PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst De Vlaamsche School. Jaargang 6 bron De Vlaamsche School. Jaargang 6. J.-E. Buschmann, Antwerpen 1860 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_vla010186001_01/colofon.php © 2016 dbnl 1 Arbeid en ledigheid. Aen myn zoontje. Myn kind, ofschoon gy my thans nog niet kunt begrypen, deze regelen zyn voor u. Later, wanneer ik er misschien niet meer zal zyn, zult gy wellicht beter myn inzicht verstaen; overlees dan wat uw vader opzettelyk voor u schreef, en, wil het de Albeschikker, dat ik u niet meer het goede voorbeeld geven kunne, dan, wees er zeker van, zult gy er uw voordeel in vinden. De zuidervolkeren, myn zoon, mogen het dolce far niente roemen; toch geloof ik dat het waer geluk in den arbeid is gelegen en de ledigheid niet slechts de moeder der verveling, maer ook de oorsprong aller ondeugden is. Laet anderen hunne dagen in ledigheid doorbrengen; doch, wat u betreft, arbeid, arbeid immer, onophoudend. Zoo ook deed uw vader; hy kende het lievelyk nietsdoen niet. Wanneer men arbeidt, vergeet men de grootste beslommeringen aen het leven verbonden; integendeel, wanneer men niets doet, strekt men geeuwend de armen uit en men verveelt zich. De arbeid veredelt den mensch; terwyl de ledigheid den geest verstompt en in 's menschen hert driften doet geboren worden die er anders wellicht nooit zouden hebben kunnen wortel schieten. En echter zyn er vele lieden die wenschen ryk te zyn, om het gewaend geluk te bezitten, hunne dagen in ledigheid te kunnen doorbrengen. Niets doen, - zy denken dit een geluk! Neem hun, die De Vlaamsche School. Jaargang 6 2 aldus den tyd doorbrengen, eens aendachtig waer, en gy zult bemerken hoe zy straet in, straet uit, rondslenteren; hoe zy in de koffyhuizen twintig dagbladeren, in min dan eene halve uer van de tafel vatten en er terug op werpen, zonder die te hebben gelezen; hoe zy binnen hunne wooning geeuwen en zich vervelen. Zie integendeel, hoe tevreden, hoe vergenoegd zy er uit zien, zy die van den morgend tot den avond arbeiden; hoe gezond en blozend komen zy u voor, terwyl zy die het zoete niets doen beminnen, de helft van den tyd onpasselyk zyn, of, ten minste, zich wanen het te wezen. Ware ik doktor, ik beloof het, menige zieken die my kwamen raedplegen ter genezing hunner echte of ingebeelde kwalen, zou ik den arbeid voor eenig geneesmiddel voorschryven en, ik ben er zeker van, op twintig gevallen zou ik er negentien mael in slagen de lyders te helpen. Hy die arbeidt, heeft immers den tyd niet om aen ziekte te denken. Maer wat vertel ik daer nu altemael? Ware ik doktor, ik zou dit en zou dat.... Neen, zoo ik tot de geleerde fakulteit behoorde, dan zou ik immers handelen even als alle myne kollegas, en zulks eenvoudig om dat een geneesheer gehouden is, door het beoefenen zyner kunst, in zyn en zyns gezins bestaen te voorzien, en zoo hy de ziekenen maer kortweg genas en hun daerenboven het middel aenwees om immer gezond te blyven, hy weinige of geene klanten zou te bedienen hebben. Zoo handelende, zou de doktor zyne dagen hoeven te slyten met straet in, straet uit, te slenteren, de koffyhuizen te bezoeken indien hy er de middelen toe bezat, de armen uit te strekken, te geeuwen en zich te vervelen. De doktor zou dan geen doktor meer zyn; na iedereen te hebben genezen, zou hy zich zelf ziek hebben gemaekt. Neen, neen, ware ik doktor, ik zou myn gedacht laten varen; want, na een weinig overweging, zie ik maer al te duidelyk, dat myne handelwyze zeer menschlievend zou kunnen worden genoemd; doch dat ik in slimheid voor de leden der geleerde fakulteit verre zou onderdoen. Myn geneesmiddel is en blyft echter voorgeschreven: Probatum est! Wie er zich van bedienen wil, mag en kan het doen, zonder dat ik hem er, na éen january, het minste honorarium zal komen voor eischen. Ik stel my voor als een geneesheer die Pro Deo werkt; insgelyks iets wat men maer zelden aentreft. Men denke echter niet dat ik dit doe om anderen te believen. Neen, myn recept is alleen voor u, myn zoon; doch wat ik voor u alleen schreef, mocht vroeg of laet anderen in handen vallen, die het middel zouden kunnen beproeven, en daer het uitoefenen der geneeskunst slechts toegelaten is aen hen die het doktorsexamen hebben afgelegd, - en ik in het tegenovergesteld geval ben, - kon de fakulteit my voor de rechtbank dagen, die, in zulk geval, niet zou nalaten my als een ellendige kwakzalver te veroordeelen tot gevangenis en boet, om de geneeskunst te hebben uitgeoefend zonder daertoe de noodige toelating te hebben verkregen. Het blyft dus voorop besproken dat, wanneer ik geneesmiddelen voorschryf, ik het doe zonder vooruitzicht op welkdanige vergelding, dat wil zeggen: pro Deo. Ofschoon het my zeer gemakkelyk valt u te overtuigen van de waerheid myner bewering, dat de arbeid den mensch veredelt en de ledigheid verveling baert, - immers hoevele arme lieden zyn er niet die, van den morgend tot den avond in het zweet huns aenschyns arbeiden en toch gelukkig zyn; terwyl een oneindig getal ryke lieden niets doen en zich doodelyk vervelen, - zult gy toch niet tevreden zyn vooraleer ik u dit, dooreen voorbeeld, hebbe bewezen. Welaen, zie dan hier, ik kies er u een uit duizend uit: De kinderen, ten einde zich niet te vervelen, loopen en springen den ganschen dag; zy nemen hunne toevlucht tot het spel. Maer gy wilt iets meer tot bewys; gy vraegt eene gansche geschiedenis, ik zie het in uwe oogen, myn kind. Welnu, nogmaels toegestaen. De Vlaamsche School. Jaargang 6 Het is nu jaren geleden, toen leefde er in Antwerpen een man, gezond maer arm, die, van den vroegen morgend tot den laten avond, in het zweet zyns aenschyns arbeidde, om in zyn bestaen en in dat zyner vrouw en kind, te voorzien. Die man kon lezen noch schryven; doch daerom was hy niet te ongelukkiger. Hendrik Robyns, of liever vrolyke Rik, zooals zyne buren en kennissen hem noemden, had er zelfs nooit in zyn leven aen gedacht dat het noodig was geleerd te zyn om het leven tevreden en in gezondheid te slyten. Maer hy leefde ook in een ander tydstip dan wy: de geleerdheid was toen nog niet aen de orde van den dag. Rik Robyns bekreunde zich om niets, wanneer hy slechts van den maendag tot den zaturdag kon gebezigd worden aen het lossen en laden van schepen en des zondags een pintje bier kon drinken. Wanneer vrolyke Rik niet aen zyn pypken trok, dan zong of floot hy, en wanneer hy niet zong of floot, dan lachte hy. Slechts tweemael in zyn leven had hy geweend: de eerste mael toen zyn vader stierf; de tweede keer toen zyne moeder het tydelyke tegen het eeuwige wisselde. Geloof echter niet dat vrolyke Rik altoos door de De Vlaamsche School. Jaargang 6 3 wereld rolde zonder door tegenspoed te worden bezocht. Och! neen, op den zomer volgt immers de winter? De winter brengt den vorst met zich en dan gebeurt het wel eens dat er ys in de rivier dryft; dit ys belet de schepen aen te komen of te vertrekken, en dan is er voor de havenwerkers niet veel te verdienen. Wanneer nu zulks het geval was, heerschte er armoê in het huis van vrolyken Rik, - dan kwam er geen rook uit de schouw, zooals hy dit noemde; - maer toch wist hy er zich goed in te schikken. - De goê dagen zyn voorby, - dacht Robyns; - maer zy zullen toch wel terug koeren. Er zal heel wat tyd verloopen vooraleer Rik vette brokken zal slikken; maer laet den zomer met zyn warmen zonneschyn eens terug komen, dan zal hy ervan genieten. 's Morgens vroeg op, vóor het licht in de lucht is, en 's avonds met de kiekens slapen; des zaturdags volle preê en des zondags met de vrouw en den jongen naer buiten. Laet de winter voorby zyn en het zal er gaen! Duerde de ysgang niet al te lang, dan verdroot Rik zich niet al te zeer, omdat hy des zomers een appeltje tegen den dorst had ter zyde gelegd, en zich altoos met het een en ander wist bezig te houden. Maer was de winter streng en aenhoudend, dan was het heel wat anders; in zulke gevallen verloor Rik zyne vrolykheid, rookte niet meer, zong, lachte noch schuifelde en al wie hem ontmoette en hem vroeg: - Rik, jongen, hoe gaet het? - kreeg tot antwoord: - De winter duert bliksems lang; hy begint my te vervelen. Zoo rolde Rik, als op een vreugdewagen, door de wereld. Robyns had een eenig kind, een zoontje, en toen men hem aenporde om dit kind naer de school te zenden, vroeg hy verwonderd: - Zie, gy zegt daer zoo iets, dat misschien niet kwaed zou zyn. Ik ben veertig jaer en ben nooit ziek geweest; zal myn zoon, indien hy geleerd is, ouder worden dan zyn vader? - Neen, - werd hem geantwoord, - maer... - Zal hy gezonder zyn? - Neen, maer... - Gelukkiger? - Neen, maer... - Kom, kom dan helpt lezen en schryven tot niets. - Een oogenblik, - werd Rik geantwoord, - indien uw zoon geleerd is, zal hy niet genoodzaekt zyn zulken zwaren arbeid te verrichten als gy, en dit is toch ook al iets. De Vlaamsche School. Jaargang 6 - Maer het is juist in den arbeid dat het geluk ligt opgesloten, - antwoordde Rik, - ik weel het best wat er van is. - Ja, maer uw zoon zal daerom niet te min moeten werken om door de wereld te komen. - Waertoe zou het dan noodig zyn dat ik hem ter schole zond? Weet gy wat men hem daer zou leeren? Ik ken er nog die lezen en schryven kunnen en dat brengt hun het De Vlaamsche School.
Recommended publications
  • Languages, Materiality, and the Construction of Geographical Modernities
    ISBN 978-4-9900-5379-6 LANGUAGES, MATERIALITY, AND THE CONSTRUCTION OF GEOGRAPHICAL MODERNITIES Edited by Toshiyuki SHIMAZU Japanese Contributions to the History of Geographical Thought (10) Department of Geography Wakayama University JAPAN 2014 Publication of this booklet was financially supported by a Grant-in-Aid for Scientific Research (Grant Number 23320184) from the Japan Society for the Promotion of Science. The opinions expressed in the contributions to this booklet are the authors’ responsibility. All the communications concerning this booklet should be addressed to Professor Toshiyuki SHIMAZU Department of Geography Wakayama University Wakayama, 640-8510, Japan [email protected] Copyright © Toshiyuki SHIMAZU 2014 March 31, 2014 ISBN 978-4-9900-5379-6 Printed by For-You Ltd., Sakai, Osaka, 590-0982, Japan LANGUAGES, MATERIALITY, AND THE CONSTRUCTION OF GEOGRAPHICAL MODERNITIES CONTENTS Introduction: Bridging Two International Gatherings in Kyoto SHIMAZU Toshiyuki 3 Contested Geographical Knowledge and Imagination: A. H. Savage Landor and Victorian British Writings on Hokkaido TACHIBANA Setsu 9 Eating Rice and Feeding the City: ‘Body Politics’ in Modern Japan ONJO Akio 29 Commodification of the Asian and Construction of Japan’s Self-image MORI Masato 41 Ideas and Practices of the Kyoto School of Japanese Geopolitics SHIBATA Yoichi 55 Between Two Homes: Gentaro Tanahashi and His Thoughts and Practices concerning Kyodo (Homeland) and Katei (Family Home) FUKUDA Tamami 71 Influence of Colonial Urban Planning on a Historic District of Paris: The Marais of Albert Laprade ARAMATA Miyo 87 Installing Geography in the Open Air: The Statues of Geographers in Late Nineteenth Century Belgium SHIMAZU Toshiyuki 97 3 Introduction: Bridging Two International Gatherings in Kyoto SHIMAZU Toshiyuki* This booklet is the 10th volume of a series of publications under the title Japanese Contributions to the History of Geographical Thought.
    [Show full text]
  • 19Th Century European Paintings I New York I November 7, 2018 24960
    New York I November 7, 2018 New York 19th Century European Paintings European 19th Century 19th Century European Paintings I New York I November 7, 2018 24960 19th Century European Paintings New York | Wednesday 7 November 2018, at 2pm BONHAMS BIDS INQUIRIES ILLUSTRATIONS 580 Madison Avenue +1 (212) 644 9001 Mark Fisher, Director Front cover: Lot 53 New York, New York 10022 +1 (212) 644 9009 fax +1 (323) 436 5488 Inside front cover: Lot 26 bonhams.com [email protected] [email protected] Facing page: Lot 41 Back cover: Lot 34 PREVIEW To bid via the internet please Madalina Lazen, Director Inside back cover: Lot 21 Saturday 3 November 12-5pm visit www.bonhams.com/24960 +1 (212) 644 9108 Index ghost image: Lot 32 Sunday 4 November 12-5pm [email protected] Monday 5 November 10am-5pm Please note that telephone bids REGISTRATION Tuesday 6 November 10am-5pm must be submitted no later Rocco Rich, Specialist IMPORTANT NOTICE than 4pm on the day prior to +1 (323) 436 5410 Please note that all customers, the auction. New bidders must [email protected] SALE NUMBER: 24960 irrespective of any previous activity also provide proof of identity with Bonhams, are required to and address when submitting London complete the Bidder Registration CATALOG: $35 bids. Telephone bidding is only Charles O’Brien Form in advance of the sale. The available for lots with a low +44 (0) 20 7468 8360 form can be found at the back estimate in excess of $1000. [email protected] of every catalogue and on our website at www.bonhams.com Please contact client services Peter Rees and should be returned by email or with any bidding inquiries.
    [Show full text]
  • Archief J.A. Alberdingk Thijm
    Plaatsingslijst Archief Archief J.A. Alberdingk Thijm Lijst gegenereerd op : 2020-05-09 Archiefnummer : 217 Archiefnaam : THYM Datering : 1781-1955 Beschrijving : Het archief bevat ook archivalia van verwante personen en aanverwante families en personen. Het hele archief staat op microfilm. Catalogus : Archief J.A. Alberdingk Thijm Katholiek Documentatie Centrum Laatste archief wijziging : 2020-05-07 Pagina 1/209 Archief J.A. Alberdingk Thijm Ten Geleide Joseph Albert Alberdingk Thijm (1820-1889) Alberdingk Thijm werd in Amsterdam geboren uit de gegoede koopmansfamilie Alberdingk, ’catholique avant tout’. Hij ging naar de Engelse school en leerde al zeer jong van zijn moeder ook de Franse taal. Schoolopleiding was in de vroege 19e eeuw in de hogere kringen nog niet zo algemeen, zeker als de jongeman was voorbestemd het bedrijf voort te zetten. In wezen was hij autodidact. In 1835 liet hij de naam Thijm van zijn moeder, die hem cultureel vormde, aan zijn naam toevoegen. Zijn vader had voor zijn zoons een zaak in scheepsvictualiën en verduurzaamde levensmiddelen overgenomen (hij was de uitvinder van het conservenblikje), waarin Thijm al op 14-jarige leeftijd begon. Hij was echter vooral letterkundige. Na een zenuwinstorting, passend in het romantische tijdperk van Sturm und Drang, die na een ’grand tour’ door Zwitserland en Italië genezen bleek, trad hij in 1846 in het huwelijk met Mina Kerst, dochter van hoogleraar in de medicijnen Joannes Frederik Kerst. Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren, waaronder Karel Joan Lodewijk, die later onder de naam Lodewijk van Deyssel publiceerde. In 1863 nam Thijm de boekhandel-drukkerij-uitgeverij C.L. van Langenhuysen aan het Singel over.
    [Show full text]
  • 350 Jaar Academie Voor Schone Kunsten in Antwerpen
    350 jaar Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen Academie tussen toekomst en traditie Tot voor kort werden kunstacademies nogal meewarig bekeken Niet alleen de overheid legt de academie nieuwe eisen op. De door de actoren van de hedendaagse kunstwereld. De heden- snel evoluerende en zich globaal uitbreidende kunstmarkt stelt daagse kunst leek zich voorgoed bevrijd te hebben van de acade- de academie voor grote uitdagingen. Europa en de V.S. hebben mische ballast en van klassieke vaardigheden als tekenen, boet- hun culturele monopolie al een tijd geleden moeten afstaan. seren en schilderen. Sommige kunstscholen straalden bovendien De impact van de snelle technologische ontwikkelingen op de een nogal zelfgenoegzaam en behoudsgezind karakter uit. De maatschappij neemt zienderogen toe. In tijden van besparingen snelle artistieke ontwikkelingen van de jaren zestig en zeventig en bezuinigingen wordt kunst wel eens als elitair en luxueus be- leken aan hen voorbij gegaan te zijn. Ze leken zich te koesteren in schouwd. Dient een academie die kan terugblikken op 350 jaar hun ‘splendid isolation’. En, zo werd in de kunstwereld wel eens geschiedenis zich te laten leiden door de omstandigheden of kan geopperd, kunst valt toch niet aan te leren? ze zich permitteren haar eigen plaats te bepalen? Moet ze een Sinds het begin van de 21ste eeuw is daar echter verandering rots in de branding zijn, of een schip op zee? Kan de gedurende in gekomen. De hedendaagse kunstpraktijk had in de jaren ne- eeuwen opgebouwde expertise daarbij op een relevante wijze in- gentig meer oog gekregen voor interactie, onderzoek en didacti- gezet worden of vormt ze eerder een ballast? Heeft de academie sche processen.
    [Show full text]
  • Illustrated Natural History
    Claudia Swan Illustrated Natural History The rise of printing and the inception of early modern natural history coincided in funda- mental ways, as amply suggested by the works brought together in this exhibition. This essay is concerned with a key area of overlap between the two practices — namely, visualization and illustration. Sixteenth- and seventeenth-century botanical images, anatomical treatises, and maps demonstrate the centrality of visual information in the pursuit of knowledge about the natural world. Early modern natural history was profoundly dependent on and generative of images, many of them replicable by way of print. Prints, like drawings, could enable identifi- cation and, in turn, use or classification of what they represented. Those engaged in medical study, for example, which involved the twin disciplines of botany and anatomy, encouraged the production of images for study and for medical use — pharmaceutical in the case of plants and pathological in the case of bodies. The case of botany is exemplary. The early modern era is often considered synonymous with the “Botanical Renaissance,” an efflorescence of projects and products whose chronology and lines of descent have been amply charted. This renaissance gained momentum toward the end of the fifteenth century, when printed illustrated works took over from manuscript production. During the first half of the sixteenth century the so-called “fathers of German botany” Otto Brunfels, Hieronymus Bock, and Leonhart Fuchs published volumes that consolidated a new mode of studying the plant world, characterized by, among other things, an amplified naturalism in the often copious illustrations that accompanied their texts (see cats.
    [Show full text]
  • VU Research Portal
    VU Research Portal Philips Galle (1537-1612): engraver and print publisher in Haarlem and Antwerp Sellink, M.S. 1997 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Sellink, M. S. (1997). Philips Galle (1537-1612): engraver and print publisher in Haarlem and Antwerp. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 08. Oct. 2021 MANFRED SELLINK PHILIPS GALLE (1537-1612) ENGRAVER AND PRINT PUBLISHER IN HAARLEM AND ANTWERP li NOTES/APPENDICES Notes Introduction 1. &igg5 1971, For further references on our knowledge of Netherlandish printmaking m general and Philips Galle in particular, see chapter 1, notes 32-33 and chapter 4, note 1. 2. Van den Bemden 1863. My research of a print acquired by the Rijksprentenkabinet in 1985 resulted in ail article on the collaboration between the Galle family and Johannes Stradanus on an abortive attempt to pro• duce a series of engraved illustrations for Dante's Divina Commedia (Seliink 1987) 3.
    [Show full text]
  • Annual Report 2000
    2000 ANNUAL REPORT NATIONAL GALLERY OF ART 2000 ylMMwa/ Copyright © 2001 Board of Trustees, Cover: Rotunda of the West Building. Photograph Details illustrated at section openings: by Robert Shelley National Gallery of Art, Washington. p. 5: Attributed to Jacques Androet Ducerceau I, All rights reserved. The 'Palais Tutelle' near Bordeaux, unknown date, pen Title Page: Charles Sheeler, Classic Landscape, 1931, and brown ink with brown wash, Ailsa Mellon oil on canvas, 63.5 x 81.9 cm, Collection of Mr. and Bruce Fund, 1971.46.1 This publication was produced by the Mrs. Barney A. Ebsworth, 2000.39.2 p. 7: Thomas Cole, Temple of Juno, Argrigentum, 1842, Editors Office, National Gallery of Art Photographic credits: Works in the collection of the graphite and white chalk on gray paper, John Davis Editor-in-Chief, Judy Metro National Gallery of Art have been photographed by Hatch Collection, Avalon Fund, 1981.4.3 Production Manager, Chris Vogel the department of photography and digital imaging. p. 9: Giovanni Paolo Panini, Interior of Saint Peter's Managing Editor, Tarn Curry Bryfogle Other photographs are by Robert Shelley (pages 12, Rome, c. 1754, oil on canvas, Ailsa Mellon Bruce 18, 22-23, 26, 70, 86, and 96). Fund, 1968.13.2 Editorial Assistant, Mariah Shay p. 13: Thomas Malton, Milsom Street in Bath, 1784, pen and gray and black ink with gray wash and Designed by Susan Lehmann, watercolor over graphite, Ailsa Mellon Bruce Fund, Washington, DC 1992.96.1 Printed by Schneidereith and Sons, p. 17: Christoffel Jegher after Sir Peter Paul Rubens, Baltimore, Maryland The Garden of Love, c.
    [Show full text]
  • De Vlaamsche School. Jaargang 20
    De Vlaamsche School. Jaargang 20 bron De Vlaamsche School. Jaargang 20. A. Fontaine, Antwerpen 1874 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_vla010187401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 1 De Vlaamsche School 1874 Pepijn en Karel de Groote. Pepijn was een bekwaam monarch, Karel was een alomvattend genie, (Getuigenis der geschiedschrijvers.) Pepijn (Ao 741-768). I. O Belgie! bakermat van de eerste vorstenstammen Der Franken, wijd vermaard - wij zien uw glorie vlammen, In middeneeuwschen nacht, met onverdoofbren glans. Gelijk het licht der zon aan 's hemels oostertrans Het duister zwichten doet voor 't flikkeren van haar stralen - Zoo kwam het vrijheid slicht uit uwe sferen dalen, Door 't Salisch volk verspreid op Gallisch grondgebied, Daar 't uit Taxandria vol kracht te voorschijn schiet, Tot Moesel, Loire en Rijn en verren Juraketen - Toen Romes adelaars, gekortwiekt en versmeten, Fel krijschten om de prooi hun wreeden klauw ontsnapt, Wijl menig breede schacht, bij 't worstlen, werd vertrapt. De Vlaamsche School. Jaargang 20 Het Merovingisch rijk, hoe stout ook opgekomen, Verloor in 't eind zijn kracht aan Seines dartle stroomen. De meiers van 't paleis beërfden Clovis macht, Toen weelde d'ondergang van 't Merovingsch geslacht, Van vorst tot vorst verzwakt - ten leste kwam voltooien. Pepijn liet nimmer zich verlokken noch verstrooien, Door weeldes dartelheid; hij bleef den steun van 't rijk; Zijn moed en wijs beleid gaf menig schittrend blijk. Wie krachten heeft, regeert! 't Is, meiers, u gebleken; Gij werdt, door energie, de heeren van die streken. Het Karlovingisch ras, uit Herstal afgestamd En Landen, vond zich niet door weeklijkheid verlamd.
    [Show full text]
  • Mlincoln Thesis Formatted
    ABSTRACT Title of Document: HENDRICK GOLTZIUS’S PROTEAN ICONOGRAPHY: 1582-1590 Matthew David Lincoln, Master of Arts, 2012 Directed By: Professor Arthur K. Wheelock, Jr., Department of Art History and Archaeology Karel van Mander famously characterized Goltzius as a “Proteus or Vertumnus of art”, a turn of phrase that has been taken to refer to his virtuosic skill at engraving in the styles of all the best masters. Often overlooked is the fact that Goltzius also conspicuously exercised his abilities as an iconographer in his early career as a print publisher. Between 1582, when he started his Haarlem print studio, and 1590, when he departed for Italy, Goltzius used classical rhetorical methods to construct innovative compositions. He thus promoted not only his skillful hand, but also his inventive and resourceful mind. This thesis considers Goltzius’s intellectual circles in Haarlem during this critical professional period, presents several case studies of his inventive iconographies, and concludes with two new interpretations of mythological artworks based on the artist’s rarely-acknowledged use of iconographic manuals and emblem books. HENDRICK GOLTZIUS’S PROTEAN ICONOGRAPHY: 1582-1590 By Matthew David Lincoln Thesis submitted to the Faculty of the Graduate School of the University of Maryland, College Park, in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master of Arts 2012 Advisory Committee: Professor Arthur K. Wheelock, Jr., Chair Professor Anthony Colantuono Professor Meredith Gill © Copyright by Matthew David Lincoln 2012 DISCLAIMER The thesis document that follows has had referenced material removed in respect for the owner’s copyright. A complete version of this document, which includes said referenced material, resides in the University of Maryland College Park’s library collection.
    [Show full text]
  • De Vlaamsche School. Jaargang 7
    De Vlaamsche School. Jaargang 7 bron De Vlaamsche School. Jaargang 7. J.-E. Buschmann, Antwerpen 1861 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_vla010186101_01/colofon.php © 2017 dbnl Tafel der platen. BLADZ. Paulus' verontweerdiging, plaetsneê door 4 JOS. DECLERCQ Heva en Daniel, teekening van B. 12 WITKAMP, plaetsneê door J. HEMELEER De terugkomst van het slagveld, 13 teekening van B. WITKAMP, plaetsneê door D. VEREST Arend Baut, de wolfjager, teekening van 16 B. WITKAMP, plaetsnêe door D. VEREST Een eerste indruk, teekening van J.-B. 17 HUYSMANS naer zyne schildery. - Plaetsneê van J. VAN HOOF, De grot van Freija, plaetsnêe 21 De H. Hubertus, standbeeld door A. 25 EENAEME, beeldhouwer te Gent, plaetsneê van J. GONS, naer eene photographie van J. D'HOY Schets door DÉSIRÉ VAN SPILBEECK, 29 plaetsneê van J. NAUWENS Gedenkteeken van Franciscus-Antonius 33 Verdussen in O.-L.-V. kerk te Antwerpen, teekening van V. LAGYE, gravuer van H. BROWN Van Dyck te Londen, teekening van N. 37 DE KEYSER 1839, plaetsneê van H. BROWN Fragment van een altaer, uit het 41 Ursulinenklooster te Heikruis, by Hal, ontworpen en uitgevoerd door de beeldhouwers DE BOCK en VAN WINT Abdel-Kader 44 Algemeene tentoonstelling te Brussel van 56 1850. De Zondag morgen, schildery van M. FELIX DE VIGNE, plaetsneê van J. NAUWENS Museum van Antwerpen. Schildery van 57 REMBRANDT, kopersneê door J. NAUWENS Vieuxtemps 61 De Vlaamsche School. Jaargang 7 De Onbevelkte Ontvangenis. Teekening 65 en schildery door EDW. DUJARDIN Terugkomst van Flip. - Teekening van H. 68 SCHAFELS, plaetsneê van J. HEMELEER Het zwarte woud, teekening en plaetsneê 69 van J.
    [Show full text]
  • Leuven in Rome”, of Sint-Juliaan-Der-Vlamingen Als Studie- En Verblijfscentrum Voor Hoofdzakelijk Leuvense Postdoctorale Vorsers (Eerste Helft 20 Ste Eeuw)
    BOUWSTOFFEN VOOR EEN GESCHIEDENIS VAN DE STICHTING SINT-JULIAAN DER VLAMINGEN TE ROME Redacteur en uitgever: Bruno Indekeu (Leuven) Aanbevolen citeerwijze: BGSJVR Deel 1 Leuven - Rome 2016 1 PROFIEL VAN DE AUTEUR Bruno Indekeu werd geboren te Leuven in 1956, maar bracht zijn jonge jeugd door te Lommel, in het noorden van Limburg. Na aan de KULeuven het licentiaat rechten behaald te hebben (1979), bleef hij in Leuven hangen voor legerdienst, behalen van de licentie notariaat en stage op een notariskantoor. In 1986 keerde hij naar Lommel terug om er zijn vader als notaris op te volgen; functie die hij vervulde tot in 2008. Tijdens deze Lommelse periode was hij bijna twintig jaar lang voorzitter van de vzw Museum Kempenland en stuwende kracht achter de door deze vereniging uitgegeven publicaties (tijdschrift Te Lomelle op die Campine , en de reeks Publicaties van de vzw Museum Kempenland te Lommel ). Gedurende enkele jaren was hij voorzitter van de Federatie van de Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, uitgever van het tijdschrift Limburg-Het Oude Land van Loon. Zijn eigen publicaties zijn dan ook sterk gelinkt aan de geschiedenis van zowel de stad Lommel als de provincie Limburg. Zo mogelijk legt hij de link met de Leuvense Alma Mater, en denkt daarbij met genoegen terug aan de vele uren die hij doorbracht in de bibliotheek aan het Ladeuzeplein: - ‘Johannes Huybrechts (Van Loemel), 1466 ?-1532, Hoogleraar, Aartsdiaken, Raadsheer, Pauselijk Commissaris en Beurzensticher’, Jaarboek van de Geschied-en Oudheidkundige Kring uoor Leuven en omgeving , 24 (1984), 50-75; - ‘Over Lommelse universiteitsstudenten te Leuven in de jaren 1830 - 1930 en over hun typische petten’, Te Lomelle op die Campine , 28 (2002), nr.
    [Show full text]
  • Great Masters of European Printmaking Museo Franz Mayer Collection TRAVELING EXHIBITIONS
    TRAVELING EXHIBITIONS Great Masters of European Printmaking Museo Franz Mayer Collection TRAVELING EXHIBITIONS Great Masters of European Printmaking Museo Franz Mayer Collection This exhibition is composed of an outstanding selection of 90 prints from the 15th to 18th centuries by preeminent European artists, including Pieter Brueghel, Pieter van der Heyden, Albrecht Dürer, Lucas van Leyden, Lucas Cranach, Anton van Dyck, Rembrandt van Rijn, and Jan van de Velde II. Through six sections—“Print Techniques: Materials and Tools,” “The Artistic Defense of Printmaking,” “Printmaking and the Liberal Arts,” “The Representation of Everyday Life,” “Divine Time and Earthly Time,” and “Speaking with Images”—the exhibition introduces the technical innovations, aesthetic languages, theoretical reflections, thematic repertoires, and cultural impact of this revolutionary artistic discipline. Curator: Elsaris Núñez Méndez. Researcher in the Art of New Spain, Tania Vargas Díaz. Head of the Library and Documentary Holdings, Museo Franz Mayer Abraham Villavicencio. Head of Research, Museo Franz Mayer Number of Pieces: 90 pieces Number of thematic sections: 6 Space required: approximately 250–350 m² (2691–3768 ft.2) Available: starting in October 2020 For further information on traveling exhibitions please contact: Alejandro Sabido Director of Exhibitions and Research [email protected] 55 5518 2266 – ext. 257 E X P O SIC I ONE S ITIN E RANTES Albrecht Dürer (Nuremberg, Germanic Rembrandt Harmenszoon van Rijn States, 1471–1528) (Leiden, Netherlands, 1606–Amsterdam, Nemesis (The Great Fortune) Netherlands, 1669) Germanic States (Germany), Christ before Pilate (Ecce Homo) ca. 1502 Holland, ca. 1630–1636 Engraving Etching and engraving Pieter van der Heyden, engraver Lucas Van Leyden, (Leiden, Netherlands, (ca.
    [Show full text]