<<

Prestatieafspraken Leidschendam-Voorburg 2020 tot en met 2023

1

Inhoud Voorwoord ...... 2 Overeenkomst lokale prestatieafspraken ...... 2 A. Sociaal domein ...... 4 A1. Langer zelfstandig wonen ...... 4 A2. Financiële zelfredzaamheid ...... 5 A3. Doelgroepen ...... 5 B Betaalbaarheid, beschikbaarheid woningvoorraad, nieuwbouw ...... 5 B1. Beschikbaarheid woningvoorraad ...... 6 B2. Betaalbaarheid (doelgroepen inkomen, huishouden) ...... 6 B3 Nieuwbouw ...... 7 C Wijkgericht werken / leefbaarheid ...... 8 D Duurzaamheid ...... 9 D1. Energie ...... 10 D2. Klimaat ...... 11 D3. Gesloten kringlopen/circulariteit ...... 11 D4. CO2 ...... 11 D5. Algemeen ...... 11 E Begrippen en definities ...... 11

Voorwoord

Voor u liggen de prestatieafspraken tussen gemeente, huurdersorganisaties Vidomes en Respectus en de woningcorporaties Vidomes en WoonInvest voor de periode 2020 t/m 2023. De grondslag is artikel 44 in de Woningwet 2015. Deze wet bepaalt onder meer dat de woningcorporaties jaarlijks hun beoogde bijdrage aan de gemeentelijke woonvisie – de zogenaamde bieding – aangeven. De biedingen van Vidomes en WoonInvest voor 2020 vormen het startpunt voor het maken van prestatieafspraken. In het tripartite overleg hebben de gemeente, de huurdersorganisaties en de woningcorporaties afspraken gemaakt. Deze hebben betrekking op het sociaal domein, betaalbaarheid, beschikbaarheid, wijkgericht werken en duurzaamheid.

Overeenkomst lokale prestatieafspraken

Ondergetekenden:

1. de publiekrechtelijke rechtspersoon, Gemeente Leidschendam-Voorburg, gevestigd aan het Raadhuisplein 1, 2264 BP te Leidschendam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd, volmacht nummer ….., door de heer J.W. Rouwendal, in zijn hoedanigheid als wethouder, zulks ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders de dato 26 november 2019, nummer 1346, de gemeente Leidschendam-Voorburg, hierna te noemen “de gemeente”; en

2

2. de Stichting Vidomes, gevestigd te , kantoorhoudend aan de Kleveringweg 24 te Delft, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door voorzitter Raad van Bestuur, mevrouw D.L. Braal- Verhoog, Stichting Vidomes voormeld, hierna te noemen “Vidomes”; en

3. de Stichting WoonInvest, gevestigd te Leidschendam-Voorburg, kantoorhoudend aan de Charlotte van Pallandtlaan 2 te Voorburg, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door bestuurder/directeur mevrouw M.L. Straks, Stichting WoonInvest voormeld, hierna te noemen “WoonInvest”; en

4. de Stichting Huurdersraad Vidomes, gevestigd te , kantoorhoudend aan het Van ’t Hoffplein 1 te Zoetermeer, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door voorzitter mevrouw S.C. Seubert-Rühl, Stichting Huurdersraad Vidomes voormeld, hierna te noemen “Huurdersraad Vidomes”;

en

5. de Huurdersvereniging Respectus, gevestigd te Leidschendam-Voorburg, kantoorhoudend aan de Bruijnings Ingenhoeslaan 138 te Voorburg, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door voorzitter P. Derks, Huurdersvereniging Respectus voormeld, hierna te noemen “Respectus”;

de ondergetekende sub 1, 2, 3, 4 en 5 hierna gezamenlijk te noemen: “partijen”, de ondergetekenden sub 2 en 3 hierna gezamenlijk te noemen: de woningcorporaties,

Overwegende dat:

• partijen het belang onderkennen van nieuwe prestatieafspraken voor de periode 2020 t/m 2023.

• de Woningwet, de Huisvestingsverordening Gemeente Leidschendam-Voorburg en de regionale prestatieafspraken Samenwerkende gemeenten woningmarktregio Haaglanden en Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) de kaders vormen voor deze prestatieafspraken.

• partijen het wenselijk achten jaarlijks een nieuwe prestatieovereenkomst voor een periode van vier jaar af te sluiten op grond van de Woningwet die voorschrijft dat de woningcorporaties jaarlijks een nieuw bod op de gemeentelijke Woonvisie uitbrengen.

• partijen elk half jaar, in februari en november, de prestatieafspraken evalueren en monitoren.

• de afspraken moeten passen binnen de beschikbare financiële budgetten van partijen. De financiële armslag is beperkt, waardoor keuzes nodig zijn en prioriteiten gesteld moeten worden.

• de prestatieafspraken bijdragen aan de ambities en doelstellingen van partijen.

besluiten de volgende afspraken met elkaar overeen te komen:

3

A. Sociaal domein

De hervorming van de langdurige zorg leidt op gemeentelijk niveau tot een grote maatschappelijke opgave. Mensen met een lichte zorgvraag hebben geen recht meer op verblijf in een instelling en de zorg moet meer aan huis worden geleverd. De gemeente en andere partijen in het sociaal domein moeten antwoord geven op de vraag hoe onze inwoners zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen. Het is de taak van de gemeente partijen te verbinden en initiatieven te stimuleren en ondersteunen. Tegelijkertijd moeten die inwoners zich ook bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid op dat punt. Maar voor de kwetsbare mensen die hierbij ondersteuning nodig hebben, ligt er een taak voor zowel de gemeente als de woningcorporaties.

A1. Langer zelfstandig wonen

1. Partijen zoeken samen met aanbieders van zorg- en welzijnsvoorzieningen naar een locatie voor een woonzorgarrangement voor zelfstandig wonende inwoners met een zorgvraag, afgestemd op de woonsituatie van deze inwoners. a. Gemeente gaat met de woningcorporaties na welke locaties uit de lijst van de Taskforce sociale woningbouw kansrijk zijn voor een woonzorgvoorziening; de regie op de haalbaarheidstoets van deze locaties ligt bij de gemeente en woningcorporaties. b. Partijen onderzoeken in nauwe samenspraak met welzijns- en zorgpartners voor juli 2020 de haalbaarheid van een aanvraag voor de woonzorgstimuleringssubsidieregeling van het rijk, de eventuele aanvraag ligt bij één van de betrokken partijen; 2. Partijen kijken of de huidige woonruimteregels aangepast moeten worden voor nieuwe tussenvormen van wonen en zorg en nemen hiertoe zo nodig het initiatief. 3. In januari 2020 start de Pilot flatcoach; de flatcoach stimuleert bewoners om actief te worden en te participeren en biedt daarmee een betaalbare, actieve en zorgzame leefomgeving aan kwetsbare ouderen. Eind 2020 gaan betrokken partijen starten met de evaluatie hiervan. 4. In twee nog aan te wijzen wooncomplexen van Vidomes en WoonInvest brengen partijen collectieve Wmo-voorzieningen aan en stellen hiervoor jaarlijks een budget beschikbaar van 56.000 euro (28.000 euro gemeente/28.000 euro Vidomes en WoonInvest). Voorwaarden: a. de woningcorporaties zijn verantwoordelijk voor onderhoud, reparatie en toekomstige vervanging; b. de toekenning van individuele Wmo-voorzieningen in de algemene ruimtes van deze wooncomplexen vervalt. 5. In het verlengde van de afspraak onder 4 organiseren gemeente en woningcorporaties in 2020 een schouw brandveiligheid, veiligheid en toegankelijkheid in een aantal nader aan te wijzen wooncomplexen; partijen bepalen de inzet van het onder 4 bedoelde budget voor opvolging van knelpunten aldaar en betrekken de huurdersorganisaties hierbij. 6. De gemeente kan – onder voorbehoud van de nog vast te stellen Wmo-Beleidsregels – de woningcorporatie een financiële tegemoetkoming in de gederfde huurinkomsten verlenen, zodat de vrijkomende aangepaste woonruimte beschikbaar blijft voor minder valide inwoners. a. De eerste maand van de huurderving komt altijd voor rekening van de verhuurder; b. De woningcorporaties schakelen de gemeente in en leggen ook contact met de Adviesraad sociaal domein Leidschendam-Voorburg in bij de woningtoewijzing van gelabelde MIVA-woningen; c. De financiële tegemoetkoming bedraagt in 2020 de huurderving, mits de woning is aangepast voor een bedrag van minimaal 7.130 euro en de kale huurprijs van de

4

woonruimte niet meer bedraagt dan het maximum van de aftoppingsgrens genoemd in de Wet op de huurtoeslag.

A2. Financiële zelfredzaamheid

7. Partijen werken optimaal samen om ontruimingen te voorkomen. Zo kan de gemeente bij wijze van maatwerk de huur rechtstreeks betalen aan de betreffende woningcorporatie voor huurders met een problematische huurachterstand. a. Partijen monitoren halfjaarlijks de resultaten van het Uitvoeringsoverleg voorkomen uithuiszettingen Leidschendam-Voorburg. b. De gemeente start per 1 januari 2020 de pilot vroegsignalering Leidschendam-Voorburg en sluit hiervoor een convenant af met de woningcorporaties; eind 2020 start de evaluatie van de pilot. 8. Partijen communiceren actief over de beschikbare regelingen voor huishoudens met een minimuminkomen en organiseren halfjaarlijkse bijeenkomsten voor de betrokken klantcontactmedewerkers. 9. De woningcorporaties monitoren gezamenlijk halfjaarlijks de resultaten rondom huurincasso en huisuitzettingen en bespreken de uitkomsten met de gemeente en huurdersorganisaties.

A3. Doelgroepen

10. De woningcorporaties wijzen op basis van het Convenant Huisvesting kwetsbare groepen Leidschendam-Voorburg 2018 maximaal 10% van het aantal woningtoewijzingen per jaar toe aan kwetsbare doelgroepen en zorgbehoevenden exclusief de taakstelling voor statushouders. Daarbij is een zo optimaal mogelijke spreiding van de diverse doelgroepen het uitgangspunt. De gemeente verstrekt daartoe de noodzakelijke individuele voorzieningen. 11. De woningcorporaties huisvesten voor zover mogelijk de halfjaarlijks aan de gemeente opgelegde taakstelling voor de huisvesting van statushouders gelijk aan ieders aandeel in de voorraad sociale huurwoningen. 12. Partijen werken onder regie van de gemeente gezamenlijk aan een plan van aanpak (actieplan) verwarde personen gedurende 2020. a. De gemeente betrekt de woningcorporaties bij de uitrol van de pilot Gebundelde Kracht in Bovenveen naar andere wijken in de gemeente; b. Partijen komen in 2020 met drie verbeterpunten voor de aanpak van verwarde personen en voeren deze samen met betrokken partners uit; c. Partijen communiceren het Meldpunt Bezorgd aan bewoners: Meldpunt Bezorgd GGD Haaglanden telefoonnummer 0703537291 (maandag tot en met vrijdag) van 9.00 tot 17.00 uur of [email protected] . 13. De gemeente is verantwoordelijk voor de begeleiding op maat van statushouders.

B Betaalbaarheid, beschikbaarheid woningvoorraad, nieuwbouw

De woningcorporaties zijn er voor de huisvesting van de lagere inkomensgroepen. Uitgangspunt is het zoveel mogelijk behouden en zo mogelijk uitbreiden van de sociale huurwoningvoorraad in het licht van de actuele ontwikkelingen. Volgens de Woningwet moeten woningcorporaties minimaal 80% van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan de “aandachtsgroep Europa”. Woningcorporaties mogen hierbij 10% toewijzen aan de Europaplusgroep. Deze normen veranderen zeer waarschijnlijk per 1 juli 2020 of 1 juli 2021.

5

Partijen vinden het belangrijk om de aandacht bij de toewijzing van sociale huurwoningen te richten op de laagste inkomensgroepen. Uitgangspunt is het regionale Convenant ”Gaten dichten in Haaglanden 2017- 2026. Voor Leidschendam-Voorburg betekent dit ca. 750 extra sociale huurwoningen in Leidschendam- per 2025. De extra opbrengsten uit de inkomensafhankelijke huurverhoging worden besteed aan investeringen in Leidschendam-Voorburg. Komend jaar verkennen partijen de huurlijn voor nieuwe en zittende huurders voor het jaar 2021 e.v. in relatie tot de vereiste inzet op beschikbaarheid en duurzaamheid, de mate waarin de gemeente dit faciliteert en de benodigde tegemoetkoming vanuit het Rijk aan de opgave. Betaalbaarheid en beschikbaarheid omvatten ook het tegengaan van scheefwonen en het behoud van sociale huurwoningen voor mensen met een laag inkomen. Partijen gaan door op de ingeslagen weg met het zoeken naar geschikte locaties in de gemeente voor nieuwbouw van sociale huurwoningen, onder meer voor de (tijdelijke) huisvesting van kwetsbare groepen. Zij zien een grote behoefte aan betaalbare starterswoningen voor jongeren, kwetsbare mensen, statushouders, grote gezinnen en andere groepen. Partijen gaan actief op zoek naar locaties en bestaande gebouwen die hiervoor geschikt(te maken) zijn. Voor de nieuwbouw is het ook belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan over de geldende parkeernormen.

B1. Beschikbaarheid woningvoorraad

1. Partijen spreken af om zo min mogelijk sociale huurwoningen te verkopen. In 2020 verkoopt Vidomes maximaal 10 sociale huurwoningen en 7 huurwoningen als KoopGarantwoning en WoonInvest verkoopt 0 sociale huurwoningen. 2. Als de wachttijden voor een specifieke doelgroep langer worden dan de gemiddelde wachttijd voor andere benoemde doelgroepen dan bespreken partijen het betaalbaar of sociaal houden van specifieke woningen of passen de toewijzingsregels aan. 3. Bij een onevenredige stijging van de wachtduur passen partijen de labeling van doelgroepen aan en vertalen dit naar het gewenste woningbouwprogramma.

B2. Betaalbaarheid (doelgroepen inkomen, huishouden)

4. Partijen verleiden (goedkope) scheefwoners te verhuizen en stimuleren tot doorstroming (Vidomes met behulp van de seniorenmakelaar, WoonInvest via haar woonconsulenten), communicatie over passende woonprojecten, labeling van wooncomplexen voor senioren en nieuwbouw. 5. In het kader van het Lokaal Maatwerk Leidschendam-Voorburg 2019-2023 benutten partijen de regionale doorstroomaanpak Haaglanden voor het opstellen van doorstroombeleid met als doel de doorstroming naar passende woningen te stimuleren; partijen doen begin 2020 een voorstel voor een gezamenlijke functionaris per 2021 6. Partijen bespreken het aantal doorstromers, gebruik van de vrije toewijzingsruimte voor bijzondere doelgroepen en de uitvoering van het Lokaal maatwerk woonruimteverdeling Leidschendam-Voorburg 2019 t/m 2023 7. Partijen bespreken de (gewenste) verhoudingen en slaagkansen van diverse doelgroepen en sturen hierop. 8. De woningcorporaties bieden bestaande huurders van woningen een regeling (Vidomes / WoonInvest ) aan om – indien noodzakelijk – onder voorwaarden tijdelijk dan wel permanent de huur van bestaande huurders te verlagen en stemmen hun regeling zoveel mogelijk op elkaar af. 9. De woningcorporaties passen voor 2020 in lijn met het Sociaal Huurakkoord en de concept wet op de huursomontwikkeling voor lopende gereguleerde huurcontracten een gemiddeld inflatievolgende huuraanpassing toe en zetten de opbrengsten uit de wettelijk geregelde inkomensafhankelijke huurverhoging in voor sociale woningbouw in Leidschendam-Voorburg. Hier valt buiten de inkomensafhankelijke huurverhoging die Vidomes waar mogelijk wettelijk toepast.

6

10. Indien de woningen worden verkocht onder KoopGarant, dan vindt in 90% van de gevallen de verkoop plaats aan de groep binnen de huurinkomenstabel van SVH. Deze afspraak geldt niet voor verkoop in de vrije sector. 11. Vidomes houdt de huurprijs bij een nieuwe verhuring bij ongeveer 3.440 woningen sociaal: 2.750 woningen betaalbaar, 320 onder de huurprijsgrens en 370 KoopGarantwoningen en WoonInvest houdt 5.200 woningen sociaal, waarvan 4.700 betaalbaar. 12. Bij verhuringen houden de woningcorporaties met het oog op betaalbaarheid en voldoende kansen voor de lagere inkomens in minimaal 75% van de verhuringen de huur- inkomensstandaardtabel in de Spelregels Woonruimteverdeling Sociale Verhuurders Haaglanden aan. De overige 25% kan worden ingezet om iets hogere inkomens te huisvesten (kwetsbare complexen, of moeilijk verhuurbare woningen, maatwerk ten behoeve van doorstroming).

B3 Nieuwbouw

13. Partijen spannen zich tot het uiterste in om de sociale woningbouwopgave conform het regionale convenant ‘Gaten dichten in Haaglanden 2017-2026’ te realiseren. De gemeente zal tevens de vraag naar nieuwe locaties voor de periode ná 2025 voorbereiden. 14. Samenwerking met andere partijen kan onderdeel zijn van de realisering van de sociale woningbouwopgave, waarbij de woningcorporaties de eerste gesprekspartners zijn voor de gemeente. 15. Ten behoeve van de realisatie van de sociale woningbouwopgave nemen partijen deel aan een lokale Taskforce Sociale woningbouw met als doel: a. een bijdrage te leveren aan de realisatie van een substantiële uitbreiding van het aantal sociale huurwoningen voor diverse doelgroepen in Leidschendam-Voorburg , de krachten rond deze opgave te bundelen en processen te versnellen b. met het opgestelde meerjarenprogramma 2019 – 2025 met locaties, gericht op de realisatie van sociale woningbouw, de voortgang te monitoren van de afspraken met partijen om tussen 2019 en 2025 sociale huurwoningen te realiseren. 16. De businesscase sociale woningbouw op de naar verwachting in Q2 2020 door de gemeenteraad aan te wijzen woningbouwlocaties wordt door de gemeente opgesteld met betrokkenheid van belanghebbenden zoals de woningcorporaties en buurtbewoners. 17. De gemeente hanteert bij initiatieven voor woningbouw de Beleidsregels Woningbouw Leidschendam-Voorburg 2018 t/m 2021 . 18. De gemeente betrekt de woningcorporaties in 2020 actief bij de herziening van het gemeentelijk parkeerbeleid in relatie tot parkeernormen voor de doelgroepen van (toekomstige) sociale woningbouw op verschillende locaties. 19. Gelet op de regionale prestatieafspraken maken partijen in 2020 afspraken over grondkosten ten behoeve van de realisatie van de sociale woningbouwopgave en over de kwaliteit c.q. duurzaamheid van woningbouw bij nieuwbouw van sociale huurwoningen. 20. De gemeente staat garant in de achtervang voor de leningen van de corporaties voor herfinanciering, renovaties en nieuwbouw in het belang van de volkshuisvesting. 21. Partijen spreken over nieuwbouw van sociale woningbouw ter uitbreiding van de sociale voorraad, waarbij de corporatie grond koopt van de gemeente, af dat: a. Gedurende 30 jaar na oplevering van de nieuwbouw is het de woningcorporatie niet toegestaan de sociale woningen te verkopen aan een derde, tenzij verkoop geschiedt aan een andere toegelaten instelling, zoals gedefinieerd in de Woningwet. Bij verkoop aan een andere toegelaten instelling verplicht de corporatie zich de inhoud van dit artikel aan de kopende toegelaten instelling een op een door te leggen. In dat geval is corporatie geen vergoeding, op welke grondslag dan ook, aan de gemeente verschuldigd.

7

b. Indien de woningcorporatie gedurende 30 jaar na oplevering van de nieuwbouw de sociale woningen wenst te verkopen aan een derde, niet zijnde een toegelaten instelling zoals gedefinieerd in de Woningwet, is dit slechts mogelijk na schriftelijke instemming van de gemeente. In dat geval kan de corporatie wel een vergoeding aan de gemeente verschuldigd zijn. In een separate overeenkomst leggen partijen dan de nadere afspraken vast die aan de verkoop van de sociale woningen zijn verbonden. De eventuele financiële gevolgen die verbonden zijn aan de verkoop van de sociale woningen op grond van dit lid, zal worden bepaald door 2 onafhankelijke taxateurs.

C Wijkgericht werken / leefbaarheid

Inspanningen op het gebied van de leefbaarheid door de woningcorporaties hebben te maken met: • schoon, heel en veilig • de aanpak van en preventieve acties ter voorkoming van overlast • het stimuleren van sociale cohesie en bewonersparticipatie. Onder de leefbaarheidsinspanningen van de woningcorporaties vallen ook zaken als het ondersteunen van initiatieven van huurders en het aanstellen van wijkbeheerders, complexbeheerders, huismeesters en het woonmaatschappelijk werk. De gemeentelijke gebiedsregisseurs pakken in de aandachtwijken de regie en zorgen voor overleg met de juiste instellingen en personen (woningcorporaties, handhaving, politie en welzijn) om problemen aan te pakken en op te lossen. Zij hebben een drieledige rol en de inzet verschilt per wijk/gebied: • Gids voor bewonersinitiatieven • Monitoren van ontwikkelingen in de gebieden en wijken • Samenwerking tussen partners verbeteren/stimuleren.

1. Partijen herijken jaarlijks in het ambtelijk overleg de lijst met aandachtswijken met speciale aandacht voor de zelfredzaamheid van bewoners en betrokkenheid van bewoners bij de buurt. Bovenveen, De Heuvel, Prinsenhof en Voorburg-Noord zijn de wijken die in 2020 extra aandacht nodig hebben. 2. Partijen zorgen voor de uitrol van de pilot “Samen Beter” in de Prinsenhof naar één van de andere aandachtsgebieden. 3. WoonInvest stelt een extra wijkbeheerder aan in de wijken Bovenveen en Prinsenhof. 4. De gemeente ondersteunt via het gemeentelijk subsidiebeleidskader maatschappelijke partners die zich naar behoefte extra inzetten voor de leefbaarheid in de onder 1 genoemde aandachtswijken. 5. De afstemming van signalen rond zorg of overlast verloopt via bestaande netwerken van maatschappelijke partners in de wijk en de gemeentelijke gebiedsregisseurs. a. Partijen maken afspraken met Avalex over coördinatie van en regie op het ophalen van grofvuil en evalueren dit eind 2020. De gemeente heeft hierin de regie, de woningcorporaties zijn professioneel belanghebbenden, samen met Avalex/gemeente faciliteren zij inwoners/huurders om een rol te kunnen vervullen in signalering; b. Waar nodig nemen gebiedsregisseurs (gemeente) de regie in de aanpak van signalen rond zorg of overlast en faciliteren overleg; signaleren zien partijen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De woningcorporaties maken hun huurders hierop attent. 6. Partijen faciliteren en creëren ruimte in de leefbaarheidsprogramma’s voor initiatieven van bewoners.

8

a. De woningcorporaties en huurdersorganisaties kunnen initiatieven op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid op naam van de inwoner indienen bij Vlietwensen; b. Gemeente biedt ondersteuning aan burgerinitiatieven voor verbetering van de buurt of gemeente(o.a. klimaatadaptatie, vergroening), zo nodig in samenwerking en afstemming met bewoners, huurdersorganisaties, woningcorporaties en andere organisaties. 7. De gemeente belegt tweemaal per jaar de Werkgroep Leefbaarheid Leidschendam-Voorburg a. De gemeente belegt vóór aanvang van het eerstvolgende kalenderjaar de Werkgroep Leefbaarheid Leidschendam-Voorburg met als doel de presentatie en uitwisseling van de tactische jaarplannen (per wijk) van de woningcorporaties en gemeente b. Partijen monitoren op thema’s (afsprakenboek/draaiboek). c. Naar aanleiding van het woonbelevingsonderzoek 2020 van de woningcorporaties spreken partijen in Q1 2020 elk een top 3 actiepunten uit. d. De gemeente vult het onder d bedoelde woonbelevingsonderzoek aan met onderzoek naar de woonbeleving van niet-huurders in een aantal nader af te stemmen wijken. 8. De woningcorporaties investeren in het kader van de leefbaarheid in sociaal beheerconsulenten (aanpak overlast, burenruzies, enz.), wijkbeheerders, complexbeheerders (complexen schoon heel en veilig houden, signaleren problemen achter de voordeur, aanspreken bewoners op ongewenst woongedrag) en gebiedsconsulenten/participatiemedewerkers (formuleren leefbaarheids-programma, overleg bewonerscommissies/stakeholders, ondersteunen bewonersinitiatieven) alsmede in buurtbemiddeling, verlichting en camera's. 9. Partijen faciliteren en stimuleren de buurtpreventieteams; de woningcorporaties financieren de bewonerscommissies. 10. In elke aandachtswijk investeren partijen in een buurtpreventieteam; 11. Partijen pikken signalen in de gebieden en wijken op die worden aangepakt. Hiervoor leggen zij verbinding met andere partijen en netwerken in de wijk om te bepalen wie wat (moet) doen. Partijen bepalen gezamenlijk wie (tijdelijk) als trekker / coördinator opereert. 12. Partijen geven invulling aan de doelstellingen over leefbaarheid in het Kompas van de leefomgeving per buurt / wijk aan de hand van de gegevens uit de wijkatlas. 13. De gemeente initieert ook leefbaarheidsinitiatieven die te maken hebben met zaken als klimaatadaptie en vergroening door bewoners. Ook de huurdersorganisaties en corporaties worden hierbij zo nodig betrokken.

D Duurzaamheid

Het is goed te zien dat de woningcorporaties actief meedenken over meer duurzame energie (zonnepanelen), de transitie naar gasloze woningen (Rijnlandlaan en de Star) en gezamenlijke erkenning dat de communicatie naar bewoners hierin essentieel is. Partijen zijn in overleg met elkaar over een campagne naar de huurders toe over diverse aspecten van duurzaamheid. Dit geldt ook voor particuliere woningeigenaren. De afgelopen jaren was de verduurzaming bij renovatieplannen van de corporaties vooral gericht op het maken van energielabelsprongen. De komende jaren richten partijen zich op het overstappen naar een andere duurzame energievoorziening dan gas en de mogelijkheden met zon. De gemeente faciliteert de doorrekening naar het zogenaamde concept “Nul op de meter” en is hierover in gesprek met de woningcorporaties. De verduurzaming van woningen vindt plaats in achtneming van het aspect woonlasten. De gemeente heeft de woningcorporaties gefaciliteerd in een onderzoek naar het effect van energiebesparende maatregelen op de woonlasten van de huurders. Naast inzet op energiebesparing willen partijen graag gezamenlijk werken aan het vergroenen van de gemeente.

9

D1. Energie

1. Partijen werken samen aan de lokale energiestrategie en de vertaling daarvan in wijkwarmtevisies. De gemeente heeft hierin een belangrijke rol als regisseur om partijen en bewoners bij elkaar te brengen. a. Lokale Energie Strategie (LES) i. De gemeente nodigt partijen in 2020 uit voor stakeholdersbijeenkomsten (gemeentebreed) over de Lokale Energie Strategie (LES) ii. De gemeente geeft inzicht in de planning aan de woningcorporaties en huurdersorganisatie. b. Wijkuitvoeringsplannen i. Partijen onderzoeken kansrijke gebieden voor gasloze wijken, o.a. in de Heuvel en Klein Plaspoelpolder. ii. WoonInvest en de gemeente werken samen om vóór maart 2020 een aanvraag voor te bereiden in het kader van de proeftuin aardgasvrije wijken voor 2020 (wijk Heuvel). iii. De woningcorporaties delen inzichten uit de Vastgoedatlas Haaglanden voor de Wijkuitvoeringsplannen. 2. Partijen stemmen geplande investeringen (woningen, gasleidingen, riolering, waterberging) met elkaar af. 3. De woningcorporaties benoemen in 2020 de wooncomplexen waar zonnepanelen op worden toegevoegd. 4. De gemeente onderzoekt mogelijkheden voor financiële ondersteuning in de vorm van subsidies/leningen al dan niet door derden (Woonwijzerwinkel, subsidieregeling Lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017 ), bijvoorbeeld voor Vereniging van Eigenaren (VvE’s) of het stimuleren van energiecoöperaties ten behoeve van zonnepanelen, om sneller voorbereid te zijn op aardgasvrij wonen. 5. De woningcorporaties streven naar gemiddeld energielabel A voor hun woningbezit in 2030 en monitoren de energie-index op complexniveau jaarlijks. Tussendoel van gemiddeld label B in 2024 lijkt haalbaar voor WoonInvest. Vidomes stuurt op gemiddeld B in 2027. 6. Onderhoud en investeringen van woningcorporaties zijn no-regret en voorbereidend op aardgasvrij. 7. Vidomes streeft bij nieuwbouw naar Nul-op-de-meterwoningen, WoonInvest zet bij nieuwbouw in op isolatie ten behoeve van lage temperatuurverwarming (het verwarmen van een ruimte met een aanvoertemperatuur die niet hoger is dan 55 graden Celsius). 8. Uitgangspunt bij het uitvoeren van energiebesparende maatregelen bij groot onderhoud is dat de gemiddelde woonlasten (dat wil zeggen het totaal van de kale huurprijs, servicekosten en de energierekening) van de huurders minimaal gelijk blijven of dalen. 9. In 2020 zijn alle open verbrandingstoestellen (OVT) in de verhuureenheden (VHE) van de woningcorporaties verwijderd, met uitzondering van de wooncomplexen die worden gesloopt of gerenoveerd. Dit zijn de volgende complexen: a. Vidomes: 75 VHE – Burgemeester Velthuijsenlaan te Leidschendam met 75 geisers en 75 moederhaarden. Verwijderen OVT wordt aangepakt bij de renovatie gepland in 2020/2021; b. WoonInvest: Complexen Nieuwstraat- de Heuvel- Emmastraat- Faukenbergstraat- Hartzstraat, in totaal 213 VHE met verwijdering van OVT bij groot onderhoud (dit staat in de planning tot 2024 en 15 VHE waar geen groot onderhoud plaatsvindt.

10

D2. Klimaat

10. Gemeente gaat het gesprek aan over de knelpunten van water, hitte en droogteoverlast in Leidschendam-Voorburg via de Klimaatatlas en de Klimaatatlas van de Provincie Zuid-Holland en het door de woningcorporaties gedane woonbelevingsonderzoek. a. Partijen voeren een risicodialoog over potentiële knelpunten aan de hand van de klimaatstresstesten in gebieden met veel corporatiebezit. Waar nodig stellen partijen een uitvoeringsprogramma op om de gevolgen van klimaatverandering te beperken. (redactie) b. Bij renovatieprojecten in wijken waarvoor een uitvoeringsprogramma is opgesteld, nemen woningcorporaties gezamenlijk met bewoners klimaatadaptieve maatregelen, bijvoorbeeld het vergroenen van tuinen, gevels van wooncomplexen en buitenruimte. c. De huurdersorganisaties dragen desgewenst in overleg met hun achterban een locatie aan waar de bewoners bereid zijn om mee te werken aan bijvoorbeeld een waterberging of vergroening, bij voorkeur met zelfbeheer. De gemeente zoekt naar mogelijkheden van financiering in nauwe samenspraak met de woningcorporaties.

D3. Gesloten kringlopen/circulariteit

11. Partijen passen bij sloop-nieuwbouw circulaire principes toe. Partijen benoemen deze principes en onderzoeken in 2020 hoe zij circulair bouwen in projecten concreet kunnen maken.

D4. CO2

12. Partijen hebben de ambitie om gemeentebreed in 2020 ten opzichte van de uitstoot van woningen (koop en huurwoningen) 2008 (te weten 141.540 ton CO2, Bron: Klimaatmonitor Rijk een CO2- reductie van tenminste 20% te realiseren (door isolerende maatregelen en plaatsen zonnepanelen). Partijen zijn hiermee op weg om in 2050 de CO2-uitstoot nog verder te laten dalen.

D5. Algemeen

13. De gemeente voert de regie over de opstelling van een integraal communicatieplan Duurzaamheid Leidschendam-Voorburg voor zowel huurders als particuliere eigenaren. Partijen richten een kwartaaloverleg in met huurders en woningcorporaties voor het maken van een Plan van Aanpak. Partijen zorgen voor voldoende capaciteit en (financiële) middelen en geven dit samen vorm (bijvoorbeeld inhuur externe, duurzaamheidsadviseurs).

E Begrippen en definities a. Regels voor toewijzing betaalbare woningen : Woningcorporaties moeten tenminste 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen met een huurprijs tot € 720,42 (prijspeil 2019) toewijzen aan hun doelgroepen: • De belangrijkste doelgroep van woningcorporaties zijn huishoudens met een inkomen beneden € 38.035 (prijspeil 2019). De woningcorporatie moet jaarlijks ten minste 80% van de vrijkomende sociale huurwoningen aan die groep toewijzen. • Daarnaast mogen corporaties tot 2021 10% van de vrijkomende woningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tussen € 38.035 en € 42.436 (prijspeil 2019). Deze 10% kan echter ook worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen onder de € 38.035. De overige, maximaal 10% van de vrijkomende woningen, mogen woningcorporaties vrij toewijzen. Zolang de woningcorporatie maar voldoet aan de eis 80% van de vrijkomende sociale

11

huurwoningen toe te wijzen aan haar belangrijkste doelgroep (inkomens tot € 38.035), mag zij er ook voor kiezen om alle sociale huurwoningen aan de doelgroep (huishoudens met een inkomen onder de € 42.436) toe te wijzen. De toewijzingseis (voor ‘staatssteun’) geldt niet voor huishoudens die zijn aangewezen op zorg. De corporatie mag een huurder met een huishoudinkomen hoger dan € 42.436 (prijspeil 2019) een woning toewijzen indien er: o recht is op verpleging en verzorging van ten minste 10 uur zorg per week gedurende ten minste een jaar (o.g.v. de zorgverzekering ), óf o sprake is van een indicatie voor verblijf (op grond van de Wet langdurige zorg), óf o sprake is van een indicatie voor ADL-assistentie (o.g.v. de Wet langdurige zorg) b. Senioren: huishoudens van 65 jaar en ouder die wensen te anticiperen op huisvesting die voor hen meer geschikt zijn dan hun huidige woning. c. Statushouders : vreemdelingen die op grond van de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten en beschikken over een verblijfsvergunning en daarmee recht hebben op een woning. De statushouders hebben absolute voorrang en worden geholpen via directe bemiddeling. De gemeente krijgt elk halfjaar een taakstelling voor het aantal statushouders dat zij in die periode aan een woning moeten helpen. d. Aftoppingsgrens (prijspeil 2019): de lage aftoppingsgrens voor één- en tweepersoonshuishoudens bedraagt € 607,46. De hoge aftoppingsgrens voor drie- of meerpersoonshuishoudens wordt € 651,03. e. KoopGarant : verkoop van een woning met korting op de marktwaarde en een terugkoopgarantie tegen de dan geldende marktwaarde. f. Goedkope / betaalbare huurwoning : maandhuur tot kwaliteitskortingsgrens van € 424,44 / maandhuur van kwaliteitskortingsgrens tot hoogste aftoppingsgrens van € 651,03. g. Inkomensgrenzen huurtoeslag (prijspeil 2019): € 22.700 voor eenpersoonshuishoudens; € 30.825 voor meerpersoonshuishoudens onder de AOW-gerechtigde leeftijd en € 30.800 voor meerpersoonshuishoudens boven de AOW-gerechtigde leeftijd. h. Liberalisatiegrens: de huurprijsgrens van sociale huurwoningen: ≥ € 720,42. i. Minimuminkomen: https://www.uwv.nl/particulieren/bedragen j. Monitoring/monitoren : het registreren en controleren van de ontwikkelingen van tenminste de bij deze overeenkomst gemaakte afspraken, volgens vooraf bepaalde meetpunten/distincties waarmee die ontwikkelingen worden bewaakt en gevolgd en afwijkingen tijdig worden gesignaleerd. k. Regio(nale woningmarkt) : de regio Haaglanden c.q. de regionale woningmarkt: de (negen) gemeenten Delft, Den Haag, Midden-Delfland, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, , , Westland en Zoetermeer en hun grondgebied. De woningcorporaties in deze gemeenten werken beleidsmatig samen binnen de vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH). l. Samen Beter: dagelijks werken aan de leefbaarheid en/of vitaliteit van de wijk de Prinsenhof door krachten te bundelen met inbreng van (maatschappelijk) partners op basis van een aantal thema’s: gezondheid, leefbaarheid, participatie en communicatie, inclusie en samenwerking. Hierbij wordt onder ander met elkaar gekeken naar gezamenlijk opgave, beoogde resultaten en effect en een stand van zaken wat er al is en wat er gedaan wordt en door wie. m. Sociale huurwoning: een woning met een huur volgens de Rijksregelgeving voor de definiëring van de sociale huurvoorraad van woningcorporaties. n. Toegankelijkheid: de mogelijkheid om zelfstandig en op een gelijkwaardige manier gebruik te kunnen maken van openbare ruimten, gebouwen, producten, diensten en informatie (uit

12

“Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid; Beknopte handreiking voor lokale belangenbehartigers 2007, Versterking Cliëntenpositie”). o. Toegelaten instelling: Verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en stichtingen, die mede in het belang van de volkshuisvesting werkzaam zijn, kunnen bij koninklijk besluit als toegelaten instelling worden toegelaten. Toegelaten instellingen, ook wel woningcorporaties, zijn onderworpen aan de Woningwet 2015, het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV) en de Ministeriële Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (RTIV). p. Wachttijd: De periode dat een vooraf gedefinieerde groep woningzoekenden ingeschreven moet staan om minimaal 50% van deze groep te laten slagen. q. (individuele) Woonlasten: de bruto huur en de gemiddelde stookkosten. Individuele woonlasten worden meestal berekend op basis van de netto huur en netto servicekosten (inclusief aftrek individuele huurtoeslag), energielasten, stookkosten en kosten van water en gemeentelijke belastingen.

Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend op 12 december 2019 te Leidschendam.

Gemeente Leidschendam-Voorburg – J.W. Rouwendal, wethouder Wonen

Vidomes – mevrouw D.L. Braal-Verhoog, voorzitter Raad van Bestuur

WoonInvest – mevrouw M.L. Straks, bestuurder/directeur

Huurdersraad Vidomes – mevrouw S.C. Seubert-Rühl, voorzitter

Huurdersvereniging Respectus – P. Derks

13