<<

Programma's en Projecten

Projectmanagers

De Torenhove ïM Martinus Nijhomaan2 GemeenteDelft 2624 ES Delíl BankrekeningBNG 28.50.01.787 t.n.v. gemeente Delfì

Behandeld door Annemiek Jansen Retouradres : Projectmanagers, Postbus78, 2600 ME Delfì Telefoon 015-2602595 anjansen@.nl Gemeenteraad 14015 Internet www.delfl.nl

VERZONDEN

Datum 14-03-201 3 Ons kenmerk 1290042 Uw brief van

Uw kenmerk RegionaalVeiligheidshuis Haaglanden& Inrichting Kamer Bijlage 2 Delft

Geachte leden van de gemeenteraad,

In het coalitieakkoord "Aan het werkn en het bijbehorende Bestuursprogramma is de ambitie vastgelegd om een tweede Veiligheidshuis (naast het Veiligheidshuis Den Haag) in de regio te realiseren. De afgelopen twee jaar heeft een proces plaatsgevonden om tot dit Veiligheidshuis te komen.

Het college heeft hiertoe op 6 december 201 1 de bestuurlijke opdracht "Uitvoeringsplan van een niet- fysiek Zorg- en Veiligheidshuis" vastgesteld. Vervolgens heeft het college op 12 juni 2012 de hierna te noemen notities vastgesteld: "Blauwdruk Zorg- en Veiligheidshuis per 1 januari 2013", Ontwikkelingsmogelijkheden na de start op 1 januari 2013 van het Zorg- en Veiligheidshuis", 'Investeringen 201 2 en operationele kosten 201 Yen de notitie "lmplementatiestrategie Zorg- en Veiligheidshuis".

Vervolgens hebben de zes betrokken gemeenten (naast Delft de gemeenten , Westland, Midden Delfland, Pijnacker-Nootdorp en ) in samenspraak met de gemeente Den Haag besloten om een nieuw Veiligheidshuis Haaglanden in te richten met Regionale en Lokale Kamers in plaats van een tweede Veiligheidshuis te creëren naast het Veiligheidshuis Den Haag. Het college heeft hierover in september besloten. In december 2012 is daarvoor in het regionaal college Haaglanden de Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden (VHH) vastgesteld.

In Delft is de ontwikkeling van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden een onderdeel van Innovatie Sociaal Domein. De burgers die alleen zorg nodig hebben, bijvoorbeeld de meldingen bij de Zorgnetwerken, zijn geen doelgroep van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. Pas als er naast zorg, een strafrechtelijke en of bestuurlijke interventie nodig is, wordt de casus besproken in het Veiligheidshuis. Datum Hierbij ontvangt u - ter informatie -twee notities voor de verdere 14-03-2013 implementatie van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. Hieronder Ons kenmerk 1290042 staat kort de inhoud van de twee notities verwoord: 1. De notitie "Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden" inclusief de bijlage "Financieringsstructuur Regionale Kamer". In deze notitie staat de beschrijving van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. De Blauwdruk bevat o.a. de belangrijkste uitgangspunten, de basisvoorzieningen waarover het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden zal beschikken, de organisatie van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden met een Regionale Kamer en per gemeente een lokale kamer, het uniforme werkproces en de wijze van verantwoording over het functioneren van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. De bijlage bevat een voorstel voor de financiële bijdrage van Delft aan het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden. 2. De notitie "Inrichting Kamer Delft'. In deze notitie staat de hoe de Kamer Delft wordt vormgeven als onderdeel van Innovatie Sociaal Domein. De notitie eindigt met de beschrijving van een aantal opgaven voor de implementatie in 2013 en verder en de dekking van de kosten.

De gemeenten Delft, Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp en Den Haag zijn reeds aan de slag met de nieuwe, Haaglanden-brede, aanpak van casussen met betrekking tot 'jeugd' (overlastgevend, hinderlijk, crimineel). Dit houdt in dat het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden in 2013 voor bepaalde casusoverleggen operationeel is voor de oorspronkelijke zes initiatiefnemers van het Veiligheidshuis.

In het vertrouwen u aldus voldoende te hebben geïnformeerd,

Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Delft,

, secretaris

drs. T.W. Andriessen1,s.

Blauwdruk

Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

datum: 10 januari 2013

zvh 1086

Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

Document Identificatie: zvh 1086 10012013 blauwdruk regionaal VH Haaglanden docx

Status: Definitief

Versie: 0.11

Auteur(s): P.M. Anthonisse

Versie beheer

versie datum auteur(s) wijziging

0.1 22 juli 2012 P.M. Anthonisse Nieuw document.

0.2 4 aug 2012 P.M. Anthonisse Aanpassingen/aanvullingen na eerste lezing door deelprojectleiders c.s.

0.3 13 aug 2012 P.M. Anthonisse Aanpassingen/aanvullingen na bespreking Ambte- lijke Regiegroep. Samenvatting toegevoegd.

0.4 10 sep 2012 P.M. Anthonisse Aanpassingen/aanvullingen na bespreking Veilig- heidshuis Den Haag en binnen de 6 ZVH- gemeenten.

0.5 4 okt 2012 P.M. Anthonisse Aanpassingen/aanvullingen na bespreking met diverse stakeholders.

0.6 19 okt 2012 P.M. Anthonisse Aanpassingen/aanvullingen na bespreking met Ambtelijke Regiegroep en Den Haag. Introductie van de Kamer Haaglanden.

0.7 9 okt 2012 P.M. Anthonisse Aanpassingen na reactie gemeenten Den Haag en Veiligheidshuis Den Haag.

0.8 12 okt 2012 P.M. Anthonisse & Laatste redactionele aanpassingen n.a.v. reacties H. Metzemakers uit gemeenten en politie Haaglanden.

0.9 4+7 dec 2012 P.M. Anthonisse & Aanpassingen n.a.v. reacties OOV Den Haag, OM H. Metzemakers en uit de 6 ZVH-gemeenten.

0.10 12 dec 2012 P.M. Anthonisse Accordering Regionaal College

0.11 9 jan 2013 R.Buldeo Rai & Aanpassingen n.a.v. accordering regionaal college Y. van Delft en Ambtelijke Regiegroep ZVH

201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx

Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

inhoud

SAMENVATTING ...... 1 1. INLEIDING ...... 1 1.1 Achtergrond ...... 1 1.2 Opbouw van de notitie ...... 1 2. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN ...... 2 3. BELEID ...... 6 3.1 Aanleiding ...... 6 3.2 Missie ...... 7 3.3 Visie ...... 9 3.4 Strategie ...... 11 4. PROCESSEN ...... 13 4.1 Casusoverleg-proces ...... 13 4.2 Opschaling ...... 15 4.3 Wat wordt er anders? ...... 15 5. BESTURINGSMODEL ...... 16 5.1 Uitgangspunten ...... 16 5.2 Organieke structuur ...... 16 6. MENSEN ...... 20 7. CULTUUR ...... 21 8. MIDDELEN ...... 22 8.1 Centrale middelen ...... 22 8.2 Lokale middelen ...... 23 9. ADMINISTRATIE ...... 24 10. COMMUNICATIE ...... 25 11. JURIDISCH ...... 26 11.1 Samenwerking tussen gemeenten ...... 26 11.2 Samenwerking in casusoverleggen ...... 26 11.3 Rechtspositie van medewerkers ...... 26 11.4 Aansprakelijkheid/aanspreekbaarheid ...... 27 11.5 Compliance ...... 27 12. HUISVESTING...... 28 12.1 Regionale VHH ...... 28 12.2 Lokale Kamers ...... 28 13. FINANCIEEL ...... 29 13.1 Toerekening van kosten ...... 29 13.2 Begroting ...... 29 13.3 Verdeling van kosten ...... 30 13.4 Financieel beheer ...... 31

Bijlage 1. Planning ...... 32

201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

SAMENVATTING

De gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Westland en Zoe- termeer hebben in 2011 besloten tot het opzetten van een eigen, niet-fysiek, Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH). In Den Haag bestond al een Veiligheidshuis, dat voor de ge- meente Den Haag een bepaalde selectie van casusoverleggen verzorgt. Tijdens de voorbereidingen van het ZVH is de mogelijkheid ontstaan om samen met het Veilig- heidshuis Den Haag een Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden te vormen, dat in be- ginsel voor àlle gemeenten binnen de Veiligheidsregio Haaglanden gaat functioneren. De besturen van de betrokken gemeenten hebben de voordelen van het samenwerken op het regioniveau onderkend en gegeven het positieve perspectief besloten tot de vorming van het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden (VHH).

Missie. De missie van het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden is het terugdringen van recidive door een gerichte aanpak van plegers met een multi-probleem-achter- grond die vanuit lokale casusoverleggen naar het Veiligheidshuis worden opgeschaald en door gemeenten aangewezen categorieën plegers met inzet van instrumenten uit twee of meer van de volgende ketens: strafrechtketen, bestuurlijke keten, zorgketen. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan de objectieve en subjectieve sociale veilig- heid. Huiselijk geweld behoort ook tot het geheel van norm schendende gedragingen waarop het VHH en haar partners zich richten.

Domein. Het primaire domein van het VHH is de coördinatie en ondersteuning van casusoverleg waarbij twee of meer van de ketens betrokken zijn. In veel gevallen zal het gaan om plegers met multi-problematiek.

Werkwijze. Per persoon wordt een op maat gesneden, integrale aanpak uitgestippeld en uitgevoerd. Deze aanpak is gericht op het teweegbrengen van duurzame gedrags- verandering zodat recidive niet plaatsvindt. Bij de keuze van interventies kan worden geput uit het volledige instrumentarium van alle ketens en alle ketenpartners tezamen.

Ideaalbeeld. Het ideaalbeeld dat voor het VHH wordt nagestreefd, heeft ten opzichte van de huidige situatie diverse sterke punten: 1) synergie, structurele samenwerking tussen partijen uit de drie ketens; 2) realisatie van de 1-aanpak-filosofie (voor 1 gezin, 1 geïntegreerde aanpak, 1 contactpersoon, ed.); 3) gezamenlijke beschikbaarheid van meer interventiemogelijkheden dan iedere afzonderlijke keten; 4) toegankelijkheid van informatie sterk verbeterd door gemeenschappelijk gebruik van informatiesystemen; 5) onderkennen van problematiek gebeurt sneller en efficiënter; 6) uitvoering van (kwalitatief betere) interventieplannen effectiever en efficiënter.

Strategie. De strategie die voor de verwezenlijking van het VHH is gekozen bestaat uit een snelle operationele start, inclusief het op orde brengen van het ‘achterstallig onderhoud’, gevolgd door het verder optimaliseren en professionaliseren van de sa- menwerking tussen de partners in het VHH. De strategie is uitgewerkt in een aantal doelen die voor een deel in het eerste kwartaal 2013 verwezenlijkt zijn. Voor het ver- volg daarop wordt een meerjarenplan opgesteld.

201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

Processen. Voor het VHH zijn, met name voor het casusoverleg-proces, geharmoni- seerde en genormeerde procesgangen ontwikkeld. De toepassing daarvan komt de kwaliteit van die overleggen ten goede. Het streven is dat bij alle casusoverleggen van die processen gebruik wordt gemaakt.

Kamers. Het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden is te beschouwen als een regionale aanvulling op lokale structuren. In deze blauwdruk duiden we deze lokale structuren aan met de naam ‘Kamers’. Elke gemeente heeft zijn eigen lokale Kamer, die hij naar eigen inzicht inricht en zelf bekostigt1. Deze lokale Kamers functioneren onder regie van de lokale driehoek. De regionale functie is ondergebracht in het VHH en wordt door de gezamenlijke deelnemende gemeenten (aangevuld met het OM en de politie) aangestuurd en medegefinancierd. Het VHH beschikt over menskracht en middelen (een ‘backoffice’) die worden ingezet voor cases die door de lokale Kamers worden opgeschaald naar het regionale VHH.

Besturingsmodel. Het besturingsmodel van het VHH bestaat uit drie niveaus, strate- gisch, tactisch en operationeel. Op alle drie de niveaus zijn in beginsel zowel de be- stuurlijke keten, de strafrechtketen als de zorgketen vertegenwoordigd. De wijze waarop hierin wordt voorzien dient nog te worden bepaald.

Het strategisch niveau wordt gevormd door de Raad van Toezicht, bestaande uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, aangevuld met de Hoofdofficier van Justitie en een vertegenwoordiger van de leiding van de regionale eenheid Den Haag van de politie. Aan dit gremium worden ter goedkeuring plannen en begrotingen voor- gelegd en het bepaalt derhalve het te voeren beleid.

Het tactisch niveau wordt gevormd door de Regiegroep, bestaande uit het overleg tus- sen directeuren/managers van partners uit de drie ketens, inclusief die van de deel- nemende gemeenten. Model hiervoor is het Directeurenoverleg van het huidige Veilig- heidshuis Den Haag, dat met het oog op de regionalisering wordt uitgebreid met ver- tegenwoordigers van regiogemeenten en van in die gemeenten actieve partners die niet al zijn vertegenwoordigd in het Haagse Directeurenoverleg. Indien het aantal le- den van dit overleg te groot blijkt kan voor een alternatieve samenstelling worden ge- kozen. Dit zou kunnen bestaan uit twee gremia, (1) een relatief kleine tactische ‘kern- groep’ en (2) de vergadering waarin alle stakeholders op dit tactische niveau verte- genwoordigd zijn.2

Op operationeel niveau functioneert de VHH-ketenmanager. Hij/zij is met de staf van het VHH verantwoordelijk voor de dagelijkste gang van zaken van het VHH.

Inrichting, organisatie, aansturing en bekostiging van de lokale Kamers is een lokale verantwoordelijkheid. Tussen de Kamers bestaan er geen hiërarchische relaties.

1 Bij de start van het VHH zijn de deelnemende gemeenten Den Haag, Delft, Midden-Delfland, Pijnacker- Nootdorp, Rijswijk, Westland en Zoetermeer. De gemeenten Leidschendam-Voorburg en participe- ren (nog) niet. Inzet is hen alsnog bij het regionale VHH te betrekken.

2 Deze opzet is min of meer naar analogie van de structuur van een vereniging waarin het verschil wordt ge- maakt tussen het ‘dagelijks bestuur’ en de ‘algemene ledenvergadering’.

201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

Formatie. De personele formatie van het regionale VHH bestaat uit 10 fte3.

Bezetting. De personele bezetting van het regionale VHH bestaat uit een vaste ‘kern- bezetting’ van ruim 10 personen die vanuit de deelnemende partners bij het VHH zijn ondergebracht. Tevens leveren de ketenpartners elk hun inbreng in het VHH door het beschikbaar stellen van menskracht en/of materiële faciliteiten.

Netwerkorganisatie. Het VHH is een netwerkorganisatie zonder zelfstandige juridi- sche status. De samenwerking is geregeld in een convenant tussen de deelnemende partijen.

Cultuur. De cultuur binnen het VHH kenmerkt zich onder meer door: betrokkenheid, geëngageerd zijn en professioneel willen functioneren, naleven van het motto ‘af- spraak is afspraak’, openheid en vertrouwen ten opzichte van elkaar en van derden, nemen van verantwoordelijkheid, verantwoording afleggen en elkaar aanspreken op ieders verantwoordelijkheid.

Niet-personele middelen. Het regionale VHH beschikt over centrale niet-personele middelen, zoals kantoorruimte en het ondersteunende informatiesysteem GCOS. De middelen in de lokale Kamers worden door lokale partners aldaar om niet beschikbaar gesteld.

Administratie. Het regionale VHH voert een administratie, zowel voor haar eigen functioneren als voor de verantwoording die daarover, alsmede over de haar toegewe- zen menskracht en middelen, moet worden afgelegd aan de samenwerkende partners en aan de financierende overheden.

Communicatie. De communicatie van het regionale VHH met de stakeholders vindt zowel gestructureerd als ad-hoc plaats als de situatie daar aanleiding toe geeft.

Juridisch. Het regionale VHH heeft een juridisch solide fundament, enerzijds be- staande uit een samenwerkingsconvenant tussen de participerende gemeenten en an- derzijds in de vorm van gedegen regelingen met betrekking tot de casusoverleggen, zoals m.b.t. privacy.

Financiën. In financieel opzicht functioneert het regionale VHH in 2013 vooralsnog op basis van de voor dat jaar goedgekeurde afzonderlijke begrotingen voor het ZVH en die van het Veiligheidshuis Den Haag. Voor de jaren daarna wordt voor het regionale VHH een gemeenschappelijk meerjarenplan en een meerjarenbegroting opgesteld en aan de Raad van Toezicht voorgelegd. In dit plan zal ook zijn vastgelegd hoe de verde- ling van de kosten over de deelnemende gemeenten zal plaatsvinden

3 Dit is de formatie van het huidige Veiligheidshuis Den Haag. De bezetting daarvan bestaat uit full-time en part-time werkende medewerkers.

201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

1. INLEIDING

In de voorliggende notitie is het schetsontwerp4 beschreven van het regionale Veilig- heidshuis Haaglanden. Het regionale Veiligheidshuis Haaglanden (VHH) is het op con- venanten gebaseerd samenwerkingsverband tussen gemeenten in de Veiligheidsregio Haaglanden en publieke en private organisaties uit de Zorg-, Strafrecht- en Bestuurs- keten. Deze blauwdruk van het regionale VHH is bestemd voor hen, die kennis willen nemen van de kenmerken van het toekomstige VHH, als voor hen, die het VHH gaan verwezenlijken. De beschrijving van het VHH is zoveel mogelijk in ‘eindtermen’ ge- daan, d.w.z. hoe het in beginsel zal zijn als het VHH volledig is doorontwikkeld.

1.1 Achtergrond

De gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Westland en Zoe- termeer hebben in 2011 besloten tot het opzetten van een gezamenlijk, niet-fysiek, Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH). Het ZVH zou binnen de Veiligheidsregio Haaglanden gaan functioneren naast, maar wel samenwerkend met, het Veiligheidshuis Den Haag dat een fysieke vestiging heeft. De ontwikkeling van het ZVH is in februari 2012 ge- start. Tijdens de voorbereidingen van het ZVH is de mogelijkheid ontstaan om samen met het Veiligheidshuis Den Haag een regionaal Veiligheidshuis te vormen, dat in be- ginsel voor álle gemeenten binnen de Veiligheidsregio Haaglanden kan functioneren. Sterke punten van een dergelijk regionaal samenwerkingsverband betreffen o.a.: . wat lokaal kan, gebeurt ook lokaal conform het lokale beleid . onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring . de mogelijkheid om problemen die niet op lokaal niveau kunnen worden opgelost op te schalen en specifieke probleemcategorieën centraal te laten aanpakken . door schaalgrootte meer ruimte voor professionalisering . verhoging van zowel de effectiviteit als de efficiency vanuit het totaal bezien. De besturen van de betrokken gemeenten hebben de voordelen van het samenwerken op het niveau van Haaglanden onderkend en daartoe vervolgens besloten. Dit heeft als consequentie dat voor dat regionale Veiligheidshuis Haaglanden een blauwdruk moet worden ontwikkeld. De voorliggende notitie is daarvan het resultaat. Het Regionaal College Haaglanden heeft op 27 juni 2012 ingestemd met het voornemen om te ko- men tot het regionale Veiligheidshuis Haaglanden.

1.2 Opbouw van de notitie

Het VHH is vanuit verschillende perspectieven te bezien. De blauwdruk is ingedeeld naar de belangrijkste daarvan. Na de uitgangspuntenkomen in de hoofdstukken 3 t/m 13 aan de orde: het beleid, de processen, organieke structuur en rollen, mensen, cul- tuur, middelen, administratie, communicatie, juridisch, huisvesting en financiën.

4 Deze Blauwdruk is niet bedoeld als het in de bouwsector gebruikte ‘bestek’ waarin het beoogde resultaat in grote mate van detail is vastgelegd en dat ook als voorschrift is aan te merken.

1

201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

2. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

De blauwdruk voor het regionale Veiligheidshuis Haaglanden berust op een aantal al- gemene uitgangspunten. De belangrijkste daarvan zijn de volgende.

1. Schetsontwerp. De Blauwdruk geeft de hoofdlijnen van het VHH, het is geen ge- detailleerde uitwerking, geen ‘bestek’, niet in beton gegoten. De Blauwdruk biedt ruimte voor nadere invulling.

2. Rechtspersoonlijkheid. Het VHH is geen rechtspersoon. Het is een netwerkor- ganisatie die berust op convenanten die gesloten zijn tussen organisaties in het VHH samen werken. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van die organi- saties en hun medewerkers wijzigen niet.

3. Lokale autonomie. De autonomie van de lokale overheden met betrekking tot het prioriteit geven aan bepaalde vormen van norm schendend gedrag en/of aan bepaalde dadergroepen blijft ongewijzigd. Er is ruimte voor lokaal beleid, voor het inspelen op specifieke lokale omstandigheden; de lokale omstandigheden zijn het vertrekpunt voor de aanpak van casussen.

4. Wat lokaal kan, gebeurt lokaal. Overleg over casussen vindt in beginsel plaats in de Kamer van de gemeente waarvan de perso(o)n(en) die onderwerp van over- leg zijn inwoner is/zijn.

5. Ketenpartners. De partners die in het VHH samenwerken hebben een functie in een van de drie ketens: de zorgketen, de strafrechtketen of de bestuursketen (incl. openbare orde en veiligheid). De ketenpartners laten zich in de VHH-casusoverleggen vertegenwoordigen door personen die namens hen voldoende gemandateerd zijn om verplichtingen aan te gaan die in casustrajecten nodig kunnen zijn. De trajecten die in VHH-verband voor casussubjecten worden ontwikkeld, worden uitgevoerd door of onder regie van de ketenpartners in het VHH. Alle ketenpartners leveren capaciteit voor het realiseren van de ambities van het VHH. De bijdragen die de ketenpartners leveren hebben meerwaarde voor het VHH en voor die ketenpartners zelf.

6. Werkterrein. Het ‘werkterrein’ van het regionale VHH omvat in beginsel alle ge- meenten in de Veiligheidsregio Haaglanden. De gemeenten bepalen echter zelf of zij zich bij het VHH willen aansluiten. Als zij daarvoor kiezen wordt de in deze Blauwdruk geschetste werkwijze gehanteerd.

7. Kamers. In dit concept zijn er lokale Kamers voor iedere afzonderlijke deelne- mende gemeente en een regionale Kamer, het VHH, die werkt voor alle deelne- mende gemeenten tezamen. Gemeenten regelen zelf hoe zij hun eigen lokale Kamer inrichten. De lokale Ka- mers worden aangestuurd door de lokale driehoek. Het in deze blauwdruk vastge- legde besturingsmodel heeft dan ook uitsluitend betrekking op het regionale VHH.

2 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

Het regionale VHH houdt zich bezig met opgeschaalde cases die worden doorge- leid door een lokale Kamer en met specifieke categorieën plegers die door ge- meenten worden benoemd. Met het oog op de beperkte capaciteit van het regio- nale VHH wordt jaarlijks in het werkplan van het VHH vastgesteld op hoeveel en welke specifieke categorieën het VHH zich dat jaar gaat richten. Het regionale VHH voert daarnaast, zoveel mogelijk in samenwerking met de lo- kale Kamers, een aantal bovenlokale taken uit, zoals methodiekontwikkeling, pro- fessionalisering, signalering van structurele knelpunten en monitoring. Het regio- nale VHH houdt zich bezig met informatieverzameling, -verrijking en –analyse voor de cases die door het regionale VHH zelf worden behandeld, al dan niet na opschaling. De informatie voor de cases die in de lokale Kamers worden behan- deld wordt daar verzameld. In de Kamers van de aangesloten gemeenten worden casussen besproken die lokaal kunnen worden afgedaan. Het motto is ‘wat lokaal kan, gebeurt lokaal’.

8. De VHH-kentenmanager is uitsluitend verantwoordelijk voor het goede verloop van de casusoverleggen in het regionale VHH en niet voor de overleggen in de lo- kale Kamers. De verantwoordelijkheid daarvoor berust bij de lokale partners.

9. GCOS. Voor de ondersteuning van de lokale casusoverleggen wordt op termijn gebruikgemaakt van het nog te implementeren Generiek Casus Ondersteunend Systeem (GCOS) en de daarop gebaseerde werkwijze voor het overleg, etc. De lokaal verantwoordelijke personen bepalen of dit gebeurt en organiseren zelf het implementatieproces en dragen zelf de daarmee samenhangende kosten. Als geen gebruik wordt gemaakt van GCOS en dit extra werk oplevert voor het regionale VHH kunnen de meerkosten aan de desbetreffende gemeente in rekening worden gebracht.

10. Casusoverleg in het regionale VHH. In het regionale VHH worden vier categorieën casussen behandeld: 1. Specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld (1) een groep die bij verschillende re- gionaal en/of lokaal werkende partners hoge prioriteit heeft en waarvan de aanpak uit oogpunt van efficiency en effectiviteit het best centraal kan wor- den aangepakt of (2) een doelgroep waarvoor een gemeentegrens over- schrijdende aanpak gewenst is. 2. Casussen die worden ‘opgeschaald’ vanuit een lokale Kamer omdat de loka- le partners de casus (ook na lokale escalatie) niet samen tot een goed eind kunnen brengen, bijvoorbeeld als zij onderling geen overeenstemming kun- nen bereiken over de diagnose, het interventieplan, de uitvoering en/of de waardering van de resultaten van de interventies. 3. Ook vanuit ZSM kunnen casussen waar alleen de strafrechtketen geen op- lossing kan bieden en verbinding van straf met zorg noodzakelijk is, worden opgeschaald naar het regionale VHH. 4. Casussen die de inzet van het OM vereisen terwijl het OM niet in de gele- genheid is om in het betreffende lokale casusoverleg te participeren kunnen

3 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

fysiek worden besproken op het regionale VHH, maar dat casusoverleg geldt als een casusoverleg in de eigen lokale Kamer.5

Indien in het regionale VHH een casus wordt besproken die is opgeschaald vanuit een lokale Kamer, zorgen de (lokale) partners ervoor dat het VHH beschikt over alle relevante informatie en verklaren zij zich bereid mee te werken aan de uit- voering van de door het VHH gekozen aanpak voor zover lokale partners daaraan een bijdrage zouden moeten leveren. De VHH-ketenmanager is verantwoordelijk voor het goede verloop van de casus- overleggen in het regionale VHH. Die casusoverleggen worden geleid door een ‘procesregisseur’ die functioneert vanuit het regionale VHH6. Bij de casusoverleggen in het regionale VHH wordt gebruik gemaakt van het ICT- systeem GCOS en de daarop gebaseerde werkwijze. GCOS wordt op dit moment geïmplementeerd in het regionale VHH en ook in enkele lokale Kamers.

11. Genormeerde werkwijze. Voor de casusoverleggen die plaatsvinden in het re- gionale VHH wordt een genormeerde aanpak gevolgd. Kenmerken van die werk- wijze zijn: gedefinieerde processtappen, gebruik van GCOS, iedere casus heeft een ‘eigenaar’ (die is verantwoordelijke en voert de regie over hetgeen ten aan- zien van de casus gebeurt), vastlegging van gegevens (resultaten van analyses, evaluaties, het overeengekomen interventieplan, over de effecten van de inter- venties, etc.). Vertrekpunt is dat deze genormeerde werkwijze ook voor casus- overleggen in de lokale Kamers wordt gehanteerd. Als een lokale Kamer voor een andere werkwijze kiest waardoor afstemmings- en overdrachtsproblemen en dus extra werk ontstaat voor het regionale VHH als een casus uit die lokale Kamer naar het VHH wordt opgeschaald, kunnen de meerkosten bij de desbetreffende gemeente in rekening worden gebracht.

12. Deelname van ketenpartners aan lokale casusoverleggen gaat niet ten koste van de inzet bij regionaal casusoverleg en vice versa.

13. Verbinding tussen Zorgketen, Bestuurlijke keten èn Strafrechtketen. Het VHH zorgt expliciet voor de verbinding tussen de drie domeinen7. Als duurzame gedragsverandering van deliquenten wordt beoogd, zijn naast straf, interventies met een zorgkarakter een noodzakelijke voorwaarde. De combinatie van interven- ties uit de drie ketens kan in bepaalde gevallen ook een positief effect hebben op de beoogde zorgdoelen. Vanuit één van drieketens schaarse middelen en energie blijven besteden aan een casus en niet onderkennen dat de andere keten nodig is en een waardevolle bijdrage kan leveren, is een vorm van sub optimalisatie die in veel gevallen bovendien niet het gewenste resultaat oplevert.

5 Zie het ‘position paper’ van het Openbaar Ministerie.

6 De betreffende personen zijn vanuit andere organisaties aan het VHH ter beschikking gesteld; er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst met het VHH. Dat laatste is ook niet mogelijk omdat het VHH geen rechtspersoon is.

7 Bij veel casussen die door het regionale VHH worden behandeld zal de strafrechtketen betrokken zijn.

4 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

14. Integrale, persoonsgerichte en/of gebiedsgerichte aanpak. Niet de ketens, kolommen, instituties, regelingen, afbakeningen van doelgroepen, etc. zijn het uitgangspunt voor de aanpak van casussen, maar de problematiek van het indivi- du of de groep personen. Voor casussubjecten wordt een integraal, interdisciplinair maatwerktraject ont- wikkeld en uitgevoerd. Gegeven de kennis van de problematiek en de bijdrage die zij kunnen leveren, worden partijen (lokaal, regionaal, landelijk) betrokken. Het gaat hierbij om het meer samenhangend en beter afgestemd, gecoördineerd uit- voeren van reeds bestaande taken.

5 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

3. BELEID

Het beleid van het regionale VHH betreft de langere termijn koers. Onderdelen daar- van zijn de missie, de visie (het lange termijn perspectief) en de strategie, ofwel de operationele doelen. Deze drie worden hierna afzonderlijk behandeld voorafgegaan door een korte schets van de problematiek die de aanleiding is voor de vorming van veiligheidshuizen in het algemeen en van het regionale VHH in het bijzonder.

3.1 Aanleiding

Elke gemeente heeft, in mindere of meerdere mate te maken met inwoners waaraan extra aandacht moet worden besteed omdat ze: 1. hinder of overlast veroorzaken, 2. crimineel actief zijn (geweest), 3. niet zelfredzaam zijn (tijdelijk of blijvend niet (langer) in staat worden geacht om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien.

Gegeven de problematiek worden de betreffende personen aangemerkt als ‘cliënt’ in een van de drie ketens, bestuurlijke, strafrecht of zorgketen. De praktijk van alledag leert dat er in zeer veel gevallen sprake is van een combinatie van problematieken, zeer vaak heeft de problematiek ook een element van zorg in zich.

Voor een substantieel deel van de personen die zich normschendend gedragen (ad. 1 en 2) geldt dat er sprake is van ‘multi-problematiek’.

De bovenbedoelde problemen worden traditioneel aangepakt vanuit organisaties uit de strafrechtketen, de bestuurlijke keten of de zorgketen. In zogenaamde casusoverleg- gen worden daarover afspraken gemaakt. Die aanpak is vaak gebrekkig en onvoldoen- de efficiënt en effectief waardoor er meer dan acceptabel is sprake is van normschen- dend gedrag en problemen met zelfredzaamheid. Voorbeelden daarvan zijn: . Persoon blijft buiten beeld doordat zijn/haar problematiek niet tot het terrein van de ketenpartner behoort bij wie de persoon is aangemeld en ‘overdracht’ aan een andere organisatie is nagelaten. . Persoon blijft als casussubject te lang in een keten terwijl de onderliggende pro- blematiek ook een andere keten betreft van waaruit ook andersoortige interven- ties mogelijk zijn. . De ‘diagnose’ van de problematiek wordt uitgevoerd vanuit het perspectief van het eigen werkterrein van de organisatie waarbij de persoon is aangemeld. . Vrijblijvend overleg en/of gebrek aan doorzettingsmacht / ‘eigenaarschap’ tijdens casusoverleg. Deelnemers aan het casusoverleg hebben geen mandaat van de or- ganisaties die zij vertegenwoordigen. . Gebrek aan informatie-uitwisseling, coördinatie en samenwerking tussen partners uit verschillende ketens. . Informatie waarover de afzonderlijke partijen betrokken bij een casus beschikken is niet (tijdig) beschikbaar bij de andere partijen. Deze problemen waren aanleidingen voor de ontwikkeling van veiligheidshuizen.

6 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

objectieve en subjectieve sociale veiligheid verbeterd

normschendend gedrag verminderd (criminaliteit en overlast gereduceerd en recidive teruggedrongen)

zelfredzaamheid verbeterd gedrag van daders duurzaam veranderd

integraal, persoonsgericht, gebieds- en/of probleemgericht meer samenhangend en beter afgestemd uitvoeren van bestaande taken

inspelen op specifieke lokale zorg, preventie en repressie beter problemen en locale op elkaar afgestemd (bestuurs)culturen

cr i mi nal i t ei t & zel f r ed- r eci di ve over l ast & zaamhei d hi nder

zvh 1099 3.2 Missie

Veiligheidshuizen zijn traditioneel vooral gericht op de problematiek die samenhangt met overlast en criminaliteit. De aandacht is vooral gericht op de volgende dadergroe- pen: - meerderjarige veelplegers - jeugd(ige veelplegers) - daders van huiselijk geweld - ex-gedetineerden (nazorg) - overlastgevende personen.

De Veiligheidshuizen, en ook het VHH, ontlenen hun bestaansrecht in het algemeen aan de volgende missie:

De missie van het regionale Veiligheidshuis Haaglanden is:

Het terugdringen van recidive waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de objectieve en subjectieve sociale veiligheid.

Het VHH werkt aan de uitvoering van haar missie door (1) een gerichte aanpak van plegers met een multi-probleem-achtergrond die vanuit lokale casusoverleggen naar het Veiligheidshuis worden objectieve en subjectieve sociale opgeschaald en (2) door veiligheid verbeterd gemeenten aangewezen categorieën plegers met normschendend gedrag verminderd (criminaliteit en overlast inzet van instrumenten gereduceerd en recidive teruggedrongen) (zoals gericht op preventie, het voorkomen van recidive zelfredzaamheid en op gedragsverandering) verbeterd gedrag van daders duurzaam uit twee of meer van de veranderd volgende ketens: straf- rechtketen, bestuurlijke integraal, persoonsgericht, gebieds- en/of probleemgericht meer keten, zorgketen. samenhangend en beter afgestemd uitvoeren van bestaande taken De gedachte is dat norm- schendend gedrag (hinder, inspelen op specifieke lokale zorg, preventie en repressie beter overlast en criminaliteit) problemen en locale op elkaar afgestemd (bestuurs)culturen kan samenhangen/samen- lopen met factoren als cri minal i tei t & zel f r ed- schulden, verslaving, lid- r eci di ve overl ast & zaamhei d maatschap van groepen, hi nder gebrek aan inkomen, oplei- zvh 1099 ding, persoonlijkheid, ge- zinssituatie, etc. De meest effectieve en efficiënte aanpak daarvan wordt bereikt als de betrokken organisaties hun taken beter op elkaar afstemmen in een integrale, per-

7 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

soonsgerichte8, gebiedsgerichte en/of probleemgerichte samenhangende aanpak. Als de problematiek van de persoon ook aspecten van een te geringe zelfredzaamheid heeft, is het interveniëren gericht op de verbetering van de kwaliteit van het leven, inclusief de zelfredzaamheid, een zeer belangrijke interventie om de betreffende per- sonen te bewegen hun normschendend gedrag (overlast, hinder of criminaliteit) te beëindigen. Teneinde de missie te verwezenlijken werken de partners uit de drie ketens, Straf- rechtketen, Bestuurlijke keten en Zorgketen samen, vullen elkaar aan, in op elkaar afgestemde werkprocessen. De samenwerking en het gecoördineerd optreden van par- tijen uit de verschillende ketens is (elders) zowel efficiënt als zeer effectief gebleken. Per individu of groep personen wordt door een goede samenwerking tussen leden van de 3 ketens een zodanige mix van interventies uitgevoerd, dat de kans op het berei- ken van de ten aanzien van die perso(o)n(en) beoogde doelen zo groot mogelijk is.

Het VHH levert hieraan een substantiële bijdrage door de coördinatie en de ondersteu- ning van de bij cassussen betrokken partners uit die ketens.

Domein Het werkterrein van het regionale VHH, in de zin van personen die als subject van ca- susoverleg binnen het VHH-verband, wordt op basis van twee criteria afgebakend; het ‘ingezeten’ zijn en de onderhavige problematiek. Ingezeten zijn. Het VHH richt zich uitsluitend op personen die in de zin van de Ge- meentewet (art. 2) worden aangemerkt als inwoners van de gemeenten die in het VHH participeren. Onderhavige problematiek. De problematiek van de personen die als casussubject worden aangemerkt kan worden aangepakt in een of meer van de drie ketens; de Be- stuurlijke keten (1), de Strafrechtketen (2) en de Zorgketen (3). Personen kunnen in één 1 of tegelijkertijd in meer van de ketens als Openbare Orde 1+2 & Veiligheid ‘subject’ worden aangemerkt. 2 Strafrecht In de nevenstaande figuur zijn de drie ketens 1+2+3 en hun onderlinge combinaties schematische 1+3 weergegeven. Uit de figuur valt af te 2+3 dat een persoon kan zijn gekenmerkt door enkelvoudige of gecombineerde problema- Zorg 3 tiek. Een overlast veroorzakende jongere bijvoorbeeld, kan lid zijn van een gezin waar- binnen huiselijk geweld een probleem is. In het totaal worden dus 7 categorieën onderscheiden. Het regionale VHH richt zich primair op personen waarvan de problematiek twee of alle

8 De aandacht gaat primair naar de individuele persoon uit, die staat centraal.

8 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

drie de ketens betreft, dus personen met ‘multi-problematiek’. Als de problematiek van de persoon louter zorg, OOV of strafrecht betreft (dus 1, 2 of 3) is het in beginsel geen persoon die als casussubject (cq. de doelgroep) van het VHH gerekend wordt. Die per- sonen zijn subject voor een of meer van de organisaties in de betreffende ketens.

Het regionale VHH richt zich, met uitzondering van de enkelvoudige categorieën 1, (openbare orde en veiligheid), 2 (strafrecht) en 3 (zorg)primair op alle overige 4 ge- combineerde categorieën personen. In de meeste gevallen betreft het personen waar- voor geldt dat zij in twee of drie ketens als ‘cliënt’ worden aangemerkt en die tevens in- gezetenen zijn van de gemeenten die in het regionale VHH participeren.

3.3 Visie

Met visie wordt het gewenste lange termijn perspectief, het ideaalbeeld, van het regi- onale VHH bedoeld. In het ideaalbeeld is er sprake van een netwerk-samenwerkings- verband tussen (private en publieke) ketenpartners dat in organisatorische zin bestaat uit gemeentelijke Kamers9 en het regionale VHH. In het regionale VHH en in de lokale Kamers wordt ten aanzien van casusoverleggen c.a. zo veel mogelijk, dezelfde, ge- normeerde werkaanpak gevolgd en wordt gebruik gemaakt van één gemeenschappe- lijk informatiesysteem. Als het ideaalbeeld verwezenlijkt is functioneren het regionale VHH en ook de lokale Kamers zodanig dat de missie zo effectief en efficiënt mogelijk vervult wordt.

De uitgangssituatie van het regionale VHH is het samengebracht zijn van het ZVH- initiatief (de vorming van het niet-fysieke Zorg- en Veiligheidshuis) met het reeds functionerende, fysieke, Veiligheidshuis Den Haag. Voor de verschillende initiatiefne- mers van het regionale VHH geldt dat de startsituaties eigen kenmerken hebben en het regionale VHH ook eigen veranderingen meebrengt. Vanuit de startsituatie is het ideaalbeeld van het regionale VHH daarom niet in de vorm van een eenmalige actie te verwezenlijken. Het ideaalbeeld heeft diverse kenmerken die (soms sterk) verschillen van de uitgangs- situatie. Het verwezenlijken van het ideaalbeeld zal daarom het karakter hebben van een ontwikkelproces dat een looptijd van meerdere jaren heeft.

3.3.1 Kenmerken ideaalbeeld Het verwezenlijkt zijn van het ideaalbeeld van het regionale VHH heeft allerlei voorde- len ten opzichte van de huidige uitgangssituatie. Voorbeelden daarvan zijn: . Het regionale VHH ‘is’ een informatieknooppunt waar dossiers worden opgebouwd en waar partners in het regionale VHH informatie over casussen met elkaar uit- wisselen.

. Door het gemeenschappelijk gebruik van informatiesystemen, door zowel de loka-

9 Bij voorkeur participeren alle gemeenten van de Veiligheidsregio Haaglanden en alle relevante ketenpartners in het regionale VHH. Dat biedt belangrijke voordelen m.b.t. bijvoorbeeld de uitwisseling van informatie en ervaringen.

9 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

le Kamers als het regionale VHH, is de toegankelijkheid van informatie sterk ver- beterd.

. Partijen uit de drie ketens werken structureel samen als dat voor de casus nodig is, dit komt de synergie ten goede. Samen hebben de partijen in de drie ketens een uitgebreid palet aan interventiemogelijkheden tot hun beschikking.

. Partners in het regionale VHH leren elkaar beter kennen en zijn beter bekend met elkaars interventiemogelijkheden waardoor het onderling vertrouwen wordt be- vorderd hetgeen leidt tot betere samenwerking.

. De analyse van de problematiek, het stellen van de diagnose, het bepalen van het interventieplan (inclusief de keuze voor drang en dwang) en het volgen van de uitvoering en de effecten daarvan wordt door alle betrokken partners gezamenlijk uitgevoerd.

. Kwalitatief betere interventieplannen en effectievere en efficiëntere uitvoering van die plannen.

. Het onderkennen van problematiek gebeurt sneller, efficiënter en accurater. . Realisatie van de 1-aanpak-filosofie (voor 1 gezin, 1 geïntegreerde aanpak, 1 con- tactpersoon, ed.).

. Uitwisselen van beleidsinformatie en het afstemmen van beleid tussen de afzon- derlijke gemeenten en regionale ketenpartners.

3.3.2 Instrumentarium Voor het verwezenlijken het ideaalbeeld van het regionale VHH worden diverse maat- regelen en voorzieningen getroffen. Voorbeelden daarvan zijn: . Het regionale VHH is opgezet en kan in beginsel functioneren voor alle gemeenten in de Veiligheidsregio Haaglanden10 en alle relevante ketenpartners kunnen parti- ciperen.

. Gemeenschappelijk begrippenkader. Door lokaal en centraal zoveel mogelijk de- zelfde ‘taal’ te spreken worden spraakverwarringen e.d. voorkomen. Het begrip- penkader betreft bijvoorbeeld de onderscheiding van doelgroepen, van casus ca- tegorieën, en typen casusoverleggen.

. Uniforme procesgang van casusoverleggen. . Gecoördineerde interventies bij casusproblematiek. . Onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring (bijvoorbeeld over toegepaste me- thodieken).

. Aansturing op strategisch niveau door de Raad van Toezicht en op operationeel niveau door de Regiegroep.

. Professionele (t.z.t. centrale) intake en kwalificatie van meldingen; o.a. door ge- bruik te maken van gestandaardiseerde vragenlijsten.

10 De gemeenten beslissen zelf of zij in het ZVHH willen participeren.

10 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

. Objectief/transparant inzicht in de effecten van het regionale VHH, cq. in de mate waarin de missie daadwerkelijk wordt waargemaakt

3.4 Strategie

De strategie geeft aan hoe de voor het regionale VHH in de visie vastgelegde ideaalsi- tuatie wordt gerealiseerd. De beschrijving is hier beperkt tot de strategische keuzes en doelen. Die zijn uitgewerkt in een, tentatieve, planning die als bijlage aan deze blauw- druk is toegevoegd.

De belangrijkste strategische keuzes zijn de volgende.

1. Snelle operationele start. In uiterlijk het eerste kwartaal van 2013 zal het regi- onale VHH, op beperkte schaal, regionaal gaan werken en dus ook cases gaan be- handelen uit regiogemeenten, te beginnen met jeugdcases.

2. Groeimodel. De verwezenlijking van het lange termijn perspectief is niet in de vorm van een ‘big bang’ te creëren, het vereist een proces dat meerdere jaren in beslag zal nemen. Een bijkomend voordeel van deze strategie is dat het regionale VHH desgewenst kan ‘meebewegen’ met de keuzes die de gemeenten maken ten aanzien van de drie decentralisaties in het sociale domein (Wwnv, Awbz en Jeugd- zorg) die in voorbereiding zijn.

3. Eerst functioneren daarna optimaliseren. Gestart wordt met het in de VHH- werkwijze en de VHH-systemen onderbrengen van de nu onderkende casusover- leggen in de lokale Kamers waarmee het regionale VHH start; eerst ‘de basis op orde’. Daarna wordt het geheel bezien vanuit het perspectief van effectiviteit en efficiency. Onderkende doublures, witte vlekken, onlogische clusteringen, etc. worden dan aangepakt.

4. Samenwerking ondersteund door cultuur. Partners in het regionale VHH be- reiken alleen een optimale samenwerking als er sprake is van, min of meer, ge- meenschappelijke culturele kenmerken. Daaruit blijkt hoe personen die in het VHH-verband werkzaam zijn, zich tot elkaar, hun werk en tot personen buiten het regionale VHH verhouden. Het tot stand brengen van de gewenste cultuur en daarmee de optimale samenwerking vereist daarop toegespitste maatregelen en vooral tijd.

Doelen voor de korte termijn Voor de korte termijn worden de volgende doelen beoogd: 1. Participeren in het streven om een zo groot mogelijk aantal van de 9 gemeen- ten van de Veiligheidsregio Haaglanden samen te laten werken in het kader van het Justitioneel Jeugdoverleg (JJO). Gereed: < 1/1/2013.

2. Begrippenkader ten aanzien van ‘jeugd’ is geïnventariseerd, gesaneerd en (als gemeenschappelijk begrippenkader) op schrift gesteld. Gereed: < 1/3/2013.

11 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

3. De werkwijze en het interventie-palet voor Persoonsgerichte aanpak ‘jeugd’ (maatwerk per individu) is beschreven. Gereed: < 1/3/2013.

4. In de Kamer Delft verlopen de stedelijke casusoverleggen met betrekking tot ‘jeugd’ volgens de VHH-werkwijze en in de Kamer Zoetermeer is gestart met de invoering van deze werkwijze. Gereed: < 1/1/2013.

5. Gebreken in de formalisering van de samenwerking (de convenanten) en de privacy ten aanzien van casusoverleggen, te beginnen met ‘jeugd’ zijn gerepa- reerd. Gereed: < 1/1/2013.

6. Het juridisch fundament van het regionale VHH als geheel alsmede van de on- derscheiden casusoverleggen voldoet aan alle daaraan in redelijkheid te stellen eisen. Gereed: < 1/7/2013.

7. Het Generiek Casus Ondersteunend Systeem (GCOS) is in gebruik genomen voor de eerste casusoverleggen in de lokale Kamers en in het regionale VHH. Gereed: <1/1/2013. Nadere afspraken worden gemaakt over welke doelgroep wanneer in GCOS wordt opgenomen.

8. VHH-meerjaren(ontwikkelings)plan en -begroting voor de jaren 2013 t/m 2017 goedgekeurd door de daartoe bevoegde instantie(s). Gereed: < 1/4/2013.

12 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

4. PROCESSEN

Binnen het regionale VHH worden primaire en ondersteunende processen onderschei- den. Het belangrijkste primaire proces van het regionale VHH is het casusoverleg waarin casussubjecten worden besproken, afspraken worden gemaakt over interven- ties en de interventies geëvalueerd worden. Het casusoverleg wordt voorafgegaan door het in behandeling nemen en verwerken van een melding. Het tweede primaire proces bestaat uit het opschalen/escaleren als bijzondere om- standigheden daar aanleiding toe geven. De ondersteunende processen van het regionale VHH hebben onder meer betrekking op administratie, bedrijfsvoering en middelenbeheer. De processen rond casusoverleg en escalaties worden hierna afzonderlijk kort behan- deld.

4.1 Casusoverleg-proces

Het casusoverleg van het regionale VHH wordt voorafgegaan en gevolgd door proces- sen die strikt genomen geen VHH-processen zijn maar daarmee wel een keten vor- men.

Vuistregel is dat de lokale Kamers vrij zijn in het regelen van hun eigen organisatie; elke gemeente bepaalt zelf met welke partners zij om de tafel gaat zitten. Punt van aandacht daarbij is dat een aantal van die partners (bv. politie, OM, Raad voor de Kin- derbescherming, BJZ) regionaal werkt. Dat maakt een op hoofdlijnen uniforme werk- wijze nodig, met name waar het gaat om informatieverzameling en –deling, zodat per gemeente op basis van een vergelijkbare informatiepositie tot vergelijkbare afwegin- gen kan worden gekomen. Om dit helder en eenduidig te regelen zullen behalve op regionaal niveau ook op lokaal niveau, dus per afzonderlijke gemeente, convenanten moeten worden gesloten over de werkwijze van het lokale casusoverleg en de uitwis- seling van informatie.

De belangrijkste negen stappen van de totale keten zijn de volgende:

1. Melden van een problematiek/casussubject (of groep of gezin) bij een lokale Ka- mer. Lokale Kamers zijn vrij om zelf te bepalen hoe en door wie een melding kan worden gedaan. Een melding kan vanuit verschillende bronnen komen, zoals zorginstellingen, Poli- tie, Openbaar Ministerie, Reclassering, Dienst Justitiële Instellingen, een lokaal meldpunt (zoals Meldpunt Bezorgd), lokale zorgnetwerken (CJG), deelnemers aan casusoverleggen, scholen, jongerenwerk, individuele burger, etc. Zorginstellingen en lokale meldpunten zullen in veel gevallen eerst, op de gebrui- kelijke wijze, zelf de casus in behandeling nemen en voor en met de betreffende perso(o)n(en) doen wat er nodig is om de onderhavige problematiek op te lossen. Indien er sprake is van ‘multi-problematiek’ en het strafrecht een rol kan spelen kan dat aanleiding zijn om de betreffende perso(o)n(en) te melden bij een lokale Kamer. Het kan bijvoorbeeld een leerplichtige jongere betreffen die veel verzuimt,

13 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

een gecompliceerde thuissituatie heeft en ook lid is van een groepje dat overlast veroorzaakt.

2. Intake en registratie van de melding door de lokale Kamer.

3. Verzamelen en veredelen van informatie over de problematiek/het casussubject; aanvulling / verrijking van de informatie die van de melder is verkregen.

4. Beoordelen van de verkregen informatie en beslissen wat met de melding te doen. De melder ontvangt in alle gevallen een terugkoppeling over de uitkomst.

5. Agenderen van casussen en casusoverleg. Dit gebeurt door de voorzitter van het (lokale) casusoverleg. Hij/zij nodigt alle voor de behandeling van de casussen be- nodigde partners uit.

6. Casusoverleg. De behandeling van casussen in de casusoverleggen vindt in begin- sel altijd op dezelfde wijze plaats, ongeacht in welke Kamer (of in het regionale VHH) het casusoverleg plaatsvindt. 6.1 Nieuwe casus. Tijdens het casusoverleg worden nieuwe casussen vanuit een integraal perspectief besproken en worden per casus11 afspraken12 gemaakt over interventies, wie doet wat, wanneer, etc. Er wordt dus een (multidisci- plinair) Plan van Aanpak overeen gekomen. De integrale aanpak kan ook een strafrechtelijke component omvatten. 6.2 Lopende casus. Over casussen waarvoor eerder interventies waren afgespro- ken, wordt de uitvoering en de effecten ervan geëvalueerd en worden even- tueel nieuwe of aanvullende afspraken gemaakt; het Plan van Aanpak wordt bijgesteld. 6.3 Afsluiten casus. Een casus wordt afgesloten als de voor de betreffende per- soon/personen beoogde doelen zijn bereikt.

Bij bepaalde casussen worden ook andere personen dan de casuspartners betrok- ken bij het opstellen van het casusplan. Dat kan bijvoorbeeld het gezin zijn dat als medeopsteller van het Plan van Aanpak wordt betrokken.

Beslissingen die worden genomen, afspraken die tijdens het casusoverleg over in- terventies worden gemaakt en ook de uitkomsten van de evaluaties worden bij de centrale casusoverleggen geadministreerd in GCOS. Het is denkbaar (maar niet wenselijk) dat voor het lokale casusoverleg gebruik wordt gemaakt van een ander informatiesysteem dan GCOS. Meerkosten die nodig worden na opschaling omdat informatie van het ene naar het andere informatiesysteem moeten worden over- gezet komen ten laste van de opschalende gemeente.

11 Uitgangspunt is dat iedere casus een casuseigenaar heeft. Die persoon heeft de regie over alles wat er ten aanzien van die casus gebeurt. De eigenaar is ook verantwoordelijk voor de effectieve en efficiënte aanpak van de casus. De casuseigenaar neemt verantwoording af over zijn/haar casussen en degenen die de uitvoering van de voor de casussen overeengekomen interventies uitvoeren leggen daarover verantwoording af aan de eige- naar.

12 Hierbij geldt als aanname dat de deelnemers aan het casusoverleg bevoegd zijn om namens hun organisaties bindende afspraken te maken.

14 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

7. Uitwerken en uitvoeren van het Plan van Aanpak. Dit is de verantwoordelijkheid van de ketenpartners. Tijdens een casusoverleg zijn afspraken gemaakt over in- terventies. De uitvoering daarvan zal in de meeste gevallen lokaal plaatsvinden, door lokaal en/of regionaal werkende partijen en de kosten daarvan worden, bin- nen de budgetten van de ketenpartners, lokaal (soms ook regionaal) gedragen. Met de betrokken partijen worden operationele afspraken gemaakt. De deelne- mers aan het casusoverleg die de operationele afspraken maken en de uitvoering daarvan monitoren kunnen relevante informatie daarover vastleggen in GCOS.

8. Informatie-uitwisseling. Deelnemers aan de casusoverleggen kunnen (voor zover ze daartoe geautoriseerd zijn) kennis nemen van de gegevens die door henzelf en door andere deelnemers aan het casusoverleg, in het informatiesysteem van het VHH, GCOS, zijn opgeslagen over de casussubjecten die in hun eigen casusover- leg besproken worden.

9. Bestuurlijke informatievoorziening. Lokale bestuurders worden, vanuit de lokale casusoverleggen en/of vanuit de Kamer Haaglanden (mede) o.b.v. de gegevens die in GCOS zijn vastgelegd, voor de ontwikkeling en/of evaluatie van hun lokale beleid voorzien van, niet op individuele personen herleidbare, informatie over hun burgers die in VHH-verband casussubjecten zijn.

4.2 Opschaling

Als een casus op lokaal niveau niet kan worden opgelost wordt een opschalingsproces in werking gebracht. Escalaties kunnen betrekking hebben op inwoners die onderwerp van een casusoverleg zijn maar ook op ketenpartners. Het (nog te ontwikkelen) opschalingsproces is schriftelijk vastgelegd. In het geval van complexe en/of gevoelige dossiers kan het dossier worden voorgelegd aan de lokale driehoek. Het hoogste niveau waarnaar opgeschaald kan worden bestaat uit de Hoofdofficier van Justitie en de burgemeester. De Ketenmanager van het VHH heeft een korte lijn naar beide functionarissen.

4.3 Wat wordt er anders?

De gemeente Den Haag heeft vanaf de oprichting van het Veiligheidshuis Den Haag een trekkersrol gespeeld. De afdeling OOV van de gemeente Den Haag heeft onder meer de voorzittersrol vervuld bij casusoverleggen en actuele meldingen. Nu ook an- dere gemeenten cases gaan inbrengen in het regionale VHH is dat niet meer logisch. Er komen daarom in 2013 bij de gemeente Den Haag twee procesregisseurs in dienst voor het regionale VHH die deze rol gaan overnemen. De procesregisseurs worden aangestuurd door de ketenmanager van het regionale VHH.

15 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

5. BESTURINGSMODEL

Het regionale VHH is een netwerkorganisatie, een samenwerkingsverband met als zeer belangrijk kenmerk dat er géén sprake is van het overdragen van verantwoordelijkhe- den en bevoegdheden aan het regionale VHH. De nadruk ligt op het samenwerken en daarover zijn afspraken gemaakt. Ondanks het feit dat het regionale VHH geen ‘reguliere’ organisatie is worden er wel ‘organieke eenheden’ en functies/rollen onderscheiden. Het besturingsmodel heeft drie onderdelen: de structuur van de organisatie (met or- ganen, bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden), de werkwijze binnen die structuren de overlegstructuren.

5.1 Uitgangspunten

Aan de organisatorische opzet van het regionale VHH liggen verschillende uitgangs- punten ten grondslag, de belangrijkste zijn: 1. Iedere gemeente die deelneemt in het regionale VHH voert ook lokaal casus- overleg in samenwerking met het OM, de politie en zorginstellingen. Dit lokale casusoverleg wordt aangeduid met de term ‘Kamer’.

2. Elke gemeente regelt zelf samen met zijn lokale partners, onder eindverant- woordelijkheid van de lokale driehoek, de samenstelling en de werkwijze van zijn lokale Kamer.

3. Naast de lokale Kamers is er ook het regionale Veiligheidshuis Haaglanden.

4. In het regionale VHH zijn naast de VHH-Ketenmanager en de staf/back-office van het VHH ook enkele ketenpartners van het regionale VHH gehuisvest.

5. Voor iedere Kamer fungeert één persoon als ‘linking-pin’ voor de VHH-Keten- manager. Die persoon heeft voldoende mandaat en doorzettingsmacht.

6. Casusoverleggen vinden in beginsel lokaal plaats, in de Kamer van de gemeen- te, en op de locatie(s) die daar ook nu al voor word(t)(en) gebruikt. Voor be- paalde categorieën casussen vindt het overleg plaats in het regionale VHH. Dat is met name het geval voor specifieke doelgroepen die zich kenmerken door gemeentegrenzen overschrijdende problematiek en casussen die zijn ‘opge- schaald’ vanuit een lokaal casusoverleg en casussen die worden opgeschaald vanuit ZSM.

7. De eindverantwoordelijkheid voor de effectieve en efficiënte aanpak van per- sonen die in (lokale) casusoverleggen besproken worden berust, net als nu het geval is, bij de (Kamer van de) gemeente waarvan de persoon inwoner is.

5.2 Organieke structuur

Het besturingsmodel van het VHH bestaat uit drie niveaus, strategisch, tactisch en operationeel. In beginsel zijn op elk niveau de bestuurlijke keten, de strafrechtketen

16 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

en de zorgketen vertegenwoordigd. De wijze waarop hierin wordt voorzien dient nog te worden bepaald. Het strategisch niveau wordt gevormd door de Raad van Toezicht, het tactisch niveau door de Regiegroep en het operationeel niveau door de VHH- Ketenmanager.

Strategisch niveau – Raad van Toezicht Het bestuur op strategisch niveau, de Raad van Toezicht, wordt gevormd door de bur- gemeesters van de deelnemende gemeenten, aangevuld met de Hoofdofficier van Jus- titie en een vertegenwoordiger van de leiding van de eenheid Den Haag van de Politie.. De Raad van Toezicht is het hoogste bestuursorgaan dat het beleid van Raad van Toezicht het VHH bepaalt en waaraan ver- antwoording wordt afgelegd over het functioneren van het VHH. De Raad van Toezicht beslist over de Regiegroep begroting, het werkplan, de inhou- delijke en de financiële verantwoor- ding van het VHH, over strategische VH Haaglanden koersbepalende documenten en over (wijzigingen in) samenwerkingsaf- gemeentelijke-Kamers spraken. De Raad van Toezicht komt Kamer Kamer gemiddeld tweemaal per jaar bijeen. Delft Den Haag

Tactisch niveau - Regiegroep Kamer Kamer Midden-Delfland Westland De Regiegroep is verantwoordelijk voor de, gegeven het door de Raad Kamer Kamer Pijnacker-Nootdorp Zoetermeer van Toezicht vastgestelde beleid, tactische aansturing van het regio- Kamer Rijswijk nale VHH en adviseert de Raad van Toezicht. De Regiegroep bestaat Kamer Kamer primair uit managers van de deel- Leidschendam-Voorburg Wassenaar nemende gemeenten aangevuld met vertegenwoordigers op directieni- veau van belangrijke ketenpartners. De Regiegroep vervult een rol die vergelijkbaar is met die van het Directeurenoverleg in het huidige Veiligheidshuis Den Haag. Dit over- leg van ambtelijke managers en ketenpartners vergadert ten minste viermaal per jaar over het functioneren en de plannen van het VHH.

Operationeel niveau - Ketenmanager Veiligheidshuis Haaglanden De VHH-Ketenmanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse operatie binnen het re- gionale VHH. De Ketenmanager wordt daarbij aangestuurd door de directeur Bestuurs- zaken van de gemeente Den Haag, binnen de door de Raad van Toezicht gestelde ka- ders en met inachtneming van de in de Regiegroep gemaakte afspraken. Het regionale VHH is gevestigd in een ‘regulier’ kantoorpand en bestaat uit werkplekken voor mede-

17 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

werkers, vergaderruimtes (voor de casusoverleggen), etc., de ‘backoffice’ voor alle Kamers. In de kantoorlocatie van het regionale VHH zijn tevens diverse partners van het VHH gevestigd en maken ook verschillende maatschappelijke organisaties gebruik van de voorzieningen.

Kamers Het organisatiemodel gaat uit van één lokale Kamer voor elke gemeente die deel uit- maakt van de Veiligheidsregio Haaglanden gelinkt aan een regionaal VHH dat door deze gemeenten gezamenlijk wordt bestuurd en medegefinancierd. Bij de start omvat het VHH zeven gemeentelijke ‘Kamers’ en het regionale Veiligheids- huis Haaglanden (VHH). De Kamer Den Haag is al operationeel. De gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar ‘participeren’ (nog) niet in de zin dat zij lokaal gebruik maken van de werkwijze en het informatiesysteem GCOS. De mogelijk- heid daartoe is wel aanwezig. Binnen de lokale Kamers en ook in het regionale VHH vinden casusoverleggen plaats. In beginsel verlopen die volgens een genormeerde werkwijze en wordt op termijn ge- bruik gemaakt van het nog te implementeren VHH-informatiesysteem GCOS. De lokale Kamers zijn vergaderzalen van de gemeenten of van de deelnemende part- ners die periodiek gebruikt worden voor de casusoverleggen. In de overige Kamers is geen sprake van personele aanwezigheid van het regionale VHH. De casusoverleggen worden voorgezeten door de lokale voorzitters. Ten aanzien van alle casusoverleggen worden de volgende rollen onderscheiden: 1. Voorzitter casusoverleg / procesregisseur13 2. Secretaris casusoverleg14 3. Eigenaar casus 4. Overige deelnemers casusoverleg 5. Gemeentelijke bestuurders

Ketenmanagement De komende twee jaar zal naast de Ketenmanager die verantwoordelijk is voor het functioneren van het regionale VHH (inclusief de van daaruit verzorgde ‘backoffice’ voor alle lokale Kamers) een Kwartiermaker actief zijn die zich primair richt op de im- plementatie van de in deze Blauwdruk beschreven werkwijze in de lokale Kamers, met uitzondering van de reeds operationele Kamer Den Haag. De Ketenmanager werkt voor het regionale VHH en wordt uit de middelen voor dit regionale VHH bekostigd. De Kwartiermaker werkt voor de gemeenten waar een lokale Kamer moet worden opgezet en wordt door deze gemeenten bekostigd. Ketenmanager en Kwartiermaker werken nauw samen teneinde tot een optimaal func- tionerende structuur van lokale Kamers en regionaal VHH te komen. Zij maken samen onder goedkeuring van de Raad van Toezicht en de Regiegroep afspraken over de aan-

13 Procesmangers functioneren momenteel alleen binnen het regionale VHH. Het is de bedoeling dat t.z.t. deze rol ook in de lokale Kamers wordt vervuld.

14 Secretarissen functioneren momenteel alleen binnen het regionale VHH. Het is de bedoeling dat t.z.t. deze rol ook in de lokale Kamers wordt vervuld.

18 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

sluiting en de samenwerking tussen de lokale Kamers en het regionale VHH. Om de rol van Ketenmanager c.q. Kwartiermaker naar behoren te kunnen vervullen ontvangen de functionarissen van hun opdrachtgevers een mandaat waarvan de reik- wijdte de komende periode nader wordt ingevuld.

Staf Het regionale VHH beschikt over centrale stafmedewerkers, zoals medewerkers in het informatiecentrum (zij kunnen verschillende rollen vervullen zoals die van Analist, Su- per User GCOS en Medewerker) een managementassistent en procesmanagers (die als voorzitter van de centrale casusoverleggen functioneren). De inhoud van deze rollen is schriftelijk vastgelegd15.

Formatie van het regionale VHH

Voor een goed onderbouwde begroting van de voor het regionale VVH benodigde for- matie is het nodig om een helder beeld te hebben van het takenpakket en werkvolume waarmee het regionale VHH geconfronteerd zal worden. Ten tijde van het opstellen van deze Blauwdruk is dit onvoldoende het geval.

Voor het jaar 2013 wordt daarom voor de formatie vooralsnog uitgegaan van de af- zonderlijke formaties voor enerzijds het Veiligheidshuis Den Haag en anderzijds het ZVH. Dat zijn respectievelijk voor het Veiligheidshuis Den Haag 10,0 fte (inclusief de nog aan te stellen procesregisseurs) en voor de zes ZVH-gemeenten 2,0 fte.

Een nadere bezinning op de formatie zal plaatsvinden als onderdeel van het nog te ontwikkelen Meerjarenplan en Meerjarenbegroting.

15 Voor zover die vastlegging nog niet heeft plaatsgevonden zal dit alsnog gebeuren.

19 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

6. MENSEN

De formatie van het Veiligheidshuis Den Haag is nu 8 fte: ketenmanager, plaatsver- vangend ketenmanager, secretariaat en informatiecentrum. Deze formatie gaat over naar het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. In 2013 komen daar nog 2 procesregisseurs bij. De bezetting bestaat dan in totaal uit 10 personen. De oorspronkelijk voor het jaar 2013 door de zes ZVH-gemeenten goedgekeurde en gebudgetteerde formatie bedraagt 2,0 fte. Aan deze formatie is nog geen invulling gegeven.

20 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

7. CULTUUR

Onder cultuur wordt verstaan de manier waarop mensen van een groep zich tot elkaar, hun werk en personen buiten de groep verhouden. Cultuur blijkt uit het gedrag van de leden van de groep(en) die binnen het VHH worden onderkend.

Voor het VHH als netwerkorganisatie geldt dat iedereen daarin participeert vanuit de eigen organisatie, met de eigen culturele kenmerken. Het VHH kenmerkt zich boven- dien door weinig hiërarchische en/of afdwingbare verhoudingen. Goede interpersoon- lijke verhoudingen zijn cruciaal.

Het verwezenlijken van de strategische doelen van het VHH-samenwerkingsverband vereist een cultuur die daarop is afgestemd.

De belangrijkste cultuurkenmerken van het VHH als geheel zijn:

. Alle betrokkenen zijn geëngageerd, voelen zich betrokken bij de doelen die met het VHH beoogd worden en handelen daarnaar, zetten zich daarvoor in.

. Over een weer vertrouwen in de professionaliteit van de ander, openheid van de partners in het VHH ten opzichte van elkaar en bereidheid om aan elkaar verant- woording af te leggen.

. Bestuurlijk en ambtelijk draagvlak; zij moeten het VHH belangrijk vinden en daar naar handelen.

. Het motto ‘afspraak is afspraak’ wordt nageleefd.

. Men neemt verantwoordelijkheid, primair voor de eigen rol maar ook voor onder- werpen waarvoor de verantwoordelijkheid niet duidelijk is toegewezen.

. Men legt over het eigen gedrag/functioneren verantwoording.

. Men spreekt elkaar aan op ieders verantwoordelijkheden.

21 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

8. MIDDELEN

Voor haar functioneren beschikt het VHH over niet-personele middelen. Het totaal aan middelen is in financiële zin beschreven in paragraaf 12.

Met betrekking tot de voor het VHH benodigde middelen gelden de volgende uitgangs- punten: 1. Het VHH is een netwerkorganisatie en daaruit volgt dat het overgrote deel van de voor het functioneren van het VHH benodigde (vooral) personele, materiele en financiële middelen is opgenomen in de ‘reguliere’ begrotingen/budgetten van de partners in het VHH. Het betreft immers de dagelijkse operatie van die organisaties. Die middelen worden hier buiten beschouwing gelaten.

2. De in het vorige punt bedoelde kosten worden niet door het VHH begroot en zijn ook niet op het VHH te ‘verhalen’.

8.1 Centrale middelen

De niet-personele middelen waarover het regionale VHH beschikt staan in beginsel ook ten dienste van de lokale Kamers. De belangrijkste niet-personele middelen van het regionale VHH zijn: 1. Kantoor infrastructuur met (ICT-)werkplekken en vergaderruimtes voor de ca- susoverleggen die daar plaatsvinden.

2. Het Generiek Casus Ondersteunend Systeem (GCOS). GCOS is voor zowel de centrale als de lokale casusoverleggen ingericht; in één enkele, Haaglanden omspannende, implementatie (niet voor de afzonderlijke gemeenten binnen Haaglanden). Binnen GCOS is voor iedere gemeente binnen Haaglanden een eigen locatie/domein ingericht. Alle casusoverleggen die volgens de VHH- werkwijze verlopen, worden in GCOS geadministreerd.

3. Website 4. Huisstijl, etc.

GCOS heeft ter ondersteuning van de casusoverleggen en van de informatievoorzie- ning over casussen de volgende functionaliteiten: 1. Zoeken naar informatie over casussubjecten. 2. Agenderen casussen. 3. Uitnodigen deelnemers aan casusoverleg. 4. Vastleggen van kerninformatie over casussen. 5. Vastleggen van afspraken over interventies. 6. Vastleggen van gegevens over effecten van interventies. 7. Management-/bestuurlijke informatievoorziening.

22 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

8.2 Lokale middelen

De faciliteiten voor de lokale Kamers worden geregeld en bekostigd door de lokale partners. Daarbij valt onder meer te denken aan:

. Ruimtelijke voorzieningen nodig voor het periodiek voeren van de casusoverleg- gen.

. ICT-voorzieningen ter ondersteuning van de casusoverleggen (indien de VHH- werkwijze wordt gevolgd betreft het de toegang tot GCOS).

. Lokale communicatie (in ruime zin) over het VHH.

23 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

9. ADMINISTRATIE

Voor het regionale VHH dienen administratief organisatorische voorzieningen te zijn getroffen. Het administreren is nodig voor haar eigen functioneren als de externe ver- antwoording die moet worden afgelegd. De administratieve organisatie heeft betrek- king op:

Financiën

1. Ontvangen financiële (en andere) middelen.

2. Besteding van financiële (en andere) middelen.

3. Verantwoording over financiële (en andere) middelen.

Menskracht 4. Verantwoording over de inzet van de toegewezen menskracht.

Operationele informatie (GCOS)

5. Informatiebehoeften van medewerkers van het regionale VHH.

6. Informatiebehoeften (beleidsmatig) van bestuurders van de participerende gemeenten.

7. Informatiebehoeften van andere partners in het VHH.

De administratie van het VHH is een belangrijke bron voor het periodiek afleggen van verantwoording, en het zoals gebruikelijk uitbrengen een (meerjaren) plan met (meer- jaren) begroting en het Jaarverslag.

In de huidige situatie is het Veiligheidshuis Den Haag in financieel-administratieve zin onderdeel van de administratie van de gemeente Den Haag. In de rede ligt dat dit ook zo zal blijven na het samengaan van de andere regiogemeenten in de VH-structuur omdat dit geen extra administratieve handelingen vereist. De gemeente Den Haag ontvangt via het Gemeentefonds ook de rijksbijdrage voor de doorontwikkeling van veiligheidshuizen.

Met betrekking tot de te voeren administratie dient nog te worden onderzocht welke eisen daaraan gesteld moeten worden en op welke wijze en door wie de uitvoering zal worden verzorgd.

24 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

10. COMMUNICATIE

Bij het regionale VHH zijn diverse partners betrokken. Daarmee wordt, structureel en soms ad-hoc, gecommuniceerd.

De partners in het VHH zijn voor een belangrijk deel de organisaties wier medewerkers de feitelijke contacten met de casussubjecten onderhouden en in die contacten de in- terventies uitvoeren die tijdens de casusoverleggen in de Kamers zijn afgesproken. De operationele, feitelijke, informatie waarover zij beschikken is van grote waarde voor het VHH en daarom wordt met de uitvoerenden ‘op de werkvloer’ intensief gecommu- niceerd.

In deze paragraaf gaat het primair om de communicatie vanuit het regionale VHH als ‘backoffice’ voor het gehele VHH. De communicatie die vanuit het regionale VHH wordt verzorgd zal in veel gevallen worden afgestemd met lokale partners zoals de gemeen- ten (hun communicatiedeskundigen) en ook zij kunnen een rol hebben in het verzor- gen van de lokale communicatie. Gemeenten zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor de communicatie over de lokale Kamers, respectievelijk met de lokale partners.

Onderstaand zijn de belangrijkste stakeholders benoemd waarop de communicatie zich richt. 1. De Raad van Toezicht die het strategisch bestuurlijke niveau vormt. 2. De Regiegroep die het tactisch bestuurlijke niveau vormt. 3. Directie/management van de niet-gemeentelijke organisaties die partner zijn in het VHH. 4. Personen die in de centrale organisatie van het VHH werkzaam zijn. 5. Voorzitters van casusoverleggen. 6. Leden van casusoverleggen. 7. Ambtelijke (beleids)medewerkers die op het werkveld van het VHH werkzaam zijn. 8. Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Raden van de gemeenten die in het VHH participeren. 9. De ‘Driehoek’; de Burgemeester, Hoofdofficier van Justitie en (plaatsvervangend) Korpschef van de Politie.

Het onderwerp ‘communicatie’ wordt in het meerjarenplan nog nader uitgewerkt.

25 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

11. JURIDISCH

Het regionale VHH is geen zelfstandige rechtspersoon. Het VHH is een samenwerkings- verband dat zijn fundament heeft in een convenant tussen de gemeenten in de Veilig- heidsregio Haaglanden en de partners in de drie ketens. De onderscheiden juridische aspecten worden hierna afzonderlijk behandeld.

11.1 Samenwerking tussen gemeenten

De deelnemende gemeenten zijn de ‘dragers’ van het VHH. Basis voor de samenwer- king is een convenant waarin ieders rechten en verplichtingen ten aanzien van het VHH zijn vastgelegd. Hierbij gaat het o.a. om: 1) het in stand houden van het VHH, 2) de personele bezetting 3) de financiering van de kosten (wie draagt hoeveel bij?), 4) wat is de regeling als bij het VHH ‘gedetacheerde’ medewerkers langdurig/blijvend arbeidsongeschikt zijn? Tevens is in deze overeenkomst vastgelegd hoe wordt gehandeld bij het toetreden van een nieuwe gemeente, het uittreden van een gemeente en het opheffen van het sa- menwerkingsverband.

11.2 Samenwerking in casusoverleggen

Een van de kernactiviteiten van het VHH zijn de lokale en regionale casusoverleggen. Daarin participeren meer partijen dan de in de vorige paragraaf bedoelde gemeenten. Tussen de partijen die aan de casusoverleggen deelnemen is een overeenkomst geslo- ten waarin de deelname en de inbreng van alle partijen worden geborgd. Deze over- eenkomst betreft ook de communicatie/informatie uitwisseling tussen casusoverleg- gen.

11.3 Rechtspositie van medewerkers

Het regionale VHH heeft geen eigen personeel in dienst. Dat kan niet omdat het VHH geen zelfstandige rechtspersoon is. De medewerkers zijn in dienst bij een van de part- ners en werken voor hun hele werktijd of een deel daarvan in het gebouw (respectie- velijk voor het) Veiligheidshuis. Het huidige VHH-personeel is in dienst van de ge- meente Den Haag. Als uitgangspunt geldt dat personen die voor het VHH werken, in dienst blijven bij de (gemeentelijk) organisatie die hen bij het VHH ‘detacheert’. Voor de medewerkers, die bij het ZVHH ‘gedetacheerd’ zijn, is hun (rechts)positie transparant geregeld. Voor hen zijn vragen beantwoord over hun rechtspositie, wat is die rechtspositie als de ‘detachering’ wordt beëindigd, is er terugkeer in de ‘eigen’ functie mogelijk, is hun arbeidsplaats gegarandeerd, door wie wordt hun salaris be- taald, wie is verantwoordelijk voor de periodieke functionerings- en beoordelingsge- sprekken, voor hun professionele ontwikkeling, etc.

26 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

11.4 Aansprakelijkheid/aanspreekbaarheid

Het regionale VHH is geen rechtspersoon en beschikt derhalve ook niet over geman- dateerde of anderszins verkregen bevoegdheden. Het VHH kan dus niet ‘in rechte’ aansprakelijk zijn.

Als uitgangspunt geldt dat door het bestaan en functioneren van het VHH geen wijzi- gingen worden aangebracht in de lokale autonomie en/of verantwoordelijkheden.

De functie van het VHH bestaat uit het informeren, coördineren, etc.

De aansprakelijkheid voor fouten/calamiteiten ten aanzien van casussubjecten berust bij de functionaris/instantie die ook nu daarop wordt aangesproken. Veelal is dat in laatste instantie de burgemeester van de gemeente wiens inwoner het betreft of de Hoofdofficier van Justitie van het Openbaar Ministerie. Dat blijft ook gelden voor ca- sussen die vanuit andere Kamers naar de Kamer Haaglanden worden ‘opgeschaald’.

11.5 Compliance

Het regionale VHH voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet be- scherming persoonsgegevens. Het informatiesysteem GCOS is een registratie als bedoeld in die wet en dus worden daaromtrent de wettelijk voorgeschreven procedures gevolgd en zijn de wettelijk ver- eiste maatregelen getroffen. Het voldoen aan de wet- en regelgeving wordt periodiek getoetst. Hiertoe wordt een onafhankelijke ‘auditor’ ingeschakeld. Dit gebeurt voorals- nog ‘om niet’ door een of meer van de gemeenten die in het VHH participeren.

27 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

12. HUISVESTING

Binnen de Veiligheidsregio Haaglanden is er één fysieke vestiging, het regionale VHH en meerdere lokale Kamers.

12.1 Regionale VHH

Het regionale VHH is niet alleen de plaats waar casusoverleggen plaatsvinden maar ook de ‘standplaats’ van de VHH-Ketenmanager en de VHH-staf. Het VHH functioneert ook als ‘backoffice’ voor alle lokale Kamers binnen de Veiligheidsregio Haaglanden. In het regionale VHH zijn meerdere partners VHH vertegenwoordigd die daar ook een fysieke werkplek hebben.

12.2 Lokale Kamers

Elke deelnemende wordt aangemerkt als een Kamer. Binnen die Kamers vindt op één of meerder plaatsen casusoverleg plaats. Voor het voeren van de casusoverleggen maken die Kamers in beginsel gebruik van het, gemeenschappelijk, generiek informa- tiesysteem GCOS en van lokale voorzieningen. Soms zijn dat vergaderzalen van ge- meenten, soms de kantoren van lokale partners.

28 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

13. FINANCIEEL

Het regionale VHH wordt bekostigd via co-financiering door gemeenten en het Ministe- rie van Veiligheid en Justitie. De bijdrage van het ministerie wordt jaarlijks vastgesteld en uitgekeerd via het Gemeentefonds. De centrumgemeente van de veiligheidsregio, cq. Den Haag, ontvangt de uitkering. De Raad van Toezicht bepaalt de besteding van die middelen. Het uitgangspunt van het ministerie is dat alle gemeenten financieel bijdragen aan het Veiligheidshuis in hun regio. De overige partners, zoals de politie, dragen bij ‘in natura’ via het om niet ter beschikking stellen van personele en/of materiele capaciteit/voor- zieningen. Uitgangspunten voor de begroting / het budget van het VHH zijn:

1. De deelname van partners aan (casus)overleggen, en ook de kosten voor de uitvoering van de werkzaamheden die in de casusoverleggen zijn afgesproken, zijn niet bij het regionale VHH in rekening te brengen. Die werkzaamheden worden geacht onderdeel te zijn van het normale takenpakket van de partners en zijn onderdeel van hun eigen budget.

2. Alle partnergemeenten dragen bij in de kosten van het regionale VHH.

13.1 Toerekening van kosten

In het regionale VHH worden werkzaamheden verricht door medewerkers die aan het VHH zijn toegewezen. Naast de casusoverleggen betreft het vooral ondersteunende functies, inclusief de ‘backoffice’ voor de lokale Kamers. De kosten van deze medewer- kers en alle kosten (huisvesting, infrastructurele voorzieningen, etc.) die aan het regi- onale VHH zijn toe te rekenen worden in de begroting opgenomen. Met uitzondering van het huidige ketenpersoneel dat in dienst is van de gemeente Den Haag zijn de overige professionals die in het regionale VHH werken in dienst van een van de, niet-gemeentelijke, deelnemende partners. Het is denkbaar dat in de toekomst ook medewerkers van andere gemeenten in het regionale VHH werkzaam zullen zijn.

In de lokale Kamers worden lokale casusoverleggen gevoerd. De kosten die in de loka- le Kamers worden gemaakt zijn voor eigen rekening van de gemeente en de daarbij betrokken partners.

13.2 Begroting

De begroting van het regionale VHH kenmerkt zich door financieel evenwicht tussen kosten en inkomsten. Kosten. De belangrijkste kostensoorten van het regionale VHH zijn personeel, huis- vesting, ICT en algemene kosten. Inkomsten. De inkomsten van het regionale VHH bestaan uit twee bronnen, de Rijks- bijdrage en de gemeentelijke bijdragen. De ‘Rijksbijdrage doorontwikkeling veiligheidshuizen’ wordt door het Rijk via het Ge-

29 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

meentefonds beschikbaar gesteld. De bijdrage wordt ontvangen door de gemeente Den Haag als centrumgemeente van de Veiligheidsregio Haaglanden. De bijdragen van de gemeenten die in het VHH deelnemen bedragen in totaal het be- drag dat nodig is om financieel evenwicht te bereiken.

De begroting van het VHH vereist gedegen inzicht in het reguliere takenpakket, de omvang daarvan en de daarvoor benodigde menskracht en middelen. Dat inzicht is ten tijde van het opstellen van deze Blauwdruk niet beschikbaar. Het jaar 2013 is daarom aangemerkt als ‘overgangsjaar’. Dit houdt in dat er nog géén sprake is van een gemeenschappelijke begroting en van co-financiering door alle be- trokken gemeenten. De gemeente Den Haag financiert in 2013 het regionale VHH op de wijze die ook in 2012 en voorgaande jaren is gevolgd voor het Veiligheidshuis den Haag; (1) inzet van de Rijksbijdrage (€ 585.200,00) en (2) gemeentelijke bijdrage (€ 599.900,00). De zes ZVH-gemeenten dragen zelf de kosten voor de eigen, lokale, ontwikkelingen. Daarvoor hebben zij eerder, voor het jaar 2013, € 163.771,00 gebudgetteerd en af- spraken gemaakt over de onderlinge verdeling daarvan.

Voor het jaar 2014 en volgende jaren worden aparte begrotingen opgesteld. Dit ge- beurt in samenhang met het ontwikkelen van het meerjarenplan.

Een voorstel hiertoe wordt gedaan in het voorjaar van 2013 als onderdeel van het nog op te stellen ‘Meerjarenplan en Meerjarenbegroting’.

13.3 Verdeling van kosten

Voor het jaar 2014 en de volgende jaren geldt dat het deel van de begroting dat niet door de Rijksbijdrage wordt gedekt moet worden gedragen door de gemeenten die in het VHH participeren. De toerekening aan die gemeenten vindt plaats op basis van een verdeelsleutel.

Welke verdeelsleutel gehanteerd wordt dient nog bepaald te worden. Er zijn verschil- lende mogelijkheden zoals:

1. Het aantal inwoners van de gemeente. 2. Het aantal casussen dat door het regionale VHH voor de andere Kamers wordt behandeld (de ‘vervuiler’ betaalt)16. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren op basis van cijfers van het voorgaande begrotingsjaar. 3. De combinatie van 1 en 2. 4. De financiële verdeelsleutel die wordt gehanteerd voor de Veiligheidsregio Haag- landen.

De gemeentelijke bijdrage geschiedt op basis van een jaarlijks, voorcalculatorisch

16 Ten tijde van het opstellen van deze Blauwdruk was geen betrouwbare informatie beschikbaar over het aan- tal casussen dat mogelijk door de Kamer Haaglanden voor de andere Kamers behandeld zou gaan worden. Dit zal op een later tijdstip worden onderzocht.

30 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

voorschot (of voorschotten) met een verantwoording en afrekening (binnen 3 maan- den) na afloop van een kalenderjaar.

13.4 Financieel beheer

Het financieel beheer en de financiële procedures van het VHH als ook het toezicht daarop voldoet aan de eisen die daaromtrent voor gemeenten gelden.

De financiële procedures van het regionale VHH sluiten aan bij de gemeentelijke plan- ning-& control cyclus (in het bijzonder van die gemeente die de administratie van het VHH voert): beleidsplan, meerjarenbegroting, jaarbegroting, tussentijdse rapportages, jaarrekening, etc.

De deelnemende gemeenten worden steeds op een zodanig tijdstip geïnformeerd dat zij hun ‘aandeel’ in de kosten van het VHH kunnen meenemen in hun eigen planning-& control-cyclus.

31 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

Bijlage 1. Planning

In de onderstaande figuur is de tentatieve korte termijnplanning van de onderkende werkzaamheden weergegeven. Als horizon is 1 juli 2013 genomen. Vóór die datum is het regionale VHH-meerjarenplan ontwikkeld. Dat plan zal de basis zijn voor de activi- teiten die vanaf het tweede kwartaal 2013 ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het VHH zullen plaatsvinden.

2012 2013 activiteiten sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul

1 Repareren gebreken in convenanten 2 Ontwikkelen structureel juridisch fundament 3 Implementeren Justitieel Jongeren Overleg 4 Ontwikkelen Persoonsgerichte aanpak 'Jeugd' 5 Ontwikkelen Persoonsgerichte aanpak overig 6 Harmoniseren Begrippenkader 'Jeugd' 7 Harmoniseren Begrippenkader overig 8 Implementeren stedelijke casusoverleggen 'Jeugd' 9 Implementeren overige casusoverleggen 10 Inregelen GCOS voor alle gemeenten en partners 11 Ontwikkelen ZVHH-meerjarenplan en -begroting 12 Uitvoeren ZVHH-meerjarenplan 13 Bouwen aan intensivering samenwerking zvh 1092

De in de figuur opgenomen activiteiten worden hierna kort toegelicht. De werkzaam- heden worden uitgevoerd vanuit de zes deelnemende gemeenten en vanuit het Veilig- heidshuis Den Haag. Zo mogelijk worden ook partners in het VHH in de werkzaamhe- den betrokken.

1+2. Een gezamenlijke werkgroep gaat er voor zorgen dat het juridisch fundament van het VHH solide is. Gestart wordt met het inventariseren en repareren van al- le gebreken in de convenanten van de huidige casusoverleggen. Daarna worden, overkoepelende, structurele regelingen verzorgd.

3. Zo veel mogelijk gemeenten voor wie dat relevant is participeren in de opzet en het voeren van het Justitieel Jongeren Overleg (JJO) dat wordt voorgezeten door het Openbaar Ministerie.

4+5. Een gezamenlijke werkgroep ontwikkelt (een visie op) de persoonsgerichte aan- pak ‘Jeugd’. Na het gereed komen daarvan worden ook voor andere groepen ca- sussubjecten persoonsgerichte aanpakken ontwikkeld.

6+7. Terminologie en definities die bij de verschillende partners in het VHH in gebruik zijn worden geïnventariseerd en geharmoniseerd. Te beginnen met die betrek- king hebbend op ‘Jeugd’ en daarna de overige.

8+9. De stedelijke casusoverleggen ‘Jeugd’ in Delft en Zoetermeer worden als eerste in de VHH-werkwijze ondergebracht. Dit wordt gevolgd door alle andere casus-

32 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden

overleggen in de beide en alle andere gemeenten alsmede de casusoverleggen die in het huidige Veiligheidshuis Den Haag plaatsvinden.

10. Het Generiek Casus Ondersteunend Systeem (GCOS) is het basisinformatiesys- teem van het VHH. Voorafgaande aan het gebruik daarvan voor de ondersteu- ning van casusoverleggen wordt het systeem voor alle gemeenten die in het VHH participeren ingeregeld.

11. Het VHH is onderdeel van de planning- & control-cyclus van de gemeentelijke organisaties. Dit vereist dat voor de eerste maal een meerjarenplan en een meerjarenbegroting wordt opgesteld.

12. Het VHH-meerjarenplan wordt na vaststelling van het daartoe bevoegde gezag in uitvoering genomen.

13. De samenwerking tussen het Veiligheidshuis Den Haag en de overige gemeenten in de Veiligheidsregio Haaglanden is operationeel gestart en wordt op allerlei manieren gestimuleerd en geïntensiveerd, zoals door gezamenlijke trainingen, samenwerken in werkgroepen, kennisname van elkaars werkwijzen, uitwisseling van kennis, etc.

14. In het Directeurenoverleg van het Veiligheidshuis Den Haag is afgesproken dat per 1 januari 2013 van start wordt gegaan met focuslijsten voor jongeren en volwassenen. Dat is een mooi moment om ook te beginnen met de behandeling van door regiogemeenten opgeschaalde cases.

33 201311603FD85B58E07AB44E79D888EE7EBBF43F0docx.docx Programma's en Projecten

Projectmanagers

Doorkiesnummers: Telefoon01 5-2602595

Aan College van Burgemeesteren Wethouders

Afschrifi aan

Notitie

Datum Onderwerp 26-02-201 3 Financieringstructuur bijdrage Veiligheidshuis Ons kenmerk Haaglanden en Kamer Delft 1290032 Opsteller

Bijlage

Inleiding In deze notitie wordt de financieringsstructuur voor het Veiligheidshuis Haaglanden en de Kamer Delft beschreven.

201 3 In 2Q13 bestaan de kosten van het Veiligheidshuis Haaglanden uit:

I Personeel (ketenmanager, projectleiders, E 731.408,- informatieverwerkers, ondersteuning) I Huisvesting en overige kosten E 453.700,-

Totaal E 1.185.108,-

De kosten worden als volgt gedekt:

Wie Bijdrage

Landelijke bijdrage ministerie van Veiligheid en E 585.200 Justitie Bijdrage Gemeente Den Haag E 599.906

Bijdrage overige gemeenten Haaglanden O

Totaal E 1.185.108,-

De overige partners dragen bij in natura. Dit zijn de politie, Reclassering, het OM, DJ1 en de Raad voor de Kinderbescherming.

De gemeentelijke bijdragen (behoudens die van gemeente Den Haag) worden in 2013 gebruikt voor de inrichting van de lokale kamers en de personeelskosten voor de kwartiermaker die de aansluiting van de lokale kamers bij het Veiligheidshuis Maaglanden verzorgt. De kosten voor Delft aan deze kwartiermaker bedragen maximaal E 35.000,-.Dit wordt uit het beschikbare Delftse projectbudget voor het Veiligheidshuis gedekt.

2014 De bijdragen van de gemeenten binnen Haaglanden (excl. Den Haag) bedragen ca. €165.000,-.Het uitgangspunt voor de financiering van het Veiligheidshuis Haaglanden is dat de gebruiker betaalt; de gemeente die de meeste casussen inbrengt, zal het meeste moeten bijdragen. Echter, op dit moment ontbreken de ervaringscijfers waardoor het niet mogelijk is vooraf te bepalen wat de verdeelsleutel op basis van het aantal ingebrachte casussen zal zijn.

Momenteel is de enige objectieve verdeelsleutel is momenteel het inwonertal. Hoe meer inwoners, hoe groter de kans is dat er casussen naar het Veiligheidshuis Haaglanden worden gebracht. Voor 2014 stellen we voor om de gemeentelijke bijdrage te berekenen naar inwoneraantal per gemeente. Deze financieringsstructuur wordt momenteel door meerdere Veiligheidshuizen gebruikt. De Rijksbijdrage moet worden gebruikt voor basisfacitliteiten zoals huisvesting, ICT, proces- en secretariele ondersteuning. De gemeente Den Haag treedt op als centrumgemeente.

Samenvattend wordt het volgende voorgesteld: Begroting 2013 en 2014:evalueren en monitoren casusinbreng. Op deze wijze wordt inzichtelijk hoe de personele formatie kan worden toegerekend. Begroting 201 5 opstellen op basis van gekozen systematiek

Onderstaande tabel laat het voorstel voor de financiële bijdrage per gemeente zien.

Gemeente inwoneraantal Bedrag 20 14 Zoetermeer 120.000 € 37.800 Delft 100.000 E 31 .O00 Westland 100.000 E 31 .O00 Leidschendam-Voorburg 72.000 E 22.300 Pijnacker-Nootdorp 50.000 E 15.500 Rijswij k 46.000 € 14.200 Wassenaar 25.000 E 7.700 Midden-Delfland 18.000 € 5.500 Totaal voor 201 4 531 .O00 €165.000 Den Haag 500.000

De kosten worden structureel gedekt uit de reguliere budgetten voor Veiligheid en Zorg.

Programma's en Projecten

Projectmanagers

Doorkiesnummers: Telefoon 015-2602595

Aan College van Burgemeester en Wethouders

Afschrift aan

Notitie

Datum Onderwerp 25-02-2013 Veiligheidshuis Haaglanden: Inrichting Kamer Delft Ons kenmerk 1290040 Opsteller

Bijlage 1. Inleiding In het coalitieakkoord “Aan het werk” en het bijbehorende Bestuursprogramma is de ambitie vastgelegd om een tweede Veiligheidshuis (naast het Veiligheidshuis Den Haag) in de regio te realiseren. De afgelopen twee jaar heeft een proces plaatsgevonden om tot dit Veiligheidshuis te komen. De DWO-gemeentes (Delft, Westland, Midden Delfland, Pijnacker-Nootdorp) en de gemeentes Rijswijk en Zoetermeer hebben in samenspraak met de gemeente Den Haag besloten om een nieuw Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden in te richten met Regionale en Lokale Kamers. In december 2012 is daarvoor in het regionaal college Haaglanden de Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden (VHH) vastgesteld. Aansluitend is gestart met de inrichting van het Veiligheidshuis Haaglanden. Het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden bestaat uit een Regionale Kamer en een Kamer per deelnemende gemeente.

Uitgangspunt bij de inrichting van de Lokale Kamer (hierna te noemen Kamer Delft) is dat zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van al bestaande structuren. Waar mogelijk of nodig worden bestaande overleggen samengevoegd of opnieuw vormgegeven. Vanwege de beslissing om de inrichting te starten met “jeugd” geven we de „Aanpak Jongerenoverlast en Jongerencriminaliteit‟ prioriteit in de Kamer Delft. Gelijktijdig wordt onderzocht welke casussen van CTI en Meldpunt Bezorgd geschikt zijn voor veiligheidshuis Haaglanden. De andere doelgroepen volgen later.

Binnen het domein van Samenleving vinden momenteel processen plaats in het kader van Innovatie van het Sociaal Domein (ISD) als gevolg van landelijk in gang gezette decentralisaties. Hierbinnen wordt er een methodiek van frontlijnsturing vormgegeven. Een belangrijk instrument voor Frontlijnsturing zijn de Sociale Teams, de Regionale Kamer en de Kamer Delft van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden.

In deze notitie geven we kort aan hoe we de Kamer Delft vormgeven als onderdeel van Innovatie Sociaal Domein. De notitie eindigt met de beschrijving van een aantal opgaven voor de implementatie in 2013 en verder.

2. Innovatie Sociaal Domein Delft werkt aan een nieuwe samenhangende aanpak voor ondersteuning (infrastructuur) in het gehele sociale domein. De uitgangspunten hiervoor staan in de Sociale Visie. Deze visie gaat uit van het aanboren en versterken van de eigen kracht van burgers om te kunnen doen, meedoen en ertoe doen.

Uitgangspunt is wat burgers zélf kunnen doen, doen ze zelf. Maar ook: we bieden hulp wanneer iemand het niet meer op eigen kracht kan. Want hulp – altijd gericht op aanboring, versterking of ontwikkeling van eigen kracht en mogelijkheden – blijft gewaarborgd als het echt nodig is.

De Sociale Visie gaat ervan uit dat zo‟n 80% van de burgers op eigen kracht zijn leven kan leiden, 20% tijdelijk een vorm van ondersteuning nodig heeft, van wie 5% daar langdurig op is aangewezen.

In de uitwerking van de sociale visie voor het domein van veiligheid vindt ondersteuning plaatst in combinatie met drang en dwang maatregelen. We gaan er vanuit dat het merendeel van de inwoners van Delft in een “vrij kader” leeft. Zij dragen bij aan een goed sociaal klimaat in de stad. Een beperkt deel onttrekt zich en zorgt voor overlast en/of vervalt in crimineel gedrag.

2/14

Hier zijn interventies gericht op gedragsverandering om overlast terug te dringen en afglijden van overlastgevend naar/ of recidive van crimineel gedrag te voorkomen.

Het ontwikkelen van een nieuwe infrastructuur in het sociale domein is – net als het vormgeven van de Kamer Delft van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden een dynamisch proces. Hierbij wordt gekeken naar nieuwe dingen maar ook naar wat er al is in Delft. In het kader van frontlijnsturing worden bestaande aanpakken en instrumenten onderzocht en doublures, witte vlekken, onlogische clusteringen, etc. aangepakt. Parallel hieraan is een aantal pilots gestart.

Vanuit de visie om te komen tot een integrale diagnosestelling t.b.v. één plan, één gezin, een generalist (In Veiligheidshuistermen is dit één regisseur) is het nodig – indien daar aanleiding toe is- om alle leefdomeinen in de analyse van de vraag mee te nemen. In het realiseren van een integrale en samenhangende aanpak spelen de Sociale Teams en het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden een belangrijke rol.

Het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden richt zich op de burgers waar sprake is van tijdelijk en/of langdurig regieverlies en waarbij sprake is van problemen op twee van de drie domeinen (Zorg, Strafrechtelijke- en Bestuurlijke keten). Zorg betreft hier de diverse leefgebieden: werk, financien, dagbesteding, opleiding, huisvesting, etc. Het Veiligheidshuis Haaglanden zorgt expliciet voor de verbinding tussen deze drie domeinen gericht op een integrale aanpak. Hierdoor kunnen combinaties van interventies uit deze drie domeinen ingezet worden gericht op een gedragsverandering.

3/14

Drie fasen voor realisatie ideale situatie We onderscheiden drie fasen om te komen tot de ideale situatie, de Toekomst. Onderstaande plaatje laat deze drie fasen zien: het „Nu‟, De ‟Transformatie‟ en de „Toekomst.

Het „Nu‟ laat zien dat diverse overleggen zijn gericht op een integrale aanpak. Deze overleggen bestaan in ideaalsituatie („Toekomst‟) niet meer. We werken dan met Sociale Teams, de Kamer Delft en de Regionale Kamer. Hieronder wordt eerst de ideaalsituatie geschetst, vervolgens de transformatie richting de ideaalsituatie voor de Kamer Delft. Vervolgens de inrichting van de Kamer Delft in 2013/2014. Het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden en de Regionale Kamer zijn beschreven in de Blauwdruk Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden.

3. Ideale toekomstplaatje inrichting sociale domein In de toekomst is er geen gescheiden benadering meer in de aanpak van multi-problematiek in de Zorg- Strafrechtelijke- en Bestuurlijke keten. Wat dan wel?

Eenvoudigweg de benadering vanuit de burger gezien: Wat is nodig om de ondersteuning (vrijwillig kader) of maatregel (gedwongen kader) zodanig te organiseren dat er een plan wordt gemaakt waarbij er gezamenlijke slagkracht wordt georganiseerd met als doel snel en daadkrachtige opteden.. Mandaat en budget zijn daarbij voorwaardescheppende hulpmiddelen. We gaat dit realiseren met behulp van de Sociale Teams, de Kamer Delft en de Regionale Kamer Haaglanden.

De Sociale Teams zijn er voor alle burgers met een multi-problematiek gericht op een gedragsverandering. Een Sociaal Team bestaat uit professionals die deskundig zijn op één van de volgende gebieden: werk, 4/14

schuldhulpverlening, wonen, zorg, welzijn, onderwijs, opvoeden/opgroeien en veiligheid. Het team is zo samengesteld dat ze gezamenlijk kennis hebben van al deze terreinen. Ze werken in een bepaald gebied, gezamenlijk omvatten ze de hele stad. Ze zoeken mensen op, zijn bereikbaar voor burgers en ondersteunen hen in het verkrijgen van de juiste hulp. Ze zijn gericht op preventie en het versterken van eigen kracht. Ze begeleiden huishoudens/burgers die voor de beheersing of oplossing van een complex aan problemen, niet of onvoldoende in staat zijn hier zelf adequate regie op te voeren waardoor deelname aan de samenleving, zoals arbeidsmarkt, problematisch wordt. De Sociale Teams begeleiden deze huishoudens/burgers in het op orde krijgen van hun leven en zullen in situaties van onder toezichtstelling de regie over het organiseren van de ondersteuning tijdelijk op zich nemen. De ondersteuningsafspraken zijn altijd gericht op het bevorderen en terugkrijgen van de zelfredzaamheid, oftewel gericht op een gedragsverandering.

Naast de Sociale Teams gaan we werken met de Kamer Delft als onderdeel van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. De Kamer Delft richt zich op multi-problematiek waarbij een combinatie van drang/dwang en zorg nodig is. Ook dit is gericht op gedragsverandering met als doel zelfredzaamheid en terugdringen overlast.

De Lokale Kamer Delft is een samenwerkingsverband waarin partners burgers kunnen voordragen voor een integrale aanpak door de Kamer Delft (of de Regionale Kamer). Deze aanmelding vindt plaats als de verwachting bestaat dat het Sociale Team en/of de reguliere benadering voor hen niet zal werken omdat interventies vanuit twee van de drie domeinen (Zorg- Strafrechtelijke-, Bestuurlijke keten) nodig is. In de Kamer Delft maken drang en dwang en „zorg‟ (zorg betreft hier de verschillende leefgebieden: werk, schuldhulpverlening, wonen, zorg, welzijn, onderwijs, opvoeden/opgroeien) dus samen een afweging én afspraken over de beste aanpak voor de betreffende burger. Dit kan ook betekenen dat bijvoorbeeld bij een verslaving, het OM niet vervolgt voor een inbraak omdat de betreffende persoon op dat moment open staat voor hulp vanuit de zorg. Er zijn geen gescheiden hulp, drang- en dwangtrajecten meer, maar de aanpak is gebaseerd op de gezamenlijke bundeling van alle kennis, interventies en ervaring.

De Kamer Delft verbindt dus de Zorg-, de Strafrechtelijke-, en de Bestuurlijke keten, zorgt ervoor dat de interventies op elkaar zijn afgestemd en trekt trajecten los die binnen de reguliere werkwijze vastlopen. De focus op de multi-problematiek in combinatie met de interventies uit minimaal twee van de drie domeinen maakt duidelijk dat de Kamer Delft en de Regionale Kamer van het Veiligheidshuis niet voor elke burger een integrale aanpak verzorgt. Soms is een aanpak binnen de reguliere werkprocessen van de deelnemende partners mogelijk. Bijvoorbeeld: is een straf afdoende of is het effectiever om een burger eerst zijn straf uit te laten zitten (nazorg ex- gedetineerden) en daarna ondersteuning aan de bieden.

5/14

De Kamer Delft kan een casus doorzetten naar de Regionale Kamer van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden. De Kamer Delft en de Sociale Teams hebben direct contact met elkaar en werken samen als het gaat om het leggen van verbindingen onderling. De Sociale Teams kunnen een burger aanmelden bij de Kamer Delft. De Kamer Delft heeft direct contact met de Regionale Kamer.

In 2013 worden op basis van (lokale en regionale) praktijkervaringen afspraken gemaakt over welke multi-problematiek direct door naar de Kamer Delft en het Regionale Veiligheidshuis gaan en welke problematiek in de Sociale Teams worden opgepakt. Parallel wordt op basis van „learning bij doing‟ de in oprichting zijnde „Interventietafel‟ (zie hoofdstuk 6) als tussenoplossing naar de oprichting van de Kamer Delft verder vormgegeven. Dit betekent dat we in de toekomst streven naar één of twee casusoverleggen in de Kamer Delft.

4. Transformatie ‘Nu’naar de ‘ideaalsituatie’ Kamer Delft Bij de inrichting van de Kamer Delft wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van al bestaande casusoverleggen die gericht zijn op een integrale aanpak. Onderstaand plaatje laat de transformatie (hoe komen we van nu, naar de „ideaalsituatie?) naar de Kamer Delft zien.

Transformatie

Organisatie Onderlinge samenhang VH en Sociale domein Financiën

Toeleiding sociale teams/Kamer Delft/ regionale kamer Cultuur

Voor de inrichting en de transformatie zijn vanuit de Blauwdruk „Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden‟ onderstaande uitgangspunten leidend: 1. Snelle operationele start. In uiterlijk het eerste kwartaal van 2013 is de Kamer Delft (voor wat betreft Jeugd) gereed om casussen aan te leveren aan de Regionale Kamer die daar behandeld moeten worden. 2. Groeimodel. Het realiseren van het de Ideaalsituatie (Toekomst) is niet in de vorm van een „big bang‟ te creëren, het vereist een proces dat meerdere

6/14

jaren in beslag zal nemen. Een bijkomend voordeel van deze strategie is de Kamer Delft kan „meebewegen‟ met de ontwikkelingen en keuzes ten aanzien van de decentralisaties in het sociale domein die in voorbereiding zijn. In het bijzonder decentralisatie Jeugdzorg en de ontwikkeling van de Sociale Teams. 3. Eerst functioneren daarna optimaliseren. Bij een aantal bestaande casusoverleggen brengen we eerst „de basis op orde‟, d.w.z. deze casusoverleggen gaan op een uniforme manier werken. Dit is de werkwijze van het Regionaal Veiligheidshuis Haaglanden. Hiermee is de Kamer Delft operationeel. Daarna wordt het geheel bezien vanuit het perspectief van een effectieve en efficiënte aanpak met sociale teams. Onderkende doublures, witte vlekken, onlogische clusteringen, etc. worden dan aangepakt. De huidige casusoverleggen opgeheven of geïntegreerd in de nieuwe werkwijze. 4. Samenwerking ondersteund door gezamenlijke doelstellingen en cultuur. Partners in de Kamer Delft bereiken alleen een optimale samenwerking als er sprake is van gemeenschappelijke doelstellingen en culturele kenmerken. Het tot stand brengen van de gewenste cultuur en daarmee de optimale samenwerking vereist daarop toegespitste maatregelen en vooral tijd. 5. Lokale Kamers zijn verantwoordelijk voor de kosten van de Lokale Kamer. De uniforme werkwijze van het Regionale Veiligheidshuis Haaglanden vereist de inzet van een procesregisseur en een informatieanalist. De kosten van de Procesregisseur en Informatieanalist bedragen in 2013 € 50.000 en in 2014 € 100.000. Het voorstel is om deze kosten te dekken vanuit flankerend beleid. Vanaf 2015 is de oude structuur vervangen door de nieuwe structuur en kunnen deze kosten worden gedekt door reguliere budgetten. Daarnaast gaan we uit van de huidige structurele middelen die t.b.v. de bestaande casusoverleggen worden ingezet (interventies en overhead). Deze kosten worden in 2013 in kaart gebracht en vindt er een herschikking van deze middelen plaats t.b.v. de Sociale Teams en de Kamer Delft.

Uitgaande van 1-5 werken we aan de implementatie van de toekomstige werkwijze van de Kamer Delft, te weten: a) Toegang naar de Kamer Delft vindt plaats volgens de één-loket- gedachte en één uitvoeringsregisseur; b) Hulpvragen worden vanaf de start t/m de uitvoering in samenhang (integrale diagnosestelling en één plan van aanpak) opgepakt; c) Voortgang en het effect van de interventies wordt gevolgd/bewaakt en indien nodig bijgesteld; d) De voorzitter van de Kamer Delft (de Procesregisseur) zorgt samen met de informatieanalist voor punt a-c.

7/14

Hieronder staan de belangrijkste stappen die volgen na de aanmelding bij de Kamer Delft (en ook de Regionale Kamer).

Alle partners en de Sociale Teams kunnen bij de Procesregisseur burgers aanmelden voor de Kamer Delft. Voor iedere persoon die bij de Kamer Delft wordt aangemeld volgt een analyse of hij in aanmerking komt voor een integrale aanpak. Zodra een partner iemand heeft aangemeld stelt de informatieanalist een voorlopig dossier samen. Dit vindt plaats in het Generiek CasusOndersteunend Systeem (GCOS) op basis van de beschikbare informatie van de partners. Aan de hand van dit dossier bepaalt een „weegploeg‟ onder leiding van de Procesregisseur of deze casus geschikt is voor de Kamer Delft en met welke urgentie. Naast de behandeling in de Kamer Delft zijn de andere opties:  Bilateraal bespreken met partners;  Plan van aanpak opstellen in het Sociale Team;  Plan van aanpak opstellen in de Regionale Kamer.

Indien blijkt dat de aanpak van de multiproblematiek geschikt is voor de Kamer Delft wordt samen met de partners – uit minimaal twee van de drie ketens- uit de zorg-, strafrechtelijke- en/of bestuurlijke keten een plan van aanpak opgesteld en een casuseigenaar (uitvoeringsregisseur) toegewezen. Onder leiding van deze uitvoeringsregisseur wordt het plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen verschillende partners, elk met inachtname van zijn eigen taken, verantwoordelijkheden en expertises.

De Procesregisseur is de voorzitter van de Kamer Delft. Hiermee borgen we o.a. dat er inzicht en overzicht is van het aantal casussen, een integraal plan van aanpak wordt opgesteld en uitgevoerd (monitoring van de voortgang), overzicht van de middelen etc. De informatie-analist verzamelt 8/14

en verrijkt de informatie van de partners die nodig is voor de weging en het opstellen van een plan van aanpak door de Kamer Delft.

5. Wat is de Kamer Delft in 2013 en wat gaan we doen? De inrichting van de Kamer Delft start met Jeugd (zie besluit Blauwdruk VHH). De aanpak „Persoonsgerichte aanpak Jongerencriminaliteit en overlast‟ wordt vormgegeven in de ontwikkeling van de Kamer Delft. Hiertoe is o.a. de pilot „Interventietafel‟ gestart als tussenoplossing naar de oprichting van de Kamer Delft.

Onderstaand plaatje laat de bestaande (en ontwikkeling zijnde) casusoverleggen zien die per maart 2013 onderdeel zijn van óf de Regionale Kamer óf de Kamer Delft.

Onderstaande tabel bevat per overleg het doel.

Wat Doel SJO (Stedelijk Samenwerking en afstemming van de hulpverlening JongerenOverleg) (vrijwillig en drang en dwang) tussen de verschillende organisaties en partners waarbij gegevensuitwisseling essentieel bijdraagt aan een combinatie van zorg (hulp - en dienstverlening) en het verminderen en laten verdwijnen van onveilig en risicovol gedrag bij jongeren (12-23 jaar). Het gaat dan om gedrag dat experimenteel van aard is, aangeleerd is of voortkomt uit een (tijdelijke) stoornis. Van „overmatig‟ alcoholgebruik, blowen, teruggetrokken leven, geen sociale omgang hebben, spijbelen, dwangmatig zijn, agressie, crimineel gedrag, weinig vertrouwen in de hulpverlening enz. tot overlast geven.

9/14

Signaleringsoverleg Signalering hotspots en jeugdgroepen die hinder en groepen overlast veroorzaken. Dit gaat om een groepsgerichte aanpak. Hiertoe wordt een plan van aanpak opgesteld met als doel overlast van de groep op te heffen. Pilot Interventietafel De aanpak van de criminele en overlastgevende jongeren door de drie partijen uit de driehoek samen met partners. Pilot BIJ (Bestuurlijke Terugkeer van justitiabelen in de samenleving. Hiervoor Informatie Justitiabelen) wordt een plan van aanpak opgesteld.

Veelplegersoverleg 18 Aanpak van de top 10 meerderjarige (18+) Veelplegers. + (LCO)

Nazorg ex- Doel van de coördinatie van de nazorg op de 5 gedetineerden 18+ leefgebieden (Identiteitsbewijs, Huisvesting, Arbeid/inkomen, Schulden, Zorg). van ex-gedetineerden is gericht op het voorkomen van recidive door de terugkeer van de volwassen ex-gedetineerde in goede banen te leiden.

In hoofdstuk 3 is beschreven dat we ernaar streven dat de Kamer Delft in de toekomst uit één casusoverleg bestaat. In dit casusoverleg worden voor alle burgers die in aanmerking komen voor een integraal plan van aanpak door de Kamer Delft een afweging en afspraken gemaakt over de in te zetten interventies. In 2013/2014 maken we dan ook de transformatie van de diverse bestaande caususoverleggen naar één casusoverleg. Hiertoe zal de „Interventietafel‟ worden doorontwikkeld. De „Interventietafel‟ is tevens voorlopig het „weegteam‟ waarin wordt beoordeeld en besloten of de casus in aanmerking komt voor een integrale aanpak door de Kamer Delft.

10/14

De implementatie van de Kamer Delft bestaat uit twee sporen als onderdeel van Innovatie Sociaal Domein en Frontlijnsturing.

De twee sporen voor het inrichten van de Kamer Delft zullen (deels) parallel verlopen. Hieronder wordt op hoofdlijn de activiteiten beschreven.

Spoor 1: Basis op orde Voor het op orde brengen van de basis doen we het volgende:

Wat Waarom 1. Oefenen en werken We hebben als Veiligheidshuis Haaglanden ervoor met GCOS gekozen om gebruik te gaan maken van het door justitie landelijk ontwikkelde en uitgerolde systeem GCOS. GCOS staat voor Geïntegreerd Casus Ondersteunend Systeem. Resultaat Eind 2013 werken de casusoverleggen van de Kamer Delft met GCOS. Dit zijn: SJO, Signaleringsoverleg Groepen, Taskforce, Interventietafel, Nazorg-ex gedetineerden, Pilot BIJ, Veelplegers 18+ en we gaan oefenen met GCOS bij Meldpunt Bezorgd en Huiselijk Geweld.

Wat Waarom 2. Aanmelden, verrijking, Tijdige informatie-uitwisseling, coördinatie en doorgeleiding samenwerking tussen partners uit de verschillende casussen middels domeinen. De burger is sneller in beeld doordat de GCOS problematiek vanuit verschillende domeinen bij elkaar worden gebracht (integraal). De analyse, stellen van de diagnose, het bepalen van het interventieplan (inclusief drang en dwang) en het volgen van de uitvoering en de effecten daarvan worden door partners gezamenlijk uitgevoerd. 11/14

Resultaat: Uniform werkproces

Wat Waarom 3. Vormgeven integraal Een integraal plan van aanpak verbindt de zorg-, plan van aanpak met justitiële- en bestuurlijke keten, zorgt ervoor dat de interventies uit de juiste interventies op elkaar zijn afgestemd. zorg-, justitiële- en bestuurlijke keten) onder leiding van een uitvoeringsregisseur Resultaat: Een integrale aanpak vanuit de zorg- justitiële- en/of bestuurlijke keten. Eén uitvoeringsregisseur per persoon/ gezin

Wat Waarom 4. Inventariseren Onvoldoende zicht op totaal aantal en type casussen. aantallen en type casussen Resultaat Inzicht in aantal en type casussen die in aanmerking komen voor het Veiligheidshuis of de sociale Teams

Wat Waarom 5. Inventariseren kosten Onvoldoende inzicht in huidige kosten en herkomst interventies en plan middelen interventies in de huidige plannen van van aanpak en aanpak. herkomst van de middelen nu en in de toekomst. Resultaat Sturingsmogelijkheden kosten en baten interventies Inzicht in herkomst middelen t.b.v. plan van aanpak Inzicht in kosten interventies plan van aanpak (nodig voor 1 plan, 1 budget) Het resultaat hiervan gebruiken we voor de benodigde middelen voor de Lokale Kamer.

Wat Waarom 6. Ontwikkelen aanpak  De persoonsgerichte aanpak in relatie tot Criminele & criminele en overlastgevende groepen is in overlastgevende Nederland in ontwikkeling. Binnen het groep Veiligheidshuis Haaglanden streven we naar een uniforme aanpak met een invulling op basis van de couleur locale. De persoonsgerichte aanpak voor overlastgevende jeugd zal in Delft, in samenhang met de werkwijze van de Sociale Teams en het huidige SJO nader vormgegeven worden. Dit biedt de handvaten om de juiste personendoor te leiden naar het juiste casusoverleg voor het opstellen van een integraal plan van aanpak.  Er is geen analyse van de criminele en 12/14

overlastgevende groep in Delft.  Er is geen casusoverleg waarin voor deze personen met partners uit de zorg,- justitiële- en bestuurlijke keten een plan van aanpak opgesteld kan worden. Resultaat:  De pilot „Interventietafel‟ is basis van het adagium learning by doing doorontwikkeld tot het casusoverleg voor de persoonsgerichte aanpak in de Kamer Delft..  Er is een analyse van de criminele en overlastgevende groep in Delft, door het regionale Jongeren Expertise team van de politie in samenwerking met het OM en gemeente. Op basis van deze analyse is een top jongerenlijst voor Delft opgesteld.  Er is een persoonsgerichte aanpak voor overlastgevende en de criminele groep in Delft

Wat Waarom 7. Samenwerkings- en Mogelijk maken van informatie-uitwisseling en privacy-convenanten helderheid over rollen/mandaten van partners in de overleggen

Resultaat: Partners kunnen de relevante informatie over de burger delen met inachtname van de privacy conform de werkwijze van het Veiligheidshuis Haaglanden Duidelijke afspraken over rollen, verantwoordelijkheden en mandaten

Wat Waarom 8. Samenwerking en Er zijn nu op lokaal niveau casusoverleggen waarin inrichting Regionale burgers met zeer complexe problematiek worden Kamer besproken. Aanname is dat deze casussen effectiever en efficiënter in de regionale kamer behandeld kunnen worden. Hiervoor zijn diverse redenen: - Specialistische expertise - Complexiteit van de casus - Benodigde partners Resultaat:  De Lokale Kamers (dit doen we samen met de andere deelnemende gemeenten) geleiden een burger door naar de Regionale Kamer.  De gemeenten hebben afspraken gemaakt (ook criteria ontwikkeld) welke problematiek het meest effectief en efficiënt in de Regionale Kamer kan worden besproken.

Transformatie 2013-2014 Hieronder staan op hoofdlijn de activiteiten uit de transformatiefase. Deze zullen deels parallel lopen met het op orde brengen van de basis.

Wat Waarom 1. Door ontwikkelen Vanuit doelmatigheid en doeltreffendheid streven we Interventietafel naar naar één casusoverleg i.p.v de huidige 6 in de Kamer Kamer Delft Delft. Het idee is om de pilot interventietafel hiervoor door te ontwikkelen als de Kamer Delft. Resultaat Doelmatig en doeltreffende werkwijze Kamer Delft.

13/14

Wat Waarom 2. Vormgeven één-loket Er is geen centrale toegang, geen zicht op aantal een Kamer Delft type casussen, kosten, managementinformatie Resultaat:  Er is één centrale toegang voor Kamer Delft.  De casus wordt verrijkt met informatie door verschillende partners.  De casus wordt doorgeleid naar óf de Kamer Delft, de Regionale Kamer of het Sociale Team.  De uitvoering en effecten van de plannen van aanpak worden gemonitord. Nodig: Procesregisseur, tevens voorzitter van de Kamer Delft Informatieanalist/administratief medewerker.

Wat Waarom 3. Saneren/ We willen op een andere manier gaan samenwerking. transformeren We gaan dit doen in Sociale Teams, Kamer Delft en casusoverleggen Regionale Kamer.

Resultaat: In de toekomst wordt de multi-problematiek opgepakt in de Sociale Teams, de Kamer Delft of in de Regionale Kamer.

Wat Waarom 4. Kosten en dekking De werkwijze van het Veiligheidshuis vereist een Kamer Delft procesregisseur en een informatieanalist. Alle huidige casusoverleggen worden gesaneerd/ getransformeerd naar óf de Sociale Teams, de Kamer Delft of de Regionale Kamer. De plannen voor aanpak worden in de toekomst gemaakt door de Sociale Teams, de Kamer Delft of de Regionale Kamer. Dit betekent herschikken van bestaande structurele budgetten naar de nieuwe situatie. Resultaat Begroting en dekking voor de Kamer Delft, o.a:  de kosten van de Procesregisseur en Informatieanalist bedragen in 2013 € 50.000 en in 2014 € 100.000. Het voorstel is om deze kosten te dekken vanuit flankerend beleid. Vanaf 2015 is de oude structuur vervangen door de nieuwe structuur en kunnen deze kosten worden gedekt door reguliere budgetten.  Mandaat en budget voor de Kamer Delft om per persoon/gezin/groep de interventies in te kopen en uit te (laten) voeren. Deze middelen komen uit herschikking van bestaande budgetten

14/14