zwart geld omgaat waardoor het een klein goudmijntje is voor de marktkooplui. Maar die plinten daarachter zijn eigenlijk heel oninteressant. Want daar staan zes dagen per week marktkramen voor, maar je ziet dat daar steeds meer horecapanden komen en dat daar ook gewoon hippe barretjes en restaurant komen die allemaal lopen. De Japanner en Kayaocho (?) zijn goede voorbeelden daarvan. Eerste zaten daar zulke schimmige cafes en als je daar nu in de avond, elke dag van de week volgens mij, als de markt dicht is staat het daar helemaal vol met fietsen daar en dat werkt gewoon. De Butcher is daar mee begonnen denk ik. Hamburger met cocktail bar en je ziet daar zoveel fietsen staan.

I: Dus het wordt steeds drukker daar? R: Het wordt steeds drukker ja. I: En wat vind je daar van? R: Ja, ik moet heel eerlijk zeggen dat ik daar geen last van. Ik heb daar best wel veel discussie over met mijn buren. Die in hetzelfde appartementencomplex wonen, wonen best veel mensen die daar als best lang wonen. In ieder geval een stuk langer dan ik. En die klagen over dat het maar drukker wordt en het geluid van de rolkoffertjes. Klachten die ze uit Het Parool halen en die door iedereen herhaald worden. Dat slaat gewoon nergens op. Want het geluid van rolkoffertjes, zo erg is dat helemaal niet. Nee maar mijn buren, ik ga zo zeggen wat ik er van vind, die klagen over dat het steeds drukker wordt, maar dat zijn mensen die moeite hebben met dat de stad in beweging is. En elke stad moet in beweging zijn volgens mij. Maar die klagen per definitie als er wat veranderd. Dus een nieuwe supermarkt, bijvoorbeeld de EkoPlaza ging weg en het wordt een Jumbo. Weer een Jumbo, helemaal kut. Nu heeft de projectontwikkelaar tegenover ons vier huizen opgekocht en daar worden mooie appartementen gebouwd, en dan gaan ze procederen omdat het dag met een meter wordt verhoogd. En die zijn gewoon tegen stedelijke ontwikkeling. En aan deze procedure wilde ik niet meedoen, ik zei: Ja de stad is gewoon in beweging en wees blij dat die gevels worden opgeknapt. En dat is ook goed voor de waarde van onze huizen. Want als ze daar appartementen gaan bouwen van een miljoen, gaat onze waarde omhoog. I: Ja, je ziet toch ook dat Amsterdam in de jaren '70 was het totaal anders dan nu, en in de jaren '90 was het ook weer heel anders. R: Je moet eens, als je in het centrum bent, kun je een keer wat bij Nel gaan drinken op het Amstelveld, daar hebben ze een hele grote prent op de muur met hoe het eruit zag in de jaren '90. Het was gekraakt en daar zaten alleen maar junks in en ik denk dat dat nu het meest pitoreske stukje van Amsterdam met de Amstelkerk en Nel daaraan vast. En het zal mij niks verbazen als dat in de jaren '90 voor een gulden van eigenaar is verwisseld omdat dat gewoon nul waarde had. Maar om terug te komen op je vraag, ik heb van die drukte totaal geen last. Ik heb er in huis geen last van. I: Want je woont heel rustig? R: Nou nee, ik woon heel erg druk. Ik woon aan het einde van de Gerard Douwstraat op het pleintje waar de Albert Heijn ingang zit. I: Ooh waar ook de Blokker zit? R: Ja inderdaad waar ook de Blokker zit, en ik kijk een straat in waar de Albert Cuyp zit, bij het beeld van Hazes. Dus ik heb de Albert Cuyp, de Albert Heijn bezoekers en toeristenstromen die daar doorheen gaan. Ik woon op de begane grond dus ook nog eens dicht bij het geluid. Ik heb er totaal geen last van. Nee, in huis heb ik er sowieso geen last van. Want je doet de ramen dicht en je hoort het niet meer. Ja tuurlijk, zaterdag vermijd ik de Albert Cuyp. I: Zo druk?

84

R: Ja, en dat er daarnaast niks voor een Amsterdammer te koop is. Misschien een haring. Maar allemaal nep Nikes en dat soort dingen dat hoef ik niet. Maar alle horeca, ja het is druk, maar het is prima te doen. En ik heb ook niet het idee dat het overspoelt wordt door toeristen. Tuurlijk zijn er tentjes die ik wel vermijd omdat die in de Lonley Planet staan. Maar nee, het is juist alleen maar beter geworden daardoor.

I: Ja? Heb je veel veranderingen meegemaakt in de loop der tijd? R: Ja, nou al die horeca die erbij komt. Waardestijging van het vastgoed natuurlijk, voor huiseigenaren, ik heb mijn huis gekocht, is dat natuurlijk helemaal top. Ik heb in tweeduizendzeven gekocht, toen dit ook al hoog was. En ik heb het laten taxeren laatst en het is verdubbeld in waarde. En daar kan je niet tegen op werken. Maar ja, daar heb je geen reet aan als je het niet verkoopt. Nee, maar goeie winkels, goede horeca, de voorzieningen worden allemaal beter. Afval onder de grond, straten zijn allemaal schoon en de verlichting werkt allemaal goed. Afvalbak elke dag opgehaald en alles netjes aangeveegd. Dus eigenlijk de toename van verstedelijking en toerisme zorgt ervoor dat die stad gewoon veel interessanter wordt.

I: In tweeduizendacht heeft de Gemeente Amsterdam gezegd we gaan meer investeren in toerisme, en dat heeft ook echt effect gehad. Zo zijn de toeristische overnachtingen met miljoenen gestegen. En je zegt ook die hoogwaardige horeca is veranderd, denk je dat dat ook is veranderd ten behoeve van die toeristen? R: Ja, dat is natuurlijk heel moeilijk te zeggen. Het is een wisselwerking. Kijk aan de ene kant heb je, daar heb ik geen cijfers van, maar je hebt de toenemende verstedelijking in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag. Vanuit Nederland. Maar dat weet jij natuurlijk beter dan ik. En de toename van toerisme. En beide moeten natuurlijk eten en drinken. Dus dat versterkt elkaar heel erg. Maar ik denk dat zonder het toerisme, en de groei van het toerisme het lang niet zo hard zou zijn gegaan met de groei van de horeca en de winkels. Dus we kunnen er als Amsterdammers allemaal heel erg over klagen dat het zo druk is geworden, maar we plukken er ook de vruchten van. Zonder toerisme hadden we ook niet zulke mooie musea, schouwburgen en concerthallen gehad. Dus het versterkt elkaar heel erg.

I: En je bent nu heel tevreden, vroeger was je ook tevreden zeg je met het voorzieningenaanbod die er was. Ben je meer tevreden geworden door de veranderingen die hebben plaatsgevonden? R: Ja, weet je wat het is. Naarmate je ouder wordt veranderd je behoefte ook. Toen ik net in De Pijp woonde, net in Amsterdam, ging ik altijd naar BinnenBuiten bier drinken en at ik af en toe een bitterbal. En nu ga ik veel meer naar goede restaurants en naar het concertgebouw. Terwijl ik toen helemaal geen geld uitgaf aan cultuur. Dus naarmate je ouder wordt veranderd die behoefte. Dus eigenlijk ben ik wel meer tevreden. Ik vind dat het ook wel beter wordt. Zo'n Albert Heijn waar ik ongeveer in woon, die rammetje druk is met toeristen, daardoor is het wel een hele efficiënte supermarkt. En is er heel veel. Dus is het eigenlijk alleen maar beter.

I: Dus je kan zeggen dat je het specifieke toerisme wel ontwijkt.... R: Ja, ik kom niet meer op de Dam en in de Bijenkorf. Als ik daar naartoe moet dan doe ik dat op maandagochtend. Ik ben gelukkig in de positie om dat op een maandag ochtend te kunnen doen. Maar trouwens, als ik nieuwe kleren nodig heb dan koop ik dat meestal in Utrecht of Rotterdam. Ik ga daar niet specifiek voor naartoe, maar dat is wel de keerzijde. Omdat ik zeer regelmatig in die andere steden kom geef ik daar wel mijn geld aan uit. Maar ik vind dat toerisme ook wel een hele grote keerzijde heeft hoor (er wordt gelachen) I: O ja? Vertel R: Nou, kijk het commerciele en culturele aanbod loopt op vind ik. Maar die stad is wel gewoon klein. En die kan je niet verder oprekken. De straten zijn zo lang en breed als ze zijn. En Amsterdam wordt in dat opzicht wel een openlucht museum. Al die toeristen willen naar het Anne Frank Huis, willen met IAMsterdam op de foto, die is nu weg maar je snapt me en willen ook mee met de Hop On-Hop Off bus mee. Daar zou wel wat aan moeten gebeuren. Het slaat natuurlijk nergens op dat die rondvaartboten alle grachten langs mogen. Die zouden gewoon een rondje Amstel, Eemgracht en het IJ moeten doen en desnoods zou het Anne Frank Huis verplaatst moeten worden (er wordt gelachen).

85

Touringcars, volgens mij mogen die al niet eens meer allemaal de stad in. Die moeten gewoon parkeren bij een P+R en al die toeristen op de tram zetten en gewoon die niet meer de stad in.

I: Want wat stoort je dan precies? R: Nou, ik woon vlak bij de Heineken brouwerij daar is het aantal touringcars wel echt minder, maar daar stond gewoon de hele dag file omdat touringcars daar toeristen aan het uitspugen waren. I: En dat belemmerde jou in je doen en laten? R: Ja, ja. Maar hetzelfde vind ik gelden voor op het water. Het is hartstikke druk op het water. Ik heb zelf een boot, dus ik doe daar ook aan mee. Maar overal die rondvaartboten, veel aggresivieit en vooral frustratie met name. Hartstikke leuk dat je toeristen alles laat zien, maar wat ik al zei, verplaats het Anne Frank Huis want geen Amerikaan die doorheeft waar ze naar kijken. En misschien is dat niet helemaal de manier om dat zo te doen, maar verplaats de Wallen. Je hoeft niet heel Amsterdam te zien.

I: En je zei net al over de Heineken Expierence, ik zie wel minder touringcars en dergelijke. Als je zo door De Pijp loopt, wat voor een publiek zie je? Waar bestaat dat uit? Kan je daar een beschrijving geven? R: eehhh... I: Of beweeg je je niet zoveel door De Pijp? R: Nee, ik beweeg mij heel veel door De Pijp. Ik loop daar dagelijks door. Naja, veel toeristen en dat is wel een nadeel in Amsterdam, dat het heel veel troeptoeristen aantrekt. Toeristen komen hier om te zuipen en te blowen met hun Amsterdam hoed en met hun tasje van de Heineken Brouwerij. Dat zie je wel heel veel. Heel veel brakke koppen altijd. Ik zie toch ook wel veel Amsterdammers nog op de Albert Cuyp bijvoorbeeld, ja en het op het Gerard Douwplein is het weer allemaal bloed mooie meisjes en echt die hippe studenten. Dus echt wel heel divers. I: Kan je je wel identificeren met het publiek? Kan je zeggen: Ja ik hoor hier, ik voel mij hier thuis. R: Ja heel erg, dat komt misschien ook wel, ik woon hier nu twaalf jaar zei ik al, en ik heb een niet gebruikelijke manier van werken. Ik hoef niet vijf dagen per week naar het kantoor en dan in de avond weer thuis. Ik werk heel veel vanuit huis en ik beweeg mij ook veel rondom mijn huis. Dus ik ken ook mijn halve straat. Om mij heen ken ik de ondernemers. Van de jongens die werken bij de Gall&Gall tot aan de eigenaren van de Escobar en de Wasserette. Dus ik vind het eigenlijk wel een beetje dorps. I: Ja dat is best wel geinig. Individualisme is natuurlijk een groot thema. En zeker in de stad hoor je dat mensen steeds minder contact met elkaar hebben. Maar dat geld dus blijkbaar voor jou totaal niet. En verenigen jullie elkaar ook weleens om problemen in de buurt aan te pakken? R: Dat gebeurt wel. Maar daar doe ik niet aan mee. I: Geen behoefte aan? R: Nee, nee. Omdat het vaak vanuit een verandering is die direct als slecht wordt bestempeld. Ik zit wel in de VVE met twintig appartementen, dat doe ik wel. Maar dat is ook verplicht om daar aan mee doen. Maar wat ik bijvoorbeeld zei, vier huizen die tegenover ons worden opgeknapt waarbij het dak met een paar meter wordt verhoogd, daar zijn dan wel een aantal mensen van mijn VVE met een aantal buren mee bezig. Ik weet dat de buurvrouw zich heel veel inzet voor een schonere Pijp. Die heeft zich wel verenigd met andere straten om die afvalbakken te verbeteren. Ze hebben dan kunstgrasmatten om de vuilcontainers gelegd om zo het afval dat naast de bakken ligt tegen te gaan. En het werkt! En ik heb een buurman die heeft het pleintje voor de Albert Heijn opnieuw ontworpen omdat die wist dat er vanuit de gemeente twintigduizend euro beschikbaar was voor dit soort burgeriniatieven. I: Dus er zijn wel degelijk initiatieven R: Ja die zijn er zeker en die worden vaak gestart door mensen die er net een slag langer wonen dan ik. Die net weer tien jaar ouder zijn dan ik. En ja, misschien doe ik daar later ook nog aan mee. Maar ik steek mijn tijd liever in mijn zaak, dan dat ik mij druk maar om een vuilniszak die ergens naast een bak ligt.

I: Zijn er plekken waar je heel graag komt of die je echt vermijd? Dat hoeft niet per se te maken hebben met onveiligheid. R: Onveilig vind ik het eigenlijk nergens in Amsterdam. Zeker niet in De Pijp. Maar wat ik al zei is dat ik de Albert Cuyp zoveel mogelijk vermijd op zaterdag. Het enige wat ik doe is twee meter de

86 markt op om een haring te halen. Maar die hele markt over dat doe ik niet. Ja, de Heineken Brouwerij fiets ik omheen omdat het daar gewoon te druk is. Maar ik zal je vertellen, ik heb laatst een nieuwe fiets gekocht en daar zat een bel aan het stuur en daar heb ik zo'n ding dong bel op laten zetten voor toeristen. Voor de oude vrouwtjes en de Amsterdammers heb ik een bescheiden bel en voor de toeristen een agressieve. Ehm, Sarphatipark ga ik ook niet naar toe met lekker weer. Maar misschien is dat ook meer omdat ik dan gewoon graag op het terras zit of met mijn bootje vaar. I: Ja, als je naar de cijfers kijkt is het Sarphatipark toch wel een van de drukst bezochte parken van Amsterdam. R: Jaaa, en daar zitten mensen met lauwe rosé te blowen en te zuipen. En hetzelfde geld voor Vondelpark. Parken in grote steden zijn voor mij op mooie dagen gewoon niet aan mij besteed. I: Maar het klinkt dus wel alsof die drukte niet voor de hele Pijp geld, maar dat het best wel geconcentreerd is op een aantal plekken. R: Ja het is echt geconcentreerd op waar ik woon. Ja want de Albert Cuyp, nadat ze twee jaar geleden een kunstwerk daar hebben geplaatst die ik heel erg lelijk vind en puur gericht is op toeristen. En heel veel mensen klagen dat alles in Amsterdam dat alles maar eten wordt en dat geld voor de Alber Cuyp ook. Ik liep er van de week over heen. Je hebt alles, van braadworst tot wafels en koffie bij al die marktkraampjes. I: Dit is natuurlijk een beetje invullen, maar dit is denk ik niet gericht op de Amsterdammer die zijn wekelijkse boodschappen komt doen. R: Stroopwafels, poffertjes dat soort dingen. En die gaan daar sowieso niet naartoe. Wat je zei, van de toeristen kaaswinkels waar wij niet komen. Ziet er allemaal heel leuk uit, maar niet te vreten wanneer je het koopt. Verder zijn er niet echt plekken die echt vermijd. I: Die plekken trekken dus een bepaald type mensen aan. Hoe was dat dan toen je er net kwam wonen? Kwam je daar vaker of juist minder? R: De Albert Cuyp kwam ik wel vaak. Ging ik op zaterdag mijn boodschappen, was het ook wel druk natuurlijk, maar was het veel meer met mensen uit Amsterdam. Ja ik zit even te denken. Het was allemaal wat meer bruin cafe. Dus het is nu allemaal wat meer hipper. Het zijn vooral de dag horeca zaken die allemaal wat meer gericht zijn op toerisme volgens mij. De plekken waar je gaat brunchen enzo. Die zijn allemaal ook afgeladen overdag. Daar ga ik dus ook nooit heen eigenlijk. I: En dan in de avond keert de rust weer een beetje terug? R: Ja, naja, dan zijn zulk soort zaakjes gesloten. Ik heb het idee dat er een aantal dingen gewoon in de Lonley Planet staan. Tegenwoordig, dat is nieuw, dat zie ik dit jaar voor het eerst. In London bijvoorbeeld. Gaan mensen in de rij staan voor een half uur, drie kwartier. En dat zie ik voor het eerst dit jaar ook in Amsterdam. Gewoon echt zo'n paaltje met een ding erop: Wait here. In het Engels dus wel. En daar staan gewoon heel netjes in de rij te wachten tot dat er een tafeltje vrij is. Dat zie je bijvoorbeeld bij de Avocado Show. I: Dat zijn dus echt wel meerdere zaken. R: Ja inderdaad, en het zijn ook zaken waar je echt goed kan eten. Kijk vroeger had je rijen voor clubs en nu heb je dat ook voor horeca zaken. Ook voor de Escobar en de Japanner, maar daar komen ook echt Amsterdammers of mensen die daar wonen. Maar dat is echt nieuw. I: En in welke mate van tevredenheid oordeel je nu over de voorzieningen. R: Ja heel tevreden, ik ben heel enthousiast.

I: Ehm, ja nou we hebben dus eigenlijk al een tijdje gesproken. En ik heb wat vragen voorbereid, maar veel hebben we eigenlijk al besproken. R: Ja ik heb dus buren die echt hierom verhuizen. Omdat ze het absoluut niet eens met mij zijn. Die zijn dat wel tien, vijftien jaar ouder. Maar die willen natuurlijk ook gewoon geld uit haar huis hebben.

I: Ja we hebben alles wel een beetje besproken. En toerisme is toch wel een leidraad geweest. Maar kom je ook wel eens in contact met toeristen? R: Nee, zelden. Maar ik vermijd ook de toeristen plekken. Dus de eetcafe's en restaurants zitten ze er wel, maar dan ben ik ook met mijn eigen vrienden. Dus nee eigenlijk niet.

(Interview wordt afgesloten met een kort persoonlijk gesprek)

87

(Het interview is afgesloten en er wordt nog wat nagesproken, terwijl de koffie nog wordt gedronken ontstaat er nog een interessant gesprek waardoor de voicerecorder weer wordt aangezet)

R: Ik was dus aan het vertellen dat mijn broertje net een huis in De Pijp heeft gekocht, en nog een vriend van mij ook die drie kinderen heeft. Die kiezen daarvoor om daar te blijven en niet de stad te verlaten omdat de voorzieningen ook best wel goed zijn. Ze hebben beide, en iedereen heeft dat dat er een speeltuin op honderdvijftig meter afstand zit. En zijn er overal plekken waar je niet op straat hoeft te spelen maar dat er afgesloten plekken zijn. Dat is voor hun de rede geweest en dat maakt het toch ook wel dorpser.

I: Het is toch een opmerkelijke ontwikkeling. Want je hoort toch ook vaak dat mensen met kinderen zeggen: Ja, Amsterdam wordt een pretpark, het wordt veel te druk we gaan juist de stad uit. R: Jaa, mensen die zeggen dat Amsterdam een pretpark wordt, iedereen heeft dezelfde argumenten tegen toeristen en dat komt allemaal uit ingezonden brieven die in het Parool staan. Iedereen praat elkaar wel na heb ik het idee. En mensen gaan wel de stad uit, maar veel mensen kunnen het ook niet betalen. Maar dat is een probleem van een heel andere orde. Dat is een kloof die niet te stoppen is. En heel veel mensen willen het ook niet betalen. Mijn zus is het haar man en twee kindjes de stad uitgegaan, die konden prima een huis in Amsterdam betalen. Maar die weigeren meer dan een miljoen of anderhalf miljoen te betalen voor een huis waar je niet eens omheen kan lopen. Dus dat is een afweging die zij hebben gemaakt.

I: Hoelang woon je al in de Pijp? R: Nu 5 jaar. Richting de 6. I: En hoe oud ben je? R: 34 jaar, maar niet te hard zeggen (er wordt gelachen). I: En hoe ziet de samenstelling eruit van je huis eruit? R: Een vrouw, en geen huisdieren. I: En wat is je hoogst genoten opleiding? R: Universitair, master. I: En waar werk je nu? R: Ik werk bij KPMG als strategy consultant. I: En hoe ben je bij het idee gekomen om in de Pijp te gaan wonen? R: Toen ik in Amsterdam kwam heb ik eerst vier jaar in Amsterdam West gewoond en toen ik ging samenwonen toen kwamen we erachter dat de Pijp een relaxte buurt was. We kwamen erachter dat de Pijp toch wel een hele fijn buurt was. We kwamen er al regelmatig om wat te drinken. Dat was de reden. Eerst op de Albert Cuyp gewoond. En toen heb ik een huis gekocht daarna en heb ik duidelijk tegen de makelaar gezegd dat ik wilde wonen tussen de Ruysdaelkade en Stadthouderskade, Albert Cuyp en Ferdinand bol. Daar wilde ik een huisje hebben. I: Waarom? Graag daar. R: De reden is omdat het een super locatie is qua, alles is in de buurt. De drukte, het museumplein is om de hoek. Marie Heinekenplein. Maar waar we nu zitten in de Pijp, is het veel rustiger en groen. Mooie huizen, niet teveel horeca maar wel kwaliteit restaurants. I: Want je zei net, toen ik hier net kwam wonen was het meest relaxed. In combinatie met groen. Was dat ook toen je hier net kwamen wonen? R: Nee want toen woonde ik nog niet echt in dit gebied. Maar toen ik hier net kwam wonen was het vooral dat de Pijp vrij relaxed was qua wat drinken, winkel en boodschappen doen. En, dat mag je natuurlijk ook niet echt zeggen, maar er wonen hier wel wat minder gastjes op scooters.

88

I: Ja.. R: Die heb je in West heel veel. En dat was ik wel klaar mee. I: Dus je woont nu in het rustige gedeelte van de Pijp? R: Nou, als je in West woont heb je veel hangjeugd. Ik vind die hangjongeren best wel stressvol als je boodschappen gaat doen en je moet langs een groep jongeren die wel of geen opmerking gaan maken. I: Dat kan ik begrijpen. Je zei net, hier is alles, goed eten en drinken. Als je hier winkelt in de Pijp. Welke winkels zijn dat dan die je hier bezoekt? R: Nou ik hou niet zo van winkelen, maar je hebt hier wel de Govert Flinckstraat de kleinere winkels, the Basket, Scotch and Soda. Die hebben wel chille spullen. Ook om kado's te kopen. Je hebt ook op de hoek van de Ferdinand bol veel kledingwinkels. Relaxed. Maar voor kleding kijken vind ik niet zo leuk, maar je hebt ook kleine, hele specifieke winkeltjes met maar een product. En voor koken heb je ook hele chille dingen. Je hebt Duikelman wat een hele chille winkel is. Je hebt duizend toko's, een Afrikaanse winkel, een Surinamer. Dat maakt het heel relaxed. Ik vind koken heel leuk, maar dat het allemaal in de buurt is vind ik heel leuk. I: En hoe tevreden ben je over de winkels? R: Het kan altijd beter, maar tot nu toe een 9. I: Wat kan er beter? R: Ik denk dat het de laatste tijd wel wat winkels bijkrijgt wat niet helemaal relevant is. I: Waarom is het niet relevant? R: Dat draagt niet bij aan de behoeftes van de mensen die hier in de buurt wonen. Dan ga je naar die lekkere Aziaat die daar naast zit. En dat is zonde. En natuurlijk zitten er ook winkels bij waar ik niet zou komen, maar die hebben wel charme. Kledingwinkels waar ik niet in zou gaan, maar het draagt wel wat bij aan de buurt. Het is heel gemixed, ook omdat er van alles is. Daarom een 9. I: En wat betreft eten en drinken? R: Dan blijf ik over het algemeen wel in de Pijp, dat vind ik wel heel relaxed. De Japanner, Calle 8, Bar Fisk. Je hebt hier echt heel veel verschillende waar je ook echt goed kan eten. Ook Wijmpje Beukers, dat zit net over de Ceintuurbaan. I: Dus je komt weinig de Pijp uit? R: Nou ik ga welleens de Pijp uit, maar qua goede restaurants heb je hier genoeg. Je hebt hier wat duurder en luxer eten ook. Bijvoorbeeld Petit Caron. Wat betreft een goede mix. En ik blijf het liefst hier, ook qua drinken heb je genoeg plekken waar je de lekkerste biertjes kan drinken. I: Het is een overbodige vraag dan misschien, maar als je dan een cijfer moest geven voor de horeca? R: Dan geef ik het weer een 9. Ook omdat die klote dingetjes ertussen zitten. En anderzijds, ook omdat er dan weer authentieke tentjes verdwijnen voor wat hippere toko's. Je hebt ook Eddy's bar, daar ga ik ook wel eens wat drinken. En het is dan zonde als daarvoor een hippe tent moet komen. I: Waarom zou dat jammer zijn? R: Nou, omdat dat een plek is waar allerlei verschillende lagen van de bevolking bij elkaar komen. Ook mensen die hier lang wonen, mensen met baan, met zonder. Yuppen. Alles mixt daar mooi. Dat is mooi voor een wijk. I: Waarom denk je dat dat zo belangrijk is? R: Dan wordt het vrij saai als hier alleen yuppen zouden wonen. Net zoals dat ik denk dat het niet goed zou zijn voor een wijk als er alleen maar Marokkanen wonen. I: Ja alleen maar werklozen of oude mensen werkt ook niet goed. R: Ja mensen met een inkomen zorgen er ook weer voor dat de buurt wordt opgekrikt. Hiervoor was

89 het best een achterstallige buurt, dat heb ik niet meegemaakt. Maar blijkbaar hebben wel mensen iets in deze wijk gezien. En mensen die er 80 jaar wonen hebben geïnvesteerd in deze buurt. I: En sinds dat je hier bent komen wonen, is er een verandering geweest qua voorzieningen? R: Ja, goede horeca. Restaurants en cafes. Vooral de laatste twee jaar is het echt booming. Sinds de NZ-lijn open is, merk ik wel dat het ook de andere kant op slaat. Dat je ook veel kwalitatieve klote winkels gaat krijgen. En ik denk dat de gemeente daar heel scherp op moet zijn. Net zoals Dunkin' Donuts. Goedkope variant van de H&M, of een dochter onderneming. Bij de Gerard Douwstraat. Dat heeft gewoon nul toegevoegde waarde. Alleen maar gericht op het aantrekken van toeristen die je niet moet aantrekken. Zij moeten op de Nieuwmarkt blijven. I: Wat voor een toeristen zijn dat? R: De simpele toeristen, jogging broeken, a-sociaal. Die dan in een keer een dagje naar de stad komen. En die hoef je niet in de Pijp te hebben. I: Wat voor een publiek zie je hier het liefst? R: Ik vind het leuk als toeristen komen, maar dat moeten wel wat oudere zijn die wat meer voor musea komen. Maar vaak zijn dat wat meer intellectuele mensen. Mensen die houden van goed eten, mensen die houden van een goede borrel, mensen die houden van een gezellige sfeer. En ook bereid zijn om daar voor te betalen. Maar niet diezelfde mensen die op de Wallen lopen. Daar voel je je niet thuis. Ik begrijp dat de gemeente dat wil verspreiden, maar ik zou het centreren en juist veel controle opzetten. I: Dus eerder de verpretparkisering centraliseren? R: Ja het is altijd zo geweest, net zoals in de liederen van Jaque Brelle. Dat gaat ook over hoeren en feesten. Het is altijd een ellende geweest. En nu niet in een keer doen alsof het van de laatste jaren is dat het extreem kut is. Maar zorg dat het daar blijft en de marketing niet stilzetten. I: Ook in de Pijp zie je, dat een kwalitatief hoger publiek komt, ook wat betreft de toeristen. R: Ja nog wel inderdaad. I: Nog wel, en er zijn hier veel dingen geopend, vooral de laatste twee jaar zei je. Is je gebruik qua voorzieningen, is je gebruik veranderd? R: Nou ik ben de laatste tijd meer uit eten gegaan, maar dat heeft ook te maken met inkomen. In het begin was uit eten drie keer per maand. En nu ga ik twee keer per week uit eten. En vaak ook afhalen. We koken vaak niet eens meer, maar halen lokale dingetjes af. A. omdat het lekker is en B. om die kleine tentjes te steunen. I: En stel je gaat een avondjes borrelen, ga je dan nog steeds naar dezelfde kroeg als vroeger? R: Nou het aanbod is breder en verbeterd. Dus ik blijf wel in de Pijp. Dat ten eerste en ten tweede heb ik minder behoefte om naar de club te gaan, ik hou drukke tenten niet meer dan 1 of 2 uur vol. I: Ik heb weer een tevredenheid vraag: toen je hier kwam wonen, kan je je nog herinneren welk cijfer je toen gaf? R: Dat is omhoog gegaan, ik heb een ander gebruik wat beter aansluit bij deze buurt. Maar ook het aanbod is aanzienlijk verbeterd. Restaurants, drink horeca, leuker geworden. Neem de Tulp bijvoorbeeld, hartstikke leuke tent. I: Zou je dat vroeger ook uit hebben gekozen? R: Ja zeker, maar dat was er toen niet. Er is heel veel keus. I: De kroegen zijn dus leuker geworden volgens jou. Als je door de Pijp heen loopt, kan je dan een schets geven wat voor een mensen hier over straat lopen? R: Mix van bewoners, mensen die lang en kort wonen. Yuppen. Het is vrij gemêleerd. Mensen praten ook wel redelijk veel met elkaar.

90

I: Praat je ook wel veel met andere mensen? R: Nou ik probeer van niet, maar je hebt toch wel wat contact. Ook in deze kroeg, maak je toch wel een praatje met de eigenaar. Maar minder met toeristen. I: Hoezo minder met toeristen? R: Nou wel minder als mensen in joggingbroek lopen. Dat zijn paupers. I: (er wordt gelachen). R: Nee maar even serieus, je gaat toch niet met je vrouw als je in Parijs bent in joggingbroek lopen? I: Nee, dat snap ik. Je mag je best wel makkelijks aantrekken, maar ik snap welke doelgroep je met joggingbroeken bedoeld. R: Ja ze moeten de vliegtickets duurder maken, dan heb je die ellende ook niet meer. I: Is dat zo? R: Ja dat is zeker waar, en dat is een belangrijk punt voor Pijp, winkels samen met bewoners, ongeacht wat de gemeente doet, we moeten er samen voor zorgen dat die a-sociale toeristen zich hier niet welkom voelen. Dus gewoon bij horeca gelegenheden, toeristen gewoon niet binnenlaten, prijzen hooghouden, winkels prijzen hooghouden, dat ze gewoon geen geld hebben om hier te kopen. I: Maar kan jij de doelgroep beschrijven, die jij beschrijft als 'joggingbroeken'? R: Ja meestal Fransen, maar dan wel Franse van bepaald niveau. Algerijnse Fransen. Die type gasten. I: En wat doen die dan? R: Die komen alleen om wat te zuipen en te blowen. Daar is de Pijp niet op gebouwd. Bij de Nieuwmarkt kan je dat beter doen. I: En in hoeverre identificeer je je met het publiek wat hier rondloopt? R: Ja, het is heel gemixt. Dat maakt het leuk. Dus ik pas er ook tussen. I: Wat voor veranderingen zie jij graag? R: Mensen die zeuren over dat er teveel verbouwd wordt. Wat wil je liever? Dat een huis helemaal vervallen is, of dat het huis in goede staat is, en opgeknapt. En wat betreft de sociale-huurwoningen. Ik vind dat het wel belangrijk is dat er regels worden afgesproken om je eigen huis netjes houden. Je woont hier in een nette buurt dus daar moet je je ook naar gedragen. Ik heb in mijn vorige woning tegen de achterkant van een woning van sociale-huur gekeken. Nou, dat zag er gewoon niet uit. Ik kan mij voorstellen dat als je weinig te besteden hebt dat je dat niet als prioriteit ziet. Maar dat zorgt voor spanning in de buurt, tussen mensen die veel betalen voor hun woning en mensen die minder betalen. En het is goed dat er een mix is, maar zorg dat er geen irritaties ontstaan. Dat is heel makkelijk op te lossen. I: Hoe is dat makkelijk op te lossen? R: Met die verhuurders, woningcorporaties duidelijk afspraken maken. I: Maar is er overlast volgens jou in de buurt? R: Nee, totaal niet. Maar wel even iets nog over de horeca. Wat het wel tegenwoordig is, is dat het zo druk wordt met lunchen bijvoorbeeld. Er staan gewoon rijen, vooral op zaterdag middag. I: Ja? Zelfs rijen? R: Ja ik ga tegenwoordig buiten de Pijp lunchen omdat er rijen staan. I: En wie staan er in die rijen? R: Toeristen vooral. I: Ik kan mij voorstellen dat dat stoort.

91

R: Dat is irritant ja. Maar dat zorgt er ook voor dat je nieuwe tentjes vindt. I: Dus eigenlijk zeg je, je bent positief over de Pijp. Wat er allemaal te vinden is. Weinig overlast geef je aan. Alleen is het wel, stel dat je iets te klagen hebt: dan is het wel de mensen die in de sociale huurwoningen wonen die hun huis niet goed onderhouden. R: En dat ik moet wachten voor een lunchplek. En er zit hier nog een groep vrij anarchistische groep. Daar hou ik totaal niet van. Dan denk ik, doe even normaal. I: Ergeren meer mensen daar aan? R: Ja ook wel andere uit de buurt, vooral yuppen. I: En verenigen jullie elkaar ook? R: Anarchisten wel. En de andere hebben veel tijd omdat ze niet werken waarschijnlijk. I: En zijn er plekken in de Pijp waar je graag komt, of juist niet. Dat kan omtrent veiligheid zijn, maar ook vanwege andere redenen. R: Die nieuwbouwflats, sociale huur. Dat vind ik verschrikkelijk. Dat is geen fijne plek. En ook bij die hoeren. Dat mag van mij ook wel weg hoor. Nul toegevoegde waarde voor de buurt. I: Je zegt, we hebben een aantal winkels die ook niet relevant zijn voor de buurt. Ik denk dat ik kan stellen dat jij ook bij de yuppen behoort. Denk je dat als er alleen maar bedrijven komen voor jouw doelgroep, wordt het dan ook niet te eentonig? R: Ik denk dat ik een yup ben inderdaad. Maar ik vind het juist leuk dat er verschillende soorten winkels zijn. Ik kom in 90% van die winkels niet, maar het zijn wel hele specifieke winkels. Of ze zijn oud. Het is niet perse dat het mij aanspreekt. Maar er zijn veel winkels geopend sinds de opening van de NZ-lijn. Dat willen ze natuurlijk proberen om mensen met die NZ-lijn hiernaar toe te trekken. Het is een soort verlengstuk van de Leidsestraat. Maar daar heb ik niks aan, en de hele buurt ook niet. Daarom denk ik dat de anarchisten en yuppen zij aan zij staan. Zij willen dat niet hebben. Ik vind dat de gemeente daar echt strak op moet sturen. De gemeente bepaalt wat er komt of niet, en zelfs dat er een commissie kiest wat er komt. Je wilt voorkomen dat je deze leuke, bekende buurt vernacheld. Het mag niet ten onder gaan aan haar eigen succes. De SP en GroenLinks denken gewoon niet na. I: Voel je je thuis hier? R: Ja. I: Als je een cijfer zou moeten geven voor de Pijp? R: Een 10. Ja dat is duidelijk. I: Je vertelde over de mensen die er rondliepen. Maar toen je hier net kwam wonen, identificeerde je je toen ook al met het publiek dat rondliep in de Pijp? R: Hm, eigenlijk sinds ik er ben gaan wonen wel. Maar toen ik nog in west woonde had ik wel een ander idee over de mensen in de Pijp. Dat was vooral door onwetenheid. Maar sinds ik er woon is het gewoon chill. Je maakt met iedereen een praatje hier, je kan met 'je' mensen aanspreken. Ik ben niet vaak thuis, maar als ik thuis ben in mijn omgeving wil ik wel dat het gewoon chill is. I: En met wat voor een mensen kom je in contact, kom je met toeristen in contact? R: Ook, ik krijg soms wel eens vragen. Over de buurt. I: Dus je staat niet aanvallend tegenover toeristen? R: Nee, totaal niet. Positieve toeristen vind ik hartstikke goed. Dat maakt de stad ook leuk. Je woont in de hoofdstad, dat maakt een bepaalde trots. Het mogen er ook meer zijn, als het maar de goede toeristen zijn. Die slechte toeristen mogen naar de Nieuwmarkt. I: In hoeverre vind je het straatbeeld veranderd? In de tijd dat je hier woont. Het publiek op straat. R: Nou.. in de basis niet. Maar sinds de NZ-lijn open is, merk ik wel dat er ook andere toeristen makkelijker komen. Maar misschien zit dat ook tussen mijn oren. Ik heb het al bij een paar ondernemers getoetst en die zien het niet. I: Nou de NZ-lijn zorgt zeker voor allerlei toeristen. In deze kroeg waren afgelopen week wat Engelsen. En dat vond de barman ook gezellig. Het maakte hem niet uit. Maar aan de andere kant had hij de week daarvoor een jongen die in de portiek coke zat te snuiven. Dat is dan weer de andere kant

92 van het verhaal. Nou, je zei al dat het contact met de omgeving goed was. Dat je dat leuk vond. Zet je je ook in voor de buurt en het leefklimaat? R: Nee weinig. I: Te druk daarvoor? Geen behoefte aan? R: Nee weinig, lastig om te antwoorden. Ik zet me in door sociaal te zijn, met mensen te praten. Ik probeer mijn voortuin mooi te hebben. Ik zet me in door alles bij de gemeente netjes in te vullen. Dus in die zin. I: Dan komen we bijna bij het einde. Je had het over toerisme nog. Hoe ervaar je toerisme in je omgeving. Je zei: ik wil graag kwalitatieve toeristen zien. In zijn geheel: hoe ervaar je die mix? R: Ik denk dat die mix 95% goede toeristen, 5% slechte toeristen. Maar het is wel gedaald van 100 naar 95. En daar moeten we voor waken. Dat heeft impact op de buurt en dan ook op mij. Ik ben er ook niet heel bang voor, de buurt is dusdanig mondig. Het is ook wel sterk gereguleerd. Je kan niet alles hier zomaar openen. Maar dat is wel de zorgen die ik heb. A. voor mijn leefplezier. Ik word chagrijnig van mensen die de buurt negatief beïnvloeden door te schreeuwen, afval. Ik vind het leuk om te lachen of een woord te wisselen met toeristen. Maar als zij asociaal worden, dan heeft dat impact ook op het gevoel van veiligheid. Ik moet dan soort van oppassen voor de toeristen, voor als ze te dronken en te agressief zijn. Dan moet ik nadenken bij mijn acties. Maar het publiek is wel heel gemixt en dat gaat heel goed samen. Die mix moet je houden. Dan maakt het niet uit om het stereotype Engelsen zijn of oude bewoners. Als iedereen maar elkaar en de buurt in haar waarde houdt. I: Ik denk dat dat wel een mooie conclusie is om mee af te sluiten. R: Prachtig he, vat ik het toch wel even mooi samen. I: Bedankt voor het interview.

93

Respondent 6

I: Nou we zijn hier bij het interview omtrent het onderwerp ruimtelijke veranderingen in De Pijp in relatie tot toerisme. Het zal worden opgenomen en uiteindelijk zullen de resultaten anoniem worden verwerkt. En het gaat eigenlijk over dat dat er steeds meer toerisme is in Amsterdam, en dan voornamelijk in het centrum. De toerismedruk wordt steeds groter. En in mijn onderzoek heb ik gekozen voor de Pijp. En ik wil kijken wat de gevolgen zijn van toenemende toeristische bezoeken op de Pijp. En dat in de Pijp onderzoek ik de bewoners daarvan, en in het specifieke geval de middenklasse. En of dat botst met elkaar of niet, maar in ieder geval kijken hoe dat gaat.

Ik zal eerst wat meer basale vragen stellen, en daarna gaat het over vrijetijdsactiviteiten, hoe je deze omgeving ziet en beleeft en wat je uiteindelijk ervaart van het toerisme wat zich hier bevind.

I: Hoe lang woon je al in De Pijp? R: In totaal woon ik nu 7 jaar in De Pijp, met het oude huis erbij geteld.

I: Hoe oud ben je? R: Ik ben 46 jaar oud.

I: Hoe ziet je huishouden eruit? R: Ik heb een vrouw en twee kinderen.

I: Wat is je hoogst genoten opleiding? R: Universiteit. Ik heb farmacie gestudeerd.

I: Wat doe je in het dagelijks leven? R:Ik heb jarenlang in een apotheek gewerkt vlak bij Bijlmer ArenA. Maar daar ben ik mee gestopt. Dat kon omdat mijn vrouw kostwinnaar is en daarom ben ik nu mijn eigen foodtruck begonnen.

I: Hoe bent u tot de beslissing gekomen om in De Pijp te gaan wonen? R: Ja, dat is wel een tijdje geleden. Dat komt vooral door mijn vrouw. Die komt uit Amsterdam, ikzelf niet. En die kreeg daar een huis aangeboden gekregen via haar tante en daar ben ik toen bij ingetrokken. Dat was ons eerste huis.

I: U zegt van, we zijn in De Pijp gaan wonen omdat we daar een huis aangeboden kregen. Is dat de enige reden dat jullie daar zijn gaan wonen? R: Ehm. Ik moet zeggen dat ik destijds nog weinig van De Pijp. Ik was wel veel in Amsterdam, maar veel in Zuid. Daar gingen de kinderen naar school. En natuurlijk in de omgeving van de Bijlmer voor mijn werk. Maar toen ik uiteindelijk in De Pijp kwam wonen merkte ik pas hoe leuk De Pijp is. Het maakte een soort doorstart. Met de mensen die er kwamen wonen en de renovaties die er plaatsvonden waardoor het een heel aantrekkelijke buurt was om te wonen.

I: En welke winkels bezoekt u voornamelijk in De Pijp? R: Bedoel je boodschappen? I: Ja inderdaad, of kledingwinkels etc. R: Nou dicht bij ons zit de Dirk vd Broek en de Albert Heijn. Dus daar doen we meestal boodschappen. En als ik echt voor kleding ga, dan ga ik toch wel snel naar de Ferdinand Bolstraat. Daar zit bijvoorbeeld de America Today en nog een mooie sneakerwinkel. I: En in welke mate van tevredenheid oordeelt u over het aanbod van de winkels? R: Qua variatie, ben ik wel tevreden over. Je hebt de wat kleinere lokale winkeltjes die druk worden bezocht. Maar je hebt ook de grote ketens. En die menging vind ik wel heel fijn. I: En als we meer kijken naar de voorzieningen, welke bezoekt u dan voornamelijk?

94

R: Nou met de kids, maar die kennen wij ook, de eigenaar ervan. Komen we regelmatig bij Par Hazard. Dat is een soort friet boutique. En dat vinden die kids ook lekker, en makkelijk. En verder voor koffie of een biertje gaan we af en toe naar Stroom of Volt. Die zitten dan weer tegenover elkaar. Maar je hebt ook een pleintje, bij de Karel du jardainstraat. Daar heb een pleintje met een pizzeria genaamd Renato's. Maar ook Wijmpje Beukers. Dat hoekje spreekt mij wel aan. I: Waarom spreekt u dat zo aan? R: Het is goed eten. Vooral bij Renato's is de prijs kwaliteit echt goed. De pizza's zijn wel wat duurder dan bij bijvoorbeeld Domino's, maar daar is de kwaliteit dan ook naar. En bij beukers is het gewoon een soort buurtcafe, waar ze ook wel een beetje energie in steken dat het zo blijft. I: En om weer over de mate van tevredenheid te spreken. Hoe tevreden ben u over het aanbod van voorzieningen? R: Ehm, ja ik ben er wel tevreden over. Ik kan dat ook wel uitleggen. Dat het gewoon steeds leuker wordt als je ook de mensen in de buurt steeds beter leert kennen. Dus als je bijvoorbeeld naar Par Hazard gaat, ik voel mij daar gewoon thuis. Je loopt de deur uit en je gaat daar wat eten met de kids. En dat heb ik ook bij die restaurants bij de karel du jardainstraat, dat is gewoon heel informeel. Dus daar ben ik wel tevreden over. Je hebt natuurlijk nog wel veel meer horeca, maar daar weet ik het niet zo goed van.

I: En sinds u hier bent komen wonen, heeft u nog veranderingen opgemerkt binnen het winkel en voorzieningen aanbod? R: Ja zeker. Vroeger, dat vertelde mijn moeder mij, dat haar moeder weer altijd naar de Pittenkoning ging op de Albert Cuyp. En die zit er nog steeds. En ik liep er dus gisteren langs en het blijkt dus dat die weggaat. Toen dacht ik wel eventjes van oh waarom gaat die weg? Want het is toch wel een stukje oude pijp. Ik denk dat iedereen het wel kent. I: Ja, dat iedereen het kent en dat het wel tot de identiteit van de Pijp hoort eigenlijk. R: Ja precies. Dat is echt geen plek waar ik dagelijks kom, maar ik ging mij wel afvragen wat er aan de hand is. Loopt het niet meer goed?

I:Sinds je hier bent komen wonen, is ook het gebruik van je winkels en voorzieningen veranderd? R: Mijn gebruik? I: Ja. R: Nou doordat ik op twee verschillende plekken heb gewoond in De Pijp denk ik wel gebruik maak van een andere supermarkt. Omdat die dichterbij is. Maar verder is mijn gebruik.. Ik vind het ook wel weer leuk om nieuwe dingen te proberen. En ik denk dat ik sinds ik gestopt ben met werk bij de apotheek, dat ik daar wel meer voor open sta. En dat ik daardoor misschien mijn gebruik aanpas.

I: En als je zo door de pijp heen loopt. Het publiek dat je ziet lopen. Kan je daar een schets van geven? Want je zei van, sinds ik ben gestopt met werken ben ik wel anders er tegen voorzieningen aan gaan kijken. R:Ja toch ik denk wel heel veel verschillende mensen. Ik denk niet dat ik een type persoon zou kunnen beschrijven. Maar ik denk dat het toch wel een mix is van toeristen die voor de nieuwe zaken komen, mensen die toch meer forensen zijn. Die alleen passeren en dan toch wel bewoners. Maar ik denk dat ik die er niet zo zou uit kunnen halen hoor. Nee, dat zou ik niet kunnen zien. I: Niet een verschil tussen bijvoorbeeld bewoners en toeristen? R: Ja, het enige wat ik er van kan maken als ik erover nadenk zijn dat toeristen vaker in groepen lopen, en toch wel veel engels spreken of een andere taal. Iets meer zoekende, iets luidruchtiger en dat bewoners zich toch wel wat minder opvallend door de ruimte bewegen. I: Maar identificeert u zich met het publiek in de pijp? R: Ja met sommige wel. Sommige niet. Met sommige zou ik mij niet willen identificeren hoor. I: O ja? Kun je een voorbeeld geven? R: Die toeristen die toch wel die hele Amsterdam experence willen ervaren. Maar die heb je overal ook in het centrum. Maar ik merk wel dat die groep erg doorstroomt naar De Pijp. I: Ja? Merkt u die verandering? R: Nou ja, de Albert Cuyp is altijd druk geweest. Dat is niet anders dan vroeger. Wel denk ik dat de mensen die er komen, die je nu ziet, het publiek hetzelfde is als vroeger of enkele jaren terug.

95

I: Oke, maar je identificeert je dus niet met dat publiek of je zou dat niet willen? R: Nee, niet met de luidruchtige groep die voor de goedkope experence komen met de wietllolly's en de mutsen en hoedjes met I Love Amsterdam erop. Maar voor de rest meng ik mij wel gewoon met de omgeving. I: Voelt u zich thuis hier in de pijp? R: Ja. Wat ik zei, nu ik hier een tijdje woon en het echt mijn omgeving is waar ik mijn eigen spots heb gevonden. Voel ik mij wel echt thuis, niet alleen in mijn huis maar toch ook in mijn omgeving. Door de mensen die ik ken, ook in restaurants en cafe's. I: Dus u hebt ook wel veel contact met bijvoorbeeld andere horecaondernemers? R: Ja. en dat doe ik ook wel een beetje uit mijzelf. ik vind dat ook gezellig. Ik ben geïnteresseerd in hoe zij ondernemen. I: En welk cijfer zou u de pijp geven? R:Ja, met alles erop en der aan. Misschien wel een 8. I: Ja? Waarom een 8? R: Als ik alle positieve dingen, naast alle negatieve dingen zet. Dan denk ik de as met de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat, dat zijn gewoon hele drukke plekken. Zeker in de avond. dat je niet omver wordt gereden door iemand of dat je met je fiets in de trambaan komt. Dat is wel het negatieve eraan, je hebt niet echt de ruimte. Ook geen groene ruimte. Ja of je moet naar het Sarphatipark of het . Sarphatipark is ook niks overigens hoor. I: Oh? Het Sarphatipark spreekt u niet aan? R: Nee, het is klein. Het is vrij klein. En in de zomer zit het helemaal vol. I: O ja? Wat voor een mensen zitten daar voornamelijk dan? R: Ja, van alles. Er zit op dat straatje bij het park ook een pizzeria en bocca's. Dat is dat Spaanse tapasrestaurant. En daar kan je dan ook dingen halen om te picknicken in het park. Dus het wordt ook wel gestimuleerd door de horeca om daar te gaan zitten. Maar mijn hond uitlaten kan ik dan niet meer. Niet dat ik een hond heb, maar toch. R: En daarnaast wordt het zoveel gebruikt dat het gewoon zijn waarde voor de buurt ook verliest. Een park moet voor mij rust uitstralen, maar dat is echt niet het geval. I: En wat zijn de positieve punten aan de pijp? Of is het dan die horeca die u noemt? R: Nee, het is ook niet alleen horeca hoor. Misschien omdat ik nu in de horeca zit dat ik daar nu meer waarde aan hecht. Maar als je ook kijkt naar de verbinding tussen de pijp en zuid en naar centraal. Dan is dat wel heel goed geregeld. Met de tram en de NZ-lijn. Dus je komt op zich wel snel uit die 'Pijp- bubbel'. Maar de variatie van aanbod vind ik goed. Dat kan ik weer waarderen. En dat trekt ook weer verschillende mensen aan. En dat vind ik echt heel fijn, ook qua horeca en je kan er goed sporten en is veel entertainment.

I: In hoeverre vind u het straatbeeld veranderd sinds u hier bent komen wonen? R: Bedoel je echt de bakstenen of wat bedoel je? I: Nou nee, ik vroeg je bijvoorbeeld over het publiek dat je hier ziet rondlopen. Is dat nog veranderd sinds u hier kwam wonen? R: Ja, ik denk dat vroeger De Pijp nog wat minder bekend was bij mensen buiten amsterdam. Ik denk toch dat als je een dagje amsterdam gaat doen, dat je toch wat meer in het centrum blijft. maar ik denk dat door die halte van de NZ-lijn krijgt het echt zo'n naam. Echt een upcoming hipster gehalte. Wat misschien vroeger ook al was, maar niet door iedereen werd gebruikt. I: En welk cijfer zou u De Pijp geven toen hier net kwam wonen? R: Ehm, ik denk dan toch ook weer een 8. Omdat het toen wat minder druk was op de horeca en de parken. Wat natuurlijk weer positief is, maar ja, er was ook weer minder aanbod en variatie in winkels en voorzieningen. I: Ja precies, die ontwikkeling dat er steeds meer mensen naar de pijp komen, dat de pijp een grotere populariteit geniet eigenlijk. die drukte is nadelig, maar het zorgt wel weer voor positieve ontwikkelingen in de buurt qua voorzieningen. R:Ja, het heeft zijn voor- en nadelen. I: En de buurt, heeft u veel contact met buren? R: Ja, hiertegenover hebben de kids wel vriendjes en vriendinnetjes van dezelfde leeftijd, dus daar schieten we wel mee op. Maar niet met iedereen hoor. Ja in het trappenhuis af en toe of een

96 buurtborreltje/bbq. Dat wordt dan niet door ons geregeld maar door een hele fanatieke mevrouw van beneden. Maar verder niet, iedereen leeft ook een beetje op zichzelf. I: Zet je jezelf wel in voor de buurt en het leefklimaat? R: Nou, misschien niet direct. Maar indirect misschien wel. Ik voel mij toch wel verantwoordelijk voor mijn wijk. En als mensen er buiten een potje van maken, dan spreek je ze daar wel op aan, of je ergert je daar van binnen aan. Maar actief doe ik daar weinig mee, ja sorry hoor. I: Waarom niet? R:Ik had er eerst geen tijd voor, en nu ben ik druk bezig met mijn nieuwe project. Dus heb ik er weer wat minder tijd voor. Het is toch wel een grote stap om daar serieus achter aan te gaan. Want er gaat gewoon veel tijd in zitten. Het is niet even een dagje bij elkaar komen en afspraken maken. I: Ja, nou dat kan ik wel goed begrijpen. We hadden het net over het toerisme, dat je de toeristen wel herkent met bijvoorbeeld die Amsterdam mutsen op. Hoe ervaar u de aanwezigheid van toeristen in je omgeving? R: Nou, bij mijn eigen huis zie ik ze weinig. Want ik woon in een zijstraatje en daar komen ze eigenlijk niet. Ja als ze de weg kwijt zijn. Maar daar heb ik geen last van. Maar als ik elke zondagochtend, als ik over de Albert Cuyp loop of bij het Gerard Douplein bij Venster 33 en Petit Caron, nou dan zie je wel dat er echt geleefd is in de nacht. I: En denk je dat dat komt door de bezoekende toeristen? R: Nou, niet alleen door toeristen. Maar ik denk dat de dagjesmensen dan al weg zijn. En het zijn dan veel studenten die dan nog uitgaan. En de toeristen natuurlijk die nog een drankje gaan drinken in De Pijp omdat dat echt op een bucketlist staat met must do's in Amsterdam. I: En is die ervaring die u net beschrijft nog veranderd sinds u hier net bent komen wonen? R: Ja, ik denk het wel. En ik denk dat mij er ook meer druk om ben gaan maken of dat het me meer is opgevallen. Dus ik denk dat het zeker is veranderd. Steeds meer mensen maken gebruik van de ruimte en ik als bewoner maak daar anders gebruik van dan toeristen bijvoorbeeld. Maar je ziet dat er steeds meer mensen komen die zich niet verantwoordelijk voelen voor de openbare ruimte en onze buurt. I: Hoelang woont u al in de Pijp? R: Ehm, 32 jaar. Eind december 32 jaar. I: En hoe oud bent u? R: Trouwens, ik woon hier 32 jaar. Maar in mijn andere huis woon ik 41 jaar. Ja, in de Zaanderdamstraat. I: Oh wauw, dan kom ik daar later nog op terug. Hoe oud bent u? R: Ik ben 65. I: Woont u hier alleen? R: Ja, ik woon alleen. I: En wat is je hoogst genoten opleiding? R: Ik denk dat het nu HBO genoemd zou worden. Ik heb vertaalkunde gestudeerd. I: Vertolken van gesprekken? R: Nee, echt vertalen van teksten. I: Oh oke. En welke talen? R: Ik heb Frans en Russisch gedaan. Maar met Russisch doe ik al heel lang niks meer. Ik ben films gaan vertalen. Dus ik vertaal nu bioscoopfilms, ik heb lang bij de televisie gewerkt. Maar ik vertaal nu vooral bioscoopfilms, uit het Frans en het Engels. Dus als je welleens naar een Arthouse film gaat, dan kom je mijn naam welleens tegen. R: Interessant. I: En waar werk je nu? R: Als vertaler. I: En hoe bent u tot de beslissing gekomen om hier te gaan wonen? U heeft het natuurlijk al een beetje verteld maar...

97

R: Ik woonde in het centrum en ik huurde een verdiepinkje bij iemand die ging samenwonen. Een heel klein huisje. Dus ik moest daar weg. En toen heb ik via via in de Zaanderdamstraat een verdieping kunnen vinden. Groter dan dat ik had maar ik had het gevoel alsof ik de stad uitging, ik vond het vreselijk! Mijn kroegen verlaten, waar ik stapte, waar ik mensen kende. Nieuwmarktbuurt. Het was een soort verbanning (er wordt gelachen). I: Dus het was noodgedwongen? R: Ja, dit was het eerste. Ik was wel blij met een eigen verdieping. Dus niet meer douche en wc delen met een smoezelige man (er wordt gelachen). I: Dus u kwam hier in de Pijp wonen, in totaal 41 jaar. En toen woonde u een aantal jaar daar, en nu hier. Was dat een bewuste keuze om iets in de Pijp te zoeken? R: Ja want inmiddels was de Pijp voor mij niet meer de stad uit. En er had net een stel een half jaar gewoond, maar zij hadden er eigenlijk geen recht op dus zij moesten weg. En toen stond ik inmiddels op de lijst voor iets groters, iets nieuwers en iets beters. En toen kreeg ik dit aangeboden en toen was ik daar heel erg blij mee. Er hadden maar een half jaar mensen ingewoond. I: Dus dit gebouw is ook niet zo heel oud? R: Nee, van mei/juni '87. I: Je ziet weinig nieuwbouw, in de omgeving. Tenminste, ondertussen wel. Maar in die tijd nog niet toch niet? R: Nee, zeker niet hoor. Er is wel een tijd heel veel vernieuwd en gerenoveerd met name. En ik kan mij nog heel goed herinneren dat deze straten op een gegeven moment achter elkaar werden vernieuwd. Dan was de ene klaar, dan begon de andere. Een en al steigers en vrachtwagens. Zo rond 2000 denk ik. Er is enorm veel opgeknapt in de Pijp. I: En hier in de Pijp, welke winkels bezoekt u voornamelijk? R: Vroeger de kleintjes, maar die zijn er niet meer. De kleine melkboeren en kaasboeren. En ik kom wel op de markt, maar ook steeds minder. Ja ik woon boven de Albert Heijn, dat maakt het ook wel makkelijk. Maar voor jou onderzoek, de pijp, de markt is inmiddels zo toeristisch. Met zeker de helft van de mensen die daar rond sjokt met etenswaren en drinkwaren dat zijn toeristen. Dus dat schiet niet op als je even je boodschappen wilt doen. Maar ik kom er wel, als je voor iets specifieks komt als noten, vis of bloemen. I: Dus ontwikkeling van toerisme is de reden dat u er minder komt? R: Ja zeker minder. I: Dus wel als u naar iets specifieks op de Albert Cuyp op zoekt bent gaat u daarheen? R: Ja dus vis en kip bijvoorbeeld. Heel specifiek. I: En in welke mate van tevredenheid oordeelt u over het huidige aanbod van die winkels? R: Ja, enerzijds is het heel makkelijk. Maar als je bijvoorbeeld ziet vanaf dit stukje vanaf het Heinekenplein, daar zit een Dirk van de Broek, halverwege mijn straat zit een Jumbo, hier schuin onder zit een Albert Heijn en nog nou.. een paar honderd meter verderop zit een Lidl. Nou het maakt het er niet gezelliger op. Er is wel heel veel. En die kleine winkeltjes bepalen meer de sfeer. Dus dat vind ik jammer. I: En als we kijken naar de voorzieningen, wat bezoekt u dan vooral? We hadden het net over winkels en nu meer over zaken als café of restaurants. R: Ja cafe bezoeken ben ik eigenlijk een aantal jaar geleden mee gestopt. Ik bedoel, dat heeft met mijn leeftijd te maken. Maar restaurants wel. Ik heb een aantal favorieten. Heel veel zaken zitten stamp en stamp vol. Maar ik roep wel eens uitdagend: het mag weer crisis worden (er wordt gelachen). Ik ben altijd een restaurant bezoeker geweest en toen kon je gewoon overal terecht. Kreeg je aandacht en kon je jezelf verstaanbaar maken. I: En wat steekt u dan nu zo, bij de huidige restaurants? R: Nou, je zit bij elkaar op schoot bijna. Je moet een maand van tevoren reserveren. Dat vind ik niet fijn. Je spreekt af met iemand om een glaasje te drinken of sporadisch te bedenken wat je wilt gaan eten. Dat kan niet meer. Zeker niet als je wat kritischer bent op eten. Ik ben vinoloog ook van huis uit

98 dus eten en drinken is gewoon wel belangrijk. I: En welke restaurants bezoekt u dan nu wel? R: Wil je namen? Caron, is mijn favoriete zaak. Die besteden aandacht aan je, het eten is goed. Het is lekkere wijn. En je hebt ook een aantal grotere zaken zoals Volt, en de voormalige kerk, een hele slechte akoestiek, de Bazaar. Dat is heel massaal. In dat soort zaken kom ik dan liever niet. I: En sinds u hier bent komen wonen, heeft u winkel en voorzieningenaanbod zien veranderen, en hoe? R: Ja van de melkboertjes, kaasboertjes en groenteboertjes. Of kleine supermarktjes naar hele grote supermarkten. I: Dus ik kan daaruit opmaken dat dat niet echt een positieve verandering is? R: Nee, ik heb dat niet als positief ervaren. Want de kleine zaakjes maak je even een praatje. En daar kom je af en toe. Het is ook beter voor de sociale cohesie. Dat mensen elkaar een beetje kennen. Met name bij mijn oude huis in de Pijp had ik echt nog een melkboer en groenteboer en een bakker. En dan maakte je een klein praatje. Dan kende je meer mensen. I: En die sociale cohesie die daar was, heeft u die nog steeds? R: Nee, eigenlijk niet nee. I: En is dat te wijden aan de grote supermarkten die daarvoor in de plaats zijn gekomen? R: Onder andere, en ik denk de, sorry dat ik het zeg, de jonge mensen van nu, die allemaal hard op de trap lopen, die stellen daar geen prijs op. Dat vind ik wel jammer. I: Wat ik al net zei, het is natuurlijk wel leeftijdgebonden, maar dat de middenklasse zich veel minder identificeert met de buurt. En dat zij veel meer waarde hechten aan bepaalde locaties maar niet in hun directe omgeving waar zij wonen. R: Nee, precies. En er zijn natuurlijk ook steeds meer expats. Die komen hier werken en die kopen iets, of huren iets. Er wordt ook onderverhuurd dus daarna zijn ze weer weg. Die hebben geen belang bij in hun ogen, voor zover ze erover nadenken, want dat weet ik allemaal niet. Dus die boeit het niet zo. En in de gang trap probeer ik dan nog een beetje verbinding te leggen en als ik iets hoor dat ik dat dan ook tegen de ander zeg, dat mensen dat ook weten wat er speelt. I: En worden er dan ook nog dingen georganiseerd? R: Nee, dat zou ooit een keer door een pand hiernaast gedaan worden, maar die wonen inmiddels al twee jaar in Engeland. Die zijn voor werk weggegaan hier, dus nu wonen hier ook weer tijdelijke mensen. I: U zei het net al, ik vraag me af in welke mate van tevreden bent u nu over het tekort aan de kleine winkeltjes. Was u meer tevreden vroeger dan nu? R: Ja, toen besefte ik mij dat natuurlijk nog niet. Maar dat is nu wel ter sprake. Het is niet positief. I: En als u door de Pijp loopt, kunt u dan een beeld schetsen over wat voor een soort mensen u ziet lopen? R: Van alles wat. Maar ook hier inmiddels, ik ben een taalmens, ik luister altijd goed en ook op straat, en zeker de helft spreekt geen Nederlands. Dat klinkt een beetje alsof ik tegen buitenlanders ben ofzo, maar het geeft wel aan hoe internationaal het geworden is. En ik kan niet aan de mensen afzien of het expats of toeristen zijn, naja soms. I: Hoe herkent u die dan? R: Ja de echte expats willen nog wel eens op bakfietsen zitten. Met hun kinderen. En de toeristen lopen vaak met van die mutsen op en met zo'n grote telefoon, dan lopen ze wat zoekend rond. I: En is dat door de hele Pijp, of ziet u dat alleen op bepaalde plekken? R: Ik kom zelf heel weinig in de Zuid- Pijp. En ik heb het idee dat het daar wel veel minder is. Ik bedoel, we zitten hier in natuurlijk echt tegen het centrum aan en bij de markt en de Heineken Brouwerij, experience. Dat zegt al wat, die experience. Dus hier is dat absoluut meer dan aan de andere kant. Daar heb je veel mindere zoekende toeristen in de Zuid-Pijp. I: En identificeert u zich met het publiek die in de Pijp rondlopen? R: Nee niet echt, minder dan ik vroeger wel gedaan zou hebben. Denk ik. I: En zijn er plekken waar u zich wel thuisvoelt?

99

R: Ja, ik ken de Pijp, ik woon er al zo lang. En ik kom wel eens mensen tegen die ik ken op straat. Maar dat 'thuis thuis' gevoel is wel minder geworden daardoor. Ook als je een praatje met iemand houdt, ook op de trap, ik heb het gevoel, vooral de jonge lui, als snel iets hebben van: bemoei je niet met mij. I: Ja, ik weet eigenlijk niet waar dat mee te maken heeft. R: Ja dat is ook leeftijdsgebonden. Ik weet het niet. I: Je leest natuurlijk ook wel dat individualisering een steeds groter thema wordt. R: Ja, nu ben ik zelf ook een grote individualist geweest. Maar af en toe even een beraatpuntje of iets, denk ik dat dat voor de sociale cohesie wel goed is. I: En welk cijfer zou u de Pijp geven? R: Voor mij persoonlijk natuurlijk.. even denken.. ik zou zeker geen onvoldoende geven op de schaal van 10. Even denken.. ik bedoel als ik hier binnen zit, overdag is het lekker rustig, maar 's avonds zijn er natuurlijk wel veel feesten en partijen. In de zomer heb ik daar vooral meer last van. Maar ik zou het een 6,5 geven of een 7. I: En dat is vooral zomers? R: Ja met de drukte op straat ook wel, en de herrie. En de viezigheid. Dat is ook een puntje van kritiek. I: Ja is het smerig hier? R: De gemakzucht van alles maar bij die containers gooien. Ik draai mee in de werkgroep de Schone Pijp, als dat je iets zegt. I: Zijn daar ook stickers van te zien door de buurt heen? R: Ja, klopt. Want we proberen met bewoners en ondernemers en gemeente om veel nudgen en dingen te doen. En ik die containers daar op het pleintje geadopteerd. I: Was u dan een van de personen die gras of kunstgras om de containers heen had geplaatst? Dat had effect hoorde ik. R: Ja dat was ik. Dat had effect, dat werd gaande weg zeker wat minder. En als je daar mee bezig was werd je aangesproken door de bewoners zelf, en die zeiden 'oh wat leuk, wat geweldig, dank je wel'. En gaande weg wordt er toch weer van alles opgegooid. En de bloemen zetten we al een tijdje niet meer er in, zeker in het najaar niet, dan gaat het regenen. Maar we gaan wel andere dingen bedenken. I: Zijn er veel buurtinitiatieven? Voor een schonere Pijp, maar niet alleen dat. R: Er is ook wel een stadsdorp, waar ik dan niet bij betrokken ben. Ik ben volop aan het werk, en heb daar nog geen tijd voor. Die mensen zijn echt echt ouder dan ik. En die gaan dan een uitstapje maken of de hort op. En verder weet ik het niet zo. I: Ook in de straat zag ik ook iets, maar volgens mij zijn die nu ook weg, een buurt verzamelding. Maar die zijn nu verhuisd naar een Tweede van der Hellstraat verhuisd. R: Oh ja, die zijn verhuisd. Het buurthuis, nee hoe heet het nou, het wijkcentrum, en die coördineerde tot 31 december, want de subsidie is ingetrokken. Maar er is altijd iemand als spin in het web, om acties voor te bereiden en om ons aan te sturen. Maar die zitten nu in het huis van de Wijk, in de Tweede van der Hellstraat. I: Maar ze zijn nog wel actief dus? R: Wel op een aantal vlakken maar niet bij de Schone Pijp mogen ze meedoen. Daar is die vrouw, die het echt heel goed deed er van af gehaald. Dus we hebben binnenkort wel een vergadering en dan moeten we even kijken hoe dat verder gaat. Want er zijn allemaal mensen zoals ik die, als er wordt gezegd: 'wie doet dit, wie doet dat', dan doe ik het wel maar ik ga dat niet allemaal helemaal initieren en organiseren. I: Dat kost ook veel tijd? R: Ja veel te veel ja, en het is ook frustrerend hoor. Als je zie wat er allemaal aan karton zo weggegooid wordt. I: En identificeerde u zich, toen u hier net kwam wonen, meer of minder met de Pijp? R: Ik denk meer wel, ook hier beneden woonde toen wat oudere mensen, bepaalde Amsterdammers, waar ik wel eens een boodschapje voor deed, een kletspraatje. En dan kwam ik weer die ene

100 dementerende oude dame tegen. Zo gaat dat. Het was toen eerst meer ons kent ons. I: Iets meer ons kent ons en iets minder internationaal? R: Wel als je al die Nederlandse jongelui en studenten die ook alleen maar in hun eigen bubbel zitten en in hun telefoon. Ik heb het idee dat mensen niet meer om zich heen kijken, veel jonge mensen. Dat zeg ik dan tegen jou, als jong mens, maar dat zij heel erg in hun eigen Instagram omgeving zitten. I: Nee dat hoor je natuurlijk wel vaker. Dat heeft ook weer te maken met wij als 'verloren' generatie. Maar dat is weer een interessant onderzoek op zichzelf. R: Ja die verloren generaties zijn er altijd wel geweest hoor. I: En in hoeverre vindt u het straatbeeld in de Pijn veranderd, vergeleken met toen u hier net kwam wonen? R: Nou de panden zijn enorm opgeknapt. I: En, qua winkelaanbod? R: Ja, de oude winkeltjes, de krakkemikkige auto's reden toen rond. En nu tesla's met laadpalen. Ik heb zelf geen auto en ben ook niet geïnteresseerd in auto's, maar het valt andere wel op. Mijn neef attendeerde mij erop dat er veel tesla's hier rijden, en sindsdien herken ik die. I: Ja er zijn ook veel tesla taxi. Omdat het tesla hoofdbureau dat hier zit, die zit in Amsterdam bij de Bijlmer volgens mij, zij hadden gezegd dat als je een Tesla aanschaft, dan kan je altijd gratis bij ons opladen. Maar ze hadden natuurlijk niet voorzien dat taxi chauffeurs met rijendik gingen wachten tot ze gingen opladen. Dus dat gaf zoveel overlast dat het ook weer aan banden is gelegd. R: Oh oke, zijn dat dan taxi chauffeurs met een Tesla? I: Ja, ook van TCA. R: Oh dat wist ik niet, dat er ook zo elektrische taxi's rondrijden. I: We hebben natuurlijk al vrij veel besproken. Maar ik wil het ook even hebben over toerisme specifiek. Hoe ervaart u toerisme in uw omgeving? R: Niet altijd even prettig. De airbnb. Hierachter zit een shortstay/hotel. Er er woont hier naast die veel onderverhuurt. Het is het goedkope toerisme wat door de gemeente hier naartoe gelokt is. En die blowen en die gaan bier drinken, en misschien nog even naar het Torture Museum. Maar that's it. En dat vind ik jammer, dus daar heb ik ook zeker op een gegeven moment toen hij hiernaast een huis had gekocht. En toen moest het wel op voorwaarde dat hij er zelf moest gaan wonen en niet mocht verhuren de eerste drie jaar. En toen zijn wij meldingen gaan doen, want in de zomer ging ik mijn boterhammetje eten op het balkon en toen zat ik in de wietdampen van de onderhuurders. Dus daar hebben we op een gegeven moment vanuit de VvE een melding gedaan. I: Dat is dus niet meer ter sprake? R: Nee, maar het zijn vaak van die jonge lui, wezenloos en van die mutsjes op. En een sikkie. Ik vind het niet het meest prettige toerisme. Dat heeft de gemeente gewoon toegelaten met al die airbnb's en aan die kant (wijst) allemaal short stay. En het zit lang niet altijd vol. Dat is natuurlijk ook niet goed voor de woning tekort. I: En is dat toegenomen? R: Ja, dat is de laatste jaren wel toegenomen. Ik weet nog dat ik hier m'n huis had, eerst een voorkamer waar nu de hal en de keuken zat. Dus dat heb ik doorgebroken, 1000'en euro's in mijn huis gestoken en meteen 's nachts is de politie geweest met dronken Britten en overlast. Dat wordt gewoon toegelaten. I: Want u zei al eerder van: ik heb zomers ook last van de herrie. Is er dan veel geschreeuw? R: Nou dat was van de vorige eigenaar van het cafe hier tegenover. Die liet dat een beetje uit de hand lopen. Maar zomers heb je meer last, hier heb je Escobar, en gaande weg later in de avond worden die mensen ook een beetje dronken. Ik ben blij dat ik niet op het Gerard Douplein zit. Maar vroeger was het hier heel stil. Dat geeft gewoon allemaal meer overlast. I: Maar is escobar, voornamelijk ook toerisme? R: Nee dat zijn denk ik ook gewoon heel veel studenten en yuppen. I: Ja dat is jammer, die hebben natuurlijk ook hun vertier. Zeker in de zomer kan ik mij voorstellen. R: Ja, dat moet allemaal met zoveel kabaal gaan. Soms als het heel lekker weer is, dan kan ik op mijn balkon eten en dan is het wel storend. Want mijn buurman vindt dan allemaal normaal.

101

I: Ja om de vergelijking te trekken, uw buurman zei ik doe gewoon gordijnen dicht en het is prima geisoleerd en ik heb er geen last. R: Ja hij heeft namelijk geen balkon of iets. Maar hij heeft zijn tuin aan de andere kant. En tot voor kort een hele grote boom. Dus hij hoorde ook al allemaal niks van die balkons daarboven. I: Maar misschien verandert zijn mening in de zomer! R: Ja en hij wordt ook een jaartje ouder (er wordt gelachen). I: Ja precies. Hij zei ook, wat u ook al zei, dat het ook te maken heeft met de levensfase, ook wat je bezoekt en wat je accepteert. R: Wacht maar tot hij een vrouw en kindje heeft. Dan gaat hij anders piepen hoor. I: Ja dat denk ik ook wel ja. En is uw ervaring veranderd, ten opzichte van toerisme sinds u hier kwam wonen? R: Ja heel sterk, wegwezen denk ik nu. Dat allemaal op die fietsen ook, op de stoep. En niet kunnen fietsen. En het is gewoon teveel. En ik mijd het centrum al heel lang, sinds ik daar niet meer woon. Dan ga ik gewoon met de metro er onder door. I: En, kan ik dan zeggen dat het sinds 2008 er echt veranderingen van meegemaakt, of is dat een langere periode? R: Ja 2008 heeft de gemeente gezegd dat we het toerisme moeten bevorderen? I: Ja, vooral ingezet op de bouw van hotels. R: Ja ik weet het niet, ik weet ook in 2000 was er een periode, zo'n top, dat alle yuppen massaal de Pijp in kwamen. Ik heb zelf het idee dat er rond 2000 een omslagpunt is geweest. Toen was er ook een hoog conjunctuur denk ik. En toen kwam het toerisme er nog bij, in het centrum hadden we daar ook last van. Ik woonde toen bij de Wallen, waar ik toen stapte of liep. Het was soms wel druk, maar als ik nu die beelden zie. Dat is ook heel anders. I: Dus misschien overbodig om te vragen, komt u wel eens in contact met toeristen? R: Nee eigenlijk niet (er wordt gelachen), misschien moet ik maar eens een gezellig praatje aan gaan knopen. I: En u vermijdt dat echt, of niet bewust? R: Nee, toeristen zijn ook niet in mij geïnteresseerd. Als ze mij iets vragen, hoe kom ik daar en daar. Dat gebeurde vroeger wel heel veel. Maar ik werkte en woonde in het centrum maar ik werd altijd aangesproken om de weg te vragen. Dan kan je nog eens een praatje hebben. Maar nu lopen ze allemaal met smartphone. Maar als mij iets gevraagd wordt zal ik altijd vriendelijk zeggen waar ze naartoe moeten, maar dat gebeurd ook eigenlijk niet meer. I: Dat waren mijn vragen. Hartelijk bedankt. R: Ik zat te denken net, er was nog iets wat ik wilde zeggen.. Dat heeft er ook duidelijk mee te maken. I: Iets met airbnb? R: Nee iets met fietsen.. I: Verandering van winkels en dergelijke? R: Nee ik zou het even niet weten nee, sorry. I: Als u het weet mag u het altijd mailen

102

Respondent 7 Formatted: Font: Bold I: Hoelang woont u al in de Pijp? Formatted: Font: Bold, Dutch R: Ehm, 32 jaar. Eind december 32 jaar. (Netherlands) I: En hoe oud bent u? R: Trouwens, ik woon hier 32 jaar. Maar in mijn andere huis woon ik 41 jaar. Ja, in de Zaanderdamstraat. I: Oh wauw, dan kom ik daar later nog op terug. Hoe oud bent u? R: Ik ben 65. I: Woont u hier alleen? R: Ja, ik woon alleen. I: En wat is je hoogst genoten opleiding? R: Ik denk dat het nu HBO genoemd zou worden. Ik heb vertaalkunde gestudeerd. I: Vertolken van gesprekken? R: Nee, echt vertalen van teksten. I: Oh oke. En welke talen? R: Ik heb Frans en Russisch gedaan. Maar met Russisch doe ik al heel lang niks meer. Ik ben films gaan vertalen. Dus ik vertaal nu bioscoopfilms, ik heb lang bij de televisie gewerkt. Maar ik vertaal nu vooral bioscoopfilms, uit het Frans en het Engels. Dus als je welleens naar een Arthouse film gaat, dan kom je mijn naam welleens tegen. R: Interessant. I: En waar werk je nu? R: Als vertaler. I: En hoe bent u tot de beslissing gekomen om hier te gaan wonen? U heeft het natuurlijk al een beetje verteld maar... R: Ik woonde in het centrum en ik huurde een verdiepinkje bij iemand die ging samenwonen. Een heel klein huisje. Dus ik moest daar weg. En toen heb ik via via in de Zaanderdamstraat een verdieping kunnen vinden. Groter dan dat ik had maar ik had het gevoel alsof ik de stad uitging, ik vond het vreselijk! Mijn kroegen verlaten, waar ik stapte, waar ik mensen kende. Nieuwmarktbuurt. Het was een soort verbanning (er wordt gelachen). I: Dus het was noodgedwongen? R: Ja, dit was het eerste. Ik was wel blij met een eigen verdieping. Dus niet meer douche en wc delen met een smoezelige man (er wordt gelachen). I: Dus u kwam hier in de Pijp wonen, in totaal 41 jaar. En toen woonde u een aantal jaar daar, en nu hier. Was dat een bewuste keuze om iets in de Pijp te zoeken? R: Ja want inmiddels was de Pijp voor mij niet meer de stad uit. En er had net een stel een half jaar gewoond, maar zij hadden er eigenlijk geen recht op dus zij moesten weg. En toen stond ik inmiddels op de lijst voor iets groters, iets nieuwers en iets beters. En toen kreeg ik dit aangeboden en toen was ik daar heel erg blij mee. Er hadden maar een half jaar mensen ingewoond. I: Dus dit gebouw is ook niet zo heel oud? R: Nee, van mei/juni '87. I: Je ziet weinig nieuwbouw, in de omgeving. Tenminste, ondertussen wel. Maar in die tijd nog niet toch niet? R: Nee, zeker niet hoor. Er is wel een tijd heel veel vernieuwd en gerenoveerd met name. En ik kan mij nog heel goed herinneren dat deze straten op een gegeven moment achter elkaar werden vernieuwd. Dan was de ene klaar, dan begon de andere. Een en al steigers en vrachtwagens. Zo rond 2000 denk ik. Er is enorm veel opgeknapt in de Pijp. I: En hier in de Pijp, welke winkels bezoekt u voornamelijk?

103

R: Vroeger de kleintjes, maar die zijn er niet meer. De kleine melkboeren en kaasboeren. En ik kom wel op de markt, maar ook steeds minder. Ja ik woon boven de Albert Heijn, dat maakt het ook wel makkelijk. Maar voor jou onderzoek, de pijp, de markt is inmiddels zo toeristisch. Met zeker de helft van de mensen die daar rond sjokt met etenswaren en drinkwaren dat zijn toeristen. Dus dat schiet niet op als je even je boodschappen wilt doen. Maar ik kom er wel, als je voor iets specifieks komt als noten, vis of bloemen. I: Dus ontwikkeling van toerisme is de reden dat u er minder komt? R: Ja zeker minder. I: Dus wel als u naar iets specifieks op de Albert Cuyp op zoekt bent gaat u daarheen? R: Ja dus vis en kip bijvoorbeeld. Heel specifiek. I: En in welke mate van tevredenheid oordeelt u over het huidige aanbod van die winkels? R: Ja, enerzijds is het heel makkelijk. Maar als je bijvoorbeeld ziet vanaf dit stukje vanaf het Heinekenplein, daar zit een Dirk van de Broek, halverwege mijn straat zit een Jumbo, hier schuin onder zit een Albert Heijn en nog nou.. een paar honderd meter verderop zit een Lidl. Nou het maakt het er niet gezelliger op. Er is wel heel veel. En die kleine winkeltjes bepalen meer de sfeer. Dus dat vind ik jammer. I: En als we kijken naar de voorzieningen, wat bezoekt u dan vooral? We hadden het net over winkels en nu meer over zaken als café of restaurants. R: Ja cafe bezoeken ben ik eigenlijk een aantal jaar geleden mee gestopt. Ik bedoel, dat heeft met mijn leeftijd te maken. Maar restaurants wel. Ik heb een aantal favorieten. Heel veel zaken zitten stamp en stamp vol. Maar ik roep wel eens uitdagend: het mag weer crisis worden (er wordt gelachen). Ik ben altijd een restaurant bezoeker geweest en toen kon je gewoon overal terecht. Kreeg je aandacht en kon je jezelf verstaanbaar maken. I: En wat steekt u dan nu zo, bij de huidige restaurants? R: Nou, je zit bij elkaar op schoot bijna. Je moet een maand van tevoren reserveren. Dat vind ik niet fijn. Je spreekt af met iemand om een glaasje te drinken of sporadisch te bedenken wat je wilt gaan eten. Dat kan niet meer. Zeker niet als je wat kritischer bent op eten. Ik ben vinoloog ook van huis uit dus eten en drinken is gewoon wel belangrijk. I: En welke restaurants bezoekt u dan nu wel? R: Wil je namen? Caron, is mijn favoriete zaak. Die besteden aandacht aan je, het eten is goed. Het is lekkere wijn. En je hebt ook een aantal grotere zaken zoals Volt, en de voormalige kerk, een hele slechte akoestiek, de Bazaar. Dat is heel massaal. In dat soort zaken kom ik dan liever niet. I: En sinds u hier bent komen wonen, heeft u winkel en voorzieningenaanbod zien veranderen, en hoe? R: Ja van de melkboertjes, kaasboertjes en groenteboertjes. Of kleine supermarktjes naar hele grote supermarkten. I: Dus ik kan daaruit opmaken dat dat niet echt een positieve verandering is? R: Nee, ik heb dat niet als positief ervaren. Want de kleine zaakjes maak je even een praatje. En daar kom je af en toe. Het is ook beter voor de sociale cohesie. Dat mensen elkaar een beetje kennen. Met name bij mijn oude huis in de Pijp had ik echt nog een melkboer en groenteboer en een bakker. En dan maakte je een klein praatje. Dan kende je meer mensen. I: En die sociale cohesie die daar was, heeft u die nog steeds? R: Nee, eigenlijk niet nee. I: En is dat te wijden aan de grote supermarkten die daarvoor in de plaats zijn gekomen? R: Onder andere, en ik denk de, sorry dat ik het zeg, de jonge mensen van nu, die allemaal hard op de trap lopen, die stellen daar geen prijs op. Dat vind ik wel jammer. I: Wat ik al net zei, het is natuurlijk wel leeftijdgebonden, maar dat de middenklasse zich veel minder identificeert met de buurt. En dat zij veel meer waarde hechten aan bepaalde locaties maar niet in hun directe omgeving waar zij wonen. R: Nee, precies. En er zijn natuurlijk ook steeds meer expats. Die komen hier werken en die kopen iets, of huren iets. Er wordt ook onderverhuurd dus daarna zijn ze weer weg. Die hebben geen belang

104 bij in hun ogen, voor zover ze erover nadenken, want dat weet ik allemaal niet. Dus die boeit het niet zo. En in de gang trap probeer ik dan nog een beetje verbinding te leggen en als ik iets hoor dat ik dat dan ook tegen de ander zeg, dat mensen dat ook weten wat er speelt. I: En worden er dan ook nog dingen georganiseerd? R: Nee, dat zou ooit een keer door een pand hiernaast gedaan worden, maar die wonen inmiddels al twee jaar in Engeland. Die zijn voor werk weggegaan hier, dus nu wonen hier ook weer tijdelijke mensen. I: U zei het net al, ik vraag me af in welke mate van tevreden bent u nu over het tekort aan de kleine winkeltjes. Was u meer tevreden vroeger dan nu? R: Ja, toen besefte ik mij dat natuurlijk nog niet. Maar dat is nu wel ter sprake. Het is niet positief. I: En als u door de Pijp loopt, kunt u dan een beeld schetsen over wat voor een soort mensen u ziet lopen? R: Van alles wat. Maar ook hier inmiddels, ik ben een taalmens, ik luister altijd goed en ook op straat, en zeker de helft spreekt geen Nederlands. Dat klinkt een beetje alsof ik tegen buitenlanders ben ofzo, maar het geeft wel aan hoe internationaal het geworden is. En ik kan niet aan de mensen afzien of het expats of toeristen zijn, naja soms. I: Hoe herkent u die dan? R: Ja de echte expats willen nog wel eens op bakfietsen zitten. Met hun kinderen. En de toeristen lopen vaak met van die mutsen op en met zo'n grote telefoon, dan lopen ze wat zoekend rond. I: En is dat door de hele Pijp, of ziet u dat alleen op bepaalde plekken? R: Ik kom zelf heel weinig in de Zuid- Pijp. En ik heb het idee dat het daar wel veel minder is. Ik bedoel, we zitten hier in natuurlijk echt tegen het centrum aan en bij de markt en de Heineken Brouwerij, experience. Dat zegt al wat, die experience. Dus hier is dat absoluut meer dan aan de andere kant. Daar heb je veel mindere zoekende toeristen in de Zuid-Pijp. I: En identificeert u zich met het publiek die in de Pijp rondlopen? R: Nee niet echt, minder dan ik vroeger wel gedaan zou hebben. Denk ik. I: En zijn er plekken waar u zich wel thuisvoelt? R: Ja, ik ken de Pijp, ik woon er al zo lang. En ik kom wel eens mensen tegen die ik ken op straat. Maar dat 'thuis thuis' gevoel is wel minder geworden daardoor. Ook als je een praatje met iemand houdt, ook op de trap, ik heb het gevoel, vooral de jonge lui, als snel iets hebben van: bemoei je niet met mij. I: Ja, ik weet eigenlijk niet waar dat mee te maken heeft. R: Ja dat is ook leeftijdsgebonden. Ik weet het niet. I: Je leest natuurlijk ook wel dat individualisering een steeds groter thema wordt. R: Ja, nu ben ik zelf ook een grote individualist geweest. Maar af en toe even een beraatpuntje of iets, denk ik dat dat voor de sociale cohesie wel goed is. I: En welk cijfer zou u de Pijp geven? R: Voor mij persoonlijk natuurlijk.. even denken.. ik zou zeker geen onvoldoende geven op de schaal van 10. Even denken.. ik bedoel als ik hier binnen zit, overdag is het lekker rustig, maar 's avonds zijn er natuurlijk wel veel feesten en partijen. In de zomer heb ik daar vooral meer last van. Maar ik zou het een 6,5 geven of een 7. I: En dat is vooral zomers? R: Ja met de drukte op straat ook wel, en de herrie. En de viezigheid. Dat is ook een puntje van kritiek. I: Ja is het smerig hier? R: De gemakzucht van alles maar bij die containers gooien. Ik draai mee in de werkgroep de Schone Pijp, als dat je iets zegt. I: Zijn daar ook stickers van te zien door de buurt heen? R: Ja, klopt. Want we proberen met bewoners en ondernemers en gemeente om veel nudgen en dingen te doen. En ik die containers daar op het pleintje geadopteerd. I: Was u dan een van de personen die gras of kunstgras om de containers heen had geplaatst? Dat had

105 effect hoorde ik. R: Ja dat was ik. Dat had effect, dat werd gaande weg zeker wat minder. En als je daar mee bezig was werd je aangesproken door de bewoners zelf, en die zeiden 'oh wat leuk, wat geweldig, dank je wel'. En gaande weg wordt er toch weer van alles opgegooid. En de bloemen zetten we al een tijdje niet meer er in, zeker in het najaar niet, dan gaat het regenen. Maar we gaan wel andere dingen bedenken. I: Zijn er veel buurtinitiatieven? Voor een schonere Pijp, maar niet alleen dat. R: Er is ook wel een stadsdorp, waar ik dan niet bij betrokken ben. Ik ben volop aan het werk, en heb daar nog geen tijd voor. Die mensen zijn echt echt ouder dan ik. En die gaan dan een uitstapje maken of de hort op. En verder weet ik het niet zo. I: Ook in de straat zag ik ook iets, maar volgens mij zijn die nu ook weg, een buurt verzamelding. Maar die zijn nu verhuisd naar een Tweede van der Hellstraat verhuisd. R: Oh ja, die zijn verhuisd. Het buurthuis, nee hoe heet het nou, het wijkcentrum, en die coördineerde tot 31 december, want de subsidie is ingetrokken. Maar er is altijd iemand als spin in het web, om acties voor te bereiden en om ons aan te sturen. Maar die zitten nu in het huis van de Wijk, in de Tweede van der Hellstraat. I: Maar ze zijn nog wel actief dus? R: Wel op een aantal vlakken maar niet bij de Schone Pijp mogen ze meedoen. Daar is die vrouw, die het echt heel goed deed er van af gehaald. Dus we hebben binnenkort wel een vergadering en dan moeten we even kijken hoe dat verder gaat. Want er zijn allemaal mensen zoals ik die, als er wordt gezegd: 'wie doet dit, wie doet dat', dan doe ik het wel maar ik ga dat niet allemaal helemaal initieren en organiseren. I: Dat kost ook veel tijd? R: Ja veel te veel ja, en het is ook frustrerend hoor. Als je zie wat er allemaal aan karton zo weggegooid wordt. I: En identificeerde u zich, toen u hier net kwam wonen, meer of minder met de Pijp? R: Ik denk meer wel, ook hier beneden woonde toen wat oudere mensen, bepaalde Amsterdammers, waar ik wel eens een boodschapje voor deed, een kletspraatje. En dan kwam ik weer die ene dementerende oude dame tegen. Zo gaat dat. Het was toen eerst meer ons kent ons. I: Iets meer ons kent ons en iets minder internationaal? R: Wel als je al die Nederlandse jongelui en studenten die ook alleen maar in hun eigen bubbel zitten en in hun telefoon. Ik heb het idee dat mensen niet meer om zich heen kijken, veel jonge mensen. Dat zeg ik dan tegen jou, als jong mens, maar dat zij heel erg in hun eigen Instagram omgeving zitten. I: Nee dat hoor je natuurlijk wel vaker. Dat heeft ook weer te maken met wij als 'verloren' generatie. Maar dat is weer een interessant onderzoek op zichzelf. R: Ja die verloren generaties zijn er altijd wel geweest hoor. I: En in hoeverre vindt u het straatbeeld in de Pijn veranderd, vergeleken met toen u hier net kwam wonen? R: Nou de panden zijn enorm opgeknapt. I: En, qua winkelaanbod? R: Ja, de oude winkeltjes, de krakkemikkige auto's reden toen rond. En nu tesla's met laadpalen. Ik heb zelf geen auto en ben ook niet geïnteresseerd in auto's, maar het valt andere wel op. Mijn neef attendeerde mij erop dat er veel tesla's hier rijden, en sindsdien herken ik die. I: Ja er zijn ook veel tesla taxi. Omdat het tesla hoofdbureau dat hier zit, die zit in Amsterdam bij de Bijlmer volgens mij, zij hadden gezegd dat als je een Tesla aanschaft, dan kan je altijd gratis bij ons opladen. Maar ze hadden natuurlijk niet voorzien dat taxi chauffeurs met rijendik gingen wachten tot ze gingen opladen. Dus dat gaf zoveel overlast dat het ook weer aan banden is gelegd. R: Oh oke, zijn dat dan taxi chauffeurs met een Tesla? I: Ja, ook van TCA. R: Oh dat wist ik niet, dat er ook zo elektrische taxi's rondrijden. I: We hebben natuurlijk al vrij veel besproken. Maar ik wil het ook even hebben over toerisme specifiek. Hoe ervaart u toerisme in uw omgeving?

106

R: Niet altijd even prettig. De airbnb. Hierachter zit een shortstay/hotel. Er er woont hier naast die veel onderverhuurt. Het is het goedkope toerisme wat door de gemeente hier naartoe gelokt is. En die blowen en die gaan bier drinken, en misschien nog even naar het Torture Museum. Maar that's it. En dat vind ik jammer, dus daar heb ik ook zeker op een gegeven moment toen hij hiernaast een huis had gekocht. En toen moest het wel op voorwaarde dat hij er zelf moest gaan wonen en niet mocht verhuren de eerste drie jaar. En toen zijn wij meldingen gaan doen, want in de zomer ging ik mijn boterhammetje eten op het balkon en toen zat ik in de wietdampen van de onderhuurders. Dus daar hebben we op een gegeven moment vanuit de VvE een melding gedaan. I: Dat is dus niet meer ter sprake? R: Nee, maar het zijn vaak van die jonge lui, wezenloos en van die mutsjes op. En een sikkie. Ik vind het niet het meest prettige toerisme. Dat heeft de gemeente gewoon toegelaten met al die airbnb's en aan die kant (wijst) allemaal short stay. En het zit lang niet altijd vol. Dat is natuurlijk ook niet goed voor de woning tekort. I: En is dat toegenomen? R: Ja, dat is de laatste jaren wel toegenomen. Ik weet nog dat ik hier m'n huis had, eerst een voorkamer waar nu de hal en de keuken zat. Dus dat heb ik doorgebroken, 1000'en euro's in mijn huis gestoken en meteen 's nachts is de politie geweest met dronken Britten en overlast. Dat wordt gewoon toegelaten. I: Want u zei al eerder van: ik heb zomers ook last van de herrie. Is er dan veel geschreeuw? R: Nou dat was van de vorige eigenaar van het cafe hier tegenover. Die liet dat een beetje uit de hand lopen. Maar zomers heb je meer last, hier heb je Escobar, en gaande weg later in de avond worden die mensen ook een beetje dronken. Ik ben blij dat ik niet op het Gerard Douplein zit. Maar vroeger was het hier heel stil. Dat geeft gewoon allemaal meer overlast. I: Maar is escobar, voornamelijk ook toerisme? R: Nee dat zijn denk ik ook gewoon heel veel studenten en yuppen. I: Ja dat is jammer, die hebben natuurlijk ook hun vertier. Zeker in de zomer kan ik mij voorstellen. R: Ja, dat moet allemaal met zoveel kabaal gaan. Soms als het heel lekker weer is, dan kan ik op mijn balkon eten en dan is het wel storend. Want mijn buurman vindt dan allemaal normaal. I: Ja om de vergelijking te trekken, uw buurman zei ik doe gewoon gordijnen dicht en het is prima geisoleerd en ik heb er geen last. R: Ja hij heeft namelijk geen balkon of iets. Maar hij heeft zijn tuin aan de andere kant. En tot voor kort een hele grote boom. Dus hij hoorde ook al allemaal niks van die balkons daarboven. I: Maar misschien verandert zijn mening in de zomer! R: Ja en hij wordt ook een jaartje ouder (er wordt gelachen). I: Ja precies. Hij zei ook, wat u ook al zei, dat het ook te maken heeft met de levensfase, ook wat je bezoekt en wat je accepteert. R: Wacht maar tot hij een vrouw en kindje heeft. Dan gaat hij anders piepen hoor. I: Ja dat denk ik ook wel ja. En is uw ervaring veranderd, ten opzichte van toerisme sinds u hier kwam wonen? R: Ja heel sterk, wegwezen denk ik nu. Dat allemaal op die fietsen ook, op de stoep. En niet kunnen fietsen. En het is gewoon teveel. En ik mijd het centrum al heel lang, sinds ik daar niet meer woon. Dan ga ik gewoon met de metro er onder door. I: En, kan ik dan zeggen dat het sinds 2008 er echt veranderingen van meegemaakt, of is dat een langere periode? R: Ja 2008 heeft de gemeente gezegd dat we het toerisme moeten bevorderen? I: Ja, vooral ingezet op de bouw van hotels. R: Ja ik weet het niet, ik weet ook in 2000 was er een periode, zo'n top, dat alle yuppen massaal de Pijp in kwamen. Ik heb zelf het idee dat er rond 2000 een omslagpunt is geweest. Toen was er ook een hoog conjunctuur denk ik. En toen kwam het toerisme er nog bij, in het centrum hadden we daar ook last van. Ik woonde toen bij de Wallen, waar ik toen stapte of liep. Het was soms wel druk, maar als ik nu die beelden zie. Dat is ook heel anders. I: Dus misschien overbodig om te vragen, komt u wel eens in contact met toeristen?

107

R: Nee eigenlijk niet (er wordt gelachen), misschien moet ik maar eens een gezellig praatje aan gaan knopen. I: En u vermijdt dat echt, of niet bewust? R: Nee, toeristen zijn ook niet in mij geïnteresseerd. Als ze mij iets vragen, hoe kom ik daar en daar. Dat gebeurde vroeger wel heel veel. Maar ik werkte en woonde in het centrum maar ik werd altijd aangesproken om de weg te vragen. Dan kan je nog eens een praatje hebben. Maar nu lopen ze allemaal met smartphone. Maar als mij iets gevraagd wordt zal ik altijd vriendelijk zeggen waar ze naartoe moeten, maar dat gebeurd ook eigenlijk niet meer. I: Dat waren mijn vragen. Hartelijk bedankt. R: Ik zat te denken net, er was nog iets wat ik wilde zeggen.. Dat heeft er ook duidelijk mee te maken. I: Iets met airbnb? R: Nee iets met fietsen.. I: Verandering van winkels en dergelijke? R: Nee ik zou het even niet weten nee, sorry. I: Als u het weet mag u het altijd mailen

108