Artikel 26-27

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Artikel 26-27 KUNSTENAARSATELIERS DOSSIER Nr026-027 April 2018 | Nr 026027 Dossier KUNSTENAARSATELIERS Varia INTERIEURINRICHTING VAN HET KIK GESPREKKEN OVER IMMATERIEEL ERFGOED L’ATELIER, C’EST LE PEINTRE DE ATELIERWONING DOSSIER VAN GODFRIED GUFFENS IN SCHAARBEEK MARIE BECUWE MASTERSTUDENT IN DE KUNSTWETENSCHAPPEN (UGENT) Voorgevel van de atelierwoning van G. Guffens aan het Lehonplein (A. de Ville de Goyet, 2017 © BUP/BSE). IN DE ZUIDELIJKE HUIZENRIJ AAN HET LEHONPLEIN IN SCHAARBEEK LAAT DE GEVEL MET HET GROTE ATELIERRAAM OP HET NUMMER 4 ZICH GEMAKKELIJK AFLEZEN ALS KUNSTENAARSWONING. HET GEBOUW WERD IN 1875 OPGETROKKEN IN OPDRACHT VAN DE SCHILDER GODFRIED GUFFENS (1823-1901), SAMEN MET EEN HERENHUIS IN DE ACHTERLIGGENDE DE LOCHTSTRAAT. MET DE ORGANISATIE VAN ATELIERTENTOONSTELLINGEN MAAKTE GUFFENS VAN ZIJN ATELIERWONING EEN BELANGRIJKE ARTISTIEKE ONTMOETINGSPLAATS. Op architecturaal vlak weerspiegelen zowel het exterieur als het interieur het kenmerkende programma van de atelierwoning, die tevens een fraai en vroeg voorbeeld is van de neo-Vlaamse renaissancestijl. Na Guffens’ dood in 1901 werd het gebouw nog een kleine eeuw lang door kunstenaars bewoond. Egide Godfried Guffens werd als nier De Raedt in de Paleizenstraat bakkerszoon geboren op 22 juli 1823 715. Op dat moment was hij reeds in Hasselt (afb. 1). In 1838 verliet hij een gerenommeerd kunstenaar, die zijn geboortestad om een schilders- vooral met zijn monumentale muur- opleiding te volgen bij historie- en schilderingen furore had gemaakt. portretschilder Nicaise De Keyser Met de bouw van een eigen statig (1813-1887) aan de Koninklijke woonhuis met schildersatelier in Academie voor Schone Kunsten in de de Lochtstraat in 1875 beves- Antwerpen. Tussen 1850 en 1852 tigde hij zijn status tegenover zijn ondernam hij samen met zijn vriend rijke cliënteel. Eenmaal gesetteld en oud-studiegenoot Jan Swerts in zijn nieuwe atelier ruilde Guffens (1820-1879) een studiereis door de muurschilderkunst echter quasi Duitsland en Italië1. De kennisma- volledig in voor atelierwerk6. Zijn king met de muurschilderkunst van artistieke productie bestond nu uit de Nazareners en van de Italiaanse imitaties op doek van historische renaissancemeesters liet een diepe en religieuze muurschilderingen, indruk op hen na. Terug in België portretten, Italiaanse landschap- ijverden Guffens en Swerts voor pen, genrestukken en kopieën naar Afb. 1 de heropleving van de muurschil- Italiaanse fresco’s (afb.2). Op 11 juli Zelfportret van G. Guffens in 1889 (© KIK- derkunst in eigen land. Met talrijke IRPA Brussel, cliché B118949). 1901 stierf de schilder in zijn atelier- opdrachten in Belgische kerken en woning in Schaarbeek7. stadhuizen bouwden de twee kun- stenaars een glansrijke reputatie van de betaalbare grondprijzen en 2 op . beschikbare terreinen om grote hui- EEN NIEUW BOUWBLOK 2018 APRIL - NR026-027 zen en ateliers te bouwen, de groene TUSSEN DE DE In 1871 verliet Guffens met zijn gezin ruimte en de aanwezigheid van een LOCHTSTRAAT EN Antwerpen om zich in Schaarbeek adellijk en burgerlijk cliënteel en van HET LEHONPLEIN te vestigen3. Sinds enkele decen- collega-kunstenaars4. Uit briefwis- nia trok deze randgemeente in de seling blijkt dat Guffens, vooraleer In de jaren voor 1875 kocht Godfried nabijheid van het Brusselse cen- zijn bouwplannen werden gereali- Guffens een diep perceel aan de de trum veel kunstenaars aan omwille seerd, tijdelijk inwoonde bij kruide- Lochtstraat 76. Hij liet er een ruim BRUSSEL ERFGOED 037 L’ATELIER, C’EST LE PEINTRE liet Guffens al in 1883 het huis in de de Lochtstraat 76 en nam hij definitief zijn intrek in de atelier- woning aan het Lehonplein 412. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1884, bleef hij er met zijn onge- huwde dochter Hubertine wonen tot aan zijn dood in 190113. De woning in de de Lochtstraat deed ondertussen van ca. 1883 tot 1889 dienst als ‘bureau de bienfaisance de Schaerbeek’14. Na enkele jaren van leegstand nam Guffens’ zoon Victor in 1892 zijn intrek in dit pand, tot in 189915. HET ATELIER ALS UITHANGBORD De atelierwoning van Godfried Guffens was niet louter een woon- Afb.2 Afb.3 en werkplaats, maar ook, zoals veel G. Guffens, Euterpe, olieverf op doek, 1892 Woonhuis in de de Lochtstraat 76 (foto van kunstenaarsateliers, een artistiek (Wikipedia). de auteur, 2016). ontmoetingscentrum16. Vanaf 1884 organiseerde Guffens er geregeld neoclassicistisch woonhuis met sinds de jaren 1860 Prinsenwijk ateliertentoonstellingen met zijn koetspoort bouwen, ‘eene prachtige genoemd10. Omdat het maaiveld nieuwste werk voor een publiek woonst met werkhuis’ zoals het pand van het Lehonplein in 1875 nog niet van binnenlandse en buitenlandse in het tijdschrift De Vlaamse School bepaald was, kon Guffens hier nog vrienden en kunstenaars, edellie- werd omschreven8 (afb. 3). Achter in geen deuropening voorzien en werd den en notabelen17. Hij ontving er de tuin, grenzend aan het toekom- voorlopig een verhoogd kelderven- onder meer de Hongaarse compo- stige Lehonplein, werd tezelfder- ster geplaatst. Rond 1882, bij de nist Franz Liszt en de gravin van tijd een schildersatelier opgericht voltooiing van de bestrating van Vlaanderen Maria von Hohenzollern- dat vermoedelijk door een galerij het Lehonplein, liet hij dit centrale Sigmaringen, die als kunstenares met het koetshuis was verbonden. keldervenster vervangen door een een vaste bezoeker van zijn ate- Dit werkhuis werd van meet af aan, deuropening, naar een eigen ont- lier was18 (afb. 4). De atelierbezoe- mede omwille van zijn ligging aan werp uit 188111. Vermoedelijk ver- kers gingen het huis van Guffens het Lehonplein, geconcipieerd als schildersatelier met woonaccom- modatie. Wellicht was het van in het begin Guffens’ bedoeling om op latere leeftijd naar dit zogenaamde ‘achterhuis’ te verhuizen. Aanvankelijk was het atelier enkel toegankelijk via de de Lochtstraat. Het Lehonplein werd immers pas aangelegd tussen 1877 en 1882, in uitvoering van een Koninklijk Besluit van 30 augustus 18729. De Afb.4 aanleg van dit plein kaderde in de Artikel in Le Patriote van 1884 over een ateliertentoonstelling van G. Guffens ontwikkeling van een nieuwe wijk, (© Provinciale Bibliotheek Limburg). 038 Afb.5 De zuidelijke huizenrij van het Lehonplein rond 1910 (verz. Léon Verreydt). (sinds 1882) binnen langs de voor- Her en der zouden ook grote kis- EEN ‘GEÏNSPIREERDE’ deur aan het Lehonplein en kwa- ten hebben gestaan vol paletten, ARCHITECTUUR men via enkele treden in de grote penselen, verftubes, houtskool en ontvangsthal. Vervolgens werden grauw papier en attributen zoals De originele bouwplannen van zij de grote trap op geleid naar wapenuitrustingen, kostuums en zowel het kunstenaarsatelier aan de ‘galerie vitrée’19. In deze kleine fluweel. De muren waren over- het Lehonplein als het herenhuis tentoonstellingsruimte tussen de laden met schilderijen en met de in de de Lochtstraat zijn verloren gelijkvloerse en de eerste verdie- kartons van de vermaarde muur- gegaan in de brand van het gemeen- ping bewonderden de bezoekers de schilderingen die Guffens samen tehuis van Schaarbeek in 1911. tekeningen, schetsen, studies en met Jan Swerts voor 1875 had Enkel het bovengenoemde bouw- kleine, recente schilderijen, voor- gemaakt23. Temidden van deze plan voor de voordeur, dat Guffens namelijk portretten, die er tentoon- oudere werken vonden de bezoe- in 1881 tekende, bleef bewaard. gesteld werden20. Na deze tussen- kers ‘des sensations nouvelles’24. Vermoedelijk heeft de kunstenaar stop zette de crescendobeweging Guffens imponeerde met eerbied- zijn atelierwoning in neo-Vlaamse zich voort naar het eigenlijke ate- waardige portretten en grote doe- renaissancestijl zelf ontworpen. lier van de kunstenaar, ‘le temple ken die muurschilderingen imi- Deze stijl won in het laatste kwart 2018 APRIL - NR026-027 de l’art’21. Het atelier van Guffens, teerden. Vanaf 1888 stelde hij in van de 19de eeuw, en niet in het een grote, hoge en goed verlichte zijn atelier ook werken tentoon die minst in Schaarbeek, sterk aan ruimte, was ‘par lui-même déjà un hij tijdens zijn verblijven in Italië belang. Guffens’ pand uit 1875 is musée’22. Sommige tentoongestelde maakte, waaronder schilderijen dan ook een opmerkelijk vroeg werken stonden op schilders- van het eiland Capri en kopieën voorbeeld, net als de (intussen ezels, andere waren opgehangen van Italiaanse renaissancefresco’s gesloopte) atelierwoning van schil- 25 aan verplaatsbare tussenwanden. op ware grootte . der Emile Wauters (1864-1933) die BRUSSEL ERFGOED 039 L’ATELIER, C’EST LE PEINTRE Afb.6 Verbouwingsplan uit 1881 voor de voorgevel, getekend Godfried Guffens (© Gemeentearchief van Schaarbeek, Urb.166-4). een jaar eerder door architect Emile zich echter op de verdieping. Een centrale hal als scharnierpunt was Janlet (1839-1918) in de Wetstraat groot centraal atelierraam, typerend er echter geen doorgedreven schei- werd gebouwd26. Mogelijk werd voor kunstenaarswoningen, is er ding tussen de woon- en werkfunc- Guffens in zijn stijlkeuze beïnvloed gevat onder een segmentboog. Voor tie. Vanop het straatniveau geeft een door Auguste Schoy (1838-1885), het raam springt een balkon voor- vrij brede natuurstenen steektrap architect en architectuurpeda- uit met ronde postamenten en een toegang tot de gelijkvloerse verdie- goog met wie hij contact had en die metalen borstwering, die — moge- ping. Onderaan deze trap leidt een samen met onder meer Emile Janlet lijk vanaf 1941 — de originele houten deur aan weerszijden naar het sou- één van de grote promotoren was balustrade verving. De gevel wordt terrain. Hier bevonden
Recommended publications
  • Languages, Materiality, and the Construction of Geographical Modernities
    ISBN 978-4-9900-5379-6 LANGUAGES, MATERIALITY, AND THE CONSTRUCTION OF GEOGRAPHICAL MODERNITIES Edited by Toshiyuki SHIMAZU Japanese Contributions to the History of Geographical Thought (10) Department of Geography Wakayama University JAPAN 2014 Publication of this booklet was financially supported by a Grant-in-Aid for Scientific Research (Grant Number 23320184) from the Japan Society for the Promotion of Science. The opinions expressed in the contributions to this booklet are the authors’ responsibility. All the communications concerning this booklet should be addressed to Professor Toshiyuki SHIMAZU Department of Geography Wakayama University Wakayama, 640-8510, Japan [email protected] Copyright © Toshiyuki SHIMAZU 2014 March 31, 2014 ISBN 978-4-9900-5379-6 Printed by For-You Ltd., Sakai, Osaka, 590-0982, Japan LANGUAGES, MATERIALITY, AND THE CONSTRUCTION OF GEOGRAPHICAL MODERNITIES CONTENTS Introduction: Bridging Two International Gatherings in Kyoto SHIMAZU Toshiyuki 3 Contested Geographical Knowledge and Imagination: A. H. Savage Landor and Victorian British Writings on Hokkaido TACHIBANA Setsu 9 Eating Rice and Feeding the City: ‘Body Politics’ in Modern Japan ONJO Akio 29 Commodification of the Asian and Construction of Japan’s Self-image MORI Masato 41 Ideas and Practices of the Kyoto School of Japanese Geopolitics SHIBATA Yoichi 55 Between Two Homes: Gentaro Tanahashi and His Thoughts and Practices concerning Kyodo (Homeland) and Katei (Family Home) FUKUDA Tamami 71 Influence of Colonial Urban Planning on a Historic District of Paris: The Marais of Albert Laprade ARAMATA Miyo 87 Installing Geography in the Open Air: The Statues of Geographers in Late Nineteenth Century Belgium SHIMAZU Toshiyuki 97 3 Introduction: Bridging Two International Gatherings in Kyoto SHIMAZU Toshiyuki* This booklet is the 10th volume of a series of publications under the title Japanese Contributions to the History of Geographical Thought.
    [Show full text]
  • 19Th Century European Paintings I New York I November 7, 2018 24960
    New York I November 7, 2018 New York 19th Century European Paintings European 19th Century 19th Century European Paintings I New York I November 7, 2018 24960 19th Century European Paintings New York | Wednesday 7 November 2018, at 2pm BONHAMS BIDS INQUIRIES ILLUSTRATIONS 580 Madison Avenue +1 (212) 644 9001 Mark Fisher, Director Front cover: Lot 53 New York, New York 10022 +1 (212) 644 9009 fax +1 (323) 436 5488 Inside front cover: Lot 26 bonhams.com [email protected] [email protected] Facing page: Lot 41 Back cover: Lot 34 PREVIEW To bid via the internet please Madalina Lazen, Director Inside back cover: Lot 21 Saturday 3 November 12-5pm visit www.bonhams.com/24960 +1 (212) 644 9108 Index ghost image: Lot 32 Sunday 4 November 12-5pm [email protected] Monday 5 November 10am-5pm Please note that telephone bids REGISTRATION Tuesday 6 November 10am-5pm must be submitted no later Rocco Rich, Specialist IMPORTANT NOTICE than 4pm on the day prior to +1 (323) 436 5410 Please note that all customers, the auction. New bidders must [email protected] SALE NUMBER: 24960 irrespective of any previous activity also provide proof of identity with Bonhams, are required to and address when submitting London complete the Bidder Registration CATALOG: $35 bids. Telephone bidding is only Charles O’Brien Form in advance of the sale. The available for lots with a low +44 (0) 20 7468 8360 form can be found at the back estimate in excess of $1000. [email protected] of every catalogue and on our website at www.bonhams.com Please contact client services Peter Rees and should be returned by email or with any bidding inquiries.
    [Show full text]
  • Archief J.A. Alberdingk Thijm
    Plaatsingslijst Archief Archief J.A. Alberdingk Thijm Lijst gegenereerd op : 2020-05-09 Archiefnummer : 217 Archiefnaam : THYM Datering : 1781-1955 Beschrijving : Het archief bevat ook archivalia van verwante personen en aanverwante families en personen. Het hele archief staat op microfilm. Catalogus : Archief J.A. Alberdingk Thijm Katholiek Documentatie Centrum Laatste archief wijziging : 2020-05-07 Pagina 1/209 Archief J.A. Alberdingk Thijm Ten Geleide Joseph Albert Alberdingk Thijm (1820-1889) Alberdingk Thijm werd in Amsterdam geboren uit de gegoede koopmansfamilie Alberdingk, ’catholique avant tout’. Hij ging naar de Engelse school en leerde al zeer jong van zijn moeder ook de Franse taal. Schoolopleiding was in de vroege 19e eeuw in de hogere kringen nog niet zo algemeen, zeker als de jongeman was voorbestemd het bedrijf voort te zetten. In wezen was hij autodidact. In 1835 liet hij de naam Thijm van zijn moeder, die hem cultureel vormde, aan zijn naam toevoegen. Zijn vader had voor zijn zoons een zaak in scheepsvictualiën en verduurzaamde levensmiddelen overgenomen (hij was de uitvinder van het conservenblikje), waarin Thijm al op 14-jarige leeftijd begon. Hij was echter vooral letterkundige. Na een zenuwinstorting, passend in het romantische tijdperk van Sturm und Drang, die na een ’grand tour’ door Zwitserland en Italië genezen bleek, trad hij in 1846 in het huwelijk met Mina Kerst, dochter van hoogleraar in de medicijnen Joannes Frederik Kerst. Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren, waaronder Karel Joan Lodewijk, die later onder de naam Lodewijk van Deyssel publiceerde. In 1863 nam Thijm de boekhandel-drukkerij-uitgeverij C.L. van Langenhuysen aan het Singel over.
    [Show full text]
  • De Vlaamsche School. Jaargang 20
    De Vlaamsche School. Jaargang 20 bron De Vlaamsche School. Jaargang 20. A. Fontaine, Antwerpen 1874 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_vla010187401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 1 De Vlaamsche School 1874 Pepijn en Karel de Groote. Pepijn was een bekwaam monarch, Karel was een alomvattend genie, (Getuigenis der geschiedschrijvers.) Pepijn (Ao 741-768). I. O Belgie! bakermat van de eerste vorstenstammen Der Franken, wijd vermaard - wij zien uw glorie vlammen, In middeneeuwschen nacht, met onverdoofbren glans. Gelijk het licht der zon aan 's hemels oostertrans Het duister zwichten doet voor 't flikkeren van haar stralen - Zoo kwam het vrijheid slicht uit uwe sferen dalen, Door 't Salisch volk verspreid op Gallisch grondgebied, Daar 't uit Taxandria vol kracht te voorschijn schiet, Tot Moesel, Loire en Rijn en verren Juraketen - Toen Romes adelaars, gekortwiekt en versmeten, Fel krijschten om de prooi hun wreeden klauw ontsnapt, Wijl menig breede schacht, bij 't worstlen, werd vertrapt. De Vlaamsche School. Jaargang 20 Het Merovingisch rijk, hoe stout ook opgekomen, Verloor in 't eind zijn kracht aan Seines dartle stroomen. De meiers van 't paleis beërfden Clovis macht, Toen weelde d'ondergang van 't Merovingsch geslacht, Van vorst tot vorst verzwakt - ten leste kwam voltooien. Pepijn liet nimmer zich verlokken noch verstrooien, Door weeldes dartelheid; hij bleef den steun van 't rijk; Zijn moed en wijs beleid gaf menig schittrend blijk. Wie krachten heeft, regeert! 't Is, meiers, u gebleken; Gij werdt, door energie, de heeren van die streken. Het Karlovingisch ras, uit Herstal afgestamd En Landen, vond zich niet door weeklijkheid verlamd.
    [Show full text]
  • De Vlaamsche School. Jaargang 7
    De Vlaamsche School. Jaargang 7 bron De Vlaamsche School. Jaargang 7. J.-E. Buschmann, Antwerpen 1861 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_vla010186101_01/colofon.php © 2017 dbnl Tafel der platen. BLADZ. Paulus' verontweerdiging, plaetsneê door 4 JOS. DECLERCQ Heva en Daniel, teekening van B. 12 WITKAMP, plaetsneê door J. HEMELEER De terugkomst van het slagveld, 13 teekening van B. WITKAMP, plaetsneê door D. VEREST Arend Baut, de wolfjager, teekening van 16 B. WITKAMP, plaetsnêe door D. VEREST Een eerste indruk, teekening van J.-B. 17 HUYSMANS naer zyne schildery. - Plaetsneê van J. VAN HOOF, De grot van Freija, plaetsnêe 21 De H. Hubertus, standbeeld door A. 25 EENAEME, beeldhouwer te Gent, plaetsneê van J. GONS, naer eene photographie van J. D'HOY Schets door DÉSIRÉ VAN SPILBEECK, 29 plaetsneê van J. NAUWENS Gedenkteeken van Franciscus-Antonius 33 Verdussen in O.-L.-V. kerk te Antwerpen, teekening van V. LAGYE, gravuer van H. BROWN Van Dyck te Londen, teekening van N. 37 DE KEYSER 1839, plaetsneê van H. BROWN Fragment van een altaer, uit het 41 Ursulinenklooster te Heikruis, by Hal, ontworpen en uitgevoerd door de beeldhouwers DE BOCK en VAN WINT Abdel-Kader 44 Algemeene tentoonstelling te Brussel van 56 1850. De Zondag morgen, schildery van M. FELIX DE VIGNE, plaetsneê van J. NAUWENS Museum van Antwerpen. Schildery van 57 REMBRANDT, kopersneê door J. NAUWENS Vieuxtemps 61 De Vlaamsche School. Jaargang 7 De Onbevelkte Ontvangenis. Teekening 65 en schildery door EDW. DUJARDIN Terugkomst van Flip. - Teekening van H. 68 SCHAFELS, plaetsneê van J. HEMELEER Het zwarte woud, teekening en plaetsneê 69 van J.
    [Show full text]
  • Leuven in Rome”, of Sint-Juliaan-Der-Vlamingen Als Studie- En Verblijfscentrum Voor Hoofdzakelijk Leuvense Postdoctorale Vorsers (Eerste Helft 20 Ste Eeuw)
    BOUWSTOFFEN VOOR EEN GESCHIEDENIS VAN DE STICHTING SINT-JULIAAN DER VLAMINGEN TE ROME Redacteur en uitgever: Bruno Indekeu (Leuven) Aanbevolen citeerwijze: BGSJVR Deel 1 Leuven - Rome 2016 1 PROFIEL VAN DE AUTEUR Bruno Indekeu werd geboren te Leuven in 1956, maar bracht zijn jonge jeugd door te Lommel, in het noorden van Limburg. Na aan de KULeuven het licentiaat rechten behaald te hebben (1979), bleef hij in Leuven hangen voor legerdienst, behalen van de licentie notariaat en stage op een notariskantoor. In 1986 keerde hij naar Lommel terug om er zijn vader als notaris op te volgen; functie die hij vervulde tot in 2008. Tijdens deze Lommelse periode was hij bijna twintig jaar lang voorzitter van de vzw Museum Kempenland en stuwende kracht achter de door deze vereniging uitgegeven publicaties (tijdschrift Te Lomelle op die Campine , en de reeks Publicaties van de vzw Museum Kempenland te Lommel ). Gedurende enkele jaren was hij voorzitter van de Federatie van de Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, uitgever van het tijdschrift Limburg-Het Oude Land van Loon. Zijn eigen publicaties zijn dan ook sterk gelinkt aan de geschiedenis van zowel de stad Lommel als de provincie Limburg. Zo mogelijk legt hij de link met de Leuvense Alma Mater, en denkt daarbij met genoegen terug aan de vele uren die hij doorbracht in de bibliotheek aan het Ladeuzeplein: - ‘Johannes Huybrechts (Van Loemel), 1466 ?-1532, Hoogleraar, Aartsdiaken, Raadsheer, Pauselijk Commissaris en Beurzensticher’, Jaarboek van de Geschied-en Oudheidkundige Kring uoor Leuven en omgeving , 24 (1984), 50-75; - ‘Over Lommelse universiteitsstudenten te Leuven in de jaren 1830 - 1930 en over hun typische petten’, Te Lomelle op die Campine , 28 (2002), nr.
    [Show full text]
  • Keynote Speech by Prof. Dr. Sanne Akkerman: 1 Time: 14:00-15:00
    MONDAY, 12 NOVEMBER 2018 MONDAY, 12 NOVEMBER 2018 Keynote Speech by Prof. Time: 14:00-15:00 Location: Europa Hall A&B Dr. Sanne Akkerman: 1 EAPRIL KEYNOTE: CROSSING BOUNDARIES IN EDUCATION & EDUCATIONAL SCIENCES Chair Crossing Boundaries in Education & Educational Sciences Fazel Ansari, Vienna University of Technology Sanne Akkerman, Utrecht University, Netherlands and Fraunhofer Austria, Austria EAPRIL Cloud Spotlight Time: 15:30-17:00 Location: Nautilius Sessions: 1 CLOUD SPOTLIGHT: CLOUD 2 - DIFFERENT APPROACHES TO PROFESSIONALIZATION OF TEACHERS AND EDUCATORS Chairs CLOUD 2 - Different approaches to professionalization of teachers and Marjan de Groot-Reuvekamp, Fontys educators University of Applied Sciences, Netherlands; Marjan de Groot-Reuvekamp, Fontys University of Applied Sciences, Netherlands; Ronald Henderijn Heldens, Fontys University of Keijzer, Hogeschool iPabo, Netherlands; Anje Ros, Fontys University of Applied Sciences, Applied Science, Netherlands; Sirpa Laitinen- Netherlands Väänänen, JAMK University of Applied Sciences, Finland Discussant Quinta Kools, Fontys Hogescholen, Netherlands EAPRIL Cloud Spotlight Time: 15:30-17:00 Location: Adria 1 Sessions: 2 CLOUD SPOTLIGHT: CLOUD 11 - PRACTICE-BASED RESEARCH METHODOLOGY: CREATING OUR BASE TOGETHER Discussant CLOUD 11 - Practice-based Research Methodology: Creating our base Lisette Munneke, Utrecht University of Applied together Sciences, Netherlands Marco Mazereeuw, NHL Stenden University of Applied Sciences, Netherlands EAPRIL Cloud Spotlight Time: 15:30-17:00 Location:
    [Show full text]
  • Seizoen 16-17 Cultuurcentrum De Bogaard 16—17 Theater Xxxx Voorwoord Xxxx
    CULTUURCENTRUM DE BO GA ARD SEIZOEN 16-17 CULTUURCENTRUM DE BOGAARD 16—17 THEATER XXXX VOORWOORD XXXX ZA 13 FEB 16 xxxxxxxx “Kunst is denken met het hoofd van een ander. Kunst kijken we omdat we er 20.15 UUR perspectivische lenigheid mee ontwikkelen. En die lenigheid voorziet ons van een SCHOUWBURG kompas om invoelend en met een open blik de ander tegemoet te treden. Kunst zou XX/XX/XX€ dezer dagen maar zo eens onze redding kunnen zijn.” Annet Veenstra Laat de Bogaard komend seizoen meer dan ooit een ontmoetingsplaats zijn. Een plaats waar we elkaar vinden. Een plek waar we samen genieten van kunst en cultuur, waar we ons hoofd en ons hart openstellen om de ander te ontdekken en onszelf in de ander. Een plek ook die we de opwaardering gaan geven die ze verdient. Daarom gaan we de foyer in de eerste helft van het seizoen vernieuwen zodat we u vanaf januari 2017 nog beter kunnen ontvangen. We danken u voor uw begrip voor de tijdelijke overlast die deze verbouwing onvermijdelijk met zich meebrengt, maar tegelijk maken we ons sterk dat u nadien nog beter zal kunnen genieten van het aanbod dat we hier aan u voorstellen. Heel graag tot in de Bogaard! Kathleen Bergoets Johan Mas Veerle Heeren stadssecretaris schepen van cultuur burgemeester 3 OVERZICHT COLOFON CULTUURCENTRUM DE BOGAARD 16—17 Deze brochure is een uitgave van HUMOR P. AGB Patri DO 13.10.16 Sowieso – Bas Birker (voorprogramma Jasper Posson) 22 WO 16.11.16 Vaginamonologen 2.0 – N. Goossens, S. Dievanongs & Sandrine 38 Kazernestraat 13 DO 08.12.16 Wildeman – Jeroen Leenders 50 3800
    [Show full text]
  • Oude En Nieuwe Kunst
    UÏTC.AVR VAN HET WILLEMS-FONDS N' 143 OUDE EN NIEUWE KUNST DOOR MAX ROOSES BRIEVEN OVER HET MUSEUM VAN WEENEN. ADERLAT. — LEYS. — LIES. — DYCKMANS. VAN LERIUS. — GUFFENS en SWERTS. SCHAEFELS. — LAMORINIÈRE. H. DE BRAEKELEER. — OOMS. — VAN KUYCK. DE RUDDER. — STRUl'S. VERSTR.AEÏE. — CRABEELS. — LUYTEN. GENT Boekhandel J. Vuylsteke, Koestraat, 15 1896 O 0^?c H "^j,\«va OUDE EN NIEUWE KUNST Uilgove van het Willems-Fonds, te Gent OUDE EN NIEUWE KUNST DOOK MAX ROOSES BRIEVEN OVER HET JIÜSEUJI VAX WEENEN. VERLAT. — LEYS. — LIES. — DYCKilANS. VAN LERIUS. - GUFFENS e.n feWERTS. SCHAEFELS. — LAMORINIÈRE. H. DE BRAEKELEER. — OOMS. — VAN KUYCK. DE RUDDER. — STRUYS. YERSTRAETE. — CRABEELS. — LUYTEN. GENT Boekhandel J. Vuylsteke, Koestraat, 15 1896 ; BRIEVEN OVER HET NIEUW KUNSTJIUSEUM TE WEENEN. Weenen, 2S October 1891. Na zes en dertig uren sporens in één vaart bereikte ik gister avond Weenen. In schijn is het een heele zaak zoo anderhalven dag opgesloten te zitten in een rammelkast ik zou nooit geloofd hebben hoe weinig het in werkelijk- heid te beduiden heeft en hoe alleen het zes en dertigste uur een beetje lang valt. Er is altijd de eene of andere reiziger of reizigster, die uwe aandacht lokt of met wie men op lange tochten gelegenheid vindt een woordje te wisselen. De boeren aan den barreel der kleine, en de heeren en dames op het perron der groote stations, spelen eveneens hunne rol in het panorama, dat zich voor uw oog ontrolt. Zijn de tafels niet altijd wel voorzien, waar de stilhoudende trein u doet aanzitten, naar zijn en niet naar uwe beliefte, het onverwachte heeft ook zijn aantrekke- lijkheid.
    [Show full text]
  • Downloaden Download
    ALEID HEMERYCK Het Brugse pantheon: nationale en lokale helden samengebracht De Romantiek kan worden aanzien als dé periode van de histori­ sche illustratie. Een historische gebeurtenis werd op talrijke manieren gevisualiseerd. De manier waarop die uitbeelding verliep, vertelde vaak meer over de Romantiek dan over de historische gebeurtenis zelf. Met hun kunst wilden de romantici een effect bewerkstelligen, indruk maken, de toeschouwer treffen en beroeren: 'Romantiek vraagt geen instemming, maar overgave. ' 1 De Belgische Romantiek had deze eigenheid verkregen door de gebeurtenissen van 1830. Zowel kunst als historiografie kregen een patriottisch keurslijf aange­ meten: 'De historiografie had tot taak de wortels van de eigentijdse verworvenheden te achterhalen om zo de legitimiteitsbewijzen ervan aan te dragen en de nationale identiteit inhoud te geven. Van de kunst verwachtte men dat zij deze informatie in beeld bracht om het publiek in zijn denken en handelen in nationale zin te beïnvloeden. Het verleden diende het negentiende-eeuwse nationaliteitsgevoel te gronden en te versterken, de daden uit vroegere tijden hadden een voorbeeldfunctie en werden gerecipieerd als voorafbeeldingen van een morele regeneratie. n Het is ook in dat licht dat het ontstaan van nationale pantheons moeten worden bekeken.3 Ook na 1850, wan­ neer het hoogtepunt van de Romantiek voorbij was, België niet meer zo jong was en het land zijn legitimatie verworven had, bleef de kunst in bepaalde opzichten patriottisch getint. In Brugge zal tot ver in de 1 T. Verschaffel, Beeld en geschiedenis (Turnhout 1987) 34. 2 L. Pil, 'Quasimodo of Apollo. De romantische historische verbeelding en de beperkingen van het "heroïsche" monument in het jonge België (1830-1860)', in: J.
    [Show full text]
  • Inside the Best Belgian Record Sleeves Voorwoord
    inside the best belgian record sleeves voorwoord Ik heb even met het idee gespeeld om hier als edito een FAQ neer te pennen – De jaren 90 waren een ander paar mouwen: redelijk wat straffe platen, maar ook redelijk wat dingen die nooit op ervan uitgaande dat ik de Frequently Asked Questions wel kan raden. vinyl zijn verschenen. Het is vandaag moeilijk te geloven, maar in de jaren 90 waren vinylplaten op een bepaald moment even passé als Donkey Kong, Corey Haim en – ik heb nooit beweerd dat de jaren 80 perfect waren – witte 1. Geen hoes van Vaya Con Dios, quoi? sokken. Op een bepaald moment was er ook echt ver niemand meer om ze aan te slijten. Hipsters zaten nog in hun 2. Precies nooit van Adamo gehoord, hé? puberteit – sommige droegen nog luiers – en zelfs de bomma had voor haar verjaardag intussen een cd-speler cadeau 3. Jij houdt van elektronische muziek, zeker? gekregen. In recordtempo werden platenspelers én vinylcollecties, waar vandaag een klein fortuin voor zou worden 4. Het is wel erg Vlaams, nee? neergeteld, bij het huisvuil gezet, met uitzondering van de platen van Rod Stewart, Paul Young en Chris Rea. Die gingen naar de rommelmarkt. In het kort: nee, toch wel, onder meer en #tousensemble. Toegegeven, elektronische muziek zorgde ervoor dat de vinylpersen bleven draaien, maar eerlijk gezegd: wie in die De langere antwoorden op die en andere vragen klonken in mijn hoofd echter veelal identiek: tijdens ons maanden- periode één maxi zag, had ze gelijk allemaal gezien. De vinylpersen draaiden nog wel, de drukpersen joegen er niet lange speurwerk in platencollecties, muziekarchieven en op – wil iemand de oprichter ervan een Nobelprijs geven – bepaald veel inkt door.
    [Show full text]
  • Belgische Kunst (H)Erkend
    Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 BELGISCHE KUNST (H)ERKEND Aanwezigheid en receptie van Belgische kunstenaars op de tentoonstellingen in Amsterdam van 1840 tot 1870 Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Victoria Van Riel. Promotor: prof. dr. M. Sterckx Afbeelding voorblad: Vee in een zomers landschap, 1846 Eugène Joseph Verboeckhoven Olieverf op paneel 23 x 19 cm Privécollectie Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 BELGISCHE KUNST (H)ERKEND Aanwezigheid en receptie van Belgische kunstenaars op de tentoonstellingen in Amsterdam van 1840 tot 1870 Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Victoria Van Riel. Promotor: prof. dr. M. Sterckx 2 3 ABSTRACT Het onderzoek in deze masterproef valt uiteen in twee delen. In het eerste deel wordt de aanwezigheid van Belgische kunstenaars op zowel de stedelijke tentoonstellingen van Amsterdam als op de tentoonstellingen georganiseerd door de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae rond het midden van de negentiende eeuw nagegaan. Hierbij komt de historische context van beide exposities aan bod en worden deze kort vergeleken met buitenlandse tentoonstellingen. Tevens worden er ter verduidelijking grafieken gebruikt die eventuele trends in de aanwezigheid van Belgische kunst kunnen visualiseren. Aan het einde van dit eerste deel worden kort de schildersdorpen of kunstenaarskolonies rond Amsterdam aangehaald en wordt onderzocht of de Belgische kunstenaars daar verbleven. Het tweede deel van deze masterproef gaat in op de receptie van Belgische meesters in Amsterdam beschreven in de Nederlandse tijdschriften Kunstkronijk en Algemeene konst- en letterbode rond het midden van de negentiende eeuw.
    [Show full text]