Het Belgisch Beleid Inzake Internering: Is Het Einde Van De Tunnel in Zicht?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
HET BELGISCH BELEID INZAKE INTERNERING: IS HET EINDE VAN DE TUNNEL IN ZICHT? Aantal woorden: 24.135 Adriaan Paesbrugghe Stamnummer : 01000578 Promotor: Dr. Catharina Dehullu Co-promotor: Dr. Arne Dormaels Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Master of Science in de Bestuurskunde en het Publiek Management Academiejaar: 2016 - 2017 HET BELGISCH BELEID INZAKE INTERNERING: IS HET EINDE VAN DE TUNNEL IN ZICHT? Aantal woorden: 24.135 Adriaan Paesbrugghe Stamnummer : 01000578 Promotor: Dr. Catharina Dehullu Co-promotor: Dr. Arne Dormaels Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Master of Science in de Bestuurskunde en het Publiek Management Academiejaar: 2016 - 2017 Vertrouwelijkheidsclausule/ Confidentiality agreement PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. I declare that the content of this Master’s Dissertation may be consulted and/or reproduced, provided that the source is referenced. Naam student/name student: Adriaan Paesbrugghe Handtekening/signature I Woord van dank Met deze masterproef sluit ik de studie bestuurskunde en publiek management af aan de UGent. Alvorens aan te vangen met de scriptie wil ik graag enkele mensen bedanken. Prof. Dehullu Catharina om mij de mogelijkheid te geven over zo’n interessant en actueel onderwerp te schrijven. Alle mensen die deze masterproef hebben nagelezen. Moeder en vader voor hun steun en om mij de mogelijkheid te bieden deze studie te voltooien. Mijn vriendin Sarah en mijn vrienden voor hun steun zowel bij als naast het studeren. II Inhoudsopgave Inleiding Masterproef motivatie ............................................................................................................... 1 Probleemstelling en doelstelling van de masterproef ............................................................... 2 Interneringsproblematiek in België ........................................................................................ 2 Internering als concept .......................................................................................................... 3 Afbakening onderzoeksonderwerp ........................................................................................ 4 Onderzoeksdoelstelling .......................................................................................................... 4 Relevantie van deze masterproef .......................................................................................... 5 Theoretisch kader van het interneringsbeleid ........................................................................... 6 (Overheids-)beleid en de beleidscyclus ................................................................................. 6 De interneringsmaatregel in het interneringsbeleid ............................................................. 8 Methodologie Onderzoeksmethode .................................................................................................................. 9 Narratieve review ................................................................................................................... 9 De zoektocht naar relevante literatuur ................................................................................ 10 Beperkingen van het onderzoek .......................................................................................... 10 Corpus Historisch overzicht van de interneringswetgeving in België .................................................. 11 De wet tot bescherming van de maatschappij van 9 april 1930 ...................................... 13 De wet tot bescherming van de maatschappij van 1 juli 1964 ........................................ 15 De stilstand van het Belgisch interneringsbeleid ..................................................................... 17 Commissie Delva zet de deur op een kier ................................................................................ 19 Interneringswet van 2007 .................................................................................................... 21 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als trigger ................................................... 24 De zaak Aerts v. Belgium in 1998 ..................................................................................... 25 De zaak De Donder en De Clippel v. Belgium in 2011 ...................................................... 29 De zaak L.B. v. Belgium in 2012 ........................................................................................ 30 De zaak Claes v. Belgium in 2013 ..................................................................................... 32 De zaak Dufoort v. Belgium in 2013 ................................................................................. 35 De zaak Swennen v. Belgium in 2013 ............................................................................... 36 III De zaken Van Meroye v. Belgium, Oukili v. Belgium, Caryn v. Belgium, Moreels v. Belgium, Gelaude v. Belgium, Saadouni v. Belgium, Plaisier v. Belgium, Lankester v. Belgium in 2014 .......................................................................................................................................... 36 De zaak W.B. v. Belgium in 2016 ...................................................................................... 37 De Belgische interneringsproblematiek geconcretiseerd door het EHRM .......................... 40 De oorzaken van de problemen in het Belgische interneringsbeleid ...................................... 42 Het licht aan het einde van de tunnel ...................................................................................... 44 FPC’s ..................................................................................................................................... 44 De interneringswet van 5 mei 2014 (en zijn reparatiewet) ................................................. 45 Kritische reflectie op de toekomst ....................................................................................... 55 De beleidscyclus van het Belgisch interneringsbeleid ............................................................. 58 Conclusie Wat waren de oorzaken voor de niet uitvoering van initiatieven in het interneringsbeleid in België? ...................................................................................................................................... 59 Wat zijn de triggers voor de nieuwe initiatieven in het interneringsbeleid in België? ............. 60 Wat zijn de recente initiatieven in het interneringsbeleid in België? ....................................... 61 Bibliografie ............................................................................................................................... 63 Lijst van figuren: Figuur 1: uit Hoogerwerf & Herweijer, 2008 (p. 22) .................................................................. 7 IV Inleiding Masterproef motivatie De interesse voor personen met een geestesstoornis springt voort uit mijn voorgaande opleiding tot criminoloog waarvoor een masterproef werd afgeleverd met als hoofdthema biologische criminologie. Het concept dat personen die criminele feiten plegen als gevolg van een ziekte behandeld moeten worden in plaats van gestraft, ligt volledig in lijn met mijn penologische gedachtegang. De interesse in de biologische oorzaken van criminaliteit is te danken aan de leerkracht Nederlands uit het zesde middelbaar. In zijn lessen werden de meest uiteenlopende zaken bediscussieerd. Zo ging het in één van zijn lessen over het concept ‘mindcontrol’. Wat nu na enige reflectie opvalt, is dat in een klas zesde humaniora wetenschappen-wiskunde als vanzelfsprekend werd aangenomen dat de hersenen verantwoordelijk zijn voor het plegen van criminaliteit. Er werd geen aandacht besteed aan de sociale omgeving, noch werden er vragen gesteld over de verantwoordelijkheid van de persoon zelf. Tijdens de opleiding criminologie en de vakken psychologie die gevolgd werden, is echter wel de overtuiging gegroeid dat er steeds een wisselwerking is tussen omgevingsfactoren en interne 1 factoren. Deze wisselwerking zorgt voor één van de meest intrigerende, maar ook één van de lastigste vragen voor onszelf. Niemand is immers veilig voor de uitwerking van deze elementen. Daarnaast test dit standpunt ook het geloof in de frequent voorkomende overtuiging om de wereld te verbeteren. Een biologische gedachtegang over de oorzaken van criminaliteit leidt tot een kritische reflectie op de reactie op crimineel gedrag. Indien de crimineel ziek is, kan deze dan genezen worden? Is resocialisatie dan nog steeds een nuttig gedachtegoed? Vanuit dit oogpunt is het geen grote stap naar het interneringsbeleid in België. Maar toegegeven, de interesse voor dit onderwerp is er pas echt gekomen tijdens de opleiding tot master in de bestuurskunde en het publiek management. 1 De interne factoren zijn zowel biologisch als psychologisch. 1 Probleemstelling en doelstelling van de masterproef Interneringsproblematiek in België Deze masterproef wordt geschreven in het kader van de opleiding tot master in de bestuurskunde en het publiek management waarbij, we focussen op de ontwikkelingen in het Belgische interneringsbeleid. De opsluiting van delinquenten met mentale problemen in een instelling die niet aangepast is aan hun therapeutische noden, zoals de gevangenis, is een structureel probleem in België. Deze situatie is bovendien in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.