Nr026-027 DOSSIER KUNSTENAARSATELIERS Dossier GESPREKKEN OVER IMMATERIEEL ERFGOED OVER GESPREKKEN INTERIEURINRICHTING VAN HET KIK KIK VAN HET INTERIEURINRICHTING Varia

KUNSTENAARSATELIERS April 2018 April Nr |Nr 026 027 DOSSIER PrOFEssOr AAn DE UnIVErsITEIT GEnT UnIVErsITEIT DE AAn PrOFEssOr LINDA VAN SANTVOORT VAN SANTVOORT LINDA IN BRUSSEL KUNSTENAARSATELIERS DE 19DE-EEUWSE KUNSTENAAR TE ZIJN DE KUNST EEN nancystraat 6-8 te Brussel, arch. L. sneyers (A. de Ville de Goyet, 2018 ©BUP/BsE). 2018 Goyet, de Ville de (A. sneyers L. arch. Brussel, te 6-8 nancystraat (1900), Cortvriendt van schilder Albert Gevel van de atelierwoning BRUSSEL KENT IN DE LOOP VAN DE 19DE EEUW, ALS HOOFDSTAD VAN EEN JONGE NATIE, EEN STERKE ECONOMISCHE EN CULTURELE BLOEI. VOOR KUNSTENAARS WAS DE ARTISTIEKE HOOGCONJUNCTUUR DE REDEN OM ZICH IN BRUSSEL TE KOMEN VESTIGEN EN DE ARTISTIEKE DYNAMIEK MEE AAN TE WAKKEREN. In de belle époque werden enkele spectaculaire kunstenaarswoningen gerealiseerd – waaronder de atelierwoonst van Emile Wouters (1874) en de villa van Fernand Khnopff (1900) – die de vergelijking met internationaal gerenommeerde voorbeelden konden doorstaan. De 19de-eeuwse kunstenaarsateliers die vandaag nog bestaan in Brussel zijn slechts een fractie van wat de stad als kunstmetropool ooit betekende. In deze bijdrage, gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van de auteur, gaat de aandacht uit naar kunstenaarswoningen en/of ateliers die gebouwd zijn door en voor kunstenaars1. Zodoende komt de klemtoon op architectuur te liggen en op de specificiteit van het architecturale programma. Dit artikel wil het beeld van die rijkdom oproepen en een kader schetsen voor het erfgoed dat nog bewaard is.

"Il y a deux manières d’être artiste “Il m’avait donc fallu traverser le hall kunstenaar een bezienswaardig- chez soi…. La seconde consiste à imposant, l’escalier monumental et heid, waar zowel de burgerij als bin- demander conseil à un architecte les grands salons du palais où habitait nen- en buitenlandse kunstenaars ayant du goût, mais la première con- l’illustre artiste pour contempler cette over de vloer kwamen. Fernand siste à en avoir soi-même."2 minuscule chose. Je ne me rendais pas Khnopff was als correspondent bij De ateliercultuur is eigen aan de compte que cette disproportion n’exis- het tijdschrift The Studio zeer ver- 19de-eeuwse artistieke bloeiperiode. tait que pour moi et non pour ceux qui trouwd met de Londense kunst- Belangrijke kunstmetropolen zoals accordaient à un tableau de Meissonier, scène. Hij bezocht er Leighton Parijs, Londen, München en Wenen quel qu’en fût le format, l’importance House maar was vooral onder de zetten de toon. Parijs werkte voor des plus vastes toiles des plus grands indruk van de atelierwoonst van de Belgische kunstenaars als een artistes des siècles précédents.”4 in Londen verblijvende Friese kun- magneet. Een bezoek aan de Franse stenaar Lawrence Alma Tadema. In hoofdstad was voor hen een zo goed De luxe van de ateliers in Londen5 een reeks lezingen voor de Académie als verplicht onderdeel in hun vor- was zowaar nog groter dan die van Royale des Beaux-Arts in Brussel ming en daar hoorden ook bezoeken Parijs. Rond Holland Park ontstond getuigt Khnopff over diens huis: “Ce aan huizen van kunstenaars bij. De een kunstenaarskolonie waar kun- qui charmait surtout, c’était l’harmonie nog jonge Henry van de Velde bracht stenaars als Frederic Leighton en de l’ensemble et ce sentiment de com- in 1884 een bezoek aan het onover- vele anderen resideerden. Hier position qui se remarque chez l’artiste troffen en spectaculaire atelier3 van ging architectuur hand in hand met autant pour l’arrangement des objets de Franse kunstenaar Jean-Louis een artistieke way of life. Het huis familiers que pour le choix des élé- Ernest Meissonier, waar hij zich ver- van Leighton – gebouwd en ver- ments de ses œuvres. Ce sentiment de 7 baasde over de wanverhouding tus- bouwd naar de plannen van George la parfaite mise-en-scène.” 2018 APRIL - NR026-027 sen het minuscule werk van de kun- Aitchison6 – combineerde het atelier Khnopff voelde zich aangesproken stenaar en de enorme omvang van met een ontvangstprogramma. Als door de mise-en-scène die zo eigen diens atelier. Van de Velde uitte zijn kers op de taart werd de Arab hall is aan de ateliercultuur en die hij ook verontwaardiging daarover in zijn bijgebouwd, waar Leightons verza- in zijn eigen huis, naar een ontwerp memoires en plaatste meteen ook meling tegels werd geïntegreerd, van architect Edouard Pelseneer, tot vraagtekens bij wat hij de exces- naar een ontwerp van Walter Crane. een hoogtepunt bracht8. Maar toch

sen van de ateliercultuur noemde. Het huis was ook bij leven van de was Khnopff vooral geïnspireerd BRUSSEL ERFGOED

007 De Kunst een kunstenaar te zijn

Afb.1a en 1b Ateliervilla van kunstschilder Fernand Khnopff (1900 - afgebroken in 1938), hoek van de Jeannelaan met de Wedrennenlaan - Brussel Uitbreiding Zuid (oorspronkelijk adres), arch. E. Pelseneer. Afb.1a: gevel (L’Émulation, 1927, nr. 3, p.39 ) en afb.1b: interieur (uit: Hélène LAILLET, The home of an artist: M. Fernand Khnopffs villa at , in The Studio, vol. 57 n° 237, 1912, p.205).

door de villa van de Münchense kun- nord; le soleil ne doit pas pénétrer pour werkte of onafgewerkte doeken en stenaar Franz von Stuck, van wie hij éviter les reflets et les taches de lumi- gipsmodellen, een kleine (soms ook zelf een kunstwerk bezat dat in zijn ère.”10 Licht en ruimte zijn inderdaad grote) tentoonstellingsruimte waar atelier stond opgesteld. Khnopffs de belangrijkste uitgangspunten bij bezoekers en klanten het kunstwerk eigen huis bracht een symbiose van de bouw van een kunstenaarswerk- in alle sereniteit konden bewonde- al die impressies en was architec- plaats11. De manier echter waarop ren. In de late 19de eeuw beschikten turaal gesproken zeer schatplichtig een atelier wordt georganiseerd en sommige kunstenaars over een don- aan de Wiener Secession en het werk ingericht, wordt bepaald door de kere kamer omdat ze gebruik maak- van architect Josef Hoffmann, voor kunst die er wordt beoefend. Er is ten van fotografie als ‘hulpmiddel’ in wie hij een grote bewondering koes- een aantoonbaar verschil tussen de het creatieproces. terde9 (afb.1a en 1b). ateliers van schilders en beeldhou- wers. De laatsten worden geplaatst Het atelier werd op die manier tot voor grotere uitdagingen inzake toe- een volledig programma uitge- DE TYPOLOGIE VAN HET gankelijkheid, aanvoer van materi- bouwd. De combinatie van werken KUNSTENAARSATELIER alen en organisatie. Beeldhouwers en wonen was daarbij een bekom- gingen om die reden noodgedwon- mernis die zeker in de late 19de eeuw Jacques Lethève geeft in een stu- gen hun atelier onderbrengen op een een grote rol speelde: kunstenaars die over het dagelijkse leven van de gelijkvloerse ruimte, die vaak van het zochten naar een evenwicht tussen Franse kunstenaar in de 19de eeuw wonen werd gescheiden. Schilders het private en publieke leven en gin- een typering van het atelier dat over- daarentegen kozen vaker voor een gen heel bewust om met die – soms eenkomt met het beeld dat wij er ons atelier dat werd gecombineerd met dunne – grens. De sociale status van vaak spontaan van vormen: "L’atelier en zelfs geïntegreerd in het woon- de kunstenaar groeide en de mythe est une grande pièce rectangulaire, au programma. In de 19de-eeuwse ate- van het creatieve genie werd in stand plafond beaucoup plus élevé que dans liers was het meer dan gebruikelijk gehouden, zelfs in scène gezet12. un logis ordinaire. L’éclairage y vient om rondom de eigenlijke werkplek Het onderzoek naar de architectuur de fenêtres hautes, situés d’un seul een aantal nevenfuncties te voorzien, van kunstenaarswoningen en ate- côté ou encore d’une verrière obli- zoals een toiletruimte voor de model- liers moet rekening houden met die que d’où tombe le jour froid venu du len, extra bergruimte voor afge- drang naar representatie die in de

008 NR026-027 - APRIL 2018 APRIL - NR026-027

Afb.2

Société Palladio, wedstrijdontwerp voor een kunstenaarswoning (1844), arch. Fr. Vander Rit (© SAB, Plannen Portefeuille 2214). BRUSSEL ERFGOED

009 De Kunst een kunstenaar te zijn

Afb.4 Woning van beeldhouwer Louis Jéhotte (1840, afgebroken), Kunstlaan 51 te Afb.3 Sint-Joost-ten-Node, arch. E. Lavergne (© Gemeentearchief Sint-Joost-ten-Node, Atelierwoning van kunstschilder François-Joseph Navez (1824 - afgebroken 1874), Dienst Stedenbouw, stedenbouwkundige Koningsstraat 35 te Brussel, arch. T.-Fr. Suys (© SAB, OW 20815). vergunning nr. 28, 1840).

iconografische bronnen – atelier- van de kunstenaarswoning op een dit als ondergeschikt aan de woning schilderijen en foto’s – een grote rol ‘academische’ manier werd bena- beschouwde. Er bestaat geen twijfel speelt. De bouwplannen, die een lou- derd. Niet gehinderd door budget- over het feit dat al deze ontwerpen ter administratieve functie hebben taire of andere restricties gingen de een ideaal neoclassicistisch concept maar helaas niet steeds voorhanden jonge ontwerpers voluit in hun voor- nastreefden waarvan de omvang en zijn, leggen daarentegen de ware stellen. De woning (aan de straat- afwerking ver verwijderd stonden toedracht van de organisatie van zijde) werd in alle gevallen gekoppeld van de realiteit (afb. 2). de ateliers en het woonprogramma aan een atelier in de tuin (achter- bloot en zijn in deze van onschatbare zijde van het perceel). Er was veel Dat Tilman-François Suys het initi- waarde. aandacht voor de verbinding tussen atief nam tot een wedstrijd rond het woning en atelier. Het atelier – soms programma van een kunstenaars- meer dan één – werd in de voor- woning is niet verwonderlijk. Twintig EEN ACADEMISCHE AANPAK stellen omringd door verschillende jaar eerder, in 1824, bouwde hij aan IN DE EERSTE HELFT nevenfuncties zoals een vestiaire, de Koningsstraat een woning en ate- VAN DE 19DE EEUW een bibliotheek, een tentoonstel- lier in neoclassicistische stijl voor lingsruimte, een bergruimte, etce- François-Joseph Navez. Het huis In 1842 stichtte Tilman-François tera. In geen enkel ontwerp was er en atelier van Navez werden door Suys de Société Palladio, bedoeld in de gevel een duidelijke verwijzing architect Jean-Pierre Cluysenaar voor zijn leerlingen van de Brusselse naar de artistieke bewoner te vinden. bestempeld als ‘grandioos’14. De Academie. Jaarlijks richtte hij een Alle ontwerpen tonen een sterk axi- samenwerking tussen kunstenaars wedstrijd in. In 1844 was het onder- ale (symmetrische) gevel- en planop- die een toonaangevende rol speel- werp voor de wedstrijd een ‘habi- bouw, een van de klassieke geest den in de Academie van Brussel, tation pour artiste-peintre’. De kun- doordrongen architectuur, met een waar Navez vanaf 1835 directeur stenaarswoning kreeg hierdoor een uitgesproken voorkeur voor portie- was en Suys vanaf hetzelfde jaar plaats tussen eerder behandelde ken, zuilengaanderijen en frontons, les gaf, zal menig kunstenaar zeker onderwerpen, zoals een gemeen- en een drang naar monumentaliteit, geïnspireerd hebben, temeer daar teschool (1842) en een rijkswacht- zowel in het exterieur als in het inte- het atelier ook in gebruik genomen kazerne (1843). De ingediende wed- rieur. De wedstrijdontwerpen bren- werd door Navez’ schoonzoon Jean strijdontwerpen13 geven een inzicht gen de gevel van het ateliergebouw Portaels. Die bracht er in een ach- in de manier waarop het programma niet in beeld, waaruit blijkt dat men terbouw zijn legendarische atelier

010 libre onder, waar generaties kunste- naars werden gevormd (afb. 3).

KUNSTENAARSWONINGEN EN ATELIERS MET EEN ‘BURGERLIJK’ IMAGO

In de eerste helft van de 19de eeuw wilden kunstenaars zich vooral manifesteren als burgers en deden ze er alles aan om zich niet te onder- scheiden van het burgerlijke milieu naar wiens gunsten ze dongen. Ze gaven op die manier te kennen dat ze zich bewust wilden integreren in de stedelijke ‘bourgeois’-cultuur. Door de vaak neoclassicistische signa- tuur van hun kunstenaarswoningen maakten ze ‘onopvallend’ deel uit van het straatbeeld.

Toen beeldhouwer Louis Jéhotte, lesgever aan de Brusselse Academie van 1835 tot 1863, in 1840 zijn huis bouwde aan de Kunstlaan, die aansloot bij de pas aangelegde en prestigieuze Leopoldswijk, koos hij voor een statige neoclassicisti- sche gevel met een breedte van 14 meter en met een centrale koets­ poort. De geveltekening is gesig- neerd E. Lavergne15. Niets in de gevel wijst er op dat dit het huis is van een beeldhouwer. Het atelier ligt verscholen achter het huis in de tuin, zoals te zien is op een Popp-kaart, en was slechts via de poort toegan- Afb.5 kelijk. Louis Jéhotte kende vooral in Atelierwoning van landschapsschilder François-Xavier Roffiaen (1862, afgebroken), het begin van zijn carrière grote bij- Financierstraat 12 (later Godecharlestraat 16) te Elsene, arch. A.Trappeniers val. Zijn woonplaats stond bekend (© Gemeentearchief Elsene, Openbare Werken, 1862). als een belangrijke ontmoetings- ruimte. Saintenoy refereert ernaar in in de Financiestraat (later omge- (1854). Landschapsschilder Roffiaen de biografie van Jéhotte: "Il mourut à doopt tot Godecharlestraat). vervoegde in deze kolonie zijn vriend Bruxelles en 1884 délaissant son ate- Achtereenvolgens bouwden de kun- Adolphe Dillens, met wie hij eerder

lier, son hôtel avenue des Arts, dont le stenaars Henri Sterckx (1861), Emile al samenwerkte. Roffiaen schil- 2018 APRIL - NR026-027 salon était devenu un centre, entouré Bouillot (1861), Adolphe Dillens derde in zijn groot en met glas over- de la sympathie du monde des artis- (1861) en Francois-Xavier Roffiaen dekt atelier met fotografische preci- tes"16 (afb. 4). (1862) er neoclassicistische bur- sie de Alpenlandschappen waarmee gerwoningen, de laatste naar een hij internationaal succes oogstte. In de jaren 1860 groeide een kun- ontwerp van Antoine Trappeniers, De ateliers van de Godecharlestraat stenaarskolonie op een steenworp logebroeder en ontwerper van waren aan de noord-georiënteerde

verwijderd van de Leopoldswijk het nabijgelegen Luxemburgplein achtergevels gesitueerd, met uit- BRUSSEL ERFGOED

011 De Kunst een kunstenaar te zijn

zicht op de spoorlijn en garantie op licht. De voorbijganger kon niets vermoeden van de artistieke activi- teit die er zich achter de burgerlijk ogende gevels afspeelde17 (afb. 5).

DE KUNSTENAARSWONING ALS ARTISTIEKE EXPRESSIE

Het atelier van Antoine Wiertz kon op grote belangstelling rekenen in de pers. In l’Illustration, Journal Universel van augustus 1852 werd Afb.6 er een uitgebreid artikel aan gewijd Het atelier van Antoine Wiertz (1850), tekening van C. Vanderhecht (L’Illustration, Journal onder de titel Paestum à Bruxelles18. Universel, 1852). De bijgevoegde illustratie is onge- twijfeld de vroegste weergave van het gebouw, gemaakt toen het eigenlijk nog niet helemaal af was19. Het atelier dat Wiertz naar eigen ontwerp liet bouwen is in alle opzichten uitzonderlijk. In omvang overtreft het alle andere Brusselse ateliers, op dat van Eugène Verboeckhoven in Schaarbeek na, dat nog groter was. Het meest in het oog springende element was de reconstructie van de ruïne van de Paestumtempel die Wiertz als een scherm tegen de hangarach- tige atelierruimte liet optrekken en waarmee hij de verwondering, bewondering maar soms ook afkeer van de bezoekers opwekte. Dat hij er in geslaagd was die ruïne op kosten van de staat te laten bouwen getuigt van zijn overredingskracht, zoals blijkt uit één van zijn brieven aan minister Charles Rogier: "mais le gouvernement souffrirait-il que cette somme servit à élever un édifice d’un si misérable aspect ? Laisserait-il perdre à l’architecture – si fatiguée dans notre pays des murailles nues et des maisons en manière de cages d’oiseaux – l’oc- casion de placer une pauvre colonne, une saillie architecturale quelconque ? Ne préfèrera-t-il pas dépenser deux ou trois fois la somme indiquée plus haut Afb.7 à l’érection d’un édifice qui fût à la fois Ontwerp van Antoine Van Hammée voor zijn eigen atelierwoning (1875), de Lochtstraat 26 grand et monumental, objet d’art et Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen te Schaarbeek (uit: “Kunstenaarsateliers”, , jg.25, nr.1, 20 1987, p.8). d’utilité ?" De plechtstatigheid van

012 Afb.8a en 8b Atelierwoning van Emile Wauters (1874, afgebroken in 1955), hoek Wetstraat en Froissardstraat te Brussel, arch. E. Janlet. Afb.8a: geveltekening (© SAB, OW 11722) en afb.8b: gevel in de Froissardstraat in 1893 (L’Émulation, 1893, pl. 20).

het exterieur stond in schril contrast pel ‘Pompeïaans’21, een unicum in stenaar-archeoloog’. In 1877 werd met het interieur: de vloer was er van de Brusselse architectuurgeschie- hij aangesteld aan de Brusselse gestampte aarde en de muren onaf- denis. Antoine Van Hammée schil- Academie, waar hij cursussen gewerkt, de grijze mortel nog zicht- derde historische taferelen en staat archeologie en kunstgeschiedenis baar (afb. 6). ook bekend als ‘oriëntalist’. Door doceerde, en in 1891 werd hij con- tijdgenoten werd hij wel eens in ver- servator van de afdeling decoratieve Van een meer bescheiden kaliber band gebracht met Alma Tadema22. en monumentale kunst van het toen- maar niet minder origineel, was de In het ontwerp voor zijn woning malig koninklijk museum voor deco- woning van kunstenaar Antoine Van voorzag Van Hammée een volledig ratieve en industriële kunst (van- Hammée, gebouwd in Schaarbeek overschilderde gevel met een poly- daag Koninklijke Musea voor Kunst 23 (de Lochtstraat, 1875). Het pand chromie zoals men die op dat ogen- en Geschiedenis) . De gevel van zijn 2018 APRIL - NR026-027 wijkt qua afmetingen niet af van een blik koppelde aan de archeologische woonst mocht dan een statement doorsnee rijwoning maar heeft een reconstructies van de antieken. zijn, de interne indeling week amper gevel die toch dadelijk opvalt. De Hoewel zeer ongebruikelijk – en ook af van die van een doorsnee rijwo- superpositie van de orden en het onwaarschijnlijk, vermits die poly- ning. Het heeft er alle schijn van dat bekronend fronton verlenen aan dit chromie vermoedelijk nooit daad- Van Hammée werkte in een grote rijhuis een monumentaal karakter. werkelijk werd aangebracht –, paste kamer op de gelijkvloerse verdie-

Deze architectuur kreeg de stem- dit bij de interesse van deze ‘kun- ping (afb. 7). BRUSSEL ERFGOED

013 De Kunst een kunstenaar te zijn

via een afzonderlijke spiltrap in de pittoreske hoektoren. De geschei- den circulatie zorgde ervoor dat de kunstenaar (en zijn gasten) en zijn model elkaar niet hoefden te krui- sen op één en dezelfde trap. Lucien Solvay was zo onder de indruk van een bezoek dat hij er een volledig artikel aan wijdde in het tijdschrift La Revue Artistique (1879), waarin hij zich in superlatieven uitsprak over de architectuur en interieurdecora- tie: “(…) une maison princière du XVIe siècle (…) du plus pure flamand”24. De appreciatie vanuit architectuur- kringen kwam er met vertraging: bijna twintig jaar na de bouw ver- scheen een foto van de zijgevel (!) in het tijdschrift L’Emulation (1893)25. Voor architect Emile Janlet bete- kende de atelierwoning van Wauters een vroege en beslissende stap in de ontwikkeling van de neo-Vlaamse renaissance, een stijl waarmee hij echt zou doorbreken en succes oog- sten dankzij het Belgisch paviljoen op de Parijse wereldtentoonstelling in 1878 (afb. 8a en 8b).

ATELIERS OP MAAT VAN DE KUNSTENAAR

Niet alle kunstenaars maakten er

Afb.9a en 9b een zaak van om hun atelier uitstra- Atelier van beeldhouwer Charles Samuel (1898), Washingtonstraat 36 te Elsene, arch. E. ling te geven. Soms primeerde de Van Humbeeck. Afb.9a: exterieur (L’Émulation, 1900, pl.46) en afb.9b: plan van de begane functionaliteit en werd het atelier op grond (L’Émulation, 1900, pl.45). heel bescheiden basis en vanuit een rechttoe-rechtaan mentaliteit bena- De aanzet van het derde kwart van huis, volledig opgetrokken in bak- derd. Zeker in het beeldhouwersate- de 19de eeuw ging gepaard met steen doorspekt met natuursteen, lier bestaat er een behoefte om het een doorbraak van het stijlplura- in alle opzichten een blikvanger. Het werk te organiseren. De creatie van lisme en eclecticisme in de archi- grote atelierraam op de tweede ver- een beeld verloopt in stappen: van tectuur. De stijl van een woning dieping liep door tot in het dak en liet het concept op de tekentafel over werd doorgaans zeer bewust geko- er geen twijfel over bestaan dat dit het model tot de uiteindelijke uit- zen. Voor historie- en portretschil- het huis van een kunstenaar was. voering. Het kappen van beelden is der Emile Wauters lag de bouw van Dit soort rooftop studio was vooral een stoffige en vooral erg lawaaie- een atelierwoning in neo-Vlaamse in Parijs en Londen populair en brak rige aangelegenheid. Het gieten van renaissancestijl, naar een ontwerp ook in Brussel door bij schilders. de beelden kon wel uitbesteed wor- van architect Emile Janlet, in het Het atelier werd bediend met een den. Daarbij kwam nog de behoefte verlengde van zijn artistieke aspira- eigen ingang – een bescheiden deur om zich af en toe terug te trekken uit ties. Gebouwd in 1874 aan het rond in de zijgevel, aan de kant van de de drukte van het atelier, om in een punt van de Wetstraat was dit hoek- Froissartstraat – en was bereikbaar rustiger omgeving een concept uit

014 te werken, om gasten te ontvangen of om een werk tentoon te stellen in een meer serene omgeving.

Xavier Mellery hechtte weinig belang aan de architectuur van het atelier dat hij bouwde (1879) in de tuin van zijn ouderlijke woning in Laken26. Het was rechthoekig van grond- plan, met een groot atelierraam in de noord-georiënteerde gevel, en er was slechts één ruimte om te werken.

Jacques de Lalaing woonde in een statige herenwoning aan de Hertogstraat. Het atelier dat hij liet bouwen (1884) op loopafstand in de Leopoldswijk was een eenvou- dig gebouw met slechts één grote ruimte van 150 m², waarin hij het schilderen en beeldhouwen combi- neerde. Gaandeweg zou hij onder- vinden dat dit toch niet zo praktisch was en in 1908 verbouwde hij zijn atelier tot een duplex, waardoor hij een galerij kon onderbrengen op de mezzanine27.

Architect Ernest Van Humbeeck, die zelf een leerling was geweest van Portaels en dus goed vertrouwd was met de kunstenaarspraktijk, kon uit die ervaring putten toen hij de ate- liers ontwierp voor de beeldhou- wers Guillaume Charlier en Charles Samuel. In beide gevallen werd het atelier als een autonoom gebouw Afb.10a en 10b opgevat en werd de eigenlijke werk- Atelierwoning van beeldhouwer Guillaume De Groot (1885, afgebroken na 1922), ruimte voor de buitenwereld afge- Louizalaan, Brussel Uitbreiding Zuid, arch. E. Janlet. Afb.10a: langsdoorsnede (© SAB, OW 14543) en afb.10b: gezicht op het ‘toon’-atelier (L’Emulation, 1895, pl.20). schermd door een reeks van neven- ruimten die als ‘buffer’ fungeerden. Samuel dreef de organisatie van de werd er een onderscheid gemaakt Koninklijke Musea voor Schone ruimten ver door en voorzag ook een tussen een ‘toon’-atelier en een Kunsten, Jubelpark). Van zijn woning afzonderlijke tentoonstellingsruimte ‘werk’-atelier. Op die wijze namen en atelier verschenen de plannen

als scharnier tussen een groot en vooral beeldhouwers afstand van en één foto in L’Emulation (1895). 2018 APRIL - NR026-027 een klein atelier. Op die manier kon het grove en ‘vuile’ werk en werd de Daarbij roept vooral het interieur hij het contact met opdrachtgevers aandacht verschoven naar de pre- van zijn atelier – dat oogt als een en klanten sturen (afb. 9a en 9b). sentatie28. Guillaume de Groot was salon – vragen op. De doorsnede als beeldhouwer vooral actief in van het atelier29 toont dat er onder Kunstenaars waren niet vaak monumentaalsculptuur. Zijn naam het atelier dat in het verlengde lag geneigd een kunstwerk in wording is gekoppeld aan belangrijke gebou- van zijn leefruimte een tweede ate-

open en bloot te tonen. Niet zelden wen in Brussel (Beurs, Broodhuis, lier schuilging, waar de ‘praticiens’ BRUSSEL ERFGOED

015 De Kunst een kunstenaar te zijn

Afb.11 Jef Lambeaux en Jules Lagae in het atelier in de Hollestraat in Sint-Gillis (KIK-IRPA Brussel, cliché B192843).

aan het werk waren. Die werkruimte bevinden zich heel wat kunstenaars meesterwerk, het Tasselhuis (1893). werd echter angstvallig verborgen die vandaag volledig vergeten zijn: Horta’s reputatie kreeg vorm en de gehouden voor bezoekers (afb. 10a Bartholomé, Janssens, de Saint- opdrachten stroomden binnen. In en 10b). Cyr, Cortvriendt… het zijn geen klin- september 1894 tekende hij de eer- kende namen in de kunstgeschiede- ste ontwerpen voor het Solvayhuis. Foto’s van beeldhouwers aan het nis. Het zoveelste bewijs dat er niet De realisatie van het atelier van werk in hun atelier, die de praktijk steeds een correlatie bestaat tussen Godefroid Devreese situeert zich in van het beeldhouwen onverbloemd de artistieke betekenis van een kun- de rand van deze ‘belangrijke’ pro- weergeven, zijn uiterst zeldzaam. stenaar en de architecturale waarde jecten van Horta. Notities in Horta’s In de Brusselse context vormt Jef van zijn atelierwoning. agenda van 1894 geven aan dat hij Lambeaux, die zich tot twee keer toe de plannen in een sneltempo uit- liet fotograferen in zijn ‘bescheiden’ werkte en dat hij het werk liet opvol- werkplaats, daarop een uitzonde- Victor Horta knoopte al heel vroeg gen door zijn medewerker en teke- ring (afb. 11). vriendschapsbanden aan met beeld- naar Charles Patris31. Het atelier houwer Godefroid Devreese. Zij ken- voor Devreese is ongetwijfeld één den elkaar al van hun opleiding aan van Horta’s meest bescheiden rea- DE ALS de Academie te Brussel, toen ze lisaties. De gevel treft door een HOOGTEPUNT VAN DE aan verschillende projecten samen- bijna industrieel karakter, dat vooral ATELIERCULTUUR werkten. In 1888 organiseerden zij bepaald wordt door het grote ate- zelfs een gezamenlijke tentoonstel- lierraam ingedeeld in smalle glas- Onder de opdrachtgevers van de ling in het atelier van Devreese, toen stroken tussen de wellicht ijzeren prachtige art nouveau-atelierwonin- nog in de rue du Marché30. Devreese vensterroeden. De doorsnede toont gen die in Brussel gebouwd werden, werkte ook mee aan Horta’s eerste dat Devreese kon beschikken over

016 Afb.12a en 12b Atelier van beeldhouwer Godefroid Devreese (1894, verbouwd in 1965), Vleugelstraat 71 te Schaarbeek, arch. V. Horta. Opstand van de gevel en langsdoorsnede (© Gemeentarchief Schaarbeek, DS-7-71).

een grote werkruimte die van de waarachter zich de ateliers bevinden hetzelfde systeem werd overigens straat werd gescheiden door twee en dat via een eigen ingang (de poort aangewend om kelderkeukens te voorkamers, met daarboven een uiterst rechts) bereikbaar is. Het verlichten. Een fijne draadstructuur duplex-ruimte die uitgaf op het grote grote beeldhouwersatelier wordt in schermt het atelierraam af zonder atelier, waar hij zijn werken kon pre- de gevel vertaald in het grote raam. de lichtinval te verhinderen. senteren (afb. 12a en 12b). In het linkerdeel situeren zich de woonvertrekken (afb. 13a en 13b). De formule zoals die door Horta In 1901 ging Horta aan de slag voor werd toegepast, werkte inspirerend. twee beeldhouwers: voor Pieter Dat Horta bijzonder gevoelig was Zonder twijfel had Ernest Blerot dit Braecke bouwde hij een beschei- voor het thema van de atelierarchi- voorbeeld voor ogen toen hij voor den woning in de Noord-Oostwijk32 tectuur bewees hij bij de realisatie kunstenares Louise de Hem een en voor Fernand Dubois ontwierp van zijn eigen woning en atelier in woning met atelier (1905) bouwde in hij een meer statige atelierwoning de Amerikaansestraat in Sint-Gillis Vorst. Het atelier en de woning waren in Vorst. Voor die laatste voorzag (1898). Hij koppelde zijn woning aan in dit geval echter volledig geschei- Horta in een eerste ontwerp een een atelier-kantoorgebouw waar- den entiteiten die volkomen los van bakstenen gevel die was afgestemd van de werkruimte heel sterk werd elkaar functioneerden en waar er op de financiële mogelijkheden van beklemtoond in de gevel middels een onderling geen enkele communi- de beeldhouwer. Een erfenis stelde groot atelierraam, want ook archi- catie was voorzien. De kunstenares Dubois echter plots in staat om toch tecten hebben nood aan een goed wist zich hierdoor uitdrukkelijk naar meer te kunnen spenderen en Horta verlichte werkruimte. In de kelder de buitenwereld te manifesteren en maakte daar dankbaar gebruik van zijn kantoor was zelfs een mou- de autonomie van het atelier was van33. De compositie van het eer- lage-atelier ondergebracht waar zijn ongetwijfeld een gevolg van die pro- ste ontwerp bleef bewaard maar de medewerkers – beeldhouwers en fileringsdrang. De hele 19de eeuw en

plastische uitwerking van de natuur- modeleurs – aan het werk waren en zelfs nog het begin van de 20ste eeuw 2018 APRIL - NR026-027 steen – zo eigen aan het werk van waar Horta de plastische vormgeving was de positie van vrouwelijke kun- de meester – werd een belangrijke van zijn ontwerpen op de voet kon stenaars eerder secundair en was karakteristiek van deze evenwich- volgen en bijsturen34. Om het atelier een eigen atelier een expliciete uiting tige gevel. De voordeur is niet in het in de kelder goed te verlichten werd van artistieke ontvoogding. Het ate- centrum geplaatst maar markeert het venster van de gelijkvloerse ver- lier van Louise de Hem is een uitzon- duidelijk een verticale as in de com- dieping onder straatniveau en in de derlijk voorbeeld, dat slechts door

positie. Rechts ervan is het gedeelte dikte van de muur doorgetrokken; weinigen werd gevolgd (afb. 14). BRUSSEL ERFGOED

017 De Kunst een kunstenaar te zijn

Afb.13a en 13b Atelierwoning van beeldhouwer Fernand Dubois (1901), Brugmannlaan 80 te Vorst, arch. V. Horta. Afb.13a: Ontwerp met gevel in baksteen (© KIK-IRPA Brussel, cliché B232355) en afb.13b: uitgevoerd ontwerp in natuursteen (© Gemeentarchief Vorst, Urb.1846 -1901).

Paul Hankar De biografie van architect onthult de elementen die verklaren waarom hij zich bij uitstek profileerde als de architect die voor kunstenaars bouwde. Hankar was de kleinzoon van een Waalse steenkap- per, zijn vader was directeur van een steengroeve. Aan de Brusselse Academie, waar hij vanaf zijn 13de jaar studeerde, volgde hij afwisse- lend les aan de afdelingen architec- tuur, beeldhouwkunst en ornament naarsgroep behoorden, is dan ook zelfs bereid was om een terrein ter en tekenkunst. Intussen bekwaamde zeker geen toeval. Het was vanuit beschikking te stellen in Westende. hij zich verder in de beeldhouwkunst zijn betrokkenheid bij het artistieke Het concept omvatte een groots in de ateliers van Georges Houtstont milieu dat Hankar zich ontpopte tot hotelprogramma waar kunstenaars en ook bij Charles Van der Stappen. de ‘kunstenaarsarchitect’ bij uitstek. zich met hun familie konden terug- Vooral in het atelier van architect Uit de studie van François Loyer blijkt trekken om er te ontspannen en te Hendrik Beyaert werkte Hankar zich dat Hankar in totaal 14 projecten en werken (afb. 15). Een gebrek aan op tot een meer dan begaafd stagiair. opdrachten realiseerde in opdracht belangstelling vanwege de leden De samenwerking met kunstenaars van kunstenaars. van de Société Coopérative Artistique stond in het atelier van Beyaert hoog deed het project stranden36. Het is aangeschreven. In 1893 was Hankar In de periode 1894-1896 lag Hankar het zoveelste bewijs dat collectieve medestichter van de kunstenaars- ook mee aan de basis van de oprich- atelierprogramma’s in België geen groep Le Sillon35. Dat de meeste kun- ting van een Cité des Artistes aan onze succes kenden, daar waar ze in de stenaars voor wie Hankar een huis Belgische kust, een project waar- ons omringende landen, en zeker of atelier bouwde tot deze kunste- voor hij steun vond bij Paul Otlet, die in Londen en Parijs, omstreeks

018 Le Sillon waarvan zij beiden deel uit- maakten. Janssens was een intimist, hij bracht bij voorkeur burgerlijke interieurs in beeld waarbij de sfeer­ evocatie belangrijk was. De woning Janssens (1898)38 was herkenbaar als kunstenaarsatelier. Het atelier werd vertaald in een erker die overging in een groot dakraam. Deze architec- tuur vertoont nog een sterke binding met de neo-Vlaamse renaissance van leermeester Beyaert. Hankar maakte gebruik van baksteen op een plint van hardsteen. De omkaderingen van deur en vensters zijn uitgewerkt in neg- blokken van Euvillesteen. Het schrijn- werk van de atelierwoning Janssens is typisch voor Hankar: geometrisch, met speelse accenten en telkens andere variaties op het thema vierkant of rechthoek. Paul Hankar bracht een gematigde art nouveau met sterke traditionele accenten en kwam daar- mee tegemoet aan de smaak van de kunstenaar-opdrachtgever Janssens, waarvan gesteld werd dat die eigen- lijk niet in overeenstemming was met het ‘modernisme’ van zijn woning. Gustave Vanzype drukt zijn verwon- dering hierover uit na een bezoek aan het atelier Janssens: "Dans la vaste salle {atelier} où le caprice de Hankar a dessiné, pour ce peintre de vieilles choses, des aspects de modernisme voisinant étrangement avec les cuivres Afb.14 anciens, les vieilles statues de saints, Woning (rechts, 1902) en atelier (links, 1905) van Louise De Hem, Darwinstraat 15,17 te les lambeaux d’étoffes aux éclats fanés, Vorst, arch. E. Blerot (A. de Ville de Goyet, 2018 © BUP/BSE). les vieux livres aux reliures poudreu- ses" 39. Hij besluit verder dat Hankar de eeuwwisseling toonaangevend voud. De functionaliteit van het ate- zijn ‘modernisme’ hier met mate, met waren. In Brussel is er slechts één lier primeert op de architecturale discretie en vooral met veel goede significant voorbeeld: de ateliers uitstraling. In sommige gevallen kan smaak hanteerde40. die op initiatief van handelaar Félix gesproken worden van een minima- Mommen in Sint-Joost-ten-Node ter listisch concept. De interessantste Hoe weinig René Janssens overtuigd beschikking werden gesteld37. ateliers die Hankar bouwde waren was van de kwaliteiten van de archi-

niet toevallig voor de meest kapi- tectuur en de inrichting van Hankar 2018 APRIL - NR026-027 In enkele, hoofdzakelijk vroege taalkrachtige kunstenaars: Albert blijkt uit het feit dat hij in 1904 een opdrachten stelde Hankar zich Ciamberlani, René Janssens en verbouwing en herinrichting toever- uiterst bescheiden op. De ateliers Léon Bartholomé. trouwde aan architect Maurice Van voor de beeldhouwers Alfred Crick Ysendyck41. Deze laatste verhoogde (1891), Félix Coosemans (1896) en De contacten tussen kunstschil- het ateliergebouw met één verdie- voor de schilder Jean Gouweloos der René Janssens en Hankar situe- ping, waardoor het atelierraam ver-

(1896) treffen door hun grote een- ren zich in de schoot van kunstkring dween en tegelijk ook het ‘atelierka- BRUSSEL ERFGOED

019 De Kunst een kunstenaar te zijn

Afb.15 Cité des artistes, Ontwerp uit 1896 van arch. P. Hankar voor een kunstenaarsverblijfplaats in Westende (© KMKG, Coll. Decoratieve kunsten van de 20ste eeuw, FH.005.96-1.07).

Afb.16 Ontwerp van de atelierwoning van René Janssens (1898), Defacqzstraat 50 te Elsene, arch. P. Hankar (© KMKG, Coll. Decoratieve kunsten van de 20ste eeuw, FH.006.98-1.01).

020 rakter’ van deze kunstenaarswoning. Van Ysendyck transformeerde ook het interieur naar een burgerlijke en toen zeer modieuze Lodewijkstijl en liet van het ‘modernisme’ van Hankar zo goed als niets over (afb.16).

Wellicht vond Hankar in de figuur van kunstschilder Léon Bartholomé een veel overtuigder en enthousiaster bewonderaar van zijn architectuur. Beiden maakten deel uit van de kunst- groep Le Sillon. In amper vijf maanden tijd werden er verschillende vooront- werpen uitgewerkt waarbij ook ver- schillende atelierformules werden afgetast – woning en atelier zij aan zij of elk autonoom. Ten slotte werden er twee gebouwen aan de Tervurenlaan gebouwd, waarvan het nr. 151 als ate- lier fungeerde. Het atelier van kunst- schilder Léon Bartholomé (1898)42 was een van Hankars meest gedurfde creaties. Financiële beperkingen speelden hierbij geen rol. Bartholomé was rijk en ook zeer mondain, tenmin- ste als we kunstenaar Alfred Bastien mogen geloven, die hem in zijn Afb.17 memoires als volgt beschrijft: "C’était Atelierwoning van Léon Bartholomé (1898, afgebroken), Tervurenlaan 147 te Sint-Pieters- le plus Parisien de nos compagnons [Le Woluwe, arch. P. Hankar (uit: REHME, W., Die Architektur der Neuen Freien Schule, Leipzig, 1902, pl.73). Sillon], très amusant par ses boutades, son chic parfumé, sa coquetterie sur- veillée, très dépaysé par les gros de vieux filets de leurs vieilles mains tan- kamer op de eerste verdieping met la troupe! Il était riche, possédait une nées et des humbles dentellières et de het balkon en het grote raam van het admirable maison à lui tout seul, avenue ses cadreurs zélandais, lui révèle mieux, atelier op de hoogste verdieping tot de Tervuren"43. Een gelijkaardige type- sitôt qu’il pénètre chez ces pauvres, één geheel. Het grote atelierraam ring wordt gegeven door een anoniem toute la noblesse pittoresque de cette was vierkant maar in het schrijnwerk auteur in 1904, die de kunstenaar pauvreté magnifique (...)"44. Tussen de zit een cirkel vervat die aansloot op en zijn woning als volgt beschrijft: regels door lezen we de verbazing van de balkondeur. Zowel in die archi- "Rien ne pouvait mieux s’harmoniser de auteur over het grote contrast tus- tectuurcompositie als in de deco- aux goûts du simpliste raffiné qu’est sen de exclusieve levensstijl van de ratie zocht Hankar naar een subtiel Léon Bartholomé, que la sobre fantai- kunstenaar en het misérabilisme in evenwicht tussen strakke en vloeiende sie novatrice de Paul Hankar, le bâtis- zijn kunst. vormen, tussen de geo­metrische en seur moderniste qui édifia avenue de de florale art nouveau45. Hij creëerde Tervueren, à Bruxelles, un home idéa- De woning Bartholomé is de meest hier het prototype van de kunste-

lement ‘néo-stylé’ à ce peintre (élégant iconische uit het oeuvre van Hankar. naarswoning waarbij het atelier als 2018 APRIL - NR026-027 et mondain) des pauvres et rustiques Het grote complexe atelierraam een glazen stolp bovenop de woning et sombres intérieurs. L’antithèse est domineert het hele concept en geeft werd geplaatst. Het grote atelier- moins qu’on ne pourrait croire une anti- aan de architectuur een zeer speci- raam is meer dan louter en alleen nomie. Peut-être bien que le contraste fiek cachet. Op de eerste en tweede een middel om veel licht aan te trek- entre le décor luxueusement ‘esthétisé’ verdieping doorbreekt Hankar de ken in de werkruimte, het toont zich où cet artiste vit, et les décors de ces traditionele compositieregels. Hij als het oog van de kunstenaar op de

cabanes de pêcheurs remaillant leurs groepeert de vensters van de slaap- wereld (afb. 17). BRUSSEL ERFGOED

021 De Kunst een kunstenaar te zijn

decoraties. Het programma van de atelierwoning combineert wonen en werken maar bewaart hun auto- nomie. Het atelier heeft een eigen ingang. Op de plannen van de bouw- aanvraag47 is te zien dat annex aan het atelier een ruimte is gete- kend die als donkere kamer werd benoemd. Uit de samenwerking tussen Sneyers en Crespin volgde in 1902 een deelname aan de ten- toonstelling voor decoratieve kunst in Turijn met een studio d’artisan die nauw aansloot bij het decor van het atelier van Cortvriendt. Het huis in de Nancystraat is een schoolvoor- beeld van artistieke samenwer- king tussen architect en decorateur, maar waar de kunstenaar zich in dit artistieke samenwerkingsverband situeert kon tot dusver nog niet wor- den achterhaald (afb. 18).

DE ATELIERCULTUUR ONDER DRUK

Al vroeg in de 19de eeuw groeide er ook kritiek op de ateliercultuur. Sommige kunstenaars zagen het atelier als een artificiële omge- ving, een hinderpaal in het zoeken naar het echte leven en de natuur. De ateliercultuur, als exponent van academisme, kwam onder druk te staan en werd verworpen door de plein-airisten die zich overal in Europa afkeerden van de stad en hun heil zochten in de ‘ongerepte’ Afb.18 natuur. Maar ook dat laatste moet Atelierwoning van Albert Cortvriendt (met aanduiding van een donkere kamer) (1900), Nancystraat 6-8 te Brussel, arch. L. Sneyers (© SAB, OW 24600). met een korrel zout worden geno- men, veel kunstenaars hadden een Architect Gustave Strauven liet zich voor kunstschilder Albert Cortvriendt dubbelzinnige verhouding met hun inspireren door Hankar’s werk voor in de Brusselse vijfhoek een opval- atelier. Zelfs zij die bewust de natuur Bartholomé wanneer hij in 1901 lende woning met atelier. In het opzochten konden nog altijd niet voor kunstschilder Georges de overlijdensjaar van Hankar nam de zonder een atelier. Saint-Cyr in de Noord-Oostwijk een nog jonge Sneyers de fakkel van woning met atelier ontwierp in de zijn leermeester over en zette hij de Gustave Vanaise streefde naar rea- flamboyante stijl die zijn handels- samenwerking met sgraffito-kun- lisme, maar in plaats van de natuur merk was. stenaar Adolphe Crespin verder46. op te zoeken liet hij zijn atelier tijde- De gevel en het interieur van deze lijk als ‘stal’ inrichten. Firmin Baes Léon Sneyers atelierwoning werden door Crespin bouwde in 1907 aan de prestigieuze Ook in 1901 ontwierp Léon Sneyers versierd met sgraffito- en muur- Molièrelaan in Ukkel een burgerwo-

022 Afb.19 Bouwplannen van het huis van Rik Wouters (1913), Citadelplein (heden Rik Woutersplein) te Watermaal-Bosvoorde (© Gemeentarchief Watermaal-Bosvoorde). ning naar de plannen van Albert en den afmetingen veroorloven. In de voor het atelier van Henry, een ruime Alexis Dumont. Zijn huis in Beaux- nieuw aangelegde uitbreiding van koer (…) dat allemaal voor 18 frank Artstijl met een smaakvol interieur Schaarbeek werden bescheiden ate- per maand”50. Zes jaar later was de – modern genoeg om in l’Emulation lierwoningen gebouwd (Giraudlaan, tijd rijp voor een eigen huis, dat hij (1910) twee foto’s te krijgen – was al arch. J. Coppieters voor Henri Van bouwde in 1913-14 aan de uiterste even modieus als de talrijke vrou- Haelen, 1908) (Anatole Francestraat, rand van Watermaal-Bosvoorde met wenportretten die hij schilderde. arch. Joseph Diongre voor Jean het geld dat hij leende bij de bouw- Daarnaast was Baes ook de auteur Lecroart, 1911) die qua vormentaal de maatschappij Eigen Huis en een van stillevens en bucolische taferelen, art deco aankondigden. extra lening zonder rente bij kunste- die tot stand kwamen in het ‘boerde- naar Philippe Wolfers51. Het nieuwe rijtje’ dat hij in zijn tuin als decor liet Een nieuwe generatie kunstenaars huis was nog kleiner, met twee bouwen48. hecht nog maar weinig belang aan kamers op de gelijkvloerse verdie- uiterlijk vertoon. Rik Wouters ver- ping, een kelder en een grote ruimte Brusselse kunstenaars die kapitaal- huisde in 1907 naar Watermaal- als ‘werkhuis’ onder het dak. In de krachtig genoeg waren konden zich Bosvoorde waar hij een huurhuisje luttele maanden die er hem nog de luxe van een tweede verblijf ver- vond – met de hulp van Jacques restten, voor hij werd gemobiliseerd oorloven: Alfred Verwee in Knokke, de Lalaing, voor wie zijn vrouw Nel voor de oorlog en voor een slopende

Léon Frederic en Jules Lagae in de poseerde – dat helemaal aan zijn ziekte hem fataal werd, werkte hij er 2018 APRIL - NR026-027 Panne49, Fernand Dubois in Sosoye. behoefte beantwoordde. Zijn vrouw in de tuin of op zolder (afb.19). In het verstedelijkte Brussel werden Nel schreef: “Ons huisje is char- de beschikbare kavels ook steeds mant en heel ruim. Het is ons ideaal. De kunstenaarswoningen en ateliers kleiner en duurder. Aan de vooravond We hebben twee ruime kamers bene- die worden gebouwd aan de voor- van de Eerste Wereldoorlog konden den, een mooie grote nette kelder (wat avond van de Eerste Wereldoorlog kunstenaars zich vaak nog slechts uitzonderlijk is), twee kamers boven illustreren een tendens die zich

een woning met atelier van beschei- en een grote zolder die geschikt is nadien zal doorzetten. De kunste- BRUSSEL ERFGOED

023 De Kunst een kunstenaar te zijn

naars nemen afstand van de ate- paleis waar de illustere kunstenaar 13. Er zijn vijf ontwerpen bewaard. woonde om het minuscule ding te Stadsarchief Brussel, Plannen liercultuur, vaak ook letterlijk door aanschouwen. Ik vergewiste me ervan Portefeuille, 2214-2218. zich op meer afgelegen plaatsen te dat die disproportie alleen mij trof 14. CLUYSENAAR, F., Une famille en niet diegenen die een schilderij gaan vestigen. De eenvoud die door d’artistes. Les Cluysenaar, Brussel, van Meissonnier, van welk formaat 1928, p.69. de modernisten in het interbellum dan ook, het belang toedichtten van wordt vooropgesteld zal kunste- de grootste doeken van de grootste 15. Mogelijk is dit Edward Lavergne (1815- naars aansporen tot meer sober- kunstenaars van vorige eeuwen”. 1878), met een neoklassiek oeuvre H. van de Velde, Récit de ma vie, dl. I vooral in het Leuvense, waar hij heid. Maar toch blijft het atelier als 1863-1900, Tekst opgesteld en van stadsarchitect was van 1849 tot 1877. commentaar voorzien door Anne Van architectuurtypologie een uitdaging 16. “Toen hij stierf in Brussel, in 1884, Loo, in samenwerking met Fabrice van en blijven dezelfde bekommernissen omringd door het medeleven van de de Kerckhove, Brussel,1992, p. 77. het atelierprogramma overheersen. kunstenaarswereld, liet hij zijn atelier 5. Een overkoepelende studie over en zijn herenhuis aan de Kunstlaan Architect Alfred Courtens bouwde in de architectuur van de Londense achter, waarvan het salon een ware 1922 voor zijn broer en kunstenaar kunstenaarswoningen en ateliers: ontmoetingsplek was geworden.” Antoine een atelier (Sint-Joost-ten- WALKLEY, G., Artist’s houses in London SAINTENOY, P., ‘Notice sur Louis 1764-1914, Cambridge, 1994. Jehotte’, Annuaire de l’Académie Node, Braemtstraat 97-99) in een art Royale de Belgique, 1942, p. 151. decostijl met klassieke inspiratie in 6. Lees in dit verband: ROBBINS, D., SULEMAN, R., Leighton House Museum. 17. Archief Openbare Werken het verlengde van de 19de-eeuwse Holland Park Road, Kensington, van de gemeente Elsene, traditie. De ateliers van beeldhou- Londen, 2005. bouwaanvraagdossiers. Lees ook: VAN SANTVOORT, L., ‘François wer Oscar Jespers (arch. Victor 7. “Wat vooral charmeerde was de Roffiaen in de Brusselse rand: harmonie van het geheel en dat gevoel Bourgeois, 1928, Sint-Lambrechts- van de kunstenaarskolonie aan van compositie dat opvalt bij deze de Charleroisesteenweg naar Woluwe) en van schilder Jacques artiest, zowel inzake het ordenen de kunstenaarskolonie in de Lenglet (L.H. De Koninck, 1926, van vertrouwde objecten als inzake Godecharlestraat’, in: François de keuze voor de elementen van zijn Ukkel) zijn uitzonderlijke voorbeel- Roffiaen (1820-1898), Stedelijke musea werken. Dat gevoel van perfecte mise- Ieper, 2009, pp. 204-207. den van een resoluut modernisme en-scène.” Fernand Khnopff, ‘Des en niet toevallig gesitueerd in de souvenirs à propos de Sir Lawrence 18. DU PAYS, A. J. , ‘Paestum à uiterste residentiële rand van het Alma Tadema’, Bulletin de l’Académie Bruxelles’, L’Illustration, Journal Royale de Belgique, séance du 4 mars Universel, augustus 1852. Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 1915, 1915-1916. 19. Idem. De auteur getuigt dat het atelier 8. VAN SANTVOORT, L., ‘De mise- nog leeg is, Wiertz woonde toen nog en-scène van het 19de-eeuwse in de fabriek aan de «rue du Renard» NOTEN kunstenaarsatelier’, Gentse bijdragen die hij al enkele jaren als atelier tot de interieurgeschiedenis, vol. 32, gebruikte. 2003, pp. 123-125. 1. Dit artikel is gebaseerd op het 20. “maar zou de regering het toestaan geactualiseerde doctoraatsonderzoek 9. KHNOPFF, F., ‘Josef Hoffmann - dat deze som besteed werd aan een van Linda Van Santvoort: ‘Het architect and decorator’, The Studio, bouwwerk met zulk een miserabel 19de-eeuwse kunstenaarsatelier 1901, p. 264. uitzicht? Zou zij de architectuur in Brussel - een corpus met – zo moe in ons land van naakte 10. “Het atelier is een grote rechthoekige dossiers betreffende 95 ateliers muurpartijen en huizen als vogelkooien ruimte, met een veel hoger plafond dan van schilders en beeldhouwers – de kans ontzeggen om een arme zuil in een doorsneewoning. Hoge vensters gebouwd in het Brusselse Gewest te plaatsen, een banale architecturale die zich aan één kant bevinden zorgen tussen 1824 en 1914’ (onuitgegeven uitsprong? Zou ze niet liever twee voor de lichtinval, of ook een schuin doctoraal proefschrift, promotor tot drie maal de bovenvermelde dakraam waar het koude daglicht Prof. Dr. Jeanine Lambrecht), som uitgeven om een bouwwerk vanuit het noorden doorheen valt; Kunstgeschiedenis en Archeologie, op te trekken dat zowel groots als de zon mag niet binnendringen om Vrije Universiteit Brussel, 1995-1996. monumentaal is, zowel een kunstwerk reflecties en lichtvlekken te vermijden.” als een nutsvoorziening?" in COLLEYE, 2. “Men kan op twee manieren een Jacques LETHÈVE, La vie quotidienne H., ‘Comment Wiertz donna un musée à kunstenaar in eigen huis zijn…. De des artistes français au XIXe siècle, 1968, Bruxelles (Extrait de La renaissance du tweede bestaat erin om te rade te gaan p. 14. livre)’, La Revue de Bruxelles, november bij een architect met smaak, maar 11. VAN SANTVOORT, L., 1957, pp. LX-LXI. De originele brieven de eerste bestaat erin om zelf smaak ‘Kunstenaarsateliers in Brussel - werden niet gevonden, ook niet in te hebben.” Maurice du Seigneur, Licht en ruimte als uitgangspunt’, de persoonlijke correspondentie ‘L’art d’être artiste chez soi (I)’, La in: Licht en verlichting, Brussels van minister Charles Rogier die Construction Moderne, Parijs, 1887. Hoofdstedelijk Gewest, Monumenten bewaard is op het Rijksarchief en is 3. MILNER, J., The Studios of Paris. The en Landschappen, 2007 , pp. 67-95. geïnventariseerd in BOUMANS, R., Capital of Art in the Late Nineteenth Inventaires des papiers de Charles Rogier, 12. Lees in dit verband: ESNER, R., Century, Londen, 1988, p.175. Bruxelles, A.R.A., 1958, Inv. 124. KISTERS, S., LEHMAN, A.-S., Hiding 4. “Ik moest dus door de imposante making, showing creation. The Studio 21. LAVALEYE, J., ‘Antoine Van Hammée’, hal gaan, door het monumentale from Turner to Tacita Dean, Amsterdam in: Biographie nationale, supplémént trappenhuis en de grote salons van het University Press, 2013. Tome VII, 1969, pp. 337-338.

024 22. ENAULT, L., ‘Exposition de Lyon’, Le 43. “Hij was de meest Parijse van The art of being an artist. Constitutionnel, 21 februari 1872. onze kompanen (Le Sillon), erg geestig met zijn boutades, zijn 19th century artists’studios 23. LAVALEYE, J., op. cit. geparfumeerde elegantie, zijn in Brussels. 24. “(…) een prinselijke woning uit de 15de bedachtzame koketterie, makkelijk eeuw (…) van het zuiverste Vlaams.” van zijn stuk gebracht door de in SOLVAY, L., ‘Les ateliers - Emile grofheid van de rest van de bende! As the capital of a young nation, Wauters’, La Revue Artistique, 15 Hij was rijk, bezat in z’n eentje een Brussels experienced a strong februari 1879, pp. 371-377. prachtig huis op de Tervurenlaan.” economic and cultural boom in [Alfred Bastien], ‘Mémoires d’Alfred 25. L’Émulation, 1893, kol. 189, PL. 20. th Bastien - Au temps du Sillon’, La the course of the 19 century. It ‘Maison, rue Froissard, à Bruxelles. Revue de Bruxelles, 1958, p. 168. 1874 (Architecte M. E. Janlet).’ was also the overriding reason 44. “Niets harmonieerde beter met for artists to settle in Brussels 26. Stadsarchief Brussel, Openbare de geraffineerde eenvoud waar Werken, (Laken) dossier, REG.P.V. NR and thus help kindle the artistic Léon Bartholomé voor staat dan de 24/1879 dynamic. This contribution sobere, vernieuwende fantasie van 27. Stadsarchief Brussel, Openbare Paul Hankar, de modernistische focusses on artists’ residences Werken, dossiers 6574, 37197 bouwer die aan de Tervurenlaan and/or studios purposely built by 28. Linda Van Santvoort, ‘De mise-en- in Brussel een ideale thuis in de and for artists. The emphasis is scène...’, op. cit., p. 127. allernieuwste stijl optrok voor deze schilder (elegant en mondain) van therefore on architecture and on 29. Rijksarchief Brussel, fonds Janlet. armen en rustieke en sombere the specificity of the architectural 30. AUBRY, F., ‘Victor Horta, Architecte de interieurs.Deze tegenstelling programme as the art form Monuments civils et funéraires’, Bulletin vormt minder een antinomie dan de la Commission Royale des Monuments we zouden denken. Misschien that was to be carried out was et des Sites, Tome 13, 1986, p. 45. onthult het contrast tussen het undoubtedly instrumental in the luxueus ‘geësthetiseerde’ decor expression of this programme and 31. (31 januari) “Bezoek aan Devreese op waarin de artiest zelf leeft, en zijn terrein (…)”, (2 februari) “Devreese het interieur van de hutten van the typology of the artist’s house de eerste schetsen gegeven voor zijn vissers die met hun oude, getaande associated with it. atelier (goedgekeurd door hemzelf)”, (5 handen hun netten mazen, van The article gives an overview of the februari) “de plannen zijn af”. Ibidem. die nederige kantklossters en 32. Zie bijdrage Marcel Celis, p.56-57. Zeeuwse cadreurs, van zodra hij evolution of the artists’ houses in bij die armen binnenkomt, des te Brussels, from the early examples 33. GOSLAR, M., Victor Horta 1861-1947. scherper de pittoreske statigheid that show an academic approach, L’homme-l’architecte-l’art nouveau, van deze magnifieke armoede Fonds Mercator, Brussel, 2012, p. 305 (…)”. Nos Contemporains, Portraits via the bourgeois artist’s 34. Idem, p. 271. et biographies des personnalités houses, the studios in which belges ou résidant en Belgique, artists expressed their artistic 35. LOYER, F., Paul Hankar, La naissance de connues par l’œuvre littéraire, l’Art Nouveau, A.A.M., Brussel, 1986, artistique ou scientifique, ou par preferences and the workshops p. 120. l’action politique par l’influence in which functionality took 36. Idem, p. 142-143. Paul Otlet lag ook morale ou sociale, Brussel, 1904, centre stage, to the Art Nouveau aan de grondslag van de ontwikkeling p. 480. ateliers that formed the summit van Westende-bad, een project 45. VANDENBREEDEN, J., AUBRY, F., dat werd gerealiseerd naar een Art Nouveau in België. Architectuur of studio culture around the turn ontwerp van architect Octave Van & Interieurs, Lannoo, Tielt, 1991, of the century. Of the numerous Rysselberghe. pp. 70-71. artists’ studios that were built 37. Zie bijdrage Paula Dumont, p.116-119. 46. SCHOONBROODT, B., Aux origines in Brussels in the 19th and early de l’art nouveau. Adolphe Crespin 38. Plannen bewaard in het Fonds Hankar 20th century and which testified (KMKG), Inventaris A.A.M., dossier (1859-1944), Antwerpen, 2005, 1898-6. pp. 52-53. to the role the city played as an 39. “In de grote zaal (atelier) waar de gril 47. Stadsarchief Brussel, Openbare art metropolis, only a fraction van Hankar voor deze schilder van oude Werken, 24600. remains. This article illustrates dingen modernistische zaken tekende 48. NAEGELS-DELFOSSE, G., Firmin their architectural wealth and the die op eigenaardige wijze samengingen Baes, Brussel,1987. met oud koperwerk, oude historical context in which they heiligenbeelden, vervaagde lappen 49. VAN SANTVOORT, L., came into existence. stof, oude verpulverde boekbanden.” ‘Ateliercultuur versus plein- NR026-027 - APRIL 2018 APRIL - NR026-027 VANZYPE, G., Nos Peintres (dl. II), airisme. Brusselse kunstenaars Bruxelles, 1904, p. 91, 93. trekken naar de kust’, De Panne leeft, extra editie, september 2002. 40. Ibidem. 50. Brief van Nel Wouters aan Maria 41. Architect Paul Hankar was inmiddels Joris, Bosvoorde 14 juli 1907. overleden in 1901. BERTRAND, O., HAUTEKEETE, S., 42. Plannen bewaard in het Fonds Hankar Rik Wouters. Kroniek van een leven, (KMKG), Inventaris A.A.M., dossier Antwerpen, 1994, p. 15. 1898-8. 51. Idem, p. 90. BRUSSEL ERFGOED

025 COLOFON

REDACTIECOMITÉ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Stéphane Demeter, Paula Dumont, Bety Waknine, directrice-generaal Murielle Lesecque, van Brussel Stedenbouw en Erfgoed/ Griet Meyfroots, Cecilia Paredes Gewestelijke overheidsdienst en Brigitte Vander Brugghen Brussel, CNN – Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel. EINDREDACTIE NEDERLANDS De artikelen zijn gepubliceerd Paula Dumont en Griet Meyfroots onder de verantwoordelijkheid EINDREDACTIE FRANS van de auteurs. Alle rechten voor Stéphane Demeter het reproduceren, vertalen of herwerken zijn voorbehouden. REDACTIESECRETARIAAT Murielle Lesecque CONTACT Directie Monumenten en COORDINATIE ICONOGRAFIE Landschappen – Cel Sensibilisatie Julie Coppens en Griet Meyfroots CNN – Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel http://www.erfgoed.brussels COORDINATIE DOSSIER [email protected] Griet Meyfroots HERKOMST VAN DE FOTO’S AUTEURS/ REDACTIONELE Mochten er ondanks onze inspanningen MEDEWERKING om alle reproductierechten te betalen Marie Becuwe, Laurence Brogniez, toch nog gerechtigden zijn die niet Marcel M. Celis, Victoire Chancel, gecontacteerd werden, dan worden zij Tatiana Debroux, Paula Dumont, verzocht zich kenbaar te maken bij de Jacinthe Gigou, Coralie Jacques, Directie Monumenten en Landschappen Harry Lelièvre, Judith Le Maire, van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Isabelle Leroy, Gertjan Madalijns, Dominique Marechal, LIJST MET AFKORTINGEN Griet Meyfroots, Christian Spapens, AML - Archives et Musée de la Iwan Strauven, Linda Van Santvoort, Littérature, Bruxelles (Belgique) Francisca Vandepitte, Brigitte Vander BUP/BSE - Bruxelles Urbanisme Brugghen, Tom Verhofstadt et Patrimoine / Brussel Stedenbouw en Erfgoed VERTALING CIBG – Centrum voor Informatica Gitracom, Hilde Pauwels, voor het Brusselse Gewest Ubiqus NV/SA CIDEP – Centre d’Information, de NALEZING Documentation et d’Étude du Patrimoine Koenraad Raeymaekers, KBR – Koninklijke Bibliotheek van België Wim Kenis, Harry Lelièvre, KCML - Koninklijke Commissie voor Coralie Smets, Tom Verhofstadt en Monumenten en Landschappen de leden van het redactiecomité KIK-IRPA – Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium / Institut VORMGEVING royal du Patrimoine artistique Polygraph’ KMKG - Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis ONTWERPER MAQUETTE KMSKB – Koninklijke Musea voor The Crew communication nv Schone Kunsten van België DRUK SAB – Stadsarchief Brussel IPM printing ISSN VERSPREIDING EN 2034-5771 ABONNEMENTENBEHEER WETTELIJK DEPOT Cindy De Brandt, D/2018/6860/023 Brigitte Vander Brugghen [email protected] Cette revue paraît également BEDANKINGEN en Français sous le titre Cathy Clarisse, Chantal d’Udekem, Bruxelles Patrimoines. Anne Macebo, Mary Peterson, Linda Van Santvoort, Menno de Boer Erfgoed Brussel Reeds verschenen

001 - November 2011 008 - November 2013 015-016 - September 2015 Terug naar school Industriële architectuur Ateliers, fabrieken en kantoren 002 - Juni 2012 009 - December 2013 De Hallepoort Parken en tuinen 017 - December 2015 Stadsarcheologie 003-004 - September 2012 010 - April 2014 De kunst van het bouwen Jean-Baptiste Dewin 018 - April 2016 De Gemeentehuizen 005 - December 2012 011-012- September 2014

Hôtel Dewez Geschiedenis en herinnering 019-020 - September 2016 KUNSTENAARSATELIERS Stijlen gerecycleerd Extra nummer 2013 013- December 2014 Het erfgoed schrijft onze geschiedenis Cultusgebouwen 021 - December 2016 Victor Besme 006-007 - September 2013 014- April 2015 DOSSIER Brussel, m’as-tu vu ? Zoniënwoud

Laatste nummers

022 - April 2017 023-024 - September 2017 025 - December 2017 Art nouveau Natuur in de stad Conservatie op de steigers Nr026-027

20 €

ISBN 978-2-87584-164-3