PB 006-NL-BAT.Indd 119 3/05/13 12:14 -PB 006-NL-BAT.Indd 120 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 121
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
EXTRA - NUMMER 2013 Een publicatie van het Brussels EXTRA NUMMER Hoofdstedelijk Gewest 2013 HETERFGOEDSCHRIJFT ONZEGESCHIEDENIS HETERFGOEDSCHRIJFT ONZEGESCHIEDENIS Een publicatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ERFGOEDBRUSSEL € 25 ISBN : 978-2-930457-94-9 -PB 006 Couv BAT.indd 3 20/03/15 10:32 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 119 BRUSSEL, METROPOOLVAN DETRIOMFERENDE BURGERIJ BOUW VAN EEN HOOFDSTAD -PB 006-NL-BAT.indd 119 3/05/13 12:14 -PB 006-NL-BAT.indd 120 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 121 De openbare gebouwen in de 19de eeuw BENOÎT MIHAIL Conservator van het Museum van de geïntegreerde politie “Je crois que notre siècle, à raison du caractère sten speelden een stuwende rol omdat même de notre civilisation éclectique et ze over de nodige financiële middelen beschikten en niet gehinderd wer - cosmopolite, est impuissant à créer un style qui den door administratieve of politieke lui soit propre, car ce style, pour refléter son bezwaren. De stad Brussel kon bijvoor- beeld niet optreden buiten haar gren- époque, devra être cosmopolite comme elle. Il zen, terwijl de staat zich ervoor hoedde manquera par conséquent de cette unité, de om één bepaalde gemeente – het mocht dan nog de eerste van het land zijn – te cette harmonie, de cet ensemble organique bevoordelen ten koste van een andere. qui constitue le caractère des styles des belles Enkel de inzet en volharding van een époques de l’art. Mais je pense que les tentatives handvol sterke persoonlijkheden brachten de zaken in beweging, zowel individuelles pourraient réussir, en prenant les wat betre de uitbouw van het wegen- styles anciens pour point de départ, à créer net en de nodige infrastructuur als het bouwen van prestigeprojecten. des œuvres ayant un caractère nouveau.”1 Charles Buls, 1874. DE PERIODE VAN DE TEKENTAFEL (JAREN 1840-1860) De hoofdstad diende zich eerst open te stellen voor de buitenwereld. De et onafhankelijke België gemeentewet van 1836 bood gemeen- had aanvankelijk nog geen tebesturen de mogelijkheid om nieuwe hoofdstad die naam waar- wegtracés voor te stellen, maar de wen- dig. De oude monumen - sen van de Stad Brussel strookten niet Hten, waarvan men de rijkdom nog maar noodzakelijk met die van de randge- net begon te waarderen, evenmin als de meenten. prestigeprojecten van het vorige regime Vandaar rees het idee om de grenzen waren in staat Brussel op te tillen boven van Brussel zonder meer uit te breiden. Ruiterstandbeeld van Leopold het niveau van een in zichzelf gekeerde Vanaf 1837 ontwikkelde zich een chi - II, Troonplein, Brussel, Thomas provinciestad, met een wirwar van que nieuwe wijk op het grondgebied Vinçotte, 1926 (M. Vanhulst, sombere straatjes en waar men boven- van Sint-Joost. Projectontwikkelaars lie- 2012 © MBHG). dien moest betalen om er goederen in ten er een mooie kerk in Italiaanse stijl te voeren. Die situatie begon vanaf de bouwen (Sint-Jozef, architect Tilman- jaren 1840-1860 te veranderen dankzij François Suys, 1842) en hoopten er zelfs de gezamenlijke actie van de centrale een kazerne of een gerechtshof te kun- staat (met bijkomende steun van de nen bouwen.2 De nieuwe wijk werd naar provincie Brabant), de Stad Brussel en koning Leopold genoemd. Ze had stra- private ondernemers. Vooral die laat- ten in een dambordpatroon, maar een -PB 006-NL-BAT.indd 121 3/05/13 12:14 122 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013 slechte verbinding met het stadscen- trum. In ruil voor de aanleg van wat de Wetstraat zou worden, verkreeg het Brusselse stadsbestuur in 1853 van het parlement de aanhechting van deze Leopoldswijk. Een poging van burge- meester Charles De Brouckère om in één moeite door alle randgemeenten bij de stad in te lijven mislukte. De par- lementsleden wilden niet weten van een supergemeente die het broze even- wicht tussen de Belgische gemeenten zou verstoren.3 Ondanks nieuwe uit- breidingen (de Louizalaan in 1864, de maritieme wijk in 1897) kwam het dos- sier niet terug op tafel. Het kwam er dus op aan de ontwikkeling van de agglo - meratie aan te pakken in overleg met alle betrokken gemeenten, met elk hun eigen profiel. Vele bleven nog lang zeer landelijk, zoals Schaarbeek, Etterbeek of Sint-Gillis voorbij de bareel (een tol- huisje op de weg naar de Louizapoort). Er werd hier weinig gebouwd, zonder globale visie, en vooral zonder veel begrip voor de stad waar de econo- mische activiteit geconcentreerd was. Sint-Jans-Molenbeek was dan wel al een ontwikkelde industriële voorstad maar lag geïsoleerd achter het kanaal. Sint-Joost en Elsene waren beter geïnte- greerd, maar steunden daarom nog niet meteen de grote projecten van de stad. Zo geloofde Elsene bijvoorbeeld niet in het succes van de Louizalaan en bleef het de oude landelijke weg langs de vij- vers verkiezen.4 Om dit immobilisme te doorbreken creëerde de staat op het niveau van de provincie de functie van wegenin - specteur. Diens opdracht bestond erin nieuwe wegen te ontwerpen, die dan aan de betrokken gemeenten zouden Afb.1 worden voorgelegd, maar ook plannen Koninklijke Sint- te maken voor de uitbreiding van de gen. Hiertoe hadden de voorsteden Hubertusgalerijen, Brussel, Brusselse agglomeratie in haar geheel. betere verbindingen nodig met het cen- arch. J.P. Cluysenaar, 1846. Zicht op de centrale kruising De eerste wegeninspecteur, ingenieur trum, maar ook onderling. Daarom ont- van de twee assen Charles Vanderstraeten, presenteerde wierp Besme een tweede ring, direct (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). een ontwerp voor een cirkelvormige rond de voorsteden, die Ganshoren, ringweg, ver voorbij de stadsgren - Sint-Agatha-Berchem, Vorst, Ukkel en zen, waarbinnen hij locaties voorzag Anderlecht met elkaar zou verbinden. voor toekomstige openbare gebouwen. Besme probeerde meteen de nieuwe Victor Besme, die hem in 1859 opvolgde, wijken, waarvan hij de ontwikkeling herwerkte dit rooiplan en ontwikkelde zag aankomen, een eigen functie te het concept van een administratief en geven: villa’s voor de Ter Kamerenwijk cultureel stadscentrum waarvan de ver- in Elsene, industrie in Anderlecht en schillende voorsteden zouden afhan- Sint-Jans-Molenbeek, enzovoort. Verder -PB 006-NL-BAT.indd 122 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 123 ontwierp hij de nog te bouwen infra - structuur, inclusief tunnels en bruggen. Zijn plan had ook bijzondere aandacht voor de verschillen in het reliëf en voorzag daarom bijvoorbeeld in grote rotondes op een aantal hoge punten zoals Schuman, Hoogte Honderd en de Jacht.5 Besme tekende ook de plannen voor een aantal gebouwen, zoals de kerk aan het Sint-Gillisvoorplein (1866), in de neoromaanse stijl van de streek rond Poitou. VAN VERBETERING VAN DE STEDELIJKE HYGIËNE NAAR DE UITVINDING VAN EEN STIJL Het globale plan van Besme was er ook op gericht Brussel de moderne tijd bin- nen te loodsen en uit te rusten met alle voorzieningen die daartoe ver - eist waren. De private ondernemers, die zeer actief waren in dit proces, wil- den de stad in de eerste plaats uitrusten met een kwaliteitsvolle commerciële en culturele infrastructuur. Een van hun woordvoerders was architect Cluyse- naar, die in 1837 ‘de aantrekkingskracht van openbare en private gebouwen’ aanvoerde om bezoekers van buitenaf te lokken.6 Vanuit die visie ontwierp hij een rijkelijk gedecoreerde overdekte straat in neo-Italiaanse renaissancestijl om er luxewinkels en een schouwburg in onder te brengen: de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen (a©. 1). Behalve door de schoonheid van de gevels en de originaliteit van de metalen over - kapping viel de galerij ook op door de lichte knik halverwege, die het perspec- tief afsloot en de monotonie van de rechte lijn tegenging. Cluysenaar ont- wierp kort daarna nog een ander com- Afb. 2 mercieel geheel, de Bortiergalerij, met Koninklijke Sint-Mariakerk, de Magdalenazaal in het verlengde installatie van nieuwe infrastructuur Schaarbeek, arch. L. Van ervan. Het project van de Koninklijke volgden elkaar op in het stadscentrum. Overstraeten, 1844. Zicht vanaf de as van de Koningsstraat galerijen was een initiatief van twee Het Sint-Katelijnedok werd gedempt (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). bankiers maar kreeg al snel de steun voor de bouw van een nieuwe kerk naar van de staat (vandaar het voorvoegsel de plannen van stadsarchitect Joseph ‘Koninklijke’) en de stad. Door de sloop Poelaert. Verderop werd een nieuw dok van een aantal als ongezond bekend - gegraven waarlangs een groot stapel - staande straten sloot het immers per- huis (Louis Spaak, 1843, gesloopt) en fect aan op de dwingende vraag naar een infanteriekazerne (Klein Kasteeltje, meer hygiëne. Mathieu-Bernard Meyers, 1848-1852) werden gebouwd. Het eerste gebouw Andere realisaties waarbij de sanering was sober en streng, het tweede munªe van een stadswijk gepaard ging met de uit door zijn fantasierijke middel - -PB 006-NL-BAT.indd 123 3/05/13 12:14 124 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013 eeuwse stijl. In 1854-1858 werd dwars Bosvoorde, 1845) ging het vooral om door het hart van de Marollen de Blaes- kerken, gebouwd of herbouwd en gefi- straat getrokken, genoemd naar een nancierd door de kerkfabriek, die hier- schepen die fel gekant was tegen de voor grote inspanningen moest leve- kronkelende straatjes die zo typisch ren. De Sint-Jan-en-Sint-Niklaaskerk in waren voor het oude Brussel. Op het Schaarbeek (1849) werd vlak naast de Vossenplein, dat de Blaesstraat in treinsporen ingeplant omdat een eige- tweeën splitst, werden tegenover elkaar naar gronden had die hij daar te gelde een kerk (Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt wou maken8; de bouw van andere ker- Ontvangen, J. Appelmans, 1854) en een ken kon dan weer decennialang aansle- brandweerkazerne (Joseph Poelaert, pen (bijvoorbeeld Onze-Lieve-Vrouw 1859-1863) gebouwd. In dezelfde wijk Onbevlekt Ontvangen in Anderlecht, verrezen de Berg van Barmhartigheid 1856-1900). (Alexis Partoes, 1859-1862) en de eerste publieke baden, gebouwd door architect De Koninklijke Sint-Mariakerk (1844) Wynand Janssens in een piªoreske stijl (afb.