<<

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE AFDELING VAN 16 MAART 2021

11de kamer

INZAKE:

Het Openbaar Ministerie en

De burgerlijke partijen

1. Gemeente L., met zetel te (…) , KBO: (…) ter zitting vertegenwoordigd door mr. K. Kotarski, advocaat te Rekem

2. Stad B., vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, gevestigd te (…) ter zitting vertegenwoordigd door mr. M. Luyck, advocaat te Tongeren, loco mr. S. Stockbroeckx, advocaat te

TEGEN

Beklaagden

1. T. L., geboren te op (…), ingeschreven te (…), van Belgische nationaliteit, RRN: (…) ter zitting niet aanwezig, noch vertegenwoordigd

2. B. S. H. W., geboren te Genk op (…), ingeschreven te (…), van Belgische nationaliteit, RRN: (…), thans aangehouden om andere redenen in de gevangenis te ter zitting in persoon aanwezig en bijgestaan door mr. J. Nivelle, loco mr. B. Partoens, beiden advocaat te Tongeren

1. TENLASTELEGGINGEN

A. In de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, namelijk hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen, hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken, hetzij in om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen, hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden, hetzij ten slotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden, te hebben aangezet tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan wegens hun nationaliteit, een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming, en dit, zelfs buiten de in artikel 5 van de Racismewet d.d. 30/07/1981 bedoelde domeinen. (art. 20, 4° en 27 Wet 30/07/1981 jo art. 33 en 444 Sw)

Te , te en te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , namelijk in het straatbeeld op verschillende voorwerpen met verf zinnen aanbrengen waarbij aangezet wordt tot haat en geweld ten aanzien van personen met een andere huidskleur, onder meer met de bewoordingen "Fuck bruin; Vuile bruine verlaat ons land, we gaan jullie dood maken; Uitroeien die bruin; Smerige bruine mensen" - TG.50. L1.3369/2020 –

B. In de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, namelijk hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen, hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken, hetzij in om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen, hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden, hetzij ten slotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden, te hebben aangezet tot discriminatie of tot segregatie jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan wegens hun nationaliteit, een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming, en dit, zelfs buiten de in artikel 5 van de Racismewet d.d. 30/07/1981 bedoelde domeinen. (art. 20, 3° en 27 Wet 30/07/1981 jo art. 33 en 444 Sw)

Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , namelijk op de ruit van een pizzazaak met verf de hierna vermelde bewoordingen aanbrengen, waarbij men aanzet tot het discrimineren van personen met een bepaalde nationaliteit, te weten door het gebruik van de bewoordingen "Vieze bruin vertrek uit ons land; neem Belgen aan" - TG.50.L1.3369/2020 -

C. In de omstandigheden genoemd in artikel 444 van het Strafwetboek, namelijk hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen, hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken, hetzij in om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen, hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden, hetzij ten slotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden, denkbeelden die zijn gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat te hebben verspreid. (art. 21 en 27 Wet 30/07/1981 jo art. 33 en 444 Sw)

Te Bilzen, te Lanaken en te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. ,

2 namelijk op verschillende voorwerpen (etalageruiten, elektriciteitskastjes, bushokjes, gevelmuren,...) in het straatbeeld met verf een hakenkruis aanbrengen, zijnde een symbool verwijzend naar het Duitse nationaalsocialistische regime en de genocide die door dit regime werd uitgevoerd alsook door het gebruik van de bewoordingen "Hitler/Nazi's kom terug" - TG.5011.3369/2020 —

D. Zonder toestemming graffiti te hebben aangebracht op roerende of onroerende goederen, met de omstandigheid dat een van de drijfveren van het misdrijf bestond in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, zijn huidskleur, zijn afkomst, zijn nationale of etnische afstamming, zijn nationaliteit, zijn geslacht, zijn seksuele geaardheid, zijn burgerlijke staat, zijn geboorte, zijn leeftijd, zijn fortuin, zijn geloof of levensbeschouwing, zijn huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, zijn taal, zijn politieke overtuiging, zijn syndicale overtuiging, een fysieke of genetische eigenschap of zijn sociale afkomst. (art. 534 bis § 1 5w) (art. 534 quater Sw)

1 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van STADSBESTUUR, de muur van een galerij, het glas van een toegangshelling en de kast van een brandslang met verf te hebben bespoten met de woorden "Fuck Bruin, Sterf, ga uit ons land" en een hakenkruis - T6.50.13.4365/2020 -

2 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van M. D., een bestelwagen Peugeot Boxer met verf te hebben bespoten met twee hakenkruisen TG.50.L3.4393/2020 -

3 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van MEDISCH CENTRUM VZW, een muur met verf te hebben bespoten met de woorden "Fuck Bruin" en hakenkruisen - TG.50.L3.4368/2020 -

4 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van STAD, het wegdek bespoten ter hoogte van de Brabantsestraat met verf te hebben bespoten niet een hakenkruis, een zitbank met de woorden "Geen bruin" en een verkeersbord met de woorden "Weg bruin" - TG•50.L3.4370/2020 -

5 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van STAD, AFDELING TERRITORIUM EN JEUGDDIENST, twee bushokjes met verf te hebben bespoten met de woorden "Fuck bruin, nazie komt terug" en met hakenkruisen - TG.50.L3.4369/2020 -

6 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van ACV (SOCIAAL DIENSTBETOON VZW), de voorgevel met verf te hebben bespoten met de woorden "Makakken" en een hakenkruis - TG.50,L3,4384/2020 -

3

7 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van , twee bushokjes met verf te hebben bespoten met de woorden "Fuck Bruin, Geen bruin" en met hakenkruisen - TG.50.13.4415/2020 -

8 Te Bilzen, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van STAD, twee zitbanken en vier vuilnisbakken met verf te hebben bespoten met de woorden "Fuck bruin" en met hakenkruisen - TG.50.L3.4394/2020

9 Te Lanaken, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S., ten nadele van VME residentie passage begas, de glazen wand van een galerij met verf bespoten te hebben met de woorden "Fuck bruin ga terug naar uw land; Vuile bruine mens oprotten uit ons land" en met hakenkruisen - TG.50.LA.5041/2020

10 Te Lanaken, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van F. BVBA, een etalageruit met verf bespoten te hebben met een hakenkruis - TG.50.1A.5041/2020 -

11 Te Lanaken, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van BPOST NV, een muur met verf te hebben bespoten met de woorden "Vuile bruine verlaat ons land; Apen, White power, We gaan jullie dood maken, Ga naar uw land, Hitler kom terug aub, Stront zijn jullie, vuil bruin, uitroeien die bruin, bruine ratten vertrek uit ons land" en met hakenkruisen - TG.50.LA.5403/2020 -

12 Te Lanaken, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van J. A., een muur met verf te hebben bespoten met de woorden "Vuile bruine verlaat ons land; Apen, White power, We gaan jullie dood maken, Ga naar uw land, Hitler kom terug aub, Stront zijn jullie, vuil bruin, uitroeien die bruin, bruine ratten vertrek uit ons land" en met hakenkruisen TG.50.LA.5470/2020 -

13 Te Lanaken, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van GEMEENTE, een elektriciteitskast, een zitbank, een reclamepaneel en een bloembak met verf te hebben bespoten met hakenkruisen - TG.50.LA.5404/2020 -

14 Te Lanaken, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van H. G., een gevelmuur met verf te hebben bespoten met een hakenkruis - TG.50.LA.5405/2020 -

15 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van STAD,

4 twee bushokjes aan het station met verf te hebben bespoten met de woorden "Bruine mensen vertrek uit ons land" en met hakenkruisen - TG.50.L1.2421/2020 —

16 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van D. PIZZA BVBA, een ruit met verf te hebben bespoten met de woorden "vieze bruin vertreke uit ons land! Neem Belgen aan" en met een hakenkruis TG.50.L1.2422/2020 -

17 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van M. A. BVBA, een werfhek met verf te hebben bespoten met de woorden "Nazi's zijn terug" en een hakenkruis - TG.50.L1.2423/2020 -

18 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van F. LIMBURG, een elektriciteitskast met verf te hebben bespoten met een hakenkruis - TG.50.L1.2424/2020 -

19 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van H. A. B. BVBA, een brievenbus met verf te hebben bespoten met een hakenkruis TG.50.L1.2425/2020 -

20 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van B. NV, een muur met verf te hebben bespoten met de woorden "Smerige bruine mensen" en een hakenkruis - TG.50.L1.2426/2020 -

21 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van F. LIMBURG, een elektriciteitskast met verf te hebben bespoten met de woorden "Kut Marok" en een hakenkruis - TG.5011.2452/2020 -

22 Te Tongeren, in de nacht van 13 juni 2020 op 14 juni 2020 door T. L. en B. S. , ten nadele van F. LIMBURG, een elektriciteitskast met verf te hebben bespoten met een hakenkruis - TG.5011.2454/2020 –

2. PROCEDURE

Beklaagden werden door het openbaar ministerie gedagvaard om te verschijnen voor deze rechtbank uit hoofde van de feiten van de hoger vermelde tenlasteleggingen. De dagvaarding werd rechtsgeldig aan beklaagden betekend.

De zaak werd ingeleid op de agendazitting van 10 november 2020 alwaar conclusietermijnen bepaald werden en een pleitdatum werd vastgesteld op 16 februari 2021.

De zaak werd behandeld op de openbare terechtzitting van 16 februari 2021, alwaar de zaak hernomen werd door de rechtbank in haar huidige samenstelling en alwaar werden gehoord:

- dhr. C. Stuyck, eerste substituut-procureur des Konings, in de publieke vordering;

5

- Mr. K. K., namens de eerste burgerlijke partij, in diens vordering; - Mr. M. L., namens de tweede burgerlijke partij, diens vordering; - Mr. J. N, namens tweede beklaagde, in diens middelen van verdediging; - Tweede beklaagde, die het laatste woord kreeg;

Eerste beklaagde, die nochtans geldig gedagvaard werd, verscheen niet en was evenmin geldig vertegenwoordigd.

De rechtbank hield rekening met de stukken van het geding.

De strafvordering is ontvankelijk.

3. BEOORDELING OP STRAFGEBIED

3.1. Beoordeling van de schuld:

De rechtbank is van oordeel dat de schuld van beklaagden aan de hen ten laste gelegde feiten A, B, C, D1 tot en met D22, zoals juridisch correct gekwalificeerd in de dagvaarding, bewezen is op basis van resultaten van het vooronderzoek en het ter zitting gevoerde onderzoek.

Inzonderheid blijkt deze schuld uit:

- de feitelijke vaststellingen van de verbalisanten, zoals deze blijken uit het strafdossier; - de verklaringen van de diverse benadeelden; - de fotodossiers van alle aangebrachte graffiti; - het fotodossier van de diverse bewakingsbeelden, waarop twee daders te zien zijn, nl. een man en een vrouw, waarbij de man een jas draagt met een opvallend camouflagemotief op de kap en witte tekst op de mouwen; - de resultaten van de huiszoeking op 17 juli 2020 in de woning van eerste beklaagde te Tongeren, (…), (naar aanleiding van een poging tot gewapende overval op een frituur in L., waarbij het kenteken van het gebruikte voertuig naar beide beklaagden als verdachten leidde), waarbij in de woning een jas wordt aangetroffen met camouflageprint ter hoogte van de kap en op de mouwen een witte tekst, die overeenkwam met de jas die één van de daders op de bewakingscamerabeelden droeg, alsook in een doos bovenop de kleerkast vier gebruikte verfspuitbussen van bruine, rode, donkerblauwe en lichtblauwe kleur, zijnde dezelfde kleuren waarin alle graffiti werd aangebracht; - het fotodossier van de bij de huiszoeking gevonden voorwerpen; - de analyse van het mastverkeer, waaruit blijkt dat de gsm-nummers van beide beklaagden voorkomen onder de masten in Bilzen, Lanaken en Tongeren op de ogenblikken dat de daders op die plaatsen te zien zijn op diverse bewakingscamera's; - de resultaten van de uitlezing van de gsm Huawei van tweede beklaagde, waarin foto's terug te vinden zijn van aangebrachte graffiti, waarbij die foto's genomen zijn op het vermoedelijke tijdstip van het aanbrengen van de graffiti;

Tijdens haar verhoor van 10 september 2020 bekende eerste beklaagde haar schuld aan de feiten van de tenlasteleggingen. Ook tweede beklaagde bekende zijn schuld aan de feiten van de tenlasteleggingen tijdens zijn verhoor van 28 september 2020 en ter zitting van 15 februari 2021.

Alle wettelijk vereiste constitutieve bestanddelen van de onder de tenlasteleggingen beoogde misdrijven zijn bewezen lastens beide beklaagden

3.2. Straftoemeting

3.2.1. Eerste beklaagde T.

6

De in hoofde van beklaagde bewezen verklaarde feiten van de tenlasteleggingen zijn de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van hetzelfde misdadig opzet. In toepassing van artikel 65 lid 1 Sw. dient maar één straf te worden opgelegd, namelijk de zwaarste.

De bewezen verklaarde feiten zijn ernstig, laakbaar en maatschappelijk onaanvaardbaar. Ze tonen in hoofde van beklaagde een gebrekkig norm- en waardenbesef aan.

Beklaagden zeggen beiden dat ze beïnvloed werden door de andere beklaagde, die boos zou geweest zijn met de berichtgeving die in de media verscheen over het bekladden van beelden van Leopold II, hetgeen volgens hen gebeurde door allochtonen. Zij wilden met hun actie "een boodschap brengen". Hun boodschap, waarbij zij de anders gekleurde medemens beledigden en dit vermengden met hakenkruisen en verwijzingen naar Hitler, getuigde niet enkel van weinig historische consistentie, maar zette verschillende bevolkingsgroepen tegen mekaar op, gebaseerd op vooroordelen op basis van ras, afkomst en huidskleur. Tegelijkertijd gaven zij toe dat hun "boodschap" tot stand kwam onder invloed van alcohol en drugs, die zij die avond nuttigden.

Bij het verspreiden van "hun boodschap" gingen zij over tot vernieling van tal van goederen van andere mensen. Beklaagden kenden niet het minste respect voor de eigendomsrechten van hun medemensen.

Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de laakbaarheid van de bewezen verklaarde feiten, de aard en de ernst en het maatschappelijk nadeel ervan, de omstandigheden waarin deze werden gepleegd, het aandeel van beklaagde in de feiten, de leeftijd van beklaagde, de persoonlijkheid van beklaagde, zoals die blijkt uit het strafrechtelijk verleden, gezinstoestand en arbeidssituatie, voor zover de rechtbank die kent.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het gepast om de hierna bepaalde straffen op te leggen die aan beklaagde het ontoelaatbare van haar handelen moeten doen inzien.

Een gevangenisstraf en geldboete zoals hieronder nader bepaald, zijn gepast.

Eerste beklaagde liet verstek gaan, zodat de rechtbank niet kon peilen naar haar houding, huidige levenswijze, persoonlijke situatie en intenties.

3.2.2. Tweede beklaagde B.

De in hoofde van beklaagde bewezen verklaarde feiten van de tenlasteleggingen zijn de opeenvolgende en voortgezette uitvoering van hetzelfde misdadig opzet. In toepassing van artikel 65 lid 1 Sw. dient maar één straf te worden opgelegd, namelijk de zwaarste.

De bewezen verklaarde feiten zijn ernstig, laakbaar en maatschappelijk onaanvaardbaar. Ze tonen in hoofde van beklaagde een gebrekkig norm- en waardenbesef aan.

Beklaagden zeggen beiden dat ze beïnvloed werden door de andere beklaagde, die boos zou geweest zijn met de berichtgeving die in de media verscheen over het bekladden van beelden van Leopold II, hetgeen volgens hen gebeurde door allochtonen. Zij wilden met hun actie "een boodschap brengen". Hun boodschap, waarbij zij de anders gekleurde medemens beledigden en dit vermengden met hakenkruisen en verwijzingen naar Hitler, getuigde niet enkel van weinig historische consistentie, maar zette verschillende bevolkingsgroepen tegen mekaar op, gebaseerd op vooroordelen op basis van ras, afkomst en huidskleur. Tegelijkertijd gaven zij toe dat hun "boodschap" tot stand kwam onder invloed van alcohol en drugs, die zij die avond nuttigden.

Bij het verspreiden van "hun boodschap" gingen zij over tot vernieling van tal van goederen van andere mensen. Beklaagden kenden niet het minste respect voor de eigendomsrechten van hun medemensen.

7

Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de laakbaarheid van de bewezen verklaarde feiten, de aard en de ernst en het maatschappelijk nadeel ervan, de omstandigheden waarin deze werden gepleegd, het aandeel van beklaagde in de feiten, de leeftijd van beklaagde, de persoonlijkheid van beklaagde, zoals die blijkt uit het strafrechtelijk verleden, gezinstoestand en arbeidssituatie, voor zover de rechtbank die kent.

Tweede beklaagde is niet aan zijn proefstuk toe. Hij werd in het verleden reeds strafrechtelijk veroordeeld, zowel vijf keer door de politierechtbank als drie keer correctioneel.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het gepast om de hierna bepaalde straffen op te leggen die aan beklaagde het ontoelaatbare van zijn handelen moeten doen inzien.

Beklaagde vroeg een werkstraf. De aard van de bewezen verklaarde feiten laat het opleggen van een werkstraf toe. De rechtbank heeft beklaagde ingelicht over de draagwijdte en de modaliteiten van deze bestraffing, waarmee hij heeft ingestemd. De beklaagde betuigde schuldinzicht ter zitting. Hij is jong en beschikt over de fysieke mogelijkheid om te werken. Er zijn geen redenen die het opleggen van een werkstraf verhinderen.

Op basis hiervan en met het oog op de maatschappelijke integratie van beklaagde, wordt aan beklaagde een werkstraf opgelegd zoals hieronder nader bepaald. De hieronder nader bepaalde vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang van deze werkstraf. Deze gevangenisstraf kan uitgevoerd worden indien de werkstraf niet (of niet correct) wordt uitgevoerd.

Naast de werkstraf is het gepast om een geldboete op te leggen.

3.2.3. Verbeurdverklaring

De goederen, neergelegd ter griffie alhier onder OS-staten nummers 4213/2020, 4214/2020, 4218/2020, 4219/2020, worden ten aanzien van beide beklaagden verbeurd verklaard en dit overeenkomstig artikel 42,1° en 43 Strafwetboek. De goederen maken het voorwerp uit van het misdrijf of hebben gediend of waren bestemd om het misdrijf te plegen. Ze zijn eigendom van beklaagden.

4. BEOORDELING OP BURGERLIJK GEBIED

4.1. De vordering van de gemeente Lanaken

Ter terechtzitting vorderde de burgerlijke partij een vergoeding voor de schade die zij heeft geleden ingevolge de feiten omschreven onder tenlastelegging D13.

De burgerlijke partij vorderde dat beklaagden zouden veroordeeld worden tot betaling van een schadevergoeding van 3.845,25 euro, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten.

Gezien tenlastelegging D13 in hoofde van beklaagden bewezen verklaard werd, is de rechtbank bevoegd om kennis te nemen van de erop geënte vordering van de burgerlijke partij.

De vordering werd tijdig en regelmatig ingesteld. De burgerlijke partij voldoet aan de vereisten van belang en hoedanigheid. Haar vordering is ontvankelijk.

De vordering van de burgerlijke partij wordt gestaafd met bewijsstukken en ingewilligd zoals hierna bepaald.

Beklaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot de betaling aan de burgerlijke partij van 3.845,25 euro, meer de gerechtelijke intresten vanaf heden.

8

Gezien voldaan is aan de voorwaarden gesteld door artikel 162bis Sv., worden beklaagden veroordeeld tot de betaling aan de burgerlijke partij van de hierna bepaalde rechtsplegingsvergoeding.

4.2. De vordering van de stad Bilzen

Ter terechtzitting vorderde de burgerlijke partij een vergoeding voor de schade die zij heeft geleden ingevolge de feiten omschreven onder tenlasteleggingen D1, D4, D5 en D8.

De burgerlijke partij vorderde dat beklaagden zouden veroordeeld worden tot betaling van een schadevergoeding van 2.914,00 euro, te vermeerderen met de vergoedende intresten sedert 14 juni 2020 en de gerechtelijke intresten;

Gezien deze tenlasteleggingen in hoofde van beklaagden bewezen verklaard werden, is de rechtbank bevoegd om kennis te nemen van de erop geënte vordering van de burgerlijke partij.

De vordering werd tijdig en regelmatig ingesteld. De burgerlijke partij voldoet aan de vereisten van belang en hoedanigheid. Haar vordering is ontvankelijk.

De vordering van de burgerlijke partij wordt gestaafd met bewijsstukken en ingewilligd zoals hierna bepaald.

Beklaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot de betaling aan de burgerlijke partij van 2.914,00 euro, meer de vergoedende intresten sedert 14 juni 2020 en de gerechtelijke intresten vanaf heden, beide aan de wettelijke intrestvoet.

Gezien voldaan is aan de voorwaarden gesteld door artikel 162bis Sv., worden beklaagden hoofdelijk veroordeeld tot de betaling aan de burgerlijke partij van de hierna bepaalde rechtsplegingsvergoeding.

De rechtbank houdt de overige burgerlijke belangen van eventuele andere toekomstige burgerlijke partijen ambtshalve aan overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 V.T. Sv.

5. TOEGEPASTE WETTEN

De volgende artikelen bepalen de bestanddelen van de misdrijven, de strafmaat en de taalwet: - Wetboek van strafvordering: art. 162, 162bis, 182, 184, 185, 186, 194, 195 (Voorafgaande titel wetboek van strafvordering art. 4 - Strafwetboek: art. 25, 38, 40, 42,1°, 43, 44-45, 65 - Gerechtelijk wetboek: art. 1022 - K.B. van 26.10.2007 art. 1-11 - Wet van 17/04/2002 - Wet van 01/08/1985: art. 29 - K.B. van 28/12/1950: art. 91, 2° lid - Wet van 19/03/2017: art. 4 § 2 - Wet van 05/03/1952: art. 1 - Burgerlijk wetboek: art. 1382 - Wet van 15/06/1935: art. 11-14, 23, 31-41 De wetsbepalingen zoals vermeld in de geding inleidende akte en de wetsbepalingen aangehaald in dit vonnis.

UITSPRAAK:

9

De rechtbank beslist BIJ VERSTEK opzichtens eerste beklaagde en OP TEGENSPRAAK opzichtens tweede beklaagde.

OP STRAFGEBIED

Eerste beklaagde Timmermans

De rechtbank:

- verklaart beklaagde schuldig aan de feiten van de tenlasteleggingen A, B, C, D1 tot en met D22, zoals hoger omschreven.

- veroordeelt de beklaagde voor deze bewezen tenlasteleggingen samen tot een HOOFDGEVANGENISSTRAF van 10 MAANDEN en een GELDBOETE van 100,00 euro, in toepassing van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten te verhogen met 70 opdeciemen en alzo gebracht op 800,00 euro.

- legt een vervangende gevangenisstraf op van 30 dagen voor het geval de geldboete niet wordt betaald binnen de termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek.

Tweede beklaagde B.

De rechtbank:

- verklaart beklaagde schuldig aan de feiten van de tenlasteleggingen A, B, C, D1 tot en met D22, zoals hoger omschreven.

- veroordeelt de beklaagde voor deze bewezen tenlasteleggingen samen tot een WERKSTRAF van 140 UREN en een GELDBOETE van 100,00 euro, in toepassing van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten te verhogen met 70 opdeciemen en alzo gebracht op 800,00 euro.

- legt een vervangende gevangenisstraf op van 10 maanden voor het geval de werkstraf niet wordt uitgevoerd binnen de twaalf maanden nadat huidig vonnis in kracht van gewijsde is getreden.

- legt een vervangende gevangenisstraf op van 30 dagen voor het geval de geldboete niet wordt betaald binnen de termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek.

Verbeurdverklaring

De rechtbank:

- VERKLAART VERBEURD ten aanzien van beide beklaagden alle in beslag genomen goederen neergelegd ter griffie alhier onder de OS-staten nummers 4213/2020, 4214/2020, 4218/2020, 4219/2020 en dit overeenkomstig artikel 42,1° en 43 Strafwetboek.

Bijdragen - Kosten

De rechtbank:

10

- verplicht, in toepassing van artikel 29 van de wet van 01.08.1985, de beklaagden elk om EENMAAL een BIJDRAGE te betalen aan het bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, van 25,00 euro, bij toepassing van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten te verhogen met 70 opdeciemen en alzo gebracht op 200,00 euro.

- verplicht, in toepassing van artikel 4 §3 van de wet van 19 maart 2017, de beklaagden elk tot betaling van een BIJDRAGE aan het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand van 20,00 euro.

- verplicht, in toepassing van art. 91 K.B. van 28 december 1950, hersteld bij art. 1 KB 28 augustus 2020, de beklaagden elk tot betaling van een VERGOEDING van 50,00 euro.

- veroordeelt de beklaagden, gelet op ieders aandeel in de feiten, elk tot betaling van 50 % van de GERECHTSKOSTEN, tot op heden in totaal begroot op de som van 795,60 euro.

OP BURGERLIJK GEBIED

De rechtbank verklaart de vorderingen van de burgerlijke partijen gemeente Lanaken en stad Bilzen ontvankelijk en gegrond.

De rechtbank veroordeelt beklaagden hoofdelijk tot betaling aan de burgerlijke partij gemeente Lanaken het bedrag van 3.845,25 euro, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten en een rechtsplegingsvergoeding van 780,00 euro.

De rechtbank veroordeelt beklaagden hoofdelijk tot betaling aan de burgerlijke partij stad Bilzen het bedrag van 2.914,00 euro, te vermeerderen met de vergoedende intresten sedert 14 juni 2020 en de gerechtelijke intresten vanaf heden, beide aan de wettelijke intrestvoet, en een rechtsplegingsvergoeding van 780,00 euro.

De rechtbank houdt de overige burgerlijke belangen van eventuele toekomstige burgerlijke partijen ambtshalve aan overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 V.T. Wb. Sv.

Alles gebeurde in de Nederlandse taal overeenkomstig de wet van 15 juni 1935.

Dit vonnis werd gewezen en in openbare zitting uitgesproken op 16 maart 2021 door de rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren sectie correctioneel, 11de kamer, samengesteld uit : De heer S. WISSELS, rechter, voorzitter van de kamer, met bijstand van mevrouw A. NOZY, griffier. In aanwezigheid van het openbaar ministerie zoals bij naam vermeld op de Pro Justitia van uitspraak

11