Gebiedsagenda’s Centrum 2019 - 2022 Colofon Tekst gebiedsteams van stadsdeel Centrum Redactie Shirley Brandeis Fotografie gemeente Vormgeving Tom van Veenhuijzen, Veenhuijzen Vormgeving

Dank aan alle bewoners(groepen), maatschappelijke partners en bezoekers die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de gebiedsagenda 2019-2022.

2 Inhoudsopgave

Centrum West 4 Centrum Oost 20

Voor u liggen de gebiedsagenda’s 2019-2022 van stadsdeel Centrum. De gebiedsagenda’s voor de komende vier jaar zijn gemaakt door de gemeente Amsterdam samen met bewoners, ondernemers en overige stakeholders. We gebruiken de agenda om de gebiedspecifieke opgaven goed mee te laten wegen in beleidskeuzen die wij als stad maken. Op basis van de gebiedsanalyse, het coalitieakkoord en participatie met bewoners en betrokken partijen zijn de ontwikkelingen, opgaven en kansen van een gebied vertaald naar prioriteiten en doelstellingen. Hiermee signaleren de stadsdelen wat er buiten speelt en leeft en agenderen we de belangrijkste opgaven in onze gebieden. Deze gebiedsagenda’s laten zien wat we de komende vier jaar gezamenlijk willen bereiken. In de gebiedsplannen zijn de prioriteiten en doelstellingen vertaald naar concrete activiteiten.

3 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum 1 Centrum West

Inleiding 5

Prioriteit 1 Verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid 8

Prioriteit 2 Aanpassen van de aan de verwachte klimaatverandering 10

Prioriteit 3 Meer ruimte voor voetgangers en fietsers 12

Prioriteit 4 Behouden van een gemengd woon- en werkmilieu 14

Prioriteit 5 Verbeteren en versterken van de buurteconomie 16

Prioriteit 6 Meer bewoners doen actief mee in de samenleving 18

4 Een nieuw Amsterdams stadsbestuur betekent ook nieuwe gebiedsagenda’s voor alle gebieden in de stad. In een gebiedsagenda staan de prioriteiten van een gebied voor een periode van vier jaar: waar willen bewoners, ondernemers, partners en de gemeente in een gebied aan werken de komende jaren?

De basis voor de gebiedsagenda is de gebiedsanalyse. De gebiedsanalyse beschrijft eens in de vier jaar een gebied op basis van statistieken, onderzoeken en de kennis van de professionals die in de gebie- den werken. De gebiedsanalyse beschrijft in het kort de situatie op een groot aantal thema’s, variërend van de bevolkingsontwikkeling tot de toenemende drukte in de stad. In de gebiedsanalyse worden de belangrijkste onderwerpen in een gebied zichtbaar. Deze onderwerpen worden getoetst, onder andere in de online buurtenquête en tijdens gesprekken met bewoners, ondernemers en andere betrokkenen.

Uit de gebiedsanalyse, de online buurtenquête, en de verschillende gesprekken zijn prioriteiten opge- steld voor de gebiedsagenda. De prioriteiten zijn een weergave van de belangrijkste opgaven in een gebied. Iedere prioriteit is vertaald in maximaal vier doelstellingen.

Totstandkoming van de gebiedsagenda

Online buurtenquête Om te achterhalen wat er in de buurten van stadsdeel Centrum leeft, voert Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) sinds 2015 op verzoek van het stadsdeel jaarlijks de Buurtenquête uit. In deze enquête worden vragen gesteld over uiteenlopende onderwerpen; een enkele keer worden vragen uit eerdere edities herhaald om vergelijkingen in de tijd mogelijk te maken. De ervaringen, meningen en suggesties van bewoners, ondernemers en andere mensen die in het Centrum werken zorgen samen voor een goed beeld van wat er leeft in de buurten van het stadsdeel. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van 8 mei tot en met 5 juni 2018. Respondenten konden de vragenlijst invullen als bewoner, ondernemer of werkende in de buurt. In totaal hebben 4895 mensen uit stadsdeel Centrum aan het onderzoek meegedaan.

Als eerste kregen respondenten de gelegenheid aan te geven welk probleem of welke zaak de ge- meente als eerste zou moeten aanpakken in de buurt. Van de 2568 respondenten uit Centrum West hebben er 113 (4%) geen antwoord gegeven op deze vraag. De antwoorden die gegeven zijn, hebben betrekking op alom bekende problemen in de binnenstad: de overlast van drukte, het eenzijdig winkelaanbod, overlastgevend gedrag in de openbare ruimte (van bijvoorbeeld fietsers, voetgangers, toeristen en mensen met psychische of psychiatrische problemen), drank- en drugsgerelateerde over- last, overlast van autoverkeer (inclusief taxi’s, toeristenbussen en vrachtverkeer en de wens voor een autoluwe binnenstad), vervuiling, geluids- of stankoverlast en overlast van illegale vakantieverhuur. Kortom: allerlei zaken die aangepakt kunnen worden om de leefbaarheid in het Centrum te verbeteren.

In het algemeen geldt dat hoger opgeleiden en mensen met een Nederlandse herkomst meer dan andere groepen bereid zijn om aan onderzoek mee te werken. Dit geldt ook voor de leden van het onli- ne bewonerspanel van OIS en voor de respondenten die via de open link aan het onderzoek hebben meegewerkt. Verder geldt dat beide groepen waarschijnlijk meer dan gemiddeld betrokken zijn bij de stad. De methodes die zijn gebruikt om de data te verzamelen in het huidige onderzoek leiden maar gedeeltelijk tot een representatief beeld van alle Amsterdammers.

Participatie Op verschillende manieren zijn bewoners en ondernemers betrokken bij het tot stand komen van de gebiedsagenda. Natuurlijk wordt hierbij gebruik gemaakt van digitale kanalen, zoals de online buurten- quête, de Stem van Centrum, Facebook, Twitter en de website van stadsdeel Centrum, maar bewoners, ondernemers en niet te vergeten professionals zoals wijkagenten en buurtwerkers worden ook actief en direct benaderd om mee te denken. Voor de gebiedsagenda is dat gebeurd tijdens de verschillende buurtgesprekken (bijeenkomsten in vijf buurten in het westelijk deel van Centrum West), in reguliere buurtoverleggen en in verschillende buurtoverleggen die ad hoc of op projectbasis plaatsvinden.

5 Centrum Centrum West Bij alle BIZ-verenigingen en winkelstraatmanagers is geïnventariseerd wat zij belangrijk vinden voor de gebiedsagenda en het gebiedsplan. Buiten deze enigszins formele weg van participatie is er met nadruk ook een meer informele weg bewandeld. De makelaars van de gebiedsteams zijn de ‘ogen en oren’ op straat en onderhouden goede banden met zeer veel betrokkenen in de buurten. Zij zijn daar een bekend gezicht en krijgen op die manier een schat aan informatie over wat betrokkenen belangrijk vinden voor hun buurten in het komende jaar (en daarna).

Stem van Centrum - in gesprek met de stadsdeelcommissie Op maandag 17 september 2018 heeft de stadsdeelcommissie een bijeenkomst voor Stem van Centrum georganiseerd. Op deze avond zijn door de stadsdeelcommissie 70 een-op-eengesprekken gevoerd met bewoners en ondernemers en hebben dertien bewoners en ondernemers ‘op de zeepkist’ hun zorgen en ideeën met de stadsdeelcommissie gedeeld. Ook deze input is verwerkt.

Participatie en democratisering

Samen maken we Amsterdam. Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën als het stadsbestuur. Wij streven naar een open en transparant bestuur, een naar buiten gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk initiatief en een gebiedsgerichte werkwijze. We voelen het als onze verantwoordelijkheid om de zeggenschap van bewoners te vergroten. Niet door nieuwe stelsels, maar door met de stad het gesprek en debat aan te gaan over hoe dat kan. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

De komende vier jaar werkt stadsdeel Centrum mee aan de ambitieuze agenda voor democratische vernieuwing van de stad. We ontwikkelen een programma waarbij wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van participatieve en representatieve democratie. Het doel hierbij is dat bewoners en ondernemers een grotere zeggenschap krijgen over hun directe omgeving.

6 Een grotere zeggenschap over je eigen omgeving start met toegankelijke informatie. Stadsdeel Centrum zorgt er daarom voor dat alle inwoners en bewoners tijdig toegang krijgen tot belangrijke informatie. Bewoners worden hierdoor in staat gesteld om beleid beter te volgen en gericht input te kunnen leveren.

Het versterken van participatie wordt ingezet op vijf manieren: 1. De besluitvorming over besteding van bepaalde middelen wordt bij bewoners zelf neergelegd. Hierbij gaat het om experimenten met buurtrechten en buurtbudgetten. Het stadsdeelbestuur kan (binnen kaders), in overleg met de buurt, besluiten over de bestemming. In 2019 starten we met een experiment buurtbudget. 2. Buurtinitiatieven krijgen alle ruimte. We onderzoeken hoe we deze beter kunnen ondersteunen. Hierbij kunnen de buurtinitiatieven een beroep doen op het fonds voor maatschappelijk initiatief en voor kleinschalige initiatieven op het budget buurtinitiatief van het stadsdeel zelf. 3. Experimenter en met nieuwe manieren van communiceren en het ophalen van informatie. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van nieuwe digitale platforms en apps om de mening van bewoners en ondernemers op te halen. 4. Meer nog dan nu worden bewoners en ondernemers betrokken bij planvorming en ontwikkeling van nieuw beleid. 5. Democratisering is iets wat iedereen binnen de gemeentelijke organisatie aangaat. Om deze reden wordt binnen het stadsdeel een organisatiebrede discussie gestart over democratisering en bewo- nersparticipatie. Met elkaar wordt verkend wat democratische vernieuwing inhoudt voor het eigen werk binnen de gemeente en hoe het werkproces hier beter op kan worden ingesteld.

Gebiedsbeschrijving Centrum West omvat het oudste deel van Amsterdam: de beide Burgwallen (Oude Zijde en Nieuwe Zijde). Daarnaast vallen West, De en de Haarlemmerbuurt inclusief Westerdok/ IJdok en de Westelijke Eilanden onder dit gebied.

Centrum West is het drukste gebied van Amsterdam met een mix van verschillende stedelijke functies op een klein oppervlak: wonen, werken, studeren en recreëren. De druk op het gebied neemt elk jaar toe: er komen meer banen, winkels, hotelkamers en bezoekers bij. In het gebied bevinden zich con- centraties van bedrijven, kantoren en onderwijsinstellingen als ook de bekendste toeristische trek- pleisters (rondvaartboten, het Anne Frank Huis, Red Light District enzovoort) en winkelgebieden (zoals Kalverstraat, Nieuwendijk, Haarlemmerstraat/-dijk/-plein en De 9 Straatjes) in combinatie met horeca. Vooral op de Burgwallen moeten winkels, horeca, bedrijvigheid, toerisme en bewoners de beperkte ruimte delen. Alle voorzieningen maken het gebied aantrekkelijk, maar de alsmaar toenemende drukte gaat ten koste van de leefbaarheid in de buurt. De tevredenheid met de eigen buurt neemt hier af. De Grachtengordel West, met zijn grote statige grachtenpanden, is altijd een rijke woonbuurt geweest. De Haarlemmerbuurt en de Jordaan zijn vooral woongebieden. De Jordaan is de dichtstbebouwde en -bevolkte buurt van het Centrum en heeft ook het grootste aantal bedrijfsvestigingen.

7 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West Prioriteit 1 Verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid

Toerisme hoort bij het internationale karakter van Amsterdam en dat moeten we blijven koesteren. Maar tegelijkertijd worden de positieve kanten van het toerisme, zoals werkgelegenheid en inkomsten voor de stad, steeds meer overschaduwd door de negatieve gevolgen. Overlast, drukte en afval maken dat de leefbaarheid van sommige buurten ernstig onder druk staat. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Vanuit het stadsdeelbestuur is het noodzakelijk dat veiligheid altijd prioriteit krijgt en integraal met handhaving wordt opgepakt. Amsterdam is al eeuwen een boegbeeld van tolerantie, een plaats waar iedereen zichzelf kan zijn. Die tolerantie staat steeds meer onder druk, met geweldsincidenten tegen de LHBTIQ+-gemeenschap als voorbeeld. Dit is onacceptabel. Amsterdammers moeten zich ongeacht hun achtergrond, levensbeschouwelijke overtuiging, seksuele voorkeur of leeftijd veilig kunnen voelen.

Plan van Aanpak Binnenstad In Centrum West staat de leefbaarheid vooral onder druk in het Wallengebied (Oude en Nieuwe Burgwallen). In deze gebieden is relatief veel overlast van groepen, dronken mensen op straat en horeca. Voor de uitgaansgebieden Rembrandt- en Thorbeckeplein (inclusief Reguliersbuurt), Leidsebuurt en Wallen is een Plan van Aanpak opgesteld. De insteek is om de drie gebieden de aandacht te geven die past bij de intensiteit waarmee ze worden gebruikt. Om de overlast te verminderen worden in 2019 23 maatregelen ingezet. Een kleine opsomming: meer handhaving op straat, zichtbaar maken van alcoholverbod op straat en van handhavingsacties, verbeteren aanpak overlastveelplegers, handhaving alcoholverkoop in winkels, betere bewegwijzering, extra handhavingsinzet overlast te water en het invoeren van een nachtsluiting van de grachten.

1.1: Minder overlast van personen-, groepen, horeca- en drugs 1.2: Minder overlast van activiteiten in de openbare ruimte die uitsluitend gericht zijn op toeristen en bezoekers 1.3: Een schonere openbare ruimte 1.4: Minder overlast voor bewoners door gebruikers van het water Doelstellingen

8 Doelstelling 1.1 Minder overlast van personen-, groepen, horeca- en drugs

Centrum West is het drukste gebied van de stad. In alle wijken is de verblijversdichtheidsindex veel ho- ger en veel sterker toegenomen dan gemiddeld. Er is veel overlast van personen, groepen , horeca en drugs. Op de Burgwallen Oude en Nieuwe Zijde is de drukte het grootst en het sterkst toegenomen. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West)

Doelstelling 1.2 Minder overlast van activiteiten in de openbare ruimte die uitsluitend gericht zijn op toeristen en bezoekers

Ruim de helft van de respondenten in Centrum West heeft wel eens overlast van personen in de buurt (56%). In de Burgwallen heeft (bijna) twee derde van de ondervraagden hier wel eens last van. Degenen die wel eens overlast van personen in de buurt ervaren, geven aan dat ze de meeste overlast van toe- risten hebben in Centrum West (44%). Met name in de Grachtengordel West en de doet de overlast van toeristen zich vaker voor dan in andere wijken. Op de tweede plaats komt de overlast van horecabezoekers (16% in Centrum West). Ook hier geldt dat deze vorm van overlast zich vaker voordoet in de Burgwallen (zowel Oude als Nieuwe Zijde), maar ook in de Jordaan, terwijl dit nauwelijks speelt in de Haarlemmerbuurt. In de online buurtenquête wordt aangegeven dat de bierfiets nu veel overlast veroorzaakt op de Westerdoksdijk en IJdok in de Haarlemmerbuurt. (Bron: Online buurtenquête 2018)

Doelstelling 1.3 Een schonere openbare ruimte

Eén op de vijf respondenten geeft aan overlast van vuil op straat te ervaren. Bij overlast van vuil op straat gaat het om op verkeerde tijden aangeboden vuilnis (onder andere door Airbnb-toeristen), de hoeveelheid afval van de horeca, zwerfvuil, het niet tijdig ophalen van vuil, vogels die vuilniszakken opentrekken en de overlast van mensen die hun behoefte in het portiek doen. (Bron: Online buurten- quête 2018) In de binnenstad mogen bewoners hun vuilniszakken twee keer per week langs de kant van de weg zetten. Het stadsdeel kent per wijk verschillende ophaaltijden waarop het huisvuil kan worden aangeboden. Ruim de helft van de bewoners en ondernemers (55%) kent plaatsen in Centrum West waar afval buiten reguliere ophaaltijden geplaatst wordt. Veel vuilniszakken worden opengepikt door vogels waardoor het vuil zich verspreidt. (Bron: Online buurtenquête 2017)

Doelstelling 1.4 Minder overlast voor bewoners door gebruikers van het water

De ergernis van bewoners over overlast op het water is de laatste jaren fors toegenomen. De open boten die in en rond het weekend met luide muziek door de binnenstad varen, zijn uitgegroeid tot één van de symbolen van de druktediscussie. Het aantal vergunde passagiersvaartuigen is de laatste drie jaar bijna verdriedubbeld en afhankelijk van juridische procedures kan dit aantal ook nog toenemen voor boten van boven de 14 meter. Er is een toenemend aantal klachten en rondom op- en afmeer­ locaties ontstaan toeristische hubs. Daarnaast is er veel overlast van het ’proppen’, het op straat werven van klanten.

9 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West Prioriteit 2 Aanpassen van de binnenstad aan de verwachte klimaatverandering

Wij zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering merkt en de laatste generatie die er wat aan kan doen. Als we willen dat Amsterdam bij haar achthonderdste verjaardag nog altijd in blakende gezondheid verkeert, moeten we nu stevige keuzes durven maken. We streven ernaar om de groene koploper van Nederland en Europa te worden. Het vraagt dat we kiezen voor aardgasvrije wijken, voor verdere verduurzaming en energiebesparing en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Juist omdat we de openbare ruimte met steeds meer Amsterdammers delen, moet die groen en gezond zijn. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Het regent vaker harder en dat kan de (binnen)stad niet aan. Het groen in de stad speelt een belangrijke rol. Groene daken zorgen bijvoorbeeld voor een betere opname van het regenwater en dat vertraagt de waterafvoer richting de straat zodanig dat de riolering de toename beter aankan. Daarnaast heeft groen een verkoelende werking door verdamping bij extreme hitte. In de dichtbebouwde binnenstad zijn postzegelparken en groenstroken van groot belang. Daar waar mogelijk wordt versteende openbare ruimte vergroend en worden groene bewonersinitiatieven ondersteund.

Pilot afvalinzameling door één inzamelaar 9 Straatjes Vanaf mei 2019 wordt in de praktijk getest in hoeverre het opheffen van het onderscheid tussen huishoudelijk en bedrijfsafval en het verplicht coördineren van inzamelingsactiviteiten bijdraagt aan een leefbare omgeving. De pilot heeft een looptijd van vijf jaar.

2.1: De openbare ruimte is beter ingericht om de verwachte wateroverlast, droogte en hit- testress op te vangen 2.2: Het verminderen van het aantal (vervuilende) vervoersbewegingen voor een betere luchtkwaliteit 2.3: Meer (volledig uitstootvrij) goederenvervoer over het water voor een betere luchtkwaliteit

Doelstellingen 2.4: Het verduurzamen van de gebouwde omgeving

10 Doelstelling 2.1 De openbare ruimte is beter ingericht om de verwachte wateroverlast, droogte en hittestress op te vangen

Centrum West heeft van alle gebieden het minste groen. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West). In de online buurtenquête wordt door de respondenten aangegeven dat de omgeving vooral versteend is in plaats van groen. (Bron: Online buurtenquête 2018). In een versteende omgeving zoals Centrum West draagt groen bij aan een prettige leefomgeving waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Er valt extra winst te behalen door bij de aanleg (en beheer) ook de vraag te stellen welke bijdrage dit groen kan leveren aan een stad die voorbereid is op klimaatveranderingen. Door steen te vervangen door groen kan wateroverlast beperkt worden. Groen biedt schaduw bij zeer warme weersomstandigheden. In de toekomst worden meer oplossingen verwacht.

Doelstelling 2.2 Het verminderen van het aantal (vervuilende) vervoersbewegingen voor een betere luchtkwaliteit

De gemiddelde concentratie van stikstofdioxide in dit gebied is 31 μg/m³. Dit is onder de Europese norm van 40 μg/m³. Er is een aantal buurten waar de concentratie op bepaalde meetpunten hoger is dan 35 gμ/m3. Dat zijn Kop Zeedijk, Stationsplein, Hemelrijk, Spuistraat Noord, Spuistraat Zuid, Kalverdriehoek, , Felix Meritisbuurt en Haarlemmerbuurt Oost. In Centrum West zijn er geen locaties waar de Europese norm voor stikstofdioxide en fijnstof wordt overschreden. Het verminderen van (zwaar) dieselverkeer zorgt wel voor verbetering van de luchtkwaliteit.

Doelstelling 2.3 Meer (volledig uitstootvrij) goederenvervoer over het water voor een betere luchtkwaliteit

Amsterdam is een waterstad. Circa 35% van het oppervlak van de stad bestaat uit water. Met jaarlijks zo’n 4,8 miljoen bezoekers is de rondvaart door de grachten en over het IJ één van de meest bezochte attracties van het land. Op het IJ krioelt het van de binnenvaartschepen, veerponten en cruiseschepen. De grachtengordel is UNESCO-werelderfgoed. De grachten worden op zomerse dagen druk bevaren door pleziervaartuigen. De verdere groei van het aantal bewoners en bezoekers zorgt voor meer druk op de openbare ruimte en dus ook op het water en de oevers. (Bron: Watervisie Amsterdam 2040). Er is potentie voor vervoer over water voor met name bouwmaterialen, zakelijke afvalstromen en drankle- veringen aan de horeca. Deze goederenstromen zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer 30% van de vrachtwagens in de Amsterdamse binnenstad. (Bron: Artikel Logistiek 2016)

Doelstelling 2.4 Het verduurzamen van de gebouwde omgeving

Amsterdam heeft samen met Nuon, Alliander/Liander, de corporaties en het Rijk een City Deal geslo- ten. Dit is een samenwerkingsprogramma voor een stad zonder aardgas, mét CO2-arme warmtevoor- ziening in 2050 en met 100.000 bestaande woningen die tussen 2018 en 2040 naar een aardgasloze energievoorziening zijn omgezet . Daarvoor worden eerst proefprojecten gedaan, ook in Centrum. De gemeente voert bewustwordingscampagnes en ondersteunt initiatieven uit de buurt.

11 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West Prioriteit 3 Meer ruimte voor voetgangers en fietsers

Niemand kan eromheen, het wordt steeds drukker in de stad. De stad slibt langzaam dicht. Fietsers en voetgangers hebben te weinig ruimte. Het is tijd voor echte keuzes, waarin we voorrang geven aan voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer en waarin Amsterdam autoluw wordt. (Bron: Coalitieakkoord ‘ Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Onderzoeken autoluw en autovrij Er wordt onderzoek gedaan naar het autovrij maken van met specifieke aandacht voor de Nes, de fietsroute Damstraat en het laad- en losregime op de Noordelijke Burgwallen. Vanuit de Tweede Bloemdwarsstraat komen veel klachten over drukte en sluipverkeer. We gaan onderzoeken wat we hieraan kunnen doen.

Touringcars (en Hop on Hop off bussen) In 2019 wordt een touringcaragenda vastgesteld die op basis van een transitieplan voorziet in het over de komende jaren geleidelijk weren van touringcarverkeer uit het centrum.

Taxi’s In 2018 is gestart met maatregelen in de Leidsebuurt gericht op het terugdringen van de overlast van rondrijdende en toeterende taxi’s. Ook op het en rond de Wallen zijn proeven gedaan. Deze aanpak met pilots met gerichte handhaving, nachtelijke pop-up standplaatsen en maatwerk per locatie wordt voortgezet in de Agenda Amsterdam Autoluw.

Kademuren en bruggen De kademuren en grachten zijn kenmerkend voor Amsterdam en behoren in het centrum tot het nationaal erfgoed. Om de kademuren en bruggen te beschermen en de levensduur te verlengen, is het van belang is dat de belasting er omlaag gaat. De belasting kan verminderen door het beperken van zwaar vrachtverkeer en het voorkomen dat zware objecten op kademuren en bruggen worden geplaatst. Hiervoor zijn stringenter beleid en duidelijkere werkprocessen rondom vergunning- en ontheffingsverlening en handhaving nodig. Ook de reductie van zwaar verkeer zal een onderwerp moeten worden op de in 2019 vast te stellen Agenda Amsterdam Autoluw.

3.1: Er rijden minder auto’s in de binnenstad 3.2: Meer autoluwe of autovrije fietsstraten en fietsroutes waardoor een uitgebreid en logisch fietsnetwerk ontstaat 3.3:  Beter benutten van bestaande voetgangersruimte door aanpassingen van beleidsregels, openbare ruimte en handhaving

Doelstellingen 3.4: Meer voetgangersruimte ten koste van ruimte voor de auto door herinrichtingen

12 Doelstelling 3.1 Er rijden minder auto’s in de binnenstad

Een groot deel van de openbare ruimte wordt ingenomen door gemotoriseerd verkeer. Vooral in de gebieden die nooit voor de auto zijn bedoeld (19de-eeuwse wijken, de oude binnenstad). Willen we de stad leefbaar en toegankelijk houden, dan moeten we juist de ruimte geven aan spelen, groen en verblijven en moeten we ons zoveel mogelijk verplaatsen met efficiëntere vormen van vervoer. Een belangrijke keuze is om de footprint van de auto in de stad te verkleinen. Centrum West is het gebied met de hoogste overlast van verkeersdrukte. Bewoners oordelen hierover lager dan gemiddeld. Voor de overlast van verkeersdrukte geeft men een 6,4 versus 7,0 gemiddeld. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West). 22% van de bewoners van Centrum West heeft een auto. Van de ondervraagde bewoners in Centrum- West heeft iets minder dan de helft (46%) een auto. In de Grachtengordel West ligt dit aandeel beduidend hoger, namelijk op 59% terwijl dat in de Burgwallen Oude Zijde 34% is. Het merendeel van de bewoners heeft in het afgelopen jaar moeite gehad met het vinden van een vrije parkeerplaats in hun buurt: 65% van de 965 bewoners met een auto geeft dit aan. Aan de 149 bewoners die bereid zijn verder weg te parkeren is gevraagd tot hoe ver ze hun auto maximaal willen parkeren ten behoeve van een verbetering van de openbare ruimte in de buurt. Ruim 4 op de 10 van deze bewoners in Centrum West is bereid de auto in een aangrenzende buurt te parkeren, 15% doet dat liever in een straat in de eigen buurt of in een ander stadsdeel binnen de ring. (Bron: Online buurtenquête 2018).

Doelstelling 3.2 Meer autoluwe of autovrije fietsstraten en fietsroutes waardoor een uitgebreid en logisch fietsnetwerk ontstaat

De ruimte voor fietsers knelt en leidt tot stress en de drukte. Vooral tijdens de spits neemt de drukte vervelende vormen aan. Door de groei en de verdichting van de stad is de opgave op het gebied van bereikbaarheid en leefbaarheid urgent. Het aantal verplaatsingen neemt de komende jaren fors toe. Zonder ingrijpen gaat het vooral voor fietsers onveilig en oncomfortabel worden en komt de verbon- denheid met de regio onder druk te staan. (Bron: Kernboodschap Autoluw)

Doelstelling 3.3 Beter benutten van bestaande voetgangersruimte door aanpassingen van beleidsregels, openbare ruimte en handhaving

De loopruimte voor voetgangers in Centrum West wordt overwegend als onvoldoende (34%) of matig (32%) beoordeeld. Vooral in de Burgwallen Oude Zijde is het slecht gesteld met de ruimte voor voet- gangers; 22% beoordeelt die als voldoende tot uitstekend. De meest genoemde redenen waardoor de ruimte voor voetgangers wordt beperkt, zijn geparkeerde fietsen (56%), geparkeerde scooters, brom- mers en motoren (53%), de inrichting van de straten (bijvoorbeeld smalle stoepen, eveneens 53%) en de grote groepen mensen die in de buurt worden rondgeleid (49%). (Bron: Online buurtenquête 2018)

Doelstelling 3.4 Meer voetgangersruimte ten koste van ruimte voor de auto door herinrichtingen

De verblijversdichtheidsindex is een maat die het aantal verblijvers per hectare openbare ruimte be- schrijft op een gemiddelde dag in het jaar. Er wordt daarbij gekeken naar het aantal bewoners, werken- den, studenten en bezoekers. Op de Burgwallen Oude Zijde is de verblijversdichtheid het hoogst en het meest gestegen: van 950 naar 1069. is de op één na drukste wijk van de stad (525) gevolgd door Grachtengordel West (457). Ook hier steeg de index fors, in Grachtengordel West sneller dan in Burgwallen Nieuwe Zijde (2014: 496 en 411) (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West)

13 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West Prioriteit 4 Behouden van een gemengd woon- en werkmilieu

De Amsterdamse woningmarkt kookt over. Als gevolg daarvan stijgen de prijzen en staan steeds meer mensen in de rij. Vooral mensen met een laag inkomen en mensen met een middeninkomen komen er op de woningmarkt nauwelijks tussen. Het verdelen van een toenemende schaarste vraagt om regulering; om meer grip van de gemeente op de woningmarkt. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Verbod op vakantieverhuur Aansluitend op en parallel aan de eventuele wijziging van de Huisvestingsverordening in 2020 kan voor Centrum West geïnventariseerd worden of het in sommige buurten wenselijk is een algeheel verbod op vakantieverhuur in te stellen.

4.1: Meer woningen geschikt voor ouderen 4.2: Minder vakantieverhuur van woningen zodat woningen daadwerkelijk als woning worden gebruikt 4.3: Het behouden en realiseren van een gemengde woningvoorraad per buurt 4.4: Meer maatschappelijke voorzieningen voor bewoners Doelstellingen

14 Doelstelling 4.1 Meer woningen geschikt voor ouderen

Het aandeel 65-plussers neemt al jaren toe en ligt iets boven het stedelijk gemiddelde (14% versus 12%). In Grachtengordel-West (17%), de Jordaan (16%) en sinds kort de Haarlemmerbuurt (15%) wonen meer 65-plussers dan gemiddeld in de stad (12%). De bevolking vergrijst, maar de woningen zijn vaak niet geschikt (te maken) voor ouderen. Centrum West telt weinig nultredewoningen, woningen die zonder trap zijn te bereiken en waarvan alle vertrekken gelijkvloers liggen (14% versus 26% gemiddeld in de stad). Bewoners vinden hun woning minder vaak geschikt om oud in te worden (32% versus 40% gemiddeld). Het aandeel ouderen (65+) dat de woning geschikt vindt om oud in te worden neemt af, van 56% in 2011 naar 46% in 2015. Wellicht dat deze groep 65-plussers ouder wordt en merkt dat het niet altijd meer gaat. De verhuisgeneigdheid onder ouderen neemt niet toe en is gemiddeld (13% versus 12%). In de Jordaan willen ouderen wel relatief vaak verhuizen (18%). Met name in de Burgwallen en de Jordaan vindt men de woning minder vaak geschikt voor ouderen (23% en 30%). (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West)

Doelstelling 4.2 Minder vakantieverhuur van woningen zodat woningen daadwerkelijk als woning worden gebruikt

In Centrum West worden per 100 woningen ongeveer 7 woningen aangeboden op Airbnb en soortge- lijke platforms. Het aanbod is daarmee relatief groot en samen met Oud-West/ het hoogste van de stad (gemiddeld 4 per 100 woningen). (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West)

Centrum zet het langjarige programma ‘Wonen boven bedrijven’ onverminderd voort. Het stadsdeel wil ook andere maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat woningen ook daadwerkelijk als woning worden gebruikt.

Doelstelling 4.3 Het behouden en realiseren van een gemengde woningvoorraad per buurt

Er is een afname van particuliere sociale huurwoningen en een toename van dure huurwoningen te zien. Centrum West telt bijna 29.000 woningen, de woningdichtheid is hoog (10.000 woningen per km²). Een groot deel van de woningen (42%) wordt door particulieren verhuurd. Bijna een derde (31%) is in eigen- dom van corporaties en 28% is een koopwoning. Deze verhouding is redelijk stabiel door de tijd en cor- poraties verhuren hun woningen nagenoeg allemaal in het sociale segment. De particuliere huur wordt wel duurder. Het aandeel sociale huur in de particuliere sector nam af van 28% in 2011 naar 22% in 2015. De gemiddelde huur in de vrije sector ligt in Centrum West op €1269, hoger dan gemiddeld in de stad (€1123). De grootste huurstijging is te zien op de Burgwallen en dan met name op de Oude Zijde. Hier nam het aandeel sociale huur af van 61% in 2011 naar 42% in 2015. Van alle woningen is in 2015 12% een huurwoning in het duurdere segment en heeft een huur hoger dan €971. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 2011 en twee keer zo veel als gemiddeld in de stad. Burgwallen Oude Zijde heeft het grootste en snelst stijgende aandeel dure huurwoningen (25%). Daarna volgen Grachtengordel-West (17%) en Burgwallen Nieuwe Zijde (15%). (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West)

Doelstelling 4.4 Meer maatschappelijke voorzieningen voor bewoners

Vanuit de sociale basis worden in alle wijken bepaalde, voor alle bewoners toegankelijke, voorzieningen noodzakelijk geacht voor het goed functioneren van de dragende samenleving. (Bron: Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018) Maatschappelijke voorzieningen (zowel fysiek als in de vorm van activiteiten) dragen bij aan het verster- ken van het gebied of de wijk waar men woont. Een sterke samenleving met veel actieve bewoners en organisaties levert een belangrijke bijdrage aan het welzijn van bewoners en de leefbaarheid in de buurt.

15 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West Prioriteit 5 Verbeteren en versterken van de buurteconomie

We willen de lokale en buurteconomie versterken en investeren in de positie van het Midden- en Kleinbedrijf. We willen het instrumentarium om leegstaande winkels tegen te gaan verder uitbreiden. Als het nodig is benutten we de mogelijkheid om strategisch vastgoed in te zetten. We hebben aandacht voor de verdwijnende functie van markten en kijken hoe we die kunnen versterken. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Brancheringsadviescommissie Faciliteren van een brancheringsadviescommissie in de Spuibuurt met de BIZ, eigenaren, stadsdeel en CentrumXL met als doel: kennisuitwisseling, informatieoverdracht en beeldvorming van de gewenste branchering.

5.1: Een meer divers winkelaanbod 5.2: Beter e aansluiting van de markten en de straathandel op de behoefte van de Amsterdammers Doelstellingen

16 Doelstelling 5.1 Een meer divers winkelaanbod

In 2016 doet 85% van de bewoners de dagelijkse boodschappen in het eigen gebied en 43% doet daar de niet-dagelijkse boodschappen. De daling ten opzichte van 2014 (niet-dagelijkse boodschappen was toen 57%) komt doordat meer bewoners kleding en schoenen via internet bestellen, producten waar het kernwinkelapparaat sterk op leunt. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum West)

Rond de 60% van de ondervraagden in de Burgwallen Oude Zijde, Burgwallen Nieuwe Zijde en Grachtengordel West wil een bakkerij in de buurt. In de Haarlemmerbuurt en de Jordaan is de behoefte hieraan een stuk kleiner (tussen de 35% en 41%). Ook een slagerij en viswinkel zijn volgens de respon- denten goede aanvullingen op het winkelaanbod. Het verschil tussen huidige en gewenste situatie is vooral op de Burgwallen Oude Zijde het grootst. Respondenten geen aan dat er beslist geen winkels die op toeristen gericht zijn bij mogen komen. (Bron: Online buurtenquête 2018) De gemeente richt zich vooral op het tegengaan van detailhandel in toeristische producten.

Doelstelling 5.2 Betere aansluiting van de markten en de straathandel op de behoefte van de Amsterdammers

Variatie in het aanbod is een belangrijke factor in het functioneren van markten. Cruciaal is dat de samenstelling en kwaliteit van het marktaanbod in afstemming zijn met de wensen van consumenten. In sommige buurten is dat een aanbod van exclusieve producten van een hoge kwaliteit, terwijl op andere plaatsen prijs een belangrijke(re) factor is. Ook blijkt dat variatie (in het eetbare productaanbod) van grote invloed is op de waardering van de betreffende markt. Hoe meer variatie, hoe leuker men de markt vindt. In de binnenstad bestaat een breed scala aan periodieke markten met een aanbod van niet-dagelijkse artikelen, zoals boeken, platen, kunst, antiek en curiosa. Denk aan de boekenmarkt op het en de biologische markt op de . Deze gespecialiseerde non-food themamarkten dragen in potentie bij aan de gewenste hoogwaardigheid en diversiteit van het detailhandelsaanbod. De markten op de Noordermarkt, Lindengracht en Westerstraat worden door bezoekers beoordeeld met respectievelijk een 8,3, 7,8 en 7,8. (Bron: Onderzoek markten 2017)

17 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West Prioriteit 6 Meer bewoners doen actief mee in de samenleving

Gezondheid is ons grootste goed. Je gezond voelen, controle over je eigen leven hebben en meedoen in de maatschappij is voor iedereen belangrijk. Wij willen hulp en zorg bieden aan wie dat nodig heeft en zorgen dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Helaas zijn er in Amsterdam nog grote verschillen in gezondheid. Lager opgeleiden krijgen gemiddeld 19 jaar eerder te maken met gezondheidsklachten dan hoger opgeleiden. Het aanpakken van ongelijkheid in gezondheid heeft voor ons daarom grote prioriteit. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’).

Tijdelijk Bewonerscentrum op de Wallen In 2018 is als ‘pop-up’ in de Lange Niezel een tijdelijk bewonerscentrum gestart, mede in het kader van de I Live Here campagne. Dankzij de inzet van vrijwilligers uit de buurt heeft het centrum kunnen draaien. Omdat pandeigenaar 1012Inc het pand gaat renoveren, moet het bewonerscentrum weg uit de huidige locatie. Behoud is wenselijk. We gaan daarom onderzoeken of het haalbaar is het centrum voort te zetten op een andere locatie en in definitievere vorm.

6.1: Meer kansen jeugd en jongeren 6.2: Meer mensen zorgen voor elkaar en hun omgeving 6.3: Meer ontmoetingsplaatsen door herinrichting van speeltuinen Doelstellingen

18 Doelstelling 6.1 Meer kansen jeugd en jongeren

De 4e-klassers (15-16 jarigen) uit dit gebied roken en/of gebruiken relatief vaak cannabis: 14% rookt één keer per maand of vaker (Amsterdam: 9%) en voor cannabis is dit 12% (Amsterdam: 7%). Het alcoholgebruik (één keer per maand of meer) ligt met 28% ook ver boven het stedelijk gemiddelde (12%). Relatief veel 4e-klassers zijn wel eens gedwongen tot een seksuele handeling (2016: 5% versus 3% gemiddeld). In de Haarlemmerbuurt ligt het aandeel laagopgeleide schoolverlaters met 10% boven het gemiddelde. (Bron: Gebiedsanalyse Centrum West 2017)

Doelstelling 6.2 Meer mensen zorgen voor elkaar en hun omgeving

In het beeld van 2022 dat ons voor ogen staat, zien we dat verschillen in de stad leidend zijn voor investeringen in de sociale basis en voor de inzet van zorg en ondersteuning. In kwetsbare gebieden investeren we daarom meer in collectieve voorzieningen, stimuleren we maatschappelijk initiatief en plegen we meer gerichte inzet vanuit zorg en ondersteuning. De sociale basis en de samenwerking tussen hulpverleners zijn dan optimaal geregeld. De zorg en ondersteuning wordt eenvoudiger en herkenbaarder georganiseerd. De Amsterdammer weet gemakkelijker zijn weg te vinden en de profes- sionals weten elkaar gemakkelijker te vinden.

Doelstelling 6.3 Meer ontmoetingsplaatsen door herinrichting van speeltuinen

Speeltuinen zijn plekken waar kinderen zich heerlijk uit kunnen leven. Uitdagende speeltuinen bieden meer. Ze zijn ook een ontmoetingsplaats voor kinderen, ouders, buren, vrijwilligers en werkers van diverse (in)formele organisaties in de wijk. De betrokkenheid van bewoners bij deze ontmoetingsplaat- sen in de buurt versterkt de binding met elkaar, heeft een positieve invloed op de sfeer in de wijk en bevordert de leefbaarheid voor jong en oud. (Bron: Website Dock)

19 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum West 2 Centrum Oost

Inleiding 21

Prioriteit 1 Verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid 24

Prioriteit 2 Aanpassen aan de verwachte klimaatverandering 26

Prioriteit 3 Meer ruimte voor voetgangers en fietsers 30

Prioriteit 4 Behouden van een gemengd woon- en werkmilieu 34

Prioriteit 5 Verbeteren en versterken van de buurteconomie 36

Prioriteit 6 Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid op de 38

Prioriteit 7 Voorsorteren op de groei van de stad 40

20 Een nieuw Amsterdams stadsbestuur betekent ook nieuwe gebiedsagenda’s voor alle gebieden in de stad. In een gebiedsagenda staan de prioriteiten van een gebied voor een periode van vier jaar: waar willen bewoners, ondernemers, partners en de gemeente in een gebied aan werken de komende jaren? De basis voor de gebiedsagenda is de gebiedsanalyse. De gebiedsanalyse beschrijft eens in de vier jaar een gebied op basis van statistieken, onderzoeken en de kennis van de professionals die in de gebie- den werken. De gebiedsanalyse beschrijft in het kort de situatie op een groot aantal thema’s, variërend van de bevolkingsontwikkeling tot de toenemende drukte in de stad. In de gebiedsanalyse worden de belangrijkste onderwerpen in een gebied zichtbaar. Deze onderwerpen worden getoetst, onder andere in de online buurtenquête en tijdens gesprekken met bewoners, ondernemers en andere betrokkenen.

Uit de gebiedsanalyse, de online buurtenquête en de verschillende gesprekken zijn prioriteiten opge- steld voor de gebiedsagenda. De prioriteiten zijn een weergave van de belangrijkste opgaven in een gebied. Iedere prioriteit is vertaald in maximaal vier doelstellingen.

Totstandkoming van de gebiedsagenda

Online buurtenquête Om te achterhalen wat er in de buurten van stadsdeel Centrum leeft, voert Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) sinds 2015 op verzoek van het stadsdeel jaarlijks de Buurtenquête uit. In deze enquête worden vragen gesteld over uiteenlopende onderwerpen. Een enkele keer worden vragen uit eerdere edities herhaald om vergelijkingen in de tijd mogelijk te maken. De ervaringen, meningen en suggesties van bewoners, ondernemers en andere mensen die in het Centrum werken, zorgen samen voor een goed beeld van wat er leeft in de buurten van het stadsdeel. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van 8 mei tot en met 5 juni 2018. Respondenten konden de vragenlijst invullen als bewoner, ondernemer of werkende in de buurt. In totaal hebben 4895 mensen uit stadsdeel Centrum aan het onderzoek meegedaan. Als eerste kregen respondenten de gelegenheid aan te geven welk probleem of welke zaak de gemeente als eerste zou moeten aanpakken in de buurt. Van de 2327 respondenten uit Centrum- Oost hebben er 130 (6%) geen antwoord gegeven op deze vraag. De antwoorden die gegeven zijn, hebben betrekking op alom bekende problemen in de binnenstad: de (overlast van) drukte, eenzijdig winkelaanbod, overlastgevend gedrag in de openbare ruimte (van bijvoorbeeld fietsers, voetgangers, toeristen en mensen met psychische- of psychiatrische problemen), drank- en drugsgerelateerde overlast, overlast van autoverkeer (inclusief taxi’s, toeristenbussen en vrachtverkeer en de wens voor een autoluwe binnenstad), vervuiling, geluids- of stankoverlast en overlast van illegale vakantieverhuur. Kortom: allerlei zaken die aangepakt kunnen worden om de leefbaarheid in het Centrum te verbeteren.

21 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost In het algemeen geldt dat hoger opgeleiden en mensen met een Nederlandse herkomst meer dan andere groepen bereid zijn om aan onderzoek mee te werken. Dit geldt ook voor de leden van het onli- ne bewonerspanel van OIS en voor de respondenten die via de open link aan het onderzoek hebben meegewerkt. Verder geldt dat beide groepen waarschijnlijk meer dan gemiddeld betrokken zijn bij de stad. De methodes die zijn gebruikt om de data te verzamelen in het huidige onderzoek leiden maar gedeeltelijk tot een representatief beeld van alle Amsterdammers.

Participatie Op verschillende manieren zijn bewoners en ondernemers betrokken bij het tot stand komen van het gebiedsplan. Natuurlijk wordt hierbij gebruik gemaakt van digitale kanalen zoals de online buurten- quête, Stem van Centrum, Facebook, Twitter en de website van stadsdeel Centrum, maar bewoners, ondernemers en niet te vergeten professionals zoals wijkagenten en buurtwerkers worden ook actief en direct benaderd om mee te denken. Voor de gebiedsagenda is dat gebeurd tijdens reguliere buurto- verleggen, zoals het Integraal Burgwallen Overleg, en in buurtverleggen die ad hoc of op projectbasis plaatsvinden. Bij alle BIZ-verenigingen en winkelstraatmanagers is geïnventariseerd wat zij belangrijk vinden voor de gebiedsagenda. Buiten deze enigszins formele weg van participatie is er met nadruk ook een meer informele weg bewandeld. De makelaars van de gebiedsteams zijn de ‘ogen en oren’ op straat en onderhouden goede banden met zeer veel betrokkenen in de buurten. Zij zijn daar een bekend gezicht en krijgen op die manier een schat aan informatie over wat betrokkenen belangrijk vinden voor hun buurten in het komende jaar (en daarna).

Stem van Centrum - in gesprek met de stadsdeelcommissie Op maandag 17 september heeft de stadsdeelcommissie een bijeenkomst voor Stem van Centrum georganiseerd. Op deze avond zijn door de stadsdeelcommissie 70 een-op-eengesprekken gevoerd met bewoners en ondernemers en hebben dertien bewoners en ondernemers ‘op de zeepkist’ hun zorgen en ideeën met de stadsdeelcommissie gedeeld. Ook deze input is verwerkt. Participatie en democratisering Samen maken we Amsterdam. Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën als het stadsbestuur. Wij streven naar een open en transparant bestuur, een naar buiten gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk initiatief en een gebiedsgerichte werkwijze. We voelen het als onze verantwoordelijkheid om de zeggenschap van bewoners te vergroten. Niet door nieuwe stelsels, maar door met de stad het gesprek en debat aan te gaan over hoe dat kan. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’).

De komende vier jaar werkt stadsdeel Centrum mee aan de ambitieuze agenda voor democratische vernieuwing van de stad. We ontwikkelen een programma waarbij geëxperimenteerd wordt met nieuwe vormen van participatieve en representatieve democratie. Het doel hierbij is dat bewoners en ondernemers een grotere zeggenschap krijgen over hun directe omgeving. Een grotere zeggenschap over je eigen omgeving start met toegankelijke informatie. Stadsdeel Centrum zorgt er daarom voor dat alle inwoners en bewoners tijdig toegang krijgen tot belangrijke informatie. Bewoners worden hierdoor in staat gesteld om beleid beter te volgen en gericht input te kunnen leveren.

22 Het versterken van participatie, wordt ingezet op vijf manieren: 1. De besluitvorming over besteding van bepaalde middelen wordt bij bewoners zelf neergelegd. Hierbij gaat het om experimenten met buurtrechten en buurtbudgetten. Het stadsdeelbestuur kan (binnen kaders), in overleg met de buurt, besluiten over de bestemming. In 2019 starten we met een experiment buurtbudget. 2. Buurtinitiatieven krijgen alle ruimte. We onderzoeken hoe we deze beter kunnen ondersteunen. Hierbij kunnen de buurtinitiatieven een beroep doen op het fonds voor maatschappelijk initiatief en voor kleinschalige initiatieven op het budget buurtinitiatief van het stadsdeel zelf. 3. Experimenter en met nieuwe manieren van communiceren en het ophalen van informatie. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van nieuwe digitale platforms en apps om de mening van bewoners en ondernemers op te halen. 4. Meer nog dan nu worden bewoners en ondernemers betrokken bij planvorming en ontwikkeling van nieuw beleid. 5. Democratisering is iets wat iedereen binnen de gemeentelijke organisatie aangaat. Om deze reden wordt binnen het stadsdeel een organisatiebrede discussie gestart over democratisering en bewo- nersparticipatie. Met elkaar wordt verkend wat democratische vernieuwing inhoudt voor het eigen werk binnen de gemeente en hoe het werkproces hier beter op kan worden ingesteld.

Gebiedsbeschrijving Centrum-Oost omvat het zuidelijke deel van de Grachtengordel, de Weteringschans, de Nieuwmarktbuurt en , Centraal Station, de Weesperbuurt, de Plantagebuurt, het Oosterdok, de en de Oostelijke Eilanden.

De Grachtengordel Zuid en de Weteringschans zijn welgestelde woonbuurten met relatief veel hoogop- geleiden en hoge inkomens. In deze wijken liggen ook (inter)nationaal bekende uitgaanslocaties als het Rembrandtplein en het . Hier zijn drukte en overlast de belangrijkste aandachtspunten voor de leefbaarheid in de buurt. De Nieuwmarktbuurt en De Lastage vormen een overgangsgebied tussen de drukte op de Wallen en en de rustigere woonbuurten in de oostelijke binnenstad. De Weesperbuurt/ is een ruimer opgezette wijk met meer groen. De Hortus en Artis trekken hier veel mensen naartoe. Daarnaast zijn de Universiteit van Amsterdam op het Roeterseiland en de vele overheidsdiensten rondom het en de Weesperstraat belangrijke trekkers van studenten en werknemers. Oostelijke Eilanden is een stadsbuurt, gebouwd ten tijde van de stadsvernieuwing in de jaren ’70 en ’80 van de twintigste eeuw. De Kadijken zijn van eerdere datum dan de Oostelijke Eilanden. Aan de uiterste oostrand staat het Funenpark, een nieuwbouwgebied met dure (koop)woningen. Hier wonen veel gezinnen met kinderen (27%).

23 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Prioriteit 1 Verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid

Toerisme hoort bij het internationale karakter van Amsterdam en dat moeten we blijven koesteren. Maar tegelijkertijd worden de positieve kanten van het toerisme, zoals werkgelegenheid en inkomsten voor de stad, steeds meer overschaduwd door de negatieve gevolgen. Overlast, drukte en afval maken dat de leefbaarheid van sommige buurten ernstig onder druk staat. (Bron: Coalitieakkoord ‘ Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Vanuit het stadsdeelbestuur is het noodzakelijk dat veiligheid altijd prioriteit krijgt en integraal met handhaving wordt opgepakt. Amsterdam is al eeuwen een boegbeeld van tolerantie, een plaats waar iedereen zichzelf kan zijn. Die tolerantie staat steeds meer onder druk, met geweldsincidenten tegen de LHBTIQ+-gemeenschap als voorbeeld. Dit is onacceptabel: Amsterdammers moeten zich ongeacht hun achtergrond, levensbeschouwelijke overtuiging, seksuele voorkeur of leeftijd veilig kunnen voelen.

Plan van Aanpak Binnenstad In gebied Centrum Oost staat de leefbaarheid vooral onder druk in de uitgaansgebieden Rembrandtplein en Leidseplein. In deze gebieden is relatief veel overlast van groepen, dronken mensen op straat en horeca. Voor de uitgaansgebieden Rembrandt- en Thorbeckeplein (inclusief Reguliersbuurt), Leidsebuurt en Wallen is een Plan van Aanpak opgesteld. De insteek is om de drie gebieden de aandacht te geven die past bij de intensiteit waarmee ze worden gebruikt. Om de overlast te verminderen worden in 2019 23 maatregelen ingezet. Een kleine opsomming: meer handhaving op straat, zichtbaar maken van alcoholverbod op straat en van handhavingsacties, verbetering aanpak overlastveelplegers, handhaving alcoholverkoop in winkels, betere bewegwijzering, extra handhavingsinzet overlast te water en het invoeren van een nachtsluiting van de grachten.

1.1: Minder overlast van personen-, groepen, horeca- en drugs 1.2: Minder overlast van activiteiten in de openbare ruimte die uitsluitend gericht zijn op toeristen en bezoekers 1.3: Een schonere openbare ruimte 1.4: Minder overlast voor bewoners door gebruikers van het water Doelstellingen

24 Doelstelling 1.1 Minder overlast van personen-, groepen, horeca- en drugs

Centrum Oost is, naast Centrum West, het tweede drukste gebied van de stad. De verblijvers- dichtheidsindex is hoog en gestegen in de wijken rond de uitgaanspleinen Rembrandtplein en Leidseplein. Er is veel overlast, onder meer van groepen, dronken mensen op straat en horeca. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost)

Doelstelling 1.2 Minder overlast van activiteiten in de openbare ruimte die uitsluitend gericht zijn op toeristen en bezoekers

Ruim de helft van de respondenten in Centrum-Oost (55%) heeft wel eens overlast van personen in de buurt. In de Weteringschans en Nieuwmarkt/Lastage ligt dit aandeel iets hoger, in de Oostelijke Eilanden/Kadijken en Weesperbuurt/Plantage iets lager. Daarbij gaat het dan volgens 35% van respon- denten om overlast door toeristen. 13% geeft aan de meeste overlast te hebben van bezoekers van ho- reca. Bekeken op buurtniveau wordt overlast door toeristen vooral ervaren in de Nieuwmarkt/Lastage (46%) en wordt overlast door horecabezoekers vooral in de Weteringschans (22%) en Grachtengordel Zuid gemeld (26%). (Bron: Online buurtenquête 2018)

Doelstelling 1.3 Een schonere openbare ruimte

In de wijken met uitgaansgebieden (Grachtengordel-Zuid, Nieuwmarkt/Lastage en Weteringschans) stijgen de cijfers over vervuiling. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost). 1 op de 5 respondenten geeft aan overlast van vuil op straat te ervaren. Bij overlast van vuil op straat gaat het om op verkeerde tijden aangeboden vuilnis (onder andere door toeristen/vakantieverhuur), de hoeveelheid afval van horeca, zwerfvuil, het niet tijdig ophalen van vuil of legen van containers of het gebrek aan deze contai- ners. (Bron: Online buurtenquête 2018). In de binnenstad mogen bewoners hun vuilniszakken twee keer per week langs de kant van de weg zetten. Het stadsdeel kent per wijk verschillende ophaaltijden waarop het huisvuil kan worden aange- boden. Ruim de helft van de bewoners en ondernemers (56%) kent plaatsen in Centrum Oost waar afval buiten reguliere ophaaltijden geplaatst wordt. Veel vuilniszakken worden opengepikt door vogels waardoor het vuil zich verspreidt. (Bron: Online buurtenquête 2017)

Doelstelling 1.4 Minder overlast voor bewoners door gebruikers van het water

De ergernis van bewoners over overlast op het water is de laatste jaren fors toegenomen. De open boten die in en rond het weekend met luide muziek door de binnenstad varen, zijn uitgegroeid tot één van de symbolen van de druktediscussie. Het aantal vergunde passagiersvaartuigen is de laatste drie jaar bijna verdriedubbeld en afhankelijk van juridische procedures kan dit aantal ook nog toenemen voor boten van boven de 14 meter. Er is een toenemend aantal klachten en rondom op- en afmeer­ locaties ontstaan toeristische hubs. Daarnaast is er veel overlast van het ’proppen’, het op straat werven van klanten.

25 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Prioriteit 2 Aanpassen aan de verwachte klimaatverandering

Wij zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering merkt en de laatste generatie die er wat aan kan doen. Als we willen dat Amsterdam bij haar achthonderdste verjaardag nog altijd in blakende gezondheid verkeert, moeten we nu stevige keuzes durven maken. We streven ernaar om de groene koploper van Nederland en Europa te worden. Het vraagt dat we kiezen voor aardgasvrije wijken, voor verdere verduurzaming en energiebesparing en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Juist omdat we de openbare ruimte met steeds meer Amsterdammers delen, moet die groen en gezond zijn. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

2.1: De openbare ruimte is beter ingericht om de verwachte wateroverlast, droogte en hittestress op te vangen 2.2: Het verminderen van het aantal (vervuilende) vervoersbewegingen voor een betere luchtkwaliteit 2.3: Meer (volledig uitstootvrij) goederenvervoer over het water voor een betere luchtkwaliteit

Doelstellingen 2.4: Het verduurzamen van de gebouwde omgeving

26 Het regent vaker harder en dat kan de (binnen)stad niet aan. Het groen in de stad speelt een belangrijke rol. Groene daken zorgen bijvoorbeeld voor een betere opname van het regenwater en dat vertraagt de waterafvoer richting de straat zodanig dat de riolering de toename beter aankan. Daarnaast heeft groen een verkoelende werking door verdamping bij extreme hitte. In de dichtbebouwde binnenstad zijn postzegelparken en groenstroken van groot belang. Daar waar mogelijk wordt versteende openbare ruimte vergroend en worden groene bewonersinitiatieven ondersteund.

Knowlegde Mile Park Het project Knowledge Mile Park (van Amstelplein via Wibaut- en Weesperstraat naar de Valkenburgerstraat) moet de komende jaren uitgroeien tot een innovatief Amsterdams stadspark met internationale allure. Door samenwerking van bewoners, ondernemers, onderzoekers, ambtenaren én studenten wordt stap voor stap een stadspark gerealiseerd met als doel om dakvlak, gevels en maaiveld te vergroenen. Doel is ook om samen te werken aan een duurzame stadsstraat van de toekomst. Zo worden in de Valkenburgerstraat de kansen voor geveltuinen geïnventariseerd en worden gesprekken met pandeigenaren op gang gebracht om in deze straat meer groen te realiseren.

Weteringpark In september 2018 is ingestemd met het principebesluit om van het Weteringcircuit een park te maken. Dit kan door de belendende plantsoenen bij het plein te voegen. Dit principebesluit wordt nu uitgewerkt tot een Concept Nota van Uitgangspunten. Hiervoor vinden verschillende gesprekken plaats met belanghebbenden.

27 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Doelstelling 2.1 De openbare ruimte is beter ingericht om de verwachte wateroverlast, droogte en hittestress op te vangen

De Weesperbuurt/Plantage is een ruim opgezette wijk met meer groen. De Hortus en Artis trekken hier veel mensen. Over het groen in de Nieuwmarkt/Lastagebuurt zijn bewoners niet erg te spreken (5,7). (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost). In de online buurtenquête wordt door de respondenten aangegeven dat de omgeving op dit moment vooral versteend is in plaats van groen. (Bron: Online buurtenquête 2018) In een versteende omgeving zoals de Nieuwmarkt/Lastagebuurt draagt groen bij aan een prettige leefomgeving waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Er valt extra winst te behalen door bij de aanleg (en bij het beheer) ook de vraag te stellen welke bijdrage dit groen kan leveren aan een stad die voorbereid is op klimaatveranderingen. Door steen te vervangen door groen kan water- overlast beperkt worden. Groen biedt schaduw bij zeer warme weersomstandigheden. In de toekomst worden meer oplossingen verwacht.

Doelstelling 2.2 Het verminderen van het aantal (vervuilende) vervoersbewegingen voor een betere luchtkwaliteit

De gemiddelde concentratie stikstofdioxide, een maat voor luchtkwaliteit, in dit gebied is 31 μg/m3. Dat is onder de Europese norm van 40 μg/m3. Er is een aantal buurten in dit gebied waar door de GGD en RIVM op meetpunten een concentratie stikstofdioxide van 40 μg/m3 of hoger wordt geconstateerd. Dit doet zich voor op de volgende plekken: Prins Hendrikkade (naar verwachting opgelost in 2019 door ingebruikname van de Noord/Zuidlijn), Valkenburgerstraat, Weesperstraat en het Jonas Daniël Meijerplein. Door vermindering van dieselverkeer kan de luchtkwaliteit verbeterd worden. Het terug- dringen van het aantal verkeersbewegingen draagt hier ook aan bij. Er zijn geen overschrijdingen van de normen voor fijnstof.

Doelstelling 2.3 Meer (volledig uitstootvrij) goederenvervoer over het water voor een betere luchtkwaliteit

Amsterdam is een waterstad. Circa 35% van het oppervlak van de stad bestaat uit water. Met jaarlijks zo’n 4,8 miljoen bezoekers is de rondvaart door de grachten en over het IJ één van de meest bezochte attracties van het land. Op het IJ krioelt het van de binnenvaartschepen, veerponten en cruiseschepen. De grachtengordel is UNESCO-werelderfgoed. De grachten worden op zomerse dagen druk bevaren door pleziervaartuigen. De verdere groei van het aantal bewoners en bezoekers zorgt voor meer druk op de openbare ruimte en dus ook op het water en de oevers. (Bron: Watervisie Amsterdam 2040) Er is potentie voor vervoer over water voor met name bouwmaterialen, zakelijke afvalstromen en drankleve- ringen aan de horeca. Deze goederenstromen zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer 30% van de vrachtwagens in de Amsterdamse binnenstad. (Bron: Artikel Logistiek 2016)

Doelstelling 2.4 Het verduurzamen van de gebouwde omgeving

Amsterdam heeft samen met Nuon, Alliander/Liander, de corporaties en het Rijk een City Deal geslo- ten. Dit is een samenwerkingsprogramma voor een stad zonder aardgas, mét CO2-arme warmtevoor- ziening in 2050 en met 100.000 bestaande woningen die tussen 2018 en 2040 naar een aardgasloze energievoorziening zijn omgezet. Daarvoor worden eerst proefprojecten gedaan, ook in Centrum. De gemeente voert bewustwordingscampagnes en ondersteunt initiatieven uit de buurt.

28 29 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Prioriteit 3 Meer ruimte voor voetgangers en fietsers

Niemand kan er omheen, het wordt steeds drukker in de stad. De stad slibt langzaam dicht. Fietsers en voetgangers hebben te weinig ruimte. Het is tijd voor echte keuzes, waarin we voorrang geven aan voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer en waarin Amsterdam autoluw wordt. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

3.1: Er rijden minder auto’s in de binnenstad 3.2: Meer autoluwe of autovrije fietsstraten en fietsroutes waardoor een uitgebreid en logisch fietsnetwerk ontstaat 3.3: Beter benutten van bestaande voetgangersruimte door aanpassingen van beleidsregels, openbare ruimte en handhaving

Doelstellingen 3.4: Meer voetgangersruimte ten koste van ruimte voor de auto door herinrichtingen

30 Fietsenstallingen In het kader van de pilot Gastvrij en Veilig Rembrandtplein is in 2017 besloten om de geparkeerde fiets grotendeels te verwijderen van het Rembrandtplein, het Thorbeckeplein en de omliggende straten. In de omgeving van het Rembrandtplein kan daadwerkelijk voor de voetganger aan ruimte gewonnen worden als een fietsenstalling wordt gemaakt onder het plein. In 2020 wordt het besluit genomen of deze garage al dan niet wordt aangelegd. In het project ‘Van Weteringcircuit naar Weteringpark’ wordt gemonitord of het aantal fietsen niet te explosief groeit als gevolg van de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn. Zo ja, dan wordt onderzocht of daar een ondergrondse fietsenstalling gerealiseerd kan worden.

Touringcars (en Hop on Hop off bussen) In 2019 wordt een touringcaragenda vastgesteld die op basis van een transitieplan voorziet in het over de komende jaren geleidelijk weren van touringcarverkeer uit het centrum.

Taxi’s In 2018 is gestart met maatregelen in de Leidsebuurt gericht op het terugdringen van de overlast van rondrijdende en toeterende taxi’s. Ook op het Rembrandtplein en rond de Wallen zijn proeven gedaan. Deze aanpak met pilots met gerichte handhaving, nachtelijke pop-up standplaatsen en maatwerk per locatie wordt voortgezet in de Agenda Amsterdam Autoluw.

Kademuren en bruggen De kademuren en grachten zijn kenmerkend voor Amsterdam en behoren in het centrum tot het nationaal erfgoed. Om de kademuren en bruggen te beschermen en de levensduur te verlengen is het van belang dat de belasting er omlaag gaat. De belasting kan verminderen door het beperken van zwaar vrachtverkeer en het voorkomen dat zware objecten op kademuren en bruggen worden geplaatst. Hiervoor zijn stringenter beleid en duidelijkere werkprocessen rondom vergunning- en ontheffingsverlening en handhaving nodig. Ook de reductie van zwaar verkeer zal een onderwerp moeten worden op de in 2019 vast te stellen Agenda Amsterdam Autoluw.

31 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Doelstelling 3.1 Er rijden minder auto’s in de binnenstad

Een groot deel van de openbare ruimte wordt ingenomen door gemotoriseerd verkeer. Vooral in de gebieden die nooit voor de auto zijn bedoeld (19de-eeuwse wijken, de oude binnenstad). Willen we de stad leefbaar en toegankelijk houden, dan moeten we juist de ruimte geven aan spelen, groen en verblijven en moeten we ons zoveel mogelijk verplaatsen met efficiëntere vormen van vervoer. Een belangrijke keuze is om de footprint van de auto in de stad te verkleinen. 24% van alle bewoners van Centrum Oost heeft een auto. Van de ondervraagde bewoners in Centrum Oost heeft iets meer dan de helft een auto (54%). In de Grachtengordel Zuid ligt dit aandeel bedui- dend hoger, namelijk op 65%, terwijl dat in de Nieuwmarkt/Lastage 48% is. De helft van de bewoners heeft in het afgelopen jaar moeite gehad met het vinden van een vrije parkeerplaats in de buurt: 49% van de 1041 bewoners met een auto in Centrum-Oost geeft dit aan. Aan de 159 bewoners die bereid zijn verder weg te parkeren is gevraagd tot hoe ver ze hun auto maximaal willen parkeren ten behoeve van een verbetering van de openbare ruimte in de buurt. 4 op de 10 van deze bewoners in Centrum Oost is bereid de auto in een aangrenzende buurt te parkeren, 14% doet dat liever in een straat in de eigen buurt en een nagenoeg even groot deel wil wel in een ander stadsdeel binnen of buiten de ring parkeren. (Bron: Online buurtenquête 2018)

Doelstelling 3.2 Meer autoluwe of autovrije fietsstraten en fietsroutes waardoor een uitgebreid en logisch fietsnetwerk ontstaat

De ruimte voor fietsers knelt en leidt tot stress. Vooral tijdens de spits neemt de drukte vervelende vormen aan. Door de groei en verdichting van de stad is de opgave op het gebied van bereikbaarheid en leefbaarheid urgent. Het aantal verplaatsingen neemt de komende jaren fors toe. Zonder ingrijpen gaat het vooral voor fietsers onveilig en oncomfortabel worden en komt de verbondenheid met de regio onder druk te staan. (Bron: Kernboodschap Autoluw)

Doelstelling 3.3 Beter benutten van bestaande voetgangersruimte door aanpassingen van beleidsregels, openbare ruimte en handhaving

De loopruimte voor voetgangers in Centrum Oost wordt overwegend als onvoldoende (26%) of matig (26%) beoordeeld. Vooral in de Grachtengordel Zuid is het slecht gesteld met de ruimte voor voetgangers: 31% beoordeelt die als voldoende tot uitstekend, terwijl dat op de Oostelijke Eilanden/Kadijken 70% is. De meest genoemde redenen waardoor de ruimte voor voetgangers wordt beperkt, zijn de inrichting van de straten (bijvoorbeeld smalle stoepen: 57%), geparkeerde fietsen (56%), geparkeerde scooters, brommers en motoren (51%) en de grote groepen mensen die in de buurt worden rondgeleid (43%). In de Nieuwmarkt/Lastage geeft 63% deze laatste reden op. Daarnaast noemt 28% van de ondervraagden de belemmering van de loopruimte door horecaterrassen. (Bron: Online buurtenquête 2018)

Doelstelling 3.4 Meer voetgangersruimte ten koste van ruimte voor de auto door herinrichtingen

In Centrum Oost is het de afgelopen jaren drukker geworden, met name in de Grachtengordel-Zuid. Grachtengordel-Zuid is het drukste deel; hier liggen de drukbezochte uitgaanspleinen Rembrandtplein en Thorbeckeplein, de Bloemenmarkt, Reguliersbreestraat, de Munt en winkelgebied Leidsestraat. De verblijversdichtheidsindex is hier tussen 2014 en 2016 sterk toegenomen, van 469 naar 521 (Amsterdam gemiddeld: 108). De Weteringschansbuurt, met het Leidseplein, scoort 421 op de verblijversdichtheids- index. De toename van verblijvers is hier wat minder sterk (403 in 2014). In de Nieuwmarkt/Lastage is de verblijversdichtheid nauwelijks toegenomen en ligt nu op 145. In de Weesper-/Plantagebuurt is het wat rustiger, hier is de verblijversdichtheid wel wat toegenomen (van 119 naar 131). De Oostelijke Eilanden/ Kadijken is een rustige wijk gebleven (64). (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost)

32 33 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Prioriteit 4 Behouden van een gemengd woon- en werkmilieu

De Amsterdamse woningmarkt kookt over. Als gevolg daarvan stijgen de prijzen en staan steeds meer mensen in de rij. Vooral mensen met een laag inkomen en mensen met een middeninkomen komen er op de woningmarkt nauwelijks tussen. Het verdelen van een toenemende schaarste vraagt om regulering; om meer grip van de gemeente op de woningmarkt. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’) Nieuwe Uilenburgerstraat 29-59 Het terrein en de gebouwen aan de Nieuwe Uilenburgerstraat 29-59 worden herontwikkeld tot een wooncomplex met senioren als exclusieve doelgroep. Ook komt er een ondersteunende voorziening die bij voorkeur ook beschikbaar is voor de buurt.

4.1: Meer woningen geschikt voor ouderen 4.2: Minder vakantieverhuur van woningen zodat woningen daadwerkelijk als woning worden gebruikt 4.3:  Het behouden en realiseren van een gemengde woningvoorraad per buurt 4.4: Meer maatschappelijke voorzieningen voor bewoners Doelstellingen

34 Doelstelling 4.1 Meer woningen geschikt voor ouderen

Bestaande woningen zijn vaak niet geschikt voor ouderen. Centrum Oost vergrijst sneller in vergelijking met de rest van de stad. Het aandeel 65-plussers neemt naar verwachting toe van 14% in 2017 naar 18% in 2025. Centrum-Oost telt minder nultredewoningen (woningen die zonder trap zijn te bereiken en waarvan alle vertrekken gelijkvloers liggen) dan gemiddeld in de stad (19% versus 26%). 4 op de 10 huishoudens vindt de woning geschikt om oud in te worden; dat is vergelijkbaar met het gemiddelde in de stad (37% versus 40%). Met name in de Grachtengordel-Zuid en de Weteringsschans is het aandeel nultredewoningen laag (8%-10%). Op de Weteringsschans geven daarnaast weinig huishoudens aan dat de woning geschikt is om oud in te worden (28%). Dit geldt ook voor 65-plussers (32%). Toch geeft maar 4% van de 65-plussres aan te willen verhuizen. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost)

Doelstelling 4.2 Minder vakantieverhuur van woningen zodat woningen daadwerkelijk als woning worden gebruikt

Per 100 woningen staan er 6 adressen aangeboden op Airbnb en soortgelijke platforms. Dit is hoger dan gemiddeld in de stad (4 per 100 woningen). Het aanbod is wat groter in de Grachtengordel-Zuid en de Weteringsschans (beide 8 per 100 woningen). Dit zijn wijken met meer koopwoningen waardoor de mogelijkheden hier groter zijn. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost). Centrum zet het langjarige programma ‘Wonen boven bedrijven’ onverminderd voort. Het stadsdeel wil ook andere maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat woningen ook daadwerkelijk als woning worden gebruikt.

Doelstelling 4.3 Het behouden en realiseren van een gemengde woningvoorraad per buurt

Er staan ruim 25.000 woningen in Centrum-Oost. De woningvoorraad is redelijk gelijk verdeeld over koop (32%), corporatie (36%) en particuliere huur (32%). De helft van de woningen heeft een sociale huur. De gemiddelde huur in de vrije sector neemt wel sterk toe, van €1077 in 2011 naar €1306 in 2015 (gemiddeld in Amsterdam €1123). De gemiddelde WOZ-waarde is met €4126 per vierkante meter zeer hoog (gemiddeld €3200 in de stad). In de Oostelijke Eilanden en de Nieuwmarktbuurt staan relatief veel corporatiewoningen (meer dan 60%). Op Kattenburg zelfs meer dan 80%. In Grachtengordel-Zuid zijn bovengemiddeld veel woningen met een hoge huur. (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost)

Doelstelling 4.4 Meer maatschappelijke voorzieningen voor bewoners

Vanuit de sociale basis worden in alle wijken bepaalde, voor alle bewoners toegankelijke, voorzieningen noodzakelijk geacht voor het goed functioneren van de dragende samenleving. (Bron: Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018). Maatschappelijke voorzieningen (zowel fysiek als in de vorm van activiteiten) dragen bij aan het versterken van het gebied of de wijk waar men woont. Een sterke samenleving met veel actieve bewoners en organisaties levert een belangrijke bijdrage aan het welzijn van bewoners en de leefbaarheid in de buurt.

35 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Prioriteit 5 Verbeteren en versterken van de buurteconomie

We willen de lokale en buurteconomie versterken en investeren in de positie van het Midden- en Kleinbedrijf. We willen het instrumentarium om leegstaande winkels tegen te gaan verder uitbreiden. Als het nodig is benutten we de mogelijkheid om strategisch vastgoed in te zetten. We hebben aandacht voor de verdwijnende functie van markten en kijken hoe we die kunnen versterken. (Bron: Coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’)

Nieuwe besluiten markt Waterlooplein In 2019 zal de herinrichting van het Waterlooplein van start gaan. De markt zal tijdens de werkzaamheden op wisselende plekken rond het stadhuis staan, zodat de herinrichting van het plein gefaseerd plaats kan vinden. In 2019 worden ook de besluiten over de vernieuwde markt genomen (instellingsbesluit, inrichtingsbesluit en marktreglement) met als inzet behoud van de breed gewaardeerde kenmerken van deze historische markt, zodat deze ook in de toekomst interessant is voor Amsterdammers en bezoekers van de stad.

5.1: Een meer divers winkelaanbod 5.2: Beter e aansluiting van markten en de straathandel op de behoefte van de Amsterdammers Doelstellingen

36 Doelstelling 5.1 Een meer divers winkelaanbod

In 2016 doet 56% van de bewoners de dagelijkse boodschappen in het eigen gebied (net als in 2014) en 15% doet daar de niet-dagelijkse boodschappen. Dit is relatief laag, veel bewoners winkelen buiten Centrum-Oost (bijvoorbeeld in Centrum-West). (Bron: Gebiedsanalyse 2017 Centrum Oost). Uit de enquête blijkt dat de meeste behoefte is aan brood- en banketwinkels. 60% van de ondervraagden die niet tevreden is over het winkelaanbod in de buurt in Centrum Oost wil graag zo’n zaak in de buurt. Op de Oostelijke Eilanden/Kadijken is er veel behoefte aan een drogisterij (58%). Het verschil tussen huidige en gewenste situatie is vooral in de Nieuwmarkt-/Lastagebuurt het grootst. Respondenten geven aan dat er beslist geen winkels die op toeristen gericht zijn bij mogen komen. (Bron: Online buurtenquête 2018). De gemeente richt zich vooral op het tegengaan van detailhandel in toeristische producten.

Doelstelling 5.2 Betere aansluiting van markten en de straathandel op de behoefte van de Amsterdammers

Variatie in het aanbod is een belangrijke factor in het functioneren van markten. Cruciaal is dat de samenstelling en kwaliteit van het marktaanbod in afstemming zijn met de wensen van consumenten. In sommige buurten is dat het aanbod van exclusieve producten van een hoge kwaliteit, terwijl op andere plaatsen prijs een belangrijke(re) factor is. Ook blijkt dat variatie (in het eetbare productaanbod) van grote invloed is op de waardering van de betreffende markt. Hoe meer variatie, hoe leuker men de markt vindt. In de binnenstad bestaat een breed scala aan periodieke markten met een aanbod van niet-dagelijkse artikelen, zoals boeken, platen, kunst, antiek en curiosa. Denk aan het Waterlooplein, de Nieuwmarkt en de plantenmarkt op het Amstelveld. Deze gespecialiseerde non-food themamarkten dragen in potentie bij aan de gewenste hoogwaardigheid en diversiteit van het detailhandelsaanbod. De markten op het Waterlooplein en Nieuwmarkt worden door bezoekers beoordeeld met respectieve- lijk een 7,7 en 7,8. (Bron: Onderzoek markten 2017)

37 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Prioriteit 6 Het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid op de Oostelijke Eilanden

In de afgelopen heeft zich in de wijk Oostelijke Eilanden een aantal ernstige geweldsincidenten voorgedaan. Naar aanleiding van het schietincident op Wittenburg is een intensieve aanpak gestart in samenwerking met gemeente, politie en OM. De gebeurtenissen hebben een grote impact gehad op de wijk. Gevoelens van onveiligheid en wantrouwen naar instanties kwamen naar boven en tegelijkertijd namen veel bewoners initiatieven om de binding met de buurt te versterken en de leefbaarheid te verbeteren. Door de intensieve aanpak zijn professionals in de wijk nauwer gaan samenwerken. Het is van belang deze positieve energie vast te houden en te benutten voor een structurele verbetering van de leefbaarheid op de Oostelijke Eilanden. Daarom is vanaf september 2018 de aanpak Oostelijke Eilanden overgegaan naar een meer structurele aanpak van veiligheid en leefbaarheid in de buurt, onder regie van stadsdeel Centrum.

Wittenburgerplein In 2019 wordt met kleine ingrepen geprobeerd de levendigheid op het Wittenburgerplein te vergroten. In 2018 en 2019 staan er tijdelijk een bloemenkraam, een viskraam en een koffiekar op het plein. In 2019 wordt de studie naar mogelijke bebouwing op het Wittenburgerplein afgerond.

6.1: Meer kansen jeugd en jongeren 6.2: Meer sociale veiligheid door verbetering van de fysieke omgeving 6.3:  Vergroten van het vertrouwen van de bewoners in elkaar en in de overheid Doelstellingen

38 Doelstelling 6.1 Meer kansen jeugd en jongeren

In vergelijking met andere buurten van Centrum wonen er op de Oostelijke Eilanden veel jongeren. De buurt is erg betrokken bij hun toekomst en wil graag dat er voldoende positieve activiteiten voor hen zijn. Er zijn zorgen in de buurt dat een deel van de jongeren anders vatbaar is voor negatieve invloeden en te gemakkelijk benaderd kan worden voor criminele activiteiten. Bijna twee derde van de ondervraagden van de Oostelijke Eilanden ziet wel eens rondhangende jongeren in de buurt (64%). (Bron Online buurtenquête 2018) In een deel van de buurt wordt hiervan geregeld overlast ervaren. In 2018 is daarom de groepsaanpak voor overlastgevende jongeren uitgebreid. De insteek voor de inzet voor jongeren van de Oostelijke Eilanden is primair positief en gericht op de toe- komst. Tegelijkertijd zal ook in 2019 aandacht nodig blijven voor de groep die hiermee niet bereikt wordt.

Doelstelling 6.2 Meer sociale veiligheid door verbetering van de fysieke omgeving

De gemeente heeft een verkenning uit¬gevoerd naar de ontwikkelkansen voor de Oostelijke Eilanden. Deze verkenning had verschillende aanleidingen: het schietincident, maar ook de wens om de bestaan- de buurten te verbinden aan nieuwe ontwikkelingen in de omgeving, zodat de huidige bewoners hier ook van kunnen profiteren. De meest kansrijke maatregelen zijn voor een deel in 2018 uitgevoerd - en worden ook in 2019 uitgevoerd - en dragen bij aan een van de subdoelen van de integrale aanpak: het verbeteren van de veiligheid en leefbaar¬heid in de buurt. (Bron: Ontwikkelmogelijkheden Oostelijke eilanden, september 2018)

Doelstelling 6.3 Vergroten van het vertrouwen van de bewoners in elkaar en in de overheid

Naar aanleiding van de incidenten hebben bewoners aangegeven dat er een te grote afstand is ontstaan tussen (delen van) de buurtbewoners en de publieke instanties, zoals gemeente en woningcorporaties. Daarnaast ervoeren bewoners dat verschillende groepen teveel langs elkaar heen leven. Het vergroten van vertrouwen in elkaar, professionals en gemeentelijke overheid is daarom van belang. Dit zal naar verwachting ook bijdragen aan de bereidheid om overlast en criminaliteit te melden.

39 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost Prioriteit 7 Voorsorteren op de groei van de stad

De groei van de stad zal een grote impact hebben op de Oostelijke binnenstad. De brug over het IJ en de ontwikkeling van de Sluisbuurt zal tot veel meer passanten en bezoekers leiden. Daarnaast staat nog een aantal belangrijke bouwontwikkelingen op stapel, zoals op Oostenburg, op het Zeeburgerpad en eventueel Oosterbeer. In 2018 heeft Defensie besloten om, anders dan oorspronkelijk het plan was, het Marineterrein toch niet helemaal te verlaten. Daardoor zal voor het terrein eerst worden onderzocht welke ontwikkelmogelijkheden er zijn. Daarna zullen ook de gevolgen van de ontwikkelingen op het Marineterrein nader onderzocht kunnen worden.

7.1: Meer bewoners hebben invloed op de plannen van de gemeente Doelstellingen

40 Doelstelling 7.1 Meer inzicht in de effecten van de ontwikkelingen van de groei van de stad

In de komende twee jaar worden vooral onderzoeken gedaan naar de mogelijke gevolgen van de groei. Onderzocht moet worden wat de gevolgen van Sprong over het IJ zijn voor het aantal fietsers in de Kattenburgerstraat en ook in de Valkenburgerstraat, en hoeveel extra fietsverkeer wordt verwacht in de Czaar Peterstraat na realisatie van de fietsbrug uit de Sluisbuurt. Daarnaast moeten de sociaal-maat- schappelijke gevolgen van de groei van het gebied onderzocht worden. Zijn er nieuwe winkels en maatschappelijke en culturele voorzieningen nodig en wat betekent de stedelijke verdichting voor de vele mensen die nu nog in sociale woningbouw wonen?

41 Gebiedsagenda’s 2019-2022 Centrum Centrum Oost 42 43 Gebiedsagenda’s 2019-2022