<<

SPIRULA - 356 6666 nr. (2007)

De malacofauna van Rottumeroog.

Verslag van een inventarisatie in het kader van het Project Habslak en het

Atlasproject Nederlandse Mollusken

C.M. Neckheim S.J. van Leeuwen & E.A. Jansen

The malacofaunafrom the Waddenzee island Rottumeroog

In September 2006, the authors and Mr. Herman Roode made an inventory of the malacofauna of the Waddenzee island Rot- well known. tumeroog. The results are reported here. Due to the limitedaccess to the island, the malacofauna was not very 18 of the Habitat terrestrial species were found. The most remarkable was Vertigo angustior, which is included in Annex II EU

Directive. Although this species is more frequently found in the dunes along the west coast of the , this is only the

thirdobservation ofthis species in the Waddensea region. Freshwater molluscs do no longer live on Rottumeroog, and no liv-

ing species from brackish water were found. In the direct surroundings ofthe island 9 species of marine molluscs were found

alive.

Inleiding wat ons bekend is over de mollusken van Rottumeroog.

dat is het in Voor het project "Habslak", gericht op

slakkensoorten korte beeld brengen van de verspreiding van Ligging en geschiedenis van Rottumeroog

het is het meest Nederlandse op de Europese Habitatrichtlijn, was gewenst om Rottumeroog oostelijk gelegen

Rottum (bestaande uit de eilanden Rottumeroog, Rottu- waddeneilanden is ongeveer drie km2 groot. Ongeveer

inventariseren. Habitat- kilometer zuiden het ei- merplaat en Zuiderduin) te De een ten van Rottumeroog ligt richtlijn heeft tot doel debiodiversiteit te behoudendoor landje het Zuiderduin. Daartussenin, vlak tegen Rottu-

het dat bescherming te geven aan habitattypen (leefgebieden) meroog aan, ligt Vuurtorenduin, een eilandje bij

verband kwetsbaar los Rot- en soorten die in Europees zijn. Rot- hoog water ligt van Rottumeroog. Westelijk ligt tum valt als gebied in zijn geheel onder de Habitatricht- tumerplaat en oostelijk ligt , een Duits wadden- lijn. Ook is het gebied aangewezen voor de Europese eiland. De ligging en grootte van Rottumeroog, is als

Vogelrichtlijn (die tot doel heeft de vogels en hun leef- een waddeneiland waardig, onderhevig aan de grillen gebieden te beschermen) en de Nederlandse Natuurbe- van moeder natuur. Stroming en wind gevenhet eiland schermingswet 1998.Tegelijk konden ook gegevens ver- zameld worden voor het Atlasproject Nederlandse Mol-

lusken (ANM).

Van 1 t/m 4 september 2006 is geïnven- tariseerd en van 7 t/m 9 september 2006 Rottumeroog.

In dit artikel beschrijven wij de huidige molluskenfauna van Rottumeroog. De inventariseerders waren Bert Jan- sen, Sylvia van Leeuwen, Tello Neckheim en Herman

Roode. Ook geven wij een overzicht van de informatie die uit eerder onderzoek over het eiland bekend is. De mollusken van Rottumerplaat worden in een ander arti- kel beschreven (van Leeuwen en Kuijper, 2007). Het

Zuiderduin hopen we in 2007 te inventariseren.

Doelstelling

Vanwege de zeer beperkte toegankelijkheid van Rottu- FIGUUR 1. VERPLAATSING VAN ROTTUMEROOG (1861-1999) meroog was over de actuele molluskenfauna van het ei-

land weinig bekend. Het doel van het bezoek aan Rottu- steeds een andere ligging en vorm. meroogwas om het gehele eilandzorgvuldig te inventa- Het eiland wordt in de vaderlandse geschiedenis pas riseren op landslakken, zoetwater-, brakwater- en zee- voor het eerst beschreven in het jaar 1345. In de loop mollusken. Daarbij werd bijzondere aandacht besteed van de eeuwen wandelde het eiland steeds van west naar aan het mogelijk voorkomen van soorten die op de Ha- oost (fig. 1). Al in 1700 werden er maatregelen geno- bitatrichtlijn staan. Gezien de aanwezige biotopen was men om het eiland "vast te leggen". Desondanks is het de aandacht vooral gericht op de Nauwe korfslak Verti- eiland blijven wandelen. In 1996 werd gekozen voor na- go angustior. De inventarisatiegegevens worden be- tuurvriendelijk en extensief onderhoud. In 2002 werden

schikbaar onderhoudswerkzaamheden gesteld aan Staatsbosbeheer ten behoeve van de stopgezet. Onderhoud is het beheer en beleid van het gebied en zullen gebruikt ondergeschikt gebleken aan de grote veranderingen door worden voor het Atlasproject Nederlandse Mollusken. natuurlijke processen zoals erosie, aanzanding en ver-

Onze zand. waarnemingen vergelijken we met eerdere opga- stuiving van Er is aan de noordwest kant een groot ven, zodat dit artikel een compleet overzicht bevat van stuk afgeslagen, vooral bij de najaarsstormen van 1998, SPIRULA - nr. 356 (2007) 6767

maar aan de zuidoostkant groeit het eiland aan. hoogte loopt af van het noordwesten naar het zuidoos-

Door het ontbreken van menselijke ingrepen is de na- ten. De noordwestkant is het oudste en hoogste deel van

tuurlijke dynamiek op Rottumeroog veel groter dan op het eiland. De zuidwestkant is het jongste en laagste

de bewoonde Nederlandse waddeneilanden. deel. Daar is recent een groot stuk jonge kwelder ont-

staan met een open pioniersvegetatie van Zeekraal en

Het boekje "cleyn eilant " geeft een uitgebreide groenwieren. Er zijn ongeveer 160 soorten planten

Staatsbosbeheer historie en bijzonderheden (Schortinghuis, 1975). Sinds waargenomen op Rottumeroog (bron:

1700 is het eiland door verschillende mensen en dieren regio Noord).

bewoond. Er werden tuinen aangelegd en het eiland De noordwest kant bestaat uit droge oude duinen van 6

werd beweid door Er meter die in koeien, schapen en paarden. wer- hoog, overgaan een stuifdijk. Door regen-

den konijnen gekweekt maar ook weer in toom gehou- water zijn de duinen verzoet. De vegetatie bestaat over-

den door fretten. In de jongste geschiedenis werd het ei- wegend uit helmen andere grassen, en hier en daar stru-

land door een voogd en zijn gezin beheerd en bewaakt. weel van Duindoornen Kruipwilg. Bij wat nu de noord-

De laatste voogd, Jan Toxopeus, nam in 1965 afscheid west punt van het eiland is, lag vroeger een grote "tuin

van het eiland (Schortinghuis, 1975) waarna het eiland van Toxopeus". Deze tuin is genoemd naar de laatste

de onbewoond eiland wordt status van eiland kreeg. Het voogd van Rottumeroog, Jan Toxopeus. In de jaren

bewoond nu 4 l/2e maand per jaar, in het broedseizoen, 1960 verdwenen de laatsteresten van het gesloopte huis

familie in de en bewaakt door vogelwachters van Staatsbosbeheer. van de Toxopeus zee en de tuin werd in de

jaren 1990 vrijwel geheel weggespoeld door de Noord-

de tuin steeds Malacologische geschiedenis zee. Resten van voormalige zijn nog waar

in 1965 worden de eerste landslakken te als dode die het uit het Pas van Rottu- nemen boomtakken, op

meroog gerapporteerd. Het gaat om Deroceras reticula- zand naar boven steken. Een klein restant van "de tuin"

tum die door Dr. W. Vervoort verzameld werd 2 is in de klein op sep- nog overgebleven vorm van een dalletje

tember 1964 dat de is door nieuw (van Regteren Altena, 1965) en Cepaea van zee afgeschermd een opgesto-

nemoralis, gevonden op 2 oktober 1965 door S. Braaks- ven duin. Er liggen daar veel dode takken (mogelijk af-

ma (Butot, 1965). Butot vermeldt dat uit dagboekgege- komstig uit de voormalige tuin) en daartussen groeit on-

vens van Braaksma blijkt dat Cepaea nemoralis al in der andere Grote brandnetel. Ook groeien er nog enkele

1962 werd waargenomen. Braaksma en ten Klooster be- jonge Witte abelen, Duindoorn, Vlier, Kruipwilg en Li-

zochten het eiland vervolgens op 6 en 7 juli 1966 en guster.

daarna 1967 het artikel de die het op 5 tot 7 juni (in van Butot en Langs stuifdijk naar oosten loopt groeit ook

ten staat abuis ten Klooster Klooster per 1957). Butot en hier en daar Duindoorn, Rimpelroos en Vlier. De stuif-

doen daarvan mondt de (1968) verslag en beschrijven 6 soorten dijk uit in jonge duinen aan oostzijde, met hier

landslakken en twee soorten zoetwatermollusken. Zij een daar Wilg, waarschijnlijk aangeplant. Ten noorden

dat dit beeld niet is omdat niet de zuiden geven aan compleet er van stuifdijk ligt een zandstrand, ten ervan

de kleine is Pas in 1981 wordt kwelder. de randen in de naar soorten gezocht. er een grote Langs en paden

voor de tweedekeer gepubliceerd over het eiland (Kaas, kwelder zijn de resten te vinden van struiken die dood

Piet Kaas is excursie dan 40 het Wel 1981). met een van meer zijn gegaan na overspoelen van zeewater. groeit

personen, voornamelijk leden van de Nederlandse Ma- er op één plaats Boksdoorn, een soort van kalkrijkere

lacologische Vereniging (NMV), naar Rottumeroog ge- bodems. Op de wat hogere gedeelten in de kwelder, zo-

noteerde landslakkensoorten weest en 12 en Ovatella als aan de westkant en op Vuurtorenduin, bestaat de ve-

myosotis. Helaas worden er geen precieze vindplaatsen getatie uit diverse grassen en Teunisbloem. Op de mid-

genoemd, noch in welke staat de soorten zijn gevonden. den kwelder groeien de typische kwelderplanten als

Ook zeemollusken worden in Zeealsem dit deel een lijst weergegeven. Op Lamsoor, en Zeeaster. In van de

23 september 1994 vindt er weer een malacologische kwelder zijn ook twee slenken aanwezig die uitlopen in

excursie de NMV kleinere slenken de zuidkant van plaats naar Rottumeroog (en Rot- prielen. De zijn aan door

tumerplaat). A. Hovestadt doet verslag en meldt 12 een zanddrempel afgesloten van de Waddenzee. Een

landslakken Ook keer soorten voor Rottumeroog. hij geeft paar per jaar, bij extra hoog water (springtij en

dat het eiland niet heeft kunnen onderzoe- deel het eiland onder. aan hij goed storm) loopt een groot van Het

ken door de beperkte tijd. Op 3 oktober 1998 hield de water wordt dan weer afgevoerd door de prielen en slen-

Strandwerkgroep een excursie naar Rottumeroog, waar- ken. Op de lage kwelder (zuidoostkant) is Zeekraal al-

het zeeleven rond het eiland bij naar op en gekeken gemeen.

waaronder mariene mollusken werd, naar (Bor, 1998). De westzijde van het eiland heeft ook jonge duinen met

2006 hebben onderzoek In wij systematisch gedaan en daarachter grasland dat overgaat in strand en wad. Het

beeld de mollus- zand kalkarm door gestreefd naar een volledig van huidige is maar zeeschelpgruis kunnen som-

kenfauna. mige plaatsen zeer kalkrijk zijn. Braakballen en hoopjes

uitgebraakte schelpen van voornamelijk Zilvermeeuwen

in het duin de kwelder vinden. Landschap en vegetatie zijn veelvuldig en op te

Rottumeroog bestaat voornamelijk uit kwelder. De Samengevat zouden we zeven biotopen kunnen onder- 6868 SPIRULA - nr. 356 (2007)

scheiden, namelijk: tuin, duinen en stuifdijk in noord- biotopen, waarbij moet worden opgemerkt dat sommige westen, hogere drogere Westkwelder, lagere nattere biotopen voor een uitgebreidere monstername in aan-

Oostkwelder met prielen, stuifdijk, jonge kwelder in merking kwamen dan andere.

zuidoosten, Vuurtorenduin en jonge stuifduintjes aan de Om de landslakken te inventariseren hebben we op meer randen het Er is of dan 50 landlocaties Er is van eiland. geen zoetwaterpoel zoet- zichtwaarnemingen genoteerd.

levende in waterput meer. De vroegere zoetwaterput is door de af- vrij secuur op zicht gekeken naar slakken en

duin verdwenen. Het verhaal dat onder de ook alle tak- slag van volledig gaat vegetatie en vrijwel losliggende

onder de tuin zoetwaterbei Die ken het eiland onderzocht. 18 locaties in het er van Toxopeus een zat. op zijn Op

hebben duin kwelder hebben is nu verdwenen (mededeling Bert Corté) en wij en op de wij grondmonsters geno-

thuis nergens meer zoet oppervlaktewater aangetroffen. men. De grondmonsters zijn gedroogd, gezeefd en

uitgezocht. Ook zijn enkele levende dieren van Deroce-

Succineidae verzameld naderhand door Organisatie van het veldwerk ras spec. en en

alleen toe- anatomisch het wad Onderzoeken op Rottum worden doorgaans Menno Soes gedetermineerd. Op en

beheer beleid het strand is de bodem doorzeefd gestaan als dit in het belang is van het en op zeven plaatsen om

heeft Staatsbos- welke weekdieren daar leven. werd van de eilanden en omstreken. In 2005 na te gaan Daarbij

inventarisatieon- steeds 25 25 beheer toestemming verleend voor een een oppervlak van ongeveer x cm, en tot

eilanden slakken- circa 5 bekeken. Zes monsters derzoek, vooral omdat op de mogelijk een diepte van cm wer-

de den de zuidoostkant het eiland de soorten te verwachten zijn, die onder Habitatrichtlijn aan van genomenop vallen. Staatsbosbeheer heeft gezorgd voor bootvervoer Boschplaat: twee monsters in de jonge lage kwelder met

hebben in het nieuwe onder- zeekraal en onderdak. Wij geslapen een pioniersvegetatie van en groenwieren, vier komen Staatsbosbeheer. bevatte alle ten zuiden daarvan. Monster van Het complex op onbegroeide wadplaat luxe zoals toilet douche. deze kon- werd in binnenzwin het strand een keuken, en Maar zeven genomen een op den niet worden omdat het teveel water de noordkant. Ook is intensiever de gebruikt zou ge- aan gezocht op bruiken. Het gebouw voorziet zelf in elektriciteit en wa- plaatsen met verhard substraat (vooral de puindamme- ter. Regenwater wordt opgevangen en via een filter ge- tjes en houten palen aan de noordwestkant en de nop-

Elektriciteit wordt via zonnecellen. het strand aan de en deklei- reinigd. opgewekt penstenen op noordkant) bij

Er kon wel water gebruikt worden om een afwasje te lagen die aan de noordoostkant van het eiland op het doen of om je aan de kraan te wassen, maar is niet ge- strand liggen. De kleilagen zijn een restant van een schikt als drinkwater. Naast het gebouw staat een hou- vroegere kwelderbodem. Aan het strandaanspoelsel is ten huisje met hartje op de deur. Het zicht uit het ge- minder aandacht besteed. Er is terloops op het strand ge- bouw is grandioos en kijkt vrijwel over het gehele ei- zocht en er is een gruismonster verzameld in de hoog- land uit. Pal achter het gebouw is een uitzichttoren, deze watervloedlijn aan de noordwestkant. geeft uitzicht over het gehele eiland. Wij sliepen in sta- Bij alle waarnemingen is genoteerd of de soort levend pelbedden in een vierpersoons kamertje en hebben een of dood, en autochtoon of aangespoeld / aangevoerd

nacht andere Via Global werden de dag en het huisje gedeeld met vier perso- was. Positioning System (GPS) nen, die vogelonderzoek deden. Rond het gebouw, dat coördinaten vastgelegd en genoteerd. Thuis zijn de neergezet is op een soort dam, ligt rommel en hout. Dat waarnemingen ingevoerd in de database van het Atlas- geeft een soort urbane biotoop dat meteen te merken project Nederlandse Mollusken.

de slakkenfauna! De boswachter heeft twee Alle onderzochte locaties was aan zijn op een kaartje ingetekend. keer een excursie rondgeleid. Het was overigens een Figuur 2 geeft alle vindplaatsen weer van landmollus- verademing als deze excursiegangers weer weggingen ken en figuur 3 alle mariene vindplaatsen. Van levend zodat we het gevoel een onbewoond ei- soorten terugkregen op waargenomen zijn verspreidingskaarten ge- land te verblijven. Wel hebben we, op verzoek van Bert maakt (zie figuur 4). Tabel 1 geeft een overzicht van de

kort iets slakken verteld door het aantal Corté, even over aan een excur- ons gevonden soorten afgezet tegen de "Vrienden sie van van Rottum". Boswachter Bert vindplaatsen. De kaartjes zijn vervaardigd door Bert

Corté was tijdens onze veldwerkdagen aanwezig op het Jansen.

heeft eiland en veel uitleg gegeven over het eiland. Gegevens over de vroegere molluskenfauna van Rottu-

meroog zijn afkomstig uit de literatuur en uit de databa-

Materiaal en methode se van het Atlasproject Nederlandse Mollusken.

Van te voren is het eiland bestudeerd aan de hand van

kaarten topografische en luchtopnames van internet, om Resultaten

beeld te een krijgen van de te inventariseren locaties. In dit hoofdstuk worden alle verzamelde en waargeno-

Van Bert Corté begrepen wij al snel dat deze kaarten men soorten uit 2006 beschreven plus de uit de litera- niet meer klopten en hij schetste deze bij. Een vegetatie- tuur bekende soorten. kaart van Rijkswaterstaat bleek het meest actuele beeld te geven van de huidige ligging en vorm van het eiland. De zoetwatermollusken

het inventariseren Bij hebben we de locaties zo goed Er zijn door ons geen zoetwatersoorten (meer) waarge- mogelijk gespreid over de kilometerhokken en over de nomen. We hebben ook nergens op het eiland zoet op- 6969 SPIRULA - nr. 356 (2007)

LandmolluskenLandmollusken

Totaal aantal

monsterpunten .

Vitrinapellucida

1 Vertigo angustior ■

Vertigo pygmaea ■ 1

Trichia hispida

1 vallonia excentrica 1

Succinella oblonga

1 Pupilla muscorum 1

Oxyloma elegans 1

OxychilusOxychilus alliarius 1 NesovitreaNesovitrea hammonis

Discus rotundatus 1

1 Deroceras laeve ■ 1 reticulatum Deroceras 1

1 Cochlicopa spec 1 Cochlicopa lubricella

Cochlicopa repentina 1

1 Cochlicopa lubrica ■ 1

nemoralis Cepaea 1

1 Candidula intersecta ■

Arionintermedius

Totaal aantal

monsterpunten

0 10 20 30 40 50 60

TABEL 1. WAARGENOMEN SOORTEN

VINDPLAATSEN MOLLUSKEN FIGUUR 2. VINDPLAATSEN LANDMOLLUSKEN FIGUUR 3. MARIENE

deze voorkomen intensief pervlaktewater aangetroffen, zodat voor soorten den hebben we zeer gezocht naar

literatuur wadslak- geen geschikt biotoop aanwezig is. In de het Muizenoortje Ovatella myosotis en Gray's

levende Poel- hebben echter levende wordt melding gemaakt van (Gewone) je Assiminea grayana. Wij geen

dieren kunnen vinden. Van Ovatella vonden slakken Lymnaea stagnalis en de Schijfhorenslak myosotis

wel enkele ook in Planorbis planorbis in de waterput (nu afgebroken en we lege en vers lege huisjes aanspoel-

in tuin In de kwelderrand de het ei- afgevoerd) de van Toxopeus (Butot, 1968). lijntjes aan aan oostzijde van

het strand land. Het viel dat de kwelder aanspoelsel van zijn naast bovengenoemde ons op van Rottumeroog

soorten de Moeraspoelslak Stagnicola palustris en de een veel zandiger ondergrond heeft dan de kwelders op

Stroommossel Unio pictorum gevonden (Hovestadt, andere eilanden, terwijl deze soorten aan wat slikkerige

te 1994), waarschijnlijk aangevoerd via de stroming vanuit plaatsen de voorkeur lijken geven. Wellicht heeft het

de Eems. niet vinden van deze soorten daar mee te maken. Wij

beide soorten vermoeden dat niet levend op Rottumer-

Ovatella in De brakwaterslakken oog voorkomen (of myosotis hooguit zeer

deze de meerdere waddeneilan- en dat de van Omdat op kwelders van lage aantallen), aangespoelde huisjes na- 70 SPIRULA - nr. 356 (2007)

burige populaties afkomstig zijn. Ovatella myosotis leeft soort daar nimmer teruggevonden. Nu we weten dat de

is ook andere in soort kwelder kan voorkomen is dit talrijk op Rottumerplaat en van plaatsen ook op hoge een re-

de den de het de monding van Eems bekend. Een dichtstbijzijnde om nogmaals overige waddeneilandenop

Ovatella levend kunnen voorko- voorkomen onderzoeken. plek waar myosotis zou van Vertigo angustior te

kwelder Zuiderduin. Helaas is niets be- . is de - men van Vertigopygmaea Dwerg-korfslak kend over de malacofauna van dit kleine eiland en was Twee verse lege huisjes werden in bovenstaand monster

Zuiderduinte bezoeken. er geen tijd om verzameld door Herman Roode. Deze rode lijst-soort

Van Ovatella is slechts een eerdere vondst myosotis ge- bewoont waarschijnlijk een erg klein oppervlakte van

maar daarbij is niet duidelijk of het om le- rapporteerd, het eiland op de hoge kwelder. Dit is de eerste vondst vende of dode exemplaren ging. Kaas (1981) vermeldt van deze soort op Rottumeroog. enkele Ovatella exemplaren myosotis (als Phytia myso- • Vallonia excentrica /pulchella - Scheve & Fraaie sotis;) in de lijst zeemollusken. jachthorenslak

Vallonia excentrica troffen we algemeen levend aan op De landslakken duin de kwelder. Vaak onder het het en op moetje diep alle beschreven soorten uit de literatuur zijn we- Vrijwel zoeken. hout dode is de gras Op (drijfhout en takken) derom waargenomen en daarbij zijn er soorten gevon- soort veelvuldig aangetroffen. De soort wordt ook ver- den die niet eerder bekend waren van het eiland. Hier- melddoor Butot en ten Klooster (1968). Kaas (1981) en onder worden de door ons waargenomen en de uit de li- Hovestadt (1994) rapporteerden geen V. excentrica teratuur bekende soorten beschreven. maar V. pulchella. De huisjes van beide soorten lijken • minimum. Carychium Plompe dwergslak sterk elkaar V. leeft in nattere bioto- op maar pulchella Deze kleine liefhebber van vochtig tot natte plaat- soort, pen dan V. excentrica. Dat biotoop was aanwezig in de sen wordt vermeld in Kaas (1981). Helaas wordt er geen voormalige tuin van Toxopeus. Op Rottumeroog hebben aantal hebben de niet vindplaats en Wij soort Vallonia niet gegeven. wij op pulchella gelet maar gevonden. leefde dit in de teruggevonden. Waarschijnlijk slakje Soms vonden wij wat grotere huisjes van Vallonia ex-

tuin van de Er be- voormalige Toxopeus bij waterput? centrica met een iets rondere navel, die wellicht als V. staat misschien dat deze soort nog een mogelijkheid op pulchella benoemd zouden kunnen worden, maar als in de kwelder voorkomt. zoete plaatsen hoge enige binnen een populatie van Vallonia excentrica ko-

• Pupilla muscorum. Mostonnetje zen wij daar niet voor.

• Het Mostonnetje is vrijwel overal aangetroffen op het Succinella oblonga - Langgerekte bamsteenslak eiland. Volwassen dieren werden en juveniele aange- Deze kleine Barnsteenslak is algemeen levend door ons troffen onder in duin de kwelder. Zelfs hout, en in de Oostkwelder op op aangetroffen kweldervegetatie op en

Vuurtorenduin is de soort Deze soort is het gevonden. de Westkwelder en in de drogere delen van de duinen, vaakst in de Ook eerde- aangetroffen monsterpunten. bij vaak samen met Vallonia excentrica. Een enkele keer re inventarisaties werd deze soort gevonden. troffen wij een tiental levende dieren aan onder een hou-

• Vertigo angustior Nauwe korfslak ten balk. Het is een van de meest voorkomende land-

slakken de kwelder enkele Omdat we al bekend waren met de spectaculaire vondst van Rottumeroog. Er zijn op

levende dieren die bruinrood op Rottumerplaat van de Nauwe korfslak (van Leeuwen verzameld, een gekleurde

sluiten of het misschien en Kuijper, 2007) hebben we extra ons best gedaan om winding hadden. Dit om uit te

de Rode bamsteenslak Catinella is. Catinella deze soort te vinden. Via zichtwaarnemingen was het arenaria

niet is in Nederland ons gelukt, maar hij bleek talrijk (> 100 exempla- arenaria een waarschijnlijk uitgestorven

werd in de ren) aanwezig in een strooiselmonster dat Herman slakje dat gevonden pioniersvegetatie op

Roode kwelder in dan Succinella oblon- had verzameld onder doodhout langs een pad op een vochtiger biotoop de kwelder. dat de al anato- hoge De dode boomstam lag in een vegeta- ga. Butot (1968) beschrijft soort eens tie Helm is onderzocht dat leverde Catinella van en grassen, en daar tussen een strooisel- misch en geen are-

verzoek anatomisch laag van kweldermateriaal. Deze vindplaats wordt bij naria op. Het op ons uitgevoerde extreem hoog water net wel of net niet overstroomd, en onderzoek had hetzelfde resultaat: Succinella oblonga.

dus - Slanke barnsteenslak ligt op de overgang van zout naar zoet. De vind- .Oxyloma elegans

doet barnsteenslak al bekend plaats denken aan een laatste overblijfsel (refugi- De Slanke was van Rottumer-

sinds 1957. Braaksma Klooster verzamelden um) van een grotere verspreiding op het eiland. Deze oog en ten vondst is slakken hebben deze anatomisch van belang omdat Vertigo angustior be- toen en soort voor on- schermd derzoek het RIVON is op grond van de Europese Habitatrichtlijn. op gedeponeerd (Butot, 1968).

Op de Duitse waddeneilanden en in de Hollandse en Anatomisch onderzoek gaf aan dat het de soort O. ele-

Zeeuwse betrof niet Ook duinen is Vertigo angustior vaker gevonden, gans en O. sarsii. nu weer zijn er exem- maar dit van voor anatomisch onderzoek voor de Nederlandse waddeneilanden is een plaren Oxyloma spec.

De onderzochte bijzondere vondst. Van de soort werd daar namelijk nog aangeboden. slakken, afkomstig van

één drie bleken allen stric- maar keer één recent exemplaar gevonden: in 1936 locaties, Oxyloma elegans (sensu door is de te is dat de Slanke barnsteenslak ver H. Odé bij Midsland op . Later to) zijn. Opvallend 71 - 71 SPIRULA nr. 356 (2007)

in het brakke milieu. de kaart is ook dui- • doordringt Op Arion intermedius - Egel-wegslak

delijk te zien dat de soort tot tegen de lage kwelder aan zoeken werden in totaal vier Na lang er exemplaren ge-

voorkomt. het eiland is het vonden. De enige vindplaats op dalletje

• Cochlicopa specs. - Agaathorens achter de voormalige tuin van Toxopeus, en daar had-

In de literatuur worden de Glanzende agaathoren Coch- den we de soort ook verwacht omdat je uit de literatuur

lubrica de Slanke lu- kunnen dat deze alleen in de licopa en agaathoren Cochlicopa zou opmaken soort voor- bricella genoemd als voorkomend op het eiland. Tegen- malige tuin van Toxopeus zou leven. Wij hebben diver-

Zowel woordig wordt ook de Middelste agaathoren Cochlicopa se foto's van de Egel-wegslak genomen. op een

als onder het oude repentina als aparte soort voorkomend in Nederland on- vochtige plaats hout, wat hoger op

derscheiden. De verschillen tussen deze soorten bestaan duin gelegen, werden de slakjes gevonden.

vochtminnendheid • uit de breedte van het huisje en de Oxychilus alliarius - Look-glansslak breedte de is licht van de soort (maar de van huisjes va- Het Lookslakje was nog niet eerder vermeld van het ei- deze kenmerken de meeste door riabel). Volgens blijken land Rottumeroog. Wij vonden de soort levend aan de ons huisjes te behoren tot Cochlicopa lubri- gevonden zuid- en noordzijde van het hoge noordwestelijke duin

cella. Omdat er te weinig huisjes zijn waargenomen cq. en in het restant van "de tuin". Misschien is de soort

lubrica verzameld van en Cochlicopa re- bezoekers het hoofd of is de Cochlicopa door de vorige over gezien pentina hebben wij besloten tussen deze twee soorten later hout? Het voorkomen het soort ingevoerd met op onderscheid maken deze geen te en waarnemingen oude duin vermoedt echter het eerste. Oxychilus alliari-

Cochlicopa cf lubrica genoemd. Op het verspreidings- kan leven in kalkarme zoals us goed een omgeving op

wordt er onderscheid tussen kaartje gemaakt Cochlicopa het kalkarme zand van deze duintjes.

C. lubricella en C. cf. lubrica, spec. Cochlicopa spec. • Nesovitrea hammonis - Ammonshorentje zijn juveniele exemplaren. de Hovestadt (1994) noemt deze soort van voormalige

• Vitrinapellucida - Doorschijnende glasslak tuin vonden dat deze van Toxopeus. Wij een huisje op Juveniele levende dieren werden aangetroffen verspreid soort leek maar de wind maakte een einde aan onze ze- over het eiland in de de en de duinen, langs stuifdijk op kerheid: het huisje waaide uit onze handen. In grond-

kwelder. Dat er dieren werden hogere juveniele aange- monsters van het hoge noordwestelijk duin en in het res- troffen heeftte maken met haar In de win- levenscyclus. tant van "de tuin" werden uiteindelijk enkele levende en worden de dieren volwassen. Uit de literatuur ter was enkele lege huisjes verzameld. Nesovitrea hammonis

deze slak al bekend. De levende dieren waren steeds kan ook goed leven in een kalkarme omgeving.

lichtgekleurde exemplaren. • Trichia hispida - Haarslak

• Discus1 rotundatus - Boerenknoopje Het Haarslakje is redelijk algemeen aangetroffen maar

De van deze soort is het verspreiding op noordwestelijk met een beperkte verspreiding in het noordwestelijk

duin en de steeds de wat op stuifdijk, op hogere gedeel- duin en in "de tuin". Ook onder hout bij het gebouw is ten het eiland. Als de soort kon dat in van aanwezig was de soort gevonden. Dit slakje wordt door diverse auteurs aantallen Hovestadt deze grote zijn. (1994) noemt soort genoemd. al van het eerdere auteurs 1968 en eiland, (Butot, Kaas, • Candidula intersecta - Grofgeribde grasslak 1981) niet. Deze typische soort, bekend van kalkrijke duinen maar • Deroceras reticulatum Gevlekte akkerslak ook van urbaan gebied op dijkhellingen, werd gevonden

De gevlekte akkerslak was de eerste slak, die bekend onder hout bij het gebouw. Het is de eerste melding was van Deze naaktslak is aan Rottumeroog. algemeen voor Rottum. Eén groot uitgevallen exemplaar, dat in te treffen over vrijwel het hele eiland: in de tuin, in de eerste instantie deed vermoeden dat het om de Griekse

de ook de kwelder werd de duinen, langs stuifdijk en op duinslak Cernuellajonica ging, is gefotografeerd en te- soort aangetroffen. Enkele levende dieren werden verza- werd oud ruggezet. Later nog een leeg huisje gevonden meld omdat ze lichtgekleurd waren en vrijwel geen op dezelfde plek. Hoogstwaarschijnlijk is dit een recente hadden. Doel laten onderzoe- vlekkenpatroon was om te invoering, die stand kon houden door het kalkhoudende ken of het misschien de Witte akkerslak Deroceras ag- zand (door schelpgruis) rond het gebouw. Hopelijk zal reste betrof. Dat bleek niet zo te Anatomisch on- zijn. de soort zich weten te handhaven, om die reden hebben derzoek heeft dat het steeds de soort Dero- uitgemaakt we het enige levende exemplaar niet verzameld. ceras reticulatum betrof. • Cepaea nemoralis - (Gewone) Tuinslak

• Deroceras leave - Kleine akkerslak Deze soort is vanaf 1962 (Butot, 1965) bekend van het Eén levend exemplaar is gevonden in het dalletje achter eiland. Wij troffen de soort veelvuldig aan in de tuin, in de tuin Dit is ook de voormalige van Toxopeus. meteen de duinen, langs de stuifdijk, op de midden kwelder en enige plaats waar wij de soort hebben gevonden. Van dit zelfs op de jonge duintjes aan de zuidkant van het ei- exemplaar zijn diverse foto's gemaakt. Op de kwelder is is land. Cepaea nemoralis een van de meest algemene

de soort niet aangetroffen maar kan daar wel aanwezig soorten van het eiland. Cepaea hortensis werd niet aan- zijn. Kaas (1981) noemt de soort ook van het eiland. deze getroffen op Rottumeroog terwijl soort wel op Rot- Helaas geeft hij geenvindplaats en aantal. 72 72 SPIRULA - nr. 356 (2007)

werd Leeuwen & tumerplaat waargenomen (van Kuij- dus wel zijn dat meer levende exemplaren gevonden

aantal in noordoost per, 2007) en op een plaatsen Gro- worden als dieper gegraven wordt. In de kleilaag van de

voorkomt et. ningen (Gittenberger al., 1984). vroegere kwelderbodem aan de noordwest-kant zaten

grote aantallen half bloot gespoelde lege doubletten in

Zeemollusken hebben tus- situ, we er geen levende exemplaren meer

in totaal 15 mariene mollusken Er zijn soorten levend sen aangetroffen. Losse volgroeide kleppen zijn overal

bekend tabel rond in aantallen vinden. van Rottumeroog (zie 3). Tijdens onze ex- Rottumeroog grote te De soort

in 2006 vonden die hieronder is dus rond het eiland zeldzaamheid. cursie wij er negen, wij geen

kort toelichten. .Macoma balthica - Nonnetje

• cinerea - keverslak Levende Lepidochitona Asgrauwe nonnetjes werden alleen aan de zuidoostkant

keverslak Van deze werden vijf exemplaren gevonden van het eiland gevonden. Zij waren daar aanwezig in

op een hard plastic band die verankerd zat in de bodem vier van de zes wadmonsters en in vrijwel alle maten,

de zuidkant het eiland. is de keer langs van Het eerste van 4 mm (juveniele broedjes) tot 16 mm (adult). Per

dat deze soort van Rottumeroog wordt gemeld. monster varieerde het aantal exemplaren van 1 tot 22.

• • Littorina littorea- (Gewone) Alikruik Mytilus edulis - Mossel

Deze soort werd algemeen aangetroffen op vast sub- Mossels zaten vrij talrijk levend op de stenen dammetjes

straat aan de noordwestkant van het eiland (steenblok- bij de noordwestpunt van het eiland. Meestal waren het

ken en golfbrekers) maar ook enkele exemplaren op vrij kleine exemplaren. Ook langs de rand van de geul

zeewier of hard materiaal aan de zuidkant op het wad. aan de westkant werden enkele levende exemplaren ge-

In de wadmonsters werd hij niet levend aangetroffen. vonden. In de bodemmonsterswerd de soort niet levend

• Peringia ulvae - Wadslakje aangetroffen. Ook mosselbanken hebben we nabij het

eiland niet gezien. Het Wadslakje komt langs de zuidkant van het eiland en

Scrobicularia - Platte op de lage kwelder algemeen voor, maar lijkt minder plana slijkgaper

talrijk dan bij de andere waddeneilanden. Een mogelijke In één van de wadmonsters aan de zuidoostkant zat een

verklaring is dat de wadkant van Rottumeroog zandig is levend juveniel exemplaar van 15 mm. Mogelijk waren

en weinig slib bevat. De soort zat in alle zes wadmon- meer exemplaren gevonden wanneer op de monster-

sters aan de zuidoostkant, de aantallen per monster (op plaatsen dieper gegraven was, want verse lege doublet-

een oppervlakte van 25 x 25 cm) varieerden van 381 tot ten waren er talrijk te vinden, ook van volwassen exem-

1076 exemplaren. In het monster aan de noordkust zat plaren. In de oude kleilaag op het Noordzeestrand zaten

hij niet. minstens 20 lege doubletten nog half ingegraven, maar

• levende Cerastoderma edule - Kokkel geen exemplaren.

Levende kokkels werden in lage aantallen op verschil- Zeenaaktslakken lende plaatsen rond het eiland aangetroffen. De soort zat

de oostkwelder waren tussen de zeekraal levend in alle zeven wadmonsters, met 1-2 exemplaren Op uitgestrek-

te veldjes draadwier(Vaucheria) aanwezig, dit is op de pionierkwelder en 3-10 exemplaren op het onbe- groene

het van de Kwelderslak Alderia modesta de groeide wad, van juveniel (2-4 mm) tot kleine volwas- biotoop en

Schorreslak We hebben echter sen exemplaren (20-25 mm). Limapontia depressa. ze niet kunnen vinden. In het databestand het ANM • van Crassostrea gigas - Japanse oester zijn wel meldingen van deze soorten uit één levend deze opgenomen Slechts exemplaar van soort, een juve- 1973 (met onbekende waarnemer). Tijdens de SWG-ex- niel 1 werd de de van cm lengte, op strekdammetjes aan cursie in 1998 werd de Egel-sterslak Acanthodorapilo- noordwestkant waargenomen.Verder zagen we circa 75 sa gevonden, ook die hebben wij niet ontdekt. Hieruit dode de steenblokken verse doubletten, vastgehecht op kan niet worden geconcludeerd dat deze soorten niet aan de noordkant van het eiland. Tot voor kort heeft de

meer op het eiland voorkomen, want ze zijn moeilijk te soort er dus talrijk geleefd. Waarom ze dood zijn gegaan vinden; wij zijn er niet in gespecialiseerd. is niet bekend, maar het massaal afsterven is ook waar- De aangespoelde soorten worden in een apart lijstje genomen bij Japanse oesters op (Cadee, 2004 en weergegeven (tabel 4). In totaal zijn 56 mariene schel- Van Leeuwen & Reydon, 2006). Oesterbanken of los- pensoorten aangespoeld op het strand van Rottumeroog kluiten deze soort het die ande- liggende van op wad, bij gevonden. waddeneilandenwel hebben niet re voorkomen, we ge-

zien. Misschien valt deze wadplaat bij laag water wel Resultaten samengevat dan de is. langer droog voor Japanse oester gunstig Er 18 dan 50 zijn grondmonsters genomen en meer • op Mya arenaria - Strandgaper locaties zijn zichtwaarnemingen genoteerd. Een juveniel levend exemplaar werd aangetroffen in het Zoals te verwachten op een klein geïsoleerd eiland met monster aan de noordkant. In de monsters aan de zuid- een beperkt aantal biotopen is een klein aantal soorten oostkant zat de soort niet levend. Volwassen dieren van gevonden. In totaal zijn er 18 soorten landslakken ge- deze soort leven tot 40 cm diep in de bodem, het kan vonden, dat brengt het totaal aantal soorten bekend uit 73 SPIRULA - nr. 356 (2007) 73

de literatuur op 20. De meest waargenomen soorten zijn hiervan zijn alleen lege huisjes gevonden. Wij hebben

nemoralis Succinella brakwater dat kan te Pupilla muscorum, Cepaea en geen naaktslakjes gevonden, maar oblonga, gevolgd door Vallonia excentrica en Vitrina maken hebben met onze beperkte ervaring met het zoe- pellucida. ken naar deze mollusken.

Er is één soort gevonden, dieonder de Europese Habita- Wij vonden 9 mariene soorten levend. In totaal zijn 16 trichtlijn valt namelijk de Nauwe korfslak Vertigo an- mariene soorten levend van Rottumeroog bekend. Van

soort staat ook de Rode bekend ooit het gustior. Deze op Lijst (de Bruy- 56 soorten is dat ze zijn aangespoeld op ne et al., 2003) in de categorie "bedreigd". Er werd één strand, wij vonden er 31. Het betreft soorten die vaker andere Rode soort de worden. Lijst vers leeg gevonden: Dwerg- op de waddeneilandengevonden korfslak Vertigo pygmaeauit de categorie "kwetsbaar".

Er zijn geen zoetwaterslakken meer aangetroffen en zul- Aanbevelingen len er zeer waarschijnlijk ook niet meer leven. Rijkswaterstaat past op dit moment beleidsmatig op

Er zijn geen brakwatersoorten levend aangetroffen. Het Rottumeroog geen actief kustbeheer toe. Hierdoor is het

Muizenoortje Ovatella myosotis staat op de Rode Lijst, eiland erg dynamisch. Naar verwachting zal de malaco-

Rode lijst ButotButot&Kloos-& Kloos- Kaas, 1981 Hovestadt, 1994 Excursie, 2006

ter, 1968

Landslakken

1 Arion intermediusintermedius X X

22 Candidula intersecta X

33 Carychium minimum X

4 Cepaeanemoralis XXXX X X X

5 Cochlicopa cf.cf. lubrica XXXX X X

66 Cochlicopa lubricella X X

77 Deroceras reticulatum XXXXX X X

88 Deroceras laevelaeve X X

9 Discus rotundatusrotundatus X X

10 Nesovitrea hammonis X X

11 Oxychilus alliariusalliarius X

12 Oxyloma elegans XXXX X X X

13 Pupilla muscorum XXXX X X X

14 Succinella oblonga XXXX X X X

15 TrichiaTrichia hispida XXXX X X X

16 Vallonia excentrica X X

17 Vallonia pulchella X X

18 Vertigoangustiorangustior Bedreigd X

19 Vertigopygmaea Kwetsbaar X

20 Vitrina pellucida XXXX X X X

Zoetwaterslakken

1 Lymnaea stagnalis X

2 Planorbis planorbisplanorbis X

TABEL 2*. LAND- EN ZOETWATERMOLLUSKEN

* In deze tabel worden de landslakken zoetwatermollusken en weergegeven, die tot nu toe levend zijn waargenomen op Rottumeroog. 74 74 SPIRULA - nr. 356 (2007)

Kaas, 1981 Hovestadt, 1994 Bor, 1998 Excursie, 2006

ZeemoUuskenZeemollusken

Polvplacophora

1 Lepidochitona cinereacinerea X

Gastropoda

2 Littorina littorea XXXX X X X

3 LittorinaLiltorina saxatilis X

4 Peringia ulvae X X

5 Retusa obtusa X X

6 Acanthodoris pilosapilosa X

Bivalvia

7 Cerastoderma edule X X

8 Mya arenaria X

9 Macoma balthica X X

10 Mytilus edulis X X

11 CrassostreaCrassostrea gigas X

12 Scrobicularia plana X

13 Barnea candidaCandida X

14 Petricola pholadiformis X

TABEL 3*. ZEEMOLLUSKEN (LEVEND)

* In deze tabel worden de tot nu toe bekend zijn de levende voorkomende zeemollusken rond Rottumeroog weergegeven uit de excursie van

In het databestand het Lima- 2006 en uit oudere data. van Atlasproject Nederlandse Mollusken is nog vermeld dat in 1973 Alderia modesta en

werden. Er is echter niet vermeld door wie of deze pontia depressa op Rottumeroog gevonden waar soorten zijn waargenomen.

NMV1981NMV 1981 NMV1994NMV 1994 SWG1998SWG 1998 Excursie 20062006

(Kaas,(Kaas, 1981) (Hovestadt, 1994)1994) (Bor,(Bor, 1998)

Zeemollusken

Gastropoda

1 BittiumBiltium reticulatum X

2 Buccinum undatum XXXX X X X

3 Chtysallida sarsi X

4 Epitoniumturtonae X

5 Euspira catena XXXX X X X

& 6 Euspira nitida Xx& X

7 Lacuna vincta X

8 Littorina littorea XXXX X X X

9 Littorina saxatilis X

10 Odostomia scalaris X

11 OenopotaOenopola turricula X

12 Ovatella myosotis X XXX X

13 Peringiaulvae XXXX X X X

14 Philine apertaaperta X

15 Pusillina inconspicua X

16 Retusa obtusa XXXX X X X

17 TurrilellaTurritella communis X X - 75 SPIRULA nr. 356 (2007) 75

NMVNMV19811981 NMVNMV19941994 SWGSWG19981998 Excursie 2006

(Kaas,(Kaas, 1981) (Hovestadt, 1994) (Bor, 1998)

Zeemollusken (vervolg)

Cephalopoda

X 18 Sepia officinalis (schild) XXXXX X X

Bivalvia

19 Abra alba X

X@ 20 Abra prismatica X@

21 Abra tenuis X

22 Acanthocardia echinataechinala X X

23 Acanthocardia tuberculata X

x&& 24 Angulusfabulus X X X

25 Angulus tenuis XXXX X X X

26 Arctica islandica X X

27 Barnea candidaCandida XXXX X X X

28 Cerastoderma edule XXXX X X X

29 Chamelea striatula X X

20 Crassostrea gigasgigas X

30 Donax vittatus XXXX X X X

31 Ensis directus XXX X X

32 Ensis minor X X

x(( cf) 33 Ensis siliqua X X X

X& 34 Goodallia triangularis

35 Laevicardium crassumcrassum X

36 Lucinella divaricata X&

& 37 Lutraria lutraria Xx& X

38 Macoma balthica XXXXX X X

39 Mactra corallina XXXX X X X

40 Mactra corallina plistoneerlandica X&

41 Mya arenaria XXXX X X X

42 Mya truncatatruncata XXXX X

43 Mysella bidentatabidentata X X X@x@ X

44 Mytilus edulis XXXX X X X

45 Nucula nucleus X

56 Ostrea edulis XXXX X

47 Paphia aureascenescensscenescens X

48 Petricola pholadiformis XXXXX X X

& 49 Saxiclavella jeffreysijeffireysi xX X X

50 Scrobicularia plana XXXXX X X

51 Spisula elliptica X X

X& 52 Spisula solida

53 Spisula subtruncata XXXX X X X

X&& 54 Tellimyaferruginosa X X X

55 Venerupis senegalensis X

56 Zirfea crispata XXXX X X X

Totaal 42 40 25 31_31

TABEL 4*. ZEEMOLLUSKEN (AANGESPOELD)

x& = wel doorSchuitema gevonden, maar niet tijdens de excursie.

= door Leeuwen deze excursie niet vermeld in het Peter Bor. x@ Sylvia van tijdens gevonden, maar verslag van

* In deze tabel worden alle dood aangespoelde zeemollusken vermeld die op Rottumeroog werden gevonden tijdens de excursies van de NMV

(1981 en 1994), de Strandwerkgroep(1998) en de excursie uit 2006. 7676 SPIRULA - nr. 356 (2007)

in 2003. - Het 64: fauna zich aanpassen aan de veranderingen die het ei- stikt onder algenbedekking Zeepaard,

land doormaakt. Mogelijk dat de typische soorten slak- 110-114. GITTENBERGER, E., W. BACKHUYS & TH. E. J. RIPKEN ken uit het restje van de voormalige tuin van Toxopeus

(1984): De landslakken van Nederland. - Bibliotheekvan zullen verdwijnen als de zee nog een keer het duinnaar de 184 K.N.N.V., 37: pp. beneden meesleurt, tenzij de jonge duinvorming dat te- HOVESTADT, A. (1994): Verslag van de NMV-excursie naar weet te gaan. Als het duin aan de noordwestkant gen - Rottumerplaat en Rottumeroog op 23 september 1994. verdwijnt, komt mogelijk ook de habitat van de Nauwe Corr.-bladNed. Malac. Ver., 281: 153-156. korfslak in Vertigo angustior gevaar. KAAS, P. (1981): Een nostalgische excursie naar Rottumer-

de 11-19 1981. - Het is zinvol om het Zuiderduin te onderzoeken op het oog (en naar kop van Drente) september

Corr.-bladNed. Malac. Ver., 203: 1188-1196. voorkomen van Vertigo angustior en Ovatella myosotis. malacofauna het KLOOSTER, W. PH. TEN (1967): De van ei- In het eerste geval om te kijken of de soort op een kwel- land Rottumeroog. - Excursierapport Staatsbosbeheer, 1 der zonder beschermende duinreep kan voorkomen, stencil, ongepubliceerd.

de tweede soort om meer zekerheid te over voor krijgen LEEUWEN, S. VAN & J. REYDON (2005): Verslag van de ex-

cursie naar het Texel, 11 de herkomst van de lege aangespoelde huisjes op Rottu- Mokslootgebied op september

2004. - Spirula, 342: 15-20 en 344: 80. meroog. LEEUWEN, S. van & W. KUIJPER (2007): De mollusken van

Rottumerplaat 2006. - Spirula 356. Dankwoord

REGTEREN ALTENA, C. O. VAN (1965): Een landslak van Onze dank gaat uit naar Staatsbosbeheer regio Noord, Rottumeroog. - Corr.-bladNed. Malac. Ver., 115: 1209. voor de toestemming en belangrijke bijdrage aan de or- SCHORTINGHUIS, D.H. (1975): Cleyn eilant rottum. 2e uitge-

ganisatie van ons onderzoek. Bas Kers (Rijkswaterstaat) breide druk. - Haren (Uitgeverij Knoop & Niemeijer).

bedanken voor het beschikbaar stellen van de wij vege- SCHUITEMA, A. K. (1981): Enkele bijzonderheden over Rot-

tatiekaart Men- - Corr.-bladNed. van Rottumeroog. Verder bedanken we tumeroog. Malac. Ver., 203: 1196-1197.

J. VAN DER & A. HOVESTADT De landslak- no Soes voor het anatomisch onderzoek. VEEN, (1994):

ken van Rottumeroog kritisch bekeken. - Corr.-blad Ned.

Malac. Ver., 281: 157-161. Literatuur B. VEEN, VAN DER (1995): Kleine aanvulling op artikelen BOR, P.H.F. (1998): Op excursie naar Rottumeroog. - Het over Rottum. - Corr.-bladNed. Malac. Ver., 283: 56. Zeepaard, 58 (6): 160-162.

R.H. DE H. WALBRINK & A.W. GMELIG MEY- BRUYNE, , Adressen van de auteurs: LING (2003): Bedreigde en verdwenen land- en zoetwater- C.M. Neckheim mollusken in Nederland (Mollusca). Basisrapport met Poggenbeekstraat 21-2h

voorstel de Rode - voor Lijst. Stichting ElS/Stichting 1073 JE Amsterdam

Anemoon. &

BUTOT, L. J. M. (1965): Een tweede landslak van Rottumer- S.J. van Leeuwen

- Van der Helstlaan 19 oog. Corr.-blad Ned. Malac. Ver., 115: 1209.

3723 EV Bilthoven BUTOT, L. J. M. & W. PH. TEN KLOOSTER (1968): Mollus- & ken van Rottumeroog; RIVON Mededeling nr. 281. - De E.A. Jansen Levende Natuur, 71: 61-65. Delta 68 CADEE, G.C. (2004): Japanse oesters Crassostrea gigas ge- 8224 EP Lelystad - 77 SPIRULA nr. 356 (2007) 77

FIGUUR 4. LEVEND WAARGENOMEN SOORTEN