OSO. Tijdschrift Voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde En Geschiedenis

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

OSO. Tijdschrift Voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde En Geschiedenis OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 1997 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001199701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag De afbeelding op de voorzijde van de omslag is van G.W.C. Voorduin, Een plantage-slavenkamp, 1860-2. Kleurenlitho, 27 × 42,5. Leiden: Foto- en prentencollectie van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Op de achterzijde van de omslag is een reproductie A. Borret, ‘Creoolse met kist en bundel op het hoofd’, KITLV, cat. nr. 1.33.5 OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 4 N. Box 1825 (collectie Surinaams Museum, foto Roy Tjin). OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 5 Elmer Kolfin De muze met een missie Verbeeldingen van slavernij in de West c. 1650-1860 Twee eeuwen verbeelding van Surinaamse slavernij, van pakweg 1680 tot 1860, heeft welgeteld één fraai olieverfschilderij opgeleverd, flink wat gravures op landkaarten en in boeken, een behoorlijk aantal steendrukken en ook nogal wat tekeningen en aquarellen. Dat bracht Kalff ertoe in 1923 te schrijven dat in Suriname de slavenzweep de muze op de vlucht joeg (Kalff, 1923: 370). Maar hij reserveerde de muze alleen voor de schone kunsten, meer in het bijzonder voor mooie schilderijen. Het onderscheid van Kalff tussen esthetische en praktische afbeeldingen is echter niet zo eenvoudig te trekken. In dit artikel zou ik de muze daarom een ruimer terrein willen toebedelen en nagaan welke vormen ze aanneemt als het om verbeelding van slaven gaat en wat haar daarbij bezielt. De aard van de afbeeldingen, kortweg hun vorm en hun inhoud, verandert in de loop van tijd aanzienlijk. Een heel scala aan krachten is daaraan debet en een goed begrip van de beeldvorming is niet goed mogelijk zonder enige kennis van die zeer uiteenlopende invloeden. Vorm en inhoud van de afbeeldingen werden onder andere gestuurd door historische, sociale, economische, politieke, artistieke en culturele factoren. Achter deze tamelijk abstracte stelling gaan concrete en makkelijk gestelde maar soms moeilijk te beantwoorden vragen schuil als: met welk doel is de afbeelding gemaakt, wie maakte het en waarom, hoe stond de kunstenaar tegenover de artistieke modes van zijn tijd, hoe keken belanghebbenden en geïnteresseerden aan tegen een instituut als slavernij, in welke periode is de afbeelding eigenlijk gemaakt, welke historische gebeurtenissen vonden er toen plaats, hoe ging het met de economie van Suriname en welke rol speelde de abolitionisme-kwestie in de politiek en in de maatschappij? Omdat het in het bestek van een artikel onmogelijk is om de gehele ontwikkeling van de verbeelding van Surinaamse slavernij aan de hand van dit soort vragen te bespreken, zal ik er twee thema's uitlichten en die met enige diepgang behandelen.1. Deze twee thema's - de dans en het veldwerk - stellen mij in staat de weergave van twee kanten van het slavenleven gedurende twee eeuwen te volgen; de sociale kant komt ter sprake in de dans; de onherroepelijke ‘slavenkant’ in de verbeelding van het veldwerk. De slavendans Voor een goed begrip van een schilderij uit het begin van de achttiende eeuw moeten we eerst terug naar de zeventiende eeuw. Geen enkele afbeelding staat immers op zichzelf. Of het nu om schilderijen of om gedrukte boekillustraties gaat, elke afbeelding staat in een bepaalde traditie en de verhouding tot die beeldtraditie bepaalt voor een deel de interpretatie die niet alleen wij, maar ook de maker zelf en zijn tijdgenoten geven of wilde geven aan een voorstelling. Lang voordat de Nederlanders in Suriname vaste voet aan de grond kregen, deden ze al pogingen om zich te vestigen in Zuid-Amerika. In 1637 kwam OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 gouverneur-generaal Johan Maurits van Nassau-Siegen aan in Brazilië met als doel de kolonie te veroveren op de Portugezen. In zijn kielzog nam hij kunstenaars, medici en kartografen mee die het land, de flora, fauna en de mensen moesten vastleg- OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 6 gen.2. Eén van die kunstenaars was de Haarlemse landschapschilder Frans Post (1612-1680). Post maakte in Brazilië slechts een handvol schilderijen terwijl er tot op de dag van vandaag zo'n honderdvijftig Braziliaanse voorstellingen van zijn hand bekend zijn.3. Het leeuwedeel van zijn werken is dan ook in Nederland gemaakt, in Haarlem. Niet helemaal terecht heeft de kunst uit de Gouden Eeuw de naam ‘naar de natuur’ te zijn, het werk van Post is dat zeker niet: in 1644 kwam hij terug uit Brazilië en vermoedelijk had hij een groot aantal schetsen bij zich waaruit hij de rest van zijn leven putte. Niets bijzonders voor een zeventiende-eeuwse schilder. Veertien jaar zijn terugkeer naar Nederland, in 1658, vervaardigde Post een van zijn schilderijen met een Braziliaans landschap (Hartford Connecticut, Wadsworth Atheneum). Het is een typisch werk voor Post: een lage horizon, een grote hemel, een blauw verschiet, een bruin middenplan met gebouwtjes en een donkergroene voorgrond met een heuveltje links en wat mensen rechts. Die mensen, Braziliaanse slaven, spelen muziek, dansen en verlevendigen zo het landschap dat hier het hoofdonderwerp is (afbeelding I). Heel anders is dat op een aquarel van Zacherias Wagner (1614-1668), aanvankelijk cartograaf en later commandant van de WIC op Kaap de Goede Hoop.4. Ook hij maakte enige tijd deel uit van het gevolg van Johan Maurits. Op deze voorstelling is de horizon een stuk hoger zodat er meer ruimte op de voorgrond ontstaat om een plaats te geven aan de dansende en trommelende slaven die híer het hoofdonderwerp zijn (zie afbeelding in kleurenkatern). Ook de context van de afbeelding verschilt van die van Post. Wagner maakte zijn aquarel in 1641 voor een nooit gepubliceerd wetenschappelijk bedoeld boek, het zogenaamde Thier Buch (Dresden, Prentenkabinet) en liet haar vergezeld gaan van een tekst: Als de slaven een week lang hard hebben gezwoegd, mogen ze de zondag doorbrengen zoals ze willen. Dit doen ze zonder uitzondering met allerlei vormen van grotesk rondspringen, drummen en fluiten op verschillende plaatsen van 's ochtends tot 's avonds. Slordig dansen ze door elkaar, mannen en vrouwen, jong en oud. Ondertussen geven anderen een sterke drank door, gemaakt met suiker, Grape genaamd. Aldus brengen ze de heilige dag door in voortdurend dansen, totdat ze elkaar nauwelijks nog kunnen herkennen onder het stof en het vuil (Spohr, 1967: 69). Het schilderij van Post beoogt veel minder dan de aquarel van Wagner een beeld te geven van het sociale leven van slaven. Het staat dan ook in een andere traditie, namelijk die van landschappen met pastorale figuren waarmee vooral de schilder Cornelis van Poelenburgh (ca. 1593-1667), een tijdgenoot van Frans Post, school maakte.5. In werk van hem en zijn navolgers zien we dezelfde verhouding tussen personen en landschap als bij Post. Wagner, ofschoon de mindere kunstenaar, is hier degene met de meest wetenschappelijke aspiraties. In diezelfde wetenschappelijke traditie staat één van de eerste verbeeldingen van Surinaamse slaven, De Slavendans van Dirck Valkenburg uit 1707 (Kopenhagen, Statens Museum for Kunst) (afbeelding 2). Het medium, olieverf, is gelijk aan dat van Frans Post, maar de beeldopbouw sluit beter aan bij Wagner. De ruime voorgrond wordt gevuld door een grote groep slaven en de uitstekende schilder heeft een goed oog voor compositie en detail. In tegenstelling tot Frans Post lijkt Valkenburg moeite OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 te hebben gedaan iedere persoon te karakteriseren in gelaat, pose, kleding en handeling hetgeen resulteert in een zeer levendig tafereel dat de indruk wekt natuurgetrouw te zijn, maar dat zonder enige twijfel zorgvuldig is gecomponeerd om allerlei verschillende aspecten van de slaven te laten uitkomen. Dit suggereert etnografische bedoelingen van de schilder, een suggestie die wordt ondersteund door de situatie waarin het schilderij is ontstaan. Valkenburg kwam in 1706 in Suriname aan OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16 7 om er twee jaar lang te verblijven in dienst van Jonas Witsen (1676-1715), een telg uit het Amsterdamse regentengeslacht, om volgens het contract ‘als boekhouder of schryver en Const-schilder (...) de Plantagien alle drie naer 't Leven als andere raare Vogels en gewasen te kunnen uytschilderen’ (Van Eeghen 1946: 62). Het contract bevatte verder nog een clausule die stelt dat alle werk van Valkenburg in Suriname gemaakt uitsluitend aan Jonas Witsen mocht worden geleverd. Daaruit kunnen we vermoeden dat De Slavendans rechtstreeks naar Witsen ging. De familie Witsen nu, was in het bezit van een rariteitenkabinet en verzamelde daarvoor allerlei exotica (Bergvelt/Kistemaker 1992: 61-63). Hoogstwaarschijnlijk is het schilderij van Valkenburg met het oog op dit soort min of meer wetenschappelijke interesses van de opdrachtgever gemaakt. Daarom is het een vergissing om te proberen dit in meerdere opzichten unieke werk in de beeldtraditie van het zeventiende-eeuwse boerengenre te wringen zoals wel eens is geprobeerd (Vandenbroeck 1992). Door het schilderij in dezelfde lijn te plaatsen als de boerenkermissen van bijvoorbeeld David Vinckboons (1576-ca. 1632) (afbeelding 3) doet Vandenbroeck de serieuze beschouwing van het onderwerp door Valkenburg teniet. De komische modus die typerend is voor het zeventiende-eeuwse boerengenre is bij Valkenburg namelijk volledig afwezig. Afbeelding 1: F. Post, Braziliaans landschap met dansende slaven, 1658. Olie op doek, 40,5 × 54,5. Hartford, Connecticut, Wadsworth Atheneum. Het boerengenre is echter wel degelijk herkenbaar in de verbeelding van slavernij: niet in de achttiende, maar in de negentiende eeuw. In de eerste decennia van deze eeuw heerste de gedachte van cultureel verval en OSO.
Recommended publications
  • STATEMENT by GAANMAN GAZON MATODJA, PARAMOUNT CHIEF of the NDJUKA {AUKANER) PEOPLE Transcribed and Translated from Ndjuka by Kenneth Bilby
    STATEMENT BY GAANMAN GAZON MATODJA, PARAMOUNT CHIEF OF THE NDJUKA {AUKANER) PEOPLE Transcribed and Translated from Ndjuka by Kenneth Bilby So. The person speaking here today, on the words, things in my territory no longer work as well 26th of March, is Gaanman Gazon Matodja of as I would like. Diitabiki. Today he will speak to the people of the In the past, when someone had a disagreement United States. Well, I can declare to the people of with someone else in the Ndjuka area -let's say the United States that the person who occupied they fought- then they would fight with their fists. this post before me was Gaanman Akoontu Velanti They would fight with their fists. There were cer­ of Diitabiki. It was his office, and now I am sitting tain matters that I as Gaanman (Paramount Chief) in his place to carry on the work. By my count, this would concern myself with directly. But if I sent elder, Gaanman Akoontu Velanti, occupied this the Kabiteni and the Basia, then they would go and office for 14 years before he passed away. When debate the case [in the context of a kuutu, a council Gaanman Akoontu Velanti died, I took over his meeting]. Whoever was in the right, they would office to keep his place for him. I have been in this decide in his favor; whoever was in the wrong, they office, I believe, for 26 years. So I state. would decide against him. Well, I oversee the area from the Cottica River And if someone went too far, fighting another all the way to Gaan Boli.
    [Show full text]
  • P. Hulme Making Sense of the Native Caribbean Critique of Recent Attempts to Make Sense of the History and Anthropology of the Native Caribbean
    P. Hulme Making sense of the native Caribbean Critique of recent attempts to make sense of the history and anthropology of the native Caribbean. These works are based on the writings of Columbus and his companions and assume that there were 2 tribes: the Arawaks and Caribs. Author argues however that much work is needed to untangle the complex imbrication of native Caribbean and European colonial history. In: New West Indian Guide/ Nieuwe West-Indische Gids 67 (1993), no: 3/4, Leiden, 189-220 This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl PETER HULME MAKING SENSE OF THE NATIVE CARIBBEAN The quincentenary of the discovery by Caribbean islanders of a Genoese sailor in the service of Spain who thought he was off the coast of China has served to refocus attention on a part of the world whose native history has been little studied. Christopher Columbus eventually made some sense of the Caribbean, at least to his own satisfaction: one of his most lasting, if least recognized, achievements was to divide the native population of the Carib- bean into two quite separate peoples, a division that has marked percep- tions of the area now for five hundred years. This essay focuses on some recent attempts to make sense of the history and anthropology of the native Caribbean, and argues that much work is yet needed to untangle their com- plex imbrication with European colonial history.1 THE NOVEL An outline of the pre-Columbian history of the Caribbean occupies the first chapter of James Michener's block-busting 672-page historical novel, Caribbean, published in 1989, a useful source of popular conceptions about the native populations of the area.
    [Show full text]
  • In and out of Suriname Caribbean Series
    In and Out of Suriname Caribbean Series Series Editors Rosemarijn Hoefte (Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies) Gert Oostindie (Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies) Editorial Board J. Michael Dash (New York University) Ada Ferrer (New York University) Richard Price (em. College of William & Mary) Kate Ramsey (University of Miami) VOLUME 34 The titles published in this series are listed at brill.com/cs In and Out of Suriname Language, Mobility and Identity Edited by Eithne B. Carlin, Isabelle Léglise, Bettina Migge, and Paul B. Tjon Sie Fat LEIDEN | BOSTON This is an open access title distributed under the terms of the Creative Commons Attribution-Noncommercial 3.0 Unported (CC-BY-NC 3.0) License, which permits any non-commercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author(s) and source are credited. The realization of this publication was made possible by the support of KITLV (Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies). Cover illustration: On the road. Photo by Isabelle Léglise. This publication has been typeset in the multilingual “Brill” typeface. With over 5,100 characters covering Latin, IPA, Greek, and Cyrillic, this typeface is especially suitable for use in the humanities. For more information, please see www.brill.com/brill-typeface issn 0921-9781 isbn 978-90-04-28011-3 (hardback) isbn 978-90-04-28012-0 (e-book) Copyright 2015 by the Editors and Authors. This work is published by Koninklijke Brill NV. Koninklijke Brill NV incorporates the imprints Brill, Brill Nijhoff and Hotei Publishing. Koninklijke Brill NV reserves the right to protect the publication against unauthorized use and to authorize dissemination by means of offprints, legitimate photocopies, microform editions, reprints, translations, and secondary information sources, such as abstracting and indexing services including databases.
    [Show full text]
  • Sranan Art Xposed
    A text by Jnan Adhin, written in Nieuw-Nickerie on March 10th 1957, as cited by his son Rakesh Adhin at the presentation of the newest addi- tions of Surinamese heroes by artist Erico Smit on the Dja Dja Skotu, Zus & Zo, October 2009. “The solution to the culture issues in Suriname can, in our opinion, never be found in uniformity of religion and culture, for that would only result in cultural poverty. A garden wins so much more in attractive- Edition 2, February 2010 ness, when it harbors a variety of types and colors of flowers, which look beautiful together and do not sponge on each other, but rather complement each other. Diversity, if underpinned by a deeper unity, is the symbol of vibrancy and vitality; uniformity is the symbol of bore- dom and deathliness. Let no Group consider itself inferior or superior, but rather equal, though uniquely different. Let each Group in its own characteristic way, in active cooperation and harmony with other groups, contribute its own to the cultural and social development of Suriname. Let there be no uniformity and monotony, but rather unity in diversity!” “unity in diversity” • Dear reader Sranan Art Xposed • Paramaribo SPAN • Outspoken • On-sight • From the collection • Roadside art • Encounters • Bits & Pieces • Agenda Suriname • Beyond Borders (BB) • BB Agenda • BB Bits & Pieces • Digital archive • Good reads • Colophon Dear reader PARAmARiBO SPAN text Marieke Visser With great pride we present the second edition of Sranan Art Xposed. The enthusiasm “For the first time”, “unique”, “quite remarkable” and “historical occasion/occurrence”: all with which our First edition was received by our readers has been truly overwhelming! these terms can be applied to the art project which is currently taking shape behind the scene: When we first started brainstorming about the possibilities of a Surinamese art mag- th azine, be it in print or digital, we did of course have certain expectations.
    [Show full text]
  • A/HRC/18/35/Add.7
    United Nations A/HRC/18/35/Add.7 General Assembly Distr.: General 18 August 2011 Original: English Human Rights Council Eighteenth session Agenda item 3 Promotion and protection of all human rights, civil, political, economic, social and cultural rights, including the right to development Report of the Special Rapporteur on the rights of indigenous peoples, James Anaya Addendum Measures needed to secure indigenous and tribal peoples’ land and related rights in Suriname∗ Summary The present report was sent to the Government of Suriname and made public in April 2011. In the report, the Special Rapporteur makes observations and recommendations to assist the State in the development of laws and administrative measures to secure the rights of indigenous and tribal peoples in Suriname, in particular their rights over lands and natural resources. The report is provided in the context of a request by the Government of Suriname and its Ministry of Regional Development for technical and advisory assistance as it develops the legislative and administrative measures necessary to secure the territorial and other rights of the indigenous and tribal peoples of Suriname. The Special Rapporteur responded positively to this request and proposed that, as a preliminary step, he carry out a visit to the country to meet with relevant stakeholders regarding his possible assistance. The Government agreed to the visit, which was carried out from 13 to 16 March 2011. The observations and recommendations made build on discussions held during the Special Rapporteur’s visit. After a brief assessment of the State’s international legal ∗ The summary of the report is circulated in all official languages.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 21 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 21. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2002 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001200201_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag Op de foto op de voorzijde van de omslag zien we de synagoge en de moskee aan de Keizerstraat. De afbeelding op de achterzijde is een maluana. Dit is een ronde houten schijf van bijna een meter middellijn, die door de Wayana-Indianen wordt gebruikt om in ronde huizen de nok van binnen af te sluiten. Op deze maluana, waarvan het origineel in het Academiegebouw te Leiden te zien is, zijn aan weerszijden van het middelpunt figuren afgebeeld die een zogenaamde kuluwayak voorstellen, een dier (geest) met twee koppen en kuifveren. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 21 5 Wim Hoogbergen & Hans Ramsoedh Suriname, een religieuze mozaïek Sedert het einde van de negentiende eeuw kunnen we Suriname in religieus opzicht een mozaïek noemen. Vier grote wereldgodsdiensten treffen we hier aan: christendom, jodendom, hindoeïsme en islam. Lange tijd echter hebben twee percepties de religieuze beeldvorming over Suriname bepaald: in de eerste plaats werd het sedert de zeventiende eeuw tot circa 1940 beschouwd als een protestantse kolonie en in de tweede plaats van 1940 tot circa eind jaren zestig in de twintigste eeuw als een overwegend christelijk land. Beide percepties waren lange tijd bepalend voor de godsdienstige ruimte die niet-protestanten en niet-christenen in Suriname zouden krijgen.
    [Show full text]
  • LOT Dissertation Series
    The Life of Language dynamics of language contact in Suriname Published by LOT phone: +31 30 253 6111 Trans 10 3512 JK Utrecht e-mail: [email protected] The Netherlands http://www.lotschool.nl Cover illustration: Shrine in Bitagron ISBN: 978-94-6093-131-4 NUR 616 Copyright © 2013: Robert Borges. All rights reserved. The Life of Language dynamics of language contact in Suriname proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op vrijdag 31 januari 2014 om 12.30 uur precies door Robert David Borges geboren op 16 oktober 1983 te Providence, Rhode Island (US) Promotor: Prof. dr. Pieter Muysken Copromotor: Dr. Margot van den Berg Manuscriptcommissie: Prof. dr. Roeland van Hout Prof. dr. Bettina Migge (University College Dublin) Prof. dr. Maarten Mous (Universiteit Leiden) for my parents for Asia for Agnieszka Acknowledgements No man is an island. Conducting research and writing a dissertation is really a community affair. It’s only fair that I acknowledge the contributions of others. In hindsight, it would have been wise of me to keep a running list from the beginning of the project in April 2009 of all those who have made a contribution. Alas, I didn’t have the foresight at the time and I’ll probably leave someone out inadvertently. So, if you’re reading along and think, “Hey, I sent Bob that article that one time” or “I gave feedback on his paper / presentation X, but Bob doesn’t thank me here”, I assure you, it was only an unfortunate oversight.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 2. De orale literatuur Michiel van Kempen bron Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 2. Uitgeverij Okopipi, Paramaribo 2002 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kemp009gesc02_01/colofon.htm © 2006 dbnl / Michiel van Kempen i.s.m. 113 Algemene inleiding op de orale literatuur Voorspel: culturele transitie aan de Boven-Suriname Op 4 oktober 1993 voer ik samen met schrijver Dorus Vrede, regisseur John Albert Jansen en een camerateam op de Boven-Surinamerivier op weg naar Amakakonde.1 Dorus Vrede is een Saramakaanse schrijver en liedjeszanger die twee bundels verhalen en een poëziebundel op zijn naam heeft staan over de transmigratie waartoe het Saramakaanse volk gedwongen werd, toen er in het binnenland van Suriname een groot stuwmeer kwam. We waren al enkele dagen in het hart van Suriname bezig met een televisiefilm over die tragedie in de moderne geschiedenis van de bosnegers. Na de barre, daglange tocht per vrachtwagen van Paramaribo naar Pokigron/Atyoni, de allerlaatste plaats die over de weg nog bereikbaar is, en de daarop volgende korjaaltocht over de Boven-Surinamerivier, waren we met Dorus Vrede neergestreken in Yaw-Yaw. Het dorp Yaw-Yaw was de vestigingsplaats voor veel van de dorpelingen van Lombé geworden, toen de stuwdam bij Afobaka in 1964 voltooid was, het water van het stuwmeer ging rijzen en Lombé en andere dorpen begonnen onder te lopen. Een deel van de inwoners trok stadwaarts, een deel ging hogerop aan de Surinamerivier wonen; veel families werden zo uit elkaar getrokken. Lombé telde aanvankelijk meer dan 700 inwoners, die afkomstig waren uit vier lo.2 De uitvoering van het migratieplan geschiedde onder leiding van Rudolf Vonkel, die qua gezag zelfs boven de dorpskapitein stond.
    [Show full text]
  • Background Study for the National Redd+ Strategy of Suriname
    BACKGROUND STUDY FOR THE NATIONAL REDD+ STRATEGY OF SURINAME INVITATION TO A SIDE EVENT BACKGROUND STUDY FOR THE NATIONAL REDD+ STRATEGY OF SURINAME PUBLISHED BY: National Institute for Environment and Development in Suriname (NIMOS) REDD+ Program Management Unit Mr. Jagernath Lachmonstraat 100 Paramaribo, Suriname Phone: +597 490044 Website: www.nimos.org www.surinameredd.org PLEASE CITE AS FOLLOWS: AAE (2017). Background study for the National REDD+ Strategy of Suriname. Paramaribo, Suriname. ACKNOWLEDGEMENTS: This Background study for the National REDD+ Strategy for Suriname has been prepared by the consultancy firm Asesoramiento Ambiental Estratégico/ Strategic Environmental Advice (AAE) for the National Institute for Environment and Development in Suriname (NIMOS). The authors wish to thank all the stakeholders who have contributed to this document, especially the staff of the REDD+ Project Management Unit (PMU), the Foundation for Forest Management and Production Control (SBB) and NIMOS. The SBB in particular played a significant role through the staff of its Forest Cover Monitoring Unit (FCMU) who produced the scenarios presented in section 3 in close collaboration with the consultant from AAE and with stakeholders from several institutions in Suriname. A scenario development training was held and stakeholders participated actively with data and staff time. Section 4 includes a more detailed description of the stakeholder engagement and we thank everybody who was involved in the process. DISCLAIMER: The content of this report does not necessarily reflect the official policy or position of any agency of the Government of Suriname. The purpose of the study is to feed the REDD+ readiness process with background information that will be used when developing the National REDD+ Strategy for Suriname.
    [Show full text]
  • Cultuur En Migratie in Nederland. Kunsten in Beweging 1900-1980
    Cultuur en migratie in Nederland. Kunsten in beweging 1900-1980 redactie Rosemarie Buikema en Maaike Meijer bron Rosemarie Buikema en Maaike Meijer (red.), Cultuur en migratie in Nederland. Kunsten in beweging 1900-1980. Sdu Uitgevers, Den Haag 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij017cult01_01/colofon.php © 2009 dbnl / Rosemarie Buikema en Maaike Meijer v Cultuur en migratie in Nederland Voorwoord bij de reeks Voor u ligt het eerste deel van de boekenreeks Cultuur en migratie in Nederland. In de vijf delen van deze reeks wordt vanuit diverse invalshoeken bekeken hoe de Nederlandse cultuur de laatste honderd jaar is veranderd door de komst van migranten. De Nederlandse cultuur is altijd in beweging geweest, niet alleen door de invloed van migranten, maar wel mede daardoor. De veranderingen in onze cultuur leidden in de afgelopen eeuw tot hevige maatschappelijk discussies. Daarbij kwam steeds de vraag terug: wat houdt de Nederlandse cultuur precies in? Het doel van deze reeks is het aanbieden van gegevens waaruit een nieuw antwoord op die oude vraag afgeleid kan worden. Uit de vele verhalen over culturele veranderingen die deze vijf delen vertellen, rijst een onverwacht dynamisch beeld op van de Nederlandse cultuur: het beeld van een bewegelijke veelheid van culturen, die steeds nieuwe verbindingen met elkaar aangaan. In deze reeks kunt u lezen op welke manier de culturen en tradities die migranten meebrachten - of die hen vooruitsnelden doordat Nederlanders ze al van ‘elders’ hadden opgepikt - zich hebben gemengd met autochtone culturele gewoonten. Op sommige terreinen hebben culturele confrontaties niet geleid tot vermenging en wederzijdse beïnvloeding, maar juist tot afscheiding en afstoting, en tot het zich terugtrekken in subculturen.
    [Show full text]
  • Suriname Competitiveness and Sector Diversification Project (SCSD)
    Republic of Suriname Public Disclosure Authorized Suriname Competitiveness and Sector Diversification Project Public Disclosure Authorized (SCSD) Rapid Social Assessment Public Disclosure Authorized (P166187) June 2019 Public Disclosure Authorized ABBREVIATIONS ABO Assistant Government Manager (Assistant – Bestuursopzichter) AdeKUS Anton de Kom University of Suriname AoI Area of Influence BO Government manager (Bestuursopzichter) CPS Country Partnership Strategy DC District Commissioner DNA The National Assemblee (De Nationale Assemblee) DR District Council (Districtsraad) EBS Energy Company of Suriname (Energie Bedrijven Suriname) ESIA Environmental and Social Impact Assessment ESMP Environmental and Social Management Plan GoS Government of Suriname IADB Inter-American Development Bank IACHR Inter-American Commission on Human Rights InvestSur Institute for the Promotion of Investments in Suriname (Instituut ter Bevordering van Investeringen in Suriname) ITPPF Indigenous and Tribal Peoples Planning Framework Km Kilometre LVV Agriculture, Animal Husbandry and Fishing, Ministry of (Landbouw, Veeteelt, Visserij) MI-GLIS Management Institute for Land Registration and Land Information System MZ-PHC Medical Mission Primary Health Care NGO None Governmental Organisation NH Natural resources, Ministry of (Natuurlijke Hulpbronnen) NIMOS National Institute for Environment and Development in Suriname (Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkkeling Suriname) OP Operational Policy OWTC Public Works, Transportation and Communication, Ministry of
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 29 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 29. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2010 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001201001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 2 [Nummer 1] Afbeelding omslag Bronzen standbeeld van Anton de Kom op het Anton de Komplein in Amsterdam Zuidoost (foto Jikke van Loon) OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 29 6 Hans Ramsoedh & Peter Sanches 75 jaar Wij slaven van Suriname; De turbulente biografie van een boek Inleiding De publicatie in 1934 van Anton de Koms Wij slaven van Suriname markeert een cesuur in de geschiedschrijving over Suriname. Het was de eerste keer dat de Surinaamse geschiedenis werd geschreven vanuit het antikoloniale, radicale gezichtspunt van de onderdrukten. Met dit boek wilde De Kom de Surinamer zijn trots teruggeven. Zwart zelfbewustzijn, zelfrespect, organisatie en proletarische eenheid zijn kernbegrippen in Wij slaven van Suriname - dat we kunnen typeren als een mengeling van een historische studie, egodocument en politiek manifest. De Kom richtte zich niet alleen tegen de economische en politieke aspecten van het kolonialisme, maar vooral ook tegen de psychologische dimensie ervan: Geen volk kan tot volle wasdom komen dat erfelijk met een minderwaardigheidsgevoel belast blijft. Daarom wil dit boek trachten het zelfrespect der Surinamers op te wekken (De Kom 1972: 50). De betekenis van Wij slaven van Suriname ligt in een uitvoerige beschrijving van de Surinaamse geschiedenis, gezien door de ogen van een revolutionair, die haar gebruikt om aan te tonen dat de slavernij, hoewel in 1863 officieel afgeschaft, tot het begin van de jaren dertig van de twintigste eeuw nog niet voorbij was.
    [Show full text]