Het Limburgs Dialect Van De Voerenaren

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Het Limburgs Dialect Van De Voerenaren Het Limburgs Dialect van de Voerenaren (met de misvatting van een evolutieschets) José Cajot bron José Cajot, Het Limburgs Dialect van de Voerenaren (met de misvatting van een evolutieschets) (Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde, Nr. 31). Hasselt 1985 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cajo001limb01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / José Cajot i.s.m. 1 De Voerstreek (en het daarbij aansluitende Germaanse dialectgebied van de provincie Luik) is in de dialectologische vakliteratuur reeds herhaaldelijk en uitvoerig behandeld (zie literatuurlijst achteraan). Het is verbazend en tevens teleurstellend dat er ondanks zoveel wetenschappelijk werk in het Nederlands. Frans en Duits nog zoveel vergissingen, misvattingen en vooroordelen t.a.v. de Voerse dialecten zijn blijven voortleven. De Voerstreek in het Limburgs dialectgebied De tongvallen van de Voerstreek zijn op de dialectologische indelingskaart (kaart 1) verbonden met de overige dialecten van Belgisch-Limburg, van Nederlands-Limburg en van het Germaanse noordoosten van de provincie Luik. Met deze dialecten en met andere van het Duitse taalgebied vormen zij de heterogene overgangszone tussen het Brabants in het westen en het Ripuarisch of Keulerlands in het oosten, die wetenschappelijk Oostnederfrankisch, Zuidnederfrankisch of gewoon Limburgs genoemd wordt1. Op de kaart ziet dit gebied er ongeveer als een driehoek uit met als basis het stuk taalgrens tussen Leuven en de Hoge Venen; naar het noordwesten toe wordt het Limburgs begrensd door de zgn. Ürdinger- (of ik/ich-)lijn (nr. 2 op kaart 1), in het oosten door de Benrather- (of maken/machen-) lijn (nr. 1). Het Limburgs wordt over zijn hele breedte door talrijke dialectgrenzen doorkruist; van de lijnen waarmee de dialectologie binnen het Limburgs een zekere geleding tracht aan te brengen, stoten er twee via de Voerstreek op de taalgrens: de Panningerlijn (lijn 4), die Moelingen met een s voor p, t, n, m, l (spin, straat, snijden, smal, slapen) isoleert van oostelijk sj in deze gevallen, en de hebben/haben-lijn, die Moelingen en 's-Gravenvoeren met palatale stam in dit werkwoord scheidt van de andere Voerdorpen met een velare stam. De Voerstreek vormt dus als het ware een Limburgs dialectgebied in het klein. Op deze plaats dient nogmaals gewaarschuwd te worden voor het gebruik van de term Platdiets. Dit begrip is in de dertiger jaren door de Vlaamse beweging uitgevonden en oorspronkelijk toegepast op de tussen de Voerstreek en het Eupense gebied gelegen Germaanse dialecten van en rond Montzen en Welkenraad (zie kaart 2) waar Duits en Frans cultuurtaal zijn of waren. Met de benaming Platdiets wouden Vlaamsgezinden als Fl. Grammens, J. Franssens en J. Langohr eigenlijk uitdrukken dat deze plaatsen in de grond Nederlands zijn en dus geen Duitse cultuurtaal behoeven2. De laatste tijd echter wordt de term Platdiets vaak op de dialecten van de Voerstreek toegepast, waardoor de eveneens verkeerde en ook schadelijke indruk verwekt wordt dat de Voerse dialecten iets speciaals, iets aparts, zouden zijn die zich van de andere Nederlandse (of eventueel zelfs Continentaal- 1 J. Goossens, Die Gliederung des Südniederfränkischen, in Rheinische Vierteljahrsblätter, 30 (1965), p. 79-94. De hier afgedrukte kaart 1 bevindt zich op p. 83. 2 Goossens 1968, p. 306. José Cajot, Het Limburgs Dialect van de Voerenaren 2 westgermaanse) dialecten überhaupt of van de aangrenzende plaatsen in het westen (Belgisch-Oud-Limburg), het noorden (Nederlands-Limburg) en het oosten (provincie Luik) als geheel met zoveel significantie zouden onderscheiden dat ze op de dialectologische indelingskaart een eigen naam verdienen. Bovendien kan deze term door bepaalde kringen en voor bepaalde doeleinden misbruikt worden: Diets, dat een oude benaming voor Nederlands is, zou nu kunnen suggereren: ‘eigenlijk niet zo Nederlands, ook een beetje Duits’. En inderdaad in de Franstalige media zijn geluiden als ‘les Fourons parlent un patois plus proche de l'allemand que du néerlandais’ schering en inslag3. Niet veel langer dan een jaar geleden liet zich een Vlaams journalist, die blijkbaar dit lesje van de Franstaligen goed geleerd had, terloops in een BRT-magazine4 nog hetzelfde ontvallen. Er is geen behoefte aan een benaming als Platdiets; in de Voerstreek worden Limburgse dialecten gesproken. Deze dialecten zijn Nederlands en niet Duits, omdat het Nederlands hier de rol van cultuurtaal vervult en niet het Duits5. Nederlands, Duits en Frans in het Land van Overmaas In het Germaanstalige Overmase gebied - d.w.z. in de streek tussen de Hoge Venen (Eupen/Membach) en de Maas - hebben in de loop van de laatste eeuwen complexe veranderingen plaatsgevonden in de rol van de drie cultuurtalen, het Nederlands, het Duits en het Frans6. In heel de streek is het Nederlands tijdens het Ancien Régime de taal van school en administratie geweest. Onder kerkelijke invloed is de rol van het Duits echter geleidelijk - en vanaf de 19de eeuw vrij ingrijpend - van oost naar west toegenomen. In de tweede helft van de vorige eeuw is de grens tussen Nederlands en Duits cultuurtaalgebruik uiteindelijk tussen Teuven, Remersdaal en Aubel-Centrum (van Nederlandse kant) en Sippenaken, Homburg en De Kluis (van Duitse kant) komen vast te liggen. Daarnaast heeft er in de streek een romaniseringsproces 3 ibid., voetnoot 4. 4 D. Buyle in het middag-‘Actueel’. 5 Goossens 1966, p. 108-109. 6 A. Boileau, 1954, p. 5-18. Id., Achttiende-Eeuwse schrijftaal in het Hertogdom Limburg, in Taal en Tongval, 16 (1964), p. 55-59. Cajot 1983, p. 515 e.v. G. De Smet, Oude soldatenbrieven uit het Land van Overmaas, in Taal en Tongval, 18 (1966), p. 22-41. Id. en F. De Bock, Ein Einwohner aus Hergenrath in der Grande Armée. J.H. Berners aus Hergenrath schreibt nach Hause, in Im Göhltal, nr. 11 (1972), p. 19-25. H. Ernst, Studium des romanischen Einflusses auf die Mundart von Sippenaken. Beitrag zum Studium des historischen Sprachgebrauchs. Typoscript. Scriptie UCL, 1969, p. 18-45. J. Goossens, Die Herausbildung der deutsch-niederländischen Sprachgrenze. Ergebnisse und Desiderate der Forschung (Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde 29). Hasselt, 1984. Ook in Festschrift S. Grosse. Göppingen, 1984. L. Homburg, Sprache und Geschichte eines alten Grabkreuzes, in Im Göhltal, nr. 21 (1977), p. 67-69. Langohr 1933, passim. J. Thisquen, J. Moors & J. Massart, L'ancienne coutume du Duché de Limbourg en versions romane et thioises du début du 17e siècle. Luik, 1961. L. Wintgens, Grundlagen der Sprachgeschichte im Bereich des Herzogtums Limburg (Ostbelgische Studien I). Eupen, 1982, passim. José Cajot, Het Limburgs Dialect van de Voerenaren plaatsgehad: de volkstaal van Berneau (Bern), Warsage (Weerst) en Bombaye (Bolbeek) is tussen de 17de en de 19de eeuw geromaniseerd, terwijl tijdens de eerste helft van deze eeuw in het hele Oudbelgische Overmaasgebied ten oosten van de Voerstreek - en ten westen van het José Cajot, Het Limburgs Dialect van de Voerenaren 3 José Cajot, Het Limburgs Dialect van de Voerenaren 4 officiële Duitstalige Nieuw-België (Eupen/Kelmis) - het Duits door het Frans verdrongen is in school en kerk7. Vooral na elke van de twee wereldoorlogen breidde het Frans sprongsgewijs zijn gebruiksterritorium uit, daarbij profiterend van de afkeer van de door de Duitse bezetter in het gebied (Montzen/Welkenraad) opgelegde officiële taal. Door de overheveling van de Voerstreek naar Limburg is weer een soort van annexatieangst in werking getreden die m.i. een hernieuwde belangstelling voor de volkstaal en voor de taal van de oosterburen (de centra Eupen en Aken) onderdrukt8. Een treffend voorbeeld van verhoogduitsing en verfransing is Aubel, dat ten zuiden van de Voerstreek tussen Sint-Pieters-Voeren en Remersdaal gelegen is9. De gemeente Aubel bestaat uit drie delen: (1) een centraal gedeelte (Aubel in enge zin), (2) een westelijke vleugel ( Sint-Jans-Rade of Saint-Jean-Sart) en (3) een oostelijke ( De Kluis ). In 1775 wordt te St.-Jans-Rade in kerk en school het Nederlands door het Frans vervangen, en sinds het midden van de 19de eeuw kan de bevolking van dit gehucht als Waals beschouwd worden. In De Kluis schakelen zowel de school als de kerk in 1858 over van Nederlands op Duits; omstreeks 1900 wordt dan het Frans de voertaal in het plaatselijk onderwijs; na de tweede wereldoorlog verdwijnt uit de kerk het laatste Duitse spoor, eveneens ten voordele van het Frans. In 1874 wordt het Nederlands als schooltaal van Aubel-Centrum door het Frans verdrongen. In godsdienstige aangelegenheden gaat het Nederlands geleidelijk achteruit (eerst in doodbrieven en bidprentjes, dan in het catechismusonderricht, vervolgens in de preek), maar verdwijnt pas helemaal ten voordele van het Frans tegen het einde van de veertiger jaren van deze eeuw. De taal van het volk echter was zelfs volgens de officiële - en dus de positie van het Nederlands nooit verfraaiende - talentelling van 1910 nog voor 56% het Nederlands10. Dat de Voerstreek niet hetzelfde lot onderging als het noordoosten van de huidige provincie Luik moet aan drie factoren toegeschreven worden: (1) aan zijn - vanuit het Duitse taalgebied bekeken - noordwestelijke uithoekligging, (2) aan het feit dat de naoorlogse ressentimenten jegens het Nederlands hoe dan ook gematigder waren dan die jegens het Duits en (3) aan de Vlaamse ontvoogdingsstrijd die voor de Voerstreek net op tijd kwam, en meer concreet aan de taalwetten van 1932 die in Voeren de administratie vernederlandsten en toen reeds de bevoegdheid voor talrijke bestuurlijke aangelegenheden aan de provincie Limburg overdroegen11. De komplete overheveling naar Limburg in 1963 was daarvan slechts de consequente laatste stap. 7 Bischoff passim; Cajot, 1975 en id., 1983, p. 516 e.v.; Draye, passim; Langohr, 1933, passim; id. - Van Overloop, p. 26 e.v.; Legros, p. 56; Nelde, passim; Verdoodt, p. 5 e.v. 8 De Duitstalige plaatsen in het oosten van de provincie Luxemburg tonen nu openlijk dit interesse voor hun volkscultuur; zie daarover: J. Bestgen, Diglossie im Gebiet von Arlon, Belgien, in Berichte zur Diglossie-Tagung Januar 1975 in Bonn.
Recommended publications
  • Onderzoeksrapporten Agentschap Onroerend Erfgoed
    Vlaanderen is erfgoed Onderzoeksrapporten Agentschap Onroerend Erfgoed Registratie van toevalsvondsten in het voormalige minderbroeder- klooster in de Boomgaardstraat 12 (Maaseik, Prov. Limburg) 26 Onderzoeksrapporten Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen is erfgoed Brussel 2015 COLOFON Onderzoeksrapporten Agentschap Onroerend Erfgoed Een uitgave van Onroerend Erfgoed Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid, Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Published by the Flanders Heritage Agency Scientific Institution of the Flemish Government, Policy area Town and Country Planning, Housing Policy and Immovable Heritage Verantwoordelijke uitgever: S. Vanblaere Onroerend Erfgoed Phoenixgebouw Koning Albert II-laan 19 bus 5, B-1210 Brussel tel.: +32(0)2 553 16 50, fax: +32(0)2 553 16 55 [email protected] www.onroerenderfgoed.be Dit werk wordt beschikbaar gemaakt onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding- GelijkDelen 3.0 Unported. Bezoek http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/ om een kopie te zien van de licentie of stuur een brief naar Creative Commons, 444 Castro Street, Suite 900, Mountain View, California, 94041, USA. This work is licensed under the Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 Unported License. To view a copy of this license, visit http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/ or send a letter to Creative Commons, 444 Castro Street, Suite 900, Mountain View, California, 94041, USA. ISSN 1371-4678 D/2015/6024/19 Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed
    [Show full text]
  • State of Play Analyses for Antwerp & Limburg- Belgium
    State of play analyses for Antwerp & Limburg- Belgium Contents Socio-economic characterization of the region ................................................................ 2 General ...................................................................................................................................... 2 Hydrology .................................................................................................................................. 7 Regulatory and institutional framework ......................................................................... 11 Legal framework ...................................................................................................................... 11 Standards ................................................................................................................................ 12 Identification of key actors .............................................................................................. 13 Existing situation of wastewater treatment and agriculture .......................................... 17 Characterization of wastewater treatment sector ................................................................. 17 Characterization of the agricultural sector: ............................................................................ 20 Existing related initiatives ................................................................................................ 26 Discussion and conclusion remarks ................................................................................
    [Show full text]
  • Curriculum Vitae of Wilfried Mullens, MD Phd
    Curriculum Vitae of Wilfried Mullens, MD PhD Social - DOB: August 5, 1974 - Nationality: Belgium - Married: Nele Hermans - 4 children: Kaat, Saar, Teun, Vic Medical Degrees - Degree of Medical Doctor: Summa cum laude - July 1999 Preclinical Years at Limburgs Universitair Centrum - Belgium: * First preclinical year 1992-1993: Magna cum laude (July 1993) * Second precinical year 1993-1994: Summa cum laude (July 1994) * Third preclinical year 1994-1995: Summa cum laude with congratulations of the jury (July 1995) Clinical Years at Katholieke Universiteit Leuven - Belgium: * First clinical year 1995-1996: Magna cum laude (July 1996) * Second clinical year 1996-1997: Magna cum laude (July 1997) * Third clinical year 1997-1998: Magna cum laude (July 1998) * Fourth clinical year 1998-1999: Summa cum laude (July 1999) - Proficiency in Medical English (February 1997) - Degree of Acute Medicine - Belgium: July 2002 - Degree of Internal Medicine: July 2002 (Katholieke Universiteit Leuven - Belgium) - Degree of Cardiology: July 2005 (Katholieke Universiteit Leuven - Belgium) - United States Medical Licensing Examination: June 2005 - Degree of Heart Failure and Cardiac Rehabilitation: July 2006 (Katholieke Universiteit Leuven – Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst - Belgium) - Degree of advanced fellow in Heart Failure and Cardiac Transplantation: July 2007 (Cleveland Clinic Foundation in Cleveland – Ohio – USA) - Degree of advanced fellow in Electrical Therapies for Heart Failure: July 2008 (Cleveland Clinic Foundation in Cleveland – Ohio – USA) - Degree
    [Show full text]
  • Stad Tongeren: RUP Clarissenstraat
    Verwerking screeningsadviezen OHPL 1354 101153.12 Clarissenstraat Tongeren Stad Tongeren: RUP Clarissenstraat Screeningsnota: Verzoek tot raadpleging Onderzoek naar de planMER-plicht Deze samenvatting bevat: . een lijst van de aangeschreven adviesinstanties; . een samenvatting van de ontvangen adviezen; . een voorstel tot verwerking van de ontvangen advies binnen het verdere planproces; . de herinneringsbrief aan de instanties die hun advies niet bezorgden tot op heden. 1. Geraadpleegde adviesinstanties. De screening werd op 26 juni 2012 bezorgd aan onderstaande instanties: . Provinciebestuur Limburg – Directie Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur – Sectie 3.2.2. Ruimtelijke Ordening – Planning en Beleid – Provinciehuis. Universiteitslaan 1 3500 Hasselt . ANB Limburg – VAC Koningin Astridlaan 50, bus 5 3500 Hasselt . Departement RO - Ruimtelijke Ordening Limburg – VAC Koningin Astridlaan 50, bus 1 3500 Hasselt . Onroerend Erfgoed Limburg – VAC Koningin Astridlaan 50, bus 1 3500 Hasselt . Agentschap Wonen-Vlaanderen, t.a.v. Jos Gorssen Koningin Astridlaan 50, bus 1 3500 Hasselt . Departement MOW, t.a.v. Fernand Desmyter – secretaris-generaal Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 2 1000 Brussel . Departement LNE Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Dienst Land en Bodembescherming t.a.v. Bram Vogels Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 16 1000 Brussel . VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer, t.a.v. Bram Vogels Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • Wonen Op Één Van De Uniekste Locaties Van België 2 | Be-Mine | Houtpark | Beringen Beringen | Houtpark | Be-Mine | 3
    URBAN VILLA’S WONEN OP ÉÉN VAN DE UNIEKSTE LOCATIES VAN BELGIË 2 | BE-MINE | HOUTPARK | BERINGEN BERINGEN | HOUTPARK | BE-MINE | 3 URBAN VILLA’S HOUTPARK De naam ‘Houtpark’ verwijst naar een plek op het mijnterrein waar men hout opstapelde. De mijn beschikte over een uitgebreide houtvoorraad, die diep onder de grond als ondersteuningsmateriaal dienst deed. 4 | BE-MINE | HOUTPARK | BERINGEN BERINGEN | HOUTPARK | BE-MINE | 5 VOORWOORD De mijnsite van Beringen omvat 100.000 m² aan bestaand gebouwenpatrimonium. Daarmee is het de grootste industriële erfgoedsite in Vlaanderen en uniek in Europa. Van alle overige mijnsites in Limburg is het de enige site waar het industriële hart van de mijn werd bewaard. De mijnsite is gelegen in het kleinstedelijk gebied van de derde grootste stad van Limburg en aan de voet van twee terrils. Onder de noemer be-MINE wordt de site nu herbestemd als een toeristisch-recreatief project. Stedelijke functies als wonen, werken en winkelen worden daarbij evenwichtig met elkaar vervlochten. Met het masterplan voor de herbestemming van 32 hectare mijnterrein, krijgt de historische locatie een waardige, waardevolle en eigentijdse invulling. Het masterplan voorziet in een belangrijke wooncomponent, een nieuwe wijk met de naam ‘Houtpark’. Anderzijds voorziet het masterplan ook een belevingscomponent in en rond de beschermde gebouwen. Daar staan toerisme, cultuur, ontspanning en winkelplezier centraal. Het project be-MINE werd door de Vlaamse Regering als toeristisch hefboomproject voor de regio erkend en kan genieten van de steun van de provincie Limburg en de stad Beringen. Een aantal stedelijke functies zoals het nieuwe zwembad ‘Mijn zwemparadijs’ en het Toeristisch Onthaal Limburg vinden er onderdak.
    [Show full text]
  • A Short History of Holland, Belgium and Luxembourg
    A Short History of Holland, Belgium and Luxembourg Foreword ............................................................................2 Chapter 1. The Low Countries until A.D.200 : Celts, Batavians, Frisians, Romans, Franks. ........................................3 Chapter 2. The Empire of the Franks. ........................................5 Chapter 3. The Feudal Period (10th to 14th Centuries): The Flanders Cloth Industry. .......................................................7 Chapter 4. The Burgundian Period (1384-1477): Belgium’s “Golden Age”......................................................................9 Chapter 5. The Habsburgs: The Empire of Charles V: The Reformation: Calvinism..........................................10 Chapter 6. The Rise of the Dutch Republic................................12 Chapter 7. Holland’s “Golden Age” ..........................................15 Chapter 8. A Period of Wars: 1650 to 1713. .............................17 Chapter 9. The 18th Century. ..................................................20 Chapter 10. The Napoleonic Interlude: The Union of Holland and Belgium. ..............................................................22 Chapter 11. Belgium Becomes Independent ...............................24 Chapter 13. Foreign Affairs 1839-19 .........................................29 Chapter 14. Between the Two World Wars. ................................31 Chapter 15. The Second World War...........................................33 Chapter 16. Since the Second World War: European Co-operation:
    [Show full text]
  • 1 ;-'• Rechtbank Van Eerste Aanleg Limburg, Afdeling Tongeren, Sectie
    Griffienummer / 2019 �1'• J;- Inzake OM / 1. 2. Datum van uitspraak 05.02.2019. Notitienummer parket Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel Vonnis 11° Kamer Aangeboden op Niet te registreren Rechtbank van eerste aanleg Limburg-afdeling Tongeren In de zaak van : HET OPENBAAR MINISTERIE : BEKLAAGDEN : 1. geboren te op en wonende te Ter zitting in persoon verschenen, bijgestaan door Mr. Raf TERWINGEN, advocaat bij de balie Limburg. 2. geboren te en wonende te Ter zitting vertegenwoordigd door Mr. Myriam NULENS, advocaat bij de balie Limburg. IN VERZET : bij exploot dd. 19.11.2009 van gerechtsdeurwaarder loco gerechtsdeurwaarder kantoorhoudende te tegen al de schikkingen van het verstekvonnis van de Correctionele Rechtbank te Tongeren dd. 2.10.2009 en waarbij de Rechtbank als volgt statueerde : Op strafgebied : Heromschrijft de tenlastelegging zoals hoger omschreven; Verklaart beklaagden en schuldig aan het hen ten laste gelegde feit. Veroordeelt beklaagden en hiervoor ieder tot een geldboete van 500 euro, verhoogd met 45 opdeciemen en aldus gebracht op 2. 750 euro of een vervangende gevangenisstraf van 30 dagen. Gelast voor eerste beklaagde het uitstel van tenuitvoerlegging van de helft van de · opgelegde straf gedurende een termijn van 2 jaar en de daarmee ·overeenstemmende vervangende gevangenisstraf. Verplicht beklaagden tevens bij toepassing van artikel 29 van de Wet van 01.08.1985- gewijzigd bij de Wet van 22 april 2003 en het K.B. van 19 december 2003 en het K.B. van 31 oktober 2005 ieder tot betaling van een bedrag van 25 euro, vermeerderd met 45 Rechtbank van eerste aanleg Limburg-afdeling Tongeren opdeciemes en alzo gebracht op 137,50 euro, bij wijze van bijdrage tot de financiering van het Bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, ingesteld bij artikel 28 van de Wet van 01.08.1985.
    [Show full text]
  • Senior Service Apartments
    CASE STUDY SENIOR SERVICE APARTMENTS BREE, BELGIUM ARCHITECT CONTOUR ARCHITECTEN TRESPA® PRODUCT TRESPA PURA NFC® MARKET SEGMENT MULTI HOUSING, APARTMENTS FLUSH VERTICAL SIDING BUILD TYPE NEW CONSTRUCTION PU17 USE FAÇADES AGED ASH INSTALLER FTP DAKWERKEN YEAR 2017 SENIOR SERVICE APARTMENTS TRESPA PURA NFC® BRINGS SUBTLE TOUCH TO BALCONIES OF SENIOR HOUSING COMPLEX A majestic historical villa and its surrounding park garden in the picturesque city of Bree were the perfect setting for a modern senior housing complex. These comfortable apartments are aimed at older people who desire living independently, but with customised assistance always within reach. The villa and its spacious courtyard date back ‘castle’ had to be chosen well. Thomas Roex, to 1908-1909. For many years, it was owned by associate architect at Contour Architecten: the local judge of the peace C.H.M.L. Wauters, “The castle is located on the front side of the which is why Bree’s inhabitants still refer to plot. If you place the two residential blocks it as ‘the judge’s castle’. After having been for in the centre of the garden, you obstruct the sale for a long time, in consultation with the view from the castle. That is why we placed the municipality of Bree, the plot found a new blocks on the external border of the garden. destination: it would accommodate a housing This way, the residents of both the castle and apart and thanks to the deep, inset balconies, project with recognised service apartments for the apartments have a view of the garden, while there is no direct view into neighbouring people over 65 years, managed by a healthcare we respected the original location of both the apartments.
    [Show full text]
  • Documentatie Bij Het Aangepaste Meerjarenplan 2020-2025 Aanpassing Nr
    Documentatie bij het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 Aanpassing nr. 2 – 26/11/2020 Gemeente en OCMW Voeren KBO Gemeente: 0216773422 Gemeenteplein 1 KBO OCMW: 0216773521 3798 Voeren Algemeen Directeur wnd. : Erika Brouwers NIS-code: 73109 Financieel Directeur : Hanne Muermans Inhoud 1.1 Omgevingsanalyse (ongewijzigd) ..................................................................... 2 1.2 Het overzicht van alle beleidsdoelstellingen met de bijbehorende actieplannen en acties, telkens met bijbehorende ramingen van ontvangsten en uitgaven .................................................................................................................... 82 Strategische doelstelling: Leefbaarheid ................................................................................................ 82 Beleidsdoelstelling: Patrimonium ...................................................................................................................... 82 Beleidsdoelstelling: Landschap ........................................................................................................................... 88 Beleidsdoelstelling: Wonen ................................................................................................................................ 93 Beleidsdoelstelling: Milieu ................................................................................................................................... 95 Beleidsdoelstelling: Veiligheid ...........................................................................................................................
    [Show full text]
  • International Mining History Conference 2006
    International Mining History Conference 2006 Application sent in by the Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (Flemish Association for Industrial Archaeology) Flanders - Belgium 1.- The applicant The proposal to host the International Mining History Conference 2006 in Flanders 1 is introduced by the Flemish Association for Industrial Archaeology (VVIA) 2 The VVIA has been established in 1978 and is thus one of the oldest industrial archaeology organizations in Europe. It is the platform of non governmental organisations and private initiatives for the study, the conservation, the interpretation and presentation of industrial and technical heritage. More than 40 regional and thematic organisations are affiliated to the VVIA, together with a number of company museums, private collections, and some local history or local heritage associations. As concerns this proposal the VVIA has concluded intensive negociations with • heritage associations in the mining area of Limburg, for example the Werkgroep Monumentenzorg Beringen (Architectural Heritage Working Party of Beringen), Stichting Erfgoed Eisden (Eisden Heritage Trust), Geschiedkundige Kring Genk (Local History Association Genk) • the Vlaams Mijnmuseum (Flemish Mining Museum Beringen) and the Museum of the Miner’s House (Eisden) • associations in charge of or campaigning for the protection of the mining heritage, e.g. vzw ‘De Koolmijn’ (Genk-Winterslag), vzw Elektriciteitscentrale Heusden-Zolder(non profit trust organizing restoration training in the former mine power plant),
    [Show full text]
  • The Aftermath of the Closure of the Dutch Coal Mines in South Limburg: Regional Economic and Social Reconstruction
    THE AFTERMATH OF THE CLOSURE OF THE DUTCH COAL MINES IN SOUTH LIMBURG: REGIONAL ECONOMIC AND SOCIAL RECONSTRUCTION Hans Kasper, Maastricht University and Etil BV This case study focuses on 35 years of economic redevelopment, reconversion or restructuring after the closure of the Dutch coal mines in the South Limburg mining district. It explicates what strategic decisions and measures were taken to solve the economic and social problems that occurred in this Dutch area after the closure of the coal mines, a process that was announced on December 17, 1965, by the Dutch government. Based on real-life experiences, this case study discusses the role and relevance of strategic planning, project management, human resource management, labor market policy, social policy, public policy and regional policy in restructuring the economic structure of an area in which a dominant player ended its activities in a rather short period. The case tackles not only the economic impact but also the social impact of the coal mine closures. The case is intended to be used as the basis for class discussion rather than to illustrate either effective or ineffective handling of a management situation. Copyright © 2012, ECCH No part of this publication may be copied, stored, transmitted, reproduced or distributed in any form or medium whatsoever without the written permission of the copyright owner. Case study on the aftermath of the closure of the Dutch coal mines in South Limburg 1 1. The coal industry in the Netherlands 1.1 General overview The production of coal originally began in the Netherlands in the 12th century on a very small scale.
    [Show full text]