<<

ONS INDIË Gorcumse herinneringen

DEEL 27 > 2011 Historische Reeks Oud-Gorcum Colofon

Ons Indië is een uitgave van het Regionaal Archief Gorinchem en de Historische Vereniging Oud- Gorcum in de Historische Reeks Oud-Gorcum.

TEKSTEN: [Roy Grünewald], Aron de Vries, Jos Walraven INTERVIEWS: Dick Aanen, [André Bijl, Ed van Tuijl en Jos Walraven] BEELDREDACTIE: Aron de Vries en Jos Walraven BASISSTRAMIEN EN OPMAAK: Rik Tazelaar/studioid.nl REDACTIE: Regionaal Archief Gorinchem

ISSN 1384-721X

ONTWERP: Studio ID B.V., Gorinchem GRAFISCHE PRODUCTIE: Bergman Media Group, Gorinchem

RECHTEN OP BEELD EN ANDER MATERIAAL De redactie heeft geprobeerd rechthebbenden van beeld- en ander materiaal te traceren. Per- sonen en organisaties die wij onverhoopt niet hebben kunnen bereiken en die menen rechten te kunnen doen gelden, worden verzocht zich tot de redactie te wenden.

AFBEELDING OMSLAG: Foto Annelies Damen (2011).

Inhoud

2 < Inleiding 4

1. VAN NEDERLANDS-INDIË NAAR GORINCHEM 7 Trudy Ponsen 16 Jaap Göbel 21

LEED EN ELENDE 26

2. DIENEN OP VADERLANDSE BODEM IN DEN VREEMDE 28

TWEE BROERS 29 SABANG 34 NACHTPATROUILLE 38 TAAIE & NEUT 42

Barend van Houwelingen 44 Henk Nieuwenhuis 47 Jan de Ridder 52 Kor Slotboom 57

3. LIEFDADIGHEID EN ONDERSTEUNING 59 Kees Koning 75 Annelies Damen 76

4. INDISCH STAAL 80 Cees de Boon 93 Frans Peereland 95

5. HOE HET NA 1950 VER(DER)GING 102 Esther en Thom Manuputty 111

INDONESIË EN DE GEUR VAN INDIË 116 > 3 Jos van Ligten 121 John Jager 123

6. DE TERUGKEER DIE NOOIT KWAM 125 Het beloofde Ambon 130

ANNOTATIE 142

HISTORISCHE REEKS OUD-GORCUM 146 Inleiding

4 < “De huizen der Europeanen staan, bijna pracht en verscheidenheid van kleuren zonder uitzondering, geheel op zich als de reuk door de edelste en meest zelven en liggen op ruime erven, die, naar aangename geuren.”1 mate van hunne uitgesterktheid, soms met eenige trotsche waringins en slanke “…de muskieten, die ellendige kleine kokospalmen prijken en voor het overige monsters, zijn een der grootste plagen tot bloemperken zijn ingerigt, waar het van den bewoner der keerkringsgewes- gezigt eveneens gestreeld wordt door ten. Een enkele is in staat u den slaap te benemen, wanneer hij, in de stilte van den nacht, zijn eentonig gezang laat horen en u langzaam nadert, om zich plotseling weder van u te verwijderen en kort daarna weder terug te komen. Het miniatuur gedrocht doet herhaalde schijnaanvallen, die u vermoeijen, u kregelig maken en in eenen zenuwachtigen toestand brengen. Telkens verwacht gij, hier of daar, den steek van zijnen giftigen dolk, gij verlangt er eindelijk naar, want liever dan onophoudelijk gekweld te worden, zoudt ge hem willen vergunnen, zich op zijn gemak zat te drinken aan uw bloed, dewijl gij weet, dat hij u daarna met rust zal laten; maar neen, het lastige insekt ijlt van uw hoofd naar uwe voeten, van uwe regter naar uwe linkerzijde, en gij gelooft ten laatste door honderde zijner vloekwaardige natuurgenoten omringd te zijn. Gij springt overeind, grijpt naar den kipas (waaier), slaat in het wilde om u heen, want zien kunt gij hem niet; het zweet parelt op uwe leden, maar het Titelblad Batavia in 1858. gelukt u daarom niet altijd uwen vijand te verdelgen, terwijl deze er bij herhaling en streekgenoten gaan soms op zoek > 5 in slaagt u te kwetsen. Heil uwer, zoo naar een fortuin. Anderen worden als vermoeijenis een einde aan uw lijden dienstplichtige uitgestuurd om de “orde maakt en u, in weêrwil van zijn sarren en en veiligheid” te bewaren en een enkeling pijnigen, den slaap doet vatten.”2 gaat als missionaris om Gods woord te brengen. In “Ons Indië” worden ze Bovenstaande citaten komen uit Batavia geconfronteerd met een prachtige natuur in 1858 of schetsen en beelden uit de en een kleurrijke, levende cultuur, maar hoofdstad van Neerlandsch Indië dat in ook met een vreemde samenleving, 1860 verscheen bij de Gorcumse uitgeverij vol gevaren en verlokkingen. Zowel dit Noorduijn & Zoon. Dit boek is geschreven positieve als dit negatieve beeld treffen door August Wilhelm Philip Weitzel we aan in Batavia in 1858, zoals blijkt uit (1816-1896), die in Indië had gediend als bovenstaande citaten. kapitein-adjudant van generaal F.V.H.A. Ridder de Stuers in Nederlands-Indië, de In het boek dat nu voor u ligt wordt de latere minister van Oorlog in drie kabinet- relatie beschreven tussen Nederlands- ten en daarnaast korte tijd minister van Indie (Indonesië) enerzijds en Gorinchem Koloniën ad interim. Het boek geeft een met zijn directe omgeving anderzijds aardig beeld van de koloniale samenle- in de periode 1850 tot heden. Het gaat ving voor de thuisblijvers. Weitzel zegt om de lotgevallen van Gorcumers die dan ook: “Ik wensch het woord te rigten naar Nederlands-Indië gaan, maar ook tot hen die, in het lieve vaderland, des om repatrianten die vanaf 1946 naar winters avonds, rustig in het hoekje van Nederland komen. Tevens komt aan bod den haard zitten en wel eens willen weten de liefdadigheid en ondersteuning die de wat hunne vrienden te Batavia, terwijl Gorcumse samenleving biedt bij ontwik- deze aan het batig slot en ook een beetje kelingen in de Gordel van Smaragd. Men aan hun eigen fortuin bouwen, zoo als treft positieve verhalen aan van mensen doen en laten, denken en gevoelen.”3 die genieten van de kleuren en pracht in Indonesië, maar ook verhalen van zij die Vele Gorcumers trekken naar de Oost. blootgesteld worden aan ontberingen, Mogelijk raadplegen sommigen het boek bijvoorbeeld in Japanse kampen. Deze van Weitzel voordat ze aan de lange verschillende invalshoeken worden bootreis beginnen. Deze Gorcumers belicht in de hoofdstukken die geschreven 6 < zijn door Jos Walraven en Aron de Vries, hopen dat op deze manier “Ons Indië” beide werkzaam bij het Regionaal Archief voor u een klein beetje meer “Mijn Indië” Gorinchem. Daarnaast zijn er verschillen- zal worden. de mensen in de Gorcumse samenleving geïnterviewd om hun verhaal te vertellen.

De titel van het boek, Ons Indië, verwijst duidelijk naar de koloniale samenleving, maar het geeft ook uiting aan het nostal- gisch gevoel dat weerklinkt in de verhalen van de geïnterviewden. Het ‘Ons’ verwijst echter ook duidelijk naar de Gorcumse samenleving. Dit boek zal dus niet enkel gaan over de belevenissen in Indië, maar ook over het vader- dan wel moederland.

Dit boek is tot stand gekomen met de hulp van velen. Hierbij denken we met name aan de geïnterviewden, die tijd voor ons vrij maakten en groeven in hun geheugen. Anderen droegen bij door het beschikbaar stellen van foto’s en andere afbeeldingen. Weer anderen gaven raad en tipten ons te gaan spreken met bepaalde personen. De interviews zijn af- genomen en uitgewerkt door Dick Aanen, als journalist werkzaam bij Het Kontakt. Jos Walraven is verantwoordelijkheid voor de hoofdstukken 1, 2 en 6, terwijl Aron de Vries tekent voor de hoofdstukken 3 en 4. Het zesde hoofdstuk, over de periode na 1950, is gezamenlijk geschreven. De auteurs wensen u veel leesplezier toe en 1. Van Nederlands-Indië naar Gorinchem

In dit hoofdstuk wordt summier ingegaan Java een nederzetting, die hij naar zijn > 7 op de geschiedenis van Nederlands-Indië, geboorteplaats Nieuw Hoorn noemt. waarbij het zwaartepunt enigszins ligt op Het bestuur van de VOC herdoopt de de periode na 1900. De periode op weg nederzetting in Batavia. Reeds in 1653 is naar de onafhankelijkheid van Indonesië Batavia, het tegenwoordige , een en de periode direct daarna, waarin velen dergelijk belangrijk steunpunt dat van gedwongen hun geboortegrond dienen hieruit Hendrick Hamel het laatste deel te verlaten om naar het moederland te van de reis die hem uiteindelijk naar het repatriëren, een term die eigenlijk niet huidige Korea zal voeren aanvangt.5 Na juist is want de meesten van hen hadden het faillissement van de VOC in 1798 wordt hun patria nog nooit gezien. Ook in het eilandenrijk een kolonie onder de Gorinchem komen een aantal van deze naam Nederlands Oost-Indië. repatrianten terecht. In Leerdam komt een grote groep Zuid-Molukkers terecht. De In 1830 treedt de op 2 februari 1780 te geschiedenis van deze repatrianten met Herwijnen geboren Johannes van den een bijzonder verhaal wordt in een van de Bosch aan als gouverneur-generaal in volgende hoofdstukken apart belicht. Nederlands-Indië.6 Het hoofddoel van de zending van Van den Bosch is het stelsel De Portugezen zijn de eersten die om de Kaap varen en in 1498 Indië bereiken. In 1580 komt Portugal onder Spaanse kroon. Spanje is in oorlog met de opstandige gewesten in de Nederlanden en ontzegt onze schepen de toegang tot Portugese havens. Vooral de specerijenhandel komt hierdoor stil te liggen. De noodzaak voor de Nederlanders om zelf op Indië te gaan varen neemt daardoor toe. In 1602 wordt de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht met als doel het coördineren van de handelsactiviteiten op Standbeeld Jan de Indonesische archipel en omgeving.4 Pieterszoon Coen op het In 1619 sticht Jan Pieterszoon Coen op Waterlooplein te Batavia. 8 < Johannes van den Bosch van bestuur zodanig in te richten, dat de 1780-1844 met in zijn Oost-Indische bezittingen in de kosten van rechterhand een stuk over eigen onderhoud zouden kunnen voor- Frederiksoord en in zijn zien, dat het productief vermogen zou linkerhand een kaart van worden vermeerderd en dat zij meer aan het eiland Java. de belangen van de Nederlandse handel en de Nederlandse industrie dienstbaar zouden worden gemaakt. De overheid in Nederland voert tegelijkertijd een zogenaamde batig slot politiek. De opbrengsten uit Indië moeten de gaten in de vaderlandse begroting dichten. Men zit nog met de kosten van de wederopbouw na de Franse overheersing en – na 1830 – met de kosten van de opstand in en het verlies van België. Volgens Willem I klopte Van den Bosch geld uit de koloniën “zoals Mozes water uit de rots sloeg.”7 VERZET GEORGANISEERD Rond 1900 krijgt het koloniale beleid Het door Van den Bosch ingevoerde in Nederlands-Indië een andere invul- Cultuurstelsel houdt ondermeer in dat de ling. Men gaat niet langer uit van de inlanders op een bepaald gedeelte van economische exploitatie van grondstoffen hun grond, uiteraard het meest geschikte en mensen, maar van de morele of en vruchtbaarste deel, voorgeschreven ethische plicht die Nederland zou hebben gewassen moeten verbouwen bestemd tegenover de bevolking in de koloniën. voor de Europese markt. Economisch Doelstelling van deze ethische politiek is gezien wordt het stelsel een groot succes. de inheemse bevolking zodanig te vormen Echter er zijn steeds meer uitwassen. Soms dat zij zou kunnen komen tot zelfbestuur leidt het systeem tot hongersnoden onder en – in de toekomst – politieke en econo- de inlanders. Tegen deze misstanden mische zelfstandigheid. rijst steeds meer verzet, denk maar aan Multatuli’s Max Havelaar. Vanaf 1870 wordt Ook de educatie van de inheemse het Cultuurstelsel geleidelijk afgeschaft. bevolking komt begin twintigste eeuw van de grond. In 1907 wordt een nieuwe opgeleid in Europa, vormen een intel- > 9 vorm van volksonderwijs geïntroduceerd. lectuele bovenlaag die niet altijd bereid is In iedere desa wordt een volksschool de onderdanige rol tegenover de Nederlan- opgericht, waarvan het gouvernement ders van hun ouders over te nemen. de bouw, de inrichting en het lesmateriaal betaalt. De plaatselijke bevolking dient de Verschillende groeperingen gaan streven school in stand te houden en het salaris van naar (een vorm van) zelfstandigheid voor de onderwijzer te betalen. Nederlands-Indië. In 1908 richten jonge- ren Budi Utomo op. Volgens de statuten Kinderen van de Indonesische elite, veelal streeft men de “sociaal-economische

De inlandse karbouw, cartoon Johan Braaken- siek, 1913. 10 < opbeuring van de inlandse bevolking” overigens aan alle voorwaarden voor de na. Snel wordt Budi Utomo ook politiek term concentratiekamp voldoet. actief. Sarekat Islam, die vanuit de islam en de Javaanse mystiek dezelfde JAPANSE BEZETTING EN -TIJD doelstelling nastreeft, dateert uit 1912. Nederland verliest de slag in de Javazee, De in hetzelfde jaar opgerichte Indische waarbij ondermeer Karel Doorman Partij propageert onafhankelijkheid. omkomt en capituleert in maart 1942. Samengevat kan gesteld worden dat de De Japanse bezetting van Nederlands- Indonesische nationale beweging in deze Indië vangt aan. De nederlaag van het periode streeft naar samenwerking met “blanke” Nederland tast het prestige van het Nederlandse gouvernement.

In 1920 wordt de Partei Komunis (PKI) opgericht. Ook deze partij streeft vanaf haar begin naar onafhankelijkheid. Beloofde hervormingen blijven uit en Mo- hammed Hatta geeft reeds in 1922 aan dat de weg naar vrijheid voor Indonesië ligt in non-coöperatie en massa-actie. Vijf jaar later richt Soekarno in Bandung de Partei Nasional Indonesia op, de eerste seculiere, geheel Indonesische partij die onafhan- kelijkheid voorop stelt. Soekarno wil niets van samenwerking weten en neemt alleen genoegen met volledige onafhankelijk- heid, “Merdeka”. Soekarno probeert de inheemse bevolking bewust te maken van onderdrukking en uitbuiting, waardoor de gouverneur-generaal hem samen met ondermeer Hatta laat arresteren. Zij worden geïnterneerd in het strafkamp Boven-Digoel op Nieuw-Guinea, dat in Soekarno (1901-1970) . 1928 wordt ingericht. Een strafkamp dat de koloniale macht aan. Soekarno en de De tijd tussen het uitroepen van de onaf- > 11 zijnen kiezen voor samenwerking met de hankelijkheid en de komst van de Britten Japanse bezetter in de hoop zo dichter bij staat bekend als de Bersiap-tijd. Met name hun doel volledige onafhankelijkheid van Nederlanders worden mikpunt van nati- Nederland te komen. Door middel van onalisten en jongeren. Overal verschijnen propaganda stimuleren de Japanners het anti-Nederlandse leuzen. Onder de kreet nationalisme. Soekarno en Hatta hebben bersiap (wees paraat/gereed) worden in zelfs toegang tot pers en radio. Voor de in deze periode naar schatting drieduizend Nederlands-Indië aanwezige Nederlanders Nederlanders, Indische Nederlanders en volgt een tijd van internering in kampen, Ambonezen vermoord, evenals trouwens waar zij onder vaak erbarmelijke en een onbekend aantal Chinezen. Pas in mensonterende toestanden moeten maart 1946 arriveren de eerste Nederlandse verblijven. Tevens worden velen van hen troepen, dit om het gedecimeerde Konink- ingezet als rumusha’s (dwangarbeiders). lijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) aan te Bekend in dit verband zijn de werkers vullen. Aanvankelijk waren dat oorlogsvrij- aan de Pakanbaroe-spoorweg en aan de willigers, zoals de Gorcumer Kees de Lang, Birma-spoorlijn. die zijn ervaringen beschrijft in “Vertel nog eens over de oorlog : Oorlogsherinneringen Soekarno en Hatta roepen op 17 augustus van een onderwijzer”.8 Later volgen 1945 de Republik Indonesia uit, mede ook grote aantallen dienstplichtingen. gebruikmakend van het machtsvacuüm dat In totaal worden er tussen 1946 en 1949 is ontstaan. De Verenigde Staten, een van 95.000 jongens voor hun nummer naar de overwinnaars van de Tweede Wereldoor- Nederlands-Indië gezonden. log, nemen een anti-koloniaal standpunt in en laten de bevrijding van Nederlands-Indië OP WEG NAAR ONAFHANKELIJKHEID over aan de Britten, die pas in december Op 15 november 1946 worden de ak- 1945 arriveren en zich eerst bekommeren koorden van Linggadjati ondertekend. om het lot van hun eigen krijgsgevangen Al snel ontstaat onduidelijkheid over genomen landgenoten. Om deze reden de uitwerking van deze overeenkomst. verblijven sommige Nederlanders nog De Nederlandse overheid stuurt aan op tot 1947 in interneringskampen. Ook de een Verenigde Staten van Indonesië en verslagen Japanners verblijven aanvankelijk treft voorbereidingen voor het stichten nog in de archipel. van deelrepublieken. De republikeinen 12 < streven naar een eenheidsstaat, centraal landse regering overstag. Er wordt een geregeerd vanuit het Javaanse Djakarta akkoord gesloten met de republiek dat (het voormalige Batavia). voorziet in de ontruiming van Djokjakarta, de vrijlating van de republikeinse leiders Het bestand wordt steeds frequenter door en van hun zijde de stopzetting van de de republikeinen geschonden. In de nacht guerilla. van 20 op 21 juli 1947 start de eerste politi- onele actie, die tot 5 augustus zou duren. Na een strijd die ongeveer zesduizend De benaming is door de Nederlandse Nederlanders en 150.000 Indonesiërs overheid gekozen om aan te geven dat het leven kost vindt uiteindelijk op 27 zij in feite slechts de binnenlandse orde december 1949 in de soeve- herstelt. In de loop van 1948 escaleert de reiniteitsoverdracht plaats. Indonesië zal tegenstelling. De Nederlandse regering een federale structuur moeten krijgen, verliest tevens de politieke steun van de Verenigde Staten van Indonesië. Deze bondgenoot Amerika. Uiteindelijk start op afspraak wordt al spoedig geschonden. 19 december 1948 de tweede politionele Soekarno en de zijnen streven naar een actie, die ongeveer twee weken duurt. centralistische regeringsvorm. Met name Tijdens deze actie wordt Djokjakarta op de Molukken begint een strijd en op ingenomen, de zetel van de Republikeinse 25 april 1950 wordt de RMS, de Republiek regering. De leiders, waaronder Soekarno der Zuid-Molukken, uitgeroepen. Nieuw- en Hatta, worden opgepakt. Uiteindelijk Guinea wordt in afwachting van een wordt Nederland via een resolutie van de definitieve regeling onder Nederlands Verenigde Naties gesommeerd de vijan- bestuur gelaten. De band tussen moeder- delijkheden te staken en de Indonesische land en voormalige kolonie krijgt vorm leiders vrij te laten. Aan de eerste eis in de Nederlands-Indonesische Unie. Dit wordt voldaan, aan de tweede eis pas een samenwerkingsverband komt nimmer paar maanden later. van de grond en wordt uiteindelijk in 1956 door Indonesië opgezegd. In 1949 wordt de druk op Nederland verder opgevoerd. De kwestie Indonesië Door de kwestie Nieuw-Guinea verslech- wordt met name door de Verenigde teren de betrekkingen tussen Nederland Staten niet langer als een binnenlandse en Indonesië steeds verder. Uiteindelijk kwestie gezien. In mei gaat de Neder- draagt Nederland in 1962 de soevereiniteit De republiek Indonesië op > 13 gelijke schaal als Europa .

over Nieuw-Guinea over aan de Verenigde afgezien van de Chinezen, een etnische Naties. In 1969 wordt in het voormalig driedeling : de blanken, de Indo-Europea- Nederlands Nieuw-Guinea een volks- nen en de inheemse bevolking. De sociaal stemming gehouden, die volledig door belangrijkste groep, vanuit koloniaal de Indonesische regering wordt gemani- oogpunt bezien is die van de blanken. puleerd. Irian Jaya, zoals het gebied thans De groep van de Indo-Europeanen heeft wordt genoemd, spreekt zich voor 99% een zeer gevarieerde oorsprong. Aanvan- uit voor opneming in de eenheidsstaat kelijk worstelen de zeelieden, officieren, Indonesië. soldaten en bestuurders ver van vriendin, verloofde of vrouw in de tropen met een NAAR HET MOEDERLAND celibataire status en hebben seksuele Vanaf de kolonisatie van Nederlands- verhoudingen met Aziatische vrouwen Indië, begin zeventiende eeuw, ontstaat, van verschillende afkomst. Als gevolg van 14 < De openbare wasgelegen- deze losse relaties, concubinaten en later en 1947 naar Nederland. Het betreft hier heid voor vrouwen en huwelijken wordt deze groep op den duur vrijgelaten geïnterneerden uit de Japanse kinderen in kampong voor het koloniale bewind zeer belangrijk. burger- en krijgsgevangenkampen. Na de in Batavia, 1945 Deze bevoorrechte positie van de soevereiniteitsoverdracht komt in 1950 Europeanen en Indo-Europeanen wordt een tweede groep repatrianten. In deze wreed verstoord tussen 1942 en 1962: groep bevinden zich ondermeer voorma- oorlogshandelingen, kampen, de lige bestuursambtenaren en militairen, bersiap-periode, de onafhankelijkheid van waaronder ongeveer vierduizend man- Indonesië. Noodgedwongen kiest een schappen van het voormalig KNIL, veelal grote meerderheid voor repatriëring naar afkomstig van de Zuid-Molukken. Men Nederland, een land waar de meesten heeft de keuze tussen de Indonesische van hen nog nooit zijn geweest en in een en Nederlandse nationaliteit. Ongeveer nieuwe en vreemde omgeving aankomen. 90% kiest voor de laatste mogelijkheid. In De eerste golf repatrianten komt in 1946 de jaren 1949-1952 vertrekken ongeveer 100.000 mensen naar Nederland. In 1957 worden Nederlandse bedrijven onder Indonesisch staatstoezicht gesteld en een jaar later genationaliseerd. 50.000 Neder- landers dienen Indonesië te verlaten. Ook voor de overgebleven Indo-Europeanen zit er niets anders op dan te vertrekken. Wanneer zij de Nederlandse nationaliteit bezitten kunnen ook zij naar Nederland. Sommigen wijken uit naar Nieuw-Guinea, maar moeten daar in 1962 alsnog uit de Oost vertrekken.

Een speciale groep repatrianten vormen de dienstplichtigen die tussen 1946 en 1949 in Nederlands-Indië dienen. Voor hen blijft in veel gevallen (geestelijke) nazorg uit. Zij voelen zich niet begrepen en kunnen hun ervaringen slechts enkel met In 1946 vertrekt al een > 15 grote groep repatrianten.

lotgenoten delen. Uit krantenberichten uit en het plaatselijk muziekkorps komt blijkt dat zij in ieder geval bij thuiskomst een aubade brengen… hartelijk worden ontvangen. De vlag gaat ‘Een wonder dat ik al m’n tanden nog had’

16 < Trudy Ponsen uit Gorinchem was nog m’n vader, moeder en twee oudere zussen maar een klein meisje, toen ze in 1942 in woonden we in de rimboe. Ik had helemaal een Jappenkamp belandde. Ze raakte ern- geen vriendjes of vriendinnetjes om mee stig ondervoed en leed aan besmettelijke te spelen. Ik was meestal alleen met m’n ziektes als difterie en dysenterie. “Toen ik moeder.’ uit het kamp kwam woog ik nog maar 25 kilo. Drie jaar lang geen melk, geen boter, Met haar vader kon ze het goed vinden. geen kaas, geen verse groenten. Het was ‘Hij was ’s morgens al heel vroeg uit bed. een wonder dat ik al m’n tanden nog had.” Dan ging de radio aan en luisterde hij naar het nieuws. Ik moest stil zijn. Dan zat ik op Trudy is in 1934 geboren, op . z’n schoot. Ik rook de scheerzeep in z’n nek. Vader werkte voor de Rubber Cultuur Heerlijk vond ik dat.’ In de rimboe waren Maatschappij Amsterdam. ‘Samen met geen scholen. ‘M’n moeder heeft gepro- beerd om mij in die jaren lezen en schrijven te leren. Ze was ongeduldig en vond dat ik het niet goed oppikte: ‘Het kind is te stom om voor de duvel te dansen,’ zei ze dan. Dat staat me nog bij.’

JAPANNERS In 1942 werd Nederlands-Indië bezet door de Japanners. ‘Ons gezin is toen naar Java gevlucht, omdat het niet meer veilig was in de rimboe. M’n vader is achtergebleven. Hij is later gevangen genomen. We hebben hem nooit meer gezien.’

‘We zijn met de auto van Noord-Sumatra naar het zuidelijkste puntje van het eiland gereden. Daar hebben we een week over gedaan. We zijn overgevaren naar Surabaja en doorgereisd naar Malang. Daar zijn we Trudy Ponsen, 2011. door de Jappen geïnterneerd. We mochten de stad niet meer uit. We werden met zes soort aardappel. De Jappen gooiden er van > 17 of zeven families in één huis gepropt. M’n alles in.’ moeder en ik kregen difterie. Bij mij werd dat een heel lelijke wond. Er is een uitstrijkje EENZAAM gemaakt in het ziekenhuis. Aan de buiten- Trudy voelde zich eenzaam in het kamp. deur werd een groot plakkaat opgehangen: ‘Ik wist niet waar m’n vader was gebleven. quarantaine. De Jappen waren enorm bang Ik had ook geen contact met m’n moeder.’ voor verdere besmetting.’ De moeder van Trudy werd regelmatig meegenomen. ‘Wat ze allemaal met haar KAMPLEVEN gedaan hebben, weet ik niet. Het was wel Het gezin werd op transport gezet naar het angstig. Ze is op een gegeven moment ook kamp Solong. ‘We werden daar onderge- overspannen geraakt. Ook zij kreeg op een bracht in huisjes op palen. Het was een kamp gegeven moment dysenterie.’ met vierduizend vrouwen. Iedereen kreeg een piepklein stukje toegewezen: zestig centimeter voor volwassenen, veertig centimeter voor kinderen. Omdat het altijd goed weer was, zat je heel veel buiten.’

De Jappen waren onberekenbaar. ‘Dan kregen ze het weer eens in hun hoofd en dan trokken we weer verder. Waarheen of wat de bedoeling was? Daar had je geen idee van. Om zes uur stond je met de koffertje op het plein en dan moesten we te voet naar het andere kamp. En dat tafereel heeft zich nog een paar keer herhaald. De behuizing werd steeds krapper. We kregen twee keer per dag een pollepel stijfselpap. Het smaakte naar niks, het rook naar niks. Je at het omdat je op die manier toch iets warms binnenkreeg. Arnold, Greet en de kleine Daarnaast gaven ze je nog een paar keer per Trudy Ponsen, Klein Soengei dag een pollepel rijstebrijsoep. Het leek op een Karang, 1938. 18 < BEERTJE Zonder dat ik er ooit iets van geweten heb, Trudy: ‘Ik heb uiteindelijk tot 1946 in het heeft m’n moeder daar voordat we het kamp kamp gezeten. Van m’n negende tot m’n ingingen een gouden horloge in verstopt. De twaalfde. In die tijd ging ik dus niet naar Jappen hebben het nooit ontdekt. De beer school. Ik kon niet lezen, niet schrijven. heb ik al die jaren bewaard. Het pluizige ding Ik had geen potloden, geen boeken. Niks. is me zeer dierbaar.’ Onderschat niet wat het betekent als je dat in je jeugd allemaal moet missen. Er was Later werden de kampbewoners helemaal geen vreugde. Alleen angst. Want overgebracht naar Muntilan, een klooster. de dag erna moest je weer op het plein ‘Daar zaten we in een kamp met heel grote staan. Dan gingen de Japanners je spullen zalen met marmeren vloeren. We hadden nakijken. Ze zochten naar goud. Alle koffers het gewoon koud. Er waren geen wc’s. Er werden overhoop gegooid. Ik had een beer stroomde een bergbeekje langs. In feite was meegenomen. Het was m’n enige speelgoed. het een open riool, bloedlink gewoon. M’n

Trudy Ponsens laatste huis in Indonesië, te Klein Soengei Karang, 1938. zus was toen vijftien. Die mocht het kamp genboot naar Australië, maar daar konden > 19 uit, met nog een heleboel jonge meiden. Ze we niet meer bij. Uiteindelijk zijn we met een moesten stenen sjouwen bij de rivier.’ dobberbootje overgestoken van Semarang naar Bangkok. Daar hebben we een week EENDENEI over gedaan. Het was heerlijk, eindelijk De atoombom op Nagasaki dwong de Jap- waren we overal van bevrijd. We werden pen uiteindelijk tot overgave. ‘We wisten door de Thaise bevolking verwend met van niks van de atoombom, maar we merkten alles en nog wat. Ze bouwden huisjes op wel dat de Jappen minder alert waren. palen. Er was opeens eten voldoende. Je M’n zus is er in die tijd in geslaagd om een moest daarvoor wel in de rij staan. Als ik m’n eendenei het kamp binnen te smokkelen. Die kommetje leeg had, ging ik weer achteraan hebben we samen op zitten peuzelen. Met staan. Niemand zei er iets van.’ schil en al.’ Moeder Ponsen had inmiddels bericht ge- Op 15 september ging uiteindelijk de poort had van haar broer, dat de familie welkom open. ‘We werden op het plein geroepen. was in Amsterdam. Trudy: ‘Op 24 april zijn Toen werd duidelijk dat de oorlog voorbij we vertrokken met de boot Nieuw Holland. was. We mochten het kamp uit, maar we De bootreis duurde zes weken. Mooi was merkten al snel dat het nog niet veilig was. Er dat, vooral het stukje door het Suezkanaal. werd op ons geschoten door de mannen van In Ataka heeft het Rode Kruis ons gewogen. Soekarno. Die hadden al die munitiedepots Op 25 mei voeren we het Noordzeekanaal van de Japanners ontdekt. Niemand durfde binnen. Het was een prachtige dag. Voor het het kamp uit. Pas na drie maanden zijn eerst zag ik koeien in de wei. Die kende ik we met hulp van Brits-Indische soldaten helemaal niet, alleen karbouwen.’ weg kunnen komen. Ze brachten ons met vrachtwagens naar Semarang. Van het Rode OVERTOOM Kruis hoorden we dat mijn vader niet meer De familie werd ondergebracht in leefde.’ een appartement op de Overtoom in Amsterdam. ‘Ik was twaalf jaar, moest EINDELIJK BEVRIJD voor het eerst van m’n leven naar school, in Trudy: ‘M’n moeder wilde zo snel mogelijk de Cornelis Krusemanlaan. Temidden van weg uit Nederlands-Indië. Eerst hebben we kinderen die veel en veel jonger waren dan ik. geprobeerd mee te varen op een vluchtelin- Maar ik was niet de enige. Er zat ook nog een 20 < knul van veertien en een meisje van vijftien. haalde ik de andere kinderen van school op. We hadden een heel grote klas, met vijftig En onderweg hadden we heel veel lol. In die kinderen. Maar ik kwam daar in Amsterdam- tijd was vooral ‘balletje en een stok’ populair Zuid wel helemaal tot leven. Er waren nog bij de Amsterdamse jeugd.’ weinig auto’s, als kinderen hadden we alle Ze mocht na een tijdje naar de vijfde klas. ruimte om te spelen. Onderweg naar school ‘Ik snapte helemaal niks van de lesstof. Uiteindelijk is het met heel veel bijles toch nog goed gekomen en ben ik toch nog op de HBS terechtgekomen.’

RIAGG Tegen haar kinderen heeft ze nooit veel verteld over het Jappenkamp. ‘Ik dacht altijd: laat maar gaan. Door m’n ervaringen ben ik dingen in het leven gaan relativeren. Als mensen zeiden dat ze iets ergs hadden meegemaakt, dan dacht ik: ‘Vind je dat nou erg?’ Ik heb wel een keer deelgenomen aan een gespreksgroep bij het RIAGG, waar gesproken kon worden over nare ervaringen. Daar zat ik tussen jonge meiden. Die kwamen met allemaal onbenullige dingen. Daar ben ik dus mee gestopt.’

Dit aapje dat bananen eet, was kind aan huis bij de familie Ponsen. ‘Nederland heeft veel goeds gebracht in Nederlands-Indië’

“Ik denk heel positief over de vooroorlogse Er waren geen sociale voorzieningen, dus we > 21 koloniale periode in Nederlands-Indië. moesten aankloppen bij Pro Juventute, een Het was een vredige periode, waarin het instantie die zich ontfermde over weeskin- land tot volle bloei werd gebracht,” zegt deren. Wij kinderen werden in gastgezinnen Gorcumer Jaap Göbel, die op z’n 93e nog geplaatst. Ik kwam terecht bij een gezin in vol vuur en passie kan vertellen over z’n Bandoeng.’ jeugd op Java. Maar ook ondervond hij aan den lijve de ontberingen in Japans Göbel volgde voor de oorlog een tech- krijgsgevangenschap. nische opleiding. Z’n eerste baantje was op een suikerfabriek. Korte tijd later kan Jaap werd geboren in 1918. Zijn vader hij aan de slag in de instrumentenmakerij is een Nederlander, z’n moeder heeft van het Koninklijk Nederlands Indische Indisch, Chinees en Nederlands bloed. Leger. ‘In 1939 ben ik naar Borneo gegaan. Vader Göbel was al voor de Eerste In de bush moest een vliegveld worden Wereldoorlog afgestudeerd aan de bewaakt. We deden ons werk temidden van Landbouwhogeschool in Wageningen. de koppensnellers. Ik heb daar een hoop Hij ging in de Nederlandse kolonie aan geleerd en meegemaakt. Ik heb gezien hoe de slag als administrateur bij thee-, twee vliegtuigjes zijn verongelukt. Ik moest rubber- en koffieplantages. Jaap: ‘Door z’n de slachtoffers helpen’. werk moesten we vaak verhuizen. Dan zaten we weer een tijdje op Java, vervolgens op De bevolking bestond uit Dajakkers, Sumatra en dan weer op Borneo. Ik had een nomaden. ‘Een hele dorpsstam woonde voor vrij onbekommerde jeugd gehad. We hadden een wat langere periode in een long house. thuis paarden, een auto, een motorfiets. En als er op die plek niks meer te halen viel, En ook veel bediendes. M’n vader was een trokken ze weer verder. Op Borneo groeiden verwoed jager. Er was altijd van alles te heel veel vruchtbomen. We kwamen soms beleven.’ met rugzakken weer terug in het kamp.’

WEES GEVANGENSCHAP Aan die mooie jaren kwam een abrupt Göbel ging terug naar Java en schopte het eind in 1929, toen z’n vader op nog jonge tot brigadier (vergelijkbaar met korporaal) leeftijd overleed. ‘M’n moeder bleef over bij het KNIL. In 1942 werd hij gevangen met vier kinderen. We moesten ons huis uit. genomen door de Japanse bezetter. ‘In 22 < Bandoeng heb ik moeten toekijken hoe drie lijf, een soort lendendoek. Het spul jeukte gevangenen werden gemarteld, geblind- gigantisch op je huid. Maar wat moest je? doekt en ten slotte werden neergestoken, De zaak saboteren had natuurlijk geen zin.’ omdat ze hadden geprobeerd om te vluch- ten. Het was een gruwelijk gezicht.’ ‘Het werk in de haven bood nog wat meer afwisseling. Bij het leeghalen van een Hij kwam via Djakarta en Singapore ertsboot vond ik tussen de spanten van het ten slotte terecht in een werkkamp in schip soms gedroogde kokos. Die verzamelde de Japanse havenstad Niihama, aan de ik, totdat ik genoeg had om het op te eten. noordkust van het eiland Shikoku. Hij Ook aten we sprinkhanen.’ herinnert zich vooral de kleine dagelijkse porties eten: net voldoende om in leven ATOOMBOM OP HIROSHIMA te blijven. ‘Als je in zo’n kamp zit, heb je In het kamp zaten mensen van diverse eigenlijk altijd honger.’ pluimage. ‘Er zat ook een chemicus, die Japanse lettertekens kon lezen. Iedere dag Maar dat was niet het enige: ‘Je moet nam ‘ie een krantje mee en bracht het naar altijd groeten, altijd buigen. Ik ben daar onze commandant, die gevangen zat in een waarschijnlijk apathisch geweest. Doe maar apart kamertje. Dat was belangrijk voor het met mij wat jullie willen, was mijn idee. Ik moreel. Op een gegeven moment wisten we zie wel waar het schip strandt. Iedereen ook dat Amerika bezig was met de verove- had z’n eigen manier van overleven. De ene ring van de Japanse eilanden. In de eerste steelt, de andere werpt zich helemaal op de augustusdagen in 1945 wisten we dat er werkzaamheden die hij krijgt opgedragen. een atoombom gevallen was op Hiroshima Sommigen waren zeer bijgelovig en deden de en Nagasaki. Alleen wisten wij toen nog gekste dingen. Die gingen bijvoorbeeld hun niet wat een atoombom was. De dag erna eten pletten. Dan leek het heel veel.’ zag je dat er iets veranderde bij de Japanse bewakers. Ze luisterden met gebogen hoofd KLEDING AAN FLARDEN naar de radio. Maar ze waren niet in paniek, ‘In de koperfabriek moest ik dunne platen eerder beduusd.’ koper (katoden) door een zuurbad halen. Het was onvermijdelijk dat er af en toe spetters op WILHELMUS je kleren kwamen. Op een gegeven moment Göbel: ‘Uiteindelijk zijn we door de Ameri- had je alleen nog maar flarden stof aan je kanen bevrijd. Na de voedseldroppings zijn Jaap Göbel (gehurkt, > 23 tweede van links) na bevrijding Japans kamp, 1945.

we naar Wakayama getransporteerd. In de Hij kwam uiteindelijk via Manilla weer baai lagen veel oorlogsschepen. Ik werd aan in Borneo terecht. Op Sumatra vond de boord gebracht van een landingsschip, een hergroepering plaats van de bataljons moederschip voor landingsvoertuigen. Op een veldartillerie van het KNIL. Na de bepaald moment werden wij aan dek ontbo- soevereiniteitsoverdracht kwam Jaap den en zagen op alle schepen de bemanning Göbel in 1950 met zijn vrouw en hun in hun witte uniformen in de houding staan pasgeboren jongen in Nederland terecht. en werd het Wilhelmus gespeeld. En geloof Hij zou nog tot 1957 in het leger blijven. me. Dat gaat na drie jaar in gevangenkamp te ‘We moesten in de eerste jaren leven van 138 hebben gezeten door merg en been. De tranen gulden in de maand. Maar uiteindelijk is het biggelden langs m’n wangen. Toen wist ik goed gekomen. In 1957 ging hij bij De Vries dat het afgelopen was, maar een feestelijke Robbé werken. Dat duurde tot 1976, toen we bevrijding was er niet.’ eigenlijk van het ene op het andere moment 24 < te horen kregen dat de deuren zouden leefden. Hier in Nederland was dat anders.’ sluiten. Ik was nog maar 57. Natuurlijk was dat een grote domper.’ ONDERHOUD Hij is inmiddels al zo’n vijf keer terugge- NIET GASTVRIJ weest naar Indonesië. ‘Ik zou er niet meer ‘Toen ik in 1950 naar Nederland kwam, was willen wonen. De mensen zijn veranderd.’ ons land nog niet klaar met z’n opbouw. Toch heeft hij er ook veel goeds gezien. Wat me toen vooral is opgevallen is dat ‘Ze maken hartstikke mooie dingen, maar de mensen niet echt gastvrij waren. Het het gekke is ook weer: ze onderhouden was toen in Nederland zeker nog niet de bijna niks. Tijdens m’n vakantie bezocht gewoonte dat je werd uitgenodigd voor het ik bijvoorbeeld een afwateringskanaal, avondeten als je ergens op bezoek bent. In die helemaal was dichtgeslibd, met in Nederlands-Indië was ik dat heel anders het midden een boom. Of je bezoekt een gewend. Dat gold ook voor het geloof. Ik was suikerfabriek, dat zo’n beetje met ijzer- gewend dat alle religies gewoon naast elkaar draadjes aan mekaar vastzit. In hotelkamers

De Johan van Oldenbarne- velt waarmee Jaap Gorbel in 1950 naar Nederland kwam. Jaap Göbel, 2011. > 25

word je geconfronteerd met rammelende schakelaartjes, schemerlampjes die het niet doen of kraantjes die lekken. Als ik vervolgens aan een hotelmanager vraag hoe dat nou komt, zegt ‘ie. ‘meneer, we zijn nog maar veertig jaar vrij’. Aan onze chaufeur vroeg ik hoe het kon dat ze die dingen zo verwaarloosden. Hij antwoordde: ‘Zij krijgen daar geen opdracht voor.’ Het is dus een mentaliteitskwestie. Dat was anders toen de Hollanders hier nog waren.’ Leed en ellende

26 < In De Partisaan van 10 januari 1946 ’t Keukenwerk, ’t schrobwerk, ’t komen we het volgende relaas tegen van stookwerk, ’t was het zwaarste van alle mevrouw M.C.W. Masselink-Blase. kampwerk. Maar ’t kwam voor elkaar. Geen kleinigheid te koken voor 5000 “Weer terug in Gorinchem! Is ’t een droom menschen! Ja, wijk kregen alles in orde. of werkelijkheid? Acht jaren is ’t geleden, Met opgeheven hoofd trotseerden wij de dat ik hier vandaan ging en nu… terug, Jappen, vingen wij de slagen op, als wij thuis. Wat is er al niet gebeurd! Gaan mijn niet goed de “hormat” bewezen, d.w.z. als gedachten terug, dan passeeren in ’t kort onze buiging te diep of niet diep genoeg de volgende gebeurtenissen: Op transport was. Wij liepen ’s nachts de nachtwacht gesteld den 28sten September 1943 van vóór onze blokken, sidderend en bevend, Soerabaja naar Moentilan (vlak bij Ma- als Chereïsi de contrôlebeurt had; want gelang). Een reis van 15 uren in een trein altijd was hij dronken en antwoordden zonder sanitaire gelegenheid, vrouwen wij hem niet, zoals hij ’t op dat moment en kinderen als beesten in een vierde klas wenschte, dan vielen de slagen zoo, dat na wagon gedreven. afloop onze vrouwen regelrecht naar de polikliniek werden gebracht. Dan het kamp! In groote zalen onder- gebracht, slapende op houten bedden. Kofferonderzoek! De schrik van allen. Vele Eerst na acht maanden werden ons ochtenden stonden wij in de brandende bultzakken gegeven en niet eens allen zon te wachten, totdat de koffers werden kregen er een. Hard gewerkt hebben wij nagekeken. daar, gepatjold met de zweep achter ons, steeds drie uren achter elkaar met een Niet meer denken aan den honger, dien pauze van tien minuten. Hoe stonden de wij leden, aan den soeplepel “kandji-pap” vrouwen achter de trunks om het eten (stijfselpap) die wij als ontbijt kregen en klaar te krijgen, werkend met inferieur waar hard op gewerkt moest worden. materiaal, wankele ovens, nat hout, dat Niet meer denken aan onze vrouwelijke niet branden wilde, soms heelemaal geen arts, die gemarteld werd, omdat zij de hout. Van alles, wat brandbaar was werd leidster was van ons geestelijk werk. Niet dan naar de keuken gesleept. meer denken aan dien vreeselijken dag, dat onze jongens van elf jaar van hun moeders werden weggehaald om in een jongenskamp te worden gestopt. Helaas zoo kort was de vreugde! Daarna > 27 ’t Werk in de ziekenhuizen! Niet zullen wij den vreeselijksten tijd onder de inlanders. vergeten, wat daar is geleden. Men deed, Dit was nog erger dan onder den Jap. Toen wat men kon, maar de geneesmiddelen hebben wij, vrouwen en kinderen, twee waren zoo schaarsch. Dat alles werd dagen in de frontlinie van een oorlog steeds slechter. 5 à 6 dooden per dag gestaan, een kanon op 50 meter zien de laatste tijden, och, dat alles was zoo afgaan. Kogels floten om onze ooren. gewoon. Totaal geen voedsel. ’t Is te vergelijken met de Fransche revolutie in Frankrijk. De tijdens onder de Jap! ’t Is te veel om Gevlucht zijn wij, alles, wat wij nog U alles te vertellen. Getrapt, geslagen, hadden, achterlatende. Nooit en nooit werden wij, behandeld als beesten. zullen wij vergeten, wat de Britten en de Met onze kinderen werd geen rekening Britsch-Indische soldaten daar voor ons gehouden. Geen onderwijs, ze moesten gedaan hebben. maar zien, hoe ze de dagen doorbrachten, want moeder moest werken. Vrouwen Zo brak dan eindelijk de vrijheid aan. en kinderen werden vervoerd van ’t eene Het kampleven was echter nog niet voor kamp naar het andere. En elk transport ons afgeloopen. Na in Singapore een eischte zijn dooden. Jonge meisjes werden maand in ’t Wilhelminakamp te hebben uit ons kamp weggehaald om in zekere vertoefd, brak de dag aan, dat de Nieuw- huizen te worden gebracht. Allen stonden Amsterdam ons bracht naar Europa. wij in den tuin geschaard om te trachten Alle lof voor deze overtocht! Met elkaar die te verhinderen, maar met stokken hebben wij gemaakt dat deze reis een vlot werden wij uit elkaar geslagen. Dat zijn verloop had. Hoeveel indruk de aankomst enkele grepen uit dien vreeselijken tijd. in ons vaderland op ons maakte, dat is niet in woorden te brengen. Met geliefden Toen 28 Aug. 1945. Wij hoorden “Vrede” voeren wij eens de haven uit, zonder en wij namen het niet aan. Pas toen den hen kwamen wij terug. Alles hebben wij 31sten Augustus de vliegmachines over ons verloren, goed en have. Hoe goed doet kamp vlogen en wij voor ’t eerst onze vlag, het dan zoo liefdevol door onze eigen ’t rood, wit en blauw zagen, toen wisten landgenooten te worden ontvangen.” wij het. Teruggebracht door de R.A.P.W.I. naar Soerabaja. Een zucht van verlichting! 2. Dienen op vaderlandse bodem in den vreemde

28 < In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed onderdrukker die het volk van Indonesië aan de militaire inzet in Nederlands- de onafhankelijkheid wil onthouden. Indië. Als eersten gaan na de Tweede Naarmate de jaren verstrijken wordt soms Wereldoorlog de oorlogsvrijwilligers naar kritisch aangekeken tegen de Nederlandse de Oost, als onderdeel van het Britse leger. verrichtingen in deze jaren. In 1969 laait ook Later zullen tot aan de onafhankelijkheid in Gorinchem een discussie op naar aanlei- van Indonesië een kleine honderdduizend ding van een televisie-interview met een dienstplichtingen het vaderland dienen oud-Indiëganger die verhaalt van misdaden in den vreemde. Zesduizend van deze en misdragingen begaan door Nederlandse militairen keren niet terug… militairen destijds in Nederlands-Indië. Recent speelt de kwestie Rawagede. Nederland voert twee politionele acties uit, zo genoemd omdat het leger niets anders Aan de andere komt er ook meer begrip doet dan de binnenlandse orde herstel- voor de oud-strijders, die bij terugkomst len. Met name de Amerikanen zien dat in het vaderland vaak niet of slecht anders. Zij zien in Nederland een koloniale worden opgevangen en hun verhaal maar moeilijk kwijt kunnen. In 1999 komt ook in Gorinchem een Indië-monument ter nagedachtenis aan vijf gevallen stadgeno- ten en kameraden, maar de komst van dit gedenkteken leidt andermaal tot discussie.

Tussen 12 januari en 9 juli 1946 verschijnen in de regionale krant De Partisaan met enige regelmaat brieven van de stoot- troepen. Met uitzondering van de laatste twee brieven staat daarbij de naam van oud-B.S.’er C. van de Kerkhof vermeld (zie kadertekst). De brieven vertellen de lotgevallen van een Nederlands bataljon oorlogsvrijwilligers, ingedeeld bij het 4e Regiment Infanterie van het Britse leger en per schip op weg naar Nederlands-Indië. Twee broers

Op 6 november 1892 wordt te Gemert G. van der Vliet en de beide broertjes Van > 29 Antonius van de Kerkhof geboren. Hij de Kerkhof.9 Onderweg wordt het schip is beroepsmilitair – bij zijn afzwaaien getroffen door motorpech. Om de tijd sergeant-majoor – en ontmoet het te doden wordt op zee een kermis aan Gorcumse meisje Hendrika Adriana Philip. boord gehouden met een schiettent, een Op 2 februari 1921 wordt hun huwelijk te ballentent en een rad van avontuur. Op 27 Gorinchem gesloten, waarna het jonge juli wordt Rotterdam bereikt.10 stel in Den Bosch gaat wonen. Al snel komt Nieuwsblad voor Cornelis (Cor) Michel Maria, geboren op Gorinchem en Omstreken, 16 februari 1922, op de wereld, gevolgd 6-08-1948. door Leonardus Reinier, geboren op 9 januari 1925. In 1928 wordt vader gelegerd in Amersfoort, om zich vervolgens op 22 april 1938 te vestigen in Gorinchem. Het gezin woont kort in de Hugo de Groot- straat 15, maar al snel op het adres Korte Slagenstraat 4.

Cornelis trouwt in 1944 met Apolonia Leonardus vertrekt op 16 september naar (Mony) Agnes Maria de Hoog. Hij wordt als agent van politie. Cornelis lid van de Binnenlandse Strijdkrachten en besluit voor de verandering maar eens tekent wanneer in Europa de strijd over is zijn jongere broer achterna te gaan. Op 8 om te gaan vechten in Nederlands-Indië. november vertrekt hij als aspirant-agent Cornelis schrijft in De Partisaan, ontstaan van politie naar Venlo. Op 5 augustus 2003 als verzetskrant, over de lotgevallen van overlijdt Cor. Op zijn bidprentje staat: “Zo zijn bataljon. Zijn jongere broer volgt in lang gestreden, zo lang mogelijk gevoch- zijn voetsporen en gaat eveneens vechten ten. Zo veel meegemaakt.”11 Zijn brieven in in de Oost. De Partisaan leggen daar getuigenis vanaf. (zie kadertekst). De brieven vertellen de Op 21 juni 1948 vertrekt het troepentrans- lotgevallen van een Nederlands bataljon portschip “Indrapoera” uit Tandjong Priok oorlogsvrijwilligers, ingedeeld bij het 4e om de thuisreis naar het moederland aan Regiment Infanterie van het Britse leger en te vangen. Aan boord bevinden zich de per schip op weg naar Nederlands-Indië. Gorcumers P.H. Kreukniet, J.P. de Goeij, 30 < Deze vrijwilligers komen vaak uit kringen richting Engeland naar Aldershot, waar het van het verzet, maar ook na de bevrijding bataljon de maand december zal verblijven kun je jezelf nog aanmelden om mee te in afwachting van de verdere reis. helpen Nederlands-Indië te bevrijden, dan wel het gezag te herstellen. Ook in Het vervolg komt op 31 december. Het Gorinchem is een O.V.W. (Oorlogsvrijwil- Nederlandse bataljon gaat in Southamp- ligers) Aanmeldingsbureau dat op allerlei ton aan boord van de “Alcantara” samen manieren probeert een beter inzicht met ondermeer twee Britse bataljons, te verschaffen en grotere waardering marinemeisjes, Nederlands marineperso- op te wekken voor onze overzeese neel en verpleegsters van het Nederlandse gebiedsdelen. Zo meldt de Partisaan van Rode Kruis. In totaal verblijven ongeveer 16 augustus 1945 dat het in de bedoeling drieduizend mensen aan boord van het ligt in september een drietal films over schip. Het verslag van de Nieuwjaarsdag respectievelijk , Celebes en Bandoeng vermeldt enkel water, water en nog eens te vertonen en… er zijn onderhandelingen water. De golven bieden een prachtig gaande over de komst van de Indische gezicht. Alleen gaat iedereen vanwege de danser Indra Kamadjojo, die zijn kunsten zeeziekte vroeg naar bed. In de week die in Gorinchem zal vertonen. volgt gaat de reis langs Spanje, Gibraltar en Noord-Afrika. Zondag 6 januari gaat OP REIS iedereen naar de kerkdienst. Ook is er Op vrijdag 30 november 1945 vertrekt het gelegenheid brieven naar huis te sturen. bataljon vanuit de Van Horne-kazerne Iedereen zet zich aan het schrijven en de in Weert, maar niet nadat om half één postzakken aan dek zitten in no time vol. in de nacht nog met trillende stem en Vanuit Port Saïd zal de post naar Neder- tranen in de ogen twee coupletten van land worden verzonden. Het Nederlandse het Wilhelmus zijn gezongen. In Oostende bataljon krijgt politiedienst aan boord, gaan de manschappen, samen met een twee keer drie uur posten. regiment Engelsen en Canadezen, aan boord van de “Prince Charles”. Om twaalf Op 8 januari passeert het schip het uur worden de trossen, uiteraard onder standbeeld van Ferdinand de Lesseps, de het zingen van wederom het Wilhelmus, man van het Suezkanaal. De bemanning losgesmeten. Nog een laatste groet van de maakt kennis met de lokale bevolking regimentscommandant en dan de zee op die als volgt wordt omschreven : “Direct zwermen Egyptische kooplui met bootjes > 31 rond ons schip, hun waren op echt drukke Oosterse wijze aanprijzend voor schanda- lig hoge prijzen. De mensen dragen vuile en gescheurde kleding. Het is een heel verschil met ons eigen land waar alles zo zindelijk is”.

Een dag later vaart het schip door het Suezkanaal. De opvarenden zien de eerste kamelen langs de oever. Verderop zien zij Duitse krijgsgevangenen aan het werk die begroet worden met opmerkingen als “Waar is Rommel” en “Jetzt kommen die Kamelen”. BRITTANNIA RULES THE WAVES… Handelaren in Port Said De “Alcantara” vaart door de Golf van Suez roepen ‘appelsine’, en door de Rode Zee. Het is zulk mooi weer februari 1947. dat men kan zonnebaden aan het dek. Maar het is een Brits schip en de Neder- landers dienen zich te plooien naar Britse gewoonten. Het verschil in rang komt bij de Britten meer tot uiting dan bij de Nederlanders. Dat wekt wrevel. De Britse (onder)officieren hebben een afgesloten eigen zonnedek. Hoeveel ruimte blijft er over voor de manschappen? “Hebben we daarvoor gevochten tegen de Duitsers?”, zo vraagt de briefschrijver zich af. “In Indië wordt het wel beter, als we weer op ons zelf staan. Onze meerderen moeten in de Oorlogsvrijwilligers eerste plaats onze kameraden zijn die door worden getraind in hun moreel overwicht de jongens leiding Engeland. 32 < Land in zicht wordt met enthousiasme begroet

geven.” Aan het mooie weer doet dat niets Het schip vaart door de Golf van Aden naar af. Sommigen liggen zelfs te lang in de zon. de Arabische Zee. Inmiddels zijn een aantal Het geeft de briefschrijver een vreemd jongens zodanig door de zon verbrand, gevoel dat op hetzelfde moment thuis dat zij in het hospitaal terechtkomen. wordt gewacht op hout en kolen, terwijl De anderen kijken ’s avonds naar de film aan boord het tropenuniform aan kan. Tarzan’s triumph, waarin de hoofdrolspeler in de woorden van de briefschrijver enige Op zaterdag 12 januari passeert de “Alcan- moffen onschadelijk maakt. Tarzan’s aap tara” op volle zee de “Oranje Fontein”, een werkt met zijn kapriolen op de lachspieren. Nederlands schip dat met repatrianten, voornamelijk vrouwen en kinderen, uit Varend op de Arabische Zee komt het weer Nederlands-Indië op weg is naar het moe- tot een conflict met de Britten. Het trap- derland. De kapitein van het Nederlandse penhuis wordt voor de Nederlanders tot schip zendt een telegram: “Wij vernemen verboden terrein verklaard. Ook de Ne- met trots, dat gij naar Nederlands-Indië derlandse officieren zijn verontwaardigd. gaat. Wij wensen U Gods zegen.” Bijna komt het tot muiterij en wordt de aan boord aanwezige militaire politie onder de voet gelopen. “De Engelsen moeten nu Hieronder is integraal de tekst overgeno- > 33 echt uit gaan kijken, anders komt er mot,” men van in de krant geplaatste brief waarin aldus het bericht aan het thuisfront. een bezoek aan Sabang wordt beschreven.

DE LAATSTE DAGEN OP ZEE Bij de laatste bijdragen van respectievelijk 25 juni en 9 juli 1946 staat geen naam meer vermeld. De briefschrijver vertelt dat hij vooral uit zijn herinnering moet putten. Het einddoel van de reis is in zicht. Op 19 januari wordt de verjaardag van prinses Margriet gevierd. Majoor Van Raalte houdt een gloedvolle toespraak en er worden wederom twee coupletten van Militairen worden in de het Wilhelmus gezongen. Daarna driewerf haven soms verwelkomt hoera en spelletjes aan boord. Zaklopen, door Angklungspelers. schermen, kruiwagenlopen en boksen. Ook de (onder)officieren nemen aan de spelletjes deel, meewarig gadegeslagen door hun Britse ranggenoten. Nadat op 21 januari Singapore is gepas- seerd komt drie dagen later Pulau We, het eerste stukje Nederlands grondgebied in de Oost, in zicht. Bij dit eiland legt ieder troepentransport een dag aan. De opvarenden gaan passagieren. Het bezoek aan het eiland en de hoofdplaats Sabang is de eerste kennismaking met de Indische archipel. Tussen 20 september 1948 en 19 september 1949 verschijnen in het Nieuws- blad voor Gorinchem en omstreken met tussenpozen berichten over belevenissen van Nederlandse militairen in Indonesië. Sabang

34 < “Het is een goede traditie dat alle troe- zou het aantal “snapshots” durven schat- pentransportschepen Sabang aandoen en ten. Groepjes kinderen werden op straat zodoende de militairen gelegenheid geven gehouden en….. knip. Dat was weer een het schitterende eilandje “Poeleh Weh” van plaatje. Ergens geeft een korporaal een klein nabij te bekijken. Zo ook deze keer. Aan boord manneke een pepermuntje. Hoe het mogelijk is het een en al vrolijkheid. Alle militairen is begrijpt niemand; uit alle hoeken en gaten, hebben hun beste uniformen aan en wachten uit alle huisjes en steegjes komen de kleintjes ongeduldig tot het schip is vrijgegeven. aanrennen om hun deel op te eisen. Arme Eindelijk is het zover, ze mogen de wal op. kerel, het kost hem zijn hele rantsoen. In het Gewapend met fototoestellen, handdoeken en zwembad is het bepaald druk. Maar ja….. er zwembroeken verzamelen ze zich op de kade zijn er heel wat, die na zo’n lange reis weer en het duurt niet lang of de jongens zwermen eens van de springplank willen duiken. De in groepjes over het eiland uit. mariniers hebben een vrachtwagen gehuurd om op een luie manier het eiland te bekijken. Indonesische kooplieden, soms kinderen nog, trachten hun pisangs, klappers en Stamp en stampvol komt het vehikel onder andere Indische lekkernijen aan de man, of luide aankondigingen met een fantastische liever “aan de soldaat” te brengen. Het is snelheid van de heuvels naar beneden vermakelijk om deze toneeltjes te zien. De stormen. “Harder chauffeur”. Hij grijnslacht jongens trachten met hun kennis der Maleise maar eens omdat hij er weinig zin in heeft taal zoveel mogelijk af te dingen. het snelheidsrecord voor “auto’s-van het jaar Woordenboekjes doen goede diensten, velen nul” te verbeteren. De technische knobbels moeten elk woordje opzoeken, terwijl van bezichtigen het waterleidinggebouw. Een inspanning de zweetdruppeltjes op hun stenen optrekje met een zinken bak. De voorhoofd staan.Voor een handvol sigaret- opzichter van de “fabriek” is zeer vereerd; ten of een paar dubbeltjes wordt eindelijk de de jongens kunnen alles rustig bekijken. Er koop gesloten. wordt zelfs het nodige bij uitgelegd en de jongens knikken begrijpend, al verstaan ze er Er is geen militair op Sabang die na een uur nog niet het tiende deel van. zonder een kam bananen of een kokosnoot zoals zij die nu nog noemen (over een paar Het Indonesische schooltje is de clou van weekjes zeggen zij al: een sisir pisang en een de dag. De leerlingen noemen zo maar klapper) loopt. En dan die fotografen. Wie bijna dertig plaatsen van de provincie op en weten waar de Hollandse > 35 industrieën gevestigd zijn. Ja…. er zit schot in, en leergierig dat die knapen zijn!

Zo wordt te midden van een schitterende natuur, de palmbomen en de vriendelijke bevolking de eerste dag op Indonesische bodem doorgebracht. En als het schip zich weer van de kade losmaakt en langzaam zee kiest, weet iedereen dat de eerste kennisma- king goed was.”12 36 < Op 26 januari gaat de “Alcantara” voor de DIENSTPLICHTIGEN laatste maal deze reis voor anker. Twee Tussen 1946 en 1950 vertrekken ook zo’n dagen later volgt de ontscheping. Om 95.000 dienstplichtigen naar de Oost. vier uur in de middag gaat het bataljon Zij worden vervoerd met Nederlandse stoottroepen in kleine landingsboten schepen, waarvan er drie eigendom zijn aan wal. Hier begint een nieuw deel van van de Nederlandse staat: de Groote Beer, onze zwerftocht, aldus de briefschrijver. de Zuiderkruis en de Waterman. Verder Hij zegt tenslotte terug te kijken op een worden schepen van diverse rederijen overweldigend mooie reis, “maar we ingezet. In zijn boek “De Indiëgangers” hadden een Hollandse boot moeten beschrijft Kees de Ruiter de ervaringen hebben met Hollandse kost en niet de aan boord van deze schepen. Een mondjesmaat kost van de Engelsen”. bewerkte versie van het betreffende hoofdstuk uit dit boek is te vinden in

De Alcantara. Oud-Gorcum Varia nummer 45. Eenmaal > 37 aangekomen in de gordel van smaragd begint ook voor de dienstplichtigen het avontuur. Soms een angstig avontuur, zoals blijkt uit de brief over het verloop van een nachtpatrouille.

Onverharde wegen geven soms problemen. Nachtpatrouille

38 < “Dag in dag uit lopen de jongens patrouille. alang-alang, misschien het vuur van de De een na de ander. Over de vlakke velden en sawah-wacht, tegen de wilde zwijnen. door de bergen. Vaak uren lang sjouwen ze met de bren op de rug door de moordende Dan naderen in de verte twee Indonesiërs, hitte van de tropenzon, of door de nacht, die een flambouw dragen. De auto stopt wanneer de maan zwijgende schaduwen en we springen er af. Om tien uur moet de werpt over de smalle weg. Zwijgende bevolking binnen zijn en het is reeds over schaduwen van mannen met een geweer, tienen. Dan begint het “spel”. Net voor de pistoolmitrailleur of parabellum. Ze zijn moskee, de missigit. Prevelend gezang drijft op weg om de veiligheid in het gebied te naar buiten. Doch de soldaten hebben deze herstellen. De bekende patrouille met de twee mannen, of eigenlijk is een van hen vele teleurstellingen als ze voor niets komen. nog maar een kind, om de pas gevraagd. De patrouille met het schaarse succes. Een blijkt de soerat niet bij zich te hebben. Sjouwen, sjouwen en nog eens sjouwen, uren Ze vertellen van alles, maar de jongens achtereen. laten zich niets wijs maken. Ze kennen het volk wel zo’n beetje. In deze streken is het Zwijgend naast elkaar zitten ze op een onrustig. De pemoeda’s zijn jong, een leider drietonner. De nacht is over het Javaanse van de bende, waar we met deze patrouille landschap gevallen. Over enkele uren zal de op uit zijn, is slechts 20 jaar. Ieder, die je hier maan opkomen. De koplampen van de truck tegenkomt, kan van een of andere organi- boren een weg door het donkere veld. Op satie zijn. En als de jongens een vermoeden deze slechte weg hobbelt de wagen verder, hebben, zijn ze begrijpelijkerwijze fel. Hier elk ogenblik moet de chauffeur schakelen; het moet alles wijken anders pikken zij je zelf op gaat over bruggen, die over bijna droge kali’s het een of andere moment, of de mensen liggen, heuvel op en heuvel af. Maar iedere van de bevolking, die met ons samenwerken. beweging van de bak gaan de koppen met Deze knapen zijn tot alles in staat. Het Hoofd de vechtpetjes, die achteloos op het hoofd van de Politie kent deze mannen echter. En gedrukt zijn, op en neer. Doch onder die even later mogen de aangehouden mannen vechtpetjes spieden de ogen in het rond, want weer verder, ze waren op weg naar hun de mogelijkheid bestaat, dat ieder ogenblik sawah, sawah-wacht. een orang-djahat, een extremist, op een of andere wijze van zijn aanwezigheid blijk zal Dan, reeds ver over 10 uur, verlaten de mensen geven. Heel in de verte brandt iets; mogelijk de missigit, met het licht van een flambouw. Of ze niet weten, dat ze om 10 uur binnen ziet, en ver in de omtrek wordt het bericht > 39 moeten zijn. Ja dat weten ze wel. Even later verstaan en begrepen. Daarom ook is het zijn ze allen verdwenen in hun kamponghuis- zo moeilijk om de benden en hun leiders te jes. Wat moet je daar nu tegen doen? pakken te krijgen. Als we tenslotte na een tocht dwars door de droge sawahs, glijdend De kleine stoet zet zich in beweging, de in de modder van de bijna droge kali’s in de patrouillecommandant voorop. Niemand kampong aankomen, verstomt de roep van praat. Een ieder ziet zijn voorganger een de tong-tong. Vreemd! Of misschien toch ook meter voor zich als een nauwelijks te onder- weer niet in deze streek. Een kamponghuis scheiden figuur. Doch enige tijd later gaat wordt omsingeld en doorzocht. Een tweede het beter. Ze raken gewend aan het duister. huis wordt doorzocht. Maar de mannen zijn Eerst door een stille kampong. Hier en daar verdwenen. Als ze tenslotte nu midden in pieft het licht van een petroleumlampje door de nacht de kampong verlaten is de maan de reten van de bilikwanden der huisjes. opgekomen. Net zijn we buiten de kampong Als ze deze kampong achter zich hebben of de tong-tong laat haar geluid weer horen. liggen, zijn daar links en rechts van het Het zilverige licht van de maan weerkaatst in smalle weggetje de natte rijstvelden met de het water van de sawah’s. Stil en geheimzin- jonge rijstplantjes. Verderop is de rijst reeds nig. Mogelijk niet te doorgronden. Evenals de geoogst, en liggen de bonkige velden met de gezichten van dit volk. Maar toch ondanks dijkjes, die nu geen andere dienst meer doen, alles zullen de patrouilles steeds weer dan om er op te lopen. opnieuw uitgestuurd worden tot eindelijk de rust helemaal weergekeerd zal zijn. In de kampong, waar we meteen zijn, begin- nen de rondo’s van de kampongwacht op de Want ondanks de vele teleurstellingen voor tong-tong te slaan. In een bepaald rythme de patrouillerende jongens krijgt de bevolking volgen de slagen elkaar op. Het geluid dringt vertrouwen in hen. De mensen merken dat ver in de omtrek door. Is het misschien een ze niet in de steek gelaten worden en de waarschuwingsteken voor de mensen dat wij geregelde patrouillegang maakt de kwaad- er aan komen? De berichten in dit land gaan willigen onrustig, ze voelen zich niet meer bij wijze van spreken sneller dan de telegrafie. veilig. Tot ze op een keer de wijk nemen naar Een vrouw, die de rijst stampt, verandert even gebieden, waar ze beter hun werk kunnen nauwelijks hoorbaar, de cadans van haar verrichten. Doch de jongens zullen ook daar kloppen, wanneer ze militairen op patrouille achter hen aanzitten.”13 40 < tevens commandant van de U-Brigade en daarna ondermeer in Gorinchem commandant van de BB. Hij neemt het op voor de jongens in Indië.”Van achter zijn bureau kan iedereen veel zeggen, maar niemand zal het begrijpen. Daarvoor moet je dagenlang in de blubber gelegen hebben. De jongens zijn verdomd flink geweest en trouw. Ze hadden karakter,” aldus de kolonel.15 Hij krijgt twee weken later in de krant bijval van plaatsgenoot en oud-Indië-strijder Dame, die ondermeer verhaalt van de wreedheden van de zijde van de Indonesiërs.16 Een patrouille steekt een Met het verstrijken van de jaren wordt in rivier over, terwijl op de de publieke opinie verschillend tegen de Een week later volgt een ingezonden oever een brenschutter de Nederlandse aanwezigheid in voormalig brief van PSP-raadslid C.J. Muilwijk. Hij overtocht beveiligt met Nederlands-Indië tussen 1945 en 1950 veroordeelt de aanwezigheid en het zijn machinegeweer. aangekeken. Op 17 januari 1969 komt in optreden van Nederland en de soldaten een uitzending van VARA’s Achter het in Indonesië.17 Ook de jeugd houdt Nieuws Joop Hueting aan het woord, die zich bezig met dit onderwerp. Op 26 kritische kanttekeningen plaatst bij het februari houdt The New Dutch Club een optreden van Nederlandse militairen in discussieavond. In het forum zitten een die jaren in de Oost en melding maakt van politiek geïnteresseerde, een burger die excessen. jarenlang in Indonesië heeft gewoond en een plaatselijk bestuurder. Kolonel Sluijter “Zinloos en misselijk makend”, kopt De ontbreekt. Hij is deze avond jurylid bij het Telegraaf vier dagen later.14 De Gorcumse televisieprogramma MIK. Er worden op Courant besteedt ook aandacht aan de de discussieavond vergelijkingen getrok- zaak en vindt in de editie van 31 januari ken met het optreden van Portugal in de kolonel b.d. J.W. Sluijter bereid zijn Mozambique. Ook vraagt men zich af of in mening te geven, destijds territoriaal troe- Suriname hetzelfde zou kunnen gebeuren pencommandant van Midden-Sumatra als in Indonesië.18 In september 2011 bepaalt de rechtbank Om infiltratie > 41 in Den Haag dat Nederland alsnog een vanuit Java en Sumatra schadevergoeding moet betalen aan te voorkomen, wordt zeven weduwen van slachtoffers uit het gepatrouilleerd. Op zee Indonesische dorp Rawagede. Het proces houdt men prauwen aan. was aangespannen door nabestaanden van een massa-executie in het dorpje, tegenwoordig Balongsari geheten, op Java. Op 9 december 1947 vallen Nederlandse militairen, op zoek naar een onafhankelijksstrijder, het dorpje binnen en executeren een groot deel van de man- nelijke bevolking. Volgens Indonesische bronnen vallen er 431 slachtoffers. Neder- land besluit reeds in 1947 de daders van deze massa-executie niet te vervolgen. De Nederlandse staat geeft tijdens het proces toe dat het bloedbad van Rawagede een oorlogsmisdaad is. De zaak is echter volgens de landsadvocaat al verjaard. Op 23 november 2011 wordt bekend dat de staat probeert met de nabestaanden tot een schikking te komen.

Links: Indonesisch protest tegen het niet erkennen van de oorlogsslachtoffers te Rawagede door de Nederlandse staat. TAAIE & NEUT

42 < Omslag Taaie & Neut. Het gaat om typische soldatenhumor, waarbij ook niet vergeten mag worden dat de jongens lang en ver van huis zijn. De onderwerpen zijn dusdanig gekozen dat iedere soldaat de omstandigheden en de situaties herkent. Juist in moeilijke omstan- digheden, wanneer iedereen er door heen zit, kan humor de stemming ten goede doen keren, wanneer we de inleiding van het boekje mogen geloven, en waarom zouden we daar aan twijfelen…

In april 1949 worden de tekeningen en mopjes die gedurende twee jaar in het blad “Wapenbroeders” verschenen sa- mengebracht en in een handig zakformaat uitgegeven door Joh. M. Grenzenberg N.V. te Batavia. De cartoons en onderschriften geven de conversatie weer tussen de soldaten Taaie & Neut en verwerven grote bekendheid bij de “troep”. > 43 ‘Veteranen praten niet’ door Ed van Tuijl

44 < Barend van Houwelingen uit Schelluinen VIER GESPEN hield een dagboek bij toen hij als soldaat Zijn onderscheiding heeft vier gespen. Het diende in Nederlands-Indië. Ruim zestig zijn die gespen die vertellen dat Barend jaar later besloot hij om die aantekeningen van Houwelingen in vier kalenderjaren te bundelen tot een boek. regelmatig oog in oog stond met de vijand. Maar hij vertelde er nooit over. Net De 85-jarige inwoner van Schelluinen pakt als al die andere jongens. Ruim zesduizend de foto’s van Indië er nog maar eens bij. zijn er gesneuveld. Die konden het niet En zegt: ‘Ik heb over Indië nooit veel verteld eens vertellen. Zij die terugkeerden aan mijn kinderen. Veteranen praten niet. kwamen in een maatschappij waar alleen Maar nu, na al die jaren, is mijn dagboek maar werd gedacht aan de opbouw van uitgegeven. Met als titel ‘Pa, vertel ’s over je het vaderland. ‘In Indië veel meegemaakt? tijd in Indië’. Mijn dagboek heeft het nu aan Prima, maar daar hebben we nu even geen hen verteld. Vandaar mijn boodschap aan tijd voor. We moeten verder.’ En de vetera- het begin van het boek. Voor mijn kinderen nen zwegen. en hun nageslacht, over een onbekende periode uit mijn leven.’ Ook Barend moest de verloren strijd in zijn eentje verwerken. Wennen aan de beelden Van Houwelingen werd op 4 december die nooit meer weggaan. Maar hij deed in 1925 geboren in Giessenburg. Hij werd op Indië iets, wat bijna geen enkele soldaat 1 oktober 1946 voor anderhalf jaar naar deed. Hij hield een dagboek bij. Een uniek Indië uitgezonden. Maar al snel wordt dat document. Vanaf het moment dat hij met simpelweg veranderd in ‘onbepaalde tijd’ het schip De Sloterdijk het onbekende Pas na drie jaar en twee maanden komt tegemoet ging, tot aan de dag dat De die jongen uit de Alblasserwaard terug Volendam hem thuis bracht. ‘Soms schreef op zijn dorp. Drie jaar en twee maanden ik elke dag. Soms was er geen tijd of geen patrouille lopen. Gevaarlijke objecten papier. Maar ik hield het vol. Met ons peloton bewaken. Soms uren achtereen onder zijn we in al die jaren keer op keer in actie vuur. Altijd het gevaar van een hinder- gekomen. Heel West Java heb ik gezien. Alles laag. Wacht lopen in tropennachten vol bij elkaar op meer dan twintig buitenposten.’ onheilspellende geluiden. Als brenschut- ter met de mitrailleur vaak in de voorste VELDSLAGEN linie of op de flanken. De Tentara Nasional Indonesia (TNI), De Sloterdijk, het > 45 troepenschip waarmee Barend van Houwelingen naar Indië voer.

het republikeinse leger dat een guerril- gegaan. Ik zag dat de kolf van mijn geweer laoorlog voerde, bleek veel moeilijker te helemaal kapot geslagen was. Ik heb de bestrijden dan aanvankelijk werd gedacht. brenschutter links van mij opgezocht en zo Hun doel was duidelijk. Een onafhan- hebben we de hele linkerflank onder vuur kelijke republiek Indonesië zonder de gehouden. Tegen vier uur waren we vies, aanwezigheid van Nederlandse militairen. bezweet en moe terug in het kamp.’ Het dagboek van Van Houwelingen maakt praktisch wekelijks gewag van incidenten Aan het einde van 1948 vertelt Barend hoe waarbij zijn groep in actie moet komen. het moreel van de troepen steeds slechter Soms complete veldslagen, zoals op 8 wordt. Hij schrijft: ‘Voor veel jongens wordt oktober 1947. ‘We kregen bericht dat onze het teveel. Ze knappen gewoon af. De dienst groep de kali (rivier) over moest steken. is zwaar. ’s Nachts vaak op wacht. Veel Amper in een sawah (veld) kwamen we patrouille lopen door zwaar terrein. Altijd onder vuur van rechts. De kogels vlogen over die spanning. Hitte, modder, zweet, tranen. en langs ons. Ik plofte neer achter een klein Beschoten worden. Doden en gewonden om walletje, maar ik voelde me onbehaaglijk je heen. Slecht en te weinig eten. Materieel in want het was een slechte dekking. Kruipend slechte staat. Hoe lang kan dit nog duren?’ door de modder ben ik naar een betere plek Nog erg lang, zo blijkt achteraf, want 46 < Barend van Houwelingen, Bladerend in zijn boek zegt de nu 2011 85-jarige veteraan: ‘Wat ik altijd vreselijk heb gevonden, waren de represailles die we op bevel moesten uitvoeren. Vijandelijke kampongs (dorpen) in brand steken. Waar mogelijk verzette ik me daartegen. Net als die keren dat bepaalde militairen het nodig vonden om zwaargewonde tegenstanders een genadeschot te geven. Voor mij was en bleef dat moord. Een paar keer kreeg ik de commandant zover dat hij ingreep. Natuurlijk gebeurdeN er aan de andere kant ook dingen die niet door de beugel konden. Iedereen wist wat je te wachten stond als je in handen van de pelopors viel. Of ploppers zoals wij de vijand noemden.’

GEWOND Hoewel uit het dagboek valt op te maken dat Van Houwelingen het allemaal vrij pas op 30 oktober 1949 begint hij aan goed volhoudt en alleen maar verstek de thuisreis. Op dinsdag 24 november moest laten gaan toen hij malaria kreeg, komt hij terug in Hoornaar waar toen schrijft hij in de zwaarste tijd van zijn ver- zijn ouderlijk huis stond. Hij eindigt blijf toch een keer in zijn dagboek: ‘Werd zijn dagboek met: ‘De eerste indruk van ik maar gewond, dan kon ik hier tenminste Nederland is niet zo best. Wat is alles kaal weg.’ ‘Maar dat gebeurde dus niet”, mijmert en wat is het koud. Via Noordeloos, waar we hij voor zich uit terwijl hij de foto’s weer ook een militair moesten afzetten, bereikten eens bekijkt. ‘Bijzonder want tijdens al dat we Hoornaar. Oh schrik, de hele buurt had de wachtlopen was ik een gemakkelijk doelwit. vlag uitgestoken. En er was een erepoort met Pas later heb ik beseft dat het de goedertie- ‘Welkom Thuis’. Zo belandde ik op de stoep renheden des Heeren zijn geweest, waardoor van ons huis en daar vielen tranen. Ik was ik gespaard ben gebleven.’ weer thuis. Eindelijk.’ De rebelse soldaat Nieuwenhuis

Gorcumer Henk Nieuwenhuis (84) diende > 47 als dienstplichtig soldaat in Nederlands- Indië. Een tikkeltje rebels was hij in het begin wel. Hij ging na een conflict met zijn commandant als verstekeling terug naar Nederland en wist op het nippertje te voorkomen dat hij voor jaren de bak indraaide.

Toen Henk in 1947 naar Nederlands-Indië vertrok, was hij geen ‘jonge broekie’ meer. ‘Veel van m’n dienstmaten hadden eigenlijk nog helemaal niks meegemaakt in het leven. In vergelijking met hen was ik een kosmopoliet.’

Henk, geboren in 1927, groeide op in de Amsterdamse Dapperbuurt en later in de Indische buurt. ‘Ik was nogal avontuurlijk aangelegd. Als klein jochie heb ik zo’n beetje alle politieposten van binnen gezien. Ik was een echte Emmaüsganger en een wegloper. Maar vooral heel nieuwsgierig. Ik ging gewoon m’n eigen weg. Salamanders vangen in de polder, met alleen een jampotje en een klein draadje. Daar had ik genoeg aan. Binnen de kortste keren had ik een hele stoet kinderen achter me aan.’ Henk was aan het eind van de Tweede Wereldoorlog al een keer gevangen genomen door de Duitsers en vervolgens te werk gesteld in Bremen. Hij werd daar flink ziek. 48 < TROPENMUSEUM Nederlands-Indië zouden gaan om de orde De avontuurlijke Amsterdammer vond te handhaven. Het land werd na de Tweede het eigenlijk wel aardig dat hij werd Wereldoorlog immers geteisterd door uitgezonden naar Nederlands-Indië. ‘Ik bendes, dieven en moordenaars. Maar ook was in m’n jonge jaren al heel erg geïnteres- liepen er nog veel Japanners rond. Zoveel seerd in de geschiedenis van onze kolonie. zou onze aanwezigheid niet om het lijf M’n oom was marconist. Hij voer de halve hebben, dacht ik. Ik verwachtte eigenlijk in wereld rond. Als ‘ie dan met verlof was, dan de zomer van 1949 wel weer terug te zijn.’ kwam ‘ie z’n nieuwe uniform showen. Dat vond ik geweldig. Ons gezin woonde vlakbij ARMOEDE het Tropenmuseum. Vaak kroop ik stiekem Nieuwenhuis kwam terecht in Jakarta, naar binnen om dan al die mooie dingen uit de hoofdstad van Java. Henk: ‘Er was veel de koloniën te bekijken.’ armoede. Ik heb diverse mensen langs de weg zien sterven. Daar had ik veel moeite BATALJON mee. Er kwamen soms mensen naar de poort Eindeloos trokken de Henk werd ingedeeld bij bataljon 4-1 van van het haventerrein, dat ik moest bewaken. jonge militairen door het Regiment Infanterie, een bewakings- Die bedelden om eten. Ik gaf het liever aan uitgestrekte rijstvelden. bataljon. ‘Ik had verwacht dat we naar deze mensen dan dat ik het zelf opat. Ik heb op een gegeven moment aan m’n kampcom- mandant gevraagd: ‘Kunnen we daar niets aan doen?’. ‘Dat is niet ons pakkie-an’, was z’n antwoord.’ Daar kreeg ik natuurlijk ontzettend de pee in. ‘Wat doen we dan hier nog?, dacht ik.’ Het tegensputteren van Nieuwenhuis werd door z’n baas niet erg op prijs gesteld. ‘Wat je bazen zeiden, was de waarheid. Je kon daar niet tegenin gaan. Het gevolg is uiteindelijk wel geweest dat ik m’n promotie tot soldaat eerste klas wel kon vergeten.’

VERSTEKELING De rebelse soldaat uit Amsterdam besloot op een gegeven moment de benen te dagen later naar Fort Blauwe kapel in > 49 nemen. Hij kwam als verstekeling terecht Utrecht overgebracht. ‘Daar zat ik temidden op een boot, die vanuit Australië onderweg van jongens van het nazending depot, was naar Nederland en een tussenstop jongens dus die de boot naar Indië moedwillig maakte in Jakarta. ‘Ik heb me verstopt in hadden gemist. Ik heb een gesprek gehad de kettingbak. Heel gevaarlijk, natuurlijk. met de overste. Hij stelde me voor de keus: Vooral als de ketting valt. Dan slingert ‘ie dus ‘Of je gaat terug naar Indië of je gaat voor helemaal in de rondte.’ een paar jaar de bak in.’ Hij beloofde mij een inschepingverlof, zodat ik nog afscheid zou Een poosje bleef hij onopgemerkt, maar kunnen nemen van mijn familie.’ uiteindelijk werd hij toch opgepakt in de Golf van Aden. ‘De stuurman heeft mij naar ‘Later is er een andere commandant de kapitein gebracht. ‘Wat moet ik met hem gekomen. Hij was veel strenger. Door doen?’, vroeg ‘ie. ‘Schrijf hem maar in als hem werd dat beloofde inschepingverlof werkend passagier. Anders krijgt ‘ie straks weer teruggedraaid.’ Samen met twee Fotoalbum van Henk nog een rekening van de maatschappij medegevangenen wist hij met enig Nieuwenhuis, waarin voor de overtocht.’ Dus ik kwam er nog kunst- en vliegwerk te ontsnappen uit de de foto’s zitten van zijn genadig vanaf. In die tijd heb ik wel malaria gevangenis. Bij Vianen kreeg hij een lift, diensttijd. opgelopen. Ik mocht dus eerst terecht in de ziekenboeg. Later kwam ik terecht in de keuken. Aan boord waren veel vrouwen van militairen, die in Australië gezeten hadden. Af en toe kreeg ik nog wel eens wat eten toegestopt. Van de kok kreeg ik zelfs een fles jonge jenever. In Port Saïd ben ik nog tijdelijk vastgezet. Ze waren bang dat ik weer zou weglopen.’

GEARRESTEERD Bij z’n aankomst in Nederland werd Nieuwenhuis direct gearresteerd door de marechaussee. Hij werd gevangen gezet in een kazerne in Betondorp en een paar 50 < van een luitenant nota bene. Op het station gegaan. Van de kapitein kreeg ik een rap- van Utrecht stapte Henk op de trein naar portage dat ik ontsnapt was: ‘Doe ermee wat Amsterdam. Bij aankomst in de hoofdstad je wilt’, zei hij. ‘Wat belangrijk is, is dat je zo werd hij op de hielen gezeten door de eerlijk bent geweest om terug te komen.’ militaire politie. Toch slaagde hij erin om bij z’n ouderlijk huis in Amsterdam-Noord nog BUITENZORG even wat eigen kleren weg te grissen. Hij Nieuwenhuis werd teruggestuurd naar vluchtte naar z’n zus in Amsterdam-Zuid Batavia (West-Java). Van daaruit kwam hij en vervolgens naar een terrein bij Bussum, weer terug bij zijn eigen bataljon, dat was waar z’n ouders kampeerden. ‘Een dag gestationeerd in de buurt van Buitenzorg. voordat de boot zou vertrekken, ben ik weer ‘We werden soms midden in de nacht wakker naar Vollenhoven gegaan. Ik heb me gewoon gemaakt en dan moesten we drie dagen gemeld bij de wacht en gezegd: ‘Soldaat patrouille lopen en het terrein verkennen. Het Nieuwenhuis is terug van weggeweest.’ waren tochten vol hindernissen: tot je middel Begonnen die lui me toch te lachen. Ik had een in het water van de kali (rivier), over berghel- koffergrammofoon en platen meegekregen. lingen en door rijstvelden. ’s Nachts verbleef je En een fles jenever. Ik kwam terecht in een dan ergens in een kampong. Een dorpshoofd grote cel, maar van die spullen hoefde ik niks regelde het nachtverblijf en hij zorgde er ook af te geven.’ voor dat er koppels kippen en eenden werden gevangen.’ ‘De andere dag ben ik gewoon aan boord De kampementen werden ook regelmatig beschoten. Soms met surrogaat handgra- naten, die de peloppers (opstandelingen) zelf maakten van bamboe of oude blikjes, gevuld met explosief. ‘We moesten soms de dorpen in op zoek naar de vijand. Dan moest je maar te weten zien te komen, wie daar thuishoorde en wie niet. Dat kon je vaak al Een provisorische brug aan de handen zien.’ werd gebouwd om een snelle bergrivier over te PERMOEDA’S steken. Volgens Nieuwenhuis werd de komst van de Nederlandse troepen door de inheemse Nieuwenhuis betreurt dat er begin jaren > 51 bevolking als bevrijding ervaren. Die vijftig zo weinig waardering was voor bukten al een tijdlang onder de meedogen- de soldaten die hadden gevochten in loze moordpartijen van de Indonesische Nederlands-Indië. ‘We werden gezien als permoeda’s, militair geschoolde jongeren. moordenaars. Eigenlijk is er geen recht De Gorcumer is getuige geweest van de gedaan aan al die duizenden jongens, die hongerende en doodzieke massa’s rondom zich voor een paar gulden in de week in een Tandjong Priok, het erbarmelijke wegen- heel vreemd land hebben laten doodschieten. net, de vernielde bruggen en plantages, Pas veertig jaar later, toen Relus ter Beek de brandende kampongs. ‘Wij hebben daar in de jaren negentig minister werd van voor orde en rust gezorgd en hebben dat Defensie, is dat veranderd. Er kwam toen een naar eer en geweten gedaan’, zegt Henk. veteraneninstituut en voor alle soldaten was ‘De jongens van ons bataljon zjin zich nooit er een tegemoetkoming van duizend gulden. te buiten gegaan aan wreedheden tegen de Een fooi.’ vijandelijke troepen van Soekarno. Maar het was soms wel moeilijk om je zelfbeheersing te bewaren. We hebben een keer meegemaakt dat een Nederlandse blanke vrouw was vastgebonden op een vlot in de rivier. Met in haar vagina een bamboestok gestoken. En afgesneden borsten. Dan is de verleiding groot om wraak te nemen. Ik heb m’n maten daarvan kunnen weerhouden.’

TROPENKOLDER Na z’n militaire diensttijd is Nieuwenhuis gaan werken bij de Bijenkorf op de afdeling calculatie. ‘Soms kwam de chef naar me toe: ‘Henk, ga eens even naar Piet toe, want die heeft het weer te kwaad.’. Die had dan last van tropenkolder. Ik ging dan met ‘m praten en dan werd ‘ie weer rustiger.’ Henk Nieuwenhuis, 2011. ‘Mensen hebben geen voorstelling van wat wij hebben meegemaakt’

52 < ‘De kameraadschap die ik tijdens m’n De Ridder zich nog te herinneren. ‘We militaire diensttijd in Nederlands-Indië heb kregen een boekje en moesten proberen om ervaren, heb ik later in het burgerleven nooit zoveel mogelijk Maleise woorden te leren. meer op dezelfde manier beleefd,’ zegt We kregen één uur les per week. Denk maar Gorcumer Jan de Ridder. Tussen 1947 en niet dat iemand daadwerkelijk een woord 1950 was hij met zijn infanteriebataljon Maleis sprak.’ drie jaar lang gestationeerd in de bijna ondoordringbare jungle op Sumatra, SLOTERDIJK waar je altijd op je hoede moest zijn. ‘Het De Ridder werd, samen met jongens uit is moeilijk om een voorstelling te maken van Zeeland en Brabant, ingedeeld bij het wat wij daar hebben meegemaakt.’ vijfde bataljon van het derde regiment infanterie. ‘We zijn begin december 1947 Jan de Ridder, in de jaren negentig nauw met de M.S. Sloterdijk vertrokken vanuit betrokken bij de oprichting van het Rotterdam. Er was plaats voor 1600 solda- monument voor Nederlands-Indië bij het ten en 400 man scheepspersoneel. In de Paardenwater, werd in 1927 geboren in Straat van Malakka zijn we overgestapt op Groot-Ammers. Hij is opgegroeid bij z’n een Amerikaans landingsvaartuig. Daarmee pleegouders, die een kaashandel hadden zijn ze de Moesi rivier op Zuid-Sumatra op de Langendijk in Gorinchem. Hij woont opgevaren. En van daaruit zijn we aan land er nog steeds. gegaan.’

De Ridder kreeg z’n militaire opleiding Zuid-Sumatra herbergt een van de meest in de Cort Heyligerskazerne in Bergen ondoordringbare jungles van de wereld. op Zoom. ‘Er werd niet gevraagd of je ‘Daar sta je dan als twintigjarige Neder- misschien iets mankeerde. Iedereen moest landse soldaat, uit Gorinchem. Midden in gewoon naar Indië. Er werden geen uitzon- een volstrekt onbekend gebied. Voor het deringen gemaakt. Er werd ook niet verteld eerst van je leven zie je apen, krokodillen, wat ons daar te wachten stond. Maar we slangen en tijgers. Voor het eerst aten we wisten natuurlijk wel dat we daar niet voor nasi. Wisten wij veel wat dat was.’ de flauwekul heengingen.’ Het bataljon zat op posten in Palembang, Tijdens de opleiding kregen de soldaten vliegveld Taleng, Betoekoe, Oud nog een spoedcursus Indonesisch, weet Wassenaar, plantage Ebenan, Soepat, Babat, Sekajoe en Moeara Taladang. Er > 53 was een demarcatielijn getrokken. Die mocht alleen worden overschreden als het bataljon werd aangevallen door de TNI-troepen van Soekarno. De Ridder: ‘We zaten in de bush met twaalf jongens. ’s Avonds om half zeven is het daar al donker. Om de beurt moest je twee uur wakker blijven om je post te bewaken. De jongens die niet op wacht hadden gestaan, moesten de andere dag op patrouille. Natuurlijk hebben we spannende dingen meegemaakt. Van ons bataljon zijn in totaal negen soldaten gesneuveld. Als je op een meer- daagse patrouille ging, kreeg je heel wat te daar. Maar als je terugkomt van patrouille Jan de Ridder (links) te verwerken. Je moest naar de andere kant en er zijn nare dingen gebeurd, dan sta je midden van strijdmak- van de kali met prauwen. Met gevaar voor daar toch wel heel anders in. Mensen die kers. Zuid-Sumatra, eigen leven, want aan de overkant loerde dat niet hebben meegemaakt, snappen dat november 1948. misschien wel de vijand. Ik spreek niet vaak niet.’ meer over die periode. De mensen zullen het toch niet begrijpen. Die kunnen zich Volgens De Ridder is het een groot geen voorstelling maken wat het betekent misverstand om te denken dat de plaat- om voortdurend op je hoede te zijn. Ik heb selijke bevolking tegen de aanwezigheid minstens anderhalf jaar met een geweer van de Nederlandse soldaten was. ‘Ik durf onder een klamboe gelegen, dag en nacht. te beweren dat 95 procent van de bevolking Als je sliep had je een geweer in je handen.’ ons met open armen heeft ontvangen. De ploppers, het leger van de republiek van NETJES Soekarno, dat was onze tegenstander. ‘Veel mensen hebben nog steeds geen hoge Mannen die door de Jappen waren opgeleid pet op van de Indië-jongens. Die denken dat om tegen ons te vechten met als doel om wij daar alleen maar gemoord hebben. Dat alle Europeanen eruit te krijgen. Ze deden is absoluut niet waar. Wij hebben zoveel niks anders dan hinderlagen leggen.’ mogelijk geprobeerd om het netjes te doen Jan de Ridder en Joop Nugteren uit Oud- Beijerland.

54 < VERGETEN LEGER ‘We worden wel het vergeten leger genoemd. We hadden het gevoel dat we daar waren gedumpt. Ons was verteld dat we binnen een jaar uit en thuis zouden zijn. Het werden bijna drie jaar. Niemand kraaide ernaar. In Nederland heerste een felle strijd: de ene wilde Indië behouden, de andere wilde het overgeven. Het gebeurde allemaal achter onze rug. Wij waren degenen die het vuile werk moesten opknappen. Het heeft 25 jaar geduurd voordat er echt aandacht voor was. We hebben het land moeten overgeven, maar het was niet nodig geweest. Het had allemaal te maken met hogere politiek. De Koude Oorlog was net uitgebroken. De Amerikanen vreesden de opmars van de Russen, ook in Zuid-Oost Azië. Ze wilden zich alvast verzekeren van de steun der plaatselijke bevolking. Aan die belangen zijn wij opgeofferd.’

TERUG IN DE KAASHANDEL De Ridder keerde in mei 1950 terug naar Nederland. In de kaashandel van z’n pleegouders was genoeg te doen. ‘Toen ik zelf thuiskwam, moest ik gelijk weer aan de slag: ‘Zo Jan, nu heb je lang genoeg vakantie gevierd’, werd er gezegd.’ ‘Veel jongens werden bij terugkomst in Nederland met de nek aangekeken. Toen wij thuiskwamen in 1950, hadden de meeste mensen wel wat anders aan hun hoofd. Iedereen wilde werk hebben. Maar voor de meeste jongens De Ridder heeft die kameraadschap later > 55 was er geen werk. De problemen waren ook gezien bij veteranen van Libanon, gigantisch. Over de oorlog werd niet meer Bosnië en Afghanistan. ‘De jongens die gesproken. Niemand snapte het.’ in Libanon of in Bosnië hebben gezeten, hadden veel beter materiaal, begeleiding REÜNIE dan wij. Als ze verkouden waren, werden Pas 25 jaar later werd er voor het eerst ze al met een vliegtuig naar huis gebracht. een reünie gehouden van het bataljon. Dat was er bij ons niet bij. Wij moesten daar Het waren mooie momenten. ‘Je hebt daar overleven. Dat is een heel groot verschil.’ in Indië een kameraadschap opgebouwd, die ik later nooit meer ben tegengekomen. ‘Ik ben in 1978 met m’n commandant Er waren veel dingen waar ik alleen met teruggegaan naar Sumatra. We hebben m’n dienstmaten over kon praten. Anderen toen één van de kamponghuizen bezocht snapten daar niks van.’ waar ons bataljon dertig jaar eerder was

Jan de Ridder (links) aanwezig bij een traditioneel Indonesisch huwelijk. 56 < gestationeerd. We zijn op eigen gelegenheid gegaan, niet met een gids erbij, gewoon met plaatselijke bussen. We zijn overal geweest. We werden met gejuich ontvangen. Dat kun je niet voorstellen, maar het was wel zo.’

MONUMENT De Ridder: ‘In totaal zijn er 150.000 soldaten in Nederlands-Indië geweest. In totaal zijn er ruim zesduizend gesneuveld. Al hun namen staan vermeld op een monument in Roermond.’ Het Fonds van Wapenbroeders heeft zich tien jaar geleden beijverd om naast dit landelijke monument ook plaatselijke monumenten op te richten in alle Nederlandse gemeenten, van waaruit jonge soldaten naar Indië zijn vertrokken.’ ‘In eerste instantie wilde de gemeente Gorinchem er niks van weten. Er waren binnen de raad zelfs geluiden die vonden dat de Indiëperiode een blamage was in de Nederlandse geschiedenis. Daar zijn wij als comité tegenin gegaan. Uiteindelijk is de medewerking er toch gekomen. Ik ben er wel trots op. Beeldhouwer Marcus Ravenswaaij heeft er iets moois van gemaakt.’ ‘In Indië zijn we voor joker geweest’ Wrange gevoelens bij Indië-veteraan Kor Slotboom19

Kor Slotboom lijdt sinds zijn pensionering Toen hij eenmaal thuis kwam te zitten, > 57 aan een posttraumatische stress-stoornis. zonder hobby’s, begon het getob en Een gevolg van de verschrikkelijke raakte hij diep gefrustreerd door de periode in Nederlands-Indië, waar hij gebeurtenissen van weleer. eind jaren veertig actief deelnam aan de politionele acties. ‘Achteraf heb ik wel Kor wordt nu behandeld door deskundige eens het idee dat we daar voor joker zijn psychiaters bij de Bond van Nederlandse geweest.’ Oorlogsslachtoffers. De periodes die hij in het centrum in de bossen van Doorn De politionele acties (1948-1950) hebben verblijft, zijn lichtpuntjes in zijn leven. de Gorcumer voor de rest van zijn leven getekend. ‘Als marinier was je altijd op je hoede. We kwamen daar terecht in een guerrillaoorlog. Het gevaar dreigde steeds van alle kanten. Je kon elk moment van achter worden aangevallen en gedood. Ons was geleerd om je tegenstander altijd twee tellen voor te zijn. Het was man tegenover man. Het was: hij eraan of ik eraan. Die ervaringen gaan je niet in je koude kleren zitten. Natuurlijk is een marinier gehard voor dat soort situaties. Maar je blijft wel mens.’

Nog altijd is Kor angstig, bang als er iemand achter hem zit. Het leidt soms tot schrikreacties. Bij het minste of geringste kan hij agressief worden. Zelfs van het ene op het andere moment. ‘De familie heeft daar ontzettend onder geleden,’ Anthonie Peter de Graaff beaamt zijn vrouw. schreef twintig boeken over de ‘vergeten oorlog’ Tot aan zijn pensionering ging het redelijk en werd zo een spreekbuis goed met Kor. Hij had een drukke baan. voor Indiëveteranen. 58 < Dat geldt ook voor de tweewekelijkse met de boot. Zes weken waren we onder- ontmoetingen in het Gorcumse vetera- weg. De ontvangst was kil. Zonder koffie nencafé. Daar voelt hij zich in elk geval of eten zijn we afgevoerd. Weggebonjourd. Dagboekprent van Flip begrepen. Voor de rest is er nog steeds We moesten zelf maar zorgen dat we ons Peters. Te bewonderen op weinig erkenning voor de veteranen van redden, dat we weer ergens werk vonden.’ een tentoonstelling van de politionele acties. Museum Bronbeek, 2011. ‘Dat begon al, toen ik in 1950 terugkeerde Kor is jaloers op militairen van nu. ‘Ze worden in de watten gelegd. Als ze tegenwoordig drie maanden in Bosnië zijn geweest, krijgen ze een prachtige medaille opgespeld en een vette premie mee naar huis.’ De wrange gevoelens overheersen. ‘Vooral omdat ik het idee heb dat die hele situatie in 1945 al beklonken was. Soekarno riep in dat jaar de onafhankelijkheid uit en de Nederlandse regering wist ervan. Ik heb het idee dat we daar voor joker zijn geweest, voor niks hebben gevochten. Het gevoel dat veel van mijn makkers voor niks zijn gesneuveld. We waren allemaal net twintig, wisten wij wat er allemaal speelde.’

Ook in de jaren vijftig was er een nega- tieve stemming ten opzichte van soldaten die in Indië waren geweest. ‘We werden gezien als moordenaars.’ 3. Liefdadigheid en ondersteuning

De Gorcumse Courant meldt enkele jaren zeerovers uit dit gebied, maar al snel > 59 geleden dat de hoogbejaarde Gorcumer wordt getracht het sultanaat Atjeh onder Hans van Boggelen een ‘opvangtehuis’ te Nederlands koloniaal gezag te brengen en Lombok ondersteunt.20 Hier vinden we te houden. de woning van ‘Moeder Marjan’ die naast haar eigen kroost ook straatkinderen In 1873 landt de eerste expeditie onder opvangt. Van Boggelen zamelt via bevel van generaal-majoor Köhler op de winkeliers kleding, kinderschoenen, kust van Atjeh, ook wel Atchin, om de kousen en vele andere spullen in om het bevolking te tuchtigen en een traktaat tehuis te ondersteunen. Bovendien stuurt te kunnen sluiten. Deze eerste Neder- hij geld voor onderwijs en medische landse inval loopt uit op een deceptie. De zorg van de straatkinderen. Een recent troepen worden vervroegd teruggehaald Soldatenlied over Atjeh. voorbeeld uit een lange geschiedenis van betrokkenheid met Insulinde. In het verleden ondersteunde men natuurlijk de Nederlandse militairen die daar, volgens de Nederlandse regering, een taak te vervullen hadden. Soms ging het echter ook om zuiver liefdadigheid, bijvoorbeeld de inzameling van gelden ter ondersteuning van de getroffenen na de uitbarsting van de vulkanen op Krakatau. Hier passeren er een aantal de revue.

ATJEH In Europa voert Nederland tussen 1839 en 1940 een neutraliteitspolitiek. In de tropen ligggen de verhoudingen anders. Nederland voert van 1873 tot 1914 een langslepende koloniale oorlog in Atjeh (Sumatra). Aanvankelijk wordt deze oorlog gevoerd om de zeevaart door Straat Malakka te beveiligen tegen 60 < wanneer de tegenstand te sterk blijkt en de opperbevelhebber dodelijk getroffen wordt. In Gorinchem wordt op 14 juni een collecte gehouden door het Rode Kruis “ten behoeve onzer in den oorlog met Atchin gewonde dappere krijgslieden.” De krant schrijft hierover: “Overtuigd als wij zijn van den liefdadigheidszin onzer stadgenoten, vertrouwen wij ook, dat bij deze gelegenheid niemand achterwege zal blijven zijne gaven te offeren op het altaar der weldadigheid.” De collecte brengt in ieder geval f 193,06 op, want daarna volgen nog enkele giften. Zo schenkt de vrijmetselaarsloge 25 gulden. De plaatselijke afdeling van het Rode Kruis besluit zelf 200 gulden te voegen bij het gecollecteerde bedrag.21

Na het aanvankelijke echec volgt een tweede expeditie naar Atjeh (1873-1874), waarbij het paleis van de sultan, de ‘kraton’ wordt veroverd. De oorlog wordt als beëindigd beschouwd. Slechts een kleine bezettingsmacht blijft achter en men tracht toenadering te zoeken tot de lokale bevolking. Aangezien deze zich blijft verzetten, volgt soms een offensief militair optreden. Volgens de officiële lijn gaat het om politionele acties en niet om militaire. Atjeh is immers in februari 1874 geannexeerd. Het Gorcumse harmonie- gezelschap ‘Aurora’ geeft op 21 april 1874 een concert ten behoeve van de Na dit bloedbad volgt een nieuwe > 61 gekwetste Nederlandse troepen in Atjeh. imperialistische politiek onder leiding van De zuivere opbrengst van f 110,87 wordt Joannes Benedictus van Heutsz, waarbij gestuurd aan de minister van koloniën.22 elk verzet gebroken wordt. In Nederland Het damescomité van het Rode Kruis wordt hij bekend als de pacificator van besluit in 1877 “geschikte lectuur voor Atjeh en jarenlang door velen als een held zieke en gewonde krijgslieden der zee- en beschouwd. In 1924 wordt er in Gorin- landmacht, in den oorlog tegen Atchin” chem dan ook een comité opgericht om te zenden. Zij verdedigden immers gelden bijeen te brengen om de commis- “Neêrlands eer en belangen.” De redactie sie “tot huldiging van de nagedachtenis concludeert: “Als ieder zijn bibliotheek van generaal Van Heutsz in staat te eens nazie en zende wat hij missen wil, stellen, zijn stoffelijk overschot naar voorwaar dan is het doel bereikt.”23 Nederlandschen bodem over te brengen, hem een gedenkteeken op te richten en Als garnizoensstad voelt Gorinchem zich een fonds te stichten in overeenstemming verbonden met de soldaten die vechten in met de persoon van Van Heutsz.” Voorzit- Atjeh. Zeker als Gorcumse militairen ge- ter wordt burgemeester Gaarlandt, die wond raken of sneuvelen. Zo overlijdt in zelf in Nederlands-Indië gevochten heeft, 1876 majoor F.J.W. Mekern die voorheen terwijl jhr. W.F.R. van Naerssen, jarenlang in Gorinchem woonde.24 Het lijkt er op dat verbonden aan Oud-Gorcum, secretaris men na 1877 de soldaten in Atjeh minder wordt.25 Er gaan lijsten rond waarop men ondersteunt. Mogelijk is men in het kan aangeven hoeveel men wil bijdragen. moederland de slepende oorlog al snel Het feit dat de vader van de generaal beu. Om de rust in Atjeh te garanderen, uit Gorinchem komt zal zeker hebben worden lokale leiders omgekocht met bijgedragen aan het resultaat. Com- opium en geld en ontvangen ze wapens munisten en socialisten verzetten zich fel in ruil voor steun aan het Hollands gezag. tegen de oprichting van het Van Heutsz Eén van die leiders, Teukoe Oemar, valt monument in Amsterdam. Daarin hebben in 1896 de Nederlanders aan waarbij zeer ze groot gelijk, want tegenwoordig zien veel Nederlandse militairen omkomen in we hem niet langer als held. Dat bij de een waar bloedbad. Een collecte blijft in ‘pacificatie’ van Atjeh maar liefst 70.000 Gorinchem uit… inlanders omkwamen, zal hierbij een zekere rol spelen… 62 < Generaal Van Heutsz in zeewater de magmakamer binnendringt, vol ornaat. volgt op 27 augustus een enorme explosie die op meer dan 4.800 kilometer te horen was. Deze eruptie zorgt al voor een enorme verwoesting, maar de tsunami die erop volgt maakt de meeste slachtoffers. Ruim 150 dorpen worden weggevaagd door golven die meer dan veertig meter hoog zijn. Geschat wordt dat zo’n 36.000 mensen het leven laten. Door de enorme hoeveelheid stof die in de atmosfeer terecht komt, daalt wereld- wijd het volgende jaar de temperatuur met 1,2 graden Celsius.

Op 24 oktober wordt in Gorinchem een “soirée musicale et littéraire” gegeven “ten voordeele van de noodlijdenden door de ramp van Krakatau.”26 Het programma bestaat uit muziek en toneel. Deze avond wordt gerecenseerd door de correspondent van de Nieuwe KRAKATAU Gorinchemsche Courant. Hij gebruikt Tussen Java en Sumatra bevindt zich voor het opgevoerde termen als ‘ver- het eilandje Krakatau. Hierop zijn drie dienstelijk’ en ‘boeiend’, maar zijn hart vulkanen, de Danan, de Rakata en de wordt gestolen door de opvoering van Perwubatan. Na 200 jaar gesluimerd te Sneeuwwitje onder leiding van de heer hebben, begint de Perwubatan op 20 Ludwig. Hij schrijft: “De toejuichingen mei 1883 as en rook uit te braken. Al snel die aan de jeugdige spelers ten deel worden ook de andere twee vulkanen vielen, waren dan ook even welgemeend actief en op 24 augustus is een kolom als verdiend. En – de rol leende er zich rook en as al van verre te zien. Er komen dan ook bizonder toe – het slagen was scheuren in de vulkanen en wanneer voornamelijk te danken aan Sneeuwwitje zelve, de koningin en de(n) prins. De jager Uitbarsting van een van > 63 en de dwergen, de hofdames enz., die niet de vulkanen op Krakatau. zoo op den voorgrond konden treden, hebben ook allen uitstekend lief gezongen en gespeeld.” De recensent ziet niet het enorme contrast tussen Sneeuwwitje en de enorme ramp die zich voltrokken heeft in de Indonesische archipel. De avond le- vert f 175 op, terwijl een collecte nog eens f 323,54 opbrengt. De heer Van Andel ontvangt tevens een biljet van honderd gulden als gift van een ingezetene die “volstrekt onbekend wenscht te blijven.” Ter vergelijking, in Leerdam houdt men een collecte en tombola met f. 658,39 als resultaat.27

MINAHASSA Het noordoostelijk schiereiland van Celebes wordt de Minahassa genoemd. In 1655 komt een viertal hoofden uit dit gebied naar Ternate om te praten met vertegenwoordigers van de VOC. gelegentheden getrouwelijk by te staan Men zoekt steun om de Spanjaarden te en te helpen.” Op 10 januari 1929 wordt verdrijven. Die hulp wordt geboden en op herdacht dat de Minahassers 250 jaar hun 10 januari 1679 wordt er een bondgenoot- woord trouw zijn gebleven.28 schap gesloten tussen de VOC en de gezamenlijke dorpshoofden van Menado. Vanwege deze onafgebroken trouw en De Compagnie wordt erkend als “eenig dienstbaarheid aan het Nederlands gezag en eeuwigh opperheer” en ze beloven is het plan gerijpt om uit particuliere gif- “eendrachtelijk en eenpaerliglijk met ten een “nationaal geschenk van blijvende hun goedt, bloedt en uyterste vermogen sociale waarde te geven.” Men denkt aan d’Edele Compagnie in alle voorvallende een sanatorium voor longlijders, want 64 < Via de NIWIN werden Deze gaat snel aan de slag om een plaat- sportacties georganiseerd selijk comité op te richten ter “welslagen om de troepen te van het beoogde doel.” Hierbij denkt de ondersteunen. burgervader aan de lokale afdeling van het Rode Kruis. Dat geeft echter aan dat zij hieraan “bezwaarlijk” kan deelnemen. Men heeft namelijk een grote schulden- last door de aanschaf van een ziekenauto waarvoor men collecteert. Men is bang zichzelf in de vingers te snijden wanneer men tevens zou collecteren voor een ander doel. Zeker omdat men ook al ver- plicht is jaarlijks een collecte te houden ten behoeve van het hoofdbestuur van het Rode Kruis. De secretaresse van de afdeling, mevrouw B. van Straten-Polak, staat sympathiek ten opzichte van het collecteren voor de Minahassa, maar ze kan de burgemeester ook op persoonlijke titel niet helpen. Zij heeft namelijk haar handen vol aan de verzorging van haar jongste zoon die ze tevens helpt bij zijn er heerst zeer veel tuberculose, en een naderend eindexamen. Wel geeft ze de centraal ziekenhuis. Ter realisering van dit namen en adressen van enkele dames die nationale geschenk wordt het Minahassa- de burgemeester kunnen helpen. comité opgericht met koningin-moeder Emma als beschermvrouwe. De commis- Eindelijk komt er schot in de zaak en sarissen der koningin nemen zitting in wordt er een comité gevormd onder het ere-comité. Burgemeesters krijgen voorzitterschap van de burgemeester. dan ook al snel een brief mee te werken Op woensdag 25 september wordt er aan de inzameling. Zo ook burgemeester met gesloten busjes een inzameling Kootstra. gehouden. Deze levert f. 173,71 op. Een tegenvallend resultaat als men bedenkt dat er 150.000 gulden nodig is voor het > 65 sanatorium en 250.000 gulden voor het ziekenhuis. In het naburige Waalwijk haalt men 175 gulden op.29 Deze gemeente telt 9.000 inwoners, terwijl Gorinchem bijna 14.000 inwoners telt.

De inzameling in Nederland heeft ruim 342.000 gulden opgebracht.30 Daarvan is 150.000 afkomstig van ondernemers actief in Indië, 56.000 gulden van personen die in Indië wonen en 136.000 gulden van de verschillende comités in Nederland. Hiervan wordt in 1934 een sanatorium neergezet te Nöongan op 850 meter hoogte. Een groot deel van het ingezamelde bedrag wordt echter belegd. Met de rente wordt de exploitatie geregeld. Van de bouw van een zieken- huis wordt afgezien.

NIWIN Op 21 november 1946 wordt in Den Haag de Stichting Centraal Bureau Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indië (NIWIN) opgericht. Prins Bernard wordt voorzitter van het landelijk comité en minister-president dr. L.J.M. Beel houdt op 14 december een radiorede waarin hij de organisatie warm aanbeveelt bij het Nederlandse volk. De NIWIN heeft als doel- en burgers die verblijven in Nederlands- De NIWIN zorgde stelling het verzorgen en coördineren van Indië. Hierin wordt nauw samen gewerkt ervoor dat de troepen een de gehele welzijnsverzorging van militairen met de ministeries van Oorlog, Marine kerstpakket ontvingen. 66 < en de Afdeling Sociale Zaken van het Gorinchem krijgt, net als veel andere Ministerie van Justitie. In totaal ontvangt plaatsen in de Alblasserwaard en Vijf- de NIWIN ruim 15 miljoen gulden aan heerenlanden, een plaatselijk comité van rijkssubsidies en zamelt 7 miljoen gulden de NIWIN. Op 28 december 1946 wordt in aan particuliere giften. Dit bedrag wordt door gemeentesecretaris Van Kekem – bij gebruikt voor kerstpakketten, het maken afwezigheid van burgemeester Van Rap- van radioprogramma’s en het sturen van pard – mejuffrouw Krol uit Rotterdam films, artiesten en lectuur naar de tropen. ontvangen. Zij is propagandiste van de Eind 1951 wordt besloten tot liquidatie van NIWIN en doet het verzoek tot oprichting de stichting over te gaan. De resterende van een plaatselijk comité. Vervolgens gelden worden verdeeld over liefdadige krijgt Van Rappard een uitnodiging van instellingen. prins Bernard om de “Landelijke NIWIN- Contact Bijeenkomst” op 5 februari 1947 te Utrecht bij te wonen. Aangestoken door het NIWIN-virus organiseert de burgermeester een informatieve bijeenkomst met een aantal “jeugdige actieve personen uit de burgerij.” Op 4 maart komt het tot de oprichting van een plaatselijk NIWIN-comité. Voorzitter wordt huisarts Christiaan van Krevelen van Heteren, terwijl Van Rappard het schone ambt van erevoorzitter gaat be- kleden. In vergelijking met omliggende plaatsen wordt in Gorinchem getreuzeld, waardoor men niet kan deelnemen aan de “cantinewagen-actie” die maart 1947 plaatsvindt.31

De NIWIN schaft namelijk kantinewagens aan voor de troepen. Om geld in te zamelen worden demonstratiekantine- wagens ingezet. Zij zijn voorzien van een bord met deelnemende gemeentewapens waarop een kantinewagen staat met een > 67 en een geluidinstallatie en komen klein onderschrift. Die worden door de vervolgens het goede werk verkondigen schooljeugd verkocht voor een kwartje per en de broodnodige giften inzamelen. stuk. Om deze actie kracht bij te zetten In de Alblasserwaard wordt vanuit de maakt een demonstratiekantinewagen plaatselijke NIWIN-comités een centraal een grande tour door de Alblasserwaard comité gevormd waarin o.a. de burge- en doet veel plaatsen aan. Gorinchem zit meesters van Alblasserdam, Giessendam er niet bij.32 Wel wordt in Gorinchem door en Hoornaar zitting hebben. Op kortst de padvindsters een collecte gehouden mogelijke termijn willen ze een kantine- na afloop van de Oranjefilm in De Doelen wagen aan de Hollandse troepen kunnen die f. 189,99 opbrengt.33 De kantinewagen schenken, waarvoor 11.000 gulden bijeen geschonken door de Alblasserwaard wordt gebracht moet worden. Er komen zegels op 17 maart 1948 met het motorschip

Kantinewagen deelt versnaperingen uit aan de Hollandse jongens. 68 < ‘Johan van Oldenbarnevelt’ verscheept Dat hem eens ’n brief – een pakje – naar Indië.34 Wat verstrooiing wordt gebracht. Kijk – dààrvoor is nu de NIWIN – Het Nieuwsblad voor Gorinchem en Die zorgt voor gepast vermaak – Omstreken ondersteunt actief de Voor ontwikkeling – ontspanning! NIWIN. Er verschijnen artikelen over het Dat beschouwt zij als haar taak. plaatselijk comité, kleine advertenties en bovendien worden verschillende gedich- Gij en ik, die achterbleven ten van Gilles van Helden geplaatst die In ons eigen goede land, het NIWIN als onderwerp hebben. Het Kunnen óók een schakel smeden eerste bevat een regelrechte oproep: In de hechte “NIWIN”-band! Elk van ons doe thans het zijne! STEUNT “NIWIN” Ieder draagt wat steentjes bij! Ver van huis, doen onze jongens “NIWIN” zal ze graag ontvangen, In dat warme land hun plicht. Die van U en die van mij! Beste lezers, lezeressen, Denkt daarover niet te licht. Laat ons allen dus eens denken U zit in uw eigen kamer, Aan de jongens over zee. U heeft daar uw eigen hoek, En beloven wij tezamen: U neemt rustig uw gemakje ’t Is O.K.; ook wij doen mee! Met een krantje of een boek. ’t Werk van NIWIN wordt dan zeker Door ons allen wat verlicht; Maar die jongen in de tropen, Tegenover onze jongens, (Die hier alles achterliet Doen wij dan slechts onze plicht!35 Waar hij zo van was gaan houwen), Heeft het zo gemakk’lijk niet! Het Gorcumse NIWIN-comité beleeft Hij is vaak met zijn gedachten op 5 mei 1947 zijn eerste openbare In dat landje aan de zee, optreden. Op de Grote Markt staat een Talloze herinneringen NIWIN-stand met daarbij een Oudhol- Draagt hij in zijn binnenst’ mee. lands “rad van avontuur”. Voor 50 cent kan men een NIWIN-kaart kopen Deze jongen heeft er recht op, waarmee men kans maakt om “prachtige Dat véél aan hem wordt gedacht; gebruiks- en huishoudelijke voorwerpen” te winnen “die juist in deze tijd een Kleine medaille voor > 69 speciale aantrekkingskracht bezitten.” mensen die acties van de Veel is immers nog op de bon. De NIWIN steunen. Eerste Meerkerkse Geluidsinstallatie J. van Iperen werkt belangeloos mee door via versterkers het “gesproken woord duidelijk hoorbaar” te maken en grammofoonplaten te draaien.36 Op de zaterdag voor Pinksteren wordt er vervolgens een grote NIWIN-collecte gehouden in de stad, waarbij collectrices van deur tot deur gaan. Er moet namelijk ook een Gorcumse kantinewagen komen. In de krant staat dat deze wagen “met de naam ‘Gorinchem’ en het wapen van onze oude Arkelstad NIWIN-insigne en een NIWIN-armband. onze jongens zal tonen, dat men ook in Zij zullen dienst doen als “Marva’s aan Gorinchem zegt: Oké. Wij leven mee, het thuisfront.” Vereist is een gezond met de jongens overzee!”.37 Tevens gestel, een opgewekt humeur, doorzet- worden er ijsjes verkocht voor het goede tingsvermogen en een warm hart voor doel. De actie bracht maar liefst 3.800 de jongens overzee. Het worden 28 gulden op.38 Daarna is er op Volksweer- meisjes, waarover Gilles van Helden het baarheid een voetbalwedstrijd tussen volgende dicht: belastingambtenaren en personeel van Gorcumse banken. De recette gaat naar de NIWIN, maar het aantal toeschouwers valt tegen.39 In de Alblasserwaard wordt ook gebridged voor de NIWIN.40

In september verschijnt er een opvallende advertentie in de krant.41 Het Gorcums NIWIN comité zoekt “NIWINmeisjes”. Zij ontvangen een MEISJES In de krant van 6 oktober 1947 verschijnt 70 < Holland heeft veel mooie meisjes, een zorgwekkend bericht. Er is een actie Dat is algemeen bekend, begonnen voor kerstpakketten voor de En ook Gorcum is, dat weet U, troepen. Na een week actievoeren staat Met z’n meisjes knap verwend. de Gorcumse teller slechts op 73 ondanks Stoute meisjes…, lieve meisjes… posters, etalages die aandacht vragen Meisjes die romantisch zijn, voor de actie en berichten in de krant. In (Die zo graag nog zalig dwepen Arkel zijn er al 125 pakketten en in Slie- In het park bij maneschijn). drecht zelfs 1.097. Er moet duidelijk een Nuchtere… moderne meisjes… tandje worden bijgezet. Uiteindelijk komt Grote, kleine, dun en dik… men op 300 kerstpakketten. Een jaar later Meisjes die vertrouwd geraakt zijn blijkt er opnieuw weinig animo te zijn. Met de lip- en hockeystick. In het Nieuwsblad voor Gorinchem en Meisjes, deugdzaam en bescheiden… omstreken van 11 oktober 1948 wordt Lief, aanvallig, zacht en kuis, melding gemaakt van het feit dat 150 Die een grote taak verrichten jongens uit Gorinchem twee jaar lang Aan ’t fornuis bij moeder thuis. hun plicht vervullen. De NIWIN afdeling Gorinchem vraagt slechts 40 meisjes om, Máár… nu zijn er ook nog meisjes, als waardering voor de prestatie van deze Tot voor kort nog onbekend, mannen, zich enkele uren beschikbaar En daarop heeft – ‘k ben er trots op – te stellen voor de verkoop van coupons Gorcum nu eens het patent. ten bate van de Kerstpakketten-actie. Het zijn heel bijzond’re meisjes, Natuurlijk verwacht men een stormloop Waar nog nooit van werd gehoord, van enthousiaste jongedames, die direct Maar zij komen zonder twijfel bereid zullen zijn mee te helpen. Het Spoedig krachtig aan het woord. resultaat is echter vijf meisjes, waarna een Acht en twintig “NIWIN”-meisjes, nieuwe oproep volgt.43 Met hun allen jong en sterk, Werpen zich, vol van ambitie, Bij het Distributiekantoor verschijnt Op het mooie “NIWIN”-werk. begin 1948 het NIWIN-lectuurhuisje.44 “NIWIN”-meisjes in ons stadje, Hier kan men in een speciale brievenbus Voorbeeld voor het hele land! tijdschriften en boeken werpen voor de ZWAKKE vrouwen, STERKE schakels jongens overzee. Deze lectuur moet een In de hechte NIWIN-band.42 algemeen karakter dragen volgens de krant. Het NIWIN-lectuurhuisje is niet De soldaten in Indonesië denken daar meteen een succes, waardoor Gilles van mogelijk anders over. Stoottroeper Gerit > 71 Helden nogmaals in de pen klimt: Kooij klaagt vanuit Palembang: “Tijdens de Duitse bezetting heeft onze ontwikke- OP DE MARKT… ling al een knauw gehad. Wanneer krijgen Op de Markt daar staat een huisje… we eens de gelegenheid om ons te gaan Niet te koop en niet te huur… voorbereiden op de taak die ons wacht Maar geschikt – (en daartoe dient het) – in de burgermaatschappij? We worden Voor het bergen van lectuur! begraven onder krantjes en kranten met Boek en tijdschrift, maand- of weekblad, chauvinistische zwamverhalen. Iedereen Gooit U er maar rustig in, is er zo ongeveer beu van, maar waar blijft Want de inhoud van dat huisje de vakliteratuur of een vakcursus?”46 Is bestemd voor de “Niwin”. Onder NIWIN-vlag worden er tot en met Op de Markt daar staat een huisje… 1951 vele acties gevoerd in Gorinchem. Als een schakel in de band, Zo kan men bijvoorbeeld bij Versteeg’s Die de jongens in de tropen radiohandel een wedstrijdkaart kopen, Bindt met ’t verre vaderland. waarvan de opbrengst gaat naar de Laat dit huisje gauw te klein zijn… NIWIN.47 Men kan op deze kaart invullen Waarde lezers, doet Uw best! hoeveel radio-onderdelen in de etalage Schenk lectuur voor onze jongens, liggen en zo mooie prijzen te winnen. “Niwin” zorgt wel voor de rest! Verschillende toneelstukken worden op- gevoerd, waarvan de recette gaat naar de Op de Markt daar staat een huisje… NIWIN, bijvoorbeeld het blijspel ‘Zand en Hebt U het nog niet gezien? klei’ door de HBS-club. Unitas speelt een Of bent U – (het is te hopen) – wedstrijd tegen het Arnhemse Vitesse.48 Nu al vaste klant misschien? Het Gorcumse NIWIN-comité heeft juni De lectuur die U geregeld 1948 de beschikking over 7.000 gulden. In dat huisje deponeert, Hiervan wordt een radio-installatie Wordt door Nederlandse jongens gekocht die gaat naar het William Booth Uitgespeld – èn – gewaardeerd!45 Hospitaal in Soerabaja. Tevens gaan vele sportartikelen naar Nederlands-Indië.49

72 < Vele honderden (kerst-)pakketten en ‘rimboekisten’ voor de buitenposten worden vanuit Gorinchem naar de tropen gestuurd. Geregeld worden door soldaten brieven gestuurd om te bedanken voor de gulle gaven. Zo wordt geschreven: “Wij waarderen ten zeerste wat de NIWIN voor ons doet, vooral in deze voor ons niet gemakkelijke tijd. Wij doen onze plicht echter voor het vaderland en het moet, dus wij doen het.”50 Dat de pakketten toch

Frontcabaret, vaak uitgezonden door de NIWIN. niet altijd in goede aarde vallen, blijkt uit spreken in restaurant Merwezicht over > 73 de herinneringen van Indiëganger Piet doel en werking van de vereniging. van Beers.51 Hij schrijft: “Ik ontvang een Er wordt besloten een lokale afdeling pakketje van het NIWIN en later nog een van deze vereniging op te richten.52 De van thuis met de gebruikelijke inhoud van vereniging kent een vijftal doelstellingen: filmrolletjes, schoensmeer, pepermunt 1. Het bespreken van de sociale en en een blik haring in tomatensaus. Mijn economische belangen van de leden makkers die in de feestelijke gaven met overheidsinstanties; meedelen, lachen zich het apelazarus als ze 2. Het leggen van een nauw contact dat zien. Met vis word je hier doodgegooid. tussen de leden onderling; Er is zelfs een lied dat wij elke dag wel een 3. Het bevorderen van het contact tussen keertje zingen als we ‘goeie zin’ hebben. Ik de leden en hun mannen, zoons en citeer: verloofden in Indonesië; 4. Het herstellen van het verbroken Hoe heerlijk is het toch, gezinsverband het vaderland te dienen 5. Het geven van voorlichting aan Met elke dag die vis, vrouwen die voornemens zijn naar droog brood en margarine Indonesië te vertrekken.53 Wij vinden het niet erg, hier in dit land te wonen Zo wordt er een filmavond en een In Holland waren we van Sinterklaasavond georganiseerd voor de honger omgekomen” kinderen van uitgezonden militairen en zijn er verschillende contactavonden voor BAND NEDERLAND-INDONESIË de leden. Elke Gorcumse militair ontvangt Naast de NIWIN houdt ook de vereniging op zijn verjaardag een felicitatiebrief, Band Nederland-Indonesië zich bezig met terwijl de familie van de militair een bosje de troepen overzee. Van deze vereniging bloemen krijgt. Wanneer een militair te- zijn lid ouders, vrouwen en verloofden rugkomt worden er ook bloemen bezorgd van naar Indië uitgezonden militairen. en volgt een bezoekje van het bestuur van Anders dan de NIWIN zijn zij ook gericht de afdeling. De leden van de Band vinden op de thuisblijvers. Op 20 december 1946 elkaar verder in het organiseren van een komt mevrouw Erné, voorzitster van bazaar, het collecteren voor de jongens in het Provinciaal Bestuur Kring Utrecht, de Oost en het verzorgen van Sinterklaas- 74 < pakketten voor de militairen. De NIWIN en 200 maal draaien.” De meeste militairen de Band Nederland-Indonesië liggen dan moeten de boodschap dan wel uit hun ook nauw in elkaars verlengde.54 hoofd geleerd hebben. De Band ontvangt vele brieven met dankbetuigingen. Wel De Band organiseert verder de opname geven militairen aan dat het soms moeilijk van grammofoonplaten.55 Voor f. 4,50 is een grammofoon te vinden. En als ze kunnen familieleden zes minuten spreken, er dan een vinden dan kan de veer kapot één plaat aan beide zijden precies vol. De zijn, waardoor ze de schijf met hun vinger NIWIN en de Band volle platen worden vervolgens gestuurd moeten rondduwen om wat te horen. Nederland-Indonesië aan het Departement van Oorlog, dat zorgden ervoor dat zorg draagt voor bezorging bij de betref- Ook van de zijde van de gemeentelijke de militairen nieuws fende militair in Indonesië. Opgewekt overheid is er aandacht voor onze jongens. kregen van het meldt de krant: “met sleepnaalden kun- Geflankeerd door de landelijke voorzitter thuisfront. nen de militairen deze platen ongeveer van de Band, een kapitein, bezoekt burge- meester Van Rappard een avond waarop hij enkele gerepatrieerden verwelkomt die overzee rust en orde hebben hersteld en nu rap hun normale arbeid dienen te hervatten. Zelf wordt de burgemeester voorzitter van het Demobilisatiecomité, waarin de Band is vertegenwoordigd. In 1950 is het tijd voor officiële recepties voor alle ruim tweehonderd overlevenden. De chef militaire zaken van de gemeente bezoekt ondertussen als secretaris van het comité het thuisfront met de hoop op behouden thuisvaart na soms wel drie jaar afwezigheid.56 Oude herinneringen ophalen verveelt nooit

Kees Koning (alias King) is in 2002 de Kees Koning, 2011. > 75 oprichter van het Veteranencafé. Hij heeft van 27 juni 1955 tot 27 juni 1963 gediend bij de Koninklijke Marine, vanaf 1956 bij de Onderzeedienst. Van oktober 1961 tot november 1962 werd hij uitgezonden naar Nederlands Nieuw-Guinea.

Kees vertelt gepassioneerd over het Veteranencafé: ‘We zijn begonnen in de Elzenhof in Dalem, maar al gauw werd Hotel Gorinchem onze vaste stek. We komen daar elke eerste zaterdag van de maand bijeen.’ Het zijn hoofdzakelijk mannen die hebben gediend in Nederlands-Indië, maar ook Unifil-soldaten en Bosnië-veteranen.’ Burgemeester Piet IJssels in gesprek ‘Er komen zo’n veertig, vijftig mensen. En met veteranen. echt uit de wijde omtrek, zelfs uit Den Haag en Rotterdam. Op zo’n zaterdagmiddag hebben we geen programma. De mannen vinden het fijn om onder gelijkgestemden te zijn. Je deelt als veteranen per slot van reke- ning toch dezelfde soort ervaring, dezelfde soort spanning, dezelfde kameraadschap. Dat wordt niet altijd hardop uitgesproken, dat weet je gewoon.’ Veel van de veteranen zouden hun maandelijkse uitje voor geen goud willen missen. ‘Oude herinneringen ophalen verveelt nooit.’ In de voetsporen van oma Riek

76 < Fotografe Annelies Damen reisde in Indische verleden in bijzondere beelden oktober 2010 een maand door Java en Bali. had vastgelegd. Verder zijn in het boek 31 Ze bezocht de plekken die zo belangrijk reisfoto’s te zien. ‘Ik wilde de geuren ruiken waren geweest voor haar oma Riek. en de kleuren zien waar oma over vertelde,’ Het werd een mysterieuze reis naar het zegt Annelies, die een studio heeft in verleden en resulteerde in een expositie Amsterdam. ‘Ik reisde naar de theeplanta- in het Gorcums Museum en een fotoboek: ges van Sukabumi, waar ze geboren is. En ‘Indië was ons paradijs’.57 naar Surabaya, waar ze haar gelukkige jeugd had doorgebracht. Ik heb Malang en de Annelies verweefde oude zwart-witfoto’s bergdorpen ten zuiden van Malang bezocht, van oma, gemaakt met een originele waar oma haar huwelijksreis heeft beleefd. Leika, in poëtische kleurenopnamen. En ook was ik in Yogyakarta, waar ze in de Toen oma overleed op 96-jarige leeftijd oorlog een tijdje heeft gewoond. Maar ik heb ontdekte Annelies dat haar grootvader ook de Bromo beklommen, net als oma 65 als verdienstelijk amateurfotograaf het jaar geleden.’

ZORGELOZE JEUGD Oma Riek had een zorgeloze jeugd in Surabaya. Haar moeder runde een bloemenbusiness om haar 5 kinderen een goede jeugd en scholing te geven na het overlijden van haar man. ‘Het leven was een mooi feest’, zegt haar kleindochter. ‘Oma ging veel uit met haar vriendinnen, broers en zussen en er werd veel gedanst.’ In 1937 trouwde ze met Bert Carli, ook een Indische Nederlander, deels van Italiaanse afkomst. Het gezin werd al snel verrijkt met twee kinderen: Jan en Ellen. Er gloorde een mooie toekomst. Maar het prachtige leven werd ruw verstoord door Maria Cornelia Coomans de bezetting van de Japanners in 1942. (Oma Riek). Bert werd gevangen genomen en moest werken aan de Birmaspoorlijn. Ook Riek werden Bert en Riet herenigd in Bangkok. > 77 kwam uiteindelijk met de kinderen in een Na een periode in Bangkok verhuisde het kamp terecht, nadat ze zich schuil had gezin Carli-Coomans terug naar Surabaya, gehouden in Yogyakarta. Na de oorlog waar Bert aan het werk ging voor De

Op vakantie in Nederlands-Indië. 78 < Nederlandsche Handelmaatschappij. Er ‘Ze zaten met z’n allen in een kleine ruimte. werd nog een derde kind geboren: Josien. Maar ja, niemand had het breed in die tijd. Ook Nederland had een oorlog achter de Na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 rug. Wat opvalt is de kracht die mijn oma verslechterde het leven van de Indische uitstraalde: ze had de spirit om er iets van te Nederlanders. In 1956 kwam oma Riek maken. Zoals zoveel mensen uit Indië.’ met haar man en twee dochters naar Nederland (zoon Jan studeerde al in INSPIRERENDE VROUW Nederland). Annelies: ‘Met een paar koffers Annelies was dol op haar oma. ‘Oma was en haar herinneringenstapte oma aan boord voor mij een originele, krachtige en inspire- van de Willem Ruys, verder heeft ze alles rende vrouw. Ze reisde met ons gezin mee achtergelaten in Surabaya.’ Het was niet de hele wereld over tot haar 95e. Ze las veel makkelijk, die eerste tijd. Het gezin werd boeken en wist precies wat er gebeurde in opgevangen in een pension in Hilversum. de wereld. Ik bewonderde vooral haar spirit.

Huwelijk van Riek met Bert Carli, 1937. Met het schip terug naar > 79 het moederland.

Het was echt een vrouw van de wereld en leven in het Jappenkamp: ‘Tegenover haar dat vond ik mooi aan haar. Ze was nergens kinderen heeft ze er nooit iets over gezegd. bang voor.’ Bij oma thuis waren er altijd de Het was te dichtbij. Toen ze met haar kinderen heerlijke Indische hapjes en zelfgemaakte naar Nederland kwam, had ze wel wat anders sambal en altijd iets lekkers bij de thee, aan haar hoofd. Ze moest een heel nieuw zegt Annelies. Ze vertelde prachtig over leven opbouwen in een koud vreemd land. haar jeugd in Indië. ‘Ze wist zich vooral Tegenover mij en mijn jongste broer is ze er wel de geuren en kleuren te herinneren. Als over begonnen. Blijkbaar is het makkelijker ze erover sprak, kreeg ze van die echte als je een generatie overslaat. Ik weet dat ze pretoogjes.’ Annelies heeft de gesprekken in het kamp stokslagen kreeg, dat ze naar de opgenomen op band. ‘Ik was vooral gevangenis moest omdat ze naar de radio geïnteresseerd in die oude koloniale tijd: hoe had geluisterd.’ Tot het eind van haar leven was mijn oma opgegroeid en wat deed ze? is oma Riek de Japanners blijven haten. Hoe leefde ze? Waren er veel bedienden? Annelies: ‘Alles wat uit Japan kwam, werd Waar ging de familie naartoe op vakantie? geboycot. Ze wilde er helemaal niks mee te Welke talen sprak oma?’ maken hebben. Koop maar een apparaat van Philips, zei oma dan.’ JAPANNERS Oma Riek vertelde Annelies ook over het 4. Indisch staal

80 < Op 26 november 1884 wordt een contract in de Indische archipel door de in 1881 gesloten tussen de minister van koloniën opgerichte machinefabriek. Er zullen er en de firma De Vries Robbé & Co.58 De vele volgen. Gorcumse machinefabriek zal leveren “het ijzerwerk en den hardsteen voor In 1900 begint de firma een adverten- loodsdeuren en wegafsluitingen ten tiecampagne in de “Indische Mercuur”, dienste der Staatsspoorwegen op Java” die zijn vruchten afwerpt. Verschillende voor 3.100 gulden. Op Midden-Java komt constructiewerken worden vóór de Eerste namelijk een spoorlijn tussen Cicalengka Wereldoorlog uitgevoerd. Het gaat hierbij en Yogyakarta. Charles Theodorus Stork vooral om overkappingen van loodsen, en Hendrik von Glahn, de laatste als bijvoorbeeld de locomotievenloods te ingenieur verbonden aan de fabriek van Soerabaja, verschillende havenloodsen de gebroeders Stork, staan borg voor van de Koninklijke Pakketvaart Maat- deze transactie. Dit is de eerste levering schappij en een kolenloods in Tjilatjap.59

W. de Vries Robbé aan boord van de Tambora, op reis naar Nederlands-Indië, 1912. Lindeteves-Stokvis (L.T.S.) treedt op als hij in dienst bij Lindeteves Stokvis en > 81 de vaste handelsvertegenwoordiger van houdt kantoor in Semarang aan de Pieter De Vries Robbé in Indië. Als handelsfirma Sijthofflaan nr. 1.60 heeft zij verschillende kantoren in de Indische archipel, waardoor zij veel De directie stuurt Constandse in 1913 kennis heeft over de Indische markt. een verhelderende brief: “dat gij het idee In 1911 neemt de export naar Indië een maar uit het hoofd moet stellen, dat wij grotere vlucht. Aanleiding voor Willem op den duur een eigen agentschap in Indië de Vries Robbé zich te gaan oriënteren zouden oprichten. Wij zullen dit nooit op de mogelijkheden in dit deel van het doen, tenzij door nood gedwongen, en Koninkrijk. Hij onderneemt in 1912 zelf zijn nu in ieder geval door ons contract een reis naar de Oost. Machiel Constandse met L.T.S. gebonden, om deze firma krijgt de opdracht van Indië een succesvol loyaal te behandelen. Bovendien zijn afzetgebied te maken. Hiertoe treedt de kosten voor een afdoende eigen

Staalconstructie van de houtloodsen van de Janvaansche Bosch Exploitatie Maatschappij, 1913. 82 < Kantoor De Vries Robbé & Co te Semarang (voor 1937).

vertegenwoordiging in Indië te hoog…” een kleine werkplaats. Hier vervaardigt En Constandse wordt op het hart gedrukt men onderdelen die soms blijken te “dat Batavia niet te veel gaat maken en ontbreken in de uit Gorinchem gekomen vooral oppassen, dat Batavia niet te vlug zendingen. Daarnaast kan men hier kleine zegt: Er is geen tijd om het uit Europa te staalconstructies vervaardigen. betrekken. Wij kunnen tegenwoordig zeer vlug leveren.”61 De productie voor de Nederlands-Indische markt valt grotendeels weg na het uitbre- Bij grootschalige opdrachten vervaardigt ken van de Eerste Wereldoorlog. Maart men namelijk onderdelen in Gorinchem 1917 keert Constandse terug in Gorinchem, en verscheept deze in gedeelten naar maar een jaar later wordt hij al weer Indië. Daar worden deze delen, als ware uitgezonden als hoofdvertegenwoordiger het een IKEA bouwpakket, met schroef- naar Indië. Na de Eerste Wereldoorlog bouten gemonteerd tot een geheel. Deze begint een ongekende bloeitijd. Al snel is montage gebeurt hoofdzakelijk door er 120 man inlands personeel werkzaam. inheemse werkkrachten. In Semarang Tevens werken er in 1924 negen Europese krijgt De Vries Robbé de beschikking over technici en vier Europese hoofdmonteurs.62 Interieur van het kantoor > 83 van De Vries Robbé & Co te Semarang, 1927.

Er worden staalconstructies gemaakt voor Tijdens de economische crisis in de havenloodsen en thee-, koffie-, suiker- en jaren dertig is het ook een moeilijke rubberfabrieken. Op Madura worden maar tijd in Nederlands-Indië. Bedrijven als liefst 25 zoutpakhuizen gemonteerd. Het De Vries Robbé en Lindeteves-Stokvis kantoor in Indië wordt langzaam zelfstan- hebben moeite het hoofd boven water diger.63 Steeds grotere onderdelen worden te houden. Lindeteves-Stokvis is zowel in Semarang vervaardigd en men sluit een handelsfirma als een industriële contracten af zonder het hoofdkantoor onderneming. Ze houdt zich ook bezig te consulteren. In Gorinchem begint men met constructiewerk. Op 5 december talloze stalen ramen te produceren voor 1936 komen de heren A.A.C. de Vries de Indische markt. Hierbij wordt De Vries Robbé en C.J. Eeuwens voor de notaris Robbé geholpen door de beeldtelegrafie. in Amsterdam. De eerste als directeur Werktekeningen worden vanuit Gorin- van De Vries Robbé & Co., de laatste als chem naar Semarang gestuurd. Daar kijkt directeur van de te Semarang gevestigde men of de tekening overeenkomt met de N.V. Nederlandsch-Indische Maatschappij wensen van de klant.64 tot voortzetting der zaken van der Linde & Teves en R.S. Stokvis & Zonen Limited. 84 < en handelsactiviteit in de Oost zonder dat ze elkaar gaan beconcurreren. Bij elkaar kwamen de “voortreffelijke naam en organisatie” van De Vries Robbé en “de groote en uitmuntende organisatie” die Lindeteves-Stokvis in Indië heeft. Voor de Tweede Wereldoorlog wordt al een aantal interessante projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld de brug over de Serang (Java).66

WERKWIJZE In het personeelsblad van 1941 wordt stil gestaan bij het verschil tussen de werk- wijze in Indië en Nederland.67 Men maakt in Indië minder gebruik van hijswerktui- gen. Doordat er geen sneeuw valt kan Havenloods N.I.S.E. in Opgericht wordt een vennootschap met Soerabaya, 1929. de naam N.V. Constructiewerkplaatsen De Vries Robbé-Lindeteves met een kapitaal van 1 miljoen gulden verdeeld in 100 aandelen, waarvan elke partij 50 aandelen krijgt. Door beide bedrijven worden ingebracht verschillende kantoor- gebouwen, pakhuizen en werkplaatsen. Verder worden zaken geregeld als inkoop van ijzer, adverteren en personeel. De hoofdleiding van het bedrijf in Semarang wordt opgedragen aan de heer Groene- veld, terwijl de heer Wats optreedt als Staalskelet van de mede-administrateur.65 Deze fusie komt theefabriek Bah Boetong tot stand door de wens van beide firma’s op Sumatra, 1930. om te komen tot een grotere productie men lichter bouwen, minder belasting, en wind en koude te beschutten. Op een > 85 doordat men beschikt over meer ruimte schaduwrijk plekje onder een boom is het, houdt men het sneller bij laagbouw. Daar gehurkt zittende, voor den inlandschen komt bij “omdat de werkkrachten in de werkman, hetzij toekang of koelie, heerlijk tropen veel goedkooper zijn dan in ons rusten en schaften. Tegen schafttijd land, is het veelal niet loonend om van zorgen de wandelende warongs, dat zijn mechanisch aangedreven hulpwerktuigen draagbare etensstalletjes, wel dat ze op gebruik te maken. Men maakt gebruik van zo’n plekje present zijn om hun klanten te buismasten en handlieren. bedienen met een portie rijst, geoffreerd in een op listige wijze samengevouwen In Nederland maakt men bij de montage blad van den pisangboom, overgoten met gebruik van een transportabele keet. In een sterk gekruid sausje en daarbij een Indië “behoeft men zich niet tegen guren stukje vleesch of gedroogde visch. Dit

Werknemers van De Vries Robbé & Co. Centraal staan de blanke Nederlan- ders en daarom heen de inlandse arbeidskrachten, rond 1920. 86 < schijnt, geconsumeerd met de vingers, Volgens de schrijver van het artikel “is de heerlijk te smaken.” Voor het opbergen werkprestatie van den inlandschen werk- van gereedschappen, tekeningen enz. man niet zo groot als van den Hollander; bouwt men een keet uit bamboe die na af- daartegenover staat, dat het loon van den loop wordt verbrand of achtergelaten. Een eerste hoogstens een vierde deel van dat monteur die in Holland de transportabele van den laatste bedraagt; de prestatie keet heeft gezien, wil die ook introdu- is echter niet in dezelfde mate minder.” ceren in Indië. De keten komen er maar Vertragingen in de montage hebben in beantwoorden niet aan hun doel. Als het Nederland een veel nadeliger invloed montagewerk op afstand moet gebeuren op de totaalkosten vanwege het hoge dan zijn de vervoerskosten van een ijzeren loonpeil. Het montagepersoneel in Indië keet een veelvoud van de bouw van een bestaat uit de ‘mandoer’, de ‘toekangs’ bamboekeet, bovendien blijken de ijzeren en de ‘koelies’, overeenkomende met in Beitserij van De Vries exemplaren oneindig veel warmer. Ook Holland de monteur, de hulpmonteurs en Robbé-Lindeteves, voor de bouw van steigers maakt men de hulparbeiders. Bij een belangrijk werk is ca 1940. gebruik van bamboe. een Europees monteur aanwezig, anders wordt het toevertrouwd aan een man- doer, die wel regelmatig een Europeaan van het kantoor of een Europees monteur op bezoek krijgt.

Net als in Holland krijgt de monteur in Indië een kostgeldtoelage, daar eetgeld genaamd. Het montagepersoneel krijgt verder vaak vrije huisvesting zonder voeding als het werk plaatsvindt ver van het kantoor. Tevens kunnen een of twee monteurs hun vrouw meenemen wanneer het werk lang duurt. Deze dames zorgen dan voor de werkploeg, waardoor er een kleine gemeenschap ontstaat.

Bij aanvang van de montage vindt een ‘slamantan’ plaats. Hierbij wordt een > 87 dier geslacht, waarbij de kop begraven wordt bij het bouwwerk. Dit gebeurt in aanwezigheid van de werklieden en de ‘pengoelak’, een imam, die met gebeden de zegen over het werk afsmeekt. Dit alles om de geesten gunstig te stemmen. Daarna volgt een feestelijke maaltijd. Op het gebied van sociale voorzieningen is er ook een groot verschil tussen Nederland en Indië. Zo kent men geen ouderdomspensioen in Nederlands-Indië, maar wordt er in 1941 wel een ongeval- lenwet ingevoerd die zorgt voor financiële ondersteuning bij invaliditeit. Aan ouder- domspensioen is minder behoefte, want Tijdens de Japanse bezetting worden de Ramenwerkplaats De “de inlander” kent een sterk ontwikkeld (Indo)Europeanen overgebracht naar Vries Robbé-Lindeteves, sociaal gevoel. Bij ziekte of ouderdom is er kampen. Het bedrijf te Semarang sluit dan circa 1940. altijd de familie om op terug te vallen. waarschijnlijk zijn deuren. Over deze peri- ode is echter zo goed als niets bekend. Om 20 juli 1939 is een zwarte dag voor de inzicht hierin te krijgen is vervolgonderzoek firma De Vries Robbé-Lindeteves.68 De noodzakelijk. Mogelijk bieden archieven bij chef van de werkplaats, de heer J.H.B. het Nationaal Archief uitkomst. Wieche, wordt vermoord door een zekere Kasmoe. De laatste is in dienst van een WEDEROPBOUW aannemer en is die ochtend ontslagen. Hij Na de Japanse bezetting opent De Vries wacht de heer Wieche op voor het kantoor Robbé-Lindeteves in Semarang weer de om verhaal te halen. Met een grasmes deuren. In het personeelsblad van De brengt hij ernstige verwondingen toe aan Vries Robbé vinden we hierover weinig het dijbeen, waarbij de slagader wordt terug. November 1953 gaan Indonesische getroffen. De heer Wieche wordt nog naar arbeiders tijdens de uitbetaling van de het ziekenhuis gebracht, maar sterft als lonen drie Nederlandse employees te lijf. Ze gevolg van het bloedverlies. zijn het niet eens met de beslissing van de 88 < die onder leiding van de heer Wats zullen vertrekken naar Balikpapan (Borneo). Zij vertrekken op uitnodiging van de British Petroleum Maatschappij (BPM). In het personeelsblad staat: “Behalve de financiële genoegdoening, ligt er ook een voldoening in, om aan de wederopbouw van Nederlands-Indië te kunnen meewer- ken, omdat daarmede zozeer het herstel van ons land samenhangt.” Vanuit Rot- terdam vertrekken ze op het vrachtschip “Kota Baroe” met 500 passagiers, allemaal bestemd voor ondernemingen in Indië. Onder het zingen van het Wilhelmus worden de trossen losgegooid en begint Bedrijfsterrein De Vries- Indonesische Commissie voor Arbeidsge- de reis. Na drie weken doet men Sabang Robbé-Lindeteves, schillen van het ministerie van arbeid over (Pulau We) aan, waar men eindelijk de 15 september 1949. de arbeidsvoorwaarden. Aanvankelijk leidt benen kan strekken. Men kijkt zijn ogen uit, de onvrede tot een “langzaam-aan-actie”, vanwege de overweldigende plantengroei. maar na het geweld besluit de directie de Maar men ziet ook voor het eerst “de poorten van de werkplaatsen te sluiten.69 wonden, welke de oorlog met Japan aan In 1956 zouden er bij De Vries Robbé- Indië heeft toegebracht.” Na een tocht van Lindeteves te Semarang ongeveer 800 31 dagen meert het schip af te Tandjung mensen werkzaam zijn geweest. Vanuit Priok, de havenstad bij Batavia. Vandaar Gorinchem vertrekt veel technisch perso- gaat de reis naar Borneo. Enkele medewer- neel naar Borneo en Nieuw-Guinea. Hierbij kers van De Vries Robbé vliegen met een is geen sprake van de dochteronderneming propellervliegtuig naar Indonesië.71 op Java. We volgen deze wederopbouw- werkzaamheden op beide eilanden.70 Aangekomen wordt men ondergebracht in een eenvoudige en primitieve behui- In de Rotonde komt op zaterdag 2 zing. Deze wordt ervaren als “prettig en augustus 1947 een bont gezelschap bijeen. luchtig.” Hierover wordt gerapporteerd: Het betreft een groep elektrische lassers “Als het regent en ’t waait erbij, dan hebben we wel eens wat last van lekkages > 89 en regeninslag, maar erg is het niet en water geeft in Indië koelte.” Men treft het volgende aan: “Het was een aaneenscha- keling van verbrande en geëxplodeerde tanks, fabrieksgebouwen, installaties, pijpleidingen en totaal verwoeste huizen, kantoor-, dienst- en recreatiegebouwen niet alleen langs de circa 8 km lange kustlijn en tot ver in het aangrenzende heuvelterrein, maar ook op de ca 60 km en ca. 100 km verwijderde boorterreinen Sambodja en Louise met bijna al haar vernielde boorputten, torens en wat diameter van 36 meter en een hoogte 12,80 Montage van de daar bij hoort. Naar een uiterst ruwe meter. De olieboringen, na de capitulatie Elektrische Centrale van schatting bedraagt de totale hoeveelheid van Japan weer opgestart, maken dat de British Petroleum ijzerschroot circa 75 tot 100 duizend met grote spoed dergelijke tanks worden Maatschappij te Balikpa- ton.”72 Er is een bioscoop en er worden een neergezet. Ook in 1949 worden tanks pan, 1950. voetbalclub en een biljartclub opgericht.74 neergezet in Nieuw-Guinea, maar nu in de binnenlanden.74 Tanks en pijpleidingen te De monteurs kunnen aan het werk, aan- Balikpapan, 1950. vankelijk zonder eigen gereedschappen. Uit Gorinchem is het staalwerk aangekomen voor een gebouw en de fundering is al bijna gereed. Men gaat aan de slag en al snel kan men melden: “Zelfs de kanteldeur hangt er reeds in en kantelt al, zoals een kanteldeur kantelen moet.” Al snel gaan monteurs ook naar Sorong (Nieuw-Guinea). In opdracht van de BPM worden daar vijf elektrisch gelaste tanks gemonteerd, waarvan vier een diameter hebben van 24 meter en een hoogte van 12,60 meter en één zelfs een 90 < Onder druk van de VS vindt op 27 decem- In 1956 verbreekt Soekarno de Unie ber 1949 de soevereiniteitsoverdracht met Nederland als het moederland plaats aan Indonesië. Een geplande weigert de Indonesische soevereiniteit unie tussen de Verenigde Staten van over Nieuw-Guinea te erkennen. Indonesië en het moederland komt niet Nederlandse bedrijven worden daarna echt van de grond. Soekarno wordt de genationaliseerd. In de krant staat: eerste president van het land met zestien “Wat met Nederlandse eigendommen deelstaten. Op 17 augustus 1950 voert in Indonesië gebeurd is, heeft niets met Soekarno de eenheidsstaat in, die alle nationalisatie te maken. Het was en beslissingen neemt vanuit Jakarta. In het blijft diefstal op grote schaal.”76 In 1959 personeelsblad van De Vries Robbé vinden ondergaat de dochteronderneming van we hierover niets, maar de directie zal De Vries Robbé dit lot. In 1962 wordt het zich grote zorgen hebben gemaakt over staatsbedrijf Amarta karya opgericht dat de belangen die op het spel stonden. In zich gaat richten op staalconstructies. Balikpapan wordt ondertussen de we- De eigendommen van De Vries Robbé deropbouw goed ter hand genomen. Op Constructiewerkplaatsen NV-Lindeteves 9 december 1950 viert men Sinterklaas. worden hier in ondergebracht.77 Muziek is er van de “Kampong Baru Boys” en andere opvoeringen, maar het hoogte- Er wordt geschat dat de Nederlandse punt van de avond komt wanneer Sint en bezittingen een waarde hebben van 4,5 Piet op het podium verschijnen en enkele miljard gulden. In 1966 onderhandelt “jongetjes” bij zich laten komen. Er zijn Luns, minister van Buitenlandse Zaken, pakjes en natuurlijk chocolademelk. In de met een Indonesische delegatie. Overeen- warmte van de tropen gaan de gedachten gekomen wordt dat Indonesië in de loop uit naar het koele Nederland, waar veel ge- van dertig jaar 600 miljoen gulden zal liefden verblijven.75 In de jaren die volgen betalen ter compensatie.78 “Edelmoedig- ontstaat steeds meer onrust. De verhou- heid van Nederland,” aldus Luns. Elk jaar ding met de inlandse werknemers komt voldoet Jakarta aan deze verplichting steeds meer onder spanning te staan. Dit en komt het geld binnen bij De Neder- komt ook door de waardevermindering landsche Bank. Zowel in Nederland als van de roepia, waardoor de lonen steeds in Indonesië is in 2009 nog slechts een moeten worden aangepast. enkeling op de hoogte van deze regeling. Wanneer in dat jaar de laatste betaling komt, verschijnt er een klein persbericht. van het pakketje, alles was welkom.” > 91 De Indonesische publieke opinie reageert Een boekhouder bij een suikerfabriek verontwaardigd. Men spreekt van neo- schrijft op 3 januari 1950 dat het ontvan- kolonialisme en uitzuigerij. In Nederland gen kerstpakket herinneringen oproept voelt men schaamte dat Den Haag van aan “de huiselijke Hollandse familiekring de voormalige kolonie geld heeft geëist. en deed ons tevreden doen gevoelen met Nederlanders kunnen tot augustus 1969 onze omstandigheden hier.” Maar hij via het Bureau Schadeclaims Indonesië van schrijft ook dat de nabij gelegen stad wel is het ministerie van Buitenlandse Zaken een “het toonbeeld geweest van plundering en claim indienen vanwege de achterlating moorden. Vele Hollandse militairen heb- van eigendommen door gedwongen ben hier weer het leven moeten laten en vertrek uit Indonesië. Het is mij niet de vraag rijst maar al te dikwijls, waarom bekend of de aandeelhouders van de toch?” Een zelfde boodschap vertolkt dochteronderneming van De Vries Robbé soldaat De Geest. Na het bedanken van hiervan gebruik hebben gemaakt. de firma schrijft hij op 23 december 1949 gedesillusioneerd: “…want hier is voor ons NOGMAALS NIWIN ook al niets meer verloren als onze kamera- In het vorige hoofdstuk spraken we over de den die gesneuveld zijn, dus ze moeten ons NIWIN. Deze organisatie verstuurt vanaf maar heel gauw naar ons Vaderland terug 1946 pakketten met levensmiddelen en sturen, want onze plicht is hier al vervult andere waren naar Nederlandse militairen of hebben wij er niets mee bereikt.” Deze en burgers in Indië. Vaak staan deze pak- soldaat had in de vijftien maanden in Indië ketten op naam van particulieren, burgers veel meegemaakt. Drie keer rijdt hij op een maar ook bedrijven. In het archief van De “bom”. Twee keer gaat het goed, maar de Vries Robbé zijn brieven van dankbare sol- derde keer “toen ging ik het hospitaal in daten.79 Korporaal Van de Heijden schrijft: met een zwaren hersenschudding en drie “Hedenmorgen werd ik verrast door een scherven in mijn linkerknie, maar dat alles NIWIN-pakket, waarvoor ik Uw allen van is weer goed. Alleen heb ik toen in Tjapoe harte dank zeg. Het kwam toevallig heel een ongeluk gehad, toen hadden wij een goed uit, daar mijn rokerij bijna op was, hier aanval en ik had al een paar schoten gelost, geldt dus weer het spreekwoord, wanneer toen schoten ze mij een stukje van de de nood het hoogst is, is de redding nabij, rechterwijsvinger.” ik heb ervan genoten hoor, ook van de rest 92 < Het emotioneel verwerken van deze koloniale oorlog, zowel in Nederland als in De Vries Robbé in Indonesië, gaat tot op de dag van vandaag Gorinchem stuurde via door. In het volgende hoofdstuk, dat gaat de NIWIN een aantal over de repatrianten en de Gorcumse kerstpakketten. samenleving, wordt hierbij stilgestaan. Op mijn slaapkamer hingen wajangpoppen aan de wand.

De heer Cees de Boon (geb. 1935) vertelt blaasroer, een bijna twee meter lange > 93 over zijn herinneringen aan zijn oudtante blaaspijp, waarmee pijltjes met veren, Anna, een zuster van zijn grootmoeder, en gedoopt in gif, op apen werden afgeschoten oudoom Jan Visser. De laatste was werk- om ze te verdoven. Dat gaf geen knal in het zaam bij De Vries Robbé & Co. en werd oerwoud. Ooit probeerde ik stiekem zo’n uitgezonden naar de vestiging in Indië. blaasroer uit. Nog jarenlang heeft er in de voordeur een klein gaatje gezeten, en ik wist BLAASPIJP hoe dat kwam…. ‘Verschillende keren kwamen oom en tante, zo noemde ook ik ze, met verlof uit Indië. Zij Ik weet ook nog dat bij mijn grootouders woonden dan tijdelijk in een van de wis- boven de schuifdeuren tussen de voor- en selwoningen die het bedrijf beschikbaar had de achterkamer een krokodil hing, waarvan voor verlofgangers. Deze woningen stonden Ome Jan vertelde dat hij hem zelf had (en staan nu nog) aan de Concordiaweg en geschoten, net zoals vele apen, want daar om de hoek aan de W. de Vries Robbéweg. had hij zo’n hekel aan.’ Steeds wanneer ze met verlof kwamen namen ze verschillende voorwerpen uit TROPENUNIFORM Indië mee. Na hun definitieve terugkeer Cees vervolgt : ‘Ik kan me nog herinneren naar het moederland zouden oom en tante dat oom Jan op verlof nog steeds een soort de verzameling meenemen naar hun eigen tropenuniform droeg. Zo’n groen pak met huis. Op den duur hing de hele gang bij mijn knopen en een soort ceintuur. Ook droeg hij ouders vol met speren, pijl- en bogen en een hoed met een brede rand, tegen de zon. krissen, die ze waarschijnlijk hadden gekocht of gekregen van inlandse autoriteiten waarmee de leiding van het bedrijf in Indië op goede voet stond. Op mijn slaapkamer hingen wajangpoppen aan de wand. Ik was als klein jongetje echt bang, ze leken echt te bewegen en steeds naar mij te kijken. In de voorkamer hing een reuzenschildpad aan de muur, in opgezette vorm. Kris met schede, eigen- In de lange gang bij mijn ouders hing een dom van Cees de Boon. 94 < Oom Jan, die al in de twintiger jaren naar de steeds. Er was ook inlands huispersoneel. Een Oost ging voor De Vries Robbé, was van huis baboe, een kokkie, een tuinman enzovoort. uit timmerman en in Gorinchem al baas van Tante vertelde dat ze een keer samen met de bankwerkerij en later chef montage. Naar haar personeel wilde eten. Zij bleef heel Indië ging alleen personeel in een leiding- gewoon. Dat ging niet door. Het personeel gevende functie. Het uitvoerend personeel vond dat heel raar en bleef in het souterrain bestond uit inlanders. Oom en tante hebben eten. Er bleef afstand tussen de inheemsen ondermeer gewoond in Semarang, Balikpa- en de Nederlanders.’ pan en Medan. NARE TIJD In deze laatste plaats heb ik tijdens een Dan vertelt Cees ook over een nare tijd vakantie een aantal jaren terug de wijk voor oom en tante in Indië: ‘Tijdens de bezocht waar ze woonden. Heel grote huizen Japanse bezetting kwamen zij in een kamp met dito tuinen. Ze noemden het in Medan terecht. Zij werden van elkaar gescheiden. de Hollandse wijk, en die naam bestaat nog Beiden overleefden het kamp en kwamen berooid terug naar Nederland. Zij logeerden toen bij mijn grootouders. Ik weet nog dat tante genoot van een broodje met echte boter. Ze vond het een traktatie na die vreselijke jaren in het Jappenkamp. Soms gingen zij op bezoek bij de heer Constandse, de oud-directeur van het bedrijf in Indië, die aan het Plantsoen woonde. Uiteindelijk vertrokken zij met al hun spullen naar hun woning in Amsterdam. Niet lang daarna overleden zij kort achter elkaar.

Hun dochter Dientje trouwde met suiker- planter Karel Bloemedaal. Zij probeerden na de oorlog het bedrijf weer nieuw leven Jan Visser op het kantoor in te blazen, maar door de politieke situatie van de werkplaats hielden zij het niet lang vol in Indonesië en te Semarang. keerden daarna weer terug naar Nederland.’ Opgegroeid tussen de koppensnellers

Frans Peereland, 2011. > 95

Frans Peereland woont al ruim veertig Voor iemand met doorzettingsvermogen jaar in alle kalmte in een ruime eengezins- bood het land onbegrensde mogelijkhe- woning in Hardinxveld-Giessendam. Een den. Frans: ‘Eerst moesten de woudreuzen groot verschil met z’n kindertijd, waarin worden gekapt. Weken achtereen hoorde hij opgroeide tussen de ‘koppensnellers’ in ik het oorverdovende lawaai van brekende Nieuw-Guinea. stammen en takken en het schelle geroep van allerlei soorten vogels die angstig op die Frans, in 1935 geboren in Soekabumi op geluiden reageerden. Van het bamboehout West-Java, heeft Indisch en Fries bloed in dat werd gekapt heeft m’n vader een eenvou- z’n aderen. Z’n vader studeerde in de jaren dig huisje op palen laten maken. Maar je kon dertig aan de Cultuurschool Landbouw het hout ook gebruiken voor waterleidingen, en Veeteelt. In 1938 werd hij uitgezonden bruggen, afrasteringen en vloeren.’ door de Stichting Immigratie Kolonisatie Nieuw-Guinea. ‘Hij vond een stuk grond Het vinden van geschikt personeel was nog van zo’n twaalf hectare in Pasir Poeti, dat niet zo makkelijk. ‘Het heeft moeite gekost geschikt moest worden gemaakt voor de om de mensen vast te houden. Het waren teelt van gewassen en veeteelt. De bevolking primitieve mensen. De inboorlingen zijn niet moest gestimuleerd worden om een land- gewend om bij een baas te werken. Die komen bouwbedrijf te beginnen.’ en gaan wanneer ze willen.’ 96 < Vertrek uit Soekabumi, 1938.

PINDA’S zo’n duizend parelhoenders. Frans: ‘Later Na een jaar kappen kon eindelijk worden kwamen er ook geiten, een stier en twee begonnen met de aanplant van maïs, koeien.’ pinda’s en zoete aardappelen. Er waren nogal wat aanloopproblemen. Frans: ‘De ‘De producten die m’n vader verbouwde gewassen werden aangevreten door de wilde werden door Chinezen naar Singapore zwijnen. Daarom moest eerst een omheining verscheept. Vooral met de pinda’s verdien- worden getimmerd.’ den we goed. En ook de maïs was in trek. De rebung bamboescheuten werden in Het fokken van kippen (Rephorn kippen) Singapore ingeblikt.’ werd op de proefboerderij uiteindelijk de belangrijkste bron van inkomsten. SCHOOL Vanuit Australië werden eendagskuikens Mooie herinneringen heeft Frans aan z’n geleverd. Een grote ren bood plaats aan schooltijd in Manokwari. ‘Ik werd weg- gebracht door Isir, een van de werkers op het spelen. Die had ook nog een zoon: James. Hij > 97 bedrijf van m’n vader. Eerst twee kilometer te woont tegenwoordig in Arnhem en ik heb nog voet en daarna met de fiets over de verharde steeds contact met hem. Ik leefde tussen de weg. Na schooltijd verbleven we vaak bij de koppensnellers. Daarom spreek ik nog steeds winkel van een Chinees. Hij heette Oko Hap hun taal. Je had verschillende stammen. Ze Tik. Die man was heel slim. Als wij aan het hadden daarvoor bijna nooit contact gehad knikkeren waren, liet hij z’n struisvogel los. met de bewoonde wereld. Die zaten meer Die slikte al die knikkers in. De volgende dag aan de kust, die waren meer ontwikkeld. verkocht ‘ie de schoongemaakte exemplaren De Arfakkers – de koppensnellers – waar ik weer.’ tussen zat, waren niet ontwikkeld. Die hebben hun eigen traditie. Ze hadden geen kleren, ook ‘In m’n jeugd ging ik altijd bij mijn buurvrouw geen geld.’

De door inboorlingen gekapte boom valt bijna op het huis. 98 < VERRADEN tegen de Japanse bezetter. De militiesoldaat Op 12 april 1942 werd Manokwari bezet was in uniform en verraden door een van de door de Japanners. Frans: ‘Drie maanden Arfakkers, die bij ons in dienst waren.’ later kwam de Japanse militaire politie bij ons aan de deur voor ondervraging. M’n Vader Peereland en buurman Maass vader en buurman Maass, de vader van werden overgebracht naar de stad, waar James, zijn opgepakt. De reden was dat wij ze een paar dagen werden vastgehouden. een paar dagen onderdak hadden geboden ‘M’n moeder en ik zijn op een gegeven aan een militiesoldaat, die aansluiting zocht moment gaan zoeken. Uiteindelijk hebben bij zijn groep in de jungle. De militie vocht we hem door tussenkomst van een bekende Papoea gevonden: hij was gemarteld. Hij zag er erg gehavend uit door alle ondervragen. Drie dagen later kwamen we weer terug om hem nog een keer te bezoeken. Maar toen was ‘ie verdwenen. Ik heb hem nooit meer teruggezien. Buurman Maass is later verongelukt bij een bombardement.’

‘Ik bleef over met m’n moeder. Er was ook nog een meisje: Thea. Haar ouders woonden in de stad en zijn later bij het bombardement omgekomen. Later moesten we weg van het huis. Ook van de dieren is niks meer overgebleven.’

‘M’n moeder is later ook opgepakt. Het was een represaille, omdat de militairen in de jungle zich niet wilden overgeven. We zijn overgebracht naar het kamp Hatam, in het binnenland. We kregen weinig te eten. Er was ook geen medische behandeling. Geen dokter, niks. Af en toe kregen we wat rijst. De Arfakker in feesttooi. doden werden niet begraven, maar gewoon Vader en moeder > 99 Peereland met de kleine Frans.

neergelegd in het bos. Totdat ze werden Toen ik weer een beetje genezen was, ben ik opgegeten door de wilde dieren. M’n moeder overgevlogen naar Hollandia, waar ik werd en m’n pleegzusje zijn door alle ontberingen opgevangen door mevrouw Maass. Samen in het kamp overleden. Samen met twee met haar zoon James ben ik gaan zwerven. andere personen heb ik het kamp overleefd. We sliepen bij de Amerikaanse troepen. En Ik was zeven jaar.’ toerden rond in die grote vrachtauto’s. Het was hartstikke leuk. We kregen ook eten ZWERVEND BESTAAN van de soldaten. Mevrouw Maass deed ‘Na de dood van m’n moeder ben ik gaan helemaal geen moeite om ons op te sporen. zwerven. Om niet te verhongeren, moest ik Ze had het te druk met haar werk in een voedsel stelen. Ik werd opgepakt en opge- doorgangshuis.’ vangen door de Arfakkers. Dat heeft niet lang geduurd. Ik ben er weer weggegaan, Op een gegeven moment zijn Frans en liep in de jungle een infectie op en kwam James toch opgespoord. ‘We werden uiteindelijk terecht op een Amerikaanse basis meegenomen naar Kota Nica in Hollandia. in Sansafoor. In een noodziekenhuis hebben Daar was inmiddels een gouvernements- ze me behandeld tegen de tropische ziekte weeshuis opgericht. De kinderen kwamen beriberi en tegen ondervoeding en malaria. overal vandaan. We gingen weer naar 100 < school. Na drie jaar werd het weeshuis keer meeging met een boring, kreeg ik een opgedoekt. Degenen die nog familieleden toelage.’ Het werk beviel hem maar matig. hebben gingen terug naar hun familie. Hij ging weer terug naar Manokwari, naar Degenen die geen familieleden hadden, ja…. de familie Mullham. ‘Ik vond werk bij de wat moet je ermee? De directrice, een zekere RWD, waar ik een jaarlang op de tekentafel mevrouw Ank, heeft ons meegenomen naar heb gewerkt. Na een jaar werd ik toezicht- Manokwari. Naar de plaats waar ik gewoond houder in de buitendienst, ofwel opziener. had. Ik ben gaan wonen bij een kennis van Ik vond dat fantastisch werk. In Sorong heb mijn vader, mevrouw Bullham. Haar vader ik meegebouwd aan patiëntenhuisjes voor was geïnterneerd, omdat ‘ie een Duitse mensen met lepra en later geholpen bij de naam had. Ik werd daar goed verzorgd, stadsuitbreiding. In de buurt van Mano- ging naar school. Ik haalde brandhout en kwari kreeg hij werk bij het opzetten van een ging ’s avonds naar het strand om vis te proefboerderij. De inboorlingen werden in kopen. Als bijverdienste leverde mijn moeder natura betaald met tabak, rijst, kapmessen eten buitenshuis, die ik vervolgens moest en cornedbeefblikjes.’ bezorgen.’ In Hollandia werkte Frans Peereland aan In 1952 was Frans klaar met school. ‘Ik had een nieuwbouwproject van de Hollandse geen werk. Mijn pleegvader was chef van Beton Maatschappij (HBM). ‘Die bood me de PTT. Na de lagere school heb ik een tijdje een groot salaris, onder de voorwaarde dat gewerkt bij m’n pleegvader, die werkte als ik naar Nederland zou gaan. Mensen die mij radiotelegrafist. Ik hielp hem bij het aanzet- waren voorgegaan, vertelden enthousiaste ten en onderhouden van stroomaggregaten. verhalen. Ik ging, in de verwachting dat ik Maar hij vond het toch beter dat ik ging weer terug zou keren naar Nieuw-Guinea. Ik studeren. Ik tekende een driejarig contract kwam terecht in Gilze-Rijen. Al gauw bleek bij een bedrijfsschool in Sorong: twee jaar dat ik niet terug kon, vanwege de politieke theorie, één jaar verplicht werken. Daar heb situatie.’ ik het timmervak geleerd. Later heb ik ook nog een cursus weg- en waterbouw gedaan. Peereland moest in militaire dienst. In het Toen was ik een volleerd dagloner.’ Noord-Duitse Seedorf zat hij bij de parate aan- en afvoertroepen. Z’n diensttijd werd De dagloners waren jonge kerels, meest zelfs nog verlengd vanwege de Berlijn- vrijgezellen. ‘Ik verdiende niet veel. Als ik een crisis. Na z’n diensttijd werkte bij heel veel FC S.I.D.O.L.I. Mano- > 101 kwari met staand rechts Frans Peereland.

verschillende bazen: een kleine aannemer Gemeentewerken en werkte mee aan in Tilburg, een autobedrijf in . grote projecten, zoals de restauratie Vervolgens ging hij aan de slag als eerste van de oude Delfshaven en het kapot timmerman bij de gemeente Rotterdam gebombardeerde Schielandhuis. In 1972 en later bij de gemeentelijke bibliotheek. kwam Frans terecht bij het Gemeentelijk ‘Onderdeel van mijn werk was het maken Woningbedrijf Rotterdam. Tot aan de VUT van kistjes, die ze gebruikten om boeken werkte hij op een afdeling die zich be- naar filialen te brengen. Ik heb speciaal zighield met het systematisch beheer en multiplex gekocht en via zwaluwstaarten onderhoud in de stadsvernieuwingswijken zo sterk gemaakt, dat ze bijna niet kapot van Rotterdam. konden.’ Peereland heeft niet zoveel behoefte om Maar Frans wilde hogerop. Met een nog een keer terug te gaan naar Nieuw- grote dosis doorzettingsvermogen deed Guinea. ‘Ik ken er niemand meer. Papoea’s hij in de avonduren een opleiding voor zie je bijna niet meer in de stad. Het gebied is aspirant bouwkundig opzichter/tekenaar. gecultiveerd.’ Hij kwam terecht op de tekenkamer van 5. Hoe het na 1950 ver(der)ging

102 < REPATRIANTEN IN GORINCHEM EN OMSTREKEN trieerd of heeft u een nieuwe woning of In Hardinxveld wordt in februari 1951 ƒ 305 bungalow? Wij richten deze in, en geven opgehaald tijdens een collecte voor de het geheel een eigen sfeer getoetst aan stichting Pelita, een landelijke organisatie uw persoonlijkheid…”82 Of Van der Donk die ter plaatse een comité heeft en zich veel woningen inricht, is niet bekend. landelijk inzet om hulp te bieden aan Wel is in het Nieuwsblad van 10 april 1953 gerepatrieerden.80 Enkele maanden eerder een berichtje te vinden dat repatrianten haalt de stichting “Steun aan Gerepatri- zich kunnen melden bij adjudant Muller, eerden” in Schelluinen ƒ 18,28 op.81 wonende aan de D.F. Pauwstraat om zo aan kleding, schoenen, kinderledikanten, De repatrianten komen Woninginrichting Van der Donk heeft ook wiegen en kinderwagens te komen.83 met hun hele het beste met de repatrianten voor. In het hebben en houden Nieuwsblad van 22 juni 1951 vinden we Op 20 januari 1958 plaatsen burgemeester in Nederland aan. de volgende advertentie: “Bent u gerepa- en wethouders van Gorinchem een oproep waarin zij een dringend beroep doen op de bevolking vrijwillig huisvesting te verlenen aan uit Indonesië gerepatrieerde Neder- landers, al dan niet tegen vergoeding. Ook op de beroepspensions wordt een beroep gedaan.84

Het Nieuwsblad van 24 februari 1958 be- richt van een speelgoedinzamelingsactie voor kinderen die uit Indonesië naar ons land komen. Zij hebben immers niets van hun speelgoed mee kunnen nemen. De actie gaat uit van het Nederlands Padvin- dersgilde. In Gorinchem kan speelgoed worden ingeleverd bij mejuffrouw Van Aken, Gasthuisstraat 31.85

In zijn nieuwjaarsrede, uitgesproken op 23 januari 1959, meldt Gorcums eerste burger Van Rappard dat sinds 1950 ter stede 142 Klompé de winkelwoninggalerij aan de > 103 gerepatrieerde gezinnen zijn opgenomen, Koningin Wilhelminalaan. Zij komt naar waarvan de mannen op een tiental na in Gorinchem niet alleen vanwege het feit het arbeidsproces zijn opgenomen.86 IJver dat ter stede de tweeduizendste naoor- kan de gerepatrieerden dus niet worden logse woning wordt opgeleverd, maar ontzegd, getuige ook een advertentie ook om enkele gerepatrieerde gezinnen in het Nieuwsblad voor Gorinchem te bezoeken. Een van die gezinnen, de en omstreken van 17 juli 1953 waarin familie O´Herne, neemt een van de de volgende advertentie is te lezen: winkelpanden in gebruik en begint er een “Gerepatrieerd referendaris (Ind.Ned.), 54 snackbar annex Indisch eethuis.88 jaar, administratief goed onderlegd, zoekt werkkring of bijverdiensten…”87 SWINGEND Muziek is in de late jaren vijftig en de Op woensdag 3 december 1958 opent vroege jaren zestig het middel, met de minister van Maatschappelijk werk name voor de gerepatrieerde jongeren,

Mevrouw O’Herne achter de toonbank van haar zojuist geopende eetzaak in de Koningin Wilhelminalaan, 3 december 1958. 104 < om zich binnen de samenleving te en Ton Manuputty. Jan Krop is bekend uit manifesteren. Ook Gorinchem kent zijn de jazzwereld. Zoon Ron drukt al meer dan Feestavond OWTS, indorockers. Bekende namen uit die tijd veertig jaar zijn stempel op de plaatselijke 5 november 2011. zijn Paul Livain, Toby Molenaar, Ton Ginus popscene. Trouwens ook een volgende generatie Molenaar timmert aan de weg. Pascal is frontman van KinKobra.

In jaren zeventig timmert bluegrass- en countryrockgroep Farthing met de broers Jack en Rob van Asdonck aan de weg. Va- der Van Asdonck is ex-KNIL-militair.89 Jack van Asdonck verwerkt de ervaringen in de CD Love and Fear, die hij met zijn groep Air Laut (water van de zee) opneemt. De nummers op de schijf vertellen “het verhaal van een volk dat noodgedwongen over zee het oosterse moederland verliet om zich te vestigen in het westerse va- derland…”. “De man wordt afgevoerd als krijgsgevangene en de vrouw blijft achter met twee kleine kinderen, onwetend over het lot van haar man. Deze onzekerheid zal een aantal jaren duren en van invloed zijn op hun verdere leven…”. “Op bijna miraculeuze wijze overleeft de man de gevangenschap en wordt hij met zijn gezin herenigd. Als de oorlog voorbij is verlaat het gezin het moederland om zich in het ‘grootse’ vaderland te vestigen…”. “Aangekomen in het vaderland voelt het gezin zich bekeken, men is ‘te gast’…”. “Niet alleen bij de eerste, maar ook bij de tweede generatie werkt het verleden door. Sommige kinderen uit het gezin precies de activiteiten die door de ‘Indi- > 105 kunnen elkaar maar moeizaam vinden en sche Club’ na oprichting gaan elkaar bij wrijvingen maar liever uit ontplooid werden. de weg…”.90 De initiatiefnemers, naast Van Ligten Gorcumers met Indische roots zijn ook John Streithorst, hebben een brede ondanks deze gedachten volledig geïn- doelgroep voor ogen. Welkom zijn zij die tegreerd en hebben hun weg gevonden, geboren zijn in het vroegere Nederlands- soms zeer succesvol. Denk maar eens aan Indië en zij die daar langere of kortere tijd Dinand Woesthoff, frontman van KANE… verbleven, maar ook mensen die “op een of andere wijze betrekkingen hebben met OWTS voornoemde personen” en zij die belang- Je kunt volledig integreren. Dat wil stelling hebben voor cultuur en levensstijl natuurlijk niet zeggen dat je je roots van het vroegere Indië.93 De bijeenkomst vergeet. Al geruime tijd bestaan er in in de kantine van de Van Rappardhal Gorinchem plannen tot oprichting van een kent een grote opkomst en zo’n veertig vereniging voor Indische mensen voor het mensen worden genoteerd als lid.94 in 1978 daadwerkelijk zo ver is.91 Op 6 april is de eerste bijeenkomst in de kantine van Op 26 juni 1978 wordt de eerste de Van Rappardhal. In de krant spreekt feestavond gehouden in De Kolfbaan. een van de initiatiefnemers, Ab van Ligten, De muziek zal verzorgd worden door de over deze bijeenkomst: “Er bestaan in Nick Mackenzie-band, maar op het laatste Nederland een aantal verenigingen voor moment wordt het optreden afgezegd Indische mensen, waar iedereen die wegens transportproblemen. Het bestuur belangstelling heeft voor leven en moet snel handelen en het trio Syncope cultuur in de tropen welkom is. Wij zorgt er voor dat de ruim 170 bezoekers denken bijvoorbeeld aan het geven van “tot in de kleine uurtjes op de dansvloer ontspannings-, voorlichtings- en culturele waren te vinden.” Men is te spreken avonden, het maken van uitstapjes, een over de organisatie van de avond, de gezellig etentje, enz. De nadruk ligt bij muziek, het eten en het optreden van het iedere activiteit op de onderlinge kontak- danseresje Bianca met, vreemd genoeg, ten, het verstevigen of aangaan Hawaiiaanse dansen en is er een bingo.95 van vriendschapsbanden.”92 Dit zijn Op 5 juli wordt een algemene ledenver- 106 < gadering gehouden. Er komt een bestuur Op 26 september wordt het nieuwe en als naam van de vereniging wordt seizoen ingeluid met een bruisende gekozen: Oost en West te saam, afgekort feestavond in de Kolfbaan. De Omslag periodiek OWTS. O.W.T.S. (vaak zonder puntjes). muziek wordt verzorgt door de ‘Ever- greens’ en er is een optreden van het duo Raymond en Lissy dat Indische liederen ten gehore brengt, waarbij men met weemoed terugdenkt aan de Indische dagen van weleer. Er is Indonesisch eten en een bingo met kleine prijsjes.96 Op 26 oktober volgt een filmavond met beelden uit de Oost en op 9 december een jaaraf- sluiting. In 1979 wordt een busreis naar Parijs ondernomen en is er een informatieavond over Bali. Door al deze activiteiten groeit het ledenaantal enorm. Na één jaar zijn er al 110 leden afkomstig uit Gorinchem en omgeving.97 Memorabel is de komst in 1979 van Tante Lien van de Late Late Lien Show, beter bekend als Wieteke van Dort. Vele feesten zullen volgen.98

LUSTRUM In 1983 wordt het eerste lustrum gevierd.99 De vereniging kent dan maar liefst 325 leden en het bestuur heeft zelfs een ledenstop ingevoerd wegens het ontbreken van een geschikte accom- modatie. Feesten worden nu gehouden in De Hoeksteen te Hoogblokland. Veel leden komen uit Gorinchem en naaste omgeving, maar ook uit Den Haag en Amsterdam. Op het lustrumfeest is er muziek van The Vignet OWTS. > 107 Survivals, kan men natuurlijk genieten van de Indische keuken en is er weer een bingo. Nieuw is dat Instituut De Swart een demonstratie geeft in ballroom en latin- american samen met enkele leden van het ballet van Penny de Jager. Voorzitter Ab van Ligten brengt een toast uit en daarna mag zijn vrouw het nieuwe vignet van OWTS onthullen, gemaakt door de bestuursleden Göbel en Vos.100

Winkeliersvereniging Piazza Center organiseert samen met OWTS een Indische week in 1985.101 Het binnenplein van het winkelcentrum is gevuld met stalletjes waar men Djokja zilverwerk, Balinees houtsnijwerk en batikstoffen kan kopen. verlicht. In Hoogblokland organiseert men Natuurlijk zijn er ook lekkere hapjes en in De Hoeksteen steeds een ‘Pasar Sore’, worden Indonesische dansen uitgevoerd een Indische middagmarkt.104 en is er krontjongmuziek. Twee jaar later wordt een ‘Pasar Malam’ gehouden in de HUIDIGE TIJD voormalige fabriekshal van Den Haan B.V.102 Veel verenigingen hebben te kampen met Deze wordt georganiseerd door de Rotary een teruglopend ledenaantal, dat geldt ook en OWTS waarbij 30.000 gulden wordt voor OWTS. Daar komt bij dat veel mensen opgehaald ter bestrijding van polio. Saskia die in Nederlands-Indië geboren zijn of daar en Serge treden op en er komen 1.500 be- geleefd hebben op leeftijd geraken. De zoekers.103 Pasar Malam is de Indonesische/ jongeren hebben vanzelfsprekend minder Maleise naam voor ‘avondmarkt’, waarbij een band met Nederlands-Indië dat ze ‘pasar’ staat voor markt en ‘malam’ voor slechts kennen uit de verhalen. In 2005 telt avond. In Nederland beginnen ze vaak al OWTS 105 leden.105 Maar er worden nog overdag. Om de sfeer van een avondmarkt steeds bruisende feesten georganiseerd, te creëren zijn de stands vaak kleurrijk waarbij er natuurlijk lekker wordt gegeten, 108 < Boven: Pasar Sore in muziek wordt gemaakt, wordt gedanst en OPDAT WIJ NIET VERGETEN... De Hoeksteen. prijzen zijn te winnen in de bingo. Jaarlijks Het zijn natuurlijk niet enkel de Indische gaan zo’n vijftig leden in een bus op Nederlanders die terug willen denken aan Onder: bingo is altijd een vakantie ergens in Europa.106 Een band met hun tijd in de Oost. Ook voor de militairen vast element op de gordel van smaragd bestaat nog steeds. die destijds naar Nederlands-Indië werden feestavonden van OWTS. gezonden zijn de ervaringen van toen vaak van grote invloed op hun verdere leven. Ook zij willen gedenken.

Op 8 november 1997 wordt aan de Sluisweg in Hardinxveld-Giessendam een afzonderlijk monument onthuld ter nagedachtenis aan de dorpsgenoten die tussen 1945 en 1950 omkwamen tijdens hun krijgsdienst in Nederlands-Indië.107 Tussen 1945 en 1952 komen ook vijf Gorinchemers om in de Oost. In 1998 vatten drie oud-Indiëgangers het plan op om te komen tot het oprichten van een monument in Gorinchem.

C.B. de Lang, voorzitter van het comité dat het initiatief neemt, erkent in De Dordte- naar van 27 mei 1998 dat het rijkelijk laat is een dergelijk monument op te richten. De late oprichting heeft volgens De Lang, die zelf met de 7 December-divisie van oktober 1946 tot januari 1950 in Nederlands- Indië verbleef, alles te maken met de pas de laatste jaren op gang komende emancipatie van de oud-strijders. “Het is een vergeten oorlog. We werden door de regering gestuurd, maar bij terugkomst niet met open armen ontvan- akkoord met een subsidie van 15.000 > 109 gen. Als er al over ons werd gesproken, gulden. De PvdA-raadsleden Kasander, werden we vaak afgeschilderd als oorlogs- Ten Cate en Tiedema stemmen tegen.108 misdadigers. In de media is uitsluitend Laatstgenoemde motiveerde zijn stand- aandacht besteed aan de uitwassen. punt met het argument dat door plaatsing Natuurlijk zijn er dingen fout gegaan, maar de indruk zou kunnen ontstaan dat de wat wil je als je er 150.000 soldaten naar gemeente Gorinchem de gebeurtenissen in toe stuurt..”, aldus De Lang. het toenmalige Nederlands-Indië zou goedkeuren of er op zijn minst geen VERSCHILLENDE INZICHTEN vraagtekens bij zou zetten, “Wij hadden in Het comité krijgt steun van burgemeester Indonesië niets te zoeken,” aldus Tiedema. IJssels. Gorcums eerste burger voelt er Hij zegt voorts dat zijn mening nog echter niets voor het monument naast het versterkt wordt door het tekstvoorstel oorlogsmonument Buiten de Waterpoort voor het monument en met name de te plaatsen of dit monument uit te breiden. passage “Vijf Gorcumse jongens gestuurd “Ik vind het niet verstandig om beide als dienstplichtigen om een eenheid te monumenten te koppelen, omdat het om herstellen…”109 Deze passage zal uiteinde- twee totaal verschillende oorlogen gaat. lijk niet op de herdenkingssteen worden In Nederlands-Indië waren wij de koloniale geplaatst. overweldigers, dat is iets heel anders dan de strijd tegen de Duitse bezetter tijdens de EEN EIGEN PLEK Tweede Wereldoorlog,” aldus IJssels in de Op zaterdag 18 september 1999 vindt de Dordtenaar van 30 mei 1998. De Lang deelt onthulling van het gedenkteken plaats. Het deze mening niet. “De positie van Neder- gedenkteken is van de hand van beeldhou- land doet niet ter zake als je daar sneuvelt. wer Marcus Ravenswaay en uitgevoerd in We werden door de regering uitgezonden natuursteen. In het midden zit een scheur en je had maar te gaan”, aldus de voorzitter die de verscheurde eenheid in de politieke, van het comité. maar ook in de menselijke verhoudingen symboliseert. De vijf kruizen verwijzen Uiteindelijk komt er toestemming voor het naar de gestorven plaatsgenoten, net zoals plaatsen van het monument in het parkje de toren naar hun woonplaats verwijst. nabij het Paardenwater. In zijn vergadering De rokende vulkaan omringd door sawa’s van 27 mei 1999 gaat de gemeenteraad staat symbool voor Nederlands-Indië. 110 < Van links naar rechts C.B. de Lang, J.H. de Ridder en wethouder H. van Santen na onthulling monument, 18 september 1999.

Op de steen komt de neutrale tekst: “Zij op tijd terugbezorgd, zodat de jaarlijkse werden geroepen…maar keerden niet herdenking later die maand doorgang terug.”110 De Lang en zijn medestrijders kan vinden. De bronzen platen worden hebben hun doel bereikt. Hun kameraden zodanig vastgeschroefd dat ze niet zullen nooit worden vergeten. gemakkelijk meer te verwijderen zijn.111

Op 2 oktober 2000 zendt het comité Op 7 september 2002 is voor het eerst een kennisgeving van opheffing naar het veteranencafé geopend. Dan nog in het gemeentebestuur. De Christelijke De Elzenhof in Dalem. Veteranen, ook Technische School ’t Gilde zal voortaan de oud-Indiëgangers die mede het initiatief jaarlijkse herdenking verzorgen. tot het café nemen, kunnen hierervarin- gen uitwisselen.112 Anno 2011 vinden de In september 2001 worden de twee maandelijkse bijeenkomsten plaats in bronzen plaquettes van het monument Hotel Gorinchem. gestolen. De plaquettes worden echter ‘Het Indië van mijn jeugd bestaat niet meer’

‘Het Indië van mijn jeugd bestaat niet meer’, > 111 zegt Esther Manuputy-Cohen. Ze is een van de 330.000 Indische Nederlanders, die in haar jeugdjaren naar ons land verhuisde.

‘Inmiddels zijn dat er zo’n 1,2 miljoen. Toch denk ik wel eens dat de Indische gemeenschap een vergeten groep is. Dat komt omdat wij zo ontzettend goed geïntegreerd zijn.’ Esther, die al sinds 1969 met haar man in Gorinchem woont, voelt zich absoluut Nederlander. ‘Toch worden wij nog vaak in een hoekje geduwd als Indische Nederlanders, alsof wij ook allochtoon zijn. Dat zijn wij dus niet. Toch ben ik er heel trots op dat ik Indisch ben. Door mijn cultuur, mijn achtergrond, ben we mekaar niet meer kunnen vinden in of Het huis van de familie ik geworden wie ik ben.’ na de oorlog dan is de ontmoetingsplaats Cohen in Bandung. Bandung. Daar zijn wij na de oorlog gaan Ze werd geboren in 1943, in Malang op wonen.’ Java. Haar vader, een volbloed Nederlander, was daar ook opgegroeid. ‘Hij was voor de Ondanks het feit dat moeder het voortaan oorlog vliegtuigbouwkundige. Hij is in Indië alleen moest redden, had Esther een geboren, maar is wel volbloed Nederlander. prachtige jeugd. ‘Het is daar toch heel anders Hij was zoon van een Joodse vader uit Leiden. dan hier. We hadden de vrijheid, prachtige M’n moeder heeft een Javaanse moeder, haar huizen, de ruimte, je had alles. Als kinderen vader was Nederlander.’ gingen we kikkers vangen, hutten bouwen. Of we gingen naar de bergen om de kraters Tijdens de geboorte van Esther was Java al en de watervallen te bekijken. We gingen ook bezet door de Japanners. ‘Mijn vader is in de wel eens stiekem naar de sawavelden. Als we oorlog opgepakt en heeft in kampen gezeten dan thuis kwamen, dan had m’n moeder het in Oost-Java en Bandung. Hij is nooit meer natuurlijk gelijk door. Ze rook het gewoon.’ teruggekeerd. Ik heb mijn vader nooit gekend. De afspraak met m’n moeder was altijd: als 112 < NAAR NEDERLAND werden opgevangen in een pension in Soester- De omstandigheden werden na de berg, in twee kamers van vier bij vier meter. soevereiniteitsoverdracht in 1949 steeds Na negen maanden verhuisden we naar een moeilijker voor de Nederlandse Indiërs. duplexwoning in de Joost de Jongestraat in Ze raakten huizen en banen kwijt, konden Leerdam. Het was een straat met heel lieve geen zaken meer doen en werden door het mensen. Ze hebben ons heel goed geholpen. nieuwe bewind van Soekarno geringschat- Bijvoorbeeld met ramen zemen: we hadden tend behandeld. In 1957 verhuisde de geen idee hoe dat moest. Maar we kregen familie Cohen naar Nederland. ‘We zijn ook wel eens een standje van de buurman, met het passagiersschip Sibajak gekomen. omdat wij nogal wilde kinderen waren en De bootreis was een geweldige ervaring. We af en toe lekker gingen dansen. Maar het plafond was van hout, waardoor de lampen van de bovenbuurman door al dat gedans gevaarlijk begon te zwaaien.’ Later verhuisde de familie naar een ruimere woning in de Patrimoniumstraat.

Esther ging na de Mulo de verpleging in. Ze werkte in een ziekenhuis in Utrecht. Begin jaren zestig leefde ze het heerlijke leventje van een tienermeisje. ‘Het was een heerlijke tijd. Het waren de hoogtijdagen van de rock&roll en later van de Indo-Rock, met Andy Tielman, Anneke Grönloh, . Johnny Lion.’

BROMMERS Als tienermeisje ging Esther veel op stap met Indische vrienden uit Gorinchem. ‘De jongens op een brommer, de meiden achterop. Er was elk weekend wel ergens Esther met moeder en een feest. In het begin was dat gewoon bij broer in Leerdam, 1958. vrienden thuis. M’n moeder had er helemaal geen moeite mee als er een stel vrienden bleef Esther bij het graf van > 113 slapen. In twee slaapkamertjes werden dan haar vader. gewoon wat matrassen neergelegd. De ene kamer voor de jongens, de andere voor de meisjes. M’n moeder was niet moeilijk: ‘Ik wil weten wat er allemaal gebeurt, in plaats van dat ze allemaal naar buiten gaan.’

Tijdens haar opleiding kreeg ze verkering met Thomas Manuputty. Ze trouwden in 1964 en verhuisden vijf jaar later naar Gorinchem. Daar wonen ze nog steeds. Esther en Thomas hebben twee kinderen AFKOMST en zes kleinkinderen. Esther is haar Indische afkomst altijd zorgvuldig blijven koesteren. ‘Maar het is TERUG NAAR INDONESIË niet zo dat ik er dagelijks mee bezig ben. In 1988 is ze voor het eerst teruggegaan Het speelt vooral als ik gasten heb, bij ver- naar Indonesië. ‘Ik was eigenlijk op zoek jaardagen bijvoorbeeld. Dan neem ik geen naar mezelf: wie ben ik nou? Ben ik Indisch of genoegen met alleen maar gebak. Dan Hollands? Ik ben gewoon mezelf, ik ben blij vind ik het heel leuk om voor de hele groep met wie ik ben. Ik ben ook teruggeweest naar uitgebreid te koken. Indisch natuurlijk. Dat het graf van m’n vader. Hij ligt begraven op zit gewoon in mij. Bij jongere mensen is dat het ereveld op Pandu in Bandung. Het graf toch wat aan het wegebben.’ wordt goed verzorgd door de Nederlandse gravenstichting. Ik ben ook teruggegaan naar ons huis. Het deed me weinig. Het was net of je naar een dode kijkt: het lichaam is er nog, maar de personen die erin huizen niet meer. Dit was niet langer mijn Indië, dit was Indonesië. Het echte Indië ligt tussen Amsterdam en Maastricht. Ik voel me op en top Hollands. Het is heerlijk om daar te zijn, maar alleen met vakantie.’ 114 < Esther en Thom Manuputty, 2011.

THOM MANUPUTTY De kinderen hebben ook nog een tijdlang Thomas Manuputty, de echtgenoot van bij opa en oma ingewoond, die in een Esther, werd op 7 november 1933 geboren heel groot huis woonden met een enorm in Buitenzorg. Zijn vader was hoofdinspec- grote tuin. ‘Opa had wel 23 honden, die hij teur van de Hollands-Inlandse scholen in nodig had voor de jacht. Hij mocht in die Nederlands-Indië. Hierdoor moest hij al de tijd enkele keren met opa en opa’s vrienden eilanden af en het gezin ging mee. Door- mee op zwijnenjacht. Dat was een geweldige dat ze nooit lang op één plaats verbleven, ervaring. Het vlees werd verdeeld onder de kregen de kinderen thuis les van moeder. bevolking.’ Toen de oorlog uitbrak zat de familie in Bandjamasin op Borneo. Thom: ‘Ik kan me DAROEL ISLAM nog heel goed herinneren dat mijn vader Thom herinnert zich dat de trein waarin hij opgepakt werd door de Jappen. Ook ik heb zat ergens in de bergen werd overvallen mijn vader nooit meer teruggezien. Moeder door de Daroel Islam, een groepering die vluchtte toen met vier kinderen naar Java, streed tegen de Indonesische militairen. ‘De waar haar familie woonde.’ trein werd tot stilstand gedwongen en de over- vallers kwamen binnen. Vlak voor mij werden een Indo en tijdens dat soort gelegenheden The Diamond Strings met > 115 enkele hogere militairen neergeschoten.’ Als onder elkaar voel je heel erg senang.’ rechts drummer Thom kind begreep hij er niets van, later wel. ‘Ik Manuputty. heb er heel lang trauma’s aan overgehouden.’

Thom ging werken in een gieterij in Soerabaja. ‘Ik verdiende goed en het leven was mooi. In het weekend gingen we met vrienden naar de bergen of naar Malang of we verbleven op een of andere onderneming. Daar werd dan muziek gemaakt. Er was lekker eten en er werd natuurlijk gedanst. Allemaal heel typisch voor de Indische cultuur. Jammer dat er aan deze mooie periode een eind moest komen. De politieke situatie was op een gegeven moment niet meer houdbaar voor de Nederlander.’

GLASFABRIEK In Nederland ging Thom werken op de glasfabriek in Leerdam. Daar kwam hij in contact met Louis Struyk, die voor zijn band een drummer zocht. ‘Met onze band The Diamond Strings maakte we furore in Go- rinchem en omstreken. Het was de glorietijd van de Indo-Rock. Later speelde hij nog in de Gorcumse band The Secret Combination.’

Hij is nu 78 jaar, maar nog steeds ferm van lijf en leden. ‘Ik maak nog steeds muziek in de huisband van de AVA Swingers, bij de Indische vereniging De AVA in De Bilt. Samen met Esther bezoek ik graag de Indische koempoelans. ‘Je blijft per slot van rekening Indonesië en de geur van Indië door Roy Grünewald

116 < Roy Grünewald begroet Twee jaar was ik toen mijn ouders met de aanwezigen bij het mij en mijn babybroertje vertrokken uit Openraamfestival. Indonesië naar een ijskoud Nederland. Medio december 1952 kwamen we aan met de boot. Van de boot in een bus en met de bus naar een pension waar een onzekere toekomst begon. Niet alleen het klimaat was koud, zo vertelde mijn moeder later, ook de mensen waren koud. Wij ‘zwartjes’ waren niet welkom. Geen wonder dat in de jaren 50 en 60 vele hechte Indische gemeenschappen ontstonden. Ook al was je geen echte familie van elkaar, iedereen binnen zo’n clan werd al gauw tante en oom, broer en zus en opa en oma genoemd. En elke feestelijke gebeurtenis werd aangegrepen om iedereen bij elkaar te trommelen: de koempoelan.

Mijn vader werkte in Indië (mijn ouders hebben het woord Indonesië nooit over hun lippen gekregen) al bij de marine luchtvaartdienst van het KNIL en hij kreeg een baan op vliegbasis Volkel in Brabant. We woonden in Uden, ik fietste dagelijks naar de HBS in Veghel en ging later in het weekend met de brommer stappen in Oss. Ik had een gelukkige jeugd op het rustige Brabantse platteland. Een jeugd in twee culturen: thuis de Indische en buiten de deur de Brabantse. Brabanders werden door mijn ouders ervaren als lomp en boertig en je kon dat rare dialect nauwelijks verstaan. Maar ons werd ingepeperd dat steentjes uit de droge rijst haalde. Of we > 117 wij wel consequent beschaafd Nederlands luisterden gewoon naar een krakende moesten spreken en die Brabanders transistor radio die in de keuken stond. Als met Javaanse vriendelijkheid dienden te er rijsttafel georganiseerd werd met saté, bejegenen. Toen eens de buren klaagden betekende dat altijd dat er heel veel bezoek over ‘die stank van dat eten’ nodigden mijn kwam en dat we drie dagen van te voren al ouders ze uit. Het werden de beste vrien- bezig waren. Ooms, tantes, neven, nichten, den. Thuis, dat was altijd warm, letterlijk stokoude Indische omaatjes. Verjaardagen en figuurlijk. De kolenkachel brandde tot werden opgespaard tot de zomer. Heel laat in het voorjaar. Voordat we centrale praktisch,want met zoveel bezoek kon je verwarming kregen stond in elke ruimte, buiten zitten en natuurlijk saté roosteren. ja zelfs in het toilet en de badkamer, een straalkachel. Levensgevaarlijk achteraf. ’s Middags stonden in de achterkamer Thuis was er altijd de geur van eten. Iedere tafels met bordjes, taart, gebak, spekkoek, dag geuren die doordrongen in je kleren en bonbons, kannen met koffie, thee en dieper tot in de poriën van je bruine huid. rozenstroop. Als het houtskool werd Eten, met als onbetwist hoogtepunt op aangestoken werd plaats gemaakt voor feesten en verjaardagen: saté. Uiteraard borden, bestek, glazen, kannen ijswater, op houtskool geroosterd. En niks, zoals we vele pannen vol geurende gerechten en vandaag gewend zijn drie, vier stokjes per zakken vol kroepoek, rempejeh en emping. persoon. Gigantische hoeveelheden vlees In de tuin stond pa te roosteren. Samen gingen in een goed schoongemaakte was- met zijn broers of neven, want roosteren teil in de marinade. Van de kinderen werd was een mannenzaak. En na het eten verwacht dat we eindeloos met de oelekan weer koffie toebroek, thee en gebak, nu (vijzel) in de weer gingen: fijnstampen van aangevuld met puddingen en ijs. De afwas ketoembarzaadjes en hand geroosterde was gigantisch, maar de tantes en nichtjes pinda’s voor de katjangsaus, rode pepers hielpen mee en voordat ze vertrokken was wrijven voor de sambals en tot huilens alles brandschoon. Dit was de koempoelan, toe uien fijnmalen. Pitjes pulken uit de of de Indische familiebijeenkomst. Waar tamarindeprut en dan het eindeloos rijgen lief en leed werden gedeeld. Waar roddels van stukjes vlees aan stokjes. Het was werden geboren, waar vaders zaten op te afzien met plezier. We zongen erbij of oma scheppen over de prestaties van zichzelf vertelde verhaaltjes, terwijl ze de zwarte en hun kinderen. Waar sterke verhalen en 118 < herinneringen werden verteld uit het oude Zodra ik het volledig airconditioned Indië en waar moppen werden verteld in stationsgebouw van airport Jakarta het Nederlands, met de clou in het Maleis. -Hatta verliet viel de tropische Omdat dat blijkbaar niet geschikt was voor hitte als een deken over me heen. Ik was jonge oortjes. De kamer hing vol rook van doodmoe van de reis en verlangde niets shag, kretek en sigaren. liever dan eerst twee sigaretten achter elkaar, dan een taxi die me snel naar een Terwijl ik dit schrijf zie ik die beelden voor Westers hotel bracht, een douche, een me als vond alles eergisteren plaats. De tijd flinke borrel, lekker eten en veel slapen. gaat snel. Het waren niet alleen de geuren Alles had ik van te voren goed geregeld. van specerijen en brandend houtskool. Ook De volgende dag ontwaakte ik in een de geuren uit hermetisch gesloten hutkof- stad van uitersten, zoals alle steden in fers walmden in mijn neus als die werden Azië. Van stinkend rijk tot meurend arm. geopend. De zolder stond vol kisten en In de dagen na mijn aankomst bezocht ik koffers met onuitgepakte herinneringen. met LonelyPlanet in de hand alles wat de Kleding van vroeger met een zweem van moeite waard was. De luxe winkelcentra, kamfer, geurend houtsnijwerk als familie maar ook de slums, de pasars (markten) erfstukken en ook kajapoetolie en balsems. voor de armen en malls voor de rijken. Aan De geur van Indië bleef in ons huis hangen de ene kant: vette ratten kropen tussen tot mijn ouders te oud waren om voor de kramen met gedroogde vis terwijl zichzelf te zorgen. volgevreten katers op apegapen lagen. Aan de andere kant steriele fastfood resorts Juli 2006. Ik besloot in mijn eentje een waar het personeel rondliep met plastic reis naar het verloren verleden te maken. handschoenen. Lunchtijd doorgebracht Ik wilde zien wat wij waren kwijtgeraakt, in het koloniale café Batavia, een residu waarover ik zoveel had gehoord tijdens uit ons tempo doeloeverleden. Helemaal de koempoelans. Ik wilde vooral het land terug in de koloniale sfeer van ‘voor de van mijn ouders en voorouders beleven oorlog’. Ineens viel het me op dat bijna en ervaren. Tot mijn verbazing achteraf iedereen Nederlands sprak. De bezoekers werd het een reis waarin vooral de geuren waren geen Engelsen en Amerikanen, nee: uit mijn geheugen ons collectief verloren Hollanders. Toeristen, maar ook mensen verleden deden herleven. En dat was nog uit het bedrijfsleven en de ambassade. maar het begin… De bediening figureerde buigend als een knipmes. Hier leek het of het spel gewoon De kleine Roy Grünewald > 119 werd doorgespeeld alsof er nooit een (met bril) met zijn revolutie had plaatsgevonden. Ik hoorde broertje en oma. aan een tafel naast mij iemand zeggen, terwijl hij de rook van zijn sigaar uitblies: ‘en dit zijn we allemaal kwijtgeraakt!’ Het leek of ik in een droom was beland. Ik sloot mijn ogen, de ventilators zoefden, flarden van gesprekken in het Nederlands, muziek uit de jaren ’30 met iets kraak erin, alsof die uit een oude grammofoon kwam. O ja, de prijs was ook helemaal Hollands. Een clubsandwich en een biertje voor omgerekend 12 euro, of 120.000 Rupiah. Daar waar het maandinkomen van een hoofdonderwijzer 700.000 Rupiah is. Heel veel geld dus. Buiten gekomen viel de deken weer over me heen in een waas van uitlaatgassen en industriële uitstoot. De volgende dag begon mijn reis door het immense land door de trein te nemen naar Bogor, beroemd om de botanische tuin uit 1817 met daarin het houten kist in stukken mochten zagen om voormalige ‘Buitenzorg’, het paleis in de achtertuin een kampvuur te stoken. van de Gouverneur- Generaal en na de Lieflijke geuren van bloemen, penetrante soevereiniteitsoverdracht de residentie van geuren van harsen; nogmaals, het was president Soekarno. Ver weg van de hec- pas een begin. Mijn reis werd één grote tiek van Jakarta kwamen de geuren uit mijn geursensatie. In de daarop volgende weken verleden in volle hevigheid terug. Tuinman- reisde ik door adembenemende landschap- nen verbrandden kleine bosjes afvalhout. pen en bezocht steden en dorpen. Overal Ik ben gaan zitten, alleen om die geur vast waar mensen waren rook je etensluchten, te houden. Het was diezelfde geur uit mijn specerijen, houtskoolvuren en kretek kinderjaren, toen we een keer een kleine sigaretten. Ik weet nu hoe de mensen 120 < Kumpulan in huize Grünewald te Uden, 1959.

ruiken in overvolle bussen, een zweetlucht slechts een kleine greep uit de vele geur- die wij niet kennen, omdat die vermengd sensaties die ik meemaakte. Ik heb Indië is met die van kruiden. Nu snap ik waarom letterlijk opgesnoven om het nooit meer die Brabanders ons vonden stinken. Nu te vergeten. Lang heb ik nog gedroomd. weet ik ook hoe de velden met padi uit de Mijn dromen waren zo helder, in kleuren, in Max Havelaar ruiken, de zwavelluchten uit stemmen en ja, zelfs in geuren. de Bromo vulkaan, maar ook de ‘teknik’ werkplaatsen in de kampongs. De geur Eind augustus 2006. Terugkeer op van smeltende was in de batik fabriekjes Schiphol. Ineens overviel mij een heftig en die van vers gebrande koffiebonen. verlangen naar een broodje kroket. Wat De stinkende kali’s waarin mensen hun banaal na weken van overheerlijke nasi behoefte doen èn hun kleren wassen. En de schotels, rijsttafels en saté snoeperijen. mistige geur van de machtige zonsopgang, Inderdaad: ik had het niet moeten doen en staande op de top van de Borobudur. Zelfs mijn darmen protesteerden heftig. Alsof de regen heeft een aangename geur en ook mijn lichaam wilde zeggen: zie je wel, je de nacht heeft haar eigen geurpalet. Het is bent en blijft een Indo… Jos met de gouden voetjes

Jos van Ligten, 2011. > 121

Jos van Ligten is onder het Gorcumse Nederland. Eerst drie maanden in pension voetbalpubliek ongetwijfeld één van de in Driebergen en daarna naar Gorinchem, bekendste Indiërs. Hij was jarenlang de in een ruime woning in de Nieuwe Hoven. supersnelle en technisch vaardige rechts- ‘Ik woonde nog maar net in Gorinchem, toen buiten van Unitas. ‘Ze noemde mij Jos met mijn talent werd ontdekt toen ik meespeelde de gouden voetjes.’ bij een potje voetbal in de wijk waar ik woonde.’ Jos werd op Malang geboren. ‘Maar de rest van m’n jeugd heb ik in Surabaja doorge- UNITAS bracht.’ Z’n vader had een eigen bedrijf Bij Unitas maakte hij furore. Binnen de in ijzerwerk. ‘Ik heb een onbezorgde jeugd kortste keren maakte het jonge talent gehad. We hadden een groot huis, met tien promotie. Hij begon bij de C-junioren, bediendes. Wat me vooral bij zal blijven, maar mocht al snel meedoen bij de zijn de prachtige reizen die we maakten jongens van de A-jeugd. Daarna volgde op Java. Ik heb alles gezien op het eiland.’ de entree bij de senioren: eerst het vierde, In 1955 kwam de familie Van Ligten naar maar al snel werd hij ingelijfd bij het 122 < Jos van Ligten op de eerste. Jos heeft heel wat mooie herinne- schouders na het duel ringen aan die jaren. ‘Ik was supertechnisch tegen EBOH, 1969. en passeerde met m’n snelle bewegingen al m’n tegenstanders. Ik heb niet echt heel vaak gescoord, maar zorgde altijd wel voor de beslissende voorzetten.’

‘Een van de mooiste momenten uit die jaren was nog altijd het kampioenschap dat we behaalden in 1967. We speelden tegen UVS uit Leiden. Er stond heel veel op het spel. Om kampioen te worden moesten we per Kerst bij de familie Van se winnen. Voor achtduizend man publiek Ligten in Surabaja. wonnen we met 2-0 en daarmee pakten we

het kampioenschap in de eerste klasse. We zijn na afloop met een open wagen door de stad gereden. Twee jaar later beleefde ik m’n mooiste persoonlijke succes. Toen scoorde ik in een beslissende degradatiewedstrijd tegen EBOH. In de allerlaatste minuut werd het 1-0. Daardoor bleven we in de eerste klasse. Ik was natuurlijk de held van de dag en ging op de schouders. Ik zal dat nooit vergeten.’

‘Ik heb uiteindelijk tot m’n 32e bij Unitas gespeeld. Nog regelmatig word ik in de stad gegroet door mensen, die mij nog uit die periode kennen. Dat is mooi.’ ‘Ik was een vechtersbaasje’

John Jager, 2011. > 123

John Jager was in zijn jonge jaren drummer Nederland. Ik had bijvoorbeeld niet zoveel in verschillende Indo-bandjes. ‘Maar ik was moeite met de kou, ik kon er goed tegen. In ook een vechtersbaasje. We hebben regel- de winter van 1956 heb ik zelfs schaatsen matig geknokt tegen Ambonese jongens uit geleerd. We woonden niet zover van Paleis Leerdam. Het ging meestal over meisjes.’ Soestdijk en we hadden in die jaren ook wel eens contact met de prinsesjes. Beatrix was John werd in 1939 geboren in Soerabaja. twee jaar ouder dan ik.’ Net voor de Japanse bezetting is de familie naar Jogjakata vertrokken en later naar ‘Ik heb in Baarn voetbal gespeeld, maar Bandung. Z’n vader werkte in het gevan- dat is me niet bevallen. Ik werd er steeds geniswezen. In 1955 vertrok de familie uitgezet, omdat ik teveel schopte naar de naar Nederland. Men kwam terecht tegenstanders. Ik was een vechtertje en in Baarn. Hij ging naar de technische beoefende de Indische vechtsport kempo. Op school in Amersfoort. ‘Ik heb me makkelijk de technische school in Gorinchem werd ik aangepast aan de omstandigheden in vaak uitgescholden. Maar dat liet ik niet op 124 < me zitten. Dus dan mepte ik er weer op los. Met als gevolg dat ik weer op de gang moest staan.’ John werd timmerman in de bouw. Hij werkte onder andere aan de bouw van de nieuwe Gildenwijk.

THE FLAMING STARS In die tijd begon ook zijn muziekcarrière. Hij begon bij Don Devil & The Drifters. ‘We speelden hard en gemeen. Het heeft niet zo heel lang geduurd, want de bandleden vormden geen eenheid.’ Meer succes boekten The Flaming Stars. Samen met Toby Molenaar (gitaar), Ton Ginus (gitaar), Tom Dumas (gitaar en show) en Paul Livain (gitaar) traden ze regelmatig op in soos Jeugdland, de latere Haarhorst. ‘We speelden ook Indische muziek. Het waren mooie tijden. We waren natuurlijk hartstikke populair bij de meisjes.’

Ook waagde John met The Sparrows nog een min of meer professioneel muziekavontuur van zeven maanden in Duitsland. ‘We traden veel op voor Amerikaanse soldaten, die gelegerd waren in de buurt van de Oostduitse grens. Die Amerikanen waren bereid ons wat extra geld toe te stoppen als we country wilden spelen. Maar het was niet allemaal positief. Bij de wc’s werd gegokt met dobbelstenen, portiers liepen rond met blaffers. Uiteindelijk ben ik daar weer mee gestopt.’ 6. De terugkeer die nooit kwam

Een bijzondere groep repatrianten mensen van Molukse origine, die zijn > 125 vormen de vierduizend Zuid-Molukse Nederlandse roots geheel in Leerdam KNIL-militairen die met hun gezinnen, in heeft. De geschiedenis van de Molukkers totaal ruim 12.000 mensen, in 1951 naar in de regio wordt hieronder na een Nederland komen. Deze militairen, die Gorcumse inleiding dan ook vanuit in Nederlandse krijgsdienst tegen de Leerdams oogpunt beschreven. Toch zijn republiek Indonesië vochten, hebben de Molukken ook in Gorinchem zeker in in hun geboorteland geen toekomst. de jaren vijftig onderwerp van menige Nederland is verantwoordelijk voor deze thema-avond. Door de jaren heen heeft, eigen militairen en weet niet beter te met name op de scholengemeenschap doen dan ze naar het moederland te Oude Hoven, een aantal Leerdamse halen. Eenmaal in Nederland aangekomen leerlingen van Molukse komaf de mid- verliezen zij hun militaire status en wordt delbare school doorlopen. als het ware de bodem onder hun bestaan en toekomst weggeslagen. Deze school benoemt reeds in september 1951 de uit Den Haag afkomstige Moluk- Molukse wijk in Leerdam Aanvankelijk worden de Molukkers ker Th.E. Mataheru tot leraar lichamelijke in aanbouw. gehuisvest in woonoorden, waarvan Schattenberg, het voormalig kamp Westerbork, en Lunetten, het voormalig kamp Vught, met ieder ongeveer driedui- zend inwoners de grootste zijn. Wanneer zij in de tweede helft van de jaren vijftig werk mogen gaan zoeken, vertrekken ook de eerste bewoners uit de oorden naar meer permanente huisvesting. Een terugkeer naar de geboortegrond wordt een droom…

Vanuit met name woonoord Lunetten komen de eerste Molukkers tussen 1960 en 1962 naar Leerdam.113 In Gorinchem woont momenteel een kleine groep 126 < oefening.114 In het voorjaar van 1954 is stratie.115 In later jaren is ook een zekere G. deze zelfde Mataheru blijkbaar verbonden Mataheru aan de Oude Hoven verbonden. aan de Christelijke gymnastiekvereniging Hij tracht de leerlingen enig economisch “Gorcum”. Hij wordt in de krant vermeld inzicht bij te brengen. als leider van een propaganda-demon- De Zuid-Molukken maken aanvankelijk deel uit van de deelstaat Oost-Indonesië. Spoedig na de onafhankelijkheid begint Soekarno met het opheffen van de federale structuur van Indonesië. Als reactie daarop volgt op 25 april 1950 op Ambon de procla- matie van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS). Op 17 augustus 1950 roept Soekarno de Indonesische eenheidsstaat uit en op 28 september volgt de Indonesische invasie op Ambon. De RMS-regering wijkt uit naar het eiland Ceram en zal van daar uit de guerilla- oorlog tot 1963 voortzetten.

In Nederland komt steun voor de Zuid- Molukkers, vaak net zo als Nederlanders Hollanders, Ambonezen genoemd. Zo ook in Gorinchem. Op 15 november 1950 is er in de Gereformeerde kerk een bidstond met als voorganger de Molukse dominee Tutuarima en met medewerking van een Ambonees Studentenkoor. Aan het eind van de dienst wordt een bedrag van bijna vijfhonderd gulden bijeengecollecteerd.116 Ir. J.A. Manusama, minister en later president Op donderdag 19 april 1951 vindt in het in de Molukse regering in Roxy-theater een filmavond plaats met als ballingschap. thema Ambon. Tevens spreekt ondermeer de heer Kaihatu, onderluitenant bij het georganiseerd namens “Door de eeuwen > 127 KNIL b.d. Een half jaar later houdt de afde- trouw”, een stichting van gereformeerde ling Gorinchem van de stichting “Helpt signatuur, die zich inzet voor autonomie Ambon in nood” een kledinginzameling van ondermeer de Molukken. Op deze ten bate van “onze berooide Ambonese avond is ook Gorcums burgemeester Van vrienden”.117 Donderdag 11 april 1957 komt Rappard aanwezig.118 de Molukse minister Lokollo naar Gorin- chem. Hij zal spreken op een filmavond, Op 25 september 1959 vindt in de aula van

Advertentie in het Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstreken, 23-09-1959. 128 < het gymnasium Camphusianum een grote Frans Steenmeijer, secretaris van de Ambon-avond plaats. De aankondigingen jongerenafdeling van “Door de eeuwen zijn misleidend.119 Er wordt gesuggereerd trouw” en van ir. Manusama, minister dat er een bal na zou zijn. Hoewel de in de Molukse regering in ballingschap. indorockers van The Silver Kings de avond De avond eindigt rommelig, aldus de opluisteren, is er slechts een overigens krant, mede door de opwindende muziek overheerlijke nasigorengbal als toegift. van de indorockers en wellicht ook Op de aankondiging in het Nieuwsblad door de Indonesische dans, uitgevoerd zijn veel jongeren afgekomen. Zij hadden door Yvonne Verbeek.120 In een reactie geen inleidingen verwacht van de heer in een ingezonden brief stelt H. Koerts,

Molukse band Massada. voorzitter van de plaatselijke afdeling van andere kant kennen. De Molukse band > 129 “Door de eeuwen trouw” dat de jongeren Massada is in die tijd een aantal keren te blijkbaar de uitnodiging in de krant niet gast in de Kolfbaan. De eerste keer op 11 goed hebben gelezen en dat er om tien september 1976 voor een op dat moment uur een groot aantal rumoerige jongelui record aantal bezoekers van driehon- binnen kwam, blijkbaar voor het bal na en derd.124 Een jaar later is de band terug.125 niet voor de bal. Voorts stelt Koerts dat Op 11 januari 1979 volgt zelfs een optreden wanneer een minister uit Den Haag komt in De Nieuwe Doelen.126 Een sportieve Mo- de plaatselijke pers vooraan staat. Komt lukse link tussen Leerdam en Gorinchem echter Zijne Excellentie ir. Manusama dan vormt voetballer August Usmany. In 1976 zijn de heren er niet.121 komt hij van Leerdam Sport naar SVW.127 In 1982 gaat hij terug.128 In 1978 schrijft Gorcums burgemeester Schreuder een brief aan de minister van binnenlandse zaken, waarin hij om uitbrei- ding van de formatie van het plaatselijk politiekorps vraagt. Hij voert ondermeer aan dat vele Ambonezen uit Leerdam in het weekend Gorinchem bezoeken, en dat - onnodig te zeggen gezien ervaringen in het verleden - aan recherchering onder deze groep prioriteit dient te worden ge- geven.122 Een aantal weken later reageert de secretaris van de plaatselijke afdeling van de CPN. Hij noemt de argumentatie van de burgemeester racistisch en neemt Schreuder als socialistisch burgemeester deze uitspraak zeer kwalijk.123

In de jaren zeventig komen landelijk de Molukse jongeren voornamelijk in het nieuws door treinkapingen. In diezelfde tijd leert Gorinchem hen ook van een Het beloofde Ambon129

130 < Zaterdagmorgen 8 oktober 2011. Het is groeit aan. Een groepje vrouwen meldt vandaag precies vijftig jaar geleden dat zich in prachtige sarongs. Ouderen wor- de eerste Molukkers neerstreken vanuit den thuis opgehaald met kleurige betjaks. de woonoorden in hun eigen wijkje in De stoet zet zich in beweging richting de Leerdam. kerk. Een vrouw van middelbare leeftijd pinkt een traantje weg. ‘Ik ben niet zo Meer nog dan anders is het Tamarinde- emotioneel, maar dit doet me wel wat hoor. plein het centrum van de wijk. Jongeren Er zijn er nog maar zo weinig over.’ met tifa’s, kinderen met vaandels, vlag- gen van de RMS. Later op de dag is er tijd Veel aandacht gaat uit naar de 92-jarige en ruimte om feest te vieren. ’s Morgens Wim Wattimury, de nestor van de Moluk- staat het ‘gedenken’ voorop. Er worden se wijk. Hij kwam in 1951 naar Nederland, foto’s genomen. En gefilmd. De menigte samen met vierduizend strijdmakkers en

Wim Wattimury, 2011. hun gezinnen; in totaal 12.500 personen. Nog tijdens de boottocht – met de haven > 131 De Nederlandse regering beloofde dat van Rotterdam al in zicht – werden de de hondstrouwe soldaten in Nederlandse soldaten ontslagen uit militaire dienst. dienst binnen een half jaar terug zouden Het dragen van het uniform werd keren naar hun geliefde vaderland. ‘Maar strafbaar gesteld. Wattimury beschouwde zes maanden zijn inmiddels zestig jaar de maatregel als een grote vernedering. geworden’, zegt Wattimury vol verbit- ‘Opeens waren we weer gewone burgers. tering en woede in zijn stem. Wij beschouwden ons nog steeds als soldaat ‘Oom’ of ‘opa’ Wattimury was tot zijn en vonden dat de Nederlandse overheid voor 32e soldaat eerste klas in het KNIL. De ons moest zorgen.’ manhaftige Molukkers behoorden tot het elitekorps. Ze werden gevreesd vanwege De Nederlandse regering beloofde – tegen hun vechtlust. ‘We waren voor niets en beter weten in – dat de Molukkers binnen niemand bang.’ een half jaar terug mochten naar Ambon. Wattimury balt zijn vuisten als hij vertelt HONDSTROUW hoe die zes maanden zestig jaar werden. De Molukkers waren van onschatbare waarde. Maar na de soevereiniteitsover- VERBITTERD dracht in 1949 zat Nederland opeens in z’n Wattimury is verbitterd over al het leed maag met deze soldaten. De Molukkers dat de groep KNIL-militairen is aangedaan. wensten niet te worden opgenomen in Hij spreekt geen woord Nederlands, het nieuwe Indonesische leger, de vijand. alleen Maleis. Haalt soms jaartallen door Ze wilden het liefst terug naar Ambon, elkaar, maar zijn woede laat aan duidelijk- waar in 1950 de onafhankelijke Republiek heid niets te wensen over: ‘In 1954 werd der Zuid-Molukken (RMS) was uitge- in Vught de Bond van ex-KNIL-militairen roepen. De staat werd niet erkend door opgericht om te zorgen dat de Nederlandse Nederland en Indonesië. De Nederlandse overheid haar belofte na zou komen en zou regering sprak van een ‘opstand van ‘regelen’ dat de KNIL-militairen terug konden rebellen’. Als ‘tijdelijke’ maatregel werden keren naar Ambon. Ik wacht nog steeds op vierduizend KNIL-militairen in de zomer een antwoord.’ van 1951 naar Nederland verscheept. Wattimury: ‘We hadden geen keuze. Het LEVEN IN DE KAMPEN was een dienstbevel.’ Wattimury verbleef in de jaren vijftig net 132 < Het gezin Lopulalan, 2011 .

als alle andere Molukkers in woonoorden, Tuhunema-Kastanja. ‘Er was helemaal niks. vaak voormalige legerbarakken of concen- We hadden geen geld, alleen wat kleren. Je tratiekampen: kamp Westerbork of kamp kreeg per volwassene slechts drie gulden Vught. Maar veel Molukse Leerdammers zakgeld per week. We konden helemaal zaten ook in Woerden. Het leven was in de nergens heen. Eigenlijk woonden we gewoon woonoorden sober, heel sober. Het eten in een gevangenis.’ werd verzorgd vanuit de gaarkeukens. De grote gezinnen leefden opeengepakt in Opgroeiende kinderen hadden heel een ruimte van drie bij vier meter, zonder wat minder moeite met het leven in de wasmachine, stofzuiger of koelkast. De kampen. Zoals Bennie Lopulalan, nu 63. vrouwen deden het huishouden zoals ‘Ons gezin zat in Kruiningen en daar hadden ze dat van huis uit hadden geleerd. ‘Het we een gelukkige jeugd. Wat ik me nog was een heel moeilijke tijd,’ zegt mevrouw herinner zijn de gaarkeukens, bakker Rinus op de fiets, de eenvoudige spelletjes die we oorspronkelijke bevolking was helemaal > 133 daar deden.’ ‘En natuurlijk de levertraan nog niet gewend aan mensen met een en de hele rij met schoenen die altijd buiten andere huidskleur. Annet maakte het mee stonden,’ vult Jeannie aan. dat een Leerdammer nieuwsgierig over De familie Lopulalan vormde een grote haar armen wreef. ‘Dat gaat echt niet meer familie: vader Junus, z’n vrouw Wilhel- weg,’ zei ze heel gevat. ‘Zo ben ik geboren.’ mientje en liefst twaalf kinderen. Het was er altijd een gezellige boel. ‘Gewoon met Vader, moeder en de twaalf kinderen z’n drieën op een kamer. Bij het eten zat de vormden een zeer hecht gezin. En met ene helft van het gezin in de kamer en de zoveel kroost was er volop leven in de andere helft gewoon in de keuken.’ brouwerij. De deur stond altijd voor iedereen open, het was een beetje de In 1961 kwamen ze naar de net gebouwde zoete inval. Jeannie: ‘Een van de leukste Molukse wijk in Leerdam, gesitueerd aan herinneringen is dat we thuis altijd de westelijke rand van de stad. Het was bingo speelden. M’n moeder maakte zelf de begin jaren zestig nog echt een enclave. boekjes. Als ze de nummertjes oplas, deed Wat opviel was de fysieke scheiding ze dat zingend. Er kwamen altijd heel veel tussen de Molukse wijk en de rest van Molukkers uit de wijk. We zaten in de kamer, Leerdam. De wijk lag tussen de weilanden. maar ook op de trap.’ Pas verderop begon Leerdam. In de loop van de tijd zijn ze aan mekaar gegroeid. HECHTE GEMEENSCHAP De Molukse wijk was vanaf het begin een AMBONEESJES KIJKEN hechte gemeenschap. De achterdeur van Leerdammers stonden nog wat vreemd te de bewoners stond altijd open. ‘Je liep zo kijken tegen de komst van de Ambonezen. bij iedereen binnen. Iedereen lette op elkaar. Maar ze waren zeker niet vijandig. Henk Daardoor voelden we ons veilig,’ vertellen Lopulalan: ‘Zondag na de kerk maakten Jim en zijn drie jaar oudere zus Mientje velen een wandelingetje door de wijk. Dan Sapulette. keken ze nieuwsgierig naar binnen. Hoe zag het eruit? Ze verwachten natuurlijk niet veel Het Tamarindeplein was het zo gezel- meer dan een tafel en een paar stoeltjes.’ lige middelpunt van de wijk. Jim: ‘Daar speelden we met z’n allen. Kastiebal; de Leerdam was toen nog echt een dorp. De stoepputten en bomen waren de honken. 134 < Er waren amper auto’s. En voetballen, De bruiloften begonnen ’s avonds om eindeloos voetballen. Wat hebben we een een uur of acht. Eerst werd er gegeten en plezier gehad.’ daarna barstte het feest los. Dat duurde tot diep in de nacht. Als het in een tent De kleine, behendige Molukkers waren werd gehouden, ging het door tot het ’s goede voetballertjes. Zo ook Henk morgens licht was. Dan werden bruid en Lopulalan ‘Ik stond rechtsbuiten, een echte bruidegom in optocht met muziek naar Tahamata was ik. Ik ging bij Leerdam Sport huis gebracht. Liz: ‘Meestal ging er iemand spelen, waar ze wel blij waren met al die met een viool voorop. Als kind vonden we Molukkertjes. Ons team speelde een keer in dat geweldig. Later werd dat anders. Kregen Tiel. Ik moest bij de scheidsrechter komen. we te maken met regels over geluidsoverlast. Die geloofde niet dat ik bij Leerdam Sport Als het feest in een zaaltje werd gehouden, voetbalde, omdat ik te goed was.’ was het om een uur of één al afgelopen. Jammer!’ BRUILOFTEN Legendarisch zijn de verhalen over BAND de grote evenementen in de wijk. Net als bij de Indische jongeren werd Vooral over de bruiloften. ‘Een maand van ook in de Molukse gemeenschap veel tevoren werd alles al voorbereid,’ zegt Liz muziek gemaakt. In de jaren zestig en Lekatompessy-Risamasu (54). ‘Vrouwen zeventig vormde vijf leden van de familie uit de wijk kwamen langs om te vragen wie Lopulalan een Moluks bandje: The Lops. wilden helpen. Daarna werd afgesproken ‘We speelden soul, rock&roll en dansliedjes,’ bij wie er gekookt zou worden. Moeders en zegt Henk. ‘We waren graag geziene gasten tantes vormden de kookploeg; die bestond op feesten en partijen. We zaten in heel gemiddeld uit twintig personen. Jongeren Nederland, maar ook vaak in het Duitse Bre- zaten in de serveerploeg. Bij grote feesten men, Vader was de manager.’ Debbie: ‘Wij waren er soms wel tachtig nodig.’ De oefenden in de huiskamer. Er stond vaak een Molukse feesten en maaltijden werden heel groepje mensen te luisteren op straat.’ bezocht door honderden gasten. ‘Als het De Lops deden hun optredens meestal om een grote familie ging, kwamen er wel op zaterdagavond. Soms kwamen ze pas 1000 mensen. De feesten werden gehouden midden in de nacht thuis. ‘Toch moesten in een zaaltje, een tent of zo maar op we zondag weer gewoon naar de kerk,’ zegt grasveldjes in de wijk.’ Debbie. ‘M’n moeder zei dan: jullie besteden zoveel tijd aan jullie band, kun je dan niet nert de inmiddels 85-jarige Marietje zich. > 135 één uurtje per week aan God wijden?’ Ze In haar kamer in de Poort van West leeft deden het zonder morren. het verleden voort. Er staat een dvd aan met Molukse muziek. In de kamer volop In de jaren zeventig werd de sfeer in familiefoto’s; van kinderen en kleinkin- de Molukse woonwijken in Nederland deren, maar ook herinneringen aan een grimmiger. Jongeren van de tweede ver verleden. Bijvoorbeeld uit de periode generatie waren minder gezagsgetrouw dat haar man nog in het KNIL diende. ‘Ik The Lops. en velen omarmden openlijk het ideaal van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS). In huize Lopulalan speelde de discussie amper een rol. Maar ze kregen er wel mee te maken. ‘Na de treinkaping bij de Punt in mei 1977 werden wij Molukkers opeens met argusogen bekeken,’ zegt Aart. ‘Ik zat in die tijd een keer in de trein en vond een portemonnee met honderd gulden erin. Ik ben naar de conducteur gestapt om het te melden. Iedereen in de trein raakte gelijk in paniek.’

TERUG NAAR AMBON Het verlangen ooit terug te keren naar hun geliefde vaderland leefde bij veel Molukkers. Marietje en Marianus Pattirad- jawane voegden de daad bij het woord. Ze kwamen in 1951 met hun twee kinderen met de New Australia naar ons land. Na medisch onderzoek in Amersfoort verble- ven ze tien jaar in een kamp in Woerden. In 1961 arriveerden ze in Leerdam. ‘We waren blij. Eindelijk weer een normaal huis. Dat was ook fijn voor de kinderen,’ herin- 136 < denk veel terug aan vroeger. Aan Ambon, Vertelt: ‘Mijn man was militair, hij moest aan de reis, aan onze jaren in Woerden. Ik verhuizen. Ik ben meegegaan. Natuurlijk. Je heb daar nu alle tijd voor.’ Desondanks is hebt geen andere keus. Heel normaal. We Marietje niet negatief over het verleden. hadden het redelijk in Leerdam. Ook omdat Ze praat rustig – verstaat Nederlands, ik toen ben gaan werken. We hadden goede maar spreekt het moeizaam – en laat haar contacten. Vooral in de ‘wijk’ natuurlijk, emoties nauwelijks zien. Heeft steeds een maar ook met de mensen in Leerdam. Als je lach om haar nog jonge gezicht. Geniet zelf goed leeft, gaat dat vanzelf.’ van het bezoek. ‘Neem nog een glaasje wijn, meneer. Op één been kun je niet staan.’ GEEN HEIMWEE Marietje Pattiradjawane voelde destijds geen heimwee naar Ambon. Zegt aarze- lend: ‘Het was natuurlijk mijn vaderland, maar ik vond het goed zo. Al gingen we er tijdens vakanties wel naar toe.’ Haar man had meer heimwee. ‘Hij wilde graag op Ambon sterven.’ Het echtpaar kocht daarom grond en liet een huis bouwen. In 1998 volgde de terugkeer naar hun geboorteland. Het liep anders dan de ex- KNIL militair had gedroomd. Hij werd ziek en overleed elf maanden na zijn terugkeer. En werd begraven op zijn geliefde eiland. Marietje bleef een jaar of tien alleen achter en besloot toen naar Nederland terug te keren. ‘Op Ambon had ik wel familie en kennissen, maar al mijn kinderen en klein- kinderen woonden in Nederland. Dan ben je daar toch alleen.’ Het stoffelijk overschot van haar man werd opgegraven, kwam mee terug naar Leerdam, waarna hij op de Marietje Pattiradjawane, begraafplaats aan de Tiendweg zijn laatste 2011. rustplaats kreeg. BERUSTING > 137 Inmiddels woont Marietje in de Poort van ‘In de jaren zestig hadden de Molukkers West. ‘Ik heb het hier goed, maar ik mis de bijna allemaal een baan. Kinderen van gezelligheid en de aanspraak van de wijk. de KNIL-militairen gingen bijna zonder Daar lopen de mensen bij je in en uit. Hier uitzondering naar de ambachtsschool of is dat minder. Maar het kan niet anders. Ik de huishoudschool. Na school gingen ze ben nog aardig gezond, gebruik geen medi- werken in de bouw, de zware metaal, op cijnen, heb alleen wat last van mijn botten.’ scheepswerven. Vaak in ploegen. Heel veel Terugkijkend op haar leven past het woord van hen konden aan de slag als lasser. Het ‘berusting’. ‘Ons leven is gegaan zoals het waren heel handige jongens. gegaan is. Dingen overkomen je. Dan moet je Halverwege de jaren zeventig begon de er het beste van zien te maken. Het is goed zo. situatie drastisch te veranderen.’ Manuhutu: Ik hoor hier. Vooral door de kinderen. Als zij ‘Er vallen dan ontslagen bij de grote scheeps- hier dood gaan, sterf ik hier ook.’ werven. De zware metaal verdwijnt vrijwel geheel uit Nederland.’ De hoop om ooit terug te keren naar Ambon leeft nog steeds voort bij Wim POLITIEKE SPANNINGEN Wattimury: ‘Ik heb nog maar een paar Maar er speelt nog iets anders, weet jaar te leven, maar de hoop om terug te Manuhutu: ‘Je ziet in die jaren ook de gaan naar Ambon heb ik nog steeds niet politieke spanningen oplopen. In 1970 opgegeven. Daar blijf ik voor vechten, totdat bezetten Molukse jongeren de Indonesische ik uiteindelijk zal worden teruggeroepen ambassade in Wassenaar. In 1975 volgt de door de Schepper Zelf.’ eerste treinkaping, in 1977 gevolgd door de treinkaping bij Bovensmilde. In 1978 EEN GENERATIE TUSSEN WAL EN SCHIP wordt het provinciehuis van Assen bezet. De generatie Molukkers die als tiener Dat zijn allemaal factoren die ertoe hebben opgroeide in de jaren zeventig en tachtig geleid dat de kansen op de arbeidsmarkt had het niet makkelijk. ‘Om te spreken over voor Molukkers nog moeilijker werden. Die een verloren generatie is misschien wat sterk zorgden er ook voor dat het klimaat in de uitgedrukt, maar het was wel een generatie wijk er niet beter op werd.’ die tussen wal en schip belandde’, zegt Wim Manuhutu, opgegroeid in Leerdam en Ook de spanning in de Leerdamse Mo- groot kenner van de Molukse geschiedenis. lukse wijk nam toe. ‘Treinreizigers worden 138 < bang als een Molukker de trein binnenstapt. Kipuw schreef in 1988 in het kader van De Molukse wijk moest ‘s nachts worden zijn studie ‘Multi Etnische Studies’ aan de bewaakt. De mensen waren echt bang dat er Haagse Hogeschool een scriptie over de iets zou kunnen gebeuren.’ werkloosheid onder Molukkers. De hoge werkloosheid had verschillende oorzaken: ‘Molukse jongeren kwamen in die jaren onderwijsachterstand, het relatief hoge nergens meer aan de bak,’ zegt Wim Kipuw. aantal ‘drop outs’ in het middelbaar onder- De nu 64-jarige wijkbewoner werkte wijs, de tweetalige opvoeding. Er waren jarenlang als docent bij vormingscentrum vaak moeilijkheden bij sollicitaties. Bo- Lingerak later het Da Vinci College en was vendien hadden jongeren van hun ouders heel actief binnen de (Molukse) wijkraad. meegekregen dat de Nederlandse overheid ‘Ik denk dat op z’n dieptepunt ruim zestig voor ze moest zorgen. Die mentaliteit werd procent van de jongeren zonder werk zat.’ overgenomen door de jonge generatie.

Molukse muurteksten op een binnenpleintje in Leerdam, ca. 1980. Maar de hoge werkloosheid had ook Leerdam is een van de deelnemende > 139 te maken met pure discriminatie bij gemeenten. werkgevers, zegt Kipuw: ‘Ik heb destijds samen met iemand van Nederlandse Kipuw: ‘De bedoeling was om de Molukse afkomst een test gedaan. Op het moment werklozen weer in een werkritme te krijgen, dat er ergens een vacature was, gingen zodat ze weer een gewone reguliere baan we langs bij de werkgever. Als ik naar zouden kunnen krijgen. Ze hielpen mee met binnenging, was het al gauw: ‘Neen, er is al beschoeiing van sloten en singels, ze waren voorzien in de vacature’. Even later ging de actief bij de renovatie van de Houtloods Hollander solliciteren en die werd met open Holland, de parkeerplaats van Leerdam armen ontvangen: ‘Okay, wanneer kun je Sport werd opnieuw betegeld. En natuurlijk beginnen?’ hebben veel Molukse jongeren meegewerkt aan de bouw van het stichtingsgebouw. Ik De Molukse jongeren liepen in de jaren tachtig de deur plat bij de Sociale Dienst, zegt Kipuw. ‘De een had geldtekort, bij de ander was de uitkering niet gestort. Sommige zeiden op een gegeven moment: ‘laat maar zitten, joh!’, ik ga ook niet meer zoeken.’ Een gevolg van de werkloosheid was dat veel Molukse jongeren drugs gingen gebruiken. Kipuw: ‘Je hoorde jongeren zeggen: ‘wat moet ik anders?’ Hoe ze aan geld kwamen? Makkelijk zat. Er werd veel ingebroken.’

PROJECTEN Vanaf 1982 komt de Rijksoverheid met gerichte werkgelegenheidsprojecten voor Molukse werkzoekenden. De bedoeling is de arbeidsmarktpositie van de Molukkers te bevorderen. Later volgt het zoge- naamde 1000-banenplan. De gemeente Wim Kipuw, 2011. 140 < schat dat van degenen die hebben meege- MOLUKKERS BIJVEN ALTIJD SOLIDAIR daan aan deze werkgelegenheidsprojecten In de jaren zeventig beleeft de Molukse uiteindelijk een derde daar een baan aan gemeenschap een duidelijke kentering. over heeft gehouden.’ Dat is vooral te zien bij de Molukse jongeren. Ze zijn minder gezagsgetrouw, De situatie is daarna langzaam verbeterd. komen vaker in opstand tegen hun Kipuw: ‘Het is soms heel simpel. Je ziet strenge ouders. ‘Ze gaan ook volop bijvoorbeeld dat werkloze jongeren een deelnemen in de jeugdcultuur,’ zegt Wim meisje krijgen. Ze trouwen, krijgen kinderen. Manuhutu. ‘Je ziet het aan hun kleding: En dan moet je wat.’ Uiteindelijk hebben lang haar, velen met een Afrokapsel. Ze de meeste jongeren in die tijd toch wel gaan zich anders gedragen.’ En ook niet ergens een baan gevonden. ‘Met hun onbelangrijk: ze waren ook bereid om kinderen gaat het een stuk beter. Die hebben actie te voeren. goede banen. Wat dat betreft is er in dertig jaar veel verbeterd.’

Molukse jongeren maken muziek op straat, ca. 1980. RMS WIJKRAAD > 141 Veel Molukkers in Nederland betoonden Kipuw deed jarenlang vrijwilligerswerk in die jaren openlijk hun steun aan voor de Wijkraad. Hij vocht als een leeuw het ideaal van de Republiek der Zuid- voor de belangen van zijn bevolkings- Molukken, de RMS. Manuhutu: ‘In 1977 groep ‘Het was vrijwilligerswerk, maar bestond onder Molukse jongeren – ook in het eiste heel veel. Op den duur ken je alle Leerdam – behoorlijk wat sympathie voor de problemen in de wijk. We haalden heel wat treinkapers. Dat zag je bij de begrafenis van op onze hals. We hielpen mensen actief een van de jongens, die bij de bestorming bij het invullen van de formulieren voor van de trein was omgekomen. Het werd de kinderbijslag of bij het aanvragen van een grote manifestatie, met duizenden een uitkering. Ook stonden we mensen bij Molukkers uit het hele land. Leerdam was op het moment dat ze huurachterstand vertegenwoordigd met drie bussen. Er was hadden. Of nog erger: als ze uit hun huizen een groot gevoel van solidariteit.’ dreigden te worden gezet of het gas en licht afgesloten werd.’ ‘Molukkers blijven altijd solidair’, zegt Wim Kipuw. ‘Wat er ook gebeurt. Als de zoon De wijkraad was de officiële gesprekspart- van mijn vriend verslaafd raakt, dan is de ner van de gemeente. ‘Regelmatig zaten gedachte: ‘Het blijft wel mijn vriend.’ Ook we op het stadskantoor met de burgemees- jongeren die het verkeerde pad op gaan, ter om tafel. Je moest niet bang zijn. Het is worden altijd weer opgenomen in de ook voorgekomen dat we de burgemeester Molukse gemeenschap. midden in de nacht belden en direct een Kipuw: ‘Er is soms best wel eens wat spoedoverleg eisten. De burgemeester onenigheid tussen de Molukkers. Maar zei dan: ‘Ik kom alleen m’n bed uit als het op het moment dat anderen zich tegen stadskantoor in de fik staat.’ Dan zeiden ons keren, dan is iedereen één. Er zijn hier wij: ‘Als u niet komt, dan gaat dat inderdaad politie-invallen geweest. Dat werkt als een gebeuren.’ rode lap op een stier. Dat heb je ook weer Kipuw: ‘Voor ons was belangrijk dat de gezien met de rellen tussen Molukkers en de gemeente z’n afspraken nakwam. Dan Turken en Somaliërs. Dan hebben Molukkers zeiden we: ‘Onze ouders zijn bedonderd. zoiets van: blijf van ons af. Ga niks proberen, Laat het daar bij blijven. Bedonder ons niet. want je krijgt alles over je dak. En blijf vooral Als je iets belooft, moet je het ook doen. van de kerk af.’ Daar waren wij heel stellig in.’ Annotatie

142 < 1. A.W.P. Weitzel, Batavia in 1858 of schetsen 18-11-2011. en beelden uit de hoofdstad van Neêrlands 15. Gorcumse Courant, 31-01-1969, p.1. Indië (Gorinchem, 1860) p. 21-22. 16. Idem, 14-02-1969, p. 4. 2. Idem, p. 114-115. 17. Idem, 21-02-1969, p. 7. 3. Ibidem, p. 3. 18. Idem, 28-02-1969, p. 3. 4. Bij het schrijven is gebruik gemaakt 19. Eerder gepubliceerd in nieuwsblad Het van de volgende literatuur: Hans Buiter, Kontakt (2005). Nederlands-Indië 1830-1949. Een kolonie in 20. Gorcumse Courant, 19-11-2003, p. 9 en ontwikkeling (Utrecht/Antwerpen, 1993) Idem, 25-05-2005, p.13. en Frans van Baardewijk e.a., Geschiedenis 21. Advertentieblad, 06-06-1873, p. 1, Idem, van Indonesië (Zutphen, 1998) met name 20-06-1873, p. 4 en Nieuwe Gorinchem- hfd VII en IX. sche Courant, 14-06-1873, p. 2. 5. Rien Robijns (ed.) Hamel’s Journael. De 22. Nieuwe Gorinchemsche Courant 25-04- verbazingwekkende lotgevallen van 1874, p. 2. Hendrick Hamel uit Gorinchem en de 23. Idem 08-09-1877, p. 2 en 3. andere schipbreukelingen van het jacht De 24. Idem 22-01-1876, p. 1. Sperwer in Korea tussen 1653-1666, p. 9. 25. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- 6. Regionaal Archief Gorinchem, Doopboek ken 26-12-1924, p. 3. Herwijnen, inv.nr. 932, p. 50. 26. Nieuwe Gorinchemsche Courant 27-09- 7. Buiter, Nederlands-Indië, p. 28. 1883, p. 1, Idem 28-10-1883, p. 1. 8. C.B. de Lang, Vertel nog eens over de 27. Idem, 27-09-1883, p.1 , 11-10-1883, p. 2 en oorlog. Oorlogsherinneringen van een 28-10-1883, p. 1 en 3. onderwijzer (Almkerk, 1991), hfd. 17 t/m 20. 28. RAG, Archief Gemeentebestuur, ingeko- 9. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstreken, men stukken 1929 rubriek 61-21. 12-07-1948, p. 4. 29. Nieuwe Tilburgsche Courant 6-07-1929, 10. Idem, 28-07-1948, p. 1. p. 2. 11. Bidprentjesverzameling van Antoon 30. De Vijf Rivieren 5-10-1934, p. 6. Gloudemans. 31. RAG, Archief Gemeentebestuur, dossier 12. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- 468. ken, 27-06-1949, p. 3. 32. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- 13. Idem, 11-10-1948, p. 3. ken 14-03-1947, p. 1. 14. Zie www.geschiedenis24.nl/anderetijden/ 33. Idem, 17-03-1947, p. 1. deexcessennota geraadpleegd op 34. Idem, 12-03-1948, p. 1. 35. Idem, 23-05-1947, p. 2. (s.l., 2011). > 143 36. Idem, 02-05-1947, p. 1 en Idem, 58. RAG, Archief De Vries Robbé & Co, 07-05-1947, p. 1. aanvulling Nationaal Archief, inv.nr. 1. 37. Idem, 21-05-1947, p. 3. 59. R.B. Harteveld en H.R. Wortman, De Vries 38. Idem, 28-05-1947, p. 3. Robbé & Co 1881-1956. Tijdsbeeld van 39. Idem, 30-05-1947, p. 2. driekwart eeuw technische en maat- 40. Idem, 3-09-1947 p. 1 en Idem 19-09-1947, schappelijke vooruitgang (Gorinchem, p. 1. 1956), p. 164-166. 41. Idem, 22-09-1947, p. 4 en Idem, 17-11- 60. Zie Willem J.M. Constandse, De Vries 1947, p. 4. Robbé & Co. De geschiedenis van een on- 42. Idem, 24-11-1947, p. 3. derneming in Gorinchem, samengesteld 43. Idem, 11-10-1948, p.1. op basis van de correspondentie van mijn 44. Idem, 27-02-1948, p.1. vader Machiel J. Constandse met A.A.C. 45. Idem, 25-02-1948, p. 3. de Vries Robbé, president-directeur, in: 46. Idem, 18-12-1946, p. 2. Oud Gorcum Varia jrg. 19, nr. 53 (2002), 47. Idem, 23-04-1948, p. 3. pp. 213-217. 48. Idem, 7-6-1948 p. 4 en Idem, 25-06-1948, 61. Archief De Vries Robbé & Co, aanvulling p. 4 en 28-07-1948, p. 3. Nationaal Archief, inv.nr. 239. Brief van 49. Idem, 18-02-1949, p. 1. 7-10-1913. 50. Idem, 21-01-1949, p. 3. 62. Bijblad Onze handel met Indië, in: Indië. 51. Zie http://mailgroep.seniorweb.nl/ Geïllustreerd weekblad voor Nederland schrijversgroep/indie2.htm, geraadpleegd en koloniën (Leiden, 1924) p. 6. op 14-11-2011. 63. Ibidem. 52. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- 64. Algemeen Handelsblad, 26-01-1931, p. 1. ken, 27-12-1946, p. 1. 65. RAG, Archief De Vries Robbé & Co, 53. Idem, 27-01-1947, p. 4. aanvulling Nationaal Archief, inv.nr. 184. 54. Idem, 9-7-1948, p. 3 en Idem, 8-11-1948, 66. De Vries Robbé-Nieuws, 10-07-1941. p. 3. 67. Idem, 29-05, 5-06 en 12-06-1941. 55. Idem, 29-01-1947, p. 4. 68. De Vijf Rivieren, 22-07-1939, p. 8. 56. René van Dijk, “Uit de oude doos”, 69. Nieuwsblad voor Gorinchem en aflevering 205 : Veteranen. Gorcumse Omstreken, 25-11-1953, p. 1. Courant 29 september 2010, p. 19. 70. Idem, 21-11-1956, p.1. 57. Annelies Damen, Indië was ons paradijs 71. De Vries Robbé-Nieuws, 7-08 en 30-10- 144 < 1947 en 5-02-1948. popmuziek in Gorinchem, p. 9-15, 132-135, 72. Idem, 24-11-1949. 178-179, 188-191, 230-231. 73. Idem, 11-3 en 27-05-1948. 90. Jack van Asdonck / Air Laut: CD Love and 74. Idem, 11-3 en 27-05-1948 en 3-02, fear (inlay), 2006. 11-08-1949. 91. Gorcumse Courant, 29-03-1978, p. 7. 75. Idem, 28-12-1950. 92. Lingestreek, 4-04-1978, p. 9. 76. Nieuwsblad voor Gorinchem en 93. Gorcumse Courant, 19-03-1978, p. 7. Omstreken, 28-12-1959, p. 2. 94. Lingestreek, 3-04-1979, p. 1. 77. Zie http://sipruu.ditjenpum. 95. Nieuwsblad voor Gorinchem en go.id/1962/1962/1962pp9.htm geraad- Omstreken, 30-06-1978, p.3. pleegd op 19-11-2011. 96. Gorcumse Courant 27-09-1978, p. 11. 78. Zie hiervoor op de website van het 97. Lingestreek, 3-04-1979, p. 1. Historisch Nieuwsblad het artikel 98. Nieuwsblad voor Gorinchem en “Einde historische herstelbetalingen aan Omstreken, 11-04-1979, p. 2. Nederland” van Alexander Weissink. 99. Idem, 13-04-1983, p. 5. Geraadpleegd op 17-11-2011. 100. Idem, 22-04-1983, p. 1. 79. Zie voor deze brieven het archief van De 101. Merwepost, 30-04-1985, p. 1 en Idem, Vries Robbé & Co, aanvulling Nationaal 7-05-1985, p. 3. Archief, inv.nr. 192. 102. Nieuwsblad voor Gorinchem en 80. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstreken, 22-09-1978, p. 6. Omstreken, 14-02-1951, p. 2. 103. Gorcumse Courant, 7-10-1987, p. 1. 81. Idem, 1-11-1950, p. 3. 104. Zie bijvoorbeeld Kompas Aktief, 6-05- 82. Idem, 22-06-1951, p. 4. 1997, p. 19. 83. Idem, 10-04-1953, p. 3. 105. De Stad Gorinchem, 11-01-2005, p. 9. 84. Idem, 22-01-1958, p. 1. 106. Ibidem. 85. Idem, 24-02-1958, p. 1. 107. Gorcumse Courant, 12-11-1997, p. 13. 86. Handelingen van de gemeenteraad, 108. Gemeente Gorinchem, Notulen 1959, p. 14. Gemeenteraad 1999, p. E53 – E58. 87. Nieuwsblad voor Gorinchem en 109. Verslag vergadering commissie Alge- Omstreken, 17-07-1953, p. 5. meen Bestuurlijke Aangelegenheden d.d. 88. Idem, 5-12-1958, p. 1. 18 augustus 1998. 89. Piet Augustijn, Aart Roza en Jos 110. De Stad Gorinchem, 21-09-1999, p. 1. Walraven; We want more! : 50 jaar 111. Idem, 11-09-2001, p. 1 en Idem, 25-09- 2001, p. 5. > 145 112. De Stad Gorinchem, 20-08-2002, p. 23. 113. www.historischeverenigingleerdam.nl/de- molukse-historie-ontrafeld geraadpleegd op 23-11-2011. 114. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- ken, 12-09-1951, p. 1. 115. Idem, 8-01-1954, p. 1. 116. Idem, 17-11-1950, p. 3. 117. Idem, 22-10-1951, p. 4. 118. Idem, 19-04-1957, p. 13. 119. Idem, 23-09-1959, p. 4. 120. Idem, 28-09-1959, p. 5. 121. Idem, 16-10-1959, p. 10. 122. Gorcumse Courant, 10-05-1978, p. 3. 123. Idem, 28-06-1978, p. 7. 124. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- ken, 17-09-1976, p. 4. 125. Lingestreek, 4-10-1977, p. 9. 126. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- ken, 12-01-1979, p. 1. 127. Idem, 28-04-1976, p. 17. 128. Gorcumse Courant, 11-08-1982, p.13. 129. Tekst van André Bijl en Dick Aanen, portretfoto’s Juarth Leihitu. Historische Reeks Oud-Gorcum

146 < Deel 1 (1989): Een brief over den Franschen Deel 9 (1995): Hendrik van Hoogdalem tijd, en dan een vrouwen- 1898-1970 / Bert Stamkot, praatje in de Gorkumsche Robert van der Veen. volkstaal / door P. van Deel 10 (1996): Uittreksel uit het dagboek Zutphen Az. ; ingeleid door 1807-1816 van den A.J. Busch. heer Matthijs Snoeck Deel 2 (1990): Aardrijkskundige Huibertszoon, in leven beschrijving van de stad burgemeester van Gorin- Gorinchem, voor de chem / medegedeeld en scholen/ door A.J. van van eene inleiding voor- der Aa ; ingeleid door A.J. zien door H.A. van Goch ; Busch. ingeleid en geannoteerd Deel 3 (1990): Lusthoven in Gorinchem/ door A.J. Busch. A.J. Busch en Carla S. Deel 11 (1997): Cornelis Lever, boek- Oldenburger-Ebbers. verkoper en uitgever in Deel 4 (1991): Herinneringen aan Gorinchem in de 17de Gorinchem in de jaren eeuw/ Jan Lever en Bert 1870-1880/ ingeleid en gean- Stamkot. noteerd door A.J. Busch. Deel 12 (1998): Gorinchem door de Deel 5 (1992): Muntslag te Gorinchem eeuwen heen beschreven/ 1583-1591 / W.J. Boudestein. samengesteld door A.J. Deel 6 (1993): Herinneringen aan Gorin- Busch. chem in de jaren 1900-1914/ Deel 13 (1999): Uit de schatkamer van Marius Korthof, Ad Muller; Oud-Gorcum : 90 jaar ingeleid en toegelicht door “Oud-Gorcum” 1909-1999/ A.J. Busch. A.J. Busch, A. Blauw. Deel 7 (1994): Het Gorkumse voermans- Deel 14 (2000): George Arnold Escher in gilde en het verkeer tot Gorinchem / samenge- omstreeks 1815 / W. van steld door A.J. Busch. Zijderveld. Deel 15 (2001): De straatweg Gorcum- Deel 8 (1995): Gorinchem tijdens de Vianen / W. van Zijderveld. bezetting 1940-1945 / onder Deel 16 (2002): Gorcum en autobussen / redactie van A.J. Busch e.a. W. van Zijderveld. Deel 17 (2003): M.A. van Andel en J.G. door Piet Augustijn, Aart > 147 de Lint : Geschiedenis, Roza en Jos Walraven. geneeskunde, Gorinchem/ Deel 26 (2010): Opstaan en slapengaan in onder redactie van Bert bezet Gorcum : Verhalen Stamkot. over het dagelijks leven Deel 18 (2004): Gorinchem in het jaar in 1940-1945 / door A.J. 1854: Het stadsuiterlijk Busch e.a. en de situatie in de stad / door Dick Stenhuis. Deel 19 (2006): Pompen en fonteinen in Gorinchem / door R.F. van Dijk. Deel 20 (2007): R.K. kerken en schuilkerken en ‘paapse stoutigheden’ in Gorinchem / door A.J. Busch. Deel 21 (2007): 75 jaar gewaardeerd groen: 75 jaar gemeen- telijke groenvoorziening en het Gorcumse groen / door Allow Frings. Deel 22 (2007): Griek & Bliek : Een halve eeuw Grieken in Gorin- chem / door Roel Mulder. Deel 23 (2009): Alaaf : 50 jaar carnaval in Bliekenstad / door Aron de Vries. Deel 24 (2009): Volle zalen : Zes eeuwen theater en 100 jaar bioscopen in Gorinchem / door A.J. Busch. Deel 25 (2009): We want more! : 50 jaar popmuziek in Gorinchem/ 148 <