-PB 006Couv BAT.indd 3 Hoofdstedelijk Gewest Een publicatie van het ISBN :978-2-930457-94-9 € 25 NUMMER EXTRA 2013

HET ERFGOED SCHRIJFT - ERFGOEDBRUSSEL ONZE GESCHIEDENIS ONZE GESCHIEDENIS HET ERFGOED SCHRIJFT Hoofdstedelijk Gewest Een publicatie van het Brussels 2013 EXTRA NUMMER 20/03/15 10:32 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 119

BRUSSEL, METROPOOLVAN DETRIOMFERENDE BURGERIJ BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 

-PB 006-NL-BAT.indd 119 3/05/13 12:14 -PB 006-NL-BAT.indd 120 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 121

De openbare gebouwen in de 19de eeuw

BENOÎT MIHAIL Conservator van het Museum van de geïntegreerde politie

“Je crois que notre siècle, à raison du caractère sten speelden een stuwende rol omdat même de notre civilisation éclectique et ze over de nodige financiële middelen beschikten en niet gehinderd wer - cosmopolite, est impuissant à créer un style qui den door administratieve of politieke lui soit propre, car ce style, pour refléter son bezwaren. De stad Brussel kon bijvoor- beeld niet optreden buiten haar gren- époque, devra être cosmopolite comme elle. Il zen, terwijl de staat zich ervoor hoedde manquera par conséquent de cette unité, de om één bepaalde gemeente – het mocht dan nog de eerste van het land zijn – te cette harmonie, de cet ensemble organique bevoordelen ten koste van een andere. qui constitue le caractère des styles des belles Enkel de inzet en volharding van een époques de l’art. Mais je pense que les tentatives handvol sterke persoonlijkheden brachten de zaken in beweging, zowel individuelles pourraient réussir, en prenant les wat betre de uitbouw van het wegen- styles anciens pour point de départ, à créer net en de nodige infrastructuur als het bouwen van prestigeprojecten. des œuvres ayant un caractère nouveau.”1 Charles Buls, 1874. DE PERIODE VAN DE TEKENTAFEL (JAREN 1840-1860)

De hoofdstad diende zich eerst open te stellen voor de buitenwereld. De et onafhankelijke België gemeentewet van 1836 bood gemeen- had aanvankelijk nog geen tebesturen de mogelijkheid om nieuwe hoofdstad die naam waar- wegtracés voor te stellen, maar de wen- dig. De oude monumen - sen van de Stad Brussel strookten niet Hten, waarvan men de rijkdom nog maar noodzakelijk met die van de randge- net begon te waarderen, evenmin als de meenten. prestigeprojecten van het vorige regime Vandaar rees het idee om de grenzen waren in staat Brussel op te tillen boven van Brussel zonder meer uit te breiden. Ruiterstandbeeld van Leopold het niveau van een in zichzelf gekeerde Vanaf 1837 ontwikkelde zich een chi - II, Troonplein, Brussel, Thomas provinciestad, met een wirwar van que nieuwe wijk op het grondgebied Vinçotte, 1926 (M. Vanhulst, sombere straatjes en waar men boven- van Sint-Joost. Projectontwikkelaars lie- 2012 © MBHG). dien moest betalen om er goederen in ten er een mooie kerk in Italiaanse stijl te voeren. Die situatie begon vanaf de bouwen (Sint-Jozef, architect Tilman- jaren 1840-1860 te veranderen dankzij François Suys, 1842) en hoopten er zelfs de gezamenlijke actie van de centrale een kazerne of een gerechtshof te kun- staat (met bijkomende steun van de nen bouwen.2 De nieuwe wijk werd naar provincie Brabant), de Stad Brussel en koning Leopold genoemd. Ze had stra- private ondernemers. Vooral die laat- ten in een dambordpatroon, maar een

-PB 006-NL-BAT.indd 121 3/05/13 12:14 122 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

slechte verbinding met het stadscen- trum. In ruil voor de aanleg van wat de Wetstraat zou worden, verkreeg het Brusselse stadsbestuur in 1853 van het parlement de aanhechting van deze Leopoldswijk. Een poging van burge- meester Charles De Brouckère om in één moeite door alle randgemeenten bij de stad in te lijven mislukte. De par- lementsleden wilden niet weten van een supergemeente die het broze even- wicht tussen de Belgische gemeenten zou verstoren.3 Ondanks nieuwe uit- breidingen (de Louizalaan in 1864, de maritieme wijk in 1897) kwam het dos- sier niet terug op tafel. Het kwam er dus op aan de ontwikkeling van de agglo - meratie aan te pakken in overleg met alle betrokken gemeenten, met elk hun eigen profiel. Vele bleven nog lang zeer landelijk, zoals Schaarbeek, Etterbeek of Sint-Gillis voorbij de bareel (een tol- huisje op de weg naar de Louizapoort). Er werd hier weinig gebouwd, zonder globale visie, en vooral zonder veel begrip voor de stad waar de econo- mische activiteit geconcentreerd was. Sint-Jans-Molenbeek was dan wel al een ontwikkelde industriële voorstad maar lag geïsoleerd achter het kanaal. Sint-Joost en Elsene waren beter geïnte- greerd, maar steunden daarom nog niet meteen de grote projecten van de stad. Zo geloofde Elsene bijvoorbeeld niet in het succes van de Louizalaan en bleef het de oude landelijke weg langs de vij- vers verkiezen.4

Om dit immobilisme te doorbreken creëerde de staat op het niveau van de provincie de functie van wegenin - specteur. Diens opdracht bestond erin nieuwe wegen te ontwerpen, die dan aan de betrokken gemeenten zouden Afb.1 worden voorgelegd, maar ook plannen Koninklijke Sint- te maken voor de uitbreiding van de gen. Hiertoe hadden de voorsteden Hubertusgalerijen, Brussel, Brusselse agglomeratie in haar geheel. betere verbindingen nodig met het cen- arch. J.P. Cluysenaar, 1846. Zicht op de centrale kruising De eerste wegeninspecteur, ingenieur trum, maar ook onderling. Daarom ont- van de twee assen Charles Vanderstraeten, presenteerde wierp Besme een tweede ring, direct (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). een ontwerp voor een cirkelvormige rond de voorsteden, die Ganshoren, ringweg, ver voorbij de stadsgren - Sint-Agatha-Berchem, Vorst, Ukkel en zen, waarbinnen hij locaties voorzag Anderlecht met elkaar zou verbinden. voor toekomstige openbare gebouwen. Besme probeerde meteen de nieuwe Victor Besme, die hem in 1859 opvolgde, wijken, waarvan hij de ontwikkeling herwerkte dit rooiplan en ontwikkelde zag aankomen, een eigen functie te het concept van een administratief en geven: villa’s voor de Ter Kamerenwijk cultureel stadscentrum waarvan de ver- in Elsene, industrie in Anderlecht en schillende voorsteden zouden afhan- Sint-Jans-Molenbeek, enzovoort. Verder

-PB 006-NL-BAT.indd 122 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 123

ontwierp hij de nog te bouwen infra - structuur, inclusief tunnels en bruggen. Zijn plan had ook bijzondere aandacht voor de verschillen in het reliëf en voorzag daarom bijvoorbeeld in grote rotondes op een aantal hoge punten zoals Schuman, Hoogte Honderd en de Jacht.5 Besme tekende ook de plannen voor een aantal gebouwen, zoals de kerk aan het Sint-Gillisvoorplein (1866), in de neoromaanse stijl van de streek rond Poitou.

VAN VERBETERING VAN DE STEDELIJKE HYGIËNE NAAR DE UITVINDING VAN EEN STIJL

Het globale plan van Besme was er ook op gericht Brussel de moderne tijd bin- nen te loodsen en uit te rusten met alle voorzieningen die daartoe ver - eist waren. De private ondernemers, die zeer actief waren in dit proces, wil- den de stad in de eerste plaats uitrusten met een kwaliteitsvolle commerciële en culturele infrastructuur. Een van hun woordvoerders was architect Cluyse- naar, die in 1837 ‘de aantrekkingskracht van openbare en private gebouwen’ aanvoerde om bezoekers van buitenaf te lokken.6 Vanuit die visie ontwierp hij een rijkelijk gedecoreerde overdekte straat in neo-Italiaanse renaissancestijl om er luxewinkels en een schouwburg in onder te brengen: de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen (a©. 1). Behalve door de schoonheid van de gevels en de originaliteit van de metalen over - kapping viel de galerij ook op door de lichte knik halverwege, die het perspec- tief afsloot en de monotonie van de rechte lijn tegenging. Cluysenaar ont- wierp kort daarna nog een ander com- Afb. 2 mercieel geheel, de Bortiergalerij, met Koninklijke Sint-Mariakerk, de Magdalenazaal in het verlengde installatie van nieuwe infrastructuur Schaarbeek, arch. L. Van ervan. Het project van de Koninklijke volgden elkaar op in het stadscentrum. Overstraeten, 1844. Zicht vanaf de as van de Koningsstraat galerijen was een initiatief van twee Het Sint-Katelijnedok werd gedempt (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). bankiers maar kreeg al snel de steun voor de bouw van een nieuwe kerk naar van de staat (vandaar het voorvoegsel de plannen van stadsarchitect Joseph ‘Koninklijke’) en de stad. Door de sloop Poelaert. Verderop werd een nieuw dok van een aantal als ongezond bekend - gegraven waarlangs een groot stapel - staande straten sloot het immers per- huis (Louis Spaak, 1843, gesloopt) en fect aan op de dwingende vraag naar een infanteriekazerne (Klein Kasteeltje, meer hygiëne. Mathieu-Bernard Meyers, 1848-1852) werden gebouwd. Het eerste gebouw Andere realisaties waarbij de sanering was sober en streng, het tweede munªe van een stadswijk gepaard ging met de uit door zijn fantasierijke middel -

-PB 006-NL-BAT.indd 123 3/05/13 12:14 124 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

eeuwse stijl. In 1854-1858 werd dwars Bosvoorde, 1845) ging het vooral om door het hart van de Marollen de Blaes- kerken, gebouwd of herbouwd en gefi- straat getrokken, genoemd naar een nancierd door de kerkfabriek, die hier- schepen die fel gekant was tegen de voor grote inspanningen moest leve- kronkelende straatjes die zo typisch ren. De Sint-Jan-en-Sint-Niklaaskerk in waren voor het oude Brussel. Op het Schaarbeek (1849) werd vlak naast de Vossenplein, dat de Blaesstraat in treinsporen ingeplant omdat een eige- tweeën splitst, werden tegenover elkaar naar gronden had die hij daar te gelde een kerk (Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt wou maken8; de bouw van andere ker- Ontvangen, J. Appelmans, 1854) en een ken kon dan weer decennialang aansle- brandweerkazerne (Joseph Poelaert, pen (bijvoorbeeld Onze-Lieve-Vrouw 1859-1863) gebouwd. In dezelfde wijk Onbevlekt Ontvangen in Anderlecht, verrezen de Berg van Barmhartigheid 1856-1900). (Alexis Partoes, 1859-1862) en de eerste publieke baden, gebouwd door architect De Koninklijke Sint-Mariakerk (1844) Wynand Janssens in een piªoreske stijl (afb. 2), op het einde van de Konings - maar zonder luxe, om de armen voor straat, is een geval apart. Architect Van wie ze bedoeld waren niet af te schrik- Overstraeten gaf het begrip ‘moderne ken (1854, gesloopt)!7 Maar het groot- stijl’ hier voor het eerst de nieuwe bete- ste project ter bevordering van de volks- kenis van synthese van het beste uit gezondheid uit die tijd blijft wel de vroegere stijlen: Byzantijns, romaans, Afb. 3 overwelving van de Zenne, die tot een gotisch (de opmerkelijke luchtbogen), Voormalig treinstation van echte open riool in de stad was verwor- maar dan aangepast aan de nieuwe Vorst, arch. A. Payen, 1851 den. Jules Anspach, schepen van open- technische eisen en mogelijkheden. (M. Vanhulst, 2012 bare werken en vanaf 1863 burgemees- De kerk werd ook ontworpen in nauwe © MBHG). ter, was jarenlang de grote voorvechter harmonie met haar omgeving, vanuit van dit project. Geïnspireerd door het de wetenschap dat ze als ijkpunt zou voorbeeld van prefect Haussmann in dienen op het traject van de stad naar Parijs hamerde hij op de noodzaak van het paleis van Laken enerzijds en naar stadssanering om ruimte te maken voor Schaarbeek anderzijds. De gemeente moderniteit. Aan de kant van de sporen nieuwe gebouwen die de waarde van het had niet de middelen om de werken rustte een immense beglaasde hal op centrum zouden verhogen. De enorme te financieren. De aanleg van de Palei- slanke metalen zuilen in het midden vernielingen die de overwelving aan zenstraat kwam door privé-initiatief tot en op massieve stenen pijlers aan de het historische stadsweefsel toebracht, stand, terwijl de Belgische staat, daartoe zijkant. De gevel aan de straatkant werden trots vereeuwigd in grote foto- aangemoedigd door de koning zelf, de was rijkelijk versierd met beeldhouw- albums. Koninginnelaan liet realiseren.9 werk en leek op een triom©oog die de reizigers verwelkomde. Andere, meer Bij gebrek aan middelen bleven soort- Initiatieven van de centrale overheid bescheiden stations, bedienden de gelijke initiatieven veelal beperkt tot werden de regel voor programma’s die secundaire lijnen. Hun neoclassicis- het oude stadscentrum, ondanks een rechtstreeks onder haar verantwoor- tische stijl sloot visueel goed aan bij de nieuwe wet op de onteigening (1858), delijkheid vielen. Vanaf 1835 was Brus- nieuwe wijken die errond werden ont- nieuwe belastingen en de financiële sel verbonden met het spoorwegnet wikkeld, zoals het Luxemburgstation steun van het Gemeentekrediet (opge- en hoewel de exploitatie ervan naar de (Gustave Saintenoy, 1855) en dat van richt in 1860). Alleen in de verstede - privésector ging, belastte het minis - Vorst (Auguste Payen, 1851) (a©. 3). lijkte gemeenten werden stedenbouw- terie van Transport zich met de bouw kundige plannen ontwikkeld, en dan van de eindstations. Er werd snel een Tijdens de 19de eeuw werden ook nog op beperkte schaal. Een mooi voor- akkoord bereikt om twee grote stations nieuwe instellingen ontwikkeld voor beeld hiervan is het Hertogin van Bra- in Brussel te bouwen, in het noorden het gerechtelijke apparaat dat tijdens de bantplein in Sint-Jans-Molenbeek, waar en het zuiden van de stad. Het eerste, Franse Revolutie was ontstaan. Niet ver het armenhuis (nadien school nr. 5, op het einde van de Nieuwstraat, leek van de Zavel breidde architect Joseph- architect onbekend, 1847) en de Sint- op een Italiaans palazzo rijkelijk voor- Jonas Dumont in 1847 de gevangenis Barbarakerk (1869, architect Van de zien van beelden (François Coppens, van de karmelieten uit met een panop- Wiele) netjes de rooilijn van de hui - 1841). Het tweede zou aanvankelijk aan tisch gebouw, nieuw in zijn soort, maar zen volgen. Openbare gebouwen wer- het Rouppeplein komen maar werd uit- afgeschermd met een gevel in Tudor- den doorgaans opgetrokken nog eindelijk uit de stad teruggedrongen, stijl (Engelse gotiek). Echt verrassend voor de omringende wijk haar defi - naar de gemeente Sint-Gillis. Dit Zuid- was dat niet, aangezien het ministe - nitieve uitzicht kreeg. Behalve scho - station, pas geopend in 1869, illustreert rie van Justitie Dumont naar Enge - len en gemeentehuizen (Watermaal- prachtig het conflict tussen traditie en land had gestuurd om ter plaatse de

-PB 006-NL-BAT.indd 124 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 125

Afb. 4 Justitiepaleis, Brussel, arch. J. Poelaert, 1866. Zicht vanaf de Marollen (verz. Belfius Bank © ARB-MBHG).

Afb. 5 Afb. 6 Congreskolom, Brussel, Sint-Bonifatiuskerk, Elsene, arch. J. Poelaert, 1850 arch. J. Dumont, 1846-1849 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 125 3/05/13 12:14 126 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 7 Concert Noble, Brussel, arch. H. Beyaert, 1873. Perspectiefzicht op de zalen (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

gevangenis van Pentonville te bestu - (zowel wat de afmetingen als de kos - grote historische figuren die als voor- deren. Die was ontworpen volgens ten betreft) als het Justitiepaleis. Het loper van het toekomstige België wer- het dubbele principe van individu - vormt de synthese van de eclectische den voorgesteld. Godfried van Bouillon ele afzondering (in cellen) en voortdu- architectuur die zo typerend is voor de op het Koningsplein (Eugène Simo - rende controle. De gevangenis zou in 19de eeuw, met overvloedige ontlenin- nis, 1848) was de eerste in een lange rij. 1895 worden gesloopt, maar de gebou- gen aan de Grieks-Romeinse stijlen. In Deze ontwerpen pasten aanvankelijk de wen van Joseph-Jonas Dumont (hij zijn overdadige exuberantie is het een traditionele canons van het neoclassi- ontwierp er nog andere, overal in Bel- unicum. cisme toe, zonder veel verband met het gië) waren intussen bekend geraakt afgebeelde onderwerp. Het meest ambi- door de publicaties van de befaamde Er ligt bijna een kwarteeuw tussen het tieuze monument uit deze periode is sociale hervormer Edouard Ducpéti- uitschrijven van de architectuurwed- de Congreskolom van Poelaert (a©. 5), aux.10 Aan het andere eind van de Wol- strijd voor het Justitiepaleis (1860) en onthuld in 1859 en uitgewerkt in de straat werden enkele jaren later vol - de uiteindelijke officiële opening ervan vorm van een allegorische en tijdloze ledige wijken platgelegd om er ‘het (1883). De reacties waren gemengd, hulde aan de helden van 1830. grootste wonder van de wereld’ te bou- want intussen had de sociale elite een wen, zoals een toeristische gids in 1914 sterk gewijzigde opvaªing ontwikkeld Maar met de toenemende kennis van schreef11: het Justitiepaleis (afb. 4). De over de ideale vormgeving van open - dit nationale verleden groeide ook de Regentschapsstraat werd verlengd om bare gebouwen. Sinds 1830 waren lite- behoefte aan nieuwe uitdrukkings- een mooi perspectief te creëren tus - ratuur, schilderkunst en monumentale vormen. De Academie voor Schone sen het nieuwe gerechtsgebouw en bouwkunst ingezet om de jonge natie Kunsten stimuleerde dit onderzoek het Koningsplein. Geen ander gebouw te voorzien van een nationaal verleden. door de beste werken te bekronen, zoals was zo controversieel en buitensporig Overal verrezen er standbeelden van de uitvoerige studie van de gotische

-PB 006-NL-BAT.indd 126 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 127

architectuur door archeoloog Antoine Schayes in 1837. De Koninklijke Com- missie voor Monumenten, in 1835 opgericht om het nationale erfgoed te bestuderen en te beschermen, ging geleidelijk ook zelf die projecten aan- moedigen die door dit verleden waren geïnspireerd. In 1839 begon de zeer vrije restauratie van de Sint-Goedele- kathedraal, waarbij een gloednieuwe – neogotische – trap (François Coppens, 1856) een brug sloeg tussen heden en verleden. De Stad Brussel ging hierin nog veel verder bij de restauratiecam- pagne van de Hallepoort, die in 1868 aanvaªe. Van een stads- poort maakte hij, daarin geadviseerd door stadsarchivaris Alphonse Wauters, een miniatuurversie van een middel- Afb. 8 eeuws kasteel, compleet met een toren- Kleine Zavel, Brussel, tje dat nooit had bestaan. De bouwplaats arch. H. Beyaert, 1879 werd overigens vereerd met een bezoek (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). van Viollet-le-Duc, de beroemde Franse architect-restaurateur, die het kasteel van Pierrefonds had verfraaid voor kei- zer Napoleon III.12

Behalve in restauraties verspreidde de neogotiek zich geleidelijk in de kerke- lijke architectuur en in bouwwerken die zich leenden tot een piªoreske stijl. Zo is de Sint-Bonifatiuskerk (a©. 6) in Elsene (Joseph-Jonas Dumont, 1847) een echt curiosum, door de vermen - ging van een neoclassicistische com- positie met een zeer fantasierijke goti- sche decoratie. Een nieuwe beweging zag het licht, tot vreugde van de Revue de Belgique, die de progressieve ideeën uit die tijd verwoordde. In 1848 schreef ze: “We moeten op onze stappen terug - keren, niet om in de voetsporen te treden van de kunstenaars uit de middeleeuwen, maar om hun vertrekpunt terug te vinden, het enige juiste, en resoluut zoeken naar nieuwe combinaties met de hulp van de technische vooruitgang, de ontdekking en perfectionering van nieuwe materialen.” 13 Ook de grote architecten volgden die trend. Poelaert zelf koos een middel - Afb. 9 eeuwse stijl voor de nieuwe kerk van De Koninklijke Vlaamse Laken, waar het stoffelijk overschot van Schouwburg (KVS), Brussel, de eerste koningin van België werd bij- arch. H. Baes, 1883 gezet. De bouw begon in 1854 maar zou (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). pas voltooid worden in 1935.

De strijd werd almaar heviger tussen klassieken en modernen – lees: tussen

-PB 006-NL-BAT.indd 127 3/05/13 12:14 128 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

de neoclassicisten en de verdedigers van de neogotiek. Aan deze laatste stro- ming danken we onder andere de Gesú- kerk (Louis Pavot, 1860-1865) en het Sint-Antoniusklooster in de Artesië- straat (Pierre Cuypers, ‘de Nederlandse Viollet-le-Duc’, 1868). Toch bleef ook in de religieuze bouwkunst het neoclas- sicisme sterk vertegenwoordigd, met bijvoorbeeld het klooster van het Leo- poldpark (Cels, 1857). Hendrik Beyaert specialiseerde zich in middeleeuwse anekdotiek, maar voor het gebouw van de Nationale Bank (in samenwerking met Wynand Janssens) opteerde hij voor een klassieke stijl als “symbolische uitdrukking van de vooruitgang en de nij- verheid, de rijkdom en de openbare wel - vaart”14. De Kortrijkse architect zou een tweede meesterwerk in deze stijl reali- Afb. 10 seren, het Concert Noble uit 1873, een Raadzaal van het gemeentehuis ensemble van salons en balzalen met van Anderlecht, arch. J.J. Van een Lodewijk XVI-decor (afb. 7). Twee Ysendijck en Charles Albert, factoren zouden het debat een nieuwe 1870-1879 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). wending geven. De eerste was de belang- stelling voor een terugkeer naar het ver- leden, die werd bepleit door degenen die in het kielzog van de wereldtentoon- stelling van Londen in 1851 ‘de bevorde- van zowel de gotiek als de renaissance. teit als van de oude meesters, dezelfde ring en ontwikkeling van de industriële Dit gebeurde vooral na de publicatie virtuositeit bij het aanwenden van kunsten in België’ wensten. (Deze bena- van studies die het nationale karakter materialen, ook de moderne, maar zon- ming was ontleend aan een in 1853 in van de kunst van de 16de en 17de eeuw der enige pastiche.16 Brussel opgerichte vereniging.) Zij con- probeerden aan te tonen. In 1874 vond fronteerden het neoclassicisme, dat ze langs de centrale lanen in de gloed - Op een zekere na, die pas smalend ‘stukadoorkunst’ noemden, nieuwe hallen van ijzer en glas een een generatie later zou doorbreken, met een neogotiek die in hun ogen grote tentoonstelling plaats die tot doel kreeg Hendrickx nauwelijks navolgers. tot in de perfectie gebruikmaakte van had ‘kunstenaars-ambachtslui’ te hel- De terugkeer naar de traditie bleef in nationale materialen en van alle vor - pen opleiden naar het model van Quin- grote mate beperkt tot letterlijke ver - men van ambachtelijke technieken ten Metsys. De meeste vaklui uit de wijzingen, die eerder ideologisch dan die bedreigd werden door de moderne Brusselse bouwnijverheid en decoratie- architectonisch geïnspireerd waren. In industrialisering: siersmeden, steen- kunsten waren hierop aanwezig, maar Brussel zette deze beweging in op het houwen, decoratieschilderen,… De ook de jonge Charles Buls, de toekom- einde van de jaren 1860 met de gelei - tweede factor was de politieke strijd die stige burgemeester, en architect Ernest delijke restauratie van de gebouwen losbarstte toen katholieken en libera- Hendrickx. Deze laatste, een oud-leer- aan de Grote Markt, waarbij meerdere len elkaar de erfenis van het verleden ling van Viollet-le-Duc, was het boeg - deelnemers aan de tentoonstelling van begonnen te betwisten. Dat was de inzet beeld van het rationalisme in België. 1874 betrokken waren. De gotische zaal van de jaren 1870-1880. Deze stroming ging ervan uit dat inspi- van het stadhuis, hertekend door archi- ratie uit het verleden niet mocht ver - tect Pierre-Victor Jamaer, werd een uit- worden tot een pastiche, maar het uit- stalraam van het nieuwe gedachte - DE PERIODE VAN HET gangspunt diende te zijn voor moderne goed, maar ook van een discours dat de DISCOURS (JAREN 1870-1880) creatie. Hendrickx demonstreerde dit gemeentelijke ona·ankelijkheid en de met de bouw van de Ecole Modèle aan gewetensvrijheid benadrukte. In 1873 Tijdens deze periode deed zich een de Lemonnierlaan – naar een door Buls zou Jamaer ook het Broodhuis aan - economische crisis voor die vooral de opgesteld programma in 1872 – en met pakken. Het werd een vrijwel volledige bouwsector trof.15 Ook het feit dat Brus- de opeenvolgende uitbreidingen van de wederopbouw, volgens de richtlijnen sel een stad van kleine bedrijven en Université libre de Bruxelles in de Stui- van Alphonse Wauters en Charles Buls, ambachten was, vormde een gunstige versstraat (1884, gesloopt). We staan die persoonlijk het decoratieve pro - voedingsbodem voor de heropleving hier oog in oog met dezelfde creativi- gramma voor de beelden van de gevels

-PB 006-NL-BAT.indd 128 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 129

de Sint-Gorikshallen (1880), overdekt met een dakconstructie van puddel- ijzer, maar waarvan de gevels sober ver- sierd waren met motieven geïnspi - reerd op Vredeman de Vries. Origine- ler was de Vlaamse Schouwburg van Jean Baes (1884-1887) (afb. 9), die de weªelijk verplichte metalen noodtrap- pen zichtbaar langs de zijgevels plaatste. In het interieur brachten zijn broers, Henri en Charles, beiden decorateur, op hun manier hulde aan de oude kunst- ambachten.

EEN AGGLOMERATIE OP ZOEK NAAR HAAR IDENTITEIT

De historiserende mode deinde ook uit Afb. 11 naar de randgemeenten die als gevolg Kazernes de Witte de Haelen, van de toenemende verstedelijking Etterbeek, arch. F. Pauwels, vanaf de jaren 1870 de Brusselse vijf - 1875. Zicht vanaf de Generaal hoek volledig omringden. Door een Jacqueslaan (M. Vanhulst, 2012 zeer ruime interpretatie van de wet op © MBHG). het stedelijke regime werden boven - dien ook verder gelegen gemeenten zoals Ukkel en Evere met het stads- gebied gelijkgesteld. Victor Besme pro- uitwerkte. Ze werden uitgevoerd door ambachtslui. Het ontwerp van dit plant- fiteerde hiervan om zijn plan voor de de Compagnie des Bronzes, een bronsgie- soen dateerde al van 1878, maar het agglomeratie te verfijnen. Zijn ideeën terij uit Sint-Jans-Molenbeek. Het eer- werd pas ingehuldigd in 1890, met fees- werden in praktijk gebracht, soms met betoon aan de oude ambachten werd telijkheden die een uitgesproken poli- enige aanpassing en dan vooral met gekoppeld aan een expliciet politieke tiek karakter hadden, onder meer een een groter respect voor de natuurlijke boodschap: “Terwijl rond de kathedraal optocht die de opstand van de Spaanse omgeving, al bleef de wegeninspecteur van Straatsburg de architect een enge - Nederlanden uitbeeldde. gekant tegen te grote niveauverschil- lenkoor plaatste dat de lof van de Heer len (Moricharplein in Sint-Gillis, Kluis- zong, plaatste de architect van het Brood- Het stadsbestuur probeerde in zijn straat in Elsene).20 De resultaten hier- huis rond zijn gebouw herauten die de ver- nieuwe constructies respect voor de tra- van blijven te zien langs de vroegere hevenheid en de macht van de Gemeente ditie te verenigen met het ideologische loop van de Maalbeek, in de Noordoost- verkondigden.” 17 Om dit discours duide- discours, maar financiële beperkingen wijk (Bordiau, 1875) en aan de vijvers lijker gestalte te geven ruilde het liberale zeªen vaak een rem op die ambities. Op van Elsene (Besme, 1873). gemeentebestuur de middeleeuwen al het Anneessensplein bouwde architect snel in voor de renaissance, die sinds de Emile Janlet in 1878 een school met een Al deze nieuwe wegen hadden nood aan publicatie van La légende d’Ulenspiegel prachtige gevel in 16de-eeuwse stijl, “om monumenten (en parken) om bewoners van Charles De Coster in 1867 geassoci- het monumentale karakter van de laan te aan te trekken. “Deze wijk zou volledig eerd werd met de strijd van de geuzen voltooien en niet om de school op zich te ver- bebouwd worden als de in aanbouw zijnde tegen Spanje en het religieuze obscu- fraaien”, zoals de schepen uitlegde.18 Bij school voltooid werd en als er een kerk met rantisme. De meest sprekende uitdruk- de kleuterschool in de Wagenstraat daar- monumentale gevel werd opgericht”, zo king hiervan vormen de beelden in het entegen werd architect Adolphe Samyn werd op de gemeenteraad van Elsene plantsoen van de Kleine Zavel, een echt door de stadsarchitect verplicht om gezegd over de wijk van de Baljuw - ‘pantheon van nationale helden uit de alle piªoreske details – torentje, uitkra- straat.21 Hetzelfde geluid was in Schaar- 16de eeuw’, afgezet met een smeedijze- gende puntgevel, afgestompte hoeken – beek te horen tijdens een discussie over ren omheining met daarop beeldjes die weg te laten en ‘zich te houden aan het de toekomstige school in de Gallaitstraat. de diverse Brusselse ambachten perso- strikt noodzakelijke’.19 Dat verklaart het Deze straat zou “een de‡ig algemeen voor- nifiëren (a©. 8). Hendrik Beyaert coör- beperkte aantal openbare gebouwen dat komen (moeten) krijgen om bouwlustigen dineerde dit meesterwerk van artis - in het kader van deze terugkeer naar de naar deze kant te halen.” 22 Vandaar dat tieke virtuositeit en creativiteit in tradities tot stand kwam. Adolphe Van- scholen en kerken de geschikte domei- samenwerking met de beste Brusselse derheggen ontwierp de plannen voor nen werden waarop de nationale stijl,

-PB 006-NL-BAT.indd 129 3/05/13 12:14 130 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

LEOPOLD II APOSTEL VAN GROOTBRUSSEL

ussen 1860 en zijn dood in 1909 was koning van deze wijk nooit het licht zou zien? In feite bleef de konink- Leopold II (zie a© . p. 120) de drijvende kracht achter lijke autoriteit beperkt tot die van de uitvoerende macht – de vele projecten die de hoofdstad meer grandeur zou- centrale staat – die vaak moeite had om haar inzichten op T den geven. Als jonge prins al toonde hij zich bezorgd lokaal niveau door te drukken. De grootste troef van Leopold om de infrastructuur van de hoofdstad, ook op militair gebied, II was zijn uitgebreide netwerk van medestanders in de zaken- en om haar prestige: “Ik zou willen dat op elk van onze gebouwen wereld en zijn talent om dit ten volle in te zeª en. Zo kon hij in zekere zin de stempel wordt gedrukt van ons vrije en welvarende rekenen op doortastende ondernemers als Louis De Waele, bestaan”, zo verklaarde hij in de Senaat. 1 Daarnaast stimu- een van de drijvende krachten achter de economische bloei leerde hij de uitbreiding van het stadscentrum door een prijs van Sint-Jans-Molenbeek, en Wouters-Dustin, aan wie hij de uit te loven voor het beste project. Zelf publiceerde hij in 1864 exclusieve uitvoering beloofde van de werken die hij plande anoniem een brochure over de Louizalaan. Hij bestudeerde in Oostende als hij erin zou slagen de arcade van het Jubelpark het werk van Alphand, de directeur van de werken van Hauss- op tijd te voltooien. mann in Parijs, en steunde uiteraard de verfraaiingsprojecten van de jonge Victor Besme. In zijn enthousiasme ging hij zelf In die periode werd Leopold II ook “een megalomane smaak gronden aankopen. Zo moedigde hij niet alleen investeringen verweten, voor projecten in de trant van Lodewijk XIV, geïn- aan maar zocht hij ook mooie perspectieven te creëren, zoals spireerd door de protserige ho½ unst van het ancien régime”.4 in de Sint-Rochuswijk (Kunstberg) of boven de vijvers van Toch was de voorliefde van Leopold II voor het classicisme Elsene. Hij legde Besme zijn eigen ideeën voor, zoals de ver- niet exclusief. Net als zijn tijdgenoten was hij gevoelig voor lenging van de Antwerpselaan tot aan het plateau van Koekel- de bevestiging van het nationale gevoel (hij droomde ervan berg om dit stadsdeel te ontsluiten. Hier ligt de oorsprong van beelden van beroemde landgenoten langs de Louizalaan te de huidige Leopold II-laan en van de basiliek die er het sluit- plaatsen), maar hij vond ook dat kunst geen grenzen kende. stuk van zou vormen. De koning aarzelde niet om druk uit te Zo deed hij een beroep op de Duitsers Edouard Keilig voor oefenen om een project in een zekere richting te laten evolue- de aanleg van het park van Laken (a© . 1) en Hermann-Josef ren. Zo keerde hij zich tegen de werken aan de Roemeniëstraat Stübben voor de bouw van de Tervurenlaan. Hij werkte ook in Sint-Gillis in de hoop er later een meer prestigieuze verbin- met de Franse architecten Daumet en nadien Girault en ding te kunnen realiseren.2 Alexandre Marcel voor de Japanse toren (a© . 2) en het Chi- nees paviljoen (a© . 3), twee typische uitingen van de mode van Zijn houding leverde hem al snel een reputatie van bemoei- het exotisme ten tijde van de wereldtentoonstellingen. Hij was zucht op, vooral in het dossier van de Kunstberg. Toen bur- ook niet principieel gekant tegen de neogotiek, zoals blijkt uit gemeester Charles Buls ontslag nam, verwees hij in zijn argu- het monument voor Leopold I (De Curte, 1878-1880), en stond mentatie onder meer naar “de voortdurende inmenging van in contact met architecten die de neo-Vlaamse renaissance- de Koning in onze openbare werken ”3. Hoe is het dan te ver- stijl populariseerden, zoals Jean Baes of Van Ysendyck, die ove- klaren dat de vorst twintig jaar diende te wachten om dit rigens zijn Documents classés sur l’architecture aan de koning project erdoor te krijgen? Of dat de verhoopte herinrichting zou opdragen.

NOTEN 1. RANIERI, L., Leopold II urba- 3. BOTS, M. (red.), Het dag- niste, Brussel, 1973, p. 12. boek van C. Buls, Gents Libe- raal Archief, 1987, p. 143. 2. ZITOUNI, B., Agglomérer. Une anatomie de l’extension 4. CLOQUET, L., ‘Mélanges. Le bruxelloise (1828-1915), Acade- style néo-classique et le nou- mic & Scientifi c Press / VUB veau Bruxelles’, Revue de l’art Press, Brussel, 2010, p. 222. chrétien, 1904, p. 398.

-PB 006-NL-BAT.indd 130 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 131

Afb. 2 Japanse toren in het koninklijk domein van Laken, arch. A. Marcel, 1901 Afb. 1 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). Leopold I-monument, Park van Laken, arch. L. Decurte, 1880 (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

Afb. 3 Chinees paviljoen, Laken, arch. A. Marcel, 1901 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 131 3/05/13 12:14 132 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

die sommige politici zo na aan het hart Ondanks de vele lofbetuigingen en de het Muntplein (Louis De Curte, 1885, lag, veralgemeend kon worden toege- herhaalde oproepen in de pers en in gesloopt). Hetzelfde contrast vinden past. Private instellingen volgden vaak politieke kringen om een artistiek natio- we in de militaire architectuur, tus - de mode van de neogotiek. Langs de nalisme door te voeren werden lang niet sen de zeer Franse gevels van de kazer- Waverse Steenweg, op een mooi bebost alle prestigieuze gebouwen in Vlaamse nes langs de Generaal Jacqueslaan terrein in Elsene, lieten de broeders van gotiek of in renaissancestijl opgetrok- (afb. 11) (Felix Pauwels en Otto Geer - het Heilig Sacrament een klooster bou- ken. Deze stijlen waren immers niet linck, 1875-1882) en het militair hos - wen door provinciearchitect Gustave even geschikt voor alle architecturale pitaal van Elsene (ook van Geerlinck, Hansoªe (1883-1884). Iets lager bouwde programma’s en ze waren ook niet naar 1887, gesloopt) of de Nationale Schiet- het Œuvre du Calvaire in 1889 een kloos- ieders smaak. Zo getuigen bijvoorbeeld baan van Schaarbeek (Victor Besme, ter naast een oud landhuis. Onder de de gemeentehuizen van Ukkel (1872- 1887, eveneens gesloopt). vele realisaties in dit genre zijn het Insti- 1889) en Sint-Jans-Molenbeek (1887), tuut voor doofstommen in Sint-Lam- het ene in neo-Franse renaissance, het Wanneer het om gebouwen met een brechts-Woluwe (H. Jaumot, 1878) en andere neoclassicistisch, met deze stijl- koninklijk karakter ging, werd er altijd de verfijnde Julianakapel in Sint-Joost- keuze van het belang van gemeente - gekozen voor een sobere, zelfs acade- ten-Noode van ingenieur-architect Joris lijke zelfstandigheid. Ook in Sint-Jans- mische stijl: het Paleis voor Schone Helleputte (1886) opmerkelijke voor- Molenbeek bracht Joachim Benoît Kunsten (het latere museum) van Alp- beelden, wellicht vanuit hun sterke ver- hulde aan zijn leermeester Poelaert met honse Balat (1875) of de Koninklijke bondenheid met de Sint-Lukasscholen, zijn ontwerp van de tekenschool in de Sterrenwacht van Ukkel (Octave Van de katholieke tegenhangers van de bewe- Mommaertsstraat (1879-1880): de gevel Rysselberghe, 1880-1891). Leopold II ging die ijverde voor een terugkeer naar is er weliswaar versierd met de namen zelf liet in Laken en het paleis in Brus- de ambachtelijke tradities. van grote nationale kunstenaars, maar sel werken uitvoeren in klassieke geest, de stijl is zuiver eclectisch. niettemin soms zeer gedurfd, zoals De meest voldragen bouwwerken in neo- de befaamde serres van Balat (1875) Vlaamse renaissance zijn de gemeente- Het viel vooral de Belgische staat moei- (a©. 12). Dezelfde mix van Frans classi- huizen van Anderlecht-Kuregem (1877) lijk om de assimilatie tussen Vlaamse cisme en technische vernieuwing ken- (a©. 10) en Schaarbeek (1884-1887), beide kunst en Belgische identiteit te aan - merkt ook de hallen die Gédion Bordiau ontworpen door Jules-Jacques Van Ysen- vaarden. In de wijk van de ministeries in 1880 bouwde voor de feestelijkheden dyck. Gelegen in het hart van een nieuwe werd het Paleis der Natie gerenoveerd in het kader van een halve eeuw onaf- wijk (de gemeente Anderlecht had er de met bepaalde toegevingen aan het artis- hankelijkheid (vergroot in 1888). Om bouwgrond gratis gekregen23) vallen ze tieke nationalisme: Louis Gallait25 kreeg boven de partijen te staan en los van alle op door het belang dat ze hechten aan er de opdracht voor de reeks historise- particularismen diende België interna- de creatie van een mooi perspectief in de rende portretten van beroemde figu- tionaal te zijn. Dat was de boodschap die stad, maar op zich ook door de variatie ren uit het nationale verleden. Maar de koning en na hem de Belgische staat in de gevels en de kwaliteit van de inte- in geen van de latere gebouwen werden duidelijk wilden overbrengen. rieurdecoratie. Het gemeentehuis van de uit de 18de eeuw geërfde modellen Anderlecht-Kuregem, eerder bescheiden nagevolgd, behalve in het nieuw opge- De verwijzing naar het lokale verleden van afmetingen, werd gedecoreerd door richte ministerie van Spoorwegen, Post kon ook moeilijk worden ingepast in de de kunstenaar Charles-Albert in samen- en Telegrafie. Niet toevallig, want op architecturale eisen op andere domei- werking met een hele reeks ambachts- vraag van minister Jules Vandenpeere- nen van het maatschappelijke leven. lui; hun namen staan vereeuwigd op het boom werd het ontwerp toevertrouwd Die deden zich vooral voor bij construc- grote glas-in-loodraam van de eretrap. aan Hendrik Beyaert, die gewoon was ties met een spiritueel karakter, zoals Het gemeentehuis van Schaarbeek is sterke decoratieve accenten te leggen. heiligdommen en kerkhoven. Ondanks een echt stadspaleis, dat met grote praal Zoals altijd bij deze architect waren er hun fascinatie voor de periode van de werd geopend in aanwezigheid van de talrijke historische verwijzingen, maar godsdienstoorlogen verkozen de libe- koning en de kroonprins. Reliëfs van de in een vrije interpretatie en met een rale vrijmetselaars voor hun loges een hand van Jaquet op de gevel verhalen zeer moderne indeling en inrichting. egyptiserende stijl, die beter hun uni- de – ietwat opgesmukte – geschiedenis De tweespalt tussen deze tegenstrijdige versele boodschap leek uit te stralen. van de gemeente. Binnen treffen we het tendensen treffen we ook aan in andere Zo bijvoorbeeld de tempel in de Peter- werk aan van talrijke kunstenaars die ook overheidsgebouwen. De verfijnde seliestraat, van Adolphe Samyn, “een van betrokken waren bij de renovatie van het elegantie van het station van Laken de mooiste zaken die Brussel bezit”, aldus stadhuis van Brussel.24 De twee gebou- (architect onbekend, 1880) wisselt af een journalist in 1879. 26 Een tweede wen werden – ook in het buitenland – met de historiserende stations van Jeªe domein was dat van ontspanning en een symbool van de weigering om nog (1886-1892) en Schaarbeek (Frans J. handel. De grote gebouwen langs de langer een classicisme zonder wortels na Seulen, 1887). Het pittoreske postkan- centrale lanen illustreerden dit perfect. te volgen, en van een terugkeer naar de toor aan de Charleroise Steenweg (J. Naast de reeds genoemde hallen waren ambachtelijke tradities. Gody, 1884) contrasteert met de statig- er ook de in 1873 geopende Handels - heid van het centrale postgebouw op beurs (a©. 13), het Zuidpaleis (Wynand

-PB 006-NL-BAT.indd 132 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 133

Afb. 12 Afb. 14 De winterserre van het Hotel Métropole, Brussel, koninklijk domein van Laken, arch. A. Chambon, 1892. arch. A. Balat, 1875. Oude Brasserie (M. Vanhulst, 2012 gravure (© KBR). © MBHG).

Afb. 13 Beurs van Brussel, arch. L. Suys, 1868 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 15 Afb. 16 Slachthuizen van Anderlecht, Veeartsenijschool van arch. E. Tirou, 1890 Kuregem, Anderlecht, arch. (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). F. Seroen, 1890 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 133 3/05/13 12:14 134 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Janssens, 1875) en het hotel Continen- tal (Eugéne Carpentier, 1874), dat in 1872 bekroond was bij een gevelwed- strijd uitgeschreven door de stad. Het interieur van het hotel Métropole, hoe- wel veel jonger (Chambon 1882), getuigt nog van de academische stijl die is ont- daan van alle lokale referenties, typisch voor de vrijetijdsarchitectuur van de late 19de eeuw (a©. 14).

Ten slotte deed dit zich ook voor wan- neer technische eisen de overhand namen op esthetische overwegingen. In de nieuwe wijk Onze-Lieve-Vrouw- ter-Sneeuw trokken het Koninklijk Circus (Wilhelm Kühnen, 1876, her - bouwd in 1953) en het Koninklijk Bad Afb. 17 (Adolphe Vanderheggen, 1879) vooral de Viaduct van de aandacht door hun technische bravoure. Haachtsesteenweg, Schaarbeek, 1910 (M. Vanhulst, Bij het circus lag die in de gedurfde 2012 © MBHG). metalen dakconstructie van ingenieur Arthur Vierendeel. Terwijl sommigen in de jaren 1880 bleven discussiëren over de esthetische richting die de nationale kunst zou uitgaan, deden anderen de bouwkunde zelf met grote passen voor- uitgaan. De slachthuizen van Ander - lecht bijvoorbeeld (a©. 15), geopend in 1890, danken hun monumentale allure aan de krachtige uitstraling van de metalen structuur en het dynamische silhouet van de centrale hal. Geen enkel historisch motief ondersteunt deze lof- zang op de techniek van Emile Tirou, ook al zijn de bijgebouwen meer tradi- tioneel. Ook hier ontwikkelde zich een volledige wijk rond de hallen, dankzij de grondwerken die de Belgische over- heid op dit moerassige terrein had laten uitvoeren. Iets verder werd vanaf 1892 Afb. 18 een gelijkaardig project opgezet met de Triomfboog van het Jubelpark, Brussel, arch. Ch. Girault, 1905 bouw van de nieuwe Rijksveeartsenij- (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). school (afb. 16), een meesterwerk van laat eclecticisme, ontworpen door Frans Seroen (1900-1909). En ook het viaduct van de Haachtse ters-Woluwe,… – almaar majestueuzere steenweg mag hier niet onvermeld blij- wegen aanleggen, dikwijls met bijbeho- ven (a©. 17). DE OPKOMST VAN DE rende bouwwerken. Een daarvan was de BOUWONDERNEMER (JAREN Kroonlaan, waar een spoorviaduct werd Dergelijke prestigeprojecten sloten 1890-1900) gebouwd (1888). Andere indrukwek- aan bij hetzelfde idee van grandeur als kende bruggen vormden de trots van eerder bij de aanleg van de centrale De stedenbouwkundige ontwikkelin- Sint-Jans-Molenbeek (Jubelfeestlaan, lanen het geval was. Reeds toen verze- gen leidden tot technische krachªoeren 1904-1905) en Anderlecht (brug over kerde gemeenteraadslid (en architect) van steeds groter formaat. Zowat overal de Gerijstraat, 1910). Aan de Koningin- Antoine Trappeniers: “als we zonder liet de Belgische staat met de hulp van nelaan overspande architect-decorateur nadelen de hele stad Brussel konden her- privépartners – Georges Brugmann in Alban Chambon de treinsporen met een bouwen naar het voorbeeld van de nieuwe Ukkel, Edmond Parmentier in Sint-Pie- metalen voetgangersbrug (1911-1913). lanen, zouden we geen moment aarzelen”.27

-PB 006-NL-BAT.indd 134 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 135

De beste technici van die tijd, architec- het niet langer nodig telkens weer met waren ze zo talrijk dat ze het uitzicht van ten en ingenieurs, ontwierpen de vol- een openbaar gebouw aanzien te geven de gemeente veranderden. Het meest gende jaren talrijke projecten voor een aan een wijk. Soms volstond een goed indrukwekkende voorbeeld is het Collège radicale hertekening van het stedelijke beheer van de private bebouwing en Saint-Michel (a©. 19), bestaande uit een landschap. François Wellens, bijvoor- de weginfrastructuur. Zo gaf architect complex van gebouwen met veel stereo- beeld, die de werken aan het Justitie - Henri Maquet de toegang tot de Louiza- tiepe decoratie, die gespreid over meer- paleis leidde, droomde in 1890 van een laan een monumentale aanblik door dere jaren werden ontworpen (Alphonse metro in de lucht tussen de Grote Markt de inplanting van twee (nu gesloopte) Gellé en Joseph Prémont, 1902-1912). De en het Koningsplein.28 Twee problemen hoekgebouwen, terwijl talrijke gemeen- Sint-Lukasbeweging, die nu stevig ver- kregen de volle aandacht. Enerzijds ten nieuwe pleinen verfraaiden door ankerd was in Brussel, kreeg meerdere de verbinding tussen de beneden- en gevelwedstrijden uit te schrijven. In opdrachten voor parochiekerken, zoals de bovenstad, omdat de Ho©erg als te dat opzicht is het veelzeggend dat grote Sint-Remigius in Sint-Jans-Molenbeek steil werd beschouwd voor het moderne officiële feestelijkheden niet langer (Chrétien Veraart, 1907) of Sint-Henri- verkeer, en anderzijds de spoorverbin- gepaard gingen met een nieuw, impo- cus in Sint-Lambrechts-Woluwe (Julien ding tussen het Noord- en het Zuidsta- sant bouwwerk. Een uitzondering Walckiers, 1910). tion. Pas aan het begin van de 20ste vormde de arcade die in 1905 door de eeuw, na tientallen jaren getalm, raak- Franse architect Girault werd opgericht De architecten van de Sint-Lukasbewe- ten de twee dossiers gedeblokkeerd voor de 75ste verjaardag van België ging aarzelden echter niet om afstand en zouden volledige wijken onder de (afb. 18). Toen de hal die gebouwd was te nemen van de canons die de vorige sloophamer verdwijnen.29 voor de wereldtentoonstelling van 1897 generatie had vastgelegd. Het Institut gedeeltelijk was afgebroken, vormde Kufferath in de Linthoutstraat (kliniek Die dirigistische en normatieve visie deze arcade – de scheiding tussen het Saint-Michel), ontworpen door Hubert leidde tot een reactie bij sommige ver- oude rechtlijnige perspectief van de Marcq (1895), was een mooie variatie dedigers van de traditie, in het bijzon- Wetstraat en het meer golvende traject op de Vlaamse renaissance, terwijl het der van burgemeester Charles Buls. van de Tervurenlaan – het echte pronk- Sint-Michielscollege in de Ursulinen- Tijdens het debat over de Ho©erg ver- stuk van deze tentoonstelling. straat (1910, toekomstig Sint-Jan-Berch- zeªe hij zich tevergeefs tegen het pro- manscollege) getuigde van de vrijheid ject van de Belgische staat, dat hij te des- Ook de herdenkingsmonumenten die architect Georges Cochaux zich ver- tructief vond voor het oude, piªoreske volgden deze evolutie. Geen standbeeld, oorloofde met de gotiek. In Oudergem Brussel. “De makers van deze grootse maar een fontein in de vorm van een verraste de privéschool van de broe - plannen denken nooit aan het lijden van obelisk, perfect ingepast in het decor ders maristen, ontworpen door Veraart de kleinen en eenvoudigen die ze verplet- van het De Brouckèreplein, dat was wat (1912), door zijn fantasierijke uitwer- teren onder het puin van hun woningen”, architect Janlet, eveneens in 1897, ont- king in late neogotiek. In de katho - schreef hij in een tekst die Europese wierp ter ere van “Jules Anspach, à qui lieke architectuur werd de symbolische weerklank vond, L’Esthétique des Villes30. l’art architectural doit son nouvel essor lading de volgende jaren almaar groter. Toen hij zijn standpunt niet kon door- à Bruxelles”31. In Schaarbeek maakte Het complex met kerk, pastorie en twee drukken, nam hij in 1899 ontslag en het monument op het Weldoeners - scholen dat vanaf 1914 in Neerpede werd hij de belangeloze voorvechter plein, door Henri Jacobs en Godfried werd gebouwd, is hiervan een vroeg van een organisch denken over de stad, Devreese (1903-1907), echt deel uit voorbeeld. met respect voor zowel de oude gebou- van het stedenbouwkundige project, wen als de topografie. In 1903 richªe hij net zoals de monumentale vaas van de Intussen leek de overheid – de Belgische het Comité d’Etude du Vieux Bruxelles op Bacchanalen, ook van Devreese, die vol- staat en de gemeenten – stilaan afstand om de resten van een verminkt erfgoed maakt opging in het landschap van de te nemen van de neo-Vlaamse renais- te vrijwaren. Eerbied voor het verle - Louis Bertrandlaan (1911). sance, die steeds meer kritiek kreeg. De den en toekomstgerichte visie liepen zo kunstcriticus Octave Maus maakte in door elkaar in de nieuwe debaªen over 1900 de rekening op van de 19de eeuw stedenbouw, zoals het debat dat Albert DE STIJLEN: NAAR EEN en verheugde zich erover dat er werd Dumont organiseerde bij de Société cen- ORGANISCHE ARCHITECTUUR afgestapt van de “gedweeë pastiches van trale des architectes, waar in 1910 een oude stijlen”, waarvan Beyaert de beli- Comité du Tracé des Villes werd opgericht. In deze context verhuist het begrip stijl chaming was geweest. Toch bleef deze naar de achtergrond, zonder daarom traditie een lang leven leiden. Gebou- Op esthetisch vlak verdedigde Buls niet helemaal te verdwijnen. Men blij nog wen als het hospitaal van Schaarbeek één bepaalde stijl, maar een contextge- altijd bouwen in neogotische stijl of in (Kühnen, 1894-1905, gesloopt) langs bonden aanpak die was afgestemd op de neo-Vlaamse renaissancestijl, of in elk de nieuwe Lambermontlaan of de nor- nieuwe ontwikkelingen van de hoofd- geval: men blij erover discussiëren. De maalschool Berkendael in Vorst (De stad. Na meerdere decennia van grote eerste stijl kende overigens een soort late Rycker, 1899) bleven ondanks hun fan- werken was de hele stad een monument bloei dankzij de opkomst van allerhande tasierijke uitwerking sterk schatplich- geworden en het stadsbestuur vond katholieke stichtingen. In Etterbeek tig aan de regionale architectuur van

-PB 006-NL-BAT.indd 135 3/05/13 12:14 136 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 19 Kapel van het Sint- Michielscollege, Etterbeek, arch. A. Gellée en J. Prémont, 1902 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 20 Kliniek Fond’Roy, Ukkel, arch. G. Hobé, 1903 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 136 3/05/13 12:14 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 137

het verleden. Dat gold ook voor de twee zeer een voedingsbron voor een andere school in de Joseph Stevensstraat. Deze kazernes van de grenadiers in Laken en vorm van moderniteit, die minder revo- werd gefinancierd door een schenking Brussel (Van Ysendyck). Die van Brus- lutionair was omdat ze nog de stempel van Joseph Godefroy, een vriend van sel werd door beschouwd van het historicisme droeg. De beste Beyaert en een voormalig bevorderaar als een “laatste groet aan de Vlaamse openbare realisaties van de jaren 1890- van de beweging van de kunstambach- renaissance, die als een nieuwe Brun- 1900 behoren tot deze stroming, die uit- ten (Théo Serrure, 1895). hilde bedwelmd wordt door de zwierige eenvalt in twee varianten: een stroming golvingen van de ”32. die de technische inbreng benadrukte Een andere bouwtrend die evenzeer en een andere die ze juist probeerde te de paradoxen van de jaren 1900 illus - Met de art nouveau werd een niet eer- verbergen. treert, bestond erin technisch vooruit- der geziene vormentaal ontworpen in strevende gebouwen te bekleden met harmonie met de innovaties van de Zonder dat er al echt sprake kan zijn een uitgesproken historiserend omhul- techniek. Zonder overdrijven mag hier van art nouveau zien we bij vele gebou- sel in Franse renaissancestijl of zelfs in gezegd worden dat de Belgische staat wen de tendens om op een zichtbare en rococo. Zo hee het Aegidium in Sint- ondanks alle oproepen deze bewe - creatieve manier gebruik te maken van Gillis (Segers, 1905), een van de laatste ging volledig negeerde. moderne materialen. In het Leopold- getuigen van schouwburgen uit de belle en Adolphe Crespin dienden een ont- park demonstreerden twee oudgedien- époque, zelfs een feestzaal in Moorse werp in voor een moderne woonwijk den van de neo-Vlaamse renaissance stijl (a©. 22). Maar ook hier was de art voor de wereldtentoonstelling van hun rationalistische opvatting over nouveau vaak niet veraf, net zo min als 1897, maar kregen enkel de inrichting bouwtechniek en decoratie: Janlet met dat bij de keuze voor een rationalistische van de Congolese afdeling toegewe - de uitbreiding van het Museum voor optie het geval was geweest. Een goed zen. De gemeentebesturen reageerden Natuurwetenschappen (1898-1905) en voorbeeld is het gemeentehuis van Sint- even afwijzend. Ze lieten de art nou - Jules-Jacques Van Ysendyck met drie Joost (Léon Govaerts,1911), een mees- veau ofwel enkel voor kleine projec - medische instituten voor de universi- terwerkje van neo-Lodewijk XVI-stijl. ten toe, zoals de ingang van het kerk - teit (vanaf 1892). Deze gebouwen, die In een strenger register bouwde Henri hof van Sint-Joost in Schaarbeek door niet historiserend maar evenmin echt Maquet, een van de favoriete architec- Léon Govaerts (1902), of in de scholen- modern zijn, vertonen gelijkenissen ten van Leopold II, talrijke gebouwen, bouw, met de bescheiden kleuterschool met de vroegere Ecole de Commerce zoals het politiecommissariaat in de in de Sint-Gisleinsstraat van Horta (op Solvay (afb. 21), die op dezelfde loca - Regentschapsstraat (1894, gesloopt), voorspraak van Buls) en natuurlijk de tie gebouwd werd door Constant Bos - het hoofdpaviljoen van de Mili - meesterlijke scholen van Henri Jacobs. mans en Henri Vandeveld (1903, nu taire School (1900-1909), het Institut Verder moeten alle monumentale art- Solvaybibliotheek). Aan de andere Latours de Freins in Ukkel (1903) en de nouveaugebouwen worden toegeschre- kant van de stad leidde de ontwikke - nieuwe gevel van het koninklijk paleis ven aan privé-initiatief. De socialis- ling van de maritieme wijk tot het ont- (1904-1907). Hij rivaliseerde op dit vlak tische beweging zeªe met het beroemde staan van de site van Thurn & Taxis met de Franse architect Charles Girault, Volkshuis van Horta en de zetel van de (1902-1907), een zone voor goedereno- een andere lieveling van de koning, die krant Le Peuple in de Zandstraat door verslag per spoor en douaneactivitei- de traditie van de Ecole des Beaux-Arts Horta’s assistent Richard Pringiers ten, waarvan de gebouwen op prachtige (de academie voor architectuur van (1905) haar imago van moderniteit in wijze de geest van de belle époque weer- Parijs) leek te beschouwen als het visite- de verf. Andere voorbeelden zijn groot- geven. Bosmans en Vandeveld bouw - kaartje dat Brussel nodig had om toe te warenhuizen (Grand Bazar du Bou - den hier het eerste station van Brus - treden tot het kransje van mooie Euro- levard Anspach, Petit, 1897, en Horta, sel dat de metalen overkapping van pese steden. 1903, gesloopt) en ziekenhuisinstellin- de perrons niet langer maskeerde. Het gen: het sanatorium van Fort Jaco (nu Koninklijk Pakhuis van Ernest Van Deze Beaux-Artsstijl was daarom nog Institut Fond’Roy) (a©. 20), in 1902 ont- Humbeek innoveerde door gewapend geen slaafse overname van de Parijse worpen door Georges Hobé in Engelse Hennebiquebeton te gebruiken, ter - modellen. Architect Albert Dumont coªagestijl; de klinieken van Jean-Bap- wijl de dakconstructie van de Sheds een kende ongetwijfeld het ontwerp van tiste Dewin, die voor een volledige ver- voor die tijd zeer gedurfde spanwijdte het stadhuis van Duinkerken, een parel nieuwing in het genre zorgde begin - had. De neo-Vlaamse renaissancestijl van neo-Vlaams academisme, getekend nend bij de zeer mooie kliniek van of gewoon het pittoreske uiterlijk van door de Franse architect Louis-Marie dokter Depage (1903), door Jean-Bap- de gevels is een bijkomstig aspect in dit Cordonnier, die aanwezig was op de tiste Dewin, en ten slotte Horta’s ont- geheel, dat voor de moderniteit kiest wereldtentoonstelling van 1897. Maar werp voor het Brugmannziekenhuis zonder daar bijzondere sociale lessen in zijn eigen ontwerp voor het gemeen- (1906), gebouwd na 1911. aan te verbinden.33 Het heeft iets van tehuis van Sint-Gillis (1897-1904) een anti-art-nouveaumanifest. Recht slaagde hij in de uitdaging om Vlaamse De technische vooruitgang was onge- tegenover het Volkshuis werd overi- traditie en Franse geest – schilderach- twijfeld een sterke stimulans voor de gens een openbaar gebouw van dezelfde tigheid en classicisme, gemeentelijke art-nouveau-architectuur, maar even- strekking gebouwd: de schrijnwerkerij- zelfstandigheid en centraal gezag – te

-PB 006-NL-BAT.indd 137 3/05/13 12:14 138 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 21 Voormalige bibliotheek van het Sociologisch Instituut Solvay, Brussel, arch. C. Bosmans & H. Vandeveld, 1901 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 22 Zaal van de voormalige bioscoop Aegidium, Sint-Gillis, arch. G. Segers, 1905 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

verenigen. Met zijn rijke interieur- Andere gebouwen zeªen dit nieuwe tra- decoratie leek het gebouw op een echt ditionalisme voort, zoals het gemeen- museum van toegepaste kunst. Burge- tehuis van Laken (Bonduelle, 1907) of meester Van Meenen, die in 1881 nog het Vredegerecht van Eªerbeek op het had geklaagd dat hij niet zoals in Ander- Sint-Pietersplein (Stillemans, 1914). Ze lecht ‘een echt monument’34 kon bou- vormden de voorbode van de ontlui - wen, mocht er zich voortaan op beroe- kende art deco, maar in een minder ori- men het mooiste gemeentelijke paleis ginele versie dan de ziekenhuisprojec- van de hele agglomeratie te bezitten! ten van Horta en Dewin.

-PB 006-NL-BAT.indd 138 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 DE OPENBARE GEBOUWEN 139

NOTEN ren. De Brusselse zwembaden let-le-Duc’, in: AUBRY, F., HOO- stenaar. Zie OGONOVSZKY, 1. S.A.B., papieren Buls IV-31/1, en badinrichtingen, Brussels ZEE, R., Brussel, kruispunt van J., La Peinture monumentale brief aan Georges Verhaegen, Hoofdstedelijk Gewest (Kunst culturen, Mercatorfonds, Brus- d’histoire dans les édifices civils omstreeks maart 1874. en Openbaar erfgoed), 1999, sel, 2000, p. 26-31. en Belgique (1830-1914), Acadé- p. 89. mie, Brussel, 1999, p. 302. Vert.: “Ik geloof dat onze eeuw, 17. Geciteerd in: PAULUS, vanwege het karakter zelf van 8. TIHON, A., ‘De religieuze G., ‘La restauration de la Mai- 26. SOLVAY, L., ‘Causerie artis- onze eclectische en kosmopo- instellingen en de ontwikke- son du Roi (1873-1895) à la tique’, Revue artistique, 1878- litische samenleving, niet bij ling van de agglomeratie’, in: Grand-Place de Bruxelles, 9, p. 367. machte is een eigen stijl te cre- Het Brussels Gewest. Van de par l’architecte Pierre Victor 27. Bulletin du Conseil Com- eren, omdat die stijl, wil ze een oude dorpen tot de stad van Jamaer (1825-1902)’, Bulletin munal de Bruxelles, 1875, spiegel zijn van haar tijd, net nu, Gemeentekrediet, Brussel, de la Commission Royale des p. 550. zo kosmopolitisch zal moeten 1989, p. 192. Monuments et Sites, IX, Brus- sel, 1980, p. 110. 28. VAN LOO, A. (red.), Reper- zijn. Ze zal bijgevolg die een- 9. JACQUEMYNS, G., op. cit., torium van de architectuur heid, die harmonie, die organi- p. 71-72. 18. Tussenkomst van schepen in België van 1830 tot heden, sche samenhang missen die het 10. DUCPETIAUX, E., Réfor- Pilloy, Bulletin du Conseil Com- Mercatorfonds, Antwerpen, karakter van de stijlen uit de me des prisons. Système cel- munal de Bruxelles, 1881, p. 414. 2003, p. 601; WELLENS, F., Vil- mooie tijdperken van de kunst lulaire, Brussel, 1865, p. 4-5 19. Stadsarchief van Brussel, le de Bruxelles, Projet de che- kenmerkt. Wel denk ik dat indi- (noot 1). Deze gevangenis ver- Openbaar Onderwijs, dossier min de fer funiculaire à con- viduele pogingen erin zouden dween met de bouw van de nr. 196, ongedateerd en niet struire pour relier le bas et le kunnen slagen om, vertrekkend Prins Albertkazerne in 1901, ondertekend document (ca. haut de la ville. van de oude stijlen, werken te maar Dumont ontwierp ook de 1882-1883). 29. Voor een algemeen over- creëren die een nieuw karakter gevangenis van Sint-Gillis, die hebben.” 20. Zie ZITOUNI, B., op. cit., zicht, zie DEMEY, T., Bruxelles. na zijn dood gerealiseerd werd p. 156 e.v., p. 210 e.v. Chronique d’une capitale en 2. ‘Luister van de 19de-eeuwse door zijn medewerker François chantier, Brussel, 1991. gevel’, in: Brussel, breken, bou- Derre (1878). 21. Tussenkomst van Vincent, wen. Architectuur en stadsver- ‘Réédification du temple des 30. BULS, C., Esthétique des 11. Guide de Bruxelles et de ses Augustins au Quartier de Ten- villes, Bruylant-Christophe & fraaiing. 1780-1914, Gemeente- environs. Souvenir de l’Hôtel de krediet, Brussel, 1979, p. 93. bosch’, Bulletin Communal Cie, Brussel, 1894, p. 37. Belle Vue et de Flandre 1914, d’Ixelles, 03/08/1891, p. 718. 3. LEBLICQ, Y., ‘Evolutie van s.l., s.d., 35ste uitgave, p. 110. 31. Het monument werd gede- 22. Tussenkomst van De monteerd in 1973 en negen het uitzicht van Brussel in de 12. De eclectische architectuur 19de eeuw’, in: Brussel, breken, Smedt, Bulletin du Conseil jaar later gedeeltelijk herop- van Hendrik Beyaert, Nationale Communal de Schaerbeek, gebouwd aan het Sint-Katelij- bouwen. Architectuur en stads- Bank, Brussel, 1978, p. 16. verfraaiing. 1780-1914, Gemeen- 1887, p. 531 (de straat werd uit- neplein. tekrediet, Brussel, 1979, p. 11. 13. ‘Architecture. MM. Dumont, eindelijk bebouwd in 1895- 32. BRUNFAUT, J., Notice sur Deman et Meyers’, Revue de 1898). Jules-Jacques Van Ysendyck, 4. JACQUEMYNS, G., Histoi- Belgique, III, 1848/2, p. 180. re contemporaine du Grand- 23. JURION-DE WAHA, F., Académie, Brussel, 1911, p. 7. Bruxelles, Librairie Vanderlin- 14. Brief van Beyaert geciteerd Het huis in het midden. 33. SCRIPTES, ‘De openbare den, Brussel, 1936, p. 80. in: KAUCH, P., ‘De gebouwen Gemeentehuizen van de Brus- inrichtingen langs het kanaal’, van de bank in Brussel (III)’, selse agglomeratie, Koning in: Kunst en Openbaar erf- 5. ZITOUNI, B., Agglomérer. Nationale Bank van België, Boudewijnstichting, Brussel, Une anatomie de l’extension goed, Brussels Hoofdstedelijk 1993, nr. 9, p. 38. 1988 (Monografieën Bouwkun- Gewest, 1999, p. 135. bruxelloise (1828-1915), Acade- dig erfgoed, 4), p. 19. mic & Scientific Press / VUB 15. MAETER, P.-P., ‘Quand le 34. Bulletin communal de Press, Brussel, 2010, p. 145. bâtiment va’, Cahiers de la 24. Na een brand in 1911 zou het Saint-Gilles, 09/04/1881, Fonderie, nr. 19, 1995 (Construi- gebouw vrijwel identiek wor- p. 378-9. 6. ROUSSEAU, J., ‘Jean-Pier- re), p. 4. den heropgebouwd. Zie BOU- re Cluysenaar’, Bulletin des VIER, J., ‘Het gemeentehuis Commissions Royales d’Art et 16. HENNAUT, E., ‘Ernest Hen- drickx en de invloed van Viol- van Schaarbeek 1887-1987: een d’Archéologie, XX, 1881, p. 320. gemeentehuis, een aanden- 7. MEYFROOTS, G., Zieken- ken’, Driemaandelijks tijdschrift huizen en sportinfrastructu- Gemeentekrediet van België, nr. 161, 07/1987, p. 3-47. 25. Besteld in 1863, onafge- werkt bij de dood van de kun-

-PB 006-NL-BAT.indd 139 3/05/13 12:15 REDACTIECOMITÉ VORMGEVING FOTO OMSLAG Jean-Marc Basyn, Stéphane Demeter, Paula supersimple.be Nachtelijk zicht op Brussel vanaf de Louizalaan Dumont, Ode Goossens, Isabelle Leroy, Muriel (M. Vanhulst, 2012 © MBHG) Muret, Cecilia Paredes en Brigitte Vander Brug- ghen met de medewerking van Pascale Ingelaere DRUK en Anne-Sophie Walazyc voor het kabinet van Dereume Printing LIJST MET AFKORTINGEN Charles Picqué, minister-president belast met AOCMWB – Archief Openbaar Centrum voor Monumenten en Landschappen. Maatschappelijk Welzijn Brussel BEDANKINGEN AAM – Archives d’Architecture Moderne Philippe Charlier, Julie Coppens, Alice Gerard AR – Algemeen Rijksarchief SECRETARIAAT en Alfred de Ville de Goyet (Documentatiecen- ARB – Académie royale de Belgique Cindy De Brandt en Linda Evens trum van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en DML – Directie Monumenten en Landschappen Huisvesting), Marcel Vanhulst (Directie Externe KBR – Koninklijke Bibliotheek van België Communicatie). KIK-IRPA – Koninklijk Instituut voor het Kunstpa- COÖRDINATIE PRODUCTIE trimonium Koen de Visscher KMGK – Koninklijke Musea voor Kunst en VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Geschiedenis REDACTIE Arlette Verkruyssen, directeur-generaal van het MBHG – Ministerie van het Brussels Hoofdste- Françoise Aubry ,Claire Billen, Paulo Charruadas, Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, delijk Gewest - Documentatiecentrum van het Odile De Bruyn, Quentin Demeure, Stéphane Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Directie Monu- Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Demeter, Michel de Waha, Daniel Geerinck, menten en Landschappen, CCN – Vooruitgangs- MSB – Museum van de Stad Brussel - Broodhuis Eric Hennaut Catherine Leclercq, Christophe traat 80, 1035 Brussel SAB – Stadsarchief Brussel Loir, Marc Meganck, Benoit Mihaïl, Philippe De artikelen zijn gepubliceerd onder de ve- SIWE – Steunpunt industrieel en wetenschappe- Sosnowska, Sven Sterken, Christophe Vachaudez, rantwoordelijkheid van de auteurs. Alle rechten lijk erfgoed Linda Van Santvoort, Patrick Viaene, voor het reproduceren, vertalen of herwerken zijn SRAB – Société royale d’archéologie de Bruxelles voorbehouden. VIOE : Vlaams Instituut voor het onroerend erfgoed VERTALING Gitracom, Hilde Pauwels en Erik Tack HERKOMST VAN DE FOTO’S Mochten er ondanks onze inspanningen om ISSN alle reproductierechten te betalen toch nog 2034-5771 NALEZING gerechtigden zijn die niet gecontacteerd werden, Wim Kenis, Harry Lelièvre, Leo Verhoeven, Mia dan worden zij verzocht zich kenbaar te maken Verstaeten, en de leden van het redactiecomité. bij de Directie Monumenten en Landschappen Cette revue parait également en Français sous van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. le titre « Bruxelles Patrimoines ».

-PB 006 Couv BAT.indd 4 20/03/15 10:32