20 20 20 20 20082008 082008

programma Hoe klinktHoe klinkt het geluid geluid van eenvan een cellokist? cellokist?

Mascha van Nieuwkerk, Zeist 1990, celliste. Met alleen een lege cellokist begint ze niet veel. Maar een kost heel veel geld – zoveel dat veel musici zich de aanschaf niet kunnen veroorloven. Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) helpt hen. Mascha bijvoorbeeld heeft eerder een cello van Jacobus Stainer (Absam 1600 - 1650) in bruikleen gekregen en speelt tegenwoordig op een cello van het NMF (Jaap Bolink, Hilversum 1984). Zodat u daarvan kunt genieten.

talent zoekt instrument | fonds zoekt donateurs | NMF | Sint Annenstraat 12, 1012 HE Amsterdam | 020 6221255 | [email protected] | | www.muziekinstrumentenfonds.nl | ABN AMRO 55 50 28 666 |

NMF_Mascha_cellobien_2008.indd 1 24-09-2008 16:47:21 nomte 130 108 004 006 informatie biografieën deelnemers programma’s programma-overzicht welkom

nationaal

&

olctne 014 toelichtingen

elcnor 103 celloconcours inhoud 

Welcome to all visitors of the Amsterdam Cello Biennale!

The musical success of the first Amsterdam Cello Biennale and, equally, the festive feeling of solidarity uniting visitors and performers alike have been a continual source of inspiration in conceiving and realising the new Festival programme. Besides countless new faces, new music and new formulas, we have consciously retained those elements that proved to be so enriching last time that they are worthy of repetition. For, just as in music itself, the repetition of certain themes can have an even stronger impact through subtle variations or fine embellishments. The second time around, one is struck by details that previously escaped notice. And behold, suddenly an entirely new melody or unexpected rhythmic element is created.

So we eagerly anticipate undergoing the familiar morning ritual of a Bach suite on six occasions and subsequently immersing ourselves in masterclasses, Anner Bijlsma’s talks and a wealth of afternoon and evening concerts featuring cellists and ensembles of renown.

Core repertoire happily rubs shoulders with the newest of new music, hot off the press with the ink scarcely dried. Five world premières and many compositions that are seldom if ever performed in the Netherlands are tempting fare for the inquiring listener. An inquiring mind is a prerequisite for the new series of short concerts around five o’clock (Take Five) in which the listener’s imagination will be fired by innovative techniques and newly conceived sounds, improvisations, and even a cello cabaret.

We will assess our ‘heroes of tomorrow’ during the National Cello Competition and eagerly await the moment that more than one hundred, in some cases extremely young children will form the Mega Children’s Cello Orchestra. And for the children who do not play (yet) but would like to listen, there are concerts targeting child and infant audiences in the Bimhuis arena.

Cello makers, publishers, photo and film exhibitions and an extensive ‘Fringe programme’ (extra programmes presented free of charge in the BAM Hall) in all nooks and crannies of the unsurpassable Muziekgebouw aan ’t IJ will make the Amsterdam Cello Biennale the ideal meeting place for devotees, students and masters of the cello.

Enjoy the festival!

Maarten Mostert artistic director 

Beste Biënnale-bezoeker,

Het muzikale succes van de eerste Amsterdamse Cello Biënnale en het feestelijke gevoel van verbondenheid tussen bezoekers en uitvoerenden waren een voortdurende bron van inspiratie bij het samenstellen en voorbereiden van het nieuwe Festivalprogramma. Naast talloze nieuwe gezichten, nieuwe muziek en nieuwe formules hebben wij bewust datgene behouden wat twee jaar geleden zo waardevol bleek te zijn. Want net als in de muziek zelf kan de herhaling van bepaalde thema’s een versterkende werking hebben door subtiele afwijkingen of fraaie versieringen. Een tweede keer merk je details op die eerder aan je aandacht wisten te ontsnappen. En kijk, daar ontstaat ineens een geheel nieuwe melodie of onverwacht ritmisch element.

Zo verheugen wij ons erop om zes keer het reeds bekende ochtendritueel van een Bach-suite te ondergaan en ons vervolgens onder te dompelen in masterclasses, Anner Bijlsma’s gesprekken en een enorme hoeveelheid middag- en avondconcerten door cellisten en ensembles van naam en faam.

IJzeren repertoire en muziek, waarvan de inkt nog maar net is opgedroogd, gaan vrolijk hand in hand. Zes wereldpremières en vele zelden of nooit in Nederland uitgevoerde composities zijn een verleidelijk onderdeel voor de nieuwsgierige luisteraar. Nieuwsgierigheid is overigens een noodzakelijke eigenschap voor de nieuwe serie korte concerten rond vijf uur (Take Five) waar nieuwe technieken en klankbeelden, improvisaties, maar ook een cello-cabaret tot de verbeelding spreken.

Wij beoordelen onze ‘helden van morgen’ tijdens het Nationaal Celloconcours en kijken verlangend uit naar het moment waarop meer dan honderd jonge, deels zéér jonge, kinderen het Mega Kinder Cello Orkest (Mega KCO) zullen vormen. En voor de kinderen die (nog) niet zelf spelen maar willen luisteren - ook dat bestaat - zijn er kleuter- en kinderconcerten in de arena van het Bimhuis.

Cellobouwers, uitgevers, foto- en filmvoorstellingen en een uitgebreid ‘Fringe- programma’ - extra toegevoegde, gratis toegankelijke programmering in de BAM- Zaal - in alle hoeken en gaten van het onvolprezen Muziekgebouw aan ’t IJ maken de Amsterdamse Cello Biënnale tot de ideale ontmoetingsplaats voor liefhebbers, studenten en cellomeesters.

Veel plezier!

Maarten Mostert artistiek leider  programma-overzicht

vrijdag 17 oktober zaterdag 18 oktober

10.00 uur Grote Zaal 10.00 uur Grote Zaal Nationaal Celloconcours Nationaal Celloconcours eerste ronde eerste ronde

13.00 uur Grote Zaal/Bimhuis Mega Kinder Cello Orkest

13.30 uur Foyerdeck 1 Nationaal Celloconcours bekendmaking en loting tweede ronde

14.00 uur BAM Zaal FRINGE Toneel fringe De Tourte Broers

15.00 uur BAM Zaal FRINGE Digitaal fringe Karel and the GoOzer

16.00 uur BAM Zaal

FRINGE Film fringe Het geheim van Boccherini

17.15 uur Grote Zaal Miniconcert Mega Kinder Cello Orkest o.l.v. Dries Munnik, Sanne Blijker en Esther Iglesias

19.30 uur Hal Officiële opening Amsterdamse Cello Biënnale 2008 m.m.v. Cellomania (Zagreb)

20.30 uur Grote Zaal Openingsconcert Tout un monde Joris van den Berg cello Quirine Viersen cello Jean-Guihen Queyras cello Symfonieorkest Vlaanderen Etienne Siebens dirigent programma-overzicht  zondag 19 oktober maandag 20 oktober

9.30 uur Grote Zaal 09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast Bach & Breakfast Christophe Coin cello Roel Dieltiens cello

10.15 uur Grote Zaal/Bimhuis 10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass Masterclass Gary Hoffman cello Nathaniel Rosen cello Roel Dieltiens cello Christophe Coin cello

12.15 uur Bimhuis 12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma In gesprek met Anner Bijlsma

14.00 uur Grote Zaal 14.00 uur Grote Zaal When We Were Trees Nieuwe instrumenten Cellomania o.l.v. Valter Dešpalj Pieter Wispelwey cello Giovanni Sollima cello Monika Leskovar cello 17.00 uur Grote Zaal Nederlands Jeugd Strijkorkest TAKE FIVE Do you still Bas Wiegers dirigent Ernst Reijseger cello Larissa Groeneveld cello 17.00 uur Grote Zaal Frank van de Laar TAKE FIVE Advaya Arne Deforce cello 19.00 uur BAM Zaal Yutaka Oya keyboard FRINGE Toneel fringe De Tourte Broers 19.15 uur Grote Zaal Zoals Grisha altijd zei... 19.30 uur Grote Zaal Lucas Bunge spreekt met Godfried Inleiding concert Hoogeveen en Nathaniel Rosen Inleiding met Amsterdam Sinfonietta

20.30 uur Grote Zaal 20.30 uur Grote Zaal Tribute to Piatigorsky Waldesruhe Godfried Hoogeveen cello Kristine Blaumane cello Nathaniel Rosen cello Christophe Coin cello Frank van de Laar piano Alexander Rudin cello Amsterdam Sinfonietta Candida Thompson concertmeester  programma-overzicht

dinsdag 21 oktober woensdag 22 oktober

09.30 uur Grote Zaal 10.30 uur Bimhuis Bach & Breakfast Kleutervoorstelling VIER Giovanni Sollima cello Cellokwartet Saw the Celli

10.30 – 13.00 uur Grote Zaal 12.00 uur Bimhuis Nationaal Celloconcours Kleutervoorstelling VIER tweede ronde Cellokwartet Saw the Celli

14.00 – 16.30 uur Grote Zaal 13.30 uur BAM Zaal Nationaal Celloconcours Workshop improvisatie tweede ronde Giovanni Sollima cello

17.30 uur Grote Zaal 14.00 uur Bimhuis TAKE FIVE Two Bows Kinderconcert Frances-Marie Uitti cello Cellotape en Scotchtape Ernst Reijseger cello 18.30 uur Foyerdeck 1 Alan ‘Gunga’ Purves slagwerk Nationaal Celloconcours bekendmaking finalisten en loting 16.00 uur Grote Zaal Mit innigem Ausdruck 19.00 uur BAM Zaal Harro Ruijsenaars cello FRINGE Concert Paul Komen piano fringe VoiceOverCello Hommage aan Jean Decroos Oud-leerlingen van Jean Decroos 20.30 uur Grote Zaal Purple & Pärt 19.00 uur BAM Zaal Cello Octet Conjunto Ibérico FRINGE Presentatie fringe Elias Arizcuren dirigent Stichting Cellosonate Nederland Giovanni Sollima cello 20.30 uur Grote Zaal Romeo en Julia Gary Hoffman cello Frans Helmerson cello Colin Carr cello Holland Symfonia Dmitry Yablonsky dirigent programma-overzicht  donderdag 23 oktober vrijdag 24 oktober

09.30 uur Grote Zaal 09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast Bach & Breakfast Alexander Rudin cello Frans Helmerson cello

10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis 10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass Masterclass Frans Helmerson cello cello Harro Ruijsenaars cello Fred Sherry cello

12.15 uur Bimhuis 12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma In gesprek met Anner Bijlsma

13.30 uur BAM Zaal 14.00 uur Grote Zaal FRINGE Film fringe Familie, ja of nee? Tibor de Machula Philippe Foulon lyra viol, violoncello all’inglès en viol d’orphée 15.00 uur Grote Zaal Christiaan Norde arpeggione en Pohádka baryton Larissa Groeneveld cello Tatyana Loginova fortepiano Frank van de Laar piano Emer Buckley klavecimbel en Michel Strauss cello fortepiano Maria Belooussova piano 17.00 uur Grote Zaal 17.00 uur Grote Zaal TAKE FIVE Cello-cabaret TAKE FIVE Elliott Carter 100 jaar Rebecca Carrington cello Fred Sherry cello Stephen Gosling piano 18.30 uur BAM Zaal fringe FRINGE Presentatie 18.00 uur BAM zaal Nationaal Muziekinstrumenten Fonds

FRINGE Film fringe Labyrinth of Memory 19.00 uur Grote Zaal Cello Experience 19.30 uur Foyerdeck 1 Arne Deforce cello Inleiding concert door Thea Derks Let op: afwijkende aanvangstijd 20.30 uur Grote Zaal 20.00 uur Grote Zaal Letter to a cellist Nationaal Celloconcours: Finale Hans Woudenberg cello Amsterdam Sinfonietta Anssi Karttunen cello Alexander Rudin dirigent Asko I Schönberg Drie finalistencello Reinbert de Leeuw dirigent 10 programma-overzicht

zaterdag 25 oktober

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast Jaap ter Linden cello

10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass Valter Dešpalj cello Anner Bijlsma cello

12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma

13.30 uur BAM zaal FRINGE Improvisatie fringe Giovanni Sollima en Ernst Reijseger

15.00 uur Grote Zaal Bei Männern, welche Liebe fühlen Gregor Horsch cello Leo van Doeselaar fortepiano Ensemble Explorations

17.30 uur Grote Zaal TAKE FIVE Swing and Groove Zapp String Quartet Jörg Brinkmann cello

19.00 uur BAM Zaal FRINGE Concert fringe Pieter Wispelwey cello Paolo Giacometti piano

20.30 uur Grote Zaal Galaconcert Winnaar Nationaal Celloconcours cello Cellomania Giovanni Sollima cello Monika Leskovar cello Pieter Wispelwey cello Colin Carr cello Amsterdam Sinfonietta Alexander Rudin dirigent 11 ConcertoAd166x246.indd 1 27-08-2008 16:13:55

programma’s & toelichtingen

ConcertoAd166x246.indd 1 27-08-2008 16:13:55 14 nationaal celloconcours

Nationaal Celloconcours Jury

Eén van de mooiste momenten tijdens de Valter Dešpalj Kroatië eerste Amsterdamse Cello Biënnale (in Roel Dieltiens België 2006) was de lange rij wachtenden voor Larissa Groeneveld Nederland aanvang van de eerste ronde van het Frans Helmerson Zweden Nationaal Cello Concours. Het gebeurt Gary Hoffman Ver. Staten namelijk zelden dat tijdens de eerste Godfried Hoogeveen Nederland ronde van een concours meer dan een handjevol toeschouwers – een paar Martijn Sanders (voorzitter) Nederland familieleden en wat goede vrienden – de zaal bevolkt. Voor de biografieën van de juryleden, zie pagina 108 en verder. De combinatie van concours en internationaal cellofestival blijkt aantrekkelijk voor deelnemers en publiek. 1e prijs € 8.000,- Nederlands, of tenminste twee jaar in Nederland studerend toptalent kan e zich in drie rondes presenteren aan een 2 prijs € 6.000,- internationale jury. Bij het samenstellen van het programma is muzikale veelzijdigheid 3e prijs ‘Kirill Kondrashin’ € 4.000,- een belangrijk criterium geweest. Een Aangeboden door speciaal voor het concours geschreven de Kirill Kondrashin Stichting compositie van Oene van Geel, Figment One van ‘festivalcomponist’ Elliott Carter Publieksprijs € 1.000,- en het Eerste Duo van Bohuslav Martinu° zullen niet tot het alledaagse repertoire Prijs voor de beste vertolking € 1.000,- van de muziekstudent behoren. Maar van de opdrachtcompositie Haydns celloconcerten en de sonates van Beethoven en Debussy zijn ongetwijfeld bekende kost. De drie finalisten worden op vrijdag 24 oktober begeleid door Amsterdam Sinfonietta onder leiding van De stichting Nationaal Muziekinstrumenten cellist en dirigent Alexander Rudin. In Fonds (NMF) geeft aan de winnaar een de eerste en tweede ronde worden de cello in bruikleen voor de periode van zes deelnemers aan het concours begeleid jaar. Samen met de winnaar gaat het NMF door Hans Eysackers (piano), Joris van Rijn op zoek naar een passend instrument: een (viool) en Geneviève Verhage (cello), of zij oude of nieuwbouw-cello. brengen hun eigen duo-partners mee. De laureaten van het Nationaal Cellocon- cours wordt een aantal concerten aange- boden, onder meer in Delft, Naarden, Amsterdam op het Storioni Festival, Delft Festival en de Haagse Muziek Driedaagse. vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober 15

Nationaal Celloconcours, eerste ronde vr Vrijdag 17 oktober Zaterdag 18 oktober 10.00 uur Grote Zaal 10.00 uur Grote Zaal

10.00 – 10.40 Tomasz Lecyk 10.00 – 10.40 Claire Bleumer 10.40 – 11.20 Jonathan den Herder 10.40 – 11.20 Steven Bourne 11.20 – 12.00 Daniëlle Buizer za pauze 11.40 – 12.20 Immanuel van IJzerlooij Bekendmaking en loting voor de tweede 12.20 – 13.00 Ephraïm van IJzerlooij ronde Zaterdag 18 oktober 13.30 uur pauze Foyerdeck 1. zo 14.00 – 14.40 Reinoud Ford 14.40 – 15.20 Marlon Dek pauze

15.40 – 16.20 Amber Docters van Leeuwen ma 16.20 – 17.00 Willem Stam 17.00 – 17.40 Keimpke Zigterman

Oene van Geel (* 1973) Three Dances for Cello (wereldpremière) North Adams Keur Boubou di Ghorud

Claude Debussy (1862-1918) Sonate pour violoncelle et piano in d Prologue Sérénade et finale wo Keuze uit de volgende drie werken: Luigi Boccherini (1743-1805) Sonate in C, G6 Sonate in A, G13 Sonate in Bes, G565

Keuze uit de volgende vijf werken: do David Popper (1843-1913) Uit 40 Etudes opus 73 Nr. 13 in Es, Nr. 29 in fis Alfredo Piatti (1822-1901) Uit 12 Caprices opus 25 Nr. 3 in Bes, Nr. 7 in C, Nr. 12 in e vr Van Geel: Three Dances Oene van Geel staat bekend als Calefax, Matangi Quartet, het Ricciotti een muzikale avonturier. Als violist en Ensemble, Zapp en vele andere formaties. altviolist is hij vooral actief in de jazz en Three Dances For Cello Solo is sterk geïmproviseerde muziek. Zijn eigenzinnige geïnspireerd door muziek uit Bulgarije, aanpak werd beloond met menig jazzprijs. Mali, India en Armenië. ‘Vanaf mijn za Als componist schreef hij muziek voor: jonge jaren ben ik opgegroeid met het 16 vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober

luisteren naar muziek van over de hele met een formidabele climax waarin de vr wereld en de muzikale tradities van de cello nog even als een Spaanse furie bovengenoemde landen behoren tot tekeer mag gaan. Wat een kracht! mijn favorieten. Uiteraard waait er soms ook een minimalistische wind of komen Boccherini: Sonates invloeden van Frank Zappa en Astor ‘One says that one weeps, but one does Piazolla om de hoek kijken,’ aldus Oene za not weep’: deze titel van een artikel (in van Geel. een Amerikaans musicologisch tijdschrift) over Luigi Boccherini geeft precies Debussy: Sonate weer wat de grootste cellist onder de Op 12 juli 1915, midden in de Eerste componisten, de grootste componist Wereldoorlog, installeert de familie onder de cellisten, ons biedt en van ons zo Debussy (Claude, Emma en hun vraagt: elegantie, volmaakt gespeeld dochtertje Chouchou) zich voor drie leed en vreugde, niet van echt te maanden in de villa ‘Mon Coin’ in het onderscheiden, ironie en werkelijkheid kustplaatsje Pourville bij Dieppe. Hoewel ineen. er geen piano in de villa staat, komt Niemand vóór hem schreef zulke virtuoze Debussy er na een lange periode van muziek voor de cello: de door hem voor ma geringe creativiteit (ook door de ziekte die het eerst toegepaste ‘duimtechniek’ hem in 1918 zal vellen) tot onverwachte, maakt een volmaakte, zuivere toon tot late bloei. Hij voltooit er eerst de drie op ijle hoogtes mogelijk. De drie sonates delen van En Blanc et Noir voor piano waar de deelnemers van het concours vierhandig, en stuurt zijn uitgever meteen uit kunnen kiezen, doen in dat opzicht een ontwerp voor een prospectus: Six niet voor elkaar onder. Maar muzikaal sonates pour divers instruments composées geweld en machtsvertoon zijn hem di par Claude Debussy, musicien français. vreemd: Boccherini’s favoriete expressieve La première: violoncelle et piano. Na aanduidingen zijn soave (zacht), con een declamatorische entree mag de grazia (sierlijk) en dolcissimo (lief, zeer cello zingen – een licht-melancholiek lied, zacht). Argeloos, alsof het een spel is gevolgd door een dreigend intermezzo – want dat is het toch, en ook weer niet wo dat naar een explosieve climax leidt, – zo zal hij het zelf gewild hebben. waar de spanning uit wegebt. Het ‘eerste thema’ (Debussy zou ons die uitdrukking En, tot slot, als voet-‘noot’: de G voor vermoedelijk niet vergeven) komt het opusnummer staat voor de briljante weer terug en leidt via wonderschone Franse musicoloog Yves Gérard, die met wegen naar de open kwint aan het slot zijn Thematic, Bibliographical and Critical do van het eerste deel. Het tweede deel, Catalogue of the Works of Luigi Boccherini waarvan het motto is ontleend aan de (1969) orde schiep in de 580 composities commedia dell’arte Pierrot fâché avec die op dat ogenblik van Luigi’s hand la lune (die vergelijking werd later door bekend waren. Debussy ontkend), doet hier en daar Lucas Bunge inderdaad denken aan een gitaar: vr smachtend, woedend, droevig, geef het Popper en Piatti: etudes maar een naam… Het deel gaat zonder Voor de toelichting zie pagina 18 en 68. onderbreking over in de finale, met hier en daar Spaanse reminiscenties en een intens verlaten tussenspel dat in morose klanken verstikt. Maar dan komt het – nauwelijks za een melodie te noemen – ritmische beginmotief weer terug. Het werk eindigt vrijdag 17 oktober & zaterdagvrijdag 18 oktober 17 oktober & zaterdag 18 oktober 17 18 David Popper (1843-1913)

Anner Bijlsma over David Popper

‘Van Popper heb ik waarschijnlijk wel alles gespeeld.’ Zo wordt Pablo Casals geciteerd in Poppers biografie van Stephen De’ak. Dat is dan wel heel wat! Vier concerten, heel veel ‘karakterstukjes’, zoals dat vroeger heette, etudes, bewerkingen, enzovoort. De etudes schreef Popper als leraar aan het conservatorium, voor zichzelf natuurlijk, maar ook vanuit zijn solocellist-positie in het orkest. De Wagneropera’s moeten geen kleinigheid geweest zijn voor de toenmalige cellist, en de etudes uit de ‘Hohe Schule’ worden nog altijd gespeeld – moeilijke modulaties in alle registers, zeer soepele streekvoering, uithoudingsvermogen trainen, noem maar op. Onze onvolprezen Tibor de Machula speelde er elke dag één. Was hij aan het eind van de veertig, dan begon hij opnieuw.

Toch was Poppers grootste kunst in zijn tijd een andere. ‘Kleine stukjes’, heette dat. David Popper was de Fritz Kreisler van de cello. Ieder ‘strijkje’ in elk groot restaurant speelde ze, iedere cellist van betekenis had ze op zijn repertoire. En dan niet alleen de Elfentanz die iedere onmuzikale man met een beetje techniek ook kan spelen, nee, de Spaanse Dansen, de Hongaarse Rhapsodie, de Gavotte of de Harlequin. Dat was toen.

Nu is zijn invloed alleen nog te merken in de sonate van Debussy of op plekken in Ravel of De Falla. Popper wordt niet meer gespeeld – ouderwets, beetje goedkoop ofzo... Toch, zoals onze leraar Carel van Leeuwen Boomkamp ons vertelde, hoorde ze nog tot de Tweede Wereldoorlog bij het grote genieten op elk cellorecital.

En onze leraar gaf een beschrijving van een concert van Casals: ‘Vóór de pauze een oude sonate – een voorloper, vond men – Boccherini, Locatelli en dergelijke, met de piano met de klep dicht (die bleef dicht) tegen de achterwand en Casals zelf op een verhoging, midden-voor. Daarna de eerste Brahms-sonate of de derde Beethoven – onvergetelijk. Dan de pauze en dan, soms niet eens in het programma vermeld, kleine stukjes – Après un rêve van Fauré, maar ook de Gavotte van Hillemacher en natuurlijk stukjes van Popper. Nu, genieten geblazen natuurlijk! De kleuren van de cellotoon, de duizend verschillende aanzetten van toon, timing, charme, evocaties, van alles wat maar mooi en ondeugend is...

Na de oorlog werd alles anders. De mensen zaten misschien niet meer zozeer op verleiding te wachten, en met de democratie hoog in het vaandel wilde de nu ook de klep open. De critici, meestal componist en ook pianist beleerden de mensen over hun slechte smaak, het is ook de tijd van de eerste commissies. Na de pauze kwam er vanaf nu weer een moeilijke sonate, met vooral veel piano, en de cellist alles zo hard mogelijk spelend. Weg charme. Maar ‘charme’ staat dan ook niet meer zo duidelijk in het ‘lesprogramma’. Wat zou je daarover in je ‘website’ moeten schrijven?

Anner Bijlsma englishvrijdag 17 | oktober & zaterdag 18 oktober David Popper (1843-1913) 19

Anner Bijlsma about David Popper

In Steven De’ak’s biography of Popper, Casals is quoted as saying: ‘I must have played almost everything by Popper.’ That’s really quite something…four concertos, many, many character pieces (as they used to be called), exercises, chamber music, adaptations, et cetera. Popper wrote his studies as a teacher at the conservatory, and of course for himself, but also in his position as principal cellist of the orchestra – the newly written operas by Wagner were surely no small matter to the cellists of the day, and the studies from the ‘Hohe Schule’ are still played in our times by everybody – difficult modulations in all registers, very supple bow-arm technique, building up stamina – you name it…Our unsurpassable Tibor de Machula played one of them every day. Once having completed the 40, he started anew.

Yet Popper’s greatest artistry in his day was something else. ‘Small pieces’ was his thing! David Popper was the Fritz Kreisler of the cello. Every ‘trio’ in a restaurant played his jewels. Every cellist of note had them in his repertoire. And not only the famous Elfentanz, which every unmusical person with a bit of technique can throw off. No, I am speaking here of the Spanish Dances, the Hungarian Rhapsody, the Gavotte, the Harlequin, the Papillon and so many others. That was in those times.

Today his influence can only be noticed here and there in Debussy’s sonata, or in spots in the cello parts of the works of Ravel and De Falla. Popper is not played any more – old fashioned, a little inferior, or something…

Still, as our teacher Carel van Leeuwen Boomkamp used to tell us, up until the Second World War they were part and parcel of the great enjoyment experienced in any cello recital. And our teacher described how a recital by Pablo Casals would unfold: He would start with an ‘old’ sonata (thought of as a precursor), Boccherini, Locatelli and the like, played with the piano against the back wall and the lid closed (and it stayed closed afterwards). Casals himself sat up front on a raised platform. Followed by the first Brahms or the third Beethoven sonata…unforgettable. Then intermission. This was followed by short pieces, sometimes not even mentioned in the programme – character pieces: Après un rêve by Fauré, Gavotte by Hillemacher, or pieces by Popper. Pure bliss of course. Oh, those tonal colours of the cello, the thousand various ways of starting a note, the timing, the charm, the evocation of anything beautiful and naughty…

After the war everything changed. Maybe people were not so eager for seduction and with democracy in mind, the pianist now also wanted to play with the lid open, and the critics, often composer and pianist themselves, felt that an audience should be taught a thing or two about their bad taste (it was also the time in which the first official committees appeared). Whatever the case – intermission was now followed by another difficult sonata with, in the first place, a lot of piano playing and a cellist performing as loudly as possible, trying to make himself heard. Goodbye, charm! But ‘charm’ is not mentioned much anymore in ‘teaching curricula’. And what could one write about that on one’s website?

English translation: Anner Bijlsma 20 zaterdagvrijdag 17 18 oktober oktober & zaterdag 18 oktober

vr

FRINGE tijdens de Amsterdamse Cello Biënnale za Reeds nu staat de Amsterdamse Cello Biënnale bekend om de overvolle en diverse programmering. Toch waren er nog een paar bijzondere, cello-gerelateerde evenementen die we u niet wilden onthouden. De toegang is gratis, maar de de plaatsen zijn beperkt, en vol is vol. De brandweer en de zaalwachters zullen onverbiddelijk zijn! zo In het Atrium van het Muziekgebouw is een doorlopende voorstelling te zien van de filmHet Geheim van Boccherini en films over Tibor de Machula, Gregor Piatigorsky, natalia Gutman, Elliott Carter en anderen.

Overal waar u in het programmaboek dit logo ziet, is sprake van een fringe onderdeel van de FRINGE-programmering. ma

fringe di

13.00 uur Grote Zaal en Bimhuis wo besloten repetitie Mega Kinder Cello Orkest o.l.v. Dries Munnik do Een half jaar geleden werden zoveel mogelijk jonge cellisten in Nederland uitgenodigd om deel te nemen aan een samenspelmiddag tijdens de Amsterdamse Cello Biënnale. De reactie was overweldigend: meer dan 160 aanmeldingen… Het podium van de Grote Zaal van het Muziekgebouw kan niet veel meer dan 120 cellisten herbergen. Er staan nog kinderen op de wachtlijst. Onder de deskundige leiding van Dries Munnik, Sanne Bijker en Esther Iglesias zullen, vr eerst in twee groepen, maar uiteindelijk allemaal samen, onze jonge cellisten een miniconcert geven in de Grote Zaal. Esther Iglesias en Sanne Bijker organiseren en leiden al jaren het celloweekend Cello Forte in Amersfoort. Dries Munnik is methodiekleraar aan het Conservatorium van Amsterdam en schrijver van verschillende cello-methodes. Hij leidt sinds jaar en dag het Haags Cello-ensemble za en ook, meermalen, het cello-orkest tijdens de slotmanifestatie van het cellofestival in Dordrecht. vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 18 oktober 21

13.30 Foyerdeck 1 vr Nationaal Celloconcours Bekendmaking en loting tweede ronde

14.00 uur BAM Zaal FRINGE Toneel De Tourte Broers za

Toneelstuk van stokkenbouwer Andreas Grütter over de ontmoeting van de beroemde stokkenbouwer F.X. Tourte met Bernard Romberg , de legendarische cellist uit de tijd van Beethoven.

Andreas Grütter tekst zo Evi Buchmann regie fringe Andreas Grütter François Xavier Tourte Harm Bakker Leonard Tourte Simone Waterman Marie Ascon van der Westen Bernard Romberg ma Huib Ramaer Commentator

15.00 uur BAM Zaal FRINGE Digitaal Karel and the GoOzer fringe di Karel Bredenhorst cello met laptop

In experimentele setting verbluften kArEl!? en de GoOzer dit jaar de bezoekers van het Orlando Festival, het Styrian Chambermusic Festival en het Schleswig-Holstein Festival. Deze spontane, onvermijdelijke act krijgt nu ook een plek tijdens de Amsterdamse Cello wo Biënnale.

16.00 uur BAM Zaal do FRINGE Film Het Geheim van Boccherini fringe

Eindexamenfilm voor de Nederlandse Film en Televisie Academie van Carine Bijlsma. Carine Bijlsma maakte een film over de fascinatie van haar vader Anner Bijlsma voor de componist Luigi Boccherini. vr

17.15 uur Grote Zaal Miniconcert Mega Kinder Cello Orkest za o.l.v. Dries Munnik 22 zaterdag 18 oktober

19.30 uur Grote Zaal vr Officiële opening Amsterdamse Cello Biënnalle 2008 m.m.v. Cellomania (Zagreb)

20.30 uur Grote Zaal za Openingsconcert Tout un monde

Joris van den Berg cello Quirine Viersen cello Jean-Guihen Queyras cello Symfonieorkest Vlaanderen zo Etienne Siebens dirigent

Gioacchino Rossini (1792-1868) Ouverture Guillaume Tell

Darius Milhaud (1892-1974) Eerste celloconcert (Van den Berg) Nonchalant ma Grave Joyeux

Henri Vieuxtemps (1820-1881) Eerste celloconcert (Viersen) Allegro moderato – Cadenza – Allegro Andante di Finale

pauze

Henri Dutilleux (* 1916) Celloconcert Tout un monde lointain… wo (Queyras) Enigme Regard Houles Miroirs Hymne do Dit concert wordt opgenomen door de Concertzender ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl

De Ouverture vr Wat doet een ouverture van Gioacchino keer schuilt er een zinnig idee achter. Rossini op een programma dat helemaal De ouverture tot Rossini’s laatste opera aan de cello als solo-instrument is Guillaume Tell – bij uitzondering geen gewijd? Een douceurtje aan het adres komisch werk – begint immers met een van het orkest, dat verder uitsluitend hartveroverende cellosolo, die al snel celloconcerten van Milhaud, Vieuxtemps uitgroeit tot een ensemble met vijf celli za en Dutilleux mag begeleiden? Geen voordat het orkestrale geweld losbarst onbekend verschijnsel. Maar let op: dit rond de Zwitserse vrijheidsstrijder en vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 18 oktober 23 scherpschutter Wilhelm Tell. was net dertig en kon voor het eerst Met de ouverture tot Semiramide behoort officieel van zich laten horen met eenSuite vr het voorspel tot de opera-in-vier-bedrijven Symphonique, afkomstig uit zijn koorwerk Guillaume Tell – première in Parijs op 3 Protée. Kennelijk beviel de kennismaking augustus 1829 – tot de langste en meest zo goed dat hij meteen voor het volgende doorwrochte ouvertures uit Rossini’s seizoen werd teruggevraagd. oeuvre. Na de langzame inleiding met de In december 1923 stond zijn Sérénade celli sluiten het Allegro en een Andantino op het programma. Willem Mengelberg za met een prachtige Engelse hoornsolo dirigeerde bij die gelegenheid ook naadloos aan. En in het slotdeel – een Milhauds Ballade voor piano en orkest, Allegro vivace – raast de ouverture met de componist zelf als solist. Tot 1938 in wilde galop naar haar einde. De zou hij met enige regelmaat terugkeren, succesvolle opstand van het Zwitserse al bleef Igor Stravinsky in die tijd de meest volk tegen de tirannieke overheersing gespeelde eigentijdse ‘Franse’ componist zo door de Oostenrijkers (in de veertiende in Amsterdam. In juli 1928 stond Milhaud eeuw) had niet krachtiger kunnen worden voor het eerst ook als dirigent voor het geïllustreerd. Concertgebouworkest in de Saudades De lange, om niet te zeggen langdradige do Brasil en Carnaval d’Aix (opnieuw met opera zelf had een minder fortuinlijke de componist aan de piano). Een jaar start. De première was geen succes, veel later volgde de wereldpremière van zijn ma bezoekers bleken het laatste bedrijf niet Altvioolconcert, met niemand minder dan eens te hebben afgewacht. Een immense Paul Hindemith als solist en Pierre Monteux belediging, vond de 37-jarige componist. als dirigent. Rossini’s eerste biograaf (en criticaster) In zijn boek met herinneringen aan al die Eugène de Mirecourt legde bijna dertig concerten, collega’s en vrienden – Notes jaar later de vinger op de zere plek: sans Musique – is weinig terug te vinden di ‘Guillaume Tell is zonder tegenspraak over deze evenementen. In de in 1949 het meesterwerk der meesterwerken voor het eerst uitgegeven memoires, (…) Alleen heeft het lot gewild dat deze die bol staan van oppervlakkige bewonderenswaardige partituur werd waarnemingen en gezellig gebabbel, opgehangen aan een uiterst middelmatig ruimt Milhaud slechts twee alinea’s libretto.’ in voor zijn talrijke bezoeken aan het wo De ouverture met z’n markante thema’s Concertgebouw. Geen woord over zijn is daarentegen volmaakt op maat samenwerking met het orkest, Mengelberg gesneden. en Monteux. Of wat hij vond van de interpretatie van het voor Hindemith Milhaud: Eerste celloconcert geschreven Altvioolconcert. Tweeënhalf jaar na het eerste Minstens zo interessant zou het zijn om do grote Mahler Feest in 1920 te weten in hoeverre Milhaud zich bij organiseerden Concertgebouw en het schrijven van zijn Eerste celloconcert Concertgebouworkest, toen nog een heeft laten inspireren door zijn jaargenoot organieke eenheid, als tegenhanger een (1892) Arthur Honegger. Te horen aan Fransch Muziekfeest. Het was aanzienlijk het eindresultaat móét dit gewoon het minder omvangrijk dan het aan Gustav geval zijn geweest. Milhaud voltooide zijn vr Mahler gewijde festival, maar telde concert in 1934. Het jaar daarop ging het opnieuw prominente gasten uit binnen- in Parijs in première met de opdrachtgever en buitenland. In het kielzog van Nadia Maurice Maréchal, destijds een befaamd Boulanger, Maurice Ravel, Albert Roussel cellist. Honegger schreef zijn eveneens en Florent Schmitt kwam in september voor Maréchal geschreven celloconcert 1922 ook een jong talent uit de Provence vijf jaar eerder. Na de première in Boston za mee naar Amsterdam. Darius Milhaud en een uitvoering in Parijs introduceerde 24 zaterdag 18 oktober

Maréchal dit stuk in 1933 ook in het Vieuxtemps een bliksemcarrière die hem vr Concertgebouw. door heel Europa voerde. Beide concerten duren ongeveer even Hij ontmoette Louis Spohr en Robert lang (een kwartier), hebben aanvankelijk Schumann in Duitsland en toen hij in een wat weemoedige sfeer en zijn niet Wenen compositie studeerde bij Simon al te diepgravend. Terwijl Honegger zich Sechter, leerde hij via hem het op dat houdt aan traditionele aanduidingen als moment bijna vergeten Vioolconcert za Andante, Lento en Allegro marcato (met van Beethoven kennen, dat Vieuxtemps een jazzy ondertoon), omschrijft Milhaud daar in 1834 opnieuw onder de publieke de drie delen van zijn opus 136 speels met aandacht bracht. Vieuxtemps had er een Nonchalant, Grave en Joyeux. Hoewel het neus voor om op het juiste moment op de eerste deel, dat begint met een cadens juiste plaats bij de juiste mensen te zijn. In voor de solist, allesbehalve ‘nonchalant’ Londen kwam hij in contact met Niccolò zo is. Voor Milhauds doen is het zelfs Paganini, die volgens de overlevering ongekend serieus, ondanks verwijzingen erg onder de indruk was van zijn spel. In – ook bij hem – naar de foxtrot. Pas in het Parijs leerde hij de fijne kneepjes van het ultrakorte laatste deel gaat hij los met een componistenvak bij Anton Reicha. vaudevilleachtige uitsmijter die de jonge Hindemith niet had misstaan. Nadat hij in het seizoen 1843/44 zijn eerste ma De polystilist en liefhebber van polytonale tournee door Amerika had gemaakt technieken Milhaud ten voeten uit. En nam hij in 1846 een benoeming aan als dat is precies wat Arnold Schönberg ‘solist van de tsaar’ en vioolleraar in Sint minder in hem kon waarderen, hoewel Petersburg. Van het tienjarige contract hij het niet met Alexander Zemlinsky eens maakte hij de helft vol. Parijs lokte weer, was, dat Milhaud een ‘onbeduidende’ waar Vieuxtemps met zijn in Rusland di componist zou zijn. Schönberg schreef in geschreven Vierde vioolconcert een 1922 (naar aanleiding van het Fransche ware triomf behaalde. Zelfs de altijd zo Muziekfeest in Amsterdam..?) immers aan kritische Hector Berlioz was enthousiast en zijn zwager: ‘Ich halte das nicht für richtig. sprak over ‘une magnifique symphonie Milhaud scheint mir der bedeutendste avec un violin principal’. En na het Vijfde Repräsentant der augenblicklichen vioolconcert (het bekendste van de zeven wo Richtung in allen romanische Ländern: vioolconcerten) kwam hij tot de conclusie: des Polytonalismus. Ob es mir gefällt, ist ‘Si Vieuxtemps n’était pas un si grand dabei Nebensache. Aber ich finde ihn sehr virtuose, on l’acclamerait comme un talentiert.’ grand compositeur’. Een proclamatie die uiteindelijk niet is bewaarheid. De vooral op brille gerichte do Vieuxtemps: Celloconcert Hij was een waar wonderkind. Op z’n componist Vieuxtemps wordt nog maar vierde kreeg Henri Vieuxtemps in Verviers zelden gespeeld en het geluid van de de eerste vioollessen van zijn vader. Op z’n vioolvirtuoos is (helaas) verstomd. De zesde speelde hij al een vioolconcert van relatief korte carrière van de in 1881 in Pierre Rode in het openbaar. Drie jaar later een sanatorium in Algiers overleden Belg overziend, is het bijna onbegrijpelijk dat hij vr leerde hij in Amsterdam Charles de Bériot kennen, de grondlegger van de Belgisch/ tussen alle concertreizen (hij ging in totaal Franse vioolschool, die hier een tijdje drie keer naar Amerika), en naast zijn als hofmuzikant werkte. Bériot nam zijn werkzaamheden aan het Conservatorium achttien jaar jongere landgenoot onder van Brussel (waar grootheden als zijn hoede in Brussel en introduceerde Jean Hubay en Eugène Ysaÿe bij hem studeerden), ook nog tijd vond om een za hem daarna in Parijs. Door zijn uitzonderlijk virtuoze en meeslepende spel maakte stuk of zestig composities op papier te zetten. vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 18 oktober 25

Aan zijn twee celloconcerten kwam pianowerken, die hij voor zijn vrouw Vieuxtemps pas op latere leeftijd toe. Geneviève Joy schreef, conventionele vr Het Eerste celloconcert was in januari titels als Sonate en 3 Préludes. 1876 gereed, drie jaar voordat hij werd getroffen door een beroerte. Het werd Na het vioolconcert voor Isaac Stern voor het eerst uitgevoerd ten huize van de – L’arbre des songes (boom der dromen) fameuze cellist Joseph Servais. De Revue – kreeg ook het in opdracht van Mstislav et Gazette musicale de Paris meldde Rostropovitsj gecomponeerde en in 1970 za kort daarop dat alle cellovirtuozen ‘deze voltooide ‘celloconcert’ een bloemrijk grote kunstenaar’ dankbaar moesten zijn etiket opgeplakt: Tout un monde omdat hij hun repertoire had verrijkt met lointain... (een hele wereld van verre). een werk dat een ‘overtuigend en briljant Zonder dat hij de rol van nieuwlichter effect’ sorteert. Zijn Tweede celloconcert wilde spelen, doorbreekt Dutilleux in dit schreef Vieuxtemps eveneens voor Servais. vijfdelige orkestrale werk-met-cellosolo zo De première zou hij echter niet meer in veel opzichten het stramien van het meemaken. Het werk werd pas na zijn traditionele concert. Net als bij het Eerste dood uitgegeven. celloconcert van Milhaud begint ook hier de solist met een cadens. In tegenstelling tot wat Vieuxtemps nog propageerde (in Goud voor Dutilleux ma In april 2008 werd aan Henri Dutilleux (92) het kader van het negentiende-eeuwse in Londen de Gouden Medaille van The soloconcert), houdt Dutilleux het solo- Royal Philharmonic Society uitgereikt, een instrument kort en dicht bij het orkest. De eervolle onderscheiding. Iets dergelijks passages in de hoogste regionen van het overkwam de lange tijd wat op de instrument heeft hij bewust met het spel van Rostropovitsj in het oor geconcipiëerd. achtergrond gebleven Franse componist di (zeker in vergelijking met figuren als Olivier Dutilleux vond dat de Rus daar zulke Messiaen en Pierre Boulez) in 1994 in meesterlijke dingen deed. Japan, waar hem de Praemium Imperiale voor zijn hele oeuvre werd toegekend. Rostropovitsj op zijn beurt heeft zijn Dat dit oeuvre niet zo omvangrijk is, heeft bewondering voor Dutilleux ook nooit onder stoelen of banken gestoken: ‘Ik ben daarbij kennelijk geen rol gespeeld. Wel wo dat het bijna zonder uitzondering van van mening dat hij een van de grootste hoog niveau is. Opvallend is daarbij genieën van deze tijd is, in de lijn van dat Dutilleux zich nooit heeft laten Debussy, Ravel en Messiaen. Hij werkt leiden door modieuze ontwikkelingen altijd zo precies. Hij kan eindeloos schaven in het componeren. Hij heeft altijd om de perfectie van een enkele noot te vastgehouden aan zijn eigen idioom. bereiken. We zijn heel goede vrienden geworden.’ Na Tout un monde lointain... do Zijn muzikale taal borduurt voort op zou hij later nog een orkestwerk bij Dutilleux die van Claude Debussy en Maurice bestellen, bestemd voor het National Ravel: puur en intens rijk qua klank en Symphony Orchestra (Washington) vaak mysterieus wat betreft inhoud en waarvan Rostropovitsj enige tijd chef- dirigent was. verteltrant. In de titels van zijn composities vr permitteert hij zich graag literaire vrijheden. Zijn eerste twee symfonieën De titels boven de verschillende noemde hij nog gewoon Symphonie (de onderdelen van Tout un monde lointain... tweede met de ondertitel Le Double, (Enigme, Regard, Houles, Miroirs en vanwege de structuur: een kleiner Hymne) zijn ontleend aan de poëzie van Baudelaire, op wiens gedichten Dutilleux ensemble tegenover het grote orkest). za Verder kregen alleen een paar vroege aanvankelijk een ballet wilde maken. Hans Heg 26 zaterdag 18 oktober | english

Together with the overture to Semiramide, Vieuxtemps only set about composing vr the overture to the four-act opera his two cello concertos late in life. His first Guillaume Tell (William Tell) – premièred concerto was completed in January 1876, in Paris on 3 August 1829 – is one of three years before he suffered a stroke. the Rossini’s longest and most finely It was performed for the first time at the constructed overtures. Following the slow home of the renowned cellist Joseph introduction with the celli, the Allegro flows Servais. The Revue et Gazette musicale za seamlessly into an Andantino featuring a de Paris reported shortly afterwards that superb cor anglais solo. In the concluding all cello virtuosi should be grateful to ‘this Allegro vivace section, the overture races great artist’ because he has enriched in a wild gallop to its close. The successful their repertoire with a work that creates uprising of the Swiss folk against the a ‘convincing and brilliant effect’. tyrannical rule of Austria (in the fourteenth Vieuxtemps also composed his second zo century) could not have been more cello concerto for Servais. However, powerfully illustrated. he was not destined to hear the work’s It would be no less interesting to know to première. The concerto was only published what extent Milhaud was inspired by his after his death. contemporary Arthur Honegger (1892) in composing his first cello concerto. Following the violin concerto composed ma Judging by the end result, it simply must for Isaac Stern – L’arbre des songes (tree have been the case. Milhaud completed of dreams) – Dutilleux also gave an ornate his concerto in 1934. The following year title to the ‘cello concerto’ commissioned the work was premièred in Paris by the by Mstislav Rostropovich and completed in person commissioning the work: Maurice 1970: Tout un monde lointain… (an entire Maréchal, a celebrated figure of the times. world from afar). In this five-movement di Five years earlier, Honegger composed his orchestral work with cello solo, Dutilleux cello concerto, which was also written for breaks with the established structure of Maréchal. Following the première in Boston the traditional concerto in many ways, and a performance in Paris, Maréchal also without actually intending to take on the introduced this work in the Amsterdam role of innovator. As is also the case with Concertgebouw in 1933. Milhaud’s first concerto, the soloist opens wo the work with a cadenza. In contrast to The concertos are of roughly equal what Vieuxtemps was still propagating length (15 minutes), initially display a (in the context of the nineteenth-century melancholic character and are not solo concerto), Dutilleux keeps the solo particularly profound. Whereas Honegger instrument closely tied to the orchestra. He kept to traditional indications, such as consciously conceived of the passages do Andante, Lento and Allegro marcato in the extreme upper register of the (with a jazzy undertone), Milhaud playfully instrument with Rostropovich’s playing in characterised the three movements mind. Dutilleux was much impressed by the of his Opus 136 with the indications Russian’s masterly playing in that register. Nonchalant, Grave and Joyeux. Although English translation: Frances Thé the first movement, which opens with a vr cadenza played by the soloist, is in fact anything but ‘nonchalant’. For Milhaud, it is even unprecedentedly serious, despite references – also by him – to the foxtrot. Only in the ultrashort final movement does he let go with a vaudeville-style closing za number, which would not have been out of place with the young Hindemith. DANIËL ROYÉ A M S T E R D A M

M A K E R V A N S T R I J K I N S T R U M E N T E N E N S T R I J K S T O K K E N

L E E F T N Ú !

WACHT GÉÉN 200 JAAR OM EEN ÉCHTE ROYÉ-CELLO TE BESPELEN !

M A A K E E N A F S P R A A K E N K O M L A N G S !

Telefoon: 020-6243168 E-mail: [email protected] Adres: Oude Looiersstraat 16 Amsterdam

L I D V A N D E N E D E R L A N D S E G R O E P V A N V I O O L – E N S T R I J K S T O K K E N M A K E R S 28 J.S. Bach - Cellosuites

Over de cellosuites van Bach

Bachs solowerken voor viool en cello vormen één geheel: deel I en deel II. Deel I zijn de vioolwerken, en het is onmiddellijk duidelijk dat ze geschreven werden door een violist. ‘Mijn vader,’ zei Carl Philipp Emanuel, ‘vanaf zijn jeugd tot de intredende ouderdom speelde hij viool, goed en duidelijk.’ En iets eerder in deze brief aan een zekere Forkel schrijft hij ook nog ‘in het orkest speelde hij het liefst altviool.’ Eén van de aspecten van deze moeilijke stukken is zeker dat het oefenmateriaal voor Bach zelf was. Maar ook demonstreert hij ermee dat de viool beslist niet de mindere is van het klavier in het weergeven van een complete muziek. Als je maar componeren kan! Hele, vierstemmige fuga’s (en geen kleintjes) voor één enkele viool. Vier vingers, vier snaren. Je moet als componist wel weten wat je weg kunt laten.

De muziek in deze solowerken is eerder een gesproken dan een gezongen muziek. Retoriek, woorden. Het eerste akkoord van de eerste vioolsonate is al een woord: ‘Herr!’ misschien, ‘Ach!’, of ‘Oooh!’. Niet ‘ich!’ natuurlijk, met een hoop vibrato erbij. Dat zou klinken als de evangelist in de Mattheüspassie die zingt alsof hij zelf aan het kruis geslagen wordt. Gesproken, gedeclameerde muziek – dat betekent dus muziek vanuit één maat, geen grote lijn, zo’n Wagner-aria met de mond open. Elke geschreven of gesproken zin heeft een maat, altijd. Probeer maar:

Ook is, bij het spreken, elke lettergreep verschillend van sterkte, en elke harmonie die men geacht wordt te horen wordt bepaald door de plek in de maat waar de noot staat. Dialogen worden er gevoerd en de bas staat apart. In het Jan-Klaassen-en-Katrijn- spel op die ene viool of cello is de bas een soort vaderfiguur, meestal kortaf, ‘not easily amused’!

Wat een prachtige dingen zijn toch onze strijkinstrumenten. Door de afwisseling van op- en afspreek kunnen zoveel gevoelens en gebaren worden kenbaar gemaakt. In- en uitademing bijvoorbeeld, vraagtekens en uitroeptekens. Wat dan ook... En wat er allemaal nog gedurende een enkele toon gezegd en gesuggereerd kan worden! Ach, die arme piano...

In de cellosuites, die Bach dus waarschijnlijk wel op zijn altviool gespeeld zal hebben, is het allemaal al net zo. Ook hier een gesproken tekst. Niet zo van maar een verhaal vertellen. Ook een menuet, of andere dansvorm, in een verhaal. Een verhaal in menuetvorm, ofzo. J.S. Bach - Cellosuites 29

En één aspect van de vioolsolo’s is in de suites tot in het extreme uitgewerkt: het weglaten... Ik kan me voorstellen, dat het Bach in het vioolstuderen zó is gegaan (ik voer hem voor het gemak, brutalerwijze, maar even sprekend in): ‘Gek, hoeveel je weg kunt laten en ze het toch nog snappen... zou ik eigenlijk maar eens iets moeten schrijven voor een instrument waarop je maar weinig noten tegelijk kunt spelen, en dan zoveel mogelijk weglaten...’

Het is ronduit verbazend, hoeveel de luisteraar er in zo’n zin zelf bijmaakt: de maat, de harmonie, de bassen, noem maar op. Natuurlijk kan dat alleen als de speler goed declameert – in deze allemande in twee-en. Het is misschien een goed idee om bij het studeren zo’n stuk eerst eens door te spreken, luidop, niet zingen natuurlijk, spreken.

Hoeveel zaken worden er door Bach niet expres weggelaten, omdat de luisteraar het zelf ook wel kan! Over ‘communicatie’ gesproken.

Een belangrijk ding in zowel de viool- als de cellowerken is, om heel precies de streken van deze grote violist te volgen. Het is alsof men de dictie van een groot spreker volgt. En dat Bach een groot spreker is, kan men wel zien aan hoe vaak deze stukken gespeeld worden. Ik denk niet, dat iemand ze ooit ten gehore brengt zonder dat op veel andere plaatsen ter wereld iemand anders dat óók net doet.

Over de bogen in cellosuites van Bach is veel onzin geschreven. Alleen maar omdat het manuscript weg is, en we alleen een kopie van Bachs vrouw Anna Magdalena hebben. A.M. zou maar wat gedaan hebben, want ze speelde geen strijkinstrument (alsof dat kon, alsof ze niet iedere avond met de componist zelf aan tafel zat!). Zelden heeft iemand ter vergelijking haar kopie van de vioolstukken bekeken (die bestaat ook en is in Berlijn te vinden), met het manuscript van J.S. ernaast. Welnu, wát een goede kopie voor iemand die geen strijkinstrument speelde.

Er is nog zoveel vergeten schoonheid te vinden in deze paar bladzijden van Bach-de- violist. Er is nog zoveel plezier meer te beleven, er zijn nog zoveel ontdekkingsreizen in zijn muziek te maken.

Tot slot, dit: • Speel nooit uit een moderne uitgave. • Begin niet elke maat met een afstreek. Dat was ooit gebruikelijk bij een Frans begeleidingsorkest uit Bachs tijd, maar slaat in solomuziek op niets. • Wanneer er losse noten staan, betekent dat niet dat er een boogje vergeten is. • Speel in een sequens natuurlijk niet steeds dezelfde streken, dat is vervelend en het staat er ook niet (zie het voorbeeld hierboven). Veel plezier!

Anner Bijlsma 30 J.S. Bach - Cellosuites | english

Bach’s cello suites

Together, Bach’s solo works for violin and cello make up a unified whole: Part I and Part II. Part I consists of the violin works and just by looking at them it immediately becomes evi- dent that these pieces were written by a violinist.‘From his youth until the onset of old age, he [my father] played the violin with penetration and clarity,’ writes Carl Philipp Emanuel, and a little earlier, in the same letter to a certain Mr. Forkel: ‘As the greatest expert on and judge of harmony, he liked to play the viola the most. One aspect of these difficult pieces is that they were certainly exercise material for Bach himself. However, above all, he de- monstrates with this fabulous music that the violin is by no means inferior to the keyboard in rendering a complete music. If one only knows how to compose! Whole 4-part fugues (and not small ones) for one single violin. Four fingers, four strings. As long as you know what you can leave out.

The music in these solo works is more of the ‘spoken’ than the ‘sung’ kind. Rhetoric, words. Already the first chord of the first violin sonata is an appeal, a word: ‘Herr!’ maybe, or ‘Ach!’ or ‘Ooh!’ Not ‘ich!’, of course, with a lot of added vibrato. That would sound too much like an evangelist in the St. Matthew Passion singing as if he was being nailed to the cross himself. Spoken, declaimed music means music with bars, not one great, big line, like a Wagner aria, or something, sung with the mouth kept wide open. E- very written or spoken sentence has its bar lines – always. Just try it out:

Also, while speaking, every syllable is different in volume, and every harmony that one is supposed to hear is defined by its place in the bar (a first beat, for instance). Dialogues are carried out in spoken music, and the bass mostly stands alone in the Punch-and-Judy game on that one violin or cello. Actually, the bass lines are mostly a father figure: short, clipped, not easily amused.

What a marvel are our bowed instruments. So many gestures and feelings can be com- municated, just by the alternation of up and down bows… Inhalation and exhalation, for instance, question marks and exclamation marks… whatever comes to mind.

And how much can be said and suggested during one single note… Oh, that poor piano! It is exactly the same thing in the cello suites, which Bach quite probably played on his viola.Here also the text is a spoken one. Not played like this, of course: A story has to be told. Also in a minuet – or any other dance form – a story is being told, a story in the form of a minuet, for instance. And one aspect of the violin pieces is pushed to the extreme in the case of the cello suites. Let’s call it ‘the leaving out’. I can imagine Bach practising his violin and muttering to himself: ‘Surprising how much one can leave out english | J.S. Bach - Cellosuites 31 of the text and still they will under- stand! Maybe I should try to com- pose something for an instrument on which you can play only few notes at the same time, and then leave out as much as possible…’

It is really astonishing how much the listener fabricates himself in a sentence like this: the type of bar, the underlying harmony, all the basses, you name it! Of course this is only possible when the player is a good rhetorician, a good speaker with In this allemande with the bar mostly in two. For a cellist it might be an idea, while working on the piece, to first speak it out loud. Not sing it, of course, speak it. So many things are left out by Bach on purpose, because the listener can do it himself. Talk about ‘communication’!

It is important in both the violin and the cello works to follow the bowings of this great violinist very precisely. It is as if one follows the diction of a great speaker. And Bach’s greatness as a speaker is clearly apparent from how often these pieces are played. I do not think that anybody, ever, renders them without other people doing the same thing at that time in many places in the world.

Much nonsense has been written about the slurs in Bach’s cello suites. Simply because the manuscript has been lost and all we have is the copy made by his wife Anna Mag- dalena. A.M. would have just put down anything, since she did not play a stringed instru- ment. As if that were possible, for somebody who had dinner with the composer every night…Only rarely did someone take the trouble to compare Mrs Bach’s copy of the violin works (to be found in Berlin) side by side with Mr Bach’s own manuscript.

Well – it is a very good and precise copy for somebody who did not play a stringed instrument!

There is so much ‘forgotten’ beauty still to be found in those few pages of Bach-the-vio- linist. There is still so much more pleasure to be distilled, such wonderful discoveries to be made.

I conclude with this: • Never play from modern editions. • Don’t start every bar down bow – that was customary in a contemporary, French op era-accompanying orchestra, but has no artistic value in solo music (Geminiani speaks of a ‘wretched way’). • Whenever the manuscript shows separate notes it does not necessarily mean that a slur has been forgotten. • Don’t keep on using the same bowings in the repetitions of a sequence It’s boring and it is mostly not written that way in Mrs Bach’s manuscript (see example on this page). Enjoy!

English translation: Anner Bijlsma 32 zondag 19 oktober

vr

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast za Christophe Coin cello J.S. Bach, Suite nr. 3 in C Prélude, Allemande, Courante, Sarabande, Bourrée, Gigue

Anner Bijlsma over de Bachsuites pagina 28 zo

ma 10.15 uur Grote Zaal/Bimhuis Masterclass

Grote Zaal: Gary Hoffman cello di Bimhuis: Roel Dieltiens cello

wo

do

12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma vr Anner Bijlsma praat met de Belgische cellist Arne Deforce over de ‘Nieuwe Esthetica’ van de twintigste eeuw en met oud-leerlingen van Carel van Leeuwen Boomkamp over de ‘Nederlandse Celloschool’. Gregor Piatigorsky zal ook niet onbesproken blijven en de Stichting Cellosonate Nederland timmert stevig aan de weg bij monde van Doris Hochscheid. za masterclass 33

Masterclass

Ten overstaan van een geïnteresseerd publiek zullen tien beroemde pedagogen jonge, getalenteerde leerlingen uit de hele wereld onder handen nemen. De nieuwe inzichten van een andere leraar – of dezelfde inzichten maar anders gebracht – kunnen net dat zetje geven dat de leerling nodig had. De bemoedigende knikjes, technische aanwijzingen, onverwachte vingerzettingen of muzikale vergezichten kunnen direct een verbluffend resultaat opleveren, maar soms zal pas na weken of maanden de achterliggende gedachte verwerkt zijn, waarna alles op zijn plaats valt. Het publiek krijgt een ‘kijkje achter de schermen’ van het lesgeven (en les nemen) en ziet een aantal Masters aan het werk, die zelden in Nederland te bewonderen zijn. De stuurlui aan wal krijgen in elk geval weer zin om zelf te studeren.

Masterclass Pieter Wispelwey 2006 34 zondag 19 oktober

14.00 uur Grote Zaal vr When We Were Trees

Cellomania o.l.v. Valter Dešpalj

Igor Kuljericˇ (1938-2006) Milonga para Jorge Luis Borges za Max Bruch (1838-1920) Kol Nidrei (solist: Bas Jongen; Marianne Smit harp)

Alan´ Shulman (1915-2002) Suite Miniature Bourrée d’Auvergne zo Berceuse bretonne Le Gayant de Douai

Claude Debussy (1862-1918) La cathédrale engloutie

Manuel de Falla (1876-1946) Danse rituelle du feu ma Pauze

Giovanni Sollima cello Monika Leskovar cello di Nederlands Jeugd Strijkorkest Bas Wiegers dirigent

Gioacchino Rossini (1792-1868) Sonate voor strijkers in C Allegro Andante wo Moderato

Alfredo Piatti (1822-1901) Serenade voor twee celli en strijkers

Giovanni Sollima (*1962) When We Were Trees do (Nederlandse première) Resonance Wood (La Foresta Dei Violini) The Architect Leaves Postcards The Dangerous Prevalence Of Imagination vr Nyagrodha The Family Tree (Vivaldi)

Paul Stouthamer (*1959) Encore (wereldpremière) za Dit concert wordt opgenomen door de concertzender ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zondag 19 oktober 35

Cellomania Nederlands Jeugd Strijkorkest Igor Kuljericˇ behoort tot de meest Het Nederlands Jeugd Strijkorkest speelt vr prominente Kroatische hedendaagse deze middag een bijzonder programma componisten. Zijn Milonga para Jorge met twee bijzondere cellisten. De reis voert Luis Borges werd in 2004 geschreven van Italië naar Nederland, aan de hand voor ensemble Cellomania. Het stuk is van repertoire voor cello en strijkorkest. geladen met een macabere atmosfeer Om te beginnen speelt het NJSO de en ‘ritmische’ spanning. De structuur is Sonate in C van Gioacchino Rossini. za gebaseerd op het principe van motief en Rossini schreef zijn zes Sonates a quattro variaties Het ensemble voerde dit stuk met op 12-jarige leeftijd. Allemaal zijn het veel succes uit in Wenen, Moskou en op frisse, onbezorgde stukken. Rossini heeft het Dubrovnik Zomerfestival. ze, toen hij ouder was, wel eens betiteld tot jeugdzonden, maar niettemin Een groot contrast met het voorafgaande behoren ze nog steeds tot het favoriete zo werk is het ontroerende Kol Nidrei voor (en uitdagende!) repertoire van menig cello en orkest van Max Bruch, een Joods strijkorkest. gebed. In het arrangement dat Valter Dešpalj maakte, wordt het cello-ensemble Van Alfredo Piatti speelt het NJSO versterkt met een harp. de Serenade, hier in een bewerking van Giovanni Sollima voor twee celli ma De Suite Miniature van de Amerikaanse en strijkorkest. Piatti was aan het eind componist en cellist Alan Shulman van de negentiende eeuw één van bestaat uit drie karakteristieke delen, die de belangrijkste cellisten in Europa; hij elk gebaseerd zijn op een traditionele heeft een enorme invloed gehad op de Franse melodie. De harmonische taal cellocultuur, mede door de stukken die hij en instrumentale kleuren reflecteren de voor dit instrument heeft nagelaten. Lees di Franse ziel en elk deel is een meesterlijke meer over Piatti op pagina 68. oefening in variatie en bijzondere klankeffecten. Dan volgt When We Were Trees, een Nederlandse première van Giovanni La cathédrale engloutie uit het eerste Sollima. ‘Het was mei of april en al heel boek met piano-preludes van Claude warm in Palermo. Ik wilde iets primitiefs wo Debussy verhaalt van een oude schrijven... iets tussen een popsong, een Bretonse legende over een in de zee verhaal en eeuwenoude muziek in. De gezonken monumentale kathedraal. ficus magnolia met zijn raadselachtige Het arrangement werd gemaakt energie en lange takken raakte het door de eminente Oostenrijkse cellist balkon van mijn huis. Maar in de zes delen Rudolf Leopold, die trouwens ook het heb ik niet alleen mijn stad of die boom do arrangement voor Danse rituelle du feu beschreven. Ik dacht ook aan Antonio uit het ballet El amor brujo van Manuel de Stradivari, wandelend door het bos van Falla maakte. Dit laatste werk kenmerkt Paneveggio – foresta dei violini, bos van zich door ‘heidense’ uitbarstingen van violen – om de meer ‘resonante’ bomen energie en passie, die zeer goed passen voor zijn instrumenten te bekijken. Ik dacht bij de ‘macho’ klank van het cellokoor. aan een Afrikaanse architect die huizen vr Valter Dešpalj bouwt in bomen, zelfs Carl Jung had een boomhuis... Ik dacht ook aan een gedicht van Willa Carter (1873-1947): I like trees because they seem more resigned to the way they have to live than other things do.’ za 36 zondag 19 oktober

Als laatste komen het NJSO en solisten met vr een wereldpremière, Encore, geschreven door de Nederlandse componist Paul Stouthamer, zelf ook cellist. Het stuk is bedoeld als een pronkstukje voor de cello-sectie van het strijkorkest, speciaal geschreven voor het NJSO en de za Amsterdamse Cello Biënnale. Het bestaat uit snelle unisono passages, begeleid door percussieve, jazzy elementen in de rest van het strijkorkest, afgewisseld met neo- romantische delen waar de celli een hecht kwintet vormen. De spanning bouwt zich zo steeds verder op tot aan het spetterende slotakkoord. Bas Wiegers ma

di

wo

do

vr

za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zondag 19 oktober 37

17.00 uur Grote Zaal vr TAKE FIVE Advaya

Arne Deforce cello Yutaka Oya keyboard Centre de Recherches et de Formation Musicales de Wallonie za Iannis Xenakis (1922-2001) Kottos

Luciano Berio (1925-2003) Sequenza XIV

Kaija Saariaho (*1952) Petals zo Jonathan Harvey (*1939) Advaya

Dit concert wordt opgenomen door de Concertzender ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl ma Overpeinzing ‘Op zoek naar nieuwe esthetica werd in de twintigste eeuw de cello meermaals opnieuw uitgevonden. Vier ‘klassiekers’ van het hedendaagse repertoire tonen ons hoe enerzijds de hedendaagse cello nog diep in de westerse kunstmuziektraditie geworteld blijft, en anderzijds hoe een ongebreidelde fantasie in het onderzoek naar de klank zelf di het zeventiende-eeuwse instrument een totaal nieuwe betekenis hebben gegeven. Tussen lijf en klank, het gladde en het gekerfde, cello en electronica, wordt gespeeld met de spectrale en energetische dimensies van de klank, en wordt de cello verruimd van klassiek twaalftoonsinstrument tot een hyper-expressionistische klankbron.’ Arne Deforce wo Xenakis: Kottos Kottos – het tweede van de vier werken mogelijkheden optimaal benut worden. voor cellosolo – is de naam van één van Kottos, de reus die bedwongen moet de drie monsterlijke reuzen die voorkomen worden, is een fenomenaal cellostuk waar in de Olympische scheppingsmythe en alle speeltechnische middelen worden de strijd van de Goden tegen de Chaos. ingezet. do De beweeglijke virtuositeit die nodig is om dit stuk uit te kunnen voeren, zinspeelt op Berio: Sequenza het gevecht tegen de honderdarmige Luciano Berio was gefascineerd door de reus Kottos. Xenakis’ aanbeveling om ritmiek en de sonoriteit van de Indiase af te zien van mooie klanken spreekt Kandyan trom (het tweede instrument van hier voor zich... Kottos is ontstaan uit de cellist Rohan De Saram, aan wie het werk is vr verbinding van kunst en wetenschap opgedragen) en hij incorporeert percussie- – want gecomponeerd met behulp achtige effecten, met de rechterhand van een computerprogramma – en gespeeld op de klankkast van de cello, uitgesproken fysiek. Bij Xenakis is de cello en pizzicato’s. Sequenza XIV (2002) is het geen negentiende-eeuws melancholisch voorlaatste werk van Berio en het sluitstuk melodie instrument maar een van 14 solowerken gecomponeerd over za geavanceerde klankbron waarvan alle een periode van veertig jaar. 38 zondag 19 oktober

Saariaho: Petals object. Het woord ‘advaya’ betekent vr De in Parijs wonende Finse componiste ‘niet twee’ en is onderdeel van de Kaija Saariaho heeft een heel persoonlijke boeddhistische leer. instrumentatiekunst ontwikkeld. Ze beperkt De dualiteit tussen solist en elektronica zich niet tot de zuiver instrumentale komt terug in het werk van Harvey. De klanken maar richt zich ook op ‘ruis’-tonen. componist ‘herinnert’ zich als het ware de Het contrast daartussen geeft haar nieuwe cello uit zijn jeugd. Hij nam het geluid van za structurele mogelijkheden. Saariaho de cello op en vervormde het, laat het verricht met behulp van computer afspelen zodat een gelaagdheid ontstaat. muzikaal onderzoek. Het uitgangspunt Bijvoorbeeld bij de ‘meditatie’ op de noot voor haar composities zijn vooral lyrische A: ‘De elektronische klanken bewaren de ideeën, gebaseerd op kunst, literatuur en resonerende herinnering aan deze A met film. Haar werk kan omschreven worden subtiele timbre-schommelingen, terwijl het zo als een fragiel spel van klankkleuren, solo-instrument “geluiden” voortbrengt. dat een sensuele, dromerige maar Aldus wordt de cello-partij geconfronteerd ook mysterieuze sfeer uitstraalt. Petals met haar eigen vervormde elektronische (bloembladen) is een uitloper of afsplitsing beeld, soms zelfs gelijktijdig.’ van Nymphéa (waterlelie), het strijkkwartet Arne Deforce met elektronica van Saariaho. In Petals ma bespeelt zij de tegenstelling tussen geruis, zuivere toon en het boventoonspectrum.

Harvey: Advaya Ter verklaring van de titel Advaya (1993- 1994) citeert de componist Lama Govinda, di die spreekt over dualiteit in subject en

wo

Geopend: Woensdag t/m vrijdag 13.00 tot 18.00 do of op afspraak

Govert Flinckstraat 357 1074 CD Amsterdam Tel. 020-7724962 vr www.maasvioolbouw.nl [email protected] za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zondag 19 oktober 39

19.15 uur Grote Zaal vr Zoals Grisha altijd zei...

Lucas Bunge spreekt met Godfried Hoogeveen en Nathaniel Rosen over hun celloleraar Gregor Piatigorsky Zoals Grisha altijd zei... za Gregor Piatigorsky (1903-1976) was in alle sterrenregen van legendarische musici, die opzichten groot. Niet alleen fysiek – er samen concerteerden, opnames maakten is een foto van hem waarbij hij zijn cello en les gaven aan een volgende generatie. als een viool onder de kin houdt – ook zijn karakter moet een grote uitstraling Over Piatigorsky’s kwaliteiten als docent hebben gehad. In die zin vervulde hij (aan het Curtis Institute of Music, in zo voor zijn generatie de rol die Mstislav Tanglewood en in Los Angeles) zullen Rostropovitsj voor de onze zou hebben. zijn leerlingen Godfried Hoogeveen Een grote generositeit, het verlangen allen en Nathaniel Rosen ons onderhouden. te laten delen in de schoonheid die de Onderhoudend, ja, dat zal het zeker cello kan bieden; die kwaliteiten maakten zijn, want de grootmeester had een hem zo geliefd bij allen die met hem in goed gevoel voor humor. Toonvorming ma aanraking kwamen. stond bij Piatigorsky voorop. Wie hem Piatigorsky werd geboren in de gehoord heeft of zijn plaatopnames kent, provinciestrad Ekaterinoslav in de zal altijd door zijn gulle klank worden Oekraïne. Hij had eerst les van zijn vader getroffen. In het bijzonder herinneren we maar kreeg een beurs om in Moskou te ons de beginmaten van het aan hem gaan studeren. Vanaf zijn kinderjaren opgedragen celloconcert van William di voorzag hij ook in zijn onderhoud door Walton (met het Boston Symphony in café’s te spelen. Als vijftienjarige zat Orchestra onder Monteux), met zoveel hij al aan de eerste lessenaar van het warmte en – inderdaad – noblesse orkest van het Bolsjoitheater, maar het juk gespeeld. van het communisme maakte verdere ontplooiing na de revolutie van 1917 Zijn huwelijk met Jacqueline de Rothschild wo onmogelijk. Zijn vlucht naar Polen kort (* 1911) verdient afzonderlijke vermelding, erna in een veewagon slaagde, maar omdat zij ook iemand van allure was: wel ten koste van zijn instrument, dat bij niet alleen was ze als jonge vrouw talloze een incident aan de grens onherstelbaar malen tenniskampioene van de Verenigde beschadigd werd. In het Westen Staten, ook haar hartstocht voor schaken studeerde hij verder bij Hugo Becker bracht haar vele successen en op het do en Julius Klengel, en hij was jarenlang door haar gefinancierde schaaktoernooi solocellist in de Berliner Philharmoniker streden de beste schakers van de onder Wilhelm Furtwängler. Maar het wereld om de ‘Piatigorsky Cup’. Of dat opkomende nationaal-socialisme in nog niet genoeg was, ontwikkelde zij Duitsland deed hem, zijn vrouw en zoontje vanaf de jaren veertig haar talenten als in 1937 vanuit Frankrijk naar Amerika beeldhouwer. vr emigreren. Aanvankelijk woonde het gezin in de staat New York, later in Philadelphia Zijn herinneringen publiceerde hij in en tenslotte in Los Angeles. In 1942 werd (1965, Duitse editie Mein Cello und ich hij Amerikaans staatsburger. Gregor und unsere Begegnungen 1975); haar Piatigorsky, Arthur Rubinstein, Arthur memoires heten Jump in the Waves – A Schnabel, William Primrose, Jascha Heifetz, Memoir (1988). za Natan Milstein, Vladimir Horowitz – een Lucas Bunge 40 zondag 19 oktober

20.30 uur Grote Zaal vr Tribute to Piatigorsky

Godfried Hoogeveen cello Frank van de Laar piano za Gregor Piatigorsky

Joseph Haydn (1732-1809) Divertimento in D Adagio Menuetto zo Allegro di molto

Franz Schubert (1797-1828) Introductie, Thema en Variaties op 82 nr.2

Anton Webern (1883-1945) Drei kleine Stücke Mässige Achtel ma Sehr bewegt Äusserst ruhig ° Bohuslav Martinu (1890-1959) Variaties op een thema van Rossini

di pauze Nathaniel Rosen cello Frank van de Laar piano

Igor Stravinsky (1882-1971) Suite Italienne wo Introduzione Serenata Aria Tarantella Minuetto e Finale do Frédéric Chopin (1810-1849) Nocturne in cis

Carl Maria von Weber (1786-1826) Adagio en Rondo

Carlo Menotti (1911-2007) Suite voor twee celli en piano Introduction: andante maestoso vr Scherzo: allegro Arioso Finale:allegro

Dit concert wordt opgenomen door de concertzender ter uitzending op een later tijdstip. za Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zondag 19 oktober 41

Haydn: Divertimento waarbij het toegepaste procedé slechts Op het concert ‘Familie, ja of nee?’ een enkele keer enige tekenen van vr (vrijdag 24-10) zullen de barytons tot routine vertoont. klinken komen waarvoor Haydn 125(!) trio’s heeft geschreven. Daar is veel Van zijn 400 composities zijn er, gelukkig, mooie muziek bij, en cellisten hebben, ook een aantal voor de cello geschreven: begrijpelijkerwijs, die muziek wel eens tot twee concerten, een concertino voor hun eigendom gemaakt. Zo verscheen, cello, blazers en piano, drie sonates voor za samengesteld uit delen van verschillende cello en piano, enkele bundels losse stukjes barytontrio’s een (naar hedendaagse (waarvan de Arabesken en Pastorales musicologische maatstaven misschien ook binnen het bereik van de gevorderde niet geheel verantwoord) Divertimento liefhebber liggen) en twee variatiewerken: für drei Violoncelli, dat op zijn beurt door variaties op een Slavisch thema en die op Piatigorsky tot een (naar hedendaagse een thema van Rossini, in 1942 geschreven zo musicologische maatstaven zeker niet en opgedragen aan Piatigorsky. verantwoord)° Divertimento voor cello en piano werd omgeturnd. Wat daarvan Nu, Rossini heeft wel geïnspireerder nog herkenbaar is in de oorspronkelijke melodieën uit zijn luie pen laten vloeien, handschriften – ach, dat laten wij maar maar Martinuº zal dit spottende wijsje wel over aan hen die voor die taak geroepen opzettelijk gekozen hebben: hij gaat het ma zijn. Wij liefhebbers van de cello nemen fris te lijf met swingende ritmes en mooie het, wij bekennen het schroomvallig, harmonische wendingen. En altijd weer wel eens niet zo nauw met het woord valt op hoe prachtig die langzame delen ‘authentiek’. van hem zijn, ook nu, bij de derde van de vier variaties is dat het geval: met di Schubert: Thema en Variaties de over elkaar schurende akkoorden Piatigorsky maakte een bewerking voor en syncopische verschuivingen vormen cello en piano van het oorspronkelijk voor deze kleine dertig maten muzikaal het piano vierhandig geschreven werk. hoogtepunt van het werk.

Webern: Drei kleine Stücke Stravinsky: Suite Italienne wo Kleine stukken: dat zijn ze inderdaad. Het Stravinsky, die de neiging had iedere noot hele werk duurt ongeveer tweeënhalve die hij componeerde zo effectief mogelijk minuut. De stukjes zijn als het ware een te gebruiken, zou zichzelf niet zijn als hij de microkosmos met mini-motiefjes en lange 18 nummers van de balletmuziek Pulcinella rusten. De cello speelt voornamelijk zacht niet zodanig zou recyclen, dat deze ook en door alle registers. Alleen in het tweede als een op zichzelf staand werk in de do deel horen we de volle celloklank. Dan is concertzaal kon klinken. Hij reduceerde het eigenlijk alweer voorbij. eerst de partituur (van de orkestversie met drie zangstemmen) tot een orkestsuite van Martinu:° Variations acht delen, en in 1932, twaalf jaar na de première van het oorspronkelijke ballet, In 1941 ontvluchtte de Tsjechische aangemoedigd en vermoedelijk betaald componist Martinuº de Duitse bezetting vr door de genereuze Piatigorsky, maakte van Frankrijk, waar hij woonde, en hij van een inmiddels vervaardigde versie emigreerde hij naar New York. Daar voor viool en piano een arrangement voor bouwde hij een nieuw bestaan op. Zijn cello en piano. vrolijke, ritmisch soms complexe muziek (komt dat omdat hij in een klokkentoren De muziek is gebaseerd op melodietjes werd geboren?) is altijd herkenbaar door za die oorspronkelijk aan Pergolesi zijn de pittige ‘drive’ van de snelle delen, 42 zondag 19 oktober

toegeschreven, maar dat moet Menotti: Suite vr vermoedelijk onze landgenoot Unico Menotti: ‘Toen wij [Piatigorsky en Menotti] Wilhelm van Wassenaer zijn. Interessanter aan het Curtis Institute docent waren, dan de herkomst is eigenlijk de vraag hoe kwamen we elkaar vaak tegen op de trap wij het werk moeten beoordelen: is het als we naar onze lokalen gingen. ‘Beste neo-classicistisch, is het een reconstructie, Giàn Carlo’, riep hij een keer. ‘Wanneer een deconstructie? Wij 21e-eeuwers, die schrijf je eens een stuk voor me?’ ‘Ik zal za al lang het citaat en de collage hebben het zeker doen’ was mijn even beleefde aanvaard als stijlmiddelen om nieuwe als weinig verplichtende antwoord. kunst te scheppen, kunnen het antwoord Maar op een keer zei hij: ‘Ik wil dat je op die vraag zoeken, zonder de emoties een groot concert voor me schrijft, maar die het werk opriep ten tijde van de niet dat gewone spul. Veel componisten eerste uitvoering: de behoudenden onder denken dat je de orkestratie licht moet zo de critici vonden de muziek natuurlijk houden om het geluid van de cello niet heiligschennis, de jongere generatie te verpletteren. Voor mij hoeft dat niet! Ik was verrukt over wat de componist wil een groot orkest. Geen orkestratie kan ‘aanrichtte’ met het doorbreken van de het geluid van mijn cello wegdrukken!’ Na klassieke symmetrie door het verlengen of een paar weken zagen we elkaar weer. herhalen van frasen, door een harmonie Piatigorsky: ‘Ik zou zo graag willen dat je ma te verleggen en door het scheppen een licht, mercuriaal en geestig stuk voor van ongewone tegenstellingen in de me schrijft, zoiets in de sfeer van Scarlatti, dynamiek. Die techniek zal de meester in met een klein kamerorkest… want het later deze week te horen Concerto in iedereen denkt dat de cello een slome D nog verder verfijnen. dikhuid is, een sentimentele luiaard. Dat idee ga jij logenstraffen!’ ‘Ik zal zien, beste di Weber: Adagio en Rondo Gregor…’ Maar toen ik hem na enige Het werkje werd oorspronkelijk geschreven tijd weer zag… ‘Beste Carlo, dirigenten, voor een z.g. harmonichord, een van orkesten, het is allemaal zo commercieel – de vele negentiende-eeuwse pogingen waarom niet een mooi stuk kamermuziek? om een nieuw instrument te scheppen, Er is toch niets heerlijkers dan twee cello’s ditmaal één dat niet alleen als een en een piano?’ wo piano maar ook als een viool kon klinken. De technische beschrijving van deze Hij was onweerstaanbaar. Als hij je mocht, klankmachine biedt weinig vreugde, wij was het onmogelijk te ontsnappen aan zijn laten deze hier daarom maar achterwege. onuitputtelijke charme. Ik zwichtte en het Opmerkelijk is wel dat het geluid blijkbaar is aan hem te danken dat ik mijn eerste enige overeenkomst vertoonde met de serieuze kamermuziek schreef.’ do glasharmonica waarvoor Mozart zijn Lucas Bunge onvergankelijke muziek schreef. Is het daarom dat Weber zijn compositie net als zijn grote voorganger óók Adagio und Rondo noemde? Het is niet te hopen – een vergelijking tussen de twee werken is vr bijna ongepast, hoe aardig ook de enkele harmonische wending in Webers Adagio is en hoe virtuoos Piatigorsky de loopjes naar boven en beneden in het Rondo arrangeerde. za vrijdagenglish 17 | oktober & zaterdag 18 oktober zondag 19 oktober 43

The entire programme of this concert consists of works arranged by or composed for Piatig- vr orsky. For instance, Haydn’s Divertimento for Three Celli, which Piatigorsky converted into a Divertimento for cello and piano. Schubert’s In- troduction, Theme and Variations for four-hand piano was arranged by Piatigorsky for cello and za piano. The Drei kleine Stücke by Anton Webern are a microcosm, as it were, with mini motifs and long rests. Piatigorsky gave the American première of the work. Bohuslav Martinu° com- posed his Variations on a Slovak Theme and also the Variations on a Theme of Rossini in 1942 and zo dedicated them to Piatigorsky. Stravinsky was persuaded by Piatigorsky to make an arrange- ment for cello and piano based on his Pulcinella ballet. Weber composed an Adagio and Rondo for the harmonichord, presumably in imitation of ma Mozart, who composed his Adagio and Rondo for the glass harmonica. Piatigorsky made an arrangement of the former work and the ex- treme virtuosity he adds to the ascending and descending runs in the Rondo is truly striking. di English translation: Frances Thé

wo

do

vr

za 44 maandag 20 oktober

vr

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast za Roel Dieltiens cello J.S. Bach, Suite nr. 6 in D Prélude, Allemande, Courante, Sarabande, Gavotte, Gigue

Anner Bijlsma over de Bachsuites: zie pagina 28 zo

ma

10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass di BAM Zaal: Nathaniel Rosen cello Bimhuis: Christophe Coin cello

wo

do

12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma vr Stokkenbouwers Andreas Grütter en Jan Strumphler vertellen over het belang van een goede strijkstok. Frances-Marie Uitti gebruikt er twee (!) tegelijkertijd: ze geeft een toelichting en een demonstratie. Giovanni Sollima en Ernst Reijseger doen het soms zonder en laten dat misschien ook nog even zien en horen. za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober maandag 20 oktober 45

14.00 uur Grote Zaal vr Presentatie en klanktest nieuwe instrumenten

Pieter Wispelwey cello

Hieronymus Köstler, vioolbouwer uit Stuttgart en Pieter Wispelwey, selecteren vooraf- gaand aan de openbare klanktest om 14.00 uur, vijf recent gebouwde celli. za

De vijf verschillende instrumenten zullen dan door Pieter Wispelwey steeds op dezelfde wijze ‘ambachtelijk’ bespeeld worden, zodat in korte tijd zoveel mogelijk eigenschap- pen van het vaak nog oningespeelde instrument aan bod komen. Warmte, helderheid, diepte, draagkracht, zangerigheid, egaliteit en heroiek zullen systematisch op iedere snaar onderzocht worden. zo

Bij wijze van experiment vragen wij ons publiek tegelijker tijd mee te doen aan een onderzoek. De bezoekers ontvangen van ieder instrument een uitgebreide vragenlijst, die wij graag direct in de pauze ingevuld terugkrijgen. Zodoende ontvangen de vioolbouwers gede- tailleerd commentaar van een hopelijk veelkoppig publiek. ma

Tenslotte mag het publiek voor twee instrumenten een voorkeur uitspreken, die na de pauze, ditmaal achter een scherm, nogmaals bespeeld worden. Ook de mening van Wispelwey en Köstler wordt daarin meegewogen. Aan die twee nieuwe instrumenten wordt een oude Italiaanse cello toegevoegd, tot dat moment onbekend voor Wispelwey. Stiekem zijn we toch een beetje benieuwd naar de di verschillen!

wo

do

vr

za 46 maandag 20 oktober

17.00 uur Grote Zaal vr TAKE FIVE Do you still

Ernst Reijseger cello Larissa Groeneveld cello Frank van de Laar piano za Improviseren is een vak apart. Wanneer je muziek vergelijkt met taal, is improvisatie als een gesprek: het kan alle kanten op. Maar in een gesprek moeten de sprekers elkaars taal verstaan om elkaar zo te begrijpen. Bij muziek is dat niet nodig. Een muzikale improvisatie kan helemaal vrij zijn: de musici hebben onderling geen afspraken gemaakt over wat er gaat gebeuren. Soms zijn er wel afspraken ma gemaakt: een aantal musici spelen bijvoorbeeld een vaste partij en één instrumentalist improviseert er doorheen. Hij geeft als het ware commentaar op wat hij hoort. Dat is ook het geval met het programma van vanmiddag. Met di onnavolgbare improvisaties omspeelt Ernst Reijseger de genoteerde partijen van Larissa Groeneveld en Frank van de Laar. Naast bekende nummers van hun laatste cd Do you still speelt het trio nieuw werk. wo

19.00 uur BAM Zaal do FRINGE Toneel De Tourte Broers fringe

Toneelstuk van stokkenbouwer Andreas Grütter over de ontmoeting van de beroemde stokkenbouwer F.X. Tourte met Bernard Romberg , de legendarische cellist uit de tijd van Beethoven. vr Andreas Grütter tekst Evi Buchmann regie

Andreas Grütter François Xavier Tourte Harm Bakker Leonard Tourte Simone Waterman Marie za Ascon van der Westen Bernard Romberg Huib Ramaer Commentator strijkstokken 47

De strijkstok op de voorgrond!

Wie denkt aan strijkinstrumten – van moderne cello en viool tot viola da gamba – denkt meestal niet aan dat andere, onmisbare instrument dat nodig is om het instrument tot klinken te brengen: de strijkstok. En dat terwijl de klank van een instrument voor een belangrijk deel wordt bepaald door de strijkstok waarmee het bespeeld wordt. Ja, het contact tussen strijkstok en snaren is iets wonderlijks. Elke strijkstok is anders, en voor elk instrument is een andere stok nodig. Daarbij is het onmogelijk om met twee verschillende stokken precies dezelfde klank te krijgen, ook al wordt hetzelfde instrument bespeeld. Het karakter van een strijkstok wordt onder meer bepaald door het gewicht, de balans in de stok, hoe hij ‘in de hand ligt’ en de elasticiteit van het hout.

Natuurlijk heeft de musicus ook wat in te brengen. Een stok kan ‘uitnodigen’ op een bepaalde manier te spelen. De musicus moet besluiten hoe ‘zwaar’ zijn hand op de strijkstok rust, hoe snel hij strijkt, hoeveel hars hij op de haren smeert. In de strijkstok legt de musicus zijn emotie. In die zin is strijkstok niet alleen een verlengstuk van de arm: het is een verlengstuk van de ziel.

Om de strijkstok wat meer in de schijnwerpers te zetten schreef strijkstokkenbouwer Andreas Grütter een toneelstuk over één van de grootste strijkstokkenbouwers uit het verleden: de Fransman François-Xavier Tourte (1747- 1835). Tourte maakte strijkstokken die nog steeds tot de beste ter wereld horen. François Tourte was de Stradivarius van de strijkstokkenbouw. Het zat in de familie: zijn broer Leonard bouwde ook strijkstokken. Meer over de gebroeders Tourte hoort en ziet u in het gelijknamige toneelstuk in het programma Fringe in de BAMzaal.

Voor meer informatie over strijkstokken en strijkstokkenbouw kunt u ook terecht in de Hal van het muziekgebouw, waar Andreas Grütter en zijn collega’s een tijdelijk atelier hebben ingericht.

Zaterdag 18 oktober, 14.00 uur BAM Zaal, FRINGE Toneel, De Tourte Broers Maandag 20 oktober, 19.00 uur BAM Zaal, FRINGE Toneel, De Tourte Broers

fringe 48 maandag 20 oktober

19.30 uur Grote Zaal vr Inleiding met Amsterdam Sinfonietta

20.30 uur Grote Zaal za Waldesruhe

Kristine Blaumane cello Christophe Coin cello Alexander Rudin cello zo Amsterdam Sinfonietta Candida Thompson concertmeester

Felix Mendelssohn (1809-1847) Strijkerssymfonie nr. 10 in b Adagio – Allegro ma Dobrinka Tabakova (*1980) Concert voor cello en strijkorkest (wereldpremière) (Blaumane) Turbulent Longing Radiant di Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) Celloconcert in A Wq 172 (Coin) Allegro Largo con sordini, mesto Allegro assai

Antonin Dvorákˇ (1841-1904) Waldesruhe opus 68/5 (Rudin) wo Rondo in g opus 94

Gustav Mahler (1860-1911) Adagio uit de Tiende Symfonie (1910)

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt dinsdag 21 oktober om do 13.00 uur op radio 4 uitgezonden in het programma KRO Middagconcert

Mendelssohn: Strijkerssymfonie Felix Mendelssohn was de kleinzoon Felix Mendelssohn. Tussen zijn elfde en van de Duits-Joodse filosoof Moses vijftiende schreef hij onder meer dertien vr Mendelssohn en kind van een rijke strijkerssymfonieën, vijf concerten, vier bankier in Berlijn. Felix en zijn zusje Fanny opera’s en diverse kamermuziekwerken. vertoonden vanaf zeer jonge leeftijd een Deze Tiende Strijkerssymfonie in b (1823) grote muzikale begaafdheid. Felix speelde componeerde het wonderkind toen niet alleen zeer behendig viool en piano hij veertien jaar oud was. Mendelssohn maar componeerde ook alsof de duivel wordt vaak verweten dat zijn muziek za hem op de hielen zat. Geen componist te opgewekt is en te weinig diepgang heeft als kind zoveel geschreven als heeft. Sommigen zijn van mening dat Felix vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober maandag 20 oktober 49

– zijn naam zegt het al – een té gelukkig Bach genoemd, naar de steden waar leven heeft gehad, ook al werd hij maar hij werkte. Hij is van beslissende invloed vr achtendertig jaar oud (hij overleed, zwaar geweest voor de geboorte van de overwerkt, aan een reeks hartaanvallen). klassieke stijl, maar bij het grote publiek Deze strijkerssymfonie is in elk geval een is hij vooral bekend om zijn onverwachte goede poging om ernstig en diepzinnig modulaties en extreme emotionaliteit. te zijn. Bachs muzikale sentimentaliteit breekt duidelijk met de ‘gelijkmatigheid van za Tabakova: Wereldpremière gemoed’ die in de barokmuziek als maat Dobrinka Tabakova is geboren in gold. Een gemiddeld werk van Carl Bulgarije en woont sinds haar jeugd in Philipp Emanuel is tegelijk himmelhoch Londen. Ze studeerde aan de beroemde jauchzend en zum Todeˇ betrübt. Deze tegenstelling komt in het bijzonder tot Guildhall School of Music and Drama zo en het King’s College of London. Haar uiting in zijn strijkerssymfonieën en de drie werk wordt gespeeld op internationale celloconcerten. Het Celloconcert in A podia en festivals, door vooraanstaande werd geschreven in 1753, toen Bach nog musici als Janine Jansen, Gidon Kremer hofmuzikant was aan het hof van Frederik en Maxim Rysanov. Tabakova won de Grote in Potsdam. diverse internationale prijzen voor haar ma composities. Dvorák:ˇ Waldesruhe Alhoewel Antonin Dvorák veel Over haar nieuwe werk schrijft ze: kamermuziek schreef waarin de cello een ‘Alhoewel het concert drie delen heeft, zie rol speelt, had hij zo zijn bedenkingen over ik het stuk eerder als een onafgebroken de cello als solo-instrument. Zo vertelde reis. In het eerste deel worden turbulente, hij ooit dat hij niet bepaald gecharmeerd di hoekige passages afgewisseld met was van de ‘nasale klank’ in de hoge ingetogen en folkloristische, die en de ‘brommerige donkerte’ in de lage uitmonden in een langzaam koraal. In het regionen van het instrument. We hebben tweede deel wordt een pentatonische het waarschijnlijk aan de volharding van (vijftonige) melodie, gespeeld door de Dvoráksˇ vriend, kamermuziekpartner en solocellist, langzaam getransformeerd in cellist Hanus Wihan te danken dat Dvorákˇ wo een opeenvolging van rijk gestapelde toch een celloconcert heeft geschreven. akkoorden. De motieven van zestiende Hij droeg dit concert, samen met twee noten uit het eerste deel zijn de aanzet korte stukken voor cello en piano, op aan voor het begin van het laatste deel. Maar Wihan. Later orkestreerde hij deze twee de hoekige melodieën uit het begin van korte stukken. Het gaat om het Rondo in g het eerste deel krijgen nu een positieve (1892) en om het karakterstuk Waldesruhe do lading waarboven de solocello lyrische (1892), een transscriptie van een deel uit lijnen spant.’ een groter werk voor piano vierhandig: Uit de Boheemse Wouden. In 1992 bewerkte Dit werk werd geschreven op verzoek de Litouwse componist Anatolijus van de Amsterdamse Cello Biënnale 2008 Senderovas zowel Waldesruhe als het in opdracht van de Eduard van Beinum Rondo voor cello en strijkorkest. vr Stichting voor Kristine Blaumane en Amsterdam Sinfonietta. Mahler: Adagio In de zomer van 1910 begon Gustav Bach: Celloconcert Mahler in zijn componeerhuisje bij zijn huis Carl Philipp Emanuel Bach is de tweede in Toblach aan zijn laatste compositie, de en bekendste zoon van J.S. Bach. Hij Tiende Symfonie. Als componist en dirigent za wordt vaak de ‘Berlijnse’ of ‘Hamburgse’ verkeerde hij op het absolute hoogtepunt 50 maandag 20 oktober

van zijn kunnen, maar zijn persoonlijke vr leven was een ramp. Mahler leed enorm De Tiende Symfonie is opgezet als een onder het vermoeden dat zijn vrouw Alma vijfdelig werk maar Mahler schreef alleen een buitenechtelijke relatie had met een het eerste deel, het Adagio. Dit deel, familievriend, de architect Walter Gropius. dat de karakteristieken vertoont van Hij was bang dat hij haar voorgoed zou een sonaterondo, heeft drie thema’s kwijtraken. Als gevolg hiervan leed hij aan die telkens worden afgewisseld en za zenuwaanvallen en ernstige hoofdpijnen. doorontwikkeld. Het Adagio heeft twee Het spontane bezoek van Gropius aan duidelijke hoogtepunten, waarvan Toblach die zomer was het hoogtepunt het tweede beroemd is geworden om van de crisis. Wanhopig reisde Mahler het tientonige akkoord met enorme af naar Leiden voor een spoedconsult dissonantiegraad. Mahler is hier letterlijk bij niemand minder dan Sigmund Freud, twee stappen – twee tonen – verwijderd zo die op vakantie was in Noordwijk aan van de uiterste ‘emancipatie’ van tonen, Zee. Mahler keerde gerustgesteld terug, die tien jaar later zou leiden tot de maar toen zijn vermoeden juist bleek revolutionaire twaalftoonstechniek. Toen te zijn, had hij een ernstige terugval. Dit verschenen ook de eerste arrangementen blijkt duidelijk uit het manuscript van de van Mahlers symfonieën en liedcycli voor Tiende Symfonie. De kantlijn staat vol met kamermuziek- of kamerorkestbezetting. ma aangrijpende zinsneden als ‘vaarwel, De bewerking van het Adagio die u mijn muziek’ en ‘voor jou leven, en voor vanavond hoort, stamt uit 1971 en is jou sterven, Almschi’. In de herfst pakte gemaakt door Hans Stadlmair, voormalig Mahler zijn drukke bestaan als dirigent artistiek leider van het Kamerorkest van weer op maar, in tegenstelling tot wat zijn München. Hij arrangeerde het Adagio, gewoonte was, hervatte hij in de winter zijn oorspronkelijk geïnstrumenteerd voor groot di componeerwerk niet. Het lijkt erop dat hij symfonieorkest,Andreas Post voor strijkorkest. opzag tegen het voltooien van zijn Tiende Willem deVioolbouwer Bordes

Symfonie. Dat deed hij dan ook niet: hij Restauraties – Nieuwbouw stierf het jaar erop. Taxaties – Expertises

wo In – en Verkoop oude Meesterinstrumenten en Strijkstokken

Willemsparkweg 15 - 1071 GN Amsterdam Tel. 020 6737995 Fax. 020 6626751 E-Mail: [email protected] Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 tot 18.00 uur do Andreas Post Vioolbouwer

vr

za englishvrijdag 17 | oktober & zaterdag 18 oktober maandag 20 oktober 51

Waldesruhe Although Anton ín Dvorákˇ wrote much No other composer wrote as many chamber music in which the cello played vr works in childhood as Felix Mendelssohn. a role, he had his reservations concerning The child prodigy composed the Tenth the cello as a solo instrument. He once String Symphony in B Minor at the age of said that he was not particularly charmed fourteen. Mendelssohn’s music is frequently by the ‘nasal tone’ of the higher register criticised as being too cheerful and and the ‘dark growling’ of the lower za lacking in profundity. This String Symphony register of the instrument. We probably is at any rate a good attempt at being owe it to the persistence of Dvorák’sˇ serious and profound. friend, chamber music partner and cellist Hanus Wihan that Dvorákˇ did compose Dobrinka Tabakova wrote about her a cello concerto after all. He dedicated new work: ‘Although the concerto has this concerto to Wihan, together with two zo three movements, I view the work more short pieces for cello and piano. These are as an uninterrupted journey. In the the Rondo in G Minor and the character first movement turbulent and angular piece Waldesruhe, a transcription of a passages are alternated with subdued movement of a larger work for four-hand and folkloristic ones, which are turned into piano: From the Bohemian Woods. ma a slow chorale. In the second movement a pentatonic (five-tone) melody played by The Tenth Symphony was conceived as the solo cellist is gradually transformed into a five-movement work, however Mahler a succession of richly constructed chords. only completed the first movement, the The motifs of semiquaver notes from Adagio. This movement displays the the first movement provide the opening characteristics of a sonata rondo and has di impetus for the final movement. However, three themes that alternate repeatedly the angular melodies from the opening and are further developed. The Adagio of the first movement now take on a has two clear climaxes, the second of positively-charged mood, spanned by the which has become renowned for the lyrical lines of the solo cello.’ ten-tone chord characterised by extreme wo This work was commissioned by the dissonance. It would seem as though Amsterdam Cello Biennale for Amsterdam Mahler hung back from completing his Sinfonietta and Kristine Blaumane. Tenth Symphony. In fact, he was never to finish the work: he died the following year. Carl Philipp Emanuel Bach’s musical English translation: Frances Thé sentimentality represents a clear break do with the ‘uniformity of mood’ that was generally the rule in Baroque music. An average work by Carl Philipp Emanuel is at once himmelhoch jauchzend and zum Tode betrübt. This contrast is particularly vr evident in his string symphonies and the three cello concertos. The Cello Concerto in A was composed in 1753, when Bach was still court musician at the court of Frederick the Great in Potsdam. za 52 dinsdag 21 oktober

vr

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast za Giovanni Sollima cello J.S. Bach, Suite nr. 4 in Es Prélude, Allemande, Courante, Sarabande, Bourrée, Gigue

Anner Bijlsma over de Bachsuites: zie pagina 28 zo

ma 10.30 uur en 14.00 uur Grote Zaal Nationaal Celloconcours, tweede ronde

De zes kandidaten spelen elk 45 minuten en beginnen op de volgende tijden: di 10.30 uur - 11.20 uur - 12.10 uur pauze 14.00 uur - 14.50 uur - 15.40 uur wo De cellisten nemen hun eigen duopartners mee, of laten zich begeleiden door Hans Eysackers (piano) en Joris van Rijn (viool).

do (1810-1856) Fünf Stücke im Volkston De jury kiest twee of drie delen Mit humor Langsam Nicht schnell, mit viel Ton zu spielen vr Nicht zu rasch Stark und markiert

Ludwig von Beethoven (1770-1827) Vijfde sonate voor cello en piano in D, opus 102, nr. 2 Allegro con brio za Adagio con molto sentimento d’affetto Allego - Allegro fugato vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober dinsdag 21 oktober 53

Bohuslav Martinuo (1890 -1959) Eerste Duo voor viool en cello Praeludium: Andante moderato vr Rondo: Allegro con brio keuze uit: Gabriel Fauré (1845-1924) Papillon opus 77

David Popper (1843-1913) Papillon opus 3, nr. 4 za

Schumann: Stücke im Volkston In 1849 was Schumann Dresden ontvlucht horen zonder enige twijfel tot het meest en met zijn vrouw en vijf kinderen naar ongewone en bijzondere wat in lange tijd niet alleen in deze vorm, maar überhaupt een dorpje in de buurt verhuisd. De laatste zo rimpelingen van de revolutiegolf van voor de cello geschreven is. Hier is alles 1848 hadden ook Dresden bereikt en het anders, heel anders dan wat men ooit, leven in de grote stad ontwricht. Clara, zijn ook juist van deze meester heeft mogen ambitieuze vrouw: ‘Ik vind het opmerkelijk ontvangen…’ te zien hoe de vreselijke gebeurtenissen Beethovens vijfde, laatste cellosonate zijn poëtisch gevoel op zo’n totaal andere ma wijze hebben opgewekt…’ Het bleek een is geschreven in de zogenoemde ‘late vruchtbaar jaar waarin Schumann de periode’ van de componist (vanaf ouverture Manfred voltooide, maar ook ongeveer 1812), die al enigszins vooruitblikt werkte aan zijn Faust-muziek en andere op de romantiek van de generatie van Goethe-teksten ter gelegenheid van het Robert Schumann. De opening van het eerste deel laat geen misverstand over eeuwfeest van de dichter die honderd di jaar geleden geboren was. de toonaard bestaan (D-groot), en direct De literaire sfeer van de vroeg-Duitse daarna volgt een zangerig thema. Het is romantiek, waarmee Schumann zich de snelle, vaak onverwachte afwisseling zo verwant voelde, komt ons ook in de tussen woede en lieflijkheid die van de Stücke im Volkston tegemoet. Zijn vader musici én de luisteraar voortdurend grote wendbaarheid vraagt. Zonder was een nette boekverkoper uit het wo stadje Zwickau – ‘uit zijn omgeving stijgt overgangen tussen korte, heftige explosies de walm op van lange tabakspijpen, en lyrische passages snelt dit eerste gerookt in lauw-warme binnenkamers deel naar een bars slot. Daarentegen is tussen neo-gotisch eikenhout’. Zijn zoon van de vijf cellosonates deze de enige zou zich in veel van zijn werk aan deze met een lang uitgesponnen, lyrisch en intens middendeel, dat in grote rust wat bekrompen wereld ontworstelen. do De sprookjes van Grimm en Hauff, de verloopt; zelfs een intermezzo met iets poëzie van Rückert en Chamisso, van meer beweging verstoort die niet. Die Von Eichendorff – wie geniet er nog van donkere, koraal-achtige opening wordt in 2008? Maar in deze vijf stukjes van gevolgd door het statige hoofdthema. Schumann, grootmeester op de korte Bijna stokkend in de beweging komt het einde van dit deel: een quasi-onschuldig, baan, komt heel die intieme en licht- vr sentimentele sfeer weer op zijn mooist tot weifelend loopje blijkt het begin van een leven. lange fugatische worsteling, eerst nog vriendelijk, maar gaandeweg complexer Beethoven: Vijfde sonate en abstracter, in omkeringen en ‘stretti’, Het is begrijpelijk dat de Wiener tot in al het contrapuntische geweld even een rustpunt is. Dansend gaat het dan Allgemeine Musikalische Zeitung van 11 za november 1818 over de twee cellosonates naar het slot, waarin Beethoven toch nog op. 102 schreef: ‘Deze beide sonates weer zijn tanden laat zien… 54 dinsdag 21 oktober

° Martinu: duo ° einde via een paar gemene gebroken vr In 1923 verliet Martinu, 34 jaar oud, Praag verminderde septiem-akkoordjes. Behalve om in Parijs verder te gaan studeren bij de componist zelf speelden alle grote Albert Roussel. Hoewel hij pas in de jaren Duitse cellisten uit de late 19e eeuw die volgden zijn eigen idioom zou vinden, (Joseph Hollmann, Hugo Becker en Julius had hij op dat ogenblik al 150 werken Klengel) het werkje op hun concerten gecomponeerd! Het Eerste Duo voor als een achteloze, argeloze encore za Viool en Cello schreef hij drie jaar later in – een vlekkeloos spiccato, een trefzekere opdracht van de Praagse violist Stanislav linkerhand en innerlijke rust, meer is er niet Novak en de cellist Maurits Frank (die voor nodig… later ook jaren in Nederland zou werken). De tuin van Fauré’s vlinder (hij Het tweedelige werk opent met een aanvaardde met tegenzin dat het stukje Preludium met overvloedige dissonanten, een titel kreeg) heeft meer geurende zo geschreven in een vrije tonaliteit en bloemen. Het heerlijk geparfumeerde polyfonie; in het Rondo herkent men werkje gaat zeer levendig van start, typische jazzinvloeden van de jaren’20. De leggierissimo, met een prachtig half- virtuositeit van de beide cadenzen lijkt wel chromatisch motiefje dat steeds subtiele geïnspireerd op Ravels Tzigane. changementen ondergaat. Ook deze vlinder komt tot rust in een subtiel ma Fauré of Popper – Papillon geharmoniseerd intermezzo, dat, gelukkig, De vlinder van David Popper gaat kort even voor het slot nog eens in verkorte na het begin van zijn vlucht al even op versie klinkt. Een vlekkeloos legato, een een bloem zitten (langsam und launig), trefzekere linkerhand en innerlijke rust, maar als hij die heeft verlaten, komt hij er meer is er niet voor nodig… niet meer terug en snelt (ja, sehr schnell Lucas Bunge di is, allicht, de tempo-aanduiding) naar het

wo

VIOOLBOUWERS SINDS 1936 BV do Lid van de Nederlandse Groep van Viool- en strijkstokkenmakers nieuwbouw - reparatie - restauratie in- en verkoop van strijkinstrumenten alle toebehoren - verhuur vr Schagchelstraat 16 zwart 2011 HX Haarlem Telefoon 023 - 532 28 37 Telefax 023 - 542 45 16 geopend: dinsdag, donderdag en vrijdag 12.00-17.00 zaterdag 10.00-16.00 uur maandag en woensdag gesloten za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober dinsdag 21 oktober 55

17.30 uur Grote Zaal vr TAKE FIVE Two Bows

Frances-Marie Uitti cello

za Een programma van korte werken voor twee strijkstokken, afgewisseld met eigen compositorisch commentaar

Frances-Marie Uitti Improvisation for GK Gÿorgy Kurtág (*1926) Ligatura – Message to Frances-Marie zo Geoffrey King (*1949) Blue Frances-Marie Uitti Long live the King

David Dramm (*1961) Crosshair Frances-Marie Uitti DD’s song ma Giacinto Scelsi (1905-1988) Sauh Frances-Marie Uitti Chorale for GS

Guus Janssen (*1951) Strijklicht Frances-Marie Uitti Alumination for GJ di Gÿorgy Kurtág Hommage to John Cage Frances-Marie Uitti Homage to GK

Dit concert wordt opgenomen door de Concertzender ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl wo

Een avontuur… ‘In de periode dat ik in Rome woonde en vaak alleen improviseerde, raakte ik geobsedeerd door het spelen van akkoorden: mijn drang naar expliciete in plaats van gesuggereerde harmonie werd steeds sterker. Ik gaf vioolbouwer Giorgio Corsini do opdracht om een gewelfde strijkstok te maken, waarmee ik alle snaren tegelijk kon aanstrijken. Een aantal maanden leek dat de perfecte oplossing, maar al spelende vond ik de stok toch te beperkt voor mijn muzikale noden. Ik kon wel meerdere snaren tegelijk bespelen, maar alleen snaren die naast elkaar lagen. Het resultaat was een te massief geluid, veroorzaakt door de rijkdom aan boventonen van de cello. De mogelijkheden tot variatie in de manier van spelen ontbrak simpelweg. Met één stok kon ik alle snaren vr alleen op precies dezelfde manier aanstrijken, zonder dat ik kleur en variaties in timbre, bijvoorbeeld tussen toets en kam, kon laten horen. Laat staan een onafhankelijke dynamiek en articulatie op elke snaar. Na maanden experimenteren vond ik de oplossing: ik ontwikkelde een manier om met twee strijkstokken in de rechterhand te spelen. De linkerhand is op die manier vrij om zowel akkoorden als melodieën te spelen, en twee stokken bieden de mogelijkheid om meerdere snaren in allerlei combinaties te za bespelen, met een heel register aan dynamische en expressieve mogelijkheden.’ 56 dinsdag 21 oktober

György Kurtág, één van Uitti’s belangrijke David Dramm werd bij het schrijven van vr inspiratoren, raakte geïnteresseerd in Crosshair (1998) geïnspireerd door Albert de klankmogelijkheden van de twee- Giraud, dichter van Arnold Schönbergs stokken-techniek van Uitti. Als reactie op Pierrot Lunaire, met zijn surrealistische tekst een CD-opname van haar improvisaties over de gewelddadige relatie tussen componeerde hij Ligatura - Message Pierrot en Cassander. Was de scène to Frances-Marie met de ondertitel The waarin Pierrot zijn viool terzijde legt en op za Answered Unanswered Question. ‘Het Cassanders hoofd gaat spelen misschien werk is geïnspireerd op één van Uitti’s een metafoor voor Schönbergs relatie improvisaties. De titel is een novelle, maar met de muziekcritici? Dit gegeven plaatst is het ook het antwoord?’ (Kurtág). Tijdens Dramm in een eigentijdse setting. een latere repetitieperiode van Uitti met Kurtág, waarin zij aan verschillende Sauh van Giacinto Scelsi is ontstaan tijdens zo composities van Kurtág werkten, schreef hij improvisatiesessies die Uitti met Scelsi had, Hommage to John Cage voor cello solo. toen zij in het huis van zijn zuster Isabella Frances-Marie Uitti woonde. Sauh was het resultaat van een improvisatie die gebaseerd was op een Geoffrey King over Blue: ‘Toen ik het vocaal werk met dezelfde titel (1973) timbre van de cello en de twee-stokken- dat zij bewerkten tot een versie voor ma techniek onderzocht, viel het me op, dat cello en twee strijkstokken. Kenmerkend er twee zeer verschillende klankkleuren voor Scelsi’s latere componeerperiode beschikbaar zijn: een donkere bas-kleur is, dat het bronmateriaal sterk wordt en een lichtere kleur die vrij komt bij het gereduceerd om zo een ‘derde dimensie’ gebruik van flageolettonen. Dat deed me in klank te benadrukken. denken aan de dualistische natuur van di de kleur blauw die zowel onheilspellend Guus Janssen schreef over Strijklicht als briljant kan zijn. Een wolkenloze (1996): ‘Het is een werk voor vier winterhemel op een zonnige dag laat een stemmen, waarbij elke snaar een stem lichte en optimistische kant van blauw vertegenwoordigt. Men zou Strijklicht een zien. Het andere blauw is gebruikt en ‘Sarabande’ kunnen noemen, die nobele onderzocht door jazzmusici en ook door dame uit de barokperiode. De cellist strijkt wo de schilder Pablo Picasso, met name in zijn licht (in de dubbele betekenis van het Blauwe Periode.’ woord) door de donkere registers.’

do

vr

za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober dinsdag 21 oktober 57

19.00 uur BAM Zaal vr FRINGE Concert VoiceOverCello fringe Djoeke Klijzing cello Yaso Romero Fernandes zang

‘Less is more, dat bewijst VoiceOverCello: een stem en een cello. Meer heb je niet nodig. za Sfeervol en mooi gedoseerd. Top.’ Editor’s Choice Ongekend Talent 2008

zo

ma

di

wo

do

vr

za 58 dinsdag 21 oktober

20:30 uur Grote Zaal vr Purple en Pärt

Cello Octet Conjunto Ibérico Cellisten: Robert Putowski (solist), Rares Mihailescu (solist), Oihana Aristizabal, Sanne Bijker, Mariette Freijzer, za Wijnand Hulst, Mikolaj Palosz, Lucie Stepanova Elias Arizcuren dirigent Arvo Pärt

Arvo Pärt (* 1935) O-Antiphonen (wereldpremière) zo O Weisheit O Adonai O Spross aus Isaias Wurzel O Schlüssel Davids O Morgenstern O König aller Völker ma O Immanuel

Mauricio Kagel (1931-2008) Motetten

Luciano Berio (1925-2003) Korót di Manuel de Falla (1876-1946) Delen uit El Amor Brujo Introduction y escena En la cueva El aparecido Danza del terror Danza rituel del fuego wo Final: les campana del amanecer

pauze

Giovanni Sollima cello do Giovanni Sollima (*1962) Lamentatio

Pietro Degli Antonii (1639-1720) Ricercata VII

Jimi Hendrix (1942-1970) Purple Haze en Angel vr Marin Marais (1656-1728) La Folia

Giovanni Sollima Terra Aria Natural Songbook za Dit concert zal worden opgenomen door de KRO ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.kro.nl vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober dinsdag 21 oktober 59

Pärt: O-Antiphonen a capella koor getoonzet. Arvo Pärt (Paide, Estland, 1935) Zowel Cello Octet Conjunto Ibérico als vr studeerde compositie bij Heino Eller Arvo Pärt hadden allang de wens om aan het conservatorium van Tallinn en samen te werken. Pärts idee om de Sieben was van 1957 tot 1967 werkzaam als Magnificat Antiphonen van hun tekst te klankregisseur bij de radio van Estland. In ontdoen en in de handen van een Cello 1980 emigreerde hij naar Wenen; sinds Octet te leggen bood de gelegenheid om 1982 woont hij in Berlijn. Hij componeerde deze langgekoesterde wens eindelijk te za seriële muziek (Nekrolog voor orkest, realiseren. Arvo Pärt 1959), gebruikte collagetechnieken In de woorden van de componist was (Tweede Symfonie, 1966) en ontwikkelde het ‘de bijzondere klank van Cello Octet vervolgens zijn ‘tintinnabuli’-, ofwel Conjunto Ibérico, die enerzijds zo rijk ‘klokjes’-stijl, die hem halverwege de jaren aan boventonen is, anderzijds ook een tachtig wereldwijd succes bezorgde. onuitputtelijk potentieel aan cantilenen zo Zo herkenbaar als deze stijl is, zo moeilijk heeft, die mij inspireerde bij het schrijven is hij te rubriceren. De muziek is tonaal, van O-Antiphonen en deze letterlijke maar niet in de westers-traditionele Lieder ohne Worte mogelijk maakte.’ zin; ze is modern in haar radicaliteit, Het nieuwe werk van Arvo Pärt is tot maar archaïserend wat betreft keuze stand gekomen dankzij de steun van en behandeling van het materiaal; de Amsterdamse Cello Biënnale het ma het repetetieve element speelt er een Amsterdams Fonds voor de Kunst. belangrijke rol in, maar de spirituele afstand tot de hoofdzakelijk Amerikaanse Kagel: Motetten minimal music is groot. Kenmerkend is De op 18 september van dit jaar de sterk graviterende werking van een overleden Mauricio Kagel schreef: ‘In tooncentrum, meestal een drieklank, Motetten – een compositieopdracht di waardoor de kleinste uitwijking al een van November Music en van de Eduard groot effect sorteert. De opvallende van Beinum Stichting – probeerde ik de reductie van muzikale middelen is erop oude tegenstellingen van cantabile gericht zeer elementaire processen (letterlijk: zangerig voorgedragen) als de opnieuw met betekenis te vullen. Bij ideale verwezenlijking van het vocale, Pärt hangt deze werkwijze samen met en sonabile als het het toonbeeld van wo een in de loop der jaren toegenomen het instrumentale, te verstrengelen. Welk belangstelling voor de rituele en liturgische instrument is daarvoor beter geschikt bronnen van de muziek. Vanaf zijn Credo dan de cello, die de omvang van de (1968; piano, koor en orkest) liggen steeds menselijke stem zo dicht benadert?’ vaker religieuze teksten en motieven aan Motetten (2004) is opgedragen aan Cello zijn werk ten grondslag. Octet Conjunto Ibérico. do

Tot de bijzondere liturgische ceremonies Berio: Korót van de advent behoren ook de Luciano Berio was de bekendste Italiaanse beroemde O-antifonen (beurtzangen) of componist van zijn tijd. Zijn muziek heeft grote antifonen. Er zijn zeven Magnificat- een directe muzikale zeggingskracht en vr antifonen in de week voor kerst (17 t/m 23 geniet grote populariteit. december), die zeer oud zijn. De titels van Korót (1998) is een zeer virtuoos ééndelig de antifonen verwijzen naar de profetieën werk. Zoals zo vaak het geval is met Berio’s in het bijbelboek Jesaja, waar de Messias composities hebben de instrumentale werd aangekondigd. Zij worden telkens partijen een vocale component. Een gevolgd door een smekend verzoek krachtige puls is de ‘rode draad’ in het za om Zijn komst. Deze Sieben Magnificat hele stuk. In dit werk heeft de componist Antiphonen heeft Arvo Pärt in 1988 voor de grenzen van de streektechniek en de 60 dinsdag 21 oktober

dynamiek willen verkennen. cellosolo, zonder het me makkelijk vr De Falla: El amor Brujo te maken door samplers of andere De handeling speelt zich af in Cadiz. Het technische hulpmiddelen te gebruiken. is nacht. De sfeer is er een van magie. Ik zoek naar banden met oude en niet- Zigeuners trekken hun kaarten om de westerse muziek – stemmen, instrumentale toekomst te voorspellen. Candelas is technieken – en ik onderzoek de teleurgesteld in haar liefde voor Carmelo; ze verschillende timbres, maar ook de za bevindt zich in een grot die ineens verlicht stemming van mijn instrument.’ wordt en de van schrik verstijfde zigeunerin Het gaat om de muziek – om de intentie staat plots tegenover de Kwade Geest. De ervan, en de kracht. Of dat nu muziek klokken slaan middernacht en de zigeuners van barokcomponist Marin Marais is of komen terug om zich over te geven van gitaarvirtuoos Jimi Hendrix, dat doet aan hun rituele toverkunsten. Zij gooien er niet toe. Hij improviseert op de baslijn zo rozemarijn en wierook in het vuur. Candelas – ‘Soms schreef Marais alleen de bas danst de Vuurdans/Danza del fuego om de uit... en soms zelfs dat niet...’. Ineens klinkt kwade geesten te verdrijven. Na een korte Hendrix’ Angel of Purple Haze. ‘Ik probeer scène waarin Candelas de Kwade Geest de baslijn, melodie en accoorden als weerstaat, slaagt zij erin een flesje met het ware te integreren door wat ik noem toverdrank te bemachtigen en zij begint ‘natuurlijke harmonie’ te gebruiken. ma bezweringsformules uit te spreken om haar Daarmee bedoel ik dat ik het effect van verloren liefde terug te winnen. Uiteindelijk zes (in plaats van vier) snaren wil bereiken. verschijnt haar geliefde, die betoverd is Soms doe ik het ook door de stemming door de bezweringen. De dag breekt aan. van mijn instrument te veranderen Klokgelui geeft het einde van de nacht (scordatura genoemd).’ aan en de verzoening van Carmelo en Hoewel Sollima zijn stukken soms zelf di Candelas lijkt nabij wanneer de geliefden toelicht, is luisteren de beste manier om elkaar kussen. zijn muziek te leren kennen. Over Natural De bewerkingen, exclusief voor Cello Songbook, waarvan hij het eerste deel Octet Conjunto Ibérico, konden tot stand nooit schreef en van nummer zes direct komen dankzij de toestemming van de doortelde naar eenendertig, zegt hij: nabestaanden. ‘Natural Songbook is een soort lange wo suite (maar ik zie het ook vaak als een Giovanni Sollima heel apart genre) verschillende delen die Giovanni Sollima zien en horen spelen is samen één geheel vormen...’ een bijzondere ervaring. Zoals een jeugdige toehoorder opmerkte: ‘Dit is geen cellist, dit is een schilder.’ Dat is misschien wel de do beste manier om zijn spel te omschrijven. De Siciliaanse cellist schildert met klank en dat doet hij met zo’n overtuigende intensiteit, dat de cello slechts bijzaak lijkt. Sollima: ‘Concerto Rotondo... Lamentatio… I ‘ear’ everyone who produces sounds, both vr singing and speaking with expression. I ‘ear’ noises of different nature too... Ik hoor allerlei geluiden, iedereen die geluid produceert, zingen, spreken, maar ook andere geluiden... Sinds een aantal jaar probeer za ik de flow van geluiden en suggesties van geluiden – die mij voortdurend overspoelen – te rangschikken. Ik schrijf stukken voor englishvrijdag 17 | oktober & zaterdag 18 oktober dinsdag 21 oktober 61

Both Cello Octet Conjunto Ibérico and It is a unique experience to see and hear Arvo Pärt had long cherished a wish to Giovanni Sollima play. As one youthful vr collaborate. Pärt’s idea to divest the listener put it: ‘He’s no cellist, he’s a Sieben Magnificat Antiphonen of their text painter.’ Indeed, this may be the best way and arrange them for cello octet created to describe his playing. The Sicilian cellist the opportunity to finally fulfil this long-held paints with sound and does so with such desire. persuasive intensity that the cello seems to be a detail of secondary importance. za In the composer’s own words it was ‘the Sollima: ‘Concerto Rotondo ... Lamentatio Cello Octet Conjunto Ibérico’s unique … I ‘ear’ everyone who produces sounds, sound, so rich in overtones on the one both singing and speaking with expression. hand and with such an inexhaustible I ‘ear’ noises of different nature too ... I potential for cantabile-playing on the hear all kinds of sounds, everyone who other hand, that inspired me in the produces sound, singing, speaking, but zo composition of O-Antiphonen and made also other sounds … For a number of years this literal song without words possible.’ I have been trying to organise the flow of sounds and suggestions of sounds that Mauricio Kagel wrote: ‘In Motetten – a continually inundate me. I compose works work commissioned by November Music for solo cello, without making it easy for and the Eduard van Beinum Foundation myself through the use of samplers or other ma – I attempted to combine the traditional technical aids. I look for connections with contrasts between cantabile (literally: ancient and non-Western music – voices, executed in a singing style), as the ideal instrumental techniques – and I investigate embodiment of the vocal, and sonabile, the diverse timbres, as well as the tuning of as the perfect embodiment of the my instrument.’ instrumental. What instrument could be English translation: Frances Thé di better suited to this than the cello, which so closely approximates the compass of the human voice?’ Motetten (2004) is dedicated to the Cello Octet Conjunto Ibérico. wo Luciano Berio was the best-known Italian composer of his time. His music has a direct expressivity and enjoys great popularity. Korót (1998) is an extremely virtuosic, single-movement work. As is so often the case with Berio’s works, the do instrumental parts have a vocal element. A powerful pulse is the binding element running through the entire piece. In this work, the composer aimed to explore the boundaries of bowing technique and dynamics. vr

The three Danzas by Manuel de Falla are taken from various ballets by the composer, including El Amor Brujo. Elias Arizcuren has arranged these for the Cello Octet. za

64 woensdag 22 oktober

16:00 uur Grote Zaal vr Mit innigem Ausdrück

Harro Ruijsenaars cello Paul Komen piano

Robert Schumann (1810-1856) Sonate in a opus 105 za Mit leidenschaftlichem Ausdruck Allegretto Lebhaft

Franz Liszt (1811-1886) Schlaflos! Alexander Petöfi zo Frédéric Chopin (1810-1849) Introduction et Polonaise brillante

pauze ma Hommage aan Jean Decroos (1932-2008)

De volgende oud-leerlingen van Jean Decroos zullen een hommage aan hem brengen: Fred Pot, Arthur Oomens, Saskia Boon, Daniel Esser, Marien van Staalen, Carla Schrijner, Jan Ype Nota, Ansfried Plat, Quirine Viersen, Yke Viersen, Pascale Went en Monique Bartels. di

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt woensdag 22 oktober om 20.30 uur uitgezonden in het programma KRO Avondconcert op radio 4. wo Schumann: sonate geschreven zijn , zijn alleen de Stuecke im De vioolsonate op. 105 in a werd voltooid Volkston origineel voor deze kombinatie. door Schumann nog geen jaar na het De andere twee voor klarinet, resp. hoorn celloconcert op. 129 in a. Het werk heeft en piano. Als men voorts bedenkt dat niet alleen de toonsoort van de drie delen Schumann, die zelf van mening was dat do gemeenschappelijk, a klein, F groot en het celloconcert een opgewekt stuk was a klein, het begint bovendien met een dat aan de schaarse cellolitteratuur een letterlijk citaat uit het eerste thema van virtuoos romantisch werk toevoegde, het celloconcert. Een soort ”nageboorte”, nooit een uitvoering heeft beleefd en dat dus. De ligging van de vioolstem is vaak hij, nadat het door de onbetekenende vr in het lage register, donker van karakter cellist Robert Emil Bockmuehl die hij het en het eerste thema is in zijn geheel stuk had toegedacht, geweigerd was, voorgeschreven op de G snaar. Ziehier een vioolversie maakte, dan is het bijna enkele van de overwegingen die mij een Wiedergutmachung van cellistische ertoe brachten dit fascinerende werk zijde om het omgekeerde proces op de voor de cello te transcriberen. Van de drie vioolsonate toe te passen. za Schumannwerken die voor cello en piano Zelf ben ik van mening dat het stuk op vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober woensdag 22 oktober 65

de cello een wat meer fysieke gestalte krijgt, met name het laatste deel, in vr zijn weerbarstigheid soms heel dicht bij het karakter van het laatste deel van het celloconcert. De toonsoorten bleven vanzelfsprekend onveranderd, meestal is oktavering naar beneden za toegepast, maar, vooral in het eerste deel kon de ligging van de vioolstem vaak gehandhaafd blijven. Het feit dat Schumann heel vaak ruimte laat in het middenregister van de pianostem draagt ertoe bij dat de cellostem niet wordt zo ”opgegeten”. Ik speelde mijn versie voor het eerst in Zweden, in november 2006. Dit wordt de eeste uitvoering hier in Nederland. Harro Ruijsenaars ma

Franz Liszt arrangeerde of herschreef graag en veelvuldig zijn eigen composities – en ook vaak die van anderen. Van verschillende van zijn eigen werken voor piano solo vervaardigde di hij later in zijn leven versies voor cello en piano, zoals de Romance Oubliée en de nog bekendere Lugubre Gondola. Harro Ruijsenaars bewerkte de Nocturne Schlaflos uit 1883 en Alexander Petöfi, een wo herdenkingscompositie voor de dichter en revolutionair, voor cello en piano.

Frédéric Chopin was zeer goed bevriend met de gevierde cellist Auguste Franchomme, leraar aan het do conservatorium van Parijs. Samen met Franchomme werkte hij aan de sonate voor cello en piano en ook de originele cellopartij van de Introduction en Polonaise Brillante was grotendeels van vr de hand van Franchomme. De leraar van Harro Ruijsenaars aan het Conservatorium van Parijs, Maurice Gendron ‘verbeterde’ de originele versie door een aantal virtuoze loopjes uit de pianopartij over te hevelen naar de cello. za 66 Hommage aan Jean Decroos

‘Vaarwel, cher maître’

Op 27 april van dit jaar overleed de cellist Jean Decroos tijdens een concert in Angers, kort voor zijn zesenzeventigste verjaardag. Jacques Brel zingt: ‘C’est dur de mourir au printemps’. Sterven in de lente is hard, sterven in de kracht van het leven laat de nabestaanden in verbijstering achter.

Jean Decroos heeft in het Nederlandse muziekleven een vooraanstaande rol gespeeld. Dertig jaar lang was hij solocellist van het Koninklijk Concertgebouworkest. Met zijn vrouw, de pianiste Danielle Dechenne, vormde hij een vast duo dat intensief optrad. Als oprichter en lid van het Guarneri Trio, eerst met Herman Krebbers, later met Eeva Koskinen, heeft Jean een grote kamermuziekpraktijk opgebouwd. Jean, die kritisch kon zijn over dirigenten en componisten, is een groot pleitbezorger geweest van het werk van Frank Martin, wiens genialiteit hij al vroeg heeft onderkend.

Jean was een begenadigd pedagoog, die zijn kennis en ervaring in dienst stelde van studenten aan de conservatoria in Den Haag en Amsterdam. Zijn lessen waren orthodox van opzet, met een uitgebreid etudepakket als technische basis, en stevig gefundeerd in het Franse repertoire. De celloconcerten van Saint-Saëns en Lalo en de sonates van Debussy en Fauré, werken die hij zelf graag en regelmatig speelde, passeerden steevast de revue. Hoewel Jean in staat was om tot in detail technische problemen te analyseren, vormde de non-verbale communicatie de hoofdmoot van zijn instructie. Zo, achter de cello, combineerde hij muzikale aanwijzingen met een demonstratie van technische mogelijkheden. Nooit stonden techniek en muziek los van elkaar, altijd plaatste hij het ambachtelijke in het kader van de compositie. Van deze professionaliteit hebben zijn leerlingen optimaal kunnen profiteren. Vrijwel alle studenten van Jean hebben hun plaats gevonden in het muziekleven, als orkestmusicus of als docent, een enkeling als internationaal toptalent. Het aantal aanvoerders onder zijn oud-leerlingen is opmerkelijk; en velen van hen geven als hoofdvakdocent Jeans inzichten aan een nieuwe generatie door. Zo voegt de pedagoog Jean Decroos zich in de traditie van voorgangers als Gérard Hekking en Carel van Leeuwen Boomkamp.

Op Jean leken de jaren geen vat te hebben. Na zijn pensionering bleef zijn spel op hetzelfde hoge niveau. Hij maakte verre concertreizen, steeds met het jongensachtige enthousiasme dat hem kenmerkte. Kort geleden verzorgde hij een integrale opname van de cellowerken van Julius Röntgen. De dood verraste hem en zijn dierbaren volledig.

Marien van Staalen vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober woensdag 22 oktober 67

fringe vr 19.00 uur BAM Zaal FRINGE Presentatie Stichting Cellosonate Nederland

Doris Hochscheid cello za Frans van Ruth piano

Twee bevlogen musici vertellen over hun liefde voor de Nederlandse cellomuziek en presenteren hun cd Dutch Cello Sonatas. zo

ma

di

wo

do

vr

za 68 Alfredo Piatti (1822-1901)

Alfredo Piatti, hof-cellist van Koningin Victoria

Alfredo Piatti (1822-1901) was een echte ster-cellist. Zijn ontmoeting met Frans Liszt betekende een vliegende start voor zijn carrière. Liszt was een bewonderaar van Piatti’s virtuoze spel en schonk hem een Amati-cello. Piatti maakte vele toernees en vestigde zich uiteindelijk in Engeland, waar hij grote invloed had op het cellospel.

‘Iedere grote kunstenaar is een wereld in zichzelf, met een uitstraling op zijn omgeving die gelukkig maakt en bewust maakt van dingen die uitgaan boven het alledaagse, het on-poëtische.’

Na één of twee generaties is deze uitstraling verdwenen en moet men al een bijzonder gevoel voor de dingen hebben om ’t speciale van zo’n man nog te waarderen. Wat te denken van Piatti’s vele liederen met cello-obligaat, met titels als The Serpentine en Hyde Park Corner? En van wat men lezen kan over Joseph Joachim, groot vriend en vertolker van Brahms, die een strijkkwartet had met Piatti als cellist en Londen als basis. Of van deze schokkende mededeling in Piatti’s biografie uit 1902: ‘Toen Mendelssohn zijn nieuwe celloconcert naar Piatti in Londen stuurde, verging het schip bij Doggersbank.’ Een belangrijk kunstenaar moet Piatti zeker zijn geweest.

Gebleven zijn Piatti’s 12 caprices, soms zelfs in het openbaar uitgevoerd: moeilijk, moeilijk en toch ook heerlijk Italiaans, als ’n Donizetti, Bellini of vroege Verdi – Rigoletto! Op de achtergrond natuurlijk de droom van iedere strijker/componist: wilde ik toch maar een beetje op Paganini lijken! Wat kónden die oude cellisten toch veel, en alles zonder een punt onder hun cello – gewoon met het ding tussen de benen geklemd... Waar komt toch dat idee vandaan, dat er vroeger slechter gespeeld werd dan nu? Als Bach en Mozart zo slecht speelden, waarom componeerden ze dan zo goed?

Anner Bijlsma english | Alfredo Piatti (1822-1901) 69

Alfredo Piatti, court cellist to Queen Victoria

Alfredo Piatti (1822-1901) was a true star cellist. His meeting with Frans Liszt signified a fly- ing start to his career. Liszt was an admirer of Piatti’s virtuosic playing and gave him an Amati cello. Piatti undertook many tours and eventually settled down in England, where he was to have a great impact on cello playing.

‘Every great artist is a world in himself, radiating an aura about him that brings joy and an awareness of things that transcend the commonplace, the unpoetic.’

After one or two generations this aura has disappeared and one needs to possess a special feeling for such things in order to still be able to appreciate what was so special about such a man. What should one make of Piatti’s many songs with cello obligato, with such titles as The Serpentine and Hyde Park Corner? And of what one can read about Joseph Joachim, a great friend and interpreter of Brahms, who had a string quartet with Piatti as cellist and London as its base. Or of this shocking account in Piatti’s biography of 1902: ‘When Mendelssohn sent his new cello concerto to Piatti in London, the ship sank at Doggersbank.’ Piatti must surely have been an artist of importance.

Piatti’s 12 Caprices have survived, and are sometimes even performed in public: difficult, difficult and yet also delightfully Italian, like a Donizetti, Bellini or early Verdi – Rigoletto! In the background, naturally the dream of every string player/composer: I wanted after all to resemble Paganini just a little! How much those old cellists were capable of, and all that without a spike under their cello – simply with the instrument clamped between their legs… However did the idea arise, that in those times they played worse than nowadays? If Bach and Mozart had played so badly, how could it be possible that they composed so well?

English translation: Anner Bijlsma 70 woensdag 22 oktober

20.30 uur Grote Zaal vr Romeo en Julia

Gary Hoffman cello Frans Helmerson cello Colin Carr cello za Holland Symfonia Dmitry Yablonski dirigent

Elliott Carter (*1908) Celloconcert (Hoffman) Lento - Maestoso - Tranquillo - Allegro zo fantastico

Edward Elgar (1857-1934) Celloconcert (Helmerson) Adagio - Moderato Lento - Allegro Molto Adagio ma Allegro - Moderato - Allegro ma non troppo pauze

Sergej Prokofjev (1891-1953) Suite uit Romeo en Julia Romeo at the Fountain di Montagues and Capulets Romeo at Julia’s Grave

Witold Lutoslawski (1913-1994) Celloconcert (Carr) Introduction Four episodes wo Cantilena Finale

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt rechtstreeks uitgezonden in het programma KRO Avondconcert op radio 4. do Carter: Celloconcert De vrijwel honderdjarige Elliott Carter had difficulty’, aldus Alex Ross in het prachtige geen beter geboortejaar kunnen hebben: boek The Rest is Noise - Listening to the in 1908 kwam namelijk Das Lied von der Twentieth Century, zowel plicht als plezier vr Erde tot stand, en met enige vrijheid zou voor iedereen die wil weten wat er van de je dat werk kunnen beschouwen als het ‘klassieke’ muziek in de twintigste eeuw slotakkoord van de romantiek. is geworden. ‘Carters favoriete strategie was om onafhankelijke lijnen vol activiteit Carter, de gigant van het Amerikaanse tegenover elkaar te plaatsen in lagen die modernisme in de jaren vijftig en zestig, over elkaar heen liggen en door elkaar za ‘embraced the aesthetic of density and heen snijden, als verkeerswegen.’ Samen vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober woensdag 22 oktober 71

met Milton Babbitt stond hij later aan de Zoek helemaal niet, maar luister alleen, kop van een aantal Amerikaanse atonale met alle aandacht en concentratie. Luister vr en twaalftoons-componisten wier werk hier alleen naar klank, alléén naar klank. zelden of nooit wordt uitgevoerd (Ralph Shapey, Charles Wuorinen, George Perle Elgar: Celloconcert e.a., later aangevuld met Schönberg- Elgar begon in de zomer van 1919 aan volgelingen als Stefan Wolpe en Ernst zijn Celloconcert, kort na afloop van za Krenek). de Eerste Wereldoorlog. De sombere, Hoe kan een korte tekst als deze hulp wiegende zang waarmee het eerste bieden bij het luisteren naar Carters deel na de inleidende akkoorden van de celloconcert uit 2001, dat misschien solocello opent, lijkt wel een klacht over minder dan zijn eerdere werk ‘the het leed dat de oorlog miljoenen mensen aesthetic of density’ ademt, maar nog had gebracht. Na een iets levendiger zo wel degelijk die van ‘difficulty’…, en dat intermezzo van strijkers en houtblazers, met inderdaad ook die kruisende lijnen laat een nieuw motief, keert het hoofdthema zien? terug. Het tweede deel, een scherzo, Het werk bestaat uit zeven aaneen- ademt met zijn dartele melodie een gesloten fragmenten – ‘delen’ zou al te zonniger sfeer. In het langzame derde ma veel duidelijke structuur suggereren: deel herinnert de mooie melodie aan - Een recitatief-achtige introductie voor de bewondering die Elgar voor Robert de solist (heel even komt de gedachte Schumann had. Pas in het laatste deel boven aan een ultra-moderne parallel is sprake van een echt concertante met het begin van het Elgar-concert!); spanning tussen solist en orkest, waarbij de - een met erupties en orkestrale stoten bal heen en weer wordt gegooid, wordt di ondersteund en ook weer gehinderd opgevangen... of niet. Het hoogtepunt allegro appasionato; van het concert ligt in het smachtende, - een werkelijk geestig giocoso waarin steeds heviger leed van de slot-episode. een houtblok en ander slagwerk Componist, speler en luisteraar krijgen afwisselt met origineel, zenuwachtig geen genoeg van het prachtige, wo gebabbel van de solist; smartelijke thema dat, tenslotte, in beide - een langzame passage met de cello betekenissen uitgeput, naar de snelle in lage ligging, verademing na de afsluiting leidt. voorafgaande beweeglijkheid; De première vond eind 1919 plaats - een moeilijk omschrijfbare onder bedroevende omstandigheden. overgangspassage naar De dirigent van het concert, gegeven do sprookjesachtige klankeffecten van door het London Philharmonic Orchestra, het solo-instrument in hoge ligging had zo veel repetitietijd voor de andere boven lange lijnen van een basklarinet; programma-onderdelen gebruikt dat - gevolgd door enkele minuten prettig, voor Elgar, die zijn eigen concert (met als onnavolgbaar geweld; solist Felix Salmon) zou dirigeren, vrijwel vr - uitmondend in een korte, intrigerende geen repetitietijd overbleef. Het gevolg slotcadens voor de solist. was een zeer slechte uitvoering, en het Lees dit en vergeet alles weer als u dit werk werd door de critici neergesabeld. concert hoort. Zet uw oren wijd open. Zoek Salmon emigreerde naar Amerika; hij niet naar maat, zoek niet naar melodie, zou de teleurstelling nimmer hebben zoek niet naar harmonische steunpunten. overwonnen… za 72 woensdag 22 oktober

Jacqueline du Pré (1945-1987) gaf het Het celloconcert werd tussen 1968 en 1970 vr werk met haar hartstochtelijke vertolking geschreven voor Mstislav Rostropovitsj en in ruime kring bekendheid. (zie youtube. de Royal Philharmonic Society in Londen. com) Ook in dit werk heeft de componist zijn techniek van de ‘beperkte aleatoriek’ Prokofjev: Romeo en Julia toegepast: binnen bepaalde tijdkaders za De suite uit het avondvullende ballet hebben de musici de ruimte om te kiezen Romeo en Julia die vanavond op de tussen varianten van hun partij – ook lessenaars staat, is samengesteld op andere componisten van Lutoslawski’s basis van de persoonlijke voorkeuren generatie, Boulez, Stockhausen en, al van chef-dirigent Otto Tausk. Dit is slechts eerder, John Cage boden voor het eerst een klein gedeelte uit de dertiendelige aan musici de ‘vrijheid’ om af en toe hun zo suite. Die verhaalt van de tragedie van eigen weg te gaan. het jonge Italiaanse paar Romeo en Julia: de strijd tussen hun families, hun De vier delen gaan in elkaar over. Er is gedwongen afscheid en ten slotte hun een lange inleiding voor de solo-cello dood. Het werk is een voorbeeld van – stotende, repeterende noten, lange ma Prokofjevs grote lyrische stijl van de jaren en korte uithalen, gestotter en geloei, dertig en veertig van de vorige eeuw, jankende glissando’s, aanloopjes tot droef zoals deze ook klinkt in zijn vijfde en zesde gezang, hij neemt echt de tijd – maar dan symfonie en in zijn beroemde filmmuziek wordt het betoog ruw onderbroken door voor Eisenstein. Romeo en Julia is een van scherpe trompetten. Ook later is het koper Prokofjevs meest expressieve werken, en confronterend, wanneer in het tweede di behoort, ondanks de vaak schrille en barse deel de solist, die de draad bedeesd weer klanken, tot de populairste muziek van opneemt, de dialoog wil aangaan met de twintigste eeuw. Ongetwijfeld is dat verschillende groepen uit het orkest. Het te danken aan de meeslepende, breed derde deel, een wanhopige cantilene, opgezette melodiek van de tragische brengt enige toenadering tussen de wo scènes: een opvallend contrast met de partijen, maar in de finale (door de ritmische gedeelten. Behalve de suites componist gekenschetst als een ‘duel’), componeerde Prokofjev ook nog een ingeleid door een ruwe interventie reeks van tien pianostukken op thema’s uit van het orkest met indrukwekkende de balletmuziek van Romeo en Julia. klankruïnes, gaat het weer hard tegen hard. Het lijkt wel of alle wanhoop van do Lutoslawski: Celloconcert een eeuw is samengeperst in talloze Witold Lutoslawski kwam uit een gegoede nerveuze sidderingen, in het orkestgeweld Poolse familie. Hij studeerde in Warschau afgewisseld met dissonante celloklanken wiskunde, viool en compositie, maar en bars gegrom. Maar de ‘overwinning’ de Duitse en Russische invasie in 1939 wordt, zoals het hoort, gegund aan vr belette hem verder te studeren in Parijs. de solist, die zich aan het slot weer de Het stalinistische bewind veroordeelde repeterende noten van de inleiding zijn muziek, maar met zijn Concert voor herinnert. orkest (1954) vestigde hij zijn naam, Schitterende, pure woede op het hoogste ook internationaal. Lutoslawski wordt niveau, letterlijk in alle soorten en maten, beschouwd als een van de belangrijkste dat zijn de onder- en de boventonen van za Poolse componisten van de twintigste dit kleurrijke meesterwerk. eeuw. Lucas Bunge englishvrijdag 17 | oktober & zaterdag 18 oktober woensdag 22 oktober 73

How can a short text like this one offer Stockhausen and, even earlier, John Cage help in listening to Carter’s cello concert of also offered musicians the ‘freedom’ to vr 2001, which while it may be less pervaded occasionally go their own way for the first by the ‘aesthetic of density’ than his time. earlier work, still unmistakeably displays the ‘aesthetic of difficulty’….and also clearly Elgar began work on his cello concerto displays those same interweaving lines? in the summer of 1919, shortly after the The work consists of seven connected end of the First World War, and the za fragments – ‘movements’ would suggest a sombre, rolling tune at the beginning of much clearer structure than is the case: the first movement after the solo cello’s - A recitative-style introduction for the introductory chords brings to mind a soloist (an ultramodern equivalent of lament on the suffering that the war the beginning of the Elgar concerto is brought to millions of people. Following the thought that briefly springs to mind!); a somewhat livelier intermezzo with a zo - an Allegro appasionato, at times new motif played by the strings and supported and then again hindered by woodwinds, the main theme returns. The eruptions and orchestral blasts; second movement, a scherzo, radiates a - a truly witty Giocoso in which a wood sunnier atmosphere with its playful melody. block and other percussion instruments In the slow third movement the lovely alternate with the soloist’s original, melody reminds us of Elgar’s admiration ma nervous babble; for Robert Schumann. Only in the final - a slow passage featuring the lower movement does a true concertante register of the cello, a welcome respite tension exist between the soloist and after all the preceding activity; orchestra, with the ball being thrown - a description-defying transitional back and forth and caught…or not. passage leading to fabulous sound The concerto’s high point is found in the di effects produced by the solo instrument languorous, ever-increasing suffering of the in a high register, above long lines closing episode. The composer, performer played by the bass clarinet; and listener just cannot get enough of - followed by several minutes of the superb, heart-rending theme that, enjoyable, unparalleled violence; exhausted in both senses of the word, - flowing into a short, intriguing, finally leads to the work’s swift conclusion. wo concluding cadenza for the soloist. Read this and then forget it all when you Romeo and Juliet is one of Prokofiev’s most listen to this concerto. Open your ears expressive works, and is among the most wide. Don’t look for the barlines, don’t popular compositions of the twentieth look for melody or search for a harmonic century, despite the frequently strident foothold. Don’t look for anything at all, and harsh sounds. This is undoubtedly due do simply listen with all of your attention and to the compelling, broadly conceived concentration. Just listen to the sound, melodiousness of the tragic scenes; nothing but the sound. these provide a striking contrast with the rhythmic sections. Lutoslawski composed his cello concerto English translation: Frances Thé for Mstislav Rostropovich and the Royal vr Philharmonic Society in London between 1968 and 1970. The composer also applied his ‘restricted aleatoric’ technique to this work: within specific time frames the musicians have the opportunity to choose between variants of their part – other za composers of his generation: Boulez, 74 donderdag 23 oktober

vr

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast za Alexander Rudin cello J.S. Bach, Suite nr. 5 in c Prélude, Allemande, Courante, Sarabande, Bourrée, Gigue

Anner Bijlsma over de Bachsuites: zie pagina 28 zo

ma

10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass di BAM Zaal: Frans Helmerson cello Bimhuis: Harro Ruijsenaars cello

wo

do 12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma

Anner Bijlsma, zelf jarenlang solocellist van het Concertgebouworkest, praat met zijn oud-collega’s Harro vr Ruijsenaars, Godfried Hoogeveen en Gregor Horsch over het leven in het Koninklijk Concertgebouworkest. Ook wordt gesproken over hun dit jaar overleden collega Jean Decroos. Barbara de Machula, dochter van Tibor de Machula – solocellist van 1947 tot 1977 – vertelt over haar vader en de DVD die zij over hem heeft samengesteld. za vrijdag 17 oktober & zaterdagvrijdag 18 oktober 17 oktober & zaterdag 18 oktober 75

vr

13.30 uur BAM Zaal FRINGE Film Tibor de Machula fringe

Barbara de Machula maakte een film over haar vader Tibor de Machula, solocellist van za het Concertgebouworkest van 1947 tot 1977. en Herman Krebbers com- mentaar op leven en werk van Tibor de Machula.

zo

ma

di

wo

do

vr

za 76 donderdag 23 oktober

15.00 uur Grote Zaal vr Pohádka

Larissa Groeneveld cello Michel Strauss cello Frank van de Laar piano za Maria Belooussova piano

Erwin Schulhoff (1894-1942) Cellosonate in C opus 17 Frisch Langsam, getragen zo Fließend in tempo di menuetto Rondo, munter

Philippe Hersant (*1948) Les ombres de Giverny (Nederlandse première) ma Leosˇ Janácekˇ (1854-1928) Pohádka Sergej Rachmaninov (1873-1943) Cellosonate in g opus 19 Lento - allegro moderato Allegro scherzando Andante Allegro mosso di Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt donderdag 23 oktober om 20.00 uur uitgezonden in het programma KRO Avondconcert en vrijdag 24 oktober om 13.00 uur in het programma KRO Middagconcert op radio 4. wo Vele gezichten Het leven van de Tsjechische compo- van de sonate, vol frisheid en van een nist Erwin Schulhoff eindigde op tragische jeugdig optimisme. Dan te bedenken dat wijze in een kamp in Beieren tijdens de de componist het schreef eind 1914, toen Tweede Wereldoorlog. In 1942 overleed de Eerste Wereldoorlog in volle gang was. do hij daar aan tuberculose, achtenveertig Pas in 1964 vond de première plaats. jaar oud. Wie alleen composities kent als bijvoorbeeld het relatief vaak gehoorde Waterlelies Strijksextet, vol broeierige diepten en Als de Franse componist Philippe Hersant ijskoude oppervlakten, komt snel in de iets gemeen heeft met Erwin Schulhoff, verleiding hierin de profetische klanken dan is het wel de bereidwilligheid om vr te horen van een ‘entartet’ kunstenaar. zich de meest uiteenlopende stijlen De componist Schulhoff kent echter vele uit de muziekgeschiedenis eigen te gezichten: zo was de jazz een belangrijke maken, van Monteverdi tot Stockhausen, inspiratiebron en schreef hij in de twintiger zonder daarbij de welluidendheid (en jaren een aantal dadaïstische werken. In daarmee ook het publiek) uit het oog te de vroege Cellosonate opus 17 is juist de verliezen. Hersant laat zijn oeuvre officieel za classicistische Schulhoff aan het woord. Dit beginnen bij het orkestwerk Stances uit elegante werk is gestoeld op de principes 1978. Daarna volgde onder meer een vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober donderdag 23 oktober 77

ballet, veel kamermuziek en een opera die verliefd wordt op Maria, dochter van gebaseerd op een verhaal van Jules de koning van de onderwereld Kastchei. vr Verne. Voor de cello schreef hij een Het is volgens Janácekˇ niet de bedoeling, solowerk en twee concerten; Les ombres letterlijke handelingen terug te horen in zijn de Giverny is de nieuwste aanwinst. Het compositie. Maar het kan natuurlijk wel: in werk ontstond naar aanleiding van het de tien minuten die de driedelige versie Kamermuziekfestival van Giverny waar van Pohádka duurt, galopperen paarden, Hernant in 2007 composer in residence ruisen beekjes en zijn Maria en Ivan za was. Dit plaatsje aan de Seine dankt haar hopeloos verliefd. Wellicht laat zelfs de faam voornamelijk aan Claude Monet. kwade Kastchei zijn tanden zien, al wordt Deze schilder bezat hier een huis en een de muziek nooit écht eng. tuin met waterpartijen vol lelies. Monets beroemdste schilderijen hebben Gelijkwaardige instrumenten zo hun bestaansrecht hieraan te danken. Nadat Sergej Rachmaninov eens zijn Les ombres de Giverny is dan ook een Cellosonate in g voor de radio had muziekstuk in de beste traditie van het gehoord, prees hij de uitvoering maar Franse impressionisme, met onmiskenbaar was hij niet te spreken over de balans: de moderne trekjes. opname-technici hadden de cello veel te veel op de voorgrond geplaatst, terwijl ma Russisch sprookje het toch ging om een compositie voor Juist bijzonder expressionistisch is de twee gelijkwaardige instrumenten. Als het muziek van Leosˇ Janácek.ˇ Deze russofiel geluid wel in orde is, valt op hoe knap had een voorkeur voor bloedige, tragische de lyriek van het strijkinstrument in het en lieflijke episodes uit de Russische eerste deel verweven is met de complexe geschiedenis, die hij in felle klankkleuren pianopartij. Na een nurks-virtuoos scherzo di omzette in zijn opera’s en andere werken. mogen beide spelers zich in het Andante Ook Pohádka (‘sprookje’) voor cello en verheugen op smachtende melodieën. piano is gebaseerd op een Russische Oorspronkelijk eindigde de sonate zoals hij bron: Vasili Zukovski, een negentiende- begint: in stilte. De uitzinnige slotmaten van eeuwse dichter en goede vriend van de finale voegde Rachmaninov later toe. Poesjkin. In een folkloristisch sprookje Floris Don wo vertelt Zukovski het verhaal van prins Ivan

do

vr

za 78 donderdag 23 oktober

17.00 uur Grote Zaal vr TAKE FIVE Elliott Carter 100 jaar

Fred Sherry cello Stephen Gosling piano za Elliott Carter (*1908) Figment Two Elegy Sonata Elliott Carter Moderato Vivace molto e leggiero Adagio zo Allegro

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt donderdag 23 oktober om 20.00 uur uitgezonden in het programma KRO Avondconcert op radio 4. ma Thoughts on Elliott Carter ‘I met Elliott Carter in 1967 when preparing “Yes, I like that.” his Harpsichord Sonata for a recording. I was eighteen and he was fifty-eight. “I have never understood that bowing.” In those days he was quiet, intense, di observant, and gave the impression, to “I don’t want to think about it any more, me at least, that he could apply his mind you should do what you want and I will tell to any subject. He spoke very little, but you if I don’t like it.” he was always friendly and asked that I call him Elliott. His ear was always on the His music continued to develop and I music as he told us his specific thoughts continued trying to keep up. A Mirror wo about timing and mode of execution and on Which to Dwell was a time of intense occasionally asked questions about how involvement with Carter. The piece the performance could be improved. was commissioned by a group that I played with during the 1970s and at the Over the years that followed I played for first meeting with Carter he asked the him many times. There were numerous members of the group, all of whom he do sessions on the Cello Sonata during which knew well, if his music was too difficult to I asked about the first performance and play. We all responded that the writing how the fingerings and bowings came was fine while holding in our fear about to be as they are in the printed edition. not being able to play the music he had Eventually I understood that in 1947 Carter already written. did not feel comfortable about notating vr all the intricacies of bowing and that he Premieres came and I attended, not relied on Bernard Greenhouse for the final always feeling that I understood the music, version. Later I became bold and asked but always enjoying it. Over the years Elliott if he approved of certain changes Elliott and I became friends, I often had that I had made in the original bowings dinner with him and his wife Helen and and he accepted some of these changes others who were part of the Carter circle. za answering in a variety of ways: The New York music scene has always vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober donderdag 23 oktober 79

been vibrant and it seemed particularly so ideas more sharply into focus. For example, in the 1960s and 70s, partly because I was the opening notes, which were originally vr young and additionally because of the sustained from one note to the next, composers (Carter, Foss, Wuorinen, Cage, came to be separated by rests, and more Babbitt, Wolpe and Bernstein) whose dynamics were added. music I played and whose friendship I appreciated. All these composers knew More time, more discussions about each other and attended each other’s American poetry, trips to the Metropolitan za concert. Museum of Art, and one day the question Elliott Carter of the old Elegy came up. I was asked if I As I grew up musically I fell into the habit would play it at a Carter festival in Torino. of practicing in order to improve not only The Elegy was originally a cello piece from every detail but also my understanding of 1939. It was not an elegy for a particular the overall shape of each new piece that person, and even Carter, with his prodigious zo I played. Finally, I did grow up and it is the memory, could not remember the cellist time of the Cello Concerto. One day my for whom it was written. In fact, the only fax machine started up and out rolled a remaining versions were the one for viola message: “Fred, HELP! Elliott” and a page and piano and the one for string quartet. of music. I practiced this music and went The original cello piece was lost. to his apartment and played it for him. He ma asked why particular passages worked Elliott said he was never perfectly happy better than others and said he wanted with the viola version: the piano part was to make some changes. This went on for “too busy.” In a magical moment he got some weeks, six sessions in all, and at the a look in his eye and said “I will remember last session he handed me an envelope how I felt in 1939 and write the piano part which I opened to findFigment No. 2 again, but Fred, you must tell me what is the di Remembering Mr. Ives. correct key for the cello version.” I decided on B flat, Elliott agreed and a few days later I felt elated and flattered and promised to he handed me the new version as a 59th come back soon to play the piece for him. birthday present. He said ‘Don’t come back too soon, these More time, more new pieces, Carter is sessions with you are exhausting to me.’ almost 100 years old and my wife Carol and wo I did come back to play and some I are still going over to his apartment for changes were made to the notation dinner and taking him to museums.’ (not to the music) in order to bring his Fred Sherry

In de finale van het Nationaal Celloconcours op 24 oktober om 20.00 uur in de Grote do Zaal zal ook Figment One van Elliott Carter te horen zijn, als eerbetoon aan de bijna 100- jarige componist.

18.00 uur BAM Zaal vr FRINGE Film Labyrinth of Memory fringe

Film van Frank Scheffer over Elliott Carter, de op 11 december 2008 honderd jaar wordende Amerikaanse componist, van wie tijdens de Biënnale alle werken voor cello- solo worden uitgevoerd. za 80 donderdag 23 oktober

19.30 uur Foyerdeck 1 vr Inleiding door Thea Derks

20.30 uur Grote Zaal za Letter to a Cellist

Anssi Karttunen cello Hans Woudenberg cello Asko I Schönberg zo Reinbert de Leeuw dirigent

Franz Liszt (1811-1886) Elegie nr. 1

Toek Numan (*1971) Juli 2008 (wereldpremière) ma Vanessa Lann (*1968) Divining Apollo (wereldpremière) (Woudenberg)

Ia Ib pauze

Vanessa Lann IIb (or not IIb) di IIa

Usko Meriläinen (1930-2004) Kirje sellistille (Karttunen) (Nederlandse première) Vivo Molto lento wo Luke Bedford (*1978) 5 Abstracts (Nederlandse première) I, II, III, IV, V

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt rechtstreeks uitgezonden in het programma KRO Avondconcert op radio 4. do Liszt: Elegie Dat Franz Liszt, een oer-romanticus, soms gooide hij klassiek-romantische vorm- opduikt in concerten met hedendaagse en tonaliteitsprincipes overboord die hij muziek, is niet vreemd. Na het beëindigen eerder nog had aangehangen. vr van zijn carrière als pianovirtuoos en zijn keuze voor het priesterschap De twee Elegieën uit de jaren 1870 – op gebeurde er iets opmerkelijks met dit programma klinkt de eerste – zijn zijn muzikale expressie. Verinnerlijkt en wat betreft vorm en harmoniek nog niet meer op spiritualiteit dan klatergoud zo vervreemdend als de werken die hij mikkend verruilde hij de donderende nadien zou schrijven, maar ze hebben wel za notenlawines van zijn eerdere werk voor alles wat een weerman ‘onstabiliteit’ zou compacte, heldere miniaturen. Tevens noemen: de tonaliteit is vaag, melodie- vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober donderdag 23 oktober 81

fragmenten blijven onopgelost hangen Ook Juli 2008 – de titel drukt niet meer uit zonder bevredigend ‘antwoord’ en het dan de ontstaansperiode – kwam voort uit vr geheel klinkt als een improvisatie. De weg zelfopgelegde beperkingen. ‘Ik wilde eens voor Debussy’s ‘vrije, organische vormen’ iets schrijven waarin de musici niet zoveel en Schönbergs atonaliteit was gebaand. chromatiek te verduren kregen – je wordt er ook gek van als er in elke maat nieuwe Liszt, die het stuk schreef ter voortekens staan. Dus gaf ik elk instrument nagedachtenis aan Marie Moukhanoff, een eigen toonsoort of modus: de hobo za een mecenas die zowel hem als Richard blijft bij D groot, de fagot bij E groot et Wagner van menig opdracht had cetera – de piano en het slagwerk hebben voorzien, bewerkte de oorspronkelijk een vrije rol. Dat maakt het voor de musici voor piano gecomponeerde Elegieën heel overzichtelijk, terwijl je met het geheel tot vijfmaal toe voor uiteenlopende wel heel dichtgetimmerde akkoorden bezettingen. ‘De onthechte, zoekende kunt maken. Bij een solo hoor je een open, zo sfeer,’ meldt cellist Hans Woudenberg, ‘klassieke’ modus, maar naarmate je meer ‘maakt dit stuk tot een mooie introductie instrumenten toevoegt kunnen er hele tot het werk van Vanessa Lann.’ wonderlijke harmonische kleuren ontstaan. Voortdurende wisselingen in maatsoort is ook zoiets: lastig voor de spelers en vaak Numan: Juli 2008 ma Wanneer je als jong componist doorbreekt overbodig, want in de notatie kun je vaak met een stuk dat Burnout heet – Toek prima met een leesbare vierkwartsmaat Numan deed dat in 1996 – dan vraag volstaan. Het klinkende effect is je je bezorgd af wat er twaalf jaar later transparant maar gepeperd: soms voegen van zo iemand over is. En kijk, dat is veel: de verschillende toonsoorten zich naar elkaar in iets zoets, soms wringt het.’ Numan doet wat hij wil doen, namelijk di ‘gewoon mooie stukken schrijven, zonder teveel gewauwel eromheen’ en uit zijn Aan het begin klinkt een kalme altfluit- immer gevulde opdrachtenportefeuille solo; die melodie waaiert uit naar de blijkt, dat die missie aanslaat bij orkesten, andere musici, en geleidelijk verdicht het ensembles, solisten en theatermakers – én klankbeeld zich. ‘Je kunt het vergelijken met de vlinder van Lorenz, een begrip bij het publiek. Onlangs werd hij ‘ontdekt’ wo als muziekpedagoog: zijn vermogen om uit de chaostheorie: één vleugelslag muziek te schrijven die zowel spannend van een vlinder zou geleidelijk een als verstaanbaar is deed hem belanden keten van processen in gang kunnen in educatieve muziekprojecten voor zetten, uitmondend in een orkaan. Een kinderen, zowel bij Asko|Schönberg als fascinerend idee, want je kunt alles wat er gebeurt, herleiden tot die ene rimpeling bij het Koninklijk Concertgebouworkest. do ‘Maar,’ zegt Numan, ‘gelukkig behoedt waarmee het begint.’ de constante stroom van “gewone” opdrachten mij voor het imago van Lann: Divining Apollo kleutercomponist.’ Vanessa Lann, Amerikaanse van geboorte maar sinds 1990 gevestigd in Nederland, is Sinds Burnout heeft Numan zich ontpopt een componist die je ook ‘klankregisseur’ vr als een componist die uitblinkt in actieve, zou kunnen noemen. Haar muziek klinkt beweeglijke, snel van kleur verschietende niet als receptmatige constructie of muziek. Soms stelt hij zich bewust de taak dwingend ‘componistenmaaksel’, maar iets traags en verstilds te schrijven, ‘maar eerder als een spontane confrontatie kennelijk is er iets wat mij drijft tot gepriegel met muzikale gebeurtenissen of als een en gedoe.’ voortgaande klankstroom waarvan je za plotseling deelgenoot wordt. Natuurlijk 82 donderdag 23 oktober

ligt er wel degelijk een plan ten grondslag opzichte van het ensemble. vr aan de keuze van noten en timbres, Divining Apollo is op het lijf geschreven maar Lann neemt de luisteraar nooit in van Hans Woudenberg – ‘een cellist met een houdgreep en biedt binnen één stuk een gewijde, spirituele speelhouding,’ verschillende visies op hetzelfde (veelal aldus Lann, ‘zelfs met heel zachte, ijle beperkte) materiaal, in een vloeiend flageolet-tonen kan hij het opnemen betoog dat vaak meditatief aandoet. tegen ruige, rumoerige passages in het za ensemble.’ Woudenberg zelf merkt op: ‘Ze In Divining Apollo wordt langzaam doet opmerkelijke dingen met een cello, ingezoomd op de cellopartij. Lann ik moet de C-snaar verstemmen naar Cis, beschouwt het werk als een celloconcert, zodat je wonderbaarlijke boventonen maar niet in de conventionele zin van hoort – dat soort ingrepen bepalen mede het woord. Hoewel de cello zich pas zeer het effect van zo’n stuk.’ zo geleidelijk losmaakt uit het ensemble, is zijn bijna onhoorbare aanwezigheid aan Meriläinen: Kirje sellistille het begin essentieel voor het verloop van De Finse componist Usko Meriläinen het stuk. Wanneer zijn stem zich uiteindelijk componeerde in 1990 een celloconcert duidelijk manifesteert, blijk je zijn ‘woorden’ voor zijn landgenoot Anssi Karttunen eerder gehoord te hebben, zij het ma en het Avanti! Orchestra. De titel Kirje onbewust. Lann speelt hier het voor haar sellistille (‘Brief aan een cellist’) geeft typerende spel met het geheugen en de aan, dat het om een verhalend werk verwachtingspatronen van de luisteraar. gaat. Maar als je de muziek hoort zou het ‘To divine’ betekent ‘waarzeggen’, het evengoed ‘brief van een cellist’ kunnen verkondigen van een verborgen waarheid heten: wat aanvankelijk een solistisch (zoals bij helderzienden) en tevens het betoog lijkt, ontpopt zich gaandeweg di zuiveren van informatie, het zoeken naar als een dialoog. De cellist richt zich tot een essentie zonder ruis en vertroebeling. verschillende ‘personages’, belichaamd En de ‘divine proportion’ is de gulden door de musici van het ensemble. Hoe de snede, oftewel de ideale verhouding verhoudingen liggen, wordt geïllustreerd tussen de delen waaruit een kunstwerk door de ondertitel ‘1+9 voor cello en bestaat. Lanns muziek is altijd gebaseerd wo ensembles’: de cello ziet zich voor negen op mathematische verhoudingen zonder spelers geplaatst die geen compact dat je dat als luisteraar merkt – daar zorgt ensemble vormen maar uit kleine groepjes haar dramatisch gevoel wel voor. Subtiele bestaan: een blazerstrio, een strijkkwartet theatrale effecten horen onlosmakelijk bij en een eenmans-slagwerkset. Een haar muziek. toegevoegde contrabas staat los van het do geheel en fungeert, aldus de componist, Lann: ‘Apollo, als god van de wiskunde als ‘een soort joker die naar believen en andere wetenschappen, heeft de kan worden ingezet – of niet’. Een god Dionysus als tegenpool. Eerst hoor interactie, dus, tussen een briefschrijver je vooral dat Dionysus-element: het en diens adressaten – maar als je de titel ensemble gedraagt zich als een stel letterlijk neemt, is het een fantasie van feestbeesten met agressieve, robot- vr een componist die een eenzame strijker achtige bewegingen. Maar in de tweede intieme vragen stelt: Wat doe je nu? Wie helft – de pauze is onderdeel van de zijn je vrienden en wat ben je van plan? compositie – is het accent verschoven naar Apollo. Niet het notenmateriaal is Het modernisme van Meriläinen zit hem veranderd maar het perspectief: nu is het niet zozeer in de noten – er komen vaak de cello die zich duidelijk profileert.’ Ook za melodieën voorbij die ondanks hun visueel: de cellist neemt in de loop van dissonante harmonisering laat-romantisch het werk steeds een andere positie in ten vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober donderdag 23 oktober 83

aandoen – maar in het concept. Het idee schreef de Engelse pers. In 5 Abstracts rolt dat kunst iets verhevens uitdrukt, heeft hij Bedford zijn spieren met mate: meestal zijn vr achter zich gelaten: musici zijn bij hem kleine combinaties binnen het ensemble geen boodschappers van een goddelijke aan het woord en af en toe mondt dat stem maar vertolkers van alledaagse, uit in hectische tuttipassages. Wrang maatschappelijke processen, waarin de is de muziek wel degelijk: steeds weet één de ander provoceert tot een reactie. Bedford uit minimalistische, melodische of ritmische patronen een obsessieve stuwing za Bedford: 5 Abstracts te toveren, waarbij de raderen haperen. Michiel Cleij Het werk van de jonge Brit Luke Bedford is nieuw voor Nederland; bij Asko|Schönberg zal hij in het komende seizoen vaker te horen zijn. In Engeland zo brak hij door in 2000, toen de Royal Philharmonic Society hem honoreerde met een compositieprijs en de opdracht voor een ensemblestuk. Dat werd 5 Abstracts, een werk voor elf musici van London Sinfonietta. ‘Bedford, met zijn gespierde ma en wrange klanktaal, is een ware belofte,’

di

wo

do

vr

za 84 donderdag 23 oktober | english

Liszt arranged his Elegies originally com- gradual zeroing in on the cello part takes vr posed for piano, no less than five times place. Lann views the work as a cello con- for diverse instrumental combinations. He certo, but not in the conventional sense of composed the work in memory of Ma- the word. Although the cello only detach- rie Moukhanoff, a patroness of the arts, es itself from the ensemble very gradually, who had provided both Richard Wagner its almost inaudible presence at the begin- za and himself with many commissions. The ning of the piece has a vital influence on cellist Hans Woudenberg declared: ‘The the further course of the work. When the detached, searching atmosphere makes cello’s voice finally manifests itself clearly, this piece a fine introduction to Vanessa it becomes apparent that one has already Lann’s work.’ heard its ‘words’ earlier, even if only at a subconscious level. zo Toek Numan has proved to be a composer who excels in writing active, animated In 1990, the Finnish composer Usko Mer- music that undergoes swift colour transfor- iläinen composed a cello concerto for mations. Sometimes he deliberately sets his compatriot Anssi Karttunen and the himself the task of writing something slow Avanti! Orchestra. The title Kirje sellistille ma and quiet, ‘however, something evidently (‘Letter to a cellist’) indicates a narrative propels me towards detailed, finicky work work. However, hearing the music, it might and complex bustle.’ The composition Juli equally well be entitled ‘letter from the 2008 – the title is purely a reference to the cellist’: what initially resembles a solois- period of the work’s creation – also result- tic declamation gradually emerges as ed in self-imposed restrictions. ‘For once, a dialogue. The cellist addresses various di I wanted to write something in which the ‘personages’, embodied by the musicians musicians don’t have to endure so much of the ensemble. chromaticism – new accidentals cropping up in every bar can drive one crazy. Thus, ‘Bedford shows true promise, with his I assigned each instrument its own key or muscular and acerbic sound idiom,’ wrote wo mode: the oboe is consistently in D Major, the English press. In Five Abstracts Bedford the bassoon in E Major, et cetera – the flexes his muscles in moderation: The piano and the percussion have a free role. scoring mostly centres on small combina- This provides the musicians with tions within the ensemble and occasion- clarity, while it is in fact possible to con- ally this turns into hectic tutti passages. The struct extremely complex chords in the music is indeed acerbic: time and again, do work as a whole.’ Bedford succeeds in conjuring up an obsessive propulsive thrust out of minimalist Vanessa Lann is American by birth, but melodic or rhythmic patterns. has been living in the Netherlands since English translation: Frances Thé 1990. She is a composer who could also vr be referred to as a ‘sound director’. Her music does not sound as if it has been con- structed according to formulas, nor does it resemble a forced ‘composer’s product’; it is more like a spontaneous confrontation with musical events or a continuing stream za of sound in which one suddenly finds oneself participating. In Divining Apollo, a vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober vrijdag 24 oktober 85

vr

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast

Frans Helmerson cello za J.S. Bach, Suite nr. 2 in d Prélude, Allemande, Courante, Sarabande, Bourrée, Gigue

Anner Bijlsma over de Bachsuites: zie pagina 28

zo

ma

10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass

BAM Zaal: Michel Strauss cello di Bimhuis: Fred Sherry cello

wo

do 12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma

Anner Bijlsma praat met de Amerikaanse cellist Fred Sherry over Elliott Carter die op 11 december 100 jaar wordt (zie ook pagina vr 78). Anssi Karttunen en Hans Woudenberg vertellen over de premières van Meriläinen en Lann, de dag ervoor gespeeld.

za 86 vrijdag 24 oktober

14.00 uur Grote Zaal vr Familie, ja of nee?

Philippe Foulon lyra viol, violoncello all’ingelèse (violoncelle d’amour) za en viol d’orphée Christiaan Norde arpeggione en baryton Tatyana Loginova fortepiano Emer Buckley klavecimbel en fortepiano Ruth Hesseling altviool Lidewij Scheifes cello zo John Jenkins (1592-1678) Lessons for Lyra viol uit het Alfonso Ferrabosco (1575-1628) Manchester Book Tobias Hume (1569-1645) ma Michel Corrette (1707-1795) Sonate voor viol d’orphée en klavecimbel

Antonio Vivaldi (1678-1741) Sonate in Bes voor violoncello all’inglèse en klavecimbel Largo - Allegro - Lagro - Allegro di Joseph Haydn (1732-1809) Baryton Trio in D Adagio - Allegro di molto - Menuet

pauze wo Johann Christoph Friedrich Bach Sonate in D voor violoncello (1732-1795) all’inglèse en fortepiano Allegro Larghetto Rondo Allegretto do (1797-1828) Sonate in a voor arpeggione D821 en fortepiano Allegro moderato Adagio vr Allegretto

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.kro.nl za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober vrijdag 24 oktober 87

The Manchester Book concerten (waarvan 27 voor cello), 46 Dit zeventiende-eeuwse studieboek opera’s en meer dan 100 symfonieën. vr voor gamba wordt zo genoemd omdat Henriëtte Ellerbroek het zich bevindt in de Henry Watson Music Collection in de bibliotheek van Bach: Sonate Manchester. Het is de grootste bron Johann Christoph Friedrich Bach was de van solo-viol muziek uit die periode: 246 negende zoon van Johann Sebastian en stukken in zogeheten tabulatuur (een Anna Magdalena Bach. Hij studeerde za aan bepaalde muziekinstrumenten een tijdje rechten, maar de muziek trok aangepaste notatie, gebaseerd op hem toch meer en hij werd klavecinist de bouw en de speeltechniek van en componist. Hij was jarenlang in dienst dat instrument) in 22 verschillende van Graaf Wilhelm von Schaumburg- stemmingen. De stukken in het boek zijn Lippe en was concertmeester van diens geschreven (of gearrangeerd) door in elk hofkapel. Zijn stijl lijkt een beetje op die zo geval 38 verschillende componisten. Het van zijn vader en zijn broer Carl Philipp boek is waarschijnlijk samengesteld door Emanuel, met dien verstande dat Graaf een zekere Henrie Read, omdat achter Wilhelm erg van Italiaanse muziek hield en veel werken de naam ‘anoniem’, gevolgd Johann Christoph Friedrich dus Italiaanse door ‘Read’ voorkomt. elementen in zijn muziek verwerkte. Veel originele partituren van Johann Christoph ma Corrette: Sonate Friedrich zijn verloren gegaan, omdat het Michel Corrette, zoon van een organist, Staatliches Institut für Musikforschung in is één van de vele uitmundende musici Berlijn in de Tweede Wereldoorlog werd van zijn tijd die in de vergetelheid is vernietigd. Het is daarom moeilijk een oordeel te geven over zijn muziek als geraakt. Ja, hij wordt genoemd in de di Grove Concise Dictionary of Music geheel, omdat met name de composities maar erg positief is de beroemde die hij in de laatste jaren van zijn leven encyclopedie niet: ‘Zijn muziek is makkelijk schreef, alleen daar werden bewaard. en inconsequent en veel van zijn werk bestaat uit populaire deuntjes.’ Maar Haydn: Trio Joseph Haydn schreef zijn werken met Corrette was een succesvol organist en wo een productieve componist. Hij schreef baryton in de jaren 1771-1774 voor zijn balletten, concerten en studiemethodes broodheer vorst Nikolaas I Esterházy voor allerlei instrumenten, waaronder die zelf een fervent bespeler van het de viol d’orphée. Hij organiseerde instrument was. Hij bestelde voortdurend concerten (waar hij zijn muziek verkocht) nieuwe stukken en zo ontstonden: meer dan 120 trio’s met altviool en cello, 3 met en gaf muziekles. Zijn studiemethodes do onthullen de speeltechnieken en de viool en cello, duo’s voor 2 barytons en uitvoeringspraktijk van zijn tijd, en zijn werken voor grotere bezetting. daarom nog steeds waardevol voor elke musicus. De baryton bestond al in de 17e eeuw als tak van de gambafamilie. Hij bezat een groot aantal resonanssnaren, die Vivaldi: Sonate vr Antonio Vivaldi was een van de meest ook achter de hals met de linkerduim veelzijdige componisten van zijn tijd. Hij aangetokkeld kunnen worden. In die was het die het barokconcert ‘volwassen’ tijd waren er vele stemmingen voor deed worden. Il pretre rosso – hij was strijksnaren en tokkelsnaren. Bij Haydn priester en had rood haar – vond naast is de stemming gelijk aan die van de zijn kerkelijke arbeid genoeg tijd om te basgamba en vormen de resonanssnaren za componeren. Hij schreef meer dan 500 een toonladder in D groot met daaronder 88 vrijdag 24 oktober

nog de dominant A. Daardoor staan de gevoerd. Ook over de merites van het vr stukken veelal in D, A en G. Bij verder weg instrument, waarover twijfel heerste. gelegen toonsoorten komt geen tokkelen Schubert schreef in 1824 voor Schuster de voor (C, F, b). beroemde sonate. Hij heeft zich goed in de technische mogelijkheden ingeleefd Een anekdote wil dat de vorst beweerde, qua applicatuur (Schubert speelde zelf dat je eigenlijk maar in één toonsoort op ook gitaar). Het pizzicato wordt benut, ook za dit instrument kon spelen. Waarop Haydn in ingewikkelde akkoorden. Het instrument in het geheim, in het diepst van de nacht is daarna snel uit de gratie geraakt. De (onder het getier van zijn vrouw!) zich het toenemende vraag naar meer volume instrument eigen maakte en na enige en een uiterlijke expressiviteit kon het niet maanden zich voor de vorst liet horen in bijbenen. alle toonaarden. Die nam het gemoedelijk Christiaan Norde zo op.

Schubert: Arpeggione De Arpeggione-sonate danken we aan de samenwerking van Schubert met twee van zijn vrienden. De beroemde gitaarbouwer ma Johann Georg Stauffer ontwierp in 1825 een nieuw instrument: een gestreken gitaar, eerst genaamd Guitarre d’Amour. Het instrument is ongeveer zo groot als een gamba, heeft de gitaarstemming (E-A-d-g-b-c¹) en wordt met een cellostok di gestreken. De cellist Vincent Schuster liet zich hierop horen en publiceerde in 1825 een methode voor het nieuwe instrument. Overigens waren er andere bouwers (o.a. Peter Tenfelsdorfer in Boedapest) die de primeur opeisten en in de pers wo werd hierover een hevige discussie

do Harm Bakker vr Strijkstokkenbouw Lijsterbesstraat 23 3434 AA Nieuwegein Tel: +31 (0)30 608 08 74 za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober vrijdag 24 oktober 89

vr 17.00 uur Grote Zaal TAKE FIVE Cello-cabaret

Rebecca Carrington cello za Samen met de acteur Colin Griffinths-Brown brengt de klassiek opgeleide Engelse celliste Rebecca Carrington een wervelende show die bewijst dat klassieke muziek en humor wel degelijk samen kunnen gaan. Vele toernees en cabaretprijzen gingen vooraf aan dit eerste grote optreden tijdens een Nederlands cellofestival. zo

fringe 18.30 uur BAM Zaal ma FRINGE Presentatie Nationaal Muziekinstrumenten Fonds

Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) geeft instrumenten in bruikleen aan musici en studenten. Tijdens de presentatie zullen directeur Marcel Schopman en/of collectiebeheerder Frits Schutte vertellen over het werk van het NMF en met name ook di aandacht geven aan de collectie cello’s die het Fonds bezit.

19.00 uur Grote Zaal wo Cello Experience

Arne Deforce cello

Phil Niblock (*1933) Harm do

‘Harm voor cello en tape van de Amerikaanse componist en videokunstenaar Phil Niblock, voert ons gedurende 25 minuten mee ‘binnen-in’ de fascinerende klankruimte van een gigantische opgebouwde cello-drone. Vierentwintig aanhoudend gespeelde cellotonen vertakken zich, in een op computer door multi-tracking samengestelde vr klankband, gebaseerd op drones, interferentie en boventonen. Daarbinnen opereert de live-muzikant, ondergedompeld in een extreem luid versterkt polyfoon web van tonen, de geluidsstructuur veranderend door micro-tonale verstoring. Een cello-experience, minimalistisch uitgewerkt, maximalistisch uitvergroot. Niet langer de cello als troosteres voor de ziel maar het fenomeen van de onversneden tutti-klank van een full-range 100% ‘hyper-cello’ zoals je die nooit voorheen hebt gehoord.’ za Arne Deforce 90 vrijdag 24 oktober

20.00 uur Grote Zaal vr Nationaal Celloconcours Finale

Drie finalisten van het Nationaal Celloconcours 2008 Amsterdam Sinfonietta Alexander Rudin dirigent za Elliott Carter (*1908) Figment One

Joseph Haydn (1732-1809) Celloconcert in C Moderato Adagio zo Allegro Molto

Celloconcert in D Allegro moderato Adagio Rondo. Allegro ma Igor Stravinsky (1882-1971) Concerto in D voor strijkorkest Vivace Aria Rondo di Pauze na twee kandidaten Prijsuitreiking om circa 23.00 uur

Dit concert zal worden opgenomen door de KRO en wordt op dinsdag 28 oktober om 13.00 uur uitgezonden in het programma KRO Middagconcert op radio 4. wo Carter: Figment One Als speciaal eerbetoon aan de bijna van deze werken. Figment voor solocello honderdjarige Elliott Carter spelen de is een veelvoud van contrasterende en finalisten van het Nationaal Celloconcours dramatische momenten, geïnspireerd op do 2008 dit werk voor cellosolo uit 1994. één enkel muzikaal idee.’ Elliott Carter over Figment One: ‘Het idee om een cellostuk te componeren Haydn: celloconcerten zat al jaren in mijn hoofd, vooral omdat Beide concerten waren jarenlang niet zoveel cellisten me erom vroegen. alleen voer voor cellisten, maar ook voor Thomas Demenga vroeg me erom bij musicologen. Ongeveer 33 jaar was vr mijn vijfentachtigste-verjaardagsconcert, Haydn, toen hij in zijn ‘Entwurf-Katalog’ opdat het in première zou gaan tijdens de eerste twee solomaten van het C- een concert dat hij in New York City zou groot-concert schreef, maar bijna 130 jaar geven, en ik ging aan het werk. Demenga lang bleven deze paar maten niet meer had grote indruk op me gemaakt toen hij dan een verwijzing naar een werk dat een aantal van mijn kamermuziekwerken als verloren beschouwd werd. Bij toeval za speelde op mijn tachtigste verjaardag werd het authentieke orkestmateriaal en vooral door zijn fantastische opname teruggevonden in een subcollectie vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober vrijdag 24 oktober 91

van het Nationaal Museum van Praag vivace, wordt voornamelijk gekenmerkt ergens in een kasteel op het platteland door de ritmische complicaties die vr van Tsjechië. Wat een geschenk! Haydn sedert de Sacre Stravinsky’s taal mede schreef het in de eerste jaren (1761-1765) bepalen, al hebben ze hier een eleganter van zijn dienstverband aan het hof van de danskarakter; in het zangrijke andantino Esterházy’s, vermoedelijk voor de uiterst lijkt Verdi’s belcanto een creatieve bekwame cellist van het hoforkest Joseph metamorfose te hebben ondergaan; Weigl. een briljante rondo-finale met virtuoze za orkestrale effecten besluit het werk.’ Het tweede concert stamt uit 1783, toen Haydns reputatie al gevestigd was. Het Stravinsky schreef het stuk in 1946 in werd jarenlang toegeschreven aan Anton opdracht van Paul Sacher (1906-1999), de Kraft, een van de cellisten aan het hof van dirigent van het kamerorkest van Basel dat de Esterházy’s, waar Haydn nog steeds in toen twintig jaar bestond. Veel twintigste- zo dienst was. Nicolaus Esterházy was zo op eeuwse componisten (bijvoorbeeld Bartók, Kraft gesteld, dat hij peetvader werd van Boulez, Henze, Hindemith, Honegger en Krafts zoon Nicolaus, later ook weer een Martin) kregen van Sacher, die door zijn eminent cellist. Maar de ontdekking van huwelijk vermogend was geworden, zo’n een door Haydn getekende autograaf opdracht. De Paul Sacher Stiftung beheert maakte een einde aan de vraag wie het het omvangrijke documentatiemateriaal ma concert heeft gecomponeerd. dat Sacher in zijn leven vergaarde. Lucas Bunge Stravinsky: Concerto Muziek roept geen beelden op, maar als het dan toch moet, wat zien we dan di bij het horen van dit ‘Concerto’? Wij zien dansende dwergen met vreemde smoelen, wij zien maskers, wij zien de dronken schilderijen van Chaim Soutine of de kubistische van Georges Braque, wij zien commedia dell’arte-achtige wo acteurs, wij zien beschilderde meisjes die doen alsof... ja, dat is het, die Stravinsky, die geniale boef, die doet alsof, en hij weet ook nog dat wij hem daarom bewonderen… Net als je denkt hem te pakken te hebben, zijn ritme, zijn do stemmingen, zijn gestes, slaat hij een tel of twee over of voegt er eentje toe, maakt een rust, breekt af en spant een nieuwe draad, dikker of dunner, in een onverwachte kleur, draait zich ineens om en slaat, voortdurend dansend, een zijweg vr in die je eerst niet zag…

Allemaal machteloze woorden om te verhullen, dat dit een meesterwerk is, dat zich niet in woorden laat vangen – maar nog minder in serieuze teksten za als bijvoorbeeld: ‘…Het eerste deel, een 92 vrijdag 24 oktober | english

Carter: Figment One a rest, break off and start spinning a new line, vr As a special tribute to Elliott Carter, who is ap- thicker or thinner, in an unexpected colour, then proaching his 100th birthday, the finalists of the he will suddenly turn around and, dancing ever 2008 National Cello Competition will perform this forth, take a side road that first escaped one’s work for solo cello, composed in 1994. notice… These are all mere words, powerless to conceal za Haydn: Cello Concertos the fact that this is a masterpiece that defies For many years, both concertos kept not just being captured in words – and even less by cellists occupied, but also musicologists. Haydn serious texts such as: ‘The first movement, a vi- was around 33 years old when he wrote down vace, is primarily characterised by the rhythmic the first two solo bars of theConcerto in C Major complexities that have partially determined in his ‘Entwurf-Katalog’; however, for almost 130 Stravinsky’s idiom since The Rite of Spring, al- zo years these two bars remained the only refer- though here they have a more elegant dance ence to a work that was presumed lost. By pure character; in the lyrical Andantino, Verdi’s bel chance the authentic orchestral material was canto appears to have undergone a creative rediscovered in a subcollection of the National metamorphosis; a brilliant Rondo-finale with Museum of Prague, in a castle situated in the virtuosic orchestral effects concludes the work.’ ma Czech countryside. What a godsend! Haydn Composed in 1946, the work was commissioned composed the work during the first years (1761- by Paul Sacher (1906-1999), the conductor of 1765) of his employment at the Esterházy court, the Basle Chamber Orchestra, then celebrat- presumably for the extremely gifted cellist of the ing its twentieth year. Many twentieth-century court orchestra Joseph Weigl. The second con- composers (including Bartók, Boulez, Henze, certo dates from 1783, when Haydn’s reputation Hindemith, Honegger and Martin) received simi- di was already well-established. For many years lar commissions from Sacher, who had married the work was attributed to Anton Kraft, a cellist into great wealth. The Paul Sacher Foundation at the Esterházy court, where Haydn was still in administers the extensive documentation that service. Nicolaus Esterházy was so fond of Kraft Sacher amassed during his lifetime. that he became godfather to Kraft’s son Nico- English translation: Frances Thé wo laus, who was later also to become an eminent cellist. However, the discovery of an autograph signed by Haydn silenced any doubts regarding the work’s true composer.

Stravinsky: Concerto in D do Music does not evoke images; nevertheless, if we must come up with a description, what do we see when we hear this ‘Concerto’? We see dancing dwarfs with strange visages, we see masks, and the intoxicated paintings of Chaim vr Soutine or the cubist works of Georges Braque, we see commedia dell’arte style actors, we see painted girls who pretend…yes, that’s it; Stravinsky, that brilliant old rascal, who pretends, and he also knows that we admire him for this… Just when one thinks that one has caught on to za him, his rhythm, his moods and gestures, he will skip a beat or two or add an extra one, insert vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 25 oktober 93

vr

09.30 uur Grote Zaal Bach & Breakfast

Jaap ter Linden cello za J.S. Bach, Suite nr. 1 in G Prélude, Allemande, Courante, Sarabande, Bourrée, Gigue

Anner Bijlsma over de Bachsuites: zie pagina 28

zo

ma

10.15 uur BAM Zaal/Bimhuis Masterclass

BAM Zaal: Valter Dešpalj cello di Bimhuis: Anner Bijlsma cello

wo

do 12.15 uur Bimhuis In gesprek met Anner Bijlsma

‘Concoursen zijn voor paarden, niet voor mensen’: Even napraten over het Nationaal Celloconcours, mogelijk met deelnemers en vr juryleden. Philippe Foulon en Christiaan Norde getuigen nogmaals van hun passie voor de on(bekende) cellofamilieleden.

za 94 zaterdag 25 oktober

vr

13.30 uur BAM Zaal FRINGE Improvisatie fringe za Ernst Reijseger cello Giovanni Sollima cello

Een Siciliaanse en een Nederlandse cellist vinden elkaar in onvoorspelbare improvisa- ties. zo

ma

di

wo

do

vr

za vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 25 oktober 95

15.00 uur Grote Zaal vr Bei Männern, welche Liebe fühlen

Gregor Horsch cello Leo van Doeselaar fortepiano za Ludwig van Beethoven (1770-1827) Zeven variaties op Bei Männern, welche Liebe fühlen uit Mozarts opera Die Zauberflöte

Ludwig van Beethoven Sonate nr. 3 in A, opus 69 Allegro ma non tanto zo Scherzo: allegro molto Adagio cantabile – allegro vivace pauze ma Ensemble Explorations

Margarete Adorf viool Helmut Winkel viool Richard Wolfe altviool di Roel Dieltiens cello Geert de Bièvre cello Love Persson contrabas

Luigi Boccherini (1743-1805) Kwintet in g, G318 Allegro moderato wo Minuetto Preludio Rondo

Auguste Franchomme (1808-1884) Caprices nr. 9 in b en nr. 6 in D do Gioacchino Rossini (1792-1868) Duo in D voor cello en contrabas Allegro Andante molto Allegro

Auguste Franchomme Variaties op een Russisch vr en een Schots thema

Dit concert wordt opgenomen door de Concertzender ter uitzending op een later tijdstip. Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl za 96 zaterdag 25 oktober

Beethoven: variaties en sonate beperken. Een uitvoering met fortepiano, vr Het is een curieus feit dat Beethoven vele zoals vanmiddag, leidt echter tot een van zijn variatiewerken geen opusnummer natuurlijkere balans en geeft iedere speler wilde geven. Hij beschouwde dit Werk meer ruimte voor nuances. ohne Opus op een thema uit de toen al Gregor Horsch populaire Zauberflöte blijkbaar slechts als stijloefening. Direct na de opening, za Ensemble Explorations die nog wel mozartiaans aandoet, klinkt Er was eens een tijd dat de componisten echter een serie uiterst contrastrijke zeer goede instrumentalisten waren en variaties, waarin alle aspecten van dat alle virtuozen ook componeerden. Beethovens compositiestijl aan bod Heerlijk, om als bekend en gevierd cellist komen. Na de voorlaatste variatie, een je eigen, op maat geschreven muziek prachtig adagio, sluit het werk af met zo te spelen. Het recept was eenvoudig een lichtvoetig deel, weer helemaal in de maar zeer doeltreffend: bedenk een klassieke stijl zoals in het begin. mooie melodie of gebruik een populair thema en varieer dit veelvuldig en op Vanaf de eerste maten van de Sonate sensationele, hoog-virtuoze wijze. Natuurlijk opus 69 is het duidelijk dat de cello, in met effecten en speciale technieken die tegenstelling tot de vroegere sonates ma je zelf uitvindt of waarin je uitblinkt. Kruidt bijvoorbeeld opus 5, een gelijkwaardige het geheel met de nodige bravoure en partner van de piano is geworden. De klaar is Kees. Je nieuwe Konzertstück of cellist krijgt de kans om in alle registers te Souvenir is geboren. Op de koop toe was zingen, speelt veelvuldig in dialoog met de succes verzekerd, want het publiek was pianist en verdubbelt vrijwel nooit de partij dol op zulke staaltjes van instrumentale van de linkerhand. Na het voornamelijk halsbrekerij. Maar... hoe beroemd en di zangerige openingsdeel (Allegro ma populair deze cellisten ook waren, het non tanto) waarin het citaat uit de blijft toch opmerkelijk dat weinigen onder Johannespassie (Es ist vollbracht) van hen een boeiende muzikale inhoud wisten Johann Sebastian Bach een ingetogen te creëren. Wat ook meteen verklaart hoogtepunt vormt, volgt een typisch waarom het gros van deze muziekjes Scherzo dat met syncopen, versieringen wo samen met hun schepper verdween van en virtuoze loopjes in mooi contrast staat de concertpodia. En maar goed ook. De tot het eerste deel. Het Adagio blijkt al Rombergs, Dotzauers, Klengels, Servaisen na 19 maten een inleiding tot de Finale en consorten werden verbannen naar de te zijn. Die sluit dit meesterwerk uiteindelijk muziekscholen en conservatoria waar hun optimistisch af. concerten en etudes nog steeds menig aspirant-cellist tot wanhoop drijven. do Waarschijnlijk zou Beethoven blij zijn geweest met de ontwikkeling van de Gelukkig zijn er ook hier uitzonderingen piano in de negentiende eeuw, maar het op de regel. Luigi Boccherini, de muzikale instrument waarvoor hij componeerde poëet. Als de grootste cellist van zijn tijd had een totaal andere klank dan de kreeg hij snel genoeg van al dat virtuoze moderne concertvleugel. Vanwege vr navelstaren. De schitterende ster werd de ongelijke ‘strijd’ tussen cello en ensemblespeler en hofcomponist bij Don piano is een overtuigende uitvoering Luis, de broer van de Spaanse koning. tegenwoordig alleen maar mogelijk De 112 cellokwintetten zijn maar een als de cellist steeds helder articuleert klein onderdeel van het buitengewoon en sterker speelt dan in de partituur is uitgebreide oeuvre dat aldaar ontstond. aangegeven. De pianist daarentegen za Ofschoon hij in zijn jonge jaren al moet zich juist inhouden om op die manier opvallend mooie cellosonates , wijdde het klankvolume van zijn instrument te vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 25 oktober 97

hij zich nu aan het componeren van Wat doet Gioacchino Rossini in dit kamermuziek. De gevierde cellotovenaar programma? Hij was helemaal geen vr ontpopte zich plotseling tot een cellist. Hij speelde viool en piano maar was begenadigd toondichter die met een vooral een briljant operacomponist die heel eigen taal een betoverende muzikale bekend stond als een uiterst welbespraakt wereld wist te scheppen. Speciaal op en onderhoudend causeur. De link met verzoek van Maarten Mostert spelen we de cellisten is niet dat hij een weemoedig het g-klein-kwintet omdat hij gek is op het iemand was, integendeel, maar wel dat hij za melancholische middendeeltje van het een eminente lekkerbek en levensgenieter menuet. En ontroeren kan Boccherini als was. Ons pleziert het natuurlijk in hoge geen ander. mate dat hij ook twee heel leuke Is melancholie typisch iets voor cellisten? cellostukjes heeft ‘bereid’. Une Larme met Maakt de klank van de cello iemand klavier en het Duo met contrabas. Het weemoedig? Of is het de romantiek die is dit laatste dat we voor u serveren op zo eigen is aan het instrument en het beste in traditionele wijze. Rossini schreef het voor de componist naar boven doet komen? de Londense bankier Solomon die ook Allemaal vragen die rijzen als we luisteren amateurcellist was en voor de Italiaanse naar de zalige, veredelde salonmuziek van ster-contrabassist Domenico Dragonetti. Auguste Franchomme. Evenals Boccherini Deze speelde op een driesnarige(!) bas. En ruilde die het solistenbestaan voor de dat doet onze bassist Love Persson ook. ma kamermuziek en werd hij de cellist van het Buon Appetito! Quatuor Alard. Als componist kennen we Roel Dieltiens van hem een rijke verzameling Fantaisies, Thèmes variés, Chants ‘d’adieux en natuurlijk ook zijn Etudes en Caprices. Deze kunnen reeds mooi zijn als ze vakkundig di gekraakt worden in de celloklas. Ronduit prachtig worden ze als de begeleidende cellostem van de leraar ze vergezelt. Metamorfose van vingeroefening tot pure muziek. wo

17.30 uur Grote Zaal do TAKE FIVE Swing and Groove

Zapp String Quartet Jörg Brinkmann cello vr

za 98 zaterdag 25 oktober

20.30 uur Grote Zaal vr Galaconcert

Winnaar Nationaal Celloconcours 2008 Giovanni Sollima cello Monika Leskovar cello za Pieter Wispelwey cello Colin Carr cello Cellomania Amsterdam Sinfonietta Alexander Rudin dirigent zo Joseph Haydn (1732-1809) Celloconcert in C of Celloconcert in D (winnaar Nationaal Celloconcours 2008) ma Giovanni Sollima (*1962) Violoncelles, vibrez! (Leskovar, Sollima, Cellomania)

Karl Davidov (1838-1889) Allegro de Concert (Wispelwey)

Robert Schumann (1810-1856) Celloconcert in a, opus 129 (Carr) di Allegro. Nicht zu schnell Adagio. Langsam Finale. Vivace. Sehr Lebhaft

Dit concert wordt opgenomen door de Concertzender ter uitzending op een later tijdstip. wo Raadpleeg daartoe www.concertzender.nl

Haydn: celloconcert in C of D Voor de toelichting, zie pagina 90 bij het vinden van gratis behuizing en werd het aantal studiebeurzen aanzienlijk do Davidov: Allegro de Concert vergroot. Elf jaar later werd hij een jaar ‘De tsaar van de violoncellisten’, zoals Pjotr uit Rusland verbannen vanwege een Iljitsj Tsjaikovski hem noemde, werd in 1838 liefdesaffaire met een jonge studente. geboren. Hij was een wonderkind, maar Een jaar later, terug in zijn vaderland, werd moest van zijn ouders eerst een ‘fatsoenlijk’ hij onwel tijdens een uitvoering van een beroep leren. Nadat hij een graad in de Beethoven-sonate (welke? welk deel? vr wiskunde behaald had, studeerde hij welke maat? helaas, prangende maar cello aan het Conservatorium in Leipzig, onbeantwoorde vragen…) en stierf hij waar hij al op 22-jarige leeftijd tot docent enkele dagen later, net 51 jaar oud. benoemd werd. Concertreizen brachten Zijn voornaamste erfenis, een Stradivarius- hem door heel Europa. Toen hij 38 jaar oud cello, werd bespeeld door Jacqueline du was, werd hij benoemd tot directeur van Pré en is thans in het bezit van Yo-Yo Ma. za het Conservatorium in St.Petersburg. In die Zijn muzikale nalatenschap omvat heerlijk functie hielp hij veel armlastige leerlingen studiemateriaal: vier celloconcerten en vrijdag 17 oktober & zaterdag 18 oktober zaterdag 25 oktober 99

enkele genrestukjes, veelal bewerkingen ‘concert-gevoel’ op, maar ademt veeleer voor cello en piano. Het Allegro de een intieme expressiviteit die eerder een vr Concert wordt zelden in de oorspronkelijke vraag- en antwoordspel is dan een strijd versie met orkest uitgevoerd; zo zelden, om de voorrang tussen solist en orkest. dat een partituur nergens te vinden was, zodat voor de uitvoering van vandaag Vlak voordat hij mentaal instortte (begin uit de wel beschikbare orkestpartijen een 1854), bracht Schumann in de partituur partituur moest worden samengesteld. de laatste correcties aan. Volgens zijn za vrouw Clara Schumann ondervond hij Schumann: Celloconcert verlichting van zijn kwellingen door zijn Vele bezoekers van de Amsterdamse laatste productieve uren te wijden aan de Cello Biënnale zullen het Celloconcert verfijning van een van de mooiste werken ooit voor de cello geschreven. Toch vond van Schumann kennen. Zeker de zo bezoekers van de vorige editie: het klonk de eerste uitvoering van het concert pas in in de finale van het eerste Nationaal 1860 plaats, toen de componist al vier jaar Celloconcours. Het driedelige werk is tot dood was. De uitvoering is waarschijnlijk een eenheid gesmeed door recitatief- niet eens als première gepresenteerd: achtige overgangsmaten tussen de delen, Clara Schumann en Schumanns vrienden en Joseph Joachim ontleend aan het openingsthema. De ma enige cadens in het stuk – tegen het einde waren er bijvoorbeeld niet bij. van het laatste deel – wordt door het Lucas Bunge orkest begeleid, een unicum in Schumanns tijd. In een fraaie passage in het tweede deel krijgt de solist ‘antwoord’ van een collega in het orkest. Het hele werk roept di eigenlijk niet zozeer het conventionele

wo

do

vr

za 100 zaterdag 25 oktober | english

‘The Czar of cellists’, as Pyotr Ilyich movement the soloist is ‘answered’ by a vr Tchaikovsky referred to Karl Davidov, colleague in the orchestra. In fact, the was born in 1838. He was a child prodigy, entire work does not really evoke the however his parents insisted that he first conventional ‘concerto’ feeling; rather, it learn a ‘respectable’ profession. After exudes an intimate expressivity that more obtaining a degree in mathematics, he resembles a question-and-answer game studied cello at the Leipzig Conservatoire, than a contest for supremacy between za where he was appointed as a teacher at the soloist and orchestra. just twenty-two years of age. He travelled all over Europe giving concerts. At the Schumann applied the last corrections to age of 38 he was appointed director the score shortly before suffering a mental of the St. Petersburg Conservatoire. In collapse (early 1854). It is understood this position he helped many destitute that he found solace in the midst of his zo students in finding free accommodation torment (according to his wife Clara) by and the number of scholarships increased dedicating his final productive hours to the considerably. Eleven years later he was refinement of one of the most beautiful banned from for a year, due to works ever composed for the cello. Yet a love affair with a young student. A the concerto was only performed for year later, back in his native country, he the first time in 1860, four years after the ma became unwell during a performance of composer’s death. The performance a Beethoven sonata (Which one? Which was probably not even presented as movement? Which bar? Sadly, these the première, considering that Clara pressing questions remain unanswered…) Schumann and Schumann’s friends and he died several days later, just 51 Johannes Brahms and Joseph Joachim years old. were not even present. di His musical legacy includes delightful English translation: Frances Thé study material: four cello concertos and several genre pieces, mostly arrangements for cello and piano. Several of these will be performed during this Biennale. The Allegro de Concert is seldom performed wo in the original version with orchestra: so rarely in fact that no score could be found. Consequently, a score had to be constructed from the existing orchestra parts for today’s performance. do Plenty of visitors of the Biennale will be familiar with Schumann’s cello concerto. This is certainly the case for visitors of the previous festival: the work was performed in the finals of the first National Cello Competition. The three-movement work vr is forged into a single entity by means of recitative-style transitional bars linking the movements, derived from the opening theme. The only cadenza in the piece – towards the end of the final movement – is accompanied by the orchestra; this is a za unique phenomenon in Schumann’s time. In a superb passage during the second biografieën deelnemers 102

Het schrijven van een c.v.

Wat moet je doen? Je moet een aanvraag indienen en bij die aanvraag een c.v. insluiten.

Ongeacht de lengte van het leven moet het c.v. kort zijn.

Bondigheid en selectie zijn verplicht. Vervang landschappen door adressen en wankele herinneringen door vaste data.

Van alle liefdes volstaat de echtelijke, en van de kinderen alleen die welke geboren zijn.

Wie jou kent is belangrijker dan wie jij kent. Reizen alleen indien buitenslands. Lidmaatschappen waarvan, maar niet waarom. Onderscheidingen zonder waarvoor.

Schrijf zo alsof je nooit met jezelf hebt gepraat en altijd ver uit je eigen buurt bent gebleven.

Ga zwijgend voorbij aan honden, katten, vogels, rommeltjes van vroeger, vrienden, dromen.

Liever de prijs dan de waarde, de titel dan de inhoud. Eerder nog de schoenmaat dan waarheen hij loopt, hij voor wie jij doorgaat.

Daarbij een foto met één oor vrij. Zijn vorm telt, niet wat het hoort. Wat hoort het dan? Het dreunen van de papiervernietigers.

Wislawa Szymborska Vertaling: Gerard Rasch biografieën deelnemers nationaal celloconcours 103

Claire Bleumer (1982)

In 2005 behaalde Claire Bleumer haar diploma Bachelor of Music in Performance aan het Utrechts conservatorium, waar ze studeerde bij Ran Varon, Elias Arizcuren en Jeroen den Herder. Ze vervolgde haar studie in Londen bij Leonid Gorokhov aan het Royal College of Music; hier behaalde ze in 2007 haar diploma Postgraduate in Advanced Performance met onderscheiding. Ze volgde masterclasses bij onder andere Dmitry Ferschtman, Natalia Savinova, Ralph Kirshbaum en Pieter Wispelwey. Sinds 2006 is ze lid van het Cello Octet Conjunto Ibérico. Claire speelt in de finale het Celloconcert in C van Haydn.

Steven Bourne (1988)

Steven Bourne begon op zevenjarige leeftijd met cellolessen. Vanaf 2003 studeerde hij bij Monique Bartels in Den Haag en Amsterdam en vanaf 2008 studeert hij bij Dmitry Ferschtman. Steven won verscheidene prijzen zoals het Prinses Christina Concours en Stichting Jong Muziektalent Nederland en was finalist bij de Eurovision Young Musicians. Hij heeft masterclasses gevolgd bij onder meer Johannes Goritzky, Anner Bijlsma, Pieter Wispelwey en Quirine Viersen. In de finale speelt Steven hetCelloconcert in D van Haydn. Hij speelt met een stok van Fred Lindeman, hem ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF).

Daniëlle Buizer (1984)

Daniëlle Buizer studeerde bij Jiri Prchal en Jan-Ype Nota aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Zij vervolgde haar studie aan de Musikhochschule Lübeck (Duitsland) bij de Deense cellist Troels Svane. Zij nam met succes deel aan het Prinses Christina Concours en het Nationaal Concours van de Stichting Jong Muziektalent Nederland. Daniëlle trad met verschillende orkesten in Nederland op, waaronder het Noord Nederlands Orkest en het Haydn Jeugd Strijkorkest. Sinds april 2008 is ze lid van het Burlando ensemble. Daniëlle speelt in de finale hetCelloconcert in C van Haydn. Haar cello (Hendrik Woldring) en strijkstok (Thomas Dodd) zijn haar ter beschikking gesteld door het NMF.

Marlon Dek (1987)

Op achtjarige leeftijd begon Marlon Dek aan haar cellolessen aan de Zeeuwse Muziekschool. In 2001 werd zij aangenomen op de vooropleiding in Tilburg bij Michel Dispa zodat zij in 2004 kon beginnen aan haar studie aan het Koninklijk Conservatorium Gent bij Judith Emmert. Marlon heeft deelgenomen aan verschillende projecten zoals het Internationaal Kamermuziekfestival Mustufe, het Nationaal Jeugd Orkest en het Jeugd Orkest Nederland. Tevens heeft ze in 2004 de Muziekprijs voor de Zeeuwse Jeugd gewonnen (samen met Svjatoslav Presnyakov) en kreeg ze in 2006 een eervolle vermelding bij het Prinses Christina Concours. Marlon speelt in de finale hetCelloconcert in C van Haydn. Marlon bespeelt een cello van Jaap Bolink, haar ter beschikking gesteld door het NMF. 104 biografieën deelnemers nationaal celloconcours

Amber Docters van Leeuwen (1984)

Amber Docters van Leeuwen studeerde in Amsterdam en Den Haag bij Monique Bartels, Maarten Mostert en vanaf 2004 bij Dmitry Ferschtman. In 2007 behaalde zij bij hem haar Bachelor diploma. Op dit moment studeert zij bij Colin Carr aan Stony Brook University (New York). Amber heeft verschillende prijzen gewonnen bij onder andere het Prinses Christina Concours en Stichting Jong Muziektalent Nederland. Ze heeft onder meer masterclasses gevolgd bij Anner Bijlsma, Valter Dešpalj, Pieter Wispelwey en Steven Isserlis. Amber speelt in de finale hetCelloconcert in D van Haydn.

Reinoud Ford (1984)

Reinoud Ford begon met het bespelen van de cello op achtjarige leeftijd. In 1998 startte hij zijn opleiding aan de Yehudi Menuhin School of Music bij Louise Hopkins. Hij vervolgde zijn studie aan de Guildhall School of Music and Drama bij dezelfde docente, hier behaalde hij in 2007 zijn diploma. Tijdens zijn studie had Reinoud diverse optredens als solist en in kamermuziek ensembles. Zo was hij te horen op het Menuhin Festival te Gstaad (Zwitserland) in 2003 en gaf hij een recital voor de staatsambtenaren in Doha (Qatar) in 2006. Reinoud speelt in de finale hetCelloconcert in C van Haydn.

Jonathan den Herder (1982)

Op zesjarige leeftijd begon Jonathan den Herder met cellospelen bij Like en Yke Viersen. Hij werd op zestienjarige leeftijd aangenomen aan het Amsterdams conservatorium, waar hij in juni 2005 bij Monique Bartels zijn Bachelorstudie heeft afgesloten. Vorig jaar heeft Jonathan zijn Masters Degree behaald aan Stony Brook University (USA) bij Colin Carr. Momenteel vervolgt hij zijn studie bij Colin Carr voor het behalen van zijn Doctorate diploma. Sinds 2007 is Jonathan aangesteld als kamermuziek docent aan de jong-talentklas van Stony Brook University. Jonathan heeft masterclasses gevolgd bij onder meer Frans Helmerson, Valter Dešpalj, Quirine Viersen, Godfried Hoogeveen en Pascal Devoyon. In de finale speelt Jonathan hetCelloconcert in D van Haydn. Jonathan bespeelt een cello van Jaap Bolink, hem ter beschikking gesteld door het NMF.

Ephraïm van IJzerlooij (1983)

Ephraïm van IJzerlooij studeerde in Amsterdam en Den Haag bij Maarten Mostert, Monique Bartels en Dmitry Ferschtman. In 2007 heeft hij met goed gevolg zijn Bachelor cello afgerond. Op dit moment studeert hij voor zijn Master Diploma bij Dmitry Ferschtman. Ephraïm volgde onder andere masterclasses bij Quirine Viersen, Valter Dešpalj, Natalia Gutman en Yo- Yo Ma. In 2006 werkte hij samen met Sofia Goebaidoelina tijdens onder andere de Amsterdamse Cello Biënnale. In dit jaar liep Ephraïm stage bij het Residentie Orkest te Den Haag en volgde hij lessen aan de Ligeti Academy van Asko|Schönberg. In de finale speelt Ephraïm hetCelloconcert in C van Haydn. biografieën deelnemers nationaal celloconcours 105

Immanuel van IJzerlooij (1986)

Immanuel studeert bij Dmitry Ferschtman aan het Conservatorium van Amsterdam. Eerder studeerde hij bij Gregor Horsch en Monique Bartels. Maar hij begon bij Lenian Benjamins en Jeroen den Herder in de jong- talentklas van het Utrechts Conservatorium. Immanuel won de eerste prijs bij het concours van de SJMN. Immanuel heeft een masterclass gevolgd bij o.a. Yo-Yo Ma, Anner Bijlsma, Colin Carr, Valter Dešpalj, Jean-Guihen Queras, Quirine Viersen en Pieter Wispelwey. Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF)heeft hem een cello (Marinus Capicchioni) ter beschikking gesteld. In de finale speelt Immanuel het Celloconcert in D van Haydn.

Tomasz Lecyk (1986)

De Poolse Tomasz Lecyk begon in 1993 aan zijn muzikale opleiding te Wroclaw. Al op jonge leeftijd deed hij mee aan internationale muziekconcoursen zoals Meeting of Youngest Cellists in Klodzko in 1998. Ook is hij actief in de kamermuziek en won met een pianotrio de tweede prijs van de Contemporary Music Competition in Duitsland. Tomasz heeft verschillende beurzen gewonnen om zo zijn studie in Nederland voort te kunnen zetten. Tegenwoordig studeert hij bij Mirel Iancovici aan het conservatorium te Maastricht. Hij heeft onder andere masterclasses gevolgd bij Claus Riechardt, Stanislaw Firlej, Andrzej Bauer en Michael Flaksman. In de finale speelt Tomasz hetCelloconcert in D van Haydn.

Willem Stam (1988)

Willem Stam werd in 1988 in Calgary (Canada) geboren. Hij studeerde cello en piano aan het plaatselijk conservatorium bij John Kadz en Allen Reiser. Hij volgde masterclasses bij onder andere Richard Aaron, Andres Diaz, Lynn Harrell, Desmond Hoebig en Aldo Parisot. In 2006 maakte Willem zijn debuut met het Calgary Civic Symphony Orchestra als solist in het Celloconcert van Dvorák.ˇ Daarna kreeg hij een prestigieuze Alberta Foundation for the Arts beurs om in Nederland te studeren. In 2006 begon hij dan ook aan zijn Bachelor opleiding aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Dmitry Ferschtman. In de finale speelt Willem het Celloconcert in D van Haydn.

Keimpke Zigterman (1986)

Op zesjarige leeftijd begon Keimpke Zigterman met zijn eerste cellolessen bij Hans Borstlap in Zutphen. Op twaalfjarige leeftijd werd hij toegelaten aan het conservatorium van Enschede waar hij gedurende zes jaar les kreeg van Paul Uyterlinde. In 2005 werd Keimpke aangenomen aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag als leerling bij Monique Bartels. Kamermuziek heeft een belangrijke plaats in zijn muziekleven. Zo speelt hij in het Faisca Kwartet waarmee hij in 2007 de eerste prijs op het internationale kamermuziekconcours Charles Hennen won. Keimpke volgde onder andere masterclasses bij Jaap van Zweden, Dmitry Ferschtman en Jeroen den Herder. In de finale speelt Keimpke hetCelloconcert in C van Haydn. advertentie Young biografieën 108 biografieën

Amsterdam Sinfonietta

Al twintig jaar is Amsterdam Sinfonietta het enige professionele strijkorkest in Nederland. Het ensemble bestaat uit 22 kamermuziekspecialisten, allemaal strijkers. De eerste artistiek leider was Lev Markiz, die het ensemble een eigen gezicht gaf. Nu spelen de musici doorgaans zonder dirigent maar onder leiding van Candida Thompson, concertmeester sinds 1995 en artistiek leider sinds 2003. Het repertoire omvat uiteenlopende muzikale stijlen, van barok tot hedendaagse muziekstukken. De nadruk ligt op het repertoire voor strijkers, waaronder kamermuziekwerken uitgevoerd in strijkorkestbezetting. Bij gelegenheid breidt Amsterdam Sinfonietta zich uit tot kamerorkest door inspirerende gastdirigenten en bekende solisten in te zetten, zoals Valery Gergiev, Jaap van Zweden, Janine Jansen, Isabelle van Keulen, Bobby McFerrin, Trijntje Oosterhuis, Karin Bloemen. Typerend voor het ensemble is de avontuurlijke en innovatieve benadering van de programmering. Regelmatig presenteert het ensemble onverwachte en spannende programma’s. Amsterdam Sinfonietta onderscheidt zich van ‘reguliere’ kamerorkesten door het grote belang dat wordt gehecht aan een ‘kamermuziekmentaliteit’: iedere musicus draagt de verantwoordelijkheid van een solospeler. Dat resulteert in optredens met een zeldzame dynamiek en intensiteit. Sinds 1999 is Randstad hoofdsponsor van Amsterdam Sinfonietta

Asko|Schönberg

Asko|Schönberg is geen ensemble, geen orkest, maar een flexibele groep musici die in elke gewenste grootte alle muziek van de 20ste en 21ste eeuw kan spelen. Muziek van de grote gevestigde namen zoals György Ligeti, György Kurtág, Karlheinz Stockhausen, Mauricio Kagel, Louis Andriessen, maar ook muziek van de jongere generatie zoals Michel van der Aa, Martijn Padding, Julian Anderson en van de allerjongste componisten muziek waarvan de inkt nog nat is. Dit alles in de eigen series (Tijdgenoten, Proms), als gast in series als de ZaterdagMatinee, bij het Holland Festival, de Nederlandse Opera of de Nationale Reisopera. Sinds kort is er de György Ligeti Academy voor masterstudenten van de conservatoria die zich in het eigentijdse repertoire willen bekwamen. Samen met theatergezelschappen is een nieuwe vorm van kleinschalig muziektheater in ontwikkeling. Dit alles met een gedreven groep veelzijdige musici en vele gastdirigenten en solisten uit binnen- en buitenland.

Elias Arizcuren dirigent

Cellist en dirigent Elias Arizcuren werd geboren in Spanje. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van zijn vader; daarna studeerde hij bij Gaspar Cassadó, André Navarra en Sandor Végh. In 1969 richtte hij het Mendelssohn Trio op, waarmee hij talloze platen en cd’s opnam. Hij is de maker van een videomethode over de cellotechniek, heeft gepubliceerd over de geschiedenis van de cello en is verantwoordelijk voor de uitgave van een verzameling werken over het repertoire ervan. Elias Arizcuren geeft regelmatig masterclasses over de hele wereld en is jurylid bij verschillende concoursen. Hij was jarenlang hoofdvakdocent cello en kamermuziek aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht. Veel van zijn oud-studenten hebben een internationale carrière gemaakt. biografieën 109

Joris van den Berg cello

Joris van den Berg begon zijn cellostudie bij Like en Yke Viersen. Hij studeerde van 2003-2008 in Amsterdam bij Quirine Viersen en Godfried Hoogeveen en vanaf september 2008 studeert Joris aan het Royal Northern College of Music in Manchester bij Ralph Kirshbaum. Joris was eerste prijswinnaar bij de Nationale Concoursen van de Stichting Jong Muziektalent Nederland en het Prinses Christina Concours. Tijdens de eerste Amsterdamse Cello Biënnale werd hij de eerste winnaar van het Nationaal Celloconcours, waarop zijn debuut in de Grote Zaal van Het Concertgebouw met Amsterdam Sinfonietta volgde. Hij werkt intensief samen met pianist Martijn Willers en speelt onder andere regelmatig in het Reizend Muziekgezelschap. Joris soleerde met onder meer het Residentie Orkest, het Nederlands Studenten Orkest, Camerata Amsterdam en het Orkest van het Russische Ministerie van Defensie. Joris van den Berg speelt op een cello, gebouwd door J.B. Guadagnini (1772), hem ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds als prijs van het eerste Nationaal Celloconcours.

Anner Bijlsma cello

Anner Bijlsma kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader. Later studeerde hij aan het Koninklijk Conservatorium bij Carel van Leeuwen Boomkamp. In 1958 verliet hij de school met een Prix d’Excellence. In 1959 won hij de eerste prijs in het concours Casals in Mexico. Van 1962-68 was hij solocellist bij het Concertgebouworkest. Hij had altijd al veel plezier in het maken van kamermuziek – als duo met Gérard van Blerk, als trio met Gustav Leonardt en Frans Brüggen, in het Rondomkwartet met Vera Beths, George Pieterson en Reinbert de Leeuw en in variërende groepen zoals L’Archibudelli (met onder anderen Jürgen Kussmail, Lucy van Dael en Vera Beths; strijkmuziek uit de 18e en 19e eeuw op darmsnaren). Anner Bijlsma reisde de hele wereld rond met de Bachsuites en schreef er een boek over: Bach, the fencing master. Hij en zijn vrienden namen vele platen en cd’s op.

Kristine Blaumane cello

Kristine werd geboren in Riga in een familie van musici. Na haar studie aan de Letse Muziek Academie verhuisde zij in 1996 naar Engeland, waar zij studeerde bij Stefan Popov aan de Guildhall School of Music and Drama. In 2000 maakte ze haar debuut in Wigmore Hall. Sindsdien gaf zij vele recitals en solo- en kamermuziekconcerten in Engeland, Europa en Noord-Amerika, onder meer met Isaac Stern, Yo-Yo Ma, Gidon Kremer, Tatiana Grindenko, Yuri Bashmet en Leiv Ove Andsnes. In 2005 werd zij gelauwerd met de belangrijkste muziekprijs van haar vaderland, Letland. Kristine Blaumane is sinds 1997 solocelliste bij Amsterdam Sinfonietta en sinds 2007 ook bij het London Philharmonic Orchestra. Als soliste trad zij op met onder meer het Nederlands Blazers Ensemble, het London Soloists Chamber Orchestra, Britten Sinfonia, het Chicago Civic Orchestra, de Riga Chamber Players, het Lets Nationaal Symfonie Orkest, het Lets Nationaal Opera Orkest en het Lets Philharmonisch Kamerorkest. 110 biografieën

Jörg Brinkmann cello

De Duitse Jörg Brinkmann studeerde klassiek cello en piano. Tijdens zijn studie won hij enige keren Duitse jeugdconcoursen als cellist, pianist en met kamermuziekensembles. Met zijn strijkkwartet volgde hij workshops bij leden van het Melos Quartett en het Edinburgh String Quartet. Ook nam hij les bij jazz-docenten. Tegenwoordig varieert zijn werk van het schrijven en uitvoeren van theatermuziek tot lesgeven als klassieke en jazz-docent maar vooral: optreden. Met Zapp maakte hij in 2006 een toernee door Canada. Hij nam ook deel aan Michel Braams Nopera-project. Brinkmann ontwikkelde een speciale speelwijze door gitaar- en basgitaartechnieken te gebruiken. Het debuutalburm van het Jörg Brinkmann Trio kwam onlangs uit en heet Ha!

Emer Buckley klavecimbel en fortepiano

De Dublinse Emer Buckley begon haar klavecimbelstudie bij John Beckett, terwijl ze ondertussen Italiaans en muziek studeerde aan het University College Dublin. Uiteindelijk vestigde ze zich in Parijs. Ze speelde in de meeste Europese landen en in Amerika op veel oude-muziekfestivals. Emer Buckley nam talrijke cd’s op. Sinds 1994 is ze klavecinist van het Lachrimae Consort, dat geleid wordt door viol-speler en cellist Philippe Foulon, met wie ze ook samenspeelt tijdens het concert op de Amsterdamse Cello Biënnale. Emer Buckley geeft sinds 1990 les in klavecimbel en continuo aan het Conservatoire National de Région in Lille. Ze werkt regelmatig samen met muziekuitgever Fuzeau voor hun facsimile-edities en zij heeft de uitgave van edities van klavierwerken van Cherubini, Pasquini, Türk en Tischer voorbereid. Van Pasquini nam ze recent het oeuvre voor klavecimbel op. Met Philippe Foulon (violoncello all’inglese) nam ze de complete cellosonates van Vivaldi op.

Colin Carr cello

Colin Carr reist de hele wereld over als solist, kamermusicus en docent. Hij speelde met het Concertgebouworkest, The Philharmonia, The Royal Philharmonic Orchestra, BBC Symphony Orchestra, en vele andere orkesten: hij is een veelgevraagd solist en kamermusicus. Ook geeft hij al jaren zomercursussen tijdens het festival Masterclass Apeldoorn. Met zijn Golub-Kaplan-Carr-Trio heeft hij de afgelopen twintig jaar vele concertreizen gemaakt en talloze cd’s opgenomen. In zijn loopbaan won Carr verschillende internationale muziekprijzen. Colin Carr studeerde aan de Yehudi Menuhin School bij Maurice Gendron en William Pleeth. Hij was zestien jaar als docent verbonden aan het New England Conservatory in Boston, en geeft sinds 1998 les aan de Royal Academy of Music in Londen. In 2002 werd hij benoemd tot professor aan Stony Brook University in New York. Zijn cd-opnames van onder meer solowerken van Bach, Kodaly en Crumb werden zeer goed ontvangen. Colin Carr bespeelt een Matteo Gofriller-cello uit 1730. biografieën 111

Rebecca Carrington cello

De gelauwerde, veeltalige muzikale comedienne Rebecca Carrington en Joe, haar 18e-eeuwse cello, zijn een van ‘s werelds meest ongebruikelijke duo’s. Samen spelen ze parodieën van allerlei muziek: van Britney tot Pavarotti, van jazz tot bollywood. Ze is omschreven als de Victor Borge van de 21ste eeuw! Haar shows zijn in het Engels, Frans, Duits en Italiaans. Rebecca heeft een klassieke opleiding: ze studeerde aan het Royal Northern College of Music en haalde haar master-title in Houston, Verenigde Staten. Tijdens haar studie in de VS kwam Rebecca voor het eerste in aanraking met de comedy/cabaretwereld. Al snel trad ze op in comedy clubs in het hele land, waaronder de beroemde New York Comedy Club en The Comedy Store in Los Angeles. In 1996 won ze de talentenjacht op haar universiteit. Ze trad op bij televisiestations CBS en NBC en haar eigen solo-show kwam op de National Public Radio. Haar laatste show op het cellofestival in Manchester was een groot succes.

Cellomania

Cellomania is een ‘beweging’ van cellisten die zich overgeven aan het plezier van samenspelen en samenzijn. Het gezelschap werd in 1991 opgericht door de eminente Kroatische cellist Valter Dešpalj. Het reflecteert volgens Dešpalj a‘ fine state of mind and ear’. Zijn cellisten hebben publiek en critici in Dubrovnik, Zagreb, Ljubljana, Graz, Vienna, Moscow en elders in verrukking gebracht en werden geprezen om het warme timbre van hun cello ‘koor’, hun sublieme techniek en het opwindende repertoire. Onder hen die hun bewondering uitspraken was ook Georg Faust, de ˇ aanvoerder van de twaalf cellisten uit de Berliner Philharmoniker. Karmen Pecar,, Zita ˇ ˇ Varga, ,Kristaps Bergs, Bas, Jongen, Tilen Artac, Smiljan Mrcela, Lana Berakovic, Alja Mandic, Neva Begovic, Petra Kušan, Katja Melnikov and Valter Dešpalj.

Christophe Coin cello

De Franse cellist Christophe Coin studeerde cello in Parijs bij André Navarra en completeerde zijn studie Oude Muziek in Wenen bij Nikolaus Harnoncourt. Daarnaast studeerde hij viola da gamba bij Jordi Savall in Brussel. Samen met violisten Erich Höbarth en Andrea Bischof en altvioliste Anita Mitterer richtte hij in 1985 het Quatuor Mosaïques op, dat gespecialiseerd is in het Weense klassieke repertoire. Naast zijn activiteiten als kamermusicus wordt Coin regelmatig uitgenodigd als solist bij orkesten in Frankrijk en daarbuiten. Sinds 1991 dirigeert Coin het Ensemble Baroque de Limoges (17e- en 18e-eeuwse muziek). Als musicus en onderzoeker organiseert Coin in Limoges symposia over de techniek en het maken van oude instrumenten. Als solist en met het Quatuor Mosaïques nam hij vele cd’s op, die goed ontvangen werden bij pers en publiek. Cristophe Coin geeft les aan het conservatorium van Parijs en aan de Schola Cantorum in Brussel. 112 biografieën

Conjunto Ibérico

Het Cello Octet Conjunto Ibérico is een uniek ensemble in de wereld van de muziek. De pers in Parijs en Londen schreef over het Cello Octet: “… zij zijn een ontdekking, tonen de perfectie van een strijkkwartet en combineren het volume van een klein kamerorkest met mediterrane hartstocht.” De loopbaan van het Octet, opgericht in 1989 door artistiek leider Elias Arizcuren, zou men kunnen samenvatten in 13 cd’s en meer dan 65 premières van werken van de meest markante componisten van nu. Het Octet speelt werken die voor acht celli geschreven zijn, van componisten als Boulez, Pärt, Loevendie, Riley, Kagel en Glass. Daarnaast omvat het repertoire meer dan 100 prachtige Spaanse en Zuid-Amerikaanse liederen. De programmering van het Octet is veelzijdig: concerten met Teresa Berganza, Bernarda Fink en flamencozangeres Carmen Linares, dansproducties met Conny Janssen, concerten en premières van zowel gevestigde als jonge componisten. En dat over de hele wereld.

Arne Deforce cello

Arne Deforce studeerde hedendaagse muziek, cello en kamermuziek aan de conservatoria van Gent en Brussel. Zijn muzikale cultuur wordt bepaald door de historische avant-gardes van de 20ste eeuw. Als cellist concentreert hij zich voornamelijk op het hedendaagse solo- (recitals, concerti) en kamermuziekrepertoire, met een voorkeur voor zogenaamd ‘onspeelbare’ werken (Iannis Xenakis, Richard Barrett, John Cage, Brian Ferneyhough), elektronische toepassingen in samenwerking met het Centre de Recherches et de Formation Musicales de Wallonie (CRFMW), naast experimentele improvisaties met beeld en geluid. Zijn permanente terdiscussiestelling van verworven luisterattitudes leidde tot samenwerkingen met componisten als Jonathan Harvey, Wolfgang Rihm, Helmut Lachenmann en Gunther Steinke. Daarnaast is hij tevens actief in het ensemble voor hedendaagse en experimentele muziek Champ d’Action. Sinds november 2005 is hij artistiek directeur van het CRFMW. Hij geeft ‘lecture-performances’ over hedendaagse muziek en kamermuziek aan het Conservatorium van Brugge.

Valter Dešpalj cello

Valter Dešpalj studeerde aan de beroemde Juilliard School bij Leonard Rose en kamermuziek bij violist Felix Galimir en het Juilliard Kwartet. Hij kreeg masterclasses van Pablo Casals, Pierre Fournier en André Navarra. In Moskou deed hij een post-graduate opleiding bij Galina Kozolupova. Dešpalj gaf soloconcerten en recitals over de hele wereld, van Gstaad tot New York, onder meer in Carnegie Hall, Royal Festival Hall, Sydney Opera House en Het Concertgebouw. Hij werkte samen met dirigenten als James Conlon, Roberto Benzi, Andrzej Markowski en speelde kamermuziek met Gidon Kremer, Yo-Yo Ma, Heinrich Schiff, Philippe Entremont, Yuri Bashmet en Tabea Zimmerman. Dešpalj heeft een befaamde klas aan de Zagreb Academy of Music en is gastdocent aan het Conservatorium van Amsterdam. Daarnaast neemt hij regelmatig zitting in de jury’s van prestigieuze concoursen zoals het Tsjaikovski-concours in Moskou. Ook in 2006 maakte hij deel uit van de jury van het Nationaal Celloconcours. biografieën 113

Roel Dieltiens cello

De Vlaamse cellist Roel Dieltiens speelt zowel barok- als moderne cello. Na zijn studie in Antwerpen werd hij aangenomen bij de Chapelle in Brussel. Hij studeerde daarna nog bij onder meer André Navarra in Detmold en Pierre Fournier in Genève. Zijn spel werd bekroond met vele internationale onderscheidingen zoals de Britse Time Life Out-award en de Canadese Masque d’Or. Hij speelt op ‘s werelds belangrijkste concertpodia, als solist en met zijn Ensemble Explorations. Roel Dieltiens nam vele cd’s op met daarop onder meer cellowerken van Vivaldi, Boccherini en Franchomme. Gedurende vele jaren was hij eerste cellist van het Orkest van de Achtiende Eeuw. Tegelijkertijd droegen verschillende hedendaagse componisten werk aan hem op. Op dit moment is Dieltiens docent aan de conservatoria van Leuven en Zürich. Hij is regelmatig jurylid bij concoursen zoals het Tsjaikovski Concours in Moskou en in 2006 bij het eerste Nationaal Celloconcours van de Amsterdamse Cello Biënnale.

Leo van Doeselaar fortepiano

Leo van Doeselaar is een veelzijdig musicus, die als organist, pianist en fortepianist een enkele eeuwen omvattend repertoire bestrijkt. Naast zijn hoogleraarschap aan de Universität der Künste in Berlijn heeft hij als organist een grote concertpraktijk opgebouwd in binnen-en buitenland. Ook is Leo van Doeselaar een veelgevraagd pianist. Al meer dan vijfentwintig jaar vormt hij een pianoduo met Wyneke Jordans, speelt veel kamermuziek en treedt veelvuldig op als liedbegeleider. Leo van Doeselaar begon zijn orgel- en pianostudie bij Gerard Akkerhuis in Den Haag en studeerde vervolgens aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium orgel bij Albert de Klerk en piano bij Jan Wijn. Hij is organist bij de Nederlandse Bachvereniging en is vaste bespeler van het orgel in het Concertgebouw en dat in de Pieterskerk (Leiden). Hij maakte talrijke cd-opnamen die vele malen bekroond werden. In 2007 kreeg hij de Jan Pieterszoon Sweelinckprijs uitgereikt vanwege zijn verdiensten voor de orgelcultuur.

Ensemble Explorations

Een enkele cd-opname markeert het ontstaan van Ensemble Explorations. Voor Le violoncelle viruose uit 1997 zocht Roel Dieltiens een aantal topmusici, die zich toelegden op een diepgaande, getrouwe en frisse uitvoering van deze 19de-eeuwse muziek. Een jaar later kwamen ze nog eens bij elkaar. Om samen te werken met dansgezelschap Les Ballets C de la B. Inmiddels slaagt Ensemble Explorations er zo al meer dan 10 jaar lang in om grote meesters terug te plaatsen in hun authentieke omgeving, ontdaan van alle vastgeroeste tradities. Ook hedendaagse werken en werken van minder bekende componisten, die vaak ten onrechte vergeten blijken, worden met eenzelfde frisheid en diepgang aan het publiek voorgesteld. De cd-opnames van het ensemble werden meermalen bekroond. 114 biografieën

Philippe Foulon barokcello en viola da gamba

Philippe Foulon is een van de belangrijke connaisseurs en solist op het gebied van alles wat met de vroege cello en haar voorgangers en familie te maken heeft. Hij studeerde viola da gamba bij Wieland Kuijken aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Hij richtte samen met Mark Minkovski Les Musiciens du Louvre op, alsmede L’Ensemble Baroque de Limoges en speelde samen met grote namen uit de ‘oude muziek’-wereld, zoals Jaap Schröder, Monica Hugget en Christophe Coin. Hij maakte vele cd opnames met instrumenten als de violoncelle d’amour en de viol d’Orphée. Met het door hem opgerichte ensemble Lachrimae Consort brengt hij vele verloren gegane instrumenten weer in de belangstelling. Philippe Foulon is docent aan het conservatorium van Parijs voor barokcello, viola da gamba en baryton en geeft masterclasses over de hele wereld. Hij is sinds 1996 artistiek directeur van festival Après-Midi de Saint-Loup.

Stephen Gosling piano

Pianist Stephen Gosling is zeer aanwezig in de New Yorkse muziekscene, en speelt ook veelvuldig in de rest van de Verenigde Staten en in Europa, Latijns Amerika en Azië. Zijn spel wordt omschreven als ‘briljant’ en ‘elektrificerend’. Oorspronkelijk komt Gosling uit Engeland maar hij verhuisde in 1989 naar New York om aan de Juilliard School te gaan studeren. Hij speelde de Europese première van Paul SchoenfieldsFour Parables met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Lukas Foss. Gosling is een graag geziene gast op festivals; hij was drie jaar de pianist van het Aspen Contemporary Ensemble. Hij speelde verschillende seizoenen in de Summergarden Series van het Museum of Modern Art in New York. Stephen Gosling nam verschillende cd’s op en is vaak te horen op de Amerikaanse radio.

Larissa Groeneveld cello

Het repertoire van Larissa Groeneveld omvat alle grote werken voor cello van J.S. Bach tot hedendaagse composities, waarvan sommige speciaal voor haar geschreven. Ze studeerde in Amsterdam bij Dmitry Ferschtman, waar zij in 1990 met de hoogste onderscheiding afstudeerde. Vervolgens studeerde zij bij Natalia Gutman in Stuttgart. Zij volgde meestercursussen bij onder meer Mstislav Rostropovitsj en Yo-Yo Ma. In 1984 won zij de eerste prijs van het Internationale Concours ‘Luis Coleman’ in Spanje. Groeneveld speelde solo met vele grote orkesten. Zij won ook diverse onderscheidingen op kamermuziekgebied. Samen met de pianiste Ellen Corver en de violist Peter Brunt vormt zij het Osiris Trio. In 1996 speelde het trio in de serie Rising Stars, van het Concertgebouw Amsterdam en kon zich daarna presenteren in de belangrijkste kamermuziekcentra van Europa en in Carnegie Hall in New York. Ze bespeelt een cello van Domenico Busan, gebouwd in Venetië in 1765. biografieën 115

Frans Helmerson cello

De Zweedse cellist Frans Helmerson studeerde in Göteborg, Rome en Londen. Hij trad op in de Verenigde Staten, Zuid-Amerika, Azië en Europa en speelde als solist met vrijwel alle internationale orkesten. Helmerson was van 1994 tot 2001 artistiek leider van het Korsholm Festival in Finland en hij speelde op vele festivals: Kuchmo, Delft, Prades en Ravinia. Vanaf het begin was hij een van de belangrijkste cellisten op het cellofestival van Manchester. Zijn grote belangstelling voor de kamermuziek leidde in 2002 tot de oprichting van het Michelangelo Strijkkwartet. Zijn omvangrijke discografie gaat van de celloconcerten van Sjostakovitsj tot de cellosuites van Bach. Naast zijn vele activiteiten als solist, kamermusicus en dirigent is Helmerson een vermaard pedagoog: vele cellisten van de latere generaties, waaronder Truls Mørk, waren zijn studenten. Helmerson doceert aan de conservatoria van Keulen en Madrid en is een veelgevraagd jurylid bij internationale concoursen.

Gary Hoffman cello

De Amerikaanse cellist Gary Hoffman combineert een vlekkeloze techniek met een prachtige celloklank en een poëtische gevoeligheid in zijn bijzondere en gedenkwaardige optredens. Hij kreeg internationale bekendheid toen hij als eerste Amerikaan de Rostropovich International Cello Competition won in 1986. Hij speelde samen met de beste Noord- Amerikaanse orkesten, zoals de orkesten van Chicago, Cleveland, Philadelphia, Montreal, Toronto en San Francisco maar concerteerde ook veel in Europa, met onder meer de London Philharmonic en het Nederlands en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hij werkte samen met beroemde dirigenten als Andre Previn, Charles Dutoit, Mstilav Rostropovitsj, Pinchas Zuckerman, Andrew Davis, Herbert Blomstedt, Kent Nagano, Jesus Lopez-Cobos en . Gary Hoffman is een veelgevraagde gast op cellocoursen en cellofestivals als Kronberg en Manchester en hij speelt vaak op (kamer)muziekfestivals als Ravinia, Verbier en Schleswig-Holstein. Hij bespeelt een cello van Nicolo Amati uit 1662, de ‘oud-Leonard Rose’.

Holland Symfonia

Holland Symfonia is een gezelschap van ruim 140 musici, dat in wisselende samenstelling in concertzaal en theater optreedt. Het orkest staat onder leiding van chef-dirigent Otto Tausk. Holland Symfonia is de vaste partner van Het Nationale Ballet, en begeleidt geregeld de Nationale Reisopera, het Nederlands Dans Theater en een aantal professionele en amateurkoren. Als podiumorkest treedt Holland Symfonia op in de Randstad, met als vaste speelplaats de Philharmonie in Haarlem. De komende jaren wil Holland Symfonia zich verder ontplooien als orkest met een eigen, herkenbare speelwijze en publieksbenadering. Om dat te realiseren gaat het orkest nieuwe culturele samenwerkingsverbanden aan en verleent het zijn medewerking aan bijzondere muzikale uitvoeringen. Zo introduceerde Holland Symfonia vorig seizoen het muziekfestival ‘Zomersymfonia’ in Haarlem. Voor dit seizoen is een groot aantal creatieve crossover- concerten geprogrammeerd, zoals: het educatieve familieconcert ‘De Orkestkeuken’, een bijdrage aan het ‘Gospelfestival’ ‘Bollywood Bazaar’ en een serie familieconcerten met Najib Amhali. 116 biografieën

Godfried Hoogeveen cello

Godfried Hoogeveen begon met cellospelen op zijn tiende. Hij studeerde bij Tibor de Machula in Amsterdam en behaalde zijn solistendiploma cum laude. Daarna studeerde hij bij Gregor Piatigorsky in Los Angeles en doceerde hij aan de University of California. In 1976 werd Godfried Hoogeveen solocellist van het Residentie Orkest in Den Haag. Hij doceerde twaalf jaar lang aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 1990 werd hij benoemd tot eerste solocellist van het KCO, waarmee hij in mei 1991 voor het eerst soleerde, samen met Jaap van Zweden, in Brahms’ Dubbelconcert. Sindsdien was hij als solist te horen in de Symfonie Concertante van Prokofjev, Don Quixote van Richard Strauss, Tout un monde lointain... van Dutilleux, het Celloconcert van Walton en het Celloconcert van Dvorák.ˇ Godfried Hoogeveen bespeelt een instrument van C.A. Miremont (1878) uit de collectie van de Stichting Donateurs Koninklijk Concertgebouworkest.

Gregor Horsch cello

Gregor Horsch is sinds 1997 solocellist van het Koninklijk Concertgebouworkest. Hij werd in Duitsland geboren en opgeleid aan de Freiburger Musikhochschule bij Christoph Henkel en aan het Royal Northern College of Music in Manchester bij Ralph Kirshbaum, waar hij in 1989 cum laude afstudeerde. Samen met Ralph Kirshbaum verzorgde Gregor Horsch in 1992 de wereldpremière van het Double Concerto van Tristan Keuris, verder speelde hij Nederlandse premières van werken van Wolfgang Rihm en György Kurtag (Holland Festival 2005) en heeft hij tijdens de Amsterdamse Cello Biënnale 2006 met werk van Sofia Goebaidoelina opgetreden. In 2000 maakte hij opnamen voor het label NM Classics met kamermuziek van Julius Röntgen (waaronder de cellosonate op.56), in 2006 nam hij de drie celloconcerten van deze componist op voor het label CPO en in 2007 nam hij voor het label Cello Classics cellowerken van Emanuel Moor op. Sinds 1996 was Gregor Horsch als hoofdvakdocent verbonden aan de conservatoria van Den Haag en Amsterdam, tegenwoordig is hij cellodocent aan het Royal Northern College of Music in Manchester. Hij bespeelt een cello van Giovanni Battista Rogeri (Brescia – 1711).

Anssi Karttunen cello

De Finse cellist Anssi Karttunen is een bijzonder gewaardeerd en veelzijdig musicus en heeft een drukke carrière als solist en kamermusicus. Op zijn repertoire staan alle ‘standaardwerken’ voor cello, maar ook veel herontdekte en vergeten meesterwerken. Hij arrangeerde talloze werken voor cello. Hij is een pleitbezorger van hedendaagse muziek en speelde wereldpremières van talrijke werken van onder meer Magnus Lindberg, Kaija Saariaho, en Tan Dun. Anssi Karttunens discografie omvat alle werken voor cello en fortepiano (op authentieke instrumenten) van Beethoven en twintigste-eeuwse werken opgenomen met London Sinfonietta en de Los Angeles Philharmonic en alles wat daartussen zit. Karttunen (1960) studeerde onder meer bij Erkki Rautio, William Pleeth, Jacqueline du Pré en Tibor de Machula. Tussen 1994-98 was hij artistiek leider van het Avanti! Kamerorkest. Hij was ook artistiek leider van de Helsinki Biënnale in 1995 en (van 1994-97) het Suvisoitto-Festival Finland. Hij bespeelt een cello van Francesco Ruggeri. biografieën 117

Paul Komen piano

Paul Komen studeerde cum laude af bij Jan Wijn en vervolgde zijn studie bij Hans Leygraf, György Sandor en György Sebok. In 1989 maakte hij zijn debuut in Carnegie Hall in New York. Hij nam cd’s op met werken van onder meer Mompou, Skrjabin, Beethoven, Schubert, Schumann, Brahms en Chopin. De afgelopen jaren heeft Paul Komen zich naast de moderne vleugel ook toegelegd op het spelen op historische instrumenten, hetgeen leidde tot talloze concerten op internationale festivals, waaronder het festival Oude Muziek in Utrecht en pianofestival La Roque d’Antheron. Komen speelde in de afgelopen jaren met het Orkest van de 18de Eeuw, het Orchestre de Champs-Elysées; hij speelde alle Beethovensonates in Het Concertgebouw. Kort geleden maakte hij opnamen van alle sonates van Beethoven. Paul Komen is verbonden als hoofdvakdocent piano en docent kamermuziek aan het Prins Claus Conservatorium en als hoofdvakdocent piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Frank van de Laar piano

Frank van de Laar begon op zijn tiende met pianospelen. Een studie die hij in 1989 met vlag en wimpel aan het Sweelinck Conservatorium afsloot bij Jan Wijn. Hij vervolgde zijn studie bij Karl-Heinz Kämmerling en bij Naum Grubert. In 1987 won hij de derde prijs op het Internationale Brahms Concours in Hamburg en in 1988 won hij de eerste prijs op het Postbank- Sweelinckconcours en datzelfde jaar debuteerde hij in de Grote Zaal van het Concertgebouw. Sindsdien volgden optredens in binnen- en buitenland elkaar in hoog tempo op. Door pers en publiek werd hij lovend onthaald. Zijn repertoire omvat de gehele periode van Bach tot heden, waarbij ook minder bekende oude en nieuwe meesterwerken een interessante rol spelen. Bovendien is hij zeer actief op het gebied van de kamermuziek en hij nam vele cd’s op. Thans is hij als hoofdvakleraar verbonden aan de conservatoria van Arnhem en Zwolle.

Reinbert de Leeuw dirigent

Vanaf de oprichting in 1974 is Reinbert de Leeuw vaste dirigent en artistiek leider van het Schönberg Ensemble, nu Asko I Schönberg. Daarnaast dirigeert hij ook een groot aantal andere ensembles en symfonieorkesten in binnen- en buitenland. In het seizoen 1995/96 kreeg hij van het Concertgebouw de Carte Blanche-serie aangeboden. Hij dirigeerde diverse producties bij De Nederlandse Opera en de Nationale Reisopera. De Leeuw was drie seizoenen verbonden aan het Sydney Symphony Orchestra als artistiek adviseur voor de series moderne en hedendaagse muziek. In 1992 was hij artistiek directeur van het Aldeburgh Festival en van 1994 tot 1998 was hij in die functie verbonden aan het Tanglewood Festival voor hedendaagse muziek in de Verenigde Staten. Hij is artistiek leider van de NJO Summer Academy. De Leeuw ontving verschillende prijzen en onderscheidingen voor zijn baanbrekende werk. Onlangs werd hij ter ere van zijn zeventigste verjaardag benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij ontving diverse Edisons voor zijn cd-opnames, waaronder in 2007 voor de Schönberg Ensemble Edition, en in 2008 voor Im wunderschönen Monat Mai met Barbaba Sukowa en het Schönberg Ensemble. 118 biografieën

Monika Leskovar cello

De Kroatische celliste Monika Leskovar studeerde in Berlijn bij David Geringas en werd daar zijn assistent. Gedurende haar opleiding was ze winnaar van verschillende celloconcoursen. Ze werkte samen met enkele van de grootste musici van onze tijd: Giovanni Sollima, Krzysztof Penderecki, Gidon Kremer, Julian Rachlin. Yuri Bashmet en Tabea Zimmerman en Sofia Goebaidoelina. Leskovar was vaak solist bij het Philharmonisch Orkest van Zagreb onder leiding van dirigenten als Kazushi Ono en Valery Gergiev. Maar hoewel ze veel prijzen heeft ontvangen – uit handen van bijvoorbeeld Yehudi Menuhin en Mstislav Rostropovitsj – benadrukt ze zelf dat haar grootste prijs haar cello is: een Napolitaanse Vincenzo Postiglione uit 1884, haar gegeven door de stad Zagreb en het Zagreb Philharmonisch Orkest.

Jaap ter Linden cello

Jaap ter Linden behoort tot de pioniers van de Europese barokmuziekpraktijk. Hij stond aan de wieg van verschillende barokensembles en was eerste cellist van achtereenvolgens Musica Antiqua Köln, The English Concert en Ton Koopmans Amsterdam Baroque Orchestra. Jaap ter Linden is in de eerste plaats bekend als solist en uitvoerder van kamermuziek, van de solosonates van Bach tot de cellosonates van Beethoven. Sinds enkele jaren geniet hij ook bekendheid als dirigent en hij staat in de belangstelling van zowel gespecialiseerde als ‘moderne’ orkesten. Hij dirigeerde barokrepertoire van Bach en zonen tot symfonieën van Mozart en Beethoven, onder meer met de Amsterdamse Bachsolisten, Amsterdam Sinfonietta, de Deutsche Kammerphilharmonie, het Philharmonia Baroque Orchestra en vele andere orkesten. Zijn opname van de gambasonates en die van de cellosuites van J.S. Bach werden door zowel pers als publiek geprezen. Jaap ter Linden is docent aan het conservatorium Den Haag. Daarnaast geeft hij regelmatig cursussen en masterclasses.

Tatjana Loginova fortepiano

De Russische pianiste en klaveciniste Tatjana Loginova studeerde aan de speciale muziekschool voor getalenteerde kinderen in St. Petersburg en vervolgde daar haar studie aan het Rimsky-Korsakov conservatorium. Haar studie, tevens voor begeleider en muziekdocente, voltooide zij cum laude in 1985. Van 1987 tot 1994 gaf zij les aan het concervatorium van Tallinn in Estland en maakte zij concertreizen die haar met veel succes naar de Europese concertpodia voerden. Van 1995 tot 1997 studeerde zij klavecimbel aan het Sweelinck concervatorium in Amsterdam bij Anneke Uittenbosch. Tatjana gaf concerten en masterclasses in Rusland, de Oekraïne, Estland, Denemarken, Engeland, Duitsland en Nederland. Tatjana woont sinds 1995 in Nederland en heeft een privélespraktijk in Haarlem. biografieën 119

Nederlands Jeugd Strijkorkest

Het Nederlands Jeugd Strijkorkest bestaat eenentwintig jaar. Alle leden zijn jonger dan het orkest. Ze worden door middel van audities geworven in het hele land. Elke zaterdagmiddag repeteert het orkest onder leiding van de dirigent. Vanaf november 2006 is dat Bas Wiegers, de opvolger van Johannes Leertouwer, die in de acht jaar dat hij het orkest leidde het NJSO tot een niveau van waarlijk internationale allure bracht en zorgde voor een enorme artistieke verdieping. Het orkest treedt regelmatig op in binnen- en buitenland. Als solisten treden bekende musici op, of jeugdige oud-leden van het orkest, zoals Cecilia Bernardini. Begenadigde musici als Claron McFadden, Paolo Giacometti, Quirine Viersen, Anton Weeren, Ralph Kirshbaum, David Geringas en Gwyneth Wentink nemen het NJSO mee op sleeptouw naar hogere sferen van de muziek en zo stijgt het ensemble met regelmaat boven zichzelf uit. Het ensemble is als het ware een doorlopende masterclass ensemblespel.

Christiaan Norde arpeggione en baryton

Christiaan Norde studeerde bij Carel van Leeuwen-Boomkamp, een van de grondleggers van de zogenoemde ‘Nederlandse Celloschool’, van wie hij ook de belangstelling voor oude instrumenten ‘erfde’. Naast cello speelt Christiaan Norde ook viola da gamba, de piccolo-cello, de barokcello, de arpeggione en de baryton. Hij was vijfendertig jaar cellist in het Concertgebouworkest en speelde in diverse kamermuziekensembles, waaronder het Philidor Pianotrio en het barokensemble Egelantier. Ook vormt hij een vast ensemble met altvioliste Ruth Hesseling en barokcelliste Lidewij Scheifes, met wie hij tijdens de Amsterdamse Cello Biënnale één van de vele barytontrio’s van Haydn zal spelen.

Yutaka Oya keyboard

Yutaka Oya (Japan/België) won de eerste prijs in de All Japan Student Music Competition. Nadat hij zijn Bachelor of Music diploma had behaald aan de Toho School of Music in Tokio, vestigde hij zich in België, waar hij zich verder specialiseerde aan de Koninklijke Conservatoria van Antwerpen en Luik. Sedertdien concerteerde hij in de Verenigde Staten, Canada, Rusland, Egypte, Tunesië, Japan, op de Filipijnen en in de meeste Europese landen. Zo werd hij uitgenodigd als solist door internationale festivals zoals het Festival van Vlaanderen, Ars Musica, Transit Festival, Holland Festival Octobre en Normandie, Huddersfield, Tokyo Summer Festival en het International Suntory Summer Festival. Hij verleende zijn medewerking aan tientallen CD’s en radio-opnames, treedt geregeld op met deFilharmonie, vertolkt kamermuziek in diverse formaties en is lid van de ensembles Champ d’Action, Ebony Trio en het Oya Pianoduo. 120 biografieën

Alan ‘Gunga’ Purves slagwerk

Alan ‘Gunga’ Purves slagwerk. De Schotse slagwerker Alan Purves alias ‘Gunga’ maakt muziek met alles waar je geluid mee kan maken: potten, pannen, toeten en bellen en eventueel ook een drumstel. In 2005 maakte Alan Purves de cd All by my shelf (2005), ontstaan uit een project met muziek voor doven. Alan Purves speelt al jaren samen met zeer verschillende muzikanten, van Fernando Lameirinhas tot Ernst Reijseger. Al in 1982 maakten Alan Purves en Ernst Reijseger de plaat Cellotape en Scotchtape. Tijdens de Amsterdamse Cello Biënnale komen ze opnieuw bij elkaar.

Jean-Guihen Queyras cello

Het optreden van Jean-Guihen Queyras met het celloconcert van Haydn in C tijdens het afsluitende Galaconcert van de Amsterdamse Cello Biënnale in 2006 werd door publiek en pers als een unieke muzikale ervaring bestempeld. Queyras focust zich in het bijzonder op repertoire voor cellosolo. Zijn recente cd opname met de Bach-suites werd wereldwijd enthousiast ontvangen. Jean-Guihen was solocellist van het Ensemble Intercontemporain, met wie hij het celloconcert van György Ligeti opnam. Ook het celloconcert Tout un monde lointain van Henri Dutilleux zette hij op cd. Hij werd meerdere keren uitgenodigd als artist-in-residence bij Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht, het Concertgebouw in Amsterdam en De Bijloke in Gent. Jean- Guihen Queyras is docent aan de Musikhochschule in Stuttgart en één van de artistiek leiders van festival Rencontres Musicales de Haute-Provence in Zuid-Frankrijk. Hij bespeelt een cello van Gioffrede Cappa uit 1696, ter beschikking gesteld door het Mécénat Musical Société Générale.

Ernst Reijseger cello

Ernst Reijseger ontwikkelt zijn eigen muzikale klank(en). Daarmee schreef hij in drie decennia cellogeschiedenis. Hij valt in geen enkele categorie: zijn optredens en zijn discografie zeggen alles. Een opsomming uit zijn discografie van meer dan honderd cd’s: Zijn laatste plaat heet Do you still, samen met Larissa Groeneveld en Frank van de Laar. Reijseger werkte intensief samen met de Senegalese zanger Mola Sylla voor de cd Requiem for a dying planet (2006). Hij schreef muziek voor de film Rescue Dawn van regisseur Werner Herzog, die in 2006 in première ging. Reijsegers solo-cd Colla Parte kwam in 1997 uit: 13 werken voor solocello. Met viola da gamba-lwartet Il Suonar Parlante nam hij de cd Full of Colour op. Daarnaast werkt hij samen met het Sardijnse mannenkoor Tenore e Cuncordu de Orosei, pianist/componist Fumio Yasuda en het Amsterdam String Trio. biografieën 121

Nathaniel Rosen cello

Nathaniel Rosen behoorde in 1978 in één klap tot de internationale cello-elite nadat hij als eerste niet-Rus winnaar was geworden van het Tsjaikovski Concours in Moskou. Twaalf jaar eerder was hij, op 17 jarige leeftijd, en als jongste deelnemer, al eens finalist geweest in dezelfde competitie. Op zesjarige leeftijd was Nathaniel Rosen begonnen met cellospelen bij Eleonore Schoenfeld en zeven jaar later ontmoette hij Gregor Piatigorksy die zijn mentor en leraar werd. Vijf jaar lang was hij tevens de assistent van Piatigorsky. Rosen was solist bij vele Amerikaanse en Europese orkesten en was eerste cellist van het Pittsburgh Symphony Orchestra en het Los Angeles Chamber Orchestra. In Nederland was Nathaniel Rosen ook meermalen te horen met het Reizend Muziekgezelschap. Hij was artistiek leider van de Interlochen Chamber Music Series en hij was oprichter van het Sitka Summer Music Festival.

Alexander Rudin cello

Alexander Rudin is een buitengewoon veelzijdig en charismatisch musicus. Hij is cellist, concertpianist, dirigent, leraar, onderzoeker van ‘oude muziek’- partituren en arrangeur van orkestmuziek. Op al deze gebieden wordt hij internationaal gewaardeerd. Alexander Rudin werd geboren in Moskou in 1960 en studeerde cello en piano aan het Gnessin Instituut voor Muziek en het conservatorium (allebei in Moskou). Hij studeerde ook directie bij Dmitri Katayenko. Rudin was prijswinnaar in verschillende internationale concoursen, waaronder het Tsjaikovski-concours. Bij dat concours was hij in 2002 ook voorzitter van de jury. Rudin reist over de hele wereld als solist, dirigent en kamermuziekspeler. Sinds 1998 is hij artistiek leider en chefdirigent van het kamerorkest Musica Viva, een van de beste ensembles van Rusland.

Harro Ruijsenaars cello

De Nederlandse cellist Harro Ruijsenaars studeerde cello bij Maurice Gendron van 1964-1967. Van 1977 tot 1989 was Ruijsenaars solocellist van het Koninklijk Concertgebouworkest, een positie die hij opgaf om zich te concentreren op een solocarrière en om les te geven aan de Koninkijke Muziekacademie van Århus, Denemarken, en de muziekfaculteit van de Universiteit van Göteborg, Zweden. In Göteborg doceert hij kamermuziek en cello. Van 1998 tot 2002 was hij gastdocent aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Sinds 2001 geeft hij les aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij combineert dit met een parttime baan als solocellist bij het Residentie Orkest. Zijn carrière als solist bracht hem naar heel Europa, de Verenigde Staten, de voormalige Sovjet Unie en het Verre Oosten. Zijn repertoire omvat meer dan dertig celloconcerten. 122 biografieën

Martijn Sanders juryvoorzitter

Martijn Sanders was vijfentwintig jaar directeur van Het Concertgebouw. Sinds zijn afscheid in 2006 verdeelt hij zijn tijd over talloze verschillende nevenfuncties: adviseurschappen en bestuursfuncties. Zo is hij bestuurslid van Het Kersjes Fonds, Commissaris Amsterdam ArenA, vice-voorzitter Vereniging Rembrandt, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Bureau Promotie Podiumkunsten, lid van het artistiek comité van de Borletti-Buitoni Trust Foundation en Voorzitter van het Internationale Franz Liszt Pianoconcours. De vele verschillende functies geven zijn ongelooflijke veelzijdigheid weer. Sanders is lid van de Raad van Advies van accountantskantoor Ernst & Young, maar ook advieseur van de uitgeverij Nieuw Amsterdam. Ook in het buitenland wordt hij zeer gewaardeerd. Zo is hij non-executive director van de Intermusica Artist Agency in Londen en lid van het curatorium van de Elbphilharmonie Hamburg. In 2006 benoemde Hare Majesteit de Koningin hem tot Commandeur in de Orde van Oranje Nassau en ontving hij de Gouden Medaille van de Stad Amsterdam.

Saw the celli

Saw the Celli werd in 1999 opgericht door de cellistes Marieke van der Heyden en Frederike Maus met de voorstelling Ik wou dat ik twee celli was... in de regie van Jos Groenier. In 2004 is Saw the Celli uitgebreid met Tjakina Oosting en Saartje Van Camp. In samenwerking met regisseur René Groothof is in 2006 de voorstelling Vier gemaakt. Saw the Celli speelt in theaters en op scholen. In de producties van Saw the Celli worden jonge kinderen in contact gebracht met nieuw geschreven muziek voor cello, zang en zingende zaag. De celli worden ontdaan van hun stoffige jasjes en deze worden verruild voor stoere jacks. Je hoort prachtige klanken maar ook celli die gaan snurken of plotseling in een drumstel veranderen.

Fred Sherry cello

Deze New Yorkse cellist heeft op alle continenten het publiek geïntroduceerd bij de muziek van deze tijd, door zijn nauwe samenwerking met musici als Babitt, Berio, Carter, Knussen, Takemitsu en Wuorinen. Hij was lid van de Group for Contemporary Music en het Juilliard Ensemble van Luciano Berio, het Galimir String Quartet en hij werkte samen met jazzpianist en componist Chick Corea. Hij richtte Speculum Musicae and Tashi op en is lid van de Chamber Music Society of Lincoln Center (New York). Fred Sherry geeft les aan de Juilliard School, het Mannes College of Music en de Manhattan School of Music. In samenwerking met dirigent Robert Craft nam hij het celloconcert en het Strijkkwartetconcert van Schönberg op, naast andere grote werken van Schönberg, Stravinsky en Webern. Elliott Carter droeg zijn Figment No. 2 aan hem op, evenals Uno uit Tempo e Tempi, de versie uit 2007 van Elegy en het celloconcert. biografieën 123

Etienne Siebens dirigent

Etienne Siebens studeerde orkestdirectie bij Lucas Vis en Jorma Panula. Al snel werd hij uitgenodigd voor gastdirecties bij het Residentie Orkest, het Radio Kamerorkest, het Radio Symfonie Orkest, het Rotterdam Philharmonisch, het Brabants Orkest, het Symfonieorkest Vlaanderen, Amsterdam Sinfonietta, het Nederlands Blazers Ensemble, Asko I Schönberg, het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio Orkest en de Vlaamse Opera. Uitnodigingen in Engeland, Duitsland, Nederland en Spanje volgden. De pers schreef over hem: ‘…de coming-man in het dirigent-arme België…’. In 1992 richtte Siebens het Prometheus Ensemble op. Daarmee verscheen Siebens in tal van concertseries. Siebens is veel te horen in Nederland, bijvoorbeeld bij Asko|Schönberg, Amsterdam Sinfonietta, de Radio Kamerfilharmonie en vele andere orkesten. Siebens dirigeert symfonisch repertoire, maar is ook een warm pleitbezorger van hedendaagse muziek. Sinds 2004 is Etienne Siebens chef-dirigent van het Symfonieorkest Vlaanderen.

Giovanni Sollima cello

Cellist en componist Giovanni Sollima werd geboren in 1962 in Palermo in een muzikale familie. Hij studeerde met lof af aan het Conservatorium van Palermo en studeerde verder in Salzburg, bij Antonio Janigro (cello) en in Stuttgart (compositie). Het begin van zijn carrière bestond uit veel bijzondere samenwerkingen met musici als , Giuseppe Sinopoli, Jorg Demus en Martha Argerich. Al sinds zijn jeugd is Sollima gebiologeerd door alle soorten muziek. Hij zoekt steeds naar nieuwe mengvormen tussen verschillende genres, door elementen uit de klassieke, rock, en jazzmuziek met elkaar te combineren; hij gebruikt ook elementen uit de volksmuziek, bijvoorbeeld uit Sicilië, Noord-Afrika, Israël, het Midden-Oosten en de Balkan. Zijn werk wordt al jaren gespeeld in concertzalen over de hele wereld door bijvoorbeeld Yo-Yo Ma, Misha Maisky, Viktoria Mullova, David Geringas, maar ook door DJ Scanner en de Italiaanse popster Elisa. In 2001 namen Gidon Kremer en Kremerata Baltica zijn meest uitgevoerde werk op: Violoncelles, vibrez! Onlangs kwam zijn nieuwste cd We Were Trees uit.

Michel Strauss cello

Michel Strauss studeerde in Frankrijk en de Verenigde Staten. Sinds 1987 geeft hij les aan het Conservatorium van Parijs. Daarnaast geeft hij les aan de conservatoria van Groningen en Den Haag. Hij speelde solo met orkesten over de hele wereld en nam een aantal cd’s op. Hij bracht verschillende aan hem opgedragen werken in première. Strauss werkte samen met onder meer Luciano Berio, Pierre Boulez, Henri Dutilleux en Krzysztof Penderecki. Hij is ook erg geïnteresseerd in andere kunstdisciplines, zo werkte hij samen met Maurice Béjart en Jean-Luc Godard. Zijn eclectische visie op muziek en zijn natuurlijke charisma maken hem tot een veelgevraagd docent voor veel cellisten die aan het begin van hun carrière staan. Michel Strauss is ook de artistiek leider van het kamermuziekfestival Musique de Chambre à Giverny in Frankrijk. 124 biografieën

Symfonieorkest Vlaanderen

Het Symfonieorkest Vlaanderen is een orkest samengesteld uit een zestigtal enthousiaste musici. Het werd opgericht in 1960. Vanaf 1984 werd het ‘Nieuw Vlaams Orkest’ gedirigeerd door Patrick Peire, Robert Groslot en Fabrice Bollon. In 1995 werd het omgedoopt tot ‘Het Symfonieorkest van Vlaanderen’. Het orkest geeft concerten in eigen land, maar ook in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Italië. In 2004 werd de Britse dirigent David Agnus na zes jaar opgevolgd door Etienne Siebens. Deze weet kwaliteit, vernieuwing en gedrevenheid met elkaar te combineren. Dankzij zijn flexibele structuur en zijn geestdriftige inzet doet het orkest het nu beter dan ooit. Het Symfonieorkest Vlaanderen staat garant voor concerten waarbij de speelvreugde en inzet van de musici van het podium spat, dat alles onder de bezielende leiding van chef-dirigent Etienne Siebens. Vol vertrouwen kijkt het orkest dan ook de toekomst tegemoet.

Candida Thompson viool

Sinds juli 2003 is Candida Thompson artistiek leider van Amsterdam Sinfonietta. Zij leidt het orkest als concertmeester. Haar muzikale benadering vraagt maximale inzet en een hoge betrokkenheid van de musici, wat resulteert in optredens met een zeldzame dynamiek en intensiteit. Zij studeerde bij David Takeno aan de Guildhall School of Music and Drama, waar zij in 1989 afstudeerde met onderscheiding. Ze bekwaamde zich verder aan het Banff Centre for the Arts en leidde verschillende internationale orkesten als concertmeester. Haar spel werd verschillende malen bekroond. Naast haar internationale solocarrière houdt zij zich intensief bezig met kamermuziek. Candida Thompson nam verschillende keren deel aan het Kuhmo Festival in Finland en La Musica in Florida. Onlangs kwam de nieuwste cd van Amsterdam Sinfonietta uit met Strijkkwartet nr. 2 en 4 van Sjostakovitsj, die door de pers zeer positief werd ontvangen en in het tijdschrift Luister met een 10 werd bekroond.

Frances-Marie Uitti cello

Misschien is ze beter te omschrijven als componist-performer, deze Amerikaanse celliste met Finse wortels. Ze transformeerde de cello tot een polyfoon instrument, bijvoorbeeld door met twee strijkstokken tegelijk te spelen. György Kurtág, Luigi Nono, Giacinto Scelsi, Louis Andriessen, Jonathan Harvey, Richard Barrett, Sylvano Bussoti zijn een handjevol componisten die deze techniek gebruikten in de werken die ze aan Uitti opdroegen. Louis Andriessen droeg zijn werk La Voce aan haar op. Ze werkte samen met onder meer de componisten Dick Raaijmakers, John Cage Iannis Xenakis, Elliott Carter, pianisten Rolf Hind en Alwin Bar, gitarist Elliott Sharp; de filmmakers Frank Scheffer en Frans Zwaantjes en vele anderen, waaronder DJ’s en videokunstenaars. Als pedagoog gaf Uitti masterclasses aan onder meer de conservatoria van Den Haag en Amsterdam. Zij neemt regelmatig zitting in jury’s van muziekconcoursen, zoals de Gaudeamus Competitie voor componisten. biografieën 125

Quirine Viersen cello

Quirine Viersen studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Jean Decroos, Dmitry Ferschtman en aan het Mozarteum in Salzburg bij Heinrich Schiff. In 1994 won Viersen als eerste Nederlandse een prijs op het prestigieuze Tsjaikovski Concours en ontving zij de Nederlandse Muziekprijs. In 2000 won ze de Young Artist Award, waaraan een concert met de Wiener Philharmoniker onder leiding van Zubin Metha tijdens het Luzern Festival was verbonden. Viersen speelde solo met alle belangrijke Nederlandse orkesten en vele grote internationale orkesten. Ook in kamermuziekverband is Quirine een veelgevraagd musicus. Zij is een graag geziene gast op onder meer het Delft Chamber Music Festival, de Salzburger Festspiele en het Stavanger Chamber Music Festival. Met pianiste Silke Avenhaus vormt ze een vast duo en met haar nam Viersen enkele – lovend besproken – cd’s op. Quirine Viersen bespeelt een Joseph Guarnerius Filius Andreae cello uit 1715, haar ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.

Bas Wiegers dirigent

Bas Wiegers studeerde viool aan het Conservatorium van Amsterdam bij Johannes Leertouwer en Peter Brunt en orkestdirectie bij Roland Kieft. Bas Wiegers is als violist lid van het Asko I Schönberg en daarnaast werkzaam in verschillende ensembles, zoals het Ives Ensemble en het Remix Ensemble (Portugal). Op authentieke instrumenten speelde hij onder andere in Anima Eterna en het orkest van de Nederlandse Bachvereniging. Van 2000 tot 2005 was Bas Wiegers artistiek leider en dirigent van het Ricciotti Ensemble. Hij dirigeerde regelmatig het Asko Ensemble en daarnaast was hij onder meer te gast bij het Nieuw Ensemble, Cello Octet Conjunto Ibérico, het VU Orkest, het Nederlands Studenten Kamerorkest en het Nederlands Strijkers Gilde. Als dirigent en violist strekt zijn repertoire zich uit van de vroege barok tot de nieuwste muziek. Ook wereldmuziek, populaire muziek en improvisatie schuwt hij niet.

Pieter Wispelwey cello

Pieter Wispelwey studeerde bij Dicky Boeke en Anner Bijlsma en later bij Paul Katz en William Pleeth. Hij won verschillende prijzen, waaronder de Nederlandse Muziekprijs. Wispelwey’s carrière speelt zich af in de hele wereld. Hij treedt regelmatig op in onder meer Londen, Parijs, Buenos Aires, Los Angeles en New York. Hij maakte ook een uitgebreide recital-toernee door Japan. Daarnaast is hij een graag geziene gast op internationale muziekfestivals zoals dat van Schleswig- Holstein. Wispelwey speelde met orkesten als het Boston Symphony Orchestra, het Orchestra of the Age of Enlightenment, Camerata Salzburg en vele andere ensembles. In februari 2005 begon hij aan een vijfjarige ‘residency’ bij de London Philharmonic Orchestra met een uitvoering van het celloconcert van Elgar in de Royal Festival Hall. Zijn discografie is indrukwekkend: hij nam meer dan twintig cd’s op, waarvan maar liefst negen werden bekroond met een muziekprijs. Pieter Wispelwey bespeelt een cello uit 1760 van Giovanni Battista Guadagnini. 126 biografieën

Hans Woudenberg cello

Hans Woudenberg ontving zijn opleiding als cellist aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag van Carel van Leeuwen Boomkamp en Anner Bijlsma. Al jong had hij grote interesse voor nieuwe muziek. Toen hij als tweedejaars student gevraagd werd om met een groep medeleerlingen Pierrot Lunaire van Schönberg in te studeren, was dat een vraag die bepalend werd voor zijn latere professionele loopbaan. Dat wil niet zeggen dat hij zich uitsluitend en alleen op nieuwe muziek toelegt. Vele jaren was hij als orkestmusicus en als barokcellist werkzaam. Momenteel verdeelt hij zijn energie tussen Asko|Schönberg en het DoelenKwartet. Van componiste Vanessa Lann bracht hij Objects of Rituals, the Bowl en Landscape of a Soul’s Remembering in première. Hij bespeelt sinds 1976 een door Georg Panormo gebouwd instrument (Londen, 1830).

Dmitry Yablonsky dirigent

Deze Russische dirigent komt uit een muzikale familie. Zijn moeder is pianiste en zijn vader hoboïst. Yablonsky studeerde cello bij Stefan Kalianov en Isaak Buravski in Moskou. In 1990 werd Yablonsky gevraagd een octet van Stravinsky te dirigeren. Omdat hij al sinds zijn 18e geïnteresseerd was in directie, greep hij deze kans aan. Het was het begin van zijn dirigentencarrière. Inmiddels dirigeert hij vele orkesten in Europa en daarbuiten. In 1999 werd hij vaste gastdirigent van het Moskou Filharmonisch Orkest, en in 2002 werd hij er chefdirigent. Hij werkte samen met onder meer Monserrat Caballé en Roberto Alagna en dirigeerde de wereldpremière van een altvioolconcert geschreven voor Yuri Bashmet. Hij heeft meer dan 20 cd’s opgenomen voor verschillende platenlabels. In een nieuwe opname van Het Zwanenmeer van Tsjaikovski dirigeerde hij niet alleen, hij speelde ook de cellosolo. The Gramophone noemde hem een ‘excellente dirigent’.

Zapp String Quartet

‘… de een na de andere verrassing..’ ‘...Zapp. Hollands meest swingende strijkkwartet...’ Zomaar wat termen die opkomen als het over Zapp gaat. Want Zapp is ’s lands meest sprankelende, groovende strijkkwartet. De Zapp-benadering is origineel en onconventioneel, met repertoire uit verschillende muzikale stijlen zoals geïmproviseerde muziek, jazz, rock, wereldmuziek, klassieke en hedendaagse muziek. In 2005 won het kwartet de Kersjesprijs. Alle Zapp-leden zijn improvisatoren en solisten en schrijven of arrangeren muziek voor het kwartet. Het nieuwste project van Zapp heet Jumping the Rocky Mountains. Naast hun kwartetprojecten spelen ze allen met vele verschillende Nederlandse en internationale artiesten. Zapp bestaat uit Jasper le Clerq en Friedman Hitzer, viool; Oene van Geel, altviool en Emile Visser, cello.

informatie 128 informatie

organisatie Maarten Mostert artistiek leider Liesbeth Kok zakelijk leider Isabelle Savelkoul algemeen producent Tjakina Oosting producent Mega Kinder Cello Orkest Ines Lögers producent masterclasses & workshop Loes Bazen/Floris Don co-ordinatoren hal en tentoonstelling Monique van der Woude assistent marketing/publiciteit Ina Witte assistent marketing/publiciteit Hans Hollander webbeheer Vrijwilligers: Roos Bolink, Dirk Rietveld, Martijn Eikenhout, Jacqueline van Hees, Laura Keuzenkamp, Geertje van der Linden, Gerrit Kracht, Janine Buisman

bestuur Irene Witmer voorzitter Mr. Ester de Vreede secretaris Rob van Schaik penningmeester Monique Bartels lid Mr. Marijn Ornstein lid Drs. Joost Westerveld lid Prof. Dr. Fritz Schröder adviseur comité van aanbeveling Anner Bijlsma Cellist A. van Bochove Oud-President-Directeur en CEO Martinair Holland N.V. Mr. M.J. Cohen Burgemeester van Amsterdam Prof. Ir. W. Dik Voorzitter Stichting Nationaal Muziekinstrumenten Fonds en Oud-Voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke KPN N.V. Anna Enquist Schrijfster Prof. V. Halberstadt Hoogleraar Economie Universiteit Leiden Mw. Mr. S. Laseur-Eelman Notaris Van Doorne Advocaten, Notarissen en Fiscalisten Mr. J.W. Loot Algemeen Directeur Koninklijk Concertgebouworkest Mr. S.A. Reinink Algemeen Directeur Het Concertgebouw Dr. M. Sanders Oud-Algemeen Directeur Het Concertgebouw Drs. J.B.M. Streppel Lid en CFO Raad van Bestuur Aegon N.V. E.W. Veen Directeur Stichting De Nieuwe Kerk en Stichting Hermitage Amsterdam Quirine Viersen Celliste H. Zwarts Oud-Voorzitter Kamer van Koophandel Amsterdam informatie 129 bereikbaarheid

Openbaar vervoer Auto • IJ-tram lijn 26 (richting IJburg): Neem vanaf de Oostelijke ringweg A10 vanaf Centraal Station naar halte afslag S114 richting Centrum. U rijdt de Piet Muziekgebouw/Bimhuis Hein tunnel in. Aan het eind van de tunnel • Tram lijn 25 (richting PTA) vanuit het rechtsaf richting Centraal Station. Na het centrum (en vanaf Centraal Station) direct derde stoplicht de tweede afslag naar halte Muziekgebouw/Bimhuis. naar rechts nemen. De inrit van de Minder validen wordt, vanwege de steile parkeergarage bevindt zich voor de hellingswand van de voetgangersbrug bij PTA. Vanuit Haarlem volg de S103 het Muziekgebouw aan ‘t IJ, aangeraden richting het Centraal Station via de één halte verder uit te stappen (halte Piet Van Diemenstraat. U rijdt voorlangs het Heinkade) en onderlangs de Passenger Centraal Station en ziet na ongeveer 500 Terminal Amsterdam (PTA) en het meter het Muziekgebouw aan ‘t IJ aan uw Mövenpick hotel naar de hoofdingang linkerhand liggen. van het Muziekgebouw aan ‘t IJ te gaan. Parkeren Wandelen Direct onder de PTA is een parkeer- Wandelen is mogelijk in circa 10 minuten garage met een capaciteit van 400 vanaf het Centraal Station. U loopt door parkeerplaatsen (tarief € 3,50 p/u). het station richting het IJ (uitgang Noord). Parkeergarage Passenger Terminal Buiten rechtsaf de waterkant volgen tot Amsterdam, Piet Heinkade 27. aan de lange brug. De brug oplopen. U ziet midden op de lange aan uw Voor meer informatie over parkeren in linkerhand de loopbrug naar het Amsterdam zie www.naaramsterdam.nl Muziekgebouw aan ‘t IJ en het Bimhuis. Bron: www.muziekgebouw.nl Bron: 130 informatieprogramma-overzicht

De Amsterdamse Cello Biënnale dankt de volgende sponsors en fondsen voor hun bijdrage:

Aegon N.V. M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting Ambassade van Finland Ministries of Culture and Foreign Affairs, Ambassade van Zweden Republic of Croatia American Embassy The Hague Mövenpick Hotel Amsterdam | Silk Road Amsterdams Fonds voor de Kunst Restaurant Bank Insinger de Beaufort N.V. Muziekgebouw aan ‘t IJ Belle 10 fonds + Ars Donandi Nationaal Muziekinstrumenten Fonds Bimhuis Nederlands Fonds voor Podiumkunsten Cultuurfonds Bank Nederlandse Prins Bernhard Cultuurfonds Gemeenten Prisma Holding B.V. Gemeente Amsterdam SNS REAAL Fonds Het Kersjes Fonds société Gavigniès ING Commercial Finance B.V. Stichting Niemeijer Fonds Institut Français des Pays-Bas Stichting Thurkofonds Istituto Italiano di Cultura per i Paesi Bassi Turing Foundation K.F. Hein Fonds Kirill Kondrashin Stichting VSBfonds KRO

Deze editie van de Amsterdamse Cello Biënnale wordt mede mogelijk gemaakt met ondersteuning van het Conservatorium van Amsterdam, De Nederlandsche Bank, Van Mens en Wisselink, Leidsegracht Advocaten, A.A. van Berge.

Wij danken de vele vrijwilligers, adviseurs en medewerkers voor hun bijdrage.

De volgende Amsterdamse Cello Biënnale vindt plaats van 5 t/m 13 november 2010.

colofon redactie Henriëtte Ellerbroek en Maarten Mostert engelse vertalingen Frances Thé fotografie Karin Boodt, Marco Borggreve, Carine Bijlsma, Ben van Duin, Feith Fotografie, Regina Geisler, Claire Huydts, Eric Haas, Pepijn van der Meer, Yoshimori Mido, Edward Morgan, Krijn van Noordwijk, Emmy Scheele, Alex Smith, Eric Veenhui- jzen, Camilla van Zuylen vormgeving Pepijn van der Meer en Simone Bleumink drukwerk Calff & Meischke

website www.amsterdamsecellobiennale.nl adres Kerkstraat 97, 1017 GD Amsterdam

Stichting Amsterdamse Cello Biënnale, oktober 2008 Wilt u ons helpen bij het realiseren van ons doel? Dan kunt u dat doen door ons met een financiële bijdrage te steunen. Met een gift vanaf € 50,- per jaar wordt u Vriend van de stichting Amsterdamse Cello Biënnale. U kunt ons op verschillende manieren steunen. Maak uw keuze en vult u a.u.b. het antwoordformulier op de achterpagina in en stuur deze naar:

Stichting Amsterdamse Cello Biënnale Antwoordnummer 9303 1000 XG Amsterdam Voorletters en naam EL@E;<N@EB

NNN%E8GD8>8Q@E<%EC

Untitled-2 1 25-09-2008 17:09:48 De Amsterdamse Cello Biënnale dankt de volgende fondsen en sponsors voor hun bijdrage

Partner van de Amsterdamse Cello Biënnale

Prisma Holding BV

Stichting Niemeijer Fonds Stichting Thurkowfonds Kirill Kondrashin Stichting

M.O.A.C. Gravin van Bylandt Stichting www.amsterdamsecellobiennale.nl