<<

55 ^J^

Ton de Meulmeester & John Janssen Ontwikkelingen in flora en vegetatie van en sinds 1916

Rottumeroog en Rottumerplaat zijn beide sterk in grootte en vorm veranderd sinds het bezoek van Thijsse in 1911-1916. Dat heeft ook grote gevolgen gehad voor flora en vegetatie. Welke veranderingen zijn er Voogd lag in puin tegen den grond en er zoal opgetreden en wat is de toekomst van werd een nieuw huis voor hem ge­ flora en vegetatie van beide eilanden? bouwd, alweer honderden meters oost­ waarts in het nieuwe duin. De tuin was door den stormvloed vernield en van al Thijsse vond bij een bezoek in 1916 aan van het eiland. Ondanks deze inspannin­ de boomen van vroeger was nu nog en de Plaat de toestand op Rot- gen is de oppervlakte van het eiland, in­ maar alleen een enkele vlierstruik over­ tum treurig, in tegenstelling tot wat hij clusief , inmiddels terugge­ gebleven. Van het dijkje, dat het ooste­ zag op de Plaat. Aan de gehele westkant lopen tot ca 300 ha. In latere jaren zijn lijk en westelijk deel van het eiland ver­ van Rottum (= Rottumeroog) waren dui­ nog twee keer woningen door de zee ver­ bond was geen spoor meer over én de nen weggevaagd en ook de noordkant zwolgen, voordat in 1956 de huidige wo­ broedplaats van de Groote sterns is stuk had zwaar te lijden gehad. Het huis van ning werd gebouwd op een stuifduin tus­ gebeukt en weggevaagd. Het mooie wei­ de voogd, dat in 1911 nog midden op het sen paal 10 en 11. Uitgaande van de tje, waar in 1911 de vischdiefjes en de eiland stond (bij paal 8), lag in puin op de hoogwaterlijn is het gehele eiland sinds zilvergrijze zeezwaluwen naast elkaar grond. Sinds 1916 is het eiland er nog 1916 drie kilometer in zuidoostelijke broedden, is totaal vernield, het groote veel verder op achteruit gegaan. richting opgeschoven. Aan de oostzijde Zuidplak is deels met kuilen geslagen, In 1930 was Rottum nog ca 850 ha nadert het eiland de stroomgeul van de deels ondergespoeld met het zand der groot. Omstreeks die tijd zijn de zoge­ Eems, waardoor daar geen mogelijkheden verwoeste duinen en daarop tiert nu al­ naamde Zuiderduintjes afgesplitst van voor aangroei meer zijn. weer weelderig het Biestarwegras. (...) Rottum. De Zuiderduintjes hebben zich Gelukkig is de ontwikkeUng op Rot­ De Voogd heeft met zijn helpers in meer in zuidelijke richting verplaatst en tumerplaat veel gunstiger. Vanaf 1833 enkele maanden aan de oostzijde van liggen thans 1,5 km ten zuiden van Rot­ ontstond er tussen Rottum en de westelij­ het eiland een heel duin omhoogge- tumeroog (fig. 1). ker gelegen Boschplaat een dat om­ tooverd door middel van kunstig ge­ De voortdurend optredende afslag op streeks 1860 zulke afmetingen had dat schikt rijswerk. Het oudste stuk ervan is Rottumeroog heeft gedurende deze eeuw het de naam Noordwestplaat kreeg. Over ook al door hem beplant met Helm, die geleid tot allerlei werkzaamheden om het deze plaat was Thijsse in 1916 zeer en­ goed is aangeslagen. (...) Tot mijn zeer eiland te beschermen. Deze werkzaam­ thousiast. De duinen waren hoger gewor­ groote spijt zijn ook de duintjes tus- heden bestonden hoofdzakelijk uit het den en de geul tussen de oostelijke en schen paal 9a en 10a geheel verdwenen. plaatsen van stuifschermen op het noor­ westelijke duinen was smaller dan in (...) Laat ons toch onze Waddeneilan­ delijk gelegen , het beplanten van 1911, en bevatte tevens al enkele begroei­ den in eere houden! opgestoven zand en herstelwerkzaam­ de duintjes. Ook was de plantengroei toe­ heden aan puindammen op de westkant genomen en soortenrijker geworden. De Levende 56 Natuur

ftottumaroog

1000 m

Vuurtoranduin

LEGENDA >

B Pionlarvagatatia van da kwaldar OA Langariga zaakraiivagatatia, Sohorrakruidvagatatia ^ Laga an middalhoga kwaktorvagatatia OM. KwaUargrwvagatatia, Lamaoorvagatatia, Gawona zoutmaMavagatalia ^S Hoga kwaldarvagatatia Fig. 1. Rottumeroog, OM Strandkwaokvagatatia, ZilvarKhoonvagatatia Vuurtorenduin en Hl Duinvagatatia Zuiderduintjes in OA Haknvagatatia, Duindoornvagatatia Wl Vtoadmarkvagatatia an pbniarvagatatia van da duinan 1986 (naar: Rijkswa­ OM Biaatarwagraivagatatia, Zaarakatvagatatia Zuidarduintja terstaat, 1986). Vallaivasatatie (Tuin van Toxopaua)

Fig. 2. Rottumerplaat in 1986 (naar: Rijks­ waterstaat, 1986).

LEGENDA

Ploniarvagatatia van da kwaklar OM L^angariga zaakraalvegattfia, Sohorrakruidvagetatia Ijige an middalhoga kweldervegatatia OM KwaMargraavagetatie, Lanaoorvagatatia, Gawona zoutmaklevegetatle Hoga kweldervagatatle OM Strandkweakvagatatie, Zllvaraohoonvagatatia Duinvagatatia OM Haknvegetatie, Duindoornvegetatie Vkiadmerkvegetatia en pioniarvegetatia van da duinan OM Blaatarwagraavagatatia, Zaarafcatvagatatia

1000 m 57

ontwikkeling van dit eiland verliep echter traag. In 1950 kwam alleen in het uiterste zuidoosten op ca 1 ha begroeid duin voor op een verder onbegroeide zandplaat, de Rottumerplaat (Bouwsema, 1983). In hetzelfde jaar werd gestart met metingen om het toekomstige tracé van een aan te leggen stuifduin te bepalen. Door het plaatsen van rijshoutschermen kon zich een stuifduin ontwikkelen dat in 1956/1957 voor het eerst de winterstor­ men wist te doorstaan (Bouwsema, 1983). De volgende jaren werden geken­ merkt door doorbraken en herstelwerk- zaamhedeni waarbij een deel van het stuifduin teruggeschoven werd. Sinds 1961/1962 is in de luwae van het duin een kwelder ontstaan en gelijktijdig daar­ mee een geulenstelsel waarmee het wad- water bij westenwinden werd afgevoerd (fig. 2).'Om dit geulenstelsel terug te dringen werden er in het zuidoosten puindammen geplaatst zodat er geen schade meer kon ontstaan aan het stuif­ duin en het oude duintje. Om het terug- geschoven duin nog beter te beschermen Rottumeroog en werden in 1970 gobimatten gelegd aan de Vuurtorenduin (foto: noordkant van het stuifduin over een RWS-Meetkundige lengte van 600 meter. De oppervlakte van Dienst). Rottumerplaat bedraagt op her ogenblik zo'n900ha. Fig. 3a. Aantal aange­ De vegetatie van Rottumeroog troffen plantesoorten Rottumeroog heeft een veel grotere soor­ op Rottumerplaat in de tenrijkdom dan het veel jongere Rottu­ periode 1911-1995. Ge­ merplaat (fig. 3a en 3b). Dit komt onder gevens van 1911 en andere door de aanwezigheid van een val­ 1916 van Thijsse (1911, lei, de tuin van Toxopeus. Vroeger was dit 1916), 1952 en 1980 van de moestuin van de voogd. Later, toen Bouwsema (1983), 1972 deze het eiland verlaten had en het beheer van Westhoff (ongepu­ bij Rijkswaterstaat kwam te liggen, is hier bliceerd), 1986 van De enkele jaren een maaibeheer toegepast. Bruynetal.(1986),1995 Momenteel is de vallei verzuurd, voedsel- van De Meulmeester 8i arm tot matig voedselrijk en sterk ver- Janssen. 1952 1972 1980 1986 1995 ruigd met struweel van o.a Kruipwilg Jaar van inventarisatie {Salix repens) en Geoorde wilg {Salix auri- ta). Hierdoor zijn eertijds aanwezige zeld­ Fig. 3b. Aantal aange­ zame Parnassia- en Knopbiesvegetaties troffen plantesoorten verdwenen. Het midden van de vallei is op Rottumeroog in de begroeid met een vegetatie van Holpijp periode 1870-1986. Ge­ {Equisetumfluviatilè) en Hennegras {Ca- gevens van 1870 van lamagrostis canescens). Als ondergroei do­ Holkema (1870), 1972 mineert plaatselijk Moeraswespenorchis van Westhoff (ongepu­ {Epipactispalustris). Aan de zuidzijde van bliceerd), 1980 en 1986 de vallei vinden we op de voet van de van De Bruyn et al. noordhelling een mooi ontwikkelde (1986). Kruipwilgheide met veel exemplaren van Rondbladig wintergroen {Pyrola rotundi- 1870 1972 1980 folia). 1986 Jaar van inventarisatie Levende 58 Natuur

Gewone zoutmeldetpollen met ertussen Zeekraal-ve- getatie aan de zuidkant van Rottumerplaat (foto: J. Janssen).

Dynamische duinvegetatie op Westerduinen In het uiterste westen van Rottu­ merplaat (foto: J. Janssen).

Schelpenbank op Zulder- duintjes (foto: J. Janssen).

De ouderdom van de duinen draagt eveneens bij aan het hogere soortenaantal op Rottumeroog. De duinen zijn plaatse­ lijk beduidend hoger en op sommige plaatsen relatief.kalkarm. Een vegetatie met Groot duinsterretje (Tortula rUralis ssp. ruralis), Zandmuur {Arenaria serpylli- folid), Duinklauwtjesmos (Hypnum cu- pressiforme var. lacunosuni). Duinviooltje (Viola curtisii). Kleine leeuwetand {Leon- todon saxatilis) en Muurpeper {Sedum acre) zullen we op Rottumerplaat niet aantreffen. De Helm {Ammophila arena­ ria) is op Rottumeroog vaak minder vitaal en de aanwezigheid van Zandzegge {Carex arenaria) is dominanter dan op Rottu­ merplaat. Ook heeft vroegere beweiding duidelijk zijn sporen nagelaten. Het wes­ telijk deel van het eiland is sterk vergrast met Strandkweek {Elymus athericus), Helm en Duinriet {Calamagrostis epige- jos). In dit gebied vinden we kruidenrijke laagtes met wisselende dominanties van Zilverschoon {Potentilla anserind) en Ge­ wone rolklaver {Lotus comiculatus). Ande­ re sporen van voormalige beweiding vor­ men de smalle zones langs de lage duintjes met Kattedoorn {Ononis repens subsp. spinosd). Gewone rolklaver, Rode klaver (Trifolium pratensê). Aardbeiklaver {Trijbliumjragifirum), Rode ogentroost {Odontites vemus) en Zilte zegge {Carex distans). • '. Ten noorden van de stuifdijk liggen lage, jonge duincomplexen. Deze zijn ontstaan met behulp van stuifschermen en helmaanplant. Sinds 1982 zijn deze duinen in oostelijke richting opgescho­ ven. In 1987 hadden ze vermoedelijk hun grootste oppervlakte, nadat aan de oost­ kant een enorme aangroei had plaatsge­ vonden. De vegetatie van de duintjes be­ stond op dat moment voornamelijk uit Helm, Zandhaver {Leymus arenarius). Noordse helm {x Calammophila balticd) 59 ^jTjA?^

en Biestarwegras (Elymus farctus). Tussen deze duintjes waren lage delen begroeid met groene matten van Zeepostelein [Honckenya peploides). Aan de noordkant van dit complex werd een uitbundige vloedmerkvegetatie aangetroffen van Zee- raket [Cakile maritima), Loogkriiid {Sal- sola kali) en Zeemelkdistel [Sonchus ar- vensis var. maritimus). In de jaren daarna begon dit gebied aan de noordkant over de hele breedte af te kalven. Heden ten dage zet zich dit proces voort, waarbij de aan de oostkant gelegen kwelder oversto- ven raakt. Hierdoor worden hier naast el­ kaar kwelder-, duin- en vlöedmerksoorten aangetroffen. . • De kweldervegetatié op Rottumeroog is beduidend minder ontwikkeld dan op Rottumerplaat. Op een beperkte opper­ vlakte heeft de vegetatie een mozaïekach­ tig patroon. Vermeldenswaardig zijn de lage bultjes aan de oostkant van de kwel­ der met Zeevetmuur [Sagina maritima), Dunstaart {Parapholis strigosa) en Herts- hoornweegbree (Plantago coronopus). In het midden van het eiland, waar de enige grote kreek eindigt in een kommenge­ bied, is een vegetatie met Lamsoor (Limo- nium vulgarè), Langarige zeekraal {Salicor- niaprocumbens) en Engels slijkgras {Spartina townsendii) aspectbepalend. Ten zuiden van het eigenlijke Rottu­ meroog liggen de "losse" eilandjes Zuider- duintjes en Vuurtorenduin. Het meest typerende voor beide eilanden zijn de schelpenbanken, die deels begroeid zijn met Biestarwegras en Zeemelkdistel en deels een interessante vloedmerkvegetatie herbergen met soorten als Melganzevoet {Chenopodium albuni). Rode ganzevoet {Chenopodium rubrurn), Reukloze kamille {Matricaria maritima), Strandmelde {Atri- plex littorali^ en Sofiekruid {Descurainia sophid). Op Zuiderduintjes wordt daarnaast een vegetatie van Zeealsem {Artemisia ma­ stadia van zilte duinvalleien hebben ont­ Knopbies-vegetatie ritima). Rood zwenkgras {Festuca rubra) wikkeld. op Rottumerplaat en Strandkweek aangetroffen op de hoge­ In 1952 is voor het eerst door Rijks­ (foto: J. Janssen). re delen (tussen de vele vogelnesten) en waterstaat een soorteninventarisatie uitge­ een pioniervegetatie van Langarige zee­ voerd. Het aantal plantesoorten was sinds kraal en Schorrekruid {Suaeda maritima) Thijsse's bezoek sterk toegenomen (fig. op de lagere delen. 3a). In 1953 was er al zoveel zand gevan­ gen dat men begonnen is met de beplan­ De vegetatie van Rottumerplaat ting van Helm. Ook de aanzet tot de De vegetatie van Rottumerplaat verschilt kwelderontwikkeling is tot op zekere sterk van die van Rottumeroog. Goed hoogte kunstmatig geweest. Er is Biestai- ontwikkelde duinvegetaties ontbreken wegras geplant en gezaaid en ook zijn vrijwel. Daarentegen is er een uitgestrekte Zeekraal {Salicomia spec) en Rood en fraaie kwelder aanwezig, terwijl zich zwenkgras gezaaid in een smalle strook aan de noordzijde van de stuifdijk jonge langs het stuifduin. Sindsdien is de be- i3^_ Levende Natuur

groeiing in dit gebied explosief uitgebreid tot de huidige kwelder. Door de onge­ stoorde ontwikkeling sinds 1965 is een unieke kwelder ontstaan, waarin diverse stadia van de vegetatieontwikkeling wor­ den aangetroffen. Ten zuiden van de grote kreek, die de kwelder in tweeën deelt (fig. 2), vinden we een vrij vlak, slibrijk gebied met aan de oostzijde een pionierzone van Langari- ge zeekraal en pollen van Engels slijkgras. Dit gedeelte van het eiland wordt nog da­ gelijks overstroomd en wordt doorkliefd door kreken en prielen. In westelijke rich­ ting wordt deze zone gekenmerkt door een pioniervegetatie van de Kweldergras- gemeenschap. Kleine pollen met Gewoon kweldergras.{Puccmellia maritima) en de aanwezigheid van o.a. Kortarige zeekraal {Salicomia europaea). Lamsoor, Gerande schijnspurrie [Spergularia maritima). Ge­ wone zoutmelde {Atripkxportulacoides) en Zulte (Aster tripoliuni) kenmerken dit gebied. De meest westelijke begroeide zone van dit gebied ligt hoger als gevolg van inwaai van zand uit het noordwesten. Steken we de grote kreek in noord- waartse richting over dan komen we in een gebied met meer reliëf Deze zone ligt recht onder het naar het zuiden toe ge­ schoven stuifduin. In dit gedeelte worden de kreken smaller en eindigen tenslotte. Vegetatietypen van de middelhoge kwel­ der treffen we over een groot oppervlakte aan. Het opvallendst is de in augustus kompleet blauw-paarse vlakte van bloei­ Kreek op Zuiderduinen ende Lamsoor. In deze vegetatie worden ver, Noordse helm, Zeemelkdistel en Zee- (foto: J. Janssen). ook Zeeweegbree {Plantago maritima). raket. Op lagere delen tussen de duinen Rood zwenkgras {Festuca ruhra subsp. groeit Melkkruid {Glaux maritima). In Kwelder van Rottumer­ commutata) en Schorrezoutgras (Tri- 1979 werden op Westerduinen nog 55 plaat (foto: J. Janssen). glochin maritima) aangetroffen. Schorre- soorten geteld (Bouwsema, 1983). De kruid en Kortarige zeekraal zijn domine­ vlakke lage delen tussen de duincom­ rend op de lagere delen. Op de iets hogere plexen waren rijkelijk begroeid met een Door de verstuiving van Westerdui­ delen van deze vlakte vinden we grote zilte vegetatie van Schorrekruid, Zeekraal, nen hebben zich zowel ten noorden als ronde pollen van Gewone zoutmelde. Gewoon kweldergras. Lamsoor en op de ten zuiden van de stuifdijk op Rottumer­ Zulke pollen zijn op geen enkel wadden­ overgang naar iets hogere delen Rood plaat duincomplexen kunnen ontwikke­ eiland te bezichtigen. Ze zijn waarschijn­ zwenkgras, Fioringras (Agrostis stoloniferd) len. Deze jonge duinen zijn 1 a 2 meter lijk ontstaan op plaatsen waar pollen En­ en Dunstaart. Deze vegetatie is inmiddels hoog en zijn hoofdzakelijk begroeid met gels slijkgras voor opslibbing zorgden. Op verdwenen, omdat een grote kreek, die Biestarwegras en Helm. deze vlakte zijn ook hogere ruggen aanwe­ water van de Noordzee richting Wester­ Ten zuiden van de stuifdijk hebben zig, begroeid met Strandkweek. Op de duinen transporteerde, in zijn geheel is ze een noordwest-zuidoost richting en overgang naar deze hogere delen zien we dichtgestoven. Ook het strand aan de omsluiten een gedeelte van de hoge kwel­ veelal een dominantie van Zeealsem en noordkant is flink opgehoogd en in noor­ der. Dit gedeelte van de kwelder is tame­ Rood zwenkgras. delijke richting uitgebreid. Aan de west­ lijk reliëfrijk met op de hoge delen en In het uiterste westen van Rottumer­ kant daarentegen neemt het zeegat de zandige ruggetjes een soortenarme vegeta­ plaat ligt Westerduinen, een duinencom­ Lauwers steeds meer delen van de plaat tie van Strandkweek. Hiertussen vinden plex dat op geheel natuurlijke wijze is tot zich. Westerduinen verplaatst zich dan we lage vlakke delen met in 1986 nog een ontstaan. Dit gebied ligt los van de stuif- ook in oostelijke richting, waarbij de eens dominantie van Zilverschoon, Witte kla­ dijk en is zeer dynamisch. De vegetatie zo hoge duinen grotendeels zijn gehal­ ver (Trifolium repens) en Aardbeiklaver. bestaat uit Biestarwegras, Helm, Zandha- veerd. , , Nadien heeft zich hier in een smalle zone 61 m

{Puccinellia distans subsp. distans), Zilte Literatuur greppelrus (Juncus ambiguus) en Zilte Bouwsema, P., 1983. Rottumerplaat; overzicht van de schijnspurrie (Spergularia salind). Aan de doelstellirigen, ontwikl