PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. Bijlagen Michiel van Kempen bron Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. Uitgeverij Okopipi, Paramaribo 2002 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kemp009gesc05_01/colofon.htm © 2006 dbnl / Michiel van Kempen i.s.m. 5 Bijlage I Edities van Anansitori's Hoe het grote aantal edities van Anansitori's te rubriceren? Gert Oostindie merkt op dat geen van de hedendaagse Surinaamse culturen los gezien kan worden van het Nederlandse kolonialisme en de westerse cultuur. Hij stelt vervolgens die culturen voor als posities op een continuüm met aan de ene zijde de meest eigen, niet-westerse culturen, en aan de andere zijde de westerse, wellicht Nederlandse. Op de eerste meest extreme pool komen dan de inheemse culturen te staan met hun strikt eigen kosmologie, een positie verder de marrons, dan de creoolse volksklasse en tenslotte op de meest ‘Nederlandse’ pool de creoolse middenklasse. Zelf ziet hij de ‘verstikkende eenvoud, de dwangmatige toedeling van eigenschappen, de onhoudbare suggestie van onontkoombaarheid’ van het model maar al te goed in, en hij beseft dat met name de Aziatische bevolkingsgroepen zich aan een positionering op zo'n as onttrekken, maar hij meent er desalniettemin en ook op grond van de eigen concepties in Suriname ‘een zekere heuristische waarde en zelfs levensechtheid’ in te zien.1 Hanteerbaarder lijkt het model te worden wanneer het corpus strikt wordt afgebakend: dat van de editie van orale vertellingen en daar binnen het genre waarover het hier gaat: de Anansitori's. We kunnen een pool aanhouden van vertellingen die zo exact mogelijk worden geregistreerd, tot vertellingen die geheel en al geredigeerd zijn naar het voorbeeld van geschreven verhalen. Het model geeft echter pas inzichtelijke resultaten wanneer duidelijke parameters gehanteerd worden die het toelaten de verhalen in een vergelijkend verband te plaatsen. Hieronder zijn de belangrijkste uitgaven in kaart gebracht in chronologische volgorde, met aantal opgenomen vertellingen, taal, bron, doelgroep en karakter van de vertelling. Als die uitgaven worden gerangschikt naar de ‘authenticiteit’ van de vertellingen (nadrukkelijk tussen aanhalingstekens, want vanzelfsprekend is er zoiets als een oerbron niet bekend), dat wil dus zeggen in volgorde van de mate waarin zij dichter bij het orale vertellen staan, dan kan de volgende indeling worden gemaakt. Een eerste groep wordt gevormd door uitgaven van Anansitori's die pretenderen een letterlijke weergave te zijn van de door een verteller uitgesproken tekst. Hiertoe behoren de oudste collecties, aangelegd door antropologen. De verhalen van H. van Cappelle, opgetekend in 1901 en verschenen in de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indië (1916) en in zijn Mythen en sagen uit West-Indië (1926), zijn voornamelijk verzameld in Paramaribo en het district Nickerie. Die van Melville en Frances Herskovits, gepubliceerd in Rebel destiny (1934) zijn opgenomen onder de saamaka aan de Boven-Suriname, de vertellers van hun grote collectie in Surinam folk-lore (1936) leefden bijna alle in Paramaribo. Ook de vijf Anansitori's - in het Sranan - uit Sye! Arki tori! (1985) van Aleks de Drie kunnen tot deze groep gerekend worden. In de vertellingen van Van Cappelle, zo geeft hij ook zelf toe, is veel ‘ruis’ geslopen, dat wil zeggen dat ze niet meer de juiste uitdrukkingswijze van de vertellers weergeven, mede omdat er verschillende tussenstadia tussen ‘origineel’ en druk zijn en hij gebruik moest maken van een Javaans-Maleise tolk.2 De andere uitgaven kunnen als betrouwbare weergave van oraal vertellen beschouwd worden.3 1 Oostindie 1997: 134-135. 2 Van Cappelle 1926/78: 206. 3 Ook ‘Anansi nanga Tiegri’, verteld in het Sranan door de Coroniaan Ludwig Cameron, met Nederlandse vertaling in Pée e.a. 1953: 20-27 hoort tot deze categorie. Het is een nauwkeurig geregistreerd, authentiek-traditioneel verhaal voorzien van antropologisch-comparatistisch Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. Een tweede groep van uitgaven geeft vertellingen van traditionele verhaalstof, maar in een gestileerde vorm. Ook hierbinnen is er een wijd spectrum aan varianten. De uitgaven van het en linguïstisch commentaar. Ook de vier Anansitori in Penard & Penard 1917 en de twintig in Penard 1924 kunnen als authentieke registraties gelden. Idem voor de Anansitori bij Voorhoeve & Lichtveld 1975: 104-115. W. Ahlbrinck legde twee Anansitori in het Sranan vast, hem verteld in 1912 door Maria Helena Alexandrina Lie-A-Kwie-Doffer (1846-1916), die met Nederlandse vertaling werden gepubliceerd door Donicie 1952: 164-173. Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. 6 Summer Institute of Linguistics zijn in principe gebaseerd op bandopnamen, maar zin voor zin geredigeerd. In het geval van Anasi ku dee kau [Anansi en de koeien] (1984) van Johan Panza en René Bobo lijkt de geredigeerde vorm dicht bij een vertelsessie van verteller en antwoordgever te blijven, terwijl bij de meeste andere vertellingen wordt vermeld dat er is naverteld. De SIL-uitgaven zijn echter van belang, omdat ze altijd de oorspronkelijke taal geven, en bovendien de enige zijn met Anansi-vertellingen in het Saamaka en Sarnami. R. Dobru met zijn Anansi-tori (1979)4 en Noni Lichtveld in haar Anansi: de spin weeft zich een web om de wereld (1984) proberen in een aantal verhalen nog iets van het oude vertellen terug te roepen door herhalingen of rechtstreeks aanspreken van de lezer. Dobru en Lichtveld komen dan nog het dichtste in de buurt van speakerly texts, geschreven verhalen die de illusie willen wekken dat er sprake is van mondelinge overdracht. Ze maken ook meer dan de hierna te noemen boeken gebruik van Surinaams-Nederlandse taalelementen. S. Franke ( Anansie: De avonturen van Heer spin in Suriname , 1954)5, Jan Voorhoeve ( Dikke Ikke en de rest , 1979), Johan Ferrier ( Het grote Anansi boek , 1986)6, Thea Doelwijt ( Volksverhalen uit kleurrijk Nederland , 1990-1991) en Jules Niemel ( Anansi-tori , 1997) houden zich wel aan de plot van traditionele vertellingen, maar geven die in een stijl die weinig reflecteert van een mondeling verhaal. In al deze gevallen gaat het om boeken verschenen bij Nederlandse uitgeverijen, die primair bedoeld zijn voor de Nederlandse markt. Dat vraagt zijn prijs, niet alleen in min of meer uitgebreide toelichtingen die al deze boeken geven, maar ook in adaptatie van de taal aan het taalgebruik in Nederland. In een derde groep van Anansi-uitgaven zijn plot en vertelwijze geheel van de auteur zelf. De protagonisten zijn soms nog wel bekend uit de traditie, soms wordt er gebruik gemaakt van bepaalde traditionele elementen en daarop gevarieerd. Zo betrekt Edgar Cairo in Ba Anansi woi! woi! woi!: Die dood van Spin (1978) elementen uit de creoolse traditie als tussenwerpsels in het Sranan, traditionele formules, intermezzi, verteller en antwoordgever in een toneelstuk dat qua plot, taalgebruik en thematiek van geheel eigen Cairo-makelij is. Al de openingszin van Anansi tussen God en duivel (1997) van Noni Lichtveld maakt duidelijk dat we hier te maken hebben met een versie die sterk door het taalgebruik van Nederland is gekleurd: ‘Ontzettend lang geleden, toen God de wereld net zo'n beetje in elkaar had zitten, toen woonde Hij in Afrika.’ In Makuba wordt feministe! (1984) van Dorothee Wong Loi Sing, Avonturen met Anansie de spin (1982) van J. Koopman, Bruine bonen met zoutvlees (1992), Het zoo-syndroom (1992) en B'Anansi keert terug naar de eenentachtigste afslag (1997) alledrie van Ismene Krishnadath en Broeder Anansie in de politieke arena (1995) van Walther Donner hebben de auteurs hun verbeelding geheel de vrije loop gelaten. Koopman werd op het idee gebracht om (een wel erg braaf uitgevallen) Anansi in Nederland te introduceren toen hij op een ambassadepost in 4 Enkele eerder in Ravales 1972 en Dobru 1974. 5 Over Franke: Daalder 1950: 142-144. Één Anansitori uit Franke, ‘De begrafenis van geweer’, in Romijn & Stronkhorst 1959: 133-138. 6 Ferrier schreef ook Hoe Anansi een half dorp veroverde (2 deeltjes, ca. 1965) en volgens mededeling van Leonore de Vries (Van Kempen 1987b: 147) moeten er meer Anansiboekjes van zijn hand geweest zijn; ze zijn niet achterhaalbaar gebleken in openbare of privé collecties. Over Ferrier: Van Westerloo 1996: 266-285. Er bestaan opnames van Ferrier die Anansitori's leest: een daterend van 12-4-1983 in RNW, sign. 510.550; zeven van dezelfde omroep daterend van 7 tot en met 28-11-1984, sign. 544.049 t/m 544.055; een van de RVU, uitgezonden op 26-6-1985, in NAA, sign. NA117531; en een van de VARA, in NAA, dd. 28-8-1989, sign. VA9755. Interviews met Ferrier zijn aanwezig in RNW: van 16-9-1986 (sign. 553.636), 6-11-1995 (sign. 658890), 20-12-1995 (sign. 660324) en 27-12-1995 (sign. 660325). Lieke van Duin 1984b bespreekt Anansi-uitgaven, Wim Rutgers in de Amigoe Ñapa van 9-5-1987. Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. West-Afrika verbleef; hij introduceert de spin dus niet in Nederland via het Caraïbisch gebied, maar gaat wel vrij met de stof om. Het boek van Wong Loi Sing is een bewuste herschrijving in feministische zin van traditionele Anansitori's; zij doet geen poging de schijn op te houden dat het om een daadwerkelijk op mondelinge wijze gebracht verhaal gaat (ze hanteert wel Surinaams-Nederlandse taalelementen). Koop- Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 5. 7 man en Krishnadath schrijven nieuwe, eigentijdse verhalen voor de jeugd. Het dunst is het draadje tussen spintraditie en verhaal geworden in de ‘Caraibische komedie’ van Walther Donner, waarin geen spin meer voorkomt, maar een politieke intrigant de naam Ba Anansie draagt. In al deze uitgaven is Anansi een archetype geworden van óf de onscrupuleuze slimmerik, óf de survivor, zonder dat er verder veel is dat nog herinnert aan de afro-Surinaamse traditie.
Recommended publications
  • OSO. Tijdschrift Voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde En Geschiedenis
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 1997 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001199701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag De afbeelding op de voorzijde van de omslag is van G.W.C. Voorduin, Een plantage-slavenkamp, 1860-2. Kleurenlitho, 27 × 42,5. Leiden: Foto- en prentencollectie van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Op de achterzijde van de omslag is een reproductie A. Borret, ‘Creoolse met kist en bundel op het hoofd’, KITLV, cat. nr. 1.33.5 OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 4 N. Box 1825 (collectie Surinaams Museum, foto Roy Tjin). OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 5 Elmer Kolfin De muze met een missie Verbeeldingen van slavernij in de West c. 1650-1860 Twee eeuwen verbeelding van Surinaamse slavernij, van pakweg 1680 tot 1860, heeft welgeteld één fraai olieverfschilderij opgeleverd, flink wat gravures op landkaarten en in boeken, een behoorlijk aantal steendrukken en ook nogal wat tekeningen en aquarellen. Dat bracht Kalff ertoe in 1923 te schrijven dat in Suriname de slavenzweep de muze op de vlucht joeg (Kalff, 1923: 370). Maar hij reserveerde de muze alleen voor de schone kunsten, meer in het bijzonder voor mooie schilderijen. Het onderscheid van Kalff tussen esthetische en praktische afbeeldingen is echter niet zo eenvoudig te trekken. In dit artikel zou ik de muze daarom een ruimer terrein willen toebedelen en nagaan welke vormen ze aanneemt als het om verbeelding van slaven gaat en wat haar daarbij bezielt.
    [Show full text]
  • Buitengebied Steenwijkerland Inhoudsopgave
    Buitengebied Steenwijkerland Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting 3 Bijlage 1 planMER 5 2 Bijlagen bij de toelichting 3 4 Bijlage 1 planMER 5 PlanMER omgevingsplan Steenwijkerland 12 juni 2017 PlanMER omgevingsplan Steenwijkerland Een pilot in het kader van de Crisis- en herstelwet Kenmerk R002-1229318PMB-evp-V01-NL Verantwoording Titel PlanMER omgevingsplan Steenwijkerland Opdrachtgever Gemeente Steenwijkerland Projectleider Martijn Gerritsen Auteur(s) Paulien Bloemenkamp en Lex Bekker Projectnummer 1229318 Aantal pagina's 182 (exclusief bijlagen) Datum 12 juni 2017 Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven. Colofon Tauw bv BU Water & Ruimtelijke Kwaliteit Australiëlaan 5 Postbus 3015 3502 GA Utrecht Telefoon +31 30 28 24 82 4 Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO 9001 PlanMER omgevingsplan Steenwijkerland 5\182 Kenmerk R002-1229318PMB-evp-V01-NL 6\182 PlanMER omgevingsplan Steenwijkerland Kenmerk R002-1229318PMB-evp-V01-NL Inhoud Verantwoording en colofon .........................................................................................................
    [Show full text]
  • Ruimtelijke Onderbouwing Nieuwbouw Appartementen Aan De Klim Te Zuidveen Datum: 06 December 2016 Gewijzigd: 13 Februari 2017 Hoofdstuk 1 Aanleiding 2 Leeswijzer 2
    Ruimtelijke Onderbouwing Nieuwbouw appartementen aan De Klim te Zuidveen datum: 06 december 2016 gewijzigd: 13 februari 2017 Hoofdstuk 1 aanleiding 2 leeswijzer 2 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke en functionele structuur 3 Planbeschrijving 3 Hoofdstuk 3 Rijksbeleid 5 Provinciaal beleid 6 gemeentelijk Beleid 13 Hoofdstuk 4 Inleiding 16 Ecologie 16 Cultuurhistorie en archeologie 17 Hoofdstuk 5 Inleiding 18 Waterbeleid 18 Watertoets 19 Waterhuishouding 19 Voorkeursbeleid Waterhuishouding 20 Oppervlaktewater 20 Het gebruik van materialen 20 Aanleghoogte van de bebouwing 20 Wetgeving lozen in oppervlaktewater 20 Wetgeving grondwateronttrekking 21 Overstromingsrisico 21 Watertoets proces 21 Hoofdstuk 6 Milieu 22 Geluidhinder 22 Bodem 22 Luchtkwaliteit 23 Bedrijven en milieuzonering 24 Externe veiligheid 24 Milieubescherming 25 Verkeer 25 Kabels en leidingen 25 Hoofdstuk 7 Financiële Haalbaarheid Financiële haalbaarheid 26 Exploitatieplan 26 01 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het perceel is gelegen aan de Klim te Zuidveen, kadastraal bekend: Steenwijk, sectie C nummer 2955 (ged.) . Het huidige perceel is onbebouwd, het is wel mogelijk om hier te bouwen. Het perceel is bestemd voor wonen. De locatie valt in het bestemmingsplan ‘Veegplan Noordelijke Kernen’. De bestemming is Wonen-4, en het maximum aantal wooneenheden is sinds dit veegplan (10-5-2016) vastgesteld op 3. Andere bestemmingen die op dit kadastrale perceel liggen zijn de bestemming Tuin, een gedeelte van het nieuwe bouwblok valt hierin. Ook ligt op het kadastrale perceel de bestemming Verkeer, de door de gemeente te ontwikkelen parkeerplaatsen zijn vallen onder deze bestemming en zijn niet strijdig. De dubbelbestemming Waarde Archeologie-2 is van toepassing op het kadastrale perceel. Opdrachtgever is voornemens om een kleinschalig woongebouw te ontwikkelen op deze locatie.
    [Show full text]
  • New Dutch Fiction
    NEW DUTCH Autumn 2020 Dutch Foundation for Literature FICTION This new edition of New Dutch Fiction once again presents a selection of books recently published in the Netherlands, books that have been included for their artistic and commercial success. Who decides the contents? Do you work together with Dutch publishers and agents? We want to showcase the best fiction from the Netherlands. We keep each other informed Most titles have been published about interest in titles and recently and have done very well rights sales. When we com­ in terms of reviews, sales and mission a sample translation, awards or nominations. Equally we usually share the costs. important is the question: However, we always make our ‘Does it travel?’ Our specialists own decisions, and remain Barbara den Ouden, Claudia completely independent. di Palermo, Victor Schiferli, Tiziano Perez and Dick Broer try How many books by one and keep up with all the fiction author will you support? that appears and read as much as they can. As of this year, we We can support four books by have worked with an advisory one author. If the author has panel, who give us advice and changed foreign publishing input on new fiction. The final house, previous titles are not selection is made by the Dutch counted. Foundation for Literature. Are all books in your brochure At book fairs, do you eligible for a grant? talk about these books exclusively? Yes they are, with a maximum subsidy of 100% of the trans­ While we like to discuss our lation costs for classics and 70% catalogue, there are always for contemporary prose, based other titles: books that have on the actual fee paid by the just appeared or are about to publisher and with a maximum come out or books that just of 10,000 euros per translation missed our selection.
    [Show full text]
  • Srefidensi Dey´
    HVA CASE ELSEVIER |GESCHIEDENIS (25 november 2010) Suriname 35 jaar onafhankelijk Op 25 november 2010 viert Suriname voor de 35e keer ´Srefidensi Dey´. Elke naar Nederland geëmigreerde Surinamer heeft weer een ander verhaal, dat soms pas na 35 jaar opgekropte emoties wordt vertelt. ‘Onze’ geschiedenis moet eigenlijk nog geschreven worden… Naweeën van ‘Srefidensi Dey’ 1975 De aanloop naar een ‘Fri’ Suriname was roerig, de Onafhankelijkheidsdag heugelijk, maar de naweeën niet te overzien. Rajen Budhu Lall en Haydi Redman, beide stammend uit het geboortejaar 1962 te Paramaribo, blikken na 35 jaar terug op de radicale staatsgreep van 1980 en de ‘zwartste bladzijde’ uit de Surinaamse geschiedenis, de decembermoorden. Tekst & interviews: Lilian Haarmans De ronde tafelconferentie in 1948 was de eerste keer dat politici en bestuurders uit Suriname, de Antillen en Nederland bijeen kwamen om te praten over een nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk. Zes jaar later, in 1954, heft Koningin Juliana de koloniën door het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden te ondertekenen. Het koninkrijk bestaat voortaan uit drie gelijkwaardige landen: Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen. Suriname krijgt autonomie in het rijksverband. Een zelfstandig Suriname lonkte toen de creoolse regering Arron na de verkiezingen van 1973 begonnen te onderhandelen over onafhankelijkheid. Waarna het streven naar de onafhankelijkheid op 15 februari 1974 werd aangekondigd door premier Henck Arron. Woelige aanloopjaren Rajen Budhu Lall herinnert zich de woelige aanloopjaren naar de onafhankelijkheid goed. ‘In 1969 gingen we weer in Suriname wonen. Ook al was ik een jongetje van acht, omdat ik net in Suriname kwam, staat deze bijzondere periode mij nog goed bij.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde en Geschiedenis. Jaargang 8 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde en Geschiedenis. Jaargang 8. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, Nijmegen 1989 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001198901_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 2 [Nummer 1] Afbeelding omslag De afbeelding op de omslag stelt een maluana voor. Dit is een ronde houten schijf van bijna een meter middellijn, die door de Wayana-Indianen in Suriname wordt gebruikt om in ronde huizen de nok van binnen af te sluiten. Gezien het feit dat het Surinaamse woord OSO ‘huis’ betekent, heeft de maluana voor ons een belangrijke symbolische betekenis. Op deze maluana, waarvan het origineel in het Academiegebouw te Leiden te zien is, zijn aan weerszijden van het middelpunt figuren afgebeeld die een zogenaamde Kuluwayak voorstellen, een dier (geest) met twee koppen en kuifveren. Foto Prentenkabinet Rijksuniversiteit Leiden. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde en Geschiedenis. Jaargang 8 4 Afscheid van Theo Damsteegt als hoofdredacteur Van deze gelegenheid maken wij dankbaar gebruik om op passende wijze afscheid te nemen van Theo Damsteegt die uit de redactie van ons tijdschrift is getreden. Na een inwerkperiode van een jaar heeft hij vervolgens van 1986 tot en met 1988 de functie van hoofdredacteur van OSO op zich genomen. Hij heeft in deze hoedanigheid met een grote mate van kundigheid en op eigen wijze leiding weten te geven bij de vele werkzaamheden verbonden aan het telkenmale samenstellen en doen verschijnen van het tijdschrift.
    [Show full text]
  • Vertelcultuur 4 (2017) 1
    VERTELCULTUUR e-zine van het Meertens Instituut over mondelinge overlevering en verhalen vertellen verschijnt twee keer per jaar 4e jaargang (2017), nummer 12 Redactie: Theo Meder & Marianne van Zuijlen (Meertens Instituut) Omslag: Tristan en Isolde van Edmund Blair Leighton, 1902. ISSN 2405-5573 Vormgeving: Ineke Meijer 2 INHOUD Inleiding 4 Cilia de Haan, Mirjam de Vries, Nick van Goor, Dominick Keus & Theo Meder Hoofse liefde 6 Marianne van Zuijlen Zingende bijen en sprekende paarden 15 Tara Neplenbroek Hoe Anansi Nederlanders op de hak neemt 23 Lisanne van Kesteren Tattas be like: een spottende blik op Nederlandse cultuur 33 Theo Meder & Martine de Bruin In Memoriam Marie van Dijk (7-11-1943 – 27-9-2017) 40 Kort nieuws 44 Advertenties 48 3 INLEIDING Computers beginnen een steeds belangrijker onderdeel uit te maken van ons le- ven, of we dat nu leuk vinden of niet. Vertellers kunnen steeds gemakkelijker onli- ne inspiratie opdoen. Sinds enige tijd is er bijvoorbeeld een Facebookgroep Neder- landse Sagen en Legenden die in rap tempo wordt gevuld. Ook in het wetenschappelijk onderzoek begint de computer een steeds promi- nenter rol te vervullen: e-humanities is hip, computational humanities is sexy. En er staan geldschieters klaar om het onderzoek te bekostigen. Er wordt thans veel heil gezien in computeranalyse van big data, grote gegevensbestanden die het menselijk overzicht te boven gaan, maar waarin computers patronen weten te ontdekken. Computers kunnen emoties analyseren in honderden teksten tegelijk, ze kunnen wordclouds maken van grote bestanden, ze kunnen je laten zoeken met wildcards, ze kunnen netwerken visualiseren, ze kunnen teksten clusteren op stijl- kenmerken en ze kunnen in sommige gevallen zelfs anonieme werken aan auteurs koppelen..
    [Show full text]
  • Thesis Brought Her to Suriname
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Home-based economic activities and Caribbean urban livelihoods: vulneralbility, ambition and impact in Paramaribo and Port of Spain Verrest, H.J.L.M. Publication date 2007 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Verrest, H. J. L. M. (2007). Home-based economic activities and Caribbean urban livelihoods: vulneralbility, ambition and impact in Paramaribo and Port of Spain. http://nl.aup.nl/books/9789056294908-home-based-economic-activities-and-caribbean-urban- livelihoods.html General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:05 Oct 2021 AUP-Verrest:AUP/Buijn 27-08-2007 15:54 Pagina 1 UvA Dissertation Verrest Hebe Urban Livelihoods Activities and Caribbean Home-Based Economic Home-Based Economic Activities and Caribbean Urban Livelihoods Faculty of Social and Behavioural Sciences Vulnerability, Ambition and Impact Hebe Verrest was born in Roosendaal (the Netherlands) in 1974.
    [Show full text]
  • Surinaamse Schrijvers En Dichters
    Surinaamse schrijvers en dichters Michiel van Kempen bron Michiel van Kempen, Surinaamse schrijvers en dichters. De Arbeiderspers, Amsterdam 1989 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kemp009suri02_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 7 Ter inleiding Of zij bestaat, de Surinaamse literatuur? Natuurlijk bestaat ze! Maar je moet haar wel weten te ontdekken en dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Want die literatuur waarvan het 't meest voor de hand ligt om ze Surinaams te noemen - de literatuur die in Suriname wordt geproduceerd - is bij het grote publiek het minst bekend. Dit geldt voor Nederland en in iets minder sterke mate ook voor Suriname: schrijvers die in Suriname wonen zijn in Nederland praktisch totaal onbekend, terwijl de in Suriname meest gelezen romanschrijvers auteurs zijn die zich buiten Suriname ontplooiden: Albert Helman, Bea Vianen, Edgar Cairo, Astrid Roemer. Over de relatie tussen de literatuur in Suriname en die van de emigranten zeg ik een en ander in het eerste hoofdstuk van dit boek. Uitgangspunt voor het hele boek is voor mij geweest de situatie in Suriname. Ik hoop hiermee het vertekende beeld van wat de Surinaamse literatuur omvat, enigszins te corrigeren. Omdat die vertekening ook bepaald is door de gerichtheid op schriftelijk vastgelegde literatuur met veronachtzaming van de oude tradities van het orale vertellen, ben ik in hoofdstuk 2 stil blijven staan bij de vraag waar de Surinaamse literatuur haar aanvang neemt en in de hoofdstukken 3 tot en met 6 bij de mondeling overgeleverde literatuur van inheemsen, creolen, hindostanen en Javanen.
    [Show full text]
  • Ontgonnen Verleden
    Ontgonnen verleden Regiobeschrijvingen provincie Overijssel Adriaan Haartsen Elyse Storms Directie Kennis, juni 2009 © 2009 Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Rapport DK nr. 2009/dk116-D Ede, 2009 Teksten mogen alleen worden overgenomen met bronvermelding. Deze uitgave kan schriftelijk of per e-mail worden besteld bij de directie Kennis onder vermelding van code 2009/dk116-D en het aantal exemplaren. Oplage 50 exemplaren Auteur Bureau Lantschap Samenstelling Eduard van Beusekom, Bart Looise, Annette Gravendeel, Janny Beumer Ontwerp omslag Cor Kruft Druk Ministerie van LNV, directie IFZ/Bedrijfsuitgeverij Productie Directie Kennis Bedrijfsvoering/Publicatiezaken Bezoekadres : Horapark, Bennekomseweg 41 Postadres : Postbus 482, 6710 BL Ede Telefoon : 0318 822500 Fax : 0318 822550 E-mail : [email protected] Voorwoord In de deelrapporten van de studie Ontgonnen Verleden dwaalt u door de historisch- geografische catacomben van de twaalf provincies in Nederland. Dat klinkt duister en kil en riekt naar spinnenwebben en vochtig beschimmelde hoekjes. Maar dat pakt anders uit. Deze uitgave, samengesteld uit twaalf delen, biedt de meer dan gemiddeld geïnteresseerde, verhelderende kaartjes, duidelijke teksten en foto’s van de historisch- geografische regio’s van Nederland. Zo geeft het een compleet beeld van Nederland anno toen, nu en de tijd die daar tussen zit. De hoofdstukken over de deelgebieden/regio’s schetsen in het kort een karakteristiek per gebied. De cultuurhistorische blikvangers worden gepresenteerd. Voor de fijnproevers volgt hierna een nadere uiteenzetting. De ontwikkeling van het landschap, de bodem en het reliëf, en de bewoningsgeschiedenis worden in beeld gebracht. Het gaat over de ligging van dorpen en steden, de verkavelingsvormen in het agrarisch land, de loop van wegen, kanalen en spoorlijnen, dijkenpatronen, waterlopen, defensielinies met fortificaties.
    [Show full text]
  • Sranan Art Xposed
    A text by Jnan Adhin, written in Nieuw-Nickerie on March 10th 1957, as cited by his son Rakesh Adhin at the presentation of the newest addi- tions of Surinamese heroes by artist Erico Smit on the Dja Dja Skotu, Zus & Zo, October 2009. “The solution to the culture issues in Suriname can, in our opinion, never be found in uniformity of religion and culture, for that would only result in cultural poverty. A garden wins so much more in attractive- Edition 2, February 2010 ness, when it harbors a variety of types and colors of flowers, which look beautiful together and do not sponge on each other, but rather complement each other. Diversity, if underpinned by a deeper unity, is the symbol of vibrancy and vitality; uniformity is the symbol of bore- dom and deathliness. Let no Group consider itself inferior or superior, but rather equal, though uniquely different. Let each Group in its own characteristic way, in active cooperation and harmony with other groups, contribute its own to the cultural and social development of Suriname. Let there be no uniformity and monotony, but rather unity in diversity!” “unity in diversity” • Dear reader Sranan Art Xposed • Paramaribo SPAN • Outspoken • On-sight • From the collection • Roadside art • Encounters • Bits & Pieces • Agenda Suriname • Beyond Borders (BB) • BB Agenda • BB Bits & Pieces • Digital archive • Good reads • Colophon Dear reader PARAmARiBO SPAN text Marieke Visser With great pride we present the second edition of Sranan Art Xposed. The enthusiasm “For the first time”, “unique”, “quite remarkable” and “historical occasion/occurrence”: all with which our First edition was received by our readers has been truly overwhelming! these terms can be applied to the art project which is currently taking shape behind the scene: When we first started brainstorming about the possibilities of a Surinamese art mag- th azine, be it in print or digital, we did of course have certain expectations.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 21 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 21. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2002 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001200201_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag Op de foto op de voorzijde van de omslag zien we de synagoge en de moskee aan de Keizerstraat. De afbeelding op de achterzijde is een maluana. Dit is een ronde houten schijf van bijna een meter middellijn, die door de Wayana-Indianen wordt gebruikt om in ronde huizen de nok van binnen af te sluiten. Op deze maluana, waarvan het origineel in het Academiegebouw te Leiden te zien is, zijn aan weerszijden van het middelpunt figuren afgebeeld die een zogenaamde kuluwayak voorstellen, een dier (geest) met twee koppen en kuifveren. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 21 5 Wim Hoogbergen & Hans Ramsoedh Suriname, een religieuze mozaïek Sedert het einde van de negentiende eeuw kunnen we Suriname in religieus opzicht een mozaïek noemen. Vier grote wereldgodsdiensten treffen we hier aan: christendom, jodendom, hindoeïsme en islam. Lange tijd echter hebben twee percepties de religieuze beeldvorming over Suriname bepaald: in de eerste plaats werd het sedert de zeventiende eeuw tot circa 1940 beschouwd als een protestantse kolonie en in de tweede plaats van 1940 tot circa eind jaren zestig in de twintigste eeuw als een overwegend christelijk land. Beide percepties waren lange tijd bepalend voor de godsdienstige ruimte die niet-protestanten en niet-christenen in Suriname zouden krijgen.
    [Show full text]