<<

Een ongebonden blik

7 essays over de vernieuwing in Nieuw West 2e herziene oplage, december 2005

ParkStad Amsterdam

Voorwoord

In Richting ParkStad 2015, het ontwikkelingsplan voor Nieuw West, zijn de doelen en het programma voor de vernieuwingsoperatie tot 2015 vastgelegd. Er is toen ook afgesproken dat elke vier jaar, te beginnen in 2006, een brede evaluatie van afspraken moet plaatsvinden die zou moeten leiden tot een herziening van het ontwikkelingsplan. De eerste stappen in de evaluatie zetten de overheidspartijen samen met de corporaties. Het gaat daarbij om verzameling van feiten en meningen over de toekomst. Dit moet uitmonden in een discussiedocument met scenario’s van de toekomst. We hebben een aantal mensen gevraagd om een onafhankelijke en frisse kijk te geven op de toekomst van de vernieuwing in Nieuw West. Hiermee hopen we materiaal te krijgen om over onze eigen schutting te kunnen kijken en waardevolle ideeën op te doen. Een 6-tal experts hebben, zonder last of ruggespraak en zoveel mogelijk toegespitst op de vernieu- wingsoperatie, een (kort) essay geschreven. In dit leesboek zijn deze essays gebundeld.

Veel leesplezier!

Gerard Pouw Projectleider evaluatie ParkStad

Inhoud

n Kees Tamboer Nieuwe kansen voor Nieuw West 4 n Pieter Toudoir Economische kansen voor de Tuinsteden 10 n Jan Willem Duyvendak e.a. Samen vooruitkomen: Sociaal investeren in de 16 n Maurits de Hoog Boogie woogie 34 n Paul van Soomeren Herstructurering en beheer 46 n Kwaliteitsteam ParkStad Great Green Streets of ParkStad 52 n George de Kam Gebiedsontwikkeling ParkStad: hoe verder? 64 ParkStad  Amsterdam ParkStad  Amsterdam Kees Tamboer opslagloodsen, bordelen en huurkazer- nes, en vervolgens de buitenwijken voor Nieuwe kansen voor degenen die de sloppen hadden weten te ontvluchten. Nieuw-West Net Amsterdam. Inburgering in een stad voltrekt zich Kees Tamboer is publicist en redacteur bij het Parool. volgens een vast patroon. De sociologen van noemden dat ‘etnische suc- cessie’. Nieuwkomers beginnen onderaan In juni 1929 begon James T. Farrell aan de maatschappelijke ladder in urban een roman over zijn jeugd in de slums van interstitial areas, de ‘tussenwijken’ van die Chicago. In snel tempo volgden deel twee tweede ring. Zij kruipen in de vijandige en drie. In 1934 was hij klaar. De boeken, omgeving bij elkaar, bouwen hun eigen bij elkaar meer dan achthonderd pagina’s, kerken, openen hun eigen winkeltjes met werden nauwelijks verkocht. Pas toen vertrouwde spullen. Na verloop van tijd ze in 1938 gebundeld werden onder de vertrekken de families die het zich kunnen titel Studs Lonigan, barstten emotionele veroorloven, naar de buitenwijken. De discussies los. Farrell werd bewonderd, achterblijvers voelen zich verraden; hun maar er werd ook schande gesproken rancune richt zich tegen de nieuwkomers van de fel-realistische beschrijving van in ‘hun’ buurt die nog weer lager op de jeugdmisdaad en rauwe teenage-sex. De ladder staan en die de leegkomende jonge schrijver werd de grondlegger van huizen betrekken. Dat bespoedigt weer de Amerikaanse gettoliteratuur. de vlucht van de oude bewoners. Het is een pijnlijk proces, dat zich steeds weer In de eerste decennia van de vorige eeuw herhaalt. was Chicago de snelst groeiende indus- triestad van Amerika. Er was een continue toestroom van nieuwe etnische groepen, Soort zoekt soort  die in de jungle van de grote stad hun Overal en altijd, in steden en daarbuiten, weg moesten vinden. Studs Lonigan hebben mensen de neiging daar te gaan groeide op in een Ierse achterbuurt. Studs wonen waar ze zich thuisvoelen. Onder en zijn vrienden schaamden zich te zijn ons soort mensen. Families met een kleine wie ze waren en reageerden dat af door beurs voelen zich veilig tussen buren die zich te misdragen. Dat leidde tot heftige even weinig te besteden hebben, oude ParkStad Amsterdam ParkStad botsingen met andere bevolkingsgroepen. en nieuwe rijken zoeken elkaar op in Vooral nieuwkomers, vreemde binnen- villawijken en villadorpen, middenklasse- dringers, moesten het ontgelden. Voor de gezinnen kruipen bij elkaar in Vinexwijken, Ierse straatbendes waren dat joden en de bohemiens, artiesten en jonge intellectue- negers die, ten gevolge van de mechanise- len in stadsbuurten waar veel leven is. ring op de katoenplantages in het zuiden Ook groepen immigranten klonteren van de Verenigde Staten, hun werk kwijt samen. In Amsterdam was vóór de raakten en massaal naar Chicago trokken. oorlog een grote en groeide In 1925 ging Farrell, 21 jaar oud, colleges na de oorlog rond de een volgen aan de universiteit van Chicago, Chinezenwijk. Dertig jaar later werd de bakermat van de moderne stadssociolo- Bijlmer een dependance van Paramaribo gie. De sociologen van die school waren en sinds kort vormen zich in de Westelijke wetenschapsbeoefenaren die de straat tuinsteden ‘clusters’ van Marokkanen. Die op gingen. Zij beschreven nauwkeurig het concentraties ontstaan altijd in de minst proces van ‘Amerikanisering’ van etnische gewilde buurten van de stad, waar leegs- groepen. In het tweede deel van Farrells tand is en de huizen goedkoop zijn. Maar trilogie luisteren Studs en zijn vrienden ze ontstaan ook doordat de bewoners naar een openbare toespraak van zo’n steun zoeken bij elkaar. straatgeleerde, die uitlegt dat Chicago Soms voltrekt het procédé zich langs is verdeeld in drie concentrische cirkels: onvoorspelbare kronkels. Twintig jaar in het hart het zaken- en winkelcentrum, geleden golden de wijken in de 19de daaromheen een gordel van fabrieken, eeuwse gordel van Amsterdam, zeg maar: van buitenlandse afkomst, meer dan een de ‘tweede ring’ van de Chicago School, kwart van de inwoners zijn Marokkanen en nog als verloren. Tot ze werden ontdekt Turken. door de kinderen van de tuinsteden, die Het opleidingsniveau en de inkomenspo- naar het echte stadsleven hunkerden. De sitie van de bevolking van de Westelijke oude buurten werden gewild, de nieuwe Tuinsteden blijven achter bij die van de buurten liepen leeg, en zo ruilden de gehele Amsterdamse bevolking. nieuwe stedelingen en de oude bewoners Gemiddeld een kwart van de beroepsbe- van , Staatsliedenbuurt en Pijp volking heeft niet meer dan basisonderwijs hun straten en huizen. gehad. Vooral in de oudste delen van De sociale problemen verhuisden ook. Nieuw-West, en , De bestuurders mogen de Westelijke is het aantal laagopgeleiden relatief Tuinsteden van Amsterdam herdoopt hoog. Daarin wordt dit stadsdeel alleen hebben tot Parkstad, maar dat verandert nog overtroffen door en niets aan het feit dat Nieuw-West, de stad . Dertig procent van de beroeps- van het naoorlogse wederopbouw- en bevolking zit op het niveau van mavo en vooruitgangsgeloof, sinds kort een stad is lager beroepsonderwijs en slechts vijftien met veel werkloosheid, weinig werkgele- procent heeft hoger beroepsonderwijs of genheid, een laag opgeleide bevolking, wetenschappelijk onderwijs gevolgd. Met relatieve armoede. Een stad van sloop, die laatste score bungelt Nieuw-West, afbraak en achteruitgangsgeloof in met Bos en Lommer dat er half bij hoort, grote delen van , Geuzenveld, onderaan in Amsterdam – zelfs nog lager Slotermeer, Overtoomseveld, Slotervaart dan Amsterdam-Zuidoost. en het hoekje van Bos en Lommer aan In 2000 was het gemiddeld huishoudinko- gene zijde van de ringweg. men 766 euro hoger dan het Amsterdamse gemiddelde. Maar dat komt weer doordat de huishoudens groter zijn. Per hoofd Achteruitgang van de bevolking lag het besteedbaar De tuinsteden zijn gebouwd in de jaren inkomen elfhonderd euro lager, bijna  vijftig en zestig van de vorige eeuw, honderd euro per maand. Stadsdeel voornamelijk voor jonge gezinnen. In 1970 Geuzenveld/Slotermeer, het oudste deel was ‘de stad van de toekomst’, gemaakt van Nieuw-West, is na Bos en Lommer het volgens de principes van de modernisten, armste stadsdeel van Amsterdam. Daar klaar. Nieuw-West telde ongeveer 130.000 lag het besteedbaar inkomen per inwo- ParkStad Amsterdam ParkStad inwoners, bijna evenveel als Arnhem. Al ner zelfs 160 euro per maand onder het vanaf 1975 begon de leegloop. Het diep- Amsterdamse gemiddelde. tepunt werd bereikt in 1990. Toen telde De werkloosheid in Nieuw-West is groot. Nieuw-West nog maar 96.000 inwoners. Toen Amsterdam economisch de wind De nieuwe stad was kennelijk niet populair. mee had, daalde het aantal werklozen De bevolking is inmiddels wel weer op het er minder dan elders in de stad. Zodra oude peil terug, maar dat komt doordat er de tegenwind opsteekt, stijgt het aantal grote, nieuwe wijken zijn bijgebouwd. werklozen er sterker dan elders. Terwijl Over de oorzaken van de leegloop is in Amsterdam de werkgelegenheid genoeg geschreven, over de gevolgen midden jaren tachtig weer begon te minder. Het belangrijkste gevolg is dat groeien, verloor Nieuw-West banen. Na leegloop het proces van ‘ethnische succe- de eeuwwisseling nam wel het aantal ssie’, zoals beschreven door de sociologen eenmanszaken sterk toe, maar daar staat van Chicago, op gang brengt. We hebben tegenover dat Nieuw-West in vier jaar tijd dat eerst zien gebeuren in de bijna 250 bedrijven verloor met twee tot en vervolgens in Nieuw-West. In 1985 was vijftig werkzame personen. Nieuw-West nog het ‘witste’ deel van de stad (met 87,4 procent autochtonen), in twee decennia is Nieuw-West, op Zuidoost Wat nu? na, ‘zwarter’ geworden dan de rest van De bestuurders van Nieuw-West zitten in Amsterdam. De helft van de bevolking is een onmogelijke positie. Zij zijn verantwo- ordelijk voor het oplossen van de sociale om ruimte te maken voor dure woningen? problemen, maar staan met lege handen. Helpt het als er veel geld wordt uitge- Om te beginnen is Parkstad een bestuurlijk trokken voor vernieuwing van straten en monstrum. Nieuw-West is weliswaar één pleinen? Moet de overheid investeren in aaneengesloten stedelijk gebied, maar het vele duizenden vierkante meters bedrijfs- heeft geen bestuurlijk centrum. Vier stads- en kantoorruimte? De subsidiekranen wijd deelbesturen zijn samen aansprakelijk. De open draaien? bestuurders denken verschillend, hebben hun eigen ambtenaren en houden vast aan hun eigen bevoegdheden, want ze De volgorde omdraaien zijn door hun eigen kiezers gemandateerd. Tien jaar geleden publiceerde Michael Dat kost verschrikkelijk veel overleg en dat E. Porter, verbonden aan de presti- levert verschrikkelijk weinig slagkracht op. gieuze Harvard Business School in de Want als ze het niet eens worden, wordt Amerikaanse stad Boston, de uitkomsten geen besluit genomen. Of er wordt een van een belangrijk onderzoek naar de compromis gesloten, wat vaak op hetzel- economische kansen voor verpauperde fde neerkomt. stadswijken dat hij, met een grote groep Eerste conclusie: om de neergang van studenten, had uitgevoerd. Nieuw-West te stuiten, zouden de stads- Porter is een bekende econoom. In de delen Geuzenveld/Slotermeer, Osdorp jaren tachtig van de vorige eeuw heeft hij en Slotervaart zo snel mogelijk moeten grote indruk gemaakt met het boek The fuseren. Dat nieuwe bestuur moet tevens Competitive Advantage of Nations, een de Kolenkitbuurt van Bos en Lommer vuistdikke studie die alom het denken toegewezen krijgen. over industriepolitiek een nieuwe impuls Dit is maar een eerste stap. Wie sociale heeft gegeven. Directe overheidssteun problemen wil aanvatten, moet zorgen aan bedrijven en bedrijfstakken is uit dat er banen komen. Dat betekent dat de den boze, luidde, kort samengevat, de bestuurders van Nieuw-West hun eigen boodschap. De staat moet het ontstaan  economische beleid moeten kunnen en de groei van clusters van bedrijven, uitstippelen en uitvoeren. Ho! Mag niet! toeleveranciers en onderzoeksinstellingen Het stadhuis aan het wordt bevorderen. Ook op het ministerie van bevolkt door politici en ambtenaren die economische zaken in Den Haag was, toen menen dat economisch beleid een pre- Koos Andriessen het daar nog voor het rogatief is van de ‘centrale stad’. Voor de zeggen had (kabinet-Lubbers/Kok), de ParkStad Amsterdam ParkStad stadsdeelbestuurders schieten de kruimels bijbel van Porter verplichte lectuur. van de buurteconomie over: vooral veel De nieuwe studie, gepubliceerd in Harvard starters begeleiden en bedrijfsverzamel- Business Review (mei-juni 1995, p. 55-71), gebouwen in het leven roepen, winkelcen- noemde hij: The Competitive Advantage tra en winkelstraten oplappen en plinten of the Inner City. Daarin legt Porter uit hoe vrijhouden voor minibedrijfjes. Allemaal de concurrentievoordelen van verarmde leuk en aardig, maar dat zet geen zoden stadswijken moeten worden ontgon- aan de dijk. nen. Voorwaarde is dat een eind wordt Tweede conclusie: de wethouders en gemaakt aan de sociale programma’s die ambtenaren in de Stopera moeten einde- bedoeld zijn om de achterstanden van die lijk eens de gedachte laten varen dat zij in wijken weg te werken, maar die volgens staat zijn vanuit hun ivoren toren te beoor- hem alleen maar hun slechte reputatie en delen welk economisch beleid nodig is om hun isolement bevestigen. de sociale problemen van Nieuw-West het De volgorde moet worden omgedraaid. hoofd te bieden. Dat hoort het werk te zijn We moeten, aldus Porter, niet langer van de bestuurders en ambtenaren van trachten de binnenstadskwalen te genezen Nieuw-West zelf. door steeds meer sociale investeringen Maar dan is de volgende vraag: welk te plegen in de hoop dat economische beleid is nodig? activiteiten zullen volgen. Porter kiest voor Verdwijnen de sociale achterstanden van ‘een economisch model’ dat ervan uitgaat Nieuw-West door flatgebouwen te slopen dat bedrijven in oude wijken winstgevend moeten zijn, gericht op export, en dus in de bewoners van de wijk in dienst nemen staat regionale, nationale en zelfs interna- en opleiden. tionale concurrentie het hoofd te bieden. Welke bedrijven? Welke niet, kunnen we Dat is volgens Porter heel goed mogelijk. beter vragen. Niet altijd alleen maar aan De oude stadswijken hebben diverse vesti- grote, gelikte kantoren denken. Iedereen gingsvoordelen. Ze leunen tegen stads- is welkom. Kunnen de Turkse naaiateliers centra aan die beschikken over goede niet terugkomen? Een meubelfabriek? verbindingen, financiële instellingen en Assemblagebedrijven? Grote repara- aantrekkelijke uitgaansgelegenheden. De tiewerkplaatsen? Waarom niet? Ruimte zat bewoners van die wijken zijn, in weerwil in Nieuw-West. van wat vaak wordt beweerd, in doorsnee Derde conclusie: een beetje Amerikaans bereid voor een relatief laag loon hard te denken kan geen kwaad. werken. Bovendien vertegenwoordigen de grote groepen niet-blanke bewoners van de achterstandswijken, zodra zij zich emanciperen, de belangrijkste groei- markt van de toekomst. En dat lukt! Een andere grote Amerikaanse econoom, John Kenneth Galbraith, legt in een van zijn laatste boeken, The Culture of Contentment (1992), haarfijn uit hoe elke nieuwe ‘onderklasse’ zich telkens weer, al ploeterend en sparend voor hun kinderen, weet te ontworstelen aan het leven in armoede en doorstroomt naar het gewone burgermansbestaan. Het is absoluut noodzakelijk, doceert Porter, het werk bij de mensen te brengen. Alle plannen de bewoners dagelijks te  laten pendelen naar bedrijven ver van hun huis zijn gedoemd te mislukken. De over- heid moet het ontwikkelen van stadswijken dan ook veruit de voorkeur geven boven het ontwikkelen van naargeeestige indus- ParkStad Amsterdam ParkStad trie- en kantoorgebieden aan de rand van de stad (, Sloterdijk, Zuidoost, Riekerpolder). Stadwijken als Nieuw-West worden, vindt Porter, ten onrechte gediscrimineerd door investeerders. Maar die discriminatie kun je niet tegengaan door middels van regels en geboden. Het enige wat helpt is: winst maken. Dat kan alleen als zakenmensen de leiding van het vernieuwingsproces op zich nemen en daarbij kunnen rekenen op de onvoorwaardelijke steun van bestuurders, ambtenaren, welzijnswerkers en actievoer- ders. Samen moeten zij de nadelen wegwerken. De overheid moet tijdrovende regels schrappen, de veiligheid terugbrengen en de wijk openleggen voor verkeer en transport. Welzijnswerkers en actie- voerders moeten het wantrouwen tegen business overwinnen. En bedrijven moeten ParkStad  Amsterdam ParkStad  Amsterdam Pieter Tordoir de stadsregio. Velen hopen dat drastische fysieke verbetering van de tuinsteden een Economische kansen voor de sociale en economische revitalisering op gang kan brengen, analoog aan . Tuinsteden Inmiddels weten we dat fysieke verbete- ring alleen niet voldoende is. De stedelijke De auteur is hoogleraar Economische Geografie en Planologie herstructurering gaat daarom gepaard aan aan de Universiteit van Amsterdam, directeur beleidsadvise- flankerend sociaal en economisch beleid. ring van de Kamer van Koophandel Amsterdam en lid van de We zien in Amsterdam Zuidoost, waar Vromraad. Dit essay is geschreven op persoonlijke titel. in dit opzicht pionierswerk is en wordt verricht, inderdaad tekenen van nieuwe sociale en economische vitaliteit. In de De kwestie Westelijke Tuinsteden zijn die tekenen er Oorspronkelijk pasten de Westelijke echter nog niet, waarbij we in aanmerking Tuinsteden perfect in de sociale, econo- moeten nemen dat de herstructurering mische en ruimtelijke modernisering van daar later begon en dat het algemeen eco- Amsterdam. De tuinsteden vingen de nomisch tij bovendien niet meezit. Toch emanciperende arbeidersklasse op die blijft het een vraag of het in de tuinsteden werkte in de nieuwe havens en industrie- in de toekomst ook gaat lukken. Het gebieden. De stadsuitleg, gebaseerd op doemscenario is dat na kostbare fysieke het principe van ruimtelijke scheiding van herstructurering de sociale en economi- wonen en werken, werd gestuwd door de sche vitaliteit toch zwak blijft en het verval modernisering van de economie en moge- voort blijft woekeren. Kan dat door lokaal lijk gemaakt door het sterk verbeterde ver- economisch stimuleringsbeleid worden keerssysteem. Daardoor konden stedelijke voorkomen? Na bespreking van relevante functies ruimtelijk uiteen worden gelegd trends en achterliggende mechanismen en op een hoger schaalniveau weer gaat het essay nader in op economische worden samengesmeed tot een functio- beleidsopties. 10 nerend stedelijk geheel. Dit proces, dat na de oorlog goed op stoom kwam, is vanaf de jaren '80 een nieuwe ronde ingegaan, Relevante trends en mechanismen waarbij de uiteenlegging van functies dit Dat de huidige beroepsbevolking in de keer op het niveau van de netwerkregio oudere tuinsteden voor een groot deel plaatsvindt, met Haarlemmermeer en zonder werk zit of genoegen moet nemen ParkStad Amsterdam ParkStad Almere als de nieuwe tuinsteden voor met baantjes aan de onderkant van de de groeiende middenklasse. De kwestie arbeidsmarkt is allereerst een gevolg van voor dit essay is wat dit proces doet het relatief lage opleidingsniveau. In de met de oudere tuinsteden, die door de huidige kenniseconomie zijn onderwijs- doorgaande stoomwals van modernisering kwalificaties allesbepalend voor sociaal- worden achtergelaten. Kunnen de oude economische mobiliteit. Dat geldt voor tuinsteden hun rol als sporten op de werknemers en, in wat mindere mate, ook economische emancipatieladder blijven voor ondernemers. De kansen voor de vervullen, of vervallen ze tot zijwegen lokale beroepsbevolking in de stadsregi- zonder uitweg? Interessant is dat enkele onale arbeidsmarkt zijn daarom beperkt. oude stadswijken, die in de eerste fase Groei van lokale werkgelegenheid, het van modernisering werden achtergelaten hoofddoel van de economische pijler van door de emanciperende arbeiders, na een het Grotestedenbeleid, biedt dan slechts periode van verval en stadsvernieuwing beperkt soelaas. Weliswaar geeft het weer broedplaatsen voor economische brengen van het werk naar de woongebie- emancipatie zijn geworden. De Pijp is een den enig voordeel, maar dat geldt alleen voorbeeld. De hamvraag is of zoiets ook voor laaggeschoold werk. Ook dan weegt kan gebeuren in de oudere tuinsteden. het voordeel van nabijheid onvoldoende Deze zijn door de opklimmende midden- op tegen een nadelige kwalificatiestruc- klasse inmiddels grotendeels weer verla- tuur van de lokale beroepsbevolking. De ten voor betere woongebieden elders in meest relevante vraag is derhalve waar die nadelige kwalificatiestructuur van de pakt. lokale beroepsbevolking vandaan komt. Dat laatste geldt in ieder geval voor Dit nu heeft alles van doen met de toene- de mijns inziens belangrijkste weg naar mende geografische uitsortering van de sociaal-economische emancipatie van stadsregionale bevolking in opleidings- achterstandsgroepen: het zorgdragen niveaus, inkomensklassen en leefstijlen. voor algemene groeikracht van de stadsre- Stadswijken en kleinere gemeenten wor- gionale en nationale economie. Algemene den intern steeds meer éénvormig in hun welvaartsgroei geeft in feite de staanders sociaal-economische structuur en gaan voor de ladder waarlangs de verschillende onderling steeds meer verschillen. De drij- sociaal-economische klassen zich opwaarts vende krachten achter die uitsortering zijn kunnen bewegen. Sociaal-economisch diepgeworteld en lastig om te buigen met beleid, het 'poldermodel' en het onder- fysiek, sociaal en economisch beleid. De wijs geven vervolgens de belangrijkste belangrijkste krachten zijn de toenemende sporten op die ladder. De kwaliteit van het welvaart, waardoor mensen en bedrijven financieel-economisch beleid, het beleid meer keuzevrijheid van vestiging krijgen, gericht op economische structuurverster- en de eerder genoemde ruimtelijke schaal- king en het onderwijsbeleid dragen meer vergroting van arbeidsmarkten, waardoor bij aan de schoorsteen van sociale en het keuzegebied groter wordt. In zo’n economische emancipatie van bevolkings- krachtenveld ontstaan welhaast vanzelf groepen dan welk ander meer specifiek plekken waar pullfactoren overheersen en beleid dan ook. De emancipatie van de locaties waar pushfactoren domineren. arbeidersklasse in de tuinsteden na de Vooral de 'opwaarts mobiele' burger ver- oorlog was eerst en vooral mogelijk door laat de laatstgenoemde plekken, waardoor de sterke welvaartsgroei in Nederland. Ik deze vanzelf wegzakken op de sociale ga op deze contextuele condities voor de ladder. Elders heb ik aangegeven dat die economische en sociaal-economische ont- ruimtelijke uitsortering wordt versterkt, wikkeling van onder andere de tuinsteden of in ieder geval niet wordt tegengegaan, verder niet in. Wel stel ik dat op stedelijk door lokale politieke uitsortering. Het en vooral ook stadsregionaal niveau het 11 decentrale bestuur, dicht op de burger, algemeen economisch structuurbeleid kan uit electorale overwegingen baat zien kan worden verbeterd. Ik beperk me hier in een homogeen samengestelde lokale tot drie meer lokale en specifieke wegen bevolking. Nederland gaat wat dit aangaat naar economische en sociaal-economische lijken op stedelijke gebieden in de V.S. ontwikkeling, die in het bijzonder voor ParkStad Amsterdam ParkStad met hun soms extreme sociaal-economi- de herstructurering van de tuinsteden sche, culturele en politieke fragmentatie, relevant zijn. hoewel de stadsregionale sociaal-econo- mische uitsortering alhier door de minder grote inkomensverschillen minder sterk is Ontwikkelingsweg 1: instroom van dan daar. bedrijvigheid We moeten rekening houden met deze Het aantrekken van bedrijvigheid van dominante krachten, maar daarom is het elders is een klassieke weg voor lokale nog niet onmogelijk om ontwikkelingen sociaal-economische ontwikkeling. De tijd hier en daar toch in een maatschappelijk dat de lokale beroepsbevolking vooral van meer aanvaardbare richting te duwen. lokale werkgelegenheid afhankelijk was Om deze hoopvolle mogelijkheden in hebben we echter reeds een halve eeuw beeld te krijgen introduceer ik hier een achter ons gelaten. De bedoeling van de typologie van mogelijke wegen naar tuinsteden was nu juist dat de bevolking sociaal-economische emancipatie van een vooral elders werkte. De bedrijvigheid die lokale (beroeps-)bevolking. Enkele van zich aan de randen van de tuinsteden rond deze wegen lenen zich voor lokaal gericht uitvalswegen langs doorgaande snelwe- beleid, zoals het Grotestedenbeleid en gen en rond OV-knopen heeft gevestigd fysieke herstructurering; andere wegen richt zich op de totale stadsregionale zullen op regionaal, nationaal en zelfs arbeidsmarkt en zal dat blijven doen. Europees niveau moeten worden opge- De betreffende vestigingslocaties zijn overigens kansrijk omdat ze op stedelijk Ontwikkelingsweg 2: behoud en ontwik- niveau een ringstructuur vormen, waarbij keling van verzorgende bedrijvigheid die ring weer direct aangesloten is op Tezamen met de 'werkeilanden' van de grote corridors op stadsgewestelijk grootschalige kantoorlocaties bieden de en Randstedelijk niveau. Zo'n ringstruc- lokale verzorgende activiteiten, waaronder tuur is in vrijwel alle opzichten superieur detailhandel, reparatiebedrijven, persoon- aan andere ruimtelijk-economische en lijke dienstverlening en het onderwijs, het infrastructurele structuurvormen, zoals overgrote deel van de totale werkgelegen- een gridstructuur. We mogen daarom heid in de tuinsteden. Het is bekend dat verwachten dat in Amsterdam met name met name de lokale detailhandel en com- de meer grootschalige kantooractiviteit merciële dienstverlening in een moeilijk zich in de toekomst nog verder concen- parket zit. De betreffende ondernemingen treert in een parelsnoer van knopen langs worden door een aantal ontwikkelingen de ring—uiteraard mits die ring ook de tegelijk getroffen. Allereerst is er een benodigde vervoerscapaciteit krijgt. uitval van lokale bestedingen door de Zolang het gemiddelde opleidingsniveau sociaal-economische verzwakking van de van de beroepsbevolking nabij die knopen lokale bevolking. Bovendien is er sprake relatief laag blijft zal die bevolking echter van nieuwe leefstijlen waarop onderne- slechts matig profiteren van deze trend mingen vaak niet goed kunnen inspelen. en blijven de grote werklocaties, lokaal Daar komt bij dat het hele principe van gezien, eilanden. lokale verzorging op de helling zit; mensen Toch kunnen de bedrijven in die 'eilanden' doen niet meer per definitie boodschap- door maatschappelijk ondernemerschap pen en laten zich niet meer per definitie aan dat laatste wat doen. Waar de kloof verzorgen door het lokale centrum tussen de moderne kantorensector en de maar shoppen over de stad en regio. lokale bevolking moeilijk op eigen kracht Verzorgingscentra gaan daardoor onder- door de bevolking kan worden gedicht, ling concurreren en moeten zich in posi- kunnen de bedrijven bruggen slaan door tieve zin profileren, waarbij de kwaliteit 12 relaties aan te knopen met lokale scholen van de omgeving een steeds grotere rol en door participatie in lokale sociale en speelt. Verzorgingscentra en winkelstrips economische projecten. In Amsterdam in zwakkere stadsdelen, die bovendien Zuidoost zijn daarmee goede ervaringen niet centraal zijn gelegen, hebben dan opgedaan, die onder meer in het kader bij voorbaat een achterstandspositie. van het Campus West project in de Tenslotte worden veel ondernemers direct ParkStad Amsterdam ParkStad westelijke tuinsteden kunnen worden getroffen door de grootschalige fysieke gebruikt. Er moet vooral aan de culturele herstructurering die om overigens goede kloof tussen de kantorencentra en de redenen zijn ingezet in de tuinsteden. Die lokale gemeenschappen worden gewerkt. herstructurering leidt op termijn welis- Het gaat er niet om dat lokale mensen waar wellicht tot betere kansen, maar de vooral in de lokale kantorencentra komen ondernemers, toch al verzwakt, kunnen te werken—nogmaals, arbeidsmarkten zijn dat niet afwachten. Bovendien gaan de en blijven stadsregionaal—maar dat de kosten—vooral de huren—op termijn ook lokale achterstandsbevolking sterker wordt omhoog. gemotiveerd om zich klaar te stomen voor Dit alles wil niet zeggen dat er geen de stedelijke arbeidsmarkt, vooral via het kansen zijn. Die zijn er wel degelijk. De onderwijs. Het 'grote' bedrijfsleven kan genoemde afbraak van de traditionele een voorbeeldfunctie vervullen en actief verzorgingsstructuur vindt immers niet bijdragen aan de kwaliteit van het lokale alleen in de tuinsteden maar overal in onderwijs. Dat is ook in het eigen belang het stadsgewest plaats. De keerzijde op langere termijn. Een vergelijkbaar daarvan is dat grote consumentenmarkten verhaal gaat op voor moderne industrie elders kunnen worden opengebroken. en logistieke bedrijven die zich aan de Innovatieve ondernemers die zich, samen buitenzijde van de tuinsteden op nieuwe met de overheid, organiseren om ver- bedrijfsterreinen vestigen. zorgingscentra met een couleur locale te profileren kunnen veel consumenten van elders aantrekken. De Pijp, de Kinkerbuurt worden gewerkt aan de creatie van betere en het Utrechtse Kanaleneiland zijn omstandigheden voor de ontwikkeling van inmiddels landelijk bekende voorbeelden stuwende bedrijvigheid vanuit de lokale daarvan. Dat verlangt gemeenschappelijk beroepsbevolking. Ook dat is niet gemak- ondernemerschap en een gemeenschap- kelijk en ook daar is vooralsnog geen pelijke strategie, waarbij ook de lokale sprake van endogene ontwikkelingen die fysieke herstructurering behulpzaam moet al gaande zijn waaraan het beleid kan zijn. Dat laatste geldt in het bijzonder voor aanhaken. Toch zijn er mogelijkheden, de tuinsteden, die in oude staat immers omdat de westelijke tuinsteden althans weinig ruimte bieden voor een organisch in principe ook een aantal bijzondere groeiende couleur locale. We kunnen ons voordelen bieden. afvragen of de huidige herstructurering Een eerste voordeel is de aanwezigheid wat dit betreft veel verbetering beloofd, van zeer veel schoolgaande jeugd die, maar het is nog niet te laat om daar wat meer dan de elders zo vergrijzende bevol- aan te doen. Zo'n endogene ontwikke- king, droomt over de toekomst en open ling van vitale, regionaal verzorgende staat voor nieuwe trends. De jeugdcultuur en gespecialiseerde dienstverlening is van nu is de basis voor internationale overigens niet gemakkelijk en zeker niet groeimarkten van de toekomst. Op die gemakkelijk met beleid in te zetten, juist basis is in een aantal oude Engelse en vanwege het organische aangroeikarakter Amerikaanse industriesteden, met veel daarvan en vanwege de rol van sterke kansarme migrantenkinderen, een vitale lokale sociale verbanden en lokaal innova- cultural industry ontstaan. Essentieel tief ondernemerschap. In de tuinsteden is daarbij is de rol van het lokale onderwijs. zo'n ontwikkeling zeker nog niet ingezet. De grote en in veel opzichten innovatieve Het zou wel kunnen, onder voorwaarde scholen in de tuinsteden kunnen een dat een reeks van partijen, waaronder klimaat scheppen waarin jongeren en ontwikkelaars, ondernemers, onderne- jonge volwassenen bijzondere talenten mersorganisaties en lokale overheden, een kunnen ontdekken en daarmee, geholpen gemeenschappelijke strategie ontwikkelen door een ondernemende houding, ook 13 waarbij sommige bakens in het herstructu- later hun brood kunnen gaan verdienen. reringsprogramma moeten kunnen worden Ook het bedrijfsleven kan daaraan bijdra- verzet. Bij dat laatste denk ik vooral aan gen. Daartoe moet allereerst het sterk de wijze waarop momenteel met de negatieve beeld in de samenleving over werkfunctie wordt omgegaan. Er zal meer met name jongeren van allochtone komaf ParkStad Amsterdam ParkStad flexibiliteit en strategie in de ruimtelijke veranderen. De lokale samenleving kan ontwikkeling van werkfuncties moeten dat stimuleren door er met voorzieningen, worden gebracht. Voor woonfuncties begeleiding en toezicht toe bij te dragen voldoet het klassieke, 'mechanisch' ontwik- dat de energie, die jongeren nu eenmaal kelingsmodel nog tot op zekere hoogte; eigen is, constructief in plaats van destruc- voor werkfuncties is een 'organisch' model tief wordt aangewend. Dan wordt meteen meer geschikt. Dit heeft gevolgen voor ook een belangrijk deel van het veilig- functiemenging en afzetrisico, waarover heidsprobleem opgelost dat de bevolking zodadelijk meer. en bedrijvigheid in de tuinsteden parten speelt. Een tweede bijzonder voordeel van de Ontwikkelingsweg 3: kweek van nieuwe tuinsteden, dat vooralsnog alleen een bedrijvigheid potentieel voordeel is, is de mogelijkheid Nieuwe en vitale bedrijvigheid 'van eigen voor fysieke transformatie in de tuinste- bodem' moeten we in de tuinsteden den. Kweek van nieuwe bedrijvigheid en helaas met een lampje zoeken. Starters vooral het behoud van succesvolle en dus treffen we vooral aan in de consumentver- groeiende bedrijvigheid verlangt lokale zorgende sector, waarbinnen de kansen ruimte voor bedrijvengroei. De fysieke vooralsnog om genoemde redenen niet omgeving moet dat toelaten. Zoniet, dan zo gunstig zijn. Buiten het verbeteren van verdwijnen succesvolle ondernemers naar de kansen voor verzorgende starters kan elders en gaat de voorbeeld- en aangroei- functie verloren. In veel stedelijk gebied en identiteitsvorming van een lokale zijn geen of weinig mogelijkheden voor bevolking maar vormen ook de basis van organische bedrijfsgroei. In de tuinsteden de ontwikkeling van stadsregionale en zijn die mogelijkheden althans in principe nationale welvaart en concurrentievermo- beter omdat de stadsdelen toch al fors op gen. Voor de Amsterdamse welvaart op de schop gaan. De betreffende mogelijk- langere termijn zal de ontwikkeling van heden worden echter vooralsnog vooral dergelijke kristallisatiepunten voor econo- en eigenlijk alleen gebruikt voor transfor- mische vernieuwing met krachtige hand maties binnen de woonfunctie. moeten worden gestimuleerd. Kunnen de Daarbij is wel bedrijfsruimte gereserveerd Westelijke Tuinsteden, met hun talrijke, in het kader van lokale functiemenging, jonge en energieke bevolking daarin een op blokniveau. De op zich sympathieke rol van betekenis spelen? Dat is de vraag gedachte van lokale functiemenging biedt waar het uiteindelijk om draait. Die vraag echter niet veel soelaas, zo blijkt in de wordt, alle aandacht van de stadsont- praktijk. Woonfuncties zijn tot op zekere wikkelaars ten spijt, nog veel te weinig hoogte te mengen met verzorgende gesteld. Het antwoord is, mijns inziens, functies maar niet of nauwelijks met de positief. Dan zal er echter wel door veel stuwende bedrijfsactiviteiten waar ik hier betrokkenen met andere ogen naar de op doel, zelfs niet met de door steden- stadsdelen en vooral hun jonge bevolking bouwers en beleidsmakers zo verheerlijkte moeten worden gekeken. Trekkers in dat creatieve sector. Creatieven produceren veranderingsproces zullen we vooral moe- ook geluid en stof en rijden bij succes ten zoeken in de wereld van het (beroeps- af en aan met vracht- en bestelwagens. )onderwijs en, nadrukkelijk in relatie met Dat laat zich niet mengen met wonen dat onderwijs, onder maatschappelijk in hetzelfde blok. Tenslotte spoort de bewogen ondernemers en ontwikkelaars. organische groei van bedrijvigheid ook Het zaad dat door pioniers kan worden niet met de mechanische ontwikkelings- gezaaid zal na verloop van enige tijd gaan en afzetritmes van de reguliere volkshuis- uitkomen bij een groep jonge volwas- 14 vesting. Door onzekerheid getypeerde senen die het stokje gaan overnemen en werkfuncties leggen het snel af tegen de een voorbeeld gaan stellen, waardoor beter inschatbare en dus minder risicovolle de olievlek vanzelf gaat uitbreiden. Dit woonfunctie. Het alternatief is om binnen klinkt meer als sociale vernieuwing dan als de stadsdelen, maar wel op specifieke en economische vernieuwing in de klassieke gespecialiseerde locaties, kleinschalige stijl. We moeten ons echter goed beseffen ParkStad Amsterdam ParkStad bedrijventerreinen te ontwikkelen, bij dat economische vernieuwing vaak begint voorkeur nabij de onderwijscomplexen. bij sociale vernieuwing. Uiteindelijk kan zo'n proces leiden tot houdbaarheid van de fysieke verbetering waar we momen- Tot slot… teel veel geld aan spenderen. Dan moet Werkelijk vitale sociaal-economische die fysieke verbetering nu zo'n proces ontwikkeling komt op gang door een ook mogelijk maken en zullen een aantal synergetische wisselwerking tussen bakens in die sfeer moeten worden verzet. bedrijvigheid 'van eigen kweek' en Dat geeft een zeker risico, maar dat risico instroom van bedrijvigheid van elders. weegt mijns inziens ruimschoots op tegen Weinig heeft meer magneetwerking op het alternatieve risico dat de tuinsteden gespecialiseerde bedrijvigheid van elders niet uit de neerwaartse sociaal-economi- dan een reeds succesvol lokaal cluster van sche spiraal komen. gespecialiseerde bedrijvigheid. Op deze wijze ontstonden de befaamde clusters van innovatieve bedrijvigheid in de wereld, van Silicon Valley tot de reeds genoemde lokale clusters van cultural industries in oude industriesteden. Dergelijke ontwik- kelingen zijn niet alleen gunstig voor de sociaal-economische emancipatie 15 ParkStad Amsterdam Jan Willem Duyvendak reringsbeleid in Amsterdam anders dan in samenwerking met Maartje Delnoij en Stefan Metaal in Rotterdam? In Rotterdam is de taal van de bestuurders veel gealarmeerder Samen vooruitkomen: en de voorgestelde oplossingen zijn ook drastischer. Met behulp van de metaforiek Sociaal investeren in de van stadsmariniers en sociale herovering wordt in Rotterdam voorgesteld om Westelijke Tuinsteden bepaalde groepen inwoners niet langer te laten instromen in bepaalde wijken. Jan Willem Duyvendak is sinds 2003 hoogleraar soci- In Amsterdam is de toon rustiger en ologie (UvA). Daarvoor was hij bijzonder hoogleraar dragen de maatregelen deels een ander Wetenschappelijke Grondslagen van het Opbouwwerk aan de karakter. ‘2003 was een bewogen jaar. Er Erasmus Universiteit Rotterdam en directeur van het Verwey- is fel gediscussieerd over immigratie, de Jonker instituut. integratie, het welzijnswerk en de wijze Stefan Metaal en Maartje Delnoij zijn stadssociologen aan de waarop politiek en samenleving met UvA deze thema’s om zouden moeten gaan. In onze aanpak laten we ons door deze Inleiding reuring niet afleiden. In 2003 zijn we stug De Westelijke Tuinsteden in Amsterdam doorgegaan met het actief benaderen van staan in het brandpunt van de aandacht. de oud- en nieuwkomers in Overtoomse Het betreft hier het grootste herstructu- Veld. Huis aan huis, adres voor adres (…) reringsgebied in Nederland: een aantal Ik nodig iedereen uit die roept dat de naoorlogse wijken met veel sociale huur- integratie (is) mislukt; wij trekken namelijk woningen waar grote sociale problemen de conclusie dat onze werkwijze, met de bij elkaar komen. voeten in de klei, van deur tot deur en een Schrijven en spreken over dit gebied vasthoudende aanpak werkt’, schrijft Harro gebeurt op uiteenlopende wijze. Margalith Hoogerwerf, portefeuillehouder Onderwijs Kleijwegt, die een indringend boek en Welzijn van Stadsdeel Slotervaart2. 16 schreef over de (onzichtbare) rol van Door de landelijke reuring af te zetten allochtone ouders, gebruikt termen als tegen de lokale praktijk, doet hij twee getto’s en schrikt er niet voor terug om dingen: enerzijds maakt hij de stedelijke de buurt te bestempelen aan de hand vernieuwingsaanpak in de Westelijke van zijn foutste bewoner1. Haar boek gaat Tuinsteden relevant voor het nationale over ‘De buurt van Mohammed B.’ Veel debat over integratie, anderzijds daagt hij ParkStad Amsterdam ParkStad bestuurders zijn voorzichtiger in hun taal iedereen uit om het debat te empiriseren. en betiteling van de buurt. Natuurlijk, er In dit essay zal de empirie dan ook cen- zijn grote problemen maar doordat het om traal staan. zo vele en uiteenlopende problemen gaat, Hoogerwerf schrijft vervolgens: ‘Ook kun je deze niet vangen in snelle slogans. in 2004 zullen “experts” de pers halen Dat er ambitieuze plannen zijn gesmeed met hoogdravende analyses en scherpe om de wijk te herstructureren, geeft echter oordelen. Ook in 2004 zullen we ons niet aan dat ook de bestuurders menen dat laten afleiden door deze reuring.” De lezer er dringend en tamelijk drastisch moet moet beoordelen in hoeverre dit essay worden ingegrepen. Lokale overheden, hoogdravend in zijn analyses en scherp woningcorporaties en zorginstellingen in zijn oordeel is. Wetenschappers horen, bundelen, gelet op deze enorme opgave, anders dan de ‘experts’ van Hoogerwerf, hun krachten niet voor niets in samenwer- geïnteresseerd te zijn in de werkelijkheid kingsverbanden als Parkstad, FarWest en van de Westelijke Tuinsteden en niet bij CareWest. voorbaat al te weten wat de problemen Hoe er over het gebied en zijn inwoners zijn, laat staan de oplossingen. De vol- wordt gesproken is van cruciaal belang. gende vraag is dan ook een open vraag: Afhankelijk van de definitie van proble- is het mogelijk om te spreken van een men, variëren ook de oplossingen. Dat is specifiek ‘Amsterdamse benadering’, zoals de tweede reden waarom er extra naar dit gehanteerd in de Westelijke Tuinsteden? gebied gekeken wordt. Is het herstructu- Om die vraag te kunnen beantwoorden gaan we op zoek naar de kenmerken van plek in een van de Westelijke Tuinsteden deze benadering. waar sociale programma’s plaatsvinden (in ons geval bij het MoederKindCentrum Pijlerdenken (MKC) Anne Tefle in de Kolenkitbuurt); Dit essay wordt geschreven in het kader soms is het fysieke de sloop of renovatie van een bestuurlijke evaluatie en richt van de flat waarin mensen wonen die zich met name op de sociale pijler. In de betrokken worden in een sociaal active- bestuurlijke wereld van herstructurering en ringsprogramma (); dan stedelijke vernieuwing in Nederland heeft weer gaat het om een sociaal beheer- zich een geheel eigen taal ontwikkeld. Het programma nadat een blok woningen is is gemakkelijk om je daar vrolijk over te opgeknapt (Zuidwest Kwadrant); of het maken maar dan dreigen we de essentie gaat om een wijk waar is ‘ingebreid’ (met te missen. Ambtenaren, bestuurders en koopwoningen) waar op positieve sociale welzijnswerkers die spreken over fysieke, effecten wordt gehoopt (Geuzenbaan). sociale en economische pijlers van beleid In het eerste project, het MKC (zie kader), proberen daarmee aan te geven dat ze wil- vinden sociale programma’s plaats in een len breken met verkokerde, niet-effectieve gebouw in de wijk. Als er al sprake is van interventies uit het verleden. Ze willen een integrale aanpak, dan toch eerder ophouden met projectencarrousels, ver- omdat vrouwen niet alleen worden bijge- snipperde initiatieven, langs elkaar heen staan in de opvoeding, maar tegelijkertijd werkende bureaucratieën. Toegegeven, ook de taal leren spreken, sociale contac- dan is het beeld van naast elkaar staande ten opdoen en zelfredzamer worden dan pijlers niet erg handig gekozen, want is er dat er ook iets ‘fysieks’ gebeurt. Het is een verkokerder beeld denkbaar? Maar in dat dit project plaatsvindt in de Westelijke de politieke werkelijkheid heeft de pijler- Tuinsteden want overigens heeft het taal iets interessants teweeg gebracht: met stedelijke vernieuwing weinig van sociale doelen werden even robuust en doen (en dergelijke projecten zullen belangrijk als fysieke en economische. nog vaak worden voortgezet, ook als de Over de precieze resultaten van ons herstructurering van de wijk klaar is). De 17 evaluatieonderzoek3 zullen wij in een later SIP-aanpak in Overtoomse Veld (zie kader) stadium nog uitgebreid rapporteren. Hier kent wel een echte combinatie van een gaat het om de vraag of het beleid op de fysieke en een sociale aanpak: de wonin- goede weg zit, in de goede richting lijkt te gen worden gerenoveerd of gesloopt en werken. Wij evalueren hiertoe een aantal nieuw gebouwd, en voorafgaand aan dat ParkStad Amsterdam ParkStad sociale programma’s, maar kijken ook proces worden de bewoners ‘aangepakt’. breder: het gaat niet alleen om de sociale De samenhang zit hier niet alleen in de interventies maar om alle interventies die gelijktijdigheid maar ook in een mogelijk er gezamenlijk in moeten resulteren dat positieve wisselwerking. Bewoners zien dat de wijken en de wijkbewoners er sociaal hun woningen en wijk erop vooruit gaan op vooruit gaan. In die zin is het goed om en voelen zich aangemoedigd om ook zelf voorbij de pijlers te denken: ook fysieke een stap vooruit te zetten; bewoners met ingrepen hebben (bedoelde en onbe- wie het beter gaat, zullen minder leefbaar- doelde) sociale consequenties. heidproblemen veroorzaken en betere Concreet hebben wij vier projecten meer huurders zijn. ‘De verwachting is daarom en detail bekeken. Deze programma’s dat zij bij terugkeer in de leefomgeving hangen in uiteenlopende mate en op iets te bieden hebben dat bijdraagt aan verschillende manieren samen met de een prettig leefklimaat’4. De twee andere fysieke ingrepen. Het is belangrijk om bij onderzochte projecten worden geken- deze samenhangen stil te staan omdat in merkt door weer een andere vorm van het bestuurlijk jargon voortdurend over verknoping: hier draait het om de sociale ‘de’ integrale aanpak wordt gerept alsof gevolgen van fysieke interventies. Er is in het sociale en fysieke steeds op dezelfde deze gevallen dus sprake van een sterke manier verknoopt zouden zijn. Dat is samenhang tussen fysiek en sociaal, deels lang niet altijd het geval. Soms bestaat overigens onbedoeld. In het Zuidwest het fysieke louter uit het gebouw en de Kwadrant (ZWK) doen zich namelijk sociale beheerproblemen voor nadat bewoners stedelijke vernieuwingsoperaties waarin naar de wijk zijn teruggekeerd (zie kader); bestuurders en professionals erop vertrou- in Geuzenbaan zijn er verwachtingen met wen dat de zittende bevolking, met hulp betrekking tot de sociale effecten van en een straffe aanpak, zijn lot in situ, op de koopwoningen in een gebied dat tot nu plaats zelf, kan verbeteren en anderzijds toe uitsluitend huurwoningen kende (zie ingrijpende interventies die gericht zijn kader). Waar in het ZWK sprake is van soci- op ‘redding’ door nieuwe bewoners die ale programma’s omdat de sociale effec- van buiten de wijk komen. Concreet: ten van de nieuwe wijk tegenvallen, gaat in de Amsterdamse plannen gaat het het bij Geuzenbaan om mogelijk positieve vooral over het binden van de bevolking sociale effecten teweeg gebracht door die het beter gaat – door het bieden andere woningen en andere bewoners. van een wooncarrière in de eigen buurt Niet alle deelnemende partijen hebben – en veel minder over het aantrekken van per se precies dezelfde doelen voor kapitaalkrachtige huishoudens van buiten ogen als ze investeren in de Westelijke de Westelijke Tuinsteden. Dit betekent Tuinsteden. De posities en de belangen ook dat het geen doel is op zichzelf is om van het welzijnswerk en de woningcor- per se een andere bevolking te krijgen; poraties kunnen bijvoorbeeld verschillen. wél dat het de bestaande bevolking beter De laatste zullen vooral gericht moeten moet gaan. Waar stedelijke vernieuwing zijn op de verhuurbaarheid van hun bezit in andere landen al snel bleek te kunnen op de langere termijn, de eerste moeten worden samengevat onder de noemer soms op zeer korte termijn willen ingrijpen ‘Urban Renewal = Negro Removal’, daar wanneer sociale problemen (te) hinderlijk lijkt in de Westelijke Tuinsteden van een cumuleren. dergelijke etnische agenda geen sprake. Sterker nog, uit recent onderzoek blijkt Wat opvalt in de verschillende beleids- dat bijvoorbeeld het aantal Marokkaanse stukken en plannen zoals Richting Parkstad Nederlanders in de Westelijke Tuinsteden 2015, Vernieuwing Osdorp Amsterdam, en nog toeneemt, zij het dat deze toename 18 de Vernieuwingplannen van de vernieu- geheel is toe te schrijven aan natuurlijke wingsgebieden5, is dat uiteindelijk de soci- aanwas6. Afname van het aandeel Turkse ale doelstellingen domineren, ook bij de en Surinaamse Nederlanders in het fysieke en economische deelnemers. Als gebied, is ook geen beoogd effect van door de drukte van de vernieuwingsope- de herstructureringsoperatie. Integendeel ratie wordt heengekeken, wordt duidelijk zelfs, met name de sociaal mobiele ParkStad Amsterdam ParkStad dat de Amsterdamse benadering primair migranten zouden de politici in de een sociale benadering is; de fysieke Westelijke Tuinsteden graag vasthouden. opgave is uiteindelijk een secundaire. Of Vooruitkomen en samenleven in de wijk beter gezegd: de differentiatie van het Wat wordt in de sociale programma’s woningaanbod wordt primair ingezet om in het algemeen en in de vier door ons sociale doelen te verwezenlijken. In het geëvalueerde projecten in het bijzonder onderstaande zal bij het realiteitsgehalte als de grootste sociale problematiek van enkele van deze ambities een vraagte- gezien? In de verschillende beleidsstuk- ken worden geplaatst – zoals dat hoort in ken lijkt sprake te zijn van een tweedeling een kritische evaluatie. Maar ook wanneer tussen enerzijds sociaal-economische, mocht blijken dat de sociale doelstellingen structurele problemen en anderzijds soci- niet (altijd) worden gehaald, dan doet dat aal-culturele kwesties7. Bij de structurele niks af aan de intentie van de deelnemers problemen worden de wijken als eenzijdig aan het stedelijk vernieuwingsproces: de bestempeld in termen van hoge werk- verbetering van de leef- en woonsitu- loosheid, schooluitval, hoog percentage atie van de bestaande inwoners van dit uitkeringsgerechtigden, slechte huisves- gebied. tingssituatie, en dergelijke. Het accent ligt Die intentie lijkt wellicht een open deur hierbij met andere woorden op het al dan maar is dat, (inter)nationaal gezien, niet vooruitkomen van bewoners. Bij de bepaald niet. Er lijkt een heel fundamen- sociaal-culturele aspecten wordt gewezen teel verschil te bestaan tussen enerzijds op tekortschietende leefbaarheid en sociale cohesie, problemen die soms in sociaal-cultureel (samenleven), komen verband worden gebracht met een hoog we in de probleemanalyses ook twee percentage nieuwkomers, grote gezinnen, niveaus tegen: de individuele bewoners hangjongeren die bedreigend overkomen, met hun individuele problemen, en de op spanningen tussen allochtoon en problemen van de buurt, de wijk, of zelfs autochtoon, of tussen allochtone groepen van de Westelijke Tuinsteden als geheel. onderling. Deze thematiek heeft betrek- Niet altijd is duidelijk of deze collectieve king op het samenleven van bewoners in problemen louter een optelsom zijn van de wijk. de individuele problemen of dat hier sprake is van een eigen dynamiek. Met Relatief afwezig in de probleemanalyse andere woorden: speelt het feit dat de zijn kwesties die samenhangen met een problemen zich in één gebied voordoen toename van hulpbehoevende groepen: een zelfstandige rol in de continuering of (ex)psychiatrische patiënten, lichamelijk en verergering van die problemen? verstandelijk gehandicapten en zorgafhan- Wetenschappers en politici hebben elkaar kelijke ouderen. Waar in andere herstruc- de laatste jaren eindeloos in de haren tureringsgebieden – zoals bijvoorbeeld in gezeten over deze kwestie: het al dan niet de Haagse wijk Moerwijk – de extramu- bestaan van buurteffecten. Mede naar ralisering van deze groepen nadrukkelijk aanleiding van de sterke focus op de buurt wordt gezien als een onderdeel van het bij beleidsmakers, is er de laatste jaren leven in de buurt dat aandacht vraagt, lijkt een stroom van onderzoeksresultaten dit probleem in de Westelijke Tuinsteden gepresenteerd over de relatie tussen nog relatief afwezig of wordt het althans woonomgeving en ontwikkelingskansen8. niet als een prioritair politiek probleem De vraag die in dit type onderzoek gedefinieerd. Dit is tot op zekere hoogte centraal staat is of er negatieve sociaal- verrassend: problemen van botsende economische buurteffecten bestaan: leefstijlen hebben soms weinig van doen maakt het voor kansarme huishoudens met etniciteit, laat staan met religie, en uit of zij in een gemengde of een arme veel meer met ‘sociale zwakte’ in het wijk wonen? Als belangrijkste hypothese 19 algemeen. Sociaal zwakkeren die voor geldt hierbij – in het voetspoor van veel overlast zorgen hebben allerlei kleuren; beleidsmakers – dat een dergelijke relatie sociaal zwakkeren die achter de huisdeur inderdaad bestaat. Bewoners in achter- eenzaam zijn, belijden vele religies. standswijken hebben doorgaans immers Dit is niet de plek om uitgebreid stil te weinig toegang tot voorzieningen, moeten ParkStad Amsterdam ParkStad staan bij de problemen die voortvloeien met elkaar concurreren om laagwaardige uit ‘vermaatschappelijking’, de gedachte werkgelegenheid en zien geen positieve dat het voor mensen altijd beter is om rolmodellen in hun omgeving. Of al zolang mogelijk zo zelfstandig mogelijk in deze negatieve invloeden inderdaad de de eigen wijk en woning te blijven wonen. sociaal-economische ontwikkelingskansen Gelet op de voortgaande instroom van verminderen, kan in principe worden mensen met een of andere vorm van onderzocht aan de hand van statistische handicap of hulpbehoevendheid uit instel- analyses. Dit is dan ook een beproefde lingen naar reguliere dan wel aangepaste methode van sociaal-wetenschappelijk woningen in wijken met veel sociale huur- onderzoek. Enkele Nederlandse weten- woningen, is het niettemin een kwestie die schappers hebben grensverleggend werk veel prominenter op de politieke agenda verricht door met grote databestanden van herstructureringswijken zou moeten onderzoek te doen naar de relatie tussen figureren. De snel groeiende groep van woonomgeving en ontwikkelingskansen. personen die van mantelzorg afhankelijk De uitkomsten van dit onderzoek laten zijn, stelt deze wijken voor nieuwe opga- een gemengd beeld zien. In sommige ven die nu nog buiten de dominante onderzoeken worden wel buurteffecten probleemdefinities vallen. gevonden, zij het dat deze gering zijn in Wat valt verder op in de beleidsstukken? vergelijking met andere factoren9. Recent Naast de genoemde twee aspecten onderzoek toont aan dat buurteffecten sociaal-economisch (vooruitkomen) en wel bestaan maar dat het wonen in een gemengde buurt vooral positief effect groei en onderwijsvoorzieningen, is het heeft op relatief kansrijke allochtonen10. buurtniveau voor problemen van het Een opmerkelijke conclusie luidt dat met elkaar samenleven wel degelijk van het nastreven van gemengde buurten belang. bezwaarlijk beargumenteerd kan worden Wat betreft sociaal-culturele buurteffecten vanuit het perspectief van kansarme blijkt bovendien uit recent onderzoek dat bewoners. De onderzoekers achten het het wonen in een concentratiebuurt de verstandiger te investeren in onderwijs en kans verkleint dat allochtonen contact werk dan in huisvestingsprojecten gericht onderhouden met autochtonen12. Volgens op meer gemengde buurten. Zij pleiten de commissie-Blok zou dit sociaal-cultu- vooral voor nationaal beleid, zoals het rele buurteffect zich vervolgens kunnen overeind houden van verzorgingsstaat- vertalen in een sociaal-economische voorzieningen. achterstelling13. Contacten met autochto- nen worden in deze zienswijze gezien als In eerste instantie lijkt dit een over- indicator voor de hulpbronnen die aan- tuigende strategie die bovendien als wezig zijn in sociale netwerken. Een ander voordeel heeft dat de ‘schuld’ voor sociaal-cultureel buurteffect treedt op maatschappelijke achterstand niet als van- bij de attitudes van bewoners tegenover zelfsprekend bij in elkaars buurt wonende andere bevolkingsgroepen. Ook op dit allochtonen wordt gelegd11. Bij nader gebied worden buurteffecten gevonden. inzien is deze strategie echter riskant. Discriminatie en racisme komen vaker voor Bij veel politici bestaat het beeld dat het in achterstandswijken en ook hier verster- ontstaan van no go areas met grote inter- ken buurteffecten de invloed van een laag etnische spanningen een probleem is voor opleidingsniveau en een lage sociaal-eco- de betreffende buurten én een gevaar nomische status14. voor de samenleving als geheel. Of die Hetzelfde geldt voor criminaliteit en onvei- inschatting nu adequaat is of niet, zij biedt ligheid. Het wonen in een achterstandswijk hoe dan ook aanknopingspunten om te blijkt de kans op slachtofferschap te ver- 20 bezien wat er in deze buurten kan en moet groten15. Uit weer ander onderzoek komt verbeteren. De wetenschap moet niet de naar voren dat er ook sterke bestuurlijke aansluiting missen bij de grote politieke buurteffecten zijn. Allochtonen in achter- belangstelling voor achterstandsbuurten, standswijken zijn relatief achterdochtig die zowel vanuit het perspectief van ten opzichte van formele instituties van de allochtonen als autochtonen in die buurten Nederlandse maatschappij. Hoewel over ParkStad Amsterdam ParkStad verheugend is (zie de 56-wijkenaanpak dit onderwerp slechts verkennend onder- van minister Dekker). Want dat is een reëel zoek beschikbaar is, lijkt ook hier sprake gevaar van de strategie van de relativering van een onafhankelijk buurteffect dat van het buurteffect: het dreigt de nood- wordt versterkt door andere variabelen16. zaak tot investeringen in die buurten ook Bestuurders hebben dus ook te maken te relativeren en het huidige engagement met relatief achterdochtige bewoners gericht op insluiting van migranten op den die soms onderling conflictueuze relaties duur te ondermijnen. Ook kunnen relati- hebben. verende opmerkingen een demotiverend effect hebben op buurtbewoners die zich Groeistrategie engageren: hebben hun inspanningen In de beleidsteksten van de Westelijke geen zin? Ten slotte heeft deze bena- Tuinsteden worden de verschillende dering weinig oog voor de bestuurlijke aspecten van concentratieproblemen niet noden in deze achterstandswijken. altijd even scherp onderscheiden. Dat Dus ook wanneer sociaal-economische sprake is van veel individuele problema- buurteffecten niet kunnen worden aange- tiek is duidelijk, maar het blijft soms mistig toond, kan het tegengaan van bepaalde waarom men concentraties wil tegengaan. concentraties gewenst beleid zijn. Waar Een terugkerend argument op collectief de sociaal-economische ontwikkeling van niveau is dat deze buurten niet langer inwoners vooral afhangt van de stedelijke de verkeerde lijstjes moeten aanvoeren arbeidsmarkt, de nationale economische (wat dat betreft delen de bestuurders van de Westelijke Tuinsteden het sentiment basis van vertrouwen in hun capaciteiten. van Rotterdamse bestuurders). Maar Met andere woorden: bewoners moeten omdat de kwetsbare positie op dergelijke groeimogelijkheden hebben, hetgeen zich lijstjes voortvloeit uit de aggregatie van moet kunnen vertalen in een wooncar- individuele kenmerken, is dat geen valide rière in de eigen buurt. Dat is evident een argument op het collectieve niveau van andere politiek dan het willen verspreiden de straat, buurt of wijk. Nu uit landelijk van etnisch geconcentreerd wonende onderzoek echter blijkt dat er met betrek- groepen; etniciteit is in deze optiek geen king tot het samenleven wel enige buurtef- issue. Bij de nadruk op ‘vooruitkomen’ is fecten optreden, lijkt het gewenst dat actieve spreiding van minder kansrijken politici uitspreken hoe zij dit wegen. Draait ook tamelijk zinloos, zo blijkt uit weten- het voor hen vooral of zelfs uitsluitend om schappelijk onderzoek: het verspreiden het vooruitkomen van individuen en/of van probleemgroepen leidt op individueel groepen (dan lijken concentratiefenome- niveau namelijk niet of nauwelijks tot nen eigenlijk minder een probleem) of ook lotsverbetering. om het samenleven van autochtoon en allochtoon? Aangezien er in het beleid van Parkstad minder nadruk ligt op de wenselijkheid Bij discussies over de gewenste menging van sociaal-culturele menging als zelf- van bevolkingsgroepen, juist ten behoeve standig doel, komen we geen pleidooien van intercultureel contact, springen de tegen voor verplichte spreiding of het beperkte mogelijkheden om dit op korte binnenhalen van witte Nederlanders in de termijn te bereiken meteen in het oog. Westelijke Tuinsteden. Daarmee vervalt deze ambitie niet per se, Nu uit recent buurtonderzoek echter blijkt maar het tamboereren op iets dat alleen dat concentratie met name een negatief via tamelijk draconische maatregelen effect heeft op de kansen op interculturele realiseerbaar is, maakt het debat wel inge- ontmoeting, zou bij het opstellen van plan- wikkeld. Het is dan niet langer louter een nen voor de komende periode explicieter discussie over middelen. Zij heeft direct aan de orde moeten komen hoe politici 21 effect op het zelfbeeld en de houding dit wegen, ook al gelet op de behoefte van groepen die bij voortduring worden aan interetnisch contact bij veel nieuwe genoemd als ‘te spreiden groepen’. Nederlanders. Voorzover er in de plannen van de Het is overigens begrijpelijk dat de Westelijke Tuinsteden sprake is van Amsterdamse bestuurders dit met enige ParkStad Amsterdam ParkStad een ambitie om te komen tot een meer schroom doen. Niet omdat zij zich geen gemengde bevolking, slaat dit vooral zorgen maken over de groeiende fysieke op een sociaal-economische gemengde en zeker ook mentale afstand tussen populatie. Er wordt vooral verwezen naar autochtone en (islamitische) allochtone ‘vooruitkomen’. Problemen worden primair bewoners, maar omdat het om zeer in sociaal-economische termen geduid, ingrijpend beleid gaat zonder garantie het gaat meer over klasse dan over kleur. op succes: zelfs als de fysieke nabijheid De mengingsstrategie in het kader van tussen groepen toeneemt, leidt dat het vooruitkomen stelt onder andere dat bepaald nog niet vanzelfsprekend tot mensen aan de onderkant zich kunnen meer gemengde contacten, gemengde optrekken aan medebewoners die een schoolgang of het elkaar ontmoeten bij stapje hoger op de maatschappelijke dezelfde middenstander. ladder staan. Bij de resultaten zullen we In plaats van draconische maatregelen dieper op deze ambities ingaan. Hier is als het weren van bepaalde groepen uit van belang om te vermelden dat deze bepaalde wijken of het juist bij voorrang mengingsstrategie, juist omdat zij gericht huisvesten van weer anderen, in plaats van is op binding van stijgende inwoners, in het voeren van dergelijk categoraal en dus Parkstad eerder te lezen is als een groei- onherroepelijk stigmatiserend beleid, lijkt strategie dan als een verplaatsingsstra- het op wetenschappelijke gronden van tegie: het gaat primair om het ‘omhoog wijsheid te getuigen om in deze liberaal werken’ van de zittende bewoners op beleid te voeren: het maximaliseren van de individuele keuzevrijheid van zowel Matrix vier onderzochte cases kopers als huurders. Van der Laan Bouma schrijft in de conclusies van haar zeer Individueel Collectief recente onderzoek daarover het volgende: ‘Zoals ook uit ons onderzoek naar voren komt, is het evenwel niet de “schuld” noch de wens van allochtonen om geconcen- MoederKindCentrum Geuzenbaan treerd te wonen. (…) Zij beschikken echter Kolenkitbuurt niet over de mogelijkheden om die ver- huiswens te realiseren.’17. De SCP-onder- Vooruitkomen zoeker Van Praag stelde reeds in 1981 dat het spreidingsbeleid kan volstaan met de verwijdering van obstakels die allochtonen bij hun vestiging ondervinden en de Huis-aan-huis aanpak Sociaal beheer verschaffing van een grotere keuzevrijheid Overtoomse Veld Zuidwest Kwadrant bij vestiging18. Het bouwen van relatief goedkope koopwoningen in de Westelijke Samenleven Tuinsteden past in dit beleid; het biedt de mogelijkheid aan stijgers om hun wooncar- rière binnen de wijk voort te zetten. Het debat over het wonen lijkt soms hebben we de cases ingedeeld op basis geheel en al in de taal van de schilder- van onderscheid naar een individueel/col- technieken terecht te komen. Sommige lectieve dimensie en op basis van een politici praten over ‘vermengen’ en vooruitkomen/samenleven dimensie. In ‘verdunnen’ alsof ze dagelijks met kwasten de vier cellen die dan ontstaan is het MKC in de weer zijn. Het verkeerde idee kan zo te plaatsen als individueel-vooruitkomen; ontstaan dat politici inderdaad de wijken Geuzenbaan als collectief-vooruitkomen; naar hun hand kunnen zetten als ware ze Overtoomse Veld primair als individueel- 22 schilders die een gewenst beeld kunnen samenleven en het programma in het vastleggen. Menging is echter slechts in Zuidwest Kwadrant als collectief-samenle- zeer beperkte mate van bovenaf, politiek ven. Niet elke case valt daarmee precies maakbaar. De Amsterdamse strategie van op zijn plaats; er is veel overlap. Van de mogelijkheid bieden op vermenging belang hier is vooral dat de verschillende van ‘onderop’ – door het faciliteren van cellen gevuld zijn. ParkStad Amsterdam ParkStad stijgers in de wijk – lijkt realistischer. Maar dan moeten de politieke ambities beperkt In veel stedelijke vernieuwingsoperaties in blijven: een zekere etnische homogenise- het land is het moeilijk om alle vier de cel- ring is dan onherroepelijk het effect. len van de matrix te vullen. Of preciezer, Hoewel in het beleid van de Westelijke in iedere cel komt dezelfde interventie te Tuinsteden dus een zeker accent ligt op staan: het differentiëren van het woning- het individuele vooruitkomen, komen we bestand. Dit is voor veel bestuurders in de sociale en fysieke projecten niet- dé oplossing voor ongeveer alle sociale temin zowel individuele als collectieve problemen, zowel voor het vooruitkomen benaderingen tegen, zowel meer op als voor het samenleven, zowel voor het vooruitkomen als meer op samenleven individuele als voor het collectieve niveau. gerichte strategieën. Dat is ook logisch. Als één middel vele doelen dient, dan Het samenleven gaat immers over veel worden sociologen wantrouwig. Als iets meer dan over al dan niet gemengd namelijk altijd deugt – het ene schot is samenleven van allochtoon en autochtoon. altijd goed want het kan wel honderd Het samenleven in gehorige woonblokken, doelen raken – dan kan het niet meer met soms ook kleine woningen, brengt worden beproefd op z’n werkelijke effec- allerhande praktische problemen met zich tiviteit. Andersom is de situatie dat vele mee. middelen alle bijdragen aan hetzelfde De vier onderzochte cases passen op doel – allerlei interventies dragen bij aan deze twee assen. In onderstaande matrix versterking van pakweg de sociale cohesie – ook empirisch onwaarschijnlijk en zeker aan (multi)problemen van een persoon niet effectief. Dan lijkt het nog het meest of huishouden; op het schieten met hagel zodat je altijd n er wordt meer en meer samengewerkt het doel raakt. tussen heel uiteenlopende professio- In dat verband is het problematisch dat in nele partijen (waarbij opvalt dat profes- veel beleidsteksten op het terrein van de sionals vaak een grotere rol spelen dan stedelijke vernieuwing zeer royale doelen vrijwilligers); worden geformuleerd. De doelen zijn n bewoners worden aangesproken op vaak vaag (wat is sociale cohesie eigenlijk, ‘nabije identiteiten’: als ouders, voor- laat staan ‘integratie’?), maximalistisch, leesmoeders, buurtbewoner, buurt- onwerkelijk (want toegeschreven naar moeder, sportvader, etc.; subsidiemogelijkheden en niet naar de n bewoners worden zelf verantwoordelijk empirische problemen) en een beetje gehouden voor de verbetering van hun ‘dorps & sentimenteel’. Steeds vaker horen leefomstandigheden maar gelet op de we opinieleiders spreken over banden tus- omstandigheden is dit voor sommige sen inwoners van een grootstedelijke wijk bewoners in de Westelijke Tuinsteden als ware het een dorp of zelfs één grote moeilijker dan voor anderen; daarom familie – of dat het zo zou moeten zijn. worden ze daarin tijdelijk professioneel Een voorbeeld van een onwerkelijke bijgestaan; ambitie is dat de verwachting dat de n er worden voorzieningen ontwikkeld bezoeksters van het MKC (die gekenmerkt waar buurtbewoners trots op kunnen worden door een grote taalachterstand en zijn; sociale voorzieningen hebben niet geen werkervaring) na een traject van zes alleen een directe dienst- of hulpver- maanden meteen kunnen doorstromen lenende functie maar zijn ook plekken naar betaalde arbeid. Slechts één vrouw om zelfbewustzijn aan te ontlenen. heeft aan die hoge doelstelling voldaan. Toch is het traject daarom nog niet Deze kenmerken gezamenlijk sluiten mislukt: de vrouwen volgen bijna zonder enerzijds aan op ontwikkelingen die zich uitzondering extra taallessen en een groot welhaast in heel Nederland voordoen 23 deel ging aan de slag als vrijwilliger op (een trend naar ‘modern paternalisme’19), scholen in de buurt of binnen het MKC anderzijds tekent zich een nieuw, belof- zelf. In het licht van iets minder ambitieuze tevol model af. Centraal hierin staat de doelstellingen is dit traject dus wel een directheid van de benadering: er wordt succes. aangebeld, mensen worden direct aan- ParkStad Amsterdam ParkStad gesproken, op de huid gezeten, op hun n In de vele sociale programma’s komen verantwoordelijkheid voor henzelf en hun we een aantal overeenkomstige aspec- nabije naasten aangesproken. Er zou, ten tegen: idealiter, geen ontsnappen aan zijn, aan n er is meer dan vroeger sprake van enig deze moderne interventietechnieken, en paternalisme, van drang en dwang, daar is de taal dan ook naar. Het gaat om ook al spreken veel hulpverleners nog integrale aanpakken, waarbij mensen in steeds over ‘vraagsturing’; ketens van professionals worden gevolgd. n veel projecten zijn bedoeld voor ieder- Hoewel het wellicht wat beklemmend een, er wordt territoriaal, huis-aan-huis klinkt vanuit het perspectief van degene gewerkt; niettemin is de werkelijkheid die in ‘behandeling’ wordt genomen, is soms anders, namelijk categoraal de diepere betekenis van deze taal vooral (alleen vrouwen of bepaalde etnische dat de vrijblijvendheid aan de kant van de groepen worden bereikt); hulpverlening definitief moet verdwijnen n veel projecten ogen fragmentarisch, (in die zin is het eerder een vorm van incidenteel, met weinig follow up, ook zelfbinding van sociale professionals). al omdat veel projecten intensief en Het is niet zozeer dat de cliënt in een dus duur zijn en daarmee soms moeilijk ketenaanpak in de boeien wordt geslagen, te financieren; als wel dat professionals zich verplichten n er wordt niet langer gefocust op een om geen gaten te laten vallen. Dat profes- specifiek probleem maar op het geheel sionals dit met elkaar afspreken is bepaald geen overbodige luxe. Wie het boek van slechts opgemerkt dat een casemanager Margalith Kleijwegt doorleest, ziet hoeveel die zich geheel op één iemand kan con- kinderen toch weer tussen de mazen van centreren (met op de achtergrond steun het professionele net doorzwemmen. van diverse professionals) vaak effectiever Hoewel het een beetje de omgekeerde blijkt te werken dan integrale teams die wereld is om bij dergelijk stringente bena- vooral met elkaar overleggen. deringen over vraagsturing te spreken, Op collectief niveau bestaat over inte- valt op dat veel bewoners uiteindelijk graliteit ook enige verwarring. In heel heel blij zijn dat ze achter de gerania zijn veel stedelijke vernieuwingsplannen gaat weggehaald. Op het moment dat zich het over integrale aanpakken vanuit de nieuwe mogelijkheden voordoen, blijken drie pijlers, waar we hierboven al over mensen ongekende wensen te hebben en schreven. Dan gaat het over een gecom- ongekende kwaliteiten. Wat mensen wil- bineerde sociale, fysieke en economische len, hangt vaak sterk af van wat ze denken aanpak. Vaak is dat echter helemaal dat er kan. Het is daarom bij uitstek een niet nodig. Eenzaamheid, psychische taak van professionals en vrijwilligers om problemen, onverschilligheid, burenru- te laten zien dat er zoveel meer mogelijk is zies, opvoedingskwesties, onveiligheid, dan betrokkenen zelf vaak denken. Goed rouwverwerking, gezondheidsklachten, het hulp verlenen is de brug slaan tussen zijn allemaal sociale problemen die niet of maatschappelijke mogelijkheden en nauwelijks gerelateerd zijn aan financiële kwaliteiten van bewoners. positie of huisvestingssituatie. Natuurlijk, arme buurten zijn vaak iets onveiliger In dat verband zijn twee kanttekeningen en mensen met een uitkering zijn soms te plaatsen bij deze nieuwe benadering. minder gezond en worden gemiddeld iets In de eerste plaats bij het aanspreken op minder oud. Maar toch zou het onjuist zijn nabije identiteiten, een politiek van proxi- om alle sociale en existentiële problemen miteit. Als eerste stap op weg naar eman- te reduceren tot economische ongelijk- cipatie is het aanspreken op identiteiten heid of tot territoriale concentratie en 24 als ouder en buurtbewoner waarschijnlijk segregatie. Veel van bovengenoemde handig en adequaat. Joke van der Zwaard problemen kunnen worden opgelost, of heeft echter in een mooie analyse van het althans aangepakt, door zorg- en welzijns- fenomeen ‘buurtmoeder’ in Rotterdamse instellingen, door sociale professionals. Bij wijken laten zien dat aanspreking op een dit soort problemen hoeft niet iedereen dergelijke nabije en vaak ook territoriale aan een vergadertafel aan te schuiven; de ParkStad Amsterdam ParkStad identiteit, mensen dreigt op te sluiten in mode van ‘integrale’ – sociaal, economisch wat ze al kunnen en wie ze al zijn20. Dat, én fysiek – doet ons soms vergeten dat terwijl professionals juist nieuwe werelden veel kwesties heel effectief sectoraal, voor ze moeten ontsluiten, zo mogelijk ook verkokerd kunnen worden aangepakt. buiten de wijk en voorbij de traditionele Op het niveau van de aanpak van de wijk ouderrol. is afstemming tussen fysieke, economische en sociale ingrepen natuurlijk wel gewenst. Een tweede kanttekening betreft integra- De ontwikkeling van een samenhangende liteit. Er zijn kwesties van integraliteit op benadering van problemen is echter moei- individueel en collectief niveau. Op indivi- lijk. Zo zijn er verschillen in maatschap- dueel niveau speelt dat wanneer iemand pelijk status en reputatie tussen de drie door talloze instellingen wordt gevolgd en sferen, resulterend in zeer uiteenlopende geholpen, de professionals hun werkzaam- bedragen die voor de ene of andere sfeer heden op elkaar proberen af te stemmen. beschikbaar zijn. De sociale pijler wil wel Vaak leidt dat tot eindeloze vergadercir- dapper op eigen benen staan, maar van cuits; dan gaat er meer tijd naar overleg zelfstandige financiering vanuit Den Haag dan naar directe hulpverlening. Ook is bij is slechts mondjesmaat sprake. De sociale dergelijke integrale benaderingen soms middelen voor wijken die in het kader van onduidelijk wie er werkelijk verantwoorde- herstructurering worden aangepakt, zijn lijk is voor de betrokken persoon; en dan beperkt. vallen er soms heel lelijke gaten. Hier zij Er is ook een groot verschil in tijdshori- naar korte en lange termijn (waarbij de zonten: terwijl bij sociale vraagstukken de langere termijn de richting-vraag moet korte termijn, hic en nunc, vaak alle aan- beantwoorden) als naar ‘breed’ en ‘diep’: dacht opvragen, worden fysieke kwesties hoe groot is de groep die bereikt wordt meestal in een lange termijn-perspectief (en welk deel is dit van de totale doel- geplaatst. Corporatiedirecteuren willen groep) en hoe diep is de werking van de dat hun bezit over dertig jaar nog steeds interventie: misschien worden weinig men- verhuurbaar is; ze zijn van de lange baan. sen bereikt maar sorteren de interventies Zeker nu de samenwerking tussen wonen blijvende effecten bij een paar mensen? en welzijn uitgebreid gaat worden met Bekijken we onze vier projecten dan zorg – een steeds actuelere opdracht nu ontstaat het volgende beeld. Bij het MKC de Wet Maatschappelijke Ondersteuning nemen gemiddeld per week ruim 400 eraan komt – blijken ook de uiteenlopende vrouwen aan activiteiten deel. Aangezien mate waarin politici iets te zeggen hebben enkele vrouwen aan meerdere activiteiten over deze sectoren soms tot problemen meedoen, zal het totale aantal deelnemers te leiden. Al het gepraat over de ‘regie- iets onder de 400 liggen. Hoeveel is dat rol’ van lokale overheden kan de grote nu als we de gehele Kolenkitbuurt in verlegenheid over de eigen onmacht ogenschouw nemen? Met andere woor- maar moeilijk verhullen. Maatschappelijke den, hoe groot is het bereik van het MKC, dienstverleners als woningcorporaties, hoe breed? Kijken we naar de groep van zorgverzekeraars, zorgaanbieders én Turkse en Marokkaanse vrouwen boven de welzijnsinstellingen hebben de dure plicht 18 – en daar richt het MKC zich impliciet om in deels nog onheldere bestuurlijke op – dan wonen er in deze buurt ongeveer verhoudingen zeer nauw en coöperatief 1200 van hen. Dit betekent dat zo’n 30% met lokale bestuurders samen te werken. van de doelgroep door activiteiten bereikt Bereik: breed en diep lijkt te worden, hetgeen een hoog aantal Welke resultaten hebben we tot nu toe is. Tegelijkertijd is er ook een groep die in de vier onderzoeken gevonden? Hoe niet wordt bereikt omdat zij niet bereikt verhouden die zich tot de ambities? Deze lijkt te willen worden (zorgvermijders) – en 25 belangrijke vragen kunnen we alleen maar een groep die niet naar het MKC komt voorzichtig, met enige slagen om de arm omdat zij deze ondersteuning en activi- beantwoorden. Dat heeft in de eerste teiten niet nodig heeft. Overigens kan het plaats te maken met de fase waarin de bereik nog worden vergroot als er geen ontwikkeling van Parkstadplannen zich wachtlijsten bij activiteiten zouden bestaan ParkStad Amsterdam ParkStad bevindt. Hoewel het gehele programma en als het MKC actiever aan werving zou nu meerdere jaren beslaat, zijn veel sociale doen. projecten toch nog relatief jong. Een Welke effecten heeft deelname voor de tweede, nog serieuzer probleem dat tot betrokken vrouwen? Hoe diep gaat het? voorzichtigheid maant, is dat er weinig Als er alleen gekeken wordt naar toelei- cijfers voor handen zijn over de situatie ding naar betaald werk, dan is het effect voordat met de projecten werd gestart van het MKC minimaal: 1. Maar van de (geen echte nulmetingen). Een derde maar achttien deelnemers aan het werktoelei- niet minder wezenlijke relativerende factor dingstraject Stapje-voor-Stapje volgen er is het probleem van multi-causaliteit: hoe nu veertien een vervolgcursus Nederlands, weten we zeker dat een bepaalde ontwik- vier zitten in de cliëntenraad van het MKC keling in oorzakelijke zin aan een bepaald en zeven doen vrijwilligerswerk in de buurt project kan worden toegeschreven? (in het MKC of op basisscholen). Als er dus Niettemin kan het onderzoek naar de op doorstroming wordt gescoord is het vier projecten waardevol zijn als we met effect van dit traject relatief groot. Ook plausibele redeneringen kunnen komen voor de 158 vrouwen die elke week taalles over hun mogelijke effecten: niet zozeer volgen zijn de gevolgen aanzienlijk. Het in absolute zin maar wel om de vraag te leren van de taal heeft op allerlei terreinen kunnen beantwoorden of de resultaten in positieve effecten: in de opvoeding, in de goede richting wijzen. het zelfstandig naar buiten kunnen treden Bij effecten maken we zowel onderscheid en, op den duur, wellicht in het zoeken en vinden van betaald werk. De begeleidsters middelen. Naast de wens tot structurele hebben de indruk dat de vrouwen, door veranderingen, staat de noodzaak om de taal machtig te worden, zelfvertrou- individuele mensen aan te spreken op hun wen ontwikkelen. Vaak zijn ze pas kort in mogelijkheden om iets van hun leven te Nederland (‘importbruiden’) en geheel maken, hoe moeilijk de omstandigheden afhankelijk van hun man en naaste familie. ook mogen zijn. Juist de enorme variatie Het MKC verwoordt de effecten in in het wel of niet vooruitkomen, ook in de termen van ‘empowerment’. Hoewel er Kolenkitbuurt, geeft aan hoezeer het de zeker sprake is van het meer op eigen moeite is om mensen aan te spreken op benen staan, lijkt het ons noodzakelijk om hun eigen initiatief en om ze daarbij op empowerment beter te operationaliseren weg te helpen. om vast te stellen of het beoogde doel Na dit voorbeeld van een individueel- werkelijk wordt bereikt. Empowerment vooruitkomen project, richten we ons nu dreigt in sommige kringen een hoera- op Geuzenbaan, waar de ambitie uitgaat woord te worden – in de teksten van het naar collectief vooruitkomen. Hiertoe MKC, beleidsteksten van het stadsdeel worden in de buurt (koop)woningen bijge- en in verschillende interviews komen we bouwd, ‘ingebreid’. De precieze effecten de term in vijf verschillende betekenis- hiervan worden op dit moment door sen tegen – dat het zicht ontneemt op ons door middel van survey-onderzoek feitelijke, precieze vooruitgang die wordt achterhaald. Onze voorlopige indrukken, geboekt. op basis van talrijke interviews, is dat Dit doet overigens niets af aan de qua bereik, breedte, het om een ambi- gedachten achter empowerment: mensen tieus project gaat. De circa 400 nieuwe moeten geholpen worden om greep te woningen zijn voor iedereen zichtbaar, en krijgen op hun eigen leven. Professionals ook is duidelijk dat zich een relatief grote en vrijwilligers staan mensen tijdelijk bij groep autochtonen onder de nieuwkomers zodat ze handelingsbekwamer worden. bevindt – bijna veertig procent – en een Empowerment is in die zin een adequaat grote groep stijgers uit de omliggende 26 begrip dat het afrekent met de gedachte sociale huurwoningen. Bovendien wordt van slachtofferschap en machteloosheid. het bereik steeds groter omdat er de Ook in moeilijke omstandigheden is komende tijd alleen maar meer nieuwe iemand zelf verantwoordelijk om verbete- (koop)woningen bij komen. Er is zelfs al ring te brengen in haar situatie; hulp kan sprake van een golfafslagbaan. daarbij hoogstens tijdelijk en aanvullend De cruciale diepte-vraag heeft betrekking ParkStad Amsterdam ParkStad zijn. op het effect van de nieuwe middenklasse In het licht van de actuele discussie in zo’n wijk op de meer kansarmen. In over het werk van de Britse psychiater nogal wat interviews bleef het nadat we Dalrymple21 is dit een belangwekkende deze vraag stelden, een tijdje stil, ook constatering: in de benadering van het al omdat dit (nu) nog niet zichtbaar is. MKC, en breder, in de sociale program- Lokale professionals hebben de indruk dat ma’s in de Westelijke Tuinsteden, lijkt te er geen sprake is van contact tussen de worden gebroken met de gedachte dat nieuwe bewoners van de koopwoningen ‘pech’ in het leven mensen per definitie en de bewoners van de oudbouw. Dit onmachtig maakt en eindeloos recht geeft komt deels doordat er veel tweeverdieners op voorzieningen en ondersteuning. In zijn komen wonen wier leven zich elders de nieuwe benadering gaat het erom afspeelt, en deels ook doordat over en mensen met enige drang en dwang op weer minder positieve beelden bestaan eigen benen te laten staan, hoe moeilijk (er wordt nogal wat geklaagd), en deels soms ook waar het multiproblem-gezin- ook doordat de fysieke inrichting van nen betreft. Ook wie gevoelig is voor de nieuwbouw niet direct uitnodigt tot maatschappelijke ongelijkheid en voor hoe gemengde contacten: een deel van oneerlijk het in het leven vaak is verdeeld, de nieuwbouw is met de rug naar de kan niet volstaan met pleidooien voor bestaande bebouwing neergezet. ruimhartige voorzieningen en een meer Deze geluiden zijn bekend uit ander rechtvaardige verdeling van schaarse onderzoek naar het plaatsen van duur- dere (koop)woningen in een wijk met de adressen niet binnen komen. Deze overwegend goedkope huurwoningen. In non-respons bestaat overigens niet alleen relatie tot de ambitie van het stadsdeel uit principiële weigeraars of gevallen van dat middenklassebewoners mensen met totaal isolement. Bij deze laatste groep minder opleiding en baankansen mee komen de bewonersadviseurs door de omhoog zouden trekken, blijft het echter aanhoudende aanpak uiteindelijk meestal een teleurstellend gegeven. Tegelijkertijd wel binnen. Bij deze 25% kan het bijvoor- moet hierbij worden aangetekend dat der- beeld ook gaan om studenten die op reis gelijke effecten mogelijk pas op langere zijn, door- en onderverhuren etc. termijn zichtbaar worden. Ook kan het zo 20% van de bereikte huishoudens (een zijn dat bepaalde delen van de midden- kwart van de totale huishoudens) kan klasse wel degelijk een dergelijk ‘dra- worden gekenmerkt als multiproblem- gende’ rol op zich nemen (en niet alleen gezin. Voor deze gezinnen treedt de een ‘klagende’). Ons onderzoek richt zich adviseur voor een langere periode op als dan ook op de vraag of bepaalde groepen case-manager. Ongeveer eenderde van wellicht een minder grote sociale afstand de bereikte huishoudens is met enkele ervaren tot de bewoners van de huurwo- simpele doorverwijzingen voldoende ningen; koesteren bestuurders terecht de geholpen – dit vooral omdat ze niet zoveel hoop op opbouwende contacten als het problemen hebben. De overige 15% heeft bijvoorbeeld gaat om mensen uit de eigen de zaken zodanig op orde dat er geen kring, van dezelfde etnische groep of van verwijzingen nodig zijn. een bepaalde beroepsgroep? Is ‘steunen Daarbij moet worden aangetekend dat het op het midden’ als algemene ambitie bij de eerste bezoeken vaak niet meteen wellicht te royaal, maar in meer specifieke duidelijk is hoe de situatie in het huis- vorm wel degelijk een reële optie? houden is. Soms komen mensen pas later Zoals eerder uiteengezet, kan het bouwen langs en blijken er meer problemen te zijn van koopwoningen ook worden gemoti- dan men aanvankelijk dacht. veerd vanuit het motief om de keuzevrij- De diepte. De indruk ontstaat dat het heid van ‘stijgende’ inwoners te vergroten. effect op multiproblemhuishoudens 27 Aangezien nogal wat bewoners inderdaad groot is. De bewonersadviseurs weten uit de wijk komen, lijkt dit een reëel motief. als casemanagers de contacten met de Misschien dat zij door hun voorbeeldfunc- hulpverlenende instanties aanzienlijk te tie en banden met hun oude buurt wel een verbeteren. Korte lijnen blijken te helpen. dragende rol kunnen spelen en daarmee Hoe diep diep is, blijft echter de vraag. ParkStad Amsterdam ParkStad anderen vooruit kunnen helpen. In deze aanpak gaat het om zicht krijgen In Overtoomse Veld – waar sprake is van op de problemen en het kortsluiten van een individuele aanpak primair gericht vraag en aanbod. Wat er naderhand met op rondkomen en samenleven – wonen het gezin gebeurt, daar is minder zicht op; iets minder dan 10.000 mensen in 3.860 of de hulpverlening van de instellingen woningen. Iets meer dan 70% van de gaat werken is een volgend vraagstuk. Een inwoners is allochtoon. Zogenaamde treurige maar wel realistische constatering bewonersadviseurs zijn in het kader van is dat bij sommige gezinnen de situatie het SIP-programma actief: ze bezoeken nu eenmaal tamelijk uitzichtloos is. Een talloze adressen, huis aan huis. Het gaat bezoek aan schuldhulpverlening betekent hierbij tot nu toe om de renovatiecom- niet dat de schulden opgelost zijn of dat plexen maar waarschijnlijk komt daar de oorzaken van die schulden zijn weg- een aantal sloopcomplexen bij. Op deze genomen. manier zijn tot nu toe ongeveer 500 adres- Niettemin leidt deze huis-aan-huis-aanpak sen bezocht. Ongeveer 400 adressen zijn tot de mogelijkheid om de problemen ‘bereikt’, dat wil zeggen dat de bewoners opnieuw te bezien. Louter de komst van in gesprek zijn met de adviseurs; in ‘traject de bewonersadviseurs betekent voor gezet’ zijn22. sommigen al een doorbraak in de situ- Het bereik, de breedte, is dus opval- atie. Geweld komt aan het daglicht, de lend, hoewel ze, ook met zo’n intensieve vicieuze cirkel is doorbroken, de sluier aanpak, nog steeds bij ongeveer 25% van van ontkenning gelicht. Afhankelijk van de inzet van betrokkenen en de kwaliteit moment, nog moeilijk in te schatten. Er van de hulpverlening, kan het uiteindelijke zijn nu eenmaal veel jonge kinderen in dit resultaat dan ook positief zijn. gebied, ook al doordat men grotere maar Voor individuen en individuele gezinnen relatief goedkopere huurwoningen heeft heeft deze benadering grote voorde- teruggebouwd na de sloop. len. Gelet op de ernst van veel sociale Er is weinig toezicht in de klassieke problemen gaat het bij velen niet zozeer burgermanszin. Maar de jongeren hebben om maatschappelijk vooruitkomen maar wel degelijk contacten met de overige veeleer om het oplossen van problemen bewoners. Verschillende bewoners van die daaraan vooraf gaan: rondkomen, het uiteenlopende etnische groepen groeten dagelijks bestaan weer op orde krijgen. bijvoorbeeld de overwegend Marokkaanse Als dit bij een enigszins substantiële groep jongeren. Andere bewoners klagen juist lukt, dan kan dat ook effect hebben op over een zekere afstand. Het intensieve het samenleven met elkaar. Vooralsnog is beheerprogramma lijkt wel vruchten af het echter te vroeg om van een dergelijk te werpen – op voorwaarde dat het een effect te spreken. De meeste verbeterin- tamelijk permanent karakter heeft. gen doen zich achter de voordeur voor. In vergelijking met de sociale effecten Het Sociaal Beheer in Osdorp, in het van sloop/nieuwbouw in andere her- Zuidwest Kwadrant, is gericht is op structureringsgebieden valt op dat het bevordering van ‘leefbaarheid en veilig- in de ogen van sommige bewoners met heid’. Hier gaat het niet om een individu- de leefbaarheid – in de zin van schoon, ele benadering achter de voordeur maar heel, veilig, rustig, geen overlast – niet erg eerder om een poging om het collectieve vooruit is gegaan. Dat is enigszins ver- samenleven op straat te verbeteren. Het rassend omdat uit onderzoek op andere, bereik daarvan is moeilijker in te schatten, vergelijkbare plekken blijkt dat juist de maar we wagen een poging. Twee elemen- leefbaarheid vaak beter scoort dan vóór ten zijn bij het sociaal beheer van belang: de fysieke ingrepen. Wat wel overeenkomt 1) Brandjes blussen. Er komt bijvoorbeeld met andere stedelijke vernieuwings- 28 een melding binnen van een bewoner over gebieden is de relatief geringe sociale overlastgevende jongeren. De veroorza- cohesie die in het gebied lijkt te bestaan. kers worden vervolgens aangesproken Herstructurering, sloop en nieuwbouw, door een ambulant jongerenwerker. Het blijkt een effect te hebben op bestaande bereik hiervan is logischerwijs niet gelijk sociale netwerken, zeker wanneer bewo- over de wijk gespreid; op sommige plek- ners, bijvoorbeeld vanwege de hogere ParkStad Amsterdam ParkStad ken is meer overlast en sommige bewo- huren, niet opnieuw bij elkaar in de buurt ners vormen meer de ‘ogen en oren van komen te wonen. Ook als bewoners wel bij de wijk’ dan anderen. Over het algemeen elkaar in de buurt terugkomen, zijn daar- lijkt deze benadering echter tamelijk mee de problemen van het samenleven effectief. De overlast is afgenomen, de natuurlijk niet voorbij. Hoe grootschalig actieve bewoners hebben weer het gevoel en ambitieus fysieke herstructurering ook dat er naar hen wordt geluisterd en de wordt opgezet, de sociale kenmerken jongeren merken dat er, naast een tamelijk van de betrokken bewoners veranderen straffe aanpak, voor hen ook positieve daarmee nog niet. Hoewel verdunning zaken worden georganiseerd. van probleemhuishoudens soms enig 2) Het organiseren van projecten, bijvoor- soelaas kan bieden, zal in alle wijken met beeld om de kloof te overbruggen tussen sociaal zwakkere huishoudens permanent jongeren en ouderen (huiskamergesprek- geïnvesteerd dienen te worden in sociaal ken). Het bereik van dergelijke projecten beheer. Samenleven in de buurt is voor is in het gebied tamelijk groot. Er is een sommigen moeilijk en vraagt om perma- etnisch gemengde groep actieve bewo- nent onderhoud. ners die regelmatig samenkomt en die Conclusies uit meer bewoners bestaat dan de ‘usual De vier hierboven beschreven projecten suspects’. zijn representatief in die zin dat ze vier De diepte. De duurzaamheid van deze benaderingen vertegenwoordigen die we interventies is in dit geval, en zeker op dit in de Westelijke Tuinsteden op verschil- lende plekken tegenkomen. Aangezien we op collectief beter samenleven of op al die andere projecten niet hebben kun- vooruitkomen (door een meer gemengde nen onderzoeken, weten we niettemin niet bevolkingssamensteling) zijn minder zeker in hoeverre deze vier projecten wel- verrassend en lijken hun pretenties niet licht een iets te rooskleurig beeld schetsen altijd te kunnen waarmaken. Dat is ove- van de sociale programma’s in hun geheel. rigens geen reden om deze achterwege Want we zijn van sommige programma’s te laten, integendeel. Uitgebreid en onder de indruk. Met name die projecten intensief sociaal beheer, gericht op het die zeer gericht en zeer intensief indi- vreedzaam samenleven, zou juist in plaats viduen en individuele gezinnen bij de van een project in veel van deze buurten hand nemen zijn vernieuwend en op het een permanent en grootschalig karakter oog beloftevol. De gemeenschappelijke moeten krijgen. En ook het werken aan kenmerken van deze projecten met én een meer gedifferentieerd woningbestand een groot bereik én met, voorzover nu te kan absoluut geen kwaad: het vergroot de voorzien, diepgang en duurzaamheid zijn: keuzemogelijkheden voor mensen die uit een huurwoning groeien. Al te ambitieuze n er is sprake van paternalisme, van dromen dat differentiatie van woningen enige drang en dwang; ook leidt tot het sociaal-economisch n de focus ligt op het geheel aan vooruitkomen van de onderkant van de (multi)problemen van een persoon of samenleving of tot intensief interetnisch huishouden; contact, lijken echter niet uit te komen. Bij n er wordt meer samengewerkt tussen het vooruitkomen lijkt de rol van de buurt professionele partijen; en andere buurtbewoners überhaupt niet n bewoners worden aangesproken op zo groot, zeker niet voor de meest kansar- ‘nabije identiteiten’: als ouders, voor- men. leesmoeders, buurtbewoner, buurt- Bij het beter en intensiever samenleven moeder, sportvader; van autochtoon en allochtoon speelt het n voor de verbetering van hun leef- in elkaars nabijheid wonen wel een zekere omstandigheden worden bewoners rol, maar differentiatie van het woningbezit 29 tijdelijk professioneel bijgestaan, blijkt nauwelijks tot betere sociale integra- maar uiteindelijk zelf verantwoordelijk tie te leiden23. ‘Het blijkt wel mogelijk te gehouden. zijn om de middenklasse geïnteresseerd te krijgen voor een woning in een herstructu- Deze individuele benaderingen - gericht reringsbuurt, maar sociale relaties met de ParkStad Amsterdam ParkStad op het greep leren krijgen op het eigen andere bewoners van de wijk komen niet leven en op werkelijk vooruitkomen van de grond.’24 De sociale effecten van - zouden op grote schaal in de Westelijke menging zijn relatief klein en selectief. Tuinsteden uitgevoerd moeten worden. Daarmee is niet gezegd dat de sociaal- Hierbij valt op dat de plek waar dit culturele afstand tussen allochtoon of plaatsvindt eigenlijk niet zo relevant is: autochtoon geen groot maatschappelijk het gaat niet om de problemen van een probleem is. Dat is het wel. De fysieke straat, een buurt, een wijk, laat staan van afstand tussen groepen maakt het er ook ‘de’ Westelijke Tuinsteden. Het gaat om niet beter op; door de concentratieten- het aanpakken van problemen van indivi- denzen hebben allochtonen en autochto- duen die vaak in deze wijken wonen. Een nen minder kans om met elkaar in contact geconcentreerde, territoriale benadering te komen. Om die reden mensen verplicht (huis voor huis aanbellen, of alle vrouwen te gaan spreiden of uit buurten te weren, proberen te bereiken via een MKC dat is echter wel een heel draconische maat- letterlijk in de buurt is) ligt hierbij voor de regel. Het ligt dan ook voor de hand om hand. Maar de betekenis van de plek waar allerlei wijken qua woningbestand geva- de professionele interventie plaatsvindt, rieerder te maken – dus sturing aan de is niet meer dan dat: het is voor profes- aanbodzijde en geen dwingelandij aan de sionals de plek waar ze hun doelgroep vraagkant – zodat de individuele keuzevrij- kunnen vinden. heid voor iedereen toeneemt. We kunnen De sociale en fysieke programma’s gericht ook menging verwachten aangezien veel migranten onvrijwillig geconcentreerd het imago van de Tuinsteden verhoogd wonen. moet worden voor hen die er nu wonen. Wel is het zo dat deze keuzevrijheid Het investeren in nieuwe woningen kan alleen reëel is voor degenen die sociaal- daarbij helpen, maar het bouwen en goed economisch aan het stijgen zijn. Voor toerusten van publieke voorzieningen zover overheden en sociale professionals waar iedereen van profiteert is daarbij van kunnen bijdragen aan individuele sociaal- nog groter belang. Het gaat daarbij niet economische stijging dragen ze niettemin alleen om gebouwen waar de bewoners ook, zij het indirect, op den duur bij aan trots op kunnen zijn maar ook om het collectieve sociaal-culturele, interetnische royaal investeren in diensten: ‘De beste menging. voorzieningen voor de “slechtste” wijken: Het beleid in de Westelijke Tuinsteden, de best toegeruste sociale diensten, de met zijn accentuering van individuele meest actieve reïntegratiebedrijven en de probleemaanpak, lijkt op de juiste weg beste leraren voor de scholen in concen- te zijn (op voorwaarde dat het collectieve tratiewijken’25. samenleven niet wordt verwaarloosd). Dit beleid, waarvan de contouren zich Hoewel harde cijfers op dit moment ont- steeds helderder aftekenen, is zeker breken en causale verbanden hoogstens Amsterdams. Maar is het ook exclusief plausibel konden worden gemaakt, lijkt Amsterdams? In een recente vergelij- er sprake van een substantiële inspanning kende studie voor de WRR benadruk- met potentieel substantiële resultaten. ken de sociologen Engbersen, Snel en Het bereik van een aantal projecten is Weltevrede sterk de overeenkomsten groot en de effectiviteit lijkt aanzienlijk. Er tussen de benaderingen in Amsterdam gebeurt veel meer dan dat er druppels op en Rotterdam26. Zij gebruiken voor deze een gloeiende plaat vallen: de resultaten gedeelde benadering de term ‘sociale verdampen niet maar slaan hier en daar herovering’ en benoemen drie kenmerken: werkelijk neer. ‘(1) het vergroten van de leefbaarheid en De optelsom van al deze inspanningen de veiligheid in de publieke ruimte, (2) 30 zou er uiteindelijk in moeten resulteren het realiseren van een meer evenwichtige dat mensen die vooruitkomen en (beter) bevolkingsopbouw (in concreto: het samenleven, graag in de Westelijke aantrekken dan wel behouden van mid- Tuinsteden blijven wonen. Het is veelzeg- dengroepen) en (3) het formuleren van gend als bewoners enthousiast voor een gemeenschappelijke competenties en buurt kiezen. Vanzelfsprekend heeft dit gedragsregels om het alledaagse verkeer ParkStad Amsterdam ParkStad alles te maken met het imago van een tussen bewoners te bevorderen’27. Naast buurt en dat is moeilijk beïnvloedbaar deze drie ambities wijzen ze op vier aspec- door beleid. Een meer gedifferentieerd ten die te maken hebben met de middelen woningbestand kan daarbij helpen, net om deze doelen te bereiken: (1) het door zoals een prettige leefomgeving en toe- street level bureaucrats weer zicht krijgen genomen leefbaarheid. Maar imago is een op de alledaagse, werkelijke problemen verraderlijk iets. Het beeld dat mensen van mensen; (2) een indringende, verder- ‘van buiten’ van een buurt hebben, hoeft gaande en normerende aanpak; (3) een niet te corresponderen met het ‘bin- samenhangende aanpak, integraal beleid; nenbeeld’. Dit speelt ook in de Westelijke (4) onderkenning dat beleid op meerdere Tuinsteden. Waar voor veel migranten schaalniveaus noodzakelijk is omdat niet de verhuizing naar Nieuw West een alle problemen op het niveau van de wijk grote vooruitgang was na de benauwde op te lossen zijn. behuizing in de negentiende-eeuwse Deze kenmerken van de heroveringsge- wijken, daar zijn voor veel autochtonen dachte corresponderen grotendeels met de Tuinsteden monotone en saaie wijken onze lijst van de Amsterdamse aanpak. geworden. Zij noemen weliswaar niet het beroep op Gelet op het accent dat het Amsterdamse nabije identiteiten en de eigen verant- bestuur in de plannen legt op (het woordelijkheid maar deze vormen zeker ‘omhoog werken’ van) de zittende bewo- ook een onderdeel van Rotterdamse ners, ligt het in de rede dat allereerst projecten. Het grootste verschil lijkt te schuilen in de geformuleerde doelen. Niet gaat primair om een individuele benade- alleen is de overkoepelende term ‘sociale ring gericht op vergroting van keuzemoge- herovering’ weinig Amsterdams – hoe- lijkheden. veel Amsterdamse bestuurders hebben Met deze strategie wordt het moeilijker werkelijk de greep op hun buurten geheel om de verhouding tussen groepen te verloren? – ook de drie onderliggende thematiseren: vermenging van allochtoon doelen dekken maar in zeer beperkte en autochtoon zal in Amsterdam (pas) mate wat er in de Westelijke Tuinsteden plaatsvinden doordat migranten sociaal- onder de noemer van stedelijke vernieu- economisch gaan stijgen. Rotterdam lijkt wing gebeurt. Waar in de drie doelen daaraan op het oog meer te doen door van Engbersen c.s. het collectieve aspect de segregatie van zwart en wit als zodanig sterk domineert (de openbare ruimte, de tot probleem te bestempelen. Toch is de middengroepen behouden, spelregels Rotterdamse benadering waarschijnlijk voor het samenleven) daar trof ons in niet effectiever: voortdurend problemen de Amsterdamse benadering nu juist benoemen die onoplosbaar zijn (behalve het accent op individuele emancipatie. als Rotterdam ervoor zou kiezen om Vanzelfsprekend hoeft dit geen tegenstel- massaal met zijn bevolking te gaan slepen) ling te zijn met collectieve ambities (deze maakt die problemen eerder groter dan kunnen zelfs een noodzakelijke conditie kleiner. Iets minder grote woorden en wat vormen voor een individuele benadering) meer individuele daden: dat lijkt de kracht maar het is veelzeggend dat dit aspect in van Amsterdam. Rotterdam blijkbaar zo ondergeschoven is dat het niet als gemeenschappelijk Noten kenmerk door Engbersen c.s. kan worden 1 Kleijwegt 2005. 2 Stadsdeel Slotervaart 2004, p. 4. benoemd. 3 Uitgevoerd door Stefan Metaal en Maartje Hieraan ten grondslag ligt een funda- Delnoij. menteel verschil dat door de auteurs 4 Stadsdeel Slotervaart 2004, p. 4. onvoldoende wordt opgemerkt. Waar 5 Zie onder Geraadpleegde bronnen. 6 zij stellen dat ‘de beleidsstrategie van Volgens een recente analyse van Musterd, 31 artikel te verschijnen eind 2005. sociale herovering duidelijk maakt dat het 7 De analyse van de lokale beleidsstukken oplossen van de stedelijke problemen in leverde veel overeenkomstem op met onze achterstandswijken niet louter door de recente analyse van landelijke beleidsstukken. bewoners zelf kan geschieden’, daar viel Zie voor een uitgebreide analyse van deze thematiek: Uitermark en Duyvendak 2004 in het Amsterdamse beleid juist op dat 8 Voor een overzicht: Sampson et al. 2002. Amsterdam ParkStad de bestuurders wél geloof hebben in de 9 Ostendorf et al. 2001. bestaande bevolking en de mogelijkheid 10 Musterd et al. 2003; Van der Laan Bouma om hen ‘omhoog te werken’, te ‘empo- 2005. 11 weren’. Waar het Rotterdamse gemeen- Zie ook Duyvendak 1999. 12 Dagevos 2004; Van der Laan Bouma 2005. tebestuur soms lijkt uit te stralen dat het 13 Commissie-Blok 2004. liever een andere bevolking zou hebben, 14 SCP 1994; De Vos en Deurloo 1999. geloven de bestuurders van Amsterdam, 15 Wittebrood en Van der Wouden 2002. 16 en zeker die van de Westelijke Tuinsteden, SCP 2002. 17 Van der Laan Bouma 2005. in hun eigen mensen. De term ‘sociale her- 18 Van Praag 1981. overing’ is dan ook niet dekkend voor deze 19 Zoals Kuypers en Van der Lans 1994 dat benadering; zij suggereert veel te veel noemen. alsof de redding van buiten moet komen; 20 Van der Zwaard 1995. 21 dat er van buitenaf ingegrepen moet Zie bijvoorbeeld Dalrymple 2004. 22 Dit zijn inschattingen van de uitvoerende worden door derden. De Amsterdammers professionals; naarmate het onderzoek vordert willen ook een gemengde(re) bevolking zullen deze indicaties verder worden verfijnd. maar dan toch vooral door binding van 23 Kleinhans et al. 2000. 24 stijgers, niet door spreiding of het afslui- Bolt en Torrance, 2005, p. 69. 25 Van der Laan Bouma 2005: 87. ten van wijken voor bepaalde groepen. 26 Engbersen, Snel en Weltevrede 2005. Waar Rotterdam in de herovering vooral 27 Idem, p. 125. in termen van groepen is gaan denken, is Amsterdam steeds liberaler geworden: het 3 ParkStad 2 Amsterdam 33 ParkStad Amsterdam Maurits de Hoog Boogie woogie

Maurits de Hoog is stedenbouwkundige en werkt sinds 1996 bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam. Hij was in het verleden hoofd van Ontwerpteam Stad en betrokken bij het opstarten van een HOOGSTEDELIJK/CENTRUM

groot aantal vernieuwingsprojecten. Hij is auteur van o.a. Panorama Noord - de ontwikkelingsvisie voor Amsterdam- Noord en recentelijk het boek 4x Amsterdam – Ontwerpen aan de stad.

In ‘Richting Parkstad 2015’ - het Ontwikkelingsplan voor de vernieuwing /CENTRUM van Amsterdam Nieuw-West – speelt de kaart ‘leefmilieus’ een cruciale rol. Het

is het belangrijkste instrument om de STEDELIJK

centrale doelstelling van de vernieuwing te realiseren: ‘het imago van Parkstad dient aantrekkelijker te worden door de realisering van zeer afwisselende woon- en werkmilieus, ingebed in de royale aanwezigheid van groen en water van een kwalitatief hoog niveau’. Van deze voorgenomen wens tot differen-

tiatie lijkt weinig terecht te komen. Veel TUINSTAD

recente Vernieuwingsplannen voor deel- 34 gebieden kennen een sterk vergelijkbaar, ‘stedelijk’ beeld en programma, waar de oorspronkelijke voorstellen ons juist een rijk palet van milieus suggereerden. Wat is er mis gegaan en wat moet er nu gebeuren? In dit essay analyseer ik het ParkStad Amsterdam ParkStad concept van de leefmilieus in de context van de vernieuwing van Parkstad en doe ik voorstellen voor aanscherping van het SUBURBAAN instrumentarium van de vernieuwings- operatie. Het is een optimistisch voorstel, voorbij treurnis en pessimisme over effectiviteit en kwaliteit van het over- heidsbeleid in tijden van recessie en grote

vereenvoudigingen. Het optimisme wordt NEN ingegeven door de grondigheid waarmee het Ontwikkelingsplan nu geëvalueerd PARKWO wordt. Dat belooft wat.

1. ‘Plan’-retoriek Een eerste kanttekening bij het Ontwikkelingsplan is een relativering. De terminologie van het Ontwikkelingsplan – plan, transformatie, integraal, pijlers, urgentie – suggereert een omvat- tende vernieuwingsoperatie, waarmee

programma en ruimtelijk beeld van de STADSSTRAAT Hoog Stedelijk

Stedelijk / incl. menging van functies

Centrum/ hoogstedelijk centrum

Stadsstraat

Tuinstad

Suburbaan

Parkwonen

Wilde Wonen/Volkstuinen

Buitenplaats/ Landgoed

Bedrijventerrein (reservering)

Zorg en educatie

Reservering Westrandweg Hoog Stedelijk

Stedelijk / incl. menging van functies

Centrum/ hoogstedelijk centrum

Stadsstraat

Tuinstad

Suburbaan

Parkwonen

Wilde Wonen/Volkstuinen

Buitenplaats/ Landgoed

Bedrijventerrein (reservering)

Zorg en educatie

Reservering Westrandweg Westelijke Tuinsteden grondig zullen sprake van een onacceptabel leegstand- veranderen. Zeker, de voorgenomen percentage, van een acute bedreiging van sloop van 13.000 woningen en de bouw de leefbaarheid of van een onbeheerbaar van 24.000 nieuwe in een periode van 10 openbaar gebied; problemen die alleen 35 tot 15 jaar is een forse ingreep. Er wordt opgelost kunnen worden door een snelle, bovendien veel geld geïnvesteerd in omvattende sloop-nieuwbouwoperatie en sociale en economische vernieuwing. een totale herinrichting van het openbaar Dit laat echter onverlet dat er 40.000 gebied. woningen in Parkstad blijven staan en dat Het grootste probleem van Parkstad ParkStad Amsterdam ParkStad het leven in grote delen van West gewoon – zwak punt nu, bedreiging op termijn zijn gang zal blijven gaan tijdens de – is de beperkte kwaliteit van de grote vernieuwing. Nu de vernieuwing ook veel aantallen portieketagewoningen met een meer tijd blijkt te vergen dan enige jaren klein woonoppervlak, een achterhaalde geleden gedacht, worden ook de sloop- indeling, een beroerd uitrustingsniveau nieuwbouwaantallen minder buitenaards. en een onhandige ontsluiting. Ook de Waarom nemen we niet 20 of 25 jaar voor architectuur, de blokvorm en de inrichting de vernieuwing? Per jaar 500 woningen van de directe woonomgeving maakt de slopen en 1000 nieuw bouwen past eerder portieketagecomplexen niet mateloos in de categorie voorstelbare projecten. De populair. vernieuwing duurt dan wel langer. Maar is Vervanging van de meeste portieketa- dat erg? gecomplexen lijkt dan ook op het eerste Vergelijken we de huidige aanpak met gezicht onontkoombaar. Maar zijn andere eerdere vernieuwingsoperaties in de stad, opties voldoende verkend? De cosmeti- dan leunt het Ontwikkelingsplan wel heel sche aanpak uit de jaren ’80 en de ‘optop’- sterk op de ervaringen in de Bijlmermeer, experimenten uit de jaren ‘90 boden op radicale en integrale ingrepen, die inderdaad weinig soelaas. Maar zijn ook planmatig doorgevoerd worden. Die onorthodoxe opties aan de orde geweest, ingrepen waren daar misschien nodig, zoals verkoop per portiek, cascoachtige maar zijn mijns inziens in West absoluut renovatieconstructies of kleine beurten niet aan de orde. In Parkstad is geen voor een beperkte instandhoudingsperi- ode? Duidelijk is dat het radicaal vermin- deren van het aantal kamers per woning 2. Planinstrumenten de indelings- en gebruiksmogelijkheden Tegenover de stoere begrippen die enorm kan verruimen. een gerichte, planmatige ingreep sug- Experimenteren over een breed front gereren staat merkwaardig genoeg een roept herinneringen op aan die andere betrekkelijk dun planinstrumentarium, grote vernieuwingsoperatie in Amsterdam: zeker wat betreft de fysieke poot. In het de stadsvernieuwing in de 19de eeuwse Ontwikkelingsplan zijn weliswaar veel wijken. Daar is na een valse start met al te kaarten van te onderscheiden aspecten ambitieuze plannen uiteindelijk heel gedif- van het zogenaamde Kwaliteitskader ferentieerd te werk gegaan. Er zijn buurten opgenomen, maar een concluderende die conform de eerste ideeën inderdaad plantekening met een uitvoeringsperspec- radicaal gesloopt zijn, maar ook buurten tief ontbreekt. Ook de leefmilieukaart waar is gekozen voor een kleinschalig is niet op een vanzelfsprekende manier proces van behoud en herstel, buurten, geoperationaliseerd. waar geïnvesteerd is in een paar gerichte Debet hieraan lijkt een zekere dub- ingrepen – bv. in de openbare ruimte belzinnigheid in de interpretatie van het –, buurten, waar de monumentale com- principe van ‘netwerken’ en ‘velden’. Dit plexen minutieus gerestaureerd zijn, waar onderscheid is gemaakt door Anna Vos gekozen is voor samenvoeging en verkoop in de Nota Parkstad uit 1996. Netwerken van woningen, waar een bepaald type zijn de lijnen van infrastructuur, groen en bedrijvigheid gestimuleerd is etcetera. water die de Tuinsteden in het plan van Deze aanpak kan natuurlijk niet zomaar Van Eesteren structuur gaven – de Schotse gekopieerd worden, maar laat wel zien Ruit, zoals Vos die structuur noemde. dat ook door het voeren van meerdere Velden zijn de vakken binnen de lijnen die vernieuwingsstrategieën naast elkaar een uiteenlopende programma’s opnemen. betekenisvolle (milieu)differentiatie bereikt Geheel in de traditie van de vroeg 20ste kan worden. Parkstad kent wat dit betreft eeuwse stedebouw horen de netwerken 36 maar een beperkt aantal smaken: sloop- bij het ‘Plan in hoofdzaken’ en de velden nieuwbouw en sloop-nieuwbouw. Aan het bij de uitwerking in een later stadium. regeneratievermogen van de bestaande Op bestuurlijk en beleidsmatig niveau lijkt voorraad wordt zo wel erg gemakkelijk nu de mening te hebben postgevat dat dit voorbijgegaan. Dit aspect vraagt om principe herhaalbaar is in de vernieuwing. nadere overweging in het perspectief van Kort samengevat: ‘de lijnen liggen er, de ParkStad Amsterdam ParkStad een meerduidige aanpak van de vernieu- velden kunnen van karakter veranderen. wing. Verschillen in aanpak van de velden komen de differentiatie van Parkstad als geheel alleen maar ten goede’. Dit is in twee opzichten een misverstand. Allereerst is door een reeks planwijzigin- gen tijdens de uitvoering en door een serie transformaties in de jaren ’80 en ’90 de basisstructuur van de Tuinsteden ingrij- pend gewijzigd en daardoor minder helder en vanzelfsprekend geworden. In plaats van bindende elementen zijn de netwer- ken in een aantal gevallen zelfs barrières geworden. Vernieuwing van de netwerken dient daarom een integraal onderdeel van de vernieuwingsoperatie te zijn. Bovendien is de uitwerking van de velden niet willekeurig geweest. Er is sprake van een sterke – vaak architectonische – samenhang tussen netwerken en velden en velden onderling in de vorm van speci- fieke profielen, ruimtereeksen en accenten, Space-Index (GSI) levert weliswaar aankno- op bijzondere wijze vormgegeven dwars- pingspunten om de verschillende milieus relaties en secundaire circuits. Ondanks te typeren, maar er is niet gekeken wat de geringe financiële middelen in de een typering in programmatische zin voor Wederopbouwperiode is geprobeerd er de verschillende vernieuwingsgebieden een goed functionerende en aantrekkelijke betekent en wat er nodig is om het nieuwe stad van te maken. milieu te bereiken. Een plan kan – achteraf In een scherp betoog in De Tweede – beoordeeld worden, maar het instrument Impuls heeft Sjoerd Cusveller terecht levert – vooraf – geen programma. Hier betoogd dat de kaarten uit het zit een fikse bottleneck, zeker als sprake Ontwikkelingsplan van formele en infor- is van voorstellen tot verdunning. Wil de mele verkeersnetwerken, water, groen, stap gemaakt worden van een tuinstede- bomenstructuur en ruimtelijke accenten lijk milieu nu naar een suburbaan milieu deze samenhangen haarfijn blootleggen. straks, dan zal het programma immers flink Ook knelpunten en verbeteringsvoorstel- moeten veranderen. len zijn duidelijk in beeld gebracht. Hij Een vergelijking met traditionele middelen constateert echter ook dat de vervolgstap kan dat verduidelijken. In een gebied van naar een set harde randvoorwaarden voor 10 hectare met 500 woningen staan nu de Vernieuwingsplannen niet gezet is en 150 laagbouwwoningen en 350 portieke- bepleit een nieuw plandocument dat deze tageflats in een gemiddelde dichtheid van omissie verhelpt: bij de start van ieder 50 woningen per hectare – een tuinstede- Vernieuwingsplan zou een document lijk milieu. De 150 laagbouwwoningen op opgesteld moeten worden dat de rand- ongeveer de helft van het terrein blijven voorwaarden vanuit een hoger schaal- gehandhaafd, de portieketagewoningen niveau samenvat. Nu dit niet gebeurd is worden gesloopt. Om nu een gemiddelde vinden de opstellers van de afzonderlijke dichtheid van 30 woningen te bereiken Vernieuwingsplannen het wiel steeds – een suburbaan milieu – worden 150 opnieuw uit, zonder zich veel gelegen nieuwe laagbouwwoningen gebouwd. te laten liggen aan de relatie tussen het Het totale woningaantal zakt van 500 naar 37 Vernieuwingsplan en de omliggende 300. Dit is – 40%. Het omgekeerde geldt netwerken. voor de omvorming van tuinstedelijk naar De situatie is echter nog ingewikkelder of stedelijk. Wordt dit consequent doorgezet zo men wil dramatischer: de voorgestelde dan betekent wisseling van woonmilieu verbeteringen in de netwerken zijn finan- dus een enorme verandering in de sprei- ParkStad Amsterdam ParkStad cieel slechts gedeeltelijk gedekt en vallen ding van woningen over West. ook nog eens buiten de plangrenzen van De afspraken die de bestuurders van de de Vernieuwingsplannen. Van realisering betrokken overheden en de consortia (bij van de verbeteringsvoorstellen voor de de vaststelling van het Ontwikkelingsplan) netwerken is dan ook slechts mondjesmaat gemaakt hebben over de taakstellende sprake. Op zo’n manier neemt de fragmen- programma’s voor de deelgebieden tatie van Parkstad alleen maar verder toe. brengen de differentiatiedoelen niet echt Sterker, van de doelstelling om de woon- dichterbij. Zonder nadere onderbouwing en werkmilieus in te bedden in “een royale zijn destijds gebieden aangewezen waar groen- en waterstructuur van kwalitatief verdichting (+10%) of verdunning (-10%) hoog niveau” komt zo weinig terecht. mogelijk werd gemaakt, dan wel waar Als de operationalisering mist, wordt de het woningaantal gelijk zou blijven. Dit stoere vernieuwingstaal niet veel meer dan zijn echter veel te geringe verschuivingen (holle) retoriek. om zichtbaar effect te sorteren. Bedenk je daarnaast dat bij een gelijkblijvend 3. Leefmilieus woningaantal het gebouwde volume flink Ook wat betreft de leefmilieus mist een toeneemt door de toegenomen grootte scherpe doorwerking. De zogenaamde van nieuwe woningen, dan hebben Spacemate met de geheimzinnige ontwerpers ook in dat geval een groot samenhangen tussen Floor-Space-Index probleem. (FSI), Open Space Ratio (OSR) en Ground- Ook voor de leefmilieus geldt dus dat operationalisering een absolute prioriteit moet krijgen. Met goede bedoelingen 5. Boogie Woogie alleen komen we er niet. DGV Van een afstandje bezien is het echter nog maar de vraag of het onderscheiden van 4. Leefmilieutypering leefmilieus wel zinvol is in het perspectief Stel dat het lukt om de ambities conse- van het verhogen van de attractiviteit quent te operationaliseren, is dan de kaart van de Tuinsteden. De bewoners van met leefmilieus een goed vertrekpunt om de Tuinsteden zijn voor het grootste “sterk afwisselende woon- en werkmilieus deel Amsterdammers met een stedelijke te realiseren”? leefwijze. Wat de betekenis voor hen kan Er lijkt me aanleiding om het product nog zijn van een suburbaan woningaanbod eens goed tegen het licht te houden. behoeft verheldering. - De typeringen zijn allereerst niet eendui- Recent onderzoek laat zien dat het maar dig. Hoogstedelijk, stedelijk, tuinstedelijk zeer beperkt lukt om dat deel van de en suburbaan zijn andersoortige begrip- nieuwe middenklasse dat op zoek is naar pen als stadsstraat, landgoed en wild ‘het geluk van de tuin’ duurzaam aan de wonen. De eerste hebben betrekking op stad te binden. Zij zetten op zeker moment het programma, terwijl de laatste meer de stap naar Purmerend, Haarlemmermeer gericht zijn op de ruimtelijke opbouw en of Almere, hoeveel matjes laagbouw- op regelgeving. woningen met tuintjes we ook uitrollen. - Het tuinstedelijke milieu blijft een Zowel onder oorspronkelijke stedelingen lastige categorie. Ooit gepresenteerd als onder immigranten is er echter ook een als de ideale mix van stedelijk wonen (= groep die met overtuiging kiest voor de appartementen) en suburbaan wonen (= stad, vooral vanwege omvang, kwaliteit en laagbouw) met veel openbaar én collec- nabijheid van voorzieningen. Variabelen tief groen is het als milieu vlees noch vis zijn dan de plek waar je woont en de geworden. Nu met compacte laagbouw woonvorm. De plek wordt vaak gedefini- bovendien vergelijkbare dichtheden eerd in afstand tot het centrum of knoop- 38 gehaald worden en (beheer van) collectief punten van openbaar vervoer. Combinatie groen niet populair is, is het misschien met uiteenlopende woonvormen levert beter om naar analogie van het landelijke dan al snel milieus in bovengenoemde zin. WBO de categorie ‘groenstedelijk’ te Dit mag kloppen in een abstract model hanteren: een stedelijk appartementen- van de stad, maar het gaat voorbij aan de milieu dat zich onderscheidt van de echt stad zoals die concreet is met plekken met ParkStad Amsterdam ParkStad stedelijke milieus door de overvloedige specifieke kwaliteiten. Plekken die zich aanwezigheid van openbaar groen en kenmerken niet door de mate van stede- water, ook in de directe woonomgeving: lijkheid, maar door de vorm van stedelijk- lanen met middenbermen, brede stoepen, heid. Wellicht zitten hier aanknopingspun- singels en plantsoenen. ten om een stap verder te zetten. - Is stedelijk wonen – zoals binnen de ring rond het Mercatorplein of zoals in de In 4 x Amsterdam heb ik de vier voor – werkelijk een optie Amsterdam kenmerkende stedelijke voor de Tuinsteden? Als sprake is van ver- milieus beschreven, met de mijns inziens dichting, dan toch altijd met ondergronds belangrijkste stedebouwkundige opgaven: parkeren en gemengd met andere functies de gridstad op het veen, de waterstad in de nabijheid van stations en haltes van in en rond het IJ, de poldersteden in de ringlijn. Maar is vooral die menging niet de droogmakerijen en verveningen en hét kenmerk van een hoogstedelijk milieu? tot slot de woonparken rond de linten. Bepalend voor het onderscheid in milieus Zo beschouwd lijkt het op het eerste is de stedebouwkundige structuur en de gezicht zinvol om het aantal milieus te organisatie van het publiek domein. beperken tot drie: een hoogstedelijk De Tuinsteden maken onderdeel uit van gemengd milieu, een groenstedelijk milieu de gridstad op het veen; Nieuw-Sloten en met appartementen in een groene setting zijn poldersteden, terwijl de linten en een meer suburbaan milieu. van Sloten en Osdorp behoren tot het 39 milieu van de woonparken. elkaar passende kleurstelling. Het meest kenmerkend voor de stede- Mondriaans’ eindeloze reeks schilderijen bouwkundige structuur van de gridstad met lijnenrasters uit de jaren twintig en is het ‘supergrid’, het stelsel van brede dertig toont daarentegen meer verwant- stadsstraten met de winkels en de andere schap met het werk van Van Eesteren. De ParkStad Amsterdam ParkStad dagelijkse voorzieningen. Daar rijden ook rasters geven de schilderijen structuur. De de trams. Bekende voorbeelden zijn de kleuren en de compositie van de vlakken Ferdinand Bol en de Kinkerstraat, maar blazen daar vervolgens leven in. In het ook de Utrechtsestraat en de Rozengracht stadsontwerp van Van Eesteren wordt behoren ertoe en in West straten als de de structuur van de stad ook bepaald De Vlugtlaan en Tussenmeer. Toch zijn er door lijnen – in zijn geval netwerken van wel flinke verschillen. Veel hoofdstraten wegen, groenstroken en waterlopen. in West zijn niet veel meer dan verkeers- Deze structuur krijgt op een vergelijkbare straten. manier betekenis door de situering en In een toelichting bij zijn plannen voor vormgeving van verschillende woon- en de Zuidas heeft Pi de Bruin een mooie werkgebieden, centra, parken, nutsvoor- vergelijking gemaakt met het werk van de zieningen etcetera. De verhoudingen schilder Mondriaan. Het vroege werk van tussen de vlakken ‘beelden’ de compositie Mondriaan met bijvoorbeeld De composi- van de stad. Broadway Boogie Woogie, ties met kleurvlakken uit 1917 is in de ogen maar meer nog het onvoltooide Victory van De Bruyn goed vergelijkbaar met de Boogie Woogie, beide uit Mondriaans Berlage’s composities van stedelijke bouw- jaren in New York, laten vervolgens zien blokken zoals die in Plan-Zuid en rond het hoe het raster van lijnen zelf tot leven komt Mercatorplein voorkomen. De vlakken – kleur krijgt – en actiever gaat meedoen dansen over de schilderijen, maar vormen in de spanningsverhouding van de vlak- een eenheid door hun monochrome en bij ken. De vlakken zelf worden bovendien meer samengesteld. In feite verdwijnt het feite een dubbelsysteem ontstaat. verschil tussen lijnen en vlakken. Velen Een belangrijke opgave is dit spel tus- beschouwen deze schilderijen als de kroon sen lijn en vlak in heel Parkstad op het op Mondriaans werk. scherpst van de snede te spelen. De stap in de Boogie Woogie-reeks gebruikt de Bruyn om zijn inzet voor het 6. Woonvormen in de gridstad nu nog indifferente gebied tussen Zuid De bebouwing in de gridstad bestaat voor en te verduidelijken. De het overgrote deel uit appartementen in Zuidas moet in zijn visie niet alleen ruimte blokken van een laag of vier, vijf, met de bieden voor nieuwe grootstedelijke bekende dubbele oriëntatie: op de straat ontwikkelingen en de continuïteit tussen en op een rustig, groen binnenterrein. Zuid en Buitenveldert herstellen, maar een Door de introductie (en een optimaal essentiële stap verder gaan. Net als het gebruik) van liften neemt de gemiddelde grid en de vlakken op de Boogie Woogie bouwhoogte langzaam toe, maar de schilderijen moeten openbare ruimten tus- gridstad blijft een platte stad. Hoogbouw sen en binnen de bebouwingsvlakken op blijft beperkt tot grotere objecten op de Zuidas meer evenwaardige onderdelen bijzondere punten en meer geconcen- gaan vormen. Het grid is niet alleen maar treerd in de zone rond de ringweg. Ook onderdeel van een infrastructuurnetwerk, laagbouw treffen we slechts in beperkte maar moet veelkleuriger worden. Ook mate verspreid over de gridstad aan. de vlakken zijn niet langer eenduidig en Mooie voorbeelden zijn de in het stedelijk monochroom. Juist in relatie met elkaar weefsel opgenomen pre-stedelijke frag- moeten grid en vlakken betekenis geven menten (Slatuinen, Bellamybuurt, Tolstraat, aan de publieke sfeer in dit nieuwe stuk Schapenburgerpad) en de enkele super- stad. blokken met lage binnenbebouwing Dit is een aantrekkelijk perspectief ook (, Transvaalbuurt). voor de vele monofunctionele hoofdstra- Op allerlei plaatsen treffen we echter wel ten van West. Maar daarmee gaan we bebouwing met ‘laagbouwkwaliteiten’ aan: 40 wel gemakkelijk voorbij aan de verkeers- smalle stadshuizen met drie of zelfs vier functie van bijvoorbeeld de Lelylaan, de verdiepingen, boven-benedenwoningen, Sneevlietweg en de Roellstraat, om van drive-inn-woningen, achterhuizen, stadsvil- de A-10-west maar te zwijgen. De A-10- la’s. zuid (en de sporen) op de Zuidas gaan De bebouwing in de Tuinsteden voegt zich onder de grond en dat maakt een Boogie naar dit principe, met een paar cruciale ParkStad Amsterdam ParkStad Woogie daar wel een stuk eenvoudiger. verschillen. De bebouwing kent eveneens Interessant wat dit betreft is de uitkomst een gemiddelde bouwhoogte van zo’n vijf van het ontwerpproces rond de Lelylaan lagen, maar de extremen zijn groter. Naast tussen het station en het Surinameplein. de aaneengesloten portieketagecom- De monofunctionele ruimte van de straat plexen zijn er complete laagbouwbuurten wordt volledig heringericht en meer en reeksen torens en hoogbouwschijven. onderdeel van het publieke domein door In veel ‘velden’ treffen we ook verschil- de aanleg van ventwegen, fietspaden lende typen bebouwing binnen één veld en trottoirs en door nieuwe functies, die aan. hun adres aan de straat krijgen. De weg Het meest opvallende verschil met behoudt echter zijn hoofdverkeersfunctie andere delen van de gridstad is en blijft grotendeels á niveau liggen. Even echter dat de dubbele oriëntatie van ten zuiden ligt parallel aan de Lelylaan de iedere woning minder eenduidig is. echte stadsstraat op maaiveldniveau: de Verkavelingsexperimenten leidden tot een Schipluidenlaan. Over de Schipluidenlaan staalkaart van straat-, blok- en binnenter- loopt een belangrijke stedelijke fietsroute reinvormen. De halfopen blokken uit Bos en er langs liggen allerlei dagelijkse en Lommer met besloten binnentuinen voorzieningen: scholen, winkels. De lijken nog het meest op de gesloten Schipluidenlaan en de vernieuwde Lelylaan blokken uit de vooroorlogse gridstad. worden op allerlei punten door dwars- Het andere uiterste zijn vrijstaande straten en pleinen verbonden, waardoor in gebouwen in het groen zoals de torens aan de Nachtwachtlaan of de korte rijtjes hoven ontstaan. In De Banne in Noord laagbouwwoningen aan de Burgemeester en Holendrecht in Zuidoost zijn de haken Vening Meijneszstraat in Slotermeer. vervolgens geschakeld tot meanderende Daartussenin vormen de hovenverkave- blokken. lingen een bijzondere groep. Dit verkave- Zo beschouwd kent Parkstad ten opzichte lingsprincipe met de dubbele haak treffen van andere delen van de gridstad een we in talloze varianten in de verschillende grote differentiatie aan woonvormen, Tuinsteden aan (en ook in die delen van zowel wat betreft woning- en bloktype 41 de en Buitenveldert, die als wat betreft verkavelingstype. Op de in dezelfde periode gebouwd werden). kwaliteit van die woonvormen valt echter Het is een poging een stedebouwkundig wel het nodige af te dingen. De verhou- ‘motief’ of basisvorm te vinden met een ding tussen privé, collectief en openbaar is wat grotere maat dan de afzonderlijke rij niet altijd even helder. Dat geldt voor veel ParkStad Amsterdam ParkStad woningen. Drie dubbele haken bevatten vrijstaande bebouwing, maar ook voor de evenveel woningen als acht rijen. Dat veel toegepaste hovenverkavelingen. maakt de stedebouwkundige opzet van de buurten minder eentonig – beter ‘telbaar’. De wens uit het Ontwikkelingsplan om De twee haken zijn zo rond de hof gesitu- een sterkere differentiatie van woon- en eerd dat de woningen goed georiënteerd werkmilieus te realiseren verdient tegen zijn op de zon met woonkamers en balkons deze achtergrond nadere precisering. Wat op het westen en zuiden. De woningen in wordt nu precies bedoeld? de noordoostelijke haak liggen daardoor Het maken van meer verschillen bin- mooi aan het collectieve groen van de hof. nen nu homogene buurten in delen van De woningen in de zuidwestelijke haak Geuzenveld of Osdorp is op zijn plaats. worden vanuit de servicestraat door de In veel andere gevallen zal het maken van hof ontsloten en zijn met hun woonkamer meer verschillen eerder tot een kakofonie en balkon georiënteerd op de straten rond en daardoor kwaliteitsverlies leiden. de hof. Dat is heel wat minder. Onderdelen van Geuzenveld-Zuid, waar Dit probleem van de hovenverkaveling projecten uit drie vernieuwingsrondes is pas in latere uitbreidingsgebieden naast elkaar liggen, spreken wat dit betreft afdoende opgelost: bij de hoven rond de boekdelen. A.J.Ernststraat in Buitenveldert zijn de Paradoxaal genoeg zal de kwaliteit van haken ten opzichte van elkaar omgeklapt, veel buurten juist toe kunnen nemen als waardoor afwisselend groene en parkeer- de relaties tussen privé, collectieve en openbare ruimte eenduidiger zijn en de bestaande differentiatie in ruimtevormen verminderd wordt. Vergelijk je Parkstad met andere delen van de gridstad dan zou meer rust en vanzelfsprekendheid in het stedebouwkundig beeld flink kunnen helpen. Als het daarentegen de bedoeling is om de verschillen tussen buurten op te voeren, dan is voorzichtigheid geboden. Verschillen tussen de 19de eeuwse buurten of tussen onderdelen van Plan- zuid of van West binnen de ring zitten in kleine dingen. Soms zijn de verschillen beperkt tot variaties in architectuur en materiaalgebruik, soms is daarnaast sprake van variaties op een stedebouwkundig basisprincipe. Overwegingen, aanbevelin- gen of uitgangspunten voor de Vernieuwingsplannen wat betreft deze kwesties maken geen onderdeel uit van het Ontwikkelingsplan. Dat lijkt me in een volgende ronde wel gewenst.

In verschillende Vernieuwings- en Uitwerkingsplannen (Zuidwestkwadrant, Overtoomse Veld, Delflandplein-Noord, 42 Kolenkit, Osdorp Midden Noord) worden de bestaande (hoven)verkavelingen omgebouwd tot stratenverkavelingen met gesloten of halfopen bouwblokken. De collectieve groene hof en de interne servicestraat door het blok verdwijnen. ParkStad Amsterdam ParkStad De maatvoering is zodanig dat de straten ruime, groene profielen hebben. Hierin onderscheiden ze zich straks van West binnen de Ring. Het lijkt me van belang om deze stilzwij- gende afspraak te formaliseren en de kwaliteiten van het nieuwe principe nader te benoemen. Een dergelijk uitgangspunt maakt het vervolgens mogelijk om aan betekenisvolle variaties te ontwerpen: bijvoorbeeld integratie van laagbouw- fragmenten in de perifere onderdelen van Parkstad en van niet-woonfuncties en torens in de Ringzone.

7. Woonparken De keuze voor één stedebouwkundig basisprincipe sluit aan op het idee dat Parkstad in zijn geheel onderdeel uitmaakt Ombouw tot stratenverkaveling met gesloten of halopen bouwblok, van van de gridstad op het veen. Eén van de boven naar beneden: Zuidwest Kwadrant, Delflandplein Noord, Kolenkit, belangrijkste ontdekkingen bij het schrij- Osdorp Midden Noord ven aan 4 x Amsterdam was echter het De meeste woonparken bestaan uit onderscheiden van een vierde stedelijk laagbouwwoningen, maar her en der milieu naast de gridstad, de waterstad tref je ook gestapelde complexen aan. en de poldersteden: het milieu van de Parnassiaveld in Duivendrecht is een mooi woonparken. Ik kan me voorstellen dat dit voorbeeld uit de jaren ’60 met een com- aanleiding kan zijn om niet naar één, maar binatie van drive-inn-woningen en urban naar twee stedebouwkundige basisprin- villa’s. cipes in de vernieuwing van Parkstad te In de naoorlogse ontwerpopvat- streven. tingen waren de linten niet populair. Verspreid over de stad liggen rond oude Verstedelijking rond de linten werd agrarische ontginningslinten heel gewaar- afgewezen; veel bebouwing gesloopt. deerde woongebieden, die in het denken Pas in de loop van de jaren ’70 werden de over de stad altijd een beetje weggemof- linten herontdekt en ontstonden er vooral feld werden. Ze liggen in een aantal geval- in Noord nieuwe woonparken rondom len ook net buiten de gemeentegrenzen, heen: , Couhornerhoek. bijvoorbeeld in Diemen, Duivendrecht en Ook bij de realisering van de Tuinsteden Amstelveen. Grote delen van Amsterdam- zijn heel wat agrarische linten verdwenen, Noord behoren er ook toe. zoals de Groeneweg en de Uitweg. Alleen Ik heb deze woongebieden aangeduid als de Osdorperweg en de Sloterweg zijn woonparken. Het benadrukken van het gehandhaafd. Aan de Sloterweg werd eind parkachtige karakter heeft ook te maken jaren ’80 het tot nu toe enige woonpark met het feit dat je er ook allerlei andere van West gebouwd: Park Haagse Weg. parken aantreft: tennisparken, kantoor- De interpretatie van Parkstad als gridstad parken, wielerparken, volkstuinparken biedt wat betreft Bos en Lommer, etcetera. Het zijn heel gedifferentieerde Slotervaart en Osdorp een helder vertrek- gebieden. punt. Slotermeer en vooral Geuzenveld onttrekken zich echter aan dit principe. De woonparken hebben steeds een Het zijn veel losser opgezette gebieden, beperkte omvang en zijn betrekkelijk in met grote aaneengesloten laagbouwbuur- 43 zichzelf gekeerd – het zijn oases van rust ten, die zich afkeren van de hoofdwegen- onder de rook van de stad. Je komt er structuur. meestal alleen in vanaf het lint; middenin Maar zal de Roellstraat ooit een stads- het woonpark ligt vaak een plantsoen. straat worden? Recent is besloten een ParkStad Amsterdam ParkStad

Geuzenveld Zuid: Gote aaneengesloten laagbouwbuurten serie laagbouwblokjes die met hun ‘Geuzentuinen’ zijn echter alleen realiseer- achtertuintjes grenzen aan de Roellstraat baar als het taakstellend programma voor niet te slopen. Misschien moeten we het dit deel van Parkstad fors wordt verlaagd. daarom omdraaien en experimenteren met een veel parkachtiger basisprincipe in de vernieuwing van Geuzenveld: een aaneenschakeling van bestaande en nieuwe woonparken. Voorwaarde daarvoor is dat het taakstellende programma voor de vernieuwing flink omlaag gaat: – 40 % is misschien niet eens voldoende.

8. Slot De vernieuwing van Parkstad lijkt anders uit te pakken dan in het Ontwikkelingsplan uit 2001 voorzien was. In plaats van een rijk palet aan woon- en werkmilieus bieden de recente Uitwerkingsplannen een verge- lijkbaar stedelijk beeld en programma. In dit essay heb ik betoogd dat dit mede te wijten is aan de keuze om de betrekkelijk abstracte begrippen uit het Ontwikkelingsplan niet te operationalise- ren in een taakstellend programma. Anderzijds is het de vraag of de destijds voorgestelde vorm van milieudifferentiatie wel gewenst is. Parkstad maakt onderdeel uit van de gridstad op het veen. Met 44 een schuin oog gericht op Mondriaans Victory Boogie Woogie past daar een voortgaande verstedelijking bij met een sterke hoofdstructuur en een eenduidig stedebouwkundig basisprincipe in de vernieuwing van de velden. De keuze in ParkStad Amsterdam ParkStad de meeste Vernieuwingsplannen voor het ombouwen van de (hoven)verkavelingen tot stratenverkavelingen met ruime, groene profielen is daar een consequente uitwerking van. Zit er voldoende lucht in de plannen om daadwerkelijk mooie lanen met middenbermen, brede stoepen en misschien wel hier en daar een nieuwe singel te kunnen maken? Daarin zit straks het verschil met West binnen de Ring. Als dit basisprincipe voldoende stevig wordt neergezet, zijn ook variaties mogelijk: integratie van laagbouwfragmenten, niet- woonfuncties en torens. Een meer fundamentele differentiatie is in feite alleen voorstelbaar door de keuze voor een ander stedebouwkundig basisprincipe. Vooral in Geuzenveld liggen er mogelijkheden om het huidige aanbod van laagbouwbuurten uit te bouwen tot een milieu met woonparken. Deze nieuwe 4 ParkStad 5 Amsterdam Paul van Soomeren cht naar de wachtende passagiers zwaaide en schreeuwde – terwijl hij de gaspedaal Herstructurering en beheer weer intrapte en hard doorreed – “sorry folks, no time to waste, no time to wait Paul van Soomeren (sociaal geograaf en planoloog) is oprich- ………. new timescaling policies …….how- ter en partner van DSP-groep. Daarnaast was hij onder meer dee ……..”. Het nieuwe tijdschema voor betrokken bij de oprichting van het Landelijk Platform Wijk- en de busverbindingen was kennelijk zo krap buurtbeheer en is hij Impulsteamlid op het terrein van Sociaal, dat tijd voor het inladen van passagiers Integratie en Veiligheid (SIV) binnen de herstructureringsopga- ontbrak. ven. Een typisch voorbeeld van ‘operatie geslaagd, patiënt helaas overleden’. No time to waste, no time to wait Ik moet steeds weer aan deze koddige De Western Parkville Express Bus Service anekdote denken als we het over ‘het was ooit een florerend busbedrijf in het beheer’ in herstructureringsgebieden Westen van de Verenigde Staten, maar hebben: er ligt zoveel nadruk op sloop/ daar kwam steeds meer de klad in. De nieuwbouw en er is zoveel aandacht voor markt voor rijkere en middenklasse pas- ‘het ontwerp’ dat de passagiers – de oude sagiers kalfde af door de concurrentie van en nieuwe bewoners van de wijk – met de auto dus besloot men tot een herstruc- hun dagelijkse kleine besognes vergeten turering van het bedrijf. worden. Na onderzoek bleek dat ‘perfecte dienstverlening’ het aller belangrijkste was: schone, hele, veilige – deels nieuwe Beheer? - bussen, die voor een redelijke prijs exact Herstructurering op de schaal zoals die op tijd reden. De operatie kostte veel geld in Amsterdam in de Bijlmer en Parkstad en inspanningen, maar leek te slagen. De plaatsvindt, betekent nogal wat voor het bussen wèrden weer schoon en veilig en dagelijkse beheerwerk in de wijk. de prijs per kaartje wèrd effectief omlaag Over wat ‘beheer’ is kan je lang over 46 gebracht. Aan het ‘op tijd rijden’ werd een bomen, maar als we het simpel houden, is ingrijpend project gewijd, maar daarbij beheer zoiets als kloppen, vegen, zuigen, ging iets vreselijk mis …… poetsen en de zaak een beetje bijhouden. De uitkomst was namelijk – vooral voor Iets fundamenteler gedefinieerd kom ik de goedwillende passagiers – ronduit tot: beheer is het in zijn bestaande vorm verbijsterend: de nieuwe bussen van de en - functie onderhouden, repareren en ParkStad Amsterdam ParkStad Western Parkville Express Bus reinigen van fysieke ruimtes (gebouwen, Service kwamen gierend door de bocht openbare ruimte) en sociale ruimtes aanrijden, openden al vlak voor de halte (speelruimte, verkeersruimte, ontmoeting- de deuren waarop de chauffeur klantgeri- sruimte, e.d.). Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen fysiek beheer en sociaal Onderdelen van Invulling beheer. (tie tabel hieronder) beheer Het is de vraag in hoeverre ‘participatie’ Schoon, heel, netjes, aanpak/preventie onder het begrip beheer valt. In de Fysiek beheer van enkele vormen van onveiligheid (zoals Parkstad stukken rekent men participatie graffiti, vernielingen, inbraak) niet tot ‘beheer’ en spreekt men apart over ‘communicatie en participatie’. Maar Sociaal beheer Veiligheid, leefbaarheid, prettig samen- ….. een beetje essayist is natuurlijk eigen- leven, sociale cohesie wijs genoeg om ook een paar uitspraken over het gras bij de buren te willen doen Inspraak, meepraten, meebeslissen, ……. we kijken immers over schuttingen en Participatie meedoen, directe democratie. Voor zullen dus ook nog wat opmerkingen over blijvende en nieuwe bewoners participatie maken. Bij beheer onderscheiden we ook naar regulier beheer en interim beheer. Dat laatste vindt plaats in en rond de periode lekker op zijn eigen kussen, of zijn eigen dat in een wijk, buurt of straat een her- blaren, zitten. structureringsoperatie plaatsvindt. Over de relatie ontwerp en beheer: wie Opvallend genoeg is er in de Parkstad een ontwerpfout maakt moet op de stukken veel aandacht voor de fysieke her- beheerblaren zitten. structureringsoperatie, maar veel minder aandacht voor de vraag hoe een en ander Ontwerp en beheer hebben een heel na oplevering beheerd zal gaan worden. directe relatie en daarbij heeft elk ont- Het is welbeschouwd vreemd dat bij werp zijn eigen beheer consequenties. stedelijke vernieuwing ‘ontwerp’ zozeer de Nu is gelukkig bijna elke ontwerpfout aandacht naar zich toetrekt en het beheer in het beheer op te lossen: enkel glas in zò stiefmoederlijk wordt behandeld dat het gebouw betekent ’s winters gewoon het bij het tussenevaluatie-feestje van de wat extra stoken en bij een donkere raar vernieuwingsoperatie Parkstad eigenlijk weggestopte entree, kan je in de beheer- gewoon vergeten is. Ach …..laat Sneeuw- fase een beveiligingsbeambte posteren beheer-witje ondertussen maar lekker om zaken in de gaten te houden en te doorpoetsen. reguleren. Punt is wel dat een ontwerpfout Als het onderwerp beheer al aan de orde in de beheerfase extra geld kost, jaar na komt, is er overigens bijna alleen aandacht jaar na jaar na jaar na jaar na ……. . voor de harde fysieke kanten van beheer. De ‘ reparatie kosten’ (fix) van een foute Opvallend afwezig is de sociale kant van aanname in het programma van eisen het beheer dat te zijner tijd nodig zal zijn: (PvE) voor een ontwerp (de requirement in hoeverre beïnvloeden de keuzes die phase zoals de Engelsen dat noemen; zie men nu maakt de situatie na oplevering figuur) kunnen een enorme kostenpost op het gebied van veiligheid, leefbaarheid vormen in de latere fases van een proces; en/of sociale cohesie? Geen eenvoudige tot wel het duizendvoudige toe. In de vraag, maar dat mag geen reden zijn gebouwde omgeving is dit verschijnsel om de kop in het zand te steken en als nooit goed onderzocht – ik zou althans nieuwbouwers het stadsdeel later op de 47 de nacalculatie voor de Bijlmer wel eens beheerblaren te laten zitten. willen zien – maar uit de ICT sector komt het volgende beeld: Bewoners? Welke bewoners? Bij elke herstructureringoperatie is er weer ParkStad Amsterdam ParkStad het gekrakeel van - en over - ‘de’ bewon- ers. Zij stellen – of uit hun naam stelt ‘men’ – harde eisen over vorm, prijs en aantal nieuwe woningen. De gestaalde kaders bouwen voor de buurt. Jammer alleen dat bijna standaard twee derde tot drie kwart van de oude bewoners niet terug blijkt te keren in de buurt. In de herstructurering bouwt men dus niet zo zeer voor de (oude bewoners uit) buurt, maar vooral voor nieuwe bewoners die uit heel andere Zeker als ontwerp en beheer bij verschil- buurten komen. Sterker nog – al mag dat lende partijen liggen, is het dus oppassen niet zo openlijk gezegd worden – men wil geblazen: een dergelijke situatie leverde de oude bewoners helemaal niet terug; ons de hoogbouwgolf op met de Bijlmer althans: niet allemaal. Differentiëren, als slooprijp hoogtepunt. De gemeente segregatie voorkomen en mengen is ontwierp en kon daarna fluitend het terrein immers het credo. Maar in het beheer verlaten. De corporatie in de Bijlmer ging beleid en bij de aanpak van communicatie bijna kapot aan de beheer- en leegstand- en participatie raken de nieuwe bewoners kosten. Houd ontwerp en beheer dus altijd opeens zoek. Alle aandacht gaat naar de bij dezelfde partij. Laat de ontwerper maar zittende bewoners en de vraag wat zij willen en wat hen dwarszit. Waarschijnlijk sloopt wegen en grasperken, sloopblok- komt dit, omdat de nieuwe bewoners er ken en bouwterreinen trekken soms nog niet zijn en lastig te vinden zijn. Maar vreemde vogels aan. Fysiek beheer golft vreemd is het wel. Het lijkt een beetje op dus als het ware mee met de herstructure- de marketingafdeling die de lancering van ring: hoe meer sloop en nieuwbouw hoe een op jongeren gericht product baseert meer fysiek beheer er nodig lijkt. op onderzoek gedaan in het bejaardente- Dus dat zal dan voor sociaal beheer ook huis. Dat moet toch echt slimmer kunnen. wel zoiets zijn? Vermoedelijk is er bij sociaal beheer op andere momenten extra inzet nodig. Juist voordat sloop plaats- Twee van de drie zijn nieuw! vindt, is veel extra energie richting bewon- Het ervaringsfeit ligt er dus dat globaal ers vereist en als de buurt vernieuwd is, is gesproken twee van de drie bewoners er veel aandacht voor nieuwe bewoners van een vernieuwde (geherstructureerde, nodig. Het beeld ziet er dus als volgt uit: hergestructureerde) wijk nieuwe bewoners

zijn. Een verhuizing betekent nogal wat. Je moet de buren leren kennen, de nieuwe buurt verkennen, de mores, normen, waarden en etiquette in portiek, straat en buurt leren kennen en daarin je eigen positie bepalen. Je bent een immigrant in de buurt, een buurtallochtoon met alle kansen en problemen van dien. Eigenlijk is het dan ook vreemd dat er zo weinig aan- dacht is voor de sociale aspecten van het inburgeringproces van nieuwe bewoners in de nieuwe wijk, buurt, straat en woning. Bij de herstructurering tracht men via ruim- 48 telijke/fysieke maatregelen sociale doelen Sociaal beheer heeft dus een ander ritme te bereiken, maar op het moment suprème (bipolair) in vergelijking tot fysiek beheer. – het moment dat de nieuwe bewoners Het is een open vraag of men over deze nieuwe huizen in een vernieuwde buurt verschillen goed nagedacht heeft. Het lijkt betrekken, is het herstructureringscircus er op dat men – ook hier weer – te zeer al weer vertrokken, de bewoners zoekend uitgaat van een fysiek model. ParkStad Amsterdam ParkStad en zelf uitvindend achterlatend. Is dat nou een handige aanpak? Hoe maken we soft sociaal interim beheer hard 1: het berekenen van Andere ritmes investeringen voor sociaal beheer Als we even een simpel onderscheid Ondanks het feit dat er in beheer veel maken tussen de fysieke herstructurering meer geld omgaat en kiezers de politici (sloop en nieuwbouw) en tussen sociaal (en ambtenaren) afrekenen op beheer, beheer en fysiek beheer voor, tijdens en heeft beheer een softer imago dan na de herstructureringsoperatie, dan kan ‘ontwerp’. Bij fysiek beheer beschikt men men zich de vraag stellen wanneer er nu over ogenschijnlijk harde planningen en eigenlijk welke beheerinspanningen nodig calculatie- en investeringsmodellen, terwijl zijn. men bij sociaal beheer blijft steken in vage Grofweg is de aanname dat er extra verhalen of de planning van voorzieningen interim beheer nodig is tijdens de her- (buurthuis, opbouwwerker). Dat laatste structurering. Maar lopen fysiek (interim) geeft sociaal beheer een weinig serieus en beheer en sociaal (interim) beheer daarin soft karakter. Onnodig want als een aantal gelijk op? Voor fysiek beheer klopt dat deskundigen de koppen bij elkaar zouden waarschijnlijk wel: waar gesloopt en nieuw steken moeten er best ervarings kenge- gebouwd wordt, is extra aandacht vere- tallen samen te stellen zijn over sociaal ist: de rommel neemt toe, zwaar verkeer beheer. Dus waarom maken we op korte termijn nou niet gewoon een investerings/ Maar een tweede vraag is in welke in calculatie-model voor sociaal beheer? welke rol we bewoners willen betrekken. Bij het betrekken van huidige en nieuwe Hoe maken we soft sociaal interim bewoners moet een onderscheid gemaakt beheer hard 2: naar prestatie-eisen voor worden naar verschillende rollen: sociaal (interim) beheer • Deskundige of representant? Een Sociaal beheer blijft ook te vaag, omdat bewoner kan gevraagd worden mee men in de sociale sector nog te weinig te praten, -denken en –beslissen als denkt in te bereiken doelen. In de sociale specifieke deskundige met jarenlange sector gaat men uit van de voorzieningen, woonervaring in de eigen buurt . Het de activiteiten daarin en de socio-types gaat hierbij om kennis en ervaring, maar daaromheen (opbouwwerk, jongeren- vooral ook om aanbevelingen over werk, welzijnswerk, jeugdzorg). Wie de (on)mogelijkheden, sterke en zwakke vraag stelt waar die voorziening en die kanten, do’s and don’ts. mensen nu eigenlijk voor dienen, wordt Maar meestal wordt ‘een’ bewoner te vreemd aangekeken of wordt met pek en makkelijk gezien als een vertegenwoordi- veren besmeurd de welzijnsvoorziening ger van een groep (de wijkbewoners, de uitgejaagd. Men praat in middelen en jongeren, de turken, de ouderen). In dat formatieplaatsen (aanbod) in plaats van in geval gaat het om vertegenwoordiging, te bereiken doelen. mandaat, doorgeefluik van wensen/eisen, terugkoppelaar van het haalbare. Lang geleden deed men in de harde sec- • Consument of producent? Een tor hetzelfde. Het gesprek ging over mate- bewoner kan gewoon gezien worden als rialen en vormen. Tegenwoordig heeft (woon) consument die meer of minder men het over prestatie-eisen: datgene tevreden is met het aanbod dat er gedaan dat er bereikt moet worden. Men praat wordt in de vorm van de woning, woonom- niet meer over ‘xx centimeter multiplex in geving en, dienstverlening. een stalen profiel van …..’, maar geeft als Maar een bewoner kan ook aangesproken prestatie-eis ‘een brandwerendheid van xx worden in zijn rol van ‘maker’ van zijn wijk. 49 minuten’ ….. hoe dat bereikt wordt, is een Tot op heden wordt vooral gekeken naar andere zaak. investeringen van de corporatie en de Waarom zou dat bij sociaal beheer eigen- gemeente; niemand heeft tot op heden lijk niet zo kunnen? Per gebied komen een serieuze calculatiepoging gedaan tot een PvE (programma van eisen) met om te zien wat bewoners eigenlijk in ParkStad Amsterdam ParkStad prestatie-eisen op een aantal specifieke haard, huis en wijk investeren (nu en in terreinen (zoals veiligheid, onderwijs, zorg, de toekomst). Daarbij zou overigens niet prettig samenwonen, participatie, beheer, alleen in geld gedacht moeten worden, etc). De prestatie-eisen zijn daarbij maar kan ook tijd/energie/activiteiten in idealiter in concrete, heldere en meetbare de beschouwing worden betrokken (denk termen geformuleerd en verwoorden de bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk). te bereiken situatie (het te halen doel). Per prestatie-eis wordt liefst een basisnorm In zijn meest beperkte vorm gaat het bij afgesproken, waarbij tevens wordt aange- participatie over inspraak bij de plannen, geven wie daarvoor de verantwoordelijke maar in verdergaande modellen gaat het is. om constant meepraten, meebeslissen en meedoen van bewoners en ondernemers En dan is er ……participatie: “we gaan de bij de planvorming en uitvoering. bewoners betrekken!” In de Parkstad stukken is sprake van een Nog steeds kan men de veel te makkelijke erg instrumentele benadering van de kreet beluisteren “we moeten de bewon- mensen waar het eigenlijk allemaal om ers betrekken!” Een nietszeggende kreet, draait (bewoners, maar ook de werkenden want de eerste vraag is over welke bewon- in het gebied). Met de instrumentale ers we het dan hebben (oude/zittende benadering spreekt men vooral de bewoners of nieuwe bewoners). Dit punt is bewoner als consument aan. Daarnaast hiervoor al besproken. kan men echter een ‘culturele benadering’ Instrumentele benadering Culturele benadering (interactionistische benadering)

Opvatting van Beleid als probleemoplossing Beleid als zingeving/ betekenisverlening beleid Beleid als interventie Beleid als interactie

Oplossingsgericht Procesgericht Benadering van Instrumentengericht Waardengericht beleid Reductionistisch (via de doelboom) Contextualiserend (vanuit het institutio- neel kader)

Beoordelings- Efficiency, effectiveness, geobjecti- ‘Fatsoen, respect, subjectieve kwalit- maatstaven veerde kwaliteiten. eiten. ‘De instrumenten waarmee’ ‘De stijl waarin’

Tips & tricks, do’s and don’ts, Omgangsvormen, de rol van de ander Aard van voor- het spoorboek hanteren aannemen schriften De logica van het ontwerp De logica van de situatie Praktische taakverdeling Gemeenschappelijke beeldvorming

Intellectuele Symbolisch interactionisme, dramat- verwantschap Sociotechniek, social engineering urgische benadering, inspirerende en motiverende verhalen

50 onderscheiden die meer zicht heeft voor machinist koos voor het met veel te hoge de bewoner als producent . snelheid negeren van een rood sein – tot De twee benaderingen verschillen in veel in de Amsterdamse herstructurering waar opzichten behoorlijk van elkaar: men soms even lijkt te vergeten dat voor zittende en nieuwe bewoners fysiek – en ParkStad Amsterdam ParkStad De aanpak van het interim beheer lijkt sociaal beheer van essentieel belang zijn. vooral instrumenteel te zijn en kiest veel minder een culturele benadering. Het is de Parkstad vraag of dat verstandig is. Opvallend aan Vergeet nimmer meer de stukken is dat de bewoner en uitvo- Het gaat ook om beheer erder er bijna niet in voor lijken te komen. Natuurlijk ……. iedereen mag inspreken en mag klagen/melden, maar daar blijft het een beetje bij.

USA, Japan en Parkstad De Western Parkville Bus Service ging uiteindelijk failliet. Het was een triest voorbeeld van een bedrijf dat de klant met zijn kleine dagelijkse zorgen (“ik wil van A naar B”) uit het oog verloor. De les is nog steeds relevant: soms verdwijnt het doel van een operatie uit het blikveld. Van Japan – waar een spoorwegbedrijf de dienstregeling zo heilig verklaarde dat een 51 ParkStad Amsterdam Kwaliteitsteam ParkStad er, in de ervaring van het Kwaliteitsteam, in de manier waarop de vernieuwing tot Great Green Streets of stand komt een aantal zaken essentieel veranderd. Bij de realisatoren: de stads- ParkStad delen en de corporaties, is het veld van aandacht verschoven. De aandacht is Het Kwaliteitsteam is in 2000 aangesteld met als belangrijkste steeds minder gericht op de betekenis taken het bewaken van de ruimtelijk functionele samenhang in van de vernieuwing voor het grote geheel Nieuw West en het toetsen van stedenbouwkundige plannen en - de opdracht van het Kwaliteitskader plannen voor de openbare ruimte. - en steeds meer op de schaal van de Het Kwaliteitsteam bestaat uit: Uitwerkingsplannen en de individuele n Henco Bekkering (voorzitter), stedebouwkundige/architect en nieuwbouwcomplexen. En dat is zeker niet hoogleraar Stadsontwerp verboden aan de TU Delft. alleen het gevolg van voortschrijdende n Steef Buys, planoloog/stedebouwkundige en tot voor planprocessen. Tegen die stroom in heeft kort programmamanager Ruimtelijke Kwaliteit bij de het Kwaliteitsteam gepoogd in dialoog Rijksplanologische Dienst bij VROM met alle betrokkenen zijn taak volgens n Marlies van Diest, landschapsarchitect de oorspronkelijke opdracht te blijven n Willem Hermans, stedenbouwkundig ontwerper en universi- vervullen. tair docent verbonden aan de TU Delft. n Harm Veenenbos is landschapsarchitect Via “De grote vereenvoudiging”, ingezet n Burton Hamfelt is architect en lid van Welstand door wethouder Stadig, lijkt deze ver- n E. van der Kooij (secretaris) is stedenbouwkundige bij dRO schuiving van aandacht meer en meer Amsterdam en projectleider Ruimtelijke Ordening bij Bureau regel te worden. Er wordt straks onder- Parkstad handeld tussen stadsdeel en corpora- tie/ontwikkelaar over de bouwenvelop. Er “Wat in welke context onder kwaliteit is vanuit de overheid met haar wettelijke wordt verstaan is niet eenduidig vast te verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke leggen. Het heeft ook met de opvatting ordening daarna geen controle meer op 52 over het vak te maken. Uitwisseling van de effecten op de hogere, stedebou- ervaringen, kennis nemen van benaderin- wkundige schalen, op de bijdrage aan gen en leren van elkaar is waardevol en (de samenhang in) de stad. En er is geen belangrijk; het is de rol van het controle, zelfs geen zicht meer op de kwaliteitsteam om dat proces van uitwis- relatie tot andere projecten die elders, seling mede te organiseren.” door andere stadsdelen en andere corpo- ParkStad Amsterdam ParkStad Henco Bekkering, 1e supervisorenoverleg raties gelijktijdig worden voorbereid. Het ParkStad, december 2003) laatste is ook commercieel onverstandig; het vergroot de afzetrisico’s in een op dit De vernieuwing van de Westelijke moment moeilijke markt. Tuinsteden, ooit gestart met geïsoleerd gelegen voorbeeldprojecten, kent sedert En het begon zo mooi. Er was overeen- 2001 het concept Ontwikkelingsplan. stemming, bestuurlijke overeenstemming Het plan biedt de kaders waarbin- tussen de centrale stad, de vier betrokken nen geopereerd kan worden. Het stadsdelen en de drie consortia van Kwaliteitskader voor de vernieuwing van woningbouwcorporaties over de noodzaak de Westelijke Tuinsteden en daarmee het en de aard van de te bereiken kwaliteit Kwaliteitsteam heeft nu vier jaar gefunc- en de manier om die te borgen: het tioneerd. Het hoofddoel is onveranderlijk Kwaliteitskader en het Kwaliteitsteam. Het gebleven: het bewaken, bevorderen en Kwaliteitsteam kreeg de opdracht kwaliteit stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit. te helpen genereren in de stedelijke In de afgelopen periode zijn vrijwel alle vernieuwingsopgave in de Westelijke Vernieuwingsplannen van de 1e fase vast- Tuinsteden: met een inwonertal van gesteld, zijn in bijna alle vernieuwingsge- 130.000 de omvang van een middelgrote bieden supervisoren aan de slag gegaan stad. De opgave in ParkStad is met geen en werken circa 40 architectenbureaus aan andere te vergelijken. ParkStad heeft een groot aantal bouwplannen. Toch is twee maal het oppervlak van Hoogvliet en vijf maal dat van Den Haag Zuidwest: Het is ten derde erg omdat bestaande en de twee andere grote vernieuwingsge- ooit beoogde, maar door omstandigheden bieden in Nederland. Daarbij moet Den niet gehaalde kwaliteiten verloren gaan. Haag Zuidwest vergeleken worden met De les van die beoogde maar niet bijvoorbeeld het stadsdeel Osdorp. Bij gehaalde kwaliteiten is nu juist dat deze de uitspraak dat “ParkStad een ingewik- vaak de aanleidingen zijn gebleken voor kelde organisatie voor de kwaliteit- latere problemen met de houdbaarheid stoetsing kent”, met het Kwaliteitsteam van de stedelijke omgeving: de woningen voor het geheel, de Supervisoren per en het openbaar gebied (o.a. de grote Vernieuwingsgebied en Welstandstoezicht projecten als het Sloterpark, de inpassing voor de bouwprojecten, moet dat verschil van de A10 en het centrum). in schaal er wel bij worden bedacht. Overigens heeft ParkStad met haar Voor een uitweg uit de impasse zijn er vernieuwingsoperatie over belangstelling in principe twee scenario’s. In het eerste van buiten niet te klagen. wordt strenger getoetst, ook aan zaken die de hogere schalen betreffen, maar Waar en waarom gaat het nu niet goed? worden tevens marges bepaald. De Naar het oordeel van het Kwaliteitsteam praktijk wijst uit dat het terugvallen op de gaat het vooral om drie onderwerpen die hogere kaders zorgt voor continuering van spelen op de schaal van heel ParkStad kwaliteitszorg op het niveau van Parkstad en die hieronder nader aan bod komen: als geheel. Daarvoor blijft een organisatie de leefmilieus, de netwerken en de grote als ParkStad nodig. Een Kwaliteitsteam projecten. kan helpen, omdat het afstand heeft Waarom is dit erg? Is kwaliteit - over- tot de onderhandelingen en tot tege- bodige - luxe? moetkomingen aan de realiteit die in de planprocessen sluipen en omdat het door Het is ten eerste erg omdat het ten zijn werkwijze en samenstelling ervaringen koste gaat van de toekomstwaarde, van van elders binnen en buiten ParkStad in een werkelijk duurzame vernieuwing. kan brengen. Helemaal consequent zou 53 Eenderde van de woningvoorraad zijn als dit uiteindelijk tot een fusie tussen wordt vernieuwd. Dus blijft tweederde de betrokken stadsdelen leidt …. gelijk. Als het de bedoeling is een Het tweede is een scenario waarbij de verandering van het geheel te bewerk- sturing bij een toetsteam blijft en alleen stelligen, moet er dus fors doorgepakt op hoofdlijnen plaatsvindt. De stadsdelen ParkStad Amsterdam ParkStad worden in de Vernieuwingsgebieden en zijn dan autonoom en bepalen per project moet niet toegelaten worden dat per met consortia en bewoners de onderhan- Vernieuwingsgebied de doelstellingen delingsvrijheid. Er is dan geen ParkStad verwateren en per Uitwerkingsgebied als overstijgend geheel en daar zullen dus de bouwprogramma’s meer gelijkvormig ook geen criteria of doelstellingen aan worden. Dan verandert er te weinig (de worden ontleend. In een situatie, waarin leefmilieus). iedere partij vooral vanuit de eigen positie opereert, veelal gericht op de korte Het is ten tweede erg omdat kwaliteit op termijn, zijn de krachten, die de kwalit- de hogere schalen het mogelijk maakt het eitszorg bemoeilijken zo sterk, dat het geheel meer te laten zijn dan de delen: de vraag is of het zinnig is om ruimtelijke ParkStad omdat de delen sterker worden kwaliteit deelplangebied overstijgend te in onderlinge samenhang; Amsterdam organiseren. Amsterdam verliest dan een omdat Parkstad sterker wordt met een prachtig experiment in haar rijke traditie duidelijker eigen positie en daardoor van stedebouw en ruimtelijke ordening. beter geïntegreerd in de (netwerk)stad als geheel; de Noordvleugel van de Randstad Ten slotte: er is veel meer aan de hand dan omdat ParkStad daarin een eigen positie “alleen” de ruimtelijke vernieuwing. Er is inneemt ten opzichte van de andere ook een omvangrijke sociale vernieuwing stedelijke kernen - de essentie van de aan de gang, die door de ruimtelijke ver- netwerkstad (de netwerken). nieuwing moet worden geaccommodeerd. Het gaat daarbij enerzijds om de huisvest- tAchterblijvend resultaat ing van een bevolking die steeds hetero- Terugkijkend op de achter ons liggende gener van samenstelling wordt met steeds periode moet worden geconstateerd dat individueler leefstijlen. Anderzijds gaat de realisering van de leefmilieudifferen- het om het hergroeperen van bestaande tiatie moeizaam verloopt. Het tot stand en de - veelal spontane - toevoeging van brengen van grotere verschillen, door op nieuwe voorzieningen. Bij de besluitvorm- de ene plek te verdichten en op de andere ing daarover lijken ruimtelijke argumenten juist te verdunnen blijft achter. Ook het nauwelijks een rol te spelen, terwijl de rijk- realiseren van de kwaliteit van elk milieu dom van het dagelijks leven in de stad ook afzonderlijk blijkt moeilijk. Dit achterblijven wordt bepaald door de situering van de bij de oorspronkelijke doelen is een slui- voorzieningen ten opzichte van elkaar. Het pend proces dat zich voltrekt in verschil- informele netwerk uit het Kwaliteitskader lende stadia: eerst bij de vertaling van dreigt daardoor aan kracht in te boeten. het Ontwikkelingsplan Richting Parkstad naar Vernieuwingsplannen voor deelge- Structurele factoren die het bieden, vervolgens bij de vertaling van elk bereiken van de gewenste leef- Vernieuwingsplan in Uitwerkingsplannen, milieudifferentiatie bemoeilijken en tenslotte nog eens in de slag van Uitwerkingsplan naar bouwplannen. Per Belang van de leefmilieudifferentiatie stap zijn er altijd goede redenen, die vaak Eén van de drie pijlers waarop de toekom- met voortgang te maken hebben: als de stige ruimtelijke kwaliteit van ParkStad afwijking – die steeds maar beperkt is steunt is de versterkte differentiatie in – niet wordt aanvaard; dan stokt het hele leefmilieus. Samen met de beide andere proces. Ook het bijzondere karakter van pijlers, de aanpak van de netwerken en elk deelgebied verschaft vaak argumenten van de stadsdeeloverstijgende elementen, voor afwijkende keuzen. Van geval tot moeten de leefmilieus zorgen voor een geval zijn de effecten gering, maar als duurzaam resultaat van de vernieuwing. we het effect over alle stappen van het 54 Dat geldt niet alleen de ruimtelijke proces en over alle deelgebieden optellen, verschijningsvorm, maar ook de wijze dan blijkt dat we serieus inleveren op de waarop de differentiatie doorwerkt op het geambieerde kwaliteit. sociaal en economisch functioneren. De leefmilieudifferentiatie moet aansluiten Problemen bij de uitersten: suburbaan bij een bevolking die qua samenstelling en stedelijk ParkStad Amsterdam ParkStad veel gevarieerder is dan tijdens de aanleg Het achterblijven van de kwaliteit mani- van de Westelijke Tuinsteden. Ze moet festeert zich aan de uiteinden van het scala ook nieuwe bevolkingsgroepen en bed- van leefmilieus. Aan de kant van de milieus rijvigheid kunnen aantrekken die dit deel met lage dichtheden wordt het suburbane van de stad nu links laten liggen. karakter onvoldoende gehaald omdat in In het ontwikkelingsplan Richting Parkstad de praktijk vrijwel nergens sprake is van is uitgewerkt welk scala aan leefmilieus echte verdunning. Woningaantallen blijven moet worden geboden, aan welke kwalit- gelijk of nemen zelfs licht toe en dan wordt eitseisen deze moeten voldoen, en hoe ze het moeilijk om nog een verhouding van passen in het grotere geheel van ParkStad. bebouwd en onbebouwd, van groen en Leefmilieus moeten meer gaan verschillen, verhard te bereiken die echt suburbaan met zowel hogere als lagere dichtheden is. Bij milieus die meer stedelijk moeten dan de bestaande. Waar dichtheden lager worden, wordt de dichtheid meestal wel moeten worden verandert het huidige gehaald, maar lukt het vaak niet negatieve tuinstedelijke leefmilieu in een suburbane consequenties voor de ruimtelijke kwaliteit omgeving. Waar ze hoger moeten wor- op te lossen. Voornaamste probleem is den in een stedelijk of centrum-stedelijk hier het parkeren. Uitgangspunt was dat milieu. Dat laatste vooral tussen A10 en dit in stedelijke milieus volledig gebouwd Ringspoorlijn, terwijl nieuwe suburbane zou worden opgelost. De gegroeide milieus in hoofdzaak aan de westkant van praktijk laat zien dat de parkeerbehoefte het gebied tot stand moeten komen. van de bestaande bebouwing daarbij buiten beschouwing blijft, en dat in de daling optreedt. Blijkbaar wordt toch nieuwbouw de sociale woningbouw even- betwijfeld of over het hele proces groei min meedoet. Zo leidt de hoge dichtheid en afname in balans zullen zijn. Het zekere tot een parkeerdruk in de buitenruimte wordt voor het onzekere genomen door die het realiseren van kwaliteit tot een voor elk deelgebied te streven naar zo illusie maakt. Verder doen zich in stedelijke hoog mogelijke aantallen. Samen met milieus problemen voor rond de inrichting het doel voldoende grondopbrengsten en het beheer van bouwblokken en bin- te genereren zien wij dit als voornaamste nenterreinen, als regel terug te voeren op oorzaak van het niet goed lukken van onvoldoende consequent scheiden van de de suburbane milieus. Halen van won- private of collectieve ruimte binnen en de ingaantallen die eigenlijk te hoog zijn is openbare ruimte buiten de blokken. namelijk alleen mogelijk door niet alleen grondgebonden woningen te bouwen, Structurele oorzaken maar ook een flink aantal appartementen De belangrijkste oorzaken liggen niet in in te voegen. De gevolgen gaan verder het tekortschieten van stedenbouwkun- dan alleen het ontstaan van suboptimale digen, openbare ruimte-ontwerpers en suburbane milieus. Ook het aanbod van architecten die werken aan de verschil- grondgebonden woningen blijft zo achter lende soorten plannen. En het probleem bij de vraag. Was dat niet gebeurd, dan kan dus ook niet eenvoudig worden was waarschijnlijk de huidige omzetting- verholpen door een Kwaliteitsteam dat soperatie niet nodig geweest. En was deze ontwerpers krachtig ondersteunt. het in ieder geval niet nodig geweest om De oorzaken van het probleem zijn in het kader daarvan zelfs in stedelijke grotendeels structureel, onlosmakelijk milieus te besluiten tot het programmeren verbonden aan de posities die de verschil- van substantiële aantallen grondgebonden lende partijen in het planvormings- en woningen. Zo werkt onvolmaakte realiser- uitvoeringsproces innemen. Vanuit onze ing van suburbane milieus door in een ervaring met kwaliteitszorg willen we eveneens onvolmaakte realisering van de aanbevelen dat partijen zich proberen los stedelijke milieus. 55 te maken van hun nu ingenomen posities en de eenheid van opdrachtgeverschap Een soortgelijke bestuurlijke neiging om herstellen die bestond bij het begin van zekerheid te zoeken door het één-op-één de vernieuwingsoperatie. doorvertalen van doelstellingen voor het geheel naar elk afzonderlijk deelgebied ParkStad Amsterdam ParkStad De positie van de stadsdeelbesturen doet zich voor bij het aandeel sociale won- Stadsdeelbesturen hechten veel waarde ingbouw. De taakstelling van 30% wordt aan het op peil houden van bevolkingsaa- vrijwel altijd gehanteerd tot op het niveau ntallen als voorwaarde voor behoud van van de Uitwerkingsplannen. Dat blokkeert essentiële voorzieningen. De naast elkaar een voor de hand liggende uitweg uit het optredende verdunning en verdichting die parkeerprobleem in gebieden waar een in het Ontwikkelingsplan voor Parkstad als stedelijk milieu moet worden gerealiseerd. geheel worden voorgesteld, zorgen ervoor Als het zo is dat voor sociale woningbouw dat aan deze doelstelling van behoud geen gebouwd parkeren mogelijk is dan van inwonertal en draagvlak kan worden zou de schade voor de kwaliteit van de voldaan. Dit zou voldoende vertrouwen openbare ruimte kunnen worden beperkt moeten geven om te accepteren dat op door in ieder geval in de meest kwetsbare de korte termijn verdichting en verdunning gebieden af te zien van sociale woning- niet altijd in evenwicht zijn. Gunstige mark- bouw en dat te compenseren door elders, tomstandigheden kunnen ertoe leiden dat in tuinstedelijke of suburbane milieus het meer verdichting mogelijk is dan nodig aandeel te verhogen. In die milieus is om verdunning elders te compenseren. parkeren op straat immers veel minder een Er wordt dus tijdelijk een groei geboekt. probleem. Daarop kan een minder makkelijke markt Conclusie van het Kwaliteitsteam is dat bij volgen waarin de verdunning niet volledig het vervolg van de vernieuwing gezocht wordt goedgemaakt en enige tijd een moet worden naar mogelijkheden om het te behalen totaal aantal woningen en het bedrijvigheid waarvan de vestiging juist in aandeel sociale woningbouw daarin over dit deel van ParkStad wordt nagestreefd. het hele gebied van ParkStad en over de Onontkoombaar is volgens het hele vernieuwingsperiode harder vast te Kwaliteitsteam dat het gebied waarbinnen leggen, terwijl tegelijk voor deelgebieden zittende bewoners kunnen terugkeren en kortere perioden meer flexibiliteit ruimer wordt begrensd. Voor de mogeli- wordt toegestaan. Alleen op die manier jkheid aan woonwensen tegemoet te kunnen de beoogde sterke verschillen tus- komen zal dat eerder gunstig dan ongun- sen de leefmilieus worden verwezenlijkt. stig uitpakken. Het neemt de blokkade Zittende bewoners weg die nu rust op meer differentiatie in De vraag welk percentage sociale woning- het aandeel sociale woningbouw. bouw moet worden aangehouden houdt verband met een ander zwaarwegend De corporaties bestuurlijk belang. Dat is inspraak voor zit- Voor corporaties en andere ontwikkelaars tende bewoners. Uitgangspunt, zowel voor spelen afzetrisico’s een grote rol. Ook dit bestuur als bewoners zelf, is dat bewoners draagt bij aan de neiging om woningtypen van te slopen woningen in nieuwbouw waarvan de afzetbaarheid is gegarandeerd moeten kunnen terugkeren. Waar in de – grondgebonden woningen – in elk plan bestaande woningvoorraad de sociale op te nemen, óók als dit gesitueerd is sector zo dominant is, betekent alleen in een gebied dat een stedelijk karakter dat al ook voor de nieuwbouw weer een moet krijgen. Het leidt meer in het alge- flink aandeel sociale woningbouw. Meer meen tot de neiging om in elk plan naar variatie in dat aandeel is op deze manier veel variatie in typen te streven, zodat heel moeilijk te bereiken. afzetrisico’s als ze dan al niet vermeden Verder is goed te zien dat voor zittende kunnen worden, in ieder geval worden bewoners de huidige situatie het belangri- gespreid. Zo draagt dus ook de positie jkste referentiekader is. Zij zullen als regel die corporaties innemen eraan bij dat het gericht zijn op reproductie daarvan, maar consequent realiseren van echt stedelijke 56 zonder de huidige gebreken. Dat is geen milieus zo moeizaam verloopt. probleem wanneer er geen grote verand- Corporaties spelen ook een belangrijke ering in leefmilieu hoeft te worden bereikt, rol in het ontstaan van de eerder al met andere woorden: als de huidige tuin- genoemde parkeerproblemen in stedelijke stedelijke omgeving ook in de toekomst milieus. Zij kunnen de kosten van gebouwd tuinstedelijk blijft. Ook een transformatie parkeren niet verwerken in de huren van ParkStad Amsterdam ParkStad van tuinstedelijk nu naar suburbaan straks de sociale woningbouw en zeggen gebou- lukt nog wel. Echt lastig is om met zittende wde parkeerplaatsen, wanneer deze apart bewoners helder vorm te geven aan een door bewoners moeten worden gehuurd, toekomstig leefmilieu dat stedelijker is niet te kunnen afzetten. Daarbij speelt een dan het huidige. Niet alleen de verschi- belangrijke rol dat vrijwel nergens in de jningsvorm is anders, maar ook de stijl van Westelijke Tuinsteden voor parkeren op leven die erbij hoort. Wat dan dreigt is straat hoeft te worden betaald. dat de bewonersinbreng een factor wordt Wat kennelijk geen punt van overweging die remmend werkt op een voldoende is, noch bij de corporaties die dat uit eigen consequente doorvoering van de gewen- reserves zouden kunnen doen, noch bij de ste transformatie. Het toekomstige milieu gemeente die uit grondopbrengsten of wordt zo een inconsistent mengsel van stedelijke vernieuwingsgelden zou kunnen stedelijke en tuinstedelijke elementen. In putten, is het -zo mogelijk tijdelijk- bes- het Overtoomseveld, waar dit probleem chikbaar stellen van gebouwde parkeerp- toch al sterker speelde dan elders, wordt laatsen onder de kostprijs, op een zodanig dit nu nog verergerd door de omzett- niveau dat bewoners van sociale woning- ingsoperatie naar meer grondgebonden bouw wel in staat en bereid zijn de huur woningen. Gevolg kan zijn dat uiteindelijk ervan op te brengen. Het lijkt geen al te een leefmilieu ontstaat dat te weinig gewaagde veronderstelling dat de hier- aantrekkingskracht heeft voor nieuwe mee gemoeide kosten uiteindelijk een stuk bewonersgroepen en hoogwaardige lager zullen blijken dan de herstelkosten van een vernieuwingsoperatie waarvan na stadium van het proces onaanvaardbare verloop van tijd moet worden geconstat- gevolgen en zal dus nooit gebeuren. De eerd dat deze als gevolg van onvoldoende les is dat dergelijke keuzen niet gemaakt kwaliteit van de openbare ruimte niet is moeten worden zonder alle consequen- geslaagd. ties eerst realistisch te onderzoeken en de uitkomsten daarvan expliciet in de Er wordt veel gesproken over de afweging te betrekken. In het vage laten enorme reserves waarover corporaties van dergelijke consequenties en onge- in Nederland gezamenlijk beschikken en fundeerd vertrouwen dat problemen in die onvoldoende worden aangewend om een latere fase van het ontwerpproces maatschappelijke doelen te dienen. Hier wel zullen worden opgelost leidt vrijwel ligt naar de mening van het Kwaliteitsteam altijd tot kwaliteitsverlies dat niet meer te een uitgelezen kans om zulk geld zinvol in herstellen valt. te zetten. Net als bij de corporaties kan ook bij het Grondbedrijf worden gedacht aan inzet Grondopbrengsten en de sluipende van geld voor het realiseren van kwaliteit verwatering van de kwaliteitsambities die nu onbereikbaar blijft, ook al zou dat Een soortgelijke korte-lange termijn betekenen dat reserves op korte termijn tegenstelling speelt in de gebieden met minder groeien of afdrachten aan de een te realiseren suburbaan milieu rond gemeentebegroting lager uitvallen. de grondprijsafspraken. Opvoeren van woningaantallen lijkt aantrekkelijk uit De centrale stad een oogpunt van grondopbrengsten in Als laatste valt er nog iets te zeggen over verhouding tot de kosten van opnieuw de positie van de centrale stad. Die blijkt bouw- en woonrijp maken. Vaak krijgt twee belangen vooral scherp te bewaken: dat de vorm van appartemententorens de financiële gezondheid van de hele in een parkachtige omgeving. Aan de vernieuwingsoperatie en de omvang van hand hiervan laat zich ook illustreren hoe de woningproductie. Het eerste belang oorspronkelijk beoogde kwaliteit kan versterkt de spanning tussen een korte en 57 verwateren zonder dat de mogelijkheid lange termijn benadering bij het accept- bestaat het proces nog te stoppen. De eren van kosten van kwaliteitsverhogende torens (of het Parkrandgebouw) krijgen in maatregelen. Een voorbeeld daarvan is de eerste plannen parkeerkelders zodat het parkeren voor de sociale woningbouw het park tot aan de gevels kan doorlopen. in beoogde stedelijke leefmilieus. Het ParkStad Amsterdam ParkStad Bij uitwerking en kostendoorrekening blijkt tweede belang leidt ertoe dat de samen- veelal dat dergelijke in het grondwater stelling van het woningbouwprogramma stekende kelders te duur zijn en komt er zijn status van doel verliest en tot instru- een variant met parkeerlagen die boven ment wordt. Het beoogde leefmilieu moet het maaiveld uitsteken. De negatieve wijken als het een effectief hanteren van uitstraling van de buitenkant van parkeer- dit instrument in de weg staat. Dat moet garages op het omringende park wordt weer worden omgekeerd: de leefmilieudif- dan voor lief genomen. En ook dit kan nog ferentiatie (met zijn achterliggende doelen te duur blijken, zodat wordt gekozen voor over gewenste bevolkingssamenstelling) parkeren buiten het gebouw op maaiveld. is belangrijker dan korte termijn taakstel- Dan is er helemaal geen park meer en lingen voor de totale woningproductie. resteert slechts een groene omlijsting van Op een derde punt kan de inzet van parkeerterreinen, die niets meer te maken de centrale stad overigens wél tot een heeft met een suburbaan of tuinstedelijk positief effect leiden. De combinatie van milieu. vermindering van het aantal planniveaus Dit zou tot de conclusie moeten leiden dat met de introductie van de enveloppen- de keus voor het toevoegen van dergeli- methode dwingt om vroeger in het proces jke appartemententorens/gebouwen diepgaand te onderzoeken wat de conse- een onjuiste is, met als gevolg dat deze quenties zijn van te maken beleidskeuzen. alsnog uit de plannen worden geschrapt. Vervolgens moet op grond van de uit- Maar dat heeft gezien het vergevorderde komsten daarvan precies datgene worden vastgelegd wat voor de kwaliteit van het berichten in de jaarrapportage Parkstad eindresultaat essentieel is. Sluipende 2004 over de afzonderlijke 'kleuren" van processen als in het hierboven gegeven het netwerk. voorbeeld van appartementenbouw in Groen is, als samenhangend stelsel van een parkomgeving, kunnen dan niet meer plas, parken, singels en buitengebied, voorkomen. Wat ook vermeden wordt op papier geborgd en voorzien van een is het stellen van overbodige eisen die, toetsingskader. Die borging gaat, ondanks vooral wanneer enige tijd verloopt tussen de voortdurende zoektocht naar ruimte plan en uitwerking, eenvoudigweg niet voor verdichting, goed. Alleen de oever kunnen worden gehonoreerd. van de Sloterplas bij het centrum is met Wat de mogelijkheid betreft het aantal argumenten aan de groene structuur planfiguren te verminderen heeft het onttrokken. Aandachtspunt is wel dat de Kwaliteitsteam de afgelopen jaren gezien structuur als zodanig bij de bewoners niet dat Vernieuwingsplan, Plan Openbare leeft, die praten meer over hun directe Ruimte (POR) en Beeldkwaliteitsplan woonomgeving. Groen als gebruiksele- zich heel goed in elkaar laten schuiven. ment voor nieuwe activiteiten en dus als Hetzelfde geldt voor Uitwerkingsplannen kwaliteit zou meer onder de aandacht en het niveau daaronder (veelal een enkel gebracht moeten worden. bouwblok), met als kern zowel de bouwen- Blauw, het water, is in ruim voldoende velop, als het uitgewerkte ontwerp van de mate aanwezig. Het ruime water van openbare ruimte. Met het terugbrengen Amsterdam West is een kwaliteit. Slechts van het aantal lagen in het systeem van op enkele strategische plekken staat plannen kan ook de kwaliteitszorg worden aanvulling op de wensenlijst. Wel zijn de vereenvoudigd. Het Kwaliteitsteam komt gewenste vaarverbindingen tot nu toe hierover nog met voorstellen. niet gerealiseerd en staan bestaande stenen kademuren onder ecologische ‘Great streets make great cities*’ druk. Voor de lommerrijke bomenlanen of hoe de netwerken bij de vernieuwing bestaat nog immer veel respect. De kaart 58 van ParkStad ontbreken op de agenda van de plannen en de realisatie toont enkele afwijkingen. Sommige afwijkingen De netwerken van Amsterdam West als zijn gebaseerd op nieuwe inzichten; twee bestaande kwaliteit rijen in plaats van drie is mits consequent Waar de versterking van de verschillen doorgezet niet erg. Van kwaliteitsverlies is tussen de leefmilieus moet zorgen voor wel sprake als een degelijke afstemming ParkStad Amsterdam ParkStad een duurzaam resultaat en de stadsdeel tussen de uiteenlopende delen van de overstijgende projecten West op de regio- lanen ontbreekt. nale kaart moeten zetten, vormt de aanpak Grijs, de kleur van verkeer en vervoer, van de netwerken vooral een bestendiging klopt technisch en kwantitatief. De van de bestaande ruimtelijke kwaliteiten. afspraken liggen vast in het Verkeers- en De netwerken van ParkStad zijn opge- Vervoersplan ParkStad en dienen te bouwd uit verschillende bouwstenen. zorgen voor bereikbaarheid en toegan- Al deze afzonderlijke bouwstenen zijn kelijkheid. Het belang van de stedelijke vastgelegd in het Kwaliteitskader voor de openbaar vervoershaltes is in veel vernieuwing. Zo is er voor groen, water, Vernieuwingsplannen niet afleesbaar. bomen en verkeer elk een na te streven Al met al zijn de amendementen en beeld opgesteld. Ten dele overlappen afwijkingen van de streefbeelden welke de deze beelden elkaar, ten dele vullen ze jaarrapportage laat zien niet zo groot. Het elkaar aan. Het geheel is een kleurig palet gaat goed, zal de eerste impressie zijn. Is van lange lijnen dat voor rust, eenvoud dat ook zo? maar ook voor variatie zorgt op de grote schaal en daarmee een kader biedt voor Netwerken zijn geen item de uitwerking van de uiteenlopende Belangrijker dan wat de kaarten van de bebouwingsvelden. jaarrapportage 2004 laten zien, lijkt in dit Tussenbalans geval datgene te zijn wat ze niet in beeld Redelijk optimistisch van toon zijn de brengen. Uit de praktijk van alledag (o.a supervisoren-overleg Openbare ruimte zijn als bij de start. Aandacht en geld Kwaliteitsteam) blijkt dat de netwerken ontbreken. De ambitie om het netwerk als van ParkStad geen item vormen bij de ruimtelijke kwaliteit voor ParkStad op de vernieuwing. Er wordt incidenteel aan kaart te zetten wordt momenteel bij lange gesleuteld in het kader van onderhoud na niet gehaald. We doen een poging om en beheer of als gevolg van een groot enkele structurele oorzaken in beeld te Vernieuwingsplan, er wordt niet structureel brengen. aan gewerkt op de vereiste schaal. Zo is de groenstructuur geborgd, maar Schaal netwerk strookt niet met aanpak daar waar het de uitvoering in de richting vernieuwing van een project betreft ligt het complexer. Wat zich lijkt te wreken is dat het Voor het Sloterpark is een plan ontwikkeld, instandhouden en vernieuwen van het maar ontbreken de financiën. Wat een netwerk(en) niet strookt met de gekozen Masterplan had moeten worden en als projectmatige aanpak per stedelijk veld. zodanig met bewonersvertegenwoordi- Qua schaal passen de lange lijnen nergens gers is voorbereid, is geëindigd als ruim- binnen de huidige begrenzingen van de telijk toetsingskader waarmee de aanvan- Vernieuwingsplannen. kelijk zo stellig uitgedragen ambitie naar De consequentie is dat delen van het de toekomst doorgeschoven is. Slechts het netwerk afzonderlijk worden aangepakt. rondje rond de plas is als project gehaald, Na tien jaar volgt een tweede deel. Het is wordt betaald en gerealiseerd. Als de voorspelbaar dat er dan voldoende argu- bomenstructuur wordt gespiegeld aan het, menten zullen zijn om van het oude beeld overigens nooit bestuurlijk vastgestelde af te wijken. Argumenten die op zichzelf actieplan blijkt dat de agenda die daarin is altijd legitiem zijn maar die er wel toe gedefinieerd in het geheel geen leidraad leiden dat de eenduidige opzet van lange vormt voor de stadsdelen bij het afstem- lijnen verloren gaat. De gerealiseerde knip men van groot onderhoud, heraanplant in de Burgemeester Roellstraat en de drie en vernieuwingsprojecten. De in kaart voorgestelde profielen voor de Meer en gebrachte aanpak en het voorgestelde Vaart (drie uiteenlopende profielen voor 59 tempo worden bij lange na niet gehaald. een en dezelfde openbare ruimte) illus- Voor de verkeersstructuur geldt dat de treren dit. plannen kwantitatief misschien mogen Zoals de meeste Vernieuwingsgebieden kloppen maar kwantitatief kloppen is nog geen relatie met de netwerken aangaan, geen opmaat tot een ruimtelijke kwaliteit zo is het ook gesteld met de werken van ParkStad Amsterdam ParkStad van het netwerk als dragende publieke infrastructuur, groot onderhoud en aan- ruimte. Naast de interne netwerken zijn plant in de stadsdelen. Het ontbreekt aan ook de aansluitingen op de netwerken van inzicht in de afstemming van onderhouds- een hogere schaal nog steeds onderwerp en vernieuwingsinspanningen. van discussie. Zo staat de Parkstadafslag zwaar onder druk, ondanks het positieve ‘Branding’ niet op de agenda van het besluit over de gewenste aanleg door de bestuur gemeente Amsterdam. In de onderhan- In de hele praktijk van de vernieuwing delingen met het Rijk over het verleggen gaat het alleen om de woonvelden. De van de A9 dreigt de reservering te verval- ‘branding van ParkStad’, waarbij het draait len. In dat proces wordt het belang van de om zowel het garanderen van bestaande afslag tot een belang voor enkel het stads- kwaliteiten van de netwerken als het deel Osdorp gezien; een grove misvatting opnieuw op de kaart zetten van ParkStad omdat het de bereikbaarheidsdoelstelling aan de hand van de drie grote projecten van ParkStad als geheel ondermijnt. De leeft. De praktijk van de vernieuwing is geplande verdichting van de Ringzone is eerder defensief dan offensief. ook gebaat bij een verkeersafwikkeling die Onnodig en te vaak wordt bij de vernieu- het verkeer aan de oostkant ontlast. wing de zakelijkheid van het gebied, de De conclusie van het Kwaliteitsteam is dan rust, regelmaat en functionele opzet en ook dat de bedreigingen voor de telo- vormgeving van het openbaar gebied, organg van het netwerk nog even groot ter discussie gebracht of verwaarloosd. Deze specifieke kwaliteit wordt veel meer geformuleerd als een probleem dan als De ambitie: geen behoud zonder een onderscheidend element dat de vernieuwing eigenheid van de Westelijke Tuinsteden De ambitie reikt verder. De wereld is vertolkt. Een offensieve aanpak om vanuit veranderd. Nu, zo’n vijftig jaar na de aan- die kwaliteit de netwerken als deel van leg, zijn de omstandigheden waaronder een nieuw imago te benadrukken wordt het netwerk moet functioneren anders dan gemist. Ook vanuit de centrale stad wordt, toentertijd. Er is meer verkeer, de voorz- hoewel op papier de ambitie wordt onder- ieningen verplaatsen zich en ParkStad is schreven, geen daadwerkelijke steun voor niet alleen meer een deel van Amsterdam de netwerken als project georganiseerd. maar ook onderdeel van de regio gewor- den. Er ligt dan ook een forse opgave Ontbreken financiële dekking om het netwerk tegelijkertijd te enten op Het ontbreekt aan een omslagfonds. In de nieuwe eisen. Het gevraagde behoud de huidige vorm van financiering van de vergt vernieuwing. vernieuwing is er geen structureel geld Zo speelt er het vraagstuk van de voorhanden voor de projecten van de ParkStadring. De ring is vastgelegd in het netwerken. Die financiering moet dan Verkeer en Vervoersplan en moet zowel elders geregeld worden door subsidies voor een soepele afwikkeling van het toen- of onderhoudsbijdragen. In de praktijk emende verkeer zorgen binnen ParkStad leidt dit tot een onzekere (Sloterpark), als voor een goede bereikbaarheid van moeizame (Lelylaan) en daarmee bijna het centrum. Het is nog onduidelijk of en onbegaanbare weg, zo is gebleken. En de welke ruimtelijke karakteristiek de ring daad wordt niet bij het woord gevoegd. moet krijgen: herkenbaar als eigen cein- Het bomenstructuurplan is wel vast- tuurbaan? Een tweede item is het water gesteld, maar het actieplan niet. van ParkStad. Een kwaliteit, bruikbaar is Positieve uitzondering is het stadsdeel het water echter nog niet door de geringe Geuzenveld waar inmiddels wel een bevaarbaarheid. Er zijn al verschillende 60 voorzichtige poging ondernomen is met suggesties gedaan om de bevaarbaarheid het beleidsplan Water en Groen. Dit plan te verruimen. Tot nu toe stranden deze stelt een beperkt omslagfonds in en zet pogingen echter steeds mede doordat delen van het netwerk en het Sloterpark een breed gedragen ambitie ontbreekt. op de agenda. En dan tot slot de schaalvergroting van het daily life systeem: het in regionaal verband ParkStad Amsterdam ParkStad De feiten: geen behoud zonder onder- positie innemen. Dit moet betekenen dat houd er een meer alzijdige oriëntatie van de Het Bomenstructuurplan werd gestart netwerken, met name het grijze, ontstaat. vanwege de constatering dat de laanstruc- De afleesbaarheid van de lange lijnen in tuur van Amsterdam West steeds vaker West gaat niet alleen van naar werd aangetast en onder druk stond. De buiten/rand, maar evenzeer vice versa. Wie conditie van de bomen is in een aantal maakt zich hard voor de aansluiting aan de stadsdelen uitermate slecht door de arme westzijde van de stad? ondergrond. Op diverse plaatsen zet het verkeer, in de vorm van vrije busbanen De aanpak: het netwerk als project en parkeren, de bestaande bomenrijen Het wordt tijd om het netwerk van onder druk. De aanleg van nieuwe kabels ParkStad structureel aan te pakken. en leidingen (warmtenet) legt een grote Gewoon met een plan van aanpak en met claim op de voor de bomen beschikbare projecten over de verschillende lange ruimte in de profielen. Zonder onderhoud lijnen, die stadsdeeloverschrijdend zijn. geen lommerrijk netwerk van West, zo Deze opgaven moeten op Partkstadniveau was en zo is nog steeds de constatering. worden ingezet en met behulp van nieuwe Stilstand is voor het netwerk een sluipende technieken (database, digitale koppelin- achteruitgang. gen) ook voor gebruikers inzichtelijk wor- den gemaakt. Een stevige basis daarvoor ligt er al in de vorm van het Verkeers- en Vervoersplan en het Bomenstructuurplan. systeem van plannen (Ontwikkelingskader, Aan de hand van een wensbeeld kunnen, Vernieuwingsplan, Uitwerkingsplan en afgezet tegen de huidige situatie, ver- tenslotte bouwplan). In theorie kunnen de volgens ontwerpprojecten gedefinieerd regels voor kwaliteitsborging zo sluitend worden. Per stadsdeel kan dit leiden worden geformuleerd dat volstaan kan tot een lijst waarin ten behoeve van de worden met toetsing van een plan aan het realisatie, groot onderhoud en heraanplant naast hogere planniveau. In de praktijk op elkaar worden afgestemd en ook zicht blijkt de daarvoor vereiste mate van ontstaat op de ontbrekende financiering. objectivering lastig en moeten ook de nog Een tweede onderdeel zou een gezamen- hogere niveaus betrokken worden bij de lijk Handboek voor ParkStad als geheel toetsing. Het algemene Kwaliteitskader kunnen zijn, met profielen en principes speelt nog steeds de hoofdrol, ook tot aan materiaaltoepassingen voor de daar waar afwijkingen verantwoording uitwerking. Inzet bij de uitvoering van het behoeven. Kwaliteit laat zich niet achteraf netwerk is de kwaliteit van de repetitie. nog even toevoegen als suiker in de koffie. De Westelijke Tuinsteden hebben een Het kunnen terugvallen op hogere kad- eigen sfeer tot aan de details toe; heel ers is een voorziening voor het bewaken functioneel, lekker zakelijk en gewoon, en behouden van ruimtelijke kwaliteit. gebakken klinkers in de straten of asfalt Waar het gaat om de samenhang van het voor de hoofdwegen, de grijze 30 x 30 geheel, de houdbaarheid op de lange tegel als basis, betonnen banden en heel termijn, het vermijden van geïsoleerde veel bomen. resultaten is het van belang dat zoiets als Een stadsdeel overschrijdend overleg het huidig Bureau ParkStad blijft bestaan. zou de benodigde afstemming kunnen Daar moet ook de verantwoordelijkheid brengen, zowel bij de ruimtelijke opzet als worden gelegd voor continuering van de bij de planning. kwaliteitszorg op het niveau van ParkStad als geheel. In zo’n opzet blijft het nodig Tot slot een punt te behouden waarin de eenheid Als Kwaliteitsteam van ParkStad kunnen van het opdrachtgeverschap wordt beli- 61 we pas tevreden zijn als op een vanzelf- chaamd. Hieraan wordt, in welke vorm dan sprekende manier door intensivering en ook, de voortzetting van kwaliteitszorg op kwaliteitsverbetering de netwerken zich hoger schaalniveau gekoppeld. Dat hoeft tot een belangrijk publiek domein hebben niet door middel van een Kwaliteitsteam, ontwikkeld. Als alle drie de pijlers van andere oplossingen zijn denkbaar. Wij ParkStad Amsterdam ParkStad de vernieuwing een vanzelfsprekende bieden daarvoor onze ervaring en kennis positie hebben gekregen in de uitvoering. aan. Als de inspanningen van velen hebben geleid tot vorming van het hoofdnetwerk * Great streets make great cities, Patrick tot de “Great green streets of ParkStad”, Geddes, AIR Rotterdam drager van identiteit en betekenisgever aan de samenleving die er woont, werkt of er gebruik van maakt; op weg naar het Sloterpark of het centrum van ParkStad.

Epiloog Bij het realiseren van vernieuwing met duurzame kwaliteit spelen twee kernprob- lemen. Het ene is de verhouding tussen onderdelen en het geheel, het andere de verhouding tussen de korte en de lange termijn. Het eerste probleem is manifest bij de netwerken en de grote projecten; het tweede speelt bij de leefmilieus. De verhouding tussen de onderdelen en het geheel is geregeld in een getrapt

zorgen, nu na het verstrijken van eenderde George de Kam van de planperiode nog maar een zesde deel van de geplande nieuwe woningen is Gebiedsontwikkeling gerealiseerd. Deze twee onderling verbonden proble- Parkstad: Hoe verder? men vragen veel aandacht bij de thans lopende evaluatie van de aanpak in George de Kam is bijzonder hoogleraar Maatschappelijk Parkstad. ondernemen met grond en locaties aan de Radboud universiteit Op 15 juni 2005 hebben de betrokkenen Nijmegen. Hij verricht onderzoek en verzorgt onderwijs naar nog eens vastgesteld dat zij het tempo de praktijk van woningcorporaties en aanbieders van wonen en in de ruimtelijke vernieuwing willen zorg en welzijn. vasthouden en het sociale programma willen borgen en opvoeren. Daarbij is het de bedoeling de corporaties de rol van Voorwoord gebiedsontwikkelaar te geven. Bovendien In het kader van de evaluatie van de is in het verlengde van actuele discussies vernieuwingsoperatie in Amsterdam over taken van corporaties toegevoegd Nieuw West is door de begeleidingsgroep dat gemeente/stadsdelen en corporaties (corporaties, stad en stadsdelen) een de realisatie van maatschappelijk vastgoed aantal essayopdrachten uitgezet. Doel structureel willen regelen. ervan was om deskundige buitenstaanders hun visie te vragen over de voortgang van Het getuigt van durf om ondanks tegen- de vernieuwing. Op die manier konden vallende resultaten en – voorzichtig we eens over onze eigen schutting kijken. gezegd – niet verbeterde condities voor Aan George de Kam is gevraagd een herstructurering – ambities niet alleen essay te schrijven over de wijze waarop de te willen vasthouden, maar ook nog te (financiële) verantwoordelijkheidsverdel- spreken over opvoeren en toevoegen. De ing tussen overheid en corporaties bij de realiseringskansen van die ambitie zijn 64 stedelijke vernieuwing in Nieuw West het afhankelijk van de markt, het draagvlak in beste kan worden opgepakt. de samenleving, de financiële en organ- isatorische spankracht van corporaties, Intussen liep het traject in werkelijkheid de inzet van middelen van de gemeente sneller dan voorzien. De overheid en de en een goede organisatie van het proces. corporaties in Nieuw West sloten een Ik beperk me in dit essay tot de fysieke ParkStad Amsterdam ParkStad intentieovereenkomst waarbij de corpora- aspecten van de transformatie in Parkstad. ties de fysieke vernieuwing op zich nemen Eerst noem ik een aantal bijzondere ken- en de overheid zich concentreert op het merken van het herstructureringsproces, sociale programma. in het bijzonder in Amsterdam. Dan plaats De opdracht aan George de Kam is toen ik enkele evaluerende opmerkingen bij de bijgesteld. Aan hem is gevraagd in te gang van zaken tot nu toe. En ik rond af gaan op belangrijke aandachtpunten die met een beschouwing over de richting die voor de overheid en de corporaties van nu wordt ingeslagen en met aanbevelin- belang zijn bij de verdere invulling van de gen die mogelijk van nut kunnen zijn bij de overeenkomst. nadere uitwerking van dit arrangement. Het betreft hier dus een vrije tekst op persoonlijke titel. Partijen kunnen er naar Het herstructureringsproces goeddunken gebruik van maken, maar Herstructurering is een bijzonder proces, nemen geen verantwoordelijkheid voor de waarmee we nu een kleine 15 jaar ervaring inhoud. hebben opgedaan. Het is veel complexer dan de bouw op uitleglocaties, omdat Introductie we met bestaand en bewoond woning- Herstructurering in Parkstad gaat gepaard bezit te maken hebben, zodat bewoners met grote en oplopende financiële alleen al op grond van hun positie iets tekorten. in te brengen hebben. Bovendien willen En het tempo van de nieuwbouw baart betrokkenen vaak iets doen aan de sociale en economische problematiek in de van de omvang, laat staan uitbreiding van betreffende wijken. Wat de problematiek het ISV budget is er niet. Helaas heeft betreft lijkt herstructurering het meest de aandacht voor het ontwikkelen van op de stadsvernieuwing, maar het pro- integrale plannen voor grote(re) gebieden gramma is anders: niet bouwen voor de in de afgelopen jaren partijen ook afge- buurt, maar mikken op grotere diversiteit houden van vervangende nieuwbouw op in woningaanbod. Ook het institutionele plekken waar dat hoe dan ook voor de kader verschilt op essentiële punten: er is hand lag. En een mooie markt zoals de onvoldoende publiek geld om de opera- afgelopen jaren krijgen we voorlopig niet tie te subsidiëren, en daarmee ontvalt terug. Terwijl dat toch de enige bron is die de basis aan in de stadsvernieuwing naast corporatievermogens en overheid- beproefde vormen van gemeentelijke smiddelen kan worden aangeboord om de regie. Corporaties en andere eigenaren herstructureringsambitie te financieren. van bestaande woningen kunnen niet worden uitgekocht. Zij moeten overtuigd …. en Amsterdam zijn van de noodzaak van een bepaald De Amsterdamse productie van woningen transformatieprogramma, en in geval van in herstructurering vindt plaats in een sloop bereid zijn de aanzienlijke kapitaal- tamelijk gecompliceerde setting die vernietiging te accepteren die daarmee weinig vrijheidsgraden kent voor initia- gepaard gaat. Als tegenprestatie vragen tiefnemende corporaties. Ten eerste is zij een grotere betrokkenheid bij mogeli- er de verdeling van zeggenschap tussen jkheden om het financiële resultaat van het centrale stad en stadsdelen die altijd tot transformatieprogramma te optimaliseren, frictieverliezen leidt. Ten tweede heeft de en veelal ontstaan slepende affaires over stad een cultuur van stevige gemeentelijke de verdeling van het tekort. sturing op volkshuisvestelijke doelen. Ten derde hecht de stad grote betekenis De start met herstructurering is gemaakt aan door de gemeente te definiëren in een periode waarin op de golven van stedenbouwkundige kwaliteiten. Ten een zonnige kijk op economie en woning- vierde is er sprake van actief gemeentelijk 65 markt door de vertrouwde maakbaarhe- grondbeleid. Binnen het gemeentelijk idscompanen gemeente en corporaties grondbeleid wordt enerzijds gewerkt huizenhoge ambities werden bedacht met een lage genormeerde grondprijs en met de bevolking werden gecom- voor sociale bouw, anderzijds met een municeerd. En veel grote en middelgrote tamelijk precieze residuele bepaling van ParkStad Amsterdam ParkStad gemeenten bleken bereid een deel van grondwaarden voor woningen in renda- de ISV middelen beschikbaar te stellen bele marktsegmenten. De basishouding voor hun deel van de financiering van is dat ontwikkelaars – corporaties of herstructurering. Zo kwam er heel wat tot anderen – niet te veel moeten verdienen stand, al was het minder dan de plannen in Amsterdam. Ten vijfde is er sprake ambieerden. Maar wat nog onvoldoende van gronduitgifte in erfpacht, waardoor volgde was een cultuuraanpassing in het de gemeente recht heeft op een deel verkeer tussen corporaties en gemeenten. van de waardevermeerdering die door Men kon nog vooruit in de bestaande vastgoedtransformaties kan ontstaan. sporen. Waar uit de VINEX-periode – ook En ten zesde is in Amsterdam nog na een cultuurschok – het bouwclaim- relatief veel subsidie beschikbaar voor model resulteerde, werd nog niet iets stedelijke vernieuwing. De corporaties vergelijkbaars ontwikkeld voor de nieuwe zijn – hoezeer ook soms morrend – een verhoudingen bij herstructurering. onmisbaar onderdeel van deze “structure Misschien is dat ook nu pas echt nodig. of provision”. Op het fundament van hun Want de voorbereiding en uitvoering van betrokken historie zijn zij nog steeds de de eerste uitvoeringsplannen hebben op stadsbouwmeesters van grote delen van veel plaatsen het grootste deel van de de Amsterdamse woningproductie. publieke middelen opgesoupeerd die voor een veel omvangrijker programma waren Korthals Altes e.a. (2003) hebben een gereserveerd. En zicht op bestendiging typering gemaakt van genres van gemeen- telijke regie. Binnen het schema dat zij parkeren. Maar de crux zit in de waarde hebben opgesteld kunnen we Parkstad / van aanwezige opstallen. Dat wordt Amsterdam plaatsen als een schoolvoor- meteen duidelijk in het geval we te maken beeld van actief gezamenlijk optreden hebben met een onwillige erfpachter die van de gemeente in een publiek-privaat de bestaande exploitatie wil voortzetten. proces. Bijzonder is – zie de voorgaande De gemeente Amsterdam heeft dan de alinea – dat de gemeente Amsterdam mogelijkheid om de bestaande erfpacht in vergelijking met andere steden over te beëindigen met een beroep op het verhoudingsgewijs veel competenties algemeen belang. Zij moet dan echter beschikt. een schadeloosstelling betalen op basis In die situatie is veel aandacht nodig van de Onteigeningswet. Dit bedrag zal voor heldere afspraken (zowel binnen veelal hoger zijn dan het residu op de de gemeente als met de corporaties), nieuwbouw. Herstructurering is daarom zo blijkt uit de analyse die genoemde niet mogelijk, tenzij de erfpachter vrijwillig auteurs maakten van het project Zuidwest wil meewerken en bereid is een deel van Kwadrant Osdorp. In de Amsterdamse de waarde van zijn bestaande vastgoed verhoudingen kosten planprocessen af te boeken. Corporaties hebben die bijzonder veel tijd, ik verwijs naar de bereidheid, maar in het tot voor kort nog inleidende hoofdstukken van wethouder geldende stelsel van afspraken (ACE) zag Stadig bij zijn voorstel voor de Grote de gemeente vervolgens het verschil in Vereenvoudiging1. De transactiekosten zijn grondwaarde tussen de nieuwe en de hoog, en een oorzaak daarvan lijkt juist die bestaande bestemming als een waarde stapeling van gemeentelijke competen- waar de gemeente recht op heeft en die ties te zijn. Een van de mogelijkheden om – bij wijze van tegemoetkoming – op een daar iets aan te doen is het overdragen bepaalde manier tussen gemeente en van competenties naar private partijen. corporatie wordt verdeeld. Hoewel het Daarmee wordt de stap gezet naar een gemeentedeel van deze opbrengsten andere manier van werken, die het karak- vervolgens ook weer geïnvesteerd wordt 66 ter krijgt van minder actief, maar nog wel in openbare ruimte en infrastructuur in gezamenlijk regisseren van private projec- Parkstad, werkt dit soort afspraken hoe ten van corporaties. dan ook remmend op investeringen. Daarom is het goed dat in Parkstad naar Dat is een urgente opgave, gezien de een nieuw stelsel van afspraken met (plan)economische realiteit van herstruc- een andere materiele grondslag wordt ParkStad Amsterdam ParkStad turering. Het interesseert de kopers en gezocht. huurders van nieuwe woningen in herstruc- tureringsgebieden absoluut niet hoeveel proceskosten gemaakt zijn om hun huizen Enkele evaluerende opmerkingen over te realiseren. Wat ze er voor willen betalen Parkstad wordt alleen bepaald door prijs/kwaliteits- Voor het gebied is met Richting ParkStad verhoudingen op de totale Amsterdamse 2015 (hierna aan te duiden als RPS) een woningmarkt. En na aftrek van bouw- en integraal visiedocument vastgesteld en bijkomende kosten is er een residu, dat de gecommuniceerd, en de uitvoering van maximale bestedingsruimte aangeeft om het daarin opgenomen programma is van de beschikking te krijgen over een bouwri- start gegaan. Afgezien van reeds eerder jpe kavel. Het economische probleem bij opgestarte pilotprojecten zijn 8 nieuwe herstructurering is dat de kosten om een uitvoeringsplannen ontwikkeld, waarin bouwrijpe kavel te produceren bijzonder inmiddels 1.700 woningen gesloopt en hoog zijn. De bepalende factoren zijn 4.100 nieuwe woningen gebouwd zijn. bekend: sloop en proceskosten, verhuis- Er is een organisatie opgezet voor plan- vergoeding, verdunning, vernieuwing vorming en besluitvorming, met bureau stedenbouwkundige opzet, percentage Parkstad als trekker. De algemene kosten betaalbare huurwoningen in de vervan- van projectvoorbereiding worden door gende nieuwbouw, kwaliteitsverhoging de gemeente gedragen, en van de aan openbaar gebied en kwaliteitsverhoging projecten toerekenbare kosten dragen gemeente en corporaties ieder de helft. gen in enkele projecten 1993-1997 – om Bij beschouwing van de evaluatiedocu- ‘te voorkomen dat bij de stedenbouwkun- menten valt op dat de projectvoorberei- dige vernieuwing de samenhang tussen de dingskosten van Parkstad bijzonder hoog gebieden verloren zou gaan’ (RPS,7). Het zijn: omgeslagen over de tot nu toe lijkt me dat op dit niveau inmiddels voldo- gerealiseerde woningen is 11.000 euro per ende inzichten ontwikkeld zijn. Wanneer stuk besteed in het traject voorafgaand die worden bewerkt tot een ruimtelijke aan het daadwerkelijke uitvoeringsplan. structuurvisie is er voldoende toetsings- Dat is een ernstige zaak, omdat er in de kader voor een goede ruimtelijke onder- pilotprojecten wel degelijk ook al een bouwing van projectplannen van partijen zekere ervaring met herstructureren was die met initiatieven komen voor concrete opgebouwd. deelgebieden. Hiervoor is het niet nodig Bureau Parkstad in stand te houden. De Van de geplande 25.000 nieuwe woningen uitwerking van nieuwe procedures moet is ongeveer 1/6 gerealiseerd terwijl 1/3 mede als doel hebben de voorbereidings- van de planningsperiode is verstreken. kosten te verlagen. Bovendien kan daarbij Van de middelen in het Stimuleringsfonds de verdeling van de voorbereidingskosten is reeds 80% belegd voor in totaal 70% tussen gemeente en corporaties worden van de geplande productie. Belangrijk aangepast. voor het financiële resultaat is ook dat Beperking van de voorbereidingskosten in de realisatie zowel als de plannen leidt er toe dat publiek geld sterker aan voor de komende jaren tegenover bijna uitvoering gekoppeld kan worden: sociale 60% van de nieuwbouwwoningen geen programma’s inclusief herhuisvesting, gesloopte woningen staan, en voorts de welzijn en hoofdinfrastructuur. verhouding tussen de in meer of mindere mate renderende woningtypes in huur Nu verder …! en koop. Wanneer die verhoudingen De nieuwe afspraken voor Parkstad niet gehandhaafd kunnen worden – om houden voor het fysieke deel in: de cor- stedenbouwkundige redenen, of vanuit poraties worden gebiedsontwikkelaar én 67 marktperspectief (denk aan de wens om tevens verantwoordelijk voor maatschap- het aandeel grondgebonden woningen pelijk vastgoed. te verhogen en de tegenvallende vraag Deze afspraken sluiten goed aan bij enkele naar dure koopappartementen) zal de gedachten uit het recente rapport van exploitatie van Parkstad nog eens met Conijn (2005) over het BBSH. Zoals bekend ParkStad Amsterdam ParkStad extra tekorten worden belast. richt dit rapport zich op de positionering Maar we kunnen ook met een meer van corporaties, de manier waarop zij optimistische blik naar de verhouding hun middelen (kunnen) aanwenden, en tussen ingezette middelen en resultaten de sturing daarvan. Het rapport noemt kijken: misschien is de input tot nu toe zes ontwikkelingsrichtingen voor de voor een belangrijk deel een voorinvester- inhoudelijke positionering van woning- ing geweest, waardoor de lopende en corporaties: de huisvesters van doelgro- binnenkort te starten projecten met epen, de volkshuisvesters (met bredere aanzienlijk lagere proceskosten gereali- verantwoordelijkheid), de waarborgers seerd kunnen worden. Om dit waar te van betaalbaarheid, de beheerders van maken zal dan echter nadrukkelijk een maatschappelijk vastgoed, de leveranciers breuk in de cultuur van werken geforceerd van woon- zorg- en welzijnsdiensten en moeten worden. Het doorvoeren van tenslotte de gebiedsontwikkelaar en de Grote Vereenvoudiging zal daar aan – beheerder (Conijn 2005, 81-82). kunnen bijdragen. Maar ik zou ook kritisch willen kijken naar de schaal van Parkstad. Van al deze richtingen komen wel ele- De grote schaal van Parkstad heeft zeker menten voor in het Parkstad-programma. een wervende betekenis, en draagt bij Voor sommige van deze richtingen is het aan de positionering van het gebied in de vooral van belang dat ze geborgd blijven; stedelijke en regionale context. Belangrijk van andere is vooral het aspect ontwik- motief voor deze schaal was – na ervarin- kelingsrichting van belang. Dit geldt in het licht van de nieuwe afspraken voor interpretatie van het BBSH niet toestaat Parkstad vooral voor de positionering als dat corporaties in al deze vormen van beheerder van maatschappelijk vastgoed, maatschappelijk vastgoed investeren en de positionering als gebiedsontwik- (VROM 2005).2 kelaar. Het zijn ook de twee richtingen Op de korte termijn speelt het probleem waarbij een verschuiving van taken en dat veel gebouwen in een slechte staat middelen tussen gemeente en corporaties van onderhoud verkeren. Op de langere aan de orde is. termijn komt daar bij dat veranderende behoeften van de bevolking, ook in Maatschappelijk vastgoed kwantitatieve zin, hun weerslag zullen heb- Ontwikkelen en beheren van maatschap- ben op de hoeveelheid, het type en het pelijk vastgoed past goed bij de besta- gebruik van welzijnsvoorzieningen (RPS, ande competentie van corporaties, zo 17). Gebouwde welzijnsvoorzieningen krij- constateert Conijn (2005, 84). Ook minister gen ook aandacht in het ontwikkelingspro- Dekker heeft op dit onderwerp positief gramma voor sociale vernieuwing de Basis gereageerd (brief juni 2005). Zij sluit daarin uit 2001. Er wordt een plan opgesteld met aan bij het beoordelingskader dat de com- daarin de behoefte aan gebouwde voorz- missie De Boer (2005) heeft geadviseerd: ieningen voor de langere termijn, daarmee voor taakverbreding is een deugdelijke kunnen afspraken gemaakt worden over argumentatie vanuit het vastgoedbelang het ruimtelijk plannen van accommodaties nodig en een bedrijfseconomische op de schaal van Nieuw-West (RPS, 27). onderbouwing. Busman (2005, 58) plaatst hierbij overigens de kanttekening dat voor De opgave met betrekking tot maatschap- de waardeontwikkeling van woningen in pelijk vastgoed heeft dus de volgende een buurt het maatschappelijk programma elementen: belangrijker is dan het maatschappelijk a achterstallig onderhoud bestaande vastgoed. Dat impliceert dat voor een accommodatiest programmagerichte inzet van corporati- b dislocatie bestaande accommodaties 68 emiddelen wellicht een sterkere bedrijf- c functionele veroudering bestaande seconomische onderbouwing gegeven kan accommodaties worden dan voor een vastgoedgerichte d bouw en exploitatie nieuwe accommo- inzet. Zij vindt daarom dat de minister te daties. veel gewicht hecht aan de opmerking van Conijn dat zich bij taakverbreding langs de De kern van de nieuwe afspraken richt zich ParkStad Amsterdam ParkStad lijnen van dienstverlening een kostenprob- op punt d., te weten ‘de realisatie van de leem voordoet: er zijn immers ook hogere accommodaties voor maatschappelijke opbrengsten van de woningen te ver- voorzieningen (de ‘hardware’ van de wachten als die dienstverlening op maat sociale pijler), inclusief de daaraan verbon- wordt geleverd. Dit lijkt mij een belangrijk den risico’s en onrendabels.’ Punt a. blijft aandachtspunt dat in experimenten zou buiten de afspraken, en b. en c. zullen een kunnen worden uitgewerkt. Dan zou ook rol kunnen spelen bij herontwikkeling van de ontwikkelingsrichting “leverancier locaties. van welzijnsdiensten” in Parkstad sterker Het is mij niet bekend of dat gebeurd in beeld komen dan nu is voorzien. Het is, maar overwogen kan worden om het behoeft overigens de beoogde rol van gehele pakket maatschappelijk vastgoed corporaties als ontwikkelaar en exploitant (alle bestaand en een nieuwbouwpro- van maatschappelijk vastgoed niet in de gramma) aan de corporaties over te dra- weg te staan, in tegendeel. gen. Een intentieovereenkomst die hierop gericht is wordt momenteel uitgewerkt Wat is de opgave op dit terrein in in Enschede door de gemeente en twee Parkstad? Het gaat om de gebouwen die corporaties. 3 gebruikt worden door instellingen actief op het terrein van zorg, jeugd, veiligheid, Conijn ziet een nauwere betrokkenheid cultuur, religie en sport (RPS, 17). Terzijde van corporaties bij ontwikkeling en beheer zij opgemerkt dat de bestaande VROM- van dit type vastgoed in de lijn van zijn vraagstelling (positionering en bested- rendabele woningproducties te claimen. ing) ook als een mogelijkheid om extra Corporaties moeten hier hun geld laten bestedingsmogelijkheden voor het budget rollen. Daarbij kan het overigens niet van corporaties te creëren, als alternatief gaan om een totale verschuiving van voor centraal geregelde afroming (Conijn de huisvestingskosten van bijvoorbeeld 2005, 84). Daarnaast kan dit vastgoed welzijn of onderwijs naar de corporatiekas. natuurlijk in combinatie met (bestaande) Onderdeel van de afspraken zou moeten woonbebouwing interessante nieuwe zijn een standaard huurovereenkomst voor ontwikkelingsperspectieven bieden. vanuit de sociale pijler gedefinieerde en Omdat corporaties bij de nieuwe ge(co)financierde programma’s waarin afspraken in Parkstad het risico voor plaatselijk gebruikelijke huren per vier- dit vastgoed gaan dragen, zullen zij er kante meter de grondslag voor de vastgo- naar (moeten) streven dat dit vastgoed edexploitatie van de corporaties vormen. ondanks de zeer specifieke functies toch Dat betekent dus dat de gemeente zo courant mogelijk wordt ontworpen. programma’s voor activiteiten en vast- Alleen dan behoudt het immers een goedgebruik definieert, en corporaties zo hoog mogelijke restwaarde. Dat laat ontwikkelen en beheren tegen in de kan er toe leiden dat corporaties meer welzijnsexploitaties te dragen huurprijzen aandacht hebben voor functionele flexi- per m2, en met haar ruimtelijk en gronduit- biliteit en uitwisselbaarheid van ruimtes, gifte-beleid (normprijzen voor de grond) zoals in het bekende voorbeeld van de de corporaties daartoe in staat stelt. De schoolwoningen. Mogelijk kan ook nog corporaties zouden daarbij hun voordeel eens goed gekeken worden naar al dan kunnen doen met expertise van gemeen- niet tijdelijke benutting van bestaande ten die een professioneel vastgoedbedrijf ruimtes (plinten?) voor maatschappelijke opzetten, zoals Eindhoven (Westerhof & doeleinden. Om de betrokkenheid van van Duin 2005, de Kopgroep 2005). de corporaties bij dit onderdeel van de afspraken optimaal te benutten zou een Het tekort op het vastgestelde programma herbezinning op het programma voor het voor vastgoed voor maatschappelijke 69 maatschappelijk vastgoed op zijn plaats voorzieningen in Parkstad is gecalculeerd zijn. In principe ligt de functionele kant van op 48 miljoen euro, waarvan 12 miljoen als dit programma vast in eerdere afspraken, gevolg van lage normhuren in deze sector tenzij de feitelijke invulling van de fysieke (Roncken 2005, 40). transformaties, of wijziging van inzichten in Nu dit punt wordt opgenomen in de ParkStad Amsterdam ParkStad het sociale programma aanleiding zijn om afspraken zal tegenover de voorgenomen het functionele programma (functies en inspanningen van de corporaties behoren vierkante meters, kwaliteit van vierkante te staan dat de gemeente Amsterdam meters, zones waarin het programma voor een bepaalde periode (10 jaar? 15 gelokaliseerd moet worden) te wijzigen. jaar?) een maatschappelijke huurprijs met Maar vervolgens zouden de corporaties de indexatie garandeert. gelegenheid moeten krijgen om hun eigen Een volgend aandachtspunt is de toedel- voorstellen te doen voor de realisatie van ing van deze collectieve (onrendabele) dit programma. Daarbij kunnen zij dan investeringsverplichting naar de indivi- hun eigen keuzes maken met betrekking duele corporaties. Welke verdeelsleutel tot de stedenbouwkundige inpassing, wordt daarvoor gekozen? Vanuit belang gecombineerd ruimtegebruik, flexibiliteit geredeneerd zou dit de omvang van het en benutting van bestaand vastgoed. woningbestand in Parkstad moeten zijn. Maar vallen de projecten dan automatisch Hoe creatief ook vormgegeven, toe aan de corporatie met de meeste maatschappelijk vastgoed zal in principe woningen in het gebied dat de voorzien- slechts een laag rendement genereren. ing bedient? Misschien wil een corporatie Dat dat zo is zou in de lijn van Conijn zich op dit terrein specialiseren, krijgt die geen argument mogen zijn om het niet te dan een financiële bijdrage van collega’s? doen of alsnog extra bijdragen uit col- Verder verdient het mijns inziens aanbevel- lectieve middelen of uit de toedeling van ing om een gedragslijn af te spreken voor het omgaan met bestaand maatschap- Initiatief corporaties: pelijk vastgoed met een dislocatie n maak eigen ontwerpen voor realisatie danwel functionele veroudering, de van het geactualiseerde functionele eerder genoemde categorieën b. en c. programma Afhankelijk van de door de gemeente te n maak een standaard huurovereenkomst formuleren condities voor herontwikkel- voor maatschappelijk vastgoed ing van dit vastgoed vertegenwoordigt n beslis in hoeverre en op welke manier het een zekere waarde. Zoals hierboven ook betrokkenheid bij dienstverlening gezegd, die waarde zou in een pack- zorg en welzijn beoogd wordt age deal kunnen worden opgenomen. n beslis hoe de collectieve verplichting Daarbij kan de gemeente overwegen jegens de gemeente (projecten en dit bestaand maatschappelijk vastgoed hun financiële consequenties) wordt tegen een beleidsmatig bepaalde prijs toegedeeld aan individuele corporaties over te dragen aan de corporatie(s) die n beslis over specialisatie, joint venture ook nieuw maatschappelijk vastgoed gaat of individuele realisatie van de projec- of gaan realiseren. Naar mijn opvatting ten binnen het programma zal een dergelijk pakket moeten worden n garandeer de realisatie van het geactu- getenderd zodra de overdrachtsprijs aliseerde functionele programma beleidsmatig lager wordt gesteld dan de taxatiewaarde. Het betreft immers geen Gezamenlijk initiatief: gronden waar corporaties al rechten n vraag gezamenlijk ontheffing bij VROM hebben als erfpachter. Het enkele feit dat van huidige beperkingen voor corpo- de in Parkstad participerende corpora- raties bij exploitatie maatschappelijk ties bereid zijn om in ‘hun’ gebied nieuw vastgoed maatschappelijk vastgoed te realiseren n sluit overeenkomst waarin boven- is niet voldoende reden om andere staande punten worden geregeld ondernemers uit te sluiten die onder n zorg dat aspecten opdrachtverlening gelijke condities willen realiseren wat de en overdracht vastgoed in deze 70 gemeente vraagt. Wellicht kan zo’n tender overeenkomst ‘Europa-proof’ zijn leiden tot een verdergaande specialisatie n dek in deze overeenkomst de volgende onder de betrokken corporaties, of tot risico’s af: gerichte onderlinge samenwerking rond - gemeente komt afspraken over dit onderdeel van het vastgoedbeheer. normhuur en normgrondprijzen niet na ParkStad Amsterdam ParkStad Aanbevelingen maatschappelijk vastgoed - gemeente breidt eenzijdig het func- Samenvattend kom ik tot de volgende tioneel programma uit aanbevelingen met betrekking tot het - gemeente komt afspraken over maatschappelijk vastgoed: procedure opdrachtverstrekking en overdracht niet na Initiatief gemeente: - gemeente blijft in gebreke bij n actualiseer het functionele programma uitvoering publiekrechtelijke taken n maak een standaardovereenkomst voor - corporatie realiseert projecten niet exploitatie maatschappelijk vastgoed volledig of niet tijdig n bepaal normhuren en garandeer deze - corporatie gedraagt zich niet als n bepaal normgrondprijs voor maat- goed verhuurder jegens maat- schappelijk vastgoed schappelijke instellingen n beslis hoe om te gaan met bestaand n neem in deze overeenkomst bepalin- maatschappelijk vastgoed (dislocaties, gen over geschillen en sancties op, functionele veroudering) bijvoorbeeld: n ontwerp een procedure voor opdracht- - wat is overmacht verlening nieuw maatschappelijk - route van overleg naar arbitrage vastgoed - sanctie gemeente jegens corpo- n ontwerp een procedure voor over- raties: boete, navordering canon? dracht bestaand maatschappelijk Beëindiging erfpacht? Of BBSH-lijn: vastgoed inspectie, aanwijzing? - Sanctie corporaties jegens plannen. Bovendien is het van belang dat gemeente: boete, omzetting van de corporatie in dat geval maximaal de maatschappelijke naar commerciële ruimte krijgt om het tekort te beperken exploitatie? door middel van varianten voor de inricht- ing van het gebied, door afstemming Integrale gebiedsontwikkelaars van stedenbouwkundig en bouwkundig Na voorgaande beschouwingen over ontwerp, en door scherpe calculatie van het aanbod van de corporaties om bijkomende kosten. Daarnaast blijft een ontwikkeling en beheer van maatschap- financiële betrokkenheid van de gemeente pelijk vastgoed op zich te nemen, wil ik bij grote infrastructuur in de wijk en bij nu ingaan op een profilering die meer ingrijpende niet te vermijden structu- rechtstreeks aansluit bij de bestaande urveranderingen noodzakelijk, dat is ook praktijk in Parkstad: de corporaties als op dit moment een onderdeel van het integrale gebiedsontwikkelaars. Dit impli- Amsterdamse financiële kader (Lantinga ceert – om weer met Conijn te spreken 2004, 10). - een verruiming van de bestemming van corporatiemiddelen in de richting van Tegen de eerder geschetste achtergrond openbare ruimte en infrastructuur. Hij van de herstructurerings-historie in signaleert dat er dan echter een reële Amsterdam is het absoluut een mijlpaal verhouding gevonden moet worden met te noemen dat de jongste besprekingen de normale bekostiging van het beheer tussen gemeente en corporaties over en periodiek onderhoud van deze zaken Parkstad hebben opgeleverd dat de uit gemeentelijke middelen, in wezen een corporaties in het geheel niet meer vraagstuk van de verdeling van kosten tus- worden aangeslagen voor een hogere sen corporatievermogen en belastingop- grondwaarde bij hun vervangende nieu- brengsten (Conijn 2005, 84). Mijns inziens wbouw. Dat kan een belangrijke prikkel behoort het beheer van de openbare zijn om op een creatieve manier meer ruimte uit publieke middelen bekostigd te en/of (beter) renderende objecten in hun worden. Bij voortijdige vernieuwing is er vernieuwbouwplannen op te nemen. 71 een argument om deze investering deels De omvang van de productie in deze te dekken uit vrijvallende onderhoud- en marktsegmenten zal er door gestimuleerd beheermiddelen van de gemeente. De worden. Omdat er enerzijds sprake is herstructureringsingreep wordt dan van aanzienlijke kapitaalvernietiging van gezien als preventief onderhoud aan de het te slopen vastgoed en van een groot ParkStad Amsterdam ParkStad openbare ruimte, zie ook de redeneringen tekort op de vastgoedexploitatie, terwijl op dit punt in het Afsprakenkader (VROM anderzijds de programmatische uitgang- 2004) en in de brief van Dekker (2004). spunten voor de vervangende woning- Deze gedachtegang heeft mogelijk ook bouwproductie in Parkstad op hoofdlijnen ten grondslag gelegen aan de praktijk in vastliggen en een spectaculaire stijging Parkstad om 10% van de genormeerde van de opbrengsten van koopwoningen kosten van de herinrichting van de niet direct voor de hand ligt, lijkt het me woonomgeving bij de stadsdelen in reken- zeker voor de komende tien jaar niet nodig ing te brengen (Lantinga 2004, 8). om een bovengrens voor de vrijdom van afroming te bepalen. Grosso modo wordt Anderzijds zijn er argumenten om – net als het waardepotentieel in Parkstad immers bij eerste aanleg – de kosten van kwalit- bepaald door woningbouwprogramma en eitsverbetering van de openbare ruimte stedenbouwkundige randvoorwaarden. en infrastructuur ten laste te brengen van Het nieuwe Parkstad-arrangement ver- de exploitant van het vastgoed. Omdat de toont gelijkenis met De Utrechtse Opgave vastgoedexploitatie bij herstructurering (DUO) zij het dat daarin nog wel een vaak al een tekort heeft, leidt doorbelast- op hoog niveau vastgestelde waardea- ing tot vergroting van dit tekort en zal het fromingsmogelijkheid is opgenomen streven moeten zijn om alleen waar dat (Keers et al, 2001). De corporaties hebben werkelijk noodzakelijk is grotere ingrepen in Parkstad na betaling van erfpachtcon- in openbare ruimte en infrastructuur te versie ad rond 4.000 euro per woning het herontwikkelrecht voor 41.000 sociale van een beperking van het verlies van huurwoningen inclusief openbare ruimte. corporaties op sloop-nieuwbouwlocaties. Van de betaalde 160 miljoen komt 110 Tegengeworpen zou kunnen worden dat miljoen terug via het stimuleringsfonds, en de hier bepleite verdeling van program- ook extra opbrengsten door verdichting ma’s over locaties niet zo veel uitmaakt, op aan corporaties uitgegeven grond – die omdat de corporaties zelf een aanzienlijk geraamd zijn op 22,5 miljoen (Lantinga deel van de renderende productie op 2004, 8) - komen in het nieuwe arrange- invullocaties willen ontwikkelen. Ook ment geheel beschikbaar voor dekking in dat geval zijn de positieve effecten van de investeringen van corporaties, van deze programma-toedeling op het die zelfstandig kunnen beslissen over de overall beperken van de verliezen voor toedeling van deze middelen. de corporaties veel groter dan wanneer het renderende programma de overhand Bij de uitwerking van deze afspraken lijkt zou krijgen op invullocaties. Het is immers het me van belang aandacht te geven aan juist de strakke residuele grondprijsbepal- het feit dat het credo ‘niet afromen’ alleen ing in Amsterdam die er voor zorgt dat geldt voor sloop-nieuwbouwlocaties waar ontwikkelwinsten op het renderende corporaties al rechten hebben. Op alle programma – die door een corporatie als overige locaties (invullocaties) binnen verliescompensatie voor sloop-nieuwbou- Parkstad geldt het gewone grondbeleid. wlocaties zouden kunnen worden ingezet De relatie tussen sloop-nieuwbouwloca- – beperkt van omvang blijven. Maar op ties en invullocaties binnen Parkstad is sloop-nieuwbouwlocaties ligt dat in het van belang. Er kan concurrentie om de nieuwe arrangement anders: hier kan de afzet ontstaan wanneer ook op invulloca- corporatie beschikken over de volledige ties appartementen worden gebouwd, ontwikkelingswinst van iedere nieuwe corporaties missen dan inkomsten koopwoning. waarop bij het maken van de nieuwe Daarom pleit ik voor een gemengd Parkstad-afspraken was gerekend. Bij programma voor invullocaties, met een 72 voorkeur zou op sloop-locaties een zo substantieel aandeel goedkope huurwon- marktgericht mogelijk programma in hoge ingen. De gemeente zou voor deze loca- dichtheid gerealiseerd moeten worden, ties een tender uit kunnen zetten volgens en op invullocaties4 een gemengd en de methodiek van de bouwenvelop en zo sociaal mogelijk programma5. Het de mogelijkheden moeten verkennen om inhoudelijk argument is dat op die manier daarbij partijen te honoreren die parallel ParkStad Amsterdam ParkStad na sloop zoveel mogelijk diversiteit komt een sloop-nieuwbouw locatie in nieuw in voorheen monofunctioneel sociaal West weten te ontwikkelen. bebouwde gebieden. Daarnaast biedt het huishoudens die op de goedkope huur Als opmaat naar aanbevelingen voor zijn aangewezen een grotere ruimtelijke de uitwerking van de nieuwe afspraken keuzevrijheid in geheel Parkstad. Een op interpreteer ik enkele punten uit de evalu- (plan) economie gebaseerd argument is atie in het perspectief van enerzijds het dat deze vorm van toedeling van program- terugdringen van kosten en anderzijds het ma’s aan locaties de marktpartijen die verhogen van inkomsten in de gebiedsex- willen bouwen op invullocaties dwingt om ploitatie. een gemengd programma te realiseren, Ten opzichte van de ambitie zijn de en dat kan bij de toerekening van kosten opbrengsten verhoogd door: voordelig uitpakken voor de sociale delen n Een overmaat van 5.000 woningen in van het programma. Voorts beperkt deze de prognose van de veranderingspro- verdeling de verliezen voor corporaties op gramma’s (Roncken 2005, 27), wellicht hun sloop-nieuwbouw locaties. Er is wel deels te realiseren door omzetting van een nadelig effect voor het grondbedrijf: geplande bedrijfsruimte in woningen aannemende dat positieve resultaten zijn (32) 6 te behalen met de grondexploitatie van n Wildgroei in ruimtelijke en hoogbouw- invullocaties, zal het grondbedrijf van een accenten (35) deel daarvan moeten afzien ten behoeve Ten opzichte van de ambitie zijn de kosten verlaagd door: maat’ van 5.000 woningen. Blijven deze n Niet realiseren verbeteringen water- onderdeel uitmaken van het programma, structuur die los staan van verkoop- of wordt deze ‘overmaat’ ingeruild tegen baarheid van woningen (34) een hoger aandeel grondgebonden won- n Vermindering van differentiatie open- ingen in de nog vast te stellen plannen? bare ruimte, plannen lopen achter of worden niet gemaakt (34) Aanbevelingen gebiedsontwikkeling n Keuze van parkeeroplossingen die Ook voor de uitwerking van de nieuwe een bedreiging vormen voor kwaliteit afspraken over de rol van de corporaties openbare ruimte (34) als gebiedsontwikkelaar wil ik een aantal n Verkleining of niet realiseren van aanbevelingen geven. sportvelden (35) Ik benader de nieuwe afspraken als het n Beperkte toepassing kwaliteitskader vormgeven van een concessie. (35) Initiatief gemeente: n Achterblijvende programma’s voor n leg de bereikte consensus over de bijzondere doelgroepen (28) toekomst van Parkstad vast in een structuurvisie, inclusief een functioneel Het gaat me niet om de details van de programma hierboven genoemde reducties op de n maak een standaardprocedure om kwaliteitsambities die een relatie hebben projectplannen die bijdragen aan het met de resultaten van de grondexploitatie. realiseren van de structuurvisie plano- Maar om het feit dat deze allemaal tot logisch goed te keuren stand zijn gekomen binnen de kaders van n werk uit hoe de verschillende over- het bestaande Parkstad arrangement, heidsbijdragen - zie de omschrijving met instemming van beide partijen en na van het nieuwe financiële regime bij gezamenlijke besluitvorming over de inzet Lantinga (2004, 8) - bij de nieuwe van het stimuleringsfonds. Bovendien werkwijze worden toegedeeld aan hebben partijen in het recente verleden projectplannen gezamenlijk besloten om de uitvoering van 73 het programma te vertragen in het licht Initiatief corporaties: van tegenvallende marktomstandigheden n maak een format voor het ontwikkelen (Lantinga 2004, 5). Bij het nieuwe arrange- en indienen van projectplannen en ment verschuiven de rollen: de gemeente neem daarin op wanneer en op welke kan zich iets meer beperken tot het wijze de gemeente bij het maken van ParkStad Amsterdam ParkStad hoeden van ambities en doelstellingen, en die plannen betrokken wordt – bijvoor- de corporaties gaan meer risico lopen in beeld intensiever in de fase van het ontwikkeling en exploitatie. Dan zou aan stedenbouwkundig ontwerp dan in de gemeentezijde eerder dan nu de neiging fase van het bouwkundig ontwerp kunnen ontstaan om corporaties verwijten n beslis hoe de collectieve verplichting te maken wanneer zij op dezelfde wijze jegens de gemeente (realiseren als in de voorgaande jaren na overleg basiskwaliteit, onderdelen van het werd afgesproken reageren op gewijzigde programma die essentieel zijn voor omstandigheden. De kunst is om geza- realisatie van de structuurvisie) wordt menlijk de essentie te vinden van wat in toegedeeld aan individuele corporaties afspraken moet worden vastgelegd, en de n beslis over specialisatie, joint venture processen zo in te richten dat op een reële of individuele realisatie van de projec- manier met nieuwe ontwikkelingen kan ten binnen het programma worden omgegaan. Dit overleg zou kun- n geef aan van welke projecten de nen worden geopend met afspraken over realisatie op korte termijn tot stand kan de hierboven gesignaleerde afwijkingen worden gebracht ten opzichte van de ambitie. Moeten deze later nog worden gecompenseerd (bij geli- Gezamenlijk initiatief: jke omvang van het stimuleringsfonds), of n actualiseer het functioneel programma worden ze afgeboekt? Dat is bijvoorbeeld een belangrijk aandachtspunt bij de ‘over- n sluit een raamovereenkomst waarin n neem verplichting op om evaluatierap- bovenstaande punten worden gere- porten te maken en daarop formeel te geld reageren n zorg dat aspecten opdrachtverlening en gronduitgifte in deze overeenkomst Enkele opmerkingen vanuit een macro- ‘Europa-proof’ zijn kader n dek in deze overeenkomst de volgende Amsterdam is geen eiland. Bij de vorm- risico’s af: geving van nieuwe verhoudingen speelt - gemeente breidt eenzijdig het func- de teruggang van ISV middelen een rol. tioneel programma uit of verhoogt Maar kunnen de corporaties hun aandeel de kwaliteitseisen wel dragen? Gezien de bereidheid om - gemeente komt afspraken over het nieuwe arrangement aan te gaan lijkt procedure voor projectplannen niet het daar wel op, maar ik signaleer wel na een potentieel probleem. Zodra een van - gemeente blijft in gebreke bij de corporaties een beroep op matching uitvoering publiekrechtelijke taken zou willen doen, rijst de vraag hoe met - gemeente levert niet de afgespro- de financiële gevolgen van het onderdeel ken ambtelijke diensten tegen van de afspraken over maatschappelijk transparante prijzen vastgoed moet worden omgegaan. - gemeente levert niet de overeen- Rechtvaardigt dit onderdeel van het gekomen bijdrage aan sociale arrangement een beroep op middelen en economische programma’s in van corporaties elders? Het zou immers Parkstad ook gezien kunnen worden als een lokale - gemeente investeert niet in hoofd- beleidskeuze die corporaties met beperkte infrastructuur middelen niet moeten maken. Hoe een - gemeente komt subsidieverplichtin- dergelijk dispuut beslecht zou worden gen niet na valt nog niet te zeggen, en dat zal mede - corporatie realiseert projecten niet afhangen van de vraag in hoeverre in het 74 volledig of niet tijdig komende debat over taken van corpora- - corporatie levert niet overeengeko- ties de exploitatie van maatschappelijk men kwaliteiten vastgoed tot een “normale” taak gerekend - corporatie doet geen beroep op gaat worden. matchingsfaciliteiten Een tweede kwestie is of het arrangement - corporatie is onvoldoende zorgvul- andere (markt)partijen genoeg kansen ParkStad Amsterdam ParkStad dig in relatie tot (zittende) bewo- biedt om een aandeel in de productie in ners, burgers en herhuisvesting Nieuw West te realiseren. Op locaties waar n neem in deze overeenkomst bepalin- corporaties thans erfpachter zijn is dat niet gen over geschillen en sancties op, aan de orde. Wel, zoals gezegd, op loca- bijvoorbeeld: ties waar bestaand of nieuw maatschap- - wat is overmacht pelijk vastgoed kan worden ontwikkeld, - route van overleg naar arbitrage en op invullocaties. De gemeente - sanctie gemeente jegens corpo- Amsterdam geeft daar grond uit en moet raties: boete, inhouding middelen op een transparante manier partijen Stimuleringsfonds, onthouden selecteren die projecten gaan realiseren. goedkeuring aan projectplannen; De voorwaarden waaronder dat gebeurt beëindiging erfpacht? Of BBSH-lijn: kunnen het voor commerciële partijen inspectie, aanwijzing? wellicht onaantrekkelijk maken, maar - Sanctie corporaties jegens dan zullen toch in iedere geval andere gemeente: boete, schadever- corporaties (niet bij Parkstad betrokken) goeding, vervallen van bepaalde of non-profit instellingen de kans moeten kwalitatieve eisen aan projectplan- krijgen om het maatschappelijk vastgoed nen te realiseren. Van belang is ook dat in n organiseer monitoring en een herijking het nieuwe arrangement de corporaties over 4 jaar voor wat betreft de infrastructuur als plaatsvervangend opdrachtgever voor de met de bouw van huurwoningen of de werken optreden, en de gemeente moet leefbaarheid in de buurt. Het bouwen hen verplichten deze Europees aan te van maatschappelijk vastgoed is wel besteden.7 toegestaan wanneer dit gebeurt in een ‘proportionele’ combinatie met de bouw van huurwoningen. Voorbeelden van Slotopmerkingen toegestaan maatschappelijk vastgoed zijn: Tegen de achtergrond van de productieci- gezondheidscentrum, buurtcentrum, brede jfers en de signalen uit de markt ben ik school, schoolwoningen, Huisartsen Onder niet geheel overtuigd van de haalbaarheid Eén Dak praktijk (HOED). Voorbeelden van niet toegestaan maatschappelijk van de ambities voor de fysieke transfor- vastgoed: zwembad, ziekenhuis, gevange- matie van Parkstad. Nader onderzoek lijkt nis of vakantiewoningen.’ En over cultureel me op zijn plaats, en als er grond voor twi- vastgoed vinden we de volgende uitspraak: jfel blijft is het mijns inziens onverstandig ‘Onder het bouwen van cultureel vastgoed om door te gaan met steeds weer optimis- wordt verstaan het bouwen van theater, bioscoop, bibliotheek, museum, et cetera. tische voorspellingen voor de periode die Het bouwen van cultureel vastgoed door direct aansluit op de lopende. Dat soort corporaties is doorgaans niet toegestaan.’ beleid komt als een boemerang terug bij de initiatiefnemers. Waarom bijvoorbeeld 3 Zie: http://cms.enschede.nl/ariadne/loader. php/root/extern/subwebs/stadsdeelzuid/ niet uitgaan van 1.000 a 1.500 woningen Kultuurstraat/maatschappelijkvastgoed/ per jaar en 300 sloop, met een competi- tiemarge of zoekgebieden waar de markt 4 In de prognose is sprake van verwervingen gewoon zelf voorstellen kan doen (mini- ad 109 miljoen (Lantinga 2004, 7) male projectvoorbereidingskosten). Het 5 Eventueel inclusief een flink aandeel lijkt me dat er al genoeg stedenbouwkun- grondgebonden woningen. Er zit een dig voorwerk is gedaan om de plekken verschuiving in het programma richting aan te wijzen waar dit soort ontwikkelingen meer grondgebonden woningen op grond zonder schade mogelijk zijn. van behoefteramingen – en omdat ontwik- kelaars aarzelen om die in uitleggebieden Het zou mijns inziens ook aanbevel- op de markt te brengen? Tenslotte leveren ing verdienen om nu vooral woningen deze daar en ook in de bestaande stad te bouwen in segmenten die een laag aanzienlijk minder grondopbrengsten dan 75 rendement hebben, dus het naar voren appartementen. halen van het programma voor nieuwe 6 De nummers tussen haakjes verwijzen naar betaalbare of bereikbare huurwoningen of de pagina’s in Roncken (2005) koop-huur varianten (die zouden bij mijn interpretatie van het nieuwe arrangement 7 Zie voor een actuele beschouwing over dit ParkStad Amsterdam ParkStad in voorkomende gevallen zonder afdracht onderwerp de begin september 2005 te publiceren Bouwrecht Monografie over PPS van grondwaardestijging omgezet kun- bij gebiedsontwikkeling. nen worden naar koop). Dit omdat de resultaten die te boeken zijn met duurdere koopwoningen in de huidige markt relatief Referenties laag zijn. In dat segment is wachten aan n Boer, H. de, Lokaal wat kan, centraal wat moet, nieuw bestel voor woningcorporaties. te bevelen, ook omdat verkoop beter zal Rapport in opdracht van Aedes en het slagen wanneer Parkstad verder in de lift ministerie van VROM, mei 2005. zit. n Busman, E. (2005) Op weg naar een duur- zame gebiedsexploitatie – een onderzoek naar de relatie tussen omgevingskwaliteit en vastgoedwaarde. Nijmegen, Radboud Noten Universiteit. Doctoraalscriptie (concept) 1 Onder de Grote Vereenvoudiging wordt n Conijn, J. (2005) Woningcorporaties: naar verstaan het initiatief van wethouder Stadig een duidelijke taakafbakening en een om de procedures voor planontwikkeling in heldere sturing. Amsterdam, RIGO Amsterdam te vereenvoudigen en initia- n Dekker, S. (2005) Visie op hoofdlijnen inzake tiefnemers meer vrijheid te geven om hun de toekomst van woningcorporaties. Brief plannen te optimaliseren. van 22 juni 2005 aan de voorzitter van de Tweede Kamer 2 De “Vragenlijst individueel oordeel 2003” n De Kopgroep (2005) Benchmark (pp 3 en 4) stelt: Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed. ‘Het bouwen van maatschappelijk vastgoed www.de-kopgroep.nl is niet toegestaan als er geen relatie is n Keers, G. et al. (2001) Erfpacht en herstruc- turering – een vergelijking van vier steden. Amsterdam, RIGO n Korthals Altes, W., Nieuwenhuizen, S., Stevens, M. en N. Harkes (2003) Organisatie van prestatie – regie in stedelijke ontwikkeling., Den Haag, VNG Uitgeverij n Lantinga, J. (2004). Geld bestuurd – bestuurlijke afspraken over de financiële middelen voor de stedelijke vernieuwing in Nieuw West, periode 1999-2004. Amsterdam, Bureau Parkstad n Roncken, J. (2005). Werkdocument Evaluatie Vernieuwingsoperatie Parkstad. Amsterdam, Bureau Parkstad n Richting ParkStad 2015 – Ontwikkelingsplan voor de vernieuwing van Amsterdam Nieuw West. Uitgebreide samenvatting. Amsterdam, Bureau Parkstad, december 2004 n VROM (2003) De kosten in beeld, de kosten verdeeld; een afsprakenkader voor de kostenverdeling bij herstructureringsop- gaven. Den Haag. n VROM (2005) Vragenlijst individueel oor- deel 2003 www.vrom.nl/get.asp?file=docs/ kamerstukken/ Thu20Jan20051621510100/ DevragenlijstIndividueelOordeel2003.doc n Westerhof, A. & C. van Duijn (2005) Maatschappelijk vastgoed – professioneel vastgoedbedrijf binnen de gemeentelijke organisatie. De Kopgroep.