Scangate Document
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
LIEDER ANDREAS SCHMIDT BRAHMS 10 OKTOBER 90 ANDREAS SCHMIDT bariton ROGER VIGNOLES piano PROGRAMMA JOHANNES BRAHMS 1833-1897 Die schone Magelone 15 Romanzen opus 33 nach Gedichten von Ludwig Tieck 1 Keinen hat es noch gereut 2 Traun! Bogen und Pfeil 3 Sind es Schmerzen, sind es Freuden 4 Liebe kam aus fernen Landen 5 So willst du des Armen dich gnädig erbarmen? 6 Wie soll ich die Freude, die Wonne denn tragen? 7 War es dir, dem diese Lippen bepten 8 Wir müssen uns trennen, geliebtes Saitenspiel 9 Ruhe, Süssliebchen 10 So tönet denn, schaumende Wellen Inleidend gesprek Foyer 19.15 uur Aanvang concert 20.00 uur 11 Wie schnell verschwindet so Licht als Glanz Geen pauze 12 Muss es eine Trennung geben Einde 21.00 uur 13 Geliebter, wo zaudert dein irrender Fuss? 14 Wie froh und frisch mein Sinn sich hebt 15 Treue Liebe dauert lange ANDREAS SCHMIDT Andreas Schmidt is geboren in Düsseldorf in 1960. Naast zijn vocale studies bij Ingeborg Reichelt stu- deerde hij ook piano, orgel en orkestdirectie. Later vervolledigde hij zijn studies bij Dietrich Fischer- Dieskau in Berlijn. ROGER VIGNOLES Hij maakte zijn operadebuut als Malesta in Don Pasquale in de Deutsch Oper te Berlijn in 1984 en De pianist Roger Vignoles is thans één van de was vervolgens vast verbonden aan dit operahuis. meest gezöchte begeleiders, en is partner van In oktober 1987 kende hij groot succes in de titel- wereldberoemde zangers en instrumentisten in de rol van de wereldcreatie van Oedipus van belangrijkste muziekeentra van de wereld. Wolfgang Rihm. Met Kiri te Kanawa maakte hij succesvolle tour Andreas Schmidt verwierf ondertussen ook een nees, met o.a. recitals in New York, Washington, grote reputatie als Oratorium- en Liedzanger. Hij Los Angeles, Parijs, Genève, Rome, Milaan, Vene- zong in heel Europa, Israel, Noord- en Zuid tië, Tokyo en Hong Kong. Amerika en Japan, met dirigenten als Abbado, Berstein, Chailly, Colin Davis, Hij was ook de partner van zangers als Thomas Allen, Arleen Auger, Janet Baker, Giulini, Haitink, Janowski, Levine, Sawallisch, Sinopoli en Tate, en orkesten als de lleana Cotrubas, Carole Farley, Anne Howells, Benjamin Luxon, Valerie Masterson, Berliner, Wiener en Münchner Philharmoniker, London en Israel Philharmonie en het Ruggiero Raimondi, Elisabeth Söderström, Robert Tear, Sarah Walker en Edith Concertgebouworkest Amsterdam. Hij gaf tal van concerten voor de veschillende Wiens. Duitse radio- en televisiestations. Hij nam CD's op voor Deutsche Grammophon en Met de cellist Heinrich Schiff debuteerde hij op de Salzburger Festspiele. Verder EMI. heeft hij een nauwe artistieke samenwerking met Nobuko Imai, Myriam Fried, In 1988 ondernam Andreas Schmidt een Japanse tournee met het Philharmonia Joshua Bell, Gyorgi Pauk, Ralph Kirshbaum en Viktoria Mullova. Orchestra London onder leiding van Sinopoli. In 1987 zong hij in de Cosi fan tutte Als Liedbeleider zijn er toekomstige contracten met Thomas Allen, Arleen Auger, van de Munt. Hij debuteerde in Covent Garden in 1989 eveneens als Guglielmo in Brigitte Fassbänder, Elisabeth Söderström, Andreas Schmidt, Philip Langridge, Ann Cosi fan tutte, en wordt geregeld gevraagd bij de operahuizen van Wenen, Muray, Jard Van Nes, Roberta Alexander en uiteraard Kiri te Kanawa. Hamburg en Genève. In oktober 1991 debuteert hij in de Newyorkse Metropolitan. Met verschalende van de hiervoor genoemde artiesten maakte hij ook reeds plaat- Als Liedzanger is hij o.a. een geregelde gast op de befaamde Schubertiade van opnamen. Hohenems en in alle grote Duitse steden. men van een Westers schip, dat hem achterlaat op een zogezegd verlöten eiland. Peter ontmoet er een oude schapehoeder - de gastheer van Magelone. Na een JOHANNES BRAHMS reeks van misverstanden en verwarrende gebeurtenissen vinden de twee geliefden elkaar terug: 'Treue Liebe dauert lange' (lied 15). Die Schöne Magelone, opus 33 Het romantisch ideaalbeeld van de Middeleeuwen krijgt in deze cyclus een nieuw Johannes Brahms schreef geen enkele opera. Zijn lyrisch elan. Een mooi voorbeeld hiervon vinden we in het negende lied, het wiege- enige werk gebaseerd op een literair verhaal is zijn lied dat het meest poetische moment van de geschiedenis begeleidt. De jonge graaf lied-cyclus Die schöne Magelone, naar Ludwig die niet wil dat zijn prinses aan een ander toebehoort, heeft 's nachts zijn mooie "Hecks Die wundersame Liebesgeschichte der schö Magelone ontvoerd. Tijdens hun vlucht rüsten de geliefden onder het lover en Peter nen Magelone und des Grafen Peter aus der zingtzijn romance, terwijl hij Magelone in de armen houdt en naar de sterren blikt: Provence, versehenen in het boek 'Phantasus'. 'Ruhe, Süssliebchen, im Schatten'. Het is een van de vele Brahmsliederen waarvan Ludwig "Heck (1773-1853) verweefde in dit lang de begeleiding op een syncope is gebouwd. Het is een warme zomernacht met een verhaal zeventien gedichten, waarvan Brahms er vredig gefonkel van de sterren. Bijzonder treffend is de smachtende fräse op de vijftien op muziek zette. Het zijn lyrische rustpunten woorden: 'Ewig bin ich dein' en de wiegende begeleiding eronder. Al wat dit lied binnen het epische plot, beschouwingen bij het ver aan stemming, gevoel en verbeelding kan wekken is in deze maten gevat: eeuwige haal en stemmingen. liefde, de bekoring van de natuur, het geluk van twee koningskinderen in de sterren- De liederen van het opus 33 zijn op verschwende nacht. tijdstippen ontstaan. Brahms begon aan het werk in 1861, doch voltooide het pas in 1868. Het werd een hoogst originele cyclus: een reeks romances zonder onmiddellijk herkenbaar verholend verband, meer een muzikale illustratie bij een vroeg-romantisch verhaal over de wereld van de Minnesänger. De jonge graaf Peter uit de Provence wordt in Napels verliefd op de wondermooie dochter van koning Mageion. Het liefdesgeluk van het Peter en Magelone wordt echter verstoord, wanneer zij vernemen dat Ma gelone moet trouwen met de heer van Carpone. Ze vluchten in de nacht. Vanaf dat moment wordt het verhaal nog een stuk avontuurlijker. Een raaf steelt hun ringen en vliegt ermee over de zee. Peter wil hem volgen in een kleine boot, een reis die hem naar het Oosten voert. Daar wordt Sulima, de dochter van de Sultan, verliefd op hem (lied 13 'Geliebter, wo zaudert dein irrender Fuss?), terwijl Magelone onder- dak vindt bij een oud koppel, dat doet denken aan Philemon en Baucis, in een afge- legen hut van schapehoeders. Na lange zwerftochten wordt Peter aan boord geno DIE SCHÖNE MAGELONE Traun! Bogen und Pfeil 15 Romanzen opus 33 (1861-1869) Traunl Bogen und Pfeil Ruhm streut ihm Rosen Sind gut für den Feind, op gedichten van Ludwig Tieck Schnell in die Bahn, Hülflos alleweil uit 'Liebesgeschichte der schönen Lieben und Kosen, Der Elende weint; Magelone und des Grafen Peter von Lorbeer und Rosen Dem Edlen blüht Heil, Provence' Führen ihn höher und höher hinan . Wo sonne nur scheint, I Die Felsen sind steil, Rund um ihn Freuden, Doch Glück ist sein Freund. Feinde beneiden, Keinen hat es noch gereut Erliegend, den Held - Dann wählt er bescheiden Sind es Schmerzen, So schlage denn, strebendes Herz, Keinen hat es noch gereut, Das Fräulein, das ihm nur vor allen sind es Freuden So fliesset denn, Tränen, herab, Der das Ross bestiegen, gefällt. Ach, Lust ist nur tieferer Schmerz, Um in frischer Jugendzeit Sind es Schmerzen, sind es Freuden, Leben ist dunkeles Grab. - Durch die Welt zu fliegen. Und Berge und Felder Die durch meinen Busen ziehn? Ohne Verschulden Und einsame Wälder Alle alten Wünsche scheiden, Soll ich erdulden? Berge und Auen, Misst er zurück. Tausend neue Blumen blühn. Wie ist's, dass mir im Traum Einsamer Wald, Die Eltern in Tränen, Durch die Dämmerung der Trähnen Alle Gedanken Mädchen und Frauen Ach, alle ihr Sehnen - Seh ich ferne Sonnen stehn - Auf und nieder schwanken! Prächtig im Kleide, Sie alle vereinigt das lieblichste Glück. Welches Schmachten I welches Ich kenne mich noch kaum. Golden Geschmeide, Sehnenl Alles erfreut ihn mit schöner Gestalt. Sind Jahre verschwunden, Wag ich's? soll ich näher gehn? O hört mich, ihr gütigen Sterne, Erzählt er dem Sohn O höre mich, grünende Flur, Wunderlich fliehen In traulichen Stunden Ach, und fällt die Träne nieder, Du, Liebe, den heiligen Schwur: Gestalten dahin, Und zeigt seine Wunden, Ist es dunkel um mich her; Bleib ich ihr ferne, Schwärmerisch glühen Der Tapferkeit Lohn. Dennoch kömmt kein Wunsch mir wie Sterb ich gerne. Wünsche in jugendlich trunkenem So bleibt das Alter selbst noch jung, der, Achl nur im Licht von ihrem Blick Sinn. Ein Lichtstrahl in der Dämmerung. Zukunft ist von Hoffnung leer. Wohnt Leben und Hoffnung und Glückl Liebe kam aus fernen Landen So willst du des Armen dich gnädig erbarmen? Liebe kam aus fernen Landen. Darf ich in den Spiegel schauen, Und kein Wesen folgte ihr. Den die Hoffnung vor mir hält? So willst du des Armen Und die Göttin winkte mir. Ach, wie trügend ist die Welt! Dich gnädig erbarmen? Schlang mich ein mit süssen Banden. Nein, ich kann ihr nicht vertrauen. So ist es kein Traum? Wie rieseln die Quellen, Da begann ich Schmerz zu fühlen, Oh, und dennoch lass nicht wanken, Wie tönen die Welle'n, Tränen dämmerten den Blick: Was dir nur noch Stärke gibt, Wie rauschet der Bauml Achl was ist der Liebe Glück, Wenn die Einz'ge dich nicht liebt, Klagt'ich, wozu dieses Spielen? Bleibt nur bittrer Tod dem Kranken. Tief lag ich in bangen Gemäuern gefangen, Keinen hab ich weit gefunden, Nun grüsst mich das Lichtl Sagte lieblich die Gestalt, Wie spielen die Strahlenl Fühle du nun die Gewalt, Sie blenden und malen Die die Herzen sonst gebunden. Mein