<<

Haaglanden

Samenwerking in het kort

In Haaglanden bestond er al een samenwerking tussen overheden en werkgevers. Dit bood een goede basis voor intensivering. Het Convenant Bereikbaar Haaglanden heeft als doelstelling een vermindering van het aantal kilometers in de spits met gemiddeld 6% in 2012 ten opzichte van 2008. De mobiliteitsmakelaar is sinds 2007 een centrale speler. De kern van de aanpak in Haaglanden is het werken vanuit één kopgroep en die te laten groeien.

Convenant Mobiliteitsmanagement Den Haag

Al jaren wordt er in de Haagse regio intensief samengewerkt tussen werkgevers en overheden op het gebied van mobiliteit. In 1993 werd gestart met vervoersmanagement en in 1996 werd gestart met de gebiedsaanpak. In 2005 spraken bedrijfsleven en overheden af om ieder hun verantwoordelijkheid te nemen en bij te dragen aan de verbetering van de mobiliteit. Als concrete doelstelling werd afgesproken om gezamenlijk te zorgen voor een reductie van 6% autosolisten in de ochtend en avondspits.

Op 10 september 2008 tekenden 25 bedrijven het Regionale Convenant Bereikbaar Haaglanden. Het ministerie van Binnenlandse zaken zette een handtekening namens alle ministeries. Bij elkaar vertegenwoordigen deze werkgevers maar liefst 50.000 werknemers in de Haagse regio. De initiatiefnemers van het Regionale Convenant Mobiliteitsmanagement Bereikbaar Haaglanden zijn: VNO-NCW West, Kamer van Koophandel Den Haag, het Stadsgewest Haaglanden en BEREIK!

Er is een Taskforce die de samenwerking begeleidt. De Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en is februari 2009 van start gegaan met één stuurgroep voor Haaglanden en Rotterdam (KvK, VNO-NCW West en Bereik!) met twee projectteams.

Het Convenant Bereikbaar Haaglanden heeft als doelstelling een vermindering van het aantal kilometers in de spits met gemiddeld 6% in 2012 ten opzichte van 2008. Dit is het gezamenlijke regionale doel, maar per project of bedrijf kan het hoger uitvallen.

De focus is gericht op vier pijlers: 1) (Grote) werkgevers helpen via slimme acties hun medewerkers bij gedragsverandering. Voorbeelden

Pagina 1 van 7

zijn:Telewerken, teleconferencing en een mobilitycard ; 2) Gebiedsgerichte aanpak. Overheden en bedrijfsleven bedenken gezamenlijk acties om de mobiliteit te bevorderen. Deze aanpak begint in een zone waar veel middelgrote en kleine bedrijven zijn gevestigd. Voorbeelden zijn: verbetering fietspad langs Raamweg, aanpassen weg-infrastructuur en aanleggen van een keerlus voor de tram bij Madurodam en station CS. Ook rondom de stations van Mariahoeve en Voorburg worden aanpassingen gedaan, zoals de uitbreiding van het aantal OV-fietsen. 3) Uitvoeren van innovatieve projecten. Op dit moment loopt er bijvoorbeeld het project Spitsmijden; 4) Investeringen door de regionale overheden in bereikbaarheid van de regio en doorstroming van het verkeer.

Nu de aanpak staat en de samenwerking doorgroeit, is er aandacht voor verder professionaliseren. De samenwerking ontwikkelt zich immers naar een ander stadium, die een andere manier van samenwerken vraagt, met een structuur die daarbij past.

Waarom deze samenwerking?

Het autoverkeer in de regio Haaglanden groeit elk jaar met twee procent. Dit betekent dat er grote druk staat op bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid, vooral tijdens de spitsuren. De verwachte mobiliteitsgroei in de regio is 30% tot 2030, onder de aanname dat Anders Betalen voor Mobiliteit wordt doorgevoerd. Alleen een samenhangend pakket aan maatregelen biedt mogelijkheden om deze mobiliteitsgroei aan te kunnen. Daar komt bij dat innovatieve acties gewenst zijn om mobiliteit ook te verduurzamen vanuit het oogpunt van leefbaarheid. Mobiliteitsmanagement wordt gezien als een cruciaal instrument om aanvullende resultaten te behalen bij het verbeteren van de bereikbaarheid. Een regionale aanpak en benadering kan hieraan een positieve bijdrage leveren, onder meer vanwege de herkenbaarheid en toegankelijkheid.

Wie heeft welke rol?

• De Mobiliteitsmakelaar Haaglanden is een initiatief van VNO- NCW West, BEREIK!, Stichting OM Den Haag en de Kamer van Koophandel. Ronald Postma is sinds 2007 actief voor de ‘Inspanningen door werkgevers’ zoals die in het convenant zijn genoemd. De mobiliteitsmakelaar brengt bedrijven in contact met elkaar en met overheden om mobiliteits- en

Pagina 2 van 7

bereikbaarheidsknelpunten op te lossen. Hij inventariseert en analyseert de verschillende mobiliteitsmaatregelen die werkgevers hanteren. Ook richt hij zich op de toename van het aantal deelnemende bedrijven aan het convenant en de uitwerking van de maatregelenpakketten per deelnemend bedrijf. Hij is daarnaast nauw betrokken bij het monitorings- en evaluatietraject in het kader van het Regionale convenant. • VNO-NCW is in principe de trekker van het regionale convenant. • De Kamer van Koophandel Haaglanden is de trekker van de gebiedsaanpak zoals bij Raamweg/Koningskade. • Het Stadsgewest Haaglanden neemt in samenwerking met het bedrijfsleven maatregelen om alternatieven te bieden voor de auto en overlegt bijvoorbeeld met gemeenten en provincie over verbeteringen in de fietsinfrastructuur. • Bereik! is een samenwerkingsorganisatie van Rijkswaterstaat Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland, Stadsgewest Haaglanden, stadsregio Rotterdam, de gemeenten Den Haag en Rotterdam. BEREIK! werkt nauw samen met het bedrijfsleven (VNO-NCW) en consumentenorganisaties (ANWB, ROVER en Fietsersbond). BEREIK! is de opvolger van het Rotterdamse Nexus en het Haagse SWINGH. BEREIK! bevordert de samenwerking tussen verschillende partijen voor een betere bereikbaarheid in Haaglanden en de regio Rotterdam. Dit doet Bereik! door mensen uit te nodigen aan tafel. Er zijn drie soorten tafels: gebiedstafels , thematafels en innovatieve tafels . Mobiliteitsmanagement is één van de vier thematafels van Bereik! De andere drie zijn: afstemming wegbeheer, recreatieverkeer en verkeersmanagement. • MOM (Mobiliteit op Maat) - een VCC gefinancierd door de Provincie Zuid Holland en de KvK - ondersteunt het mobiliteitsmanagement in Rijnland.

Wat zijn de succesfactoren?

• De aandacht is niet gericht op het bedenken van projecten, maar is steeds gericht op de werkgevers. Via de werkgevers wordt het bewustwordingsproces van de werknemers gevoed. Er waren in het eerste begin (1996) al enkele bedrijven ‘trekker’ van mobiliteitsmanagement. Via de koploperbedrijven wordt gericht gezocht naar andere bedrijven die voordeel kunnen hebben aan het meedoen. Voortdurend zoekt de makelaar naar de meerwaarde voor een bedrijf om mee te doen. • Het instellen van de mobiliteitsmakelaar door VNO-NCW en het werken met benchmarks blijkt van groot belang. Dankzij zijn benchmarks komen nieuwe bedrijven over de drempel. Er is

Pagina 3 van 7

een strikte aanpak voor elk bedrijf dat het convenant tekent en de bedrijven moeten veel gegevens aanleveren. Dat vertaalt zich in specifieke kennis die gebruikt wordt als een ‘benchmark’. Bewust maakt de mobiliteitsmakelaar gebruik van bedrijven met ‘referentiekracht’. De benchmark motiveert nieuwe bedrijven om mee te doen en trekt ze over de drempel. • De factor ‘mens’ is een belangrijke succesfactor. Dat geldt zowel individueel als in teamverband. Men kan op elkaar vertrouwen, waar nodig taken overdragen en elkaar aanspreken op resultaten. • Als een bedrijf niet meedoet aan één project, dan blijven ze wel ‘aangehaakt’, zodat ze met een ander project wel mee kunnen doen. • In het voortraject zijn er in kleiner verband informele ontmoetingen geweest tussen betrokken bestuurders, met een diner bijvoorbeeld. Het informele verband is immers net zo belangrijk als het formele. Deze samenwerking leent zich ook goed hiervoor, want je kan elkaar goed vinden omdat er geen grote conflicterende of financiële belangen spelen. • Doordat de mobiliteitsmakelaar een centrale functie heeft in de communicatie tussen bedrijven en overheden, fungeert hij ook steeds meer als poort voor andere beleidsvelden zoals EZ en Milieu. • Met Bereik! is er een samenwerkingsverband waarbinnen mobiliteitsmanagement meegenomen wordt in het bredere kader van bereikbaarheid. Toch zijn de personen het belangrijkste voor de goede samenwerking. Zij roemen ieders betrokkenheid bij het probleem, het vertrouwen in elkaar en het nakomen van afspraken. • Het stadsgewest vervult actief een faciliterende functie richting de buurgemeenten van Den Haag. Het stadsgewest durft ook projecten voor te financieren, in afwachting van geld uit ‘Den Haag’. Een belangrijke Haagse les uit het verleden is dat de overheid niet als trekker moet optreden of als afzender. De overheid moet wel iets te bieden hebben. • In het convenant staan de rollen van de betrokken partijen duidelijk omschreven.

Hoe zijn de kosten verdeeld?

De kosten voor de regie bestaan hoofdzakelijk uit de kosten voor de mobiliteitsmakelaar en bedragen ongeveer € 100.000,- per jaar. Vanaf het eerste begin wordt de mobiliteitsmakelaar 50-50 betaald door de overheid (eerst Swingh en daarna Bereik!) èn door de bedrijven (de KvK en in het begin zes individuele bedrijven). VNO- NCW beheert de gelden en organiseert en faciliteert de

Pagina 4 van 7 samenwerking. Daarnaast steken de verschillende betrokken organisaties, bedrijven en personen tijd en geld in de samenwerking. Voor de uitvoering van projecten lopen er andere geldstromen.

Wat valt verder op?

• Formeel is er een scheiding tussen (discussies over) infrastructuur en mobiliteitsmanagement, maar informeel is er juist sterke samenhang. In de regio Haaglanden wordt door de betrokken bestuurder keer op keer uitgelegd hoe het zit en hoe het loopt en worden vragen beantwoord. Er worden met regelmaat ontbijt- en themabijeenkomsten georganiseerd. Inmiddels hebben er 6 ontbijtbijeenkomsten plaatsgevonden, steeds bij een andere convenantpartner. Daarbij maakt de mobiliteitsmakelaar d.m.v. een benchmark inzichtelijk welke maatregelen genomen zijn en kunnen worden. • De mobiliteitsmakelaar en VNO-NCW verzorgen presentaties op bijeenkomsten waar bedrijven aanwezig zijn. • VNO-NCW is, meer dan in andere gebieden, een actieve trekker van de samenwerking. Volgens eigen zeggen omdat de problematiek zo duidelijk wordt gevoeld en omdat ze aan de eigen achterban willen laten zien wat werkgevers zelf kunnen doen aan het probleem. Daarbij (of daardoor?) komt dat binnen VNO-NCW-West de prioriteit sterk op bereikbaarheid is gelegd.

Wat zijn resultaten tot nu toe?

• Het aantal koplopers breidt zich maandelijks gestaag uit. Voor de zomer van 2009 was het aantal gestegen tot 44. • Doordat bedrijven en overheden met elkaar samenwerken, wordt er ook meer samengewerkt aan ieders eigen kant. Overheden stemmen bijvoorbeeld elkaars activiteiten beter op elkaar af, omdat ze als één partij willen overkomen. • De goede relatie die op dit thema is opgebouwd, vertaalt zich al door naar andere beleidsvelden.

Voorbeelden van projecten

In lijn met de vier sporen waarlangs wordt gewerkt: 1. Maatregelen via de werkgever. De mobiliteitsmakelaar is in feite het belangrijkste ‘project’ onder het convenant. De mobiliteitsmakelaar heeft bij 33 werkgevers met zo'n 145.000

Pagina 5 van 7

medewerkers in de regio de mobiliteitsmaatregelen en voorzieningen in beeld gebracht. 2. Gebiedsaanpak. Voorbeelden van gebiedsgewijze projecten in Den Haag zijn Raamweg/Koningskade en Forepark. Het project Raamweg/Koningskade is het verst gevorderd. De overheid zorgt voor een hogere frequentie van het openbaar vervoer en verbetert de lokale fiets-infrastructuur. Werkgevers stimuleren hun medewerkers om van het openbaar vervoer, met name de tram, gebruik te maken. Hierbij werkt de mobiliteitsmakelaar samen met de bedrijven. De doelgroep bestaat uit 180 bedrijven, voornamelijk MKB. Ondertekening van het Raamwegconvenant vindt plaats op 9 september 2009. Naast gebieden in Den Haag, wordt ook gewerkt naar een aanpak in Westland, Leidschendam-Voorburg, , , Rijnland en . 3. Innovatieve projecten. De innovaties leveren direct of indirect een bijdrage aan het beïnvloeden van het (mobiliteits)gedrag door gebruikers. In het project Spitsmijden Gouda – Den Haag op de A12 worden circa 5000 deelnemers negen maanden lang gestimuleerd om in de ochtendspits de auto te laten staan op het traject Gouda - Den Haag. Voor elke gemeden ochtendspits ontvangt de deelnemer 4 tot 8 euro. Er komt ook een p roef Kilometer Sparen Utrechtse Baan. Een ander project richt zich op het transparant maken van het aanbod van mobiliteitsdiensten. Hier wordt gewerkt aan een platform voor aanbieders. Het doel hiervan is om de rol van de mobiliteitsmakelaar op termijn (na 2010) geleidelijk overbodig te maken. 4. Aanbodzijde. In deze categorie worden relevante maatregelen van de overheden opgenomen die bijdragen aan het verbeteren van de bereikbaarheid van en doorstroming in de regio. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: persoonlijk reisadvies voor (nieuwe) medewerkers, het verbeteren van de doorstroming, een regionaal programma individuele reisinformatie en betere fietsenstallingen.

Meer informatie Regionale organisaties: http://www.bereiknu.nl/ http://www.mobiliteitopmaat.nl/ https://a12.spitsmijden.nl/

Enkele lokale koplopers: Bronovo Ministerie van VenW KPN

Pagina 6 van 7

Nationale organisaties: http://www.tfmm.nl/ (Taskforce Mobiliteitsmanagement) http://www.telewerkforum.nl/ http://www.nederlandbereikbaar.nl/ http://www.senternovem.nl/mobiliteitsmanagement/

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met VNO-NCW West, Rob de Vree, 070 – 349 08 16 en [email protected]

-0-0-0-

Pagina 7 van 7