Proefschrift

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Proefschrift UvA-DARE (Digital Academic Repository) Krijgsvolk : militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse Leger, 1568-1590 Swart, E. Publication date 2006 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Swart, E. (2006). Krijgsvolk : militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse Leger, 1568-1590. Amsterdam University Press. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 Krijgsvolk Het Amsterdams Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw, gevestigd aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA, bevordert sinds 2000 de kennis van de geschiedenis en cultuur van de Republiek in de ‘lange’ zeventiende eeuw (ca. 1560-1720). De publicaties van het Centrum bieden inzicht in de gevarieerd- heid, de gelaagdheid en de voortdurende actualiteit van de Nederlandse Gouden Eeuw: de thema’s kunnen uiteenlopen van Rembrandt tot Vondel, van Beelden- storm tot Ware Vrijheid, en van Batavia tot Nieuw Amsterdam. Politiek, religie, cultuur, economie, expansie en oorlogvoering worden zoveel mogelijk met elkaar in verband gebracht. De redactie over de publicaties van de Amsterdamse Gouden Eeuw wordt gevoerd door internationale specialisten op het gebied van de geschiedenis, de kunst en de literatuur van de zeventiende eeuw. Voor meer informatie kijkt u op www.aup.nl/goudeneeuw of www.uba.nl/goudeneeuw. Omslagontwerp: Kok Korpershoek, Amsterdam Omslagfoto: De Friese edelman Foppe van Camstra als landsknecht, tweede helft zestien- de eeuw. (Collectie Fries Museum, Leeuwarden) ISBN-13 978 90 5356 876 7 ISBN-10 90 5356 876 X NUR 685 / 688 © Amsterdam University Press, 2006 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewij- zigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie- werken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Krijgsvolk Militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse leger, 1568-1590 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT Ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op woensdag 13 september 2006, te 10.00 uur door Erik Swart Geboren te Groningen Promotiecommissie Promotoren: Prof. dr. H.F.K. van Nierop Prof. dr. H. Amersfoort Overige leden: Prof. dr. J.C. Smit, Universiteit van Amsterdam Prof. dr. B.J. Kaplan, Universiteit van Amsterdam Prof. dr. L. Noordegraaf, Universiteit van Amsterdam Dr. M.C. ’t Hart, Universiteit van Amsterdam Dr. O. van Nimwegen, Nederlandse Defensie Academie, Breda Dr. D.J.B. Trim, Newbold College, Bracknell, V.K. Faculteit: Faculteit der Geesteswetenschappen Inhoud 9 Woord vooraf 11 Glossarium 13 Inleiding 16 De Militaire Revolutie 18 Uitgangspunten 26 Opzet en bronnen 29 Hoofdstuk 1. ‘Die Nederlantsche intestine ooirloghe’ 30 Oranje als ‘warlord’ in 1568 en 1572 34 Holland en Zeeland 1572-1579 41 De generaliteit 1576-1580 49 Van Anjou tot Leicester 1580-1585 54 Leicester, de Staten-Generaal en Maurits 1586-1589 60 Besluit 63 Hoofdstuk 2. ‘Ich armer Landesknecht’ 64 Legervorming en legermacht in de zestiende eeuw 71 Het landsknechtenwezen 74 De afschaffing van het landsknechtenwezen in de Nederlanden 78 De krijgsartikelen 82 Fysieke arbeid 84 Conclusie 5 88 Hoofdstuk 3. ‘Le faict des monstres’ 89 Monstering en revue 91 Monsterfraude 96 Monstering voor en tijdens de Opstand 107 Bestrijding van de fraude 112 Conclusie 115 Hoofdstuk 4. ‘Judicature militaire’ 116 Karel V en Filips II 121 Holland na 1572 127 De Staten-Generaal vanaf 1576 132 Gelre, Friesland en Groningen 137 Conclusie 141 Hoofdstuk 5. ’T beleyt der oorloge’ 143 Het voetvolk: haakbus en musket 148 De ruiterij: het radslotpistool 156 Strategie: vestingen en veldslagen 165 Alternatieve strijdmethoden 169 Conclusie 175 Hoofdstuk 6. ‘Hoochbedrangte arme underthanen’ 176 Inkwartiering 185 De zorg voor zieke en gewonde soldaten 189 Sauvegardes en verdingen 198 Conclusie 201 Conclusie 207 Summary 6 213 213 Lijst van afkortingen 215 Bronnen en literatuur 215 Archieven 219 Database correspondentie Willem van Oranje 219 Gedrukte bronnen 225 Literatuur 251 Register 257 Bijlagen 259 A. Hoge militaire ambten in de Nederlanden ca. 1550 - ca. 1590 265 B. Overzicht organisatie Nederlandse en Franse compagnieën 269 C. Nederlandse artikelbrieven uit de zestiende eeuw 271 D. Troepensterkte van de rebellen 7 Woord vooraf De Republiek der Verenigde Nederlanden was in de zeventiende eeuw een Euro- pese grote mogendheid. Naar de militaire macht waarop de positie van deze staat stoelde is echter naar verhouding weinig onderzoek gedaan. Het project Oorlog en Samenleving in de Gouden Eeuw, dat in 2001 van start ging onder auspiciën van het Amsterdams Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw, heeft tot doel hierin te voorzien. Dit proefschrift, dat het ontstaan van genoemde militaire macht tot onderwerp heeft, is een van een aantal publicaties dat binnen dit project is verschenen of nog zal verschijnen. Olaf van Nimwegen schreef een boek over het Staatse leger in de periode 1590-1678. Griet Vermeesch bestudeerde over het tijd- vak 1570-1680 de impact van oorlog op de samenleving in Gorinchem en Does- burg, twee ‘Frontier-Steeden’ van de Republiek. Peter De Cauwer voltooit eind 2006 zijn proefschrift over het beleg van Den Bosch in 1629. Marjolein ’t Hart ten- slotte publiceert een bundel waarin de nadruk op het vergelijkende internationale perspectief zal liggen. Zij zal verder een Engelstalige synthese schrijven die het hele project omvat. Geen mens is een eiland en dit boek is dan ook tot stand gekomen dankzij de begeleiding, hulp, advies of ondersteuning van velen. Allereerst natuurlijk dank aan mijn promotores Henk van Nierop en Herman Amersfoort voor hun kritische en immer prompte commentaar. Al bovengenoemde personen, benevens Paul Knevel en Leo Adriaenssen, namen deel aan de bijeenkomsten van het project Oorlog en Samenleving in de Gouden Eeuw, die een waardevol klankbord waren voor mijn ideeën. Andere collega-promovendi en leden van de ‘aio-club’ leverden commentaar op mijn werk en zorgden voor de broodnodige sociale cohesie: Michiel van Groesen, Femke Deen, Maartje van Gelder, Geertje Dekkers, Sebasti- aan Derks, Liesbeth Geevers, Emma Furniss en Coen Wilders. Sebastiaan ver- schafte me menige verwijzing naar literatuur en bronnen en stelde zijn kennis van het Spaans en Italiaans beschikbaar. Emma was zo vriendelijk mijn Engelse 9 Summary na te lezen. Hans Smit van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis ben ik dankbaar voor zijn hulp en kennis en voor het mogen gebruiken van de database van de correspondentie Willem van Oranje nog voor deze voor het publiek opengesteld was. Het personeel van de archieven die ik heb bezocht was immer behulpzaam en geduldig. Dit geldt met name voor het Nationaal Archief en het Koninklijk Huis- archief, beide te Den Haag en het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Dr. Peter Schiffer van het Hohenlohe Zentralarchiv maakte me wegwijs in het belangrijke en omvangrijke archief op het kasteel te Neuenstein. Mijn ouders Luderis Swart en Valerie van Dijk, benevens mijn zus Ingrid en mijn zwager Patrick dank ik voor hun steun, vertrouwen en aanmoediging. Ik draag dit boek op aan mijn grootouders, Johannes Swart, Grietje Koops, Menno Gerhardus van Dijk en Evelyn Lavinia Black. Voor hen is oorlog meer geweest dan slechts geschiedenis. 10 Glossarium Adelborst: oorspronkelijk waarschijnlijk een edelman die als gewoon soldaat te voet diende. Omstreeks het begin van de Opstand was echter geen van de adel- borsten nog van adel. De ‘edelluiden’, zoals ze ook wel werden aangeduid, waren toen ofwel onderbevelhebbers binnen een vendel, ofwel een synoniem voor de rondassiers, de met zwaard en rondas (schild) uitgeruste soldaten. Archer: oorspronkelijk lichter gepantserde lansier uit een ordonnantiebende, aan- geleverd door de hommes d’arme maar meestal niet
Recommended publications
  • 1 Genealogysk Jierboek 2011
    Genealogysk Jierboek 2011 1 FA nr. 1059 Genealogysk Jierboek 2011 © 2011 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert) Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam Opmaak: BW H ontwerpers, Ljouwert Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert NUR 680 ISSN 0928-0480 ISBN 978-90-6273-889-2 Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet. De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken. www.afuk.nl www.fryske-akademy.nl 2 ûnder redaksje fan ype brouwers, anne hielke lemstra, reid van der ley †, pieter nieuwland en jarich renema, heraldysk meiwurker: rudolf j. broersma Genealogysk Jierboek 2011 3 4 … Ynhâld Jan de Vries . Zeventiende-eeuwse Staversen, 7 naar aanleiding van het inventariseren van de grafschriften in de Nicolaaskerk Onno Hellinga . Genealogia Ayttana 125 en Paul N. Noomen Fryske Rie foar . Wapenregistraasje 309 Heraldyk 5 6 … Zeventiende-eeuwse Staversen, naar aanleiding van het inventariseren van de grafschriften in de Nicolaaskerk zeventiende-eeuwse staversen 7 8 jan de vries Zeventiende-eeuwse Staversen, naar aanleiding van het inventariseren van de grafschriften in de Nicolaaskerk 1. ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’ “Hier slaapt een rechtsgeleerd, die vlijtigh las de boeken, Van Bartolus en Bald´: En stak hun na de kroon. Vulcanus was zijn baas, hij Bachus echte zoon, die met pijp en ´t glas, het al wist te doorsoeken. Maar is van al dien derelijk ontbloot, en vast gebonden door de banden vande doot”. “Het bovenstaande merkwaardige grafschrift, dateerend van voor 1684, kon men eertijds te Staveren lezen”.1 Erg waarschijnlijk is dat niet, althans niet op een grafsteen zoals het citaat lijkt te suggereren.
    [Show full text]
  • De Opkomst Van De Nederlandsche Republiek. Deel 8 (Vert
    De opkomst van de Nederlandsche Republiek. Deel 8 J.L. Motley vertaling R.C. Bakhuizen van den Brink bron J.L. Motley, De opkomst van de Nederlandsche Republiek. Deel 8 (vert. R.C. Bakhuizen van den Brink). Van Stockum, Den Haag 1880 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/motl001opko08_01/colofon.htm © 2008 dbnl 5 Een woord vooraf Zooals de lezer zal ontwaren, is van het oorspronkelijk plan van dit werk afgeweken, voor zooveel het tijdperk betreft, waarmede deze afdeeling besluit. In plaats van de geschiedenis der Nederlanden te vervolgen tot aan de Synode van Dordrecht achtte de schrijver het meer in overeenstemming met zijn algemeen plan en verkieslijker voor den lezer, om zijn verhaal af te breken met het Twaalfjarig Bestand, waardoor de Republiek in de rij der Staten opgenomen en hare onafhankelijkheid door Spanje erkend werd. De geschiedenis toch van den Dertigjarigen Oorlog, waarmede de hernieuwde worsteling tusschen de Nederlandsche Republiek en de spaansche monarchie tot aan den europeeschen vrede van Westfalen samenvalt, omvat uit den aard der zaak al de belangrijkste gebeurtenissen die betrekking hebben tot Nederland. Met deze geschiedenis, die de voltooiing mag heeten van des schrijvers ‘Opkomst der Nederlandsche Republiek,’ houdt hij zich thans onledig; en hij hoopt eenmaal ook voor dat gedeelte te mogen rekenen op dezelfde welwillendheid, die zoo ruimschoots aan zijn vorigen arbeid is ten deel gevallen. Londen, Augustus 1867. J.L. Motley, De opkomst van de Nederlandsche Republiek. Deel 8 7 Eenentwintigste hoofdstuk Gevolgen van het vermoorden van Hendrik III. - Toebereidselen tot den inval in Frankrijk. - De Nederlanders besluiten een poging in het belang der vrijheid te wagen.
    [Show full text]
  • De Vrije Mes
    de vrije Mes Jaarboek Uitgegeven door het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde en de Fryske Akademy Zevenenzeventigste deel (1997) Redactie: Ph.H. Breuker, L.G. Jansma, G.Th. Jensma, H. Spanninga Redactieadres: Doelestraat 8 (Fryske Akademy) Leeuwarden CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Vrije De Vrije Fries: jaarboek: zevenenzeventigste deel (1997)/uitg. door het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde en de Fryske Akademy. - Ljouwert [Leeuwarden]: Fryske Akademy.-III.-(Fryske Akademy; nr. 851) Met lit.opg. ISBN 90-6171-851-1 NUGI 641 FA-nr. 851 Inhoud Personalia medewerkers en redacteuren Artikelen H. de Jong Fersierde slibtegels yn it Haskerkonvint Victoria B. Greep Wytskes in memoriam en de kroniek van haar familie K. van Berkel Het Oldeklooster in de Friese politiek, 1572-1580 Hans van de Venne Nogmaals Vibrandus Dominicus Bornstra (ca. 1530-ca rector te Gouda en professor te Dowaai Feico Hoekstra Wybrand de Geest, schilder van 'Asch en Stof' Onno Hellinga It register fan Feicke Tetmans (± 1537-1601) Tony (A) Feitsma Oardielen oer J.H. Halbertsma as etymolooch Ph.H. Breuker Feitsma fan replyk tsjinne oer Halbertsma Panorama fan Fryslân Geart de Vries Fryske kultuer Tineke Steenmeijer-Wielenga Fryske taal- en letterkunde S. ten Hoeve Monumintesoarch Archeologische kroniek van Friesland over 1996 Jaarverslag van het Fries Genootschap Personalia medewerkers en redacteuren K. van Berkel (1953), is sinds 1988 als hoogleraar in de Geschiedenis na de Middeleeuwen verbon­ den aan de Rijksuniversiteit te Groningen. J.M. Bos (1957), studeerde filosofie en middeleeuwse archeologie aan de Universiteit van Amster­ dam (prom. 1988), universitair docent aan het Archeologisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen.
    [Show full text]
  • Parenteel Van Constantinus De Monte. Generatie I
    Index Parenteel van Constantinus de Monte. Generatie I I. Constantinus de Monte heer van bergh, geboren omstreeks 1050, een Armeense prins, overleden (ongeveer 90 jaar oud) in 1140, begraven, trouwde met van Tecklenburg, begraven. Uit dit huwelijk 3 zonen. 1. Rabodo I van den Bergh, overleden tussen 1140 en 1174, volgt II [blz. 3]. 2. Everwinus van den Bergh, begraven. 3. Constantinus van den Bergh, overleden omstreeks 1186, begraven. Constantinus de Monte. Toon van Dalen (1) wees in Bergh; Heren, Land en Volk op een oudere naam van Constantinus de Monte, namelijk Constantinus van Melegarde. Deze naam verwijst naar het huidige dorp Malgarten ten noorden van Osnabrück. Hier hadden de graven van Tecklenburg een kasteel, dat aan het eind van de twaalfde eeuw werd omgebouwd tot een klooster. Constantinus, of Constantijn, zou uit de omgeving van Melegarde/Malgarten stammen en zijn naam te danken hebben aan de invloed die de Oost-Romeinse ofwel Byzantijnse cultuur in die tijd had. De eerste Duitse keizers wilden het aanzien van hun rijk - dat bekend stond als het Heilige Roomse Rijk - vergroten door de banden met het Oost-Romeinse Rijk aan te halen. Echter, er zijn maar een paar Constantijnen bekend, die ook nog familie van elkaar zijn. Het lijkt er dus niet op dat de eerste heer van Bergh zijn voornaam te danken had aan het beleid van de eerste Duitse keizers. Als de Byzantijnse cultuur echt invloed gehad zou hebben op de naamgeving in het Heilige Roomse Rijk, dan zouden er veel meer Constantijnen geweest moeten zijn. Dit vooral omdat Constantijn niet zo maar een Byzantijnse naam was.
    [Show full text]
  • De Vrij E Fri Es
    DE VRIJ E FRI ES TIJDSCHRIFT UITGEGEVEN DOOR HET FRIESCH GENOOTSCHAP VAN GESCHIED-, OUDHEID­ EN TAALKUNDE TWEE EN DERTIGSTE DEEL LEEUWARDEN N .V . NOORD-NEDERLANDSCHE BOEKHANDEL 1934 - FRYSKB JUOU:Jr.MY BIBLETEEK lJOUWEKT DE VRIJE FRIiÈS 'r~';3~ TIJDSCHRIFT UITGEGEVEN DOOR HET FRIESCH GENOOTSCHAP VAN GESCHIED-, OUDHEID­ EN TAALKUNDE REDACTIE : Mr. P. C. J. A. BOELES, Mejuffrouw R. VISSCHER en Dr. S. CUPERUS TWEE EN DERTIGSTE DEEL LEEUWARDEN N.V. NOORD-NEDERLANDSCHE BOEKHANDEL 1934 t INHOUDSOPGA VE Bladz. Dr. J. SCHOO, Over gelijkluidende kerkbouwsagen uit Fries­ land, Sleeswijk-Holstein en het Berner Oberland R. VISSCHER, Iets over eenige huizen in de Groote Kerk- straat te Leeuwarden. • . 0 0 0 57 J. KLEIJNTJENS SO Jo, Graaf Frederik van den Bergh en de mislukte onderneming tegen Friesland . 0 0 • 0 0 0 0 75 AREND LANG, Die "Normannenpoorten" der friesischen Dorfkirchen, ihre Entstehung und Bedeutung 0 0 • • 0 90 Or. A. L. HEERMA VAN VOSS, Adie Lambertszo en de zijnen. 113 Bespreking van Literatuur 0 • • • • • 0 • • • • • • • 137 • Over ~elijkluidende kerkbouwsa~en uit Friesland, Sleeswijk-Holstein en het Berner Oberland. Door Dr. J. SCHOO. (met twee bijlagen) I. SAGEN, WAARIN DE KERKBOUWPLAATS DOOR RUNDEREN IS AANGEGEVEN. Talrijk zijn de sagen, die over wonderbaarlijke gebeurtenissen weten te berichten, welke zich bij den bouw van kerken hebben afgespeeld. Vooral wordt gaarne verteld, wat de 'aanleiding is geweest, dat de kerk op haar tegenwoordige standplaats is verrezen. In vele gevallen wilde het aanvankelijk met den kerkbouw niet vlotten. Onoverkomelijke moeilijkheden deden zich voor en vaak waren wonderte.ekens noodig of moest de beslissing van het lot worden ingeroepen, voordat de juiste plek was gevonden en de bouw zonder stoornis kon worden vol­ tooid.
    [Show full text]
  • Cover Page the Handle
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29686 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Eekhout, Maria Francisca Davina Title: Material memories of the Dutch Revolt : the urban memory landscape in the Low Countries, 1566 – 1700 Issue Date: 2014-11-12 Marianne Eekhout Chapter 3 – Between public and private. Cherishing commemorative objects at home In 1626 skipper Dirk Scheij sailed his ship down the river Rhine from Cologne to supply the Dutch Republic’s troops. He succeeded in doing so without being captured by the Habsburg army, and as a reward he received a silver cup that displayed his journey (fig.25).1 The gift not only served as token of appreciation for his bravery but also exemplifies how individual achievements were honored in the seventeenth-century Low Countries. What set this cup apart from the relics we have seen in the previous chapter was the fact that the object itself had not witnessed the event but had been made specially to commemorate what had happened. While relics could come in every shape or size, and ranged from cannonballs to pigeons, these mementoes were often subject Fig.25 Samuel Vercoigne, silver cup to artistic conventions and frames of reference received by Dirck Scheij for his which people were familiar with and considered extraordinary achievement during the 2 appropriate for commemorative objects. Revolt (Rijksmuseum Amsterdam). Therefore they took more traditional forms, such as tapestries, paintings, prints as well as medals and objects made of silver. The aim of this chapter, however, is not to present an overview of objects made specially to commemorate the Revolt but rather to focus on how these objects entered the home, how they became part of someone’s personal identity and what happened to them after the original owner died.
    [Show full text]
  • Jaarboek Voor Munt
    JAARBOEK VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE 43 KON. NED. GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE AMSTERDAM 1956 Commissie van Redactie: Dr, H. Enno van Gelder, Voorburg; Dr. A. Gorter, Bilthoven; O. N. Keuzenkamp-Roovers, Groningen; Dr. A. N. Zadoks-Josephus Jitta, Amsterdam. Alle correspondentie betreffende redactie en administratie te richten aan het secretariaat: Lange Voorhout 50, 's-Gravenhage. DE STEDELIJKE MUNT VAN BOMMEL 1579 — 1590 door Dr. F. B. M. TANGELDER Het is bekend, dat de zestiende eeuw in ons land een periode van ver­ hoogde muntslag is geweest. Niet alleen de muntinstellingen van lands­ heren en gewesten, maar ook de geprivilegieerde muntbedrijven van edelen en steden ontplooiden in deze eeuw een uitzonderlijke activiteit. Enerzijds heeft dit zijn oorzaak gevonden in de uitbreiding van het geld­ verkeer, anderzijds heeft de toegenomen delving van edele metalen, vooral in de Nieuwe Wereld, daartoe bijgedragen. De geprivilegieerde muntbedrijven in het bijzonder hebben zich de geschapen situatie naar vermogen ten nutte gemaakt en hebben niet alleen hun voordeel gezocht in de revenuen Van een bona fide muntslag, maar ook in die van illegale practijken. Het hoogtepunt van deze stedelijke en heerlijke muntslag ligt in de jaren na de Pacificatie van Gent (1576). Deze na-pacificatiejaren waren namelijk voor deze muntslag in meerdere opzichten gunstig. Het centraliserende gezag des Konings was geschokt, de Staten-Generaal waren aan verdeeldheid ten prooi, de door de hoge edelen geleden ver­ liezen deden hen uitzien naar bijzondere inkomsten, terwijl de oorlogs- noodzaak zowel generaliteit als gewesten ertoe bracht de exploitatie hunner muntbedrijven te overspannen. Politieke en economische verhou­ dingen zijn dus in genoemde jaren voor de muntbedrijven van edelen en steden van bijzondere betekenis geweest.
    [Show full text]
  • The Netherlands After the Spanish Armada Campaign of 1588
    THE GROWTH OF A NATION; THE NETHERLANDS AFTER THE SPANISH ARMADA CAMPAIGN OF 1588 Dr. J.C.A. SCHOKKENBROEK Director del Scheepuarrthuseum de Amsterdan Introduction The Dutch historian Robert Fruin, at the time professor at Leyden University, was one of the first scholars who at the end of the nineteenth century paid special attention to the developments in the Low Countries during the decade 1588-1598. In his publication (Tien Jaren), Fruin tries to indicate that the years after 1588 have been of crucial importance to the development of the young Republic of the United Netherlands. His epos is one about "progress and victory" (1). Fruin has not been the only one fascinated by this time frame. Many scholars have followed. In my lecture I will try to indicate that much of the seed of change during this decade had already been implanted during the summer of 1588, when a mighty Spanish fleet endangered the coasts of England and the Netherlands. The Spanish Armada campaign did not succeed, and Dutch seamen had a — granted relatively modest— share in its failure (2). The way Dutch politicians and mariners responded to the threat of the Spanish Armada, combined with the threat of Alexander Farnese, duke of Parma, with his troops in the northwestern part of Flanders, has been of decisive importance to the way changes in the Republic of the United Netherlands took place. In order to discuss these consequences of the failure of the Spanish Armada campaign in a proper way, I very briefly would like to talk about the Dutch participation in the events that have had such great influence on the way world history took its course.
    [Show full text]
  • Smith, Justin Samuel Ewald (2017) "The Sword and the Law": Elizabethan Soldiers’ Perception and Practice of the Laws of Armed Conflict, 1569-1587
    Smith, Justin Samuel Ewald (2017) "The Sword and the Law": Elizabethan soldiers’ perception and practice of the laws of armed conflict, 1569-1587. PhD thesis. http://theses.gla.ac.uk/8552/ Copyright and moral rights for this work are retained by the author A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge This work cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the author The content must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the author When referring to this work, full bibliographic details including the author, title, awarding institution and date of the thesis must be given Enlighten:Theses http://theses.gla.ac.uk/ [email protected] ‘The Sword and the Law’: Elizabethan Soldiers’ Perception and Practice of the Laws of Armed Conflict, 1569-1587 Justin Samuel Ewald Smith MLitt, BA Submitted in fulfilment of the degree of Doctor of Philosophy, History School of Humanities College of Arts University of Glasgow October 2017 3 Abstract This thesis argues that contemporary views of the laws of arms among soldiers, and of the laws of war by legal theorists, influenced particular military campaigns and individual actions in a variety of armed conflicts. Elizabeth I’s officer corps were careful to act in wars so that their actions would be seen as honourable by outside observers in the belief that such actions would add to their personal glory. Their individual and corporate perception of the laws of war directly affected military practices.
    [Show full text]
  • De Strijd Om Breda in De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)
    De strijd om Breda in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) door KEES SCHULTEN De Nederlanden en de Tachtigjarige Oorlog Aan de vooravond van wat later de Tachtigjarige Oorlog zou worden genoemd, bestonden de Nederlanden grosso modo uit de huidige Benelux minus het prins-bis- dom Luik en uit een gedeelte van Noord-Frankrijk. Het betrof een conglomeraat van gewesten en gebieden waarvan Filips II van Spanje, zij het op verschillende ti- tels, de wettige landsheer was. Toen er oppositie ontstond tegen zijn beleid op bestuurlijk en godsdienstig ge- bied, probeerde Filips krachtig zijn wil op te leggen aan zijn Nederlandse onderda- nen. Uit die situatie kwam een opstand voort tegen het koninklijk gezag. De hoge en lage adel voelde zich in hun belangen geschaad. De harde vervolging van prote- stanten door de zeer katholieke koning joeg menigeen letterlijk in het harnas. De te- genstellingen tussen onwrikbare katholieken en even onwrikbare protestanten scherpten het politiek-religieuze conflict aan. Terwijl Filips II uitging van het vijand- beeld van rebellerende onderdanen van wie velen de neiging schenen te hebben ket- terse ideeën te koesteren, vonden de Nederlanders dat zij het recht hadden zich te verzetten tegen het in hun ogen onrechtvaardige beleid van hun landsheer. Daarbij bleven zij de vorst als hun heer erkennen, maar hielden de fictie in stand dat zij ageerden tegen de ’slechte’ dienaren van de vorst. Willem van Oranje en de zijnen probeerden aanvankelijk in 1568 en 1572 door invallen van buiten de Nederlanden een algemene opstand te ontketenen. Dit mis- lukte, hoewel hun aanhang gestaag groeide. Vanaf 1572 verklaarden meer en meer steden in Holland en Zeeland zich voor de prins van Oranje en kristalliseerde het verzet zich in deze twee provincies.
    [Show full text]
  • Twente En De Tachtigjarige Oorlog
    Twente en de Tachtigjarige Oorlog Anneke Koers 1 Voorwoord Behalve legenden zijn er ook tastbare resten van het verleden bewaard gebleven. Lange tijd speelde de herinnering geen rol bij historici, iets wat bij filosofen en dichters doodgewoon was. Door de emancipatie werden de gewone mensen belangrijk. De grote structuren waren echter voor hen niet interessant. De plaatsen die onze identiteit symboliseren werden belangrijk. Wat is de persoonlijke herinnering en hoe hangt die samen met de collectieve? Ik wil voor Twente daar een antwoord op geven. Hoe en waar treed ik de geschiedenis binnen? De herinnering aan de Opstand is een kapstok in mijn referentiekader. Het conflict tussen de Nederlanden en het Spaanse Rijk duurde van 1568 tot 1648. De Tachtigjarige Oorlog gaat over het militaire raadsel van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Toen in 1568 in de Nederlandse gewesten een opstand uitbrak tegen de Spaanse koning, was niet te voorzien dat deze zou uitmonden in de scheuring van de Nederlanden. Alleen de noordelijke gewesten wisten zich militair staande te houden. Zij vormden een onafhankelijke Republiek die steeds beter opgewassen was tegen het machtige Spanje. Hoe was dit mogelijk? Ik interesseer me voor het feit hoe de menselijke geschiedenis in elkaar zit. Luisteren naar verhalen over lang vervlogen dagen. Lugubere raadsels, sinistere geheimen en bovennatuurlijke verschijningen worden ongenadig tegen het licht gehouden. Opgetekend uit de monden van hen die allang uit de tijd zijn (tot stof zijn vergaan), maar in dit boek nog een keer hun gruwelijke stem verheffen. 2 Inleiding Filips 11, de zoon en opvolger van Karel V, was star en recht in de katholieke leer.
    [Show full text]
  • Jaarboek Voor Munt
    JAARBOEK VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE KON. NED. GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE AMSTERDAM 1957 Commissie van Redactie: Dr. H. Enno van Gelder, Voorburg; Dr. A. Gorter, Bilthoven; O. N. Keuzenkamp-Roovers, Groningen; Dr. A. N. Zadoks-Josephus Jitta, Amsterdam; N. E. H. J. J. Zon, 's-Gravenhage. Alle correspondentie betreffende redactie en administratie te richten aan het secretariaat: Zeestraat 71B, 's-Gravenhage. HET PEERDEKEN door A. VAN DER "WIEL f Het peerdeken is een van die kleine, aardige munten, die door de oudere schrijvers herhaaldelijk verkeerd benoemd zijn en dus ook in de catalogi regelmatig verkeerd benoemd werden en worden. Verkade noemt deze munten halve snaphaenschellingen; van der Chijs halve of mogelijk derde delen van snaphaenschellingen; De Voogt beschrijft ze als derde delen van snaphaenschellingen, doch Roest heeft ze terecht kwart snap- haenen genoemd, maar toch worden zij in de catalogus van het Museum Teyler en in vele andere catalogi weder als 1/3 snaphaen beschreven. Nochtans is het zeker, dat het kwart snaphaenen zijn, zoals overduide­ lijk blijkt uit de instructie van 16 september 1530, waarin Karei van Eg- mond als hertog van Gelderland zijn muntmeester o.a. gelast vierde delen van snaphaenen te slaan op een gehalte van 5 penningen en een gewicht van 80 in een mark, wat een zilverinhoud geeft van 1,282 gram, terwijl de snaphaenen geslagen werden op een gehalte van 8 penningen en een gewicht van 31 in een mark, wat een zilverinhoud geeft van 5,292 gram (zie: Roest, bijlage 3). Ook in later tijd blijven het steeds kwart schel­ lingen. De stad Zutphen 1 slaat ze in 1582/83 en in 1604/05 op een gehalte van 3 penningen 4 grein en een gewicht van 80 in een mark, gevende een zilverinhoud van 0,812 gram, wat vrijwel gelijk is aan de zilverinhoud van de kwart schellingen, die Zeeland van 1583 tot 1585 sloeg op een gehalte van 6 penningen en een gewicht van 150 19/32 in een mark, wat een zilverinhoud geeft van 0,817 gram.
    [Show full text]