Vogels En Rottumeroog
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
beheer Vogels en op Rottumeroog Koen van Dijken Rottumeroog is één van de gebieden binnen onze provinciegrenzen die van internationaal belang zijn voor vogels. Rottumeroog komt dan ook voor op de lijst van Belangrijke Vogelgebieden in Nederland (van den Tempel & Osieck 1994). Naast vogels is het gebied ook belangrijk voor zeehonden. Op en rond het eiland liggen geregeld meer dan 350 gewone zeehonden. Dit is 15% de Nederlandse worden zo’n ongeveer van populatie. Jaarlijks er tachtig jongen geboren. uitstekende is sinds in Formeel geniet Rottumeroog een bescherming. Het 1981 zijn geheel staatsnatuurmonument en valt daarmee onder de werking van de Natuurbeschermingswet. Bovendien is het, als onderdeel van de Waddenzee, sinds 1991 aangewezen als speciale beschermingszone onder de EU-Vogelrichtlijn. Tevens heeft Nederland Rottumeroog in 1984, als onderdeel van de Waddenzee, op de lijst gezet van wetlands van internationale betekenis onder de Wetlands Conventie (Conventie van Ramsar). Ondanks deze uitstekende formele bescherming kunnen er toch nog activiteiten plaatsvinden die voor vogels negatief uitpakken. Een voorbeeld hiervan zijn de plannen van de NAM om naar gas te gaan boren op diverse locaties rond Rottumeroog. Dankzij juridische procedures gevoerd door de Waddenvereniging en tien andere organisaties is deze dreiging voorlopig van de baan. Het eiland wordt tegenwoordig beheerd door De kwelder bestaat alleen uit een hoge kwel- drie partijen: Staatsbosbeheer (natuurbeheer), der. Door het beheer van de laatste tientallen Rijkswaterstaat (kustonderhoud) en het Mi- jaren heeft de kwelder niet de kans gekregen nisterie van Landbouw, Natuurbeheer en zich op een natuurlijke manier te ontwikke- de Natuurbe- len. duinen Visserij [LNV] (toezicht op De zijn voornamelijk droge schermingswet). De laatste jaren is veel duinen met helm en zandhaver. De duinvallei de het wel bekend als ‘de is door gedebatteerd over wijze waarop toe- (ook Tuin’) men- komstig beheer van Rottumeroog gevoerd sen aangelegd en ongeveer een halve hectare zou moeten worden. Deze discussie werd nog groot. De Tuin is sterk verruigd met bosop- eens aangewakkerd toen in de zomer van slag. Tevens bevinden zich op Rottumeroog 1998 in verschillende landelijke media be- enkele gebouwen: een prefab bungalow (de richten verschenen dat zomerstormen het vroegere voogdwoning), het vogelwachters- eiland de kaart zouden huis oud Rottumeroog van (een zomerhuisje), een ijzeren hebben geveegd. In dit artikel zal verder op baken (ten behoeve van de scheepvaart in deze discussie worden ingegaan. Hieraan vroegere tijden) en twee loodsen (voor opslag voorafgaand wordt een overzicht gepresen- van machines, brandstof en voertuigen). teerd van de huidige ornithologische waarde Het Zuiderduin is een klein onbebouwd ei- van het gebied. landje. Het begroeide deel (ongeveer 20 hectare) bestaat grotendeels uit kwelders Gebiedsbeschrijving omringd door maximaal twee meter hoge De kwelder heeft volkomen Het gebied Rottumeroog bestaat feitelijk uit duintjes. een met veel twee eilanden: Rottumeroog en Zuiderduin natuurlijke opbouw gradiënten Beide eilanden tussen hoog en laag (zie de kleurenfoto elders (figuur 1). liggen ongeveer in dit De kwelder met twee km van elkaar verwijderd. nummer). lage uitge- breide Het begroeide gedeelte van Rottumeroog zeekraalvegetaties loopt zeer gelei- delijk over in het wad. Aan de oostkant heeft een oppervlakte van ongeveer 70 hecta- bevinden zich zandvlakten re en bestaat voor de helft uit kwelders (het grote onbegroeide en zuidelijk deel) en voor de helft uit duinen en schelpenriffen. het Zuiderduin is nooit een duinvallei (het noordelijk deel). Voorna- Op enige vorm van beheer de situatie is daar dus melijk aan de oostkant bevinden zich grote geweest en volkomen Het Zuiderduin is onbegroeide zandvlakten en schelpenriffen natuurlijk. het meest eiland in de Nederlandse die regelmatig onder water komen te staan. natuurlijke De Grauwe Gors 1999-1: 15 Figuur 1. Kaart van Rottumeroog. Weergegeven is de situatie in het begin van 1998. Waddenzee. den Brink (1990). Gegevens uit de jaren daarna (t/m 1997) zijn ontleend aan de jaar- Bruin & Materiaal en methode lijkse bewakingsverslagen (de van Dijken 1994, van Dijken & Koopman 1996, Sedert 1978 worden de broedvogels jaarlijks 1997, van Dijken & Koopmans 1998, van geteld. De hierna gepresenteerde informatie Dijken & Steenge 1991, 1992, 1993, Koop- heeft steeds betrekking op Rottumeroog man & Keijl 1990). In het hoofdstuk Broed- inclusief het Zuiderduin. uit de Gegevens het vogels zijn over aantal soorten de jaren periode 1978 t/m 1989 zijn ontleend aan van De Grauwe Gors 1999-1: 16 voor 1991 niet meegenomen in de beschou- Broedvogels wingen, omdat interpretaties van wel of niet Jaarlijks broeden op Rottumeroog gemiddeld broeden toen wezenlijk anders waren dan na 32 verschillende soorten broedvogels. Tussen 1991. Voor 1991 werden ook mogelijke en 1991 en 1997 zijn in totaal 42 soorten met waarschijnlijke broedgevallen meegerekend. zekerheid broedend vastgesteld. Ongeveer de Vanaf 1991 zijn alleen zeker broedende helft (20 van de 42 soorten) zijn zangvogels soorten meegeteld. die bijna uitsluitend in lage aantallen op Gegevens over hoogwatertellingen zijn ont- Rottumeroog broeden (gemiddeld 1,3 territo- leend de vanaf 1991. aan bewakingsverslagen ria). Relatief veel soorten broeden in of in de Sinds 1996 heeft Staatsbosbeheer de frequen- onmiddellijke omgeving van de Tuin. Alleen tie buiten het bewa- van hoogwatertellingen de Graspieper is een talrijke broedvogel Resultaten kingsseizoen opgeschroefd. over (gemiddeld 42 territoria in 1991-1997) die Duinaanleg aan de zuidoostkant van Rottumeroog met op de achtergrond het Vuurtorenduin (aug. 1997). Voor de aanvang van deze duinaanleg begon zich hier een jonge kwelder te ontwikkelen. 1996 en 1997 in twee zijn gepubliceerd ook veel in de duinen en in de kwelder voor- interim rapporten (Corté 1998, 1999). Syste- komt. Alle zangvogelsoorten komen alge- matische uit andere maanden gegevens zijn meen in Nederland voor. De enige uitzonde- voor dit artikel niet gebruikt. Omdat de ring is de Roodmus die in 1992 en 1994 met meeste soorten piekaantallen vertonen in één paar op Rottumeroog heeft gebroed. april/mei en in augustus (gedurende de bewa- is dus niet Rottumeroog erg belangrijk voor kingsperioden), maakt dit voor de conclusies zangvogels. Dit belang zal nog verder afne- in dit artikel niet veel uit. De aantallen zijn men nu in de loop van 1998 de Tuin prak- steeds inclusief het Zuiderduin. tisch is weggespoeld. Rottumeroog is als broedgebied vooral be- langrijk voor soorten als Eider, Blauwe Kiekendief, plevieren, meeuwen en sterns. De Grauwe Gors 1999-1: 17 Figuur 2. Aantalsverloop (aantal broedparen/territoria) van karakteristieke broedvogels op Rot- tumeroog tussen 1978 en 1997. Ze worden hieronder besproken. Het aantals- tallen niet-broedende Aalscholvers die hier in aantal karakteristieke de zomermaanden verloop van een soorten aanwezig zijn. De Aal- in 2. scholvers hebben de staat weergegeven figuur op grond gebroed, aan de rand van een kolonie Zilvermeeuwen. Het Aalscholver ging om dertien broedparen waarvan waar- In 1997 hebben voor het eerst Aalscholvers schijnlijk minstens zeven jongen uitvlogen. In op het Zuiderduin gebroed. Dit lag in de lijn 1998 hebben geen Aalscholvers op het Zui- der verwachting gezien de toenemende aan- De Grauwe Gors 1999-1: 18 Nest Aalscholvers het metjonge op kunstmatige NAM-eiland de Hond (Eemsmonding). derduin & Edelenbos Kiekendieven die gebroed (Ubels 1999). jagen op grotere prooien, niet zo makkelijk te vangen zijn op Rottu- Eider meroog. De kiekendieven broeden ieder jaar Het aantal broedende Eiders is tussen 1978 in de Tuin. en 1988 spectaculair gestegen om vervolgens tot 1991 weer net zo spectaculair te dalen. Scholekster Een dergelijk patroon werd ook op Ameland Het aantal broedende Scholeksters is sinds link werd vastgesteld waarbij een gelegd met het midden van de jaren tachtig aan het overbevissing (Kersten et al. 1997). Na 1991 dalen. Hier zijn verschillende oorzaken voor is het aantal broedparen weer flink gestegen aan te wijzen. Ten eerste komen weinig tot gemiddeld 700 paar sinds 1994. De laatste jongen groot op Rottumeroog. Enkele tiental- jaren is het broedsucces goed. Jaarlijks wor- len jongen in een goed jaar is echt wel het den enkele honderden jongen grootgebracht. maximum. Er vindt veel predatie door Zil- vermeeuwen plaats. Verder hebben de stren- Kiekendieven ge winters van de laatste jaren hun tol geëist. De Blauwe Kiekendief broedt sinds 1991, Ook minder een goed voedselaanbod (slechte met uitzondering van 1993, jaarlijks op Rot- stand van kokkels en mossels) speelt wellicht tumeroog. In totaal zijn uit zes legsels vijf een rol. jongen uitgevlogen. Ook in 1998 heeft het paar succesvol gebroed en drie jongen groot- Plevieren & Edelenbos gebracht (Ubels 1999). De Bij de Bontbekplevier is een licht stijgende Bruine Kiekendief broedt er jaarlijks sinds lijn te bespeuren. Ook het aantal Strandple- 1994, maar heeft nooit jongen grootgebracht. vieren is licht aan het stijgen. Beide soorten De hoofdoorzaak is meestal wel vermoedelijk gebrek aan brengen (enige) jongen groot. Blauwe Kiekendieven broeden geschikte prooien. Bontbekplevieren op het Oostrif, op jagen voornamelijk op kleine vogels, zoals het Vuurtorenduin en op het Zuiderduin. Graspiepers en jonge Scholeksters. Bruine De Grauwe Gors 1999-1: 19 Strandplevieren broeden, behalve in 1993, alleen op het Zuiderduin. Meeuwen In overeenstemming met de landelijke trend