De Wetgeving Op De Voorwaardelijke Invrijheidstelling Sinds Jules Lejeune

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Wetgeving Op De Voorwaardelijke Invrijheidstelling Sinds Jules Lejeune ebook Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 De wetgeving op de Voorwaardelijke Invrijheidstelling sinds Jules Lejeune. Een case van veranderingen in het Belgische strafuitvoeringsbeleid Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Bart De Boes Studentennr. 00706138 Promotor: Prof. Dr. T. Vander Beken Commissaris: Prof. Dr. B. De Ruyver “Quand je dis à un condamné: je te libère conditionnellement, c’est comme si je lui disais: sors de ta cellule et passé au préau; mais tu restes sous ma main; je ne pardonne pas; j’exécute la peine! La libération conditionnelle n’est qu’un mode d’exécution de la peine… hors de la prison.”1 1 Minister van Justitie Jules LEJEUNE, in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 1888, Pas. 1888, 245. Voorwoord Deze masterproef vormt de kers op de taart van mijn vijfjarige studie Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit te Gent. Met dit voorwoord wil ik dan ook de kans grijpen om een aantal mensen te bedanken zonder wiens steun en hulp deze masterproef nooit zou geworden zijn tot wat hij nu is. In de eerste plaats is mijn dankwoord gericht aan mijn promotor, Prof. Dr. Tom Vander Beken die steeds beschikbaar was voor positieve feedback en kritische reflectie omtrent deze masterproef. Het is mede dankzij hem dat mijn interesse voor het onderwerp enorm is toegenomen en ik steeds een klare kijk op de zaken behield. Daarnaast dank ik ook commissaris Prof. Dr. B. De Ruyver voor het nalezen en beoordelen van deze masterproef. Bovendien wil ik ook mijn oprechte dank uitdrukken aan mijn ouders die zowel morele als financiële steun hebben geboden tijdens mijn studieloopbaan en zonder hun ondersteuning had ik deze kansen nooit gekregen. In het bijzonder wil ik graag mijn vader bedanken die zonder enige moeite steeds klaar stond om medewerking te verlenen tijdens het vergaren van de nodige literatuur en voor het nalezen en de correctie van deze masterproef. Tot slot wil ik ook vrienden en familie bedanken die van deze vijf jaar de meest onvergetelijke jaren hebben gemaakt en bij wie ik te allen tijde terecht kon voor raad en daad. Inhoud Voorwoord ............................................................................................................... Inleiding ................................................................................................................. 1 Deel : Denken over strafuitvoering in België ...................................................... 4 Hoofdstuk 1: het Ancien Regime ....................................................................... 4 Hoofdstuk 2: de Verlichting ............................................................................... 6 Hoofdstuk 3: een onafhankelijk België in het licht van het Positivisme ......... 11 Hoofdstuk 4: Oud Sociaal Verweer ................................................................. 15 Hoofdstuk 5: Nieuw Sociaal Verweer ............................................................. 19 Hoofdstuk 6: Nieuw Realisme en Herstelrecht ................................................ 21 Besluit ............................................................................................................... 24 Deel : Jules Lejeune en zijn Wet Lejeune ........................................................ 26 Hoofdstuk 1: de persoon Lejeune en zijn visie ................................................ 26 Zijn academische loopbaan en advocatenpraktijk ........................................ 26 Minister van Justitie ...................................................................................... 30 Visie en strafrechtelijk beleid ....................................................................... 35 Hoofdstuk 2: de Wet Lejeune .......................................................................... 41 Voorwaardelijke genade en een systeem van strafvermindering ................. 41 Parlementaire voorbereiding ......................................................................... 43 Wet Lejeune .................................................................................................. 49 Hoofdstuk 3: latere evolutie ............................................................................. 59 Besluit ............................................................................................................... 67 I Deel : Voorwaardelijke Invrijheidstelling als afspiegeling van het strafuitvoeringsbeleid sinds 1996 ........................................................................ 70 Hoofdstuk 1: Oriëntatienota De Clerck en de zaak Dutroux ........................... 70 Hoofdstuk 2: Nieuwe Wet V.I. en Wet V.I.-commissies in 1998 ................... 77 Hoofdstuk 3: Commissie Holsters ................................................................... 86 Hoofdstuk 4: Wet Externe Rechtspositie en Wet Strafuitvoeringsrechtbanken .......................................................................................................................... 95 Besluit ............................................................................................................. 112 Algemene conclusie .......................................................................................... 115 Bibliografie ........................................................................................................ 120 Bijlagen .............................................................................................................. 135 A) Wet Lejeune 1888 .................................................................................... 136 B) K.B. Wet Lejeune 1888 ........................................................................... 138 C) WEP (algemeen deel & V.I. artikelen) en Wet SURB ............................ 142 II Inleiding Alle begin is moeilijk. Met dit motto in gedachten wordt een aanvang genomen met het schrijven van deze masterproef. Het moet ook de overtuiging geweest zijn bij Minister van Justitie Jules Lejeune op het ogenblik dat hij koos voor de invoering van een voor België “revolutionaire” Wet inzake de Voorwaardelijke Invrijheidstelling (hierna V.I. genoemd) en Voorwaardelijke Veroordeling (hierna V.V. genoemd). Tekenend hiervoor is het hevige verzet dat de Minister ondervond bij het verdedigen van zijn wetsontwerp voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers2. Verzet dat zich voornamelijk toespitst op de noodzaak van een wet rond de V.I. De introductietekst betreft een citaat van de Minister van Justitie Jules Lejeune, die in feite de passende inleiding vormt voor deze masterproef. Met deze krachtdadige woorden geeft Minister Lejeune meteen aan waar het om gaat bij de V.I. Hij bepleit niet dat gevangenen zonder meer opnieuw de samenleving worden ingestuurd of dat hun daden worden vergeven, het gaat om de uitvoering van hun straf. De V.I. maakte en maakt nog steeds een wezenlijk deel uit van de strafuitvoering. De V.I. wordt daarom ook wel eens het koninginnestuk van de strafuitvoering genoemd3. De strafuitvoering op zijn beurt maakt een belangrijk deel uit van de strafrechtsketen, zijnde het strafrechtelijk beleid sensu stricto. Dit wijst er dan ook op dat de V.I. deel uitmaakt van een beleid dat gevoerd wordt door de Minister van Justitie, en het is ook dat wat Jules Lejeune destijds voor ogen had. Een globaal strafrechtelijk beleid waarvan ook de strafuitvoering - en meer bepaald de V.I. - een belangrijke schakel in de keten vormt. Om deze redenen kan de V.I. dan ook gezien worden als een belangrijke afspiegeling van het strafuitvoeringsbeleid dat doorheen de jaren gevoerd werd en zoals het vandaag de dag zou moeten gevoerd worden. 2 Pas. 1888, 222-269. 3 R. PERRIËNS, F. PIETERS en P. PIRON, “De voorwaardelijke invrijheidstelling: much ado about nothing?”, Panopticon 2003, afl. 6, 563. 1 De motivatie waarom deze thesis het onderwerp van de V.I. behandelt, ligt in de continue aandacht die deze wijze van strafuitvoering de laatste jaren krijgt. Aandacht die zowel voortkomt vanuit de politiek als de media, voornamelijk gestuwd door “de publieke opinie”. Interesse werd dan ook gewekt door de wekelijkse berichtgeving4 over het al dan niet voorwaardelijk vrijkomen van gedetineerden, beklaagden die volgens de man in de straat onvoldoende zwaar worden bestraft, steeds verwijzend naar de mogelijkheid tot vervroegde invrijheidstelling via de zogenaamde Wet Lejeune. Klopt het inderdaad dat veroordeelden zomaar kunnen worden vrijgelaten? Zijn er dan geen voorwaarden aan verbonden, want het gaat tenslotte toch om een voorwaardelijke invrijheidstelling? Is er dan geen enkele vorm van controle? Waarom kreeg deze de naam Wet Lejeune? Wie is hij? Curiositeit en tegelijk onwetendheid over de V.I. in combinatie met de beperkte kennis omtrent het bestaan van een strafuitvoeringsbeleid gesteund op bepaalde strafrechtstheorieën, vormden de concrete basis voor de onderzoeksvraag die tevens ook de titel vormt van deze masterproef: “De wetgeving op de Voorwaardelijke Invrijheidstelling sinds Jules Lejeune: een case van veranderingen in het Belgische strafuitvoeringsbeleid.” Deze masterproef is te omschrijven als een historische studie gecombineerd met een kritische studie over het hedendaagse strafuitvoeringsbeleid, meer bepaald het beleid inzake de V.I. In deze masterproef wordt aan de hand van een analyse van de wetgeving inzake de V.I. nagegaan in welke mate de strafuitvoering en het beleid daaromtrent gewijzigd zijn sinds de Wet Lejeune uit 1888. De strafuitvoering zal bekeken worden vanuit het oogpunt van de V.I. dat als sluitstuk in de strafuitvoering ideaal geplaatst
Recommended publications
  • Séance Plénière (Couverture Blanche) COM Commissievergadering (Beige Kaft) COM Réunion De Commission (Couverture Beige)
    CRABV 50 PLEN 210 CRABV 50 PLEN 210 BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRESENTANTS VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DE BELGIQUE BEKNOPT VERSLAG COMPTE RENDU ANALYTIQUE PLENUMVERGADERING SEANCE PLENIERE donderdag jeudi 28-02-2002 28-02-2002 14:15 uur 14:15 heures Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de Le Compte rendu analytique est un résumé des débats. debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld Des rectifications peuvent être communiquées par écrit worden vóór avant le maandag 04/03/2002, om 16 uur. lundi 04/03/2002, à 16 heures. aan de dienst Vertaling BV-CRA au Service de Traduction du CRA-BV Fax: 02 549 82 33 Fax: 02 549 82 33 e-mail: [email protected] e-mail: [email protected] * Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CIV- * Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents reeks, op wit papier) CRIV, sur papier blanc) KAMER-4E ZITTING VAN DE 50E ZITTINGSPERIODE 2001 2002 CHAMBRE-4E SESSION DE LA 50E LEGISLATURE AGALEV-ECOLO Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales CD&V Christen-Democratisch en Vlaams FN Front National PRL FDF MCC Parti Réformateur libéral – Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement PS Parti socialiste PSC Parti social-chrétien SP.A Socialistische Partij Anders VLAAMS BLOK Vlaams Blok VLD Vlaamse Liberalen en Democraten VU&ID Volksunie&ID21 Afkortingen bij de nummering van de publicaties : Abréviations dans la numérotation des publications : DOC
    [Show full text]
  • La Parité Linguistique Au Sein Du Conseil Des Ministres
    La parité linguistique au sein du conseil des ministres M é m o i r e p r é s e n t é e n v u e d e l ’ o b t e n t i o n d u g r a d e d e L i c e n c i é e n S c i e n c e s P o l i t i q u e s r o f . J e a n B E A U F A Y S , P promoteur r o f . C h r i s t i a n D E V I S S C H E R , P lecteur r o f . J e a n - C l a u d e S C H O L S E M , P lecteur M i n R E U C H A M P S A n n é e a c a d é m i q u e 2 0 0 4 - 2 0 0 5 Nos remerciements vont aux Prof. Jean BEAUFAYS , notre promoteur, Prof. Christian DE VISSCHER et Jean-Claude SCHOLSEM , nos deux lecteurs, sans oublier les personnes qui ont contribué à la réalisation de ce mémoire. 2 La parité linguistique au sein du conseil des ministres LA PARITE LINGUISTIQUE AU SEIN DU CONSEIL DES MINISTRES . INTRODUCTION . PREMIERE PARTIE . De la coutume à la norme constitutionnelle. La situation avant la révision constitutionnelle de 1970. La troisième révision de la Constitution : 1968 – 1971. L’introduction de l’article 86 bis : la parité linguistique au sein du conseil des ministres.
    [Show full text]
  • Do Development Minister Characteristics Affect Aid Giving?
    A Service of Leibniz-Informationszentrum econstor Wirtschaft Leibniz Information Centre Make Your Publications Visible. zbw for Economics Fuchs, Andreas; Richert, Katharina Working Paper Do Development Minister Characteristics Affect Aid Giving? Discussion Paper Series, No. 604 Provided in Cooperation with: Alfred Weber Institute, Department of Economics, University of Heidelberg Suggested Citation: Fuchs, Andreas; Richert, Katharina (2015) : Do Development Minister Characteristics Affect Aid Giving?, Discussion Paper Series, No. 604, University of Heidelberg, Department of Economics, Heidelberg, http://dx.doi.org/10.11588/heidok.00019769 This Version is available at: http://hdl.handle.net/10419/127421 Standard-Nutzungsbedingungen: Terms of use: Die Dokumente auf EconStor dürfen zu eigenen wissenschaftlichen Documents in EconStor may be saved and copied for your Zwecken und zum Privatgebrauch gespeichert und kopiert werden. personal and scholarly purposes. Sie dürfen die Dokumente nicht für öffentliche oder kommerzielle You are not to copy documents for public or commercial Zwecke vervielfältigen, öffentlich ausstellen, öffentlich zugänglich purposes, to exhibit the documents publicly, to make them machen, vertreiben oder anderweitig nutzen. publicly available on the internet, or to distribute or otherwise use the documents in public. Sofern die Verfasser die Dokumente unter Open-Content-Lizenzen (insbesondere CC-Lizenzen) zur Verfügung gestellt haben sollten, If the documents have been made available under an Open gelten abweichend von
    [Show full text]
  • Séance Plénière
    CRIV 53 D036 16/02/2011 1 COMMISSION SPECIALE BIJZONDERE COMMISSIE RELATIVE AU TRAITEMENT BETREFFENDE DE D'ABUS SEXUELS ET DE FAITS BEHANDELING VAN SEKSUEEL DE PEDOPHILIE DANS UNE MISBRUIK EN FEITEN VAN RELATION D'AUTORITE, EN PEDOFILIE BINNEN EEN PARTICULIER AU SEIN DE GEZAGSRELATIE, L'ÉGLISE INZONDERHEID BINNEN DE KERK du van MERCREDI 16 FEVRIER 2011 WOENSDAG 16 FEBRUARI 2011 Matin Voormiddag ______ ______ La séance est ouverte à 13.11 heures et présidée par Mme Karine Lalieux. Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, dames De vergadering wordt geopend om 13.11 uur en en heren volksvertegenwoordigers, zowat drie voorgezeten door mevrouw Karine Lalieux. weken geleden werd ik telefonisch gecontacteerd door uw secretaris, die mij gevraagd heeft om Audition de M. Marc Verwilghen, ancien vandaag voor uw commissie te komen. ministre de la Justice Hoorzitting met de heer Marc Verwilghen, Naar ik uit haar uitleg heb begrepen, ging het over gewezen minister van Justitie het beleid dat ik heb gevoerd in de periode 1999- 2003, met betrekking tot de strijd tegen seksueel La présidente: Chers collègues, je propose que misbruik en pedofilie in het algemeen, maar ook in nous entamions nos travaux. Comme vous le de relatie die uw commissie bezighoudt. Natuurlijk savez, trois ministres ou anciens ministres nous zal ik ook antwoorden op de vragen die de rejoignent cet après-midi pour aider cette commissieleden zouden willen stellen. commission. Nous commencerons par entendre M. Marc Verwilghen, ancien ministre de la Justice Mijn uiteenzetting zal grosso modo vijf kleine de 1999 à 2003 qui était présent lors de la delen inhouden, namelijk een korte inleiding, het Commission Halsberghe dont il a été question au beleid dat in mijn periode werd gevoerd, het sein de cette commission.
    [Show full text]
  • Belgian Polities in 1997
    Belgian Polities in 1997 by Stefaan FIERS Researcher at the Afdeling Politologie of the Katholieke Universiteit Leuven and Marc DEWEERDT Politica! journalist of the Financieel-Economische Tijd I. Political consequences of the Dutroux-case A . Report of the parliamentary Dutroux-Committee On October 17th, 1996, a special parliamentary Committee, charged with 'the inquiry into the manner in which the investigation was done by the police-forces and the judicial authorities in the case of Marc Dutroux, Michel Nihoul and oth­ ers', was installed. Early 1997, the committee continued its activities. Although the atmosphere in which the Committee had started its activities had been ex­ traordinary serene, it became more troubled, due to several leaks to the press and other incidents, which involved members of the Committee. Among them Patrick Moriau (PS), the deputy chairman of the special Committee, who re­ signed on February 14th, because of his involvement in the Dassault-case ( cf. in­ fra). Moriau declared that his resignation was intended to prevent that the activ­ ities of the Committee would be hindered by the investigations into his involve­ ment in the Dassault-case. Other incidents involved the Committee members Serge Moureaux (PS) and Geerolf Annemans (Vl . Blok). On March 5th, the Committee held what ought to be its last hearing, examin­ ing the ministers oflnternal Affairs CT ohan Van de Lanotte) and of J ustice (Stefaan De Clerck). The Committee requested and eventually obtained a prolongation of its mandate for 1 month to investigate claims that Dutroux and Nihoul had re­ ceived high-level protection from the authorities.
    [Show full text]
  • Belgian Polities in 1999
    Belgian Polities in 1999 Stefaan Fiers Post doctoral Fellow of the Fund for Scientific Research - Flanders and Mark Deweerdt Politica! journali st of the Financieel-Economische Tijd 1. The final months of the cabinet Dehaene II A. The budgetary results for 1998 and the contra! of the 1999-budget OnJanuary 6th, the Minister for the Budget Herman Van Rompuy announced that the overall public deficit for 1998 had dropped to € 2,93 billion, equalling 1,3 % of GDP Accordingly, the debt to GDP ratio had dropped to 116,5 %, which was 5 percent points less than in 1997, and 2 percent points less than officially estimated. This budgetary result was the best in many years time. On March 12th, the council of ministers confirmed the budgetary adjustments that had been proposed by the core cabinet. The most important aspect of this adjustment was the € 248 million the cabinet had cleared for what the press called "electoral sweets": among others, the social costs per employee were reduced from April 1st onwards (instead of from July 1st onwards), the pensions were raised by 0,5 percent and the unemployment benefit for singles was raised as well. B. The implementation of the so-called Octopus agreements (24 May 1998) By the end of 1998, most of the regulations of the Octopus agreements of 24 May 1998 on the reform of the judiciary and the police forces, had been convert­ ed into various laws. However, there were still aspects of the statu te of the 'inte­ grated police forces' that had to be settled: in particular the rules on disciplinary sanctions, on trade unions, on personnel, and on pensions.
    [Show full text]
  • Séance Plénière Plenumvergadering
    CRABV 51 PLEN 278 12/04/2007 1 SÉANCE PLÉNIÈRE PLENUMVERGADERING du van JEUDI 12 AVRIL 2007 DONDERDAG 12 APRIL 2007 Soir Avond ______ ______ La séance est ouverte à 20 h 10 par M. Herman De Croo, président. Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance. Excusés Devoirs de mandat : Johan Vande Lanotte et Jo Vandeurzen Raisons de santé : Greet van Gool et Greta d’Hondt À l’étranger : Maggie De Block et Pieter De Crem Gouvernement fédéral Karel De Gucht, ministre des Affaires étrangères : en mission à l’étranger Marc Verwilghen, ministre de l’Économie, de l’Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : en mission à l’étranger (Lybie) Bruno Tobback, ministre de l’Environnement et des Pensions : en mission à l’étranger (Maroc) Vincent Van Quickenborne, secrétaire d’État à la Simplification administrative : en mission à l’étranger (Washington) Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d’État aux Familles et aux Personnes handicapées : en mission à l’étranger (Congo) 01 Ordre des travaux 01.01 Paul Tant (CD&V) : Le président devait consulter le ministre à propos de l’opportunité d’encore examiner aujourd’hui le projet relatif à la protection civile. Dans l’état actuel des choses, ce projet ne sera pas examiné avant 23 heures. Qu’en pense le président ? Le président : Nous allons commencer par le projet qui est de la compétence de M.
    [Show full text]
  • Het Belgisch Beleid Inzake Internering: Is Het Einde Van De Tunnel in Zicht?
    HET BELGISCH BELEID INZAKE INTERNERING: IS HET EINDE VAN DE TUNNEL IN ZICHT? Aantal woorden: 24.135 Adriaan Paesbrugghe Stamnummer : 01000578 Promotor: Dr. Catharina Dehullu Co-promotor: Dr. Arne Dormaels Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Master of Science in de Bestuurskunde en het Publiek Management Academiejaar: 2016 - 2017 HET BELGISCH BELEID INZAKE INTERNERING: IS HET EINDE VAN DE TUNNEL IN ZICHT? Aantal woorden: 24.135 Adriaan Paesbrugghe Stamnummer : 01000578 Promotor: Dr. Catharina Dehullu Co-promotor: Dr. Arne Dormaels Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Master of Science in de Bestuurskunde en het Publiek Management Academiejaar: 2016 - 2017 Vertrouwelijkheidsclausule/ Confidentiality agreement PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. I declare that the content of this Master’s Dissertation may be consulted and/or reproduced, provided that the source is referenced. Naam student/name student: Adriaan Paesbrugghe Handtekening/signature I Woord van dank Met deze masterproef sluit ik de studie bestuurskunde en publiek management af aan de UGent. Alvorens aan te vangen met de scriptie wil ik graag enkele mensen bedanken. Prof. Dehullu Catharina om mij de mogelijkheid te geven over zo’n interessant en actueel onderwerp te schrijven. Alle mensen die deze masterproef hebben nagelezen. Moeder en vader voor hun steun en om mij de mogelijkheid te bieden deze studie te voltooien. Mijn vriendin
    [Show full text]
  • Vraag Nr. 29 Van 14 November 2003 Van De Heer KRIS VAN DIJCK VRT
    Vraag nr. 29 Door wie en op welke manier wordt er controle van 14 november 2003 uitgeoefend ? van de heer KRIS VAN DIJCK VRT-programma's – Politici Antwoord Vorig parlementair jaar stelde ik vragen aan de De V RT heeft voor V RT- Televisie gegevens bijeen toenmalig bevoegde minister over het optreden gebracht voor een beperktere periode vanaf de zo- van politici op radio en tv, buiten het nieuws en de merprogrammatie tot eind november. V RT- R a d i o d u i d i n g s p r o g r a m m a ' s. Deze problematiek kwam heeft in de mate van het mogelijke voor alle netten ook meer dan eens ter sprake in de Commissie gegevens verzameld over de afgelopen tien maan- voor Cultuur, Media en Sport, terwijl de gedele- den. geerd bestuurder en de voorzitter van de raad van bestuur meermaals stelden dat er dienaangaande 1 en 2. Overzicht politici in programma's van goede afspraken moeten worden gemaakt en dat VRT-Televisie het dansen is op een slappe koord ... Aan Tafel (TV1) : juni-augustus 2003 Omdat ik stellig de indruk heb dat men op dezelf- de manier politici in spel- en amusementsprogram- In 2003 waren in totaal 21 politici te gast in ma's ten tonele blijft voeren en dat er van afspra- "Aan tafel". ken maken blijkbaar weinig in huis komt, de vol- gende vragen aan de minister. VLD 1. Kan ik een overzicht krijgen van alle tv-p r o- 9-6 Bart Somers gramma's die niet tot het nieuws of de strikte 9-6 Marino Keulen duidingsprogramma's behoren, uitgezonden op 9-6 Patricia Ceysens de openbare omroep (dus ook van externe pro- 8-7 Margriet Hermans (centrale gast) d u c t i e h u i z e n ) , waarin politici te gast waren in 10-7 Bart Somers de periode van 18 januari 2003 tot en met 31 ok- 14-7 Fientje Moerman tober 2003 ? 21-7 Herman De Croo (centrale gast) 6-8 Vincent Van Quickenborne 2.
    [Show full text]
  • Paper Development Ministers 37
    University of Heidelberg Department of Economics Discussion Paper Series No. 604 Do Development Minister Characteristics Affect Aid Giving? Andreas Fuchs and Katharina Richert November 2015 Do Development Minister Characteristics Affect Aid Giving?* ANDREAS FUCHS, Heidelberg University, Germany KATHARINA RICHERT#, Heidelberg University, Germany This version: November 2015 Abstract: Over 300 government members have had the main responsibility for international development cooperation in 23 member countries of the OECD’s Development Assistance Committee since the organization started reporting detailed Official Development Assistance (ODA) data in 1967. Understanding their role in foreign aid giving is crucial since their decisions might directly impact aid effectiveness and thus economic development on the ground. Our study examines whether development ministers’ personal characteristics influence aid budgets and aid quality. To this end, we create a novel database on development ministers’ gender, political ideology, prior professional experience in development cooperation, education in economics, and time in office over the 1967- 2012 period. Results from fixed-effects panel regressions show that some of the personal characteristics of development ministers matter. Most notably, we find that more experienced ministers with respect to their time in office obtain larger aid budgets. Moreover, there is evidence that female ministers as well as officeholders with prior professional experience in development cooperation and a longer time in office provide higher-quality ODA. JEL classification: D78, F35, H11, O19 Keywords: development minister, leadership, foreign aid, Official Development Assistance, aid budget, aid quality, personal characteristics, gender, partisan politics, experience 1 * We are grateful for valuable comments by Axel Dreher, Pierre-Guillaume Méon, Sarmistha Pal, Francisco J.
    [Show full text]
  • Belgische Senaat En Kamer Van Volksvertegenwoordigers Sénat Et
    4-1606/2 (Senaat) 4-1606/2 (Sénat) 52-2378/2 (Kamer) 52-2378/2 (Chambre) Belgische Senaat Sénat et Chambre en Kamer van des représentants volksvertegenwoordigers de Belgique ZITTING 2009-2010 SESSION DE 2009-2010 9 FEBRUARI 2010 9 FÉVRIER 2010 De prioriteiten van het Belgische Les priorités de la présidence belge de voorzitterschap van de Europese Unie l'Union européenne (juli-december 2010) (juillet-décembre 2010) VERSLAG RAPPORT NAMENS DE DE COMMISSIE VOOR FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DE DE JUSTITIE (S), DE COMMISSIE VOOR LA JUSTICE (S), DE LA COMMISSION DE DE BINNENLANDSE ZAKEN EN VOOR DE L'INTÉRIEUR ET DES AFFAIRES ADMINISTRATIEVE AANGELEGENHEDEN (S), ADMINISTRATIVES (S), DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE (K), DE LA COMMISSION DE LA JUSTICE (CH), DE COMMISSIE VOOR DE BINNELANDSE DE LA COMMISSION DE ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN L'INTÉRIEUR, DES AFFAIRES GÉNÉRALES HET OPENBAAR AMBT (K) EN ET DE LA FONCTION PUBLIQUE (CH) HET FEDERAAL ADVIESCOMITÉ VOOR ET DU COMITÉ D'AVIS FÉDÉRAL CHARGÉ DE EUROPESE AANGELEGENHEDEN (S & K) DES QUESTIONS EUROPÉENNES (S & CH) UITGEBRACHT DOOR PAR MEVROUW TAELMAN (S), MME TAELMAN (S), DE HEER MOUREAUX (S), M. MOUREAUX (S), DE DAMES MATZ (S) EN BECQ (K) EN MMES MATZ (S) ET BECQ (CH) ET DE HEREN FRÉDÉRIC (K) EN DE CROO (K) MM. FRÉDÉRIC (CH) ET DE CROO (CH) Zie: Voir : Stukken van de Senaat : Documents du Sénat : 4-1606 - 2009/2010: 4-1606 - 2009/2010 : Nr. 1: Verslag. No 1 : Rapport. Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : Documents de la Chambre des représentants : 52-2378 - 2009/2010: 52-2378 - 2009/2010 : Nr.
    [Show full text]
  • Hervé Renard Catalogue
    Hervé Renard Catalogue 217 Mai 2018 Belgique – België - Congo Rue du Kriekenput, 83 1180 Bruxelles Tél. +32-2-375.47.49 e-mail: [email protected] uniquement par correspondance 1. *** L’Attitude de Léopold III de 1936 à la Libération. Paris, A. Michel, 1949, 12x19, 273, br. 220 g. 10 € 2. « Nous, Roi des Belges… » 150 ans de monarchie constitutionnelle. Bruxelles, Crédit Communal, 1981, 21x29, 334, Br. Illust. n-b. et coul. 1250 g. 10 € 3. « Uit verlogen tijden » Wetenswaardigheden uit het Antwerps Joods Historsch Archief. Samenstelling door S. Brachfeld. Herzlia, A.J.H.A., 1987, 16x20, 211, br. Photos n-b. Index. 300 g. 10 € 4. 150 ans à la Une. Un siècle et demi d'information illustrée en Belgique. Bruxelles, Crédit Communal, 1980, 21x30, 119, br. Illust. n-b. et coul. 480 g. Catalogue d'exposition. 10 € 5. 1830...Histoire d'une révolte. Bruxelles, Musin, 1980, 17x24, 115, br. Illust. n-b. 270 g. Catalogue d'exposition. 10 € 6. 1940-1945 la vie quotidienne en Belgique. Bruxelles, CGER, 1984, 21x21, 310, br. Illust ; n- b. et coul. 960 g. Catalogue d'exposition. 15 € 7. 1958. Images de l'Exposition Universelle de Bruxelles. Bruxelles, Dessart, 1958, 21x27, 16, br. (jaquette). 87 photos n-b. 480 g. 15 € 8. 8me Régiment de Ligne – 8ste Linieregiment 1830-1930. Centenaire de la création du régiment. Bruxelles, Thill, 1930, 29x21, non paginé, br. Photos n-b. h-t. 20 € 9. ABEELS G. Bruxelles 1900. Bruxelles, Meddens, s.d., 25x28, 31, br. 196 Illust. n-b. 650 g. 10 € 10. ABEELS G. Bruxelles en cartes postales anciennes – Brussel in oude prentkaarten.
    [Show full text]