Leuven in Rome”, of Sint-Juliaan-Der-Vlamingen Als Studie- En Verblijfscentrum Voor Hoofdzakelijk Leuvense Postdoctorale Vorsers (Eerste Helft 20 Ste Eeuw)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
BOUWSTOFFEN VOOR EEN GESCHIEDENIS VAN DE STICHTING SINT-JULIAAN DER VLAMINGEN TE ROME Redacteur en uitgever: Bruno Indekeu (Leuven) Aanbevolen citeerwijze: BGSJVR Deel 1 Leuven - Rome 2016 1 PROFIEL VAN DE AUTEUR Bruno Indekeu werd geboren te Leuven in 1956, maar bracht zijn jonge jeugd door te Lommel, in het noorden van Limburg. Na aan de KULeuven het licentiaat rechten behaald te hebben (1979), bleef hij in Leuven hangen voor legerdienst, behalen van de licentie notariaat en stage op een notariskantoor. In 1986 keerde hij naar Lommel terug om er zijn vader als notaris op te volgen; functie die hij vervulde tot in 2008. Tijdens deze Lommelse periode was hij bijna twintig jaar lang voorzitter van de vzw Museum Kempenland en stuwende kracht achter de door deze vereniging uitgegeven publicaties (tijdschrift Te Lomelle op die Campine , en de reeks Publicaties van de vzw Museum Kempenland te Lommel ). Gedurende enkele jaren was hij voorzitter van de Federatie van de Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, uitgever van het tijdschrift Limburg-Het Oude Land van Loon. Zijn eigen publicaties zijn dan ook sterk gelinkt aan de geschiedenis van zowel de stad Lommel als de provincie Limburg. Zo mogelijk legt hij de link met de Leuvense Alma Mater, en denkt daarbij met genoegen terug aan de vele uren die hij doorbracht in de bibliotheek aan het Ladeuzeplein: - ‘Johannes Huybrechts (Van Loemel), 1466 ?-1532, Hoogleraar, Aartsdiaken, Raadsheer, Pauselijk Commissaris en Beurzensticher’, Jaarboek van de Geschied-en Oudheidkundige Kring uoor Leuven en omgeving , 24 (1984), 50-75; - ‘Over Lommelse universiteitsstudenten te Leuven in de jaren 1830 - 1930 en over hun typische petten’, Te Lomelle op die Campine , 28 (2002), nr. 3, 8-15; -‘Zeventien Limburgse primi aan de Oude Universiteit Leuven (1425-1797)’, Limburg-Het Oude Land van Loon , 88 (2009), 135-157. Vanaf 2001 trekt hij regelmatig op Romereis, “driftig” op zoek naar dorps- en gouwgenoten binnen de stichting Santa Maria dell’Anima , waarvan vooral personen uit het hertogdom Brabant en het Prinsbisdom Luik lid waren: ‘Drie Lommelse prelaten aan het pauselijk hof te Rome (begin 16de eeuw)’, Limburg 63 (1984), 22-25; [Recensie] ‘M. Verweij, De Santa Maria dell'Anima te Rome. Bezoekersgids’, Limburg-Het Oude Land van Loon , 83 (2004), 223-227; ‘Drie "Limburgers" op een Keizerlijke auditorszetel in de Rota (Rome, 17de eeuw)’, Limburg-Het Oude Land van Loon, 83 (2004), 229-249. Zo belandt hij, op aansturen van Dr. Johan Ickx (archivaris op het Staatssecretariaat Vaticaan) uiteindelijk (2010-2011) ook bij de Stichting Sint-Juliaan-der-Vlamingen, oorspronkelijk een hospitaal voor pelgrims vanuit het graafschap Vlaanderen. Pater Hugo Vanermen, missionaris van het Heilig Hart, rector van de Koninklijke Belgische Kerk en Stichting ‘Sint-Juliaan- der-Vlamingen, aan wie in 2013 het ereteken van Officier van de Orde van Leopold II werd uitgereikt, was zo bereidwillig om hem inzage te geven van de archieven. In het voorbije jaar 2015 is de auteur resoluut het digitale tijdperk binnengetreden en publiceert vaak bijdragen op de site academia.edu. Eén van zijn laatste nieuwe onderzoeksdomeinen, de geschiedenis van het noordelijkste puntje van Corsica (Cap Corse ), komt aldaar ruim aan bod via het (eigen) tijdschrift ROCCHE. Maar ondanks zijn gedrevenheid op historisch vlak, vergeet de auteur toch zijn juridische roots en vorming niet; zodat op academia.edu ook enkele artikels over burgerlijk en administratief recht worden gepubliceerd. 2 BOUWSTOFFEN VOOR EEN GESCHIEDENIS VAN DE STICHTING SINT-JULIAAN DER VLAMINGEN TE ROME Deel 1 “Leuven in Rome”, of Sint-Juliaan-der-Vlamingen als studie- en verblijfscentrum voor hoofdzakelijk Leuvense postdoctorale vorsers (eerste helft 20 ste eeuw). (door Bruno Indekeu) INHOUD - Inleiding; toelichting van het thema 4 - Het rectorschap van Sint-Juliaan als inzet van een wedloop tussen Ultramontanen en modern-katholieken (1840-1903) 5 - De mislukte poging om het Belgisch Historisch Instituut onder te brengen in de gebouwen van de Stichting Sint-Juliaan – en de rol van hoogleraar Alfred Cauchie daarbij (1902-1905) 9 - Rector M. Vaes organiseert een “Collège de chapelains”, als concurrent voor het Belgisch Historisch Instituut in Rome (1907-1914) 13 - Drie koningen, minstens Monsignori , voor één “heerlijke oase”: Vaes, Hebbelynck en Pelzer 20 - Symbiose van Sint-Juliaan en Belgisch Historisch Instituut in Rome (1922-28) 28 - De stichting burggravin de Spoelbergh en de heropleving van het “Collège des Chapelains” (1931-1938 en 1946-1952) 34 - Bio-bibliografisch repertorium van Leuvense post-doctorandi met verblijf in Sint-Juliaan aan de vooravond van de eerste wereldoorlog (1907-1915) 40 Bijlagen 77 3 Inleiding; toelichting van het thema Op 8 maart 2014 schreef de Koninklijke Belgische Kerk en Stichting “Sint-Juliaan-der-Vlamingen” weer een bladzijde geschiedenis in haar 1000-jarig bestaan. Zij ontving het bezoek van Professor Rik Torfs, Rector van de KU Leuven, de Vice- Rectoren, de rectoraal adviseur externe contacten, kaderleden van het bestuur van de universiteit en Dr. Johan Ickx, archivaris op het Staatssecretariaat (Vaticaan) met zijn echtgenote. Bij het afscheid sprak Rector Torfs de wens uit voor een nauwere samenwerking tussen de Leuvense “Alma Mater” en de Koninklijke Belgische Kerk en Stichting “Sint-Juliaan-der- Vlamingen”. De banden tussen Leuven en Sint-Juliaan waren, vooral aan het begin van de 20 ste eeuw inderdaad zeer hecht. Mgr. Maurice Vaes, rector van Sint-Juliaan gedurende de eerste helft van die eeuw, ligt aan de grondslag van een nauwe samenwerking met de universiteit; hetgeen overigens met dankbaarheid benadrukt werd toen Leuven hem in 1947 tot doctor (in de geschiedenis) honoris causa promoveerde. In deze publicatie wordt dieper ingegaan op het verblijf van Lovanienses te Rome in de gebouwen van de Stichting Saint- Julien-des-Belges , zoals ze in de eerste helft van de 20 ste eeuw nog genaamd was. Zal Rector Torfs inspiratie zoeken bij zijn voorganger (van ruim een eeuw geleden) Hebbelynck en in zijn oude dag gaan verblijven in Sint-Juliaan ? Wees gerust, beste studiegenoot Rik, want het is maar een boutade... LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN: AHEB: Analectes pour servir à l’histoire ecclésiastique de la Belgique ASEB: Annales de la Société d’Emulation de Bruges AUCL: Annuaire de l’université catholique de Louvain BCRH: Bulletin de la Commission Royale d’Histoire BIHBR: Bulletin de l’Institut Historique Belge à Rome BMA: Bulletin des Métiers d'Art CDT: Collationes dioecesis Tornacensis DWB: Dietsche Warande en Belfort MB: Musée Belge NBW: Nationaal Biografisch Woordenboek RASJV : Rome, Archief van de Stichting Sint-Juliaan der Vlamingen RB: Revue Bénédictine RDPC: Revue de Droit Pénal et de Criminologie RHE: Revue d’Histoire Ecclésiastique 4 Het rectorschap van Sint-Juliaan als inzet van een wedloop tussen Ultramontanen en modern- katholieken (1840-1903). Publicaties over de in Rome gevestigde stichting Sint-Juliaan der Vlamingen, oorspronkelijk een pelgrimshospitaal, zijn schaars en hebben hoofdzakelijk betrekking op het ancien régime 1. De geschiedenis van deze stichting tijdens de 19de en 20ste eeuw blijft dus nog te schrijven. In de jaren 1800-1830 kent ze blijkbaar een sluimerend bestaan, maar vanaf de Belgische revolutie van 1830 wordt ze gedurende een tiental jaren nieuw leven ingeblazen door de uit Hasselt afkomstige Dominicaan Vincent Lamarche (1780-1849), verbonden aan het Minerva- klooster in Rome. Lamarche is niet opgezet met de bestaffing van de Belgische ambassade bij de Heilige Stoel, in de personen van Charles Vilain XIV (1803-1878), ambassadeur van 1832 tot 1839, en diens medewerkers Edouard Blondeel en Isidore Vermersch. Mede onder invloed van Lamarche komt er in 1840 een nieuwe ambassadeur, Emile d'Oultremont (1787- 1851), die echter vier jaar later reeds naar een andere post beroepen wordt. Diens vroegtijdig overleden medewerker Prosper Édouard Noyer (1806-1846), zal er enkele jaren later op verzoek van kardinaal Sterckx voor zorgen dat P.J. Aerts als rector wordt aangesteld, i.p.v. iemand van de bisdommen Gent of Brugge, zoals de provisoren zouden hebben geprefereerd 2 . Intussen was de Leuvense universiteit herrezen (1834) onder impuls van kardianaal Engelbert Sterckx (1792-1867), aartsbisschop van Mechelen (1832-67), en was binnen de katholieke kerk een groeiende tegenstelling ontstaan tussen ultramontanen en liberale katholieken, aanhangers van H.-F. de Lamennais1 (1782-1854), die de grondwettelijke scheiding tussen Kerk en staat aanvaardden in ruil voor de vrijheid van godsdienst en onderwijs. Op Belgisch niveau had Leuvens eerste rector Pierre François Xavier de Ram (1804-1865) resoluut een anti-ultramontaanse koers gekozen, terwijl binnen het episcopaat enkelen de harde lijn van het Ultramontanisme aanhingen. De bisschoppen van Brugge en Luik waren om die reden niet al te beste maatjes met de Leuvense rector. Ten einde de Leuvense belangen in Rome te verdedigen tegen de ultramontanen, was het voor de Ram van groot belang om in de eeuwige stad een antenne te hebben. Eén van de weinige, enigszins officiële Belgische vestigingen in Rome, was de Sint-Juliaanstichting, welke – voor haar religieuze activiteiten -een priester-rector aan het werk had. Dat was steevast een Italiaan, tot op het ogenblik van vertrek van Benedetto Sebastiani in november 1842, toen de belgische overheid aandrong op aanstelling van een belgische geestelijke. Pierre Joseph Aerts (1809-1903), die tijdens zijn studie aan het seminarie te Mechelen omstreeks 1830 de Ram wellicht nog als leraar had gekend, was sinds 1832 te Rome als apostolisch pronotaris. In de provisorenvergadering van 3 november 1842 wordt hij aangesteld tot nieuwe rector van Sint-Juliaan. 1 . M. Vaes, ‘Les fondations hospitalières flamandes à Rome du XVe au XVIIIe siècle’, Bulletin de l'Institut historique belge de Rome , 1 (1919), 161-371; M. Vaes, ‘Hospice de Saint-Julien-des-Flamands a Rome. Les statuts de 1444’, Annales de la société d'émulation de Bruges , 67 (1924), 65-96; J. Ickx, ‘783 years San Giuliano dei Fiamminghi?", Archivum Historiae Pontificiae , 34 (1996), 369-375; Michiel Verweij, “ Het Broederschapsboek van S.