In Memoriam Andy Tielman (1936-2011)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
In memoriam Andy Tielman (1936-2011) Op 10 november 2011 is de Godfather of Rock ’n Roll, Andy Tielman, van ons heengegaan. Net als mijn vriend Jan Maarten Hafkamp† streed hij met onvoorstelbare moed lang tegen het onvermijdelijke, helaas zonder succes. Zijn invloed op de Nederlandse pop scene is enorm groot geweest; niet alleen op de Indo’s maar ook op talloze Nederlandse gitaristen. De grootste gitarist van Nederland en omstreken, Jan Akkerman, schreef na het overlijden van Andy in GitaarPlus: ‘Andy stond met zijn broers aan de basis van de Nederlandse popmuziek. Hij maakte Rocl&Roll alleen op een heel eigen wijze. Het was geen Bill Haley, Elvis of Carl Perkins. Het had zijn basis in Indonesië gekregen en zou zijn exclusieve muziekstroming krijgen. Indorock werd aan het eind van de vijftiger jaren een fenomeen en is het tot op de dag van vandaag gebleven. De grondlegger is niet meer. Da’s een groot gapend gat en voor iedere muziekliefhebber een tragisch verlies.’ Andy zag zelf vooral als vocalist en terecht. Een bereik van vijf octaven is uniek en volgens mij was de opera zanger Iwan Rebroff de enige die dit ook presteerde. Ook als gitarist stond Andy op grote hoogte. Zijn spel snelheid was voor de eind vijftiger/begin zestiger jaren ongekend. Wat veel minder bekend is, dat Andy Tielman een absolute vernieuwer op het gebied van gitaar- en bandtechniek was. Hierbij een overzicht van de innovaties van Andy respectievelijk The Tielman Brothers. De eerste elektrische gitaar van de meeste Nederlandse gitaristen was vaak een Egmond Solid 7 of een Manhattan. Maar niet voor The Tielman Brothers; zij begonnen op Miller en Wilson, de luxe submerken van Egmond. Toen deze tijdens de Expo 58 tentoonstelling in Brussel verbrand waren, bestelde Andy’s toenmalige schoonvader in Amerika Gibson versterkers en gitaren: een Les Paul Gold Top, een ES 350T en een Les Paul Custom. Gibsons waren peperduur en überhaupt niet in Europa verkrijgbaar en ik ben er van overtuigd dat The Tielman Brothers de eerste popgroep in Europa waren, die Gibsons bespeelden. Dit met uitzondering van Phonton, die eerst op een contrabas speelde, maar deze later verruilde voor een Framus Star basgitaar. En dan hun show; toen zij in 1960 voor het eerst op de Nederlandse TV te zien waren, stond iedereen perplex. Gitaar spelen met handen, tanden en voeten en staande op een contrabas die op de grond liggend bespeeld werd. Zij waren de eerste ‘Indonesische Schaukapelle’, die in Duitsland furore maakten vooral na hun optreden in de film Paprika. Zij maakten hiermee de weg vrij voor tientallen Indo groepen, die daar het grote geld gingen verdienen. In 1961 gingen de Tielmans net zoals The Ventures Fender Jazzmasters gebruiken. Er was een duidelijk verschil: The Ventures gebruikten nagalm en The Tielman Brothers hadden een veel voller geluid door het gebruik van een Echolette bandecho apparaat. De meeste Nederlandse gitaargroepen gebruikten een Dynacord Echocord. De Jazzmaster heeft in de middenstand, dus met beide element een heel eigen geluid: parelend en glashelder. Voor meer informatie over de Jazzmaster verwijs ik u naar de website van Jazzmaster fanaat Roelf Backus: www.daisybelle.nl/jazzmaster.htm . Andy zegt zelf hierover: ‘Wij gingen Jazzmasters gebruiken omdat deze een stuk goedkoper dan Gibsons waren en veel lichter, wat makkelijk was bij het overgooien’. Ook hier bekleedden The Tielman Brothers een voorbeeld functie en de Jazzmaster werd de Indo-Rock gitaar bij uitstek ook heden ten dage. Om het geluid voller te maken werden de instrumenten 1 ½ noot lager te stemmen. Dit ging Andy nog niet ver genoeg en hij besloot om zijn Jazzmaster van vier extra snaren te voorzien. De Hoge E in unisono en B,G en D in octaaf. De A en de lage E werden niet gedubbeld om het totaal geluid strak te houden. Dit klinkt simpel, maar in tijd was de dunste snaar 0.13, dus wat deed Andy, hij gebruikte banjo snaren. Ook dit werd door velen gekopieerd en mijn eigen Jazzmaster is duidelijk als zodanig gebruikt. Andy Tielman was ook de eerste die een 6-snarige basgitaar in een band integreerde. In de U.S.A. werd de 6-snarige bas vooral gebruikt in de country muziek om de contrabas van een ‘click’ te voorzien. Hiervoor werd meestal een Danelectro 6-snarige basgitaar gebruikt. In navolging hiervan ontwikkelde Fender de Bass VI, een ‘verbasde’ Jaguar. De eerste plaat waarop de Fender Bass VI als solo instrument gebruikt werd, was Carioca van The Fireballs uit 1962, in 1963 gevolgd door de ex Shadows Jet Harris en Tony Meehan met Diamonds en Scarlet O Hara. Vanaf 1963 was de Fender Bass VI een kenmerkend onderdeel van het totaal geluid van The Tielman Brothers. Andy vertelde mij hierover het volgende: ‘ik zag onze band als een strijkers ensemble ondersteund door percussie. 1e viool=solo gitaar (Andy Tielman- Fender Jazzmaster), 2e viool=ritme gitaar (Hans Bax- Fender Jazzmaster), cello (Reggy Tielman-Fender Bass VI), contrabas (Robby Latuperisa- Fender Bass VI& Fender Jazz) en percussie (Loulou Tielman- Rogers drums). Uit eigen ervaring weet ik dat het gitaar geluid van Andy podium breed te horen was. Volgens de voorzitter van de Stichting Indo-Rock, Leon Donnars, was dit de verdienste van bassist Robby Latuparerisa, die niet alleen een multi-instrumentalist ( hij was drummer bij The Javalins) maar ook een geweldige techneut was. Hij prikte het signaal van Andy door op de andere versterkers van de band. Andy was ook één van de weinigen die met de Vox orgelgitaar wist om te gaan, zie het hoofdstuk ‘De Egmond orgelgitaar’. Ook qua zangversterking waren The Tielman Brothers baanbrekend. Hiervoor werden door de meeste bands vooral de 45 Watt Dynacord Eminent in combinatie met een Dynacord Echocord band echo apparaat en in mindere mate de 40 Watt Klemt Echolette M 40 met de Echolette bandecho. Deze waren natuurlijk geen partij voor de 100 Watt Fender Showman en Bassman versterkers, welke The Tielman Brothers inmiddels gebruikten. Dus gingen zij over op een Italiaanse Semprini zanginstallatie in stereo, hetgeen toentertijd hoogst ongebruikelijk was. Deze bestond uit een 5 kanaal stereo mixer met een geïntegreerde bandecho, twee 100 Watt eindversterkers en een spanningsregulator. Dit was iets typisch Italiaans, omdat daar regelmatig spanningverschillen optreden, dit in tegenstelling tot Nederland en Duitsland. Daarna volgde het Binson rek, bestaande uit een uitgebreid echo apparaat, een 6 kanaal stereo mixer en twee 150 Watt eindversterkers. Binson was vooral bekend door zijn echo apparaat, de Echorec. Praktisch alle echo apparaten werkten met een eindloze bandrecorder tape, maar Binson maakte gebruik van een magnetische schijf, waarlangs de diverse koppen gemonteerd waren. De geluidskwaliteit was geweldig, maar de prijs ook-1.795 gulden (809 Euro). Ter vergelijking: een Echocord kostte toen 1.078 gulden (486 Euro). Alhoewel Andy Tielman een autodidact was, heeft hij zijn sporen als arrangeur van bestaande songs meer dan verdiend. Het bekendste voorbeeld is 18th Century Rock. De meeste mensen verkeren in de veronderstelling, dat dit nummer een bewerking zou zijn van Eine kleine Nachtmuziek geschreven door Wolgang Amadeus Mozart. Instro-Rock professor Piet Muys heeft echter aangetoond dat dit niet juist is. Het basis thema is Mozart’s piano sonate in C major (K545) gecomponeerd op 16 juni 1788. Dit werd in 1939 bewerkt door de Amerikaanse orkestleider/componist Raymond Scott onder de titel ‘In a 18th Century Drawing Room. In 1955 werd dit nummer opgenomen door de Amerikaanse country gitarist Hank Snow en waarschijnlijk heeft vader Herman Tielman deze versie gehoord. Wilt u meer weten over de achtergronden van dit nummer, kijk dan op de website: instro.pmouse.nl/18th_century_rock.htm . Uit dezelfde periode stamde April in Paris, gearrangeerd met veel tempo wisselingen. Ook de Ariola EP uit 1963 is een mooi voorbeeld van Andy’s arrangeer talenten. De basis voor Java Guitars was Guitar Boogie Shuffle van Arthur Smith uit 1948. Tahiti Jungle was eigenlijk het nummer Hawaiian War Chant, waarvan de oorsprong terug gaat naar 1860, maar pas bekend werd in 1939 door de uitvoering van het orkest van Tommy Dorsey met als drummer de legendarische Buddy Rich. Little Hänschen Twist was een bewerking van het oeroude Duitse volksliedje Klein Hanslein en is mijn favoriete Tielman instrumental. Twistin’ the Carioca was gebaseerd op Carioca van Les Paul uit 1957. De oorspronkelijke vocale versie is afkomstig uit de film-musical Flying Down to Rio uit 1933. Ook als componist/tekstdichter stond Andy zijn mannetje. Hierin onderscheid ik drie periodes. De eerste was in het eind van de vijftiger jaren met recht toer recht aan drie akkoorden liedjes zoals Rock Little Baby of Mine, You’re still the One, Record Hop en Swing it up. In het begin van de zestiger jaren kwam Andy met complexere nummers, zowel qua akkoorden als ritmische structuur. Little Girl, Yes I’m in Love, Love so True en Hello Caterina zijn op de Ariola LP Live uit 1964 te beluisteren. De teksten hadden wat meer diepgang en gingen over liefde. Vanaf 1968 richtten The Tielman Brothers zich meer op Nederland en hadden met Little Bird een grote hit. In dit nummer maar ook in I’m a Stranger in this Land en Poor People verwerkte Andy zijn kritische visie op de Nederlandse samenleving. Tot slot de presentatie. Met Apache hadden The Shadows in 1958 een grote hit en hun houterige presentatie werd door talloze Nederlandse bands gekopieerd. Aanvankelijk hadden The Tielman Brothers een individuele show, maar omdat zij zoveel speelden ontwikkelde zich een ritmische en lenige synchroon choreografie. Kijk maar eens op Youtube naar hun uitvoering van Bossa Nova Baby; dan weet u wat ik bedoel. Ook drummer Loulou liet zich niet onbetuigd; zijn bijdrage was de ‘dodensprong’ over zijn drumstel, op zijn rug liggend glijdend naar Andy, wiens gitaar Loulou vervolgens met zijn drumsticks bespeelde.