<<

LUCHTKWALITEITSPLAN GEMEENTE HALDERBERGE 2006 – 2010

INLEIDING:

In de lucht die we inademen zitten stoffen die we beter niet kunnen binnenkrijgen omdat ze onze gezondheid ernstig kunnen schaden. Hoewel de buitenlucht de afgelopen decennia aanzienlijk schoner is geworden zijn er nog steeds schadelijke stoffen in te hoge concentraties aanwezig. In Nederland geldt dit vooral voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Voor die stoffen behoort Nederland tot één van de meest vervuilde gebieden in Europa, en dat geldt dan met name de Randstad en Noord-Brabant. Dit komt door hoge achtergrondconcentraties (vervuiling die van elders komt, met name vanuit het Ruhrgebied en Antwerpen) en door de hoge bevolkingsdichtheid, de transport intensieve economie, de grote mate van industrialisatie en de intensieve veehouderijen. De hoge achtergrondconcentraties zorgen er veelal voor dat de Europees vastgestelde grenswaarden voor deze vervuiling al worden overschreden zonder de bijdragen aan de vervuiling op plaatselijk niveau. Niettemin zullen er dan in het belang van de volksgezondheid ook plaatselijk maatregelen genomen moeten worden om de vervuiling terug te dringen, ook al zijn de positieve effecten daarvan dan relatief beperkt.

Door de Regionale Milieudienst West-Brabant (verder RMD) is in 2005 een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in elf gemeenten in West-Brabant, waaronder de gemeente Halderberge. De resultaten van dit onderzoek zijn op 9 oktober 2005 bekendgemaakt in het rapport ‘Fijn stof in Midden- en West Brabant’. Er is in dit onderzoek met name gekeken naar de emissie van fijn stof, omdat fijn stof op dit moment in alle knelpuntsituaties de hoofdrol speelt. In dit rapport van de RMD komen achtereenvolgens de volgende aspecten van luchtkwaliteit aan de orde: - Gezondheid; - Wet- en regelgeving; - Regionale luchtkwaliteit; - Emissiebronnen van fijn stof; - Conclusies en aanbevelingen. Om niet in onnodige herhalingen te vervallen wordt dit rapport van de RMD gehanteerd als onderdeel van het Luchtkwaliteitsplan Halderberge, waardoor dit plan zich verder kan beperken tot de feitelijke situatie in Halderberge.

In het rapport (pag. 22) wordt verwezen naar een recent onderzoek voor een groot aantal ontwikkelingslocaties in de gemeente Halderberge. Daarbij werd (citaat) “berekend dat op veel van deze locaties voor het jaar 2005 de daggemiddelde grenswaarde reeds overschreden wordt zonder toevoeging van de ruimtelijke ontwikkeling. De ontwikkelingen kunnen in dat geval alleen doorgang vinden als kan worden aangetoond dat de luchtkwaliteit niet verslechtert ten opzichte van de huidige invulling van het plangebied of dat de ontwikkeling geen significante verhoging van de concentraties veroorzaakt vanwege verkeersaantrekkende werking.”

1 De constatering dat er in veel gevallen reeds een overschrijding van de daggemiddelde grenswaarde is, betekent dat de gemeente conform artikelen 8 en 9 van het Besluit Luchtkwaliteit 2005 (verder BLK 2005) een pakket van maatregelen moet presenteren teneinde de overschrijding zo spoedig mogelijk teniet te doen.

In het rapport van de RMD (pagina 30) wordt berekend dat de elf onderzoeksgemeenten tezamen 15% van de Brabantse emissies produceren en dat de elf gemeenten daarmee 0,15% van de achtergrondconcentraties aan fijn stof veroorzaken. Met deze totale bijdrage zijn de elf gemeenten samen redelijk gemiddeld ten opzichte van het gemiddelde in heel Noord-Brabant. Deze berekening laat zien dat het uitsluitend uitgaan van de eigen mogelijkheden om tot een emissiereductie te komen niet zinvol is. Er zullen in heel Nederland grote en kleine maatregelen getroffen moeten worden om de totale emissie terug te dringen. Daar komt nog bij dat de gezamenlijke bijdrage van 0,15% aan de achtergrondconcentratie aan fijn stof door de elf onderzoeksgemeenten een gemiddelde is voor deze gemeenten, maar dat de gemeenten , , en duidelijk meer primair stof uitstoten dan de andere gemeenten. De bijdrage van de gemeente Halderberge aan deze 0,15% is circa 5%. Dat betekent dat de mogelijkheden van de gemeente Halderberge om de uitstoot van fijn stof te beïnvloeden en daarmee de achtergrondconcentratie te beperken feitelijk minimaal tot vrijwel nihil is. Alleen door aan te haken bij een regionale, provinciale of zelfs landelijke samenwerking kan er winst gehaald worden uit de kleine reducties die elke gemeente afzonderlijk boekt. In de regio West-Brabant is er, als vervolg op het rapport ‘Fijn stof in Midden- en West- Brabant’ van de RMD, ambtelijk overleg gevoerd over de mogelijkheid gezamenlijk een plan van aanpak op te stellen dan wel plaatselijke plannen op elkaar af te stemmen. Bestuurlijke besluitvorming hierover is gepland voor begin 2006. De provincie heeft 10 november 2005 bekend gemaakt dat er een plan komt om de luchtkwaliteit in Noord-Brabant te verbeteren. Dit plan zal worden opgesteld samen met de grote gemeenten. De Regio’s zijn erbij betrokken via de milieudiensten. De provincie is van mening dat hiervoor rijksgelden beschikbaar moeten komen omdat Noord-Brabant zwaarder wordt belast met luchtvervuiling dan andere provincies. Het ‘Concept-Uitvoeringsprogramma Verbeteren Luchtkwaliteit Noord-Brabant’ is in december 2005 aan de gemeenten toegezonden. Eind februari 2006 is een bestuurlijke conferentie gepland over de noodzakelijke interbestuurlijke samenwerking bij de aanpak van de luchtkwaliteit in Noord- Brabant. Op rijksniveau is en wordt een aantal maatregelen genomen ter verbetering van de luchtkwaliteit, hoofdzakelijk gericht op verkeer, maar ook op landbouw en industrie. Er zijn ook middelen vrijgemaakt voor de inzet van deze maatregelen, zoals voor stimulering van roetfilters.

Halderberge: Bij de besluitvorming over bouwprojecten die momenteel in procedure zijn, zoals een aantal pilotprojecten in Halderberge, zijn de bestuursorganen verplicht de plannen te toetsen aan het Besluit Luchtkwaliteit 2005. In principe kunnen zich dan vier situaties voordoen: 1. zolang de grenswaarden van het Besluit Luchtkwaliteit niet worden overschreden kunnen kleine verslechteringen van de luchtkwaliteit worden geaccepteerd (BLK art. 2 lid 2) 2. een project heeft een positief- of een nul-effect voor de luchtkwaliteit: het plan kan worden gerealiseerd ongeacht of grenswaarden worden overschreden

2 3. als gevolg van een project worden grenswaarden overschreden (dus de achtergrondconcentraties + de bestaande bijdrage van de locatie zelf leiden niet tot een overschrijding, maar door de uitvoering van het project treedt er alsnog een overschrijding van de grenswaarden op 4. de grenswaarden worden al overschreden en het project leidt tot een toename van de overschrijding Volgens een oriënterend onderzoek van de RMD voor Halderberge geldt voor de pilot- locaties vooral situatie 2. en worden die plannen dan ook niet belemmerd door het BLK2005. Maar voor een beperkt aantal locaties, met name voor de plannen langs de doorgaande route door Oudenbosch, zoals plan Tivoli en plan Markt = huidige gemeentehuis, geldt situatie 4.

Gevolgen: In situaties zoals boven beschreven onder 3. en 4., dus waar er bij realisering van een project sprake zou zijn van een (verdere) overschrijding van de grenswaarden voor luchtkwaliteit dient het bestuursorgaan het Besluit Luchtkwaliteit in acht te nemen. Dat wil zeggen dat de procedure niet kan worden opgestart c.q. geen verklaring van geen bezwaar kan worden verleend c.q. geen vrijstelling kan worden verleend. Daarbij geldt de kanttekening dat een beperkte toename van de concentratie van de betreffende stof gecompenseerd kan worden door een met het project samenhangende maatregel of effect, waardoor de luchtkwaliteit per saldo verbetert, de zgn. salderingsdregeling.

Een dergelijke met het project samenhangende maatregel of effect kan bestaan uit een Plan van aanpak luchtkwaliteit. Tijdens de behandeling van het schorsingsbesluit m.b.t. de appartementen van het plan Nieuwenbosch werd door de rechtbank nadrukkelijk op die mogelijkheid gewezen. Hoewel er momenteel dus gewerkt wordt aan een provinciaal “Plan van aanpak / Uitvoeringsprogramma verbeteren luchtkwaliteit Noord-Brabant” en mogelijk binnenkort aan een Regionaal plan van aanpak kan er voor de situatie in Halderberge niet naar deze plannen verwezen worden voordat deze formeel zijn vastgesteld. Ten behoeve van de voortgang van gemeentelijke ruimtelijke plannen is daarom een eigen gemeentelijk plan van aanpak nodig. Een gemeentelijk plan van aanpak kan vervolgens wel onderdeel gaan uitmaken van bijv. een provinciaal plan, waardoor wellicht bepaalde maatregelen financieel haalbaar kunnen worden.

Het BLK 2005 is pas in augustus jl. in werking getreden en vervolgens is op korte termijn de situatie in Halderberge (rapport 26-09-2005) en in de regio (rapport 09-10-2005) in kaart gebracht. Pas toen was duidelijk dat een plan van aanpak nodig was; een plan van aanpak is immers niet noodzakelijk als uit onderzoek zou blijken dat er zich in de gemeente geen problemen voordoen. Bovendien is landelijk de ophef over de effecten van het BLK2005 voor de bouwprojecten zodanig dat verwacht mag worden dat de Wet Luchtkwaliteit zo snel als maar enigszins mogelijk is het BLK2005 zal vervangen. En naar verluid zullen kleinere bouwprojecten, zoals de pilotlocaties in Halderberge, dan niet meer getoetst worden op luchtkwaliteit (staatssecretaris Van Geel sprak recent over een ondergrens van 1000 tot 1500 woningen, maar er is ook sprake van een ondergrens van 2000 woningen). In hoeverre het onder de toekomstige Wet luchtkwaliteit nog zinvol of verplicht is om eigen gemeentelijk plannen van aanpak op te stellen is nog niet bekend. Het zal dan in elk geval minder specifiek betrekking hebben op ruimtelijke ontwikkelingen. Momenteel wordt verwacht dat de Wet Luchtkwaliteit per 1 januari 2007 in werking kan treden.

3

Conclusie: Het maken van een Luchtkwaliteitsplan Halderberge is uitsluitend zinvol voor de pilotprojecten en nieuwe bestemmingsplannen die in procedure gaan in de werkingsperiode van het BLK2005 en die betrekking hebben op plannen waardoor de grenswaarden van het BLK2005 (verder) worden overschreden. Maar voor die projecten / plannen is het maken van een luchtkwaliteitsplan dan ook echt noodzakelijk voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen.

INHOUD VAN HET LUCHTKWALITEITSPLAN HALDERBERGE

In het Luchtkwaliteitsplan Halderberge zullen zoveel mogelijk (in overleg met de RMD en verder afgeleid van dergelijke plannen van andere gemeenten) maatregelen worden opgesomd die de luchtkwaliteit positief kunnen beïnvloeden. Vervolgens zal worden beoordeeld in hoeverre deze in Halderberge kunnen worden toegepast.

Uitgangspunten voor keuzes uit de mogelijke maatregelen: - bronmaatregelen hebben de voorkeur, want voorkomen is beter dan genezen; - integrale aanpak, d.w.z. luchtkwaliteit beoordelen en aanpakken in combinatie met bijv. geluid, verkeersveiligheid en doorstroming; - zo mogelijk aansluiten bij geplande ontwikkelingen (werk met werk maken); - maatregelen moeten zowel op korte als op lange termijn effect hebben; - zo mogelijk aansluiten bij / samenwerken met regio, provincie en rijksplannen.

Bestaande situaties:

Verkeer en vervoer

Beschrijving verkeerssituatie in relatie tot luchtkwaliteit: De lokale emissies zijn vooral afkomstig van verkeer en vervoer. De belangrijkste knelpunten met (risico’s van) overschrijdingen van de grenswaarden zijn gelegen binnen de bebouwde kernen langs de doorgaande wegen, en dan vooral in de kern Oudenbosch. Halderberge is een pilot-gemeente voor bouwen binnen strakke contouren, wat betekent dat het aantal te realiseren woningen niet gelimiteerd is mits deze woningbouw maar binnen vastgestelde begrenzingen van de kernen plaatsvindt. Woningbouw op inbreidingslocaties leidt vrijwel onvermijdelijk tot een toename van het aantal verkeersbewegingen op bestaande wegen en daardoor tot een mogelijke (verdere) overschrijding van de grenswaarden. Als gevolg daarvan kunnen deze bouwplannen niet gerealiseerd worden tenzij de nadelige effecten voor de gezondheid worden weggenomen of gecompenseerd.

Hierna worden eerst maatregelen beschreven op het gebied van verkeer en vervoer en vervolgens getoetst op toepassingsmogelijkheden in Halderberge, en dan met name op de doorgaande route door de kern Oudenbosch (Bosschendijk / St. Bernaertsstraat / Markt / Zandeweg). Deze doorgaande route door Oudenbosch vormt een onderdeel van de provinciale weg van de A58 / Etten-Leur naar de A17 / Oud Gastel. In het concept van het provinciale Uitvoeringsprogramma is de aanpak van knelpunten luchtkwaliteit op provinciale en gemeentelijke wegen gepland voor 2006. Halderberge zal er bij de provincie op aandringen

4 dat er daarbij een samenhangend pakket wordt ontwikkeld voor de gedeelten binnen (gemeentelijke weg) en buiten (provinciale weg) de bebouwde kernen.

Fysieke maatregelen: - aanleg randweg Algemeen: De verkeersintensiteiten op de doorgaande route in Oudenbosch kunnen niet beperkt worden door fysieke maatregelen aan de bestaande route. Door de functie van deze route zal het treffen van fysieke maatregelen de hoeveelheid verkeer minimaal beperken (alleen een deel van het sluipverkeer) en verder zal het verkeer dan slechter doorstromen c.q. andere routes door Oudenbosch nemen, met als averechts effect dat dan zowel de luchtverontreiniging als het aantal gehinderden zullen toenemen. De verkeersintensiteit zal naar verwachting wel gedeeltelijk verminderen bij realisering van de omleiding van de A58 bij Roosendaal. Deze noordoosttangent zal voor het doorgaand (sluip)verkeer en vrachtverkeer tussen de A58 en de A17 aantrekkelijker zijn dan de huidige doorgaande route door Oudenbosch. Deze omleiding van de A58 wordt momenteel onderzocht door de gemeente Roosendaal. Halderberge: Realisering van een rondweg om Oudenbosch zelf zal een groter effect hebben op de verkeersintensiteit door de kern van Oudenbosch en daarmee op het aantal gehinderden. Voor het geplande tracé van de rondweg is in augustus 2005 een voorkeursrecht gevestigd op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Een startnotie MER is gereed ter besluitvorming door de gemeenteraad in februari 2006. Op basis van verkeersmodellen wordt verwacht dat de verkeersintensiteit op de route door Oudenbosch gehalveerd zal worden t.o.v. de huidige intensiteit. In combinatie met infrastructurele maatregelen op de huidige doorgaande route zal daardoor het gebruik van deze route beperkt worden en de luchtkwaliteit langs deze route aanzienlijk verbeteren.

- doorstroming Algemeen: Als het verkeer op de hoofdwegen binnen de bebouwde kommen gelijkmatig en relatief langzaam rijdt (minder afremmen en optrekken) levert dat een forse vermindering van de uitstoot van uitlaatgassen op. Dit is de essentie van het LARGAS-concept (Langzaam Rijden Gaat Sneller); wegen die volgens dit concept zijn aangelegd worden gekenmerkt door smalle rijstroken gescheiden door een middenberm. Auto’s kunnen elkaar dan niet inhalen en wandelaars en fietsers kunnen veilig oversteken. Verkeerslichten worden vervangen door rotondes. Halderberge: De mogelijkheden om de LARGAS-maatregelen toe te passen op de huidige doorgaande route in Oudenbosch zijn beperkt. Waar mogelijk zijn al rotondes toegepast, op het enig overgebleven kruispunt met verkeerslichten is geen ruimte voor een rotonde. De met verkeerslichten beveiligde oversteekplaats voor voetgangers biedt geen ruimte voor een middenberm. De veiligheid voor de voetgangers heeft hier voorrang boven een betere doorstroming van het autoverkeer. Niettemin zullen dergelijke maatregelen betrokken worden bij de planvorming voor de aanleg of reconstructie van alle doorgaande wegen in Halderberge en daarmee, samen met de verkeersveiligheid en geluidsbelasting, bepalend worden voor de inrichting van de wegen. In de kern Hoeven wordt het met verkeerslichten beveiligde drukke kruispunt met de provinciale weg momenteel vervangen door een rotonde, bij Oud Gastel is de drukke kruising tussen twee provinciale wegen recent vervangen door een rotonde.

5

- beperking vrachtverkeer Algemeen: Door aanpassing van routes van met name vrachtverkeer kan invloed worden uitgeoefend op de samenstelling van het verkeer op een weg en daarmee op de luchtkwaliteit langs die weg. Routes voor vrachtverkeer zouden dan met name moeten lopen langs wegen waar niet of nauwelijks gevoelige functies aanwezig zijn. In veel grote gemeenten wordt overwogen om maatregelen in deze sfeer toe te passen via ‘milieuzonering’ , d.w.z. het aanwijzen van zones (bijvoorbeeld de binnenstad) waar voor vrachtwagens bepaalde milieueisen gelden. Halderberge: Gelet op de functie van de doorgaande route door de kern Oudenbosch, als onderdeel van de doorgaande provinciale route tussen de A58 en de A17, en het ontbreken van alternatieve routes binnen een redelijke afstand is het instellen van een milieuzone niet mogelijk. Wel mogelijk is het om te onderzoeken in welke mate de route door Oudenbosch gebruikt wordt door transportondernemingen uit de eigen gemeente en vervolgens afspraken te maken met deze ondernemingen om de kern Oudenbosch zoveel mogelijk te vermijden.

- inzetten schone voertuigen (eigen wagenpark + contractanten, bijv. Saver) Algemeen: Door als gemeente energiezuinige voertuigen in te zetten en dit te stimuleren bij private partners van de gemeente geeft de gemeente het goede voorbeeld. Het wagenpark van de gemeente wordt schoner gemaakt door roetfilters, schonere brandstoffen en schone nieuwe voertuigen. Halderberge: Het eigen wagenpark van de gemeente is zeer beperkt van omvang. Om enig milieueffect te bereiken is het daarom noodzakelijk om ook private partners van de gemeente te stimuleren tot het inzetten van schone voertuigen en er bij de provincie op aan te dringen om bij de concessieverlening voor het openbaar busvervoer uit te gaan van schone bussen. Dit is overigens als deelactiviteit opgenomen in het concept van het provinciaal uitvoeringsprogramma.

- stimulering schone voertuigen bij private partijen in de gemeente; Algemeen: Door afspraken te maken met ondernemingen met veel goederenvervoer en/of veel woon/werkverkeer kan lokaal de belasting worden verminderd. Bovendien kunnen dergelijke afspraken het milieubewust ondernemen stimuleren. Halderberge: In de gemeente Halderberge zijn geen bedrijven of instellingen aanwezig die substantieel bijdragen aan het totaal van het aantal verkeersbewegingen in de gemeente. Wel kan worden nagegaan wat de belangrijkste routes zijn naar de verschillende industrieterreinen in de gemeente en of er via overleg wijzigingen mogelijk zijn die gunstig zijn voor de luchtkwaliteit c.q. het aantal gehinderden.

- Stimulering openbaar vervoer en fietsgebruik; Algemeen:

6 Optimaal gebruik maken van het openbaar vervoer betekent een vermindering van het aantal verkeersbewegingen met auto’s en is daardoor gunstig voor de luchtkwaliteit. De fiets is met name op korte afstanden in de woonkernen een snel en efficiënt vervoermiddel. Daarmee is de fiets een alternatief voor de auto en bovendien ook nog goed voor de gezondheid. Het fietsgebruik kan worden gestimuleerd door het verbeteren van fietsvoorzieningen als fietsroutes en fietsenstallingen en parallel daaraan door voorlichting. Halderberge: Met name voor de kern Oudenbosch zijn er goede trein- en busverbindingen. Het aantal parkeerplaatsen bij het station zal worden uitgebreid om het gebruik van de trein te stimuleren. De fietsenstallingen bij het station, bij bushaltes en winkelcentra zijn in het algemeen voldoende. Een fietspadenplan is in uitvoering. De gemeente Halderberge wordt doorkruist door meerdere recreatieve fietsroutes.

- groenvoorzieningen Algemeen: In het gebruikte rekenmodel is de aanwezigheid van bomen een negatieve component voor luchtkwaliteit. De bomen vormen namelijk een barrière waardoor luchtverontreiniging van verkeer minder effectief verdund kan worden. Uit recent onderzoek is echter vast komen te staan dat groen wel een belangrijke rol kan spelen bij de reductie van NO2 en fijn stof in de lucht. Daarbij spelen de hoeveelheid en massa groen, de vorm en de positionering van het groen, de specifieke soorten (wintergroen) en het beheer (intensief – extensief) allemaal een belangrijke rol. Optimalisatie kan leiden tot een reductie van fijn stof van circa 25%. Dit betekent niet dat de gezondheidsgevolgen met 25% afnemen, maar wel dat van geoptimaliseerd groen een belangrijke bijdrage mag worden verwacht van de gezondheid en leefbaarheid van het stedelijk gebied. Halderberge: De mogelijkheden om via groenvoorzieningen de luchtkwaliteit te verbeteren en de eisen die daaraan gesteld worden momenteel door verschillende onderzoeksbureaus onderzocht en uitgewerkt. Zodra daar enigermate eenduidige conclusies uitkomen zal deze mogelijkheid om de luchtkwaliteit voor omwonenden te verbeteren waar mogelijk worden toegepast, primair op de nieuwbouwlocaties maar verder ook op verkeersintensieve locaties waar herinrichting van het openbaar groen gepland is.

- technische maatregelen Algemeen: De discussies over de luchtkwaliteit en de gevolgen daarvan hebben geleid tot creatieve technische oplossingen waarvan de toepasbaarheid echter, vooral vanwege de verhouding tussen financiële inspanningen en effectiviteit voor de luchtkwaliteit, (vooralsnog) niet reëel is. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan tunnels met een afzuigsysteem, riooldeksels met fijnstof-afzuiging of mechanische ventilatie van woningen met overdruk en aanzuiging van lucht aan de verkeersluwe zijde. Halderberge: De gemeente Halderberge zal geen eigen onderzoek uit laten voeren naar dergelijke mogelijkheden. Als bouwinitiatieven belemmering ondervinden van het Besluit Luchtkwaliteit zullen de initiatiefnemers gewezen worden op mogelijke technische oplossingen.

7

- handhaving Algemeen: De genoemde maatregelen doen veelal ook een beroep op de burgers, maar zijn geen maatregelen die repressieve handhaving zinvol maken. Alleen snelheidsovertredingen op routes waar plandrempels (zullen) worden overschreden kunnen een gunstige invloed hebben op de werkelijke luchtkwaliteit. Het heeft echter geen gevolg voor de berekening van de luchtkwaliteit volgens het BKL2005, omdat het rekenmodel uitgaat van de toegestane snelheid. Halderberge: De doorgaande route door Oudenbosch lokt door zijn fysieke inrichting geen snelheidsovertredingen uit. Repressieve handhaving vanuit het oogpunt luchtkwaliteit heeft daarom niet veel zin.

Bedrijven en huishoudens: - onderzoek bijdrage emissies door bedrijven De bijdrage van de plaatselijke bedrijven aan de locale luchtverontreiniging is waarschijnlijk beperkt. Onderzoek hiernaar heeft op zichzelf geen effect maar leidt wel tot meer inzicht en kan daarmee een handvat worden voor toekomstig beleid.

- onderzoek lokale bijdrage door open haarden, houtkachels en allesbranders De locale bijdrage van open haarden, houtkachels en allesbranders aan de luchtverontreiniging is niet bekend. In woonwijken (los van doorgaande drukke routes) spelen weinig problemen met de luchtkwaliteit. Wel dragen huishoudens zelf ook bij aan de achtergrondconcentratie van fijn stof door het stoken van open haarden en allesbranders. Onderzoek naar de omvang van deze bijdrage heeft geen direct effect maar kan wel de grondslag vormen voor gerichte voorlichting. - voorlichting en certificering open haarden, houtkachels en allesbranders Voorlichting over de bijdrage van houtkachels, open haarden en allesbranders aan de luchtverontreiniging kan leiden tot gedragsverandering en daarmee tot een vermindering van de achtergrondconcentratie aan fijn stof. - onderzoek stookverbod in de openlucht Er is momenteel regionaal een onderzoek gaande naar nuttig hergebruik van snoeiafval van gemeenten en particulieren door dit aan te wenden voor opwekking van duurzame energie uit biomassa. Om hiervoor zo veel mogelijk biomassa te verkrijgen wordt een stookverbod overwogen, in combinatie met een goede inzamelstructuur. Omdat stoken in de open lucht ook bijdraagt aan de achtergrondconcentratie aan fijn stof is de luchtkwaliteit een extra argument voor de invoering van een stookverbod in de open lucht.

Nieuwe situaties:

Ruimtelijke ontwikkelingen en verkeersplannen: - ontwikkelen van vuistregels: bij welke soorten plannen is luchtkwaliteit relevant Bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen moet bepaald worden of luchtkwaliteit relevant is voor het plan. Deze tijdige vaststelling maakt het voor anderen (afdelingen, ontwikkelaars, bewoners) inzichtelijk dat luchtkwaliteit een belangrijk onderwerp is bij de planvorming. Dit kan aan de hand van de volgende vragen:

8 · heeft het plan betrekking op bronnen van luchtverontreiniging (bijv. verkeerswegen, industrie); · zijn in het plan specifieke gevoelige bestemmingen voorzien (bijv. wonen, scholen, sportvelden); · is de achtergrondconcentratie van luchtverontreinigende stoffen in het gebied hoog ? - ontwikkelen van uitgangspunten en randvoorwaarden voor beoordeling van plannen Door luchtkwaliteit volledig te laten meewegen in het planproces worden kansen om voorwaarden te stellen aan het ruimtelijk ontwerp optimaal benut. Vanuit luchtkwaliteit kunnen uitgangspunten worden meegegeven voor het ruimtelijk ontwerp, zoals: · rekening houden met eventuele toekomstige uitbreidingen van een locatie (ruimte houden voor bijv. hogere verkeersintensiteiten); · aandacht voor bronnen van luchtverontreiniging (beperking vrachtverkeer, bevordering doorstroming, toegestane type bedrijven); · zorgen voor fietsbare en beloopbare afstanden met daarbij passende infrastructuur; - werkwijze ontwikkelen voor beoordeling: wie beoordeelt welk soort plannen Er zal intern een vaste werkwijze vastgelegd moeten worden over de werkwijze voor de beoordeling van ruimtelijke plannen.

Milieuvergunningen: - ontwikkelen werkwijzer m.b.t. inhoud en controle op milieuvergunningen m.b.t. luchtkwaliteit Het verlenen van milieuvergunningen is door de gemeente Halderberge gemandateerd aan de Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD). De RMD voert eveneens milieutaken uit voor de provincie m.b.t. de provinciale inrichtingen. Door de provincie Noord-Brabant is een werkwijze ontwikkeld over toepassing van het Besluit Luchtkwaliteit bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer. Bij vergunningverlening voor bedrijven in Halderberge zal deze werkwijze worden toegepast, al zal luchtkwaliteit hier, gelet op de aard van de inrichtingen, minder vaak een rol spelen. Voor de controles van gemeentelijke inrichtingen zal geen specifiek programma voor luchtkwaliteit worden ontwikkeld, maar in het kader van de reguliere controles zal wel specifiek aandacht besteed worden aan emissies, welke dan een extra argument kunnen vormen voor een actualisering van vergunningen. De aard van de emissies en ligging ten opzichte van gevoelige bestemmingen zijn daarbij de belangrijkste overwegingen.

Monitoring en communicatie:

Monitoring: Via modelmatige berekeningen en eventueel via metingen kan worden nagegaan of bestaande knelpunten werkelijk worden opgelost en er geen nieuwe knelpunten ontstaan. Voorzover het plan van aanpak concreet meetbare maatregelen bevat zal periodiek worden gecontroleerd in hoeverre deze worden nageleefd en wat de effecten zijn. Bijgehouden wordt in welke gevallen luchtkwaliteit daadwerkelijk is meegenomen bij de voorbereiding en besluitvorming van plannen.

Communicatie: - opstellen communicatieplan luchtkwaliteit

9 Dit luchtkwaliteitsplan bevat een aantal maatregelen die via voorlichting moeten worden gerealiseerd of ondersteund. Om draagvlak te verkrijgen voor de maatregelen is het noodzakelijk een plan op te stellen over de wijze van communiceren met de verschillende doelgroepen en de daarvoor benodigde communicatiemiddelen. - uitvoeren communicatieplan. Het communicatieplan wordt uitgevoerd. Deze uitvoering is uiteraard afhankelijk van de inhoud van het communicatieplan, maar gelet op de inhoud van het dit luchtkwaliteitsplan zijn daarbij de volgende kernpunten te verwachten: - een publiekscampagne m.b.t. milieubewuster handelen (bijvoorbeeld promotie fietsgebruik; beperking stoken, promotiecampagne rond de Week van de vooruitgang, enz.); - informatiecampagne naar (transport)bedrijven in Halderberge over de knelsituaties in de gemeente en alternatieven; - milieuklachtentelefoon met nadruk openstellen voor klachten over lucht en stank. Luchtkwaliteit gaat niet alleen over rekenmethodes, maar ook over beleving door de inwoners.

UITVOERING

Bestaande situaties:

Verkeer en vervoer

Algemeen: Om de verschillende maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer nader te onderbouwen en om een optimale keuze te maken uit mogelijke alternatieven is het noodzakelijk het huidige verkeersmodel uit te bouwen naar een verkeers-milieukaart, waarop de effecten van maatregelen voor luchtkwaliteit en voor verkeerslawaai zichtbaar worden. De aanschaf en implementatie van een verkeers-milieukaart voor Halderberge kost circa € 20.000,- en kan ten laste gebracht worden van de posten Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening algemeen en Milieu.

- aanleg randweg: Feitelijke realisering van de rondweg zal nog geruime tijd in beslag nemen en is niet alleen afhankelijk van de procedures maar zeker ook van de financiële mogelijkheden. De luchtkwaliteit vormt wel een extra argument om tot een rondweg te besluiten. Bij aanleg van de rondweg zullen de aspecten die betrekking hebben op luchtkwaliteit (zoals fysieke maatregelen bij gevoelige bestemmingen langs het nieuw tracé alsmede fysieke maatregelen om het gebruik van de huidige route te beperken) integraal onderdeel uitmaken van het uitvoeringsplan. Financiering vindt plaats binnen de totale planopzet van de rondweg

- doorstroming: Bij de planvorming voor de aanleg of reconstructie van doorgaande wegen in de gemeente zullen maatregelen ter bevordering van een gelijkmatige en relatief langzame doorstroming van het verkeer mede bepalend worden voor de inrichting, naast de aspecten geluidhinder en veiligheid. Financiering zal onderdeel vormen van de afzonderlijke plannen.

10 - beperking vrachtverkeer: Samen met de RMD zal bepaald worden welke bedrijven (waarschijnlijk) in Halderberge regelmatig transportbewegingen op de doorgaande wegen door de gemeente maken. Deze bedrijven zullen allemaal informatiemateriaal toegezonden krijgen over de gevolgen van vrachtverkeer voor de luchtkwaliteit nabij gevoelige bestemmingen. Voorkeursroutes vanaf de verschillende bedrijventerreinen zullen worden toegevoegd. Selectie van de bedrijven kan binnen het reguliere budget voor de RMD. Opstellen van informatiemateriaal: zie onderdeel ‘Communicatie’. Bepaling voorkeursroutes: ambtelijk aan de hand van milieutoepassingen op het geautomatiseerd verkeers-milieumodel.

- inzet schone voertuigen: Het eigen wagenpark van de gemeente is te beperkt van omvang om een substantieel milieueffect te bereiken. Waar mogelijk zullen niettemin roetfilters worden aangebracht. Bij vervanging van wagens zal de uitstoot van stoffen mede bepalend zijn voor de keuze bij aanschaf. Bij de afvalinzamelaar van de gemeente, SAVER NV, is al aangedrongen op maatregelen. Gelet op de aard van afvalinzameling (lage snelheid, veel stoppen / optrekken) verwacht Saver meer positief effect van biologische brandstoffen dan van roetfilters. Financiering ten laste van onderhoud en vervanging materieel.

- stimulering schone voertuigen bij private partijen in de gemeente: Wordt meegenomen met de aanpak genoemd onder ‘beperking vrachtverkeer’.

- stimulering openbaar vervoer en fietsgebruik: Continuering van bestaande uitvoering en meenemen met de communicatieplannen.

- groenvoorzieningen: Zodra er meer duidelijkheid is over de mogelijkheid om de luchtkwaliteit te verbeteren via groenvoorzieningen zal deze mogelijkheid, waar mogelijk en effectief, worden toegepast, primair bij nieuwbouwlocaties en op locaties waar herinrichting van het openbaar groen voorzien is. Er wordt vooralsnog van uitgegaan dat een andere inrichting van het openbaar groen niet leidt tot hogere kosten c.q. ten laste kan komen van de reguliere budgetten.

- technische maatregelen: Halderberge neemt geen initiatieven voor toepassing van de genoemde technische maatregelen zolang de effectiviteit nog niet in de praktijk is bewezen en financieel haalbaar blijkt.

- handhaving: Handhavingsactiviteiten specifiek vanuit het oogpunt luchtkwaliteit zijn niet zinvol.

Bedrijven en huishoudens

- onderzoek bijdrage emissies door bedrijven: Er zal geen specifiek programma voor luchtkwaliteit bij bedrijven in Halderberge worden ontwikkeld. Voor maatregelen m.b.t. emissies van bedrijven wordt verder verwezen naar het onderdeel ‘milieuvergunningen’.

11 - huishoudens: Er wordt geen eigen onderzoek uitgevoerd door de gemeente Halderberge naar de emissies van huishoudens als gevolg van het stoken van open haarden, houtkachels en allesbranders. Informatie over de effecten van zulk stookgedrag voor de luchtkwaliteit zal worden meegenomen in de voorlichting naar burgers.

- stoken in de open lucht: De gemeente Halderberge is nauw betrokken bij het regionaal onderzoek naar nuttig hergebruik van snoeiafval voor energieopwekking. Een stookverbod in de open lucht, in combinatie met een goede inzamelstructuur, zal een onderdeel vormen van dit beleid.

Nieuwe situaties

Ruimtelijke ontwikkelingen en verkeersplannen: Het ontwikkelen van vuistregels om te bepalen of luchtkwaliteit relevant is voor bepaalde plannen, en vervolgens het ontwikkelen van vuistregels voor de beoordeling van deze plannen, zal worden uitgevoerd door het Coördinatieteam Ruimtelijke Ontwikkelingen (CRO).

Milieuvergunningen: Door de RMD zal voor de bedrijven in Halderberge de door de provincie ontwikkelde werkwijze voor toepassing van het Besluit Luchtkwaliteit bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer worden toegepast. In het kader van bedrijfscontroles wordt specifiek aandacht besteed aan emissies en de mate waarin deze teruggedrongen kunnen worden c.q. tot een actualisering van de vergunning nopen. Vergunningverlening en bedrijfscontroles worden uitgevoerd op basis van jaarlijks werkprogramma binnen het regulier budget.

Monitoring en communicatie:

Monitoring: De monitoring van de effecten van het beleid zal beperkt worden tot modelmatige berekeningen. Zoals in de inleiding van deze nota is aangegeven zijn de mogelijkheden van de gemeente Halderberge om de uitstoot van fijn stof te beïnvloeden en daarmee de achtergrondconcentraties te beperken feitelijk minimaal tot vrijwel nihil. Dat betekent dat o.a. weersinvloeden en internationale en landelijke maatregelen een grotere invloed zullen hebben dan de gemeentelijke maatregelen. Het zelf uitvoeren van metingen om het eigen beleid te monitoren is daarom niet zinvol. Wel zal jaarlijks geëvalueerd worden of de vastgestelde uitvoeringsmaatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en of er aanleiding is om wijzigingen aan te brengen in de aanpak of de soort maatregelen.

Communicatie: Het opstellen en uitvoeren van het communicatieplan zal worden uitgevoerd door de eigen communicatie-medewerkers. Via de RMD zal worden voorgesteld om met name voor de genoemde publiekscampagnes informatiemateriaal voor de deelnemende gemeenten te laten ontwikkelen in het kader van het reguliere NME-budget

12

13