<<

Ontwerp Structuurvisie 2040 Economisch sterk en duurzaam

Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040 Economisch sterk en duurzaam

Vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders op 26 januari 2010.

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 7

Samenvatting 9

Leeswijzer 13

Deel 1 De Visie 15

1a Visie 19

1b De grote bewegingen 39

1c Visie en beleid 99

Deel 2 Uitvoering naar stadsdelen en decennia 163

Deel 3 Instrumentarium bij kernpunten van beleid 2010 - 2020 215

Samenvatting PlanMER 281 6 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam VOORWOORD

Namens het gemeentebestuur bied ik u de Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040 aan. Hierin staat de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam die wij voor ogen hebben. De structuurvisie heeft als titel meege- kregen: Economisch Sterk en Duurzaam. Dit is ook het leitmotiv van het document. Het verbeteren van de welvaart en het welzijn van de mensen in Amsterdam én wat de ruimtelijke ontwikkeling van de stad hieraan kan bijdragen, dáárover gaat deze structuurvisie.

Het komt erop aan. In de wereldeconomie vinden manifeste verschuivingen plaats. De grote steden fungeren steeds meer als de motoren van de economie. Het klimaat verandert. Dit stelt ons voor levensgrote vraag- stukken over de duurzaamheid van ons leefmilieu. De gevolgen zijn groot, ook voor Amsterdam.

Amsterdam kan de toekomst aan, daar ben ik van overtuigd. Maar het gaat niet zonder meer. We zijn een stad met een relatief jonge bevolking, met 175 nationaliteiten; een stad van talloze studenten, levensvormen, typen ondernemingen en voorzieningen. Amsterdam is voor tallozen de plek geweest om vooruit te komen. Het vrijzinnige leefklimaat is onderdeel van haar wereldfaam. Amsterdam is een stad waar je jezelf kunt zijn. De stad heeft zich ook altijd veerkrachtig en flexibel getoond. Al deze hoedanigheden zijn goud waard. We komen er steeds meer achter hoe belangrijk ze zijn om Amsterdam economisch sterk te houden.

De klimaatsverandering dwingt ons meer dan ooit na te denken over de vele facetten van duurzaamheid. Hoe houden we onze voeten droog en hoe krijgen we water, lucht en bodem schoon? Op welke manier maken we de stad groener en houden we het omringende, waterrijke landschap open? Hoe stellen we onze energievoor- ziening voor de toekomst veilig?

Amsterdam is groter dan zijn gemeentegrenzen. Het is de kernstad van een metropoolregio. De stedelijke ontwikkeling is onderdeel van de regionale, en andersom. De noodzaak van intensieve onderlinge samen- werking tussen de regiogemeenten staat buiten kijf en is vastgelegd in het Ontwikkelingsbeeld 2040 voor Metropoolregio Amsterdam.

In de structuurvisie is het bovenstaande vertaald in ambities en opgaven voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Momenteel zitten we in economisch zwaar weer. Dit betekent dat de visie bij aanvang moet laten zien ‘crisisbestendig’ te zijn. Maar het is ook een reden te meer om juist nú ambitie te tonen. Zodra de betere tijden terugkeren weten we al precies wat we willen. Met deze visie nemen wij stelling over hoe Amsterdam er in 2040 uit zou moeten zien. Zo worden er bijvoorbeeld nieuwe openbaar vervoerlijnen voorgesteld, nieuwe investeringen in groengebieden gepland en voorstellen gedaan om (verouderde) extensief benutte gebieden te transformeren tot intensiever gebruikte, gemengde woon-werkgebieden. Voor een aantal gebieden worden er meerdere scenario’s gepresenteerd. Tussen die scenario’s zal nog moeten worden gekozen door de gemeenteraad.

Het komt erop aan. Ik herhaal het niet zonder reden. Amsterdam heeft sterke troeven in handen. Maar het uitspelen van deze troeven is een uitdaging op zich. Deze uitdaging moeten we nu, meer dan ooit, aangaan. Voor de welvaart en het welzijn van de Amsterdammers, voor de toekomst van Amsterdam.

Maarten van Poelgeest Wethouder Ruimtelijke Ordening

Voorwoord 7 8 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam SAMENVATTING De Visie

Amsterdam Economisch sterk en Duurzaam

Positie en ambitie van Amsterdam: de schaarse grond en we gaan over op duurzame Amsterdam economisch sterk en duurzaam energiebronnen. Daarnaast wordt een aantal Wereldwijd is de rol van steden in de afgelopen beproefde en duurzame ruimtelijke ordeningsprin- decennia drastisch veranderd. Sinds 2007 woont cipes blijvend, en zelfs geïntensiveerd, toegepast meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. - principes die allen zijn terug te voeren op zuinig en Van Vancouver tot Hong Kong, overal is er een optimaal gebruik van de grond. Amsterdam is goed trek te zien richting de stad, zo ook in Amsterdam. voor haar inwoners en gasten. Om sociaal duurzaam Voor Amsterdam is het van levensbelang dat het te zijn is een sterke sociaalruimtelijke structuur met een vooraanstaande positie blijft innemen in de flexibiliteit naar de toekomst toe belangrijk. wereldeconomie. Aan deze voorwaarde moet in ieder geval worden voldaan om het welzijn en de Uit bovenstaande twee voorwaarden volgt haast welvaart van haar burgers in de toekomst zo goed automatisch het ‘leitmotiv’ voor deze structuurvisie: mogelijk te kunnen waarborgen. Amsterdam heeft Amsterdam: economisch sterk en duurzaam. een diverse economie, woningvoorraad, voorzie- ningen, landschappen en bovenal: een diverse en In het Ontwikkelingsbeeld 2040 voor Metropoolregio relatief jonge bevolking. Amsterdam heeft daarmee Amsterdam wordt op regionale schaal verwoord een perfecte voedingsbodem om kansrijke econo- en verbeeld welke ruimtelijke opgaven er in de mische sectoren vast te houden en aan te trekken en regio zijn. In die metropoolregio is Amsterdam de de lokale en regionale economie te laten floreren. centrale stad, de kernstad. Dat wil niet zeggen de Amsterdam heeft de troeven in handen om econo- enige stad, in tegendeel. Alle partijen in de regio misch sterk te zijn. Niettemin wordt ook Amsterdam hebben elkaar nodig en kunnen van elkaar profi- zwaar op de proef gesteld in de huidige econo- teren. De stad is groter geworden dan haar eigen mische crisis. En daarmee wordt tevens de Structuur- grenzen. Elke overheid draagt haar eigen steentje visie bij aanvang op zijn crisisbestendigheid beoor- bij aan het prettig wonen, werken en recreëren in deeld. De crisis zal langdurig zijn sporen nalaten bij de metropoolregio. Vanuit dit perspectief kijken we de stedelijke ontwikkeling. naar de stad Amsterdam. Altijd in samenhang met de omgeving, en zoekend naar de specifieke opgaven De andere absolute voorwaarde voor de toekomst- die Amsterdam daarbinnen heeft. bestendigheid van Amsterdam betreft de inten- sieve zorg voor het leefmilieu in de stad. Voor een Dit alles leidt tot de centrale ambitie van de struc- duurzame stad moeten we anticiperen op klimaat- tuurvisie: Amsterdam ontwikkelt zich verder als verandering. We maken de lucht, de bodem en het kernstad van een internationaal concurrerende, water schoner, we maken de stad groener, stiller en duurzame, Europese metropool. energiezuiniger; we optimaliseren het gebruik van

Samenvatting Visie Het regionale wegennet zal nog wel moeten worden Om economisch sterk en duurzaam te zijn en aangepast aan de verdere groei van de metro- Amsterdam en de regio verder te kunnen ontwik- poolregio, maar binnen het stedelijk kerngebied kelen als internationaal concurrerende, duurzame, worden de uitbreidingsmogelijkheden wel beperkt. Europese metropool slaat Amsterdam de volgende Amsterdam kiest voor een systeemsprong in het richting in: regionale OV-netwerk en zal op veel meer plaatsen dan nu een naadloze overstap tussen auto en Intensiever gebruik bestaande stad, openhouden openbaar vervoer mogelijk maken. van landschap Intensivering van het grondgebruik in de stad biedt Hoogwaardiger inrichting openbare ruimte tal van mensen woon- en werkruimte. Het betekent De kwaliteit van leven in de stad wordt steeds extra draagvlak voor voorzieningen, extra investe- belangrijker, en daarmee de inrichting en het gebruik ringen in de openbare ruimte, efficiënter omgaan van het schaarse publieke domein met name binnen met energie en vervoer en er hoeft minder landschap de Ring A10 omdat hier de druk op de openbare te worden aangetast. Het betekent ook 70.000 ruimte het grootst is. In straten, aan oevers en op woningen en bijbehorende voorzieningen erbij tot pleinen waar dat gewenst is, wordt de openbare 2040, intensiever gebruik van de haven en huidige ruimte kwalitatief hoogwaardig ingericht. Dit bedrijventerreinen en ruimte voor waterberging. betekent soms minder ruimte voor de auto, maar niet het verdwijnen van de auto uit de stad. Met de toevoeging van 70.000 woningen wordt Hierbij kunnen prijsmechanismen zoals spitsheffing ingespeeld op de genoemde trek naar de stad. en parkeertarieven een grote rol spelen. Om ‘netto’ 70.000 woningen over te houden zullen zeker zo’n 100.000 woningen gebouwd moeten Investeren in recreatief gebruik groen en water worden, aangezien tegelijkertijd veel eenheden aan Het groen en water in en rondom de stad moet de voorraad worden ontrokken, fysiek, door sloop aantrekkelijker worden voor de Amsterdammer, in en getalsmatig door samenvoeging. Om 100.000 de wetenschap dat het gebruik ervan alleen maar woningen te bouwen moeten we voor 120.000 toeneemt en een steeds belangrijker rol vervult voor woningen locaties hebben, aangezien tijdens de rit het welzijn van de bewoners en voor bedrijven om nogal wat plannen uitvallen. Het streven moet dus zich hier te vestigen. Het is daarmee een belangrijke zijn om jaarlijks 3.500 tot 4.000 woningen te bouwen. economische factor geworden. De stedelijke ontwik- keling moet ook duurzaam zijn, bestendig voor Het betekent ook een grotere mix van wonen en klimaatverandering. Amsterdam zal daarom inves- werken waarbij kansrijke economische sectoren teren in de beleving en gebruik van het groen en het de ruimte krijgen. Ook wordt er ruimte geboden water in en om de stad. aan de groei van voorzieningen in de zogenaamde stadsstraten. Voor een aantal bijzondere voorzie- Amsterdam maakt zich op voor het postfossiele ningen, iconen, worden plekken aangewezen waar brandstoftijdperk deze kunnen neerstrijken, waarbij een koppeling Energie: de fossiele brandstoffen raken hoe dan ook met voldoende openbare ruimte wordt gemaakt. een keer op. De stad moet worden ingericht op het Sportvoorzieningen al dan niet in combinatie met postfossiele brandstoftijdperk. Een enorme opgave is onderwijs, maken deel uit van de wijk. Binnen de het energiezuinig maken van de bestaande woning- ring A10 krijgen stadsverzorgende bedrijven een voorraad. bescherming zodat de Haarlemmerolie van de stad niet uit het centrumgebied wordt verdrongen. Mocht Waar vinden we de ruimte voor het opwekken van er een bedrijf moeten verplaatsen vanwege transfor- duurzame energie en in hoeverre worden we onze matie van een gebied, dan moeten er wel alterna- eigen energieleverancier? Amsterdam kiest ervoor tieve locaties zijn binnen de metropoolregio. een groot deel van haar energiebehoefte zelf op te wekken. Daarbij gaat het om het toepassen van Systeemsprong regionaal openbaar vervoer zonne-energie op daken, het aanleggen van een Bij een intensiever gebruik van de stad is de verdere sluitend warmtenet om restwarmte te kunnen trans- ontwikkeling en integratie van een samenhangend porteren en het plaatsen van windturbines. Daarnaast OV-netwerk op metropolitane schaal onontbeerlijk. zal Amsterdam ook investeren in duurzame energie-

10 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam opwekking in de regio omdat de stad nooit in haar ƒƒ Amstelveenlijn wordt metro geheel zelfvoorzienend kan zijn. ƒƒ aanleg Noordtangent naar Zaandam ƒƒ verlengen ringlijn naar Amsterdam-Noord Olympische Spelen Amsterdam 2028 ƒƒ aanleg Westtangent tussen havens westelijke Nederland heeft de ambitie om gastheer te zijn voor tuinsteden en Schiphol de Olympische Spelen van 2028. De spelen zijn een ƒƒ Regiorail of aanleg Oost/Westlijn naar Schiphol nationale aangelegenheid waarbij Amsterdam als (Tweede terminal) beeldmerk kan fungeren en daarbij de ruimtelijke ƒƒ aanleg P+R aan de Ring A10 mogelijkheid heeft om plaats te bieden aan in ieder ƒƒ integreren van regionaal spoornet, metro, tramnet geval het Olympisch Stadion, dorp, zwembad en en regionaal HOV-busnet tot samenhangend mediavoorzieningen metropolitaan OV-net (tariefintegratie, uitstraling etc.) Ruimtelijke ingrepen Tot welke ruimtelijke ingrepen leitmotiv, Stad ambitie en visie? De onderstaande ingrepen staan ƒƒ doortrekken lijn 3, 5 of 10 naar en/of op de visiekaart en reiken tot 2040 en soms, in Sloterdijk het geval van grote investeringen in de systeem- ƒƒ doortrekken lijn 14 naar sprong openbaar vervoer, zelfs tot na die periode. ƒƒ verleggen eindpunt lijn 5 naar Gelderlandplein Amsterdam wil laten zien welke kant de stad op en/of wil ontwikkelen. Het tempo waarin dit kan wordt ƒƒ doortrekken lijn 4 en/of 16/24 naar bepaald door de financiële (on)mogelijkheden, het ƒƒ doortrekken lijn 12 naar Zuidoost via Gooiseweg ritme van de wereldeconomie en politieke priori- naar Bijlmer Arena teiten. De richting echter blijft overeind: de ontwik- ƒƒ Veerverbinding Java-eiland naar Amsterdam- keling van een economisch sterke en duurzame Noord Motorwal en op termijn toevoegen kernstad van Metropoolregio Amsterdam, met langzaam verkeerverbinding via een brug een intensiever gebruik van de kernstad, goede ƒƒ doortrekken lijn 3, 12 of 15 naar Sciencepark verbindingen met de regio en het koesteren van de ƒƒ aanleg Noordoosttangent landschappen. ƒƒ doortrekken lijn 9 naar -Zuid

Intensivering gebruik bestaande stad Verbeteren kwaliteit openbare ruimte ƒƒ 70.000 woningen erbij en bijbehorende ƒƒ meer ruimte en veiligheid voor voetgangers en (maatschappelijke) voorzieningen. Locaties: fietsers binnen grote delen van de Ring IJoevers west en oost, zone A10-west-Ringlijn/ ƒƒ aanleg Rode Loper Sloterdijk I/Zuidas-/Zuidoost ƒƒ aanleg Amstelboulevard (meerjarenplan op basis (Amstelkwartier/Gooiseweg-Gaasperplas zuid/ van 1 ontwerp) aan overkluisde Gaasperdammerweg- III)/ ƒƒ aanleg ongestoorde route langs de IJoevers voor Zeeburgereiland/IJburg 2e fase fietsers en voetgangers (meerjarenplan op basis ƒƒ verdere ontwikkeling van Zuidas als de internati- van 1 ontwerp) onale toplocatie van Nederland ƒƒ investeren in pleinen: Mr. Visserplein, Rembrandt- ƒƒ beschermde enclaves stadsverzorgende bedrijven plein, , , , in alle windstreken van de stad Surinameplein, Marine-etablissement ƒƒ meerdere bestemmingen mogelijk in de plint ƒƒ voordeur nieuwe publieke voorzieningen direct in stadsstraten (Jan Evertsenstraat, Van der aan de straat Pekstraat, Beethovenstraat zuid etc.) ƒƒ intensiever gebruik havens Investeren in intensiever gebruik groen in en om ƒƒ tweede zeesluis de stad ƒƒ alternatieve locaties voor bedrijven moeten in ƒƒ samenspraak met de regio worden gevonden ƒƒ Vliegenbos ƒƒ Verdubbeling Systeemsprong openbaar ververvoer ƒƒ Regionaal ƒƒ Sloterplas e.o. ƒƒ aanleg IJmeerlijn naar ƒƒ Kop Amstelscheg

Samenvatting 11 ƒƒ verbindingen naar het metropolitane landschap, Nieuwe stadsdelen verbetering fietsroute naar Muiden De structuurvisie geeft de zeven nieuwe stadsdelen ƒƒ openbare fiets- en wandelroutes door volkstuin- richting mee. Enerzijds gaat het om ruimtelijke parken problematiek en ingrepen die over stadsdeel- en ƒƒ aanleg van jachthavens aan het IJ, vrachtverkeer soms gemeentegrenzen heen gaat, anderzijds gaat op het water behoudt voorrang het om een programmatische richting. Dit laatste betekent dat de stadsdelen een pakket meekrijgen Klimaatverandering dat door het stadsdeel verder moet worden uitge- ƒƒ stad robuust maken tegen extremer weer (bijv. voerd. Het gaat om een woningbouwopgave, stimuleren aanleg groene daken voor opvang bescherming van een aantal bedrijventerreinen, regenwater) aanpak van verbindingen of het reserveren van tracés ƒƒ nieuwe wijken aan IJoevers klimaatbestendig voor verbindingen, investeringen voor intensiever bouwen gebruik van parken etc. ƒƒ géén peilstijging Markermeer-IJmeer, zo nodig loskoppeling van IJsselmeerpeil Ambitie en uitvoering Vanwege de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening Duurzame energieopwekking zijn gemeenten verplicht aan te tonen hoe de ruimte- ƒƒ plaatsing extra windturbines in de Amsterdamse lijke toekomstvisie wordt waargemaakt.Daarvoor is Haven een bij de visie behorend uitvoeringsdeel en instru- ƒƒ ruimte voor windturbines in Noord mentarium opgesteld. Het uitvoeringsdeel toont aan ƒƒ toevoegen resultaten uit ‘Ruimtelijke studie in welke stappen de ambitie moet worden gerea- uitbreiding windenergie in Amsterdam’ liseerd; de prioritering en fasering van projecten ƒƒ realisatie van zonne-energie en klein wind op komen aan de orde. Gezien de huidige economische daken situatie is het noodzaak om meer dan ooit priori- ƒƒ opleveren van klimaatneutrale nieuwe wijken teiten te stellen in de uitvoering van de ruimtelijke ƒƒ opschalen van energie-opslagen ambities. De projecten vloeien rechtstreeks voort ƒƒ verdere uitleg van het stadswarmtenet waaronder uit de visie. De fasering geeft een beeld van de het sluiten van de stadswarmtering projecten die tussen 2010 en 2020 worden uitge- ƒƒ verdere uitleg van bestaande en nieuwe koude- voerd, tussen 2020 en 2030 en als laatste in de netten periode na 2030. In het instrumentarium staat een aantal regels die ondersteunend zijn aan de visie. Olympische Spelen De zogenaamde kernpunten van beleid die een rol ƒƒ locatie Havenstad spelen bij het opstellen van bestemmingsplannen en òf projectbesluiten, zijn hierin verwoord. ƒƒ locatie Zuidas

Specifieke keuzes In een aantal gevallen is er sprake van een heel speci- fieke keuze tussen verschillende scenario’s. Het gaat om: ƒƒ Havenstad; scenario’s 2 en 3 uit de visie Havenstad; ƒƒ Nieuwe Meer: twee scenario’s voor de ontwik- keling rond de Nieuwe Meer gekoppeld aan mogelijke ontwikkelingen rondom een regiotrein, en de aanleg van de Oost/Westlijn; ƒƒ Sloterplas: twee scenario’s voor de Noordelijke rand van de Sloterplas; ƒƒ Gaasperplas; wel of geen bebouwing aan de zuidrand.

12 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam LEESWIJZER

De structuurvisie bestaat uit drie delen. In het eerste In het tweede deel, De Uitvoering, wordt getoond deel wordt De Visie ontvouwd. In de visie wordt de hoe we op dit moment denken onze ambities voor richting bepaald van de ruimtelijke ontwikkeling van de stad waar te kunnen maken en in welke volgorde. de stad. Het geeft de geest weer waarin we aan de Met nadruk staat er ‘op dit moment’, omdat in de ruimtelijke toekomst van de stad willen werken. De uitvoering de omstandigheden continu veranderen. visie vertelt wat we willen doen in en om de stad en Het is daarom van belang dat er een één-op-één waarom. Hier wordt een langetermijnperspectief bij koppeling wordt gemaakt met de stedelijke inves- gebruikt: de planhorizon ligt op 2040. teringsagenda. Via deze agenda kan worden In hoofdstuk 1 wordt verwoord vanuit welk ingespeeld op wijzigingen, zoals de veranderende perspectief we kijken bij het stellen van de ruimte- beschikbaarheid van middelen. De agenda wordt per lijke ambities voor Amsterdam. Wat is de context bestuursperiode vastgesteld en kan jaarlijks worden waarbinnen de gemeente Amsterdam eigenlijk aangepast. opereert? In het Uitvoeringsdeel wordt de vraag gesteld hoe, In hoofdstuk 2 wordt vervolgens de visie en ambitie waar en wanneer de opgaven die uit de structuurvisie voor de ruimtelijke ontwikkelingen in de stad uit de volgen kunnen worden gerealiseerd. Daartoe wordt doeken gedaan. de structuurvisie vertaald in ‘plannen’ of ‘projecten’. Hoofdstuk 3 tot en met 6 zoomen in op vier verschil- Hoofdstuk 1 beschrijft de opzet van het Uitvoe- lende ruimtelijke ontwikkelingen die in en om ringsdeel. Amsterdam te herkennen zijn; de zogenaamde In hoofdstuk 2 wordt beschreven welke strategische ruimtelijke bewegingen. Er wordt voor deze vier overwegingen een rol spelen bij het plaatsen in de bewegingen getoond tot welke ruimtelijke ingrepen tijd van de verschillende plannen. Dit mondt uit de ambtie voor de stad leidt. Achtereenvolgens in criteria aan de hand waarvan meer kan worden worden in deze hoofdstukken de ontwikkelingen gezegd over de tijdsvolgorde van de uitvoering van binnen de uitrol van het centrumgebied, het metro- de structuurvisie. In hoofdstuk 3 worden de opgaven politane landschap rond de stad, de waterfrontont- per stadsdeel uitgewerkt. Voor plannen en projecten wikkeling en de internationale ontwikkelingen op de wordt een globale raming gemaakt van het te reali- zuidflank van de stad besproken in woord en (kaart) seren programma en er wordt een indicatie gegeven beeld. van de financiële opgaven die ermee gemoeid zijn. In de hoofdstukken 7 tot en met 11 wordt verder Tot slot wordt bepaald in welke tijdsvolgorde deze ingegaan op het beleid voor de verschillende onder- plannen aan de orde kunnen zijn. Er wordt gekeken werpen, behorende bij de visie. Achtereenvolgens in drie tijdvakken: 2010-2020, 2020-2030, 2030+. gaat het om wonen en werken in de stad, verkeer en Het uitvoeringsdeel wordt in hoofdstuk 4 besloten vervoer, groen en water, energie en als laatste om de met een overzicht van de condities die in de onder- Olympische Spelen. scheiden sectoren een rol spelen bij de uitvoering. Het gaat om de organisatorische en financiële randvoorwaarden van de uitvoering.

Leeswijzer 13 Het derde deel van de structuurvisie is Het Instru- mentarium. Daar waar in deel 1 de ambities voor ontwikkelingen in Metropoolregio Amsterdam worden geschetst voor de komende dertig jaar, betreft het Instrumentarium uitsluitend het beleid voor de periode 2010-2020 voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. Het spreekt voor zich dat in de komende 10 jaar ontwikkelingen op allerlei aspecten bijstelling noodzakelijk kan maken. Het is daarom de bedoeling het instrumen- tarium van de structuurvisie rond 2020 te actuali- seren. Na de inleiding over het instrumentarium in hoofdstuk 1, wordt in hoofdstuk 2 de status van het instrumentarium besproken. De structuurvisie vormt de basis van alle ruimtelijke plannen die de komende jaren tot ontwikkeling komen. Vandaar dat juridisch planologische plannen – bestemmingsplannen en projectbesluiten – en stedenbouwkundige plannen – Strategie-, Project-, Investerings- of Uitvoerings- besluit in het kader van het Plaberum – van stad en stadsdelen aan de structuurvisie zullen worden getoetst. In dit deel is waar nodig het beleid uit deel 1 verder uitgewerkt in ‘kernpunten van beleid’. Het is dus niet de bedoeling van dit deel om uitputtend alle ruimtelijk relevante sectoren nog eens een keer de revue te laten passeren. De kernpunten van beleid en daarbij behorende beschrijvingen komen als volgt over het voetlicht. In hoofdstuk 3, Wonen en werken, wordt ingegaan op regels rondom Wonen, bedrijven en kantoren, Detailhandel en Locatiebeleid. In hoofdstuk 4, Ruimtelijke structuur, komen hoogbouw en de ondergrond van de stad aan bod. Hoofdstuk 5 gaat in op de hoofdgroenstructuur van Amsterdam en op de waterstructuur. Hoofdstuk 6 gaat over verkeer en vervoer, en dan met name over reserveringen voor diverse soorten infrastructuur. In hoofdstuk 7 volgt een verwijzing naar het op handen zijnde beleid voor energie. In de bijlagen zijn lijsten met reserveringen voor infrastructuur opgenomen.

14 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Ontwerp Structuurvisie Deel 1

De Visie 16 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam INHOUDSOPGAVE

Deel 1a Visie 19

Hoofdstuk 1 - Context: De positie van Amsterdam 19

Hoofdstuk 2 - Amsterdam economisch sterk en duurzaam 25

Deel 1b De grote bewegingen 39

Hoofdstuk 3 - Uitrol centrumgebied 41 3.1 Nieuwe hoogstedelijke gebieden 44 3.2 Stadsstraten en –pleinen 45 3.3 Auto en de stad 47 3.4 Verbetering stedelijk OV-net en uitbreiding parkeer+reisfaciliteiten 48 3.5 Hoogbouw en uitrol centrumgebied 49 3.6 Ondergrond en uitrol centrumgebied 50

Hoofdstuk 4 - Verweving metropolitane landschap en stad 55 4.1 Groene scheggen en de Stelling van Amsterdam 58 4.2 Koppen van de scheggen 62 4.3 De randen van de scheggen 63 4.4 Verbindende fietsroutes: fietsnet stad gekoppeld aan fietsnet naar buiten 63 4.5 OV-ontsluiting van de groene scheggen 64 4.6 Hoogbouw en het metropolitane landschap 64 4.7 Ondergrond en het metropolitane landschap 65

Hoofdstuk 5 - Herontdekking van het waterfront: Het IJ centraal 67 5.1 De Amsterdamse haven 70 5.2 Verkeer en vervoer en het waterfront 72 5.3 Westelijke IJoevers, Zaan- en IJoevers verbonden 73 5.4 Havenstad: mogelijke Olympische locatie 78 5.5 Oostelijke IJoevers 79 5.6 IJmeer, IJburg en Almere 81 5.7 Hoogbouw langs het IJ 83 5.8 Ondergrond en het waterfront 84

De Visie 17 Hoofdstuk 6 - Internationalisering van de Zuidflank 87 6.1 De Zuidas 90 6.2 Zuidas: mogelijke olympische locatie 91 6.3 Nieuwe Meer: meerdere scenario’s 91 6.4 Schiphol 92 6.5 Amsterdam Zuidoost 93 6.6 Hoogbouw op de Zuidflank 94 6.7 Ondergrond en de Zuidflank 94 6.8 De best bereikbare locatie van Nederland 95

1c Visie en beleid 99

Hoofdstuk 7 - Wonen en werken in Amsterdam 101 7.1 Wonen in Amsterdam 101 7.2 Voorzieningen in Amsterdam 104 7.3 Kunst en cultuur 107 7.4 Werken in Amsterdam 110 7.5 Openbare ruimte 127 7.6 Stadstraten en -pleinen 128 7.7 Hoogbouw en ondergrond 131

Hoofdstuk 8 - Verkeer en vervoer 135 8.1 Investeren in regionale bereikbaarheid via openbaar vervoer 135 8.2 De auto en de openbare ruimte 137 8.3 Verbetering fietsnetwerk en uitbreiding stallingsvoorzieningen 139 8.4 Veranderingen Hoofdwegennet in en om Amsterdam 140 8.5 Goederenvervoer per rail 141 8.6 Bevoorrading van de stad 142

Hoofdstuk 9 - Groen en water 143 9.1 Stad in het groen, stad aan het water 143 9.2 Volkstuinen en begraafplaatsen nieuwe stijl 145 9.3 Sportparken nieuwe stijl 146 9.4 De veiligheidopgave 148 9.5 Watersysteem en watercyclus 148 9.6 De stedelijke wateropgave 150 9.7 Watercompensatie 151 9.8 Klimaatbestendige metropool 151 9.9 Water en energie 154

Hoofdstuk 10 - Energie 155 10.1 Duurzaam Amsterdam 155 10.2 De transitiepaden 156 10.3 Ruimtelijke consequenties 157 10.4 Samenvatting emissiereducties in kton CO2 159

Hoofdstuk 11 - Olympische Spelen 161

18 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Deel 1a: Visie

Hoofdstuk 1

Context: De positie van Amsterdam

Amsterdam in de wereld verband. Amsterdam was en is een plek met een Amsterdam, een laaggelegen metropool ingebed grote bevolkingsdynamiek. Dit heeft Amsterdam in een waterlandschap, met een historische kern, gemaakt tot de plek die het nu is. De mensen – of ze wereldberoemde grachten en met een vrijzinnig en nu kort of lang blijven – vormen de levenskracht en internationaal imago. In de zeventiende eeuw zelfs economische kracht van Amsterdam. Het maakt de het centrum van de wereld; nu een wereldstad met metropool Amsterdam tot de economische motor een onweerstaanbare aantrekkingskracht. van Nederland.

Wereldwijd is de rol van steden in de afgelopen Die rol als economische motor van Nederland is decennia drastisch veranderd. Sinds 2007 woont goed voor Amsterdam en de regio, maar brengt meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. ook een grote verplichting met zich mee. Om de Van Vancouver tot Hong Kong, overal is er een trek economische motor goed te laten functioneren in het te zien richting de stad, zo ook in Amsterdam. belang van de Nederlandse economie is het noodza- kelijk de mensen die de motor draaiende houden te Tot nog geen dertig jaar geleden was in de westerse huisvesten. Een keuze om deze huisvesting buiten wereld de stad uit de gratie. Het had afgedaan als Amsterdam en de metropoolregio op te vangen is plek om te leven en als plek waar de kansen zouden wat ons betreft de verkeerde weg. Een keuze die zal liggen. Je had er niks meer te zoeken, zeker als je leiden tot een nieuwe ronde “gebundelde decon- de kans had om een suburbaan leven op te bouwen. centratie” met bijbehorende groei aan autoverkeer, Eind jaren zeventig kwam de voorzichtige kentering. investeringen in uitbreiding van wegen en versnip- Het besef ontstond dat de steeds meer op kennis pering van het landschap. Amsterdam en de metro- en creativiteit drijvende economie vooral gedijt in poolregio willen een essentiële bijdrage leveren aan en nabij de stad. Niet in elke stad overigens. Wél in de Nederlandse economie door de groei te facili- Amsterdam. De stad heeft sterke troeven in handen. teren, zowel voor bedrijven als voor de huisvesting voor de mensen die daar werken. Amsterdam in Nederland De Amsterdamse regio zal de eerstkomende Niettemin wordt ook Amsterdam zwaar op de decennia blijven groeien terwijl andere delen van proef gesteld in de huidige economische crisis. En Nederland al demografische krimp vertonen. Mensen daarmee wordt tevens de Structuurvisie bij aanvang komen weer naar Amsterdam om hun bestaan op op zijn crisisbestendigheid beoordeeld. De crisis zal te bouwen; op zoek naar persoonlijke ontwikkeling, langdurig zijn sporen nalaten bij de stedelijke ontwik- op zoek naar een baan, op zoek naar een partner of keling. gewoon op zoek naar gelijkgestemden: alleen, met z’n tweeën, maar ook weer steeds vaker in gezins-

De Visie 19 Ontmoeten en emanciperen woonvoorraad actief aangepakt en vernieuwd naar Het stedelijk leven komt tot stand in een continue de eisen van deze tijd. Door gerichte investeringen wisselwerking tussen de fysieke omgeving en haar kan het potentieel van deze stadsdelen als comple- gebruikers. De fysieke omgeving nodigt mensen uit mentaire gebieden met eigen identiteiten in de naar Amsterdam te komen om daar te wonen, te metropool beter worden benut. Daarbij is het niet de werken en te recreëren. De aanwezigheid van een bedoeling het gemengde woonmilieu van binnen de fijnmazig aanbod van diverse voorzieningen is één ring naar buiten de ring te exporteren. Het gaat om van de grote trekkers van mensen. Dit wil zeggen: investeringen in de openbare ruimte, het groen in een comfortabel bankje in een mooi park, een het bijzonder en het bieden van mogelijkheden voor gezellig buurthuis, een lekkere koffie, en het liefst het vestigen van sterke identiteitsdragers of iconen op loop- of fietsafstand van huis. Al deze mensen die om deze gebieden van een gezicht te voorzien. Het werken, wonen en recreëren in Amsterdam geven versterken van de sociaalruimtelijke structuur buiten tegelijkertijd vorm en kleur aan de fysieke omgeving. de ring, de verbindingen met het centrum en het Zij ontplooien initiatieven: starten een bedrijf, beter benutten van de aanwezige potenties in deze beginnen een buurtvereniging of gebruiken een gebieden helpt om Amsterdam in haar geheel een park als werkplek. En vooral: deze mensen komen goede stad te laten zijn voor iedereen. elkaar tegen in de stad, overal en nergens, toevallig of doelbewust. En juist dát is wat het Amster- Economische trends en ontwikkelingen damse stedelijke leven maakt. Het is ook datgene Mensen en bedrijven komen dus samen in steden. wat Amsterdam een stad van kansen maakt, van Wereldwijd ontwikkelen steden zich continu en zijn mogelijkheden om vooruit te komen in het leven, om steden meer dan ooit de motor achter de nationale te emanciperen. Via de talloze mogelijkheden om te economie. Kenmerkend voor metropoolregio’s is leren, te studeren, te werken of je op andersoortige niet alleen de aanwezigheid van stadsverzorgende wijze te manifesteren. bedrijvigheid en stuwende dienstverlening, maar ook een relatief hoog bruto regionaal product per Mensen dragen de economie hoofd van de bevolking en een relatief hoge arbeids- Mensen zijn het potentieel van Amsterdam. Juristen, productiviteit. Metropoolregio’s groeien ook nog tegelzetters, cabaretiers, verpleegkundigen, profes- eens sneller dan landelijke gemiddeldes. Belangrijke soren, je vindt ze allemaal in Amsterdam. Allemaal oorzaken hiervan zijn specialisatievoordelen, een mensen met zeer specifieke vaardigheden en kennis. groot innovatief vermogen, uitstekende mogelijk- Menselijk kapitaal dus, vrijwel de gehele economie heden voor opleidingen en scholing en schaalvoor- draait hierop. De vestigingswensen en -factoren voor delen van clustervorming. Een en ander is een uitste- deze mensen worden daarom steeds belangrijker. kende voedingsbodem voor de kenniseconomie. Bedrijven trekken meer en meer naar de plekken Het betekent ook herwaardering van ambachtelijke waar ze voldoende gekwalificeerd personeel kunnen sectoren, traditionele maar ook nieuwe. vinden. Amsterdam en zijn regio is zo’n plek. Een goede stad voor mensen is een goede stad voor Amsterdam is gezegend met een divers economisch bedrijven, en: het omgekeerde is al even waar. profiel waarbij er een sterke combinatie is van zeven kansrijke economische sectoren of clusters. Dit Een aantrekkelijke stad, binnen en buiten de zijn ICT, creatieve industrie, financiële- en zakelijke ring dienstverlening, life sciences, handel en logistiek, De stad binnen de ring is erg in trek als stedelijk toerisme en congressen en voedsel, vis en bloemen. woonmilieu en als vestigingsplaats voor economische Al deze clusters zijn voor de economische ontwik- bedrijvigheid. Delen buiten de ring blijven hierbij keling van Amsterdam van groot belang. Samen achter en minder draagkrachtige mensen en functies met het snel groeiende cluster op het gebied van binnen de ring worden gedeeltelijk verdrongen. duurzaamheid is het van belang in te spelen op Amsterdam zet zich actief in om de sociaal econo- de behoefte van deze clusters. Wat zijn voor hen mische verschillen niet verder te laten oplopen de randvoorwaarden om zich hier te blijven of te (tegengaan tweedeling). De aantrekkelijkheid en komen en in wat voor een soort omgeving willen hun het voorzieningenniveau buiten de ring moeten medewerkers wonen? worden gewaarborgd en waar mogelijk versterkt. In de stedelijke vernieuwing en prachtwijken wordt de

20 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Amsterdam als bron van innovatie Een regionale blik: Amsterdam is groter In Amsterdam is het besef sterk aanwezig dat onze geworden dan haar eigen grenzen leefomgeving, ons milieu, kwetsbaar is en voortdu- Amsterdam als kernstad van een metropoolregio. rende zorg behoeft. We willen niet alleen zelf in één Nog maar enkele jaren geleden werd nog nauwelijks gezonde, mooie en prettige stad leven, we willen op deze wijze over de stad gedacht. Vandaag de deze geneugten ook op een goede manier achter- dag is dit denkconcept gemeengoed in een zich snel laten aan onze kinderen en kleinkinderen. Dit vraagt uitbreidende kring. Bij de totstandkoming van de ook om speciale aandacht voor sociale en fysieke structuurvisie is de metropoolgedachte inmiddels een veiligheid. Daarom proberen we de leefomgeving vanzelfsprekend uitgangspunt, of liever: het centrale zo duurzaam mogelijk te maken. Samen met het Rijk uitgangspunt. We weten daarbij in welke ‘divisie’ ontwikkelen we innovatie van wet- en regelgeving we ons moeten manifesteren: niet in de eredivisie, zodat de ruimtelijke opgaven gerealiseerd kunnen met New York, Parijs, Londen of Tokyo, maar wel in worden zonder de leefkwaliteit aan te tasten maar de groep met Europese steden als , Milaan, zelfs te verbeteren. Amsterdam heeft zichzelf al Kopenhagen, Berlijn en Barcelona. vaker opnieuw uitgevonden. Ook op het terrein van duurzaamheid is Amsterdam innovatief en vooraan- Kernstad in Metropoolregio Amsterdam staand. De stad maakt zich onder andere klaar Het denken over Amsterdam als metropool of als voor duurzame en efficiënte vormen van energie, kernstad van een metropoolregio betekent dat de de toenemende groei van het fietsgebruik en een Amsterdamse opgave per definitie een regionale is schaalsprong in het OV-gebruik. De stad speelt in op geworden, en andersom. de steeds specifiekere eisen van de steeds veran- derende bevolking. Flexibiliteit en inpassing van In het Ontwikkelingsbeeld 2040 voor Metropoolregio het nieuwe zijn altijd sterke troeven geweest van Amsterdam wordt op regionale schaal verwoord en Amsterdam. Hoeveel verschillende functies hebben verbeeld welke ruimtelijke opgaven er in de regio er wel niet in een willekeurig grachtenpand gezeten? zijn. In die metropoolregio is Amsterdam de centrale stad, de kernstad. Dat wil niet zeggen de enige Amsterdam klimaatbestendig stad, in tegendeel. In het Ontwikkelingsbeeld komt Amsterdam is een veilige en waterbestendige tot uitdrukking dat alle partijen in de regio elkaar stad. Dijken, duinen en kunstwerken beschermen nodig hebben en van elkaar kunnen profiteren. De Amsterdam tegen overstromingen. Dit is een stad is groter geworden dan haar eigen grenzen. Of gunstige uitgangspositie voor zowel de bescherming het nu gaat om het Concertgebouw in Amsterdam, tegen overstroming als voor het waterbeheer. het strand van Zandvoort of het schaatsen op de Klimaatsverandering en toenemende verharding Oostvaardersplassen, de zeesluis in IJmuiden, de door stedelijke intensivering zetten het water- bloemenveiling in Aalsmeer, de drinkwatervoor- systeem echter onder druk. Het risico bij overstro- ziening via de Waterleidingduinen en het plassen- mingen neemt toe en er zullen vaker heftigere buien gebied bij Loosdrecht, het wonen in Almere en optreden, die moeilijk te verwerken zijn en tot water- Purmerend of de werkgelegenheid op Schiphol in overlast en schade kunnen leiden. Maar ook langere Haarlemmermeer, het gaat om elkaar aanvullende periodes van droogte en hitte kunnen het stedelijk activiteiten, functies en voorzieningen. Elke overheid leefklimaat onaangenaam maken en daarnaast draagt haar eigen steentje bij aan het prettig wonen, zorgen voor verlaging van de grondwaterstand. werken en recreëren in de metropoolregio. Vanuit dit Hierdoor worden de houten funderingen waarop perspectief kijken we naar de stad Amsterdam. Altijd de gebouwd is aangetast. Het behoud in samenhang met de omgeving, en zoekend naar de van de positie als waterbestendige en robuuste stad specifieke opgaven die Amsterdam daarbinnen heeft. vraagt om investeren. Werken aan klimaatbesten- digheid biedt kansen voor innovatie, kwaliteitsim- Concreet staat in het Ontwikkelingsbeeld bundeling pulsen en imago. van verstedelijking centraal, met naast een binnenste- delijke opgave, een inzet op een aantal grote verste- delijkingslocaties, zoals de Schaalsprong van Almere. Een en ander. verwijst in belangrijke mate naar de Structuurvisie 2040 waarin Amsterdam, Almere en worden gemarkeerd als de drie

De Visie 21 Kernstad in de Metropoolregio Amsterdam hoekpunten voor de verstedelijking tot 2040 binnen Bij het zoeken naar de samenhang met de omgeving de Noordelijke Randstad. In het verlengde hiervan stelt Amsterdam zich open op naar haar buren vormt de RAAMbrief1 van het Rijk één van de belang- en zoekt de samenwerking met buurgemeenten, rijkste ontwikkelkaders voor de metropoolregio. De Stadsregio, provincies en Rijk. In Metropoolregio RAAMbrief schetst ‘een drievoudige schaalsprong in Amsterdam doen we dit al enige tijd. In de toekomst de Noordelijke Randstad: een sprong in de kwaliteit zal de zoektocht naar samenhang in ruimtelijke van natuur en landschap, in de bereikbaarheid en ontwikkeling ook met Utrecht worden gezocht in de stedelijke ontwikkeling. Het Rijk beoogt dat aangezien in de corridor Amsterdam Utrecht langs in 2030 de stedelijke omgeving van de Noordelijke de A2 de economische kracht van Nederland zich Randstad door de samenleving wordt ervaren als een bundelt. Hierbij ligt de schone opgave om de samenhangend ‘daily urban system’ waar het goed ruimtelijk economische ontwikkeling in het waarde- wonen, werken en recreëren is.’ Voorts is inspiratie volle landschap in te passen. gevonden bij de Nota Ruimte, waarin het accent is verschoven van het stellen van ruimtelijke beper- kingen naar het stimuleren van gewenste ontwikke- lingen.

1 RAAM staat voor Rijksbesluiten Amsterdam - Almere - Markermeer.

22 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De structuurvisie sluit naadloos aan op de leidende Bij het opstellen van deze visie zijn de opmer- principes uit het Ontwikkelingsbeeld 2040. Oók de kingen en hartenkreten van de deelnemers aan de kernstad Amsterdam profileert zich op diversiteit campagne op waarde geschat. In de visie valt dan en duurzaamheid. Dezelfde impulsen worden tot ook terug te zien dat investeren in de stadsparken uitgangspunt genomen: een belangrijke plek inneemt en fietsroutes naar ƒƒ verdere intensivering en transformatie van de landschappen om de stad heen moeten worden stedelijk gebied, met aandacht voor voldoende verbeterd. Het kiezen voor alle ruimtelijke opgaven aanbod van bedrijfslocaties; zo veel mogelijk in de bestaande stad een plaats te ƒƒ een betere interne en externe bereikbaarheid geven, brengt met zich mee dat de meeste voorzie- door in te zetten op regionaal OV; ningen op fietsafstand zijn te bereiken. Dat alles in ƒƒ het ontwikkelen van het metropolitane landschap; de nabijheid van huis te vinden is, draagt bij aan het ƒƒ het maken van een duurzame en klimaatbe- gevoel dat de stad nog steeds een menselijke maat stendige stad. behoud. Geen uitgestrekte stad waar je je in de auto moet verplaatsen, maar waar de bakker nog steeds Het Ontwikkelingsbeeld 2040 voor Metropool- om de hoek te vinden is. Voor het inpassen van regio Amsterdam is dan ook het vanzelfsprekende Hoogbouw is speciaal beleid geformuleerd, zodat er document dat de reikwijdte van de Amsterdamse niet een ongebreidelde groei ontstaat waarin je de structuurvisie definieert en regelrecht leidt tot de menselijke schaal kwijt raakt. Dit zijn een aantal niet centrale ambitie van de structuurvisie: uitputtende voorbeelden van wensen uit de stad. De publiekscampagne is een buitengewoon belangrijke ‘Amsterdam ontwikkelt zich verder als kernstad graadmeter tijdens het uitwerken van de structuur- van een internationaal concurrerende, duurzame, visie gebleken. Europese metropool’. Ambitie en uitvoering Amsterdammers en de toekomst van hun Vanwege de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening stad zijn gemeenten verplicht aan te tonen hoe de ruimte- Tijdens het opstellen van deze visie is met de groot- lijke toekomstvisie wordt waargemaakt.Daarvoor is scheepse publiekscampagne www.binnen30minuten. een bij de visie behorend uitvoeringsdeel en instru- nl de inwoners van Amsterdam de mogelijkheid mentarium opgesteld. Het uitvoeringsdeel toont aan geboden om hun mening te geven over de in welke stappen de ambitie moet worden gerea- toekomst van hun stad. De reacties komen uit de liseerd; de prioritering en fasering van projecten hele metropool Amsterdam en soms zelfs van ver komen aan de orde. Gezien de huidige economische daar buiten. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat situatie is het noodzaak om meer dan ooit priori- de bewoners en bezoekers van Amsterdam in de teiten te stellen in de uitvoering van de ruimtelijke toekomst graag zien dat het groen in de stad wordt ambities. De projecten vloeien rechtstreeks voort verbeterd. Meer mogelijkheden voor recreatie, meer uit de visie. De fasering geeft een beeld van de fietspaden, minder regelgeving en het bevorderen projecten die tussen 2010 en 2020 worden uitge- van een schone en veilige stad zijn andere rode voerd, tussen 2020 en 2030 en als laatste in de draden uit de inzendingen. Dat de stad verder groeit periode na 2030. In het instrumentarium staat een en daarbij ook zal verdichten wordt vaak gewaar- aantal regels die ondersteunend zijn aan de visie. deerd, hoewel hoogbouw wel voorzichtig moet De zogenaamde kernpunten van beleid die een rol worden ingepast. Vooral een toename van diver- spelen bij het opstellen van bestemmingsplannen en siteit aan voorzieningen in de wijk wordt gewenst. projectbesluiten, zijn hierin verwoord. Als kanttekening geldt wel dat Amsterdam een menselijk maat moet houden. Over de komst van de Olympische Spelen zijn de meningen wat meer verdeeld. Toch is er een kleine meerderheid die dat ziet zitten.

De Visie 23 Amsterdammers konden in drie fasen meedenken over de Structuurvisie. Alle reacties staan tot na het definitieve besluit door de gemeenteraad op de website www.binnen30minuten.nl

24 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 2

Amsterdam economisch sterk en duurzaam

Voor Amsterdam is het van levensbelang dat het een vooraanstaande positie blijft innemen in de wereldeco- nomie. Aan deze voorwaarde moet in ieder geval worden voldaan om het welzijn en de welvaart van haar burgers in de toekomst zo goed mogelijk te kunnen waarborgen.

De andere absolute voorwaarde voor de toekomstbestendigheid van Amsterdam betreft de intensieve zorg voor het leefmilieu in de stad. Voor een duurzame stad moeten we anticiperen op klimaatverandering. We maken de lucht, de bodem en het water schoner, we maken de stad groener, robuuster, stiller en energie- zuiniger; we optimaliseren het gebruik van de schaarse grond en we gaan over op duurzame energie- en waterbronnen.

Uit bovenstaande twee voorwaarden volgt haast terug te voeren op zuinig en optimaal gebruik van automatisch het ‘leitmotiv’ voor deze structuurvisie: de grond. In Nederland zijn we hiermee weliswaar vertrouwd, maar een economisch sterk en duurzaam ‘Amsterdam: economisch sterk en duurzaam’ Amsterdam vereist een tandje hoger op dit terrein. We willen laten zien dat we én kunnen groeien en De rol die de ruimtelijke ordening speelt bij het toch het landschap openhouden. We willen meer waarmaken hiervan is bijzonder groot. Want dát mensen in de stad laten wonen én tegelijkertijd het is waar het in deze structuurvisie om draait: het leefklimaat verbeteren ruimtelijk faciliteren van een sterke economie en van een duurzame stad. Samen één regio Hoe gaan we dit doen? Het ruimtelijk beleid wordt Daar waar we Amsterdam schrijven hebben we hiertoe op verschillende manieren ingezet: het feitelijk over de metropool Amsterdam. Een economisch sterke en duurzame toekomst kan Het zijn primair de beleidssectoren die vorm geven slechts worden bereikt als de krachten op regionale aan een economisch sterk en duurzaam Amsterdam. schaal worden gebundeld. Het besef groeit dat elk Het ruimtelijk beleid is er ten eerste op gericht de deelgebied of elke gemeente binnen de metro- ruimtelijke claims vanuit deze sectoren te inventari- poolregio zijn eigen specifieke sterktes heeft, en seren en tegen elkaar af te wegen - het wonen, het dat juist het inzetten op deze sterktes de grootste verkeer, het bedrijfsleven, het onderwijs, het milieu, meerwaarde heeft voor de metropoolregio én voor het water: alle vragen continue om ruimte. het deelgebied of de gemeente zelf. In ruimtelijke Daarnaast wordt een aantal beproefde en robuuste ordeningstermen heet het ‘de juiste dingen op de ruimtelijke ordeningsprincipes blijvend, en zelfs juiste plek’. geïntensiveerd, toegepast - principes die allen zijn

De Visie 25 Amsterdam kernstad Om de stad intensiever te kunnen gebruiken zal met Ook Amsterdam zelf moet zich verder toeleggen op het Rijk op zoek worden gegaan naar innovatieve haar specifieke sterktes. Zowel in naam als in functie regelgeving voor de stad. Daarnaast kan versneld is Amsterdam de kernstad van de metropoolregio. elektrificeren van het voertuigenpark in belangrijke Amsterdam richt zich daarom op onder meer het mate gaan bijdragen aan mogelijkheden om te verder ontwikkelen van het hoogstedelijke centrum- verdichten omdat het stiller en schoner wordt in de milieu binnen de metropool. Daarbij hoort op het stad. Het mes snijdt hier aan 3 kanten, belangrijke vestigen van een winkelapparaat dat blijvend kan afname van de CO2-emissie, het wordt schoner en wedijveren op internationaal niveau, een grote diver- stiller en er kan optimaler verdicht worden. Kiezen siteit aan culturele en onderwijsinstellingen. voor een duurzame stad betekent ook kiezen voor waterberging. De uitdaging is om bij intensivering Om de ambitie voor Amsterdam waar te maken en rekening te houden met het waterbergend vermogen richting te geven aan de ruimtelijke visie voor de stad van de stad en de wrijving tussen intensivering is eerst een tiental doelstellingen geformuleerd: De en ruimte voor water op te lossen. Intensivering Pijlers. Niet alle Pijlers kunnen naast elkaar bestaan kan alleen als dit klimaatbestendig gebeurt met zonder een aantal cruciale knopen door te hakken. voldoende water en groen of alternatieve water- Die knopen staan verwoord als 7 grote vraagstukken berging. Hoe dan ook kiest Amsterdam meer dan waarin richting moet worden gekozen. Hieronder ooit om ruimtelijke opgaven op te lossen binnen de staan de voorgestelde ontwikkelingsrichtingen bestaande stad. inclusief voorbeelden van de ruimtelijke implicaties van de gekozen richting.

1. Intensivering van het grondgebruik in de stad biedt tal van mensen woon- en werkruimte. Het betekent extra draagvlak voor voorzieningen, extra investeringen in de openbare ruimte en waterberging en er hoeft minder landschap te worden aangetast. Het betekent ook 70.000 woningen en bijbeho- rende voorzieningen erbij tot 2040 en intensiever gebruik van de haven en huidige bedrijventerreinen. Omdat tegelijkertijd veel wonen aan de voorraad worden ontrokken, vooral door sloop, moeten we voor 120.000 woningen locaties hebben, om ‘netto’ 70.000 woningen over te houden. Er zullen dus jaarlijks 3.500 - 4.000 woningen gebouwd moeten worden. Het betekent ook intensiever gebruik van de Haven en huidige bedrijventerreinen en een grotere mix van wonen en werken, waarbij kansrijke economische sectoren de ruimte krijgen. Ook wordt er ruimte geboden aan de groei van voorzieningen in de zogenaamde stadsstraten. Voor een aantal bijzondere voorzieningen, iconen, worden plekken aangewezen waar deze kunnen neerstrijken. Binnen de ring A10 krijgen stadsverzorgende bedrijven een bescherming zodat de Haarlemmerolie van de stad niet uit het centrumgebied wordt verdrongen. Mocht er een bedrijf moeten verplaatsen vanwege transfor- matie van een gebied, dan moeten er wel alterna- tieve locaties zijn binnen de metropoolregio.

26 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 2. Om het een en ander te verwezenlijken is de verdere ontwikkeling en integratie van een samen- hangend OV-netwerk op metropolitane schaal onontbeerlijk. Het regionale wegennet zal nog wel moeten worden aangepast aan de verdere groei van de metropoolregio, maar binnen het stedelijk kerngebied worden de uitbreidingsmogelijkheden wel beperkt. In elk geval zal op veel meer plaatsen dan nu een naadloze overstap tussen auto en openbaar vervoer mogelijk moeten worden. De inpassing van infrastructuur is een onlosmakelijk onderdeel voor het waar maken van de ruimtelijke ontwikkelingen in en om de stad. Het toevoegen van ov-infrastructuur is complex en kostbaar en zal in goede samenwerking met de Stadsregio en het Rijk vorm moeten krijgen. Uit het voorgaande volgt dat prioriteit van investeringen bij regionaal openbaar vervoer komt te liggen. Daar hoort ook bij het kiezen voor investeringen in langzaam verkeer en openbaar vervoer binnen de ring A10. Voorgesteld wordt om groeimogelijkheden van de stad in eerste instantie te koppelen aan bestaande en in ontwikkeling zijnde o.v.-lijnen. In concreto betekent dit het kiezen voor het omvormen van de Amstelveenlijn tot metro alsmede het benutten van de ontwikkelingsruimte rondom de Ringlijn en de aan te leggen Noord- en Westtangent. Ook worden verkenningen gedaan naar een tweede railverbinding (metro of Regiorail) naar Schiphol en het doortrekken van de ringlijn naar Noord.

De Visie 27 Regionaal OV netwerk 2010

Legenda

trein

overig HOV

overstapstation

28 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 29 Wensbeeld OV netwerk 2030+

Legenda trein

overig HOV

overstapstation

1 optie RER op bestaand spoor 2 optie oostwest metrolijn

30 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 31 3. De kwaliteit van leven in de stad wordt steeds belangrijker, en daarmee de inrichting en het gebruik van het schaarse publieke domein met name binnen de Ring A10 omdat hier de druk op de openbare ruimte het grootst is. In straten, aan oevers en op pleinen waar dat gewenst is, wordt de openbare ruimte kwalitatief hoogwaardig ingericht. Dit betekent minder of anders georganiseerde ruimte voor de auto in de stad, maar niet het verdwijnen van de auto uit de stad. Met de opkomst van elektrische auto wordt het autoverkeer in de toekomst immers ook steeds schoner en stiller. Het verbeteren van de openbare ruimte en het inpassen van ruimte voor de auto is maatwerk en wordt aangepakt in samen- werking met stadsdelen en bedrijfsleven.

Zoekgebied voor verbetering openbare ruimte en positie auto in het centrumgebied

32 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 4. Het groen en water in en rondom de stad moet 5. Transformatie, betekent vooral het meer mengen aantrekkelijker worden voor de Amsterdammer, in van functies, maar soms ook verplaatsing van de wetenschap dat het gebruik ervan alleen maar bedrijven, sportterreinen en volkstuinen. De nieuwe toeneemt en een steeds belangrijker rol vervuld economie bestaat uit een complex van functies: voor het welzijn van de bewoners en voor bedrijven wonen, werken en recreëren. Dit complex strijdt om om zich hier te vestigen; groen is een belangrijke de schaarse stedelijke ruimte. Onder druk van deze economische factor geworden. Amsterdam zal strijd transformeert een aantal gebieden in de stad zich in de toekomst nog beter met haar groene en naar een meer gemengd stedelijk milieu. Hierbij blauwe imago kunnen profileren. Amsterdam zal kan meteen geprofiteerd worden door verbete- daarom investeren in de beleving en gebruiksmo- ringen van verouderde aansluitingen, infrastructuur gelijkheden van het groen en het water in en om de en te krap gedimensioneerde watersystemen. Een stad. Dit betekent het herinrichten van de koppen voorbeeld van transformatie is een plek als de Laan van de scheggen, het aanleggen van jachthavens en van Spartaan, van monofunctioneel sportcomplex zwemplekken, het investeren in bestaande parken in naar intensiever gebruik van minder sportvelden met de stad, het vergroten van de Hoofdgroenstructuur nieuwe bebouwing daar omheen. Er zijn meerdere en het verbeteren en meer zichtbaar maken van plekken in de stad waar dit principe goed denkbaar de waterstructuur, het op sommige plekken binnen is. de Hoofdgroenstructuur toestaan van gebouwde recreatieve voorzieningen (ter ondersteuning van de beleving van het groen) en het verbeteren van recreatieve routes tussen groengebieden en blauwe gebieden. Voorbeelden van ingrepen zijn het toevoegen van de NoorderIJplas aan de Hoofd- groenstructuur en het openstellen van een fietsroute door volkstuinparken. Naast recreatief gebruik heeft water ook andere functies zoals drinkwater, transport van mensen en goederen en de afvoer van water. Amsterdam heeft met het huidige watersysteem een sterke troefkaart in handen: het heeft een prachtige waterstructuur, geroemd op wereldschaal; de stad is in het algemeen robuust tegen overstromingen en wateroverlast. Echter, de kansen die het water biedt worden nog lang niet altijd optimaal benut. De stedelijke intensivering zet de “water-ruimte”onder druk: regulering en aanpassing zijn nodig om in Fietsroutes door volkstuincomplexen brede zin aan de nieuwe behoeften te kunnen voldoen. Het behoud van de klimaatrobuustheid vraagt om investeren. Door sterk in te zetten op water, als kwaliteit van de stad, water als onderdeel van het dagelijks leven, zichtbaar en inspirerend en waar tegen de stad bestand is, zet Amsterdam zich op de wereldkaart als stad waar het leefbaar is, aangenaam is en veilig.

De Visie 33 6. Energie: de fossiele brandstoffen raken hoe dan 7. Nederland heeft de ambitie om gastheer te zijn ook een keer op. De stad moet worden ingericht op voor de Olympische Spelen van 2028. De spelen zijn het postfossiele brandstoftijdperk. Waar vinden we een nationale aangelegenheid waarbij Amsterdam als de ruimte voor het opwekken van duurzame energie beeldmerk kan fungeren en de ruimtelijke mogelijk- en in hoeverre worden we onze eigen energieleve- heden heeft om plaats te bieden aan in ieder geval rancier? Amsterdam kiest ervoor een groot deel van het Olympisch Stadion, dorp en zwembad. Als haar energiebehoefte zelf op te wekken. Daarbij locaties hiervoor zijn Havenstad of Zuidas Havenstad gaat het om het toepassen van stadswarmte en aangemerkt. De locatie Havenstad kan worden -koude, zonne-energie, windenergie, gebruikmaking gekoppeld aan het oer-Hollandse thema water en van biomassa en energieopslag in de bodem. Ten fysiek aan de verlenging van de Ringlijn. Bij locatie behoeve van kleinere windmolens op daken en Zuidas kan het Olympisch Stadion van 1928 mogelijk zonne-energie zal afstemming plaatsvinden met worden hergebruikt voor de Spelen. welstand en monumentale waarden. Kleine windtur- bines op daken kunnen worden geplaatst binnen de welstandsnormen. Grote turbines krijgen de ruimte in het Havengebied. Ook in Amsterdam-Noord wordt hiervoor ruimte gevonden. Daarnaast zal Amsterdam ook investeren in duurzame energieopwekking in de regio omdat de stad nooit in haar geheel klimaat neutraal kan zijn. Water als energiedrager is een vorm van duurzame energie met een hoog potentieel. Verschillende waterbronnen: grond-, oppervlakte- en afvalwater kunnen gebouwen en woningen voorzien van koude, warmte en elektriciteit. De winning van koude en warmte uit oppervlaktewater wordt steeds meer in Amsterdam gemeengoed. Afvalwater heeft naast een warmteafgifte ook een grote potentie in organische componenten. Via vergisting wordt gas gepro- duceerd wat kan worden ingezet voor warmte en elektriciteit.

Verkavelingprincipe “Laan van Spartaan”

34 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Windturbines in Amsterdamse haven

Impressie mogelijke Olympische locatie in Havenstad

De Visie 35 Visiekaart Amsterdam 2040 Legenda Waterfront Algemeen

wonen - werken capaciteitsuitbreiding snelweg bovengronds

werken - wonen capaciteitsuitbreiding snelweg ondergronds

werken Hogesnelheidslijn

projecten in planvorming of recent spoorverbinding gerealiseerd hoogwaardig ov bovengronds intensiveren havengebied hoogwaardig ov ondergronds

Uitrol verlengen van tramlijn

wonen - werken internationaal ov knooppunt

werken - wonen hoofd ov knooppunt

werken secundair ov knooppunt

stadsverzorgende bedrijvigheid 1 optie Regiorail Schiphol - Almere

Zuidas 2 optie Oostwest metrolijn

beperkte kwaliteitsimpuls nieuwe pont- en veerverbindingen stadsstraten en -pleinen P+R locatie kwaliteitsimpuls stadsstraten en -pleinen 2e zeesluis

metropolitaan park 2e terminal Schiphol

2e zeecruise terminal Zuidflank jachthavens Zuidas wachtplaats binnenscheepvaart wonen - werken regionale fietsroutes werken - wonen kwaliteitsimpuls stadspark werken Stelling van Amsterdam metropolitaan park strand projecten in planvorming of recent gerealiseerd metropolitane plek

Metropolitaan landschap recreatief programma

Amstelscheg suggestie natuurontwikkeling

Schinkelscheg ontwikkeling waterrand

Tuinen van west kwaliteitsimpuls overgang stad - scheg

opties locatie Olympische Spelen Brettenzone A/B

Zaansescheg intensivering RAI-terrein

Waterland Sportas

Diemerscheg topwinkelgebied

IJmeerscheg studiegebied

zoeklocatie uitbreiding havengebied

(grond-) water gerelateerde projecten

36 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 37 38 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Deel 1b: De grote bewegingen

De grote bewegingen: Ruimtelijke ontwikkelingen in beeld

In dit hoofdstuk laten we zien waar de belangrijkste ruimtelijke ingrepen zullen plaatsvinden, ingrepen die voortkomen uit De Visie: Amsterdam Economisch sterk en Duurzaam, zoals beschreven in hoofdstuk 2. De meeste ingrepen laten zich goed onderbrengen bij een viertal robuuste ‘bewegingen’: ruimtelijke ontwik- kelingstrends, met elk zijn specifieke aanjager: ‘Uitrol Centrumgebied’: door de magneetwerking van Amsterdam breidt de hoogstedelijke kern zich uit; ‘Verweving metropolitane landschap en stad’: Amsterdam wordt zich meer en meer bewust van zijn verbondenheid met, en zijn afhankelijkheid van het omringende landschap; ‘Herontdekking van het Waterfront: Het IJ centraal’: Amsterdam keert terug naar de oorsprong van haar bestaansrecht: het open water; en ten slotte: ‘Internationalisering van de Zuidflank’: via en nabij de hoogwaardige infrastructuur op de zuidflank van de stad intensiveert Amsterdam haar verbondenheid met Nederland en de wereld met de Zuidas als natuurlijk centrum. In de hoofdstukken lichten we een aantal locaties er uit, de zogenaamde metropolitane plekken: locaties op een bijzonder punt in de stad, vaak op het snijvlak tussen stad en landschap, elk met een enorme potentie om er een bijzondere plek van te maken.

De Visie 39 40 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 3

Uitrol centrumgebied

Het hoogstedelijke centrumgebied wordt steeds intensiever gebruikt en breidt zich uit, zelfs tot óver de Ringweg-A10 en het IJ. De ontwikkeling van dit gebied is de meest directe uiting van de onvoorstelbare magneetwerking van het hart van Amsterdam. Mensen, ondernemingen en instellingen vestigen zich zo dicht mogelijk bij deze bron. Het leidt tot een veelheid aan, vaak kleinschalige, particuliere investeringen. Het initieert functiemenging en verfraaiing van de openbare ruimte. Dit lokt weer nieuwe initiatieven en investe- ringen uit, vooralsnog met name binnen de ring, maar ook steeds meer daarbuiten. Door schaarste aan ruimte en middelen breiden de op de stad georiënteerden hun zoek- en vestigingsgebied gestaag uit; dit proces vormt al lang niet meer louter de grondslag voor de revitalisering van de 19e-eeuwse gordel; vandaag de dag wijst het ons bijvoorbeeld op de enorme ontwikkelingspotenties van de noordelijke IJoever en het Zeeburgereiland en de Gordel ‘20-’40. Het draagt eraan bij dat de Zuidas steeds sterker wordt als internationaal centrummilieu. Het uitrolmechanisme reikt zelfs over de Ring: het wekt hernieuwde belang- stelling voor de Sloterplas; het brengt een verdere verstedelijking van Buitenveldert en Amstelveen-Noord dichterbij. De uitrol van het centrum vraagt om een zorgvuldige afweging tussen de talloze ruimtelijke claims die op de kern van de metropool worden gelegd. Hieronder wordt het kader uiteengezet waarbinnen deze claims met elkaar worden geconfronteerd.

De Visie 41 Uitrol centrumgebied Amsterdam 2040 Legenda

Uitrol Algemeen wonen - werken capaciteitsuitbreiding snelweg bovengronds

werken - wonen capaciteitsuitbreiding snelweg ondergronds

werken Hogesnelheidslijn

stadsverzorgende bedrijvigheid spoorverbinding

Zuidas hoogwaardig ov bovengronds

beperkte kwaliteitsimpuls hoogwaardig ov ondergronds stadsstraten en -pleinen verlengen van tramlijn kwaliteitsimpuls stadsstraten en -pleinen internationaal ov knooppunt

metropolitaan park hoofd ov knooppunt

secundair ov knooppunt

1 optie Regiorail Schiphol - Almere

2 optie Oostwest metrolijn

nieuwe pont- en veerverbindingen

P+R locatie

wachtplaats binnenscheepvaart

regionale fietsroutes

kwaliteitsimpuls stadspark

metropolitane plek

recreatief programma

kwaliteitsimpuls overgang stad - scheg

opties locatie Olympische Spelen A/B

intensivering RAI-terrein

Sportas

topwinkelgebied

studiegebied

42 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 43 3.1 Nieuwe hoogstedelijke gebieden

De uitrol van het centrumgebied manifesteert zich Wonen in volkstuinparken het sterkst via het grote aantal extra woningen die Op de volkstuinparken Wijkergouw en Rust & Vreugd zullen worden gebouwd in wijken die nu nog als en ook op de parken Sloterdijkermeer en Nut en ‘tuinstedelijk’ of als monofunctioneel werkgebied Genoegen maken we permanent wonen mogelijk. te boek staan, maar in de nabije toekomst tot het Voor de twee laatstgenoemde geldt wel dat er dan (hoog)stedelijke centrumgebied gaan behoren. De hogere waarden moeten worden afgegeven vanwege appartementen zullen in een stedelijke, gemengde de regelgeving in de Wet Geluidhinder en Indus- setting worden gebouwd. Het gaat om een serie trielawaai. locaties die net binnen of buiten de Ring-A10 - beneden Het IJ – zijn gelegen, plus diverse plekken aan de Noordelijke IJoevers. Tot de locaties behoren de Zuidas en Buitenveldert-Noord, de zone tussen de Ring-west en de Ringspoor, het Gooiseweg-tracé en Zeeburgereiland. In de scenario’s voor Havenstad zijn eveneens stedelijke woningbouwopgaven opgenomen. Deze worden besproken in hoofdstuk 4.

Door de vergroting en intensivering van het centrum- stedelijke gebied komen tal van parken en recrea- tieve waterpartijen centraler in de stad te liggen. Om aan de toenemende vraag naar stedelijk, recreatief groen en water te kunnen voldoen worden forse investeringen gepleegd in een aantal van deze parken en waterpartijen. Het gaat dan om onder meer het Rembrandtpark, het Vliegenbos, het Nieuwe Diep en de Sloterplas en -park. Zij zullen net als het en het steeds meer als belangrijke stedelijke ontmoetingsplekken gaan fungeren.

Stadsverzorgende bedrijven In het stedelijk milieu moet ruimte blijven voor de werkplaats van de ambachtsman, voor de loodgieter en voor de APK-garage, maar ook voor bouwbe- drijven, afval- en reinigingsdiensten en voor toeleve- ranciers. Dit scala aan bedrijfjes, de stadsverzorgende bedrijvigheid, draagt er in belangrijke mate toe bij dat de stad kan blijven functioneren als volwaardig leefmilieu. Daarom worden op een aantal binnen- stedelijke bedrijventerreinen zogenaamde enclaves gereserveerd voor deze stadsverzorgende bedrijven. Slechts een beperkt aantal bedrijfsactiviteiten is hier toegestaan. Vanwege de milieuhinderlijkheid is er ook geen ruimte voor woningbouw binnen deze enclaves. Het gaat om onder meer de Schinkel, bedrijvencentrum Westerpark en het Veemarkt- terrein.

44 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 3.2 Stadsstraten en pleinen

Stadsstraten en -pleinen zijn in het algemeen de woonbestemming gaan richting winkel- of horecabe- ruimere, drukkere straten en pleinen in of tussen stemming. Een andere categorie van aandacht zijn de buurten. Het zijn de stedelijke openbare ontmoe- potentiële stadsstraten en -pleinen. Sommige straten tings- en uitwisselingsruimtes bij uitstek. Het zijn waren in het oorspronkelijke ontwerp bedoeld als visitekaartjes van de stad. Ze hebben nagenoeg altijd verkeersgeleidende of winkelstraat, maar zijn deze een belangrijke winkel- of horecafunctie. Meestal functie gaandeweg kwijt geraakt. Door hun gunstige hebben ze een belangrijke verkeersgeleidende ligging zouden deze straten (opnieuw) als zodanig functie. Klassieke stadsstraten zijn de Van Baerles- kunnen gaan functioneren. Voorbeelden zijn de traat, de Utrechtsestraat en de Beethovenstraat. Van der Pekstraat en het zuidelijkste deel van de Maar ook de Middenweg is een stadstraat, die ter Beethovenstraat, maar ook de Parnassusweg. Tot hoogte van Park Frankendael zijn winkelkarakter deze categorie behoort ook de directe omgeving van verliest. De Weesperstraat/Wibautstraat is een een aantal NS-stations, zoals Muiderpoort, Amstel, stadsstraat met een avenue-karakter; een zeldzaam Lelylaan, en Sloterdijk.De ingrepen die moeten leiden verschijnsel in Amsterdam. tot een succesvolle stadsstraat of -plein zijn hier aanzienlijk groter dan bij de stadsstraten en -pleinen Geleiden van stedelijkheid in ontwikkeling. De verbetering en ontwikkeling van stadsstraten en -pleinen speelt een belangrijke rol bij de uitrol van Niet alleen in de ‘uitrolgebieden’ maar ook in het het centrummilieu. Via stadsstraten en -pleinen kan erkende hart van de stad worden verschillende de behoefte aan centrumstedelijke milieus gekanali- gevestigde stadsstraten en -pleinen op een hoger, seerd worden aangeboden: hierin moet de fijnmazige metropolitaan plan gebracht. Het Mr. Visserplein en functiemix worden gerealiseerd waardoor de rustige het worden heringericht. Voor het woonmilieus van de noodzakelijke stedelijkheid ‘om Leidseplein is een vergevorderd herinrichtingsplan. de hoek’ worden voorzien. Potentiële hoogstede- Ook wordt herinrichting van het Jonas Daniël Meyer- lijke gebieden gaan door stadsstraten en -pleinen plein beoogd. De meest omvangrijke projecten zijn definitief deel uitmaken van het centrum, verschil- de Rode Loper, Coalitieproject 1012 en het Museum- lende milieus binnen het centrum zoals de Zuidas plein en omgeving. en , worden op een natuurlijke manier met elkaar verbonden, naoorlogse uitbreidingsgebieden Rode Loper worden door stadsstraten en -pleinen aan ‘de stad’ Het tracé Damrak - Rokin – Vijzelstraat/Vijzelgracht gekoppeld. - Ferdinand Bolstraat moet een entree-met-allure worden. Deze ‘Rode Loper’ volgt het bovengrondse De ruimtelijke opgave hierbij richt zich met name tracé van de Noord/Zuidlijn. Het is de combinatie op stadsstraten en -pleinen in ontwikkeling. Deze van station Zuid, Centraal Station, de Noord/Zuidlijn stadsstraten hebben een erkende verbindingsfunctie en het Europese netwerk van hogesnelheidslijnen maar zijn als uitwisselingsmilieu vooralsnog onvol- (HSL), die de motor vormen achter de Rode Loper, doende ontwikkeld, wat opmerkelijk is gezien hun net zoals in 1900 de ingrijpende herprofilering van hiertoe gunstige ligging in de stad. Dat kan liggen het Damrak samenviel met de komst van het Centraal aan het ontbreken van kwalitatief hoogwaardige Station (1888), de opening van de Beurs (1905) en voorzieningen of een kwaliteitsarme woningvoorraad de stroomtram over het Damrak. Er zijn plannen voor in de belendende gebieden. Voorbeelden zijn de een hoogwaardige herinrichting van de openbare Jan Evertsenstraat, het Surinameplein, de Rijnstraat ruimte. Als onderdeel hiervan loopt er een onderzoek of het zuidelijk deel van de Ferdinand Bolstraat. De om in de Vijzelstraat/Vijzelgracht eenrichtingsverkeer ‘hardware’ voor verbetering is in beginsel aanwezig. in te voeren. Er wordt ook ingezet op uitbreiding en Om het voorzieningenniveau te verruimen en te sterke kwaliteitsverbetering van het winkelaanbod diversifiëren is in een aantal gevallen bestem- op onder meer het Rokin, in de Vijzelstraat en op mingswijziging nodig, met name in de plint. In het Damrak. Uiteindelijk kan hier een winkelmilieu een aantal gevallen zal het om omzetting van de ontstaan van internationaal niveau.

De Visie 45 Coalitieproject 1012 Museumplein en omgeving Het Damrak en het Rokin liggen tevens in het Het Museumkwartier is een unieke plek in plangebied van Coalitieproject (postcode)1012, Amsterdam met vier culturele instellingen van gericht op een algehele kwaliteitsverbetering wereldniveau: Het Rijksmuseum, Stedelijk Museum, van het hoogstedelijke leefmilieu in onder meer Van Gogh Museum en het Concertgebouw. Maar het het Wallengebied. Met deze strategie wordt een Museumkwartier is bovendien een belangrijke toeris- majeure opwaardering en herprofilering van het tische trekpleister. Alle vier de culturele instellingen gebied gerealiseerd. Er wordt een hoogwaardig zijn aan het verbouwen of hebben plannen daarvoor. milieu van wonen, werken en verblijf geschapen door De verwachting is hierdoor het aantal bezoekers zowel het verbeteren van de openbare ruimte, de groeit naar 5 miljoen per jaar. Door de aanleg van de straten en de pleinen, als het stimuleren van nieuwe Noord/Zuidlijn zal een groot deel van hen straks het branches en het verminderen van criminogene Museumplein vanuit een andere richting benaderen. functies en actoren. Een aantal ‘sleutelprojecten’, Hiervoor moeten het Museumplein en de omgeving zoals de herontwikkeling van het Beursplein en het worden aangepast. Daar komt bij dat het Museum- en de herinrichting van de Rode plein op dit moment al niet goed is opgewassen Loper, werken daarbij als vliegwiel voor versterking tegen het dagelijks gebruik. van de economie en de ruimtelijke kwaliteit en de straatgerichte aanpak gaat zorgen voor vermin- In 2008 is de Visie Museumkwartier opgesteld om dering van criminogene, economisch laagwaardige de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren en/of overlastgevende functies. Uitbreiding van het en het Museumkwartier beter te positioneren in centrumgebied begint met versterking van het hart. de stad. Het motto is metropolitaan, cultureel en verbonden. In 2009 werken we aan het Masterplan Museumkwartier waarin deze uitgangspunten verder worden gebracht. De kernmerken van het ontwerp voor het plein zijn een grootstedelijke en culturele

Verbinding Amsteloevers

46 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam uitstraling; de materialisering past in de Puccini- samenwerken in marketing, promotie en program- methode. Het gras wordt van de beste kwaliteit. Het mering waardoor het Museumplein kan uitgroeien tot plein verandert van achtertuin naar een verbindende een vijfde culturele instelling. voorkant waar de culturele instellingen met hun gezicht naar staan. Het open veld blijft behouden De Amsteloevers en is geschikt voor evenementen en demonstraties. De Amstel is de eerste levensader van Amsterdam en Het ontwerp biedt een antwoord op grotere en heeft altijd een recreatieve functie gehad. De rivier andere voetgangersstromen en een beter verblijfs- en haar oevers vormen een prachtige verbinding klimaat voor Amsterdammers en bezoekers o.a. door tussen stad en ommeland en haalt de natuur de stad de aanleg van promenades. Er komt een betere in. Het is belangrijk dat het recreatieve en groene verbinding met de stadsomgeving door de aanpak karakter van deze ‘scheg’ versterkt wordt en de van de verbindende straten met de Pijp en de Amstel als geheel wordt ervaren. Hiervoor is een PC-Hooftbuurt met meer aandacht voor voetgangers. continuïteit van wandel- en fietsroutes tussen de Naast het ontwerp voor het plein is er veel aandacht waterstad () en het veenweidegebied voor meer ruimte voor functies en voorzieningen op nodig en het verbeteren van de balans van wal- en en in de omgeving ervan: winkels, galeries en vooral waterfuncties op deze route. De Amstel is de rustige meer goede restaurants, grand cafés en brasseriën. recreatieve verbinding naar het buitengebied en is Ook zullen de fietsvoorzieningen in het Museum- de tegenpool van de ‘drukke’ Noord/Zuidlijn, die de kwartier worden uitgebreid en verbeterd. IJoevers verbindt met de economische zone De vier culturele instellingen en de gemeente gaan Schiphol-Zuidas.

3.3 Auto en de stad

De uitrol van de hoogstedelijke kern en het inten- sievere gebruik ervan vraagt om een herijking van de rol van de auto in de stad. Het komt in grote lijnen neer op het autoluwer maken van het gebied, op verschillende manieren.

Zoekgebied openbare ruimte enpositie auto in het centrumgebied Het streven naar een autoluwer centrumgebied zet in eerste instantie in op het terugdringen van gepar- keerde auto’s op straten en pleinen die behoren tot het hoogstedelijke centrumgebied. De ambitie om de hoogstedelijke kern te zijn voor een groeiende Metropool vraagt immers om meer kwaliteit van het stedelijk kerngebied en om ruimte voor het groeiend aantal inwoners en bezoekers. Deze druk van meer mensen en meer verplaatsingen vraagt in oudere delen van de stad - die nooit ontworpen zijn voor de auto - om prioriteit voor de voetganger, de fietser, het openbaar vervoer en vervoer over water. Er blijkt ook vraag te zijn naar woningen in een hoogstede- lijke autoluwe setting en zijn steeds minder bedrijven in het centrumgebied nog sterk afhankelijk van de auto. Dit laatste overigens mede door het gevoerde parkeerbeleid van de laatste 20 jaar.

De Visie 47 Zoekgebied voor verbetering openbare ruimte en kortere ritten minder vaak voor de auto gekozen zal positie auto in het centrumgebied worden. Zo’n invulling van een meer autoluw centrum Voor een deel van de op straat te saneren parkeer- zal ook het draagvlak voor hogere frequenties in plaatsen zullen wel alternatieven in de vorm het openbaar vervoer vergroten. Minder auto’s in van garagevoorzieningen moeten komen. Voor het centrum dragen op hun beurt weer bij aan een incidentele bezoekers en toeristen voldoet een betere doorstroming van het openbaar vervoer en parkeerplaats aan de rand van de stad, vanwaar de fiets. Voor het draagvlak van het verder terug- men verder kan reizen met verschillende vormen van brengen van de auto uit het straatbeeld is wel openbaar vervoer of met de fiets. Voor bewoners en noodzakelijk dat de alternatieven aantrekkelijk en bedrijven kunnen buurtgarages binnen een beperkte comfortabel zijn en dat buurten zelf profiteren van loopafstand (400 à 500m) een alternatief bieden. de autoluwere situatie. Door middel van pilots kan Bijkomend effect van iets verder gelegen parkeer- geëxperimenteerd worden verschillende vormen van plaats is dat men bewuster een afweging maakt voor autoluw maken van buurten en straten, in combinatie de te kiezen vervoersvorm, waarbij met name voor met het verbeteren van alternatieven.

3.4 Verbetering stedelijk OV-net en uitbreiding parkeer+reisfaciliteiten

Bij intensivering van het gebruik en het tegelijkertijd eventueel het Amsterdamse Bos, waardoor de Zuidas autoluwer maken van de binnenstad hoort dus ook direct is aangesloten op groen en recreatie. Als alter- verbetering van het stedelijk openbaar vervoernet. natief zou lijn 16 kunnen worden doorgetrokken naar Op termijn wordt met de ingebruikname van de het Amsterdamse Bos, in samenhang met de ontwik- Noord/Zuidlijn een slagader toegevoegd aan het keling van de Sportas. Amsterdamse OV-net. In combinatie met de ontwik- Verder is een tramverbinding vanuit de Indische keling van de Zuidas, waarbij station Amsterdam buurt naar Zeeburgereiland gewenst, zeker gezien Zuid zich ontwikkelt tot tweede OV-knoop van het intensieve ruimtelijke programma. Ook een (inter-)nationaal belang, zullen openbaar vervoer- tramverlenging naar het Sciencepark (lijn 3, 12 of 15) verplaatsingen minder eenzijdig georiënteerd zijn kan bijdragen aan de uitrolambities aan de oostzijde op het Centraal Station. De noodzakelijke verbe- van de stad. teringen zullen vooral gezocht moeten worden in Wanneer verstedelijking plaats gaat vinden langs een het optimaliseren van het tramnet in de vorm van deel van de Gooiseweg hoort daar een aansluiting hogere frequenties en hogere doorstroomsnel- op het tramnet bij in de vorm van een verlengde heden. Dat laatste kan door meer prioriteit te geven lijn 12. Een en ander moet overigens wel getoetst op kruispunten, het aanpassen van routes en het worden op effecten op het autonetwerk, omdat samenvoegen van kort achter elkaar liggende haltes. de Gooiseweg een belangrijke corridorrol vervult, Hiermee wordt zowel de capaciteit als de kwaliteit die nog belangrijker wordt met ontwikkelingen als voor de reiziger vergroot. De belangrijkste opgaven Overamstel en Wibaut aan de Amstel. liggen bij de lijnen van en naar Nieuw-West vanwege de grote afstand en de lijnen op de binnenring, die Buslijnen vormen een onmisbare en flexibele belangrijker worden met het gereedkomen van de aanvulling op trajecten waar de tram onvoldoende Noord/Zuidlijn. draagvlak heeft. Essentieel is dat ze aanzienlijke Daarnaast zijn er aanpassingen in het tramnet schoner en stiller worden en dat er op de belang- gewenst die samenhangen met ruimtelijke rijkste routes een goede doorstroming met vrije ontwikkelingen die zich voordoen in het kader van de banen en voorrangsregelingen is. Voor het centrum- uitrol van het centrumgebied. Zo zal gebied met straten die niet geschikt zijn voor tram en het gebied Houthavens een aansluiting moeten bus en waar de rol van de auto verder wordt terug- krijgen op het tramnet (lijn 3, 5 of 10). De gedrongen kunnen (elektrische) vormen van alter- Zuidas zal een meerzijdige tramontsluiting moeten natief vervoer een goede aanvulling vormen op de krijgen (lijn 4 en/of lijn 24/16). Tram 5 kan hier intensief gebruikte lijnen. worden doorgetrokken naar het Gelderlandplein en

48 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Parkeer+reisvoorzieningen voor incidentele binnen- ligt de prioriteit voor het zoeken naar overstap- stadbezoekers en toeristen zullen op aanvullende punten voor frequente bezoekers en forenzen op locaties op multimodale knooppunten rond de een grotere afstand van het stadscentrum of bij Ringweg A10 en langs de belangrijkste invalswegen herkomstgebieden. Dit ook om oneigenlijk gebruik gecreëerd moeten worden. Essentieel zijn een voor bestemmingsparkeren te voorkomen en de hoogfrequente OV-bediening, ook later op de avond toch al intensief gebruikte ring niet nog verder voor cultuurbezoekers, en nabijheid van de op-/afrit te belasten. Het P+R-programma moet in nauwe zodat de overstaptijd tot een minimum beperkt blijft. samenwerking met regionale partners worden Daar P+R-terreinen veel (schaarse) ruimte vergen op ingevuld. Behalve om P+R locaties in en om de stad plekken die ook geschikt zijn voor andere functies, gaat het om P+R op grotere afstand.

3.5 Hoogbouw en uitrol centrumgebied

De middeleeuwse en 17e eeuwse stad vormt de kern lijnen over een lengte van circa 2 kilometer geen van Amsterdam. Het behoort tot het DNA van de bebouwing hoger dan 30 meter worden geplaatst. stad. De grachtengordel is voorgedragen voor de Hoge bebouwing op grotere afstand dan 2 kilometer, werelderfgoedlijst van UNESCO. Vanzelfsprekend zelfs de Rembrandttoren, gaat meedoen in de maat is de visie op hoogbouw beschermend voor het en de schaal van de ruimte waarin de waarnemer zich gebied binnen de Singelgrachtzone. Vanaf de 10 op bevindt. de kaart aangegeven cruciale punten mag in zicht-

Hoogbouw en uitrol centrumgebied

De Visie 49 Het stedelijke centrummilieu beperkt zich al lang silhouet. niet meer tot de historische stad, maar breidt zich Omdat deze maat geen impact heeft op de beleving gestaag uit tot de aan de Ring A10. Langs de A10 is vanuit het centrum maar wel van grote economische de economische waarde zo hoog dat zich een zone waarde is wordt in deze zone gestimuleerd om van bebouwing tot 60 meter heeft ontwikkeld in hoogbouw tussen de 30 en 60 meter te ontwikkelen, de loop der tijd, met hogere accenten rond enkele en bij belangrijke knooppunten liefst nog hoger. knooppunten. Zuidas en zijn de prominentst Uitzondering is de A10 in Noord, pal tegenover zichtbare. Deze bebouwing ervaar je vanaf de A10 waterland, waarlangs hoogbouw in principe niet en in de directe omgeving. In het straatbeeld van gewenst is. het centrumgebied valt deze hoogtemaat weg in het

3.6 Ondergrond en uitrol centrumgebied

Binnen de Ring A10 worden de beperkte hoogbouw- Waar in het kader van het streven naar een mogelijkheden steeds meer aangevuld met kansen autoluwere stad ondergrondse parkeervoorzieningen om in de ondergrond te bouwen. Hier creëren we gerealiseerd kunnen worden komt een deel van verdere verdichting en functiemenging. Onder de het maaiveld vrij voor andere functies. Waar zwaar (historische) panden in het centrum bouwen we belaste kruispunten van openbaar vervoer en ander extra verblijfsruimtes. In winkelstraten waar boven verkeer ondergronds gebracht kunnen worden winkels gewoond wordt (zoals Damrak, Rokin, P.C. kunnen fysieke barrières worden geslecht en kan de Hooftstraat en Ferdinand Bolstraat) kunnen we zo doorstroming worden verbeterd. Dergelijke ingrepen ondergronds extra winkelruimte creeren zolang de vergen grote investeringen die opgebracht zullen entree direct aan de straat grenst. Op andere locaties moeten worden met waardevermeerdering uit de realiseren we uitbreidingen van (semi) culturele directe omgeving. Sociale en fysieke veiligheid is voorzieningen waarbij geen primaire behoefte een belangrijke randvoorwaarde voor ondergrondse is aan daglicht zoals theaterzalen, muziekzalen, oplossingen. bioscoopzalen en discotheken. Het fraaie, historische en kenmerkende karakter van de Amsterdamse Voor onze duurzame energievoorziening zijn we in binnenstad blijft behouden en wint aan kracht door het centrumgebied (grotendeels) afhankelijk van toevoeging van de ondergrondse component. koude en warmteopslag. Stadsverwarming biedt niet Ondergronds bouwen kan slechts op plekken waar overal soelaas omdat er in de ondergrond weinig geen belangrijke archeologische waarden aanwezig ruimte is om de tracés naar het centrum door te zijn. Voor archeologische waarden is behoud in trekken. De diepe ondergrond onder het centrum situ essentieel. Sinds 2008 worden archeologische zal in 2040 gezoneerd moeten zijn om een optimaal waarden opgenomen in de bestemmingsplannen van rendement uit de WKO te kunnen halen. stadsdeel Centrum.

Niettemin kunnen we de archeologie van Amsterdam beter zichtbaar maken. Restanten van Amsterdam door de eeuwen heen. Bebouwingsresten van woonhuizen, waterkelders, ophogingslagen, kloosters en kerken tonen de schatkamer van tien eeuwen Amsterdam aan bewoners en bezoekers van de metropool. Realisatie van de verschil- lende functies in boven- en ondergrond gebeurt in optimale afstemming met de grondsituatie, zodat er geen nieuwe grondwaterproblemen ontstaan en kansen gegrepen worden om bestaande problemen op te lossen.

50 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Metropolitane plek Sloterplas Een van de meest omvangrijke groen- en waterpro- jecten is de Sloterplas en omgeving. Het heeft de potentie een grotere betekenis te hebben als één van de stedelijke park- en recreatiegebieden binnen Amsterdam. De ambitie bestaat uit de transformatie van de ‘naoorlogse nieuwbouwplas’ naar een attrac- tieve en goed bezochte ‘stadsplas en -park’ met een goede waterkwaliteit, met een duidelijke betekenis voor de hele stad en Nieuw-West in het bijzonder. Dit alles onder de gezamenlijke noemer ‘levendigheid aan het water’. Indien daarbij kleinschalige sportcom- pexen moeten worden vervangen door woningbouw, dan moeten deze sportfuncties elders terug komen in het Sloterplasgebied.

Het doel is om de Sloterplas en omgeving onderdeel te laten zijn van het collectief geheugen van de metropool. Daarbij moet de Sloterplas en -park steviger worden verweven met de omliggende buurten, zodat het gaat functioneren als het recrea- tieve centrum van Nieuw-West. Daarvoor is het nodig om: ƒƒ recreatieve attracties toe te voegen en andere functies met een breed publiek en reikwijdte. In de Integrale Beleidsvisie voor het gebied is voor elk van de vier oevers een specifiek profiel beschreven: Noordoever – stedelijk, cultuur en wonen; – ontspannen en groen, Zuidoever – stedelijk, shopping en vermaak; Westoever – sport, leisure, adventure en groen, ƒƒ De Sloterscheg en Westrand – Sloterplas en -park, Sportpark Ookmeer en Tuinen van West – definitief als voorwaardige groen-recreatieve zone te ontwikkelen, gelijkwaardig aan de Amstelscheg en de Amsterdamse Bosscheg, ƒƒ Sloterplas en -park in samenhang te ontwikkelen met centrumontwikkeling Osdorpplein, ƒƒ De Sloterplas en -park middels fiets- en vaarroutes te koppelen aan de metropolitane kern, aan de andere delen van de Sloterscheg, aan de Bretten- scheg en aan de Amsterdamse Bosscheg, ƒƒ De bereikbaarheid vanuit het metropolitane kerngebied met het openbaar vervoer verder te verbeteren, alsmede de parkeervoorzieningen voor auto’s, ƒƒ De Sloterplas en omgeving als schakel tussen stad en de groene scheggen rondom de stad, samen met de Amstelscheg en Nieuwe Meer, gelijk- waardig en complementair op te nemen.

De Visie 51 Scenario 1

Voor de Noordoever van de Sloterplas zijn twee Scenario 1: scenario’s uitgewerkt: In aanvulling hierop wordt een nadere ontwikkeling en intensivering geschetst voor het haventje en worden de buurten meer naar de haven gericht. De bebouwing ten noorden van de haven – Dorus Rijkershof en omgeving – wordt vervangen door een combinatie van woonbebouwing met voorzieningen in een stedelijke dichtheid gericht op de haven. De plinten van de flats aan Burg. Hogguerstraat krijgen een bedrijfs- of winkelbestemming. Het strandje op de zuidelijke landtong kan verder ontwikkeld worden tot een werkelijk stadsstrand met bijbehorende tijde- lijke, seizoengebonden functies. De openbare ruimte langs de Noordzijde wordt opgeknapt en krijgt een belangrijke kwaliteitsimpuls door het verwijderen van de overmaat aan infrastructuur, het doorzetten van de ‘bomenallee’ en een nieuwe inrichting van het noordelijk bastion, waarmee de aantrekkings- kracht en verblijfskwaliteit verbeterd en het rondje Sloterplas versterkt wordt. Café Oostoever wordt uitgebreid met een hotelfunctie en het tennispark wordt herontwikkeld.

52 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Scenario 2

Scenario 2:

Gezocht is naar een nieuwe invulling van het gebied. De ambitie richt zich op een ontwikkeling van de Sloterplas met een stedelijke allure, waardoor de plas ook op stedelijke schaal betekenis kan krijgen. De ‘bomenallee’ is omgevormd tot een ‘buitenplaats’ bestaande uit een parkachtige openbare ruimte met een hoog inrichtingsniveau en een sterk park- en evenementenmanagement. Deze ‘buitenplaats’ wordt gecombineerd met een gebouwde publieks- trekker – bijvoorbeeld tentoonstellingsruimten. De haven is vergroot, heeft extra programma en is geori- ënteerd op de promenade aan de noordzijde. De spoorstrook is voorzien van extra woonbebouwing en in de ruimte tussen de flats is ruimte voor extra woon- of atelierruimte waardoor de flats tezamen met de nieuwe plinten ook een ‘adres’ aan de plas krijgen. Het tankstation vervalt.

De Visie 53 Metropolitane plek: Het Oosterdok en Metropolitane plek: Nieuwe Diep – ‘Park van omstreken – ‘Evenementenpark’* de Wetenschap’* Op het terrein van het Marine-Etablissement Een nieuw stedelijk park met een technologie- en kan in de toekomst een evenemententerrein aan wetenschapscentrum waar kinderen en volwas- de stad worden toegevoegd. Het Museumplein senen spelenderwijs kennismaken met de weten- alleen kan de druk niet aan. Het is een nieuwe schap. Amsterdam als mondiale internethub plek in de stad die open is, waar geluid gemaakt wordt op deze plek manifest. Het nieuwe park mag worden en waar grote hoeveelheden verbindt de woonmilieus van IJburg en Zeebur- mensen bijeen kunnen komen. De totstand- gereiland met het oude centrum, speelt in op de koming ervan zal een vliegwiel zijn voor ontwik- behoefte aan nieuwe ruimte voor technologie, kelingen in de buurt, rondom het Oosterdok en onderzoek en ontwikkeling, en richt zich op de Plantagebuurt ontstaat zo een tweede Museum- toekomst van Amsterdam: onderwijs en kinderen. kwartier met focus op VOC-verleden, nautische Mensen uit binnen- en buitenland en uit de stad functies en muziekfuncties. Ook ontstaat er bijna zelf leren het gebied kennen: het metropolitane als van zelf een ‘muziekcluster Oosterdok’. Het kerngebied breidt zich uit in oostelijke richting, verbeteren van de bereikbaarheid en de kwaliteit voorbij het NEMO en het Scheepvaartmuseum. van de openbare ruimte is een belangrijke Het draagvlak neemt toe voor de verdere ontwik- voorwaarde. keling van de . Dit gaat gepaard met de verbetering van het imago en econo- *Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén plan! mische versterking van de buurt. Het imago van Sciencepark wordt versterkt door de nabijheid van een groen wetenschapspark gericht op kinderen. Zo wordt het nog aantrekkelijker voor buitenlandse bedrijven en onderzoekers zich hier te vestigen.

*Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén plan!

54 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 4

Verweving metropolitane landschap en stad

Amsterdam wordt omgeven door een zeer divers landschap, het zogenaamde metropolitaan landschap. Dit landschap dringt ver de stad in via de groene scheggen. Deze verhogen de aantrekkelijkheid van de stad, en geven Amsterdam de mogelijkheid om binnen bestaand stedelijk gebied sterk te verdichten en toch leefbaar te blijven. De ruimte die geboden wordt oogst een hoge en groeiende waardering en een groeiend gebruik. Al in de Gouden Eeuw recreëerden (welgestelde) Amsterdammers in het ommeland. Talrijke landgoederen verrezen in alle windrichtingen: west (IJ), zuid (Amstel), Oost (Vecht) en Noord (Beemster). Dat landschap is in het AUP als groene scheggen in de uitdijende stad opgenomen. Het landschap was daarbij deels een gegeven (Amstel, IJ), deels geconstrueerd (Amsterdamse Bos, Sloterplas). De ambitie achter de structuurvisie is dit geheel tot een metropolitaan landschap uit te bouwen.

De Visie 55 Metropolitaan landschap Amsterdam 2040

Legenda Metropolitaan landschap Algemeen

Amstelscheg regionale fietsroutes

Schinkelscheg kwaliteitsimpuls stadspark

Tuinen van west Stelling van Amsterdam

Brettenzone strand

Zaansescheg metropolitane plek

Waterland recreatief programma

Diemerscheg suggestie natuurontwikkeling

IJmeerscheg ontwikkeling waterrand

kwaliteitsimpuls overgang stad - scheg

(grond-) water gerelateerde projecten

56 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 57 4.1 Groene scheggen en de Stelling van Amsterdam

In de huidige situatie bestaan de scheggen uit zeer teiten, evenementen, tijdelijke en permanente grote parken (Amsterdamse Bos, Twiske, Spaarn- voorzieningen en functies. Functies kunnen een woude met Brettenzone en Diemerbos), uit histo- range hebben van een theetuin op een boerenerf risch cultuurlandschap (Waterland, Amstelland, tot voorzieningen voor grootschalige evenementen. Tuinen van West). Verder gelegen gebieden (duinen, De waardeafweging vindt vooral plaats in de stad en Vechtplassen en Gooi) hebben een meer natuurlijk de regio waarmee deze partijen doorslaggevende karakter. Veel groen gebieden liggen dichtbij de invloed krijgt op de koers van het metropolitane stad en zijn goed per fiets te bereiken, waardoor landschap. het verkeerssysteem minimaal wordt belast en het recreatief karakter van de gebieden minimaal Streven naar diversiteit en differentiatie is een wordt aangetast. Het fietsgebied voor de gemid- belangrijke strategie voor het groen rondom delde recreatieve fietser rondom Amsterdam komt Amsterdam. De door de natuur en geschiedenis ongeveer overeen met de hoofdverdedigingslijn bepaalde verschillen tussen gebieden worden verder van de Stelling van Amsterdam. Door snellere en uitgebouwd. Het groen rondom Amsterdam biedt aantrekkelijkere routes, elektrische fietsen een meer ruimte en beslotenheid, weide, water en bosland- bekendheid van de routes is de verwachting dat de schappen en dat alles is in vele vormen. Verschillend actieradius nog wat zal toenemen, mogelijk tot het gebruik leidt tot verder onderscheid. Ook de kustgebied en de Gooise heuvelrug. ordening van de verschillende landschapsonderdelen van de scheggen verschilt enorm. Een overzicht met De Amsterdamse scheggen hebben een hoge de klok mee: waardering en een groeiend gebruik. Ten opzichte van de parken bieden ze rust, ruimte en schaal. Waterland Toch scoren elementen als rust en diversiteit van het Waterland is het meest gave Hollandse landschap groen in en rond Amsterdam beneden het Neder- van de Amsterdamse stadsrand. Waterland ligt landse gemiddelde. Deze zwakte hangt samen met aan de rustige kant van Amsterdam en dat voel je gegevenheden die samenhangen met de grootte van meteen achter de messcherpe stadsrand. Veenweide Amsterdam en de ligging in een overheersend natte landschappen en oude, cultuurhistorisch belangrijke en vlakke mensgemaakte omgeving. Amsterdam dorpen met veel water karakteriseren het gebied. wil deze zwakte compenseren door een uitstekende Natuur is sterk agrarisch beïnvloed maar internati- langzaam verkeer en OV-bereikbaarheid, het verbe- onaal van hoge waarde. Op grotere schaal maakt teren van programma en inrichtingskwaliteit en het het gebied deel uit van het nationaal landschap maximaal uitbuiten van de wel aanwezige diversiteit Laag Holland, waarin ook de grote droogmakerijen en differentiatie. zijn gelegen. Melkveehouderij is de drager van alle waarden in het gebied, maar er zijn zorgen over de Amsterdam ziet haar omgeving dus als een metropo- duurzaamheid van deze landbouw enerzijds en er litaan landschap. Dit is een mede op de stedelingen zijn zorgen of de melkveehouderij nog te combi- afgestemd landelijk gebied, waarbij de wensen van neren is met het kleinschalige karakter Waterland. stedelingen samensmelten met het karakter van Het is met name de vraag hoe de benodigde schaal- de landschappen. Metropolitaan landschap bouwt vergroting binnen de melkveehouderij kan worden meestal voort op de nu aanwezige sterke cultuur- geaccommodeerd. Drastische keuzen kondigen zich historische identiteit van gebieden en gaat die al decennia aan maar willen maar niet urgent worden. versterken. Daarbinnen hebben ondernemers exploi- Het recreatieve gebruik is de afgelopen 10 jaar sterk tatiemogelijkheden. In die zin is zijn de ondernemers, gegroeid en de waardering is erg hoog. Het gebied waaronder de agrariërs, belangrijke dragers van is vooral geschikt voor fietstochten en natuurbeleving het landschap. Het programma van metropolitaan en in mindere mate voor varen, schaatsen, zwemmen landschap bevat elementen als beleving, verhalen, en wandelen. De koers is gericht op behoud van de gelaagdheid, imago opbouw, monumenten, geogra- bestaande waarden, maar wel met een scherp oog fische en ecologische waarden, producten, activi- voor ontwikkelingen. Landschappelijke dragers en

58 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam waarden zijn sterk met elkaar gekoppeld. Als één naar een mechanisme om privaat gebruik en publiek van de elementen wegvalt zakt het bouwwerk ineen. gebruik op een goede manier te combineren. Goede Behoud alleen al vereist grote inspanningen die voorbeelden zien we nu bij Fort Diemerdam. Nabij raken aan de financieringssystematiek van Europa, Diemen zijn er kansen voor een transferium annex Nederland en de regio. De ontsluiting vanuit de stad evenemententerrein met aan aansluiting op een is vrij goed, maar verbindingen tussen het oostelijke verlengde tram 9. De zone langs het Amsterdam deel van waterland en het westelijk deel zijn door Rijn Kanaal, die al begint bij het Flevopark biedt veel natuurlijke barrières slecht. veel aanknopingspunten voor intensivering van het gebruik. Verder van de stad liggen bijzonder fraaie Er is behoefte aan meer kleinschalige horecavoor- routedoelen met bijzondere waarden. Muiden, zieningen. Boeren kunnen verder worden onder- Weesp, Naarden, de Gooise landgoederen, de steund door het toestaan van zorgboerderijen Stellingforten zijn cultuurhistorische belangrijk en en kleinschalige overnachtingsmogelijkheden in recreatief aantrekkelijk. Naardermeer en Vecht- bestaande bouw en door ze de mogelijkheid te plassen bieden hoge biodiversiteit, rust en mooie bieden hun voedingsproducten af te zetten in landschappen, de Gooise heiden en bossen een Amsterdam. Het nog westelijker gelegen gebied afwijkende natuur en uitstekende recreatiemogelijk- van Westzaan is vooral toegankelijk via de trein. heden. Juist in de a 1 corridor zijn de langere fiets- Verdere voorzieningen ontbreken echter. De recre- routes hierdoor belangrijk. De natuurboulevard langs atieve voorzieningen zijn geconcentreerd in het de IJmeerkust, en de brug over het Amsterdam-Rijn- Twiske bij en het Hemmeland bij Monnic- kanaal bij Nigtevecht zijn geplande verbeteringen. kendam. Dicht bij Amsterdam ligt een grote juist Dit gebied zal uiteindelijk meer investeringen vragen gesaneerde vuilnisbelt, de Volgermeer, die in het in recreatieve routes. Met name een aantrekkelijke komend decennium ontsloten wordt en vrijwel route door de Bloemendalerpolder, die Diemerbos programmaloos is. De plannen mikken op natuur- met Vecht verbindt is belangrijk. Is het deel van de waarden en nodigen uit tot een creatieve invulling. Vecht tussen Muiden en Weesp voor de recreant De toeristische potentie van het gebied is erg nauwelijks zichtbaar, en langs de westoever niet groot. Marken, Volendam en de Zaanse Schans zijn eens te bereiken. De Diem, Gaasp en Gein nu nog onderdeel van het programma van massatoerisme. nauwelijks gebruikte wateren geschikt voor kleine De individuele toerist heeft het gebied nog maar kort watersport. Uitbreiding van aanlegplaatsen zal deze geleden ontdekt, per fiets. Kleinschalige toeristische watertjes verder geschikter maken. voorzieningen zijn kansrijk. Uitbouw van het merk Amsterdam in dit archetypische Hollandse landschap Amstelscheg biedt ook mogelijkheden. Nergens is de stad zo goed verbonden met het landelijk gebied als langs de Amstel. Het dichte, De Diemerscheg en het Gein levendige, uitrollende centrumstedelijk milieu, een Nabij de stad ligt de spaghetti van nationale infra- internationaal zakencentrum en het statige rivierland- structuurlijnen (snelwegen, spoorlijnen scheep- schap in Hollandse weiden zijn via kort overgangs- vaartkanalen) op een landschap vol met riviertjes. gebied met elkaar verbonden, daarmee draagt De verwachte mobiliteitsgroei tussen 10 en 30 km deze scheg misschien wel het meest bij aan het rond Amsterdam zal dit gebied verder belasten. vestigingsklimaat van Amsterdam van alle scheggen. Wat overblijft is een landschap van versnipperde De Amstel wordt verder ontwikkeld als verbindende kamers, die groter worden met de afstand tot de ruggengraat van twee verschillende werelden die stad. De regio kan zich met haar ruimtegebrek beide van topkwaliteit zijn. Hoogwaardig programma niet veroorloven de kamers geheel ongebruikt te en het uit elkaar halen van snelle en langzame laten. In de Diemerscheg is een intact stelsel van verkeersstromen zijn hierbij belangrijke ingredi- langzaam verkeerverbindingen een voortdurende ënten. Het culinaire centrum Ouderkerk is hierbij zorg. Dit stelsel is nodig om alle kamertjes te blijven een centrale bestemming. Op de flanken van de verbinden. Nu heeft dit stelsel een labyrintisch Amstelscheg moet het een ander gebeuren aan de karakter, de oriëntatiemogelijkheden moeten worden ontwerpkwaliteit en de toegankelijkheid, zowel aan verbetert. Een helder langzaamverkeernetwerk is een de kant Amsterdam Zuidoost als aan de kant van voorwaarde voor gebruik van de kamers. Voor de Amstelveen. De druk op het gebied is groot. Vooral kamers van de Diemerscheg wordt verder gezocht verdichting van het stedelijk milieu rond de scheg

De Visie 59 drukt stedelijke functies het landelijke gebied in. Dit De Westrand: de Brettenscheg en de Sloterscheg is problematisch en alleen met de grootste zorgvul- Met de inrichting van de Brettenzone, de Tuinen digheid in de ontwerpopgave en een compromisloze van West en de herinrichting van het gebied om keuze voor kwaliteit kan dit worden ingepast op een de Sloterplas zijn de recreatiemogelijkheden van manier de het gebied verder ten goede komt. Verder de Westrand veel dichter bij Amsterdam komen van de stad wordt een lange afstand fietsroute in te liggen. De scheggen dringen hier tot aan het de richting van ontwikkeld en behoeft Westerpark en de Sloterplas door in de stad. De de route naar Utrecht slechts een kwaliteitsimpuls. verschillende delen van de Westrand hebben elk hun Dichterbij liggen de zeer goede watersportmoge- eigen betekenis voor de stad. lijkheden en wandelmogelijkheden van Vinkeveen, De Brettenscheg maakt onderdeel uit van de Radiaal met als hub de Winkelpolder. Nog iets dichterbij ligt West en richt zich op de gradiënt cultuur-natuur, waar de Oudekerkerplas met goede mogelijkheden voor bij het Westerpark de nadruk meer ligt op cultuur en het verder uitbouwen van rustige evenementen. De bij meer op natuur. Uitgangspunt voor regionale verkeersstromen belasten natuurlijk ook de de versterking van Radiaal West is het verbeteren van Amstelscheg. Toename van regionale scheepvaart de oost-west wandel- en fiets- en vaarverbindingen is onwenselijk. De automobiliteit wordt afgewikkeld de stad in en uit. op de verzwaarde A2 en A9. Dit kan mede leiden tot Verder bestaat de wens tot het bevaarbaar maken een ontlasting van het onderliggend wegennet. van de Haarlemmervaart en de koppeling aan de Sloterscheg. Betere noord-zuidverbindingen over de Amsterdams Bos scheg Haarlemmerweg verbeteren de bereikbaarheid vanuit Het omvangrijke loofwoud van het Amsterdamse bos de aanliggende stadsdeel en de bereikbaarheid is ondanks alle concurrentie van de tussen deze woongebieden en de haven en Teleport. andere scheggen tot op heden de belangrijkste recreatieve bestemming van Voor de Sloterscheg staat de recreatieve betekenis Amsterdammers. Het Amsterdamse Bos kan worden voorop. De Sloterscheg bestaat uit twee deelge- vergroot door het aan te leggen Golfterrein in bieden: enerzijds de aan de stadsrand gelegen Haarlemmermeer en de oevers van de Nieuwe Meer Tuinen van West en anderzijds de kop van de scheg te zien als nieuwe onderdelen van het bos. Hier zijn rondom de Sloterplas en Sportpark Ookmeer. De omgeving en programma (sport, horeca, streek- Sloterplas leent zich als metropolitane plek voor landbouw, vaar-, wandel- en fietsmogelijkheden) activiteiten met een hogere intensiteit dan de verder uitstekend op elkaar afgestemd, en de afstand aan de stadsrand gelegen Tuinen van West. tot de stad is kort en het beheer is onberispelijk. In de Tuinen van West komen beter toegankelijke Verbindingen met het westelijke deel van de stad agrarische landschappen en intensieve recreatie- kunnen echter nog veel beter door het maken van voorzieningen. De agrarische landschappen bieden de kostverloren vaartroute en een brug over de een uitgelezen kans voor stadslandbouw en daaraan Nieuwe Meer bij de Ringvaart. De verbinding met gekoppelde natuurontwikkeling en extensieve het openbaar vervoer is al goed, maar nog weinig recreatie. De ecologische en recreatieve verbinding bekend. Het doortrekken van tram 5 naar het de Groene AS wordt verder vorm gegeven. Het entreegebied van het Bos kan onderzocht worden bevaarbaar maken van de route tussen de Ringvaart op haalbaarheid. Uiteindelijk komt de bosscheg en de Sloterplas levert een nieuwe functionele drager uit bij de Westeinderplassen, een belangrijk water- op voor het gebied, die op termijn kan worden sportgebied en een mooi routedoel. Het tussenlig- verbonden met het nieuwe bevaarbare waterstelsel gende gebied van Aalsmeer is grotendeels verglast. in het noordelijk deel van de Tuinen van West. Pogingen om routestructuren door dit gebied Intensieve recreatieve voorzieningen, zoals het te verbeteren lopen stuk op de kosten. Het deel toppark de , komen vooral in het noordelijk langs de ringvaart, bestaande uit veenbovenlanden deel van de Tuinen van West. Rust is een belangrijk bieden een wel heel bijzondere kwaliteit. Het is speerpunt in het kader van de voorbeeldstatus die levend openluchtmuseum van de geschiedenis van het gebied heeft voor duurzaamheid. Met het oog de Nederlandse bloementeelt in extreem waterrijke hierop mogen in de Tuinen van West uitsluitend klein- setting. Via ontsluiting kan dit beleefbaar schalige en zo af en toe middelgrote evenementen gemaakt worden. worden georganiseerd en is er een aanbod dat naast activiteit ook nadrukkelijk op rust is gericht.

60 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Westrand wordt verder gedomineerd door De stelling is een samenhangende groene structuur grote droogmakerijen. Door hun grootschaligheid op precies de juiste fiets afstand van de stad om beiden ze weinig beleving, maar wel veel ruimte. De recreatief betekenisvol te zijn. Vanuit de stadsrand evenemententerreinen van Dance Valley en Mystery is de fietsafstand 10 tot 90 minuten, vanuit het Land illustreren de mogelijkheden van Westrand. centrum 30 minuten tot 2 uur. Het ordent vanuit Het historische landschap rondom de Spaarne is haar oorspronkelijke functie het watersysteem en vanuit Amsterdam slecht bereikbaar. Verbetering biedt een krachtig ontwerp uitgangspunt voor de van de bereikbaarheid is mogelijk via het Noord- lokalisering voor waterbuffers en waterbergingsmo- zeekanaal en via de Brettenzone. De mogelijkheden gelijkheden om te anticiperen op de klimaatverande- voor exploitatie zullen afhangen van gelijktijdige ringen. De scheggenstad heeft zich volledig binnen gebiedsontwikkeling. Een totaal plan is nodig, maar deze ring ontwikkeld en vult het ruimtelijke ontwerp nog niet in ontwikkeling. Het meest belangrijke aan. gebied voor Amsterdammers begint pas achter de De stelling, de binnenstad van Amsterdam en agglomeratie , en is daarmee vooral een de Beemster zijn of worden binnenkort Unesco auto- en openbaar vervoerbestemming. Het gaat om monumenten van werelderfgoed. De Unesco streeft de duinen – bijvoorbeeld de Waterleidingduinen, naar nieuw type werelderfgoed waarin samenhang het hoogst gewaardeerde metropolitane landschap van steden en hun omgeving en de cultuurhisto- onder Amsterdammers en de zeereep. Beiden laten rische en natuurlijke werelderfgoedwaarden worden een sterke groei in gebruik zien. Verkeersdrukte is samengebracht. De stelling en de stad beiden een een vervelend neveneffect hiervan. Voor verbetering mooi uitgangspunt voor dit type werelderfgoed. De van de bereikbaarheid van de kust en verbetering relatie met de kust (recreatie, biodiversiteit, kustver- van het gebruik zijn nog geen recepten voorhanden. dediging, bron van bouwmateriaal, waterbeheer) en Er zijn wel hoge potenties. De kuststrook lijkt de gooi (globaal hetzelfde rijtje exclusief kustverde- bijzonder geschikt voor verdere ontwikkeling van diging) vullen de stelling en de stad aan tot een nauw de wellnessector. Geen strand afficheert zich nog samenhangend landschapscomplex. In de structuur- met het wereldmerk Amsterdam. De fietsroutes visieperiode wil Amsterdam met de regio graag een vanuit Amsterdam west naar de kust zullen een gooi doen naar de werelderfgoedstatus. zeer drastische verbetering in de beleving moeten ondergaan voordat ze op enige schaal gebruikt zullen worden.

De Stelling van Amsterdam De Stelling van Amsterdam ligt als groene gordel rondom Amsterdam, en is directe verbonden met de andere stedelijke kernen in het gebied: Hoofddorp- Haarlem-Velsen-Beverwijk, Zaanstad, Purmerend en Amstelveen. Direct west en oost van de stelling liggen de zandgronden van de duinstreek en het Gooi. Tezamen met de accessen dekt het spaakwiel geografisch een belangrijk aantal groengebieden, 42 historische forten die een eigentijdse functie moeten krijgen en een groot aantal ondersteunende objecten van fortboerderijen, munitieopslag en kazernes tot een eigen waterzuivering (bij het Nieuwe meer) en het munitie productiecomplex Hembrugterrein in Zaandam, het meest inspirerende brownfield van de metropoolregio.

De Visie 61 4.2 Koppen van de scheggen

De koppen van de scheggen zijn vaak groenge- tot hoofdentree van het Amsterdamse bos, langs het bieden met parken of plassen als stadsrand ingericht. tracé van de museumspoorlijn. De Nieuwe Meer is nu Met het toenemen van de druk op de scheggen voor nog weinig zichtbaar en toegankelijk aan de zijde van recreatief gebruik is er een reden om de koppen de Sportas. De jachthavens en bedrijfskavels maken van de scheggen niet langer als beëindiging van de het moeilijk om het water te zien en om er te komen. stad te zien maar als opening van het landschap. Belangrijk uitgangspunt vanuit het plan Sportas is Deze stedelijke parkruimtes maken de koppeling om de openbaarheid van de Nieuwe Meer hier te tussen stad en metropolitaan landschap, zij moeten vergroten. De scheg moet per fiets vanuit de stad zo diep mogelijk de stad binnendringen. De koppen goed worden ontsloten, daarom wordt voorgesteld moeten kwalitatief hoogwaardig worden ingericht, een fietsbrug over de schinkel in het verlengde van optimaal per fiets zijn ontsloten en deze gebieden de laan van Hesperiden te maken. moeten veel intensiever worden geprogrammeerd Ook wordt een fietsroute voorgesteld vanuit het met recreatieve functies voor de stedeling. Ook als Vondelpark aan de oostzijde langs de Schinkel over het gebieden in de hoofd groenstructuur betreft is het gebied van de huidige tramremise. Voor het een watersportvoorziening, een strandtent of een maken van de openbare ruimte Sportas moeten pannenkoekenhuis mogelijk, zolang het bijdraagt aan ter plaatse van de A10 en het spoor de viaducten de recreatieve waarde van deze plekken. worden verbreed. De Sportas moet goed ontsloten worden met Kop van de Schinkelscheg Openbaar vervoer. Hiertoe zou het perron van metro- Noordoever Nieuwe meer en de Sportas is nu een halte Amstelveenseweg verlengd kunnen worden, rommelige stadsrand met veel groen, niet landschap- waarmee deze halte een derde entree aan de pelijk ingericht voor stedelijk recreatief gebruik en Sportas krijgt. Daarnaast is een opwaardering van de dat terwijl juist deze min of meer vergeten plek buscorridor aan de Amstelveenseweg noodzakelijk. hiervoor enorme kansen biedt. Voor het gebied rond de Nieuwe Meer is een drietal Aan de noordzijde van het gebied ligt een grote scenario’s opgesteld. Deze worden besproken in het infrabundel met spoor en snelweg. hoofdstuk over de Zuidflank. Door de gebieden aan de noordzijde flink te verdichten ten behoeve van creatieve industrie Kop Amstelscheg en studentenhuisvesting en een statige stede- Het overgangsgebied tussen stad en land “de lijke sportwijk ´Sloten Zuid´ ontstaat er een mooie kop van de Amstelscheg, is bijzonder belangrijk in stadsrand aan de Nieuwe meer. Het gebied ten de ontwikkeling van de scheg. Juist hier zijn veel zuiden van de infrabundel kan het recreatieve verschillende activiteiten, bij elkaar gekomen die uitloopgebied van deze nieuwe stadsrand worden als los zand aan elkaar hangen: parken, volkstuinen, met recreatieve functies en sportaccommodaties woonboten, sportvoorzieningen zorgboerderijen, voor de hele stad. Indien de nieuwe stadsrand begraafplaatsen etc. De samenhang in het gebied voldoende ruimtelijk programma krijgt kan het wordt verbeterd. gebied een halte van de RER lijn tussen Schiphol en Randen van de scheggen hebben in sommige Almere krijgen. gevallen het karakter van een onduidelijke stadrand, waar de stedelijkheid afneemt en een verrommeling De Sportas verknoopt de scheg aan de stad met begint. En dat terwijl wonen aan de rand van en sportaccommodaties. De Sportas begint bij het met uitzicht op de scheg van hoge kwaliteit kan icoon Olympisch Stadion en eindigt bij het Wagen- zijn. Daarnaast is voor intensief recreatief gebruik erstadion in het Amsterdamse Bos. Langs deze lijn een mooi, niet verrommeld landschap gewenst. De liggen al veel sportaccommodaties. Deze kunnen randen van de scheggen bieden dus kansen voor worden uitgebreid en een kwaliteitsslag krijgen en verdichting, zonder dat daar hoogbouw (>30m) de verschillende sportaccommodaties kunnen met plaatsvindt. Hoogbouw die vanuit de scheggen elkaar verbonden worden door een hoogwaardige wordt ervaren bevindt zich in de tweede linie openbare ruimte die loopt van Olympisch Stadion waardoor diepte in het stadsilhouet ontstaat.

62 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 4.3 De randen van de scheggen

Iedere rand tussen stad en scheg is anders, zo wordt bouwkundige als een landschappelijke opgave. de rand aan de Zuidoostrand van de Amstelscheg Vanwege de verschillen van de randen zal iedere getypeerd door showrooms van autobedrijven die rand apart moeten worden bekeken. Algemeen kan zich presenteren aan de A2 en de Amstelveense rand worden gesteld dat het gewenst is te streven naar van de Amstelscheg is een woonrand, wisselend in het maken van voorkanten met gebouwen, stedelijk voor en achterkanten naar het landschap. en recreatief programma en routes, zodat de stad De opgave is de randen daar waar nodig (opnieuw) zich ruimtelijk opent naar het landschap met routes te ontwerpen tot stadsrand waarbij de stad zich en groene open ruimtes, dat het landschap ter nadrukkelijk manifesteert naar het landschap en het plaatse sterker wordt aangezet. landschap naar de stad. Dit is zowel een steden-

4.4 Verbindende fietsroutes: fietsnet stad gekoppeld aan fietsnet naar buiten

Amsterdam kent een uitgebreid en fijnmazig en het realiseren van programma langs de routes. stedelijk fietsnet, dat is vastgelegd in het hoofdnet Bij het aanpakken van knelpunten en bij verbete- Fiets. Daarnaast is er in het kader van het Regionaal ringen van bestaande verbindingen geldt er een Verkeers- en VervoerPlan een wat grofmaziger voorkeur voor verbeteringen die zowel ten gunste regionaal fietsnet vastgesteld door de Stadsregio, komen van het dagelijkse woon/werk- en woon/ dat binnen Amsterdam deel uitmaakt van het school-fietsverkeer als het recreatieve fietsen. Door Hoofdnet. Deze netwerken blijven uitgangspunt in de toename van de actieradius van het elektrisch fietsen verdere verbetering van de fietsnetwerken. zal het belang van langere fietstochten toenemen. Veel recreatie is routegebonden en een aantrek- Dit leidt tot een vergroot gebied waarin fietsen een kelijke route loopt idealiter van deur tot deur. Het belangrijke rol speelt bij het woon/werkverkeer. Ook netwerk van fietsverbinding in en om Amsterdam de cirkel rond Amsterdam waarin veel recreatief is in grote lijnen uitstekend. Vanuit vrijwel elk deel gefietst wordt zal toenemen. In het fietsnetwerk van de stad kun je binnen 10 tot 15 minuten in een wordt hierop geanticipeerd door langere routes, groengebied zijn. Hier en daar zijn nog ontbrekende zoals de natuurboulevard naar het Gooi/Almere, de schakels in de buurt van grote wegen en scheep- brug bij Nigtevecht naar de Vechtstreek en verbe- vaartverbindingen. Het accent zal verschuiven naar tering van routes naar de kust. Hier zal in regionaal de kwaliteit van de routes. Dat wil zeggen het verband aan gewerkt moeten worden. comfort en helderheid van de routes, het opheffen van gebruiksconflicten met andere verkeersstromen

De Visie 63 4.5 OV-ontsluiting van de groene scheggen

Het wandelnetwerk loopt achter bij het fietsnetwerk. Zuidoost ontsluiten het gebied rond het Gein en de Binnen de vooroorlogse stad is een goede wandel- Gaasperplas. structuur aanwezig, maar daarbuiten zijn verbete- De bekendheid met deze mogelijkheden zijn over ringen gewenst. Het wandel- en fietsnetwerk vormen het algemeen beperkt. Met een promotiecam- de verbindende schakels in het netwerk van het pagne en speciale combitickets voor OV/fiets of wensbeeld groen en zijn opgenomen in de Hoofd- OV-wandelingen zouden vervoerders het gebruik groenstructuur. van OV naar groengebieden kunnen bevorderen. Daarnaast kunnen er op een aantal strategische De metropolitane landschappen rond de stad plekken groentransferia worden ingericht met zijn grotendeels goed met het openbaar vervoer fiets-en/of kanoverhuur en routes. Het is doorgaans bereikbaar. Regionale buslijnen geven fijnmazig niet mogelijk zijn om grootschalige OV-voorzieningen toegang tot gebieden als Waterland en de Amstel- in de vorm van stations of metrohaltes voor alleen scheg. Treinen bieden de mogelijkheid om ook de recreatief groengebruik rendabel te maken. Alleen fiets mee te nemen naar ’t Gooi, Flevoland, het combinatie met een grootschalig evenementen- Noord-Hollandse kustgebied en het groene Hart. terrein biedt wellicht kansen. Het is dan ook zaak om En met de komst van de OV-fiets hebben trein- zoveel mogelijk voort te bouwen op bestaande of in stations zich ontwikkeld tot hubs voor toegang aanleg zijnde OV-lijnen. Kansen hiervoor zijn er bij tot het regionaal groen. De veerverbinding tussen de eindpunten van de Gaasperplaslijn en de Geinlijn Amsterdam en Velsen biedt eveneens in combi- in Zuidoost, bij de toekomstige eindpunten van de natie van de fiets een goede toegang tot het Noord/Zuidlijn/Amstelveenlijn, maar ook bij ringlijn- duingebied en kan in de toekomst wellicht extra haltes als de RAI (), Amstelveenseweg stops krijgen op weekenddagen. De Metrolijnen naar (Amsterdamse Bos en Nieuwe Meer)

4.6 Hoogbouw en het metropolitane landschap

Juist vanuit de open scheggen is de stedelijke Met de visie op hoogbouw volgens de beschreven hoogbouw nadrukkelijk te ervaren. Dat is niet vier bewegingen worden de koppen van sommige erg, integendeel, dat hoort bij het metropolitane scheggen door hoogbouw geaccentueerd, daar landschap en maakt het des te interessanter. waar stad en scheg elkaar treffen: Amstel, Zuidas, De hoogbouw is niet slechts als statisch beeld Brettenzone, Zeeburgereiland. Hoewel hoogbouw te ervaren, maar nadrukkelijk ook als wisselend in de groene scheggen natuurlijk uit den boze perspectief, terwijl men zich voortbeweegt. Daarom is, is het denkbaar op de koppen van scheggen is het belangrijk diepte te bewaren in het stedelijke zonder knooppunt accentuering door hoogbouw hoogtelandschap. Bouwhoogten langs het landschap in te zetten. Nadrukkelijk dient het hier te gaan om zouden zich dus tot 30meter hoogte moeten accenten, zorgvuldig ingepast. beperken, met hoogbouw tot 60 meter als accenten, De visie op hoogbouw is beschermend voor het liefst in de tweede linie. Delen van de Zuidflank centrum binnen de singelgracht, en in mindere mate kunnen een uitzondering hierop vormen. De knoop- voor het metropolitane landschap. punten met hun grotere hoogte bieden een derde Hoogbouwaspecten van windturbines worden in dieptelaag. relatie gebracht met de resultaten uit de Windvisie van Klimaatbureau/DRO.

64 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 4.7 Ondergrond en het metropolitane landschap

Het metropolitane landschap is als achtertuin van ristieke gebieden als de veenontginning gebieden de stad van grote waarde vanuit cultuur(historisch) ten noorden en zuidoosten van Amsterdam, de (17e perspectief, landschappelijke waarde, recreatieve eeuwse) gebiedaanwinning van polders als Purmer, mogelijkheden en vanuit de waterbergingopgave. Wormer en Schermer, de (19e eeuwse) gebiedaan- winning in de Haarlemmermeer en langs het IJ, de Intensivering van het bebouwd gebied in combi- karakteristieke rivieroevers langs Amstel en Vecht. De natie met het beschermen van het metropolitane bescherming van het metropolitane landschap maakt landschap heeft al een sterk contrast tussen stad en dat we ook in 2040 ook nog volop kunnen genieten land opgeleverd. De keuze voor verdere intensivering van de diversiteit aan landschappen die het resultaat van ons stedelijk gebied biedt ruimte en legitimatie zijn van een diversiteit aan bodemopbouw in de voor behoud en bescherming van het landschappelijk metropoolregio. gebied. Daarmee zetten we in op behoud van onze diversiteit aan bodemopbouw en -kwaliteiten, welke zich bovengronds vertaalt in een grote diversiteit aan vegetatie en landschappelijke inrichting van het metropolitane landschap. We behouden karakte-

Hoogbouw en het metropolitane landschap

De Visie 65 Metropolitane plek: Kop Amstelscheg – ‘Harvard aan de Amstel’* De ‘buitens’ die langs de Amstel liggen bieden een uitstekende kans voor de realisatie van een Harvard aan de Amstel. De Amstelscheg is daarnaast vanuit de stad gezien dé toegang tot het historische landschap en biedt daarmee grote potentie voor nieuwe leisure- en toeristische functies. Te denken valt aan een Rembrandthuis aan de Amstel waarvandaan boten vertrekken die toeristen over de Amstel varen door het landschap dat Rembrandt schilderde. De Amstelscheg is ook belangrijk voor de Amsterdammer. Want de druk op het overige groen in de stad neemt toe. Met onder meer het openbaar maken van de oevers van de Amstel en het beter benutten van het Amstelpark kan de Amstelscheg zich ontwikkelen tot een nieuwe metropolitaan park. Met een sterke stedelijke rand aan beide zijden van de Scheg en mogelijk- heden voor verdere hotel- en congresontwik- keling langs de Europaboulevard. Een plek voor een hoogwaardige, innovatieve business school waar studenten in een exclusieve omgeving wonen en studeren.

*Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén plan!

66 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 5

Herontdekking van het waterfront: Het IJ centraal

Watergerelateerde ontwikkeling langs het IJ, van IJmuiden via de Zaanoevers en IJburg tot Almere De rode draad in deze beweging is het hernieuwde besef van de enorme rijkdom die de grote waterpartijen in en nabij de stad vertegenwoordigen; rijkdom in de vorm van (economische) ontwikkelingsruimte, grote belevingswaarde en recreatiemogelijkheden. Het is bij uitstek het water waarin Amsterdam zich onderscheidt van de meeste andere metropolen. Door de ontwikkelingen langs de IJoevers, IJburg, Amsterdam-Noord en de relatie met Zaanstad krijgt het IJ een steeds centralere positie in de kernstad. Het IJ gaat fungeren als waterplein of waterpark, terwijl het tegelijkertijd tot de drukst bevaren binnenvaartroutes van Nederland blijft behoren. Binnen het gegeven van het water zijn de ruimtelijke opgaven uiterst divers: het gaat om de verdere modernisering van de haven, maar ook om de gewenste mate van stedelijkheid in IJburg tweede fase; de openbaarheid van de noordelijke IJoever komt aan de orde, maar ook de natuurwaarden van het IJmeer in combinatie met water- en kustrecreatie; vraagstukken omtrent een tweede cruiseterminal komen op de agenda, maar bijvoorbeeld ook de discussie over de rol van de NoorderIJplas. Niet in de laatste plaats behelst de opgave het inspelen op de klimaatverandering.

De Visie 67 Waterfront Amsterdam 2040 Legenda Waterfront Algemeen e wonen - werken capaciteitsuitbreiding snelweg bovengronds 2 zeecruise terminal

werken - wonen capaciteitsuitbreiding snelweg ondergronds jachthavens

werken Hogesnelheidslijn wachtplaats binnenscheepvaart

projecten in planvorming of recent spoorverbinding regionale fietsroutes gerealiseerd hoogwaardig ov bovengronds kwaliteitsimpuls stadspark intensiveren havengebied hoogwaardig ov ondergronds strand

verlengen van tramlijn metropolitane plek

internationaal ov knooppunt recreatief programma

hoofd ov knooppunt suggestie natuurontwikkeling

secundair ov knooppunt ontwikkeling waterrand

nieuwe pont- en veerverbindingen kwaliteitsimpuls overgang stad - scheg

P+R locatie A/B opties locatie Olympische Spelen

2e zeesluis studiegebied

zoeklocatie uitbreiding havengebied

68 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 69 Voor de komende 10 jaar ligt de prioriteit bij verdwenen. Het water, de stoere bedrijfsgebouwen, projecten die reeds in gang zijn gezet zoals de kades en de grote schaal in zijn algemeenheid, , Buiksloterham, NDSM-werf, , vormen nu een inspirerend decor, waaraan steeds Zeeburgereiland en IJburg tweede fase. Voor de meer stadsbewoners en moderne economische periode na 2020 wordt een onderscheid gemaakt in sectoren hun identiteit ontlenen. Tegelijkertijd het westelijk en oostelijk deel van de IJoevers. In de leveren de vitale delen veel werkgelegenheid en westelijke IJoevers ligt het accent op de interactie toegevoegde waarde aan de stad. tussen stad en haven, in de oostelijke IJoevers ligt het accent op de interactie tussen stad en recreatie. In het oostelijk deel wordt van oudsher gerecreëerd. De groene met Artis en de Hortus was De haven, havengebonden activiteiten en industrie ooit het flaneergebied van de stad. Waterrecreatie hebben het westelijk deel altijd in belangrijke mate speelt vooral in het oostelijk deel van het IJ, hier gekarakteriseerd. Het is de wereld van scheepsbouw liggen de meeste jachthavens. Het IJmeer staat aan en scheepsreparatie, van overslag en industriële de vooravond van een ontwikkeling tot het groene/ bewerking, het werken met de handen. Het is de blauwe recreatiegebied van de metropoolbewoner, wereld van de karakteristieke arbeidersbuurten als met een versterking van de pleziervaart en met en de , maar diverse soorten oeverrecreatie aan de kusten van ook van de Zaanstreek, het oudste industriegebied Flevoland, Waterland en Het Gooi. van Europa. Voor een deel zijn deze activiteiten

5.1 De Amsterdamse haven

Het gaat goed met de Amsterdamse haven en In de Havenvisie geeft het gemeentebestuur aan die ook met de andere havens in het Noordzeekanaal- schaarste te gebruiken om inventiever en efficiënter gebied. De overslag groeit met spectaculaire cijfers, met de beschikbare middelen om te gaan. Voor de bedrijven vestigen zich graag in de Amsterdamse structuurvisie gaat het intensiever en efficiënter om haven. De haven levert een hoge toegevoegde te gaan met bereikbaarheid en ruimtegebruik. waarde en biedt veel mensen een baan. En ten slotte levert de Amsterdamse haven jaarlijks een mooie Bereikbaarheid bijdrage aan de gemeentekas. De Amsterdamse Essentiële voorwaarde voor de bereikbaarheid haven behoort in grootte al jaren tot de top 5 van is de nieuwe sluis bij IJmuiden. Uiterlijk in 2016 Europa. De verwachting is dat de Amsterdamse moet de sluis operationeel zijn, omdat de capaci- haven profiteert van de internationale groei in het teitsproblemen in die periode te groot worden en goederenvervoer en doorgroeit van een overslag van ook niet meer met noodmaatregelen te bestrijden 76 miljoen ton in 2008 naar 125 miljoen ton in 2020. zijn. Hierover bestaat brede bestuurlijke overeen- stemming in de regio: alle Noordzeekanaalge- Dat stelt de stad wel voor nieuwe uitdagingen. meenten en de Provincie Noord-Holland. Alle Niet langer is ruimte de troef, maar schaarste: bestuurlijke inspanning van de regio is dan ook schaarste aan beschikbare haventerreinen, maar gericht op een positief besluit over een nieuwe sluis, ook schaarste aan de milieuruimte. Het gevolg van omdat anders doelstellingen van intensivering en een verdere groei van de haven mag niet zijn dat herstructurering van bestaande haventerreinen niet de milieugrenzen worden overschreden. Ook dreigt worden gehaald. schaarste aan bereikbaarheid, vooral in IJmuiden. Het sluizencomplex kan, zonder aanvullende maatre- Binnenvaartschepen vervullen een belangrijke functie gelen, de voorziene groei niet accommoderen. Ten in het achterlandvervoer. Belangrijk vanwege de slotte bestaat er het risico dat in de nabije toekomst omvang en vanwege de geringe milieubelasting van ook het beschikbare personeel schaars wordt. De deze vervoersmodaliteit. Gelukkig is de capaciteit bedrijven in de haven kampen met vergrijzing, van de binnenwateren groot genoeg om de groei waardoor de komende jaren veel werknemers zullen van de binnenvaart op te vangen. De groei zorgt wel uitstromen. voor een drukker scheepvaartverkeer op het IJ. Met

70 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam de verstedelijking langs het IJ nemen ook risico’s van vorming van de Amsterdamse haven naar het Duitse veiligheid toe. Er zal een onderzoek starten naar een achterland. veilig samengaan van beroepsvaart, recreatievaart en De groei in overslag voor de periode na 2020 en de veerverbindingen. eventueel daaruit voortkomende ruimtebehoefte is met veel onzekerheden omgeven. Uitgaande van Met de groei van de binnenvaart neemt ook de een hoog groeiscenario, zou de haven in 2040 een behoefte aan wachtplaatsen toe. Naast totaal aantal goederen van 194 miljoen ton kunnen zijn ook locaties buiten het havengebied nodig. overslaan. Bovendien is een keuze voor maximale Daarom wordt een nieuwe wachtplaatslocatie groei een beleidskeuze die voor de periode na 2020 gemaakt bij het Kompaseiland in het Oostelijk opnieuw afgewogen moet worden. Een dergelijke Havengebied. De zuidzijde van de NoorderIJplas kan groei is alleen mogelijk met een tweede zeesluis en worden benut voor de verplaatsing van woonboten gewenst als de extra lading voldoende bijdraagt en bedrijfsvaartuigen uit de ADM-haven. aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde én als de groei op een duurzame manier kan Ook de spoorwegen zijn belangrijk. Om de spoor- plaatsvinden. Voor de ruimtebehoefte betekent dit wegcapaciteit te vergroten en beter te benutten zijn dat voor de periode na 2020 opnieuw afgewogen momenteel een tweede emplacement bij de Aziëha- zal moeten worden of uitbreiding van het haven- venweg, een tweede aansluiting van het havenspoor gebied gewenst is en de wijze waarop. Voordat tot op de doorgaande spoorlijn ten westen van het uitbreiding wordt overgegaan, moet een intensive- station Sloterdijk en een uitbreiding van het empla- ringsprestatie geleverd zijn volgens nog nader uit te cement bij de Westhavenweg in uitvoering. Met het werken normering. Als daarbij wordt gekozen voor Rijk en de spoorsector vindt onderzoek plaats naar uitbreiden zal een afweging moeten worden gemaakt de routering van het goederenvervoer door de stad. tussen de Houtrak en de Wijkermeerpolder. Als voorkeursvariant is de route via Diemen-Zuid gekozen. Deze routering vereist een aantal infra- Uitbreiding haven in structuurvisie provincie structurele ingrijpen. Deze worden nu door het Rijk De Provincie zet in op de optimale benutting van verder onderzocht. Een punt van aandacht blijft het het huidige haventerrein door verdichting, innovatie vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor in relatie en herstructurering, bij voorkeur in samenhang met tot verdichting. Op basis van nieuwe prognoses de realisatie van een nieuwe zeesluis bij IJmuiden. zullen langs het spoor veiligheidscontouren worden Samenwerking met de haven van Rotterdam wordt vastgelegd. gestimuleerd. Ten behoeve van de optimale benutting van het Ruimtegebruik haventerrein kiest de Provincie ervoor het bestaande Het gemeentebestuur kiest ervoor om de verdere havengebied voor 2020 niet uit te breiden. Voor groei in ladingstromen tot 2020 te laten plaatsvinden de periode na 2020 zal opnieuw een afweging in het bestaande havengebied. In 2020 is de haven gemaakt worden of uitbreiding van het havengebied dus niet groter geworden dan in 2010, maar ook gewenst is en de wijze waarop. De Provincie zal niet kleiner. Dit is geen gemakkelijke opgave, de hiervoor samen met de gemeente Amsterdam een hoeveelheid uitgeefbare grond is zeer beperkt. De onderzoek (locatie MER) uitvoeren waarin ook de groei zal vooral door intensivering en herstructu- keuze voor een uitbreidingslocatie is opgenomen. rering op bestaande haventerreinen moeten worden De Provincie neemt uiterlijk 2015 een besluit over gerealiseerd. Uit de studie “Innovatief Intensiveren eventuele uitbreiding en de beoogde locatie. In de in de Amsterdamse haven” die DRO in opdracht van tussentijd mogen in de Wijkermeerpolder (onderdeel Haven Amsterdam heeft uitgevoerd, blijkt dat er van Stelling van Amsterdam (Nationaal Landschap) volop kansen zijn voor intensivering van het ruimte- en UNESCO) en de Houtrakpolder (Rijksbufferzone) gebruik in de Amsterdamse haven. Er komt een geen onomkeerbare ontwikkelingen plaatsvinden die onderzoek naar de toepasbaarheid in de Amster- een eventuele uitbreiding van de haven onmogelijk damse haven van innovatieve opslag technieken voor maken. kolen en een onderzoek naar verdere samenwerking in de logistieke kolen keten met als doel een snellere doorzet van de kolen in de Amsterdamse haven. Bijvoorbeeld door het verleggen van voorraad-

De Visie 71 Cruisevaart capaciteit. Een geschikte locatie lijkt het Wester- Voor de zeecruise speelt de ruimtebehoefte eerder. hoofd aan de Coenhaven. Na het gereed komen Het gaat namelijk goed met de cruisevaart op van de Tweede Coentunnel komt dit terrein weer Amsterdam. Amsterdam wil de cruise blijven stimu- beschikbaar voor havenactiviteiten. Voordat de leren en accommoderen, omdat deze sector vooral locatie daadwerkelijk kan worden gebruikt voor in het kleinbedrijf (winkels, toeristische attracties) uitbreiding van de capaciteit, zullen eerst milieu- grote economische voordelen brengt. De capaciteits- aspecten en aspecten m.b.t. externe veiligheid grenzen van de PTA komen in zicht. De komende verder moeten worden onderzocht. jaren wordt gezocht naar een uitbreiding van de

5.2 Verkeer en vervoer en het waterfront

Openbaar vervoer draagt de ruimtelijke ontwikke- Fiets lingen (icoon knooppunt Johan van Hasselt) De fiets kan binnen Noord een belangrijker rol De mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen langs de krijgen dan nu, zeker ook in combinatie met het diverse flanken van het IJ hangen sterk samen met de openbaar vervoer. Een aantrekkelijke en recht- keuzes die gemaakt moeten worden ten aanzien van streekse fietsverbinding langs de Noordwestelijke het openbaar vervoernetwerk, die deze ontwikkeling IJoever, met daarvoor noodzakelijke bruggen over ondersteunen. zijkanalen is een belangrijke eerste stap, waarvan ook de fietsers uit Zaanstad profiteren. Ook nieuwe In Amsterdam-Noord wordt op termijn met de fiets- en pontverbindingen met de zuidelijke IJoever ingebruikname van de Noord/Zuidlijn een belangrijk kunnen een belangrijke rol bij het betrekken van structurerend element toegevoegd aan het OV-net. Amsterdam Noord bij het Amsterdam ten zuiden van Nu bestaat dat nog uit een groot aantal buslijnen, het IJ. Voorwaarde voor nieuwe pontverbindingen, die voornamelijk gericht zijn op Amsterdam Centraal. bijvoorbeeld tussen Noord en , is wel dat er Met op termijn intensievere ruimtelijke ontwikke- direct bij de aanlandplaatsen aantrekkelijke functies lingen aan de noordoostelijke en noordwestelijke zijn om het gebruik te bevorderen. IJoever ontstaat een basis voor hoogwaardiger en meer structurerende oost-westverbindingen, die Auto kunnen worden verknoopt met de Noord/Zuidlijn. Intensivering van de verstedelijking in Noord zal De omvang, de aard en de dichtheid van deze ook gepaard moeten gaan met investeringen in het ruimtelijke ontwikkelingen bepalen in grote mate de wegennet, waaronder de A10 Noord, die anders OV-techniek die daar het beste bij past: HOV-bus bij dan de A10-West en - Zuid wel een gecombineerde een beperkte en gespreide ontwikkeling, tram bij een functie behoud voor doorgaand en bestemmings- meer gebundelde en geconcentreerde ontwikkeling verkeer. Mogelijke knelpunten op het onderliggende en metro bij een hoogstedelijke en zeer omvangrijke wegennet als gevolg van verdere verstedelijking ontwikkeling. Met het oog op de nog bestaande kunnen deels ook ondervangen worden met parkeer- onzekerheid over wanneer er in welke omvang na beleid. 2030 ontwikkeld kan worden aan de noordweste- lijke IJoever, ligt daar een gefaseerde oplossing het meest voor de hand: een HOV-bustracé waar nu reeds draagvlak voor bestaat kan op termijn worden opgewaardeerd tot een tramverbinding tussen Amsterdam Noord en Zaanstad en/of een metrover- binding tussen Amsterdam Noord en Sloterdijk via de verlengde Ringlijn.

72 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 5.3 Westelijke IJoevers, Zaan- en IJoevers verbonden

Langs de westelijke IJoevers ligt het accent tot 2030 en NDSM-werf. Daarnaast start de aanleg van de op een continuering van de havenactiviteiten en een tweede Coentunnel en de Noordtangent en de verdere stedelijke ontwikkeling van de IJoevers. Voor planvoorbereiding voor het doortrekken van de de periode na 2030 kan een verdere transformatie ringlijn van de metro naar Amsterdam-Noord. Ook van de IJoevers plaatsvinden waarbij de Zaan- en start een verkenning voor de Noordoosttangent. De IJoevers meer en meer functioneel (OV-verbindingen, Noorder IJ-plas krijgt een recreatieve bestemming, werk- en woongebieden) met elkaar verbonden waarbij de zuidzijde van de plas kan worden benut raken. In de verkenning Haven-Stad drie scenario‟s voor de verplaatsing van woonboten en bedrijfsvaar- gepresenteerd voor de interactie tussen haven en tuigen uit de ADM-haven. Het markeert definitief stad in dit gebied. Het gemeentebestuur kiest voor de verbondenheid tussen de Zaan- en de IJoevers. een voortgaande verstedelijking langs de IJoevers, Het Hembrugterrein in Zaanstad wordt ingericht waarbij de haven moet herstructureren of worden als broedplaats voor creatieve bedrijven en festival- uitgeplaatst naar een alternatieve locatie in de terrein. De Sixhaven met de Tolhuistuin ontwikkelt metropoolregio. Daarbij speelt ook een mogelijke zich tot voorportaal van de recreatieve route naar aanwijzing van de westelijke IJoevers als centrale Waterland. Waar mogelijk worden groene routes locatie voor de Olympische Spelen. langs de Noordelijke IJoevers aangelegd, richting NDSM, maar ook richting . Voor Continuering havenactiviteiten de periode na 2020 is het perspectief nog onvol- In de Havenvisie is opgenomen dat het gebied ten doende uitgekristalliseerd en afhankelijk van verdere oosten van de A10 (Coenhaven,Vlothaven en Mercu- uitwerking van Haven-Stad scenario’s. Hoge prioriteit riushaven) tot 2020 behouden blijft voor havenacti- heeft het verbeteren van de openbaar vervoerver- viteiten. Ook de milieuruimte wordt niet ingeperkt. binding met Zaanstad. Dit betekent dat bedrijven als Cargill, ICL/Amfert en Eggerding op hun huidige locatie kunnen blijven. Haven-Stad Het convenant Houthaven – NDSM-werf, dat op Onder de noemer Haven-Stad hebben de DRO en 17 januari 2009 is met deze bedrijven is gesloten, Haven Amsterdam de afgelopen drie jaar samen- verlengt deze periode van havenactiviteiten binnen gewerkt aan een verkenning naar de toekomst de ring A10 tot 2029. Het convenant behelst dat de van de westelijke IJoevers. In drie scenario’s is woningbouw in de Houthaven en op de NDSM-werf een perspectief geschetst van de wenselijkheid en doorgang kan vinden, maar dat de centrale stad en haalbaarheid van gemengd wonen en werken langs stadsdelen een pas op de plaats maken en eventuele het IJ voor de lange termijn, dat wil zeggen na 2030. andere woningbouwplannen die relevant zijn voor Daarbij ging het vooral om de vraag of bestaande de bedrijven pas na 15 jaar in procedure kunnen havenactiviteiten met nieuwe woningbouw kan brengen en pas na 20 jaar tot feitelijke uitvoering worden gecombineerd, of dat uitplaatsing of brengen. Het gemeentebestuur zegt daarbij toe, herstructurering nodig is. indien na 20 jaar de eventuele nieuwe ruimtelijke plannen een verdergaande belemmering voor de De scenario’s verschillen van elkaar in de ligging van ontwikkeling van de bedrijven met zich zouden de begrenzing tussen haven en stad. In scenario 1 brengen, zich er tot het uiterste voor te zullen blijft de huidige begrenzing van de geluidcontourlijn inspannen dat er dan voor de bedrijven alternatieve uitgangspunt. De centrale opgave is om binnen huisvestingslocaties beschikbaar zullen zijn. de begrenzing, zowel aan stadzijde als havenzijde zo veel mogelijk te intensiveren. In scenario 2 ligt Stedelijke ontwikkeling IJoevers de geluidcontourlijn op het Noordzeekanaal en In de periode tot 2020 worden de lopende projecten de Mercuriushaven. De centrale opgave is verdere Overhoeks en Buiksloterham afgemaakt en worden verstedelijking langs de IJoevers in combinatie met ook die projecten uitgevoerd die de afgelopen schonere en stillere havenactiviteiten.­ In scenario 3 jaren zijn voorbereid en die mogelijk gemaakt ligt de begrenzing op de A10, waarbij de havenac- worden door het Convenant, namelijk Houthaven tiviteiten plaats maken voor een nieuwe stadswijk

De Visie 73 voor meer dan 30.000 inwoners. De centrale opgave autonome groei. Voor scenario 2 is het nog onzeker in scenario 3 is uitplaatsing en transformatie. Voor of in een periode van twintig jaar schone en stille de afweging van de wenselijkheid van (onderdelen havenactiviteiten daadwerkelijk zijn te realiseren. Wat uit) de scenario’s is gekeken hoe deze passen binnen wel zeker zal zijn is dat de benodigde innovaties en algemene visies en ambities van de gemeente en de investeringen hoog zullen zijn. metropoolregio, zoals stedelijke transformatie/inten- Voor de bereikbaarheid biedt scenario 3 veruit de sivering woningbouw, metropolitane bereikbaarheid, beste kansen voor het verbeteren van de regionale metropolitaan landschap en duurzaamheid. Vanuit de bereikbaarheid door een grotere vervoerswaarde en haven is daar het behoud en de versterking van de omdat het een schakelfunctie kan vervullen tussen de nautische functies aan toegevoegd. noord-zuidverbindingen en Oost-Westverbindingen. Dit geldt in principe voor alle modaliteiten. De stede- De mogelijkheden van woningbouw nemen toe lijke intensivering zal bij grootschalige transformatie in naarmate meer havenactiviteiten (met bijbehorende scenario 3 de stedelijke druk op het landschap doen geluidcontouren) worden verplaatst. In scenario 1 zijn verlichten, maar tegelijkertijd de druk vanuit de haven 4.000 woningen te realiseren, in scenario 2 zijn dat doen toenemen. Daardoor is niet goed aan te geven er zo’n 13.000, terwijl het aantal in scenario 3 ruim welk scenario het metropolitaan landschap het meest 19.000 bedraagt. Voor de leefomgevingskwaliteit beschermt. De bijdrage aan de duurzaamheid is sterk scoort scenario 2 het gunstigst. Hier is immers sprake afhankelijk van de wijze waarop de transformatie van een schone en stille havenzone die als buffer gaat plaats vinden. Zo zal bijvoorbeeld het behoud fungeert, terwijl in scenario 3 de woningbouw tot van de grote hoeveelheid water vanuit de opgave aan bestaande zware havenactiviteiten reikt. Vanuit voor de waterberging een belangrijk gegeven zijn. havenoptiek bezien pakt de beoordeling van de Dit betekent dat in de scenario’s de huidige water- scenario’s anders uit. In deze optiek draagt scenario bekkens gehandhaafd blijven. 1 het meeste bij aan de versterking van het haven- Voor de haalbaarheid zijn vooral de kosten en industrieel complex en scenario 3 het minste. In uitplaatsingen van belang. Bij de uitplaatsingen scenario 3 en waarschijnlijk ook in scenario 2 zullen de gaat het niet alleen om de havenbedrijvigheid, havenbedrijven verplaatst moeten worden naar een maar ook om de bedrijvigheid dat op een groot alternatieve locatie. De benodigde ruimte concurreert aantal bedrijfsterrein in Haven-Stad is gevestigd. De met de benodigde ruimte voor de opvang van de oppervlakte van het gebied is zo groot als geheel

Projectgebied Havenstad

74 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam IJburg, waarin honderden bedrijven zijn gevestigd. Bij een volledige uitplaatsing van de bedrijvigheid in scenario 3 bedraagt de bijbehorende ruimteclaim voor stedelijke bedrijvigheid bij 100 hectare en Bestaande situatie voor havenbedrijvigheid 70-90 hectare. Voor deze claims zal in de gemeente of de metropoolregio nog ruimte gevonden moeten worden. De kosten zijn met behoorlijk veel onzekerheden omgeven. Wanneer bijvoorbeeld door strategische aankopen kan worden ingespeeld op gewenste ontwikkelingen, kunnen de verwervings- en transformatiekosten aanmerkelijk lager uitpakken.

Het gemeentebestuur kiest voor de lange termijn voor een verdere uitwerking van de scenario’s 2 en 3. Naast financiële haalbaarheid is een belang- rijke randvoorwaarde dat er alternatieve locaties beschikbaar zijn voor uit te plaatsen havenbedrijven en de bedrijven die op de stedelijke bedrijventer- reinen langs de westelijke IJoevers zijn gevestigd.

De Visie 75 Scenario 2

76 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Scenario 3

De Visie 77 5.4 Havenstad: mogelijke olympische locatie

Havenstad/De westelijke IJoevers is één van de en realisaties komen niet overeen met de afspraken twee mogelijke locaties voor de centrale locatie uit het convenant. het kloppend hart van de Olympische Spelen De Olympische Spelen zijn qua schaal, fasering (naast locatie Zuidas). Deze locatie sluit aan bij en kosten/baten van een eigen specifieke orde en het oer-Hollandse thema water. Daarbij gaat het vereisen een eigen specifieke ruimtelijke opgave. in ieder geval om het Olympisch Stadion met Naast de benodigde ruimte voor de accommodatie omliggend park, het zwemstadion, het Olympisch is ook de bereikbaarheid een essentiële voorwaarde. dorp en de mediavoorzieningen. De benodigde De olympische locatie zal zowel op het metronet oppervlakte bedraagt minstens 100 hectare. Een als op het landelijke spoornet aangesloten moeten mogelijke olympische locatie in de haven speelt worden. Dat betekent dat in het gebied goed moet een cruciale rol in de transformatie van dit deel worden aangesloten op het OV-net. De ringlijn van van de stad. Voor het gebied gelden de afspraken de metro moet worden doorgetrokken en krijgt een uit het Convenant Houthaven – NDSM-werf en het halte op deze locatie. beleid uit de Havenvisie. Realisatie van olympische accommodaties betekent dat op korte termijn moet worden bezien hoe moet worden omgegaan met de gemaakte afspraken en het vastgestelde beleid. is echter in strijd met de Havenvisie en het Convenant Houthaven – NDSM-werf. Planning van procedures

78 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 5.5 Oostelijke IJoevers

Langs de oostelijke IJoevers ligt het accent de toenemend aantal bewoners, werkers en bezoekers is komende jaren vooral op de waterrecreatie. Dat op verschillende momenten in het gebied aanwezig neemt niet weg dat ook in het westelijke deel voor verschillende activiteiten. Het water, als van IJ waterrecreatie plaatsvindt. Onderzocht zal onderdeel van de openbare ruimte, heeft daarin een worden of na 2020 langs de noordoostelijke oevers belangrijke functie. transformatie kan plaatsvinden. Onder de noemer Noordoostwaarts worden verschillende projecten op de noordoostelijke IJoever ontwikkeld en samenge- Kansrijke lokaties voor bracht. Momenteel wordt er op deze projecten in jachthavens aan het IJ en IJmeer hun onderlinge samenhang gestudeerd. 50 Huidige jachthaven met aantal ligplaatsen Evenementen

300 Mogelijke jachthaven Het IJ als hoofdtransportas versus recreatief Recreatie met aantal ligplaatsen medegebruik 300 Mogelijke buurtthaven Horeca Het Noordzeekanaal/IJ is een belangrijke hoofd- met aantal ligplaatsen Toekomstig zoekgebied voor verkeersroute voor de scheepvaart. Deze vorm Luxe jachthavenontwikkeling € van gebruik zal in de toekomst verder toenemen. Tegelijkertijd zal het gebied langs het IJ en IJmeer Revitalisering jachthaven Duurzaamheid verder worden verdicht en zal er ook vanuit andere P Kort parkeren sectoren een grotere druk op het gebied komen. Een Pontverbinding Nautische bedrijvigheid Y 

Conflictzone Chartervaart Kansrijke locaties voor jachthavens aan het IJ en IJmeer

N

Schaal 1:10.000

De Visie 79 Nieuwe woongebieden aan het IJ leiden tot meer over water (pontverkeer over het IJ en goederen gebruik van het water dat letterlijk en figuurlijk botst over het IJ en stad) biedt kansen voor leefbaarheid, met de functie van het IJ als hoofdtransportas. De luchtkwaliteit, energiebesparing. hoofdtransportas functie is de primaire functie van het IJ. Deze wordt echter wel in de stedelijke context Door klimaatsverandering zal het aantal extreem geplaatst waarbij er ook ruimte wordt gebonden warme dagen toe gaan nemen. Er zal grote voor de andere vormen van gebruik. Er wordt ruimte behoefte zijn aan mogelijkheden voor verkoeling. gegeven voor toename recreatief medegebruik Het IJ vormt een belangrijke bron van verkoeling hoofdtransportas (het IJ en het Amsterdam-Rijn- voor de stad. Het water is koel en door de grote kanaal) waarbij dit goed gereguleerd moet worden: open ruimte is op hete dagen hier vaak nog net Er wordt een stadsbreed ligplaatsenbeleid en een een zuchtje wind te vinden. Het IJ is daarmee een zonering ontwikkeld voor een betere afstemming belangrijke openbare ruimte voor hen die verkoeling en aansluiting en positionering van ligplaatsen zoeken. Het IJ is tegelijkertijd niet overal even goed aansluitend bij het stedelijk weefsel, zoals het reali- toegankelijk of aantrekkelijk om te verblijven. Op seren van meer passantenligplaatsen in het centrum- strategische plekken langs het IJ worden kwalitatief gebied en op goed bereikbare plekken (ondermeer hoogwaardige openbare verblijfsruimten (Zit- en uitbouwen van Sixhaven tot stadshaven en reali- zwemplekken steigers, kinderspeelbadjes, fonteinen, seren van passantenhaven bij IJburg en jachthaven waterspeeltuin) gecreëerd voor verkoeling en Zeeburgereiland) en stimuleren gebruik binnenwater aangenaam verblijf. in Noord, West en Zuidoost en koppelen aan buurt- jachthavens. Kompaseiland Het Kompaseiland is een klein eilandje in het IJ Verder moet worden onderzocht hoe de verbinding ter hoogte van het Azartplein, en had vroeger een via het water tussen de stad en IJburg kan worden functie voor de scheepvaart, onder meer als locatie verbeterd. om het kompas te ijken. Het gemeentebestuur ziet veel potentie voor ontwikkelingen op deze plek ten De gewenste jachthavenprofielen sluiten aan bij de noorden van Java-eiland, zeker in het licht van de vele identiteiten van het waterfront van Amsterdam. verwachte transformatie van de Noordoostelijke Van west naar oost zijn dat: nautisch/creatief; inter- IJoevers. Met het “roder” worden van de randen van nationaal georiënteerd; gericht op bewoners, klein- het IJ zal er in de toekomst grote behoefte bestaan schalig en groen; en aan de oostkant de directe aan een bijzondere, relatief open plek voor recreatief relatie met de grote watersport. Uitgangspunt is gebruik. Daarnaast is het Kompaseiland in beeld als dat de jachthavens onderdeel zijn van de stede- wachtplaats voor de binnenvaart. Met de groei van lijke omgeving en een bijdrage leveren aan het de binnenvaart neemt ook de behoefte aan wacht- stedelijk vrijetijdsprogramma. Aandachtspunten zijn plaatsen toe. Naast Westpoort zijn ook locaties de veiligheid op het IJ en de vereiste van nautische buiten het havengebied nodig en het Kompaseiland bedrijvigheid (reparatie, onderhoud en winterstalling) is daarvoor goed geschikt. in de omgeving van de stad. Op korte termijn (voor 2020) kiest het gemeen- Uit een nog niet afgeronde verkenning naar recreatie tebestuur ervoor om het Kompaseiland alleen als langs de oevers van het IJ komen voor de noordoos- wachtplaats voor de binnenvaart te ontwikkelen. Dit telijke oever de volgende wensen naar voren: betekent dat in het IJ steigers worden aangelegd, ƒƒ openbaar maken van de IJoever (zie voorkeursal- die door een brug met het Javaeiland worden ternatief) verbonden. Op de locatie kunnen voorzieningen voor ƒƒ betere verbindingen tussen Vliegenbos, Rietland de binnenvaart worden aangebracht, maar ook een en Oeverpark Schellingwoude horecavoorziening behoort tot de mogelijkheden. ƒƒ fietsverbindingen Een aanplempen van een nieuw eiland wordt niet ƒƒ ruimtelijke en functionele verbinding leggen voor 2030 voorzien. Daarbij is ook een strategie tussen Vliegenbos en Noorderpark denkbaar waarbij beschikbaar zand op deze plek ƒƒ trekkers in de Schellingwouderscheg wordt gestort, er geleidelijk een eiland ontstaat (pioniersgroen, educatief eiland) en dat de program- Ruimte voor toename van lokaal en regionaal vervoer mering tegen die tijd afhangt van de ontwikkeling in

80 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam de omgeving. Het recreatief/ cultureel eiland kan een Veerverbindingen functie vervullen voor de hele stad. Deze is in eerste Er wordt een aantal veerverbindingen voorgesteld. instantie alleen toegankelijk door een dam of (fiets) Het gaat hier om een veer van Kop Java-eiland naar brug – een langzaam verkeerverbinding -vanaf het Motorwal, van Zeeburgereiland naar Sporenburg en Azartplein. Bij de transformatie van de Noordooste- eventueel een veerverbinding richting Zaanstad. lijke IJoever ka het de opmaat vormen voor een aan te leggen fietsbrug naar Noord.

5.6 IJmeer, IJburg en Almere

Amsterdam heeft een traditie van aanplempen en maximaal 9.200 extra woningen. Met deze tweede bouwen in en richting het water. Waren het eerst de fase ronden we IJburg af. bijvoorbeeld de eilanden en landaanwinningen in het IJburg tweede fase heeft een stedelijk karakter, en in het Oosterdok en ooste- met een woningdichtheid die het dubbele is van lijke haveneilanden ten bate van haven- handel- en de dichtheid op andere Vinexlocaties, en een industriële activiteiten, recentelijk is getransformeerd gemengd woon/werkmilieu. Met de ontwikkeling in nieuwe woongebieden. De aanleg van IJburg is van bijzondere plekken en programma’s krijgt IJburg een voortzetting van deze traditie waarmee de stad niet alleen betekenis voor haar bewoners, maar ook zich nu ook richt op de spectaculaire waterplas aan voor de stad en haar bezoekers. Voorbeelden zijn de de oostkant. Die beweging willen we doorzetten. stranden en de mogelijkheden voor een bijzondere voorziening aan de oostzijde van IJburg, aan het IJmeer: het blauwe hart IJmeer. Mogelijke watersportmogelijkheden in de Het IJmeer heeft de potentie om een fantastisch toekomst zullen vooral gericht zijn op de IJburgbaai, natuur- en recreatiegebied te worden: een blauw hart de centrale waterkom binnen IJburg. Met aan de dat een nieuwe dragende en verbindende kwaliteit oevers een stadsstrand en ruimte voor een gemengd aan de metropoolregio toevoegt. Als stad en regio programma van voorzieningen, werken, recreatie willen we daar gebruik van maken. Welke andere en wonen. De oostelijke oever krijgt een veel meer wereldstad heeft van die rijke en goed beleefbare natuurlijk karakter, met ruimte voor een bijzondere natuur binnen handbereik? voorziening in de overgang van stad naar natuur.

Het realiseren van deze potenties vergt inspan- Natuurwaarden ningen en een vernieuwde kijk richting het oosten, Het IJmeer en Markermeer zijn vanwege de grote het IJmeer en Almere. Met de drievoudige schaal- aantallen overwinterende eenden en andere water- sprong in en rondom het IJmeer, beschreven in de vogels door de Europese Commissie benoemd tot RAAMbrief, worden Amsterdam en Almere veel Natura 2000-gebied. Dit grote open water is op beter met elkaar verbonden; door een nieuwe Europese schaal van belang voor de vogelpopu- metropolitane ontwikkelingsas voor hoogwaardige latie. Het IJmeer en Markermeer zijn daarnaast heel woonmilieus aan het water, nieuwe, interessante belangrijk voor de recreatie, ondermeer de water- vestigingslocaties en een veelheid aan recreatie- sport. Het heeft voldoende maat voor zeilers van de mogelijkheden. Een ontwikkelingsas, ondenkbaar bruine vloot. Verder oefenen op het IJmeer onder zonder IJmeerverbinding, die ook voor veel positieve andere zandwinners en de binnenvaart hun beroep dynamiek kan zorgen op het Amsterdamse grond- uit. gebied. De ontwikkeling van het blauwe hart vergt ook een De bestaande natuurwaarden van het IJmeer en robuust ecologisch systeem met een verbeterde Markermeer hollen echter achteruit. Dit is het gevolg waterhuishouding. van dat de ecologische situatie in het gebied, sinds de afsluiting van de , nog steeds niet in IJburg tweede fase evenwicht is. Massale achteruitgang van mosselen en De komende jaren zal IJburg worden uitgebreid met spiering leidt tot grote voedseltekorten van eenden de zogeheten tweede fase: vier nieuwe eilanden met die hier overwinteren. Om de neergaande trend te

De Visie 81 keren zijn ingrijpende maatregelen nodig. Het hele streven. De ontwikkeling van natuur en recreatie laat ecosysteem moet aangepakt worden om de diver- ruimte voor verantwoord economisch gebruik van siteit in habitats en de weerbaarheid te vergroten. het gebied door bijvoorbeeld beroepsscheepvaart zandwinners. Een verbinding tussen Amsterdam en De benodigde maatregelen staan beschreven in het Almere mag niet ten koste gaan van de beleving van Ontwikkelingsperspectief IJmeer-Markermeer (2008), het landschap, en moet daarom bij voorkeur onder- en zijn uitgewerkt in het “toekomstbeeld markermeer gronds. De mogelijkheden van vervoer over water IJmeer” (2009), beide door Amsterdam onder- moeten ten volle worden benut. schreven. Het perspectief is een set van natuurmaat- regelen waardoor een robuust ecosysteem ontstaat. Veiligheid en waterkwaliteit Waarbij meer natuurlijke land-water overgangen De nieuwe eilanden van IJburg komen integraal op met rietgordels en luwtes waar waterplanten kunnen voldoende hoogte te liggen (i.p.v. van een laaglig- groeien worden gerealiseerd. Dit nieuwe ecosysteem gende polder met een ringdijk). Dit betekent zal zo robuust zijn dat andere vormen van gebruik robuust wonen: bij een calamiteit minder schade en mogelijk zijn zonder het ecosysteem fundamenteel bedreiging door overstroming. Het voordeel is een aan te tasten. beter contact met het water vanaf het eiland. Woningbouw en recreatie worden mogelijk door De inzet van Amsterdam is dat het peil van het zodanig robuuste natuur aan te leggen dat een Markermeer en IJmeer wordt losgekoppeld van het surplus ontstaat ten opzichte van de eisen die Natura IJsselmeer en er daarmee geen peilstijging komt van 2000 stelt. De Europese Commissie heeft recent het Markermeer. Ten bate van de natuur en zoetwa- aangegeven dat niet eerst het hele pakket moet zijn tervoorziening kan er wat Amsterdam betreft wel uitgevoerd maar dat natuurontwikkeling en overige ruimte komen voor een seizoensgebonden peil. ruimtelijke ontwikkelingen parallel mogen plaats Hierdoor blijven de gevolgen van een calamiteit vinden, mits natuur niet achteruit mag gaat èn de beperkt en is gunstig voor de kosten van IJburg totale uitvoering van het plan geborgd moet zijn tweede fase, omdat minder opgehoogd hoeft te (zowel uitvoering van het gehele plan als de finan- worden en/of minder oppervlakte hoeft te worden ciering hiervan). Dus andere ontwikkelingen mogen al gereserveerd voor toekomstige verhoging en verste- beginnen voordat totale natuurpakket is uitgevoerd. viging van de kering. Dit komt ten goede van de inrichting, de ruimtelijke kwaliteit en de kosten. Amsterdam zal zich inzetten voor uitvoering van het Ontwikkelingsperspectief. De natuurpotenties In het Markermeer en IJmeer moet wel ruimte van het IJmeer moeten volledig worden benut beschikbaar blijven voor waterberging zodat de zodat een imposant ecologisch systeem ontstaat. stadsboezem bij extreem hoogwater op Amstel en Hierdoor blijft de grote ecologische waarde gewaar- IJ kan uitmalen via het gemaal Zeeburg. Dit voor borgd die het gebied op Europese schaal heeft en het geval de Amstelboezem niet voldoende kan ontstaat er zoveel ecologische veerkracht heeft dat afwateren richting zee via het Noordzeekanaal. het daardoor toegankelijk, bruikbaar en beleefbaar Daarnaast wil Amsterdam van de mogelijkheid is. Daar kan ook IJburg 2 aan bijdragen door de gebruik blijven maken voor het onttrekken van water aanleg van natuuroevers en het maken van luwte. aan het IJmeer ten bate van doorspoeling van de De waterrecreatie wordt bevorderd door het creëren grachten, zolang er hiervoor nog geen passend alter- van nieuwe vaardoelen en beschutte ankerplaatsen. natief gevonden is. De kusten moeten ruimte bieden voor recreatieve Het Markermeer en IJmeer zijn in de toekomst van beleving van het gebied. De ontwikkeling van belang voor de drinkwatervoorziening. de “natuurboulevard” tussen IJburg en Muiden (met fiets- en wandelpaden) past heel goed in dit

82 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 5.7 Hoogbouw langs het IJ

Door de aanleg van treinsporen, Centraal Station, en Deze rol is gecompliceerd. Sommige zichten zijn nieuwe eilanden is het 17e eeuwse open havenfront gewenst, andere niet. Als uitgangspunt bij de ontwik- in de 19e eeuw ingrijpend veranderd. De historische keling van de zuidelijke IJoevers is genomen dat stad werd door nieuwe werk- en transportgebieden homogene historische stadsbeelden uit één periode afgesloten van het IJ. Anderzijds kan dit voor de door de nieuwe bebouwing aan het IJ in hoofdzaak historische stad wel eens de redding van verpau- niet gewijzigd worden,gezien vanuit het openbaar pering gebleken te zijn. Havenkranen zijn gekomen gebied. Een stadsbeeld dat al elementen kent uit 17e en weer gegaan. Enkele hoogbouwaccenten zijn en 19e eeuw kan dus ook een relatie met objecten gebleven, zoals de circa 75 meter hoge toren op uit de 20e of de 21e eeuw krijgen, een stadsbeeld Overhoeks van Arthur Staal (ontwerp 1966). Pal dat geheel 17e eeuws is blijft in grote lijn gelijk. Het tegenover Centraal Station markeert deze toren het Wester IJ-dock staat dus prominent aan het IJ, maar smalste punt van het IJ. De ingezette herontwikkeling is niet zichtbaar vanuit westelijke grachtengordel. van de IJoevers beoogt de stad weer voorkanten aan De toren op het KNSM-eiland is een accent in het het IJ te geven, en brengt centrumstedelijke kwali- IJ-landschap,maar legt bovendien een zichtrelatie teiten aan weerszijden van het IJ-waterfront. met de van oordsprong 19e eeuwse Sarphatistraat.

Het moderne werklandschap is ondertussen in weste- Dit beleid wordt voortgezet op de Noordelijke lijke richting langs het Noordzeekanaal verschoven. IJoevers. De torenstrip van Overhoeks, met een Door de schaal van de energiecentrale, terminal- hoogte tot 120 meter, versterkt als een kaap in kranen, oliedrums en windmolens maakt het haven- het IJ, de toren van Staal bij de accentuering van landschap ervaarbaar uit de omgeving, en maakt het het smalste punt in het IJ. Tegelijk is de strip niet visueel deel uit van de stad. Nieuwe utilitaire hoogte- zichtbaar vanuit de westelijke grachtengordel. objecten of zeer grote gebouwen (kanjers) zullen dit Overige hoogbouw aan de Noordelijke IJoevers, beeld alleen maar verder versterken. tot 60 meter hoog, vindt niet direct aan de oever plaats, maar in de tweede linie, langs het tracé van Bij de herontwikkeling van de vrijgekomen zuide- het Van Hasseltkanaal. Op beide uiteinden van dat lijke IJoevers is gezocht de stad weer een voorkant kanaal is het IJ juist op haar breedst. Bovendien aan het IJ te geven. Daarbij is aangesloten bij zijn dit kruispunten in het netwerk van vaarwegen, de pakhuismaat, met hier en daar hoogbouwac- de één op de overgang met het Noordzeekanaal, centen. Deze accenten dienen twee doelen: het de ander met het IJmeer. Net als bij Overhoeks vormgeven van de ruimte van het IJ en het scheppen is de inzet deze landschappelijke kenmerken met van ruimtelijke relaties met de stad landinwaarts. hoogbouw boven 80 meter te accentueren. Hier niet

Hoogbouw aan het waterfront

De Visie 83 door concentratie, maar juist door individuele torens zeer grote gebouwen (kanjers) of utilitaire objecten die aan weerszijden van het IJ de ruimte vangen. De (windmolens). De beëindiging van IJburg aan de impact tot de binnenstad is vergelijkbaar met die van oostzijde krijgt vooral een natuurlijk karakter; geen de Rembrandttoren: op circa 2 kilometer afstand, en stenen front aan het water, maar een landschappe- daarmee perspectivisch wegvallend. lijke overgang tussen stad en IJmeer. In het Buiten-IJ wordt het waterfront gevormd door de wijk IJburg aan het open water, tegenover de groene kust van Waterland. Hier wordt ingezet op een compact stedelijk milieu in de weidsheid van het landschap, zonder nadrukkelijke hoogteaccenten,

5.8 Ondergrond en het waterfront

Van oudsher is bereikbaarheid langs de IJoevers We kunnen de IJoevers voorzien van duurzame een belangrijke vestigingsfactor. Bereikbaarheid energie, wanneer het ringtracé van stadsverwarming over water, bereikbaarheid over land maar ook vanuit Westpoort via Noord en Zeeburgereiland is bereikbaarheid in relatie tot ondergrondse netten. aangetakt op de stadsverwarming bij IJburg. Dan is De grote hoeveelheden en capaciteiten aan kabels een gesloten ringtracé ontstaan in Amsterdam. en leidingen maakt dit een belangrijk vestigings- gebied voor bedrijven. Zowel „oude‟ industrieën als nieuwe (creatieve) bedrijven profiteren van de aanwezigheid van de ondergrondse netwerken. De IJoevers liggen pal op dé internetsnelweg van de wereld. De metropool Amsterdam vormt daarmee op internet en telecommunicatiegebied een belangrijk knooppunt in de wereld. Bij de ontwikkeling van de IJoevers kan hiervan verder van worden geprofiteerd. Ter illustratie, de aanwezigheid van zware internet- en telecomnetten was voor MTV een doorslaggevende reden om zich op het NDSM terrein te vestigen.

84 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Metropolitane plek: Oostelijke IJoevers* Metropolitane plek: Westelijke IJoevers – Het Hamerstraatgebied is de plek voor ‘Haven en stad verbonden’* nieuwe bedrijvigheid en economische clusters. De haven en de stad kunnen veel meer voor Aansluitend op ontwikkelingen aan de westkant elkaar betekenen. Thema’s zijn verknopen en van de Noordelijke IJoevers liggen hier vooral verbinden en middels programmatische kleuring kansen voor creatieve en stadsverzorgende metropolitane impulsen toevoegen langs en aan bedrijvigheid. Op termijn zijn deze ontwikke- de Westelijke IJoevers. Nieuwe verbindingen lingen ook mogelijk richting Schellingwoude. De moeten niet alleen de oevers openbaar en huidige, meer traditionele bedrijventerreinen continue bereikbaar maken, maar moeten ook krijgen een nieuw jasje en transformeren tot de relatie met Zaanstad verbeteren. Program- innovatiemilieus en mogelijk deels tot woon- matische impulsen van tijdelijke, zoals een werkmilieus. Daarbij kan aangesloten worden Havensafari (tocht langs cultuur, kunst en haven- op ontwikkelingen die als gaande zijn, zoals activiteiten), of meer permanente aard, zoals restaurant De Goudfazant. Om te zorgen dat hotels, jongerenhuisvesting dragen hier aan deze goed ontsloten worden is een goede bij. Een tweede Cruiseterminal met een goede verbinding van de noordelijke en zuidelijke verbinding met Schiphol en daaromheen hotels IJoevers aan de oostkant van CS van belang. Een en een snelle verbinding met het centrum geven manier om die koppeling te leggen is via aanleg het gebied een extra metropolitane impuls. van het Kompaseiland. *Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén *Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén plan! plan!

De Visie 85 86 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 6

Internationalisering van de Zuidflank

Ontwikkelingen op de Zuidflank: van de Schiphol Corridor via de Zuidas tot en met het AMC-terrein In de Zuidflank doen zich grote fysieke veranderingen voor. De luchthaven Schiphol en de strategische ligging aan de binnenzijde van de Randstad, met bijhorende infrastructuur, zijn de grote motoren hierachter. Het is een aaneenschakeling van omvangrijke projecten: de uitbreiding van Schiphol, de ontwikkeling van de Zuidas en de intensivering van de Zuidoostlob. Station-Zuid wordt één van de belangrijkste OV-knooppunten in Nederland. Veel van de genoemde projecten zijn hooguit goed op stoom; het meeste moet nog gebeuren. In snel tempo komen er nieuwe initiatieven bij zoals: de ontwikkeling van de corridor tussen Schiphol en Zuidas, de verdere verstedelijking van Buitenveldert of de verfraaiing van de koppen van de Amsterdamse Bosscheg en de Amstelscheg.

De Visie 87 Zuidflank Amsterdam 2040 Legenda Zuidflank Algemeen

Zuidas capaciteitsuitbreiding snelweg bovengronds

wonen - werken capaciteitsuitbreiding snelweg ondergronds

werken - wonen Hogesnelheidslijn

werken spoorverbinding

metropolitaan park hoogwaardig ov bovengronds

projecten in planvorming of hoogwaardig ov ondergronds recent gerealiseerd verlengen van tramlijn

internationaal ov knooppunt

hoofd ov knooppunt

secundair ov knooppunt

1 optie Regiorail Schiphol - Almere

2 optie Oostwest metrolijn

P+R locatie

2e terminal Schiphol

regionale fietsroutes

kwaliteitsimpuls stadspark

metropolitane plek

recreatief programma

kwaliteitsimpuls overgang stad - scheg

A/B opties locatie Olympische Spelen

intensivering RAI-terrein

Sportas

topwinkelgebied

studiegebied

88 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam De Visie 89 De Zuidflank In het zuidoosten van de stad zijn altijd vrij gemak- In het zuidwesten van de stad is van oudsher de kelijk grotere sport- en leisurefuncties opgenomen. meeste rijkdom van de stad samengebald, via de De herbergde Ajax-stadion ‘De Gouden Bocht en Oud-Zuid tot en met Amstelveen. Meer’. De Jaap Edenbaan en -hal zijn er nog steeds. De vestiging van Schiphol in de noordoosthoek van In stadsdeel Zuidoost staan trekkers als stadion Arena, de Haarlemmermeer heeft deze vooraanstaande de Heineken Music Hall en de grotere woonwinkels. positie verder bestendigd. De Zuidas ligt niet zonder De ontwikkeling in zuidoostelijke richting is altijd reden op de plek waaraan het ook zijn naam ontleent. ‘onrustig’ geweest. Infrastructuur richting midden- Dit kwadrant heeft ook de meeste internationale Nederland heeft dit kwadrant al in een vroeg stadium trekken. De Schiphol-corridor, tussen Amsterdam en versnipperd. Dit leidde tot tal van ad-hoc-ontwikke- Schiphol, is één van de meest in het oog springende lingen; en tot een grote ontvankelijkheid voor het locaties voor toekomstige bedrijfsvestiging. grotere vermaak.

6.1 De Zuidas

Op de Zuidas ontstaat de komende jaren een inter- vierkante meter bebouwing in een hoogwaardige nationaal stuk stad. Het wordt niet alleen hét deel openbare ruimte. Meer dan 200.000 mensen zullen van het stadscentrum voor internationaal zakendoen dagelijks in de Zuidas zijn, waaronder zo’n 25.000 en kennisontwikkeling, er zal ook op grote schaal bewoners, 80.000 werknemers en 30.000 studenten gewoond worden in verschillende prijsklassen en (en nog aanzienlijk meer wanneer Hogeschool komen er voorzieningen als winkels, kinderopvang, InHolland zich met 15.000 studenten in het Kennis- (internationale) scholen en horeca. Exclusieve retail kwartier vestigt). Nu al werken er 30.000 mensen. en culturele voorzieningen moeten de internationale De Zuidas wordt zo duurzaam mogelijk ontwikkeld aantrekkingskracht versterken. waardoor er flexibele huisvestingsmogelijkheden Het wordt niet alleen het zakencentrum voor de voor bedrijven en werknemers zijn. Met ‘seaport’ metropool Amsterdam, maar van heel Nederland. Rotterdam en ‘airport’ Schiphol in de nabijheid vormt Nergens in Nederland zijn vergelijkbare kansen de Zuidas als ‘brainport’ een ijzersterke combinatie, aanwezig voor een internationaal vestigingsmilieu. die toegang geeft tot de gehele Europese markt. Amsterdam is al de stad met de internationale Voorwaarde voor de ontwikkeling van de Zuidas is hoofdkantoren en met de Zuidas wordt die positie een nog verdere verbetering van de bereikbaarheid. verder bevestigd. Met het plan voor de Zuidas wordt De luchthaven Schiphol ligt op 6 minuten afstand. beoogd de stedelijke kwaliteit te realiseren die nodig Circa 6 miljoen mensen kunnen nu binnen een uur is om de rol van toplocatie te bestendigen en verder van huis naar de Zuidas komen, welk vervoermiddel te ontwikkelen. ze ook kiezen; de benenwagen, de fiets, de auto, het Het gebied is 270 hectare groot. Op de Zuidas vliegtuig of het openbaar vervoer.De Zuidas krijgt hebben zich nu al 400 dikwijls toonaangevende, straks een uitgebreid station waar dagelijks circa wereldwijd opererende, bedrijven gevestigd. De 250.000 reizigers gebruikmaken van trein, metro, tram Vrije Universiteit (VU) heeft als toonaangevend en bus. Met de directe verbinding met luchthaven universitair medisch centrum een prominente plek Schiphol, de aanlanding van de HSL vanuit Brussel en is een belangrijke aanjager bij de verdere ontwik- en Parijs en de ICE vanuit Keulen en Berlijn wordt keling van de Zuidas. Met name de invulling van het Zuidas hét internationale station van Amsterdam. Kenniskwartier draagt hieraan bij met de academie, Op regionaal en stedelijk niveau zal het openbaar de studenten, medewerkers, congreshotel, toeris- vervoer worden uitgebreid met een regiorail en het mevoorzieningen, startende bedrijfjes, shortstay en doortrekken van verschillende tramlijnen. Voorzie- studentenvoorzieningen. ningen voor het stallen van fietsen worden verder De plannen voor Zuidas voorzien in een uitbreiding uitgebreid. Gestudeerd zal worden op herontwik- en het ondergronds brengen van een deel van de kelings- en intensiveringsmogelijkheden van het A10 en de spoor- en metrolijnen, waarmee er fysiek RAI-complex na 2025 op het huidige RAI-terrein of op en logistiek ruimte ontstaat voor maximaal 4,2 miljoen een andere locatie in Amsterdam.

90 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 6.2 Zuidas: mogelijke olympische locatie

Zuidas/Olympische Sportas is, naast Havenstad, biedt de Zuidflank van de stad tal van locaties waar één van de twee locaties die naar voren worden aanvullende olympische accommodaties kunnen geschoven voor de eventuele Olympische Spelen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld in Amsterdam van 2028. Daarbij gaat het in ieder geval om Zuidoost en Haarlemmermeer. Ten opzichte van het Olympisch Stadion met omliggend park, het de locatie Havenstad zijn de olympische locaties zwemstadion, het olympisch dorp en de mediavoor- daarmee meer versnipperd. Daar staat tegenover zieningen. De benodigde oppervlakte bedraagt dat er veel minder uitplaatsingen nodig zullen zijn. minstens 100 hectare. Bij deze locatie staat Wel zullen op de Zuidas en elders gedurende enige duurzaamheid centraal en kan het Olympisch Stadion jaren reserveringen voor olympische locaties moeten van 1928 mogelijk worden hergebruikt. Hiertoe worden gemaakt. Op de regioverbinding tussen wordt het dan uitgebreid met een tijdelijke tweede Zuidas en Schiphol, zoals deze in OV SAAL wordt ring. Voor het bijbehorende olympisch dorp kan voorgesteld, kan eventueel een extra (tijdelijke) ruimte worden gevonden in de Zuidas. Daarnaast olympische halte komen.

6.3 Nieuwe Meer: meerdere scenario’s

De locatie aan het Nieuwe Meer ligt op een strate- gische positie, aan de entree van de stad. Van hieruit zijn goede en snelle verbindingen met de rest van Nederland te realiseren, zonder dat iedereen door de stad moet om bij de site te komen.

Voor het gebied rond Nieuwe Meer is een aantal scenario’s denkbaar. De scenario’s hangen samen met de eventuele uitbreidingen van hoogwaardig openbaar vervoer. Op de afbeelding staan de onder de twee cijfers de mogelijkheden verbeeld. 1 staat voor de regiotrein, en 2 voor de aanleg van de Oost/ Westlijn.

Bij de eerste mogelijkheid gaat het om de aanleg van Mogelijke scenario’s rond Nieuwe Meer een regiotrein die Schiphol (en eventueel Hoofddorp) met Zuidas en Almere verbindt. Deze optie komt in beeld als de capaciteit van de Schipholtunnel niet kunnen vormen voor zo’n mega-investering. Het meer voldoende is of wanneer er een tweede Lucht- gebied rondom Nieuwe Meer kan in zo’n scenario haventerminal komt in het Noordwestareaal van grotendeels groen recreatief blijven. De eventuele Schiphol. Zonder tussenliggende halte kunnen de aanleg van de Oost/Westlijn komt overigens pas ontwikkelingen rondom Nieuwe Meer daarbij vooral aan de orde nadat de ontwikkelingsrisico’s ervan groen en recreatief van karakter zijn. zorgvuldig in kaart zijn gebracht, onder meer op basis van de ervaringen bij de aanleg en het functioneren Bij de tweede mogelijkheid gaat het om de aanleg van de Noord/Zuidlijn. van de Oost/Westmetrolijn. Ook een Oost/Westlijn zal gepaard moeten gaan met intensieve stedelijke ontwikkeling rondom toekomstige haltes van deze lijn. Ook in dit geval zal de eventuele ontwikkeling van een tweede luchthaventerminal de aanleiding

De Visie 91 6.4 Schiphol

De ontwikkeling van Schiphol brengt de nodige Ook de implementatie van SESAR (Single European ruimteclaims met zich mee die voor een deel op Sky) na 2020 is van belang omdat dit nieuwe Amsterdams grondgebied moeten worden ingepast mogelijkheden zal creëren op het gebied van de of die een connectie hebben met de stad. De keuze inrichting van het luchtruim en dus op de capaciteit van nieuwe verbindingen met de stad hangen in van de luchthaven. belangrijke mate samen met deze ontwikkelingen. Schiphol wil voortrekkersrol op het gebied van Deze ontwikkeling kan na het aflopen van het Alders- duurzaamheid verder uitbouwen. Amsterdam Airport akkoord leiden tot een mogelijke herconfiguratie van Schiphol wil samen met KLM internationaal de het banenstelsel op Schiphol. SESAR heeft hiermee trendsetter worden op het gebied van innovatie en in aanleg ook een grote invloed op de inrichting duurzame luchtvaart. Dit moet een bijdrage leveren van de landzijdige omgeving van de luchthaven en aan de smart /green uitstraling van de Amsterdamse haar ontwikkeling. Ook de ruimte die de luchthaven Metropool. De belangrijkste ontwikkelingen zijn een Lelystad op termijn al dan niet zal krijgen om uit te tweede terminal en het logistiek centrum ACT en de groeien tot een volwassen regionale luchthaven is op capaciteitsuitbreiding van de A4 tussen De Hoek en dit moment nog onvoldoende duidelijk. Burgerveen. Bovenstaande ontwikkelingen maken de lay out van Schiphol na 2020 dusdanig onzeker dat het Regionale partijen en luchtvaartsector hebben in openhouden van een reservering voor een mogelijke het Aldersadvies (oktober 2008) richting aange- tweede terminal op de locatie Schiphol gewenst geven voor de ontwikkeling van de luchtvaart tot blijft. 2020. Hoofdpunt van het advies is dat het hub- of knooppunt gebonden verkeer geconcentreerd ACT (Amsterdam Connecting Trade) zou moeten worden op de locatie Schiphol en het De ambitie van Metropoolregio Amsterdam moet overige verkeer zal moeten worden afgewikkeld op zijn om met ACT het meest duurzame bedrijven regionale luchtvelden. terrein van Europa neer te zetten. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van dit logistieke knooppunt In concreto betekent dit dat de locatie Schiphol tot is daarom het uitwerken van een vitale supply chain 2020 kan uitgroeien als een luchthaven met maximaal op basis van het zgn. “cradle to cradle” principe. De 510.000 vliegtuigbewegingen. Het niet-knooppunt direct hieraan verbonden logistieke centra, de haven gebonden verkeer (voornamelijk low cost en charters) van Amsterdam, Schiphol en Greenport Aalsmeer zou op de regionale velden Lelystad en zullen zich meer en meer richten op kennisintensieve afgewikkeld kunnen worden. Een belangrijk activiteiten en het vergroten van de toegevoegde bestuurlijk aandachtspunt in deze ontwikkeling is hoe waarde uit de logistieke keten. de vluchten te verdelen over de luchthavens Schiphol en die van Lelystad en Eindhoven in lijn met de Duurzaamheid, innovatie, Research & Development Europese regelgeving. zijn hierbij de sleutelbegrippen. Voor een ongestoord en efficiënt logistiek proces zijn Tweede Terminal betrouwbare verbindingen en Ondanks de huidige crisis in de Luchtvaart wordt op ontsluiting met het achterland essentieel. Dit dit moment uitgegaan van een verdubbeling van het betekent dat ACT een aansluiting moet krijgen op Europese luchtverkeer in 2030. De grootste groei zal het nationale spoornet en dat op het gebied van zich weliswaar voordoen aan de randen van Europa weginfrastructuur voortvarend onderzocht moet (oost Europa en Turkije) maar ook in west Europa worden hoe de capaciteit van de N 201 tot aan de zal het vliegverkeer nog toenemen. De schaarste A2 vergroot kan worden. aan start- en landingscapaciteit zal hier leiden tot uitbreiding en/of herinrichting van bestaande lucht- havens.

92 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 6.5 Amsterdam Zuidoost

Bijlmermeer en Bijlmerpark Amsterdamse poort naar de Gaasperplas en het Het komende decennium wordt de vernieuwing van Geingebied. In de parkenzone ten zuiden van de de afgerond. Na de verdere renovatie Gaasperplas en in het CPG worden de mogelijk- en sloop-/nieuwbouw in de K-, D- en de E-buurt is de heden voor recreatief gebruik vergroot, zo komt er ruimtelijke vernieuwing voltooid. nabij het metrostation Gaasperplas een extra stads- Het Bijlmerpark wordt getransformeerd tot hét strand. De parkenwig -en de Gaasperplas in het stadspark van Zuidoost. Aan de randen van het park bijzonder- wordt een recreatieve groene plek van zijn het Bijlmertheater, herenhuizen en apparte- metropolitane betekenis. menten verschenen. Gaasperdammerwegzone /Holendrecht De Gaasperdammerweg wordt verbreed en tussen Terwijl de vernieuwing van de Bijlmermeer richting de spoorlijn Amsterdam-Utrecht en de Gaasp afronding gaat komt Gaasperdam/Holendrecht overkluisd. Hierdoor wordt de milieuhinder van de steeds meer in beeld als nieuwe omvangrijke snelweg sterk verminderd en wordt het stedelijk herstructureringsopgave. De wijken zijn gebouwd weefsel tussen Bijlmermeer en Gaasperdam als het in de jaren tachtig van de vorige eeuw en zijn na 25 ware geheeld. Er komt woningbouw in de zones á 30 jaar toe aan een forse opknapbeurt. Daarbij naast de ‘tunnel’ en nabij de A9-aansluiting S113 en kampen de wijken met de nodige sociaal-maatschap- het metrostation Gaasperplas ontstaat een regionaal pelijke problemen. Binnen twee jaar zal voor dit voorzieningencentrum. Het circa 75 meter brede gebied een uitgebreide verkenning verschijnen. Dat en 2,5 km lange tunneldek krijgt een hoogwaardige neemt niet weg dat de omgeving van station Holend- inrichting met een aantal diverse groene recreatieve recht reeds sterk verbeterd is. De openbare ruimte functies (sportvoorzieningen en nutstuinen). De (en de aansluiting met het AMC in het bijzonder) is noordzuidgerichte wegen en langzaamverkeerroutes aangepast en er worden woningen en voorzieningen lopen over het dek door en zijn fraai ingepast. rondom het station gebouwd. Ook het wijkwin- kelcentrum Holendrecht is vernieuwd. Het AMC is Gooisewegzone vernieuwd en breidt verder uit. Rondom het AMC is De bedoeling is dat de Gooiseweg transformeert een Medical Business Park in ontwikkeling, dat wil van het Amstelstation tot Gaasperdam, gefaseerd zeggen: kantoren, bedrijven en laboratoria gericht op van een op talud gelegen stadssnelweg naar een op de medische sector. maaiveld gelegen stedelijke laan met ventwegen, ‘voordeuren aan de straat’ en een tramlijn in de Centraal Park Gaasperdam en Gaasperplas middenberm. Tramlijn 12 wordt vanaf het Amstel- De centrale parkenwig, de doorlopende groen- station via station Diemen-Zuid doorgetrokken naar structuur die centraal vanaf het Bijlmerpark via station Bijlmer Arena. Hiermee krijgt Zuidoost voor het centraal Park Gaasperdam (CPG) naar de de auto, fietser en met de tram een nieuwe zeer Gaasperplas en het Gaasperpark door Zuidoost herkenbare verbinding met de ’stad binnen de Ring’. loopt, wordt verbeterd. Net als bij het Bijlmerpark In de vrijkomende taludzones worden woningen worden aan de oost- en zuidzijde van het Centraal gebouwd, aansluitend op de directe omgeving. Park Gaasperdam en de noordzijde van de wijk Onderzocht zal moeten worden hoe de Gooiseweg Gein woningen gebouwd welke gericht zijn naar haar huidige corridorfunctie en functie als onderdeel het park. Hiervoor worden een aantal voorzieningen van het kwaliteitsnet Goederenvervoer kan blijven verplaatst en worden de Langbroekdreef en Valburg- vervullen.De Gooiseweg heeft ook nog een functie dreef verlaagd en verlegd waarbij taludruimte vrij voor de waterveiligheid. De weg speelt een rol bij komt. De Langbroekdreef en Valburgdreef worden de compartimentering en als vluchtweg in geval van getransformeerd tot ‘fraaie parkways’, waarbij overstroming. Nader onderzoek moet uitwijzen op door de verlaging het contact met de Gaasperplas welke wijze de veiligheid op een zelfde niveau kan wordt ‘hersteld’. Er komt een heldere doorgaande blijven. langzaamverkeerroute door de parkenwig van de

De Visie 93 Amstel III particulier opdrachtgeverschap, atelierwoningen en Het voorheen monofunctionele werkgebied Amstel studenten-/starterswoningen en nieuwe woon-werk- III transformeert geleidelijk naar een gemengd (hoog) concepten, gaan. Geleidelijk (ná 2020 à 2025) gaat stedelijk woonwerkgebied. In het oostelijk deel met dit over in meer grootschalige en mogelijk traditi- vooral kantoren –nabij de stations Bijlmer-Arena, onele woonmilieus. Ook het westelijk deel intensi- en Holendrecht- wordt fors geïntensiveerd veert, maar minder intensief dan het oostelijk deel, en worden de functies wonen, horeca en voorzie- met eventueel meer ruimte voor hybride formules, ningen (leisure, onderwijs, health/sport, religie, horeca en diverse voorzieningen. Dit ‘new urban maatschappelijk) toegevoegd. Er ligt een ambitie om district’ tussen Arena en AMC biedt veel ruimte ten minste 5.000 woningen in dit oostelijk deel van voor nieuwe en bijzondere woon- en werkvormen en Amstel III toe te voegen. Aanvankelijk (2010 -2020) voorzieningen. zal dit om stedelijke nichewoonvormen, zoals appar- tementen voor expats, zeer luxe woningen, collectief

6.6 Hoogbouw op de Zuidflank

De Zuidflank van Amsterdam is een zone met grote bijzondere positie in door de omvang van hoogbouw, dynamiek en ontwikkeldruk, veroorzaakt door de waardoor zich een heuse skyline aan het ontwikkelen spilpositie in het netwerk van de metropolitane is. verbindingen. Een aantal belangrijke knooppunten Wat rond de A10 geldt, geldt in versterkte mate voor is zowel door hoogbouw als door enkele zeer grote de Zuidflank langs A4, A10 en A2: de hoge druk kan gebouwen (kanjers) zeer herkenbaar: Schiphol, zich prima vertalen in hoogbouw tot 60 meter, en bij Zuidas, station Amstel, station Bijlmer. Bouwhoogten belangrijke knooppunten liefst nog hoger. De hoge rond of ruim boven 100 meter is bij elk van deze ‘kanjer-dichtheid’ in deze zone versterkt dit beeld, knooppunten aan de orde. De Zuidas neemt een maar laat niet veel nieuwe zeer grote gebouwen toe.

6.7 Ondergrond en de Zuidflank

De intensivering van het bovengronds ruimtegebruik van aansluitingen. in de Zuidflank vinden we in deze as ook onder- In de ondergrond vinden we in de Zuidflank vooral gronds terug. Zowel bovengronds als ondergronds kansen voor ontwikkeling. Beschermen is minder een lopen hier belangrijke verbindingen voor Amsterdam thema dan bij de uitrol van het centrum. De Zuidflank met de regio. De as vormt een backbone van onder- biedt potentie voor het ondergronds brengen van grondse infrastructuur, zoals hoofdtracés van stads- (openbaar vervoer) infrastructuur om de verdich- verwarming en koude. Verder ligt er een zeer grote tingopgave voor Amsterdam gestalte te kunnen hoeveelheid gebiedsgebonden kabels en leidingen geven. Verder biedt de flank potentie voor energie- om de grote dichtheid aan bebouwing te voorzien voorziening door de aanwezigheid van plassen als de

94 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 6.8 De best bereikbare locatie van Nederland

Nieuwe Meer en Ouderkerkerplas. Alle genoemde lopende projecten vormen De Zuidflank, met haar specifieke karakter als econo- antwoorden op eerdere ruimtelijke ontwikkelingen mische ontwikkelingsas, is meer dan alle andere die zich hebben voorgedaan in de metropoolregio. deelgebieden afhankelijk van topbereikbaarheid Tegelijk bieden ze ook weer nieuwe ontwikkel- met alle modaliteiten. Voor verdere ontwikkeling kansen. Centraal knooppunt is de Zuidas, die de van dit gebied is de kwaliteit van de bereikbaarheid schakel vormt tussen de noord/zuid relatie tussen cruciaal. Omdat deze corridor in het kader van Binnenstad/Noord en Buitenveldert/Amstelveen, en eerdere Noordvleugelafspraken met het Rijk over de oost-westrelatie tussen het woon- en werkge- de verstedelijking als centrale ontwikkelingsas voor bieden rondom Schiphol en langs de corridors naar de metropoolregio is aangewezen, zijn er voor dit Utrecht en Almere/’t Gooi. gebied meerdere verkenningen en planprocessen Vanuit dit centrale knooppunt doen zich ontwikke- gaande. Hierbij zijn alle schaalniveaus aan de orde. lingskansen voor in alle richtingen mits de capaciteit Op nationaal schaalniveau spelen verbreding van de van OV-lijnen en het wegennet dat toestaan. Richting A2, het project A6/A1/A9/A10, de omlegging van het zuiden zal de Amstelveenlijn dan moeten worden de A9 en de planstudie A4. Bij het spoornetwerk opgewaardeerd tot metrokwaliteit in de vorm van is de planstudie OV-SAAL (Schiphol, Amsterdam, een doorgetrokken Noord/Zuidlijn. Richting het Almere, Lelystad) het belangrijkste project en de westen hangt het van de ontwikkeling van een Noord/Zuidlijn is het belangrijkste regionale project. eventuele tweede luchthaventerminal en ontwik- Beiden komen samen in het Zuidasproject. Tenslotte keling van het gebied Nieuwe Meer/Riekerpolder af zijn er meerdere lokale en regionale OV-projecten, of er een tweede railverbinding met tussenliggende die vanwege de ontwikkeling van station Zuid tot haltes kan worden gerealiseerd (keuze in het kader topknoop van Amsterdam veelal ook een relatie met van OV-SAAL). Richting Zuidoost is de OV-corridor al de Zuidas hebben. op voldoende niveau om verdere ruimtelijke ontwik- kelingen mogelijk te maken. Daarbij zal dan wel de toenemende druk op het onderliggende wegennet moeten worden meegenomen.

Hoogbouw op de Zuidflank

De Visie 95 De Gooiseweg blijft een onmisbare verkeersader De werkgebieden met een meer logistieke functie in dit gebied. Richting ’t Gooi Almere zal de keuze zijn gebaat bij een optimale wegbereikbaarheid. voor een eventuele IJmeerverbinding in het kader Een van de aandachtspunten vormt het vervoer van OV-SAAL bepalen waar en in hoeverre er nog ontwik- gevaarlijke stoffen, zowel over de weg als per spoor. kelingskansen zijn rond haltes en stations. Met de intensivering van stedelijke gebieden langs het spoor en dichtbij drukke wegverbindingen zullen Gezien de afhankelijkheid tussen ruimtelijke ontwik- de mogelijke nadelige gevolgen in de vorm van kelingen en infrastructuur is er voor de lange termijn groepsrisico’s vermeden moeten worden. nu nog niet zozeer sprake van een principiële keuze tussen de ene of de andere ontwikkelrichting. Wel is er een noodzaak tot fasering, waarbij eerst de gebieden ontwikkeld worden die nu al goed en multimodaal ontsloten zijn. Pas wanneer er meer zekerheid is over de realisatie van toevoegingen aan de netwerken komen andere windrichtingen aan de orde.

Dat neemt niet weg dat ook op het lokale niveau, onafhankelijk van de verdere ontwikkelingskeuzes die hierboven genoemd worden, opgaven zijn op het gebied van de bereikbaarheid. Met de te verwachten enorme groei van het aantal in- en uitstappers op station Zuid zijn goede fietsverbindingen en de tram- en busontsluiting van de Zuidasknoop voorwaardelijk voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Bij de fiets zijn vooral de kwaliteit (doorstroming, comfort, sociale veiligheid) en capaciteit van de noord-zuid- en oost-westverbindingen en de beschik- baarheid van voldoende stallingplaatsen op korte afstand van de perrons belangrijk. Het gaat alleen hier al om vele duizenden plaatsen. Bij het onderliggend OV gaat het erom de Zuidas een meerzijdige tramontsluiting te geven, wat mogelijk is met verlenging van de lijnen 4 en/of 16/24 naar station Zuid en lijn 5 Buitenveldert in. Daarnaast moet er een hoogwaardiger OV-terminal komen waar ook lokale regionale buslijnen een goede aansluiting krijgen op het trein- en metronet. Met de te verwachten groei van de parkeercapaciteit en –druk op en rond de Zuidas zullen ook de aan- en afvoerroutes voor het wegverkeer verbeterd moeten worden. Dit behoort tot de integrale ontwerpopgave voor het Zuidasgebied. Ook buiten de Zuidas zal in deze flank geïnvesteerd moeten worden in de fiets- en OV-verbindingen naar de werkgebieden. Waar deze buiten de directe invloedssfeer van stations en metrohaltes liggen, zoals rond de luchthaven en in de Riekerpolder, zal dit met HOV-busverbindingen moeten gebeuren. Projecten hiervoor, zoals de Westtangent, zijn al opgenomen in het investeringsprogramma van de Stadsregio.

96 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Metropolitane plek: Arena en omstreken/ Metropolitane plek: Gaasperplas* Duivendrechtse veld* De Gaasperplas en het Gaasperpark vertegen- Het voormalige Centrumgebied Zuidoost woordigen een grote waarde als recreatiegebied en winkelcentrum de Amsterdamse poort, voor de buurt. In potentie heeft dit gebied ook ArenAPoort, ontwikkelt zich verder tot het een belangrijke functie voor een groter deel winkelcentrum van dit deel van de stad en van de stad en de regio. Tegelijkertijd zijn er regio én het tweede uitgangscentrum van de in de randen van het park plekken waar ruimte regio naast de binnenstad. Het muziekpaleis de gevonden kan worden voor woningbouw als Ziggodome en GETZ met nieuw casino en winkels onderdeel in de zoektocht naar ruimte voor én divers extra woon- en kantoorprogramma nieuwe woningen. Aan de noordkant biedt het zijn gerealiseerd. De ArenAPoort manifesteert eindpunt van de Gaasperplaslijn de mogelijkheid zich bovendien steeds meer als het grootste voor de versterking van de recreatieve functie. hoogbouwcluster van de metropoolregio. Hier kan gedacht worden aan ruimte voor evene- Het verbeteren van de relatie tussen Zuidoost menten. en de stad kan ook via het Duivendrechtse Veld. Het gebied ligt op grondgebied van de Verder zijn er twee scenario’s denkbaar voor de gemeente Ouder-Amstel en grenst aan het zuidrand van de plas. tweede uitgaansgebied van de stad wat met de In het eerste scenario blijft de zuidrand groen en komst van de Endemolstudio’s inmiddels naar het recreatief zonder bebouwing. noorden is uitgebreid.. In de komende jaren zal In het tweede scenario (zie afbeelding) wordt aan op de 190 hectare grond een volledige woon- de zuidrand van het park woningbouw toege- werkwijk ontstaan. Naast het versterken van voegd. De groen recreatieve functie zal hoe dan de noord-zuidorientatie zal juist ook de relatie ook aan deze kant van het park dominant blijven. met de Amstelscheg gezocht worden. Niet om te bebouwen maar om als uiterst aantrekkelijk Naast deze scenario’s kan nog verder worden groengebied, parklandschap verder vorm en nagedacht over een grotere functie voor water in inhoud te geven. De gemeente Ouder-Amstel dit deel van de stad. gaat op dit moment in haar structuurvisie uit van enkele duizenden woningen.

*Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén plan! *Uitwerking is voorbeeld ter inspiratie – géén plan!

De Visie 97 98 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Deel 1c: Visie en beleid

In delen 1a en 1b van deze structuurvisie zijn de grote ruimtelijke ontwikkelingen tot 2040 in beeld gebracht. In dit deel worden deze nader toegelicht. Dit gebeurt in hoofdzaak aan de hand van het beleid van de verschillende beleidssectoren. Het zijn juist deze sectoren die de ontwikkeling van Amsterdam in belangrijke mate gestalte geven. Een uitgelezen samenhang tussen visie en beleid is daarom onontbeerlijk. Zo komt in dit deel het economische beleid aan de orde plus de ruimtelijke implicaties die hieruit voortkomen. De woningbouwopgave wordt toegelicht maar ook de wateropgave voor de stad. Sociaal-ruimtelijke kwesties en voorzieningen in de stad komen aan de orde maar ook het verkeer- en vervoerbeleid.

De kwaliteit van het leefmilieu in de stad is alles bepalend voor een succesvolle duurzame economische ontwikkeling van Amsterdam. Het wonen, werken en recreëren raakt steeds meer met elkaar verweven. Op hetzelfde grondgebied neemt het aantal activiteiten toe. Daarom is het noodzaak om het grondgebruik in de stad te optimaliseren, onder meer via verdichting. Verdichting dient meerdere doelen, in onderlinge samenhang, elkaar versterkend. Het streven is daarnaast om de juiste functie op de juiste plaats te krijgen. Het meest uitgesproken in dit kader is de ambitie om 70.000 woningen toe te voegen aan de Amsterdamse voorraad, binnen bestaand stedelijk gebied. Maar ook de herstructurering van binnenstedelijke bedrijfster- reinen past bij deze opgave, of het omvormen van de sportinfrastructuur in de stad: méér intensief gebruikte stedelijke sporttereinen-model-Laan-van-Spartaan, in plaats van uitgestrekte sportparken. Ook moet er voldoende waterbergend vermogen worden ingepast en zijn innovatieve oplossingen nodig voor drink- en afvalwater. Verdichting legitimeert eens te meer de kwaliteitsslag voor de openbare ruimte.

De grote dichtheid van activiteiten brengt ook risico’s met zich mee. Risico’s zijn nooit helemaal uit te sluiten, maar vaak is het wel mogelijk om maatregelen te nemen om de risico’s en de effecten van incidenten te beperken. Bij het verder ontwikkelen van de stad zal steeds gekeken worden hoe de risico’s zoveel mogelijk kunnen worden beperkt. Het leidt geen twijfel dat verdichting een complexe opgave is. Inschikken wekt haast per definitie grote maatschappelijke weerstanden op. Bij de verdichtingsopgave moet worden ingespeeld op een toename van de kans op gecompliceerde incidenten. De uiteindelijke voordelen, bijvoorbeeld voor het voorzieningen- niveau, laten zich lastig uitleggen. Hoewel het op termijn rendement oplevert, vergt intensivering grote inves- teringen. Deze kunnen niet alleen door de stad zelf worden opgebracht.

De Visie 99 100 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 7

Wonen en werken in Amsterdam

7.1 Wonen in Amsterdam

Cruciaal voor de verdere ontwikkeling als kernstad van de metropool is de kwantitatieve en kwalitatieve groei van het aantal woningen in Amsterdam.

Toesnijden op veranderde vraag woningmarkt is dan ook hoog. De schaarste op De Amsterdamse bevolking groeit de laatste kwart de woningmarkt doet zich alom voelen, maar is er eeuw vrijwel elk jaar. De nieuwe woningen voor deze met name in het midden en hoge marktsegment. Amsterdammers worden sinds midden jaren tachtig De nieuwbouw – evenals vervangingsnieuwbouw niet meer vooral gebouwd in de gemeenten rondom voor gesloopte woningen – heeft dan ook een sterk de stad. Amsterdam vervult sindsdien zelf ook een accent op de koopsector en daarnaast worden aanzienlijk deel van deze regionale bouwopgave. jaarlijks duizenden corporatiewoningen verkocht; de Daarnaast wordt er in Amsterdam al sinds de jaren meeste aan de huurders die er wonen. Het bouw- en negentig een krachtige kwaliteitsimpuls gegeven aan verkoopbeleid wordt afgestemd met de Amster- wijken die te eenzijdig waren samengesteld en met damse woningcorporaties. De koopsector is door dit name uit goedkope huurwoningen bestonden. Die beleid in de periode van 1995 tot 2009 gegroeid van stedelijke vernieuwing is in de Bijlmermeer vrijwel elf procent naar dertig procent (voorlopig cijfer voor afgerond, in Nieuw-West in volle gang en in Noord in 2009) en de segmentale verdeling zal in de komende het beginstadium. jaren tot 2030 verder verschuiven naar minder sociale huur en een grotere marktsector voor duurdere huur- Dienst Wonen voert sinds 1995 tweejaarlijks een en koopwoningen. De ondergrenzen voor het aantal grote survey uit onder tachtigduizend Amsterdamse betaalbare huurwoningen voor mensen met een laag huishoudens, waarvan de respons circa achttien- inkomen, worden zowel in de stad als geheel als per duizend is. Op basis van dit onderzoek wordt stadsdeel bewaakt. inzicht verkregen in de segmentale structuur van de woningvoorraad en de inkomensdifferentiatie en de veranderingen hierin. Al jaren slinkt de laagsteinko- mensgroep en groeit de hoogste. Dit is het gevolg van de sterke economie van de Amsterdamse regio sinds enkele decennia. Ondanks de suburbane groei manifesteert Amsterdam zich onverminderd als het centrum van die regio. De druk op de Amsterdamse

De Visie 101 Inkomengroepen en woning- Hoge inkomens/Duur segment marktsegmenten, huidige situatie Lage midden- Midden- Hoge Lage inkomens Hoge middeninkomens/middensegment Inkomens inkomens inkomens inkomens 35% 24% 24% 17% Lage middeninkomens/Betaalbare voorraad Lage inkomens/Goedkope voorraad

Betaalbare Midden- Duur Goedkope voorraad voorraad segment segment Woningvoorraad 57% 15% 16% 12%

0 20 40 60 80 100

Inkomengroepen en woningmarkt- Hoge inkomens/Duur segment segmenten, 2020 Lage midden- Midden- Hoge Lage inkomens Hoge middeninkomens/middensegment Inkomens inkomens inkomens inkomens 28% 21% 27% 25% Lage middeninkomens/Betaalbare voorraad Lage inkomens/Goedkope voorraad

Betaalbare Midden- Duur Goedkope voorraad voorraad segment segment Woningvoorraad 33% 21% 21% 26%

0 20 40 60 80 100

Toegankelijkheid voor stedelijk georiënteerde kenniswerkers. Zij voelen zich sterk aangetrokken tot vraagcategorieën het cultureel sterke centrummilieu van Amsterdam Amsterdam gaat verder met het beleid van groei en zoeken daar hun woning. Voor een deel betreft en toenemende differentiatie, maar de stad heeft het een groep die is aangewezen op de hogere daar tegenwoordig meer redenen voor dan een segmenten van de woningmarkt, maar er is ook aantal jaren geleden. Het argument om tegenwicht een aanzienlijke groep afgestudeerde starters op te bieden aan suburbanisatie en om het stedelijk de creatieve arbeidsmarkt, die uit andere universi- draagvlak voor grootstedelijke voorzieningen te teitssteden in Nederland komen, zoals Groningen, versterken blijft een belangrijke voor dit beleid. Utrecht en Nijmegen, maar ook uit het buitenland. Zij Nieuwe argumenten hebben te maken met het feit zijn afhankelijk van betaalbare woon- en werkruimte dat Amsterdam een sterke nationale rol vervult op in de stad. Het bouw- en transformatieprogramma cultureel en economisch gebied en internationaal moet oplossingen bieden voor woonwensen van gezien een belangrijke poortfunctie voor Nederland gevarieerde groepen, maar in ieder geval moet het vervult. De druk op de woningvoorraad is hierdoor toegesneden zijn op de wensen van deze stedelijk groot en de vragersgroepen zijn zeer gevarieerd. georiënteerde kenniswerkers en creatieve beroeps- Dat het in het woonbeleid niet alleen om getals- beoefenaars. Een toegankelijke en gevarieerde matige verandering gaat, blijkt uit de woonvisie woningmarkt is ook van belang voor Amsterdams met de veelzeggende titel Wonen in de Metropool. internationale connectie. De economie van de metro- Centraal in het beleid staat het inspelen op de rol van poolregio is voor een groot deel afhankelijk van de Amsterdam als wereldstad. De stad is al een smelt- mogelijkheden die er talent op de arbeidsmarkt kroes van 175 verschillende nationaliteiten; dat zijn heeft om in de (hoog)stedelijke omgeving van de er meer dan in welke stad ter wereld. Steeds meer stad Amsterdam te kunnen wonen. Bovendien is een mensen willen deel uitmaken van de levendigheid, de voldoende ruime arbeidsmarkt, en dus ook woning- creativiteit en ondernemerszin van Amsterdam. Ook markt, voor internationale bedrijven belangrijke gezinnen, die voorheen wegtrokken naar de regio op vestigingsvoorwaarde. zoek naar ruimere huisvesting, willen in toenemende mate in de stad blijven wonen. De stad is weer meer Studentenhuisvesting en Shortstay en meer in trek geraakt bij de middeninkomens. Amsterdam heeft een lange historie als studen- tenstad, en blijft als zodanig onverminderd populair. In Amsterdam vestigen zich op dit moment een Bij voortduring is er een nijpend tekort aan aanzienlijke groep hoog opgeleide creatieven en woonruimte voor studenten. De gemeente doet

102 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam verwoede pogingen om samen met corporaties In potentie lijkt voldoende binnenstedelijke capaciteit en andere marktpartijen het aanbod te verruimen. beschikbaar om tot 2040 3.500 woningen per jaar De tijdelijke oplossing in de vorm van container- te blijven toevoegen – met op termijn een nadruk dorpen op strategische plekken in de stad biedt enig op nieuwe ontwikkelingen langs de IJoevers en soelaas, maar geen structurele oplossing. nabij de openbaar vervoerassen Schiphol-Almere en Amsterdam-Utrecht. Amsterdam kan in beginsel In een internationaal georiënteerde stad moet de een langjarige woningproductie waarmaken, groten- mogelijkheid bestaan om een woning te huren deels in gemengde stedelijke milieus, mits tijdig en verhuren voor periodes van een week tot zes financiering voor de projecten wordt gevonden maanden. In Amsterdam is hiervoor een short stay- en de marktpartijen deze productie ook weten regeling. Huur en verhuur van periodes korter dan te realiseren. De noodzakelijke verdichting van één week is alleen toegestaan in hotels. Boven de zes delen van de stad zal gepaard moeten gaan met maanden is er sprake van ‘gewoon’ wonen. Dankzij een verbetering van de kwaliteit van de openbare deze regeling kunnen bijvoorbeeld buitenlandse ruimte. De kwantitatieve vraag naar woningen blijft werknemers van internationale bedrijven die hier in Amsterdam onverminderd hoog, maar de kwalita- korte tijd verblijven een volwaardige woonruimte tieve vraag verandert in de loop der tijd. Om variatie huren en hoeven zij niet afhankelijk te zijn van een en creativiteit in de stad te behouden en monotone hotel. De ervaring leert dat zo’n eigen huis sterk woonwijken te vermijden, moet worden gezocht naar bijdraagt aan het ‘thuisgevoel’ in Amsterdam en dus instrumenten voor een meer flexibele productie. ook aan de waardering die een dergelijke tijdelijke Diversiteit en een gemengde bevolking zijn belang- Amsterdammer voor de stad heeft, wat vervolgens rijke aantrekkingsfactoren van Amsterdam. Er is veel weer bijdraagt aan de hoge positie van Amsterdam vraag naar kwalitatief goede en voldoende ruime in de top van Europese steden. woningen, maar deze moeten voor een belangrijk deel betaalbaar blijven. Er blijft weliswaar vraag naar 70.000 woningen woningen in het topsegment, maar deze woningen De groei van de woningvoorraad leidt tot een leiden uiteindelijk niet tot de meeste doorstroming in toename van de bevolking. Sinds het naoorlogse de stad: dat zijn de woningen in het middensegment. dieptepunt (1985: 675.570) is de bevolkingsomvang Voldoende doorstroming zorgt er weer voor dat er enorm gegroeid (1 juli 2009: 762.171). Met de goedkope woningen beschikbaar komen voor de partners binnen de metropoolregio is afgesproken starters, die zo van belang zijn voor de economie dat Amsterdam haar woningvoorraad met vijftig- van de metropoolregio. Maar, de belangrijkste factor duizend woningen uitbreidt binnen het bestaande voor doorstroming is een blijvend hoge woning- stedelijke gebied in de periode 2010-2030. bouwproductie. Amsterdam overweegt of de voorraad met nog eens twintigduizend woningen kan worden uitgebreid. De totale opgave, zeventigduizend woningen, zou dan in de periode 2010-2040 moeten worden gerealiseerd. Met de ambitie om de woningvoorraad met zeventig- duizend huizen te vergroten in de dertig jaar tot 2040 – rekening houdend met een verdere verkleining van het gemiddelde huishouden – zal Amsterdam in 2040 tussen de 850 duizend en negenhonderdduizend inwoners tellen. Om zeventigduizend woningen toe te voegen moet gezocht worden naar bouwplaatsen met een capaciteit van 120 duizend woningen. Er moet immers rekening worden gehouden met een aanzienlijk sloopprogramma in de stedelijke vernieu- wingsgebieden en nog enkele tegenvallers bij de ontwikkeling van bepaalde bouwlocaties.

De Visie 103 De juiste woningen op de juiste plek hebben. De Amsterdamse woningmarkt wordt ook Er moeten niet alleen meer woningen bij, de stad steeds meer in zijn metropolitane context bekeken. moet er ook voor zorgen dat de juiste woningen op De stad met haar omliggende gemeenten zijn de juiste plek komen te staan. Een steeds groter deel communicerende vaten: het aantal verhuisbewe- van Amsterdam leent zich voor het ontwikkelen van gingen tussen centrum en periferie is enorm. Voor stedelijke leefmilieus, met een grote bebouwingsin- iemand die een woning zoekt in Amsterdam Zuidoost tensiteit, appartementen en menging van functies. is Almere een goed alternatief. Voor bewoners van Voor het suburbane wonen leent de regio zich veel Nieuw-West is Zaanstad ook een optie. Amsterdam beter, alsmede de uiterste periferie van de kernstad. gaat ook steeds meer complete stedelijke leefmilieus In Wonen in de Metropool wordt hier op ingespeeld ontwikkelen waarin het wonen, werken en stedelijk via een koerswijziging van generiek, recreëren naadloos in elkaar overgaan. Een aantal stadsbreed beleid naar gebiedsgericht beleid: niet binnenstedelijke bedrijventerreinen wordt hier iedere buurt hoeft een afspiegeling (deels) naar getransformeerd, zoals Buiksloterham en te zijn van de Amsterdamse samenleving, niet overal OverAmstel. Maar ook het terugbrengen van bedrij- hoeft de gemengdheid hetzelfde te zijn, vigheid in de woonwijken behoort tot de mogelijk- niet iedere buurt hoeft dezelfde voorzieningen te heden.

7.2 Voorzieningen in Amsterdam

Bij zeventigduizend nieuwe woningen horen ook Metropoolregio Amsterdam is gebaat bij een sterke de bijpassende voorzieningen. Het Amsterdams sociaalruimtelijke infrastructuur van voorzieningen voorzieningenmodel laat voor zeventigduizend en openbare ruimte. De koppeling van voorzienin- nieuwe woningen een behoefte van 330 duizend genplanning aan de bestaande sociaalruimtelijke vierkante meter vloeroppervlak aan maatschappelijke infrastructuur versterkt die structuur en zorgt voor voorzieningen zien. Onderwijs, zorg, welzijn, kunst en het optimaal functioneren van zowel de voorziening cultuur, jeugd- en sportvoorzieningen horen integraal als plek en uiteindelijk ook de metropool. Doel onderdeel te zijn van het stedelijk weefsel om is om betekenisvolle en kwalitatief hoogwaardig interactie, meedoen en emancipatie te bevorderen. ingerichte plekken ruimtelijk en programmatisch zo Voorzieningen bieden kansen om vooruit te komen te ontwikkelen dat ze de samenhang van de verschil- en bieden een vangnet voor mensen die buiten de lende netwerken versterken. Een mogelijkheid is boot dreigen te vallen. om dit programma ook te verwezenlijken op enkele Een sociaal duurzaam Amsterdam in 2040, is van de metropolitane plekken (zie de kaders in de Amsterdam op zijn best: een gevarieerde, tolerante hoofdstukken 3 tot en met 6). Het stimuleren van en cultureel innovatieve stad. Een metropool van ontmoeting en betrokkenheid, nu en in de toekomst, en voor Amsterdammers in de meest brede zin van is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. het woord: van dagbezoekers tot expats, van jonge gymnasiasten tot de Turkse bakker op de hoek die Vijf condities zijn belangrijk: zijn hele leven in Amsterdam woont. De metropool ƒƒ Identiteit en identificatie Amsterdam is goed voor zijn inwoners en gasten. ƒƒ Eigenaarschap Zij voelen zich thuis in de stad en komen vooruit. ƒƒ Flexibiliteit De Amsterdammers voelen zich ondersteund in ƒƒ Bereikbaarheid en toegankelijkheid hun eigen identiteit. De sociale netwerken zijn ƒƒ Diversiteit/functiemenging gevarieerd, overlappen elkaar en de inwoners staan open voor verandering. De publieke voorzieningen, ruimten en buurten in de stad weerspiegelen en faciliteren dat. Ze zijn zowel verschillend – met elk een eigen identiteit – als ook toegankelijk en gastvrij. De stad kent geen afgesloten enclaves, maar is een samenspel van verschillende, elkaar overlappende domeinen. Amsterdam als emancipatiemachine.

104 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Identiteit en identificatie Eigenaarschap Voorzieningen en openbare ruimte hebben van Een verantwoordelijkheidsgevoel voor de buurt, de oudsher een oriëntatiefunctie. De identiteit van straat, de voorziening in de wijk of zelfs stad duidt op de gebouwen, hun architectuur, hun plek in de een positieve relatie tussen de mens en zijn leefom- stedenbouwkundige structuur en hun relatie met geving. Vanuit betrokkenheid met de plek en de de openbare ruimte geven mede vorm aan de activiteiten op en rond de plek wordt eigenaarschap stad. Steeds duiken er identificatiepunten op die gevormd. Eigenaarschap kan interactie initiëren herkenning van plaats en richting geven. De mental en vormgeven, want alleen vanuit eigenaarschap map van veel stadsbewoners is samengesteld uit kan worden uitgenodigd en naar buiten worden voorzieningen, pleinen en parken. getreden. Zonder eigenaarschap dus ook geen gastheerschap en gastvrijheid. De beste garantie Scholen zijn echte identiteitsdragers en dienen voor die positieve relatie met de omgeving bestaat als zodanig in een stedenbouwkundige structuur uit de mogelijkheid die leefomgeving mede vorm te herkenbaar te zijn. De koppeling met voldoende geven. Betrokkenheid bij de inrichting en het gebruik openbare ruimte en speelplekken zorgt daarbij voor van voorzieningen kan deze relatie versterken. En flexibiliteit en toekomstbestendigheid. Jongeren en waar buurten of wijken al identiteit hebben, bijvoor- kinderen zorgen voor levendigheid en zijn onmis- beeld door relatief grote etnische, maar nog steeds kenbaar onderdeel van het stedelijk leven. De Amsterdamse groepen, moet dit een voedings- kinderen van nu zijn de volwassenen van 2040. Zij bodem zijn voor het creëren van nieuw eigenaar- zorgen voor nieuwe impulsen en vormen het toekom- schap en initiatieven. stige menselijk kapitaal van de stad. Flexibiliteit Ook sport verbindt. Sport draagt bij aan ontmoe- De ontwikkeling van een metropoolregio is een lange tingen en contacten tussen verschillende bevolkings- termijnproject zonder duidelijk eindbeeld. Ook de groepen en leefstijlen. Sport stimuleert integratie rol die verschillende sociale functies hierin vervullen en sociale cohesie niet alleen in de wijk, maar in de wordt onduidelijker naarmate de planhorizon verder hele metropoolregio. Binnen sport zien we steeds weg ligt. Hierbij past geen rigide planvorming met meer individuele en ongeorganiseerde vormen. een korte termijnhorizon. De planning van sociale Sportvoorzieningen hebben een functie als identi- voorzieningen moet flexibel zijn. Flexibiliteit van de teitsdragers in de wijk. Dus sportvoorzieningen horen gebouwde omgeving zorgt ervoor dat de fysieke thuis op plaatsen in de wijk waar de maatschappelijke en sociale voorzieningen een aanvulling zijn op betekenis optimaal is en er vanzelfsprekende verbin- de ontwikkelingen in de samenleving. Duurzaam dingen kunnen worden gelegd met bijvoorbeeld betekent ook aanpasbaar. onderwijs en opvang. Het ouderenbeleid in de zorgsector richt zich er bijvoorbeeld al meer op ouderen zo lang als mogelijk Kunst en cultuur bieden als identiteitsdragers nieuwe zelfstandig te laten wonen, wat een wens van kansen bij ontwikkelingsgebieden. Zo gaat het veel oudere Amsterdammers. Dat betekent meer toekomstige het Filmmuseum een nieuw gezicht aanpasbare woningen en een slimme combinatie van geven aan Noord en kunst en cultuur op IJburg kan voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg in ervoor zorgen dat IJburg ook bij de Amsterdammers zogenaamde woonservicezones. die in de andere stadsdelen wonen op de mental Er zijn drie soorten van flexibiliteit waarmee rekening map komt. moet worden gehouden: flexibele openbare ruimte (die interactie bevordert), flexibele stedenbouw- Op deze manier identificeren gebruikers van de kundige omgeving (waardoor er plek is voor nieuwe metropoolregio zich met ‘hun’ stad, buurt, wijk, werk ontwikkelingen) en flexibele gebouwen ( gebouwen of ontmoetingsplek. Een positieve identificatie met waar veranderende behoeftes kunnen worden de eigen wijk zorgt bovendien voor eigenaarschap, opvangen). Het benutten van tijdelijkheid –trans- ofwel een positieve betrokkenheid bij de eigen formatie, leegstand, latere besluitvorming – en het leefomgeving. oningevuld laten van ruimtes en functies in nieuwe ontwikkelingsgebieden biedt kansen aan onder meer culturele functies .

De Visie 105 Bereikbaarheid en toegankelijkheid Internationale scholen Publieke voorzieningen, openbare ruimten en Voor het vestigingsklimaat van internationale ander plekken waar interactie kan plaatsvinden, bedrijven is het van groot belang dat er binnen de moeten goed bereikbaar zijn voor een diverse groep metropoolregio ruimte wordt gereserveerd voor gebruikers. Hierbij speelt zowel fysieke als sociale internationaal onderwijs. Dit moet geworden gereser- bereikbaarheid een rol. Als het gaat om fysieke veerd in die gebieden waar een hoge concentratie bereikbaarheid dan moeten functies die op cruciale van expats wonen en werken, zoals de binnenstad, plaatsen in het stedelijk netwerk bevinden zich als Oud-Zuid of binnen Amsterdam en het ware ‘openkeren’ naar de openbare ruimte. Amstelveen, de Haarlemmermeer en Almere. Deze functies hebben een duidelijke identiteit en Twee van drie grootste internationale scholen binnen nodigen uit tot interactie. Dit wordt bevorderd door Metropoolregio Amsterdam, de British School en het situeren van voorzieningen langs doorgaande de Amsterdam International Community School wegen, in markante gebouwen, op hoeken en aan (AICS), zijn op korte termijn op zoek naar nieuwe pleinen. Open gevels dragen bij aan de levendigheid bouwlocaties in de buurt van de Zuidas. Met de op straat. Toegankelijkheid kan worden beperkt door voortgaande globalisering zal de vraag naar inter- cognitieve barrières die een voorziening opwerpt. nationaal onderwijs tot aan 2040 fors toenemen. Alleen voorzieningen die toegankelijk zijn voor een Naast de traditioneel Engelstalige scholen, zal er divers publiek zullen er ook in slagen verschillende in de toekomst ook de behoefte kunnen onstaan bevolkingsgroepen en belevingswerelden aan elkaar aan anderstalige scholen, zoals Chinees-,of Duits- te koppelen. talig onderwijs; een Franstalige basisschool is al in Amsterdam. Er dient rekening te worden gehouden Diversiteit/functiemenging met de behoefte aan nog zeker twee tot drie Voor het verbinden van functies en identiteiten is extra internationale scholen binnen Amsterdam, de nabijheid van sociale voorzieningen van belang. waarvoor dus betaalbare ruimte moet worden Dit maakt het makkelijker om met elkaar samen te gereserveerd. Aan de oostzijde van Amsterdam zijn werken en van elkaar te profiteren. De keuze voor er internationale scholen in Hilversum en Almere diversiteit en functiemening is niet altijd een gemak- ,maar ontbreken ze aan de westzijde. Er zal aan de kelijke. Grootschalige functies als ziekenhuizen en westzijde van de Metropool ruimte moeten worden sportvelden worden in de praktijk vaak naar de gereserveerd voor een of twee internationale randen van de stad verdreven. Hier is de druk op de scholen. Haarlemmermeer, met zijn hoge concen- ruimte minder groot. Door deze functies juist wel tratie internationale bedrijven en expats, is de meest binnen de ring te plaatsen ontstaan er kansen voor voor de hand liggende locatie. medegebruik en voor interactie. Sportfaciliteiten kunnen ook ingezet worden voor onderwijs, clubge- bouwen voor buurtactiviteiten, sportverzamelge- bouwen voor naschoolse opvang. Kennisuitwisseling, ontmoeting en ontplooiing, sport, verschillende belangrijke sociale beleidsdoelstellingen kunnen zo worden gerealiseerd. Tegelijkertijd kunnen dit soort functies ook goede identiteitsdragers zijn in een gebied of een buurt. Clustering van functies op het gebied van zorg, welzijn en gezondheid maakt het leven van de gebruikers van die voorzieningen, zoals voor ouderen, makkelijker. Gezien de ontwik- keling dat zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, moeten zorg- en welzijns- voorzieningen worden verweven met andere voorzie- ningen, waardoor ouderen en gehandicapten zich onder andere mensen begeven en zo deel nemen aan het stedelijk leven.

106 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 7.3 Kunst en cultuur

Culturele voorzieningen zijn belangrijke identi- teitsdragers voor de metropool als geheel en voor plekken binnen de metropool in het bijzonder. De topvoorzieningen in het centrum spreken mondiaal tot de verbeelding. Na renovatie, verbouwing en uitbreiding van een aantal musea kent Amsterdam een uniek cluster van culturele wereldklasse met onder andere het Muziekgebouw/Bimhuis, Hermitage aan de Amstel, Rijksmuseum, Stedelijk Museum, Van Goghmuseum, Concertgebouw en Filmmuseum. Maar ook op buurt- en wijkniveau dragen herkenbare culturele voorzieningen bij aan een positief imago.

Cultuur en haar voorzieningen ƒƒ geven uiting en dragen bij aan de enorme diver- siteit in de kernstad van de metropool en haar bewoner, van hoge tot lage cultuur, van wit tot zwart; ƒƒ bieden eenieder die dat wil de mogelijkheid om te participeren en vooruit te komen; ƒƒ zijn een belangrijke motor voor vernieuwing en innovatie, ook voor economische sectoren als ICT en media (creatieve industrie) en in sociale vernieuwing; ƒƒ zijn de belangrijkste dragers voor toerisme en de organisatie van congressen in de stad; ƒƒ zorgen voor herkenning en identiteit op alle schaalniveaus.

Cultuur is een belangrijke vestigingsfactor voor mensen, en daarmee ook van groot belang voor de economie. In de mondiale concurrentiestrijd tussen metropolitane regio’s, maar ook in de concurrentie van gebieden in het Amsterdamse spelen culturele voorzieningen een cruciale rol.

De Visie 107 Culturele en metropolitane ambities

Gedeelde ambities Ruimtelijke implicaties

Zichtbare en toegankelijke topinstellingen en evene- mondiaal Wereldklasse menten ƒƒ stimuleren interactie en participatie (talentontwik- Kunst en cultuur zijn sterke identiteitsdragers voor keling) metropolitane ontwikkeling. ƒƒ kunnen een bijdrage leveren aan het spreiden van De metropoilitane kern heeft de constante aanwas toerisme en instroom van talenten nodig om tot de culturele ƒƒ zijn belangrijke dragers voor het ontstaan van top te blijven behoren. metropolitane clusters Laboratorium

Kenniseconomie en innovatie staan of vallen bij de Ruimten voor experimenten en culturele initiatieven constante ontwikkeling van ideeën en instroom van dragen bij aan de ontwikkeling van lokale economiën talent. en zijn interessante locaties voor bezoekers en Kunst en culturele voorzieningen verbinden en toerisme. slim gesitueerde en toegankelijke culturele bieden kansen voor emancipatie.

Talentontwikkeling Culturele voorzieningen en kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte versterken (als belangrijke identi- Het ontwikkelen van talenten draagt op lokaal teitsdragers) die herkenbaarheid en functie van niveau bij aan sterke en gevarieerde buurten en (centrale) plekken in buurten en wijken. wijken. Cultuur is een basisvoorziening die zich in elk woonmilieu en op alle schaalniveau’s moet manifes- teren. lokaal Prachtstad

Bovenstaand schema koppelt een aantal culturele en metroplitane ambities. Verbinden is hierbij het sleutelwoord. Amsterdam als mondiale speler op het gebied van cultuur vraagt niet alleen om voorzie- ningen van wereldklasse, maar ook om investeringen in prachtstad, in culturele voorzieningen als basis- voorziening in buurten en wijken. Speciale aandacht is er voor de laboratoriumfunctie van cultuur. De stad moet voldoende ruimte bieden voor vernieuwing en experimenten. Stilstand is immers achteruitgang. Talentontwikkeling is de humus van waaruit wereld- klasse kan ontstaan, terwijl de voorzieningen van wereldklasse aanleiding en stimulans geven voor culturele ontwikkeling.

108 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Cultureel ruimtelijke verbindingen

Gedeelde Amsterdamse identiteit

Olympische Ambitie

Buurten en wijken met diverse Uitbreiding trans- identiteiten formatiegebieden modiale kern uitrol centrumgebied, verbinden lokaal en mondiaal

Gespecialiseerde Groen cultuur-, leisure-, Openbare ruimte creatieve- en Culuurhistorie kennisclusters

Schematische visie op verbindingen tussen mondiale en lokale cultuur Deze schematische afbeelding laat zien hoe een ruimtelijke samenhang in culturele voorzieningen in de kernstad van de metropool bereikt kan worden. Centraal staat het sterke centrummilieu met haar topvoorzieningen. De ster verbeeldt de uitrol van het centrummilieu. Deze uitrol kan mede gefacili- teerd worden door de vestiging van (publieksge- richte) culturele voorzieningen. Vooral vernieuwende functies (de zogenaamde laboratoriumfunctie) met zowel een lokale functie als (groot)stedelijke aantrek- kelijkheid (vb Timorplein) kunnen het mondiale met het lokale verbinden. Op lokaal niveau dienen culturele voorzieningen aan te sluiten bij de lokale identiteiten. In het geval van uitbreidings- en trans- formatiegebieden geven culturele voorzieningen deze identiteit mede vorm. Speciale aandachtsvelden in de structuur zijn de gespecialiseerde clusters, het groen/ landschap en de olympische ambitie.

De Visie 109 7.4 Werken in Amsterdam

Mensen maken de metropool, de diversiteit maakt Er komen meer ZZP’ers, tijdelijke consortia van kleine Amsterdam. Ook op economisch gebied kent bedrijven schieten uit de grond en mompreneurs Amsterdam een grote diversiteit: aan economische combineren de zorg voor hun kinderen met een sectoren en aan werkmilieus, de beroepsbevolking is onderneming aan huis. Deze nieuwe ondernemings- uiterst geschakeerd, de stad kent 773 verschillende vormen worden nu niet voldoende gefaciliteerd met soorten ondernemingen. Er is plek voor grote inter- bedrijfsruimtes en financiering. nationale firma’s, maar ook voor kleine zelfstandigen. Want ook dat is de kracht van Amsterdam. Groots Belang van ondernemerschap voor de Amster- door klein te durven zijn. damse economie Nederland loopt achter als het gaat om aantallen Diverse economie is duurzaam ondernemers, terwijl deze in de nieuwe onderne- Een diverse economie is ook een duurzame mende economie steeds belangrijker worden voor economie. Het maakt de stad minder kwetsbaar economische groei. Daarbij leidt meer ondernemer- bij conjunctuurschommelingen. Het biedt de zeer schap tot kortere recessies, zoals de huidige krediet- gevarieerde beroepsbevolking extra kansen en flexi- crisis. Het beleid van de gemeente is nu niet gericht biliteit. De veelzijdigheid van de economie draagt op de fase voor en na de start van een onderneming. ook bij aan de veelheid, diversiteit en fijnmazigheid Het gewenste integrale ondernemerschapbeleid aan hoogstedelijke voorzieningen in de stad. Dat dat deze fases wel bevat, vergt een hechte samen- vergroot de aantrekkelijkheid van de stad. werking en goede afstemming tussen EZ, scholen, universiteiten, kamer van koophandel en diverse Ondernemerschap gemeentelijke diensten. Voor de economie van de Substantiële groei van ondernemerschap, minimaal stad is het van het grootste belang dat de stad een tot conform het niveau van de belangrijkste concur- aantrekkelijke plek is, voor nieuwe bedrijven die rerende Europese steden zich willen vestigen en voor bestaande bedrijven die willen blijven of uitbreiden. Elk bedrijf draagt bij aan Ontwikkelingen de economie van de stad, aan de werkgelegenheid We gaan een nieuwe fase van economische ontwik- en aan de leefbaarheid van de stad en de wijken. keling in; die van de ondernemende economie. Hierin Voldoende geschikte locaties zijn dus een must, ook zijn niet langer de grote ondernemingen de motor voor de vestiging van hotels. Natuurlijk moet het van de economie, maar de jonge ondernemende daarnaast veilig zijn rond en in de onderneming, en bedrijven3. Nederland loopt echter achter als het moet de omgeving ook aantrekkelijk zijn voor klanten gaat om aantallen ondernemers door onder andere en medewerkers. Een florerende buurteconomie is niet aanwezige randvoorwaarden zoals kleinschalige essentieel voor de leefbaarheid in de wijken. bedrijfsruimte en een hoge regeldruk. Door een gebrekkige ondernemende cultuur heeft Nederland Koers een laag aantal mensen dat de intentie heeft om een Amsterdam wil meer en beter ondernemerschap bedrijf te starten. Tegelijkertijd heeft onze beroeps- in de hele regio, leidend tot een brede basis van bevolking een hoog opleidingsniveau en werken kleinschalige bedrijvigheid en ondernemerschap, met er veel mensen in de wetenschap en technologie, daarop een piek van snel groeiende internationaal waarmee er veel innovatiepotentieel aanwezig is. concurrerende ondernemingen en technostarters in Onder invloed van trends als toenemende mate van groeisectoren. Amsterdam wil daarvoor, in samen- flexibiliteit en diversiteit verandert het type onderne- werking met partners, de voorwaarden scheppen. mingsvorm.

110 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Doelen zakte van de 16de plaats in 2007 op de Global ƒƒ Ondernemerschap is in 2011 opgenomen in het Financial Centres Index (GFCI), de graadmeter voor curriculum van basisschool tot universiteit en alles internationale financiële centra, naar de 24ste plaats daartussenin. in 2008. ƒƒ Er is een positiever beeld van ondernemers en ondernemerschap. Veel financiële centra zullen zich specialiseren, in ƒƒ De naamsbekendheid van informatieloketten en het licht van mondialisering van de financiële markt. financieringsmogelijkheden vergroten. Daarnaast zal de sector zich ook meer gaan centra- ƒƒ Er is binnen de gemeente een cultuuromslag liseren op plekken waar de grootste of de meest gemaakt door meer uit te besteden aan kleine gespecialiseerde financiële centra zich al bevinden. ondernemers en vaker ‘launching customer’ van Het is daarom de verwachting dat bedrijvigheid zich een nieuw product te zijn. vanuit Amsterdam zal verplaatsen naar bijvoorbeeld ƒƒ Stroomlijnen van gemeentelijke regelgeving. Londen en Frankfurt. ƒƒ Beschikbaar maken van kleinschalige bedrijfs- Amsterdam/Nederland heeft binnen de financiële ruimtes, bedrijventerreinen en winkelruimtes. dienstverlening een goede internationale naam hoog ƒƒ Stimuleren van het aantal technostarters en snelle te houden binnen een viertal niches, zo heeft HFC groeiers. onderzocht, becijferd. De aanwezigheid van dit type ƒƒ Het in samenwerking met partners stimuleren van bedrijven en de verwachte groei in de subsectoren een veilig ondernemersklimaat. biedt kansen in: ƒƒ (Gebiedgerichte) versterking van de buurteco- ƒƒ Retirement Management nomie. ƒƒ Financial Logistics ƒƒ Uitbreiding van de hotelcapaciteit. ƒƒ Sustainability and Finance ƒƒ Amsterdam Trading Venue Sterke sectoren De Amsterdamse economie is divers, maar De laatste jaren is nearshoring een trend in de daarbinnen is een aantal sectoren waarop zakelijke dienstverlening. Dit verplaatsen van dienst- Amsterdam zich kan profileren. In regionaal verband verlening naar relatief dichtbij gelegen lagelonen- is een analyse uitgevoerd waaruit een aantal sterke locaties, zoals Centraal- en Oost-Europa is relatief clusters naar voren komt, en waaruit blijkt dat de gemakkelijker. Dit geldt niet voor hoogwaardige en ruimtelijke claims van deze sectoren verschillen. specialistische activiteiten in de sector, zoals trust- kantoren en technische adviesbureaus. Deze trekken, Financiële en zakelijke dienstverlening vanuit het buitenland, juist soortgelijke werkzaam- De financiële en zakelijke dienstverlening is van groot heden aan naar Amsterdam en omstreken. belang. Amsterdam is het centrum van deze sector Afgelopen jaren zijn naast zorg commerciële diensten in Nederland. De afgelopen tien jaar is het aantal de grootste groeiers geweest, mede dankzij speciali- vestigingen in de financiële en zakelijke dienstver- satie en outsourcing van niet-kernactiviteiten. Studies lening in de metropoolregio bijna verdubbeld, van over de toekomst spreken elkaar tegen, hoewel de ruim 21 duizend in 1999 naar ruim veertigduizend in meeste verdere groei voorzien. 2009. Vooral de juridische en economische advies- Internationaal grote banken als ING en ABN AMRO bureaus zijn met 28 duizend vestigingen – zeventig hebben in Amsterdam hun hoofdkantoor gevestigd. procent van het cluster – sterk vertegenwoordigd. In Tot voor kort waren deze banken respectievelijk de de metropoolregio werken in 2009 ruim 163 duizend tweede en de vierde werkgever van Amsterdam, mensen in de financiële en zakelijke dienstverlening, maar de werkgelegenheid staat – net als in andere een groei van negentig procent vergeleken met de Europese financiële centra – onder druk. Naast situatie in 1999. banenverlies bij de grote banken zullen ook bij de ondersteunende financiële en zakelijke dienstver- De financiële sector omvat circa vijftigduizend leners banen verloren gaan. Daar staat tegenover dat banen, wat goed is voor 22,5 procent van het bruto de werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening, regionaal product. Daarvan nemen de algemene met name in de juridische en economische adviesbu- banken bijna dertigduizend arbeidsplaatsen voor hun reaus en de uitzendbureaus, gestaag groeit. rekening. De Nederlandse financiële sector verliest op het internationale speelveld terrein. Amsterdam

De Visie 111 De zakelijke dienstverlening is afhankelijk van andere plaatsen, een groei van 33 procent ten opzichte van sectoren. Wanneer het goed gaat met sectoren als tien jaar geleden. Daarvan werkt 45 procent in de de handel en de logistiek, de creatieve industrie media- en entertainmentsector, veertig procent in de en de ICT-sector, dan gaat het ook goed met de creatieve zakelijke dienstverlening en vijftien procent gelieerde zakelijke dienstverlening. De aantrekke- in de kunsten. De creatieve sector omvat veel kleine lijkheid van Metropoolregio Amsterdam voor buiten- spelers en een beperkt aantal grote bedrijven. Het landse bedrijven is essentieel voor de internationale centrum van de sector bevindt zich in Amsterdam, concurrentiekracht van de zakelijke dienstverleners. dat 55 procent van het totaal aan vestigingen, en 54 Veel zakelijke en financiële dienstverleners zitten dáár procent van het totaal aantal werkzame personen in waar de beslissingen worden genomen. de metropoolregio voor de rekening neemt. Potentieel is de creatieve industrie een aanjager ICT voor ‘klassieke’ economische sectoren, zoals finan- De omvang van de ICT-sector in termen van toege- ciële dienstverlening. Deze relatie is wederkerig. voegde waarde in Nederland is 31 miljard euro en in Cultuur en creativiteit en hoog renderende sectoren de Amsterdamse metropool is dat 18 miljard euro, versterken elkaar. Dienstverlening gedijt beter in een waarvan twee tot drie miljard euro internationaal is. cultureel verrijkte omgeving en hoogwaardige dienst- In 2009 werken er in de metropoolregio in totaal verlening genereert vraag naar de producten en bijna 97 duizend mensen in de ICT. De meeste diensten van de creatieve sector. Daarnaast ontstaan werkgelegenheid is te vinden in de handel en de er steeds meer cross-overs tussen de creatieve telecom en toepassingen, terwijl het aandeel van de industrie en andere sectoren. Voorbeelden hiervan productie van hard- en software relatief beperkt is. zijn zakelijke dienstverlening, ICT, logistiek en leisure. Momenteel is sprake van een tijdelijke terugval De creatieve sector draagt bij aan het stedelijk in zakelijke ICT-vacatures. Tegelijkertijd is er een leefklimaat, zowel voor consumenten als werknemers structureel tekort aan ICT-professionals. Dit blijft in diverse sectoren. Amsterdam scoort goed in inter- op de langere termijn een knelpunt. Zeker als er de nationale leefklimaatonderzoeken met een dertiende enabling-rol van ICT in de samenleving, zoals in de plaats op de Quality of Living Survey van Mercer. zorg, de veiligheid, het onderwijs, gestimuleerd gaat Naar verwachting zal de nadruk in het creatieve worden. De regio heeft een krachtige propositie: cluster komen te liggen op de producten met een connectivity door de global gateway, de benodigde toegevoegde waarde. Door het gemak waarmee massa, kwaliteit van personeel en een internationaal informatie en kopieën op internet beschikbaar zijn, is imago. het voor bedrijven van belang toegevoegde waarde te zoeken in de volgende categorieën: directe Creatieve industrie beschikbaarheid, gepersonaliseerde producten, Internationaal heeft de Nederlandse creatieve originele interpretaties van producenten (ontwerp), industrie een goede naam, maar omvang is moeilijk authenticiteit, toegankelijkheid, belevingswaarde, te bepalen evenals de impact, door onder meer vindbaarheid en acceptatie van sleutelfiguren. het informele karakter van de sector. Het vernieu- Er is versterking mogelijk op een aantal vlakken, zoals wende karakter van het creatieve cluster maakt ondernemerschap van de creatieve ondernemers het moeilijker om inzicht te krijgen, bijvoorbeeld (het vermarkten van creativiteit), cross-overs tussen hoe groot de investeringen zijn in research & creatief en andere sectoren en binnen de verschil- development (R&D). lende delen van het creatieve cluster, en gestructu- De schattingen over de omvang van de creatieve reerde kennisontwikkeling/R&D met toepassing in de industrie in Nederland lopen uiteen van n 8,4 miljard sector zelf. euro (2,3 procent van het landelijk totaal) tot 20 miljard euro (5,5 procent). Medio 2009 worden ruim 24 duizend vestigingen in de metropoolregio gerekend tot de creatieve industrie. In vergelijking met 1999 is dit aantal met bijna tienduizend toege- nomen. De meeste vestigingen zijn te vinden in media en entertainment en de creatieve zakelijke diensten. De creatieve industrie inclusief mode, telt in de metropoolregio in 2009 bijna 65 duizend arbeids-

112 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Lifesciences ceutische groothandel, en voor vijftien procent in Nederland heeft een goede positie op het vlak van medische en farmacologische R&D. Het cluster in moleculair pharming, zowel met raakvlakken aan Amsterdam is sterk gericht op het midden en eind de therapeutische kant, de farmaceutische kant van de economische keten: productontwikkeling, als de agriculturele kant van de biotechnologie. productie, alsmede verkoop, marketing en distributie Ook in veterinaire geneeskunde neemt Nederland van producten. Er zijn weinig bedrijven die bijdragen een sterke positie in. Op onderzoeksgebied heeft aan fundamenteel onderzoek. Er is met name vraag Nederland een internationaal vooraanstaande positie naar kenniswerkers op HBO/WO-niveau. De sector is op de velden farmaceutisch onderzoek, klinische zeer kapitaalintensief en kent lange ontwikkeltijden. geneesmiddelenonderzoek en genomics en prote- Kenmerkend is ook de aanwezigheid van veel kleine, omics, imaging en medische informatica. De grote dienstverlenende bedrijven. De Nederlandse kennis- trend op internationale schaal is op dit moment paradox –sterke kennispositie, maar relatief weinig tweeledig: een gebrekkige pijplijn bij de farmaceu- economische spin-off – is in de sector sterk aanwezig: tische producenten en veel (omvangrijke) overnames er is gebrek aan ondernemerschap en risicokapitaal. door de grote bedrijven van beloftevolle bedrijven (al De markt voor stand alone R&D-bedrijven is beperkt, dan niet in kapitaalproblemen) met perspectiefrijke maar inzet op integrated lifesciences-bedrijvigheid ontwikkellijnen. Naast de metropoolregio richten in de metropool is kansrijk, ofwel metropool als tal van andere regio’s zich op de werving van lifesci- vestigingsplaats voor bedrijvigheid inclusief R&D, ences-bedrijven; in Nederland onder meer Leiden, productie, marketing en sales en distibutie. Utrecht, Groningen en Nijmegen en in het buitenland Londen en omgeving, Berlijn, Munchen en Kopen- Handel en logistiek hagen/Malmö. Sommige van deze regio’s hebben Mainport Schiphol en de Haven van Amsterdam zijn een veel grotere massa aan bedrijvigheid en kennis- de vierde luchthaven en haven van Europa. De sector instellingen rond lifesciences dan de metropoolregio levert zeshonderdduizend banen in Nederland en en kennen veel meer overheidsstimulering. 160 duizend in de metropoolregio. Waarde van de De sector heeft goede perspectieven: verdergaande jaarlijkse import en export is respectievelijk dertien vergrijzing en groei van de wereldbevolking zorgen en elf miljard euro. Het aantal vestigingen in dit ook de komende jaren voor een groeiende vraag cluster in de metropoolregio in 2009 is ruim 25.500, naar lifesciences-producten en de bestijding van waarvan tweederde deel in de groothandel. Sinds infectieziekten is van toenemend, globaal belang. 1999 is het aantal vestigingen met elf procent toege- De grote farmaceutische bedrijven zullen zich richten nomen. De internationale handel en logistiek zijn met op de ‘grote ziekten’, ofwel ziektebeelden met name geconcentreerd op en rondom Schiphol en de een omvangrijke doelgroep. De ontwikkeling van Haven van Amsterdam. Vooral deze combinatie van therapieën en medicijnen voor de kleinere ‘orphan’ de mainport en haven en de ligging en verbindingen deseases wordt steeds moeilijker. met het achterland maakt de metropoolregio voor Naast medicijnontwikkeling, imaging en targeting overzeese multinationals een ideale global gateway concentreert Nederland zich op een aantal ziekte- voor Europa. beelden: auto-immuunziekten, oncologie, cardiovas- Rondom Schiphol zijn veel Europese distributie- cuaire ziekten, infectieziekten en hersenziekten. De centra gevestigd voor spare parts, hoogwaardige vraag naar meer persoonlijke vormen van medicatie elektronica en tijdgevoelige producten, zoals verspro- maakt dat er vele niches in de sector ontstaan, waar ducten en producten aan het begin van de product- vooral kleine, jonge biotech-bedrijven aansluiting levenscyclus. Dit segment omvat warehousing, Value bij zoeken. Wereldwijd is er een trend naar meer Added Logistics (VAL) en Value Added Services samenwerking onder farmaceutische bedrijven om (VAS), zoals douane, im- en exportondersteuning, tot gedeelde innovatietrajecten te komen. Zowel het supply chain management en optimization, advies). delen van kennis als van risico, spelen daarbij een In de metropoolregio zijn tal van logistiek dienstver- rol. Het lifesciences-cluster in de metropoolregio leners. Het cluster telt in de metropoolregio anno telt in 2009 zo’n 1.350 vestigingen, een verdub- 2009 bijna 180 duizend arbeidsplaatsen. Alleen al de beling ten opzichte van 1999. In totaal hebben deze toegevoegde waarde van de luchthaven bedraagt vestigingen een kleine twaalfduizend werkzame tussen de 5,1 en 6,2 miljard euro, ongeveer 1,5 personen, die voor 29 procent in de farmaceutische procent van het nationaal inkomen. In de regio industrie actief zijn, voor 21 procent in de farma- zijn ongeveer 150 duizend banen direct of indirect

De Visie 113 verbonden met transport en logistiek. Er is vraag ‘nieuwe ouderen’, een doelgroep die zich kenmerkt naar arbeidskrachten op alle niveaus. In de logistiek door individualisme, nieuwsgierigheid, en zich richt op Schiphol en de Haven is dat met name op VMBO- op genieten, veiligheid, gezondheid en authenti- niveau – 9.150, op MBO: 2.200, HBO: 600 en WO: citeit. Een andere trend is die naar gezondheid en 250. Geschikt arbeidspotentieel is een sleutelfactor in wellness. Metropoolregio Amsterdam heeft een het succes van de sector. Daarnaast is innovatie, zoals grote aantrekkingskracht op internationale toeristen, in logistieke concepten, een must om bij te kunnen zowel recreatief (81 procent van de bezoekers) als blijven. zakelijk toerisme, bijvoorbeeld vanwege congressen (19 procent van de bezoekers). De focus van dit De onderlinge nabijheid van Schiphol en de Amster- internationaal toerisme ligt op de stad Amsterdam. damse haven is in Europa uniek. Haven en luchthaven In Amsterdam vindt 45 procent van alle overnach- profiteren van elkaars logistieke ketens. Daar komt tingen binnen Nederland plaats. De banengroei in dan wereldstad Amsterdam bij, met haar grootste- toeristische bedrijfstakken in Amsterdam, die zich in delijke allure en hoogwaardige financiële, zakelijke, de toeristische branches al in 2006 voorzichtig had cultureel-creatieve, toeristische en overige dienst- aangekondigd, is in 2007 doorgezet. Na ongeveer verlening. De ligging in deze ‘gouden driehoek’ vijf jaar stagnatie groeit de werkgelegenheid in de versterkt de kracht en veelzijdigheid van handel toeristische sector nu iets sneller dan die van de en logistiek in de metropool. De aanleg van de andere sectoren in Amsterdam. In 2007 nam het Westrandweg en de ontwikkeling van een deel van aantal banen van twaalf uur en meer per week met 4 het Atlaspark door SADC dragen de komende jaren procent toe (tegen het gemiddelde +2 procent) en bij aan een verdere verwevenheid van haven en lucht- het aantal kleine deeltijdbanen – twaalf uur of minder haven. per week – met 8 procent (tegen het gemiddelde +5 procent). Op 1 januari 2008 telde de Amster- Internationaal toerisme en congressen damse toeristische sector 36.500 grotere banen en Deze sector telt nationaal 375 duizend banen. 11.700 kleine banen. De banengroei zit vooral in de Amsterdam is goed voor 48 duizend voltijdbanen. horecabranches – restaurants en cafés – en recreatie De sector bedraagt 3,5 procent van het BNP met een – cultuur en amusement. Er werken veel MBO’ers en toegevoegde waarde van 13,5 miljard euro (2006, HBO’ers in de sector. Kenmerkend is de moeite die 2,9 procent van de totale toegevoegde waarde). de sector heeft om werknemers te binden, vanwege Bezoekers in Amsterdam zetten naar schatting 5 de afwijkende werktijden, relatief lage salarissen en miljard euro om. Amsterdam is de zesde stad in gebrek aan loopbaanperspectief of het afronden Europa als het gaat om ontvangst van internationale van de studie (in geval van bijbaantjes), terwijl het gasten; Londen neemt de eerste plaats in met 15,3 woongebied te duur is. Daar staan overigens de miljoen bezoekers per jaar, gevolgd door Parijs (8,8 klantcontacten, de sfeer, internationale contacten en miljoen), Rome (6,1 miljoen), Barcelona (5 miljoen), de dynamiek in de sector als positieve kenmerken Dublin (4,6 miljoen) en daarna Amsterdam (3,9 tegenover. Er is daardoor sprake van een flinke miljoen). Amsterdam is in 2008 gestegen van de aanwas vanuit het beroepsonderwijs. Er is een scheve negende naar de zevende plaats op de wereldrang- balans tussen toeristische marktpotentie van de regio lijst van internationale congressteden. Het aantal en haar verdiensten. Dit leidt tot lage servicekwaliteit congressen in de hoofdstad nam toe met 9 procent. en een lage innovatiegraad. Het is van toenemend Met 89 internationale congressen laat Amsterdam belang dat personeel zich kan onderscheiden door steden als Stockholm (87), Seoul (84) en Lissabon (83) een hoge mate van klantgerichtheid. achter zich. Het belang van de sector voor Amsterdam kan niet Duurzaamheid worden onderschat, en biedt de bovendien kansen. De aandacht voor duurzame economische Stedenreizen vormen het snelst en meest stabiel ontwikkeling – in publieke en private agenda’s groeiende toeristische segment in Europa. Hier – is ingegeven door het op peil houden van de kan een wereldstad als Amsterdam van profiteren. leefbaarheid in landen, steden en regio’s, en de De cruisemarkt is een groeiende markt, evenals schaarste van fossiele brandstoffen in de toekomst. de zakelijke markt. Er zijn steeds meer individuele Ook economische motieven bepalen echter, in steeds reizigers dan groepen. Dit biedt mogelijkheden sterkere mate, de aandacht voor duurzaamheid. voor nieuwe arrangementen, bijvoorbeeld voor de Duurzame bedrijvigheid vormt een steeds belang-

114 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam rijkere additionele bron van (hoogwaardige) werkge- Realisatie en ambitities legenheid en welvaart. Duurzaamheid is een econo- Een internationaal concurrerende, duurzame econo- mische groeisector, en wint aan belang als aspect van mische ontwikkeling van Amsterdam brengt een het vestigingsklimaat. groei van zeventigduizend woningen, 330 hectare Deze potentie wordt alleen waargemaakt als de bedrijventerrein in Amsterdam (2.300 hectare in Amsterdamse regio inzet op de ontwikkeling van een de metropoolregio) en 1,5 miljoen vierkante meter sterk duurzaamheidcluster waarin bedrijven en instel- kantoorruimte met zich mee. De prognoses voor lingen actief zijn op gebied van energiebesparing bedrijventerreinen zijn gebaseerd op de in regionaal en inzet van duurzame energie. Een sterk duurzaam- verband vastgestelde Uitvoeringsstrategie Platform heidcluster biedt grote economische kansen op het Bedrijven en Kantoren in Metropoolregio Amsterdam gebied van: (Plabeka, februari 2007). ƒƒ Aantrekken en uitbouwen van bedrijvigheid op gebied van duurzaamheid, Bedrijventerreinen ƒƒ Ontwikkeling van nieuwe, vaak ook innovatieve, DRO heeft in samenwerking met EZ van alle Amster- werkgelegenheid, damse bedrijventerreinen onderzocht wat de ƒƒ Kennisopbouw die te vermarkten is in de mogelijkheden zijn tot intensivering en/of transfor- toekomst, matie. De focus ligt op de bedrijventerreinen binnen ƒƒ Lagere energiekosten voor de gehele Amster- de Ring A10. De druk van de uitrol van het centrum- damse maatschappij, milieu en de woningopgave is hier het grootst. Deze ƒƒ Positief effect op het vestigingsklimaat door bedrijventerreinen verkleuren bovendien steeds meer betaalbare, betrouwbare en schone energie. door een toename van functies als perifere detail- handel, leisure, creatieve en niet-creatieve kantoren. Het juiste bedrijf op de juiste plek Deze willen zich hier graag vestigen onder andere Elke sector stelt andere eisen aan het werkmilieu in vanwege de aantrekkelijke locatie en de lage (grond) de stad. Er wordt gewerkt in zowel het westelijke prijs. Hierdoor ontstaat een prijsopdrijvend effect en havengebied, als op de Zuidas en in de . zijn terreinen niet meer betaalbaar voor stadsverzor- Drie werkgebieden, maar drie totaal verschillende gende bedrijven waardoor steeds minder ruimte voor werkmilieus. Met elk zijn specifieke aantrekkings- deze bedrijven resteert. kracht op de diverse bedrijfssectoren. De ruimtelijke opgave is om het gevarieerde economische leven Binnenstedelijke bedrijventerreinen blijvend te faciliteren, kwantitatief maar ook kwali- Met name de cruciale rol van de stadsverzorgende tatief. Dit moet op de schaal van de metropoolregio bedrijvigheid geeft aan dat het een absolute must is gebeuren. Dat geeft manoeuvreerruimte, dat biedt dat er bedrijventerreinen binnen de Ring A10 blijven extra mogelijkheden om het juiste bedrijf het juiste bestaan. Hoe belangrijk deze terreinen momenteel vestigingsmilieu te bieden. Het ene bedrijf past beter zijn voor het functioneren van de stad blijkt uit de in Krommenie, het andere gedijt het best in het hart beperkte leegstand van 3 procent. Bovendien tonen van Amsterdam. Maar het is allemaal Metropool prognoses aan dat de vraag naar deze binnenstede- Amsterdam. Elkaar versterkend, de onderlinge lijke bedrijventerreinen in de toekomst onverminderd concurrentie voorbij. Amsterdam zélf kan zich meer hoog blijft. Hier komt bij dat zeventigduizend extra en meer richten op de bedrijfssectoren die sterk op woningen in de stad ook een groeiende vraag naar het hoogstedelijke milieu zijn aangewezen zoals de bouw- en onderhoudswerkzaamheden, naar voedsel, zakelijke financiële dienstverlening of het creatieve naar diensten met zich mee zal brengen. cluster. Daarnaast is het van vitaal belang dat er in De toekomst van de binnenstedelijke bedrijventer- Amsterdam zelf ook voldoende ruimte blijft voor reinen kan op verschillende manieren vorm krijgen: stadsverzorgende bedrijvigheid. behoud als monofunctioneel bedrijventerrein, trans- formatie naar werkwoongebied of transformatie naar woonwerkgebied

De Visie 115 Monofunctionele bedrijventerreinen Transformatie naar woonwerkgebied Welke terreinen moeten als monofunctioneel bedrij- Een aantal bedrijventerreinen kan transformeren venterrein behouden blijven? tot woonwerkgebied. Het zijn de terreinen waar nu Tot 2040 zijn dit in Noord: Metaalbewerkersweg, een klein aantal grote milieuhinderlijke bedrijven is Buiksloterham Zuid, Pereboomsloot. In Oost: gevestigd. Als deze bedrijven verhuizen, komt er veel Veemarktterrein, Zeeburgereiland, . In ruimte vrij. Hierdoor kan de nadruk komen te liggen Zuid: Schinkel. In West: Sloterdijk I, Alfa-driehoek, op de woonfunctie, door bijvoorbeeld 70 procent Stadhaven Minerva en Bedrijvencentrum Westerpark. van het terrein voor woningen te benutten. Voor In Nieuw-West: Aletta Jacobslaan en Bedrijven- de werkgelegenheid van de stad is het van belang centrum . dat 25 procent van het terreinoppervlak van elk van Tot 2020 zijn dit de terreinen aan de Noordelijke deze gebieden bestemd blijft voor bedrijven. Klein- IJoever Oost: Hamerstraat, Zamenhofstraat, Gembo- schalige kantoren van maximaal 250 vierkante meter terrein, Nieuwendammerdijk. Deze terreinen kunnen en voorzieningen kunnen de resterende 5 procent mogelijk daarna transformeren. vullen, afhankelijk van de nog op te stellen kantoren- strategie. De bedrijven die er nu gevestigd zijn en Transformatie naar werkwoongebied mogelijk uitgeplaatst moeten worden vanwege hun Een aantal bedrijventerreinen kan in 2040 wel met milieucontouren, hebben wel een alternatieve, nog een kleiner oppervlak toe dan nu, omdat de grond te vinden, locatie nodig. Soms dient de gemeente intensiever benut kan worden. Op deze terreinen daar een actieve rol in te spelen, soms is het beter te zijn nu veel kleine bedrijven gevestigd. De terreinen wachten tot het bedrijf zelf is vertrokken. functioneren uitstekend, de leegstand is er laag. De terreinen liggen dicht tegen de binnenstad aan Wat zijn de bedrijventerreinen binnen de Ring A10, en zijn in potentie een aantrekkelijk locatie om te waarvan transformatie tot woonwerkgebied wanneer wonen. Deze terreinen kunnen transformeren tot een onderzocht kan worden? nieuw milieutype: ‘werkwoongebied’. Uitgangspunt Tussen 2010-2020 zijn dit Tramremise Lekstraat, is dat 50 procent van het terreinoppervlak van elk Karperweg, busremise Jan Tooropstraat, Zeebur- gebied bestemd blijft voor bedrijven. De andere gerpad, Molukkenstraat, Weespertrekvaart Noord en helft van het terrein kan dan worden gebruikt voor . woningbouw en voor kleinschalige kantoor- en Tussen 2020-2030 zijn dit Zamenhofstraat, Gembo- bedrijfsruimte. De nadruk in een werkwoongebied terrein en Nieuwendammerdijk. ligt wel op het werken; de woningen zijn te gast. Voor zware milieuhinderlijke bedrijven moet een Referenties voor dit milieutype zijn: KNSM-eiland alternatieve locatie gevonden worden. (loods 6), Czaar Peterstraat, Overtoom, Grachten- gordel, Gilles van Ledenberghstraat, Stuurmankade. Wat zijn nu precies de bedrijventerreinen binnen de Voor het verplaatsen van bus- en tramremises zijn Ring A10 waarvan transformatie tot werkwoongebied nieuwe locaties nodig en er moet rekening worden in welke periode onderzocht kan worden? gehouden met negatieve gevolgen voor de exploi- ƒƒ Tussen 2010-2020 zijn dit Oostenburg, Cruquius- tatie van het openbaar vervoer. weggebied en Foodcenter. ƒƒ Tussen 2020-2030 is dit Hamerstraatgebied. Voor de terreinen Buiksloterham Noord, NDSM-West en NDSM-Oost is het besluit tot transformatie al genomen.

Referenties voor dit milieutype zijn: Hafen-City Hamburg en Buiksloterham. Referenties voor gestapelde bedrijventerreinen zijn: Nieuwe Vaart aan de Cruquiusweg, Boomerang Buiksloterham, Veemarktterrein, Kinzo Ede, INIT/ Parool Oostenburg, Airport-Seaport-concept MUST, parkeergarages/bedrijfsruimte Bijlmer, bedrijfsverza- melgebouw IJssloot (Pramenpad/Amstelveenseweg).

116 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Grootschalige bedrijventerreinen Voor een succesvolle transformatie van de binnenste- delijke bedrijventerreinen, zijn alternatieve locaties nodig voor de zittende bedrijven. Transformaties uit het verleden leren dat je die als gemeente het beste kunt aanbieden binnen de eigen grenzen. Kijk maar eens naar geslaagde transformaties als het Oostelijk Havengebied, Zeeburgereiland en De Hallen. Het is daarom slim dat Amsterdam buiten de Ring A10 een aantal grootschalige bedrijventerreinen behoudt. Dat is echter niet de enige reden die pleit voor behoud van deze grootschalige terreinen. Ze spelen ook een belangrijke rol in de logistieke hubfunctie van de stad. Het behoud van de twee mainports, de zee- en luchthaven, is daarnaast van belang voor de internati- onale concurrentiepositie van de metropoolregio.

Vanuit de duurzaamheidsgedachte is het verstandig om milieuhinderlijke functies te bundelen op die locaties, waar vanwege luchtkwaliteit en geluids- contouren van Schiphol en/of rijkswegen toch nooit een woning gebouwd zal worden. De grootschalige bedrijvenlocaties in Amsterdam lenen zich hier bij uitstek voor.

Wat zijn de grootschalige bedrijventerreinen die behouden moeten blijven? ƒƒ Het Amsterdamse havengebied ƒƒ Bedrijventerreinen Sloterdijk II en III en De Heining ƒƒ Cornelis Douwes 0-1-2-3 ƒƒ Airport Business Park Amsterdam Osdorp ƒƒ Amstel I en III (westelijk deel) in Zuidoost

Huidige bedrijventerreinen in 2040 Op deze kaart is te zien welk milieutype alle huidige bedrijventerreinen in 2040 kunnen hebben. Er is een onderscheid gemaakt tussen: havengebied, bedrij- venterrein, werkwoongebied en woonwerkgebied. Voor de Westelijke IJoever binnen de Ring worden verkenningen uitgevoerd in het project Haven-Stad. De scenario’s die hiervoor zijn uitgewerkt worden door de projectgroep Haven-Stad ingebracht in de structuurvisie. Onderstaand beeld betreft de mogelijke transformaties exclusief Haven-Stad.

De Visie 117 Bedrijventerreinen in Amsterdam

Op dit moment is er in totaal 3.030 hectare aan Voor de bedrijventerreinen die niet voor transfor- bedrijventerreinen in Amsterdam aanwezig (inclusief matie in aanmerking komen is intensivering van het het havengebied). In 2040 zijn een aantal van deze grondgebruik goed mogelijk. Als de terreinen 25 bedrijventerreinen getransformeerd tot werkwoon- procent intensiever worden benut is al een grote gebieden en woonwerkgebieden. De gebieden die toename van het aantal vierkante meter bedrijfs- hiervoor in aanmerking komen zijn voornamelijk de vloeroppervlak (bvo) én het aantal banen mogelijk. huidige binnenstedelijke bedrijventerreinen. Het Op nieuw uit te geven terreinen is uiteraard een nog oppervlak bedrijventerrein dat getransformeerd grotere winst te behalen. wordt naar woongebied bedraagt in totaal 64 + 85 = 149 hectare. Deze 149 hectare is een afname van 5 procent van het totale oppervlak aan bedrijven- en haventerreinen in 2009. Nadere verkenningen moeten uitwijzen hoe en waar de bedrijven op deze 149 hectare elders in de stad kunnen worden gehuisvest. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de ruimtevraag in Plabekaverband voor nieuwe bedrijventerreinen.

118 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Enclaves voor stadsverzorgende bedrijvigheid Het is belangrijk dat deze stadsverzorgende In Amsterdam is ruimte voor de grote kantoren, bedrijventerreinen goed verspreid liggen over alle productiebedrijven en brede winkelboulevards. Maar windstreken, zodat de hele stad bediend wordt. ook voor de werkplaats van de ambachtsman, voor Daarnaast moeten deze terreinen een zodanige de monteur die zijn vak verstaat: de loodgieter en de omvang hebben zodat een diversiteit aan econo- fietsenmaker. En ook voor het autoverhuurbedrijf en mische activiteiten kan worden aangeboden. Door de garage voor de APK-keuring, voor bouwbedrijven, deze concentratie van plekken wordt het aantal afval- en reinigingsdiensten en voor toeleveran- verkeersbewegingen voor zowel bevoorrading ciers. Dit scala aan bedrijfjes, de stadsverzorgende als bezoek geminimaliseerd. De meeste plekken bedrijvigheid, draagt er in belangrijke mate toe bij die hiervoor zijn aangewezen liggen daarom dicht dat de stad kan blijven functioneren als volwaardig bij een afrit van de Ring A10. Vooralsnog betreft leefmilieu. De stadsverzorgende bedrijvigheid is de het al bestaande bedrijventerreinen. Een nieuwe smeerolie van de metropool. De duurzame stad kan mogelijkheid doet zich voor bij de optimalisering van niet zonder. Daar komt bij dat het lager geschoolde de sportparken De Melkweg en In deel van de jonge Amsterdamse beroepsbevolking Tuindorp Oostzaan. Op de vrijgekomen ruimte zou klaar staat om deze bedrijven te bemensen. De een dergelijke enclave kunnen worden ingericht. stadsverzorgende bedrijven bieden kansen voor stages en opleidingen op korte afstand. Meer werk in woonmilieus Tot slot is het belangrijk dat er meer gewerkt gaat Op binnenstedelijke bedrijventerreinen worden worden in de traditionele woongebieden. Nieuwe een aantal zogenaamde enclaves voorgesteld voor gebieden kennen daarom weer een gemengd stadsverzorgende bedrijven. In deze enclaves mogen programma: er worden geen monofunctionele alleen de volgende bedrijven zich vestigen: industrie, woonmilieus meer ontworpen. Een goed streven is ambacht, groothandel, opslag en/of transport. Dit om op elk van de zeventigduizend nieuw te bouwen betekent dat er vanwege de milieuhinder ook geen woningen, minstens vijf vierkante meter kleinschalige ruimte is voor woningbouw binnen deze enclaves. werkruimte te realiseren, oftewel 350 duizend Nader onderzoek moet uitwijzen in hoeverre verdere vierkante meter 2. Zo komen de verhoudingen weer intensivering van het gebruik van de werkfunctie in balans. Ook op IJburg zou nog meer werkpro- op deze bedrijventerreinen voor stadsverzorgende gramma moeten worden ingepast, zowel voor klein- bedrijvigheid mogelijk is. schalige kantoren als voor bedrijfsruimte.

2 Dit komt neer op 17.500m² per jaar, afgerond als ambitie 20.000m². Het stedelijk gemiddelde ligt op 3m², in Zuid is dit 6m² Kerncijfers bedrijventerreinen 2009 en in de Grachtengordel 12m². Soort gebied Aantal hectare (ha)

Bedrijven- en haventerreinen 3.030 ha

Kerncijfers bedrijventerreinen 2040 Soort gebied Totaal aantal ha Onderverdeling naar functie

Bedrijven- en haventerreinen niet te 1.900 ha haventerrein transformeren* Totaal 2.789 ha 889 ha overige (droge) bedrijventerreinen

Bedrijventerreinen te transformeren 64 ha woongebied naar werken-wonen Totaal 128 ha 64 ha bedrijventerrein

Bedrijventerreinen te transformeren 85 ha woongebied naar wonen- werken Totaal 113 ha 28 ha bedrijventerrein

Totaal 3.030 ha 3.030 ha

* exclusief transformatie ikv Haven-Stad

De Visie 119 Mengen in praktijk De bestaande Amsterdamse kantorenvoorraad Het verleden leert ons, onder meer de ervaringen bestaat uit 7,3 miljoen vierkante meter bvo. Dat is in Overamstel, dat de bedrijven en woningen het ruim 50 procent van het totaal in de Amsterdamse eenvoudigst op terreinniveau gemengd kunnen regio. Nationaal gezien is Amsterdam de belang- worden. Bewoners en bedrijven hebben dan het rijkste kantorenstad van het land. Den Haag volgt minst last van elkaar. Maar er zijn ook genoeg met 5,2 miljoen, Rotterdam met 3,8 miljoen en bedrijven die op blokniveau uitstekend te combi- Utrecht met 2,5 miljoen vierkante meter bvo. neren zijn met woningen. Amsterdam sluit zich aan bij de landelijke richtlijnen van de Vereniging De kantorenmarkt kenmerkt zich door grote van Nederlandse Gemeenten ten aanzien van de dynamiek onder invloed van bedrijfsmatige mengmogelijkheden van milieubelastende activi- processen van groei, krimp, fusies en reorganisaties teiten en gevoelige functies, zoals woningen en waardoor regelmatig verhuisd moet worden. De onderwijs. Er is een standaardregeling opgesteld groei van het kantorengebruik fluctueert zeer sterk voor bedrijventerreinen en een voor gemengde onder invloed van het economisch getij. In het gebieden. Op bedrijventerreinen kan gebruik worden afgelopen decennium van 4,5 procent in 1999 tot gemaakt van een zonering, waarbij bedrijven in een bijna -1 procent in 2003. De dynamiek fluctueert hogere milieucategorie op grotere afstand tot de weliswaar ook, maar blijft op een veel hoger niveau. woningen komen te liggen. Zelfs in 2003 verhuisde nog 6,5 procent waar dat in het topjaar 2001 iets meer dan 10 procent was. Deze In gemengde gebieden gelden voor functies met blijvende dynamiek maakt het noodzakelijk dat de een beperkte milieuhinder (milieucategorieën 1, 2 en voorraad steeds verjongt en blijft voldoen aan de 3.1) géén minimale afstanden tot woningen. Zij zijn eisen van de eigentijdse gebruikers. overal – ook in woongebieden – toegestaan onder de voorwaarde dat: Ontwikkelaars en beleggers houden vertrouwen in de ƒƒ de betreffende functie op grond van de milieu- Amsterdamse kantorenmarkt, gezien de doorgaande hinderaspecten gevaar, geur en stof niet hoger nieuwbouw, januari 2009 ruim 330 duizend vierkante scoort dan milieuhindercategorie 2, meter in aanbouw en een verwachte oplevering in ƒƒ de activiteiten niet ‘s nachts zijn, 2009 van ruim 210 duizend vierkante meter. ƒƒ de activiteiten hoofdzakelijk inpandig plaats- vinden, De afgelopen 25 jaar heeft de kantoorvoorraad in ƒƒ de betreffende functie geen gemeenschappelijke Amsterdam zich bijna verdubbeld. Deze groei is muur of vloer/plafond heeft met een geluidsge- mogelijk geweest door de ontwikkelingen van neven- voelige functie. centra voor werken, zoals in Zuidoost en Teleport. De Daarbij geldt wel dat functies die veel vrachtverkeer groei kende een hoogtepunt rond de eeuwwisseling aantrekken, alleen in een gemengd gebied mogen met 2002 als absolute top met de realisatie van komen als ze direct aan de hoofdontsluiting worden een half miljoen vierkante meter bvo bestemd voor gesitueerd. kantoren. Daarna is een snelle kentering gekomen in het denken en doen op de kantorenmarkt, met snel Kantoren oplopende leegstandscijfers tot gevolg. Daarbij kan De Amsterdamse kantorenmarkt kent een grote worden geconstateerd dat de kantorenmarkt een diversiteit aan werkmilieus. Het zijn de historische vervangingsmarkt is geworden. grachtenpanden in de binnenstad, de grootschalig functionele gebouwen op Teleport, het negentiende- Het algemene beeld is dat vraag en aanbod op de eeuwse chic in Oud-Zuid, de herontdekte waterrijke kantorenmarkt niet in evenwicht zijn. Bovendien is werklocaties aan het IJ, het pragmatisme van prijs/ hierbij sprake van een structureel probleem. De te kwaliteit in Zuidoost en de moderne hoogstede- hoge leegstand liep afgelopen drie jaar weliswaar lijkheid op de Zuidas. Het zijn locaties in hoge mate weer heel langzaam terug, de effecten van de gemengd met wonen, werken, recreëren tot locaties huidige economische crisis zullen pas volgende puur gericht op werken. Amsterdam biedt aan het jaar in de cijfers tot uiting komen door opnieuw gehele brede scala van kantoorgebruikers passende oplopende leegstandscijfers. ruimtes en locaties.

120 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Acties kleinschalige kantoren. Verschillende partijen pakken In 2007 heeft Amsterdam in regionaal verband deze opgave op. In de nieuwe economie is juist deze binnen het Platform Bedrijven en Kantoren al actie kleinschaligheid kenmerkend, waarin wonen, werken ondernomen om het evenwicht te herstellen door en recreëren minder gescheiden zijn in ruimte en tijd, het schrappen van 1,2 miljoen vierkante meter bvo waardoor de vraag naar gemengde, kleinschalige in de plannen voor nieuwe kantoren. Tevens is voor milieus sterk groeit. Amsterdam een Kantorenloods aangesteld om te helpen bij het transformeren van leegstaande Van de huidige voorraad in Amsterdam staat 15 kantoorpanden naar andere functies. procent leeg, wat zich laat vertalen in 1,1 miljoen vierkante meter bvo. De planvoorraad bedraagt 2,3 Desondanks is het noodzakelijk om meer grip miljoen vierkante meter bvo. In Plabeka-verband is te krijgen op de kantoorontwikkelingen in de de extra vraag – de uitbreidingsvraag – naar kantoren stad. Daarvoor is in de eerste plaats een samen- voor de komende periode door het Centraal Plan hangend verhaal nodig waarin de planvoorraad, Bureau (CPB) berekend op basis van op de regio de in gebruik zijnde voorraad en de leegstand met toegepaste groeiscenario’s. Deze toekomstige elkaar in verband worden gebracht en tegen elkaar vraag is in het hoogste groeiscenario gesteld op afgewogen, ofwel een kantorenstrategie. Gezien 1,5 miljoen vierkante meter bvo. Een deel van de de overmaat aan plannen en voorraad betekent dit uitbreidingsvraag zal door de courante leegstand dat er scherpe keuzes moeten worden gemaakt in worden gefaciliteerd. De conclusie is dan ook dat bestaande en/of toekomstige locaties. Daarnaast ook na de grondige herziening van de voorraad door is het noodzakelijk regie te blijven voeren op de Plabeka de omvang van de voorraad – bestaand en Plabeka-acties door de toetsing van kantoorplannen in de plannen – groter is dan de vraag naar kantoor- een meer formeel karakter te geven. ruimte nu en in de toekomst. Deze overmaat is met Als onderdeel van de structuurvisie zal het opstellen het oog op de grote druk op de schaarse ruimte niet van een kantorenvisie als uit te werken deel worden aanvaardbaar. opgenomen. Het opstellen van de kantorenvisie is Amsterdams naar reikwijdte, maar moet worden De inzet in de structuurvisie is intensivering en beschouwd en ingebed in de regionale context. Een transformatie. Daarmee ontstaan nieuwe kansen voor tweede Plabeka-ronde lijkt gezien de verslechte- locaties in de stad. Voor de kantorenmarkt schuilt rende situatie ook aan de orde. er ook een gevaar in als teveel en te vaak kantoren De belangrijkste opgave bij deze acties is om de onderdeel zijn van een veelvoud aan projecten. juiste balans te vinden in het schrappen van het Heel nadrukkelijk geldt voor de kantorenmarkt de overaanbod in zowel bestaande voorraad als de noodzakelijke balans tussen het benutten van de planvoorraad en in het garanderen van de juiste potenties van gebieden en het voorkomen van een locaties naar aard en omvang voor Amsterdamse overschot aan plannen en bestaande kantoren. De kantoorgebruikers. structuurvisie boort in dit opzicht een groot reservoir aan potentiële kantoorlocaties aan, van de intensi- Trends en kenmerken vering rond de ringweg A10, en de realisatie van de Schaalvergroting is onmiskenbaar een trend geweest Schipholcorridor tot de transformatiegebieden. De de afgelopen decennia als het gaat om kantoor- vraag of het dan gaat om kantoren of kantoorachtige gebruik. Marktpartijen als banken, verzekeraars, gebouwen is weinig relevant, uiteindelijk gaat het accountants, maar ook overheden en semi-over- om gebruikers die in potentie van dezelfde uiterst heden als de Belastingdienst en het UWV hebben diverse Amsterdamse kantorenmarkt gebruik maken. bijgedragen aan een grootschalige vraag naar kantoren. Deze partijen hebben vooral in de neven- centra een plek gevonden. Ondanks de stormachtige ontwikkelingen bij het huidige economisch tij zal grootschaligheid een kenmerk blijven van de kanto- renmarkt. Op dit moment is de vraag naar kleinschalig vastgoed een belangrijke trend. De mismatch tussen vraag en aanbod geldt heel duidelijk als het gaat om

De Visie 121 ‘Verkantorisering’ heeft met de nota Huisvesting kantorenvisie moet een antwoord formuleren op van creatieve ondernemingen in Amsterdam uit deze aspecten van kwantitatieve en kwalitatieve aard. 2005 door DRO formeel een plek gekregen binnen de beleidskaders. De nota geeft uitsluitend aan Aanpak creatieve bedrijven op stedelijke bedrijventerreinen Een kantorenvisie kan consequenties hebben voor de ruimte om per pand tot maximaal 70 procent verschillende locaties in de stad. In dat opzicht is kantoorruimte te realiseren. Op veel plekken in de het een onderdeel van de structuurvisie. Gezien stad zien we nu met verwijzing naar de creatieve de planning van de structuurvisie is het onmogelijk industrie nieuwe kantoren of kantoorachtige dat een nog op te stellen kantorenvisie kan worden gebouwen ontstaan. Dit betekent extra aanbod van opgenomen in de Conceptontwerp Structuurvisie. kantoren en minder ruimte voor bedrijven. Hiermee Naast de noodzaak van een kantorenvisie is ook ontstaan nieuwe locaties die concurreren met een strakkere regie noodzakelijk. De uitwerking zal bestaande kantoorlocaties. Door de omvang van dit plaatsvinden in de tweede helft van 2009. fenomeen wordt de verstoring van de balans op de De opgave voor de kantorenvisie is het garanderen kantorenmarkt nog verder versterkt. van de juiste locaties naar aard en omvang voor Amsterdamse kantoorgebruikers zonder de overmaat Het efficiënter gebruik van kantoorruimte is een aan kantoren te laten voortbestaan of zelfs te laten autonoom proces. Het heeft te maken met de wijze groeien. Dit betekent dat in de uitwerking de kwanti- waarop ondernemingen het werk en de organisatie tatieve en de kwalitatieve kanten van de vraag naar vormgeven. De consequentie is een steeds kleinere kantoren aan de orde zullen komen. De ruimtelijke, hoeveelheid vierkante meters per arbeidsplaats. De financiële en programmatische consequenties van te nu gehanteerde norm ligt op één arbeidsplaats per maken keuzes worden daarbij afgewogen. 28 vierkante meter bvo. Er zijn echter al kantoorcon- cepten die gebaseerd zijn op een veel lagere norm, Digitale infrastructuur: connectiviteit tot zelfs één arbeidsplaats per 15 vierkante meter. Meer en meer wordt alles met alles verbonden. Gemiddeld genomen zal de daling minder snel zijn, Alledaagse objecten als auto’s, huishoudelijke maar het heeft onmiskenbaar invloed op de totale apparatuur en straatmeubilair wordt steeds vaker hoeveelheid kantoorruimte die in de toekomst nodig uitgerust met techniek waardoor een vorm van zal zijn, namelijk minder of misschien wel veel minder communicatie mogelijk is. Door toevoeging van deze voor dezelfde hoeveelheid arbeidsplaatsen. De vraag ‘connectiviteit’ kunnen er signalen worden gegeven is wat de maximaal noodzakelijke voorraad is voor waardoor intelligentie kan worden toegevoegd, Amsterdam. In alle groeiscenario’s wordt uitgegaan bijvoorbeeld op het gebied van energie en mobiliteit. van het afvlakken en vervolgens verdwijnen van de Deze ontwikkeling lijkt de komende jaren door te groei. Dit betekent dat uiteindelijk sprake zal zijn van zetten. een stabiele voorraad kantoren. Het is dan wel zaak dat deze naar vorm en locatie voldoen aan de vraag. Dit heeft aanzienlijke impact op de ontwikkeling van Gezien de bestaande overmaat in de markt is het steden. Er zal in de nabije toekomst rekening moeten goed om nu voor te sorteren op die situatie. worden gehouden met nieuwe mogelijkheden op het gebied van Smart Grids, Dynamisch verkeers- Het stopzetten van de nieuwbouw is ook in de management inclusief dynamische wegen, Smart afgelopen moeilijke jaren geen optie geweest. Wel Homes/Buildings en andere manieren van werken en komt de wens naar voren om een directe relatie te recreatie. Inmiddels worden nieuwbouwsteden als leggen tussen nieuwbouw en de oude voorraad. In Masdar, een nieuw te bouwen stad in het Arabische een niet meer groeiende markt is de noodzaak van emiraat Abu Dhabi, van begin af aan ‘slim’ gemaakt. een vorm van statiegeldregeling of ontwikkelrechten Het is waarschijnlijk dat dit ook in Nederland gaat nog veel sterker. In Plabeka-verband wordt gekeken gebeuren. naar de mogelijkheden die dergelijke instrumenten bieden. Bovenstaand vraagt om een kritische blik naar de hoeveelheid kantoren die in de toekomst nodig zijn en om een slimme afweging waar en in welke vorm of segmenten deze kantoren een plek krijgen. Een

122 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Naast, en juist ook door, het ontstaan van Ubiqui- Topmilieu tous-steden – steden waarin de nieuwste ICT-techno- Metropoolregio Amsterdam streeft ernaar om logie alom beschikbaar en geïntegreerd is – zal ook tot de top 5 van de Europese regio’s te behoren. de vraag naar bandbreedte blijven toenemen. Een Een hoogwaardig winkelaanbod hoort daarbij. De goede basis-infrastructuur voor telecommunicatie- ambities in Amsterdam Topstad en het feit dat de voorzieningen is dan ook noodzakelijk. Deze basis- stad als kernstad van de metropoolregio fungeert, infrastructuur bestaat uit de ‘vaste’ infrastructuur, versterken de noodzaak hiertoe. zoals glasvezel, maar ook uit antennenetwerken voor mobiel data- en telefoonverkeer. Naast basis- en middensegmentwinkels is er vanuit de markt – de vastgoedsector, het winkelbedrijf en Digitale infrastructuur: datawarehousing de consumenten – en op basis van inzichten van Voor Datawarehousing geldt dat er verschillende experts, als vastgoedontwikkelaars en onderzoekbu- soorten wensen zijn. Voor datastorage waarbij de reaus gebleken dat er behoefte is aan meer exclu- latency niet heel belangrijk is maakt het feitelijk sieve, internationale en unieke winkels; topwinkels. niet uit waar de warehouses staan: als er maar een Het gaat dan over die branches, merken of formules goede verbinding is met internetknooppunten. die Nederland niet heeft of in zeer beperkte mate. Vanuit overwegingen die te maken hebben met het Het betreft dus het toevoegen van winkelformules energygrid en het gebrek aan capaciteit van dit grid en/of -ketens, die voor Nederland uniek, exclusief op sommige plaatsen kan dit type datawarehousing of internationaal zijn. De artikelen hoeven overigens wellicht beter op andere plaatsen worden gebouwd. niet per definitie duur te zijn; in elk geval is aan meer van hetzelfde geen behoefte. Er kan bijvoorbeeld Daarnaast zijn er echter datawarehouses die een gedacht worden aan een winkel van het automerk extreem lage latency nodig hebben of de zekerheid Spijker als innovatief hoogwaardig Nederlands willen hebben om snel verschillende netwerken product. Het zal echter wel significant onder- kunnen bereiken. Deze willen graag de Amsterdam scheidend en aanvullend moeten zijn ten opzichte Internet Exchange (AMS-IX) hosten. De AMS-IX heeft van het huidige aanbod en zich niet beperken tot momenteel geen plannen om uit te breiden naar bijvoorbeeld kleding. Deze winkels bevinden zich locaties buiten de Amsterdamse regio – Schiphol thans op bijvoorbeeld de P.C. Hooftstraat. is de meest afgelegen op dit moment). Dit soort datawarehouses zal de facto dus nabij Amsterdam Amsterdam is bij uitstek de plek waar deze moeten worden gebouwd. Hetzelfde geldt voor topwinkels thuis horen en goed kunnen gedijen. datawarehouses die verbonden zijn met bijvoorbeeld Deskundigen geven aan dat er enerzijds behoefte de handelsafdelingen van de grote banken of die een is aan fysieke ruimte om deze topwinkels te kunnen actieve rol hebben in energiehandel. huisvesten en anderzijds aan een grootstedelijke ambiance, waarin deze winkels – ook in de mental Detailhandel in Amsterdam map van de consument – optimaal tot hun recht Het Amsterdamse en het regionale detailhandels- komen. Wat dat aangaat kan Amsterdam zich nog beleid gaan uit van een balans tussen behoud van niet meten met het aanbod in andere Europese de bestaande, fijnmazige verzorgingsstructuur en steden als Milaan of Düsseldorf. ruimte voor dynamiek. Anders gezegd: in Amsterdam Naast het bestaande topwinkelmilieu in de PC Hooft- vinden we het belangrijk dat inwoners dichtbij hun straat/Van Baerlestraat hebben in Amsterdam twee huis hun dagelijkse boodschappen kunnen doen. gebieden de beste papieren voor het huisvesten Dit is niet alleen maar handig, maar leidt ook tot van de topwinkels: het Centrum en, op termijn, de ontmoetingsplekken, en dus sociale interactie. Zuidas. Nader onderzoek moet uitwijzen op welke Bovendien zijn hierdoor minder milieubelastende wijze en op welke specifieke plekken de realisatie autokilometers voor de boodschappen nodig zijn. van een volwaardig milieu van topwinkels het beste Maar, we vinden het ook van belang dat het winkel- gestalte kan worden gegeven. landschap zich vernieuwt en meegaat in de tijd. Behoud dus aan de ene kant, maar tegelijkertijd ook Een vernieuwend, hoogwaardig en gevarieerd winke- ruimte voor marktdynamiek. laanbod hoort daarbij.

De Visie 123 Trends en overwegingen Grote formules, met name buitenlandse, zoeken Zowel het aantal consumenten dat via internet uitsluitend vestigingsplekken op A-locaties. De producten koopt als het aantal bestedingen nemen (fysieke) ruimte hiervoor is in Amsterdam beperkt. de laatste jaren sterk toe. 62 procent van alle Neder- Dit leidt er soms toe dat dergelijke formules zich niet landers boven de zestien jaar heeft wel eens online in Amsterdam of elders in Nederland vestigen. Hier een product besteld. In 2008 werd 4,85 miljard euro worden kansen gemist. Wat zijn de mogelijkheden online besteed, in 2006 was dat nog 2,8 miljard euro. om aan deze vraag tegemoet te komen? De oorzaak van de stijging van de online consumen- tenbestedingen is vooral toe te schrijven aan het feit Winkels vernieuwen voortdurend de wijze waarop zij dat mensen vaker bestellingen doen. Verwacht wordt consumenten tot aankopen verleiden. Denk hierbij dat de markt van online shoppers blijft groeien. aan kookstudio’s die ook gebruikte accessoires De detailhandelsstructuur wijzigt hierdoor: bepaalde verkopen, uitprobeerwinkels, overdekte markten met branches voor niet-dagelijkse en – in minder mate lokale producten gecombineerd met horeca, ecolo- – de grote aankopen verdwijnen goeddeels uit gische supermarkten die uitgebreid informeren over de binnenstad. De binnenstad behoudt wel haar gezonde producten en bereidingswijzen. Dergelijke aantrekkelijkheid als winkelgebied, omdat de initiatieven passen vaak slecht in bestaande winkel- vrijkomende ruimte door andere branches wordt centra en hebben een voorkeur voor onderschei- ingenomen. dende locaties en gebouwen. Het karakter is ook niet duidelijk: is het een winkel, een bedrijf, horeca ? Hoe Er zijn ook ruimtelijke gevolgen. Het aantal afhaal- accomoderen wij deze ondernemers? punten op bedrijventerreinen en in woonwijken groeit. Dit vormt een hybride categorie: er worden Winkelen vermengt zich steeds meer met vrije tijds- goederen geleverd na voorafgaande betaling, soms besteding. Men gaat shoppen zonder de bedoeling worden ook ter plekke accessoires verkocht. Is dit om iets te gaan kopen. Winkelen is ook een manier nu een logistiek bedrijf of detailhandel? Bevoor- om te kijken en bekeken te worden. Dit verschijnsel rading en afhalen genereert verkeer, wat gevolgen speelt al lange tijd in de klassieke binnensteden, heeft voor verkeersafwikkeling, bereikbaarheid en maar is ook een trend op nieuw ontwikkelde perifere leefbaarheid. Dit laatste geldt met name in woonge- winkelgebieden. Het onderscheid tussen het karakter bieden. Thuisbezorgen van artikelen leidt mogelijk van binnensteden en perifere winkellocaties wordt zo tot een verschuiving van personenvervoer naar diffuser. Is dit een wenselijke ontwikkeling? goederenvervoer. Het toevoegen van zeventigduizend woningen in Door onder andere toenemende mobiliteit en veelei- Amsterdam, heeft ook gevolgen voor het winke- sendheid van de consument, staan buurtwinkels lapparaat. Om de nieuwe bewoners toegang te steeds meer onder druk. Deze winkels kunnen de geven tot dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen, is concurrentie met grotere winkels en winkelcentra, uitbreiding van het winkelapparaat noodzakelijk. Hoe die vaak een groter assortiment tegen lagere prijzen gaan we in termen van fasering, spreiding en het kunnen aanbieden, maar moelijk aan. Op welke wijze programma hier verantwoord mee om? is er nog een toekomst voor de buurtwinkel? Het toevoegen van winkelmeters is niet langer louter Winkels op traffic-locaties. Al langere tijd groeit het een kwantitatieve aangelegenheid. Meer en meer aanbod van onder meer gemaksproducten bij benzi- wordt geconstateerd dat de ene meter de ander nestations en op treinstations. NS werkt aan een niet is. De gemeente verdiept zich dan ook in de vergroting van het winkelareaal met een meer divers kwalitatieve kant van de detailhandel. Soms is het aanbod. Welke gevolgen heeft dit voor bestaande toevoegen van een bepaalde kwaliteit belangrijker winkelgebieden? dan de vraag om hoeveel vierkante meters het gaat. Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van winkels in het topsegment of in nichesegmenten. Maar wat versta je dan onder kwaliteit? En hoe meet je dat?

124 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Ook in de warenmarkten doen zich verschillende Verblijfsaccommodatie ontwikkelingen voor. De traditionele markten ƒƒ De gemeente zal het ingezette hotelbeleid hebben het in Amsterdam veelal moeilijk. Belang- 2007-2010 voortzetten. Dat betekent de realisatie rijke redenen zijn een aanbod dat niet meer past bij voor 2015 van tenminste 15 duizend extra kamers de huidige generatie consumenten, openingstijden in de metropoolregio, waarvan in ieder geval die evenmin bij consumentenvoorkeuren passen en negenduizend in Amsterdam. starre verdelingsregels van de beschikbare ruimte ƒƒ De focus zal met name moeten liggen op op de markt. Nieuwe typen markten, zoals biolo- spreiding van de hotels. Met name nieuwe hotel- gische, blijken wel succesvol. Aangezien markten gebieden als Zuidoost, Oost-Watergraafsmeer, van oudsher een belangrijke economische functie Noord, Westerpark, Slotervaart, , in de stad vervullen, naast een belangrijke sociale Teleport en Osdorp zullen hiervoor benut moeten ontmoetingsplek, verdient ook het functioneren van worden. de warenmarkten aandacht. ƒƒ Er zal naast de standaard hotels ingezet moeten worden op hotels die een eigen markt creëren Toerisme en hotels die het Amsterdamse hotelproduct Voorwaarde voor een verdere ontwikkeling van verbreden, zoals zorghotels, extended stay-hotels, de toeristische sector in de komende decennia is tophotels, designhotels, gay-georiënteerde ruimtelijke spreiding van het toerisme. Zowel vanuit hotels, camperplaatsen et cetera. de binnenstad naar de stadsdelen als vanuit de stad ƒƒ Het ingezette beleid om te streven naar een Amsterdam naar de regio. gemiddelde bezettingsgraad van 75 procent zal ook na 2015 als leidraad kunnen gelden. Is er een De ruimtelijke spreiding wordt gerealiseerd door te dreiging van structurele overbezetting dan zou investeren in: nieuw beleid gericht moeten zijn op uitbreiding. ƒƒ Verblijfsaccommodatie, Blijft de bezettingsgraad na 2015 structureel rond ƒƒ Innovatie, de 75 procent dan dient men terughoudend te ƒƒ Bereikbaarheid. zijn met medewerking aan hotelontwikkelingen. ƒƒ Waardering potentiële hotellocaties.

Waardering potentiële hotellocaties

De Visie 125 Innovatie Holland zien, neemt daarop een voorschot en richt Nieuwe productmarktcombinaties zullen worden zich op versterking van de internationale concur- ontwikkeld. Deze sluiten aan bij ontwikkelingen in rentiepositie van de metropoolregio door het verbe- doelgroepen en hun wensen. Unieke, persoonlijke teren van stedentoerisme en vernieuwen van toeris- belevenissen, authenticiteit en storytelling zullen tische sterktes, het realiseren van onderscheidende steeds belangrijker worden. Gemeente Amsterdam attracties en evenementen. speelt daarop in en stimuleert met de begin 2009 door de raad vastgestelde nota Ontdek Amsterdam Fysieke bereikbaarheid speelt een belangrijke rol de vestiging van nieuwe toeristische trekkers in zes voor de bezoeker, zeker voor de zakelijke focusgebieden buiten het toeristisch kerngebied die markt. Wetende dat 88 procent van de verblijfsbe- een eigen karakter en sfeer kennen. zoekers zonder eigen vervoer reist zal de informa- tievoorziening over het ov-netwerk sterk verbeterd Door meer delen van de stad toeristisch aantrek- moeten worden en is integratie van kaart- en kelijk te maken en te ontsluiten, kunnen de positieve tariefsystemen nodig om het als één metropolitaan effecten van het toerisme meer over de stad worden ov-systeem te laten functioneren. De kwaliteit van verspreid. Hiermee wordt tevens de veelzijdigheid overstappunten/stations is daarbij een belangrijke van het Amsterdamse profiel versterkt. Behalve dat factor. De grote knooppunten vormen een visite- de wijken hiermee een economische impuls krijgen, kaartje voor de metropoolregio. Ook het taxi- wordt tegelijkertijd de leefbaarheid en veiligheid in systeem zal sterk moeten verbeteren. de wijken bevorderd. Ook voorkomt het spreiden van toerisme dat bezoekersstromen zich steeds Water kan de komende decennia op plaatsen waar meer gaan ophopen in een toeristisch kerngebied snelle veerverbindingen mogelijk zijn meer dan nu van beperkte omvang, waardoor de onvrede onder benut worden als aantrekkelijk verbindend element bezoekers en bewoners over de drukte in de stad tussen stadsdelen en tussen de stad en de regio. verder zou kunnen groeien. Het Noordzeekanaal, het IJ en het IJmeer bieden Amsterdam heeft baat bij een stabiele, duurzame hiervoor de beste mogelijkheden. ontwikkeling van het toeristische en zakelijke De gemeente Amsterdam verbetert in het kader product. Een duurzame ontwikkeling kenmerkt van Ontdek Amsterdam de bereikbaarheid per zich door een constante groei, zonder dat de rondvaartboot door een stadsbrede visie op het leefbaarheid of het milieu in het gedrang komt. recreatief gebruik van het binnenwater op te stellen, die onder meer zal leiden tot de uitbreiding van Hoewel Amsterdam internationaal wordt ervaren het aantal steigers en ligplaatsen. Provincie Noord- als een metropool, is de stad in feite veel kleiner Holland werkt aan een knelpuntenvrij netwerk voor dan onze directe Europese concurrenten. Om toch de recreatievaart. te profiteren van de groeimogelijkheden die het toerisme biedt, is dus niet alleen innovatie binnen de Amsterdamse stadsgrenzen van belang, maar zeker ook daarbuiten. Het Pieken in de Delta-project Amsterdam bezoeken,

Gebied Aangescherpte karakterisering Sfeerbeeld

Oostelijke binnenstad & Oost Musea & Groen Het groene (2e) Museumkwartier

Noordelijke IJ-oevers Creatief Creative City

Westerpark Architectuur & Cultuurpark Kulturbrauerei (vgl Berlijn)

Oostelijk havengebied Moderne Architectuur & Design Amsterdam Docklands (vgl Londen)

City life, meet the Amster- De Pijp dammers Quartier Latin (vgl Parijs)

Oud-West Klein Amsterdam Small is beautiful (vgl NYC, Notting Hill)

126 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 7.5 Openbare ruimte

De betekenis van openbare ruimte in de metropo- is vooral een hoogwaardige en op maximalisatie van litane kern verandert ingrijpend bij verdere inten- gebruiksruimte gerichte inrichting van straten en sivering, vooral door de komst van nieuwe bedrij- pleinen. vigheid en bewonersgroepen. De economische betekenis van de openbare ruimte Vergeleken met de naoorlogse stadsdelen is is nog nooit zo groot geweest. Dat komt omdat de openbare ruimte binnen de ring schaars. Het is kenniseconomie een interactie- en uitwisselingseco- echter juist vanwege deze schaarste dat straten en nomie is. Met name de alpha en gammasectoren pleinen juist hier zo succesvol zijn als brandpunt van in deze economie zijn daarvoor op de stedelijke stedelijk leven. De metropolitane kern bestaat vooral (openbare) ruimte aangewezen. Want dáár zijn uit traditionele stadsmilieus, gekenmerkt door fijnkor- de agglomeratievoordelen waar de kleinschalige relige functiemenging, hoge dichtheden en een bedrijven – kenmerkend voor de kenniseconomie – programmatisch flexibele bebouwing. De grenzen op zijn aangewezen. Dáár botsen nieuwe, vreemde, tussen arbeid, wonen en vrijetijdsbesteding zijn in verrassende ideeën op elkaar die leiden tot synergie de kern vervaagd en vinden in directe nabijheid van en innovatie. Dáár kan de unieke en specifieke elkaar plaats. Dit heeft geleid tot het ontstaan van persoonsgebonden kennis het snelst en efficiënt levendige stedelijke milieus met een gemengde via face to face-contacten worden uitgewisseld. bevolkingssamenstelling, een hoogwaardig voorzie- Dáár zijn de fora en podia waar ideeën ontwikkeld ningenniveau en een spectaculaire afname van het en getoetst moeten worden. Dáár moet draagvlak autogebruik. De schaal waarop deze ontwikkeling in voor een bepaalde mening verworven worden. Dáár Amsterdam plaatsvindt, is voor Nederland uniek en verzilveren de kenniswerkers hun cultureel kapitaal vraagt om een op maat gesneden benadering van de door bezoek aan een veelheid en veelsoortigheid ruimtelijke ordening in de metropolitane kern, in het aan theaters, bioscopen, muziekpodia, ateliers, bijzonder van het openbare ruimtebeleid. Van belang boekhandels, cafés en restaurants.

Hoofdbomenstructuur

De Visie 127 Hoofdbomenstructuur Evenementen Een beeldbepalende boombeplanting is een In de openbare ruimte vinden ook de meeste belangrijk onderdeel van de Amsterdamse openbare evenementen in de stad plaats. Evenementen zijn ruimte. De continuïteit en samenhang in deze de feestjes van een stad. Daarom werken ze het beplantingen maakt doorgaande routes en steden- best als ze passen bij Amsterdam en de mensen die bouwkundige lijnen herkenbaar en zorgt voor een Amsterdam maken. Iedereen is welkom, inwoners, aangename, groene omgeving. Vooral om deze maar ook bezoekers en buitenlandse toeristen. De reden is een Hoofdbomenstructuur (HBS) ontwikkeld. populariteit van evenementen is de laatste decennia Maar de HBS biedt ook aanknopingspunten voor flink toegenomen. Dat komt onder andere doordat uitbreiding en herstel van het bomenbestand, en ze goed aansluiten bij de huidige vrijetijdswensen: voor eenheid of juist verscheidenheid. ze zijn divers, vaak vrijblijvend en er valt van alles te beleven. Amsterdam is vanouds een bomenstad. Vanaf de 16e eeuw maken bomen deel uit van de stedenbouw- In Amsterdam overstijgt de aanvraag voor evene- kundige opzet. De boombeplanting is met 400.000 menten het aanbod aan ruimte ruimschoots. Er zijn laan- en straatbomen omvangrijk en beeldbepalend. te weinig plekken waar een groot aantal mensen Uniek in de wereld is dat nagenoeg elke straat of veilig plezier kan maken zonder dat anderen er veel gracht is beplant met bomen en zich in de wereld kan overlast van ondervinden, die bovendien uitstekend profileren als groene metropool. bereikbaar zijn en enigszins beschut. Vooral in de De betrokkenheid van de bevolking bij de bomen is binnenstad, waar de druk het grootst is, is behoefte groot. Het belang van bomen voor Amsterdam recht- aan nieuwe ruimte voor evenementen. Ook op vaardigt een goede positionering van de boombe- andere plekken in de stad moet bij planontwikkeling planting in het ruimtelijk beleid van Amsterdam en in ruimte voor evenementen worden overwogen. De het ruimtelijke planproces. tijdelijkheid van evenementen maakt dat een plein of een park prima dienst kan doen als evenemen- Op de conceptkaart Hoofdbomenstructuur van tenterrein, net als een plek die even braak ligt. Dat Amsterdam staan de beeldbepalende boombe- vraagt bij het (her)inrichten wel om speciale aandacht plantingen aangegeven waarvan de continuïteit op voor bijvoorbeeld robuuste beplanting en materialen centraalstedelijk niveau belangrijk is. Deze bomen- en verplaatsbaar straatmeubilair. lijnen staan langs de hoofdnetten, waterwegen, De kwaliteit en gebruikswaarde van de openbare dijken of historische verkavelingspatronen. Ze volgen ruimte, zoals straten, trottoirs, pleinen, kades en recreatieve fietsroutes, ecologische verbindingen of parken, wordt vooral bepaald door de winkels, staan op markante plekken. cafés, restaurants, bedrijven en andere voorzie-

7.6 Stadstraten en -pleinen ningen die aan de openbare ruimte grenzen, en in een kennismetropool. tweede instantie door de fysieke gesteldheid van de openbare ruime zèlf. Hoe gevarieerder dat voorzie- Stadsstraten en -pleinen zijn in het algemeen de ningenaanbod, hoe gevarieerder het publiek, hoe ruimere, drukkere straten en pleinen in of tussen groter de kans op uitwisseling tussen mensen van buurten. Het zijn de stedelijke openbare ontmoe- goederen, kennis en contacten. Want uitwisseling tings- en uitwisselingsruimtes bij uitstek. Het zijn is de belangrijkste functie van die openbare ruimte. visitekaartjes van de stad. Ze hebben nagenoeg altijd Belangrijk is dat de openbare ruime vrij toegankelijk een belangrijke winkel- of horecafunctie. Meestal is voor de verschillende typen bewoners, werkenden hebben ze een belangrijke verkeersgeleidende en toeristen. De uitwisselingsfunctie werkt het best functie. Klassieke stadsstraten zijn de Van Baerles- als men vrijwillig, anoniem en vrijblijvend in de traat, de Utrechtsestraat en de Beethovenstraat. openbare ruimte aanwezig is. Deze condities zijn Maar ook de Middenweg is een stadstraat, die ter elementair voor stedelijk plekken waar uitwisseling hoogte van Park Frankendael zijn winkelkarakter plaatsvindt. Daarmee zijn deze plekken onmisbaar in verliest.

128 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Indeling in typen stadstraten en -pleinen (niet uitputtend) Verkeersgeleiding Verkeersgeleiding Groot gering

Uitwisseling 1: voldragen 3: niche sterk ƒƒ Beethovenstraat (midden) ƒƒ Cornelis Schuytstraat ƒƒ Rokin ƒƒ Scheldestraat ƒƒ Haarlemmerdijk en -straat ƒƒ Pretoriusstraat ƒƒ Utrechtsestraat ƒƒ Maasstraat ƒƒ Kinkerstraat ƒƒ 1e Oosterparkstraat ƒƒ Bilderdijkstraat ƒƒ Javastraat ƒƒ Ceintuurbaan ƒƒ Van Limburg Stirumstraat-2e Nassaus- ƒƒ Constantijn Huygensstraat traat ƒƒ Van Baerlestraat ƒƒ P.C.Hooftstraat ƒƒ Linnaeusstraat ƒƒ Frans Halsstraat ƒƒ Rozengracht ƒƒ 1ste Van Swindenstraat ƒƒ Amstelveenseweg ƒƒ Rembrandtplein (tot aan Haarlemmermeerstation) ƒƒ ƒƒ Ferdinand Bolstraat ƒƒ Waterlooplein ƒƒ Van Woustraat ƒƒ Rijnstraat ƒƒ Overtoom ƒƒ Hoofddorpplein ƒƒ Mercatorplein ƒƒ Museumplein ƒƒ Leidseplein ƒƒ

Uitwisseling 2: in ontwikkeling 4: potentieel zwak ƒƒ Middenweg ƒƒ Van der Pekstraat ƒƒ Beethovenstraat (tussen Stadionweg en ƒƒ Beethovenstraat (zuidelijkste deel) Mahlerweg) ƒƒ Parnassusweg ƒƒ Jan van Galenstraat ƒƒ Jan Evertsenstraat (meest westelijke ƒƒ Postjesweg deel) ƒƒ Lelylaan ƒƒ Beukenplein ƒƒ Molukkenstraat ƒƒ Krugerplein ƒƒ Weesper-/Wibautstraat ƒƒ Direkte omgeving NS-stations ƒƒ Amstelveenseweg (tussen Haarlemmer- Muidenpoort, Amstel, Lelylaan en meerstation en Stadionplein) Sloterdijk ƒƒ Jan Evertsenstraat ƒƒ Surinameplein ƒƒ Stadionplein ƒƒ Frederiksplein

Geleiden van stedelijkheid – Vijzelstraat – Ferdinand Bolstraat: ‘de Rode Loper’. De verbetering en ontwikkeling van stadsstraten Deze moet de Amsterdamse bezoekersstroom en -pleinen speelt een belangrijke rol bij de uitrol geleiden door de binnenstad naar nieuwe centrum- van het centrummilieu. Via stadsstraten en -pleinen stedelijke gebieden als de Pijp en op termijn de kan de behoefte aan centrumstedelijke milieus omgevingen Schelde- en Maasstraat (RAI). gekanaliseerd worden aangeboden: hierin moet Voorbeelden van weer andere aard zijn de de mix aanwezig zijn of aangeboden worden en Utrechtsestraat en de Haarlemmerdijk. Ook dit moeten de rustige woonmilieus van de noodzake- zijn straten die verkeer geleiden van en naar de lijke stedelijkheid ‘om de hoek’ worden voorzien. binnenstad, maar doen dat in sterk verdichte en Potentiële hoogstedelijke gebieden gaan door versmalde vorm. Rijkdom en variatie in winkel- en stadsstraten en -pleinen definitief deel uitmaken van ander voorzieningenaanbod garanderen een sterke het centrummilieu, naoorlogse uitbreidingsgebieden verblijfsfunctie. Vanwege het gedifferentieerde worden door stadsstraten en -pleinen aan ‘de stad’ voorzieningenaanbod en vele horecagelegenheden gekoppeld. vindt hier ook uitwisseling en ontmoeting plaats van De bekendste stadstraat is het tracé Damrak – Rokin nieuwe stedelingen.

De Visie 129 Woongebieden parallel aan deze straten zijn meestal om de noodzakelijke ‘levendigheid om de hoek’ te relatief ‘rustige’ woongebieden. Hier wordt een realiseren. Een specifieke opgave vormt de direkte modern stedelijk leefmilieu zichtbaar waar zowel omgeving van de NS-stations in of nabij het hoogste- uitwisseling plaatsvindt als de package deal van delijke kerngebied, zoals Muiderpoort en Lelylaan. ‘rustig wonen – stedelijkheid om de hoek’ manifest wordt. Het zijn deze milieus die in Metropoolregio De indeling van stadsstraten is een momentopname. Amsterdam nog onvoldoende worden aangeboden. Stadsstraten zijn net als andere plekken in de stad aan dynamiek onderhevig of ‘missen juist de boot’. Duidelijk is dat stadsstraten en -pleinen enerzijds een Ook het ‘achterland’ van de stadsstraten verschilt. verkeersgeleidende functie kunnen hebben, ander- Dit betekent dat het vooral bij de ‘voldragen’ stads- zijds als ontmoetingsruimte of ruimte voor uitwis- straten en pleinen zinvol is een onderscheid te seling kunnen fungeren. Ingedeeld langs deze twee maken tussen gevarieerd voorzieningenniveau voor functies, ontstaan vier typen stadsstraten. gevarieerd publiek respectievelijk eenzijdig voorzie- ningenniveau voor eenzijdig publiek. Op de kaart 1. De ‘voldragen’ stadsstraat wordt dit onderscheid aangegeven. Dit zijn de straten met een onmiskenbare uitwisse- lings- én verbindingsfunctie. Het zijn straten met een Hoe maken we stadsstraten? sterke identiteit. Men ‘kent’ de aanliggende buurten Stadsstraten hebben een verkeersgeleidende en vooral door de desbetreffende stadsstraat. De aanlig- verblijfsfunctie. Dat heeft tot gevolg dat de gende buurten zijn in de meeste gevallen gewilde kwaliteit van een stadsstraat een kwetsbaar woonmilieus. evenwicht is tussen voorzieningen, aankleding als groen, breedte van trottoirs, en de aanwezigheid van 2. Stadsstraat in ontwikkeling verkeersmodaliteiten. In sommige stadsstraten vraagt Deze stadsstraten hebben een erkende verbindings- dit een herbezinning op het primaat van de verschil- functie, maar zijn als uitwisselingsmilieu vooralsnog lende soorten verkeer in stadsstraten. Per straat onvoldoende ontwikkeld, wat opmerkelijk is gezien is een nauwkeurig afwegen van de verschillende hun hiertoe gunstige ligging in de stad. Dat kan functies noodzaak, waardoor een straatspecifiek liggen aan het ontbreken van de kwaliteit van de profiel ontstaat. Daarbij moet steeds een toetsing voorzieningen of een kwaliteitsarme woningvoorraad plaatsvinden op de gevolgen voor de verschil- in de belendende gebieden. lende verkeerssystemen op netwerkniveau om te 3. ‘Niche’-stadsstraten voorkomen dat problemen worden afgewenteld op Dit zijn stadsstraten met een sterk uitwisselings- andere straten. karakter, maar met een beperkte verbindings- functie. Deze straten hebben een sterke identiteit, Net zoals de kwaliteit van een stadsstraat van invloed niet doordat ze zo goed op de route liggen maar is op de aangrenzende woonmilieus, zo hebben deze omdat ze tot op zichzelf staande uitwisselingsmi- woonmilieus een grote invloed op de kwaliteit van de lieus zijn uitgegroeid, om verschillende redenen. stadsstraten. Een gevarieerd, rustig, en hoogwaardig Door hun ‘cultstatus’ zijn deze straten wel belangrijk woonmilieu versterkt de stadsstraat. Via de stads- geworden in het fiets- en voetgangersverkeer. Het is straten raken tamelijk anonieme buurten aangetakt immers ‘leuk’ om door deze straten te fietsen en te bij het stedelijk leven. wandelen. De ruimtelijke voorstellen die per type stadsstraat en -plein genoemd worden verdienen voor dat type 4. Potentiële stadsstraten de meeste aandacht, maar gelden ook voor de Dit zijn straten die in het oorspronkelijke ontwerp andere typen. Belangrijk is het uitgangspunt dat het bedoeld waren als verkeersgeleidende en/of winkel- ruimtelijk beleid straat- en pleinspecifiek is. straat, maar die functie(s) niet meer hebben. Hoewel de vulling van de tabel bij lange na niet uitputtend is, valt op dat stadsstraten vooral radiaal- wegen zijn. Dat is eerder toeval dan een vereiste. Naarmate de (uitrollende) stad daadwerkelijk groter wordt, nemen de afstanden tussen de radiaalwegen toe, en zal de behoefte aan tangenten groter worden

130 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 1. Voldragen wanden zijn een vereiste voor adequate stads- ƒƒ De kwaliteit en verloop van het voorzieningen- straten. niveau is marktgerelateerd, maar kan via straat- ƒƒ Ook hier is de kwaliteit van het achterland zorg managers in belangrijke mate beïnvloed worden: voor aandacht. flexibele bestemmings- en gemakkelijke transfor- matiemogelijkheden. 3. Niche ƒƒ De kwaliteit van het belendende woonmilieu moet ƒƒ Schouwend straatmanagement is elementair. gewaarborgd zijn, zowel in cosmetische zin als in Een straat kan namelijk gemakkelijk gedomi- juridisch flexibele wijzen van splitsen en samen- neerd gaan worden door eenzijdige ‘klanten’ en voegen van woningen. daardoor afglijden tot ramsj of verworden tot ƒƒ Permanente aandacht voor de aankleding (vloer- gated community voor de elite. Toegankelijkheid en groenprofiel) en staat van de panden. voor iedereen is een belangrijke troefkaart. ,

2. In ontwikkeling 4. Potentieel ƒƒ Om het voorzieningenniveau te verruimen en te ƒƒ De motor achter dit proces is de vestiging van diversifiëren is in een aantal gevallen bestem- menselijk kapitaal – vaak hoger opgeleiden – in mingswijziging nodig, met name in de plint. buurten die tot voor kort nog niet geambieerd In veel gevallen zal het om omzetting van de werden door deze doelgroep. Met de vestiging woonbestemming gaan richting winkel- of horeca- van dit ‘menselijk kapitaal’ groeit ook de behoefte bestemming. aan uitwisselingsmilieus in de buurt en een ƒƒ In sommige gevallen moeten de straatwanden sterkere fysieke link met het stadsleven. afgemaakt of gerealiseerd worden. Gesloten

7.7 Hoogbouw en ondergrond

Hoogbouw In de negentiende-eeuwse uitbreidingen wordt de Een van de middelen tot intensivering is het plegen stad naar het plan van Pierre Cuypers omgeven met van hoogbouw in de stad. Daarom krijgt de visie op een reeks kerken en publieke gebouwen, waaronder hoogbouw een prominente plek in de structuurvisie. ook het Centraal Station en het Rijksmuseum. Daarmee verandert de skyline van de zeventiende- Vergeleken met internationale hoogbouwont- eeuwse stad. Met nieuwe torenaccenten, maar met wikkelingen is hoogbouw in Amsterdam relatief de hoogte en schaalgrootte van de laatstgenoemde bescheiden gebleven, zowel in hoogte als in omvang. gebouwen. Samen met de pakhuizen aan het IJ doet Bovendien is het geen statisch begrip gebleken, een bouwhoogte rond dertig meter zijn intrede. maar door de tijd heen aan verandering onder- In dezelfde periode gaan ook de havenkranen en hevig. De geschiedenis van de stadsontwikkeling schoorsteenpijpen deze skyline beïnvloeden. Veel wordt gekenmerkt door een vrij horizontaal hoogte- van deze historische industriële hoogteaccenten zijn landschap, doorprikt met accenten, in aanvang inmiddels weer verdwenen, net als de meeste molens kerktorens, molens op de zeventiende-eeuwse op de bolwerken. In het Westelijk Havengebied zijn bolwerken, en met bovenbouw bekroonde torens er nieuwe voor in de plaats gekomen van een nog van de middeleeuwse voormalige stadsmuren. Die grotere schaal, zoals de energiecentrale, kranen van bovenbouw van kerk- en voormalige verdedigings- de containerterminals, en windmolens. torens is over het algemeen luchtig en frivool, met kleurige details, carillons of uurwerken. De torens De uitvinding van de lift leidt in Amsterdam aanvan- zijn van de stad en geven uitdrukking aan het collec- kelijk niet tot algemene toepassing. De veertig(!) tieve zelfbewustzijn. De Westertoren is met negentig meter hoge ‘Wolkenkrabber’ uit 1931 in het Plan meter de hoogste. Zuid van Berlage is het eerste accent zonder publieke functie of betekenis. Ook het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) van 1935 gaat uit van een ‘vlakke stad in een vlak landschap’, zij het dat de vlakheid op

De Visie 131 een aantal plaatsen wordt verlevendigd door hoge het straatperspectief. De tweede categorie betreft woongebouwen, vaak in reeksen. Deze strategie torens van 60 tot 100 meter. Deze zijn gangbaar wordt tot in de jaren zeventig voortgezet. De bij de belangrijkste knooppunten, maar hieronder bouwhoogten tot circa zeventig meter komen nog valt ook een groot deel van de utilitaire objecten. overeen met die van de zeventiende-eeuwse torens. Tenslotte de categorie tot 150 meter hoogte. Dit is De betekenis is nu niet meer die van absolute plaats- de maximale hoogte die voor een groot deel van bepaling van publieke functies, maar compositorisch de stad voortkomt uit de hoogtebeperking die het en plastisch. De groeiende mobiliteit en snelheid van functioneren van de luchthaven oplegt. Daarbinnen vervoer voegen een extra belevingswaarde toe aan blijkt de 135 meter hoge Rembrandttoren door de statisch-ruimtelijke compositie. vele Amsterdammers geaccepteerd te zijn als een passend hoogteaccent binnen het stadssilhouet. Daarna ontstaan gebouwen met grotere Dit sluit een uitzondering tot grotere hoogte niet bouwhoogten, voornamelijk rond de knooppunten bij voorbaat uit, maar zet wel de referentie neer. van openbaar vervoer. Dit is te zien als een fysieke Hoogbouwaspecten van windturbines worden in accentuering van het gevoerde beleid van de relatie gebracht met de resultaten uit de Windvisie ‘compacte stad’, en een omkering in decennia van van Klimaatbureau/DRO. overloopbeleid vanuit de stad naar groeikernen in het ommeland. De Rembrandttoren bij station De ondergrond Amstel is met 135 meter de hoogste. Overigens In Amsterdam moeten we de beschikbare ruimte wordt het leeuwendeel van het compacte stad- slimmer gaan gebruiken, om in de stad 70.000 beleid gerealiseerd in bebouwingstypologieën die woningen en de daarbij horende infrastructuur en de ‘pakhuishoogte’ niet ontstijgen, maar die wel voorzieningen bij te kunnen bouwen. Zichtbaar zijn de gangbaarheid van deze maat rond dertig meter alleen de bovengrondse activiteiten, het onder- versterkt hebben. Dit is wellicht het sterkst te ervaren grondse deel niet. Toch is de ondergrond een in de waterfrontontwikkeling langs het IJ. In deze belangrijke basis voor verdere (metropolitane) periode neemt ook het aantal zeer grote gebouwen ontwikkeling van Amsterdam. Denk daarbij vooral toe, zoals congrescentrum RAI, het ziekenhuis AMC, aan ruimtelijke- en duurzaamheidsaspecten. of stadion Arena, de laatste met een hoogte van 85 De ondergrond van Amsterdam is onlosmakelijk meter. Zowel in schaal als in hoogte beïnvloeden ze verbonden met de stedelijke structuur. Gebouwd de skyline. op een schier onmogelijke locatie van drassige Afgezien van een enkel project blijft de hoogte veenweiden heeft Amsterdam altijd moeten inves- binnen de negentiende-eeuwse en vroeg twintig- teren om het hoofd –letterlijk- boven water te ste-eeuwse gordel ongewijzigd. Ten opzichte van houden; “Amsterdam, die stad gebouwd op palen”. de historische binnenstad wordt zeer voorzichtig Miljoenen heipalen. Amsterdam gebruikt haar onder- omgegaan met bouwhoogte. Zo valt de hoogte van grond inmiddels voor veel meer functies. de Rembrandttoren perspectivisch weg binnen de Naast funderingen wordt de ondergrond in toene- gangbare dakhoogten van de binnenstad. mende mate gebruikt voor verblijfsfuncties (zoals musea, schoolkantines, werkplaatsen, opslag), Dit leidt er toe dat hoogbouw in Amsterdam gedefi- parkeergarages en verkeerstunnels. Duizenden nieerd kan worden als bebouwing of objecten kilometers aan kabels en leidingen moeten er die significant boven de pakhuishoogte van het een plek vinden. Een plek naast de wortels van IJ uitsteken. Daarin kunnen drie typen onder- bomen die het niet gemakkelijk hebben in de scheiden worden: ranke hoge gebouwen (torens), stad. Bovendien herbergt de ondergrond een zeer zeer grote gebouwen (kanjers), en utilitaire instal- gevarieerd archeologisch erfgoed, dat bestaat uit laties en windmolens (objecten). Binnen het type structuren, losse vondsten en organische resten. torens hebben zich in Amsterdam drie gangbare Deze tastbare overblijfselen vormen het collectieve categorieën ontwikkeld. De in aantal veruit grootste geheugen van de stad en kunnen een inspiratiebron categorie verheft zich beperkt boven de pakhuis- zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen. hoogte (30 tot 60 meter). Hierbinnen vallen zowel In tegenstelling tot de bovengenoemde doorgaans de meeste historische hoogteaccenten, als lokale statische functies is het grondwatersysteem van compositorische accenten. Zichtbaar vanuit omrin- Amsterdam met de vele waterniveaus altijd in gende landschappen, maar dikwijls wegvallend in beweging.

132 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Ruimtewinst De Amsterdamse ondergrond biedt de ruimte In Amsterdam zal de ondergrond een steeds grotere voor het grondwater en is daarom een cruciaal en vanzelfsprekende rol spelen in ons dagelijks leven. onderdeel van het watersysteem. Het grondwater Vaak zelfs zonder dat we het beseffen. Ondergrond is een bron van leven voor planten en dieren in de en bovengrond vloeien soepel in elkaar over, keuze stad. Het grondwater zorgt voor stabiliteit van de voor kwaliteit waarborgt ons gevoel van welbehagen ondergrond en houdbaarheid van de houten palen in ondergrondse ruimtes. Door het verplaatsen van waarop een deel van Amsterdam gebouwd is. We functies naar de ondergrond spelen we bovengronds zijn daarom zeer voorzichtig met ons waardevolle ruimte vrij voor een belangrijke kwaliteitsimpuls van grondwater. De verschillende functies in boven- en de openbare ruimte. ondergrond en de grondwatersituatie zijn optimaal op elkaar afgestemd, zodat er geen nieuwe grond- Benutten of beschermen waterproblemen ontstaan en bestaande grond- In de ondergrond is het steeds zoeken naar balans waterproblemen zo veel mogelijk zijn aangepakt. tussen het benutten en beschermen. De belangen Bij werkzaamheden in de ondergrond worden in de ondergrond zijn divers en de ondergrond ongewenste invloeden op het grondwater en de kent evenals de bovengrondse ontwikkelingen vele grondwaterstand zo goed mogelijk voorkomen. belanghebbenden. Per gebied verschilt dat enorm. Het centrum van Amsterdam is wat dit betreft heel Ondergrondse netwerken anders dan een verouderd bedrijventerrein. De De metropoolregio beschikt over een aantal cruciale ruimtelijke en ondergrondse mogelijkheden zijn zeer ‘machinekamers’, die centraal staan in een netwerk verschillend. van energie, elektriciteit, communicatie verbin- dingen, etcetera. (Hoofd)verdeelstations voor elektri- Ondergrond en duurzaamheid citeit, zendmasten voor communicatie, energiecen- Amsterdam zet in op duurzaamheid. Dus ook op trales, allen kenmerken zich door een zeer groot minder energiegebruik en minder CO2 uitstoot. ondergronds netwerk van kabels en leidingen. Op Hierbij is de diepere ondergrond goed bruikbaar. een aantal plekken wordt elektriciteit opgewekt, Diepe watervoerende lagen worden gebruikt om vuil verbrand, etcetera. Deze ‘machinekamers van de gebouwen in de stad van koude en warmte te de metropool’ bevinden zich op diverse plekken in voorzien, in aanvulling op het systeem van stadsver- de metropool, zoals het Afvalenergiebedrijf in de warming. Deze systemen dragen samen met wind- en Haven en de Diemercentrale in oost. De vrijkomende zonne -energie bij aan een beoogde klimaatneutrale warmte gebruiken we voor de stadsverwarming. metropool. Een bijna gesloten leidingring om het centrum heen verzorgt het transport. We beseffen de grote betekenis van water voor onze Koude winnen we uit diepe plassen in en rond stad en benutten de waarden ten volste. Amsterdam, zoals de Nieuwe Meer. Dat netwerk sluit Met de inrichting en het beheer van de boven- aan op de lokale ontwikkelingen. Verdere energie/ en ondergrond versterken we de veerkracht en warmte ontwikkelingen kunnen aansluiten bij de veiligheid van ons watersysteem. Zo vangen we bestaande ringstructuur en moeten ruimtelijk niet regenwater beheerst op en voeden we hiermee het onmogelijk gemaakt worden. Dat vereist inzicht in oppervlakte- en grondwater, of gebruiken we het toekomstige situaties. voor andere nuttige doeleinden. Beheerst wil zeggen via de drietrapsstrategie van vasthouden – bergen – afvoeren, waarbij kansen gegrepen worden om tot fijnmazige, lokale oplossingen te komen. Amsterdam heeft zodoende weerbaarheid om tijden van extreme neerslag en langdurige droogte zonder problemen te doorstaan. Er is voldoende ruimte gereserveerd voor veilige waterkeringen om ons te beschermen tegen de stijgende zeespiegel.

De Visie 133 Nieuwe ondergrondse infrastructuur vraagt om sowieso een probleem voor de stad ook zonder extra ruimte in de al zo volle ondergrond. We zien ondergronds bouwen. De ambitie en noodzaak om een tendens naar steeds grotere leidingen. Ook te verdichten en ondergronds te bouwen verhoudt door nieuwe technologieën, zoals afvaltransport via zich moeilijk tot de onvoorspelbaarheid van droogte ondergrondse buizen, waardoor vuilniswagens uit en wateroverlast. Door gevoeligheid van de bodem het straatbeeld kunnen verdwijnen. Deze tendens en beïnvloeding van de waterspiegel is het onver- vraagt er om hoofdtracés meer en meer in gebun- standig om grootschalig ondergronds te bouwen. delde vorm aan te leggen. Zo is er naast bestaande Natuurlijk zijn er wel mogelijkheden. Dit is echter netwerken ook ruimte voor nieuwe netwerken en maatwerk, waarbij ook vele dure compenserende voor een fraai maaiveld met bomen en noodzakelijke maatregelen nodig zijn, die wellicht uit de exploitatie waterberging. De ontwerpopgave voor de openbare van de ondergrondse activiteit betaald zullen moeten ruimte wordt zo meer en meer een integrale ontwer- worden. popgave van verkeer, groen, water en kabels en leidingen. Van historische gebouwen is het vervangen van de In de komende periode zal het stadswarmtenet houten palen door betonnen palen een optie. Dit verder worden uitgelegd vanuit overwegingen als is duur, en in principe de verantwoordelijkheid van leveringszekerheid, vergroten van de mogelijkheden de eigenaar. Het gaat om zoveel gebouwen dat tot flexibele exploitatie van het net en de mogelijk- dit alleen kan via een lange termijn strategie met heden tot het optimaliseren van het net (keuze van fasering in de tijd en door mee te liften met ontwik- de bron). Onderdeel van de schaalsprong stads- kelingen zoals de Noord-Zuidlijn, het Rijksmuseum en warmte is het sluiten van de stadswarmtering. de bouw rond het CS. Onderzoek is nodig naar de bijdrage van particulieren en gemeente. Ondergrond en grondwater Ondergronds bouwen is van grote invloed op de Visie op de ondergrond grondwaterstromen en kan leiden tot zowel grond- Per gebied biedt de ondergrond specifieke kansen of wateroverlast als -onderlast. Bij bestrijding van vraagt het speciale bescherming. De opgave voor de grondwateroverlast wordt de lijn van de Nota Grond- komende jaren is het uitwerken van deze gebiedsge- water Amsterdam 2007-2011 gevolgd. Grondwater- richte mogelijkheden van de ondergrond gekoppeld stroming zorgt voor een stabiele bodem. Ingrepen aan de bovengrondse ontwikkelingen. en bouwactiviteiten kunnen ingrijpende effecten Voor ons liggen vragen over het gebruik van de hebben. Zorgvuldigheid is vereist. ondergrond. Waar kunnen en willen we onder- grondse functies toevoegen? Hoe ver kunnen en Onderlast willen we gaan in het gebruik en beschermen van de Amsterdam is gebouwd op palen; in het centrum en ondergrond? Wat levert ons dit op? Hoeveel extra in de gordel gebouwd in het interbellum tussen de vloeroppervlak kunnen we bijvoorbeeld ondergronds jaren twintig en veertig op houten palen. Dankzij het binnen de Ring realiseren? Hoeveel parkeerruimte grondwater dat overal aanwezig is zijn de houten op het maaiveld kunnen we vrijspelen? En hoeveel palen niet gaan rotten en staat alles wat in de boven- ruimte door het verleggen/bundelen van kabels? grond zichtbaar is nog steeds op zijn palen. We Hoeveel procent van de energieproductie halen we zijn zuinig en trots op onze panden in de grachten- uit de ondergrond? gordel en de ‘20-40’-gordel, en daarom gaan we ook zorgvuldig om met het beheer van het grondwater. Een en ander vergt een uitgewerkte visie op de Het ondergrondse ruimtegebruik wordt zorgvuldig ondergrond. Een visie waar we niet al te lang op afgewogen om te voorkomen dat onze rijke historie kunnen wachten. Met de kennis van alle belang- verloren gaat. Goed grondwaterbeheer is duurzaam. hebbenden is het opstellen van een integrale visie mogelijk. Deze Visie voor de ondergrondse ontwik- Door klimaatsverandering zullen ook vaker perioden kelingen vormt een belangrijke basis voor metropo- van langdurige droogte voorkomen. Bij deze litane plannen. droogtes zal het lastig zijn het niveau van het grond- Eén ding is zeker: door de ondergrond tijdig bij de water onder de funderingen van de stad op peil te ruimtelijke ontwikkelingen te betrekken worden houden. Door paalrot kunnen de funderingen van de kosten verlaagd en de kwaliteit samen met de de historische binnenstad in gevaar komen. Dit is waarde van vastgoed en de omgeving verhoogd.

134 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 8

Verkeer en vervoer

De keuze om de Amsterdamse woningbouwopgave te realiseren binnen bestaand stedelijk gebied is gunstiger voor de bereikbaarheid dan het verder spreiden van de inwoners naar de stadsrand en naar regio- gemeenten. Meer mensen krijgen zo de kans om dichtbij hun werk en bij voorzieningen te wonen, waarmee reiskilometers vermeden kunnen worden. Tegelijkertijd wordt hiermee het verkeer- en vervoernetwerk beter benut. Meer mensen en meer banen – in Amsterdam maar ook in de rest van de metropoolregio – betekent echter hoe dan ook meer mobiliteit. Groeiende mobiliteit zorgt naast hinder door geluid en emissies, vooral

8.1 Investeren in regionale bereikbaarheid via openbaar vervoer voor extra druk op de toch al schaarse openbare delen van het Hoofdnet Fiets vraagt het toenemende ruimte binnen de stad en de waardevolle open gebruik om bredere paden en meer comfort. Door ruimte buiten de stad. de groei van het fietsgebruik in combinatie met Bij het faciliteren van die behoefte aan mobiliteit de opkomst van steeds ‘grotere’ fietsen zoals de ligt de voorkeur bij de vervoersvormen die relatief bakfiets, neemt de ruimtebehoefte voor stalling- weinig hinder en ruimtebeslag met zich meebrengen: plaatsen op straat en in gebouwen sterk toe. Hier de fiets en het openbaar vervoer. Om hiervoor moet voldoende ruimte voor worden gereser- voldoende ruimte te maken zal een deel van de veerd bij transformaties en herinrichtingsplannen. openbare ruimte moeten worden heringericht. Voorwaarden hiertoe in bestemmingsplannen zijn Onvermijdelijk is echter om zeker op het regionale wenselijk. schaalniveau ook ruimte te blijven reserveren voor de Het openbaar vervoer en kleinschaligere vormen van te verwachten toenemende mobiliteit over de weg, elektrisch of alternatief openbaar vervoer vragen waaronder het goederenvervoer. eveneens ruimte in de binnenstad. De auto speelt in de binnenstad op korte afstanden een steeds Korte afstanden kleinere, meer aanvullende rol, bijvoorbeeld voor het Op korte afstanden binnen de stad blijkt de fiets vervoer van goederen, maar blijft van belang om de in steeds grotere mate de behoefte aan dagelijkse stad vitaal te houden. verplaatsingen te kunnen vervullen. Met de elektrische fiets wordt de actieradius in de toekomst zelfs nog groter, waardoor ook vanuit buurge- meenten als Amstelveen en Zaanstad meer naar Amsterdam zal worden gefietst. Ook het gebruik van de scooter laat een duidelijke groei zien. Op

De Visie 135 Middellange afstanden Verbeteringen in het openbaar vervoer vergen veel Binnen middellange verplaatsingen van tien tot voorbereidingstijd en de investerings- en dertig kilometer speelt de fiets als hoofdvervoer- exploitatiekosten zijn hoog. Niet alles kan dus middel geen rol van betekenis. Het openbaar tegelijk en op korte termijn. In de periode tot vervoer biedt op deze afstanden een onvoldoende 2020 ligt de nadruk op het optimaal benutten van aantrekkelijk alternatief, zo blijkt. De auto is nog bestaande ov-lijnen en -knooppunten als altijd het meest gebruikte vervoermiddel. Met drager voor gewenste en noodzakelijke ruimtelijke de verdere ontwikkeling van de metropoolregio ontwikkelingen. Op de belangrijkste trein- en metro- wordt juist in deze afstandscategorie de meeste lijnen moeten dan wel maximale frequenties en mobilteitsgroei verwacht. Als alleen de auto de optimale comforteisen – schone, groei zou moeten opvangen slibt het regionale veilige voertuigen en haltes – gelden. Dit betekent wegennetwerk dicht. Om dit te voorkomen zal het dat de meeste treinverbindingen uit vier sporen openbaar vervoeraanbod in het regionale netwerk moeten bestaan om de hogesnelheidslijnen (HSL) sterk moeten verbeteren. Hogere frequenties, betere Zuid en Oost en de intercitylijnen te kunnen scheiden aansluitingen, toegevoegde verbindingen, maar ook van regionale lijnen en het goederenvervoer. Immers, meer gemak en comfort moeten zorgen voor een zowel de (inter)nationale als de regionale bereik- groter aandeel openbaar vervoer om zo de metro- baarheid per spoor zijn van groot belang voor poolregio concurrerend te laten zijn met andere het functioneren van de metropoolregio. Op het regio’s metronet moet waar dat voor de capaciteit nodig is ontvlechting van verschillende lijn op één tracé Langere afstanden plaatsvinden. Daarnaast zijn verlengingen in combi- Voor langere afstanden binnen en buiten de metro- natie met ruimtelijke ontwikkelingen aan de orde. poolregio, vormt de trein – in combinatie met de fiets als favoriet voortransportmiddel – nu al een goed Voor de periode 2020-2030 ligt het accent op de alternatief voor de auto, maar het gebruik kan met deels nieuw aan te leggen regionale ov-lijnen en goede Parkeer+Reis-voorzieningen vergroot worden. knooppunten, zoals de Noord/Zuidlijn met verlenging Het vervoer van goederen over het water en het naar Amstelveen, Noordtangent, Westtangent en spoor kan een deel van de groei van het wegvervoer de railverbinding Schiphol Amsterdam Almere, opvangen, maar dan moet de capaciteit daarvoor inclusief de IJmeerlijn. Het doel is deze lijnen zo wel aanwezig zijn en moet er een oplossing worden goed mogelijk te benutten en ruimtelijk in te spelen gevonden voor de risico’s van het vervoer van op toekomstige ontwikkelingen. Voor de periode na gevaarlijke stoffen door dichtbebouwde gebieden. 2030 worden reserveringen gemaakt voor ov-lijnen om verdere toekomstige ontwikkelingen te kunnen faciliteren. Hiervoor hoeven nu nog geen defini-

136 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam tieve keuzes gemaakt te worden. Zo hangt het Systematiek financiering openbaar vervoer doortrekken van een verbinding naar Noord en een De huidige systematiek van de financiering van het eventuele railverbinding langs de noordwestelijke openbaar vervoer staat momenteel de mogelijk- IJoevercorridor samen met de omvang en het tempo heden voor substantiële groei van het ov-aanbod in van het transformatieproces langs de IJoevers. de weg. Daar waar nieuwe of verbeterde ov-lijnen Een eventuele tweede treinverbinding naar Schiphol worden aangeboden en als gevolg daarvan de vraag hangt samen met een mogelijke tweede luchtha- naar openbaar vervoer toeneemt, is de exploitatie- venterminal en met ruimtelijke ontwikkelingsmo- bijdrage vanuit de Brede Doeluitkering van het Rijk gelijkheden langs de snelweg A4 ter hoogte van begrensd tot één totaalbudget voor de gehele regio. Riekerpolder/Nieuwe Meer, welke een basis kan Succesvolle toevoegingen aan het ov-systeem gaan vormen voor het doortrekken van de Noord/Zuidlijn zo ten koste van het aanbod en de kwaliteit van naar Schiphol. Een andere optie voor de lange bestaande lijnen. Ook het Rijk rekent de groei van termijn vormt de Oost/Westmetrolijn. Een principiële het (regionaal) openbaar vervoer tot haar doelstel- keuze hierin wordt nu nog niet gemaakt, ook omdat lingen en stelt daar incidenteel extra middelen voor de ontwikkeling van Schiphol nog onzeker is. Een ter beschikking. Zonder structurele veranderingen eventuele Oost/Westlijn komt overigens pas aan de in de bijdragesystematiek zoals een meer prestatie- orde nadat de ontwikkelingsrisico’s ervan zorgvuldig gerichte subsidiëring, kunnen de ambities van de in kaart zijn gebracht, onder meer op basis van de metropoolregio om te komen tot een schaalsprong ervaringen bij de aanleg en het functioneren van de niet of onvoldoende worden waargemaakt. Noord/Zuidlijn.

8.2 De auto en de openbare ruimte

Afname autogebruik in de binnenstad, aanzienlijke buurgemeenten naar Amsterdam centrum flink groei daarbuiten toegenomen is, blijft het autogebruik vooralsnog De afgelopen decennia is het autoverkeer in het sterk dominant in een groot deel van de metropool- centrumgebied binnen de Singelgracht al sterk regio. Ook het autobezit en vooral het bezit van een afgenomen als gevolg van het gevoerde parkeer- tweede of derde auto is daar de afgelopen jaren beleid (hogere tarieven, beperking parkeerareaal nog fors gegroeid. Zeker op de relaties tussen de en realisatie P+R-faciliteiten). De fiets heeft hier regionale subcentra binnen en buiten Amsterdam is een aanzienlijk groter aandeel gekregen. Ook het het aandeel van het openbaar vervoer relatief nog autobezit in het centrum is afgenomen. beperkt. Daar ligt dan ook de belangrijkste opgave In het gebied tussen de singelgracht en de ringweg is met het oog op de toekomst. sprake van een stabilisatie van het autogebruik. Het autobezit is daar nog wel toegenomen, maar ook in Het centrum van Amsterdam zal groeien. Ruimte dit deel van de stad wordt aanzienlijk meer gefietst. voor de voetganger, de fietser en het openbaar Ook het autogebruik door bezoekers van deze delen vervoer wordt dan steeds belangrijker. Daar waar van de binnenstad is verminderd, ten gunste van het dat vanwege nodig en haalbaar is zal ruimte voor OV-gebruik. Ook hier is het gevoerde parkeerbeleid het autoparkeren op straat ingeruild worden voor de belangrijkste verklaring voor de verandering in inpandige of ondergrondse parkeervoorzieningen. vervoerwijzen, in combinatie met verbeterde alterna- De vrijgekomen ruimte wordt dan gebruikt om de tieven. kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren, In de stadsdelen buiten de ringweg A10 en in Noord maar ook om de capaciteit voor de alternatieven is zowel het autobezit als het autogebruik de laatste te vergroten, zoals bredere stoepen en fietspaden, decennia nog wel aanzienlijk gestegen. Daar heeft meer stallingruimte voor fietsen, ruimere ov-haltes en zich ook de grootste groei van het aantal inwoners beter functionerende bus- en trambanen. Prioriteit en arbeidsplaatsen voorgedaan. Dit geldt in nog voor herinrichting ligt bij smalle straten met veel sterkere mate voor de groeigemeenten in de regio, winkel- en verblijfsfuncties en bij beschermde stads- met Almere en Haarlemmermeer aan kop. Hoewel gezichten en straten met veel monumenten. ook het openbaar vervoergebruik vanuit de grotere Op specifieke locaties kan ook de ruimte voor

De Visie 137 het rijdende autoverkeer worden teruggebracht, Hoofdnet Auto niet wordt ondermijnd met omrij- door gebieden autovrij te maken of alleen eenrich- gedrag. Ook het centrum dient om economische tingsverkeer toe te staan, waarbij een belangrijke redenen bereikbaar te blijven voor wegverkeer en randvoorwaarde is dat het functioneren van het het Hoofdnet Auto speelt daarin een essentiële rol.

Voorbeelden van autoluwe en autovrije zones gezocht om het aantal parkeerplaatsen op ƒƒ Parkeervrije straten: In belangrijke verkeers- het maaiveld te verminderen en (deels) te straten die ook als winkelstraat fungeren vervangen door inpandige parkeerplaatsen. ontbreekt vaak de ruimte om alle verkeersdeel- De ruimte die ontstaat op straat kan worden nemers en bezoekers een veilige en prettige gebruikt voor een aantrekkelijke herinrichting straat te bieden. Deze straten kunnen veel van het gebied. Het betreft hier vaak grote beter, veiliger en mooier ingericht worden als de ingrepen met hoge investeringen. De projecten parkeerplaatsen worden weggehaald. Doordat kunnen zonodig aangewezen worden als Groot- het dan mogelijk is om bredere stoepen en stedelijke Projecten. fietspaden aan te leggen wordt het een nog Te onderzoeken gebieden: (elen van) Dapper- aantrekkelijker winkelgebied. Weghalen van buurt, , De Pijp-Noord, parkeerplaatsen kost relatief weinig parkeer- Oud-Noord mogelijkheid, maar biedt wel veel ruimte. ƒƒ Nieuwe autoluw ingerichte gebieden: Nieuwe of De verschillende functies in de straat blijven transformatiegebieden, die worden ontwikkeld bereikbaar en parkeren blijft mogelijk in met een goede ov-ontsluiting en met een zijstraten of in een nabij gelegen parkeergarage. centrale ligging, hebben de potentie om (deels) Voor laden en lossen komen speciale plekken. te worden ingericht als autoluwe gebieden Wel moet de straat zo worden ingericht dat met relatief lage parkeernormen en veel open wordt voorkomen dat het autoverkeer sneller ruimte. gaat rijden en de rijweg zo een fysieke barrière Te onderzoeken gebieden: Noordelijke IJoevers, gaat worden. Zeeburgereiland, Wibaut aan de Amstel Te onderzoeken straten: (delen van) Rozen- gracht, Van Woustraat, Koninginneweg, Zeilstraat, Middenweg/Linnaeusstraat. ƒƒ Autoloze straten of gebieden: In sommige smalle straten is nauwelijks ruimte voor auto én fiets én tram. Daarnaast zijn er pleinen waar de auto storend is. Wanneer er op parallelle routes voldoende ruimte is voor auto’s is het mogelijkheid om in deze smalle straten en op deze pleinen auto’s niet meer toe te laten, met uitzondering voor laden en lossen en calami- teiten. De straten kunnen heringericht worden als fiets-, OV-corridors of wandel- of winkelge- bieden. Te onderzoeken straten, gebieden: Utrechtsestraat, Ferdinand Bolstraat en (delen van) Weteringschans/Sarphatistraat, Nieuw- markt, Cornelis Schuytstraat. ƒƒ Uit het zicht-gebieden: Op de schaal van een buurt of wijk kunnen oplossingen worden

138 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 8.3 Verbetering fietsnetwerk en uitbreiding stallingsvoorzieningen

Zoals aangegeven bewijst de fiets vooral zijn kracht Een groeiend probleem waarvoor vanwege de op de korte ritafstanden (5 tot 7,5 km), maar deze structuurvisie een oplossing gevonden moet worden actieradius kan in de toekomst toenemen met betreft de ruimtebehoefte voor stallingplaatsen. de opkomst van de elektrische fiets. Ook vanuit Deze ruimtebehoefte is al heel groot rond stations buurgemeenten en vanuit de stadsdelen buiten en op pleinen en straten met uitgaans- en winkel- de ring en Noord zal dan meer worden gefietst. functies. De openbare ruimte is op steeds meer Ook het gebruik van de brommer of scooter laat plaatsen in de stad niet meer toereikend om de een duidelijke groei zien die zich onder invloed groei van het aantal geparkeerde fietsen op straat van het parkeerbeleid vermoedelijk voortzet in de op te vangen zonder dat dit leidt tot aantasting toekomst. Vooral in de gebieden buiten het centrum van de gebruikskwaliteit. Er zal in de toekomst kan deze groei – mits deze voertuigen schoner en dus meer parkeergelegenheid in gebouwen en in stiller worden – gefaciliteerd worden omdat ze hier ondergrondse voorzieningen gecreëerd moeten een goed alternatief vormen voor het autogebruik. worden. Hiervoor zal voldoende ruimte moeten Het gebruik van elektrische scooters wordt actief worden gereserveerd bij transformaties en herin- gestimuleerd. Voor brommer en scootergebruik in richtingsplannen. Voorwaarden hiertoe in bestem- het algemeen wordt er in de loop van 2010 door de mingsplannen zijn wenselijk. Voor fietsenstallingen bij dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer een beleids- Openbaar Vervoerknooppunten worden in het kader kader geformuleerd. van deze structuurvisie ruimtereserveringen gedaan.

De groei van het fiets- en snorfietsgebruik in combi- Naast een belangrijke functie voor het dagelijkse natie met de opkomst van steeds ‘grotere’ fietsen woon-werk, woon-school en winkelverkeer vervult zoals de bakfiets vraagt op delen van het Hoofdnet de fiets vooral ook belangrijke rol in het recreatieve Fiets om bredere paden en meer comfort. Op de verkeer. Bestaande en verder te intensiveren groen- meest intensief gebruikte fietsroutes rond en in gebieden dienen derhalve goed op de regionale en de binnenstad kan een deel van de als gevolg van lokale fietsroutes aangesloten te zijn. Bij verbete- autoluwbeleid vrijkomende ruimte worden gebruikt ringen in recreatieve fietsroutes krijgen projecten die voor het creëren van betere en bredere fietspaden. ook bijdragen aan de verbetering van routes voor het Verder wordt op een deel van het Hoofdnet Fiets dagelijks gebruik voorrang. het comfort en de doorstroming vergroot door een ‘groene golf’ in te stellen. Straten die voor deze zogenaamde pluskwaliteit in aanmerking kunnen komen zijn (delen van) de binnenring en uitvals- wegen als de Weesperstraat, Raadhuisstraat en de Middenweg/Linnaeusstraat.

De Visie 139 8.4 Veranderingen Hoofdwegennet in en om Amsterdam

Het leggen van prioriteit bij de fiets en het een deel met het doorgaande verkeer, met transferia (regionale) ov betekent niet dat investeringen in voor overstap op stedelijk openbaar vervoer, asfalt tot het verleden behoren. Tweederde van 3. de verkeersstraten binnen de stad voor de de woningbouwopgave van de metropoolregio ontsluiting van de stedelijke bestemmingen. zal plaatsvinden in regiogemeenten. Doordat daar vanwege veel lagere dichtheden het autobezit en Invoering Anders Betalen voor Mobiliteit -gebruik aanzienlijk hoger liggen dan in Amsterdam In 2007 is door het kabinet besloten om vanaf 2012 zal de druk op het wegennet naar en rond een start te maken met het invoeren van Anders Amsterdam verder toenemen, zelfs als een groot Betalen voor Mobiliteit (ABvM), de zogenaamde deel van de woningbouwopgave en de nieuwe Kilometerprijs. Het principe is dat niet langer het werkgelegenheidsgebieden rond ov-knooppunten bezit van de auto wordt belast, maar alleen het wordt gerealiseerd. Om de metropoolregio ook gebruik van de auto. De vaste heffingen op het aantrekkelijk te laten blijven voor auto- en wegver- autobezit zullen geleidelijk worden vervangen door voergeoriënteerde bedrijven en inwoners die zich een heffing per gereden kilometer (de basisprijs). Om hier willen vestigen, zullen investeringen in het de doorstroming te bevorderen en de bereikbaarheid autonetwerk noodzakelijk blijven. Over herzieningen te verbeteren kan op zwaarbelaste wegvakken in aan de snelwegen A1, A6 en A9 zijn al besluiten de spits een extra heffing van toepassing zijn (een genomen en aan de A2 en de Westrandweg wordt al spitstoeslag). Rijden in de spits op drukke wegvakken gewerkt. De A4 tussen Leiden en Schiphol heeft als zal dus duurder worden. Met de invoering van het verbinding met de zuidelijke Randstad ook een hoge spitstarief wordt naar verwachting in Metropoolregio prioriteit. Amsterdam begonnen.

De functie van het Hoofdwegennet rond Amsterdam De invoering van de Kilometerprijs mag per saldo zal wel deels veranderen. Het westelijke en zuidelijke niet leiden tot een lastenverzwaring voor de gemid- deel van de Ring A10 krijgt meer een verdeelfunctie, delde automobilist. Door het opheffen van de omdat het doorgaande verkeer meer gebruik kan belastingen zal de aanschaf van een auto goedkoper gaan maken van de Westrandweg en de verbrede worden. Dit kan in delen van de regio waar geen A9. De inrichting van de Ring kan daar aangepast beperkingen gelden voor het autobezit in de vorm worden aan de stedelijke omgeving, maar wel met van parkeernormen of parkeertarieven leiden tot behoud van capaciteit omdat de ringweg een alter- toename van het (tweede) autobezit. De invoering natieve route moet blijven voor verplaatsingen dwars van de Kilometerprijs en vooral de invoering van de door de stad. Vanwege de dubbelfunctie van de A10 spitsheffing leidt naar verwachting tot een betere Noord – doorgaande verbinding en verdeelweg – en benutting van de beschikbare weginfrastructuur, vanwege de voorziene groei in Noord, is het zinvol waarmee uitbreiding van de capaciteit langer een reservering te maken voor een eventuele capaci- voorkomen kan worden. teitsuitbreiding van de A10 Noord. In het stedelijke wegennet blijft het functioneren van het hoofdnet en Regionaal en stedelijk verkeersmanagement van de corridors van groot belang voor het econo- Dit verwachte effect van betere benutting van misch functioneren van de stad. Aanpassingen zijn infrastructuur kan nog worden versterkt door de alleen mogelijk na toetsing van het functioneren op toepassing van regionaal en stedelijk verkeersma- netwerkniveau. nagement. Hiermee wordt de afwikkeling van het Uiteindelijk ontstaat er een duidelijke en functionele verkeer op de bestaande infrastructuur geoptima- hiërarchie in het autonetwerk: liseerd. Dit gebeurt vooral door spreiding van de 1. de autosnelwegen om de stad te benaderen en verkeersvraag over het netwerk en over de dag en om vooral het doorgaande verkeer langs de stad te door verkeersdeelnemers te informeren en adviseren leiden, over de op een bepaald moment meest geschikte 2. de stadsverdeelweg (Ring A10) voor met name vervoerswijze- en routekeuze. Verkeersmanagement het lokale en bestemmingsverkeer en voor nog maar staat hiermee ten dienste van de mobilist en richt

140 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam zich op het beter benutten van de infrastructuur voor van groene golven op basis van scenario’s voor zowel het gemotoriseerde verkeer als het openbaar verschillende omstandigheden en tijdstippen. Op vervoer en de fiets. termijn maken ICT-toepassingen het steeds beter Het is een van de middelen ter bevordering van de mogelijk om verkeersdeelnemers onderweg te infor- bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. meren. Daarmee vermindert het zoekverkeer naar Stedelijk Verkeersmanagement gebeurt vooralsnog parkeergarages en wordt de overstap van auto naar vooral met verkeerslichten, toeritdoseerinstallaties, openbaar vervoer bij P+R locaties gestimuleerd. verlengde uitvoeg- en opstelstroken en de inzet

8.5 Goederenvervoer per rail

Ondanks ICT-ontwikkelingen blijft het fysiek Voor het goederenvervoer tussen de steden en verplaatsen van personen en goederen ook in de de landsdelen is het van belang dat deze in de toekomst nodig. Het goederenvervoer zal net zo’n toekomst vanwege geluid en externe veiligheid en belangrijke rol vervullen als vandaag de dag. Ten omvang van de goederenstromen zoveel mogelijk opzichte van nu zullen er, door strengere milieueisen via infranetwerken worden afgewikkeld die buiten en ontwikkelingen in de transportsector, nieuwe de stedelijke gebieden zijn gelegen. Hierbij zal ook vervoersconcepten voor het goederenvervoer een verschuiving tussen de modaliteiten plaatsvinden ontstaan. De nadruk komt te liggen op schoner, stiller waarbij meer ingezet wordt op vervoer over water en en veiliger vervoer. per spoor.

Voor het binnenstedelijk goederenvervoer zijn distributieconcepten die qua schaal, milieueisen en veiligheid passen in de hoogwaardige stedelijke gebieden van de metropolregio van steeds groter belang. De keuze voor autoluwe en verkeersveilige steden met meer ruimte voor openbaar vervoer, de fiets, de voetganger en de wens om de openbare ruimte op een andere manier te benutten, zijn alleen maar mogelijk als ook het goederenvervoer binnen de steden anders wordt georganiseerd. Het concept van stadsdistributie met overslagterminals aan de randen van de stad en kleinere vervoerseenheden – elektrische vrachtauto’s en goederentrams – voor het vervoer van de goederenstromen binnen de stad, zal nu eindelijk zijn beslag moeten krijgen.

De Visie 141 8.6 Bevoorrading van de stad

Voor de Amsterdamse regio betekent dit dat de goederenstromen van en naar Corus, de haven van Amsterdam en Schiphol via de tweede of derde wegring (Westrandweg, A9, N201), tweede spoorring (Westrandspoorlijn) en via het water (het IJ) worden afgewikkeld. Ook is het de bedoeling dat vanwege het programma Hoogfrequent Spoorvervoer vanaf 2020 het spoorgoederenvervoer tussen Rotterdam en Noord en Oost Nederland niet meer via Amsterdam Zuidoost en Weesp plaatsvindt, maar dat hiervoor de Betuwelijn wordt gebruikt.

Iedere bewoner en gast die verblijft in de stad moet dagelijks worden voorzien van zijn voedsel. Ook verhuizingen en verbouwingen blijven dagelijks plaats vinden en ook ons afval moet geregeld worden afgevoerd. Veel van de dagelijkse benodigdheden worden aangevoerd van ver buiten Amsterdam. Naarmate maatregelen voor perso- nenvervoer steeds positiever uitpakken voor mens en milieu in de stad, komen de negatieve externe effecten van het noodzakelijk dagelijks goederen vervoer steeds scherper in beeld. Het gaat dan om geluidhinder, luchtverontreiniging, verkeersveiligheid en congestie.

Deze negatieve effecten kunnen op verschillende manieren worden verminderd. Moderne technieken brengen schonere, alternatieve vervoersvormen dichterbij zoals de boot met grijparm, elektrische fluisterboten, cargo-hoppers en elektrische vracht- auto’s. Op efficiënte overlaadplekken aan de rand van de stad kunnen goederen van inter-stedelijk op intra-stedelijk vervoer worden overgeslagen. Als deze overlaadplekken ook op de waterinfrastructuur zijn georiënteerd kan het water in de stad als goederen- transportroute weer in belang toenemen. Immers, het waternetwerk ligt er maar een logistiek systeem ontbreekt.

Een optimale invulling van duurzame ontwikkeling van de stad vraagt derhalve om onderzoek naar overlaadplekken in relatie tot mogelijke vervoers- vormen. Door de toenemende verdichting en inten- sivering van het ruimtegebruik moeten kansrijke plekken tijdig ruimtelijk geborgd worden.

142 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 9

Groen en water

9.1 Stad in het groen, stad aan het water

Amsterdammers hebben het groen en het water in en om de stad harder nodig dan ooit. De bezoekcijfers van de parken en grote groengebieden rond de stad zijn in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Sommige gebieden kennen astronomische bezoekcijfers: het Vondelpark telt 10 miljoen bezoeken per jaar, het Amster- damse Bos 5 miljoen en de Amsterdamse Waterleidingduinen met zo’n 800.000 bezoeken per jaar. Uit een groots opgezette enquete naar de groenwensen van Amsterdammers bleek dat voor de helft van hen het groen in de buurt een belangrijke voorwaarde is bij het kiezen van de woonplek of de plek om een bedrijf te vestigen. De toename van de stedelijke bevolking van Amsterdam concentreert zich op dit moment en in de toekomst in sterke mate langs het water, vooral langs het IJ en IJmeer. Wonen aan het water is hip en recreëren op en rond het water is voor heel veel mensen „a way of life”. Meer dan ooit groeit het bewustzijn dat het groen en het water belangrijke vestigingsfactoren zijn en daarmee van direct economisch belang voor de stad.

Amsterdam en het water belangrijk omdat het op allerlei niveaus de kwaliteit Het water is door de eeuwen heen wisselend gewaar- van het stedelijke leven verbetert. Er is een directe, deerd. Zonder water had Amsterdam geen goede positieve relatie tussen het groen in de straat en de verbindingen met het achterland en had het niet gezondheid van de bewoners van die straat. Het deel kunnen nemen aan de VOC, konden bewoners straatgroen is belangrijk voor het psychologisch geen bestaan vinden in scheepsbouw en havenin- welbevinden en nodigt uit tot bewegen. dustrie en was de rondvaart niet de belangrijkste De parken zijn de gemeenschappelijke tuinen van toeristische attractie van Nederland geworden. Maar de stadsbewoners. Het zijn groene pleinen in de het water werd ook geassocieerd met open riolen, stad, waar mensen elkaar ontmoeten in een rustige dijkdoorbraken en overstromingen. Er kwamen zelfs omgeving. Ze bieden plek aan kinderspel, sport, dempingen van stadsgrachten en aanplempingen cultuur en natuurbeleving. Steeds meer mensen aan te pas om het water als openbare ruimte te doen zoeken met hun laptop en mobiele telefoon de verdwijnen. Feit blijft dat het ruimtelijk beeld van parken op om er te werken. Amsterdam in belangrijke mate wordt bepaald door De grote groen- en watergebieden om de stad het water van de 17e eeuwse grachtengordel, de bieden met hun weidsheid het noodzakelijke tegen- Amstel, ‘t IJ en de havenbekkens, de stadsplassen wicht voor de steeds dichter bebouwde stad. Ze en, meer recent, rond het Oostelijk Havengebied en bieden de stedeling de ruimte om actief bezig te IJburg. Amsterdammers vinden water en groen zo zijn. Je kan er urenlang wandelen, fietsen, kanovaren

De Visie 143 of schaatsen. De stad en het ommeland vormen bieden, moet prettig zijn om naar te kijken en moet geen tegenstelling, maar een eenheid. Bij een dicht ruimte bieden aan kinderspel. Parken moeten ruimte bebouwde stad met veel voorzieningen hoort een bieden aan alle mogelijke vormen van openluchtre- ommeland dat juist het omgekeerde biedt: weidsheid creatie. Ze moeten hoge aantallen bezoekers kunnen en ruimte om te bewegen. herbergen zonder dat mensen elkaar in de weg gaan zitten en daarnaast plek bieden aan natuurwaarden. Binnenstedelijk verdichten kan alleen slagen als Dat vereist een uitgekiende en hoogwaardige er hoogwaardige woon- en werkmilieus worden inrichting en een goed beheer. Bij een verdere gemaakt. Voor die hoogwaardige milieus is het groen verdichting van de stad zal de gebruiksdruk op de op alle niveaus, van straatboom tot Waterland, een parken steeds groter worden en wordt investeren in essentieel onderdeel. de kwaliteit ervan steeds belangrijker. Het netwerk Door de veranderingen in het klimaat zullen van waterwegen binnen de Metropool is buiten- bewoners verkoeling willen zoeken in de openbare gewoon gevarieerd, doorgaans goed bevaarbaar en ruimte. Strandjes in stad en ommeland spelen hierin toegankelijk en biedt volop kansen een waardevolle ook een rol net als het toevoegen van gebruikswater bijdrage aan de openbare ruimte te leveren. De in parken en op stenige plekken. benutting ervan kan, met name in stedelijk gebied, Naast het directe belang voor de gezondheid en de nog veel beter. recreatie van de stadsbewoners hebben water en groen nog meer functies voor de stad, namelijk voor Bij de grote groengebieden is het bewaren van het de waterberging, de luchtkwaliteit,het stadsklimaat, eigen, cultuurhistorische karakter en het bewaken de voedselproductie en de biodiversiteit. van de onderlinge variatie het uitgangspunt. De Waterberging is voor Amsterdam een steeds groter grote variatie aan snel bereikbare, karakteristieke probleem omdat er meer verhard oppervlak komt en landschappen om de stad is één van de sterkste de piekbelastingen door stortbuien groter worden. punten waarmee Amsterdam zich profileert als Onverharde grond vangt water op, houdt het vast groene topstad. Deze landschappen dienen optimaal en voert het langzaam af naar het grondwater, zodat ontsloten te worden voor de recreatie, zonder dat het rioolstelsel niet wordt belast. Bomen en struiken het cultuurhistorische karakter of de natuurwaarden verdampen veel water. Ze verminderen ook de ervan worden aangetast. Daarbij wil Amsterdam concentraties van NO2, CO2 en fijnstof in de lucht en samenwerken met alle betrokken gemeenten. De dragen daardoor bij aan een betere luchtkwaliteit. scheggen houden niet op bij de gemeentegrenzen, Bomen, grasvelden en parken,fonteinen en water- integendeel. De grootste stukken lopen daarbuiten. pleinen zorgen voor demping van de zomerhitte Vanuit de Amsterdamse recreant gezien lopen de en bevochtiging van de lucht, waardoor het stads- scheggen door tot aan de Stelling van Amsterdam. klimaat aangenamer wordt. Wat de voedselproductie Bij de parken en de grote groengebieden moet de betreft: onder de noemer Proeftuin Amsterdam bereikbaarheid vanuit de stad optimaal zijn. Hierbij worden boeren en tuinders in de omgeving van de zetten we vooral in op de fiets en het openbaar stad gestimuleerd om op duurzame wijze voedings- vervoer. Bij alle groenelementen geldt dat een hoge middelen te produceren, die dan in de stad kunnen kwaliteit alleen maar in stand gehouden kan worden worden verkocht al dan niet duurzaam via het water door een beheer van bijbehorende hoge kwaliteit. vervoerd. Zo krijgen stad en ommeland nog meer Wat de overige functies van het groen voor de stad betekenis voor elkaar. Voor het behoud van de betreft is vooral inzet gewenst in het stedelijke biodiversiteit tenslotte spelen steden wereldwijd gebied zelf. Hoe dichter de bebouwing, hoe meer een steeds belangrijker rol. In Amsterdam vinden we behoefte er is aan de waterbergende, luchtzuive- onder andere 140 soorten broedvogels en 30 soorten rende en warmtedempende functies van het groen. zoogdieren. Een groot deel van die soorten is afhan- Juist in het hoogstedelijke gebied is veel inventiviteit kelijk van het groen en het water in en om de stad. nodig om voor voldoende groen van voldoende kwaliteit te zorgen. Daarbij kunnen naast het Amsterdammers willen groen in hun straat, een goed maaiveld ook de gevels en de daken worden benut. bruikbaar park op loopafstand van de woning en een groot groengebied op fietsafstand van de woning. Elk groenelement moet daarbij aan hoge kwaliteit- seisen voldoen. Het wijkgroen moet veel variatie

144 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Om te zorgen voor de optimale groenkwaliteit en ƒƒ Van belang is dat recreatief medegebruik van het watergebruik die past bij een zich verdichtende stad IJ goed wordt geregeld en georganiseerd om die internationaal wil concurreren ondernemen we de onveilige situaties te voorkomen en de beroeps- volgende acties. vaart niet te hinderen. ƒƒ Investeren in de stadsparken. Met name parken ƒƒ Stimuleren van de aanleg van daktuinen en het die naast wijken liggen waar verdichting of gebruik van gevelgroen op nieuwbouw en op transformatie plaats gaat vinden verdienen een bestaande woningen. kwaliteitsslag. De ervaringen in Westerpark en ƒƒ Tot stand brengen van een functionerende ecolo- Frankendael leren dat zo’n investering onmid- gische structuur, ook in de stad, om de biodiver- dellijk leidt tot veel hogere bezoekersaantallen en siteit te bevorderen. grotere waardering bij de bezoekers. ƒƒ Voor elke scheg wordt samen met alle betrokken ƒƒ Optimaliseren van het recreatief fietspaden- overheden een masterplan gemaakt om gewenste netwerk dat de parken en grote groengebieden ontwikkelingen te stimuleren en ongewenste op een prettige manier bereikbaar maakt. ontwikkelingen te voorkomen. Hierbij is extra ƒƒ Optimaliseren van het vaarwaternetwerk en aandacht voor de stad/land overgangen. verbinden met de nieuwe woongebieden. ƒƒ Optimale aandacht voor groen in de openbare ƒƒ Behoud en versterking van de diversiteit aan ruimte van de verdichtende stad, bijvoorbeeld oevers en kaden. door de aanleg van postzegelparken en door ƒƒ Verschillende vormen van waterrecreatie spreiden stadsbomen meer ondergrondse groeiruimte te en aansluiten op het netwerk van routes (en geven. opstapplekken), knelpunten wegnemen en ƒƒ Meer aandacht voor ontwerpen met water in de zorgen voor recreatieve samenhang (met horeca, openbare ruimte ten behoeve van leefkwaliteit, fietsen en wandelen). Kwaliteit gaat hier boven waterberging en gebruik. kwantiteit. ƒƒ Stimuleren van de productie van duurzaam ƒƒ Locaties voor jachthavens, een tweede cruiseter- voedsel in de landbouwgebieden om de stad, minal en stadstranden worden niet willekeurig door het verbeteren van de afzetmogelijkheden in gekozen, maar liggen altijd in het zicht van de de stad. Hierdoor krijgen stad en ommeland weer stad en zijn passend bij de identiteit van de directe economische betekenis voor elkaar. omgeving.

9.2 Volkstuinen en begraafplaatsen nieuwe stijl

Soms betekent intensivering transformatie van Ze moeten voor zoveel mogelijk verschillende gebieden. Volkstuinparken en begraafplaatsen mensen aantrekkelijk zijn, als wandelpark of doordat hebben met elkaar gemeen dat ze veelal een de horeca voor iedereen toegankelijk is. Goede monofunctioneel en semi-openbaar gebruik kennen voorbeelden van hoe het kan zijn het gedenkpark De en dat ze liggen op plekken die ook voor stede- Nieuwe Ooster, met op de begraafplaats een café lijke ontwikkeling heel geschikt zouden zijn. Het en een museum, en de volkstuinparken bij Schelling- is wenselijk om deze gebieden voor de stad te woude die gezamenlijk een wandelroute over hun behouden, maar dat kan alleen als ze zich herbe- terreinen hebben gemaakt. Voor in zichzelf gekeerde zinnen op hun functie voor de stad. gebieden die slechts een enkele functie dienen is in De maatschappelijke functie van deze plekken de stad van de toekomst uiteindelijk geen plaats. rechtvaardigt dat er in ruimtelijke afwegingen meer gewicht aan wordt toegekend, c.q. dat extra randvoorwaarden aan ruimtelijke afwegingen worden gesteld, zodat er een voldoende aanbod van volks- tuinparken en begraafplaatsen in de verschillende stedelijke milieus gegarandeerd kan worden.

De Visie 145 Volkstuinparken nieuwe stijl Begraafplaatsen nieuwe stijl Om de volkstuinparken nu en in de toekomst een Begraafplaatsen zijn belangrijk voor de psycho- vanzelfsprekend onderdeel van de stad te laten sociale gezondheid van de bevolking. Vanwege uitmaken, moet de meerwaarde voor de stad onze voorkeur voor parkbegraafplaatsen vormen aantoonbaar zijn. Gezocht wordt daarom naar zij waardevolle groene rust-oasen in de stad. Speci- creatieve oplossingen ter vergroting van de publieks- fieke toegankelijkheid is hierbij belangrijk voor deze functie en de gebruiksintensiteit van de volkstuin- waarde. Het meer openbaar maken van de Amster- parken, zonder hierbij voorbij te gaan aan de typische damse begraafplaatsen kent zijn beperkingen, maar karakteristieken van het volkstuinieren. het is een kwestie van uitproberen en vaak kan er via Dit kan bereikt worden door: het vergroten van de eenvoudige aanpassingen al op ingespeeld worden, toegankelijkheid; het versterken van het sociaalre- zoals verruiming van de bezoektijden, fietspaden creatieve medegebruik van volkstuinparken en de langs de begraafplaats en service aan bezoekers te daar aanwezige voorzieningen; het verbreden van het bieden aan de randen (horecavoorziening, museum). aanbod van functies, voorzieningen en activiteiten Hoewel de huidige Amsterdamse begraaf- en crema- voor specifieke doelgroepen; het bieden van nieuwe tiecapaciteit op zich volstaat om in de toekomstige tuiniermogelijkheden voor nieuwe groepen tuinders; behoefte van verschillende culturen te voorzien, het vervullen van een voorbeeldfunctie op het gebied ontstaat er tegelijkertijd een groeiende vraag naar van natuur- en milieuvriendelijke inrichting en beheer; een nieuw soort capaciteit. Bij de ceremonie van het en samenwerken en netwerkvorming op het gebied afscheid zoekt men steeds meer naar een omgeving van recreatie, welzijn, cultuur, onderwijs en sport. die in relatie staat met de overledene. Nieuwe Het spreekt voor zich dat meer vergaande combi- culturen brengen nieuwe begraaf- en crematiewensen naties van grotere omvang, eenvoudiger inpasbaar met zich mee. Deze worden zo goed mogelijk op de zijn op nieuwe tuinparken, dan op bestaande bestaande begraafplaatsen gefaciliteerd, maar zijn tuinparken. Deze meer structurele modernisering niet overal even goed inpasbaar. Zo neemt ook de zal vooral haar beslag moeten krijgen in stedelijke vraag naar natuurbegraafplaatsen toe (Odiliënburg in transformatie- en herstructureringsprojecten, waarbij Limburg of Apeldoorn) en vanuit kwalitatief oogpunt volkstuinparken integraal in de planvorming worden is het zinvol om de in de tweede fase IJburg gepro- opgenomen. grammeerde begraafplaats een gedenkpark nieuwe stijl aan het water te ontwikkelen, die een aanbod biedt gericht op de toekomst.

9.3 Sportparken nieuwe stijl

Een puur ruimtelijke benadering van sportparken tot voorzieningen in de stad, iconen, waar iedereen als stedelijke, groene voorzieningen is achterhaald. trots op is. Om sportparken onderdeel van het Sportparken zijn al lang niet meer monofunctioneel, stedelijk leven te maken zullen de ingangen van de zoals bij volkstuinen en begraafplaatsen veelal het parken in de wijk gelokaliseerd moeten worden. geval is. Zij kunnen rekenen op gebruik door vele Verdichting rond sportparken zorgt ervoor dat de doelgroepen, waaronder de jeugd. Sport maakt sociale veiligheid toeneemt. tegenwoordig een wezenlijk onderdeel uit van de stedelijke woonomgeving. Kinderen en jongeren Het gebruik van sportparken door het onderwijs moeten in de buurt kunnen sporten. Integratie met wordt steeds belangrijker. Maar ook de combi- de sociaal-culturele en economische invalshoek is natie met naschoolse opvang ligt voor de hand en noodzakelijk. Het Sportplan 2009 – 2012 is hiertoe biedt kansen voor talentontwikkeling van kinderen. een goede aanzet, maar vraagt om een verdere Een op te lossen probleem is dat hiervoor bestem- ruimtelijke uitwerking en vertaling. Met name mingplannen moeten worden gewijzigd. Nieuwe de ruimtelijke explicitatie van de zogenaamde functies als kinderopvang en naschoolse opvang zijn topparken. Door sportparken niet langer als ruimtelijk moeizaam toe te voegen. groen te beschouwen, maar als vrijetijdsvoorziening, liggen er legio kansen om deze uit te laten groeien

146 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Het in 2006 vastgestelde sportaccommodatieplan Ook is het goed om te bekijken welke takken geeft een prognose voor de benodigde capaciteit van sport we wel of niet binnen de grenzen van aan basissportvoorzieningen. Onder andere de sport- Amsterdam willen bedienen. Kunnen golfbanen halcapaciteit wordt uitgebreid, en een aantal natuur- in dit kader niet beter worden opgevangen in de grasvoetbalvelden wordt omgezet in kunstgras. landschapsparken van de regio dan in de oksels van Maar de voornaamste opgave is misschien wel een de scheggen waar de Amsterdammer wil recreëren? kwalitatieve. Kwaliteit, uitstraling, toegankelijkheid, Daar is betaalbare en bereikbare ruimte beschikbaar gastvrijheid en veiligheid verdienen extra aandacht. en stoort de verkeersaantrekkende werking minder. Sportparken moeten ruimte gaan geven aan een veel Hier is ruimte om grootschaligere sportvoorzieningen gevarieerder sportaanbod, óók voor individuele en te combineren met detailhandel en andere vrijetijds- anders georganiseerde sporters, scholen, buurtinitia- voorzieningen. tieven en bedrijven. Tot op heden hebben gemeente Aan de andere kant is golf is een tak van sport die en sportverenigingen onvoldoende antwoord op voor veel meer mensen bereikbaar is geworden. steeds hogere eisen en veranderende wensen die Voor veel sportparken is het een kans om golf toe (potentiële) sporters stellen aan sportparken. Meer te voegen aan het sportaanbod op een bestaand ondernemerschap op de sportparken zijn een sportpark. De monogolfbanen kunnen geen plek belangrijk middel om de kwaliteit en uitstraling te krijgen binnen de stadsgrenzen, mits ze openbaar verbeteren, en om het multifunctionele gebruik te toegankelijk zijn en zo een recreatie functie voor de bevorderen. stad kunnen vervullen.

Door de toepassing van duurzame en milieuvriende- Aandachtspunten qua sportaanbod blijven een goede lijke materialen, maar ook door de toevoeging van geografische en qua diversiteit spreiden over de hoogwaardig groen is de kwaliteit te verbeteren. stad en beter aansluiten op de locale behoefte. Met Openbaar groen aan de rand van een sportpark kleinschalige sportvoorzieningen in de stad dient fungeert als groene en ecologische buffer met voorzichtig te worden omgesprongen. Bij noodzake- de omgeving. Vervolgens is het van belang de lijke uitplaatsing van sportparken dient bekeken te beschikbare grond voor meerdere doeleinden te worden of op die locatie binnen de stedelijke ontwik- benutten. Dat is op verschillende manieren mogelijk. keling een kleinschalige sportvoorziening behouden Bijvoorbeeld doordat verenigingen fuseren of door kan blijven. Verdere uitplaatsing naar de randen is nieuwe organisaties aan te trekken. Het toevoegen niet wenselijk. van functies is ook een mogelijkheid, evenals het stapelen van sportvoorzieningen en het combineren of clusteren van functies verdeeld over de tijd. Met de komst van nieuwe toplagen (kunstgras) zijn de gebruiksmogelijkheden fors toegenomen. Alleen al vanwege deze ontwikkeling zijn er vele nieuwe kansen ontstaan. Een voorbeeld hiervan is een kunst- grasmat die in de winter dienst kan doen als ijsbaan of een kantine die ook beschikbaar is voor buurtac- tiviteiten. De komst van kunstgrasvelden biedt ook de mogelijkheid om in de zomerperiode te sporten. Intensief gebruikte natuurgrasvelden hebben in de zomer een rustperiode nodig om te herstellen. Wat eveneens het gebruik van een sportpark bevordert is een betere toegankelijkheid. Denk hierbij aan de mate van spreiding over de stad, de afstand tot de parken, de sociale veiligheid, de ontsluiting en de aansluiting op recreatieve fiets- en wandelroutes. Maar ook de ingang van een sportpark in de wijk. Een stadsbrede discussie over een grotere openbaarheid van sportvoorzieningen is hiervoor absoluut een vereiste. Vanzelf gaan de hekken niet open.

De Visie 147 9.4 De veiligheidsopgave

Duinen, dijken en kunstwerken beschermen Meerlagenbenadering Amsterdam tegen overstromingen vanuit zee, het Amsterdam zet in op een meerlagenbenadering als Markermeer en de rivieren. Dwars door de stad het gaat om overstromingsrisico: naast preventie, lopen diverse keringen die als een tweede verde- zoals het versterken van de waterkeringen, moeten digingslinie een groot deel van de stad kunnen de gevolgen van een overstroming zoveel mogelijk beschermen tegen een calamiteit. De vele sluizen die worden beperkt. Naast gevolgenbeperking moet gezamenlijk het IJfront vormen maken deel uit van de aandacht ook gericht zijn op risicobeperking. de keringen. Eea houdt in dat bij de locatiekeuze van kwetsbare Klimaatverandering en mogelijke nieuwe nationale infrastructuur en objecten (ziekenhuizen, energie- beschermingsnormeringen zorgen er voor dat we dit centrales, datacentra, aan- en afvoerwegen, etc.), systeem moeten blijven onderhouden en aanpassen. maar ook bij de transformatie van bestaand stedelijk Aanpassen van het dijkenstelsel heeft grote ruimtelijk gebied en aanleg van nieuw stedelijk gebied het gevolgen in de stad en moet zorgvuldig worden overstromingsrisico zal worden betrokken. De ingepast. gemeente stelt een risicokaart op met overstromings- Duurzame aanpassing is soms lastig. Mogelijk kan diepten en –snelheden, de ligging van kwetsbare een nieuwe kering langs het spoortalud worden infrastructuur en stelt richtlijnen op voor nieuwe gemaakt. stedelijke ontwikkeling. Als voorbeeld zal Sciencepark de komende 50 jaar IJoevers verder transformeren tot een hotspot van kennis De IJoevers maken deel uit van de dijkring 44 en met vitale maar kwetsbare functies. Het is gelegen hebben een veiligheidsniveau van 1:1.250. Een in een van de laagste delen van de stad. De kans op aanmerkelijke lagere bescherming dan de rest van de een overstroming is klein, maar als het gebeurd zijn metropool (1:10.000). De IJoevers worden geleidelijk de gevolgen heel groot, zoals het uitvallen van het getransformeerd tot woon- en werkgebieden. Deze internetknooppunt SARA. Onderzocht kan worden in gebieden liggen direct aan het Noord-Zeekanaal hoeverre in dit transformatieproces het gebied beter en worden niet beschermd door waterkeringen. beschermd kan worden tegen de gevolgen van een De waterkeringen liggen verder landinwaarts. overstroming, zoals het (deels) integraal verhogen Bescherming tegen overstroming is gewaarborgd waardoor nieuwe kwetsbare functies hoog en droog door de sluis bij IJmuiden en doordat de terreinen komen te staan en deze wal een secundaire kering voldoende zijn opgehoogd. kan vormen.

9.5 Watersysteem en watercyclus

Oppervlaktewater richting gemaal Zeeburg via het Lozingskanaal Het stroomgebied van de Amstel watert af via de bevat echter een aantal knelpunten (woonschepen, grachten van Amsterdam op Noordzeekanaal en bruggen) waardoor de capaciteit van het gemaal het IJ. In IJmuiden wordt het wateroverschot bij niet volledig kan worden benut. Deze zorgen voor laagwater gespuid op de Noordzee. Bij hoogwater onnodige peilverhoging achterin het boezemsysteem en bij ongunstige omstandigheden op zee of grotere (bij de Noordse Buurt en Kockengen), waardoor afvoer kan het water door het gemaal in zee worden minder berging mogelijk is. gepompt. De gemalen Zeeburg en IJmuiden hebben op dit Water is beeldbepalend voor Amsterdam. Het is moment voldoende capaciteit om wateroverlast het visitekaartje van de stad. Een goede kwaliteit te voorkomen en het boezemsysteem op een min is essentieel. ‘s Zomers worden de grachten van of meer constant peil te houden. De afvoerroute Amsterdam vier keer per week doorgespoeld met

148 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam water uit het IJmeer. Hiermee wordt de water- Stedelijk afvalwater kwaliteit verbeterd. Op dit moment loopt er een Met de nieuwe wet “Verankering en bekostiging onderzoek naar alternatieven voor IJmeerwater als van gemeentelijke watertaken” is de gemeentelijke bron voor het doorspoelen van de grachten. Verder zorgplicht verdeeld in drie delen: is gebleken dat de ecologische waterkwaliteit van ƒƒ het inzamelen en transporteren van stedelijk een aantal plassen in Amsterdam onvoldoende is. afvalwater, Hiervoor zijn in het kader van de Kaderrichtlijn Water ƒƒ het doelmatig inzamelen en verwerken van het maatregelen voorgesteld. afvloeiende hemelwater, ƒƒ het treffen van grondwater maatregelen. Regenwater Regenwater en grondwater en zijn hierboven aan In de stad zorgt de combinatie van goten, straten, bod gekomen. In ruimtelijk opzicht is stedelijk (regenwater)riolen en onverharde tuinen en parken afvalwater interessant als er meer woningen en/of voor de afvoer of infiltratie van regenwater. Via het bedrijven komen in het verzorgingsgebied. Hiervan grondwater, via de regenwaterriolen of door opper- moet het afvalwater ingezameld, getransporteerd en vlakkige afstroming komt het terecht in sloten en gezuiverd worden in de rioolwaterzuiveringsinstal- grachten. latie. De verwerkingscapaciteit van de infrastructuur en de rioolwaterzuiveringsinstallatie moet overeen Grondwater komen met het aanbod van afvalwater nu en in de De Amsterdamse ondergrond biedt de ruimte toekomst. Meer woningen en/of bedrijven betekent voor het grondwater en is daarom een cruciaal dat er extra capaciteit en/of infrastructuur nodig is. onderdeel van het watersysteem. Het grondwater Drinkwater is een bron van leven voor planten en dieren in de De gemeente Amsterdam is eigenaar van de Amster- stad. Het grondwater zorgt voor stabiliteit van de damse Waterleidingduinen, van grote delen van het ondergrond en houdbaarheid van de houten palen plassengebied nabij Loosdrecht zoals de Waterlei- waarop Amsterdam gebouwd is. We zijn daarom dingplas, Loenderveense Plas Oost en terra Nova zeer voorzichtig met ons waardevolle grondwater. en van een groot deel van de Bethunepolder nabij De verschillende functies in boven- en ondergrond Maarssen. Deze gebieden hebben grote raakvlakken en de grondwatersituatie zijn optimaal op elkaar met de structuurvisie als het gaat om natuurontwik- afgestemd, zodat er geen nieuwe grondwaterpro- keling, recreatieaanbod en drinkwatervoorziening. blemen ontstaan. Bij werkzaamheden in de onder- Zo liggen er nu plannen klaar om het recreatieve grond worden ongewenste invloeden op het grond- accent op het plassengebied te gaan vergroten door water en de grondwaterstand zo goed mogelijk onder meer het landschappelijk inpassen van Fort voorkomen. Spion (eigendom van de gemeente Amsterdam/ De ondergrond is geen tabula rasa. Bovengrondse onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) en stabililteit wordt zoals gezegd mede bepaald door de mogelijkheid tot excursies naar het bijzondere het grondwater. Ingrepen en bouwactiviteiten waterwingebied rondom de Waterleidingplas in kunnen ingrijpende effecten hebben voor boven- Loenderveen. grondse functies. Zorgvuldigheid met het grondwater Waternet beheert namens de gemeente Amsterdam is vereist. ruim 4000 hectare aan Natura 2000 gebieden. Dit zijn Een groot deel van Amsterdam binnen de ring natuurgebieden ten behoeve van de drinkwatervoor- is gefundeerd op houten palen. Deze palen zijn ziening van Amsterdam en omgeving. Deze gebieden gevoelig voor grondwateronderlast (onderlast = te hebben de hoogste status van natuurbescherming. lage grondwaterstand waardoor paalkoppen van Het grootste deel van de eerder genoemde 4000 funderingen droogvallen). Daarnaast zijn parken en ha aan Natura 2000 gebieden wordt gevormd door wegen door de veenbodem gevoelig voor bodem- de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dit gebied daling en grondwateroverlast en is er lokaal overlast biedt veel rust en ruimte om te kunnen recreëren in diepe polders en polderrioleringsgebieden. in een prachtig open duinlandschap. Jaarlijks wordt Ondergronds bouwen is van grote invloed op de het gebied dan ook bezocht door zo’n 800.000 grondwaterstromen en kan leiden tot zowel grond- bezoeken. Hier kan een goede bereikbaarheid met wateroverlast als –onderlast. Ook dit vereist de het openbaar vervoer naar het gebied verbeterd nodige zorg en aandacht. worden. In kader van Noordvleugel perspectief zijn de Amsterdamse Waterleidingduinen uniek in de

De Visie 149 omgeving en past hier zeker de beleving van de Waternet de drinkwatervoorziening kan garanderen enorme ruimte door te struinen in de hoogwaardige tegen een aanvaardbare prijs. Afstemming tussen natuur. de structuurvisie en de toekomstvisie drinkwater van Waternet is momenteel bezig met het opzetten van Waternet is gewenst gezien de locaties waar drinkwa- een toekomstvisie drinkwater. In deze visie wordt op teraspecten spelen in relatie tot ruimtelijke plannen de lange termijn tussen 2020 en 2050 gekeken hoe voor Amsterdam.

9.6 De stedelijke wateropgave

Door verdichting van het stedelijke gebied is de extremere neerslag tijdelijk op te vangen (bijvoor- belasting op het rioleringssysteem en het water- beeld op straat of in parken), de dijken veilig te systeem toegenomen. Hevige buien zijn lastig te houden en de waterkwaliteit ook in droge perioden verwerken. Kiezen voor intensivering van de stad goed te houden. betekent ook ruimte bieden voor extra waterber- Intensivering heeft consequenties voor grondwater. gingsopgave die door de toename van verhard Daarnaast ligt er een opgave om op straatniveau oppervlak zal ontstaan. Het bergend vermogen van meer berging te maken om intensievere regenbuien de stad is door z’n grote verharde oppervlak beperkt. op te vangen. Dit vraagt ruimte en om een slimme Reguliere inrichting is ontoereikend en innovatieve inrichting van de openbare ruimte en waarschijnlijk maatregelen om water te bergen, vast te houden en ook de particuliere ruimte. Dit om overlast en vooral af te voeren zijn nodig. ook schade als gevolg van intensieve neerslag te voorkomen.En dan zijn er nog die kleine verrassingen Water in de openbare ruimte waar waterelementen het gebruik van de openbare Openbare ruimte is schaars en dus waardevol in de ruimte prettiger maken: waterfonteintjes, een water- verdichtende stad. In de Amsterdamse openbare speelplaats, een zwemwaterlocatie, etc. De vraag ruimte is water beeldbepalend, in de ene wijk meer is in hoeverre de Puccinimethode waterbestendig dan in de andere. Water is in veel delen van de stad is en in hoeverre deze zonodig waterbestendig zou structurerend voor de openbare ruimte. Niet alleen kunnen worden gemaakt. oppervlaktewater: ook bijvoorbeeld het straten- patroon in de Pijp (dat het vroegere slotenpatroon Water als ordenend principe volgt). Nog steeds is bij elke ontwikkeling de afstand Water kan een ordenend en richtinggevend element tot oppervlaktewater heel structurerend, omdat dat zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. bepaalt hoeveel opgehoogd moet worden om droge Tegelijkertijd kan waterberging en waterkwaliteit voeten te houden. een beginsel zijn voor een duurzame stedelijke omgeving. Een voorbeeld waar dit ter harte wordt Waterelementen in de openbare ruimte zijn niet genomen is te vinden op de Zuidas. De verdichting alleen grachten, plassen en vijvers, maar ook sluizen, van Zuidas levert een flinke waterbergingsopgave bruggen, gemalen, putten en straatkolken. Die op. Ter voorkoming van wateroverlast binnen en techniek zit vaak verstopt en is daarom nauwelijks buiten Zuidas is het stand-still principe uitgangspunt. herkenbaar. En in de ondergrond van de openbare Dit betekent dat in de trits vasthouden, bergen en ruimte zit water in vele buizen (riolering, drinkwater), afvoeren, allereerst maximaal ingezet wordt op het constructies als bergbezinkbassins en natuurlijk vasthouden van het gevallen regenwater op kavel- grondwater, zoals eerder gezegd essentieel voor de niveau, bijvoorbeeld door groene daken en water- stabiliteit van veel bovengrondse bouwsels. partijen (waterneutrale kavels). Voor berging vormt Om te voorkomen dat door extreme en langdurige een robuust net van waterlopen de basis waarop neerslag gebouwen onder lopen en het (economisch) aangetakt kan worden. In dit netwerk is de positie verkeer wordt belemmerd is een slimme inrichting van het Dok belangrijk. Berging in alternatieve van de openbare ruimte nodig. Om de stad waterbe- vormen is dus noodzakelijk: water onder sportvelden, stendig te blijven ontwikkelen, willen wij zoeken naar in of op parkeergarages, in de openbare ruimte, een slimmere inrichting van die openbare ruimte om daktuinen of -vijvers. Deze noodzaak kan tot één van

150 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam de visitekaartjes van Zuidas gemaakt worden, een voorbeeld van hoe in een hoogstedelijke omgeving de groeiende wateropgave zichtbaar wordt gemaakt.

9.7 Watercompensatie

De aanleg van verhard oppervlak leidt tot een tijd, is het soms lastig om per individuele ontwik- grotere belasting van het oppervlaktewater- en/of keling of per gebouw een passende watercompen- rioleringssysteem, omdat pieken in de regenafvoer satie te realiseren. Daarom bestaat er behoefte aan minder wordt afgevlakt door infiltratie en berging een systeem waarmee de bergingsvraagstukken op in de bodem. De toename van de belasting van het een hoger schaalniveau (bijvoorbeeld voor meerdere oppervlaktewater moet worden gecompenseerd (deel)projecten tegelijk) kunnen worden opgelost. door de initiatiefnemer. Als vuistregel geldt dat het Daarnaast is het gewenst als het proces van dempen/ gebied 10 % oppervlaktewater moet hebben. verharden en compenseren overzichtelijker wordt In een stad als Amsterdam zijn voortdurend ruimte- voor wat betreft planning, mogelijkheden, en lijke ontwikkelingen gaande, die gepaard gaan verantwoordelijkheden. Waternet en DRO zijn bezig met meer verharding en/of demping van bestaand gezamenlijk een Watercompensatiebank te ontwik- oppervlaktewater. Vanwege de complexiteit van deze kelen, waarin deze zaken een plek krijgen. ontwikkelingen, zowel in ruimtelijke inrichting als in

9.8 Klimaatbestendige metropool

Klimaatverandering betekent dat de neerslagpa- geval van extreem hoge afvoer van de Amstel en tronen veranderen (toename hoeveelheid neerslag gevaar van overstroming tijdelijk water te bergen. in de winter en frequentere hevigere buien in zowel Maar ook op kleinere schaal biedt het metropolitane zomer als winter, zomers wordt het echter in het landschap mogelijkheden voor waterberging. Daar algemeen droger). Daarnaast zal de temperatuur waar op een aantal plekken het stedelijk gebied stijgen. De bodem zal blijven dalen. Bronnen van sterk gaat intensiveren is het mogelijk de hierbij zoetwateraanvoer komen onder druk te staan. Als we behorende wateropgave in het aangrenzende metro- niet ingrijpen zullen overstromingsrisico’s toenemen politane landschap te realiseren volgens het principe en de waterkwaliteit zal verslechteren. van de Watercompensatiebank. Dit geldt bijvoor- Door stijgende zeespiegelstijging zal in het geval beeld voor de stationsomgeving van Duivendrecht en van storm in combinatie met grote hoeveelheden de aangrenzende Amstelscheg. neerslag het steeds lastiger worden voldoende water af te voeren via het gemaal IJmuiden. Hierdoor zal steeds vaker het peil van het IJ zodanig stijgen dat dit tot wateroverlast in de stad kan leiden. Om dit te voorkomen zullen sluizen naar het IJ worden dichtgezet. Hierdoor staat de stad niet meer in open verbinding met het IJ. Versterking van de kering bij IJmuiden en van de noordelijke Lekdijk bieden de meest adequate bescherming tegen overstroming vanuit de zee en rivieren. Onderzoek moet uitwijzen of de sluizen voldoende opgehoogd kunnen worden of dat er naar een alternatief gezocht moet worden. Het metropolitane landschap krijgt een functie in de regionale waterberging. Aanwijzing van de Ronde Hoep als calamiteitenberging is noodzakelijk om in

De Visie 151 Oppervlaktewater Grondwater Amsterdam gaat polders in de flanken van de stad Klimaatverandering leidt tot langere droge perioden meer zelfvoorzienend maken, zodat bij extreme resulterend in langere perioden met lage grondwa- situaties tijdelijke maalstops mogelijk zijn, de stads- terstand. Hierdoor neemt de kans op grondwater- boezem niet overbelast raakt en afwenteling van onderlast toe. De combinatie van droge perioden problemen naar elders in de boezem beperkt blijft. waardoor bodemdaling wordt versneld en natte Dit heeft ook een gunstig effect op de waterkwaliteit winters waardoor het grondwaterpeil stijgt leidt tot en de vraag naar zoetwater in droge situaties neemt grotere kans op overlast in parken en laaggelegen hierdoor af. Twee typen stedelijke gebieden worden delen van de stad. Amsterdam gaat zich richten op onderscheiden: het beperken van grondwaterfluctuaties door het ƒƒ Stedelijke gebieden met fysieke ruimte voor optimaliseren van het boezemsysteem. Daarnaast peilfluctuatie in het eigen systeem. In deze gaat Amsterdam onderzoeken wat de effecten van gebieden wordt ingezet op vergroting van de klimaatverandering zijn op de grondwaterstand en berging van water. welke maatregelen effectief zijn. De inzet is grondwa- ƒƒ Sterk verdicht stedelijk gebied (binnen de ring). teroverlast bij nieuwe ontwikkelingen te voorkomen In dit gebied is berging zeer beperkt tot niet en de grondwateroverlast in bestaande gebieden mogelijk. Overtollig water wordt afgevoerd naar aan te pakken. Voor zeer kwetsbare gebieden wordt de boezem. een lange termijn visie gemaakt waarin bekeken ƒƒ Berging is dus niet overal mogelijk of niet wordt of in combinatie met de winning van water ten afdoende om extremen op te vangen. Daarom zet bate van de productie van drinkwater de problemen Amsterdam daarnaast in op: verminderd kunnen worden. ƒƒ Extra gemaalcapaciteit in IJmuiden om ook op de lange termijn water te kunnen afvoeren naar Drinkwater zee en het groeiende niveauverschil (zeespiegel- Ook Waternet, dat namens de gemeente Amsterdam stijging) te kunnen overbruggen o.a. zorg draagt voor alle drinkwateraspecten van de ƒƒ Extra capaciteit gemaal Zeeburg om ook daar op stad, anticipeert op klimaatveranderingen. Hierbij de lange termijn onder extreme omstandigheden wordt grofweg de nodige aandacht besteedt aan de mogelijkheid te hebben water te lozen op het de kwaliteit en kwantiteit van water waar uiteindelijk IJmeer. drinkwater van wordt gemaakt. Met betrekking tot ƒƒ Opheffing van knelpunten in de aanvoerroute de kwaliteit vormt de verhoging van het zoutge- naar gemaal Zeeburg. halte in zowel oppervlaktewateren als grondwa- teren een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast Regenwater zal er ook voldoende water beschikbaar moeten Het streven is de stedelijke gebieden een zodanige blijven om drinkwater van te maken. Bij de verschil- veerkracht te geven dat ze berekend zijn op een zeer lende klimaatscenario’s heeft verdroging (minder intensieve bui van 50 mm in één uur. Tijdens en na beschikbaar water) een prominente plek gekregen. zo’n bui moeten een slimme inrichting van verharde De overheid speelt hier bijvoorbeeld reeds op in oppervlakken en een voldoende ruim watersysteem door het instellen van de zogenaamde “verdringings- of alternatieve waterbergingsvoorzieningen ervoor reeks”: welke sectoren mogen bij waterschaarste zorgen dat overlast in huizen of op cruciale verkeers- nog gebruik blijven maken van oppervlaktewater? wegen wordt voorkomen. Tegelijkertijd wordt ook In relatie tussen kwaliteit en kwaliteit is dat indien er gewerkt aan bewustwording van de burgers om minder water is om uit te putten, de verschillende tijdelijke hinder (ondergelopen straten tussen de ongewenste verbindingen die in het water terecht stoepranden e.d.) te accepteren. komen via lozingen (denk aan bijvoorbeeld de zogenaamde “emerging substances”, zware metalen, pathogene organismen en bestrijdingsmiddelen) in hogere concentraties kunnen gaan voorkomen als dat nu reeds het geval is. Uitgangspunt voor Waternet is dat er nu en in de toekomst voldoende en kwalitatief goed drinkwater geleverd kan blijven worden voor de gemeente Amsterdam en omstreken. Hierbij zullen strategische

152 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam keuzes gemaakt moeten worden om dit te kunnen Watertekort blijven bewerkstelligen waarbij o.a. gekeken moet West-Nederland inclusief de Haarlemmermeer is in worden of er nieuwe bronnen gevonden moeten droge perioden afhankelijk van wateraanvoer vanuit worden of dat bestaande geoptimaliseerd moeten de Lek. Dit water wordt aangevoerd via Gouda. Dit worden. water wordt gebruikt voor drinkwater, bevloeiing en doorspoelen vanwege zoute kwel. Met betrekking IJoevers tot drinkwater komt het water uit het Lekkkanaal Het veiligheidsniveau van 1:1250 is te laag voor de dat via een leidingensysteem (de zogenaamde IJoevers vanwege het (toekomstig) aantal inwoners WRK-leidingen) naar o.a. de Amsterdamse Water- en het geïnvesteerde vermogen. Onderzoek naar leidingduinen wordt getransporteerd om aldaar het gewenste niveau is gewenst. Met versterking van te worden geïnfiltreerd. Door klimaatsverandering de zeekering bij IJmuiden kan een hogere veiligheid gaat in de zomer een combinatie van waterschaarste gerealiseerd worden. Voor een betere bescherming en verzilting optreden. Hierdoor ontstaan zoetwa- tegen rivierwater is versterking van de noordelijke tertekorten. Het IJsselmeer zou kunnen dienen als Lekdijken gewenst. Verder pleit Amsterdam voor nationale regenton. De aanvoer via de zgn Tolhuis- onderzoek naar compartimentering van het Amster- route is problematisch. Voor een goed functioneren dam-Rijnkanaal. Amsterdam vindt dat nieuwe ontwik- (drinkwater, landbouw, parken stedelijk gebied) is kelingen op voldoende hoogte moeten worden voldoende water essentieel. Voor de aanvoer van gebracht. Onderzoek moet de exacte hoogte zoet water vanaf het IJsselmeer en Markermeer moet aangeven. Toetsing van de keringen moet uitwijzen gezocht worden naar een structurele oplossing, in in hoeverre de keringen voldoen. Bij onvoldoende samenwerking met de betrokken partijen. hoogte of sterkte moet naast versterking van de Klimaatverandering brengt enerzijds heviger kering zelf de mogelijkheid worden onderzocht buien met zich mee, anderzijds lange periodes of er geen nieuwe kering verwerkt kan worden in van droogte waarbij het grondwaterpeil zal dalen. het transformatiegebied aan de noordelijke oevers Daarmee kunnen de houten funderingpalen waarop bijvoorbeeld door over grote breedte voldoende het historisch centrum rust droog komen te staan. op te hogen. Op de zuidelijke oevers kan wanneer De droge zomers en de hiermee samenhangende de keringen niet meer voldoen gedacht worden watertekorten zullen ook van invloed zijn op de aan de realisatie van een alternatieve kering met de hoeveelheden beschikbaar koelwater. Bedrijven spoordijk als basis. langs het Noordzeekanaal en het IJmeer, waaronder de energiecentrale zullen hier in de toekomst vaker IJburg/IJsselmeer last van krijgen. Bestaande en nieuwe bedrijvigheid In IJburg is ruimte gereserveerd voor een peilstijging zal hier rekening mee moeten houden. De hittepro- van 0,8 m (eerste fase) resp. 1 m (tweede fase). De blematiek heeft ook consequenties voor de parken waterkeringen geven de eilanden een bescher- en groengebieden in de stad. De vraag van stads- mingsniveau van 1:4000 waarmee voldaan is aan bewoners naar verkoeling zal toenemen. Om deze wettelijke regelgeving. Door klimaatverandering problemen het hoofd te bieden zal Amsterdam ook bestaat het risico van golfslag en overstroming door hierbij inzetten op klimaatadaptatie. storm. Integraal ophogen van de nieuwe eilanden betekent robuust wonen. Amsterdam pleit tegen een Waterkwaliteit peilstijging van het Markermeer en pleit voor een Klimaatverandering leidt tot hogere temperaturen loskoppeling van het IJsselmeerpeil. Het Markermeer in de zomer. De zuurstofhuishouding wordt dan en het IJmeer zijn in de toekomst belangrijk voor de kwetsbaar met het risico op massale vissterfte en drinkwatervoorziening. Er moet ruimte beschikbaar algenoverlast. Verder zal het zoete water schaars blijven voor waterberging. worden. Amsterdam streeft ernaar alle woonboten voor 2018 aan te sluiten op de riolering. Het doorspoelen van de grachten blijft nodig om een goede waterkwaliteit te behouden. Onderzoek naar alternatieven voor IJmeerwater als doorspoelwater vindt plaats. Het IJsselmeerwater wordt ingezet als strategische water- voorraad voor de verschillende doelen.

De Visie 153 9.9 Water en energie

Water als energiedrager is een vorm van duurzame energie met een hoog potentieel. Verschillende waterbronnen: grond-, opperlvakte- en afvalwater beschikken over genoeg potentieel om gebouwen en woningen te voorzien van koude, warmte en elektriciteit. Regie en een juiste toepassing zijn nodig om het duurzame potentieel zo volledig mogelijk te benutten. Energie uit grondwater of energieopslag in de bodem is een in Amsterdam veel gebruikte en bewezen techniek. De uitdaging voor Amsterdam ligt bij regie zodat iedereen van deze duurzame techniek gebruik kan maken. Het voorkomen van interferentie tussen koude en warme bronnen heeft dan ook de hoogste prioriteit. Grondwater is in beweging. Het is verstandig om de ligging van warme en koude bronnen af tge stemmen met de omgeving om te voorkomen dat door stroming of uitbreiding de bronnen na verloop van tijd gaan uitdoven. Verder kan Amsterdam een rol spelen bij het stimuleren van collectieve oplossingen zodat de systemen ook optimaal benut worden. De winning van koude en warmte uit opper- vlaktewater wordt steeds meer in Amsterdam gemeengoed. Vanuit de Nieuwe Meer wordt koude geleverd aan de Zuidas. Dit initiatief krijgt navolging in de andere diepe plassen rond Amsterdam. Een vorm van duurzame energie die tevens de kwaliteit van de plassen verbetert. Op de lange termijn kan ook het ondiepe oppervlaktewater gebruikt gaan worden als leverancier warmte en koude. Afvalwater heeft naast een warmteafgifte ook een grote potentie in organische componenten zoals faeces en vet. Via vergisting wordt gas geproduceerd wat kan worden ingezet voor warmte en elektriciteit. Tussen Afval Energie Bedrijf (AEB) en Waternet bestaat al een unieke en innovatieve samenwerking. Het AEB produceert namelijk niet alleen energie uit huisafval, maar ook uit slib en biogas, afvalproducten van Waternet.

154 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 10

Energie

10.1 Duurzaam Amsterdam

In 2040 wil Amsterdam het kloppend hart zijn van een duurzame metropoolregio. Een creatieve, diverse stad, economisch en sociaal sterk en met een gezond leefmilieu. Zorgvuldig en efficiënt met ruimte, energie en energiebronnen, en toegerust op de gevolgen van de klimaatverandering. Kortom, duurzaam in alle facetten.

Alleen een stad die zich serieus vernieuwt en werkt aan een gezonde toekomst waar schone energie, schone lucht en water voorhanden zijn, blijft aantrekkelijk om in te wonen en te werken. Ook (internationale) onder- nemingen zullen zich graag in zo’n stad willen vestigen. Bovendien zorgt actief energiebeleid ook voor het betaalbaar houden van de woonlasten. Een enorme opgave is het energiezuinig maken van de bestaande woningvoorraad. Energie- en klimaatbeleid is dus verstandig economisch en sociaal beleid.

Amsterdam heeft een goede traditie van een vooruit- techniek is bepalend. Ook nieuwe samenwerkings- strevend energie- en klimaatbeleid. Koploper zijn in vormen en handelsproducten zijn nodig. transities die de basisvoorzieningen en infrastructuur van de stad raken zoals energie en communicatie, Met Nieuw Amsterdams Klimaat werkt Amsterdam creëert extra werkgelegenheid, economische groei al enige jaren hard om een optimaal schone en en een open speelveld voor innovatie. Dit plaatst leefbare stad te worden. De komende decennia de stad in de toekomst. Amsterdam realiseert haar zullen de activiteiten fors moeten toenemen om koploperspositie door hoge ambities samen met een duurzame toekomst voor Amsterdam zeker te partijen uit die sectoren te realiseren, bijvoorbeeld in stellen. De transitie naar een duurzame energievoor- belangrijke icoonprojecten. ziening eist krachtige keuzes, een lange adem en bovenal vasthoudendheid. Acties zijn noodzakelijk op De energievoorziening staat aan het begin van een alle fronten: energiebesparing, inzet van duurzame grote transitie. De transitie, die gepaard gaat met energie én efficiënt gebruik van fossiele energie. een mix van kleine en grote partijen en een veel duurzame energieproductie door de Amsterdammers zelf, biedt unieke kansen voor Amsterdam. Nieuwe ontwikkelingen in energie-efficiency, duurzame energieopwekking, opslagsystemen en elektrische auto’s bepalen het toekomstbeeld. Echter, niet alleen

De Visie 155 Geen tijd te verliezen Amsterdam neemt voortouw De wereld staat voor een grote uitdaging. Het Amsterdam neemt haar verantwoordelijkheid en klimaat verandert en de voorraad fossiele brand- heeft reeds concreet de volgende klimaatambities stoffen als olie, gas en steenkool raakt uitgeput. vastgelegd: Steeds vaker komen olie en gas uit politiek instabiele ƒƒ Een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in regio’s. En dat terwijl de vraag naar goedkope brand- 2015, stoffen explosief stijgt, vooral uit de ontwikkelings- ƒƒ 40% CO2-reductie in 2025 (ten opzichte van 1990). landen en snel groeiende economieën als India en China. Maar ook in de VS en Europa groeit de vraag In lijn met de aanbevelingen van het Intergover- naar energie nog steeds. Daarbij wordt Europa en de nmental Panel on Climate Change (IPCC), dat VS, net als India en China, steeds afhankelijker van uitgaat van een vermindering van broeikasgassen geïmporteerde brandstoffen, zoals olie en gas. De van 80-95% in 2050 voor de ontwikkelde landen, schaarse markt zal tot stijgende prijzen leiden. zal Amsterdam in 2040 een CO2-reductie van 75% moeten nastreven. Vanzelfsprekend blijft Amsterdam Direct ingrijpen ook na 2040 werken aan een Nieuw Amsterdams De komende jaren zal in de EU de importafhan- Klimaat om uiteindelijk klimaatneutraal en onafhan- kelijkheid van fossiele brandstoffen alleen maar kelijk te zijn van fossiele brandstoffen. toenemen - Nederland zal dat aan den lijve kunnen ondervinden als zij vanaf ongeveer 2025 netto-im- Amsterdam werkt aan een Nieuw Amsterdams porteur van aardgas zal zijn in plaats van exporteur. Klimaat volgens het principe van de Trias Energetica, Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met de een aanpak die leidt tot optimale reductie van schadelijke gevolgen van fossiele brandstoffen voor CO2. Drie sporen worden gelijktijdig ingezet om de het milieu door de toenemende uitstoot van broei- duurzame toekomst te bewerkstelligen: kasgassen, waaronder CO2. Betaalbare, betrouwbare ƒƒ Energiebesparing, en duurzame energie kunnen blijven leveren voor ƒƒ Inzet van zoveel mogelijk duurzame energie, een schone en leefbare stad vereist direct ingrijpen. ƒƒ Efficiënt gebruik van fossiele energie. Investeren in duurzame energie leidt tot investe- ringen in Nederland en voorkomt grootschalige consumptieve uitgaven voor fossiele brandstoffen aan het buitenland.

10.2 De transitiepaden

Wil Amsterdam een schone en leefbare stad worden, ƒƒ Klimaatneutraal bouwen dan moet langdurig gewerkt worden aan de transitie ƒƒ Bewustwording en gedragsverandering creëren naar een duurzame energievoorziening. Deze bij burgers en bedrijven transitie kan alleen slagen als alle Amsterdamse partijen daar samen aan werken: burgers, bedrijven 2. Schoon vervoer en instellingen. De gemeente neemt het voortouw ƒƒ Autoluw, betaald parkeren, stimuleren fiets, om de samenwerking tot stand te brengen. Sinds groen openbaar vervoer en schone conventionele medio 2007 is daartoe een groot aantal bedrijven, voertuigen instellingen en burgerinitiatieven benaderd. ƒƒ Grootschalige omslag naar elektrisch personen- Gezamenlijk wordt gewerkt aan een duurzame vervoer (inclusief verduurzaming van de elektrici- toekomst via de vier onderstaande, belangrijkste teitsketen) transitiepaden: ƒƒ Anders betalen voor mobiliteit (rijksbeleid) ƒƒ Waterstof voor zwaar buitenstedelijk vervoer 1. Gebouwde omgeving (evaluatie roadmap waterstof in 2015) ƒƒ Vergaande energie-efficiency (minimaal label B) door isolatie, stadsverwarming, koude-warmte opslag, en inzet van zonne-energie

156 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 3. Haven en industrie 4. Duurzame energie ƒƒ Haven transformeren tot duurzame ‘energy port’ ƒƒ Versnellen van toepassing van wind, vooral in de ƒƒ Optimale benutting van wind (plaatsing van meer haven en Amsterdam Noord windturbines en oude vervangen door grote, ƒƒ Zonnepanelen plaatsen nieuwe) en zon ƒƒ Optimaliseren inzet van duurzame energie door ƒƒ Duurzame bedrijvigheid (kringloopsysteem, slimme netten biobrandstoffen, overslag windturbines) ƒƒ Toepassen en combineren van koude-warmte ƒƒ Verhogen energie-efficiency van industrie en opslag en groene stadswarmte vergroenen ICT-sector

10.3 Ruimtelijke consequenties

Stadswarmte Energie-opslag Komende jaren wordt de schaalsprong Stadswarmte In gebieden waar stadswarmte- of koudenetten verder gemaakt door nieuwe gebieden aan te onvoldoende oplossing bieden omdat er te weinig sluiten en de stadswarmtering te sluiten waardoor warmte of koude beschikbaar is, kan energie-opslag de grootschalige warmtebronnen AEB-centrale een goede aanvulling vormen. Deze techniek is ook en Diemercentrale aan elkaar gekoppeld worden. inzetbaar voor die gebieden in de stad waar voor Dit gebeurt vanuit overwegingen als leverings- koude- of warmtenetten geen ondergrondse ruimte zekerheid, vergroten van de mogelijkheden tot is of de bestaande bebouwing ongeschikt is om aan flexibele exploitatie van het net en de mogelijk- te sluiten op deze techniek. Dit betreft een gedeelte heden tot het optimaliseren van het net (keuze van binnen de Ring A10. de bron). Deze aanleg leidt ertoe dat er op termijn Ondergronds zal ruimte worden gereserveerd voor transitie kan plaatsvinden naar de inzet van bronnen duurzame of efficiënte infrastructuur in de vorm als geothermie en biomassa als bronnen voor dit van energie-opslag en warmte- en koudenetten. stadswarmtenet. De Schaalspong van het stads- Bovendien worden Masterplannen warmte-kou- warmtenet overstijgt inmiddels de gemeentegrenzen deopslag gemaakt voor gebieden waar dit relevant van Amsterdam en is ook onderwerp van discussie is, zoals in Teleport, het Sciencepark of bedrijven binnen Metropoolregio Amsterdam. rondom de Dam. Hiermee wordt het gebruik van grondwater voor warmte- en koudelevering eerlijk Koudenetten verdeeld. Op dit moment zijn er twee grootschalige koude- netten in Amsterdam die hun koude halen uit de Ouderkerkerplas en Nieuwe Meer. Zij voorzien de Zuidoostlob en Zuidas van koude. Deze netten zullen verder uitgebreid worden. Daarnaast zullen er nieuwe koudenetten worden gerealiseerd in de toekomst. Gebieden waar op dit moment de discussie over de realisatie van nieuwe koudenetten speelt zijn Teleport en omstreken, Amsterdam West en Overamstel.

Ruimtelijke relevante items; ƒƒ ICT mag alleen in stadskoudegebieden omdat ze een (zeer) grootschalige koudevraag hebben;

De Visie 157 Wind warmtenet (woningen) of koudenetgebied (ict-data- Concreet is op dit moment de Amsterdamse Haven hotels) te vestigen. aangewezen als locatie voor de realisatie van grote Voor zover er grote warmte- of koudegebruikers zijn, windturbines binnen Amsterdam. Ook in Amsterdam moet zoveel mogelijk gezocht worden Noord kan aan de slag worden gegaan met concrete naar een combinatie met functies om het overschot locaties. Op dit moment is de Ruimtelijke studie kwijt te kunnen. uitbreiding windenergie in Amsterdam gaande. Stap 3 is de opwekking van duurzame elektriciteit De uitkomsten van deze studie kunnen gevolgen door zon of wind. hebben voor het in deze structuurvisie voorgestelde hoogbouwbeleid en (hoofd)groenstructuurbeleid. Ruimtelijke relevante items; Mogelijke locaties voor grote windturbines zijn langs ƒƒ Welstandskader aanpassen aan klimaatneu- grote (water)infrastructuur of op bedrijventerreinen. traal bouwen; dakvlakken zodanig indelen De realisatie van grote windturbines overstijgt de dat maximale zonne-energiewinning kan gemeentegrenzen, omdat de infrastructuur buiten de worden toegepast, vegetatiedaken, klein wind, grenzen doorloopt. Daarmee is dit onderwerp ook overstekken/zonwering, percentage glas, nachte- voor de metropoolregio van belang. lijke kwaliteit (hoe zien gebouwen/ de stad er ’s In de structuurvisie Noord-Holland is ruimte gereser- nachts uit); veerd voor een grootschalige windmolenlocatie ƒƒ Zongericht verkavelen; op land in de Wieringermeerpolder, mede om de ƒƒ Ruimte reserveren voor ondergrondse duurzame energievraag van de metropoolregio te faciliteren. infrastructuur; ƒƒ Realisatie van windturbines vanwege klimaatneu- Gebruik van de daken voor zonne-energie en wind traal bouwen Voor grootschalige zonne-energiecentrales is in de stad geen plaats, behalve op de vele miljoenen Overig vierkante kilometers daken die onze stad rijk is. Zeker ƒƒ In Westpoort bedrijven bij elkaar plaatsen die in de (bestaande) bouw is zeer veel mogelijk. Dat op energetisch gebied elkaar qua stromen betekent dat maximaal zonnepanelen (eventueel in versterken, zoals AEB, rioolwaterzuivering, combinatie met groene daken) en kleine windtur- Green Mills. Bedrijven die veel warmte nodig bines op daken worden geplaatst, dus ook in hebben plaatsen in het stadswarmtegebied van beschermd stadsgezicht en monumenten als dat Westpoort. geen verstorend beeld oplevert. Voor de realisatie van deze ambitie zullen de welstandseisen worden aangepast. Als er op grote schaal lokaal duurzame energie wordt opgewekt heeft dit gevolgen voor het elektriciteitsnet. Het elektriciteitsnet moet slimmer worden – via aanvullende ict – om het grootschalig terugleveren aan het net mogelijk te maken. Men noemt dit smart grid.

Klimaatneutraal bouwen Amsterdam zet voor nieuwbouw in op klimaatneu- traal bouwen voor de energievraag van de openbare ruimte en gebouwen. Stap 1: bij klimaatneutraal bouwen is energie besparen en het minimaliseren van de koelte- en warmtevraag en elektriciteit voor de openbare verlichting. Stap 2: de realisatie van duurzame of efficiënte warmte- en koudebronnen. Ook kan er ruimtelijk beleid worden gevoerd door warmte- en koude- vragers naast elkaar te plaatsen, zoals een zwembad of ijsbaan of grote warmte- of koudevragers in een

158 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam 10.4

Samenvatting emissiereducties in kton CO2

In de tabel is een conservatieve inschatting gemaakt De categorie duurzame energie bestaat uit de van de hoeveelheid CO2 die wordt gereduceerd via CO2-reductie als gevolg van de productie van energiebesparing, duurzame energie en efficiënt duurzame energie op Amsterdams grondgebied met fossiel. De cijfers zijn geëxtrapoleerd naar het jaar behulp van zonnepanelen en windmolens. Dit levert 2040 om een aantal langetermijneffecten van de een (onmisbare) bijdrage aan het verduurzamen van transities van zon, wind en stadswarmte in beeld te het Nederlandse elektriciteit productievermogen. kunnen brengen. Duidelijk is dat de reductie fors toeneemt na 2025 bij de grootschalige uitrol van zonnepanelen. De categorie energiebesparing valt uiteen in Ook op landelijke schaal wordt per geproduceerde gebouwgebonden besparende maatregelen in kWh elektriciteit minder CO2 geproduceerd. De de bestaande stad (woningen en bedrijven). Als CO2-reductie die hiermee wordt gerealiseerd wordt richtpunt is gehanteerd dat deze gebouwen worden in de schatting alleen opgenomen voor dat deel van verbeterd (isolatie, HR++, etc.) tot een niveau van het energieverbruik dat niet wordt geproduceerd label B. Daarnaast is CO2-reductie te verwachten door zonne- en windenergie op Amsterdams grond- doordat Amsterdam versneld overgaat tot klimaat gebied. neutraal bouwen, zowel voor woningen als bedrijfs- gebouwen. Het effect van klimaat neutraal bouwen De categorie efficiënt fossiel bestaat uit de CO2-re- is laag ingeschat. Een verdere detaillering van de ductie-effecten als gevolg van de aanleg van stads- berekeningen leidt vermoedelijk tot verhoging van verwarming en een efficiëntieslag en verduurzaming het cijfer, maar kan met het huidige model nog niet van verkeer en vervoer. In verkeer en vervoer is het worden vastgesteld. Daarnaast is het mogelijk om effect opgenomen van de Amsterdamse verkeer en

CO2 te reduceren door efficiëntere bedrijfsprocessen vervoerplannen, inclusief de impact van elektrisch van industrie (waaronder ICT sector) te realiseren. vervoer, maar ook de autonome aanscherping van Het effect hiervan is nog niet opgenomen. emissienormen voor vervoersmiddelen.

Categorie Trias Energetica Programmaonderdeel 2025 2040 Besparing bestaande woningen 200 375 Klimaatneutrale woningbouw 100 175

Energiebesparing Besparing bestaande bedrijven 250 475 (650 kton) Klimaatneutrale bedrijfsgebouwen 100 200 Windenergie 350 500

Duurzame energie Zonne-energie 50 650 (1.000 kton) Autonome vergroening grijze stroom 600 650

Efficiënt fossiel Stadsverwarming en wko 150 300 (350 kton) Verkeer en Vervoer 200 600

Totaal 2.000 kton 3.925 kton

Nog te reduceren 1.100 Reductie-opgave 3.100 kton

De Visie 159 Reductiedoelstelling niet gehaald door maatre- De bovengenoemde maatregelen vergen nog gelen onderzoek en vertaling in aanvullend actief beleid en Uit het bovenstaande blijkt dat de beschreven uitvoering door de gemeente. transitie en de bijbehorende besparingen en duurzame technieken leiden tot een reductie van de Betaalbaarheid en leveringszekerheid: naar een uitstoot van CO2 van ca. 2.000 kton ten opzichte van duurzame energievoorziening 2025 (bij ongewijzigd beleid). Ten opzichte van de In het bovenstaande is de materie benaderd vanuit door de gemeenteraad geformuleerde doelstelling de hoeveelheid uitgestoten kilotonnen CO2. We van 40% is 1.100 kiloton extra reductie benodigd. kunnen het onderwerp ook benaderen vanuit het streven naar een duurzame, lokale energiehuis- Het werkelijke gat is als gevolg van enkele beper- houding. kingen van de rekenmethodiek vermoedelijk kleiner Uitgaande van de bovengenoemde agenda dan de gepresenteerde 1.100 kton, maar is nog 2010-2014 en de vervolgtransitiepaden kan in 2025 steeds substantieel. Dit gat kan met verschillende de behoefte aan elektriciteit voor 25% met in de stad maatregelen gedicht worden: duurzaam opgewekte energie worden ingevuld. In ƒƒ Gedragsverandering leidend tot minder energie- 2040 kan dit oplopen tot 50%. vraag: het maken van bewuste keuzes ten aanzien van mobiliteit, consumeren, apparatuur, Hierbij is uitgegaan van het constant blijven van het ƒƒ Innovatieve technieken, die de komende periode elektriciteitsgebruik in de periode 2008-2040. Met beschikbaar komen, deze groei van het aandeel duurzame energie wordt ƒƒ Intensivering van beleid en strengere regelgeving een belangrijke bijdrage geleverd aan de betaal- van de zijde van het Rijk en Europa, baarheid, leveringszekerheid en duurzaamheid van ƒƒ Versnelling en uitbreiding van het lokale en energie. buitengemeentelijke pakket maatregelen in de periode 2010-2014, Monitoring

ƒƒ Afvang en opslag van CO2 (CCS) kan als tijdelijk Periodiek zal worden gemonitord of de geformu- vangnet worden toegepast. Deze, niet duurzame, leerde maatregelen het gewenste resultaat hebben. techniek is tot nu toe slechts op kleine schaal Mogelijk moeten er aanvullende maatregelen die beproefd. Een afvanginstallatie bij het AEB zou ruimtelijk relevant zijn worden genomen indien dit

circa 900 kton CO2-reductie per jaar kunnen reali- niet het geval is. seren.

In een grafiek ziet het reductiepotentieel in 2025 er als volgt uit:

CO2 uitstoot en reductieopgave 6000

CO2 uitstoot ) 5000 nog te reduceren n

o efficient fossiel t

k 4000 ( duurzame energie t o

o 3000

t besparen s t i

u 2000 - 2

O maximale CO uitstoot 1000 2 C 0 1990 2008 2025 2025 jaartal

160 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Hoofdstuk 11

Olympische Spelen

Het Olympisch Plan 2028; Heel Nederland op olympisch niveau van het NOC*NSF is met brede steun aangenomen en gaat nu een volgende fase in. Dit plan heeft in eerste instantie tot doel het sportklimaat in Nederland in de periode tot 2016 ‘op olympisch niveau’ te brengen. In feite is pas in 2016 de keuze aan de orde of Nederland een poging zou moeten doen de Olympische Spelen naar ons land te halen. Niettemin moet nu al nagedacht worden over mogelijke olympische locaties binnen Amsterdam. 2016 lijkt ver weg, maar voor de organisatie van de Olympische Spelen is veel nodig. Beslissingen op het gebied van ruimtelijke ordening en infrastructuur moeten eigenlijk nu al worden genomen.

Dit vraagt vraagt forse investeringen van Amsterdam uitbreiding van de Amsterdam Arena om de voor het in zowel de breedtesport als de topsport. Investe- WK, benodigde toeschouwerscapaciteit te halen. ringen die zich uiteindelijk zullen terugbetalen. Ze dragen bij aan de ontwikkeling van Amsterdam tot Investeringen zijn nodig om van Amsterdam een gezonde en sportieve stad. Concreet door bijvoor- internationaal concurrerende en duurzame metropool beeld te investeren in de Olympische Sportas in te maken. De Olympische Spelen passen uitstekend het gebied in en rond het Amsterdamse Bos met bij deze investeringen en kunnen beoogde ruimte- de vestiging van een Centrum voor topsport en lijke ontwikkelingen aanjagen. De schaal en maat onderwijs (CTO), het realiseren van sportvoorzie- van de stad dwingt ook om na te denken over ningen en de organisatie van evenementen op (inter) creatieve en innovatieve oplossingen voor intensief nationaal topniveau. Maar ook door te investeren en duurzaam ruimtegebruik. in de breedtesport, zoals het vernieuwen van de Sporthallen Zuid en de nieuwbouw van het Wagener De keuze voor de kandidaat-stad van de Spelen Stadion. En ten slotte door te zorgen voor een van 2028 is nog niet gemaakt, maar gelet op de optimale ontsluiting van de faciliteiten in het gebied ruimtelijke en infrastructurele consequenties kan via het doortrekken van tramlijn 5 of de Museum- deze keuze niet te lang op zich laten wachten. Het tramlijn naar de entree van het Amsterdamse Bos en kabinet heeft in haar standpunt over het Olympisch het opwaarderen en uitbreiden van het metrostation Plan 2028 aangegeven dat uiterlijk in 2010 afspraken Amstelveenseweg. moeten zijn zijn gemaakt tussen de betrokken Het EK Atletiek in 2016 en het WK Voetbal in 2018 of gemeenten, het kabinet en NOC*NSF over het 2022 worden gezien als belangrijke mijlpalen op weg kandidaatschap van één stad en de rol van andere naar de Olympische Spelen van 2028. Amsterdam steden. Amsterdam is nadrukkelijk in beeld als wil gaststad zijn voor deze toernooien. Ook hiervoor kandidaat-stad. Dit betekent dat nu al nagedacht zijn ruimtelijke investeringen noodzakelijk, zoals een moet worden over mogelijke olympische locaties tijdelijke tweede ring op het Olympisch Stadion en binnen de stad.

De Visie 161 De keuze voor een mogelijke olympische locatie is Havenstad en de Zuidas naar voren geschoven als een belangrijke stap, maar het begint bij het formu- de mogelijke locaties voor het kloppend hart van leren van een sterk concept van het evenement. Hoe de Olympische Spelen, dat bestaat uit een nieuw wil de stad het evenement organiseren? Wat heeft Olympisch Stadion met omliggend park en media- Amsterdam te bieden? voorzieningen, het olympisch dorp en het zwembad. Belangrijke voorwaarde is de bereikbaarheid van de De Olympische Spelen moeten een feest zijn voor locatie en de capaciteit om grote bezoekersstromen iedereen en is de ultieme test voor de gastvrijheid te kunnen verwerken. Verder zijn de ligging ten van een stad. Het internationale imago van opzichte van de rest van Nederland en de aansluiting Amsterdam en haar naamsbekendheid wereldwijd op de internationale netwerken belangrijk. kan verder worden uitgebouw: wij ontvangen de wereld door onze stad open te stellen. Langduriger positieve effecten van de Olympische Een goede bereikbaarheid en hoogwaardige verbin- Spelen dingen zijn een absolute voorwaarde. Internationaal Het organiseren van de Olympische Spelen heeft via Schiphol en de HSL-netwerken richting het zuiden al voorgangers die het evenement hebben georga- en oosten, nationaal en binnen de metropoolregio niseerd een veelheid effecten opgeleverd waar via een hoogwaardig ov-netwerk over verschillende betreffende steden tot op de dag van vandaag modaliteiten. Maar ook de energievoorziening en de vruchten van plukken. Zo is de infrastructuur in telecommunicatie-netwerken moeten van optimale Barcelona enorm opgeknapt en heeft Vancouver zijn kwaliteit zijn. Innovatiekracht is nodig om op zoek te Skytrain naar de luchthaven gerealiseerd. Mochten gaan naar nieuwe vormen van sportbeleving. Public de Spelen in Amsterdam terecht komen, dan is het viewing, snelle verbindingen via het glasvezelnetwerk de bedoeling dat ook lang na de Spelen de positieve moeten ingezet worden om het evenement waar ook effecten voor de inwoners en gebruikers van de stad in de stad, in het land en ter wereld bij de mensen te zichtbaar en bruikbaar zijn. Hierbij moet gedacht brengen. worden aan de toevoeging van infrastructuur doordat Verder moet er ruimte zijn om de olympische gasten de olympische site goed ontsloten moet worden, onder te brengen: niet alleen de atleten en hun het olympisch dorp dat een nieuwe wijk in de stad begeleiders, maar ook alle fans moeten een plek oplevert, investeringen in het publieke domein, in kunnen vinden. Een uitbreiding van de hotelca- digitale infrastructuur en in topsportaccommodaties paciteit is dan een voorwaarde. Daarnaast is een die ook voor de breedtesport toegankelijk zijn. hoogwaardig ingerichte openbare ruimte en een Last but not least is het feit dat de Spelen op een goede interne bereikbaarheid zijn voorwaarden gefixeerde datum moeten starten, een garantie voor het op tijd gereed moeten komen van alle ruimtelijke Het evenement zal niet alleen plaats vinden in de ingrepen. stadions en in de hallen, maar wordt opgenomen in het stedelijk weefsel. Binnen Amsterdam worden

Olympische locatie Havenstad Olympische locatie Zuidas

162 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam Ontwerp Structuurvisie Deel 2

Uitvoering naar stadsdelen en decennia INHOUDSOPGAVE

HoofdstukSamenvatting 1 -‘Kernpunten Algemeen van beleid’ 165 223 Hoofdstuk 3 HoofdstukWonen en werken2 - Strategische overwegingen 167225 3.1 HoofdstukWonen 3 - De uitvoering per tijdsperiode en per stadsdeel 171 3.12 Uitvoering Structuurvisie en Meerjaren Investeringsagenda 172 3.Bedrijven2 De uitvoering en kantore onderscheidenn naar drie decennia 173 3.3 De uitvoering onderscheiden naar delen van de stad Detailhandel Hoofdstuk3.4 4 - Uitvoeringskader 209 Locatiebeleid Hoofdstuk 4 Ruimtelijke structuur 235 4.1 Hoogbouw 4.2 Grootschalige reclamemasten 4.3 Ondergrond Hoofdstuk 5 Groen en water 241 5.1 Hoofdgroenstructuur 5.2 Waterstructuur Hoofdstuk 6 Verkeer en vervoer 255 6.1 Hoofdnetten 6.2 Ruimtelijke reserveringen 6.3 Goederenvervoer Hoofdstuk 7

164 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 1

Algemeen

Nadat in het voorgaande deel de vraag aan de orde was welke ontwikkelingsrichting de stad kiest en waarom, wordt in dit deel de vraag gesteld hoe, waar en wanneer de opgaven die uit de structuurvisie volgen, te reali- seren. Daartoe wordt de structuurvisie, sterker dan in het voorgaande deel is gedaan, vertaald in ‘plannen’ of ‘projecten’. Voor deze plannen wordt een globale raming gemaakt van het te realiseren programma en er wordt een indicatie gegeven van de financiële opgaven die ermee gemoeid zijn. Tot slot wordt bepaald in welke tijdsvolgorde deze plannen aan de orde kunnen zijn. Hiermee wordt ook duidelijk in welke delen van de stad welk deel van de realisatie van de structuurvisie ter hand wordt genomen. Voorafgaand hieraan wordt in paragraaf 2 beschreven welke strategische overwegingen een rol spelen bij het plaatsen in de tijd van de verschillende plannen. Dit mondt uit in criteria aan de hand waarvan meer kan worden gezegd over de tijdsvolgorde van de uitvoering van de structuurvisie. Na de uitwerking van de opgaven per stadsdeel (paragraaf 3) wordt het uitvoeringsdeel besloten met een overzicht van de condities die in de onderscheiden sectoren een rol spelen bij de uitvoering. Het gaat om de organisatorische en financiële randvoorwaarden van de uitvoering.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 165 166 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 2

Strategische overwegingen

De centrale stad en de uitvoering Naast ruimte, voor stedelijke ontwikkelingen zijn veel financiële middelen nodig. Die middelen zijn nu voor een groot deel nog niet voorhanden en zullen in de loop van de komende jaren moeten worden gegenereerd. Daarbij geldt - vooral op het gebied van de infrastructuur - een sterke afhankelijkheid van de middelen van rijk en regio. Deze afhankelijkheid van middelen van andere overheden vraagt om een sterke, in Metropoolre- gioverband vastgestelde, prioriteitstelling met betrekking tot gewenste infrastructurele investeringen.

In de gebiedsontwikkeling liggen de financiële De middelen van de Algemene Dienst verdienen verhoudingen anders. Ook hier zijn bijdragen van aparte aandacht. De Structuurvisie is breed van opzet rijkswege een belangrijke conditie, maar hier is vooral waardoor ook de Algemene Dienst is betrokken bij het verdienend vermogen van de stad van groot de uitvoeringsstrategie. Er valt daarbij te denken belang. Tekorten in de gebiedsontwikkeling worden aan de bekostiging van hoogwaardige openbare grotendeels gedekt vanuit de ruimtelijke fondsen van ruimte en sociaal-maatschappelijke accommodaties de stad. Deze worden gevoed door gebiedsontwik- en voorzieningen ten behoeve van onderwijs, zorg en kelingen met een positief resultaat. Deze afhanke- sport. lijkheid vraagt om een investeringsstrategie waarin sterk rekening wordt gehouden met het verdienend Het toedelen van middelen is in veel gevallen de vermogen van locaties. Prioriteit moet worden afrondende stap in de besluitvorming over projecten. gegeven aan locaties die zichzelf voor een groot Van de projecten die in het eerste decennium uitge- deel kunnen bedruipen of zelfs middelen opleveren. voerd worden is een groot deel van de middelen Daarnaast worden keuzes voor locaties bepaald door al toegedeeld of gereserveerd. In de eerste plaats de mate waarin ruimtelijke ontwikkelingen bijdragen geldt dan ook dat afgemaakt wordt waaraan nu al is aan de ‘waarde van de stad’. Daarbij moet gedacht begonnen. Hierbij zijn wel twee kanttekeningen op worden aan het toekomstige verdienend vermogen z’n plaats. De eerste is dat niet voor alle ‘sectoren’ van de stad (waardecreatie; erfpacht) maar ook aan de toedeling van middelen al is voorzien. Ten tweede de mate waarin die ontwikkelingen de economische komen, als gevolg van de economische crisis, de groei van Amsterdam en de regio versterken. Bij overheidsfinanciën sterk onder druk te staan. Bezui- deze afwegingen speelt uiteraard steeds als voorop- nigingen kunnen betekenen dat projecten die al gesteld belang dat (nieuwe) locaties programma- ‘zeker’ leken alsnog uitgesteld of afgesteld moeten tisch bijdragen aan de behoeften van de stad en de worden. De druk op de ruimtelijke fondsen door metropolitane burger. een verwachte afname van de inkomsten is van zo’n omvang dat heroverwegingen noodzakelijk zijn. De echte keuzes van deze structuurvisie richten zich

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 167 niettemin voor een groot deel op de ontwikkelingen vertraging oploopt. Soms zal het ambitieniveau ten die de komende tien jaar worden voorbereid maar aanzien van gewenste projecten tijdelijk moeten pas in de decennia daarna worden gerealiseerd. Het worden bijgesteld. In de jaarlijks te actualiseren ruimtelijke besluitvormingsproces in Amsterdam staat stedelijke investeringsagenda kan dit aanleiding zijn beschreven in het Plan- en besluitvormingsproces tot het bijstellen van tijdschema’s. ruimtelijke maatregelen (Plaberum). Daarin ontbreekt Voor de uitvoering van de structuurvisie is samen- vooralsnog een belangrijke schakel: de vraag welke werking met de stadsdelen een conditio sine qua criteria ten grondslag liggen aan de voorbereiding non. De vermindering van het aantal stadsdelen van strategiebesluiten. De structuurvisie geeft beklemtoont het belang van deze samenwerking hieraan richting door in clusters van projecten de alleen maar. Sommige taken komen expliciet bij de onderlinge samenhang tussen locatieontwikkeling, stadsdelen terecht, andere zullen in coalitievorm infrastructuur, groen en blauw duidelijk te maken. tot stand komen, zoals dat nu ook al in coalitiepro- Besluiten over grotere ruimtelijke ontwikkelingen jecten gebeurt. Een duidelijke rol van de centrale dienen in die samenhang te worden genomen. stad in grotere gebiedsontwikkelingen blijft om De ontwerp Structuurvisie beschrijft op een tweetal meerdere redenen (financiën, deskundigheid, regie/ majeure ontwikkelingsrichtingen alternatieve scena- afstemming) nodig. rio’s: de ontwikkeling in het kader van Havenstad Woningcorporaties nemen in het Amsterdamse en de verbetering van de openbaar vervoerver- vastgoed en in de ontwikkeling van nieuwe woningen binding met Schiphol. De uiteindelijke keuzes die en sociaal-maatschappelijk vastgoed een sterke met betrekking tot deze scenario’s gemaakt zullen positie in. Het balanstotaal3 van de Amsterdamse worden, bepalen mede de uitvoeringsagenda. corporaties met betrekking tot vastgoed is ruwweg Uiteraard meebepalend zijn ook de keuzes die uitein- gelijk aan het gemeentelijk balanstotaal met delijk met betrekking tot de Olympische Spelen van betrekking tot de grond. Het gaat om 7 à 8 miljard 2028 zullen worden gemaakt. euro. Beide partijen zijn daarmee grootaandeel- houder in de stad. De investeringsagenda die in het Samenwerking in stad en regio verlengde van de uitvoeringsparagraaf zal worden Het gegeven dat niet alleen de overheid investeert vastgesteld, zal een handvat zijn om met corporaties ten behoeve van de realisatie van de structuurvisie, afspraken te maken over de uitvoering van de struc- maar dat veel andere partijen van cruciaal belang tuurvisie. zijn, impliceert dat afstemming nodig is met de investeringen/investeringsstrategieën van die onder- De toenemende klemtoon op verdichting en trans- scheiden partijen. De uitvoering wordt met partijen formatie impliceert dat bij het voeren van regie op afgestemd en biedt aan de betrokkenen inzicht in de gebiedsontwikkelingen meer rekening moet worden prioriteiten die de gemeente stelt en waarop men gehouden met bestaande eigendomsverhoudingen. kan inspelen. Harde planningen zijn in die omstandigheden niet De ambities van de stad worden - in metropool- aan de orde. Door het hanteren van een strategisch verband - geagendeerd ten behoeve van de perio- aankoopbeleid zal de gemeente op belangrijke dieke overleggen over het landelijke Meerjarenpro- locaties een eigen positie opbouwen. gramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Ook met betrekking tot andere investerende partijen Dit overleg, dat tweemaal per jaar plaatsvindt, is het, meer dan totnogtoe, gewenst in nauwere dient ertoe de agenda’s van rijk en regio op elkaar samenwerking te bepalen waar in de stad geïnves- af te stemmen en om afspraken te maken over de teerd wordt. Een dergelijke samenwerking moet richting van de verdere verstedelijking van de regio. bijdragen aan een betere, afgestemde program- Het voertuig voor deze afstemming en afspraken is matische sturing waarmee overaanbod en daarmee de zogenoemde Gebiedsagenda. Naast afspraken samenhangende inefficiences worden voorkomen. over het realiseren van infrastructurele werken, biedt Voor grensoverschrijdende ontwikkelingen is deze agenda ook plaats om – in samenhang - andere samenwerking met buurgemeenten, de Stadsregio, majeure ruimtelijke- of gebiedsontwikkelingen te provincies, waterschappen en rijk de aangewezen agenderen. Dergelijke afhankelijkheden noodzaken weg. De uitvoeringsstrategie kan - op onderdelen- tot flexibiliteit in de uitvoeringsstrategie. Soms zal worden uitgewerkt in gebiedsconvenanten, waarin de fasering van een project moeten worden bijge- 3 Het gaat hier om het balanstotaal van het vastgoed in steld omdat een essentieel regionaal of rijksproject Amsterdam.

168 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam de afspraken en randvoorwaarden onderling worden vastgelegd. Het is van evident belang dat in de samenwerking buurgemeenten vroegtijdig worden betrokken en dat recht wordt gedaan aan hun belangen. Ook met het oog op wetgevende trajecten is het rijk een belangrijke partij. Gewenste ontwikkelingen zijn soms (nog) niet mogelijk vanwege wettelijke kaders of andere regelgeving. Bij hoogstedelijke ontwik- kelingen met onderling botsende doelen kan dat tot impasses leiden. Aangepaste wetgeving kan dan voor doorbraken op de lange termijn zorgen, maar daarbij geldt vooralsnog onzekerheid. De gemeente zet in op constructief overleg en lobby bij het rijk om de uitvoering van de ruimtelijke transformaties te vergemakkelijken. Het voertuig daartoe kan zijn de met het rijk te maken verstedelijkingsafspraken en/ of de halfjaarlijkse overleggen in het kader van het MIRT.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 169 170 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 3

De uitvoering per tijdsperiode en per stadsdeel

De structuurvisie geeft de gewenste ontwikkeling van Amsterdam, in een regionale context, weer. De opgaven die uit de structuurvisie voortkomen vallen te onderscheiden naar programma’s en daarmee samen- hangende projecten. Het bewaken van deze samenhang is van groot belang om synergie tussen programma’s en projecten te bewerkstelligen. De primaire rol van de gemeente is om randvoorwaarden te scheppen om ontwikkelingen mogelijk te maken. Het gaat dan vooral om het ‘aanbod’ van ruimte en het bieden van een goede ontsluiting. Daarnaast is de vraag naar (het nieuwe) vastgoed een doorslaggevende factor. Het spreekt voor zich dat voortdurend op deze vraag - voortkomend uit economische ontwikkeling - moet worden ingespeeld. Aangezien de vraag gediffe- rentieerd is naar programma’s en gebieden spelen, bij het in de tijd zetten van ontwikkelinge, twee overwe- gingen. De eerste is dat concentratie van investeringen door schaalvoordelen en synergie een meerwaarde inhoudt. Tegelijkertijd investeren in woningen, infrastructuur, publieke ruimte en groen en water is nodig en nuttig. Aan de andere kant speelt dat de vraag naar met name woningen (maar ook werklocaties) gespreid is over de stad. Dat indiceert een noodzaak om juist op verschillende plekken in de stad actief te zijn. Het is van belang dat deze twee overwegingen meespelen bij het bepalen van de investeringen in de loop van de tijd.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 171 Bij de fasering van de uit de structuurvisie voort- of nog aan te leggen) infrastructuur en andere vloeiende projecten en programma’s – en de preci- aspecten zoals groen, sociaal-maatschappelijke sering daarvan in de Meerjaren Investeringsagenda voorzieningen etc. (zie paragraaf 3.1) - zijn de volgende overwegingen/ ƒƒ Financiële haalbaarheid/mogelijkheden criteria van belang: ƒƒ Duurzaamheid ƒƒ Verdienend vermogen en waardecreërend ƒƒ Spreiding van de vraag naar vastgoed over de vermogen. stad, op basis van de behoefte aan/vraag naar ƒƒ Afmaken en externe afspraken: waar wordt al types vastgoed aan gewerkt en is omkeren geen, of een lastige ƒƒ Draagvlak bij de inwoners en andere betrokken optie en waarover zijn al bindende afspraken met partijen en sociaal-maatschappelijke impact van derden gemaakt. een ruimtelijke ingreep ƒƒ Afspraken en andere omstandigheden: van ƒƒ Voorkeuren en keuzes van andere betrokken meerdere plannen is bekend dat ze pas op partijen dan stad en stadsdelen (rijk, regio, corpo- langere termijn aan de orde kunnen zijn, omdat raties, marktpartijen etc.) de huidige situatie of gemaakte afspraken directe ontwikkelingen onmogelijk maken. Bij de toepassing van deze criteria blijkt er een sterke ƒƒ Samenhang gebiedsontwikkelingen en (bestaande sturende werking van de eerste vier uit te gaan.

3.1 Uitvoering Structuurvisie en Meerjaren Investeringsagenda

Bij het in de tijd zetten van stedelijke ontwikkelingen komen, zijn in overeenstemming met de structuur- is de tijdshorizon die men kiest van groot belang. In visie. Dit geldt met name voor de stedelijke inves- de structuurvisie, en ook in dit uitvoeringsdeel van teringsagenda die door het volgende college ten de structuurvisie, is een lange termijnhorizon aan behoeve van de nieuwe collegeperiode zal worden de orde. Het in de tijd zetten van ontwikkelingen en vastgesteld. Er is in beginsel geen licht tussen de dan daaraan gerelateerde programma’s en financiën is vast te stellen stedelijke investeringsagenda en de – in dat licht een globale activiteit, die onder meer tot eveneens door het nieuwe college en de nieuwe raad uitdrukking komt door met een indeling in decennia – vast te stellen structuurvisie. en met globale kostenindicaties te werken. Zo’n benadering is mogelijk omdat aan de vertaling van Dit laat onverlet dat er spanningen optreden tussen de structuurvisie naar projecten geen toedeling van de kortere en langere termijn. De structuurvisie is middelen wordt gekoppeld. gebouwd op een structurele ontwikkeling van de nationale economie en de plaats van de Metropool- Voor de kortere termijn ( 5 à 10 jaar) is die regio Amsterdam daarin. De investeringsagenda benadering onvoldoende. Op die termijn zijn bouwt op de huidige, conjuncturele situatie waarin concrete beslissingen aan de orde waarbij de de gemeente voor de opgave staat om de ruimte- mogelijke programma’s en de financiële mogelijk- lijke ambities en de reeds lopende projecten aan heden worden gematcht. Ten behoeve van dat te laten sluiten op de financiële mogelijkheden. En laatste proces wordt een stedelijke investeringsa- die mogelijkheden zijn voor de korte termijn weinig genda opgesteld. Aan de hand daarvan worden voor florissant. Omvangrijke heroverwegingsoperaties de kortere termijn keuzemogelijkheden voorgelegd op gemeentelijk- en rijksniveau zullen nopen tot op grond waarvan door het gemeentebestuur de beslissingen die een voorspoedige realisatie van de investeringsagenda wordt vastgesteld en wordt structuurvisie op achterstand zal zetten. De toekomst besloten welke concrete middelen daaraan worden zal uitwijzen of de desiderata voor de kortere termijn gekoppeld. De investeringsagenda wordt in beginsel ook voor de lange termijn sterke gevolgen zullen elk jaar geactualiseerd en aangepast aan de ontwik- hebben of dat het gewenste ontwikkelingspad op de kelingen die zich voordoen. De structuurvisie vormt langere termijn kan worden hervat, en nu slechts van voor de opstelling van de stedelijke investeringsa- temporisatie sprake is. genda het uitgangspunt. De keuzemogelijkheden die in de stedelijke investeringsagenda aan de orde

172 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 3.2 De uitvoering onderscheiden naar drie decennia

Algemeen Daarbij gelden nog aanzienlijke marges omdat er In deze paragraaf is aan de orde welke projecten vaak nog onvoldoende inzicht is in het exacte tracé, voortvloeien uit de structuurvisie cq welke projecten het uitvoeringsniveau en de vormgeving van een de in de structuurvisie uitgewerkte programma’s project. Soms zijn er nog optimalisaties mogelijk, onderbouwen. De belangrijkste ontwikkelingen soms moet ook rekening gehouden worden met binnen de gemeentegrens zijn op kaart gezet, in hogere kosten, bijvoorbeeld als gevolg van hogere voorkeursvolgorde naar de drie decennia die de inpassingskosten. Voor toekomstige exploitatie- structuurvisie overziet. Bij het op de kaart zetten van kosten (bij OV-projecten en P+R-voorzieningen) zijn de projecten is als criterium aangehouden dat het om nog geen ramingen beschikbaar. Deze kunnen wel de grotere gebieden, infrastructuur en ingrepen gaat. een belangrijke factor vormen bij de uiteindelijke Voor gebieden geldt als criterium dat het minimaal investeringsbeslissing. om 500 woningen moet gaan of om een equivalent als ander vastgoed (ook) aan de orde is. Voor de Voor de gebiedsontwikkeling is gewerkt met een indeling van de projecten naar de onderscheiden naar soorten gebiedsontwikkelingen gedifferenti- decennia geldt als criterium in welk decennium het eerde bedragen die gebaseerd zijn op gegevens uit zwaartepunt aan productie van vastgoed aan de orde het verleden. Een directere raming is niet mogelijk. zal zijn. In sommige gevallen kan zo’n klemtoon niet Veel gebiedsontwikkelingen zijn pas aan de orde eenduidig in één decennium worden geplaatst. Dan als zich de kansen daartoe voordoen. Transfor- ligt het zwaartepunt van het project in twee of zelfs matie betekent dat de oude functies in een gebied drie decennia. worden vervangen door of aangevuld met nieuwe. In alle decennia zit een zekere overmaat aan Dit is mogelijk als die oude functies hun ‘waarde’ programma. Dat kan worden gezien als een reserve verliezen. Het is tegen die achtergrond vooral de die nodig is om de uitval van projecten te kunnen vraag wanneer de gemeente tot de ontwikkeling van compenseren. Het kan ook worden gezien als het gebied wil overgaan. Twee belangrijke criteria een mogelijkheid om in de toekomst flexibel in te zijn dan: kunnen spelen op de ruimtevraag die zich dan zal ƒƒ de druk om tot ontwikkeling van een gebied over voordoen. Anders gesteld: een overmaat betekent te gaan (druk op de woningmarkt, druk vanwege het reserveren van meer ruimte dan waar een verloedering van (werk)gebieden, etc.) beroep op wordt gedaan. Omdat niet op voorhand ƒƒ de middelen die daarvoor beschikbaar zijn. duidelijk is waar de vraag naar ruimte zich precies zal voordoen, is die overmaat, die extra reservering, Er wordt vanuit gegaan dat in deze afweging van tijd gewenst. Bij infrastructuur bestaat enige speel- en geld door de bank genomen grondexploitaties ruimte door gewenste projecten gefaseerd uit te zullen resulteren met een tekort van gemiddeld € voeren, waarbij tijdelijk genoegen genomen kan 35.000 per woning. Dat is een bedrag gebaseerd worden met een lagere kwaliteitsambitie. Zo kan op realisaties in het verleden, maar fungeert ook een beoogde hoogwaardige busverbinding in een als een normbedrag: indien ontwikkelingen voor eerste fase bestaan uit frequentieverhoging en een de gemeente hogere kosten met zich meebrengen beperkt aantal doorstroommaatregelen, waarna pas ontstaat een onhaalbare ‘businesscase’. Het bedrag bij volledige realisatie van een ruimtelijk programma van € 35.000 geldt voor transformatielocaties. Voor wordt overgegaan tot volledig vrije busbanen. uitbreidingslocatie wordt een bedrag van € 23.000 aangehouden, gebaseerd op IJburg. Andere uitbrei- Financiële ramingen dinglocaties heeft Amsterdam overigens niet. Voor Belangrijk bij het in de tijd rangschikken van inbreidings- en herstructureringslocaties wordt projecten zijn de financiën die met het project uitgegaan van sluitende grondexploitaties. Er is met gemoeid zijn. De financiële ramingen die ten betrekking tot deze locaties voor een groot deel behoeve van de uitvoering zijn gemaakt, berusten al in dekking voorzien. Voor nieuwe locaties – waar voor infrastructuur en groen op globale kosten- het veelal zal gaan om locaties waar de klemtoon ramingen en ramingen op basis van kengetallen. ligt op corporatiebezit - mag worden uitgegaan dat

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 173 eventuele tekorten worden gedragen door corpo- ingeschat. Er wordt momenteel gewerkt aan een raties. kantorenstrategie. Hierin worden de toekom- stige uitbreidings- en vervangingsvraag in beeld De uitvoering van de structuurvisie in de tijd stads- gebracht en wordt het aanbod van bestaande breed kantoren en kantorenplannen hierop afgestemd. Voordat wordt ingegaan op de naar stadsdeel Op grond van deze analyse wordt bezien welk onderscheiden uitvoering van de structuurvisie wordt programma reëel is, en welke locaties dat betreft. hier eerst ingegaan op het stedelijke beeld. In de Omdat de kantorenstrategie nog in ontwikkeling kaarten hieronder zijn per decennium de ruimtelijke is, zijn de in dit uitvoeringsdeel van de structuur- activiteiten ingekleurd voor de verschillende functies. visie opgenomen cijfers nog op eerdere scenario’s Uiteraard gaat het om een globale indeling die -zeker gebaseerd. Nadat de kantorenstrategie gereed op de langere termijn - nog onder veel invloeden is zullen ze waarschijnlijk neerwaarts bijgesteld staat. worden en de verdeling over de stadsdelen en clusters zal ook anders zijn. De structuurvisie laat zien hoe de stad zich gaat ƒƒ Niet iedere categorie vastgoed is vertaald naar ontwikkelen. Die ontwikkeling is mede het resultaat een programma per decennium. Voor bedrijven- van een beeld hoe de vraag naar woningen, bedrijfs- terreinen geldt dat zich moeilijk laat voorzien waar ruimte etc. zich zal ontwikkelen. De vastgoed en de vraag neerdaalt en wanneer. Dat weerspiegelt infrastructuurprogramma’s, en daaraan gerelateerde zich in het kaartmateriaal: de decennia onder- groen- en blauwontwikkelingen worden verdeeld scheiden zich niet qua inkleuring van de bedrij- over de stad gerealiseerd. De financiële vertaling venterreinen. ervan valt grotendeels ook naar stadsdelen te diffe- ƒƒ De planning en realisatie van maatschappe- rentiëren. Uitzondering vormen de infrastructurele lijke voorzieningen is een afgeleide van de projecten met een stadsbreed of zelfs regiobreed woningbouw en de bevolkingssamenstelling en belang. De samenvatting van die verdelingen is te bevolkingsontwikkeling die die woningbouw vinden in onderstaande tabellen. Bij die tabellen oplevert. Niettemin zijn hier geen cijfers over moeten een aantal kanttekeningen worden geplaatst: voorzieningen opgenomen. Naast de onzekerheid ƒƒ In het algemeen gelden de kanttekeningen die in de woningbouwcijfers zelf, kent de voorzienin- hierboven in paragraaf 3.1 met betrekking tot de genplanning zelf ook vele afhankelijkheden. Ze verhouding structuurvisie en investeringsagenda is niet alleen afhankelijk van de toevoeging van zijn gemaakt: de kortere termijnproblematiek nieuwe woningen, maar ook van de bevolkings- versus de langere termijn visie ontwikkeling in aangrenzende wijken, het daar al ƒƒ De op te leveren woningen betreffen toevoe- aanwezige voorzieningenaanbod (zowel kwanti- gingen aan de voorraad. Dat wil zeggen dat de tatief als kwalitatief) en bovenal van de beleids- woningproductie op vervangingslocaties ontwikkeling in zorg, welzijn, onderwijs, jeugd- netto (nieuwbouw minus sloop) is opgenomen. beleid, sport en kunst en cultuur. ƒƒ Met betrekking tot het kantorenprogramma De behoefte aan nieuwe voorzieningen door bestaat grote onzekerheid. Het hier opgenomen nieuwe woningbouw wordt daarnaast deels programma van realisatie van 51.000m² nieuwe teniet gedaan door de verdere verdunning in kantoorruimte in nieuwe plannen per jaar voor de woningbezetting in de bestaande stad. De ook in eerste twee decennia, is gebaseerd op eerdere Amsterdam langzamerhand zichtbare vergrijzing vraagramingen uit het Programma Ruimtelijke zorgt voor een grotere focus op zorg. Op basis Investeringen (PRI). Daarbij is rekening gehouden van het Amsterdams voorzieningenmodel – en met de in de structuurvisie voorziene realisering uitgaande van optimalisering - kan wel geschat van kantoorruimte aan huis c.q. kleinschalige worden dat bij nieuwe woningbouw rekening gebouwen in nieuwe woonwijken van jaarlijks moet worden gehouden met ongeveer 4m² bruto 10.000m². Voor het kantorenprogramma is vloeroppervlak en 2m² buitenruimte per woning. hiermee uitgegaan van een te verwachten uitbrei- dingsvraag volgens een inmiddels verouderd scenario. In de huidige situatie en met nu voorziene ontwikkelingen is de verwachte uitbrei- dingsbehoefte daarmee waarschijnlijk te hoog

174 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Wonen in Amsterdam per stadsdeel Indicatie oplevering woningen (toevoegingen) (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal

Centrum 1.350 300 0 1.650 Noord 9.450 4.900 9.100 23.450 Oost 14.600 13.650 1.800 30.050 Zuidoost 5.350 3.750 4.000 13.100 Zuid 4.150 3.550 4.400 12.100 West 4.900 1.950 0 6.850 Nieuw West 6.100 3.300 4.000 13.400 Westpoort 0 1.200 13.200 14.400 Totaal 45.900 32.600 36.500 115.000

Werken in Amsterdam per stadsdeel Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Centrum 92.000 15.000 0 107.000 Noord 38.000 70.000 285.000 393.000 Oost 48.000 81.000 224.000 353.000 Zuidoost 44.000 11.000 90.000 145.000 Zuid 190.000 264.000 649.000 1.103.000 West 4.000 0 0 4.000 Nieuw West 69.000 33.000 106.000 208.000 Westpoort 25.000 36.000 35.000 96.000 Totaal 510.000 510.000 1.389.000 2.409.000

kostenoverzicht uitvoering totaal (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030 + totaal infra 8.800 5.800 - 8.500 5.800 - 9.000 20 - 26 mrd gebiedsontwikkeling 935 654 887 2,5 mrd groen 144 43 8 195 mln

Financiën fase III-besluit weliswaar zijn ‘voorzien’ (gedekt dus) Hoe de financiële ramingen tot stand zijn gekomen maar het fonds waaruit die dekking plaatsvindt heeft is hierboven beschreven. Het gaat om globale zelf een tekort (negatieve Algemene Reserve) van ramingen. In de dekking ervan is voor een deel aanzienlijke omvang. Vandaar dat hier wordt volstaan voorzien. Dit geldt uiteraard vooral voor de projecten met een paar algemene gegevens betreffende de die in het eerste decennium zullen worden uitge- dekking van de uitvoeringsplannen van de struc- voerd. Met betrekking tot de dekking van de betref- tuurvisie. Grofweg kan worden gesteld dat voor de fende bedragen is het lastig precieze uitspraken periode tot 2020 70% van de tekorten op plannen te doen. Deels komt dit doordat er gradaties zijn in de gebiedsontwikkeling zijn gedekt. Als kantte- met betrekking tot het begrip dekking. In sommige kening moet daarbij worden geplaatst dat de actuele gevallen gaat het om harde verplichtingen, in problematiek met betrekking tot het Verevenings- andere gevallen om bestuurlijke afspraken of slechts fonds daarin niet is betrokken. Voor de infrastructuur intenties. Omdat verder de ramingen globaal zijn kan geldt voor de periode tot 2020 een dekkingsper- met betrekking tot de dekking ook slechts in globale centage van zo’n 75%. Grosso modo geldt verder dat zin wat worden gezegd. In de gebiedsontwikkeling de middelen voor de projecten na 2020 nog moeten speelt het gegeven dat de tekortplannen met een worden gegenereerd.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 175 Legenda Faseringsbeeld Wonen - werken Wonen - werken deels gerealiseerd Capaciteitsuitbreiding spoor Geplande P+R locatie Studiegebied

Werken - wonen Werken - wonen deels gerealiseerd Capaciteitsuitbreiding auto Mogelijke P+R locatie

Metropolitaan kerngebied Werken deels gerealiseerd Uitbreiding tram Ingreep fietsroute

Kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum Metropolitaan kerngebied in aanbouw Uitbreiding metro Capaciteitsuitbreiding station

Stedelijke vernieuwing Project postcodegebied 1012 Uitbreiding bus Kompaseiland en fietsbrug

Gebied met meerdere scenario’s Kwaliteitsimpuls openbare ruimte Afwaarderen auto Wachtplaatsen binnenscheepvaart

Gerealiseerd wonen en/of werken Gerealiseerde openbare ruimte Nieuwe veerverbinding Tweede zeecruise terminal

Kwaliteitsimpuls metropolitaanpark 1 2 3 Opties Kwaliteitsimpuls regionale fietsroute Intensivering RAI terrein

Kwaliteitsimpuls stadspark (grond)Water gerelateerd project Gerealiseerde infrastructuur Tweede terminal Schiphol

december 2009 Gerealiseerd groen Olympische locatie Optelsporen metro Intensivering havengebied Faseringsbeeld Amsterdam 2010-2020 Legenda Ontwikkelingen

wonen - werken

werken - wonen

metropolitaan kerngebied

kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum

stedelijke vernieuwing

gebied met meerdere scenario’s

wonen - werken deels gerealiseerd

werken - wonen deels gerealiseerd

werken deels gerealiseerd

metropolitaan kerngebied deels gerealiseerd

kwaliteitsimpuls metropolitaan park

kwaliteitsimpuls stadspark

kwaliteitsimpuls openbare ruimte

project postcodegebied 1012

capaciteitsuitbreiding spoor

capaciteitsuitbreiding auto

uitbreiding tram

uitbreiding metro

uitbreiding bus

afwaardering capaciteit auto

nieuwe veerverbinding

kwaliteitsimpuls regionale fietsroute

opstelsporen metro

Gerealiseerd

gerealiseerd wonen en/of werken

gerealiseerd groen

gerealiseerde openbare ruimte

gerealiseerde infrastructuur

Algemeen

1 2 3 opties

(grond-) watergerelateerd project

geplande P+R locatie

ingreep fietsroute

capaciteitsuitbreiding station

wachtplaatsen binnenscheepvaart

2e zeecruise terminal

intensivering havengebied

studiegebied

176 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Uitvoering naar stadsdelen en decennia 177 Legenda Faseringsbeeld Wonen - werken Wonen - werken deels gerealiseerd Capaciteitsuitbreiding spoor Geplande P+R locatie Studiegebied

Werken - wonen Werken - wonen deels gerealiseerd Capaciteitsuitbreiding auto Mogelijke P+R locatie

Metropolitaan kerngebied Werken deels gerealiseerd Uitbreiding tram Ingreep fietsroute

Kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum Metropolitaan kerngebied in aanbouw Uitbreiding metro Capaciteitsuitbreiding station

Stedelijke vernieuwing Project postcodegebied 1012 Uitbreiding bus Kompaseiland en fietsbrug

Gebied met meerdere scenario’s Kwaliteitsimpuls openbare ruimte Afwaarderen auto Wachtplaatsen binnenscheepvaart

Gerealiseerd wonen en/of werken Gerealiseerde openbare ruimte Nieuwe veerverbinding Tweede zeecruise terminal

Kwaliteitsimpuls metropolitaanpark 1 2 3 Opties Kwaliteitsimpuls regionale fietsroute Intensivering RAI terrein

Kwaliteitsimpuls stadspark (grond)Water gerelateerd project Gerealiseerde infrastructuur Tweede terminal Schiphol

december 2009 Gerealiseerd groen Olympische locatie Optelsporen metro Intensivering havengebied

Faseringsbeeld Amsterdam 2020-2030 Legenda Ontwikkelingen

wonen - werken

werken - wonen

metropolitaan kerngebied

kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum

stedelijke vernieuwing

gebied met meerdere scenario’s

wonen - werken deels gerealiseerd

werken - wonen deels gerealiseerd

werken deels gerealiseerd

metropolitaan kerngebied deels gerealiseerd

kwaliteitsimpuls metropolitaan park

kwaliteitsimpuls stadspark

kwaliteitsimpuls openbare ruimte

project postcodegebied 1012

capaciteitsuitbreiding spoor

capaciteitsuitbreiding auto

uitbreiding tram

uitbreiding metro

uitbreiding bus

afwaardering capaciteit auto

nieuwe veerverbinding

kwaliteitsimpuls regionale fietsroute

opstelsporen metro

Gerealiseerd

gerealiseerd wonen en/of werken

gerealiseerd groen

gerealiseerde openbare ruimte

gerealiseerde infrastructuur

Algemeen

1 2 3 opties

(grond-) watergerelateerd project

opties locatie Olympische Spelen A/B geplande P+R locatie

ingreep fietsroute

capaciteitsuitbreiding station

wachtplaatsen binnenscheepvaart

2e zeecruise terminal

intensivering havengebied

studiegebied

178 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Uitvoering naar stadsdelen en decennia 179 Legenda Faseringsbeeld Wonen - werken Wonen - werken deels gerealiseerd Capaciteitsuitbreiding spoor Geplande P+R locatie Studiegebied

Werken - wonen Werken - wonen deels gerealiseerd Capaciteitsuitbreiding auto Mogelijke P+R locatie

Metropolitaan kerngebied Werken deels gerealiseerd Uitbreiding tram Ingreep fietsroute

Kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum Metropolitaan kerngebied in aanbouw Uitbreiding metro Capaciteitsuitbreiding station

Stedelijke vernieuwing Project postcodegebied 1012 Uitbreiding bus Kompaseiland en fietsbrug

Gebied met meerdere scenario’s Kwaliteitsimpuls openbare ruimte Afwaarderen auto Wachtplaatsen binnenscheepvaart

Gerealiseerd wonen en/of werken Gerealiseerde openbare ruimte Nieuwe veerverbinding Tweede zeecruise terminal

Kwaliteitsimpuls metropolitaanpark 1 2 3 Opties Kwaliteitsimpuls regionale fietsroute Intensivering RAI terrein

Kwaliteitsimpuls stadspark (grond)Water gerelateerd project Gerealiseerde infrastructuur Tweede terminal Schiphol

december 2009 Gerealiseerd groen Olympische locatie Optelsporen metro Intensivering havengebied Faseringsbeeld Amsterdam 2030+ Legenda Ontwikkelingen

wonen - werken

werken - wonen

metropolitaan kerngebied

kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum

stedelijke vernieuwing

gebied met meerdere scenario’s

wonen - werken deels gerealiseerd

werken - wonen deels gerealiseerd

werken deels gerealiseerd

metropolitaan kerngebied deels gerealiseerd

kwaliteitsimpuls metropolitaan park

kwaliteitsimpuls stadspark

kwaliteitsimpuls openbare ruimte

project postcodegebied 1012

capaciteitsuitbreiding spoor

capaciteitsuitbreiding auto

uitbreiding tram

uitbreiding metro

uitbreiding bus

afwaardering capaciteit auto

nieuwe veerverbinding

kwaliteitsimpuls regionale fietsroute

opstelsporen metro

Gerealiseerd

gerealiseerd wonen en/of werken

gerealiseerd groen

gerealiseerde openbare ruimte

gerealiseerde infrastructuur

Algemeen

1 2 3 opties

(grond-) watergerelateerd project

geplande P+R locatie

ingreep fietsroute

capaciteitsuitbreiding station

kompaseiland en fietsbrug

wachtplaatsen binnenscheepvaart

2e zeecruise terminal

intensivering RAI terrein

2e terminal Schiphol

intensivering havengebied

studiegebied

180 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Uitvoering naar stadsdelen en decennia 181 Niet van alle ruimtelijke ambities zijn de financiële centrale stad en Rijk) en zorg kennen hun eigen aspecten gekwantificeerd c.q. te kwantificeren. De specifieke financieringssystematiek. En op het gebied financiering van maatschappelijke voorzieningen van welzijn, sport en kunst en cultuur zijn naast de bijvoorbeeld is ingewikkeld samenspel tussen stads- overheid ook vele andere actoren en partijen actief, delen en centrale stad. Onderwijs (stadsdelen, waaronder de corporaties. Zie ook hoofdstuk 4.

3.3 De uitvoering onderscheiden naar delen van de stad

Het uitvoeringsoverzicht dat in de voorgaande de verblijfsruimte en de ruimte voor lopen, fiets paragraaf is weergegeven biedt tevens inzicht in en openbaar vervoer. Deze ontwikkeling is vaak wat er in (en van) de verschillende stadsdelen wordt maatwerk en zet zich na 2020 door. Cruciaal in de verwacht. Het inzoomen op de ‘deelopgave’ in de uitrol van het centrumgebied zijn ook het wegnemen verschillende stadsdelen is in deze paragraaf aan van barrières of het verbeteren van de inrichting van de orde. Naast het kaartmateriaal en de daarin de binnenring (Marnixstraat – Sarphatistraat). opgenomen fasering, zal daarbij op de volgende Een andere belangrijke ontwikkeling in het centrum aspecten worden ingegaan: ontwikkelingszwaarte- is de Rode Loper. Deze ingreep is groter is dan de punten en – strategie, programma’s en financiën. locatie op zichzelf; het is een cruciale ontwikkeling op Grensoverschrijdende programma’s en projecten het schaalniveau van de metropool Amsterdam, die met een gemeentegrensoverstijgend belang zijn het komende decennium grotendeels gelijk oploopt ingedeeld naar het stadsdeel waar het zwaartepunt met de realisatie van de Noord/Zuidlijn maar ook een ligt. Bij infrastructurele projecten zijn de kosten sterk verband heeft met het project 1012. Voor het in een enkel geval verdeeld over twee stadsdelen stadshart wordt de verkeerscirculatie heroverwogen. omdat beide ervan profiteren. Infrastructuur met een stadsbreed of regionaal belang worden in een apart In de periode tot 2020 zal verder invulling worden overzicht vermeld. gegeven aan het beleid dat ingezet is met betrekking tot de auto en de stad. In toenemende mate kan 3.3.1 Stadsdeel Centrum dit (na 2020) leiden tot parkeren in (ondergronds) gebouwde voorzieningen. De fasering zal sterk Algemeen/ fasering afhankelijk zijn van de Voor stadsdeel Centrum is de uitrol van de beschikbaarheid van middelen die grotendeels binnenstad de centrale richting naar 2040. Meer afkomstig zullen zijn uit inkomsten van betaald nog dan in het verleden vormt het centrum het parkeren. Bij de verbeteringen van de alternatieven kerngebied voor de gehele metropoolregio, wat fiets en openbaar vervoer is er een afhankelijkheid zal leiden tot een verdere stijging van het aantal van middelen van de Stadsregio. Verbeteringen in bezoekers. Het centrum als het kloppend hart van het openbaar vervoer die leiden tot gunstiger exploi- de metropool. De projecten beslaan vooral uit tatieresultaten kunnen zich deels zelf financieren. investeringen in de publieke ruimte en infrastructuur waarmee het centrumkarakter wordt versterkt en het Ontwikkelingsstrategie centrumgebied wordt vergroot zodat er sprake kan Belangrijke elementen in de ontwikkelingsstrategie zijn van meer spreiding van de bezoekers. zijn het opstellen van bestemmingsplannen die de In het komend decennium is het Centraal Station en versterking van het centrumkarakter mogelijk maken haar omgeving sterk in ontwikkeling. Gekoppeld aan en het faciliteren en activeren van de partijen die de Noord/Zuidlijn draagt dit belangrijke knooppunt vorm geven aan die ontwikkeling. Kenmerkend voor zowel bij aan de uitrol van de binnenstad als aan de het gebied zijn de historische waarde (met mogelijk ontwikkeling van het Waterfront en de Zuidflank. een UNESCO notering) en de grote hoeveelheid In de periode tot 2020 krijgen de stadsstraten en en diversiteit aan (kleinschalige) particuliere initia- –pleinen een zwaarder accent. Zij geleiden respec- tieven. De eerste vergt vooral bescherming, terwijl tievelijk accentueren de uitrol van de binnenstad. het tweede element vraagt om flexibiliteit. Optimale Daarbij hoort een minder dominante plek van flexibiliteit binnen de grenzen van de historische de geparkeerde auto op straat ten gunste van waarde dus.

182 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 2010-2020 Het aantal te betrekken partijen is daarom groot. Particuliere initiatieven zijn nodig, zoals zittende en nieuwe ondernemers die investeren in het centrum, zeker op plekken die de uitrol van de binnenstad versterken. Ook met belangenorganisaties dient synergie te worden gezocht, zoals met beschermers van de cultuurhistorische waarde van de binnenstad. Strategische aankopen zijn soms nodig om een doorbraak te forceren wanneer zittende partijen de beoogde kwaliteitsverbetering in de weg staan. Verder kunnen kwaliteitsverbeteringen worden gecombineerd met investeringen in groot onderhoud. Vanwege het belang van het middel- eeuwse stadshart en de beoogde kwaliteitsverbe- tering voeren de centrale stad en het stadsdeel in nauwe samenwerking de regie over het postcode- gebied 1012. De ambities voor 1012 zijn vastgelegd in de Strategienota voor het Coalitieproject 1012 2020-2030 ‘Hart van Amsterdam’. Deze nota is vastgesteld door de gemeenteraad en de deelraad. De aanpak van het coalitieproject is gestoeld op drie pijlers: “sleutelpro- jecten” (toevoegen van nieuwe functies op strate- gische locaties), ‘herinrichten openbare ruimte’ (Rode loper en een groot aantal straten) en de ‘straat- gerichte aanpak’ (vermindering van criminogene functies en economisch laagwaardige functies in een groot aantal straten).

Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op bladzijde 174 t/m 179

2030+

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 183 Wonen in Centrum per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal

Cluster Uitrol 1350¹ 300² 0 1650 Totaal 1350 300 0 1650

Werken in Centrum per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal

Cluster Uitrol 92000³ 15000 0 107000 Totaal 92000 15000 0 107000

¹ ² Woningen Wester IJ-dok/Oosterdok, en diverse vervanging- en ontwikkellocaties ³ Kantooroppervlakte Centraal Station

Kostenoverzicht uitvoering in Centrum (in ln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 575¹ 160-260² 50 + PM³ 785 -885 +PM Gebiedsontwikkeling 37 11 0 48 Groen 0 0 0 0 ¹ OV-knoop CS, Rode Loper, Leidseplein, Autoluwe straten, Fietsvoorzieningen, versnellen tramlijnen ² ³ Autoluwe straten, Fietsvoorzieningen, versnellen tramlijnen

Programma Financiën Het programma in stadsdeel Centrum wordt gedomi- Zoals boven aangegeven is de fasering van de neerd door ingrepen in de openbare ruimte, met uitrol sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van de eerste tien jaar nog concentratie op het gebied middelen en de invulling die aan de uitrol wordt rondom het Centraal Station, Project 1012, het gegeven. Voor een deel van de plannen voor de Leidseplein en Plantage aan de Amstel (als onderdeel periode voor 2020 is al financiële dekking. Het van Wibaut aan de Amstel). Afmaken is hier het herinrichten van straten ten gunste van de verblijfs- devies. Voor Oosterdoks- en Westerdokseiland geldt ruimte en voor lopen, fietsen en openbaar vervoer hetzelfde. Op deze locaties is nog een kantorenpro- staat en valt met het kunnen bieden van alternatieve gramma van ruim 100.000m² opgenomen waaraan parkeervoorzieningen voor auto’s onder de grond, deels al wordt gewerkt. Herontwikkeling ten behoeve in gebouwen of op afstand, zoals parkeergarages van bedrijvigheid en wonen is in dit stadsdeel aan de in de singelgrachtzone. De benodigde investe- orde op het voormalige Storkterrein (Oostenburg). ringen hiervoor zijn hoog en zullen voor het grootste Toevoeging van woningen is in stadsdeel Centrum gedeelte moeten worden gedekt met inkomsten uit verhoudingsgewijs beperkt. betaald parkeren en parkeervergunningen. Kosten Op langere termijn zijn ontwikkelingen mogelijk op van verbetering van het openbaar vervoer zullen het Marine-etablissement. Het meest voor de hand deels met middelen van de Stadsregio en deels op ligt hier een invulling als gemengd stedelijk gebied basis van efficiencyvergroting gedekt moeten worden. met voor een deel behoud van open ruimte voor Ook fietsparkeerfaciliteiten vragen veel middelen nautische en specifieke culturele evenementen. Een waarbij dekking deels zal moeten plaatsvinden met en ander is uiteraard afhankelijk van de plannen van middelen van de Stadsregio en deels met bijdragen de huidige gebruiker van de plek. van direct en/of indirect belanghebbenden.

184 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 3.3.2 Stadsdeel Noord hoogwaardig woon/werkgebied. De mogelijkheden van woningbouw nemen toe naarmate meer havenac- Algemeen tiviteiten worden verplaatst. Stadsdeel Noord kan in het licht van de structuurvisie Naast de verdichting en transformatie van meerdere worden aangemerkt als een van de meest dynamische gebieden staat Noord ook voor de opgave om de stadsdelen. Het stadsdeel herbergt vele locaties waar stedelijke vernieuwing van Noord en de zich in de loop van de komende decennia ingrijpende Banne te vervolgen en in het komende decennium te wijzigingen zullen voordoen. De ruimtelijke opgaven voltooien. in stadsdeel Noord zijn grofweg onder te verdelen in drie verschillende ruimtelijke ontwikkelingsclusters, Ontwikkelingsstrategie zijnde de ‘Uitrol van het Centrummilieu’, ‘Havenstad’ In de ontwikkelingsstrategie van Noord is de verdere en de Waterfrontontwikkeling van de noordelijk uitbouw van de creatieve industrie een belangrijke ‘IJoevers’, zowel aan oostelijke als aan westelijke drijvende kracht. De voorwaarden hiervoor moeten zijde. Daar komt nog een betekenende stedelijke worden vervuld door zowel de centrale stad als het vernieuwingsopgave bij. stadsdeel, maar ook samenwerking op het niveau In de ontwikkeling van het eerste cluster is de Noord/ van de metropoolregio en met name met Zaanstad Zuidlijn een dragende kracht, onder meer omdat het is hiervoor noodzakelijk. Voor het centrale deel van een natuurlijke samenhang heeft met de vernieuwing Noord gaat al een belangrijke impuls uit van de van het Centrum van het stadsdeel. Het meest directe komst van de Noord/Zuidlijn. De transformatie van effect hiervan zijn de ontwikkelingen in de gebieden het Waterfront vraagt nog wel een verdergaande nabij de nieuwe metrostations Buikslotermeerplein ontwikkelingsstrategie dan die van de afgelopen en de Van Hasseltweg. Deze staan grotendeels decennia. Hiervoor zijn in Noord al meerdere stappen gepland in het eerste decennium dat de structuur- gezet. Afdwingen van ontwikkelingen is minder dan visie beslaat. Ook met Overhoeks – met het daar in voorheen aan de orde. De in de betrokken gebieden aanbouw zijnde Filmmuseum – en de brug die dat bestaande eigendomsverhoudingen nopen tot een slaat naar oud-Noord, draagt het stadsdeel bij aan strategie waarin niet op voorhand vaststaat welke de uitrol van de binnenstad. Een andere belang- uitkomst er zal zijn. Er moet voortdurend worden rijke opgave in stadsdeel Noord is de stedelijke ingespeeld op de kansen die zich voordoen. En ontwikkeling van de Noordelijke IJoevers, zowel ondertussen moet gewerkt worden aan de randvoor- aan westelijke als oostelijke zijde. Zich uitstrekkend waarden op het gebied van bereikbaarheid, groen over de volle lengte ervan, levert het stadsdeel de en duurzaamheid. Een nauwe samenwerking met belangrijkste bijdrage aan de verwezenlijking van de Zaanstad, waar vergelijkbare ambities leven ten ambities voor het Waterfront. Ook in de tijd strekken aanzien van de ontwikkeling van de Zaan- en IJoevers, de ontwikkelingen zich in de volle lengte uit. In de is essentieel op het gebied van bereikbaarheid en perioden tot 2010-2020 en 2020-2030 worden de (vastgoed)programmering. In samenwerking met de lopende projecten als Overhoeks, Buiksloterham en Stadsregio wordt al een verkenning uitgevoerd naar NDSM-werf afgemaakt of verder ontwikkeld. Nu en in noodzakelijke investeringen in de OV-verbinding(en) het komende decennium staat de aanpak in westelijke naar Zaanstad. De doortrekking van de Ringlijn naar richting tot aan het NDSM-terrein in het brandpunt. Noord moet nog worden geagendeerd bij de Stads- Vanaf 2020 kan het Hamerstraatgebied het bruggen- regio en het Rijk. En ook over de HOV-verbinding hoofd worden voor ontwikkelingen oostwaarts, waar langs de Noordoostelijke IJ-oever naar het Zeebur- vanaf 2030 verdere uitwerkingen richting Zeebur- gereiland en Amsterdam Oost moeten nog afspraken gereiland aan de orde zijn. Een in fases tot HOV op worden gemaakt, die uiteraard nauw samenhangen te waarderen busverbinding kan hiervoor als drager met het tempo en volume van ruimtelijk ontwik- fungeren. Tegelijkertijd kan dan ook de focus worden kelingen. Omdat deze projecten stadsdeel- en gericht op de verbinding van Zaanstad en Amsterdam zelfs gemeentegrensoverschrijdend zijn is hier een via de Zaan- en IJoevers, met als scharnierpunt de belangrijke rol voor de Centrale stad weggelegd. Van Noorder IJplas. De eveneens in fases op te waarderen het stadsdeel mag verwacht worden dat er sturend Zaantangent vervult hierin een structurerend element. parkeerbeleid wordt gevoerd om zo te voorkomen Daarnaast kan het doortrekken van de ringlijn dat het wegennet overmatig belast gaat worden met naar Noord een belangrijke impuls vormen voor toenemend autoverkeer als gevolg van de intensi- de transformatie van Amsterdam Noord naar een vering.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 185 2010-2020

2020-2030

2030+

186 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Programma De gebiedsontwikkelingen betreffen voor een groot Wat het aandeel in de stedelijke programma’s deel transformaties die per saldo kosten met zich betreft, is het stadsdeel zwaar aanwezig. In het mee brengen. De transformaties betreffen oude eerste decennium gaat het om 20 tot 25% van industrieterreinen waar bijvoorbeeld bodemveront- de stedelijke woningproductie. Daarin is dan nog reiniging voor aanzienlijke kosten zorgt. Ook op het niet meegeteld de vervangingsproductie die in de gebied van groen en water tellen de benodigde stedelijke vernieuwingsgebieden zal plaatsvinden. gemeentelijke middelen op tot aanzienlijke Ook na 2020 zou het stadsdeel ruim een kwart bedragen. van de woningproductie voor zijn rekening kunnen De bekostiging van de herstructureringoperatie nemen. Qua bedrijvigheid is het stadsdeel prominent in Nieuwendam Noord en de Banne berust op aanwezig, zij het nauwelijks in de kantorensfeer. Er afspraken tussen corporaties en de gemeente en is in wordt een bescheiden aandeel in de productie van beginsel ‘rond’. nieuwe kantoorruimte voorzien. Het locatieaanbod voor kantoren lijkt vooralsnog aan de ruime kant. De Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op prioritaire groenontwikkeling betreft de herinrichting bladzijde 176 t/m 181 van het Noorderpark.

Financiën De middelen die gemoeid zijn met de ontwikkelingen in Noord zijn aanzienlijk. De vele nieuwe gebieds- ontwikkelingen vragen om nieuwe of sterk verbe- terde OV- verbindingen. De bekostiging daarvan schept problemen omdat de gebiedsexploitaties zelf daarin maar zeer ten dele kunnen voorzien. Voor de Zaantangent is er door de Stadsregio een bedrag gereserveerd en zijn ook rijksmiddelen beschikbaar in het kader van het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer, onder de voorwaarde dat het project voor 2020 wordt gerealiseerd. Voor de Noord/Zuidlijn geldt nog een te dekken tekort. Voor de Ringlijn naar Noord en een HOV-Noord- oosttangent, waarvan de kosten ook deels zijn toegedeeld aan de stadsdelen West respectievelijk Oost, zullen de dekkingsbronnen nog moeten worden gezocht. Voor de Noordoosttangent ligt fasering van de kosten voor de hand in een tempo dat mede bepaald wordt door de snelheid waarin het ruimtelijke programma wordt gerealiseerd. Zeer bepalend voor de uiteindelijke kosten is of er een noodzaak is voor een nieuwe brugverbinding van stadsdeel Noord via het Zeeburgereiland naar Oost. Bij de ringlijn naar Noord is de exacte tracering en de invulling van het eindpunt bij de Van Hasseltweg een belangrijke bron van onzekerheid waardoor er een grote marge is tussen de minimaal en maximaal te verwachten kosten. Bij de raming van de kosten voor een fietsbrug tussen Noord en Zeeburg (Oost) is uitgegaan van realisatie van het Kompaseiland. Anders liggen de kosten nog aanzienlijk hoger.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 187 Wonen in Noord per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 500¹ 0 0 500 Cluster Havenstad 4500² 2100³ 5800 12400 Cluster IJ-oever 0 1200 3300 4500 Overig 4450 1600 0 6050 Totaal 9450 4900 9100 23450

Werken in Noord per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Havenstad 38000³ 52000 240000 330000 Overig 0 18000 45000 63000 Totaal

¹ Woningen Mosveld, De Adelaar en diverse locaties noord ² Woningen Overhoeks, Buiksloterham, NDSM-werf ³ Woningen Buiksloterham, NDSM-werf. 4 Woningen Cornelis Douwesterrein en Melkweg 5 6 Woningen Noordoostoever 7 8 Woningen Bongerd, CAN-gebied en diverse locaties Woningen stationsgebied CAN, vernieuwing Boven t IJ, Buitenhart en Noorderkwartier 9­ 10 ¹¹ Kantooroppervlakte Buiksloterham, Overhoeks, NDSM-werf ¹² ¹³ Kantooroppervlakte CAN-gebied

Kostenoverzicht uitvoering in Noord (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 315¹ 630-1420² 200 + PM³ 1145 - 1935 + PM Gebiedsontwikkeling 181 81 242 504 Groen 36 11 0 47 ¹ N/Z lijngerelateerde projecten, Zaantangent, klaprozenweg, Noordoosttangent 1e fase ² Zaantangent 2e fase, Ringlijn naar Noord, Bongerdverbinding, Fietsbrug- Zeeburg, Noordoosttangent 2e fase ³ Zaantangent 3e fase, Noordoosttangent 3e fase 4 oa inrichten Noorder-IJplas, herinrichting Noorderpark 5 oa kwaliteitsverbetering Vliegenbos/Rietland

188 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 3.3.3 Stadsdeel Oost Ontwikkelingsstrategie De ontwikkelingsstrategie is eveneens drieledig. De Algemeen verdere groei van Zeeburgereiland en IJburg bouwt Stadsdeel Oost staat voor drie hoofdopgaven. voort op de weg die is ingeslagen met de 1e fase Het gaat ten eerste om de verdere uitbouw van van IJburg. Wel wordt een sterke klemtoon gelegd de nieuwe gebieden IJburg en Zeeburgereiland, op het realiseren van klimaatneutrale eilanden. De als onderdeel van de Waterfrontontwikkeling. Ten vervoeras rond de IJtram is een belangrijk structu- tweede om het afmaken van de transformatie/inten- rerend element voor de ontwikkeling van Zeeburger- sivering van het gebied Sciencepark/Middenmeer eiland en IJburg 2. Om de te verwachten vervoers- Noord tot knooppunt van kennis en innovatie, als stromen op een duurzame wijze te kunnen opvangen onderdeel van de uitrol centrum naar het oosten. Ten zullen de nieuwe gebieden echter ook meerzijdig derde is er de opgave van de transformatie/inten- ontsloten moeten worden met tram- en/of HOV-bus- sivering rond Wibaut aan de Amstel, als onderdeel lijnen en op langere termijn de IJmeerlijn. van de uitrol centrum naar Zuidoost. Hoewel deze In de ontwikkeling van Sciencepark/Middenmeer gebieden grotendeels los van elkaar staan, zijn er wel Noord is de samenwerking met de Universiteit van raakvlakken in de vorm van verkeersverbindingen en Amsterdam een belangrijk element. Deze ontwik- groengebieden, die deze deelgebieden onderling keling wordt voorts ondersteund met een nieuw verbinden. Ook zijn er raakvlakken met gebiedsont- NS-station. Ook het stedelijke openbaar vervoer van wikkelingen in aangrenzende gebieden en buurge- en naar dit gebied wordt verbeterd en de recrea- meenten. De ontwikkeling van IJburg fase II heeft tieve groenfunctie van het Flevopark wordt versterkt, een relatie met de Schaalsprong van Almere, waarbij waarbij een relatie wordt gelegd met de ontwik- een IJmeerverbinding (OV) een kwaliteitsprong in de keling van het Nieuwe Diep. Dit laatste zou kunnen ontsluiting van IJburg kan betekenen. De mogelijke in de vorm van een coalitieproject, waarmee ook de aanlanding van de IJmeerlijn kan op termijn de upgrading van de Indische Buurt kan worden onder- ontwikkeling van aanvullende locaties in dit deel van steund en samenwerking met corporaties wordt de metropool mogelijk maken. De ontwikkeling van aangegaan. Zeeburgereiland kan een brugfunctie vervullen naar De locaties van Wibaut aan de Amstel vereisen een ontwikkelingen aan de Noordoostelijke IJoevers en ontwikkelingsstrategie waar goede samenwerking is van belang voor het verbinden van het Oostelijk met andere partijen, publiek-private samenwerking Havengebied met IJburg. Het transformeren van de noodzakelijk is. De transformatieopgaven vereisen Gooiseweg naar een op maaiveld gelegen stede- medewerking van de eigenaren in het gebied. De lijke straat, die Zuidoost beter met de stad verbindt, ontwikkelingen op deze locaties steunen in sterke begint in stadsdeel Oost, en is gekoppeld aan de mate op de zeer goede OV-ontsluiting door middel verstedelijking van de aangrenzende zone. Diemen van de metro-oostlijn en het Amstelstation. De en Ouder Amstel zijn in die verbinding ook partij. intensivering gaat hier hand in hand met een aantrek- De ontwikkelingen langs Wibaut aan de Amstel, kelijke herinrichting van de publieke ruimte, waarmee OV-knooppunt Amstelstation en Gooiseweg vormen het verblijfsklimaat van het gebied vergroot kan een belangrijk element in de uitrol van de binnenstad worden. Over de ontwikkeling van al deze gebieden naar Amsterdam Zuidoost. In dat kader wordt dan zijn reeds vergevorderde afspraken gemaakt tussen ook een Verkeers- en Vervoersplan Zuidoostlob de centrale stad, stadsdeel en ontwikkelende ontwikkeld. partijen. De infrastructurele opgaven zijn deels afgedekt in lopende afspraken, maar moeten voor een ander deel nog onderbouwd worden.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 189 2010-2020

2020-2030

2030+

Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op bladzijde 176 t/m 181

190 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Programma Middenmeer en Overamstel beter aan te sluiten Met de grote ontwikkellocaties IJburg (restant fase op het lokale OV-net zijn nog wel extra middelen I en fase II), Zeeburgereiland en Overamstel in het nodig, maar daarbij kan zonodig tijdelijk met minder gebied kan Oost worden gezien als de hofleve- ambitieuze ingrepen in het bussysteem in plaats van rancier van nieuwe woningen. In de periode tot 2020 nieuwe of uitgebreide tramlijnen worden volstaan. vindt omstreeks 30% van de toevoegingen aan de De HOV-Noordoosttangent kan hier een voorloper stedelijke woningvoorraad plaats in stadsdeel Oost. vormen voor later te realiseren tramverlengingen. Daarna is er ruimte voor nog eens 15.000 woningen, De noodzakelijke infrastructurele investeringen waarvan het grootste deel pas na 2030 gerealiseerd ten behoeve van de transformatie van het Gooise- zal kunnen worden. Investeringen in onder meer het weggebied (deels toegerekend aan Oost en deels Flevopark ondersteunen vanuit het groen de verste- aan Zuidoost), inclusief de aanleg van een tramlijn delijking van Oost. zijn zeer fors en vooralsnog ongedekt. Ook over de mogelijke financiering van een toekomstige Financiën IJmeerlijn is nog geen enkele zekerheid te geven. Voor de periode tot 2020 zijn de ruimtelijke plannen Wel is er de erkenning bij het rijk dat er forse inves- – afgezien van de problemen die door de huidige teringen in het openbaar vervoer van en naar Almere crisis worden veroorzaakt - al goeddeels gedekt. Dat nodig zijn. Deze worden de komende jaren in een geldt ook voor enkele belangrijkste investeringen in werkmaatschappij verder uitgewerkt. Zodra er meer infrastructuur, waarbij vooral de 2e weg- en OV-ont- duidelijkheid over is kunnen ook de kansen voor sluiting van IJburg essentieel zijn voor de voortgang verdere ruimtelijke programma’s verder worden van het ruimtelijk programma. Voor de aanvullende verkend. maatregelen om Zeeburgereiland, het Sciencepark/

Wonen in Oost per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 54501 5002 3003 6250

Cluster IJ-oever Oost+ IJmeer/Waterpark 71504 106505 0 17800

Cluster Zuidoost Leisurestad 20006 25007 15008 6000 Totaal 14600 13650 1800 30050

Werken in Oost per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 28000 250009 15300010 20600011

Cluster IJ-oever Oost+ IJmeer/Waterpark 1100012 2800012 4000013 7900014

Cluster Zuidoost Leisurestad 9000 2800015 3100016 680001 Totaal 48000 81000 224000 353000

¹ Woningen Sciencepark, Oostelijk Havengebied, Cruquius, Parooldriehoek, Polderweg, Amstelstation eo en divers ² Woningen Cruquius ³ Woningen Gooiseweg en divers 4 Woningen IJburg I, IJburg II en Zeeburgereiland 5 Woningen IJburg II en Zeeburgereiland 6 7 8 Woningen Overamstel 9 10 11 Kantooroppervlakte Sciencepark, Amstelstation, Parooldriehoek ¹² ¹³ 14 Kantooroppervlakte IJburg 15 16 17 Kantooroppervlakte Overamstel

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 191 Kostenoverzicht uitvoering in Oost (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 495¹ 225 - 350² 125 - 150³ 845 - 995 Gebiedsontwikkeling 385 357 109 851 Groen 384 45 0 42

¹ Oostelijke ontsluiting IJburg, Zuidtangent oost, IJtram 2e fase, Gooiseweg 1e fase, infra Overamstel, Wibautas/Amstelpoort, Noordoosttangent 1e fase ² Noordoosttangent 2e fase, tram Zeeburgereiland, tram Sciencepark, Gooiseweg 2e fase ³ Noordoosttangent 3e fase, Gooiseweg 3e fase 4 oa kwaliteitsverbetering/uitbereiding Oosterpark, omgeving Flevopark, verbetering dijk tussen Watergraafsmeer en Amsterdam-Rijnkanaal 5 Kwaliteitsverbetering/uitbereiding Oosterpark

3.3.4 Stadsdeel Zuidoost verschijnen – naast het voltooide Bijlmerparktheater - herenhuizen en appartementen. Algemeen Het transformeren van de Gooiseweg naar een De uitvoering van de structuurvisie staat voor op maaiveld gelegen stedelijke straat, met in de stadsdeel Zuidoost in het teken van twee belangrijke middenberm een tramverbinding maakt onderdeel opgaven. De eerste is de verdere ontwikkeling van uit van dit plan. De ontwikkeling rond de Gaasperplas de gebieden die deel uitmaken van de zogenoemde als ontwikkelingslocatie is een voorbeeld, waarbij Zuidoostlob. In dat gebied zijn al veel plannen er een koppeling is met het overkluizen van de gaande: het uitgaansgebied ArenaPoort, de trans- Gaasperdammerweg. Woningbouw en de inrichting formatie van Amstel III tot gemengde woon-werkwijk van het dak is daar op termijn, na 2020, een kansrijke en het medical business Park AMC. Deze passen opgave. Als nieuwe herstructureringsopgave komt in de structuurvisie, maar de structuurvisie voorziet tegen die tijd Gaasperdam in beeld. Hiertoe moet daarnaast in het in ontwikkeling nemen of trans- binnen twee jaar een uitgebreide verkenning formeren van een behoorlijk aantal toegevoegde verschijnen. Daarin wordt een relatie gelegd met de locaties, sommige in samenwerking met de buurge- ontwikkeling van de Gaasperplaszone. meenten Diemen en Ouder Amstel (Duivendrechtse Ontwikkelingsstrategie Veld). De bestaande OV-infrastructuur biedt daarvoor De Zuidoostlob vraagt een ontwikkelingsstrategie nog mogelijkheden zonder dat grote nieuwe inves- waar goede samenwerking met andere partijen, teringen in de bereikbaarheid nodig zijn. In verband publiek-private samenwerking, een noodzakelijke met de gewenste uitbouw van het Arenagebied voorwaarde is. Met name de grote transformatie- tot een regionaal uitgaans- en vrijetijdscentrum, opgaven kunnen slechts slagen als eigenaren in het en de verdichting van het gebied zijn wel beperkte gebied meedoen in het transformatieproces. Dit toevoegingen aan de OV- en weginfrastructuur te geldt voor beide boven genoemde hoofdopgaven. verwachten. De ontwikkelingen strekken zich over de In de Zuidoostlob is de transformatie gericht op het volle tijdshorizon van de structuurvisie uit. doorbreken van monofunctionele gebieden. Dat De tweede opgave is de vernieuwing van de wordt weerspiegeld in de programma’s (zie hierna). Bijlmermeer en ontwikkelingen die een betere Doorbreking van monofunctionaliteit betekent ook aansluiting van Zuidoost op de stad en het benutten het gericht herontwikkelen van gebouwen naar een van ruimte beogen. Het komende decennium wordt andere functie en, als dat niet mogelijk is, het slopen doorgewerkt aan de vernieuwing van de Bijlmermeer. van gebouwen. Een voorraadstrategie is hier dus van De sloop van woningen is vrijwel afgerond, maar het wezenlijk belang. realiseren van de vervangende nieuwbouw is nog een Door de nauwe verwevenheid met de gemeenten forse opgave. Circa 40% van de nieuwbouw moet Diemen en Ouder Amstel is er de noodzaak van nog worden gerealiseerd. Het gaat vooral om de goede publiek-publieke samenwerking. Voor de K-buurt, de D-buurt en de E-buurt. Het Bijlmerpark beoogde ontwikkeling van de Gooisewegzone is het wordt in dezelfde periode getransformeerd tot hét noodzakelijk om de voorwaarden te vervullen die stadspark van Zuidoost. Aan de randen van het park samenhangen met het afwaarderen tot een weg op

192 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 2010-2020 maaiveldniveau. De corridorfunctie moet behouden blijven, voor de waterkerende functie moet een alternatief worden gevonden, en de functie als vluchtroute bij calamiteiten is belangrijk, waarvoor een alternatief gevonden moet worden. Verder zal de gewenste aanleg van een tramverbinding onder- bouwd moeten worden, waarbij naast de eenmalige investering ook de exploitatieve gevolgen moeten worden meegewogen.

Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op bladzijde 176 t/m 181

2020-2030

2030+

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 193 Programma ontwikkelingspad. Met betrekking tot groen ligt een Leisure vormt een belangrijke oriëntatie in het majeure investering in de Floriade Zuidoost in het gebied Zuidoostlob. Voor de langere termijn – na verschiet. De verbetering van de kwaliteit van het 2020/2030, met voor de korte termijn een bruggen- water van de Gaasperplas is een blauwe opgave. hoofd in het Atlasgebied - is transformatie van Amstel III naar een hoogwaardig woon-werk-gebied Financiën voorzien. Verhoudingsgewijs zijn er voor de verdere uitbouw Nieuwe infrastructuur speelt verhoudingsgewijs een van Zuidoost weinig aanvullende middelen nodig. kleine rol in dit deel van de stad. De reeds besloten Voor de Zuidtangent oost en de renovatie van renovatie van de metro Oostlijn betreft een forse de Oostlijn is al dekking en voor de versnelling ingreep, maar verder biedt de aanwezige OV-infra- en doortrekking van lijn 9 zijn ook al middelen structuur vaak nog voldoende ontwikkelingsmogelijk- beschikbaar. Bij het maken van keuzes over de tijds- heden. Een uitzondering betreft de Gooisewegzone, volgorde van de stedelijke investeringen is dit een waar wel een aanzienlijke investeringsopgave in element om rekening mee te houden. Dit gunstige OV-bereikbaarheid mee gemoeid is, naast de kosten uitgangspunt voor Zuidoost berust op het gegeven van het op maaiveld brengen zelf. dat de bekostiging van de vernieuwing in beginsel De woningvoorraad kan potentieel groeien met is veilig gesteld en het stadsdeel qua infrastructuur ruim 13.000 woningen, ruim 10% van de groei van reeds goed voorzien is. Relatief de meeste kosten de stedelijke woningvoorraad. Drieduizend daarvan zijn dan ook gerelateerd aan nieuwe gebiedsontwik- worden gebouwd ten behoeve van de vernieuwing kelingen, zoals die in Amstel III en aan de Gooise- van de Bijlmermeer en het Bijlmerpark neemt ca. wegzone. De infrastructurele kosten hiervan zijn duizend woningen voor zijn rekening. Op langere hoog zodat er fasering in de tijd nodig zal zijn om het termijn wordt een aanzienlijk deel van de nieuwbouw haalbaar te maken. voorzien op transformatielocaties. Voor de periode Voor een beoordeling van relatieve investerings- na 2030 levert de transformatie van het gebied positie van dit stadsdeel is verder van belang dat Amstel III een zwaar aandeel: dit gebied kan groeien aflopende erfpachtrechten vanaf 2025 een factor naar ten minste 5.000 woningen. Door transfor- zijn bij de beslissingen over te plegen investeringen. matie worden kantoren aan de voorraad onttrokken. Investeringen in een vitale omgeving kunnen zich Zuidoost levert de komende decennia een – in terugverdienen in de erfpachtresultaten. historisch perspectief - kleine bijdrage aan de groei van de voorraad kantoorgebouwen. Het AMC-terrein is hier de voornaamste drager van. De samenwerking met het AMC is een belangrijk onderdeel van het

Wonen in Zuidoost per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal

Cluster Zuidoost Leisurestad 53501 37502 40003 13100 Totaal 5350 3750 4000 13100

Werken in Zuidoost per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Zuidoost Leisurestad 440004 110005 900006 145000 Totaal 44000 11000 90000 145000

¹ Woningen Centrumgebied ZO, Holendrecht, Amstel III, Bijlmer, Hoofdcentrum ² Woningen Amstel III, Bijlmer, Hoofdcentrum, AMC ³ Woningen Amstel III, Bijlmer, Hoofdcentrum 4 kantooroppervlakte Centrumgebied ZO, Amstel III, AMC, Bijlmer 5 kantooroppervlakte AMC 6 kantooroppervlakte AMC, Bijlme

194 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Kostenoverzicht uitvoering in Zuidoost (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 270¹ 125 - 150² 125 - 150³ 520 - 570 Gebiedsontwikkeling 1 6 70 77 Groen 104 0 0 10

¹ Zuidtangent Oost, Renovatie Oostlijn, Gooiseweg 1e fase, verlenging lijn 9 ² Gooiseweg 2e fase ³ Gooiseweg 3e fase 4 Floriade Zuidoost

3.3.5 Stadsdeel Zuid stadsstraten. Straten als de Van Woustraat, noordelijk deel Beethovenstraat en Ferdinand Bolstraat krijgen Algemeen/ fasering nu en in het komend decennium meer en meer een De ontwikkeling in Zuid kenmerkt zich door twee binnenstedelijk karakter. Andere straten zoals het bewegingen uit de structuurvisie, te weten de uitrol zuidelijk deel van de Beethovenstraat volgen naar van de binnenstad en de internationalisering van de verwachting later, na 2020. Zuidflank. Daarnaast is versterking van de aantakking Investeringen in het groen zijn vooral in de Amstel- op de groene scheggen een belangrijke opgave. scheg aan de orde. De centrale opgave in het eerste en volgende decennium is de verdere realisering van de Zuidas. Ontwikkelingsstrategie De structuurvisie beschouwt het Zuidas-gebied als Belangrijk uitgangspunt voor de ontwikkeling van een cruciale schakel tussen Schiphol en de Amster- de Zuidas is de ontwikkeling van station Zuid als damse binnenstad. Station Zuid wordt een van de knooppunt in het OV netwerk, als drager van de belangrijkste OV-knooppunten in Nederland. Op de ruimtelijke ontwikkelingen en als extended terminal. Zuidas vindt verdichting plaats op de best bereikbare De aanlanding van de Noord/Zuidlijn op station Zuid plek. Dit maakt het mogelijk de groene scheggen te en de ombouw van de Amstelveenlijn plaatsen het behouden en verder uit te nutten. Verder is er sprake gebied in een regionale context. Over de ombouw van een sterke mate van functiemenging wonen, van de Amstelveenlijn is inmiddels een convenant werken en voorzieningen. Het gebied is internati- afgesloten met Amstelveen en de Stadsregio. onaal onderscheidend met een Amsterdams karakter. Verdere uitwerking van dit plan vindt op korte termijn Een andere belangrijke opgave in het gebied is de plaats. In de periode tot 2016 vinden de korte ombouw van de Amstelveenlijn, wat vanwege de termijn investeringen van OV-SAAL plaats, waarmee relatie met de oplevering van de Noord/Zuidlijn 4 sporigheid ontstaat op de Zuidas. Daarna vinden speelt in het eerste decennium. De ombouw van de verdere capaciteitsuitbreidingen plaats, waarmee de Amstelveenlijn en de ontwikkelingen op de Zuidas bereikbaarheid van de Metropoolregio verder wordt kunnen na 2030 een impuls zijn voor verdere verste- verbeterd. De aard van die verbeteringen staat nog delijking van Buitenveldert. Gekoppeld aan de niet vast. hoogstedelijke ontwikkeling van het Zuidasgebied Omdat met betrekking tot de vormgeving van de zijn investeringen nodig in het groen, waarbij zowel Zuidas meerdere opties open zijn, is flexibiliteit een de Amstelscheg als het gebied rond de Nieuwe kernbegrip in de ontwikkeling. Inhoudelijke kernbe- Meer en het Amsterdamse bos belangrijke functies grippen zijn internationale woon-werklocatie van vervullen. Ook de Sportas bevindt zich in dit gebied. kwalitatief hoog niveau, met bijbehorende culturele In verschillende andere delen van Zuid vindt de en creatieve functies. Er is een sterke relatie met de komende decennia woningbouw plaats. Hier is geen ontwikkeling van de groene functies in de directe sprake van grote uitbreidingsgebieden, maar van nabijheid. Na eerdere ontwikkelingen richting een beperkte toevoegingen in bestaand gebied, zoals op NV, blijft de Zuidasorganisatie een gemeentelijke het Stadionplein. In de periode na 2020/2030 zijn er organisatie. Dat laat onverlet dat nauwe samen- verdere woningbouwmogelijkheden in het gebied werking nodig is tussen het rijk, de centrale stad, Havenstraat. stadsdeel, ontwikkelende partijen en regionale De relatie tussen de verschillende gebieden wordt partijen. Wanneer er afspraken gemaakt kunnen gevormd door de uitrol van de binnenstad, langs de worden over het ondergronds brengen van de A10

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 195 2010-2020 kan in de verdere ontwikkeling meer flexibel worden zodat beter ingespeeld kan worden op wisselende marktomstandigheden en omgevingsprojecten zoals OV-SAAL. Eindbeeld is nog steeds het dokmodel maar de weg ernaar toe is variabel.

De ontwikkelingen in andere delen van Zuid vragen om maatwerk. Voor het Stadionplein staan de plannen op de rails. Het gebied Havenstraat vergt een aanpak die aansluit bij de ontwikkelingen in het gebied. Transformatie is pas aan de orde wanneer zich de kansen daartoe voordoen, als oude functies in het gebied hun ‘waarde’ verliezen. De verdichting van Buitenveldert moet worden gebaseerd op overeenstemming met corporaties in het gebied. Voor deze ontwikkeling is voorsorteren vooralsnog de belangrijkste activiteit.

Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op bladzijde 176 t/m 181

2020-2030 2030+

196 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Programma Financiën Op infrastructureel gebied ligt er in Zuid een behoor- Financieel is de Zuidasontwikkeling een lijke opgave. De herontwikkeling van station Zuid, de mammoetopgave door de grote investeringen die aanlanding van de Noord-Zuidlijn, de ombouw van van verschillende partijen wordt verwacht en die ook de Amstelveenlijn en OV-SAAL betekenen een sterke in financiële zin nauwkeurige samenwerking vraagt. verbetering van de openbaar vervoerverbindingen Tegenover de kosten staat een hoge opbrengst- van en naar Metropoolregio Amsterdam. potentie van het gebied. De financiële potentie zal Deze opgave is ook gekoppeld aan de woningbouw- voor een belangrijk deel de uiteindelijke vorm van opgave en de kantoorontwikkeling in de Zuidas. In het gebied bepalen. Geleidelijk zal zich aftekenen de periode tot 2020 gaat het om maximaal circa welk evenwicht tussen tijd, geld en kwaliteit wordt 3000 woningen en in de periode na 2020 om nog gevonden. eens ruim 5.000 woningen. Samen met andere De infrastructuurfinanciering is nog niet afgetekend. locaties in het stadsdeel levert Zuid ruwweg 10% van De uiteindelijke kosten voor het dokmodel zijn de stedelijke woningproductie. nog erg onzeker. Hoewel er bij de verschillende In het Zuidasgebied kan verder tot 2020 circa betrokken partijen wel reserveringen staan voor 200.000m² kantoorruimte worden gerealiseerd en na te nemen infrastructurele maatregelen is er door 2020 is er nog eens ruimte voor 800.000m², in het onzekerheid over de uiteindelijk te kiezen infra-stad geval dat wordt gekozen voor de Zuidasontwikkeling variant nog onvoldoende duidelijkheid over de volgens het dokmodel. In de dokzone is ruimte voor kosten en dekking daarvan. circa 250.000m². Voor het herinrichten van straten en pleinen tot meer De Zuidas kan de komende decennia voor ruwweg autoluwe gebieden zijn stelposten opgenomen. de helft van de kantorenbouw tekenen. Maar Dekking zal zoveel mogelijk moeten plaatsvinden uit ook programmatisch wordt flexibiliteit betracht, opbrengsten van het fiscaal parkeerregiem. naar gelang ontwikkelingen op de onderscheiden markten. Als de vraag naar nieuwe kantoren lager uitvalt is een vergroting van het woningbouwpro- gramma mogelijk. Deze flexibiliteit geldt voor de programmering maar wordt ook nagestreefd voor de periode na de initiële ontwikkeling door een multi- functionele vormgeving van de gebouwen.

Wonen in Zuid per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal

Cluster Uitrol 7501 7502 0 1500

Cluster Zuidas/ Luchtvaartstad 34003 28004 44005 10600 Totaal 4150 3550 4400 12100 Werken in Zuid per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 100006 0 8500 Cluster Zuidas/ Luchtvaartstad 1800007 2640008 6490009 13000 Totaal 190000 264000 649000 1103000

¹ Woningen diverse locaties ² Woningen Havenstraat 3 4 5 Woningen Zuidas, Buitenveldert 6 7 Kantooroppervlakte Havenstraat 8 9 Kantooroppervlakte Zuidas, Buitenveldert

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 197 Kostenoverzicht uitvoering in Zuid (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 780¹ PM + 25² PM + 50³ 885 + PM Gebiedsontwikkeling 95 80 35 210 Groen 0 0 0 0

¹ Ombouw Amstelveenlijn, Amstelveenboog, OV-knoop Zuidas, Tramlijnen Zuidas, nieuw eindpunt lijn 5, autoluwe straten ² ³ Zuidasdok, autoluwe straten

3.3.6 Stadsdeel West binnenstad een nog sterker element gaan vormen in de ontwikkeling van het gebied, waarbij mogelijk Algemeen het straatparkeren in relatie tot de beperkte fysieke De ontwikkeling van West voltrekt zich langs twee ruimte steeds vaker leidt tot de bouw van onder- sporen. Een deel van de ontwikkelingen is nauw grondse parkeergarages. gerelateerd aan de uitrol van de binnenstad. Bij ‘groen’ speelt in dit stadsdeel in de periode West ontwikkelt zich verder als onderdeel van de na 2020 een mogelijke verdubbeling van het binnenstad. Dit manifesteert zich vooral langs de Westerpark. stadsstraten. In de periode 2010-2020 vinden we Een infrastructuurvraagstuk dat nog voor ligt is de binnen dit spoor verdere woningbouw op diverse doortrekking van de Ringlijn metro naar Noord. locaties, waaronder de Hallen, Augustinuspoort De kansen hiervoor hangen sterk samen met de en de Houthavens. De laatstgenoemde gebieds- ontwikkeling op de Noordwestelijke IJoevers. Op ontwikkeling is gekoppeld aan de aanleg van de kortere termijn moet het gebied van de Houthavens Spaarndammertunnel. In de periode na 2020 kan wel beter worden aangesloten op enerzijds station op de locaties Martkthallen en Landlust worden Sloterdijk en anderzijds de binnenstad. Dat kan door bijgedragen aan de stedelijke woningbehoefte. Ook de verlenging van één of meer tramlijnen. vindt in die periode nog woningbouw plaats in de Houthavens. Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op Het tweede spoor manifesteert zich aan de westzijde bladzijde 176 t/m 181 van het stadsdeel en heeft een relatie met de herstructurering van Nieuw West die het gehele decennium 2010-2020 nog een inspanning vergt, met een vermoedelijke overloop naar het volgende decennium. In stadsdeel West manifesteert zich dat in de Kolenkitbuurt en de Laan van Spartaan. De twee sporen haken in elkaar ter hoogte van de A10, waar we meer en meer een sprong over de A10 zien en gebieden sterker met elkaar in verbinding komen. De Kolenkitbuurt en Laan van Spartaan vormen de vooruitgeschoven posten in dit stadsdeel, waar zuidelijker Masterdam en de herontwikkeling van Lelylaan en omgeving de verbinding over de A10 legt. De ontwikkeling van Masterdam is – in het licht van de Hoofdgroenstructuur - gekoppeld aan ontwik- kelingen met betrekking tot het Rembrandtpark (zie ook Nieuw West): het project Masterdam kan doorgang vinden onder voorwaarde dat de heront- wikkeling van het kantoorpand aan de Staalmeester- slaan binnen de bestaande bebouwing plaatsvindt en de entree aan die zijde van het park verbetert.

Op langere termijn, na 2020, kan de uitrol van de

198 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 2010-2020 2020-2030

2030+

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 199 Ontwikkelingsstrategie achteren schuiven is een mogelijkheid. Maar ook dan De ontwikkelingen in West vergen een aanpak daalt in de periode na 2020 het aandeel van West waarbij het stadsdeel, corporaties en centrale stad in de stedelijke nieuwbouw doordat er nog slechts gezamenlijk opereren. De woningbouwlocaties zijn ruimte is voor een relatief beperkt aantal woningen. vrij complex omdat de beschikbare (bouw)ruimte Ingrijpende financiële consequenties liggen er bij beperkt is en er veelal sprake is van transformatie- de bouw van ondergrondse parkeergarages. De gebieden. Dit vraagt om een nauwe samenwerking motivatie voor de bouw van dergelijke voorzieningen tussen de betrokken partijen. De aanpak borduurt neemt toe, om verblijfsruimte op straat vrij te maken. voort op de afspraken die reeds zijn gemaakt voor De financiële dekking is echter ingewikkeld, zeker deze gebieden, maar waarbij het stadsdeel samen omdat in deze gebieden nauwelijks ruimte is voor met lokale ondernemers extra sterk inzet op kwali- nieuwe gronduitgifte en daarom nauwelijks extra teitverbetering van de stadsstraten, als eerste baten zijn te halen ter dekking van de hoge kosten. dragers voor de uitrol van de binnenstad. Voor een eventuele doortrekking van de metro naar De verdergaande verdichting rondom de A10, Noord dient nog financiële dekking bij rijk en regio waarbij (centrum-)stedelijke woonmilieus ontstaan, is te worden gevonden. Vast staat dat een eventuele gezien de posities in het gebied een opgave die met doortrekking gekoppeld moet zijn met een fors de corporaties moet worden opgepakt. Basis voor de ruimtelijk programma om zo de exploitatiekansen ontwikkeling is een waardeontwikkeling die ontwik- te vergroten. Zoals eerder aangegeven is de exacte kelingen financieel mogelijk maakt. tracering een belangrijke bepalende factor voor de omvang van de kosten. Ook voor de aanpak van het Programma en financiën Westerpark (na 2020) dient nog financiële dekking te Het totaal aantal woningen dat gebouwd wordt in worden gevonden. de periode tot 2020 bedraagt maximaal 3.800, 7 à 8% van de stedelijke toevoeging. Een aantal van de projecten is al op stoom, in de Laan van Spartaan en Kolenkitbuurt wordt al gebouwd. Houthavens kan naar verwachting binnen afzienbare tijd starten. De Spaarndammertunnel bij de Houthavens vergt overigens nog een flinke financiële investering. Andere projecten die voor het eerste decennium op de rol staan moeten nog van start gaan of nog concreet worden gemaakt. Het in de tijd naar

Wonen in West per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 19501 5002 0 2450 Cluster Havenstad 15003 14504 0 2950 Overig 14505 0 0 1450 Totaal 4900 1950 0 6850

Werken in West per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 30006 0 0 3000 Overig 10007 0 0 1000 Totaal 4000 0 0 4000 ¹ ² Woningen cluster uitrol, div. kleine locaties ³ Woningen Houthavens 4 Woningen Houthavens, Havenstad 5 Woningen overig, div. locaties 6 Kantooroppervlakte Westerpark 7 Kantooroppervlakte Laan van Spartaan

200 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Kostenoverzicht uitvoering in West (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 515¹ 500 - 1025² 50³ 1065 - 1590 Gebiedsontwikkeling 135 27 0 172 Groen 174 155 0 32

¹ Tram naar Houthavens, Spaarndammertunnel, autoluwe straten ² Ringlijn naar Noord, autoluwe straten ³ Autoluwe straten 4 Kwaliteitsverbetering Rembrandtpark, herinrichting Vondelpark 5 Verdubbelen Westerpark

3.3.7 Stadsdeel Nieuw West Ontwikkelingsstrategie Met betrekking tot de herstructurering van Nieuw Algemeen West is het ontwikkelingspad uitgestippeld in de De ontwikkeling van Nieuw West draagt bij aan twee herziening Richting Parkstad 2010 (vastgesteld bewegingen. Enerzijds draagt het bij aan de ambitie in de deelraden en de Gemeenteraad in 2007). tot de uitrol van de binnenstad. Anderzijds is er een Vervolgens zijn de sociaaleconomische programma’s relatie met de ontwikkeling van de luchthaven en de voor Nieuw West vastgesteld in de bestuurscom- zogenaamde airportcorridor tussen de luchthaven en missie Koers Nieuw West. In de uitvoering zal extra de Zuidas als onderdeel van de internationalisering aandacht worden gegeven aan de genoemde van de Zuidflank. A10-spoorzone. In de Structuurvisie wordt daar een Primair gaat het in Nieuw West om de volop in intensievere verstedelijking gedacht dan totnogtoe gang zijnde herstructurering die zeker het gehele in uitwerkingsplannen Nieuw West voorkomt. Samen- decennium 2010-2020 nog een forse inspanning werking met de Amsterdamse corporaties is hier zal vergen. Deze herstructurering heeft in de strook een belangrijke voorwaarde voor het doen slagen tussen de A10 en het spoor een sterke relatie met de van de gewenste ingrepen. De Raamovereenkomst uitrol van de binnenstad. Parkstad, die corporaties, stadsdelen en centrale stad Op de langere termijn - na 2020 - kan de focus zijn aangegaan, biedt de corporaties voor een aantal komen te liggen op de ontwikkelingen richting gebieden de mogelijkheid tot gebiedsontwikkeling Schiphol. Daar moet dan wel flink geïnvesteerd binnen de door de stadsdelen, in vernieuwings- worden in een hoogwaardige OV-ontsluiting, plannen, vastgestelde kaders. waarvoor de kansen sterk samenhangen met de In de ontwikkelingsstrategie voor de gebieden eventuele verdere groei van de luchthaven en richting Schiphol is de ontwikkeling van een meer specifiek de noodzaak van een tweede lucht- eventuele 2e luchthaventerminal van doorslag- haventerminal. Van groot belang voor zowel de gevend belang. De keuzes die met betrekking tot de interne structuur binnen Nieuw West (de verbinding verbinding Schiphol-Amsterdam worden gemaakt tussen Noord en Zuid) als voor de relatie met hangen daar sterk mee samen. Omdat er vooralsnog het werkgebied op en rond de luchthaven is de geen grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen zogenaamde Westtangent, een HOV-verbinding worden voorzien langs de A4-corridor wordt daar tussen station Sloterdijk en het OV-netwerk op en voorlopig alleen rekening gehouden met een in de rond Schiphol. toekomst uit te breiden spoorverbinding, zonder Voor economische ontwikkeling in Nieuw West zijn tussenliggende haltes. Voor de langere termijn blijft er locaties voor stadsverzorgende bedrijven en er een reservering voor een eventuele Oost/Westme- grootschalige bedrijventerreinen. In de stadsstraten trolijn. Voor de Westtangent wordt op korte termijn kunnen wonen en werken worden gemengd. een verkenning gestart in samenwerking met de Stadsregio. In eerste instantie gaat het hier om een HOV-busverbinding met kruisende lijnen waarvoor de exacte tracés nog bepaald moeten worden. Op termijn is ombouw van (een deel van) een tracé naar tram denkbaar als verdere ruimtelijke ontwikkelingen daar aanleiding toe geven.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 201 2010-2020 Op groen gebied ligt er de uitdaging om het Sloterplasgebied en het Rembrandtpark uit te laten groeien tot gebieden met een meer metro- politaan karakter, waarbij ook de buurtfunctie blijft behouden. Deze ontwikkeling past zowel binnen de herstructurering van Nieuw West als bij de uitrol van de binnenstad en vormt daarmee een belang- rijke schakel tussen deze ontwikkelingen. Ook de verbetering van de recreatieve mogelijkheden om de Sloterplas, het ontwikkelen van functies op de Noordkop en het toevoegen van functies bij het Osdorpplein dragen aan beide ontwikkelingsrich- tingen bij.

Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op bladzijde 176 t/m 181

2020-2030 2030+

202 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Programma Financiën Woningbouw is in Nieuw West voor een groot deel De bekostiging van de herstructureringoperatie vervangende nieuwbouw. Toevoeging is niettemin in Nieuw West is voor wat de herontwikkeling van ook nog van forse betekenis. In totaal kan het om gebieden betreft onderwerp van afspraken tussen toevoeging gaan van 8.000 woningen. De nadruk ligt corporaties en de gemeente. De afspraken zijn door de operatie Parkstad in het eerste decennium, zodanig dat de middelen voor de herstructurerings- doorloop ervan tot in 2020-2030 is vanwege afzet- operatie in beginsel zijn verzekerd. Voor een aantal mogelijkheden en de benodigde herhuisvesting niet aanvullende locaties moet nog financiële dekking onwaarschijnlijk. Ander vastgoed - kantoren, hotels worden gevonden. Uitgezocht moet worden welke en bedrijven - zijn voorzien op reeds ontwikkelde kosten een verdere intensivering van de verstede- locaties, zoals Riekerhaven en Lutkemeer. lijking in de A10-spoorzone met zich meebrengt. Ook richting Schiphol is het programma sterk gericht Voor de Westtangent heeft de stadsregio middelen op woningbouw. Het gaat om 6.000 woningen. gereserveerd en zijn ook rijksmiddelen beschikbaar Wat de infrastructuur betreft is realisatie van de gesteld in het kader van het Actieprogramma Westtangent een voorwaarde voor verdere verste- Regionaal Openbaar Vervoer. De uitwerking en de delijking binnen Nieuw West omdat de noord- verdere onderbouwing naar de Stadsregio moet zuidrelatie in dit stadsdeel nu nog onder de maat is. nog plaatsvinden, een gefaseerde opwaardering tot Op de ringlijn is nog wel capaciteit voor een verdere HOV-kwaliteit biedt ook hier mogelijkheden om de groei van het reizigersvervoer met inzet van groter kosten te spreiden. materieel. Na ombouw van de Amstelveenlijn tot De ontwikkeling richting Schiphol zal - afgezien van metro ontstaat er ook meer infrastructurele capaciteit de keuzes die hier in ieder geval aan de orde zijn - op het centrale deel van de ringlijn. De versnelling vooral een groot beslag leggen op de middelen voor van tramlijnen (zie paragraaf 3.3.1, stadsdeel infrastructuur. Het kan hier gaan om een investering Centrum), waaronder tramlijn 13, komen ook ten in Regiorail en/of om in een investering in een Oost/ goede aan de tramlijnen van Nieuw West. Westlijn met ook aanzienlijk belang voor Nieuw West zelf. Met alle onzekerheid gaat het hier in ieder geval om een miljardeninvestering, waarvoor een grote bijdrage van het rijk nodig zal zijn.

Wonen in Nieuw West per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal

Cluster Zuidas/ Luchtvaartstad 0 20001 40002 6000 Overig 61003 13004 0 7400 Totaal 6100 3300 4000 13400

Werken in Nieuw West per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Uitrol 375005 180006 705007 126000 Overig 315008 150009 3550010 82000 Totaal 69000 33000 106000 208000 ¹ ² Woningen div. kleine locaties (zuidwest) ³ Woningen div. kleine locaties 4 Woningen Lelylaan en div. kleine locaties 5 6 7 Kantooroppervlakte diverse locaties Zuidas-luchthavenstad (zuidwest) 8 9 10 Kantooroppervlakte diverse locaties

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 203 Kostenoverzicht uitvoering in Nieuw West (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 100¹ 90 - 135² 5000 - 7000³ 5190 - 7235 Gebiedsontwikkeling 101 82 18 201 Groen 104 85 86 26 ¹ Westtangent 1e fase, afslag T106 ² Westtangent 2e fase ³ Oost/Westmetro 4 Herinrichting Tuinen van West 5 6 Stedelijke geleiders Nieuw West

3.3.8 Westpoort terreinen. Uitbreiding van het havengebied is niet eerder dan na 2020 aan de orde. Voor de ontwik- Algemeen keling is uitbreiding van de verbindingen met het Westpoort bestaat uit het havengebied, algemene achterland van belang. Deze staan op de rails door werkgebieden, een aantal stadverzorgende bedrij- de aanleg van de Westrandweg en de spooraanslui- venterreinen en de kantorenlocatie Teleport. De tingen bij de Aziëhavenweg en de Transformatorweg. vormgeving en uitbouw van het Westpoortgebied Gelet op ontwikkelingen op de kantorenmarkt is een spannende en strekt zich over alle drie de is heroriëntatie op de (stedelijke) functie van het komende decennia uit. De Haven staat in het eerste Teleportgebied in de komende jaren aan de orde. decennium in het teken van voortgaande groei, Het doorbreken van de monofunctionaliteit is daarbij onder meer mogelijk gemaakt door de ophanden een voor de hand liggende mogelijkheid: verkleuring zijnde aanleg van de nieuwe zeesluis bij IJmuiden. van werkgebied naar verblijfsgebied. Het ligt verder Ook op het bedrijventerrein Sloterdijk III is het in de rede om in die heroriëntatie te preluderen op uitgeven van grond ten behoeve van de versterking de visie die er voor de langere termijn is voor het van de Amsterdamse economie in dit eerste Westpoortgebied. Voor de komende jaren is een decennium van groot belang. De realisatie van de invulling van sommige plekken met tijdelijke functies Westrandweg en Tweede Coentunnel in 2012 zal (bijvoorbeeld studentenhuisvesting) een goede een impuls geven aan de verdere ontwikkeling van mogelijkheid. Sloterdijk III en Atlaspark. Op langere termijn, na 2020-2030, liggen aanzien- Voor legenda zie kaart faseringsbeeld Amsterdam op lijke transformaties in het verschiet. Sloterdijk I kan bladzijde 176 t/m 181 bijvoorbeeld transformeren naar een woon-werk- gebied. Havenstad en Olympische Spelen zijn daarbij de trefwoorden. Verkleuring, transformatie (en herori- ëntatie) is het komende decennium al aan de orde in het Teleportgebied. De plannen met betrekking tot de uitbouw van het Sloterdijkstation, waar het reizi- gersaanbod zal verdrievoudigen, vormen de kern van de ontwikkeling van dit gebied.

Ontwikkelingsstrategie De ruimtelijke ontwikkeling van het havengebied is in de komende tijd vooral gericht op verdichting en intensivering. In de havenvisie is aangegeven dat de verwachte verdubbeling van de overslag op bestaand gebied gerealiseerd moet worden. De opvang van de groei in de overslag kan worden bereikt door uitgifte van nieuwe terreinen, herstructurering van verouderde terreinen en intensivering op bestaande

204 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 2010-2020

2020-2030

2030+

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 205 Programma en financiën Besluitvorming en financiering van grote infrastruc- Aan uitgeefbare terreinen in het havengebied is 360 turele werken berusten bij het rijk en de regio. hectare beschikbaar, dat voor 2020 ontwikkeld kan Zo is het rijk verantwoordelijk voor de realisatie worden, waarvan zo’n 150 hectare kadegebonden van de nieuwe zeesluis. Ook voor andere voor de terreinen zijn en de overige hectares bestemd zijn Haven cruciale infrastructurele werken zoals de voor haven gerelateerde bedrijvigheid. Bijna al deze Westrandweg en de Tweede Coentunnel berust terreinen zijn direct uitgeefbaar. In het zuidoos- de uitvoering en financiering bij het rijk. De spoor- telijk deel van het Atlaspark wordt een terrein aansluitingen worden gerealiseerd door ProRail en van 20 hectare gezamenlijk door SADC en Haven gefinancierd vanuit BOR-Regionet gelden (Bereik- Amsterdam ontwikkeld ten behoeve van luchtvaart baarheids Offensief Randstad). Voor de elektrificatie en haven gerichte logistiek. Voor de periode tot van het Aziëhavenweg-emplacement is een subsidie 2020 wordt zo’n 50 tot 70 hectare aan herstructure- aangevraagd in Brussel (TEN-T regeling). ringslocatie voorzien. Dit betreft vooral de locaties ADM en Westerhoofd. Deze laatste locatie is in beeld Sloterdijk III kent nog een aanzienlijke voorraad voor realisatie van een tweede zeecruiseterminal. (waaronder een reservevoorraad) uit te geven terrein. De herstructurering van Stadhaven Minerva zal circa Het gaat om ca. 500.000m². Werkgebieden droegen 2015 beëindigd zijn. tot voor kort sterk bij aan het verdienend vermogen Op het gebied van lokale infrastructuur worden van de stad. Onder meer door ontwikkelingen op voor 2010 buiten de lopende investeringen geen de kantorenmarkt zal deze potentie de komende tijd grote nieuwe investeringen voorzien. Wel zal geringer zijn. Transformaties leveren in het algemeen Haven Amsterdam een programma starten om het geen positieve saldi. aandeel van OV en fiets in het woon-werkverkeer te vergroten.

De kosten van de investeringen in ontwikkeling, herstructurering en infrastructuur worden gedekt binnen de exploitatie van Haven Amsterdam. Het exploitatieresultaat van de Haven Amsterdam wordt afgedragen aan de Algemene Dienst.

Wonen in Westpoort per cluster Indicatie oplevering woningen naar type locatie (in aantallen) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Havenstad 0 12001 132002 14400 Totaal 0 1200 13200 14400

Werken in Westpoort per cluster Indicatie oplevering kantoorruimte (in m²) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Cluster Havenstad 250003 360004 350005 96000 Totaal 25000 36000 35000 96000 ¹ ² Woningen Havenstad 3 4 5 kantooroppervlakte Havenstad

Kostenoverzicht uitvoering in Westpoort (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 195¹ PM² PM³ 195 + PM Gebiedsontwikkeling 0 0 413 413 Groen 14 0 0 1 ¹ Railprojecten Azieweg/Westhaven, OV-knoop Sloterdijk ² ³ Scenario-afhankelijk 4 (semi) openbare recreatie volkstuinen Brettenzone

206 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 3.3.9 Infrastructuur met een stadsbreed en mingslocaties laten een gemiddelde investering van of regionaal belang €25.000 per parkeerplaats zien. Uitgaande van de ambitie van 20.000 extra plaatsen langs de ring en In de voorgaande beschrijving per stadsdeel zijn de in de regio komt dit neer op een bedrag van €500 infrastructurele investeringen toegerekend aan de miljoen, te verdelen over de verschillende perioden. stadsdelen waar ze grotendeels neerslaan. Voor de Dekking hiervan zal nog moeten plaatsvinden. ontwikkeling van de stad en de metropoolregio als geheel moeten er echter ook aanzienlijk investe- ringen in infrastructuur worden gedaan om aan de nationale, regionale en stedelijke ambities te kunnen voldoen. Voor een deel betreft dit investeringen om de effecten van mobiliteitsgroei uit de afgelopen decennia op te vangen. Voor een deel ook zijn dit investeringen die verdere groei mogelijk moeten maken. De belangrijkste rijkswegenprojecten die voor de periode tot 2020 op de agenda staan zijn financieel gedekt met rijksmiddelen, regionale middelen en lokale bijdragen. Het betreft hier de investeringen in de A6/A1/A9/A10 in het kader van de Planstudie Schiphol Amsterdam Almere, de aanleg van de 2e Coentunnel/Westrandweg en de omlegging van de A9. Dit verklaart voor een groot deel het hoge bedrag voor het komende decennium. Voor het spoor zijn de investeringen onzekerder. Voor de verbeteringen op de corridor Schiphol-Amsterdam- Almere-Lelystad op de korte termijn zijn de middelen reeds beschikbaar. Dat geldt ook voor een deel van de middelen die nodig zijn voor de middellange termijn (rond 2020), waarvoor de te nemen maatre- gelen nog niet bekend zijn. Voor OV-SAAL lange termijn is de benodigde investeringsinspanning zeer groot voor de periode tussen 2020 en 2030. Dit hangt vooral samen met de schaalsprong Almere. Ook buiten deze spoorcorridor zijn nog aanzienlijke investeringen in capaciteitsuitbreidingen nodig, ondermeer als gevolg van het groeiende Goederen- vervoer per spoor. De hiermee gemoeide bedragen zijn nog niet bekend, maar er zijn wel rijksmiddelen voor beschikbaar. Een laatste aandachtpunt vormt het programma voor P+R-voorzieningen. Kosten- ramingen voor zogenaamde herkomst- en bestem-

Kostenoverzicht uitvoering divers/regio (in mln €) 2010-2020 2020-2030 2030+ totaal Infra 7400 + PM¹ 4100 - 5200 + PM² 4000 - 1300 + PM³ 11900 - 13900 + PM Groen 344 55 0 39 ¹ Rijkswegenprojecten, OV-SAAL Korte termijn, P+R-programma ² OV-SAAL (Middellange termijn) , Rijkswegenprojecten, P+R-programma ³ OV-SAAL (lange termijn), Rijkswegenprojecten, P+R-programma 4 5 oa aanleg 50 postzegelparken, oplossen knelpunten, ecologische en recreatieve structuur.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 207 208 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 4

Uitvoeringskader

Algemeen te brengen in sectoroverstijgende programma’s. De In dit onderdeel wordt nagegaan binnen welke Amsterdamse structuurvisie en structuurvisies van het (financiële, organisatorische en wettelijke) randvoor- rijk voor de Randstad en van regionale partijen voor waarden de uitvoering gestalte moet krijgen. Het hun eigen gebieden kunnen de basis vormen voor brede palet van de ruimtelijke investeringen impli- het beklemtonen van deze samenhangen. ceert dat ook de randvoorwaarden gevarieerd zijn. Kleinere infrastructurele investeringen worden We gaan er hier per sector op in. bekostigd vanuit de Brede Doel Uitkering (BDU). Ook hier zijn de toekomstige mogelijkheden niet Infrastructuur op voorhand bekend. Wel is het mogelijk een Nieuwe infrastructurele investeringen zijn voor indicatie te geven van de mogelijke ruimte in de een goed deel afhankelijk van de beschikbaarheid BDU. Verreweg het grootste deel van de jaarlijkse van middelen bij het rijk en de Stadsregio. Deze BDU-middelen (ruim 300 mln) is bestemd voor de partijen hanteren voor het verlenen van bijdragen exploitatie van het openbaar vervoer. Daarnaast is subsidieverordeningen en afwegingskaders zoals er binnen de Stadsregio Amsterdam zo’n 75 mln maatschappelijke kosten-batenanalyses. Projecten per jaar beschikbaar voor investeringen in infra- dienen daartoe onderbouwd te worden met nut- en structuur (OV, weg en fiets). De ervaring leert dat de noodzaakargumenten, die vaak samenhangen met verschillende regionale partijen samen (Stadsregio, 2 ruimtelijke ontwikkelingen die aanleiding zijn tot het provincies en de gemeenten zelf) de afgelopen jaren investeren in infrastructuur. zo’n 80 miljoen per jaar hadden voor OV-investe- De rijksmiddelen zijn afkomstig uit het Infrastruc- ringen. Voor de besteding van de middelen maakt de tuurfonds dat onder andere gevoed wordt met Stadsregio gebruik van investeringsagenda’s en het middelen uit het Fonds Economische Structuur- uitvoeringsprogramma van het Regionaal Verkeer en versterking (aardgasbaten). Deze voeding staat VervoerPlan. In de fasering is daarbij wel ruimte voor niet op voorhand vast, maar anderzijds is de vrije enige flexibiliteit, mits daarbij de relatie met ruimte- speelruimte voor de komende jaren beperkt door lijke ontwikkelingen kan worden aangetoond. de keuzes die al zijn gemaakt. In de Metropoolregio gaat het daarbij vooral om besluiten om te investeren Gebiedsontwikkeling in grote projecten zoals de A6/A1/A9, Coentunnel Vrijwel alle gebiedsontwikkelingen (ruimtelijke Westrandweg, Zuidas en OV-SAAL. Voor eventuele plannen) in Amsterdam volgen qua besluitvorming nieuwe grote projecten zal nog steun bij het Rijk een specifieke route (Plaberum) en zijn voor wat verworven moeten worden. Zoals in de vorige betreft de toedeling van middelen aangewezen op paragraaf werd aangegeven probeert het Rijk in het de ruimtelijke fondsen, het Vereveningsfonds en het kader van de zogenaamde Gebiedsagenda in samen- Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. werking met regionale partijen meer samenhang aan Het Plaberum beschrijft de verschillende fasen die

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 209 een plan doorloopt en welke handelingen in die grondeigendom. In die gevallen is de verplichting verschillende fasen moeten worden uitgevoerd. van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening Door deze werkwijze heeft het gemeentebestuur om over te gaan tot kostenverhaal onverkort van een handvat om de ruimtelijke plannen te beheersen toepassing. Afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke en te sturen. Een eenduidige werkwijze schept in ordening verplicht de gemeente om een regeling het ingewikkelde proces van ruimtelijke planontwik- te treffen waardoor de particuliere grondeigenaar keling helderheid voor betrokkenen en voorkomt dat bijdraagt aan ruimtelijke ontwikkelingen die direct noodzakelijke handelingen over het hoofd worden gekoppeld zijn aan de particuliere grond. Dit kan via gezien. een anterieure overeenkomst tussen de particuliere grondeigenaar of met behulp van een exploita- Veel plannen die in het komende decennium worden tieplan. Afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening uitgevoerd hebben al belangrijke fasen van het maakt ook mogelijk dat particuliere grondeigenaren Plaberum doorlopen. De uitvoering ervan loopt bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen die niet en heeft een eigen dynamiek. Belangrijk is wel om direct zijn gelegen in het gebied waarin de particu- na te gaan of ontwikkelingen in externe factoren liere grondeigenaren actief zijn (de zogeheten boven- aanleiding geven om de plannen bij te stellen. planse kosten). Ook deze bijdragen moeten worden Zoiets gebeurde bijv. enige jaren terug toen bleek overeengekomen in een anterieure overeenkomst of dat de plannen gezamenlijk teveel kantorenplannen met behulp van een exploitatieplan worden verhaald. bevatten. De koers in de plannen – of een aantal Indien deze kosten via een exploitatieplan worden daarvan – wordt dan expliciet bijgesteld. In beginsel verhaald dan is vereist dat de ruimtelijke ontwikkeling gaat de structuurvisie echter uit van realisatie van de waarvoor de bijdrage wordt gevraagd is gemotiveerd lopende plannen. en onderbouwd in de structuurvisie. Tot slot maakt Bezien vanuit de structuurvisie is het vooral van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening mogelijk belang vast te stellen welke nieuwe ruimtelijke dat particuliere grondeigenaren bijdragen aan ontwikkelingen in de komende jaren (in welke ruimtelijke ontwikkelingen die niet direct gekoppeld volgorde) worden ingebed in het Plaberum. Scharnier zijn aan het gebied waarin de particuliere grondei- daarbij is het strategiebesluit. Met een strategiebe- genaren actief zijn. Deze bijdragen moeten worden sluit over een ruimtelijk plan stelt de gemeente vast overeengekomen in een anterieure overeenkomst, de mogelijkheden van het betreffende plan te willen bovendien is vereist dat de ruimtelijke ontwikkeling onderzoeken, vooral op haalbaarheid. De ruimtelijke, waarvoor de bijdrage wordt gevraagd is gemotiveerd financiële en overige consequenties ervan kunnen en onderbouwd in de structuurvisie. De onderhavige echter nog maar voor een deel worden overzien. Het structuurvisie is te globaal van karakter om nu al te beter in beeld brengen van de mogelijkheden ligt kunnen vaststellen vanuit welke locaties particuliere dan voor de hand. grondeigenaren kunnen en moeten bijdragen aan Naast financiële randvoorwaarden wordt in de ruimtelijke ontwikkelingen zoals die in deze struc- uitvoering ook rekening gehouden met program- tuurvisie worden benoemd. De motivering en onder- matische randvoorwaarden. De afzetmogelijkheden bouwing van dergelijke bijdragen zullen dan ook – in van de onderscheiden vastgoedcategorieën zijn voorkomende gevallen - worden vastgelegd in (een) bepalend voor het (kunnen) toevoegen van nieuwe nadere uitwerking(en) van deze structuurvisie. projecten aan de reeds in uitvoering zijnde plannen. De mogelijkheden om nieuwe plannen in uitvoering Bij het initiëren van nieuwe strategiebesluiten zal te nemen hangt af van de Stand van de Fondsen met de financiële en programmatische randvoor- en van de kosten en opbrengsten die de plannen waarden rekening worden gehouden. Het impliceert met zich meebrengen. Voor wat betreft de herstruc- een beperkt maar gericht aantal nieuwe strategiebe- turering van de en Noord, sluiten. biedt het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting – in samenhang met de Raamovereenkomst Parkstad Actief grondbeleid is het uitgangspunt voor ontwik- die met de corporaties is gesloten - voldoende kelingen in Amsterdam en herontwikkelingen vinden dekking om ook de toekomstige plannen te kunnen vaak plaats op erfpachtgrond waardoor de gemeente uitvoeren. De toekomst van nieuwe gebiedsontwik- ook in die gevallen een vanzelfsprekende rol heeft. kelingen die in het domein van het Vereveningsfonds Dat laat onverlet dat er ook ontwikkelingen zullen vallen is minder rooskleurig. Was de uitgangspositie plaatsvinden op locaties waar sprake is van particulier ook voor de economische crisis al niet ijzersterk, de

210 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam crisis legt de financiële problematiek nog eens extra Sociaal helder op tafel. Bij een scenario waarin de effecten Voorzieningen kunnen niet zo maar in elk gebouw ervan structureel zullen doorwerken komt het fonds en op elke locatie gevestigd worden. Bij ruimte- voor langere tijd in de rode cijfers. Nieuwe negatieve lijke ontwikkelingen dient vanaf de startfase in de plannen kunnen op dit moment niet van een dekking planvorming expliciet aandacht te zijn voor de worden voorzien. Daar komt bij dat de mogelijk- sociaalruimtelijke structuur; de samenhang tussen heden voor het initiëren van nieuwe positieve voorzieningen onderling en de samenhang met de plannen niet voor het oprapen liggen. Een toename openbare ruimte, in het bijzonder groen en routes. van de vereisten waaraan gebiedsontwikkeling moet Een belangrijke randvoorwaarde is de flexibiliteit voldoen (klimaat-neutraliteit, waterbergingsproble- van voorzieningen(structuur). Voorzieningen en matiek, ondergrond, bereikbaarheid, etc.) zal de druk openbare ruimten moeten kunnen meegroeien met op de grondexploitaties verder (kunnen) vergroten. de ontwikkelingen van de toekomst. Met name in een zich verdichtende stad is die flexibiliteit van Economie groot belang. Een te sterke combinatie van voorzie- De ontwikkeling en de financiële behandeling ningen en andere functies op pandniveau kan die van locaties voor bedrijven en kantoren geschiedt flexibiliteit beperken, terwijl een clustering van onder de vigeur van het Plaberum en de ruimte- voorzieningen in community spaces de (onderlinge) lijke fondsen. De uitvoering hangt ook af van de flexibiliteit vergroot. In ruimtelijke planvorming afspraken die er in het kader van het Platform dient expliciet aandacht te worden geschonken Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties (Plabeka) zijn aan de flexibiliteit en dus toekomstwaarde van de en worden gemaakt. In het Plabeka vindt regionaal voorzieningen(structuur). afstemming plaats over de planning van nieuwe Het tijdig betrekken van bewoners en instellingen (als kantoren- en bedrijvenlocaties. Kleinschalige werkge- scholen, sportverenigingen, cultuurinstellingen) is een legenheid wordt bevorderd door subsidiëring van belangrijke randvoorwaarde bij de uitvoering. Betrok- kleinschalig vastgoed, met name met het oog op kenheid van bewoners bevordert het tegengaan startende ondernemers. van verloedering en onveiligheid. Instellingen zijn Ten behoeve van de herstructurering van bedrijven- als financiers en gebruikers van voorzieningen in terreinen wordt in regionaal verband intensief samen- beeld. Sterkere participatie van ‘sociaal’ in ruimtelijke gewerkt. Het is een complex, tijdrovend en duur planvorming is nodig. proces waarbij regionale afstemming een noodza- Het Programma Maatschappelijk Investeringen (PMI) kelijke randvoorwaarde is. De transformatie4 van brengt het programma en de financiën van de onder- bedrijfsterreinen is ook een complexe taak waarbij scheiden sociaal-maatschappelijk voorzieningen de (on)mogelijkheden van bedrijfsverplaatsing het samen. Middels het Amsterdams voorzieningen- uitvoeringstempo bepalen. Daarbij speelt enerzijds model kan voor de ontwikkelingsgebieden globaal de prijs van het uitkopen of verplaatsen van de worden aangegeven wat de opgave voor sociaal- bedrijven en anderzijds het vinden van geschikte maatschappelijke voorzieningen is. Evenals in andere alternatieve locaties. sectoren staat de dekking van onrendabele toppen op investeringen en de exploitatie van voorzieningen momenteel onder druk.

4 Bij transformatie van bedrijventerreinen gaat het om functie- wijziging van (een deel van) het betreffende terrein, veelal van bedrijven naar wonen. Bij herstructurering blijft de bedrijvenbe- stemming gehandhaafd.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 211 Groen (AGV) – verantwoordelijk voor schoon water en voor De uitvoerbaarheid van groenprojecten is allereerst het beheer en de toetsing van de (primaire) waterke- afhankelijk van de financiële inzet van de centrale ringen - en de gemeente samen. Deze samenwerking stad en de stadsdelen. Alleen door de inzet van komt ook tot uitdrukking in deze structuurvisie eigen middelen, die wat de centrale stad betreft in omdat waterprojecten vaak een duidelijke ruimtelijke de laatste twee bestuursperiodes zijn geregeld via component hebben en vaak samenhang hebben met de Groengelden, kan een beroep worden gedaan infrastructurele en/of gebiedsontwikkelingen. Een op subsidies van rijk, provincie en Europa. Deze voorbeeld is dat bij de aanleg van nieuwe infra- subsidies kunnen in het gunstigste geval optellen structuur rekening wordt gehouden met waterke- tot 75 % van de totale projectkosten. De ervaringen ringsaspecten. van de laatste tien jaar leren dat het reëel is om Voor klimaatadaptatie kunnen projecten in rekening te houden met 25 % of 50 % (grootstede- aanmerking komen voor middelen uit het Deltafonds. lijke projecten) subsidiebijdrage in de projectkosten. Dit fonds gaat in werking vanaf 2020 (€ 1 miljard per De bijdragen van centrale stad en stadsdelen zijn in jaar). Er wordt onderzocht hoe geld in de voorlig- de regel gelijk aan elkaar ( 50-50 verdeeld). gende periode kan worden vrijgemaakt. Als het project ligt in de Hoofdgroenstructuur en als de centrale stad financieel bijdraagt dan valt het project in principe onder de regie van de centrale stad en wordt het uitgevoerd onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de betreffende wethouder. De personele kosten van de centrale stad vallen hierbij onder het projectbudget.

Duurzaam Bij de uitvoering van de ambities met betrekking tot energie en duurzaamheid kunnen gemeentelijke impulsen een meervoud aan investeringen teweeg brengen. In het kader van het Amsterdams Investe- ringsfonds zijn voor deze impulsen middelen vrijge- maakt. Algemene gedachte achter het Investerings- fonds is dat er sprake kan zijn van een revolving fund. Vanuit de optiek van het realiseren van de Structuur- visie een aanlokkelijk perspectief. Ten behoeve van de invulling van duurzame energie- ambities in 2025 resp. 2040, zoals geformuleerd in de Amsterdamse Energievisie, zal door Amsterdam een beroep worden gedaan op de metropoolregio respectievelijk Wieringermeer en de Noordzee. Het gesprek hierover wordt gestart met de metropool- regio en de provincie Noord-Holland. Er wordt in die samenwerking ook gezocht naar een verdere uitrol van duurzame en efficiënte energie (stads- warmte, -koude, windturbines) naar de metropool- regio. Op landelijk/internationaal niveau wordt vanuit Amsterdam overleg gecontinueerd over de financiering van energiemaatregelen, gewenste aanpassingen op het gebied van wet- en regelgeving en verder onderzoek naar de daadwerkelijke CO2 -reductie van verschillende maatregelen en theore- tisch onderzoek naar innovatieve technieken. In het kader van de klimaatadaptatie (water en ruimte) werken het waterschap Amstel Gooi en Vecht

212 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Ondergrond De financiële middelen voor de ondergrond zijn De ondergrond is in de afgelopen decennia meestal gefragmenteerd naar sector. Het sluiten van het volgend geweest op bovengrondse ruimtelijke ringnet stadswarmte put uit het Amsterdams Investe- plannen. In de komende decennia zal de ondergrond ringsfonds, gebiedsgebonden kleine ondergrondse in toenemende mate een (mede) sturend element zijn infrastructuur is over het algemeen project gerela- voor de bovengrondse ontwikkelingen. De transfor- teerd of komt voor rekening van marktpartijen. matiegebieden met structurerende erfenissen uit het Rijksgelden voor bodemsanering drogen langzaam verleden, de verdichtingsgebieden met hun intensief op. Dit staat op gespannen voet met de ambitie om ruimtegebruik zullen medebepalend zijn voor de Amsterdam uit te breiden binnen bestaand gebied ruimtelijke ontwikkelingen van de gebieden. In de om het metropolitane (groene) landschap te ontzien. planvorming zal de ondergrond meer dan voorheen onderdeel zijn van het afwegings- en ontwik- De ruimtelijke ontwikkelingen van Amsterdam in kelingsproces. Naast bovengrondse inrichtings- de komende decennia vragen om een kader dat plannen zullen ook ondergrondse inrichtingsplannen de kansen en randvoorwaarden voor toekomstige ontworpen worden, zodat een goede ruimtelijke en ontwikkelingen weergeeft, waarbij soms de nadruk financiële afweging kan worden gemaakt en wordt ligt op het benutten van de ondergrond en soms op voorkomen dat zich in een later planstadium finan- het beschermen van de ondergrond. Voor dit kader ciële tegenvallers voordoen. is een visie op de ondergrond van Amsterdam nodig, die in 2010 zal worden ontwikkeld. De relatief eenvoudige bouwlocaties zijn al ontwikkeld; voor ons liggen nu ontwikkelings- gebieden met een complexere transformatie- of verdichtingopgave. De te transformeren gebieden (voormalige haven en industriële terreinen) herbergen veelal een diversiteit aan verontreini- gingen in de bodem en herbergen vaak hoofdtracés en verzamelstations van energie, gas, telecom en andere infrastructuren van bovenlokale schaal. De floor space index in deze gebieden neemt toe, dus meer vierkante meters bebouwing moet worden aangesloten op voorzieningen via minder vierkante meters ondergrondse ruimte. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat ondergronds bouwen geen grondwateroverlast mag veroor- zaken. Daar bovenop komt dat de tendens naar een duurzame energievoorziening resulteert in nog omvangrijkere (in aantal en grootte) kabels en leidingen. In combinatie met meervoudig ruimte- gebruik, waarbij we de ondergrond ook steeds vaker gaan gebruiken voor verblijfsfuncties, zullen in verdichtingsgebieden dan ook in toenemende mate ondergrondse gebouwde voorzieningen voor kabels en leidingen moeten worden gerealiseerd.

Ook een toenemende vraag naar ondergronds parkeervoorzieningen, om zo publieke ruimte vrij te maken voor andere functies, vergen grote ruimtes in de ondergrond. Sociale veiligheid en de locatie van in- en uitgangen zijn daarbij belangrijke aspecten.

Uitvoering naar stadsdelen en decennia 213 214 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam

Ontwerp Structuurvisie Deel 3

Instrumentarium bij kernpunten van beleid 2010 - 2020 INHOUDSOPGAVE

HoofdstukEnergie 1 - Inleiding 262117 Bijlage ReserveringenHoofdstuk 2 - Status hoofdnetten 262139 Samenvatting2.1 Wettelijk kade PlanMEr R 2.2 Gemeentebeleid 2.3 Verordening op stadsdelen 2.4 Uitwerking en aanvullende kaders 2.5 Samenvatting ‘Kernpunten van beleid’ 223

Hoofdstuk 3 - Wonen en werken 225 3.1 Wonen 3.2 Bedrijven en kantoren 3.3 Detailhandel 3.4 Locatiebeleid

Hoofdstuk 4 - Ruimtelijke structuur 235 4.1 Hoogbouw 4.2 Grootschalige reclamemasten 4.3 Ondergrond

Hoofdstuk 5 - Groen en water 241 5.1 Hoofdgroenstructuur 5.2 Waterstructuur

Hoofdstuk 6 - Verkeer en vervoer 255 6.1 Hoofdnetten 6.2 Ruimtelijke reserveringen 6.3 Goederenvervoer

Hoofdstuk 7 - Energie 261

Bijlage - Reserveringen hoofdnetten 263

216 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 1

Inleiding

De structuurvisie geeft aan waar het bestuur van Amsterdam met de stad heen wil, concreet in de komende jaren en wat globaler in de verdere toekomst. Hij plaatst de ontwikkelingen van de stad binnen het kader van de ontwikkelingen van de metropool Amsterdam. In het eerste deel van de structuurvisie, de visie, worden ruimtelijke ontwikkelingen beschreven: sterke groei- processen vanuit de kracht van het hart van de metropool Amsterdam. De visie geeft aan welke ontwikke- lingen gewenst zijn en welke worden gestimuleerd. Het is nodig ontwikkelingen te beheersen en krachten te beteugelen, zonder te willen beperken, hinderen of afremmen. Ongecontroleerde groei kan leiden tot verlies van kwaliteit. Denk aan het vastlopen van het wegennet, het wegdrukken van de woonfunctie, het overspoelen van waardevolle openbare ruimte. Vandaar dat er randvoorwaarden aan de groei moeten worden gesteld om bijvoorbeeld de bereikbaarheid van het kerngebied te kunnen beheersen, controle te houden op duurzaamheid, et cetera.

Kernpunten van beleid parkeernormen voor kantoren, wordt voor bepaalde De structuurvisie vormt de basis van alle ruimte- plekken een maximale bouwhoogte voorgeschreven, lijke plannen die de komende jaren tot ontwik- zijn er beperkingen voor het bouwen in de hoofd- keling komen. Vandaar dat juridisch planologische groenstructuur, et cetera. plannen (bestemmingsplannen en projectbesluiten) Het instrumentarium kan niet los van de andere delen en stedenbouwkundige plannen (strategiebesluit, worden gelezen. projectbesluit, investeringsbesluit of uitvoerings- besluit in het kader van het Plaberum) van stad Visie + uitvoeringsdeel + instrumentarium tezamen en stadsdelen aan de structuurvisie zullen worden vormen het beleidskader waaraan plannen van de getoetst. stad worden getoetst.

In deel een, de visie, zijn de ambities van de gemeente Amsterdam neergelegd en wordt uiteengezet welk beleid voor de komende jaren wordt ingezet om die ambities waar te maken. In samenhang daarmee is de handhaving onderge- bracht in deel drie: het instrumentarium. Hierin is -wanneer nodig- het beleid uit deel een verder uitgewerkt in ‘kernpunten van beleid’. Zo worden er vestigingsregels gegeven voor bedrijven,

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 217 Beleidskader 2010 – 2020 Daar waar in deel een de ambities voor ontwikke- lingen in de Metropoolregio Amsterdam worden geschetst voor de komende dertig jaar, betreft het instrumentarium uitsluitend het beleid voor de periode 2010-2020 voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. Het spreekt voor zich dat in de komende 10 jaar ontwikkelingen op allerlei aspecten bijstelling noodzakelijk kan maken. Het ligt daarom in de bedoeling de structuurvisie rond 2020 te actualiseren en opnieuw vast te stellen. Dat betekent dat de randvoorwaarden, geformu- leerd in het instrumentarium, vooralsnog alleen van toepassing zijn in de komende tien jaar.

218 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 2

Status

2.1 Wettelijk kader

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) 2008 bevat de besluit. Het gaat er om dat niet alleen nieuwe verplichting dat de gemeenteraad voor het gehele bestemmingsplannen recht doen aan de inhoud gemeentelijke grondgebied één of meer structuur- van de structuurvisie, maar – zoals de ervaring met visies vaststelt. De Wro bepaalt verder dat een struc- betrekking tot de hoofdgroenstructuur heeft geleerd tuurvisie de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwik- – dat ook bestaande plannen dat doen. keling in het betrokken gebied aangeeft, waaronder de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren De rol van de provincie, in het bijzonder die ruimtelijk beleid. Verder geeft de structuurvisie aan van gedeputeerde staten, is in de nieuwe wet op welke wijze de gemeenteraad zich voorstelt die ogenschijnlijk minder belangrijk, maar is zeker niet voorgenomen ontwikkeling te verwezenlijken. onbeduidend; ondanks het verlies van het goedkeu- De wetgever ziet de structuurvisie, onverschillig of ringsvereiste en de verklaring van geen bezwaar. deze van het rijk, de provincie of de gemeente is, als Zo bepaalt art. 3.8 lid 4 dat in afwijking van lid 3 een zuiver beleidsdocument. Om deze reden staat de bekendmaking van het vaststellingsbesluit niet dan ook geen bezwaar en beroep tegen een struc- binnen twee maar binnen zes weken moet worden tuurvisie open. Wel bindt hij het overheidsorgaan bekend gemaakt, indien door gedeputeerde staten dat hem heeft vastgesteld: de gemeenteraad, en in of de inspecteur een zienswijze is ingediend, die niet Amsterdam daarmee ook de deelraden, en is daarom of niet volledig door de gemeenteraad is overge- in principe gehouden aan een door hem vastgestelde nomen of indien de gemeenteraad het bestem- structuurvisie en mag daar alleen na zorgvuldige mingsplan gewijzigd heeft vastgesteld. Art. 3.8 lid 6 weging van de betrokken belangen van afwijken. bepaalt dat gedeputeerde staten binnen die termijn Er bestaat geen hiërarchische verhouding tussen de een aanwijzing kunnen geven. Daarnaast regelt art. structuurvisies van rijk, provincie en gemeente en 4.1 Wro de bevoegdheid van de provincie om via dus ook niet tussen de structuurvisie van de centrale verordeningen regels te stellen omtrent de inhoud gemeenteraad en een (deel)structuurvisie van een van bestemmingsplannen en projectbesluiten. Deze stadsdeelraad. De structuurvisie is immers bij uitstek verordeningen dienen als toetsingskader bij de een strategisch beleidsdocument zonder dat derden beoordeling van bouwaanvragen. Ten slotte brengt daaraan in juridisch opzicht gebonden zijn. het verlaten van het doorwerkingsprincipe van de oude WRO met zich mee dat gedeputeerde staten De juridische afdekking van de structuurvisie krijgt zelfs bestemmingsplannen (‘inpassingplannen’) pas zijn beslag in het bestemmingsplan/project- kunnen vaststellen.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 219 2.2 Gemeentebeleid

Bestuurlijk stelsel Interpretatie Bij de binnengemeentelijke decentralisatie in Met betrekking tot ‘lichte gevallen’ is het college Amsterdam begin jaren ‘90 is het vaststellen van van burgemeester en wethouders het bevoegde een gemeentebreed structuurplan een centrale taak orgaan. Het gaat hierbij om ruimtelijke ingrepen, die gebleven en zo is dat ook neergelegd in de Veror- weliswaar naar de letter maar niet naar de geest in dening op de Stadsdelen. De stadsdelen worden strijd zijn met de inhoud van de structuurvisie of van geacht zich te houden aan de centrale structuurvisie ondergeschikte aard worden geïnterpreteerd. en de centrale stad houdt daar toezicht op door de bestemmingsplannen, projectbesluiten (en tijdelijke Afwijken ontheffingen, voor zover deze laatste betrekking Ten slotte kan altijd worden afgeweken van de hebben op de hoofdgroenstructuur) van de stads- inhoud van de structuurvisie. Het is ‘maar beleid’, zij delen te toetsen aan de inhoud van haar structuur- het dat een afwijking daarvan terdege gemotiveerd visie. moet worden en dat alle daarbij betrokken belangen zorgvuldig zijn afgewogen. Beleid In het geval van zware ingrepen, die feitelijk Na het vervallen van het provinciaal goedkeurings- neerkomen op een wijziging van het beleid, kan het vereiste bij bestemmingsplannen en de ‘verklaring college pas positief beslissen nadat de gemeen- van geen bezwaar’ bij art. 19-vrijstellingen, is de teraad daarover zijn mening heeft gegeven. wijze waarop het centrale toezicht wordt uitgeoefend noodzakelijkerwijze in een andere vorm gegoten dan Procedure: verplichting tot het verschaffen van vóór 1 juli 2008 het geval was. De stadsdelen zijn in informatie 2008 door burgemeester en wethouders, op basis Deze centrale toetsing omvat de beoordeling of een van de Verordening op de stadsdelen, opgedragen plan in overeenstemming geacht kan worden met de al hun bestemmingsplannen en projectbesluiten inhoud en de beleidsdoelstellingen van de geldende aan burgemeester en wethouders in het kader van structuurvisie en in het bijzonder met de daarin het wettelijk vooroverleg voor te leggen. Burge- aangegeven kernpunten van beleid. meester en wethouders hebben de mogelijkheid De toetsing vindt plaats in het kader van het een besluit van een stadsdeel, wanneer dat in strijd vooroverleg ex art. 3.1.1. resp. art. 5.1.1. als bedoeld is met het algemeen stedelijk belang, uiteindelijk te in het Besluit op de ruimtelijke ordening 2008, schorsen en te vernietigen. Dat stedelijk belang ligt waarbij burgemeester en wethouders om een reactie in de bescherming en handhaving van de ruimtelijke op een plan wordt verzocht. eenheid en samenhang van de stad, zoals verwoord Burgemeester en wethouders kunnen alleen dan in de centrale structuurvisie. beoordelen of een plan past binnen de uitgangs- De vraag of een stadsdeelbestemmingsplan of punten van de structuurvisie, wanneer een bestem- projectbesluit wel of niet in strijd is met de struc- mingsplan/projectbesluit op alle onderdelen volledig tuurvisie zal per concreet geval moeten worden is. Dat betekent ook dat alle voorgeschreven onder- beantwoord. Daarbij zal vaak sprake zijn van een zoeken en adviezen, waaronder dat van de TAC, de interpretatieve benadering. Dit schept ruimte een Centrale Verkeerscommissie, de Commissie Winkel- bepaald initiatief te steunen en beperkt tegelijkertijd planning, het Platform Bedrijfslocaties, aan het plan de mogelijkheden om nee te zeggen. Op verschil- moeten zijn toegevoegd, alvorens het in het kader lende beleidsterreinen is dan ook een belangrijke rol van het vooroverleg aan het college kan worden weggelegd voor adviserende instanties zoals de TAC voorgelegd. Met betrekking tot ingrepen in de (Technische adviescommissie hoofdgroenstructuur), hoofdgroenstructuur geldt bovendien, onafhankelijk de Commissie Winkelplanning en de Verkeerscom- van de mate van de afwijking, dat in het geval de missie. TAC negatief heeft geadviseerd, de gemeenteraad in elk geval dient te worden gehoord.

220 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Is er sprake van overeenstemming dan hoeft het mingsproces en biedt per fase van het planproces bestemmingsplan of projectbesluit in de volgende een overzicht van de te leveren producten. Door de procedurele stadia niet meer ter toetsing worden voortgang van het proces te koppelen aan bestuur- voorgelegd, tenzij een relevante wijziging wordt lijke besluiten blijven de risico’s beheersbaar. Bij aangebracht. elk besluit wordt bekeken of en hoe de volgende Is wel strijdigheid geconstateerd, dan dient op basis stap kan worden gezet. In het Plaberum worden de de Verordening op de Stadsdelen het in ontwerp verschillende gemeentelijke trajecten beschreven: ter inzage gelegde bestemmingsplan of projectbe- planvorming, het juridisch/planologische traject, sluit opnieuw ter toetsing aan het college worden contractvorming en besluitvorming. voorgelegd. Mocht ook dan nog sprake zijn van Het Plaberum kent vier fasen. Elke fase wordt strijdigheid, dan moet ten slotte ook het vastge- afgesloten met een bestuurlijk besluit. stelde bestemmingsplan of genomen projectbesluit Door deze werkwijze heeft het gemeentebestuur ter kennis van het college worden gebracht, waarna een handvat om de ruimtelijke plannen te beheersen deze op basis van de Verordening een besluit kan en te sturen. Een eenduidige werkwijze schept in nemen tot al dan niet gedeeltelijke schorsing of het ingewikkelde proces van ruimtelijke planontwik- vernietiging van het bestemmingsplan of projectbe- keling helderheid voor betrokkenen en voorkomt dat sluit. noodzakelijke handelingen over het hoofd worden gezien. Plaberum Voorafgaand aan de genoemde bestuurlijke Vrijwel alle gebiedsontwikkelingen (ruimtelijke besluiten, worden alle plannen getoetst aan de plannen) in Amsterdam volgen qua besluitvorming relevante beleidskaders. De structuurvisie is er daar een specifieke route, welke staat beschreven en is één van. Het college zal over een plan geen strate- vastgesteld in het Plaberum (Plan- en besluitvor- giebesluit, projectbesluit, investeringsbesluit of mingsproces Ruimtelijke maatregelen). Het Plaberum uitvoeringsbesluit nemen, wanneer daarin een strij- beschrijft het planproces, het bestuurlijke besluitvor- digheid met de structuurvisie is gesignaleerd.

2.3 Verordening op stadsdelen

Centrale bevoegdheid en beleidsdoelstellingen van de structuurvisie te In lijst A onder XII van de bijlage, behorende bij de bewaken, te bevorderen dan wel af te dwingen. Verordening op de stadsdelen, is bepaald dat de Het instrumentarium dat via de artikelen 32 en 35 vaststelling van een structuurvisie, op grond van wordt aangereikt, heeft een preventief karakter. artikel 7 van de Wet op de ruimtelijke ordening, voorbehouden blijft aan de centrale gemeenteraad. ƒƒ Artikel 32: De gemeenteraad, het college of Uitgangspunt is steeds geweest het bestaande de burgemeester is bevoegd het stadsdeelbe- Amsterdamse bestuurlijk stelsel en de daaruit voort- stuur op te dragen systematisch informatie te vloeiende bevoegdhedenverdeling, zoals neergelegd verstrekken in de Verordening op de stadsdelen, te handhaven. Van deze bevoegdheid heeft het college gebruik Door het – met ingang van de nieuwe Wet op de gemaakt bij brief van 16 mei 2008, waarin zij ruimtelijke ordening - vervallen van zowel het provin- de dagelijkse besturen van de stadsdelen heeft ciale goedkeuringsvereiste van bestemmingsplannen opgedragen het college te informeren over concept- als de provinciale ‘verklaring van geen bezwaar’ bij bestemmingsplannen en voorgenomen projectbe- vrijstellingsprocedures, heeft de centrale toetsing sluiten of tijdelijke ontheffingen. Daarmee krijgen van bestemmingsplannen en projectbesluiten van de burgemeester en wethouders de mogelijkheid deze stadsdelen een sterker preventief karakter gekregen. plannen te toetsen aan de structuurvisie in algemene zin en aan een aantal kernpunten van beleid in het De Verordening op de stadsdelen bijzonder. Zodra deze structuurvisie is vastgesteld De Verordening op de stadsdelen kent een aantal door de gemeenteraad zullen de stadsdelen opnieuw instrumenten welke de centrale gemeente ten op grond van de Verordening op de Stadsdelen dienste staan de naleving van de uitgangspunten worden opgedragen het college te informeren.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 221 In dit kader wordt opgemerkt dat een besluit dat ƒƒ Artikel 35: De gemeenteraad, het college of de nog onderwerp is van een wettelijke procedure burgemeester is bevoegd beleidsregels te stellen eerst na afloop daarvan kan worden vernietigd. (Dit en aanwijzingen te geven, indien de bevoegdheid is bepaald in art. 10:38 lid 2 van de Algemene wet daartoe is opgenomen in bijlage, lijst A. bestuursrecht.) Is bijvoorbeeld tegen een vastge- In lijst A is het vaststellen van beleidsregels en steld stadsdeelbestemmingsplan beroep ingesteld het geven van aanwijzingen ten aanzien van de bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van vaststelling of herziening van bestemmingsplannen State, dan dient eerst de beslissing van de afdeling een centrale taak gebleven. Onderstaande bepaling te worden afgewacht voordat de centrale gemeen- in artikel 42 heeft een repressief karakter omdat teraad het vaststellingsbesluit op grond van art. 42 hij wordt ingezet nadat het litigieuze besluit is lid 1 kan vernietigen. genomen. ƒƒ Artikel 44: Er wordt geen besluit tot vernietiging ƒƒ Artikel 42, lid 1: De besluiten van het stadsdeel- genomen dan nadat het stadsdeelbestuur de bestuur kunnen door de gemeenteraad, door gelegenheid tot overleg is geboden. Een besluit het college en door de burgemeester, ieder voor tot vernietiging wordt met redenen omkleed. zover het hun overgedragen bevoegdheden Alvorens te beslissen wint de gemeenteraad, betreft, worden vernietigd voor zover zij in strijd het college of de burgemeester advies in bij zijn met het recht of met het algemeen stedelijk de Commissie voor de Binnengemeentelijke belang. Decentralisatie. Indien het vernietigingsbesluit ƒƒ Artikel 42 is afgeleid van artikel 87A van de afwijkt van het advies, wordt aangegeven op Gemeentewet. Het algemeen stedelijk belang welke punten wordt afgeweken en waarom wordt is het belang dat wordt gediend door de afgeweken. Het besluit tot vernietiging wordt in handhaving van het grootstedelijk ruimtelijk het Gemeenteblad gepubliceerd. beleid, dat in de vorm van de structuurvisie Na de in art. 44 beschreven procedure kan het bestuurlijk is vastgesteld en gepubliceerd. stadsdeel tegen het vernietigingsbesluit in beroep ƒƒ Artikel 42, lid 2: Hangende het onderzoek, of er gaan bij de rechtbank en - zo nodig - in hoger reden is tot vernietiging over te gaan, kan een beroep bij de afdeling Bestuursrechtspraak. besluit door het college worden geschorst.

2.4 Uitwerking en aanvullende kaders

Nadere uitwerkingen en aanvullend instrumen- van andere beleidsnota’s moeten voldoen. Bij de tarium onderstaande hoofdstukken wordt verwezen naar In verschillende hoofdstukken worden nadere relevante beleidskaders en nota’s. De opsomming is uitwerkingen van de structuurvisie genoemd. Deze niet uitputtend. uitwerkingen zullen, zodra ze zijn vastgesteld als Het spreekt voor zich dat de genoemde nota’s tijdens beleidskader, als onderdeel van de voorliggende de looptijd van de voorliggende structuurvisie, structuurvisie gelden. kunnen worden geactualiseerd of herzien of komen Het betreft o.a.: kantorenstrategie, watervisie, te vervallen. uitwerking Havenstad, windvisie, visie op onder- grondse ontwikkelingen, 5-jaarlijkse beleidsnota’s Vervallen beleidskaders detailhandel. Onderstaande beleidsdocumenten komen bij de Een aantal beleidsnota’s krijgen bij de vaststelling van vaststelling van de structuurvisie te vervallen: de structuurvisie (opnieuw) de status van de struc- ƒƒ alle aanvullende beleidskaders van het struc- tuurvisie. Dit betreft o.a. de nota ‘Het blauwe goud tuurplan 2003 (waaronder de aanvullingen op het van Amsterdam’ waarin in 2001 de waterstructuur en kader voor de hoofdgroenstructuur, dus inclusief de criteria voor de waterstructuur zijn vervat. Masterplannen et cetera). ƒƒ ‘Huisvesting van creatieve ondernemingen in Overigens zullen plannen ook aan de uitgangspunten Amsterdam’ (2005), ‘Vestigingsbeleid voor leisu-

222 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam rebedrijven in Amsterdam’ (2005), ‘Wonen tussen Zie ook de bedrijven door‘ (2003). ƒƒ Verordening op de stadsdelen ƒƒ Plaberum 2006 ƒƒ Reglement Stedelijk Toetsteam 2006

2.5 Samenvatting ‘Kernpunten van beleid’

Ruimtelijke plannen, waaronder bestemmings- Hoogbouw plannen, projectbesluiten, stedenbouwkundige In hoofdstuk 4. worden de regels gegeven voor plannen, bouwplannen, dienen in algemene zin te hoogbouwplannen als uitwerking van de visie op passen binnen de doelstellingen van de structuur- hoogbouw in deel 1. Samengevat: visie. De centrale toetsing omvat de beoordeling Zuidflank en zones langs de Ringlijn/Ringweg: of een bestemmingsplan dan wel projectbesluit bouwhoogten gedifferentieerd, geclusterd rond daarmee in overeenstemming kan worden geacht. de knopen bij voorkeur ca 60 meter, met hogere In het bijzonder worden plannen getoetst aan de accenten. kernpunten van het beleid zoals is verwoord in de Waterfront: binnen de zoekgebieden solitairen van hoofdstukken 7 t/m 11 van de visie, uitgewerkt in ca. 60 meter of hoger; daarbuiten in principe niet onderstaande paragrafen van het Instrumentarium. hoger dan 30 meter. Voor Westpoort gelden geen Hieronder worden zij kort samengevat. beperkingen. Buiten de Ringweg: solitaire accenten, daar waar dat gerechtvaardigd is, tot ca 60 meter. Werken Binnen de Ringweg: in principe niet hoger dan 30 Voor de vestiging van bedrijven en kantoren worden meter. Alle hoogbouwplannen in zichtlijnen vanuit het criteria gegeven, gebaseerd o.a. op de typering van werelderfgoed, en binnen 2 km afstand daarvandaan, de vestigingslocaties. Daarbij wordt onderscheid in principe niet hoger dan 30 meter. gemaakt tussen metropolitaan kerngebied, groot- Uiteraard dient in alle gevallen rekening te worden schalige bedrijventerreinen met een ruime milieu- gehouden met de mogelijke impact op de beleving contour, grootschalige bedrijventerreinen met een vanuit het beschermd stadsgezichten het ‘werel- beperkte milieucontour, binnenstedelijk monofunc- derfgoed’ en met beperkingen vanwege Schiphol en tioneel bedrijventerrein, werkwoongebieden, de straalpaden. woonwerkgebieden, gemengde gebieden buiten de ring. Hoofdgroenstructuur en waterstructuur Verder worden vestigingscriteria voor bedrijven en De beperkingen voor het bouwen/verharden in de kantoren ingegeven door het locatiebeleid. Daarbij Hoofdgroenstructuur zijn in hoofdstuk 5 nader uitge- wordt uitgegaan van het principe: de juiste functie op werkt. Plannen in de Hoofdgroenstructuur dienen de juiste plaats. Bereikbaarheid en het terugdringen om advies te worden voorgelegd aan de Technische van de automobiliteit spelen daarin een belangrijke Adviescommissie Hoofdgroenstructuur. Het advies rol. Een parkeerbalans en een juridisch vastgelegde van de TAC moet aan een plan worden toegevoegd parkeernorm zijn voorgeschreven. voorafgaand aan het vooroverleg ex art.3.1.1. BRO, Het realiseren van kantoorvloer vanaf ca. 2.000m² zodat het college het advies bij haar afweging kan bruto vloeroppervlak dient tevens te worden betrekken. Met betrekking tot ingrepen in de hoofd- afgewogen in Plabeka-verband. groenstructuur geldt bovendien, onafhankelijk van Uitbreiding van detailhandel > 2.000m² bruto de mate van de afwijking, dat in het geval de TAC vloeroppervlak wordt beoordeeld op basis van het negatief heeft geadviseerd de gemeenteraad dient stedelijk spreidingsbeleid, en dient daarvoor om te worden gehoord. advies aan de Commissie Winkelplanning te worden Voor de waterstructuur zijn de criteria vervat in het voorgelegd. Waterplan uit 2001. Daarin zijn opgenomen: de structuurbepalende wateren, de dempingklassen, de (nieuwe) waterlopen en waterberging, de typologie

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 223 van de oevers, het ecologisch netwerk en het vaarnetwerk.

Hoofdinfrastuctuur In het instrumentarium zijn de te respecteren hoofdnetten vastgelegd en worden de ruimtelijke reserveringen voor mogelijke uitbreidingen van de hoofdnetten tot in detail vermeld. Plannen die een effect hebben op een hoofdnet dienen te worden voorgelegd aan de Centrale Verkeerscommissie. Plannen die een reservering mogelijk doorkruisen, zullen niet worden geaccordeerd, tenzij een goed alternatief voorhanden is. Verder dient in alle plannen aandacht te worden besteed aan de norm voor stalling van fietsen.

224 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 3

Wonen en werken

3.1 Wonen

De visie op wonen in Amsterdam is uitvoerig verwoord in deel één van deze structuurvisie. De aanpak is te vinden in deel twee, de uitvoering.

3.2 Bedrijven en kantoren

Definities ƒƒ Opslag: het bedrijfsmatig opslaan, overslaan, Bedrijven zijn inrichtingen die als hoofdactiviteit de verpakken en verhandelen van goederen. bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, ƒƒ Transport: het bedrijfsmatig vervoeren van groothandel, opslag en/of transport hebben. goederen en/of personen. ƒƒ Industrie: het bedrijfsmatig industrieel vervaar- Bedrijven hebben maximaal 30% kantoorvloer per digen, bewerken of herstellen van goederen. vestiging. Heeft een onderneming meer dan 30% ƒƒ Ambacht: het bedrijfsmatig, geheel of kantoorvloer, dan is het een kantoor. Kantoorvloer is overwegend door middel van handwerk vervaar- de ruimte, die hoofdzakelijk ingericht is voor bureau- digen, bewerken of herstellen en het installeren werkzaamheden. van goederen. ƒƒ Groothandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor de verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instel- lingen of personen voor de aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 225 Kantoren monofunctionele bedrijventerreinen. Deze zijn Als nadere uitwerking van de structuurvisie wordt bestemd voor de stadsverzorgende bedrijven. een kantorenstrategie opgesteld. De opgave voor de kantorenstrategie is het garanderen van de juiste ƒƒ Grootschalig bedrijventerrein locaties naar aard en omvang voor Amsterdamse Deze bedrijventerreinen zijn met name bedoeld voor kantoorgebruikers, zonder de overmaat aan kantoren grootschalige bedrijven en (al dan niet grootschalige) te laten voortbestaan of zelfs te laten groeien. Dit stadsverzorgende bedrijven. betekent dat in de uitwerking de kwantitatieve en Het betreft hier enerzijds terreinen waar bedrijven de kwalitatieve kanten van de vraag naar kantoren met een milieuruimte groter dan III (geluid, externe aan de orde zullen komen. De ruimtelijke, financiële veiligheid, geur) worden gevestigd. Dat sluit en programmatische consequenties van te maken menging met o.a. wonen uit. Anderzijds kent de keuzes worden daarbij afgewogen. Een nieuwe stad grootschalige bedrijventerreinen waar bedrijven Plabeka-ronde is daarbij tegelijkertijd ook aan de zijn gevestigd met een milieuruimte kleiner dan III. orde. Hier wordt menging met andere functies op basis Voor de ontwikkeling van nieuwe kantoorplannen van milieubelasting in principe niet beperkt, maar er geldt -in afwachting van de kantorenstrategie- dient wel terughoudend mee worden omgegaan. vooralsnog het kader van de regionale Plabeka Op grootschalige bedrijventerreinen wordt 100% van afspraken, zoals vastgelegd in de Uitvoeringsstra- het terrein bestemd voor grootschalige en stadsver- tegie (februari 2007), als plafond. Voor de Amster- zorgende bedrijven. Daarbij is maximaal 30%, tot damse situatie is dit in het rapport ‘Minder kantoor- maximaal 2.000m² kantoorvloer per bedrijfsvestiging plannen in uitvoering’ (februari 2007) per project (niet per gebied) toegestaan. In de haven kan dit vastgelegd, met daarin een maximummetrage aan percentage voor havengebonden bedrijven hoger nieuw te ontwikkelen kantoren. liggen wanneer er op de kavel sprake is van open opslag. Gebieden en terreinen Verdere verkantorisering op deze bedrijventerreinen Er wordt in de voorliggende structuurvisie onder- wordt tegengegaan. scheid gemaakt tussen de volgende gebieden en terreinen: metropolitaan kerngebied, grootschalige ƒƒ Binnenstedelijk monofunctioneel bedrijventerrein bedrijventerreinen met een ruime milieucontour, Deze bedrijventerreinen (gelegen binnen het metro- grootschalige bedrijventerreinen met een beperkte politaan kerngebied) zijn speciaal bedoeld voor milieucontour, binnenstedelijk monofunctioneel stadsverzorgende bedrijven, zoals ambachten, bedrijventerrein binnen de ring, werkwoongebieden bouwbedrijven, onderhoud- en reparatiebedrijven, binnen de ring, woonwerkgebieden binnen de ring, afval- en reinigingsdiensten, groothandels en toele- gemengde gebieden buiten de ring. veranciers. Het betreft hier terreinen waar bedrijven In onderstaande tekst wordt per gebied of type met een beperkte milieuruimte < IV (geluid, externe terrein aangegeven welke typen bedrijvigheid daar veiligheid, stank) worden gevestigd. Dat sluit gevestigd kunnen worden. menging met andere functies niet per definitie uit. Nader onderzoek moet uitwijzen in hoeverre verdere Criteria intensivering van het gebruik van de werkfunctie op deze bedrijventerreinen mogelijk is. ƒƒ Metropolitaan kerngebied Standpunt is verder dat op deze terreinen terughou- Het metropolitaan kerngebied is een zeer gedifferen- dendheid nodig is t.a.v. functiemenging. Verdere tieerd gebied. Het omvat ondermeer de historische verkantorisering op deze bedrijventerreinen wordt binnenstad, de Zuidas en de uitrol van het centrum in afwachting van de kantorenstrategie vooralsnog binnen de ring. Er is sprake van een optimale tegengegaan. Voor een aantal bedrijventerreinen menging van wonen en werken met daarin het (hieronder vermeld) kan worden onderzocht of op winkelgebied van internationale allure, internationale termijn menging met wonen mogelijk is. toplocaties voor kantoren, maar ook woongebieden, waaronder de grachtengordel, de Jordaan, en de 19e-eeuwse gordel. De hieronder genoemde criteria gelden niet voor de binnen het metropolitaan kerngebied gelegen

226 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Metropolitaan kerngebied Kantoren (zowel zelfstandig, grootschalig als kleinschalig in plinten of verzamelgebouwen), kleinschalige stadsverzorgende bedrijven, per nieuwe woning minimaal 5m² zelfstandige nieuwe Type bedrijven kleinschalige bedrijfsruimte of kantoorruimte. oriëntatie Internationaal, nationaal Internationale en nationale knooppunten OV. Stedelijke hoofdnetten. Fijnmazig hoogwaardig bereikbaarheid fietsnet. Wonen in hoge dichtheden, cultuur, voorzieningen, toerisme, hoger onderwijs, detailhandel menging (internationale allure, maar ook buurtvoorzieningen), Hoge dichtheden. Binnen de Ring terughoudend met hoogbouw hoger dan 30m. Langs zuidfront gedifferentieerd hoogbouwmilieu vanaf 60 meter, langs Waterfront hoogbouwac- dichtheid centen vanaf 60 meter binnen de ‘zoekgebieden’.

Beperking, dubbel gebruik. A-norm voor bedrijvigheid binnen Singelgracht, rond stations parkeren Teleport en Zuid/WTC. B-norm in overig gebied. Beeldbepalend, veilig, intensief te gebruiken openbare ruimte: stadsstraten en –pleinen, inrichting parken. Respect historische structuur. Ontmoetingsplaatsen Gebied binnen de Ringlijn/Ringweg, Zuidas, Sixhaven e.o., Teleport, Riekerpolder, Oude Haagseweg, RID-gebied Arenagebied en Amstel III (oostelijke strook) zijn eveneens te typeren terreinen als metropolitaan kerngebied. Mr. Visserplein, Rembrandtplein, Leidseplein, Waterlooplein de Rode Loper (Damrak, Rokin, Vijzelstraat en –gracht, Ferdinand Bolstraat), Coalitieproject 1012 en Museumplein Van Baerlestraat, Utrechtsestraat, Beethovenstraat, deel Middenweg, Jan Evertsenstraat, Surinameplein, Rijnstraat, zuidelijk deel Ferdinand Bolstraat, Van der Pekstraat, omgeving Stadsstraten -pleinen Muiderpoortstation, Parnassusweg.

Grootschalig bedrijventerrein, ruime milieucontouren Havengebonden bedrijfsactiviteiten. Stadsverzorgende bedrijven. Distributie en logistieke functies. Bedrijven t/m milieucategorie t/m V. Open opslag. Type bedrijven Max 30% kantoor per vestiging tot een maximum van 2.000m². oriëntatie Internationaal tot stadsverzorgend bereikbaarheid Diep vaarwater, rijkswegennet, spoor menging Geen wonen, geen zelfstandige kantoorontwikkeling. dichtheid Intensief. Hoogbouw groter dan60m parkeren Op eigen terrein, na-transport naar OV inrichting Mogelijkheden voor ecologische inrichting. Afrikahaven, Amerikahaven, Westhaven, Atlaspark, Sloterdijk II, Petroleumhaven e.o., Coenhaven, De Heining, Cornelis Douwes 0,1-2,3 (toekomst hiervan is afhankelijk van plan terreinen ‘Havenstad’)

Grootschalig bedrijventerrein, beperkte milieucontouren

Grootschalige bedrijven en Stadsverzorgende bedrijven. Geen open opslag. Specifieke terreinen voor Schipholgebonden bedrijven. Milieucategorie kleiner dan IV. Type bedrijven Max 30% kantoor tot 2.000m² bruto vloeroppervlak per vestiging oriëntatie Internationaal tot stadsverzorgend bereikbaarheid Hoofdnet auto, na-transport naar OV.

Geen wonen, geen zelfstandige kantoorontwikkeling. Onder voorwaarden perifere detailhandel menging en leisure. dichtheid Intensief. Hoogbouw groter dan 60m parkeren Op eigen terrein, na-transport naar OV inrichting hoogwaardig Mogelijkheden voor ecologische inrichting

Sloterdijk III, Amstel Bussinesspark, Amstel III (westelijke strook), Lutkemeerpolder (ABPO), Weespertrekvaart Zuid, Amstel I Zuid, Buiksloterham Zuid, Metaalbewerkersweg, Bedrijven- terreinen centrum Osdorp

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 227 Werkwoongebied binnen Ring A10/Ringlijn

Stadsverzorgende bedrijven, milieubelasting < III, minimaal 50% van het bedrijventerrein anno Type bedrijven 2009 blijft bestemd voor stadsverzorgende bedrijven oriëntatie stedelijk bereikbaarheid Stedelijke Hoofdnetten

menging Wonen, kleinschalige kantoren max ….m² per vestiging (uit te werken in kantorenstrategie)

Hoge dichtheid, langs Waterfront hoogbouwaccenten vanaf 60 meter binnen de ‘zoekge- dichtheid bieden’, daarbuiten terughoudend met hoogbouw groter dan 30m parkeren Eigen terrein, inrichting intensief Terreinen 2009 Buiksloterham Noord, NDSM-West en NDSM-Oost.

Tussen 2010-2020 mogelijk (o.b.v. onderzoek) Oostenburg, Cruquiusweggebied, Foodcenter

Tussen 2020-2030 mogelijk (o.b.v. onderzoek) Hamerstraatgebied.

Woonwerkgebied binnen Ring A10/Ringlijn

(Kleinschalige) stadsverzorgende bedrijven binnen Ring A10, milieubelasting < III, minimaal Type bedrijven 25% van het bedrijventerrein anno 2009 blijft bestemd voor stadsverzorgende bedrijven oriëntatie stedelijk bereikbaarheid Stedelijke Hoofdnetten

Wonen, voorzieningen en kleinschalige kantoren max ….m² bruto vloeroppervlak per menging vestiging (uit te werken in kantorenstrategie) dichtheid Hoge dichtheid, terughoudend met hoogbouw > 30m parkeren Eigen terrein inrichting intensief terreinen KNSM-eiland (loods 6), Czaar Peterstraat, Gilles van Ledenberghstraat, Stuurmankade

Na 2020 mogelijk ook (o.b.v. Tramremise Lekstraat, Karperweg, busremise Jan Tooropstraat, Zeeburgerpad, Molukken- onderzoek) straat, Weespertrekvaart Noord en Landlust.

Na 2030 mogelijk ook (o.b.v. onderzoek) Zamenhofstraat, Gembo-terrein en Nieuwendammerdijk

Gemengd gebied buiten Ring A10/Ringlijn Stadsverzorgende bedrijven, kantoren en voorzieningen (milieucategorie < III), detailhandel van stadsdeelniveau tot buurtniveau, per nieuwe woning minimaal 5m² zelfstandige kleinschalige kantoor- of bedrijfsruimte gerealiseerd (max. 250m² per unit/vestiging). Type bedrijven Max. 20% niet-wonen, muv stadsstraten en –pleinen (tot 100% niet-wonen) oriëntatie stedelijk bereikbaarheid Fijnmazig netwerk, hoofdnet fiets en OV menging Volledige menging kleinschalige voorzieningen, maar nadruk op wonen.

Gedifferentieerd, terughoudend met hoogbouw, hoogbouwaccent ca 60 m waar oriëntatie dichtheid (nog) nodig is. parkeren gedifferentieerd inrichting gedifferentieerd gebieden Stadsdelen Noord, Zuidoost, Nieuw-west, deel stadsdeel West, Zuid en Oost (w.o. IJburg)

228 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Binnenstedelijk monofunctioneel bedrijventerrein binnen Ring A10/Ringlijn

Stadsverzorgende bedrijven, milieubelasting maximaal IV, 100% van het bedrijventerrein anno Type bedrijven 2009. oriëntatie stedelijk bereikbaarheid Stedelijke Hoofdnetten

Geen menging met wonen. Voorzieningen en kleinschalige kantoren max …m² bruto vloer- oppervlak per vestiging. Intensivering afhankelijk van nader onderzoek en uit te werken in menging kantorenstrategie. dichtheid Hoge dichtheid, terughoudend met hoogbouw groter dan 30m. parkeren Eigen terrein, inrichting intensief

Sloterdijk I, Alfa-driehoek, Stadhaven Minerva (toekomst hiervan is afhankelijk van plan ‘Haven-Stad’), Schinkel, Metaalbewerkersweg, Buiksloterham Zuid, Pereboomsloot, Hamer- straatgebied, Zamenhofstraat, Gembo-terrein, Nieuwendammerdijk, Oostenburg, Veemarkt- terrein, Zeeburgerpad, dl Zeeburgereiland, Cruquiusweggebied, dl Steigereilanden, Bedrij- vencentrum Westerpark, Aletta Jacobslaan, Tramremise Lekstraat, Karperweg, busremise Jan Terreinen anno 2009 Tooropstraat, Molukkenstraat, Weespertrekvaart Noord, Weespertrekvaart Zuid, Landlust,

Te onderzoeken of transfor- matie naar werkwoongebied mogelijk is Hamerstraatgebied (na 2020), Cruquiusweggebied, Oostenburg, Foodcenter

Te onderzoeken of transfor- Tramremise Lekstraat, Karperweg, busremise Jan Tooropstraat, Zeeburgerpad, Molukkenstraat, matie naar woonwerkgebied Weespertrekvaart Noord, Landlust en na 2020: Zamenhofstraat, Gembo-terrein en Nieuwen- mogelijk is dammerdijk

ƒƒ Werkwoongebied zelfstandige kleinschalige kantoor- of bedrijfsruimte In werkwoongebieden wordt minimaal 50% van het gerealiseerd (max. 250m² per unit/vestiging). terreinoppervlak van het bestaande bedrijventerrein (anno 2009) bestemd voor bedrijven. ƒƒ Locaties kleinschalige bedrijvigheid Een aantal bestaande locaties voor klein- ƒƒ Woonwerkgebied schalige bedrijfshuisvesting in het gemengde In woonwerkgebieden wordt minimaal 25% van het gebied behouden een beschermde status. Om terreinoppervlak van het bestaande bedrijventerrein te waarborgen dat er in Amsterdam ook in het (anno 2009) bestemd voor bedrijven gemengde gebied voldoende ruimte voor bedrij- Van de volgende bedrijventerreinen kan transfor- vigheid blijft, is het namelijk gewenst dat bestaande matie tot woonwerkgebied onderzocht worden: bedrijfsruimten niet aan de voorraad onttrokken tussen 2010-2020: tramremise Lekstraat, Karperweg, worden. Het omzetten van deze bedrijfsruimten tot busremise Jan Tooropstraat, Zeeburgerpad, Moluk- kantoren, voorzieningen of woningen wordt tegen- kenstraat, Weespertrekvaart Noord en Landlust. gegaan. Bij actualisering van het beleid kleinschalige Tussen 2020-2030: Zamenhofstraat, Gembo-terrein bedrijfshuisvesting uit 1999 zal samen met de stads- en Nieuwendammerdijk delen onderzocht worden welke locaties het betreft en of aanpassing en uitbreiding van deze locaties ƒƒ Gemengd gebied mogelijk is. Dit zijn de gebieden buiten de ring/ringlijn waar het wonen domineert. De menging met niet-woon- Platform Bedrijfslocaties functies bestaat voornamelijk uit niet-woonfuncties Plannen die bedrijfslocaties betreffen, worden voor die het wonen ondersteunen. Dat kunnen klein- advies voorgelegd aan het Platform Bedrijfslocaties. schalige bedrijven zijn, maar ook grootschalige Dit platform beoogt door uitwisseling van informatie voorzieningen, zoals ziekenhuizen. Voorwaarde is wel en expertise een positieve bijdrage te leveren aan dat grootschalige voorzieningen gevestigd worden de ontwikkeling van bedrijfslocaties in Amsterdam. nabij knooppunten van openbaar vervoer. Hierbij gaat het zowel om de ontwikkeling van In deze gemengde gebieden wordt nieuwe bedrijfslocaties, als om herstructurering en tegenover elke nieuwe woning minimaal 5m² behoud van reeds bestaande bedrijfslocaties.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 229 Tevens adviseert het platform gevraagd en Procedure ongevraagd aan het gemeentebestuur en aan het In bestemmingsplannen, projectbesluiten, bouwen- dagelijks bestuur van de stadsdelen over plannen op veloppen en/of erfpachtcontracten dient het gebruik het gebied van kantoorlocaties, bedrijventerreinen en van de gronden duidelijk te worden vastgelegd, kleinschalige bedrijfsruimten in de woonomgeving. waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen kantoren De ‘Werkgroep Bedrijfslocaties’ fungeert onder het en bedrijven. Daarbij wordt géén gebruik gemaakt platform. De werkgroep bereidt platformbijeen- van de term ‘kantoorachtige’. Plannen voor de komsten voor en voert het werk uit dat voortkomt uit vestiging van bedrijven en kantoren dienen, behalve het platform. aan bovengenoemde criteria, te voldoen aan het locatiebeleid (zie paragraaf 3.3.5). Daarnaast dienen plannen waarin kantoren groter dan 2.000m² bruto vloeroppervlak zijn opgenomen, te passen binnen de afspraken die worden gemaakt in Plabeka-verband.

3.3 Detailhandel

De detailhandel is een dynamische wereld, waar detailhandel, eveneens PDV; voor overige detail- consumentenvoorkeuren en winkelformules snel op handel wordt verwezen naar de nota ‘Detailhandel in elkaar inspelen en veranderen. Een langetermijn- Balans’(2001). visie zou in deze wereld een beperkte houdbaarheid kennen. Om die reden kunnen belangrijke vraag- Procedure stukken die in de visie zijn geschetst, beter zoveel Initiatiefnemers van plannen, waarin detailhandel is mogelijk uitgewerkt worden in detailhandelsbeleids- opgenomen met een oppervlak van 2.000m² of meer nota’s met een kortere horizon. Een herijking van en de instelling van nieuwe (waren-)markten, zijn het beleid met een vijfjaarlijkse cyclus is enerzijds verplicht om advies in te winnen bij de Commissie kort genoeg om ruimte te bieden voor noodzakelijke Winkelplanning Amsterdam. De Commissie onder- beleidsaanpassingen en is anderzijds lang genoeg zoekt hierbij of om (investering)zekerheid voor ondernemers en ƒƒ er Marktruimte is; projectontwikkelaars te bieden. ƒƒ de uitbreiding ruimtelijk ingepast kan worden bij bestaande winkelcentra; Commissie Winkelplanning Amsterdam ƒƒ de verkeerscapaciteit, bereikbaarheid en het Amsterdam kent de zogenaamde Commissie Winkel- aantal parkeerplaatsen toereikend is planning, samengesteld uit vertegenwoordigers van ƒƒ het de reguliere bedrijvigheid niet verdringt; het bedrijfsleven (Kamer van Koophandel, Hoofd- ƒƒ het initiatief past in de winkelhiërarchie; De bedrijfschap detailhandel, MKB en Raad Neder- nota ‘Detailhandel in balans’ omschrijft deze landse Detailhandel, Centrale Vereniging Ambulante als kernwinkelapparaat, stadsdeelwinkelcentra, Handel) en de overheid (Dienst Ruimtelijke Ordening, wijkwinkelcentra, GDV en PDV-locaties Ontwikkelingsbedrijf, Bestuursdienst en Economische ƒƒ er bij GDV-winkels sprake is van een oppervlakte Zaken). ondergrens van 2.000m² winkelvloeroppervlak per Deze commissie toetst initiatieven in de geest van bedrijfsvestiging. het gemeentelijk centrale beleid in algemene zin aan de structuurvisie, aan de nota ‘Detailhandel in balans’ Regionale Commissie Winkelplanning (2001) en aan de nota ‘Grootschalige Detailhandel Daarnaast bestaat er binnen de metropoolregio de in Balans’ (4 juli 2006). In de laatstgenoemde nota is Regionale Commissie aangekondigd dat het beleid na vijf jaar zal worden Winkelplanning (RCW). Hier worden de gevolgen van geëvalueerd. Op basis van de evaluatie zal blijken winkelplannen op de regionale of een herijking van het beleid noodzakelijk dan wel detailhandelsstructuur beoordeeld, op basis van de wenselijk is. Tot die tijd is het huidige beleid conform nota ‘Selectieve dynamiek 2006-2010’ (13 december de nota ‘Grootschalige Detailhandel in balans’ 2005) van de Stadsregio Amsterdam. Inhoudelijk vigerend. De nota betreft behalve grootschalige komt het regionale beleid grotendeels overeen

230 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam met het Amsterdamse. Advisering door de RCW is afstemming van winkelplannen. Zij heeft haar beleid verplicht voor iedere detailhandelsontwikkeling met in deze vastgelegd in de ‘Provinciale detailhandels- een (mogelijk) bovenlokaal effect, maar zeker voor en leisurevisie’, die op 9 februari 2009 is vastgesteld plannen met een metrage detailhandel dat groter is door provinciale staten. dan 1.500m² v.v.o. buiten binnenstedelijke woonge- Onderdeel van deze visie is het voornemen om bieden (c.q. op bedrijventerreinen) en 5.000m² v.v.o. Regionale Commissies Winkelplanning in te stellen in binnenstedelijke woongebieden. voor het hele grondgebied van de provincie. Deze Deze commissie brengt advies uit aan het dagelijks Commissies brengen advies uit aan gedeputeerde bestuur van de Stadsregio Amsterdam. De provincie staten van Noord-Holland. Noord-Holland hecht eveneens groot belang aan

3.4 Locatiebeleid

Doel Bedrijven - groot of klein, internationaal,­ nationaal Beleid of regionaal - moeten in Amsterdam een attrac- In het locatiebeleid staat de toepassing van het tieve plek kunnen vinden om hun bedrijf goed te principe ‘de juiste functie op de juiste plek’ centraal. kunnen laten functioneren. Een belangrijk aspect Daarnaast legt het locatiebeleid parkeernormen voor hierbij is een uitstekende bereikbaarheid van kantoren en bedrijven vast. Het autogebruik wordt, deze plek­ken. Het locatiebeleid heeft tot doel de ten gunste van een betere doorstroming voor het bereikbaarheid van (werk)locaties te garanderen en (nood-)zakelijke verkeer, teruggedrongen. Tevens daarmee een gezond woon-, leef- en vestigings- wordt het gebruik van het openbaar vervoer gesti- klimaat te behouden en de economische positie van muleerd. Amsterdam te versterken. In onderstaande tekst wordt het in 2008 vastgestelde Amsterdam moet niet alleen kwantitatief­ en kwali- locatiebeleid samengevat. De volledige beleidstekst tatief voldoende bedrijfslocaties kunnen aanbieden, is te vinden in de link naar het in 2008 vastgestelde maar ook bereikbare bedrijfslocaties. Bij ieder plan document. Overigens is het betreffende beleidsstuk moeten afwegin­gen worden gemaakt. Daarbij wordt vastgesteld als aanvullend toetsingskader op het gezocht naar een evenwicht tussen milieu (luchtkwa- structuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid (2003)’. De liteit), gezondheid en economie met aandacht voor terminologie in het document verwijst naar die van de kwaliteit van de werkomgeving. het structuurplan. In onderstaande tekst is een en Amsterdam wil tot de top van Europese vesti- ander geënt op de terminologie van voorliggende gingslocaties behoren. Gebiedsontwikkeling van structuurvisie. kantoor- en bedrijvenlocaties is erop gericht om een aantrekkelijke internationale vestigingslocatie te Criteria blijven en te worden. Tegelijk vergt het inspanning 1. Juiste functie op juiste plek om de keerzijde van de groei tegen te gaan. Daarbij Het doel van de juiste functie op de juiste plek is het gaat het onder meer om aspecten als congestie, optimaal benutten van de schaarse ruimte en het leefbaarheid en luchtkwaliteit. Speerpunten van het garanderen van een goede bereikbaarheid. Hierdoor mobiliteitsbeleid zijn onder andere de doorstroming, wordt het niet-noodzakelijke autoverkeer beperkt. het tegengaan van niet-noodzakelijk autoverkeer, Met functie worden hier functies in de brede zin parkeerbeleid en investeringen in regionaal openbaar bedoeld, bijvoorbeeld kantoren, bedrijven, voorzie- vervoer. Om de luchtkwaliteit te verbeteren wordt ningen, winkels, hotels, onderwijsinstellingen, leisure. vastgehouden aan het idee van een compacte stad Met de juiste plek wordt bedoeld de locatie die en concentratie van autoverkeer op hoofdwegen. geschikt is volgens de Structuurvisie 2040 en overige Het loca­tiebeleid draagt bij aan een goede afweging relevante beleidsnota’s. tussen deze belangen: de concurrentiepositie van Amsterdam, gebiedsontwikkeling, mobiliteit en lucht- 2. Vaste parkeernormen voor kantoren en bedrijven kwaliteit. Amsterdam kiest ervoor de stad beter bereikbaar te maken door parkeernormen voor kantoren en

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 231 bedrijven te hanteren. Voor kantoren en bedrijven ƒƒ Flexibele toepassing van parkeernor­men kan houdt dit een parkeernorm in van 1:250m² bruto alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit / vloeroppervlak (op a-locaties) en 1: 125m² bruto capaciteit van het wegennet dit toelaten. Beide vloeroppervlak (op b-locaties). zijn harde randvoorwaarden. A locaties zijn de gebieden rondom de vijf belang- ƒƒ Wil men voor een bepaalde locatie of stadsdeel rijkste NS stations (Centraal Station, Amstelstation, gebruik maken van de flexibili­teitoptie, dan dient Station Sloterdijk, Station Zuid en Station Bijlmer) het afwijkingspercentage te worden opgenomen en B locaties zijn locaties in de directe omgeving in het bestemmingsplan/projectbesluit, evenals van ringlijn/metrolijnstation en overige NS stations de criteria op grond waarvan afgeweken mag of gelegen binnen het fijnmazige netwerk van trams worden. De bandbreedte kan variëren per en bussen. Op c-locaties, die goed via het hoofdnet gebied. De criteria zijn kwaliteit en kwantiteit van auto zijn ontsloten, gelden geen parkeernormen voor het openbaar vervoer, mobiliteitsmanagement, bedrijven. dubbelgebruik parkeerplaatsen en de vestiging ƒƒ De vestiging van kantoren (>2.000m² bruto vloer- van bestuurlijk wenselijke functies. oppervlak ) wordt op c-locaties ontmoedigd. Voor overige niet-woon functies (bijvoorbeeld leisure, 5. Opstellen van een mobiliteitsplan hotels, congresruim­ten, winkels) kunnen de Amster- Om de bereikbaarheid van (werk)locaties te bevor- damse parkeerkerncijfers als hulpmiddel worden deren, worden bedrij­ven gestimuleerd aan mobili- gebruikt. Deze zijn gebaseerd op de CROW-cijfers. teitsmanagement te doen door hun werk­nemers te Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen stimuleren meer gebruik te gaan maken van de fiets in het locatiebeleid opgenomen. Stadsdelen of de en van het openbaar vervoer. Van bedrijven met centrale stad kunnen zelf deze normen voor wonen meer dan 100 werknemers wordt verwacht dat zij een opnemen in hun parkeer­beleid. mobiliteitsplan opstellen. In de gebruiksvergunning ƒƒ De parkeernorm voor bedrijven en kantoren dient heeft het mobiliteitsplan zijn juridische grondslag. in bestemmingsplannen voor a- en b-locaties te worden vertaald in de ‘Regels’. Dit geldt Zie ook eveneens voor de ruimtelijke onderbouwing bij ƒƒ Locatiebeleid Amsterdam (2008) inclusief bijlage: een Projectbesluit. Amsterdamse parkeerkencijfers ƒƒ Vestigingsbeleid religieuze instellingen­ 3. Parkeerbalans ƒƒ Plabeka 2007 Om de schaarse ruimte efficiënt te benutten en het ƒƒ Havenvisie 2008-2020 (niet-noodzakelijke) autoverkeer terug te dringen, ƒƒ rapport ‘Minder kantoorplannen in uitvoe- is een par­keerbalans een onmisbaar instrument om ring’(februari 2007) de vraag naar en het aanbod van parkeerplaatsen ƒƒ Amsterdamse variant VNG-lijst (nog niet gereed) te berekenen en daarmee de hoeveelheid parkeer­ ƒƒ ‘Grootschalige Detailhandel in Balans’ (4 juli 2006) plaatsen in een gebied zo optimaal mogelijk te ƒƒ Trends en trekpleisters op bedrijventerreinen in bepalen. Aanbevolen wordt om een parkeerbalans Amsterdam (2004) op te stellen bij plannen waar meerdere niet-woon- ƒƒ Kleinschalige bedrijfshuisvesting in Amsterdam functies zijn voorzien. Een parkeerbalans­ kan worden (1999) opgesteld op het niveau van een structuurvisie, een ƒƒ Vestigingsbeleid religieuze instellingen in programma van eisen, een bestemmingsplan en een Amsterdam (2004) bouwplan. ƒƒ ‘Detailhandel in balans’ (2001) ƒƒ Het opnemen van een parkeerbalans in de ƒƒ ‘Selectieve dynamiek 2006-2010’ (13 december toelichting op een bestemmingsplan wordt 2005) voorgeschreven. Dit geldt eveneens voor de ƒƒ ‘Provinciale detailhandels- en leisurevisie’ (9 ruimtelijke onderbouwing bij een Projectbesluit. februari 2009) ƒƒ Nota kleinschalige bedrijfshuisvesting in 4. Flexibiliteit inbouwen in bestemmingsplannen Amsterdam (1999) De gemeente Amsterdam kiest voor vaste parkeer- normen voor kantoren en bedrijven, maar wil de mogelijkheid houden om in bepaalde geval­len daarvan af te kunnen wijken.

232 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Bijlage: Het aangepaste schema uit het vastgestelde Locatiebeleid (2008).

Metropolitaan Werkwoon- Woonwerk- Grootschalig kerngebied gebied gebied Bedrijventerrein bedrijventerrein regionale (inter)nationale oriëntatie, Stedelijke stedelijke / (inter)nationale / uitstraling, hoge hoge dicht- oriëntatie, lagere regionale oriën- regionale oriën- dichtheden en heden, dichtheden, tatie, maximaal 30 tatie, max. 30 % menging van minimaal 50% max. 25 % % kantoren, geen kantoren, geen functies. bedrijven. bedrijven woonfunctie woonfunctie Solitaire kantoren >2.000m² Solitaire kantoren <2.000m² GDV winkels PDV winkels Kernwinkelapparaat Stadsdeelcentra Wijkwinkelcentra Grootschalige bedrijven niet mengbaar wonen Kleinschalige bedrijven mengbaar met wonen hotels Horeca overig Gebouwde leisure - veel publiek Gebouwde leisure - veel ruimte Grote congresruimten

Grootschalige voorzieningen Grote religieuze instellingen Stedelijk wonen Suburbaan wonen

Legenda Kleur

passend groen

passend afhankelijk van functie of plek geel

ongeschikt rood

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 233 234 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 4

Ruimtelijke structuur

4.1 Hoogbouw

Ambitie Gebieden waar hoogbouw wordt gestimuleerd Amsterdam streeft naar een economisch sterk en In het bijzonder wordt ingezet op verdichting in een duurzaam ingerichte stad. Daarbij vormt het inten- aantal gebieden en zones binnen de Zuidflank, op siever gebruik van de bestaande stad en tegelijk het locaties langs het Waterfront en in zones langs de open houden van het landschap één van de doelen. Ringlijn/Ringweg. Intensivering van het grondgebruik in de stad biedt Met name rond knooppunten van openbaar vervoer, tal van mensen woon- en werkruimte in Amsterdam. ontwikkelden zich de afgelopen decennia gebieden Het brengt een forse toename van het aantal met een grote dynamiek en ontwikkeldruk. Hier woningen en bijbehorende voorzieningen met zich worden representatieve, goed bereikbare situaties mee, intensiever gebruik van de werkgebieden ten volle benut en ontstonden internationale en een grotere mix van wonen en werken. Het gemengde milieus. In de afgelopen decennia noodzaakt tot extra investeringen in de openbare werden hoogbouwensembles en –clusters, zoals op ruimte, en tot efficiënter omgaan met energie en de Zuidas, de , het Arenagebied, Teleport vervoer. en Overhoeks prominent zichtbaar in het stedelijk Verdichting is een belangrijke opgave, voor de hele landschap. stad en voor bepaalde gebieden in het bijzonder. Zelfs nu de bouw van nieuwe kantoren afneemt, Hoogbouw is daarin niet het enige -, maar wel een neemt verdichting in deze gebieden desondanks geschikt middel. Het is bovendien een krachtig toe, door toevoeging van wonen en voorzieningen, stedenbouwkundig instrument. eveneens in hoogbouw. Ook wonen profiteert In onderstaande tekst zijn de uitgangspunten namelijk van de gunstige ligging van deze gebieden voor hoogbouw in Amsterdam genoteerd. Daarbij ten opzichte van de binnenstad, goed bereikbaar wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden waar via het fijnmazige tramnet en een goed verzorgd hoogbouw wordt gestimuleerd en gebieden waar fietsnet, in combinatie met de directe nabijheid van hoogbouw zeer terughoudend wordt toegepast. het rijkswegenstelsel, waardoor ook gebieden buiten de stad snel bereikbaar zijn.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 235 ƒƒ Algemeen solitairen zijn toegestaan vanaf 60 m. Bij voorkeur Uiteraard dient in alle gevallen rekening te worden wordt voor de zoekgebieden een afzonderlijke visie gehouden met de mogelijke impact op de beleving op hoogbouw ontwikkeld, waarin de landschap- vanuit het beschermd stadsgezichten het werel- pelijke effecten en de onderlinge relatie van afzon- derfgoed en met beperkingen vanwege Schiphol en derlijke torens wordt onderzocht. Voor de kop van de straalpaden. het Zeeburgereiland is het ontwikkelen van een hoogbouwensemble, met een gemiddelde hoogte ƒƒ Zuidflank van ca 60 meter, niet uitgesloten. In de Zuidflank (roze op bijgaande kaart) laat de hoge Langs de noordelijke oevers zijn, in tweede linie, ontwikkeldruk zich hier prima vertalen in hoogbouw accenten met bouwhoogten vanaf 60 meter toege- tot 60 meter, bij belangrijke knooppunten liefst nog staan, vergelijkbaar met de torenstrook Overhoeks. hoger. Daar bestaat de voorkeur voor hoogbouw- Buiten deze zoekgebieden worden hoogbouw- clusters en –ensembles. plannen hoger dan 30 meter in principe uitgesloten. In het Buiten-IJ wordt ingezet op een compact ƒƒ Waterfront stedelijk milieu in de weidsheid van het landschap. Bij de herontwikkeling van de Zuidelijke IJoevers Bouwhoogten tot maximaal 40 meter zijn toegestaan, keerde de stad zich naar het IJ. Nieuwbouw kreeg echter zonder nadrukkelijke hoogteaccenten. daarbij overwegend een maat, passend bij de hoogte Het havenlandschap Westpoort is herkenbaar door van pakhuizen (ca 30 meter), met hier en daar hogere schoorstenen, kranen en windmolens met een accenten (ca 60 meter). grote diversiteit aan hoogten en vormgeving. Voor Dit silhouet wordt langs beide IJoevers voort- het havengebied gelden geen beperkingen qua gezet. Dat betekent dat binnen de, op bijgaande bouwhoogten. hoogbouwkaart aangegeven zoekgebieden,

236 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam ƒƒ Ringweg/Ringlijn-zone gekenmerkt als werelderfgoed mag een gebouw niet In deze strook (paarse zone op bijgaande kaart) hoger lijken dan de gemiddelde bebouwing. Dat wordt ingezet op verdichting en toepassing van betekent dat geen hoogbouw in zichtlijnen (lijnen hoogbouw, met name rond metrostations en NS op hoogbouwkaart) mag worden geplaatst binnen stations. Daarbij wordt gedacht aan een gediffe- een afstand van circa 2 kilometer gemeten vanuit het rentieerd hoogbouwmilieu, met ensembles vanaf erfgoed. Op 2 km afstand is hoogbouw tot 30 meter ca 60 meter hoogte bij de knooppunten. Uitzon- toegestaan. Daarbuiten geldt: hoe verder weg, hoe dering vormt de zone langs de A10 in Amsterdam hoger een gebouw kan zijn. Noord, waar toevoeging van hoogbouw, vanwege de landschappelijke effecten op Waterland, niet is ƒƒ Binnen de Singelgracht gewenst. Een belangrijk aspect van het hoogbouwbeleid is de bescherming van de bijzondere kwaliteiten van het Terughoudend met hoogbouw gebied binnen de Singelgrachtzone, grotendeels De opgave tot verdichting leidt niet in alle gevallen gekenmerkt als Beschermd Stadsgezicht, en in het tot hoogbouw. Amsterdam kent ook gebieden bijzonder van het gedeelte van de grachtengordel waar -om verschillende redenen- beperkingen aan dat is voorgedragen voor de lijst ‘werelderfgoed’ van bouwhoogten worden opgelegd. Unesco. Hoogbouw, schaalbreuk of aantasting van weefsel of ƒƒ Algemeen typologie zijn hier niet zondermeer toegestaan. Een Uiteraard dient in alle gevallen rekening te worden bouwhoogte tot 30 meter is hier de richtlijn. gehouden met de mogelijke impact op de beleving vanuit het beschermd stadsgezichten het werel- ƒƒ Binnen de Ringweg derfgoed en met beperkingen vanwege Schiphol en Naast de waardevolle gebieden binnen de Singel- de straalpaden. gracht, kent de stad binnen de Ringweg verschil- lende ‘Gebieden van bijzondere waarde’. Gedacht ƒƒ Hoogbouw in en zichtbaar vanuit het ‘werel- moet worden aan waardevolle stedenbouwkundige, derfgoed’ architectonische ensembles en landschappelijke Een belangrijk aspect van het hoogbouwbeleid is de kwaliteiten. Het vernoemen waard zijn bijvoorbeeld bescherming van de bijzondere kwaliteiten van het de Berlagebuurt, Linnaeushof, Vondelpark, Spaarn- gebied binnen de Singelgrachtzone, grotendeels dammerbuurt, de tuinsteden in Amsterdam-Noord. gekenmerkt als beschermd stadsgezicht, en in het Nieuwbouw, zeker wanneer sprake is van afwijkende bijzonder van het gedeelte van de grachtengordel bouwhoogten, dient zorgvuldig te worden ingepast. dat is voorgedragen voor de lijst ‘werelderfgoed’ van Een bouwhoogte tot 30 meter is hier de richtlijn. Unesco. Voor andere gebieden binnen de Ringweg ligt de Hoogbouwplannen – binnen of buiten de Singel- gemiddelde bouwhoogte al rond de 30 meter, of gracht – , die zichtbaar zijn vanuit het ‘werel- is transformatie naar stedelijk knooppunt ingezet. derfgoed’ worden beoordeeld op effecten op Daaronder vallen onder andere de Wibautstraat en het erfgoed. Uitgangspunt is dat -dáár waar het het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. Hier historisch gelaagde stadsbeeld tot een geheel, een zijn afwijkende bouwhoogten te overwegen. eenheid ‘vergroeid’ is geraakt- dit niet door nieuwe bebouwing, afwijkend in maat en schaal, mag worden aangetast. Echter: gezien vanaf zekere afstand heeft hoogbouw geen relevant effect meer. Een gebouw van ca 60 meter hoog is op een afstand van 2.000 meter misschien wel zichtbaar, maar het heeft nauwelijks invloed op een bestaand stadsbeeld. Een goed voorbeeld daarvan is het zicht op de hoogbouw in de omgeving van het Amstelstation, bezien vanaf de Leidsestraat over de Prinsengracht. De Rembrandt- toren is dan niet groter dan een grachtenpand. Dit wordt tot regel verheven: vanuit het gebied

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 237 ƒƒ Langs de groene scheggen fectrapportage (HER), waarbij specifiek wordt gelet Juist vanuit de openheid van de groene scheggen op de effecten op het stedelijk landschap en op is de stedelijke hoogbouw nadrukkelijk te ervaren, eventuele zichtbaarheid vanuit het werelderfgoed. ook als interessant wisselend perspectief terwijl De HER – of tenminste het onderzoek naar de men zich voortbeweegt. Bouwhoogten langs het landschappelijke effecten en die op het beschermd open landschap dienen zich tot 30 meter hoogte te stadsgezicht/werelderfgoed – , dient te zijn beperken. Enkele accenten tot 60 meter zijn toege- opgenomen in de toelichting op een bestem- staan, bij voorkeur in de tweede linie. De knoop- mingsplan of projectbesluit, alvorens dit plan aan punten met hun grotere hoogten bieden in het burgemeester en wethouders in het kader van het stedelijk landschap vervolgens een derde dieptelaag. vooroverleg ex. art.3.1.1. BRO wordt voorgelegd. Hoewel hoogbouw in de groene scheggen uit den boze is, is het denkbaar op de koppen van scheggen Een HER omvat onderzoeken naar de volgende –ook als daar geen knooppunt ligt- een enkel aspecten: zorgvuldig ingepast hoogbouwaccent te plaatsten. ƒƒ De impact op het stadslandschap, in het bijzonder op het ‘beschermd stadsgezicht’ en het ‘werel- ƒƒ Buiten de Ringweg: de stadsuitbreidingen derfgoed’. In de stadsuitbreidingen Nieuw West en Zuidoost ƒƒ De inpassing in de stedenbouwkundige struc­tuur was hoogbouw altijd al onderdeel van het steden- ƒƒ De hindernisbeperkende vlakken rond Schiphol en bouwkundig vocabulaire, compositorisch dan wel de PTT straalpaden typologisch, afhankelijk van periode en gebiedsty- ƒƒ Effecten van windhinder in de directe omgeving. pologie. Dat geldt in zekere mate ook voor Buiten- ƒƒ Effecten van schaduwwerking in de directe veldert. omgeving. Verspreid door deze stadsdelen zijn en worden ƒƒ De functie van de begane grondlaag van het solitaire torens gerealiseerd, vaak als accent in een bouwplan, de inrichting van de omringende stedenbouwkundig plan en/of ter markering van openbare ruimte en de sociale veiligheid in de een bijzondere locatie, zoals een stadsdeelcentrum direc­te omge­ving. of een winkelcentrum. De noodzaak om te stapelen ƒƒ Ef­fec­ten op uit­zicht, privacy. ontstaat overigens niet alleen vanuit de behoefte een accent te plaatsen, maar komt evenzeer voort uit de noodzaak tot verdichting vanwege de forse woning- bouwopgave binnen de gemeentegrenzen. Solitaire gebouwen tot 60 meter zijn in de meeste gevallen goed inpasbaar. Bij hoogbouwinitiatieven -vanaf ca 60m hoogte- moet het effect op het omringende landschap, de groene scheggen, het beschermd stadsgezicht en andere waardevolle gebieden in beeld worden gebracht. Uiteraard dient in alle gevallen rekening te worden gehouden met de beperkingen vanwege Schiphol en de straalpaden. Voor hoogbouw langs de groene scheggen: zie onder De groene scheggen.

Procedure Onder hoogbouw wordt verstaan: gebouwen vanaf ca 30 meter of twee maal de gemiddelde bouwhoogte in de directe omgeving. Het is niet mogelijk objectieve algemene criteria op te stellen om effecten van een hoogbouwbouwplan te meten en te beoordelen. Ieder plan vanaf ca 30 meter hoogte wordt daarom afzonderlijk beoordeeld. Dat gebeurt aan de hand van een Hoogbouwef-

238 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 4.2 Grootschalige reclamemasten

Sinds 1985 voert Amsterdam beleid op het terrein aangepast aan de passeersnelheid, zodat de van de grootschalige reclamemast. In aansluiting op boodschap in zeer korte tijd en indringend wordt het provinciale beleid, werd dit beleid achtereen- overgebracht. volgend in 1987, in 1991 en in 1999 geactualiseerd Hoewel de kans bestaat dat de masten een en vastgesteld door burgemeester en wethouders, omgeving overheersen, kan ’n mast, mits goed als aanvullend toetsingskader op het structuurplan. In geplaatst, ook een oriëntatiepunt vormen. de voorliggende structuurvisie is het beleid opnieuw opgenomen. Dat beperkt zich tot grootschalige Criteria reclamemasten met een hoogte vanaf ca 15 meter. Grootschalige reclamemasten zijn alleen toegestaan Voor overige (grootschalige) reclame-uitingen, zoals langs de rijkswegen A10, A4, A2, A9 en de toekom- billboards et cetera, zijn al richtlijnen en verorde- stige Westrandweg.), in gebieden die vanwege ningen van toepassing (Algemene Plaatselijke Veror- hun functie een indifferent karakter hebben; zoals dening, Woningwet, Artikel 7 lid 2 van de Wegenver- kantoorstroken, bedrijfs‑ en industrieterreinen, bij ordening). voorkeur in combinatie met op‑ en afritten van stads- Het bestaansrecht van grootschalige reclame- autowegen en snelwegen. masten is gebaseerd op een groot aantal passanten. Grootschalige reclamemasten mogen niet worden Daarom staan de meeste masten naast of in de geplaatst in de Hoofdgroenstructuur. Bij het plaatsen directe omgeving van het Rijkswegennet. Daarbij van een mast in of langs de groene scheggen dient zijn de maatvoering en de lay‑out van de boodschap terughoudend te worden gehandeld.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 239 De grootschalige reclamemasten mogen uitsluitend Procedure solitair worden geplaatst. Het plaatsen van grootschalige reclamemasten is De onderlinge afstand tussen de reclamemasten is gebonden aan een bouwvergunning. Daarbij moet minimaal 3 km. het bouwplan getoetst kunnen worden aan een Bij voorkeur is niet meer dan één mast tegelijk vigerend bestemmingsplan, redelijke eisen van zichtbaar is. wel­stand en bovenstaand beleid. Grootschalige reclamemasten dienen uitsluitend ten Op het oprichten van reclame-uitingen zijn verder behoeve van buitenreclame en niet ten behoeve van diverse regelingen en verordeningen van toepassing. ‘gevelreclame’ voor particuliere vestigingen. Genoemd kunnen worden de Algemene Plaatse- Verdichting van het aantal reclamemasten door parti- lijke Verordening (APV) en de Wegenverordening culiere initiatieven op eigen terrein moet voorkomen Noord Holland, waarin Artikel 7 lid 2 verbiedt het worden door deze aan de hand van dezelfde criteria aanbrengen of hebben van verlich­ting, verlich­te als die voor de grootschalige masten, te laten beoor- voor­wer­pen alsmede licht- of geluidgevende voorzie- delen door de Commissie voor Welstand. ningen op een wijze die naar het oordeel van het De bestaande masten voldoen overigens niet bestuursorgaan hinderlijk of gevaarlijk is voor het allemaal aan deze criteria. verkeer op de weg.

4.3 Ondergrond

De noodzaak voor een visie op de ondergrond van de stad is uitvoerig verwoord in deel 1, de visie. Het huidig instrumentarium voor de ondergrond is sectoraal gefragmenteerd. Een overall instrumen- tarium is niet voorhanden, maar wel gewenst. Na het opstellen van een ‘Visie op de ondergrond’ wordt invulling gegeven aan het overall instrumen- tarium voor de ondergrond. Op basis daarvan kan Amsterdam waar nodig worden beschermd en waar mogelijk worden benut. Zo, dat de ondergrond een optimale bijdrage levert, nu en in de toekomst, aan een economisch sterke en duurzame metropool. In dit deel wordt volstaan met het opsommen van relevante nota’s.

240 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 5

Groen en water

5.1 Hoofdgroenstructuur

Definitie Procedure Om de aantrekkelijkheid van Amsterdam voor Plannen in de hoofdgroenstructuur vragen om een bewoners en bedrijven te waarborgen is een afgewogen oordeel. Om dit mogelijk te maken, is minimum hoeveelheid groen nodig. Dit groen dient een deskundigenadvies geïntroduceerd, dat specifiek vooral als omgeving voor recreatie maar heeft betrekking heeft op de inpasbaarheid van een daarnaast nog andere functies die van groot belang initiatief. Hiertoe is de Technische adviescommissie zijn voor de stad: waterhuishouding, hittedemping, hoofdgroenstructuur (TAC) ingesteld. verbetering luchtkwaliteit, verbetering leefklimaat, De TAC is samengesteld uit deskundigen op het biodiversiteit en voedselproductie. Deze minimum gebied van landschap(-sarchitectuur), cultuurhistorie, benodigde hoeveelheid groen heeft in de voorlig- ecologie, recreatie, beleving, stedenbouw, groen- gende structuurvisie de aanduiding ‘hoofdgroen- beheer, sport, volkstuinen en natuur- en milieuedu- structuur’. catie. Benoeming geschiedt door de gemeenteraad per collegeperiode. In de hoofdgroenstructuur zijn die gebieden De TAC toetst alle plannen van de stad die aan opgenomen waar de functies groen en groene burgemeester en wethouders ter besluitvorming of recreatie voorop staan. Woningbouw, werkgerela- ter advisering worden voorgelegd aan onderstaande teerde functies, wegenaanleg of het vestigen van beleidsregels voor de hoofdgroenstructuur en voorzieningen die verkeer aantrekken of die ten adviseert burgemeester en wethouders, wanneer zij koste gaan van groen zijn niet in overeenstemming dit nodig acht. Burgemeester en wethouders en de met de doelstellingen van deze structuurvisie. gemeenteraad nemen het advies van de TAC als een Ingrepen die de recreatieve gebruikswaarde en/of technisch gegeven mee in de afweging. Het advies de natuurwaarde of andere functies van het groen van de TAC moet uiteraard beschikbaar zijn op een verhogen worden juist gestimuleerd. moment dat burgemeester en wethouders nog de Ingrepen in de hoofdgroenstructuur worden op mogelijkheid heeft een plan te (laten) aanpassen. inpasbaarheid beoordeeld. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in onderstaande tabellen. Daarin staat per groentype aangegeven welke ingrepen wel en niet zijn toegestaan. Deze gebieden zijn terug te vinden op de kaart ‘Hoofdgroenstructuur‘ en de kaart ‘Typologieën Hoofdgroenstructuur’.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 241 Voorstel Hoofdgroenstructuur 2020

Legenda Hoofdgroenstructuur

Hoofdgroenstructuur

groen buiten de HGS

bebouwing mogelijk passend bij groenkarakter gebied

242 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 243 Voorstel Groentypen Hoofdgroenstructuur 2020 Legenda Groentype Hoofdgroenstructuur

sportparken

volkstuinparken

ruigtegebieden

stadsparken

natuurparken

(stadsrand)polders

begraafplaatsen

corridors

curiosa

schoolwerktuinen

groenbuiten de HGS

bebouwing mogelijk passend bij groenkarakter gebied

244 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 245 Algemene richtlijnen voor inpasbaarheid Bestaande bebouwing Nieuwbouw en verharding. Bestaande bebouwing kan een passend (vaak Ieder initiatief in de hoofdgroenstructuur wordt historisch) onderdeel van het groen vormen (zoals beoordeeld op inpasbaarheid. Uitgangspunt daarbij het Filmmuseum in het Vondelpark). In andere is behoud van het groene karakter en typologie van gevallen kan het juist niet passen in het groentype, het betreffende gebied. De beoordeling of nieuwe en verdient uitplaatsing de voorkeur. Bestaande functies naar aard, omvang en locatie inpasbaar bebouwing – inpasbaar of niet – wordt om praktische zijn vindt plaats op basis van de richtlijnen die zijn redenen geaccepteerd. Evenwel: bij functiewijziging uitgewerkt per groentype (zie onderstaande tabel). dient dit aan de TAC te worden voorgelegd. Daarvoor geldt globaal het onderstaande: ƒƒ Inpasbaar: kleinschalige bebouwing en verharding Criteria per groentype die het specifieke groentype ondersteunt en die De Hoofdgroenstructuur omvat uiteenlopende voortvloeit uit het streven naar verbetering van typen groen, met elk hun eigen gebruik, belevings- het functioneren van het groen. waarde, cultuurhistorische betekenis, natuurwaarde ƒƒ Niet inpasbaar: bebouwing en verharding die het enzovoort. Om deze reden zijn de richtlijnen voor specifieke groentype niet ondersteunt en niet inpasbaarheid uitgewerkt per groentype. De groen- voortvloeit uit het streven naar verbetering van gebieden in de Hoofdgroenstructuur zijn hiertoe het functioneren van het groen. verdeeld in groentypen. Op de kaart zijn de ligging -- Bebouwing en verharding, zoals gebruik voor en begrenzing van de groentypen aangegeven. wonen en werken. De groentypen zijn: volkstuinpark en schoolwerk- -- Infrastructuur (ook bruggen), met name voor tuinen, ruigtegebied/struinnatuur, natuurpark, auto’s, voor zover deze de groenfunctie niet stadspark, sportpark, begraafplaats, stadsrandpolder, ondersteunt. groene corridors en curiosa. -- Niet aan groen gerelateerde vrijetijdsvoorzie- Bij de toetsing op inpasbaarheid worden de voor het ningen. betreffende groentype geldende richtlijnen gehan- -- Zendmasten, windturbines en reclamezuilen. teerd. Hieronder zijn de groentypen op hoofdlijnen (Uitzonderingen? beschreven. Bestaande groengebieden kunnen -- Waterberging, als de noodzaak daarvoor is meer of minder aan de beschrijving voldoen. De ontstaan door verdichtingen in het omrin- beschrijving geeft richtlijnen voor de inpasbaarheid gende stedelijke gebied. Waterbergingsop- van bebouwing in het betreffende groentype. gaven mogen niet op groengebieden worden afgewenteld. . -- Overnachtingsmogelijkheden, op een enkel uitzondering na. Zie criteria per groentype. -- Maximaal enkele procenten van het oppervlak van het gebied mogen bebouwd en/of verhard. Zie criteria per groentype.

Parkeren Parkeren wordt beoordeeld als onderdeel van het bebouwingsinitiatief waar het bij hoort. Een landschappelijk verantwoorde inpassing is verplicht. Groene toepassingen van parkeren (gewapend gras) verdienen de voorkeur, doch dienen als verharding te worden aangemerkt. Ondergrondse (parkeer)voorzieningen zijn toege- staan mits de bovengrondse effecten als inpasbaar worden beoordeeld.

246 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Volkstuinpark en schoolwerktuin Onderscheid wordt gemaakt tussen volkstuinparken in de stadsrand en verder weg gelegen tuinparken. In deze laatste vindt relatief meer verblijfsrecreatie plaats. Volkstuinen zijn bedoeld voor dag- of verblijfsrecreatie, met onderhoud van sier- en groen- tetuinen als dagelijkse bezigheid. Voor de belevingskwaliteit zijn belangrijk: een gevoel van afstand tot de stad, de ver­zorgdheid en aantrekkelijkheid van het complex (waarbij onderhoud een doorslag­gevende rol speelt) en de sociale samenhang binnen het park. Het volkstuinpark moet mede een publieksfunctie vervullen, bijvoorbeeld door middel van een voorlichtingscentrum of kleine markt in de entreezone. Indien deel uitmakend van een recreatief of ecologisch netwerk, moet het park ook een groene wandel- of fietsroute of ecologische verbindingszone bezitten. Bebouwing en verharding moeten ondergeschikt blijven aan de groenfunctie. Schoolwerktuinen zijn specifiek bestemd om schoolkinderen groente, fruit en bloemen te laten kweken. Schoolwerktuinen hebben een educatieve ruimte nodig en een beheergebouw. De Gebruik, gewenste beleving publieksfunctie is beperkt. Entreezone met verenigings- en publieks­voorzieningen. Tuincomplexen, gescheiden door hagen, windsingels en dergelijke. Bij volkstuinparken: doorgaande routes, ingericht als recreatieve wandel- en fietsroute. Gewenste zonering Buitensingel en ringsloot, natuurvriendelijk ingericht en beheerd. Type beheer Intensief. Natuurlijke delen extensief. Ontsluiting Maximaal. Bezoekersdruk gemiddeld (volkstuinparken), laag (schoolwerktuinen). Sloterdijkermeer/Ons Genoegen, Amstelglorie, Ons Buiten, Klein Danzig, schoolwerktuinen Voorbeelden Baanakkerspark. Volkstuinparken dienen een openbaar karakter te krijgen. Door het toevoegen van bijvoor- beeld wandelroutes, kleinschalige horeca of speelplaatsen krijgen ze voor veel meer mensen betekenis. Ook bieden ze mogelijkheden voor natuureducatie. Stimuleren van culturele voorzieningen die passen bij het gebied (bijvoorbeeld beeldentuin) Schoolwerktuinen dienen primair het onderwijs. Beleidsintentie Voor elk park is een beheerplan nodig voor het gemeenschappelijke groen. Bebouwing en verharding, ondergeschikt aan de groenfunctie. Kleinschalige voorzieningen voor tuinverenigin­gen. Volkstuinparken: Voorzieningen die het medegebruik stimuleren, zoals wandelpaden, klein- schalige horeca, kinderspeelplaats, sportveldjes, kunstobjecten Inpasbare voorzieningen Voorzieningen gericht op natuureducatie.

Natuurpark Contrast met de stedelijke omgeving: het beleven van een rustige, groene omgeving met inheemse begroeiing en bijzondere dier­soorten. Gebruik, gewenste beleving Op loop- of fietsafstand van de woning. Gewenste zonering Kleine entreezone, parkzone Type beheer Extensief. Ontsluiting Extensief. Bezoekersdruk Gemiddeld De Riethoek, Klarenbeek, Het Kleine Loopveld, Hoge Dijk, Brettenzone, Noorder IJplas, Voorbeelden Vliegenbos, Rietland Schellingwoude, Noordelijke oeverlanden Nieuwe Meer. Natuurbeleving en natuureducatie. De parken verschillen van een stadspark door een lager voorzieningenniveau en een natuurlijk ogende begroeiing. Natuurparken mogen niet opgevuld raken met andere functies of andersoortige groene functies (zoals sportvelden). Beleidsintentie Het gebied moet zorgvuldig worden beheerd volgens een goedgekeurd beheerplan. Entreezone: voorzieningen als informatieborden, banken, prullenbakken, kleine parkeerplaats, fietsenrek, be­heerdersonderkomen, klein informatiecentrum. Parkzone: standaard parkvoorzieningen. Mits niet strijdig met het vrije, natuurlijke karakter van natuurgebieden ook kleinschalige faciliteiten voor niet-georganiseerde sportbeoefening en voor kinderspel. Inpasbare voorzieningen Nieuwe infrastructuur alleen wanneer dat een recreatieve meerwaarde geeft.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 247 Ruigtegebied/struin­natuurgebied Wild ogende gebieden die voor Amsterdam zeldzame planten en dieren bevatten en mogelijkheden bieden voor natuurbeleving vanaf de randen of vanaf ongebaande paden door het gebied Natuur- en landschapsgerichte recreatie, met een gevoel van afstand tot de stad. Mogelijkhe­den voor ‘natuurvorsen’. Hoewel kleinschalige voorzieningen nodig zijn, ligt de kwaliteit van de beleving in het ongeplande karakter: ontwerper en beheerder blijven achter Gebruik, gewenste beleving de schermen. Entreezone Gewenste zonering Achterland (het eigenlijke ruigtegebied) Type beheer Extensief. Intensief toezicht en voorlichting door beheerders (natuurwachters). Entreezone maximaal. Achter­land extensief (voetpaden, laarzenpaden). Soms ontoegankelijk, Ontsluiting dan geen entreezone. Bezoekersdruk Laag Natuurdeel Diemerpark, Geuzenbos, Oeverlanden, Nieuwe Meer in Amsterdamse Bos, Joodse Voorbeelden begraafplaats in Flevopark, Ecozone Schellingwoude Deze gebieden mogen niet opgevuld raken met andere functies of met andersoortige groen­ functies (volkstuinen, sportparken, parken e.d.). De gebieden mogen niet worden doorsneden­ door nieuwe doorgaande autowegen. intensieve recreatievormen en recreatie die niet primair op de natuur is gericht, zijn niet toege- Beleidsintentie staan In entreezone informatieborden, banken, prullenbakken, fietsenrekken, eventueel een klein infocen­trum en beheerderonderkomen (vergelijk natuurtuin De Wiedijk). In het achterland hoogstens onverharde of half verharde wandelpaden en op natuurbeleving gerichte voorzie- ningen als een vogeluitkijkhut. Zeer waardevolle en kwetsbare natuurgebieden zijn ontoegankelijk. Voorbeelden: natuurdeel Diemerpark, Oeverlanden Nieuwe Meer in Amsterdamse Bos, Joodse Begraafplaats in Inpasbare voorzieningen Flevopark.

Stadspark Een groene, park- tot tuinachtige omgeving in een stedelijke context. Specifieke voorzie- ningen voor diverse doelgroepen zijn aanwezig. Natuurlijke elementen en tuin- en Gebruik, gewenste beleving land­schapsarchitectonische kwaliteiten vormen bijzondere attracties. Entreezone, parkzone met intensief en extensief gebruikte delen. Extensief gebruikte delen bij Gewenste zonering voorkeur met natuurlijk karakter (natuurzone) Type beheer Intensief tot extensief. Ontsluiting Maximaal. Bezoekersdruk Intermediair tot hoog. Erasmuspark, Eendrachtspark, Baanakkerspark, Gijsbrecht van Aemstelpark, Sloterpark, Voorbeelden Noorderpark, Westerpark, Vondelpark. Hoge bezoekersaantallen en een hoge gebruiksintensiteit. De voorzieningen en de ontsluiting moeten erop afgestemd zijn zoveel mogelijk mensen te bedienen, zonder dat het groene karakter verloren gaat. Binnen de randvoorwaarden van het recreatieve gebruik moet het beheer erop gericht zijn dat het park zoveel mogelijk verschillende soorten planten en dieren herbergt. Parken mogen niet opgevuld worden met verspreide, maar dominante bebouwing. Het cultuurhistorisch karakter moet in stand blijven. Beleidsintentie Het gebied moet zorgvuldig beheerd worden volgens een goedgekeurd beheerplan. Entree- en parkzone: Informatieborden, kiosk of andere kleinschalige horecavoorziening, kleine sport/spel voorzieningen zoals kinderspeelplaats, speelweide, kinderbadje, fitnesstoe- stellen, kinderboerderij, centrum milieueducatie, verhard basketbalveld, kunstwerken e.d.. Tijdelijke toiletten (bijvoorbeeld bij evenementen of in de zomer bij de kinderbadjes). Grootte en uitvoering van de voorzieningen is afhankelijk van de grootte en de gebruiksinten- siteit van het park. Natuurzone: Groene attracties zoals een natuurpad, rosarium of kruidentuin. Natuurlijke elementen mogelijk, zoals een natuurvriendelijke oever of bloemenweide. Geen parkeervoorzieningen. Oplossingen voor parkeren ten behoeve van voorzieningen moeten buiten het park worden gevonden. Bebouwing- verharding 5% Voorkomen dat parken een overmaat aan voorzieningen krijgen. Inpasbare voorzieningen Nieuwe infrastructuur alleen als dat een recreatieve meerwaarde geeft.

248 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Sportpark Sportparken worden gebruikt voor intensieve sportbeoefening en dienen daarnaast als recre- atieve sportbeoefening als onderdeel van het openbare leven op wijkniveau. De bezoekers zijn voornamelijk georganiseerde en ongeorganiseerde sporters en toeschouwers. De grotere parken hebben daarnaast een beperkte functie als wandelgebied. Belangrijk is dat de parken op een goede manier zijn ingebed in de stedelijke omgeving, vrij toegankelijk en uitnodigend zijn en geen geïsoleerde eenheden vormen. Gebruik, gewenste beleving Groene randen met een waterlijst zijn daarvoor belangrijke elementen. Velden, vrijetijdsaanbod (binnen en buiten) voor intensief gebruik, met ruimte voor Gewenste zonering toeschouwers. Groene randen met waterlijst voor verfraaiing en afscherming.

Velden: intensief, gericht op een optimaal sportief gebruik. Groene Randen: intensief, gericht op groene verfraaiing van het sportpark, zowel voor de bezoekers als voor de omwonenden. Als het Sportpark in een ecologische structuur ligt dan dient het water in de waterlijst natuurvriendelijk (extensief) te worden aangelegd en onderhouden. Voorbeeld: sportpark Type beheer Middenmeer, liggend in het Ecolint. Ontsluiting Intensief Bezoekersdruk Hoog Olympiaplein, J.Banckersweg, Jan van Galenstraat, Ookmeer, Middenmeer-Voorland, Voorbeelden , Sloten Centraal staat het gebruik als sportvoorziening. De velden en vrijetijdsaanbod (binnen en buiten) worden ingericht voor optimaal sportief gebruik. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor recreatieve sportbeoefening als onderdeel van het openbare leven op wijkniveau. De mate van verharding bedraagt maximaal ca 20 % van de totale oppervlakte van het betref- fende sportpark. Waar mogelijk dienen voorzieningen geclusterd en geconcentreerd te worden. Alleen indoorsport- en leisurefuncties die een directe relatie hebben met, dan wel een versterking betekenen van het aanbod aan sport en de overige recreatieve functies van het sportpark zijn inpasbaar. Voorzieningen die niet primair aan sport zijn gelieerd, zijn niet inpasbaar. Kunstgras valt niet onder verharding en is toegestaan op zowel kleinschalige als grootschalige sportparken. ƒƒ Topparken: Op de in de sportnota benoemde topparken (Bijlmerpark, Ookmeer, Eendracht, Sloten, Middenmeer-Voorland en 2 kleinere parken in Amsterdam-Noord) is een maximaal bebou- wingspercentage van ca 20% toegestaan en zijn naast veldsport, indoorsport en leisurefuncties ook onderwijs, maatschappelijke functies (als kinderopvang en culturele buurtcentra), commer- ciële functies (gezondheidscentra, fysio, kleinschalige overnachtingsmogelijkheden gelieerd aan topsport) inpasbaar, mits een directe versterkende link aan het sportaanbod blijvend gegarandeerd kan worden. Het uitdagen tot bewegen dient centraal te staan. Het openbare en (fysiek) open karakter van de sportparken moet worden versterkt. Moder- nisering waarbij het bestaande groene karakter niet wezenlijk verandert geldt als inpasbaar binnen sportparken. Het sportpark is hoogwaardig landschappelijk vorm gegeven, voorzien van een groen karakter. Het groen bevindt zich grotendeels in de randen. Het groen dient vooral ter verfraaiing, zowel naar de toeschouwers toe als naar de omwonenden. Een water- lijst om het gebied en een goede dooradering met sloten zorgt voor waterberging en biedt daarnaast kansen voor de natuur. Als het sportpark in of nabij een ecologische structuur ligt (Middenmeer in ecolint, Sportpark Sloten bij Groene As) dan dienen de waterpartijen met natuurvriendelijke oevers te worden ingericht en natuurvriendelijk te worden beheerd. Grotere sportparken zoals Middenmeer en Ookmeer dienen ook een functie voor niet-sporters te hebben. Door wandelpaden aan te leggen, speelvoorzieningen voor kinderen of doorgaande fietspaden kunnen ook buurtbewoners er gebruik van maken.

ƒƒ Kleinschalige sportparken Voor de (tot circa 3 ha.) geldt een maximaal bebouwingspercentage van ca 10%. In deze sport- Beleidsintentie parken zijn slechts kleinschalige, sportgebonden voorzieningen toegestaan. Voorzieningen voor intensief sportief gebruik, zoals een beheerdergebouw, clubgebouwen en dergelijke. Overdekte voorzieningen zijn inpasbaar mits ze het groene karakter van het sportpark niet aantasten. Bij de grotere sportparken wandelpaden en speelvoorzieningen voor kinderen, gericht op Inpasbare voorzieningen buurtbewoners.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 249 Begraafplaats Gebruik, gewenste beleving Begraafplaats annex contemplatieve omgeving. Stiltegebied, wandelgebied, natuurbeleving. Entreezone met voorzieningen, begraafterrein, buitensingel met ringsloot. Buitensingel en Gewenste zonering ringsloot natuurvriendelijk inrichten en beheren Type beheer Intensief. Ontsluiting Maximaal. Bezoekersdruk Gemiddeld Voorbeelden Vredenhof, De Nieuwe Ooster, Noorder Begraafplaats, Westgaarde, Buitenveldert. Behoud van rust en eventueel cultuurhistorisch karakter. Stimuleren van gebruik als wandel- en gedenkpark. Beleidsintentie Ruimte geven aan passende culturele activiteiten en uitingen. Entreezone: aula/ontvangstruimte, crematorium, beheerverblijf/kantoor en eventuele culturele voorzieningen (museum/ tentoonstellingsruimte/ buurtcentrum) en kleinschalige horeca. Begraafterrein: informatieborden, begraaf- cq uitstrooivelden met urnenmuren/kasten, wasge- Inpasbare voorzieningen legenheden, gedenkmonumenten, kunstwerken, banken, prullenbakken, ed.

Stadsrandpolder Landschapsbeleving en agrarisch gebruik staan centraal. Voor recreanten is routegebonden Gebruik, gewenste beleving recreatie van belang. Beleven van de openheid en het historische landschap. Gewenste zonering Niet van toepassing. Type beheer Agrarisch natuurbeheer (bij voorkeur). Kavels zijn particulier eigendom en dus niet ontsloten. In overleg kunnen natuurpaden worden uitgezet. Buiten de kavels ontsluiten voor wandelaars, fietsers, kanovaarders en schaatsers, en Ontsluiting beperkt voor de auto (autoluw). Bezoekersdruk Hoog Voorbeelden Waterland, Amstelland, Tuinen van West. Stimuleren van stadslandbouw en zorgboerderijen (in bestaande bouw) Stimuleren van natuureducatie Tegengaan verrommeling door voorkomen van uitplaatsing van NIMBY-functies (NIMBY=not in my backyard). Bij Waterland en Amstelland is het behoud van het cultuurhistorisch karakter uitgangspunt. De openbaarheid van het gebied mag niet aangetast worden. De TAC adviseert over de mogelijkheid van uitruil rood en groen wanneer een betere Beleidsintentie aansluiting van het groen op het bebouwde gebied moet worden bewerkstelligd. Kleinschalige recreatieve voorzieningen: observatiepunten, informatieborden, routing (land, water), kano- en roeibootcentra, informatiecentrum, picknicktafels, bankjes. Kleinschalige horeca, gericht op passerende recreanten. Overnachtingsmogelijkheden, maar alleen kleinschalig en in bestaande bouw. Geen leisure of andere recreatieve voorzieningen met een verkeersaantrekkende werking (auto). Nieuwe voorzieningen moeten aansluiten bij het recreatieve profiel van het gebied en dit versterken. Nieuwe voorzieningen mogen niet concurreren met soortgelijke voorzieningen in de nabije Inpasbare voorzieningen omgeving.

250 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Groene corridors Verplaatsing wandelend of per fiets via een bij voorkeur natuurlijk ingerichte groene parkstrook. Tevens ecologische verbindingszone. Meer dan bij groene routes heeft de groene Gebruik, gewenste beleving corridor ook het karakter van een park- of natuurstrook. Gewenste zonering Combinatie van groene route en ecologische verbindingszone. Type beheer Groene route intermediair, ecologische verbindingszone extensief. Ecologische verbindingszone niet of zeer beperkt ontsloten. Groene route is optimaal Ontsluiting ontsloten. Niet of zeer beperkt (ecologische verbindingszone) Hoog (op de begeleidende wandel- en Bezoekersdruk fietspaden). Oeverzone ringvaart Haarlemmermeerpolder (Groene AS), Westoever Zeeburgereiland + aangrenzend deel Diemerzeedijk, Ringvaartoever bij Flevopark, strook langs Noordhollands Voorbeelden kanaal. De ecologische verbindingszone wordt optimaal ingericht voor de betreffende doelsoorten, is niet of nauwelijks toegankelijk, maar wel goed zichtbaar. De groene route is aantrekkelijk voor wandelaars en fietsers, geeft een goed zicht op de Beleidsintentie ecologische verbindingszone. Ecologische zone: Geen. Groene route: kleinschalige recreatieve en op de natuur gerichte elementen: picknicktafel, bankje, informatiebord, uitkijkplatform, vogelkijkscherm. De corridors mogen niet (verder) worden doorsneden met infrastructuur of anderszins hun kwaliteit als groene route annex ecologische verbindingszone verliezen. Inpasbare voorzieningen Als er privétuinen binnen de corridors vallen dan mogen deze niet worden verhard.

Curiosa Divers. Centraal staat het behoud als uniek cultuurhistorisch, natuurhistorisch of landschapsar- Gebruik, gewenste beleving chitectonisch monument. Gewenste zonering Niet van toepassing. Type beheer Varieert van intensief tot extensief en is gericht op behoud van de huidige waarde. Ontoegankelijk (Hoeckelingsdam, Vogeleiland IJburg), beperkt toegankelijk (Huis te Vraag, Wilmkebreek, Vrije Geer, Siegerpark, Stenen Hoofd), alleen tegen betaling toegankelijk Ontsluiting (Hortus botanicus, Artis) Bezoekersdruk Indien toegankelijk: afgestemd op de capaciteit. Hoeckelingsdam, Vogeleiland IJburg, Huis te Vraag, Wilmkebreek, Vrije Geer, Siegerpark, Stenen Hoofd, Artis, Hortus botanicus. Van het Stenen Hoofd vallen alleen de kademuren onder de hoofdgroenstructuur vanwege de Voorbeelden beschermde muurplanten. De unieke kwaliteiten van het gebied moeten in stand blijven. Binnen die randvoorwaarde streven naar zo optimaal mogelijke recreatieve waarden en belevingswaarden. Ook niet toegankelijke gebieden moeten beleefbaar zijn, bijvoorbeeld via routes in de nabijheid. Beleidsintentie Het gebied moet zorgvuldig worden beheerd volgens een vastgesteld beheerplan. Ontoegankelijke gebieden: zeer beperkt, gericht op natuurbeleving onder begeleiding. Beperkt toegankelijke gebieden: beperkt, gericht op extensief bezoek. Betaalde toegang: passend bij bedrijfsvoering Inpasbare voorzieningen Stenen Hoofd: onbeperkt op de dam.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 251 5.2 Waterstructuur

Waterstructuur lastig om per ontwikkeling of per gebouw een Vooruitlopend op de Watervisie, onderdeel van het passende watercompensatie te realiseren. Daarom Waterbeheerplan dat op korte termijn zal worden bestaat er behoefte aan een systeem waarmee opgesteld, worden in de voorliggende structuurvisie de bergingsvraagstukken op een hoger schaal- de beleidslijnen en criteria, zoals vastgelegd in het niveau (bijvoorbeeld voor meerdere (deel)projecten ‘Waterplan Amsterdam (2001)’, overgenomen. tegelijk) kunnen worden opgelost. Daarnaast is het In het waterplan is ondermeer de ruimtelijke visie op gewenst als het proces van dempen/verharden en water 2030 opgenomen, zijn de structuurbepalende compenseren overzichtelijker wordt voor wat betreft wateren aangeduid, de dempingklassen, de (nieuwe) planning, mogelijkheden, en verantwoordelijkheden. waterlopen en waterberging, de typologie van de Waternet en DRO ontwikkelen gezamenlijk een oevers, het ecologisch netwerk, het vaarnetwerk. watercompensatiebank, waarin deze zaken een plek De waterstructuur bevat structuurbepalende wateren krijgen. Tevens stelt de gemeente een risicokaart op en wateren die vanuit ecologische, cultuurhistorische met overstromingsdiepten en –snelheden, de ligging en/of waterhuishoudkundige redenen van stedelijk van kwetsbare infrastructuur en stelt richtlijnen op belang zijn. Deze moeten zoveel mogelijk worden voor nieuwe stedelijke ontwikkeling. beschermd. In de waterstructuur zijn alle wateren opgenomen die in het waterplan onder de demping- De Keur klassen I tot en met III vallen. Voor deze wateren Voor alle wateren gelden de waterstaatsverorde- gelden naast waterhuishoudkundige criteria ook ningen en keuren van de waterbeheerders. In de cultuurhistorische en ecologische criteria. Keur en de bijbehorende beleidsnota’s staan de Ook de ecologische verbindingszones zijn van criteria verwoord. De Keur is de waterschapsveror- grootstedelijke belang. Zij maken de verspreiding dening van Amstel, Gooi en Vecht (AGV). In de Keur van dier- en plantensoorten over en door de stad staan regels over hoe er met het water en alles er mogelijk. Deze verbindingen zullen beschermd en in omheen omgegaan moet worden. Bijvoorbeeld over de toekomst verder versterkt worden. Stadsdelen zijn leidingen in of onder dijken, het bouwen van steigers verantwoordelijk voor het bewaken en versterken van en het schonen van sloten. ecologische structuren op lokaal niveau. Bij ingrepen De Keur geeft met verboden aan welke activiteiten in die de ecologische verbindingszones doorkruisen de buurt van water en waterkeringen (dijken) niet zijn moeten de effecten hiervan op het ecologische toegestaan. Daarnaast geeft de Keur met geboden systeem in kaart gebracht worden en moet worden aan welke onderhoudsverplichtingen eigenaren en aangegeven met welke maatregelen deze effecten gebruikers van wateren en waterkeringen hebben. worden gecompenseerd of geminimaliseerd. Eind 2010 zal een nieuwe Keur worden vastgesteld. Amsterdam heeft verder voor het nautisch beheer Watercompensatie een ‘Verordening op de haven en het binnenwater In een stad als Amsterdam zijn voortdurend ruimte- (2006)’. Verder wordt de nota ‘Water op orde’ (2004) lijke ontwikkelingen gaande, die gepaard gaan met aanbevolen, waarin de bevoegdheden en verant- meer verharding en/of demping van bestaand opper- woordelijkheden tot ordening van het Amsterdamse vlaktewater. water zijn verwoord. Ook zijn voor Amsterdam de De aanleg van verhard oppervlak leidt tot een doorvaartprofielen van belang. grotere belasting van het oppervlaktewater- en/of rioleringssysteem, omdat pieken in de regenafvoer minder wordt afgevlakt door infiltratie en berging in de bodem. De toename van de belasting van het oppervlaktewater moet worden gecompenseerd door de initiatiefnemer. Als vuistregel geldt dat het gebied 10 % oppervlaktewater moet hebben. Vanwege de complexiteit van vele ontwikkelingen, zowel in ruimtelijke inrichting als in tijd, is het soms

252 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam De watertoets Van belang is de watertoets. De watertoets is een wettelijk verplicht onderdeel om waterbeheer- aspecten een plaats te geven in procedures over ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is in Amsterdam van toepassing op alle ruimtelijke plannen met waterhuishoudkundige relevantie. Dat betreft niet alleen plannen en besluiten met concrete ruimtelijke ingrepen, maar ook die waar locatiekeuze van nieuwe infrastructuur en stedelijke uitbreiding aan de orde zijn. Het meest concrete onderdeel van de watertoets is de instelling van een waterpara- graaf in deze plannen. In de waterparagraaf worden de keuzes ten aanzien van waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd beschreven. Er wordt getoetst aan waterhuishoudkundige criteria. Dit zijn doelstel- lingen en criteria die zijn vastgelegd in wettelijke of beleidsmatige kaders op het gebied van de water- huishouding. Alle relevante waterhuishoudkundige aspecten worden daarin belicht. Op basis van de waterhuishoudkundige criteria worden ruimtelijke ontwerprichtlijnen opgesteld. De waterparagraaf maakt een integraal onderdeel uit van het besluit of plan.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 253 De ambitie om de Amsterdamse woningbouwopgave geactualiseerd en als onderdeel van de Structuurvisie te realiseren binnen bestaand stedelijk gebied is vastgesteld. gunstiger voor de bereikbaarheid dan het verder Plannen voor herinrichting van (delen) van de hoofd- spreiden van de inwoners naar de stadsrand en naar netten dienen om advies te worden voorgelegd aan regiogemeenten. Meer mensen en meer banen de Centrale Verkeerscommissie. Dat geldt zowel voor betekent ook meer mobiliteit. Behalve hinder in plannen van de centrale stad als van de stadsdelen. de vorm van geluid en emissies levert groeiende mobiliteit vooral extra druk op de toch al schaarse openbare ruimte binnen de stad en de waardevolle open ruimte buiten de stad. De hoofdnetten zijn van groot belang voor de bereikbaarheid van Amsterdam binnen de randvoor- waarden van de leefbaarheid. Zij dienen tevens om de onderlinge bereikbaarheid tussen de stadsdelen te garanderen. Bij het faciliteren van de toenemende behoefte aan mobiliteit ligt de voorkeur bij de vervoersvormen die relatief weinig hinder en ruimtebeslag met zich meebrengen: de fiets en het openbaar vervoer. Om hiervoor voldoende ruimte te maken zal een deel van de openbare ruimte moeten worden heringericht. Onvermijdelijk is echter om zeker op het regionale schaalniveau ook ruimte te blijven reserveren voor de te verwachten toenemende mobiliteit over de weg, waaronder het goederenvervoer.

De hoofdnetten zijn onderdeel van een gestructu- reerd wegennet, waarbij de hoofdnetten de wegge- bruiker routes aanbiedt die stadsdeeloverstijgend zijn. Voor de hoofdnetten geldt dat er gestreefd wordt naar netwerken waarbij zowel snelheid, herkenbaarheid als betrouwbaarheid centraal staat.

Beleid In de structuurvisie wordt vastgesteld waar de hoofd- netten gelegen zijn, welke doelen ze dienen en aan welke eisen ze moeten voldoen. Bereikbaarheid geldt binnen dit beleidskader als centrale doelstelling. Deze doelstelling wordt vertaald naar concrete en meetbare eisen. Een bijkomend argument voor de vaststelling van de hoofdnetten in een beleids- kader, is dat het in grote mate heeft gezorgd voor helderheid bij de betrokken partijen over wat de hoofdnetten zijn en aan welke eisen de hoofdnetten dienen te voldoen. Dit geldt eveneens voor de bevoegdhedenverdeling tussen de centrale stad en de stadsdelen. Zie ‘Nota Stedelijke Infrastructuur (2006)’. Plannen voor herinrichting van (delen) van de hoofd- netten dienen aan een aantal vastgestelde criteria te voldoen. Deze zijn te vinden in het Beleidskader Hoofdnetten (2005). Dit beleidskader wordt in 2010

254 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 6

Verkeer en vervoer

6.1 Hoofdnetten

Toelichtende kaarten ƒƒ Direct en indirect de bereikbaarheid van de stad De onderstaande toelichtende kaarten geven en de stadsdelen garanderen; een overzicht van de hoofdnetten. Daarbij moet ƒƒ Bereikbaar houden van de belangrijkste bestem- vermeld dat vooralsnog (januari 2010) de kaarten mingen; uit het geldende ‘Beleidskader Hoofdnetten (2005)’ ƒƒ Behoud van het voorzieningenniveau van het zijn overgenomen. Dit beleidskader, inclusief het openbaar vervoer. kaartmateriaal, wordt in 2010 geactualiseerd en als Tot 2020 ligt de nadruk op het optimaal benutten van onderdeel van de structuurvisie vastgesteld. Onder- bestaande OV-lijnen en OV-knooppunten als dragers staande kaarten worden op dat moment vervangen. voor gewenste en noodzakelijke ruimtelijke ontwik- kelingen. Op de belangrijkste trein- en metrolijnen Hoofdnet Auto moeten dan wel maximale frequenties en optimale De belangrijkste uitgangspunten zijn: comforteisen (schone, veilige voertuigen en haltes) ƒƒ Garanderen van de bereikbaarheid van de stad en gelden. de verschillende stadsdelen; ƒƒ Bereikbaar houden van de belangrijkste bestem- mingen; ƒƒ Concentreren van het doorgaande autoverkeer op daarvoor meest geschikte wegen. De auto speelt in de binnenstad op korte afstanden steeds meer een aanvullende rol, bijvoorbeeld voor het vervoer van goederen, maar blijft van belang om de stad vitaal te houden. Het streven naar een autoluwer centrumgebied zet in op het terugdringen van geparkeerde auto’s op straten en pleinen die behoren tot het hoogstedelijke centrumgebied. Ten aanzien van parkeren: zie het locatiebeleid onder hoofdstuk 3.4.

Hoofdnet Openbaar vervoer De belangrijkste uitgangspunten zijn:

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 255 Voor de periode 2020-2030 ligt het accent op het zo Onder een planologische reservering infrastructuur goed mogelijk benutten van en ruimtelijk inspelen op wordt verstaan: Een planologische voorziening die nu in studie en aanleg zijnde regionale OV-lijnen en bij de inrichting van het stedelijk gebied formeel knooppunten. geregeld is om ruimte te bewaren en te bestemmen Voor de periode na 2030 worden reserveringen (reserveren) voor de fysieke aanleg van toekomstige gemaakt voor OV-lijnen die verdere toekomstige (hoofd)infrastructuur. ontwikkelingen kunnen faciliteren. Hiervoor hoeven Het infrastructuurnetwerk bestaat uit het hoofdnet nu nog geen definitieve keuzes gemaakt te worden. auto, het hoofdnet rail, het hoofdnet openbaar vervoer, het hoofdnet fiets en het hoofdnet Hoofdnet Fiets vaarwegen. De belangrijkste uitgangspunten zijn: Er is sprake van een reservering infrastructuur als aan Het stimuleren van het dagelijks fietsgebruik; één of meerdere van onderstaande criteria wordt Het direct en indirect garanderen van de bereik- voldaan: baarheid van stad en stadsdelen; ƒƒ De reservering draagt bij aan het ruimtelijke en Het garanderen van de bereikbaarheid van stedelijke economische beleid en is een voorwaarde voor bestemmingen. nieuwe ruimtelijke en economische ontwikke- Op delen van het hoofdnet fiets vraagt het lingen; toenemend gebruik om bredere paden en meer ƒƒ De reservering draagt bij aan het beleid ten comfort. De groei van het fietsgebruik, in combinatie aanzien van verbetering bereikbaarheid en met steeds grotere fietsen en de opkomst van de leefbaarheid; bakfiets, neemt de ruimtebehoefte voor stalling- plaatsen op straat en in gebouwen sterk toe. Er moet voldoende ruimte worden gereserveerd bij trans- formaties en herinrichtingsplannen. Hiertoe dienen voorwaarden te worden opgenomen in bestem- mingsplannen.

256 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 257 6.2 Ruimtelijke reserveringen

ƒƒ Voor de reservering is fysieke ruimte nodig die de capaciteit van de infrastructurele netwerken binnen de bestaande infrastructuurprofielen niet kunnen waarborgen. De uitbreidingen kunnen zonder meer aanwezig is zodat hiervoor een gemeentegrensoverschrijdend zijn, waardoor een ruimtereservering noodzakelijk is. deel van de reservering buiten de gemeentegrens Beleid van Amsterdam ligt. Reserveringen in de regio De belangrijkste twee functies van de reserveringen Amsterdam die geheel buiten de Amsterdamse zijn het handhaven van het bestaande infrastruc- gemeentegrens bevinden, worden niet meege- tuurnetwerk en het waarborgen van mogelijkheden nomen. Er wordt onderscheid gemaakt in korte/ voor uitbreidingen van het bestaande netwerk. De middellange termijn projecten (voor 2020) en lange reserveringen zijn van vitaal belang voor het functio- termijn projecten (na 2020). Bovendien wordt aange- neren en verder ontwikkelen van Amsterdam en de geven of het project deel uitmaakt van een groter regio. Met het instrumentarium van de planologische project. reserveringen infrastructuur is het mogelijk de infra- Bij de afweging tussen korte termijn bouwprojecten structuur uitbreidingen te reserveren en formeel vast en lange termijn reserveringen dienen de belangen te leggen in de structuurvisie en andere gemeen- van de reserveringen zwaar te wegen. telijke plannen. Hiermee probeert de gemeente Amsterdam te voorkomen dat het uitvoeren van Kaart projecten die op korte termijn spelen ten koste gaan De kaarten ‘Ruimtelijke reserveringen infrastructuur’ van lange termijn reserveringen. geven een overzicht van alle reserveringen. Deze zijn De lijst met reserveringen (bijlage 1) geeft de belang- tevinden in de bijlage. rijkste mogelijke uitbreidingen van de bestaande hoofdnetten aan die op termijn de kwaliteit en

258 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Kwaliteitsnet goederenvervoer verkeersveilige en soepele wijze wordt afgewikkeld In het kader van het actieplan knelpunten vracht- en waarop de overlast voor de omgeving (hinder, verkeer is een kwaliteitsnetwerk goederenvervoer lucht en geluid) wordt gereduceerd. Het Kwali- Amsterdam ontwikkeld waarop een veilige en teitsnet benoemt geen nieuwe routes, maar omvat duurzame afwikkeling van het stedelijk goederen- de wegen die momenteel worden gebruikt door het vervoer mogelijk wordt gemaakt. Dit netwerk is vrachtverkeer. afgestemd op het eerder vastgestelde kwaliteitsnet goederenvervoer Noordvleugel. De routes die zijn opgenomen in het kwaliteitsnet zijn Het kwaliteitsnet is een selectief netwerk van geen verplichte routes voor het vrachtverkeer. Het voorkeurroutes waarover vrachtverkeer op een zijn routes die dusdanig zijn ingericht (qua bereik-

6.3 Goederenvervoer baarheid, toegankelijk en veiligheid) dat vrachtwa- Bij realisatie van een groot overslagpunt dient er genchauffeurs als het ware verleid worden om ook naar te worden gestreefd deze aan het kwaliteitsnet daadwerkelijk van de routes gebruik te maken. te situeren, of dient te worden bezien of het kwali- De kwaliteitseisen voor het goederenvervoer sluiten teitsnet kan worden aangesloten op deze locatie. aan op de kwaliteitseisen die worden gesteld aan het Eén maal per twee jaar zal worden bezien in hoeverre hoofdnet auto en hebben betrekking op verkeersvei- het kwaliteitsnet dient te worden geactualiseerd. ligheid, doorstroming en omgevingskwaliteit DIVV neemt hiertoe het initiatief.

Het kwaliteitsnet biedt een kader om ook toekom- stige goederenstromen veilig en duurzaam te facili- teren. Hierbij valt te denken aan overslaglocaties aan de rand van de stad (Actieplan Amsterdam Elektrisch) of overslaglocaties voor multimodaal transport (water en rail).

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 259 260 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Hoofdstuk 7

Energie

De visie op duurzaamheid en de toepassing van energiebronnen is uitvoerig verwoord in deel één, de visie

Windvisie In opdracht van het Klimaatbureau wordt (door DMB en DRO) een windvisie ontwikkeld, waarin ondermeer een studie wordt verricht naar de ruimtelijke uitbreiding van windenergie. In deze windvisie wordt onderzocht welke locaties, behalve het havengebied, in aanmerking komen voor het plaatsten van windmolens. Vooralsnog zijn windmolens groter dan 30 meter alleen toegestaan in Westpoort.

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 261 262 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Bijlage

Reserveringen hoofdnetten

NB: de projectnummers verwijzen naar de kaarten.

Spoorprojecten

Project Nr. Project Projectomschrijving Realisatie Bijzonderheden Onderdeel van OV-SAAL. Tot middellange termijn (2020) is nog onbekend of er een uitbreiding zal plaatsvinden naar 6 sporen in de zuidtak. Op lange termijn (2030) is onzeker of er ook een extra metrolijn erbij komt of nog Betreft spooruitbreiding zware rail van Korte termijn meer zware railsporen. Hangt Spooruitbreiding 4 naar 6 sporen ter hoogte van station tot Lange samen met Zuidas-dok S1 Zuidtak Schinkel-RAI Amsterdam Zuid termijn discussie

Van 2-sporig naar 4-sporig tussen station Amsterdam Zuid en Rieker- Op termijn is er ook een polder inclusief dubbele vorkaan- planologische reservering sluiting. nodig voor keersporen bij Spooruitbreiding Op lange termijn mogelijk een station de zware rail ten westen van Zuidtak Riekerpolder – bij Riekerpolder en een spooruit- Riekerpolder. Onderdeel van S2 Schinkel breiding naar Schiphol Noordwest Korte termijn OV-SAAL korte termijn Valt onder OV-SAAL korte- en middellange termijn. Er is een planologische Van 2-sporig naar 4-sporig tussen reservering langs het station Amsterdam Zuid en station baanvak nodig voor Spooruitbreiding Duivendrecht. Station RAI krijgt ook Korte termijn keervoorzieningen bestemd Zuidtak RAI – Duivend- 4 sporen inclusief een extra eiland- tot Lange voor hoge snelheidstreinen S3 recht perron termijn op middellange termijn Emplacement voor passagierstreinen Emplacement naast het bestaande emplacement Middellange Project maakt deel uit van S4 Westhavenweg voor goederentreinen termijn Demazo

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 263 Fase 1 van het project is nu in uitvoering. De verdere uitbreiding van het Een goederenemplacement inclusief emplacement (fase 2) zal Emplacement een spooraansluiting voor het rond 2020 plaatsvinden (zie S5 Aziëhavenweg westelijk deel van Westpoort Korte termijn S24) Vanaf 2010 wordt de bestaande gelijkvloerse aansluiting vervangen Ongelijkvloerse kruising voor een ongelijkvloerse waardoor en aansluiting Transfor- extra capaciteit vrijkomt voor de In het kader van BOR-Re- S6 matorweg treinen vanaf de westtak. Korte termijn gioNet Een directe aansluiting van de westtak op de zuidtak om een directe zware railverbinding te krijgen tussen S7 Zuidwestboog Sloterdijk en de Zuidas Lange termijn Een ongelijkvloerse verbindingsboog voor de zware rail tussen de Hemlijn en de Haarlemlijn tussen de Austra- liëhavenweg en de Theemsweg. De boog maakt het mogelijk rechts- treekse treinverbindingen tussen Westpoort en/of Zaanstad en Haarlem S8 Haarlemboog te realiseren Lange termijn Spooruitbreiding Van een 2-sporig naar een 4-sporig Middellange Onderdeel van OV-SAAL, Muiderpoort – Water- baanvak vanaf station Muiderpoort tot en lange Programma Hoogfrequent S9 graafsmeer station Amsterdam Sciencepark termijn Spoor en Demazo Van een 2-sporig naar een 4-sporig baanvak tussen station Amsterdam Spooruitbreiding Sciencepark en de Zuidtak van de onderdeel van OV-SAAL, Watergraafsmeer – Ring van Amsterdam (aansluiting Middellange Programma Hoogfrequent S10 Zuidtak Gaasperdam) termijn Spoor en Demazo Kruisende treinbewegingen kunnen door middel van een ongelijkvloerse De treinafwikkeling van kruising ten westen van Sloterdijk Amsterdam Centraal wordt conflictvrij plaatsvinden. De vrije vereenvoudigd door het Ongelijkvloerse kruising kruising bij Sloterdijk is alleen zinvol huidige lijnbedrijf om te bij Sloterdijk en Dijks- als er een vrije kruising bij Dijksgracht bouwen naar een richting- S11 gracht komt Lange termijn bedrijf Aansluiting Aziëhavenweg – Een ongelijkvloerse kruising voor Haarlemlijn richting de ontsluiting van het emplacement S12 Amsterdam Centraal Aziëhavenweg Lange termijn Van een 2-sporig naar een 4-sporig baanvak vanaf station Duivendrecht tot aan aansluiting Gaasperdam met de spoorlijn Muiderpoort-Weesp. Onderdeel van OV-SAAL Spooruitbreiding Afhankelijk van de goederenroutering lange termijn, Programma Zuidtak Duivendrecht – kan het zijn dat er gedeeltelijk een Hoogfrequent Spoor en S13 Overdiemen 6-sporig baanvak nodig is Lange termijn Demazo Een nieuwe railverbinding vanaf de aansluiting Gaasperdam via IJburg en IJmeerspoorlijn naar het IJmeer richting Almere, inclusief Onderdeel van OV-SAAL Almere met nieuw twee nieuwe station ter hoogte van lange termijn. Het nieuwe station IJburg en nieuw de Gooilijn en een station op Centru- station dat de Gooilijn kruist S14 station Overdiem meiland Lange termijn valt in de gemeente Diemen Reservering om de huidige 4-sporigheid van de lage oost-west sporen tussen Zaanstraat en Sloterdijk Spooruitbreiding op termijn uit te bouwen naar een S15 Sloterdijk - Zaanstraat 6-sporig baanvak Lange termijn

264 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Spooruitbreiding heeft voornamelijk betrekking op de uitbouw van de Spooruitbreiding huidige 3-sporige Hemtunnel naar S16 Sloterdijk - Zaanstad meer sporen Lange termijn De gehele westtak tot aan de Contactweg is ruimte gereserveerd Spooruitbreiding voor twee extra sporen zodat een S17 westtak tot Contactweg viersporig baanvak ontstaat Lange termijn Bij aanleg van de Westrandspoorlijn moet de Haarlemlijn ter hoogte Een nieuwe lijn tussen Sloterdijk/ van Geuzenveld gedeel- Geuzenveld – Schiphol Noordwest telijk verlegd worden. – Hoofddorp ter ontlasting van de Bij de uitvoering van de Westrandspoorlijn/ bestaande Westtak en Schiphollijn en Westrandweg zijn fysieke Bypass West (inclusief ter ontsluiting van de nieuwe terminal. maatregelen getroffen voor S18 Haarlemlijn) Volgt het tracé van de Westrandweg. Lange termijn de Westrandspoorlijn Ten zuiden van station Holendrecht is Keersporen Holend- een reservering voor twee keersporen In het kader van ‘Benutten S19 recht/ AMC voorzien Lange termijn en Bouwen Lange Termijn’ Een reservering voor een verlenging van de bestaande stamlijn langs de S20 Stamlijn Siciliëweg Siciliëweg Lange termijn Een reservering aan de noordzijde van het huidige emplacement, tussen de Kruislaan en de A10, om op termijn Hangt mede samen met Emplacement Water- nieuwe opstelsporen te ontwikkelen ontwikkelingen van OV-SAAL S21 graafsmeer voor reizigersmaterieel Lange termijn en Demazo Een binnenboog voor goede- renvervoer. De ombouw van de Op termijn kan de bestaande goederenbogen bij Venser- binnenboog ook gebruikt polder in een dubbelsporige boog worden voor reizigers. met ongelijkvloerse kruisingen en met Onderdeel van OV-SAAL en binnenaansluitingen op Utrechtlijn en Programma Hoogfrequent S22 Venserpolderboog oostelijke zuidtak Lange termijn Spoor Nieuwe verbindingsboog tussen Onderdeel van Demazo oostelijke Zuidtak en station Diemen en OV-SAAL middellange S23 Diemerboog Centrum Lange termijn termijn Spooruitbreiding voor Extra opstelsporen en uitbreiding met Tweede fase van reservering emplacement Aziëha- een toegangsspoorboog in kader van Emplacement Aziëhavenweg S24 venweg PHS 2020 Lange termijn (zie S5 fase 1)

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 265 Projecten openbaar vervoer

Project Nr. Project Projectomschrijving Realisatie Bijzonderheden Een stationsreservering voor gebied- OV1 Station Sixhaven sontwikkeling rond Sixhaven Lange termijn Het emplacement dient als opstelmo- gelijkheid voor de huidige metro en Metro emplacement komt in het verlengde te liggen van OV2 Isolatorweg station Isolatorweg Korte termijn Er zijn drie mogelijke locaties voor een emplacement. Eén locatie ligt langs de A10-Noord. De ander is gepland ten noorden van de Buikslo- termeerdijk. Een derde locatie ligt Het zuidelijke emplacement Metro emplacementen in de Legmeerpolder ten zuiden van Middellange ligt buiten de gemeenteg- OV3 voor de Noord/Zuidlijn Amstelveen termijn renzen van Amsterdam Het project ‘Ombouw Amstelveenlijn’ is hier aan gekoppeld. De planning is dat Doortrekken de Amstelveenlijn klaar is op Noord/Zuidlijn naar Het tracé zal gedeeltelijk ondergronds Middellange het moment dat de Noord/ OV4 Amstelveen of op een viaduct komen te liggen termijn Zuidlijn gaat rijden Een lightrailverbinding in de vorm van Railverbinding Zaanstad een tram of sneltram tussen metros- OV5 – van Hasseltweg tation van Hasseltweg en Zaandam Lange termijn IJmeer metrover- Een metrovariant als ov-verbinding In het kader van OV-SAAL. binding inclusief twee tussen Amsterdam en Almere over het De variant Regiorail volgt OV6 stations op IJburg IJmeer met twee stations op IJburg Lange termijn ongeveer het zelfde tracé. Er zijn verschillende tracés vanaf halte Isolatorweg mogelijk via Amsterdam Noord. De route langs het bestaande spoor rechtstreeks naar Amsterdam De opties hangen mede af Completeren van CS blijft ook als mogelijk tracé van ontwikkelingen van de OV7 metroring gehandhaafd Lange termijn IJoevers en Havenstad Een nieuwe metroverbinding tussen Schiphol, Amsterdam West via station OV8 Oost/Westmetrolijn Lelylaan tot Muiderpoort station Lange termijn In het kader van OV-SAAL. Een eventuele metrovariant Doortrekken metro Een nieuwe metroverbinding tussen naar Schiphol wordt CASH OV9 naar Schiphol station Amsterdam Zuid en Schiphol Lange termijn genoemd IJtram 2e fase. De IJtram verbindt Verlenging van de Middeneiland met Haveneiland en de Onderdeel van IJburg tweede OV10 IJtram IJtramstalling Korte termijn fase Een HOV-busverbinding tussen station Oostelijke uitbreiding Amsterdam Bijlmer Arena en IJburg OV11 Zuidtangent met aansluiting op IJtram 2e fase Korte termijn Verlengen van tramlijn Een verlengde trambaan om de lijnen 16 en 24 naar station 16 en 14 naar station Amsterdam Zuid Als onderdeel van de Zuidas OV12 Amsterdam Zuid te kunnen doortrekken Lange termijn OV-ontwikkelingen Een verlengde trambaan van station Amsterdam Zuid via het Groot Gelder- Verlegging van tramlijn landplein en eventueel doortrekken Middellange Als onderdeel van de Zuidas OV13 5 tot Amsterdamse bos termijn OV-ontwikkelingen Doortrekken van Een verlengde trambaan van station tramlijn 4 naar station RAI via de Boelelaan naar station Als onderdeel van de Zuidas OV14 Amsterdam Zuid Amsterdam Zuid Lange termijn OV-ontwikkelingen

266 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Een HOV-busverbinding van station Buikslotermeerplein en station Van Hasseltweg richting station Zaandam Middellange Zaantangent wordt ook wel OV15 Zaantangent en station Kogerveld termijn Noordtangent genoemd Een HOV-busverbinding tussen Sloterdijk – Badhoevedorp – Schiphol met aantakkingen op diverse Middellange Twee routes door de weste- OV16 Westtangent tramlijnen termijn lijke tuinsteden Een HOV-busverbinding tussen Amsterdam Noord- Zeeburg - Amstel- Middellange OV17 Noord-oosttangent station termijn Een nieuwe tramverbinding tussen De nieuwe lijn is een Vertramming Noord- Amsterdam Noord- Zeeburg – Amstel tramvariant van de Noord- OV18 oosttangent station Lange termijn oosttangent bus Doortrekken van Het verlengen van de tramlijn vanaf de tramlijn 10 naar Van Hallstraat via de Haarlemmerweg OV19 Sloterdijk aantakkend op tramlijn 12 Lange termijn Hiervoor zijn 2 nieuwe tramlijnschakels nodig op de Pernassusweg en een Vertrammen van buslijn nieuw tracé tussen station Muider- OV20 15 poort en station Sciencepark Lange termijn Een nieuwe busbaan in één richting (de stad in) vanaf Huizingalaan tot de HOV busbaan Oude A10 Zuid ter hoogte van Brug over de Middellange Verlegging van de Riekerweg OV21 Haagseweg Schinkel termijn is hiervoor noodzakelijk Een nieuwe tramverbinding van Amsterdam CS naar station Sloterdijk via de Houthavens en het bestaande Middellange OV22 Tram Houthavens tracé op de Haarlemmerhouttuinen termijn Tramlijn 26 kan op termijn een keerlus krijgen in combinatie met de bestaande keerlus van tram 25 bij de Middellange OV23 Tramlus voor lijn 26 Passenger Terminal Amsterdam termijn Een nieuwe verbinding tussen de aansluiting S107 aan ringweg De zuidelijke Schinkelver- Zuidelijke A10-west en de Amstelveenseweg. De binding is ook een autover- OV24 Schinkelverbinding bus voorkeursuitvoering is een tunnel Lange termijn binding De voorkeursvariant gaat uit van een busdoorsteek richting Amstelveen die gelegen is tussen de straten Opveld OV25 Busbaan RW3 en Roffart Lange termijn Verlengen van tramlijn Een of meerdere van deze tramlijnen 3, 7, 9 en/of 14 naar kunnen verbonden worden met OV26 Zeeburgereiland Zeeburgereiland Lange termijn Het doortrekken van de tramlijn vanaf station Amsterdam Amstel Doortrekken van naar Amsterdam Bijlmer Arena via de OV27 tramlijn 12 Gooiseweg Lange termijn

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 267 Weginfrastructuur

Project Nr. Project Projectomschrijving Realisatie Bijzonderheden De verbinding is voor een groot deel al gerealiseerd, maar een reservering van IJboulevard oost (2x2) bestaat De hoofdontsluiting tussen het Stati- nog. Er ligt ook een reser- onseiland, de A10 Oost en IJburg. Het vering om de Heermabrug te IJboulevard Amsterdam deel Amsterdam CS - Piet Heintunnel verruimen van 2x1 naar 2x2 of W1 CS - A10 oost - IJburg wordt verruimt van 2x1 naar 2x2 Korte termijn 3 stroken Fase 1 van het project is uitgevoerd. De start van de bouwfase (sprong over het Amsterdam Rijnkanaal) is Een tweede aansluiting voor IJburg voorzien in 2010. De aanleg op het autosnelwegnet gepland nabij van fase 3 (aansluiting op Oostelijke ontsluiting knooppunt Diemen en een aansluiting A1-A9) wordt meegenomen in W2 IJburg - A1 op de Weteringweg Korte termijn uitvoering Planstudie SAA Een tunnel voor autoverkeer in Amsterdam-Noord als ontsluiting voor het Buiksloterham-, Shellgebied en Middellange W3 Bongerdtunnel woonwijk de Bongerd termijn Onderdeel Capaciteitsuitb- reiding A10-Zuid en -Zuidoost Van knooppunt Badhoevedorp in het kader van ZSM A4 Badhoevedorp - tot knooppunt Amstel door het (spoedwetproject). Er hoeft Nieuwe Meer - A10 ombouwen van de vluchtstroken naar geen extra ruimte worden W4 Zuid spitsstroken Korte termijn gereserveerd Onderdeel Capaciteitsuitb- reiding A10-Zuid en -Zuidoost in het kader van ZSM Ombouw van vluchtstroken naar (spoedwetproject). Er hoeft A9 Gaasperdam- spitsstroken van knooppunt Holen- geen extra ruimte worden W5 merweg drecht tot knooppunt Diemen Korte termijn gereserveerd Aan beide kanten worden vluchtstroken omgebouwd naar spitsstroken van knooppunt Water- In het kader van ZSM (spoed- A1 Watergraafsmeer - graafsmeer tot knooppunt Diemen. wetproject) Er hoeft geen extra W6 Diemen De extra rijstrook is een bufferstrook. Korte termijn ruimte worden gereserveerd. In de huidige situatie is er geen zuidelijke verbinding over Een wegverbinding 2x1, tussen de Schinkel. Bij de aanleg kan de aansluiting S107 aan ringweg ook sprake zijn van specifieke Zuidelijke A10-west en Amstelveenseweg. De maatregelen op het gebied W7 Schinkelverbinding weg voorkeursuitvoering is een tunnel Lange termijn van OV en fiets

268 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Verbreding van de hoofdwegen A6, de A1, de A10-Oost en de A9 tussen Schiphol en Almere in het kader van Planstudie SAA. Twee trajecten vallen deels binnen de gemeentegrenzen. - De weguitbreiding tussen knooppunt Holendrecht en knooppunt Diemen: Van 2x2 rijstroken met spitsstroken naar 2x2 rijstroken met wisselstrook en parallelrijbaan met 2x3 stroken. De Gaasperdammerweg wordt onder- tunneld. - De weguitbreiding tussen knooppunt Amstel en knooppunt Diemen: De Planstudie SAA is onderdeel A10-Oost tussen knooppunt Amstel van Randstad Urgent, met als en knooppunt Watergraafsmeer wordt doel om de problemen op verbreed van 2x3 rijstroken naar 2x4 de weg rond Schiphol-Am- rijstroken. De A1 tussen de knoop- sterdam-Almere op te lossen. punten Watergraafsmeer en Diemen Het is een regionaal project Wegverbreding A9 wordt verbreed van 2x3 rijstroken en het tracé licht deels buiten Gaasperdammerweg, en spitsstroken naar 2x4 rijstroken, Middellange de gemeentegrenzen van W8 A10 Oost en A1 spitsstroken en busstroken termijn Amsterdam De Spaarndammerdijk zal gedeeltelijk ondergronds worden gebracht tussen Houtmankade en Archangelweg om Als onderdeel van ruimtelijke Tunnel het autoverkeer in het gebied af te Middellange ontwikkelingen in het W9 Spaarndammerdijk kunnen wikkelen termijn Houthavengebied Verbreding van de A10 Zuid van 4 naar 5 rijstroken in het kader van Planstudie Zuidas tussen knooppunt in aanvulling op de Nieuwe Meer en knooppunt Amstel. Middellange- maatregelen voor de korte Wegverbreding van de De voorkeursuitvoering is een tunnel of lange termijn in het kader van ZSM W10 A10 Zuid ter hoogte van de Zuidas termijn (Spoedwet) De A2 tussen knooppunt Amstel en de Utrechtse brug moet op middel- lange termijn in het nieuwe stedelijke gebied Overamstel worden ingepast Inpassing A2 en zal worden afgewaardeerd als Midellange W11 Overamstel stadsstraat termijn Capaciteitsuitbreiding tussen Er wordt tevens uitgegaan van knooppunt Watergraafsmeer en een uitbreiding van de capac- W12 A10-Noord Coenplein Lange termijn iteit van de Zeeburgertunnel De huidige capaciteit van de A10 West is 2x3 rijstroken (plus weef/ afslag vakken). Op termijn bestaat de mogelijkheid om in beide richt- ingen de capaciteit uit te breiden met 1 rijstrook. Dit geldt voor het weggedeelte tussen Haarlemmerweg W13 A10-West en het knooppunt De Nieuwe Meer Lange termijn Als ontsluiting van Parkstad. De afslag Extra capaciteit wordt gezocht Aansluiting Parkstad ligt in het verlengde van de huidige Middellange in een nieuwe S106 aan de A9 W14 T106 op A9 T106 termijn bij Badhoevedorp Korte en Wegverbreding Verbreding van 2x1 rijstroken naar 2x2 middellange W15 Daalwijkdreef rijstroken termijn De reservering komt in conflict met reservering Tussen knooppunt Badhoevedorp en OV9. Op termijn zal daar een knooppunt De Nieuwe Meer blijft de (technische) oplossing bedacht mogelijkheid om aan weerszijden uit voor moeten worden of een W16 Wegverbreding A4 te breiden met parallelstructuur Lange termijn keuze worden gemaakt

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 269 Parkeren

Project Nr. Project Projectomschrijving Realisatie Bijzonderheden Een nieuw P+R terrein met 800 P+R - parkeerplaatsen naast het Noord/ Middellange P1 plein Zuidlijnstation Buikslotermeerplein termijn Uitbreiding van het bestaande P+R terrein met 200 parkeerplaatsen naast Als onderdeel van Voorrang voor P2 P+R Sloterdijk station Sloterdijk Korte termijn een gezonde stad Een nieuw P+R terrein met 400 Middellange Als onderdeel van Voorrang voor P3 P+R Surinameplein parkeerplaatsen termijn een gezonde stad Een nieuw P+R terrein met 400 Middellange Als onderdeel van Voorrang voor P4 P+R Overamstel parkeerplaatsen langs de A2 termijn een gezonde stad Als onderdeel van Voorrang voor een gezonde stad. Een nieuw P+R terrein is afhan- kelijk van ruimtelijke ontwik- kelingen in de Riekerpolder en Schiphol areaal. Er wordt ook Een nieuw P+R terrein langs de Middellange gekeken naar een alternatieve P5 P+R Oude Haegseweg Westtangent termijn locatie in de hoek A4/A10 West.

Fietsroutes en fietsenstallingen

Project Nr. Project Projectomschrijving Realisatie Bijzonderheden Een doorgaande route voor een groot Middellange Afhankelijk van de ontwik- Fietsroute Noordelijke deel langs de noordzijde van het IJ via tot lange kelingen langs de Noordelijke F1 IJboulevard Overhoeks tot en met Schellingwoude termijn IJoevers Een doorgaande route langs de Kostverlorenvaart aan de oost- of westzijde van de Kostverlorenvaart. Er zal wel een oplossing gevonden Fietsroute langs de moeten worden voor de vele waterob- F2 Kostverlorenvaart stakels Lange termijn Een verbinding tussen Eendrachtspark-Gerbrandypark langs Parkenroute de noordzijde Erasmusgracht en na Middellange Eendrachtspark - 2020 verder doortrekken over het termijn tot F3 Foodcenter Foodcenter richting Nassauplein lange termijn Fietsverbinding Een fietsverbinding voor de Eendrachtspark – Volks- ontbrekende schakel tussen Middellange F4 tuinpark de Bretten Eendrachtspark en de Brettenzone termijn Ongeveer voor 10.000 fietsen extra Uitbreiding fietsenstal- stallingruimte Middellange F5 lingen Amsterdam CS termijn Ongeveer voor 1.000 fietsen extra Uitbreiding fietsenstall- stallingruimte Middellange F6 ingen Amstelstation termijn Ongeveer voor 3.000 fietsen extra Uitbreiding fietsenstall- stallingruimte zowel inpandig als Middellange F7 ingen Station Sloterdijk buiten termijn Uitbreiding fietsen- Er is behoefte aan een totaal van stallingen Station 15.000 plekken in 2020 Middellange F8 Amsterdam Zuid termijn Ongeveer voor 500 fietsen extra Uitbreiding fietsenstal- stallingruimte Middellange F9 lingen Station RAI termijn

270 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Uitbreiding fietsensta- Ongeveer voor 700 fietsen extra lling Station Muider- stallingruimte Middellange F10 poort termijn Ongeveer voor 500 fietsen extra Uitbreiding fietsensta- stallingruimte Middellange F11 lling Europaplein termijn Ongeveer voor 4.000 fietsen extra Uitbreiding fietsensta- stallingruimte, waarvan 2.700 plekken Middellange F12 llingen Leidseplein bewaakt en inpandig termijn Inpandig en bewaakte Ongeveer voor 1.800 fietsen aan fietsenstalling Arena stallingruimte Middellange F13 gebied inclusief GETZ termijn Inpandig en bewaakte Ongeveer voor 1.300 fietsen aan fietsenstalling Buikslo- stallingruimte Middellange Gekoppeld aan de Noord/ F14 termeerplein termijn Zuidlijn en de Zaantangent Inpandig en bewaakte fietsenstalling De Ongeveer voor 1.000 fietsen aan Hallen stallingruimte Middellange F15 termijn Afhankelijk van de ontwik- Een brug tussen Kop van Javaeiland kelingen langs de Noordoos- en de Boorstraat (optie 1) of van telijke IJoevers. Optie 2 vanaf Fiets-/voetgangersbrug Azartplein via Kompaseiland naar Azartplein is afhankelijk van de F16 over het IJ Johan van Hasseltweg (optie 2) Lange termijn realisatie van het Kompaseiland

Veerverbindingen

Project Nr. Project Projectomschrijving Realisatie Bijzonderheden Een nieuwe volwaardige Afhankelijk van de ontwik- Veerverbinding Java- veerverbinding tussen Amsterdam CS, kelingen van het Hamerstraat- V1 eiland - Motorwal Java-eiland en Hamerstraatgebied Korte termijn gebied Veerverbinding Java- Een nieuwe veerverbinding tussen Voorafgaand en in aanloop eiland – Kompaseiland Java-eiland, Kompaseiland en de Middellange naar een mogelijk Kompas- V2 – Amsterdam Noord noordelijke IJoever termijn eiland Veerverbinding Afhankelijk van de ruimtelijke Sporenburg – Zeebur- Een nieuwe veerverbinding tussen ontwikkelingen op Zeeburger- V3 gereiland Sporenburg en Zeeburgereiland Lange termijn eiland Veerverbinding Een nieuwe veerverbinding tussen V4 Zaanstad Amsterdam CS en Zaandam Lange termijn

Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 271 Reserveringen fiets en veer

Reserveringen fiets en veer

reservering fiets of veer reservering fietsenstalling

272 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 273 Reserveringen weg

Reserveringen weg

reservering weg reservering P&R terrein

274 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 275 Reserveringen OV

Reserveringen OV

reservering OV reservering emplacement reservering station

276 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 277 Reserveringen spoor

Reserveringen spoor

reservering spoor reservering rangeerterrein

278 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Instrumentarium kernpunten van beleid 2010-2020 279 280 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Samenvatting PlanMER INHOUDSOPGAVE

1 Aanleiding en doel van het planMER 283

2 Doelen en opgaven uit de structuurvisie 283

3 Wettelijk en beleidskader 285

4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling 288

5 Alternatieven 292

6 Beoordeling van de alternatieven 297

7 Evaluatie en monitoring 318

8 Leemten in Kennis 319

282 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 1 Aanleiding en doel van het 2 Doelen en opgaven uit de planMER structuurvisie 1 Samenvatting De gemeente Amsterdam brengt voor de periode De Ontwerp Structuurvisie sluit naadloos aan op de 2010 tot 2020 met een doorkijk naar 2040 een struc- leidende principes uit het Ontwikkelings beeld 2040 tuurvisie uit. In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening voor Metropoolregio Amsterdam. De gemeenten (Wro), sinds 1 juli 2008 van kracht, is de structuurvisie binnen Metropoolregio Amsterdam1 en de betrokken geïntroduceerd om ideeën voor de toekomst vorm te provincies hebben afgesproken het Ontwikke- geven en een toetsingskader te bieden voor concrete lingsbeeld Noordvleugel 2040 als vertrekpunt te ruimtelijke plannen zoals het bestemmingsplan. Bij gebruiken bij het opstellen van hun structuurvisies. het opstellen van de structuurvisie is een planMER Oók de kernstad Amsterdam profi leert zich op diver- (milieueffectrapport) een verplicht onderdeel indien siteit en duurzaamheid. Dezelfde impulsen worden die het kader vormt voor toekomstige project- tot uitgangspunt genomen: m.e.r.-plichtige of project-m.e.r.-beoordelings- ƒ verdere intensivering en transformatie van plichtige activiteiten en/of activiteiten waarvoor een stedelijk gebied, met aandacht voor voldoende zogenaamde ‘passende beoordeling’ nodig is op aanbod van bedrijfslocaties, grond van de Europese Habitatrichtlijn (in Nederland ƒ een betere interne en externe bereikbaarheid geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet door in te zetten op regionaal openbaar vervoer, 1998). Beide voorwaarden zijn op de Structuurvisie ƒ het ontwikkelen van het metropolitane landschap, Amsterdam van toepassing. ƒ het maken van een duurzame en klimaatbe- De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de stendige stad. voorgenomen ontwikkeling van Amsterdam alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren In de Ontwerp Structuurvisie is voor Amsterdam als ruimtelijk beleid (conform art.2.1. lid 1 van de Wro). centrale ambitie gedefi nieerd: Het doel van het planMER is dat in een stadium Amsterdam ontwikkelt zich verder als kernstad waarin nog fundamentele strategische keuzes van een internationaal concurrerende duurzame, kunnen worden gemaakt voor ontwikkelingsrich- Europese metropool. tingen en/of locaties voor activiteiten, de milieu- Om de ambitie voor Amsterdam waar te maken en aspecten adequaat worden meegewogen. Dit moet richting te geven aan de ruimtelijke visie voor de stad voorkomen dat het bevoegd gezag in een laat is eerst een tiental doelstellingen geformuleerd: De stadium voor voldongen feiten wordt gesteld. Pijlers2. Niet alle Pijlers kunnen naast elkaar bestaan zonder een aantal cruciale knopen door te hakken. Er zijn zeven grote vraagstukken waarin richting moet worden gevonden.

1 Het metropoolregio Amsterdam overleg is een overleg van lokale en regionale overheden in de noordelijke deel van de randstad. Deelnemers zijn de gemeenten Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Edam-Volendam, Haarlem, Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Muiden, Naarden, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. De onderstreepte gemeenten zijn ook deelnemers in de Stadregio Amsterdam.

2 De Pijlers voor de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam, gemeente Amsterdam, april 2009.

Samenvatting PlanMER 283 Deze vraagstukken zijn: belangrijker en daarmee de inrichting en het gebruik uitdaging voor de stad, naast voldoende water- 3 Wettelijk en beleidskader van het schaarse publieke domein met name binnen berging, in het vinden van ruimte voor het opwekken In het planMER is nagegaan in welke wettelijke 1. Intensivering van het grondgebruik de ring A10 omdat hier de druk op de openbare van duurzame energie. Waar vinden we de ruimte context de Structuurvisie Amsterdam 2040 wordt Intensivering van het grondgebruik binnen de ruimte het grootst is. In straten, aan oevers en op voor het opwekken van duurzame energie en in geplaatst en welk beleidskader relevant is. Daartoe stad biedt meer mensen woon- en werkruimte en pleinen waar dat gewenst is, wordt de openbare hoeverre worden we onze eigen energieleverancier? zijn overkoepelende structuurvisies en plannen betekent extra draagvlak voor voorzieningen, extra ruimte kwalitatief hoogwaardig ingericht. Dit Amsterdam kiest ervoor een groot deel van de van buurgemeenten geïnventariseerd en worden investeringen in de openbare ruimte en er hoeft betekent minder of anders georganiseerde ruimte energiebehoefte zelf op te wekken. Daarbij gaat het vooral de wetten die zich richten op gebiedsbe- minder landschap te worden aangetast. In de periode voor de auto in de stad, maar niet het verdwijnen om toepassen van stadswarmte en -koude, zonne- scherming wat betreft natuur en cultuurhistorie van van 2010 tot 2040 worden in Amsterdam 70.000 van de auto uit de stad. Met de opkomst van energie, windenergie, gebruikmaking van biomassa belang geacht: de Natuurbeschermingswet, Ecolo- woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. de elektrische auto wordt het autoverkeer in de en energieopslag in de bodem. Daarnaast zal gische Hoofdstructuur (EHS) en onderdelen van de Om die ambitie te halen moet gezocht worden toekomst immers ook steeds schoner en stiller. Het Amsterdam ook investeren in duurzame energieop- Monumentenwet voor beschermde stads- en dorps- naar bouwplaatsen met een capaciteit van 120.000 verbeteren van de openbare ruimte en het inpassen wekking in de regio. gezichten. woningen. Er moet immers ook rekening worden van ruimte voor de auto is maatwerk en wordt gehouden met sloop en mogelijke tegenvallers bij de aangepakt in samenwerking met stadsdelen en 7. Olympische Spelen van 2028 Afstemming met overkoepelende ontwikkeling van bouwlocaties. bedrijfsleven. Nederland heeft de ambitie om gastheer te zijn voor structuurvisies Bij 70.000 nieuwe woningen hoort ook een behoefte de Olympische Spelen van 2028. De spelen zijn een De meeste doelen en opgaven van structuurvisies van 330.000 m² vloeroppervlak aan maatschap- 4. Groen en water nationale aangelegenheid waarbij Amsterdam als van hogere overheden komen (logischerwijs) overeen pelijke voorzieningen. Ook wordt een intensiever Het groen en water in en rondom de stad moet beeldmerk kan fungeren en de ruimtelijke mogelijk- met die van de voorliggende Ontwerp structuurvisie gebruik van de haven en bedrijfsterreinen voorzien aantrekkelijker worden in de wetenschap dat het heden heeft om plaats te bieden aan in ieder geval Amsterdam 2040. en een grotere mix van wonen en werken, waarbij gebruik ervan alleen maar toeneemt en een steeds een olympisch stadion, dorp en zwembad. Hiervoor kansrijke economische sectoren de ruimte krijgen. belangrijker rol vervult voor het welzijn van de moeten wel locaties worden aangewezen. De twee Bekeken zijn: Intensivering kan alleen gebeuren als dit klimaatbe- bewoners en voor bedrijven die zich hier willen mogelijke locaties zijn Havenstad en sportpark Sloten stendig gebeurt met voldoende water en groen en vestigen. Amsterdam zal daarom investeren in de en omgeving met daaraan gekoppeld de sportas van Structuurvisie Randstad 2040: onderscheid tussen met afdoende waterberging. Amsterdam kiest ervoor beleving en gebruiksmogelijkheden van het groen het oude Olympisch Stadion via Bosbaan naar het Rijk en Metropoolregio Amsterdam is een verschil- om ruimtelijke opgaven op te lossen binnen de en van het water in en om de stad. Dit betekent Wagenerstadion. lende kijk op de landschappen. In Randstad 2040 bestaande stad. het herinrichten van de koppen van de scheggen, wordt dit ingevuld met metropolitane parken. In de het aanleggen van jachthavens en zwemplekken en Amsterdamse structuurvisie wordt de term metropo- 2. OV-netwerk op metropolitane schaal het investeren in bestaande parken in de stad, het litaan landschap gehanteerd. Een landschap is meer Om de intensivering van het grondgebruik te vergroten van de Hoofdgroenstructuur en het verbe- dan een park. Recreatie is één van de functies. De verwezenlijken is de verdere ontwikkeling van een teren en het meer zichtbaar maken van de water- agrarische en culturele betekenis, de waterberging samenhangend OV-netwerk op metropolitane schaal structuur, het op sommige plekken binnen de Hoofd- en de natuur- en milieukenmerken zijn allen aspecten onontbeerlijk. Daarnaast zal het regionale wegen- groenstructuur toestaan van gebouwde recreatieve die niet direct aan een ‘park’ worden verbonden netwerk moeten worden aangepast aan de verdere voorzieningen (ter ondersteuning van de beleving maar wel aan een landschap. groei van de metropoolregio, maar binnen het stede- van het groen) en het verbeteren van recreatieve lijke kerngebied wel beperkt. Op veel meer plaatsen routes tussen groengebieden en blauwe gebieden. RAAM-brief: In november 2009 heeft de ministerraad dan nu moet een naadloze overstap tussen auto ingestemd met het Rijksbesluit Almere-Amsterdam- en openbaar vervoer mogelijk worden. Daar hoort 5. Transformatie Markermeer. Almere kan op termijn een dubbelstad ook bij het kiezen voor investeringen in langzaam Transformatie betekent vooral het meer mengen van vormen met Amsterdam. De regio ziet in dit concept verkeer en openbaar vervoer binnen de ring A10. functies, maar soms ook verplaatsing van bedrijven, buitendijkse bouwlocaties. Om deze mogelijkheid Voorgesteld wordt de groeimogelijkheden van de sportterreinen en volkstuinen. De nieuwe economie open te houden, dienen IJmeer en Markermeer eerst stad in eerste instantie te koppelen aan bestaande en bestaat uit een complex van functies: wonen, werken een ecologische stimulans te krijgen. Het kabinet in ontwikkeling zijnde OV-lijnen. Concreet betekent en recreëren. Dit complex strijdt om de schaarse zet hiertoe een eerste stap en investeert twintig dit het omvormen van de Amstelveenlijn tot metro stedelijke ruimte. Onder druk van deze strijd trans- miljoen euro in de natuur bovenop de reeds lopende alsmede het benutten van de ontwikkelingsruimte formeert een aantal van deze gebieden in de stad natuurpilots. Om de bij een schaalsprong de bereik- rondom de Ringlijn en de aan te leggen Noord- en naar een meer gemengd stedelijk milieu. Hiervan kan baarheid te waarborgen investeert het Rijk miljarden Westtangent. Ook worden verkenningen gedaan meteen geprofi teerd worden door verbeteringen euro’s in onder andere de Hanzelijn en in capaciteits- naar een tweede railverbinding (metro of Regiorail) aan te brengen in verouderde aansluitingen, infra- uitbreiding van het aantal treinen tussen Almere en naar Schiphol en het doortrekken van de Ringlijn naar structuur en te krap gedimensioneerde watersys- Amsterdam. Daarnaast komt er capaciteitsuitbreiding Noord. temen. voor de weginfra structuur op de A6, de A1, de A9 en de A10 oost. Het plan van de gemeente Almere en 3. Ruimte voor de auto in de stad 6. Duurzame energie Amsterdam om een IJmeerverbinding (trein) te reali- De kwaliteit van leven in de stad wordt steeds Als het om klimaatbestendigheid gaat ligt de grote seren is kostbaar. Het kabinet kan en wil hier alleen

284 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Deze vraagstukken zijn: belangrijker en daarmee de inrichting en het gebruik uitdaging voor de stad, naast voldoende water- 3 Wettelijk en beleidskader van het schaarse publieke domein met name binnen berging, in het vinden van ruimte voor het opwekken In het planMER is nagegaan in welke wettelijke 1. Intensivering van het grondgebruik de ring A10 omdat hier de druk op de openbare van duurzame energie. Waar vinden we de ruimte context de Structuurvisie Amsterdam 2040 wordt Intensivering van het grondgebruik binnen de ruimte het grootst is. In straten, aan oevers en op voor het opwekken van duurzame energie en in geplaatst en welk beleidskader relevant is. Daartoe stad biedt meer mensen woon- en werkruimte en pleinen waar dat gewenst is, wordt de openbare hoeverre worden we onze eigen energieleverancier? zijn overkoepelende structuurvisies en plannen betekent extra draagvlak voor voorzieningen, extra ruimte kwalitatief hoogwaardig ingericht. Dit Amsterdam kiest ervoor een groot deel van de van buurgemeenten geïnventariseerd en worden investeringen in de openbare ruimte en er hoeft betekent minder of anders georganiseerde ruimte energiebehoefte zelf op te wekken. Daarbij gaat het vooral de wetten die zich richten op gebiedsbe- minder landschap te worden aangetast. In de periode voor de auto in de stad, maar niet het verdwijnen om toepassen van stadswarmte en -koude, zonne- scherming wat betreft natuur en cultuurhistorie van van 2010 tot 2040 worden in Amsterdam 70.000 van de auto uit de stad. Met de opkomst van energie, windenergie, gebruikmaking van biomassa belang geacht: de Natuurbeschermingswet, Ecolo- woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. de elektrische auto wordt het autoverkeer in de en energieopslag in de bodem. Daarnaast zal gische Hoofdstructuur (EHS) en onderdelen van de Om die ambitie te halen moet gezocht worden toekomst immers ook steeds schoner en stiller. Het Amsterdam ook investeren in duurzame energieop- Monumentenwet voor beschermde stads- en dorps- naar bouwplaatsen met een capaciteit van 120.000 verbeteren van de openbare ruimte en het inpassen wekking in de regio. gezichten. woningen. Er moet immers ook rekening worden van ruimte voor de auto is maatwerk en wordt gehouden met sloop en mogelijke tegenvallers bij de aangepakt in samenwerking met stadsdelen en 7. Olympische Spelen van 2028 Afstemming met overkoepelende ontwikkeling van bouwlocaties. bedrijfsleven. Nederland heeft de ambitie om gastheer te zijn voor structuurvisies Bij 70.000 nieuwe woningen hoort ook een behoefte de Olympische Spelen van 2028. De spelen zijn een De meeste doelen en opgaven van structuurvisies van 330.000 m² vloeroppervlak aan maatschap- 4. Groen en water nationale aangelegenheid waarbij Amsterdam als van hogere overheden komen (logischerwijs) overeen pelijke voorzieningen. Ook wordt een intensiever Het groen en water in en rondom de stad moet beeldmerk kan fungeren en de ruimtelijke mogelijk- met die van de voorliggende Ontwerp structuurvisie gebruik van de haven en bedrijfsterreinen voorzien aantrekkelijker worden in de wetenschap dat het heden heeft om plaats te bieden aan in ieder geval Amsterdam 2040. en een grotere mix van wonen en werken, waarbij gebruik ervan alleen maar toeneemt en een steeds een olympisch stadion, dorp en zwembad. Hiervoor kansrijke economische sectoren de ruimte krijgen. belangrijker rol vervult voor het welzijn van de moeten wel locaties worden aangewezen. De twee Bekeken zijn: Intensivering kan alleen gebeuren als dit klimaatbe- bewoners en voor bedrijven die zich hier willen mogelijke locaties zijn Havenstad en sportpark Sloten stendig gebeurt met voldoende water en groen en vestigen. Amsterdam zal daarom investeren in de en omgeving met daaraan gekoppeld de sportas van Structuurvisie Randstad 2040: onderscheid tussen met afdoende waterberging. Amsterdam kiest ervoor beleving en gebruiksmogelijkheden van het groen het oude Olympisch Stadion via Bosbaan naar het Rijk en Metropoolregio Amsterdam is een verschil- om ruimtelijke opgaven op te lossen binnen de en van het water in en om de stad. Dit betekent Wagenerstadion. lende kijk op de landschappen. In Randstad 2040 bestaande stad. het herinrichten van de koppen van de scheggen, wordt dit ingevuld met metropolitane parken. In de het aanleggen van jachthavens en zwemplekken en Amsterdamse structuurvisie wordt de term metropo- 2. OV-netwerk op metropolitane schaal het investeren in bestaande parken in de stad, het litaan landschap gehanteerd. Een landschap is meer Om de intensivering van het grondgebruik te vergroten van de Hoofdgroenstructuur en het verbe- dan een park. Recreatie is één van de functies. De verwezenlijken is de verdere ontwikkeling van een teren en het meer zichtbaar maken van de water- agrarische en culturele betekenis, de waterberging samenhangend OV-netwerk op metropolitane schaal structuur, het op sommige plekken binnen de Hoofd- en de natuur- en milieukenmerken zijn allen aspecten onontbeerlijk. Daarnaast zal het regionale wegen- groenstructuur toestaan van gebouwde recreatieve die niet direct aan een ‘park’ worden verbonden netwerk moeten worden aangepast aan de verdere voorzieningen (ter ondersteuning van de beleving maar wel aan een landschap. groei van de metropoolregio, maar binnen het stede- van het groen) en het verbeteren van recreatieve lijke kerngebied wel beperkt. Op veel meer plaatsen routes tussen groengebieden en blauwe gebieden. RAAM-brief: In november 2009 heeft de ministerraad dan nu moet een naadloze overstap tussen auto ingestemd met het Rijksbesluit Almere-Amsterdam- en openbaar vervoer mogelijk worden. Daar hoort 5. Transformatie Markermeer. Almere kan op termijn een dubbelstad ook bij het kiezen voor investeringen in langzaam Transformatie betekent vooral het meer mengen van vormen met Amsterdam. De regio ziet in dit concept verkeer en openbaar vervoer binnen de ring A10. functies, maar soms ook verplaatsing van bedrijven, buitendijkse bouwlocaties. Om deze mogelijkheid Voorgesteld wordt de groeimogelijkheden van de sportterreinen en volkstuinen. De nieuwe economie open te houden, dienen IJmeer en Markermeer eerst stad in eerste instantie te koppelen aan bestaande en bestaat uit een complex van functies: wonen, werken een ecologische stimulans te krijgen. Het kabinet in ontwikkeling zijnde OV-lijnen. Concreet betekent en recreëren. Dit complex strijdt om de schaarse zet hiertoe een eerste stap en investeert twintig dit het omvormen van de Amstelveenlijn tot metro stedelijke ruimte. Onder druk van deze strijd trans- miljoen euro in de natuur bovenop de reeds lopende alsmede het benutten van de ontwikkelingsruimte formeert een aantal van deze gebieden in de stad natuurpilots. Om de bij een schaalsprong de bereik- rondom de Ringlijn en de aan te leggen Noord- en naar een meer gemengd stedelijk milieu. Hiervan kan baarheid te waarborgen investeert het Rijk miljarden Westtangent. Ook worden verkenningen gedaan meteen geprofi teerd worden door verbeteringen euro’s in onder andere de Hanzelijn en in capaciteits- naar een tweede railverbinding (metro of Regiorail) aan te brengen in verouderde aansluitingen, infra- uitbreiding van het aantal treinen tussen Almere en naar Schiphol en het doortrekken van de Ringlijn naar structuur en te krap gedimensioneerde watersys- Amsterdam. Daarnaast komt er capaciteitsuitbreiding Noord. temen. voor de weginfra structuur op de A6, de A1, de A9 en de A10 oost. Het plan van de gemeente Almere en 3. Ruimte voor de auto in de stad 6. Duurzame energie Amsterdam om een IJmeerverbinding (trein) te reali- De kwaliteit van leven in de stad wordt steeds Als het om klimaatbestendigheid gaat ligt de grote seren is kostbaar. Het kabinet kan en wil hier alleen

Samenvatting PlanMER 285 mee instemmen als er een haalbaar plan ligt. Almere Plannen van buurgemeenten Strategische toekomstvisie Gemeente Haarlemmer- Connecting Trade in de Oostfl ank, het nieuwe krijgt de komende twee jaar de gelegenheid om het Van de buurgemeenten heeft Ouder-Amstel in 2007 liede-Spaarnwoude, 2009: een van de opgaven is de glastuinbouwgebied Primaviera bij Rijsenhout en plan verder te ontwikkelen. al een structuurvisie vastgesteld. Zij werkt nu aan een strategische opgave VI: de groene buffer blijft zijn de ontwikkeling van Badhoevedorp. Daarbij is er actualisatie. Almere heeft in juni 2009 een Concept groene bestemming behouden. Dit betekent onder de ambitie bij eventuele Olympische Spelen in Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040: gemeenten Structuurvisie 2.0 gepubliceerd. Haarlemmermeer andere dat een industriële haven in dit gebied voor Amsterdam in 2028 de spelen te faciliteren met binnen Metropoolregio Amsterdam en de betrokken heeft recent de Contourennota Structuurvisie de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude niet aantrekkelijke voorzieningen. Dat kan met het Huis provincies hebben afgesproken dit beeld als gepubliceerd. Zeven Waterlandse buurgemeenten bespreekbaar is. De Houtrakpolder, waar Amsterdam van de Sport en met het nieuwe stadion voor de vertrekpunt te gebruiken bij het opstellen van hun hebben begin 2009 een regiovisie uitgebracht als eventueel het havengebied wil uitbreiden, maakt Pioniers. structuurvisies. basis voor de afzonderlijke gemeentelijke struc- onderdeel uit van deze groene buffer. In opdracht tuurvisies. Haarlemmerliede-Spaarnwoude heeft van de provincie Noord-Holland is de Dienst Regiovisie Waterland 2040: de Regiovisie Waterland Ontwerp Structuurvisie 2040 Provincie Noord- zijn uitgangspunten voor de structuurvisie in een Landelijk Gebied, in samenwerking met Staatsbos- Vitaal met Karakter is het document waarin de zeven Holland: de structuurvisie Noord-Holland neemt ook strategische toekomstvisie uitgewerkt. Zaanstad beheer, de gemeente Haarlemmerliede en Spaarn- Waterlandse gemeenten samen de toekomst in het ontwikkelingsbeeld van de metropoolregio als heeft recent een concept ‘Een Toekomstrichting woude en de stichting agrarische bedrijven Spaarn- de ruimtelijke ordening van de Waterlandse regio vertrekpunt. Kortom, de intenties voor beide struc- Zaans Evenwicht’ voor commentaar gepubliceerd. woude inmiddels met de eerste werkzaamheden hebben beschreven. De Regiovisie is 10 december tuurvisies zijn hetzelfde. De gemeente Amsterdam Tussenproducten van het structuurvisie proces van de gestart voor de herinrichting van de Houtrakpolder. 2008 vastgesteld in het Algemeen Bestuur van het is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming buurgemeenten Amstelveen, Diemen, Oostzaan zijn Bij deze herinrichting wordt teruggegrepen op de ISW. De regiovisie Waterland 2040 vormt de basis van de provinciale structuurvisie. Naast de informele niet bekend. oorspronkelijke agrarische structuur. De herinrichting voor de gemeentelijke plannen die gemaakt worden. afstemming heeft de gemeente Amsterdam – houdt onder andere de aanleg van het ‘Groene Daarnaast is het dé visie van de Waterlandse regio projectbureaus, beleidsdiensten en stadsdelen – ook Structuurvisie Ouder-Amstel 2007: het openhouden Schip’ in. Het doel van het Groene Schip is dat het om in te brengen in plannen van de Provincie Noord- één zienswijze op de ontwerpversie ingediend bij van het landschap en het versterken van de recre- industriegebied van de groene bufferzone wordt Holland en die van de Stadsregio Amsterdam. Voor de provincie. Enerzijds om op onvolkomenheden in atieve functie van de Amstelscheg passen binnen gescheiden. Het idee is tussen de Houtrakpolder wat betreft de verstedelijkingsaccenten op de as kaartmateriaal te wijzen, maar ook om meer aandacht de opgaven van investeren in recreatief gebruik en het Amsterdamse havengebied een grote kunst- Haarlemmermeer, Amsterdam en Almere en de te vragen voor de creatieve kenniseconomie, verkeer van groen uit de Structuurvisie Amsterdam. Ook de matige heuvel te bouwen in de vorm van een groen waardering voor de groenblauwe kwaliteiten van en vervoersaspecten in en rond Amsterdam op multifunctionele ontwikkeling van het Duivendrechtse schip. Het Groene Schip krijgt volgens de eerste Waterland past de visie van de regio Waterland in te nemen, zoals de Oost-Westlijn en de Ringlijn, Veld sluit aan bij de plannen van Amsterdam met de ontwerpen een lengte van minimaal duizend meter grote lijnen in het Ontwikkelingsbeeld voor Metro- inclusief de aansluiting op Noord. aangrenzende Zuidoostlob. De mate van gewenste en een gemiddelde hoogte vijfentwintig meter en poolregio Amsterdam. De regio ziet de toekomstige In beide structuurvisies is door goede samenwerking stedelijkheid van het Duivendrechtse Veld rondom zal mogelijk bestaan uit categorie-1 bouwstoffen en rol van landbouw in relatie tot de functie van het een gelijke tekst over de uitbreiding van het zeeha- het station Duivendrecht wijkt af. In het eindverslag AVI-bodemas. Verschillende recreatieve activiteiten landelijk gebied anders dan de Metropoolregio venterrein van Amsterdam opgenomen. Wel is er van de inspraakprocedure wordt aangegeven dat de kunnen vervolgens op en rond het schip ontwikkeld Amsterdam. Bij de metropoolregio en Structuur- verschil van inzicht over de gewenste reikwijdte van mate van stedelijkheid nog een discussiepunt is. In worden. visie Amsterdam krijgt het landschap vooral een het onderzoek naar beoogde uitbreidingslocaties. de uitwerking van het gebied zullen de aspecten die Het is duidelijk dat de herinrichting met het Groene functie voor de stedeling. De regio Waterland is Noord-Holland wil ook een locatie buitengaats in het samenhangen met de mate van stedelijkheid worden Schip in sterke mate confl icteert met mogelijke tegen bouwen in het water (Almere westwaarts) en onderzoek betrekken, terwijl Amsterdam van mening onderzocht en uitgewerkt. Amsterdamse uitbreidingsplannen van het haven- daarmee samenhangende infrastructuur. De Water- is dat op basis van een studie uit 2004 duidelijk is dat gebied in westelijke richting. landse regio wijst de plaatsing van windmolens in een locatie buitengaats onhaalbaar en onwenselijk is. Concept structuurvisie Almere 2.0, 2009: de schaal- Dit botst ook met de provinciale Ontwerp Struc- het open agrarische cultuurland af. Amsterdam is In de Ontwerp Structuurvisie Provincie Noord sprong Almere 2030 staat voor de doorgroei tuurvisie waarin staat dat in afwachting van de nog niet zover en onderzoekt de mogelijkheden voor Holland 2040 zijn geen nieuwe infrastructurele van Almere naar een complete stad met 350.000 onderzoeksresultaten naar een uitbreidingslocatie plaatsing van windmolens. maatregelen opgenomen naast de maatregelen die inwoners in 2030. Voor de Amsterdamse structuur- van de Amsterdamse haven in de Wijkermeerpolder in het autonome Provinciale verkeer en vervoersplan visie is vooral de westelijke ontwikkelingsrichting met (onderdeel van Nationaal Landschap) en de Houtrak- Concept Een Toekomstrichting Zaans Evenwicht, staan. Dit is een van de grootste verschillen tussen Almere-Pampus en de versterking van het regionaal polder (Rijksbufferzone) geen onomkeerbare ontwik- 2009: Zaans Evenwicht is een verhaal op hoofdlijnen de provinciale structuurvisie, het Ontwikkelingsbeeld openbaar vervoer tussen Schiphol-Amsterdam- kelingen mogen plaatsvinden die een eventuele en maakt duidelijk hoe Zaanstad zich in de toekomst Noordvleugel 2040 en de Amsterdamse structuur- Almere en Lelystad met de IJmeerlijn belangrijk uitbreiding van de haven onmogelijk maken. kan ontwikkelen tot vitale stad. Met dit verhaal positi- visie waarin wél extra OV-maatregelen worden (OV-SAAL). De gestelde randvoorwaarde van een oneert Zaanstad zich in de regio als een stad waar voorgesteld om de interne en externe bereikbaarheid sterk ecologisch systeem voor verdere ontwikkeling Contourennota Structuurvisie Haarlemmermeer veel gebeurt en nog veel mogelijk is; samen met de te verbeteren. Amsterdam vraagt de provincie dan van de regio wordt ingevuld door de voorgestelde 2030, 2009: de Contourennota Structuurvisie 2030 regiopartners werken aan de toekomst. ook (uitgebreider) in te gaan op de verkeersmo- maatregelen uit het Toekomstbeeld Markermeer- is de eerste stap naar een integrale structuurvisie op Nu Amsterdam de sprong over het IJ maakt en dit daliteit fi ets, elektrisch vervoerinfrastructuur, OV IJmeer. Het Almeerse ontwikkelingsperspectief en de een duurzame ontwikkeling van Haarlemmermeer. gebied als een spannend en potentievol gebied is SAAL, de congestie op de N236, de gevolgen van Toekomstagenda Markermeer-IJmeer zijn beide door Haarlemmermeer groeit van 140.000 inwoners ontdekt door zowel bewoners als bedrijven, is de woningbouw in de Bloemendalerpolder op het Amsterdam onderschreven. naar 170.000 inwoners. In Haarlemmermeer zijn overgang naar Zaanstad een bijna logisch vervolg. wegennet en de afwikkeling van gevaarlijke stoffen volop plannen in uitvoering. Denk aan de komst Zaanstad ziet zich straks fysiek en mentaal verbonden via de Betuweroute. van Park21, de bouw van 10.000 woningen, groen met het hart van Amsterdam. Een geslaagde water- en waterberging in de Westfl ank, Amsterdam front-ontwikkeling van Zaan tot IJ kan een volgende

286 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam mee instemmen als er een haalbaar plan ligt. Almere Plannen van buurgemeenten Strategische toekomstvisie Gemeente Haarlemmer- Connecting Trade in de Oostfl ank, het nieuwe krijgt de komende twee jaar de gelegenheid om het Van de buurgemeenten heeft Ouder-Amstel in 2007 liede-Spaarnwoude, 2009: een van de opgaven is de glastuinbouwgebied Primaviera bij Rijsenhout en plan verder te ontwikkelen. al een structuurvisie vastgesteld. Zij werkt nu aan een strategische opgave VI: de groene buffer blijft zijn de ontwikkeling van Badhoevedorp. Daarbij is er actualisatie. Almere heeft in juni 2009 een Concept groene bestemming behouden. Dit betekent onder de ambitie bij eventuele Olympische Spelen in Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040: gemeenten Structuurvisie 2.0 gepubliceerd. Haarlemmermeer andere dat een industriële haven in dit gebied voor Amsterdam in 2028 de spelen te faciliteren met binnen Metropoolregio Amsterdam en de betrokken heeft recent de Contourennota Structuurvisie de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude niet aantrekkelijke voorzieningen. Dat kan met het Huis provincies hebben afgesproken dit beeld als gepubliceerd. Zeven Waterlandse buurgemeenten bespreekbaar is. De Houtrakpolder, waar Amsterdam van de Sport en met het nieuwe stadion voor de vertrekpunt te gebruiken bij het opstellen van hun hebben begin 2009 een regiovisie uitgebracht als eventueel het havengebied wil uitbreiden, maakt Pioniers. structuurvisies. basis voor de afzonderlijke gemeentelijke struc- onderdeel uit van deze groene buffer. In opdracht tuurvisies. Haarlemmerliede-Spaarnwoude heeft van de provincie Noord-Holland is de Dienst Regiovisie Waterland 2040: de Regiovisie Waterland Ontwerp Structuurvisie 2040 Provincie Noord- zijn uitgangspunten voor de structuurvisie in een Landelijk Gebied, in samenwerking met Staatsbos- Vitaal met Karakter is het document waarin de zeven Holland: de structuurvisie Noord-Holland neemt ook strategische toekomstvisie uitgewerkt. Zaanstad beheer, de gemeente Haarlemmerliede en Spaarn- Waterlandse gemeenten samen de toekomst in het ontwikkelingsbeeld van de metropoolregio als heeft recent een concept ‘Een Toekomstrichting woude en de stichting agrarische bedrijven Spaarn- de ruimtelijke ordening van de Waterlandse regio vertrekpunt. Kortom, de intenties voor beide struc- Zaans Evenwicht’ voor commentaar gepubliceerd. woude inmiddels met de eerste werkzaamheden hebben beschreven. De Regiovisie is 10 december tuurvisies zijn hetzelfde. De gemeente Amsterdam Tussenproducten van het structuurvisie proces van de gestart voor de herinrichting van de Houtrakpolder. 2008 vastgesteld in het Algemeen Bestuur van het is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming buurgemeenten Amstelveen, Diemen, Oostzaan zijn Bij deze herinrichting wordt teruggegrepen op de ISW. De regiovisie Waterland 2040 vormt de basis van de provinciale structuurvisie. Naast de informele niet bekend. oorspronkelijke agrarische structuur. De herinrichting voor de gemeentelijke plannen die gemaakt worden. afstemming heeft de gemeente Amsterdam – houdt onder andere de aanleg van het ‘Groene Daarnaast is het dé visie van de Waterlandse regio projectbureaus, beleidsdiensten en stadsdelen – ook Structuurvisie Ouder-Amstel 2007: het openhouden Schip’ in. Het doel van het Groene Schip is dat het om in te brengen in plannen van de Provincie Noord- één zienswijze op de ontwerpversie ingediend bij van het landschap en het versterken van de recre- industriegebied van de groene bufferzone wordt Holland en die van de Stadsregio Amsterdam. Voor de provincie. Enerzijds om op onvolkomenheden in atieve functie van de Amstelscheg passen binnen gescheiden. Het idee is tussen de Houtrakpolder wat betreft de verstedelijkingsaccenten op de as kaartmateriaal te wijzen, maar ook om meer aandacht de opgaven van investeren in recreatief gebruik en het Amsterdamse havengebied een grote kunst- Haarlemmermeer, Amsterdam en Almere en de te vragen voor de creatieve kenniseconomie, verkeer van groen uit de Structuurvisie Amsterdam. Ook de matige heuvel te bouwen in de vorm van een groen waardering voor de groenblauwe kwaliteiten van en vervoersaspecten in en rond Amsterdam op multifunctionele ontwikkeling van het Duivendrechtse schip. Het Groene Schip krijgt volgens de eerste Waterland past de visie van de regio Waterland in te nemen, zoals de Oost-Westlijn en de Ringlijn, Veld sluit aan bij de plannen van Amsterdam met de ontwerpen een lengte van minimaal duizend meter grote lijnen in het Ontwikkelingsbeeld voor Metro- inclusief de aansluiting op Noord. aangrenzende Zuidoostlob. De mate van gewenste en een gemiddelde hoogte vijfentwintig meter en poolregio Amsterdam. De regio ziet de toekomstige In beide structuurvisies is door goede samenwerking stedelijkheid van het Duivendrechtse Veld rondom zal mogelijk bestaan uit categorie-1 bouwstoffen en rol van landbouw in relatie tot de functie van het een gelijke tekst over de uitbreiding van het zeeha- het station Duivendrecht wijkt af. In het eindverslag AVI-bodemas. Verschillende recreatieve activiteiten landelijk gebied anders dan de Metropoolregio venterrein van Amsterdam opgenomen. Wel is er van de inspraakprocedure wordt aangegeven dat de kunnen vervolgens op en rond het schip ontwikkeld Amsterdam. Bij de metropoolregio en Structuur- verschil van inzicht over de gewenste reikwijdte van mate van stedelijkheid nog een discussiepunt is. In worden. visie Amsterdam krijgt het landschap vooral een het onderzoek naar beoogde uitbreidingslocaties. de uitwerking van het gebied zullen de aspecten die Het is duidelijk dat de herinrichting met het Groene functie voor de stedeling. De regio Waterland is Noord-Holland wil ook een locatie buitengaats in het samenhangen met de mate van stedelijkheid worden Schip in sterke mate confl icteert met mogelijke tegen bouwen in het water (Almere westwaarts) en onderzoek betrekken, terwijl Amsterdam van mening onderzocht en uitgewerkt. Amsterdamse uitbreidingsplannen van het haven- daarmee samenhangende infrastructuur. De Water- is dat op basis van een studie uit 2004 duidelijk is dat gebied in westelijke richting. landse regio wijst de plaatsing van windmolens in een locatie buitengaats onhaalbaar en onwenselijk is. Concept structuurvisie Almere 2.0, 2009: de schaal- Dit botst ook met de provinciale Ontwerp Struc- het open agrarische cultuurland af. Amsterdam is In de Ontwerp Structuurvisie Provincie Noord sprong Almere 2030 staat voor de doorgroei tuurvisie waarin staat dat in afwachting van de nog niet zover en onderzoekt de mogelijkheden voor Holland 2040 zijn geen nieuwe infrastructurele van Almere naar een complete stad met 350.000 onderzoeksresultaten naar een uitbreidingslocatie plaatsing van windmolens. maatregelen opgenomen naast de maatregelen die inwoners in 2030. Voor de Amsterdamse structuur- van de Amsterdamse haven in de Wijkermeerpolder in het autonome Provinciale verkeer en vervoersplan visie is vooral de westelijke ontwikkelingsrichting met (onderdeel van Nationaal Landschap) en de Houtrak- Concept Een Toekomstrichting Zaans Evenwicht, staan. Dit is een van de grootste verschillen tussen Almere-Pampus en de versterking van het regionaal polder (Rijksbufferzone) geen onomkeerbare ontwik- 2009: Zaans Evenwicht is een verhaal op hoofdlijnen de provinciale structuurvisie, het Ontwikkelingsbeeld openbaar vervoer tussen Schiphol-Amsterdam- kelingen mogen plaatsvinden die een eventuele en maakt duidelijk hoe Zaanstad zich in de toekomst Noordvleugel 2040 en de Amsterdamse structuur- Almere en Lelystad met de IJmeerlijn belangrijk uitbreiding van de haven onmogelijk maken. kan ontwikkelen tot vitale stad. Met dit verhaal positi- visie waarin wél extra OV-maatregelen worden (OV-SAAL). De gestelde randvoorwaarde van een oneert Zaanstad zich in de regio als een stad waar voorgesteld om de interne en externe bereikbaarheid sterk ecologisch systeem voor verdere ontwikkeling Contourennota Structuurvisie Haarlemmermeer veel gebeurt en nog veel mogelijk is; samen met de te verbeteren. Amsterdam vraagt de provincie dan van de regio wordt ingevuld door de voorgestelde 2030, 2009: de Contourennota Structuurvisie 2030 regiopartners werken aan de toekomst. ook (uitgebreider) in te gaan op de verkeersmo- maatregelen uit het Toekomstbeeld Markermeer- is de eerste stap naar een integrale structuurvisie op Nu Amsterdam de sprong over het IJ maakt en dit daliteit fi ets, elektrisch vervoerinfrastructuur, OV IJmeer. Het Almeerse ontwikkelingsperspectief en de een duurzame ontwikkeling van Haarlemmermeer. gebied als een spannend en potentievol gebied is SAAL, de congestie op de N236, de gevolgen van Toekomstagenda Markermeer-IJmeer zijn beide door Haarlemmermeer groeit van 140.000 inwoners ontdekt door zowel bewoners als bedrijven, is de woningbouw in de Bloemendalerpolder op het Amsterdam onderschreven. naar 170.000 inwoners. In Haarlemmermeer zijn overgang naar Zaanstad een bijna logisch vervolg. wegennet en de afwikkeling van gevaarlijke stoffen volop plannen in uitvoering. Denk aan de komst Zaanstad ziet zich straks fysiek en mentaal verbonden via de Betuweroute. van Park21, de bouw van 10.000 woningen, groen met het hart van Amsterdam. Een geslaagde water- en waterberging in de Westfl ank, Amsterdam front-ontwikkeling van Zaan tot IJ kan een volgende

Samenvatting PlanMER 287 stap zijn van een opwaartse beweging voor Zaanstad. 4 Huidige situatie en Tabel S1 Huidig fi nancieel gedekt programma aan woningen tot 2020 In de ontwikkeling van een Waterfront van Zaan tot autonome ontwikkeling Projecttype IJ vinden Amsterdam en Zaanstad elkaar. Het totaal woningbouw Vervanging Uitbreiding Inbreiding Functie Wijziging Totaal aan acties maken Zaanstad tot een sterke partner in In dit planMER worden de te verwachte effecten van Stadsdeel Metropoolregio Amsterdam. een voornemen vergeleken met de te verwachten Centrum 0 0 0 104 104 effecten als gevolg van de autonome ontwikkeling. Westerpark 0 0 0 2.072 2.072 Relevant wettelijk kader De autonome ontwikkeling is de situatie zoals het Oud-West 0 0 0 208 208 Voor de ontwikkelingen beschreven in de structuur- plangebied Amsterdam er in 2040 uit zou zien zonder Zeeburg 0 4.412 0 0 4.412 visie is vooral het wettelijke kader dat zich richt op realisatie van de structuurvisie (zie fi guur S3). Bos en Lommer 478 0 361 688 1.527 gebiedsbescherming wat betreft natuur en cultuur- Plannen en/of projecten waarvoor een investerings- 0 0 0 0 0 historie van belang: de Natuurbeschermingswet, besluit genomen is, worden in dit planMER tot de Noord 957 157 1.453 4.020 6.587 Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en onderdelen autonome ontwikkeling gerekend. Een groot deel Geuzenveld van de Monumentenwet voor beschermde stads- en van de ruimtelijke ontwikkelingen in Amsterdam 2.016 0 27 60 2.103 dorpsgezichten. liggen tot 2020 al vast en zijn deels al in uitvoering. Osdorp 979 0 0 42 1.021 De meeste andere wet- en regelgeving (zoals geluid Infrastructuurprojecten zoals de uitbreiding of Slotervaart 867 0 0 0 867 en luchtkwaliteit) werkt meer door op een kleiner aanleg van nieuwe snelwegen zijn al in gang gezet Zuidoost 1.317 0 2.057 100 3.474 schaalniveau en wordt daarom verder alleen gebruikt en worden in deze periode voltooid. Locaties voor Oost-Watergr. 0 0 386 2.241 2.627 als beleidsachtergrond bij de beoordeling van de woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen zijn Oud-Zuid 0 0 0 20 20 desbetreffende thema’s en aspecten. voor een groot deel al ingevuld. ZuiderAmstel 0 0 510 1.551 2.061 Sommige activiteiten die in de structuurvisie worden 6.614 4.569 4.794 11.106 27.083 beschreven liggen deels in gebieden die onderdeel Woningbouw Totaal aantal extra woningen (=exclusief vervanging) 20.469 uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Voor de woningbouwprojecten in de komende jaren bron: Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (8 juni 2009) zoals deze is vastgelegd in de Nota Ruimte en het is uitgegaan van het Amsterdamse Basisbestand Streekplan Noord-Holland Zuid. Daarnaast bevat de woningbouwlocaties van het Ontwikkelingsbedrijf structuurvisie enkele activiteiten die liggen in of in de Gemeente Amsterdam (OGA). In tabel S1 zijn deze nabijheid van onder andere het Natura 2000-gebied autonome woningbouwprojecten per stadsdeel in Tabel S2 Huidig programma voor kantoren, bedrijven en overige tot 2020 IJmeer-Markermeer. De wet vereist daarom een aantal te bouwen woningen weergeven. Daarbij Aard van het Bedrijfs- Bedrijven- zogenoemde ‘passende beoordeling’, die als bijlage wordt een onderscheid gemaakt naar sloop- Subcluster programma Kantoren ruimten terrein Overige bij het planMER is opgenomen, de Voortoets. Bij nieuwbouw (vervanging), verdichting (inbreiding), Zuidelijke IJ-oevers Oost gemengd 71.000 m2 enkele activiteiten moet ook met cultuurhisto- uitbreiding in een nieuw gebied en functiewijziging Zuidas Gemengd ruimtelijk 333.333 m2 rische aspecten rekening worden gehouden, zoals naar een woningbouw bestemming. In totaal bestaan programma wonen/ beschermde stads- en dorpsgezichten. Deze zijn: voor de periode tot 2020 concrete bouwplannen werken/voorzieningen Stelling van Amsterdam, polder De Beemster, Grach- voor de bouw van 27.000 woningen. Ongeveer Sciencepark Gemengd ruimtelijk 180.000 m2 programma tengordel Amsterdam en Hollandse Waterlinie. 6.500 woningen hiervan betreft vervanging door Middenmeer 2.500 m2 sloopnieuwbouw. In totaal is op dit moment de Overhoeks gemengd 68.000 m2 34.000 m2 45.000 m2 toevoeging van ongeveer 20.500 woningen aan het huidige woningenbestand fi nancieel gedekt. Houthavens 0,5 ha Sloterdijk III bedrijven 28,4 ha

2 2 2 Kantoren Buiksloterham transformatie/ gemengd 40.550 m 12.350 m 16,5 ha 12.000 m wonen werken De bestaande Amsterdamse kantorenvoorraad NDSM gemengd 117.500 m2 m² bestaat uit ongeveer 7,3 miljoen m² bruto vloerop- IJburg laatste deel fase 1+fase 2 43.000 m2 121.000 m2 120.000 m2 pervlak (zie fi guur S1). Dat is ruim 50% van het totaal Ontwikkeling Zeeburgereiland gemengd 17.500 m2 65.000 m2 in de Amsterdamse regio. In het centrum en in Overamstel/ Amstelkwartier, gemengd 2.500 m2 5.500 m2 12.500 m2 Amsterdam Zuid bevindt zich een groot aandeel van Wenckebachweg de Amsterdamse kantoorgebouwen. De gebieden Holendrecht bedrijven 3.500 m2 kenmerken zich door een hoge mix van functies. De AMC bedrijven 65.000 m2 locaties Sloterdijk en Zuidoost zijn gebieden met Riekerpolder werken 25.200 m2 grote concentraties kantoorgebouwen. In tegen- Riekerhaven werken 30.000 m2 stelling tot centrum en Oud-Zuid zijn dit mono- Airport Businesspark werken 45,0 ha functionele gebieden. Ondanks de huidige crisis was 881.083 m2 285.350 m2 90,4 ha 260.500 m2 januari 2009 ruim 330.000 m² in aanbouw en werd een oplevering in 2009 van ruim 210.000 m² verwacht.

288 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam stap zijn van een opwaartse beweging voor Zaanstad. 4 Huidige situatie en Tabel S1 Huidig fi nancieel gedekt programma aan woningen tot 2020 In de ontwikkeling van een Waterfront van Zaan tot autonome ontwikkeling Projecttype IJ vinden Amsterdam en Zaanstad elkaar. Het totaal woningbouw Vervanging Uitbreiding Inbreiding Functie Wijziging Totaal aan acties maken Zaanstad tot een sterke partner in In dit planMER worden de te verwachte effecten van Stadsdeel Metropoolregio Amsterdam. een voornemen vergeleken met de te verwachten Centrum 0 0 0 104 104 effecten als gevolg van de autonome ontwikkeling. Westerpark 0 0 0 2.072 2.072 Relevant wettelijk kader De autonome ontwikkeling is de situatie zoals het Oud-West 0 0 0 208 208 Voor de ontwikkelingen beschreven in de structuur- plangebied Amsterdam er in 2040 uit zou zien zonder Zeeburg 0 4.412 0 0 4.412 visie is vooral het wettelijke kader dat zich richt op realisatie van de structuurvisie (zie fi guur S3). Bos en Lommer 478 0 361 688 1.527 gebiedsbescherming wat betreft natuur en cultuur- Plannen en/of projecten waarvoor een investerings- De Baarsjes 0 0 0 0 0 historie van belang: de Natuurbeschermingswet, besluit genomen is, worden in dit planMER tot de Noord 957 157 1.453 4.020 6.587 Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en onderdelen autonome ontwikkeling gerekend. Een groot deel Geuzenveld van de Monumentenwet voor beschermde stads- en van de ruimtelijke ontwikkelingen in Amsterdam Slotermeer 2.016 0 27 60 2.103 dorpsgezichten. liggen tot 2020 al vast en zijn deels al in uitvoering. Osdorp 979 0 0 42 1.021 De meeste andere wet- en regelgeving (zoals geluid Infrastructuurprojecten zoals de uitbreiding of Slotervaart 867 0 0 0 867 en luchtkwaliteit) werkt meer door op een kleiner aanleg van nieuwe snelwegen zijn al in gang gezet Zuidoost 1.317 0 2.057 100 3.474 schaalniveau en wordt daarom verder alleen gebruikt en worden in deze periode voltooid. Locaties voor Oost-Watergr. 0 0 386 2.241 2.627 als beleidsachtergrond bij de beoordeling van de woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen zijn Oud-Zuid 0 0 0 20 20 desbetreffende thema’s en aspecten. voor een groot deel al ingevuld. ZuiderAmstel 0 0 510 1.551 2.061 Sommige activiteiten die in de structuurvisie worden 6.614 4.569 4.794 11.106 27.083 beschreven liggen deels in gebieden die onderdeel Woningbouw Totaal aantal extra woningen (=exclusief vervanging) 20.469 uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Voor de woningbouwprojecten in de komende jaren bron: Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (8 juni 2009) zoals deze is vastgelegd in de Nota Ruimte en het is uitgegaan van het Amsterdamse Basisbestand Streekplan Noord-Holland Zuid. Daarnaast bevat de woningbouwlocaties van het Ontwikkelingsbedrijf structuurvisie enkele activiteiten die liggen in of in de Gemeente Amsterdam (OGA). In tabel S1 zijn deze nabijheid van onder andere het Natura 2000-gebied autonome woningbouwprojecten per stadsdeel in Tabel S2 Huidig programma voor kantoren, bedrijven en overige tot 2020 IJmeer-Markermeer. De wet vereist daarom een aantal te bouwen woningen weergeven. Daarbij Aard van het Bedrijfs- Bedrijven- zogenoemde ‘passende beoordeling’, die als bijlage wordt een onderscheid gemaakt naar sloop- Subcluster programma Kantoren ruimten terrein Overige bij het planMER is opgenomen, de Voortoets. Bij nieuwbouw (vervanging), verdichting (inbreiding), Zuidelijke IJ-oevers Oost gemengd 71.000 m2 enkele activiteiten moet ook met cultuurhisto- uitbreiding in een nieuw gebied en functiewijziging Zuidas Gemengd ruimtelijk 333.333 m2 rische aspecten rekening worden gehouden, zoals naar een woningbouw bestemming. In totaal bestaan programma wonen/ beschermde stads- en dorpsgezichten. Deze zijn: voor de periode tot 2020 concrete bouwplannen werken/voorzieningen Stelling van Amsterdam, polder De Beemster, Grach- voor de bouw van 27.000 woningen. Ongeveer Sciencepark Gemengd ruimtelijk 180.000 m2 programma tengordel Amsterdam en Hollandse Waterlinie. 6.500 woningen hiervan betreft vervanging door Middenmeer 2.500 m2 sloopnieuwbouw. In totaal is op dit moment de Overhoeks gemengd 68.000 m2 34.000 m2 45.000 m2 toevoeging van ongeveer 20.500 woningen aan het huidige woningenbestand fi nancieel gedekt. Houthavens 0,5 ha Sloterdijk III bedrijven 28,4 ha

2 2 2 Kantoren Buiksloterham transformatie/ gemengd 40.550 m 12.350 m 16,5 ha 12.000 m wonen werken De bestaande Amsterdamse kantorenvoorraad NDSM gemengd 117.500 m2 m² bestaat uit ongeveer 7,3 miljoen m² bruto vloerop- IJburg laatste deel fase 1+fase 2 43.000 m2 121.000 m2 120.000 m2 pervlak (zie fi guur S1). Dat is ruim 50% van het totaal Ontwikkeling Zeeburgereiland gemengd 17.500 m2 65.000 m2 in de Amsterdamse regio. In het centrum en in Overamstel/ Amstelkwartier, gemengd 2.500 m2 5.500 m2 12.500 m2 Amsterdam Zuid bevindt zich een groot aandeel van Wenckebachweg de Amsterdamse kantoorgebouwen. De gebieden Holendrecht bedrijven 3.500 m2 kenmerken zich door een hoge mix van functies. De AMC bedrijven 65.000 m2 locaties Sloterdijk en Zuidoost zijn gebieden met Riekerpolder werken 25.200 m2 grote concentraties kantoorgebouwen. In tegen- Riekerhaven werken 30.000 m2 stelling tot centrum en Oud-Zuid zijn dit mono- Airport Businesspark werken 45,0 ha functionele gebieden. Ondanks de huidige crisis was 881.083 m2 285.350 m2 90,4 ha 260.500 m2 januari 2009 ruim 330.000 m² in aanbouw en werd een oplevering in 2009 van ruim 210.000 m² verwacht.

Samenvatting PlanMER 289 Figuur S1 Kantorenlocaties in Amsterdam Figuur S2 Locaties bedrijven in Amsterdam Voor de periode 2010 tot 2020 zit nog een kantoren- programma van circa 880.000 m² bvo in de pijplijn. Het algemene beeld is dat vraag en aanbod op de kantorenmarkt niet in evenwicht zijn.

Haven- en bedrijventerrein Op dit moment is er in totaal 3030 hectare haven- en bedrijventerrein in Amsterdam aanwezig. Hiervan is ongeveer 2/3 haventerrein en 1/3 overig (droog) bedrijventerrein. De concentraties van grote bedrijfspanden zitten met name langs het Noordzeekanaal en de IJoevers (zie fi guur S2). Overige gebieden met concentraties van Figuur S4 Parken, plantsoenen en scheggen in en rond Amsterdam grote bedrijfsgebouwen zijn het Foodcentrum ten Legenda westen van het centrum, Overamstel, Zuidoost en ƒ HOV-net Schiphol, MER autonoom Schinkelhaven. In het centrum en Amsterdam Zuid is ƒ Westtangent, Wonen en of werken de grootste concentratie van kleine bedrijfspanden ƒ Rijksweg A6/A1/A9/A10, Parken

Tweede zeecruise terminal gemengd met andere functies. ƒ Rijksweg A2,

Capaciteitsuitbreiding auto ƒ Omlegging Rijksweg A9. Capaciteitsverlaging auto Infrastructuur Uitbreiding OV Figuur S3 Overzichtskaart autonome ontwikkelingen De soms hoge dichtheden in onze regio, gecom- Groen Mogelijk emplacement metro wonen en/of werken, bineerd met gespreide woon- en werklocaties leiden De Amsterdamse groenstructuur bestaat uit vier Capaciteitsuitbreiding station uitbreiding OV en auto en tot verkeer- en vervoersproblemen. Mobiliteit en ringen: Waterproject groen ruimtelijke ordening moeten dus nauwgezet in hun ƒ De vooroorlogse stadsparken (zoals , samenhang worden bekeken. Oosterpark): kleine parken met zeer hoge bezoe- kersaantallen in of vlakbij de dichtbebouwde Vele infrastructuurprojecten zoals de uitbreiding of binnenstad. aanleg van nieuwe snelwegen en openbaar vervoer ƒ De parken die na 1945 zijn aangelegd (zoals zijn voor 2010 tot 2020 al in gang gezet en worden in Rembrandtpark, Sloterpark): grotere parken met deze periode voltooid. Onder de autonome ontwik- lagere bezoekersaantallen die liggen in de minder Waterproject keling vallen de volgende infrastructuurprojecten: dicht bebouwde delen van de stad. ƒ Noord/Zuidlijn, ƒ De Grote Groengebieden direct om de stad (de ƒ IJsei (verhoogd busstation achter Centraal scheggen), zoals Amsterdamse Bos, Amstelland, Station), Waterland. ƒ Upgraden tramlijnen Amsterdam-West, ƒ Natuurgebieden en nationale landschappen ƒ Ombouw Amstelveenlijn, (metropolitane groengebieden) op enige afstand ƒ Veerverbindingen Oud-Noord, van de stad: IJmeer, Oostvaardersplassen, Vecht- ƒ Klaprozenweg, plassen, de duinen. ƒ Autoluwe zones binnenstad, ƒ Fietsroutes en stallingen binnenstad, Deze structuur van vier ringen van groengebieden ƒ Algemeen Binnenstad P+R programma + regio, wordt op wijkniveau aangevuld door plantsoentjes ƒ Spaarndammertunnel, en straatbomen. Op bovenwijks niveau bestaat de ƒ Zaantangent met mogelijkheid ombouw tram, aanvulling uit volkstuinen, sportparken en begraaf- ƒ 2e Zeesluis IJmuiden, plaatsen. In fi guur S4 is deze gelaagde ringstructuur ƒ 2e Cruiseterminal in Havengebeid buiten ring weergegeven. A10, ƒ 2e Coentunnel en Westrandweg, ƒ 2e Ontsluiting IJburg, ƒ Tram 26 + Zuidtangent-Oost IJburg/Zeeburger- eiland, ƒ Aanpassing S114 IJburg/Zeeburgereiland, ƒ Aanpassingen wegstructuur Zuidoost,

290 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Figuur S1 Kantorenlocaties in Amsterdam Figuur S2 Locaties bedrijven in Amsterdam Voor de periode 2010 tot 2020 zit nog een kantoren- programma van circa 880.000 m² bvo in de pijplijn. Het algemene beeld is dat vraag en aanbod op de kantorenmarkt niet in evenwicht zijn.

Haven- en bedrijventerrein Op dit moment is er in totaal 3030 hectare haven- en bedrijventerrein in Amsterdam aanwezig. Hiervan is ongeveer 2/3 haventerrein en 1/3 overig (droog) bedrijventerrein. De concentraties van grote bedrijfspanden zitten met name langs het Noordzeekanaal en de IJoevers (zie fi guur S2). Overige gebieden met concentraties van Figuur S4 Parken, plantsoenen en scheggen in en rond Amsterdam grote bedrijfsgebouwen zijn het Foodcentrum ten Legenda westen van het centrum, Overamstel, Zuidoost en ƒ HOV-net Schiphol, MER autonoom Schinkelhaven. In het centrum en Amsterdam Zuid is ƒ Westtangent, Wonen en of werken de grootste concentratie van kleine bedrijfspanden ƒ Rijksweg A6/A1/A9/A10, Parken

Tweede zeecruise terminal gemengd met andere functies. ƒ Rijksweg A2,

Capaciteitsuitbreiding auto ƒ Omlegging Rijksweg A9. Capaciteitsverlaging auto Infrastructuur Uitbreiding OV Figuur S3 Overzichtskaart autonome ontwikkelingen De soms hoge dichtheden in onze regio, gecom- Groen Mogelijk emplacement metro wonen en/of werken, bineerd met gespreide woon- en werklocaties leiden De Amsterdamse groenstructuur bestaat uit vier Capaciteitsuitbreiding station uitbreiding OV en auto en tot verkeer- en vervoersproblemen. Mobiliteit en ringen: Waterproject groen ruimtelijke ordening moeten dus nauwgezet in hun ƒ De vooroorlogse stadsparken (zoals Sarphatipark, samenhang worden bekeken. Oosterpark): kleine parken met zeer hoge bezoe- kersaantallen in of vlakbij de dichtbebouwde Vele infrastructuurprojecten zoals de uitbreiding of binnenstad. aanleg van nieuwe snelwegen en openbaar vervoer ƒ De parken die na 1945 zijn aangelegd (zoals zijn voor 2010 tot 2020 al in gang gezet en worden in Rembrandtpark, Sloterpark): grotere parken met deze periode voltooid. Onder de autonome ontwik- lagere bezoekersaantallen die liggen in de minder Waterproject keling vallen de volgende infrastructuurprojecten: dicht bebouwde delen van de stad. ƒ Noord/Zuidlijn, ƒ De Grote Groengebieden direct om de stad (de ƒ IJsei (verhoogd busstation achter Centraal scheggen), zoals Amsterdamse Bos, Amstelland, Station), Waterland. ƒ Upgraden tramlijnen Amsterdam-West, ƒ Natuurgebieden en nationale landschappen ƒ Ombouw Amstelveenlijn, (metropolitane groengebieden) op enige afstand ƒ Veerverbindingen Oud-Noord, van de stad: IJmeer, Oostvaardersplassen, Vecht- ƒ Klaprozenweg, plassen, de duinen. ƒ Autoluwe zones binnenstad, ƒ Fietsroutes en stallingen binnenstad, Deze structuur van vier ringen van groengebieden ƒ Algemeen Binnenstad P+R programma + regio, wordt op wijkniveau aangevuld door plantsoentjes ƒ Spaarndammertunnel, en straatbomen. Op bovenwijks niveau bestaat de ƒ Zaantangent met mogelijkheid ombouw tram, aanvulling uit volkstuinen, sportparken en begraaf- ƒ 2e Zeesluis IJmuiden, plaatsen. In fi guur S4 is deze gelaagde ringstructuur ƒ 2e Cruiseterminal in Havengebeid buiten ring weergegeven. A10, ƒ 2e Coentunnel en Westrandweg, ƒ 2e Ontsluiting IJburg, ƒ Tram 26 + Zuidtangent-Oost IJburg/Zeeburger- eiland, ƒ Aanpassing S114 IJburg/Zeeburgereiland, ƒ Aanpassingen wegstructuur Zuidoost,

Samenvatting PlanMER 291 5 Alternatieven Ringzone-plusalternatief Olympische Spelen Zuidoost dient het groen hier prioriteit te krijgen. Zo Als basis voor de beoordeling van mogelijke (milieu) Het Ringzone-plusalternatief (zie fi guur S5) richt De Olympische Spelen 2028 dienen in het Ringzone- ontwikkelt het Diemerbos zich tot een goed functio- effecten zijn drie planalternatieven opgesteld. zich op versterking van de stedelijkheid rondom het plusalternatief als motor voor de ontwikkelingen van nerend stadsbos, dat Zuidoost en IJburg met elkaar Daarvoor is gebruik gemaakt van de vier grote huidige centrum met een veelheid aan hoogwaardige de Westelijke IJoevers. Voor de Olympische Spelen verbindt. De inzet van Amsterdam in de Diemerscheg bewegingen die de belangrijkste toekomstige voorzieningen, slim bij elkaar geplaatst en onderling wordt ingezet op tijdelijke drijvende voorzieningen, (ook Gaasperplas) moet vooral gericht zijn op het ruimtelijke ontwikkelingen weergeven in de Ontwerp verbonden. Deze uitrol van het centrumgebied waardoor vastgehouden kan worden aan het Cargill leggen van recreatieve en ecologische verbindingen Structuurvisie. Op basis van De Pijlers en de opgaven manifesteert zich het sterkst via het grote aantal convenant. Het stadion, het zwemstation en cruis- met Muiden en Weesp. Daarnaast krijgt de kop en dilemma’s uit de structuurvisie zijn de alter- extra woningen die zullen worden gebouwd in eschepen als hotelaccommodaties liggen deels voor van de Amstelscheg veel aandacht om dit gebied natieven opgesteld, die een vertaling bieden van wijken die nu nog als ‘tuinstedelijk’ of als monofunc- anker in Havenstad en het olympische dorp bevindt aantrekkelijk te maken. deze grote ruimtelijke bewegingen. De alternatieven tioneel werkgebied te boek staan, maar in de nabije zich aan de Noordwestelijke IJoevers. Om de bereik- De stedelijke verdichting langs de Nieuwe Meer-as zijn gepresenteerd in globale kaartbeelden passend toekomst tot het (hoog)stedelijke centrumgebied baarheid tijdens de spelen te waarborgen moet de wordt geconcentreerd ten noorden van de A4 en het bij het hoge abstractieniveau van de structuurvisie. gaan behoren. De woningen zullen in een stedelijke, verlenging van de Ringlijn naar Amsterdam-Noord spoor. Reden om de Oeverlanden te ontwikkelen tot We onderscheiden het Ringzone-plusalternatief, het gemengde setting worden gebouwd. Het gaat voltooid zijn. recreatie- en natuurgebied van grootstedelijke allure. Waterfrontalternatief en het Zuidfl ankalternatief. om een serie locaties die net binnen of buiten de De ontwikkelingen langs de IJoevers vanaf 2020 ring A10 (ten zuiden van het IJ) zijn gelegen. Tot Haven vereisen een doordachte aanpak van water en De drie planalternatieven zijn zo opgesteld dat de locaties behoren de zone langs het Ringspoor, De ontwikkeling van de haven volgt een natuurlijk groen. Bestaande structuren worden versterkt en zij gezamenlijk de bandbreedte aan mogelijke Havenstad, Buitenveldert-Noord en het Zeeburg- verloop. De haven verplaatst zich steeds verder de nadruk wordt gelegd op uitstekende groen- effecten binnen het studiegebied laten zien en ereiland. Naast de directe centrumstedelijke uitrol in westelijke richting. Als blijkt dat het bestaande en recreatieve verbindingen met Waterland. Als voldoende onderscheidend zijn. In elk alternatief vinden verdichtingoperaties plaats langs de gehele haventerrein onvoldoende ruimte biedt wordt de nieuwe groenvoorziening wordt het Kompaseiland wordt uitgegaan van een natuurlijke ‘uitrol van het Noordelijke IJoever en in Zuidoost. haven verder uitgebreid met de Houtrakpolder. tussen de Noordoostelijke IJoevers en het oostelijke centrumgebied’ met 10.000 woningen met een havengebied aangelegd. De IJoevers worden door bijbehorend voorzieningenniveau en het versterken Openbaar vervoer Water en groen een loop/fi etsbrug met elkaar verbonden. van OV-infrastructuur zoals tram en bus. Daarnaast De uitbreiding van het openbaar vervoer en verdi- In de periode tot 2020 wordt de nadruk gelegd op behelst elke verstedelijkingsoptie één of andere vorm chting van de bebouwing gaan hand in hand. Dat de verbetering van de kwaliteit van het groen in Duurzame energie van transformatie, zodat behoud en toevoeging van draagt bij aan versterking van de stedelijke en de stad en fi etsverbindingen naar de stadsranden. De ontwikkelingen langs het IJ maken de schaal- bedrijvigheid niet onderscheidend genoeg is om regionale structuur en biedt zekerheid voor hoge Speciale aandacht geldt voor de koppen van de sprong stadswarmte mogelijk. De Gaasperplas dient expliciet in de alternatieven op te nemen. Het metro- bebouwingsdichtheden. De uitrol van het centrum scheggen: deze worden beter benut voor recreatieve tevens als bron voor koudewinning. politane landschap is ingebed in de alternatieven. Bij met de verbetering en ontwikkeling van stadstraten doeleinden en de verrommeling wordt tegengegaan. de olympische ambitie hoort telkens een cluster van en -pleinen staat centraal. Naoorlogse uitbreidings- Door de versterkte stedelijke verdichting in olympisch stadion, olympisch zwembad en olympisch gebieden worden door stadstraten en -pleinen aan Figuur S5 Overzichtskaart Ringzone-plus alternatief dorp, die moet samengaan met een uitstekende de stad gekoppeld. Het Amsterdamse tramnetwerk bereikbaarheid. draagt deze ontwikkeling en dient daarmee als motor De onderscheidende elementen zijn vooral gevonden voor een organische uitrol van de stad. De tram in toevoeging van woningbouwprogramma en aangevuld met buslijnen dienen als ‘feeder’ voor daarmee samenhangende infrastructuur. De meest regionale en nationale raillijnen en transferia (P&R). in het oog lopende onderscheidende elementen van De grote infrastructurele ingreep in het Ringzone- de alternatieven worden versterkt door verschillende plusalternatief is het sluiten van de Ringlijn (metro) ‘identiteiten’ die als vanzelf opborrelen. Verder gaan vanuit de Isolatorweg naar het Noord/Zuidlijn station we ervan uit dat bijvoorbeeld de aandacht voor de Johan van Hasseltweg in Amsterdam-Noord. Voor koppen van de scheggen in elk alternatief terugkomt, de ontsluiting van de Noordoostelijke IJoevers wordt maar dat de investeringen in het landschap een busverbinding, de HOV-Noordoosttangent, met toenemen als ook de stedelijkheid in die bewuste Amsterdam-Oost aangelegd. omgeving toeneemt. Deze ontwikkelingsstrategie brengt met zich mee dat tot 2020 vooral langs bestaande OV-lijnen verdicht zal worden. Met name langs de Ringlijn en in Amsterdam Zuidoost, zullen grootschalige ontwik- kelingen plaatsvinden. Langs de Noordwestelijke IJoevers en in het Havenstadgebied wordt pas na 2020 programma toegevoegd. De Noordoostelijke IJoevers zijn na 2030 aan de beurt.

292 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 5 Alternatieven Ringzone-plusalternatief Olympische Spelen Zuidoost dient het groen hier prioriteit te krijgen. Zo Als basis voor de beoordeling van mogelijke (milieu) Het Ringzone-plusalternatief (zie fi guur S5) richt De Olympische Spelen 2028 dienen in het Ringzone- ontwikkelt het Diemerbos zich tot een goed functio- effecten zijn drie planalternatieven opgesteld. zich op versterking van de stedelijkheid rondom het plusalternatief als motor voor de ontwikkelingen van nerend stadsbos, dat Zuidoost en IJburg met elkaar Daarvoor is gebruik gemaakt van de vier grote huidige centrum met een veelheid aan hoogwaardige de Westelijke IJoevers. Voor de Olympische Spelen verbindt. De inzet van Amsterdam in de Diemerscheg bewegingen die de belangrijkste toekomstige voorzieningen, slim bij elkaar geplaatst en onderling wordt ingezet op tijdelijke drijvende voorzieningen, (ook Gaasperplas) moet vooral gericht zijn op het ruimtelijke ontwikkelingen weergeven in de Ontwerp verbonden. Deze uitrol van het centrumgebied waardoor vastgehouden kan worden aan het Cargill leggen van recreatieve en ecologische verbindingen Structuurvisie. Op basis van De Pijlers en de opgaven manifesteert zich het sterkst via het grote aantal convenant. Het stadion, het zwemstation en cruis- met Muiden en Weesp. Daarnaast krijgt de kop en dilemma’s uit de structuurvisie zijn de alter- extra woningen die zullen worden gebouwd in eschepen als hotelaccommodaties liggen deels voor van de Amstelscheg veel aandacht om dit gebied natieven opgesteld, die een vertaling bieden van wijken die nu nog als ‘tuinstedelijk’ of als monofunc- anker in Havenstad en het olympische dorp bevindt aantrekkelijk te maken. deze grote ruimtelijke bewegingen. De alternatieven tioneel werkgebied te boek staan, maar in de nabije zich aan de Noordwestelijke IJoevers. Om de bereik- De stedelijke verdichting langs de Nieuwe Meer-as zijn gepresenteerd in globale kaartbeelden passend toekomst tot het (hoog)stedelijke centrumgebied baarheid tijdens de spelen te waarborgen moet de wordt geconcentreerd ten noorden van de A4 en het bij het hoge abstractieniveau van de structuurvisie. gaan behoren. De woningen zullen in een stedelijke, verlenging van de Ringlijn naar Amsterdam-Noord spoor. Reden om de Oeverlanden te ontwikkelen tot We onderscheiden het Ringzone-plusalternatief, het gemengde setting worden gebouwd. Het gaat voltooid zijn. recreatie- en natuurgebied van grootstedelijke allure. Waterfrontalternatief en het Zuidfl ankalternatief. om een serie locaties die net binnen of buiten de De ontwikkelingen langs de IJoevers vanaf 2020 ring A10 (ten zuiden van het IJ) zijn gelegen. Tot Haven vereisen een doordachte aanpak van water en De drie planalternatieven zijn zo opgesteld dat de locaties behoren de zone langs het Ringspoor, De ontwikkeling van de haven volgt een natuurlijk groen. Bestaande structuren worden versterkt en zij gezamenlijk de bandbreedte aan mogelijke Havenstad, Buitenveldert-Noord en het Zeeburg- verloop. De haven verplaatst zich steeds verder de nadruk wordt gelegd op uitstekende groen- effecten binnen het studiegebied laten zien en ereiland. Naast de directe centrumstedelijke uitrol in westelijke richting. Als blijkt dat het bestaande en recreatieve verbindingen met Waterland. Als voldoende onderscheidend zijn. In elk alternatief vinden verdichtingoperaties plaats langs de gehele haventerrein onvoldoende ruimte biedt wordt de nieuwe groenvoorziening wordt het Kompaseiland wordt uitgegaan van een natuurlijke ‘uitrol van het Noordelijke IJoever en in Zuidoost. haven verder uitgebreid met de Houtrakpolder. tussen de Noordoostelijke IJoevers en het oostelijke centrumgebied’ met 10.000 woningen met een havengebied aangelegd. De IJoevers worden door bijbehorend voorzieningenniveau en het versterken Openbaar vervoer Water en groen een loop/fi etsbrug met elkaar verbonden. van OV-infrastructuur zoals tram en bus. Daarnaast De uitbreiding van het openbaar vervoer en verdi- In de periode tot 2020 wordt de nadruk gelegd op behelst elke verstedelijkingsoptie één of andere vorm chting van de bebouwing gaan hand in hand. Dat de verbetering van de kwaliteit van het groen in Duurzame energie van transformatie, zodat behoud en toevoeging van draagt bij aan versterking van de stedelijke en de stad en fi etsverbindingen naar de stadsranden. De ontwikkelingen langs het IJ maken de schaal- bedrijvigheid niet onderscheidend genoeg is om regionale structuur en biedt zekerheid voor hoge Speciale aandacht geldt voor de koppen van de sprong stadswarmte mogelijk. De Gaasperplas dient expliciet in de alternatieven op te nemen. Het metro- bebouwingsdichtheden. De uitrol van het centrum scheggen: deze worden beter benut voor recreatieve tevens als bron voor koudewinning. politane landschap is ingebed in de alternatieven. Bij met de verbetering en ontwikkeling van stadstraten doeleinden en de verrommeling wordt tegengegaan. de olympische ambitie hoort telkens een cluster van en -pleinen staat centraal. Naoorlogse uitbreidings- Door de versterkte stedelijke verdichting in olympisch stadion, olympisch zwembad en olympisch gebieden worden door stadstraten en -pleinen aan Figuur S5 Overzichtskaart Ringzone-plus alternatief dorp, die moet samengaan met een uitstekende de stad gekoppeld. Het Amsterdamse tramnetwerk bereikbaarheid. draagt deze ontwikkeling en dient daarmee als motor De onderscheidende elementen zijn vooral gevonden voor een organische uitrol van de stad. De tram in toevoeging van woningbouwprogramma en aangevuld met buslijnen dienen als ‘feeder’ voor daarmee samenhangende infrastructuur. De meest regionale en nationale raillijnen en transferia (P&R). in het oog lopende onderscheidende elementen van De grote infrastructurele ingreep in het Ringzone- de alternatieven worden versterkt door verschillende plusalternatief is het sluiten van de Ringlijn (metro) ‘identiteiten’ die als vanzelf opborrelen. Verder gaan vanuit de Isolatorweg naar het Noord/Zuidlijn station we ervan uit dat bijvoorbeeld de aandacht voor de Johan van Hasseltweg in Amsterdam-Noord. Voor koppen van de scheggen in elk alternatief terugkomt, de ontsluiting van de Noordoostelijke IJoevers wordt maar dat de investeringen in het landschap een busverbinding, de HOV-Noordoosttangent, met toenemen als ook de stedelijkheid in die bewuste Amsterdam-Oost aangelegd. omgeving toeneemt. Deze ontwikkelingsstrategie brengt met zich mee dat tot 2020 vooral langs bestaande OV-lijnen verdicht zal worden. Met name langs de Ringlijn en in Amsterdam Zuidoost, zullen grootschalige ontwik- kelingen plaatsvinden. Langs de Noordwestelijke IJoevers en in het Havenstadgebied wordt pas na 2020 programma toegevoegd. De Noordoostelijke IJoevers zijn na 2030 aan de beurt.

Samenvatting PlanMER 293 Waterfrontalternatief Overhoeks, Buiksloterham, NDSM-werf, Houthaven Kompaseiland een fi ets- en voetgangersverbinding het Centraal Park Gaasperdam (CPG) naar de De watergerelateerde ontwikkeling langs het IJ, van en Zeeburgereiland. Voor de periode na 2020 wordt aangelegd. Gaasperplas en het Gaasperpark door IJmuiden via de Zaanoevers en IJburg tot Almere een onderscheid gemaakt in het westelijk en oostelijk Zuidoost loopt, wordt verbeterd. Net als bij het vormen de basis van het Waterfrontalternatief (zie deel van de IJoevers. Olympische Spelen Bijlmerpark worden aan de oost- en zuidzijde van het fi guur S6). De rode draad is het hernieuwde besef De Olympische Spelen 2028 vinden in Havenstad Centraal Park Gaasperdam en de noordzijde van de van de enorme rijkdom die de grote waterpartijen in Bij de Westelijke IJoevers ligt het accent op de plaats. Daarvoor wordt de vrijgekomen ruimte door wijk Gein woningen gebouwd die gericht zijn naar en nabij de stad vertegenwoordigen. Rijkdom in de interactie tussen stad en haven, bij de Oostelijke het uitplaatsen van havenactiviteiten benut. het park. In de parkenzone rond de Gaasperplas vorm van (economische) ontwikkelingsruimte, grote IJoevers ligt het accent op de interactie tussen stad worden de mogelijkheden voor recreatief gebruik belevingswaarde en recreatiemogelijkheden. Het is en recreatie. De ontwikkelingen langs het IJ worden Haven en bedrijvigheid vergroot, waardoor een recreatieve groene plek van bij uitstek het water waarin Amsterdam zich onder- uitgevoerd in hoge dichtheden gekoppeld aan De havenactiviteiten ten oosten van de A10 west metropolitane betekenis ontstaat. scheidt van de meeste andere metropolen. Door de hoogwaardig openbaar vervoer. behoren in 2040 tot het verleden. In Havenstad is ontwikkelingen langs de IJoevers, IJburg, Amster- een hoogstedelijk woon/werkgebied ontstaan en Duurzame energie dam-Noord en de relatie met Zaanstad krijgt het IJ Openbaar vervoer de haven wordt uitgeplaatst in westelijke richting, De ontwikkelingen langs het IJ maken de Schaal- een steeds centralere positie in de kernstad. In het Waterfrontalternatief komt de aanleg van waarbij twee gebieden voor havenactiviteiten in sprong Stadswarmte mogelijk. De Noorder IJplas en Langs het water transformeren oude industrie- en de IJmeerverbinding als onderdeel van OV-SAAL beeld komen, namelijk de Houtrakpolder en de de Gaasperplas dienen als bron voor koudewinning. havengebieden zoals de Coen- en Vlothaven tot in beeld. Deze railverbinding biedt een tweede Wijkermeerpolder. gemengd stedelijk gebied in het westen van de stad. ontsluiting tussen Amsterdam en Almere. Met Deze ontwikkeling zet zich door langs de Noordelijke de komst van de IJmeerlijn wordt station Diemen Water en groen IJoever en langs de Zaan tot en met Zaanstad. Zuid als knooppunt tussen trein, tram en metro Het Waterpark IJmeer /IJ is het groen-blauwe hart Aan de oostkant worden de Noordelijke IJoevers opgewaardeerd. Aan de westkant reikt het Water- van de waterfront ontwikkelingen voor recreatie om ontwikkeld en met het Zeeburgereiland en een frontalternatief tot aan Zaandam. Voor de ontslu- en op het water. De openheid van het landschap verdicht IJburg ontstaat een complete stad aan het iting van de Noordwestelijke IJoever wordt de rond het IJmeer maakt het ongeschikt voor leisure water. Bij verdichting van IJburg wordt uitgegaan HOV-Zaanlijn opgewaardeerd. De Noordoostelijke of intensieve vormen van recreatie. Dit is bij uitstek van een aansluiting op de ontwikkeling van Almere IJoever wordt ontsloten door de HOV-Noordoost- een landschap waar heel voorzichtig mee moet Pampus. tangent met Amsterdam-Oost. Havenstad wordt worden omgesprongen. Dit geldt ook voor het deel In het Waterfrontalternatief wordt vanaf 2010 ook ontsloten door meerdere HOV-(tram)lijnen vanuit buiten de gemeentegrenzen. Behoud en verdere geïnvesteerd in programma in Zuidoost dat langs Amsterdam Centrum, West en Station Sloterdijk. De uitbouw van de bestaande waarden dient hier het bestaande OV-lijnen wordt toegevoegd. Langs verbinding tussen de noord- en zuidoevers wordt uitgangspunt te zijn. In het zuiden nabij Muiden en de IJoevers ligt de komende tien jaar de prioriteit door frequente veerdiensten versterkt. Tussen beide Muiderberg (Natuurboulevard IJmeer) en bij Almere bij projecten die reeds in gang zijn gezet zoals IJoevers aan de oostzijde van de stad wordt via het Poort en Pampus is het stevig aanzetten van recre- atieve potenties mogelijk evenals dit mogelijk is op Figuur S6 overzichtskaart Waterfrontalternatief de Diemerzeedijk en langs de noordoostelijke randen van de Bijlmermeer. In het noorden langs de Water- landse kust is de optie meer natuurontwikkeling en extensieve recreatie. De verbindingen met deze gebieden krijgen bijzondere aandacht in het Water- frontalternatief. De Noorder IJplas wordt ontwikkeld tot ‘Central Park’ voor de nieuwe stadswijken in Amsterdam- Noord en Zaandam. Aan de Noordoostkant wordt het Kompaseiland tussen de Noordoostelijke IJoevers en het oostelijke havengebied aangelegd. De IJoevers worden door een loop/fi etsbrug met elkaar verbonden. Het Nieuwe Diep, ‘Park van de Wetenschap’, verbindt de woonmilieus van IJburg en Zeeburg- ereiland met het oude centrum en speelt in op de behoefte aan nieuwe ruimte voor technologie, onderzoek en ontwikkeling en richt zich op de toekomst van Amsterdam: onderwijs en kinderen. De centrale parkenwig, de doorlopende groen- structuur die centraal vanaf het Bijlmerpark via

294 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Waterfrontalternatief Overhoeks, Buiksloterham, NDSM-werf, Houthaven Kompaseiland een fi ets- en voetgangersverbinding het Centraal Park Gaasperdam (CPG) naar de De watergerelateerde ontwikkeling langs het IJ, van en Zeeburgereiland. Voor de periode na 2020 wordt aangelegd. Gaasperplas en het Gaasperpark door IJmuiden via de Zaanoevers en IJburg tot Almere een onderscheid gemaakt in het westelijk en oostelijk Zuidoost loopt, wordt verbeterd. Net als bij het vormen de basis van het Waterfrontalternatief (zie deel van de IJoevers. Olympische Spelen Bijlmerpark worden aan de oost- en zuidzijde van het fi guur S6). De rode draad is het hernieuwde besef De Olympische Spelen 2028 vinden in Havenstad Centraal Park Gaasperdam en de noordzijde van de van de enorme rijkdom die de grote waterpartijen in Bij de Westelijke IJoevers ligt het accent op de plaats. Daarvoor wordt de vrijgekomen ruimte door wijk Gein woningen gebouwd die gericht zijn naar en nabij de stad vertegenwoordigen. Rijkdom in de interactie tussen stad en haven, bij de Oostelijke het uitplaatsen van havenactiviteiten benut. het park. In de parkenzone rond de Gaasperplas vorm van (economische) ontwikkelingsruimte, grote IJoevers ligt het accent op de interactie tussen stad worden de mogelijkheden voor recreatief gebruik belevingswaarde en recreatiemogelijkheden. Het is en recreatie. De ontwikkelingen langs het IJ worden Haven en bedrijvigheid vergroot, waardoor een recreatieve groene plek van bij uitstek het water waarin Amsterdam zich onder- uitgevoerd in hoge dichtheden gekoppeld aan De havenactiviteiten ten oosten van de A10 west metropolitane betekenis ontstaat. scheidt van de meeste andere metropolen. Door de hoogwaardig openbaar vervoer. behoren in 2040 tot het verleden. In Havenstad is ontwikkelingen langs de IJoevers, IJburg, Amster- een hoogstedelijk woon/werkgebied ontstaan en Duurzame energie dam-Noord en de relatie met Zaanstad krijgt het IJ Openbaar vervoer de haven wordt uitgeplaatst in westelijke richting, De ontwikkelingen langs het IJ maken de Schaal- een steeds centralere positie in de kernstad. In het Waterfrontalternatief komt de aanleg van waarbij twee gebieden voor havenactiviteiten in sprong Stadswarmte mogelijk. De Noorder IJplas en Langs het water transformeren oude industrie- en de IJmeerverbinding als onderdeel van OV-SAAL beeld komen, namelijk de Houtrakpolder en de de Gaasperplas dienen als bron voor koudewinning. havengebieden zoals de Coen- en Vlothaven tot in beeld. Deze railverbinding biedt een tweede Wijkermeerpolder. gemengd stedelijk gebied in het westen van de stad. ontsluiting tussen Amsterdam en Almere. Met Deze ontwikkeling zet zich door langs de Noordelijke de komst van de IJmeerlijn wordt station Diemen Water en groen IJoever en langs de Zaan tot en met Zaanstad. Zuid als knooppunt tussen trein, tram en metro Het Waterpark IJmeer /IJ is het groen-blauwe hart Aan de oostkant worden de Noordelijke IJoevers opgewaardeerd. Aan de westkant reikt het Water- van de waterfront ontwikkelingen voor recreatie om ontwikkeld en met het Zeeburgereiland en een frontalternatief tot aan Zaandam. Voor de ontslu- en op het water. De openheid van het landschap verdicht IJburg ontstaat een complete stad aan het iting van de Noordwestelijke IJoever wordt de rond het IJmeer maakt het ongeschikt voor leisure water. Bij verdichting van IJburg wordt uitgegaan HOV-Zaanlijn opgewaardeerd. De Noordoostelijke of intensieve vormen van recreatie. Dit is bij uitstek van een aansluiting op de ontwikkeling van Almere IJoever wordt ontsloten door de HOV-Noordoost- een landschap waar heel voorzichtig mee moet Pampus. tangent met Amsterdam-Oost. Havenstad wordt worden omgesprongen. Dit geldt ook voor het deel In het Waterfrontalternatief wordt vanaf 2010 ook ontsloten door meerdere HOV-(tram)lijnen vanuit buiten de gemeentegrenzen. Behoud en verdere geïnvesteerd in programma in Zuidoost dat langs Amsterdam Centrum, West en Station Sloterdijk. De uitbouw van de bestaande waarden dient hier het bestaande OV-lijnen wordt toegevoegd. Langs verbinding tussen de noord- en zuidoevers wordt uitgangspunt te zijn. In het zuiden nabij Muiden en de IJoevers ligt de komende tien jaar de prioriteit door frequente veerdiensten versterkt. Tussen beide Muiderberg (Natuurboulevard IJmeer) en bij Almere bij projecten die reeds in gang zijn gezet zoals IJoevers aan de oostzijde van de stad wordt via het Poort en Pampus is het stevig aanzetten van recre- atieve potenties mogelijk evenals dit mogelijk is op Figuur S6 overzichtskaart Waterfrontalternatief de Diemerzeedijk en langs de noordoostelijke randen van de Bijlmermeer. In het noorden langs de Water- landse kust is de optie meer natuurontwikkeling en extensieve recreatie. De verbindingen met deze gebieden krijgen bijzondere aandacht in het Water- frontalternatief. De Noorder IJplas wordt ontwikkeld tot ‘Central Park’ voor de nieuwe stadswijken in Amsterdam- Noord en Zaandam. Aan de Noordoostkant wordt het Kompaseiland tussen de Noordoostelijke IJoevers en het oostelijke havengebied aangelegd. De IJoevers worden door een loop/fi etsbrug met elkaar verbonden. Het Nieuwe Diep, ‘Park van de Wetenschap’, verbindt de woonmilieus van IJburg en Zeeburg- ereiland met het oude centrum en speelt in op de behoefte aan nieuwe ruimte voor technologie, onderzoek en ontwikkeling en richt zich op de toekomst van Amsterdam: onderwijs en kinderen. De centrale parkenwig, de doorlopende groen- structuur die centraal vanaf het Bijlmerpark via

Samenvatting PlanMER 295 Zuidfl ankalternatief Openbaar vervoer Haven en bedrijvigheid 6 Beoordeling van de Het Zuidfl ankalternatief (fi guur S7) is gericht op Ter ontsluiting van het Zuidwestkwadrant (Schiphol De havenontwikkeling volgt een natuurlijk verloop. alternatieven identiteiten als fi nancieel centrum, kennisstad en en ontwikkelingen rond de Nieuwe Meer) komt Havenontwikkelingen blijven binnen de ring A10 logistiek. De luchthaven Schiphol en de strategische een aantal hoogwaardige railontsluitingen in beeld: mogelijk, waarbij het havengebied niet uitgebreid Bij de analyse van effecten zijn verschillende thema’s ligging aan de binnenzijde van de Randstad, met Regiorail en/of verlenging van de Noord/Zuidlijn hoeft te worden. beoordeeld. Per thema zijn aspecten benoemd die bijhorende infrastructuur, zijn de grote motoren naar de tweede luchthaventerminal of de Oost-West- we onderscheidend achten voor dat thema. Voor hierachter. Het is een aaneenschakeling van omvan- metro. De ontwikkeling hangt af van een eventuele Water en groen ieder aspect worden de alternatieven vergeleken met grijke projecten: de uitbreiding van Schiphol, de tweede luchthaventerminal en de ontwikkeling van Het zwaartepunt van de aandacht voor het groen ligt de referentiesituatie. Daarvoor zijn de belangrijkste, ontwikkeling van de Zuidas en de intensivering van het gebied rond de Nieuwe Meer/Riekerpolder. op de zuidwestelijke scheggen, de Tuinen van West, onderscheidende thema’s geselecteerd. Op basis de Zuidoostlob. De transformatie en verdichting De regionale verbinding of metro kunnen worden de Nieuwe Meer, Amstelscheg en Gaasperplas. daarvan worden de effecten voor de referenties- wordt vooral gerealiseerd langs deze as. Voorwaarde doorgetrokken tot Amsterdam Connecting Trade De recreatieve inrichting van de Tuinen van West en ituatie en de alternatieven bepaald. voor de ontwikkeling van de Zuidas en de verdi- (ACT) in de Haarlemmermeer. de ontwikkelingen van het olympisch park langs de De thema’s en aspecten die worden beoordeeld zijn: chting van Buitenveldert is een verbetering van Nieuwe Meer dienen als kwaliteitsimpuls voor de de bereikbaarheid. Er worden veel woningen in Olympische Spelen westelijke tuinsteden. Natuur: Zuidoost gebouwd. Het voorheen monofunctionele De locatie aan de Nieuwe Meer ligt op een strate- Het overgangsgebied tussen stad en land – de kop ƒ gevolgen voor (Provinciale) Ecologische Hoofd- werkgebied Amstel III transformeert geleidelijk naar gische positie, aan de entree van de stad. Van hieruit van de Amstelscheg – is bijzonder structuur (EHS), een gemengd (hoog)stedelijk woonwerkgebied. zijn goede en snelle verbindingen met de rest van belangrijk in de ontwikkeling van de scheg. Juist hier ƒ gevolgen voor Rijksbuffergebieden, In het oostelijk deel met vooral kantoren, nabij de Nederland te realiseren, zonder dat iedereen door de zijn veel verschillende activiteiten bij ƒ gevolgen voor Natura 2000-gebieden. stations Bijlmer-Arena, Bullewijk en Holendrecht, stad moet om bij de locatie te komen. Een mogelijke elkaar gekomen die als los zand aan elkaar hangen Landschap en cultuurhistorie: wordt fors geïntensiveerd en worden de functies ontwikkeling sluit aan op de al ingezette ontwik- zoals parken, volkstuinen, woonboten, sportvoor- ƒ landschap: samenhang structuur, openheid, wonen, horeca en voorzieningen zoals leisure, keling van de olympische sportas en de historische zieningen zorgboerderijen en begraafplaatsen. De ƒ cultuurhistorie: effect op visueel ruimtelijke onderwijs, health/sport, religie en maatschap- olympische grond van het oude Olympisch Stadion. samenhang in de Amstelscheg wordt verbeterd. kenmerken (zoals Stelling van Amsterdam). pelijke instellingen toegevoegd. Tot de transfor- Het olympisch dorp op de locatie Sloten-Zuid wordt De centrale parkenwig, de doorlopende groen- Klimaatbestendig (fysiek duurzaam): matie van Zuidoost hoort ook de aanpak van de na de Spelen een gezonde, sportieve woonwijk. structuur die centraal vanaf het Bijlmerpark via ƒ energie en CO‟: mate van energiebesparing en Gooisewegzone: verlaging van de weg in combinatie De noordoever van de Nieuwe Meer wordt een het centraal Park Gaasperdam (CPG) naar de duurzame opwekking, met een tramontsluiting. Daarnaast zijn de locaties aantrekkelijk recreatiegebied voor de stad. Om de Gaasperplas en het Gaasperpark door Zuidoost ƒ water: onderlast en overlast en overstromings- Havenstad en een deel van de Noordelijke IJoever bereikbaarheid te garanderen zijn investeringen in loopt, wordt verbeterd. Net als bij het Bijlmerpark risico. nodig om de woningbouwambitie waar te maken. infrastructuur noodzakelijk. Daarbij zijn de geschetste worden aan de oost- en zuidzijde van het CPG en Kwaliteit van de leefomgeving (sociaal duurzaam): metro of Regiorail ook als opties in beeld. de noordzijde van de wijk Gein woningen gebouwd ƒ identiteit (diversiteit), fl exibiliteit, verbinden die met de voordeur gericht zijn naar het park. In de (bereikbaarheid en toegankelijkheid) en eigenaar- parkenzone rond de Gaasperplas worden de mogeli- schap. Figuur S7 Voorlopige overzichtskaart Zuidfl ankalternatief jkheden voor recreatief gebruik vergroot, waardoor ƒ Leefbaarheid: geluidhinder, luchtkwaliteit en een recreatieve groene plek van metropolitane externe veiligheid. betekenis ontstaat. Ruimtelijke economie: ƒ bedrijventerreinen: aanbod en diversiteit werkge- Duurzame energie bieden. De ontwikkelingen langs de Zuidfl ank maken het Mobiliteit en bereikbaarheid: aantrekkelijker om op termijn dit gedeelte van ƒ verkeersnetwerken, het stadswarmtenet te vervangen door zwaardere ƒ modal-split, leidingen met grotere transport-capaciteit om de ƒ bereikbaarheid, Schaalsprong Stadswarmte te realiseren. De huidige ƒ bereikbaarheid olympische locatie. twee grootschalige koudenetten in Amsterdam die hun koude halen uit de Ouderkerkerplas en de De effectenbeoordeling brengt in kaart wat de Nieuwe Meer, voorzien meer gebieden van koude. mogelijke gevolgen zijn als de alternatieven verder ontwikkeld worden. Voor een aantal thema’s/ aspecten gelden criteria vanuit beleidsdoelstellingen en vanuit bestuurlijke afspraken. De beschrijving van de effecten is vooral kwalitatief van aard op basis van de beschikbare informatie en kennis (deskundig- enoordeel). Waar mogelijke en zinvol is gewerkt met kwantitatieve gegevens. Het toetsen aan de pijlers (doelbereik) zoals aange-

296 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Zuidfl ankalternatief Openbaar vervoer Haven en bedrijvigheid 6 Beoordeling van de Het Zuidfl ankalternatief (fi guur S7) is gericht op Ter ontsluiting van het Zuidwestkwadrant (Schiphol De havenontwikkeling volgt een natuurlijk verloop. alternatieven identiteiten als fi nancieel centrum, kennisstad en en ontwikkelingen rond de Nieuwe Meer) komt Havenontwikkelingen blijven binnen de ring A10 logistiek. De luchthaven Schiphol en de strategische een aantal hoogwaardige railontsluitingen in beeld: mogelijk, waarbij het havengebied niet uitgebreid Bij de analyse van effecten zijn verschillende thema’s ligging aan de binnenzijde van de Randstad, met Regiorail en/of verlenging van de Noord/Zuidlijn hoeft te worden. beoordeeld. Per thema zijn aspecten benoemd die bijhorende infrastructuur, zijn de grote motoren naar de tweede luchthaventerminal of de Oost-West- we onderscheidend achten voor dat thema. Voor hierachter. Het is een aaneenschakeling van omvan- metro. De ontwikkeling hangt af van een eventuele Water en groen ieder aspect worden de alternatieven vergeleken met grijke projecten: de uitbreiding van Schiphol, de tweede luchthaventerminal en de ontwikkeling van Het zwaartepunt van de aandacht voor het groen ligt de referentiesituatie. Daarvoor zijn de belangrijkste, ontwikkeling van de Zuidas en de intensivering van het gebied rond de Nieuwe Meer/Riekerpolder. op de zuidwestelijke scheggen, de Tuinen van West, onderscheidende thema’s geselecteerd. Op basis de Zuidoostlob. De transformatie en verdichting De regionale verbinding of metro kunnen worden de Nieuwe Meer, Amstelscheg en Gaasperplas. daarvan worden de effecten voor de referenties- wordt vooral gerealiseerd langs deze as. Voorwaarde doorgetrokken tot Amsterdam Connecting Trade De recreatieve inrichting van de Tuinen van West en ituatie en de alternatieven bepaald. voor de ontwikkeling van de Zuidas en de verdi- (ACT) in de Haarlemmermeer. de ontwikkelingen van het olympisch park langs de De thema’s en aspecten die worden beoordeeld zijn: chting van Buitenveldert is een verbetering van Nieuwe Meer dienen als kwaliteitsimpuls voor de de bereikbaarheid. Er worden veel woningen in Olympische Spelen westelijke tuinsteden. Natuur: Zuidoost gebouwd. Het voorheen monofunctionele De locatie aan de Nieuwe Meer ligt op een strate- Het overgangsgebied tussen stad en land – de kop ƒ gevolgen voor (Provinciale) Ecologische Hoofd- werkgebied Amstel III transformeert geleidelijk naar gische positie, aan de entree van de stad. Van hieruit van de Amstelscheg – is bijzonder structuur (EHS), een gemengd (hoog)stedelijk woonwerkgebied. zijn goede en snelle verbindingen met de rest van belangrijk in de ontwikkeling van de scheg. Juist hier ƒ gevolgen voor Rijksbuffergebieden, In het oostelijk deel met vooral kantoren, nabij de Nederland te realiseren, zonder dat iedereen door de zijn veel verschillende activiteiten bij ƒ gevolgen voor Natura 2000-gebieden. stations Bijlmer-Arena, Bullewijk en Holendrecht, stad moet om bij de locatie te komen. Een mogelijke elkaar gekomen die als los zand aan elkaar hangen Landschap en cultuurhistorie: wordt fors geïntensiveerd en worden de functies ontwikkeling sluit aan op de al ingezette ontwik- zoals parken, volkstuinen, woonboten, sportvoor- ƒ landschap: samenhang structuur, openheid, wonen, horeca en voorzieningen zoals leisure, keling van de olympische sportas en de historische zieningen zorgboerderijen en begraafplaatsen. De ƒ cultuurhistorie: effect op visueel ruimtelijke onderwijs, health/sport, religie en maatschap- olympische grond van het oude Olympisch Stadion. samenhang in de Amstelscheg wordt verbeterd. kenmerken (zoals Stelling van Amsterdam). pelijke instellingen toegevoegd. Tot de transfor- Het olympisch dorp op de locatie Sloten-Zuid wordt De centrale parkenwig, de doorlopende groen- Klimaatbestendig (fysiek duurzaam): matie van Zuidoost hoort ook de aanpak van de na de Spelen een gezonde, sportieve woonwijk. structuur die centraal vanaf het Bijlmerpark via ƒ energie en CO‟: mate van energiebesparing en Gooisewegzone: verlaging van de weg in combinatie De noordoever van de Nieuwe Meer wordt een het centraal Park Gaasperdam (CPG) naar de duurzame opwekking, met een tramontsluiting. Daarnaast zijn de locaties aantrekkelijk recreatiegebied voor de stad. Om de Gaasperplas en het Gaasperpark door Zuidoost ƒ water: onderlast en overlast en overstromings- Havenstad en een deel van de Noordelijke IJoever bereikbaarheid te garanderen zijn investeringen in loopt, wordt verbeterd. Net als bij het Bijlmerpark risico. nodig om de woningbouwambitie waar te maken. infrastructuur noodzakelijk. Daarbij zijn de geschetste worden aan de oost- en zuidzijde van het CPG en Kwaliteit van de leefomgeving (sociaal duurzaam): metro of Regiorail ook als opties in beeld. de noordzijde van de wijk Gein woningen gebouwd ƒ identiteit (diversiteit), fl exibiliteit, verbinden die met de voordeur gericht zijn naar het park. In de (bereikbaarheid en toegankelijkheid) en eigenaar- parkenzone rond de Gaasperplas worden de mogeli- schap. Figuur S7 Voorlopige overzichtskaart Zuidfl ankalternatief jkheden voor recreatief gebruik vergroot, waardoor ƒ Leefbaarheid: geluidhinder, luchtkwaliteit en een recreatieve groene plek van metropolitane externe veiligheid. betekenis ontstaat. Ruimtelijke economie: ƒ bedrijventerreinen: aanbod en diversiteit werkge- Duurzame energie bieden. De ontwikkelingen langs de Zuidfl ank maken het Mobiliteit en bereikbaarheid: aantrekkelijker om op termijn dit gedeelte van ƒ verkeersnetwerken, het stadswarmtenet te vervangen door zwaardere ƒ modal-split, leidingen met grotere transport-capaciteit om de ƒ bereikbaarheid, Schaalsprong Stadswarmte te realiseren. De huidige ƒ bereikbaarheid olympische locatie. twee grootschalige koudenetten in Amsterdam die hun koude halen uit de Ouderkerkerplas en de De effectenbeoordeling brengt in kaart wat de Nieuwe Meer, voorzien meer gebieden van koude. mogelijke gevolgen zijn als de alternatieven verder ontwikkeld worden. Voor een aantal thema’s/ aspecten gelden criteria vanuit beleidsdoelstellingen en vanuit bestuurlijke afspraken. De beschrijving van de effecten is vooral kwalitatief van aard op basis van de beschikbare informatie en kennis (deskundig- enoordeel). Waar mogelijke en zinvol is gewerkt met kwantitatieve gegevens. Het toetsen aan de pijlers (doelbereik) zoals aange-

Samenvatting PlanMER 297 geven in het advies van de Commissie wordt niet en de Zaanstreek zijn heel verschillende gebieden Referentiesituatie in groengebieden bestaan, die botsen met de (P) expliciet gedaan. Immers de structuurvisie en de die met elkaar gemeen hebben dat ze hoge Natura 2000-gebied: EHS-status van deze gebieden. Bij het Ringzone- alternatieven in het MER zijn opgesteld met als natuurwaarden bevatten, soms zelfs op Europees Toekomstbeeld Markermeer en IJmeer plusalternatief en het Waterfrontalternatief speelt uitgangspunten De Pijlers. Er is niet gewerkt met topniveau. Het IJmeer is een jong en dynamisch ecosysteem. bovendien dat de potentiële uitbreidingslocatie scenario’s waarbij keuzen binnen en tussen pijlers De omslag van een zoute lagune naar een zoet Houtrakpolder bij een eventuele uitplaatsing of moeten worden gemaakt. Relevant beleid binnenmeer, die het IJmeer en Markermeer afsluit uitbreiding van de Amsterdamse havens in de (P) Het behandelen van effecten in tijdsintervallen van Het rijk streeft naar realisatie van een samenhangend van het IJsselmeer, hebben grote veranderingen EHS ligt. Bovenstaande geldt ook voor de Rijks- tien jaar zoals in de Nota Reikwijdte en Detailniveau netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurge- teweeg gebracht. Er is nog geen evenwicht bereikt in bufferzones. Bij het Ringzone-plusalternatief en het aangegeven, is maar beperkt mogelijk gebleken bieden: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Voor dit ecosysteem. Zuidfl ankalternatief is de reikwijdte van de activ- gezien het abstractieniveau van de alternatieven en EHS-gebieden geldt een specifi ek bescherming- In de Verkenning IJmeer 2004 is een aanpak iteiten beperkt en vinden de activiteiten redelijk ver de globale wijze van beoordelen. Overigens geldt sregime dat wordt geregeld in de Nota Ruimte en ontwikkeld die primair gericht is op de ontwikkeling van Natura 2000-gebieden plaats. In tabel S3 is de dat de situatie in 2020 vrijwel de referentiesituatie medio 2010 in de AMvB ruimte. van robuuste natuur en pas in de tweede plaats waardering voor het aspect natuur weergegeven. is omdat voor de periode van 2010 tot 2020 voor Rondom Amsterdam liggen de drie Rijksbufferzones; op het behoud van soorten. Het gaat daarbij om een belangrijk deel de plannen reeds vastliggen Amstelland-Vechtstreek, Amsterdam-Purmerend en het tot stand brengen van een ecologische schaal- (zie autonome ontwikkeling) en de gevolgen van de Amsterdam-Haarlem. Gebieden zoals de Amstel- sprong door de om het IJmeer en Markermeer Tabel S3 Vergelijking van de alternatieven voor het aspect natuur. alternatieven worden vergeleken met de referenties- scheg en de Houtrakpolder maken deel uit van gelegen natuurgebieden met elkaar te verbinden Bij het Waterfrontalternatief zijn de ruimtelijke ingrepen op nabijgelegen Natura-2000-gebieden apart beschouwd. ituatie. Voor de aspecten energie en CO2-reductie Rijksbufferzones. Doel van de Rijksbufferzones is dat en te versterken en door op grote schaal ondiepe heeft wel een effectbeschrijving in de tijd plaats- zij gevrijwaard blijven van verdere verstedelijking en oeversystemen aan te leggen. Uiteindelijk ontstaat gevolgen gevolgen voor gevonden omdat voor deze aspecten door de dat ze zich verder kunnen ontwikkelen tot relatief daardoor een aaneengesloten samenhangend en gevolgen voor Natura- gemeente Amsterdam in de tijd duidelijke doelstell- grootschalige groene gebieden. duurzaam wetlandsysteem van formaat. voor (P) Rijksbuffer- 2000 ingen zijn geformuleerd. Natura 2000-gebieden zijn beschermd op basis EHS gebieden gebieden van de Europese Vogel- en habitatrichtlijn en zijn Aanpassingen contouren (Provinciale) Ecologische Ringzone-plus — — 0 Natuur opgenomen in de Nederlandse Natuurbescher- Hoofdstructuur Waterfront — — Voortoets Figuur S7 geeft de totale natuurwaarde weer voor mingswet. Als er activiteiten in of nabij een Natura De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk 1. Verdichting — — 0 IJburg het Amsterdamse Bos en de grote groengebieden 2000-gebied plaatsvinden, moet onderzocht worden van aaneengesloten natuurgebieden in Nederland. 2. Natruurontwik- — — + binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. De of deze signifi cant negatieve effecten op de instand- Om de EHS te realiseren worden natuurgebieden keling Waterl. Kust natuurwaarden zijn bepaald op basis van biodi- houdingdoelstellingen van het gebied hebben. ‘aan elkaar geknoopt’ door ertussen ecologische 3. Extensieve — — — versiteit, natuurlijkheid, vervangbaarheid en rol in Aangezien er mogelijk sprake is van planontwikkeling verbindingen te creëren. De EHS moet in 2018 zijn recreatie de ecologische structuur. Van de dieper in de stad langs het Natura 2000-gebied Markermeer en IJmeer afgerond. De realisatie van de (P)EHS is autonoom 4. IJmeerver- — — 0/— gelegen groengebieden scoren de punten van de – inclusief de habitats Gouwzee en Kustzone Muiden beleid. binding scheggen – Westerpark, Kadoelen, Flevopark, Ruige – zoals recreatie en een OV-verbinding met Almere In de Ontwerp Structuurvisie Noord-Holland 2040 Zuidfl ank — — 0 Riet, begraafplaats Zorgvlied en Oeverlanden – (IJmeerlijn) is een passende beoordeling gedaan op wordt vermeld, dat de EHS wordt herijkt. Naar opvallend hoog. Het IJmeer, de Oostvaardersplassen, grond van de Natuurbeschermingswet 1998. verwachting wordt de herijking in de loop van het Vechtplassengebied, het Groene Hart, de duinen 2010 vastgesteld. Daarna wordt de structuurvisie Landschap en cultuurhistorie Noord-Holland 2040 op dat onderdeel herzien. Voor Amsterdam ligt in het stroomgebied van meerdere Amsterdam zijn vooral de mogelijke wijzigingen veenrivieren, met de Amstel als de meest bekende. Figuur S8 Figuur S9 Natuurwaarden in en rondom Stand van zaken 7 mei 2009: Hoofdgroenstructuur en Ecologische van de Robuuste verbindingszones en de volgende Het landschap rond Amsterdam is uniek en Amsterdam hoofdstructuur structuur binnen Amsterdam zoekgebieden relevant: gevarieerd. Het typisch Hollandse landschap van ƒ van Kust tot Kust (Noord-Kennemerland); dijken, polders, moerassen en wateren, zoals dat in ƒ groene Ruggengraat (Amstel-, Gooi- en Vecht); de Middeleeuwen ontstond, is nog steeds zichtbaar ƒ zoekgebieden combinatie waterberging en EHS; in het landschap van vandaag. Internationaal ƒ zoekgebieden combinatie Ecologische verbin- erkende pronkstukken zijn de Beemster, de Stelling dingszones en EHS. van Amsterdam (beide UNESCO werelderfgoed), terwijl het Amsterdamse Bos door kenners wordt Beoordeling beschouwd als een topper in de landschapsarchi- De alternatieven worden beoordeeld op: tectuur. De groene scheggen van Amsterdam komen ƒ gevolgen voor (P)EHS (zie fi guur S9), diep de stad in en maken het voor bewoners van ƒ gevolgen voor Rijksbuffergebieden, Amsterdam mogelijk om gemakkelijk en snel ‘buiten’ ƒ gevolgen voor Natura 2000-gebieden. te zijn.

Voor alle drie alternatieven geldt dat meerdere Relevant beleid plannen voor een intensiever recreatief gebruik Op basis van de Monumentenwet 1988 (artikelen

298 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam geven in het advies van de Commissie wordt niet en de Zaanstreek zijn heel verschillende gebieden Referentiesituatie in groengebieden bestaan, die botsen met de (P) expliciet gedaan. Immers de structuurvisie en de die met elkaar gemeen hebben dat ze hoge Natura 2000-gebied: EHS-status van deze gebieden. Bij het Ringzone- alternatieven in het MER zijn opgesteld met als natuurwaarden bevatten, soms zelfs op Europees Toekomstbeeld Markermeer en IJmeer plusalternatief en het Waterfrontalternatief speelt uitgangspunten De Pijlers. Er is niet gewerkt met topniveau. Het IJmeer is een jong en dynamisch ecosysteem. bovendien dat de potentiële uitbreidingslocatie scenario’s waarbij keuzen binnen en tussen pijlers De omslag van een zoute lagune naar een zoet Houtrakpolder bij een eventuele uitplaatsing of moeten worden gemaakt. Relevant beleid binnenmeer, die het IJmeer en Markermeer afsluit uitbreiding van de Amsterdamse havens in de (P) Het behandelen van effecten in tijdsintervallen van Het rijk streeft naar realisatie van een samenhangend van het IJsselmeer, hebben grote veranderingen EHS ligt. Bovenstaande geldt ook voor de Rijks- tien jaar zoals in de Nota Reikwijdte en Detailniveau netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurge- teweeg gebracht. Er is nog geen evenwicht bereikt in bufferzones. Bij het Ringzone-plusalternatief en het aangegeven, is maar beperkt mogelijk gebleken bieden: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Voor dit ecosysteem. Zuidfl ankalternatief is de reikwijdte van de activ- gezien het abstractieniveau van de alternatieven en EHS-gebieden geldt een specifi ek bescherming- In de Verkenning IJmeer 2004 is een aanpak iteiten beperkt en vinden de activiteiten redelijk ver de globale wijze van beoordelen. Overigens geldt sregime dat wordt geregeld in de Nota Ruimte en ontwikkeld die primair gericht is op de ontwikkeling van Natura 2000-gebieden plaats. In tabel S3 is de dat de situatie in 2020 vrijwel de referentiesituatie medio 2010 in de AMvB ruimte. van robuuste natuur en pas in de tweede plaats waardering voor het aspect natuur weergegeven. is omdat voor de periode van 2010 tot 2020 voor Rondom Amsterdam liggen de drie Rijksbufferzones; op het behoud van soorten. Het gaat daarbij om een belangrijk deel de plannen reeds vastliggen Amstelland-Vechtstreek, Amsterdam-Purmerend en het tot stand brengen van een ecologische schaal- (zie autonome ontwikkeling) en de gevolgen van de Amsterdam-Haarlem. Gebieden zoals de Amstel- sprong door de om het IJmeer en Markermeer Tabel S3 Vergelijking van de alternatieven voor het aspect natuur. alternatieven worden vergeleken met de referenties- scheg en de Houtrakpolder maken deel uit van gelegen natuurgebieden met elkaar te verbinden Bij het Waterfrontalternatief zijn de ruimtelijke ingrepen op nabijgelegen Natura-2000-gebieden apart beschouwd. ituatie. Voor de aspecten energie en CO2-reductie Rijksbufferzones. Doel van de Rijksbufferzones is dat en te versterken en door op grote schaal ondiepe heeft wel een effectbeschrijving in de tijd plaats- zij gevrijwaard blijven van verdere verstedelijking en oeversystemen aan te leggen. Uiteindelijk ontstaat gevolgen gevolgen voor gevonden omdat voor deze aspecten door de dat ze zich verder kunnen ontwikkelen tot relatief daardoor een aaneengesloten samenhangend en gevolgen voor Natura- gemeente Amsterdam in de tijd duidelijke doelstell- grootschalige groene gebieden. duurzaam wetlandsysteem van formaat. voor (P) Rijksbuffer- 2000 ingen zijn geformuleerd. Natura 2000-gebieden zijn beschermd op basis EHS gebieden gebieden van de Europese Vogel- en habitatrichtlijn en zijn Aanpassingen contouren (Provinciale) Ecologische Ringzone-plus — — 0 Natuur opgenomen in de Nederlandse Natuurbescher- Hoofdstructuur Waterfront — — Voortoets Figuur S7 geeft de totale natuurwaarde weer voor mingswet. Als er activiteiten in of nabij een Natura De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk 1. Verdichting — — 0 IJburg het Amsterdamse Bos en de grote groengebieden 2000-gebied plaatsvinden, moet onderzocht worden van aaneengesloten natuurgebieden in Nederland. 2. Natruurontwik- — — + binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. De of deze signifi cant negatieve effecten op de instand- Om de EHS te realiseren worden natuurgebieden keling Waterl. Kust natuurwaarden zijn bepaald op basis van biodi- houdingdoelstellingen van het gebied hebben. ‘aan elkaar geknoopt’ door ertussen ecologische 3. Extensieve — — — versiteit, natuurlijkheid, vervangbaarheid en rol in Aangezien er mogelijk sprake is van planontwikkeling verbindingen te creëren. De EHS moet in 2018 zijn recreatie de ecologische structuur. Van de dieper in de stad langs het Natura 2000-gebied Markermeer en IJmeer afgerond. De realisatie van de (P)EHS is autonoom 4. IJmeerver- — — 0/— gelegen groengebieden scoren de punten van de – inclusief de habitats Gouwzee en Kustzone Muiden beleid. binding scheggen – Westerpark, Kadoelen, Flevopark, Ruige – zoals recreatie en een OV-verbinding met Almere In de Ontwerp Structuurvisie Noord-Holland 2040 Zuidfl ank — — 0 Riet, begraafplaats Zorgvlied en Oeverlanden – (IJmeerlijn) is een passende beoordeling gedaan op wordt vermeld, dat de EHS wordt herijkt. Naar opvallend hoog. Het IJmeer, de Oostvaardersplassen, grond van de Natuurbeschermingswet 1998. verwachting wordt de herijking in de loop van het Vechtplassengebied, het Groene Hart, de duinen 2010 vastgesteld. Daarna wordt de structuurvisie Landschap en cultuurhistorie Noord-Holland 2040 op dat onderdeel herzien. Voor Amsterdam ligt in het stroomgebied van meerdere Amsterdam zijn vooral de mogelijke wijzigingen veenrivieren, met de Amstel als de meest bekende. Figuur S8 Figuur S9 Natuurwaarden in en rondom Stand van zaken 7 mei 2009: Hoofdgroenstructuur en Ecologische van de Robuuste verbindingszones en de volgende Het landschap rond Amsterdam is uniek en Amsterdam hoofdstructuur structuur binnen Amsterdam zoekgebieden relevant: gevarieerd. Het typisch Hollandse landschap van ƒ van Kust tot Kust (Noord-Kennemerland); dijken, polders, moerassen en wateren, zoals dat in ƒ groene Ruggengraat (Amstel-, Gooi- en Vecht); de Middeleeuwen ontstond, is nog steeds zichtbaar ƒ zoekgebieden combinatie waterberging en EHS; in het landschap van vandaag. Internationaal ƒ zoekgebieden combinatie Ecologische verbin- erkende pronkstukken zijn de Beemster, de Stelling dingszones en EHS. van Amsterdam (beide UNESCO werelderfgoed), terwijl het Amsterdamse Bos door kenners wordt Beoordeling beschouwd als een topper in de landschapsarchi- De alternatieven worden beoordeeld op: tectuur. De groene scheggen van Amsterdam komen ƒ gevolgen voor (P)EHS (zie fi guur S9), diep de stad in en maken het voor bewoners van ƒ gevolgen voor Rijksbuffergebieden, Amsterdam mogelijk om gemakkelijk en snel ‘buiten’ ƒ gevolgen voor Natura 2000-gebieden. te zijn.

Voor alle drie alternatieven geldt dat meerdere Relevant beleid plannen voor een intensiever recreatief gebruik Op basis van de Monumentenwet 1988 (artikelen

Samenvatting PlanMER 299 35 t/m 37) zijn in en rondom Amsterdam verschil- Het Zuidfl ankalternatief scoort neutraal tot licht een totaal vermogen van 67,2 MW. Op dit moment bereiken, dan moet langdurig gewerkt worden aan lende gebieden als beschermde stads- en dorps- negatief omdat het landschap weinig wordt zijn er twee grootschalige koudenetten in Amsterdam de transitie naar een duurzame energievoorziening. gezichten aangewezen. Dit ter bescherming van de aangetast. In het Ringzone-plusalternatief kan de die hun koude halen uit de Ouderkerkerplas en de Deze transitie kan alleen slagen als alle Amsterdamse ‘landschappelijke waarde’ die een betreffend stads- uitbreiding van de haven in de Houtrakpolder het Nieuwe Meer. Zij voorzien de Zuidoostlob en Zuidas partijen daar samen aan werken: burgers, bedrijven of dorpsgezicht heeft. Het gevolg van een dergelijke landschap verstoren en scoort daarom negatief. Het van koude. De overige warmte- en koudeopslag en instellingen. Gezamenlijk wordt gewerkt aan een aanwijzing is dat er een bestemmingsplan moet Waterfrontalternatief gaat uit van havenuitbreidingen installaties bevinden zich vooral binnen de ring A10 duurzame toekomst via de vier belangrijkste transitie- worden opgesteld. Een dergelijk bestemmingsplan in zowel de Houtrak- als de Wijkermeerpolder. en westelijk nabij de A10. paden: gebouwde omgeving, schoon vervoer, haven moet gericht zijn op het weren van schaal- en sfeer- Daardoor wordt het landschap het zwaarst aangetast. Warmtenetten bieden de mogelijkheid om koude en industrie en duurzame energieopwekking. verstorende elementen en ontwikkelingen. En op Bovendien wordt in het Waterfrontalternatief in een te integreren. Amsterdam heeft hierbij door het handhaven en zo nodig zorgvuldig inpassen van IJmeerverbinding voorzien. Mits deze zoals voorg- geografi sche omstandigheden een luxeprobleem, Gebouwen nieuwe elementen in het te beschermen gebied. Het esteld in een tunnel wordt aangelegd, zijn er weinig omdat verschillende duurzame koudetechnologieën Bestaande gebouwen worden verder verduurzaamd beschermd dorpsgezicht geldt volgens de wet alleen effecten op het landschap te verwachten. Een boven- beschikbaar zijn. De gehele bodem is namelijk door vergaande energie-effi ciency zoals isolatie, voor het gebied dat is aangewezen. gronds tracé vormt een aantasting op de herken- geschikt voor warmte- en koudeopslag en er liggen dubbel glas, en de inzet van zonne-energie. Het Beschermde gebieden en stadsgezichten in en baarheid en openheid van het Nationaal Landschap een aantal diepe meren rondom de stad waaruit stadswarmtenet wordt stap voor stap uitgebreid, rondom Amsterdam zijn: IJmeer. Dit alternatief scoort om genoemde redenen koude kan worden gewonnen. Er zijn verschillende niet alleen bij nieuwbouw maar vooral bij bestaande ƒ Stelling van Amsterdam, het slechtst en krijgt daarom de score negatief. technologieën voor duurzame koudeopwekking. De woningen. Circa 200.000 woningen worden ƒ De Beemster, In tabel S4 is de waardering voor de aspecten opgave voor Amsterdam is die technologieën op van warmte voorzien door het stadswarmtenet. ƒ Grachtengordel Amsterdam, landschap en cultuurhistorie weergegeven. elkaar afstemmen zodat de gebruikte energie in de Daarnaast wordt koude en warmteopslag op steeds ƒ Hollandse Waterlinie. bebouwde omgeving verduurzaamt. meer locaties ingezet. Tabel S4 Vergelijking van de alternatieven op de aspecten natuur Voor de emissies ten gunste van elektriciteitsge- Referentiesituatie en cultuurhistorie Relevant beleid bruik gaat Amsterdam er vanuit dat in 2040 de De acties tot 2020 doelen met name op de verbe- Ringzone- Sinds 21 januari 2008 kent de Bouwverordening CO -emissies per kilowattuur 70 procent lager plus Waterfront Zuidfl ank 2 tering van de kernkwaliteiten van de gebieden Amsterdam 2003 de verplichting om in principe zullen liggen dan nu. In fi guur S10 is stap voor stap Landschap — — — 0 en de verbetering van de bereikbaarheid. Om de nieuwe gebouwen aan te sluiten op stadsverwarming. weergeven aan de hand van de in de structuur- Cultuurhistorie 0 — 0 bereikbaarheid te vergroten, worden zowel de ‘Stadswarmte, tenzij’ wordt onverkort uitgevoerd. visie gehanteerde bouwopgave en de bovenbes- verbindingen tussen stad en scheg als tussen de Alternatieven mogen alleen onder de noemer ‘tenzij’ chreven energiestrategie wat tot 2040 nodig is om scheggen onderling verbeterd. Mogelijk komt er ook Duurzame energie en reductie van CO2 worden gerealiseerd bij een tenminste gelijkwaardig de 75 procent CO2-reductie voor de Amsterdamse een koppeling met de Stelling van Amsterdam. Om Het totale primaire energiegebruik (sectoren en liefst beter energiealternatief. woningen te bereiken (steeds weergegeven ten de relatie tussen landbouw en stad te versterken, huishoudens, bedrijven en verkeer) in Amsterdam Amsterdam heeft zich het volgende ten doel gesteld: opzichte van een indexniveau van 1990=100). worden in de scheggen vormen van stadslandbouw bedroeg in 2007 ongeveer 73 PJ3. Het energiege- De gemeente geeft het goede voorbeeld door in ontwikkeld. Tot de reeds opgezette projecten bruik zal in 2025 bij ongewijzigd beleid zijn 2015 klimaatneutraal te zijn, vanaf 2010 wordt 40 behoren de Tuinen van West en het opwaarderen van toegenomen tot ongeveer 84 PJ. De CO2-emissie procent van de nieuwe gebouwen klimaatneutraal, Figuur S10 CO2-emissies van de Amsterdamse woningen in 2040 de Amstel- en Diemerscheg. zou daarmee van 4.941 naar 6.350 kton stijgen. vanaf 2015 wordt er in de stad alleen maar klimaat- (met 1990=100). Steeds worden de resulterende indexcijfers afgebeeld. De gebouwen zijn in een stad als Amsterdam, met neutraal gebouwd. Beoordeling relatief veel handel en diensten en relatief weinig In 2025 40 procent minder CO -uitstoot in de stad 120 2 105 106 De alternatieven worden beoordeeld op: procesindustrie, goed voor circa 70 procent van het vergeleken met 1990 4 5. 100 100 ƒ landschap: samenhang structuur, openheid, energiegebruik. In 2025 voorziet de stad voor circa een derde in 78 ƒ cultuurhistorie: effect op visueel ruimtelijke In 2007 bedroeg het aandeel van duurzame bronnen zijn eigen energiebehoefte via lokaal opgewekte 80 65 kenmerken. in de totale energievoorziening van Amsterdam duurzame energie. Dit betekent ruimte bieden aan 60 De ontwikkeling van Amsterdam heeft zowel ongeveer 5,8 procent. Deze waarde ligt aanzienlijk duurzame en effi ciënte technieken als zonne-energie, 45 35 positieve als negatieve effecten op het landschap hoger dan het landelijke gemiddelde van 2,8 wind, biomassa, energieopslag, stadswarmte en 40 en de cultuurhistorisch waardevolle gebieden. De procent. De opwekking van elektriciteit uit afval -koude en op termijn geothermie. 25 visie van Amsterdam – intensiever gebruik van de (biomassa en overig) levert hierbij de grootste 20 bestaande stad en openhouden van het landschap – bijdrage van 5,96 PJ op. Wil Amsterdam de eerder genoemde doelstellingen 0 heeft een positief effect op het behoud van waarde- In Amsterdam zijn de windmolens in hoofdzaak in het 4 EU-wetgeving voor realisatie van duurzame energie: per volle gebieden. De intensivering van de koppen westelijke havengebied te vinden: 38 turbines met emissie in gedrag en 2020 moet 14 procent van totale energiegebruik in Nederland van de scheggen en de verbetering van de bereik- peiljaar 1990netto toename 3 Toelichting petajoule (PJ): De eenheid van energie is afkomstig zijn uit duurzame bronnen. In deze doelstelling is de door nieuwbouw reductie door schonereductie door B-label verdere innovaties baarheid moet op een afgewogen manier plaats- Joule. Omdat de joule een erg kleine eenheid is wordt gerekend inzet van duurzame bronnen in de sector verkeer en vervoer tussen 1990autonome en 2006 ontwikkelingautonome ontwikkeling bouwen vanaf 2015 emissie dan in 2008) electriciteit (70% minder vinden. Om de geambieerde kwaliteitsverbetering te met de veelvouden kilo-, mega-, giga-, tera- en peta-joule. meegenomen. Naast de drie ‘zuivere’ bronnen voor opwekking reductie door klimaatneutraal Een petajoule is 1.000.000.000.000.000 joule (een 1 met 15 van duurzame energie (wind, zon en biomassa), rekent de EU bereiken is maatwerk vereist. Ontwikkelingen die de door sloop woningen (oudbouw) nullen). Voor aardgas geldt 1 petajoule = 31,60 miljoen m3. Voor warmte- en koudenetten ook tot een duurzame techniek. herkenbaarheid en de openheid van het landschap elektriciteit geldt: 1 watt = 1 joule/sec, waardoor 5 Dit betekent een CO‟-emissie in 2025 van 2.500 kton, aantasten moeten vermeden worden. 1 petajoule afgerond overeenkomt met 278 miljoen kWh. wat neer komt op een reductieopgave van 3.850 kton.

300 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 35 t/m 37) zijn in en rondom Amsterdam verschil- Het Zuidfl ankalternatief scoort neutraal tot licht een totaal vermogen van 67,2 MW. Op dit moment bereiken, dan moet langdurig gewerkt worden aan lende gebieden als beschermde stads- en dorps- negatief omdat het landschap weinig wordt zijn er twee grootschalige koudenetten in Amsterdam de transitie naar een duurzame energievoorziening. gezichten aangewezen. Dit ter bescherming van de aangetast. In het Ringzone-plusalternatief kan de die hun koude halen uit de Ouderkerkerplas en de Deze transitie kan alleen slagen als alle Amsterdamse ‘landschappelijke waarde’ die een betreffend stads- uitbreiding van de haven in de Houtrakpolder het Nieuwe Meer. Zij voorzien de Zuidoostlob en Zuidas partijen daar samen aan werken: burgers, bedrijven of dorpsgezicht heeft. Het gevolg van een dergelijke landschap verstoren en scoort daarom negatief. Het van koude. De overige warmte- en koudeopslag en instellingen. Gezamenlijk wordt gewerkt aan een aanwijzing is dat er een bestemmingsplan moet Waterfrontalternatief gaat uit van havenuitbreidingen installaties bevinden zich vooral binnen de ring A10 duurzame toekomst via de vier belangrijkste transitie- worden opgesteld. Een dergelijk bestemmingsplan in zowel de Houtrak- als de Wijkermeerpolder. en westelijk nabij de A10. paden: gebouwde omgeving, schoon vervoer, haven moet gericht zijn op het weren van schaal- en sfeer- Daardoor wordt het landschap het zwaarst aangetast. Warmtenetten bieden de mogelijkheid om koude en industrie en duurzame energieopwekking. verstorende elementen en ontwikkelingen. En op Bovendien wordt in het Waterfrontalternatief in een te integreren. Amsterdam heeft hierbij door het handhaven en zo nodig zorgvuldig inpassen van IJmeerverbinding voorzien. Mits deze zoals voorg- geografi sche omstandigheden een luxeprobleem, Gebouwen nieuwe elementen in het te beschermen gebied. Het esteld in een tunnel wordt aangelegd, zijn er weinig omdat verschillende duurzame koudetechnologieën Bestaande gebouwen worden verder verduurzaamd beschermd dorpsgezicht geldt volgens de wet alleen effecten op het landschap te verwachten. Een boven- beschikbaar zijn. De gehele bodem is namelijk door vergaande energie-effi ciency zoals isolatie, voor het gebied dat is aangewezen. gronds tracé vormt een aantasting op de herken- geschikt voor warmte- en koudeopslag en er liggen dubbel glas, en de inzet van zonne-energie. Het Beschermde gebieden en stadsgezichten in en baarheid en openheid van het Nationaal Landschap een aantal diepe meren rondom de stad waaruit stadswarmtenet wordt stap voor stap uitgebreid, rondom Amsterdam zijn: IJmeer. Dit alternatief scoort om genoemde redenen koude kan worden gewonnen. Er zijn verschillende niet alleen bij nieuwbouw maar vooral bij bestaande ƒ Stelling van Amsterdam, het slechtst en krijgt daarom de score negatief. technologieën voor duurzame koudeopwekking. De woningen. Circa 200.000 woningen worden ƒ De Beemster, In tabel S4 is de waardering voor de aspecten opgave voor Amsterdam is die technologieën op van warmte voorzien door het stadswarmtenet. ƒ Grachtengordel Amsterdam, landschap en cultuurhistorie weergegeven. elkaar afstemmen zodat de gebruikte energie in de Daarnaast wordt koude en warmteopslag op steeds ƒ Hollandse Waterlinie. bebouwde omgeving verduurzaamt. meer locaties ingezet. Tabel S4 Vergelijking van de alternatieven op de aspecten natuur Voor de emissies ten gunste van elektriciteitsge- Referentiesituatie en cultuurhistorie Relevant beleid bruik gaat Amsterdam er vanuit dat in 2040 de De acties tot 2020 doelen met name op de verbe- Ringzone- Sinds 21 januari 2008 kent de Bouwverordening CO -emissies per kilowattuur 70 procent lager plus Waterfront Zuidfl ank 2 tering van de kernkwaliteiten van de gebieden Amsterdam 2003 de verplichting om in principe zullen liggen dan nu. In fi guur S10 is stap voor stap Landschap — — — 0 en de verbetering van de bereikbaarheid. Om de nieuwe gebouwen aan te sluiten op stadsverwarming. weergeven aan de hand van de in de structuur- Cultuurhistorie 0 — 0 bereikbaarheid te vergroten, worden zowel de ‘Stadswarmte, tenzij’ wordt onverkort uitgevoerd. visie gehanteerde bouwopgave en de bovenbes- verbindingen tussen stad en scheg als tussen de Alternatieven mogen alleen onder de noemer ‘tenzij’ chreven energiestrategie wat tot 2040 nodig is om scheggen onderling verbeterd. Mogelijk komt er ook Duurzame energie en reductie van CO2 worden gerealiseerd bij een tenminste gelijkwaardig de 75 procent CO2-reductie voor de Amsterdamse een koppeling met de Stelling van Amsterdam. Om Het totale primaire energiegebruik (sectoren en liefst beter energiealternatief. woningen te bereiken (steeds weergegeven ten de relatie tussen landbouw en stad te versterken, huishoudens, bedrijven en verkeer) in Amsterdam Amsterdam heeft zich het volgende ten doel gesteld: opzichte van een indexniveau van 1990=100). worden in de scheggen vormen van stadslandbouw bedroeg in 2007 ongeveer 73 PJ3. Het energiege- De gemeente geeft het goede voorbeeld door in ontwikkeld. Tot de reeds opgezette projecten bruik zal in 2025 bij ongewijzigd beleid zijn 2015 klimaatneutraal te zijn, vanaf 2010 wordt 40 behoren de Tuinen van West en het opwaarderen van toegenomen tot ongeveer 84 PJ. De CO2-emissie procent van de nieuwe gebouwen klimaatneutraal, Figuur S10 CO2-emissies van de Amsterdamse woningen in 2040 de Amstel- en Diemerscheg. zou daarmee van 4.941 naar 6.350 kton stijgen. vanaf 2015 wordt er in de stad alleen maar klimaat- (met 1990=100). Steeds worden de resulterende indexcijfers afgebeeld. De gebouwen zijn in een stad als Amsterdam, met neutraal gebouwd. Beoordeling relatief veel handel en diensten en relatief weinig In 2025 40 procent minder CO -uitstoot in de stad 120 2 105 106 De alternatieven worden beoordeeld op: procesindustrie, goed voor circa 70 procent van het vergeleken met 1990 4 5. 100 100 ƒ landschap: samenhang structuur, openheid, energiegebruik. In 2025 voorziet de stad voor circa een derde in 78 ƒ cultuurhistorie: effect op visueel ruimtelijke In 2007 bedroeg het aandeel van duurzame bronnen zijn eigen energiebehoefte via lokaal opgewekte 80 65 kenmerken. in de totale energievoorziening van Amsterdam duurzame energie. Dit betekent ruimte bieden aan 60 De ontwikkeling van Amsterdam heeft zowel ongeveer 5,8 procent. Deze waarde ligt aanzienlijk duurzame en effi ciënte technieken als zonne-energie, 45 35 positieve als negatieve effecten op het landschap hoger dan het landelijke gemiddelde van 2,8 wind, biomassa, energieopslag, stadswarmte en 40 en de cultuurhistorisch waardevolle gebieden. De procent. De opwekking van elektriciteit uit afval -koude en op termijn geothermie. 25 visie van Amsterdam – intensiever gebruik van de (biomassa en overig) levert hierbij de grootste 20 bestaande stad en openhouden van het landschap – bijdrage van 5,96 PJ op. Wil Amsterdam de eerder genoemde doelstellingen 0 heeft een positief effect op het behoud van waarde- In Amsterdam zijn de windmolens in hoofdzaak in het 4 EU-wetgeving voor realisatie van duurzame energie: per volle gebieden. De intensivering van de koppen westelijke havengebied te vinden: 38 turbines met emissie in gedrag en 2020 moet 14 procent van totale energiegebruik in Nederland van de scheggen en de verbetering van de bereik- peiljaar 1990netto toename 3 Toelichting petajoule (PJ): De eenheid van energie is afkomstig zijn uit duurzame bronnen. In deze doelstelling is de door nieuwbouw reductie door schonereductie door B-label verdere innovaties baarheid moet op een afgewogen manier plaats- Joule. Omdat de joule een erg kleine eenheid is wordt gerekend inzet van duurzame bronnen in de sector verkeer en vervoer tussen 1990autonome en 2006 ontwikkelingautonome ontwikkeling bouwen vanaf 2015 emissie dan in 2008) electriciteit (70% minder vinden. Om de geambieerde kwaliteitsverbetering te met de veelvouden kilo-, mega-, giga-, tera- en peta-joule. meegenomen. Naast de drie ‘zuivere’ bronnen voor opwekking reductie door klimaatneutraal Een petajoule is 1.000.000.000.000.000 joule (een 1 met 15 van duurzame energie (wind, zon en biomassa), rekent de EU bereiken is maatwerk vereist. Ontwikkelingen die de door sloop woningen (oudbouw) nullen). Voor aardgas geldt 1 petajoule = 31,60 miljoen m3. Voor warmte- en koudenetten ook tot een duurzame techniek. herkenbaarheid en de openheid van het landschap elektriciteit geldt: 1 watt = 1 joule/sec, waardoor 5 Dit betekent een CO‟-emissie in 2025 van 2.500 kton, aantasten moeten vermeden worden. 1 petajoule afgerond overeenkomt met 278 miljoen kWh. wat neer komt op een reductieopgave van 3.850 kton.

Samenvatting PlanMER 301

Verkeer en vervoer aangeboden voor de binnenvaart. In de haven

Om de CO2-emissies van verkeer en vervoer te vestigen zich duurzame, innovatieve bedrijven. Van reduceren zet Amsterdam tot 2015 in op schoon, 2025 tot 2040 wordt de Amsterdamse haven een van stil en zuinig elektrisch vervoer. In de stad worden de duurzaamste havens van Europa. Windturbines en honderden oplaadpunten voor 10.000 elektrische biobrandstoffen worden grootschalig overgeslagen. auto’s en scooters geplaatst. De gemeente laat zelf De beschikbare ruimte in de haven is optimaal in een deel van haar wagenpark elektrisch rijden. Groen gebruik voor windenergie en op alle daken in de openbaar vervoer wordt gestimuleerd. Het gebruik haven liggen zonnepanelen. Innovatieve technieken van de elektrische fi ets neemt toe omdat daarmee zorgen ervoor dat de energie-effi ciency van de grotere afstanden overbrugbaar zijn. Van 2015 tot industrie sterk is gestegen. 2025 wordt de ontwikkeling van elektrisch vervoer doorgezet naar 40.000 elektrische voertuigen. De Duurzame energieopwekking Figuur S11 CO2-reductie door duurzame energie. Potentiëlen 2025 gemeente zet verder in op de ontwikkeling van Het college van B&W heeft in 2008 de ambitie en reeds gerealiseerd in 2007 (vermeden kton CO2) hybride OV–bussen, energieoptimalisatie van trams uitgesproken om in 2025 te komen tot 100.000 en goederenvervoer over het water. Vóór 2040 aangesloten woningequivalenten op het warmtenet Warmte en koudeopslag (WKO) is een techniek MW. De bijdrage van kleine windturbines op en aan moeten er 200.000 elektrische auto’s – waarvan en de realisatie van een warmtering tussen de drie waarbij warmte en/of koude wordt opgeslagen in gebouwen zal naar verwachting relatief klein blijven: 100.000 plug-in hybriden – en scooters in de stad Amsterdamse elektriciteitscentrales. In de Ontwerp watervoerende aardlagen. Met name voor gebouwen maximaal 5 MW. De verwachting is dat Amsterdam rijden. Op de grachten varen uitsluitend elektrische Structuurvisie 2040 is voor de warmtelevering die in de zomer actief gekoeld worden en in de daarnaast een deel van haar windenergieopwekking boten. Innovatieve concepten voor distributie een ambitie van 200.000 woningequivalenten winter actief verwarmd (zoals kantoren en zieken- buiten Amsterdam op land of op de Noordzee dient van goederen naar de stad aan de randen van opgenomen. Belangrijk is dat stadswarmte in en verzorgingshuizen) is dit een veel toegepaste te realiseren. Amsterdam bieden aanvullende uitkomsten. tegenstelling tot de meeste technieken niet alleen techniek. Het potentieel voor WKO in Amsterdam toepasbaar is in de nieuwbouw maar ook geschikt is bedraagt een besparing op primair energiegebruik Duurzame energie kan hiermee een substantiële Bij de Amsterdamse strategie met elektrisch vervoer voor de bestaande bouw. Tevens is stadswarmte te van in totaal 0,2 PJ. Ook kan er ruimtelijk beleid bijdrage leveren aan het totale primaire energiege- zou de totale CO2-emissie van het verkeer dan op combineren met diverse typen van koudelevering. worden gevoerd door warmte- en koudevragers bruik. Ten opzichte van de prognose bij ongewijzigd ongeveer 215 kton CO2 komen. Bij een emissiere- De netto energiebesparing door warmte- en koude- naast elkaar te plaatsen, zoals een ICT-bedrijf beleid van 83,8 PJ in 2025 ligt het aandeel duurzame ductie van 75 procent ten opzichte van 1990 zou het levering in 2025 bedraagt ongeveer 4,9 PJ. (warmteoverschot) naast een ziekenhuis of een energie op ongeveer 17,8 procent. Tezamen met de emissieniveau van de sector verkeer en vervoer in Met de toepassing van koude met compressiekoeling bejaarden huis of enkele fl ats (warmtevraag). sector verkeer en vervoer komt het Amsterdamse 2040 190 kton zijn. en het gebruik van warmte opgewekt met HR-ketels Duurzame elektriciteitsopwekking met zonnepanelen potentieel in totaal op 20 procent. Dit is ruim boven

als referentie is een reductie van 327 kton CO2 in (zon-PV) is bij uitstek geschikt voor toepassing in de de voorgestelde EU-taakstelling voor Nederland van Industrie en haven 2025 berekend. Het realiseren van de ambitie van gebouwde omgeving, omdat het geïntegreerd kan 14 procent in 2020. De omvang van de procesindustrie is beperkt in 200.000 aangesloten woningequivalenten in 2040 worden met gebouwen. Relevante vraag is wanneer

Amsterdam. Daarentegen wordt het energieverbruik reduceert de jaarlijkse CO2-uitstoot met ongeveer welk deel van het potentieel zon-PV gerealiseerd kan De doelstelling van 40 procent emissiereductie 7 voor ongeveer 6 procent van de totale Amsterdamse 200.000 ton CO2. zijn na het bereiken van netpariteit . Dat is moeilijk in 2025 ten opzichte van 1990 vereist een totale

CO2-uitstoot veroorzaakt door datacentra. Naast Voor de toekomst tot 2040 zijn op het gebied van te voorspellen omdat de technologische vooruitgang reductie van 3,8 miljoen ton CO2 ten opzichte van effi ciënter maken van de ICT-sector zelf, speelt ICT warmtelevering twee zaken belangrijk: in zon-PV zowel in rendement als toepassings- een ongewijzigd beleid. De duurzame energie ook een belangrijke rol bij het veranderen van onze ƒ snelle en grootschalige uitrol van het collectieve gebied (beglazing) in razend tempo voortschrijdt. Na opwekkingsopties zijn zoals boven aangegeven mobiliteitspatronen, de inpassing van duurzame (ring)netwerk, 2020 kan de realisatie van zon-PV groeien tot een goed voor in totaal 1,1 Mton CO2 in 2025. Energie- energiebronnen, en het effi ciënter maken van ƒ verduurzaming van de bronnen, netwerk en vermeden primaire energie in 2040 van 9 PJ. besparing bij huishoudens en bedrijven heeft een woningen en kantoren. Deze enabling technology afnemers. Het Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB) produ- reductiepotentieel van 2,7 Mton CO2. kan netto besparingen opleveren groter dan de Komende jaren worden nieuwe gebieden ceert elektriciteit en warmte uit de verbrandingsen- De benutting van het potentieel van zon-PV en energieconsumptie van de eigen sector. aangesloten op het stadswarmtenetwerk. Deze ergie van het afval. De verwachting is dat dit in het wind blijft echter sterk achter en is wel nodig Haven Amsterdam heeft zich gecommitteerd aan de aanleg leidt ertoe dat er op termijn transitie kan jaar 2040 nog altijd zo zal zijn. De energie-inhoud van voor de klimaatdoelen. De gemeente Amsterdam

‘min 40 procent CO2-doelstelling’ in 2025, daarbij plaatsvinden naar de inzet van duurzamere bronnen het afval is voor 47 procent van biogene oorsprong, moet zich daarom actief mengen in de versnelde zijn ook de binnen- en zeescheepvaart betrokken. In als geothermie en biomassa die als bronnen kunnen zodat 47 procent van de geproduceerde energie toepassing van deze technieken. Momenteel loopt Westpoort staat al een groot aantal windturbines. In dienen voor dit stadswarmtenet. Het potentieel van als duurzaam wordt aangemerkt. De opwekking van een onderzoek naar de wenselijkheid en de organi- het havengebied staat ook het Afval Energie Bedrijf stadswarmte in 2040 is niet te specifi ceren, maar met stroom uit dit duurzame deel correspondeert met satievorm van een gemeentelijke onderneming dat uit afval zowel elektriciteit als warmte produceert: een verdubbeling van het aantal woning equivalenten een vermeden CO2-emissie van 257 kton. die zich richt op het grootschalig opwekken van 47 procent van deze geproduceerde elektriciteit tot 200.000 in 2040 zal de netto energiebesparing In Westpoort staat een totaal vermogen van 67 duurzame energie tegelijk met het verstrekken van en warmte is duurzaam. De Amsterdamse haven naar verwachting het dubbele bedragen ten opzichte MW aan windturbines. Na 2025 stijgt het technisch stimuleringssubsidies voor private initiatieven van werkt verder aan de transitie naar een Energy Port. van 2025, namelijk circa 10 PJ6. potentieel naar 53 windturbines x 7 MW = 371 burgers.

Oude windturbines in de haven wordt vervangen 6 concept Energiestrategie Amsterdam 2040, Brug naar een 7 netpariteit = de zonnestroomprijs gelijk wordt aan de prijs die door grotere, effi ciëntere turbines. Walstroom wordt duurzame energievoorziening, CE Delft, 13 nov. 2009 consumenten betalen voor stroom uit het net.

302 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam

Verkeer en vervoer aangeboden voor de binnenvaart. In de haven

Om de CO2-emissies van verkeer en vervoer te vestigen zich duurzame, innovatieve bedrijven. Van reduceren zet Amsterdam tot 2015 in op schoon, 2025 tot 2040 wordt de Amsterdamse haven een van stil en zuinig elektrisch vervoer. In de stad worden de duurzaamste havens van Europa. Windturbines en honderden oplaadpunten voor 10.000 elektrische biobrandstoffen worden grootschalig overgeslagen. auto’s en scooters geplaatst. De gemeente laat zelf De beschikbare ruimte in de haven is optimaal in een deel van haar wagenpark elektrisch rijden. Groen gebruik voor windenergie en op alle daken in de openbaar vervoer wordt gestimuleerd. Het gebruik haven liggen zonnepanelen. Innovatieve technieken van de elektrische fi ets neemt toe omdat daarmee zorgen ervoor dat de energie-effi ciency van de grotere afstanden overbrugbaar zijn. Van 2015 tot industrie sterk is gestegen. 2025 wordt de ontwikkeling van elektrisch vervoer doorgezet naar 40.000 elektrische voertuigen. De Duurzame energieopwekking Figuur S11 CO2-reductie door duurzame energie. Potentiëlen 2025 gemeente zet verder in op de ontwikkeling van Het college van B&W heeft in 2008 de ambitie en reeds gerealiseerd in 2007 (vermeden kton CO2) hybride OV–bussen, energieoptimalisatie van trams uitgesproken om in 2025 te komen tot 100.000 en goederenvervoer over het water. Vóór 2040 aangesloten woningequivalenten op het warmtenet Warmte en koudeopslag (WKO) is een techniek MW. De bijdrage van kleine windturbines op en aan moeten er 200.000 elektrische auto’s – waarvan en de realisatie van een warmtering tussen de drie waarbij warmte en/of koude wordt opgeslagen in gebouwen zal naar verwachting relatief klein blijven: 100.000 plug-in hybriden – en scooters in de stad Amsterdamse elektriciteitscentrales. In de Ontwerp watervoerende aardlagen. Met name voor gebouwen maximaal 5 MW. De verwachting is dat Amsterdam rijden. Op de grachten varen uitsluitend elektrische Structuurvisie 2040 is voor de warmtelevering die in de zomer actief gekoeld worden en in de daarnaast een deel van haar windenergieopwekking boten. Innovatieve concepten voor distributie een ambitie van 200.000 woningequivalenten winter actief verwarmd (zoals kantoren en zieken- buiten Amsterdam op land of op de Noordzee dient van goederen naar de stad aan de randen van opgenomen. Belangrijk is dat stadswarmte in en verzorgingshuizen) is dit een veel toegepaste te realiseren. Amsterdam bieden aanvullende uitkomsten. tegenstelling tot de meeste technieken niet alleen techniek. Het potentieel voor WKO in Amsterdam toepasbaar is in de nieuwbouw maar ook geschikt is bedraagt een besparing op primair energiegebruik Duurzame energie kan hiermee een substantiële Bij de Amsterdamse strategie met elektrisch vervoer voor de bestaande bouw. Tevens is stadswarmte te van in totaal 0,2 PJ. Ook kan er ruimtelijk beleid bijdrage leveren aan het totale primaire energiege- zou de totale CO2-emissie van het verkeer dan op combineren met diverse typen van koudelevering. worden gevoerd door warmte- en koudevragers bruik. Ten opzichte van de prognose bij ongewijzigd ongeveer 215 kton CO2 komen. Bij een emissiere- De netto energiebesparing door warmte- en koude- naast elkaar te plaatsen, zoals een ICT-bedrijf beleid van 83,8 PJ in 2025 ligt het aandeel duurzame ductie van 75 procent ten opzichte van 1990 zou het levering in 2025 bedraagt ongeveer 4,9 PJ. (warmteoverschot) naast een ziekenhuis of een energie op ongeveer 17,8 procent. Tezamen met de emissieniveau van de sector verkeer en vervoer in Met de toepassing van koude met compressiekoeling bejaarden huis of enkele fl ats (warmtevraag). sector verkeer en vervoer komt het Amsterdamse 2040 190 kton zijn. en het gebruik van warmte opgewekt met HR-ketels Duurzame elektriciteitsopwekking met zonnepanelen potentieel in totaal op 20 procent. Dit is ruim boven als referentie is een reductie van 327 kton CO2 in (zon-PV) is bij uitstek geschikt voor toepassing in de de voorgestelde EU-taakstelling voor Nederland van Industrie en haven 2025 berekend. Het realiseren van de ambitie van gebouwde omgeving, omdat het geïntegreerd kan 14 procent in 2020. De omvang van de procesindustrie is beperkt in 200.000 aangesloten woningequivalenten in 2040 worden met gebouwen. Relevante vraag is wanneer

Amsterdam. Daarentegen wordt het energieverbruik reduceert de jaarlijkse CO2-uitstoot met ongeveer welk deel van het potentieel zon-PV gerealiseerd kan De doelstelling van 40 procent emissiereductie 7 voor ongeveer 6 procent van de totale Amsterdamse 200.000 ton CO2. zijn na het bereiken van netpariteit . Dat is moeilijk in 2025 ten opzichte van 1990 vereist een totale

CO2-uitstoot veroorzaakt door datacentra. Naast Voor de toekomst tot 2040 zijn op het gebied van te voorspellen omdat de technologische vooruitgang reductie van 3,8 miljoen ton CO2 ten opzichte van effi ciënter maken van de ICT-sector zelf, speelt ICT warmtelevering twee zaken belangrijk: in zon-PV zowel in rendement als toepassings- een ongewijzigd beleid. De duurzame energie ook een belangrijke rol bij het veranderen van onze ƒ snelle en grootschalige uitrol van het collectieve gebied (beglazing) in razend tempo voortschrijdt. Na opwekkingsopties zijn zoals boven aangegeven mobiliteitspatronen, de inpassing van duurzame (ring)netwerk, 2020 kan de realisatie van zon-PV groeien tot een goed voor in totaal 1,1 Mton CO2 in 2025. Energie- energiebronnen, en het effi ciënter maken van ƒ verduurzaming van de bronnen, netwerk en vermeden primaire energie in 2040 van 9 PJ. besparing bij huishoudens en bedrijven heeft een woningen en kantoren. Deze enabling technology afnemers. Het Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB) produ- reductiepotentieel van 2,7 Mton CO2. kan netto besparingen opleveren groter dan de Komende jaren worden nieuwe gebieden ceert elektriciteit en warmte uit de verbrandingsen- De benutting van het potentieel van zon-PV en energieconsumptie van de eigen sector. aangesloten op het stadswarmtenetwerk. Deze ergie van het afval. De verwachting is dat dit in het wind blijft echter sterk achter en is wel nodig Haven Amsterdam heeft zich gecommitteerd aan de aanleg leidt ertoe dat er op termijn transitie kan jaar 2040 nog altijd zo zal zijn. De energie-inhoud van voor de klimaatdoelen. De gemeente Amsterdam

‘min 40 procent CO2-doelstelling’ in 2025, daarbij plaatsvinden naar de inzet van duurzamere bronnen het afval is voor 47 procent van biogene oorsprong, moet zich daarom actief mengen in de versnelde zijn ook de binnen- en zeescheepvaart betrokken. In als geothermie en biomassa die als bronnen kunnen zodat 47 procent van de geproduceerde energie toepassing van deze technieken. Momenteel loopt Westpoort staat al een groot aantal windturbines. In dienen voor dit stadswarmtenet. Het potentieel van als duurzaam wordt aangemerkt. De opwekking van een onderzoek naar de wenselijkheid en de organi- het havengebied staat ook het Afval Energie Bedrijf stadswarmte in 2040 is niet te specifi ceren, maar met stroom uit dit duurzame deel correspondeert met satievorm van een gemeentelijke onderneming dat uit afval zowel elektriciteit als warmte produceert: een verdubbeling van het aantal woning equivalenten een vermeden CO2-emissie van 257 kton. die zich richt op het grootschalig opwekken van 47 procent van deze geproduceerde elektriciteit tot 200.000 in 2040 zal de netto energiebesparing In Westpoort staat een totaal vermogen van 67 duurzame energie tegelijk met het verstrekken van en warmte is duurzaam. De Amsterdamse haven naar verwachting het dubbele bedragen ten opzichte MW aan windturbines. Na 2025 stijgt het technisch stimuleringssubsidies voor private initiatieven van werkt verder aan de transitie naar een Energy Port. van 2025, namelijk circa 10 PJ6. potentieel naar 53 windturbines x 7 MW = 371 burgers.

Oude windturbines in de haven wordt vervangen 6 concept Energiestrategie Amsterdam 2040, Brug naar een 7 netpariteit = de zonnestroomprijs gelijk wordt aan de prijs die door grotere, effi ciëntere turbines. Walstroom wordt duurzame energievoorziening, CE Delft, 13 nov. 2009 consumenten betalen voor stroom uit het net.

Samenvatting PlanMER 303 Tabel S5 Vergelijking van de alternatieven voor het aspect duurzame energie. van waterbuffer. Groene daken nemen een substan- Bij het Ringzone-plusalternatief en het Waterfrontalt- Potenties duurzame Stadswarmte WKO ZonPV Windenergie Biomassa/Afval tieel deel van de neerslag op en geven die weer ernatief bieden de transformatiegebieden een goede energiebronnen 2025+2040 2025+2040 2025+2040 2025+2040 2025+2040 geleidelijk vrij. gelegenheid voor een wateroverlastbestendige Ringzone-plus ++ ++ ++ ++ ++ inrichting. In de te verdichten gebieden in de Waterfront ++ ++ ++ ++ ++ 5. Een groot deel van Amsterdam binnen de ring zuidelijke ringzone bij het Ringzone-plusalternatief en Zuidfl ank + ++ ++ ++ ++ is gefundeerd op houten palen. Deze palen zijn het Zuidfl ankalternatief moet de inrichting zodanig gevoelig voor grondwateronderlast. Daarom wordt in zijn dat de verdichting niet tot verdere waterover- Beoordeling stedelijke gebieden als norm een ontwateringdiepte lastproblemen leidt. De grootste wateroverlastprob- De alternatieven worden beoordeeld op mate van 1. Amsterdam en omgeving ligt op een knooppunt tussen 0,5 en 0,9 meter aangehouden. lemen doen zich voor in de ontwikkelingsgebieden energiebesparing en duurzame energieopwekking. van watersystemen: het IJmeer, Amsterdam-Rijnk- van het Zuidfl ankalternatief in Zuidoost. Voor het halen van de Amsterdamse energieambities anaal, Noordzeekanaal, Noordhollandsch Kanaal en Beoordeling in 2025 en 2040 zullen maximale inspanningen nodig het boezemsysteem Amstel en Vecht. Amsterdam is De alternatieven worden getoetst op de volgende Wateronderlast zijn zowel op het gebied van energiebesparing als een veilige en waterbestendige stad. Dijken, duinen wateraspecten: Bij de uitrol van het centrum is voldoende water- duurzame energieopwekking. Of de doelstellingen en kunstwerken beschermen Amsterdam tegen ƒ veiligheid, berging noodzakelijk om de grondwaterstand op peil gehaald worden, is de vraag. Maar dit is op zich niet overstromingen. ƒ wateroverlast, te houden en de houten paalfunderingen afdoende onderscheidend voor de drie alternatieven. Dit heeft ƒ wateronderlast. te beschermen. In de te verdichten gebieden in de meer te maken met het hoge ambitieniveau van 2. De Amsterdamse stadsboezem vormt de De drie alternatieven zijn beoordeeld ten opzichte zuidelijke ringzone bij het Ringzone-plusalternatief en Amsterdam. verbinding tussen het Noordzeekanaal en de Amstel- van de referentiesituatie. Bij alle alternatieven geldt het Zuidfl ankalternatief geldt dit eveneens. Voor de In vergelijking met de referentiesituatie scoren landboezem ten zuiden van Amsterdam. Bij extreem dat uitrol van het centrum plaatsvindt. relatief hooggelegen transformatiegebieden langs de alternatieven Ringzone-plus, Waterfront en hoog water op het Noordzeekanaal zorgt een aantal het IJ in het Ringzone-plusalternatief en het Water- Zuidfl ank voor zowel 2025 als 2040 op de duurzame oude sluizen in de binnenstad ervoor dat het water Veiligheid frontalternatief zijn weinig problemen te verwachten. energieopwekkingvormen zoals zonne-energie, niet naar binnen stroomt. Voor veiligheid geldt dat de uitrol van het centrum In de ontwikkelingsgebieden van de Zuidfl ank zijn windenergie, stadswarmte, warmte- en koudeopslag Het gemaal Zeeburg aan de Zeeburgerdijk zorgt voor plaatsvindt in het beste beveiligde gebied met een eveneens nauwelijks problemen te verwachten en is en energie uit biomassa veel beter. Door het sluiten de waterverversing van de Amsterdamse grachten. overstromingsfrequentie van 1:10.000 jaar. vooral wateroverlast het probleem. In tabel S6 is de van de stadswarmtering via de noordzijde valt de De gemalen Zeeburg en IJmuiden hebben op dit Voor het Ringzone-plusalternatief geldt dat vergelijking van de alternatieven ten opzichte van de beoordeling op dit onderdeel voor de alternatieven moment voldoende capaciteit om wateroverlast te de veiligheid aan de zuidzijde van Amsterdam referentiesituatie voor de wateraspecten gegeven. Ringzone-plus en Waterfront positiever uit dan die voorkomen en het boezemsysteem op een min of voldoende is gewaarborgd. Voor de transfor- van het Zuidfl ankalternatief. meer constant peil te houden. matiegebieden zoals de Noordelijke IJoevers en Tabel S6 Vergelijking alternatieven voor de wateraspecten. Havenstad ligt dit anders. Het betreft hier buiten Water- Water- Water 3. Voor de hoogteligging van het stedelijk gebied de waterkeringen gelegen opgehoogde terreinen Veiligheid overlast onderlast Zoals reeds in deze samenvatting bij ‘Doelen en is de ondergrond bepalend (geweest). De hoogte- die primair beschermd zijn voor overstromingen, Ringzone-plus — 0 0 opgaven uit de structuurvisie’ is gesteld, profi leert ligging van een gebied stelt eisen wat betreft met een overstromingsfrequentie van 1:1.250 jaar Waterfront — 0 0 Amsterdam zich onder andere op duurzaamheid met waterhuishouding. De grote variatie in landschap- door de sluis bij IJmuiden. Omdat het opgehoogde Zuidfl ank 0 — 0 als één van de belangrijke impulsen het maken van pelijke ondergrond versus hoogteligging heeft terreinen zijn, zijn de gevolgen bij overstromingen een duurzame en klimaatbestendige stad. een grote variatie in watersystemen tot gevolg en overigens geringer dan bij de diepgelegen delen van maakt de wateropgave per gebied verschillend en Amsterdam. Sociaal duurzaam: woon- en leefmilieu Referentiesituatie vergt maatwerk per situatie. Zo ligt bijvoorbeeld Voor het Waterfrontalternatief geldt nog meer De duurzaam sociale component wordt vooral Als referentie voor de effecten van de alternatieven Amsterdam binnen de ring A10 circa 1 meter boven dan bij het Ringzone-alternatief dat de bebouwing zichtbaar in Deel 2: Visie en beleid van de Structuur- geldt het huidige Amsterdamse watersysteem. NAP. zich concentreert buiten de waterkeringen langs visie, maar is verder verweven in allerlei opvattingen Daarna worden de verschillende wateropgaven het Binnen-IJ. De extra bebouwing in Zuidoost is over ontwikkelingsrichtingen en het metropolitane in relatie met de verandering van het klimaat als 4. Het bergend vermogen van Amsterdam is door met de ligging binnen de zuidelijke dijkring met landschap. autonome ontwikkeling behandeld. zijn grote verharde oppervlak beperkt. Waterberging een overstromingsfrequentie van 1:10.000 jaar Zo wordt bijvoorbeeld de woningbouwambitie Van het huidige Amsterdamse watersysteem wordt in is voor Amsterdam een steeds groter probleem wel voldoende gewaarborgd. In het geval van het gevoed door de sterke rol van Amsterdam binnen het kort behandeld: omdat door de intensievere bebouwing er meer Zuidfl ankalternatief geldt dat vrijwel alle ontwik- Nederland op cultureel en economisch gebied en ƒ het stelsel van waterkeringen binnen de Metro- verhard oppervlak komt en de piekbelastingen kelingen plaatsvinden in het beste beveiligde gebied. zijn internationale poortfunctie. Verder wordt ingezet poolregio Amsterdam, door stortbuien groter worden. Bij gebiedsontwik- op een koerswijziging van generiek, stadsbreed ƒ de Amsterdamse stadsboezem, keling moet de toename van verhard oppervlak Wateroverlast beleid naar gebiedsgericht beleid: niet iedere buurt ƒ hoogteligging van het stedelijke gebied, gecompenseerd worden. Als vuistregel geldt, dat 10 Voor het aspect wateroverlast geldt dat de uitrol hoeft een afspiegeling te zijn van de Amsterdamse ƒ waterberging en -overlast, procent van het nieuw verhard oppervlak in de vorm van het centrum zal leiden tot potentieel meer samenleving, niet overal hoeft de gemengdheid ƒ de grondwaternorm en -onderlast. van oppervlaktewater gecompenseerd moet worden wateroverlast door intensievere bebouwing en nog hetzelfde te zijn, niet iedere buurt hoeft dezelfde in hetzelfde watersysteem. Een alternatieve vorm meer verhard oppervlak. Mitigerende maatregelen voorzieningen te hebben. Kortom er wordt erkend voor waterberging zijn ‘groene daken’ als een vorm zijn mogelijk en waarschijnlijk noodzakelijk. dat er verschillende identiteiten zijn waarop we ons

304 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Tabel S5 Vergelijking van de alternatieven voor het aspect duurzame energie. van waterbuffer. Groene daken nemen een substan- Bij het Ringzone-plusalternatief en het Waterfrontalt- Potenties duurzame Stadswarmte WKO ZonPV Windenergie Biomassa/Afval tieel deel van de neerslag op en geven die weer ernatief bieden de transformatiegebieden een goede energiebronnen 2025+2040 2025+2040 2025+2040 2025+2040 2025+2040 geleidelijk vrij. gelegenheid voor een wateroverlastbestendige Ringzone-plus ++ ++ ++ ++ ++ inrichting. In de te verdichten gebieden in de Waterfront ++ ++ ++ ++ ++ 5. Een groot deel van Amsterdam binnen de ring zuidelijke ringzone bij het Ringzone-plusalternatief en Zuidfl ank + ++ ++ ++ ++ is gefundeerd op houten palen. Deze palen zijn het Zuidfl ankalternatief moet de inrichting zodanig gevoelig voor grondwateronderlast. Daarom wordt in zijn dat de verdichting niet tot verdere waterover- Beoordeling stedelijke gebieden als norm een ontwateringdiepte lastproblemen leidt. De grootste wateroverlastprob- De alternatieven worden beoordeeld op mate van 1. Amsterdam en omgeving ligt op een knooppunt tussen 0,5 en 0,9 meter aangehouden. lemen doen zich voor in de ontwikkelingsgebieden energiebesparing en duurzame energieopwekking. van watersystemen: het IJmeer, Amsterdam-Rijnk- van het Zuidfl ankalternatief in Zuidoost. Voor het halen van de Amsterdamse energieambities anaal, Noordzeekanaal, Noordhollandsch Kanaal en Beoordeling in 2025 en 2040 zullen maximale inspanningen nodig het boezemsysteem Amstel en Vecht. Amsterdam is De alternatieven worden getoetst op de volgende Wateronderlast zijn zowel op het gebied van energiebesparing als een veilige en waterbestendige stad. Dijken, duinen wateraspecten: Bij de uitrol van het centrum is voldoende water- duurzame energieopwekking. Of de doelstellingen en kunstwerken beschermen Amsterdam tegen ƒ veiligheid, berging noodzakelijk om de grondwaterstand op peil gehaald worden, is de vraag. Maar dit is op zich niet overstromingen. ƒ wateroverlast, te houden en de houten paalfunderingen afdoende onderscheidend voor de drie alternatieven. Dit heeft ƒ wateronderlast. te beschermen. In de te verdichten gebieden in de meer te maken met het hoge ambitieniveau van 2. De Amsterdamse stadsboezem vormt de De drie alternatieven zijn beoordeeld ten opzichte zuidelijke ringzone bij het Ringzone-plusalternatief en Amsterdam. verbinding tussen het Noordzeekanaal en de Amstel- van de referentiesituatie. Bij alle alternatieven geldt het Zuidfl ankalternatief geldt dit eveneens. Voor de In vergelijking met de referentiesituatie scoren landboezem ten zuiden van Amsterdam. Bij extreem dat uitrol van het centrum plaatsvindt. relatief hooggelegen transformatiegebieden langs de alternatieven Ringzone-plus, Waterfront en hoog water op het Noordzeekanaal zorgt een aantal het IJ in het Ringzone-plusalternatief en het Water- Zuidfl ank voor zowel 2025 als 2040 op de duurzame oude sluizen in de binnenstad ervoor dat het water Veiligheid frontalternatief zijn weinig problemen te verwachten. energieopwekkingvormen zoals zonne-energie, niet naar binnen stroomt. Voor veiligheid geldt dat de uitrol van het centrum In de ontwikkelingsgebieden van de Zuidfl ank zijn windenergie, stadswarmte, warmte- en koudeopslag Het gemaal Zeeburg aan de Zeeburgerdijk zorgt voor plaatsvindt in het beste beveiligde gebied met een eveneens nauwelijks problemen te verwachten en is en energie uit biomassa veel beter. Door het sluiten de waterverversing van de Amsterdamse grachten. overstromingsfrequentie van 1:10.000 jaar. vooral wateroverlast het probleem. In tabel S6 is de van de stadswarmtering via de noordzijde valt de De gemalen Zeeburg en IJmuiden hebben op dit Voor het Ringzone-plusalternatief geldt dat vergelijking van de alternatieven ten opzichte van de beoordeling op dit onderdeel voor de alternatieven moment voldoende capaciteit om wateroverlast te de veiligheid aan de zuidzijde van Amsterdam referentiesituatie voor de wateraspecten gegeven. Ringzone-plus en Waterfront positiever uit dan die voorkomen en het boezemsysteem op een min of voldoende is gewaarborgd. Voor de transfor- van het Zuidfl ankalternatief. meer constant peil te houden. matiegebieden zoals de Noordelijke IJoevers en Tabel S6 Vergelijking alternatieven voor de wateraspecten. Havenstad ligt dit anders. Het betreft hier buiten Water- Water- Water 3. Voor de hoogteligging van het stedelijk gebied de waterkeringen gelegen opgehoogde terreinen Veiligheid overlast onderlast Zoals reeds in deze samenvatting bij ‘Doelen en is de ondergrond bepalend (geweest). De hoogte- die primair beschermd zijn voor overstromingen, Ringzone-plus — 0 0 opgaven uit de structuurvisie’ is gesteld, profi leert ligging van een gebied stelt eisen wat betreft met een overstromingsfrequentie van 1:1.250 jaar Waterfront — 0 0 Amsterdam zich onder andere op duurzaamheid met waterhuishouding. De grote variatie in landschap- door de sluis bij IJmuiden. Omdat het opgehoogde Zuidfl ank 0 — 0 als één van de belangrijke impulsen het maken van pelijke ondergrond versus hoogteligging heeft terreinen zijn, zijn de gevolgen bij overstromingen een duurzame en klimaatbestendige stad. een grote variatie in watersystemen tot gevolg en overigens geringer dan bij de diepgelegen delen van maakt de wateropgave per gebied verschillend en Amsterdam. Sociaal duurzaam: woon- en leefmilieu Referentiesituatie vergt maatwerk per situatie. Zo ligt bijvoorbeeld Voor het Waterfrontalternatief geldt nog meer De duurzaam sociale component wordt vooral Als referentie voor de effecten van de alternatieven Amsterdam binnen de ring A10 circa 1 meter boven dan bij het Ringzone-alternatief dat de bebouwing zichtbaar in Deel 2: Visie en beleid van de Structuur- geldt het huidige Amsterdamse watersysteem. NAP. zich concentreert buiten de waterkeringen langs visie, maar is verder verweven in allerlei opvattingen Daarna worden de verschillende wateropgaven het Binnen-IJ. De extra bebouwing in Zuidoost is over ontwikkelingsrichtingen en het metropolitane in relatie met de verandering van het klimaat als 4. Het bergend vermogen van Amsterdam is door met de ligging binnen de zuidelijke dijkring met landschap. autonome ontwikkeling behandeld. zijn grote verharde oppervlak beperkt. Waterberging een overstromingsfrequentie van 1:10.000 jaar Zo wordt bijvoorbeeld de woningbouwambitie Van het huidige Amsterdamse watersysteem wordt in is voor Amsterdam een steeds groter probleem wel voldoende gewaarborgd. In het geval van het gevoed door de sterke rol van Amsterdam binnen het kort behandeld: omdat door de intensievere bebouwing er meer Zuidfl ankalternatief geldt dat vrijwel alle ontwik- Nederland op cultureel en economisch gebied en ƒ het stelsel van waterkeringen binnen de Metro- verhard oppervlak komt en de piekbelastingen kelingen plaatsvinden in het beste beveiligde gebied. zijn internationale poortfunctie. Verder wordt ingezet poolregio Amsterdam, door stortbuien groter worden. Bij gebiedsontwik- op een koerswijziging van generiek, stadsbreed ƒ de Amsterdamse stadsboezem, keling moet de toename van verhard oppervlak Wateroverlast beleid naar gebiedsgericht beleid: niet iedere buurt ƒ hoogteligging van het stedelijke gebied, gecompenseerd worden. Als vuistregel geldt, dat 10 Voor het aspect wateroverlast geldt dat de uitrol hoeft een afspiegeling te zijn van de Amsterdamse ƒ waterberging en -overlast, procent van het nieuw verhard oppervlak in de vorm van het centrum zal leiden tot potentieel meer samenleving, niet overal hoeft de gemengdheid ƒ de grondwaternorm en -onderlast. van oppervlaktewater gecompenseerd moet worden wateroverlast door intensievere bebouwing en nog hetzelfde te zijn, niet iedere buurt hoeft dezelfde in hetzelfde watersysteem. Een alternatieve vorm meer verhard oppervlak. Mitigerende maatregelen voorzieningen te hebben. Kortom er wordt erkend voor waterberging zijn ‘groene daken’ als een vorm zijn mogelijk en waarschijnlijk noodzakelijk. dat er verschillende identiteiten zijn waarop we ons

Samenvatting PlanMER 305 kunnen en moeten richten om de stad in al haar grijkste hulpbronnen die de kwaliteit van de leefsit- stad en duidt op een positieve relatie tussen de mens programma op gebiedsniveau. Kunst, cultuur en veelkleurigheid te laten bloeien. uatie bepalen zijn inkomen, onderwijs en werk. en zijn leefomgeving. Hiervoor is het nodig betrok- groen, maar ook onderwijs en sport kunnen zich Globaal genomen heeft Amsterdam op elk van deze kenen te laten participeren bij planontwikkeling, ontwikkelen als sterke identiteitsdragers. Het is Relevant beleid terreinen positieve ontwikkelingen doorgemaakt. zodat deze ook gedragen wordt door bewoners en hierbij van belang dat voorzieningen zich naar buiten Het Sociaal Structuurplan 2005-2015 (SSP) is de Door zijn unieke combinatie van woningvoorraad, bezoekers en optimaal kan worden ingespeeld op keren. Voorzieningen zijn vaak sterk naar binnen lange termijnvisie voor het sociale domein in cultuuraanbod, ontplooiingsmogelijkheden, stedelijk behoeften en wensen. gericht. Het leveren van een dienst staat centraal en Amsterdam. Het plan zet in op stedelijke dynamiek, klimaat, scholingsvoorzieningen en gevarieerd daarvoor is effi ciënt intern functioneren het belan- ontwikkelingskansen van mensen en een prettig aanbod van arbeid werkt Amsterdam als geen Flexibiliteit van de gebouwde omgeving zorgt ervoor grijkst. Anderzijds is de ruimtelijke wereld vooral woon- en leefmilieu. Om een groeiende tweedeling andere stad in Nederland als springplank. Zolang dat de fysieke en sociale voorzieningen zowel een gericht op de openbare ruimte. Een duurzaam en te voorkomen tussen Amsterdammers met wie het Amsterdam kan blijven functioneren als springplank stimulans voor als een resultante van de ontwik- gastvrij leefklimaat vraagt om een sterkere integratie wel goed gaat en Amsterdammers met wie het niet voor telkens nieuwe inwoners, kan de dynamiek van kelingen in de samenleving kunnen zijn. Duurzaam van beide werelden. Een uitnodigend raakvlak tussen of steeds minder goed gaat, zijn drie doelstellingen de stad niet hoog genoeg gewaardeerd worden. betekent ook aanpasbaar. voorzieningen en de openbare ruimte bevordert de geformuleerd: Er zijn drie soorten van fl exibiliteit: toegankelijkheid en interactie. Maar ook de fl exibi- Beoordeling fl exibele openbare ruimte in relatie tot de aanwezige liteit, identiteit en betrokkenheid van bewoners bij 1. Investeren in grootstedelijke dynamiek, zodat De beoordeling vind plaats op basis van de aspecten: voorzieningen (die interactie bevordert), publieke ruimte en plekken in de metropool vragen Amsterdam een creatieve kennisstad wordt, die in de ƒ identiteit (diversiteit), fl exibele stedenbouwkundige omgeving (waardoor er om extra aandacht. Er zijn kansen voor speci- concurrentiestrijd tussen nationale en internationale ƒ fl exibiliteit, plek is voor nieuwe ontwikkelingen), fi eke plekken in de openbare ruimte en markante vestigingsmilieus een sterke en onderscheidende ƒ verbinden, fl exibele gebouwen (gebouwen waar veranderende gebouwen die er aan bij kunnen dragen dat de positie inneemt. ƒ eigenaarschap. behoeftes kunnen worden opvangen). sociale wereld ‘van binnen naar buiten’ en de fysieke De alternatieven hebben een zeer globaal karakter. Het benutten van tijdelijkheid, transformatie, wereld ‘van buiten naar binnen’ kan treden. 2. Investeren in menselijk kapitaal, zodat zoveel Zo is bekend waar woningen en bedrijfsvestigingen leegstand, latere besluitvorming, en het oningevuld mogelijk Amsterdammers zich persoonlijk ontwik- gepland zijn, maar niet om welke soort woonmilieus laten van ruimtes en functies in nieuwe ontwikkel- Om duidelijke invulling te geven aan de vijf condities kelen en zelfstandig, volwaardig, actief en veelzijdig het gaat. ingsgebieden biedt kansen aan onder meer culturele wordt op dit moment gewerkt aan de sociaal participeren in de samenleving via werk en scholing, functies. ruimtelijke ambitie. Hierin zal verder uitgewerkt via sport, vrijetijdsactiviteiten en cultuur, via zorg en Een sociaal duurzaam Amsterdam in 2040, is worden hoe de sociaal ruimtelijke structuur vorm dienstverlening. Amsterdam op zijn best: een gevarieerde, tolerante Bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzien- gegeven wordt. en cultureel innovatieve stad. ingen is essentieel voor het functioneren ervan. Niet 3. Investeren in een leefbare omgeving, zodat juist Er worden in de structuurvisie vijf belangrijke alleen gaat het om de bereikbaarheid en toegan- in een moderne, multiculturele en veranderlijke condities genoemd voor een sociaal duurzaam kelijkheid van voorzieningen voor verschillende omgeving als de Amsterdamse, algemene noties Amsterdam in 2040: groepen gebruikers, maar minstens zo belangrijk is over het samenleven gedeeld en beschermd worden. 1. identiteit en identifi catie, dat door een ‘leesbare’ sociaalruimtelijke structuur 2. eigenaarschap, voor bewoners en bezoekers, verbindingen worden Referentiesituatie 3. fl exibiliteit, gelegd tussen mondiale en lokale plekken, tussen Amsterdam telt momenteel ruim 760.000 inwoners 4. bereikbaarheid en toegankelijkheid, voorzieningen en openbare ruimten waardoor de en dat aantal vertoont de laatste jaren weer een 5. diversiteit/functiemenging. som van het geheel meer is dan de som van de sterke groei na een periode van afname. De recente afzonderlijke delen. Hierbij speelt zowel fysieke als groei heeft te maken met de herontdekking van Identiteit en identifi catie worden ondersteund door sociale bereikbaarheid een rol. de stad en het stedelijk leven. Wonen in de stad zichtbare en kwalitatief hoogwaardige voorzieningen is bij uiteenlopende bevolkingsgroepen weer en openbare ruimten. Voorzieningen zijn structure- Voor het verbinden van functies en identiteiten populair. Deze trend wordt bevestigd door de rende elementen in de stedenbouwkundige structuur. is de nabijheid van voorzieningen van belang. leefsituatie-index (dienst Onderzoek + Statistiek), Zij verschaffen niet alleen identiteit, maar zijn tevens Grootschalige functies zoals ziekenhuizen en sport- een samengestelde index, die een beeld geeft een uiting van diversiteit (in zowel bevolking als velden worden in de praktijk vaak naar de randen van van het algehele welzijn van de Amsterdammers. voorzieningen). Herkenbare plekken dragen bij aan de stad verdreven. Door integratie van deze functies Daaruit blijkt dat de leefsituatie van Amsterdammers ontmoetingen en contacten tussen verschillende binnen de ring ontstaan er kansen voor medege- er sinds 2000 op vooruit is gegaan. Dat geldt ook bevolkingsgroepen en leefstijlen. Sport en onderwijs bruik en voor interactie. Sportfaciliteiten kunnen ook voor het overgrote deel van niet-westerse alloch- stimuleren integratie en sociale cohesie in de wijk. ingezet worden voor onderwijs, clubgebouwen voor tonen. De gemeten veranderingen in de gemid- Kunst en cultuur bieden als identiteitsdragers nieuwe buurtactiviteiten en sportverzamelgebouwen voor delde leefsituatie zijn het gevolg van de dynamiek in kansen bij ontwikkelingsgebieden. naschoolse opvang. Kennisuitwisseling, ontmoeting de samenstelling van de bevolking én in de positie en ontplooiing, sport: verschillende belangrijke van individuele huishoudens. Amsterdam trekt nog Eigenaarschap heeft betrekking op een verant- sociale beleidsdoelstellingen kunnen zo worden steeds nieuwe bewoners uit de rest van Nederland woordelijkheidsgevoel voor en betrokkenheid bij de gerealiseerd. en uit tal van westerse landen aan. De drie belan- buurt, de straat, de voorziening in de wijk of zelfs Veel zal afhangen van de invulling van het ruimtelijke

306 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam kunnen en moeten richten om de stad in al haar grijkste hulpbronnen die de kwaliteit van de leefsit- stad en duidt op een positieve relatie tussen de mens programma op gebiedsniveau. Kunst, cultuur en veelkleurigheid te laten bloeien. uatie bepalen zijn inkomen, onderwijs en werk. en zijn leefomgeving. Hiervoor is het nodig betrok- groen, maar ook onderwijs en sport kunnen zich Globaal genomen heeft Amsterdam op elk van deze kenen te laten participeren bij planontwikkeling, ontwikkelen als sterke identiteitsdragers. Het is Relevant beleid terreinen positieve ontwikkelingen doorgemaakt. zodat deze ook gedragen wordt door bewoners en hierbij van belang dat voorzieningen zich naar buiten Het Sociaal Structuurplan 2005-2015 (SSP) is de Door zijn unieke combinatie van woningvoorraad, bezoekers en optimaal kan worden ingespeeld op keren. Voorzieningen zijn vaak sterk naar binnen lange termijnvisie voor het sociale domein in cultuuraanbod, ontplooiingsmogelijkheden, stedelijk behoeften en wensen. gericht. Het leveren van een dienst staat centraal en Amsterdam. Het plan zet in op stedelijke dynamiek, klimaat, scholingsvoorzieningen en gevarieerd daarvoor is effi ciënt intern functioneren het belan- ontwikkelingskansen van mensen en een prettig aanbod van arbeid werkt Amsterdam als geen Flexibiliteit van de gebouwde omgeving zorgt ervoor grijkst. Anderzijds is de ruimtelijke wereld vooral woon- en leefmilieu. Om een groeiende tweedeling andere stad in Nederland als springplank. Zolang dat de fysieke en sociale voorzieningen zowel een gericht op de openbare ruimte. Een duurzaam en te voorkomen tussen Amsterdammers met wie het Amsterdam kan blijven functioneren als springplank stimulans voor als een resultante van de ontwik- gastvrij leefklimaat vraagt om een sterkere integratie wel goed gaat en Amsterdammers met wie het niet voor telkens nieuwe inwoners, kan de dynamiek van kelingen in de samenleving kunnen zijn. Duurzaam van beide werelden. Een uitnodigend raakvlak tussen of steeds minder goed gaat, zijn drie doelstellingen de stad niet hoog genoeg gewaardeerd worden. betekent ook aanpasbaar. voorzieningen en de openbare ruimte bevordert de geformuleerd: Er zijn drie soorten van fl exibiliteit: toegankelijkheid en interactie. Maar ook de fl exibi- Beoordeling fl exibele openbare ruimte in relatie tot de aanwezige liteit, identiteit en betrokkenheid van bewoners bij 1. Investeren in grootstedelijke dynamiek, zodat De beoordeling vind plaats op basis van de aspecten: voorzieningen (die interactie bevordert), publieke ruimte en plekken in de metropool vragen Amsterdam een creatieve kennisstad wordt, die in de ƒ identiteit (diversiteit), fl exibele stedenbouwkundige omgeving (waardoor er om extra aandacht. Er zijn kansen voor speci- concurrentiestrijd tussen nationale en internationale ƒ fl exibiliteit, plek is voor nieuwe ontwikkelingen), fi eke plekken in de openbare ruimte en markante vestigingsmilieus een sterke en onderscheidende ƒ verbinden, fl exibele gebouwen (gebouwen waar veranderende gebouwen die er aan bij kunnen dragen dat de positie inneemt. ƒ eigenaarschap. behoeftes kunnen worden opvangen). sociale wereld ‘van binnen naar buiten’ en de fysieke De alternatieven hebben een zeer globaal karakter. Het benutten van tijdelijkheid, transformatie, wereld ‘van buiten naar binnen’ kan treden. 2. Investeren in menselijk kapitaal, zodat zoveel Zo is bekend waar woningen en bedrijfsvestigingen leegstand, latere besluitvorming, en het oningevuld mogelijk Amsterdammers zich persoonlijk ontwik- gepland zijn, maar niet om welke soort woonmilieus laten van ruimtes en functies in nieuwe ontwikkel- Om duidelijke invulling te geven aan de vijf condities kelen en zelfstandig, volwaardig, actief en veelzijdig het gaat. ingsgebieden biedt kansen aan onder meer culturele wordt op dit moment gewerkt aan de sociaal participeren in de samenleving via werk en scholing, functies. ruimtelijke ambitie. Hierin zal verder uitgewerkt via sport, vrijetijdsactiviteiten en cultuur, via zorg en Een sociaal duurzaam Amsterdam in 2040, is worden hoe de sociaal ruimtelijke structuur vorm dienstverlening. Amsterdam op zijn best: een gevarieerde, tolerante Bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzien- gegeven wordt. en cultureel innovatieve stad. ingen is essentieel voor het functioneren ervan. Niet 3. Investeren in een leefbare omgeving, zodat juist Er worden in de structuurvisie vijf belangrijke alleen gaat het om de bereikbaarheid en toegan- in een moderne, multiculturele en veranderlijke condities genoemd voor een sociaal duurzaam kelijkheid van voorzieningen voor verschillende omgeving als de Amsterdamse, algemene noties Amsterdam in 2040: groepen gebruikers, maar minstens zo belangrijk is over het samenleven gedeeld en beschermd worden. 1. identiteit en identifi catie, dat door een ‘leesbare’ sociaalruimtelijke structuur 2. eigenaarschap, voor bewoners en bezoekers, verbindingen worden Referentiesituatie 3. fl exibiliteit, gelegd tussen mondiale en lokale plekken, tussen Amsterdam telt momenteel ruim 760.000 inwoners 4. bereikbaarheid en toegankelijkheid, voorzieningen en openbare ruimten waardoor de en dat aantal vertoont de laatste jaren weer een 5. diversiteit/functiemenging. som van het geheel meer is dan de som van de sterke groei na een periode van afname. De recente afzonderlijke delen. Hierbij speelt zowel fysieke als groei heeft te maken met de herontdekking van Identiteit en identifi catie worden ondersteund door sociale bereikbaarheid een rol. de stad en het stedelijk leven. Wonen in de stad zichtbare en kwalitatief hoogwaardige voorzieningen is bij uiteenlopende bevolkingsgroepen weer en openbare ruimten. Voorzieningen zijn structure- Voor het verbinden van functies en identiteiten populair. Deze trend wordt bevestigd door de rende elementen in de stedenbouwkundige structuur. is de nabijheid van voorzieningen van belang. leefsituatie-index (dienst Onderzoek + Statistiek), Zij verschaffen niet alleen identiteit, maar zijn tevens Grootschalige functies zoals ziekenhuizen en sport- een samengestelde index, die een beeld geeft een uiting van diversiteit (in zowel bevolking als velden worden in de praktijk vaak naar de randen van van het algehele welzijn van de Amsterdammers. voorzieningen). Herkenbare plekken dragen bij aan de stad verdreven. Door integratie van deze functies Daaruit blijkt dat de leefsituatie van Amsterdammers ontmoetingen en contacten tussen verschillende binnen de ring ontstaan er kansen voor medege- er sinds 2000 op vooruit is gegaan. Dat geldt ook bevolkingsgroepen en leefstijlen. Sport en onderwijs bruik en voor interactie. Sportfaciliteiten kunnen ook voor het overgrote deel van niet-westerse alloch- stimuleren integratie en sociale cohesie in de wijk. ingezet worden voor onderwijs, clubgebouwen voor tonen. De gemeten veranderingen in de gemid- Kunst en cultuur bieden als identiteitsdragers nieuwe buurtactiviteiten en sportverzamelgebouwen voor delde leefsituatie zijn het gevolg van de dynamiek in kansen bij ontwikkelingsgebieden. naschoolse opvang. Kennisuitwisseling, ontmoeting de samenstelling van de bevolking én in de positie en ontplooiing, sport: verschillende belangrijke van individuele huishoudens. Amsterdam trekt nog Eigenaarschap heeft betrekking op een verant- sociale beleidsdoelstellingen kunnen zo worden steeds nieuwe bewoners uit de rest van Nederland woordelijkheidsgevoel voor en betrokkenheid bij de gerealiseerd. en uit tal van westerse landen aan. De drie belan- buurt, de straat, de voorziening in de wijk of zelfs Veel zal afhangen van de invulling van het ruimtelijke

Samenvatting PlanMER 307 Beoordeling per alternatief historisch verankerde identiteit verder te ontwikkelen Tabel S7 Vergelijking van de alternatieven op sociale en het aantal geluid gehinderden ten opzichte van de In de voorgaande tekst werd de algemene lijn van en uit te bouwen. Beoogde ontwikkeling voegt een duurzaamheids aspectenen referentiesituatie. De belangrijkste bron voor gelui- de ontwikkelingen op sociaal gebied geschetst. Hier nieuw palet toe aan de zo kenmerkende Amster- Ringzone- Water- dhinder wordt gevormd door de weginfrastructuur. plus front Zuidfl ank wordt tot slot ingezoomd op de effecten per alter- damse diversiteit. Wel moet nadrukkelijk oog worden Geluidgehinderden door luchtvaart zijn vooral aan de Identiteit/diversiteit + ++ + natief voor de ruimtelijke aspecten in relatie met de gehouden voor de wisselwerking met de bestaande westkant van Amsterdam te vinden. Hier is in geen Flexibiliteit + 0 + kansen voor een sociaal duurzame ontwikkeling van stad, met name in Noord. Integratie van kunst en van de alternatieven extra woningbouw voorzien. Verbinden ++ 0 + de Amsterdam. cultuur en sport, maar ook gebiedsoverstijgende Eigenaarschap ++ + + onderwijsvoorzieningen in de planontwikkeling Ringzone-plusalternatief Ringzone-plusalternatief geven het gebied ook betekenis voor de omliggende Dit alternatief heeft een groot aantal locaties die In het Ringzone-plusalternatief zijn nieuwe ruimtelijke wijken. Geïsoleerde planontwikkeling houdt het risico dicht bij grootschalige infrastructuur zijn geprojec- ontwikkelingen voor een groot deel in de huidige in dat ook in Noord tweedeling ontstaat tussen nieuw Geluid teerd. Te noemen zijn de zone langs het ringspoor, ‘aandachtsgebieden’ geprogrammeerd. Met name en oud, tussen sterk en zwak. Relevant beleid tussen de ring A10 en de westelijke spoortak, maar langs de ringspoorlijn zijn buurten te vinden die Omdat het gebied nu nauwelijks bewoners en De Europese Richtlijn Omgevingslawaai 2002/49/ ook Buitenveldert-Noord bij de A10. Binnen de negatief scoren op leefbaarheid. Door de aanpak publieke voorzieningen kent, is het van belang EG is gericht op de evaluatie en de beheersing van huidige geluidregelgeving is woningbouw van deze gebieden kan een brug geslagen worden draagvlak, betrokkenheid en eigenaarschap voor het omgevingslawaai. De Richtlijn richt zich vooral op bij deze infra structuur nog mogelijk, zij het met tussen de goede scorende gebieden binnen de ring deze locaties te creëren. het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen aanmerkelijke restricties, maar met de verwachte en Amsterdam Nieuw West, waar stadsvernieuwing Ook de beoogde fl exibiliteit van genoemd gebied is van geluidsniveaus in de leefomgeving. Het toepass- verdere aanscherping van geluidsnormering zal het reeds aan de gang is. Daarbij is het van belang dat een aandachtspunt. Het bouwen in zeer hoge dicht- ingsgebied beperkt zich tot een aantal vastgestelde ontwikkelen van deze locaties alleen mogelijk zijn langs de Ringzone aantrekkelijke voorzieningen heden en het bestemmen van ieder stukje grond brontypen, te weten weg- en railverkeer, luchtvaart als deze locaties akoestisch worden afgeschermd worden ontwikkeld die aantrekkelijk zijn voor voor woningbouw (zoals in de huidige stedenbouw en specifi ek vastgelegde industriële activiteiten. De van bronnen als de A10 en de spoorlijnen. Voor bewoners aan zowel de oost- als de westkant van gebruikelijk is) legt een zware wissel op de fl exibiliteit Richtlijn is in de Nederlandse wetgeving geïmple- een deel zijn er ook locaties waar binnen stedelijk deze gebieden. Door de koppeling met het groen naar de toekomst. menteerd in de Wet geluidshinder en in het bij verkeer te veel restricties oproept om een ideaal en hoogwaardige openbare ruimten en de betere deze wet behorende Besluit omgevingslawaai en stedenbouwkundig beeld te kunnen realiseren. Bij inpassing en overbrugging van infrastructuurele- Zuidfl ankalternatief de Regeling omgevingslawaai. Amsterdam heeft op dit alternatief speelt de interactie tussen het indus- menten kunnen zowel sociale als ook ruimtelijke Het Zuidfl ankalternatief is gekoppeld aan de identi- grond van de Richtlijn de geluidsbelastingkaart en triegeluid van Westpoort en ontwikkelmogelijkheden barrières verminderd worden. teiten fi nancieel centrum, kennisstad en logistiek. het Actieplan Geluid vastgesteld. In het Actieplan bij de Minerva- en Vlothaven. In het kader van de Verdichting in deze zone leidt ook tot een verhoging De traditionele bedrijventerreinen langs de IJoevers heeft de gemeente beleidskeuzes vastgelegd, prior- studie Havenstad is er uitvoerig naar deze inter- van het draagvlak voor de reeds aanwezige voorzie- blijven behouden en nieuwe ruimtelijke ontwik- itaire problemen rondom omgevingslawaai benoemd actie gekeken. Met name op basis daarvan is tot ningen. Daar waar vernieuwing van voorzieningen en kelingen vinden plaats op de as Schiphol-Zuidas- en keuzes gemaakt ten aanzien van maatregelen die de conclusie gekomen dat er bedrijven uitgeplaatst voorzieningenconcepten in de aangrenzende buurten Zuidoost. In Zuidoost wordt het grootste deel van het lawaai kunnen beheersen en daar waar nodig moeten worden om deze confl icterende functies te aan de orde zijn, kunnen deze worden betrokken bij het ruimtelijke programma ontwikkeld. Zuidoost, nu kunnen verminderen. Ook heeft de gemeente inzich- scheiden. Wel was de conclusie dat om de meest de ontwikkeling van de ringzone, om zo het gebied bestaand uit twee mono-functionele gebieden van telijk gemaakt waar zich stille gebieden bevinden in vergaande variant drie (met woningbouw tot de meer betekenis te geven. Met een sterke identiteit wonen en werken, wordt volledig getransformeerd. de stad en welke plekken ingericht zouden kunnen A10) te kunnen realiseren het noodzakelijk was om en fl exibiliteit in relatie tot de voorzieningen in haar In een gemengd stedelijke setting worden wonen worden als potentieel stil gebied. uit te gaan van een aanzienlijk ruimere normstelling omgeving kan een sterke verbindende werking en werken gecombineerd met functies als leisure voor industrielawaai (met name als gevolg van het tussen oude en nieuwe stad plaatsvinden. Hierbij is en onderwijs. Schiphol met zijn tweede terminal en Referentiesituatie blijvende geluid van de NUON centrale). De vraag het goed mogelijk bewoners, bezoekers, bedrijven de ontwikkelingen aan de Zuidas richten zich op de In het kader van het actieplan geluid is in 2008 is of er in de toekomst een dergelijke normver- en instellingen bij de planvorming te betrekken. zakelijke dienstverlening. en 2009 onderzocht hoeveel mensen worden soepeling mogelijk wordt. In combinatie met het Voor het Zuidfl ankalternatief gelden dezelfde gehinderd door geluid. Het aantal gehinderden al geschetste probleem dat op deze locatie ook Waterfrontalternatief opmerkingen als voor het Waterfrontalternatief, zij is bepaald op basis van de dosis-effectrelatie die verkeersgeluid van de A10 boven de toegestane Het Waterfrontalternatief is gericht op de ontwik- het in mindere mate. Het beoogde gemengde milieu het Besluit Omgevingslawaai voorschrijft en in de maximale niveaus is, moet op deze locatie naar kelingen langs het IJ. Door de ontwikkelingen aan biedt een grotere fl exibiliteit dan nu het geval is. Regeling verder is uitgewerkt. De relatie geeft aan maatwerk gezocht worden en zullen de mogeli- het water kan Amsterdam zich sterker profi leren als Door programmatische ingrepen en hoogwaardige welk percentage van een groep mensen die bloot jkheden beperkt zijn. waterstad. Door rekening te houden met de cultuur- stedenbouw kunnen diverse nieuwe identiteiten vorm staat aan een bepaalde hoeveelheid geluid (Lden) historische achtergrond van het gebied – haven en krijgen. Hierbij moeten de verbindingen en wissel- gehinderd is. Waterfrontalternatief industrie – kan Amsterdam zich profi leren op deze werking met de aangrenzende woongebieden verder De ontwikkelingen rondom het IJ worden in beperkte identiteit. De ontwikkeling van de Silodam en het worden uitgewerkt, zodat er een win-win situatie Beoordeling mate beïnvloed door verkeersgeluid, waarmee de Kraanspoor hebben laten zien welke aantrekke- ontstaat voor zowel de ontwikkelingsgebieden als de Het criterium voor de beoordeling van het geluid uitvoerbaarheid op zich redelijk is. Wel zijn er enige lijkheid gebouwen kunnen hebben waarbij rekening omgeving. is de eventuele wijziging in het aantal geluidge- aandachtspunten. Zo is de variant waarbij tot de is gehouden met de identiteit van het gebied. hinderden ten opzichte van de autonome situatie. A10 gebouwd wordt problematisch door de strenge Amsterdam krijgt met de ontwikkeling van het Water- Aangezien programma wordt toegevoegd zal het norm die hier naar verwachting van toepassing frontalternatief de kans om een nieuwe sterke en ook aantal inwoners verder toenemen en daarmee ook blijft. Mogelijkheid is het realiseren van woningen

308 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Beoordeling per alternatief historisch verankerde identiteit verder te ontwikkelen Tabel S7 Vergelijking van de alternatieven op sociale en het aantal geluid gehinderden ten opzichte van de In de voorgaande tekst werd de algemene lijn van en uit te bouwen. Beoogde ontwikkeling voegt een duurzaamheids aspectenen referentiesituatie. De belangrijkste bron voor gelui- de ontwikkelingen op sociaal gebied geschetst. Hier nieuw palet toe aan de zo kenmerkende Amster- Ringzone- Water- dhinder wordt gevormd door de weginfrastructuur. plus front Zuidfl ank wordt tot slot ingezoomd op de effecten per alter- damse diversiteit. Wel moet nadrukkelijk oog worden Geluidgehinderden door luchtvaart zijn vooral aan de Identiteit/diversiteit + ++ + natief voor de ruimtelijke aspecten in relatie met de gehouden voor de wisselwerking met de bestaande westkant van Amsterdam te vinden. Hier is in geen Flexibiliteit + 0 + kansen voor een sociaal duurzame ontwikkeling van stad, met name in Noord. Integratie van kunst en van de alternatieven extra woningbouw voorzien. Verbinden ++ 0 + de Amsterdam. cultuur en sport, maar ook gebiedsoverstijgende Eigenaarschap ++ + + onderwijsvoorzieningen in de planontwikkeling Ringzone-plusalternatief Ringzone-plusalternatief geven het gebied ook betekenis voor de omliggende Dit alternatief heeft een groot aantal locaties die In het Ringzone-plusalternatief zijn nieuwe ruimtelijke wijken. Geïsoleerde planontwikkeling houdt het risico dicht bij grootschalige infrastructuur zijn geprojec- ontwikkelingen voor een groot deel in de huidige in dat ook in Noord tweedeling ontstaat tussen nieuw Geluid teerd. Te noemen zijn de zone langs het ringspoor, ‘aandachtsgebieden’ geprogrammeerd. Met name en oud, tussen sterk en zwak. Relevant beleid tussen de ring A10 en de westelijke spoortak, maar langs de ringspoorlijn zijn buurten te vinden die Omdat het gebied nu nauwelijks bewoners en De Europese Richtlijn Omgevingslawaai 2002/49/ ook Buitenveldert-Noord bij de A10. Binnen de negatief scoren op leefbaarheid. Door de aanpak publieke voorzieningen kent, is het van belang EG is gericht op de evaluatie en de beheersing van huidige geluidregelgeving is woningbouw van deze gebieden kan een brug geslagen worden draagvlak, betrokkenheid en eigenaarschap voor het omgevingslawaai. De Richtlijn richt zich vooral op bij deze infra structuur nog mogelijk, zij het met tussen de goede scorende gebieden binnen de ring deze locaties te creëren. het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen aanmerkelijke restricties, maar met de verwachte en Amsterdam Nieuw West, waar stadsvernieuwing Ook de beoogde fl exibiliteit van genoemd gebied is van geluidsniveaus in de leefomgeving. Het toepass- verdere aanscherping van geluidsnormering zal het reeds aan de gang is. Daarbij is het van belang dat een aandachtspunt. Het bouwen in zeer hoge dicht- ingsgebied beperkt zich tot een aantal vastgestelde ontwikkelen van deze locaties alleen mogelijk zijn langs de Ringzone aantrekkelijke voorzieningen heden en het bestemmen van ieder stukje grond brontypen, te weten weg- en railverkeer, luchtvaart als deze locaties akoestisch worden afgeschermd worden ontwikkeld die aantrekkelijk zijn voor voor woningbouw (zoals in de huidige stedenbouw en specifi ek vastgelegde industriële activiteiten. De van bronnen als de A10 en de spoorlijnen. Voor bewoners aan zowel de oost- als de westkant van gebruikelijk is) legt een zware wissel op de fl exibiliteit Richtlijn is in de Nederlandse wetgeving geïmple- een deel zijn er ook locaties waar binnen stedelijk deze gebieden. Door de koppeling met het groen naar de toekomst. menteerd in de Wet geluidshinder en in het bij verkeer te veel restricties oproept om een ideaal en hoogwaardige openbare ruimten en de betere deze wet behorende Besluit omgevingslawaai en stedenbouwkundig beeld te kunnen realiseren. Bij inpassing en overbrugging van infrastructuurele- Zuidfl ankalternatief de Regeling omgevingslawaai. Amsterdam heeft op dit alternatief speelt de interactie tussen het indus- menten kunnen zowel sociale als ook ruimtelijke Het Zuidfl ankalternatief is gekoppeld aan de identi- grond van de Richtlijn de geluidsbelastingkaart en triegeluid van Westpoort en ontwikkelmogelijkheden barrières verminderd worden. teiten fi nancieel centrum, kennisstad en logistiek. het Actieplan Geluid vastgesteld. In het Actieplan bij de Minerva- en Vlothaven. In het kader van de Verdichting in deze zone leidt ook tot een verhoging De traditionele bedrijventerreinen langs de IJoevers heeft de gemeente beleidskeuzes vastgelegd, prior- studie Havenstad is er uitvoerig naar deze inter- van het draagvlak voor de reeds aanwezige voorzie- blijven behouden en nieuwe ruimtelijke ontwik- itaire problemen rondom omgevingslawaai benoemd actie gekeken. Met name op basis daarvan is tot ningen. Daar waar vernieuwing van voorzieningen en kelingen vinden plaats op de as Schiphol-Zuidas- en keuzes gemaakt ten aanzien van maatregelen die de conclusie gekomen dat er bedrijven uitgeplaatst voorzieningenconcepten in de aangrenzende buurten Zuidoost. In Zuidoost wordt het grootste deel van het lawaai kunnen beheersen en daar waar nodig moeten worden om deze confl icterende functies te aan de orde zijn, kunnen deze worden betrokken bij het ruimtelijke programma ontwikkeld. Zuidoost, nu kunnen verminderen. Ook heeft de gemeente inzich- scheiden. Wel was de conclusie dat om de meest de ontwikkeling van de ringzone, om zo het gebied bestaand uit twee mono-functionele gebieden van telijk gemaakt waar zich stille gebieden bevinden in vergaande variant drie (met woningbouw tot de meer betekenis te geven. Met een sterke identiteit wonen en werken, wordt volledig getransformeerd. de stad en welke plekken ingericht zouden kunnen A10) te kunnen realiseren het noodzakelijk was om en fl exibiliteit in relatie tot de voorzieningen in haar In een gemengd stedelijke setting worden wonen worden als potentieel stil gebied. uit te gaan van een aanzienlijk ruimere normstelling omgeving kan een sterke verbindende werking en werken gecombineerd met functies als leisure voor industrielawaai (met name als gevolg van het tussen oude en nieuwe stad plaatsvinden. Hierbij is en onderwijs. Schiphol met zijn tweede terminal en Referentiesituatie blijvende geluid van de NUON centrale). De vraag het goed mogelijk bewoners, bezoekers, bedrijven de ontwikkelingen aan de Zuidas richten zich op de In het kader van het actieplan geluid is in 2008 is of er in de toekomst een dergelijke normver- en instellingen bij de planvorming te betrekken. zakelijke dienstverlening. en 2009 onderzocht hoeveel mensen worden soepeling mogelijk wordt. In combinatie met het Voor het Zuidfl ankalternatief gelden dezelfde gehinderd door geluid. Het aantal gehinderden al geschetste probleem dat op deze locatie ook Waterfrontalternatief opmerkingen als voor het Waterfrontalternatief, zij is bepaald op basis van de dosis-effectrelatie die verkeersgeluid van de A10 boven de toegestane Het Waterfrontalternatief is gericht op de ontwik- het in mindere mate. Het beoogde gemengde milieu het Besluit Omgevingslawaai voorschrijft en in de maximale niveaus is, moet op deze locatie naar kelingen langs het IJ. Door de ontwikkelingen aan biedt een grotere fl exibiliteit dan nu het geval is. Regeling verder is uitgewerkt. De relatie geeft aan maatwerk gezocht worden en zullen de mogeli- het water kan Amsterdam zich sterker profi leren als Door programmatische ingrepen en hoogwaardige welk percentage van een groep mensen die bloot jkheden beperkt zijn. waterstad. Door rekening te houden met de cultuur- stedenbouw kunnen diverse nieuwe identiteiten vorm staat aan een bepaalde hoeveelheid geluid (Lden) historische achtergrond van het gebied – haven en krijgen. Hierbij moeten de verbindingen en wissel- gehinderd is. Waterfrontalternatief industrie – kan Amsterdam zich profi leren op deze werking met de aangrenzende woongebieden verder De ontwikkelingen rondom het IJ worden in beperkte identiteit. De ontwikkeling van de Silodam en het worden uitgewerkt, zodat er een win-win situatie Beoordeling mate beïnvloed door verkeersgeluid, waarmee de Kraanspoor hebben laten zien welke aantrekke- ontstaat voor zowel de ontwikkelingsgebieden als de Het criterium voor de beoordeling van het geluid uitvoerbaarheid op zich redelijk is. Wel zijn er enige lijkheid gebouwen kunnen hebben waarbij rekening omgeving. is de eventuele wijziging in het aantal geluidge- aandachtspunten. Zo is de variant waarbij tot de is gehouden met de identiteit van het gebied. hinderden ten opzichte van de autonome situatie. A10 gebouwd wordt problematisch door de strenge Amsterdam krijgt met de ontwikkeling van het Water- Aangezien programma wordt toegevoegd zal het norm die hier naar verwachting van toepassing frontalternatief de kans om een nieuwe sterke en ook aantal inwoners verder toenemen en daarmee ook blijft. Mogelijkheid is het realiseren van woningen

Samenvatting PlanMER 309 afgeschermd door middel van een hoge bebouwing natieven is nodig. Aan de zuidwest kant van de stad overige deel moeten maatregelen genomen worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Voor het langs de A10 door niet geluidgevoelige gebouwen speelt het geluid van Schiphol een rol. Voor zover te om de luchtkwaliteit dusdanig te verbeteren dat de Basisnet spoor eind 2009 een concept voorgelegd. (als kantoren). Zonder deze afscherming zal een overzien gaat het geluid van dalende en stijgende luchtkwaliteit voldoet aan de Europese normen. In In 2010 worden de basisnetten vastgesteld. Voor groot deel van deze variant niet ontwikkeld kunnen toestellen geen onoverkomelijk knelpunten geven. het eerder genoemde Nationaal Samenwerkingspro- buisleidingen is het ontwerp Besluit externe worden. Een ander aandachtspunt is geluidhinder Voor het industriegeluid van Schiphol, voornamelijk gramma Luchtkwaliteit hebben rijk, provincies en veiligheid buisleidingen gereed en heeft net door scheepvaart. Momenteel is deze nog niet geluid van proefdraaien van motoren, is een 55 dB gemeenten vastgelegd welke maatregelen zij nemen. ter inzage gelegen. Het nieuwe besluit voor genormeerd en geeft geen belemmeringen. Naar contour van kracht waar alle opgenomen woning- Er worden zowel maatregelen genomen om de buisleidingen hanteert in tegenstelling tot de huidige verwachting gaat dit geluid op termijn wel onder bouwlocaties buiten vallen. De locatie Nieuwe Meer hoeveelheid verkeer te verminderen – zoals anders circulaires geen standaard afstanden meer. algemene (Europese) normen vallen waardoor er wel valt wel binnen deze contour en daar zou wel hinder betalen voor mobiliteit – als maatregelen die de restricties ontstaan. De realiseerbaarheid van bijvoor- boven de geluidnorm door proefdraaien ontstaan, uitstoot van het verkeer verminderen – zoals milieu- Referentiesituatie beeld de hoogbouwaccenten komt daarmee op maar op deze plek zijn geen woningen voorzien. zone’s of het stimuleren van elektrisch vervoer. Al Spoor losse schroeven. Bij dit alternatief speelt de interactie deze maatregelen moeten er uiteindelijk toe leiden Voor het traject Westhaven-Centraal Station- tussen het industriegeluid van Westpoort en Tabel S8 Vergelijking van de alternatieven op het aspect geluid dat in 2015 de lucht zo schoon is dat voldaan wordt Muiderpoort-Duivendrecht moet in de toekomst ontwikkelmogelijkheden bij de Minerva- en Ringzone- aan de Europese eisen. ook rekening worden gehouden met wagons met Vlothaven. In het kader van de studie Havenstad is plus Waterfront Zuidfl ank brandbare gassen. Brandbaar gas is maatgevend er uitvoerig naar deze interactie gekeken. Met name Relatieve Beoordeling voor de geldende risico’s. Voor het traject door verandering op basis daarvan is tot de conclusie gekomen dat — 0 — Voor alle drie alternatieven geldt dat enige verslech- Amsterdam Zuidoost geldt dat de stroom gevaar- geluidgehin- er bedrijven uitgeplaatst moeten worden om deze derden tering van de luchtkwaliteit in vergelijking met lijke stoffen verder gaat toenemen. Ook de confl icterende functies te scheiden. Wel was de de referentiesituatie optreedt. Maar dat door de stroom brandbare gassen gaat groeien volgens de conclusie dat om de meest vergaande variant drie verschillende maatregelen in het kader van landelijke, prognoses. (met woningbouw tot de A10) te kunnen realiseren Luchtkwaliteit regionale en Amsterdamse actieplannen de verslech- In het toekomstige Basisnet wordt ervan uitgegaan het noodzakelijk was om uit te gaan van een Relevant beleid tering beperkt is. Voor alle alternatieven geldt dat dat de treinen met brandbaar gas die door aanzienlijk ruimere normstelling voor industrielawaai In 2008 is de nieuwe Europese richtlijn betreffende de plannen binnen de grenswaarden van het huidige Amsterdam rijden zo veel mogelijk over de trein (met name als gevolg van het blijvende geluid van de luchtkwaliteit uitgevaardigd. In deze richtlijn zijn beleid gerealiseerd kunnen worden. De referenties- worden verdeeld zodat de kans op een grote de NUON centrale). De vraag is of er in de toekomst eisen gesteld aan de luchtkwaliteit. Een slechte lucht- ituatie zowel als de alternatieven scoren hierdoor explosie afneemt. een dergelijke normversoepeling mogelijk wordt. In kwaliteit heeft een direct effect op de gezondheid positief op luchtkwaliteit. Vergeleken met de refer- combinatie met het al geschetste probleem dat op van mensen. Om deze redenen heeft de Europese entiesituatie scoren de alternatieven gelijk op luchtk- Weg deze locatie ook verkeersgeluid van de A10 boven Commissie een richtlijn uitgevaardigd waarin eisen waliteit. Net als bij het spoor is bij de weg het brandbaar gas de toegestane maximale niveaus is, moet op deze worden gesteld aan de maximale concentraties van (LPG) maatgevend voor de risico´s. Uit tellingen blijkt locatie naar maatwerk gezocht worden en zullen de schadelijke stoffen in de buitenlucht. Tabel S9 dat op de A10 oost ruwweg de helft minder gevaar- mogelijkheden beperkt zijn. In Nederland is deze richtlijn geïmplementeerd door Vergelijking van de alternatieven op het aspect luchtkwaliteit. lijke stoffen worden vervoerd dan op de A10 west. middel van de Wet milieubeheer. Tot augustus 2009 Voldoet grens- Een gedeelte van het verkeer van de A1 rijdt via Voldoet grens- waarde PM fi jn Zuidfl ankalternatief was in de richtlijn en de Wet milieubeheer vastgelegd 10/ de A9 van en naar Westpoort. Een ander gedeelte waarde NO stof De combinatie van overkluizen van de A10 en de dat uiterlijk in 2010 voldaan moest worden aan 2 rijdt via de A10 zuid. Bij verdere ontwikkeling van Ringzone-plus 0 0 Gaasperdammerweg en vervolgens het creëren alle eisen aan de luchtkwaliteit (stikstofdioxide). de Zuidas wordt langs de A10 zuid het groepsrisico Waterfront 0 0 van woningbouw juist bij deze locaties is vanuit In augustus heeft Nederland van de Europese overschreden. Een oplossing voor de hoge groepsri- het oogpunt van geluid een goede ontwik- Commissie uitstel gekregen tot 2015 om aan de Zuidfl ank 0 0 sico’s langs de A10 west en zuid is herroutering over keling. Er zitten in dit alternatief echter ook een normen voor de luchtkwaliteit (stikstofdioxide) te de toekomstige Westrandweg. In de ideale situatie aantal ontwikkelingen waarbij bij bestaande infra- voldoen. Nederland heeft uitstel gekregen op basis Externe veiligheid wordt in de toekomst de A10 west en zuid afgesloten structuur woningbouw gedacht is. Voorbeeld is van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht- Bij de externe veiligheidsaspecten binnen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of in ieder de woningbouw langs de Gooiseweg. Gezien het kwaliteit (NSL). Aan de hand van dit programma laat Amsterdam gaat het om verschillende bronnen, zoals geval brandbare gassen. Als het verkeer van de A10 feit dat er geen maatregelen voorgenomen zijn Nederland zien op welke manier er in 2015 wel aan spoor, wegtransport, water, buisleidingen en risico- verhuist naar de Westrandweg wordt de kans op een om de ontsluitingfunctie van deze weg af te laten de normen voor luchtkwaliteit voldaan kan worden. volle bedrijven. Het beleid van de gemeente is erop ongeval langs de ring lager en dit biedt meer nemen en er dus sprake is van hoge intensiteiten en gericht de risico’s zoveel mogelijk te beheersen. De mogelijkheden voor ontwikkelingen langs de A10. daarbij hoge geluid belastingen, is het plegen van Referentiesituatie landelijke risiconormen zijn daarbij leidend. woningbouw naar verwachting niet meer mogelijk. Aangezien er in de huidige situatie nog niet voldaan Water Alternatieven liggen in het plaatsen van geluids- wordt aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en Relevant beleid Over het IJ, het Noordzeekanaal, de Kostver- chermen, maar dit lijkt juist weer strijdig met de fi jn stof die in respectievelijk 2015 en 2011 van kracht Belangrijk voor de toekomstige situatie zijn onder lorenvaart en het Amsterdam-Rijnkanaal worden gedachte om de weg in het stedelijk gebied te zijn, moet er actie ondernomen worden om de lucht- andere de komende veranderingen in de regel- gevaarlijke stoffen vervoerd. Risico’s als gevolg van integreren. Binnen dit alternatief zijn er andere kwaliteit te verbeteren. Voor een deel wordt de lucht geving. Voor verschillende transportmodaliteiten scheepvaartvervoer zijn zeer beperkt en vormen locaties welke ook twijfelachtig zijn. Een nader schoner omdat bijvoorbeeld auto’s steeds zuiniger is het zogenaamde Basisnet gevaarlijke stoffen in geen belemmering voor ontwikkelingen aan de onderzoek naar eventuele mogelijkheden of alter- en daardoor minder vervuilend worden. Voor het de maak. Het Basisnet water en weg zijn inmiddels oevers.

310 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam afgeschermd door middel van een hoge bebouwing natieven is nodig. Aan de zuidwest kant van de stad overige deel moeten maatregelen genomen worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Voor het langs de A10 door niet geluidgevoelige gebouwen speelt het geluid van Schiphol een rol. Voor zover te om de luchtkwaliteit dusdanig te verbeteren dat de Basisnet spoor eind 2009 een concept voorgelegd. (als kantoren). Zonder deze afscherming zal een overzien gaat het geluid van dalende en stijgende luchtkwaliteit voldoet aan de Europese normen. In In 2010 worden de basisnetten vastgesteld. Voor groot deel van deze variant niet ontwikkeld kunnen toestellen geen onoverkomelijk knelpunten geven. het eerder genoemde Nationaal Samenwerkingspro- buisleidingen is het ontwerp Besluit externe worden. Een ander aandachtspunt is geluidhinder Voor het industriegeluid van Schiphol, voornamelijk gramma Luchtkwaliteit hebben rijk, provincies en veiligheid buisleidingen gereed en heeft net door scheepvaart. Momenteel is deze nog niet geluid van proefdraaien van motoren, is een 55 dB gemeenten vastgelegd welke maatregelen zij nemen. ter inzage gelegen. Het nieuwe besluit voor genormeerd en geeft geen belemmeringen. Naar contour van kracht waar alle opgenomen woning- Er worden zowel maatregelen genomen om de buisleidingen hanteert in tegenstelling tot de huidige verwachting gaat dit geluid op termijn wel onder bouwlocaties buiten vallen. De locatie Nieuwe Meer hoeveelheid verkeer te verminderen – zoals anders circulaires geen standaard afstanden meer. algemene (Europese) normen vallen waardoor er wel valt wel binnen deze contour en daar zou wel hinder betalen voor mobiliteit – als maatregelen die de restricties ontstaan. De realiseerbaarheid van bijvoor- boven de geluidnorm door proefdraaien ontstaan, uitstoot van het verkeer verminderen – zoals milieu- Referentiesituatie beeld de hoogbouwaccenten komt daarmee op maar op deze plek zijn geen woningen voorzien. zone’s of het stimuleren van elektrisch vervoer. Al Spoor losse schroeven. Bij dit alternatief speelt de interactie deze maatregelen moeten er uiteindelijk toe leiden Voor het traject Westhaven-Centraal Station- tussen het industriegeluid van Westpoort en Tabel S8 Vergelijking van de alternatieven op het aspect geluid dat in 2015 de lucht zo schoon is dat voldaan wordt Muiderpoort-Duivendrecht moet in de toekomst ontwikkelmogelijkheden bij de Minerva- en Ringzone- aan de Europese eisen. ook rekening worden gehouden met wagons met Vlothaven. In het kader van de studie Havenstad is plus Waterfront Zuidfl ank brandbare gassen. Brandbaar gas is maatgevend er uitvoerig naar deze interactie gekeken. Met name Relatieve Beoordeling voor de geldende risico’s. Voor het traject door verandering op basis daarvan is tot de conclusie gekomen dat — 0 — Voor alle drie alternatieven geldt dat enige verslech- Amsterdam Zuidoost geldt dat de stroom gevaar- geluidgehin- er bedrijven uitgeplaatst moeten worden om deze derden tering van de luchtkwaliteit in vergelijking met lijke stoffen verder gaat toenemen. Ook de confl icterende functies te scheiden. Wel was de de referentiesituatie optreedt. Maar dat door de stroom brandbare gassen gaat groeien volgens de conclusie dat om de meest vergaande variant drie verschillende maatregelen in het kader van landelijke, prognoses. (met woningbouw tot de A10) te kunnen realiseren Luchtkwaliteit regionale en Amsterdamse actieplannen de verslech- In het toekomstige Basisnet wordt ervan uitgegaan het noodzakelijk was om uit te gaan van een Relevant beleid tering beperkt is. Voor alle alternatieven geldt dat dat de treinen met brandbaar gas die door aanzienlijk ruimere normstelling voor industrielawaai In 2008 is de nieuwe Europese richtlijn betreffende de plannen binnen de grenswaarden van het huidige Amsterdam rijden zo veel mogelijk over de trein (met name als gevolg van het blijvende geluid van de luchtkwaliteit uitgevaardigd. In deze richtlijn zijn beleid gerealiseerd kunnen worden. De referenties- worden verdeeld zodat de kans op een grote de NUON centrale). De vraag is of er in de toekomst eisen gesteld aan de luchtkwaliteit. Een slechte lucht- ituatie zowel als de alternatieven scoren hierdoor explosie afneemt. een dergelijke normversoepeling mogelijk wordt. In kwaliteit heeft een direct effect op de gezondheid positief op luchtkwaliteit. Vergeleken met de refer- combinatie met het al geschetste probleem dat op van mensen. Om deze redenen heeft de Europese entiesituatie scoren de alternatieven gelijk op luchtk- Weg deze locatie ook verkeersgeluid van de A10 boven Commissie een richtlijn uitgevaardigd waarin eisen waliteit. Net als bij het spoor is bij de weg het brandbaar gas de toegestane maximale niveaus is, moet op deze worden gesteld aan de maximale concentraties van (LPG) maatgevend voor de risico´s. Uit tellingen blijkt locatie naar maatwerk gezocht worden en zullen de schadelijke stoffen in de buitenlucht. Tabel S9 dat op de A10 oost ruwweg de helft minder gevaar- mogelijkheden beperkt zijn. In Nederland is deze richtlijn geïmplementeerd door Vergelijking van de alternatieven op het aspect luchtkwaliteit. lijke stoffen worden vervoerd dan op de A10 west. middel van de Wet milieubeheer. Tot augustus 2009 Voldoet grens- Een gedeelte van het verkeer van de A1 rijdt via Voldoet grens- waarde PM fi jn Zuidfl ankalternatief was in de richtlijn en de Wet milieubeheer vastgelegd 10/ de A9 van en naar Westpoort. Een ander gedeelte waarde NO stof De combinatie van overkluizen van de A10 en de dat uiterlijk in 2010 voldaan moest worden aan 2 rijdt via de A10 zuid. Bij verdere ontwikkeling van Ringzone-plus 0 0 Gaasperdammerweg en vervolgens het creëren alle eisen aan de luchtkwaliteit (stikstofdioxide). de Zuidas wordt langs de A10 zuid het groepsrisico Waterfront 0 0 van woningbouw juist bij deze locaties is vanuit In augustus heeft Nederland van de Europese overschreden. Een oplossing voor de hoge groepsri- het oogpunt van geluid een goede ontwik- Commissie uitstel gekregen tot 2015 om aan de Zuidfl ank 0 0 sico’s langs de A10 west en zuid is herroutering over keling. Er zitten in dit alternatief echter ook een normen voor de luchtkwaliteit (stikstofdioxide) te de toekomstige Westrandweg. In de ideale situatie aantal ontwikkelingen waarbij bij bestaande infra- voldoen. Nederland heeft uitstel gekregen op basis Externe veiligheid wordt in de toekomst de A10 west en zuid afgesloten structuur woningbouw gedacht is. Voorbeeld is van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht- Bij de externe veiligheidsaspecten binnen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of in ieder de woningbouw langs de Gooiseweg. Gezien het kwaliteit (NSL). Aan de hand van dit programma laat Amsterdam gaat het om verschillende bronnen, zoals geval brandbare gassen. Als het verkeer van de A10 feit dat er geen maatregelen voorgenomen zijn Nederland zien op welke manier er in 2015 wel aan spoor, wegtransport, water, buisleidingen en risico- verhuist naar de Westrandweg wordt de kans op een om de ontsluitingfunctie van deze weg af te laten de normen voor luchtkwaliteit voldaan kan worden. volle bedrijven. Het beleid van de gemeente is erop ongeval langs de ring lager en dit biedt meer nemen en er dus sprake is van hoge intensiteiten en gericht de risico’s zoveel mogelijk te beheersen. De mogelijkheden voor ontwikkelingen langs de A10. daarbij hoge geluid belastingen, is het plegen van Referentiesituatie landelijke risiconormen zijn daarbij leidend. woningbouw naar verwachting niet meer mogelijk. Aangezien er in de huidige situatie nog niet voldaan Water Alternatieven liggen in het plaatsen van geluids- wordt aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en Relevant beleid Over het IJ, het Noordzeekanaal, de Kostver- chermen, maar dit lijkt juist weer strijdig met de fi jn stof die in respectievelijk 2015 en 2011 van kracht Belangrijk voor de toekomstige situatie zijn onder lorenvaart en het Amsterdam-Rijnkanaal worden gedachte om de weg in het stedelijk gebied te zijn, moet er actie ondernomen worden om de lucht- andere de komende veranderingen in de regel- gevaarlijke stoffen vervoerd. Risico’s als gevolg van integreren. Binnen dit alternatief zijn er andere kwaliteit te verbeteren. Voor een deel wordt de lucht geving. Voor verschillende transportmodaliteiten scheepvaartvervoer zijn zeer beperkt en vormen locaties welke ook twijfelachtig zijn. Een nader schoner omdat bijvoorbeeld auto’s steeds zuiniger is het zogenaamde Basisnet gevaarlijke stoffen in geen belemmering voor ontwikkelingen aan de onderzoek naar eventuele mogelijkheden of alter- en daardoor minder vervuilend worden. Voor het de maak. Het Basisnet water en weg zijn inmiddels oevers.

Samenvatting PlanMER 311 programma binnen de invloedsfeer van de risicovolle geschikte bedrijven. Bovendien ontstaan nieuwe dan de referentiesituatie en gunstiger dan het Buisleidingen bedrijven in het Westelijke havengebied gereali- kantoorlocaties die concurreren met bestaande Zuidfl ankalternatief. Voor hoge drukaardgasleidingen geldt een zakelijke seerd. Bij Zuidfl ank is dit beperkt. Vandaar dat zowel kantoorlocaties. rechtzone die vrij moet blijven van bebouwing. Ringzone-plus als Waterfront negatief scoren op het Waterfrontalternatief Deze afstand bedraagt 4/5 meter aan weerszijden aspect risicovolle bedrijven en Zuidfl ank neutraal in Beoordeling In het Waterfrontalternatief is in feite de meeste van de buisleiding. Daarnaast moet bij ontwik- vergelijking met de referentiesituatie. Gezien het globale uitwerkingsniveau is het erg lastig ruimte beschikbaar. Nieuwe haven/bedrijventer- kelingen binnen het invloedsgebied rekening worden de alternatieven te beoordelen. Binnen het kader reinen komen beschikbaar in de Houtrakpolder en de gehouden met het plaatsgebonden risico en het Tabel S10 van het MER wordt de beoordeling beperkt tot de Wijkermeerpolder. Langs de IJoevers worden volop groepsrisico. Beoordeling van de alternatieven op het aspect externe veiligheid. ruimtevraag van bedrijventerreinen (aanbod en diver- bedrijventerreinen getransformeerd tot woonwerkge- Ringzone- siteit werkgebieden). bieden en werkwoongebieden. De nieuwe gebieden Risicovolle bedrijven plus Waterfront Zuidfl ank In de structuurvisie wordt uitgegaan van intensivering bieden volop de mogelijkheid om grootschalige, In Westpoort wordt, afhankelijk van de locatie, risico- spoor + + + en menging en een diversiteit aan hoogstedelijke milieuhinderlijke en vrachtverkeeraantrekkende volle bedrijven de ruimte gegeven. De gevolgen van Weg 0 0 0 functies. Amsterdam wil ruimte bieden voor stads- bedrijven te verplaatsen. Zowel vanuit ruimtevraag grote incidenten bij bedrijven in Westpoort beperken water 0 0 0 verzorgende bedrijvigheid, de ontwikkeling van de als uit het oogpunt van diversiteit is dit het beste zich niet tot enkel het bedrijventerrein. De gebieds- buisleidingen 0 0 0 kenniseconomie maar ook grootschalige, milieuhin- alternatief. visie Externe veiligheid in Westpoort wil daarom Risicovolle — — 0 derlijke en vrachtverkeeraantrekkende bedrijven. Een bijvoorbeeld de vestiging van niet-zelfredzame bedrijven aantal bedrijventerreinen moet daarom behouden Zuidfl ankalternatief functies nabij risicobedrijven voorkomen. blijven voor bedrijfsfuncties en verder geïnten- In het alternatief Zuidfl ank wordt ervan uitgegaan Ruimtelijke economie siveerd worden. Een aantal bedrijven, die dicht dat de havenactiviteiten binnen de ring behouden Beoordeling Referentiesituatie tegen de binnenstad aan liggen, zijn in potentie een blijven. Daardoor is voldoende ruimte voor Spoor Bedrijven- en haventerreinen aantrekkelijk locatie om te wonen. Deze terreinen grootschalige, milieuhinderlijke en verkeersaantrek- Door in de nabije toekomst (2020) voor het vervoer Op metropoolregioniveau is onderzoek uitgevoerd kunnen transformeren tot een nieuw milieutype: kende bedrijven beschikbaar. Door slim ruimtege- van gevaarlijke stoffen tussen Rotterdam en Noord naar de ruimtevraag van bedrijventreinen. Daaruit ‘werkwoongebied’. Uitgangspunt is dat 50 procent bruik zijn havenuitbreidingen niet noodzakelijk. en Oost Nederland de Betuwelijn te gebruiken, blijkt dat de vraag hoger is dan het aanbod bedri- van elk van deze terreinen bestemd blijft voor De verdere toename van bedrijvigheid maken dit wordt het groepsrisico in Amsterdam Zuidoost voor jventerreinen in de planvoorraad. Alleen al de bedrijven. De andere helft van het terrein kan dan alternatief ongunstiger dan de referentiesituatie. alle alternatieven sterk teruggebracht. Amsterdamse vraag is 333 hectare terwijl het aanbod gebruikt worden voor woningbouw en voor klein- Meer bedrijvigheid moet immers op dezelfde ruimte blijft steken op 242 hectare. Resultaat van de raming schalige kantoor- en bedrijfsruimte. De nadruk in een worden gevonden. Weg is een tekort aan bedrijventerreinen in Amsterdam werkwoongebied ligt op het werken; de woningen In tabel S11 is de beoordeling voor de ruimtevraag Als de Westrandweg gereed komt, kunnen de voor de periode tussen 2020 en 2030 van 50 tot zijn te gast. Andere bedrijventerreinen kunnen weergegeven. A10 west en zuid worden afgesloten voor het 90 hectare afhankelijk van het groeiscenario. Het transformeren tot woonwerkgebied, nadruk komt te wegtransport van gevaarlijke stoffen of in ieder aanbod is ongelijk verdeeld over de segmenten. liggen op de woonfunctie. Als gevolg van de trans- Tabel S11 Vergelijking van de alternatieven op het aspect geval brandbare gassen. Bij herroutering via de Een groot overschot is er op de gemengd-plus formatie neemt het bedrijfsvloeroppervlak op de te ruimtelijke economie Westrandweg betekent dit een toename van terreinen, de transport en distributie is in evenwicht. transformeren bedrijventerreinen af, terwijl er ruimte Ringzone- Waterfront Zuidfl ank plus de risico’s. Aangezien de herroutering via de De modern gemengde, de parkachtige en de vrijkomt voor kantoorruimte. Ruimtevraag + ++ — Westrandweg tot de autonome ontwikkelingen wordt binnenstedelijke bedrijventerreinen laten een groot gerekend, valt een vergelijking tussen dit alternatief tekort zien van respectievelijk 107, 79 en 43 hectare. Ringzone-plusalternatief en de referentiesituatie neutraal uit. Uitwisseling kan een deel van de mismatch oplossen, Het Ringzone-plusalternatief gaat uit van een Mobiliteit en bereikbaarheid maar het tekort blijft. volledige uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven Relevant beleid Water uit het gebied Havenstad en de Noordoostelijke Om Amsterdam bereikbaar te houden wordt op Risico’s als gevolg van vervoer over water zijn Kantoren IJoevers. Daarnaast worden ook de Noordoostelijke regionale schaal gewerkt. In 2004 is het Regionaal beperkt en vanuit externe veiligheid zijn geen belem- Amsterdam heeft een ruime planvoorraad voor IJoevers getransformeerd. De gebieden worden Verkeer en Vervoersplan (RVVP) vastgesteld, meringen te verwachten voor ruimtelijke ontwikkeling kantoorgebouwen, die hoger ligt dan de toekom- getransformeerd in werkwoon- en woonwerkge- waarin doelen geformuleerd zijn op het gebied langs de waterwegen. stige vraag naar kantoren. Een belangrijk deel van bieden. Daardoor zal een grote ruimtevraag ontstaan van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveil- de planvoorraad bevindt zich op bedrijventer- voor grootschalige, milieuhinderlijke en vrachtver- igheid. Samen met de OV-Visie 2020-2030 van de Buisleidingen reinen, beleidsmatig mogelijk gemaakt door de keeraantrekkende bedrijven die zich nu in dit gebied Stadsregio Amsterdam (2008) vormt het RVVP de Voor alle alternatieven geldt dat op een of andere nota ‘Huisvesting van creatieve ondernemingen in gevestigd hebben. Aan de andere kant biedt dit basis voor het Regionale Uitvoeringsprogramma wijze een deel van de ontwikkelingen in de nabijheid Amsterdam’ uit 2005. Ondanks het Amsterdamse weer ruimte voor het vestigen van bedrijven uit de (2009). Het RVVP gaat uit van een samenhangende van buisleidingen zal plaatsvinden. Maar in de beleidsuitgangspunt dat verkantorisering van bedri- creatieve of dienstverlenende sector en stadsver- aanpak van de bereikbaarheidsproblemen. Er wordt meeste gevallen zullen de ruimtelijke gevolgen jventerreinen moet worden tegengegaan, wilde men zorgende bedrijven. Een deel van deze activiteiten ingezet op het uitnutten van de sterke kanten van beperkt zijn. wel ruimte bieden aan creatieve ondernemingen. De kunnen worden verplaatst naar de Houtrakpolder het bestaande aanbod van OV en wegcapaciteit, Risicovolle bedrijven verdere verkantorisering door de creatieve industrie (maakt deel uit van het Ringzone-plusalternatief). maar het kan niet zonder uitbreiding van deze Bij zowel Ringzone-plus als Waterfront wordt veel op bedrijventerreinen zorgt voor ruimtegebrek voor Hiermee is het Ringzone-plusalternatief gunstiger capaciteit en verdere beïnvloeding van de vraag

312 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam programma binnen de invloedsfeer van de risicovolle geschikte bedrijven. Bovendien ontstaan nieuwe dan de referentiesituatie en gunstiger dan het Buisleidingen bedrijven in het Westelijke havengebied gereali- kantoorlocaties die concurreren met bestaande Zuidfl ankalternatief. Voor hoge drukaardgasleidingen geldt een zakelijke seerd. Bij Zuidfl ank is dit beperkt. Vandaar dat zowel kantoorlocaties. rechtzone die vrij moet blijven van bebouwing. Ringzone-plus als Waterfront negatief scoren op het Waterfrontalternatief Deze afstand bedraagt 4/5 meter aan weerszijden aspect risicovolle bedrijven en Zuidfl ank neutraal in Beoordeling In het Waterfrontalternatief is in feite de meeste van de buisleiding. Daarnaast moet bij ontwik- vergelijking met de referentiesituatie. Gezien het globale uitwerkingsniveau is het erg lastig ruimte beschikbaar. Nieuwe haven/bedrijventer- kelingen binnen het invloedsgebied rekening worden de alternatieven te beoordelen. Binnen het kader reinen komen beschikbaar in de Houtrakpolder en de gehouden met het plaatsgebonden risico en het Tabel S10 van het MER wordt de beoordeling beperkt tot de Wijkermeerpolder. Langs de IJoevers worden volop groepsrisico. Beoordeling van de alternatieven op het aspect externe veiligheid. ruimtevraag van bedrijventerreinen (aanbod en diver- bedrijventerreinen getransformeerd tot woonwerkge- Ringzone- siteit werkgebieden). bieden en werkwoongebieden. De nieuwe gebieden Risicovolle bedrijven plus Waterfront Zuidfl ank In de structuurvisie wordt uitgegaan van intensivering bieden volop de mogelijkheid om grootschalige, In Westpoort wordt, afhankelijk van de locatie, risico- spoor + + + en menging en een diversiteit aan hoogstedelijke milieuhinderlijke en vrachtverkeeraantrekkende volle bedrijven de ruimte gegeven. De gevolgen van Weg 0 0 0 functies. Amsterdam wil ruimte bieden voor stads- bedrijven te verplaatsen. Zowel vanuit ruimtevraag grote incidenten bij bedrijven in Westpoort beperken water 0 0 0 verzorgende bedrijvigheid, de ontwikkeling van de als uit het oogpunt van diversiteit is dit het beste zich niet tot enkel het bedrijventerrein. De gebieds- buisleidingen 0 0 0 kenniseconomie maar ook grootschalige, milieuhin- alternatief. visie Externe veiligheid in Westpoort wil daarom Risicovolle — — 0 derlijke en vrachtverkeeraantrekkende bedrijven. Een bijvoorbeeld de vestiging van niet-zelfredzame bedrijven aantal bedrijventerreinen moet daarom behouden Zuidfl ankalternatief functies nabij risicobedrijven voorkomen. blijven voor bedrijfsfuncties en verder geïnten- In het alternatief Zuidfl ank wordt ervan uitgegaan Ruimtelijke economie siveerd worden. Een aantal bedrijven, die dicht dat de havenactiviteiten binnen de ring behouden Beoordeling Referentiesituatie tegen de binnenstad aan liggen, zijn in potentie een blijven. Daardoor is voldoende ruimte voor Spoor Bedrijven- en haventerreinen aantrekkelijk locatie om te wonen. Deze terreinen grootschalige, milieuhinderlijke en verkeersaantrek- Door in de nabije toekomst (2020) voor het vervoer Op metropoolregioniveau is onderzoek uitgevoerd kunnen transformeren tot een nieuw milieutype: kende bedrijven beschikbaar. Door slim ruimtege- van gevaarlijke stoffen tussen Rotterdam en Noord naar de ruimtevraag van bedrijventreinen. Daaruit ‘werkwoongebied’. Uitgangspunt is dat 50 procent bruik zijn havenuitbreidingen niet noodzakelijk. en Oost Nederland de Betuwelijn te gebruiken, blijkt dat de vraag hoger is dan het aanbod bedri- van elk van deze terreinen bestemd blijft voor De verdere toename van bedrijvigheid maken dit wordt het groepsrisico in Amsterdam Zuidoost voor jventerreinen in de planvoorraad. Alleen al de bedrijven. De andere helft van het terrein kan dan alternatief ongunstiger dan de referentiesituatie. alle alternatieven sterk teruggebracht. Amsterdamse vraag is 333 hectare terwijl het aanbod gebruikt worden voor woningbouw en voor klein- Meer bedrijvigheid moet immers op dezelfde ruimte blijft steken op 242 hectare. Resultaat van de raming schalige kantoor- en bedrijfsruimte. De nadruk in een worden gevonden. Weg is een tekort aan bedrijventerreinen in Amsterdam werkwoongebied ligt op het werken; de woningen In tabel S11 is de beoordeling voor de ruimtevraag Als de Westrandweg gereed komt, kunnen de voor de periode tussen 2020 en 2030 van 50 tot zijn te gast. Andere bedrijventerreinen kunnen weergegeven. A10 west en zuid worden afgesloten voor het 90 hectare afhankelijk van het groeiscenario. Het transformeren tot woonwerkgebied, nadruk komt te wegtransport van gevaarlijke stoffen of in ieder aanbod is ongelijk verdeeld over de segmenten. liggen op de woonfunctie. Als gevolg van de trans- Tabel S11 Vergelijking van de alternatieven op het aspect geval brandbare gassen. Bij herroutering via de Een groot overschot is er op de gemengd-plus formatie neemt het bedrijfsvloeroppervlak op de te ruimtelijke economie Westrandweg betekent dit een toename van terreinen, de transport en distributie is in evenwicht. transformeren bedrijventerreinen af, terwijl er ruimte Ringzone- Waterfront Zuidfl ank plus de risico’s. Aangezien de herroutering via de De modern gemengde, de parkachtige en de vrijkomt voor kantoorruimte. Ruimtevraag + ++ — Westrandweg tot de autonome ontwikkelingen wordt binnenstedelijke bedrijventerreinen laten een groot gerekend, valt een vergelijking tussen dit alternatief tekort zien van respectievelijk 107, 79 en 43 hectare. Ringzone-plusalternatief en de referentiesituatie neutraal uit. Uitwisseling kan een deel van de mismatch oplossen, Het Ringzone-plusalternatief gaat uit van een Mobiliteit en bereikbaarheid maar het tekort blijft. volledige uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven Relevant beleid Water uit het gebied Havenstad en de Noordoostelijke Om Amsterdam bereikbaar te houden wordt op Risico’s als gevolg van vervoer over water zijn Kantoren IJoevers. Daarnaast worden ook de Noordoostelijke regionale schaal gewerkt. In 2004 is het Regionaal beperkt en vanuit externe veiligheid zijn geen belem- Amsterdam heeft een ruime planvoorraad voor IJoevers getransformeerd. De gebieden worden Verkeer en Vervoersplan (RVVP) vastgesteld, meringen te verwachten voor ruimtelijke ontwikkeling kantoorgebouwen, die hoger ligt dan de toekom- getransformeerd in werkwoon- en woonwerkge- waarin doelen geformuleerd zijn op het gebied langs de waterwegen. stige vraag naar kantoren. Een belangrijk deel van bieden. Daardoor zal een grote ruimtevraag ontstaan van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveil- de planvoorraad bevindt zich op bedrijventer- voor grootschalige, milieuhinderlijke en vrachtver- igheid. Samen met de OV-Visie 2020-2030 van de Buisleidingen reinen, beleidsmatig mogelijk gemaakt door de keeraantrekkende bedrijven die zich nu in dit gebied Stadsregio Amsterdam (2008) vormt het RVVP de Voor alle alternatieven geldt dat op een of andere nota ‘Huisvesting van creatieve ondernemingen in gevestigd hebben. Aan de andere kant biedt dit basis voor het Regionale Uitvoeringsprogramma wijze een deel van de ontwikkelingen in de nabijheid Amsterdam’ uit 2005. Ondanks het Amsterdamse weer ruimte voor het vestigen van bedrijven uit de (2009). Het RVVP gaat uit van een samenhangende van buisleidingen zal plaatsvinden. Maar in de beleidsuitgangspunt dat verkantorisering van bedri- creatieve of dienstverlenende sector en stadsver- aanpak van de bereikbaarheidsproblemen. Er wordt meeste gevallen zullen de ruimtelijke gevolgen jventerreinen moet worden tegengegaan, wilde men zorgende bedrijven. Een deel van deze activiteiten ingezet op het uitnutten van de sterke kanten van beperkt zijn. wel ruimte bieden aan creatieve ondernemingen. De kunnen worden verplaatst naar de Houtrakpolder het bestaande aanbod van OV en wegcapaciteit, Risicovolle bedrijven verdere verkantorisering door de creatieve industrie (maakt deel uit van het Ringzone-plusalternatief). maar het kan niet zonder uitbreiding van deze Bij zowel Ringzone-plus als Waterfront wordt veel op bedrijventerreinen zorgt voor ruimtegebrek voor Hiermee is het Ringzone-plusalternatief gunstiger capaciteit en verdere beïnvloeding van de vraag

Samenvatting PlanMER 313 naar mobiliteit. Goed samenspel tussen ruimtelijke (grote) OV-infrastructuurprojecten: ontwikkelingen en verkeer en vervoer is noodzakelijk. ƒ OV SAAL (no regret maatregelen), Daaruit voortvloeiend heeft het RVVP speerpunten ƒ Noord/Zuidlijn, benoemd. In de regio Amsterdam wordt ingezet op ƒ IJsei (Verhoogd busstation achter Centraal de verbetering van het regionale wegennetwerk, het Station), openbaar vervoer, het regionale fi etsnetwerk en een ƒ upgraden tramlijnen Amsterdam-West, kwaliteitsnet goederenvervoer. Bovendien gaat het ƒ ombouw Amstelveenlijn, om ketenintegratie, de verbetering van leefbaarheid ƒ aanleg Zaantangent met mogelijkheid ombouw en verkeersveiligheid. tram, ƒ tram 26 + Zuidtangent-oost IJburg/Zeeburger- Deze speerpunten zijn doorvertaald naar concrete eiland, projecten. Figuur S12 geeft een impressie van ƒ HOV-net Schiphol, de projecten die in Amsterdam en in de nabije ƒ Westtangent, omgeving worden uitgevoerd. ƒ veerverbindingen Oud-Noord.

Referentiesituatie Bereikbaarheid binnenstad Wegennetwerk Om de binnenstad van Amsterdam bereikbaar Om de bereikbaarheid op het wegennet te verbe- te houden wordt continu gewerkt aan diverse teren wordt de capaciteit op een groot deel van maatregelen die duurzame mobiliteit bevorderen. het regionale snel- en hoofdwegennet uitgebreid. Onder autonome ontwikkeling vallen de volgende Daarnaast wordt door het nemen van benuttingsmaa- (grote) programma’s: tregelen de capaciteit en de doorstroming vergroot. ƒ fi etsroutes en stallingen binnenstad, Het gaat om het aanleggen van spitsstroken, ƒ P+R programma uitbreiding met 3.250 nieuwe plusstroken en bufferstroken. plaatsen. Onder de autonome ontwikkeling vallen de volgende (grote) weginfrastructuurprojecten: Beoordeling Figuur S12 Gecombineerde grafi sche weergave gegeven van de projecten, horende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoerplan (2009). Bron: Stadsregio Amsterdam rijksweg 2e Coentunnel en A5 Westrandweg, De drie alternatieven zijn beoordeeld ten opzichte rijksweg A6/A1/A9/A10 (Schiphol-Amsterdam- van de referentiesituatie voor de aspecten: Almere), verkeersnetwerken, Zuidfl ankalternatief) of RER verbindingen (Water- zich deze problemen met name voor in Amsterdam- rijksweg A2 (Utrecht-Amsterdam), modal split, frontalternatief en Zuidfl ankalternatief) zal milieu- Noord en in Havenstad. omlegging Rijksweg A9 rond Badhoevedorp, bereikbaarheid, gevolgen met zich meebrengen. Het huidige wegennet in Amsterdam-Noord is niet in aanpassing S114 IJburg/Zeeburgereiland, bereikbaarheid van een mogelijke olympische locatie. staat de automobiliteit probleemloos af te wikkelen aanpassingen wegstructuur in Amsterdam Zuidoost, Bij alle alternatieven geldt dat uitrol van het centrum Modal split waardoor de aanvoerroutes naar de ring en delen van tweede Ontsluiting IJburg, plaatsvindt. De uitrol van het centrum heeft een positief effect de ringweg A10 knelpunten vormen. In Havenstad capaciteitsuitbreiding Klaprozenweg, op de modal split. Het gebruik van duurzame staat de bereikbaarheid in het Waterfrontalternatief aanleg Spaarndammertunnel. Verkeersnetwerken modaliteiten zoals de fi ets en het openbaar vervoer gevolgd door het Ringzoneplus-alternatief onder Openbaar vervoer Voor de verkeersnetwerken geldt dat de uitrol zal ten opzichte van de auto verder toenemen. druk. Het grote aantal woningen en de gebrekkige Op de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad van het centrum kansen biedt om het openbaar In de drie alternatieven is de verdichtingopgave voor weginfrastructuur zal leiden tot knelpunten op het wordt voor de periode tot 2020 een no regret-pakket vervoernetwerk te verbeteren. Voor de auto wordt een groot deel gelegen in de nabijheid van bestaand wegennet. samengesteld dat op korte termijn de knelpunten op ingezet op gebouwde parkeervoorzieningen. Voor of voorzien openbaar vervoer. Daarnaast is er, door In het Zuidfl ankalternatief worden langs de hele lijn het bestaande spoor moet oplossen. de verkeersplanners vormen geconcentreerde de forse omvang van woonprogramma, voldoende van de ontwikkelingen bereikbaarheidsknelpunten Daarnaast wordt gewerkt aan de verbetering van parkeervoorzieningen een uitdaging, omdat het draagvlak om extra openbaar vervoersverbindingen verwacht. In Amsterdam Zuidoost heeft de capac- het regionale OV netwerk. Daarbij gaat het om het verkeer meer gebundeld zal worden. Dit kan leiden te realiseren. Wat dat betreft scoren alle alter- iteitsverlaging van het wegennet door verlaging toevoegen van OV capaciteit, zoals de aanleg van tot problemen in de verkeersafwikkeling op het natieven positief. van dreven gecombineerd met een toename van de Noord-Zuidlijn en de aanleg van vrije busbanen wegennet. ruimtelijk programma negatieve gevolgen voor om van drukke buslijnen Hoogwaardige Openbaar In alle alternatieven wordt het OV-netwerk uitge- Bereikbaarheid de bereikbaarheid van dat gebied. De autobereik- Vervoer (HOV-)lijnen te maken. De integratie van breid. Hierbij gaat het om aanvullingen in de De uitrol van het centrum zal gezien het fl ankerende baarheid op de Schipholcorridor staat in het verkeersnetwerken is belangrijk. Daarvoor worden HOV-netwerken zoals bussen en trams, waarbij beleid niet tot grote bereikbaarheidsknelpunten op Zuidfl ankalternatief onder druk bij intensieve de overstapmogelijkheden verbeterd tussen het geprobeerd wordt op bestaande netwerken aan het wegennet leiden. De transformatie van gebieden ruimtelijk ontwikkelingen. openbaar vervoer, maar ook tussen OV en auto te sluiten en deze te versterken. Daarnaast zit in en het toevoegen van programma kan in de alter- (P&R-voorzieningen). elk alternatief minimaal één zware ingreep. De natieven tot bereikbaarheidsknelpunten leiden. In Onder de autonome ontwikkeling vallen de volgende aanleg van metrolijnen (Ringzone-plusalternatief en het Ringzone-plus- en het Waterfrontalternatief doen

314 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam naar mobiliteit. Goed samenspel tussen ruimtelijke (grote) OV-infrastructuurprojecten: ontwikkelingen en verkeer en vervoer is noodzakelijk. ƒ OV SAAL (no regret maatregelen), Daaruit voortvloeiend heeft het RVVP speerpunten ƒ Noord/Zuidlijn, benoemd. In de regio Amsterdam wordt ingezet op ƒ IJsei (Verhoogd busstation achter Centraal de verbetering van het regionale wegennetwerk, het Station), openbaar vervoer, het regionale fi etsnetwerk en een ƒ upgraden tramlijnen Amsterdam-West, kwaliteitsnet goederenvervoer. Bovendien gaat het ƒ ombouw Amstelveenlijn, om ketenintegratie, de verbetering van leefbaarheid ƒ aanleg Zaantangent met mogelijkheid ombouw en verkeersveiligheid. tram, ƒ tram 26 + Zuidtangent-oost IJburg/Zeeburger- Deze speerpunten zijn doorvertaald naar concrete eiland, projecten. Figuur S12 geeft een impressie van ƒ HOV-net Schiphol, de projecten die in Amsterdam en in de nabije ƒ Westtangent, omgeving worden uitgevoerd. ƒ veerverbindingen Oud-Noord.

Referentiesituatie Bereikbaarheid binnenstad Wegennetwerk Om de binnenstad van Amsterdam bereikbaar Om de bereikbaarheid op het wegennet te verbe- te houden wordt continu gewerkt aan diverse teren wordt de capaciteit op een groot deel van maatregelen die duurzame mobiliteit bevorderen. het regionale snel- en hoofdwegennet uitgebreid. Onder autonome ontwikkeling vallen de volgende Daarnaast wordt door het nemen van benuttingsmaa- (grote) programma’s: tregelen de capaciteit en de doorstroming vergroot. ƒ fi etsroutes en stallingen binnenstad, Het gaat om het aanleggen van spitsstroken, ƒ P+R programma uitbreiding met 3.250 nieuwe plusstroken en bufferstroken. plaatsen. Onder de autonome ontwikkeling vallen de volgende (grote) weginfrastructuurprojecten: Beoordeling Figuur S12 Gecombineerde grafi sche weergave gegeven van de projecten, horende bij het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoerplan (2009). Bron: Stadsregio Amsterdam rijksweg 2e Coentunnel en A5 Westrandweg, De drie alternatieven zijn beoordeeld ten opzichte rijksweg A6/A1/A9/A10 (Schiphol-Amsterdam- van de referentiesituatie voor de aspecten: Almere), verkeersnetwerken, Zuidfl ankalternatief) of RER verbindingen (Water- zich deze problemen met name voor in Amsterdam- rijksweg A2 (Utrecht-Amsterdam), modal split, frontalternatief en Zuidfl ankalternatief) zal milieu- Noord en in Havenstad. omlegging Rijksweg A9 rond Badhoevedorp, bereikbaarheid, gevolgen met zich meebrengen. Het huidige wegennet in Amsterdam-Noord is niet in aanpassing S114 IJburg/Zeeburgereiland, bereikbaarheid van een mogelijke olympische locatie. staat de automobiliteit probleemloos af te wikkelen aanpassingen wegstructuur in Amsterdam Zuidoost, Bij alle alternatieven geldt dat uitrol van het centrum Modal split waardoor de aanvoerroutes naar de ring en delen van tweede Ontsluiting IJburg, plaatsvindt. De uitrol van het centrum heeft een positief effect de ringweg A10 knelpunten vormen. In Havenstad capaciteitsuitbreiding Klaprozenweg, op de modal split. Het gebruik van duurzame staat de bereikbaarheid in het Waterfrontalternatief aanleg Spaarndammertunnel. Verkeersnetwerken modaliteiten zoals de fi ets en het openbaar vervoer gevolgd door het Ringzoneplus-alternatief onder Openbaar vervoer Voor de verkeersnetwerken geldt dat de uitrol zal ten opzichte van de auto verder toenemen. druk. Het grote aantal woningen en de gebrekkige Op de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad van het centrum kansen biedt om het openbaar In de drie alternatieven is de verdichtingopgave voor weginfrastructuur zal leiden tot knelpunten op het wordt voor de periode tot 2020 een no regret-pakket vervoernetwerk te verbeteren. Voor de auto wordt een groot deel gelegen in de nabijheid van bestaand wegennet. samengesteld dat op korte termijn de knelpunten op ingezet op gebouwde parkeervoorzieningen. Voor of voorzien openbaar vervoer. Daarnaast is er, door In het Zuidfl ankalternatief worden langs de hele lijn het bestaande spoor moet oplossen. de verkeersplanners vormen geconcentreerde de forse omvang van woonprogramma, voldoende van de ontwikkelingen bereikbaarheidsknelpunten Daarnaast wordt gewerkt aan de verbetering van parkeervoorzieningen een uitdaging, omdat het draagvlak om extra openbaar vervoersverbindingen verwacht. In Amsterdam Zuidoost heeft de capac- het regionale OV netwerk. Daarbij gaat het om het verkeer meer gebundeld zal worden. Dit kan leiden te realiseren. Wat dat betreft scoren alle alter- iteitsverlaging van het wegennet door verlaging toevoegen van OV capaciteit, zoals de aanleg van tot problemen in de verkeersafwikkeling op het natieven positief. van dreven gecombineerd met een toename van de Noord-Zuidlijn en de aanleg van vrije busbanen wegennet. ruimtelijk programma negatieve gevolgen voor om van drukke buslijnen Hoogwaardige Openbaar In alle alternatieven wordt het OV-netwerk uitge- Bereikbaarheid de bereikbaarheid van dat gebied. De autobereik- Vervoer (HOV-)lijnen te maken. De integratie van breid. Hierbij gaat het om aanvullingen in de De uitrol van het centrum zal gezien het fl ankerende baarheid op de Schipholcorridor staat in het verkeersnetwerken is belangrijk. Daarvoor worden HOV-netwerken zoals bussen en trams, waarbij beleid niet tot grote bereikbaarheidsknelpunten op Zuidfl ankalternatief onder druk bij intensieve de overstapmogelijkheden verbeterd tussen het geprobeerd wordt op bestaande netwerken aan het wegennet leiden. De transformatie van gebieden ruimtelijk ontwikkelingen. openbaar vervoer, maar ook tussen OV en auto te sluiten en deze te versterken. Daarnaast zit in en het toevoegen van programma kan in de alter- (P&R-voorzieningen). elk alternatief minimaal één zware ingreep. De natieven tot bereikbaarheidsknelpunten leiden. In Onder de autonome ontwikkeling vallen de volgende aanleg van metrolijnen (Ringzone-plusalternatief en het Ringzone-plus- en het Waterfrontalternatief doen

Samenvatting PlanMER 315 Olympische locatie Tabel S12 Vergelijking alternatieven voor de aspecten mobiliteit en Totaalbeoordeling De olympische locatie in Havenstad is in het bereikbaarheid. Ringzoneplus-alternatief bereikbaar door een metro- Ringzone- plus Waterfront Zuidfl ank verbinding onder het IJ. In het Waterfrontalternatief Ringzone-plus Waterfront Zuidfl ank Verkeersnet- — — — wordt de bereikbaarheid gewaarborgd door aanslui- werken Natuur tingen op het HOV-netwerk. De realisatie van een Modal-split + + + Gevolgen voor (P)EHS — — — metroverbinding brengt grote risico’s met zich mee. Bereikbaarheid — — — — Gevolgen voor Rijksbuffergebieden — — — Deze verbinding zou in 2020 gereed moeten zijn Bereikbaarheid Gevolgen voor Natura 2000 0 voortoets 0 om de bereikbaarheid in het Waterfrontalterntief te Olympische 0 0 ++ waarborgen. locatie Landschap Een olympische locatie moet echter ook aangesloten Landschap — — — 0 zijn op het landelijke spoornetwerk. Voor beide Cultuurhistorie 0 — 0 alternatieven geldt dat het gebied Havenstad door Duurzame energie en CO2-reductie de nabijheid van het openbaar vervoerknooppunt Stadswarmte 2025+2040 ++ ++ ++ Sloterdijk in principe goed te ontsluiten is. Dit station WKO 2025+2040 ++ ++ ++ zou het olympische station kunnen worden. Een ZonPV 2025+2040 ++ ++ ++ ruimtelijk concept wat het station met het olympisch Wind 2025+2040 ++ ++ ++ gebied via een ‘rode loper’ verbindt heeft een hoge Biomassa/Afval 2025+2040 ++ ++ ++ slaagkans. Problemen vormen echter de barrières Water ring A10 west en een aantal spoorviaducten. Een andere mogelijkheid biedt de realisatie van een Veiligheid — — 0 NS-station met een tijdelijk HSL-station bij de Isola- Wateroverlast 0 0 — torweg. Wateronderlast 0 0 0 In het Zuidfl ankalternatief bevindt de olympische Sociaal duurzaam locatie zich bij de Nieuwe Meer langs de infrastruc- Identiteit/diversiteit + ++ + tuurbundel van de Schiphol corridor. Dit gebied is Flexibiliteit + 0 + uitstekend bereikbaar vanuit Schiphol en station Verbinden ++ 0 + Amsterdam Zuid. Voorwaarde is dat in het gebied Eigenaarschap ++ + + een halte gerealiseerd wordt. Geluid Relatieve verandering Geluidgehinderden — 0 — Luchtkwaliteit

Voldoet grenswaarde NO2 0 0 0

Voldoet grenswaarde PM10/fi jn stof 0 0 0 Externe veiligheid Spoor + + + Weg 0 0 0 Water 0 0 0 Buisleidingen 0 0 0 Risicovolle bedrijven — — 0 Ruimtelijke economie Ruimtevraag + ++ — Mobiliteit en bereikbaarheid Verkeersnetwerken — — — Modal split + + + Bereikbaarheid — — — — Bereikbaarheid Olympische locatie 0 0 ++

Tabel S13 Totaaltabel beoordeling alternatieven op thema’s en aspecten

316 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam Olympische locatie Tabel S12 Vergelijking alternatieven voor de aspecten mobiliteit en Totaalbeoordeling De olympische locatie in Havenstad is in het bereikbaarheid. Ringzoneplus-alternatief bereikbaar door een metro- Ringzone- plus Waterfront Zuidfl ank verbinding onder het IJ. In het Waterfrontalternatief Ringzone-plus Waterfront Zuidfl ank Verkeersnet- — — — wordt de bereikbaarheid gewaarborgd door aanslui- werken Natuur tingen op het HOV-netwerk. De realisatie van een Modal-split + + + Gevolgen voor (P)EHS — — — metroverbinding brengt grote risico’s met zich mee. Bereikbaarheid — — — — Gevolgen voor Rijksbuffergebieden — — — Deze verbinding zou in 2020 gereed moeten zijn Bereikbaarheid Gevolgen voor Natura 2000 0 voortoets 0 om de bereikbaarheid in het Waterfrontalterntief te Olympische 0 0 ++ waarborgen. locatie Landschap Een olympische locatie moet echter ook aangesloten Landschap — — — 0 zijn op het landelijke spoornetwerk. Voor beide Cultuurhistorie 0 — 0 alternatieven geldt dat het gebied Havenstad door Duurzame energie en CO2-reductie de nabijheid van het openbaar vervoerknooppunt Stadswarmte 2025+2040 ++ ++ ++ Sloterdijk in principe goed te ontsluiten is. Dit station WKO 2025+2040 ++ ++ ++ zou het olympische station kunnen worden. Een ZonPV 2025+2040 ++ ++ ++ ruimtelijk concept wat het station met het olympisch Wind 2025+2040 ++ ++ ++ gebied via een ‘rode loper’ verbindt heeft een hoge Biomassa/Afval 2025+2040 ++ ++ ++ slaagkans. Problemen vormen echter de barrières Water ring A10 west en een aantal spoorviaducten. Een andere mogelijkheid biedt de realisatie van een Veiligheid — — 0 NS-station met een tijdelijk HSL-station bij de Isola- Wateroverlast 0 0 — torweg. Wateronderlast 0 0 0 In het Zuidfl ankalternatief bevindt de olympische Sociaal duurzaam locatie zich bij de Nieuwe Meer langs de infrastruc- Identiteit/diversiteit + ++ + tuurbundel van de Schiphol corridor. Dit gebied is Flexibiliteit + 0 + uitstekend bereikbaar vanuit Schiphol en station Verbinden ++ 0 + Amsterdam Zuid. Voorwaarde is dat in het gebied Eigenaarschap ++ + + een halte gerealiseerd wordt. Geluid Relatieve verandering Geluidgehinderden — 0 — Luchtkwaliteit

Voldoet grenswaarde NO2 0 0 0

Voldoet grenswaarde PM10/fi jn stof 0 0 0 Externe veiligheid Spoor + + + Weg 0 0 0 Water 0 0 0 Buisleidingen 0 0 0 Risicovolle bedrijven — — 0 Ruimtelijke economie Ruimtevraag + ++ — Mobiliteit en bereikbaarheid Verkeersnetwerken — — — Modal split + + + Bereikbaarheid — — — — Bereikbaarheid Olympische locatie 0 0 ++

Tabel S13 Totaaltabel beoordeling alternatieven op thema’s en aspecten

Samenvatting PlanMER 317 7 Evaluatie en monitoring dynamisch verkeersmanagement is actuele verkeers- 8 Leemten in Kennis (Ring naar Noord versus hoogwaardige HOV Noord- De Wet milieubeheer verplicht om de daadwerkelijk informatie onontbeerlijk. De verkeersinformatie Door het hoge abstractieniveau van de structuurvisie tangent, tramontsluitingen Havenstad). optredende milieugevolgen van de uitvoering van wordt onder andere gebruikt voor het berekenen van zijn veel van de beoordeelde ingrepen in de struc- De mogelijke effecten voor het autoverkeer op het plan in kaart te brengen en te evalueren. Het reistijden, de aansturing van DRIP’s en het maken van tuurvisie slechts globaal beschreven. Hierdoor zijn netwerkniveau moeten nader in beeld worden is niet zo dat er na 2040 een evaluatie zal plaats- verkeerskundige rapportages. de milieueffecten ook niet altijd goed in te schatten. gebracht in de vorm van een mobiliteitstoets. vinden van de structuurvisie als geheel. Wel zijn Ten slotte wordt hier nog speciaal het Het optreden van milieueffecten (positief dan wel Als mogelijke knelpunten komen de gebieden er op verschillende momenten mogelijkheden om CO2-jaarverslag genoemd dat de ontwikkelingen ten negatief) is dan afhankelijk van de wijze waarop Amsterdam-Noord, Havenstad, Zuidoost en de onderdelen van de structuurvisie te evalueren. aanzien van het gebruik van fossiele brandstoffen nadere invulling wordt gegeven aan een ingreep. corridor Schiphol-Zuidas in beeld. Afhankelijk van Bij de structuurvisie wordt een uitvoeringspro- volgt. Voor verschillende ingrepen moet nog een besluit- de kwantiteit en de invulling van het ruimtelijk gramma opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma is m.e.r.-procedure worden doorlopen. De milieuef- programma kunnen knelpunten ontstaan. per onderdeel van de structuurvisie uitgewerkt wat fecten van de ingreep zullen dan meer in detail in Daarnaast is een verkenning noodzakelijk naar een Amsterdam gaat realiseren. Bij de uitwerking heeft beeld worden gebracht. verbetering van het tramnetwerk gericht op de twee het gemeentebestuur (en voor zover het gedeleg- Voor een paar voor de structuurvisie cruciale items, stedelijke vervoersknooppunten Amsterdam Centraal eerde bevoegdheden betreft de stadsdeelbesturen) namelijk het CO2-beleid en mobiliteit geven we in dit en Amsterdam-Zuid. een groot aantal mogelijkheden om de structuurvisie kader nog een aantal uit te voeren onderzoeken aan. te monitoren en evalueren. Amsterdam is zelf vaak Olympische locatie Nieuwe Meer schuift op de initiator van het opstellen van plannen volgens Haalbaarheid CO2-beleid naar Zuidas/Olympische Sportas het PLABERUM (plan- en besluitvormingsproces Vanuit CO2-beleid zet Amsterdam in op de transitie Naar aanleiding van de behandeling in B&W op 26 ruimtelijke maatregelen) of PBI (plan en besluitvorm- van fossiele energie naar duurzame energie. Er januari 2010 van de Ontwerp Structuurvisie en bijbe- ingsproces infrastructuur) en daarmee sturend. is onderzoek gaande naar de verwachte omvang horend planMER is besloten de tekst in de Ontwerp Als bevoegd gezag voor de bestemmingsplannen van de energievraag in 2025 en 2040 na benutting Structuurvisie deel I, paragraaf 6.2 voor wat betreft kan het gemeentebestuur of de stadsdeelbesturen in van alle mogelijkheden tot energiebesparing. de mogelijke locatie(s) voor de Olympische Spelen de lijn van de structuurvisie opereren. De structuur- De energievraag betreft warmte-, koude- en 2028 te wijzigen. Dit geldt voornamelijk de locatie visie is zelfbindend voor Amsterdam. elektriciteitsgebruik. Vervolgens kan worden Nieuwe Meer. Voor verschillende ontwikkelingen zal ten behoeve bepaald hoeveel duurzame energie kan worden van latere besluitvorming nog een plan- of besluit- opgewekt in 2025 en 2040, ter dekking van de De belangrijkste wijzigingen zijn, ten opzichte van m.e.r.-procedure moeten worden doorlopen. totale energievraag. De vastgestelde doelstelling wat in dit planMER is beoordeeld: De monitoring- en evaluatieverplichting zal voor om in 2025 een derde duurzaam op te wekken ƒ een verschuiving van het Olympisch Dorp van die projecten ook gelden en dus op een lager wordt opnieuw getoetst. Ook wordt de ambitie Sloten-Zuid naar de Zuidas; detailniveau worden uitgevoerd door het bevoegd om 40 procent van de CO2-energie te besparen in ƒ mogelijkheid tot realisatie van aanvullende gezag. 2025 opnieuw tegen het licht gehouden. Bronnen Olympische accommodaties op tal van locaties in Evaluatie en monitoring van de ontwikkeling binnen waarmee duurzame energie geleverd zal worden de Zuidfl ank, bijvoorbeeld in Amsterdam Zuidoost de diverse thema’s en aspecten zullen dan ook vanuit zijn energieopslag, stadswarmte en -koude, zonne- en Haarlemmermeer; diverse hoeken en op verschillende niveaus bij het energie, windenergie en biomassa. Bij de doelstell- ƒ realisatie van een extra (tijdelijke) Olympische gemeentebestuur en de stadsdeelbesturen binnen- ingen voor de opwekking van duurzame energie halte op de regioverbinding tussen Zuidas en komen. in 2025 en 2040 wordt ook duidelijk gemaakt welk Schiphol, zoals deze in OV SAAL wordt voorge- Een belangrijke rol voor bevolkingsgegevens en percentage daarvan binnen de gemeentegrenzen van steld. sociale, verkeers- , economische en milieudata heeft Amsterdam kan worden opgewekt, met de verschil- de Dienst Onderzoek en Statistiek. Deze dienst lende bronnen. Bovendien zal inzichtelijk worden Dit planMER is gebaseerd op de voorlopige colle- houdt de ontwikkelingen op een zeer gedetailleerd hoeveel duurzame energie Amsterdam elders moet gebehandeling van het concept-ontwerp Structuur- niveau bij en rapporteert hier regelmatig over. betrekken, bijvoorbeeld van windparken op de visie: deel 1 de visie op 6 oktober 2009. Gezien Noordzee. de korte tijd tussen het gewijzigde collegebesluit Monitoring is een van de pijlers onder het Amster- van 26 januari 2010 en de openbaarmaking van dit damse verkeersbeleid. Voor het monitoringsproject Mobiliteit planMER, is het niet mogelijk om de benodigde MOCO (Monitoring Corridors) zijn 85 camera’s Welke vorm van openbaar vervoer sluit het beste milieu-informatie als gevolg van deze wijziging nog in geplaatst met een centraal systeem waarop de data aan bij de te ontwikkelen gebieden? Onderzocht dit planMER te geven. binnenkomen en worden verwerkt. De gemeente kan worden wat de te verwachten vervoersrelaties Planontwikkeling en bijbehorende milieubeoordeling Amsterdam werkt al jaren actief aan dynamisch tussen Amsterdam-Noord en de rest van de stad is een dynamisch proces. Voordat de Structuurvisie verkeersmanagement. Enerzijds om te zorgen en de regio zullen zijn. Daarbij kan ook de rol van ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt aange- voor een optimale benutting van haar wegennet, vervoer over water aanvullend in beeld gebracht boden, zal deze leemte in kennis in een aanvullend anderzijds om de reiziger beter te informeren over worden. Op basis daarvan kan de afweging gemaakt planMER worden gepresenteerd. de actuele en toekomstige verkeerssituaties. Voor worden welke OV-ontsluiting effectief en haalbaar is

318 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch Sterk en Duurzaam 7 Evaluatie en monitoring dynamisch verkeersmanagement is actuele verkeers- 8 Leemten in Kennis (Ring naar Noord versus hoogwaardige HOV Noord- De Wet milieubeheer verplicht om de daadwerkelijk informatie onontbeerlijk. De verkeersinformatie Door het hoge abstractieniveau van de structuurvisie tangent, tramontsluitingen Havenstad). optredende milieugevolgen van de uitvoering van wordt onder andere gebruikt voor het berekenen van zijn veel van de beoordeelde ingrepen in de struc- De mogelijke effecten voor het autoverkeer op het plan in kaart te brengen en te evalueren. Het reistijden, de aansturing van DRIP’s en het maken van tuurvisie slechts globaal beschreven. Hierdoor zijn netwerkniveau moeten nader in beeld worden is niet zo dat er na 2040 een evaluatie zal plaats- verkeerskundige rapportages. de milieueffecten ook niet altijd goed in te schatten. gebracht in de vorm van een mobiliteitstoets. vinden van de structuurvisie als geheel. Wel zijn Ten slotte wordt hier nog speciaal het Het optreden van milieueffecten (positief dan wel Als mogelijke knelpunten komen de gebieden er op verschillende momenten mogelijkheden om CO2-jaarverslag genoemd dat de ontwikkelingen ten negatief) is dan afhankelijk van de wijze waarop Amsterdam-Noord, Havenstad, Zuidoost en de onderdelen van de structuurvisie te evalueren. aanzien van het gebruik van fossiele brandstoffen nadere invulling wordt gegeven aan een ingreep. corridor Schiphol-Zuidas in beeld. Afhankelijk van Bij de structuurvisie wordt een uitvoeringspro- volgt. Voor verschillende ingrepen moet nog een besluit- de kwantiteit en de invulling van het ruimtelijk gramma opgesteld. In dit uitvoeringsprogramma is m.e.r.-procedure worden doorlopen. De milieuef- programma kunnen knelpunten ontstaan. per onderdeel van de structuurvisie uitgewerkt wat fecten van de ingreep zullen dan meer in detail in Daarnaast is een verkenning noodzakelijk naar een Amsterdam gaat realiseren. Bij de uitwerking heeft beeld worden gebracht. verbetering van het tramnetwerk gericht op de twee het gemeentebestuur (en voor zover het gedeleg- Voor een paar voor de structuurvisie cruciale items, stedelijke vervoersknooppunten Amsterdam Centraal eerde bevoegdheden betreft de stadsdeelbesturen) namelijk het CO2-beleid en mobiliteit geven we in dit en Amsterdam-Zuid. een groot aantal mogelijkheden om de structuurvisie kader nog een aantal uit te voeren onderzoeken aan. te monitoren en evalueren. Amsterdam is zelf vaak Olympische locatie Nieuwe Meer schuift op de initiator van het opstellen van plannen volgens Haalbaarheid CO2-beleid naar Zuidas/Olympische Sportas het PLABERUM (plan- en besluitvormingsproces Vanuit CO2-beleid zet Amsterdam in op de transitie Naar aanleiding van de behandeling in B&W op 26 ruimtelijke maatregelen) of PBI (plan en besluitvorm- van fossiele energie naar duurzame energie. Er januari 2010 van de Ontwerp Structuurvisie en bijbe- ingsproces infrastructuur) en daarmee sturend. is onderzoek gaande naar de verwachte omvang horend planMER is besloten de tekst in de Ontwerp Als bevoegd gezag voor de bestemmingsplannen van de energievraag in 2025 en 2040 na benutting Structuurvisie deel I, paragraaf 6.2 voor wat betreft kan het gemeentebestuur of de stadsdeelbesturen in van alle mogelijkheden tot energiebesparing. de mogelijke locatie(s) voor de Olympische Spelen de lijn van de structuurvisie opereren. De structuur- De energievraag betreft warmte-, koude- en 2028 te wijzigen. Dit geldt voornamelijk de locatie visie is zelfbindend voor Amsterdam. elektriciteitsgebruik. Vervolgens kan worden Nieuwe Meer. Voor verschillende ontwikkelingen zal ten behoeve bepaald hoeveel duurzame energie kan worden van latere besluitvorming nog een plan- of besluit- opgewekt in 2025 en 2040, ter dekking van de De belangrijkste wijzigingen zijn, ten opzichte van m.e.r.-procedure moeten worden doorlopen. totale energievraag. De vastgestelde doelstelling wat in dit planMER is beoordeeld: De monitoring- en evaluatieverplichting zal voor om in 2025 een derde duurzaam op te wekken ƒ een verschuiving van het Olympisch Dorp van die projecten ook gelden en dus op een lager wordt opnieuw getoetst. Ook wordt de ambitie Sloten-Zuid naar de Zuidas; detailniveau worden uitgevoerd door het bevoegd om 40 procent van de CO2-energie te besparen in ƒ mogelijkheid tot realisatie van aanvullende gezag. 2025 opnieuw tegen het licht gehouden. Bronnen Olympische accommodaties op tal van locaties in Evaluatie en monitoring van de ontwikkeling binnen waarmee duurzame energie geleverd zal worden de Zuidfl ank, bijvoorbeeld in Amsterdam Zuidoost de diverse thema’s en aspecten zullen dan ook vanuit zijn energieopslag, stadswarmte en -koude, zonne- en Haarlemmermeer; diverse hoeken en op verschillende niveaus bij het energie, windenergie en biomassa. Bij de doelstell- ƒ realisatie van een extra (tijdelijke) Olympische gemeentebestuur en de stadsdeelbesturen binnen- ingen voor de opwekking van duurzame energie halte op de regioverbinding tussen Zuidas en komen. in 2025 en 2040 wordt ook duidelijk gemaakt welk Schiphol, zoals deze in OV SAAL wordt voorge- Een belangrijke rol voor bevolkingsgegevens en percentage daarvan binnen de gemeentegrenzen van steld. sociale, verkeers- , economische en milieudata heeft Amsterdam kan worden opgewekt, met de verschil- de Dienst Onderzoek en Statistiek. Deze dienst lende bronnen. Bovendien zal inzichtelijk worden Dit planMER is gebaseerd op de voorlopige colle- houdt de ontwikkelingen op een zeer gedetailleerd hoeveel duurzame energie Amsterdam elders moet gebehandeling van het concept-ontwerp Structuur- niveau bij en rapporteert hier regelmatig over. betrekken, bijvoorbeeld van windparken op de visie: deel 1 de visie op 6 oktober 2009. Gezien Noordzee. de korte tijd tussen het gewijzigde collegebesluit Monitoring is een van de pijlers onder het Amster- van 26 januari 2010 en de openbaarmaking van dit damse verkeersbeleid. Voor het monitoringsproject Mobiliteit planMER, is het niet mogelijk om de benodigde MOCO (Monitoring Corridors) zijn 85 camera’s Welke vorm van openbaar vervoer sluit het beste milieu-informatie als gevolg van deze wijziging nog in geplaatst met een centraal systeem waarop de data aan bij de te ontwikkelen gebieden? Onderzocht dit planMER te geven. binnenkomen en worden verwerkt. De gemeente kan worden wat de te verwachten vervoersrelaties Planontwikkeling en bijbehorende milieubeoordeling Amsterdam werkt al jaren actief aan dynamisch tussen Amsterdam-Noord en de rest van de stad is een dynamisch proces. Voordat de Structuurvisie verkeersmanagement. Enerzijds om te zorgen en de regio zullen zijn. Daarbij kan ook de rol van ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt aange- voor een optimale benutting van haar wegennet, vervoer over water aanvullend in beeld gebracht boden, zal deze leemte in kennis in een aanvullend anderzijds om de reiziger beter te informeren over worden. Op basis daarvan kan de afweging gemaakt planMER worden gepresenteerd. de actuele en toekomstige verkeerssituaties. Voor worden welke OV-ontsluiting effectief en haalbaar is

Samenvatting PlanMER 319 Colofon

De Ontwerp Structuurvisie is opgesteld in opdracht van het gemeentebestuur van Amsterdam en is vastgesteld en voor inzage vrijgegeven door het college van B&W op 26 januari 2010.

Contact Dienst Ruimtelijke Ordening Postbus 2758 1000 CT Amsterdam Secretariaat projectgroep Structuurvisie: 020 – 552 7928 www.dro.amsterdam.nl/structuurvisie

Projectleider Ton Bossink (Dienst Ruimtelijke Ordening)

Projectgroep Karin Borst (Dienst Ruimtelijke Ordening), Karen Buschman (Dienst Ruimtelijke Ordening), Ellen Croes (Dienst Ruimtelijke Ordening), Kees Dignum (Dienst Wonen, Zorg en Samenleven), Pito Dingemanse (Haven Amsterdam), CJ Dippel (Economische Zaken), Marijn Fraanje (Bestuursdienst), Reina van Grondelle (Dienst Ruimtelijke Ordening), Marthe van der Horst (Waternet), Suzanne Jeurissen (Dienst Ruimtelijke Ordening), Fokko Kuik (Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer), Marlies Lambregts (Dienst Milieu en Bouwtoezicht), Bas van Leeuwen (Dienst Ruimtelijke Ordening), Barbara Ponteyn (Dienst Ruimtelijke Ordening), Esther Reith (Dienst Ruimtelijke Ordening), Keimpe Reitsma (Ontwikkelingsbedrijf), Walewijn de Vaal (Ingenieursbureau Amsterdam), Wouter van der Veur (Dienst Ruimtelijke Ordening), Gerard Willemsen (Dienst Ruimtelijke Ordening), Ronald Wiggers (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling), Paul Wolfs (ProjectManagment Bureau), Koos van Zanen (Dienst Ruimtelijke Ordening).

Rol van de OntwikkelingsAlliantie Met de OntwikkelingsAlliantie worden de krachten gebundeld van zes diensten van de gemeente Amsterdam die verantwoordelijk zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De diensten Infrastructuur, Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Economische Zaken, het Ontwikkelingsbedrijf, ProjectManagement Bureau en het Ingenieursbureau werken intensiever en efficiënter samen. Bij de tot standkoming van de Structuurvisie wordt integraal gewerkt, zodat opgaven vanuit diverse disciplines aan bod komen. Het opstellen van de Structuurvisie wordt ook integraal aangestuurd - zowel ambtelijk als bestuurlijk - waarbij de OntwikkelingsAlliantie samenwerkt met Dienst Wonen, Zorg en Samenleven, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Dienst Milieu en Bouwtoezicht, de Bestuursdienst en Haven Amsterdam.

Productiebegeleiding Marjolein van Vossen en Bart de Vries (Dienst Ruimtelijke Ordening)

Redactie Eef Keijzer, Sandra Langendijk, Marjolein van Vossen en Koos van Zanen (allen Dienst Ruimtelijke Ordening)

Vormgeving Lennert Bonnier en Bart de Vries (Dienst Ruimtelijke Ordening)

Kaartmateriaal Wouter van der Veur (coördinatie), Lennert Bonnier, Laura Hakvoort, Esther Reith en Joris Vos (allen Dienst Ruimtelijke Ordening)

PlanMER Ingenieursbureau Amsterdam

Druk De Raat & De Vries

Aan de inhoud (tekst en kaart beelden) is veel zorg besteed. Toch kan het zo zijn dat informatie onvolledig of niet helemaal correct wordt weergegeven. Aan de informatie in de notitie kunnen geen rechten worden ontleend.

320 Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam