<<

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

[email protected] www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van Vrij CLB Zuid - te

Hoofdstructuur CLB

Instellingsnummer 114918 Instelling Vrij CLB Zuid - Limburg directeur Leen Vanhees adres Dirikenlaan 4 - 3700 TONGEREN telefoon 012-39.83.40 fax 012-39.83.49 e-mail website/URL Bestuur van de instelling 106294 - Vrij CLB Limburg vzw te adres Emiel Van Dorenlaan 147 - 3600 GENK

Dagen van het doorlichtingsbezoek 09/05/2011, 10/05/2011, 11/05/2011, 12/05/2011, 13/05/2011 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 13-05-2011 Datum bespreking verslag met de 31-05-2011 instelling

Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Regine Vandervee Teamleden Guy De Paepe

Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie

Externe deskundige(n) Laurent Thys

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 1 INHOUDSOPGAVE

INLEIDING ...... 3 1. SAMENVATTING ...... 5 2. FOCUS VAN DE DOORLICHTING ...... 7 2.1 Erkenningsvoorwaarden/prestaties in de focus ...... 7 2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus...... 7 3. KENMERKEN VAN HET CENTRUM ...... 8 4. VOLDOET HET CENTRUM AAN DE ERKENNINGS-VOORWAARDEN? ...... 9 4.1 Leerlinggebonden activiteiten: Psychisch en sociaal functioneren...... 9 4.2 Leerlinggebonden activiteiten: Afwezigheidsproblemen...... 10 4.3 Schoolondersteuning: Deelname in overleg over afwezigheden...... 11 4.4 Schoolondersteuning: Projecten rond prioritaire doelgroepen...... 12 4.5 Kwaliteitsbeleid: Kwaliteitsbeleid conform hoofdstuk XI DCLB...... 13 4.6 Buitengewoon onderwijs: Aanwijsbaar multidisciplinair team...... 14 4.7 Lokaal overlegplatform: Deelname aan en samenwerking met LOP...... 14 5. BEWAAKT HET CENTRUM DE EIGEN KWALITEIT?...... 15 5.1 Personeelsbeheer...... 15 5.2 Professionalisering ...... 17 5.3 Materieel beleid ...... 18 5.4 Welzijn ...... 18 5.5 Curriculum ...... 18 5.6 Begeleiding ...... 18 5.7 Evaluatie ...... 20 6. ALGEMEEN BELEID VAN HET CENTRUM ...... 21 7. STERKTES EN ZWAKTES VAN HET CENTRUM...... 22 7.1 Wat doet het centrum goed? ...... 22 7.2 Wat kan het centrum verbeteren? ...... 22 7.3 Wat moet het centrum verbeteren? ...... 23 8. ADVIES...... 23 9. REGELING VOOR HET VERVOLG ...... 23

2 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Zij deed dit in het kader van haar opdracht zoals bepaald in het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009.

Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of de instelling op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of de instelling zelfstandig de tekorten kan remediëren.

De onderwijsinspectie maakt gebruik van de mogelijkheid om het toezicht op de erkenningsvoorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid afzonderlijk uit te . Dit impliceert dat het advies in dit verslag betrekking heeft op alle erkenningsvoorwaarden behalve de voorwaarden die het welzijnsbeleid betreffen (hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid).

Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output:  context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren  input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling  proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input  output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt.

De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, de doorlichtingsbezoeken en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie leergebieden en procesindicatoren of procesvariabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens de doorlichtingsbezoeken. Tijdens de doorlichtingsbezoeken verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag.

Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op de volledige instelling of op één of meerdere structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:

 een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen  een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies  een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten.

Enkel bij een ongunstig advies adviseert de onderwijsinspectie of de instelling zelfstandig de vastgestelde tekorten kan remediëren.

1 Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 3 Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde viseert het verslag en stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.

Meer informatie?

www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

4 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 1. SAMENVATTING Het centrum behoort tot de groep van de grote centra voor leerlingenbegeleiding en heeft een uitgestrekt werkgebied. De personeelsleden zijn gevestigd in drie afdelingen: Tongeren, Sint-Truiden en .

Uit de analyse van de beschikbare gegevens van het werkgebied blijkt dat niet alle leerlingen het even goed doen op school. Dit leiden we o.a. af uit de sterk uiteenlopende cijfers over schoolse achterstand. Alle beschikbare leerlingengegevens wijzen op een betekenisvolle aanwezigheid van leerlingen met specifieke noden en behoeften. Outputgegevens van het CLB op basis van registratie zijn momenteel niet beschikbaar, maar zullen in de toekomst moeten duidelijk maken op welke manier het CLB haar opdracht, om in samenwerking met de school ervoor te zorgen dat al deze leerlingen op de best mogelijke wijze hun schoolloopbaan kunnen doorlopen, rekening houdend met speciale noden en behoeften, waarmaakt.

De bevraging van de CLB-medewerkers door de inspectie wijst op een algemeen welbevinden.

Het centrum zet de omkaderingsgewichten in conform de regelgeving. Aan elke school is een multidisciplinair samengesteld team verbonden en per school zijn een of meerdere contactpersonen aangeduid. De schoolteams vormen samen de niveauteams. Er zijn 6 niveauteams, drie basis en drie secundair onderwijs. De teams voor het buitengewoon onderwijs maken deel uit van de verschillende niveauteams. De directie, de kwaliteitscoördinator, de niveaucoördinatoren en de coördinator preventieve gezondheidszorg vormen de staf. De staf staat in voor de aansturing van het centrum.

Er wordt aandacht besteed aan de uitbouw van een degelijk onthaal van nieuwe medewerkers. Het centrum beschikt voor de ondersteuning reeds over verschillende middelen (o.a. onthaalbrochure, procedure, mentorschap,…). De beginsituatie van de nieuwe medewerker wordt nog niet op een systematische wijze in kaart gebracht.

Het centrum ondersteunt het gezondheidsbeleid in meerdere scholen. Zowel in de basisscholen, de secundaire scholen en in het buitengewoon onderwijs lopen er meerdere initiatieven die door CLB geïntroduceerd en ondersteund worden. Het centrum heeft nog geen visie en nog geen concrete doelstellingen geformuleerd.

Het CLB heeft nog geen visie op attesteringspraktijk. Voor de overstap naar het buitengewoon onderwijs wordt het traject beschreven in een zorgplan. Er is veel aandacht voor de betrokkenheid van de ouders en de school. De leerling zelf dient nog meer betrokken te worden. Centrumafspraken kunnen zorgen voor een meer gelijkgerichte werking. Er zijn nog te weinig geregistreerde gegevens die kunnen benut worden voor de evaluatie van de werking.

Leerlingen met moeilijkheden en vragen binnen het domein ‘psychisch en sociaal functioneren’ worden op een kwaliteitsvolle wijze begeleid. Via de besprekingen op school bereiken de signalen het centrum. Op het overleg op school wordt afgesproken welke stappen er verder gezet worden. De zorg van het CLB sluit goed aan bij de eerste zorg op school.

Bij de leerlinggebonden activiteiten in functie van de leerplichtopvolging is er eveneens een goed uitgebouwde individuele begeleiding, die start in overleg met de school. Samen met de school worden vele inspanningen geleverd om de kleuterparticipatie zo groot mogelijk te houden. Bij frequente en langdurige afwezigheden worden de ouders gecontacteerd om samen te zoeken naar oplossingen.

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 5 Het gestructureerd overleg wordt benut voor de aanmelding en de bespreking van afwezige leerlingen en voor het afspreken van het verdere begeleidingstraject. De analyse en de bespreking van geregistreerde gegevens om te komen tot gerichte preventie worden nog te weinig opgenomen.

Het centrum heeft nog geen visie op kansenbevordering uitgewerkt. Er is wel een werkgroep en een coördinator kansenbevordering. De medewerkers werken schoolondersteunend en participeren aan projecten rond prioritaire doelgroepen. Een blijvende betrokkenheid bij de GOK werking in de scholen is aangewezen. Bij individuele begeleidingen wordt aanklampend en drempelverlagend gewerkt. Het centrum neemt actief deel aan de lokale overlegplatforms (LOP) in het werkgebied. De medewerkers zijn op de hoogte van hun taken met betrekking tot het inschrijvingsrecht van leerlingen.

Het centrum heeft een visie op kwaliteitszorg en een kwaliteitsstructuur ontwikkeld. Het beleidsplan vormt de basis voor de concrete uitwerking en vertrekt vanuit noden van de medewerkers en maatschappelijke ontwikkelingen. Het kwaliteitshandboek bevat alle elementen zoals voorzien in de regelgeving. Het is beschikbaar voor alle medewerkers en wordt als gebruiksvriendelijk ervaren.

Het centrum heeft een aanwijsbaar multidisciplinair team voor buitengewoon onderwijs, verdeeld over drie teams en drie afdelingen. Er is mogelijkheid tot collegiale consultatie voor en door alle medewerkers. Structureel overleg tussen de drie teams kan belangrijk zijn om de gelijkgerichte werking te bevorderen.

Multidisciplinair samenwerken wordt in het centrum als een essentieel werkingsprincipe gehanteerd. Er werden reeds meerdere stappen gezet om het multidisciplinair handelen te bevorderen, o.a. door het multidisciplinair overleg structureel te voorzien in de planning, het overleg goed voor te bereiden en op te volgen.

De inspectie leerde een organisatie kennen in volle ontwikkeling met gemotiveerde en deskundige medewerkers. Er zijn voldoende structuren aanwezig voor informatieoverdracht, overleg, participatie en implementatie.

In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenning en subsidiëring gunstig.

6 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 2. FOCUS VAN DE DOORLICHTING Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie erkenningsvoorwaarden/prestaties en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken.

2.1 Erkenningsvoorwaarden/prestaties in de focus

Leerlinggebonden activiteiten Psychisch en sociaal functioneren Afwezigheidsproblemen Schoolondersteuning Deelname in overleg over afwezigheden Projecten rond prioritaire doelgroepen Kwaliteitsbeleid Kwaliteitsbeleid conform hoofdstuk XI DCLB Buitengewoon onderwijs Aanwijsbaar multidisciplinair team Lokaal overlegplatform Deelname aan en samenwerking met LOP

2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus

Personeel Personeelsbeheer Personeelsorganisatie Professionalisering Aanvangsbegeleiding Onderwijs Begeleiding Hulpverlening Preventieve gezondheidszorg Evaluatie Attesteringspraktijk

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 7 3. KENMERKEN VAN HET CENTRUM

 méér dan twee vestigingsplaatsen  het centrum maakt deel uit van de Regionale ondersteuningscel (ROC)  veel deeltijds werkenden  veel anderstalige nieuwkomers

In het schooljaar 2007-2008 telt het centrum 51 anderstalige nieuwkomers. We merken in 2008-2009 een stijging naar 70 leerlingen en in 2009-2010 stijgt het aantal tot 101 anderstalige nieuwkomers.

Het aandeel niet-Belgen ten opzichte van het aantal leerlingen varieert van 0% tot 38,65%. Vooral in enkele basisscholen in , Bilzen en Voeren komen de hogere percentages voor.

De schoolse achterstand in het werkgebied varieerde in het schooljaar 2009-2010 van 3% tot 41%. De hoogste percentages schoolse achterstand zien we in het secundair onderwijs met een aanbod van technisch en beroepsonderwijs. Ook binnen het lager onderwijs vertonen enkele scholen een relatief hoog percentage schoolse achterstand. De percentages komen verspreid voor in het werkgebied.

In het kleuter en het lager onderwijs noteren we 16% leerlingen met een GOK-indicator voor het schooljaar 2001-2002 en een lichte stijging naar 18% voor het schooljaar 2004- 2005. Dit percentage daalt lichtjes naar 17% voor het schooljaar 2007-2008 en ligt onder het Vlaams gemiddelde (25%).We leiden uit de GOK - indicatoren af dat het centrum en de scholen in haar werkgebied vooral alert moeten zijn voor de kinderen wiens moeder een laag opleidingniveau heeft en waar de thuistaal niet Nederlands is. In het secundair onderwijs noteren we in 2001-2002 voor de eerste graad 22% leerlingen met een GOK-indicator. In 2004-2005 daalt dit percentage naar 21% . In 2007-2008 stijgt dit aantal naar 34%, dit is onder het Vlaams gemiddelde (42%). Op basis van de GOK – indicatoren stellen we vast dat de indicatoren “laag opleidingsniveau van de moeder” en “studietoelagen” het meest voorkomen. Voor de tweede en de derde graad secundair onderwijs noteren we 8% leerlingen met een GOK- indicator in 2001-2002 en in het schooljaar 2004-2005 is dat 7%. Mede onder invloed van een andere berekeningswijze stijgt dit percentage naar 35% in 2007-2008. Dit ligt nog onder het Vlaams gemiddelde (40%). De belangrijkste indicatoren zijn dezelfde als in de eerste graad.

In het schooljaar 2007-2008 telt het centrum 172 GON leerlingen binnen het werkgebied. We merken in 2008-2009 een stijging naar 177 leerlingen en in 2009-2010 stijgt het aantal nog tot 197 leerlingen. Dit laatste cijfer ligt nog onder het gemiddelde van de grote centra. Het valt op dat deze leerlingen verspreid zitten over bijna alle scholen van het werkgebied.

8 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 4. VOLDOET HET CENTRUM AAN DE ERKENNINGS- VOORWAARDEN? Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert volgende vaststellingen op:

4.1 Leerlinggebonden activiteiten: Psychisch en sociaal functioneren

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. Vaststellingen:  Uit de gesprekken met de medewerkers blijkt dat de kernactiviteiten, zoals vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de operationele doelstellingen van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (‘BVR operationele doelstellingen’), gekend zijn en op een correcte wijze worden uitgevoerd.  De CLB-anker is het aanspreekpunt en doet het onthaal. Tijdens het proces van de vraagverheldering worden de leerling en/of de ouders betrokken en worden de verschillende mogelijkheden afgetoetst.  De CLB-anker bepaalt in grote mate welke casussen er op het multidisciplinair teamoverleg besproken worden. Er zijn de schoolteams en de niveauteams waarop casussen kunnen besproken worden. Er zijn geen criteria of centrumafspraken over wanneer een casus op het multidisciplinair team dient gebracht te worden.  Vragen van scholen worden gemeld op de cel leerlingenbegeleiding, het zorgoverleg of rechtstreeks door contact op te nemen met de anker of een ander teamlid. De CLB- anker participeert aan de overlegmomenten (cel leerlingenbegeleiding, zorgoverleg, MDO) op school, soms aangevuld met een andere teamlid. Er wordt niet met een aanmeldingsfiche gewerkt.  De kortdurende begeleidingen binnen het domein psychosociaal functioneren (PSF) zijn vooral gericht naar het bieden van ondersteuning en/of het toeleiden naar het netwerk. Het aantal sessies binnen een kortdurende begeleiding, zoals vermeld in het ‘BVR operationele doelstellingen’, kan niet altijd worden gerespecteerd omwille van het beperkte aanbod aan externe diensten waardoor er lange wachtlijsten ontstaan.  Uit de gesprekken met de teams blijkt dat de medewerkers bij zorgvragen binnen het domein PSF oog hebben voor de begeleiding van de prioritaire doelgroepen en voor kansarmen. Er wordt bijzondere aandacht gegeven aan het eerste leerjaar B, het beroepsvoorbereidend leerjaar, het beroepsonderwijs en de deeltijdse leersystemen.  De medewerkers hebben meestal een goed zicht op het zorgbeleid in de scholen. De zorg vanuit het CLB sluit aan bij de eerstelijnszorg van de school. Afspraken tussen school en CLB in functie van de taken en de verantwoordelijkheden inzake de leerlingenbegeleiding worden gemaakt in de cel leerlingenbegeleiding of op het zorgoverleg. De wijze waarop school en CLB de leerlinggebonden activiteiten in functie van zorgenvragen PSF aanpakken kan concreter omschreven worden in de bijzondere bepalingen (BB) / afsprakennota’s (AN).  Naast de individuele en aanklampende begeleiding van leerlingen en ouders, nemen de CLB-medewerkers ook een coachende rol op naar de leerkrachten in functie van de begeleiding van leerlingen en om de scholen te sensibiliseren om leerlingen en ouders probleembewust te maken zodat ze zelf de stap naar het CLB zetten.  De tussenkomsten in het kader van PSF worden systematisch bijgehouden in een elektronisch dossier via LARS.

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 9  Er zijn ondersteunende materialen en vragenlijsten aanwezig. De materialen zijn terug te vinden in de testotheek en de bibliotheek. Het centrum participeert aan de provinciale werkgroep PSF.

4.2 Leerlinggebonden activiteiten: Afwezigheidsproblemen

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. We kunnen voor de beoordeling van dit onderwerp nog niet steunen op geregistreerde gegevens van de centra. Vaststellingen:  Het ‘BVR operationele doelstellingen’ legt aan het CLB de dwingende regel op om, samen met de school, een traject op de starten voor leerlingen die afwezig zijn en wiens loopbaan daardoor in het gedrang kan komen. Uit alle beschikbare gegevens blijkt dat het centrum aan deze verplichting voldoet vooral door de uitbouw van de begeleiding van individuele leerlingen.  Signalering: in de meeste scholen worden de problemen aangemeld en/of besproken tijdens het gestructureerd overleg, dat apart georganiseerd wordt of geïntegreerd wordt in het MDO/zorgoverleg of de cel leerlingenbegeleiding. Naast de signalering wordt dit overleg gebruikt voor de vraagverheldering, het maken van afspraken over wie welke activiteiten zal ontplooien in het kader van de uitbouw van het traject en de follow-up van de gemaakte afspraken.  Welke problemen worden gesignaleerd? Leerlingen met 10 B-codes (soms vroeger), leerlingen die frequent afwezig zijn, leerlingen die vallen onder de tuchtmaatregelen (schorsing, tijdelijke uitsluiting, definitieve uitsluiting). De signalering is in overeenstemming met het 'BVR operationele doelstellingen'. Niet in alle scholen is er evenveel aandacht voor leerlingen die vallen onder tuchtmaatregelen.  Uit de gesprekken blijkt dat het wenselijk is om, in samenspraak met de school, enkele elementen van de opdracht nauwkeuriger vast te leggen: o het begrip 'zorgwekkende afwezigheid' (= frequente afwezigheid) expliciteren en operationaliseren zodat voor iedereen duidelijk is wat met dit begrip precies bedoeld wordt en mede daardoor vanuit eenzelfde denkkader kan gecommuniceerd worden. o op welke manier een traject kan opgestart worden voor elke leerling, die aan een tuchtmaatregel onderhevig is.  Begeleidingstraject: het komt geregeld voor dat de school reeds een aantal initiatieven heeft genomen vooraleer de leerling aan bod komt op het gestructureerd overleg (bvb telefoneren, brieven sturen, …). Indien de begeleiding opgenomen zal worden door het CLB, dan motiveert de school de leerlingen om zelf contact op te nemen met het centrum en afspraken te maken. De doelstelling van de begeleiding is de (ook achterliggende) problematiek te verhelpen die vaak aan de basis ligt van de afwezigheid.  Kleuterparticipatie: samen met de school worden heel wat inspanningen geleverd om de kleuterparticipatie zo groot mogelijk te houden. De aanwezigheid van elke kleuter wordt opgevolgd. Daardoor kan de school heel alert reageren en de ouders aanspreken wanneer kinderen te laat komen of afwezig zijn. Op het gestructureerd overleg worden ook de signalen uit het kleuteronderwijs besproken. Ouders worden gecontacteerd (uitnodiging of huisbezoek) om te zoeken naar oplossingen voor mogelijke achterliggende oorzaken en om hen te overtuigen van het belang van het kleuteronderwijs.  Wanneer twijfel ontstaat aangaande medische attesten, dan wordt de CLB-arts via het teamoverleg betrokken bij de begeleiding en wordt, na akkoord van de ouders/leerling, contact genomen met de behandelende geneesheer. In sommige afdelingen werden

10 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren contacten gelegd met de huisartsenkringen om de regelgeving te duiden en om de werkwijze van het centrum uit te leggen.  De CLB-medewerker die binnen het team meestal deze problematiek opvolgt en de begeleidingen op zich neemt kan op eigen initiatief ook beroep doen op de andere teamleden. Hierover werden nog geen centrumafspraken gemaakt (zie 5.6.2 Hulpverlening)  Indien tijdens de begeleiding duidelijk wordt dat extra ondersteuning noodzakelijk is, dan kan het centrum terugvallen op meerdere diensten, bvb time-out, de zorgboerderij, bijzondere jeugdzorg, …  Ondersteuning van de medewerkers: o een schematisch overzicht van de opdracht zoals vermeld in het 'BVR operationele doelstellingen'. o ondersteunende documenten, die reeds bestaan in het kader van andere leerlinggebonden activiteiten, kunnen eveneens binnen de begeleidingsstrategie voor deze problematiek gebruikt worden.  De wijze waarop school en CLB samenwerken in het kader van de leerplichtopvolging en -begeleiding dient, vooral in het basisonderwijs, meer schoolspecifiek en meer concreet in beeld te worden gebracht in de BB/AN. Goede voorbeelden die in het centrum aanwezig zijn kunnen benut worden als model voor de andere afdelingen en teams.  De begeleidingen in het kader van de leerplichtopvolging worden systematisch geregistreerd in LARS zoals voorgeschreven door de overheid. Aandachtspunt: het systematisch verzamelen van geregistreerde gegevens op centrumniveau is nuttig om een beeld te krijgen van de omvang van de problematiek binnen het werkgebied, …

4.3 Schoolondersteuning: Deelname in overleg over afwezigheden

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. Vaststellingen:  Het ‘BVR operationele doelstellingen’ voorziet dat het centrum participeert in overleg met betrekking tot leerlingenbegeleiding of zorgbeleid, georganiseerd door de school.  Deze verplichting omvat twee onderdelen: (a) deelname aan het systematisch en gestructureerd overleg over de geregistreerde gegevens van individuele leerlingen en (b) het opnemen in het beleidsplan of -contract van elk schooIintern overleg waaraan het centrum deelneemt.  Zodra een leerling wordt aangemeld door de school omwille van de afwezigheidsproblematiek wordt meestal een overzicht van de geregistreerde gegevens ter beschikking gesteld. Deze gegevens worden besproken tijdens het MDO en/of de cel leerlingenbegeleiding en vormen de basis voor de uitbouw van het begeleidingstraject dat in samenwerking met de school wordt uitgevoerd. Uit deze werkwijze blijkt dat dit facet van het systematisch en gestructureerd overleg, georganiseerd door de school, ruim voldoende aan bod komt in de werking van het centrum.  Een tweede doelstelling van dit gestructureerd overleg is de bespreking van alle geregistreerde gegevens binnen de school met het doel een beter inzicht te krijgen in de problematiek. Uit de gesprekken is gebleken dat deze werkwijze eerder uitzonderlijk aan bod komt in de samenwerking met de scholen. Daardoor gaat een belangrijke opportuniteit verloren om via dit overzicht en de analyse ervan (a) te komen tot gerichte preventie en bijsturing en (b) een beter beeld te krijgen van de kwaliteit van de registratie in de school en van de signalering.

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 11 Hierover dienen meer centrumafspraken te worden gemaakt en kan de doorstroming van de goede praktijk, die reeds in het centrum aanwezig is, leiden tot een meer doorgedreven toepassing ervan.  Elk schoolintern overleg waaraan het centrum participeert staat vermeld in de BB/AN (dit is het overzicht van de schoolspecifieke werking) die integraal deel uitmaken van het beleidscontract.

4.4 Schoolondersteuning: Projecten rond prioritaire doelgroepen

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen Vaststellingen:  Het centrum heeft nog geen eigen visie op kansenbevordering uitgewerkt. De visietekst is in ontwikkeling. Er is wel een document ter ondersteuning van de medewerkers waarin achtergrondinformatie staat in functie van het werken met leerlingen en ouders in kansarmoede.  Kansenbevordering is een beleidsoptie in het beleidsplan van het centrum. Er werden strategische doelstellingen geformuleerd die vooral gericht zijn naar visievorming en samenwerking met lokale actoren. Een concrete uitwerking hiervan is er nog niet.  Er is een werkgroep GOK en een GOK-coördinator. De GOK-coördinator leidt de vergaderingen, bewaakt de werking van de werkgroep en participeert ook aan de provinciale werkgroep GOK. Het centrum heeft reeds veel geïnvesteerd in het informeren, sensibiliseren en professionaliseren van de CLB medewerkers. De huidige werking van de werkgroep richt zich naar de ontwikkeling van instrumenten in functie van het in kaart brengen van de schoolpopulatie (schoolfoto), een zicht te krijgen op de aanwezigheid van de doelgroepen in de verschillende regio’s en de afspraken omtrent kansenbevordering in de BB/AN.  De teamleden brengen de populatie van hun scholen nog niet systematisch in kaart. Aanwezige gegevens (o.a. gegevens vanuit de LOP omgevingsanalyse) kunnen nog beter aangewend worden in functie van het ondersteunen van de school als systeem. Het is de bedoeling om vanaf volgend schooljaar te starten met de schoolfoto, de scholen werden hierover al geïnformeerd.  Bij de medewerkers bestaat er een sterke basishouding bij het omgaan met kansarmen. De medewerkers werken aanklampend en drempelverlagend.  De betrokkenheid van de medewerkers bij de ondersteuning van de GOK-werking in de scholen is verschillend. De CLB medewerkers hebben meestal wel een zicht op de GOK- thema’s en het GOK-actieplan van de scholen. In sommige scholen worden in het kader van GOK nog geen schoolondersteunende activiteiten opgenomen door het CLB. Om na te gaan of de acties die de scholen opnemen effect hebben bij de prioritaire doelgroepen, dienen alle teams betrokken te blijven bij de GOK werking in de scholen.  De participatie van de teams aan projecten rond prioritaire doelgroepen in de scholen is ook verschillend. De medewerkers brengen de projecten niet systematisch in kaart en niet alle teams zijn even goed op de hoogte van het feit of er op de school projecten in functie van prioritaire doelgroepen opgestart zijn. In sommige scholen zijn er projecten rond prioritaire doelgroepen opgestart waaraan het CLB participeert. In sommige scholen werden er projecten opgestart o.a. rond: relationele en sociale vaardigheden, hygiëne, inschrijvingsbeleid.  Uit de gesprekken met de teams blijkt dat er zeker een aanzet is om meer schoolondersteunend te werken. In sommige scholen wordt dit item apart besproken en wordt er expliciet nagegaan welke vorm van schoolondersteuning er nodig is.

12 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren  Er is een sterke betrokkenheid bij de begeleiding van de OKAN leerlingen, dit zowel op individueel niveau als op schoolniveau. Het centrum ondersteunt de school o.a. bij de schoolloopbaanbegeleiding van deze leerlingen.  Het centrum werkt in functie van de kansenbevordering samen met externe diensten. Er wordt samengewerkt met o.a.: buurtwerking, OCMW, stedelijke diensten, tolken, LOP, provinciaal integratiecentrum. Er is een samenwerking opgestart met welzijnsschakels met als doel diverse activiteiten in functie van meer actieve vormen van vrijetijdsbesteding te organiseren voor kansarme leerlingen.

4.5 Kwaliteitsbeleid: Kwaliteitsbeleid conform hoofdstuk XI DCLB

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. Vaststellingen:  Het VCLB Zuid-Limburg is volop bezig met het uitbouwen van een gestructureerde werking rond kwaliteitszorg. Het centrum heeft een visie op kwaliteitszorg. De kern in de visie is dat alle medewerkers verantwoordelijk zijn voor een kwaliteitsvolle werking. De visietekst werd opgemaakt door de staf en gecommuniceerd met de medewerkers.  Het centrum heeft een kwaliteitsstructuur ontwikkeld: o De staf vervult de functie van kwaliteitsstuurgroep. De stuurgroep is multidisciplinair, afdeling- en niveau overstijgend samengesteld. De kwaliteitscoördinator heeft een duidelijke functieomschrijving en er is voor de opdracht een vrijstelling van 40% toegekend. Directie en kwaliteitscoördinator volgden de opleiding kwaliteitszorg van de Koepel en gaven de informatie door aan de andere stafleden. De kwaliteitscoördinator participeert aan de provinciale werkgroep kwaliteitszorg. o De verschillende kwaliteitswerkgroepen (o.a. de werkgroep GOK, DRM, crisisinterventie, PGZ). Alle personeelsleden engageren zich voor een thema. Om de informatiedoorstroming op alle niveaus en naar alle afdelingen te garanderen, participeert er in elke werkgroep een lid van elk niveauteam. De kwaliteitscoördinator begeleidt en ondersteunt de werkgroepen en bewaakt het proces.  Het beleidsplan dat op provinciaal niveau (8 centra) werd opgesteld, vormt de basis voor de concrete uitwerking van de kwaliteitszorg op centrumniveau. Op centrumniveau werden de provinciale beleidsopties aangevuld met eigen items. De keuze van de items in het centrumbeleidsplan zijn gebaseerd op gegevens vanuit noden van de medewerkers en vanuit maatschappelijke ontwikkelingen (o.a. DRM, LARS). Vanuit het eigen beleidsplan is er ook een jaarwerkplan opgemaakt.  Vanuit de gesprekken met de staf en met de medewerkers merken we dat er in het centrum vooral veel geïnvesteerd wordt in het verbeteren van de secundaire processen. Meerdere elementen (o.a. eenvormige documenten, bespreking BB/AN) die impact hebben op de hele organisatie worden uitgewerkt in een kwaliteitsplan. De kwaliteitsplannen zijn conform de regelgeving en worden opgesteld door de kwaliteitscoördinator, steeds in overleg en met de betrokkenheid van de leden van de desbetreffende werkgroep. De opvolging gebeurt door de staf en de kwaliteitsplannen worden opgenomen in het kwaliteitshandboek. De systematische evaluatie, het bepalen en gebruiken van meetinstrumenten kan nog beter uitgewerkt worden.  Uit de gesprekken met de kernstaf en de medewerkers stellen we vast dat er tijdens de dagdagelijkse werking gestreefd wordt naar een verantwoorde dienstverlening en een respectvolle begeleiding van cliënten.  Het centrum heeft nog geen zelfevaluatie uitgevoerd in functie van de globale werking van het centrum. Dit zal volgend schooljaar opgenomen worden en een beleidsoptie worden in het volgende beleidsplan. Er zijn wel enkele beperkte evaluaties gedaan

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 13 (o.a. bevraging welbevinden medewerkers, in kaart brengen van knelpunten en positieve punten van de werking tijdens personeelvergaderingen).  Het kwaliteitshandboek is opgebouwd volgens het EFQM-model. en het bevat alle elementen zoals voorzien in de art 94 DCLB. Het kwaliteitshandboek is elektronisch beschikbaar voor alle medewerkers en wordt als gebruiksvriendelijk ervaren. Het kwaliteitshandboek zal in de loop van 2012 in een vernieuwd intranet/server worden opgenomen, eenzelfde structuur voor alle centra van VCLB Limburg.  Het centrum doet geen systematische tevredenheidsbevraging bij cliënten. Het centrum werkte mee aan de bevraging van de KUL en deed in 2007-2008 in samenwerking met het ROC een bevraging rond bereikbaarheid.  Om de kwaliteit van de dienstverlening te optimaliseren dient het centrum meer (1) systematisch gegevens te verzamelen, (2) gebruik te maken van de aanwezige gegevens, (3) de beoogde effecten nagaan en (4) bijsturen indien nodig.

4.6 Buitengewoon onderwijs: Aanwijsbaar multidisciplinair team

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen. Vaststellingen:  Het centrum begeleidt 3 scholen voor buitengewoon lager onderwijs. Binnen deze scholen komen de types 1, 2 en 8 voor. Ook een school voor buitengewoon secundair onderwijs behoort tot het werkgebied. Hier zijn de types 2 (OV2), 1 en 3 (OV 3) aanwezig.  Het CLB beschikt over een aanwijsbaar multidisciplinair team voor buitengewoon onderwijs (buo), verdeeld over vier teams en drie afdelingen. Alle teamleden begeleiden zowel leerlingen van het gewoon als van het buitengewoon onderwijs.  Bijna alle teamleden kregen de begeleiding van buitengewoon onderwijs toegewezen voor een vervangingsperiode of bij de start van hun loopbaan.  Ondanks het feit dat de teams verspreid zitten over de verschillende afdelingen is de overdracht van de knowhow en de uitwisseling van expertise vrij vlot realiseerbaar. Dit gebeurt vooral via mail, telefoon en/of collegiale consultatie. Ook het feit dat elke afdeling een vertegenwoordiger heeft in de provinciale werkgroep draagt hier in belangrijke mate toe bij. Er is geen structureel overleg voorzien tussen de vier teams, dit is nochtans een belangrijk facet om de gelijkgerichte werking te bevorderen.  De nodige deskundigheid bouwen de teamleden op via overleg met ervaren collega’s, zelfstudie, teambesprekingen en gerichte vorming. De provinciale werkgroep buo speelt een belangrijke rol bij het verwerven en verhogen van de deskundigheid. De opleiding voor beginnende medewerkers van het ROC omvat eveneens de noodzakelijke basisinformatie aangaande het buo. Gezien er een ruime expertise verwacht wordt kan het opportuun zijn specialisaties uit te bouwen en die kenbaar te maken naar alle personeelsleden via een overzicht van specifieke deskundigheden.  Andere technische personeelsleden kunnen beroep doen op de expertise van het team buo op vraag. Zoals eerder aangehaald kan een lijst van deskundigheden en/of specialisaties een voordeel bieden.

4.7 Lokaal overlegplatform: Deelname aan en samenwerking met LOP

Voldoet

We baseren ons op gesprekken en documenten om hierover een uitspraak te doen.

14 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren Vaststellingen:  Het centrum participeert aan vijf LOP’s: de LOP’s basisonderwijs Sint Truiden, secundair onderwijs Sint Truiden, basisonderwijs Bilzen, basisonderwijs Tongeren en secundair onderwijs Bilzen – – Tongeren. De deelname aan de verschillende vergaderingen wordt opgenomen door de directie en door de leden van de werkgroep GOK.  Het centrum neemt ook deel aan meerdere de werkgroepen van het LOP, o.a. de werkgroep kleuterparticipatie, …  De doorstroming van de informatie vanuit het LOP gebeurt via de werkgroep GOK, de teams en de personeelsvergaderingen.  Het centrum participeert aan de verschillende activiteiten vanuit het flankerend onderwijsbeleid.  Uit de gesprekken met de medewerkers blijkt dat men op de hoogte is van de regelgeving inzake het inschrijvingsrecht. De medewerkers nemen hun taken hierin consequent op. In enkele scholen is er ook betrokkenheid vanuit CLB bij het ondersteunen van het inschrijvingsbeleid van de school.

5. BEWAAKT HET CENTRUM DE EIGEN KWALITEIT? Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert volgende vaststellingen op:

5.1 Personeelsbeheer

5.1.1 Personeelsorganisatie De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - doeltreffendheid Vaststellingen:  Het centrum beschikt over volgende omkaderingsgewichten: (a) lineair = 43,14; (b) extra GOK-omkadering = 1,67 en densiteit = 5,00. Het centrum staat 0,35 af aan het POC, 1,54 wordt overgedragen naar de regionale ondersteuningscel (ROC) en 0,06 naar een ander centrum. Dit resulteert in een totaal omkaderingsgewicht van 47,86 dat kan benut worden voor de personeelsorganisatie. Het centrum situeert zich hiermee in de groep van de grote centra.  Het centrum heeft nood aan een GOK-coördinator om de werking centraal te sturen. Voor deze coördinatietaak werd 0,10 OG afgenomen van de extra GOK-omkadering. De overige GOK-omkadering wordt aan de andere omkadering toegevoegd omwille van het feit dat (a) bijna alle scholen GOK-uren hebben en (b) de toegekende GOK- uren aan de scholen ongeveer gelijk lopen met de verdeling van de gewogen leerlingenaantallen.  De wijze waarop het totale omkaderingsgewicht wordt ingezet steunt op een aantal principes:  streven naar een evenwichtige taakbelasting voor elke medewerker.  maximale benutting van het omkaderingsgewicht.  streven naar continuïteit voor de scholen en de teams.  personeel zoveel mogelijk inzetten binnen 1 afdeling en binnen 1 niveauteam.  alle disciplines aanwezig in elk niveauteam.  De personeelsleden zijn verspreid over drie afdelingen: Tongeren, Bilzen en Sint- Truiden. Momenteel werkt ongeveer 59% van het personeel deeltijds.

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 15  In elke afdeling zijn 2 niveauteams aanwezig: een voor basisonderwijs en een voor secundair onderwijs. Aan elke school is een multidisciplinair samengesteld team verbonden en per school zijn een of meerdere contactpersonen aangeduid. Voor de functie van CLB-anker komen alle disciplines (behalve de artsen) in aanmerking. Voor de contactpersoon werd een functieprofiel opgesteld in termen van verantwoordelijkheden. De teams voor het buo maken deel uit van de verschillende niveauteams.  Het multidisciplinair overleg vindt vooral plaats in het niveauteam terwijl de collegiale consultatie en/of het informeel overleg vooral zijn plaats krijgt binnen het schoolteam.  Het administratief personeel ondersteunt de technische personeelsleden in de uitvoering van hun taken. Aan elk niveauteam werd per afdeling een administratief medewerker toegewezen. Naast de gebruikelijke administratieve taken hebben meerdere medewerkers ook een bijkomende verantwoordelijkheid, ter illustratie enkele voorbeelden: LARS-coach, onthaal, verlofregeling, vergoedingen, aankoop medisch materiaal, … Eén van de medewerkers staat in voor de administratieve ondersteuning van het beleid: personeelsadministratie, boekhouding, verlofstelsels beheren, administratieve afhandeling van de vorming, … De medewerkers hebben mogelijkheden om vorming te volgen in het kader van het uitoefenen van hun opdrachten. Zij nemen deel aan de personeelsvergaderingen, komen samen als groep, nemen deel aan de contactdag, … De uitrusting laat toe het werk op een kwaliteitsvolle wijze af te werken.  Wat de taakinvulling betreft van de verschillende disciplines stellen we vast dat de organisatie gekozen heeft voor een horizontale taakverdeling voor alle disciplines. Uit de praktijk blijkt dat dit niet steeds haalbaar is voor elk personeelslid afzonderlijk.  Er is een organogram beschikbaar en er zijn functiebeschrijvingen opgesteld voor alle functies. Sommige medewerkers vervullen een coördinatietaak. De niveaucoördinatoren maken deel uit van de staf. De kernstaf omvat: de directie, de kwaliteitscoördinator en de niveaucoördinatoren met afdelingstaken (nico+). De leden van de staf kregen een vermindering van werkzaamheden in de scholen in verhouding tot hun individuele verantwoordelijkheden.  Ook werden verantwoordelijken/contactpersonen aangeduid voor ICT, het welzijnsbeleid, het onthaal en de begeleiding van nieuwe medewerkers, de gelijke onderwijskansen en de gezondheidspreventie. De aanstelling voor deze bijkomende verantwoordelijkheid steunt deels op keuzes die vroeger werden gemaakt. De taak van de niveaucoördinator (nico) en van de nico+ is beschreven. Op basis hiervan wordt door het niveauteam een personeelslid voorgesteld om deze taak op te nemen.  In het centrum functioneren meerdere werkgroepen: disciplinegroepen (niet voor alle disciplines), werkgroepen en niveau-overleg. De meeste werkgroepen worden geleid door de kwaliteitscoördinator. Daarnaast nemen meerdere personeelsleden deel aan de provinciale werkgroepen. De deelname aan de werkgroepen wordt opgevolgd door het beleid zodat deze taakbelasting niet steeds bij dezelfde personen terecht komt.  In de jaarplanning worden een aantal vergaderingen opgenomen: de kernstaf, de staf (= kernstaf uitgebreid met alle nico's en de coördinator PGZ), de personeelsvergaderingen, … Alle niveauvergaderingen worden in principe op maandagnamiddag gepland. Dit is ook het tijdstip voor het multidisciplinair teamoverleg.  Voor de aanwerving van nieuw personeel hanteert het centrum een duidelijke procedure. Na bekendmaking wordt een 'preselectie' gedaan door de directie op basis van de sollicitaties. De geschikte kandidaten worden uitgenodigd voor een gesprek. Hieraan nemen deel: de directie, de niveaucoördinator en een teamlid van dezelfde discipline.  De directie heeft voldoende mogelijkheden om een degelijk personeelsbeleid te voeren.

16 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren  Personeelsleden hebben mogelijkheden om suggesties of aanmerkingen te formuleren via de niveauvergaderingen, via de functioneringsgesprekken, via de coördinatoren. In 2007 werden alle personeelsleden op een systematische wijze bevraagd. Indien nodig worden bijsturingen doorgevoerd.

5.2 Professionalisering

5.2.1 Aanvangsbegeleiding De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning - ontwikkeling Vaststellingen:  Het centrum heeft nog geen visie op aanvangsbegeleiding uitgeschreven. Sedert enkele jaren wordt meer aandacht besteed aan de uitbouw van een degelijk onthaal van nieuwe medewerkers. De uitbouw van dit onthaal is voor het schooljaar 2010- 2011 expliciet opgenomen in het jaarplan.  Het centrum beschikt over een onthaalprocedure nieuwe medewerkers. Deze procedure ondersteunt de betrokken medewerkers waardoor alle elementen op een systematische manier aan bod komen. Ook werd een "checklist to do" opgesteld waarin alle elementen van het onthaal vermeld staan en ook wie die taak op zich zal nemen.  Het onthaal van de nieuwe medewerkers omvat volgende elementen: o een gesprek met de directie. o de aanstelling van een mentor o afwerken van de administratieve formaliteiten. o de voorstelling aan de personeelsleden van de afdeling. o de bespreking van de onthaalbrochure door de coördinator. o de introductie in de scholen, bespreken van de taken, … o een begeleidingsgesprek met directie, coördinator en mentor na ongeveer 6 weken.  Wat de professionalisering betreft wordt de beginsituatie van de nieuwe medewerker niet op een systematische wijze in kaart gebracht aan de hand van een competentieprofiel. Elke beginnende medewerker volgt de instapmodules van de ROC Limburg over een periode van drie schooljaren. Daarnaast wordt heel veel expertise overgedragen via de teams, de mentor, de coördinator, …  De visie betreffende het mentorschap, de opdracht en het profiel van een mentor werden uitgeschreven.  Volgende middelen ondersteunen dit proces: o de onthaalbrochure met informatie over het CLB, het centrum zelf, de concrete werking, de functiebeschrijving, het arbeidsreglement, … o de aanstelling van een mentor. Hierbij kiest men voor iemand van dezelfde afdeling, hetzelfde niveau en dezelfde discipline. o een overzicht van de administratieve documenten die een personeelslid moet gebruiken indien nodig. o een overzicht van de wetteksten en documenten die het handelen mee bepalen. o de "checklist to do".  In het kader van de evaluatie van de onthaalprocedure wordt elke nieuwe medewerker na verloop van tijd bevraagd aan de hand van een leidraad. De resultaten van deze bevraging werden verwerkt en hebben aanleiding gegeven tot aanpassingen en

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 17 bijsturingen (bvb het mentorschap, introductie LARS, stroomdiagrammen ontwikkelen, …).  Na gesprek met een aantal nieuwe medewerkers is gebleken dat heel wat facetten als zeer positief worden ervaren, o.a.: o de kennismaking met de personeelsleden. o de ondersteuning bij het afwerken van de administratieve en praktische formaliteiten. o de bespreking van de onthaalbrochure. o het mentorschap. o het opgenomen worden als een volwaardig lid in het team.  Het is duidelijk dat enkele bijsturingen het onthaal nog verder kunnen optimaliseren, o.a.: o het beschikbaar stellen van een overzicht van de aanwezige deskundigheden. o het onthaal consequent toepassen (herhalen) indien men in meerdere afdelingen dient te werken. o sneller feedback geven aan de nieuwe medewerker betreffende de kwaliteit van het geleverde werk. o het uitwerken van een competentieprofiel waarop vorming kan aansluiten. o het verkorten van de periode die voorzien wordt voor de organisatie van de instapmodule door het ROC.

5.3 Materieel beleid

5.4 Welzijn

5.5 Curriculum

5.6 Begeleiding

5.6.1 Afstemming tussen CLB en school

5.6.2 Hulpverlening De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning

Er werd tijdens de doorlichting een beroep gedaan op een externe deskundige voor het onderzoek van het werkingsprincipe ‘multidisciplinair handelen’ Vaststellingen:  In het VCLB Zuid - Limburg wordt het multidisciplinair handelen (MDH) als een essentieel werkingsprincipe gezien voor het garanderen van een kwaliteitsvolle dienstverlening. Het centrum heeft meerdere stappen gezet om het MDH mogelijk te maken : o De visie m.b.t. het belang en de vormgeving van het MDH is geëxpliciteerd in een sterke en gedragen visietekst. Bij de opmaak van deze visietekst werden alle medewerkers betrokken. o Het personeelsbeleid is zodanig opgebouwd en gestructureerd dat het MDH mogelijk wordt gemaakt. Bij de inzet van het personeel als CLB-anker wordt

18 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren rekening gehouden met de kracht en eigenheid van de verschillende disciplines. Bij de samenstelling van de staf en de kernstaf wordt de multidisciplinariteit consequent als richtlijn gehanteerd. De schoolteams en de niveauteams zijn multidisciplinair samengesteld. o Het multidisciplinair overleg is structureel vastgelegd. Naast het formeel georganiseerd overleg is er frequent informeel multidisciplinair overleg.  Het multidisciplinair overleg: o Wordt door de medewerkers sterk gewaardeerd en als een noodzakelijke voorwaarde voor kwaliteitsvol handelen gezien. o Verloopt in een collegiale sfeer, alle disciplines hebben een gelijkwaardige inbreng en er wordt naar elkaar geluisterd. o Vindt plaats in het niveauteam en het schoolteam o Verloopt gestructureerd, geleid door de niveaucoördinator en met een vooraf opgestelde agenda. Prioriteit gaat naar de bespreking van de casussen. De casus wordt voorbereid door middel van het stellen van een concrete vraag naar het team. Er is time management bij de bespreking, afspraken worden genoteerd en opgevolgd. Een methodiek voor multidisciplinair overleg is nog niet op punt gesteld.  Aandachtspunten: o Het vastleggen van criteria voor casusbespreking o Het ontwikkelen van een hanteerbaar model voor de casusbespreking o Procesevaluatie van het MDH is noodzakelijk

5.6.3 Preventieve gezondheidszorg De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning - ontwikkeling

Er werd tijdens de doorlichting enkel aandacht besteed aan de ondersteuning van het gezondheidsbeleid Vaststellingen:  Het centrum heeft een visie op schoolondersteuning. Het belang van het schoolondersteunend werken leeft en men zoekt naar mogelijkheden om dit nog meer concreet gestalte te geven. Er is geen visietekst over gezondheidsbeleid en er werden op centrumniveau nog geen concrete doelstellingen geformuleerd.  De medewerkers brengen de noden van de scholen in functie van de ondersteuning van het gezondheidsbeleid niet systematisch in kaart. De aanleiding voor de opstart van bepaalde projecten in de school en de ondersteuning van de school bij het opzetten van een gezondheidsbeleid is meestal het gevolg van signalen en vragen van scholen en soms vanuit vaststellingen door CLB. Deze vaststellingen komen vooral vanuit de consulten. Het is aangewezen ook andere indicatoren hiervoor te benutten.  Om de ondersteuning van het gezondheidsbeleid te introduceren in de scholen worden verschillende middelen ingezet, nl. de kwaliteitscirkel en de matrix van VIGEZ.  In het centrum volgden meerdere medewerkers een opleiding rond projectmatig werken in functie van o.a. de ondersteuning van de uitbouw van een gezondheidsbeleid op de scholen.  Om het gezondheidsbeleid op de scholen te organiseren en om de school hierin te stimuleren, gaat de CLB-anker en/of het team in overleg met de scholen tijdens het bespreken van de BB/AN en tijdens andere overlegmomenten op school. Elk team heeft zicht op de initiatieven en de lopende projecten op de school.

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 19  Zowel in de basisscholen, de secundaire scholen en in het buitengewoon onderwijs lopen er meerdere initiatieven die door CLB geïntroduceerd en ondersteund worden. Het gaat o.a. om: promoten van gezonde voeding, opstarten van kriebelteams, werken rond hygiëne, opzetten van een drugbeleid, werken aan bewegingsopvoeding, omgaan met medicatie, … De doorstroming van deze activiteiten naar meerdere scholen dient nog verder uitgebouwd te worden.  We stellen vast dat sommige medewerkers de individuele ondersteuning van leerkrachten omgezet hebben naar het coachen van de leerkrachten met als doel de school als systeem te ondersteunen en de deskundigheid van de leerkrachten te verhogen. Volgens de medewerkers blijft dit een moeilijke opdracht en is er nog een lange weg te gaan om leerkrachten en scholen hiervoor te motiveren zodat ze zelf dergelijke initiatieven organiseren en leerlijnen betreffende gezondheid opbouwen.  Om het gezondheidsbeleid op school te ondersteunen is het aangewezen om alle disciplines te betrekken. Tot op vandaag worden de meeste initiatieven genomen door de (para)medische discipline en in mindere mate door de andere disciplines. De installatie van een structuur op centrumniveau (werkgroep of andere) om dit item verder uit te werken kan hierbij een hulpmiddel zijn.  Er wordt samengewerkt met het netwerk (o.a. Sensoa, LOGO, …). Het centrum neemt haar draaischijffunctie op en werkt samen met externen in functie van de implementatie van verschillende initiatieven op schoolniveau.  Het centrum houdt geen registratie bij van de schoolondersteunende activiteiten en heeft geen zicht op het effect van de genomen initiatieven.

5.7 Evaluatie

5.7.1 Attesteringspraktijk De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - ondersteuning - ontwikkeling. Vaststellingen:  Het centrum heeft nog geen globale visie op de attesteringspraktijk uitgeschreven. De kernactiviteiten en de doorlooptijd van een traject, door de overheid vermeld in het ‘BVR operationele doelstellingen’, zijn gekend.  De medewerkers werken volgens de principes van het handelingsgericht werken (HGW) en handelingsgerichte diagnostiek (HGD).  De overstap naar het buitengewoon onderwijs (buo) en attestwijzigingen binnen het buo zijn de meest voorkomende vormen van attesteringspraktijk. Dit traject staat beschreven in het "zorgplan". Positief is zeker dat de overstap naar buo gekaderd werd binnen het volledige zorgcontinuüm. Alle stappen van het traject zijn uitgebreid beschreven met aandacht voor de betrokkenheid van alle actoren. De medewerkers kennen en gebruiken dit document waardoor de kwaliteit van het proces binnen de organisatie versterkt wordt. De betrokkenheid van de leerling zelf kan sterker omschreven worden in het zorgplan en kan nog beter gerealiseerd worden in de praktijk, vooral in het basisonderwijs. Uit de gesprekken is gebleken dat de school en de ouders heel sterk betrokken worden.  Er wordt aandacht besteed aan het verwerkingsproces en aan de ondersteuning van de ouders. Tijdens de gesprekken worden de ouders geïnformeerd, is er aandacht voor het kaderen van het advies en worden ouders gemotiveerd. Bij de overstap zelf worden de ouders geholpen bij het contacteren van de school, gaat men vaak mee om de school te leren kennen, …

20 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren  Alhoewel in het zorgplan vermeld staat dat een beslissing om over te stappen naar het buo besproken dient te worden in het multidisciplinair team blijkt dit in de realiteit niet overal en door iedereen consequent te worden toegepast. Er is heel frequent informeel overleg en collegiale consultatie zowel binnen het eigen niveau als tussen medewerkers van gewoon en buitengewoon onderwijs.  Bij moeilijke keuzes of onduidelijke situaties staat het belang van het kind centraal.  Het opstellen van centrumafspraken en het bepalen van een aantal criteria zijn belangrijke hulpmiddelen ter ondersteuning van de medewerkers tijdens het beslissingsproces en zullen zeker de gelijkgerichte werking ten goede komen.  Een begeleidingstraject wordt uitgeschreven in het MDD. Alle attesten worden geregistreerd in LARS. Het centrum is in een overgangsfase van een papieren naar een elektronisch dossier.  De attesten worden ondertekend door de directie. Een attest wordt aan de ouders bezorgd zoals de regelgeving voorziet. Een afwijking van dit principe is mogelijk indien de ouders akkoord zijn. In deze situatie zal het CLB zelf het attest aan de school bezorgen.  Voor iedere leerling, die met een getuigschrift basisonderwijs overstapt naar 1B en zonder getuigschrift naar 1A, is een CLB-advies vereist. Daarbij stelt de regelgeving dat de betrokkenen vóór de inschrijving in het secundair onderwijs een advies van het CLB moeten krijgen. Deze regelgeving is gekend en wordt ook toegepast. De medewerkers geven aan dat de toepassing van deze regelgeving vaak een extra belasting is voor de ouders ten gevolge van het feit dat meerdere basisscholen getuigschriften uitschrijven ook voor die leerlingen die de eindtermen niet en waarvoor een overstap naar 1B de beste keuze is.  De attesteringspraktijk ivm de vervroegde/verlate instap lager onderwijs verloopt zoals bepaald door de regelgeving. Er is een grote betrokkenheid bij het kleuteronderwijs via het MDO/zorgoverleg. De evolutie van de kleuters wordt opgevolgd aan de hand van een kleutervolgsysteem en alle signalen worden met het CLB besproken. Ook bij deze vorm van attesteringspraktijk worden de ouders intensief betrokken.  Het zal een belangrijke steun zijn voor de medewerkers indien de attesteringspraktijk bij de overstap naar het lager onderwijs en bij de overstap naar het 1e secundair beschreven wordt in een stappenplan.  Na elke vorm van attestering is geen systematische follow-up voorzien. Het evalueren van het proces komt eerder sporadisch voor op basis van een individueel initiatief.  Het centrum beschikt niet over een overzicht van de attesten buo noch over een overzicht van alle andere attesten. Hierdoor ontbreekt een belangrijke bron voor de evaluatie van de attesteringspraktijk. Zodra de overzichten beschikbaar zijn in LARS zal het centrum gebruik maken van deze gegevens. Daarnaast is het belangrijk om op een systematische wijze procesevaluatie te voorzien ter bevordering van de kwaliteit.  Het is aangewezen alle vormen van attesteringspraktijk concreter en schoolspecifieker te duiden in de BB/AN, eerder dan mondelinge afspraken te maken.

6. ALGEMEEN BELEID VAN HET CENTRUM Het onderzoek naar het algemeen beleid van het centrum levert volgende vaststellingen op:  Het algemeen beleid is organiserend en stimulerend. Het centrum maakte de laatste jaren vorderingen in de groei naar één geheel.  Voor meerdere facetten van de werking wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van visieteksten die met alle medewerkers besproken worden. Meerdere aspecten worden op het provinciale niveau afgesproken. Het concretiseren van sommige

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 21 aspecten naar meer centrumspecifieke doelstellingen en afspraken is een aandachtspunt.  Het centrum heeft door middel van het creëren van de staf, de kernstaf en de werkgroepen stappen gezet naar een participatieve besluitvorming.

7. STERKTES EN ZWAKTES VAN HET CENTRUM

7.1 Wat doet het centrum goed?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden:  de individuele en aanklampende begeleiding van cliënten, met bijzondere aandacht voor kansbelemmerden.  de wijze waarop de kleuterparticipatie wordt opgevolgd  de sterke betrokkenheid bij de begeleiding van de OKAN leerlingen  de opvolging van de kwaliteitszorg in het centrum  de implementatie van het planmatig denken en handelen Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen:  de medewerkers hebben een goed zicht op de zorgstructuur op school en de CLB- werking sluit goed aan op de eerste zorg op school  de opstart van het werken met een schoolfoto met als doel de leerlingenkenmerken in kaart te brengen  meerdere medewerkers volgden een vorming over projectmatig werken  de systematische bevraging van nieuwe medewerkers aangaande de kwaliteit van het onthaal  de bevraging van alle medewerkers in het kader van de uitbouw van een degelijk personeelsbeleid  de aanwezigheid van een kader, geïntegreerd in het zorgcontinuüm, voor de overstap naar het buo  het multidisciplinair handelen is structureel en organisatorisch voorzien Wat betreft het algemeen beleid:  de organisatie is lerend en in volle ontwikkeling  er zijn meerdere overlegstructuren aanwezig  er is veel aandacht voor kwaliteitszorg  het reflecterend en innovatief vermogen van het beleid  participatief leiderschap

7.2 Wat kan het centrum verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden:  blijvende betrokkenheid bij het GOK beleid in de scholen  bepaalde elementen van de regelgeving verduidelijken en operationaliseren in samenwerking met de scholen  de systematische betrokkenheid van het kind/de leerling bij alle fases van een hulpverleningstraject  de schoolspecifieke onderdelen van de bijzondere bepalingen en afsprakennota's als 'good practice' benutten in de organisatie

22 114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen:  de contacten met de huisartsenkringen uitbreiden naar het volledige werkgebied  het systematisch bijhouden en benutten van data (verzamelen, verwerken, analyseren)  de doorstroming van goede praktijkvoorbeelden naar alle medewerkers  het voorzien van een overlegstructuur tussen de deelteams buo  het opmaken van een lijst van deskundigheden  het overleg op systeemniveau in het kader van de leerplichtopvolging laten doorstromen naar de ganse organisatie Wat betreft het algemeen beleid:  meer centrumafspraken maken in functie van de verschillende domeinen  een proces van systematische zelfevaluatie opstarten  het systematisch bevragen van cliënten als bron in functie van kwaliteitsverbetering

7.3 Wat moet het centrum verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden:  nihil

8. ADVIES In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning

GUNSTIG

9. REGELING VOOR HET VERVOLG Nihil

Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever

Regine Vandervee

Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling:

Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde

Naam:

114918 - Vrij CLB Zuid - Limburg te Tongeren 23