Rotterdam Feyenoord City

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan en ontwerpbesluiten gebiedsontwikkeling ‘Feyenoord City’

identificatie planstatus

projectnummer: datum: status:

44002745.20200475.00 01-12-2020 definitief

Projectleider:

Ingrid de Feijter/ Monique Lammens

Inhoud Thema 13 Aanvaarbeveiliging en externe veiligheid stadion 27 1 Inleiding 3 1.1. Kennisgeving terinzagelegging 3 3 Samenvatting en beantwoording per indiener 28 1.2. Doel Nota zienswijzen 5 3.1. Inleiding 28 1.3. Opzet samenvatting en beantwoording 5 3.2. Zienswijzen 28 1.4. Leeswijzer 6

2 Thematische samenvatting en beantwoording 7 2.1. Inleiding 7 Thema 1 Uitvoerbaarheid bestemmingsplan 7 Thema 2 zelfrealisatie 9

Thema 3 bouwhoogte en bouwmassa Veranda 9

Thema 4 Nieuw stadion en De Kuip 14

Thema 5 Procedure 17 Thema 6 Bouwhinder 18 Thema 7 Derde oeververbinding 19 Thema 8 Verkeerseffecten wijk Feijenoord en effect knip Korte Stadionweg 19 Thema 9 Mobiliteitsplan 22 Thema 10 Participatie 26

Thema 11 Verbetering OV aanbod 26 Thema 12 provinciaal detailhandelsbeleid en omgevingsverordening27

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 2

1 Inleiding

1.1. Kennisgeving terinzagelegging Feyenoord stadion aan de Nieuwe Maas gerealiseerd en de bestaande monumentale Kuip wordt herontwikkeld. Beide locaties zijn met elkaar verbonden door een Burgemeester en wethouders van hebben op 26 februari 2020 op de gebouwde verbinding over de Stadionweg, de Strip genaamd. Daarnaast wordt het wettelijk voorgeschreven wijze kennis gegeven van de ter inzagelegging van: gebied rond de bestaande Kuip ontwikkeld en wordt het mogelijk gemaakt een deel  het ontwerpbestemmingsplan Feyenoord City (inclusief milieueffectrapport van de buurt de Veranda te transformeren. Ten slotte vindt een verbetering van de (MER); kwaliteit van de openbare ruimte plaats en worden de nodige verkeers- en  het ontwerpbesluit gedeeltelijke wegonttrekking Korte Stadionweg met mobiliteitsmaatregelen genomen. bijbehorende zijstraten;

 de ontwerp omgevingsvergunning langsdam en landaanwinning ten behoeve van Met het ontwerpbestemmingsplan Feyenoord City (NL.IMRO.0599.BP1105FeyenCity- het nieuwe Feyenoord stadion; on01) lag ook het milieueffectrapport (MER) ter inzage waarin de milieueffecten van  de ontwerp omgevingsvergunning tijdelijke landaanwinning ten behoeve van het de ontwikkelingsmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan onderzocht zijn. Het nieuwe Feyenoord stadion; nieuwe Feyenoord stadion zal gedeeltelijk in de Nieuwe Maas worden gebouwd. Om  de ontwerp Waterwetvergunning langsdam en landaanwinning ten behoeve van dit te kunnen realiseren is, naast een langsdam in de Nieuwe Maas, zowel tijdelijke als het nieuwe Feyenoord stadion. permanente landaanwinning noodzakelijk. De ontwerp omgevingsvergunningen en de

ontwerp Waterwetvergunning die hierop betrekking hebben zijn tevens ter inzage Omschrijving locatie en project gelegd. Gezien de beoogde locatie van het nieuwe Feyenoord stadion is het nodig de Het plangebied Feyenoord City ligt in Rotterdam-Zuid en wordt globaal begrensd door Korte Stadionweg (gedeeltelijk) met bijbehorende zijstraten aan de openbaarheid te het gebied ten noorden van het Stadionviaduct en de Coen Moulijnweg (de onttrekken. Ook dit ontwerpbesluit lag ter inzage. ‘Stadiondriehoek’), ten oosten van de Colosseumweg en West Varkenoordseweg, ten zuidoosten van de 2e Rosestraat en de Persoonshaven tot het midden van de rivier de Coördinatie in 2 ‘coördinatiemandjes’ Nieuwe Maas ter hoogte van de Veranda inclusief het gebied ‘de Veranda’. De gemeenteraad van Rotterdam heeft op 20 februari 2020 besloten de

coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30, lid 1, sub a en b, van de Wet ruimtelijke Binnen het gebied Stadionpark, in de wijken IJsselmonde en Feijenoord in Rotterdam- ordening (Wro) toe te passen op de voorbereiding en bekendmaking van de (ontwerp) Zuid, vindt de komende jaren de ontwikkeling Feyenoord City plaats. Een grote besluiten die nodig zijn voor het realiseren van de gebiedsontwikkeling Feyenoord City. gebiedsontwikkeling rond het thema sport en vrije tijd waarin ruimte wordt geboden De coördinatie wordt verzorgd door het college van burgemeester en wethouders van aan wonen en een commercieel en publiek programma. Er wordt een nieuw Rotterdam. De coördinatie zal gefaseerd plaatsvinden in 2 ‘coördinatiemandjes’.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 3

Het ontwerpbestemmingsplan Feyenoord City (inclusief het MER), het ontwerpbesluit onverlet dat er nog steeds zienswijzen per post of mondeling, per telefoon, konden gedeeltelijke wegonttrekking Korte Stadionweg met bijbehorende zijstraten, de worden ingediend. Hiervan is geen gebruik gemaakt. ontwerp omgevingsvergunningen langsdam en de permanente landaanwinning, de ontwerp omgevingsvergunning tijdelijke landaanwinning en de ontwerp Het ontwerpbestemmingsplan Feyenoord City (inclusief milieueffectrapport) met de Waterwetvergunning langsdam landaanwinning ten behoeve van het nieuwe bijbehorende stukken was tevens beschikbaar via www.ruimtelijkeplannen.nl Feyenoord stadion vormt de eerste fase (1e mandje) van de gecoördineerde procedure en deze ontwerpbesluiten zijn ter inzage gelegd. Alle overige ontwerpbesluiten (van het 1e coördinatiemandje) waren in te zien via de website www.overheid.nl, de stukken konden dan vervolgens worden geraadpleegd In de tweede fase (2e mandje) van de gecoördineerde procedure zal de ontwerp door te zoeken bij Van Zandvlietplein 1, 3077 AA Rotterdam bij ’Berichten over uw omgevingsvergunning (activiteiten bouwen en milieu) voor het nieuwe Feyenoord buurt’. stadion, de ontwerp omgevingsvergunning ten behoeve van het verplaatsen van de radarpost en de ontwerp Waterwetvergunning die ziet op het (mogen) bouwen in de Informatie over het Project Feyenoord City was ook te krijgen via de website primaire waterkering ter inzage worden gelegd. Hier zal te zijner tijd ondermeer in de www.feyenoord- city.nl. Hier was ook een digitaal doorklikbare samenvatting van het Staatscourant kennis van worden gegeven. MER beschikbaar.

Met toepassing van de coördinatieregeling wordt de besluitvorming van het Zienswijzen (ontwerp)bestemmingsplan en de vergunningen voor het nieuwe stadion Gedurende de termijn van terinzagelegging, van vrijdag 28 februari 2020 tot en met gestroomlijnd. Voor de gecoördineerde besluiten zal– ondanks dat sprake is van twee donderdag 9 april 2020, kon eenieder over het ontwerpbestemmingsplan en de mandjes- sprake zijn van één gecombineerde beroepsprocedure bij de Afdeling ontwerpbesluiten schriftelijk gemotiveerde zienswijzen kenbaar maken. Schriftelijke bestuursrechtspraak van de Raad van State. zienswijze(n) en zienswijzen per email konden worden gericht aan de directeur van Stadsontwikkeling, R&W/Bestemmingsplannen, Postbus 6575, 3002 AN Rotterdam Ter inzage o.v.v. zienswijze Feyenoord City. Indieners is verzocht aan te geven op welk(e) Het ontwerpbestemmingsplan (inclusief het MER) en de hierboven genoemde ontwerpbesluit(en) de zienswijze(n) zich richt(en). ontwerpbesluiten (met bijbehorende stukken) hebben met ingang van vrijdag 28 februari 2020 tot en met donderdag 9 april 2020 ter inzage gelegen. Tevens konden gedurende deze termijn door eenieder mondeling gemotiveerde Gedurende de termijn van terinzagelegging werd de impact van Corona op de zienswijzen kenbaar worden gemaakt. samenleving steeds groter. In verband met de ter inzagelegging heeft dit heeft geleid tot twee extra publicaties in alle edities van de Havenloods en op de website van Tijdens de terinzagelegging van het bestemmingsplan en de ontwerpbesluiten golden Stadionpark. beperkingen vanwege Corona. De stukken zijn op ieder moment digitaal raadpleegbaar In de Havenloods van 25 maart 2020 werd, in verband met de onmogelijkheid de geweest. Tevens kon een afspraak worden gemaakt indien het toch wenselijk was om plannen ‘op papier’ in te zien, een telefoonnummer opengesteld waar men contact de stukken analoog in te zien. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Daarnaast is de mee kon opnemen zodat een maatwerkoplossing geboden kon worden. mogelijkheid geboden om zienswijzen digitaal (per mail) in te dienen. In de Havenloods van 1 april 2020 werd de extra mogelijkheid geboden om de zienswijze elektronisch - en dus per e-mail - in te dienen. Het bovenstaande liet Geluidsbeleid voetbalstadions Rotterdam en Coördinatiebesluit

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 4

Bij de stukken lag ook het op 18 februari 2020 door het college van Burgemeester en betreffende bevoegde gezagen betrokken bij het definitief besluit op de wethouders van de gemeente Rotterdam vastgestelde ‘Geluidsbeleid voetbalstadions vergunningaanvragen. Voor de omgevingsvergunning betreft dit Bouw en Rotterdam’ en het eerdergenoemde, op 20 februari 2020 door de gemeenteraad ten Woningtoezicht (in mandaat namens het college van B en W). Voor de behoeve van Feyenoord City genomen, Coördinatiebesluit ter inzage. Het vastgestelde watervergunning betreft dit Rijkswaterstaat (Hoofd vergunningverlening ‘Geluidsbeleid voetbalstadions Rotterdam’ betreft een beleidsregel/afwegingskader Rijkswaterstaat West Nederland namens de Minister van Infrastructuur en met betrekking tot het aspect geluid voor het toestaan van voetbalstadions - of Waterstaat). uitbreidingen daarvan- in de nabijheid van nieuwe woningbouw en voor het toestaan van nieuwe woningbouw nabij voetbalstadions. Anonimiseren Het was niet mogelijk tegen het Coördinatiebesluit en het vastgestelde ‘Geluidsbeleid Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens is het niet toegestaan om voetbalstadions Rotterdam’ zienswijzen in te dienen. Deze stukken waren in te zien via persoonsgegevens (zogenaamde NAW-gegevens: naam, adres en woonplaats) van de website www.overheid.nl, de stukken konden dan vervolgens worden geraadpleegd natuurlijke personen te verwerken zonder bijvoorbeeld een wettelijke grondslag, door te zoeken bij Van Zandvlietplein 1, 3077 AA Rotterdam bij ’Berichten over uw dringende noodzaak of toestemming van de betreffende personen. Er is geen buurt’. Er zijn overigens op dit moment geen specifieke reacties binnen gekomen op wettelijke grondslag of dringende noodzaak om de NAW-gegevens van natuurlijke deze besluiten. personen te vermelden. Vandaar dat wij bij natuurlijke personen spreken van ‘indiener’ (van een zienswijze). Inloopavonden Op 9 maart 2020 van 15.00 tot 20.00 en op 10 maart 2020 van 17.00 tot 21.00 uur hebben er informatiebijeenkomsten plaatsgevonden. Deze bijeenkomsten werden 1.3. Opzet samenvatting en beantwoording gehouden In het Maasgebouw Jan Linssenzijde (Van Zandvlietplein 1, 3077 AA In hoofdstuk 2 van deze nota wordt allereerst thematisch een reactie gegeven, Rotterdam). Er waren verschillende ambtenaren en medewerkers van de verschillende thema’s komen immers in meerdere zienswijzen terug. Het betreft de initiatiefnemer aanwezig aan wie vragen konden worden gesteld over de inhoud van volgende thema’s. de stukken die ter inzage lagen. In totaal hebben circa 250 mensen de informatie **Thema’s avonden bezocht. nr Thema 1 Financiële uitvoerbaarheid bestemmingsplan 2 Zelfrealisatie 1.2. Doel Nota zienswijzen 3 Bouwhoogte en bouwmassa Veranda In totaal zijn 324 zienswijzen ingediend. 4 Locatiekeuze, nieuw stadion en (ver)nieuwbouw De Kuip 5 Procedure 6 Bouwhinder Dit document bevat de samenvatting en beantwoording van de ingediende 7 Derde oeververbinding zienswijzen. Indieners van de zienswijzen en andere belangstellenden kunnen via deze 8 Effect omliggende wijken nota kennis nemen van de ingediende reacties en het standpunt van het college 9 Mobiliteitsplan hierover. De gemeenteraad betrekt de zienswijzen en de Nota zienswijzen bij de 10 Participatie vaststelling van het bestemmingsplan en het besluit wegonttrekking. De zienswijzen 11 Aanbod OV die betrekking hebben op de gecoördineerde (ontwerp)vergunningen worden door de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 5

12 Detailhandelsbeleid en provinciale omgevingsverordening bestemmingsplan. Soms is daarbij aangegeven dat deels tegemoet wordt gekomen aan 13 Langsdam en veiligheid de zienswijze. Ter verklaring: veel zienswijzen gaan over meerdere onderwerpen. Wanneer over een of meer onderdelen van een dergelijke zienswijze wijzigingen worden voorgesteld, wordt aangegeven dat hieraan deels tegemoet wordt gekomen. Per thema wordt aangegeven welke indieners (nummers) een zienswijze hebben Daar waar van toepassing wordt verwezen naar de thematische beantwoording. gegeven over het thema . Hieronder de codering van de ontwerpbesluiten waarnaar verwezen wordt bij de individuele behandeling van de zienswijzen. In een Nota van Wijzigingen wordt een opsomming gegeven van de aanpassingen in *Betrekking op het bestemmingsplan die naar aanleiding van de zienswijzen worden voorgesteld. nr code Ontwerp besluiten Bovendien worden de voorgestelde ambtshalve aanpassingen in het bestemmingsplan 1 BP ontwerpbestemmingsplan Feyenoord City inclusief milieueffectrapport beschreven. (MER) Zoals hiervoor beschreven worden de zienswijzen die betrekking hebben de 2 GW ontwerpbesluit Gedeeltelijke wegonttrekking gecoördineerde vergunningen door de betreffende bevoegde gezagen betrokken bij de 3 LL omgevingsvergunning langsdam en landaanwinning ten behoeve van definitieve besluiten op de aanvragen. In de betreffende definitieve besluiten is te het nieuwe Feyenoord stadion lezen op welke wijze de ontwerpbesluiten zijn aangepast. 4 TL ontwerp omgevingsvergunning tijdelijke landaanwinning ten behoeve van het nieuwe Feyenoord stadion 5 WW ontwerp Waterwetvergunning langsdam en landaanwinning ten 1.4. Leeswijzer behoeve van het nieuwe Feyenoord stadion Hoofdstuk 2 Thematische samenvatting en beantwoording Hoofdstuk 3 Samenvatting en beantwoording per indiener In hoofdstuk 3 volgt een reactie van het college per individuele indiener. Daarbij wordt aangegeven of de zienswijze leidt tot een voorstel tot aanpassing van het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 6

2 Thematische samenvatting en beantwoording 2.1. Inleiding

Een aantal indieners heeft vergelijkbare zienswijzen ingediend of zienswijzen met een gelijke inhoudelijke strekking. Voor deze onderwerpen uit de zienswijzen is een thematische samenvatting en beantwoording opgesteld. Bij de individuele zienswijzen wordt vervolgens verwezen naar deze thematische beantwoording.

Thema 1 Uitvoerbaarheid bestemmingsplan 1 Uitvoerbaarheid bestemmingsplan Beantwoording Indieners 1.1 Diverse indieners geven aan dat de financiële In verband met de eis van de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan geldt dat 4,8,17,42,53,61,66,67,71,92,228 uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet is de gemeenteraad het bestemmingsplan niet kan vaststellen indien het redelijkerwijs had verzekerd omdat nog geen zicht bestaat op de moeten inzien dat de financiële aspecten van het plan aan de uitvoerbaarheid van het beschikbaarheid van de financiële middelen. Zij wijzen op bestemmingsplan in de weg staan. Dat is hier niet het geval. de financiële risico’s voor de gemeente, die deelneemt in de verwervingskosten voor het nieuwe stadion tot een Zoals bekend heeft de gemeenteraad in 2017 ten behoeve van de gebiedsontwikkeling, het maximum van EUR 60 mln.Indieners wijzen op diverse nieuwe stadion en de herontwikkeling van de Kuip het Position Paper Feyenoord City planonderdelen te weten het nieuwe stadion, fase 1 van vastgesteld. Hierin zijn de randvoorwaarden opgenomen waarbinnen de gemeente bereid is de gebiedontwikkeling maar ook de latere fases 2 en 3 tot: van de gebiedsontwikkeling. 1. deelname in het eigen vermogen van Stadion Feijenoord N.V. (40 miljoen) 2. aankoop van gronden in het gebied teneinde deze in erfpacht uit te geven (60 miljoen pp 2016) en 3. investeringen ten behoeve van mobiliteit (35 miljoen).

De activiteiten en functies die het bestemmingsplan mogelijk maakt, voldoen aan de in het position paper neergelegde randvoorwaarden. Voor de (geactualiseerde) businesscase voor het nieuwe stadion geldt dat op basis van regelmatige toetsing aan het position paper geen aanleiding bestaat voor een ander oordeel. Hiermee is inzichtelijk gemaakt dat voldoende financiële middelen beschikbaar zijn en de financiële aspecten van het bestemmingsplan niet aan de uitvoerbaarheid van dit planonderdeel in de weg staan.

De door de indieners van de zienswijzen geuite zorgen voor de financiële situatie van de gemeente als gevolg van deze ontwikkeling spelen in het kader van onderhavige besluitvorming geen rol. De financiële besluitvorming heeft immers al bij het position paper plaatsgevonden. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat niet aan de randvoorwaarden van het position paper kan worden voldaan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 7

Voor wat betreft de bouw van het stadion wordt externe financiering aangetrokken en beschikken initiatiefnemers reeds over een gecommitteerde aanbieding van betrokken financiers. Dit onder het gebruikelijke voorbehoud van de onherroepelijkheid van het bestemmingsplan. In de periode na vaststelling (en onherroepelijk worden) van het bestemmingsplan zal de financial commitment en financial closing plaatsvinden. Hiermee is de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen verzekerd.

Voor fase 1 van de gebiedsontwikkeling is door initiatiefnemer, Stichting gebiedontwikkeling aan de Maas, eveneens externe financiering aangetrokken. Initiatiefnemer beschikt over een gecommitteerde aanbieding van betrokken financiers. Voor vaststelling van het bestemmingsplan zal de financial commitment en financial closing plaatsvinden. Hiermee is de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen verzekerd. Voor de latere fasen van deze langjarige gebiedsontwikkeling zal eveneens te zijner tijd op deze gebruikelijke wijze financiering worden aangetrokken. Hiermee is inzichtelijk gemaakt dat ook voor de andere planonderdelen de financiële aspecten van het bestemmingsplanplan niet aan de uitvoerbaarheid van dit plan in de weg staan. Met betrekking tot het kostenverhaal heeft de gemeente met de Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst heeft betrekking op de gehele gebiedsontwikkeling waaronder de (minnelijke) verwerving van de voor de ontwikkeling noodzakelijke gronden. Ten aanzien van het overige kostenverhaal wordt, indien van toepassing, gebruik gemaakt van de- in artikel 7c lid 10 van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet -geboden mogelijkheid om het kostenverhaal door te schuiven naar het moment waarop de omgevingsvergunning voor bouwen door/namens het college wordt verleend. 1.2 Niet alle gronden benodigd voor fase 1, inclusief de Het doel is om voor de vaststelling van het bestemmingsplan overeenstemming te hebben 4,17,42,53,61,66,67,71, gronden voor de bouw van het stadion, zijn aangekocht. bereikt met de grondeigenaren. De gemeente en de Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas zetten hierbij in op een minnelijke verwerving. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan zal de gemeente onteigenen. Hiermee is rekening gehouden in de grondexploitatie. 1.3 Indieners geven aan dat het gemeentelijke kostenverhaal, Het bestemmingsplan is op grond van de Crisis en herstelwet aangewezen als bestemmings- 4,17,71,228 zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro, niet afdoende is plan met verbrede reikwijdte. Op grond van Artikel 7c lid 10 van het Besluit uitvoering Crisis- toegepast. Niet met alle grondeigenaren zijn anterieure en herstelwet (BuChw) kan de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan overeenkomsten gesloten en er is een evenmin een besluiten af te wijken van artikel 6.12, eerste en derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, exploitatieplan opgesteld. met dien verstande dat een exploitatieplan door burgemeester en wethouders kan worden vastgesteld bij een omgevingsvergunning voor het bouwen. Van deze mogelijkheid zal gebruik worden gemaakt. Het ontwerpbestemmingsplan wordt naar aanleiding van deze zienswijzen hiertoe aangepast, in die zin dat bepaald wordt dat

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 8

voor zover kostenverhaal niet anderszins is verzekerd door middel van een anterieure over- eenkomst, pas een omgevingsvergunning kan worden verleend indien er een exploitatieplan is vastgesteld op basis waarvan de kosten verhaald kunnen worden. Met deze aanpassing is het kostenverhaal geborgd. conclusie De planregels worden aangepast aan artikel 7c Bu CHW en hoofdstuk 7 van de plantoelicht- ing wordt nader ingegaan op de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Thema 2 zelfrealisatie 2 Zelfrealisatie Beantwoording Indieners 2.1 Indieners geven aan in fase 3 en 4 (Veranda, Strip en Het bestemmingsplan kent geen regels die bepalen wie het gebied of bepaalde delen van het 4,77 Kuippark) van de planontwikkeling tot zelfrealisatie van gebied kan of mag ontwikkelen. Het door indiener aangegeven recht op zelfrealisatie wordt de plannen te willen overgaan. Het recht op zelfrealisatie dan ook niet aangetast. De zinsnede in de toelichting (hoofdstuk 7 Economische is een beginselrecht. Het kan niet door de regels van een uitvoerbaarheid) die aangeeft dat de regels van het bestemmingsplan zelfrealisatie onmogelijk bestemmingsplan onmogelijk worden gemaakt. De maken wordt verwijderd. Helaas is die zin (onterecht) opgevat als een verbod op zelfrealisatie beperkingen in de regels die hiervoor zijn opgenomen hetgeen niet aan de orde is. dienen te vervallen.

Het voorgaande neemt niet weg dat het door de gemeenteraad op 28-11-2019 vastgestelde Masterplan Feyenoord City laat zien dat de ruimtelijke en functionele samenhang binnen de verschillende deelgebieden zodanig is dat het ontwikkelen van particuliere eigendommen zonder dat daarbij gemeentelijke gronden betrokken worden, ingewikkeld en op sommige onderdelen ook niet mogelijk is en dus ook onwenselijk. Een voorbeeld is gemeentelijke gronden die noodzakelijk zijn om een ontwikkelgebied te kunnen ontsluiten op het bestaande wegennet. De regels van het bestemmingsplan zijn dan ook vooral gericht op het borgen van de hiervoor bedoelde ruimtelijke en functionele samenhang. Daarbij valt vermoedelijk niet te ontkomen aan een gezamenlijke integrale ontwikkeling met alle betrokkene grondeigenaren inclusief de gemeente. Om dit te bereiken zijn de planregels hiertoe verder verduidelijkt. Bij de individuele beantwoording van de zienswijzen wordt hier specifiek op ingegaan. conclusie De planregels worden aangepast om de ruimtelijke en functionele samenhang van de gebiedsontwikkeling te borgen.

Thema 3 bouwhoogte en bouwmassa Veranda

3 Effecten bouwmassa en bouwhoogte Veranda en Beantwoording Indieners parkeren op de Veranda

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 9

3.1 Onder meer bewoners van de Veranda hebben bezwaar De gemeente heeft in het door de gemeenteraad in 2019 vastgestelde Masterplan Feyenoord Nr 5,6, 8, 12,15,19,21,22,23,24, tegen de bouwhoogte van 70 meter binnen de bestem- City, de maximale bouwmogelijkheden en bouwenveloppes afgewogen. Deze maximale 30,31, 37,40,45,49, 54,62, ming Gemengd Veranda. Zij vrezen voor een muur van 70 bouwmogelijkheden zijn vertaald in het bestemmingsplan. Het realiseren van een muur is door 66,67,80,81,87,88,89,91 meter bij de realisatie van 1045 woningen dat afbreuk de planregels in het bestemmingsplan niet mogelijk. Zoals de voorbeelduitwerkingen uit het doet aan het karakter van de wijk. Indieners verzoeken de masterplan laten zien, is het maximaal toegelate programma niet zo groot dat een ‘muur’ van bouwhoogte te beperken tot huidige hoogte van de Ve- 70 meter hoog kan worden gerealiseerd. Daarnaast voorkomen de regels met betrekking tot randa, ook andere bouwhoogten zijn genoemd zoals 30, schaduwhinder een dergelijke uitwerking. 35 of 40 m danwel maximaal 10 bouwlagen of de hoog- bouw elders te realiseren. Zie voor dit laatste punt het De 70 meter bouwhoogte is opgenomen om enkele hoogteaccenten mogelijk te maken. Op antwoord onder 3.6. deze wijze kan op andere plekken de bebouwing lager blijven. Zo kan gekomen worden tot een optimale stedenbouwkundige invulling. Stedenbouwkundige accenten (in de vorm van één of meer torens) in combinatie met lagere hoogtes op andere plekken kunnen een bijdrage leveren aan het realiseren van een gemengde, aantrekkelijke en interessante wijk. Er kan een aantrekkelijk straatbeeld ontstaan met meerdere hoogtes. Dit is een van de wensen die in de participatiebijeenkomsten is geuit. Door de combinatie van lagere hoogtes en hoogteaccenten blijft het beoogde programma realiseerbaar. Bij de stedenbouwkundige uitwerking zal via verdere participatie invulling worden gegeven aan de bouwplannen inclusief de invulling van buitenruimte. Tevens kunnen op deze wijze meerdere typen woningen (zowel grondgebonden woningen als appartementen in de hogere gebouwen) worden gerealiseerd. In de planregels zijn nadere randvoorwaarden opgenomen t.a.v. windhinder en bezonning/schaduwhinder (ook ten opzichte van de bestaande woningen). Zo moet minimaal 2 uur per etmaal bezonning mogelijk zijn in de periode 19 februari tot en met 21 oktober en mag de beschaduwing op bestaande woningen met maximaal 2 uur per etmaal toenemen in de periode tussen 21 maart en 21 september. De planregels borgen daarmee dat de gebouwen zo moeten worden ontworpen dat er voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de huidige bewoners.

Naar aanleiding van de zienswijzen is opnieuw gekeken naar de bouwmogelijkheden. Teneinde het gevoel weg te nemen dat een muur van 70 meter hoog zou kunnen worden gebouwd is het bestemmingsplan aangepast. De planregels en de verbeelding zijn aangepast zodat duidelijk is dat tussen de bestaande woonbebouwing van de Veranda en de beoogde nieuwe bebouwing ten minste 15 meter afstand wordt gehouden, waar dit in het ontwerpbestemmingsplan circa 9 meter was. Daarnaast wordt de bouwhoogte verlaagd naar respectievelijk 30 aan de zijde van het Cor Kieboomplein en 40 meter aan de Stadionwegzijde. Wel blijven, om reden zoals hiervoor toegelicht, hoogte accenten binnen de gehele bestemming Gemengd Veranda toegestaan tot een maximum van 70 meter onder de voorwaarde dat ze voldoen aan de planregels met betrekking tot bezonning en schaduwhinder. Het maximaal grondoppervlak van de hoogteaccenten bedraagt ten hoogste 4.500 m2 en per hoogteaccent bedraagt het grondoppervlak ten hoogste 1.000 m2. Zo zijn ten hoogste 4 of 5 hoogteaccenten mogelijk. Dit is in lijn met de 12 december 2019 door de raad vastgestelde Hoogbouwvisie 2019.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 10

3.2 Bewoners van de Veranda vrezen voor verminderde Zoals onder 3.1 is vermeld zijn in de planregels van het bestemmingsplan randvoorwaarden 5,6,8,12,15,21,22,23,24,30,31,37, lichtinval in hun woningen en schaduwhinder. Op basis opgenomen om in redelijkheid aanvaardbare bezonning/schaduwhinder te borgen. Bij een 40,45,54,62,66,67,80,81,87,88,89 van de Hoogbouwvisie geldt volgens indieners een harde aanvraag omgevingsvergunning moet hier dus ook aan voldaan worden. Hiermee is in ,91, eis dat de schaduwhinder op bestaande woningen met redelijkheid aanvaardbare bezonning/schaduwhinder en verminderde lichtinval bij bestaande maximaal 2 uur mag toenemen. woningen geborgd. Voor bezonning/schaduwhinder en windhinder gelden overigens geen Indieners vragen wat de meetmethode voor wettelijke normen. Bovendien zijn om aan de tijdens de participatie geuite zorgen van de schaduwhinder c.q. bezonning is. Indieners wijzen op de bewoners van de Veranda deels tegemoet te komen de planregels ter voorkoming van bezonningsnormen uit de Hoogbouwvisie. schaduwhinder al strenger dan gebruikelijk in Rotterdam en dan de veel gebruikte TNO-norm met als doel om een goed woon- en leefklimaat te behouden. De lichte TNO-norm eist enkel 2 bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari – 21 oktober en stelt geen grens aan de toename van schaduwhinder. In Rotterdam is alleen voor de binnenstad sprake van een vaste lijn/ regels met betrekking tot bezonning, daarbuiten is het maatwerk. De regels voor de binnenstad stellen eveneens geen grens aan de toename van schaduwhinder. De meetmethode voor schaduwhinderonderzoek zal worden toegelicht in de plantoelichting. De planregels borgen dat de gebouwen zo moeten worden ontworpen dat er voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de bestaande bewoners. Ten aanzien van de bepalingen over schaduwhinder in de Hoogbouwvisie wordt nog het volgende opgemerkt. Voor Feyenoord City geldt de Hoogbouwvisie 2019. In de Hoogbouwvisie (op pag 42) is niet opgenomen dat de schaduwwerking op bestaande woningen met maximaal 2 uur mag toenemen. De hoogbouwvisie wijst alleen zogenaamde ‘sunspots’ aan in de openbare ruimte, waar bezonning gewaarborgd moet blijven. De Hoogbouwvisie doet geen uitspraak over de toegestane bezonning/schaduwhinder vanwege nieuwe hoogbouw in Feyenoord City. Het is echter mogelijk, zoals in dit bestemmingsplan is gebeurd, om gebiedsgewijze bezonningsnormen vast te stellen waarbij rekening wordt gehouden met de locatiespecieke omstandigheden inclusief het belang van omwonenden bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. 3.3 Bewoners van de Veranda vrezen voor windhinder rond de Zoals onder 3.1 is vermeld zijn in de planregels van het bestemmingsplan randvoorwaarden 8,23,39,40,66,67 gebouwen. opgenomen om windhinder te voorkomen. Voor windhinder geldt de NEN 8100 norm. Hierbij vindt de toetsing plaats op basis van de in de stedenbouwkundige uitwerking opgenomen beoogde functie (op maaiveldniveau) te weten doorloop-, slenter- of verblijfsgebieden. 3.4 Diverse bewoners van de Veranda geven aan dat hun (vrij) Het uitzicht van de indieners zal inderdaad veranderen. Volgens vaste jurisprudentie bestaat 5,6,8,12,15,21,23,24,30,31,37,40, uitzicht zal verdwijnen en dat de nabijheid van de nieuwe echter geen recht op een blijvend ongestoord uitzicht. Dit neemt niet weg dat het belang van 54,66,80,87,88,89,91, woningen hun privacy vermindert. indieners bij het behoud van hun uitzicht is betrokken bij de belangenafweging. De gemeente is van mening dat de ontwikkeling van Feyenoord City van groot belang is voor Rotterdam Zuid en de woningmarkt in Rotterdam. Met eerdergenoemde planregels (rond windhinder en schaduwwerking) worden de belangen van indiener voldoende beschermd. In het ontwerpbestemmingsplan lag de bebouwingsgrens van de nieuwbouw dicht op de huidige bebouwing. Naar aanleiding van de zienswijzen is de bebouwingsgrens opgeschoven waarmee er sprake is van een minimale afstand van 15 meter. Dit is in stedelijk gebied een reguliere afstand. De afstanden tussen de bestaande woningen en de nieuwe gebouwen zal

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 11

daarmee niet zodanig zijn dat de privacy van huidige bewoners zal worden aangetast en dat het plan voor hen in zoverre onevenredig nadelige gevolgen heeft. 3.5 Bewoners vrezen dat het bestemmingsplan leidt tot Nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden bestaat voor degene die in de vorm 6,8,15,21,23,66,67,87,88,89, waardevermindering van de woningen. van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt als gevolg van het bestemmingsplan, de mogelijkheid om een verzoek tot tegemoetkoming van planschade in te dienen. Verwezen wordt naar de bepalingen van Afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Meer informatie kan gevonden worden via https://www.rotterdam.nl/loket/planschade.

Op 20-2-2020 heeft het college van B&W aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, op basis van artikel 7w BuChw overigens een (aanvullend) verzoek ingediend voor wat betreft het verleggen en vaststellen van het moment van planschade. Deze mogelijk is aan Feyenoord City toegekend in de 6e tranche van de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (6e tranche) welke op 23 juni 2020 in werking is getreden. Vanwege de bijzondere status van het plan onder de Crisis- en herstelwet, specifiek artikel 7w van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, kan en wordt het moment van vaststellen van indirecte planschade verlegd van het moment van vaststelling van het bestemmingsplan naar het moment waarop een omgevingsvergunning wordt verleend. Achtergrond van deze wettelijke mogelijkheid is dat – in aanloop naar de Omgevingswet - op dat moment ook pas de (eventuele) specifieke impact van een plan duidelijk is. Voor indiener betekent dit dat een verzoek om planschade kan worden ingediend nadat een omgevingsvergunning waarvan indiener schade meent te ondervinden onherroepelijk is. 3.6 Diverse indieners doen voorstellen om elders hoogbouw a. Het bestemmingsplan Feyenoord City maakt de niet-gerealiseerde bebouwing uit het Nr 5,6, 8, 12,15,19,21,22,23,24, te realiseren of een ander bouwhoogte aan te houden: vigerende bestemmingsplan mogelijk. Conform gemeentelijk beleid valt de niet gerealiseerde 30,31, 37,40,45,49, 54,62, a. De niet gerealiseerde hoogbouw ten westen van bebouwing overigens niet onder het begrip hoogbouw. 66,67,80,81,87,88,89,91 de huidige woongebouwen op de Veranda uit b. De suggestie om de parkeergarage te slopen en daar een woontoren van 100 meter te vigerend bestemmingsplan mogelijk te maken; realiseren, is om meerdere redenen niet aan de orde. Zo is de parkeergarage noodzakelijk om b. De parkeergarage van de Veranda te de parkeerbehoefte van dit deel van Feyenoord City waaronder het nieuwe stadion te transformeren naar woningbouw; faciliteren alsmede de bestaande parkeerbehoefte op de Veranda. De recent vastgestelde c. De woningen te realiseren op naastgelegen Hoogbouwvisie (zie pagina 9 van deze visie) maakt gebouwen hoger dan 70 meter op deze bedrijventerrein ten zuiden van Eiland van locatie bovendien niet mogelijk. Breinenoord. c. Dit bedrijventerrein ligt buiten het plangebied Feyenoord City. In de Gebiedsvisie Stadionpark is voor dit deel van het bedrijventerrein bepaald dat het in haar huidige vorm blijft bestaan en een kwaliteitsimpuls krijgt. Transformatie naar woningbouw is de komende periode niet aan de orde.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 12

3.7 Indieners geven aan dat de geluidoverlast als gevolg van De ontwikkelingen op de Veranda zullen niet leiden tot meer geluidsoverlast bij de huidige 8,12,15 de ontwikkeling Feyenoord City en specifiek de woningen. De nieuwe woningen hebben juist een afschermermende werking ten opzichte van ontwikkelingen op de Veranda toeneemt. de Stadionweg. Uit het MER (paragraaf 5.3) blijkt dat de toename van het verkeer door de ontwikkelingen binnen Feyenoord City hooguit een licht hogere geluidsbelasting op de bestaande woningen op de Veranda geeft en dat dit niet of nauwelijks tot een toename in de hinderbeleving zal leiden. Er zijn bij deze bestaande woningen dan ook geen maatregelen noodzakelijk. In de referentiesituatie ligt de geluidbelasting vanwege wegverkeer tussen de 53 en 58 dB (zie figuur 5.17 op pag. 108 van het MER). In de toekomstige situatie (na realisatie van Feyenoord City en vanwege de knip op de Korte Stadionweg) is sprake van een kleine afname van geluidbelasting vanwege wegverkeer, zie hiervoor figuur 5.23 op pag. 113 van het MER. Vanwege het nieuwe stadion zal op de woningen op de Veranda een geluidbelasting optreden die ruim lager is dan 50 dB(A) in de avond vanwege voetbalwedstrijden en ruim lager dan 80dB(C) vanwege concerten (dB(C) is (de geluidnorm voor concerten rekening houdend met bastonen). De vergunning van de huidige Kuip laat ter plaatse geluidniveaus toe van 53 dB(A) in de avond vanwege voetbalwedstrijden en maximaal 91 dB(C) vanwege dance-evenementen. In het MER is ook inzichtelijk gemaakt wat de geluidbelasting is in geval van drukte zoals de eventuele geluidoverlast van langslopende supporters/ concertbezoekers. De geluidsbelasting bedraagt ter plaatse van de woningen aan de Veranda maximaal circa 53 dB(A). Dit gelduiniveau kan vergeleken worden met de richtwaarden die gelden voor wegverkeerslawaai.

3.8 Indieners vrezen parkeeroverlast op de Veranda door de In de planregels is bepaald dat bij ieder bouwplan dat wordt gerealiseerd binnen het 23,40,80, lage parkeernormen voor de nieuwe woningen. Indieners plangebied voldaan dient te worden aan de parkeernormen van Rotterdam. Hierbij dient wijzen op het feit dat er nu als structureel parkeeroverlast tevens rekening te worden gehouden met parkeerplaatsen die als gevolg van een bouwplan is. verdwijnen. Indien bij een stedenbouwkundige uitwerking niet voldaan wordt aan de parkeerbepaling, zal een kleiner programma gerealiseerd moeten worden. Voor dit plan is een parkeeronderbouwing opgesteld met de bij het plan behorende berekeningen (deze parkeerbalans wordt toegevoegd aan het definitief bestemmingsplan). In het Masterplan is voor de voorbeelduitwerkingen ook het parkeren ingetekend. De uitvoerbaarheid van het plan is hiermee voldoende onderzocht en aangetoond. Aanvullend wordt opgemerkt dat de huidige parkeerdruk met name veroorzaakt wordt door de bioscoop. Deze zal bij de planontwikkeling verplaatst worden naar de Strip, waarmee deze vorm van parkeerdruk op de Veranda vermindert. conclusie Aan deze zienswijzen op dit thema wordt deels tegemoetgekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda en door toevoeging van de parkeerbalans aan de toelichting bij het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 13

Thema 4 Nieuw stadion en De Kuip

4 Beantwoording Indieners 4.1 Indieners zijn van mening dat de locatiekeuze niet in Locatiekeuze Modelzienswijze Stadion op Zuid, overeenstemming is met resultaten uit eerder onderzoek, Zoals toegelicht in bijlage 3 bij het MER Feyenoord City kreeg in de Structuurvisie Stadionpark zienswijze x. waar de huidige locatie werd bestempeld als een een locatie voor een stadion aan de Maas, ter hoogte van het Eiland van Brienenoord de 3,7,8,11,13,14,25,26,27,28,35,43,4 onwenselijke locatie. Indieners vinden de locatiekeuze voorkeur. Andere locaties waren de locatie van de Kuip en in Varkenoord. In deze studie is de 6, onlogisch en gedaan aan de hand van onduidelijke criteria. huidige locatie voor het nieuwe stadion niet onderzocht omdat het realiseren van een stadion 47,49,50,51,53,59,60,66,69,72,73, Indieners geven aan dat renovatie of vernieuwbouw van de op deze locatie destijds (in 2010) niet mogelijk was vanwege het stroomvoerend regime van de 75,77 Kuip in deze fase niet serieus is onderzocht. rivier Bij een stroomvoerend regime zijn alleen rivierkundige activiteiten toegestaan in de ,78,79,84,93,97 t/m 126, 128 t/m rivier. In 2012 is voor dit deel van het rivierenstelsel het regime door het Rijk veranderd van 236, 238 t/m 323 stroomvoerend naar bergend. Dit is een autonome wijziging, die volledig los staat van het projectinitiatief en op generlei wijze is aangevraagd. Bij een bergend regime zijn alle activiteiten toegestaan, mits deze voldoen aan de gestelde rivierkundige voorwaarden. In de Gebiedsvisie stadionpark is vervolgens een locatiekeuze gemaakt uit drie locaties op basis van heldere criteria, namelijk bijdrage aan gemeentelijke doelstellingen, milieuaspecten en (financiële ) haalbaarheid. Wat niet helder zou zijn aan deze criteria is door indieners niet toegelicht. Veranda West, de huidige locatie voor het nieuwe stadion, was onderdeel van deze studie.

Renovatie of vernieuwbouw van De Kuip In bijlage 3 bij het MER is over renovatie of vernieuwbouw van de Kuip het volgende gemeld. Naar verwachting scoort vernieuwbouw van de Kuip maximaal even goed als nieuwbouw, ervan uitgaande dat dezelfde faciliteiten in het vernieuwbouwd stadion worden gerealiseerd als in een nieuw stadion. Renovatie van de Kuip is als oplossing niet overwogen onder meer omdat die beoogde capaciteitsvergroting daarmee niet behaald kan worden. Daarnaast is in de haalbaarheidsstudie vanwege de kosten in relatie tot de beperktere exploitatiemogelijkheden bij vernieuwbouw, vernieuwbouw als niet realistisch beoordeeld. Ten slotte is in bijlage 3 van het MER aanvullend onderbouwd dat vernieuwbouw op een aantal andere aspecten ook minder goed scoort dan nieuwbouw. Dit alles bij elkaar was voldoende informatie om tot de locatie afweging te komen en niet verder te gaan op het spoor van renovatie of vernieuwbouw. Uit het ontwerpbestemmingsplan, het MER en bijbehorende onderzoeken, alsmede de ontwerpwatervergunning voor de landaanwinning en de aanleg van een langsdam ten behoeve van het nieuwe stadion blijkt dat er geen obstakels zijn of nieuwe inzichten naar boven zijn gekomen. De locatiekeuze achten wij om deze redenen valide en in redelijkheid aanvaardbaar. Vernieuwbouw en renovatie is afdoende overwogen en ook de locatiekeuze is afdoende onderbouwd. Ook de Commissie m.e.r. heeft in haar toetsingsadvies geen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 14

tekortkoming geconstateerd in de onderbouwing van de locatiekeuze c.q. het afvallen van de optie tot vernieuwbouw dan wel renovatie van de Kuip. 4.2 Indieners vragen aandacht voor het plan voor een Het is niet juist dat in het kader van het MER Feyenoord City ook een alternatief met een 7,11,13,14,25,26,27,28,35,43,46,4 gebiedsontwikkeling in samenhang met modernisering van gebiedsontwikkeling met een vernieuwd stadion Feijenoord onderzocht moet worden. Dit 7,49,50,59,60,66,67,69,71,72,73,7 Stadion Feijenoord (De Kuip) met de werktitel “De Moderne blijkt ook het startdocument, het advies reikwijdte en detailniveau van de Commissie m.e.r. en 5,77,78,79,82,84,90,97 t/m 126, Kuip”. Er moet ook een alternatief met een de toetsingsadviezen van de Commissie m.e.r. 128 t/m 227, 229 t/m 236 gebiedsontwikkeling en modernisering van Kuip onderzocht De gemeenteraad dient bij de keuze voor een bestemmingslegging een afweging te maken van worden. alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan. Daarbij heeft de raad beleidsruimte. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen. In dit geval was die afweging echter reeds gemaakt. Voor wat betreft het plan ‘De Moderne Kuip’ wordt opgemerkt dat dit plan niet wezenlijk afwijkend is van de eerder in beeld gebrachte en reeds afgewogen opties. In bijlage 3 bij het MER is onderbouwd dat de huidige locatie beter is dan een vernieuwd of nieuw stadion in de Stadiondriehoek, waarbij vernieuwbouw in deze vergelijking slechter scoort dan nieuwbouw in de Stadiondriehoek. Hoewel de beschikbare informatie van het plan ‘De Moderne Kuip’ zeer globaal is, en daarmee geen diepgaande analyse mogelijk is, blijkt uit het plan blijken geen nieuwe feiten die een nieuwe afweging rechtvaardigen. Zo wordt de financiële haalbaarheid nergens aangetoond. Voor het stadion wordt in het document erkend dat veel kosten niet zijn meegenomen, lijkt deze opsomming van niet meegenomen kosten onvolledig en wordt aangegeven dat men de (bouwkundige) staat van de huidige Kuip en het programma van eisen niet kent dus niet bij het plan heeft kunnen betrekken. Ook lijkt het mobiliteitsvraagstuk niet opgelost te worden gezien het beperkte aantal parkeerplaatsen. Daarbij is voor de gebiedsontwikkeling geen enkele financiële onderbouwing toegevoegd. Wel is evident dat - ondanks de stellingname dat men grote ingrepen wil vermijden- om dit beeld te bereiken grote investeringen noodzakelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld de Stadionweg verlegd. Verder is een fors programma opgenomen, waarbij de onderzoeken uitgevoerd voor het bestemmingsplan bijvoorbeeld laten zien dat 60.000 m2 kantoren niet past binnen de provinciale verordening en dat 10.000 woningen niet haalbaar zijn gelet op onder meer de bereikbaarheid van het gebied. Hierbij lijkt tevens met externe veiligheid en geluid geen rekening te zijn gehouden, eventuele maatregelen op deze aspecten zijn niet beschouwd en waarschijnlijk ook niet begroot. Zoals eerder besloten geldt onverkort dat het bestemmingsplan Feyenoord City is gericht op het mogelijk maken van een nieuw voetbalstadion en niet op het mogelijk maken van vernieuwbouw van de Kuip. 4.3 Indieners zijn van mening dat door het onder het Het bestemmingsplan Feyenoord City gaat ervan uit dat het huidig gebruik van de Kuip binnen 7,8,11,13,14,25,26,27,28,35,43,46, overgangsrecht brengen/ wegbestemmen van De Kuip de planperiode wordt beëindigd. 47,49,50,51,59,60,72,73,75,77,78, aanpassingen aan het stadion niet meer mogelijk. Dit kan De planregels worden zodanig aangepast dat het huidig (vergunde) gebruik van De Kuip 79,84,90,97 t/m 227, 229 t/m 236 mogelijk blijft tot het nieuwe stadion in gebruik is genomen. De huidige vergunning laat ,238 t/m 323

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 15

een negatief effect hebben op de ontwikkelmogelijkheden voetbalwedstrijden en kleinschalige evenementen waaronder bedrijfsfeesten onbeperkt toe en van de BVO Feyenoord NV. (pop)concerten incidenteel (maximaal 12x per jaar). De planregels staan niet in de weg aan eventuele noodzakelijke verbouwingen van de Kuip passend bij het huidig gebruik, wel aan een forse vergroting van de Kuip. 4.4 Indieners geven aan dat onvoldoende duidelijk is dat Stadion Zoals ook is aangegeven bij de beantwoording onder thema 1 heeft het stadion voldoende 7,8,11,13,14,25,26,27,28,35,43,46, Feyenoord NV zicht heeft op het verkrijgen van voldoende zicht op het verkrijgen van financiering voor een nieuw stadion. Voor wat betreft de bouw van 47,49,50,51,53,59,60,69,72,73,75, financiële middelen voor de realisatie van een nieuw stadion het stadion wordt externe financiering aangetrokken. Initiatiefnemers beschikken reeds voor 77,78,79,82,84,90,97 t/m 126, 128 en op het verkrijgen van de benodigde gronden. 95% van het bedrag over een gecommitteerde aanbieding van de betrokken financiers. Dit t/m 236, 238 t/m 323 Indieners zijn daarnaast van mening dat onduidelijk is of onder het gebruikelijke voorbehoud van de onherroepelijkheid van het bestemmingsplan. In voldaan wordt aan de businesscase waaronder de de periode na vaststelling (en onherroepelijk worden) van het bestemmingsplan zal de afgesproken 25 miljoen euro performance fee en meer in het financial commitment en financial closing plaatsvinden. Hiermee is de beschikbaarheid van algemeen of de exploitatie van het nieuwe stadion voldoende financiële middelen verzekerd. Deze informatie zal worden toegevoegd aan voldoende opbrengsten heeft. Indieners zijn bang dat hoofdstuk 7 van de plantoelichting waar wordt ingegaan op de financiële uitvoerbaarheid van tegenvallende opbrengsten impact hebben op de het bestemmingsplan. continuïteit van de voetbalclub Feyenoord. Anders dan indiener zijn wij van mening dat voldoende zicht is op verwerving van de gronden Indieners geven in dat kader ook aan dat de raad pas in die benodigd zijn voor de realisatie van een nieuw stadion. maart 2021 over de gestelde randvoorwaarden uit het Sinds de eerste businesscase in 2016 is de businesscase voor het nieuwe stadion diverse malen Position Paper besluit. verfijnd en bijgesteld en daarbij op die verschillende momenten getoetst. De laatste toetsen zijn verricht door door het bureau International Stadium Group Ltd. (ISG, wereldmarktleider op het gebied van stadion exploitaties). Zowel in hun initiële rapportage als in hun laatste update van de geactualiseerde business case geven zij aan dat alle inkomsten en kosten realistisch en haalbaar zijn en goed zijn onderbouwd. Deze conclusie is gebaseerd op uitgebreid marktonderzoek in (Groot) Rotterdam en op diverse benchmarks met andere stadions van vergelijkbare omvang. Indieners hebben niet aannemelijk gemaakt dat deze conclusies onjuist zijn. De vraag of de uiteindelijke businesscase voor de betaald voetbalclub Feyenoord voldoende oplevert (naar het inzicht van betreffende indieners) is niet relevant voor de vaststelling van het bestemmingsplan. De betaald voetbalclub Feyenoord beoordeelt de businesscase nogmaals voor vaststelling van het bestemmingsplan. Ten aanzien van het tijdstip van besluit van de gemeenteraad over de randvoorwaarden uit het position paper kan het volgende worden gezegd. De gemeenteraad heeft al besloten over de randvoorwaarden. Er is sprake van een voorwaardelijk besluit van de gemeenteraad, wat gestand zal worden gedaan als de voorwaarden zijn ingevuld. Net als bij andere financiers geldt daarbij voor de gemeente dat sprake moet zijn van een onherroepeljk bestemmingsplan. Daarom is een onherroepelijk bestemmingsplan ook als voorwaarde in de Position Paper opgenomen. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van de planregels van het bestemmingsplan waardoor het huidig (vergunde) gebruik van De Kuip mogelijk blijft tot het nieuwe stadion in gebruik is genomen. Wel zal In de plantoelichting zal daarnaast nader worden ingegaan op de financiële uitvoerbaarheid.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 16

Thema 5 Procedure

5 Beantwoording Indieners 5.1 Door verschillende indieners wordt aangedragen dat In het ontwerpbestemmingsplan is uiteraard geen rekening gehouden met de gevolgen van de 15, 21, 34, 39, 40,42, 49,55, de coronacrisis effecten heeft op de uitvoerbaarheid Coronacrisis nu deze pas na de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan in alle hevigheid 82,92,127 van het bestemmingsplan en dat het plan zodoende is uitgebroken. achterhaald is. Dit leidt er volgens indieners o.a. toe De verwachting is dat de coronamaatregelen niet tot 2025 van kracht zullen zijn en daarmee geen dat het nieuwe stadion niet volledig bezet kan worden invloed hebben op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. aangezien men dicht op elkaar zit. Ook zijn er gevolgen Aangenomen mag worden dat de situatie zich over enige tijd weer normaliseert. Het duurt van corona op de inzet van mensen en de bouwkosten. daarbij ook nog enkele jaren voordat het nieuwe stadion operationeel wordt. Er is op dit moment geen aanleiding om de plannen te heroverwegen. 5.2 Verschillende indieners hebben aangegeven dat de De Coronacrisis is uitgebroken tijdens de terinzagelegging van het bestemmingsplan. Het Zie 5.1 coronabeperkingen hadden moeten leiden tot bestemmingsplan was digitaal echter op ieder moment raadpleegbaar via verlengingen van de zienswijze termijn of aanpassen www.ruimtelijkeplannen.nl. van de procedure. Een week na de informatieavonden, rond 16 maart 2020, werd de impact van Corona op de samenleving steeds groter. In verband met de ter inzagelegging van Feyenoord City heeft dit geleid tot twee extra publicaties in alle edities van de Havenloods en op de website van Stadionpark. In de Havenloods van 25 maart 2020 werd, in verband met de onmogelijkheid de plannen ‘op papier’ in te zien, een telefoonnummer opengesteld waar men contact mee kon opnemen zodat een maatwerkoplossing geboden kon worden. In het beperkt aantal gevallen waar van deze mogelijkheid gebruik werd gemaakt is een oplossing gevonden zoals het toesturen van stukken. Overigens was het ‘op papier’ in willen zien van de plannen voor de ‘coronatijd’ al een zeldzaamheid. Uit de praktijk blijkt dat het digitaal kunnen inzien van ontwerpbestemmingsplannen via www.ruimtelijkeplannen.nl. en ontwerp (omgevings)vergunningen via www.overheid.nl. de voorkeur van de burgers geniet. In de Havenloods van 1 april 2020 werd de extra mogelijkheid geboden om de zienswijze elektronisch - en dus per e-mail - in te dienen. Hier is ruim gebruik van gemaakt. Bovenstaande liet onverlet dat er nog steeds zienswijze per post of mondeling per telefoon konden en werden ingediend zoals in de initiële publicatie was aangegeven. Er zijn voldoende maatregelen getroffen om eenieder in staat te stellen een zienswijze in te dienen, er is dan ook geen aanleiding geweest om de termijn te verlengen. Dit is overigens ook vanuit jurdisch oogpunt niet mogelijk. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 17

Thema 6 Bouwhinder

6 Beantwoording Indieners 6.1 Door indieners wordt gevreesd voor overlast tijdens de Uit het MER blijkt dat enige overlast in de bouwfase vanwege onder meer de bouw van het 15,21,40,61,87 bouw van het stadion en de woontorens. stadion en de woontorens niet te voorkomen is. Voor bouwlawaai zijn normen opgenomen in het Bouwbesluit en de Circulaire Bouwlawaai. Er geldt onder meer een norm van 80 dB(A) als dagwaarde. Uit het MER blijkt dat deze norm in het algemeen niet wordt overschreden. Bij een aanvraag omgevingsvergunning wordt specifiek gekeken naar de wijze waarop overlast zoveel mogelijk kan worden voorkomen en wordt tevens bezien welke maatregelen nodig zijn. Voor de activiteit bouwen is het verplicht een bouwveiligheidsplan in te dienen. Hierin dient duidelijk te worden gemaakt welke maatregelen worden genomen ter voorkoming van overlast. Dit betreft geluids-, stof- en verkeersoverlast. Gezien de grootte van de voorgenomen ontwikkeling(en) is in dit geval sprake van een (uitgebreider) (bouw)veiligheidsplan dat voor aanvang van de bouwactiviteiten moet worden overlegd. Op vrijwillige basis kan een BLVC-plan worden opgesteld. Hierin zijn maatregelen, verantwoordelijkheden en afspraken beschreven rondom bouwprojecten. BLVC staat voor bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie. In het plan staat beschreven hoe de overlast op de omgeving kan worden beperkt en wie het aanspreekpunt is. Dit BLVC-plan en bouwveiligheidsplan betreft een uitvoeringsaspect dat in het kader van het bestemmingsplan niet hoeft te worden meegewogen. Voor alle werkzaamheden in het openbaar gebied wordt er een integraal faseringsplan gemaakt waarbij er gekeken wordt wat er eventueel gelijktijdig, of juist niet, uitgevoerd kan worden. Daarmee wordt vooraf voorkomen dat er op één bepaald moment bijvoorbeeld te veel verkeerstechnische overlast is omdat er op dat moment te veel wegen afgesloten moeten worden. Op basis van dat faseringsplan, kan er vervolgens, net als bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een gebouw, ook per uitvoeringsfase een BLVC-plan worden gemaakt. Er wordt een omgevingsmanager aangesteld als de verbindende schakel tussen de projectorganisatie en de omgeving. De omgevingsmanager zorgt voor het tijdig en juist informeren van omwonenden, verkeersdeelnemers en andere belanghebbenden over de werkzaamheden en de tijdelijke maatregelen. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 18

Thema 7 Derde oeververbinding

7 Beantwoording Indieners 7.1 Verschillende indieners hebben vragen of maken De mogelijke aanlanding van de derde oeververbinding in Feyenoord City maakt geen 8,29, 40,53,63 66 ,71,95 opmerkingen die een relatie hebben met de derde onderdeel uit van dit bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is wel ruimte vrijgehouden oeververbinding en het project Feyenoord City. voor een eventuele oeververbinding. De oeververbinding is echter niet planologisch mogelijk gemaakt, aangezien de afweging voor locatie, functionaliteit en inpassing nog gemaakt dient te worden in het kader van de lopende MIRT verkenning voor de oeververbinding (MIRT staat voor Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). Op het moment dat duidelijk is waar en in welke vorm er een derde oeververbinding komt, zal daar een afzonderlijke planologische procedure voor doorlopen worden. De vrijgehouden ruimte is dusdanig gedimensioneerd dat een oeververbinding en de ontwikkeling van het Waterfront samen kunnen gaan. In de lopende MIRT verkenning naar de derde oeververbinding wordt rekening gehouden met de gebiedsontwikkeling Feyenoord City (als autonome ontwikkeling). In het kader van die MIRT verkenning zal opnieuw naar alle milieuaspecten worden gekeken, waaronder het woon- en leefklimaat. In het bestemmingsplan zal verduidelijkt worden hoe het besluitvorming over de oeververbinding verloopt. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden tot aanvulling van de plantoelichting.

Thema 8 Verkeerseffecten wijk Feijenoord en effect knip Korte Stadionweg

8 Consequenties knip Korte stadionweg en effect Beantwoording Indieners planontwikkeling op Oranjeboomstraat e.o. 8..1 Diverse indieners geven aan dat door de afsluiting van de Wijk Feijenoord en Oranjeboomstraat 8,32,34,39,52 doorgaande verbinding Korte Stadionweg - en de Door de gebiedsontwikkeling en de knip op de Korte Stadionweg veranderen de gebiedsontwikkeling Feyenoord City in zijn verkeersintensiteiten. De knip op de Korte Stadionweg is opgenomen in het algemeenheid- de verkeersdruk van het gemotoriseerde voorkeursalternatief (VKA), omdat met deze knip enerzijds het doorgaand verkeer/ en langzame verkeer in de wijk Feiienoord - waaronder sluipverkeer over de Oranjeboomstraat en door de Veranda wordt voorkomen, en anderzijds op de Oranjeboomstraat en omgeving - zal toenemen. de Korte Stadionweg goed kan functioneren als ontsluiting van het nieuwe stadion. Op deze plekken is het nu al druk. Daarnaast wordt extra verkeersdruk verwacht op het Varkenoordse viaduct. Doordat er een knip wordt gemaakt in de Korte Stadionweg zal er extra verkeer op het Bedrijven op de Veranda verwachten dat de zuidelijk deel van de Oranjeboomstraat en op de Burgdorfferstraat komen, omdat lokaal bereikbaarheid van hun bedrijven verslechtert. verkeer nu zijn weg zoekt via de Rosestraat. Uit de verkeersanalyse blijkt dat verwacht wordt dat er op dit zuidelijk deel van de Oranjeboomstraat (tussen de Schietloodstraat en

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 19

Persoonshaven) circa 3.000 extra voertuigen per etmaal bij komen (van 2.300 in de referentiesituatie naar 5.300 in het VKA). Op de Burgdorfferstraat bedraagt de toename 3.300 voertuigen per etmaal (van 3.100 in de referentiesituatie naar 6.400 in de VKA- situatie). Ondanks deze toename van de verkeersbewegingen is er geen sprake van een probleem in de verkeersafwikkeling.

Uit een nadere analyse (RHDHV, Verdiepingsvragen verkeer, juni 2020, die aan het bestemmingsplan zal worden toegevoegd) blijkt dat: - de woningbouwontwikkeling op het Mallegatpark zorgt voor 970 mvt/etm (= motorvoertuig per etmaal) op de Oranjeboomstraat; - het nieuwe Stadion voor 640 mvt/etm zorgt via het zuidelijk deel van de Oranjeboomstraat. Dit is circa 10% van het totaal aantal verkeerbewegingen; - binnen de wijk Feijenoord vindt rerouting plaats. Hierdoor rijdt er op de Persoonshaven minder verkeer. - Het verkeersmodel is grover dan het wegennet, zodat het op zeer lokaal niveau de effecten niet goed kan weergeven. Zo is de Rosespoorstraat in het model niet opgenomen. Voor de prognoses en analyses uitgevoerd voor het MER is dit lokale netwerk niet relevant. In de praktijk kan in specifieke lokale situaties wel verschil optreden. De verwachting is dan ook dat de modelmatige berekende toename op de Oranjeboomstraat in de praktijk minder groot zal zijn, omdat het verkeer zich in werkelijkheid over meerdere lokale routes verspreid. Daarnaast blijkt uit data dat de helft van het verkeer momenteel sluipverkeer is dat geen bestemming in de wijk heeft. De verwachting is dat door de knip in de Kort Stadionweg dit sluipverkeer meer afneemt dan het verkeersmodel laat zien. Uit het onderzoek blijkt dat er weliswaar een toename van verkeer te zien is in de wijk Feijenoord en specifiek op de Oranjeboomstraat, maar dat de wegenstructuur het verkeer kan afwikkelen. Gelet op de beschreven beperkingen in het model wordt de situatie in de praktijk gemonitord om te bezien of de geprognosticeerde toename van het verkeer daadwerkelijk optreedt. Zo nodig worden (verkeerskundige ) maatregelen genomen, dit in nauwe samenspraak met bewoners.

Varkenoordse viaduct Daarnaast krijgt het Varkenoordseviaduct, ten gevolge van de planontwikkeling en de knip op de Korte Stadionweg, meer verkeer te verwerken. Voor het viaduct zelf is dit geen probleem. Potentieel knelpunt vormen de aansluitende kruispunten, die het verkeer van verschillende kanten moeten kunnen verwerken. Voor het kruispunt van het Varkenoordseviaduct met de Rosestraat en de Laan op Zuid is een verkennend ontwerp voor aanpassing van dit kruispunt opgesteld. Uit een doorrekening blijkt dat hiermee het kruispunt goed kan functioneren en modelmatig geen knelpunt vormt. De aanpassing wordt komende periode nader uitgewerkt.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 20

Ook het kruispunt aan de andere zijde, met de Olympiaweg en Burgerhoutstraat wordt nader bekeken. Hiervoor zijn in het MER meerdere mogelijkheden voor verbetering benoemd. De effecten op dit kruispunt worden eerst gemonitord voordat nadere uitwerking van maatregelen plaatsvindt. Ondanks de toename van de verkeersbewegingen is er geen sprake van een probleem in de verkeersafwikkeling.

Bereikbaarheid bedrijven Veranda De bedrijven op de Veranda en omgeving blijven afdoende bereikbaar via de Stadionweg en vanaf de oostzijde. Vanaf de westzijde zijn de percelen afdoende bereikbaar via de Burgerhoutstraat. De huidige route via Korte Stadionweg naar Oranjeboomstraat maakt geen onderdeel uit van het hoofdwegennet, is een ongewenste sluiproute en niet bedoeld als ontsluitingsroute voor de Veranda. Ook zal deze knip, doordat het doorgaande verkeer door de Veranda wordt voorkomen, daar zorgen voor een positief effect op de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. 8.2 De toename van het verkeer op de Oranjeboomstraat Als gevolg van de toename van het verkeer is ook de luchtkwaliteit onderzocht. Hieruit blijkt 8,32,34,39,52 leidt tot een mogelijke verslechtering van de dat direct langs de relevante ontsluitende wegen wordt voldaan aan de wettelijke leefomstandigheden in de Oranjeboomstraat, waaronder grenswaarden. De ontwikkeling van Feyenoord City leidt niet tot overschrijdingssituaties bij de verslechtering van de luchtkwaliteit. bestaande woningen in Feijenoord. De route vanuit het centrum over het via Feijenoord naar het plangebied (en vice versa) is opgenomen in het studiegebied voor luchtkwaliteit en in het MER betrokken in de effectbeoordeling. Op verzoek van de wijkraad Feijenoord/ Noordereiland is in aanvulling op het MER inzichtelijk gemaakt op een locatie op het Noordereiland wat cijfermatig het effect is op de luchtkwaliteit. De algemene luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied wordt grotendeels bepaald door alle luchtverontreinigende bronnen in de wijde omtrek (achtergrondconcentratie van stoffen); al het stedelijk verkeer, industrie en scheepvaart tezamen. Dat betekent dat lokale en beperkte toenames van luchtverontreinigende stoffen snel wegvallen tegen deze achtergrondconcentratie en het planeffect beperkt is. De grootste toename vindt plaats in het plangebied. De maximale toename (planeffect) op het Noordereiland bedraagt 0,3 µg/m3 voor stikstof en 0,2 µg/m3 voor fijn stof. De planbijdrage binnen Feyenoord City is ten hoogste 1,7 µg/m3 voor stikstof en 0,9 µg/m3 voor fijn stof. Deze waarden treden op ter hoogte van Varkenoordse viadukt. In de wijk van Feijenoord zal het effect tussen deze twee bepaalde sets aan waarden inliggen. 8.3 De toename van het verkeer op de Oranjeboomstraat Er is berekend wat de toename van verkeer op een aantal wegvlakken betekent voor de 8,32,34,39,52 leidt tot een mogelijke verslechtering van de geluidsbelasting op bestaande woningen. Hieruit blijkt dat de toename van geluid op deze leefomstandigheden in de Oranjeboomstraat, waaronder woningen minder dan 2 dB bedraagt. Dit wordt vanuit akoestisch oogpunt bezien de verslechtering van de akoestisch klimaat. aanvaardbaar geacht. Op een aantal plekken neemt de geluidsbelasting met 2 tot 3 dB toe. De betreffende woningen hebben al een relatief hoge geluidsbelasting ten gevolge van het railverkeer.De geluidsbelasting ten gevolge van het railverkeer is maatgevend voor de akoestische situatie. Een beperkte toename van het wegverkeerslawaai van 2 tot 3 dB draagt weinig bij aan de totale geluidsbelasting omdat het railverkeer maatgevend is voor de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 21

akoestische situatie. Voor de (niet te wijzigen) Oranjeboomstraat geldt dat tussen de Steven Hoogendijkstraat en de Schietloodstraat een toename in de geluidsbelasting van 2 tot 3 dB optreedt. De situatie wordt gemonitord om te bezien of geprognosticeerde toename van het verkeer en daarmee de toename van het wegverkeerslawaai daadwerkelijk optreedt. Zo nodig worden (verkeerskundige) maatregelen genomen in nauwe samenspraak met bewoners. Mogelijke maatregelen in het kader van de verkeersveiligheid en leefbaarheid zijn (aanvullende) maatregelen die de aantrekkelijkheid van deze route verminderen. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wel wordt de nadere informatie over de verkeerseffecten toegevoegd aan de bijlagen bij de plantoelichting.

Thema 9 Mobiliteitsplan

Beantwoording Indieners 9.1 Indieners geven aan dat rond de uitvoering van het Haalbaarheid modal sift 8,39,51,53,55,71,72,95,96 mobiliteitsplan harde garanties ontbreken. Indieners De afspraken in het mobiliteitsplan en mobiliteitscontract acht de gemeente voldoende betwijfelen of de beoogde verandering in modal shift hard. Op basis van deze documenten vindt ook een regelmatige, heldere en openbare haalbaar is. Indieners vrezen dat als de resultaten uit het monitoring en voortgangsrapportage plaats en wordt op basis daarvan bijgestuurd. Zo mobiliteitsplan niet worden gehaald er veel verkeershinder nodig worden flankerende maatregelen in omliggende wijken getroffen. en parkeeroverlast ontstaat. In het mobiliteitsplan Feyenoord City zit een mobiliteitsstrategie, die voor een situatie met een evenement of wedstrijd uit gaat van een verschuiving (modal shift) van vervoer met de auto tot aan het stadion naar vervoer met de auto + parkeren op afstand in combinatie met andere vervoersmiddelen (OV, fiets). Er treedt een verschuiving op van ongereguleerd parkeren in de wijken naar parkeren op afstand. Peak shaving betekent en zorgt voor het gefaseerd in- en uitgaan van het gebied en ontvlechting van verkeersstromen voor een beter functionerend verkeerssysteem. Met name de eerstgenoemde onderdelen leiden tot minder autoverkeer in het plangebied en ook minder parkeerzoekverkeer in geval van evenementsituaties. Uiteraard zal het maximale effect optreden indien de strategie volledig tot zijn recht komt en goed functioneert. Maar ook indien de verschuiving in de modalshift maar ten dele plaatsvindt, zal een deel van het autoverkeer dat in de huidige situatie ten tijde van een wedstrijd of evenement in de auto naar De Kuip rijdt en daar een parkeerplaats zoekt, niet langer daar verschijnen (zie toelichting hierna). Zelfs bij het in beschouwing nemen van het feit dat de capaciteit van het nieuwe stadion toeneemt ten opzichte van de huidige Kuip (waar de huidige Kuip plaats biedt aan 47.500 bezoekers, richt het Nieuwe Stadion zich op 63.000 bezoekers), zal door de mobiliteitsstrategie een grote afname in het aantal auto’s in de directe nabijheid van het stadion worden bereikt. Bij een geslaagde mobiliteitsstrategie (zie onderstaande figuren) is ondanks de groei van de stadionbezoekers een daling van 27.850 bezoekers naar 9.500 bezoekers die met de auto

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 22

nabij het stadion komen die met de auto nabij het stadion komen in de nieuwe situatie te zien. Uit deze cijfers valt af te leiden dat zelfs bij een ‘half geslaagde’ mobiliteitsstrategie het nieuwe stadion nog steeds minder auto’s zal genereren in het plangebied vergeleken met de huidige situatie. Gegeven deze context kan dan ook gesteld worden dat ook in het geval van het niet geheel slagen van de mobiliteitsstrategie, de verkeerssituatie rond evenementen / wedstrijden verbetert. De verkeerscijfers houden hierbij niet alleen rekening met het nieuwe stadion maar ook met overige nieuwe functies binnen Feyenoord City.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 23

figuur: Modal shift van huidig naar toekomstig (aantal bezoekers)(bron Mobiliteitsplan Fey- enoord City, 2016) Maatregelen gedragsverandering De gedragsverandering wordt bewerkstelligd doordat, vooruitlopend op de ingebruikname van het nieuwe stadion, een systeem van all-in kaartverkoop wordt ingevoerd door Feyenoord. Met dat systeem maken bezoekers bij het kopen van een toegangskaart voor Feyenoord tegelijkertijd een mobiliteitskeuze en is vooraf duidelijk of er nog parkeergelegenheid beschikbaar is. Als gevolg hiervan worden mensen in een vroegtijdig stadium gedwongen te besluiten over hun mobiliteitskeuze. Het flankerend beleid (zoals betaald parkeren in de wijken) motiveert bezoekers een alternatieve vervoerswijze te kiezen wanneer zij een kaartje hebben zonder parkeermogelijkheid voor de auto nabij het stadion. Bij andere nieuwe stadions zijn met dergelijke maatregelen positieve ervaringen opgedaan. Ten alle tijden is geborgd dat bezoekers op een goede manier het stadion kunnen bereiken maar de verkeersaantrekkende werking van de bezoekersstromen is door de mobiliteitsmaatregelen ingeperkt. De beoogde gedragsaanpassingen acht de gemeente .

Parkeeroverlast Uitgangspunt is dat het plan niet leidt tot een toename van parkeeroverlast in de omliggende wijken. Voor het bestemmingsplan is een uitgebreid parkeeronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is voor de stadionontwikkeling opgenomen in bijlage 23 van het ontwerpbestemmingsplan. In de bijlage is onderbouwd dat het aantal parkeerplaatsen in het plangebied ten behoeve van wedstrijden en evenementen dat is voorgeschreven in de planregels (2520 parkeerplaatsen) voldoende is om parkeeroverlast te voorkomen. Dit in

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 24

combinatie met de aanwezigheid van goede OV-verbindingen, fietsroutes met voldoende fietsparkeerplaatsen en parkeren op afstand. Onderdeel van het mobiliteitsplan is tevens aanvullend parkeerbeleid in de omliggende wijken om de parkeeroverlast - welke ook nu al wordt geconstateerd - te verminderen. Dit wordt per wijk in samenspraak met de bewoners verder uitgewerkt. De parkeersituatie wordt gemonitord door de gemeente. Tot de opening van het nieuwe stadion en daarna wordt gewerkt aan het in goede banen leiden van de mobiliteit. De mobiliteitsmonitor van 2019 laat zien dat dit voor evenementen en interlands goed lukt en dat ook bij Feyenoordwedstrijden de eerste stappen in gedragsverandering worden gezet. Ook de eerste resultaten van de pilot met parkeerduurbeperking in de Veranda lijken positief. 9.2 Indieners vragen zich af of de parkeerplaatsen in de 2e en Bij de ingebruikname van het stadion zullen de parkeerlocaties geregeld moeten zijn. Wij zie 9.1 3e schil tijdig beschikbaar zijn. Tevens constateren zij dat hebben er vertrouwen in dat dit tijdig lukt. In de Aanvulling op het MER is een overzicht deze deels op gronden van andere gemeenten liggen. opgenomen van de beschikbaarheid van de parkeerplaatsen in de 2e en 3e schil op dit moment en de beoogde doelstelling op dit punt komende jaren richting in gebruik name van het nieuwe stadion.

Daarbij geldt dat bij vaststelling van het bestemmingsplan geen rekening hoeft te worden gehouden met mogelijke onbekende gebeurtenissen. De meeste parkeergelegenheid/ infrastructuur ligt in gemeente Rotterdam. Bij het onverhoopt wegvallen zal een alternatieve locatie worden gevonden. Wij zien hier afdoende mogelijkheden voor om dat op dat moment te organiseren. 9.3 Indieners vragen zich af of de beoogde gedragsverandering Door het sluiten van het mobiliteitscontract met stadion Feijenoord, gebaseerd op het zie 9.1 wel haalbaar is. Indieners vinden dat een verandering is mobiliteitsplan, zijn afspraken gemaakt over hoe de beoogde modal shift wordt bereikt. afgesproken die niet in het beste belang van Deze afspraken zijn naar het oordeel van de gemeente haalbaar en worden gemonitord. Feyenoordsupporters is en dat het draagvlak hiervoor Daarbij worden de belangen afgwogen, waaronder die van de supporters en de bewoners ontbreekt. en ondernemers in de omgeving die de overlast ondervinden. Wij zijn van mening dat hierin een goede balans wordt gevonden, gezien het scala aan alternatieven, waaronder georganiseerd busvervoer, vervoer over water, parkeren op afstand en de laagdrempelige wijze waarop dit aangeboden zal worden middels integratie van mobiliteitskeuze in de ticketverkoop. Deze nieuwe balans is ook nu al nodig bij gebruik van De Kuip. Dat de andere wijze van vervoer van en naar het stadion onhaalbaar zou zijn vanwege de geografische spreiding van supporters wordt niet gedeeld. De waarnemingen bij interlands en evenementen met een minsten zo grote spreiding aan bezoekers laten zien dat dit prima realiseerbaar is. Met parkeren op afstand kunnen vele supporters nog met de auto naar Rotterdam komen. De duur van het natransport is vergelijkbaar met de huidige looptijden die bezoekers van het stadion nu voor lief nemen. Stadion Feijenoord heeft de verantwoordelijkheid voor de mobiliteit op zich genomen. Net zoals dit ook van andere organisatoren van evenementen in de stad wordt verwacht. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wel is nadere informatie opgenomen in de Aanvulling op het MER.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 25

Thema 10 Participatie

10 Beantwoording Indieners 10.1 Diverse indieners geven aan dat de invulling van het Wij herkennen ons niet in het beeld dat de participatie te beperkt is geweest. Vanaf de start 3, 15,21,34,39,54,95 participatietraject, waarin de pogingen die zijn van de planvorming heeft een intensief participatieproces plaatsgevonden. ondernomen om met bewoners uit omliggende wijken tot Aan het begin van de planvorming (begin 2018) heeft het startdocument voor het MER en werkelijke samenspraak te komen, tekort is geschoten. bestemmingsplan ter inzage gelegen. Eenieder heeft de gelegenheid gekregen een Gesteld wordt dat participatie van bewoners en gebruikers zienswijze in te dienen op dit startdocument. In 2018 zijn verder diverse bijeenkomsten van het gebied te beperkt is geweest bij het opstellen van gehouden om partijen enerzijds te informeren over het planproces en onderzoekresultaten, het bestemmingsplan. Plannenmakers zijn niet actief de en anderzijds de gelegenheid te geven mee te denken over diverse onderwerpen zoals buurt ingegaan. parkeren & verkeersregeling, de MER-onderzoeken, de uitwerking van het masterplan en het stadionontwerp. Vanaf 2018 hebben een groot aantal werkgroepbijeenkomsten, voorlichtingsbijeenkomsten en georganiseerde overleggen plaatsgevonden. Ambtenaren zijn regelmatig op allerlei activiteiten in de buurten aanwezig geweest om te wijzen op het participatieproces. In het vervolgtraject wordt het participatieproces voortgezet, waarbij opnieuw bewoners actief benaderd worden om deel te nemen in werkgroepen en thema bijeenkomsten om samen aan de plannen te werken. Daarnaast worden informatiebijeenkomsten georganiseerd en wordt er aangesloten bij bewonersavonden. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Thema 11 Verbetering OV aanbod

11 Verbetering OV aanbod Beantwoording Indieners 11.1 Aangegeven wordt dat het uitbreiden en verbeteren van De beperkte verbeteringen in het OV (zoals opgenomen in de plannen) volstaan om te 21,23,34,40,45,49,51,55,58,62,324 openbaar vervoer noodzakelijk is voor de ontwikkeling voorzien in voldoende OV aanbod. De ambities voor verdere verbetering van het OV voor de Feyenoord City. langere termijn zijn onderdeel van de OV visie van Rotterdam en de MIRT verkenning voor een derde oeververbinding waarvoor ook wordt samengewerkt met vervoerders en omliggende gemeenten. De komst van veel nieuwe woningen vormt de basis voor het verbeteren van het OV aanbod. Het verbeteren van het OV aanbod is echter geen randvoorwaarde voor de gebiedsontwikkeling. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 26

Thema 12 provinciaal detailhandelsbeleid en omgevingsverordening Provinciaal detailhandelsbeleid en Beantwoording Indieners omgevingsverordening Een aantal indieners geeft aan dat het Het ontwerpbestemmingsplan voorzag in verplaatsing van de bestaande detailhandel in sport 4,17,42,49,64,71,96, bestemmingsplan in strijd is met de provinciale en vrije tijd van de Veranda naar de Strip. Daarnaast bood het ontwerpbestemmingsplan ruimte verordening nu sprake is van uitbreiding van aan uitbreiding van detailhandel in sport en vrije tijd met 2.160 m2. Mede naar aanleiding van detailhandel in sport en vrije tijd. Een afwijking van de de zienswijze van de provincie is de uitbreiding van detailhandel in sport en vrije tijd geschrapt. provinciale verordening op de grond van artikel 6.35 Nu enkel nog verplaatsing van bestaande detailhandel in sport en vrije tijd mogelijk is, is er dan van de omgevingsverordening is onvoldoende ook geen sprake van strijd met de omgevingsverordening, het provinciaal detailhandelsbeleid of onderbouwd. Indieners wijzen op het advies van de het advies van de Adviescommissie Detailhandel. Adviescommissie detailhandel. Conclusie De planregels en plantoelichting worden aangepast.

Thema 13 Aanvaarbeveiliging en externe veiligheid stadion

13 Langsdam , aanvaarbeveiliging stadion Beantwoording Indieners Indieners vragen zich af of de langsdam voldoende is Het effect van een plasbrand kan in voldoende mate worden beheerst door de langsdam en 29,35,48,55,71, gedimensioneerd om het risico op een plasbrand uit te zogeheten ‘oilbooms’ (oliekerende en brandwerende schermen). Hierdoor wordt het risico op sluiten. Aanvullende maatregelen en bestemmingsregels de oever als gevolg van een plasbrand kleiner. Voor het stadion geldt als zijn nodig op basis waarvan alsnog vergelijkbare vergunningvoorwaarde dat een langsdam als veiligheidsvoorziening wordt gerealiseerd die: veiligheid gewaarborgd kan worden, inclusief een - voldoende is gedimensioneerd om een scheepsaanvaring (binnenvaarttanker) tegen te betreffend advies van de Veiligheidsregio Rotterdam kunnen houden Rijnmond (VRR). Wat betreft de Veiligheidszonering - aan de uiteinden is voorzien in oilbooms, waardoor geen omstroming van een eventuele Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas is woningbouw in 25 plasbrand kan plaatsvinden. m en 40 m zone vanaf de kade mogelijk mits de langsdam Deze voorwaarden worden aan de ontwikkelaars die de langsdam ontwerpen en bouwen ervoor zorgt dat het achterliggende gebied wordt meegegeven en aan het stadion in het kader van de omgevingsvergunning. De verantwoording beschermd tegen de effecten van een plasbrand. groepsrisico externe veiligheid (VGR) is inmiddels aangepast aan de inzet van oilbooms. In die Gevraagd wordt de voorwaarde van de realisatie van de verantwoording is ook het aanvullende advies op dit aspect van de VRR opgenomen. Wij zien langsdam ook op te nemen in de bestemming Gemengd – geen toegevoegde waarde om de exacte uitvoeringswijze van de langsdam en oilbooms ook in Waterfront’. het bestemmingsplan vast te leggen, gelet op feit dat de besluiten voor langsdam, bouw van het stadion en bestemmingsplan gecoördineerd zijn. De lengte van de langsdam (in combinatie met oilbooms) is ook afdoende om de locatie Waterfront te beschermen. Wel is de aanleg en in standhouding van de langsdam en oilbooms of maatregelen die een vergelijkbare veiligheid bieden in planregels verzekerd. De voorwaarde van het realiseren van de langsdam wordt ook toegevoegd aan de bestemming Gemengd- Waterfront. conclusie De zienswijzen op dit thema leiden tot aanpassing van de planregels.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 27

3 Samenvatting en beantwoording per indiener 3.1. Inleiding

Hieronder is per indiener de zienswijze samengevat en beantwoord. Ten behoeve van publicatie zijn de indieners genonimiseerd (vrij van persoonsgegevens) weergegeven. Sommige zienswijzen zijn door meerdere indieners ingebracht. Dan is er voor gekozen om deze in hoofdstuk 2 van deze Nota te beantwoorden (thematische beantwoording). Hierna wordt dan verwezen naar deze thematische beantwoording.

3.2. Zienswijzen 1 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 1.1 De indiener merkt op dat de aanleg/bouw van een Ter hoogte van de Puck van Heelstraat liggen inderdaad Infrastructuur langzaam BP voetgangersbrug/vlonder/oeververbinding/fietsbrug ter hoogte van de zowel de kade als het water (waar in het Masterplan een verkeer Puck van Heelstraat richting het noorden wel is ingetekend in het verbinding naar het Eiland van Brienenoord is aangege- masterplan, maar buiten het plangebied is gelaten. ven). Hier geldt het bestemmingsplan IJsselmonde Noord, en niet het bestemmingsplan Feyenoord City.

1.2 De indiener is van mening dat de aanleg van diezelfde infrastructuur een Het bestemmingsplan IJsselmonde Noord maakt twee Scheep- en recreatievaart/ BP belemmering vormt voor de vrije doorvaart van scheep- en bruggen mogelijk over het Zuiddiepje naar het Eiland van Infrastructuur langzaam recreatievaart naar het Zuiddiepje. Omwonenden hebben veel plezier Brienenoord. De locatie (en ook de vormgeving) van verkeer van deze vrije doorvaart. Ook watersportvereniging de Kreek maakt deze bruggen is in dat bestemmingsplan niet bepaald, dankbaar gebruik van het feit dat het Zuiddiepje aan twee zijden zodat ook een brug mogelijk wordt gemaakt op de in het doorvaarbaar is. Masterplan aangegeven locatie. Daar is echter niet voor gekozen. De huidige brug wordt een vaste brug, en di- rect ten westen van de Kreeksehaven wordt een brug gerealiseerd die open kan. Dit betekent inderdaad dat het Zuiddiepje aan de westkant wordt afgesloten voor scheepvaart, schepen zullen het Zuiddiepje en de Kreek- sehaven alleen via de oostzijde kunnen bereiken. Dit is echter niet een gevolg van het bestemmingsplan Feyen- oord City. Conclusie Deze zienwijze leidt niet tot aanpassing van het bestem- mingsplan.

2 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op*

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 28

2.1 De indiener is van mening dat de aanleg van een nieuw viaduct voor Het viaduct is beoogd om de verbinding van Feyenoord Overlast supporters BP langzaam verkeer en voetgangers over het spoor leidt tot meer overlast City met de naastgelegen wijken te verbeteren en om tijdens voetbalwedstrijden in de wijk . Voornamelijk omdat het evenementenstation te kunnen bereiken. Om deze supporters deze brug zullen gaan gebruiken na horecabezoek, waarbij redenen achten wij deze verbinding wenselijk. Ook nu is vaak sprake is van overmatig alcoholgebruik. er (via het Coen Moulijnviaduct) een verbinding tussen het (huidige) stadion en de wijk Hillesluis. In die zin wij- zigt de situatie niet. Het nieuwe stadion zal ook via de 2e Rosestraat een looproute naar Hillesluis kennen. Overi- gens zal in en rond het nieuwe stadion meer horeca te vinden zijn dan rond het huidige stadion, waarmee de verwachting is dat supporters nabij het stadion blijven. De mate van overlast zal gemonitord worden door de gemeente en indien nodig zullen in overleg met de be- woners maatregelen genomen worden om de overlast te beperken. 2.2 Volgens de indiener leidt een nieuw viaduct voor langzaam verkeer en Uitgangspunt is dat het plan niet leidt tot een toename Parkeerdruk BP voetgangers over het spoor tot een hogere parkeerdruk in de wijk van parkeeroverlast in de omliggende wijken. Voor het Hillesluis. Deze is volgens indiener op dit moment tijdens de wedstrijden bestemmingsplan is een uitgebreid parkeeronderzoek van Feyenoord al erg hoog. uitgevoerd. Dit onderzoek is voor de stadionontwikkeling opgenomen in bijlage 23 van het ontwerpbestemmingsplan. In de bijlage is onderbouwd dat het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van wedstrijden en evenementen dat is voorgeschreven in de planregels (2520 parkeerplaatsen) in het plangebied voldoende is in combinatie met de aanwezigheid van goede OV-verbindingen, fietsroutes met voldoende fietsparkeerplaatsen en parkeren op afstand de bezoekers van het stadion te faciliteren. Met behulp van het ticketingsysteem worden bezoekers ertoe bewogen tijdig een mobiliteitskeuze te maken (parkeren op afstand, OV etc). Het flankerend beleid helpt bezoekers ertoe te bewegen een alternatieve vervoerswijze te kiezen wanneer zij een kaartje hebben gekocht zonder parkeermogelijkheid voor de auto. Hiermee wordt enerzijds geborgd dat bezoekers van het stadion op een wenselijke manier het station kunnen bereiken maar wordt de verkeersaantrekkende werking van de bezoekersstromen beperkt.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 29

Onderdeel van het mobiliteitsplan is tevens aanvullend flankerend parkeerbeleid in de omliggende wijken om de parkeeroverlast - welke ook nu al wordt geconstateerd - te verminderen. Dit wordt per wijk in samenspraak met de bewoners verder uitgewerkt. De parkeersituatie zal worden gemonitord door de gemeente. 2.3 De indiener verzoekt om deze nieuwe verbinding te schrappen uit het Het spoor is een barriere in Rotterdam-Zuid, waarbij er Infrastructuur langzaam BP bestemmingsplan. Bestaande verbindingen zijn reeds afdoende. Er is te weinig oost-westverbindingen zijn. De verbinding is verkeer geen noodzaak voor deze nieuwe verbinding. nodig voor de supporters om bij de voorziene busparkeerplaatsen aan de zijde van Hillesluis te kunnen komen, maar de verbinding is meer dan dat. De brug maakt bijvoorbeeld de rivier en de Sportcampus beter bereikbaar voor bewoners uit Hillesluis en andere omliggende wijken. Tevens verbindt de brug het nieuwe woongebied Feyenoord City met het winkelgebied van de Beijerlandselaan. Wij vinden dat sprake is van een waardevolle verbinding. Wij vinden het wenselijk deze verbinding te realiseren, zodat de bewoners van Hillesluis de voorzieningen en recreatiemogelijkheden in Feyenoord City beter kunnen bereiken. De verbinding wordt daarom gehandhaafd. 2.4 De indiener stelt als alternatief voor om het aan te leggen viaduct af te Dit alternatief is niet haalbaar omdat supporters de Infrastructuur langzaam BP sluiten tijdens activiteiten in het stadion. voorziene busparkeerplaatsen aan de zijde van Hillesluis verkeer moeten kunnen bereiken. Wij zullen mogelijke overlast laten monitoren en indien de overlast optreedt bekijken welke maatregelen noodzakelijk zijn om overlast voor de wijk te voorkomen. Conclusie Deze zienwijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

3 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 3.1 De indiener stemt in met het ontwerp bestemmingsplan van Feyenoord Het is goed om te horen dat indiener het doorlopen Procedure BP City. Tevens merkt de indiener op dat voor het bestemmingsplan en de proces als zorgvuldig ervaart en instemt met het milieueffectenrapportage een meer dan zorgvuldig proces is gevoerd. bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 30

3.2 De indiener vraagt om alles in werk te stellen om Feyenoord City Het planvormingsproces is erop gericht om Feyenoord Procedure BP inclusief nieuw stadion doorgang te laten vinden. De komst van het City inclusief het nieuwe stadion te realiseren. stadion is een essentieel onderdeel van de gehele gebiedsontwikkeling op Rotterdam Zuid en dient daarmee als voorbeeldfunctie in binnen- en buitenland. 3.3 De indiener geeft aan dat het belangrijk is om in de communicatie te Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is Procedure BP benadrukken dat de keuze over nieuwbouw, renovatie of inderdaad de reeds gemaakte keuze voor een nieuw vernieuwbouw van de Kuip een reeds gepasseerd station is en dat dit stadion. geen onderdeel uitmaakt van het onderhavige bestemmingsplan. Tevens is de indiener van mening dat hierbij mag worden aangegeven dat er een zorgvuldige besluitvorming heeft plaatsgevonden in de keuze voor een nieuw stadion. Waaruit duidelijk moet blijken dat stadion en gebiedsontwikkelingen een complementaire ontwikkeling betreft. 3.4 De indiener benadrukt bij de beantwoording van de zienswijzen uit te In het kader van het bestemmingsplan en het MER zijn Procedure BP gaan van feiten. Emoties mogen niet de boventoon voeren in de vele onderzoeken en analyses uitgevoerd die de basis discussie over een nieuw stadion. vormen voor het plan en dus ook voor de beantwoording van zienswijzen. 3.5 De indiener stelt dat de gemeente consistent beleid moet voeren en Er is geen reden voor ons om af te wijken van de Procedure BP politieke moed moet tonen door te blijven participeren in het nieuwe ingeslagen weg. stadion binnen Feyenoord City. 3.6 De indiener stelt dat zowel Rotterdam (Zuid) als Feyenoord in staat Wij delen de mening dat Rotterdam Zuid zich op BP moeten worden gesteld om investeringen te verzilveren en zich genoemde gebieden moet kunnen ontwikkelen. De zodoende op sportief en financieel vlak te ontwikkelen als mede op de gebiedsontwikkeling feyenoord City kan zeker een gebieden onderwijs, mobiliteit en werkgelegenheid. bijdrage leveren aan het behalen van de doelstellingen van NPRZ. Conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

4 Van Kessel Holding Beantwoording Thema** Betrekking op* 4.1 De indiener geeft aan dat zij zich niet kunnen verenigen met de De beantwoording wordt hierna aan de hand van de BP/ GW/ LL/ TL/ ontwerpbesluiten. Aangezien alle besluiten en onderdelen daarvan met concrete punten gegeven. WW elkaar verband houden, richt deze zienswijze met puntsgewijze argumentatie zich op alle aspecten van het plan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 31

4.2 De indiener geeft aan dat het kantoorgebouw waar zij eigenaar van zijn Het eigendom van indiener is hoofdzakelijk gelegen Bestemming BP in het vigerende bestemmingsplan ‘Olympus’ de bestemming "kantoor - binnen twee bestemmingen: Gemengd-De Strip Zuid en 1" (hoogte 20 m) heeft. Woongebied-Kuippark. In beide bestemmingen is het De indiener is van mening dat de beoogde bestemming ter plaatse van bestaand gebruik in het ontwerpbestemmingsplan als het object ervoor zorgt dat handhaving van hun object onmogelijk zodanig bestemd. Met indiener is het college echter van wordt, door de direct aanpalende bestemming De Strip Zuid en het mening dat om uitvoering te kunnen geven aan het wegbestemmen van het parkeerterrein tot Woongebied-Kuippark. bestemmingsplan, handhaving van het kantoorgebouw Wanneer de ruimte die het ontwerpbestemmingsplan biedt wordt niet mogelijk is. Dit betekent dat het bestaande gebruik benut, verdwijnt hun ontsluiting alsmede de parkeerplaats en wordt het bij nader inzien zal worden wegbestemd en dat het aanzicht, uitzicht en de representativiteit van het kantoor dermate bestemmingsplan uitsluitend gericht zal zijn op het geschaad dat handhaving illusoir is. De indiener is van mening dat dit in mogelijk maken van de nieuwe functies en bebouwing. strijd is met het beginsel van een goede ruimtelijke ordening. De inzet van de gemeente en de Stichting gebiedsontwikkeling aan de Maas is daarbij gericht op minnelijke verwerving van de gronden. Indien dit niet mogelijk blijkt kunnen de gronden van indiener onteigend worden. Dit wordt met indiener besproken. 4.3 De indiener stelt dat de toepasselijkheid van de crisis- en herstelwet De Crisis- en herstelwet is bedoeld voor Crisis- en herstelwet BP discutabel is nu het om een plan gaat met een loopduur van zeker 20 gebiedsontwikkelingen zoals hier aan de orde. De status jaar met daarbij nog een onduidelijk programma (maximale flexibiliteit). van bestemmingsplan met verbrede reikwijdte onder de Crisis- en herstelwet biedt juist meer mogelijkheden voor een bestemmingsplan gericht op gefaseerde ontwikkeling en nadere uitwerking in de tijd. 4.4 De indiener is van mening dat het kwestieus is dat het plan voldoet aan In de toelichting van het bestemmingsplan en de bijlage Ladder Duurzame BP de Ladder van Duurzame Verstedelijking. Volgens de indiener is het (bijlage 3 Behoefteonderzoek Feyenoord City) is verstedelijking programma onduidelijk, de looptijd lang en wordt er zwaar ingezet op aangetoond dat er behoefte is aan het programma zoals retail en horeca, terwijl er in die disciplines nu al sprake is van een voorzien in het bestemmingsplan, indien bestaande overaanbod. Het woningaanbod is gezien de oppervlakte nogal mager horeca en detailhandelsfuncties op de Veranda en zeer eenzijdig (dure appartementen). beëindigd worden. In het bestemmingsplan zijn in verband daarmee ook begrenzingen gesteld aan maximale oppervlakten van de diverse functies. Het bestemmingsplan doet geen uitspraken over woningtypes, maar het plan biedt wel de mogelijkheid om diverse woningtypes te realiseren. Zoals aangegeven in het Masterplan Feyenoord City is het de bedoeling om diverse woningtypes in verschillende prijsklassen te realiseren, waardoor Feyenoord City een van de meest aantrekkelijke nieuwe woongebieden van Rotterdam wordt.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 32

4.5 De indiener is van mening dat de financiële uitvoerbaarheid van het plan Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Financiële uitvoerbaarheid BP niet is verzekerd. De in hoofdstuk 7 opgevoerde onderbouwing wordt onder 1.1. bestreden: 1. Het is onwaar dat aan de uitvoering van het plan geen financiële risico’s verbonden zijn voor de gemeente. De gemeente neemt deel in de verwervingskosten tot een maximum van EUR 60 mln. (position paper 4-4-2017). De raad moet nog toetsen of aan de randvoorwaarde is voldaan. Niet vast staat dat aan deze randvoorwaarde zal worden voldaan. De verwervingskosten voor het stadion overstijgen mogelijk de EUR 60 mln. En zonder stadion geen strip. 2. De vaststelling dat Feyenoord en de Stichting gebiedsontwikkeling aan de Maas beschikken over de specifieke kennis en capaciteit en zicht hebben op tijdige beschikbaarheid van de financiële middelen, is een onvoldoende eis voor de financiële uitvoerbaarheid. Er is in dit stadium geen sprake van feitelijke gecontracteerde financiering. 3. De raad besluit pas in maart 2021 over de gestelde randvoorwaarden uit het Position Paper. De komst van het stadion is onzeker en het stadion is (zowel ruimtelijk-functioneel als financieel) voorwaardelijk voor de Strip. 4. De beantwoording van het college op de vragen die de Commissie MER heeft gesteld m.b.t. financiële onderbouwing komt niet verder dan ‘aannemelijk’. 4.6 De indiener stelt dat het recht op zelfrealisatie een beginselrecht is. Het Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Grondexploitatie/ BP kan niet door de regels van een bestemmingsplan, maar slechts door de onder 2.1. kostenverhaal Kroon resp. de onteigeningsrechter aan een grondeigenaar onder strikte voorwaarden worden ontzegd. Aanvullend wordt opgemerkt dat ter plaatse van het eigendom van indiener is voor het grootste gedeelte de bestemming Gemengd-De Strip Zuid opgenomen. Op basis van het Masterplan Feyenoord City vormt de Strip tegelijkertijd een verbinding en een bestemming. De Strip verbindt het Nieuwe Stadion met het treinstation Stadionpark, overbrugt de afstand tussen De Kuip en het Nieuwe Stadion en biedt infrastructuur bestaande uit diverse openbare ruimtes en een geïntegreerd netwerk van sport, winkels, ontspanning, wonen en entertainment. De Strip voorziet ook in de parkeerbehoefte voor het stadion, overige commercieel

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 33

programma en het woonprogramma. Het viaduct dat de Strip met het treinstation verbindt, maakt de Strip tot de levensader van de ontwikkeling. Op wedstrijddagen biedt De Strip meer dan 30% van alle bezoekers toegang tot het nieuwe stadion. Dit zijn ruim 19.000 mensen. Hiervoor is er voor De Strip voldoende maat benodigd. De ligging en het profiel van de Strip is zorgvuldig bepaald op basis van de benodigde ruimte voor het profiel van de Olympiaweg, zowel voor het verkeer als voor de kabels en leidingen.

De eigendomsgrens van de indiener doorkruist de belangrijkste publieke route van het gebied en de onderliggende parkeergarage. Het is van belang om te voorkomen dat een onsamenhangende situatie ontstaat met nadelige effecten op de verbindingen, op de kwaliteit van de openbare ruimte. Gestreefd wordt naar het optimaal positioneren van met name commercieel en maatschappelijk programma en het parkeerprogramma, en naar ontsluitingen op de directe omgeving.

Gelet op het bovenstaande, is een geïntegreerde ontwikkeling met de gemeentelijke gronden nodig voor de beoogde kwaliteit; de regels van het bestemmingsplan zijn vooral gericht op het borgen van de hiervoor bedoelde ruimtelijke en functionele samenhang. De regels worden hiertoe ook nog aangescherpt in die zin dat de hiervoor genoemde publieke route over de Strip en de onderliggende parkeergarage die tevens parkeerruimte moet bieden voor het stadion tijdens wedstrijden en evenementen, geborgd zijn. Binnen de bestemming Gemengd Strip Zuid is een voorwaardelijke verplichting opgenomen die waarborgt dat op verdiepingsniveau een doorgaande langzaamverkeersroute met een breedte van 21 meter wordt gerealiseerd en in stand gehouden en dat op maaiveld sprake is van een gebouwde

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 34

parkeervoorziening voor auto’s en fietsers, inclusief de bijbehorende voorzieningen. Binnen de bestemming Gemengd Kuippark is een voorwaardelijke verplichting opgenomen die waarborgt dat de gronden in samenhang worden ontwikkeld en de ontsluiting voor autoverkeer plaatsvindt via de Coen Moulijnweg. 4.7 De indiener is van mening dat er ten onrechte geen Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Grondexploitatie/ BP ontwerpexploitatieplan Wro in procedure is gebracht. Het onder 1.3. kostenverhaal kostenverhaal is niet anderszins verzekerd. Zelfrealisatie ter plaatse van hun object wordt overwogen. 4.8 De indiener gaat ervan uit dat de gemeente hen van de verdere Na vaststelling van de zienswijzenrapportage door het Procedure BP/ GW/ LL/ TL/ procedure op de hoogte houdt. college van B&W wordt deze rapportage aan de Ge- WW meenteraad gezonden. De raadscommissie MPOF (Ma- jeure Projecten, Organisatie en Financiën) is dan de aan- gewezen commissie voor behandeling. Het is gebruikelijk dat de commissie in dat stadium een hoorzitting organi- seert. Het secretariaat van eerdergenoemde raadscom- missie zal de indieners van zienswijzen op de hoogte houden van het vervolgproces. Conclusie Het bestemmingsplan wordt aangepast op de wijze zoals beschreven.

5 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 5.1 De indiener is van mening dat het niet noodzakelijk is om tot 70 meter Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Uitzicht/Afname woongenot BP hoog te bouwen op de Veranda om daar 1045 woningen te kunnen onder 3.1, 3.2. en 3.4. realiseren. Woontorens tot 70 meter hoog blokkeren het uitzicht en de lichtinval in de woning van de indiener en daarmee wordt de woonbeleving aangetast. 5.2 De indiener stelt een alternatief voor om 1045 woningen te realiseren, Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Uitzicht BP door: onder 3.6. 1. een niet gerealiseerde toren uit het vigerende bestemmingsplan te bouwen; 2. de parkeergarage Veranda te slopen of aan te passen om hier een 3. Zie ook het thematische beantwoording onder 3.1. woontoren te realiseren van maximaal 100 meter hoog;

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 35

3. en op de andere locaties niet 70 meter, maar maximaal 30 meter hoog te bouwen. 5.3 De indiener stelt voor in plaats van op de Veranda woningen te Zie thematische beantwoording onder 3.6. Alternatieve locatie BP realiseren op een bedrijventerrein ten zuiden van het eiland van Brienenoord. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

6 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 6.1 De indiener is van mening dat het geplande bouwvak met een maximale Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Uitzicht BP hoogte van 70 meter beide vrije uitzichten in zijn geheel zal onder 3.4. belemmeren. De indiener geeft aan in de huidige situatie 180 graden vrij uitzicht te hebben vanuit de zuidgevel en het balkon en vanuit de westgevel 80 graden vrij uitzicht. 6.2 De indiener is van mening dat het geplande bouwvak met een maximale Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Schaduwhinder / BP hoogte van 70 meter resulteert in nagenoeg 100% beschaduwing van de onder 3.1, 3.2. , 3.4. en 3.5. Duurzaamheid woning zuidelijke en westelijke gevel van zijn appartement. De zuid- en westgevel hebben elk een lengte van 10 m. Met name de zuidgevel heeft een groot glasoppervlakte. In de huidige situatie wordt de zuidelijke gevel en het balkon indien de zon schijnt het hele jaar door beschenen van 09.00 tot 19.00 uur. De westelijke gevel wordt beschenen van 13.00 uur tot zonsondergang, met uitzondering in de periode april tot oktober waarin het westelijk gelegen appartementencomplex in de avond de zon voor een deel wegneemt. In het artikel 14.4.l.d geeft de gemeente aan, dat de beschaduwing van de bestaande woning met niet meer dan maximaal 2 uur per etmaal in de periode van 21 maart tot 21 september mag toenemen. Door de lagere stand van de zon in de periode van 21 september tot 21 maart zal de beschaduwing met veel meer dan 2 uur toenemen. Volgens de indiener zijn de gevolgen groot. In de periode van 21 september tot 21 maart ontvangt de woning veel meer dan 2 uur minder zon, waardoor de woning minder duurzaam wordt. De huidige zoninvloed is groot op het gebied van warmte en licht. In de huidige situatie hoeft de indiener bij zon in het stookseizoen niet of nauwelijks de kachel aan te hebben. Daarnaast is het lichtniveau hoog en zal door de beschaduwing fors

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 36

achteruitgaan. De kosten van stroomvoorziening en verwarming zullen structureel stijgen. 6.3 De indiener geeft aan dat de woning nu met het huidige ruime uitzicht, Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Waardevermindering BP een goede oriëntatie en bezonning een goede waarde heeft. De onder 3.5. indiener is van mening dat door het bestemmingsplan de waarde van de woning naar beneden gaat. De mate van de waardedaling is door de indiener niet goed vast te stellen. De indiener geeft aan dat de Nederlandse Vereniging van Makelaars hiervoor normen en vergelijkingsgegevens zal hebben. 6.4 De indiener geeft aan dat zijn leef- en woongenot dermate aangetast zal Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Leef- en woonklimaat / BP worden, dat de indiener een met de huidige situatie vergelijkbare onder 3.5. Wij hopen dat door aanpassing van de Afname woongenot / woning elders zal moeten gaan zoeken. Hierdoor ontstaan extra kosten planregels de gevoelde noodzaak tot verhuizen niet aan Verhuiskosten als makelaarskosten, kosten koper en kosten van de verhuizing. de orde zal zijn. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

7 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 7.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

8 Indiener (deels zelfde indiener als nr. 67) Beantwoording Thema** Betrekking op* 8.1 Het bevreemdt indiener dat er in 2006 een locatieonderzoek naar een Voor de beantwoording van het onderwerp locatiekeuze Locatiekeuze stadion Alle documenten stadion is uitgevoerd, waarvan de uitkomst nu opzij wordt geschoven. stadion verwijzen wij naar de thematische Vervolgens wordt volgens de indiener de meest onlogische locatie beantwoording onder 4.1. en 4.2. gekozen zonder dat aandacht wordt besteed aan alternatieve locaties op basis van duidelijke criteria. Ook het onderzoek uit 2009 vond plaats op basis van onduidelijke criteria. Er kunnen dus grote vraagtekens worden gezet bij de locatiekeuze, zoals die nu is gemaakt. Op basis van flinterdunne argumenten wordt ervoor gekozen alternatieven niet eens te onderzoeken. In het kader van bijvoorbeeld de MER is het onderzoeken van alternatieven, bijvoorbeeld

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 37

gebiedsontwikkeling in combinatie met een vernieuwd Stadion Feijenoord (De Kuip), een vereiste. 8.2 Onduidelijk is volgens de indiener op welke basis geconcludeerd kan Het doel is om voor de vaststelling van het Grondexploitatie worden dat de benodigde gronden ook daadwerkelijk in bezit van de bestemmingsplan overeenstemming te hebben bereikt stichting komen, op welke termijn dat het geval zal zijn en welke kosten met de grondeigenaren in fase 1. De gemeente en de hieraan zullen vastzitten. Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas zetten hierbij in op een minnelijke verwerving. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan zal de gemeente onteigenen. Hiermee is rekening gehouden in de grondexploitatie. Zie ook de beantwoording van het thema onder 1.2. 8.3 Volgens de indiener is het niet logisch om het ontwerp ter inzage te Uitgangspunt is dat voor vaststelling van het Grondexploitatie / Realisatie leggen omdat er nog geen zicht is op de realisatie van een nieuw stadion. bestemmingsplan de business case door Feyenoord stadion De BVO Feyenoord heeft immers nog geen besluit genomen of beoordeeld is en akkoord bevonden. Zie verder de daadwerkelijk wordt ingestemd met de bouw van een nieuw stadion, dat beantwoording van het thema onder 4.4. onder meer afhangt van de business case. Er is nog veel onduidelijkheid over de grondexploitatie. 8.4 Vermeld wordt dat Stadion Feijenoord N .V. zicht heeft op het verkrijgen Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Financiële uitvoerbaarheid van voldoende financiële middelen. De indiener vraag op welke basis onder 4.4. deze aanname steunt. 8.5 De exploitatie van een nieuw stadion wordt gebaseerd op onrealistische Zie ook de thematische beantwoording van het thema Exploitatie nieuwe stadion aannames. Zodra de inkomsten tegenvallen, zal het stadion volgens de onder 4.4. indiener grote tekorten kennen, die op dit moment al voorzienbaar zijn. Als gevolg van de 'performance fee' opzet (ook wel bekend als optreedvergoeding) zal de financiële situatie van het stadion grote impact hebben op de continuïteit van voetbalclub Feyenoord. Die impact is veel groter dan in de huidige situatie waarin bvo Feyenoord (Feyenoord Rotterdam N.V.) meer inkomsten vanuit voetbalgerelateerde activiteiten in eigen beheer heeft. 8.6 De huidige aannames wat betreft de inkomsten (bijvoorbeeld de Zie ook de thematische beantwoording van het thema Businesscase Feyenoord inkomsten vanuit de zakelijke markt, maar ook het aantal vereiste onder 4.4. betalende supporters) zijn volgens de indiener dermate optimistisch dat een financieel groeipotentieel niet waarschijnlijk is. Ten tweede is het de vraag of de BVO Feyenoord daarmee nog voldoende groeipotentieel kent om in de toekomst een rol van betekenis te spelen in de Nederlandse competitie, laat staan de Europese. De al eerdergenoemde door bvo

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 38

Feyenoord geëiste garantie van €25 miljoen is door de gemeente van de hand gewezen. 8.7 In het ontwerpbestemmingsplan wordt gesteld dat de eerste fase, Voor de beantwoording wordt verwezen naar de Fasering planontwikkeling waartoe bouw van het nieuwe stadion behoort, gerealiseerd zal moeten thematische beantwoording onder .1.1 en 1.2. zijn alvorens kan worden gestart met de realisatie van de volgende fasen. Op basis van het hiervan kan volgens de indiener geconcludeerd worden dat de realisatie van deze volgende fasen op dit moment evenmin realistisch is. 8.8 De indiener heeft vraagtekens bij het mobiliteitscontract tijdens Zie de thematische beantwoording onder 9 en het Mobiliteit tijdens evenementen. Gevraagd wordt in hoeverre de gemaakte afspraken, die antwoord onder X.8. evenementen over gemeentegrenzen heen gaan, ook in de toekomst in stand kunnen blijven en kunnen worden nagekomen. Voorts zijn de bedachte aanpassingen in gedrag van supporters die wedstrijden bezoeken en mogelijke handhaving hierop dermate ingrijpend dat volgens de indiener niet te verwachten valt dat deze haalbaar zijn. Het MER onderzoek benoemt expliciet het hebben/krijgen van voldoende parkeercapaciteit in de 3e schil als mogelijk risico voor realisatie van de mobiliteitsstrategie. De impact die verkeer rondom het nieuwe stadion zal hebben, zal zeker voor de omgeving dermate groot zijn dat deze een onwenselijk woonklimaat veroorzaakt. 8.9 De indiener geeft aan dat er op dit moment al sprake is van een Uitgangspunt is dat het plan niet leidt tot een toename Parkeren parkeerprobleem in de directe omgeving. Dit zal verder toenemen als van parkeeroverlast in de omliggende wijken. Parkeren gevolg van de ontwikkeling. De indiener stelt dat alle in de toekomst ten behoeve van ontwikkelingen voor de dagelijkse benodigde parkeerplaatsen en de huidige tekorten onder de beoogde situatie wordt opgelost binnen het plangebied. Dit ligt bebouwing gerealiseerd zullen moeten worden. De indiener heeft hier vast in de planregels van het bestemmingsplan dus die geen vertrouwen in omdat toekomstige ontwikkelende partijen deze kosten zullen ontwikkelaars moeten dragen. Ook kosten niet willen dragen. Het MER onderzoek toont aan dat de dubbelgebruik zal via overeenkomsten met ontwikkelaars parkeerbalans voor "dagelijks gebruik" een risico is. Het scenario met worden afgedwongen. De beleefde parkeeroverlast in de substantiële inzet van MaaSservices en deelauto's wordt niet als een huidige dagelijkse situatie is met name vanwege de vanzelfsprekendheid geacht en heeft daarmee het risico dat in de praktijk bioscoopbezoekers. Het is de bedoeling dat de bioscoop toch meer parkeerbehoefte zal optreden. Hiermee wordt niet voldaan met de ontwikkeling van Feyenoord City wordt verplaatst. aan de eisen voor een goede ruimtelijke ordening. Voor het bestemmingsplan is een uitgebreid parkeeronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is voor de stadionontwikkeling opgenomen in bijlage 23 van het ontwerpbestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 39

Zie verder de beantwoording van het thema onder 9. Wij zijn van mening dat voldaan wordt aan een goede ruimtelijke ordening. 8.10 Volgens de indiener vindt er geen goede afweging plaats op het Zie ook de thematische beantwoording onder 7. Oeververbinding onderdeel derde oeververbinding, dat volgens de MER van belang is voor de toekomstige verkeerssituatie. In het bestemmingsplan wordt er al van uitgegaan dat deze oeververbinding vroeg of laat gerealiseerd zal moeten worden, maar wordt voor de in de MER beoogde locatie middels een functieaanduiding duidelijk aangegeven dat een brug daar uitgesloten is. 8.11 Vanuit de overgangsregeling in het ontwerpbestemmingsplan kan De planregels zijn aangepast zodat het bestaande gebruik Wegbestemmen De Kuip Stadion Feijenoord (De Kuip) nog wel gebruikt blijven worden als van de Kuip kan worden voortgezet tot een nieuw stadion voetbalstadion, maar zijn aanpassingen aan het stadion niet meer in gebruik wordt genomen. Zie de thematische mogelijk. Dat houdt in dat de bvo Feyenoord op de huidige locatie geen beantwoording onder 4.3. verdere ontwikkeling kan doormaken. Mocht een nieuw stadion niet gerealiseerd worden, dan betekent dat dat bvo Feyenoord geen enkele kans meer heeft om door te groeien. 8.12 De kans bestaat dat de BVO Feyenoord in de toekomst in een Indien na vaststelling blijkt dat het nieuwe stadion Negatieve effecten bvo neerwaartse spiraal terecht komt. De indiener vraagt wat de toekomst is onverhoopt niet door kan gaan en Feyenoord in de Kuip Feyenoord van een nieuw stadion als de BVO zich in een neerwaartse spiraal bevindt blijft voetballen dan zal het bestemmingsplan herzien als de geëiste 25 miljoen niet kan worden opgebracht. Als het stadion worden. Het scenario dat indiener schetst waarbij het niet langer door BVO Feyenoord gebruikt kan worden, zal het grotendeels nieuwe stadion wel wordt gerealiseerd maar niet wordt leegstaan. Wat is dan de basis voor de gebiedsontwikkeling en de gebruikt, kan zich niet voordoen. Nadat het nieuwe volgende fasen? Of is een nieuw stadion nooit de basis voor stadion eenmaal is opgeleverd en in gebruik is genomen, gebiedsontwikkeling geweest? Dat staat dan weer haaks op de tekst in de wordt de Kuip voor andere doeleinden gebruikt. Het toelichting van het nu ter inzage liggende ontwerpbestemmingsplan. bestemmingsplan laat geen twee stadions toe die gelijktijdig voor voetbal in gebruik zijn. 8.13 De bebouwingsdichtheid op de Veranda wordt alleen maar groter. Er kan Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Bebouwing Veranda volgens indiener geen sprake zijn van een verbetering van de onder 3.1. leefomgeving. De op dit moment open ruimte wordt nog dichter Bij de nadere stedenbouwkundige uitwerking is er bebouwd. Het toevoegen van een enkele boom naast nieuwe bebouwing nadrukkelijk ook aandacht voor een specifieke groene is volgens de indiener geen reden om te spreken van een 'groene invulling invulling van de openbare ruimte. Het bestemmingsplan van de openbare ruimte' als er ruim meer nieuwbouw plaats gaat vinden reikt niet tot dit detailniveau. met een hoogte van 70 meter. 8.14 De omwonenden is toegezegd tijdens de informatiebijeenkomsten over Hieraan wordt tegemoet gekomen. Verwezen wordt naar Bebouwing Veranda het bestemmingsplan van 9 en 10 maart 2020 - dat niet alle de beantwoording van het thema onder 3.1.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 40

bebouwing in de bestemming 'Gemengd-Veranda' (artikel 14) 70 meter hoog zal worden. Deze toezegging is volgens de indiener niet realistisch. De 70 meter kan op dit moment nog overal binnen de bestemming. 8.15 De beoogde bebouwing op de Veranda staat ten zuiden van de woning Verwezen wordt naar de beantwoording van de thema’s Aantasting woongenot van de indiener. Dit houdt in dat er sprake zal zijn van schaduwhinder en onder 3.2 (schaduwwerking) en 3.4 (uitzicht). ontnemen van één van de zichtlijnen waarvoor de indiener op deze locatie is komen wonen. Dat belemmert de indiener in zijn woongenot. 8.16 Het plan voldoet niet het provinciale beleid voor detailhandel en In paragraaf 4.2.2. van de plantoelichting is naar het Detailhandel en kantoren kantoren. Hier is het ontwerpbestemmingsplan geen rekening mee oordeel van de gemeente voldoende onderbouwd dat de gehouden. provinciale belangen niet worden geschaad. Deze onderbouwing wordt nog verder aangevuld mede naar aanleiding van de zienswijze van de provincie Zuid- Holland (zie ook zienswijze nr 96). 8.17 De indiener acht de kans groot dat de locatie van het nieuwe stadion Het bestemmingsplan heeft geen invloed op de hoogte Stijging waterschapsbelasting ervoor zorgt dat alle onderhoudskosten van het dijklichaam verhoogd van de waterschapsbelasting. Daarnaast is het niet op worden. Iemand zal die kosten moeten betalen en de indiener twijfelt voorhand te zeggen of deze verhoogd zal worden. Dit is aan de liquiditeit van Feyenoord City. De indiener wil niet onderworpen aan het Hoogheemraadschap. worden aan een stevige jaarlijkse waterschapsbelasting om deze kosten te dekken. 8.18 Een onderzoek naar elektromagnetische straling door de komst van het Er zijn geen aanwijzingen dat installaties van Prorail Electromagnetische straling stadion en verplaatsing van ProRail gerelateerde installaties komt niet effect hebben op de gezondheid. Er is geen sprake van terug in de studie, terwijl van elektromagnetische straling bekend is dat hoge elektromagnetische straling bij dergelijke dit invloed kan hebben op de gezondheid. installaties.

8.19 De indiener geeft aan zeer veel geluidhinder te gaan hebben van het In het bestemmingsplan zijn regels opgenomen die Geluid beoogde stadion. De indiener heeft begrepen dat het meest recente onaanvaardbare geluidhinder vanwege het Stadion moet ontwerp van een nieuw stadion is afgekeurd onder meer vanwege te veel voorkomen (artikel 12.3.2.). Deze regels zijn gebaseerd op geluid. En dat het ontwerp hierop aangepast dient te worden. Dit zal het onderzoek uitgevoerd in het kader van het MER en op ongetwijfeld extra kosten met zich meebrengen. Hierbij verwijst de het Geluidsbeleid voetbalstadions (bijlage 17 bij het indiener naar de eerdere opmerkingen omtrent de financiële bestemmingsplan) en op het ontwerp van het stadion haalbaarheid. waar een beter geluid isolerend dak onderdeel van is. De genomen maatregelen in het ontwerp zijn opgenomen in de kostenraming van het stadion. 8.20 Als de huidige bestemmingen worden vervangen door Verwezen wordt naar de thematische beantwoording van Geluid buurtvoorzieningen, (beperkt) commercieel programma, horeca en het thema onder 3.7.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 41

wellicht een basisschool en daarnaast ook woningen, zal de geluidsoverlast volgens de indiener verder toenemen. 8.21 Het voorkeursalternatief scoort negatief op het aspect ziektelast. Dit De ruimtelijke kwaliteit in het gebied verbetert juist. Het Gezondheid geldt volgens de MER versterkt voor de variant 'Transformatie Veranda'. Masterplan Feyenoord City dat vorig jaar door de Tevens ontbreken de garanties dat kwaliteiten als groen, rust en gemeenteraad is vastgesteld laat ook op de Veranda meer openbaar verblijfsgebied niet worden opgeofferd aan bebouwing en groen zien. Het bestemmingsplan maakt de uitvoering drukte vanwege grote ruimtedruk. Dit is een ongewenste situatie. De in van het Masterplan mogelijk. Daar waar nodig om de het bestemmingsplan voorgestelde oplossing inzake de verhoogde MGR- effecten op de omgeving te beheersen, zijn waarde is geen oplossing voor de bewoners die niet veel kunnen randvoorwaarden in de planregels opgenomen, bewegen. Er wordt volgens de indiener onevenredig veel gevraagd van bijvoorbeeld ten aanzien van geluid, schaduw- en de huidige bewoners om zo'n verslechterde situatie het hoofd te kunnen windhinder. Er is geen sprake van een verslechterde bieden. situatie. Zo blijkt uit MER (pag 249) dat de MGR (gezondheidsscore) bij bestaande woningen niet verandert. De ziektelast waar indiener op doelt wordt vooral veroorzaakt door de reeds bestaande situatie in en rond het plangebied en is inherent aan de geluid- en luchtkwaliteit in de binnenstedelijke omgeving in Rotterdam. Aan de verbetering hiervan wordt door de gemeente gewerkt door middel van gemeentebreed beleid. 8.22 Het nagestreefde niveau van duurzaamheid is dat van de internationaal De BREAAM certificering is aangevangen en loopt ook nog Duurzaamheid erkende BREEAM - certificering (Very Good). Om kostentechnische reden door bij de verdere planuitwerking. Het grote voordeel zal dit certificaat nu nog niet worden aangevraagd. De certificering zal dus van BREAAM is juist dat het geen momentopname is. Met niet tijdig worden verkregen. Hierdoor wordt niet voldaan aan de eisen de ontwikkelaars is dit ook contractueel geborgd. vanuit het position paper en dus niet aan de gemeentelijke kaders. Om Toetsing aan het position paper vindt plaats door de raad. deze reden dient het bestemmingsplan niet vastgesteld te worden.

conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda en aanpassing van de bestemming van De Kuip.

9 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 9.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 42

conclusie Deze zienwijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

10 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 10.1 De indiener is een bewoner van en is van mening dat het In het Milieueffectrapport (MER, paragraaf 5.4.13) is Geluid BP woongenot aangetast wordt als gevolg van geluidsoverlast bij de bouw globaal inzicht gegeven in de geluiduitstraling tijdens de van het stadion. bouwfase. Een meer gedetailleerd beeld is pas te geven in de fase dat een aannemer is geselecteerd en de bouwvergunning is verleend. Uit het MER blijkt dat enige overlast in de bouwfase vanwege onder meer de bouw van het stadion en de woontorens niet te voorkomen is. De geluidcontouren reiken ook over het water tot aan De Esch. Voor bouwlawaai zijn normen opgenomen in het Bouwbesluit en de Circulaire Bouwlawaai. Er geldt onder meer een norm van 80 dB(A) als dagwaarde. Uit het MER blijkt dat deze norm ter plaatse van De Esch niet wordt overschreden. Zie ook de thematische beantwoording onder 6. 10.2 De indiener is van mening dat het woongenot aangetast wordt als In het MER (paragraf 5.4.9. en 5.4.10) is het geluid Geluid Bp gevolg van geluidsoverlast bij evenementen. vanwege voetbalwedstrijden en popconcerten in beeld gebracht. Uit dit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting ter plaatse van De Esch ruim onder de gebruikelijke geluidnorm van 55 d(B)A etmaalwaarde (voetbal) en 75d(B)A/ 90 d(B)C vanwege evenementen met een luidruchtig karakter (popconcerten) liggen. Uiteraard betekent dit niet dat voetbalwedstrijden en concerten niet hoorbaar zullen zijn bij de woning van indiener. Gelet op het aantal keer per jaar dat wedstrijden en concerten plaatsvinden en de optredende geluidniveaus is geen sprake van onredelijk grote aantasting van het woongenot. 10.3 De indiener is van mening dat het woongenot aangetast wordt als Verlichtingsinstallaties kunnen potentieel voor overlast Afname woongenot BP gevolg van lichtoverlast bij evenementen. zorgen. Uitgangspunt is dat verlichting zal plaatsvinden conform de richtlijn van de NSVV (Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde). Hierin worden grenswaarden gegeven die acceptabel worden geacht en waarbij de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 43

lichthinder in voldoende mate wordt geminimaliseerd. Voor de belangrijkste lichtbron, het nieuwe stadion, blijkt dit uit het lichthinderonderzoek dat onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning is. 10.4 De indiener is van mening dat er bij aanleg van een stadion in het water In het MER en de Veiligheidseffectrapportage is Veiligheid BP gevaar voor calamiteiten ontstaan i.v.m. het vervoer van gevaarlijke uitgebreid aandacht besteed aan de de nautische stoffen door de binnenvaart. Gezien het toenemend vrachtverkeer over veiligigheid en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nieuwe Maas. het water. Wat betreft de toename van het vervoer over de Nieuwe Maas geldt dat het Basisnet grenzen stelt aan de risico's die het vervoer van gevaarlijke stoffen kan opleveren voor omwonenden in de vorm van risicoplafonds. Paragraaf 5.1.1.9 van het Milieueffectrapport laat zien dat het effect van de aanleg van het stadion in het water op de nautische veiligheid nagenoeg neutraal is. De kans op calamiteiten met binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen neemt dus door de realisatie van het nieuwe stadion niet toe. Ook zijn in het kader van het bestemmingsplan de risico’s berekend van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de binnenvaart. Daarbij is rekening gehouden met de toename van dit transport. Uit de berekeningen blijkt dat het groepsrisico marginaal toeneemt en ruim onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde blijft. Er is dan ook sprake van een aanvaardbare situatie. conclusie Deze zienwijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

11 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 11.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

12 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op*

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 44

12.1 De indiener geeft aan dat de hoogbouw ter plaatse van de Veranda de Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Schaduwhinder BP zoninval beperkt. onder 3.2. 12.2 De indiener geeft aan dat het uitzicht verdwijnt door de ontwikkeling Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Uitzicht BP van de Veranda onder 3.4.

12.3 De indiener geeft aan dat de geluidoverlast als gevolg van deze De gemeente is van mening dat de ontwikkelingen op de Geluidsoverlast BP ontwikkeling van de Veranda toeneemt. Veranda niet zullen leiden tot meer geluidsoverlast bij de huidige woningen. De nieuwe woningen hebben juist een afschermermende werking ten opzichte van de Stadionweg. Uit het MER blijkt dat de toename van het verkeer hooguit een licht hogere geluidsbelasting op de bestaande woningen geeft en dat dit niet of nauwelijks tot een toename in de hinderbeleving zal leiden. Zie ook de thematische beantwoording onder 3.7. 12.4 De indiener is van mening dat het karakter van de wijk zal veranderen Het is juist dat het karakter van de Veranda zal door de geplande hoogbouw. veranderen door de ontwikkeling Feyenoord City en de transformatie van een deel van de Veranda naar woningbouw, waaronder deels hoogbouw. 12.5 De indiener geeft aan dat de privacy verminderd wordt als gevolgd van Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Vermindering van privacy BP deze ontwikkeling van de Veranda onder 3.4. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

13 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 13.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is deels gegrond leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

14 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 14.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is deels gegrond leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

15 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op*

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 45

15.1 De indiener geeft aan dat er veel onduidelijk is over de wijze waarop In het MER is zowel de maximale invulling van het Schaduwhinder/Bouwhoogte/ BP/MER schaduwwerking/zonlichtvermindering is onderzocht. De indiener geeft bestemmingsplan onderzocht, als een variant binnen die Belangen aan dat in de MER niet uitgegaan wordt van de maximale invulling van maximale mogelijkheden. Als gevolg hiervan zijn de bouwhoogte van 70 meter waar mogelijk. Daarnaast is het randvoorwaarden opgenomen in het bestemmingsplan onduidelijk hoe de bezonningssituatie op dit moment is. Hierdoor wordt met betrekking tot bezonning en windhinder. Indien niet niet uitgesloten dat de maximale invulling de TNO norm (2 uur voldaan wordt aan die randvoorwaarden zoals indiener bezonning per etmaal) en de norm uit het hoogbouwbeleid (maximale ook benoemd in zijn zienswijze, kan de vergunning niet toename van 2 uur schaduwwerking voor bestaande bebouwing) verleend worden. Dit betekent dat een bouwplan overschrijdt. Daarnaast is er geen goede belangenafweging gemaakt, ontworpen moeten worden waarbij wel voldaan wordt doordat er nergens is verwezen naar de vermindering van zonlichtinval aan de randvoorwaarden. voor balkons en zijn er nergens berekeningen uitgevoerd voor Alle bestaande woongebouwen behoren tot de verminderde lichtinval. Het is daarnaast onduidelijk welke nabijgelegen woningen/woongebouwen. woongebouwen tot de nabijgelegen woningen/woongebouwen horen De meetmethode voor schaduwhinderonderzoek zal en welke meetmethodes gehanteerd worden bij de aanvraag worden toegelicht in de bestemmingsplantoelichting. omgevingsvergunning. Ten slotte laat het hanteren van de minimale De regels van het bestemmingsplan zijn strenger dan de norm van TNO zien dat er onvoldoende rekening is gehouden met de gebruikelijke regels met betrekking tot bezonning binnen belangen van de indiener. De indiener verwacht daarmee dat de de gemeente Rotterdam. Tevens zijn de regels in het bouwhoogtes verregaand beperkt worden óf gunstigere normen voor bestemmingsplan strenger dan de veel gebruikte TNO bestaande bebouwing in de planregels wordt opgenomen. norm die uitgaat van 2 uur bezonning per dag. Er wordt tevens verwezen naar de thematische beantwoording onder 3.1 en 3.2. 15.2 De indiener stelt dat de bestaande bebouwing een maximale hoogte Er wordt verwezen naar de thematische beantwoording Uitzicht BP heeft van 35 meter. Een toename van de maximale bouwhoogte naar 70 onder 3.1 en 3.4. meter zorgt voor een aanzienlijke verslechtering van het uitzicht. De locatie van de nieuw te realiseren bebouwing en de bouwhoogtes werken in het nadeel van de indiener. Dit is onvoldoende meegewogen in het ontwerpplan. 15.3 De indiener stelt dat de nieuwe maximale bouwhoogtes ervoor zorgen Er wordt verwezen naar de thematische beantwoording Vermindering van privacy BP dat de privacy aanzienlijk verslechtert. Op dit moment is er geen sprake onder 3.1., 3.2 en 3.4. van zicht op de woning van de indiener, terwijl het zicht op basis van de weergave op de plankaart hier wel sprake van is. Dit heeft effect op uitzicht, privacy en zoninval. De locatie van de nieuw te realiseren bebouwing en de bouwhoogtes werken in het nadeel van de indiener. Dit is onvoldoende meegewogen in het ontwerpplan. 15.4 De indiener stelt dat de karakteristieken van de wijk wijzigen doordat de De gemeente heeft in het door de gemeenteraad in Bestemming/Karakter wijk BP commerciële strip op de Veranda getransformeerd wordt naar 2019 vastgestelde Masterplan Feyenoord City er voor woningbouw. Dit blijkt uit de toelichting van het plan. De gekozen om het gebied de Veranda te transformeren karakteristieken van de wijk veranderen naar een woonwijk en die naar een hoofzakelijk woongebied. De commerciële

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 46

karakteristieken sluiten niet aan bij de kenmerken van de buurt. De functies zijn hoofdzakelijk gepland in Waterfront en de indiener hecht veel waarde aan de huidige karakteristieken van de wijk. Strip, waarmee deze in de directe nabijheid van de Om beter in te spelen op de belangen van de huidige bewoners is een Veranda blijven. Voor de werking van Feyenoord City in alternatief om de randen van het huidige plangebied beter te benutten. zijn geheel, is dat van belang. Een en ander zoals Hier is namelijk geen sprake van een bedrijventerrein en hier wordt niet verwoord in het masterplan. gewoond. Door het benutten van deze locaties worden de gevolgen voor de rest van het plangebied beperkt. De gemeente is daarbij juist van mening dat er met herontwikkeling een kwaliteitsimpuls aan het Verandagebied en ook de verdere omgeving, wordt gegeven door een hoogwaardig woongebied te realiseren zonder afbreuk te doen aan de karakteristieken van de wijk. De oeverzone krijgt eveneens een kwaliteitsimpuls waarbij sprake zal zijn van een levendig recreatief gebied. Bovendien blijft er ook in de toekomst ruimte voor andere functies dan wonen in de plint van de bebouwing waardoor er aan het Cor Kieboomplein publieke functies zullen blijven. 15.5 De indiener stelt dat de toename van (weg)verkeer, drukte in de In het MER zijn verschillende alternatieven onderzocht. Geluidsoverlast BP omgeving en evenementen leidt tot een toename van geluidsoverlast. Hierbij is ook de akoestische situatie bij de bestaande Voor de te realiseren woningen wordt aangegeven welke maatregelen woningen onderzocht zowel ten aanzien van mogelijk zijn om geluidsoverlast te beperken en in de planregels wordt wegverkeerslawaai als ten aanzien van stadionlawaai. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een op zeker hoogte gewaarborgd dat nieuw te realiseren woningen niet onaanvaardbare toename van geluidshinder bij bovenmatig akoestisch belast worden. Het ontbreekt aan maatregelen bestaande woningen. Er zijn bij bestaande woningen dan voor bestaande woningen, terwijl een toename van geluidhinder wel ook geen maatregelen noodzakelijk. Zie ook de benoemd wordt in het MER. Indiener wijst op de overlast die in de thematische beantwoording onder 3.7. periodes dat het project gerealiseerd wordt kan optreden. Gelet op de verschillende fases in de ontwikkelingen zal er jarenlang overlast zijn. Er In het MER is ook inzichtelijk gemaakt wat de zal sprake zijn van een aanzienlijke verslechtering van de geluidsoverlast. geluidbelasting is in geval van drukte zoals de eventuele Hierbij is nog niet meegenomen wat de gevolgen zijn van de algemene geluidoverlast is van langslopende supporters/ toegenomen drukte in de omgeving na de realisatie van de plannen. concertbezoekers of een evenement buiten het stadion. In het MER is bovendien inzichtelijk gemaakt wat de Nergens is inzichtelijk weergegeven wat de bestaande akoestische overlast in de bouwfase zal zijn. Voor de hinder in de belasting is op de gevels van de bestaande woningen en wat deze bouwfase wordt tevens verwezen naar de thematische geluidsbelasting zal zijn na realisatie. beantwoording onder 6. 15.6 De indiener stelt dat er op basis van artikel 14.2.1. in het De terminologie voor de omgevingsvergunning is Omgevingsvergunning/Proced BP bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor een afgestemd op de Crisis- en herstelwet op basis waarvan ure bestemmingsplanactiviteit vereist is voor de functies die onder 14.1 f tot

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 47

en met m benoemd zijn. In terminologie zou beter aangesloten moeten een dergelijke omgevingsvergunning voorgeschreven worden bij de omgevingsvergunning zoals benoemd in artikel 2.1 eerste kan worden in het bestemmingsplan. lid en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens betreft het hier enkel een omgevingsvergunning voor het gebruik van de Het is juist dat de omgevingsvergunning in beginsel gronden. Hiermee zou het oprichten van bebouwing wel mogelijk zijn uitsluitend geldt voor het gebruik. Een dergelijk zonder bepaling. Dit lijkt niet de bedoeling. Er zal daarom verduidelijkt omgevingsvergunning vereisen voor bouwen is niet moeten worden dat deze bepaling ook geldt voor het oprichten van toegestaan in een bestemmingsplan op grond van de bouwwerken. Crisis- en herstelwet. Echter, naar aanleiding van de zienswijze zullen de bouwregels uit artikel 14 worden aangevuld met voorwaardelijke bepalingen waarbij het bouwen uitsluitend is toegestaan indien aan nadere voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn ontleend aan het Masterplan Feyenoord City. 15.7 Indiener geeft aan dat voor de transformatie van de Veranda wordt De woningen op de Veranda komen in de plaats van de Verkeer/Verkeersbewegingen BP uitgegaan van een toename van voertuigbewegingen maar dat hierbij is nu aanwezige bedrijvigheid binnen de bestemming /Woon-en leefklimaat uitgegaan van een toevoeging van 1.045 woningen in dit gebied met een Gemengd Veranda. De bedrijvigheid zal verdwijnen of aftrek voor het verdwijnen van bedrijvigheid. Indiener geeft aan dat verplaatsen naar de Strip of het Waterfront. In het bedrijvigheid nog steeds is toegestaan in de nieuwe situatie. Ook lijkt verkeersonderzoek is gerekend met het volledige geen rekening gehouden te zijn met ontwikkelingen elders die ook een programma dat wordt mogelijk gemaakt binnen effect hebben op de verkeersbewegingen. Feyenoord City, waaronder een beperkte hoeveelheid De achterliggende berekening ontbreekt in het bestemmingsplan. Voor commerciële functies op de Veranda. Ook vaststaande de precieze berekening wordt verwezen naar een niet bij het ontwikkelingen buiten het plangebied zijn meegenomen bestemmingsplan gepubliceerd invoerdocument. in de verkeersberekeningen (zoals de wetgeving voor Tevens vreest de indiener dat het aantal bezoekers met OV lager zal zijn een MER vereist). dan aangenomen is door de gemeente. De indiener verwacht daarmee Het invoerdocument is inderdaad niet als bijlage bij het een hogere toename van verkeersbewegingen dan in het MER gevoegd. Dit zal bij vaststelling alsnog gebeuren. bestemmingsplan is weergegeven. Dit leidt tot een beperking van het Voor de verkeersproductie als gevolg van de nieuwe woon- en leefklimaat voor bestaande bewoners. functies in de dagelijkse situatie zijn in het MER de CROW normen aangehouden. Dit levert juist een hogere verkeersproductie dan wanneer gerekend wordt op de in Rotterdam gebruikelijke wijze. De verwachting is dan ook niet dat de verkeersproductie hoger zal uitvallen dan berekend. Voor wat betreft de gehanteerde cijfers voor het gebruik van OV in de dagelijkse situatie wordt in de berekeningen niet uitgegaan van een hoger OV gebruik dus is ook conservatief gerekend. Voor zover indiener doelt op de verandering in de modal shift bij

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 48

voetbalwedstrijden en evenementen wordt verwezen naar thematische antwoord 9.1. 15.8 De indiener vreest parkeeroverlast en een waterbedeffect doordat er In de planregels is bepaald dat bij ieder bouwplan dat Parkeren BP maar een halve parkeerplaats per woning gerealiseerd wordt. Op basis wordt gerealiseerd binnen het plangebied voldaan dient van de Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets van de gemeente te worden aan de parkeernormen van Rotterdam (vervat Rotterdam zou de parkeerbehoefte aanzienlijk hoger zijn. De indiener is in de door indiener genoemde beleidsregeling). Hierbij van mening dat de uitvoerbaarheid van het plan ook onderzocht moet dient tevens rekening te worden gehouden met worden bij gebruik van deze parkeernormen. parkeerplaatsen die als gevolg van een bouwplan verdwijnen. Indien bij een stedenbouwkundige uitwerking niet voldaan wordt aan de parkeernormen, zal een kleiner programma gerealiseerd moeten worden. Voor dit plan is een parkeeronderbouwing opgesteld met de bij het plan behorende berekeningen (de parkeerbalans wordt toegevoegd als bijlage aan het definitief bestemmingsplan). In het Masterplan is voor de voorbeelduitwerkingen ook het parkeren ingetekend. De uitvoerbaarheid van het plan is hiermee voldoende onderzocht en aangetoond. 15.9 De indiener stelt dat er in het ontwerpbestemmingsplan onvoldoende Het MER vormt een bijlage bij het bestemmingsplan. In Natuur BP rekening is gehouden met de gevolgen voor de natuur in de Veranda. Op de plantoelichting van het bestemmingsplan wordt voor deze locatie komt de beschermde huismus namelijk nog voor. In de de mogelijk aanwezige beschermde soorten verwezen toelichting van het bestemmingsplan wordt de huismus niet genoemd, naar het MER. In tabel 5-125 (pag 340) van het MER terwijl uit de MER blijkt dat er wel sprake is van een negatief gevolg voor wordt de huismus als beschermde soort genoemd. Ook de huismus. is in het MER aangegeven dat als vaste verblijfplaatsen van de huismus door sloop van gebouwen verloren gaan, voorafgaand aan de sloop maatregelen getroffen moeten worden in de vorm van huismuskassen. Hiervoor is een ontheffing Wet natuurbescherming nodig. Met inachtneming van deze maatregel is het bestemmingsplan uitvoerbaar. 15.10 De indiener stelt dat de plannen grondig heroverwogen moeten worden De plannen zijn tot stand gekomen in een Procedure BP en dat er in het eventuele vervolgtraject betere afstemming moet participatieproces met zowel de bewoners als de plaatsvinden met de bestaande bewoners van het plangebied. bedrijven in het gebied. In het vervolgtraject wordt het participatieproces voortgezet, waarbij opnieuw bewoners actief benaderd worden om deel te nemen in werkgroepen en thema bijeenkomsten om samen aan de plannen te werken. Daarnaast worden

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 49

informatiebijeenkomsten georganiseerd en wordt er aangesloten bij eigen bewonersavonden. 15.11 Indiener heeft vragen over de behoefte en uitvoerbaarheid van de Wij achten de ontwikkeling passend in dit gebied. Dit Procedure/Onderzoek BP gehele ontwikkeling. Allereerst betreft is de vraag in hoeverre er blijkt ook het MER en achterliggende onderzoeken. De behoefte is aan een zo grote ontwikkeling op een relatief klein gebied. Hoogbouwvisie laat bijvoorbeeld nog grotere hoogtes Zoals cliënten eerder aan hebben gegeven, zijn de mogelijke toe, maar daar is niet voor gekozen. In het kader van de alternatieven door het betrekken van een groter gebied onvoldoende gebiedsvisie Stadionpark is de visie voor het grote onderzocht. gebied Stadionpark beschreven (waaronder ook de Veranda). Het masterplan en bestemmingsplan Feyenoord City zijn daar een logisch vervolg op. 15.12 De indiener is van mening dat een aantal aspecten door worden Het is correct dat een aantal, vooral een verdere Procedure BP geschoven naar de omgevingsvergunningsprocedure. In het kader van detaillering, van de onderzoekaspecten en de exacte uitvoerbaarheid is het aan te raden om aspecten nu al goed te regelen. stedenbouwkundige invulling, wordt doorgeschoven naar de fase van de omgevingsvergunning. Dat is expliciet mogelijk gemaakt in het Besluit uitvoering Chw en passend bij een langjarige gebiedsontwikkeling. In het bestemmingsplan zijn echter wel randvoorwaarden opgenomen, die mede tot stand zijn gekomen op basis van reeds in deze fase uitgevoerd onderzoek in het kader van het MER. De randvoorwaarden zorgen er voor dat er sprake is van een uitvoerbaar plan en dat de belangen van de omgeving geborgd zijn. 15.13 De indiener geeft aan dat er op geen enkele wijze wordt aangegeven op Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Planschade BP welke wijze er om wordt gegaan met de waardedaling van omliggende onder 3.5. woningen. Er is geen inzicht in de hoogte van de bedragen en het is Met het uitkeren van planschade is rekening gehouden onduidelijk of de gemeente en/of de ontwikkelaren deze bedragen wel in de planexploitatie. kunnen betalen. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

16 Indiener Dekker Groep Beantwoording Thema** Betrekking op* 16.1 De indiener wijst de gemeente erop dat in de toelichting van het Het is juist dat de twee genoemde bedrijven onder een Milieuzonering BP ontwerpbestemmingsplan (5.3.1) is opgenomen dat de bedrijven op hogere milieucategorie dan 3.2 vallen. Voor deze bedrijventerrein Stadionweg bedrijfsactiviteiten kennen met ten bedrijven is in het bestemmingsplan IJsselmonde Noord hoogste categorie 3.2. Dit is onjuist aangezien de activiteiten van de een functieaanduiding opgenomen die (naast bedrijven

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 50

indiener en de betoncentrale van Dyckerhoff Basal tot milieucategorie 4 in milieucategorie 3.2) ook betonmortelcentrales in behoren. milieucategorie 4.2 toestaat. Paragraaf 5.3.1 van de toelichting van het bestemmingsplan wordt hier op aangevuld. Dit heeft verder geen gevolgen voor de ontwikkeling Feyenoord City en de bedrijfsvoering van indiener. Daarnaast wordt in de planregels geborgd dat nieuwe woningen leiden tot beperkingen bij de naastgelegen bedrijven. 16.2 De indiener geeft aan dat een goede bevaarbaarheid van het Zuiddiepje Het Eiland van Brienenoord, waar een getijdenpark met Scheepvaart BP van groot belang is voor duurzame bedrijfsvoering en vervoer over natuurvriendelijke oevers is voorzien, en het Zuiddiepje water essentieel is. Er komt een extra brug naar het Eiland van vallen buiten het bestemmingsplangebied Feyenoord Brienenoord en de omvorming van de bestaande brug naar een vaste City. In het kader van de ontwikkeling van de plannen oeververbinding. voor het Eiland wordt met indiener overleg gevoerd over Ondanks dat de indiener afspraken heeft gemaakt over de uitvoering onder meer de bevaarbaarheid van het Zuiddiepje. van de brug zal de bereikbaarheid van de locatie van de indiener Gezien de stroomrichting van de rivier zullen getijden- verslechteren. Deze zou kunnen ontstaan door parken en natuurvriendelijke oevers binnen het plange- aanzanding vanaf de natuurvriendelijke oevers van het getijdenpark die bied van Feyenoord City (nagenoeg) geen effect hebben in het plan zijn voorzien of door drijvend hout van afgevallen takken en op het Zuiddiepje. Overleg hierover heeft geen meer- omgevallen bomen. De indiener vraagt aandacht voor de waarde ten opzichte van het overleg dat al met de indie- verantwoordelijkheden voor de uitvoering, beheer en onderhoud en het ner wordt gevoerd. op diepte houden van het Zuiddiepje. De indiener gaat hierover graag in overleg. 16.3 De indiener geeft aan dat de aansluiting van de Stadionweg/S106 naar De cijfermatige effecten van Feyenoord City op de verkeer BP de snelweg op dit moment heel druk is en door de beoogde aansluiting A15 en A16 is terug te vinden in de bijlage 4 ontwikkeling drukker wordt. De indiener is vanwege het zware bij het MER (verdiepingsonderzoek verkeer) en meer vrachtverkeer gebaat bij blijvende vlotte en veilige afwikkeling van het algemeen als onderdeel van de plantoelichting verkeer. Dit wordt op dit moment onvoldoend geborgd in het (paragraaf 5.3.2.) en de verkeersmodelberekeningen. De bestemmingsplan. planontwikkeling Feyenoord City leidt niet tot nieuwe knelpunten waar verkeersafwikkelingsproblemen verwacht worden, maar geeft wel een kleine verslechtering van de bestaande knelpunten (zoals Stadionweg/ S106). Gelet op het feit dat het bestaande knelpunt maar beperkt wordt beïnvloed door Feyenoord City en er diverse studies lopen zoals de door indiener genoemde derde oeververbinding en het werkspoor A16/OWN, is het treffen van maatregelen vooruitlopend hierop niet doeltreffend. Daarnaast vindt monitoring van de verkeerseffecten van Feyenoord City plaats.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 51

conclusie Deze zienwijze leidt tot aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan, in die zin dat de aanwezigheid van de twee bedrijven in categorie 4.2. beschreven wordt in paragraaf 5.3.1. en aanpassing van de regels zoals hiervoor beschreven.

17 Indiener Nauta Dutilh namens Shurgard Nederland BV Beantwoording Thema** Betrekking op* 17.1 De indiener geeft aan zich niet te kunnen verenigingen met de De beantwoording is hieronder opgenomen aan de hand BP/ GW/ LL/ TL/ ontwerpbesluiten. Doordat alle besluiten en onderdelen verband met van de specifieke punten. WW elkaar houden, zijn de zienswijzen gericht tegen het ontwerpbestemmingsplan, het ontwerpbesluit gedeeltelijke wegonttrekking, de ontwerp omgevingsvergunning langsdam en landaanwinning, de ontwerp omgevingsvergunning tijdelijke landaanwinning, de ontwerp Waterwetvergunning. 17.2 De indiener wordt op basis van het ontwerpbestemmingsplan Het bedrijf van indiener wordt inderdaad wegbestemd Bestemming BP wegbestemd doordat het perceel van de indiener de bestemming vanwege de gebiedsontwikkeling Feyenoord City en ‘Gemengd – stadion’ krijgt. De indiener geeft aan dat dit specifiek de bouw van het nieuwe stadion. Het wegbestemmen enkel mogelijk is bij hoge uitzondering. Hiervan is voortbestaan van de functie en de bebouwing op het sprake als een bestemming op basis van nieuwe inzichten niet langer in perceel is niet mogelijk gelet op de uitvoering van het overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang door de gemeenteraad vastgestelde Masterplan van de boogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde Feyenoord City en het bestemmingsplan Feyenoord City rechten en belangen. Daarnaast is het niet aannemelijk dat de nieuwe dat het Masterplan mogelijk maakt. De uitvoering van bestemming binnen de planperiode van 20 jaar wordt gerealiseerd en is het masterplan is een zwaarwegend maatschappelijk er niet concreet aannemelijk gemaakt dat het betreffende bouwwerk of belang dat het wegbestemmen van indieners bedrijf gebruik verwijderd wordt. Volgens de indiener wordt, op basis van de rechtvaardigt. Feyenoord City heeft voor Rotterdam Zuid toelichting, niet voldaan aan deze voorwaarden. Hierdoor is het en de stad in zijn geheel een grote betekenis op het ontwerpbestemmingsplan onrechtmatig. gebied van sociale samenhang, woningvoorraad, ruimtelijke kwaliteit, gezondheid en werkgelegenheid. De planning is erop gericht het bestemmingsplan binnen afzienbare termijn tot uitvoering te brengen. Dit blijkt ook uit de ingediende aanvraag omgevingsvergunning(en) voor het nieuwe stadion. 17.3 De indiener geeft aan dat er in de toelichting van het De onderhandelingen in het kader van de verwerving Bestemming BP ontwerpbestemmingsplan ten onrechte gesuggereerd wordt dat er voor van de gronden van indiener en een potentiële nieuwe zijn bedrijfsvoering een alternatieve locatie is. Er worden op dit moment locatie zijn in volle gang. Het doel is om voor vaststelling gesprekken gevoerd maar het ontbreekt aan overeenstemming over van het bestemmingsplan tot overeenstemming te een alternatieve locatie. Zonder deze overeenstemming is het onzeker komen. Getracht wordt de gronden door minnelijke

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 52

of de indiener het plangebied verlaat binnen de planperiode. Zonder verwerving in eigendom te krijgen. Mocht dit niet deze zekerheid is het plan niet uitvoerbaar. Hiermee heeft de indiener haalbaar blijken, dan worden de gronden recht op een positieve bestemming. door onteigening verworven. Basis voor deze onteigening vormt het onderhavige bestemmingsplan. 17.4 De indiener geeft aan dat, doordat hij wegbestemd wordt zonder dat er Het tot uitvoering brengen van het bestemmingsplan dat Bestemming BP sprake is van een alternatieve locatie, de ontwerpbesluiten het door de gemeenteraad vastgestelde Masterplan Fey- onvoldoende opkomen voor zijn belangen en zijn daarom in strijd met enoord City mogelijk maakt (met beoogd programma een goede ruimtelijke ordening. waaronder een nieuw stadion en circa 3700 woningen) is een zwaarwegend algemeen belang dat het wegbestem- men rechtvaardigt.

17.5 De indiener geeft aan dat de ontwerpbesluiten in strijd zijn met de Verwezen wordt naar de beantwoording onder 96.10. Compensatie bedrijventerrein BP/ GW/ LL/ TL/ omgevingsverordening Zuid-Holland en het provinciale beleid met De plantoelichting zal worden aangevuld met de onder- WW betrekking tot bedrijventerreinen en detailhandel. bouwing van de invulling van de compensatie. Hiermee wordt voldaan aan de omgevingsverordening. Het ontwerpbestemmingsplan maakt een transformatie van een bestaand bedrijventerrein mogelijk. Op basis van artikel 6.12 vierde lid van de Omgevingsverordening moet in de toelichting van het bestemmingsplan aangegeven worden op welke wijze binnen de regio compensatie van het bedrijventerrein zal plaatsvinden (7ha.). Deze verantwoording ontbreekt in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan. In paragraaf 4.2.2 en 4.2.4 wordt hiertoe een poging gedaan door een compensatiegebied van bruto 4.5 ha. te noemen, maar dit wordt niet onderbouwd. Enkel voor bruto 2.5ha. is, op basis van het advies van de Metropoolregio Rotterdam den Haag, compensatieruimte ontwikkeld. De indiener gaat ervan uit dat de gemeente onderzoek doet naar het overige gedeelte van het te compenseren bedrijventerrein. Op basis van de niet onderbouwde suggesties wordt er volgens de indiener niet voldaan aan artikel 6.12 vierde lid van de Omgevingsverordening. 17.6 De indiener gaat ervan uit dat de gemeente bewust is van het niet In paragraaf 4.2.2. van de plantoelichting heeft de Compensatie bedrijventerrein BP voldoen aan artikel 6.12 vierde lid van de Omgevingsverordening. Op gemeente per relevant onderdeel van de verordening basis van artikel 6.35 van de Omgevingsverordening zou afgeweken onderbouwd dat het provinciaal belang niet in het kunnen worden van (onder andere) artikel 6.12 vierde lid. Dit is mogelijk geding is. Uit paragraaf 8.2 van de plantoelichting blijkt bij aanwijzing op basis van de Crisis- en herstelwet, waaraan voldaan dat er vooroverleg heeft plaatsgevonden met de wordt, en als de afwijking niet leidt tot onevenredige afbreuk aan provincie. Voor het overige wordt verwezen naar onze provinciale belangen. Uit de toelichting van het reactie op de zienswijze van de provincie (nummer 96). ontwerpbestemmingsplan blijkt onvoldoende dat hiervan sprake is. Er wordt ondertussen voldaan aan artikel 6.12 vierde lid

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 53

De indiener wijst op de toelichting bij art. 6.35 van de van de verordening. Er wordt niet langer een beroep Omgevingsverordening. Daarin wordt aangegeven dat slechts mag gedaan op artikel 6.35 van de Omgevingsverordening. worden afgeweken van de Omgevingsverordening voor zover die afwijking verband houdt met de rijksregels waarvan mag worden afgeweken. De indiener geeft aan dat in dit geval daar geen sprake van is. Daarnaast blijkt uit de toelichting niet dat er overleg is geweest met de provincie aangezien enkel de Metropoolregio Rotterdam den Haag wordt aangehaald. 17.7 De indiener stelt dat onvoldoende gemotiveerd is waarom er zwaar in Het uitgevoerde distributie-planologisch onderzoek Bestemming BP wordt gezet op detailhandel en horeca (gemengde bestemmingen) in (bijlage 3 bij de toelichting van het bestemmingsplan) plaats van woningen aangezien er een overaanbod aan deze functies in toont aan dat er voldoende behoefte is aan de met het het plangebied is. Daarnaast is deze keuze in strijd met de bestemmingsplan mogelijk gemaakte horeca en Omgevingsverordening en het provinciale beleid detailhandel en wordt detailhandel, na verplaatsing of beëindiging van de deze keuze niet gedragen door het Ladderonderzoek. huidige functies op de Veranda. Uit het advies van de provinciale adviescommissie blijkt ook dat, bij de juiste In paragraaf 4.1.3 wordt ingegaan op de behoefte aan deze functies op uitwerking, er mogelijkheden zijn voor detailhandel basis van het Ladderonderzoek in bijlage 3 van de toelichting op het binnen de gebiedsontwikkeling Feyenoord City. ontwerpbestemmingsplan. Hieruit volgt onvoldoende dat er regionaal Met de huidige eigenaren vinden gesprekken plaats over een actuele behoefte is naar horeca en retail, terwijl deze verplaatsing. Gelet op het ontwikkelingsperspectief dat bestemmingen al voldoende aanwezig zijn in het plangebied. De Feyenoord City biedt, is de verwachting dan ook dat zij indiener stelt dat er voor het Ladderonderzoek onduidelijke en onjuiste zullen verplaatsen. uitgangspunten zijn gehanteerd en de Provinciale adviescommissie Naar aanleiding van de zienswijze van de provincie is Detailhandel negatief heeft geadviseerd over de voorziene detailhandel desalniettemin de uitbreiding van detailhandel in sport in het plangebied. Als reactie op dit negatieve advies wordt in de en vrije tijd geschrapt. plantoelichting aangegeven dat de gemeente het streven heeft Er is dan ook geen sprake van strijd met de overeenstemming te hebben over verplaatsing. Kijkend naar de eigen omgevingsverordening, het provinciaal situatie van de indiener twijfelt de indiener over de haalbaarheid van detailhandelsbeleid of het advies van de dat streven. De indiener is van oordeel dat de plantoelichting de Adviescommissie Detailhandel. afwijking van het advies van de Adviescommissie Detailhandel niet kan dragen. 17.8 De indiener is van mening dat de Ontwerpbesluiten, in het bijzonder het Gelet op de beantwoording van de aangevoerde Algemeen BP/ GW/ LL/ TL/ ontwerpbestemmingsplan, niet getuigen van een goede ruimtelijke inhoudelijke punten is de gemeente van mening dat er WW ordening en onzorgvuldig zijn voorbereid aangezien de besluiten niet geen sprake is van onzorgvuldigheid of onvoldoende consistent zijn en onjuiste informatie bevatten. Dit leidt tot motivatie. onevenredige nadelige gevolgen voor de indiener. 17.9 De indiener stelt, op basis van onzorgvuldigheid en onvoldoende Verwezen naar de thematische beantwoording onder Onzorgvuldigheid/financiële BP motivatie, dat de ontwerpbesluiten en in het bijzonder het 1.1. en 1.2.. uitvoerbaarheid

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 54

ontwerpbestemmingsplan onrechtmatig is doordat de financiële uitvoerbaarheid niet verzekerd is. 17.10 De indiener geeft aan dat uit hoofdstuk 7 van de toelichting blijkt dat de De onderhandelingen in het kader van de verwerving Financiële uitvoerbaarheid BP gronden voor het stadion bijna allemaal in het bezit zijn van de van de gronden van indiener zijn in volle gang. Het doel gemeente. Dit geldt niet voor het perceel van de indiener, terwijl dit is om voor vaststelling van het bestemmingsplan tot perceel wel onderdeel uitmaakt van de gronden voor het stadion. overeensteming te komen. Getracht wordt deze gronden door minnelijke verwerving in eigendom te krijgen. Mocht dit niet haalbaar blijken, dan worden de gronden door onteigening verworven. Basis voor deze onteigening vormt het onderhavige bestemmingsplan. 17.11 De indiener geeft aan dat het vanwege het wegbestemmen van zijn Verwezen naar de thematische beantwoording onder Financiële uitvoerbaarheid BP perceel het van belang is dat het plan financieel uitvoerbaar is. Het 1.1. en 1.2.. perceel van de indiener maakt onderdeel uit van de locatie van het stadion. Deze gronden zullen door de gemeente verworven worden en in erfpacht worden uitgegeven. Ondanks dat er in de toelichting wordt aangegeven dat er geen risico’s zijn voor de gemeente aangezien andere partijen de kosten dragen, geldt dit dus niet voor de gronden voor het stadion. Uit de position paper Feyenoord City blijkt dat gemeentelijke verwervingskosten van 60 miljoen euro (prijspeil 2016) een randvoorwaarde is. Doordat er over deze randvoorwaarde nog geen besluit is genomen door de raad, is de financiële uitvoerbaarheid onzeker. 17.12 De indiener stelt dat het ontwerpbestemmingsplan onrechtmatig is Verwezen naar de thematische beantwoording onder Financiële uitvoerbaarheid BP vanwege het gebrek aan zekerheid over de financiële uitvoerbaarheid. 1.1. en 1.2.. De indiener geeft aan dat het, zoals in de toelichting beschreven, beschikken over kennis en zicht hebben op tijdige beschikbaarheid van financiën onvoldoende motivatie is om de uitvoerbaarheid te verzekeren. 17.13 De indiener stelt dat de financiële uitvoerbaarheid ook onzeker is Verwezen naar de thematische beantwoording onder Financiële uitvoerbaarheid BP doordat er voor fase 2 en 3 nog geen afspraken gemaakt zijn met 1.1. en 1.2. ontwikkelaars. Het is daarmee onduidelijk of de gebiedsontwikkeling, . volgend uit de ontwerpbesluiten en specifiek het OBP, zal worden uitgevoerd. Deze onzekerheid wordt bevestigd door paragraaf 3.3.2 uit de toelichting waarin aan wordt gegeven dat het OBP stoelt op een Masterplan dat een mogelijk eindbeeld schetst.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 55

17.14 De indiener stelt dat de onzekerheid over de uitvoerbaarheid toeneemt Er is vooralsnog geen reden om aan te nemen dat het Financiële uitvoerbaarheid BP als gevolg van COVID-19. virus invloed heeft op de uitvoering van de plannen. Dit geldt temeer nu de gebiedsontwikkeling over een langere periode wordt gerealiseerd. Zie ook de thematische beantwoording onder 5. 17.15 De indiener stelt dat de goede bereikbaarheid van het gebied niet In het verkeersonderzoek behorend bij het MER is de Bereikbaarheid BP/ GW/ LL/ TL/ geborgd is in de Ontwerpbesluiten. bereikbaarheid onderzocht. Ook de wegonttrekking is WW daarbij betrokken. Daaruit blijkt dat de wegonttrekking mogelijk en gewenst is. Dit wordt nog extra ondersteund door de onderbouwende notitie bij het ontwerpbesluit voor de wegonttrekking.

17.16 De indiener geeft aan dat, wanneer zijn perceel wordt wegbestemd, de Het plan is niet gericht op handhaving van het perceel. Bereikbaarheid GW bedrijfsvoering voortgezet kan worden op basis van het overgangsrecht. Het stadion betreft de eerste fase van de Met de te verwachten toename van verkeers- en parkeerdrukte als herontwikkeling waarvoor tegelijkertijd met het gevolg van te organiseren evenementen lijkt geen rekening te zijn bestemmingsplan ook een omgevingsvergunning in gehouden met de bereikbaarheid van het object van de indiener. voorbereiding is. De situatie die indiener beschrijft doet zich daarom niet voor. 17.17 De indiener geeft aan dat het ontwerpbesluit wegonttrekking Korte Zie de beantwoording bij punt 17.16. Bereikbaarheid en parkeren GW Stadionweg met bijbehorende zijstraten het mogelijk maakt om een aantal straten aan de openbaarheid te onttrekken. Door deze onttrekking verliest het perceel van de indiener zijn ontsluiting, bereikbaarheid en parkeerruimte. Dit zal gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Met de belangen van de indiener lijkt geen rekening te zijn gehouden. 17.18 De indiener geeft aan dat de overige Ontwerpbesluiten betrekking Zie de beantwoording bij punt 17.16. Procedure TL/LL/WW hebben op de realisatie van het stadion en daarmee op het perceel van de indiener. Deze ontwerpbesluiten houden geen enkele rekening met de belangen van het bestaande bedrijf. Hierdoor stelt de indiener dat ze onzorgvuldig zijn voorbereid, onevenredige gevolgen kennen en daarmee onrechtmatig zijn. 17.19 De indiener vraagt niet over te gaan tot vaststelling van de definitieve In de zienswijze ziet de gemeente geen aanleiding het Procedure BP/GW besluiten, dan wel de definitieve besluiten vast te stellen met bestemmingsplan niet vast te stellen en de besluiten niet inachtneming van deze zienswijze. De indiener doelt op alle te nemen. ontwerpbesluiten, maar in het bijzonder op het ontwerpbestemmingsplan en het ontwerpbesluit wegonttrekking Korte

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 56

Stadionweg waarin onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de indiener. 17.20 De indiener vraagt op de hoogte te worden gehouden van de Na vaststelling van de zienswijzenrapportage door het Procedure BP/ GW/ LL/ TL/ ontwikkelingen in deze kwestie. college van B en W wordt deze rapportage aan de Ge- WW meenteraad gezonden. De raadscommissie MPOF (Ma- jeure Projecten, Organisatie en Financiën) is dan de aan- gewezen commissie voor behandeling. Het is gebruikelijk dat de commissie in dat stadium een hoorzitting organi- seert. Het secretariaat van eerdergenoemde raadscom- missie zal de indieners van zienswijzen op de hoogte houden van het vervolgproces.

conclusie De zienswijze is gedeeltelikj gegrond en leidt tot aanpas- sing van de planregels en plantoelichting het bestem- mingsplan.

18 Nauta Dutil namens Pathé Theatres BV Beantwoording Thema** Betrekking op* 18.1 De indiener geeft aan zich niet te kunnen verenigingen met de De beantwoording is hieronder opgenomen aan de hand BP/ GW/ LL/ TL/ ontwerpbesluiten. Doordat alle besluiten en onderdelen verband met van de specifieke punten. WW elkaar houden, zijn de zienswijzen gericht tegen alle aspecten van het Voor de beantwoording van de zienswijzen die ontwerpbestemmingsplan, het ontwerpbesluit gedeeltelijke betrekking hebben op de ontwerpbesluiten wordt wegonttrekking, de ontwerp omgevingsvergunning langsdam en verwezen naar de definitieve besluiten. landaanwinning, de ontwerp omgevingsvergunning tijdelijke landaanwinning, de ontwerp Waterwetvergunning. 18.2 De indiener (eigenaar van de bioscoop gevestigd aan het Cor Het college waardeert het enthousiasme, op de Bestemming BP Kieboomplein 501) constateert op basis van het bestemmingsplan dat specifieke punten wordt hierna ingegaan. zijn perceel positief wordt bestemd in het bestemmingsplan en is enthousiast over de ruimtelijke ontwikkelingen voorzien in de Ontwerpbesluiten en in het bijzonder het ontwerpbestemmingsplan. Niettemin heeft de indiener een aantal observaties die zij in deze zienswijze naar voren brengen. 18.3 De indiener begrijpt niet waarom, met het oog op de lange planperiode Het plan is gericht op herontwikkeling en op verplaatsing Bestemming BP van 20 jaar, allerlei beperkingen komen te gelden die onder het (dan wel beëindiging ) van bestaande functies, vigerende bestemmingsplan niet van toepassing zijn. Het waaronder de bioscoop, op de Veranda. Vanuit dit ontwerpbestemmingsplan staat enkel gebruik voor een bioscoop voor oogpunt liggen uitbreidingsmogelijkheden op de huidige ten hoogste de bestaande vloeroppervlakte toe en de bebouwingsregels locatie, dan ook niet voor de hand en zijn deze ook niet

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 57

bepalen dat bouwwerken enkel vervangen mogen worden door gewenst. De planologische mogelijkheden van het nu bouwwerken van dezelfde afmeting op dezelfde locatie. Hiermee geldende bestemmingsplan Olympus worden dan ook worden in het ontwerpbestemmingsplan de planologische niet overgenomen. De huidige planologische mogelijkheden beperkt voor de gronden van de initiatiefnemer. Dit uitbreidingsmogelijkheden zijn overigens beperkt, enkel wordt niet gemotiveerd in de toelichting, terwijl dit wel nadelige aan de zuidzijde is een hogere bouwhoogte dan nu gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering. De indiener vraagt daarom om gerealiseerd toegestaan. De nadelige gevolgen voor de geen gebruiks- en bebouwingsbeperkingen door te voeren ten opzichte bedrijfsvoering hebben geen betrekking op de huidige van het vigerende bestemmingsplan. situatie, maar op een situatie die zich mogelijk in de toekomst kan voordoen. Dit wordt ons inziens voldoende ondervangen doordat uitbreiding van de huidige bioscoop op een nieuwe locatie in het plangebied wel mogelijk is. 18.4 De indiener is van mening dat de mogelijke verplaatsing van de Zowel binnen de bestemming woongebied-Kuippark als Bestemming BP bioscoop naar de gronden behorend tot ‘Woongebied – Kuippark’ de bestemmingen Gemengd-Waterfront en Gemengd- mogelijk niet de meest geschikte locatie is voor deze functie. Hierbij De Strip Zuid laat het bestemmingsplan een bioscoop heeft de indiener vooral bedenkingen bij het aspect tijd. De indiener ziet toe. Het bestemmingsplan staat overleg over de meest binnen de bestemming ‘Gemengd – Waterfront’ mogelijkheden voor de gewenste locatie dan ook niet in de weg. realisatie van een bioscoop. Voor het bestemmingsplan wordt Er vindt overleg plaats met indiener om samen te vastgesteld, zou de indiener graag in overleg treden met de gemeente onderzoeken wat de beste locatie is voor de verplaatsing over de meest optimale locatie voor een verplaatsing. en realisatie van de nieuwe bioscoop, waarbij de mogelijkheden voor een inpassing in ‘Gemengd – Waterfront’ naast de mogelijkheden voor inpassing in het ‘Woongebied-Kuippark’/ Gemengd Strip Zuid worden onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar de combinatie van functies op deze locaties die elkaar kunnen versterken. Dit sluit aan op de doelstellingen die het Masterplan beoogt. 18.5 De indiener kan zich vinden in het standpunt dat maximaal één bioscoop In de algemene gebruiksregels (artikel 32.1.9) is naar het Planregels BP in het plangebied is toegestaan. Aangezien er geen marktruimte is voor oordeel van de gemeente duidelijk opgenomen dat er ten meer bioscoopaanbod. De indiener vindt het oogmerk van de hoogste 1 bioscoop is toegestaan binnen het plangebied. gemeenteraad volstrekt helder en noodzakelijk in het belang van de goede ruimtelijke oefening, maar dit oogmerk wordt onvoldoende gediend in de huidige planregels. 18.6 De indiener vindt artikel 32.1 van het Ontwerpbestemmingsplan In de tabellen in artikel 32.1 zijn maximale oppervlakten Planregels BP moeilijk leesbaar en onduidelijk. Het gaat hierbij om de relatie tussen en maximale aantallen woningen opgenomen voor de artikel 32.1 en 32.1.9. Artikel 32.1 bepaalt dat de toelaatbare binnen de verschillende bestemmingen toegestane oppervlakten en aantal woningen niet meer mogen bedragen dan de in functies. In de tabellen is het woord bioscoop niet de tabellen genoemde oppervlakten en aantallen. Echter bevat 32.1.9 opgenomen, maar een bioscoop valt onder de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 58

geen tabel. De indiener vraagt dit te verduidelijken om misverstanden te functiegroep leisure welke wel genoemd wordt in de voorkomen. tabellen in 32.1. Aanvullend op de maximale toegestane oppervlakten geldt de bepaling dat er ten hoogste 1 bioscoop toegestaan binnen het gehele plangebied, dit staat in artikel 32.1.9. 18.7 De indiener neemt aan dat in artikel 32.1.9 bedoeld wordt dat de Indien ten tijde van het indienen van de Planregels BP exploitatie van hoogstens één bioscoop is toegestaan. De indiener omgevingsvergunning voor de verplaatsing van de hoopt dat deze bepaling niet het verlenen van een bioscoop is vastgelegd, bijvoorbeeld in een omgevingsvergunning voor bouwen voor het realiseren van de beoogde overeenkomst, dat de huidige bioscoop stopt, is dit geen nieuwe bioscoop in de weg staat. Dit zal namelijk gebeuren gedurende belemmering voor het verlenen van de de periode dat de huidige bioscoop in exploitatie is. omgevingsvergunning. Hieraan kan eventueel het voorschrift worden verbonden dat de nieuwe bioscoop pas in gebruik kan worden genomen als de oude bioscoop is beëindigd. 18.8 De indiener is van mening dat op gronden waarop leisure toegestaan is, De nieuwe plaats van de bioscoop staat nog niet vast Bestemming BP soms een bioscoop expliciet is uitgesloten (Gemengd-2 / Gemengd – De daarom is het gebruik als bioscoop als vorm van leisure Kuip) en soms niet (Gemengd – de strip Zuid / Gemengd – Waterfront / niet uitgesloten binnen Gemengd-De Strip Zuid en Gemengd – Stadion). Om misverstanden te voorkomen, vraagt de Gemengd-Waterfront. Binnen de bestemming Gemengd- indiener het gebruik van gronden voor een bioscoop binnen de overige Stadion is leisure in het geheel niet toegestaan. In artikel bestemmingen in het bestemmingsplan expliciet uit te sluiten en 32.1.9 is voorts bepaald en verzekerd dat in het gehele tezamen met de indiener op zoek te gaan naar de meest optimale plangebied maximaal 1 bioscoop is toegestaan. Hiermee locatie voor een nieuwe bioscoop. is uitsluiting van een bioscoop op andere gronden voldoende geborgd. Dit ondanks het feit dat enkele bestemmingsomschrijvingen leisure (inclusief een bioscoop) toestaat. Op deze manier zijn er nog verschillende mogelijkheden voor de nieuwe locatie van de te verplaatsen bioscoop en staat dit overleg over de meest gewenste locatie niet in de weg. 18.9 De indiener is van mening dat er door het ontbreken van het begrip In het bestemmingsplan wordt naar aanleiding van de Bestemming BP ‘bioscoop’ en de ruime definitie van ‘leisure’ discussie kan ontstaan wat zienswijze een definitie van het begrip bioscoop er onder een bioscoop wordt verstaan. Op basis van de praktijk vreest opgenomen, te weten: de indiener dat ‘filmhuizen’ en ‘arthouses’ hierdoor niet per definitie zijn uitgesloten. Dit zou het level-playing-field beperken en voor een ‘een uitgaansgelegenheid waar op regelmatige en overaanbod zorgen. De indiener vraagt de gemeente de definitie frequente basis films worden vertoond’. ‘bioscoop’ in het ontwerpbestemmingsplan te verduidelijken en alle theaters waarin films worden vertoond te maximeren tot 1 bioscoop Hiermee wordt voldaan aan het verzoek van indiener. ongeacht of er sprake is van commerciële exploitatie.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 59

18.10 De indiener stelt voor om, indien de gemeenteraad niet eens is met de In het plangebied wordt maximaal 1 bioscoop Bestemming BP opvatting dat alle theaters waar films worden vertoond tot bioscoop toegestaan. Aan de regels wordt een definitie van behoren, de vestiging van filmhuizen binnen het plangebied uit te bioscoop toegevoegd zoals in 18.9 aangegeven. Een sluiten om discussie te voorkomen dat filmhuizen binnen de verdere specificatie acht de gemeente niet ruimtelijk bestemming leisure vallen. Op basis van de toelichting en de planregels relevant. concludeert de indiener dat er geen wens is om een filmhuis in het plangebied te realiseren. 18.11 De indiener vraagt de gemeente om de eventuele gevolgen van de Na inwerkingtreding van de Omgevingswet, worden de aanstaande Omgevingswet te betrekken in deze planvorming om te huidige bestemmingsplannen van rechtswege onderdeel borgen dat de beoogde maximering van één bioscoop ook na van het gemeentelijk Omgevingsplan zodat de inwerkingtreding van de omgevingswet blijft gelden. maximering van 1 bioscoop blijft gelden. Dit tot het moment dat de gemeente een nieuw Omgevingsplan vaststelt waarin de gemeente het ruimtelijk beleid opnieuw afweegt. 18.12 De indiener wijst de gemeente erop dat, indien zij wel voornemens is Zie 18.10 Bestemming BP om naast één bioscoop ook één of meerdere filmhuis(-zen) toe te staan in het plangebied, gezien de uitkomst van het behoefteonderzoek tot maximering van het aantal filmhuizen over te gaan. Indiener is het eens met maximering tot 1 bioscoop, maar vindt dat dit met de huidige planregeling onvoldoende is geborgd.Daarnaast vraagt de indiener om in de planregels duiding te geven aan de term filmhuis om verkleuring naar een commercieel theater tegen te gaan. 18.13 De indiener wijst de gemeente erop dat in heel Rotterdam-Zuid, dus ook In dit bestemmingsplan kunnen uitsluitend regels Bestemming BP buiten het plangebied, in het belang van een goede ruimtelijke ordening worden opgenomen voor dit plangebied. De toelichting geen behoefte bestaat aan nieuwe bioscopen en filmhuizen buiten het doet geen uitspraken over mogelijke initiatieven buiten lopende initiatief bij Zuidplein en de ontwikkeling voorzien in dit het plangebied. Bij ieder bestemmingsplan maakt de ontwerpbestemmingsplan. Dit volgt uit het behoefte onderzoek. De gemeente nieuwe afwegingen op basis van de initiatiefnemer vraagt de gemeente daarom om in de toelichting van het onderzoeken en inzichten die dan bestaan. definitieve bestemmingsplan te benoemen dat de goede ruimtelijke ordening aan verdere bioscoopinitiatieven in Rotterdam-Zuid in de weg staat. 18.14 De indiener stelt dat de Ontwerpbesluiten, en in het bijzonder het Verwezen wordt naar de beantwoording van de Procedure BP ontwerpbestemmingsplan, onrechtmatig is aangezien deze niet met afzonderlijke inhoudelijke punten hiervoor. voldoende zorgvuldigheid zijn voorbereid en onevenredige nadelige gevolgen voor de initiatiefnemer kent. In het ontwerpbestemmingsplan wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de initiatiefnemer. De initiatiefnemer vraagt daarom om de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 60

Ontwerpbesluiten vast te stellen met inachtneming van onderhavige zienswijze. 18.15 De indiener vraagt op de hoogte te worden gehouden van de Na vaststelling van de zienswijzenrapportage door het Procedure BP/ GW/ LL/ TL/ ontwikkelingen in deze kwestie. college van B en W wordt deze rapportage aan de Ge- WW meenteraad gezonden. De raadscommissie MPOF (Ma- jeure Projecten, Organisatie en Financiën) is dan de aan- gewezen commissie voor behandeling. Het is gebruikelijk dat de commissie in dat stadium een hoorzitting organi- seert. Het secretariaat van eerdergenoemde raadscom- missie zal de indieners van zienswijzen op de hoogte houden van het vervolgproces.

Conclusie Het bestemmingsplan wordt aangepast naar aanleiding van de zienswijze op de wijze zoals hiervoor omschreven.

19 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 19.1 De indiener verzoekt de gemeente om het plan te heroverwegen en af Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Uitzicht/Bouwhoogte BP te zien van de hoogbouw van 70 meter en in te zetten op maximaal 4 onder 3.1 en 3.4. bouwlagen in de Veranda. Indiener vreest dat het uitzicht vanuit de Adriaan Kooningsstraat aanzienlijk afneemt. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

20 Cementbouw Betonmortel BV Beantwoording Thema** Betrekking op* 20.1 De indiener wijst de gemeente erop dat in de toelichting van het Zie nr. 16.1 Milieuzonering BP ontwerpbestemmingsplan (5.3.1) is opgenomen dat de bedrijven op bedrijventerrein Stadionweg bedrijfsactiviteiten kennen met ten hoogste categorie 3.2. Dit is onjuist aangezien de activiteiten van de indiener tot milieucategorie 4 behoren. 20.2 De indiener geeft aan dat een goede bevaarbaarheid van het Zuiddiepje Zie nr. 16.2 Scheepvaart BP van groot belang is voor duurzame bedrijfsvoering en vervoer over water essentieel is. Ondanks dat de indiener afspraken met de gemeente heeft gemaakt over de uitvoering van de extra brug naar het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 61

Eiland van Brienenoord, zal de bereikbaarheid van de locatie van de indiener verslechteren. De indiener wil waken voor een verdere verslechtering van de bevaarbaarheid van het Zuiddiepje, welke kan ontstaan door aanzanding vanaf de natuurvriendelijke oevers van het getijdenpark of door drijvend hout van afgevallen takken en omgevallen bomen. De indiener vraagt aandacht voor de verantwoordelijkheden voor de uitvoering, beheer en onderhoud en het op diepte houden van het Zuiddiepje. De indiener gaat hierover graag in overleg. 20.3 De indiener geeft aan dat de aansluiting van de Stadionweg/S106 naar Zien nr. 16.3 Verkeer BP de snelweg op dit moment heel druk is en door de beoogde ontwikkeling drukker wordt. De indiener is vanwege het zware vrachtverkeer gebaat bij een blijvende vlotte en veilige afwikkeling van het verkeer. Dit wordt op dit moment onvoldoende geborgd in het bestemmingsplan. conclusie De zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

21 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 21.1 De indiener vraagt zich af waarom op de locatie van de parkeergarage De recent vastgestelde Hoogbouwvisie (zie pagina 9 van Bestemming BP Veranda geen hoogbouw is voorzien, terwijl dit voorheen wel de deze visie) maakt bouwen van gebouwen hoger dan 70m bedoeling was. De indiener stelt voor om deze locatie voor hoogbouw te op deze locatie niet mogelijk. De parkeergarage Veranda gebruiken, zodat de huidige bewoners minder overlast door hoogbouw is geen onderdeel van de gebiedsontwikkeling. De krijgen. parkeergarage is ook in de toekomst noodzakelijk om de parkeerbehoefte van dit deel van Feyenoord City waaronder het nieuwe stadion te faciliteren alsmede de bestaande parkeerbehoefte op de Veranda. 21.2 De indiener geeft aan dat, op basis van de hoogbouwvisie 2011, het een Voor Feyenoord City geldt de Hoogbouwvisie 2019. In de Schaduw- en windhinder BP harde eis is dat de beschaduwing op bestaande bebouwing maar met Hoogbouwvisie (pag 42) is niet opgenomen dat de maximaal 2 uur mag toenemen. Ook voor windhinder geldt dat de beschaduwing op bestaande woningen met maximaal 2 praktijk niet anders mag uitwijzen dan de hiervoor geldende wettelijke uur mag toenemen. De Hoogbouwvisie doet geen normen. Om deze reden volstaat het “we gaan ons best doen om het uitspraak over de toegestane schaduwhinder op waar te maken” niet. woningen vanwege nieuwe hoogbouw in Feyenoord City. Voor schaduwhinder en windhinder gelden overigens geen wettelijke normn. De randvoorwaarden

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 62

ten aanzien van bezonning op bestaande woningen en voor windhinder zijn echter wel degelijk als harde randvoorwaarde in de planregels opgenomen. Bij een aanvraag omgevingsvergunning moet hier dus ook aan voldaan worden. Zie verder de thematische beantwoording onder 3.2 en 3.3. 21.3 De indiener vraagt zich af of de realisatie van 1.045 woningen in de Zie de thematische beantwoording onder 3.1, 3.2 en 3.4. Bestemming BP Veranda niet per definitie zorgt voor een ‘muur’ voor de bestaande bebouwing. De indiener is van mening dat nieuwbouw niet te dicht op bestaande bebouwing gerealiseerd mag worden. 21.4 De indiener vreest dat de ontwikkeling van nieuwbouw op de Veranda Zie voor zonuren, uitzicht en privacy ook de thematische Afname woongenot/ BP en Kuippark het woongenot in het/zijn appartement beperkt. Hierbij beantwoording onder 3.1, 3.2, en 3.4.. Vermindering van privacy/ gaat het om: Uit het MER blijkt dat enige overlast in de bouwfase Uitzicht/ - Afname van uitzicht (zuid, west en oost) vanwege onder meer de bouw van het stadion en de Schaduwhinder/Bouwhinder - Afname van privacy woontorens niet te voorkomen is. Bij een aanvraag - Afname zonuren op balkon omgevingsvergunning wordt specifiek gekeken naar de - Bouwhinder wijze waarop overlast zoveel mogelijk kan worden Vanwege deze grote afname van het woongenot stelt de indiener voor voorkomen en wordt tevens bezien welke maatregelen om laagbouw te realiseren waar hoogbouw voor grote hinder zou nodig zijn. Dit betreft dus een uitvoeringsaspect dat in zorgen en enkel hoogbouw te realiseren waar dit maar voor beperkte het kader van het bestemmingsplan niet hoeft te hinder zorgt. worden meegewogen. Bij een aanvraag omgevingsvergunning (voor bijvoorbeeld een gebouw) is het in de gemeente Rotterdam verplicht een BLVC-plan te maken. In een BLVC-plan zijn maatregelen, verantwoordelijkheden en afspraken beschreven rondom bouwprojecten. BLVC bestaat voor bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie. In het plan staat beschreven hoe de overlast op de omgeving kan worden beperkt en wie het aanspreekpunt is. Zie ook de thematische beantwoording onder 6.

21.5 De indiener vreest een afname van het woongenot door overlast als Dit zijn zaken van openbare orde. Het bestemmingsplan Afname BP gevolg van de oeverzone bij de Veranda. Hierbij gaat het onder andere is niet het instrument om dit te regelen. Wel worden woongenot/Geluidsoverlast om:

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 63

- (Nachtelijke) geluidsoverlast bewoners betrokken bij de verdere uitwerking van de - Zwerfafval inrichting van de openbare ruimte. - BBQ-rook Zwerfafval kan online bij de gemeente worden gemeld - Vandalisme via onder meer de ‘Buiten Beter app’. Geluidsoverlast en vandalisme is een zaak voor de politie. Wij adviseren u overlast te melden, zodat de beschikbare instrumenten kunnen worden ingezet om dit te beperken of te voorkomen. 21.6 Er is volgens de indiener in de plannen voor Feyenoord City De plannen zijn tot stand gekomen in een Afname woongenot / BP onvoldoende rekening gehouden met het woongenot van de huidige participatieproces met zowel de bewoners als de Participatie bewoners. De indiener vraagt de gemeente om huidige bewoners actief bedrijven in het gebied. In het vervolgtraject wordt het te betrekken bij het ontwerp en de plannen voor nieuwbouw, de participatieproces voortgezet, waarbij opnieuw buitenruimte, de programmering van de plinten (nieuw en bestaand). bewoners actief benaderd worden om deel te nemen in werkgroepen en thema bijeenkomsten om samen aan de plannen te werken. Daarnaast worden informatiebijeenkomsten georganiseerd en wordt er aangesloten bij eigen bewonersavonden. Conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

22 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 22.1 De indiener geeft aan dat een bouwhoogte van 70 meter zorgt voor een Zie de thematische beantwoording onder 3.1 en 3.2. Schaduwhinder BP afname van licht en een toename van schaduw op de woningen aan de Adriaan Kooningsstraat. 22.2 De indiener geeft aan dat de wijk door deze ontwikkeling verandert in De gemeente heeft in het door de gemeenteraad in Karakter wijk/ Afname BP een woonwijk, doordat de gezelligheid van restaurants en cafés zal 2019 vastgestelde Masterplan Feyenoord City ervoor woongenot verdwijnen. gekozen om het gebied de Veranda te transformeren naar een hoofzakelijk woongebied. De commerciële functies zijn hoofdzakelijk gepland in Waterfront en Strip Zuid. Voor de werking van Feyenoord City in zijn geheel, is dat van belang. Een en ander zoals verwoord in het masterplan. Ook wordt opgemerkt dat het begrip ’gezelligheid’ subjectief is. De gemeente is daarbij juist van mening dat er na herontwikkeling een kwaliteitsimpuls aan het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 64

Verandagebied en ook de verdere omgeving, wordt gegeven. De oeverzone krijgt eveneens een kwaliteitsimpuls waarbij sprake zal zijn van een levendig recreatief gebied, waarbij er ruimte voor de natuur is en er nieuwe loop- en fietsroutes worden gerealiseerd. Bovendien is er ook in de toekomst is nog enige ruimte voor andere functies dan wonen in de plint van gebouwen aan het Cor Kieboomplein. 22.3 De indiener geeft aan dat de realisatie van extra woningen zorgt voor Zie de thematische beantwoording onder 3.8. Parkeren BP extra parkeeroverlast. 22.4 De indiener geeft aan dat de realisatie van extra woningen zorgt voor Uit het MER blijkt dat de ontwikkelingen op de Veranda Geluidsoverlast BP extra geluidsoverlast. niet zullen leiden tot meer geluidsoverlast bij de huidige woningen. De nieuwe woningen hebben een afschermende werking voor de Stadionweg. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

23 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 23.1 De indiener stelt dat voorkomen moet worden dat de bouwhoogtes en Zie de thematische beantwoording onder 3.1, 3.2, 3.3 en Schaduw- en windhinder/ BP de vormgeving van de nieuwbouw, met name langs weerskanten van de 3.4. Visuele blokkade/ Stadionweg, een visuele blokkade voor de huidige woningen vormt. Ook Ook aan de zuidzijde van de Stadionweg zal geen sprake Bouwhoogte moet ongewenste wind- en schaduwhinder worden voorkomen. De zijn van een visuele blokkade. indiener stelt voor om aan de Stadionweg een maximum bouwhoogte van 10 bouwlagen aan te houden. 23.2 De indiener geeft aan dat op de huidige parkeerplaats P5C torens zijn Zie aanvullend de thematische beantwoording onder Schaduw- en windhinder/ BP gepland met een hoogte tot 150 meter. Deze torens beperken het 3.5. Waardevermindering woongenot van de bewoners en de waarde van de woningen in het huidige Rubensgebouw, wegens afname van zoninval en toename van wind- en schaduwhinder. 23.3 De indiener stelt dat de bestaande infrastructuur de komst van de grote In het kader van het MER is onderzoek gedaan naar de Infrastructuur BP hoeveelheid horeca, een nieuwe bioscoop en een nieuw stadion niet verkeersstructuur en de verkeersafwikkeling als gevolg aan kan. van Feyenoord City, inclusief alle horeca, het nieuwe stadion e.d.. Uit het onderzoek is gebleken dat met inachtneming van diverse maatregelen, het verkeer afdoende afgewikkeld kan worden.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 65

23.4 De indiener stelt dat er op de Veranda al een structureel Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Parkeren BP parkeerprobleem is en verwacht op basis van de plannen niet dat dit onder 3.8. verbetert. 23.5 De indiener mist in het plan het uitbreiden en verbeteren van openbaar Met beperkte verbeteringen in het OV (zoals Openbaar vervoer BP vervoer. opgenomen in de plannen) kan worden voorzien in voldoende OV aanbod. De ambities voor verdere verbetering van het OV voor de langere termijn zijn onderdeel van de OV visie van Rotterdam en de MIRT verkenning voor een derde oeververbinding waarvoor ook wordt samengewerkt met vervoerders en omliggende gemeenten. De komst van veel nieuwe woningen vormt de basis voor het verbeteren van het OV aanbod. Het verbeteren van het OV aanbod is echter geen randvoorwaarde voor de gebiedsontwikkeling. 23.6 De indiener hoopt dat de handhaving in de wijk in de toekomst Onduidelijk is welke handhaving de indiener hier Handhaving BP verbeterd wordt. bedoelt. Handhaving in het algemeen wordt niet geregeld via een bestemmingsplan. Als het gaat om handhaving op het punt van bijvoorbeeld (parkeer)overlast dan wordt dat gedaan op grond van de APV. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

24 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 24.1 De indiener maakt zich zorgen over de aantrekkelijkheid en leefbaarheid Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Uitzicht/Schaduwhinder/ BP van het Cor Kieboomplein als gevolg van de geplande hoogbouw in onder 3.1, 3.2. en 3.4. Leef- en woonklimaat/ Feyenoord City. De indiener uit haar zorgen over het verliezen van Vermindering van privacy uitzicht en zon voor de huidige bebouwing aan het Cor Kieboomplein. Daarnaast wordt de straat zo smal dat dit ten koste gaat van de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van het Cor Kieboomplein, mede gezien de inkijk die de nieuwbouw met zich meebrengt. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 66

25 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 25.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is gedeeltelijk gegrond leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

26 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 26.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

27 Stichting Vrienden van de Kuip (ontwerpbesluiten) Beantwoording Thema** Betrekking op* 27.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienwijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

28 Indiener stichting vrienden van de Kuip, hebben 2 zienswijzen Beantwoording Thema** Betrekking op* ingediend ook nr. 27 28.1 De indiener geeft aan dat er een plan voor de gebiedsontwikkeling met Zie de thematische beantwoording onder 4.1. Het is niet Alternatieve plannen BP/MER modernisering van Stadion Feijenoord (De Kuip) met de werktitel “De juist dat in het kader van het MER Feyenoord City ook Magische Kuip” beschikbaar is en deze als zienswijze zal worden een alternatief met een gebiedsontwikkeling met een De zienswijzen ingediend. Ook is in een eerder stadium al gebleken dat er alternatieven vernieuwd stadion Feijenoord onderzocht moet worden. hebben betrekking ontwikkelingen zijn, zoals BAM en Red de Kuip, deze initiatieven leveren Dit blijkt ook uit het startdocument, het advies op de stukken die voor een lagere investering eenzelfde programma. Het is volgens de reikwijdte en detainlniveau van de Commissie m.e.r. en ter inzage liggen: indiener niet duidelijk waarom een nieuw te bouwen stadion wel een het concept toetsingsadvies van de Commissie m.e.r.. BP/GW/LL/TL/WW ‘momentum’ (dus kennelijk geen ‘vereiste’) voor een Voor wat betreft het plan ‘De magische Kuip’ geldt gebiedsontwikkeling kan zijn en een vernieuwd Stadion Feijenoord dat onverkort dat het bestemmingsplan Feyenoord City is niet kan zijn. De indiener geeft aan dat op basis van flinterdunne gericht op het mogelijk maken van een nieuw argumenten ervoor wordt gekozen deze alternatieven niet eens te voetbalstadion en niet op het mogelijk maken van onderzoeken. Dit is volgens de indiener onbegrijpelijk, onzorgvuldig en vernieuwbouw van de Kuip. Een en ander zoals reeds onverantwoord en roept volgens de indiener de vraag op in hoeverre eerder besloten. Zie ook het antwoord bij thema 4.2. alternatieven vaker zijn genegeerd om toch vooral tot de ontwikkeling Voor het overige wordt verwezen naar de te komen zoals die nu bij enkelen voor ogen staat. De indiener benoemt beantwoording van zienswijze x. dat in het kader van bijvoorbeeld de MER het onderzoeken van

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 67

alternatieven, bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling in combinatie met een vernieuwd Stadion Feijenoord, een vereiste is. Daarnaast dient de ingediende zienswijze door Stadion op Zuid hier onverkort als ingelast te worden beschouwd. 28.2 De indiener is het niet eens met het niet overwegen van vernieuwbouw Verwezen wordt naar de thematische beantwoording bij Stadion / Procedure / BP voor Stadion Feyenoord als toekomstige oplossing voor bvo Feyenoord 4.1. Zorgvuldigheid en trekt om die reden de argumenten voor nieuwbouw dan ook in Gelet op de eerdere besluitvorming waaronder de twijfel. Er is onvoldoende gekeken naar de mogelijkheden die de Kuip locatiekeuze op basis van de Gebiedsvisie Stadionpark is biedt als toekomstig thuishaven voor Feyenoord. De indiener stelt dat het niet noodzakelijk een alternatief voor vernieuwbouw het niet overwegen van de vernieuwbouw optie als alternatief voor de onderdeel van huidige besluitvorming te maken. nieuwbouw ten onrechte geen deel van de opdracht was. Daarmee voldoet het besluitvormingsproces niet aan de vereiste zorgvuldigheid. 28.3 De indiener stelt dat de voorgenomen bestemmingswijziging de optie Het bestemmingsplan Feyenoord City is inderdaad Stadion / Alternatieve BP tot behoud en ontwikkeling van stadion Feijenoord als voetbalstadion in gericht op het mogelijk maken van een nieuw plannen de stadiondriehoek onmogelijk maakt en dat de voorgenomen voetbalstadion en niet op het mogelijk maken van bestemmingswijziging de rol van De Kuip als aanjager voor vernieuwbouw van de Kuip. Een en ander zoals reeds gebiedsontwikkeling onmogelijk maakt. eerder besloten. 28.4 De indiener stelt dat een objectief vergelijk van de optie modernisering Zie ten aanzien van de financiële middelen om de 1e fase Stadion BP van het huidige stadion met de alternatieve plannen en van de optie van Feyenoord City, waaronder de bouw van het nieuwe tussen het bestemmingsplan Feyenoord City (BP) met deze alternatieve stadion te starten, de thematische beantwoording bij plannen onmogelijk wordt gemaakt, terwijl de haalbaarheid van het 4.4. nieuwe stadion nog allerminst zeker is. 28.5 De indiener verzoekt om de gebiedsontwikkeling inclusief Verwezen wordt naar het thematische antwoord onder Stadion / Onderzoek BP modernisering van het huidige stadion serieus te onderzoeken. 4.1 en 4.2. 28.6 De indiener doet een verzoek om het huidige stadion zijn functie als Aanvullend wordt opgemerkt dat de constatering dat de Stadion / Bestemming BP voetbalstadion met aanverwante functies te laten behouden of de Kuip als voetbalstadion is wegbestemd in het functie ‘Gemengd – Stadion’ toe te delen om zodoende de mogelijkheid ontwerpbestemmingsplan juist is. Conform de door de voor modernisering van het stadion als aanjager voor de gemeente vastgestelde gebiedsvisie Stadionpark en het stadiondriehoek en gebiedsontwikkeling te waarborgen. Hierbij dient vervolgens in 2019 door de gemeenteraad vastgestelde actief gestuurd te worden op de sportieve en finaciële toekomst van de masterplan Feyenoord City voorziet het bvo feyenoord. ontwerpbestemmingsplan in een nieuwe bestemming voor de Kuip waarmee transformatie naar onder meer andere sportvoorzieningen zoals een atletiekbaan, maatschappelijke voorzieningen, hotel en wonen mogelijk maakt. Wel zijn de planregels aangepast in die zin dat het huidige gebruik van de Kuip blijft bestemd totdat het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 68

nieuwe stadion in gebruik wordt genomen door Feyenoord. Ook aanpassingen aan het stadion zijn mogelijk. Zie ook de thematische beantwoording onder 4.3. 28.7 De indiener is het niet eens met de noodzaak en locatiekeuze voor een Zie ook de thematische beantwoording onder 4.1. Locatiekeuze Stadion / BP nieuw stadion. De indiener is verbaasd over de locatiekeuze aan de Negatieve effecten op Maas, te meer omdat deze locatie in het verleden door de gemeente als De locatie van de oeververbinding maakt geen percelen / Onderzoek onwenselijk is bestempeld. De gekozen locatie heeft nadelige effecten onderdeel uit van deze bestemmingsplanprocedure. voor Feyenoord supporters voor wat betreft bereikbaarheid/parkeren Over de oeververbinding vindt afzonderlijke op wedstrijddagen. Dit heeft een negatief effect op de bezettingsgraad, besluitvorming en te zijner tijd een afzonderlijke de business case en de haalbaarheid. Gedurende de juridisch-planologische procedure plaats. voorbereidingsplannen van het nieuwe stadion in de Maas is een traject In het masterplan Feyenoord City is overigens wel ingezet om een oeververbinding te realiseren over de Maas naar rekening gehouden met een ruimtereservering voor een Rotterdam Zuid. De infrastructureel en kostentechnisch meest gunstige eventuele (aanlanding) van een oeverbinding binnen het locatie wordt door de locatiekeuze van het nieuwe stadion belemmerd. gebied Feyenoord City. Deze ruimtereservering is ook De indiener verzoekt om een onafhankelijk onderzoek uit te laten opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan. Zie voeren naar de noodzaak en locatiekeuze van het nieuwe stadion. ook de beantwoording onder thema 7. 28.8 De indiener geeft aan dat alternatieve plannen voor het stadion en dat De gemeente ziet gelet ook op het gestelde bij 28.1 geen Stadion / Vergelijking BP een objectief vergelijk tussen het BP en alternatieve plannen ontbreken. reden alternatieven te vergelijken met de nu beoogde alternatieven / Onderzoek De indiener geeft aan dat zij al voldoende argumenten heeft plannen. aangedragen voor mogelijke en betere alternatieven inclusief verwijzing naar een concreet plan voor modernisering van De Kuip dat beschikbaar is c.q. komt. De indiener stelt dat het ontbreekt aan onderzoek, gedetailleerdere uitwerking en objectieve vergelijking van de effecten en impact van deze alternatieven en het BP Feyenoord City, daarbij wijst de indiener op een vergelijking van o.a. de volgende aspecten/effecten: Programma en functie-mix, maatschappelijke kosten en baten, milieu en veiligheid, mobiliteit en parkeren, verbindingen naar omliggende gebieden en ontwikkeltijd en verwachte overlast. Alternatieve plannen zijn volgens de indiener onvoldoende onderzocht en niet op de juiste gronden overwogen. De indiener stelt voor het plan voor modernisering van De Kuip met gebiedsontwikkeling door een onafhankelijk partij te laten onderzoeken en objectief te laten vergelijken met het BP, op de door de indiener genoemde effecten. 28.9 De indiener geeft aan dat het eenvoudiger is om middels modernisering De gemeente ziet gelet ook op het gestelde bij 28.1 geen Stadion / Exploitatie BP van de Kuip een positieve exploitatie te behalen dan in het beoogde reden alternatieven te vergelijken met de nu beoogde stadion, doordat: plannen. - De Kuip geliefd is bij voetbalsupporters in Nederland en Europa.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 69

- Artiesten de weg naar de Kuip weten te vinden. - Horeca-inkomsten goed zijn in te schatten op basis van de huidige bezoekersaantallen en de verwachte toename. 28.10 De indiener geeft aan dat zij direct en indirect belang heeft bij een goed Zie de thematische beantwoording onder 4.4. Stadion / Belang BP presterend Feyenoord in een goed exploiteerbaar, levendig en aantrekkelijk stadion naast de eigen percelen. De indiener stelt dat het nieuwe stadion duurder is dan nodig door de gekozen locatie. Ook zorgt het nieuwe stadion niet voor het minimaal benodigde spelersbudget om bvo Feyenoord sportief en financieel concurrerend te laten zijn. Daarnaast heeft de slechte bereikbaarheid van het nieuwe stadion een negatief effect heeft op de bezettingsgraad. De indiener stelt dat deze combinatie van factoren volgens specialisten het risico verhoogt van een neerwaartse spiraal en daarmee de kans op een verminderde exploitatie, verliezen en mogelijk zelfs een faillissement van het nieuwe stadion. conclusie Deze zienwijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

29 Rijkswaterstaat Beantwoording Thema** Betrekking op* 29.1 Rijkswaterstaat bedankt voor het verwerken van het merendeel van de Deze opmerkingen worden verwerkt in de Water BP vooroverlegreacties. Er wordt verzocht om nog een aantal opmerkingen plantoelichting. Het is correct dat uitbreiding van de te verwerken. erosiekuil niet is toegestaan. Dit wordt voorkomen met Deze zienswijze heeft betrekking op paragraaf 5.3.5 (Water) van de maatregelen. toelichting. - De opbouw van deze paragraaf is volgens Rijkswaterstaat nog enigszins onlogisch. Het was logischer geweest de paragraaf te beginnen met het koppelen van de voorgenomen activiteiten aan de vergunningplicht. Voor de vergunningplicht wordt vervolgens verwezen naar de Bgr (Beleidsregel grote rivieren). Er wordt hier gesproken over vergunningplicht op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken. Dit moet de Waterwet zijn. Onder het kopje huidige situatie staat dat uitbreiding van de erosiekuil (km 997,2) zeer ongewenst is. Uitbreiding van de erosiekuil is echter niet toegestaan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 70

29.2 Rijkswaterstaat acht het van belang dat de effecten van de realisatie van Deze constatering is juist, deze monitoringsverplichting Water BP de langsdam, landaanwinning en het stadion door initiatiefnemer is dan ook onderdeel van vergunningvoorschriften van worden gemonitord. de watervergunning. De plantoelichting van het Optredende effecten als gevolg hiervan zijn voor rekening en risico van bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast. Ten initiatiefnemer en niet voor rekening en risico van de beheerder van de slotte zal dit in de Aanvulling op het MER worden Nieuwe Maas. verwoord. 29.3 Onder het kopje bodem en grondwaterhuishouding (paragraaf 5.3.5 van Dit is niet juist en zal worden aangepast. Water BP de toelichting) wordt aangegeven dat het stadion op palen zal worden gerealiseerd. Rijkswaterstaat vraagt zich af of dit nog klopt met het meest recente ontwerp. 29.4 Onder het kopje Oppervlaktewaterkwantiteit (paragraaf 5.3.5 van de De compensatiegebieden liggen buiten het plangebied Water BP toelichting) ontbreken de compensatiegebieden op de plankaart. van Feyenoord City. Dit betekent dat de Rijkswaterstaat verzoekt om het compensatiegebied Eiland van compensatiegebieden niet op de verbeelding en in Brienenoord op te nemen op de verbeelding en in de planregels, planregels van het bestemmingsplan Feyenoord City alsmede afspraken met de gemeente Krimpen aan den IJssel over het opgenomen kunnen worden. Het is ook niet noodzakelijk compensatiegebied in de Stormpolder te verankeren in het om de compensatiegebieden te bestemmen omdat bestemmingsplan. watercompensatie op basis van de vigerende bestemmingen voor het Eiland van Brienenoord en Stormpolder gewoon mogelijk is. De waarborg dat watercompensatie daadwerkelijk plaatsvindt is als voorwaarde opgenomen in de watervergunning voor de landaanwinning en de langsdam. Wat betreft de watercompensatie binnen de gemeente Krimpen aan de IJssel. Hiervoor is een overeenkomst opgesteld met deze gemeente. Nu voor beide compensatiegebieden overeenkomsten met betreffende gemeenten zijn gesloten, compensatie planologisch mogelijk is en als voorwaarde in de watervergunning vastligt, is de watercompensatie in afdoende mate verzekerd.

29.5 Rijkswaterstaat wijst erop dat de conclusie van de Waterparagraaf Zie het antwoord hiervoor, monitoring en maatregelen Water BP wellicht te stellig is. Rivierkundige effecten kunnen niet worden zijn onderdeel van de watervergunning en voor rekening uitgesloten, hiervoor is monitoring door initiatiefnemer noodzakelijk en en risico initiatiefnemer. in geval van negatieve gevolgen zal de initiatiefnemer voor zijn rekening ook maatregelen moeten treffen. 29.6 Rijkswaterstaat verzoekt om in Hoofdstuk 5.3.5 Water onder Deze passage wordt conform voorstel aangepast. Nautisch beheer BP Toekomstige situatie, paragraaf Vaarweg, een vierde bullet toe te

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 71

voegen met het onderwerp: ‘De ankerplaats voor duwbakken moet worden opgeheven’. 29.7 Rijkswaterstaat verzoekt om de zin ‘Om gevolgen van een mogelijke Deze passage wordt conform voorstel aangepast. Nautisch beheer BP aanvaring van de langsdam te reduceren kan een aanvaardbeveiliging langs de dam worden ontworpen en aangebracht’, als volgt aan te passen: ”Om gevolgen van een mogelijke aanvaring van het stadion te reduceren, wordt een aanvaarbeveiliging in de vorm van een langsdam aangelegd.” 29.8 Rijkswaterstaat verzoekt om de volgende opmerkingen aan te passen in Deze opmerkingen zullen in de plantoelichting worden Nautisch beheer MER de MER: meegenomen. Het MER zelf wordt niet meer gewijzigd. - Op pagina 184 wordt aangegeven dat de Nieuwe Maas een CEMT IV vaarweg is, dat moet zijn de Nieuwe maas is een CEMT VIb vaarweg; - Op pagina 325 en volgende: Een aantal opmerkingen over het taalgebruik in de beoordeling. De effecten van de aanwezigheid van het stadion op de scheepvaart worden gebagatelliseerd. De Bocht van Esch is een scherpe bocht in de vaarweg met dikwijls sterke stroming. Daarom niet bagatelliseren.  Op pagina 325 staat: “is deze kleinere bochtstraal echter geen enkel probleem” graag nuanceren naar: “vormt deze kleinere bochtstraal geen probleem”  Op pagina 325 staat: “de Bocht van Esch is zeker geen kritische bocht” nuanceren naar: “de Bocht van Esch is geen kritische bocht”  Op pagina 326 staat: “De schippers zullen snel wennen” graag aanpassen in “De schippers zullen moeten wennen”  Op pagina 329 staat: Uit de tabel 5-122 .. de Bocht van Esch “ruim voldoende” is, dit te nuanceren naar “voldoende” - Op pagina 333: De twee hierboven genoemde opmerkingen bij het bestemmingsplan (paragraaf 5.3.5, paragraaf Vaarweg) ook hier toevoegen. 29.9 In paragraaf 5.6.2 van de toelichting staat in tabel 5.68 bij de risicobron Deze opmerking wordt in de plantoelichting verwerkt. Externe veiligheid BP ‘De Nieuwe Maas’ in de kolom ‘Wetgeving’ niet de ‘Regeling Basisnet’ vermeld. Rijkswaterstaat verzoekt om deze regeling toe te voegen. 29.10 Rijkswaterstaat verzoekt om in de mobiliteitsparagraaf op te nemen De cijfermatige effecten van Feyenoord City (inclusief Mobiliteit BP welke veranderingen in verkeersintensiteiten als gevolg van Feyenoord Parkstad Zuid dat als autonome ontwikkeling in de City voor zowel de rijkswegen ‘A15’ en ‘A16’ als het onderliggend verkeerscijfers is meegenomen) op de aansluiting A15 en wegennet optreden. Bij negatieve effecten (nieuwe of grotere A16 is terug te vinden in de bijlage 4 bij het MER

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 72

knelpunten in verkeersafwikkeling) dient u in deze analyse ook aan te (verdiepingsonderzoek verkeer) en meer algemeen als geven welke maatregelen u daartegen treft en wat de financiële onderdeel van de plantoelichting (paragraaf 5.3.2.) en de haalbaarheid is van die maatregelen en hoe de realisering hiervan is verkeersmodelberekeningen. De planontwikkeling geborgd. In het plan ontbreekt op dit moment een cijfermatige Feyenoord City leidt niet tot nieuwe knelpunten in de onderbouwing van het effect van de ontsluiting van het gehele verkeersafwikkeling, maar geeft wel een kleine projectgebied (waaronder het stadion) op de aansluiting verslechtering van de bestaande knelpunten. Ook zijn Hoofdwegennet (HWN) (afrit en toerit 24 van de A16) en onderliggend maatregelen benoemd zoals het opwaarderen van de wegennet. bestaande aansluiting A16 (op- en afritten en Aangezien het onderhavige plangebied aan ‘Bouwplan Parkstad-Zuid’ verbindingswegen). Dit kunnen fysieke aanpassingen zijn grenst, dienen de verkeersintensiteiten voor de rijksweg ‘A15’ en ‘A16’ (wegverbredingen) of andere intelligente maatregelen voor beide plangebieden onderzocht te worden en dit in de toelichting om de capaciteit te vergroten. Tevens is aangegeven dat van het bestemmingsplan te beschrijven. een nieuwe oeververbinding een maatregel is die een substantiële verbetering in de verkeersafwikkeling kan bieden. Gelet op het feit dat het bestaande knelpunt maar beperkt wordt beïnvloed door Feyenoord City en er diverse studies lopen zoals de door u genoemde derde oeververbinding en het werkspoor A16/OWN, is het treffen van maatregelen vooruitlopend hierop niet doeltreffend.

Bovenstaande geldt voor reguliere werkdagen en bijbe- horende spitsen. Uitgangspunt is dat hier de verkeers- vraag verwerkt zal kunnen worden. Evenementsituaties hebben hun eigen karakteristieken. De meeste evene- menten vinden plaats buiten de spits. In het MER zijn be- rekeningen gemaakt voor een evenement op zondag en voor de late avond. De cijfers (intensiteiten en I/C-waar- den) hiervan zijn opgenomen in Bijlage 4. Hieruit blijkt dat in geen van de gevallen sprake is van overbelasting van enig wegvak; er is dan veel minder verkeer dan in de reguliere spitssituatie. Uiteraard kan op kortere piekmo- menten wel lokaal drukte plaatsvinden, maar gekoppeld aan de maatregelen conform het Mobiliteitsplan worden hier geen knelpunten voorzien.

Evenementen in de spits zijn zeer zeldzaam. Dat zijn na- melijk de 19.00 uur-wedstrijden doordeweeks (geldt dus

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 73

alleen voor Europees voetbal en dan nog niet alle wed- strijden, in de beker speelt Feyenoord eigenlijk altijd de latere wedstrijd). Ook voor deze situatie (avondspits met evenement) zijn de verkeersberekeningen gemaakt en opgenomen in het MER, in Bijlage 4. Voor deze situaties, de meest kritische momenten qua verkeersdruk en -af- wikkeling, zijn extra inspanningen voorzien in het kader van het Mobiliteitsplan, met name ten aanzien van peakshaving en verkeersmanagement op specifieke loca- ties. De verkeersintensiteiten liggen bij de A15- en A16- aansluitingen in deze specifieke spitsuren beperkt hoger vergeleken met de referentiesituatie (100 tot 400 mvt/uur extra, zie Bijlage 4 MER). 29.12 Rijkswaterstaat constateert het volgende: Momenteel loopt er een De ontsluiting van het stadion en het plan Feyenoord verkenning naar een multimodale oeververbinding met zoekgebied City is ons inziens niet de aanleiding om eventuele Feyenoord- De Esch. Tegelijkertijd wordt er een verkenning gedaan naar maatregelen te nemen op de aansluitingen naar de A15 o.a. maatregelen op de Brienenoordcorridor om het NMCA (Nationale en A16. Het stadion en Feyenoord City kunnen worden Markten Capaciteitsanalyse ) knelpunt daar op te lossen. Hierbij wordt gerealiseerd zonder ingrijpende wijzigingen in de de gehele ontsluiting van het stadion en eventuele maatregelen die wegeninfrastructuur en de aansluitingen op de A15 en hiervoor moeten worden genomen op de aansluiting HWN/OWN (in dit A16. Voor de effecten van evenementen in de spits geval af/oprit 24 op de A16 aan de voet van de Brienenoordbrug) niet wordt verwezen naar het antwoord onder 29.10. meegenomen. De mogelijke problematiek op de aansluitingen wordt Het lijkt ons voor de hand liggen om autonome dus in geen van beide projecten (A16 onderzoek en ontwikkeling ontwikkelingen en aannemelijke ontwikkelingen zoals stadion) meegenomen. Rijkswaterstaat verzoekt om de problematiek op Feyenoord City met zo’n 3700 woningen en een nieuw de aansluiting in beeld te brengen en maatregelen te treffen indien stadion mee te nemen in de verkenningen naar nodig, als onderdeel van een goede ruimtelijke ordening. maatregelen op de Brienenoord Corridor. De ontwikkeling Feyenoord City wordt ook als autonome ontwikkeling meegenomen in de MIRT verkenning naar de derde oeververbinding. In de MIRT verkenning wordt ook steeds gekeken naar de samenhang naar het HWN en OWN, inclusief aansluitingen. Zoals hiervoor aangegeven is de problematiek op de aansluitingen op de A15 en A16 in het MER in beeld gebracht en is ook zonder maatregelen bij deze aansluitingen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Conclusie Deze zienswijze leidt tot tekstuele aanpassingen in de plantoelichting.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 74

30 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 30.1 De indieners, bewoners van een appartement aan de Puck van Voor het antwoord wordt verwezen naar de thematische Schaduwhinder/Uitzicht/Bou Heelstraat, zijn bezorgd over de vermindering van het uitzicht en het beantwoording onder 3.1, 3.2, 3.4 en 3.6. whoogte aantal zonuren als gevolg van de plannen voor Feyenoord City en beoogde hoogbouw, voor hen als. De indieners geven aan dat bij de in de bouwenveloppe geschetste scenario’s met een maximale hoogte van 29.5 en 32 meter er al minder afbreuk is van de hoeveelheid zonuren, maar dat hun uitzicht nog steeds zal verdwijnen. De indieners zien graag dat voor de maximale bouwhoogte ongeveer 20 meter aangehouden wordt. In dat geval kunnen er volgens de indiener nog steeds 7 bouwlagen gerealiseerd worden. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

31 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 31.1 De indiener is van mening dat de beoogde hoogbouw in Feyenoord City Voor het antwoord wordt verwezen naar de thematische Schaduwhinder/Uitzicht/ afbreuk doet aan de waarde van zijn/haar appartement aan de Puck van beantwoording onder 3.1, 3.2, 3.4, 3.5 en 3.6. Waardevermindering/ Heelstraat. Daarnaast zorgt de beoogde hoogbouw voor een Bouwhoogte vermindering van het aantal zonuren en het verlies van zijn/haar uitzicht. De indiener geeft aan dat bij de in de bouwenveloppe geschetste scenario’s met een maximale hoogte van 32 meter er al minder afbreuk is van de hoeveelheid zonuren, maar dat het uitzicht nog steeds zal verdwijnen. De indiener ziet graag dat er een maximale bouwhoogte van 15 tot 20 meter aangehouden wordt. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

32 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 32.1 De indiener maakt zich zorgen over de mogelijke verslechtering van de Voor de verkeerssituatie, de leefbaarheid en Leef- en BP leefomstandigheden in de Oranjeboomstraat. De indiener verwijst naar milieueffecten wordt verwezen naar de thematische woonklimaat/Verkeer de toename van het verkeer in de Oranjeboomstraat en de beantwoording onder 8.1., 8.2 en 8.3 Burgdorfferstraat als gevolg van Feyenoord City. De indiener

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 75

beargumenteert dat de bewoners van de wijk Feijenoord minder lang De situatie wordt gemonitord om te bezien of leven door ongezonde omstandigheden en een lager inkomen. Daarbij geprognosticeerde toename van het verkeer en de zijn de zorgen dat dit mogelijk slechter kan worden door de hierbij berekende geluidstoename hier daadwerkelijk ontwikkeling van Feyenoord City. optreden. Zo nodig worden maatregelen genomen in Daarnaast is de indiener van mening dat het bestemmingsplan geen nauwe samenspraak met bewoners. voordelen biedt voor mensen met lage inkomens. De indiener wil in Het bestemmingsplan draagt, voor alle inkomens, bij aan ieder geval geen verhoging van het lawaai, vervuiling en het aantal het vergroten van de aantrekkelijkheid van dit deel van verkeersbewegingen. Zuid op het gebied van sport, vrije tijd, werken en wonen. conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wel wordt de nadere verdieping op de verkeerscijfers toegevoegd aan de plantoelichting.

33 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 33.1 De indiener maakt zich zorgen over de gevolgen van Feyenoord City op Er is berekend wat de toename van verkeer op een Geluid/ Verkeer/Afname BP de leefbaarheid van de omliggende woningen. Zorgen over de toename aantal wegvlakken in de nabijheid van woongenot van geluidsbelasting en van verkeer worden uitgesproken. betekent voor de geluidsbelasting op de bestaande De nu al hoge geluidsbelasting zal door de toename van het verkeer woningen in Sportdorp. Het verkeer op de hoofdroutes alleen maar toenemen. In de rekenmodellen wordt gesproken over langs Sportdorp neemt door de plantonwikkeling op een goede gevelwering. In de omliggende jaren ‘40 woningen is daar echter reguliere werkdag toe (op de JF Kennedylaan circa 8%, geen sprake van volgens de indiener. De indiener vreest dan ook voor op de Stadionlaan circa 12%, op de C Moulijnweg circa een ernstige aantasting van haar woongenot. 8%). Op het onderliggend wegennet zoals de Zuiderhelling, Dwarsdijk en Sportlaan blijven de intensiteiten tussen de 1.000- 2.000 motorvoertuigen per etmaal. Dat is passend bij een woonstraat. Uit de geluidberekeningen blijkt dat de toename van geluid op deze woningen bij de Atletiekstraat circa 2 dB bedraagt. Bij de Zuiderhelling is de toename minder dan 1 dB. Dit wordt akoestisch gezien aanvaardbaar geacht ook bij oudere woningen. De (beperkte) toename van verkeer is niet te voorkomen. Bij de berekeningen is echter gekeken naar de ‘worst-case’ situatie. Daarom zal de de situatie worden gemonitord om te bezien of de verkeersmodel prognose hier daadwerkelijk optreedt en daarmee ook de toename van de geluidbebelasting. Indien nodig zullen er maatregelen worden genomen. De bewoners zullen hierbij worden betrokken.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 76

33.2 De indiener maakt zich zorgen over de toename van het De effecten van het tramverkeer zijn meegenomen in de Geluid BP weerkaatsingsgeluid tussen gebouwen als gevolg van de mogelijke berekening van het wegverkeer. De weerkaatsing waar toename van tramverkeer en de beoogde nieuwbouw. Een eventuele indiener over spreekt betreft de bouw van de Gamma op toename van tramverkeer zal ook voor een toename van de de Noorderhelling. Dit vindt plaats buiten het waarschuwingsbellen zorgen, die nu al in de omliggende woningen plangebied. In het kader van de vergunning voor de hoorbaar zijn. bouw van de Gamma is gekeken naar het geluideffect. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de normen. Ook wordt nog bezien of extra groen kan worden toegepast zoals besproken met bewoners in het kader van het bestemmingsplan Noorderhelling/Zuiddiepje. Met groene buffer tussen de woningen van Sportdorp en de trambaan, langs de Zuiderhelling, wordt enerzijds het zicht op de panden aan de Noorderhelling weggenomen en anderzijds het geluid gedempt. conclusie Deze zienwijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

34 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 34.1 De indiener is van mening als bewoner directe gevolgen te gaan Voor de verkeerssituatie, de leefbaarheid en Verkeer BP ondervinden van meer autoverkeer in de Oranjeboomstraat. milieueffecten wordt verwezen naar de thematische Indiener geeft aan dat een toename van 2000 motorvoertuigen/etmaal beantwoording onder 8.1., 8.2 en 8.3. onacceptabel is. Hierdoor verandert de Oranjeboomstraat van “erftoegangsweg” in een woonstraat. Tevens verzet de indiener zich tegen de toename van autoverkeer in de straten rondom de Oranjeboomstraat. De toename is volgens indiener onacceptabel is in een tijd waarin de negatieve gevolgen van autoverkeer op leefbaarheid, emissie, geluidhinder en veiligheid voldoende bekend zijn. 34.2 De indiener geeft aan dat de Oranjeboomstraat ongeschikt is als Indiener geeft geen argumenten waarom de Verkeer BP ontsluiting van de busparkeerplaatsen aan de noordkant van het nieuwe Oranjeboomstraat niet geschikt zou als ontsluiting van stadion. de busparkeerplaatsen. De weg is geschikt voor het gebruik door bussen. Daarnaast zal ook vanaf de Stadionweg het stadion met bussen ontsloten worden. 34.3 De indiener geeft aan dat de toename van autoverkeer in het algemeen Het is juist dat de toename van autoverkeer in het Verkeer BP op de wegen binnen en buiten het gebied, nadelige effecten heeft voor algemeen een nadelig effect heeft op de luchtkwaliteit. de luchtkwaliteit (ongeacht of die binnen de norm blijven); Uit het MER blijkt dat ten opzichte van de referentiesituatie de concentraties beperkt toenemen,

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 77

dat wil zeggen dat de toename minder dan 5% van de grenswaarde bedraagt. Omdat de luchtkwaliteit binnen de normen blijft is dit acceptabel. 34.4 De indiener stelt voor om de verkeersplannen te herschrijven met de Door de plannen wordt het verkeer zo snel mogelijk naar Verkeer BP randvoorwaarde dat het autoverkeer niet mag toenemen, met de hoofdinfrastructuur geleid. Toename van woningen uitzondering van wegen die onderdeel zijn van de hoofdinfrastructuur leidt echter tot extra verkeer op de daarbij in de en waar nog ruimte is. omgeving gelegen straten. In het kader van het MER is de verkeersafwikkeling als gevolg van Feyenoord City onderzocht. Geconcludeerd is dat met de diverse maatregelen die worden genomen, de verkeersafwikkeling afdoende is. Hierbij is worstcase gerekend waardoor de daadwerkelijke verkeerstoename in de praktijk lager kan uitvallen. Bij de uitwerking van de plannen zal hierop gestuurd worden. Er is daarom geen aanleiding om de verkeersplannen te herschrijven. 34.5 De indiener stelt dat in het mobiliteitsplan Stadion harde garanties Verwezen wordt naar de thematische beantwoording on- Verkeer BP/MER ontbreken. Volgens de indiener moet het Mobiliteitsplan alleen worden der 9. meegenomen in de MER als voldaan wordt aan de volgende randvoorwaarden: - Harde garanties over te bereiken resultaten - Regelmatige, heldere, transparante en openbare monitoring van resultaten - Eventueel: tussentijdse bijsturing

Als er niet wordt voldaan aan de resultaten uit het Mobiliteitsplan leidt dit tot veel verkeershinder en leidt dit tot afbreuk aan de aantrekkelijkheid van het gebied. Met de genoemde modal shift is die kans erg groot.

34.6 De indiener geeft aan dat het huidige mobiliteitsplan te gefocust is op Het mobiliteitsplan ziet inderdaad toe op wedstrijden en Mobiliteitsplan Stadion BP evenementen in het stadion, terwijl activiteiten op de Veranda en de evenementen in het stadion. In het MER en het ontwikkeling van Feyenoord City voor veel meer activiteiten gaat zorgen bestemmingsplan zijn zowel de evenementensituatie waar het plan niet in voorziet. (voetbal en overige evenementen) als de dagelijkse reguliere situatie onderzocht voor het gehele plangebied

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 78

waarbij rekening is gehouden met alle ontwikkelingen, zoals de nieuwe woningen, detailhandel, horeca, etcetera. Voor deze reguliere activiteiten is voldoende parkeergelegenheid in het plangebied aanwezig en is parkeren op afstand niet noodzakelijk. Ook buiten wedstrijdendagen wordt ingezet op duurzame mobiliteit (zie ook het masterplan) onder meer door de betere langzaamverkeersverbindingen, royale fietsenstallingen en introductie van nieuwe vervoersconcepten zoals Mobility as a Service (MAAS) en deelauto’s. 34.7 De indiener geeft aan dat de Oranjeboomstraat als “fietsverbinding” In Feyenoord City wordt ook volop ingezet op deze Fietsverkeer BP/MER stadion-centrum weinig realistisch is of kwalitatief bijzonder laag. De transitie. Zie het aantal fietsparkeerplaatsen en nieuwe indiener vraagt zich af waarom de voornemens uit ‘Fietskoers 2025’ niet fietsverbindingen die worden vormgegeven, goede zijn meegenomen in de MER. Citerend: “Een transitie naar meer lopen, routes naar het station en nieuwe tramhaltes. Het geen fietsen en openbaar vervoer door het maken van radicale keuzes en het aansluit bij de genoemde punten die indiener uit de nemen van de volgende stappen: fietskoers citeert. Het bestemmingsplan en MER 1. Ruimte maken voor snelle en langzame fietsers Feyenoord City ziet echter alleen op de effecten van 2. Mobiliteitshubs, deelmobiliteit en verbeteren fietsparkeren Feyenoord City en aanpassing van de Oranjeboomstraat 3. Meer aandacht voor nieuwe fietsers en veilig fietsen” maakt geen deel uit van de plannen. In het MER is niet alleen gekeken naar de De indiener stelt voor de beoordeling voor de fiets in de MER opnieuw fietsverbindingen binnen het plangebied maar ook naar op te stellen. Volgens de indiener rechtvaardigt een beperkt de aansluiting op omliggende gebieden (zie paragraaf bestemmingsplangebied niet dat de verbindingen voor de fiets zo 5.3.7.). beperkt worden bekeken. 34.8 De indiener geef aan dat onderzoek naar reistijden voor andere dan au- Het MER gaat uit van de huidige fietsverbindingen Fietsverkeer BP/MER tovervoer ontbreekt, waarmee zicht op haalbaarheid van inzet en ge- buiten het plangebied. Dit betekent dat hiervoor ook de bruik van die andere vervoerwijzen ontbreekt. huidige reistijden gelden. Een analyse van reistijden Tevens vraagt de indiener zich af waarom er geen analyses zijn gemaakt levert ook geen aanvullende relevante informatie op. in de MER met realistische reistijden naar/van het centrum via de Binnen het plangebied worden wel enkele nieuwe getekende verbindingen (indiener verwijst naar pag 85 en 271 en verbindingen gerealiseerd en voldoende paragraaf 5.3.7 van het MER). fietsparkeermogelijkheden. Dat heeft geleid tot het oordeel de bereikbaarheid voor fiets en voetgangers verbetert. Verdere verbetering moeten zoals indiener ook aangeeft komen uit de uitvoering van ander beleid zoals de Fietskoers 2025. 34.9 De indiener stelt voor om netwerkvarianten in de MER te hertekenen De te onderzoeken netwerkvarianten zijn bepaald in het Fietsverkeer BP/MER met een ‘fiets-first’ uitgangspunt en de MER beoordeling voor de fiets startdocument. Er is door indiener niet geregeerd op het opnieuw te maken op basis van de genoemde fietskoers. startdocument met dit verzoek. De netwerkvarianten

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 79

hebben geen betrekking op het fietsverkeer maar op het autoverkeer. Gelet op de hoofdontsluitingswegen voor autoverkeer die in en om het plangebied liggen kan niet gekozen worden voor een variant fiets- first. Bij de verdere uitwerking van de inrichting van de openbare ruimte binnen Feyenoord City kan uiteraard wel gekeken naar de kwaliteit van veiligheid van fietsroutes. 34.10 De indiener geeft aan dat ruimte voor OV ontbreekt, bijvoorbeeld evt Niet duidelijk is waarom er binnen en rond het tram doortrekking over Rosestraat. plangebied onvoldoende ruimte zou zijn voor OV. 34.11 De indiener geeft aan dat een uitgewerkte monitoring ontbreekt voor in Een monitoring- en evaluatieplan voor de milieueffecten de MER genoemde verkeersintensiteiten. Indiener vraagt zich af wat wordt momenteel opgesteld en samen met het gebeurt er als de waarden toch hoger worden. bestemmingsplan vastgesteld. Indien waarden hoger worden, dus milieueffecten anders, dan kunnen extra maatregelen worden getroffen. 34.12 De indiener stelt dat de voorgestelde knip in de Korte Stadionweg een Het is juist dat de knip niet voorkomt dat verkeer aan- en Verkeer BP te beperkte waarborg is om te voorkomen dat autoverkeer vanuit het afrijdt via de Oranjeboomstraat naar het stadion. Wel stadion via de Oranjeboomstraat zou kunnen aan- of afrijden. voorkomt de knip onnodig doorgaand verkeer via deze route naar de Veranda. De hoofdontsluiting van het stadion is echter vanaf de Stadionweg. Zoals hiervoor vermeld worden effecten gemonitord en kunnen zo nodig extra maatregelen worden getroffen om het verkeer beter te sturen. 34.13 De indiener geeft aan dat in de MER de knip in de Korte Stadionweg wel Het ontwerp besluit wegontrekking waarborgt de knip Verkeer BP wordt benoemd, maar deze niet geëffectueerd wordt in het afdoende. bestemmingsplan. Het is volgens de indiener onwenselijk dat bij veranderende ontwikkelingen de Korte Stadionweg weer open zou kunnen gaan. Indiener vindt dit onwenselijk, gezien de onzekerheid over de invulling van het stadion en gezien het feit dat op dit moment er geen concrete invulling is die laat zien dat de Oranjeboomstraat gevrijwaard blijft van autoverkeer naar- en van het stadion. 34.14 De indiener geeft aan dat het Mallegatpark volgens het MER nauwelijks De Korte Stadionweg is opgenomen binnen de Verkeer BP wordt aangetast. De indiener betwijfelt deze aantasting bij verdere bestemming ‘Gemengd – Mallegat. Hierbinnen zijn isolatie van het parkje. De afsluiting van de Korte Stadionweg biedt zowel een park als verkeersdoeleinden mogelijk. De volgens indiener juist kansen om het te verstevigen. Daarom stelt de ruime bestemming biedt kansen om van het park een indiener voor om de af te sluiten Korte Stadionweg ook tot park te aantrekkelijk en goed toegankelijk gebied te maken bestemmen. langs de rivier (zie hiervoor ook het masterplan). Voor de ontsluiting van het stadion is het nodig om hier ook een

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 80

toegangsweg te behouden. Het is niet nodig om het bestemmingsplan anders vorm te geven. Daarnaast is wenselijk om de benodigde flexibiliteit te behouden voor de verdere inrichtingsuitwerkingen voor het Mallegatpark.

34.15 De indiener geeft aan dat de Korte Stadionweg ook toegang geeft tot de Indiener doelt op de bestaande achteruitgang van het Verkeer BP fiets- en voetgangerstunnel naar het NS station Rotterdam Zuid. Deze station. Deze toegang ligt buiten het plangebied informatie ontbreekt in de MER. De indiener vraagt zich af waarom er Feyenoord City. Een veiligheidsanalyse van deze tunnel geen veiligheidsanalyse is gemaakt betreffende de (benauwde) situatie in het kader van het bestemmingsplan Feyenoord City is rond station Rotterdam Zuid. dan ook niet noodzakelijk. De herinrichting van het Mallegatpark biedt wel kansen om ook naar deze ingang te kijken en deze zo nodig veiliger in te richten. 34.16 De indiener geeft aan dat de aanpak van de Willems-as wordt De studie Willemsas is een ontwerpend onderzoek naar Verkeer BP geblokkeerd, zoals door de gemeente geschetst met bijvoorbeeld een de toekomst van het gebied rond de Willemsspoortunnel lanenstructuur. tussen station Zuid en station Blaak. In de studie zijn 3 mogelijke toekomsten verkend voor het gebied dat aan de zuidkant grenst aan Feyenoord City. Deze studie is niet vastgesteld en heeft dus geen beleidsstatus of iets dergelijks. De gebiedsontwikkeling Feyenoord City zoals mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan blokkeert echter geen enkele van de toekomstperspectieven zoals geschetst in de studie. Ook de lanen zoals geschetst in het toekomstperspectief levendige lanenstad blijven mogelijk. Met de programmatische verdichting binnen Feyenoord City (als basis voor versterking van OV), het hernieuwde Mallegatpark en de aantrekkelijke fietsroute langs de rivier die mooi in het verlengde van de Oranjeboomstraat liggen, die een prettige verbinding voor het langzaam verkeer kan worden, bieden juist extra kansen. Het knippen van de Korte Stadionweg betekent dat de Oranjeboomstraat geen doorgaande functie meer heeft en daarmee meer een woonlaan kan worden. Het uitwerken van deze visie moet in samenhang met het hele mobiliteitsprofiel van de wijk Feijenoord en het organiseren van het interne verkeer

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 81

worden bezien en maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan 34.17 De indiener stelt dat door te verwijzen naar het Masterplan de Het aspect sociale versterking is in het MER opgenomen MER BP beoordeling betreffende sociale versterking in de MER algemeen, fictief onder het thema ‘doelbereik’, immers het beter sociaal en nietszeggend is. De indiener stelt voor om in de MER duidelijke en verbinden van omliggende wijken is een belangrijk doel specifieke Feyenoord City gerelateerde uitwerking van de criteria van Feyenoord City. Dit aspect is in het MER zeker niet belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde op te nemen fictief en nietszeggend beoordeeld, hiervoor verwijzen waarmee de beoordeling kan gebeuren. Ook vindt de indiener dat we naar hoofdstuk 4 uit het MER. De aspecten hieraan een monitoring moet worden gekoppeld gedurende de belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde realisatie van de plannen om kans te maken op sociale versterking van hebben geen betrekking op de sociale versterking maar Feyenoord City en omliggende buurten. op het aspect ruimtelijke kwaliteit (zie paragraaf 5.8 van het MER). In tabel 5-96 is een uitbreide uitwerking van deze criteria opgenomen. Ook de sociale versterking wordt via de uitvoering van het sociaal economisch programma Feyenoord City gemonitord. 34.18 De indiener is van mening dat in de invulling van het participatietraject, Wij herkennen ons niet in het beeld dat participatie te Procedure BP waarin de pogingen die zijn ondernomen om met bewoners uit beperkt is geweest. Vanaf de start van de planvorming omliggende wijken tot werkelijke samenspraak te komen, jammerlijk heeft een intensief participatieproces plaatsgevonden. tekort is geschoten. De indiener stelt dat participatie van bewoners en Aan het begin van de planvorming heeft een gebruikers van het gebied te beperkt is geweest bij het opstellen van startdocument voor het MER en bestemmingsplan begin het bestemmingsplan. Plannenmakers zijn niet actief de buurt ingegaan. 2018 ter inzage gelegen. Eenieder heeft de gelegenheid gekregen een zienswijze in te dienen op dit startdocument. In 2018 zijn verder diverse bijeenkomsten gehouden om partijen enerzijds te informeren over het planproces en onderzoekresultaten, en anderzijds de gelegenheid te geven mee te denken over diverse onderwerpen zoals parkeren & verkeersregeling, de MER-onderzoeken, de uitwerking van het masterplan en het stadionontwerp. Vanaf 2018 hebben een groot aantal werkgroepbijeenkomsten, voorlichtingsbijeenkomsten en georganiseerde overleggen plaatsgevonden. En regelmatig op allerlei activiteiten in de buurten aanwezig geweest om te wijzen op het participatieproces 34.19 De indiener geeft aan dat de coronabeperkingen hadden moeten leiden Er wordt verwezen naar de thematische beantwoording Procedure BP tot verlenging van de zienswijze termijn, zodat er voldoende tijd is om onder 5. met anderen af te stemmen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 82

34.20 De indiener geeft aan dat het niet helder is wat er gebeurt als het Uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dat het stadion Procedure BP nieuwe stadion niet doorgaat. er komt. Als de plannen wijzigen zal er een herziening van dit bestemmingsplan opgesteld moeten worden. 34.21 De indiener geeft aan dat niet alle in de MER genoemde data in de Indiener heeft verzocht om de uitdraaien van de MER BP bijlagen waren terug te vinden. modelplots van de verkeerstudie. Deze zijn toegezonden. Niet helder is welke andere data indiener mist. 34.22 De indiener geeft aan dat de site feyenoord-city.nl eerder beperkend Conform wettelijk voorschrift zijn alle stukken Procedure BP was dan ondersteunend voor de participatie. Informatievoorziening gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl. Gelijktijdijg kwam slecht en langzaam op gang. zijn de stukken op de site van Feyenoord City geplaatst. De site feyenoord-city.nl heeft tot doel aanvullend op de officiele publicatiekanalen belangstellenden te voorzien van informatie. Mocht indiener concrete verbeterpunten hebben dan kunnen die worden kenbaar gemaakt via de website van Feyenoord City. conclusie Deze zienwijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

35 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 35.1 Zie samenvatting x betreft modelzienswijze Stadion op Zuid en Zie beantwoording x hieronder ter aanvulling 35.2 De indiener geeft aan dat ook de bouw van een bufferdam aangeeft dat Deze redenering wordt niet gedeeld. De langsdam zorgt Locatiekeuze BP de locatiekeuze niet ideaal is. voor een goede aanvaarbeveiliging en is inderdaad nodig om het nieuwe stadion op een verantwoorde manier op de beoogde plek te realiseren. Zoals bij de thematische beantwoording onder 4.1 is aangegeven zijn er verschillende redenen geweest om te kiezen voor een nieuw Stadion op de beoogde plek. conclusie Deze zienwijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

36 ProRail Beantwoording Thema** Betrekking op* 36.1 ProRail verzoekt om in het kader van een goede ruimtelijke ordening Er is sprake van een globaal bestemmingsplan. Dat wil Trillingen BP een trillingsonderzoek uit te voeren. ProRail adviseert zoals in het zeggen dat exacte locatie van de te ontwikkelen vooroverleg aangegeven en conform de Handreiking om eerder een (woon)gebouwen nog niet is bepaald.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 83

onderzoek uit te voeren. ProRail adviseert om de conclusies uit het Gelet op de afstand tot het spoor is trillingshinder trillingsonderzoek uitgebreid op te nemen in de conclusie van een aannemelijk bij de plandelen direct grenzend aan het separate paragraaf Trillingen in de toelichting van het spoor. Trillingsonderzoek in deze fase van de ontwerpbestemmingsplan 'Feyenoord City' en (indien nodig) door te gebiedsontwikkeling levert echter geen nadere relevante laten werken in de planregels. informatie op. Om de mate van trillingshinder en de maatregelen te kunnen bepalen is informatie nodig over de exacte afstand van gebouwen tot het spoor, de aard en de constructiewijze van de bouwwerken (inclusief fundering), de precieze opbouw en kenmerken van de bodem. Hiervoor is op z’n minst een concreet stedenbouwkundige uitwerking nodig dan wel een concreet bouwplan, en dat is er in deze fase van de planvorming nog niet. Om te voorkomen dat de nieuwbouw langs het spoor last zal hebben van onaanvaardbare trillingshinder wordt een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan opgenomen. De strekking hiervan is dat bij de omgevingsvergunning, door middel van trillingsonderzoek en (indien nodig) het toepassing van technische maatregelen, moet worden aangetoond dat voldaan wordt aan de beoordelingskaders (SBR richtlijn B). 36.2 ProRail constateert dat in tabel 9 ‘Bleve’ verhouding een Het is juist dat de waarde 0,84 moet zijn. Deze waarde is Externe veiligheid BP verhoudingswaarde van 0,82 staat. Volgens de Regeling Basisnet dient ook voor de berekeningen gebruikt. In de tabel is dit de verhoudingswaarde 0,84 te zijn. Dit verschil kan invloed hebben op abusievelijk verkeerd vermeld. De tabel wordt de berekende waarde van het groepsrisico. aangepast. 36.3 In het bestemmingsplan (5.3.7.) is aangegeven: “voor een aantal Uit overleg met Prorail blijkt dat een snelheidsbeperking Externe veiligheid BP maatregelen aan de bron vindt momenteel overleg plaats met ProRail, specifiek voor het vervoer van gevaarlijke stoffen niet zodat voor vaststelling van het bestemmingsplan vaststaat welke mogelijk is. Ook het verminderen van de wissels is niet maatregelen getroffen worden”. Prorail wil kenbaar maken dat de mogelijk, dit heeft te veel impact op het logistieke meeste van deze maatregelen niet uitvoerbaar zijn, en zal hierop in het proces. Een ontsporingsgeleiding kan indien dit over een lopende overleg nader op ingaan. lange lengte wordt aangelegd bijdragen aan het beheersen van de gevolgen van een ontsporing van een trein. Gelet op de aanwezigheid van wissels in de nabijheid van de Feyenoord City zijn alleen ontsporingsgeleidingen mogelijk over een korte lengte. Ontsporingsgeleiding is daarmee geen effectieve maatregel. Om civiele constructies te beschermen kan

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 84

wel voorzien worden in lokale ontsporingsgeleiding. Prorail hanteert als uitgangspunt dat zij niet meewerkt aan initiatieven van derden om blusvoorzieningen op het spoorwegterrein aan te leggen. Het staat derden wel vrij om blusvoorzieningen ten behoeve van de bestrijding van incidentscenario’s op het spoor te realiseren op een locatie geheel buiten het spoorwegterrein. De maatregel tot vernieuwen van het ballastbed leidt naar mening van Prorail niet tot een verkleining van de gevolgen van een ongeval waarbij gevaarlijke vloeistoffen vrijkomen. De vloeistofplasverkleinende werking van het huidige ballast is afdoende. Prorail verwijst naar een TNO- onderzoek uit 2015. Het toevoegen van greppels/goten ten behoeve van afvoer vloeistoffen acht Prorail niet effectief gelet op de sporenbundel ter plaatse. ProRail werkt niet mee aan -hoc initiatieven van derden om greppels en/of goten op het spoorwegterrein aan te leggen. Het staat derden wel vrij om greppels en/of goten te realiseren op een locatie buiten het spoorwegterrein. Dit standpunt van Prorail zal verwerkt worden in de plantoelichting. 36.4 In het onderzoek Externe veiligheid wordt de stijging van het Zoals ook in de plantoelichting en verantwoording Externe veiligheid BP groepsrisico beschreven als gevolg van het toevoegen van enkele groepsrisico beschreven kan de gemeente nadere eisen woonfuncties en het stadion. ProRail adviseert om nogmaals kritisch te stellen aan de positie van gebouwen. De suggestie om kijken naar de ligging van de specifieke woonfuncties en naar de “nut en toekomstige bewoners te informeren over de nabijheid noodzaak” van het realiseren van deze woningen op zeer korte afstand van de transportroute voor gevaarlijke stoffen zullen we van een transportroute van gevaarlijke stoffen. Mocht het realiseren overnemen. Nut en noodzaak van een woongebied nabij van nieuwe woonfuncties niet op een andere afstand tot een het spoor is reeds betrokken bij de verantwoording. transportroute van gevaarlijke stoffen mogelijk zijn, dan verzoekt ProRail de gemeente om toekomstige bewoners, voordat ze het besluit nemen om hier te gaan wonen, actief te informeren:  dat de woning in de directe nabijheid van een transportroute van gevaarlijke stoffen ligt;  over welke risico’s men loopt en de verantwoording van deze risico’s door uw gemeente;  hoe te handelen in geval van een calamiteit.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 85

36.5 In Tabel 5.1 Samenvattend overzicht berekeningsresultaten akoestisch Er is sprake van een redactiefout, er is geen aftrek Geluid BP onderzoek van de toelichting wordt gesuggereerd dat een aftrek zou gehanteerd. Voor het railverkeer geeft de tabel de juiste gelden voor railverkeerslawaai. Dit wordt niet herkend door ProRail. De berekeningsresultaten weer, zonder dat een aftrek is waarde van 69 dB in paragraaf 5.3.3. boven tabel 5.1 zou dan ook 74 dB toegepast. De tekst zal worden aangepast. moeten bedragen. 36.6 De geluidbelasting is op de gevels aan de zijde van het spoor ruim hoger De ‘geopende toestand’ refereert alleen aan de spui- Geluid BP dan de grenswaarde van 68 dB. De voorgestelde oplossing volgens voorziening in het scherm van de loggia, en niet aan het bijlage 21 ‘Akoestische situatie, maatregelen en hogere waarden per scherm zelf. Deze regel staat niet in het gemeentelijk ge- deelgebied’ is bij een overschrijding van de grenswaarde om loggia’s te luid- en ontheffingsbeleid zelf, maar uit de tool ‘Bouwen realiseren. Het is voor Prorail onduidelijk waarom wordt afgeweken van op geluidbelaste locaties”, waarnaar in het ontheffings- het gemeentelijk geluid- en ontheffingenbeleid om dergelijke loggia’s te beleid wordt verwezen. toetsen in open toestand. Indien in de toekomst plannen aan het spoor Bij het berekenen van de geluidsbelasting op de achter worden onderzocht, worden deze getoetst aan de de loggia gelegen gevel wordt uitgegaan van een loggia- geluidproductieplafonds. De toepassing van loggia’s leidt bij een scherm in gesloten toestand. De belangrijkste reden om dergelijke onderzoek veelal tot ongewenste complicaties. Het verdient dit scherm aan te brengen is immers het verlagen van de dan ook de voorkeur de uitgangspunten hieromtrent de uitgangspunten geluidsbelasting op de achterliggende gevel tot de grens- en eisen aan de loggia’s in de toelichting eenduidig vast te leggen en te waarde of lager. baseren op een dichte toestand. Bij een geluidsonderzoek ten behoeve van ontwikkelin- gen op het spoor - waarbij getoetst moet worden aan de geluidproductieplafonds- dient bij het berekenen van de geluidbelasting op de gevels van nabij gelegen woningen eveneens uitgegaan te worden van loggia’s in gesloten toestand. Dit is immers duidelijk afgewogen in het plan en eenduidig vastgelegd in de regels. De gemeente ziet niet in waarom dat tot ongewenste complicaties leidt. 36.7 ProRail verzoekt om een onderzoek en een afweging te doen naar het Gelet op de locatie wordt geen relevant laagfrequent Geluid BP mogelijk ontstaan van hinderlijk laagfrequent geluid op hoogbelaste geluid verwacht. Wij zien geen aanleiding voor een locaties. onderzoek.

36.8 ProRail verzoekt het volgende: De planregels worden aangepast om deze voorziening Veiligheid/stadion BP In de route van het nieuwe stadion naar het evenementenstation zal mogelijk te maken. een bufferzone met een poortenrij voor de toegangsdosering nodig zijn. Tevens zal het servicepersoneel van NS en de toezichthoudende politie een lokale controlepost in de vorm van een gebouwtje nodig hebben. ProRail verzoekt uw gemeente in de Regels in Artikel 9 Gemengd - De Strip Zuid en in Artikel 19 Verkeer - Spoor- en wegverkeer deze voorzieningen mogelijk te maken.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 86

36.9 ProRail verzoekt de contour van de aanduiding 'openbaar De contour zal op de verbeelding verruimd worden Verbeelding BP vervoersstation’ op de Verbeelding te verruimen conform de laatste conform aangeleverde tekening ontwerpen van het gebied van de entree, de perrons en het station. 36.10 ProRail is van mening dat de functieaanduiding “specifieke vorm van De contour zal op de verbeelding verruimd worden Verbeelding BP verkeer- langzaam verkeer” in de bestemmingen Verkeer - Wegverkeer, conform aangeleverde tekening. Verkeer - Spoorverkeer en Verkeer Spoor- en wegverkeer, ten behoeve van de nieuwe route naar het treinperron over een nieuwe fiets- voetbrug te smal is uit het oogpunt van reizigersafhandeling op het stijgpunt naar het perron en op het perron zelf. Conclusie De zienswijze leidt tot aanpassing van de planregels en de plantoelichting.

37 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 37.1 De indiener, inwoner van het Cor Kieboomplein, krijgt door de beoogde Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Schaduwhinder/Vermindering BP hoogbouw van maximaal 70 meter te maken met ongewenste inkijk en onder 3.1, 3.2 en 3.4. van privacy/Afname veel schaduw. De indiener is van mening dat het leefcomfort erop woongenot achteruit gaat en hoopt dat de gemeente hier rekening mee kan houden. Conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

38 Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Beantwoording Thema** Betrekking op* 38.1 Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard geeft Wij zijn het met u eens dat het hoogheemraadschap Procedure BP/WW aan dat de planlocatie niet binnen het beheersgebied valt van het belanghebbende is. hoogheemraadschap en dat zij daardoor niet in de gelegenheid zijn geweest advies te geven op het bestemmingsplan, maar gezien de impact van het plan zij wel belanghebbende zijn. 38.2 Als beheerder van de oeververdediging van de Schaar- en Nesserdijk ziet In de watervergunning zal eveneens een Waterveiligheid WW indiener risico's voor verandering van de stroming en bijbehorende monitoringsverplichting worden opgenomen voor de morfologie van de rivier. Dit zou tot intensiever onderhoud aan de Schaar- en Nesserdijk. De zienswijzen wordt verder door steenglooiing kunnen leiden. In de rivierkundige beoordeling wordt RWS beantwoord en betrokken bij het besluit over de gesteld dat "de reguliere monitoring van de bodem door Rijkswaterstaat watervergunning. West-Nederland Zuid moet uitwijzen of het huidige bodembeheer ook voldoende is voor het beheer van de bodem in de toekomstige situatie.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 87

Indien monitoring uitwijst dat actiever bodembeheer nodig is zal de initiatiefnemer hierbij zijn schadeplichtigheid niet ontkennen".

In de ontwerpvergunning is met betrekking tot monitoring een voorschrift (voorschrift 10) opgenomen. Indiener stelt voor onder lid 3 ook de "mogelijke effecten op de (oeverbescherming van) Schaar- en Nesserdijk" te benoemen, zodat de omvang van de monitoringsverplichting op dit punt helder is

38.3 Het Hoogheemraadschap geeft aan dat haar contactpersoon bij De monitoringsverplichting ligt inderdaad bij de Nautisch beheer WW Rijkswaterstaat aangeeft de reguliere monitoring door Rijkswaterstaat vergunninghouder. De plantoelichting zal op dit punt en de monitoring door vergunninghouder liever gescheiden te houden. worden aangepast. Met de vergunning blijft de verantwoordelijkheid voor monitoring en het ongedaan maken van eventueel optredende effecten immers bij de vergunninghouder. Dat lijkt het Hoogheemraadschap ook logisch, gezien het gezamenlijk belang dat zij en de gemeente Rotterdam hebben bij het instandhouden van en het onderhoud aan de Schaar- en Nesserdijk. Hierover is het Hoogheemraadschap in contact met de gemeente Rotterdam. 38.4 Het Hoogheemraadschap stelt voor om onder Voorschrift 10 – In de watervergunning zal eveneens een Nautisch beheer WW Monitoringsplan, bij lid 3, een regel op te nemen waarin beschreven monitoringsverplichting worden opgenomen voor de staat dat het monitoringsplan ook inzicht dient te geven op “mogelijke Schaar- en Nesserdijk. Het hoogheemraadschap wordt effecten op de oeverbescherming van de Schaar- en Nesserdijk.” Ook op de hoogte gehouden van de monitoringsresultaten. wenst het Hoogheemraadschap op de hoogte gehouden te worden van de monitoringsresultaten tot hieruit blijkt dat de werkzaamheden geen nadelige effecten hebben op de oeverbescherming of totdat eventuele optredende effecten gemitigeerd en/of gecompenseerd zijn. conclusie Deze zienswijze wordt meegenomen bij het verlenen van de watervergunning. Een en ander wordt ook verwoord in de plantoelichting.

39 Indiener = gelijk aan 79 Beantwoording Thema** Betrekking op* 39.1 De indiener geeft aan dat er sprake is van onrechtmatig handelen van Het bestemmingsplan Feyenoord City is opgesteld Procedure BP de overheid indien de planvorming voor Feyenoord City op basis van de conform de wettelijke vereisten. Aan het normale procedure wordt voortgezet aangezien er geen rekening wordt bestemmingsplan ligt een milieueffectrapportage ten gehouden met het belang van de bewoners van Feijenoord. grondslag. In deze rapportage zijn alle mogelijke effecten

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 88

op de omgeving beoordeeld en gewogen. Hierin is ook gekeken naar de gevolgen van het plan voor de wijk Feijenoord. Op basis hiervan zijn keuzes gemaakt en zijn eventuele noodzakelijke maatregelen juridisch geborgd door middel van de planregeling. Alle aspecten die in het kader van een goede ruimtelijke ordening moeten worden beschouwd, zijn ons inziens meegenomen in het plan. 39.2 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan vanwege de Voor het antwoord wordt verwezen naar de thematische Verkeer BP toenemende verkeersdrukte op de Oranjeboomstraat, Burgdorfferstraat beantwoording onder 8.1. en de Rosestraat.

39.3 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan vanwege de In het kader van het MER is de verkeersafwikkeling als Verkeer / Gezondheid / BP toenemende verkeersdrukte op alle wegen in en rondom het gevolg van Feyenoord City onderzocht. Geconcludeerd is Luchtvervuiling plangebied. dat, met de diverse maatregelen die worden genomen, Deze toename van verkeersdrukte betekent volgens de indiener meer de verkeersafwikkeling afdoende is. luchtverontreiniging, wat nadelig is voor de gezondheid en levensjaren Als gevolg van de toename van het verkeer is ook de van bewoners van Feijenoord. Ook zorgt het voor meer lawaai, drukte luchtkwaliteit onderzocht. Hieruit blijkt dat direct langs en onveiligheid op deze wegen. de relevante ontsluitende wegen wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden. De ontwikkeling van Feyenoord City leidt niet tot overschrijdingssituaties bij bestaande woningen in Feijenoord. Wat het aspect lawaai betreft is uitgebreid akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er geen sprake is van een onaanvaardbare toename van geluidhinder. 39.4 De indiener verwacht meer parkeeroverlast. Uitgangspunt is dat het plan niet leidt tot een toename Parkeren BP van parkeeroverlast in de omliggende wijken. Voor het bestemmingsplan is een parkeeronderzoek uitgevoerd. Hierin is zowel de normatieve parkeerbehoefte als de parkeerbehoefte bij dubbelgebruik (tijdens wedstrijden en evenementen) inzichtelijk gemaakt in een minimale en maximale variant. Er dient bij nieuwe ontwikkelingen altijd voldaan te worden aan de gemeentelijke parkeernormen. Binnen het plangebied zal parkeren opgelost worden op de plots en/of in de gezamenlijke parkeergarages. Hiervoor is voldoende ruimte beschikbaar. De parkeerplaatsen voor bestaande functies blijven behouden en de voorbeelduitwerkingen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 89

uit het Masterplan zijn getoetst op het kunnen realiseren van voldoende parkeerplaatsen. In de regels is de eis van voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig het gemeentelijk beleid juridisch geborgd. Op basis hiervan concluderen wij dat het niet aannemelijk is de parkeeroverlast in de omliggende wijken toeneemt door Feyenoord City. In aanvulling wordt ook nog verwezen naar de thematische beantwoording onder 9. 39.5 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan vanwege Het aspect gezondheid is meegewogen in een Leef- en woonklimaat / BP nadelige gevolgen voor de bewoners van Feijenoord als gevolg van een effectbeoordeling bij het MER. Hieruit blijkt dat op Gezondheid / Bouwhinder afname van de gezondheid, hogere huren, dreiging van sloop en sommige onderdelen van het thema gezondheid – overlast door de bouw in het plangebied. zonder maatregelen- minder scoren, maar op andere onderdelen, zoals het verhogen van de sportparticipatie en het bevorderen van fysieke activiteit van de bewoners van Rotterdam-Zuid door Feyenoord City, wordt duidelijk een positieve bijdrage geleverd. Het aspect hogere huren kan niet worden meegewogen in het bestemmingsplan. Dit is gereguleerd door middel van andere wet- en regelgeving. Bij de uitvoering van de plannen zal er mogelijk sprake zijn van hinder. Dit zal altijd een tijdelijke situatie zijn. Bij een aanvraag omgevingsvergunning wordt in de regel een bouwveiligheidsplan gevraagd, daarin wordt specifiek gekeken naar de wijze waarop eventuele hinder zoveel mogelijk kan worden voorkomen en wordt tevens bezien welke maatregelen nodig zijn. Dit betreft een uitvoeringsaspect dat in het kader van het bestemmingsplan niet hoeft te worden meegewogen. Zie hierover ook de thematische beantwoording onder 6. 39.6 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan vanwege de Het aspect windhinder is meegenomen bij de Windhinder BP toename van windhinder door de hoge gebouwen. planvorming. Uit het onderzoek dat in het kader van het MER is uitgevoerd komt naar voren dat in de ontwikkelgebieden waar hoogbouw is toegestaan, zoals het gebied rond het nieuwe stadion en tussen het stadion en de Veranda inderdaad windhinder kan optreden. Deze windhinder kan worden voorkomen door bij verdere stedenbouwkundige uitwerking rekening te houden met de kans op windhinder.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 90

Daarnaast kunnen voorzieningen worden getroffen. In het bestemmingsplan is daarom een nadere eisenregeling opgenomen die de aanvrager van een omgevingsvergunning de verplichting oplegt om in geval van hoogbouw met specifiek windhinderonderzoek aan te tonen dat hiermee voldoende rekening is gehouden. Met deze regeling is een aanvaardbaar windklimaat gegarandeerd. 39.7 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan vanwege de Er is nog geen sprake van besluiten over mogelijke sloop Realisatie stedelijke BP vrees voor verdere aantasting van de wijk Feijenoord doordat er in de toekomst van bebouwing aan de Rosestraat verbinding gewerkt gaat worden aan een stedelijke verbinding tussen Feyenoord (buiten het plangebied) en de Oranjeboomstraat. Beide City en het centrum. Op termijn betekent dit sloop van de Rosestraat en gebieden maken ook geen onderdeel uit van Feyenoord de Oranjeboomstraat. City. 39.8 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan doordat er niet Vanaf de start van de planvorming heeft een intensief Procedure BP tezamen met de lokale bevolking aan planontwikkeling is gedaan, maar participatieproces plaatsgevonden waarbij ook de lokale een grootschalige oplossing is bedacht voor de problemen in Rotterdam bevolking is betrokken. Zuid en vastgehouden wordt aan reguliere procedures. Aan het begin van de planvorming heeft een startdocument voor het MER en bestemmingsplan begin 2018 ter inzage gelegen. Eenieder heeft de gelegenheid gekregen een zienswijze in te dienen op dit startdocument. In 2018 zijn verder diverse bijeenkomsten gehouden om partijen enerzijds te informeren over het planproces en onderzoekresultaten, en anderzijds de gelegenheid te geven mee te denken over diverse onderwerpen zoals parkeren & verkeersregeling, de MER-onderzoeken, de uitwerking van het masterplan en het stadionontwerp. Vanaf 2018 hebben een groot aantal werkgroepbijeenkomsten, voorlichtingsbijeenkomsten en georganiseerde overleggen plaatsgevonden. 39.9 De indiener heeft bezwaar tegen het bestemmingsplan vanwege de Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Corona-crisis BP gevolgen van de corona-crisis. Hierdoor is het mogelijk dat het nieuwe onder 5.1. stadion niet volledig bezet kan worden aangezien men dicht op elkaar zit. 39.10 De indiener geeft aan dat de negatieve gevolgen van het plan De gemeente neemt deel in de financiering van het Financiële gevolgen BP consequenties heeft voor de financiële situatie van de gemeente. stadion door middel van aandelen. Indien de resultaten Hierdoor zal de gemeente in de toekomst minder geld hebben om tegenvallen kan dit consequenties hebben voor het rendement op de aandelen. Voor de verschillende taken

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 91

bewoners van Feijenoord te ondersteunen als zij in financiële van de gemeente, zijn andere gelden beschikbaar zodat moeilijkheden komen. een tegenvallend rendement geen directe consequenties heeft voor uitvoering van de gemeentelijke taken. 39.11 De indiener roept de gemeente op het plan zodanig te wijzigen dat de Zoals hiervoor is aangegeven is een Herzien plannen BP gezondheid en levensduur van bewoners van Feijenoord niet wordt gezondheidseffectanalyse uitgevoerd waarin weggenomen en over te gaan tot een plan met grote voordelen voor de verschillend omgevingsaspecten zijn beschouwd die een inwoners van Feijenoord. relatie hebben met gezondheid. Uit de effectbeoordeling blijkt dat de omgevingskwaliteit van het gebied als gevolg van luchtverontreiniging en geluidshinder in beperkte mate verslechtert door de ontwikkeling van Feyenoord City. De gebiedsontwikkeling verandert veel aan de inrichting en het gebruik van het gebied, en wel zo dat het een actieve (gezonde) levensstijl stimuleert. Het plan draagt bij aan het verhogen van de sportparticipatie in Rotterdam-Zuid. Daarnaast wordt een forse hoeveelheid groen toegevoegd. Ook bewoners van Feijenoord profiteren hiervan en worden betrokken bij de verdere uitwerking van de openbare ruimte. 39.12 De indiener heeft een aantal vragen m.b.t. de veranderde De huidige Corona crisis is uitgebroken tijdens de termijn Coronacrisis BP omstandigheden door de Coronacrisis. van tervisielegging. De gevolgen daarvan zijn naar verwachting op lange termijn niet zodanig dat de - Grote evenementen zullen nog heel lang verboden blijven. Indiener plannen heroverwogen moeten worden. Zie ook de vraagt zich af of een nieuw groot stadion dan wel wenselijk is. thematische beantwoording onder 5.1 en 5.2. - Het nieuwe stadion , de kantoren, andere nutsvoorzieningen zijn niet ingericht op het feit we wellicht jaren of voor heel lang anderhalve meter van elkaar moeten blijven; de landelijke overheid heeft de anderhalve meter als uitgangspunt genomen; Rotterdam moet dit in nieuw beleid opnemen en de bestaande plannen herzien. - Een voorspelling is een daling van het nationaal product met 7 %; het is de vraag hoeveel kopers of huurders er dan nog zijn voor die dure te bouwen woningen; of er zoveel gereisd wordt. Door thuiswerken, sluiten van de grenzen, minder of andersoortige bedrijvigheid zal er minder verkeer zijn of andersoortig verkeer. Minder vervuiling, drukte, overlast. Indiener stelt daarbij dat de coronacrisis zorgt voor andere economische situatie. Hierbij vraagt de indiener zich af of een grote stedelijke ontwikkeling zoals FC in dit geval prioriteit moet krijgen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 92

39.13 De indiener is van mening dat FC zich richt op bevoorrechte burgers. In Feyenoord City zal een divers woonaanbod komen Woningdifferentiatie BP Een veel groter deel van de burgers zal moeten vechten om te overleven met 450 sociale huurwoningen, circa 40% middeldure als gevolg van de coronacrisis. Dit is volgens de indiener niet het woningen (met 50% koop), en verder dure woningen. Er toekomstig Rotterdam. wordt een stedelijk gebied ontwikkeld met een grote diversiteit aan functies en woningtypes, passend binnen de Woonvisie van de gemeente. Feyenoord City maakt daardoor een stedelijk gebied voor alle typen burgers van Rotterdam. 39.14 Indiener is van mening dat er geen kader meer is waarbinnen de Het bestemmingsplan met bijbehorend MER en overige Procedure BP gemeenteraad en de rechter alle belangen kunnen afwegen. Indiener onderzoeken dienen er toe om integrale vraagt daarom om een algehele heroriëntatie op termijn, inspraak en belangenafweging te maken voor de totale procedure van zienswijzen indienen van het concept bestemmingsplan gebiedsontwikkeling. Hieraan ligt een zorgvuldige FC. voorbereidingsfase ten grondslag. Het bestemmingsplan volgt verder een wettelijke procedure. Binnen de wettelijk gestelde termijn is de mogelijkheid geboden om een zienswijze in te dienen. Daarnaast kan er in bepaalde gevallen nog beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wij zien daarom ook geen reden om een algehele heroriëntatie. 39.15 Indiener is van mening dat door de coronacrisis de reguliere termijn van Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Termijn terinzagelegging BP 6 weken voor het indienen van zienswijzen te beperkt is gezien de onder 5.1. Aanvullend wordt opgemerkt dat in aanloop beletsels door de coronacrisis. De volgende voorwaarden ontbreken als naar het ontwerpbestemmingsplan vele informatie gevolg van de coronacrisis: avonden zijn gehouden en dat de participatie wordt 1 Het persoonlijk contact met andere burgers om over dit doorgezet (zie hiervoor ook de thematische ontwerpbestemmingsplan te overleggen beantwoording onder 10). De stukken zijn ook 2 De fysieke moeilijkheid van het ter plekke de situatie te bekijken aangeboden en besproken in de wijkraden. 3 Mentaal kunnen belemmeringen van allerlei soort zich voordoen: in beschikbaar. beslag genomen door alle coronanieuws; wellicht besmet; de druk van de heel ongewone situatie 4 Het ontbreken van de mogelijkheid tot overleg; tot behandeling in de daarvoor aangewezen organen, in dit geval bijvoorbeeld de wijkraad.

Indiener vraagt om op grond van de uitzonderingstoestand die de regering heeft uitgeroepen en waarin veel verstrekkender maatregelen zijn genomen als het simpel verschuiven van een uiterste reactietermijn om deze reactietermijn met tenminste 2 maanden te verlengen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 93

Hiermee doet de indiener beroep op de redelijkheid waarmee een overheid zaken moet beslissen die niet wettelijk geregeld zijn. Deze zienwijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

40 Bewonersorganisatie Veranda Rotterdam (BBV) Beantwoording Thema** Betrekking op* 40.1 De indiener maakt zich zorgen over de bouwhoogte en de vormgeving Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Bouwhoogte/ Schaduw- en BP van de nieuwbouw, met name aan de weerskanten van de Stadionweg. onder 3.1, 3.2 en 3.3. windhinder/ Visuele blokkade De visuele blokkade voor bestaande woningen, en ongewenste wind- en Aanvullend wordt opgemerkt dat de bebouwing aan de schaduwwerking, moet worden voorkomen. De indiener adviseert dat overzijde van de Stadionweg (in Kuippark) zodanig ver de bouwhoogte langs de Stadionweg, met uitzondering van enkele weg is dat visuele hinder en wind- en schaduwhinder bij accenten, maximaal 10 bouwlagen moet bedragen. Dit is in lijn met de bestaande woningen op de Veranda niet aannemelijk is. bestaande bebouwing (flatgebouwen). 40.2 De indiener mist een toelichting van de kwaliteitsslag in ontsluiting van In het kader van het MER is de verkeersafwikkeling als Mobiliteit/Infrastructuur/ BP het plangebied. Indiener betwijfelt of de huidige verkeerstructuur de gevolg van Feyenoord City onderzocht. Er zijn enkele Parkeren/ Verkeer ontwikkelingen aan kan, datzelfde geldt voor parkeren. Het huidig maatregelen genomen zoals het doortrekken van de structurele parkeerprobleem wordt niet verbeterd. De indiener pleit Colosseumweg en het afsluiten van de Korte Stadionweg ervoor om rekening te houden met de aanleg van een metro. voor doorgaand verkeer. Geconcludeerd is dat met de diverse maatregelen die worden genomen, een goede verkeersafwikkeling gewaarborgd is. In het kader van de uitwerking van een stedenbouwkundig ontwerp voor het Waterfront is nader gerekend aan de capaciteit van de ontsluiting van het Waterfront. Hieruit is afgeleid dat voor de ontsluiting van het Waterfront de in- en uitrit van het Waterfront uit 2x2 rijstroken moet gaan bestaan richting de Stadionweg. De verkeersstructuur wordt zodanig ontworpen dat verkeer uit het Waterfront niet via de Veranda kan wegrijden, dus sluipverkeer wordt voorkomen. Uit berekeningen is gebleken dat de wachttijden beperkt zijn, zowel tijdens de spitsen als bij evenementen.

In de regels van het bestemmingsplan is een parkeerbepaling opgenomen die ervoor zorgt dat bij nieuwe bouwontwikkelingen voldoende parkeren wordt gerealiseerd. Hierbij dient ook rekening gehouden te

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 94

worden met parkeerplaatsen die als gevolg van de ontwikkeling verdwijnen. Het voorgaande betekent dat het bestemmingsplan waarborgt dat voldoende parkeerruimte wordt gerealiseerd. Het is niet realistisch om bij de ontwikkeling van Feyenoord City te verlangen dat eventuele bestaande parkeerproblemen worden opgelost.

De aanleg van de metro is een apart toekomstig project. Voor Feyenoord City geldt dat daarmee in de verkeerscijfers nog geen rekening mag worden gehouden. 40.3 De indiener vindt het onbegrijpelijk dat er niet meerdere scenario’s, met Het bestemmingsplan Feyenoord City, maakt een Oeververbinding/ Verkeer BP/Masterplan betrekking tot een oeververbinding, zijn uitgewerkt. Hierop moet het (aanlanding van) een oeververbinding in het plangebied Masterplan partieel worden aangepast. De indiener vindt een niet mogelijk. Daarover moet separaat een besluit oeververbinding niet mogelijk en niet wenselijk aansluitend op de worden genomen, en een afzonderlijke juridisch- rotonde. De rotonde zou deze verkeersbelasting niet aan kunnen. planologische procedure voor worden gevoerd. In het masterplan en het bestemmingsplan Feyenoord City is wel ruimte gereserveerd voor de realisatie van de oeververbinding. De impact van een oeververbinding op de Stadionrotonde moet in het proces van de oeververbinding worden onderzocht. Er wordt ook verwezen naar de thematische beantwoording onder 7. 40.4 De indiener vindt de metro, zoals is getekend op blz. 17 van het De bedoelde de metroverbinding is geen onderdeel van Metro Masterplan Masterplan, niet wenselijk (grote boog om de Coen Moulijnweg om de Feyenoord City en van dit bestemmingsplan. Kuip heen). De indiener stelt een andere ligging van het tracé en station voor. 40.5 Indiener acht het van groot belang dat bewoners van de Veranda actief Zoals beschreven onder de thematische beantwoording bouwhoogte BP worden betrokken bij een verdere stedenbouwkundige uitwerking. onder 3.1. worden de bouwregels aangepast en de Indiener stelt voor om de plankaart aan te passen op de plot die is bouwhoogte terug gebracht naar 30 en 40 meter met aangeduid met GD-Veranda, door daar de maximale bouwhoogtes te enkele hoogteaccenten. Om de nog diverse differentiëren. Op de hoekpunten van de bouwstrook en op de hoeken stedenbouwkundige uitwerkingen mogelijk te houden van de vrij te houden doorgangen / zichtlijnen in het verlengde van de wordt de exacte locatie van de hoogbouw accenten nog Jan Pettersonstraat en de Puck van Heelstraat en op de hoekpunten bij niet vastgelegd. het huidige politiebureau en het oude Piet Smit kantoor en de parkeerlocatie bij de garage zou dan een bouwhoogtelimiet van 70 m moeten gelden, op de overige locaties een bouwhoogtelimiet van 30 meter.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 95

40.6 Indiener verwijst naar hoofdstuk 3.3.9 waar voorzieningen en Om de bestaande detailhandelstructuur op onder meer Voorzieningen BP detailhandel mbt de Veranda besproken worden. Hierin is aangegeven de Beijerlandselaan te beschermen wordt door de dat het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat er een reguliere supermarkt gemeente en de provincie geen reguliere supermarkt in Feyenoord City komt. De indiener is van mening dat er wel een toegestaan binnen Feyenoord City. Wel kunnen er reguliere supermarkt moet komen wegens de 4300 woningen in het enkele gemakswinkels komen (kleine supermarkten/ gebied en de auto afhankelijkheid wanneer er van supermarkten in grab en go). andere gebieden gebruik gemaakt moet worden. 40.7 Volgens de indiener is de afwezigheid van een huisarts in FC niet Zoals indiener terecht constateert zijn nieuwe Voorzieningen, parkeren BP eenvoudig vanwege de ‘postcode’ beperkingen. Het mogelijk maken van maatschappelijke voorzieningen verspreid over het een praktijk in combinatie met bijvoorbeeld een tandarts, fysiotherapie plangebied toegestaan. Er is dus ook een mogelijkheid of andere praktijken in een daarvoor bestemde ruimte zou de wijk voor medisch gerelateerde beroepen, waaronder volgens de indiener ten goede komen en de druk op de omliggende huisartsen, tandartsten en fysiotherapeuten. De nieuwe wijken verminderen. In het bestemmingsplan zien we dat voorzieningen zullen in voldoende parkeergelegenheid maatschappelijke voorzieningen mogelijk zijn in diverse delen van het moeten voorzien. In de planregels is bepaald dat hele plan. Het is echter niet duidelijk of daarbij dan ook rekening is voldaan moet worden aan de gemeentelijke gehouden met de parkeermogelijkheden bij deze voorzieningen. parkeernormen. Ook voor maatschappelijke voorzieningen gelden parkeernormen. Het aspect parkeren is dan ook afdoende geregeld. 40.8 Op de hoek van de parkeergarage Guus Broxstraat/ Piet Smitkade staat Dit woongebouw staat er in de praktijk inderdaad niet. Verbeelding BP een woongebouw ingetekend met een max. bouwhoogte van 44 meter. Het betreft een onbenutte mogelijkheid die is voorzien Dit gebouw staat er op dit moment in de praktijk niet. Indiener vraagt of in het nu geldende bestemmingsplan Olympus. Deze dit een nieuwe toevoeging is die wordt mogelijk gemaakt door dit planologische mogelijkheid is gehandhaafd in het bestemmingsplan. bestemmingsplan Feyenoord City. 40.9 Indiener is van mening dat de huidige wegenstructuur – die ook in de In het kader van het MER is de verkeersafwikkeling als Verkeer BP toekomst volgens dit plan voor 95% ongewijzigd blijft – niet is toegerust gevolg van Feyenoord City onderzocht. Er zijn enkele en ongeschikt is om de groei van het autoverkeer dat daarmee is maatregelen genomen zoals het doortrekken van de gemoeid probleemloos op te kunnen vangen door de 4 belangrijkste Colosseumweg en het afsluiten van de Korte Stadionweg nieuwe bronnen: voor doorgaand verkeer. Geconcludeerd is dat met de • De komst van 3.500 extra woningen in en rond de Veranda diverse maatregelen die worden genomen, een goede • De komst van een nieuw groot stadion, met extra evenementen verkeersafwikkeling gewaarborgd is. • De komst van extra winkel- en recreatievoorzieningen, horeca, hotel Voor de derde oeververbinding geldt dat de etc. besluitvorming hierover nog moet plaatsvinden, zie ook • En de komst van een nieuwe oeververbinding en de ‘overheveling’ van de thematische beantwoording onder 7. enkele 10.000-en motorvoertuigen/etmaal van de Van Brienenoordbrug De rerouting bij evenementen vindt plaats door middel naar de nieuwe oeververbinding c.q. het onderliggend wegennet op en van onder meer matrix borden, smart mobility rond De Veranda. toepassingen en zo nodig verkeersregelaars. Bij de beoordeling van het VKA (tabel 5-5 en verder) wordt feitelijk beoordeeld op rekenkundige gronden (I/C-verhoudingen > 0,9) en wordt

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 96

geconcludeerd dat in het plangebied enkel de kruising Olympiaweg- Stadionweg het enige structurele knelpunt is. Feitelijk wordt bij de beoordeling (eindscore) gesteld dat er een beperkte verslechtering t.o.v. de referentiesituatie plaatsvindt. Indiener ziet dit anders en vraagt zich af hoe de voorgestelde maatregelen, zoals re-routing bij evenementen gaan werken. 40.10 Indiener vraagt naar structurele maatregelen om de Hiervoor wordt verwezen naar de thematische Parkeren BP parkeerproblematiek te kunnen aanpakken en te kunnen handhaven. beantwoording onder 3.8 40.11 Indiener pleit gezien het grote programma in FC voor een investering in De aanleg van de metro is een apart toekomstig project. Openbaar vervoer BP HOV. Explicitiet wordt er om de aanleg van een metro gevraagd. Zie Voor Feyenoord City geldt dat daarmee in de zienswijze 40.2 verkeerscijfers nog geen rekening mag worden gehouden. 40.12 Indiener heeft een aantal opmerkingen op de plankaart: Op dit moment is ter plaatse van de aanduiding Verbeelding BP Aansluiting oeververbinding op bestaand wegennet (kruising ‘specifieke bouwaanduiding – gebouw uitgesloten’ nog Olympiaweg-Stadionweg) zit raar in elkaar. Ofwel er wordt méér ruimte het politiekantoor en de buitenruimte aanwezig. Deze gereserveerd ter plekke van het bestaande politiebureau, of de bestaande functie met bebouwing is gerespecteerd in plankaart wordt aangepast. Nu staat er iets vreemds. Het benodigde het plan door de passende bestemming ‘Gemengd – hoekje heeft de aanduiding sba-gu, wat betekent: specifieke Veranda’ (bestaande bebouwing is gerespecteerd in bouwaanduiding – gebouw uitgesloten. Indiener vraagt waarom dit niet artikel 14.3) In de nieuwe situatie wordt, anders dan de functie Verkeer heeft. bestaande bebouwing, geen nieuwe bebouwing gewenst. Een verkeersbestemming is dus niet passend.

Bij de aanlanding van de oeververbinding staat V-WE (-br), wat betekent De oeververbinding is inderdaad niet planologisch Derde oeververbinding dat dit gebied een verkeersfunctie heeft en dat een brug uitgesloten is. mogelijk gemaakt, aangezien de afweging voor locatie, Terwijl wordt betoogd dat geen rekening wordt gehouden met een functionaliteit en inpassing nog gemaakt dient te oeververbinding. De indiener is blij dat er nog wel de mogelijkheid voor worden in het kader van de lopende MIRT studie. Wel is een tunnel bestaat maar spreekt zorgen uit over de cumulatieve (planologisch) ruimte vrij gehouden voor een effecten voor het plangebied. Indiener vraagt om deze effecten in beeld oeververbinding. Op het moment dat duidelijk is waar de te brengen. oeververbinding komt, zal daar een afzonderlijke planologische procedure voor doorlopen worden. Zie ook de thematische beantwoording onder 7. 40.13 Indiener uit zorgen over het missen van samenhang tussen het Het nu voorliggende (ontwerp)bestemmingsplan is mede Samenhang besluitvorming BP/masterplan masterplan en het bestemmingsplan. Indiener pleit daarbij voor een gebaseerd op het in 2019 door de gemeenteraad samenhangende besluitvorming inzake deze twee projecten – en voor vastgestelde Masterplan Feyenoord City. Over het een gezamenlijke stedenbouwkundige en verkeerskundige uitwerking. masterplan heeft in 2019 reeds besluitvorming plaatsgehad. Er is zeker sprake van een samenhang. Het Het samenbrengen van de projecten Feyenoord City en

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 97

Vanuit de politiek zou er een bestuursopdracht moeten komen dat derde oeververbinding is niet aan de orde. De derde beide projectorganisaties intensief gaan samenwerken om de effecten oeververbinding is een project van regionale betekenis (verkeerskundig, ruimtelijk, milieu, financieel, etc.) in beeld te brengen dat nog zo’n twee jaar onderzoek en besluitvorming van alle reële oeververbindingsvarianten, alsmede de effecten op de vergt. Het is niet nodig en wenselijk de besluitvorming inrichtingsmogelijkheden van het gebied. over Feyenoord City daar op te laten wachten. Zie verder de thematische beantwoording onder 7. 40.14 Indiener vraagt aandacht voor het rekening houden met de eventuele Overlast is een aspect dat niet in het kader van een Nachtelijke overlast BP overlast voor bewoners van de Piet Smitkade door (nachtelijke) bestemmingsplan wordt geregeld. Vanzelfsprekend zal activiteiten vanaf de strandjes bij de langsdam. bij overtreding van de regels van openbare orde en veiligheid handhavend worden opgetreden door het bevoegd gezag. 40.15 Indiener gaat ervanuit dat er een goede continue informatievoorziening Uit het MER blijkt dat inderdaad enige overlast in de Overlast BP geregeld zal zijn naar de bewoners toe, over wanneer er wat te bouwfase vanwege onder meer de bouw van het stadion gebeuren staat en wat voor overlast dit met zich mee brengt. Dit met en de woontorens niet te voorkomen is. Bij een aanvraag betrekking tot de overlast van de bouwwerkzaamheden gedurende de omgevingsvergunning wordt specifiek gekeken naar de aanleg van FC. wijze waarop overlast zoveel mogelijk kan worden voorkomen en wordt tevens bezien welke maatregelen nodig zijn. Dit betreft dus een uitvoeringsaspect dat in het kader van het bestemmingsplan niet hoeft te worden meegewogen. Zie ook de thematische beantwoording onder 6. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

41 Urban Culture Paradise Beantwoording Thema** Betrekking op* 41.1 De indiener wil haar enthousiasme uitspreken over de betrokkenheid bij De Stichting is in overleg met indiener om een en ander Programma/Bestemming BP de plannen om Urban/Street Sports te verwerken in de bestemming van te bespreken. de Strip. Het lijkt de indiener fantastisch als de plannen kunnen voortgezet worden en het Urban Culture Paradise verwezenlijkt wordt.

42 Ten Holter Noordam advocaten namens EG Service en NRG Beantwoording Thema** Betrekking op* Tankstation

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 98

42.1 De indiener wordt door de onttrekking van de Klinkerstraat, Het tankstation is gelegen binnen de bestemming Ge- Mobiliteit BP/ Bankwerkerstraat, Koperslagerstraat, IJzerwerkerstraat en een gedeelte mengd-Mallegat. De gronden van indiener zijn in fase 1 Onttrekkings- van de Korte Stadionweg negatief in haar bedrijfsvoering aan de Kort van de ontwikkeling reeds nodig, namelijk als het stadion besluit Stadionweg 111 getroffen. Hierdoor verliest het tankstation ontsluiting, wordt gerealiseerd. Hoewel op de gronden van indiener bereikbaarheid en parkeerruimte. Het onttrekken van deze wegen is op grond van het ontwerpbestemmingsplan geen gebou- niet gekoppeld aan de ontwikkeling van het stadion en Feyenoord City. wen zijn gepland, komt de trap naar het concourse bij Nu de doorgang en de uitvoerbaarheid van het het stadion, welke gebruikt zal worden door meer dan ontwerpbestemmingsplan (OBP) volgens de brief van het college van 10.000 personen en wat ook een vluchtweg is, uit op het B&W van 18 februari 2020 pas komen vast te staan na de financial close tankstation. Gelet op de veiligheid kan het tanktation in maart/april 2022, is het volgens de indiener onzorgvuldig daarop de reeds in fase 1 van de ontwikkeling, niet blijven bestaan. Klinkerstraat, Bankwerkerstraat, Koperslagerstraat, IJzerwerkerstraat en Het is dan ook het voornemen om de gronden voor de een gedeelte van de Korte Stadionweg reeds nu aan de openbaarheid te vaststelling van het bestemmingsplan te verwerven. In- onttrekken. Het huidige onttrekkingsbesluit is volgens de indiener in dien dit niet tot de mogelijkheden behoort zal tot ontei- strijd met artikel 3.2 juncto 3.4, tweede lid van de Awb. gening worden overgegaan nadat het bestemmingsplan De indiener is van mening dat aan het aspect mobiliteit, waaronder in werking is getreden. Wel zien wij in deze zienswijze parkeren, onvoldoende aandacht is besteed in het aanleiding om helderheid te verschaffen over de datum ontwerpbestemmingsplan. Bij dit aspect wordt totaal geen rekening van inwerkingtreding van het Besluit. Het Besluit Weg- gehouden met het tankstation. De gevolgen op de ontsluiting, onttrekking Korte Stadionweg zal zodanig worden aange- bereikbaarheid en parkeren op het tankstation worden niet toegelicht. vuld dat de datum van inwerkingtreding van het besluit Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd komt te liggen bij de start van de werkzaamheden ten met artikel 3:2 juncto artikel 3:4, tweede lid, juncto artikel 3:46 van de behoeve van het stadion. Awb.

42.2 De indiener geeft aan dat de (in de toelichting op) het OBP ten onrechte Zie de beantwoording onder 41.1. De verplaatsing van Tankstation/ BP geen rekening is gehouden met de aanwezigheid van het tankstation. het gasontvangststation is planologisch geregeld in het Daarmee zijn delen van het OBP die zien op milieuzonering, geluid, bestemmingsplan “Gasontvangststation Stadionpark”. stikstof, trillingshinder en luchtkwaliteit niet, althans onvoldoende Met de Gasunie zijn afspraken gemaakt over onderbouwd. Volgens de indiener geldt datzelfde voor het verlagen van verplaatsing van het gasontvangsstation en het de druk in de buisleidingen en de gestelde verplaatsing van het vervolgens verwijderen van de gasleiding. De gasverdeelstation, omdat weliswaar de druk verlaagd wordt, maar een voorbereiding hiervoor is reeds gestart. Naar dergelijke toezegging door het college niet maakt dat de Gasunie de verwachting zijn de contracten voor vaststelling van het druk daadwerkelijk zal verlagen. Ook wordt onvoldoende onderbouwd bestemmingsplan definitief. dat de verplaatsing van het gasverdeelstation zal plaats vinden. Als gevolg is er sprake van een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek en is het vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:9 juncto artikel 3:46 van de Awb.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 99

42.3 De indiener geeft aan dat in het OBP niet voldoende is rekening Zie de beantwoording onder 41.1 Externe Veiligheid BP gehouden met het aspect externe veiligheid. De indiener (tankstation) is zonder de daartoe vereiste motivering wegbestemd. Uit de motivering van het ontwerpbestemmingsplan blijkt dat het tankstation ruimtelijke gevolgen heeft voor omliggende functies, terwijl wordt uitgelegd dat het tankstation niet relevant is voor de ontwikkeling. Gezien de ligging en zijn invloedsgebied is dit tankstation echter wel relevant. Er wordt genoemd dat het tankstation geamoveerd wordt, dat is op het moment van het indienen van deze zienswijzen en nabije toekomst niet aan de orde. Er is volgens de indiener ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de effecten op externe veiligheid met betrekking tot dit tankstation, mede in het kader van het persoonsgebonden risico en het groepsrisico. Hierdoor is volgens de indiener het OBP niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen. Evenmin is volgens de indiener duidelijk gemaakt dat die amovering randvoorwaardelijk is voor het kunnen verwezenlijken van het nieuwe stadion en de binnen het OBP toebedeelde bestemmingen. Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:9 juncto artikel 3:46 van de Awb. 42.4 De indiener geeft aan dat het tankstation zonder de daartoe vereiste Het tankstation is wegbestemd om uitvoering te geven Wegbestemmen tankstation BP motivering op grond van een goede ruimtelijke ordening, dan wel de aan het Masterplan Feyenoord City zoals dat in 2019 goede (leef)omgevingskwaliteit is wegbestemd. Het OBP gaat volgens door de gemeenteraad is vastgesteld. de indiener ten onrechte er niet op in dat op het moment van het Het tankstation is niet inpasbaar binnen Feyenoord City. schrijven van de zienswijze amovering van het tankstation niet aan de Bekeken wordt of indiener elders in Rotterdam orde is. De indiener geeft aan dat de aangekondigde intrekking van de gevestigd kan worden. omgevingsvergunning van het tankstation rechtens niet aan de orde is c.q. kan zijn. Ook is niet nader gemotiveerd op welke gronden de omgevingsvergunning ingetrokken wordt, hoe en door wie in een eventuele compensatie wordt voorzien en in hoeverre uitspraken van het college op enigerlei wijze kunnen binden c.q. verplichten tot die intrekking. De indiener geeft aan dat in tegenstelling tot het uitgangspunt in de jurisprudentie en in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, het bestaande gebruik van het tankstation ten onrechte niet positief wordt bestemd. Dat artikel 37 van het OBP in overgangsrecht voorziet, maakt het voorgaande niet anders. Binnen de planperiode bestaan geen concrete vooruitzichten die ertoe nopen (het gebruik van) het tankstation onder het overgangsrecht te brengen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 100

Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:46 van de Awb. 42.5 Artikel 6.35 van de Omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om af Er wordt niet langer een beroep gedaan op artikel 6.35 Provinciale verordeningen BP te wijken van bepalingen uit Afdeling 2 van de Omgevingsverordening, van de Omgevingsverordening. In paragraaf 4.2.2. van de onderbouwing detailhandel mits de afwijking niet leidt tot onevenredige afbreuk aan provinciale plantoelichting is naar het oordeel van de gemeente vol- belangen. De indiener is van mening dat het voldoen aan deze doende onderbouwd dat de provinciale belangen niet voorwaarde onvoldoende is gemotiveerd in het worden geschaad. De onderbouwing ten aanzien van de- ontwerpbestemmingsplan. Daarnaast is ten aanzien van detailhandel tailhandel is verder aangevuld mede naar aanleiding van onvoldoende (kenbaar) gevolg gegeven aan het advies van de de zienswijze van de provincie Zuid-Holland (zie ook ziens- Adviescommissie Detailhandel ZH. Als gevolg is het vaststellen van het wijze nr 96). OBP in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:46 van de Awb. Bovendien wordt de toelichting van het De indiener mist een toelichting op de uit artikel 15, derde lid van de bestemmingsplan aangevuld met een onderbouwing van Dienstenrichtlijn voortvloeiende voorwaarden en de gevolgen daarvan de dienstenrichtlijn. Uit deze onderbouwing blijkt dat voor het bestemmingsplan. Om deze reden kan het OBP in zijn huidige geen sprake is van strijd met de dienstenrichtlijn. vorm niet worden vastgesteld zonder in strijd te zijn met artikel 3:2 juncto artikel 3:4, tweede lid, juncto artikel 3:46 van de Awb juncto artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. 42.6 De indiener is van mening dat ten onrechte geen (nader) onderzoek is In het kader van het bestemmingsplan is verkennend Bodem BP gedaan naar de aanwezigheid van PFAS, terwijl ten tijde van de bodemonderzoek uitgevoerd voor fase 1 van de onderzoeken de plicht bestond om, op grond van de zorgplicht uit de planontwikkeling en is een bureaustudie verricht voor Wet bodembescherming respectievelijk de Waterwet juncto het Besluit het hele plangebied. Dat is voor de besluitvorming in het bodemkwaliteit juncto de Regeling bodemkwaliteit, te bezien hoe om kader van het bestemmingsplan voldoende. dient te worden gegaan met (mogelijk) aanwezige PFAS. Hierop wordt Voor de stoffengroep PFAS is op 8 juli 2019 beleid van niet ingegaan in (de toelichting op) het OBP, daarom kan het OBP niet in kracht geworden ten aanzien van grond- en zijn huidige vorm worden vastgesteld zonder in strijd te zijn met artikel baggerverzet (Tijdelijk handelingskader PFAS). In het THK 3:2 juncto artikel 3:9 juncto artikel 3:46 van de Awb. is geen verplichting opgenomen voor onderzoek naar PFAS anders dan voor grondverzet. Ten aanzien van ruimtelijke procedure en vergunningen geldt daarmee geen verplichting tot onderzoek naar PFAS.

Tevens heeft de DCMR (Milieudienst) eind 2019 (naar aanleiding van de wijziging op het Tijdelijk handelingskader PFAS) voor de regio Rijnmond uitvoeringsregels opgesteld. Daarbij is aangegeven dat er geen onderzoeksplicht is indien er geen sprake is van grondverzet (zoals vergunningen/transacties).

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 101

Met een vooronderzoek kan worden bepaald of er op of in de directe omgeving van het plangebied verdachte activiteiten en situaties aanwezig zijn (geweest). Op basis van het huidige vooronderzoek zijn geen potentiele bronnen voor PFAS naar voren gekomen.

Omdat de risicogrenzen voor PFOA en PFOS (RIVM) significant hoger liggen dan hetgeen middels onderzoek op zowel onverdachte als verdachte locaties wordt aangetoond, wordt niet verwacht dat de aanwezige concentraties PFAS binnen het plangebied de risicogrenzen overschrijden. In afwezigheid van puntbronnen (vooronderzoek) mag worden uitgegaan dat bij beïnvloeding door depositie de hergebruiksnorm voor PFAS niet wordt overschreden.

Onderzoek naar PFAS dient nog wel in het kader van grond- en baggerverzet uitgevoerd te worden.

Voor de uitvoering van de met de watervergunning vergunde activiteiten, zijn meldingen vereist in het kader van het Besluit lozen buiten inrichtingen (lozingen bij grondroerende werkzaamheden in de waterbodem) en/of het Besluit bodemkwaliteit (toepassen grond). Bij de beoordeling van die meldingen wordt gekeken naar effecten op de waterkwaliteit, waaronder de aanwezigheid van PFAS. 42.7 De indiener geeft aan dat het OBP (financieel) niet uitvoerbaar is, Wat betref de financiële uitvoerbaarheid wordt althans die financiële uitvoerbaarheid onvoldoende (kenbaar) is verwezen naar de thematische beantwoording onder gemotiveerd. De mogelijkheid tot onteigening van onder meer het 1.1. Wat betreft kostenverhaal wordt verwezen naar de tankstation en de indicatie van kosten voor eventuele planschade en thematische beantwoording onder 1.3. hoe dit geborgd is, worden niet genoemd in de motivering. Het genoemde bedrag in de position paper van november 2017 is duidelijk De gemeente en de Stichting Gebiedsontwikkeling aan onvoldoende voor de werving van de noodzakelijke gronden en de de Maas zetten in op een minnelijke verwerving. Mocht daarop thans nog aangewezen opstallen en bedrijven. Hoe dit moet dit niet mogelijk zijn, dan zal de gemeente onteigenen. worden opgelost, is niet kenbaar uit de ter inzage gelegde stukken. Hiermee is rekening gehouden in de grondexploitatie. Hiernaast bevat (de toelichting op) het OBP geen concrete toezegging omtrent de bereidheid van de gemeente om over te gaan tot

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 102

onteigening. Op basis van de gepubliceerde Deelplanning S van 16 Voor wat betreft de effecten van de coronacrisis wordt december 2019, volgt echter dat de onteigening van het tankstation verwezen naar de thematische beantwoording onder kennelijk onderdeel is van fase 1 van het OBP. Dit maakt volgens de 5.1. indiener dat de in Hoofdstuk 7 van de toelichting opgenomen stelling omtrent de financiële risico’s voor de gemeente onjuist is, met de onteigening trekt zij immers financiële risico’s naar zich toe. Dit is volgens de indiener een onderdeel dat in het kader van de uitvoerbaarheid van het OBP (kenbaar) in de toelichting had moeten worden opgenomen. De aangebrachte fasering maakt de uitvoering van het gehele plan binnen de planperiode van twintig jaar onzeker, van een uitgewerkt stedenbouwkundig plan en exploitatie voor de fases na fase 1 is immers geen sprake. Bij de toelichting mist een sluitende grondexploitatie. De haalbaarheid van de Business case is onvoldoende onderzocht. Daarnaast is de doorrekening van International Stadia Group niet raadpleegbaar. Hiernaast kan pas aan de Business case getoetst worden na vaststelling van het bestemmingsplan. In de toelichting is opgenomen dat de transformatie van de Korte Stadionweg cruciaal is om de gebiedsontwikkeling op gang te krijgen, waarbij de te verkrijgen gronden nog niet zijn afgestemd. Hierdoor is de financiële uitvoerbaarheid onvoldoende verantwoord.

42.8 De indiener is van mening dat er onvoldoende aandacht is besteed aan Op PFAS en de uitvoerbaarheid is hiervoor reeds PAS, PFAS en de gevolgen van corona op de inzet van mensen en ingegaan. bouwkosten. Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd Het PAS bestaat niet meer. Stikstofdepositieberekening, met artikel 3.1.6 van het Bro juncto artikel 3.1 juncto 3.37 van de Wro zoals opgenomen in de bijlagen van het juncto artikel 3:2 juncto artikel 3:46 van de Awb. bestemmingsplan, laten zien dat er geen negatieve gevolgen zijn voor natuurgebieden. 42.9 De indiener is niet op de hoogte gebracht van een alternatieve locatie In de genoemde bijlage gaat het om een vervangende Alternatieve locaties BP voor het tankstation, zoals genoemd in bijlage 4 van de brief van locatie voor de functie tankstation. De gemeentelijke tankstation Metropoolregio Rotterdam – Den Haag. besluitvorming over de wijze waarop deze uitgegeven wordt heeft recentelijk plaatsgevonden. Indiener is hiervan op de hoogte gebracht. conclusie De zienswijze leidt tot aanpassing van de plantoelichting en de planregels voor detailhandel. Wel leidt de zienswijze tot een aanvulling in het Besluit Wegonttrekking Korte Stadionweg.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 103

43 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 43.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie De zienswijze is gedeeltelijk gegrond leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

44 Indiener (Ten Holter Noordam advocaten namens Technisch Beantwoording Thema** Betrekking op* Laboratorium Rotterdam) 44.1 De indiener geeft aan dat er nog geen overeenstemming is over de Inmiddels is er overeenstemming bereikt met indiener. Wegbestemmen BP/ beëindiging van de huurovereenkomst die tot in ieder geval tot en met Onttrekkings- 31 januari 2029 doorloopt en de verplaatsing van het laboratorium. besluit Verplaatsing is op het moment van indienen ook niet zeker gesteld, er is nog geen minnelijke beëindiging van de huurovereenkomst. Het OBP gaat volgens de indiener ten onrechte uit van de verplaatsing van het laboratorium, zonder de vereiste motivering. De indiener geeft aan dat in tegenstelling tot het uitgangspunt in de jurisprudentie en in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, het bestaande gebruik van het laboratorium ten onrechte niet positief wordt bestemd. Dat artikel 37 van het OBP in overgangsrecht voorziet, maakt het voorgaande niet anders. Binnen de planperiode bestaan geen concrete vooruitzichten die ertoe nopen (het gebruik van) het laboratorium onder het overgangsrecht te brengen. Als gevolg is het vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan (OBP) in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:46 van de Awb. 44.2 De indiener geeft aan dat in het OBP en bijbehorende onderzoeken Gelet op het feit dat er overeenstemming is bereikt over Milieuzonering BP geen rekening is gehouden met de aanwezigheid van het laboratorium verplaatsing, is terecht geen rekening gehouden met de en de milieukundige gevolgen hiervan. De verplaatsing is nog niet aan aanwezigheid van het labatorium. de orde, maar de invloedssfeer van het laboratorium ligt wel binnen het plangebied. Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:9 juncto artikel 3:46 van de Awb. 44.3 De indiener geeft aan dat met de onttrekking van de Klinkerstraat, Gelet op het feit dat er overeenstemming is bereikt over Mobiliteit BP/ Bankwerkerstraat, Koperslagerstraat, IJzerwerkerstraat en een gedeelte verplaatsing, is terecht geen rekening gehouden met de Onttrekkings- van de Korte Stadionweg het laboratorium zijn ontsluiting, aanwezigheid van het labatorium. besluit bereikbaarheid en parkeerruimte verliest. Het onttrekken van deze wegen is niet gekoppeld aan de ontwikkeling van het stadion en

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 104

Feyenoord City. Nu de doorgang en de uitvoerbaarheid van het OBP volgens de brief van het college van B&W van 18 februari 2020 pas komen vast te staan na de financial close in maart/april 2022, is het volgens de indiener onzorgvuldig daarop de Klinkerstraat, Bankwerkerstraat, Koperslagerstraat, IJzerwerkerstraat en een gedeelte van de Korte Stadionweg reeds nu aan de openbaarheid te onttrekken. Het huidige onttrekkingsbesluit is volgens de indiener in strijd met artikel 3.2 juncto 3.4, tweede lid van de Awb. De indiener geeft aan dat in de toelichting op mobiliteit ten onrechte geen rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van het laboratorium. Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:4, tweede lid, juncto artikel 3:46 van de Awb. 44.4 Artikel 6.35 van de Omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om af Zie 42.5 Provinciaal beleid i.v.m. BP te wijken van bepalingen uit Afdeling 2 van de Omgevingsverordening, detailhandel mits de afwijking niet leidt tot onevenredige afbreuk aan provinciale belangen. De indiener is van mening dat het voldoen aan deze voorwaarde onvoldoende is gemotiveerd in het bestemmingsplan. Hiernaast is ten aanzien van detailhandel onvoldoende gevolg gegeven aan het advies van de Adviescommissie Detailhandel ZH. De indiener mist een toelichting op de uit artikel 15, derde lid van de Dienstenrichtlijn voortvloeiende voorwaarden en de gevolgen daarvan voor het bestemmingsplan. Om deze reden kan het OBP in zijn huidige vorm niet worden vastgesteld zonder in strijd te zijn met artikel 3:2 juncto artikel 3:4, tweede lid, juncto artikel 3:46 van de Awb juncto artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. 44.5 De indiener is van mening dat ten onrechte geen nader onderzoek is Zie 42.6 Bodem BP gedaan naar de aanwezigheid van PFAS (op grond van zorgplicht Wet bodembescherming). Als gevolg is het vaststellen van het ontwerpbestemmingsplan in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3:2 juncto artikel 3:9 juncto artikel 3:46 van de Awb. 44.6 De indiener geeft aan dat het OBP (financieel) niet uitvoerbaar is, Zie 42.7 Financiële uitvoerbaarheid BP althans die financiële uitvoerbaarheid onvoldoende (kenbaar) is gemotiveerd. De indicatie van kosten voor eventuele planschade en hoe dit geborgd is, worden niet genoemd in de motivering. Het genoemde bedrag in de postion paper van november 2017 is duidelijk onvoldoende voor de werving van de noodzakelijke gronden en de daarop thans nog aangewezen opstallen en bedrijven. Hoe dit moet worden opgelost, is

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 105

niet kenbaar uit de ter inzage gelegde stukken. De aangebrachte fasering maakt de uitvoering van het gehele plan binnen de planperiode van twintig jaar onzeker, van een uitgewerkt stedenbouwkundig plan en exploitatie voor de fases na fase 1 is immers geen sprake. De indiener wijst erop dat zowel de ontwikkelingen ten aanzien van de verwerving (en) als het gebrek aan voortgang in de gesprekken met haar inzake de beëindiging van de huurovereenkomst en de verplaatsing van het laboratorium, het aannemelijk maakt dat aan de voorwaarden zoals verwoord in de position paper niet wordt voldaan. Bij de toelichting mist een sluitende grondexploitatie. De haalbaarheid van de Business case is onvoldoende onderzocht. Daarnaast is de doorrekening van International Stadia Group niet raadpleegbaar. Hiernaast kan pas aan de Business case getoetst worden na vaststelling van het bestemmingsplan. In de toelichting is opgenomen dat de transformatie van de Korte Stadionweg cruciaal is om de gebiedsontwikkeling op gang te krijgen, waarbij de te verkrijgen gronden nog niet zijn afgestemd. Hierdoor is de financiële uitvoerbaarheid onvoldoende verantwoord. Indiener is van mening dat er onvoldoende aandacht is besteed aan PAS, PFAS en de gevolgen van corona op de inzet van mensen en bouwkosten. Als gevolg is het vaststellen van het OBP in zijn huidige vorm in strijd met artikel 3.1.6 van het Bro juncto artikel 3.1 juncto 3.37 van de Wro juncto artikel 3:2 juncto artikel 3:46 van de Awb. conclusie De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

45 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 45.1 De indiener is tegen de maximale bouwhoogte van 70 meter. Het Zie de thematische beantwoording onder 3.1, 3.2 en 3.6. Bouwhoogte/Schaduwhinder/ BP uitzicht en zon- en lichtinval verdwijnen voor de indiener. De indiener De Hoogbouwvisie laat geen hoogbouw toe aan de Uitzicht stelt voor om de bouwhoogte van de bestaande bebouwing aan te oostzijde van de Veranda. houden. Hoogbouw is wel mogelijk aan de oostzijde van de Veranda. 45.2 De indiener geeft de voorkeur aan voor een divers aanbod van Het bestemmingsplan legt niet het type woningen vast. Voorzieningen/Openbaar BP woningtypen, een hoogwaardig openbaar vervoerverbinding (metro) en Uit het Masterplan blijkt dat bij de gebiedsontwikkeling vervoer de aanwezigheid van verschillende voorzieningen. gestreefd wordt naar een gevarieerd aanbod aan woningen. In Feyenoord City zal een divers woonaanbod

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 106

komen met 450 sociale huurwoningen, circa 40% middeldure woningen (met 50% koop), en verder dure woningen. Ook het type varieert met torens en bouwblokken, appartementen en grondgebonden woningen.

Het programma in Feyenoord City biedt een goede basis voor op het opwaarderen van het openbaar vervoer. Voor de ontwikkeling van Feyenoord City is dit echter niet noodzakelijk en besluitvorming valt buiten het project Feyenoord City. Evenmin valt dit regelen in een bestemmingsplan.

In Feyenoord City wordt een groot aantal diverse voorzieningen voorzien. De Veranda wordt hoofdzakelijk een woongebied, maar ook daar is ruimte voor een beperkt aantal voorzieningen. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

46 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 46.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

47 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 47.1 Zie samenvatting x betreft Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

48 Evides Beantwoording Thema** Betrekking op* 48.1 In het MER staat dat de ontwikkeling van Feyenoord City geen effect Uit het onderzoek blijkt dat door de toename in Drinkwaterleiding BP/MER heeft op de drinkwatertransportleidingen. Uit actuele rapportage over stroomsnelheid de erosie op de onbeschermde delen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 107

de Rivierkundige beoordeling (jan 2020) blijkt dat die stelling van de vaarweg mogelijk toenemen. De toename in aantoonbaar onjuist is. snelheid geeft mogelijk een beperkte toename van erosie in de binnenbocht. Het effect van het stadion en langsdam op de diepte en omvang van de erosiekuil is beperkt. Maatregelen om voldoende dekking op de zinker te behouden worden opgesteld in samenspraak met Evides. Door deze maatregelen te treffen treedt geen effect op de drinkwatertransportleidingen op. In een eerdere planfase was sprake van monitoring van effecten alvorens maatregelen te treffen. Wat in het MER staat is dus nu achterhaald door de afspraak tussen Evides en het stadion om direct maatregelen te treffen en niet eerst te monitoren. Deze informatie is verwerkt in de aanvulling op het MER en in de plantoelichting. 48.2 Indiener vindt dat de leidingen niet afdoende worden beschermd door Er vindt ten aanzien van de aanleg van het stadion Leidingen BP de dubbelbestemming, omdat die dubbelbestemming de aanleg van het voortdurende overleg plaats met Evides over de stadion en de langsdam niet belet. Voor die ruimtelijke ingrepen is geen mogelijke impact op ongestoorde ligging van de advies vereist van de beheerder van de leidingen. waterleiding in de Nieuwe Maas. Aan de watervergunning worden op verzoek van Evides voorschriften verbonden die zorgen van een afdoende bestorting van de waterleiding. Het is een juiste constatering dat dubbelbestemming die enkel geldt voor de beschermingszone van de leiding alleen niet voldoende bescherming biedt tegen de door Evides verwachte erosie. De borging vindt plaats in de watervergunning. Dit leidt niet tot wijziging van het bestemmingsplan. 48.3 StiGAM en Evides zijn op 19 november 2019 overeengekomen dat de Het bestemmingsplan doet recht aan de afspraken Langsdam BP teen van de langsdam op ten minste 50 meter de zijkant van de tussen Evides en Stigam. De tekening van de langsdam zinkerconstructie wordt gesitueerd. Het bestemmingsplan gaat niet uit behorend bij de vergunningaanvraag is gebruikt voor de van die afstand, en ook de bij het ontwerpbestemmingsplan behorende verbeelding van het bestemmingsplan. De 50 meter treft verbeelding niet. u niet aan op de verbeelding. Voor de dubbelbestemming van de Evidesleiding zijn de bestemmingsgrenzen inclusief het ruimtebeslag van zakelijk rechtstroken. Wel is geconsteerd dat de functieaanduiding van de langsdam aan de westzijde iets ruimer is dan het noodzakelijk ruimtebeslag (in

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 108

gebruiksfase). De functieaanduiding wordt dan ook iets verlegd. 48.4 Art. 4.5 tot en met 4.7 van de planregels zouden op de bestemming Het woord ‘strekdam’ zal verwijderd worden uit artikel Bestemming BP 'Bedrijf - Werkeiland Voorlopig' moeten zien. Deze artikelen bevatten 4.6. De langsdam komt namelijk niet op de gronden met echter bepalingen die zien op gronden met de bestemming 'Water'. Zo de bestemming Bedrijf- werkeiland voorlopig. staat artikel 4.6 een langsdam toe op gronden met de bestemming 'Water'. Dit staat in contrast met art. 21.1 onder d van de planregels, dat ziet op de bestemming 'Water'. In dit artikel wordt bepaald dat er alleen een strekdam is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - strekdam. Wij verzoeken om art. 4.5 tot en met 4.7 aan te passen, zodat daarin geen aanvullende bouwwerken of gebruiksvormen worden toegestaan voor gronden met de bestemming 'Water' ten opzichte van art. 21. 48.5 Uit recentelijk ingediende rapportages [Rivierkundige beoordeling Zoals hiervoor beschreven wordt een afdoende Rivierkundige beoordeling Vergunning Feyenoord City, RHDHV, d.d. 17-01-2020] blijkt dat de aanleg en bestorting aangebracht. In de Aanvulling op het MER aanwezigheid van de langsdam en landaanwinning effecten hebben op wordt deze actuele informatie verwerkt. de gronddekking van Evides zinker Z18 en de aanwezige erosiekuil in de directe nabijheid van de zinker. Het aanbrengen van een extra bestorting op de transportleidingen en/of zinker Z18 voorafgaand aan de uitvoering van de langsdam is noodzakelijk om deze leidingen afdoende te kunnen beschermen en aldus een duurzame drinkwatervoorziening te kunnen (blijven) waarborgen.

In paragraaf 3.1.4.2 van de Rivierkundige beoordeling Feyenoord City d.d. 17 januari 2020 zijn de effecten op de aanwezige Evides-leiding beschreven. De belangrijkste conclusies voor de ontwerp-strategie voor de bestorting van de leidingen / Zinker zijn hierin ook opgenomen. Op blz. 36 onder punt 8 van de Rivierkundige Beoordeling Feyenoord City is het volgende citaat opgenomen: "De kans op blootspoelingen is reëel en er wordt daarom geadviseerd deze kans significant te verkleinen door lokaal de leidingen van een bescherming te voorzien." In tegenspraak met hetgeen in paragraaf 3.1.4.2. van de Rivierkundige beoordeling is opgenomen, bevat de rapportage een passage waarin gesteld wordt dat zowel het nieuwe stadion als de langsdam geen effecten hebben op de ontwikkeling van de aanwezige erosiekuil. Voorts zouden 'maatregelen om voldoende dekking op de zinker te behouden moeten worden bezien vanuit de autonome ontwikkeling van deze

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 109

erosiekuil'. Deze stellingen zijn onjuist en worden door Evides niet gedeeld. 48.6 Indiener eist: Op basis van de vrijkomende materialen wordt een Langsdam BP/  Minimale laagdikte bestorting: 0,5 m van KP 0,30 tot KP 0,47 (170 m bestorting gemaakt die voldoet aan de voorgestelde vergunning lang); bestorting of ten minste gelijkwaardig is. Deze eis wordt  Minimale dekking leiding: 1,5 m (dus aanvullen met stenen als 0,5 m vastgelegd in de watervergunning. Het is niet nodig dit laag niet voldoende is); ook in de planregels van het bestemmingsplan vast te  Minimaal breedte: 10 m aan weerszijden leiding: totaal 20 m breed; leggen, de watervergunning is hiervoor het juiste besluit.  Rauwe taluds: 1 op 5 langs de 20 m brede bescherming en 1 op 10 bij 'opvulling erosie kuil';  Gradering: 40 - 125 mm;  Volume: 4000 m3 inclusief toleranties

Indiener verzoekt dan ook om in art. 21.3 van de planregels voor realisatie van de strekdam (en/of langsdam) een voorwaardelijke verplichting op te nemen inhoudende dat niet eerder met de uitvoering van de bouw- en/of aanlegwerkzaamheden voor de langsdam mag worden aangevangen dan nadat de benodigde bestorting op de transportleidingen en zinker Z18 is aangebracht en in de toekomst ook wordt gemonitord. 48.7 Indiener vindt dat voor de bouw van het stadion (artikel 12 Voor zover indiener, anders dan hiervoor, doelt op de Werk- en monitoringsplan BP/ bestemmingsplan) zou moeten gelden dat niet eerder mag worden bouwwerkzaamheden op land geldt dat voor de vergunning aangevangen dan nadat een werkplan en een monitoringsplan door bouwwerkzaamheden bij de Korte Stadionweg zorg vergunninghouder zijn opgesteld voor de overkluizing van de aanwezige gedragen wordt voor een werkplan en de ongestoorde drinkwatertransportleidingen. ligging van de Evides leiding. Het is niet gebruikelijk hiervoor voorwaarden in planregels op te nemen. Dit geldt immers voor alle nutsvoorzieningen. 48.8 In artikel 24 van de planregels zijn voorschriften opgenomen voor bouw- De vergunningen voor de landaanwinning en de Uitzondering bouwregels BP en aanlegactiviteiten binnen de dubbelbestemming `Leiding - Water'. langsdam worden gecoördineerd met het Bouwactiviteiten die het belang van de aanwezige leidingen negatief bestemmingsplan. Dit geldt ook voor de kunnen beïnvloeden zijn niet toegestaan, dan wel toegestaan alleen na omgevingsvergunning bouwen van het stadion. Over het verkrijgen van een omgevingsvergunning. In artikel 24.2.1 van de deze vergunning heeft afdoende afstemming planregels is echter een uitzondering opgenomen voor plaatsgevonden met Evides en de voorwaarden liggen bouwwerkzaamheden die zijn opgenomen in de aanvragen voor vast in de watervergunning zoals hiervoor beschreven. omgevingsvergunning d.d. 20-09-2019 voor zowel het stadion als de De bouw van het stadion heeft geen andere effecten op langsdam. Onduidelijk is waarom deze uitzondering is opgenomen. de waterleiding dan het effect van de landaanwinning en de langsdam. Een aanlegvergunningenstelsel heeft geen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 110

toegevoegde waarde. In de planregels zal wel de datum van de nieuwe vergunningaanvraag (mei 2020) voor het stadion worden opgenomen. 48.9 In een zienswijze van 29 mei 2019 is het volgende naar voren gebracht Zoals hiervoor aangeven zijn de vergunningvoorwaarden “De voorgenomen planinrichting dient mede gelet op een goede voldoende betrokken bij de planvorming nu de ruimtelijke ordening en de uitvoerbaarheid van het plan te zijn coördinatieregeling is toegepast. afgestemd en getoetst aan deze vergunningsvoorwaarden.” (vergunningsvoorwaarden binnen beheersgebied WSHD). De beantwoording destijds vindt Evides te summier. Nog steeds is onvoldoende zeker dat de vergunningsvoorwaarden door Evides kunnen worden nagekomen bij realisatie van het bestemmingsplan. Al bij vaststelling van het plan dienen deze voorwaarden te worden betrokken zodat verzekerd is dat de rechten van Evides worden gerespecteerd. 48.10 De ontwerp-waterwetvergunning maakt activiteiten mogelijk die direct De zienswijzen wordt verder door RWS beantwoord en Vergunning Water-vergunning invloed hebben op de belangen van indiener, meer specifiek de aanwe- betrokken bij het besluit over de watervergunning. zige transportleidingen onder de Nieuwe Maas en de zinker Z18. In De bedoeling bij voorschrift 9 lid 1 onder c van de ont- voorschriften 9 en 10 van de ontwerp-waterwetvergunning zijn bepa- werpvergunning is dat er overeenstemming wordt be- lingen opgenomen die beogen het belang van een ongestoorde ligging reikt tussen vergunninghouder, leidingbeheerder als- van deze leidingen en zinker te beschermen. De vergunninghouder dient mede de waterbeheerder over het bestortingsplan voor zowel een werkplan met een bestortingsplan (voorschrift 9) als een mo- de zinker Z18. Het voorstel is het voorschrift aan te vullen nitoringsplan (voorschrift 10) in te dienen die RWS als bevoegd gezag met de bepaling dat het bestortingsplan de instemming vervolgens dient goed te keuren. De voorschriften behoeven echter nog van leidingbeheerder moet hebben. Instemming van de wel aanscherping nu met de huidige redactie van de voorschriften niet waterbeheerder gebeurt dan door toetsing van en goed- voldoende zeker is gesteld dat het bestortingsplan zal voldoen aan de keuring op het werkplan. Tevens kan aan aan de vergun- minimale vereisten. Indiener kan dit op grond van de huidige redactie ning worden toegevoegd dat de werkzaamheden aan de van de voorschriften ook niet controleren. Indiener ziet voorschrift 9 langsdam eerst mogen beginnen nadat de bestorting con- graag zo aangepast dat het in te dienen bestortingsplan zowel minimaal form het goedgekeurde bestortingsplan is uitgevoerd. dient te voldoen aan de hiervoor onder punt 11 genoemde ontwerp- voorwaarden als de instemming van de leidingbeheerder behoeft.

Nu de aanleg van de langsdam effecten zal hebben op de leidingen en zinker, is het nodig dat voordat met de werkzaamheden voor de langsdam wordt aangevangen niet alleen een door alle partijen gedragen bestortingsplan is uitgewerkt, ingediend en goedgekeurd, 48.11 Indiener verzoekt ook bij de Ontwerp-omgevingsvergunning een Zie het antwoord onder 48.6. Vergunning RO vergunning bestortingsplan op te nemen. langsdam conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de planregels en de plantoelichting van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 111

49 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 49.1 Indiener wijst op de modelzienswijze van Stadion op Zuid en haar eigen Voor de beantwoording van Stadion op Zuid wordt aanvullingen. verwezen naar de beantwoording onder x. 49.2 Indiener wil aangeven dat er verscheidene voorbeelden zijn van De financiële haalbaarheid is vooraf onderzocht. De Locatie stadions die bijna failliet zijn gegaan en overeind zijn gehouden door gemeente heeft haar financiële randvoorwaarden steun van de gemeente. Aangezien de gemeente nu geen overzicht duidelijk aangegeven. De huidige Corona crisis is heeft over de te maken kosten en eventuele extra kosten. uitgebroken tijdens de termijn van tervisielegging. De Ook door de crisis periode met veel onzekerheden voor Rotterdam en gevolgen daarvan zijn naar verwachting op lange termijn zijn inwoners, is het geen moment een dergelijk plan te steunen niet zodanig dat de plannen heroverwogen moeten worden. 49.3 Indiener geeft aan dat wordt geclaimd dat buiten evenementen om het Het stadion kent diverse functies die een opstal stadion een publiekstrekkende attractie vormt door een divers horeca publieksaantrekkende functie hebben zoals de fanshop, aanbod. Dit is volgens de indiener niet correct aangezien de horeca het Feyenoordmuseum, rondleidingen en congres- en punten niet toegankelijk zijn voor publiek buiten evenementen. Horeca vergaderfaciliteiten. Daarnaast zorgt ook de horeca op punten die wel toegankelijk zijn, zijn verplaatst naar buiten het stadion /aan de concours (die ook buiten wedstrijden/ zoals vermeld in de openbare bijeenkomst 13 maart jl. evenementen open is) voor een aantrekkelijke omgeving waar bezoekers zullen komen. 49.4 Indiener geeft aan dat in het bestemmingsplan gekozen is voor In het MER en bestemmingsplan is gekozen voor een Alternatieven alternatief maximaal waar een stadion met capaciteit 70.000 plekken is stadion met een capaciteit van 63.000 opgenomen. Hier is echter vanwege verschillende redenen vanaf bezoekersplaatsen. Dat aantal is juridisch-planologisch geweken. Hierdoor is het definitieve ontwerp nog niet klaar wanneer geborgd in de planregels. Het MER kent ook een ontwerp BP en MER ter inzage worden geplaatst. alternatief maximaal waarin een stadion met een Het programma alternatief maximaal is een onrealistisch alternatief en capaciteit van 70.000 bezoekersplaatsen is onderzocht had niet in MER opgenomen mogen worden bij het bepalen van het Inmiddels is de aanvraag omgevingsvergunning voor de voorkeursalternatief. Bij het maximale alternatief is het stadion, met bouw van het stadion ingediend, het ontwerp is dan ook 70.000 plaatsen niet te realiseren voor het gegeven budget. gereed. Het feit dat het ontwerpbesluit voor de bouw Aanvullend heeft een behoefte onderzoek aangetoond dat er geen van het stadion niet gelijktijdig met het behoefte is aan een stadion met 70.000 plekken. Indiener is van mening ontwerpbestemmingsplan ter visie is gelegd, is niet dat een MER onderzoek met realistische programma-alternatieven is bezwaarlijk. Het ontwerp past binnen het vast te stellen vereist. bestemmingsplan. Voor het bepalen van het voorkeursalternatief was het nodig om de scope van het programma ook in een maximaal alternatief te onderzoeken. Alleen op die manier kon bezien worden of de milieueffecten veranderen/ingrijpender zijn bij een groter programma. Dit is een gebruikelijk onderzoeksmethode bij een MER.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 112

49.5 Indiener geeft aan dat in de MER het krijgen van voldoende Bij de ingebruikname van het stadion zullen de Mobiliteit parkeercapaciteit in de 3e schil (6.000 plaatsen) expliciet wordt parkeerlocaties geregeld moeten zijn. Wij hebben er benoemd als een mogelijk risico voor het realiseren van de vertrouwen in dat dit tijdig lukt. Zie ook thematische mobiliteitsstrategie. antwoord onder 9.1. Het MER laat zien dat er sprake is Indiener geeft aan dat in voorliggende documenten wordt beweerd dat van een betere parkeersituatie in de wijken bij de het mobiliteitsplan zorgt voor betere parkeersituatie rond wedstrijden uitvoering van het mobiliteitsplan en zelfs bij gedeeltelijk en evenementen. Hiervoor worden echter geen garanties gegeven. succes van het mobiliteitsplan zal dit het geval zijn. In de Huidige monitoringsrapportage van het mobiliteitscontract toont aan Aanvulling op het MER is nader ingegaan op de huidige dat parkeergedrag van Feyenoord supporters tijdens wedstrijden niet stand van zaken rond de beschikbaarheid van de voldoende gewijzigd is. Mijlpaal 2018 niet gehaald. In de periode daarna parkeervoorzieningen op afstand. is niet aangetoond dit gedrag te kunnen veranderen. Gebaseerd op Tot de opening van het nieuwe stadion en daarna zal huidige feiten kun niet eenduidig concluderen dat betere gewerkt worden aan het in goede banen leiden van de parkeersituatie tijdens wedstrijden en evenementen werkelijkheid zal mobiliteit. De monitor van 2019 laat zien dat dit voor zijn. evenementen en interlands goed lukt en dat ook bij Feyenoordwedstrijden de eerste stapjes in gedragsverandering worden gezet. Ook de eerste resultaten van de pilot met parkeerduurbeperking in de Veranda lijken positief. Wij hebben er voldoende vertrouwen in dat dit zal lukken. 49.6 Buiten evenementen is er sprake van een tekort aan parkeerplaatsen in In het bestemmingsplan is een parkeerbepaling directe omgeving. De parkeernorm wordt voor de omliggende opgenomen die er voor zorgt dat er bij nieuwe appartementen binnen de bebouwing niet gehaald. De huidige ontwikkelingen voldoende parkeerplaatsen worden parkeerplekken die worden gebruikt door horeca en detailhandel gemaakt. Hierbij dient tevens rekening gehouden te worden wegbestemd ten behoeve van woontorens en andere functies worden met bestaande parkeerplaatsen die als gevolg die parkeerplekken nodig hebben. Dit betekent dat de parkeerdruk van de nieuwe ontwikkelingen verdwijnen. Voor het alleen maar zal oplopen. MER toont aan parkeerbalans voor dagelijks gebied de Veranda waar ook bestaande functies gebruik een risico is. Potentiele toekomstige oplossingen zijn niet gehandhaafd blijven is aanvullend een parkeerbalans gegarandeerd succes. Niet voldoen aan goede ruimtelijke ordening. opgesteld die inzicht geeft in het aantal parkeerplaatsen dat nodig is om zowel de nieuwe functies als de bestaande functies te faciliteren. De parkeerbalans wordt toegevoegd aan de toelichting van het bestemmingsplan. 49.7 Indiener geeft aan dat erg weinig garanties worden gegeven voor een Met beperkte verbeteringen in het OV kan worden verbetering van het OV. Dit is noodzakelijk voor de gebiedsontwikkeling. voorzien in voldoende OV aanbod. De ambities voor Hiermee wordt niet voldaan aan goede ruimtelijke ordening. verdere verbetering van het OV voor de langere termijn Indiener geeft aan dat op de beoogde locatie van de oeververbinding zijn onderdeel van de OV visie van Rotterdam waarvoor tussen Nesserdijk en Stadionweg-Olympiaweg een functie aanduiding ook wordt samengewerkt met vervoerders en geldt die een brug uitsluit. Er wordt hierdoor geen goede afweging omliggende gemeenten. De komst van veel nieuwe

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 113

gemaakt bij een onderdeel dat volgens de MER van belang is voor de woningen vormt de basis voor het verbeteren van het toekomstige verkeerssituatie OV aanbod. Van strijd met een goede ruimtelijke ordening is dan ook geen sprake.

Alvorens de bouw van een brug mogelijk te maken moet eerst de MIRT studie worden afgerond. Voor de derde oeververbinding zal een zelfstandig (planologisch) besluit worden genomen inclusief bijbehorende onderzoeken waaronder een MER. Zie verder de thematische beantwoording onder 7. 49.8 Indiener geeft aan dat er nauwelijks garanties worden gegeven dat De Kuip en de gashouders zijn gemeentelijke Wegbestemmen cultuurhistorische elementen in het gebied, de Kuip, de gashouders in monumenten. Een monumentenvergunning is dan ook kuip het Mallegatpark en de Varkenoordsche dijk, behouden blijven. nodig voorafgaand aan verbouwingen. Op die manier is Uitwerking voor dit gebied beperkt. Cultuurhistorici geven twijfel aan monumentale status gewaarborgd. De Varkenoordsche over de exploiteerbaarheid van de herbestemming. dijk heeft geen specifieke status, maar zoals uit het Masterplan Feyenoord City blijkt, blijft de dijkfunctie behouden. De dijk heeft ook een waterkerende functie, die in het bestemmingsplan door de dubbelbestemming Water-Waterkering wordt beschermd. De aan de Kuip in het ontwerpbestemmingsplan toegekende functies geven nog verschillende mogelijkheden voor exploitatie. Dit wordt nog uitgewerkt, maar op voorhand is er geen reden om aan een haalbare exploitatie te twijfelen. Hiertoe zijn financiële verkenningen gedaan. 49.9 Voor indiener is het onduidelijk hoe gesproken kan worden van een Indiener wijst onder meer op de bouwhoogte op de Stedenbouw verbetering aan de hand van het stedenbouwkundig plan. Veranda. Hiervoor wordt verwezen naar de thematische Openbare ruimte wordt ingenomen door nieuwe bebouwing, er is dus beantwoording onder 3.1. geen sprake van groene invulling van openbare ruimte. Bebouwing is op Het masterplan Feyenoord City is door de gemeenteraad afbeelding (zicht op beoogde nieuwe bebouwing in het ontwerp vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het bestemmingsplan feyenoord city) niet juist weergegeven en zal stuk Masterplan mogelijk. Gelet op de beperkingen die in de hoger zijn gelet op de bestaande gebouwen die op de afbeelding staan. planregels zijn opgenomen ten aanzien van schaduw- en Indiener is van mening dat toezeggingen die zijn gedaan door de windhinder, en omvang van programma , kan er geen ambtenaar tijdens de informatie bijeenkomst over het sprake zijn van de maximale invulling van het bouwvlak bestemmingsplan 9 en 10 maart betreft de hoogte van de gebouwen met een hoogte van 70m. (niet alle gebouwen zullen 70 meter hoog zijn), niet nageleefd worden omdat het bestemmingsplan de hoogte van 70 meter voor alle woontorens mogelijk maakt.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 114

49.10 Indiener geeft aan dat de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland Voor de beantwoording van deze punten wordt een negatief advies gegeven voor de verhuizing van de detailhandel en verwezen naar de antwoorden onder 96.6, 96.7 en horeca van de veranda naar de Strip. Daarnaast is toevoeging van 96.11. kantoren overbodig, aangegeven door provincie. 49.11 Indiener geeft aan dat de toevoeging van een “iconische plek” en Het bestemmingsplan maakt de bouw van een nieuw “aantrekkelijke bestemming” in bestuursrechtelijke zin niet duidelijk zijn stadion en nieuw woon- en werkgebied mogelijk en en de burgers geen garantie geven. Toelichting ontbreekt m.b.t. faciliteert in die zin de ontwikkeling van een iconische aanpassing t.o.v. startdocument. De stukken die zijn aangeleverd geven plek aan de Maas. Het bestemmingsplan is voorts nauwelijks garanties dat het doel, een “iconische plek aan de duidelijk over wat er gerealiseerd kan worden voor wat maasoever”, wordt gerealiseerd. betreft bouwen en gebruik. In het MER is aangegeven welke toevoegingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van het startdocument (paragraaf 3.2. van het MER). De uitwerkingen zullen getoetst worden aan het Masterplan, waarmee voldoende waarborg is voor een iconische plek. 49.12 Indiener geeft aan dat in de MER-procedure geen integrale Er is geen sprake van opknippen. Alle ontwikkelingen beschouwing van de gehele ontwikkeling is uitgevoerd. Het opknippen binnen Feyenoord City zijn in hetzelfde plan opgenomen van een ontwikkeling in deelontwikkelingen leidt tot ogenschijnlijk en in hetzelfde MER in zijn totaliteit beschouwd. Omdat kleiner milieugevolgen die elk afzonderlijk onvoldoende inzicht geven in de verschillende deelgebieden verschillende effecten het totaal effect. Volgens rechtspraak is het opknippen van een plan in kunnen hebben is daar waar nodig onderscheid gemaakt deelplannen (de zogeheten salamitactiek) niet toegestaan. in de effecten van de deelgebieden. 49.13 Indiener geeft aan dat geluidshinder een rol zal spelen. Definitie in Geluidhinder speelt zeker een rol binnen Feyenoord City. voorkeursalternatief “beter geluid isolerend dak” bestuursrechtelijk zin In het bestemmingsplan zijn dan ook regels opgenomen niet duidelijk. Oplossing bieden in document geen garantie voor die onaanvaardbare geluidhinder vanwege het Stadion voorkomen geluidshinder. Daarnaast mogen andere toevoegingen moet voorkomen (artikel 12.3.2.). Deze regels zijn buiten het stadion ook niet zomaar meer geluidhinder veroorzaken. gebaseerd op het onderzoek uitgevoerd in het kader van het MER, op het Geluidsbeleid voetbalstadions (bijlage 17 bij het bestemmingsplan) en op het ontwerp van het stadion waar een beter geluid isolerend dak onderdeel van is. 49.14 Indiener geeft aan dat het niet duidelijk is wat wordt bedoeld met Hiermee wordt bedoeld dat de situatie is onderzocht "worst case invulling van de bestemmingsvlakken". In het onderzoek waarbij de in het bestemmingsplan opgenomen “windhinder en windgevaar” (b_NL.IMRO.0599.BP1105FeyenCity- bouwvlakken tot de maximale bouwhoogte volledig on01_tb26.pdf) staat geen aanvullende informatie waardoor dit wel worden bebouwd. In werkelijkheid zal dit niet het geval duidelijk wordt. De gebruikte termen zijn in bestuursrechtelijke zin niet zijn. duidelijk.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 115

49.15 Indiener geeft aan dat het voorkeursalternatief negatief scoort op het De ruimtelijke kwaliteit in het gebied verbetert. Het aspect ziektelast. Op gebied van ruimtelijke kwaliteiten zoals groen, rust Masterplan Feyenoord City dat vorig jaar door de en openbaar verblijfsgebied worden er geen garanties gegeven dat dit gemeenteraad is vastgesteld laat groen, open ruimte en hetzelfde blijft of verbetert. Er wordt onevenredig veel gevraagd van rust zien. Het bestemmingsplan maakt de uitvoering van bewoners om het hoofd te bieden aan een verslechterde situatie. het Masterplan mogelijk. Daar waar nodig om de effecten op de omgeving te beheersen, zijn randvoorwaarden in de planregels opgenomen, bijvoorbeeld ten aanzien van geluid, schaduw- en windhinder. Er is geen sprake van een verslechterde situatie. Zo blijkt uit MER (pag 249) dat de MGR (gezondheidscore) bij bestaande woningen niet verandert. De ziektelast waar indiener op doelt wordt vooral veroorzaakt door de reeds bestaande situatie in en rond het plangebied en is inherent aan de geluid- en luchtkwaliteit in de binnenstedelijke omgeving in Rotterdam. Aan de verbetering hiervan wordt door de gemeente gewerkt door middel van gemeentebreed beleid. 49.16 Indiener geeft aan dat in de MER op het gebied van stikstofdepositie AERIUS berekent automatisch elke depositie op elk alleen is gekeken naar de Biesbosch als Natura 2000 gebied, terwijl er in stikstofgevoelig gebied. Er is dus niet bepaald op welke de omgeving nog meer Natura 2000 gebied liggen (bijvoorbeeld gebieden wel en niet wordt gerekend. Uit de Boezems Kinderdijk, Donkse Laagten, Oude Maas en van Aeriusberekening volgt dat alleen de Biesbosch (als Strijen, Haringvliet, Hollandsdiep, Lingegebied & Diefdijk-Zuid, Voornes stikstofgevoelig gebied) binnen de invloedssfeer van Duin, etc). Feyenoord City ligt. Op de verder weg gelegen stikstofgevoelige gebieden zoals Voornse duinen kan geen invloed zijn omdat het verkeer dan al opgenomen is in het heersend verkeersbeeld. 49.17 Indiener geeft aan dat niet voldaan wordt aan duurzaamheidseisen van De BREAAM certificering is aangevangen en loopt ook het positionpaper en dus gemeentelijke kaders doordat er niet vooraf nog door bij de verdere planuitwerking. Het grote een certificaat wordt aangevraagd bij het BREEAM-certificering. Dit was voordeel van BREAAM is juist dat het geen een belangrijk punt voor gemeenteraad en mist nu garanties dat hier momentopname is. Met de ontwikkelaars is dit ook aan voldaan wordt. Geen goede ruimtelijke ordening. contractueel geborgd. Toetsing aan het position paper vindt plaats door de raad. Er is op dit punt dan ook geen sprake van strijd met een goede ruimtelijke ordening. 49.18 Indiener geeft aan dat op het gebied van soortenbescherming de Het MER geeft aan dat er ter plaatse van te slopen gebiedsontwikkeling volgens de MER een negatief effect heeft. Het gebouwen mogelijk beschermde soorten aanwezig zijn. onderzoek is op locaties onvolledig en er ontbreken documenten die Het uitgevoerde onderzoek is afdoende voor de fase van garanties geven dat aan de compensatie plicht wordt voldaan. besluitvorming over het bestemmingsplan. Voor

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 116

aanvang van de sloop zal nader onderzoek worden uitgevoerd en zo nodig compenserende maatregelen worden getroffen. Gelet op de looptijd van de planontwikkeling vindt dit op een later moment plaats. 49.19 Indiener geeft aan dat ontwikkelingen in het kader van de Natuurkaart In het MER is aangegeven dat het van de inrichting van Rotterdam negatief worden beoordeeld. de oeverzone afhangt of een positieve bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van de Natuurkaart Rotterdam. Er zijn in het MER drie varianten voor de inrichting van de oeverzone onderzocht. Gelet op de beoogde ecologische inrichting van de oeverzone zoals opgenomen in het masterplan , kan deze plus zeker gehaald worden. 49.20 Woensdag 8 april jl. is bekendgemaakt dat een vernieuwbouw Het bestemmingsplan Feyenoord City is gericht op het Vernieuwbouw Kuip BP/ GW/ LL/ TL/ stadionplan (i.c.m. gebiedsontwikkeling) mogelijk is. mogelijk maken van een nieuw voetbalstadion en niet op WW Bij het stadionplan, van consortium DMK, wordt De Kuip het mogelijk maken van vernieuwbouw van de Kuip. Een gemoderniseerd en uitgebreid naar een capaciteit van 63.000. Tevens is en ander zoals reeds eerder besloten. Zie beantwoording het mogelijk voor Feyenoord om gedurende de verbouwingen te blijven bij thema 4.2. functioneren / spelen. Volgens het ontwerpbestemmingsplan zijn voorgaande punten niet mogelijk bij het alternatief "vernieuwbouw van De Kuip" en hierdoor is volgens het ontwerpbestemmingsplan / MER onderzoek vernieuwbouw "geen geschikt alternatief". Indiener geeft aan dat de gebruikte argumenten niet kloppen en daarmee is gebleken dat de alternatieven studie onzorgvuldig en onvolledig is. Indiener verwijst hierbij naar een nieuws artikel: https://www.nu.nl/voetbal/6043643/consortium-biedt-feyenoord- reddingsboei-met-plan-voor-uitbreiding-kuip.html

Indiener verzoekt het College van B&W op basis van het voorgaande de voorbereidingen voor het vaststellen van dit ontwerpbestemmingsplan te stoppen. Indien dat besluit niet wordt genomen, verzoek ik de gemeenteraad het bestemmingsplan niet vast te stellen. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda en de bestemming van de Kuip.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 117

50 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 50.1 Zie samenvatting x Modelzienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

51 FSV De Feijenoorder Beantwoording Thema** Betrekking op* 51.1 Indiener is van mening dat het ontwerpbestemmingsplan suggereert dat De gemeenteraad heeft de position paper vastgesteld Besluitvorming/Procedure BP het politiek-bestuurlijke besluitvormingsproces rond het nieuwe stadion met daarin de voorwaarden waaronder de gemeente in het geheel is doorlopen en afgerond. Dat is feitelijk niet correct. Het zijn bijdrage gestand doet. In die zin is het gemeentelijk proces loopt nog en de uitkomsten zijn tot die tijd niet zeker besluitvormingsproces afgerond. Wel dient nog de toets op de position paper plaats te vinden of de randvoorwaarden daadwerkelijk ingevuld zijn. 51.2 De suggestie wordt meegegeven dat Feyenoord (BVO en Stadion Voor het nieuwe stadion is ook de omgevingsvergunning Definitief besluit BP Feijenoord) al een definitief besluit heeft genomen over het doorgaan inmiddels ingediend. Beide partijen staan positief van het nieuwe stadion en/of verlaten van De Kuip en dat daarom dit tegenover het nieuwe stadion, maar het is juist dat de ontwerpbestemmingsplan noodzakelijk is. Dat besluit hangt af van definitieve besluitvorming door de BVO Feyenoord en meerdere complexe factoren en is nog niet door club en stadion het stadion Feijenoord nog plaats moet vinden. Dat vindt genomen. plaats voor vaststelling van het bestemmingsplan. 51.3 Er wordt gesteld dat de businesscase voortdurend wordt getoetst in Zie de thematische beantwoording onder 1.1. en 4.4. Businesscase BP verband met exploitatie en bouw. Dat is onvolledig. De businesscase is nog niet definitief vastgesteld, nog niet getoetst door de gemeente en niet door Feyenoord (stadion en BVO) onderschreven. 51.4 De bewering dat de gemeente zicht heeft op het verkrijgen van Zie de thematische beantwoording onder 1.1. en 4.4 Financiële uitvoerbaarheid BP voldoende financiële middelen door Feyenoord en partners wordt nergens in gemeentelijke stukken onderbouwd c.q. aangetoond en is feitelijk niet volledig. Feyenoord en haar partners hebben nog geen uitspraken gedaan over het rondkrijgen van de financiering op een wijze die voor hen leidt tot een kloppende businesscase. De conclusie dat de financiële uitvoerbaarheid van Feyenoord City gewaarborgd is deelt de indiener daarmee niet. 51.5 In het concept ontwerpbesluit wijzigt de bestemming van het huidige De constatering dat de Kuip als voetbalstadion is Huidig stadion BP Stadion Feijenoord. Die wijziging is voorbarig zolang de besluitvorming wegbestemd in het ontwerpbestemmingsplan is juist rond het nieuwe stadion niet geheel is afgerond en gerealiseerd. De Conform de door de gemeente vastgestelde gebiedsvisie huidige aanwijzing als voetbalstadion met alle bijbehorende facetten, Stadionpark en het vervolgens in 2019 door de dient van kracht te blijven en/of in het bestemmingsplan dient gemeenteraad vastgestelde masterplan Feyenoord City opgenomen te worden dat het stadion per direct weer aangewezen kan voorziet het ontwerpbestemmingsplan in een nieuwe

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 118

worden als zodanig op het moment dat het nieuwe stadion niet bestemming voor de Kuip die transformatie naar onder gerealiseerd blijkt te kunnen worden. meer andere sportvoorzieningen zoals een atletiekbaan, maatschappelijke voorzieningen, hotel en wonen mogelijk maakt. De planregels zijn aangepast zodat het huidige vergunde gebruik van de Kuip kan worden voortgezet totdat het nieuwe stadion in gebruik wordt genomen. Zie ook de thematische beantwoording onder 4.3. 51.6 De plannen gaan uit van veranderingen van gedrag teweegbrengen Door het sluiten van het mobiliteitscontract met Bereikbaarheid stadion BP (afdwingen) bij supporters in de wijze waarop en het moment dat ze van Feyenoord, gebaseerd op het mobiliteitsplan, zijn en naar het stadion toe reizen (modal shift). Hiervoor zijn in 2016 afspraken gemaakt over hoe de beoogde modal shift afspraken gemaakt met alle betrokken partijen. wordt bereikt. Deze afspraken zijn naar het oordeel van Indiener vindt dat een verandering is afgesproken die niet in het beste de gemeente haalbaar en worden gemonitord. Daarbij belang van Feyenoordsupporters is. De modal shift is bovendien nog moet de gemeente de belangen afwegen, waaronder die nooit in Nederland op deze schaal gerealiseerd. Indiener denkt dat het van de supporters en de bewoners en ondernemers in mobiliteitscontract niet haalbaar is. Indiener vindt dat de huidige de omgeving die de overlast ondervinden. Wij zijn van mobiliteitsafspraken de aantrekkelijkheid van het stadionbezoek mening dat hierin een goede balans wordt gevonden, negatief beïnvloeden. Het uitblijven van overzichten zorgt ervoor dat gezien het scala aan alternatieven, waaronder integratie geen toets gedaan kan worden op de getallen die ook in bijlage 23 van van mobiliteitskeuze in de ticketverkoop en parkeren op het ontwerpbestemmingsplan worden herhaald. De Verplichte afstand. De zienswijze dat de modal shift onhaalbaar is koppeling van een vervoerswijze aan tickets is onhaalbaar, juridisch niet vanwege de geografische spreiding van supporters getoetst en Feyenoord weerspreekt in overleggen met supporters deze wordt niet gedeeld. De waarnemingen bij interlands en ambitie. De in het mobiliteitsplan opgenomen modal shift is, zeker voor evenementen met een minsten zo grote spreiding aan avondwedstrijden, feitelijk onhaalbaar als wordt gekeken naar de bezoekers laten zien dat dit prima realiseerbaar is. Met samenstelling van seizoenkaarthouders en rekening wordt gehouden parkeren op afstand kunnen vele supporters nog met de met demografische spreiding en afreizen. Meer dan 41% zal met de auto naar Rotterdam komen. Het natransport is qua tijd auto komen, waarvan een groot deel geen tijd heeft om op grotere maximaal even lang als huidige looptijden die bezoekers afstand te parkeren. Er is bij Feyenoord een oneigenlijke van het stadion nu voor lief nemen. verantwoordelijkheid neergelegd voor het behalen van doelstellingen in Stadion Feijenoord heeft de verantwoordelijkheid voor het mobiliteitscontract, dat volgens de indiener aangepast moet mobiliteit op zich genomen. Ook van andere worden. In het ontwerpbestemmingsplan ontbreekt een analyse van de organisatoren van evenementen in de stad wordt dit ingezette acties in de periode 2016-2020 waaruit een indicatie van de verwacht. haalbaarheid moet blijken. Daarnaast sluiten de ambities niet aan op de realiteit als het gaat om het ontstaan van onbeheersbare situaties in de De afspraken over mobiliteit als vastgelegd in de omliggende wijken, het verkrijgen van draagvlak en een basisovereenkomst dateren van 2018 en niet van 2016. gedragsverandering onder supporters. Ook ontbreekt het aan concrete, In de monitoringsrapportages en actieplannen zijn de vastgelegde toezeggingen van (vervoers)partners. acties weergegeven. Deze worden jaarlijks geupdate en uitgewerkt, op basis van de ervaringen en monitoring,

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 119

zodat bij opening van het nieuwe stadion de gewenste modal split wordt gehaald. Gesteld wordt dat er geen concrete, vastgelegde toezeggingen zijn van (vervoers)partners. Uiteraard vinden momenteel al gesprekken plaats en zijn er (intentie)verklaringen met RET, NS, Q-park en partijen die pendelvervoer regelen (zowel over land als over water). Daarnaast is sprake van lopende overeenkomsten over het gebruik van parkeerlocaties bij wedstrijden/evenementen met de gemeente Rotterdam (P10 en P+R ), Q-park (P Zorgboulevard) en Ahoy (P Ahoy). De verwachting is dan ook terecht dat bij ingebruikname van het nieuwe stadion in 2025 het vervoer geregeld is. Zie verder ook de thematische beantwoording onder 9. 51.7 Het stadion wordt gepositioneerd in een hoek van het plangebied Over de locatie van het nieuwe stadion is reeds in het Locatiekeuze BP waarbij bereikbaarheid en complexiteit bij de bouw toenemen. Bij de kader van de Gebiedsvisie Stadionpark besloten. In locatiekeuze is (ver)nieuwbouw binnen de stadiondriehoek bijlage 3 bij het MER is onderbouwd waarom deze gecombineerd met een brede gebiedsontwikkeling nooit uitgebreid locatie gekozen is en (ver)nieuwbouw binnen de onderzocht en/of heeft dit onderdeel uitgemaakt van een verkennende stadiondriehoek is afgevallen. In het bestemmingsplan opdracht. De conclusie dat de gekozen locatie de meest optimale is en het bijbehorende MER is voorts onderzocht en matig onderbouwt en onvolledig. onderbouwd dat het stadion op de gekozen plek haalbaar is. Zie ook de thematische beantwoording onder 4.1. 51.8 De businesscase dient door alle partijen definitief vastgelegd te zijn op De businesscase is getoetst en wordt voortdurend Businesscase BP basis van de afspraken uit de position paper. De businesscase is nog niet tijdens het planproces getoetst. Van belang is dat ten klaar en nog niet getoetst tegen de kaders uit de position paper. De tijde van vaststelling van het bestemmingsplan er indiener vindt dat er op de toets een goede second opinion gedaan voldoende zekerheid is over de financiële haalbaarheid moet worden. De vorige toets was volgens de indiender onduidelijk qua van het plan. Op basis van de huidige inzichten, is er toetsing van de businesscase in relatie tot de position paper en is op sprake van voldoende zekerheid. Zie ook de thematische basis van inmiddels verouderde gegevens uitgevoerd. beantwoording onder 1.1. 51.9 Verschillende onderdelen van het bestemmingsplan dienen van elkaar Het is juist dat er in beginsel ook sprake kan zijn van een Nieuw BP los te worden gekoppeld. In het bijzonder de afhankelijkheid van een gebiedsontwikkeling indien er geen nieuw stadion komt. stadion/Gebiedsontwikkeling nieuw te bouwen stadion als elementaire, noodzakelijke aanjager van Het masterplan Feyenoord City dat is vastgesteld door de gebiedsontwikkeling. De gebiedsontwikkeling kan ook plaatsvinden de gemeenteraad ziet echter wel toe op een plan zonder het Feyenoord City Stadion. waarbij alle elementen, waaronder een nieuw stadion, ruimtelijk en functioneel met elkaar samenhangen. Indien het nieuwe stadion onverhoopt geen doorgang

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 120

vindt zal er dan ook een aangepast masterplan en bestemmingsplan gemaakt moeten worden. conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

52 Stichting Wijkorganisatie Feijenoord Beantwoording Thema** Betrekking op* 52.1 De indiener geeft aan dat het ontwerpbestemmingsplan met zich In het kader van het MER is de verkeersafwikkeling als Verkeer / Leef- en BP meebrengt dat door de groei van het verkeer de mogelijkheden voor gevolg van Feyenoord City onderzocht. Geconcludeerd is woonklimaat / Geluid / omwonenden om het Hefpark te bezoeken wordt aangetast, de dat met de diverse maatregelen die worden genomen, Luchtvervuiling / Stedelijke leefbaarheid wordt verslechterd door vermindering van de een goede verkeersafwikkeling gewaarborgd wordt. Er ontwikkeling luchtkwaliteit doordat het verkeerslawaai toeneemt. Het leidt tot nog zijn dan ook geen aanwijzingen dat de bereikbaarheid meer onoverzichtelijke en onveilige verkeerssituaties en bemoeilijkt de van het Hefpark door de realisatie van Feyenoord City oost-westverbindingen binnen de wijk Feijenoord en tussen de wijken aangetast wordt. Voor de effecten in de wijk Feijenoord Feijenoord en Kop van Zuid Entrepot. Hiernaast impliceert het wordt ook verwezen naar de thematische ontwerpbestemmingsplan dat de stedelijke ontwikkeling van de Willem- beantwoording onder 8. as Feyenoord City, die door het gemeentebestuur in gang is gezet, Het effect van de toename van het verkeer op de bemoeilijkt wordt. luchtkwaliteit is onderzocht. Hieruit blijkt dat direct langs de relevante ontsluitende wegen wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden. De ontwikkeling van Feyenoord City leidt niet tot overschrijdingssituaties. Wat het aspect geluid betreft is uitgebreid akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de toename van het verkeer niet leidt tot een onaanvaardbare toename van geluidhinder. De studie Willemsas is een ontwerpend onderzoek naar de toekomst van het gebied rond de Willemsspoortunnel tussen station Zuid en station Blaak. In de studie zijn 3 mogelijke toekomsten verkend voor het gebied dat aan de zuidkant grenst aan Feyenoord City. Deze studie is niet vastgesteld en heeft dus geen beleidsstatus of iets dergelijks. De gebiedsontwikkeling Feyenoord City zoals mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan blokkeert echter geen enkele van de toekomstperspectieven zoals geschetst in de studie. Ook de lanen zoals geschetst in het toekomstperspectief ‘levendige lanenstad’ blijven mogelijk. Met de programmatische verdichting binnen Feyenoord City (als basis voor versterking van OV), het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 121

hernieuwde Mallegatpark en de aantrekkelijke fietsroute langs de rivier die mooi in het verlengde van de Oranjeboomstraat liggen, die een prettige verbinding voor het langzaam verkeer kan worden, bieden juist extra kansen. Het knippen van de Korte Stadionweg betekent dat de Oranjeboomstraat geen doorgaande functie meer heeft en daarmee meer een woonlaan kan worden. Het uitwerken van deze visie moet in samenhang met het hele mobiliteitsprofiel van de wijk Feijenoord en het organiseren van het interne verkeer worden bezien en maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. 52.2 De indiener geeft aan dat het verkeer dat via de Willemsbrug en het In het MER is zijn de verwachte wijzigingen voor deze Verkeer/Ontsluiting BP Stieltjesplein richting Oranjeboomstraat en Roentgenstraat komt wegen meegenomen, in de berekeningen met het ver- aanzienlijk zal toenemen. Ook geeft de indiener aan dat de aansluiting keersmodel en de daaropvolgende analyses. Ten op- van de Rosestraat en de Oranjeboomstraat nu al een uiterst zichte van de referentiesituatie (toekomst zonder plan- onoverzichtelijke verkeerssituatie is. Deze flessenhals zal volgens de ontwikkeling Feyenoord City) neemt op een reguliere indiener leiden tot nog meer opstoppingen. Het verkeer intensieve werkdagsituatie de intensiteit op de Willemsbrug toe wegennet rond het Hefpark zorgt voor een barrière voor bewoners van van 23.110 naar 27.140 voertuigen per etmaal vanwege omliggende straten en wijken, om het Hefpark te bereiken. de ontwikkeling van Feyenoord City. Dit is een toename van 4.030 voertuigen (oftewel 17%). Deze toename ver- deelt zich over de route Roentgenstraat – Rosestraat (toename 2.870 voertuigen/etmaal) en de Oranjeboom- straat (toename 1.200 voertuigen/etmaal). In een evene- mentsituatie tijdens de avondspits is de verkeerstoe- name beperkt. De intensiteiten op de Willemsbrug ne- men toe van 5.010 naar 5.140 voertuigen in de avond- spitsuur ( 2 uur in 2 richtingen) vanwege Feyenoord City. Dit is een toename van 130 voertuigen (oftewel 3%). Deze toenames zijn zodanig beperkt dat ze niet zorgen voor (nieuwe) knelpunten of problemen ten aanzien van het kruispunt Rosestraat – Oranjeboomstraat of een be- perking van de bereikbaarheid van het Hefpark, dat daar vanuit de planontwikkeling maatregelen noodzakelijk zijn. Graag gaan wij nader in gesprek over de zorgen rond de onoverzichtelijkheid van de verkeerssituatie en de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 122

bereikbaarheid van het Hefpark die in de huidieg situatie ervaren wordt. 52.3 De indiener geeft aan dat het Hefpark steeds meer wordt bedreigd door In het kader van dit bestemmingsplan en het Milieuaspecten / Verkeer / BP verkeerslawaai en luchtvervuiling. Afnemende luchtkwaliteit en bijbehorend MER zijn alle relevante milieuaspecten Luchtvervuiling / Geluid geluidshinder (ook al blijft dat misschien binnen de normen) is afdoende onderzocht. Hieruit blijkt dat de ontwikkeling ongewenst en in strijd met voornemens die de gemeenteraad maakte van Feyenoord City niet leidt tot onaanvaardbare voor verbetering luchtkwaliteit, voor zoeken naar alternatieve mobiliteit gevolgen, met inachtneming van diverse maatregelen. (terugdringen autogebruik, stimuleren alternatieven en OV) en voor Het verder verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad behoud van groen in de stad. zijn maatregelen op genomen in Koersnota Luchtkwaliteit. Deze maatregelen zullen ook bijdragen aan de vermindering van de geluidoverlast vanwege wegverkeer. Specifiek voor Noordereiland en omgeving zijn aanvullend berekeningen voor luchtkwaliteit (0,2 tot 0,3 µg) en voor geluid (< 1 dB) gemaakt. Deze uitkomsten worden toegevoegd aan het bestemmingsplan. conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de plantoelichting van het bestemmingsplan.

53 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 53.1 Indiener geeft aan dat de bewoners van De Esch belanghebbend zijn en Volgens de wet kan een ieder zienswijzen indienen op Locatie nieuw stadion BP wijzen op de samenhang tussen Feyenoord City en derde een ontwerpbestemmingsplan, het begrip oeververbinding en het feit dat de Raad van State opknippen van belanghebbende is hierbij niet relevant. Het is juist dat projecten niet toestaat. De indiener geeft aan dat de locatie die de bewoners van De Esch belanghebbend zijn. Er is geen momenteel wordt gezien als beste voor de bouw van een nieuw stadion, sprake van opknippen van projecten. Zowel Feyenoord toen (onderzoek 2006) is beoordeeld als een onwenselijke locatie City als de MIRT studie voor de derde oeververbinding vanwege de complexiteit. Dit blijkt tevens uit de vele obstakels waar het doorlopen een MER procedure. Er is echter geen sprake nieuwe stadion op die plek tegenaan loopt (waaronder externe van samenhangende projecten. Voor de verdere studie veiligheid, bereikbaarheid, parkeren, mobiliteit, grondwerving, en besluitvorming over de derde oeververbinding wordt radarpost, watercompensatie, waterleiding en de bufferdam). In 2009 is ook verwezen naar de thematische beantwoording wederom onderzoek gedaan naar locaties voor een nieuw stadion. In dit onder 7. onderzoek werden slechts drie locaties meegenomen, waarvan de Voor de locatiekeuze wordt verwezen naar de locatie die bij een eerder onderzoek als slechtste uit de bus kwam, nu thematische beantwoording onder 1.2 en 4.1. plotseling als beste locatie uit de bus komt. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op basis van onduidelijke criteria.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 123

53.2 De indiener geeft aan dat is gebleken dat er nog niet met alle betrokken Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Grondexploitatie BP grondeigenaren/huurders afspraken zijn gemaakt over het verkrijgen onder 4.4. van de benodigde gronden. Onduidelijk is op welke basis geconcludeerd kan worden dat de benodigde gronden ook daadwerkelijk in bezit van de stichting komen, op welke termijn dat het geval zal zijn en welke kosten daaraan verbonden zullen zijn. De gemeente heeft aangegeven de gronden voor een vast bedrag over te nemen. Deze gronden zullen vervolgens in erfpacht worden uitgegeven aan de organisatie achter het nieuwe stadion. Tevens is er van de kant van bvo Feyenoord (Feyenoord Rotterdam N.V.) nog geen besluit genomen of daadwerkelijk wordt ingestemd met de bouw van een nieuw stadion. 53.4 De indiener geeft aan dat wordt vermeld dat Stadion Feijenoord N.V. Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Opstalexploitatie zicht heeft op het verkrijgen van voldoende financiële middelen. De onder 1.1.en 4.4. indiener vraagt zich af op welke basis deze aanname steunt. 53.5 De indiener geeft aan dat het nieuwe stadion ook geëxploiteerd dient te Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Exploitatie stadion BP worden en dat de cijfers die gebruikt worden in de berekeningen over onder 4.4. opbrengsten op z’n minst zeer optimistisch te noemen zijn. Er bestaan grote twijfels of de beoogde bezoekersaantallen wel gehaald gaan worden. De indiener geeft aan dat hier sprake is van onrealistische aannames waarop de exploitatie van een nieuw stadion wordt gebaseerd. De huidige aannames wat betreft de inkomsten (bijvoorbeeld de inkomsten vanuit de zakelijke markt, maar ook het aantal vereiste betalende supporters) zijn dermate optimistisch, dat deze volgens de indiener niet realistisch mogen worden genoemd. 53.6 De indiener benoemt dat in het ontwerpbestemmingsplan wordt Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Financiële haalbaarheid BP gesteld dat de eerste fase, waartoe bouw van het stadion in de Maas onder 1.1 en 1.2. behoort, gerealiseerd zal moeten zijn alvorens kan worden gestart met Er is voldoende zicht op de financiële en fysieke de realisatie van de volgende fasen. Op basis van het hierboven gestelde haalbaarheid van de gehele gebiedsontwikkeling. De kan volgens de indiener geconcludeerd worden dat realisatie van deze ‘fysieke’ haalbaarheid blijkt ook uit het MER. Niet volgende fasen evenmin realistisch is. Er is grote onzekerheid over de verwacht wordt dat de gevolgen van de coronacrisis economische en fysieke haalbaarheid van de gehele zodanig zijn dat het planvormingsproces moet worden gebiedsontwikkeling. Daar komt nog bij dat de wereldwijde Corona gestopt of aangepast. pandemie niet alleen economisch maar zeker ook maatschappelijk diep in gaat grijpen in tal van ontwikkelingen. 53.7 De indiener is van mening dat het College - met een al verontrustend Het aspect gezondheid is meegewogen in een Ziektelast/Luchtvervuiling BP slechte leefomgeving / luchtkwaliteit als uitgangspunt - ook nog eens de effectbeoordeling bij het MER. Hieruit blijkt dat op bovengrenzen qua drukte en lawaai opzoekt en oprekt bij het realiseren sommige onderdelen van het thema gezondheid sprake van een maximale exploitatie. Daardoor scoort de “ziektelast” dubbel is van een negatieve score (onder meer geluidhinder)

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 124

negatief. Het afwentelen van deze last op de al zwaar op de proef maar op andere onderdelen, zoals het verhogen van de gestelde gezondheidszorg houdt zowel onverantwoord als onbehoorlijk sportparticipatie en het bevorderen van fysieke activiteit bestuur in. van de bewoners van Rotterdam-Zuid, levert Feyenoord City duidelijk een positieve bijdrage. Ter plaatse van de binnen het plangebied beoogde gevoelige functies is sprake van een aanvaardbare luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit is hier ook niet minder dan op de meeste plekken in Rotterdam, waarmee de ziektelast niet hoger is dan bij het ontwikkelen op een andere locatie. 53.8 De indiener is van mening dat met de keuze om een nieuw stadion op Het aspect externe veiligheid is uitvoerig onderzocht. Externe veiligheid BP de smalle strook tussen de Nieuwe Maas en de treinsporen te plannen Hieruit blijkt dat als gevolg van de beoogde ontwikkeling een groot en onaanvaardbaar risico wordt genomen. Niet alleen neemt het groepsrisico (in delen van het plangebied) zal het transport van gevaarlijke stoffen per schip en trein nog steeds toe, toenemen. Er is een uitvoerige belangenafweging ook de buiten dit bestemmingsplan gehouden mogelijke multimodale gemaakt waarbij het belang van een nieuw stadion en de brug in de Esch bocht vormt een regelrecht gevaar voor een veilige gebiedsontwikkeling is afgewogen tegen alle relevante afhandeling. Nodig is allereerst een snelle transformatie van vervuilende omgevingsaspecten waaronder externe veiligheid. Door industrie naar schone productieprocessen en een tijdige uitbreiding van een pakket aan maatregelen te treffen wordt gekomen warmte- en elektriciteitsnetten op basis van deugdelijke tot een aanvaardbare risicosituatie en kan Feyenoord capaciteitsberekeningen. City worden ontwikkeld. Het is niet realistisch om te wachten tot een verdergaande transformatie van vervuilende industrie naar schone productieprocessen plaatsvindt. Dit is niet relevant voor het voorliggende besluit, aangezien dergelijke functies in de ontwikkeling niet zijn voorzien. 53.9 De indiener geeft aan dat de balans in bebouwd / infra, water en groen Het aspect duurzaamheid/klimaatadaptie is in het Duurzaamheid BP dient hersteld te worden om voorbereid te zijn op extremer weer en bestemmingsplan onderzocht. Het plan kan voldoen aan hogere temperaturen. In een eerder stadium is al gebleken dat er de ambities op het gebied van duurzaamheid en alternatieve ontwikkelingen mogelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn de klimaatadaptatie en benoemt diverse mogelijkheden initiatieven van BAM en Red de Kuip. Deze initiatieven leveren voor een waarop dit mogelijk is. In bijlage 25 bij het lagere investering eenzelfde programma. Niet duidelijk is waarom een bestemmingsplan is een rapport opgenomen dat laat nieuw te bouwen stadion wel een ‘momentum’ (dus kennelijk geen zien dat duurzaamheid/klimaat op een aantal aspecten ‘vereiste’) voor een gebiedsontwikkeling kan zijn en een vernieuwd in het bestemmingsplan een rol speelt, bijvoorbeeld Stadion Feijenoord (De Kuip) dat niet kan zijn. Terwijl er breed inzicht is toelaten van groen, duurzame energievoorzieningen, ontstaan dat verplaatsing van transport van weg naar water een treffen van maatregelen tegen geluidsbelasting. Met een hoofddoel is in het mobiliteitsbeleid en dat bij klimaatadaptatie water BREAAM-certificering is er naast het bestemmingsplan alle ruimte moet krijgen, volgt het College in Rotterdam een koers ook een andere waarborg voor een duurzaamheid.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 125

waarbij de Nieuwe Maas wordt afgeknepen en barrières worden De Nieuwe Maas wordt niet ‘afgeknepen’. Er is sprake opgeworpen. van een veilige situatie zonder nieuwe barrières. Over de bouw van het nieuwe stadion heeft overleg plaatsgevonden met de waterbeheerder en vaarwegbeheerder. De langsdam verbonden aan het stadion zorgt voor aanvaarbeveiliging. De waterbeheerder zal de grens van de vaargeul verplaatsen door een wijziging van de legger waardoor het veiligheidsrisico wordt geminimaliseerd. Zie voor de alternatieve plannen voor De Kuip de thematische beantwoording onder 4.1 en 4.2. 53.10 De indiener benoemt dat in het ontwerpbestemmingsplan ook melding Er is geen sprake van afschuiven, maar van goede Mobiliteit BP wordt gemaakt van het mobiliteitscontract dat is afgesloten tussen de afspraken om verkeer rondom het stadion te gemeente en Stadion Feijenoord N.V./Nieuw Stadion B.V.. Hierbij geeft organiseren. Deze afspraken zijn vastgelegd in het de gemeente blijk van het afschuiven van gemeentelijke taken voor wat mobiliteitsplan en bijbehorend contract. Hierin staan de betreft infrastructuur en mobiliteit naar een particuliere partij. De afspraken over hoe de beoogde modal split wordt indiener vraagt zich af hoe dit in stand blijft. De impact die verkeer behaald en welke acties daarvoor moeten worden rondom het in Feyenoord City nieuw te bouwen stadion zal hebben, zal uitgevoerd. Dit zijn acties voor het Stadion, maar ook zeker voor de omgeving dermate groot zijn, dat deze een onacceptabel voor de gemeente (bv. parkeerregulering). Deze klimaat veroorzaakt. afspraken zijn naar het oordeel van de gemeente haalbaar en worden gemonitord. De recente resultaten rondom evenementen en interlands laten zien dat de modal shift haalbaar is. Zie ook de thematische beantwoording onder 9.1.

Uit het MER blijkt dat de parkeersituatie in de omgeving van het stadion met het mobiliteitsplan verbetert. Wel is bij een wedstrijd/ evenement in de avondspits sprake van een vergroting van enkele overbelaste kruispunten (Stadionweg – parallelweg Stadionweg en Vinkenbaan – Dordtsestraatweg). Dit leidt niet tot een onacceptabel klimaat in de omgeving van het stadion. conclusie De zienswijze leidt niet aanpassing van het bestemmingsplan.

54 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op*

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 126

54.1 De indiener geeft aan dat de realisatie van 1.045 woningen in De Er wordt verwezen naar de thematische beantwoording Afname woongenot/Woon- BP Veranda voor een enorme impact zorgt op het gebied van leefbaarheid onder 3. en leefklimaat/Aantal en kwaliteit van het gebied. Daarnaast is onduidelijk hoe dit woningen woningaantal is bepaald. De indiener verzoekt de gemeente het voorgenomen woningaantal van 1.045 stuks aanzienlijk naar beneden bij te stellen om de leefbaarheid, veiligheid en algehele kwaliteit van het gebied te waarborgen. 54.2 De indiener geeft aan dat de groenstroken en parken aan de In het masterplan Feyenoord City worden aantal Woon- en leefklimaat/ BP binnenzijden worden gerealiseerd. Hierdoor hebben deze groenstroken nieuwe/gewijzigde openbare en groene ruimtes in en Groenvoorzieningen voor huidige bewoners geen toegevoegde waarde, maar zorgt dit voor rond de Veranda voorgesteld. Een rivieroeverpark in een afname van de woonkwaliteit. De indiener verzoekt de gemeente de Nieuwe Maas en wijkpark rond de Kuip, beide om de groenstroken te plaatsen tussen de bestaande woningen en de grenzend aan de wijk. In de Veranda wordt in nieuw te realiseren woningen aan de Ernst Happelstraat. vergelijking met de huidige situatie een groen buurtplein voorgesteld (i.p.v. de huidige parkeerpleinen) en groene binnentuinen voor de nieuwbouwblokken. Dit betreft een voorbeelduitwerking in het masterplan. Deze opzet biedt volgens de gemeente zowel de huidige als nieuwe bewoners van de Veranda een prettige woonomgeving met een diversiteit aan groene (openbare) ruimtes. Wij delen niet de mening van de indiener dat deze opzet de woonkwaliteit negatief beïnvloed. Het bestemmingsplan maakt overigens nog meerdere stedenbouwkundige invullingen mogelijk, zo ook de opzet die reclamant/indiener voorstelt.

Wij begrijpen de wens om groenstroken te plaatsen. In de uitwerking van de plannen zullen we onderzoeken of de wensen meegenomen kunnen worden, waarbij gekeken kan worden naar de publieke toegankelijkheid van de ruimtes binnen de bouwblokken en groenstroken tussen de bebouwing. De uitwerking zal in participatie met de buurt plaatsvinden. 54.3 De indiener geeft aan dat er met de voorgenomen plannen voor In het MER is wel degelijk aandacht besteed aan de Toetsingscriteria/Afname BP/MER bebouwing onvoldoende rekening is gehouden met de impact op bestaande woningen, bijvoorbeeld voor wat betreft woongenot bestaande bebouwing/bewoners. In de toetsing van het plan (MER) schaduwhinder en geluidhinder. In het MER is allereerst wordt voornamelijk ingegaan op de nieuw te bouwen bebouwing, gekeken naar de worst case schaduwhinder door uit te gaan van de maximale invulling van de bouwhoogtes die terwijl er nauwelijks wordt gesproken over het verlies aan woongenoot het bestemmingsplan mogelijk maakt. Zie hiervoor

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 127

(uitzicht/zonlicht/geluid/schaduw) voor huidige bewoners. Daarnaast figuur 5-166 op pag 373, bij het alternatief maximaal. wijkt de bebouwing in de onderzoeken in het kader van gebouwhinder Daarnaast is ten behoeve van het voorkeursalternatief af van de voorliggende plannen. Indien er vervolgens dieper wordt aanvullend nog gekeken naar de schaduwhinder van ingezoomd op de gemaakte berekening van de schaduwwerking, mogelijke invullingen van de transformatie van de Veranda met hoge smalle torens. Deze resultaten zijn zoals beschreven in “5.14.1.4 Beoordeling beschaduwing” met in de opgenomen in bijlage 8. Het is juist dat ondertussen ook bijhorende bijlage 8-Resultaten Bezonningsstudie, valt direct op dat hier andere mogelijke uitwerkingen van de Veranda zijn is gecalculeerd/gewerkt met bebouwingsblokken die hierna vervolgens opgenomen in het Masterplan. Op basis van de worst volledig zijn verdwenen in de definitieve uitwerking van de voorbeeld case resultaten uit het MER en de adviezen die in het bebouwing. MER zijn opgenomen om schaduwhinder verder te beperken zijn in de planregels van het bestemmingsplan waarborgen opgenomen om schaduwhinder te beperken. Zie verder de thematische beantwoording onder 3.2. 54.4 De indiener geeft aan dat in het bestemmingsplan nu een maximaal te Zie beantwoording onder thema 3.1 en 3.6. Bouwhoogte BP bebouwen hoogte van 70 meter wordt bepaald. De huidige bestaande bebouwing aan de Piet Smitkade/ Cor Kieboomplein komt niet boven de 45 meter dus een maximale hoogte van 70 meter is volgens de indiener volstrekt onlogisch. 54.5 De indiener verzoekt de gemeente om, rekening houdend met het Zie beantwoording onder thema 3.1 en 3.6. Wij nemen Voorstel bebouwing/ BP woongenot van bestaande bewoners, de nieuw te realiseren deze suggestie mee in de uitwerking van de plannen. Bestemming/Afname bouwblokken aan de voorzijde (Ernst Happelstraat) te concentreren. woongenot 54.6 De indiener verzoekt de gemeente om, rekening houdend met het Wij nemen deze suggestie mee in de uitwerking van de Voorstel bebouwing/ BP woongenot van bestaande bewoners, de te realiseren bebouwing plannen. Bestemming/Afname trapsgewijs vanaf het Cor Kieboomplein op te bouwen om woongenot muurvorming, schaduwvorming, geluidshinder en vermindering van uitzicht te beperken. 54.7 De indiener verzoekt de gemeente om de bebouwing aan de kruising De rooilijn wordt teruggelegd (zie thematische Voorstel bebouwing/ BP van de Puck van Heelstraat/Cor Kieboomplein gelijk te trekken met de beantwoording onder 3.4 ) maar blijft wel de contour Bestemming overige te realiseren bebouwing. van de weg volgen. Binnen de bestemmings- en bouwgrenzen kan namelijk ook de inrichting van de openbare ruimte worden gerealiseerd. 54.8 De indiener verzoekt de gemeente om de aanleg van groen en parken Zie 54.2. Groenvoorzieningen BP tussen de huidige en toekomstige bebouwing te realiseren in plaats van centraal tussen de nieuw te realiseren bebouwing en huidige bebouwing.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 128

conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

55 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 55.1 De indiener geeft aan dat een plan B voor de gebiedsontwikkeling Het masterplan Feyenoord City dat is vastgesteld door Algemeen ontbreekt indien de bouw van een nieuw stadion niet doorgaat de gemeenteraad ziet toe op een plan waarbij alle aangezien Feyenoord, op basis van het ontwerpbestemmingsplan, ook elementen ruimtelijk en functioneel in grote mate met niet in het huidige stadion meer wedstrijden kan spelen. Dit lijkt geen elkaar samenhangen. Indien het stadion onverhoopt vorm van goed bestuur. geen doorgang vindt zal er dan ook een aangepast masterplan en bestemmingsplan gemaakt moeten worden. Zie ten aanzien van voortgezet gebruik van De Kuip de thematische beantwoording onder 4.3. 55.2 De indiener geeft aan dat het toepassing van de Crisis- en herstelwet, Wij zien geen relatie tussen de coronacrisis en de status Procedure BP met ook op de besluitprocedures voor de gemeenteraad, als een daad van het plan onder de Crisis- en herstelwet. Net als van onbehoorlijk bestuur aangemerkt kan worden vanwege de huidige bestemmingsplannen die niet onder de Crisis- en coronacrisis. herstelwet vallen is het plan voor een ieder 6 weken ter inzage gelegd. Zie ook de thematische beantwoording onder 5. 55.3 De indiener vraagt zich af op welke wijze er wordt omgegaan met de Juist bij calamiteiten en incidenten is het van belang dat Mobiliteitsplan BP vervoerskeuze van het ticketingsysteem indien er zich een calamiteit je vooraf kenbaar hebt gemaakt op welke manier je naar (treinstoring) voordoet en er alsnog met de auto afgereisd wordt. Op het stadion wilt reizen. Wij monitoren de dat moment heeft de bezoeker geen parkeermogelijkheid voor de auto. verkeerssituatie en verkeersstromen, op het moment Het mobiliteitsplan is op dit punt niet volledig. dat er iets gebeurt kan iedereen die daar hinder van ondervindt van actueel advies op maat worden voorzien. Dit betekent dat bij een incident op de aanrijroute naar een parkeervoorziening, alle mensen met een ticket voor die parkeervoorziening worden verwezen naar andere locaties. Dat gebeurt ook bij incidenten in het openbaar vervoer. 55.4 De indiener geeft aan dat de keuze voor de ondergrens aan De gemeente deelt deze mening niet. In bijlage 23 is Mobiliteitsplan BP parkeerplaatsen (2.520 stuks) onrealistisch is aangezien de onderbouwd hoe de gemeente komt tot het aantal bereikbaarheid en parkeermogelijkheden bij het huidige stadion al als benodigde parkeerplaatsen. Samen met de maatregelen onvoldoende worden gezien. Slechte parkeermogelijkheden hebben een uit het mobiliteitsplan, zoals het parkeren op afstand, negatief effect op het businessplan. peak shaving etc , zal in voldoende parkeergelegenheid

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 129

worden voorzien en de modal shift veranderen. Zie ook de thematische beantwoording onder 9.1. 55.5 De indiener geeft aan dat de cijfers en aannames in bijlage 23 van de De getallen op pagina 2/7 betreft een berekening van Mobiliteitsplan BP toelichting niet kloppen. Op pagina 2/7 staat vermeld dat er in de het benodigde aantal parkeerplaatsen in de 2e en 3e tweede en derde schil gezamenlijk 7.480 parkeerplaatsen beschikbaar schil. Op deze pagina wordt toegelicht dat een zijn, terwijl op pagina 3/7 wordt aangegeven dat er 3.750 in de tweede parkeerkencijfer van 0,04 realistisch is, wat resulteert in schil beschikbaar zijn en 16.000 in de derde schil. Ten slotte wordt op een parkeeropgave van 2.520 parkeerplaatsen binnen pagina 4/7 vermeld dat er in de tweede schil 1.500 plaatsen beschikbaar het gebied. In het position paper is als uitgangspunt zijn en 6.400 plaatsen in de derde schil. Dit komt overeen met 7.900 gehanteerd dat 10.000 parkeerplaatsen beschikbaar parkeerplaatsen tezamen. De cijfers komen niet overeen. moet zijn tijdens evenementen/ wedstrijden in het stadion. Een berekening leidt dan tot 10.000-2520=7480 parkeerplaatsen die nodig zijn in de 2de en 3de schil. Voor wat betreft de getallen op pagina 3/7 en 4/7. Deze getallen betreffen bezoekersaantallen die van 2e en 3e schil gebruik maken. Dus 3750 bezoekers in de 2de en 16.000 in de 3de schil. Deze getallen zijn gebruikt om benodigde parkeerplaatsen te berekenen. Uitgaande van 2,5 persoon per voertuig (gemiddelde bezetting van een voertuig) zijn dan maximaal 1500 en 6400 parkeerplaatsen nodig in de 2e en 3e schil. 55.6 De indiener stelt dat er na een concert/wedstrijd 605 pendelbusritten Indiener rekent uit dat 605 pendelbussen nodig zijn voor Mobiliteitsplan BP noodzakelijk zijn. Spreiding van dit (bus)vervoer lijk, zeker na afloop van 16.000 personen die op afstand parkeren. Allereerst is evenementen niet mogelijk. Dit zou leiden tot verkeersopstoppingen in de capaciteit van een pendelbus groter dan 50 personen. de nabije straten. Bij de inzet van een gelede stadsbus is deze zelfs 115 personen. Bezoekers zullen op verschillende manieren naar hun auto of het stadion toegaan. In de 2e schil kan dit ook lopend, met de tram of de boot. Daarnaast worden pendelbussen ingezet. Het is dus onjuist te veronderstellen dat de 16.000 personen die op afstand parkeren, een buspendel als vervolgtransport naar het stadion gebruiken. Personen die bijvoorbeeld bij Beverwaard parkeren, kunnen hun reis met de tram vervolgen. Personen die in het Rivium parkeren kunnen met bootpendels naar het stadion. Vanaf Barendrecht kan met de trein worden gereisd. Dit is overigens in de huidige situatie bij evenementen in De Kuip niet anders. Bij recente evenementen en interlands zijn hiermee positieve ervaringen opgedaan. De regeling rondom een

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 130

evenement/wedstrijd is zo georganiseerd dat de verschillende vervoersstromen zoveel mogelijk worden gescheiden. 55.7 De indiener is van mening dat de beoogde inkomsten uit de exploitatie Zie de thematische beantwoording onder 4.4. Exploitatie BP van het stadion niet realistisch zijn. Zo zijn er vraagtekens over de gehanteerde bezettingsgraad van het stadion en de vermeerdering van inkomsten uit de zakelijke markt. Daarnaast verwacht de indiener dat de inkomsten uit horeca rondom het stadion door invoer van pendelbussen aanzienlijklager zal liggen. De Pre Matching Drinking Session (PMFD) zullen bij die opstapplaatsen gehouden worden. 55.8 De indiener verzoekt de gemeente om de voorliggende ontwerpen bij te Zie hiervoor. BP/ GW/ LL/ TL/ stellen en te herzien. WW conclusie Deze zienswijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

56 Gasunie Beantwoording Thema** Betrekking op* 56.1 In het gebied liggen een aardgastransportleiding en een Het is juist dat de leiding en het gasontvangststation in Leiding Gas & Gasdrukmeet- BP gasontvangststation van de Gasunie, zie bijlage 1. De Gasunie merkt op het plangebied zijn wegbestemd. Het nieuwe en regelstation dat de aardgastransportleiding en het gasontvangststation niet zijn gasontvangstation zal gerealiseerd worden bestemd in het ontwerp bestemmingsplan. Indiener geeft aan dat nu de vooruitlopend op de realisatie van het nieuwe stadion. leiding en het station nog in werking zijn en er nog geen nieuw De verplaatsing van het gasontvangststation is gasontvangstation gerealiseerd en in werking is, de leiding en het planologisch mogelijk gemaakt door middel van het station bestemd dienen te zijn en daarmee ruimtelijke beschermd bestemmingsplan “Gasontvangststation Stadionpark”. (verbeelding en planregels) worden. Indiener geeft aan dat het niet De voorbereiding voor de verplaatsing is gestart en naar opnemen van de leiding in strijd is met artikel 14 van het besluit externe verwachting is voor vaststelling van het onderhavige veiligheid buisleidingen. Indiener merkt op dat er geen formele bestemmingsplan er een formele opdracht voor opdracht is om het bestaande gasontvangstation te verplaatsen en een realisatie van het nieuwe gasontvangststation met groot gedeelte van de aardgastransportleiding te verwijderen. Voor bijbehorende afspraken met betrekking tot verwijdering Gasunie is het onwenselijk om de leiding en het station niet te van de gastransportleiding. Daarmee is ook zeker gesteld bestemmen zolang er geen getekende projectovereenstemming is. dat verplaatsing door gaat. Indien namelijk het project om wat voor reden dan ook niet door gaat, Gelet op de korte periode die er rest tussen beoogde ligt er een aardgastransportleiding en een gasontvangstation die niet inwerkingtreding van het bestemmingsplan Feyenoord bestemd is. De Gasunie vindt dit een te groot risico. Gasunie wijst erop City en het uit gebruik nemen van de leiding en het dat - ook als er een getekende projectovereenstemming is en het huidige gasontvangststation, zal aan de bestaande bestemmingplan dat het nieuwe gasontvangstation toestaat is gasleiding (inclusief zakelijk recht zones) een tijdelijke bestemming worden toegekend die vervalt op het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 131

vastgesteld - de huidige leiding en station bestemd moeten worden tot moment dat het gasontvangststation in gebruik is het moment dat zowel de leiding als station uit bedrijf zijn. genomen. 56.2 Gasunie verzoekt om voor de bestemming van het gasontvangstation Zie het antwoord onder het vorige punt. Leiding Gas & Gasdrukmeet- BP tevens de veiligheidszone aan te duiden. en regelstation 56.3 Gasunie verzoekt om de huidige ligging van de leiding en het station te Zie het antwoord onder 56.1. Leiding Gas & Gasdrukmeet- BP bestemmen. Hiervoor worden twee mogelijkheden aangedragen: en regelstation 1. een wijzigingsbevoegdheid binnen het artikel voor de leiding en station naar toekomstige bestemmingen; 2 huidige leiding en station voorlopige bestemming geven die na 2 jaar vervalt.

conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

57 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 57.1 Indiener is van mening dat het vervallen van de parkeerplaatsen aan de De parkeerplaatsen aan de Korte Stadionweg zijn niet Parkeren Korte Stadionweg BP Korte Stadionweg veel betekent voor de leerlingen van het Albeda bedoeld voor leerlingen van het Albedacollege. College die met de auto komen. Hiervoor is geen alternatief Bovendien is het beleid van de gemeente dat het opgenomen. Indiener stelt voor dat de leerlingen gebruik kunnen maken gebruik van andere vervoerswijzen zo veel mogelijk van de parkeerplaatsen bij Feyenoord City. wordt gestimuleerd . Er hoeft dan ook geen rekening te worden gehouden met parkeerplaatsen die worden gebruikt door leerlingen van het Albedacollege. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

58 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 58.1 Indiener vindt dat in het ontwerpbestemmingsplan geen rekening is Het is juist dat er geen rekening wordt gehouden met Parkeren Korte BP gehouden met forenzen (>100) uit de gebieden IJsselmonde en parkeren voor forenzen. De parkeerplaatsen aan de Stadionweg/Mobiliteit Feyenoord. Deze bewoners maken gebruik van de parkeerplaatsen aan Korte Stadionweg zijn geen formele P+R-plaatsen en de Korte Stadionweg om vervolgens van de trein gebruik te maken. daar in de huidige situatie ook niet voor bedoeld. De Vanuit IJsselmonde is geen redelijk openbaar vervoer waardoor de trein huidige P+R-terreinen zoals P+R bieden gemakkelijk te bereiken is. Voor het verwijderen van deze ruimte voor deze overstap. Bij het verwijderen van de parkeerplaatsen is geen alternatief geboden. parkeerplaatsen aan de Korte Stadionweg zal hier extra communicatie aan besteed worden om de alternatieven onder de aandacht te brengen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 132

conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

59 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 59.1 Indiener wijst op de modelzienswijze van Stadion op Zuid en geeft haar Voor de modelzienswijze wordt naar beantwoording eigen aanvullingen. onder x. 59.2 Indiener geeft aan dat aan dat experts hem hebben aangegeven dat de In het kader van het MER is een verkeersonderzoek Locatiekeuze gekozen locatie niet optimaal is op het gebied van mobiliteit en de toe- uitgevoerd. Hieruit blijkt dat met het nemen van de daar en afvoer van mensen. Te complex. beschreven maatregelen, het verkeer in verschillende modaliteiten als gevolg van alle ontwikkelingen in het plangebied afdoende afgewikkeld kan worden. 59.3 Indiener geeft aan dat er een betaalbaar en snel alternatief is voor een Verwezen wordt naar de beantwoording bij thema 4.2. nieuwe kuip van consortium DMK. Indiener vraagt dit plan serieus te overwegen en te vergelijken met huidige plannen op de volgende aspecten: locatie, milieueffecten, financiering, business case/exploitatie enzovoort. conclusie Deze zienswijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

60 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 60.1 Betreft modelzienswijze Stadion op Zuid. Zie samenvatting x Zie beantwoording x conclusie Deze zienswijze is deels gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

61 Indiener BarentsKrans Advocaten namens Daka Beantwoording Thema** Betrekking op* 61.1 De indieners geven aan dat ze zich zorgen maken dat de In zijn algemeenheid wordt opgemerkt dat het plan erop Negatieve effecten/Juridische BP/GW/LL/TL/W gebiedsontwikkeling Feyenoord City een negatief effect zal hebben op is gericht om de betreffende detailhandels- en kwaliteit W/MER de exploitatie van het leisure en horecacomplex naast de Pathe- horecagelegenheden op termijn te verplaatsen naar bioscoop en de andere op de percelen van de indieners gelegen andere delen van Feyenoord City of te beëindigen. Daar detailhandels- en horecagelegenheden. Tevens hebben de indieners hun staat tegenover dat er elders in het gebied bedenkingen bij de juridische kwaliteit en houdbaarheid van het mogelijkheden voor detailhandel en horeca worden Ontwerpbestemmingsplan (OBP) en de/het GW/LL/TL/WW, welke in de geboden en dat de bestaande vestigingen positief zijn zienswijze worden aangeduid als de Concept Besluiten. De zienswijze bestemd zo lang verplaatsing of beëindiging nog niet aan richt zich daarbij uitdrukkelijk tegen alle Concept Besluiten en alle de orde is.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 133

ontwikkelingen in het volledige plangebied, aangezien alle Ten aanzien van de positieve bestemming van bestaande ontwikkelingen zodanig met elkaar zijn verweven dat deze niet los van vestigingen wordt opgemerkt dat in het elkaar kunnen worden gezien. ontwerpbestemmingsplan (artikel 1.11) is bepaald dat het vestigingen betreft die ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan aanwezig zijn dan wel waarvoor een vergunning voor gebruik is verleend. Dit ijkmoment wordt, zoals gebruikelijk, aangepast naar het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Omdat echter bekend is dat de detailhandelsvestiging van indiener verplaatst wordt (mogelijk voor inwerkingtreding van het bestemmingsplan), wordt ten aanzien van detailhandel bepaald dat het ijkmoment het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan is, zodat ook de oppervlakte detailhandel van indiener op de huidige locatie positief bestemd blijft. 61.2 De indieners geven aan in beginsel niet negatief te staan tegenover de Allereerst wordt opgemerkt dat de juridische regeling Onvoldoende BP/GW/LL/TL/W gebiedsontwikkeling Feyenoord City, mits rekening wordt gehouden inderdaad inhoudt dat voordat nieuwe horeca en belangenafweging/Compensa W/MER met hun belangen. De indieners geven aan dat de gekozen juridische detailhandel elders in het plangebied gerealiseerd tie structuur van planregels een grote mate van onzekerheid voor hun wordt, duidelijk moet zijn dat de bestaande vestigingen client met zich mee brengt. Daarbij gaat het om het eerst verplaatsen verplaatst of beëindigd zijn of worden. Ook is van alle huurders van de indieners (horeca en detailhandel), waardoor woningbouw op de locaties van de bestaande de indieners geen opbrengsten meer hebben, voordat de indieners in vestigingen pas toegestaan als de bestaande functies zijn aanmerking komen om ter plaatse van de leegstaande gebouwen of worden beëindigd. nieuwe bebouwing te realiseren. Ook wijzen de indieners erop dat De planregels staan er niet aan in de weg om in een zowel de feitelijke situatie (een groot deel van de gronden is in overeenkomst een goede overgangsperiode af te eigendom van de gemeente Rotterdam, artikel 14.2.2 onder b. van de spreken. Op basis van een dergelijke overeenkomst planregels) als de voorgeschreven integraliteit (zoals het vereiste van kunnen omgevingsvergunningen verleend worden voor een integraal stedenbouwkundig plan, artikel 14.2.2 onder d. van de de nieuwe vestiging elders in het gebied en de nieuwe planregels), een onacceptabele dwangpositie voor de gemeente met invulling van de bestaande locaties, terwijl de bestaande zich mee brengt. Deze plansystematiek is volgens de indieners om functies tot het moment dat de nieuwe locaties in meerdere juridische reden niet toelaatbaar. gebruik worden genomen, doorgang kunnen vinden. De planregels worden voorts nog aangevuld met een regeling voor tijdelijke functies voor de duur van maximaal 5 jaar na inwerkingtreding van het plan zodat de gebouwen zinvol gebruikt kunnen worden als een exploitant vertrekt voordat er sprake is van nieuwbouw.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 134

61.3 Tevens zijn de indieners van mening dat de geboden Wij onderkennen dat als de bioscoop verplaatst dit bouwmogelijkheden op hun gronden veel te summier zijn om de schade vooral voor de zittende horecaondernemers en te compenseren die zij lijden, als gevolg van het verplaatsen van de leisurefuncties consequenties heeft. Voor deze functies Pathé bioscoop, het slopen van goed functionerende bebouwing waarin biedt het bestemmingsplan verplaatsingsmogelijkheden. is geïnvesteerd en het jaren duurt voordat op de vrijkomende grond Bovendien worden ter plaatse nieuwe nieuwe bebouwing mag worden gerealiseerd. De indieners stellen in dit functiemogeljkheden in de vorm van woningbouw verband de volgende eisen: Ruimere gebruiks- en geboden, welke er op dit moment niet zijn. Deze bebouwingsmogelijkheden op hun gronden (waaronder drie mogelijkheden zijn gebaseerd op het Masterplan woontorens van 150 meter en de bouw van 1.950 huizen), Feyenoord City, waarin een zorgvuldige afweging van de tegemoetkoming voor de schade die zij leiden en het mogen bebouwen (hoogte van) bebouwing heeft plaatsgevonden. van hun eigen gronden zonder afhankelijk te zijn van derden (schrappen van artikel 14.2.2 onder b. en d. van de planregels). Vanuit het masterplan Feyenoord City is de doelstelling De indieners geven aan dat er te veel rekening is gehouden met de geformuleerd om: nieuwe woongebieden te belangen van de bewoners van de bestaande woongebouwen in het ontwikkelen, met aantrekkelijke buitenruimten en deelgebied Veranda. Nog verder beperken van de bouwhoogte valt fysiek-sociaal verbonden met haar omgeving. De nieuwe slecht bij hen. Veranda wordt gekenmerkt door een kwalitatief De gekozen plansystematiek, brengt enkel nadelen voor de indieners. hoogwaardig en prettige woonmilieu en buurtfuncties. Volgens de indieners mag daarom van de gemeenteraad worden Als stedenbouwkundig uitgangspunt is verwantschap, en verlangd dat bij de vaststelling van de/het OBP/GW/LL/TL/WW meer buurtindentiteit met de bestaande woningen op de rekening wordt gehouden met de belangen van de indieners, door het Veranda en straks naar het Kuip Park belangrijk. schrappen van artikel 14.2.2 onder b. en d. van de planregels, het opnemen op de verbeelding van drie locaties/zoekgebieden voor Hoogbouw zoals voorgesteld in de zienswijze stuit op de bebouwing (woontorens) van 150 meter hoog op de gronden van de volgende belangrijke bezwaren: indieners en het vergroten van het maximum aantal woningen in  Schaduwbelasting op de bestaande woningen deelgebied de Veranda als bedoeld in artikel 32.1.6 van de planregels op de Veranda past niet binnen de regels van van 1.050 naar 1.950 woningen. het bestemmingsplan. Dit gelet op de De indieners zijn van mening dat vanwege een goede ruimtelijke belangen van bestaande bewoners. ordening en dat van een zorgvuldig opererende overheid mag worden  Het masterplan heeft een zorgvuldige opbouw verwacht, dat eerst passende afspraken met de eigenaren van de te van hoogte naar het nieuwe stadion toe. herontwikkelen gronden in de Veranda worden gemaakt voordat het/de Hoogbouw (> 70 meter) op de Veranda past OBP/GW/LL/TL/WW worden voorgelegd ter finale besluitvorming. hier niet in.  Hoogbouw op de Veranda is ook niet voorzien in de Hoogbouwvisie van de gemeente Rotterdam.  De voorgestelde stedenbouwkundige opzet past niet bij uitgangspunten voor de Veranda zoals hierboven omschreven (prettig

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 135

woonmilieu, met buurtfuncties en verwantschap)  Feyenoord City staat voor een divers woonaanbod. Een veelvoud aan hoogbouw- torens maakt het woonaanbod te eenzijdig.  Bij hoogbouw zoals voorgesteld past bij een hoogstedelijk en 24/7 geprogrammeerd gebied. Dit wordt juist gerealiseerd op het Waterfront nabij het stadion. Een tweede hoogbouwontwikkeling zou te veel concurreren met het Waterfront. Tot slot vraagt indiener de bepalingen in artikel 14.2.2. onder b en d te schrappen omdat dit er voor zorgt dat er afhankelijkheden van derden zijn bij herontwikkeling van het eigendom van indiener. Een integraal stedenbouwkundig plan (sub d) is nodig om de hiervoor geschetste ruimtelijke en functionele samenhang zoals die voortvloeit uit het Masterplan te waarborgen. Er is dan ook zeker geen sprake van een onaanvaardbare dwangpositie door de gemeente, zoals eerder door de indiener gesuggereerd. De planregels zijn op dit punt nader bezien. Artikel 14.2.2 onder d blijft gehandhaafd inde vorm van een voorwaardelijke verplichting voor bouwen. Daarnaast is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd die er op ziet dat gebouwen worden gebouwd worden in de naar de Stadionweg gekeerde bestemmingsgrens; in een ‘gevellijn’ en op een dusdanige wijze dat sprake is van een (geluidluwe) buitenruimte. De bepaling dat de het openbaar gebied bij ontwikkelingen op de Veranda moeten worden betrokken vloeit daar ook uit voort en blijft gehandhaafd. 61.4 De beoogde transformatie van de Veranda behoort tot de Zoals hiervoor aangegeven staan de planregels aan een Falende koppeling artikel BP ontwikkelingen waarvan het ruimtelijk kader, het programma en de overgangsperiode niet in de weg. 14.2.2 onder a/ feitelijke uitvoerbaarheid het minst ver zijn uitgewerkt. Voor de Herontwikkeling van de sportdetailhandel kan pas Omgevingsvergunning beoogde transformatie is een omgevingsvergunning voor een plaatsvinden nadat de huidige functies zijn/worden bestemmingsplanactiviteit nodig. De beoogde transformatie en het verplaatst of beëindigd. Dit impliceert dat er

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 136

verplaatsen van commerciële functies naar De Strip (en Waterfront) zet overeenstemming moet zijn met grondeigenaren in het de exploitatie van het Complex en de overige panden op de percelen gebied om tot herontwikkeling van de Veranda te van de indieners op losse schroeven. Hierdoor dreigen de indieners komen. Voor nieuwe horeca geldt dit niet. Hier is ook huurders kwijt te raken, terwijl de beoogde ontwikkeling van de panden marktruimte voor zonder verplaatsing. In beginsel tot woningen pas mogelijk wordt gemaakt wanneer de huidige behoort verlies van huurders tot het normale commerciële functies verdwijnen. De indieners dreigen hiermee in een ondernemersrisico. De gemeente zal in overleg met de vacuüm terecht te komen dat strijdig is met een goede ruimtelijke zittende ondernemers zich inspannen om de periode van ordening. De indieners zijn om deze reden van mening dat artikel 14.2.2 onzekerheid zo kort mogelijk te houden. onder a dient te worden geschrapt. De indieners zijn van mening dat een dergelijke “koppeling” zou moeten gelden voor alle nieuwe commerciële functies rondom het nieuwe stadion ter plaatse van onder meer de bestemmingen “Gemengd - Waterfront”, “Gemengd - Stadion” en “Gemengd - De Strip Zuid”, om zeker te stellen dat de nieuwe ontwikkelingen niet kunnen plaatsvinden voordat afspraken zijn gemaakt met de ondernemers in de Veranda over verplaatsing van de huidige commerciële functies. 61.5 De indieners geven aan dat een deel van de regels uit en de inhoud van De omvang in m2 en aantallen van de nieuwe functies Rechtszekerheid/ BP/GW/LL/TL/W het/de OBP/GW/LL/TL/WW rechtsonzeker is en in strijd is met het zijn objectief begrensd, evenals de bouwmogelijkheden. Omgevingsvergunning/Strijd W toepasselijke wettelijk stelsel. Wel dient er voorafgaand aan herontwikkeling een met wettelijk stelsel De randvoorwaarden, in artikelen 9.2.2, 14.2.2 en 23.2.2 van de integraal stedenbouwkundig plan opgesteld te worden planregels, voor verlening van een omgevingsvergunning voor een passend binnen de ambities en randvoorwaarden uit het bestemmingsplanactiviteit zijn niet (voldoende) objectief begrensd. De Masterplan om ruimtelijke kwaliteit en samenhang te formulering van de planregels stelt ontwikkelmogelijkheden van een borgen. Dit brengt inderdaad met zich mee dat voor de concreet initiatief afhankelijk van andere initiatieven binnen de herontwikkeling van de Veranda samenwerking gezocht desbetreffende bestemmingen. Voor een individuele initiatiefnemer, die zal moeten met andere partijen, waaronder de niet alle gronden in eigendom heeft, is het onmogelijk om aan die gemeente. Daarmee zijn de bestemmingsplanregels niet voorwaarden te voldoen. Volgens de toelichting is dat echter wel wat is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel of het Besluit beoogd. Hierdoor is het OBP in zoverre in strijd met artikel 7c, uitvoering Chw maar wordt – overeenkomstig het veertiende lid BuChw jo. artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wro, vastgestelde Masterplan – geborgd dat wordt voorzien artikel 3:2 van de Awb en het rechtszekerheidsbeginsel. in een goede fysieke leefomgeving. Zie ook hiervoor onder 61.2. 61.6 De indieners geven aan dat de toelichting van het bestemmingsplan Een groot deel van de bedrijven die momenteel op Strijd met provinciale BP tekort schiet in de verantwoording omtrent de wijze waarop binnen de bedrijventerrein Korte Stadionweg (7,2 hectare) zijn regelgeving regio compensatie van het (watergebonden) bedrijventerrein zal gevestigd, heeft op nieuwe toekomstbestendige plaatsvinden, dit is in strijd met artikel 6.12 van de bedrijvenlocaties een alternatieve vestigingsplek Omgevingsverordening. gevonden. Het enige echte watergebonden bedrijf op bedrijventerrein Korte Stadionweg kan worden

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 137

geaccommodeerd in de Waalhaven op het zeehaventerrein Sluisjesdijk. De verantwoording van de compensatie van het verlies van watergebonden bedrijfsterrein zal in de Toelichting bij het bestemmingsplan nader worden toegelicht. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de reactie op de provinciale zienswijze, onder nr. 96.10. 61.7 Tevens is het OBP in strijd met (artikel 6.13 van) de Indieners geven aan dat er nog geen overeenstemming Omgevingsverordening en het detailhandelsbeleid van Zuid-Holland is over verplaatsing van het bestaande voor zover het voorziet in nieuwe detailhandel. Uit (de toelichting bij) detailhandelaanbod op de Veranda. Dat is juist en het OBP volgt niet voldoende dat er binnen het plangebied ruimte is daarom is nieuwe (sport)detailhandel uitsluitend voor extra detailhandel, terwijl ter plaatse reeds sprake is van een toegestaan als het huidige detailhandelsaanbod wordt overaanbod. Daarnaast bevestigt het negatieve advies van de beëindigd of verplaatst. Voor dit punt wordt verwezen Adviescommissie Detailhandel dat er geen behoefte is aan de extra naar de reactie op de provinciale zienswijze onder nr. 96. detailhandel die het OBP beoogt mogelijk te maken. Onduidelijk is waarom de indiener van deze zienswijze Het OBP is volgens de indieners in strijd met artikel 6.10 van de het behoefteonderzoek naar horeca onvoldoende vindt. Omgevingsverordening jo. artikel 3.1.6 van het Bro, er is onvoldoende aangetoond dat er daadwerkelijk behoefte bestaat aan de beoogde ontwikkelingen. Er bestaat nog geen duidelijkheid/er zijn nog geen concrete afspraken over een eventuele verplaatsing van het bestaande detailhandelsaanbod in deelgebied de Veranda. Het uitgevoerde behoefteonderzoek naar horeca in het plangebied is onvoldoende. Om deze reden is volgens de indieners de daaraan verbonden plansystematiek niet aanvaardbaar. 61.8 De indieners vrezen een verslechterde bereikbaarheid van hun percelen In het verkeersonderzoek behorend bij het MER is de Bereikbaarheid BP/GW en de aldaar geëxploiteerde bedrijven als gevolg van wegonttrekking wegonttrekking onderzocht. Daaruit blijkt dat de van de Korte Stadionweg (is een belangrijke ontsluitingsweg). Deze wegonttrekking mogelijk en gewenst is. Dit wordt nog verslechtering wordt in de notitie ‘Korte Stadionweg’ in algemene extra ondersteund door de onderbouwende notitie bij bewoordingen erkend, maar toch volledig ter zijde geschoven. Er wordt het ontwerpbesluit voor de wegonttrekking. niet ingegaan op de betreffende gevolgen van de wegonttrekking voor De percelen zijn afdoende bereikbaar via de Stadionweg de bereikbaarheid. Het ontwerpbesluit gedeeltelijke wegonttrekking en vanaf de oostzijde. Vanaf de westzijde zijn de (GW) en het OBP getuigen in zoverre niet van een zorgvuldige percelen afdoende bereikbaar via de Burgerhoutstraat voorbereiding. Het GW komt daarmee bovendien in strijd met de De huidige route via Korte Stadionweg naar Wegenwet. Oranjeboomstraat maakt geen onderdeel uit van het hoofdwegennet, is een ongewenste sluiproute en niet bedoeld als ontsluitingsroute voor de Veranda. 61.9 De indieners geven aan dat de parkeergelegenheid in het plangebied als In de planregels is geborgd dat voldaan moet worden Parkeren BP geheel en in het bijzonder ter plaatse van het deelgebied de Veranda aan de gemeentelijke parkeernormen. Bij een aanvraag

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 138

onvoldoende wordt gewaarborgd, om deze reden is het OBP in zoverre omgevingsvergunning wordt hieraan getoetst. De regels in strijd met de goede ruimtelijke ordening. worden op dit punt nog aangevuld met een bepaling dat indien parkeerplaatsen als gevolg van de nieuwe ontwikkeling verdwijnen deze worden gecompenseerd mits dit nodig is om in de parkeerbehoefte van bestaande functies te voorzien die ook na ontwikkeling van het gebied aanwezig blijven. Bovendien wordt specifiek voor de Veranda een parkeerbalans opgesteld die inzicht geeft in de toekomstige parkeersituatie. 61.10 De indieners trekken de conclusies over de aanvaardbare luchtkwaliteit Op pagina 151 van het MER is aangegeven dat voor elk Luchtkwaliteit/ BP/MER in twijfel. In het MER is het alternatief transformatie van de Veranda van de alternatieven de maximale concentraties, toe- en stikstofdepositie voor wat betreft de effecten op luchtkwaliteit slechts kwalitatief afnames ten opzichte van de referentiesituatie zijn beoordeeld. Het gebrek aan een specifieke kwantitatieve beoordeling berekend. Het klopt dat de variant transformatie van dit alternatief levert een onzekerheidsmarge op. Conclusies over de Veranda in eerste instantie alleen kwalitatief is luchtkwaliteitseffecten van de gebiedsontwikkeling Feyenoord City beschouwd omdat de verkeersgeneratie van deze kunnen in deze fase nog niet getrokken worden. variant marginaal afwijkt van de verkeersgeneratie van de alternatieven Basis en Maximaal. Aangezien transformatie van de Veranda naar woningbouw onderdeel is van het voorkeursalternatief, is het effect van de transformatie wel degelijk kwantitatief meegenomen in het MER. Ook de Commissie voor de m.e.r heeft het luchtkwaliteitsonderzoek als afdoende beoordeeld in haar toetsingsadvies.

61.11 De onderbouwing van stikstof is onvolledig, zo bevat het OBP en de De Natura 2000 gebieden Boezems Kinderdijk en Oude Concept MER geen Aerius-berekeningen ten aanzien van de veel Maas zijn niet stikstofgevoelig en om die reden terecht dichterbij gelegen Natura-2000 gebieden Boezems Kinderdijk en Oude niet betrokken bij het stikstofonderzoek. De aannames Maas. die gehanteerd zijn in de stikstofberekeningen zijn De stikstofberekeningen in de bijlagen van de planregels zijn gebaseerd verklaard in de rapportages (bijlagen 6 en 7 bij de op aannames, onduidelijk is waarop deze aannames zijn gebaseerd. Nu toelichting van het bestemmingsplan). Indiener geeft hiermee een gehanteerd uitgangspunt van de berekeningen niet kan niet aan wat ondeugdelijk is aan beide rapportages. worden onderbouwd is het OBP in zoverre vastgesteld in strijd met artikel 2.7 van de Wnb. De indieners geven aan dat niet op deugdelijke wijze is onderzocht in hoeverre het OBP leidt tot een toename van stikstofdepositie op de voor stikstof gevoelige habitattypen in de nabijgelegen Natura 2000- gebieden.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 139

61.12 De indieners geven aan dat ter plaatse van bestaande woningen waar In het reconstructieonderzoek is als maatregel het Geluid BP/MER//GW/LL/ fysieke wijzigingen zijn voorzien aan de weg niet duidelijk is of en zo ja toepassen van stiller asfalt benoemd. De hogere TL/WW welke beperkende maatregelen genomen zullen worden voor de waarden als gevolg van reconstructie zijn verleend geluidshinder. De door de indiener genoemde voorbeelden omtrent zónder het toepassen van stiller asfalt. Het al dan niet bestaande woningen vragen om een nadere onderbouwing, die het OBP toepassen van stiller asfalt en het moment daarvan is vooralsnog niet biedt. gekoppeld aan het onderhoudsprogramma van wegen en het geluidbeleid van de gemeente. 61.13 De indieners benoemen dat de volgende bewoording in de toelichting De oriëntatie en indeling van gebouwen heeft betrekking bij het OBP vaag is: “Door bij de oriëntatie en indeling van op nieuwe woningen. Er is sprake van een globaal de gebouwen en de gevelwering rekening te houden met de bestemmingsplan, waarbij de geluidbelasting op de geluidsbelasting ten gevolge van de scheepvaart op de Nieuw Maas zou grens van de bestemmingsvlakken in beeld is gebracht. de kans op hinder beperkt zijn en zou sprake zijn van een aanvaardbare Het is dan ook niet noodzakelijk om in dit akoestische situatie.” Ook blijk uit het/de OBP/GW/LL/TL/WW niet hoe bestemmingsplan al de oriëntatie en indeling van een en ander concreet gerealiseerd zou moeten worden. gebouwen te concretiseren. Bij nadere uitwerking van een stedenbouwkundig plan kan een akoestisch gunstige situering van gebouwen plaatsvinden en zal een gevelwering worden toegepast die aansluit bij de vastgestelde hogere waarden of de dan berekende geluidbelasting, als die lager is dan de vastgestelde hogere waarde. De bestemmingsplanregels bieden hiervoor waarborgen. 61.14 Blijkens het OBP en de Concept MER zal tijdens voetbalwedstrijden en Wat betreft de geluidhinder vanwege het stadion. In het andere evenementen in het nieuwe Feyenoord-stadion, sprake zijn van Geluidbeleid is expliciet gemotiveerd waarom de een behoorlijk hoge geluidbelasting op bestaande en (vooral) nieuwe geluidwaarden acceptabel zijn. Dit heeft met name te (hooggelegen) woningen. Het Geluidsbeleid voetbalstadions Rotterdam maken met het beperkte aantal keren dat het en het werken met mitigerende maatregelen (isolerende daken en geluidniveau optreedt en de duur ervan. beperking van ventilatieopeningen) kunnen volgens de indieners geen Voetbalwedstrijden vinden (gemiddeld over het jaar) garantie bieden voor een aanvaardbaar geluidsniveau. De in de maximaal twee keer in de week plaats gedurende een planregels opgenomen bepalingen ten aanzien van gevelwering om de aantal uren in de dag- of avondperiode. binnenwaarden in woningen qua geluid te beperken, laten nog altijd Voetbalwedstrijden vinden in de dagperiode of in de geluidswaarden toe die kunnen zorgen voor slaaphinder (30-50 dB(A)). avondperiode plaats en incidenteel in een deel van de nachtperiode. Hetzelfde geldt voor popconcerten, die maximaal op 12 keer per jaar mogen voorkomen. Vanaf 23.00 uur en incidenteel uiterlijk vanaf 24.00 uur kan dus met de ramen open worden geslapen, zonder last te hebben van voetballawaai of popconcerten. Het aanbrengen van voldoende gevelwering voor zowel voetbalwedstrijden als popconcerten is in de planregels

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 140

vastgelegd en is een harde voorwaarde om af te wijken van de gebruikelijke normen voor geluidbelasting op de gevel. De bewoners van de nieuwe woningen zijn vooraf op de hoogte gesteld van de nabijheid van het voetbalstadion. 61.15 Van diverse andere hinderaspecten, zoals parkeren in de wijk, extra Het aspect parkeren is onderbouwd in bijlage 22 en 23 vervoer over water en bouwlawaai, blijkt niet duidelijk uit het OBP wat bij de plantoelichting. Het aspect bouwlawaai is de hierdoor veroorzaakte geluidbelasting is en/of hoe deze zal worden weergegeven in paragraaf 5.4.13 van het MER (dat een tegengegaan. Het OBP kan qua geluidshinder geen aanvaardbaar woon- bijlage bij het bestemmingsplan vormt). Voor zover al en leefklimaat garanderen, waardoor het OBP in zoverre in strijd is met sprake is van hinder, is in deze documenten aangegeven een goede ruimtelijke ordening. op welke wijze hinder kan worden beperkt of voorkomen. Indiener geeft niet aan wat aan deze informatie onduidelijk is. Alle aspecten van geluidhinder zijn in voldoende mate onderzocht en waar nodig vastgelegd in de planregels van het bestemmingsplan. Er is dan ook sprake van een goede ruimtelijke ordening. 61.16 De indieners twijfelen over de financiële, juridische en feitelijke De inzet van de gemeente en de Stichting Financiële uitvoerbaarheid BP uitvoerbaarheid van het OBP. Volgens de indieners is onvoldoende gebiesontwikkeling aan de Maas is er op gericht om alle rekening gehouden met het advies van de Commissie voor de m.e.r. benodigde gronden voor het stadion voor vaststelling van over de Notitie reikwijdte en detailniveau. Omtrent de financiële het bestemmingsplan te hebben verworven. De financiele uitvoerbaarheid wijzen de indieners erop dat (de toelichting bij) het OBP haalbaarheid van het stadion is bovendien meerdere ervan uitgaat dat voor alle te verplaatsen bedrijven reeds alternatieve malen getoetst. Zie verder de thematische locaties zouden zijn gevonden, dat is volgens de indieners nog niet het beantwoording onder 1.1. en 4.1. geval. Het is nog maar de vraag of de bedrijven die zouden moeten verplaatsen zich zullen verplaatsen of dat de realisatie van het nieuwe De Commissie voor de m.e.r. heeft haar toetsingsadvies stadion wel financieel haalbaar is. uitgebracht. Hieruit blijkt dat in voldoende mate invulling is gegeven aan haar advies over reikwijdte en detailniveau. Het advies wordt toegevoegd aan de bijlagen bij het bestemmingsplan. 61.17 De indieners geven aan dat diverse onderzoeken gebrekkig uitgevoerd Dit wordt niet gedeeld. De onderzoeken zijn uitgevoerd Gebrekkig BP/GW/LL/TL/W en/of opgesteld zijn. Indieners maken zich dan ook zorgen over de op de gebruikelijke en voorgeschreven wijze. Indiener onderzoek/Zorgvuldigheid W besluitvorming en de zorgvuldigheid van de totstandkoming en de geeft bovendien niet aan welke onderzoeken inhoud van het/de OBP/GW/LL/TL/WW. onzorgvuldig zijn. conclusie De zienswijze leidt tot aanpassing van de planregels, verbeelding en plantoelichting de hiervoor beschreven wijze.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 141

62 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 62.1 Indiener vindt dat het overall plan goed in elkaar zit. Het plan staat of De reactie wordt op prijs gesteld. BP BP valt met het nieuwe stadion, indiener adviseert om nu door te pakken. 62.2 Indiener adviseert om de zichtlijnen en beleving een grote rol te laten We gaan er vanuit dat indiener met de Promenade de Promenade BP spelen op de Promenade, dit moet geen tweede Lijnbaan worden. Bij de ontwikkeling van De Strip bedoelt. De Strip wordt promenade moeten woningen, hotels en kantoren afgewisseld worden, gekenmerkt door flexibiliteit, veranderlijkheid en de functiemenging is cruciaal. Door flexibiliteit in de massa’s kan diversiteit. Het is een plek die plaats biedt aan ingespeeld worden op de markt en behoefte. verschillende programma's, verschillende schaalgroottes en verschillende soorten open ruimte. Aan De Strip bevinden zich woontorens, sportfaciliteiten, (mogelijk) een grote bioscoop, winkels en sportwinkels. Deze volumes zijn varianten op het structurele raster van De Strip en kunnen worden aangepast aan veranderende behoeftes. Wij onderschrijven derhalve het advies van indiener. 62.3 Indiener vindt dat de woonblokken van 70 meter aan de Stadionweg Ten aanzien van de bouwhoogte wordt verwezen naar Stadionweg BP zorgt voor het ontbreken van kwaliteit. Indiener vraagt zich af hoe de thematische beantwoording onder 3.1. hierbij de plinten en de openbare ruimte worden ingevuld. De Goede uitstraling van de plinten en openbare ruimte is bouwhoogte zorgt voor vermindering van daglicht. essentieel. Hiermee staat of valt het succes van een plek. In de Hoogbouwvisie wordt aangegeven dat het patroon van straten, pleinen en kades leidend is voor de nieuwe bebouwing. Hoogbouw dient onderdeel te zijn van een (groter) stedelijk bouwblok en specifiek van de stedelijke plint. De stedelijke plint vormt hiermee de stedelijke ruimte. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor aantrekkelijke plinten. In de verdere uitwerking van de plannen dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten voor goede uitstraling van de plinten. 62.4 Indiener complimenteert de plek van het nieuwe stadion, de keuze voor Wij bedanken indiener voor deze reactie en waarderen Complimenten BP hoogbouw rondom het stadion, de zichtlijnen, de toevoeging van zijn opbouwende opmerkingen. verschillende functies en het openbaar vervoer. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 142

63 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 63.1 Indiener geeft aan meer verkeer te verwachten naar aanleiding van het De planontwikkeling Feyenoord City leidt niet tot nieuwe Verkeer BP bestemmingsplan op de John F Kennedyweg. Deze weg staat in de spits knelpunten in de verkeersafwikkeling, maar uit het MER nu al vol en indiener acht de weg ongeschikt om meer verkeer door te blijkt dat deze wel een kleine verslechtering van de laten. De aanleg van de oeververbinding zal de druk op deze weg alleen bestaande knelpunten oplevert. De genoemde maar doen toenemen. aansluiting van de S106 op de A15/A16 (de John F. Kennedyweg) is in de huidige situatie al overbelast. Hiervoor loopt een studie door rijkswaterstaat. De ontsluiting van het stadion en het plan Feyenoord City is ons inziens niet de aanleiding om eventuele maatregelen te nemen op de aansluitingen naar de A15 en A16. Het stadion en Feyenoord City kunnen blijkens het MER worden gerealiseerd zonder ingrijpende wijzigingen in de wegeninfrastructuur en de aansluitingen op de A15 en A16. Er vindt tevens monitoring plaats van de verkeerseffecten als gevolg van Feyenoord City. De derde oeververbinding maakt geen deel uit van het be- stemmingsplan Feyenoord City. Er is inmiddels een MIRT- verkenning gestart naar die oeververbinding. In de ver- kenning wordt rekening gehouden met de gebiedsont- wikkeling Feyenoord City. Uit de robuustheidsanalyse die in het MER is gemaakt voor de derde oeververbinding blijkt dat de situatie op de John F Kennedyweg door ver- schuiving van verkeersstromen juist verbetert. De inten- siteiten nemen op de A16 Brienenoord – John F. Kennedyweg – Stadionweg met ruim 10.000 mvt/etm af. 63.2 Meer verkeer betekent voor de inwoners van en Klein Het effect van de toename van het verkeer op de Luchtvervuiling BP Zomerland meer luchtvervuiling. Indiener geeft aan dat de concentratie luchtkwaliteit is onderzocht. Hieruit blijkt dat direct van fijnstof in dit deel van Rotterdam al hoog is. Indiener stelt daarom langs de relevante ontsluitende wegen wordt voldaan de volgende alternatieven voor; aan de wettelijke grenswaarden. De ontwikkeling van - het plaatsen van schermen Feyenoord City leidt niet tot overschrijdingssituaties bij - verdieping of overkapping van de weg bestaande woningen in Zomerland en Klein Zomerland. Indiener stelt de vraag waarom autowegen niet verlaagd worden en Aanvullende maatregelen worden dan ook niet fietspaden aan de oppervlakte komen bij de Pierenpot? noodzakelijk geacht.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 143

De door indiener aangehaalde zogenaamde ‘pierenpot ’ ligt buiten het plangebied voor Feyenoord City. Bovendien is er geen aanleiding om als gevolg van Feyenoord City de situatie daar aan te passen zoals indiener verzoekt. 63.3 Indiener is tegen de aanleg van het rondje Stadionpark door Zomerland Deze ingreep valt buiten het plangebiebied Feyenoord Overlast BP en vreest overlast door brommers en skaters. Indiener stelt als City. Wij geven uw suggestie door aan de alternatief voor om het rondje via de Kreekkade te laten lopen. projectmanager Rondje Stadionpark. 63.4 Indiener stelt dat er woningen in het park worden gebouwd en vraagt De genoemde woningen, de Dwarsdijk en de Kreekkade Uitzicht BP de bomen langs de Dwarsdijk en langs de Kreekkade ter hoogte van de zijn in het bestemmingsplan IJsselmonde Noord gelegen nieuwe Gamma te laten staan om zo een groen uitzicht te behouden. en niet in Feyenoord City. 63.5 Indiener geeft aan overlast te verwachten tijdens de afsluiting van de Uitgangspunt is dat het plan niet leidt tot een toename Parkeeroverlast P+R in de vorm van parkeerders in de wijk. Indiener geeft aan dat dit nu van parkeeroverlast in de omliggende wijken. Voor het al gebeurt bij de halte Dwarsdijk. Indiener vraagt zich af wat de bestemmingsplan is een uitgebreid parkeeronderzoek gemeente hier aan gaat doen en meldt dat mensen niet naar andere uitgevoerd. Dit onderzoek is voor de stadionontwikkeling locaties gaan. opgenomen in bijlage 23 van het ontwerpbestemmingsplan. In de bijlage is onderbouwd dat het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van wedstrijden en evenementen dat is voorgeschreven in de planregels (2520 parkeerplaatsen) in het plangebied voldoende is om in combinatie met de aanwezigheid van goede OV-verbindingen, fietsroutes met voldoende fietsparkeerplaatsen en parkeren op afstand de bezoekers van het stadion te faciliteren. Onderdeel van het mobiliteitsplan is tevens aanvullend flankerend parkeerbeleid in de omliggende wijken om de parkeeroverlast - welke ook nu al wordt geconstateerd - zelfs te verminderen. Dit wordt per wijk in samenspraak met de bewoners verder uitgewerkt. De parkeersituatie zal worden gemonitord door de gemeente. Zie verder de beantwoording onder thema 9. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

64 Indiener De Haij en Van der Wende Advocaten namens KFC Beantwoording Thema** Betrekking op*

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 144

64.1 In het kader van de verplaatsing van het huidige horecabestand op de In de aanvankelijke plannen was nog sprake van de Locatie toekenning / Strip MER Veranda, vraagt de indiener (huurder) om verduidelijking van het benaming Strip Noord. Dit is in het uiteindelijke Noord / Horeca BP bestemmingsplan over de Strip Noord. Indiener geeft aan dat in diverse Masterplan Feyenoord City uit 2019 aangepast. Er is nu stukken nog wordt gesproken over de Strip Noord, in andere stukken sprake van Waterfront (inclusief de eerdere Strip Noord) ontbreekt de Strip Noord in zijn geheel. en de Strip. In het bestemmingsplan (toelichting, regels en verbeelding) worden de benamingen afgestemd op de vastgestelde versie van het Masterplan. In onderliggende stukken, zoals het MER dat eerder is De indiener geeft tevens aan dat uit de stukken onvoldoende blijkt in opgesteld, is het onvermijdelijk dat de oude benamingen hoeverre garantie geboden wordt dat de indiener (KFC) daadwerkelijk nog voorkomen. Inhoudelijk heeft dit echter geen een locatie op de Strip toegewezen krijgt, ook al wordt de exploitatie consequenties. aan de Cor Kieboomplein beëindigd. De indiener vraag wat de criteria zijn voor overplaatsing naar de Strip en of in het plan is meegenomen of De verplaatsing zal op basis van afspraken met de bestaande horecagelegenheden dezelfde A-locaties krijgen toegekend ontwikkelaars van het gebied plaatsvinden. Bij de als op de Veranda. Toekenning van locaties, exacte locaties en de eisen uitwerking van de plannen wordt uiteraard samen met die gesteld worden aan horecagelegenheden zijn onvoldoende de zittende ondernemers bezien hoe tot een zo optimaal toegelicht en onderbouwd in het ontwerpbestemmingsplan (OBP) en de mogelijke invulling van het horecaprogramma kan MER. De indiener vraagt hoe door de gemeente wordt bepaald of een worden gekomen. horecagelegenheid op de Strip Zuid of in Noord wordt geplaatst en of zij daar zelf inspraak in heeft. Het is volgens de indiener onduidelijk in welk Uitbreiding van het bestaande pand is op grond van het opzicht de Strip Noord wordt ingedeeld. ontwerpbestemmingsplan niet mogelijk en niet gewenst. De indiener wenst verduidelijking over de verdeling van de Strip Zuid. Bij Bovendien is KFC huurder en geen eigenaar van het locatietoekenning heeft de indiener er belang bij dat voldoende pand. De uitbreidingsmogelijkheden voor horeca zijn rekening wordt gehouden met de huidige bestaande A-locatie van KFC. gepland in de gebieden Waterfront en De Strip. De indiener wenst daarnaast mogelijke uitbreiding van het bestaande pand gelet op de toename van het aantal bezoekers en het behoefteonderzoek. Daarbij is volgens de indiener ook belangenafweging relevant. 64.2 Volgens hoofdstuk 3.3.1 van het bestemmingsplan is het bieden van Dit betreft 100 startgaranties per jaar voor alle functies in Horeca / Carrière BP jaarlijkse carrière startgaranties voor MBO 1/2/3/4 een doel voor de het gebied. Het uitwerken en organiseren hiervan is geen startgaranties horeca. De indiener vraagt hoeveel garanties dit betreft en hoe deze onderwerp dat in het bestemmingsplan geregeld kan worden verdeeld. Dit is nu weinig concreet, onduidelijk en onvoldoende worden. Dit is onderdeel van de uitwerking van het gemotiveerd. sociaal economisch programma. 64.3 De indiener wenst een nadere toelichting en motivering voor de Voor de berekening van het groepsrisico is het niet Horeca / Belangenafweging BP aanwezigheidsfractie bij de berekeningen van het groepsrisico voor noodzakelijk om uit te gaan van de daadwerkelijke horeca waarvan uit is gegaan. De indiener benadrukt dat er geen bezettingsgraad van de huidige horeca. Conform de onderzoek is geweest onder de bestaande horecagelegenheden aan de Handreiking verantwoording groepsrisico of de PGS1 Veranda en acht de uitleg dat horeca niet elke dag en nacht 100% vol is deel 6 kan gebruik worden gemaakt van kentallen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 145

onvoldoende onderbouwing voor het uitgangspunt van 0,5 overdag en 0,75 in de avond.

64.4 KFC wenst ook verduidelijking over de verdeling van de Strip Zuid voor Deze verdeling is nog niet te geven. Het woningen, detailhandel en overig commercieel, waaronder kantoren. bestemmingsplan biedt de mogelijkheden en KFC heeft er belang bij dat bij de locatietoekenning voldoende rekening randvoorwaarden, maar niet de exacte invulling. wordt gehouden met de huidige bestaande A-Iocatie Uitbreiding van het bestaande pand is niet aan de orde. tegenover de bioscoop. KFC wenst daarnaast mogelijk uitbreiding van De huidige functies in de huidige omvang zijn als zodanig het bestaande pand, waaronder maar niet uitsluitend een mogelijke bestemd. Drive-Through, mede gelet op de toename van het aantal bezoekers en het behoefteonderzoek, zoals onder punt 2 toegelicht. Daar komt tevens een belangenafweging bij kijken.

64.5 Ook is er volgens de indiener geen invulling gegeven aan en geen Ook hier kan nog geen duidelijkheid over worden onderscheid gemaakt naar de verschillende categorieën horeca voor de gegeven. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheden invulling van de Strip Zuid. Indiener wenst verduidelijking in de en randvoorwaarden, maar niet de exacte invulling. toelichting en motivering. De indiener acht de belangen van de Binnen het plangebied is horeca tot en met categorie 2 horecagelegenheden hier onvoldoende in betrokken. van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan. Het betreft hier horeca dat goed verenigbaar is met woningen in de omgeving. 64.6 De knip op de Korte Stadionweg (een belangrijke ontsluitingsweg) zal In het verkeersonderzoek behorend bij het MER is de Verkeer BP/GW volgens de indiener een verslechtering van de verkeersdrukte wegonttrekking onderzocht. Daaruit blijkt dat de opleveren. De weg van de Korte Stadionweg naar het Cor Kieboomplein wegonttrekking mogelijk en gewenst is. Dit wordt nog zorgt voor een betere bereikbaarheid bij de horeca op de Veranda, extra ondersteund door de onderbouwende notitie bij omdat de andere routes worden verlicht. Een daadwerkelijk het ontwerpbesluit voor de wegonttrekking. onderbouwde motivering dat dit niet zal leiden tot een verslechterde De percelen zijn afdoende bereikbaar via de Stadionweg bereikbaarheid en meer verkeersdrukte komt niet in de Notitie naar en vanaf de oostzijde. Vanaf de westzijde zijn de voren. Om deze reden ontbreekt een zorgvuldige voorbereiding volgens percelen afdoende bereikbaar via de de indiener. Burgerhoutstraat.De huidige route via Korte Stadionweg naar Oranjeboomstraat maakt geen onderdeel uit van het hoofdwegennet, is een ongewenste sluiproute en niet bedoeld als ontsluitingssroute voor de Veranda. 64.7 De indiener wenst meer duidelijkheid over de verdeling tussen de Strip In het bestemmingsplan wordt in totaal 13.750 bvo Horeca/Behoefteonderzoek/L BP Noord en Zuid gezien de uitgangspunten in het behoefteonderzoek horeca mogelijk gemaakt. De verdeling tussen de ocatie toekenning omtrent horeca en het aantal m2 BVO dat mogelijk is volgens de verschillende planonderdelen is opgenomen in paragraaf toelichting op de regels. Ook wenst de indiener meer duidelijkheid over 3.6 van de plantoelichting. Horeca is dus niet alleen het behoefteonderzoek tot de horeca, welke de indiener zeer summier gepland in de Strip en Waterfront, maar bijvoorbeeld vindt en daarmee onaanvaardbaar. ook in/bij het nieuwe stadion. Van de 13.750m2 is

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 146

2000m2 opgenomen in de Kuip. Omdat deze Voor Feyenoord City wordt uitgegaan van een tweetal scenario's: alleen oppervlakte nu ook al aanwezig is in de Kuip, kan deze de verplaatsing van de horeca in de panden van het zuidelijk deel van de buiten beschouwing worden gelaten. Nu het Veranda, waaronder KFC (totaal: 1.750 m2 bvo) of verplaatsing van alle Maasgebouw met daarin 2.450m2 horeca verdwijnt gaat horeca vanaf de Veranda (circa 4.260 m2 bvo). De indiener wenst het om een toevoeging van 9.300m2 horeca in het verduidelijking over de procedure rondom de toewijzing van de locatie gebied. In het behoefteonderzoek wordt hier ook van in beide scenario's, gelet op het gegeven dat een maximale bvo van uitgegaan. Voorts wordt in het behoefteonderzoek 2500 m2 voor de Strip Zuid is beoogd. Ook verzoekt de indiener om geconcludeerd dat er vanuit het gebied een zelf een verduidelijking van beide scenario's die niet verder zijn uitgewerkt of behoeftevraag ontstaat van 6.400 m2 bvo indien een toegelicht. deel van de bestaande horecavestigingen op de Veranda beëindigd worden en 10.900m2 bvo als alle horecabedrijven beëindigd worden op de Veranda. Omdat de horeca een functie gaat vervullen voor heel Rotterdam Zuid zal de behoefte in de praktijk nog hoger uitvallen zodat de geplande 9.300 m2 bvo toevoeging verantwoord is (mits er spake is van beeindiging op de Veranda). Van de geplande horeca is binnen de plandelen de Strip Zuid en Waterfront (inclusief het deel dat eerder Strip Noord werd genoemd) 5.200 m2 mogelijk gemaakt (2.500m2 en 2.700m2) waarvan horeca op de Strip Zuid uitsluitend mogelijk is, indien een gelijke oppervlakte op de Veranda wordt beeindigd. Het voorgaande betekent in ieder geval dat niet alle horeca verplaatst kan worden naar de plandelen Strip Zuid en Waterfront. Wel kan geschoven worden met de toegestane oppervlakten binnen de verschillende plandelen mits het totaal in het plangebied niet meer bedraagt dan 13.750 m2 en er aan diverse ruimtelijke randvoorwaarden wordt voldaan.

In het behoefteonderzoek is uitgegaan van diverse bronnen en actuele gegevens die zowel een beeld geven van de ontwikkelingen in Rotterdam als in de regio. Het behoefteonderzoek is niet summier en voldoet aan de normale standaarden voor een dergelijk onderzoek.

Het plan is erop gericht om horeca in andere plandelen dan de Veranda en de horeca op de Veranda te

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 147

beëindigen of te verplaatsen. De geconstateerde uitbreidingsbehoefte aan horeca is dan ook niet bedoeld voor uitbreiding van de bestaande vestigingen op de Veranda maar voor nieuwe horeca of te verplaatsen horeca vanaf de Veranda. In een bestemmingsplan mag geen economische ordening plaatsvinden. Dit wil zeggen De indiener wil duidelijkheid over de mogelijkheid tot uitbreiding van dat niet bepaald kan worden welke horeca-concepten haar bvo van 625m2 i.v.m. artikel 32.1.112, waarmee het toegestane wel of niet zijn toegestaan. bvo kan worden uitgebreid tot een totaal van 13.750 m2 (binnen Feyenoord City) en waaruit blijkt dat afwijkingen mogelijk zijn, maar Van welke (nieuwe) horecaconcepten sprake zal zijn in waar volgens de bouwregels bestaande horecagelegenheden niet voor Feyenoord City is nog niet bekend. De genoemde horeca in aanmerking komen. De indiener is van mening dat bestaande horeca concept zijn voorbeelden. op de Veranda zou moeten kunnen uitbreiden gelet op de behoefte toename die blijkt uit het behoefteonderzoek. Het is voor de indiener van belang dat geen vergelijkbare concepten als KFC op dezelfde strip in aanmerking komen voor een locatie en eventueel meer m2 bvo toegekend krijgen, omdat zij niet aan een maximum bouwoppervlakte lijken te zitten.

Volgens de indiener wordt er gesproken over uitbreiding van de horeca met Bram Ladage, Schmidt Zeevis, Fenix Food Factory en Ketelbinkie en wordt dit niet nader onderbouwd. De indiener wil weten hoeveel m2 bvo nieuwe horecagelegenheden krijgen. 64.8 De indiener geeft aan dat hoofdstuk 9.2 van de planregels subjectieve De omvang in m2 en aantallen van de nieuwe functies Rechtszekerheid criteria bevat voor verlening van omgevingsvergunningen, omdat enkele zijn objectief begrensd, evenals de bouwmogelijkheden. criteria afhankelijk gesteld is van ambities en randvoorwaarden uit het Wel dient er voorafgaand aan herontwikkeling een Masterplan Feyenoord, en is om deze reden in zoverre in strijd met het integraal stedenbouwkundig plan opgesteld te worden rechtszekerheidsbeginsel. passend binnen de ambities en randvoorwaarden uit het Masterplan om ruimtelijke kwaliteit en (functionele) samenhang te borgen. Gelet op het feit dat er sprake is van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte (als zodanig aangewezen in het kader van de Crisis- en herstelwet) zijn er meer mogelijkheden om te werken met minder vastomlijnde regels dan gebruikelijk. Het masterplan biedt overigens op hoofdlijnen voldoende inzicht in de ambities en randvoorwaarden. Desondanks zijn de planregels van de bestemming Gemengd

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 148

Veranda, Gemengd Strip Zuid en Woongebied Kuippark aangevuld met nadere direct toetsbare regels. 64.9 Volgens de indiener blijkt uit de rapportages niet dat rekening is In het verkeersonderzoek en de op de verkeerscijfers Stikstof/Luchtkwaliteit BP gehouden met extra verkeeraantrekkende werking door uitbreiden van gebaseerde onderzoek (zoals luchtkwaliteit, stikstof etc) bestaande horecagelegenheden. De indiener wenst aanpassing van de is rekening gehouden met het maximaal te realiseren rapportages voor zover nodig, zodat in de toekomst eventuele programma binnen Feyenoord City. stikstoftoename geen bezwaren oplevert vanwege extra verkeer door Een eventueel te realiseren Drive Through op de huidige de realisatie van een Drive-Through. Het effect op de luchtkwaliteit bij locatie is niet gewenst. Een Drive Through valt wel binnen het realiseren van een nieuw horecabedrijf of het wijzigen van een de bandbreedte van het verkeersonderzoek. bestaand bedrijf is onvoldoende in kaart gebracht. 64.10 De indiener geeft aan dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de Het door indiener genoemde geluidsbeleid voor stadions Geluid BP uitbreiding van bestaande horecagelegenheden (aanleg van een terras is gericht op regulering van de geluidproductie van het of Drive-Through) in combinatie met de toename van het geluid. stadion tijdens wedstrijden en evenementen en niet op Indiener verzoekt om alsnog de belangen van de bestaande uitbreiding van bestaande horecagelegenheden. Naast horecaondernemers hierin mee te nemen en het geluidsbeleid Stadions het feit dat dit niet in het geluidsbeleid thuishoort is aan te passen. uitbreiding van bestaande horecagelegenheden op de bestaande locaties niet gewenst, zoals hiervoor reeds is aangegeven.

64.11 De indiener geeft aan dat uit het reconstructieonderzoek onvoldoende In het reconstructieonderzoek is rekening gehouden met Reconstructieonderzoek blijkt of de eventuele toename van wegverkeer van auto's in verband het maximaal te realiseren programma binnen met uitbreiding van de horecagelegenheid van de indiener met of Feyenoord City. Met uitbreidingen van zonder Drive-Through zijn meegewogen. horecavestigingen op de bestaande locaties op de Veranda is geen rekening gehouden omdat het bestemmingsplan bepaalt dat de omvang van deze vestigingen op de bestaande locaties niet wijzigt. Wel is rekening gehouden met eventuele verplaatsing naar de Strip of Waterfront. Een Drive-Trhough is niet specifiek onderzocht of mogelijk gemaakt. 64.12 De indiener geeft aan dat geluid een rol kan spelen als er bijvoorbeeld Zie 64.8 en 64.9 Akoestisch onderzoek BP woningen komen naast de horeca. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de uitbreiding van bestaande horecagelegenheden (aanleg van een In het MER is in paragraaf 5.4.1. ingegaan op de terras of Drive-Through) in combinatie met de toename van het geluid. hinderaspecten en randvoorwaarden voor horeca in de Tevens is onvoldoende duidelijk in hoeverre rekening is gehouden met nieuwe woonomgeving. In het bestemmingsplan wordt de toename van het aantal bezoekers of verkeer op de openbare weg en uitgegaan van de gebruikelijke milieuzonering de geluidsbelasting daarvan. De indiener wenst aanpassing voor zover (richtafstanden tussen horeca en wonen). nodig, zodat in de toekomst eventuele geluidstoename door bezoekers of auto's geen bezwaren oplevert bij uitbreiding van de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 149

horecagelegenheid van de indiener. De indiener wenst verduidelijking Met uitbreidingen van horecavestigingen op de over in hoeverre milieuregels aangepast worden (indiener noemt bestaande locaties op de Veranda is geen rekening maatwerkvoorschriften) aan de situatie ter plaatse bijvoorbeeld indien gehouden omdat het bestemmingsplan bepaalt dat de uitbreiding gewenst is door een terras of Drive-Through. omvang van deze vestigingen op de bestaande locaties niet wijzigt. Dat geldt ook voorr een Drive-Through. Wel is rekening gehouden met eventuele verplaatsing naar de Strip of Waterfront.

64.13 De indiener geeft aan dat bereikbaarheid en het parkeren van groot Zie 64.8 en 64.9 Bereikbaarheid/Parkeren/Mili BP belang is voor haar horeca, ook tijdens voetbalwedstrijden en eu/Belangen evenementen. Tevens moet laden en lossen mogelijk zijn, overdag en In de planregels is voorts bepaald dat voldaan moet met grote vrachtwagens. Het wordt niet duidelijk of ook auto's of worden aan de gemeentelijke parkeernormen. Ook voor vrachtwagens dichtbij de horecagelegenheden kunnen komen. horecagelegenheden gelden parkeernormen. Het aspect Voor het realiseren van een drive-lane voor de Drive-Through, dient een parkeren is dan ook afdoende geregeld. milieucategorie en richtafstand opgenomen te worden. De drive-lane zorgt t.o.v. van een gemiddeld restaurant voor een verhoogde Voor de nieuw te realiseren (of te verplaatsen) verkeersaantrekkende werking en parkeerdruk. Volgens de indiener horecavestigingen in het gebied is een horecategorie in blijkt uit de ontwerp besluiten onvoldoende wat de behoefte is van de de regels bepaald om overlast voor de woonomgeving te parkeergelegenheid per horecagelegenheid en wat de effecten zijn van voorkomen. In het gebied is horeca tot en met categorie een drive-lane op de verkeersaantrekkende werking en de 2 uit de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan. De verkeersontsluiting op bijvoorbeeld de (‘geknipte’) Stadionweg. Staat is als bijlage bij de regels van het bestemmingsplan De belangen van de indiener lijken niet betrokken te zijn bij de gevoegd. parkeernotities. Indiener verzoekt om overleg naar de mogelijkheden van een Drive Through mede in relatie tot extra parkeergelegenheid. Gelet op de toename van het aantal commerciële gelegenheden en toename aantal bezoekers, is onvoldoende gewaarborgd dat voldoende parkeergelegenheid aanwezig is. De indiener geeft aan dat dit strijdig is met een goede ruimtelijke ordening. 64.14 De indiener geeft aan dat onvoldoende duidelijk is of de thema's De feitelijke toekenning van locaties op de Strip is geen Duurzaamheid/Gezondheid/L BP gezondheid en duurzaamheid een rol spelen bij de toekenning van de onderwerp dat in een bestemmingsplan wordt geregeld. ocatie toekenning locaties op de Strip. Het bestemmingsplan geeft mogelijkheden en randvoorwaarden. 64.15 Indiener vraagt zich af (aangezien blijkens het rapport terrassen worden De windhinder hangt af van de nadere Windhinder/Locatie BP afgeraden in de gebieden met kans op windhinder hoger dan 10%) in stedenbouwkundige uitwerking van de Strip. Bij de toekenning hoeverre rekening gehouden wordt met de hoeveelheid windhinder bij omgevingsvergunning voor bouwen moet nader de toekenning van een locatie aan de Strip. windonderzoek worden overlegd waaruit blijkt dat de windhinder aanvaardbaar is.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 150

64.16 De indiener geeft aan dat de huidige plannen tot realisatie van De gemeente is van mening dat het bestemmingsplan Detailhandel BP detailhandel onvoldoende zijn uitgewerkt en in strijd zijn met de duidelijk aangeeft wat de mogelijkheden voor Omgevingsverordening Zuid-Holland. detailhandel in het gebied zijn. Voorts wordt ten aanzien van de omgevingsverordening verwezen naar de beantwoording van de zienswijze van de provincie Zuid- Holland (nummer 96). conclusie De zienswijze geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan voor wat betreft de aanpassingen van de benaming van deelgebieden en bestemmingen zoals onder 64.1 aangegeven.

65 Indiener Warmtebedrijf Beantwoording Thema** Betrekking op* 65.1 De gemeente Rotterdam heeft op 19 december 2019 een vergunning Aan dit verzoek wordt gehoor gegeven: In het Buisleiding warmtetransport BP verleend o.g.v. de Leidingwet voor het warmtetracé. Ter hoogte van het bestemmingsplan zal het leidingtracé worden bestemd. plangebied wordt de leiding vanaf de Stadionweg door middel van een boring onder de Nieuwe Maas gebracht. De bouwvlakken Veranda en Strip Zuid liggen over het tracé. Bouwen binnen het tracé kan schade aan de leiding veroorzaken. Het bestemmingsplan kan ook de aanleg van de leiding bemoeilijken. Verzocht wordt de buisleidingenstrook te bestemmen of het bouwvlak voor Strip zuid en Veranda aan te passen. conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de planregels en BP verbeelding.

66 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 66.1 De indiener vindt dat de maximale bouwhoogte (van het stadion en de Er wordt verwezen naar de thematische beantwoording Bouwhoogte/Uitzicht BP torens eromheen) te veel afwijken van de huidig toegestane onder 3.1. Aanvullend wordt opgemerkt dat het door de bouwhoogtes. De ontwikkeling staat haaks op de stedenbouwkundige gemeenteraad vastgestelde Masterplan en in navolging visie van het vigerende bestemmingsplan. Er wordt geen rekening daarop dit bestemmingsplan inderdaad een gehouden met de huidige bewoners van de Veranda en hun vrije zicht. koerswijziging is ten opzichte van de eerdere visie op de Volgens de indiener dient het nieuwe ontwerpbestemmingsplan met Veranda zoals vertaald in het huidige bestemmingsplan deze belangen rekening te houden. Olympus. Deze koerswijziging is een gevolg van de totale ontwikkeling Feyenoord City. 66.2 De indiener geeft aan dat alternatieve locaties voor het stadion of Dat is correct. Het bestemmingsplan gaat uit van een Alternatieve plannen BP renovatie van het historische voetbalstadion De Kuip nieuw stadion op de voorziene plek. Besluitvorming in de beleidsafwegingen nauwelijks aan de orde meer lijken te zijn. hierover heeft reeds eerder plaatsgevonden in het kader van de Gebiedsvisie Stadionpark.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 151

66.3 De indiener geeft aan dat een deugdelijke ruimtelijke en financiële Ten aanzien van de financiële onderbouwing wordt Motivering BP onderbouwing met betrekking tot planvorming, bouwhoogten en verwezen naar de thematische beantwoording onder 1.1 bouwvolume ontbreekt. Indiener is van mening dat sprake is van een en 1.2.Voor de locatiekeuze en nieuwbouw naar de tunnelvisie; er wordt toe geredeneerd naar een nieuw stadion, in plaats thematische beantwoording onder 4.1 en 4.2.. In het van te kiezen voor rationele argumenten in de afweging tussen MER zijn verschillende alternatieven en varianten voor nieuwbouw, locatie en renovatie. De indiener is van mening dat in het de ontwikkelingen binnen Feyenoord City onderzocht. bestemmingsplan ten aanzien van de volgende reeks onderwerpen geen Tevens is in het MER de locatiekeuze voor het nieuwe gedegen motivering heeft plaatsgevonden: stadion nader onderbouwd. Daarnaast is een Masterplan - bouwmassa en bouwvolume; opgesteld dat een beeld geeft van de ruimtelijke impact - verkeersveiligheid, verkeersdruk en ontsluiting van het gebied; van bouwhoogten en bouwvolumes. Indiener geeft niet - spoorveiligheid; aan wat er ondeugdelijk is aan deze onderbouwingen. - milieuaspecten; Van een tunnelvisie is geen sprake: er heeft een - groenvoorzieningen; locatieanalyse plaatsgevonden, de locatie keuze is - wind- en bezonningsaspecten; nogmaals onderbouwd in het MER en uit het MER blijkt - parkeerhinder en parkeerdruk; dat locatie ook daadwerkelijk haalbaar is. - geluidshinder. De effecten ten aanzien van de opgesomde Volgens de indiener is er sprake van schending van het onderwerpen zijn beschreven in het MER en betrokken motiveringsbeginsel (artikel 3:46 Awb). De indiener geeft aan dat niet bij de onderbouwing van het bestemmingsplan. deugdelijk is gemotiveerd waarom er absolute noodzaak is voor een Bouwmassa en bouwvolume is afgeleid van de beoogde nieuw stadion versus verbouw van het oude stadion en om welke reden omvang van het programma dat met Feyenoord City dit proportioneel als bedoeld in art 3:4 lid 2 Awb en doeltreffend wordt gerealiseerd. In het masterplan en (subsidiariteit) moet worden geacht. Tevens zou niet gemotiveerd zijn bestemmingsplan is uitgebreid stilgestaan bij de waarom voor de nieuwbouw torens op deze plekken is gekozen. doelstellingen van de gebiedsontwikkeling. In het MER is Commerciële argumenten om de haalbaarheid van het stadion te in hoofdstuk 4 ook aangegeven hoe de verschillende borgen liggen hier volgens de indiener aan ten grondslag, in plaats van alternatieven die zijn onderzocht bijdragen aan het deugdelijke (stedenbouwkundige) argumenten waarin ook de belangen doelbereik van Feyenoord City. In paragraaf 5.3 van het van de huidige bewoners worden meegewogen. MER wordt ingegaan op het effect op de verkeersveiligheid, de verkeersdruk en de ontsluiting van het plangebied en parkeren. In paragraaf 5.6 van het MER op de externe veiligheidssituatie rond het spoor. In diverse paragrafen op milieuaspecten zoals luchtkwaliteit, geluidhinder, water en bodem. In paragraaf 5.8 en 5.12 op groen en natuur. In paragraaf 5.1 op windhinder en bezonning. In het bestemmingsplan zijn in hoofdstuk 5 de resultaten van al deze onderzoeken samengevat.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 152

Van schending van het motiveringsbeginsel (3:46 Awb) of zorgvuldigheidsbeginsel (3: 4 Awb) is dan ook geen sprake. 66.4 De indiener geeft aan dat door het vervallen van de Korte Stadionweg De knip op de Korte Stadionweg is opgenomen in het Verkeer/Oeververbinding BP richting Oranjeboomstraat de verkeersdruk van het gemotoriseerde en voorkeursalternatief, omdat met deze knip enerzijds het langzame verkeer toe zal nemen op een plek waar het nu al te krap is doorgaand verkeer/ sluipverkeer door de Veranda wordt (Varkenoordseviaduct). De oeververbinding met de Esch wordt niet voorkomen, en anderzijds de Korte Stadionweg goed kan toegelicht. functioneren als ontsluiting van het nieuwe stadion. Ook zal deze knip, doordat het doorgaande verkeer door de Veranda wordt voorkomen, zorgen voor een positief ef- fect op de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit in dit ge- bied. Inderdaad krijgt het Varkenoordseviaduct, ten gevolge van de planontwikkeling en de knip op de Korte Stadion- weg, meer verkeer te verwerken. Voor het viaduct zelf is dit geen probleem. Potentieel knelpunt vormen de kruis- punten, die het verkeer van verschillende kanten moe- ten kunnen verwerken. Voor het kruispunt van het Varkenoordseviaduct met de Rosestraat en de Laan op Zuid (dat overigens modelmatig geen knelpunt laat zien) zijn daarvoor enige aanpassingen voorzien, die momen- teel nader uitgewerkt worden. Ook het kruispunt aan de andere zijde, met de Olympiaweg en Burgerhoutstraat wordt nader bekeken. Hiervoor zijn in het MER meer- dere mogelijkheden voor verbetering benoemd. De ef- fecten op dit kruispunt worden eerst gemonitord voor- dat nader uitwerking van maatregelen plaatsvindt. De mogelijk aanlanding van de oeververbinding maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Hierover wordt een afzonderlijk genomen en indien nodig een afzonderlijk juridisch-planologische procedure gevoerd. In het bestemmingsplan is wel ruimte gereserveerd voor het geval de oeverbinding uiteindelijk landt in het gebied Feyenoord City. 66.5 De indiener geeft aan dat het nieuwe stadion op zijn minst In het MER zijn de drie indicatoren opgenomen voor Milieu BP ‘klimaatneutraal’ zou moeten worden in lijn met de gemeentelijke duurzaamheid: energie, klimaat en circulariteit. Dit zijn klimaatdoelstellingen. De totale stikstofuitstoot als gevolg van de bouwactiviteiten baart de indiener zorgen. De indiener stelt dat de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 153

langdurige bouwactiviteiten zullen leiden tot een verhoging van de niet op zichzelf staande thema’s, maar moeten in sa- luchtverontreiniging in het gebied. Volgens de indiener is onvoldoende menhang met elkaar beoordeeld worden. duidelijk wat de gemeente doet en verplicht om deze verontreiniging te Er wordt binnen wat realistisch is zo veel als mogelijk ge- minimaliseren dan wel te compenseren. De indiener is van mening dat streefd naar een zo duurzaam mogelijk stadion. Binnen in en om het stadion geen geloofwaardige faciliteiten voor duurzame de technische eisen vanuit het Bouwbesluit en overige energiewinning zijn opgenomen, de hoeveelheid beton die staat wet- en regelgeving die van toepassing is voor de bouw geprojecteerd betekent een enorme milieubelasting. Ook zijn er geen van het stadion wordt adequaat ingespeeld op het zo kli- groene daken in de omgeving en staan ze ook niet ingetekend. Verder is maat neutraal als mogelijk maken van het stadion. Het in het kader van ‘Resilient Rotterdam’ geen geloofwaardige berging c.q. Stadion wordt minimaal energieneutraal ontworpen, infiltratie aangegeven van overtollig water. Daarnaast geeft de indiener voor het gebouw-gebonden energieverbruik (8.600m2 aan dat het te bouwen volume niet CO2 en NOX wordt gecompenseerd. PV panelen), waarbij de ambitie is om het dak maximaal te benutten voor zonne-energie (22.000m2 PV, opge- wekte energie is gelijk aan het gebruik van 1.000 huis- houdens). De met zonnepanelen opgewekte energie wordt opgeslagen in batterijen en hiermee worden o.a. de laadpalen van duurzame energie voorzien. Een en an- der wordt verder uitgewerkt in het Technisch Ontwerp van het stadion. De effecten van de bouwactiviteiten op de luchtkwaliteit en stikstofdepositie zijn onderzocht in het MER. Hieruit blijkt dat geen grenswaarden worden overschreden als gevolg van de bouwactiviteiten. Op gebiedsniveau is de ambitie om zo veel als mogelijk energie neutraal te worden. Bij de stedenbouwkundige uitwerking wordt hier verder invulling aan gegeven. Er zijn diverse onderzoeken reeds uitgevoerd om de moge- lijkheden hiervoor te verkennen en berekenen. Vast staat dat het bijna onmogelijk is om op gebiedsniveau volledig zelfvoorzienend te worden, omdat het op dit moment ontbreekt aan de technische mogelijkheden en de ruimte om hierin te voorzien. De productie van nieuw beton zal voor een milieubelas- ting zorgen. In de ambities voor het gebied staat echter ook dat de vrijgekomen materialen, waaronder beton, zo veel als mogelijk binnen het gebied hergebruikt moeten

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 154

worden, waarmee onnodige productie van nieuw beton wordt voorkomen. Ook het materiaalgebruik van het sta- dion zal aansluiten bij het Programma Rotterdam Circu- lair, waarbij gestuurd wordt op de toepassing van het minimaliseren van primaire grondstoffen en het maxi- maliseren van hergebruik na ontmanteling. Zo is de mi- lieu impact is met behulp van de Milieuprestatie Gebou- wen (milieuschaduwkosten) meegenomen bij de materi- aalkeuze van gevel en dak. In het Masterplan is gekozen voor een indicatie van de groene invulling van de daken. Dit wordt nog nader uit- gewerkt in stedenbouwkundige plannen per deelgebied. Hier wordt op daken ook gezocht naar meervoudig ruim- tegebruik, door bijvoorbeeld groene daken te combine- ren met zonnepanelen. Dat is zowel voordelig voor wa- terberging, biodiversiteit, de temperatuur in de stad en het opwekken van duurzame energie. Het plangebied vindt zich zowel binnen- als buitendijks, waar andere eisen voor gelden. Voor het binnendijks systeem wordt een adequaat watersysteem gereali- seerd, waarbij voorzien moet worden in de noodzake- lijke voorzieningen om overtollig water op te kunnen vangen en af te kunnen voeren. In het kader van Resili- ent Rotterdam wordt het hemelwater van het stadion hergebruikt ten behoeve van irrigatie van het speelveld en groenvoorzieningen op de concours. Hiermee wordt jaarlijks 8.100 m3 drinkwater bespaard. Ook worden na- bij het stadion maatregelen genomen om hittestress te beperken. De klimaatdoelstellingen van Rotterdam gaan niet uit van CO2 en NOX compensatie van het bouwvolume. 66.6 De indiener is van mening dat het plan op geen enkele wijze voldoet aan Met masterplan en bestemmingsplan Feyenoord City Groenvoorzieningen/ BP de doelstelling van de gemeente voor vergroening (groene wordt wel degelijk uitvoering gegeven aan allerlei Klimaatadaptatie buitenruimtes in de wijk, groene daken, klimaatadaptatie etc.). De gemeentelijk beleid. De huidige wijk Veranda en zijn hoeveelheid steen en asfalt die erbij komt leidt niet tot verbetering van omgeving zijn inderdaad stenig en hard door alle wat de gemeente noemt ‘klimaatadaptatie’ en is in strijd met het eigen parkeerterreinen die er zijn. Voorgesteld wordt dit

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 155

gemeentelijk beleid. In de steeds warmer wordende zomers dient de parkeren elders te situeren en/of gestapeld inpandig op toekomstbestendige stad verkoeling te bieden door gebruik van groen te lossen waardoor er veel ruimte vrijkomt voor en intelligent design. ontwikkeling van zowel gebouwen als openbare ruimte. De voorbeelduitwerking van het masterplan laat geen toename van steen/asfalt zien zoals indiener stelt maar een significante afname. En dat is nog zonder meerekenen van groene daken, etc.. wat ook nog in de ontwikkeling van Feyenoord City toegepast kan worden Kortom het plan biedt veel meer groen dan de huidige situatie. In het Masterplan is klimaatadaptatie als een van de uitgangspunten opgenomen. Het bestemmingsplan biedt volop ruimte voor groen en intelligent design. 66.7 De indiener geeft aan dat een onaanvaardbaar verlies aan zon en een Juist om te voorkomen dat er onaanvaardbare schaduw- Schaduw- en windhinder BP onacceptabele toename van wind wordt verwacht door de en windhinder optreedt zijn naar aanleiding van de MER- geprojecteerde hoogbouw. Uit de toelichting volgt: ‘Uit de resultaten studie in de planregels harde voorwaarden opgenomen blijkt dat de gevolgen van de ontwikkeling van de Veranda voor de waaraan een aanvraag omgevingsvergunning moet bestaande woningen op de Veranda een aandachtspunt vormt. Aan de voldoen. lichte TNO-norm wordt niet in alle gevallen voldaan.’ En: ‘Uit het MER Dit betekent dat de maximale bouwhoogtes en het blijkt dat binnen het plangebied op verschillende locaties windhinder in volledig bouwvlak op de Veranda niet kan worden hoge mate kan optreden.’ benut. Verder wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder 3.1, 3.2 en 3.3. 66.8 De indiener vindt dat een parkeervisie ontbreekt. Dit met het oog op Deze visie is opgenomen in het Mobiliteitsplan Parkeren BP bezoekers van het nieuwe stadion buiten de regio. Zij zullen in grote Feyenoord City en in de toelichting van het aantallen met auto’s uit alle uithoeken van Nederland richting het bestemmingsplan verwoord. Doel van het nieuwe stadion komen. Aangezien deze zich aan de oever van de Maas Mobiliteitsplan is om het aantal bezoekers dat met de zal bevinden is volgens de indiener een duidelijke parkeervisie vereist auto komt, te beperken. Berekend is dat in het gebied voor het gebied. 2520 ten behoeve van bezoekers van het stadion beschikbaar moeten zijn op wedstrijddagen (zie planregel 32.2.1 onder d). Zie verder ook de beantwoording bij thema 9. 66.9 De indiener geeft aan dat goed akoestisch onderzoek ontbreekt naar de In het MER en aanvullend in de toelichting van het Geluid BP overschrijding van de geluidsnormen die samenhangen met bestemmingsplan is het akoestisch onderzoek uitgebreid omgevingsgeluid en de toenemende verkeersdruk in het gebied. beschreven. 66.10 De indiener benoemt dat het plangebied grotendeels buitendijks ligt. De In het MER is in beeld gebracht wat het risico is op Water/Externe veiligheid BP indiener vindt dat op geen enkele wijze wordt geanticipeerd op de overstroming. In paragraaf 5.11.4 is beschreven dat er zeespiegelstijging en overstromingsgevaar. Dit verdient volgens de geen effect is op het overstromingsrisico. Het huidige indiener nadere uitwerking.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 156

uitgiftepeil van 3,60 meter boven NAP is voldoende om aan de normen voor het overstromingsrisico te voldoen. 6.11 De indiener geeft aan dat de toelichting op het Het is juist dat de locatie Veranda oost beter scoort dan ontwerpbestemmingsplan terecht stelt dat: ‘Wat betreft externe de huidige locatie van het nieuwe stadion op het veiligheid is de locatie Veranda oost beter dan de locatie Veranda west onderdeel externe veiligheid. Zoals in bijlage 3 bij het en Stadiondriehoek. Dit komt met name door het spoor.’ Dit ook in MER is omschreven is voor de locatiekeuze van het verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen op deze nieuwe stadion een bredere afweging gemaakt. In het hoofdader in het spoornetwerk. Bij nieuwbouw zou een stadion om MER en bestemmingsplan zijn de externe deze reden volgens de indiener beter aan de andere kant van de veiligheidsrisico’s van de huidige locatie (alsmede de rest Veranda kunnen verrijzen. van de gebiedsontwikkeling) uitputtend onderzocht en onderbouwd, inclusief te treffen maatregelen. Deze risico’s zijn voldoende beheersbaar en daarmee aanvaardbaar. 66.12 De indiener wijst op waardevermindering van haar object en op het Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Waardevermindering/ BP voornemen tot het vorderen van schadevergoeding. onder 3.5. Schadevergoeding conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

67 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 67.1 Zelfde zienswijze als 66 Zie beantwoording bij nr .66 conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

68 Indieners Beantwoording Thema** Betrekking op* 68.1 De indieners maken bezwaar tegen de langzaam verkeersbrug over het Het viaduct is beoogd om de verbinding van Feyenoord Langzaam verkeersburg BP spoor in het verlengde van de Riederlaan naar het treinstation City met de naastgelegen wijken te verbeteren en om Feyenoord City. Door de grote doorstroom van voetbalsupporters wordt het evenementenstation te kunnen bereiken. Om deze de wijk Hillesluis overbelast en ervaart de wijk veel overlast. redenen acht de gemeente deze verbinding wenselijk. Ook nu is er (via het Coen Moulijnviaduct) een verbinding tussen het (huidige) stadion en de wijk Hillesluis. In die zin wijzigt de situatie niet. Het nieuwe stadion zal ook via de 2e Rosestraat een looproute naar Hillesluis kennen. Overigens zal in en rond het nieuwe stadion meer horeca te vinden zijn dan rond het huidige

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 157

stadion, waarmee de verwachting is dat supporters nabij het stadion blijven. De mate van overlast zal gemonitord worden door de gemeente en indien nodig zullen in overleg met de bewoners maatregelen genomen worden om de overlast te beperken. 68.2 De indieners vrezen voor een toename van de verkeersdrukte. De Uitgangspunt is dat het plan niet leidt tot een toename Langzaam verkeersbrug BP indieners geven aan dat hoewel er in de plannen gehoopt wordt op van parkeeroverlast in de omliggende wijken. Voor het gedragsverandering m.b.t. tot het parkeren, dat zij hier weinig bestemmingsplan is een uitgebreid parkeeronderzoek vertrouwen in hebben. De indieners denken dat mensen toch in hun uitgevoerd. wijk blijven parkeren omdat ze dan via de langzaam verkeersbrug Hierin is zowel de normatieve parkeerbehoefte als de makkelijk op hun plaats van bestemming kunnen komen. De indiener parkeerbehoefte bij dubbelgebruik (tijdens wedstrijden stelt een andere plek voor de langzaamverkeersbrug voor, namelijk om en evenementen) inzichtelijk gemaakt in een minimale een dergelijke brug te realiseren door een aftakking van de huidige brug en maximale variant. Er dient bij nieuwe ontwikkelingen direct op het nieuwe stadion. Er is daarbij ook een prima locatie voor altijd voldaan te worden aan de gemeentelijke een fietsenstalling op het verharde deel onder de brug in het parkeernormen. Binnen het plangebied zal parkeren Varkenoordsepark. Het voormalig Krajicek court wordt vrijwel nooit opgelost worden op de plots en/of in de gezamenlijke gebruikt en lijkt indiener makkelijk herinrichtbaar. parkeergarages. Daarbij wijzen wij er op dat ten tijde van

de ter inzagelegging van het bestemmingsplan geen betaald parkeren in Hillesluis was tijdens wedstrijden en evenementen. Inmiddels ligt er een advies van de wijkraad om dit uit te breiden, hetgeen het college serieus in overweging neemt. Dergelijk flankerend beleid wordt in overleg met bewoners van omliggende wijken nader uitgewerkt. Zie ten aanzien van de langzaamverkeersbrug het antwoord onder 68.1. 68.3 De indieners zijn tegen de fietsenstalling in het Dit betreft een beperkte fietsenstalling van ca 250 Fietsenstalling BP Varkenoordsepark/speelplaats Donkerslootlaan. De toename aan plaatsen. Deze is voorzien als station Stadion een fietsers en scooters gaat gevaar opleveren voor de kinderen die er permanent station wordt. De fietsers zullen de gewone spelen. fietsinfrastructuur gebruiken en geen gevaar vormen voor de kinderen die in het park spelen. De aantallen zijn ook geen dusdanige toevoeging aan het verkeersbeeld dat de bereikbaarheid van de speelvoorzieningen voor de kinderen minder veilig zal worden.

68.4 De indieners benoemen dat door de eenrichtingsverkeersmaatregel op De situatie bij de KFC heeft onze aandacht, maar valt Fietsverkeer BP de Randweg ter hoogte. van de KFC fietsers vanuit de richting Groene buiten het plangebied Feyenoord City. In het kader van Hilledijk, eerst de complete Randweg moeten uitfietsen om vervolgens het programma Hand in Hand (Beijerlandselaan &

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 158

aan de andere kant van de Randweg weer terug fietsen om zo bij de Groene Hilledijk) hebben we aandacht voor het Riederlaan te komen richting de fietsenstalling. De indieners hebben de assenkruis Beijerlandselaan-Groene Hilledijk / Randweg- ervaring dat, ook nu al, veel mensen dat niet doen en op het eerste Hillevliet (ook wel het Riederplein genoemd). Het is onze stukje Randweg op de stoep rijden met alle gevolgen van dien m.b.t. de ambitie om dit plein en het aangrenzende blok (de veiligheid van voetgangers. De indieners stellen voor om de Riederkop) in de toekomst aan te pakken. fietsenstalling te plaatsen bij het verharde deel onder de brug in het Het bestemmingsplan Feyenoord City maakt binnen de Varkenoordsepark. bestemmingen groen en verkeer een dergelijke fietsenstalling al mogelijk. Er vindt nog overleg plaats over de exacte locatie, waarbij deze logisch moet liggen ten opzichte van het toekomstig en bestaande station en veilig moet zijn (ook in nachtelijke uren). conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

69 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 69.1 Indiener dient een zienswijze in op alle voorliggende plannen vanwege Inhoudelijk wordt hierna ingegaan op de bezwaren van BP/ GW/ LL/ TL/ de samenhang tussen deze plannen. De indiener stelt dat de continuïteit indiener. WW van de club Feyenoord in het gedrag komt vanwege de ruimtelijke afwegingen die nu worden gemaakt. Die ruimtelijke afwegingen hebben invloed op de toekomstige situatie voor wat betreft de bruikbaarheid van een nieuw stadion en de gebiedsontwikkelingen in samenhang met de continuïteit van Feyenoord. 69.2 Indiener stelt dat een supporter van Feyenoord belanghebbende bij dit Zoals ook aangegeven in de publicatie voor de Procedure BP plan is en de zienswijze daarmee ontvankelijk is, zoals ook genoemd in terinzagelegging kan “een ieder” een zienswijze de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot ‘van enige indienen. Het begrip belanghebbendheid komt pas aan betekenis’ (201604695/1/A1). de orde in de beroepsfase. 69.3 Feyenoord kent een supportsschare door het hele land. Indiener stelt Dit wordt niet betwist. Continuïteit Feyenoord BP dat de continuïteit van de club voor alle Feyenoord supporters van belang is. Daarnaast heeft Feyenoord ook op nationaal niveau betekenis en een uitstraling naar het buitenland die een positief effect kent op de gehele Nederlandse samenleving. 69.4 Indiener vraagt om een alternatief plan (zie: Zie thematische beantwoording onder 4.1 en 4.2. Alternatief plan BP https://www.nu.nl/voetbal/6043643/consortium-biedt-feyenoord- reddingsboei-met-plan-voor-uitbreiding-kuip.html?) voor de uitbreiding

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 159

van de huidige Kuip door consortium DMK zorgvuldig te overwegen, omdat dit beter is voor Feyenoord en Rotterdam. 69.5 Indiener stelt dat het ter inzage leggen van het Inmiddels is er een aanvraag omgevingsvergunning voor Procedure BP ontwerpbestemmingsplan niet realistisch is en dat deze formele stap o.a. de bouwen van het stadion ingediend. Uiteraard om andere redenen is genomen. Indiener stelt dat deze stap een heeft deze aanvraag de steun van de BVO Feyenoord, pressiemiddel is tegen de bvo Feyenoord om in te stemmen met de van een pressiemiddel is dus geen sprake. bouw van het nieuwe stadion. Het ontwerpbestemmingsplan is een Mede gelet op de uitgevoerde onderzoeken wordt de politiek besluit dat ‘niet is gestoeld op een goede ruimtelijke ordening’ mening dat er geen sprake is van goede ruimtelijke en daarmee geen stand kan houden. ordening niet gedeeld. 69.6 Indiener vraagt het college van B&W om op basis van voorgaande Het ingezette proces wordt niet gestopt. Alle zienswijzen Procedure BP argumentatie het proces van vaststellen van het worden uiteraard wel zorgvuldig behandeld en bezien ontwerpbestemmingsplan te stoppen. Indien dit besluit niet wordt waardoor op punten aanpassingen zullen worden genomen vraagt de indiener de gemeenteraad het bestemmingsplan doorgevoerd. niet vast te stellen. Conclusive Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

70 Ten Holter Noordam advocaten namens Ten Holter Noordam Beantwoording Thema** Betrekking op* advocaten 70.1 De indiener geeft aan vanuit ondernemersperspectief het Functieaanduidingen zijn opgenomen daar waar het uit Bestemming/Planregels BP bestemmingsplan op punten (onnodig) beperkend te vinden. ruimtelijk oogpunt of vanwege de bestaande legale systematiek/Flexibiliteit De indiener stelt dat zowel de planregels (artikel 5-15) als de toelichting situatie gewenst is om extra functies toe te staan ten planregels/ Leisure duidelijk maken dat flexibiliteit wordt geboden. opzichte van de algemeen binnen de betreffende In de planregels (artikel 5-15) worden ontwikkelingen mogelijk gemaakt, bestemming opgenomen functies. die vervolgens worden uitgebreid of beperkt met functieaanduidingen Wij zijn van mening dat deze systematiek het gebruik voor specifieke ontwikkelingen. De indiener stelt dat deze systematiek van meer overkoepelende benamingen als ‘leisure’ niet uit de artikelen 5-15, maar ook met betrekking tot artikelen 16 en 18 tot hoeft te compliceren of te beperken. Daar waar een keur en met 23 die eenzelfde systematiek kennen, niet overal consequent aan leisurefuncties gewenst is, is de term leisure wordt toegepast. Dit heeft een beperkend effect op de beoogde gebruikt. Daar waar een beperkt aantal functies gewenst flexibiliteit. is, is gekozen voor een andere benaming. Er wordt geen De indiener geeft aan dat in een aantal van de met de planregels aanleiding gezien de zienswijze over te nemen. mogelijk gemaakte ruimtelijke ontwikkelingen wordt gewerkt met functieaanduidingen die niet zijn gedefinieerd in de begripsbepalingen. De indiener wijst daarbij op de volgende functieaanduidingen: ‘recreatie’, ‘cultuur en ontspanning’ en ‘gemengd’ waarmee (ook) extensieve dagrecreatie, een getijdenpark en openluchtzwembad,

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 160

speelautomatenhal, respectievelijk een bioscoop mogelijk gemaakt wordt. Als gevolg hiervan worden de gedefinieerde begrippen ‘leisure’ en in mindere mate ‘maatschappelijke voorzieningen’ onnodig gecompliceerd. De genoemde functieaanduidingen zijn daarmee aanzienlijk lastiger te plaatsen in de systematiek van het ontwerpbestemmingsplan. Door deze functieaanduidingen worden, binnen de overige delen van het ontwerpbestemmingsplan, de bredere en flexibelere ontwikkelingen op grond van het begrip ‘leisure’ beperkt. Dit geldt volgens indiener in beginsel ook voor de functieaanduidingen die beginnen met ‘specifieke vorm van’, echter zijn deze functieaanduidingen beter te plaatsen in de systematiek van het ontwerpbestemmingsplan. De indiener verzoekt om ten behoeve van een consequente systematiek en het faciliteren van en uitnodigen tot ondernemerschap, de functieaanduidingen ‘recreatie’ (artikel 4 en 21), ‘cultuur en ontspanning’ (artikel 22.1, aanhef en onder d) en ‘gemengd’ (artikel 23.1, aanhef en onder e) geheel te schrappen en te vervangen voor het overkoepelende begrip ‘leisure’. De indiener noemt een aantal voorbeelden voor het zo nodig uitsluiten van specifieke ontwikkelingen ter plaatse waarbij volgens hem kan worden aangesloten. Met deze systematiek wordt volgens de indiener een optimale en maximale invulling gegeven aan de rol van ‘leisure’ in de mix van functies, zoals deze veelvuldig voorkomt in de toelichting en het Masterplan. 70.2 De indiener verzoekt, indien voorgaande niet leidt tot aanpassingen, om Verwezen wordt naar de beantwoording van 70.1. Toelichting/ Leisure BP een duidelijkere toelichting wat de implicaties en gevolgen zijn van de functieaanduidingen ‘recreatie’, ‘cultuur en ontspanning’ en ‘gemengd’ Aanvullend wordt het volgende opgemerkt. De functie- voor ontwikkelingen binnen het plangebied op grond van en passend aanduiding ‘recreatie’ is opgenomen ter plaatse van de binnen de definitieomschrijving van ‘leisure’. oeverzone met de bestemming Water en staat een limitatief aantal recreatieve functies toe in de oeverzone Het toestaan van leisure in algemene zin is hier niet gewenst.

De aanduiding ‘çultuur en ontspanning’ is opgenomen ter plaatse van de bestaande speelautomatenhal op het deel van de Veranda waar geen ontwikkelingen zijn voorzien (dus buiten het ontwikkelingsgebied Feyenoord City’). Het is niet gewenst om hier de bredere functie

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 161

leisure toe te staan omdat nieuwe leisurefuncties juist worden voorzien binnen het gebied waar herontwikkeling is voorzien. De aanduiding ‘gemengd’ is opgenomen voor een deel van de bestemming Woongebied-Kuippark. Het masterplan Feyenoord City dat in 2019 is vastgesteld laat binnen dit gebied zien dat en bioscoop ter plaatse mogelijk is. Overige leisurefuncties zijn ter plaatse niet gewenst. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

71 WDAdvising BV namens van Herk Groep Beantwoording Thema** Betrekking op* 71.1 De zienswijze richt zich op het OBP/GW/LL/TL/WW, omdat deze vijf Hieronder wordt op de verschillende inhoudelijke BP/GW/LL/TL/WW/ onderwerpen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en derhalve punten uit de zienswijze ingegaan. MER vervat in één procedure. De zienswijze zijn tevens gericht op de MER, omdat met name op basis hiervan planologische keuze zijn gemaakt in het BP. 71.2 De indiener is van mening dat het OBP buiten de reikwijdte van de Chw Er is sprake van een plan dat op grond van de Chw is Vergewisplicht/Planperiode BP/MER en het BuChw is getreden, gelet op artikel 3:9 van de Awb, de aangewezen als een plan met verbrede reikwijdte. De / planperiode en uitvoerbaarheid en de omgevingsvergunning voor mogelijkheden waarvan gebruik is gemaakt, zijn Uitvoerbaarheid/Omgeving functiewijzigingen in de planperiode. beschreven in de toelichting. Er wordt gezien het svergunning/Rechtszekerhe onderstaande niet buiten de reikwijdte van de Chw id/Ontwikkeling Feyenoord getreden. City 71.3 Het OBP en MER berusten op onderzoeken van deskundigen. Uit de Het ontwerpbestemmingsplan en MER zijn voorafgaand stukken blijkt onvoldoende of en in hoeverre het college in de aan de ter inzagelegging door het college van B&W voorbereiding van het OBP getoetst heeft of de onderzoeken op een getoetst. Het ter inzage leggen is een besluit van het zorgvuldige manier hebben plaatsgevonden. college van B&W geweest. De DCMR heeft de taken van Ook is niet te toetsen of en hoe DCMR invulling heeft gegeven aan haar het bevoegd gezag vervuld bij het opstellen van het MER leidende rol bij de toetsing van de stukken rondom de MER en of een en daarbij de concept stukken getoetst op volledigheid en kwaliteit. Zoals ook blijkt uit het advies van de Commissie voldoende zorgvuldige en onafhankelijke toets van de door de m.e.r. bieden de onderzoeken en het MER voldoende deskundige opgestelde stukken heeft plaatsgevonden. informatie. Dit advies is inmiddels ontvangen en wordt als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen. 71.4 Uit de toelichting bij het bestemmingsplan kan volgens de indiener De intentie is dat niet alleen fase 1, maar ook de worden afgeleid dat de uitwerking van het bestemmingsplan binnen de vervolgfases binnen de planperiode van 20 jaar ten

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 162

aangegeven planperiode van 20 jaar niet zeker is gesteld. Het is uitvoer worden gebracht. Daar waar bestaande onduidelijk en onzeker of de (niet wegbestemde) bedrijven (en horeca) bedrijven/eigendommen van derden op de Veranda die op de Veranda gevestigd zijn binnen de planperiode van 20 jaar aanwezig zijn, is tevens bepaald dat de gronden ook verplaatst worden en daarmee de bestemming van de Strip-Zuid bestemd zijn voor de bestaande functies. In die zin is het verwezenlijkt kan worden. De integrale gebiedsontwikkeling is niet bestemmingsplan, ook als er geen overeenstemming zeker gesteld, omdat de uitvoering van de andere (samenhangende) wordt bereikt over de aankoop van gronden, uitvoerbaar.

fases dan fase 1 uiterst onzeker is. 71.5 De indiener geeft aan dat in artikelen 9, 12 en 23 een De omgevingsvergunning voor functiewijziging die geldt omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit is ter plaatse van de bestemmingen waarbinnen ook opgenomen, waarbij ook verwezen wordt naar artikel 32.1 i.v.m. gronden van derden liggen, is bedoeld om uitwerkingen aangegeven oppervlakte en aantallen. Volgens de indiener is het te kunnen toetsen aan diverse randvoorwaarden die onduidelijk hoe getoetst wordt aan en welke criteria er gelden bij artikel voortvloeien uit de milieuonderzoeken, het distributie- 32.1.13 op grond waarvan functies tussen de verschillende planologisch onderzoek en ook het Masterplan Feyenoord City. Verschillende randvoorwaarden zijn bestemmingen kunnen worden uitgewisseld. Zo is onduidelijk hoe objectief begrensd (oppervlakten, aantallen, getoetst wordt, welke criteria daarbij gelden, welke adviseurs betrokken bouwmogelijkheden). Voor het overige dient er sprake te (moeten) worden en of de gemeenteraad nog om (bindend) advies zijn van een stedenbouwkundig plan passend binnen de wordt gevraagd. ambities en randvoorwaarden van het masterplan. Alhoewel hier sprake is van afwegingsruimte, is in het De indiener stelt dat de ruim geformuleerde regels, waarmee maximale Masterplan de bedoeling voor de verschillende ruimte wordt gecreëerd om pas een later moment invulling te geven deelgebieden op hoofdlijnen vastgelegd. Om in het aan grote delen van het plangebied, in strijd zijn met het bestemmingsplan meer duidelijkheid te bieden over waar rechtszekerheidsbeginsel. initiatieven aan moeten voldoen zullen de regels worden aangevuld met nadere bepalingen. Bovendien is de omgevingsvergunningplicht, zoals op grond van de Chw mogelijk, juist bedoeld om een concrete uitwerking nog te kunnen toetsen. Zonder afwegingsruimte zou een vergunningplicht niet nodig zijn.

De verplaatsing van de Veranda naar de andere plandelen van Feyenoord City ziet uitsluitend op detailhandel en horeca. Binnen de verschillende bestemmingen van Feyenoord City is ook een groot aantal andere functies toegestaan zoals wonen, maatschappelijk, sport, kantoren. Uitvoering van de plannen is met andere woorden niet alleen afhankelijk van verplaatsing van horeca en detailhandel.

De begrenzing in m2 en aantallen in artikel 32.1 zijn objectief geformuleerd en rechtszeker. De criteria voor

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 163

toepassing van de afwijkingsbevoegdheid van artikel 32.1.13 zijn voldoende objectief geformuleerd waarbij duidelijk is dat de totaal genoemde oppervlakte en het totaal aantal woningen niet mag worden overschreden. Onder voorwaarden is daarmee verschuiving in het programma mogelijk zonder dat sprake is van intensivering van het programma. Het betreft overigens een afwijkingsbevoegdheid voor het college en niet voor de gemeenteraad. 71.6 De indiener geeft aan dat er niet of niet voldoende voldaan wordt aan Het is niet de verwachting dat slechts delen van het plan Ladder voor duurzame BP (de eisen die het Bro en de Provinciale omgevingsverordening stelt aan) tot ontwikkeling komen. Wel zal de ontwikkeling verstedelijking/Ontwikkelin de Ladder voor duurzame verstedelijking, om de volgende redenen en is langjarig zijn. Daar is het onderzoek en bestemmingsplan g Feyenoord het bestemmingsplan in zoverre onzorgvuldig voorbereid. ook op ingericht. In de DPO is dan ook expliciet vermeld City/Detailhandel/Kantoren De indiener geeft aan dat het Behoefte onderzoek Feyenoord City van 6 dat de behoefteraming is bepaald voor de komende tien januari 2020 onzorgvuldig en onvolledig is en daarmee in strijd met jaar en dat de planhorizon van Feyenoord City langer is, artikel 3:2 van de Awb, omdat er geen tegenhanger in beeld is gebracht dus het goed mogelijk is dat in de loop der tijd extra in relatie tot het citaat waarin wordt aangegeven dat in de loop der tijd behoeften ontstaan. De DPO onderzoekt het maximale de behoefte aan bepaalde voorzieningen zal toenemen. De doorkijk programma dat in het bestemmingsplan mogelijk wordt omtrent de functie woningbouw geeft geen realistisch beeld omdat de gemaakt. Een scenario uitwerking in het DPO als niet alle zachte planvoorraad van in Rotterdam 60-70% buiten beschouwing is functies verwezenlijkt worden heeft geen toegevoegde gelaten. waarde. Met betrekking tot het verplaatsen van De verplaatsing van de detailhandel naar de Strip is onzeker. Ook op detailhandel en bioscoop naar de Strip vinden andere onderdelen, zoals bijvoorbeeld de verplaatsing van de bioscoop gesprekken plaats met de huidige eigenaren/ huurders is de ontwikkeling en het eindbeeld niet zeker. van de huidige voorzieningen. De zachte planvoorraad buiten beschouwing laten is gebruikelijk. 71.7 De indiener is van mening dat bij het opstellen van het plan Het voorbeeld dat indiener noemt te weten het niet onvoldoende rekening is gehouden met en onderzoek gedaan is naar de aanpassen van NS station Stadionpark in relatie tot de gevolgen als slechts delen van het gebied tot ontwikkeling komen. De vraag naar kantoren is niet relevant. Het DPO noch het indiener mist in de behoefteraming een scenario uitwerking als niet alle bestemmingsplan gaat uit van het aanpassen van het NS functies (bijvoorbeeld gevolgen niet aanpassen NS station Stadionpark station. Overigens is in het MER ook een scenario voor vraag naar kantoren) bestemmingen verwezenlijkt worden. opgenomen dat de effecten beschouwt als niet alle fases worden gerealiseerd. 71.8 Uit het advies van de provinciale detailhandelscommissie volgt dat bij de Naar aanleiding van het advies van de provinciale detailhandel een ruimere regio (inclusief de Drechtsteden) in beeld detailhandelscommissie is het behoefteonderzoek gebracht had moeten worden. In het rapport van BSP zijn de aangevuld. Welliswaar beperken de effecten zich niet tot Drechtssteden niet meegenomen. Rotterdam; 31% van de omzet in de branchegroep Vrije Tijd is afkomstig van buiten Rotterdam. Echter, het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 164

betreft minder dan een derde, en nog belangrijker, deze effecten smeren zich uit over een groot gebied met vele gemeenten waaronder de Dechtsteden, binnen en buiten de Rijnmond (de regio Rijnmond telt alleen al veertien gemeenten inclusief Rotterdam). De ruimtelijke effecten per gemeente zijn daardoor minimaal of verwaarloosbaar, in ieder geval van dien aard dat geen onaanvaardbare leegstand optreedt. 71.9 De indiener geeft aan dat niet kan worden nagegaan of het In het DPO is gemotiveerd dat op basis van onderzoeksgebied dat is vastgesteld met behulp van verhuisbewegingen verhuisbewegingen is bepaald welke omliggende correct is, omdat de onderliggende stukken ontbreken. De indiener gemeenten tot het onderzoeksgebied behoren. In het vraagt zich ook af waarom Nieuwerkerk aan de IJssel ontbreekt in het DPO wordt verwezen naar de gebruikte bronnen, in dit onderzoeksgebied i.v.m. wonen. geval het CBS. Dat zijn openbare bronnen. Bij de berekening van de vraag naar kantoren is rekening gehouden met onttrekking van niet zeker gestelde ongebruikte capaciteit. De aantrekkelijkheid van Feyenoord City als locatie van kantoren hangt af van de aanpassing van NS station Stadionpark, onduidelijk is wanneer en onder welke voorwaarden dit station wordt aangepast. 71.10 De indiener geeft aan dat door de positieve bestemming van de Zie ook de antwoorden onder 71.6 en 71.7. De bestaande functies op de Veranda niet is zeker gesteld dat deze stellingname dat de aantrekkelijkheid van Feyenoord bedrijven verplaatsen naar de Strip en de Strip tot ontwikkeling komt. City afhangt van het NS station Stadionpark is niet De indiener geeft aan dat uit het Behoefte onderzoek niet blijkt hoe met onderbouwd. Ook in de huidige situatie bevinden zich al de niet relevante harde plancapaciteit wordt omgegaan en dat zij er kantoren in het plangebied. daarom vanuit gaat dat deze niet is meegenomen. Ook blijkt niet Zie ten aanzien van fase 2 en 3 de thematische duidelijk per functie hoe met de zachte plancapaciteit wordt omgegaan. beantwoording onder 1.1. en 1.2. Om deze reden is er strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. In het behoefteonderzoek en de toelichting van het OBP is nauwelijks gemotiveerd hoe er met de reële bedreigingen van het project rekening wordt gehouden, zoals aangegeven in de SWOT analyse. Bij het ontbreken van overeenstemming met de ontwikkelaars die gronden hebben in fase 2 en 3 kan de integrale gebiedsontwikkeling niet plaatsvinden. 71.11 De indiener verzoekt om aan de bestemming 'Gemengd – De Kuip de De plannen zijn gericht op een nieuw stadion, de Bestemming BP functieaanduiding 'stadion' toe te voegen, anders blijft het onduidelijk stadionfunctie van De Kuip komt daarmee op termijn te of er ooit een nieuw stadion zal komen. vervallen. De planregels zijn aangepast zodat de huidige stadionfunctie van de Kuip in stand kan blijven tot het

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 165

moment dat het nieuwe stadion in gebruik wordt genomen. 71.12 Het negatieve advies van de provinciale detailhandelscommissie is niet Het is niet noodzakelijk om de bestaande Detailhandel/Omgevingsver BP in het bestemmingsplan verwerkt: bestaande bedrijven zijn niet detailhandelsbedrijven in sport en vrije tijd die in het ordening wegbestemd. Dat de Veranda als themacentrum in 1998 door de kader van de gebiedsontwikkeling zullen verplaatsen provincie Zuid Holland is erkend heeft 20 jaar later beperkte waarde. weg te bestemmen. Dat is ook niet wat de De indiener is van mening dat de afwijking van de provinciale Advescommissie vraagt. De Adviescommissie acht Omgevingsverordening (afdeling 6.2) onvoldoende draagkrachtig is verplaatsing van de detailhandel mogelijk op grond van gemotiveerd en dat uit de stukken niet blijkt dat GS en/of de provinciale de verordening maar uitbreiding niet. Mede naar detailhandelscommissie met deze motivering/redenering hebben aanleiding van het advies van de Advescommissie ingestemd. De indiener betwijfelt of de afwijkingsmogelijkheid in artikel Detailhandel en de zienswijze van de provincie wordt het 6.35 van de Omgevingsverordening hier wel aan de orde is danwel is bestemmingsplan aangepast. Uitbreiding van afgestemd met de Provincie. De afwijking is onvoldoende gemotiveerd; detailhandel in sport en vrije tijd wordt niet mogelijk dat het streven is voor de vaststelling van het bestemmingsplan gemaakt. Verplaatsing van de bestaande detailhandel in overeenstemming te hebben bereikt met de te verplaatsen, bestaande, sport en vrije tijd is mogelijk. De planregels worden op bedrijven volstaat niet. dit punt nog wel aangescherpt zodat er voldoende De indiener geeft aan dat het OBP in strijd is met de provinciale waarborg is dat alle bestaande detailhandel in sport en Omgevingsverordening en kan daarom niet worden vastgesteld. vrije tijd wordt verplaatst. Zie hiervoor ook het antwoord De indiener wijst erop dat uit het advies van de provinciale op de zienswijze van de provincie (nr 96). Van afwijking detailhandelscommissie volgt dat niet wordt voldaan aan het van de verordening is geen sprake meer. Het plan gemeentelijk detailhandelsbeleid uit 2017 en niet volledig aan regionale voldoet aan de regionale afspraken en het gemeentelijk afspraken. Het OBP is volgens de indiener onzorgvuldig voorbereid (in beleid. Ook is het bestemmingsplan voldoende regionaal strijd met 3:2 Awb), omdat de relevante feiten en omstandigheden en afgestemd en is geen sprake van strijd met belangen (van de regio) onvoldoende in beeld zijn gebracht. Op basis gemeentelijke detailhandelsbeleid. van de verordening is regionale afstemming verplicht. 71.13 De indiener geeft aan dat in het OBP op geen enkele wijze ruimte is Er is wel ruimte vrijgehouden voor een eventuele Oeververbinding BP gereserveerd of mogelijkheid is opengehouden om de oeververbinding oeververbinding. De oeververbinding is echter niet De Esch – Feyenoord City mogelijk te maken. Waar ruimte is voor de planologisch mogelijk gemaakt, aangezien de afweging oeververbinding tussen Waterfront en de Veranda staat in de voor de locatie, functionaliteit en inpassing nog gemaakt bestemming ‘Verkeer-Wegverkeer’ de functieaanduiding ‘brug dient te worden.Op het moment dat duidelijk is waar de uitgesloten’. Als de oeververbinding hier komt kan bebouwing in het oeververbinding komt, zal daar een afzonderlijke gebied Waterfront niet doorgaan. Dit is een groot financieel risico voor planologische procedure voor gevoerd worden. De de economische haalbaarheid van het plan. ruimtereservering is dusdanig gedimensioneerd dat een oeververbinding en de ontwikkeling van het Waterfront samen kunnen gaan. 71.14 In paragraaf 3.4 van de toelichting op het bestemmingsplan is In het MER en bestemmingsplan is beschreven welke Parkeren BP geoordeeld dat het plangebied momenteel goed is aangesloten op het effecten kunnen optreden als gevolg van Feyenoord City wegennet terwijl in onderdeel 5.3.7. van het MER (‘Verkeer en en welke maatregelen getroffen kunnen worden als de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 166

bereikbaarheid’) de conclusie wordt getrokken dat de kwaliteit van de effecten daadwerkelijk optreden. De mogelijke effecten afwikkeling van autoverkeer op het wegennet ten gevolge van van de derde oeververbinding zijn eveneens onderzocht Feyenoord City vermindert, omdat het aantal verkeersbewegingen ten in een robuustheidsanalyse in het MER. gevolge van het programma toeneemt. Met name worden de Uit deze analyse blijkt dat geen sprake is van een knelpunten kruispunt Olympiaweg-Stadionweg-Burgerhoutstraat en de onevenredige toename van het verkeer. Voor de aansluiting met de A16 genoemd. Ook grote verkeerstoenames op de genoemde knelpunten zijn maatregelen mogelijk. De erftoegangswegen vormt een substantieel risico. Ook is geheel voorbij effecten worden eerst gemonitord. gegaan aan verkeersconsequenties van een mogelijke derde oeververbinding indien deze zou aansluiten op de Stadionweg. 71.15 De indiener geeft aan dat er onvoldoende rekening is gehouden met de In bijlage 23 van het bestemmingsplan is onderbouwd vereiste parkeercapaciteit binnen het plangebied en de dat met inachtneming van de uitvoering van het reserveringslocaties buiten het plangebied. Het hanteren van een Mobiliteitsplan Feyenoord City, het gerechtvaardigd is parkeernorm van 0,04 miskent dat het nieuwe stadion een grote om voor het stadion uit te gaan van een parkeernorm publieks-en dus verkeersaantrekkende werking heeft. Volgens indiener van 0,04 (conform publicatie CROW) die uitkomt op een kan beter worden uitgegaan van een norm van 0,12 parkeerplaatsen parkeereis van 2.520 parkeerplaatsen. In combinatie met hetgeen neerkomt op 7560 parkeerplaatsen voor het nieuwe stadion. de aanwezigheid van goede OV-verbindingen, Een gering aantal parkeerplaatsen rond het nieuwe stadion leidt er niet fietsroutes met voldoende fietsparkeerplaatsen en toe dat bezoek minder met eigen vervoer en meer met openbaar parkeren op afstand, is het gerechtvaardigd om in het vervoer komt. ‘Upgrading’ van het station is ook nog geen zekerheid. plangebied te volstaan met 2.520 parkeerplaatsen voor Kortom; volgens de indiener is er sprake van een onevenredige het stadion. Met behulp van het ticketingsysteem verkeerstoename op de bestaande infrastructuur en is er onvoldoende worden bezoekers ertoe bewogen tijdig een keuze voor rekening gehouden met de van toepassing zijnde parkeernormen. Het het gebruik van mobiliteit te maken. Dit helpt bezoekers besluit is volgens de indiener op dit onderdeel onvoldoende ertoe te bewegen een alternatieve vervoerswijze te gemotiveerd en onzorgvuldig tot stand gekomen. kiezen wanneer zij een kaartje hebben gekocht zonder parkeermogelijkheid voor de auto. Hiermee wordt enerzijds geborgd dat bezoekers van het stadion op een wenselijke manier het station kunnen bereiken maar wordt de verkeersaantrekkende werking van de bezoekersstromen beperkt waarmee een goed woon- en leefklimaat in het plangebied wordt gecreëerd. Flankerend beleid voorkomt parkeren in omliggende wijken. 71.16 Indiener geeft aan dat er sprake is van een discrepantie tussen de in het De indiener heeft gelijk, in het MER (onderaan pagina Geluid BP MER en bijlage 17 (Geluidsbeleid voetbalstadions Rotterdam) gebruikte 130) staat dat er maximaal 40 voetbalwedstrijden per gegevens (hier wordt uitgegaan van 40 wedstrijden en 12 jaar in het stadion gehouden zullen worden. Inmiddels is geluidsevenementen) en de bij het bestemmingsplan gebruikte gegevens ervoor gekozen om het aantal wedstrijden per jaar te (waar wordt uitgegaan van maximaal 50 wedstrijden). Er is sprake van maximeren op 50. Daarvan is in het geluidsbeleid een ruime overschrijding van het begrip ‘onduldbare overlast’ als uitgegaan, en dit is ook als maximum vastgelegd in de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 167

aangegeven in de Nota Limburg. Dat dit slechts 12 evenementen per jaar regels van het bestemmingsplan. In het MER wordt het is en dat nieuwe bewoners op de hoogte worden gesteld is geen stadion op geluid beoordeeld op basis van de hoogte van argument om onaanvaardbare hoge geluidsbelastingen op de gevels van de geluidsbelasting op de nabijgelegen woningen, en op nieuwe woningen te accepteren. Verruiming van de avondperiode tot het gegeven dat deze geluidsbelasting een beperkt 24:00 op basis van de Nota Limburg kan alleen gelden voor dagen waarop aantal keren per jaar optreedt. Dat het maximum aantal een vrije dag volgt. wedstrijden per jaar is verhoogd van 40 naar 50 doet daarom naar onze mening geen afbreuk aan de De indiener geeft aan dat ten aanzien van het vastgestelde geluidsbeleid uitkomsten van het MER. voor wat betreft voetbalstadions sprake is van een onaanvaardbare De Nota Limburg kan toegepast worden bij reguliere geluidsbelasting op gevels van nieuwe woningen. evenementen met een luidruchtig karakter. Er is hier sprake van specifiek geluidbeleid voor voetbalstadions. Dit beleid is dan ook niet geheel gelijk aan de Nota Limburg. In het Geluidsbeleid voetbalstadions Rotterdam wordt onderbouwd waarom de gemeente de geluidsbelasting vanwege het stadion op nieuwe woningen aanvaardbaar acht. Het beperkt aantal dagen waarop sprake is van een hoge geluidsbelasting en de beperkte verlenging van de avondperiode is hier een onderdeel van, alsmede het feit dat bij nieuwe woningen gevelmaatregelen worden getroffen. 71.17 De indiener geeft aan dat met betrekking tot de langsdam en De gevolgen van de realisatie van de landaanwinning en Langsdam en LL landaanwinning niet duidelijk is welke gevolgen dat heeft voor de de langsdam voor de scheepvaart, stroomsnelheid en Landaanwinning/ scheepvaart, stroomsnelheid en erosie van de waterbodem. Daarnaast erosie van de waterbodem zijn onderzocht. De resulta- Scheepvaart/Hydrologie is sprake van sterk verontreinigd slib, dat dient te worden verwijderd. ten hiervan staan in het rapport Rivierkundige beoorde- ling landaanwinning en langsdam d.d. 17-01-2020 (bij- lage 14 bij het ontwerp besluit op grond van de Water- wet) en paragrafen 5.9 en 5.11 van het MER.. Het verwijderen van eventueel verontreinigd slib valt buiten de reikwijdte van de onderliggende watervergunning voor de landaanwinning en de langsdam. Voor de uitvoering van de met de Waterwetvergunning vergunde activiteiten, zijn meldingen vereist in het kader van het Besluit lozen buiten inrichtingen (lozingen bij grondroerende werkzaamheden in de waterbodem) en/of het Besluit bodemkwaliteit (toepassen grond). Bij de beoordeling van die meldingen wordt gekeken naar effecten op de water(bodem)kwaliteit.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 168

71.18 De indiener geeft aan dat de economische uitvoerbaarheid van het OBP Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Financiële uitvoerbaarheid BP c.q. de omgevingsvergunning(en) onvoldoende duidelijk is. Ook wijst de onder 1.1., 1.3 en 2.1.. Het bestemmingsplan is op grond indiener erop dat er geen exploitatieplan is opgenomen. Ook is er nog van de Crisis en herstelwet aangewezen als bestem- geen besluit waaruit volgt dat geen exploitatieplan wordt opgesteld. mingsplan met verbrede reikwijdte. Op grond van Artikel De indiener vraagt inzage te geven op de gesloten (anterieure) 7c lid 10 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet overeenkomsten met Feyenoord en de Stichting gebiedsontwikkeling kan de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestem- aan de Maas, de exploitatie opzet en de offertes/ramingen die ten mingsplan besluiten af te wijken van artikel 6.12, eerste grondslag (zouden moeten) liggen aan de exploitatie opzet. Dit om te en derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, met dien kunnen toetsen of het kostenverhaal verzekerd is en of de gemeente de verstande dat een exploitatieplan door burgemeester en in artikel 6.2.3. e.v Bro genoemde kosten in de exploitatieopzet heeft wethouders kan worden vastgesteld bij een omgevings- meegenomen en zoja voor welke bedragen. vergunning voor het bouwen. De indiener geeft aan dat de motivering in de toelichting niet consistent is voor zover het betreft gronden van partijen waar (nog) geen Van deze mogelijkheid zal gebruik worden gemaakt. Het overeenkomst over gesloten is. Zelfrealisatie is of ‘niet aannemelijk’ en ontwerpbestemmingsplan wordt hiertoe aangepast, in elders ‘niet mogelijk’. Volgens indiener is zelfrealisatie echter wel die zin dat bepaald wordt dat voor zover kostenverhaal degelijk mogelijk. niet anderszins is verzekerd door middel van een anteri- eure overeenkomst, pas een omgevingsvergunning kan worden verleend indien er een exploitatieplan is vastge- steld op basis waarvan de kosten verhaald kunnen wor- den.

Met deze aanpassing is, ook indien er sprake zou zijn van zelfrealisatie, het kostenverhaal geborgd. 71.19 De gemeente doet voorkomen dat kostenverhaal kan plaats vinden als Zie de thematische beantwoording onder 1 en 4.4. de gemeente een grondpositie heeft in het gebied. Hiermee kunnen echter niet alle kosten worden verhaald. Voor fase 2 en 3 zijn nog geen afspraken gemaakt met ontwikkelaars. Hierdoor is het kostenverhaal niet zeker gesteld. Tevens wijst de indiener erop dat, nu op grond van artikel 6.12 lid 1 Wro een exploitatieplan opgesteld had moeten worden, het OBP een basis mist voor kostenverhaal en in strijd is met de wet. Het hoofdstuk over financiële uitvoerbaarheid bevat te weinig informatie om dit te kunnen toetsen, daarom is volgens de indiener het plan op dit onderdeel onzorgvuldig voorbereid. 71.20 Of de verwervingskosten (van het in erfpacht uit te geven plot onder het Indien de verwervingskosten hoger uitvallen dan de ge- stadion) voor de gemeente binnen het budget van 60 miljoen blijft is meente vergoed is dit voor rekening en risico van de nog niet duidelijk. Als de verwervingskosten meer zijn dan het budget Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas. Zij hebben kan de gemeente het plot niet verwerven, gaat het stadion niet door,

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 169

komt de gebiedsontwikkeling niet van de grond en is het plan dus niet de mogelijkheid dit in hun grondexploitatie in te passen uitvoerbaar. middels de inkomsten van andere ontwikkelingen.

71.21 Toetsing door de raad aan de gestelde randvoorwaarden uit het Position De businesscase van het stadion is haalbaar en realis- Paper start pas in november 2020. De raad besluit pas in maart 2021 tisch geacht en daarmee voldoende onderbouwd voor terwijl de raad eerder een besluit moet nemen over de vaststelling van het bestemmingsplan. het bestemmingsplan. De eventuele financiële uitvoerbaarheid staat, ook bij de omgevingsvergunning voor het nieuwe stadion, nog geenszins vast. De indiener vraagt zich af hoe BVO Feyenoord invulling gaat geven aan de exploitatie en hoe het zit met de verdiencapaciteit. Evenementen zijn geen gegeven en hard nodig voor een sluitende exploitatie. 71.22 Ook vraagt de indiener zich af of de gemeente rekening heeft gehouden Aanvullend wordt opgemerkt dat er rekening is gehou- met te betalen bijdragen om de verplaatsing van detailhandel en horeca den met de uitplaatsingskosten voor detailhandel en ho- van Veranda naar de Strip mogelijk te maken. Daarnaast vraagt de reca in de gehele grondexploitatie. indiener zich af of rekening is gehouden met en wie op draait voor de De Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas is verant- hoge kosten die waterbodemverontreiniging (ontgraven, afvoeren en woordelijk voor het bouwrijp maken en voert dit voor ei- storten slib) met zich mee brengt. gen rekening en risico uit. 71.23 Volgens indiener volgt uit onderzoek van de Universiteit van Twente uit Bij de haalbaarheidsstudie heeft een (externe) toets op oktober 2019 dat er sprake is van staatssteun en moet deze dus worden staatssteun plaatsgevonden. De voorwaarden waaron- aangemeld bij de Europese Commissie. Ingeval de commissie de steun der de ontwikkeling voldoet aan de regels van staatsteun verbiedt is Feyenoord City financieel niet uitvoerbaar. Ingeval de zijn opgenomen in de position paper. gemeente geen melding doet en toch financieel ondersteunt is er sprak van ongeoorloofde staatssteun. 71.24 De indiener wenst een optimalisering van de bouw- en Het bestemmingsplan is een vertaling van het in 2019 Ontwikkeling Feyenoord BP gebruiksmogelijkheden van de in haar bezit zijnde gronden, afgestemd vastgestelde Masterplan Feyenoord City waarin het City in relatie tot in een stedenbouwkundige verantwoorde omgeving. Kuippark vooral als woongebied is aangeven en waarin eigendommen van De indiener kan zich niet verenigen met de inhoud van de aangegeven de maximale woningaantallen en maximale indiener/ Bestemming/ bestemmingen, voor zover het betreft de bestemming ‘Woongebied- bouwhoogten zijn opgenomen. De wens is om in Functieaanduiding/Bouwho Kuippark’ en de bestemming ‘Gemengd – De Strip Zuid’. Voor wat Feyenoord City een gemengd woongebied te realiseren ogte betreft de bestemming ‘Woongebied-Kuippark’ kan de indiener zich niet met een diversiteit aan woonmilieus / programma. Rond verenigen met de beperkte gebiedsaanduidingen en met de de Kuip is dat een andere mix/opzet dan rond het beperkingen ten aanzien van detailhandelsvoorzieningen. De indiener is Nieuwe Stadion en de rivier. Niet alleen wonen op van mening dat de herontwikkeling van haar eigendom onevenredig hoogte in torens, maar ook andere typologieën. De wordt beperkt door de aangegeven functieaanduidingen. Binnen de horeca en detailhandel is geconcentreerd rond het bestemming ‘Woongebied-Kuippark’ zou een functieaanduiding nieuwe stadion en de Strip. De functies worden in m2 opgenomen moeten worden die ook de vestiging van nieuwe begrenst door de provinciale verordening en de horecabedrijven mogelijk maakt. Ook het vestigen van nieuwe kantoren uitkomsten van de DPO. Het verschil in bouwhoogtes in

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 170

zou binnen deze bestemming goed passen en mogelijk gemaakt moeten het bestemmingsplan is afgeleid uit het masterplan en kunnen worden. De indiener geeft aan dat in het OBP alleen in het daarmee inderdaad beperkender dan de vastgestelde gebied ‘Waterfront’ en de bestemming ‘Gemengd-De Kuip’ de hoogbouwvisie. mogelijkheid voor een hotel is opgenomen. De indiener acht i.v.m. een Het schuiven van functies tussen de deelgebieden is functionele uitwisseling tussen de verschillende deelgebieden het overigens mogelijk op basis van de planregels. gewenst dat ook in het gebied Kuippark de mogelijkheid van een hotel wordt opgenomen. De indiener is van mening dat ook binnen het gebied Kuippark de mogelijkheid moet bestaan om gebouwen hoger dan 60 m te realiseren. De indiener denk aan een bouwhoogte van 110m. Daarbij benoemt de indiener dat een grote hoogte voor gebouwen ook is aangegeven in het gebied ‘Waterfront’. Volgens de indiener mag zij er van uitgaan dat deze hoogte ook past binnen de vastgestelde gemeentelijke Hoogbouwvisie. De indiener geeft aan dat het aantal woningen binnen haar gebied binnen de aangegeven bestemming zodanig is vastgelegd, dat er geen enkele ruimte bestaat voor nieuwe ontwikkelingen binnen de woningmarkt, waaraan door de gemeente nog niet is gedacht of waaraan de gemeente nog niet heeft kunnen denken. Volgens de indiener zijn de aantallen van woningen waaraan wordt gedacht voor Woonpark-de Kuip (772) en voor De Strip Zuid (190) van een concreetheid, die niet past bij de aard van het OBP. De indiener wenst op dit onderdeel een grotere mate van flexibiliteit in de vorm van een maximum aantal woningen voor een veel groter gebied dan wel het gehele project. Ook voor wat betreft de bestemming ‘Gemengd – De Strip Zuid’ wenst de indiener een verruiming van de detailhandelsvormen in het gebied in aansluiting op hetgeen in de bestemming ‘Woongebied-Kuippark’ is geregeld. De indiener geeft aan dat, in combinatie met de bebouwingsmogelijkheden in de bestemming ‘Woongebied-Kuippark’ en mede gelet op het alternatieve plan, het gewenst is dat de bouwhoogte van bouwwerken 130m wordt m.b.t. de bestemming ‘Gemengd – De Strip Zuid’. 71.25 De onderlinge uitwisselbaarheid tussen de bestemmingen ‘Gemengd-De De regels zijn naar de mening van de gemeente Bestemming BP Strip Zuid’ en ‘Woongebied-Kuippark’, om een invulling te geven aan de voldoende duidelijk. In een beperkte strook binnen de bestemming ‘Gemengd-De Strip Zuid’, is volgens de indiener bestemming Woongebied-Kuippark (de gronden met de onvoldoende duidelijk. aanduiding specifieke vorm van gemengd-1) mogen De indiener geeft aan dat gelet op de samenhang tussen de 2 gebieden onderdelen van gebouwen op De Strip ten behoeve van het wellicht gewenst is te kiezen voor één bestemming, daarbij dient

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 171

dan wel voldoende flexibiliteit te zijn opgenomen m.b.t. de daar toegestane functies worden gerealiseerd. detailhandelsdoeleinden, kantoren en een hotel. Zelfstandige gebouwen zijn ter plaatse niet toegestaan. 71.26 De indiener geeft aan dat zelfrealisering van de gewenste ruimtelijke Het door de gemeenteraad in op 28-11-2019 vastge- Zelfrealisering/Onteigening BP kwaliteit conform de regels van het OBP goed mogelijk is en dat er stelde Masterplan Feyenoord City laat zien dat de ruim- derhalve geen basis is voor onteigening. De indiener vraagt om een telijke en functionele samenhang binnen de verschil- nadere toelichting van de gemeente over de opmerking in het OBP dat lende deelgebieden zodanig is dat het ontwikkelen van zelfrealisering niet mogelijk zou zijn. De indiener geeft aan dat nu deze particuliere eigendommen zonder dat daarbij gemeente- toelichting ontbreekt er sprake is van een onzorgvuldige voorbereiding. lijke gronden betrokken worden, niet wenselijk is. Ter plaatse van het eigendom van indiener zijn de bestem- mingen Gemengd-De Strip Zuid en Woongebied-Kuip- park opgenomen. Op basis van het Masterplan Feyen- oord City vormt De Strip tegelijkertijd een verbinding en een bestemming. De Strip verbindt het Nieuwe Stadion met het treinstation Stadionpark, overbrugt de afstand met De Kuip en het Nieuwe Stadion en biedt infrastruc- tuur bestaand uit diverse openbare ruimtes en een geïn- tegreerd netwerk van sport, winkels, ontspanning, wo- nen en entertainment. De Strip voorziet ook in de par- keerbehoefte voor het stadion, overige commercieel programma en het woonprogramma. Het viaduct dat de Strip met het treinstation verbindt, maakt de Strip tot de levensader van de ontwikkeling. Op wedstrijddagen biedt De Strip meer dan 30% van alle bezoekers toegang tot het nieuwe stadion. Dit zijn ruim 19.000 mensen. Dit maakt de noodzaak van een verbinding met voldoende maat in verband met de veiligheid en route naar het sta- dion duidelijk. De eigendomsgrens doorkruist de belang- rijkste publieke route van het gebied en de onderlig- gende parkeergarage. Dit betekent dat bij ontwikkeling van de Strip randvoorwaarden nodig zijn om de ruimte- lijke en functionele samenhang te bewaken. Optimale af- stemming met andere eigenaren in het gebied, waaron- der de gemeente, is dan ook noodzakelijk.

Het Kuip Park wordt een verblijfsgebied waarin woning- bouw wordt gecombineerd met een parkachtige omge- ving en een grote groene ruimte met speelplaatsen en sportfaciliteiten. Het Kuip Park anticipeert ook op de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 172

herontwikkeling van De Kuip met respect en behoud van cultureel historische waarden. De ontwikkeling van het Kuip Park moet tot een unieke woontypologie leiden in onderlinge samenhang. Sterk bepalend voor de timing van ontwikkelen is de parkeerbalans (aantal beschikbare parkeerplekken op wedstrijddagen). Zelfontwikkeling leidt tot de vraag hoe een samenhangend en doorlopend woonblok gerealiseerd kan worden met een gefragmen- teerde ontwikkeling.

Belangrijk uitgangspunt voor de leefbaarheid is dat al het autoparkeren (voor bewoners en bezoekers) uit het zicht en onder het gebouwde programma wordt opgelost. De huidige parkeerbalans is zeer efficiënt, uitgaande van het grote oppervlakte en het principe van beschikbaarheid, dubbelgebruik en dus geen eigen plek. Een gefragmen- teerde oplossing zal gevolgen hebben voor de efficiëntie en daarmee de kwaliteit van het gebied. De ontsluiting van het gebied kan voorts niet plaats vinden via de Stadi- onweg of de Olympiaweg, waardoor de gemeentelijke gronden nodig zijn voor ontsluiting van het perceel van indiener.

Hoewel, gelet op het bovenstaande, een gezamenlijke ontwikkeling met de gemeentelijke gronden noodzake- lijk is voor de beoogde kwaliteit zijn de regels van het be- stemmingsplan vooral gericht op het borgen van de hier- voor bedoelde ruimtelijke en functionele samenhang. De regels van het bestemmingsplan worden op dit punt nog aangescherpt. Voor de Strip wordt geborgd dat er een integrale parkeervoorziening op maaiveld wordt ontwik- keld en dat er een openbaar toegankelijke route met vol- doende breedte wordt gerealiseerd. Voor het Kuippark wordt vastgelegd dat de gronden via de Coen Moulijn moeten worden ontsloten.

Geconcludeerd wordt bovendien dat het voor de uit- voerbaarheid van het plan en de ontwikkeling van de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 173

Strip, dat een essentieel onderdeel is van het plan, in het bijzonder nodig is dat de bestaande functies niet kunnen blijven voortbestaan. Dit betekent dat het be- staand gebruik er plaatse van de Strip alsnog wordt weg- bestemd zodat in een uiterste geval de gemeente over kan gaan tot onteigening. 71.27 De indiener heeft een alternatief plan opgesteld waarbij geen sprake is Voor het antwoord wordt verwezen naar de Alternatief plan BP van een nieuw stadion, maar van modernisering van de huidige Kuip. Dit beantwoording onder thema 4.2. plan komt overeen met de gemeentelijke doelstellingen. Volgens de indiener is dit alternatief plan voldoende concreet en economisch getoetst om als alternatief plan te kunnen worden ingediend. 71.28 De economische uitvoerbaarheid van het OBP en de langsdam en Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Economische LL aanlanding ontbreken, waardoor een omgevingsvergunning niet aan de onder 1.1. uitvoerbaarheid orde zal kunnen zijn. 71.29 Het OBP getuigt van een onvoldoende zorgvuldige voorbereiding, Verwezen wordt naar de beantwoording hierboven op Samenvatting BP waarin ook onvoldoende gemotiveerd is dat het OBP binnen de de verschillende aangedragen punten. planperiode gerealiseerd kan worden. Zowel over de praktische als economische haalbaarheid is volstrekte onduidelijkheid. Er is onvoldoende afweging gemaakt tussen de plannen voor een nieuw stadion en modernisering van de huidige Kuip. conclusie De zienswijze leidt tot wijziging van de planregels zoals hiervoor beschreven.

72 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 72.1 De locatie die momenteel wordt gezien als beste voor de bouw van een Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Locatie nieuw stadion BP nieuw stadion, is toen (onderzoek 2006) beoordeeld als een onder 4.1. onwenselijke locatie vanwege de complexiteit. Dit blijkt tevens uit de vele obstakels waar het nieuwe stadion op die plek tegenaan loopt (waaronder externe veiligheid, bereikbaarheid, parkeren, mobiliteit, grondwerving, radarpost, watercompensatie, waterleiding en de bufferdam). In 2009 is wederom onderzoek gedaan naar locaties voor een nieuw stadion. In dit onderzoek werden slechts drie locaties meegenomen, waarvan de locatie die bij een eerder onderzoek als slechtste uit de bus kwam, nu plotseling als beste locatie uit de bus komt. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op basis van onduidelijke criteria.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 174

72.2 Gebleken is dat er nog niet met alle betrokken Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Grondexploitatie BP grondeigenaren/huurders afspraken zijn gemaakt over het verkrijgen onder 4.4. van de benodigde gronden. Onduidelijk is op welke basis geconcludeerd kan worden dat de benodigde gronden ook daadwerkelijk in bezit van de stichting komen, op welke termijn dat het geval zal zijn en welke kosten daaraan verbonden zullen zijn. De gemeente heeft aangegeven de gronden voor een vast bedrag over te nemen. Deze gronden zullen vervolgens in erfpacht worden uitgegeven aan de organisatie achter het nieuwe stadion. Tevens is er van de kant van bvo Feyenoord (Feyenoord Rotterdam N.V.) nog geen besluit genomen of daadwerkelijk wordt ingestemd met de bouw van een nieuw stadion. 72.3 Er wordt vermeld dat Stadion Feijenoord N.V. zicht heeft op het Deze aanname is gebaseerd op informatie van het Opstalexploitatie verkrijgen van voldoende financiële middelen. Indiener vraagt zich af op stadion en andere betrokken partijen. welke basis deze aanname steunt. 72.4 Naast de financiering van de bouw van een nieuw stadion dient dit Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Exploitatie stadion BP stadion ook geëxploiteerd te worden. De cijfers die gebruikt worden in onder 4.4. de berekeningen over opbrengsten zijn op z’n minst zeer optimistisch te noemen. Er bestaan grote twijfels of de beoogde bezoekersaantallen wel gehaald gaan worden. Hier is sprake van onrealistische aannames waarop de exploitatie van een nieuw stadion wordt gebaseerd. De huidige aannames wat betreft de inkomsten (bijvoorbeeld de inkomsten vanuit de zakelijke markt, maar ook het aantal vereiste betalende supporters) zijn dermate optimistisch, dat deze niet realistisch mogen worden genoemd. 72.5 In het ontwerpbestemmingsplan wordt gesteld dat de eerste fase, Zie thematische bentwoording onder 1.1. en 1.2. Financiële haalbaarheid BP waartoe bouw van het stadion in de Maas behoort, gerealiseerd zal moeten zijn alvorens kan worden gestart met de realisatie van de volgende fasen. Op basis van het hierboven gestelde kan geconcludeerd worden dat realisatie van deze volgende fasen evenmin realistisch is. Er is grote onzekerheid over de economische en fysieke haalbaarheid van de gehele gebiedsontwikkeling. 72.6 De balans in bebouwd / infra, water en groen dient hersteld te worden Het ontwerpbestemmingsplan en het bijbehorend MER Duurzaamheid BP om voorbereid te zijn op extremer weer en hogere temperaturen. In zijn gericht op het mogelijk maken van een nieuw een eerder stadium is al gebleken dat er alternatieve ontwikkelingen stadion. Een en ander op de locatie zoals eerder mogelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn de initiatieven van BAM en Red besloten. De effecten van het nieuwe stadion op de de Kuip. Deze initiatieven leveren voor een lagere investering eenzelfde beoogde locatie zijn onderzocht en onderbouwd, ook programma. Niet duidelijk is waarom een nieuw te bouwen stadion wel ten aanzien van de mobiliteit, wateraspecten en een ‘momentum’ (dus kennelijk geen ‘vereiste’) voor een klimaatadaptatie. Dit is afgestemd met het bevoegd

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 175

gebiedsontwikkeling kan zijn en een vernieuwd Stadion Feijenoord (De gezag (Rijkswaterstaat) en ook met andere relevante Kuip) dat niet kan zijn. Terwijl er breed inzicht is ontstaan dat partijen zoals het havenbedrijf. verplaatsing van transport van weg naar water een hoofddoel is in het mobiliteitsbeleid en dat bij klimaatadaptatie water alle ruimte moet krijgen, volgt het College in Rotterdam een koers waarbij de Nieuwe Maas wordt afgeknepen en barrières worden opgeworpen. 72.7 In het ontwerpbestemmingsplan wordt ook melding gemaakt van het Zie de thematische beantwoording onder 9. Mobiliteit BP mobiliteitscontract dat is afgesloten tussen de gemeente en Stadion Feijenoord N.V./Nieuw Stadion B.V. Hierbij geeft de gemeente blijk van het afschuiven van gemeentelijke taken voor wat betreft infrastructuur en mobiliteit naar een particuliere partij. Indiener vraagt zich af hoe dit in stand blijft. De impact die verkeer rondom het in Feyenoord City nieuw te bouwen stadion zal hebben, zal zeker voor de omgeving dermate groot zijn, dat deze een onacceptabel klimaat veroorzaakt. 72.8 In het ontwerpbestemmingsplan wordt Stadion Feijenoord (De Kuip) Het bestemmingsplan Feyenoord City gaat er vanuit dat Wegbestemmen BP wegbestemd. Vanuit de overgangsregeling in het het huidig gebruik van de Kuip binnen de planperiode Huidig stadion ontwerpbestemmingsplan kan Stadion Feijenoord (De Kuip) nog wel wordt beëindigd. Zie het antwoord bij zienswijze 127. gebruikt blijven worden als voetbalstadion, maar zijn aanpassingen aan het stadion niet meer mogelijk. Dat houdt in dat de bvo Feyenoord op de huidige locatie geen verdere ontwikkeling kan doormaken. Mocht een nieuw stadion niet gerealiseerd worden, en met die mogelijkheid moet te allen tijde rekening worden gehouden, betekent dat dat de bvo Feyenoord geen enkele kans meer heeft om door te groeien. conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

73 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 73.1 Zie indiener 72 Zie beantwoording bij 72. conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

74 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 74.1 Indiener uit in zijn algemeenheid zorgen over de technische en Het DPRA verwijst naar onder andere de Klimaatadaptatie BP/ GW/ LL/ TL/ logistieke haalbaarheid van het plan. Met name in relatie tot het stadion klimaateffectatlas om de potentiële effecten van WW en de Business Case van het stadion. Indiener is er niet in geslaagd om klimaatverandering bij verschillende klimaatscenario’s te

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 176

te achterhalen of het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), bepalen. Voor het MER is voor het beoordelen van de een gestandaardiseerde stresstest, in het kader van deze ontwikkeling is thema’s die vallen onder klimaatadaptatie gebruik uitgevoerd. Hierdoor vraagt de indiener zich af hoe Feyenoord City het gemaakt van deze klimaateffectatlas. Het is echter een klimaatbestendig ontwikkelen aantoont. Zorgen zijn er over de grote hulpmiddel om een beoordeling op te baseren, omdat hoeveelheid betonoppervlakte die leidt tot wateroverlast en hitte. het uit gaat van de bestaande situatie en het niet mogelijk is om hierin een nieuwe beoogde situatie (op basis van een bestemmingsplan/masterplan) te beoordelen. De beoordeling voor klimaatadaptatie is daarom gebaseerd op zowel de klimaateffectatlas alsmede expert judgement. Hierbij is de beoogde toekomstige situatie afgezet tegen de huidige situatie en is beoordeeld wat hiervan het positieve of negatieve effect is. In de nadere uitwerking van het Masterplan naar Stedenbouwkundige plannen wordt er in nader detail ingegaan op o.a. het gebruik van groen, schaduwwerking, water(infiltratie) en andere mogelijkheden om ervoor te zorgen dat er geen toename van de temperatuur van de stad is en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor het afvoeren van neerslag bij piekbuien. Ten opzichte van de referentiesituatie (huidige situatie) zal in het plangebied een overwegend positief effect voor klimaatadaptatie optreden. Bij de inrichting van de buitenruimte wordt rekening gehouden met waterberging en -afvoer en hitte. Er ontstaat geen betonoppervlakte, maar een aantrekkelijk ingerichte ruimte met ook ruimte voor groen. 74.2 Indiener geeft aan in relatie tot twijfels bij de financiele uitvoerbaarheid Het is niet gebruikelijk om in een bestemmingsplan een Raakvlakkenoverzicht Bp dat in de beschrijving van de huidige situatie (red. hoofdstuk 2 technisch raakvlakkenoverzicht op te nemen. Dit is iets toelichting van het ontwerpbestemmingsplan) het ontbreekt aan een voor de verdere stedenbouwkundige uitwerking en de goed/ compleet technisch raakvlakkenoverzicht voor externe vergunningfase. raakvlakken. 74.3 Indiener vraagt zich in verband met punt 74.2 af welke kosten voor De kosten voor de langsdam en de landaanwinning Raakvlakkenoverzicht BP/ GW/ LL/ TL/ rekening komen van het stadion/gemeente/overige plots en waar dit komen ten laste van het stadion. De verdeling van WW behandeld is in het dossier. kosten tussen gebiedsontwikkelaar, stadion en Kan je dat zo stellen? gemeente is geen onderwerp van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 177

Voor de financiering wordt verwezen naar de thematische beantwoording onder 1.1.

74.4 Indiener vraagt zich af hoe bouwtrillingen het bestaande spoor en de Trillingen als gevolg van bouwactiviteiten zijn geen Raakvlakkenoverzicht BP/ GW/ LL/ TL/ primaire waterkering raken en wat de risico’s zijn en waar dit behandeld onderwerp in de plantoelichting van het WW is in het dossier. bestemmingsplan. Dit komt aan de orde bij de omgevingsvergunning voor bouwen. Overigens kan met maatregelen trillingshinder voorkomen worden. 74.5 Indiener maakt zich mede in relatie tot de Business Case zorgen over de De genoemde aspecten hebben geen betrekking op het Planning BP/ GW/ LL/ TL/ planning. De planning is afhankelijk van de ontheffing van de Wet bestemmingsplan en de andere ontwerpbesluiten die ter WW Natuurbeheer, de beperkte periode dat er aan primaire waterkeringen inzage zijn gelegd. De benodigde vergunningen voor de gewerkt mag worden en de door ProRail aan te wijzen treinvrije bouw van het stadion in het kader van de Wet periodes. In het bijzonder maakt de indiener zich zorgen over het Natuurbescherming zijn overigens reeds aangevraagd. plaatsen van de safetycase van de overkapping. De overkapping is van Inmiddels is ook de aanvraag omgevingsvergunning voor belang voor de vluchtroutes en niet tijdige afronding zou wederom de bouw van het stadion waaronder de safety case vertraging van de opening van het stadion leiden. Indiener vraagt waar aangevraagd. De verwachting is dat alle benodigde dit behandeld is in het dossier. vergunningen tijdig worden afgegeven. De bouwfasering en bouwduur is overigens geen aspect waar het bestemmingsplan op ziet. 74.6 Indiener vraagt zich af hoe de effecten van een stadion op het spoor Dit aspect heeft geen betrekking op het bestemmings- Veiligheidseffect- rapportage BP worden beschouwd en wie deze effecten betaalt. Indiener gaat er plan en de andere ontwerpbesluiten die ter inzage zijn namelijk vanuit dat er meer extra installaties in de verkorte tunnel gelegd. Er is overigens geen sprake van een tunnel in het moeten komen en dat deze installaties niet begroot zijn en waar dit kader van de Tunnelwetgeving maar van een spoorover- behandeld is in het dossier. kluizing. Er zijn geen extra installaties in de spoorover- kluizing noodzakelijk (er wordt voldaan aan de zoge- naamde rws curve). De spooroverkluizing wordt behandeld in de aanvraag omgevingsvergunning bouwen voor deze spooroverkluizing. 74.7 Indiener vraagt zich af of er maatregelen nodig zijn vanwege de EMC Dit aspect heeft geen betrekking op het bestemming- Veiligheidseffect- rapportage BP invloeden vanuit het stadion naar het spoor en andere splan en de andere ontwerpbesluiten die ter inzage zijn kabelinfrastructuur en wie deze kosten betaalt en waar dit behandeld is gelegd. EMC invloeden worden overigens niet verwacht. in het dossier. Wie welke kosten draagt is geen onderwerp van dit bestemmingsplan. 74.8 Indiener vraagt zich af of de primaire waterkering verbetert of Dit aspect heeft geen betrekking op het bestemming- Veiligheidseffect- rapportage BP verslechtert door deze ontwikkeling en wie deze kosten betaalt en waar splan en de andere ontwerpbesluiten die ter inzage zijn dit behandeld is in het dossier. gelegd.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 178

De situatie van de primaire waterkering is in de toekom- stige situatie vergelijkbaar met de huidige situatie. De omgevingsvergunning en waterwetvergunning voor de bouw nabij de primaire waterkering met bijhorende onderzoeken is aangevraagd. 74.9 Indiener vraagt zich af hoe de kostenverdeling is voor het zinkerpakket De maatregelen aan het zinkerpakket zijn onderdeel van Veiligheidseffect- rapportage BP van Evides en of de ligging hiervan verbetert of verslechtert en waar dit de watervergunning en zijn opgenomen in de kosten voor behandeld is in het dossier. de dam en landaanwinning. Met deze maatregelen zijn er geen effecten op de ligging van de leiding.

74.10 Indiener vraagt zich af hoe de rolverdeling is van het onderhoud en hoe Dit betreft een beheersaspect en is, in zijn algemeenheid, Veiligheidseffect- rapportage BP dit eruit ziet en waar dit behandeld is in het dossier. geen onderdeel in het kader van de afwegingen in een bestemmingsplan.

74.11 Indiener vraagt zich af hoe zeker het is dat het modernisering van de In bijlage 3 behorend bij het MER is onderbouwd Renovatie Kuip BP Kuip geen realistisch alternatief is. Dit wordt in het bestemmingsplan waarom de modernisering van de Kuip geen alternatief aangegeven, maar het ontbreekt aan argumentatie hierover in de is. In het toetsingsadvies van de commissie voor de beantwoording van de vragen van de Commissie MER en waar dit m.e.r. over het MER zijn hier verder geen opmerkingen behandeld is in het dossier. meer over gemaakt. Zie ook de thematische beantwoording onder 4.1. 74.12 Indiener vraagt zich af op welke wijze de gemeente de functiescheiding Er is sprake van verschillende verantwoordelijkheden Rol gemeente BP/ GW/ LL/ TL/ heeft toegepast aangezien er intensief samen wordt gewerkt tussen de tussen de private partijen en de gemeente. De WW gemeente en de projectorganisatie en waar dit behandeld is in het uiteindelijke afweging in het kader van de ruimtelijke dossier ordenings-procedures is nadrukkelijk een gemeentelijke afweging en bevoegdheid. De gemeente toetst de producten aan gemeentelijk beleid en de gemeentelijke standaarden. Deze brengt ze al vroeg in het proces in. De procedure en inhoud van het MER is nadrukkelijk bij de DCMR belegd. Zij vervullen in dat kader de rol van ‘bevoegd gezag’, zodat er sprake is van een duidelijke scheiding van verantwoordelijkheden is met de initiatiefnemer. Omgevingsvergunningen worden door Bouw- en Woningtoezicht (in mandaat namens het het college van B en W) beoordeeld en vallen buiten de projectorganisatie.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 179

74.13 Indiener vraagt zich af of er onderzoek is gedaan naar het ontstaan van Ja het nautisch onderzoek ‘verplaatsen vaargeul’ en de ri- Aanpassen vaarroute BP/ WW seiches door eigen bewegingen en de effecten van seiches als gevolg vierkundige beoordeling zijn onderdeel van de ontwerp- van het aanpassen van de vaarroute en waar dit behandeld is in het vergunningen die mede ter inzage hebben gelegen. Ook dossier. in het MER is onderzoek naar golfslag opgenomen. 74.14 Indiener vraagt zich af of er in het lichtplan voldoende rekening is Dit aspect heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Lichtplan BP/ GW/ LL/ TL/ gehouden met vleermuizen en waar dit behandeld is in het dossier. en de andere ontwerpbesluiten die ter inzage zijn gelegd. WW Inmiddels is de aanvraag omgevingsvergunning voor het stadion ingediend. Hierbij is een vleermuizenonderzoek en een lichtplan gevoegd. 74.15 Indiener vraagt zich af de langsdam invloed heeft op de gronddekking De oeververbinding maakt geen onderdeel uit van dit Langsdam BP indien de oeververbinding een tunnel wordt en waar dit behandeld is in plan. In een afzonderlijk traject wordt over de locatie het dossier. van de oeververbinding een besluit genomen en zal er indien nodig een afzonderlijk juridisch-planologische procedure worden gevoerd. 74.16 Indiener geeft aan dat de overkluizing een belangrijk onderdeel is van Dit aspect heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Afstemming overkluizing BP/ GW/ LL/ TL/ de wandel- en vluchtroute en hoe dat zich verhoudt met en de andere ontwerpbesluiten die ter inzage zijn gelegd. ProRail WW rookontwikkeling. Hierbij vraagt de indiener zich af of het open karakter Een cfd-berekening voor rook in de spooroverkluizing is al is afgestemd met ProRail en wat de kans is dat de zijkant toch dicht onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning moet en waar dit behandeld is in het dossier. bouwen stadion en spooroverkluizing. 74.17 Indiener vraagt zich af of, met oog op de bodemsanering, er met het Eventuele sanering vindt plaats voor aanvang van de Bodemsanering BP/ GW/ LL/ TL/ fundament van het nieuwe stadion door de afschermingslaag wordt bouwwerkzaamheden. Dit is onderdeel van aanvraag WW gegaan en waar dit behandeld is in het dossier? omgevingsvergunning bouwen stadion. 74.18 Indiener vraagt zich af of het gasveld onder het stadion invloed heeft op Dit aspect heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Gasveld stadion BP/ GW/ LL/ TL/ de bouw. en de andere ontwerpbesluiten die ter inzage zijn gelegd. WW Invloed van de ondergrond op de bouw is onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning bouwen stadion. 74.19 Indiener vraagt zich af of de impact op de grondwaterstromen Dergelijke aspecten worden nader onderzocht in het ka- Grondwaterstromen BP/ GW/ LL/ TL/ voldoende zijn onderzocht in het kader van de vervuilde grond en hoe der van de omgevingsvergunningen wanneer het exacte WW groot de kans is dat de vervuiling verder verspreid wordt. bouwplan en de mate waarin de grond geroerd wordt bekend is. Zo is dit bijvoorbeeld voor de aanvraag van de watervergunning (bouwen in de waterkering) voor de bouw van nieuwe stadion in beeld gebracht en worden grondwaterstromen voorkomen. Deze aanvraag is overi- gens geen onderdeel van de stukken die ter inzage heb- ben gelegen. 74.20 Indiener vraagt zich af hoe er in de verdere plannen omgegaan wordt Niet is aangegeven welke strijdigheden zijn Tegenstrijdigheid conclusies BP/ GW/ LL/ TL/ met tegenstrijdige conclusies en aanbevelingen vanwege de grote geconstateerd. Waar er tegenstrijdige effecten op en aanbevelingen WW hoeveelheid onderzoeken. Niet duidelijk is of en hoe de onderzoeken verschillende thema’s zijn, is in het MER (bij het VKA) en

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 180

zijn getoetst op integraliteit en of de onderzoeken op een zorgvuldige bestemmingsplan de afweging gemaakt. Er is geen manier hebben plaatsgevonden. In het kader van een m.e.r procedure is sprake van opknippen. Alle ontwikkelingen binnen een integrale beschouwing nodig. Door te werken met 2 Feyenoord City zijn in hetzelfde plan opgenomen en in coördinatiemandjes is er sprake van salamitactiek waardoor het hetzelfde MER zijn totaliteit beschouwd. De onvoldoende inzicht geven kan worden in totaaleffecten. coordinatieprocedure zorgt er juist voor dat de vergunningen voor de eerste ontwikkeling binnen Het ontbreken van integraliteit kan tot additionele kosten leiden Feyenoord City, te weten het nieuwe stadion, pararallel waardoor de financiële haalbaarheid van het stadionplan niet is aan het besluit over het bestemmingsplan plaatsvinden. gewaarborgd. Dit kan in de weg komen te staan aan de busines case Tegen de besluiten over de vergunningen (in twee voor het stadion en omdat het stadion voorwaardelijk is voor de mandjes) en het bestemmingsplan staat straks in één gebiedsontwikkeling kan dit bestemmingsplan niet worden vastgesteld keer beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Niet duidelijk is waarom deze procedure tot additionele kosten zou leiden. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

75 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op Betreft modelzienswijze Stadion op Zuid. Zie samenvatting x Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

76 Indiener OndernemersVereniging Stadionweggebied e.o. Beantwoording Thema** Betrekking op* 76.1 Indiener is op zich enthousiast over de gebiedsontwikkeling maar heeft Het VER geeft in paragraaf 2.1. aan dat de focus voor Veiligheidseffect- rapportage BP / MER / GW / sterke kritische kanttekeningen bij de onderwerpen mobiliteit, concrete maatregelen vooral gelegen heeft op het sta- TL / LL / WW bereikbaarheid en veiligheid. dion en de concours omdat hiervoor al een stedenbouw- De indiener geeft aan dat in de Veiligheidseffectrapportage (VER (punt kundige uitwerking is. In diezelfde paragraaf wordt aan- 2.1) ten onrechte aangehaald wordt dat er naar omliggende wijken en gegeven dat ook naar omliggende wijken is gekeken voor de stad is gekeken. Hierbij spelen verkeersdruk en sociale veiligheid een de aspecten verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Het belangrijke rol. Dit geldt niet voor de private domeinen (lees aangelegde VER geeft de aanbeveling dat bij de verdere steden- parkeerplaatsen) aan de Stadionweg die tijdens wedstrijden en bouwkundige uitwerking rond het stadion (waaronder activiteiten gebruikt worden. Zwerfafval, vandalisme, vernielingen en de Veranda) conform de CPTED-methodiek (crime pre- urineren tegen panden en het niet bereikbaar zijn van panden bij een vention through environmental design) wordt gewerkt. calamiteit zijn namelijk zaken die onderzocht moeten worden in een Hierdoor wordt door vormgeving van openbare ruimte, VER. Daarnaast vinden op deze private terreinen tijdens de donkere criminaliteit zo veel mogelijk voorkomen en sociale vei- ligheid verbeterd. In de omliggende wijken waar geen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 181

uren menige activiteiten plaats die hier niet op zijn plaats zijn. nieuwbouw aan de orde zal via handhaving aan sociale Ondernemers draaien op voor de gevolgen van deze activiteiten. veiligheid en het tegengaan van criminaliteit, zwerfafval Indiener geeft aan dat de werkgroep VER zich met deze problematiek etc worden gewerkt. bezig zou moeten houden, maar dit wordt door de indiener niet zo Ten aanzien van de overlast zal door de wijkmanager van ervaren en dit wordt niet teruggevonden in de stukken. Geen van de de gebiedsorganisatie IJsselmonde een overleg worden partijen die onderdeel uitmaken van de werkgroep is namelijk het ingepland met vertegenwoordigers van de OVS, stadion gesprek aangegaan met de indiener. Feijenoord en Stadsbeheer om de problematiek rond het beheer van het openbaar toegankelijke particuliere ge- bied aan de Stadionweg, Hoendiep, Reitdiep en Boter- diep te bespreken en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken.

76.3 De indiener heeft in de loop van de jaren meerdere kritische Ten aanzien van de verantwoordelijkheid en Mobiliteit BP/MER/GW/TL/L kanttekeningen geplaatst bij het Mobiliteitsplan en maakt zich grote haalbaarheid van het mobiliteitsplan wordt verwezen L/WW zorgen over de mobiliteit, bereikbaarheid en parkeergelegenheid voor naar de thematische beantwoording onder 9.1. Voor de de ondernemers zowel op de Stadionweg als op de Veranda. parkeerdruk op de Veranda wordt verwezen het De indiener geeft aan dat in het mobiliteitscontract voorgestelde antwoord onder thema 3.8. gedragsaanpassingen van supporters ambities zijn die enkel op aannames zijn gebaseerd. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor het behalen van de ambities bij Feyenoord gelegd. Bij de jaarlijkse evaluatie hebben bewoners en ondernemers geen recht van spreken. De indiener ziet de ambities in combinatie met een grotere capaciteit van het stadion als niet haalbaar. De verwachting is dat de toename in verkeer bij het verhoogde bezoekersaantal een enorme impact zal hebben op het projectgebied en de omliggende gebieden. 76.4 De indiener geeft aan dat er met betrekking tot het aspect ‘duurzaam Het is juist dat een kwalitatieve beoordeling heeft Veiligheid BP/MER/GW/TL/L veilig’ (verwijzing naar pag 24 uit het VER) enkel een kwalitatieve plaatsgevonden op duurzaam veilig en L/WW beoordeling heeft plaatsgevonden en er niet naar de praktijk is gekeken, oversteekbaarheid waar indiener naar verwijst. De terwijl in het VER het advies gegeven wordt goed naar de impact op de verdere invulling van het aspect duurzaam veilig vindt omgeving te kijken. plaats bij de stedenbouwkundige uitwerking. Onderdeel daarvan is onder meer de langzaamverkeersverbinding vanaf het nieuwe stadion naar de Rosestraat en van de Kuip naar het nieuwe stadion via de Strip. Bij het opstellen van het masterplan en het VER is gebruik gemaakt van de praktijkervaringen van afgelopen jaren. 76.5 De indiener geeft aan dat ondernemers aan de Stadionweg binnen de De toegestane milieucategorie op het bedrijventerrein Milieucategorie en BP/MER/GW/TL/L toegestane milieucategorie functioneren. Met mogelijke uitbreiding van Stadionweg is op grond van het bestemmingsplan IJssel- woningbouw/ L/WW woningbouw tot aan de plangrens zou de huidige milieucategorie in het monde Noord categorie 3.2. Bij bedrijven in categorie Waardevermindering

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 182

gedrang kunnen komen. Dit gaat volgens de indiener ten koste van de 3.2. hoort volgens de VNG brochure Bedrijven en milieu- bedrijfs- en vastgoedwaarde van de huidige bedrijven en kan leiden tot zonering een richtafstand van 100 meter tot een woon- gedwongen verhuizingen of verplaatsingen van bedrijven. Dit is volgens gebied en (verkleining met 1 afstandsstap) 50 meter tot de indiener onacceptabel. een gemengd gebied waar hier sprake van is. Dit om mi- lieuhinder bij woningen en beperkingen bij bedrijven te voorkomen. De genoemde afstanden gelden vanaf de rand van het bedrijventerrein tot de bestemmingen waar nieuwe woningen mogelijk zijn. De bestemming Gemengd-Veranda grenst aan de bedrijfsbestemming van bedrijventerrein Stadionweg, dit betekent dat een 50 meter diepe strook aan de oostkant van deze bestem- ming binnen de richtafstand valt. Om te voorkomen dat er in de toekomst milieuhinder kan optreden bij nieuwe woningen, en om te voorkomen dat nieuwe woningen leiden tot beperkingen bij de bedrijven wordt voorge- steld om in de regels behorende bij de bestemming Ge- mengd-Veranda een extra randvoorwaarde op te ne- men. De op te nemen randvoorwaarde heeft als strek- king dat woningen of andere gevoelige bestemmingen uitsluitend binnen de richtafstand van 50 meter zijn toe- gestaan indien uit nader onderzoek blijkt dat dit er sprake kan zijn van een aanvaardbaar woon- en leefkli- maat en er geen sprake is van beperking van de bedrijfs- voering van de bedrijven op het aangrenzende bedrij- venterrein. Naast bedrijven in milieucategorie 3.2 zijn op het ooste- lijk deel van het bedrijventerrein ook betonmortelcen- trales met milieucategorie 4.2 toegestaan. Voor deze be- tonmortelcentrales met milieucategorie 4.2. geldt een richtafstand van 300 meter tot een woongebied en 200 meter tot een gemengd gebied. De betonmortelcentra- les liggen echter op een afstand van bijna 500 meter tot de bestemming Gemengd-Veranda, zodat deze bestem- ming niet van invloed is op de betonmortelcentrales en vice versa. 76.6 De indiener verzoekt het College aandacht te besteden aan deze punten Gelet op het bovenstaande wordt de gemeenteraad Procedure BP/MER/GW/TL/L en verzoekt de gemeenteraad om niet over te gaan tot vaststelling van voorgesteld het bestemmingsplan vast te stellen, met L/WW het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 183

inachtneming van de aanpassingen die voortvloeien uit deze zienswijzerapportage. conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de plantoelichting en de planregels van het bestemmingsplan op het onderwerp bedrijven en milieuzonering.

77 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op Zie samenvatting x Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan

78 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan

79 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 79.1 Zie indiener nr 39 Zie de beantwoording bij nr. 39 conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

80 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 80.1 De indiener geeft aan dat de hoogbouw het uitzicht en uren zon voor Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Afname woongenot/Uitzicht/ BP zijn eigendom zeer zal beperken, waardoor zijn woongenot ernstig onder 3.1, 3.2, 3.4 en 3.5. Schaduwhinder/ belemmerd wordt. Door de plannen treedt een grote Waardevermindering waardevermindering op voor de woning. 80.2 De indiener is tegen het feit dat er slechts een zeer bescheiden In Rotterdam Zuid bestaat het overgrote deel van de Sociale woningbouw BP hoeveelheid sociale woningbouw op de Veranda is voorzien. Er dient woningen uit sociale woningbouw. Juist door het een goede vermenging van alle lagen van de bevolking te komen. toevoegen van woningen in andere, dat wil zeggen, duurdere segmenten ontstaat er meer evenwicht in het aanbod. Met de beoogde mix aan woningen in verschillende segmenten wordt aangesloten bij de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 184

doelstellingen van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Ook is voor Feyenoord City een mix aan woningen in verschillende segmenten afgesproken tussen gemeente en ontwikkelaars. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

81 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 81.1 De indiener geeft aan dat de hoogte van 70 meter in contrast staat met Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Bouwhoogte BP de huidige situatie. Een maximale hoogte van 70 meter zou ongeveer onder 3.1. gelijk zijn aan 23 verdiepingen (3m per verdieping), dit terwijl er nu op de Veranda gebouwen staan van gemiddeld 10 verdiepingen oftewel 30 meter. Je zult maar net die toren van 70 meter voor je deur hebben, wat betekent dat je ruim het dubbele tegenover je krijgt. 81.2 De indiener geeft aan dat de afstand tussen de huidige woningen en de Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Vermindering van BP nieuw te bouwen woningen te klein is, als de lijn van de huidige Pathé onder 3.1 en 3.4. privacy/Uitzicht wordt aangehouden als richtlijn kunnen nieuwe bewoners letterlijk in Door het terugbrengen van de maximale bouwhoogte (in huis kijken. Tevens geeft de indiener aan dat het vrije uitzicht zal komen combinatie met enkele hoogte accenten) en de te verdwijnen door de nieuwbouw, de indiener woont zelf op de vierde minimale afstand tussen de nieuwe bebouwing en de verdieping. In het bestemmingsplan wordt gesproken over bestaande Veranda is naar onze mening geen sprake van voorbeelduitwerkingen, aangezien er geen muur van 70 meter hoge een muur. woningen kunnen worden neergezet i.v.m. de beperking in het aantal te bouwen woningen (1045). Echter doet dit volgens de indiener niks af aan het feit dat in beide varianten er altijd gerekend wordt met een minimale hoogte van 30 meter, wat weer neer komt op minimaal 10 verdiepingen. De indiener geeft aan dat dit betekent dat er ten allen tijde een muur van 30m hoge woningen ontstaat en dat zowel op de 4e of de 10e verdieping het vrije uitzicht zal komen te verdwijnen. 81.3 De indiener geeft aan dat er met de huidige plannen geen rekening is Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Schaduw- en windhinder BP gehouden met zijn bezonning, het aantal zonuren zal nihil worden met onder 3.1. , 3.2 en 3.3. een muur van 30 m. Aanvullend hierop verwacht de indiener een toename van schaduwplekken en een grotere toename van de hoeveelheid wind, iets wat er op dit moment al is tussen de woontorens op de Veranda.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 185

81.4 De indiener verwacht dat de parkeerdruk verder zal toenemen door de Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Parkeren BP nieuwbouw. De indiener geeft aan dat in de plannen er geen extra onder 3.8. parkeerplekken worden bijgebouwd, er worden zelfs een heleboel parkeerplaatsen weggehaald. Er wordt verwacht dat mensen onder hun woning gaan parkeren, alleen moet er volgens de indiener ook gerealiseerd worden dat sommige gezinnen de hoge huur voor een parkeerplaats naast de hoge huur voor hun woning, niet altijd kunnen opbrengen. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

82 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 82.1 Indiener geeft aan dat er in het verleden onderzoeken naar geschikte Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Stadion BP locaties voor het nieuwe stadion zijn gedaan. Deze staan vermeld in de onder 4.1. Gebiedsvisie Stadionpark uit 2008. De huidige locatiekeuze van het Er is geen sprake van onvoorziene hoge kosten of stadion in het Bestemmingsplan Feyenoord City is daarbij afgeraden vertraging in de planologische procedure vanwege de vanwege de complexiteit en door het feit dat het verplaatsen van locatie. waterleidingen en het plaatsen van een bufferdam hoge onvoorziene kosten met zich mee kunnen brengen. Indiener stelt dat het bestemmingsplan deze hoge onvoorziene kosten niet benoemd. De inspreker mist tevens de afweging waarbij de risico’s en de vertragende factoren op het niet tijdig uitvoeren van de planologische aanpassingen uiteen zijn gezet. 82.2 Bovendien geeft de indiener op basis van de Gebiedsvisie Stadionpark Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Stadion BP aan te verwachten dat de locatie Veranda Oost (Bridge) een geschiktere onder 4.1 locatie is vanwege een beperktere complexiteit, een groter maatschappelijk draagvlak en het feit dat de locatiekeuze van Veranda West (Strip) geen voorkeurslocatie is. 82.3 Het uitvoeren van een maatschappelijke kosten en batenanalyse De locatiekeuze is voldoende onderbouwd, waarbij de Stadion BP (MKBA) over de locaties Veranda West, Veranda Oost en Stadion aspecten die in een MKBA naar voren komen zijn Driehoek kan de voorkeurslocatie ondersteunen. meegewogen. Uit de eerdere MKBA voor de gekozen locatie blijkt dat deze inderdaad tot een positiief saldo leidt. 82.4 De belangrijkste randvoorwaarde voor een nieuw stadion is dat de In het kader van het vaststellen van het Stadion BP betaald voetbalorganisatie Feyenoord BVO voldoende financieel bestemmingsplan is het niet noodzakelijk om inzicht te

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 186

groeipotentieel (‘opwaarts potentieel’) heeft om structureel de topclubs geven in het groeipotentieel van de BVO Feyenoord NV in de Eredivisie uit te dagen. Indiener geeft aan dat er in de business in het nieuwe stadion. case te veel is uitgegaan van financiële groei en er onvoldoende Verder wordt verwezen naar de thematische rekening is gehouden met de gevolgen van negatieve effecten op de beantwoording onder 4.4. exploitatiekosten, zoals het Coronavirus. De indiener heeft daarom sterke bedenkingen bij de vastgestelde en gegarandeerde De privaatrechtelijke afspraken tussen stadion en BVO optreedvergoeding in het geval de exploitatie tegenvalt. Nergens is met betrekking tot de uitkering van de vergoeding aan vastgesteld of deze optreedvergoeding wel wordt uitgekeerd bij Feyenoord maken geen onderdeel uit van dit tegenvallende exploitatieresultaten. bestemmingsplan. 82.5 Indiener stelt dat onvoldoende is gecontroleerd of er voldoende De locatiekeuze is voldoende onderbouwd. De MKBA Stadion BP maatschappelijk draagvlak aanwezig is voor de bouw van een nieuw was een onderbouwing bij de besluitvorming over de stadion, zoals gesteld in het ontwerpbestemmingsplan en de position Position Paper. Het advies een gevoeligheidsanalyse op paper. In het rapport MKBA Feyenoord City (2016) zijn de uitkomsten de MKBA uit te voeren is wel degelijk ingevuld. Deze is van een worst-case exploitatiescenario niet opgenomen en ontbreekt er 14 maart 2017 als addendum op de MKBA aan de een referentietarief van een alternatieve voorkeurslocatie. Het advies gemeenteraad toegezonden en derhalve betrokken in de een MKBA gevoeligheidsanalyse uit te voeren is na het opleveren van besluitvorming over de Position Paper. business case 2.0 niet opgevolgd. Indiener geeft aan dat het ontbreken van deze MKBA invloed heeft op de berekende maatschappelijke baten. De businesscase Feyenoord BVO is zwaarwegend op deze MKBA. Indiener stelt dat het uitwerken van een MKBA bij een alternatieve locatie het maatschappelijk draagvlak voor een nieuw stadion op de voorkeurslocatie kan vergroten. 82.6 Indiener geeft aan dat de continuïteit van Feyenoord BVO alleen kan Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Stadion BP worden gewaarborgd als de Kuip zijn stadionfunctie blijft behouden tot onder 4.3 en zienswijze 127. het nieuwe stadion definitief is opgeleverd. Die continuïteit kan in gevaar door een mogelijke uitspraak van de Raad van State, waardoor pas twee maanden voor de zogeheten financial close het bestemmingsplan onherroepelijk wordt. Indiener stelt dat de gemeente Feyenoord BVO niet heeft toegezegd dat de Kuip de functie als voetbalstadion behoudt, mocht de bouw van het nieuwe stadion niet doorgaan. 82.7 Indiener verzoekt gemeente bovenstaande op te nemen in het Verwezen wordt naar de beantwoording hiervoor. Procedure BP bestemmingsplan. Als dat niet gebeurt verzoekt de indiener om het ontwerp bestemmingsplan niet vast te stellen om zodoende de stadionfunctie van de Kuip te waarborgen en de continuïteit van de bederijfsvoeringen van Feyenoord BVO en Feyenoord Stadion NV niet in gevaar te brengen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 187

conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

83 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 83.1 De indiener is sinds 2004 eigenaar/verhuurder van het tankstation plus De huurovereenkomst is inderdaad opgezegd vanwege Procedure/ BP bijbehorende shop aan de Korte Stadionweg. De gemeente Rotterdam het realiseren van het plan Feyenoord City. Hoewel er op Huurovereenkomst heeft i.v.m. met de ontwikkeling Feyenoord City inmiddels de grond van de geschiedenis begrip is voor de gevoelens huurovereenkomst opgezegd tegen 1 maart 2021. Daarmee is de worden er op deze gemeentegronden nu eenmaal indiener het niet eens is. andere ontwikkelingen gerealiseerd. Als indiener het daar niet mee eens is staat hier een andere juridische procedure tegen open. 83.2 De indiener stelt dat het gebouw kan blijven bestaan binnen de nieuwe Het handhaven/ inpassen van het gebouw van het Huurovereenkomst BP bestemming Gemengd-Waterfront door in plaats van een tankstation tankstation is gelet op het in de gemeenteraad in 2019 een horeca/detailhandel te exploiteren. De huurovereenkomst hoeft vastgestelde Masterplan Feyenoord City ruimtelijk en derhalve niet te worden opgezegd, maar zou moeten worden aangepast functioneel niet wenselijk/ mogelijk. aan de nieuwe situatie. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

84 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

85 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 85.1 Indiener stelt dat de sociale cohesie van de wijk achteruit gaat als gevolg Er wordt een stedelijk gebied ontwikkeld met een grote Sociale cohesie/sociale BP van het grote aantal geplande duurdere en middeldure woningen en het diversiteit aan functies en woningtypes, passend binnen woningbouw- lage aantal sociale huurwoning. Hierdoor wordt het sociaaleconomische de Woonvisie van de gemeente. Juist het toevoegen van verschil tussen Feyenoord City en omliggende wijken vergroot. Indiener andere woningtypes dan sociale woningen, wat nu het stelt daarom voor meer sociale woningen in het plangebied te overheersende aanbod is in Rotterdam Zuid, leidt tot realiseren. meer evenwicht in het woningaanbod . 85.2 Indiener stelt dat er uit geen marktonderzoek blijkt dat de invulling van Ten behoeve van het bestemmingsplan is een uitgebreid Invulling commerciële BP de commerciële ruimtes toekomstbestendig is. Daarnaast wordt deze behoefteonderzoek (DPO, zie bijlage 3 bij de toelichting bestemming

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 188

invulling als eenzijdig en specifiek ervaren. Deze invulling vergroot de van het bestemmingsplan) uitgevoerd naar alle kans op leegstand in de toekomst. commerciële en niet-commerciële functies. Uit dit onderzoek blijkt dat er behoefte is aan het maximale programma zoals dat in het MER is opgenomen, mits de huidige detailhandel en horeca in de Veranda wordt verplaatst naar Feyenoord City en op de Veranda de bestemming van die functies wijzigt. In het bestemmingsplan is met dit laatste rekening gehouden. Het feitelijke programma dat in het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt is voor sommige functies minder dan op basis van het DPO mogelijk zou zijn. Daarom hebben wij geen aanwijzingen dat de kans op leegstand in de toekomst wordt vergoot. 85.3 Indiener stelt voor om De Kuip te vernieuwen in haar functie als De plannen zijn gericht op een nieuw stadion, de Bestemming BP voetbalaccommodatie zodat het historische karakter als gemeentelijk stadionfunctie van De Kuip komt daarmee te vervallen. monument niet wordt aangetast. Eventuele aantasting is namelijk niet Wij verwijzen verder kortheidshalve naar bijlage 3 bij het uitgesloten bij transformatie. MER en paragraaf 3.1 van het bestemmingsplan. Hierin is uitvoerig onderbouwd waarom vernieuwbouw geen optie is. 85.4 Indiener vreest het ontstaan van een desolaat gebied aangezien de Het bestemmingsplan voorziet in een directe Faszering BP garantie ontbreekt dat fase 2 en fase 3, de verbindende strip, worden planologische titel voor fase 2 en 3 zodat uitwerking van uitgevoerd. plannen voor de hand ligt. Het bestemmingsplan kan niet verplichten tot realisatie over te gaan maar is wel kaderstellend. Voor fase 2 en 3 geldt dat nog geen afspraken zijn gemaakt met ontwikkelaars. Wel zijn de gronden grotendeels in handen van de gemeente. Te zijner tijd worden nadere afspraken gemaakt in overeenkomsten met ontwikkelaars over de concrete invulling van het gebied. Gelet hierop, en het feit dat de behoefte aan de ontwikkeling is aangetoond, is het niet aannemelijk dat fase 2 en3 niet worden uitgevoerd en er een desolaat gebied ontstaat. 85.5 Indiener stelt dat de businesscase voor het stadion irreëel is en De exploitatie opbrengsten van het nieuwe stadion zijn Businesscase BP gebaseerd is op wensdenken. Hiervoor zou een beter en getoetst door het onafhankelijke bureau International toekomstbestendiger marktonderzoek gedaan moeten worden. Stadium Group Ltd. (ISG, wereldmarktleider op het gebied van onderzoek naar stadion exploitaties). Zowel in hun initiële rapportage als in hun laatste update (02- 04-2020) van de geactualiseerde business case geven zij

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 189

aan dat alle inkomsten en kosten haalbaar zijn en goed zijn te onderbouwen. Deze conclusie is gebaseerd op uitgebreid marktonderzoek in (Groot) Rotterdam en op diverse benchmarks met andere stadions van vergelijkbare omvang. 85.6 Indiener stelt voor om een fase 1 zonder stadion en met meer Dit voorstel wordt niet gedeeld. Uitgangspunt is de Bestemming BP woningbouw/commerciële functies te ontwikkelen. De vliegwielfunctie realisatie van een nieuw stadion en een is nu te afhankelijk van een nieuw stadion. gebiedsontwikkeling daaromheen. 85.7 Indiener vreest grote financiële gevolgen voor de inwoners van Deze vrees wordt niet gedeeld. De gemeente heeft Haalbaarheid BP Rotterdam indien de ontwikkeling van Feyenoord City niet volgens plan vooraf, in het kader van de position paper, de financiële verloopt. inbreng van de gemeente duidelijk ingekaderd. De businesscases zijn en worden getoetst. De randvoorwaarden in de Position Paper zorgen voor een beperkt risicoprofiel voor de gemeente, dat door de gemeenteraad aanvaardbaar is geacht gezien de maatschappelijk meerwaarde van deze ontwikkeling. 85.8 Indiener sluit zich aan bij de zienswijze van ‘Stadion op Zuid” waarin Verwezen wordt naar de beantwoording van de reactie Procedure BP wordt gesteld dat er met deze stap een point-of-no-return wordt onder 92.3. getracht te bereiken. Conclusive Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan

86 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 86.1 De indiener vreest dat de verkeers- en parkeerdruk in de wijk De mobiliteitsstrategie en het mobiliteitscontract dat Verkeer en parkeren BP Stadstuinen te groot zal worden. Tijdens thuiswedstrijden kan de met Feyenoord is gesloten moet ervoor zorgen dat er indiener de auto al niet kwijt en niet op pad. Het verkeer staat uren veel minder mensen met de auto naar het gebied komen vast, zowel voor als na de wedstrijden. Dat zou met het nieuwe stadion bij wedstrijden en evenementen. Uitgangspunt is dat het alleen maar erger worden. De indiener geeft aan dat allerlei plan niet leidt tot een toename van parkeeroverlast in goedbedoelde voorstellen om het verkeer in betere banen te leiden, op de omliggende wijken. Voor het bestemmingsplan is een niets lijken uit te lopen. Terwijl dat toch een van de voorwaarden is voor uitgebreid parkeeronderzoek uitgevoerd. Zie bijlage 23 het doorgaan van deze plannen. bij de toelichting van het bestemmingsplan. Op basis van dat onderzoek kan geconcludeerd worden dat geen parkeeroverlast wordt verwacht voor de omliggende wijken omdat er voldoende parkeerplaatsen (2520 stuks) in het plangebied aanwezig zijn tijdens wedstrijden en evenementen. Voor het overige worden parkeerplaatsen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 190

op afstand gerealiseerd. Daarnaast is sprake van parkeerregulering in de omgeving van het Stadion (ook een actie uit het Mobiliteitsplan), dat er voor zorgt dat het voor bezoekers van het stadion die geen parkeerkaart hebben onaantrekkelijk/onmogelijk wordt om in de omgeving van het stadion te parkeren. Zie ook thematisch antwoord 9. 86.2 De indiener vindt het financieel onverantwoord, zeker nu in deze barre Er is sprake van een financieel verantwoorde Financiële BP tijden van coronacrisis, dat er door de gemeente zulke grote ontwikkeling voor de gemeente. Hiertoe is de financiële uitvoerbaarheid/Stadion investeringen worden gedaan in stadionplannen die bij het merendeel haalbaarheid op voorhand in beeld gebracht. Wij zetten van de supporters van Feyenoord op geen enkel draagvlak kunnen in op een gebiedsontwikkeling Feyenoord City inclusief rekenen. De indiener vreest als belastingbetaler en supporter van een nieuw stadion, zoals in dit bestemmingsplan Feyenoord, dat de gemeente Rotterdam en de voetbalclub straks in het mogelijk wordt gemaakt. nauw komen. De ontwikkeling van Feyenoord City mag wat de indiener betreft doorgaan, maar dan zonder nieuw stadion. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

87 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 87.1 De indiener is het niet eens met de geplande bouwhoogte en geeft aan Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Afname woongenot/Uitzicht/ BP dat hier niks over bekend was ten tijde van aanschaf van zijn woning. onder 3.1, 3.2., 3.4 en 3.5. Vermindering van Hiermee zal de waarde van zijn huis sterk verminderen. De hoogbouw privacy/Schaduwhinder/ heeft volgens de indiener als gevolg verlies van het vrije uitzicht, Waardevermindering ongewenste inkijk, minder zon en meer schaduw. 87.2 De indiener geeft aan dat het plan geluidsoverlast met zich mee gaat Appartementengebouwen waarin gewoond wordt zullen Overlast BP brengen. Ook geeft de indiener aan dat het appartementengebouw en niet tot geluidsoverlast leiden bij de bestaande alle appartementen schade zullen ondervinden van het heien en woningen. maandenlange of zelfs jarenlange ellende van opengebroken straten. Voor zover indiener doelt op geluidoverlast vanwege verkeer en de nieuwe functies wordt verwezen naar het antwoord onder thema 3.7. Eventuele hinder tijdens de bouwwerkzaamheden wordt niet in het kader van een bestemmingsplan meegewogen. Dit neemt niet weg dat te zijner tijd overlegd wordt met de omgeving over de bouwfase en het waar mogelijk voorkomen van hinder. Zie ook de thematische beantwoording onder 6.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 191

87.3 De indiener geeft aan dat het hele karakter van de wijk zoals die nu is zal Het karakter zal inderdaad wijzigen naar een Karakter wijk BP veranderen. overwegend woongebied. Wij zijn juist van mening dat er na herontwikkeling een kwaliteitsimpuls aan het Verandagebied (en ook de verdere omgeving), wordt gegeven. De oeverzone krijgt eveneens een kwaliteitsimpuls waarbij sprake zal zijn van een levendig recreatief gebied. Bovendien is er ook in de toekomst nog enige ruimte voor andere functies dan wonen in de plint van gebouwen langs de Stadionweg. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

88 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 88.1 Zelfde als 87.1 Zie antwoord onder 87.1 Afname woongenot/Uitzicht/ BP Vermindering van privacy/Schaduwhinder/ Waardevermindering 88.2 Zelfde als 87.2 Zie antwoord onder 87.2 Overlast BP 88.3 Zelfde als 87.3 Zie antwoord onder 87.3 Karakter wijk BP conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

89 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 89.1 De indiener biedt de petitie ‘Stop hoogbouw op de Veranda’ aan. Deze De petitie geeft de zorg van bewoners duidelijk aan en Aanbieden petitie BP petitie is 241 maal ondertekend door veelal bewoners van de Veranda. dit nemen we in de uitwerking van het bestemmingsplan zeker mee. In kader van het bestemmingsplan beoordelen we de zienswijzen op hun inhoud. Zie voor een reactie op de zienswijze hieronder.

89.2 De indiener geeft aan dat via deze petitie ze als bewoners een oproep Zie thematische beantwoording onder 3. Alternatieven bouwhoogte BP aan de gemeente willen doen om alternatieven te bezien voor de geplande hoogbouw op het Cor Kieboomplein.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 192

89.3 Uit de petitie volgt dat de huidige bewoners niet tegen hoogbouw zijn, Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Bouwhoogte BP maar wel als ze achter een muur van 70 meter hoog verdwijnen en onder 3.1 en 3.6. stellen een aantal alternatieven voor. 89.4 Ondertekenaars van de petitie stellen voor om het pand van de Het pand van de parkeergarage maakt geen onderdeel Alternatief voorstel BP parkeergarage, het parkeerterrein en het naastgelegen bedrijventerrein uit van het plangebied van Feyenoord City. Zoals ook te benutten om de hoogte in te gaan. Deze locaties zijn het verst van de aangegeven onder de thematische beantwoording onder huidige bebouwing gelegen. Overige bebouwing hoeft dan niet hoger te 3.6 blijft de parkeergarage noodzakelijk om de worden dan de huidige commerciële ruimtes. parkeerbehoefte van Feyenoord City te faciliteren en behoud het bedrijventerrein op basis van de Gebiedsvisie Stadionpark haar huidige functie. . Er wordt voor de Veranda gestreefd naar een hoogwaardig woonmilieu met een groenere inrichting van de buitenuimte. Dat belang acht de gemeente groter dan het belang van de huidige bewoners op een vrij uitzicht. Het bedoelde parkeerterrein is wel opgenomen als mogelijkheid voor de nieuwe woningen en maakt dus al onderdeel uit van de plannen.

89.5 Ondertekenaars van de petitie vrezen afname van zonlicht en uitzicht. Zie thematisch antwoord 3.2. Schaduwhinder/Uitzicht BP 89.6 Ondertekenaars van de petitie vrezen waardedaling van bestaande Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Waardevermindering BP woningen door de geplande hoogbouw. onder 3.5

89.7 Ondertekenaars van de petitie vrezen dat de gezelligheid van de wijk Gezelligheid is een begrip dat door iedereen weer Bestemming/ Karakter wijk BP verdwijnt door de nieuwe bestemmingen. anders wordt ervaren. De gemeente is juist van mening dat er na herontwikkeling een kwaliteitsimpuls aan het Verandagebied en ook de verdere omgeving, wordt gegeven. De oeverzone krijgt eveneens een kwaliteitsimpuls waarbij sprake zal zijn van een recreatief levendig gebied. Bovendien is er ook in de toekomst nog enige ruimte voor andere functies dan wonen in de plint van gebouwen langs de Stadionweg. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 193

90 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan

91 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 91.1 De indiener maakt bezwaar tegen de voorgestelde hoogte van de Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Bouwhoogte/Schaduwhinder BP bebouwing op het Cor Kieboomplein van 70 meter, een maximale onder 3.1 en 3.2 hoogte van 30 meter is volgens de indiener acceptabel. De indiener maakt bezwaar tegen de vermindering van het aantal zonuren door bebouwing voor de woning. 91.2 De indiener vraagt aandacht voor parkeergelegenheid op straat voor In de planregels is bepaald dat bij ieder bouwplan Parkeren BP gasten zodat deze niet helemaal naar een parkeergarage hoeven. voorzien moet worden in voldoende parkeren volgens de gemeentelijke parkeernormen. Onderdeel van die normen vormt een bezoekersdeel. Bij het berekenen van het aantal benodigde parkeerplaatsen wordt dus ook rekening gehouden met voldoende parkeerplaatsen voor gasten. Op het moment dat als gevolg van het bouwplan bestaande parkeerplaatsen verdwijnen dienen deze terug te worden gebracht, indien deze parkeerplaatsen nog nodig zijn. 91.3 De indiener zou graag een supermarkt dichter in de buurt willen als er Er wordt geen supermarkt voorzien in het gebied, maar Voorzieningen/Bestemming BP ca. 1.000 woningen of meer komen. Tevens vraagt de indiener aandacht wel in kleine gemakswinkels. Er zijn op acceptabele voor de breedte van de straat tussen de huidige bebouwing op de afstand voldoende supermarkten in de omgeving Veranda ten opzichte van de nieuwe bebouwing aan het Cor aanwezig. Voor de afsand tussen de nieuwe en Kieboomplein. bestaande bebouwing wordt naar de thematische beantwoording onder 3.4. conclusie Aan deze zienswijze wordt deels tegemoet gekomen door aanpassing van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Gemengd Veranda.

92 Indiener Beantwoording Thema** Betrekking op* 92.1 Indiener is van mening dat het bestemmingsplan ruimtelijk en financieel Deze mening wordt niet gedeeld. Er zijn afspraken Financiële uitvoerbaarheid BP niet uitvoerbaar is. Volgens de indiener dreigen op Rotterdam-Zuid de gemaakt met de ontwikkelaars om het beoogde aandeel sociaal en economisch kwetsbare mensen uit de stad te worden sociale woningbouw te garanderen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 194

verdreven. Indiener is daarbij van mening dat de beoogde sociale Bovendien zorgt juist het toevoegen van een segment woningbouw in FC als eerste zal sneuvelen bij financiële tekorten. duurdere woningen die in Rotterdam Zuid weinig aanwezig zijn voor een betere mix aan woningtypes binnen Rotterdam Zuid. Ten aanzien van het ruimtelijk en financieel uitvoerbaar zijn van het bestemmingsplan wordt verwezen naar het antwoord onder thema 1.1. 92.2 Indiener is van mening dat de financiële onderbouwing van BP FC Er wordt verwezen naar de thematische beantwoording Financiële uitvoerbaarheid BP gebaseerd is op te optimistische aannames omtrent enerzijds de kosten onder 1. (te laag ingeschat) en anderzijds de opbrengsten (te hoog ingeschat). Het is voor de indiener onduidelijk wie samen met de gemeente Rotterdam later voor de per saldo tekorten dient op te draaien. Indiener is van mening dat de overheidsgelden die aan de gebiedsontwikkeling Feyenoord City worden besteed, als verboden dienen te worden bestempeld. De steunmaatregelen komen terecht bij financiële instellingen en commerciële partijen en niet zozeer bij de voetbalclub Feyenoord. 92.3 Indiener is van mening dat de planvorming bij de realisering van de Verwezen wordt naar de beantwoording van de Financiële uitvoerbaarheid BP gebiedsontwikkeling Feyenoord City erop gericht is om het gehele plan modelzienswijze x.11. inclusief de voetbalclub Feyenoord en N.V. Stadion Feijenoord gedwongen het ‘point of no return’ te doen passeren. Indiener verwijst hierbij naar de inhoud van het artikel ‘Feyenoord wil zekerheid dat in de Kuip voetbal mogelijk blijft’ in NRC van 7 april 2020. De inhoud van het artikel dient als woordelijk herhaald en geïnsereerd te worden beschouwd. 92.4 Indiener stelt dat door de corona-crisis het ontwerpbestemmingsplan Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de gevolgen Financiële uitvoerbaarheid / BP/MER achterhaald is. Dit geldt naast de ruimtelijke ordening en de financiën, van de coronacrisis zodanig zijn dat het corona-crisis ook voor de MER-rapportage. Indiener verzoekt de gemeente om de planvormingsproces moet worden opgeschort. ontwikkelingen van de coronacrisis en de uiteindelijke uitkomsten van Verwezen wordt naar de thematische beantwoording deze crisis af te wachten. Indiener vraagt daarbij om verdere plan- en onder 5.1. besluitvorming inzake Feyenoord City op te schorten. 92.5 Indiener verwijst naar eerdere planvorming van de Gemeente De hele planvormingsproces is er uiteraard op gericht Rotterdam met betrekking tot de nieuwe Kuip. De plannen zijn toen om om de plannen wel degelijk tot uitvoering te brengen. De verschillende redenen niet tot uitvoering gekomen. Indiener wijst erop verwijzing naar oudere plannen wordt voor kennisgeving dit nu ook dreigt te gebeuren. aangenomen. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 195

93 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 93.1 De indiener wijst op het locatieonderzoek voor het stadion uit 2006. Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Locatiekeuze BP / MER / GW / Hierin zijn verschillende locaties beoordeeld en is de beoogde locatie uit onder 4.1. LL / TL / WW het bestemmingsplan als onwenselijke locatie beoordeeld. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

94 Indiener Poelman vd Broek advocaten namens Sligro BV Beantwoording Thema Betrekking op 94.1 Pro forma. De indiener onderzoekt op dit moment welke gevolgen de Er zijn geen inhoudelijke gronden ontvangen. Pro forma BP/ MER/GW/ LL/ ontwerpbesluiten voor haar bedrijfsvoering kunnen hebben. Zodoende TL/ WW kunnen op dit moment nog geen inhoudelijke zienswijzen worden gegeven. De indiener verzoekt om een redelijke termijn waarbinnen de zienswijzen kunnen worden aangevuld. Mocht blijken dat er geen relevante gevolgen voor haar bedrijfsvoering te verwachten zijn, dan zullen de zienswijzen worden ingetrokken. conclusie Nu er geen inhoudelijke gronden zijn ontvangen, leidt de zienswijze niet tot aanpassing van het bestemingsplan.

95 Indiener Vereniging Bewoners Hoge Filterweg Beantwoording Thema Betrekking op 95.1 De indiener wijst op een aantal citaten uit het bestemmingsplan Het bestemmingsplan Feyenoord City maakt een Oeververbinding BP betreffende de oeververbinding die onvoldoende zijn onderbouwd. Dit mogelijke (aanlanding van) een oeververbinding in het betreft “De definitieve keuze en uitwerking vinden plaats in het MIRT- gebied niet mogelijk. Het plan is ook uitvoerbaar zonder traject” en “Feyenoord-City en de Oeververbinding oost zijn twee oeververbinding. Over de oeververbinding wordt belangrijke projecten voor de ontwikkeling van Rotterdam als separaat een besluit over genomen en er wordt een aantrekkelijke woon- en werkstad”. afzonderlijke juridisch-planologische procedure voor De indiener geeft aan dat in diverse verklaringen, documenten van de gevoerd. In beginsel is in het Masterplan Feyenoord City overheden en projectvergaderingen is verklaard dat de projecten wel ruimte gereserveerd voor een eventuele verbinding (Feyenoord City en Oeververbindingen) niet afhankelijk van elkaar zijn. in het plangebied Feyenoord City zodat de ontwikkeling Toch worden in dit bestemmingsplan (met bijlagen) vele malen Feyenoord City een besluit over de oeververbinding niet voorschotten genomen op de realisatie van een mogelijke hoeft te dwarsbomen. oeververbinding. Hierdoor wordt volgens de indiener een vrije De keuze voor een nieuwe oeververbinding vindt echter en optimale keuze in het traject oeververbindingen belemmerd. onafhankelijk van de ontwikkeling Feyenoord City plaats. Er is geen sprake van een belemmering van een vrije en optimale keuze voor wat betreft het oeververbinding traject.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 196

95.3 De indiener haalt i.v.m. het project Oeververbinding aan dat in het In het onderzoek is de derde oeververbinding niet Oeververbinding/Verkeer BP bestemmingsplan wordt geconcludeerd dat "als gevolg van de meegenomen. De beide vragen worden bevestigend ontwikkeling zal de verkeerssituatie wijzigen en zullen ook beantwoord. verkeersstromen wijzigen". Verder wordt opgemerkt dat "op een aantal wegvakken en kruispunten meer verkeer ontstaat als gevolg van de planontwikkeling. Hiervoor is nader onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop de verkeersafwikkeling in de toekomst kan worden verbeterd en gewaarborgd". Indiener vraagt of de bovengenoemde uitspraken ook kunnen worden gehandhaafd zonder oeververbinding. Daarnaast vraagt de indiener of de bovengenoemde uitspraken ook kunnen worden gehandhaafd met een oeververbinding waarover geen auto’s mogen rijden. 95.4 De indiener stelt een aantal aanvullende vragen m.b.t. de 1. Dit gebeurt in het kader van de MIRT-traject Oeververbinding BP oeververbinding in relatie tot verkeerskundige effecten: Oeververbindingen regio Rotterdam. 1. Binnen welk project gaat de gemeente in overleg met Het Rijk? 2. Het project wordt integraal opgepakt door de 2. Is hier sprake van een integrale benadering? gemeente Rotterdam, de Metropoolregio Rotterdam 3. Wat is de achtergrond om in het bestemmingsplan "de Den Haag, de provincie Zuid-Holland en het ministerie oeverbindingen" op alleen de variant "brug" aan te halen? van Infrastructuur en Waterstaat waarbij een pakket aan Met name in het MER wordt alleen de brugvariant behandeld. maatregelen wordt genomen om de regio bereikbaar te 4. Maken keuzes binnen het project Oeververbindingen op deze manier houden. nog wel een gelijkwaardige kans? 3. Bij de start van de mer-procedure waren enkel 5. Worden de mogelijkheden binnen het project Oeververbindingen, oeververbindingen in de vorm van een brug in beeld. met een veel bredere scope (meerdere gemeenten en ander 4. Alle opties die nu verkend worden in het project bewonerswijken), eigen participatie en besluitvormingsprojecten, niet oeververbinding maken een gelijke kans, het teveel beïnvloed door besluitvorming binnen het project Feyenoord City bestemmingsplan Feyenoord City heeft daar geen en de overleggen met Het Rijk en de Provincie? invloed op. 6. Welke garanties voor een zelfstandig en eerlijk proces voor het 5. Het gaat hier om een zelfstandig traject. De project Oeververbindingen worden hiervoor afgegeven? besluitvorming over Feyenoord City staat hier los van. Van belang is dat in het Masterplan Feyenoord City en De indiener geeft in dit verband twee voorstellen aan: het ontwerpbestemmingsplan rekening is gehouden met 1. Expliciete melding maken dat het bestemmingsplan de vervoers- een ruimtereservering voor de oeververbinding. problematiek met andere wijken een separaat project 6. De besluitvorming vindt plaats op basis van de "oeververbindingen" is met een zelfstandig besluitvormingsproces, daartoe gebruikelijke en wettelijk verankerde naast de mobiliteitsvraagstukken van het Feyenoord-stadion (in het procedures waarbij de mogelijkheden voor inspraak bijbehorende MER wordt dit al gedaan). worden geboden. 2. Meld expliciet in het bestemmingsplan dat, nadat de resultaten van het project "oeververbindingen" bekend zijn, de invloeden op het Voor wat betreft de twee voorstellen:

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 197

project Feyenoord City opnieuw bekeken moeten worden (wat nu ook in 1.in het bestemmingsplan zal verduidelijkt worden hoe het MER al vermeld is). het besluitvormingstraject over de oeververbinding verloopt. 2.In het MER voor de oeververbinding is Feyenoord City een autonome ontwikkeling. Indien de oeververbinding effect heeft op Feyenoord City zal dit in het MER voor de oeververbinding aan bod komen.

95.5 De indiener is van mening dat met het vigerende gemeentelijke 1 en 2. Voor het parkeren tijdens wedstrijden en Parkeren BP (parkeer)beleid, dat gericht is op enerzijds een evenementen in het stadion is als onderdeel van de mobiliteitstransitie en anderzijds naar 'parkeren op mobiliteitsstrategie inderdaad gekozen voor parkeren op afstand' en tot slot op 'slim dubbelgebruik', de gevolgen van het afstand. Het betreft hier parkeervoorzieningen die nu "beperkt parkeren" in de wijk Feyenoord City niet wordt aangepakt. reeds voor parkeren in gebruik zijn en die gelet op de Volgens de indiener verplaatst het parkeerprobleem, tijdens wedstrijden bezettingspercentages in combinatie met het en evenementen in het stadion, zich hierdoor naar andere locaties (w.o. maatgevende moment ook beschikbaar zijn tijdens De Esch, en Rivium). westrijden en evenementen. Er worden geen problemen Gezien de uitbreiding in Feyenoord City met woningen, bedrijven, verwacht bij het gebruik van deze bestaande horeca en andere ondernemingen, vormt het gering aantal (auto-) parkeervoorzieningen. parkeerplaatsen een probleem volgens de indiener. De gemeente meldt Voor de dagelijkse situatie zijn in het bestemmingsplan "minder auto's", maar hoe dit gerealiseerd gaat worden is niet parkeernormen opgenomen. Zie ook de thematische behandeld. De indiener geeft aan dat er niet of nauwelijks inspraak van beantwoording onder 3.8. bewoners van "de andere locaties" is geweest. Ad.3 Voor parkeren op afstand geldt dat de grens wordt De indiener stelt de volgende vragen m.b.t. parkeren: bepaald door de mate waarin ze nog logischer wijze 1. Waarom worden "de andere locaties" geconfronteerd met de gebruikt kunnen worden met aanvaardbare duur voor problemen die veroorzaakt worden door de keuzes die rond het stadion het voor- en natransport door bezoekers. zijn gemaakt? De verantwoordelijkheid om dit te monitoren en 2. Op welke manier wordt de verwachte overlast van het autoverkeer in bepalen ligt bij Stadion Feijenoord. De huidige de hand gehouden? voorgestelde locaties zijn voldoende bereikbaar dus 3. Zijn er duidelijke criteria vastgelegd die de grenzen bepalen waar functioneel. De locaties zijn al bestemd als "parkeren op afstand" zich aan moet houden? parkeerlocaties en daarmee is het parkeren bedoeld 4. Kan het project Oeververbindingen nog alternatieve oplossingen gebruik. aandragen? Ad.4 Het project oeververbinding kan voor nieuwe verbindingen in de stad zorgen, waardoor het OV verbetert, fietsafstanden korter worden en andere parkeerlocaties beter binnen bereik komen. Dit kan in dat geval voor aanpassing van het mobiliteitsplan zorgen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 198

95.6 De indiener verwijst naar het bestemmingsplan waarin is benoemd dat Het is juist dat een aanvaarbeveliging verplicht is. De Aanvaarbeveiliging BP het aanleggen van een aanvaarbeveiliging langs de langsdam als een langsdam dient tevens als aanvaarbeveiliging voor het mogelijkheid gezien wordt. stadion. Het ontwerpbesluit voor deze langsdam heeft De indiener vraagt zich af of de plaatsing van een aanvaarbeveiliging niet mede ter inzage gelegen. verplicht is. 95.7 De indiener stelt een aantal vragen m.b.t. tot het onderwerp geluid in 1.In de geluidonderzoeken is gerekend met zogenaamde Geluid BP relatie tot de bestemmingsplanregels over de geluidsbelasting van vrije veldcontouren dus is geen rekening gehouden met geluidsevenementen, paragraaf 5.3.3. van het bestemmingsplan en afschermende werking van gebouwen. Verder is de be- figuur 5.7. en figuur 5.9.: treffende ondergrond ingevoerd in het geluidmodel (dus 1. Is de demping van het geluid over bebouwde gebieden en over water water of bodem) omdat de demping daarvan verschilt. gelijk? 2. De geluidbelasting in de stedelijke omgeving wordt 2. Waarom worden zulke hoge geluidscriteria gebuikt in een (druk) grotendeels beïnvloed door het wegverkeer (en in som- bewoonde omgeving? mige delen van Feyenoord City ook door het spoor). De 3. Hoe wordt gekomen tot de conclusie bij dit onderwerp (pag. 119) dat, gehanteerde criteria voor beoordeling van het geluidni- met de overschrijdingen van de normale geluidscriteria voor veau zijn dus gebruikelijk in een stedelijke omgeving. woonomgevingen (buiten Feyenoord City) "geen ongewenste akoestische situaties optreden"? 3. De hogere geluidbelastingen treden vooral op bij 4. Kunnen de door DCMR gehanteerde criteria worden vermeld, inclusief nieuwe woningen die dicht bij de weg en het spoor zijn de omgevingskarakteristieken? Hierbij verwijst de indiener naar de geprojecteerd. De conclusie waar indiener naar verwijst standaard richtwaarden uit de Handreiking Industrielawaai en heeft betrekking op bestaande woningen, waar deze Vergunningverlening. hoge geluidbelasting niet optreedt. 4. Indiener doelt waarschijnlijk op het geluidbeleid voor De indiener geeft i.v.m geluid aan dat De Esch een natuurgebied is. het stadion. Hierin wordt de Handreiking industrielawaai genoemd met gebiedstyperingen. Er is voor Feyenoord Ook geeft de indiener aan dat ze uit gaat van de aanname dat niemand City uitgegaan van een woonwijk in de stad. in een woonomgeving zit te wachten op een “belevenis” van een De Esch is onderdeel van Natuur Netwerk Nederland evenement waarbij regelmatig gehoorschade wordt opgelopen. (NNN). Voor deze gebieden geldt geen zogenaamde ex- terne werking. Dat wil zeggen dat geluid op De Esch niet beoordeeld wordt. Alleen daadwerkelijke ingrepen in De Esch worden beoordeeld. De laatste opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Overigens gelden maximale geluidniveaus bij evenementen om gehoorschade te voorkomen. 95.8 De indiener merkt op dat op pagina 112 van het bestemmingplan 450 Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. Correctie db(A) BP dB(A) staat vermeld. Dit moet 45 dB(A) zijn.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 199

95.9 In het bestemmingsplan staat dat “Het voorkeursalternatief genereert Werkgelegenheid BP 1870 FTE (ruim 1300 FTE meer dan autonome groei)”. De aanname is In de verkeersberekeningen, waar de door indiener dat de gecreëerde werkgelegenheid vooral aan mensen uit de directe genoemde zinsnede uit het bestemmingsplan betrekking omgeving van Rotterdam-Zuid een baan zal bieden. Ook wordt gemeld op heeft, is er niet specifiek van uitgegaan dat de dat dit echter niet is getoetst en de extra werkgelegenheid kan een werkgelegenheid vooral betrekking heeft op inwoners aantrekkende werking hebben op een groter gebied dan Rotterdam- van Rotterdam Zuid. De verkeersberekeningen houden Zuid, wat effecten zal hebben op de bereikbaarheid. Welke effecten dan ook (worst case) rekening met een ruimere worden niet gemeld. De indiener vraagt in dit verband welke gronden er aantrekkende werking. Voor het verkeersonderzoek zijn om de mogelijkheid van een aantrekkende werking voor de geeft dit het benodigde inzicht en geeft daarmee een werkgelegenheid op een groter gebied dan Rotterdam-Zuid te worstcase beeld in dit opzicht. veronderstellen. 95.10 De indiener stelt een aantal vragen over het MER i.v.m. de 1. Het MER Feyenoord City legt geen beperkingen op MER/Oeververbindingen BP/MER oeververbindingen: voor de keuze van een oeververbinding. De 1. De, in het MER, doorgerekende variant beperkt zich tot de inhoud van oeververbinding wordt middels een afzonderlijk het VKA (aanname: van DIT project); worden hiermee beperkingen besluitvormingstraject en juridisch-planologische opgelegd voor de VKA's van het project Oeververbindingen? procedure mogelijk gemaakt. Van belang is dat in het 2. Welke schriftelijke garanties worden gegeven dat het project Masterplan Feyenoord City en het Oeververbindingen op geen enkele manier worden beïnvloed? ontwerpbestemmingsplan rekening is gehouden met 3. Waarom wordt de "worst-case" variant van slechts één een ruimtereservering. aanlandingsvariant behandeld? Indiener is van mening dat er wordt 2. Het project oeververbinding is een bovengemeentelijk "voorgesorteerd" op een specifieke oplossing (multimodale verbinding: project. Het is niet aan de gemeente om schriftelijke autoverkeer, OV en langzaam verkeer). Dit wordt versterkt door het feit garanties af te geven. dat een oplossing met een tunnel en alternatieven niet worden 3. zie antwoord onder 95.4 doorgerekend. 4. Er is een robuustheidsanalyse uitgevoerd op het effect 4. Waarom worden in het MER rapport waardeoordelen gegeven over van de derde oeververbinding. Dit is een gebruikelijke onderwerpen die in feite de oeververbinding betreffen (w.o. in methode in het kader van een MER. Hierbij wordt paragraaf 7.1.2)? gekeken of nog onzekere gebeurtenissen, zoals een De indiener stelt voor om de in het MER genoemde suggesties, derde oeververbinding binnen Feyenoord City, kunnen opmerkingen en waardeoordelen aangaande oeververbindingen eruit te leiden tot andere effecten van de planontwikkeling. halen, om zo te voorkomen dat er beïnvloeding ontstaat op het project Hierbij is globaal gekeken wat een oeververbinding voor Oeververbindingen. gevolgen heeft voor Feyenoord City (in vergelijking tot Feyenoord City zonder oeververbinding). De MIRT- verkenning brengt voor meerdere varianten van de oeververbinding de effecten diepgaand in beeld. De MIRT studie kent een eigen beoordeling op basis van de feiten uit de onderzoeken die daarvoor plaatsvinden.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 200

conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de plantoelichting van het bestemmingsplan.

96 Provincie Zuid Holland Beantwoording Thema** 96.1 Provincie Zuid-Holland (PZH), geeft aan dat wat betreft de De voorwaarde van de realisatie van de langsdam wordt Externe veiligheid BP Veiligheidszonering Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas dat woningbouw toegevoegd aan de bestemming Gemengd- Waterfront. in 25 m en 40 m zone mogelijk is mits de langsdam ervoor zorgt dat het achterliggende gebied wordt beschermd tegen de effecten van een plasbrand. De provincie vraagt de voorwaarde van de realisatie van de langsdam ook op te nemen in de bestemming Gemengd – Waterfront’. 96.2 De provincie constateert dat de langsdam onvoldoende is Het effect van een plasbrand kan in voldoende mate Externe veiligheid BP gedimensioneerd om het risico op een plasbrand uit te sluiten. In bijlage worden beheerst door de langsdam en oilbooms. Dit 28 bij de ruimtelijke onderbouwing wordt dit ook door geldt zowel voor het stadion als de gebouwen op het RoyalHaskoningDHV onderschreven. De provincie acht aanvullende Waterfront Bovendien wordt ook het risico in de maatregelen en bestemmingsregels nodig op basis waarvan alsnog buitenruimte op de oever als gevolg van een plasbrand vergelijkbare veiligheid gewaarborgd kan worden, inclusief een kleiner. De informatie over de werking van oilbooms betreffend advies van de VRR. wordt toegevoegd aan de plantoelichting van het bestemmingsplan. Voor het stadion geldt als vergunningvoorwaarde dat een langsdam als veiligheidsvoorziening wordt gerealiseerd die: - voldoende is gedimensioneerd om een scheepsaanvaring (binnenvaarttanker) tegen te kunnen houden; - aan de uiteinden is voorzien in oilbooms, waardoor geen omstroming van een eventuele plasbrand kan plaatsvinden. Deze voorwaarden worden aan de ontwikkelaars die de langsdam ontwerpen en bouwen meegegeven en aan het stadion in het kader van de omgevingsvergunning. De inzet van oilbooms was nog niet betrokken in de verantwoording van het groepsrisico. Dit is alsnog gebeurd. Tevens is de inzet van oilbooms besproken met de VRR. De aanleg en in stand houding van de langsdam en de oilbooms of een brandwerende voorziening die een gelijkwaardig veiliheidsniveau biedt is in de planregels verzekerd.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 201

Wij zien geen toegevoegde waarde om de exacte uitvoeringswijze van de langsdam en oilbooms ook in het bestemmingsplan vast te leggen, gelet op feit dat de besluiten voor langsdam, bouw van het stadion en bestemmingsplan gecoördineerd tot stand komen. De lengte van de langsdam (in combinatie met oilbooms) is ook afdoende om het Waterfront te beschermen. Ter plaatse van het Waterfront kunnen bovendien nadere eisen worden gesteld aan de positionering van gebouwen en wordt alvorens vergunning wordt verleend (aanvullend) advies bij de VRR ingewonnen. Voor de Mallegatparkplot geldt dat de strekdam en oilbooms niet over de hele lengte van de plot reiken. Voor het bouwen binnen 25 meter vanaf de grens met de bestemming Water zijn de regels aangevuld in die zin dat eisen aan de brandwerendheid van gebouwen kunnen worden gesteld zodat een vergelijkbaar veiligheidsniveau als bij bouwen buiten de 25 meter wordt bereikt. 96.3 PZH merkt op dat niet in alle bestemmingen de nadere eisen in de Aangezien de vergunning voor de bouw van het stadion Groepsrisico BP bestemmingsregels i.v.m. de verantwoording van het groepsrisico zijn wordt gecoördineerd met de vaststelling van het opgenomen. PZH verzoekt deze regels ook voor de bestemmingen bestemmingsplan heeft de toevoeging van nadere eis ‘Gemengd – De Kuip’ (artikel 8) en ‘Gemengd – Stadion’ op te nemen. omtrent de situering van gebouwen naar onze mening geen toegevoegde waarde. Immers de situering van het stadion ligt vast. Hoewel dit voor de herontwikkeling van de Kuip min of meer ook geldt, zal hier wel de nadere eis aan de planregels worden toegevoegd, nu voor de Kuip er nog geen concreet uitgewerkt stedenbouwkundig ontwerp ligt en de vergunningaanvraag niet wordt gecoördineerd met het bestemmingsplan. Overigens is in het kader van de Veiligheidseffectrapportage afgesproken dat blijvend contact wordt onderhouden met de veiligheidsinstanties over de nadere uitwerking van de verschillende ontwikkelplots. Bovendien is in de planregel ‘nadere eis’ opgenomen dat advies bij de VRR wordt ingewonnen alvorens vergunning te verlenen. 96.4 Voor zover het maatregelen betreft die op grond van het De raad wordt twee maal per jaar een monitorings- en Procedure BP bestemmingsplan niet kunnen worden afgedwongen, wordt aangegeven voortgangsrapportage omtrent Feyenoord City dat privaatrechtelijke afspraken gemaakt worden. Omdat dit zich aangeboden. In deze rapportage kunnen/zullen ook procedureel afspeelt in het kader van een bouwaanvraag en het College zaken omtrent externe veiligheid worden vermeld.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 202

van B&W bevoegd gezag is vraagt provincie zich af hoe de raad hierop kan toezien. 96.5 Binnen het bouwvlak ‘Gemengd – Stadion’ voor het deel dat over het Het is juist dat het spoor onderdeel uitmaakt van het Externe veiligheid BP spoor loopt zijn kwetsbare objecten, zoals het stadion, niet toegelaten. plangebied. Binnen de bestemming Gemengd Stadion zal Hoewel in de ruimtelijke onderbouwing voor het stadion is aangegeven ter plaatse van het spoor een aanduiding worden dat deze niet boven het spoor wordt gebouwd, ontbreekt de formeel opgenomen waarmee het gebouw dat stadion vormt als noodzakelijke doorwerking hiervan in de regels. PZH merkt daarnaast op kwetsbare object wordt uitgesloten maar de concours/ dat een opmerking in de ruimtelijke onderbouwing niet klopt, namelijk overkluizing van het spoor wel mogelijk blijft. dat “het plangebied direct naast het spoor is gelegen". Het spoor maakt onderdeel uit van het plangebied, zo ook het feit dat daarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd en daarvoor dus rijksregels gelden die op formeel juiste wijze dienen door te werken in het bestemmingsplan. 96.6 Het plan biedt de garantie dat de detailhandel op de Veranda eerst Met de provincie zijn wij van mening dat het onwenselijk Detailhandel BP beëindigd moet zijn alvorens nieuwe detailhandel kan worden is dat twee clusters van detailhandel in sport en vrije tijd toegevoegd. kunnen ontstaan. Met de huidige eigenaren vinden Wij hebben er begrip voor dat u kiest voor deze herallocatie van de gesprekken plaats over verplaatsing. Gelet op het bestaande detailhandel en daarmee een betere aansluiting ontwikkelingsperspectief dat Feyenoord City biedt, is de bewerkstelligt met de winkels aan de Beijerlandselaan, waar op de kop al verwachting dan ook dat zij zullen verplaatsen. Wel een Media Markt is gevestigd. De verordening biedt daar in beginsel de moeten de bestaande winkels kunnen blijven mogelijkheid toe. Wij nemen daarbij ook nog in aanmerking dat door de functioneren tot de nieuwe locatie kan worden verplaatsing ruimte wordt geboden voor woningbouw, waarmee een betrokken. Het moet mogelijk zijn om vergunning te positieve bijdrage wordt geleverd aan de verstedelijkingsopgave. verlenen voor de bouw van de nieuwe Wij hebben geconstateerd dat de regeling binnen de bestemming detailhandelsvestiging vooruitlopend op het feitelijk 'Gemengd - De Strip Zuid’ die ervoor moet zorgen dat de detailhandel pas beëindigen van de bestaande winkels om verplaatsing mogelijk wordt gemaakt nadat de detailhandel op gronden met de ook (zonder economische schade) mogelijk te maken. bestemming 'Gemengd - Veranda', 'Wonen - Veranda' en 'Gemengd - 2’ In het licht van de gesprekken die wij met u hebben permanent is of wordt beëindigd (artikel 9.2.2 onder d) onvoldoende gevoerd hebben wij de planregels aangepast teneinde te recht doet aan de herallocatie van de bestaande winkelconcentratie. Ten verzekeren dat alle detailhandel aantoonbaar eerste wordt verwezen naar het bepaalde onder d. Onduidelijk is naar permanent is of wordt beëindigd voordat op de Strip welke d in dit artikel wordt verwezen. detailhandel wordt gevestigd. Zeker nu ook in artikel 32 PZH is van mening dat de regeling binnen de bestemming ‘Gemengd - De de verplaatsing van het bestaande oppervlakte is Strip Zuid’ nog onvoldoende is omdat de formulering er niet toe leidt dat geregeld. alle detailhandel op genoemde gronden verplaatst wordt voordat nieuwe detailhandel wordt mogelijk gemaakt. Het is onwenselijk als de vierkante De verwijzing naar onder d moet zijn onder b en heeft meters detailhandel over twee locaties zijn verspreid. Dit staat haaks op betrekking op een samenhangend stedenbouwkundig ons detailhandelsbeleid dat juist uitgaat van clustering. Uitgangspunt van plan. dit bestemmingsplanartikel dient te zijn dat alle bestaande detailhandel in sport en vrije tijd op genoemde gronden aantoonbaar permanent is of wordt beëindigd.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 203

96.7 PZH verzoekt om maatbestemming ter plaatse van de Strip/Waterfront Voor de bestaande detailhandel in sport en vrije tijd zal Detailhandel BP voor de te verplaatsen detailhandel. PZH merkt op dat de worden aangesloten bij de definitie uit het vigerend begripsbepaling voor detailhandel in sport en vrije tijd ontbreekt, er is bestemmingsplan Olympus. wel een begripsbepaling detailhandel in sport en spel. PZH verzoekt om De definitie voor detailhandel in sport en spel zullen we een begripsbepaling sport en vrije tijd op te nemen. Het begrip sport en aanpassen naar sport en vrije tijd. Mede naar aanleiding spel is te ruim geformuleerd wat betreft detailhandel in speelgoed en van overleg met u zal de definitie van detailhandel in fietsen. PZH vraagt om deze mogelijkheden uit de begripsbepaling te sport en vrije tijd in die zin worden aangepast dat schrappen. Een uitbreiding met deze vormen van detailhandel gaat sportfietsen wel onderdeel van de definitie blijven en verder dan een verplaatsing van de bestaande detailhandel aan de speelgoed wordt geschrapt Veranda. 96.8 Feyenoord City dan wel de Beijerlandselaan is in het Programma ruimte De provincie geeft aan dat beperkte groei van het Detailhandel BP niet als te versterken of te optimaliseren bestaande winkelconcentratie winkeloppervlak mogelijk is om de dynamiek in de aangeduid. Op deze locatie kan daarom alleen beperkte groei van het dagelijkse sector te faciliteren en vanwege een sterke winkeloppervlak aan de orde zijn. Groei is uitsluitend mogelijk om de bevolkingsgroei. Naar onze mening zijn beide dynamiek in de dagelijkse sector te faciliteren of vanwege een sterke argumenten hier aan de orde nu met Feyenoord City een bevolkingsgroei, bij achterstand in het voorzieningenniveau of bij nieuw sport en vrije tijd gerelateerd concept wordt feitelijke en planologische saldering van aanwezige detailhandel uit neergezet en er circa 3700 woningen dus veel nieuwe hetzelfde verzorgingsgebied. De toevoeging van 2.160 m2 bvo bewoners komen. Dit zullen wij in de plantoelichting detailhandel zoals mogelijk wordt gemaakt op grond van artikel 32.1.11 nader onderbouwen). Desalniettemin zullen we de onder lid c valt daar niet onder. PZH kan daarom dan ook niet instemmen uitbreiding van detailhandel in sport en vrije tijd niet met deze uitbreiding van detailhandel in sport en vrije tijd. mogelijk maken in de planregels.

96.9 Op basis van de regels maakt u nu op beide locaties gemakswinkels van Wij zullen een maximum vloeroppervlak van 400 m2 bvo Detailhandel BP grote omvang mogelijk zonder dit nader te motiveren (resp. 2.500 en voor gemakswinkels opnemen. Dit sluit aan bij het 1.000m2 bvo). Hoewel PZH in kan stemmen met het maximum gebruikelijke oppervlak van dergelijke gemakswinkels vloeroppervlak detailhandel op deze plek vraagt PZH om ook het voor de kleine en snelle aankopen en bij gemakswinkels maximum aantal m2 bvo per vestiging in de regels vast te leggen zodat op toeristische plekken. de detailhandel ook echt kleinschalig wordt zoals bedoeld in de Wat betreft de fanshop dit betreft een verplaatsing van verordening. de bestaande fanshop. We zullen hiervoor een Daarnaast zijn binnen de bestemming Gemengd-Stadion fanshops maximum aantal van 1.000 m2 bvo opnemen in de mogelijk. Het maximumaantal m2 bvo daarvan is niet in de regels planregels. verankerd. PZH verzoekt om ook dit beperken tot kleinschalige detailhandel. 96.10 De provincie vindt het op dit moment onvoldoende concreet uitgewerkt De Bedrijfsruimtekoersen Rotterdam (op 12 februari Bedrijventerrein BP op welke wijze binnen de regio de compensatie van het watergebonden 2020 vastgesteld door het college van BenW bevat de bedrijventerrein plaatsvindt. De verwachting n.a.v. het onderzoek en gebiedsuitwerkingen van de stedelijke afspraken in regionaal verband over het beter benutten van bestaande beleidsuitgangspunten uit de Nota Bedrijfsruimte. Hierin (watergebonden)bedrijventerreinen moet ook daadwerkelijk zijn is aangegeven dat een aantal bedrijventerreinen in geborgd. Rotterdam kansrijk is voor de huisvesting van diverse vormen van circulaire activiteiten. Het gaat hierbij met name om bedrijventerreinen met voldoende

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 204

milieuruimte gelegen aan de rand van de stad en in het bijzonder aan het water (gezien de mogelijkheid van aan- en afvoer van grondstoffen per schip). Dit betreft bedrijventerreinen die specifiek bereikbaar zijn per water en al beschikken over laad- en los en aanlegkades. Bedrijventerrein Korte Stadionweg (Maaszicht) heeft deze voorzieningen niet en heeft gezien de ligging buiten de toekomstige zone voor Zero Emissie Stadslogistiek onvoldoende potentie om te voldoen aan dergelijke locatievereisten. In de Bedrijfsruimtekoersen staat aangegeven dat de havenbekkens in het oostelijk deel van kansrijk zijn voor de huisvesting van een bepaalde vorm van circulaire activiteiten, te weten bulk: grondstoffen, schroot, destructieactiviteiten, inclusief handel en op- en overslag. Hiervoor moet de waterbereikbaarheid verbeteren en zal in dit deelgebied gericht gestuurd worden op het accommoderen van watergebonden bedrijven in de circulaire sector. In de ruimtelijk-economische gebiedskoers (‘Gebiedsvisie Spaanse Polder’1) wordt deze kans concreet uitgewerkt. Deze koers zal op termijn zorgen voor voldoende compensatieruimte voor watergebonden bedrijvigheid die elders in het stad en regio geen geschikte plek meer hebben. Voor de gebiedsontwikkeling Feyenoord City zijn ter compensatie enkele nieuwe bedrijfslocaties gereed gemaakt. Dit zijn Noorderhelling (2,5 hectare bruto) en Zuiddiepje (0,5 hectare bruto) en de uitbreiding van bedrijventerrein Hordijk (3 hectare bruto). Een groot deel van de bedrijven die momenteel op bedrijventerrein Korte Stadionweg zijn gevestigd (en geen watergebonden bedrijven zijn), heeft op deze nieuwe toekomstbestendige bedrijvenlocaties een alternatieve vestigingsplek gevonden. Het enige watergebonden bedrijf op bedrijventerrein Korte Stadionweg (circa 1,2 hectare) kan worden geaccommodeerd in de Waalhaven op het zeehaventerrein Sluisjesdijk.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 205

Er bevindt zich verder geen watergebonden bedrijvigheid in het plangebied. Het bedrijventerrein Korte Stadionweg conserverend bestemmen zal er naar verwachting niet toe leiden dat deze bedrijven zich hier gaan vestigen. Conform de verordening is planologische compensatie elders wel vereist. Deze compensatie ziet op de planologisch mogelijke oppervlakte in het vigerende bestemmingsplan. Uit onze analyse (die in de plantoelichting verder wordt toegelicht) blijkt dat 3,1 ha op grond van de verordening planologisch worden gecompenseerd. De compensatie is gevonden in de Spaanse Polder. Van de 188 ha bedrijventerrein in de Spaanse Polder is 30 ha geschikt voor watergebonden bedrijvigheid. Hiervan wordt in de huidige situatie slecht 2,9 ha op die manier gebruikt. Tot 2024 zal in ieder geval 4 hectare worden getransformeerd naar watergebonden bedrijvigheid. De periode tot 2040 zal dit nog eens 13 ha zijn. In het te actualiseren bestemmingsplan Spaanse Polder wordt de beschikbaarheid voor de watergebonden bedrijvigheid planologisch geborgd. In dat bestemmingsplan wordt ook opgenomen dat van de extra watergebonden bedrijvigheid 3,1 ha bedoeld is als compensatie voor het bedrijventerrein Korte stadionweg. Zoals hiervoor beschreven is voor het bedrijventerrein Korte Stadionweg voorzien in compensatie elders. Concluderend betekent dit dat we compensatie voor het bedrijventerrein Stadionweg (7,2 ha) vinden op de Noorderhelling (2,5 ha), Zuiddiepje (0,5 ha), Hordijk (3 ha) en specifiek voor watergebonden bedrijvigheid 3,1 ha op Spaansepolder. Voor Noorderhelling, Zuiddiepje en Hordijk zijn er vastgestelde bestemmingsplannen. Zoals beschreven zal de compensatie in het te actualiseren bestemmingsplan Spaanse Polder worden geborgd. De ontwikkeling is daarmee in overeenstemming met de verordening; de (watergebonden) bedrijvigheid aan de Korte Stadionweg kan worden wegbestemd. Door de ontwikkelingen voor watergebonden bedrijvigheid - die in regionaal verband zijn afgestemd, en in de regio en

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 206

binnen Rotterdam in gang zijn gezet - wordt geen afbreuk gedaan aan provinciale belangen.

96.11 Feyenoord City is in de verordening niet aangeduid als concentratieloca- Uit het behoefte onderzoek blijkt dat (zie rapport BSP, Kantoren BP tie voor kantoren. Buiten de concentratielocaties is kantoorvestiging al- bijlage 3 bij de toelichting van het bestemmingsplan) er leen bij uitzondering toegestaan. In het voorontwerp plan waren kanto- in Rotterdam komende jaren behoefte is aan kantoren ren beperkt tot een omvang van maximaal 1.000 m2 per vestiging. De van ca. 422.000 tot 814.000 m² bvo. Op stationslocaties kantoren pasten daarmee in beginsel binnen het provinciaal beleid. Deze is dit ca. 126.000 tot 363.000 m² bvo. Feyenoord City is beperking per vestiging is losgelaten. Daarmee is sprake van strijd met de een (potentiële) stationslocatie. In de behoefteonder- verordening, tenzij de kantoren passen in een actuele regionale visie die zoek is uitgegaan van 23.200 m2 bvo kantoren, waarvan door provincie is aanvaard. In de regionale kantorenvisie staat 4.000m2 de netto toevoeging 10.875 m2 bvo bedraagt vanwege plancapaciteit voor Feyenoord City. Het bestemmingsplan maakt op onttrekking/ verplaatsing van bestaande kantorenvoor- grond van de regels 16.200 m2 bvo aan kantoren mogelijk. Hiermee raad (8.825 m2 bvo) en saneren van ongebruikte planca- wordt 12.200 m2 bvo aan kantoren meer mogelijk dan de hoeveelheid paciteit Olympus (3.500 m2 bvo). Het bestemmingsplan van 4.000m2 bvo uit de aanvaarde kantorenvisie van de MRDH. U voert biedt ruimte aan 16.200 m2 bvo kantoren. aan dat 8.825 m2 bvo van de bestaande kantoren worden vervangen. In de nota Strategie Werklocaties MRDH 2019-2030 is Ook geeft u aan dat 3.500 m2 bvo onbenutte plancapaciteit uit het vige- opgenomen dat binnen Feyenoord City 4.000 m2 bvo rende bestemmingsplan wordt wegbestemd. In tegenstelling tot hetgeen aan plancapaciteit kan worden toegevoegd (in periode u in de toelichting van het plan aangeeft zijn wij van mening dat de 2019-2022). Dat is bovenop de bestaande kantorencapa- kantoormogelijkheden in het plan niet passen binnen de regionale kanto- citeit (de bestaande kantoorcapaciteit die met de ont- renvisie, die is aanvaard door de provincie. Op basis van provinciaal kan- wikkeling Feyenoord City moet verplaatsen bedraagt torenbeleid is het niet toegestaan om aanbod dat uit de markt wordt ge- 8.825 m2 bvo). Dit blijkt ook uit de reactie van de MRDH haald (via sloop of transformatie) uit te ruilen met nieuwe plancapaciteit in het kader van het vooroverleg. op een andere plek. De motivatie voor deze toevoeging van 4.000 m2 bvo in de Strategie is dat hier een sportcluster wordt ontwik- keld en dat dit dienstverlening aantrekt die dit sportclus- ter faciliteert. In het gesprek dat wij voerden gaf u aan dat extra capa- citeit bovenop de 4.000 m2 bvo uit de Strategie moet passen binnen een regionale kantorenvisie en dat dit op dit moet nog niet het geval is. Gelet op de lange looptijd van het bestemmingsplan ver- wachten wij op termijn meer m2 kantoren nodig te heb- ben gelet op de uitkomsten van het behoefteonderzoek en het feit dat Feyenoord City een langjarige gebiedsont- wikkeling is. Het plan heeft onder de CHW status een looptijd van 20 jaar heeft, het behoefteonderzoek is ge- baseerd op de komende 10 jaar. Het is juist dat deze uit- breiding niet zonder meer past binnen de provinciale verordening als deze niet past binnen een provinciaal aanvaarde kantorenstrategie. Om die reden zullen wij in

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 207

het bestemmingsplan aan deze capaciteitsuitbreiding, die wij voor de helderheid op 4.000 m2 bvo zullen maxi- meren, dan ook de voorwaarde verbinden dat deze pas kan worden gerealiseerd op het moment dat dit past binnen een provinciaal aanvaarde kantorenvisie. Daarnaast voorziet het bestemmingplan Feyenoord City in verplaatsing van de bestaande kantorencapaciteit (8.825 m2 bvo) naar de Strip en het Waterfront. Deze verplaatsing is noodzakelijk op grond van stedenbouw- kundige overwegingen. Zoals ook in de Toelichting op het ontwerpbestemmingsplan is aangegeven is verplaat- sing van de kantoren noodzakelijk is om te komen tot de gewenste verbetering van de ruimtelijke structuur in het plangebied en om de verbindingen van station Stadion- park met het gehele gebied tot stand te brengen. De be- staande kantoren betreffen onder meer het politiebu- reau en het Maasgebouw. Gezien de gewenste gebieds- ontwikkeling en de beoogde doorontwikkeling naar een stedenbaanstation is het logisch dat deze plancapaciteit behouden blijft binnen het plangebied van Feyenoord City. Gelet op de discussie die wij met u hebben gevoerd stellen wij voor deze bestaande capaciteit in kleinere omvang terug te laten komen in het bestemmingsplan Feyenoord City, te weten 4.600 m2 bvo. 96.12 PZH stelt dat het voor alle partijen van belang is dat een derde De functie aanduiding is enkel en alleen opgenomen om Oeververbinding BP oeververbinding met het plan niet onmogelijk wordt gemaakt. PZH stemt juridische risico’s uit te sluiten. Indien in het niet in met de functieaanduiding ‘brug uitgesloten’ die in het plan is bestemmingsplan Feyenoord City een derde opgenomen binnen de bestemming ‘Verkeer-Wegverkeer’ ter hoogte van oeververbinding planologisch mogelijk wordt gemaakt het beoogde Waterfrontpark. PZH is van mening dat dit de voordat over de derde oeververbinding eerst een mogelijkheden voor een derde oeververbinding vooruitlopend op de zelfstandig (planologisch) besluit is genomen inclusief resultaten van de onderzoeken onnodig inperkt. PZH verzoekt daarom bijbehorende onderzoeken waaronder een MER, is het om de aanduiding van de kaart te schrappen. bestemmingsplan Feyenoord City het eerste besluit dat de oeververbinding mogelijk maakt. Volgens vaste jurisprudentie dient dan ook het volledig onderzoek voor derde oeververbinding inclusief de afweging van locaties en de aard van de verbinding in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan Feyenoord City te zijn genomen. Aangezien de onderzoeken en besluitvorming over de derde oeververbinding nog zo’n twee jaar vergen, is de aanduiding ons inziens dan ook terecht opgenomen. Wel wordt in het bestemmingsplan

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 208

Feyenoord City gezorgd dat de fysieke ruimte voor de oeververbinding vrij blijft van functies en gebouwen. Bovenstaande uitleg voegen we toe in de toelichting. conclusie De zienswijze leidt tot aanpassing van de planregels en de plantoelichting op bovengenoemde wijze.

97 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 113 Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

114 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 114.1 Zie beantwoording x en hieronder ter aanvulling Betreft model Verwezen wordt naar beantwoording x. zienswijze Stadion op Zuid 114.2 Indiener is van mening dat de Kuip de status Rijksmonument kan De Kuip is een gemeentelijk monument en blijft ook Alternatieven verdienen. De geschetste beelden voor de toekomst tonen weinig behouden, alleen niet als voetbalstadion. Vanwege de respect naar de monumentale waarden van de Kuip. In het monumentale status dient er een monumentenvergunning bestemmingsplan is dit te summier opgenomen. Indiener is van mening te worden aangevraagd en verleend voordat daadwerkelijk dat het huidige gebouw toekomst heeft voor renovatie of opwaardering, tot transformatie naar andere functies en aanpassingen dit blijkt uit tal van plannen, zoals Red de Kuip. Alleen de financiële kan worden overgegaan. De monumentale status van de haalbaarheid van de renovatieplannen wordt als argument aangevoerd Kuip wordt op die manier beschermd. voor de keuze van een heel nieuw stadion. Uit alle berichtgeving valt op Behoud van de Kuip als voetbalstadion is niet meer aan de te maken dat er nooit echt serieus naar modernisering van de Kuip orde. Zie hiervoor ook de beantwoording bij onder thema gekeken is. 4.1.

conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

115 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 124 Zie samenvatting x Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording x conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 209

125 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 125.1 Zie samenvatting x en hieronder ter aanvulling Betreft model zienswijze Zie beantwoording x Stadion op Zuid 125.2 Indiener is van mening dat het huidige gebouw toekomst heeft voor re- Verwezen wordt naar de beantwoording onder thema Alternatieven novatie of opwaardering, dit blijkt uit tal van plannen, zoals Red de Kuip. 4.1. Indiener vindt dat op basis van marginale argumenten deze alternatieve niet voldoende onderzocht zijn. Voor de huidige Kuip is al een goede mo- biliteit geregeld, indiener snapt niet dat er een nieuwe locatie moet ko- men. conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

126 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

127 Feyenoord Rotterdam NV Beantwoording Thema Betrekking op 127.1 Indiener juicht het toe dat er een ontwerpbestemmingsplan is dat (de Voor het bestemmingsplan Feyenoord City is het uit- Overgangsrecht bestemmingsplan bouw van) een nieuw stadion voor Feyenoord mogelijk maakt. Er wordt gangspunt dat een nieuw stadion wordt gerealiseerd. De Bestemming aangegeven dat op goede wijze wordt samengewerkt met onder meer de onderbouwing van het bestemmingsplan met onder gemeente Rotterdam en Stadion Feijenoord om spoedig tot realisatie van meer een MER is daar volledig op gestoeld. Hierna wordt het nieuwe stadion te komen. Tot die tijd blijft de Kuip de thuisbasis voor nader ingegaan op het mogelijk langer gebruiken van de Feyenoord. Indiener wijst er op dat onder meer gelet op de bijzondere Kuip. tijden als gevolg van de Coronacrisis zij rekening houden met alle mogelijke scenario's, zoals eventuele vertraging in de bouw van het nieuwe stadion of dat het zelfs helemaal geen doorgang vindt. Het is voor Feyenoord van levensbelang dat zij in dat geval gebruik kunnen blijven maken van de Kuip (fall back- scenario). 127.2 In het ontwerpbestemmingsplan is de Kuip niet meer als stadion is be- Het standaard (in artikel 3.2.2 Besluit ruimtelijke stemd, zonder dat een fall back-scenario voor Feyenoord in de planregels ordening verplicht voorgeschreven) overgangsrecht zoals is opgenomen. Feyenoord geeft ter behoud van haar rechten zich ge- opgenomen in artikel 37 van het bestemmingsplan noodzaakt te voelen een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbe- Feyenoord City volstaat in principe om gebruik te kunnen blijven maken van de Kuip zolang het nieuwe stadion niet in gebruik is genomen. Desalniettemin worden de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 210

stemmingsplan. Indien het bestemmingsplan ambtshalve wordt aange- planregels aangepast zodat het huidig gebruik van de past en voorziet in het fall back-scenario, dan trekt Feyenoord haar Kuip blijft bestemd tot ingebruikname van het nieuwe zienswijze per direct in. Feyenoord Stadion. 127.3 Indiener geeft aan dat nu het bestemmingsplan "Olympus" geldt op De constatering dat de Kuip als voetbalstadion is grond waarvan de Kuip bestemd voor is "recreatieve doeleinden" en wegbestemd in het ontwerpbestemmingsplan is juist. "sportvoorzieningen" waaronder een stadion. In het ontwerpbestem- Conform het door de gemeenteraad vastgestelde mingsplan is aan de Kuip de bestemming "Gemengd - de Kuip" toege- Masterplan Feyenoord City voorziet het kend. Op grond van de bestemming "Gemengd - de Kuip" zijn sportvoor- ontwerpbestemmingsplan in een nieuwe bestemming zieningen nog steeds toegestaan, maar is een stadion niet meer ge- voor de Kuip dat transformatie naar onder meer andere noemd. Ter plaatse van de Kuip is – anders dan voorheen - een maximaal sportvoorzieningen zoals een atletiekbaan, toegestane oppervlakte van 15.800 m2 BVO aan sport, leisure, maatschappelijke voorzieningen, hotel en wonen maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening" toegekend. Het lijkt mogelijk maakt. erop dat een stadion ter plaatse van de Kuip niet meer is toegestaan in De planregels worden wel aangepast zodat het huidige het ontwerpbestemmingsplan, maar is 'wegbestemď. Hoewel het ge- vergunde gebruik van de Kuip kan worden voortgezet bruik als stadion dus niet meer positief is bestemd, blijft het gebruik van totdat het nieuwe stadion in gebruik wordt genomen de Kuip als stadion - zoals dit aanwezig was op de peildatum - wel toege- door Feyenoord. staan op grond van het (gebruiks)overgangsrecht. 127.4 Het overgangsrecht brengt beperkingen met zich mee voor de Het bestemmingsplan Feyenoord City gaat er inderdaad bedrijfsvoering en is daarom onwenselijk. Met het overgangsrecht wordt vanuit dat het huidig gebruik van de Kuip binnen de namelijk beoogd een tijdelijke situatie te overbruggen totdat de ge- planperiode wordt beëindigd. Indien in de toekomst blijkt wenste bestemming wordt verwezenlijkt. Het is bedoeld voor gebruik dat door onvoorziene omstandigheden een nieuw dat in beginsel binnen de planperiode zal worden beëindigd. Het uit- stadion niet binnen de planperiode kan worden gangspunt is en blijft uiteraard dat er zo snel als mogelijk een nieuw sta- gerealiseerd dan zal de raad overgaan tot herziening van dion wordt gebouwd maar met het scenario dat door (onvoorziene) om- (een deel van) het bestemmingsplan voor Feyenoord standigheden de bouw van het nieuwe stadion niet door kan gaan houdt City. het ontwerpbestemmingsplan ten onrechte geen rekening. Gelet op het Het huidig (vergunde) gebruik - waaronder het spelen van doel van het overgangsrecht zijn veranderingen van het gebruik van de meer voetbalwedstrijden dan de reguliere competitie Kuip, in beginsel alleen nog maar mogelijk indien door deze verandering zoals aanvullende UEFA competities of zogeheten de afwijking van hetgeen wél is toegestaan, - naar aard en crossborder omvang - wordt verkleind. Indien het gebruik langer dan een jaar wordt competities - blijft gewoon mogelijk. De planregels onderbroken, mag het gebruik niet meer worden voortgezet (denk bij- worden aangepast zodat het huidig gebruik niet meer voorbeeld aan de bouwkundige problemen bij een andere voetbal orga- onder het overgangsrecht valt. nisatie AZ in samenhang met de Coronacrisis). Nog los van het feit dat er Ten aanzien van de uit jurisprudentie voortvloeiende discussie kan ontstaan welk gebruik concreet op de peildatum aanwezig beginselplicht tot handhaving het volgende. Uit diezelfde was. Ddatum inwerkingtreding bestemmingsplan is als peildatum voor jurisprudentie volgt dat onder bijzondere een voetbalstadium waar niet dagelijks wedstrijden worden gespeeld en omstandigheden (bijvoorbeeld de door indiener af en toe concerten worden gehouden, geen goed meetmoment genoemde coronacrisis of onvoorziene bouwkundige om vast te stellen welk gebruik nu onder het gebruiksovergangsrecht problemen) van handhaving kan worden afgezien. Afzien valt. Hierdoor is het spelen van meer voetbalwedstrijden (in bijvoorbeeld van handhaving kan plaatsvinden als sprake is van aanvullende UEFA competities of zogeheten crossborder onevenredigheid of een concreet zicht op legalisatie van de overtreding. In de door u genoemde omstandigheden

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 211

competities) straks wellicht niet langer mogelijk. Ook noodzakelijke ver- dan wel daarmee vergelijkbare omstandigheden zal het bouwingen ten behoeve van het betaald voetbal in de Kuip komen daar- college niet tot handhaving overgaan en, indien door in gevaar. In dat kader moet bedacht worden dat uit vigerende ju- noodzakelijk, eventuele formele strijdigheid legaliseren. risprudentie onder meer volgt dat een gemeente verplicht is te U geeft aan dat over het gebruik op de peildatum handhaven indien sprake is van een overtreding én een belanghebbende discussie kan ontstaan. In artikel 1.11 van het hierom verzoekt, bijvoorbeeld omdat sprake zou zijn van - vermeende - ontwerpbestemmingsplan is het begrip bestaand gebruik uitbreiding van de activiteiten ten opzichte van hetgeen was toegestaan opgenomen. Bestaand gebruik is het gebruik van de op de peildatum. gronden en bouwwerken dat aanwezig is op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan of zoals dat kan worden gebruikt krachtens een verleende (omgevings)vergunning voor het gebruik, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Wij zullen het begrip bestaand gebruik aanpassen zodanig dat het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan maatgevend is. Het bestaande gebruik van de Kuip is dan ook het gebruik conform de huidige vergunning van de Kuip. De huidige vergunning laat voetbalwedstrijden en kleinschalige evenementen waaronder bedrijfsfeesten onbeperkt toe en (pop)concerten incidenteel (maximaal 12x per jaar). Met de hiervoor beschreven aanpassing in de planregels zien wij geen risico dat voetbalwedstrijden (en ander regulier gebruik) van het stadion in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. Dat geldt ook voor eventuele noodzakelijke verbouwingen ten behoeve van het bestaand vergunde gebruik. . 127.5 Indiener verzoekt de raad daarom om een "fall back-scenario" op te ne- Zoals hierboven toegelicht zijn de planregels aangepast men in de planregels, zodat het bestemmingsplan - ook bij onvoorziene zodat het bestaand gebruik kan worden voortgezet omstandigheden –goed werkbaar blijft en het betaald voetbal zo lang er totdat het nieuwe stadion in gebruik wordt genomen. geen nieuw stadion is zonder beperkingen kan worden voortgezet. Indie- Wel is de gemeente van mening dat indien het nieuwe ner begrijpt dat het onwenselijk is om in het ontwerpbestemmingsplan stadion niet doorgaat, het bestemmingsplan Feyenoord twee stadions positief te bestemmen. Indiener stelt voor in de planregels City herzien moet worden. het gebruik van de Kuip als stadion te borgen door de Kuip positief te bestemmen, maar tevens te bepalen dat binnen het plangebied slechts één stadion in gebruik mag zijn. Indiener stelt voor een wijzigingsbe- voegdheid op te nemen dat het college de mogelijkheid biedt om de be- stemming van de Kuip te wijzigen, nadat een nieuw stadion in gebruik is genomen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 212

conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

128 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 138 Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

139 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 139.1 Zie beantwoording x en hieronder ter aanvulling Betreft model Verwezen wordt naar beantwoording x zienswijze Stadion op Zuid 139.2 indiener stelt voor om het huidige stadion te transformeren, dit kost ook De beslissing om een nieuw stadion te realiseren is reeds alternatieven veel minder geld. Indiener is het er niet mee eens dat in het nieuwe sta- genomen en staat niet meer ter discussie. dion aan de lange zijde geen goedkope plaatsen direct aan het veld zijn. In de ontwerpbesluiten die nu te visie hebben gelegen Dit is in de huidige Kuip juist een meerwaarde. waaronder het ontwerpbestemmingsplan, wordt de exacte inrichting en de prijs van zitplaatsen van het stadion niet geregeld. conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

140 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 204 Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

205 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 205.1 Zie beantwoording x en hieronder ter aanvulling Betreft model Verwezen wordt naar beantwoording x. zienswijze Stadion op Zuid 205.2 Aanvulling is gelijk aan nr 49 Verwezen wordt naar de beantwoording van 49.1.

conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 213

206 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 227 Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

228 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 228.1 De indiener geeft aan ernstige twijfel te hebben over: Hierna wordt op de verschillende punten ingegaan. coördinatie BP / GW / LL / TL /  de volgordelijkheid van de coördinatiemandjes; WW  of de argumenten die aangevoerd worden om renovatie/vernieuw- bouw/modernisering van De Kuip inclusief gebiedsontwikkeling als variant niet te overwegen wel valide/toetsbaar zijn;  of de financiële uitvoerbaarheid voldoende is toegelicht 228.2 Indiener haalt aan dat in verschillende documenten, waaronder de De mening van indiener wordt niet gedeeld. Er is een in- coördinatie BP / GW / LL / TL / startnota, gecommuniceerd wordt dat de gebiedsontwikkeling geen tegraal masterplan vastgesteld waarin alle onderdelen WW bestaansrecht kent zonder de bouw van het nieuwe stadion. Dit gaat van Feyenoord City integraal en in ruimtelijke en functio- volgens de indiener in tegen de uitspraken dat het een integrale nele samenhang met elkaar worden bezien. Ook het be- gebiedsontwikkeling betreft. stemmingsplan Feyenoord City dat de uitvoering van het Door de komst van 2 coördinatiemandjes heeft volgens de indiener FC masterplan mogelijk maakt, behelst alle onderdelen van de integrale benadering verlaten en spreekt men haar eigen Feyenoord City. In het bij het bestemmingsplan horende haalbaarheidsstudie en startnota tegen. Indiener stelt dat door het MER zijn alle milieueffecten, ook van het nieuwe sta- introduceren van de 2 coördinatiemandjes, waarbij het stadion pas later dion, afzonderlijk en in samenhang onderzocht. Er is wel ter inzage wordt gelegd, haaks staat op de integrale benadering. degelijk sprake van een integrale ontwikkeling. Dat ver- De stelling van de indiener is dat op dit moment ter inzage leggen van gunningaanvragen op verschillende momenten worden een ontwerpbestemmingsplan door het splitsen in coördinatiemandjes ingediend en de (ontwerp) besluitvorming in twee coor- niet realistisch is, omdat op deze manier de publieke bijdrage van het dinatiemandjes plaatsvindt doet daar niets aan af. De ontwerpbestemmingsplan niet langer te bevestigen is. Indiener verzoekt omgevingsvergunning(en) voor het nieuwe stadion en daarbij om het bestemmingsplan af te wijzen. (ontwerp) besluitvorming die daarmee verband houden zoals de (ontwerp)Waterwetvergunning moeten passen binnen het vast te stellen bestemmingsplan. 228.3 Indiener verzoekt FC de bronnen inzake gebiedsontwikkeling uitgaande Bijlage 3 behorende bij het MER onderbouwt waarom Renovatie Kuip BP / GW / LL / TL / van renovatie van De Kuip en terugvindbaarheid te duiden, zodat de een nieuw stadion beter scoort op diverse punten dan WW Commissie MER en de Rekenkamer Rotterdam kunnen toetsen of de vernieuwbouw/renovatie van de Kuip. De Commissie rapporten bestaan en kloppen. voor de m.e.r. heeft alle beschikbare stukken bestudeerd

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 214

en heeft in haar toetsingsadvies op dit punt niet geconstateerd dat de verstrekte informatie onvolledig of onduidelijk is. Onderzoek van de Rekenkamer is op dit punt niet vereist noch aan de orde. 228.4 Indiener spreekt zorgen uit over de beoogde locatie die vanwege de Het bestemmingsplan ziet op de gebiedsontwikkeling Renovatie Kuip BP / GW / LL / TL / complexiteit enorme kosten met zich mee brengt. Feyenoord City waar het nieuwe stadion op de WW De indiener heeft vernomen dat er wordt gerekend weliswaar voor een aangewezen locatie onderdeel van is. nieuw stadion, maar met een sterk "uitgekleed pakket van eisen". Er is geen sprake van een uitgekleed programma van Wanneer dit zo is, dan is het voor de alternatievenstudie nog eisen. Binnen de eisen is het ontwerp van het stadion belangrijker om af te wegen of gebiedsontwikkeling uitgaande van afgelopen periode geoptimaliseerd. renovatie/ vernieuwbouw/ modernisering van De Kuip óók invulling kan De aanvraag omgevingsvergunning voor de bouw van geven aan hetzelfde "uitgekleed pakket van eisen." het nieuwe stadion, die inmiddels is ingediend, voldoet aan alle eisen die de BVO Feyenoord daaraan stelt. Indiener ziet daarom graag dat -wanneer het pakket van eisen aan het Feyenoord City stadionplan aangepast wordt- het onderzoek van gebiedsontwikkeling uitgaande van renovatie/ vernieuwbouw/ modernisering van De Kuip wordt opgenomen in de alternatievenstudie. 228.5 Indiener is van mening dat het kostenverhaal niet volledig verzekerd is, Verwezen wordt naar de thematische beantwoording Financiële uitvoerbaarheid BP / GW / LL / TL / omdat tijdens de ter inzagelegging nog geen zekerheid is dat het stadion onder 1.1, 1.3 en 4.4. WW te bouwen is voor het plafondbedrag en omdat het ontwerp nog niet definitief gemaakt is. De indiener geeft aan een duidelijke verantwoording van inkomsten, uitgaven en tekortdekking ontbreekt, omdat de Business case nog niet is gecommuniceerd. Daarnaast geeft de indiener aan dat de gemeente altijd heeft gesteld dat zij niet bereid is om een eventueel deficit of planschaderisico te financieren. Dat zou zelfs theoretisch tot staatssteun leiden. Indiener stelt dat de uitvoerbaarheid nog niet is aangetoond, waarmee niet voldaan is aan artikel 3.1.6. Een deskundigenbericht van de Rekenkamer Rotterdam is noodzakelijk om de financiële uitvoerbaarheid aannemelijk te maken. 228.6 Indiener concludeert het volgende: Inmiddels is er een aanvraag omgevingsvergunning voor BP / GW / LL / TL / Gelet op het feit dat de bvo Feyenoord nog geen besluit heeft genomen, o.a. de bouwen van het stadion ingediend. Uiteraard WW lijkt deze formele stap een pressiemiddel richting de bvo te zijn om te heeft deze aanvraag de steun van de BVO Feyenoord, allen tijde in te stemmen met de bouw van een nieuw stadion en lijkt Van een pressiemiddel is dus geen sprake. een stap gezet te worden dat het stadion dat geminimaliseerd wordt. Gezien voorgaande argumenten is dit politieke besluit niet gestoeld op Gezien de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken, een goede ruimtelijke ordening en kan dit besluit derhalve niet in stand en de in het bestemmingsplan opgenomen

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 215

blijven. Hierbij verzoekt de indiener het College van B&W op basis van argumentatie, zijn wij van mening dat er afdoende is het voorgaande de voorbereidingen voor het vaststellen van dit aangetoond dat er wel sprake is van een goede ontwerpbestemmingsplan te stoppen. Indien dat besluit niet wordt ruimtelijke ordening. genomen, verzoek ik de gemeenteraad het bestemmingsplan niet vast te stellen. conclusie Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

229 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 236 Zie beantwoording X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

237 bestaat niet

238 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 261 Zie beantwoording X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

262 Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 262.1 Zie beantwoording x en hieronder ter aanvulling Betreft model Zie de beantwoording X. zienswijze Stadion op Zuid 262.2 Indiener is van mening dat er grote kosten gemaakt moeten worden Met de kosten voor bodemsanering is in de Exploitatie BP omdat het op sterk vervuilde grond is gebouwd. grondexploitatie rekening gehouden. 262.3 Indiener is van mening dat er grotere maatschappelijke problemen zijn Feyenoord City is veel meer dan gratis kaartjes voor Exploitatie nieuw stadion Bp voor kinderen in Rotterdam zuid en deze niet worden verholpen d.m.v. kinderen. Feyenoord City zal voor een impuls voor heel gratis kaartjes voor Feyenoord. Rotterdam Zuid zorgen, vanwege de verbetering van de kwaliteit van het gebied en vanwege het sociaal economisch programma op het gebied van buitenruimte, sport, en werkgelegenheid. 262.4 Indiener is van mening dat 25 miljoen niet voldoende is om te Dit heeft geen betrekking op het bestemmingsplan. Dit is businesscase BP concurreren met de traditionele top 3. een bedrag dat met de BVO is overeengekomen.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 216

262.5 Indiener is van mening dat historische plek waar nu de Kuip is gevestigd, De Kuip blijft ook behouden maar krijgt andere functies. Alternatieven BP behouden kan worden. Ooit heeft hier naar verluid een vesting gestaan. Het feit dat De Kuip gemeentelijk monument is geeft daarbij extra waarborgen. conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

263 tm Indiener Beantwoording Thema Betrekking op 323 Zie samenvatting X Betreft model zienswijze Stadion op Zuid Zie beantwoording X conclusie Deze zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

324 Mr. J.J. Molenaar (Dirkzwager legal & taks) namens Thalassa Beantwoording Thema Betrekking op Exploitatie B.V., Nautical Moments B.V. en Constant in Beweging Varen Locaties B.V. gezamenlijk aangeduid als Thalassa. 324.1 De indiener (Thalassa) exploiteert aan de Piet Smitkade een eventrederij Wij bevestigen dat de aanlegsteiger met de exploitatie Bedrijfsactiviteiten BP/LL/TL/WW en heeft volgens haar er een rechtens te respecteren belang bij dat haar daarvan blijft toegestaan binnen de bestemming Water bedrijfsvoering ook onder de plannen van “Feyenoord City” op een in het nieuwe bestemmingsplan. Bij de uitwerking van goede wijze kunnen worden gecontinueerd en dat zij daardoor in ieder de oeverzone zal in overleg getreden worden met geval niet wordt belemmerd dan wel dat dit anderszins een nadelige indiener om inpassing van de aanlegsteiger met de invloed heeft op de bedrijfsvoering. In dit verband geeft de indiener aan exploitatie van de eventrederij te bespreken. dat gelet op artikel 22 en 25 van de planregels van het geldende bestemmingsplan, de aanlegsteiger met de exploitatie daarvan ten behoeve van een eventrederij bij recht wordt toegestaan in de geldende planologische regeling. Van belang daarbij is de constatering dat er geen bestemmingen zijn in de nabijheid van de aanlegsteiger (waar de indiener gevestigd is) die een belemmering zijn of kunnen zijn voor de exploitatie van de rederij. De indiener heeft er belang bij dat onder het ontwerpbestemmingsplan haar bouw- en gebruiksdoeleinden, alsmede die van het omliggende gebied, haar niet in een planologische nadeligere positie brengt. De indiener verzoekt de raad om in de formele reactie op deze zienswijze te bevestigen dat dit niet het geval is. 324.2 De indiener geeft aan dat de ontwerpplankaart met regels in Voor de rechtspositie van de indiener is van belang in Toekomstig planologisch BP/LL/TL/WW samenhang bezien met het Masterplan de vraag met zich mee brengt welke eventuele wijzigingen het ontwerpplan voorziet regime hoe de toekomstige ontwikkelingen zich zullen verhouden tot de ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan, op de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 217

aanlegsteiger van de indiener en de exploitatie daarvan. Voor de huidige locatie van de aanlegsteiger alsmede de rechtspositie van de indiener is van belang in welke eventuele beoogde planologische wijzigingen in de directe wijzigingen het ontwerpplan voorziet ten opzichte van het vigerende omgeving hiervan. Zoals geformuleerd bij punt 324.1 bestemmingsplan, op de huidige locatie van de aanlegsteiger alsmede blijft de aanlegsteiger en de exploitatie van het bedrijf de beoogde planologische wijzigingen in de directe omgeving hiervan. toegestaan. Indiener wordt niet in een planologisch Materieel gezien lijkt het ontwerpbestemmingsplan geen veranderingen nadeligere positie gebracht. te brengen in de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de exploitatie van de indiener, de indiener wenst dit expliciet bevestigd te zien van de Evenals in het nu geldende bestemmingsplan Olympus gemeenteraad als bevoegd gezag in een formele reactie op de wordt de aanlegsteiger niet aangeduid. Dit om de zienswijze. flexibiliteit bij de inrichting van de oeverzone te Daarnaast verzoekt de indiener om de aanlegsteiger met ponton met behouden. een ‘aanduiding’ vast te leggen op de verbeelding van de plankaart. Ten tijde van het van kracht worden van het geldende bestemmingsplan Olympus, voorzag het plan in de mogelijkheid van het realiseren van een aanlegsteiger en een ponton, maar was van die mogelijkheid nog geen gebruik gemaakt. Voor de steiger en het ponton is een onherroepelijke omgevingsvergunning verleend. De indiener geeft aan dat het in dit geval aangewezen is om bij een nieuw vast te stellen bestemmingsplan de verleende vergunningen en het legale gebruik daarvan expliciet te bestemmen. Volgens de indiener betekent het in dit geval dat de verleende omgevingsvergunning voor de gerealiseerde aanlegsteiger met een aanduiding op de plankaart moet worden opgenomen. 324.3 De indiener vreest dat het Getijdenpark een negatieve invloed zal Zoals gezegd bij 324.1 zal bij de herinrichting van de Getijdenpark BP/LL/TL/WW hebben op de bereikbaarheid van haar aanmeerponton. De schepen oeverzone overleg met indiener worden gevoerd om de zullen als gevolg van het Getijdenpark niet meer in één rechte lijn inpassing van de steiger te bespreken. Wij zijn ons kunnen aanmeren en wegvaren. De schepen zullen ter hoogte van de bewust van indieners rechten en belangen en betrekken aanlegsteiger moeten keren. deze nadrrukkelijk bij de uitwerking. Binnen de De indiener stelt dat gelet op de verbeeldingen in de toelichting bij het aanduiding ‘recreatie’ is geborgd dat belemmeringen ontwerpbestemmingsplan en het Masterplan niet op voorhand uit te voor de scheepvaart moeten worden voorkomen bij sluiten is dat de vaarweg naar en van de aanmeerponton niet wordt bijvoorbeeld een andere inrichting van de oeverzone. belemmerd. De indiener heeft er volgens haar een rechtens te respecteer belang bij dat de bereikbaarheid van de aanlegsteiger en aanmeerponton met voldoende waarborgen is omkleed. 324.4 De indiener verwijst voor deze zienswijze naar de voorwaardelijke Ten aanzien van de verzoeken van indiener wordt het Waterinfrastructuur BP/LL/TL/WW verplichting in artikel 21.3 van de planregels die waarborgt dat de volgende opgemerkt. waterinfrastructuur blijft functioneren en de vaarweg voor 1.Het betreft meer belanghebbenden dan indiener. Een scheepvaartverkeer niet wordt belemmerd. De indiener is voorstander algemene verwijzing naar scheepvaartverkeer is derhalve van het waarborgen van het scheepvaartverkeer d.m.v. een meer op zijn plaats.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 218

voorwaardelijke verplichting. Echter is de huidige formulering van die 2. In planregel artikel 21.3 is niet bepaald dat het gaat verplichting volgens de indiener niet volledig c.q. dekt de lading niet. De om het scheepvaartverkeer ten tijde van vaststelling van indiener haalt daarbij twee punten aan: het bestemmingsplan zodat een aanscherping in 1. In artikel 21.3 ontbreekt een expliciete verwijzing naar de vergunde beginsel niet nodig is. Om de bedoeling van de regel te en feitelijk legaal aanwezige aanlegsteiger van de indiener. De indiener verduidelijken zal worden aangegeven welk verzoekt om deze expliciete verwijzing op te nemen in artikel 21.3. scheepvaartverkeer bedoeld wordt. 2. De indiener wenst dat in de voorwaardelijke verplichting duidelijker tot uitdrukking wordt gebracht dat niet alleen ten tijde van de vaststelling van het plan de vaarweg voor scheepvaartverkeer niet mag worden belemmerd, maar dat dit ook voor de toekomst geldt. 324.5 De indiener geeft aan dat het ontwerpplan in artikel 4 voorziet in een Met indiener zal de bereikbaarheid tijdens de bouwfase Tijdelijke zandwinning BP/LL/TL/WW werkeiland en dat deze bestemming een geldigheidstermijn heeft van worden besproken. Er wordt geen voorwaardelijke vijf jaar, waarna zoals de indiener het begrijpt dit van rechtswege wordt verplichting opgenomen in artikel 4 voor de omgezet naar de definitieve bestemming ‘Water’ met o.a. de bereikbaarheid van het scheepvaartverkeer en de aanduiding ‘recreatie’. De indiener constateert dat met artikel 4.7 voor bereikbaarheid van de aanlegsteiger omdat nog de definitieve bestemming wél in een voorwaardelijke verplichting uitgewerkt moet worden hoe de bouwfase zal verlopen. wordt voorzien, maar dat dit niet het geval is voor het tijdelijke werkeiland. De indiener stelt zich op het standpunt dat ook ten aanzien De langsdam is noodzakelijk om het stadion op de van het tijdelijke werkeiland een zelfde voorwaardelijke verplichting voorziene wijze te kunnen realiseren. Hier zal geen moet worden opgenomen, zodat ook geborgd is dat in de realisatie fase voorwaardelijke verplichting aan worden verbonden in van het project de vaarweg van het scheepvaartverkeer niet wordt verband met het scheepvaartverkeer. belemmerd, inclusief de twee punten zoals aangehaald in zienswijze 324.4.

Ditzelfde geldt voor de Functieaanduiding ‘specifieke vorm van water – langsdam’. Binnen de bestemming ‘Water’ is het mogelijk om een langsdam te realiseren. Ook hiervoor zou volgens de indiener moeten gelden dat deze dam uitsluitend kan worden gerealiseerd als de bereikbaarheid van de kade en de aanwezige aanlegsteigers is gewaarborgd. Dit zou volgens de indiener ook kunnen door hier eenzelfde voorwaardelijke verplichting aan te koppelen. 324.6 In aanvulling op zienswijze 324.5 vraagt de indiener om aan artikel 21 De voorwaardelijke verplichting in artikel 21.3 regelt al Water BP/LL/TL/WW ‘Water’ een artikel 21.4 toe te voegen, waarin een specifieke dat het gebruik voor de functies genoemd in 21.1 sub c gebruiksregel wordt toegevoegd, die bepaalt dat: uitsluitend zijn toegestaan onder bepaalde “Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan een voorwaarden. Een specifieke gebruiksregel voegt niets gebruik van gronden (waaronder begrepen water) en bouwwerken toe. waarbij de vaarweg voor scheepvaartverkeer en/of de bereikbaarheid van aanlegsteigers wordt belemmerd.“

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 219

Volgens de indiener kan met een dergelijke gebruiksregel in samenhang met de voorgestelde aanduiding en voorwaardelijke verplichtingen, de bereikbaarheid en de exploitatie van de aanlegsteiger van de indiener voldoende gewaarborgd worden. 324.7 De indiener wenst dat haar aanlegsteiger en haar bedrijfsvoering De toelichting van het bestemmingsplan wordt Oeverzone BP/LL/TL/WW nadrukkelijker in de toelichting op het bestemmingsplan naar voren aangepast in die zin dat de aanlegsteiger en de komt. De indiener geeft aan dat in de toelichting slechts een enkele keer activiteiten van indiener nadrukkelijker worden gezegd wordt dat er in de Nieuwe Maas twee aanlegsteigers liggen benoemd. (paragraaf 2.3). De watertaxi wordt expliciet benoemd als exploitant van een van deze twee steigers (paragraaf 3.3.10). Volgens de indiener Het reguliere openbaar vervoer over water verloopt via wordt daarentegen over haar eventrederij met geen woord gerept. De de concessieverlening. Het vervoer naar Feyenoord City indiener vindt het in dit verband onzorgvuldig en wenselijk dat ook haar tijdens evenementen in het stadion betreft exploitatie van één van de in het gebied aanwezige steigers in de privaatrechtelijke afspraken tussen stadion Feijenoord nieuwe Maas in de toelichting wordt benoemd. en vervoerders. De suggestie van indiener wordt onder De indiener gaat ervan uit dat haar steiger op de huidige locatie blijft de aandacht gebracht van het stadion Feijenoord. gehandhaafd, zodat de indiener ook kan bijdragen aan het vervoer over Overigens heeft de Spido geen intentieovereenkomst water ten dienste van Feyenoord City. De indiener verzoekt de met de gemeente, maar met de private initiatiefnemers. gemeente om met haar contact op te nemen over het gebruik van de (toekomstige) bootaanlanding, waarvoor Spido met de gemeente een intentieovereenkomst heeft gesloten. 324.8 De indiener geeft aan dat het voor haar van belang is om vast te stellen De ontwerpbesluiten waren op de gebruikelijke wijze in Verzoek aanvulling LL/TL/WW dat de ontwerpbesluiten niet bijten met haar exploitatie. Deze te zien op www.ruimtelijkeplannen.nl en zienswijze/Verzoek inzage in ontwerpbesluiten zijn volgens de indiener niet in te zien, daarom wordt www.overheid.nl. Bovendien waren ze ook in te zien op ontwerpbesluiten om een werkende link verzocht naar de overige ontwerpbesluiten met www.feyenoord-city.nl. bijbehorende bijlagen. Ook verzoekt de indiener om deze reden voor Indiener heeft haar zienswijze op 26 juni aangevuld. een andere termijn voor het aanvullen van haar zienswijze. 324.9 De beoogde tijdelijke en permanente landwinning, alsmede de aanleg Gelet op de afstand tussen de (tijdelijk) landaanwinning, Nautische veiligheid van de langsdam kan volgens de indiener uitsluitend plaatsvinden indien de aanlegsteiger van indiener en de positie van de gewaarborgd is dat zij met schepen van maximaal 135 meter lengte en vaargeul is het niet aannemelijk dat het aanmeren met 11,45 meter breedte de kade en de aldaar aanwezige aanlegsteiger kan schepen van genoemde omvang wordt belemmerd. De bereiken. Uit de tekst van de ontwerpbesluiten, waaronder onder (tijdelijke) landaanwinning ligt buiten de vaargeul. andere de omgevingsvergunning voor de activiteiten "bouwen" en "het Uit de rapporten blijkt in afdoende mate dat de aanleggen van werken of het uitvoeren van werkzaamheden" blijkt niet scheepvaart niet wordt belemmerd. Desalniettemin zal dat onderzoek is gedaan naar de mogelijke gevolgen van de tijdelijke en voorafgaand aan de definitieve besluitvorming over de permanente landaanwinning. Dat geldt ook voor de ontwerpvergunning omgevings- en waterwetvergunning voor de langsdam ten behoeve van de tijdelijke aanlegactiviteit, alsmede de en landaanwinning expliciete informatie worden ontwerpbeschikking van Rijkswaterstaat voor het realiseren van de ingewonnen bij maritiem onderzoeksbureau Marin over tijdelijke en permanente landaanwinning en de langsdam. Met name in

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 220

laatstgenoemde ontwerpbeschikking wordt verwezen naar een lijst van de bereikbaarheid van de aanlegsteiger. Deze informatie documenten die onderdeel uitmaken van de aanvraag. Het betreft is medio oktober beschikbaar. onder andere doorsneden voor watercompensatie in de bouw en de eindfase, een rivierkundige beoordeling, een rivierkundige analyse hydrologie en een nautisch onderzoek naar verplaatsing van de vaargeul. 324.10 In de laatste versie van het rapport "rivierkundige beoordeling Uit het rapport blijkt dat de stroming niet in de weg staat Nautische veiligheid Feyenoord City" is beoordeeld wat de hydraulische en rivierkundige aan een vlotte en veilige scheepvaart. Er wordt effecten zijn van de ontwikkeling van het stadion en de langsdam voor aanvullende informatie opgesteld over de veilige en zowel de bouwfase als de eindsituatie. De indiener constateert dat in de vlotte bereikbaarheid van de aanlegsteiger. betreffende rapporten niet is onderzocht in hoeverre de kade en de aanlegsteiger van Thalassa aan de Piet Smitkade nog veilig en vlot te bereiken is. Uit de betreffende rapportage haalt de indiener niet welke effecten de voorgenomen ontwikkeling heeft op het stroombeeld van het deel van de rivier dat tussen het beoogde stadion en de langsdam de toegang vormt naar de aanlegsteiger van Thalassa. Deze aspecten zijn ook niet onderzocht in het nautische onderzoek "Verplaatsen vaargeul Nieuwe Maas" van Marin d.d. 5 december 2018 alsmede in de notitie van Marin d.d. 29 november 2019. Op basis van de ontwerpbesluiten en de daarbij ter inzage gelegde rapporten is volgens de indiener daarom niet gebleken van adequaat en zorgvuldig nautisch onderzoek naar de veiligheid, de bereikbaarheid en de eventuele effecten van een veranderd stroombeeld ten aanzien van de bereikbaarheid van de aanlegsteiger van Thalassa. De indiener is dan ook van mening dat bij deze stand van zaken de betreffende ontwerpbesluiten en de daaraan ten grondslag gelegde onderzoeken niet met de vereiste zorgvuldigheid zijn voorbereid. De indiener verzoekt specifiek nautisch onderzoek te laten verrichten naar de gevolgen van de betreffende ontwikkeling voor een veilige bereikbaarheid van de schepen van Thalassa van de aanlegsteiger. 324.11 De indiener verzoekt het college alsmede Rijkswaterstaat om naast het Op basis van de aanvullende informatie zal worden Nautische veiligheid onder 324.10 genoemde aanvullend onderzoek tevens voorschriften beoordeeld of aanvullende voorschriften noodzakelijk aan de betreffende vergunningen te verbinden die voorzien in het zijn. waarborgen van de bereikbaarheid van de aanlegsteiger van Thalassa. conclusie Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het de regels van het bestemmingsplan binnen de bestemming Water en van de plantoelichting. Voor de wijzigingen in de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 221

ontwerpbesluiten wordt verwezen naar de definitieve besluiten.

X Indiener (Modelzienswijze Stadion op Zuid, ingediend door groot aantal Beantwoording Thema** Betrekking op* indieners) X.1 Indiener geeft aan dat hij/ zij als supporter van Feyenoord In het kader van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht procedure BP belanghebbende is omdat de besluiten invloed hebben op de mag een ieder zienswijzen indienen tegen toekomstige situatie wat betreft de bruikbaarheid van een nieuw stadion ontwerpbesluiten. Wij begrijpen uiteraard dat de en de gebiedsontwikkeling in samenhang met de continuïteit van supporters van Feyenoord zich zeer betrokken voelen bij Feyenoord (Raad van State uitspraak 201604695/1/Al), Feyenoord kent de planvorming Feyenoord City en de continuïteit van de een supportersschare door heel Nederland (en daarbuiten). De club voor hun van belang is. continuïteit van de club is voor hen allen van belang. Feyenoord heeft daarnaast ook op nationaal niveau betekenis. En een uitstraling naar het buitenland, die een positief effect heeft op de gehele Nederlandse samenleving. X.2 Indiener is van mening dat de locatiekeuze niet in overeenstemming is Zie de thematische beantwoording onder 4.1. locatiekeuze BP met resultaten uit eerder onderzoek (2006), waar de huidige locatie werd bestempeld als een onwenselijke locatie. Indiener wijst op de huidige obstakels waar de realisatie van het nieuwe stadion tegen aan loopt zoals: externe veiligheid, parkeren, mobiliteit, grondverwerving van Rijkswaterstaat, verplaatsing radarpost, watercompensatie en een waterleiding. Indiener vindt de locatiekeuze onlogisch. Vervolgonderzoek naar locaties is in 2009 gedaan aan de hand van onduidelijke criteria en slechts voor 3 locaties, waarvan uiteindelijk de slechtste locatie uit een eerder onderzoek nu als beste locatie uit de bus kwam. Renovatie of vernieuwbouw van de Kuip is in dit onderzoek niet serieus onderzocht. Indiener uit twijfels over de locatiekeuze.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 222

X.3 Indiener geeft aan dat het college van B&W de ontwerpbesluiten ter Zie de thematische beantwoording onder 1.1, 1.2 en 4.4. procedure BP/ inzage heeft gelegd terwijl onvoldoende zicht is op verwerving van de LL/TL/GW/WW benodigde gronden door de Stichting gebiedsontwikkeling aan de Maas en op het verkrijgen van voldoende financiële middelen om de 1e fase van de ontwikkeling te kunnen starten. Indiener is van mening is dat nog niet met alle grondeigenaren / huurders afspraken zijn gemaakt. Hierdoor is onduidelijk of alle gronden beschikbaar komen, op welke termijn en welke kosten daar aan verbonden zijn. Daarnaast geeft indiener aan dat vanuit de kant van BVO Feyenoord (Feyenoord Rotterdam N.V.) nog geen besluit is genomen of er wordt ingestemd met bouw van nieuw stadion. Dit besluit hangt af van een nog bij indiener niet bekende business case. Uit de businesscase moet blijken dat wordt voldaan aan alle eisen die Feyenoord heeft gesteld (zoals bijvoorbeeld de garantie van een performance fee vanuit stadion van € 25 miljoen per jaar plus opwaarts potentieel). De gemeente heeft gesteld dat aan deze eis niet zal worden voldaan. Nu er nog geen zicht is op de realisatie van een nieuw stadion is het niet logisch om het ontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen. Gelet op de onduidelijkheid over termijnen van verkrijgen van de gronden en de kosten die hieraan vastzitten, is er nog veel onduidelijkheid over de grondexploitatie. Dit is geen moment juridisch-planologisch zaken vast te leggen. X.4 Vermeld wordt dat Stadion Feyenoord NV zicht heeft op het verkrijgen Deze aanname is gebaseerd op informatie van het stadion financiering BP van voldoende financiële middelen. Indiener vraag zich af op welke basis en andere betrokken partijen.. De onderliggende deze aanname steunt? overeenkomsten worden niet vrijgegeven een plicht Indiener ziet graag de overeenkomsten waaruit voldoende zekerheid blijkt daartoe bestaat ook niet. Verder wordt verwezen naar de van het verkrijgen van de vereiste financiële middelen (uiteraard zonder thematische beantwoording onder 1.1. persoonsgegevens en financiële gegevens). Indiener is van mening dat bij grote, complexe projecten zoals deze op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan de nodige afspraken in overeenkomsten zijn vastgelegd, waarbij intentieovereenkomsten niet voldoende zekerheid bieden.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 223

X.5 Indiener is van mening dat de berekening van de opbrengsten van de Zoals hiervoor aangegeven moet bij het vaststellen van Exploitatie BP exploitatie van het stadion te optimistisch zijn. Er bestaan grote twijfels of een bestemmingsplan inzicht worden gegeven in de de beoogde bezoekersaantallen wel gehaald gaan worden. Ook de uitvoerbaarheid van het plan. Deze verplichting gaat niet benodigde vermeerdering van inkomsten via de zakelijke markt zijn zo ver dat de onderliggende business case van de BVO dermate hoog dat deze niet realistisch worden geacht. Ook de inkomsten Feyenoord NV onderdeel is de onderbouwing van het uit de horeca zijn hoog ingeschat, zeker in vergelijk met de huidige bestemmingsplan. Wat betreft de exploitatieopbrengsten inkomsten vanuit horeca. Indiener voorziet tekorten wanneer inkomsten wordt verwezen naar de thematische beantwoording tegenvallen en dit kan grote impact hebben op de continuïteit onder 4.4. van de voetbalclub Feyenoord. De impact is veel groter als in de huidige situatie waarbij BVO Feyenoord (Feyenoord Rotterdam N.V) meer inkomsten vanuit voetbalgerelateerde activiteiten in zijn beheer heeft. X.6 Indiener vraagt zich af of de BVO Feyenoord voldoende financieel Voor het vaststellen van het bestemmingsplan is het niet financiering BP groeipotentieel kent in het nieuwe stadion. En of de BVO Feyenoord noodzakelijk om inzicht te geven in het groeipotentieel van voldoende groeipotentieel kent om in de toekomst een rol van betekenis de BVO Feyenoord NV in het nieuwe stadion. te spelen in het Nederlandse en Europese voetbal.

X.7 Indiener is van mening dat er alternatieven mogelijk zijn zoals de Het bestemmingsplan onderbouwt de effecten van een MER/ alternatieven Alternatieven vernieuwbouw van de Kuip en het plan Red de Kuip. Het is indiener niet nieuw stadion op de locatie die hiervoor eerder is bepaald. duidelijk waarom een nieuw te bouwen stadion wel een momentum voor Ten aanzien van (ver)nieuwbouw van De Kuip wordt een gebiedsontwikkeling kan zijn en een vernieuwbouwde Stadion verwezen naar de thematische beantwoording onder 4.1 Feijenoord (De Kuip) niet. Indiener vraagt zich vraag af in hoeverre en 4.2. alternatieven zijn genegeerd en wijst op feit dat in het kader van een MER In het kader van het MER zijn alle redelijkerwijs te onderzoeken van alternatieven een vereiste is. onderzoeken alternatieven onderzocht. Gelet op de eerdere onderzoeken en besluitvorming is (ver)nieuwbouw van de Kuip geen redelijkerwijs te onderzoeken alternatief meer. X.8 Indiener is van mening dat het mobiliteitscontract, genoemd in In het kader van het Mobiliteitsplan en – contract zijn en mobiliteit BP ontwerpbestemmingsplan, niet kan worden nageleefd doordat afspraken worden ook afspraken gemaakt met omliggende over gemeentegrenzen heen gaan. Indien een buurgemeente op gemeenten over de voorzieningen op hun grondgebied. termijn besluit op ruimtelijke gronden aanpassingen te doen aan Op de lange termijn kunnen altijd ruimtelijke infrastructuur, die van belang is in het kader van het mobiliteitscontract, veranderingen ontstaan waardoor aanpassing van heeft Feyenoord daar geen invloed op. Indiener acht de bedachte afspraken en daarmee aanpassingen in het mobiliteitsplan gedragsaanpassingen aan supporterskant en mogelijke handhaving hierop en -contract nodig zijn. Vooralsnog is daar geen sprake van dermate ingrijpend dat niet te verwachten valt dat deze haalbaar zijn. en wordt het mobiliteitsplan breed gedragen. Bij Daarnaast is de indiener van mening dat de toename van verkeer een onacceptabel klimaat veroorzaakt in de omgeving van het stadion. vaststelling van het bestemmingsplan hoeft geen rekening te worden gehouden met mogelijke toekomstige onbekende gebeurtenissen. De meeste parkeergelegenheid/infrastructuur ligt in gemeente Rotterdam. Bij wegvallen kan een alternatieve

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 224

locatie worden gevonden. Wij zien hier afdoende mogelijkheden voor om dat op dat moment te organiseren. Zie ten aanzien van mobiliteit en gedragsverandering ook de thematische beantwoording onder thema 9.1. Uit het mEr blijkt dat geen sprake is van een onacceptabel klimaat in de omgeving van het stadion.

X.9 Indiener is van mening dat het wegbestemmen van de Kuip een negatief Het bestemmingsplan Feyenoord City gaat ervan uit dat Overgangsrecht BP effect heeft op BVO Feyenoord mocht een nieuw stadion niet gerealiseerd het huidig gebruik van de Kuip binnen de planperiode worden. Vanuit de overgangsregeling in het ontwerpbestemmingsplan wordt beëindigd. kan Stadion Feijenoord (De Kuip) nog wel gebruikt blijven worden als De planregels worden aangepast zodat het huidig voetbalstadion, maar zijn aanpassingen aan het stadion niet meer (vergunde) gebruik mogelijk blijft. De huidige vergunning mogelijk. In dat geval is er geen verdere ontwikkeling meer mogelijk op de laat voetbalwedstrijden en kleinschalige evenementen huidige locatie en daarmee geen groeimogelijkheid meer voor BVO waaronder bedrijfsfeesten onbeperkt toe en Feyenoord. Indiener acht dit onwenselijk omdat er een kans is dat een (pop)concerten incidenteel (maximaal 12x per jaar). De nieuw stadion niet gebouwd gaat worden. planregels staan dan ook niet in de weg aan eventuele noodzakelijke verbouwingen van de Kuip, wel aan een forse vergroting van de Kuip. X.10 Indiener wijst erop dat als het nieuwe stadion wel wordt gerealiseerd, bij Zoals aangegeven onder x. 6 is het voor het vaststellen van businesscase BP de meest optimistische aanname er ruimte voor een spelersbudget voor het bestemmingsplan niet noodzakelijk om inzicht te Feyenoord van is € 25 miljoen. Hierbij is uitgegaan van zo'n 10.000 geven in de bedrijfsvoering van de BVO Feyenoord NV. betalende supporters meer dan nu. Hiermee is Feyenoord de derde Uitgangspunt is dat voor vaststelling van het voetbalclub van Nederland gelet op de huidige spelersbudgetten. Dat is bestemmingsplan de business case door Feyenoord dezelfde positie als nu. De vraag is wat BVO Feyenoord hiermee wint. Als beoordeeld is en akkoord bevonden. de extra betalende supporters uit blijven zal dit de resultaten van het Indien na vaststelling blijkt dat het nieuwe stadion stadion drukken en bevindt de BVO Feyenoord zich in een neerwaartse onverhoopt niet door kan gaan en Feyenoord in de Kuip spiraal. Indiener acht dit een voorzienbaar probleem. Indiener vraagt zich blijft voetballen dan zal het bestemmingsplan herzien af wat de basis is voor de gebiedsontwikkeling is als de BVO Feyenoord worden. Het scenario dat indiener schetst waarbij het besluit niet over te stappen naar een nieuw stadion vanwege een slechte nieuwe stadion wel wordt gerealiseerd maar niet in business case en het stadion voornamelijk leeg zal staan. Of is een nieuw gebruik wordt genomen, kan zich niet voordoen. Nadat stadion nooit de basis geweest voor de gebiedsontwikkeling? Een besluit het nieuwe stadion eenmaal is opgeleverd en in gebruik is nemen op basis van de huidige informatie gaat voorbij aan goede genomen, wordt de Kuip voor andere doeleinden gebruikt. ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan kan geen twee stadions toestaan die gelijktijdig voor voetbal in gebruik zijn. Van strijd met een goede ruimtelijke ordening is dan ook geen sprake. X.11 Indiener is van mening dat ter inzage leggen van ontwerp Er was ruim voldoende informatie beschikbaar om een procedure BP bestemmingsplan onrealistisch is. BVO Feyenoord wordt op deze manier ontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen. BVO geforceerd te worden in te stemmen met de bouw van een nieuw stadion. Feyenoord neemt voor vaststelling van het Zo wordt getracht een ‘point-of-no-return’ te bereiken. Indiener verzoekt bestemmingsplan zelfstandig een besluit op basis van de

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 225

aan B&W de voorbereiding van het vaststellen van het bestemmingsplan business case en actuele informatie of besloten kan te stoppen. En anders de gemeenteraad om het bestemmingsplan niet worden over te gaan tot de bouw van een nieuw stadion. vast te stellen. Er is geen aanleiding de bestemmingsplanprocedure te stoppen conclusie De zienswijze is gedeeltelijk gegrond en leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 226

Nota Zienswijzen Feyenoord City - 227