Oude En Nieuwe Kunst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Oude En Nieuwe Kunst UÏTC.AVR VAN HET WILLEMS-FONDS N' 143 OUDE EN NIEUWE KUNST DOOR MAX ROOSES BRIEVEN OVER HET MUSEUM VAN WEENEN. ADERLAT. — LEYS. — LIES. — DYCKMANS. VAN LERIUS. — GUFFENS en SWERTS. SCHAEFELS. — LAMORINIÈRE. H. DE BRAEKELEER. — OOMS. — VAN KUYCK. DE RUDDER. — STRUl'S. VERSTR.AEÏE. — CRABEELS. — LUYTEN. GENT Boekhandel J. Vuylsteke, Koestraat, 15 1896 O 0^?c H "^j,\«va OUDE EN NIEUWE KUNST Uilgove van het Willems-Fonds, te Gent OUDE EN NIEUWE KUNST DOOK MAX ROOSES BRIEVEN OVER HET JIÜSEUJI VAX WEENEN. VERLAT. — LEYS. — LIES. — DYCKilANS. VAN LERIUS. - GUFFENS e.n feWERTS. SCHAEFELS. — LAMORINIÈRE. H. DE BRAEKELEER. — OOMS. — VAN KUYCK. DE RUDDER. — STRUYS. YERSTRAETE. — CRABEELS. — LUYTEN. GENT Boekhandel J. Vuylsteke, Koestraat, 15 1896 ; BRIEVEN OVER HET NIEUW KUNSTJIUSEUM TE WEENEN. Weenen, 2S October 1891. Na zes en dertig uren sporens in één vaart bereikte ik gister avond Weenen. In schijn is het een heele zaak zoo anderhalven dag opgesloten te zitten in een rammelkast ik zou nooit geloofd hebben hoe weinig het in werkelijk- heid te beduiden heeft en hoe alleen het zes en dertigste uur een beetje lang valt. Er is altijd de eene of andere reiziger of reizigster, die uwe aandacht lokt of met wie men op lange tochten gelegenheid vindt een woordje te wisselen. De boeren aan den barreel der kleine, en de heeren en dames op het perron der groote stations, spelen eveneens hunne rol in het panorama, dat zich voor uw oog ontrolt. Zijn de tafels niet altijd wel voorzien, waar de stilhoudende trein u doet aanzitten, naar zijn en niet naar uwe beliefte, het onverwachte heeft ook zijn aantrekke- lijkheid. De landschappen, die men doorjaagt, geven een genot, als bladerde men prenten om in een reusachtig 2 OUDE EN NIEUWE KUNST boek. Kortom men begint te begrijpen, na dit leventje eenigen tijd geleid te hebben, dat iemand de reis om de wereld in 80 dagen zou doen niet om een wedding te winnen, maar om het genoegen van het rijden. In Duilschland tref ik dan nog altijd een buitenkansje aan. Ik heb daar pret in het zien der stations en der spoorwegbeambten. Men moge al of niet dwepen met gezag, men voelt toch eerbied voor den statieoverste, die u afwacht, en het sein tot abfahren geeft. Er is iets ontzag- wekkends in dien man met de roode pet, met den uniform van een kapitein en het uitzicht van een generaal. Wat een deftigheid, wat een bewustzijn van eigenwaarde, wat een degelijke vertegenwoordiger van den almachtigen staat ! Zoo ook de overige bedienden : de treinoverste met den rooden lederen band over de borst en met het tasje, dat hem evenmin verlaat als een Hollandschen tourist en waarin hij gewis zaken van groot belang mededraagt, al opent hij het nooit ; de kaartjesknipper altijd beleefd, altijd op de hoogte van zijnen dienst, gereed u te helpen en inlichtingen te geven zonder of met een fooi. Heel dit personeel geeft u het genot van flinke menschen, die keurig hun werk verrichten. En dan de stations ! Men moet in Herbesthal aanlanden, na de onoogelijke loodsen van den Belgischen spoorweg voorbij gevaren te zijn, en daar dit nette gerieflijke gebouw zien, waar evenzeer aan den kunstsniaak als aan de levensgemakken geofl'erd is ; men moet, na aan de hokjes van den Grand-Central stil te hebben gestaan, het nieuwe monumentale stationsgebouw van Dusseldorf binnenrijden, of zich herinneren, wat de nieuwe spoorweghallen te Frankfort en te Straatsburg zijn, om te begrijpen hoe sterk de Duitsche staat er aan houdt, goed te doen wat hij doet. Maar ik zei, dat ik te Weenen was aangekomen en van Weenen wou ik wat verhalen. Het was gisteravond donker. NIEUW KUNSTMUSEUM TE WEENEN Ó regenachtig weer, het was tien uren en de straten waren ledig en doodsch. Eerst heden zou ilc op herlcenning uitgaan. Het weer was opgeklaard, een scherpe wind voer door de brcede bedding, die de Ring tusschen de Iiooge gebouwen der oude en der nieuwere stad graaft en sneed mij ook door demi-saison en vleesch en been. Bibberend liep ik voort, meer bezorgd om mij te verwarmen dan om te zien. Dan de zon steeg, liaar volle licht werpende op de prachtigste heerbaan, die in onze dagen in de wereld is gebouwd. Het is werkelijk iets verbazends wat men daar in de laatste vijf en twintig jaar heeft voltooid. De oude vestin- gen van Weenen zijn afgebroken en zoo kwam er te midden der stad, op een plaats, die daar is wat te Parijs de boule- vards Montmartre, des Capucines, en des Italiens zijn, een strook gronds beschikbaar, breed genoeg om drie of vier teerlingen huizen achter elkander op te bouwen. De grond werd tegen hooge prijzen verkocht en de opbrengst werci in een kas gestort, de kas der Monumenten zou men ze mogen heeten, want uit deze zijn al de heerlijkheden betaald, die langsheen den Ring oprezen. Er staat daar zoo wat alles wat een stad aan openbare gebouwen kan bezitten : de Douane, twee Kazernes, de Opera, de Acade- mie van Schoone Kunsten, het Museum van Schoone Kunsten en dat van Natuurlijke Wetenschappen, het Paleis van Justitie, het Parlement, de Schouwburg, het Stadhuis, de Universiteit, de Beurs en eeue Kerk. Het middendeel der Ringstrasse, dat in den Opera-Ring, den Burg-Ring en den Franzen-Ring verdeeld is, bevat de voornaamste dier gebouwen : aan het een uiteinde de Opera, aan het andere de Votiv-Kirche. De grond tusschen deze beide gebouwen vervalt in twee groepen; de eerste bevat de twee Museums aan den buitenkant van den Ring, vlak tegenover den Hofburg, waarvan de oude gebouwen op den achtergrond 4 OUDE EN NIEUWE KUNST staan en waarvan men de nieuwe nog aan het optrekken is. De tweede groep bevat aan den buitenkant van den Ring, de Wetgevende kamer en de Universiteit, tegenover elkander liggende, met het Stadhuis op den achtergrond^ en aan den binnenkant van den Ring, het Burgtheater. Tusschen de gebouwen der eerste groep liggen de lieizer- lijke tuinen, en de plantages der Museums ; tusschen de tweede strekt zich het Rathhaus-Park uit. Bezijden deze laatste groep vindt men het Justicie-Paleis aan de eene, de Votiv-Kirche aan de andere zijde, eveneens door beplante gronden er van gescheiden. Te midden van een overvloed van groen verheft zich dus deze overdaad van pracht- gebouwen. Er is in onzen levenstijd in Europa nergens eene zoo ontzaglijke poging gedaan, om een stel van monumenten, grootschen voet gebouwd, te doen opstijgen op zoo ; geen zoo gunstige gelegenheid aan de bouwmeesters geboden om hunne stoutste plannen uit te voeren, en er is ook nergens iets geleverd, dat met de Ringpaleizen naar den palm kan dingen. De cenige poging Tan gelijken aard, is die, welke koning Lodewijk I van Beieren beproefde, toen hij aan zijne hoofdstad een reeks van praalgebouwen schonk ; maar wat er daar ook voor degelijks moge tot stand gebracht zijn, het geheel is, in vergelijking met wat te Weenen is verricht, de verfraaiing van een provincie- stad, vergeleken bij die der verblijfplaats eens keizers. De Votiv-Kirche is wellicht de schoonste Gothische kerk in onze dagen gebouwd. Het Stadhuis, een ontzaglijk blok met zijn vijf torens, waarvan de middelste honderd meters hoog is, in Gothischen stijl met enkele renaissance-motie- ven doormengd, heeft zijns gelijke niet in uitgestrektheid, en pracht. De Rijksraad in oud-Griekschen stijl, met zijn drie sterk vooruitspringende daklijsten op kolommen gedragen en met beeldhouwwerk versierd, met zijne NIEUW KUNSTMUSEUM TE WEENEN 5 dakbekroning, aan beide uiteinden standbeelden en vier- spannen dragende, met de twee forsche stoepen, die in halfronde glooiing naar den hoofdingang leiden^ is het eigenaardigste, het stoutste en het meest verrassende van alle. Het Hofburgtheater evenaart van buiten en vooral van binnen de Opera van Parijs. De beide Museums zijn elk even groot als Louvre en Tuileries en even rijk ver- sierd. De Opera is reeds een twintigtal jaren oud en getuigt nog niet van die praalzucht van latere jaren, maar is van zeer zuiveren smaak, in den trant der binnenplaats der Certosa te Pavia. En niet alleen uiterlijk zijn al die gebouwen prachtig, ook van binnen gezien zijn zij van verbazenden rijkdom. Het Parlement met zijne wandelzaal, waarvan het gewelf gedragen wordt door marmeren zuilen uit één stuk van 7% meters hoog; het Stadhuis met zijne reusachtige feest- zaal, zijne gangen en binnenplaatsen, alles verzorgd tot in de minste bijzonderheid, rijk van stof en van bewerking; het Hofburgtheater met zijne twee trappenhuizen aan de zijden van het gebouw, die elk met die van de Parijsche Opera kunnen vergeleken worden : alles marmer, schilde- ring, verguldsel ; het is verbazend grootsch, maar het is duur naar evenredigheid. Het stadhuis kost bij voorbeeld 15, elk der Museums 8 millioen gulden. Het is kolossaal en nog is het niet alles. Niet alleen treffen ons die openbare gebouwen door hunne grootsch- heid en pracht, ook de huizen, die er tusschenin op den Ring gebouwd zijn, zien er als ware monumenten uit. Het zijn groote vierkante blokken, vijf of zes verdiepingen hoog, in Italiaanschen rcnaissance-stijl, met beeldhouw- werk en ornementen, soms met vergulde vakken en schilderingen, in den trant der nieuwerwetsche Parijsche huizen, maar weelderiger over hel algemeen. Men zegt, dat, wanneer zulk een pralerig huis tegenover het Opera 6 OUDE EN NIEUWE KUNST gebouw werd opgetrokken, de bouwmeester van dit laatste zich die onbescheiden nabuurschap zoodanig aan- trok, dat zijn gezondlieid er door leed en zijn leven er door verkort werd. Hij had ongelijk, want de stille, smaakvolle Opera blijft een parel, wier glans door geene omgeving kan gedoofd worden. Er ligt iets onharmonisch in die weidschheid en prale- righeid van den Ring. Ongeëvenredigd zijn gebouwen en wegen met de belangrijkheid en de behoefte der stad.
Recommended publications
  • Languages, Materiality, and the Construction of Geographical Modernities
    ISBN 978-4-9900-5379-6 LANGUAGES, MATERIALITY, AND THE CONSTRUCTION OF GEOGRAPHICAL MODERNITIES Edited by Toshiyuki SHIMAZU Japanese Contributions to the History of Geographical Thought (10) Department of Geography Wakayama University JAPAN 2014 Publication of this booklet was financially supported by a Grant-in-Aid for Scientific Research (Grant Number 23320184) from the Japan Society for the Promotion of Science. The opinions expressed in the contributions to this booklet are the authors’ responsibility. All the communications concerning this booklet should be addressed to Professor Toshiyuki SHIMAZU Department of Geography Wakayama University Wakayama, 640-8510, Japan [email protected] Copyright © Toshiyuki SHIMAZU 2014 March 31, 2014 ISBN 978-4-9900-5379-6 Printed by For-You Ltd., Sakai, Osaka, 590-0982, Japan LANGUAGES, MATERIALITY, AND THE CONSTRUCTION OF GEOGRAPHICAL MODERNITIES CONTENTS Introduction: Bridging Two International Gatherings in Kyoto SHIMAZU Toshiyuki 3 Contested Geographical Knowledge and Imagination: A. H. Savage Landor and Victorian British Writings on Hokkaido TACHIBANA Setsu 9 Eating Rice and Feeding the City: ‘Body Politics’ in Modern Japan ONJO Akio 29 Commodification of the Asian and Construction of Japan’s Self-image MORI Masato 41 Ideas and Practices of the Kyoto School of Japanese Geopolitics SHIBATA Yoichi 55 Between Two Homes: Gentaro Tanahashi and His Thoughts and Practices concerning Kyodo (Homeland) and Katei (Family Home) FUKUDA Tamami 71 Influence of Colonial Urban Planning on a Historic District of Paris: The Marais of Albert Laprade ARAMATA Miyo 87 Installing Geography in the Open Air: The Statues of Geographers in Late Nineteenth Century Belgium SHIMAZU Toshiyuki 97 3 Introduction: Bridging Two International Gatherings in Kyoto SHIMAZU Toshiyuki* This booklet is the 10th volume of a series of publications under the title Japanese Contributions to the History of Geographical Thought.
    [Show full text]
  • 19Th Century European Paintings I New York I November 7, 2018 24960
    New York I November 7, 2018 New York 19th Century European Paintings European 19th Century 19th Century European Paintings I New York I November 7, 2018 24960 19th Century European Paintings New York | Wednesday 7 November 2018, at 2pm BONHAMS BIDS INQUIRIES ILLUSTRATIONS 580 Madison Avenue +1 (212) 644 9001 Mark Fisher, Director Front cover: Lot 53 New York, New York 10022 +1 (212) 644 9009 fax +1 (323) 436 5488 Inside front cover: Lot 26 bonhams.com [email protected] [email protected] Facing page: Lot 41 Back cover: Lot 34 PREVIEW To bid via the internet please Madalina Lazen, Director Inside back cover: Lot 21 Saturday 3 November 12-5pm visit www.bonhams.com/24960 +1 (212) 644 9108 Index ghost image: Lot 32 Sunday 4 November 12-5pm [email protected] Monday 5 November 10am-5pm Please note that telephone bids REGISTRATION Tuesday 6 November 10am-5pm must be submitted no later Rocco Rich, Specialist IMPORTANT NOTICE than 4pm on the day prior to +1 (323) 436 5410 Please note that all customers, the auction. New bidders must [email protected] SALE NUMBER: 24960 irrespective of any previous activity also provide proof of identity with Bonhams, are required to and address when submitting London complete the Bidder Registration CATALOG: $35 bids. Telephone bidding is only Charles O’Brien Form in advance of the sale. The available for lots with a low +44 (0) 20 7468 8360 form can be found at the back estimate in excess of $1000. [email protected] of every catalogue and on our website at www.bonhams.com Please contact client services Peter Rees and should be returned by email or with any bidding inquiries.
    [Show full text]
  • Archief J.A. Alberdingk Thijm
    Plaatsingslijst Archief Archief J.A. Alberdingk Thijm Lijst gegenereerd op : 2020-05-09 Archiefnummer : 217 Archiefnaam : THYM Datering : 1781-1955 Beschrijving : Het archief bevat ook archivalia van verwante personen en aanverwante families en personen. Het hele archief staat op microfilm. Catalogus : Archief J.A. Alberdingk Thijm Katholiek Documentatie Centrum Laatste archief wijziging : 2020-05-07 Pagina 1/209 Archief J.A. Alberdingk Thijm Ten Geleide Joseph Albert Alberdingk Thijm (1820-1889) Alberdingk Thijm werd in Amsterdam geboren uit de gegoede koopmansfamilie Alberdingk, ’catholique avant tout’. Hij ging naar de Engelse school en leerde al zeer jong van zijn moeder ook de Franse taal. Schoolopleiding was in de vroege 19e eeuw in de hogere kringen nog niet zo algemeen, zeker als de jongeman was voorbestemd het bedrijf voort te zetten. In wezen was hij autodidact. In 1835 liet hij de naam Thijm van zijn moeder, die hem cultureel vormde, aan zijn naam toevoegen. Zijn vader had voor zijn zoons een zaak in scheepsvictualiën en verduurzaamde levensmiddelen overgenomen (hij was de uitvinder van het conservenblikje), waarin Thijm al op 14-jarige leeftijd begon. Hij was echter vooral letterkundige. Na een zenuwinstorting, passend in het romantische tijdperk van Sturm und Drang, die na een ’grand tour’ door Zwitserland en Italië genezen bleek, trad hij in 1846 in het huwelijk met Mina Kerst, dochter van hoogleraar in de medicijnen Joannes Frederik Kerst. Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren, waaronder Karel Joan Lodewijk, die later onder de naam Lodewijk van Deyssel publiceerde. In 1863 nam Thijm de boekhandel-drukkerij-uitgeverij C.L. van Langenhuysen aan het Singel over.
    [Show full text]
  • De Vlaamsche School. Jaargang 20
    De Vlaamsche School. Jaargang 20 bron De Vlaamsche School. Jaargang 20. A. Fontaine, Antwerpen 1874 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_vla010187401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 1 De Vlaamsche School 1874 Pepijn en Karel de Groote. Pepijn was een bekwaam monarch, Karel was een alomvattend genie, (Getuigenis der geschiedschrijvers.) Pepijn (Ao 741-768). I. O Belgie! bakermat van de eerste vorstenstammen Der Franken, wijd vermaard - wij zien uw glorie vlammen, In middeneeuwschen nacht, met onverdoofbren glans. Gelijk het licht der zon aan 's hemels oostertrans Het duister zwichten doet voor 't flikkeren van haar stralen - Zoo kwam het vrijheid slicht uit uwe sferen dalen, Door 't Salisch volk verspreid op Gallisch grondgebied, Daar 't uit Taxandria vol kracht te voorschijn schiet, Tot Moesel, Loire en Rijn en verren Juraketen - Toen Romes adelaars, gekortwiekt en versmeten, Fel krijschten om de prooi hun wreeden klauw ontsnapt, Wijl menig breede schacht, bij 't worstlen, werd vertrapt. De Vlaamsche School. Jaargang 20 Het Merovingisch rijk, hoe stout ook opgekomen, Verloor in 't eind zijn kracht aan Seines dartle stroomen. De meiers van 't paleis beërfden Clovis macht, Toen weelde d'ondergang van 't Merovingsch geslacht, Van vorst tot vorst verzwakt - ten leste kwam voltooien. Pepijn liet nimmer zich verlokken noch verstrooien, Door weeldes dartelheid; hij bleef den steun van 't rijk; Zijn moed en wijs beleid gaf menig schittrend blijk. Wie krachten heeft, regeert! 't Is, meiers, u gebleken; Gij werdt, door energie, de heeren van die streken. Het Karlovingisch ras, uit Herstal afgestamd En Landen, vond zich niet door weeklijkheid verlamd.
    [Show full text]
  • De Vlaamsche School. Jaargang 7
    De Vlaamsche School. Jaargang 7 bron De Vlaamsche School. Jaargang 7. J.-E. Buschmann, Antwerpen 1861 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_vla010186101_01/colofon.php © 2017 dbnl Tafel der platen. BLADZ. Paulus' verontweerdiging, plaetsneê door 4 JOS. DECLERCQ Heva en Daniel, teekening van B. 12 WITKAMP, plaetsneê door J. HEMELEER De terugkomst van het slagveld, 13 teekening van B. WITKAMP, plaetsneê door D. VEREST Arend Baut, de wolfjager, teekening van 16 B. WITKAMP, plaetsnêe door D. VEREST Een eerste indruk, teekening van J.-B. 17 HUYSMANS naer zyne schildery. - Plaetsneê van J. VAN HOOF, De grot van Freija, plaetsnêe 21 De H. Hubertus, standbeeld door A. 25 EENAEME, beeldhouwer te Gent, plaetsneê van J. GONS, naer eene photographie van J. D'HOY Schets door DÉSIRÉ VAN SPILBEECK, 29 plaetsneê van J. NAUWENS Gedenkteeken van Franciscus-Antonius 33 Verdussen in O.-L.-V. kerk te Antwerpen, teekening van V. LAGYE, gravuer van H. BROWN Van Dyck te Londen, teekening van N. 37 DE KEYSER 1839, plaetsneê van H. BROWN Fragment van een altaer, uit het 41 Ursulinenklooster te Heikruis, by Hal, ontworpen en uitgevoerd door de beeldhouwers DE BOCK en VAN WINT Abdel-Kader 44 Algemeene tentoonstelling te Brussel van 56 1850. De Zondag morgen, schildery van M. FELIX DE VIGNE, plaetsneê van J. NAUWENS Museum van Antwerpen. Schildery van 57 REMBRANDT, kopersneê door J. NAUWENS Vieuxtemps 61 De Vlaamsche School. Jaargang 7 De Onbevelkte Ontvangenis. Teekening 65 en schildery door EDW. DUJARDIN Terugkomst van Flip. - Teekening van H. 68 SCHAFELS, plaetsneê van J. HEMELEER Het zwarte woud, teekening en plaetsneê 69 van J.
    [Show full text]
  • Leuven in Rome”, of Sint-Juliaan-Der-Vlamingen Als Studie- En Verblijfscentrum Voor Hoofdzakelijk Leuvense Postdoctorale Vorsers (Eerste Helft 20 Ste Eeuw)
    BOUWSTOFFEN VOOR EEN GESCHIEDENIS VAN DE STICHTING SINT-JULIAAN DER VLAMINGEN TE ROME Redacteur en uitgever: Bruno Indekeu (Leuven) Aanbevolen citeerwijze: BGSJVR Deel 1 Leuven - Rome 2016 1 PROFIEL VAN DE AUTEUR Bruno Indekeu werd geboren te Leuven in 1956, maar bracht zijn jonge jeugd door te Lommel, in het noorden van Limburg. Na aan de KULeuven het licentiaat rechten behaald te hebben (1979), bleef hij in Leuven hangen voor legerdienst, behalen van de licentie notariaat en stage op een notariskantoor. In 1986 keerde hij naar Lommel terug om er zijn vader als notaris op te volgen; functie die hij vervulde tot in 2008. Tijdens deze Lommelse periode was hij bijna twintig jaar lang voorzitter van de vzw Museum Kempenland en stuwende kracht achter de door deze vereniging uitgegeven publicaties (tijdschrift Te Lomelle op die Campine , en de reeks Publicaties van de vzw Museum Kempenland te Lommel ). Gedurende enkele jaren was hij voorzitter van de Federatie van de Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, uitgever van het tijdschrift Limburg-Het Oude Land van Loon. Zijn eigen publicaties zijn dan ook sterk gelinkt aan de geschiedenis van zowel de stad Lommel als de provincie Limburg. Zo mogelijk legt hij de link met de Leuvense Alma Mater, en denkt daarbij met genoegen terug aan de vele uren die hij doorbracht in de bibliotheek aan het Ladeuzeplein: - ‘Johannes Huybrechts (Van Loemel), 1466 ?-1532, Hoogleraar, Aartsdiaken, Raadsheer, Pauselijk Commissaris en Beurzensticher’, Jaarboek van de Geschied-en Oudheidkundige Kring uoor Leuven en omgeving , 24 (1984), 50-75; - ‘Over Lommelse universiteitsstudenten te Leuven in de jaren 1830 - 1930 en over hun typische petten’, Te Lomelle op die Campine , 28 (2002), nr.
    [Show full text]
  • Keynote Speech by Prof. Dr. Sanne Akkerman: 1 Time: 14:00-15:00
    MONDAY, 12 NOVEMBER 2018 MONDAY, 12 NOVEMBER 2018 Keynote Speech by Prof. Time: 14:00-15:00 Location: Europa Hall A&B Dr. Sanne Akkerman: 1 EAPRIL KEYNOTE: CROSSING BOUNDARIES IN EDUCATION & EDUCATIONAL SCIENCES Chair Crossing Boundaries in Education & Educational Sciences Fazel Ansari, Vienna University of Technology Sanne Akkerman, Utrecht University, Netherlands and Fraunhofer Austria, Austria EAPRIL Cloud Spotlight Time: 15:30-17:00 Location: Nautilius Sessions: 1 CLOUD SPOTLIGHT: CLOUD 2 - DIFFERENT APPROACHES TO PROFESSIONALIZATION OF TEACHERS AND EDUCATORS Chairs CLOUD 2 - Different approaches to professionalization of teachers and Marjan de Groot-Reuvekamp, Fontys educators University of Applied Sciences, Netherlands; Marjan de Groot-Reuvekamp, Fontys University of Applied Sciences, Netherlands; Ronald Henderijn Heldens, Fontys University of Keijzer, Hogeschool iPabo, Netherlands; Anje Ros, Fontys University of Applied Sciences, Applied Science, Netherlands; Sirpa Laitinen- Netherlands Väänänen, JAMK University of Applied Sciences, Finland Discussant Quinta Kools, Fontys Hogescholen, Netherlands EAPRIL Cloud Spotlight Time: 15:30-17:00 Location: Adria 1 Sessions: 2 CLOUD SPOTLIGHT: CLOUD 11 - PRACTICE-BASED RESEARCH METHODOLOGY: CREATING OUR BASE TOGETHER Discussant CLOUD 11 - Practice-based Research Methodology: Creating our base Lisette Munneke, Utrecht University of Applied together Sciences, Netherlands Marco Mazereeuw, NHL Stenden University of Applied Sciences, Netherlands EAPRIL Cloud Spotlight Time: 15:30-17:00 Location:
    [Show full text]
  • Seizoen 16-17 Cultuurcentrum De Bogaard 16—17 Theater Xxxx Voorwoord Xxxx
    CULTUURCENTRUM DE BO GA ARD SEIZOEN 16-17 CULTUURCENTRUM DE BOGAARD 16—17 THEATER XXXX VOORWOORD XXXX ZA 13 FEB 16 xxxxxxxx “Kunst is denken met het hoofd van een ander. Kunst kijken we omdat we er 20.15 UUR perspectivische lenigheid mee ontwikkelen. En die lenigheid voorziet ons van een SCHOUWBURG kompas om invoelend en met een open blik de ander tegemoet te treden. Kunst zou XX/XX/XX€ dezer dagen maar zo eens onze redding kunnen zijn.” Annet Veenstra Laat de Bogaard komend seizoen meer dan ooit een ontmoetingsplaats zijn. Een plaats waar we elkaar vinden. Een plek waar we samen genieten van kunst en cultuur, waar we ons hoofd en ons hart openstellen om de ander te ontdekken en onszelf in de ander. Een plek ook die we de opwaardering gaan geven die ze verdient. Daarom gaan we de foyer in de eerste helft van het seizoen vernieuwen zodat we u vanaf januari 2017 nog beter kunnen ontvangen. We danken u voor uw begrip voor de tijdelijke overlast die deze verbouwing onvermijdelijk met zich meebrengt, maar tegelijk maken we ons sterk dat u nadien nog beter zal kunnen genieten van het aanbod dat we hier aan u voorstellen. Heel graag tot in de Bogaard! Kathleen Bergoets Johan Mas Veerle Heeren stadssecretaris schepen van cultuur burgemeester 3 OVERZICHT COLOFON CULTUURCENTRUM DE BOGAARD 16—17 Deze brochure is een uitgave van HUMOR P. AGB Patri DO 13.10.16 Sowieso – Bas Birker (voorprogramma Jasper Posson) 22 WO 16.11.16 Vaginamonologen 2.0 – N. Goossens, S. Dievanongs & Sandrine 38 Kazernestraat 13 DO 08.12.16 Wildeman – Jeroen Leenders 50 3800
    [Show full text]
  • Downloaden Download
    ALEID HEMERYCK Het Brugse pantheon: nationale en lokale helden samengebracht De Romantiek kan worden aanzien als dé periode van de histori­ sche illustratie. Een historische gebeurtenis werd op talrijke manieren gevisualiseerd. De manier waarop die uitbeelding verliep, vertelde vaak meer over de Romantiek dan over de historische gebeurtenis zelf. Met hun kunst wilden de romantici een effect bewerkstelligen, indruk maken, de toeschouwer treffen en beroeren: 'Romantiek vraagt geen instemming, maar overgave. ' 1 De Belgische Romantiek had deze eigenheid verkregen door de gebeurtenissen van 1830. Zowel kunst als historiografie kregen een patriottisch keurslijf aange­ meten: 'De historiografie had tot taak de wortels van de eigentijdse verworvenheden te achterhalen om zo de legitimiteitsbewijzen ervan aan te dragen en de nationale identiteit inhoud te geven. Van de kunst verwachtte men dat zij deze informatie in beeld bracht om het publiek in zijn denken en handelen in nationale zin te beïnvloeden. Het verleden diende het negentiende-eeuwse nationaliteitsgevoel te gronden en te versterken, de daden uit vroegere tijden hadden een voorbeeldfunctie en werden gerecipieerd als voorafbeeldingen van een morele regeneratie. n Het is ook in dat licht dat het ontstaan van nationale pantheons moeten worden bekeken.3 Ook na 1850, wan­ neer het hoogtepunt van de Romantiek voorbij was, België niet meer zo jong was en het land zijn legitimatie verworven had, bleef de kunst in bepaalde opzichten patriottisch getint. In Brugge zal tot ver in de 1 T. Verschaffel, Beeld en geschiedenis (Turnhout 1987) 34. 2 L. Pil, 'Quasimodo of Apollo. De romantische historische verbeelding en de beperkingen van het "heroïsche" monument in het jonge België (1830-1860)', in: J.
    [Show full text]
  • Inside the Best Belgian Record Sleeves Voorwoord
    inside the best belgian record sleeves voorwoord Ik heb even met het idee gespeeld om hier als edito een FAQ neer te pennen – De jaren 90 waren een ander paar mouwen: redelijk wat straffe platen, maar ook redelijk wat dingen die nooit op ervan uitgaande dat ik de Frequently Asked Questions wel kan raden. vinyl zijn verschenen. Het is vandaag moeilijk te geloven, maar in de jaren 90 waren vinylplaten op een bepaald moment even passé als Donkey Kong, Corey Haim en – ik heb nooit beweerd dat de jaren 80 perfect waren – witte 1. Geen hoes van Vaya Con Dios, quoi? sokken. Op een bepaald moment was er ook echt ver niemand meer om ze aan te slijten. Hipsters zaten nog in hun 2. Precies nooit van Adamo gehoord, hé? puberteit – sommige droegen nog luiers – en zelfs de bomma had voor haar verjaardag intussen een cd-speler cadeau 3. Jij houdt van elektronische muziek, zeker? gekregen. In recordtempo werden platenspelers én vinylcollecties, waar vandaag een klein fortuin voor zou worden 4. Het is wel erg Vlaams, nee? neergeteld, bij het huisvuil gezet, met uitzondering van de platen van Rod Stewart, Paul Young en Chris Rea. Die gingen naar de rommelmarkt. In het kort: nee, toch wel, onder meer en #tousensemble. Toegegeven, elektronische muziek zorgde ervoor dat de vinylpersen bleven draaien, maar eerlijk gezegd: wie in die De langere antwoorden op die en andere vragen klonken in mijn hoofd echter veelal identiek: tijdens ons maanden- periode één maxi zag, had ze gelijk allemaal gezien. De vinylpersen draaiden nog wel, de drukpersen joegen er niet lange speurwerk in platencollecties, muziekarchieven en op – wil iemand de oprichter ervan een Nobelprijs geven – bepaald veel inkt door.
    [Show full text]
  • Belgische Kunst (H)Erkend
    Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 BELGISCHE KUNST (H)ERKEND Aanwezigheid en receptie van Belgische kunstenaars op de tentoonstellingen in Amsterdam van 1840 tot 1870 Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Victoria Van Riel. Promotor: prof. dr. M. Sterckx Afbeelding voorblad: Vee in een zomers landschap, 1846 Eugène Joseph Verboeckhoven Olieverf op paneel 23 x 19 cm Privécollectie Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 BELGISCHE KUNST (H)ERKEND Aanwezigheid en receptie van Belgische kunstenaars op de tentoonstellingen in Amsterdam van 1840 tot 1870 Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Victoria Van Riel. Promotor: prof. dr. M. Sterckx 2 3 ABSTRACT Het onderzoek in deze masterproef valt uiteen in twee delen. In het eerste deel wordt de aanwezigheid van Belgische kunstenaars op zowel de stedelijke tentoonstellingen van Amsterdam als op de tentoonstellingen georganiseerd door de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae rond het midden van de negentiende eeuw nagegaan. Hierbij komt de historische context van beide exposities aan bod en worden deze kort vergeleken met buitenlandse tentoonstellingen. Tevens worden er ter verduidelijking grafieken gebruikt die eventuele trends in de aanwezigheid van Belgische kunst kunnen visualiseren. Aan het einde van dit eerste deel worden kort de schildersdorpen of kunstenaarskolonies rond Amsterdam aangehaald en wordt onderzocht of de Belgische kunstenaars daar verbleven. Het tweede deel van deze masterproef gaat in op de receptie van Belgische meesters in Amsterdam beschreven in de Nederlandse tijdschriften Kunstkronijk en Algemeene konst- en letterbode rond het midden van de negentiende eeuw.
    [Show full text]
  • De Muurschilderingen Van De Gentse Aula Academica (1858-1881)
    HMGOG2016_LXX.book Page 157 Friday, June 9, 2017 2:33 PM DE MUURSCHILDERINGEN VAN DE GENTSE AULA ACADEMICA (1858-1881) Sofie Marchand Van 1819 tot 1826 wordt in de Voldersstraat te Gent de Aula Academica gebouwd naar het ontwerp van de neoclassicistische architect Louis Roelandt (1786-1864). De Aula Academica is op dat ogenblik het paradepaardje van de jonge Rijksuniversiteit Gent, die net als de Rijksuniversiteiten van Luik en Leuven onder impuls van koning Willem I van Oranje-Nassau (1772-1843) werd opgericht. Na de onafhankelijkheid van België wordt deze zegepraal van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden het toneel voor wat een zegepraal voor onze jonge natie moest worden. Onder impuls van Charles Rogier (1800-1885), de liberale minister van Binnenlandse Zaken, wordt de traphal van de Aula Academica gedecoreerd met een prestigieuze reeks muurschilderingen die de culturele identiteit en de liberale sig- natuur van de jonge staat moesten versterken. Van de eerste conceptie in 1858 tot de uiteindelijke voltooiing in 1881 zijn er maar liefst drie toonaangevende kunstenaars aan het werk aan dit ruim 290m2 tellende opus. Het betreft Louis De Taeye (1822- 1890), Victor Lagye (1825-1896) en Alfred Cluysenaar (1837-1902). Tot voor kort was er bitter weinig bekend over dit titanenwerk. Door doorgedre- ven archiefonderzoek konden de historiek en de betekenis van dit project nauwgezet worden gereconstrueerd. Daarnaast werd de iconografie, de stijl en de techniek bestu- deerd. Ten slotte werd getoetst of die beantwoordden aan de oorspronkelijke patriotti- sche en liberale belangen en hoe ze zich verhielden tot contemporaine tendenzen in de schilderkunst.1 1 Dit artikel is een neerslag van de gelijknamige masterproef die de auteur schreef voor het behalen van de graad Master in de Kunstwetenschappen aan de Universiteit Gent (2016).
    [Show full text]