-PB 006Couv BAT.indd 3 Hoofdstedelijk Gewest Een publicatie van het ISBN :978-2-930457-94-9 € 25 NUMMER EXTRA 2013

HET ERFGOED SCHRIJFT - ERFGOEDBRUSSEL ONZE GESCHIEDENIS ONZE GESCHIEDENIS HET ERFGOED SCHRIJFT Hoofdstedelijk Gewest Een publicatie van het Brussels 2013 EXTRA NUMMER 20/03/15 10:32 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 119

BRUSSEL, METROPOOLVAN DETRIOMFERENDE BURGERIJ BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 

-PB 006-NL-BAT.indd 119 3/05/13 12:14 -PB 006-NL-BAT.indd 140 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 141

Brusselse woon- huisarchitectuur   

PROF. DR. LINDA VAN SANTVOORT Universiteit Gent

e “Si le XIX siècle n’a pas un style d’architecture n het midden van de 19de eeuw qui lui soit propre, si l’éclectisme paraît de plus publiceerde de Luikse architect Auguste Castermans een rijk geïl- en plus conquérir les sympathies des artistes, lustreerd dubbelalbum onder de comme il a longtemps possédé celles des Ititel Parallèle des maisons de Bruxelles 1 littérateurs et des philosophes, les hommes de et des principales villes de la Belgique . Castermans wilde aantonen dat het goût reconnaîtront cependant que d’immenses jonge België een eigen autonome archi- progrès ont été accomplis depuis 1830, tant sous tectuur ontwikkelde. Onder het moo “l’agréable n’est jamais l’ennemi de l’utile”2 le rapport du plan général et de la distribution, presenteerde hij een reeks gebouwen, que sous le rapport de l’ornementation et des zowel publieke als private, die als een stand van zaken in de architectuur détails, dans les constructions publiques et dans konden gelden. Met zijn selectie wilde les constructions privées. Le caractère dominant Castermans vooral aantonen dat het de chaque civilisation est fidèlement empreint au neoclassicisme, dat tot de eerste decen- nia van de eeuw de architectuur domi- front des édifices, mais on dirait qu’aujourd’hui neerde, verdrongen werd door het tous les éléments ont été mis en œuvre, toutes eclecticisme. Het verzet tegen het uniformiserende les combinaisons géométriques sont épuisées.”* neoclassicisme zoals dat aan het eind Auguste Castermans, 1852. van de 18de en het begin van de 19de eeuw het architecturale beeld van vele Europese steden bepaalde, klonk steeds luider. “Les rues larges et bien alignées qui aboutissent au parc, le palais et les beaux hôtels qui l’entourent commandent sans doute l’aention par leur riche élégance : mais cela même est sans signification, sans physionomie particulière. Rien ne vous dit si vous êtes à Saint-Petersbourg, à Londres, à Paris ou à Versailles, tant l’uniformité se 3 Opbrengsthuis in eclectische répand de jour en jour sur le monde (…).” stijl, Koningsstraat 25-27, Brussel, arch. A. Mennesier, De roep om meer afwisseling en vari - 1876 (M. Vanhulst, 2012 atie in het straat- en stadsbeeld sloot © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 141 3/05/13 12:15 142 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 1 volledig aan bij het burgerlijke indivi- Huis in de Guimardstraat dualisme dat in de 19de eeuw sterk op (CASTERMANS, A., Parallèle de voorgrond trad. De Brusselse Leo - des maisons de Bruxelles et poldswijk was niet toevallig de plek des principales villes de la waar de eerste tekenen van deze trend Belgique, construites depuis zichtbaar werden, en ze ontsnapte bij- 1830 jusqu’à nos jours, Luik, E. gevolg ook niet aan de aandacht van Noblet, vol. 1, pl. 52). Auguste Castermans. Het ontstaan van de wijk klimt op tot 1838, toen archi - tect Tilman-François Suys het plan in dambordpatroon uittekende, aanslui- tend bij het grondplan van de 18de- eeuwse Warande. De Leopoldswijk, net buiten de vijŽoek gelegen, vormde de eerste residentiële uitbreiding van de hoofdstad en was daarom de uitver - koren plek van de Brusselse aristocra- tie om er nieuwe en eigentijdse wonin- gen op te trekken. De wijk groeide uit tot een staalkaart van de architectuur van het midden van de 19de eeuw. Architect Hendrik Beyaert realiseerde er in 1851 een van zijn vroegste gebou- wen. In het huis de Waelmont aan de Guimardstraat maakte Beyaert komaf met de ornamentloze neoclassicisti- sche gevels zoals die aan het begin van de 19de eeuw de trend zetten (zoals te zien aan het Barricadenplein of in de Pachecowijk) (afb. 1). Toch liet Beyaert de neoclassicistische schema’s nog niet helemaal los. De gevelcompo- sitie van deze burgerwoning is nog dui- delijk in verband te brengen met het laat-18de-eeuwse neoclassicisme van het Koningsplein. In het verticaal ver- binden van de ramen van de etages grijpt Beyaert terug naar composities die getoond worden in de voorbeeld - boeken van De Neufforge (afb. 2). 4 In de beklemtoning van decoratieve ele- menten zoals frontons en sluitstenen wordt het dwingende van de composi- tie verdrongen. Het gebogen fronton als bekroning van de gevel betekende een al even welkome afwisseling in de hori- zontale skyline van de Leopoldswijk. Ook tijdgenoot en architect Jean-Pierre Cluysenaar – vooral gekend om zijn ont- Afb. 2 werp van de Sint-Hubertusgalerijen in DE NEUFFORGE, J.F., Recueil Brussel – was actief in deze wijk. In 1862 élémentaire d’architecture, realiseerde hij er twee herenhuizen die Paris, 1757-1768, T III –IV. Ordres de neorenaissancistische Sint-JozeŸerk d’architecture d’après l’opinion des Anciens et le sentiment (1842-1849) – ontworpen door Cluyse- des Modernes, pl. 181 © KBR, naars leermeester T.F. Suys – flankeren Prentenkabinet). (a£. 3). Cluysenaar ontwierp deze sym- metrische herenhuizen in relatie tot de kerkgevel. Ook in deze lijstgevels is

-PB 006-NL-BAT.indd 142 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 143

Afb. 3 Een van de twee neoklassieke hotels die de Sint-Jozefkerk flankeren, Frère-Orbansquare, hoek Wetenschapsstraat 14A en Nijverheidsstraat 29A-31, Brussel (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). Afb. 4 Voormalig paleis van de markies d’Assche (huidige Raad van State), Wetenschapsstraat 33, Brussel, arch. A. Balat, 1856-1858 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 5 Afb. 6 Neoclassicistisch gebouw, Twee herenhuizen van dokter Congresplein, Brussel, Goffin, Brussel, Gulden- arch. J. Poelaert 1850-1852 Vlieslaan, arch. J. Poelaert. (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). Gesloopt (© SAB).

-PB 006-NL-BAT.indd 143 3/05/13 12:15 144 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

de neoclassicistische gevelcompositie hem uiteindelijk de titel van ‘hofar - tussen 1848 en 1858 – sprak zich lovend nog beeldbepalend. Een renaissancis- chitect’ zou opleveren. Ongetwijfeld uit over de stijl van de gebouwen en tische decoratie overwoekert echter de was dit mee de reden waarom Balat als erkende een combinatie van Franse en gevel en bevindt zich in hoofdzaak op architect zo in de smaak viel bij een Italiaanse (neo). Het tijd- de muurdammen (penanten) tussen de adellijk clientèle. Markies d’Assche schrift stond positief ten aanzien van vensters. Het middendeel van de gevel behoorde tot de rijkste families van Bel- de nieuwe ontwikkelingen in de archi- wordt gemarkeerd door een balkon dat gië. Het huis dat hij bouwde, was het tectuur en in het bijzonder van een over drie traveeën doorloopt, een uit- grootste van de Leopoldswijk en ook ondogmatische omgang met het stijlen- gesproken versiering in reliëf en de erg strategisch gelegen, in de as van de alfabet.11 Het sloot zich op die manier bekroning met een gebroken fronton Guimardstraat, die het verlengde is van aan bij een discours rond eclecticisme waarin een aediculavormige dakkapel de dwarsas van de Warande. Balat was zoals dat ook in zijn Franse tegenhan- is geplaatst. Cluysenaar omzeilde hier geboren nabij Namen en stamde uit een ger, de Revue Générale de l’architecture et de strenge bouwvoorschriften die uit- steenhouwersfamilie. Dit verklaart zijn des Travaux publics, onder leiding van sprongen in de gevel verboden; hij cre- aandacht voor het zichtbaar gebruiken César Daly, gevoerd werd. eerde de illusie van een risaliet (een van natuursteen. In het paleis van mar- Poelaert kan ongetwijfeld bestem- geveluitsprong) zonder dat daar echt kies d’Assche combineert hij zandsteen peld worden als een boegbeeld van het sprake van is. Merkwaardig is dat de met graniet. Tegelijk is ook de eenvoud eclecticisme, een stijl die hij vooral ten- huizen niet via hun hoofdgevel – kant van deze architectuur sprekend, waar toonspreidde in zijn monumentale en Frère Orbansquare – toegankelijk zijn decoratie eerder spaarzaam wordt aan- publieke creaties. De aan Poelaert toe- maar via de zijgevels. 5 Ook het spaar- gewend en waar vooral de grote blinde geschreven gebouwen aan de Gulden zame gebruik van hardsteen – slechts muurvlakken de rust van de composi- Vlieslaan12 laten er geen twijfel over ter markering van de horizontale lijnen tie onderstrepen. Zijn collega-architect bestaan dat het eclecticisme in Brussel – is afgestemd op het ondersteunen van Gédéon Bordiau wist deze soberheid kon gedijen (a£. 6). Sommige elemen- de kerkgevel, die wel volledig in hard- naar waarde te schatten: “ cette sobri- ten in de gevels van de dubbelwoning, steen is opgetrokken. été donne une impression de noblesse à zoals de balkonportieken met geringde laquelle la plus luxueuse ornementation ne zuilen, zijn in verband te brengen met Tot ver in de 19de eeuw werden gevels pourrait aeindre”.8 Balat wordt om die de gebouwen aan het Congresplein. De van woningen bepleisterd. Op het - reden ook binnen de eclectische stro- overdaad aan sculpturale versieringen, zelfde Frère-Orbanplantsoen vormt de ming als een classicist bestempeld.9 tot en met kariatiden, laat er geen twij- residentie gebouwd in opdracht van fel over bestaan dat de ‘fièvre ornema- Theodore Charles Antoine, graaf van De keuze van materialen vormde een niste’ zoals die in Parijs was doorgebro- der Noot, markies d’Assche daarom een groot aandachtspunt in de architec- ken – niet tot genoegen van iedereen beeldbepalend gegeven.6 Ze werd opge- tuur van het midden van de 19de eeuw. – ook in Brussel vaste voet kreeg. trokken tussen 1856-1858 naar ontwerp Het Brusselse bouwreglement voorzag van architect Alphonse Balat en is een in de bepleistering van gevels. Nog in Een algemeen aanvaard principe in vroege toepassing van materiaalpoly- 1877 kwam die “uniformité par le badi- de 19de eeuw was dat de hoogte van chromie in de woningbouw in Brussel geonnage et le plâtrage” onder vuur te de gevels in verhouding moest staan (a£. 4). Deze gevel appelleert zowel in liggen in het tijdschrift l’Emulation.10 tot de breedte van de straat of laan. compositie als in afwerking en deco - Architect Joseph Poelaert verzee zich Zo waren langs de in 1859 aangelegde ratie aan de Italiaanse renaissance. De tegen de gewoonte om natuursteen te Louizalaan gevelhoogtes tot 19 m toe- vensters van de gelijkvloerse verdie - bepleisteren. Toen hij in 1850-1852 de gestaan en vanaf 1883 zelfs tot 21 m. 13 ping zijn voorzien van zware rustieke symmetrische herenhuizen aan het Het is dus geen toeval dat de monu - blokken en ook de aediculavensters Panoramaplein – nu Congresplein – mentale woningen werden gebouwd op de verdieping volgen het Italiaanse realiseerde, slaagde hij erin om voor aan de nieuw aangelegde pleinen of model. Ondanks het feit dat Balat nooit één van die twee gebouwen de gebruikte lanen. Ondanks het feit dat in de Brus- in Italië geraakte – hij moest in 1838 een hardsteen rond de vensters zichtbaar te selse bouwreglementering het beper- geplande Italiëreis uitstellen7 – slaagde laten (afb. 5). Beide huizen bakenden ken van uitsprongen lang in voege bleef hij erin om een originele interpreta - het Panoramaplein af langs de in 1840 – zo mocht een balkon of erker slechts tie van de Italiaanse palazzi neer te zet- verlengde Koningsstraat en vormden 90 cm uit de rooilijn springen – zien ten. De relatie met het Palazzo Farnese in het kader voor de in 1850 opgerichte we dat architecten alles in het werk stel- is in dit geval treffend. De gran- Congreskolom, eveneens naar ontwerp len om deze beperking te omzeilen en deur van deze gevel verraadt de erva- van Poelaert. Hoewel het ontwerp van toch reliëf in de gevels te brengen. Hen- ring van Balat met een adellijke clien- de Congreskolom zwaar onder vuur drik Beyaert beklaagde zich over het tèle. In zijn vroege carrière bouwde en was gekomen in de pers, waren de reac- bouwreglement, dat volgens hem aan verbouwde hij kastelen in Wallonië. ties op de herenhuizen eerder positief. de oorsprong lag van een “platitude Vanaf 1852 werkte hij regelmatig in Het Journal Belge de l’architecture (1853) architecturale” en die elke dynamiek in opdracht van de hertog van Brabant, – het eerste gespecialiseerde architec- het stadsbeeld en een pioreske archi- de toekomstige koning Leopold II, wat tuurtijdschri± in België, dat verscheen tectuur in de weg stond. 14 Zelf wist hij

-PB 006-NL-BAT.indd 144 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 145

Afb. 7a-7b Fig. 7b Gevel en plattegrond van het voormalige Hotel Godefroy, Louizalaan 73, Brussel, arch. H. Beyaert, 1874 (NEIRINCK, J. en F., Travaux d’architectures exécutés en Belgique par Henri Beyaert, architecte. Album I, pl. I, II, Louizalaan, Brussel, ed. Lyon-Claessen, s.d.). Afb. 7c Voormalig Hotel Godefroy, Louizalaan 73, Brussel (M. Vanhulst, 2012 © MBHG). aardig met die beperkingen om te springen. In het herenhuis Godefroy, dat hij tussen 1872 en 1874 bouwde langs de Louizalaan, zorgen de asym - metrische compositie en een getrapt gabariet voor het beoogde pittoreske effect, dat helemaal bereikt werd door de gevel op te bouwen in ‘speklagen’ van baksteen en natuursteen (van - daag onder één wie verflaag verstopt). Dat laatste, samen met de diamant - kopversieringen boven de loggia, is een expliciete toepassing van een alfa- bet eigen aan de neo-Vlaamse renais - sance, die intussen stilaan haar intrede deed in het architectuurlandschap van de hoofdstad. Het grondplan van het herenhuis Godefroy werd uitgewerkt rond twee assen: één die loodrecht staat op de gevel van de Louizalaan, die samenvalt met de gang en de trap door- snijdt, en een tweede, diagonale as die de eetkamer en ontvangstruimten groe- peert. Beide assen snijden elkaar in de octogonale biljartzaal met uitzicht op de tuin. Beyaert wist de onregelmatige vorm van het perceel te benuen en zo een dynamisch plan te ontwikkelen op

-PB 006-NL-BAT.indd 145 3/05/13 12:15 146 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

maat van zijn vriend en opdrachtgever Joseph Godefroy, schrijnwerker van het hof, met wie hij samen in de Brusselse gemeenteraad zetelde (a£. 7a, 7b, 7c).

De ontwikkelingen in de 19de-eeuwse architectuur tekenen zich af tegen de context van vernieuwingen in bouwpro- cedés en de geïndustrialiseerde produc- tie van bouwonderdelen. De spanning tussen industrialisatie en artistieke creatie vormde vaak net de uitdaging om tot innovatie te komen. Charles Alker was de eerste om in Brussel de nieuwe techniek van de galvanoplas- tie15 in zijn elektrongieterij in prak - tijk te brengen. Het opbrengsthuis dat hij in 1876 naar ontwerp van architect Antoine Mennessier aan de Konings- straat liet bouwen, was de uitgelezen kans om de mogelijkheden van deze techniek te demonstreren (afb. 8). De twee verdiepingen hoge erker trekt alle aandacht naar zich toe en tekent zich af tegen een bepleisterde pilastergevel. De erker hee± een stalen structuur, die verdoezeld werd achter houten schrijn- werk. De pilasters nemen de vorm aan van kariatiden en hermen, geïnspireerd op de renaissancekunstenaar Hans Vredeman de Vries, wiens vormenal - fabet toen herontdekt werd. Voor de invullende decoratieve panelen en ook voor de voordeur werden galvanoplas- tische reproducties gemaakt van een renaissancedecoratie in de schepen- zaal van het stadhuis van Oudenaarde.16 Door eigentijdse technieken in te zet- ten voor de reproductie van authen - tieke stijldecoraties werd aangetoond dat industrialisatie niet in tegenspraak was met de ambitie tot artistieke ver - fraaiing van het stadsbeeld. In meer algemene termen kan gesteld worden dat door de productie van architectu - Afb. 8 rale onderdelen en ornamenten op Eclectisch opbrengsthuis, industriële schaal deze toegankelijk Koningsstraat 25-27, Brussel, werden gemaakt voor de minder kapi- arch. A. Mennesier, 1876. Detail taalkrachtige bouwheren. Deze catalo- van de engel onder de erker gusornamenten konden eindeloos wor- (galvanoplastiek) (M. Vanhulst, den gecombineerd. Door een creatieve 2012 © MBHG). toepassing kon vermeden worden dat industrialisatie uitmondde in banalise- ring17 (a£. 9a, 9b).

De morfologie van het Brusselse stede- lijke weefsel van de oude binnenstad werd gevormd door kleine en vooral

-PB 006-NL-BAT.indd 146 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 147

Afb. 9a Model van een gietijzeren balkon in de catalogus van de Zelemse ijzergieterij Cruls, ca. 1900 (HENNAUT, E., DEMANET, M., Hout en metaal in de Brusselse gevel, 1850- 1940, Archives d’Architecture Moderne, Brussel, 1997, p. 120).

Afb. 9b Zelfde model balkon in de Rodenbachstraat 83, Vorst (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

smalle percelen. De tijdens de 19de aliseerd – denk aan de rue de Rivoli een grondige sanering en modernise- eeuw nieuw aangelegde residentiële – kon niet groter zijn. In haar beleid ring van de oude binnenstad beoogde, wijken bouwden voort op die traditie streefde de Belgische hoofdstad naar is inderdaad gespiegeld aan Parijs. Wat en voorzagen in hoofdzaak smalle en een grote diversificatie van de architec- de architecturale invulling betre±, was diepe kavels. Deze perceelsstructuur is tuur. Brussel had immers geleerd uit de de Brusselse aanpak echter anders. Om bepalend geweest voor het stadsbeeld. ‘fouten’ van Parijs. De overwelving van de kwaliteit van de architectuur aan te De individuele invulling van elke kavel de Zenne en de aanleg van nieuwe lanen wakkeren nam het stadsbestuur het ligt aan de oorsprong van een zeer gedi- tussen 1867-1872 staan geboekstaafd initiatief om een wedstrijd te organi - versifieerd straatbeeld. Het verschil met als de ‘Hausmannisatie’ van Brussel. seren en de beste twintig realisaties te de Parijse eenheidsarchitectuur die er De stedenbouwkundige demarche die bekronen, wat ook gebeurde in 1876. aan de lopende kilometer werd gere - eigen was aan deze grote ingreep en die Burgemeester Anspach, die aan de basis

-PB 006-NL-BAT.indd 147 3/05/13 12:15 148 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 10a ‘Hier ist in den kater en de kat’, opbrengsthuis in Vlaamse neorenaissancestijl, A. Maxlaan 1-3, Brussel, arch. H. Beyaert, 1874 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 10b ‘Hier ist in den kater en de kat’, detail van het voorontwerp van de gevel (NEIRINCK, J. en F., Travaux d’architectures exécutés en Belgique par Henri Beyaert, architecte, album I, pl. 6, Huis Noordlaan te Brussel, detail van de puntgevel, Lyon- Claessen, Brussel, s.d.).

lag van dit initiatief, liet er geen twij - huis. De plastische decoratie van de Schaarbeek lanceerde in 1897 zo’n wed- fel over bestaan dat er voorrang moest gevels geeft dit opbrengstgebouw een strijd om het tien jaar eerder ingehul- worden gegeven aan de artistieke vrij- barokke inslag. L’Emulation, het tijd - digde gemeentehuis in neo-Vlaamse heid van de architecten, zelfs in die schrift dat de spreekbuis was van de renaissancestijl van een gepaste con- mate dat de bestaande bouwreglemen- Société Centrale des Architectes Belges en text te voorzien. De verkoop van de ten inzake rooilijnen en toegestane opgericht was in 1874, liet zich lovend omliggende gronden had immers uitsprongen mochten worden over - uit over het gebouw van Laureys (afb. niet het verhoopte succes. In het wed- treden. De twintig in 1876 bekroonde 11). Het zag in de combinatie van bak- strijdreglement werd de stijlkeuze aan gevels vertonen een grote stijldiversi- steen en hardsteen een ‘zeer Vlaams’ de orde gesteld: “Les concurrents devront teit en bijna alle ontwerpers-architec- kenmerk en loofde ook het feit dat de s’inspirer de toutes les notions d’art que la ten waren gelieerd – als oud-leerling architect zich niet had laten vastpin - Renaissance répandit parmi les nations of docent – aan de Brusselse Acade - nen op slechts één stijl, maar integen- civilisés.”20 Architect J.J. Van Ysendyck, mie voor Schone Kunsten.18 Architect deel een combinatie had gevonden van de ontwerper van het Schaarbeekse Beyaert haalde de eerste prijs met zijn verschillende stijlen en zo tot een cre- gemeentehuis, zetelde in de jury. Om ontwerp voor Hier is’t in den Kater en de atie met een uniek karakter was geko- enige garantie in te bouwen voor de uit- Kat, waarin hij de neo-Vlaamse renais- men.19 Typologisch is het gebouw op voerbaarheid van de ontwerpen werd in sance vernieuwde door zich ook te inspi- Parijse leest geschoeid. De formule van het reglement voorzien dat de kostprijs reren op de Italo-Vlaamse barok van de de opbrengstgebouwen – appartements- van de gevel de zestig frank per vier - huizen op de Brusselse Grote Markt gebouwen, vaak, zoals ook hier, in com- kante meter niet mocht overschrijden. en zo tot een echt ‘Brussels’ resultaat binatie met een commerciële gelijk - Met honderd hoofdzakelijk Brusselse kwam (afb. 10a, 10b). Ook het ontwerp vloerse verdieping – kende in Brussel deelnemers was deze wedstrijd een suc- van architect Felix Laureys – Noordlaan veel later succes dan in Parijs. ces. Tweeëntwintig ontwerpen werden – viel in de prijzen en toonde een geïn- bekroond en de kopers van een perceel spireerde en eigen interpretatie van de Naar het voorbeeld van de stad Brus - moesten daaruit een keuze maken.21 De Vlaamse renaissance. De open galerij- sel werden ook in de randgemeenten huizen aan het Colignonplein treffen structuur onder het dak is een reminis- gevelwedstrijden gelanceerd met het door een gediversifieerd materiaalge- centie aan die van het Antwerpse stad- oog op een kwalitatieve architectuur. bruik, de toepassing van smeedwerk en

-PB 006-NL-BAT.indd 148 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 149

Afb. 12 Symmetrische hoekhuizen, Colignonplein, Schaarbeek, nr. 1: ‘De Boogen’ en nr. 2: ‘In ’t Zicht des Gemeentehuis’, arch. H. Van Massenhoven en G. Low, 1899 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 13 Afb. 11 Voormalig Hotel de Knuyt de Vosmaer, Vrijheidsplein, Opbrengst- en handelshuis, hoek Congresstraat 33 en A. Maxlaan 11-17, Brussel, Onderwijsstraat 91-97, Brussel, F. Laureys (M. Vanhulst, 2012 arch. J. Naert, 1878-1879 © MBHG). (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 149 3/05/13 12:15 150 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 14 Afb. 15 Afb. 16 Eigen woning van architect Burgerhuis, Wolstraat 56, Voormalige apotheek Victor Jamaer, Stalingradlaan Brussel, arch. M. van Ysendyck, ‘Pharmacie anglaise 62, Brussel, 1876 (L’Emulation, 1901 (M. Vanhulst, 2012 Ch. Delacre’ met 1879, ‘Woonhuis Zuidlaan’, © MBHG). analyselaboratorium, pl. 36 en 37). Coudenberg 64, Brussel, arch. P. Saintenoy, 1898 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

kleurrijke geveldecoraties (onder meer met barokke vormkenmerken (afb. zich des te meer kon manifesteren. In sgraffiti) en een uitgesproken gabariet. 13). Door het polychrome materiaalge- de praktijk bleek dit privé-initiatief in De architectuur van het plein treedt in bruik, de sterk uitgewerkte decoratie en de wijk eerder uitzonderlijk. De cri- dialoog met het centrale monument. het pioreske gabariet van hoektorens sis in de Brusselse immobiliënsector De hoekpanden met torentjes marke- en middenbekroning was het gebouw stortte de promotor in het failliet en ren de perspectief-as van het gemeen- een blikvanger in de wijk en distanti - maakte dat het beoogde prestige van de tehuis naar de Koninklijke Sint-Maria- eerde het zich van de overwegend klas- wijk niet helemaal werd ingevuld zoals kerk (a£. 12). siek geïnspireerde architectuur in zijn verhoopt.22 omgeving. De omliggende gebouwen De keuze van een stijl is in de 19de eeuw op het Vrijheidsplein zijn voorbeelden De stijlkeuze kon ook een bewust mani- zelden of nooit aan het toeval te wij - van een 19de-eeuwse neoclassicistische fest zijn van de ontwerpende architect. ten. In de publieke bouwprogramma’s eenheidsbebouwing in opdracht van de Toen Charle-Albert in 1867 stare met is die keuze vaak het gevolg van poli - Société anonyme du Quartier Notre-Dame- de bouw van zijn ‘Vlaams huis’ aan de tiek-ideologische overwegingen. In de aux-Neiges, naar ontwerp van architect rand van het Zoniënwoud, liet hij er privéarchitectuur is de stijlkeuze veel- Wynand Janssens. Die bepleisterde een- geen twijfel over bestaan dat de herop- eer een overweging die ontstaat van - heidsarchitectuur van het Vrijheids- leving van de Vlaamse renaissance de uit een esthetische bekommernis en is plein was evenals het gros van de andere toekomst van de eigentijdse architec- ze gekoppeld aan de uitdrukking van gebouwen in de Onze-Lieve-Vrouw ter tuur betekende. Pierre-Victor Jamaer status. Op basis van welke overwegin- Sneeuwwijk het resultaat van een spe- verdiende als stadsarchitect van Brus- gen ridder de Knuyt de Vosmaer zijn culatieve verkaveling en bouwpolitiek. sel zijn reputatie met enkele grote res- monumentale herenhuis in het hartje Door enkele strategisch ingeplante per- tauratieprojecten op de Grote Markt. van de in 1874 aangelegde Onze-Lieve- celen in de wijk aan een dubbel tarief Zijn eigen woning aan de Stalingrad - Vrouw ter Sneeuwwijk liet optrekken, te verkopen hoopte men de kwaliteit laan, gebouwd in 1874, is een van zijn valt vandaag nog moeilijk te achterha- van de architecturale blikvangers in de zeldzame realisaties op het vlak van len. Het ontwerp van architect Joseph wijk te garanderen. Het is in die context de privéarchitectuur. Vooral de uitge- Naert uit 1879 combineert renaissance dat het herenhuis de Knuyt de Vosmaer sproken geveltop, die volledig in hout

-PB 006-NL-BAT.indd 150 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 151

Afb. 17a Afb. 17b Eigen woning van arch. P. Eigen woning van arch. Hankar, Defacqstraat 71, Sint- P. Hankar, lengtedoorsnede van Gillis, 1893 (M. Vanhulst, 2012 de hertekende hoofdruimte, © MBHG). restauratieproject, 1992 (© Teresa Patricio).

is uitgewerkt, en de dubbelhoge hou - gevel met hogels, kruisbloemen, pina- oplossing om het sterke niveauverschil ten erker zijn karakteristieken waar - kels, acoladebogen, waterspuwers, maas- te overbruggen. Een paar meter hoger door dit huis opvalt in zijn context. In werk en kruiskozijnen getuigt van een op diezelfde Hofberg bouwde Sainte- zijn restauraties liet architect Jamaer vrije interpretatie van de flamboyante noy in hetzelfde jaar het warenhuis Old zich leiden door het voorbeeld van de gotiek. Maurice van Ysendyck liet zijn England in een overtuigde art-nouveau- Franse restauratie-architect Eugène creativiteit de vrije loop, zowel in zijn stijl, waarbij hij expliciet gebruikmaakte Emmanuel Viollet-le-Duc en hij trok restauratie- als nieuwbouwpraktijk, en van ijzer en glas. De keuze voor art nou- die invloed door bij de realisatie van toonde aan dat beiden niet zo ver uit veau paste in dat geval geheel bij de uit- zijn eigen woning. In de Dictionnaire elkaar lagen (a£. 15). daging van dit nieuwe programma en raisonné de l’architecture française du XIe verenigde de rationele noodwendighe- au XVIe siècle bespreekt Viollet-le-Duc Ook de context kan in de stijlkeuze den van een warenhuis – de noodzaak de ontwikkeling van het woonhuis, met een belangrijke rol spelen. Toen archi- aan natuurlijke lichtinval via de grote grote nadruk op het belang van de hou- tect Paul Saintenoy in 1898 voor de uit- ramen – aan een esthetisch boeiende ten geveltoppen in overkraging voor daging stond om op de grens tussen de en in het oog springende vormentaal. de 15de en 16de eeuw, en vergelijkt hij hoog- en de laagstad aan de Couden- Het warenhuis Old England was een de gevels met ‘de grands meubles’23. Het berg een apotheek met laboratorium van de vele warenhuizen die in Brussel ziet ernaar uit dat architect Pierre-Vic- (a£. 16) te bouwen, lag de stijlkeuze als tot stand werden gebracht aan het einde tor Jamaer dit net uitgegeven werk van het ware voor de hand. Het pand sluit van de 19de eeuw en die niet toevallig Viollet-le-Duc bij de hand had toen hij aan bij het historische 16de-eeuwse Hof bijna allemaal in art-nouveaustijl wer- zijn eigen woning ontwierp (a£.14). de Cleve de Ravenstein, dat hij enkele den opgetrokken. jaren eerder zelf restaureerde. Als archi- Maurice Van Ysendyck bouwde in de tect met een sterke archeologische inte- De zou echter vooral een Wolstraat een neogotische woning in resse en actief monumentenzorger koos hoogtepunt bereiken in de woningbouw 1901, hetzelfde jaar waarin hij de res - Saintenoy voor een combinatie van en zag haar eerste manifeste uiting tauratie van de vlakbij gelegen Zavel - neo-Vlaamse renaissance en neogotiek. in het jaar 1893, toen de kerk voltooide. De versiering van de De fraai uitgewerkte trapgevel biedt een woning Tassel bouwde en toen in het-

-PB 006-NL-BAT.indd 151 3/05/13 12:15 152 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 18 Afb. 19 Villa Bloemenwerf (eigen Woning en atelier van arch. woning van architect H. van V. Horta, Amerikastraat 23-25, de Velde), Vanderaeylaan 102, Sint-Gillis, 1898 (Ch. Bastin & Ukkel, 1905 (Ch. Bastin & J. Evrard © MBHG – arch. V. J. Evrard © MBHG). Horta © SOFAM, 2013).

zelfde jaar op nauwelijks een paar hon- Victor Horta van zijn kant leunt nog – licht, lucht en ruimte – worden tel - derd meter daarvandaan aan bij het classicisme van zijn leer - kens op maat van de opdrachtgever zijn eigen huis met atelier bouwde (a£. meester Alphonse Balat. Alle door hem tot een unieke combinatie ‘gekneed’. 17a, 17b). Het verschil in aanpak tus - gerealiseerde woningen, op slechts Elke woning combineert een imposant sen beide architecten is nochtans groot. enkele uitzonderingen na, kregen ontvangstprogramma met een meer Paul Hankar toont een architectuur een gevel in natuursteen. In de vorm - intiem privéappartement en komt zo die nog aansluit bij de ‘Vlaamse’ tradi- geving van zuilen en kapitelen wer - tegemoet aan de behoe±e van de toen- tie. Hij is de lessen van zijn leermees - den de klassieke canons doorbroken. malige burgerij. Victor Horta ontwierp ter Hendrik Beyaert indachtig. Met zijn Het zichtbare staal in de gevel was een tot het laatste detail van het huis in de gevel in speklagen van verschillende trendbreuk en werd ook als dusdanig ware geest van Gesamtkunst. Het is evi- kleuren baksteen maakt dit huis geen ervaren. In de interne organisatie door- dent dat dit slechts voor een kapitaal- tabula rasa met de traditie. De sterk brak Victor Horta elke traditie. Door krachtige minderheid was weggelegd. geprononceerde erker, de asymmetrie gebruik te maken van een skeletstruc- Naast deze twee pioniers van de art en de grote aandacht voor de decora - tuur kon het aantal dragende muren tot nouveau positioneerde zich nog een tieve en ambachtelijke afwerking laten een minimum worden herleid en ont- derde speler. Toen Henry van de Velde er geen twijfel over bestaan dat Paul stond een open plan waarin alle ruim- in 1895 als autodidact zijn eigen villa Hankar zocht naar vernieuwing. Ook ten natuurlijk in elkaar overvloeiden. bouwde aan de Vanderayelaan in Ukkel, de interne indeling wijkt licht af van De kern van het huis werd overspoeld lagen zijn prioriteiten elders. De villa het standaardplan van de 19de-eeuwse met licht, dat binnenstroomde vanuit Bloemenwerf oogt op het eerste gezicht burgerwoning. Vooral de bijzonder een centrale koepel. Victor Horta werd als een cottage (afb. 18). Van de Velde hoge leefruimte – 6,24 m hoog en 7 m de uitverkoren architect van een pro- zelf verbaasde zich erover hoe dit een- diep – die verlicht werd door een aange- gressieve burgerij, die door hem als voudige landhuis zoveel ophef maakte bouwde serre moest komaf maken met architect te kiezen getuigde van haar onder tijdgenoten. Van de Velde was de donkere middenkamer die typisch durf en ‘moderniteit’. De vaste ingre - doordrongen van het gedachtegoed van was voor 19de-eeuwse interieurs. diënten van de architectuur van Horta de Engelse Arts and Cra¢s. Het uitgangs-

-PB 006-NL-BAT.indd 152 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 153

Afb. 20a Afb. 20b Opbrengsthuis, hoek Louis Detail van de hoekoplossing Bertrandlaan 55-61 en met steunbogen (foto L. Van Josaphatstraat, Schaarbeek, Santvoort). arch. G. Strauven, 1906 (foto L. Van Santvoort).

punt – althans in theorie – bestond ding en kon Horta vanuit zijn kantoor gelieerd worden. Gustave Strauven kop- erin de idee van Gesamtkunst naar een op de eerste verdieping zijn opwach - pelde de ervaring die hij als stagiair bij zo breed mogelijk publiek te brengen ting maken in het ontvangstgedeelte Victor Horta opdeed en de korte leerpe- en zo het exclusieve en elitaire karak- van zijn woning. Op het niveau van het riode in de Sint-Lukasschool in Schaar- ter van de art nouveau te doorbreken. privéappartement was de scheiding tus- beek aan elkaar en kwam tot een origi- In zijn eigen woonst gaf Van de Velde sen woonhuis en kantoor echter volle- nele interpretatie van de art nouveau. alvast een duidelijk signaal door geen dig. De mise-en-scène zoals die door In het hoekgebouw aan de Josaphat- scheiding te voorzien tussen privé- en Horta in zijn eigen woning annex ate- straat en de Bertrandlaan 53-61 in ontvangstruimten, de keuken direct bij lier werd opgezet, lag nog in het ver - Schaarbeek worden ‘gotische’ luchtbo- de eetkamer te laten aansluiten en de lengde van het 19de-eeuwse burgerlijke gen in art nouveau vorm gegeven (a£. ‘dienstruimten’ op hetzelfde niveau te ideaal. In Bloemenwerf gaf Henry van 20a, 20b). Gustave Strauven toonde brengen. Het atelier van hemzelf en zijn de Velde gestalte aan de integratie van zich een van de meest overtuigde adep- echtgenote Maria Sèthe vormde de ware wonen en werken, met de klemtoon op ten van de florale art nouveau in zijn kern van de woning. Een vergelijking huiselijkheid, wars van elke vorm van meest gekende realisatie, het kunste - met Horta’s eigen woning en atelier burgerlijk vertoon. naarshuis de Saint-Cyr aan het Ambio- (a£. 19), gebouwd in 1898 in Sint-Gillis, rixplein. Architect Edouard Ramaekers levert een interessante confrontatie op. Het voorbeeld van Horta en Hankar – nog een leerling van de Sint-Lukas - Victor Horta verkoos wonen en werken – en in mindere mate Van de Velde – school – bewijst in zijn eigen woning in duidelijk op te splitsen in twee afzon - sprak een nieuwe generatie architecten de Noordoostwijk (afb. 21) (Corregio- derlijke maar wel aanpalende gebou- aan. Zo werd Brussel het laboratorium straat) dat neogotiek en art nouveau wen met elk een eigen ingang. Wel van de art nouveau bij uitstek. Vele tien- niet elkaars tegenpolen zijn maar tot konden bezoekers vanuit de privéwo- tallen, ja zelfs honderden woningen die een synthese kunnen worden gebracht. ning ‘verkast’ worden naar het atelier gebouwd werden tussen 1893 en de Eer- Hij trok alle registers open wat betre± of omgekeerd. Op de bel-etage stonden ste Wereldoorlog, kunnen in mindere de ambachtelijke afwerking. Zowat atelier en woning met elkaar in verbin- of meerdere mate aan de art nouveau alle technieken komen hier aan bod:

-PB 006-NL-BAT.indd 153 3/05/13 12:15 154 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 21 Eigen woning van arch. E. Ramaekers, Correggiostraat 35, Brussel, 1899 (Ch. Bastin & J. Evrard © MBHG).

Afb. 22 Geheel van art-nouveauhuizen, Vanderschrickstraat 1-25, Sint- Gillis, arch. E. Blérot, 1900-1902 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

Afb. 23 Eigen woning van Paul Cauchie, Frankenstraat 5, Etterbeek, 1905 (M. Vanhulst, 2012 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 154 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 155

Afb. 24 Stocletpaleis, Tervurenlaan 279-281, Sint-Pieters-Woluwe, arch. J. Hoffmann, 1905 (W. Robberechts © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 155 3/05/13 12:15 156 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

sgraffiti, schrijnwerk, smeedwerk, brons, in prerafaëlitische stijl is een ode aan lisatie aanvankelijk gepland was op de glas in lood tot en met voorgevormde de kunsten en werd tot stand gebracht Hohe Warte in Wenen, werd door fami- bakstenen in verschillende kleuren. onder het motto “par nous, pour nous”, liale omstandigheden uiteindelijk in aansluitend bij het project van ‘kunst in Brussel opgetrokken. De bouw stare in Ernest Blérot, ook een leerling van de straat’. Art-nouveauspecialiste Fran- 1906 door de Brusselse aannemer Ed. de Sint-Lukasschool, combineerde de çoise Aubry herkent in deze woning François, dezelfde aannemer die ook het invloeden van Horta en Hankar in een een synthese van meerdere strekkin- Hotel Solvay van Victor Hora bouwde uitbundige art nouveau met specifieke gen: de link naar Paul Hankar in het tussen 1895 en 1898. De interieur- aandacht voor het smeedwerk. Blérot belang dat is toebedeeld aan de sgraf - afwerking werd verzorgd door mede- was ook aannemer en projectontwik- fiti, de invloed van Joseph Hoffmann werkers van de Wiener Werkstätte. De kelaar en realiseerde in die hoedanig- in de meetkundige vormen en ten sloe kunstenaar Gustav Klimt, die mozaïek- heid hele art-nouveaustraten – onder de gelijkenis van de interieurdecora- friezen ontwierp voor de eetkamer, andere de Vanderschrickstraat in Sint- tie met het werk van Charles Rennie kwam tot tweemaal toe naar Brussel, Gillis, 1900-1902 – waarin zowel koop- Mackintosh. In deze kunstenaarswo- een eerste keer in 1906 en een tweede als huurwoningen werden voorzien ning zien we hoe Weense en Engelse keer bij de plaatsing van zijn kunstwerk (a£. 22). Daarmee doorbrak Blérot als invloeden elkaar kruisen in Brussel.24 in 1911. Maar ook Belgische kunste - het ware de exclusiviteit van de art nou- Het Cauchiehuis was ook multifunc - naars werden bij het project betrokken. veau en maakte hij de stijl toegankelijk tioneel. In de tuin van de woning was De symbolistische schilder Fernand voor de kleine burgerij. Achter de fraaie het decoratieatelier – toegankelijk via Khnopff – zelf een vurig bewonderaar en gediversifieerde gevels gingen stere- de kelder – en op de hoogste verdie - van Joseph Hoffmann – mocht in de otiepe plannen schuil en kregen interi- ping achter het cirkelvormige raam was muziekzaal zijn werk La recluse geïnte- eurs een eerder ‘klassieke’ aankleding. een kunstenaarsatelier ondergebracht. greerd zien. Het onderscheid tussen de schone en De leerlingen van Paul Hankar zagen de toegepaste kunsten kwam rond de Toen het Stocletpaleis eenmaal vol - meer heil in de geometrische art nou- eeuwwisseling onder druk te staan tooid was, bleven de reacties niet uit. veau. Léon Sneyers toonde hoe die geo- maar bleef in de praktijk toch nog aan- De Brusselse architecten die er op metrische stroming niet noodzakelijk wezig, hier zelfs heel leerlijk. zondag 12 september 1912 een bezoek hoefde uit te monden in vereenvoudi- brachten, wisten zich geen raad met ging. Paul Hamesse zee echter wel die De link tussen art nouveau en het dit gebouw. Woorden schoten tekort vereenvoudiging door, waardoor men naoorlogse modernisme wordt echter om hun indrukken weer te geven. De in zijn realisaties vaak de tekenen van vooral belichaamd in het Stocletpaleis meningen waren verdeeld en de ver - premodernisme meent te herkennen. (1905-1910), werk van de Weense archi- slaggever drukte het diplomatisch uit: De geometrische art nouveau kan ook tect Joseph Hoffmann in opdracht van “Hoffmann architecte viennois, a fait une in verband worden gebracht met de de Brusselse bankier Adolphe Stoclet oeuvre ‘moderne’ en s’écartant totalement Wiener Secession, die zich juist wist te aan de Tervurenlaan (afb. 24). De aan- de toute espèce de traditions”26. Het Sto- onderscheiden door een doorgedreven leg van de Tervurenlaan (1894) kaderde cletpaleis maakte vooral indruk op een stilering van de ornamenten, die uit- in een van de grootse urbanisatieplan- jonge generatie architecten. Via het tijd- mondde in een grafische vormentaal. nen van koning Leopold II om het Jubel- schri± Wendingen zou – weliswaar pas in Een buitenbeentje in dit verhaal van park te verbinden met het nieuw te bou- 1920 – de architectuur bekend geraken de Brusselse art nouveau is ongetwij - wen Congomuseum in Tervuren. De bij de Nederlandse architecten van De feld de eigen woning van Paul Cauchie 76 m brede laan met vier rijen bomen Stijl, zoals Rietveld. De bekende Franse (afb. 23). Het profiel van deze veelzij - volgde het natuurlijke reliëf en slin - architect Robert Mallet-Stevens – neef dige kunstenaar, sgraffito-ontwerper en gerde zich een weg langs het nieuw aan- van mevrouw Stoclet, geboren Suzanne occasioneel ook architect vertaalt zich gelegde Woluwepark. Architectuur en Stevens – leerde het gebouw nog tijdens in een zeer persoonlijk oeuvre. Cauchie natuur werden met elkaar verzoend en de opbouw kennen. In zijn ‘ cubisme was opgeleid aan de in 1886 opgerichte zo vormde de Tervurenlaan het ideale mondain’ van vlak na de Eerste Wereld- afdeling Decoratieve kunsten van de kader voor de meest prestigieuze archi- oorlog is de invloed van het Stoclet- Brusselse Academie, waar hij via leer- tectuurcreaties van het moment.25 Het paleis onmiskenbaar. meesters als Jean Baes en Adolphe Cres- Stocletpaleis was een buitenbeentje tus- pin geïntroduceerd werd in de sgraf - sen de mix van op cottages geïnspi - Hoe uitzonderlijk het Stocletpaleis was, fitokunst. Hij ontpopte zich met zijn reerde villa’s tot herenhuizen in een wordt duidelijk wanneer we nagaan decoratiebedrijf, opgericht in 1896, statige Beaux-Artstijl. De uitgesproken welke realisaties aan de vooravond van tot een van de meest toonaangevende geometrische en wie volumes van het de Eerste Wereldoorlog in Brussel tot sgraffito-ontwerpers van het fin de siè- Stocletpaleis en de beheerste versiering stand kwamen. Late exponenten van cle. Zijn eigen woning met ‘affichegevel’ betekenden dat er weinig aanknopings- het historisme en de neostijlen konden was bestemd om de voorbijganger – en punten waren met de Brusselse art nou- niet echt meer overtuigen. De Franse potentiële klant – te overtuigen van zijn veau, maar des te meer met de Wiener Beaux-Artstijl en parallel daarmee de vakmanschap. Het gevelgrote sgraffito Secession. Het gebouw, waarvan de rea- neo-Lodewijkstijlen daarentegen won-

-PB 006-NL-BAT.indd 156 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 157

nen aan belangstelling, mede onder impuls van Koning Leopold II, die voor zijn grote projecten vooral Franse architecten aansprak.27 De Beaux-Art- stijl toont zich in verschillende gedaan- tes en kenmerken, die naargelang toepassing en programma op de voor- grond treden. De elegantie die eigen was aan deze stijl leende zich bijzonder voor de architectuur van spektakelza- len, warenhuizen en hotels en manifes- teerde zich daar in zowel exterieur als interieur (a£. 25). Prestige, degelijkheid en soms zelfs monumentaliteit waren kenmerken die vooral bij bankfilialen of ambassades op de voorgrond traden. Maar daarnaast kwam de Beaux-Artstijl ook sterk naar voren in appartements- gebouwen en woningen.

De ontwikkelingen van het woonhuis in het 19de-eeuwse Brussel lijkt volle- dig in handen te liggen van de burgerij, die elke kans te baat nam om haar maat- schappelijke positie via de architectuur tentoon te spreiden. Maar ook wat de arbeidershuisvesting betreft, had het privé-initiatief de touwtjes in handen en situeerden de projecten zich in de context van speculatie. Weinig interes- sante binnengebieden werden ingevuld met kleinschalige arbeidershuisjes, waar de hygiënische omstandigheden vaak te wensen overlieten. Brussel telde vele ‘impassen’, zoals deze arbeiders- wijken genoemd werden. Ze stonden in schril contrast met het nochtans groei- ende besef bij de ‘hygiënisten’ en filan- tropen dat een goede arbeidershuis - vesting de sleutel was tot meer stabiele maatschappelijke verhoudingen. De 19de-eeuwse sanering en urbanisatie- Afb. 25 politiek kwam tegemoet aan de nood- Hotel Astoria, Koningsstraat zaak om de stad te moderniseren en 101-103, Brussel, arch. H. Van om aan de nieuwe eisen van verkeer, Dievoet, 1908-1909. Wintertuin publieke hygiëne en dienstverlening (brochure van het hotel, 1985).

te voldoen. Toch stond vooral de stads- verfraaiing hoog op de agenda en was de aanleg van nieuwe wijken en lanen Afb. 26 noodloig voor de huisvesting van de Familistère van de fabrieken lagere bevolkingsklassen. Hele wijken Godin, Nijverheidskaai 156-157, werden van de kaart geveegd, gezinnen Brussel (© SIWE). werden uit hun huizen gezet zonder dat het minste alternatief werd geboden. Bij de sanering van de hoger geciteerde Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuwwijk wer- den 650 huizen afgebroken en kwamen 7000 à 8000 mensen op straat te staan.

-PB 006-NL-BAT.indd 157 3/05/13 12:15 158 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 27a Cité L’Olivier, L’Olivierstraat 12-44, Schaarbeek, arch. H. Jacobs,1905 (M. Vanhulst, 2007 © MBHG).

De Zenne was een open riool en er zien (a£. 26). De wooneenheden wer- moest iets gebeuren, maar met de over- den gegroepeerd rond een overdekte welving werden 1100 Brusselaars uit binnenkoer waarop zich het gemeen- hun huizen gezet en kwamen er alleen schapsleven afspeelde. Tegen het einde prestigieuze projecten in de plaats.28 van de 19de eeuw werd er geëxperi - menteerd met diverse formules van Initiatieven om oplossingen te bie - arbeidershuisvesting. In Schaarbeek, den voor het probleem van de arbei - waar de socialist Louis Bertrand in de dershuisvesting waren soms utopisch gemeenteraad zetelde, werd in 1899 de en bleven vaak steken in het stadium Schaarbeekse Haard opgericht, onder van ontwerp of idee. Een uitzondering het initiatief waarvan zowel arbeiders- hierop is de Familistère in Laken, een cités als -woningen werden gebouwd. ‘verkleinde’ kopie van de Familistère De Cité de l’Olivier (1905), naar ont - in het Noord-Franse Guise, een initi - werp van architect Henry Jacobs, groe- atief van de industrieel André Godin. peert vij±ig appartementen rond een Deze Familistère vertrok van een asso- centrale binnenkoer. De gebouwen ciatief maatschappijconcept waarin ogen fraai door de verzorgde polychro- arbeiders dicht bij hun fabriek leefden mie van de materialen. Sgraffiti met in één gemeenschap en waar alle dien- moraliserende spreuken zoals “sois sten – onderwijs, voedselvoorziening, propre” en “sois actif” zijn illustratief ontspanning – op de site werden voor- voor de paternalistische achtergrond

-PB 006-NL-BAT.indd 158 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 159

NOTEN 8. BORDIAU, G., ‘Notice sur 18. PALMAERTS, G., Eclecticis- van de vooroorlogse arbeidershuisves- * CASTERMANS, A., Parallè- Alphonse Balat’, in: Annuaire me, over moderne architectuur ting (afb. 27a, 27b, 27c). De Cité Helle- le des maisons de Bruxelles et de l’Académie Royale des Sci- in de negentiende eeuw, Rot- mans (1912-1915), die in de Brusselse des principales villes de la Bel- ences des Lettres et des Beaux- terdam, 2005, p. 216. Marollenwijk op initiatief van de stad gique, Luik, dl. I 1852-57, dl. II Arts de Belgique, Brussel, 1903, 19. PALMAERTS, G., op.cit., werd gerealiseerd naar de plannen van 1858-69, inleiding. p. 138. p. 226. architect Hellemans, ligt in dezelfde Vert.: “Indien de 19de eeuw 9. STRAUVEN, F., Balat, Alp- 20. L’Emulation, 1897, kol. 30. lijn. Zeven parallelle woonblokken geen eigen architectuurstijl honse, in: VAN LOO, A. (red.), Repertorium van de architec- 21. STYNEN, H., Het huis in rond zes binnenstraten groeperen heeft voortgebracht en indien tuur in België van 1830 tot het midden. Gemeentehuizen bijna driehonderd appartementen met het eclecticisme steeds meer van de Brusselse agglomera- op bijval kon rekenen bij de heden, Mercatorfonds, Antwer- eigen sanitair en watertoevoer. 29 De tie, Brussel, Koning Boude- kunstenaars, zoals dat ook lan- pen, 2003, p. 137. echte doorbraak van de sociale huis - wijnstichting, 1988, pp. 85-86 ge tijd gold voor literatoren en 10. LECERCQ, E., (Monografieën Bouwkundig vesting kwam er pas na Wereldoorlog I filosofen, zullen zij met goe- ‘L’architecture Bourgeoise’, Erfgoed, 4). met de realisatie van verschillende de smaak ook erkennen dat er L’Emulation, 1877 (jg. 2), kol. 1-3. 22. Meer over het ontstaan tuinwijken naar Engels model in de sinds 1830 een enorme voor- 11. Journal Belge de uitgang is geboekt, evenzeer van deze wijk: DEMEY, T., Brusselse rand. l’architecture, Brussel, 1853, Bruxelles. Chronique d’une op het vlak van het plan en de p. 8. ruimtelijke indeling als op het capitale en chantier, dl. 1, Brus- vlak van decoratie en details, 12. VANDENDAELE, R., op. cit., sel, 1990, pp. 98-118. zowel in openbare gebou- pp. 186-187, zie foto. 23. VIOLLET-LE-DUC, E., wen als in privéwoningen. Het 13. DUQUENNE, X., L’avenue Dictionnaire raisonné de dominante karakter van elke Louise à Bruxelles, Brussel, l’architecture française du XIe beschaving valt af te lezen van 2007, p. 139. au XVIe siècle, dl VI, Parijs, haar gebouwen, maar vandaag 14. Idem. 1875., s.v. Maison, p. 250. lijkt het of alle elementen en 15. Techniek om via elektroly- 24. AUBRY, F., ‘Het cultuur- alle geometrische combinaties se een metalen afdruk van een landschap rond de eeuwwisse- zijn uitgeput.” voorwerp te maken. ling’, in: Het Cauchiehuis. Tus- 1. CASTERMANS, A., op. cit. sen droom en daad, Brussel, 16. Meer over dit in 1988 2004, p. 16. 2. CASTERMANS, A., op. cit, beschermde pand dat in 2004 dl. I, inleiding (s.p.). gerestaureerd werd: ENGELS, 25. TEMMERMAN, C., De 3. DU PAYS, A. J., ‘Paestum à R., DUQUESNE, S., ‘De gevel- Tervurenlaan, Brussel, 1995, Bruxelles’, L’Illustration, Jour- restauratie van een herenhuis pp. 2-17 (Brussel, stad van Kunst nal Universel, 3 augustus 1852, aan de Koningsstraat in Brus- en Geschiedenis). p. 223. sel: eerherstel voor een 19de- 26. DOL, ‘L’excursion des 4. DE NEUFFORGE, eeuws monument’, Monumen- architectes Belges du 22 sep- J.F., Recueil élémentaire ten en Landschappen, jg. 30, nr. tembre 1912 au Palais Sto- d’architecture, Parijs, 1757. 3, mei-juni 2011, pp. 22-41. clet’, Tekhné. Revue Belge de l’Architecture et des Arts qui s’y 5. Respectievelijk via de 17. Over de verhouding tussen ambachtelijkheid en industria- rapportent, 28 september 1912. Wetenschapsstraat en de Nij- Het artikel is integraal heruit- verheidstraat. lisatie: HENNAUT, E., DEMA- NET, M., Hout en metaal in de gegeven in: Vienne-Bruxelles 6. Het gebouw is sinds 1948 in Brusselse huisgevel 1850-1940, ou la fortune du Palais Stoclet, gebruik genomen door de Raad Archives d’architecture Moder- Archives d’Architecture Moder- van State. In het begin van de ne en Koning Boudewijnstich- ne, Brussel, 1987, pp. 29-45. 20ste eeuw was het de woon- ting, Brussel, 1997 (Kunst in de 27. SCHOONJANS, Y., ‘Paris- plaats van verschillende leden straat); VAN SANTVOORT, L., Bruxelles’, in: Van andere oor- van de koninklijke familie. ‘De mythe van het ambachte- den, Brussel, 2009, pp.135-136. 7. VANDENDAELE, R., Poe- lijke’, in: Neostijlen in de negen- 28. DEMEY, T., op. cit. p. 15, 55. laert en zijn tijd Brussel, 1980, tiende eeuw. Zorg geboden?, p. 199. Leuven, 2002, pp. 110-117. 29. SPAPENS, C. et al., Archi- tecturale gehelen in het Brus- sels gewest, Brussel, 1997, pp. 107-108.

Afb. 27b-c Detail van de panelen met de moraliserende boodschap ‘wees werkzaam’ – ‘sois actif’ (M. Vanhulst, 2007 © MBHG).

-PB 006-NL-BAT.indd 159 3/05/13 12:15 160 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

DE HERENHUIZEN VAN VICTOR HORTA

n 1893 is Horta 32 jaar. Lange jaren aan de academies van werpt zelf de lichtarmaturen en plaatst ze op zo’n manier dat Gent en Brussel, talloze uren aan de tekentafel in het ate- ze zowel de architectuur optimaal belichten als zorgen voor lier van Alphonse Balat en zijn initiatie in 1888 in de het dagelijkse comfort. Om de perfecte eenheid te bekomen I loge van Les Amis Philanthropes hebben geholpen om zijn gaat hij zelf unieke meubelensembles ontwerpen. Zijn ont- talent te ontplooien. De eerste twee kleine herenhuizen die hij werpen gaan zelfs tot details als de vorm van een deurklink. bouwt voor bevriende ingenieurs, beiden vrijmetselaar, Autri- Voor zijn eigen woning ontwerpt hij een eetkamertafel met que en Tassel (Haachtse Steenweg 666 en Paul-Emile Janson- een ingebouwde telefoon en schotelverwarmer. Deze woning straat 6), tonen een jonge architect die los van de imitatie van en het aanpalende atelier bouwt hij in 1898-1901 (vandaag oude stijlen een nieuwe bouwstijl wil uitwerken, aangepast aan het Hortamuseum, Amerikaansestraat 25) (afb. 5). In zijn de moderne tijd. Horta is doordrongen van de theorieën van Mémoires zal hij met enige melancholie het trappenhuis, dat Viollet-le-Duc. Hij hee± diens Entretiens sur l’Architecture (1863 baadt in een gouden licht, ‘mijn hoogtepunt’ noemen. In het en 1872) grondig bestudeerd. Hij is de eerste om in een burger- (gesloopte) Aubecqhuis (a£ . 6), uit dezelfde periode, bereikt woning duidelijk zichtbaar ijzer en gietijzer te verwerken, de manier waarop hij gevels vormgeeft een hoogtepunt. De zowel in de gevel als in het interieur. Hij ontwikkelt een ratio- gevel maakt een krachtige golfbeweging, die enkel moge- neel programma waarbij de ornamenten de structuren onder- lijk is dankzij een steenhouwwerk van ongeziene complexi- steunen zonder ze te verbergen. Hiervoor vindt hij inspiratie teit. Nadien worden zijn gevels soberder, met delicaat gepro- in de vitaliteit van de plantenwereld en de vloeiende lijnen fi leerd lijstwerk. Het Hôtel Max Hallet (a£ . 7) getuigt van een van de Japanse kunst, die recent in het Westen herontdekt rustigere Horta: hij neemt er afstand van een art nouveau is. Zo ontwerpt hij een eigen vormentaal, gebaseerd op de die rond de eeuwwisseling volop gekopieerd wordt en waar- gebogen lijn, die architectuur/constructie en decoratie nauw van hij de overdreven decoratie aŸ eurt. De stoutmoedigheid met elkaar verbindt. Om het licht tot in het hart van het van dit ontwerp wordt zo alleen maar frappanter. Hij trans- gebouw te kunnen brengen breekt hij met de traditionele formeert de overloop van de tussenverdieping in een winter- interne organisatie van de Brusselse woning met een opeen- tuin in de vorm van een drielobbige serre op metalen zuilen. volging van kamers langs het trappenhuis. Zo ontwerpt hij Wanneer kort daarna de privéopdrachten afnemen, ontwerpt midden in het lange, smalle perceel van het Tasselhuis een Horta het museum van Doornik, het Brugmannziekenhuis wintertuin die verlicht wordt door een beglaasde koepel en het Centraal Station. De Eerste Wereldoorlog drij± hem in bovenaan. Een tweede lichtbron is het glazen dak boven de ballingschap naar de Verenigde Staten. Bij zijn terugkeer is de trap aan de andere kant (a£ . 1). In zijn latere herenhuizen (Fri- periode van de art nouveau voorbij. son, Lebeaustraat 37; Winssinger, Munthofstraat 66) wisselt de wintertuin van plaats om te kunnen genieten van een dub- bele lichtbron, vanuit een glasdeur aan de tuinkant en van- FRANÇOISE AUBRY uit een beglaasde overkapping. Voor het Hotel Van Eetvelde Conservator van het Hortamuseum (Palmerstonlaan 4) ontwikkelt hij een bijzonder gedurfd plan: een achthoekige serre vormt het hart van een spiraal gevormd door de trap die schuin tegenover de ingang geplaatst is; ze ligt tussen salon en eetkamer in (a£ . 2 en 3). De muren zijn bijna volledig vervangen door glazen deuren die het interi- eur gedempt verlichten, zoals in een dichtbegroeid woud. Hij BIBLIOGRAFIE DULIERE, C. (red.), Victor past dit principe ook toe in het huis Solvay (a£ . 4) (Louizalaan AUBRY, F., Het Brussel van Horta. Mémoires, Ministère de 224): de deuren van salon en eetkamer kunnen worden inge- Horta, Ludion, Gent, 2007. la Communauté française de Belgique, 1985. klapt, waardoor een grote ontvangstruimte lijkt te ontstaan. AUBRY, F., Horta Architect van Beide vertrekken lijken wel balkons van waaruit men het trap- de art nouveau, Ludion, Gent, OOSTENS-WITTAMER, Y., penhuis met zijn glazen overkapping in de vorm van een 2005. Horta. L'hôtel Solvay, Diane de Selliers éditeur, Parijs, 1996. dubbele waaier kan bewonderen. Het kleurgevoel van Horta BORSI, F., PORTOGHESI, P., is verwant aan dat van de schilders van die tijd, vooral aan Victor Horta, Marc Vokar édi- GOSLAR, M., Victor Horta 1861- 1947. Leven – Werk – Art Nou- Les Nabis (Edouard Vuillard). De motieven die hij ontwerpt, teur, Brussel, 1990 (1ste uitga- ve 1970). veau, Mercatorfonds, Brus- plaatst hij tegen een achtergrond van kleuren in subtiele tona- sel, 2012. liteiten. Onder het elektrische licht, toen nog de grote inno- vatie, krijgt het geheel een nooit geziene glans. Horta ont-

-PB 006-NL-BAT.indd 160 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 161

Afb. 1 Afb. 2 Hotel Tassel, P.E. Jansonstraat Hotel Van Eetvelde, 6, Brussel, arch. V. Horta, Palmerstonlaan 4-6, arch. V. 1893 (Ch. Bastin & J. Evrard Horta, 1895-1897. Achthoekige © MBHG – arch. V. Horta serre (Ch. Bastin & J. Evrard © SOFAM 2013). © MBHG – arch. V. Horta © SOFAM 2013).

Afb. 3 Hotel van Eetvelde, Brussel. Lengtedoorsnede, originele tekening op kalk, schaal 2% (privéarchief Synergrid).

-PB 006-NL-BAT.indd 161 3/05/13 12:15 162 HET ERFGOED SCHRIJFT ONZE GESCHIEDENIS 2013

Afb. 4 Afb. 5 Hotel Solvay, Louizalaan 224, Eigen woning van arch. V. Horta, Sint-Gillis. Trappenhuis, arch. Amerikastraat 23-25. Boven- V. Horta, 1894-1898 (Ch. Bastin einde van het trappenhuis & J. Evrard © MBHG – arch. (Ch. Bastin & J. Evrard V. Horta © SOFAM 2013). © MBHG – arch. V. Horta © SOFAM 2013).

-PB 006-NL-BAT.indd 162 3/05/13 12:15 BOUW VAN EEN HOOFDSTAD 1860 – 1914 BRUSSELSE WOONHUISARCHITECTUUR 163

Afb. 6 Afb. 7 Voormalig Hotel Aubecq, Hotel Max Hallet, Louizalaan Louizalaan 520, Brussel. 346, Brussel. Drielobbige serre, Gesloopt (© ACL, arch. V. Horta, 1904 (Ch. Bastin Hortamuseum - arch. V. Horta & J. Evrard © MBHG – arch. © SOFAM 2013). V. Horta © SOFAM 2013).

-PB 006-NL-BAT.indd 163 3/05/13 12:15 REDACTIECOMITÉ VORMGEVING FOTO OMSLAG Jean-Marc Basyn, Stéphane Demeter, Paula supersimple.be Nachtelijk zicht op Brussel vanaf de Louizalaan Dumont, Ode Goossens, Isabelle Leroy, Muriel (M. Vanhulst, 2012 © MBHG) Muret, Cecilia Paredes en Brigitte Vander Brug- ghen met de medewerking van Pascale Ingelaere DRUK en Anne-Sophie Walazyc voor het kabinet van Dereume Printing LIJST MET AFKORTINGEN Charles Picqué, minister-president belast met AOCMWB – Archief Openbaar Centrum voor Monumenten en Landschappen. Maatschappelijk Welzijn Brussel BEDANKINGEN AAM – Archives d’Architecture Moderne Philippe Charlier, Julie Coppens, Alice Gerard AR – Algemeen Rijksarchief SECRETARIAAT en Alfred de Ville de Goyet (Documentatiecen- ARB – Académie royale de Belgique Cindy De Brandt en Linda Evens trum van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en DML – Directie Monumenten en Landschappen Huisvesting), Marcel Vanhulst (Directie Externe KBR – Koninklijke Bibliotheek van België Communicatie). KIK-IRPA – Koninklijk Instituut voor het Kunstpa- COÖRDINATIE PRODUCTIE trimonium Koen de Visscher KMGK – Koninklijke Musea voor Kunst en VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Geschiedenis REDACTIE Arlette Verkruyssen, directeur-generaal van het MBHG – Ministerie van het Brussels Hoofdste- Françoise Aubry ,Claire Billen, Paulo Charruadas, Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, delijk Gewest - Documentatiecentrum van het Odile De Bruyn, Quentin Demeure, Stéphane Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Directie Monu- Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Demeter, Michel de Waha, Daniel Geerinck, menten en Landschappen, CCN – Vooruitgangs- MSB – Museum van de Stad Brussel - Broodhuis Eric Hennaut Catherine Leclercq, Christophe traat 80, 1035 Brussel SAB – Stadsarchief Brussel Loir, Marc Meganck, Benoit Mihaïl, Philippe De artikelen zijn gepubliceerd onder de ve- SIWE – Steunpunt industrieel en wetenschappe- Sosnowska, Sven Sterken, Christophe Vachaudez, rantwoordelijkheid van de auteurs. Alle rechten lijk erfgoed Linda Van Santvoort, Patrick Viaene, voor het reproduceren, vertalen of herwerken zijn SRAB – Société royale d’archéologie de Bruxelles voorbehouden. VIOE : Vlaams Instituut voor het onroerend erfgoed VERTALING Gitracom, Hilde Pauwels en Erik Tack HERKOMST VAN DE FOTO’S Mochten er ondanks onze inspanningen om ISSN alle reproductierechten te betalen toch nog 2034-5771 NALEZING gerechtigden zijn die niet gecontacteerd werden, Wim Kenis, Harry Lelièvre, Leo Verhoeven, Mia dan worden zij verzocht zich kenbaar te maken Verstaeten, en de leden van het redactiecomité. bij de Directie Monumenten en Landschappen Cette revue parait également en Français sous van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. le titre « Bruxelles Patrimoines ».

-PB 006 Couv BAT.indd 4 20/03/15 10:32