Bree

Externe omgevingsanalyse

Bijlage bij het meerjarenplan 2020 - 2025 Kadering van de omgevingsanalyse

Externe omgevingsanalyse

De overheid vraagt alle besturen een meerjarenplanning op te maken binnen de beleids- en beheerscyclus. De omgevingsanalyse is een verplicht onderdeel en eerste stap van deze planning.

Via een omgevingsanalyse krijgt het bestuur een goed onderbouwd beleid, houdt het rekening met de tendensen in de maatschappij en verkrijgt het de specifieke kenmerken en gegevens van het bestuur die van belang zijn. Een omgevingsanalyse is immers een analyse van de eigen organisatie in relatie tot de verschillende omgevingsfactoren, uitdagingen en spelers uit de omgeving en bestaat uit 2 delen:

(1) Een externe omgevingsanalyse: een analyse van de bredere en directe omgeving waarbinnen het beleid van het bestuur zich afspeelt

(2) Een interne omgevingsanalyse: een analyse van de eigen organisatie

Dit rapport, opgemaakt door Smart Services, omvat de externe omgevingsanalyse.

Het bestuur wordt in dit rapport regelmatig vergeleken met twee clusters ((1) Belfius cluster; (2) hulpverleningszone Noord- + & ), provinciale en gewestelijke gemiddelden. Zo ontstaat een ruimer (vergelijkings)kader waartegen de profielschets van het bestuur kan worden geplaatst.

Van omgevingsanalyse naar strategie en implementatie

Deze externe omgevingsanalyse, de eerste stap binnen de beleids- en beheerscyclus, staat niet alleen. Samen met de interne omgevingsanalyse vormt ze een cruciale input tot het identificeren van een aantal aandachtspunten en prioriteiten. Op basis daarvan definieert het bestuur een strategie, het meerjarenplan en het bijhorende financieel plan. Die elementen zijn de leidraad voor de implementatie van de nodige initiatieven om de prioriteiten en de uitdagingen van het bestuur te realiseren.

2 Om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te integreren in deze omgevingsanalyse, werd er ook gebruikt gemaakt van de vijf pijlers van de duurzame ontwikkeling. Deze clustering wordt internationaal gebruikt en bestaat uit: people, prosperity, peace, partnership en planet. Elke pijler omvat enkele belangrijke thema's/doelstellingen omtrent duurzaamheid. Per topic in de analyse, zullen één of meerdere thema's gelinkt worden. Dit linken zal gedaan worden door het icoon van een thema bij het topic te plaatsen waar het thema bij hoort. Onderstaande figuur toont de vijf pijlers en hun thema's visueel. In appendix kan de uitgebreide uitleg over de thema's worden teruggevonden.

3 Samenvatting

Externe omgevingsanalyse - samenvatting & aandachtspunten Deze externe omgevingsanalyse heeft als doel een globaal beeld te schetsen over bepaalde punten die verder kunnen dienen als motivering en verantwoording van beleidsprioriteiten en beleidsdoelstellingen in het meerjarenplan. In de analyse wordt gefocust op 4 onderwerpen:

Als eerste element werd de (1) demografie van het bestuur nader bekeken. Hierbij werd de bevolkingsomvang, de evolutie van de bevolking en de samenstelling van de bevolking geanalyseerd. Vervolgens werd er dieper ingegaan op de (2) huisvesting in het bestuur. In dit onderdeel werd de evolutie van de verkooptransacties en de betaalbaarheid van woonhuizen en appartementen bekeken. Als derde punt werd de (3) omgeving geanalyseerd. Daarbij werd de algemene tevredenheid bestudeerd en de tevredenheid op het vlak van cultuur, vrije tijd, natuur, milieu, veiligheid, ouderenzorg, onderwijs en mobiliteit. Als laatste punt werd (4) lokale economie en werk, waaronder ook het sociale aspect en armoede vallen, bekeken.

Samenvattend kan gesteld worden dat Bree op het vlak van demografie een stad is die geleidelijk groeit, met net meer dan 16 000 inwoners in 2018. De stad groeide 1% sneller dan de benchmark, zijnde de provincie Limburg en het Vlaamse gewest. De groei is voornamelijk te wijten aan een stijging in de binnenlandse migratie. Bree heeft het aandachtspunt dat er een relatief laag aandeel jongeren (0-24 jaar) is, dat jaarlijks verder daalt. Bovendien heeft Bree een hoger aandeel ouderen (+65 jaar), dat jaarlijks verder stijgt. Als deze tendensen aanhouden, zal de vergrijzing toenemen. Bree heeft een relatief laag aandeel inwoners met een niet-Belgische herkomst, waarvan het grootste aandeel uit Nederland komt.

Op het vlak van huisvesting kan afgeleid worden dat het aantal verkooptransacties van woonhuizen en appartementen in de stad fluctueert, maar wel licht daalt over de jaren heen. Aan de andere kant blijft Bree qua betaalbaarheid vergelijkbaar met Limburg, maar goedkoper vergeleken met het gewest. Ondanks de stijging in de vastgoedprijzen, blijven zowel de prijzen van de woonhuizen en van de appartementen rond de gemiddeldes van de provincie maar onder die van het gewest. Verder valt het op dat, ondanks de toename in absolute aantallen, de ratio sociale huurwoningen op het totaal aantal particuliere huishoudens lager is dan de benchmarkgemiddeldes.

Indien de tevredenheid over de stad nader bekeken wordt, behaalt Bree zeer goede resultaten. 77% van de ondervraagden is tevreden over de stad. Bree scoort verder mooie cijfers omtrent tevredenheid van de buurt, fierheid, cultuur en vrije tijd, voldoende in de stad, veiligheid, onderwijs en fietspaden. Er zijn echter twee grote werkpunten. Om te beginnen, ook al dalen de absolute cijfers van de CO2-uitstoot, de gemiddelde uitstoot per inwoner ligt hoger dan in de provincie en het gewest. Industrie heeft een aanzienlijke rol in het aandeel CO2. Ten tweede scoort Bree bovengemiddeld laag op de vraag naar voldoende openbaar vervoer.

Op het vlak van lokale economie en werk kan worden waargenomen dat Bree een netto- groeiratio van bedrijven kent in lijn met de provincie en het gewest en met een kleiner aandeel micro-bedrijven in vergeleken met de benchmark. De werkloosheid in Bree (6,7%) ligt lager dan de werkloosheid in de provincie (7,9%) en het gewest (7,4%) en daalt weer in de drie regio's sinds 2015. Daarentegen, de werkloosheidsgraad voor jongeren ligt dan weer hoger in Bree maar daalde ook tussen 2016 en 2017. De positieve kant is, dat er gezien de gunstige economische conjunctuur, weer meer vacatures beschikbaar zijn. In Bree zijn er 80,6 jobs beschikbaar per 100 inwoners op beroepsactieve leeftijd. Dit laatste cijfer is beduidend hoger dan in de provincie en het gewest.

4 Vervolgens kan omtrent armoede afgeleid worden dat tussen 2013 en 2017 het aantal leefloners in Bree gestegen is met 30%, wat zich vertaalt in een stijging in absolute cijfers van 51 naar 66 personen. Procentueel ligt dit in lijn met de benchmark. Het aantal ouderen met inkomensgarantie ten opzichte van de 65-plussers ligt wel hoger dan de provincie en het gewest. Het aantal personen met achterstallige kredieten ligt dan weer in vergelijking lager. Ook het aantal kinderen die opgroeien in armoede ligt al lange tijd sterk onder de benchmarkgemiddeldes.

Omtrent toerisme kan worden opgemerkt dat Bree een groei kende in de laatste 5 jaar in het aantal verblijfsgasten (+21%) en het aantal overnachtingen (+8%) waarvan de verblijfsgasten voor 95% uit België en Nederland komen. De capaciteit van de logies daalde echter in dezelfde periode met 17%.

Op financieel vlak kan worden gezien dat Bree sinds lange tijd per inwoner grotere inkomsten heeft, weliswaar sterk fluctuerend, dan uitgaven. De "andere ontvangsten" per inwoner bepalen de fluctuatie in de ontvangsten en daalden sterk ten opzichte van 2014. De uitgaven per inwoner lagen in lijn met de provincie en het gewest, maar in 2017 stegen deze voor Bree boven de benchmark. Voor 2017 liggen, per inwoner, de investeringsuitgaven, de "andere uitgaven" en de schulden op lange termijn ten laste van het bestuur opvallend hoger. De schulden op lange termijn dalen jaarlijks en de kloof met de provincie en het gewest wordt kleiner. De exploitatie-uitgaven per inwoner liggen dan weer lager.

5 Inhoudstabel

1. Kadering 2

2. Samenvatting 4

3. Inhoudstabel 6

A. Demografie 7 1. Bevolkingsomvang 2. Evolutie van de bevolking 3. Samenstelling van de bevolking

B. Huisvesting 15 4. Evolutie verkoop huizen en appartementen 5. Evolutie & benchmark van vastgoedprijzen

C. Omgeving 22 6. Algemene tevredenheid 7. Cultuur en vrije tijd 8. Natuur en milieu 9. Veiligheid 10. Gezondheidsaanbod, ouderenzorg en kinderopvang 11. Onderwijs 12. Mobiliteit

D. Economie en werk 31 13. Demografie van bedrijven 14. Werkzaamheid 15. Armoede 16. Toerisme 17. Financieel beleid

Appendix 43

6 A. Demografie

Inleiding Om een duidelijk beeld te krijgen van het sociaal-economisch profiel van het bestuur is het in kaart brengen van de bevolking een evident startpunt. De omvang, samenstelling en evolutie van de bevolking is van invloed op ieder aspect van de samenleving en bijgevolg ook het sociaal beleid. Het heeft een impact op de kinderopvang en het onderwijs, op het woonbeleid, de werkgelegenheid, de voorzieningen voor de oude dag.

De bevolkingsgroei wordt bepaald door de evolutie van het aantal geboorten, de overlijdens en de nationale en internationale migraties. Het Federaal Planbureau (Demografische vooruitzichten 2016-2060 Bevolking en huishoudens - Maart 2017) maakt voorspellingen op basis van hypotheses. Het aantal inwoners van België stijgt tot 13 miljoen in 2060. In België merken we een afgezwakt vruchtbaarheidscijfer gecombineerd wordt met een aanzienlijke toename van de levensverwachting waardoor er een concentratieverschuiving van de bevolking plaatsvindt naar de oudere leeftijdscategorieën (met een aandeel van 26,3% voor 65 jaar en ouder). Voor Vlaanderen betekent dit een stijging van bevolking tot 7,4 miljoen inwoners in 2016 (+14%). De voorspelling is dat voornamelijk de interne migratie vanuit het Hoofdstedelijk Gewest, gaat zorgen voor de belangrijkste factor in de groei van Vlaanderen. Voor de meerderheid van de gemeenten (80%) wordt de bevolkingsevolutie sterker beïnvloed door migratie dan door het natuurlijke verloop. De zeer landelijke gemeenten en de grote agglomeraties vertonen meestal een negatieve demografische evolutie (met uitzondering van de Brusselse gemeenten, waar men een sterke internationale immigratie vaststelt). De randgemeenten, de grensgemeenten en de toeristische gemeenten daarentegen (vooral onder invloed van de inwijking van ouderen), kennen een positieve demografische evolutie.

Samenvatting Bree is een stad met net meer dan 16 000 inwoners op 1 januari 2018 (figuur 1). De bevolking groeide geleidelijk jaar per jaar van 2011 tot 2018 (+4%). Vergeleken met de provincie (3%) en het gewest (3%), valt te zien dat de groei van de stad groter is (figuur 2). Er zijn 2 elementen die een bevolkingsgroei verklaren en die verder onderzocht kunnen worden: de natuurlijke aangroei en het migratiesaldo. Bij figuur 5 kan opgemerkt worden dat de natuurlijke aangroei in de stad sterk varieert ten opzichte van de provincie en het gewest. Dit wordt verklaard door een wisselende evolutie in geboortes en sterftes over de voorbije jaren. In tegenstelling, is er een duidelijke neerwaartse trend op te merken voor de provincie en het gewest in de natuurlijke aangroei omdat het aantal geboortes jaarlijks daalt (figuren 6.1,7). De voornaamste factor die de bevolkingsgroei beïnvloedt is echter de migratie (figuur 8). Het migratiesaldo van de stad ligt iets hoger in vergelijking met de andere gebieden en piekte even in 2015 (figuur 8). Over de jaren heen trekken meer en meer mensen naar de stad. Dit wordt weliswaar grotendeels verklaard door een opvallende stijging in de binnenlandse migratie (figuur 9) en minder door buitenlandse migratie dewelke lager ligt in vergelijking met de benchmark (figuur 10).

Vervolgens wordt de samenstelling van de bevolking besproken. Bij een opsplitsing naar leeftijd valt op dat de stad, in vergelijking met de provincie en het gewest, relatief minder jongeren (0-24 jaar) heeft. Het aandeel jongeren ligt lager dan de benchmark en het aandeel ouderen (65+) ligt iets hoger (figueren 12.1 en 12.2). We zien echter ook dat het aandeel jongeren in de stad constant daalt en dat het aandeel ouderen constant stijgt (figuren 13, 14, 15). Gelijkaardige trends zijn op te merken voor de twee leeftijdscategorieën in de provincie en het gewest.

7 Indien de bevolkingssamenstelling bestudeerd wordt op het vlak van nationaliteit en herkomst liggen de cijfers lager in vergelijking met de benchmark. In Bree zijn 1 857 inwoners of 11,9% van de inwoners van buitenlandse afkomst, wat lager is dan in de provincie (19,2%) en het gewest (15,1%). Echter, de stijging van buitenlandse migratie ligt wel in lijn met de benchmark. Indien de aanwezige vreemde herkomsten nader bekeken worden (figuur 18), valt een duidelijke 'top twee' op. De meeste vreemdelingen komen uit Nederland (873 of 47%) en vervolgens uit Oost-Europa EU (280 of 15%).

Het gemiddeld huishouden in Bree bestaat uit 2,34 personen (figuur 19), wat in lijn ligt met de provincie en het gewest. 28,8% van de huishoudens zijn alleenstaanden. Vergeleken met de provincie ligt dit hoger (27,5%) maar vergeleken met het gewest ligt dit lager (31,2%).

Finaal kan besloten worden dat Bree gestaag verder groeit. De binnenlandse migratie houdt de groei in stand. Een aandachtspunt voor Bree is het kleiner aandeel jongeren en het groter aandeel ouderen. Op termijn gaat het aandeel ouderen dus steeds toenemen als deze tendensen blijven aanhouden. Het aandeel inwoners van vreemde herkomst ligt lager dan de benchmark wat mede er voor kan zorgen dat het aandeel jongeren kleiner is.

8 1 Bevolkingsomvang & trend

Figuur 1 - Totale bevolking stad/gemeente

16.500 15.911 16.005 16.000 15.785 15.547 15.660 15.379 15.434 15.500 15.238

15.000

14.500 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Figuur 2 - Evolutie totale bevolking (2011 = 100)

105 r 105 104 104 104 103 103 103 103 102 102 101 101 100 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 3 - Overzicht bevolkingsevolutie stad/gemeente 141 125 126 150 113 113 100 55 94 50

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 -50

natuurlijk saldo [aantal] internationaal migratiesaldo [aantal] intergemeentelijk migratiesaldo [aantal] totale aangroei [aantal]

9 2 Evolutie van de bevolking

Figuur 4 - Gemiddeld # geboortes, sterftes, binnenlandse migratie en buitenlandse migratie per jaar per 1.000 inwoners (2017)

15 10 9 9 10 10 10 9 4 3 4 4 5 2 0 0 Geboortes Sterftes Binnenlandse migratie Buitenlandse migratie -5

Bree Provincie Gewest

Figuur 5 - Evolutie natuurlijke aangroei per 1.000 inwoners

4 3,02 2,50 2 1,76 0,53 0,31 0

-2 -1,20 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 6.1 - Evolutie geboortes per 1.000 inwoners

15 11 10 10 11 11 9 5 9 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 6.1 - Aantal geboortes in gemeente/stad (aantal) 174 173 200 154 167 150 138 139 150 100 50 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Figuur 7 - Evolutie sterfte per 1.000 inwoners

15 10 10 9 10 8 9 8 5

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

10 Figuur 8 - Evolutie aantal migraties per 1.000 inwoners

10 8 6 7 6 5 5 4 3 4 2 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 9 - Evolutie aantal binnenlandse migraties per 1.000 inwoners 8 6

4 4 4 2 1 2 0 0 0 -2 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 10 - Evolutie aantal buitenlandse migraties per 1.000 inwoners

5 4 4 4 3 3 3 2 2 1 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

11 3 Samenstelling van de bevolking 3.1 Naar leeftijd Figuur 11 - Evolutie leeftijdsgroepen stad/gemeente

100% 2.726 2.790 2.816 2.907 2.974 3.044 3.147 80% 60% 8.397 8.468 8.508 8.564 8.619 8.680 8.687 40% 20% 4.136 4.157 4.144 4.105 4.079 4.089 4.079 0% 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Inwoners 0-24 jaar - aantal Inwoners 25-64 jaar - aantal Inwoners 65 jaar en ouder - aantal

Figuur 12.1- Aandeel 0-24 jarigen (2017) Figuur 12.2 - Aandeel 65+ (2017)

28,0% 27,4% 20,0% 19,8% 19,7% 27,0% 26,4% 19,5% 19,2% 26,0% 25,6% 25,0% 19,0%

24,0% 18,5% Bree Provincie Gewest Bree Provincie Gewest

Figuur 13 - Vooruitzichten op middellange termijn (2017-2030) op gemeentelijk niveau

6000 5.582 5.521 5.440 5.260

4000 2.827 3.149 2.397 2.397 2.234 2.419 2.419 2.408 2.447 2.447 2.3552.355 2000 915 1.053 1.114 1.268

0 2017 2020 2025 2030

-15 jaar 15-39 jaar 40-65 jaar 65-79 jaar 80 -… jaar

Figuur 14 - Evolutie van het aandeel 0-24 jarigen

30% 27,9% 27,5% 27,4% 28% 27,1% 26,4% 25,6% 26% 24% 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 15 - Evolutie van het aandeel 65+

25% 19,2% 19,7% 17,9% 18,2% 19,8% 20% 16,8% 15% 10% 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

12 3.2 Naar nationaliteit en herkomst* Figuur 16 - Evolutie aantal vreemdelingen (niet-Belgische herkomst t.o.v. alle inwoners)

30%

20% 17,8% 19,2% 15,1% 10% 12,4% 9,3% 11,7% 0% 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 17 - Evolutie van het aantal vreemde nationaliteiten in stad/gemeente (niet-Belgische herkomst)

2.000 1.767 1.857 1.620 1.517 1.537 1.413 1.473 1.500

1.000

500

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Figuur 18 - Benchmark: overzicht vreemde nationaliteiten in stad/gemeente (niet-Belgische herkomst) 1.000 873 900 800 700 600 500 400 280 300 200 108 114 57 69 115 94 100 7 34 23 45 38 0

*Volgens definitie Rijksregister “personen die legaal en langdurig in België verblijven en die bij hun geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten of van wie minstens één van de ouders bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezat, in het bijzonder diegenen die zich in een vaststelbare achterstandspositie bevinden”.

13 3.3 Naar huishoudens en burgerlijke staat Figuur 19 - Gemiddeld aantal personen Figuur 20 - Alleenstaanden ten opzichte per privaat huishouden (2017) van particuliere huishoudens (2017)

2,45 32% 31,2% 2,40 2,40 30% 28,8% 2,34 27,5% 2,35 2,33 28% 2,30 26% 2,25 24%

Bree Provincie Gewest Bree Provincie Gewest

14 B. Huisvesting

Inleiding

Om een duidelijk beeld te krijgen van de huisvesting in het bestuur werden meerdere elementen bestudeerd. Het aantal verkooptransacties en de verkoopsprijzen geven een algemeen beeld over de trends op de lokale vastgoedmarkt. In combinatie met het inkomen van de lokale bevolking kan de betaalbaarheid ingeschat worden. Ook de rol van de huisvesting in de sociale sfeer zorgt voor de vervollediging van het overzicht.

Volgens het Federaal Planbureau zal het aantal éénpersoonshuishoudens verder stijgen in Vlaanderen, voornamelijk omwille van de vergrijzing. 40% van de particuliere huishoudens zal in 2060 bestaan uit één persoon. Op lokaal niveau en volgens statistische analyse, is er een verband tussen de vergrijzing en verouderd onroerend patrimonium, kleinere woningen en minder wooncomfort. Gemeente met een sterke aangroei van bevolking, kennen meestal ook onder andere meer verkopen en meer nieuwbouwwoningen en bijgevolg een stijging van kadastraal inkomen. Ook de hoogte van inkomen van migrerende bevolking kan een impact hebben op de vastgoedmarkt (bv. gemeenten die aantrekkelijk zijn voor welstellende senioren, gemeenten die politieke vluchtelingen opvangen).

Samenvatting

Voor alle regio's waarvoor data beschikbaar is, kan een fluctuerende trend worden waargenomen voor het aantal verkooptransacties van woonhuizen en appartementen. Het aantal verkooptransacties van woonhuizen daalde in Bree van 78 in 2011 naar 40 in 2016 en piekte weer naar 73 in 2017. Het aantal verkochte appartementen steeg van 23 transacties in 2011 tot 86 transacties in 2015 en daalde naar 58 in 2016 (figuur 21). De gegevens omtrent de appartementen van 2017 zijn nog niet beschikbaar.

Bree ervaart een dalende fluctuerende trend voor de verkopen van woonhuizen tussen 2011 en 2017 (-6%), terwijl de provincie (+8%) en het gewest (+4%) een stijgende fluctuerende trend ervaren over dezelfde periode. Wat opvalt is dat de verkoop van appartementen erg gestegen is voor Bree (+152% van 2011 tot 2016) waar voor het gewest (-6%) een licht dalende fluctuerende trend wordt opgemerkt (figuren 22, 23).

Terwijl het aantal verkooptransacties fluctueert, kan voor de mediaanprijzen een andere trend worden waargenomen. Data over de prijzen van een appartement van 2015 en 2016 ontbreken op het niveau van Bree. De vastgoedprijzen voor de woonhuizen (+33%) vertoonden alleszins een opwaartse beweging van 2011 tot 2017 (figuur 24). Indien deze cijfers worden gebenchmarkt met de andere regio's, wordt duidelijk dat de woonhuisprijzen voor Bree in lijn liggen met die van de provincie, maar dat ze beiden gedurende de hele periode (2011-2017) ongeveer € 20 à 30 000 onder die van het gewest lagen (figuur 25). De mediaanprijs voor de appartement in Bree in 2017, dewelke wel beschikbaar was, was € 185 000 (+23%) wat voor 2017 hoger ligt dan voor de provincie en het gewest (figuur 26). Vergeleken met de andere gemeenten in het Arrondissement Maaseik, liggen de prijzen van de appartemten van Bree in lijn met de buurgemeentes en liggen de prijzen van de woonhuizen eerder aan de lage kant (figuren 25.2 en 26.2).

15 In combinatie met de gemiddelde belastbare inkomens kan ook een indicatie van de betaalbaarheid van de regio's worden opgemaakt. De betaalbaarheid wordt voorgesteld aan de hand van de betaalbaarheidratio. Deze wordt berekend door de verhouding van de gemiddelde woonprijs ten opzichte van het gemiddeld belastbaar inkomen. Een hoge ratio vertaalt zich dus in een minder betaalbare situatie voor de inwoners. Voor alle regio's kan een stijging in het gemiddeld belastbaar inkomen worden waargenomen van ongeveer 10% van 2011 tot 2016 (figuur 27). Dit vertaalt zich verder in een daling van de betaalbaarheidratio van de woonhuizen voor alle regio's tot 2016 wanneer deze weer stijgt omwille van de stijgende prijzen van woonhuizen (figuur 28). De betaalbaarheidratio van de appartementen blijft rond hetzelfde niveau over de jaren heen tussen 2011 en 2016 (figuur 29).

In vergelijking met de provincie en het gewest is de bevolkingsdichtheid per m2 zeer laag. Vergeleken met het gewest komt dit neer op ongeveer de helft (figuur 30).

Op het vlak van sociale huisvesting heeft Bree relatief minder accommodatie in vergelijking met de benchmark. Het aantal sociale huurwoningen t.o.v. particuliere huishoudens (5,5%) ligt er lager dan in zowel de provincie (6,0%) als het gewest (5,9%) (figuur 31). Het aantal sociale huurwoningen ondergaat echter wel een stijgende trend. Bree levert daarentegen inspanningen, want het aantal sociale huurwoningen steeg met 15% op 5 jaar tijd.

Finaal kan besloten worden dat Bree een stijgende fluctuerende trend ervaart in het aantal verkooptransacties van zowel woonhuizen als appartementen. Deze trend gaat gepaard met een lichte stijging in de gemiddelde vastgoedprijzen voor beide types woningen. Desondanks blijft de accommodatie in de stad even duur dan de accommodatie in de provincie maar wel aanzienlijk goedkoper dan het gewest. De betaalbaarheid, gemeten volgens de duurheidsratio, ging er op vooruit tot in 2016 voor de woningen. In 2016 stegen de prijzen van de woningen, waardoor de betaalbaarheid daalde. Er is minder sociale huisvesting in Bree wanneer vergeleken wordt met de provincie en het gewest. Desalniettemin is er een stijgende trend in het absolute aantal sociale huisvestingen.

16 4. Evolutie verkoop huizen & appartementen

Figuur 21 - Verkoop woonhuizen & appartementen in stad/gemeente

100 86 78 73 80 71 72 71 57 61 58 60 37 40 30 40 23 20 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Woonhuizen Appartementen

Figuur 22 - Evolutie verkoop woonhuizen (2011 = 100)

120 108 100 104 94 80 60 40 20 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 23 - Evolutie verkoop appartementen (2011 = 100)

400

300 252

200

100 92

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Gewest

17 5 Evolutie & benchmark van vastgoedprijzen 5.1 Evolutie van vastgoedprijzen Figuur 24 - Vastgoedprijzen in stad/gemeente 250.000 200.000 150.000 199.000 150.000 164.000 188.250 100.000 50.000 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Mediaan vastgoedprijzen woonhuizen Mediaan vastgoedprijzen appartementen

Figuur 25.1 - Benchmark vastgoedprijzen woonhuizen

300.000 209.000 240.000 190.000 210.000 200.000 199.000 188.250 100.000

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 25.2 - Mediaan prijzen appartementen in arrondissement Maaseik - in €1 000 (2017)

250 176 185 180 176 178 175 191 200 152 190 150 100 50 0

18 Figuur 26.1 - Benchmark vastgoedprijzen appartementen

200.000 180.000 157.500 177.500 150.000 154.500 164.000 100.000 150.000 50.000

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 26.2 - Mediaan prijzen woningen in arrondissement Maaseik - in €1 000 (2017)

230 235 236 223 250 215 209 211 204 215 199 210 198 195 200 150 100 50 0

19 5.2 Betaalbaarheid van de woningen Figuur 27 - Gemiddeld belastbaar inkomen 30.000 19.102 15.957 17.146 17.790 20.000 15.814 17.580

10.000

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bree Provincie Gewest

Figuur 28 - Betaalbaarheidratio - woningen (med. woonprijs/gem. belastbaar inkomen) 13 12,19 12,23 12,30 11,9011,91 12 12 11,24 11 11 10 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bree Provincie Gewest

Figuur 28 - Betaalbaarheidratio - appartementen (med. woonprijs/gem. belastbaar inkomen)

10 9,49 9,19 9,16

5

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bree Gewest

20 5.3 Bevolkingsdichtheid Figuur 30 - Bevolkingsdichtheid per km²

600 473 483 353 359 400 238 245 200

0 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

5.4 Sociale huurwoningen Figuur 31 - Sociale huurwoningen t.o.v. particuliere huishoudens (2017)

6,2% 6,00% 6,0% 5,90% 5,8% 5,6% 5,50% 5,4% 5,2%

Bree Provincie Gewest

Figuur 32 - Aantal sociale huurwoningen in gemeente/stad (verhuurd door SVK + SHM) 370 363 366 360 350 340 335 330 320 318 310 300 290 2014 2015 2016 2017

21 C. Omgeving

Inleiding Een belangrijk element van een omgevingsanalyse vormt de aantrekkelijkheid van de buurt en de gemeente of stad. Om de aantrekkelijkheid verder te bekijken, zijn er 7 indicatoren omtrent tevredenheid en veiligheid geïdentificeerd, waarnaar verder verwezen wordt:

- Woonomgeving - Cultuur & recreatie - Natuur en milieu - Veiligheid - Gezondheid, ouderenzorg en kinderopvang - Onderwijs - Mobiliteit

Die indicatoren worden ook vergeleken met de Belfiuscluster, een op maat gemaakte cluster HVZ (incl. gemeenten van de hulpverleningszone Noord-Limburg + Maaseik & Kinrooi) en het gewest. Meer info over de clusters kan gevonden worden in de appendix. In de samenvatting worden de zeven elementen verder besproken.

Samenvatting

Als eerste element is er de woonomgeving. Hierbij kan vastgesteld worden dat 77% van de ondervraagden tevreden is over de stad. Bree scoort hier exact hetzelfde als de cluster en het gewest (ook 77% tevreden). Ook de cijfers omtrent tevredenheid over de buurt en de fierheid op de stad liggen in lijn met de cluster en het gewest, respectievelijk is 82% van de inwoners van Bree zijn tevreden over hun buurt en 66% is fier op hun stad (figuren 33, 34, 35). Deze cijfers kunnen een indicatie zijn voor het al dan niet graag blijven wonen in Bree. Zoals eerder vermeld, trekken steeds meer mensen, vooral vanuit andere Belgische steden en gemeentes, richting Bree.

Op het vlak van cultuur en vrije tijd scoort Bree in het algemeen beter dan de benchmark inzake sport-, recreatie- en culturele voorzieningen en uitgaansgelegenheden (figuren 36, 37, 38, 39). Wat betreft recreatievoorzieningen, scoort Bree met 78% tevredenheid beduidend hoger dan de cluster (71%) en het gewest (67%) (figuur 37). Dezelfde tendens is terug te vinden in de tevredenheidscijfers omtrent de uitgaansmogelijkheden; 64% is tevreden in Bree, 51% in de cluster en 41% in het gewest (figuur 39).

Daarnaast scoort Bree op het vlak van natuur en milieu eveneens goed: 81% van de ondervraagden is tevreden over het groen (figuur 40) en 82% vindt dat er voldoende groen is (figuur 41). De link met de lage bevolkingsdichtheid per km2 speelt hier allicht een rol. Daarentegen, kan vastgesteld worden dat de gemiddelde CO2-uitstoot met 6,2 ton per inwoner hoger ligt dan in de provincie en in het gewest (figuur 42). Desondanks zien we positieve dalende trend in de absolute CO2-uitstoot. In absolute getallen bedroeg de CO2-uitstoot 97 916 ton in de stad in 2015, wat een daling weergeeft van 13% in vergelijking met 2012. Toen bedroeg de totale CO2-uitstoot 112 990 ton. Het grootste aandeel CO2-uitstoot van Bree komt uit industrie, wat in vergelijking met de provincie en het gewest hoger ligt (figuren 42.2 en 42.3). Het aantal geïnstaleerd vermorgen uit zonnepanelen is gestegen tussen 2011 en 2016 maar stagneert sinds 2013 (figuren 42.4). Het verbruik van elektriciteit en verwarming kende een daling tussen 2011 en 2014 net zoals in de provincie (figuren 42.5 en 42.6). 32% van de inwoners van Bree meldt vaak/altijd last te hebben van zwerfvuil (35% in het gewest) en 11% vaak/altijd last te hebben van sluikstort (17% in het gewest).

22 Rond veiligheid behaalt Bree goede resultaten bij de ondervraagden. 90% van de ondervraagden voelt zich zelden of nooit onveilig in de stad. In vergelijking met het clustergemiddelde (86%) en het gewestgemiddelde (86%) is dit een goede statistiek (figuur 43). Omtrent vandalisme en het onveiligheidsgevoel in de buurt of wijk kan ongeveer een gelijkaardige conclusie worden afgeleid (figuren 44, 45).

Als vijfde element is er het gezondheidsaanbod, de ouderenzorg en kinderopvang. 87% van de inwoners is tevreden over het aanbod van de gezondheidsvoorzieningen in de stad. Van figuur 46 valt af te leiden dat 73% van de ondervraagden tevreden is over de ouderenvoorzieningen. Op dit vlak scoort Bree iets minder goed dan het clustergemiddelde (77% tevreden) maar beter dan het gewestgemiddelde (72%). Het aanbod in de ouderenzorg kan gerelateerd zijn aan mindere tevredenheidsscores. Bree heeft 5,1 woonzorgcentra per 100 ouderen (65+), wat in lijn ligt met 5,1 voor de provincie en 6,1 voor het gewest (figuur 47). Op het vlak van aanbod van dagverzorgingscentra heeft Bree een groter aanbod met 3,2 per 100 ouderen vergeleken met provincie (2,0) en gewest (2,0). Wat betreft de andere zorgcentra (assistentiewoningen, centra voor kortverblijf en lokale dienstcentra) scoort de stad minder dan de provincie en het gewest (figuur 47). Bree heeft in vergelijking met de referentiegebieden een lager aantal kinderopvangplaatsen (149 plaatsen in 2017) (figuren 47.1 en 47.2).

Het volgende element is het onderwijs. Van de ondervraagden is 89% tevreden over het onderwijs, wat schommelt rond de score van de cluster (91%) en het gewest (88%) (figuur 48). Verder, op het vlak van schoolse achterstand, kan afgeleid worden dat 9,5% van de leerlingen lager onderwijs één of meer jaren schoolse achterstand had in 2017. Dit is een score die onder het gemiddelde ligt van de provincie (10,4%) en het gewest (12,2%) (figuur 49). Daarenboven kan vastgesteld worden dat 3,8% van de leerlingen secundair onderwijs twee of meer jaar schoolse achterstand had in 2017, een cijfer dat ook lager ligt vergeleken met de provincie (4,9%) en het gewest (5,2%) (figuur 50).

Als laatste element is er de mobiliteit in Bree. Hierbij worden twee belangrijke alternatieven voor de wagen geanalyseerd: het openbaar vervoer en de fiets. Bree scoort hier gemengde resultaten. De stad scoort bovengemiddeld laag op de vraag of er voldoende openbaar vervoer is (figuur 51). 49% is het oneens dat er voldoende openbaar vervoer is, in de cluster is dit 25% en in het gewest 30%. Echter, de fietspaden scoren dan weer zeer goed in vergelijking met de benchmark. 68% vindt dat er voldoende fietspaden zijn (versus 43% en 42% in de cluster en het gewest) en 69% is tevreden over de staat van de fietspaden (versus 43% en 45% in de cluster en het gewest) (figuren 52.1 en 52.2). Het aantal verkeersongevallen met letsel t.o.v. aantal inwoners ligt hoger in Bree dan voor de referentiegebieden. In 2017 waren in absolute aantallen 64 verkeersongevallen met letsel (figuren 53.1 en 53.2).

We kunnen besluiten dat Bree een algemene tevredenheid heeft van 77%. Gemiddeld scoort Bree met de verschillende elementen beter dan de benchmark. Er zijn sterke resultaten omtrent sport- en culturele voorzieningen, uitgaansmogelijkheden, natuur en milieu, veiligheid, onderwijs en fietspaden. Echter, er zijn toch twee opmerkelijke vaststellingen. Ten eerste, ook al daalt de absolute de CO2-uitstoot per inwoner, de gemiddeldes blijven hoger in vergelijking met Limburg en het gewest. Ten tweede, blijkt hieruit ook een werkpunt omtrent het openbaar vervoer. Een verbetering van het aanbod van openbaar vervoer zou de tevredenheid hierover laten toenemen en de CO2-uitstoot per inwoner potentieel verder laten dalen.

23 6. Algemene tevredenheid

Figuur 33: Tevredenheid over stad/gemeente - 2017

100 77 77 77 77 80 60 40 12 11 14 14 14 20 9 9 9 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 34: Tevredenheid over buurt - 2017

100 82 81 81 82 80 60 40 12 20 9 9 9 7 10 10 10 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 35: Fierheid over stad/gemeente - 2017

80 66 69 69 72 60 40 27 23 22 22 20 7 9 8 7 0 Oneens (%) Neutraal (%) Eens (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

24 7. Cultuur & vrije tijd

Figuur 36: Tevredenheid sportvoorzieningen - 2017

100 84 77 79 75 80 60 40 15 14 17 20 8 7 9 5 11 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 37: Tevredenheid recreatievoorzieningen - 2017

100 78 83 80 71 67 60 40 21 12 16 19 13 20 6 10 4 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 38: Tevredenheid culturele voorzieningen - 2017

100 75 73 76 80 66 60 40 13 18 18 21 17 20 7 10 7 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 39: Tevredenheid uitgaansgelegenheden - 2017

80 64 60 51 41 40 29 32 30 40 22 22 27 28 20 13 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

25 8. Natuur en milieu

Figuur 40: Tevredenheid over het groen - 2017

88 100 81 75 77 80 60 40 14 15 14 20 4 10 9 3 9 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 41: Voldoende groen in stad/gemeente - 2017

89 100 82 78 82 80 60 40 12 11 20 7 10 8 4 10 7 0 Oneens (%) Neutraal (%) Eens (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 42.1 CO2-uitstoot per inwoner (ton) - 2017 8,0 7,4 6,2 5,8 5,5 6,0 5,4 5,0 4,0 2,0 0,0 2013 2014 2015 2016

Bree Provincie Gewest

Figuur 42.2: Verdeling van CO2-uitstoot per sector (ton) - 2016

Bree Provincie

tertiair particulier tertiair 9.515 en 557.794 commercie huishoud particulier huishoude el vervoer ens en ns 24.509 commerci 24.656 1.422.89 eel 1 vervoer 1.561.18 industrie industrie 5 (niet-ETS) openbare (niet- 29.921 verlichting ETS) 205 600.314 openbaar landbouw landbouw vervoer 119.792 openbare 8.570 openbaar 539 vervoer verlichtin 28.490 g 9.080

26 Figuur 42.3: Verdeling van CO2-uitstoot per sector per inwoner (ton) - 2016

2,50 2,04 1,90 2,00 1,81 1,65 1,55 1,56 1,49 1,50 0,81 0,79 1,00 0,70 0,600,65 0,54 0,50 0,03 0,33 0,03 0,14 0,01 0,01 0,01 0,03 - tertiair particulier en openbare openbaar landbouw industrie (niet- huishoudens commercieel verlichting vervoer ETS) vervoer

Bree Provincie Gewest

Figuur 42.4: Geïnstalleerd vermogen zonnepanelen < 10 kW per huishouden (kW/huishouden)

1 0,8 0,85 0,69 0,6 0,4 0,27 0,2 0,2 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bree Provincie

Figuur 42.5: Elektriciteitsverbruik per huishouden (kWh/huishouden)

5.000 4.321 4.000 4.324 3.476 3.000 3.286 2.000 1.000 - 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bree Provincie

Figuur 42.6: Verbruik voor verwarming per huishouden (kWh/huishouden) 25.000 19.107 20.000 20.140 15.491 15.000 15.968 10.000 5.000 - 2010 2011 2012 2013 2014

Bree Provincie

27 Figuur 42.7: Personenwagens per brandstof - stad/gemeente - 2017

6000 5551

5000

4000 2985 3000

2000

1000 77 55 11 10 8 6 3 2 0

Figuur 42.7: Aandeel (%) van de inwoners dat de afgelopen maand vaak of altijd last heeft ondervonden van sluikstort - 2017

40% 35% 34% 32% 35% 30% 24% 24% 17% 20% 11% 10% 0% Af en toe zwerfvuil Vaak/altijd zwerfvuil Af en toe sluikstort Vaak/altijd sluikstort

Bree Gewest

28 9. Veiligheid

Figuur 43.1: Onveiligheidsgevoel stad/gemeente - 2017

100 90 86 86 83 80 60 40 12 11 15 20 9 1 2 3 2 0 Nooit/zelden (%) Af en toe (%) Vaak/altijd (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 43.2: Onveiligheidsgevoel buurt/wijk - 2017

88 100 86 79 82 80 60 40 12 18 14 10 20 2 3 3 2 0 Nooit/zelden (%) Af en toe (%) Vaak/altijd (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 44: Vandalisme - 2017

100 87 85 85 85 80 60 40 11 12 12 12 20 1 3 3 3 0 Nooit/zelden (%) Af en toe (%) Vaak/altijd (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

10.1 Gezondheidsaanbod

Figuur 45: Tevredenheid gezondheidsvoorzieningen - 2017

100% 87% 87% 80% 60% 40% 20% 4% 4% 9% 9% 0% Oneens neutraal eens

Bree Gewest

29 10.2 Ouderenzorg

Figuur 46.1: Tevredenheid ouderenvoorzieningen - 2017

100 73 77 72 78 80 60 40 20 17 19 17 20 7 7 9 6 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 46.2: Overzicht van aanbodratio per groep 65+ - 2016

7 6,1 6 5,1 5,1 5 4 3,2 3 2,0 2,0 1,4 1,8 1,4 1,7 1,8 1,8 2 1,0 0,7 1 0,0 0 aanbodratio WZC aanbodratio CVK aanbodratio DVC aanbodratio AW aanbodratio LDC (t.o.v. 65-plussers) (t.o.v. alle 65- (t.o.v. 65-plussers) (t.o.v. 65-plussers) (t.o.v. 65-plussers) [per 100] plussers) [per [per 10.000] [per 100] [per 10.000] 1.000] Bree Provincie Gewest

10.3 Kinderopvang Figuur 47.1: Tevredenheid kinderopvang - 2017

80% 67% 69% 60% 40% 21% 22% 12% 20% 9% 0% Ontevreden Neutraal Tevreden

Bree Gewest

Figuur 47.2: Overzicht opvangplaatsen Figuur 47.3: Aantal opvangplaatsen voor baby's en peuters in gemeente/stad per 100 baby's en peuters - 2017

200 50% 42,42% 149 36,93% 138 40% 150 115 30,56% 30% 100 20% 50 10% 0 0% 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

30 11. Onderwijs

Figuur 48: Tevredenheid onderwijs - 2017

100 89 91 88 90 80 60 40 10 9 20 1 2 3 2 7 8 0 Ontevreden (%) Neutraal (%) Tevreden (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 49: Leerlingen lager onderwijs met één jaar of meer schoolse achterstand (t.o.v. leerlingen lager onderwijs)* 15% 14,0% 12,5%11,9% 12,3% 9,5%10,4% 10%

5%

0% 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

Figuur 50: Leerlingen secundair onderwijs met twee jaar of meer schoolse achterstand (t.o.v. leerlingen secundair onderwijs) 8% 5,5% 5,9% 6% 4,9% 5,2% 3,7% 3,8% 4%

2%

0% 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

*De leerlingen worden hier ingedeeld naar schoolgemeente, meer bepaald naar de vestigingsplaats van de school waar ze ingeschreven zijn.

31 12. Mobiliteit

Figuur 51: Voldoende openbaar vervoer in de stad/gemeente - 2017

80 62 56 60 49 42 40 43 40 25 30 13 14 15 20 11 0 Oneens (%) Neutraal (%) Eens (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 52.1 Voldoende fietspaden in de stad/gemeente - 2017

80 68 65 60 43 42 34 35 40 23 22 18 18 15 17 20 0 Oneens (%) Neutraal (%) Eens (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

Figuur 52.2: Tevredenheid staat van de fietspaden - 2017

69 80 62 60 43 45 33 32 40 24 23 15 19 16 19 20 0 Oneens (%) Neutraal (%) Eens (%)

Bree Cluster Gewest HVZ

32 Figuur 53.1: Aantal verkeersongevallen met letsel in de stad/gemeente

90 80 70 60 50 40 62 58 30 20 10 9 4 0 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Verkeersongevallen met lichtgewonden [aantal]

Verkeersongevallen met zwaargewonden [aantal]

Figuur 53.2: Verkeersongevallen met letsel (t.o.v. inwoners) [per 1.000]

6 4,85 4,68 4,82 4,02 4 3,153,56

2

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

33 D. Economie & werk

Inleiding Economie en werk zijn noodzakelijk voor de aantrekkelijkheid en werking van een bestuur. Om deze twee elementen verder te bestuderen, werden volgende thema's geanalyseerd: - Demografie van bedrijven - Werkzaamheid - Armoede - Toerisme - Financieel beleid In de samenvatting worden de bovenstaande topics in detail besproken. Samenvatting

Demografie van bedrijven

In de lokale economie van Bree kan een stijging worden vastgesteld van het aantal bedrijven tussen 2011 en 2017 (+12,2%). In 2017 waren er 1 511 geregistreerde bedrijven (figuur 54). Deze groei wordt positief beïnvloed door het aantal nieuwe bedrijfsoprichtingen en negatief beïnvloed door het aantal bedrijfsstopzettingen. Op figuur 55 kan worden gezien dat het aantal bedrijfsoprichtingen en de bedrijfsstopzettingen in lijn liggen met het provinciaal- en gewestgemiddelde.

Indien de type bedrijven wordt bekeken in Bree, kan een vrij vergelijkbare opdeling worden gezien als in de provincie en het gewest (figuur 56.1). Op figuur 56.1 kan ook gezien worden dat ongeveer 27% van de bedrijven geen micro-bedrijven (1 tot en met 9 werknemers) zijn, terwijl dit in de provincie en het gewest respectievelijk 25% en 20% is. Dit kan wijzen op meer stabiele werkgelegenheid.

Werkzaamheid & sociale impact

Volgens het Federaal Planbureau (Economische vooruitzichten 2018-2023, juni 2018) nam de werkgelegenheid in België in 2016 en 2017 toe door de aantrekkende conjunctuur en door de genomen maatregelen sinds 2015 voor de vermindering van de arbeidskosten. Het aantal jobs nam in de periode van 2016 en 2017 toe met 123 000 eenheden (gemiddeld +1,3% per jaar). Gezien de toenemende loonkostenstijging verwacht men een werkgelegenheidstoename van 100 000 personen in 2018 en 2019 (gemiddeld 1,1% per jaar). Hiermee gepaard, zakte de werkloosheidsgraad enorm van 2015 tot 2017. De afname van de werkloosheid bedroeg 99 000 personen tijdens de afgelopen drie jaar en zou dit jaar nog versnellen (-46 000 personen), mede door de groei in arbeidsplaatsen en een zwakkere toename van beroepsbevolking. De werkloosheidsgraad daalt in België van 10,4% in 2017 tot 9,5% in 2018 en zou verder dalen tot 7,2 % in 2023.

In Vlaanderen er is sinds 2017 elk kwartaal een lichte stijging van de werkgelegenheidsgraad. Voor het tweede kwartaal van 2018, volgens de huidige inschattingen, kwam dit neer op 74,5% werkgelegenheidsgraad (Stabel, oktober 2018).

In 2017 waren er 460 niet-werkende werkzoekenden in Bree (figuur 57). Hiermee heeft de stad een werkloosheidsgraad in 2016 van 6,7% (figuur 58) die daalt sinds 2014. Dit percentage ligt onder de werkloosheidsgraad van de provincie (7,9%) en het gewest (7,4%).

31 Wat nog opvalt is dat de werkloosheidsgraad voor jongeren (18-24 jaar) hoger ligt in Bree (19,1%) ten opzichte van de provincie (17,9%) en het gewest (18,6%) in 2017 (figuur 59.1).

Hiertegenover staat een fluctuatie in het aantal vacatures (figuur 60). Tussen 2011 en 2018 daalde eerst het aantal beschikbare vacatures tot in 2016 waarna het aantal weer toenam. In 2018 zijn er 77 beschikbare vacatures in Bree. Deze tendens valt ook te zien op figuur 61, daar het aantal beschikbare vacatures per 100 niet werkende werkzoekenden 10,3 is in 2017, t.o.v. 20,5 in 2011, maar wel weer stijgt vanaf 2015. Dit zou erop kunnen wijzen dat de huidige en gunstige economische conjunctuur terug meer en meer vacatures voortbrengt waardoor de werkloosheid daalt.

De jobratio is de verhouding (in %) van de totale werkstelling op de bevolking ten opzichte van de beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar). Voor Bree was dit 80,6% in 2016 (figuur 62). Dit betekent dat er per 100 personen op beroepsactieve leeftijd, 80,6 jobs beschikbaar zijn. Dit is beduidend meer dan in de provincie (64,3%) en in het gewest (69,5%).

Armoede

In dit stuk wordt een beeld gegeven over (1) het aantal inwoners met een inkomen onder de armoedegrens en over (2) de groepen met een verhoogd risico op armoede, die potentieel extra aandacht verdienen in het beleid.

Vooreerst is er het aantal leefloners. Alleen wanneer men geen toereikend inkomen heeft, komt men in aanmerking voor een leefloon. Het leefloon vult dat inkomen aan tot de wettelijke armoedegrens. Het recht op een leefloon kan voortvloeien uit het recht op maatschappelijke integratie (RMI) of uit het recht op maatschappelijke hulp (RMH of equivalent leefloon). In dit rapport verwijst het leefloon naar beide. Er kan worden vastgesteld dat er 66 leefloners waren in Bree in 2017 (figuur 63, links). Dit is een stijging ten opzichte van 2013 in absolute cijfers +15 personen). In vergelijking met de provincie en het gewest liggen deze cijfers lager (figuur 63, rechts).

Daarnaast is er de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Dit is een uitkering voor ouderen vanaf 65 jaar die pensioengerechtigd zijn maar van wie het inkomen onder de wettelijke armoedegrens valt. Via de inkomensgarantie wordt hun pensioen aangevuld tot dat niveau. Ouderen die een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB) hadden, blijven hierop recht hebben. In dit geval spreken we zowel over IGO als GIB. In Bree waren er 143 ouderen met GIB of IGO in 2017. Dit is procentueel ten opzichte van alle 65-plussers hoger in de stad (4,5%) dan in de provincie (3,7%) en in het gewest (4,3%) (figuur 64).

Vervolgens zijn er de personen met problematische schulden. Personen met schulden lopen een verhoogd risico om in armoede terecht te komen. In 2017 waren er 262 kredietnemers met één of meer achterstallige betalingen, ofwel 2,8% van de kredietnemers. Ten opzichte van de provincie (3,9%) en het gewest (3,9%) ligt dit percentage dan weer lager (figuur 65).

Als laatste categorie onder het thema armoede zijn er de kinderen die opgroeien in armoede. Via Kind & Gezin wordt een beeld geschetst over het aantal geboortes in kansarme gezinnen in Vlaanderen. Elke geboorte wordt getoetst op zes criteria (laag inkomen, lage opleiding ouders, zwakke arbeidssituatie van de ouders, vertraagde ontwikkeling van de kinderen, slechte ontwikkeling en zwakke gezondheid). Wanneer een kind 3 of meer scoort wordt het als kansarm aanzien. In 2017 vond in Bree 6,6% van de geboortes plaats in een kansarm gezin. Bree scoort hier sinds lange tijd opmerkelijk beter dan de provincie (14,2%) en het gewest (13,8%) (figuur 66).

32 Toerisme

Bree ondervindt de laatste jaren een groei in het aantal verblijfsgasten (aankomsten) en in het totaal aantal overnachtingen. Het aantal verblijfsgasten steeg van 13 351 in 2012 tot 16 237 in 2017 (+21,6%) en het aantal overnachtingen van 46 579 in 2012 naar 50 410 in 2017 (+8,2%) (figuur 67). De capaciteit van de logies, in tegenstelling tot de stijging in toerisme, daalde beetje bij beetje van 1 039 in 2012 tot 858 in 2017 (-17,4%) (figuur 68). Naar aanvoelen vanuit het bestuur, lijkt er geen tekort te zijn op vlak van logies.

Van de bovenvermelde verblijfsgasten komt meer dan 95% uit België en Nederland (75% uit België en 20% uit Nederland). Ter vergelijking, voor het totaal aantal verblijfsgasten in de provincie komt dit respectievelijk neer op 82% uit België en Nederland. Bree heeft dus een meer dan gemiddeld aantal verblijfsgasten uit België en Nederland (figuur 69). Ook kan vastgesteld worden dat 4,1% van het aantal inwoners tewerkgesteld is in de vrijetijdseconomie in Bree (versus 4,0% in de provincie) (figuur 70).

Financieel kader

In de eerste plaats kan vastgesteld worden dat de totale uitgaven hoger liggen in Bree dan de totale inkomsten per inwoner in 2017. De totale inkomsten/inwoner beliepen € 1 479 in 2017, terwijl de uitgaven € 1 794/inwoner bedroegen (figuur 71).

De totale ontvangsten per inwoner daalden de voorbije 4 jaar in Bree. Ten opzichte van 2014 is er een daling van de totale ontvangsten per inwoner van € 1 917 tot € 1 359 in 2017 (figuur 72). De totale uitgaven per inwoner bedraagt € 1 794 in 2017. In vergelijking met de provincie (€ 1 343/inwoner) en het gewest (€ 1 614/inwoner) wordt duidelijk dat in 2017, in vergelijking, de uitgaven in Bree gemiddeld hoger liggen (figuur 73).

De investeringsontvangsten per inwoner liggen in 2017 per inwoner in Bree (€ 260) hoger dan in de provincie (€ 70) en het gewest (€ 73) (figuur 75). De grootste verklaring van de sterk fluctuerende ontvangsten, zijn de investeringsprojecten waardoor er in sommige jaren plots een grote som bij komt. De categorie "andere ontvangsten per inwoner" varieert sterk van jaar tot jaar. Dit zijn de op te nemen leningen en leasings en terugvorderingen van aflossingen, deze daalden van € 518 in 2014 tot € 8 in 2017. De pieken in 2014 en 2016 worden verklaard door opnames van leningen door het bestuur (figuur 76).

Uit figuur 77 kan afgeleid worden dat inkomsten uit belastingen en boetes licht gedaald zijn van € 774/inwoner in 2014 tot € 745/inwoner in 2017. Deze liggen voor 2017 in lijn met het gewest (€ 745/inwoner), maar overtreffen de cijfers van de provincie (€ 638/inwoner).

De totale uitgaven per inwoner stegen gestaag. In 2017 bedroegen de uitgaven per inwoner € 1 794, terwijl deze in 2014 € 1 665 bedroegen. Dit komt vooral door de opvallende stijging in de "andere uitgaven" per inwoner van 2014 naar 2017 (+251%) omwille van vervroegde terugbetalingen. De exploitatie-uitgaven (-6,5%), investeringsuitgaven (-12,7%) en de schulden op lange termijn per inwoner (-25,6%) daalden namelijk van 2014 tot 2017. Diezelfde uitgaven van de provincie en het gewest daalden eveneens gestaag of bleven redelijk stabiel (figuren 78, 79, 80). De schulden op lange termijn per inwoner liggen wel beduidend hoger dan de provincie en het gewest, hoewel de kloof met de jaren afneemt omwille van de dalende schulden op lange termijn van Bree.

33 13. Demografie van bedrijven

Figuur 54: Aantal actieve ondernemingen (Actieve BTW-plichtigen sinds 2008, gebaseerd op het ondernemingsregister)

1.550 1.500 1.511 1.442 1.450 1.399 1.400 1.371 1.382 1.347 1.354 1.350 1.300 1.250 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Figuur 55: Oprichtingsratio, uittredingsratio & netto-groei ratio (2016) (Berekend als % van aantal actieve ondernemingen)

15% 10,5% 10,2% 10,2% 10% 6,0% 6,0% 5,9% 4,5% 4,2% 4,3% 5%

0% Oprichtingsratio Uittredingsratio Netto-groei ratio

Bree Provincie Gewest

Figuur 56.1: Sector & grootte van de bedrijven in stad/gemeente (%) (2015)

0,7 120 0,9 0,7 100 0,5 100 6 5 4 4 14 16 17 19 20 19 16 17 80 80 60 60 61 60 58 56 40 40 73 75 80 78 20 20 23 20 22 24 0 2 3 4 2 0 Bree Cluster Gewest HVZ Bree Cluster Gewest HVZ

Primaire sector Secundaire sector Micro Klein Middelgroot Groot Tertiaire sector Quartaire sector

Figuur 56.2: Aantal winkels Figuur 56.3: Aantal winkels (2017) (t.o.v. inwoners per 1.000)

15 180 173 11,3 9,9 170 10 8,3 158 8,4 7,3 160 5 7,2 150 0 140 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest Bree

34 14. Werkzaamheid

Figuur 57: Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) (18-64 jaar) 600 512 532 500 434 460 400 300 200 100 - 2014 2015 2016 2017

Figuur 58: Evolutie werkloosheidsgraad 9% 8,4% 8% 7,9% 7% 7,8% 7,4% 7,2% 6% 6,7% 5% 4% 2014 2015 2016

Bree Provincie Gewest

Figuur 59.1 Ratio aantal jonge NWWZ (18-24 jaar) op totaal NWWZ

23% 21% 19,5% 19,1% 19% 19,4% 18,6% 17% 18,1% 17,9% 15% 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 59.2 Aantal NWWZ (18-24 jaar)

600 500 400 127 161 300 200 223 211 100 84 88 0 2014 2015 2016 2017

18-24 jaar 25-49 jaar 50-64 jaar

35 Figuur 60: Evolutie aantal beschikbare vacatures in stad/gemeente 100 82 81 77 80 65 68 57 60 45 35 40

20

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Figuur 61: Evolutie aantal beschikbare vacatures, per 100 NWWZ in stad/gemeente 25 20,5 20 18,6

15 13,0 12,6 10,1 10,3 10 6,8 5

0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Figuur 62: Jobratio

90% 80% 80,6% 76,4% 70% 67,4% 69,5% 64,3% 60% 61,9% 50% 40% 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bree Provincie Gewest

36 15. Armoede

Figuur 63: Evolutie aantal leefloners* - Evolutie aantal leefloners in stad/gemeente - Aantal leefloners per 1.000 inwoners

80 10 9,0 6,8 60 6,0 4,5 4,2 66 5 3,3 40 51 20 0 0 2013 2014 2015 2016 2017 2013 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

Figuur 64: Ouderen met inkomensgarantie - Ouderen met een inkomensgarantie [aantal] - Ouderen met een inkomensgarantie (t.o.v. alle 65-plussers) [%] 155 6% 5,0% 4,5% 4,9% 4,5% 3,7% 4,3% 150 4% 145 2% 146 143 0% 140 2014 2015 2016 2017 135 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

Figuur 65: Kredietnemers met minstens één achterstallige betaling - Kredietnemers met minstens één achterstallige - Kredietnemers met minstens één achterstallige betaling in stad/gemeente [aantal] betaling [%]

270 262 6% 3,8% 3,7% 3,9% 3,9% 2,8% 260 4% 2,7% 250 2% 240 0% 240 230 2014 2015 2016 2017 220 2013 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest Figuur 66: Geboortes in kansarme gezinnen (in jaar x en 2 voorgaande jaren) 15% 14,2% 13,8% 11,2% 11,2% 10% 6,6%

5% 2,8%

0% 2013 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

*Jaarcijfers komen overeen met het aantal begunstigden die tijdens het vermelde jaar een tussenkomst voor een betreffende maatregel ontvingen. Een persoon kan meerdere maanden een steunverlening krijgen en zal slechts éénmaal geteld worden.

37 16. Toerisme

Figuur 67: Evolutie aantal verblijfsgasten (aankomsten) en totaal aantal overnachtingen

60.000 50.410 46.579 50.000 40.000 30.000 16.237 20.000 13.351 10.000 0 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Totaal aantal verblijsfgasten Totaal aantal overnachtingen

Figuur 68: Evolutie capaciteit logies 1.200 1.093 1.000 883 883 885 864 858 800 600 400 200 0 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Figuur 69: Herkomst verblijfsgasten (2017) 80% 74,8% 60% 60,8%

40% 20,9% 19,8% 20% 6,9% 6,4% 3,2% 2,5% 2,2% 1,7% 0,4% 0,3% 0% België [%] Nederland [%] Duitsland [%] Frankrijk [%] Engeland [%] Overige [%]

Bree Provincie

Figuur 70: Tewerkgesteld in vrijetijdseconomie (t.o.v. totaal aantal inwoners) (2016) 5% 4,1% 4,0% 4% 3% 2% 1% 0,5% 0%

Bree Provincie Gewest

38 17. Financieel beleid*

Figuur 71: Evolutie totale uitgaven en ontvangsten per inwoner in stad/gemeente 2.500 1.917 2.000 1.655 1.592 1.479 1.794 1.592 1.513 1.460 1.500 1.000 500 0 2014 2015 2016 2017 Totale ontvangsten/Inwoner Totale uitgaven/Inwoner

Figuur 72: Benchmark van totale ontvangsten per inwoner 2.300 1.917 1.800 1.605 1.595 1.359 1.410 1.300 1.479

800 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 73: Benchmark van totale uitgaven per inwoner 2.300

1.800 1.711 1.794 1.655 1.614 1.300 1.368 1.343

800 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

* Cijfers uit Individueel Financieel Profiel van Belfius, de cijfers hebben betrekking op rekening cijfers

39 Figuur 74: Benchmark van exploitatie ontvangsten per inwoner 1.700 1.500 1.439 1.441 1.300 1.247 1.184 1.246 1.100 1.211 900 700 500 2014 2015 2016 2017 Bree Provincie Gewest

Figuur 75: Benchmark van investeringsontvangsten per inwoner 300 260 250 200 153 150 100 87 84 73 50 70 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 76: Benchmark van andere ontvangsten per inwoner 600 518 400

200 105 82 81 0 77 8 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 77: Benchmark van gemiddelde belastingontvangsten & boetes per inwoner 800 774 728 750 751 745 700 671 650 600 638 550 500 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

40 Figuur 78: Benchmark van exploitatie-uitgaven per inwoner 1.350 1.250 1.224 1.214 1.150 1.050 1.024 998 1.002 950 933 850 750 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 79: Benchmark van investeringsuitgaven per inwoner 600 482 421 400 347 272 200 232 220

0 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 80: Benchmark van andere uitgaven per inwoner 500 440 400 300 200 175 140 100 112 129 122 0 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

Figuur 81: Schulden op lange termijn ten laste van de stad/gemeente per inwoner 2.700 2.200 2.324 1.700 1.728 1.200 1.029 926 813 700 765 200 2014 2015 2016 2017

Bree Provincie Gewest

41 Appendix - Overzicht clusters

Belfiuscluster

Cluster HVZ: - Hulpverleningszone Noord-Limburg (Bocholt, Bree, Ham, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, , , Meeuwen-Gruitrode, , en Peer) - Maaseik - Kinrooi

43 Appendix - Overzicht duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Bron: VVSG)

Doelstelling Uitleg

Beëindig armoede overal en in al haar vormen: Vandaag overleven vele mensen in ontwikkelingslanden met minder dan 1,25 dollar per dag. Ook in België echter blijft armoede een prangend probleem. We moeten armoede op nationaal vlak halveren tegen 2030. Het uiteindelijke doel is om armoede overal en in al haar vormen uit te roeien.

Beëindig honger, zorg voor voedselveiligheid /-zekerheid en promoot duurzame landbouw: Iedereen heeft toegang tot betaalbare voeding. Nieuwe landbouwtechnieken zullen gezond en kwalitatief voedsel op een duurzame manier verbouwen. Zo heeft elk mens voedselzekerheid.

Goede gezondheid en welzijn voor alle leeftijden: Kinder- en moedersterfte moeten dalen. Hetzelfde geldt voor drank- en druggebruik. Informatie over besmettelijke ziektes is noodzakelijk om de verspreiding ervan tegen te gaan. De VN wil mentale ziektes meer onder de aandacht brengen en pleit voor minder verkeersdoden.

Inclusief, gelijkwaardig, kwalitatief onderwijs en kansen voor levenslang leren voor iedereen: Jongens en meisjes kunnen vrij naar de lagere en middelbare school gaan. Ze krijgen ook de kans om verder te studeren. Technisch, beroeps-of universitair onderwijs moet vrij toegankelijk zijn, ongeacht geslacht of afkomst. De leeromgeving moet veilig en inclusief zijn. Daarnaast gaat deze doelstelling ook op een kwalitatieve voorschoolse zorg en ontwikkelen en over het opvoeden van leerlingen tot wereldburgers.

Gender gelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes: We moeten komaf maken met genderongelijkheid: het glazen plafond, de loonkloof en gendergeweld. Vrouwen hebben, net zoals mannen, recht op een goede gezondheid en kennis over seksualiteit. Er is nood aan een beleid en rechtspraak dat inzet op gendergelijkheid.

Toegang tot water en sanitair voor iedereen en duurzaam watergebruik: Iedereen heeft recht op veilig drinkbaar water en sanitaire voorzieningen. Waterschaarste moet aangepakt worden. Daarnaast moet er ook gewerkt worden aan duurzaam waterbeheer en verhoogde waterkwaliteit. Dit kan door vervuiling te verminderen, een stop op de dumping van chemicaliën en een goede behandeling van afvalwater. Betaalbare en duurzame energie: Iedereen moet toegang hebben tot betaalbare, betrouwbare en duurzame energie. We moeten energiearmoede bestrijden en onze

44 Appendix - Overzicht duurzame ontwikkelingsdoelstellingen

Langdurige, inclusieve en duurzame economische groei, volledige tewerkstelling en waardig werk voor iedereen: De VN wil slavernij, dwangarbeid en kinderarbeid uitroeien. Jeugdwerkloosheid moet aangepakt worden. Ondernemerschap moet ondersteund worden en we moeten streven naar economische groei, maar zonder schade toe te brengen aan het milieu.

Veerkrachtige/robuuste infrastructuur, inclusieve en duurzame industrialisering en innovatie: Een sterke economie en maatschappelijk welzijn steunen op een degelijke duurzame infrastructuur. Ook innovatieve industrie en internet voor iedereen zijn essentieel.

Vermindering van ongelijkheid binnen en tussen : Dit gaan onder meer over ongelijkheid op basis van inkomen, leeftijd, sekse en beperking. Discriminerende wetgeving en beleid kunnen niet. Sociale bescherming is belangrijk. Ontwikkelingslanden moeten ook meer inspraak krijgen in de besluitvorming van internationale financiële en economische instellingen.

Inclusieve, veilige, veerkrachtige en duurzame steden en gemeenschappen: Het heeft te maken met adequate en betaalbare woningen, duurzame mobiliteit en de milieu-impact van steden en gemeenten. Daarnaast maken ook veilige en groene publieke ruimtes, rampenbestrijding, duurzame ruimtelijke ordening en erfgoedbeheer deel uit van SDG 11.

Zorgen voor duurzame consumptie-en productiepatronen: Onze consumptiemaatschappij produceert veel afval. Grondstoffen duurzaam beheren en efficiënt gebruiken is dan ook een must. Daarnaast moeten we inzetten op een minder vervuilende en afvalarmere productie, een duurzaam aankoopbeleid en op duurzaam toerisme. Duurzaam consumeren kan ook door voedselverlies tegen te gaan en door recyclage en hergebruik van afvalproducten.

Dringende maatregelen nemen om de klimaatverandering en de gevolgen ervan te bestrijden: De klimaatverandering treft elk land in elk continent. Daarom dient het beleid maatregelen te voorzien, zoals maatregelen om de CO2-uitstoot te reduceren, en moeten burgers zich bewust worden van manieren van klimaataanpassing. De VN wil kwetsbare naties weerbaarder maken tegen natuurrampen. Bescherming en duurzaam gebruik van de oceanen, zeeën en mariene hulpbronnen voor duurzame ontwikkeling: Ecosystemen op de kust en in zeeën en oceanen

45 Appendix - Overzicht duurzame ontwikkelingsdoelstellingen

Bescherming, herstel en duurzaam gebruik van ecosystemen op het land: Ecosystemen op land zoals bossen, moerassen en gebergten dienen beschermd te worden. Behoud van de biodiversiteit is prioritair. Stropen en smokkel van beschermde diersoorten moeten we tegengaan. Aangetaste natuurgebieden worden hersteld.

Vrede, veiligheid en rechtszekerheid zijn essentieel om duurzame ontwikkeling te bevorderen: Dit gaat om het bestrijden van misdaad, corruptie en geweld, ook tegen kinderen, maar ook om het bevorderen van een sterke rechtsstraat waarin fundamentele vrijheden beschermd worden. Verder zijn effectieve en transparante instituties met aandacht voor burgerparticipatie en inclusieve besluitvorming onmisbaar.

De middelen voor de uitvoering versterken en het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling revitaliseren: De VN verwacht meer samenwerking: tussen bedrijven, regeringen, burgers en organisaties, maar ook tussen alle spelers onderling. Technologie, het delen van kennis, handel, financiën en data zijn heel belangrijk.

46 Appendix - Overzicht indeling landen

Europese Unie België Nederland, Frankrijk, Zuid-Europa: Italië, Spanje, Griekenland, Portugal, Malta, Cyprus en Gibraltar, Noord- en West-Europa: Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Ierland, Finland, Denemarken, Luxemburg, Zweden Oost-Europa (EU): Polen, Bulgarije, Roemenië, Slovaakse Republiek, Hongarije, Tsjechische Republiek, Letland, Litouwen, Slovenië, Kroatië, Estland

Buiten de Europese Unie Oost-Europa (niet-EU): Rusland, Kosovo, Servië, Oekraïne, Albanië, Bosnië-Hercegovina, Macedonië, Wit-Rusland, Moldavië, Montenegro Mahreb: Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Mauritanië Turkije Andere rijke landen: Canada, VS, Australië, Nieuw Zeeland, IJsland, Noorwegen , Zwitserland, Zuid- Korea, Japan, Israël, Andorra, Monaco, San Marina, Vaticaanstad Andere landen van Afrika Andere landen van Azië Andere landen van Zuid- en Centraal-Amerika Onbepaald

47 Appendix - Beschrijving en bron per figuur

Demografie

1 Evolutie van totale bevolking (absolute getallen) Provincies in cijfers

2 Evolutie van totale bevolking (%) Provincies in cijfers

Provincies in Cijfers - Statbel – 3 Overzicht bevolkingsevolutie Dienst demografie Gemiddeld aantal geboortes, sterftes, binnenlandse Provincies in Cijfers - Statbel – 4 migratie en buitenlandse migratie Dienst demografie Provincies in Cijfers - Statbel – 5 Evolutie natuurlijke aangroei (per 1.000 inwoners) Dienst demografie Provincies in Cijfers - Statbel – 6.1 Evolutie geboortes (per 1.000 inwoners) Dienst demografie Provincies in Cijfers - Statbel – 6.2 Aantal geboortes in gemeente/stad (aantal) Dienst demografie Provincies in Cijfers - Statbel – 7 Evolutie sterfte (per 1.000 inwoners) Dienst demografie Provincies in Cijfers - Statbel – 8 Evolutie aantal migraties (per 1.000 inwoners) Dienst demografie Evolutie aantal binnenlandse migraties (per 1.000 Provincies in Cijfers - Statbel – 9 inwoners) Dienst demografie Provincies in Cijfers - Statbel – 10 Evolutie aantal buitenlandse migraties (per 1.000 inwoners) Dienst demografie

11 Evolutie leeftijdsgroepen stad/gemeente Provincies in Cijfers - Rijksregister

12.1 Aandeel 0-24 jarigen Provincies in Cijfers - Rijksregister

12.2 Aandeel 65+ Provincies in Cijfers - Rijksregister

Vooruitzichten bevolking op middellange termijn (2017- 13 SDP 2030) op gemeentelijk niveau

14 Evolutie aandeel 0-24 jarigen Provincies in Cijfers - Rijksregister

15 Evolutie aandeel 65+ Provincies in Cijfers - Rijksregister

Evolutie aantal vreemdelingen (niet Belgische herkomst 16 Provincies in Cijfers - Rijksregister t.o.v. alle inwoners) Evolutie van het aantal vreemde nationaliteiten in 17 Provincies in Cijfers - Rijksregister stad/gemeente (niet Belgische herkomst) Benchmark: overzicht vreemde nationaliteiten (niet 18 Provincies in Cijfers - Rijksregister Belgische herkomst)

19 Gemiddeld aantal personen per privaat huishouden Provincies in Cijfers - Rijksregister

Provincies in Cijfers - POD maatschappelijke integratie, 20 Alleenstaanden t.o.v. particuliere huishoudens armoedebestrijding, sociale economie & grootstedenbeleid

Huisvesting

48 Provincies in Cijfers - Kadaster FOD 21 Verkoop woonhuizen & appartementen in stad/gemeente financiën

Provincies in Cijfers - Kadaster FOD 22 Evolutie verkoop woonhuizen & appartementen financiën Provincies in Cijfers - Kadaster FOD 23 Evolutie verkoop woonhuizen & appartementen financiën Statbel – Algemene Directie 24 Evolutie vastgoedprijzen stad/gemeente Statistiek Statbel – Algemene Directie 25.1 Benchmark vastgoedprijzen – woonhuizen Statistiek Mediaan prijzen appartementen in arrondissement Maaseik Statbel – Algemene Directie 25.2 - in €1 000 (2017) Statistiek Statbel – Algemene Directie 26.1 Benchmark vastgoedprijzen – appartementen Statistiek Mediaan prijzen woningen in arrondissement Maaseik - in Statbel – Algemene Directie 26.2 €1 000 (2017) Statistiek 27 Gemiddeld belastbaar inkomen Statbel – fiscale inkomens Gemiddelde woningprijzen t.o.v 28 Betaalbaarheidratio - woningen gemiddeld belastbaar inkomen Gemiddelde appartementsprijzen 29 Betaalbaarheidratio – appartementen t.o.v gemiddeld belastbaar inkomen

30 Bevolkingsdichtheid per km2 Provincies in Cijfers - Rijksregister

Provincies in Cijfers - Vlaamse 31 Sociale huurwoningen t.o.v. particuliere huishoudens maatschappij voor sociaal wonen

Aantal sociale huurwoningen in stad gemeente (Verhuurd Provincies in Cijfers - Vlaamse 32 door SVK + SHM) maatschappij voor sociaal wonen

Omgeving

33 Tevredenheid over stad/gemeente Gemeente- en stadsmonitor 2017

34 Tevredenheid over buurt Gemeente- en stadsmonitor 2017

35 Fierheid over stad/gemeente Gemeente- en stadsmonitor 2017

36 Tevredenheid sportvoorzieningen Gemeente- en stadsmonitor 2017

37 Tevredenheid recreatievoorzieningen Gemeente- en stadsmonitor 2017

38 Tevredenheid culturele voorzieningen Gemeente- en stadsmonitor 2017

39 Tevredenheid uitgaansgelegenheden Gemeente- en stadsmonitor 2017

40 Tevredenheid over groen Gemeente- en stadsmonitor 2017

41 Voldoende groen in gemeente Gemeente- en stadsmonitor 2017

Provincies in Cijfers - Departement 42.1 CO -uitstoot per inwoner (ton) 2 Leefmilieu, Natuur en Energie

Provincies in Cijfers - Departement 42.2 Verdeling van CO -uitstoot per sector (ton) 2 Leefmilieu, Natuur en Energie

Provincies in Cijfers - Departement 42.3 Verdeling van CO -uitstoot per sector per inwoner (ton) 2 Leefmilieu, Natuur en Energie

49 Limburg in Cijfers - Vlaamse Geïnstalleerd vermogen zonnepanelen < 10 kW per 42.4 Regulator van de Elektriciteits- en huishouden (kW/huishouden) Gasmarkt 42.5 Elektriciteitsverbruik per huishouden (kWh/huishouden) Limburg in Cijfers - Infrax Verbruik voor verwarming per huishouden Limburg in Cijfers - Statistiek 42.6 (kWh/huishouden) Vlaanderen Statbel - Statistiek van de 42.7 Personenwagens per brandstof - stad/gemeente (2017) motorvoertuigen Aandeel (%) van de inwoners dat de afgelopen maand 42.8 Gemeente- en stadsmonitor 2017 vaak of altijd last heeft ondervonden van sluikstort

43.1 Onveiligheidsgevoel in stad/gemeente Gemeente- en stadsmonitor 2017

43.2 Onveiligheidsgevoel buurt/wijk Gemeente- en stadsmonitor 2017

44 Vandalisme Gemeente- en stadsmonitor 2017

45 Tevredenheid gezondheidsvoorzieningen Gemeente- en stadsmonitor 2017

46.1 Tevredenheid ouderenvoorzieningen Gemeente- en stadsmonitor 2017 Aanbodratio per groep 65-plussers : WZC, CVK, DVC, AW, Provincies in Cijfers - Vlaams 46.2 LDC agentschap zorg en gezondheid 47.1 Tevredenheid kinderopvang - 2017 Gemeente- en stadsmonitor 2017 Overzicht opvangplaatsen voor baby's en peuters in 47.2 Limburg in Cijfers - Kind & Gezin gemeente/stad 47.3 Aantal opvangplaatsen per 100 baby's en peuters (2017) Limburg in Cijfers - Kind & Gezin

48 Tevredenheid onderwijs Gemeente- en stadsmonitor 2017

Gemeente- en stadsmonitor 2017 - Leerlingen lager onderwijs met één jaar of meer schoolse 49 Departement onderwijs en vorming achterstand (% t.o.v. Lln L.O.) van de Vl. Gemeenschap

Gemeente- en stadsmonitor 2017 - Leerlingen sec. onderwijs met twee jaar of meer schoolse 50 Departement onderwijs en vorming vertraging (% t.o.v. Lln sec. onderwijs) van de Vl. Gemeenschap

51 Voldoende openbaar vervoer in de stad/gemeente Gemeente- en stadsmonitor 2017

52.1 Voldoende fietspaden in de stad/gemeente Gemeente- en stadsmonitor 2017

52.2 Tevredenheid staat fietspaden Gemeente- en stadsmonitor 2017

53.1 Aantal verkeersongevallen met letsel in de stad/gemeente Provincies in Cijfers - Statbel

53.2 Verkeersongevallen met letsel (t.o.v. inwoners) [per 1.000] Provincies in Cijfers - Statbel

50 Werk en economie 54 Aantal actieve ondernemingen in de stad/gemeente Provincies in Cijfers - Statbel Oprichtingsgraad, stopzettingsratio & nettogroei van 55 Provincies in Cijfers - Statbel ondernemingen 56.1 Sector en grootte van de bedrijven in stad/gemeente Provincies in Cijfers - Statbel 56.2 Aantal winkels (t.o.v. inwoners per 1.000) Provincies in Cijfers - Locatus 56.3 Aantal winkels (2017) Provincies in Cijfers - Locatus 57 Niet-werkende werkzoekenden (18-64j) Provincies in Cijfers - Arvastat Steunpunt werk (Vlaamse 58 Evolutie werkloosheidsratio arbeidsrekening) 59 Ratio aantal jonge NWWZ (18-24j) op totaal NWWZ Provincies in Cijfers - Arvastat 60 Evolutie aantal beschikbare vacatures in stad/gemeente Provincies in Cijfers - Arvastat Evolutie aantal beschikbare vacatures, per 100 niet 61 Provincies in Cijfers - Arvastat werkende werkzoekenden in stad/gemeente Jobratio (verhouding totale tewerkstelling op inwoners op Provincies in Cijfers - Steunpunt 62 beroepsactieve leeftijd) werk (Vlaamse arbeidsrekening)

POD maatschappelijke integratie, 63 Evolutie van aantal leefloners armoedebestrijding, sociale economie & grootstedenbeleid

Provincies in Cijfers - Rijksdienst 64 Ouderen met inkomensgarantie voor pensioenen Provincies in Cijfers - Nationale 65 Kredietnemers met minstens één achterstallige betaling bank van België – kredietcentrale Geboortes in kansarme gezinnen (t.o.v. het totaal aantal 66 Kind & Gezin geboortes) Aantal verblijfsgasten (aankomsten) en totaal aantal Provincies in Cijfers - Algemene 67 overnachtingen directie statistiek – Statbel Provincies in Cijfers - Algemene 68 Evolutie capaciteit logies directie statistiek – Statbel Provincies in Cijfers - Algemene 69 Herkomst verblijfsgasten directie statistiek – Statbel Tewerkgesteld in vrijetijdseconomie (t.o.v. totaal aantal Provincies in Cijfers - Algemene 70 inwoners) directie statistiek – Statbel Evolutie totale uitgaven en ontvangsten per inwoner in 71 IFP stad/gemeente 72 Benchmark van totale ontvangsten per inwoner IFP 73 Benchmark van totale uitgaven per inwoner IFP 74 Benchmark van exploitatie-ontvangsten per inwoner IFP 75 Benchmark van investeringsontvangsten per inwoner IFP 76 Benchmark van andere ontvangsten per inwoner IFP Benchmark van gemiddelde belastingontvangsten & 77 IFP boetes per inwoner 78 Benchmark van exploitatieuitgaven per inwoner IFP 79 Benchmark van investeringsuitgaven per inwoner IFP 80 Benchmark van andere uitgaven per inwoner IFP 81 Schuld LT ten laste van de stad/gemeente per inwoner IFP

51