<<

– sortimentsonderzoek en keuringsrapport

Ir. M.H.A. Hoffman Weigela is een veel gebruikte sier- heester in de gematigde gebieden, vooral vanwege de kleurrijke bloe- men en/of bladeren. Het sortiment is de afgelopen jaren flink uitge- breid. Inmiddels zijn al meer dan 200 cultivars bekend. Het is hier- door voor zowel kwekers als gebruikers lastig om een keuze te maken. Verder is er in praktijk veel verwarring over de juiste indeling van cultivars. Veel cultivars worden ingedeeld in een soort, met name W. florida en W. praecox, maar val- len door hybridisatie vaak niet bin- nen de soortgrenzen. In dit onder- zoek is door PPO een nieuw classificatiesysteem ontwikkeld voor indeling van cultivars in acht culti- vargroepen. Samen met de KVBC is een sterrenkeuring uitgevoerd waarbij veel nieuwe cultivars zijn vergeleken met oudere. Als eindresul- taat is een lijst met aanbevolen cultivars samengesteld.

Het onderzoek Alle beoordeelde planten zijn op naam gebracht, In totaal zijn er 50 verschillende Weigela’s ver- beschreven en gefotografeerd. De cultivargroe- zameld en aangeplant op het proefveld van Prak- pen zijn samengesteld aan de hand van litera- tijkonderzoek & Omgeving (PPO) in Bos- tuuronderzoek, veldobservaties en discussies koop op veengrond. Dezelfde collectie is ook met kwekers en specialisten. Het onderzoek aangeplant op zandgrond in de botanische tuinen werd gefinancierd door het Productschap Tuin- van Wageningen. De planten waren afkomstig bouw. van Nederlandse kwekerijen. Van 2003 tot 2008 zijn er waarnemingen verricht door PPO en is de Weigela versus collectie diverse malen gekeurd door de keu- Weigela is nauw verwant aan Diervilla . In het ringscommissie van de KVBC. Daarnaast zijn verleden en ook recent zijn er regelmatig ver- ook de overige Weigela’s, vooral oude cultivars, schuivingen van soorten van het ene naar het in de botanische tuinen van Wageningen Uni- andere geslacht. Zowel in het verleden als ook versiteit (Nationale Plantencollectie) geobser- recent zijn er auteurs die pleiten voor geheel of veerd. Ook is de Engelse nationale collectie van gedeeltelijke integratie van de soorten van beide Weigela in Sheffield bezocht en beoordeeld. Met geslachten. Vooral W. maximowiczii en W. mid- meer dan 200 verschillende soorten en cultivars, dendorffiana zijn onderhevig aan veel discussie. is dit één van de grootste collecties ter wereld. Beide soorten werden door diverse auteurs ook

Dendroflora nr 44 2007 87 92. Weigela proef in Boskoop tot Diervilla gerekend, of in aparte geslachten De belangrijkste verschilpunten op een rij: geplaatst. Nakai (1921) erkende maar één geslacht: Dier- Weigela Diervilla villa . Hierin werden alle soorten ondergebracht. Verspreiding Noordoost-Azië Noord-Amerika Bailey (1929) concludeerde dat Weigela morfo- Bloemen Op takken van Aan jonge logisch en geografisch duidelijk van Diervilla vorig jaar twijgen verschilt en beschreef een derde geslacht: Calyp- Kroon Regelmatig 2-lippig trostigma (waarin W. maximowiczii en W. mid- 5-lobbig dendorffiana werden ondergebracht). Nakai (1936) onderscheidde later weer Weigela en Taxonomie en verspreiding Diervilla en bracht W. maximowiczii en W. mid- Tegenwoordig worden 10 verschillende soorten dendorffiana onder in respectievelijk twee ande- van Weigela onderscheiden, welke allemaal van re geslachten: Weigelastrum en Macrodiervilla . nature voorkomen in Noordoost Azië, met de Hara (1983) onderscheidde alleen Weigela en hoogste concentratie in Japan (8 soorten). Diervilla , waarbij W. maximowiczii en W. mid- Hara (1983) classificeert Weigela , onder andere dendorffiana tot Weigela werden gerekend. In op basis van kelkvorm en vergroeiing van de recent fylogenetisch onderzoek van Kim (1999) meeldraden in 4 secties: wordt geconcludeerd dat W. maximowiczii en W. Sect. Weigela : Kelk regelmatig en diep 5-lobbig, middendorffiana nauwer verwant zijn aan Dier- zonder kelkbuis. Meeldraden vrijstaand. Soor- villa dan aan Weigela en dat tenminste W. maxi- ten: W. coraeensis , W. decora , W. floribunda , W. mowiczii eventueel als apart geslacht Weigelast- hortensis en W. japonica . rum onderscheiden zou kunnen worden. Sect. Calysphyrum A.DC.: Kelk onregelmatig Het meest gangbaar is echter nog steeds de clas- 5-lobbig, met een korte kelkbuis. Meeldraden sificatie van Hara (1983), waarbij Weigela en vrijstaand. Soorten: W. florida en W. praecox. Diervilla worden onderscheiden. Deze indeling Sect. Weigelastrum : Kelk 2-lippig. Meeldraden is ook in ons onderzoek gevolgd. vergroeid en behaard. Vruchten zonder een blij- vende kelk. Soort: W. maximowiczii . Deze sectie

88 Dendroflora nr 44 2007 93. Weigela heeft opvallende buis tot klokvormig bloemen (W. ‘Red Prince’)

Dendroflora nr 44 2007 89 94. Weigela ‘Florida Variegata’ wordt soms als apart geslacht beschouwd: Wei- fiana en W. maximowiczii (van de laatste twee gelastrum . secties) zijn wel goed onderscheidbaar van de Sect. Calyptrostigma : Kelk 2-lippig. Meeldra- rest. den vergroeid en behaard. Stigma’s vergroeid tot een hoedje (“calyptrate”). Vruchten met een blij- Morfologie vende kelk. Soort: W. middendorffiana . Deze Weigela ’s zijn bladverliezende heesters. De sectie wordt soms als apart geslacht beschouwd: tegenoverstaande bladeren zijn getand, hebben Macrodiervilla (syn. Calyptrostigma ). geen steunblaadjes en zijn al dan niet gesteeld. De twee laatste secties zijn duidelijk afwijkend De bloemen zijn relatief groot; ze staan solitair van de twee eerste, zoals uit voorgaande al dui- of met 2-7 bijeen in trosjes in de oksels van de delijk werd. Uit onderzoek van Kim (1999) bovenste bladeren van een scheut. De kelk heeft blijkt dat de secties Weigelastrum en Calyptro- in principe 5 tanden en een buis, maar deze laat- stigma meer verwantschap hebben met Diervilla ste is soms zeer kort of afwezig. Meestal is de dan met de Weigela -soorten van de secties Wei- kelk symmetrisch, maar bij enkele soorten 2-lip- gela en Calysphyrum . Eventueel kan sectie Wei- pig. De kroon heeft 5 lobben, is symmetrisch of gelastrum (W. maximowiczii ) als apart geslacht soms zwak 2-lippig; er is een vrij lange kroon- worden beschouwd. Ook de eerste twee secties buis die geleidelijk of plotseling verbreedt. De houden in het onderzoek van Kim (1999) geen bloemkleur is wit, roze, paars, rood of geel. Er stand. W. hortensis blijkt bijvoorbeeld uit dit zijn 5 meeldraden, meestal vrijstaand en kaal, onderzoek nauwer verwant aan W. florida dan maar bij sommige soorten vergroeid en/of aan W. japonica . Vooral de Japanse soorten W. behaard. Vruchtbeginsel 2-hokkig, met vele japonica , W. coraeensis en W. decora blijken zaadbeginsel per hok. Doosvrucht met vele sterk verwant aan elkaar. zaden. De meeste soorten van de secties Weigela en Calysphyrum zijn in praktijk moeilijk van elkaar Standplaats en gebruik te onderscheiden. Dit geldt helemaal voor exem- Weigela stelt gematigde eisen qua verzorging en plaren in tuinen en op kwekerijen omdat daar standplaats. De planten groeien zowel in de zon vaak sprake is van hybridisatie. W. middendorf- als in de halfschaduw en een goed gedraineerde

90 Dendroflora nr 44 2007 en vrij voedselrijke bodem wordt erg op prijs vanuit Noord-Amerika de eerste cultivars, zoals gesteld. ‘Bristol Ruby’ en ‘Newport Red’ (’Vanicek’), Qua toepassing is er enige variatie. De meeste en later ook vanuit Canada, bijvoorbeeld ‘Drop- soorten en cultivars worden gebruikt als sier- more Pink’. Rond 1960 werd een aantal cultivars heester voor in de gemengde border of als soli- uit Boskoop geïntroduceerd, bijvoorbeeld ‘Eva tair in grote of middelgrote tuinen. De sierwaar- Supreme’, ‘Rosabella’ en ‘Boskoop Glory’. De de wordt vooral bepaald door de kleurrijke laatste decennia zijn er vooral in Frankrijk bloemen en/of bladeren. De dwergvormen zoals (INRA), Tsjechië (Silva Tarouca Research Insti- ‘Verweig’ (M ONET ) en ‘Verweig 3’ (M INOR tute, Pruhonice) en Nederland weer veel nieuwe BLACK ) zijn zeer geschikt als visueel aantrekke- cultivars ontwikkeld. Moderne selectiecriteria lijk potplant op terras of balkon, maar ook in zijn vooral bladkleur en dwergvormige groeiwij- kleine tuinen. Weigela is geen gewas dat bij uit- ze. stek geschikt is voor vakbeplanting, maar enke- le vrij lage en dicht groeiende cultivars, zoals Indeling van cultivars – historisch ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL ), kunnen hier- Vanaf het begin van de introductie van nieuwe voor goed gebruikt worden. Ook worden som- cultivars in de 19 de eeuw was het duidelijk dat mige cultivars gebruikt als snijheester, meestal de indeling van cultivars in soorten moeilijk was als bladtak en sommige cultivars als bloemtak. en dat veel cultivars van hybride origine waren. In een gebruikswaardeproef van Berents et all Carrière (1875) gebruikte de term “Hybrid (2001) kwamen ‘Bokraspark’ (S PARKLING FAN - Group” om cultivars van hybride origine te clas- TASY ), ‘Bokrashine’ (S HINING FANTASY ) en sificeren. In catalogi van Lemoine, bijvoorbeeld ‘Alexandra’ als beste snijtakken uit de bus. uit 1904, werden de meeste cultivars gepresen- Weigela ’s bloeien op het hout van het vorige teerd als hybridecultivars (“Hybrida”) en som- jaar, zodat pas na de bloei gesnoeid moet wor- mige cultivars werden ondergebracht in soorten den. Voor verjonging kunnen erg oude takken zoals W. hortensis en W. praecox . In de de 20 ste geheel verwijderd worden en kunnen de lange eeuw waren er vele andere bronnen (bijvoor- jonge takken evt. iets teruggeknipt worden. beeld Rehder (1927), Späth (1930), Grooten- Planten die niet tijdig gesnoeid worden veroude- dorst (1968), Bailey (1976), Krüssman (1978) en ren al na enkele jaren, de bloei neemt dan af en Bean (1980)) die de meeste cultivars classifi- ze worden vooral onderin erg kaal. Hierdoor is ceerden als hybride en slechts enkelen werden Weigela niet bepaald geschikt voor onderhouds- ondergebracht in soorten zoals W. florida , W. arme beplanting. praecox , W. japonica en W. floribunda . In the checklist van Howard (1965) werd helemaal Ontwikkeling van cultivars - historisch geen poging meer gedaan om cultivars te classi- De eerste cultivars zijn geïntroduceerd door L. ficeren, behalve als eventuele referentie zoals van Houtte uit Gent (België) omstreeks 1860 gegeven door de winner. Aan de andere kant (bijvoorbeeld ‘Groenewegenii’, ’Looymansii werden door sommige auteurs, zoals Huxley et Aurea’ en ‘Stelzneri’). Kort daarna volgde de al (1992) en Dirr (1990), de meeste cultivars wel Franse kweker Billiard uit Fontenay-aux-Roses in soorten ondergebracht, vooral W. florida en (nabij Parijs) met de introductie van zo’n 20 W. praecox . In moderne lijsten zoals de Naam- nieuwe cultivars (bijvoorbeeld ‘Gustave Malet’ lijst van Houtige Gewassen en de Plantfinder en ‘Caméléon’). In 1867 begon een andere Fran- wordt een deel van de cultivars weergegeven als se kweker, Victor Lemoine uit Nancy, met zijn hybride (ca. 60%) en een deel wordt ingedeeld selectie en kruisingswerk. Zijn eerste producten bij een soort (ca. 40%). Enkele moderne verede- kregen Latijnse namen (bijvoorbeeld ‘Purpura- laars van Weigela geven hun nieuwe cultivars ta’, ‘Kermesina’ and Lavallei’), maar vanaf ook soortnamen mee, meestal W. florida (bij- 1875 gaf hij Franse namen. Tot 1930 introdu- voorbeeld ‘Verweig’ (M ONET ), ‘Verweig 2’ ceerde Lemoine meer dan 60 nieuwe cultivars (C APPUCCINO ), ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK ), van Weigela . Een aantal hiervan wordt tegen- ‘Alexandra’, ‘Brigela’ (F RENCH LACE ), ‘Elvera’ woordig nog steeds veel gekweekt en gebruikt (M IDNIGHT WINE ) en ‘Plangen’ (P INK POPPET )). (bijvoorbeeld ‘Abel Carière’, ‘Avalanche’, Andere veredelaars doen geen moeite en bren- ‘Bouquet Rose’, ‘Féerie’ en ‘Floréal). Rond gen hun nieuwe cultivar zonder soortaanduiding 1900 kwam er vooral vanuit Duitsland en Oost- op de markt. Europa een aantal nieuwe cultivars op de markt, Uit bovenstaande mag blijken dat er onduide- bijvoorbeeld ‘Eva Rathke’ en ‘Styriaca’. Gedu- lijkheid en verwarring bestaat over het indelen rende en na de tweede wereldoorlog kwamen van cultivars. De meeste cultivars hebben genen

Dendroflora nr 44 2007 91 95. Weigela ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL )

92 Dendroflora nr 44 2007 van twee of meerdere soorten, meestal W. cora- publicatie is verschenen in Acta Horticulturae eensis , W. floribunda , W. florida , W. hortensis , (Hoffman, 2008). W. japonica en/of W. praecox. Duidelijke voor- beelden van onenigheid qua classificatie zijn: ‘Abel Carière’ ( floribunda , florida , hybride), Determinatiesleutel voor ‘Bristol Snowflake’ ( florida / japonica / hybri- cultivar groepen de), ‘Minuet’ ( florida / hybride) and ‘Bouquet Rose’ ( florida / praecox / hybride); zie onder 1a. Bladeren (bruin)rood of paarsrood. andere Bean, 1980; Hoffman, 2005; Huxley et Gewoonlijk dwerg tot semi-dwergvormige al, 1992, Krüssmann, 1978 en Rehder, 1927). groeiwijze: Purpurea Groep Een goede basis voor cultivargroepclassificatie 1b. Bladeren groen, bont of geel: 2 is gelegd in het studentenonderzoek van Van Proosdij (1997) bij de botanische tuinen van 2a. Dwergvormige groeiwijze; volwassen plan- Wageningen UR. In dit rapport werden op basis ten < 1 m hoog en breed): Dwarf Groep van bloemkleur en bladkleur negen cultivargroe- 2b. Geen dwergvormige groeiwijze: 3 pen onderscheiden: Variegata Groep, Aurea Groep, Purpurea Groep, Candida Groep, Eva 3a. Bladeren bont of (groen)geel: 4 Rathke Groep, Biformis Groep, Héroine Groep, 3b. Bladeren groen: 5 Féerie Groep en Groenewegenii Groep. Op enkele kleine veranderingen in de definitie 4a. Bladeren bont: Variegata Groep na zijn de eerste drie groepen van de negen over- 4b. Bladeren (groen)geel: Aurea Groep genomen in het nieuwe systeem zoals gepresen- teerd in dit rapport. Boom (2000) presenteerde 5a. Bloemen rood, roze of paars, éénkleurig: 6 een classificatie in drie groepen: Roodbloemig, 5b. Bloemen wit of bijna wit of meerkleurig: 7 Rozebloemig en Witbloemig. 6a. Bloemen rood of paarsrood: Red-flowered Nieuwe indeling van cultivars in Groep cultivargroepen 6b. Bloemen roze of paars: Pink-flowered Weigela is een goed voorbeeld van een middel- Groep sterk gedomesticeerd gewas. Bij sterk gedomesti- ceerde gewassen zoals Rozen, is de botanische 7a. Bloemen wit of bijna wit: White-flowered classificatie in soorten en evt. soorthybriden al Groep lang losgelaten. Cultivars hebben vaak twee of 7b. Bloemen aan dezelfde plant duidelijk twee- meer soorten als ouders. Ook bij Weigela is dit of meerkleurig (bijvoorbeeld wit en rood, meer en meer het geval. Dit zorgt voor verwarring wit en paars of geel en rood): Bicolor en onstabiliteit van namen. Bij instandhouding Groep van het traditionele indelingssysteem zal dit in de toekomst alleen maar verergeren. Er lijkt immers geen barrière te bestaan voor het kruisen van bij- voorbeeld W. coraeensis , W. floribunda , W. flori- da , W. hortensis , W. japonica en/of W. praecox. Door te kiezen voor een indelingssysteem van cultivargroepen zal niet alleen de naamgeving stabieler worden, maar het is ook veel gebruiks- vriendelijker. De gekozen groepen worden immers al vaak door kwekers en andere gebrui- kers gehanteerd. Er worden acht nieuwe cultivargroepen voorge- steld, waarin vrijwel alle cultivars van Weigela ondergebracht kunnen worden: Purpurea Groep, Dwarf Groep, Variegata Groep, Aurea Groep , White-flowered Groep, Red-flowered Groep, Pink-flowered Groep en Bicolor Groep. De groepen worden onderscheiden op grond van bladkleur, groeiwijze (dwergvormig) en bloem- kleur. Een wetenschappelijke/internationale

Dendroflora nr 44 2007 93 Beschrijving cultivar groepen

De volgende acht groepen worden voorgesteld Standaard cultivar: ‘Looymansii Aurea’ en zijn conform de regels van de cultuurplan- Cultivars: ‘Darts Yellow Lady’, ‘Looymansii tencode (ICNCP), Brickell et al. (2004). Aurea’, ‘Newzako’ (J EAN ’S GOLD ) en ‘Olym- piade’. 1. Purpurea Groep Beschrijving: Bladeren (bruin)rood of paarsrood. 5. White-flowered Groep Gewoonlijk dwerg- tot semi-dwergvormige Beschrijving: Bloemen wit of bijna wit. Geen groeiwijze; volwassen planten gewoonlijk 0.5- dwergvormige groeiwijze; volwassen planten 1.5 m. Bloemen kunnen verschillende kleuren gewoonlijk > 1 m hoog of breed. Bladeren groen. hebben, maar gewoonlijk paars of rood. Standaard cultivar: ‘Candida’ Standaard cultivar: ‘Foliis Purpureis’ Cultivars: ‘Avalanche’, ‘Bristol Snowflake’, Cultivars: ‘Alexandra’ (W INE & R OSES ), ‘Candida’, ‘Héroine’, ‘Mont Blanc’, ‘Nivea’, ‘Anika’, ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL ), ‘Cof- ‘Volans’ en ‘White Knight’. fee Black’, ‘Elvera’ (M IDNIGHT WINE ), ‘Foliis Purpureis’, ‘Ruby King’, ‘Samba’, ‘Tango’, 6. Red-flowered Groep ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK ) en ‘Victoria’. Beschrijving: Bloemen rood of paarsrood. Geen dwergvormige groeiwijze; volwassen planten 2. Dwarf Groep gewoonlijk > 1 m hoog of breed. Bladeren Beschrijving: Dwergvormige groeiwijze; vol- groen. wassen planten gewoonlijk < 1 m hoog en Standaard cultivar: ‘Bristol Ruby’ breed. Bladeren groen, bont of geel (niet rood Cultivars: ‘Bokrarob’ (L ITTLE RED ROBIN ), of paarsrood). Bloemen van verschillende culti- ‘Bristol Ruby’, ‘Courtared’ (L UCIFER ), ‘Courta- vars kunnen uiteenlopend gekleurd zijn. De vif’ (R UBIVIF ), ‘Eva Rathke’, ‘Eva Supreme’, groeiwijze wordt beïnvloed door bodem en kli- ‘Evita’, ‘Newport Red’, ‘Purple Rain’, ‘Red maat; onder zeer gunstige omstandigheden kun- Prince’ en ‘Saturn’. nen planten tot 1.5 m hoog en/of breed worden. Standaard cultivar: ‘Minuet’ 7. Pink-flowered Groep Cultivars: ‘Ara’, ‘Courtanin’ (N AIN ROUGE ), Beschrijving: Bloemen roze of paarsroze. Geen ‘Cumula’, ‘Full Colour’, ‘Minuet’, ‘Piccolo’, dwergvormige groeiwijze; volwassen planten ‘Plangen’ (P INK POPPET ), ‘Taura’, ‘Vega’, ‘Ver- gewoonlijk > 1 m hoog of breed. Bladeren weig’ (M ONET ) en ‘Verweig 2’ (C APPUCCINO ). groen. Standaard cultivar: ‘Rosabella’ 3. Variegata Groep Cultivars: ‘Abel Carrière’, ‘Aldenham Glow’, Beschrijving: Bladeren bont. Geen dwergvor- ‘Boskoop Glory’, ‘Bouquet Rose’, ‘Conquête’, mige groeiwijze; volwassen planten gewoonlijk ‘Dart’s Overflow’, ‘Darts Pink Lady’, ‘Drop- > 1 m hoog of breed. Bloemen van verschillen- more Pink’, ‘Féerie’, ‘Fleur de Mai’, ‘Floréal’, de cultivars kunnen uiteenlopend gekleurd zijn. ‘Gracieux’, ‘Groenewegenii’, ‘Gustave Malet’, Standaard cultivar: ‘Florida Variegata’. ‘Lavallei’, ‘Madame Couturier’, ‘Othello’, Cultivars: ‘Brigela’ (F RENCH LACE ), ‘Caricatu- ‘Pink Princess’, ‘Polka’, ‘President Duchartre’, re’, ‘Courtamon’ (C OULEUR D ’A UTOMNE ) ‘Rosabella’, ‘Rosea’, ‘Rumba’ and ‘Styriaca’. ‘Emerald Edge’, ‘Florida Variegata’, ‘Kolmagi- ra’ (M AGICAL RAINBOW ), ‘Kosteriana Variega- 8. Bicolor Groep ta’, ‘Praecox Variegata’, ‘Siebold Variegata’, Beschrijving: Bloemen aan dezelfde plant op ‘Sunny Princess’, ‘Suzanne’ en ‘Milk and hetzelfde tijdstip duidelijk twee- of meerkleurig Honey’. (bijvoorbeeld wit en rood, wit en paars of geel en rood). Geen dwergvormige groeiwijze; vol- 4. Aurea Groep wassen planten gewoonlijk > 1 m hoog of Beschrijving: Bladeren (groen)geel. Geen breed. Bladeren groen. dwergvormige groeiwijze; volwassen planten Standaard: ‘Courtalor’ (C ARNAVAL ) gewoonlijk > 1 m hoog of breed. Bloemen van Cultivars: ‘Bicolor’, ‘Caméléon’, ‘Courtalor’ verschillende cultivars kunnen uiteenlopend (C ARNAVAL ), ‘Intercol’ (D ART ’S gekleurd zijn. COLOURDREAM ) en ‘Versicolor’.

94 Dendroflora nr 44 2007 Overzicht 8 cultivargroepen van Weigela

1. Purpurea Groep 5. White-flowered Groep Alle bruin/roodbladigen Bloemen (bijna) wit

2. Dwarf Groep 6. Red-flowered Groep Alle dwergen (excl. roodbladigen) Bloemen rood of paarsrood

3. Variegata Groep 7. Pink-flowered Groep Alle bontbladigen (excl dwergen) Bloemen roze of paarsroze

4. Aurea Groep 8. Bicolor Groep Alle geelbladigen (excl dwergen) Bloemen meerkleurig

Dendroflora nr 44 2007 95 Botanische soorten

W. amabilis : W. coraeensis

W. coraeensis Thunb Syn. W. grandiflora (Sieb. & Zucc.) K.Koch W. amabilis van Houtte Diervilla grandiflora Sieb. & Zucc.) Verspreidingsgebied: Japan (Honshu) Opgaande tot spreidende heester, tot 3-5 m. Tak- ken dik, kaal en grijs. Bladeren 7-15 cm, ovaal tot omgekeerd eirond, toegespitst, gezaagd, glimmend groen van boven, aan de onderzijde lichter en bijna kaal; bladsteel ca. 1 cm. Bloe- men 2-8 bijeen in korte trosjes in de bladoksels. Kelk gelijkmatig 5-lobbig, kaal of bijna kaal, lobben breed lijnvormig, buis zeer kort of afwe- zig. Kroon 2-4 cm, plotseling breder wordend, kaal, wit tot lichtroze, aan eind van de bloei roder wordend. Meeldraden vrij van elkaar, kaal. Stijl niet buiten de kroon uitstekend. Vooral opvallend aan deze soort zijn de grote, sterk glimmende bladeren en de van wit/roze naar rood verkleurende bloemen. Slechts enkele cultivars zijn in het verleden ingedeeld bij deze soort.

W. decora (Nakai) Nakai Syn. W. japonica var. decora (Nakai) Okuyama 96. Weigela decora W. floribunda var. versicolor Rehd. Diervilla decora Nakai toegespitst, fijn gezaagd, van boven kaal tot Verspreidingsgebied: C. en Z.-Japan schaars behaard op de hoofdnerven, aan de Heester, tot 3 m. Takken grijsbruin, kaal of met onderzijde behaard vooral op de nerven, licht- haren in 2 lengtelijnen. Bladeren 6-10 cm, groen; bladsteel 0.1-0.5 cm. Bloemen 1-3 bijeen omgekeerd eirond tot ovaal, toegespitst, fijn in de bladoksels. Kelk gelijkmatig 5-lobbig; buis gezaagd, van boven iets glimmend en kaal, aan kaal of met verspreide haren; lobben 8-12 mm, de onderzijde behaard op de nerven; bladsteel lancetvormig, toegespitst, lang-behaard. Kroon ca. 1 cm. Bloemen 2-3 per tros. Kelk gelijkma- 3-4 cm lang, geleidelijk breder wordend, roze tot tig 5-lobbig; buis kort of afwezig; lobben breed roodachtig, lichter aan binnenzijde, zacht lijnvormig, iets behaard. Kroon 3-3.5 cm, gelei- behaard aan buitenzijde. Meeldraden vrij van delijk breder wordend, eerst wit tot lichtroze, elkaar, kaal. Stijl even lang als kroon. later roodachtig wordend. Meeldraden vrij van Dit is de bekendste soort en zeer veel cultivars elkaar, kaal. Stijl iets boven de kroon uitstekend. zijn in het verleden ondergebracht bij deze soort. Behoorlijk variabele soort, vooral qua bloem- Deze erg variabele soort is vooral te herkennen kleur. Vooral opvallend aan deze soort zijn de aan de symmetrische kelk, waarbij de kelktanden witte tot lichtroze en later naar roodverkleurende ongeveer even lang zijn als de kelkbuis, de gelei- bloemen. delijk breder wordende kroonbuis (niet klokvor- mig) en de onbehaarde bladbovenzijde. Vanwege W. florida (Bunge) A.DC. deze laatste twee eigenschappen verschilt de Syn. W. rosea Lindley soort van W. praecox , die sterker behaard blad Diervilla florida (Bunge) Sieb.& Zucc. heeft en een klokvormige bloemkroon. Verspreidingsgebied: N.-China, Korea en Japan (Kyushu) W. floribunda (Sieb & Zucc.) K. Koch Opgaande tot spreidende heester, tot 3 m. Jonge Syn. W. japonica var. floribunda (Sieb.& Zucc.) takken kaal of met korte haren. Bladeren 4-10 Hara cm, (langwerpig-)omgekeerd eirond tot ovaal, Diervilla floribunda Sieb & Zucc.

96 Dendroflora nr 44 2007 97. Weigela floribunda 98. Weigela florida

Verspreidingsgebied: Japan (Honshu en Verspreidingsgebied: C. & N.-Japan en Korea Shikoku) Brede heester tot 3 m. Jonge takken behaard, Dicht behaarde heester tot 3 m. Jonge takken later kaal wordend. Bladeren 5-10 cm, eirond(- behaard, later kaal wordend. Bladeren 6-12 cm langwerpig) tot ovaal, toegespitst, fijn gezaagd, lang, (langwerpig-)eirond tot ovaal, toegespitst, van boven schaars behaard, aan de onderzijde gezaagd, schaars behaard van boven, aan de dicht grijs behaard; bladsteel 0,5-0,8 cm. Bloe- onderzijde dicht behaard vooral op de nerven; men gewoonlijk 3 bijeen. Kelk gelijkmatig 5- bladsteel 0,1-0,5 cm. Bloemen 1-3 bijeen in de lobbig; buis kort of afwezig; lobben 3-5 mm, bladoksels. Kelk gelijkmatig 5-lobbig; buis kort behaard. Kroon plotseling breder wordend, 2-3 of afwezig. Kroon 3-3.5 cm lang, geleidelijk cm lang, roze tot wit. breder wordend, (bruin)rood, kort behaard aan Opvallend aan deze soort is de relatief sterke buitenzijde. Meeldraden vrij van elkaar, kaal. beharing van bladeren, bloemstelen en kelk. Stijl boven de kroon uitstekend. Vruchtbeginsel Slechts enkele cultivars zijn in het verleden en vrucht duidelijk behaard. ingedeeld bij deze soort. Opvallend aan deze soort zijn de (bruin)rode bloemen en de vrij sterk behaarde bladeren W. japonica Thunb . Slechts enkele cultivars zijn in het verleden Syn. Diervilla japonica (Thunb.) A.DC. ingedeeld bij deze soort. Verspreidingsgebied: Japan (Kyushu) Brede heester, tot 3 m. Jonge takken behaard, W. floribunda var. versicolor : W. decora later kaal wordend. Bladeren 5-10 cm, eirond(- W. grandiflora : W. coraeensis langwerpig) tot ovaal, toegespitst, fijn gezaagd, van boven schaars behaard, aan de onderzijde W. hortensis (Sieb & Zucc) K. Koch behaard op de nerven; bladsteel 0,5-0,8 cm. Syn. W. japonica var. hortensis (Sieb.& Zucc.) Bloemen 1-3 bijeen, bijna zittend. Kelk gelijk- Maximowiczii matig 5-lobbig; buis kort of afwezig; lobben 7- Diervilla hortensis Sieb & Zucc. 10 mm, behaard. Kroon 3-3.5 cm, geleidelijk

Dendroflora nr 44 2007 97 99. Weigela japonica var. sinica 100. Weigela maximowiczii breder wordend, wit tot lichtroze, later rood wor- W. middendorffiana (Carr.) K.Koch dend. Meeldraden vrij van elkaar, kaal. Stijl Syn. Calyptrostigma middendorfianum Trautv. boven de kroon uitstekend. & Mey. Vooral opvallend aan deze soort zijn de korte Diervilla middendorffiana Carr. kroonbuis en de witte tot lichtroze naar rood ver- Macrodiervilla middendorffiana Nakai kleurende bloemen. Slechts enkele cultivars zijn Verspreidingsgebied: Japan (Hokkaido en Hons- in het verleden ingedeeld bij deze soort. hu) en O.-Siberië Tot 1,5 m hoge heester. Takken met grijsgele, W. japonica var. decora : W. decora afbladderende bast; jonge scheuten met haren in W. japonica var. floribunda : W. floribunda 2 lengtelijnen. Bladeren langwerpig, spits tot W. japonica var. hortensis : W. hortensis toegespitst, fijn getand, van boven kort behaard op de nerven, van onderen dicht behaard; blad- W. maximowiczii (S. Moore) Rehder steel zeer kort of afwezig. Bloemen alleenstaand Syn. Calyptrostigma maximowiczii Makino of met 2 bijeen in bladoksel, duidelijk gesteeld. Diervilla maximowiczii (S. Moore) Kelk 2-lippig, met 3 boventanden en Makino 1 of 2 ondertanden. Kroon 3,5-4 cm, lichtgeel Diervilla middendorffiana var. met oranje vlekken op onderste deel; kroonbuis maximowiczii S. Moore geleidelijk breder wordend naar boven toe. Weigelastrum maximowiczii (Makino) Meeldraden vergroeid en behaard. Doosvrucht Nakai kaal, met kelk die blijft zitten. Verspreidingsgebied: Japan (Honshu) Vooral opvallend aan deze soort zijn de gele Weinig in cultuur. Lijkt erg op W. middendorf- bloemen en de vroege bloeitijd. De kelk en fiana , maar bladeren minder behaard aan onder- de kroon zijn min of meer 2-zijdig symmetrisch. zijde, de bloemen zijn zittend, vrucht en vrucht- beginsel kaal en de kelk blijft niet zitten bij de W. praecox (Lemoine) L.H. Bail. vruchtvorming. Syn. Diervilla praecox Lemoine

98 Dendroflora nr 44 2007 101. Weigela middendorffiana

102.

Dendroflora nr 44 2007 99 Verspreidingsgebied: Korea en Z.O. Siberië (veel) bloemen per tros; (zeer) rijk bloeiend. (Primorye) BLOEMEN : paarsroze met donkerder vlekken Opgaande tot spreidende heester, tot 2-3 m. (RHS cc: 54C / 62C), knoppen donkerpaarsroze, Jonge takken kaal of met korte haren. Bladeren 2,5 cm breed (middelgroot), klokvormig, zwak 4-7 cm, (langwerpig-)omgekeerd eirond tot geurend, honingmerk vrij duidelijk zichtbaar; ovaal, toegespitst, fijn gezaagd, van boven kroonbuis 3  1 cm; kroonlobben 1  0,9 cm; schaars behaard op de hoofdnerven, aan de kelk iets roodachtig, vrij duidelijk behaard, tan- onderzijde behaard vooral op de nerven, licht- den onvergroeid, 1,2 cm lang; bloemsteel ca. 1 groen; bladsteel 0.1-0.5 cm. Bloemen 1-2 bijeen cm lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). in de bladoksels. Kelk gelijkmatig 5-lobbig; buis Deze oude cultivar van Lemoine wordt vooral kaal of met verspreide haren; lobben 8-12 mm, gekenmerkt door de paarsroze bloemen en de lancetvormig, toegespitst, lang behaard. Kroon grote veelbloemige bloemtrossen. Ten opzichte 3-4 cm lang, plotseling breder wordend, roze tot van enkele andere roze bloeiende cultivars zoals roodachtig, binnenzijde lichter en vaak geelach- ‘Pink Princess’, ‘Féerie’ en ‘Floreal’ zijn de tig, zacht behaard aan buitenzijde. Meeldraden bloemen wat donkerder paarsroze. vrij van elkaar, kaal. Stijl even lang als kroon. ‘Abel Carrière’ werd in de proef vrij snel kaal Vroeg bloeiend. onderin. De cultivar wordt overtroffen door Vooral opvallend aan deze soort zijn de vrij klei- ‘Pink Princess’ die ook een mooiere egaler ne bladeren en de duidelijk klokvormige bloe- paarsroze bloemkleur heeft. men met relatief grote kroonlobben. Veel culti- vars zijn in het verleden ondergebracht bij deze ** W. ‘Alexandra’ PBR (WINE & R OSES ) (Pur- soort. purea Groep) (H. Geers, Boskoop, 1989) W. rosea : W. florida GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,6 m hoog en 1,8 m breed, vrij los vertakt, stevig; twijgen W. subsessilis (Nakai) L.H. Bailey (rood)bruin. Syn. Diervilla subsessilis Nakai Verspreidingsgebied: Korea Weinig in cultuur. Lijkt op W. floribunda , maar bladeren duidelijk toelopend naar de basis, maar niet gesteeld. Bloemen in veelbloemige trossen en met vele trossen per tak; kroon geelgroen in knop, later roze tot paars, vrijwel kaal aan de buitenzijde. Vruchtbeginsel en vrucht schaars behaard.

Keuringsrapport en beschrijvingen

Waardering ( Valuation ) *** = uitstekend ( excellent ) ** = zeer goed ( very good ) * = goed ( good ) s = voor speciale doeleinden (for special purposes) o = kan vervallen ( can be eliminated ) o W. ‘Abel Carrière’ (Pink-flowered Groep) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1876) GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,3 m hoog en 2,3 m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twij- gen bruin. BLADEREN : groot, 12-16  5.5-10 cm, ovaal, vrij fijn getand, toegespitst, midgroen, vrij ruw, matig behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. BLOEIWIJZE : met 10-20 cm lange as en 13-35! 103. Weigela ‘Alexandra’ (WINE & R OSES )

100 Dendroflora nr 44 2007 BLADEREN : middelgroot, 6-10  3.5-6 cm, ovaal- var. Vandaar een hoge waardering voor ‘Alexa- omgekeerd eirond, vrij fijn getand, toegespitst, ndra’. Ook veel gebruikt en hoog gewaardeerd (donker)bruinrood, niet of nauwelijks behaard; als snijheester (Berents et all, 2001). bladsteel ca. 0,5 cm. BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as en 3-11 bloemen *** W. ‘Bokrashine’ PBR (N AOMI CAMPBELL ) per tros; rijk bloeiend. (Purpurea Groep) BLOEMEN : (donker)paarsroze (RHS cc: 64BC), 3 (Boot & Co, Boskoop, 1996) cm breed (middelgroot), klok- tot trechtervor- GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 1,4 m hoog en mig, zwak geurend, honingmerk vrij duidelijk 1,7 m breed, dicht vertakt, zeer stevig; twijgen zichtbaar; kroonbuis 2,5  0,7 cm; kroonlobben vrij opvallend roodbruin. 1  1,2 cm; kelk roodachtig, niet of nauwelijks BLADEREN : middelgroot, 7-10  3.5-5 cm, ovaal, behaard, tanden halfvergroeid, 1 cm lang; vrij fijn getand, toegespitst, bruinrood, niet of bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd vrij vroeg nauwelijks behaard; bladsteel ca. 0.5-1 cm. (mei). BLOEIWIJZE : met 5-10 cm lange as en 7-13 bloe- De prachtige cultivar is vooral te herkennen aan men per tros; vrij rijk bloeiend. het donkere bruinrode blad in combinatie met de BLOEMEN : (donker)paarsroze (RHS cc: 64A- rijke bloei met opvallende (donker)paarsroze 60C), 2 cm breed (vrij klein), trechtervormig, bloemen. Deze halfhoge cultivar wordt groter zwak geurend, honingmerk niet of nauwelijks dan de meeste andere roodbladige cultivars zoals zichtbaar; kroonbuis 2  0,6 cm; kroonlobben bijvoorbeeld ‘Bokrashine’, ‘Ruby Queen’ en 0,8  1 cm, relatief vrij klein en vrij breed lobben ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK ). Ten opzichte van staan nauwelijks uit; kelk roodachtig, kaal tot de eveneens halfhoge ‘Victoria’ en ‘Foliis Pur- iets behaard, tanden vergroeid, 1 cm lang; pureis’ is het blad groter, roder en mooier glan- bloemsteel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd middentijds zend. Qua groeiwijze doet de cultivar onder voor (half mei - begin juni). bijvoorbeeld ‘Bokrashine’. Echter van alle rood- Dit is de absolute topper van de roodbladigen. bladigen is dit veruit de mooist bloeiende culti- Vooral door de mooie bruinrood glimmende bla-

104. Weigela ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL ) 105. Weigela ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL )

Dendroflora nr 44 2007 101 deren in combinatie met de lage en dicht vertakte groeiwijze. Een groot voordeel van deze cultivar is dat de planten onderin goed blijven uitlopen en daardoor niet gauw kaal worden daar. De bloei van ‘Bokrashine’ is inferieur, wat op zich gunstig is voor de sierwaarde van het blad na de bloei (i.v.m. bruine vruchten die rommelig beeld geven). Ten opzichte van ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK ) is de plant en het blad iets minder klein en zijn de bloemen juist iets kleiner, iets lichter en duidelijk minder talrijk. ‘Bokrashine’ lijkt ook op ‘Ruby Queen’, die weliswaar rijker bloeit, maar duidelijk minder goed vertakt. Ook veel gebruikt en hoog gewaardeerd als snij- heester (Berents et all, 2001). Voor deze toepas- sing wordt vaak de handelsnaam S HINING FAN - TASY gebruikt.

W. BRIANT RUBIDOR : W. ‘Olympiade’ o W. ‘Bristol Ruby’ (Red-flowered Groep) (Bristol Nurseries, Bristol, Conn. (USA), ca. 1946) GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,4 m hoog en 2 m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twijgen bruin. BLADEREN : vrij groot, 10-14  4-7 cm, vrij smal ovaal, vrij fijn getand, toegespitst, midgroen en zwak paarsrode rand, vrij ruw, matig behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. 106. Weigela ‘Bristol Snowflake’ BLOEIWIJZE : met 10-20 cm lange as en 9-20 bloemen per tros; rijk bloeiend. BLADEREN : groot, 8-15  3.5-8 cm, ovaal, vrij BLOEMEN : donkerrood (RHS cc: 60A), 3,5 cm fijn getand, toegespitst, midgroen en zwak breed (vrij groot), klokvormig, zwak geurend, paarsrode tint en rand, zwak behaard; bladsteel honingmerk vrij duidelijk zichtbaar; kroonbuis 0.5-1 cm. 2,5  1 cm; kroonlobben 1,2  1,5 cm, relatief BLOEIWIJZE : met 5-8 cm lange as en 5-9 bloemen vrij breed; kelk iets roodachtig, vrij duidelijk per tros; zeer rijk bloeiend. behaard, tanden onvergroeid, 1 cm lang; bloem- BLOEMEN : wit met zwak roze randje (RHS cc: steel ca. 2 cm lang; bloeitijd vrij laat (eind mei - 155D), knoppen geelgroen met iets roze stre- half juni). pen/randen, 3 cm breed (middelgroot), klokvor- Bristol Ruby’ wordt gekenmerkt door de opval- mig, zwak geurend, honingmerk duidelijk zicht- lend donkerrode bloemen en vrij robuuste groei. baar; kroonbuis 2,5  1 cm; kroonlobben 1  1,4 De plant lijkt erg veel op ‘Eva Supreme’ die net cm, relatief breed; kelk lichtgroen, niet of nau- iets lichtere bloemen heeft en vooral iets egaler welijks behaard, tanden onvergroeid, 0,9 cm en dichter groeit en daarmee ‘Bristol Ruby’ lang; bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd vrij overtreft. Het is een kruising van W. florida met vroeg (mei). ‘Eva Rathke’. Dit is de beste witbloemige cultivar. Ten opzich- te van ‘Candida’, die ook witte bloemen heeft, ** W. ‘Bristol Snowflake’ (White-flowered blijft de plant iets lager en zijn de bloemen min- Groep) der zuiver wit. Ten opzichte van ‘Nivea’ is ‘Bris- (Bristol Nurseries, Bristol, Conn. (USA), ca. tol Snowflake’ veel steviger en beter winterhard 1961) en heeft het blad een gladdere textuur. Vooral Syn. W. ‘Snowflake’ door de betere groeiwijze en winterhardheid gaf GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,8 m hoog en de keuringscommissie de voorkeur aan ‘Bristol 1,8 m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twij- Snowflake’ boven ‘Candida’ en ‘Nivea’. gen (rood)bruin.

102 Dendroflora nr 44 2007 door de sterkere tweekleurigheid hoger gewaar- deerd werd. In de proef stond ook een plant inge- zonden onder de naam W. ‘Grandiflora’, maar dit bleek ook ‘Caméléon’ te zijn.

o W. ‘Candida’ (White-flowered Groep) (Thibault & Keteleer, Sceaux (F), ca. 1879) GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,5 m hoog en 3 m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen (rood)bruin. BLADEREN : groot, 9-15  5-9 cm, ovaal-eirond, vrij fijn getand, toegespitst, midgroen vrij ruw, zwak behaard; bladsteel ca. 1 cm. BLOEIWIJZE : met 3-5 cm lange as en 5-9 bloemen per tros; rijk bloeiend. BLOEMEN : wit (RHS cc: 155D), knoppen geel- groen, 3,5 cm breed (vrij groot), klokvormig, zwak geurend, honingmerk vrij duidelijk zicht- baar; kroonbuis 2,5  1 cm; kroonlobben 1  1,2 cm; kelk lichtgroen, niet of nauwelijks behaard tanden onvergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). Gekenmerkt door de zuiver witte bloemen. Lijkt op ‘Bristol Snowflake’; deze laatste groeit iets egaler en lager en heeft witte bloemen met een iets paarsroze tint. Overtroffen door ‘Bristol Snowflake’.

W. CAPPUCCINO : W. ‘Verweig 2’ 107. Weigela ‘Caricature’ s W. ‘Caricature’ (Variegata Groep) o W. ‘Caméléon’ (Bicolor Groep) (Pépinières des Landes (F), voor 1995) (M. Billiard, Fontanay-aux-Roses, ca. 1868) GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,8 m hoog en Syn. W. ‘Grandiflora’ Hort. 2 m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 2 m hoog en 2 opvallend bruinrood. m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen BLADEREN : groot, 9-17  4.5-11 cm, ovaal, fijn (rood)bruin. getand, toegespitst, geelbont (groen met smalle BLADEREN : vrij groot, 9-14  4-8 cm, ovaal, vrij gele rand) en zwak paarsrode tint en rand, sterk fijn getand, toegespitst, midgroen en zwak gefrommeld, niet of nauwelijks behaard; vrij paarsrode tint & rand, vrij ruw, matig behaard; opvallend rode herfstkleur; bladsteel 0.5-1 cm. bladsteel 0.5-1 cm. BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as en 7-15 bloemen BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as en 9-16 bloemen per tros; vrij arm bloeiend. per tros; (zeer) rijk bloeiend. BLOEMEN : lichtpaarsroze met brede witte rand BLOEMEN : tweekleurig; de bloemknoppen don- (RHS cc: 65A en wit), 3 cm breed (middel- ker paarsroze, de geopende bloemen paarsroze groot), klokvormig, zwak geurend, honingmerk met brede witte rand (RHS cc: 64D en wit), ver- niet of nauwelijks zichtbaar; kroonbuis 2,5  0,9 bloeiend naar paarsrood, 4 cm breed (groot), cm; kroonlobben 1  1 cm; kelk lichtgroen, kaal klokvormig, sterk geurend, honingmerk iets tot iets behaard, tanden onvergroeid, 0,6 cm zichtbaar; kroonbuis 2,5  1,1 cm; kroonlobben lang; bloemsteel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd mid- 1,5  1,5 cm; kelk iets roodachtig, niet of nau- dentijds (half mei - begin juni). welijks behaard, tanden onvergroeid tot halfver- ‘Caricature’ is onmiskenbaar door het geelbonte groeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1,5 cm lang; en gefrommelde blad. Daardoor is de cultivar bloeitijd vrij vroeg (mei). met geen enkele andere te verwarren. Een echte Gekenmerkt door de grote tweekleurige bloe- liefhebbersplant dus. Ook opvallend is de rode men. Ook de relatief sterke bloemgeur viel op. herfstkleur. Het gefrommelde blad ontstaat Lijkt het meest op ‘Courtalor’ (C ARNAVAL ) die overigens doordat het groene middengedeelte

Dendroflora nr 44 2007 103 108. Weigela ‘Coffee Black’ (knopbloeier) 109. Weigela ‘Courtalor’ (C ARNAVAL ) van het blad harder groeit dan de gele rand. roodbladige cultivars. Daarbij blijven de donker Waarschijnlijk een mutant van ‘Siebold Varie- paarsrode bloemen gesloten; alleen knopbloei gata’. dus. Hiermee is ‘Coffee Black’ met geen enkele andere cultivar te verwarren. De groei is erg los W. CARNAVAL : W. ‘Courtalor’ en onregelmatig, daarom geen sterrenwaarde- ring voor deze cultivar, maar wel waardering als s W. ‘Coffee Black’ (Purpurea Groep) liefhebbersplant. (B. Verhoef, Hazerswoude, 2000) GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 1 m hoog en 1,2 * W. ‘Courtalor’ (C ARNAVAL ) (Bicolor Groep) m breed, vrij los vertakt, stevig; twijgen (INRA, Angers (F), ca. 1985) (rood)bruin. GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,3 m hoog en BLADEREN : middelgroot, 7-11  3-6 cm, ovaal, 2,2 m breed, vrij los vertakt, vrij slap-vrij stevig; vrij fijn getand, toegespitst, donker bruinrood, twijgen opvallend bruinrood. niet of nauwelijks behaard; bladsteel 0,5 cm. BLADEREN : middelgroot, 8-11  5-7 cm, ovaal, BLOEIWIJZE : met 3-5 cm lange as en 4-7 bloemen vrij fijn getand, toegespitst, midgroen vrij ruw, per tros; vrij rijk bloeiend. vrij sterk behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. BLOEMEN : donkerpaarsrood (RHS cc: 60A), 0,8 BLOEIWIJZE : met 5-15 cm lange as en 9-16 bloe- (dicht) - 1,8 (open) cm breed (vrij klein), trech- men per tros; rijk bloeiend. tervormig, zwak geurend, honingmerk niet of BLOEMEN : tweekleurig; bloemknoppen donker- nauwelijks zichtbaar; kroonbuis 2,5  0,7 cm; paarsroze, de geopende bloemen onregelmatig kroonlobben 0,7  0,7 cm, relatief vrij klein wit met paarsroze rand en strepen (RHS cc: 64C bloemknoppen blijven dicht!; kelk roodachtig, en wit), verbloeiend naar paarsrood, 3,5 cm iets behaard tanden halfvergroeid, 1 cm lang; breed (vrij groot), klokvormig, zwak geurend, bloemsteel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd vrij laat honingmerk vrij duidelijk zichtbaar; kroonbuis (eind mei - half juni). 2,5  1 cm; kroonlobben 1,2  1,5 cm, relatief ‘Coffee Black’ is vooral te herkennen aan het vrij breed; kelk iets roodachtig, duidelijk donker bruinrode blad; het donkerst van alle behaard tanden onvergroeid, 1 cm lang; bloem-

104 Dendroflora nr 44 2007 steel ca. 1 cm lang; bloeitijd vrij laat (eind mei - 1,5 m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twij- half juni). gen vrij opvallend roodbruin. Deze cultivar valt vooral op door de tweekleurige BLADEREN : groot, 10-17  4-8 cm, vrij smal wit/paarsroze bloemen, die verbloeien naar paars- ovaal, vrij fijn getand, toegespitst, midgroen, vrij rood. De vrij donker paarsroze bloemknoppen ruw, niet of nauwelijks behaard; bladsteel 0.5-1 maken de veelkleurigheid compleet. Ook cm. ‘Caméléon’ heeft een dergelijke bloemkleur, BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as; vrij rijk bloei- maar duidelijk minder uitgesproken. ‘Intercol’ end. (D ART ’S COLOURDREAM ) heeft ook tweekleurige BLOEMEN : (licht)paarsroze (RHS cc: 65B), 2,2 cm bloemen, maar deze zijn meer geelachtig in plaats breed (middelgroot), klok- tot trechtervormig, van wit. De groeiwijze is vrij open en vrij slap, zwak geurend, honingmerk; kroonlobben 1  0,6 waardoor tijdig onderhoud vereist is. Vooral door cm, relatief smal; kelk groen-iets roodachtig, tan- de bijzondere bloemkleur is deze cultivar met één den onvergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm ster gewaardeerd. Dit is een triploïde cultivar lang; bloeitijd vroeg (eind april - half mei). onstaand uit een kruising van ‘Abel Carrière’ en Gekenmerkt door de brede en vrij lage groeiwij- een tetraploïde mutant van ‘Bristol Ruby’. ze en de (licht) paarsroze bloemen. Vooral door de groeiwijze te onderscheiden van de andere o W. ‘Courtared’ (L UCIFER ) (Red-flowered paarsroze-bloemigen zoals ‘Pink Princess’, Groep) ‘Féerie’ en ‘Floreal’. Overtroffen door ‘Pink (INRA, Angers (F), ca. 1985) Princess’. Selectie van de soort W. hortensis . GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,2 m hoog en 2 m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen o W. ‘Darts Yellow Lady’ (Aurea Groep) vrij opvallend roodbruin. (Darthuizer Boomkwekerijen BV., Leersum, ca. BLADEREN : groot, 10-16  5-9 cm, ovaal-eirond, 1994) vrij fijn getand, toegespitst, midgroen en jong GROEIWIJZE : brede struik, ca. 1,3 m hoog en 2 m blad vrij sterk paarsrood, vrij ruw, zwak breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen vrij behaard; bladsteel ca. 0,6 cm. opvallend roodbruin. BLOEIWIJZE : met 7-15 cm lange as en 9-21 bloe- BLADEREN : vrij groot, 9-14  3.5-7 cm, vrij smal men per tros; vrij rijk bloeiend. ovaal, fijn getand, toegespitst, geelgroen en vrij BLOEMEN : (paars)rood (RHS cc: 60C), 4,5 cm sterk paarsrode tint, matig behaard; bladsteel ca. breed (groot), trechtervormig, zwak geurend, 0,4 cm. honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- BLOEIWIJZE : met 3-5 cm lange as en 7-13 bloe- buis 2  1 cm; kroonlobben 2  1,5 cm, relatief men per tros; vrij arm bloeiend. zeer groot en vrij smal; kelk iets roodachtig, niet BLOEMEN : licht paarsroze, klok- tot trechtervor- of nauwelijks behaard, tanden halfvergroeid, 1 mig, zwak geurend, honingmerk niet of nauwe- cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd mid- lijks zichtbaar; kroonbuis 2,2  0,8 cm; kelk dentijds (half mei - begin juni). lichtgroen, iets behaard, tanden (half)vergroeid, Vooral gekenmerkt door de grote (paars)rode 0,6 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd bloemen. De bloemen zijn iets minder rood (meer middentijds (half mei - begin juni). paars) dan van ‘Eva Supreme’, ‘Bristol Ruby’ en De belangrijkste kenmerken van deze cultivar ‘Red Prince’. De bloemkleur is (vrijwel) identiek zijn de geelgroene bladeren, de lichtpaarsroze aan die van ‘Newport Red’. Deze laatste verschilt bloemen en de brede groeiwijze. Vooral door de van ‘Courtared’ door de kleinere bloemen en bla- bloemkleur en de groeiwijze duidelijk te onder- deren. Een nadeel van ‘Courtared’ zijn de vrij scheiden van de eveneens geelbladige ‘Olympia- slappe twijgen waardoor de struik snel uiteenvalt. de’, die paarsrode bloemen heeft en hoger wordt. Overtroffen door ‘Newport Red’ en de iets don- Een nadeel van ‘Dart’s Yellow Lady’ is dat de kerder ‘Eva Supreme’ en ‘Red Prince’. Dit is een takken vrij slap zijn waardoor de plant snel uit- triploïde cultivar ontstaan uit een tetraploïde eenvalt. De cultivar wordt overtroffen door mutant van ‘Eva Rathke’. ‘Olympiade’.

W. DART ’S COLOURDREAM : W. ‘Intercol’ o W. ‘Eva Rathke’ (Red-flowered Groep) (Rathke & Sohn, Pruszcz ( Praust) (Polen), ca. o W. ‘Darts Pink Lady’ (Pink-flowered Groep) 1891) (Darthuizer Boomkwekerijen BV., Leersum, ca. GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,2 m hoog en 1987) 2,2 m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twij- GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 1,4 m hoog en gen opvallend bruinrood.

Dendroflora nr 44 2007 105 BLADEREN : vrij groot, 10-14  5-8 cm, ovaal, vrij BLADEREN : vrij groot, 10-14  4.5-8 cm, ovaal, fijn getand, toegespitst, midgroen en zwak vrij fijn getand, toegespitst, midgroen, vrij ruw, paarsrode tint en rand, zwak behaard; bladsteel zwak behaard; bladsteel ca. 0,5 cm. ca. 1 cm. BLOEIWIJZE : met 9-25 cm lange as en 7-18 bloe- BLOEIWIJZE : met 12-25 cm lange as en 15-40! men per tros; rijk bloeiend. (veel) bloemen per tros; (zeer) rijk bloeiend. BLOEMEN : (donker)rood (RHS cc: 60AB), 3,5 BLOEMEN : (donker)rood (RHS cc: 60B), 3,1 cm cm breed (vrij groot), klokvormig, zwak geu- breed (middelgroot), klokvormig, zwak geurend, rend, honingmerk iets zichtbaar; kroonbuis 3  honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- 1,2 cm; kroonlobben 1,2  1,6 cm, relatief breed; buis 2,5  1 cm; kroonlobben 1,2  1,4 cm; kelk kelk iets roodachtig, vrij duidelijk behaard, tan- groen-iets roodachtig, kaal tot iets behaard, tan- den halfvergroeid, 1,2 cm lang; bloemsteel ca. den onvergroeid, 1,3 cm lang; bloemsteel ca. 2 2,2 cm lang; bloeitijd middentijds (half mei - cm lang; bloeitijd vrij laat (eind mei - half juni). begin juni). ‘Eva Rathke’ is vooral te herkennen aan de grote De prachtige ‘Eva Supreme’ is vooral te herken- trossen met (donker)rode bloemen. De cultivar nen aan de grote trossen met mooie rode bloemen lijkt op ‘Eva Supreme’, maar is iets minder en de robuuste groeiwijze. Lijkt veel op ‘Bristol hoog, heeft iets kleinere bloemen en bloeit iets Ruby’ die net iets donkerder bloemen heeft. Het later. Vooral qua groei wordt de cultivar over- is een zeer sterke struik die de bekende rode cul- troffen door ‘Eva Supreme’. Volgens de winner tivars ‘Eva Rathke’ en ‘Bristol Ruby’ overtreft. een kruising tussen W. floribunda en W. cora- Vormt samen met de lagere ‘Red Prince’ het duo eensis . van de beste roodbloemige cultivars. Een krui- sing van ‘Eva Rathke’ met ‘Newport Red’. *** W. ‘Eva Supreme’ (Red-flowered Groep) (Proefstation voor de Boomkwekerij, Boskoop, o W. ‘Evita’ (Red-flowered Groep) 1958) (H. Geers, Boskoop, 1981) GROEIWIJZE : hoge struik, ca. 2,7 m hoog en 2,5 GROEIWIJZE : vrij lage brede struik, ca. 0,8 m m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twijgen hoog en 1,9 m breed, dicht vertakt, slap; twijgen (rood)bruin. (rood)bruin.

110. Weigela ‘Eva Supreme’

106 Dendroflora nr 44 2007 BLADEREN : vrij groot, 8-12  4.5-7 cm, ovaal, BLADEREN : middelgroot, 7-11  4-6.5 cm, ovaal, fijn getand, toegespitst, midgroen en vrij sterk vrij fijn getand, toegespitst, (donker)groen en paarsrode tint, niet of nauwelijks behaard; blad- zwak paarsrode tint en rand, niet of nauwelijks steel 0.5-1 cm. behaard; bladsteel ca. 0,4 cm. BLOEIWIJZE : met 5-12 cm lange as en 9-15 bloe- BLOEIWIJZE : met 7-10 cm lange as en 5-12 bloe- men per tros; vrij rijk bloeiend. men per tros; vrij rijk bloeiend. BLOEMEN : (paars)rood (RHS cc: 60BC), 3 cm BLOEMEN : lichtpaarsroze met donkere en lichte- breed (middelgroot), klokvormig, zwak geurend, re tinten (RHS cc: 64C tot iets lichter), 3,5 cm honingmerk iets zichtbaar; kroonbuis 2  1 cm; breed (vrij groot), klokvormig, zwak geurend, kroonlobben 1  1 cm; kelk iets roodachtig, vrij honingmerk vrij duidelijk zichtbaar; kroonbuis 3 duidelijk behaard, tanden onvergroeid, 1 cm  1 cm; kroonlobben 1  1,2 cm; kelk groen-iets lang; bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd vrij laat roodachtig, niet of nauwelijks behaard, tanden (eind mei - half juni). halfvergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1,2 cm De belangrijkste kenmerken van deze cultivar lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). zijn de brede en vrij lage groeiwijze met over- Gekenmerkt door de lichtpaarsroze bloemen, hangende takken en de (paars)rode bloemen. iets lichter dan de meeste andere paarsroze culti- Door deze combinatie van kenmerken is deze vars zoals ‘Féerie’ en ‘Pink Princess’. Een cultivar duidelijk te onderscheiden van andere nadeel zijn de vrij slappe takken waardoor de roodbloemige cultivars. Het is een zaailing van plant vrij snel uiteenvalt, vooral bij slecht weer. ‘Eva Rathke’. De groeivorm is niet erg gewenst ‘Floréal’ wordt overtroffen door ‘Pink Princess’. in de praktijk en verder wordt de plant ruim- schoots overtroffen door met name ‘Red Prince’. ** W. ‘Florida Variegata’ (Variegata Groep) (Desbois, Boskoop, voor 1861) o W. ‘Féerie’ (Pink-flowered Groep) GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,2 m hoog en (Lemoine, Nancy (F), 1926) 1,6 m breed, dicht vertakt, vrij stevig; twijgen GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,5 m hoog en vrij opvallend roodbruin. 2,4 m breed, halfdicht vertakt, vrij slap-vrij ste- BLADEREN : middelgroot, 8-11  4-5.5 cm, ovaal, vig; twijgen vrij opvallend roodbruin. fijn getand, toegespitst, wit/geelbont (groen met BLADEREN : zeer groot, 10-18  4.5-9 cm, ovaal, witgele rand), zwak behaard; bladsteel 0.5-1 cm. vrij fijn getand, toegespitst, midgroen, vrij ruw, BLOEIWIJZE : met 5-10 cm lange as en 9-16 bloe- matig behaard; bladsteel ca. 0,4 cm. men per tros; vrij rijk bloeiend. BLOEIWIJZE : met 5-15 cm lange as en 7-20 bloe- BLOEMEN : lichtpaarsroze (RHS cc: 65A) soms men per tros; (zeer) rijk bloeiend. bijna wit, donkerder paarsroze verbloeiend, 3 cm BLOEMEN : (licht)paarsroze (RHS cc: 65A(-D)), 4 breed (middelgroot), klokvormig, vrij sterk geu- cm breed (groot), klokvormig, zwak geurend, rend, honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- kroonbuis 2,5  0,8 cm; kroonlobben 1,2  1,2 buis 3  1 cm; kroonlobben 1,8  1 cm, relatief cm; kelk lichtgroen-groen, iets behaard, tanden groot en zeer smal; kelk groen-iets roodachtig, onvergroeid tot halfvergroeid, 1 cm lang; bloem- niet of nauwelijks behaard, tanden halfver- steel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd middentijds (half groeid, 1,2 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; mei - begin juni). bloeitijd vrij vroeg (mei). Dit is één van de meest gebruikte Weigela ’s. Gekenmerkt door het zeer grote blad en de grote ‘Florida Variegata’ is vooral te herkennen aan (licht) paarsroze bloemen met een lange en zeer het bonte blad in combinatie met de lichtpaars- smalle kroonbuis. Hiermee is de plant vrij roze bloemen. Ten opzichte van ‘Praecox Varie- gemakkelijk te onderscheiden van andere (licht) gata’ is het blad relatief breder en zijn de bloe- paarsroze bloemige cultivars zoals ‘Floréal’ en men iets lichter paarsroze. Het blad is mooi ‘Pink Princess’. Een nadeel is de vrij slappe tak- regelmatig bont en heeft weinig last van zonne- ken waardoor de plant vrij snel uiteenvalt, voor- brand. Het is een sterke plant die terecht veel al bij slecht weer. ‘Féerie’ wordt overtroffen gekweekt wordt. door ‘Pink Princess’. o W. ‘Foliis Purpureis’ (Purpurea Groep) o W. ‘Floréal’ (Pink-flowered Groep) (Frankrijk, voor 1857) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1901) Syn. W. ‘Purpurea’ GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,8 m hoog en 2 GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 1,5 m hoog en m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen vrij 1,3 m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen opvallend roodbruin. bruin.

Dendroflora nr 44 2007 107 111. Weigela ‘Florida Variegata’ 112. Weigela ‘Intercol’ (D ART ’S COLOURDREAM )

BLADEREN : klein, 4-5.5  3.5-4 cm, ovaal, vrij ** W. ‘Intercol’ (D ART ’S COLOURDREAM ) fijn getand, toegespitst, ietwat dof groenrood; (Bicolor Groep) bladsteel ca. 0,5 cm. (Darthuizer Boomkwekerijen BV., Leersum, ca. BLOEIWIJZE : met 2-5 cm lange as en 5-9 bloe- 1987) men per tros; (zeer) rijk bloeiend. GROEIWIJZE : zeer hoge struik, ca. 3 m hoog en 2,8 BLOEMEN : lichtpaarsroze (RHS cc: 65B), 2 cm m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen breed (vrij klein), trechtervormig, zwak geu- (rood)bruin. rend, honingmerk iets zichtbaar; kroonbuis 2,5  BLADEREN : zeer groot, 13-18  6-11 cm, ovaal- 0,8 cm; kroonlobben 0,8  0,9 cm, relatief vrij eirond, fijn getand, toegespitst, midgroen en klein; kelk iets roodachtig, niet of nauwelijks zwak paarsrode tint en rand, vrij ruw, niet of nau- behaard, tanden vergroeid (2-lippig), 0,7 cm welijks behaard; bladsteel ca. 0,5 cm. lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd vrij BLOEIWIJZE : met 8-20 cm lange as en 13-22 bloe- vroeg (mei). men per tros; (zeer) rijk bloeiend. Deze oude roodbladige cultivar heeft kleine BLOEMEN : witgeel/crème, later onregelmatig groenrode bladeren en vrij kleine lichtpaarsroze paarsrood (RHS cc: 158B, later onregelmatig bloemen. Ten opzichte van de meeste andere 63BD), knoppen groengeel met roze randjes, 2,5 roodbladige cultivars is het blad dof groenrood cm breed (middelgroot), klokvormig, zwak geu- en weinig spectaculair. Bovendien zijn de mees- rend, honingmerk vrij duidelijk zichtbaar; kroon- te andere roodbladige cultivars lager en comp- buis 2,5  1 cm; kroonlobben 0,8  0,8 cm, rela- acter. ‘Foliis Pupureis’ komt nog het meest tief vrij klein; kelk lichtgroen, niet of nauwelijks overeen met ‘Victoria’, die grotere en donkerder behaard, tanden onvergroeid, 1 cm lang; bloem- bloemen heeft. Overtroffen door moderne rood- steel ca. 2 cm lang; bloeitijd laat (juni). bladige cultivars zoals ‘Bokrashine’ (vooral qua Onmiskenbaar door de grote hoogte en de twee- groeiwijze en blad) en ‘Alexandra’ (vooral qua kleurige bloemen die eerst witgeel zijn en later blad en bloem). Botanisch gezien valt deze cul- paarsrood kleuren. Ook de bloei is opvallend tivar onder W. florida var. venusta . laat. Hiermee is de cultivar met geen enkele andere te verwarren. ‘Courtalor’ (C ARNAVAL ) is

108 Dendroflora nr 44 2007 wit met paarsroze in plaats van witgeel. Selectie var. Behalve door de lage groeiwijze is de culti- uit W. japonica . Door de unieke kleur en opval- var vooral gekenmerkt door de paarsroze bloe- lende robuuste groeiwijze met twee sterren men. De groeiwijze is helaas erg onregelmatig en gewaardeerd. het oude blad wordt gauw lelijk. Dit heeft gemaakt dat ‘Minuet’ geen sterrenwaardering W. LUCIFER : W. ‘Courtared’ kreeg. Inmiddels lijkt de plant ook al overtroffen door andere groenbladige dwergen zoals ‘Cumu- o W. ‘Milk and Honey’ (Variegata Groep) la’, ‘Plangen’, ‘Taura’ en ‘Vega’, die overigens (B. Verhoef, Hazerswoude, 2002) geen van allen in het beoordeelde sortiment Syn. W. ‘White Pillow’ waren opgenomen. GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 2 m hoog en 2,2 m breed, vrij los vertakt, (vrij) stevig, vrij onre- W. MONET : W. ‘Verweig’ gelmatig; twijgen (rood)bruin. BLADEREN : groot, 10-16  5-8 cm, ovaal, vrij fijn W. NAOMI CAMPBELL : W. ‘Bokrashine’ getand, toegespitst, zwak geelbont (groen met groengeel midden), zwak behaard; bladsteel ca. * W. ‘Newport Red’ (Red-flowered Groep) 0,5 cm. (V.A. Vanicek, Newport, Rhodes Island (USA), BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as en 5-9 bloemen 1920) per tros; (zeer) rijk bloeiend. Syn. W. ‘Vanicek’ BLOEMEN : wit (RHS cc: 155D), knoppen geel- GROEIWIJZE : vrij hoge struik, ca. 2,2 m hoog en groen, 3 cm breed (middelgroot), klokvormig, 2 m breed, vrij los vertakt, vrij stevig; twijgen matig geurend, honingmerk vrij duidelijk zicht- bruin. baar; kroonbuis 2,5  1 cm; kroonlobben 1,1  1,1 BLADEREN : vrij groot, 9-12  5-7 cm, ovaal- cm; kelk lichtgroen, niet of nauwelijks behaard, eirond, vrij fijn getand, toegespitst, (donker)- tanden onvergroeid, ca. 0,9 cm lang; bloemsteel groen, matig behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. ca. 1,5 cm lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). BLOEIWIJZE : met 5-10 cm lange as en 9-17 bloe- ‘Milk and Honey’ is onmiskenbaar door de witte men per tros; (zeer) rijk bloeiend. bloemen in combinatie met het zwak geelbonte BLOEMEN : paarsrood (RHS cc: 60C), 3 cm breed blad. Hiermee is de plant met geen enkele ande- (middelgroot), klokvormig, zwak geurend, re cultivar te verwarren. Helaas is de groei vrij honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- onregelmatig en komt er regelmatig terugslag buis 2,5  1 cm; kroonlobben 1  1,3 cm, relatief met groene scheuten voor. Daarom kreeg de vrij breed; kelk groen-iets roodachtig, vrij duide- plant geen sterrenwaardering. lijk behaard, tanden onvergroeid, 1,3 cm lang; bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd vrij vroeg W. MINOR BLACK : W. ‘Verweig 3’ (mei). Vooral gekenmerkt door de vrij robuuste groei- o W. ‘Minuet’ (Dwarf Groep) wijze en de paarsrode bloemen. Qua bloemkleur (F. Svedja, Ottawa Research Station, Ottawa iets minder rood (meer paars) dan ‘Bristol Ruby’ (C), 1981) en ‘Eva Supreme’. Lijkt qua kleur nog het meest GROEIWIJZE : lage compacte struik, ca. 0,5 m op ‘Courtared’ (L UCIFER ), maar deze laatste ver- hoog en 0,7 m breed, dicht vertakt, stevig maar schilt van ‘Newport Red’ door de grotere bloe- erg onregelmatig; twijgen (rood)bruin. men en bladeren. BLADEREN : vrij klein, 4-7  2-3.5 cm, ovaal, vrij Er is veel discussie over de juiste naam: ‘Vani- fijn getand, toegespitst, midgroen en zwak cek’ of ‘Newport Red’. De eerste lijkt ouder, paarsrode tint en rand, zwak behaard; bladsteel maar het is niet zeker. Omdat ‘Newport Red’ ca. 0,2 cm. veel bekender is, wordt tot het tegendeel bewe- BLOEIWIJZE : met 2-8 cm lange as en 3-5 bloemen zen is deze naam aangehouden. per tros; vrij rijk bloeiend. BLOEMEN : paarsroze (RHS cc: 64D), 2,5 cm o W. ‘Nivea’ (White-flowered Groep) breed (middelgroot), klokvormig, zwak geurend, (Japan, voor 1860) honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,9 m hoog en buis 3  1,2 cm; kroonlobben 1  1,2 cm; kelk 1,8 m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen roodachtig, iets behaard tanden vergroeid, 1 cm vrij opvallend roodbruin. lang; bloemsteel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd vrij BLADEREN : groot, 11-16  6-9 cm, ovaal, vrij fijn vroeg (mei). getand, toegespitst, midgroen, vrij ruw, niet of ‘Minuet’ is de eerst ontstane dwergvormig culti- nauwelijks behaard; bladsteel ca. 1 cm.

Dendroflora nr 44 2007 109 113. Weigela ‘Newport Red’

114. Weigela ‘Olympiade’ (B RIANT RUBIDOR ) 115. Weigela ‘Olympiade’ (B RIANT RUBIDOR )

110 Dendroflora nr 44 2007 116. Weigela ‘Pink Princess’

BLOEIWIJZE : met 10-15 cm lange as en 15-40! smal ovaal, fijn getand, toegespitst, groengeel, (veel) bloemen per tros; (zeer) rijk bloeiend. zwak behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. BLOEMEN : wit (RHS cc: 155D), knoppen geel- BLOEIWIJZE : met 5-12 cm lange as en 7-10 bloe- groen, 2,8 cm breed (middelgroot), klokvormig, men per tros; vrij rijk bloeiend. zwak geurend, honingmerk vrij duidelijk zicht- BLOEMEN : (donker)rood (RHS cc: 60B), 3 cm baar; kroonbuis 2,5  1 cm; kroonlobben 1,2  breed (middelgroot), klokvormig, zwak geurend, 0,8 cm, relatief vrij smal; kelk lichtgroen, iets honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- behaard, tanden onvergroeid, 1,5 cm lang; buis 3  1,2 cm; kroonlobben 1  1,2 cm; kelk bloemsteel ca. 1,2 cm lang; bloeitijd middentijds iets roodachtig, iets behaard, tanden (half)ver- (half mei - begin juni). groeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1,2 cm lang; Vooral gekenmerkt door de grote trossen witte bloeitijd middentijds (half mei - begin juni). bloemen en het grote blad. Ten opzichte van de Prachtige geelbladige cultivar die behalve van- andere witbloemige cultivars ‘Candida’ en wege de bladkleur opvalt door de (paars)rode ‘Bristol Snowflake’ is de bloeitijd iets later. bloemen, die mooi afsteken tegen het blad. Van- Bovendien zijn ten opzichte van ‘Bristol Snow- wege de combinatie van bladkleur en bloemk- flake’ de takken minder stevig en raakt de plant leur onmiskenbaar. Andere geelbladige culti- eerder beschadigd door vorst in de winter. Over- vars, zoals ‘Dart’s Yellow Lady’ en Looymansii troffen door ‘Bristol Snowflake’. Het is een Aurea’ hebben paarsroze bloemen. Het is een oude cultivar die al in 1860 vanuit Japan in sterke plant die bovendien niet snel last heeft Europa werd ingevoerd. van zonnebrand. Al met al reden om de hoogste waardering van drie sterren te geven. Mutant van *** W. ‘Olympiade’ (B RIANT RUBIDOR ; ‘Bristol Ruby’. RUBIGOLD ) (Aurea Groep) (A. Briant, (F), ca. 1985) ** W. ‘Pink Princess’ (Pink-flowered Groep) GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 2 m hoog en 2,2 (Iowa State University, Iowa (USA), 1974) m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen vrij GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,6 m hoog en opvallend roodbruin. 1,8 m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen BLADEREN : vrij groot, 11-14  4.5-6 cm, vrij opvallend bruinrood.

Dendroflora nr 44 2007 111 BLADEREN : vrij groot, 8-12  3.5-6 cm, ovaal, BLADEREN : vrij klein, 6-8  3.5-5.5 cm, ovaal, fijn getand, toegespitst, (donker)groen en zwak vrij fijn getand en gegolfd, toegespitst, midgroen paarsrode tint, niet of nauwelijks behaard; blad- en zwak paarsrode rand, niet of nauwelijks steel ca. 0,3 cm. behaard; bladsteel ca. 0,2 cm. BLOEIWIJZE : met 2-5 cm lange as en 5-9 bloemen BLOEIWIJZE : met 5-10 cm lange as en 7-13 bloe- per tros; (zeer) rijk bloeiend. men per tros; zeer rijk bloeiend. BLOEMEN : (licht)paarsroze (RHS cc: 63CD), 3 BLOEMEN : paarsroze met duidelijk donkerder cm breed (middelgroot), klokvormig, zwak geu- buis en vlekken en bloemknoppen (RHS cc: rend, honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; 64B), 3,5 cm breed (vrij groot), klokvormig, vrij kroonbuis 4  1 cm (lang); kroonlobben 1  1 sterk geurend, honingmerk duidelijk zichtbaar; cm; kelk groen-iets roodachtig, niet of nauwe- kroonbuis 3  1,2 cm; kroonlobben 1,2  1,3 cm; lijks behaard, tanden halfvergroeid, 1 cm lang; kelk roodachtig, niet of nauwelijks behaard, tan- bloemsteel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd vroeg (eind den onvergroeid tot halfvergroeid, 1 cm lang; april - half mei). bloemsteel ca. 1,5 cm lang; bloeitijd vrij vroeg De mooiste paarsroze bloemige cultivar. Vooral (mei). gekenmerkt door mooie egale (licht) paarsroze ‘Polka’ is vooral gekenmerkt door paarsroze bloemkleur, de lange kroonbuis en de vroege bloemen in combinatie met de donker paarsroze bloei. Overtreft veel oude paarsroze cultivars bloemknoppen en kroonbuis. Dit is een duidelijk zoals ‘Féerie’ en ‘Floréal’. Het verschil met deze verschil met andere paarsroze cultivars zo- cultivars zit vooral in de vroegere bloeitijd en de als ’Pink Princess’, ‘Féerie’ en ‘Floréal’. Ook langere kroonbuis. opvallende is de relatief sterke bloemgeur. Samen met ‘Pink Princess’ hoogst gewaarde * W. ‘Polka’ (Pink-flowered Groep) paarsroze bloeiende cultivars. (F. Svedja, Ottawa Research Station, Ottawa (C), 1986) *** W. ‘Praecox Variegata’ (Variegata Groep) GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 2 m hoog en 2 (herkomst onbekend, oude cultivar) m breed, vrij los vertakt, stevig; twijgen GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,8 m hoog en (rood)bruin. 1,9 m breed, dicht vertakt, stevig; twijgen opval- lend bruinrood. BLADEREN : vrij groot, 8-12  3-5 cm, vrij smal ovaal, fijn getand, toegespitst, wit/geelbont (groen met witgele rand) en zwak paarsrode tint en rand, soms iets gebobbeld, matig behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. BLOEIWIJZE : met 5-10 cm lange as en 9-15 bloe- men per tros; vrij rijk bloeiend. BLOEMEN : (licht)paarsroze (RHS cc: 63CD) tot soms iets witachtig, vrij opvallend donker paars- roze verbloeiend, 4 cm breed (groot), klokvor- mig, zwak geurend, honingmerk niet of nauwe- lijks zichtbaar; kroonbuis 2,5  0,8 cm; kroonlobben 1,6  1 cm, relatief vrij groot en smal; kelk lichtgroen (wit), niet of nauwelijks behaard, tanden halfvergroeid, 0,7 cm lang; bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd middentijds (half mei - begin juni). Een prachtige bontbladige Weigela . Gekenmerkt door het relatief smalle bonte blad in combinatie met de (licht) paarsroze bloemen. Ten opzichte van ‘Florida Variegata’ is het blad relatief smal- ler en zijn de bloemen iets donkerder paarsroze. De plant heeft een mooie dichte, iets overhan- gende groeiwijze. Het blad is mooi regelmatig bont en heeft weinig last van zonnebrand. Het is een sterke plant die de hoogste waardering van 117. Weigela ‘Polka’ drie sterren kreeg.

112 Dendroflora nr 44 2007 118. Weigela ‘Praecox Variegata’ 119. Weigela ‘Praecox Variegata’

* W. ‘Purple Rain’ (Red-flowered Groep) plant een opvallende herfstkleur heeft, wat bij (B. Verhoef, Hazerswoude, 1998) de meeste andere cultivars niet voorkomt. GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,6 m hoog en 1,8 m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen W. ‘Purpurea’: W. ‘Foliis Purpureis’ (rood)bruin. BLADEREN : middelgroot, 7-9  3.5-4.5 cm, *** W. ‘Red Prince’ (Red-flowered Groep) ovaal-omgekeerd eirond, fijn getand, toege- (Iowa State University, Iowa (USA), 1984) spitst, midgroen en zwak paarsrode tint en rand, GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,7 m hoog en matig behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. 1,6 m breed, halfdicht vertakt, vrij stevig; twij- BLOEIWIJZE : met 5-10 cm lange as en 5-16 bloe- gen (rood)bruin. men per tros; (zeer) rijk bloeiend. BLADEREN : vrij groot, 9-13  3-5 cm, smal ovaal, BLOEMEN : paarsrood (RHS cc: 60BC), 0,8 vrij fijn getanden gegolfd, toegespitst, (don- (dicht) - 1,5 (open) cm breed (vrij klein), klok- ker)groen en vrij sterk paarsrode tint, zwak tot trechtervormig, zwak geurend, honingmerk behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. iets zichtbaar; kroonbuis 3  0,8 cm; kroonlob- BLOEIWIJZE : met 4-8 cm lange as en 5-13 bloe- ben 0,5  0,7 cm, de relatief klein bloemknop- men per tros; zeer rijk bloeiend. pen blijven dicht!; kelk roodachtig, vrij duide- BLOEMEN : (donker)rood (RHS cc: 60AB), 4 cm lijk behaard tanden vergroeid, 1,3 cm lang; breed (groot), klokvormig, zwak geurend, bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd vrij laat (eind honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- mei - half juni). buis 3,8  0,9 cm (vrij lang); kroonlobben 1,3  ‘Purple Rain’ is een halfhoge struik die zich 1,5 cm; kelk roodachtig, iets behaard, tanden vooral kenmerkt door paarsrode bloemen die onvergroeid, 1,2 cm lang; bloemsteel ca. 2 cm altijd gesloten blijven; alleen knopbloei dus. lang; bloeitijd middentijds (half mei - begin Hiermee is deze cultivar met geen enkele ande- juni). re cultivar te verwarren. Ook opvallend is dat de Deze prachtig halfhoge en zeer rijkbloeiende

Dendroflora nr 44 2007 113 120. Weigela ‘Purple Rain’ (knopbloeier) 121. Weigela ‘Purple Rain’ (herfstkleur)

122. Weigela ‘Red Prince’

114 Dendroflora nr 44 2007 cultivar is vooral te herkennen aan de grote BLOEIWIJZE : met 3-5 cm lange as en 3-7 bloemen (donker) rode bloemen. ‘Red Prince’ is iets min- per tros; rijk bloeiend. der robuust dan ‘Bristol Ruby’ en ‘Eva Supre- BLOEMEN : (donker)paarsroze (RHS cc: 64BC), me’ met vergelijkbare bloemkleur. Bovendien is 1,5 cm breed (vrij klein), klok- tot trechtervor- de kroonbuis langer en smaller. Ten opzichte mig, zwak geurend, honingmerk niet of nauwe- van ‘Evita’ is de cultivar hoger en relatief min- lijks zichtbaar; kroonbuis 2  0,7 cm; kroonlob- der breed. Vormt samen met ‘Eva Supreme’ de ben 0,5  0,7 cm, relatief klein en breed lobben top van het sortiment roodbloemigen. Zaailing staan nauwelijks uit; kelk roodachtig, kaal tot van ‘Newport Red’. iets behaard tanden halfvergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 2 cm lang; bloeitijd middentijds o W. ‘Rosea’ (Pink-flowered Groep) (half mei - begin juni). (Onbekend, voor 1921) ‘Ruby Queen’ is semi-dwergvormige roodbladi- GROEIWIJZE : hoge struik, ca. 2,8 m hoog en 2,2 ge cultivar. De plant lijkt het meest op W. m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL ), maar verschilt opvallend bruinrood. hiervan door de iets geringere afmeting van de BLADEREN : vrij groot, 9-14  4-7 cm, ovaal, vrij plant en het blad. Bovendien is ‘Bokrashine’ fijn getand, toegespitst, midgroen en zwak duidelijk sterker vertakt. Ten opzichte van ‘Ver- paarsrode tint en rand, vrij ruw, zwak behaard; weig 3’ (M INOR BLACK ) is ‘Ruby Queen’ juist bladsteel ca. 0,4 cm. iets groter. Deze cultivar wordt door W. BLOEIWIJZE : met 8-12 cm lange as en 15-23 ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL ) en ‘Verweig 3’ (veel) bloemen per tros; (zeer) rijk bloeiend. (M INOR BLACK ) overtroffen. Soms onder de BLOEMEN : lichtpaarsroze met brede witte rand foute naam ‘Ruby King’ verhandeld. (RHS cc: 65A en witachtig), 3 cm breed (mid- delgroot), klokvormig, zwak geurend, honing- o W. ‘Rumba’ (Pink-flowered Groep) merk niet of nauwelijks zichtbaar; kroonbuis 2  (F. Svedja, Ottawa Research Station, Ottawa 0,7 cm; kroonlobben 1  1,3 cm, relatief vrij (C), 1985) breed; kelk groen-iets roodachtig, iets behaard, GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,7 m hoog en tanden halfvergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1,5 m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen 1,5 cm lang; bloeitijd middentijds (half mei - (rood)bruin. begin juni). BLADEREN : middelgroot, 8-11  3.5-7 cm, ovaal- De identificatie van ‘Rosea’ bleek problematisch, omgekeerd eirond, vrij fijn getanden gegolfd, omdat er meerdere klonen onder deze naam in toegespitst, donkergroen en vrij sterk paarsrode omloop zijn. Zowel in de collectie van de botani- tint, niet of nauwelijks behaard; bladsteel ca. 0,5 sche tuin van Wageningen als in die van Shef- cm. field, zijn andere klonen aangetroffen. Aan de BLOEIWIJZE : met 5-12 cm lange as en 7-21 bloe- hand van de korte beschrijvingen in oude litera- men per tros; (zeer) rijk bloeiend. tuur is niet te traceren welke kloon de echte is. De BLOEMEN : (donker)paarsroze (RHS cc: 64BC), 2 boven beschreven plant is de Boskoopse kloon. cm breed (vrij klein), klokvormig, zwak geu- Gekenmerkt door grote hoogte en de lichtpaars- rend, honingmerk iets zichtbaar; kroonbuis 3  1 roze bloemen. Daar de plant geen sterrenwaarde- cm; kroonlobben 0,8  0,8 cm, relatief vrij klein; ring kreeg, is verder geen moeite gedaan om dit kelk iets roodachtig-roodachtig, kaal tot iets soortechtheidsprobleem op te lossen. behaard, tanden (half)vergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1,2 cm lang; bloeitijd middentijds W. RUBIGOLD : W. ‘Olympiade’ (half mei - begin juni). ‘Rumba’ is vooral te herkennen aan het groene W. ‘Ruby King’: W. ‘Ruby Queen’ blad met paarsrode tint (duidelijk rood) in com- binatie met de halfhoge groeiwijze en de (don- o W. ‘Ruby Queen’ PBR (Purpurea Groep) ker) paarsroze bloemen. Er is geen andere culti- (H. Geers, Boskoop, 1994) var die er veel op lijkt. Qua bloemkleur lijkt de Syn. W. ‘Ruby King’ cultivar nog het meest op ‘Abel Carrière’, maar GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 1 m hoog en 1 m deze is veel robuuster. Het is een kruising tussen breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen ‘Foliis Purpureis’ en ‘Dropmore Pink’. (rood)bruin. BLADEREN : klein, 4.5-6  2.5-3.5 cm, ovaal, fijn o W. ‘Samba’ (Purpurea Groep) getand, toegespitst, bruinrood, zwak behaard; (F. Svedja, Ottawa Research Station, Ottawa bladsteel ca. 1 cm. (C), 1984)

Dendroflora nr 44 2007 115 GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 0,9 m hoog en 1 bredere kroonbuis. De groeiwijze van ‘Praecox m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen Variegata’ is veel steviger en mooier. Daarom (rood)bruin. geen sterrenwaardering voor ‘Sunny Princess. BLADEREN : vrij klein, 5-7  2-3.5 cm, vrij smal Het is een bonte sport uit ‘Pink Princess’. ovaal, vrij fijn getand, toegespitst, groenrood, zwak behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. * W. ‘Tango’ (Purpurea Groep) BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as en 5-9 bloemen (F. Svedja, Ottawa Research Station, Ottawa per tros; (zeer) rijk bloeiend. (C), 1985) BLOEMEN : (donker)paarsroze (RHS cc: 64BC), GROEIWIJZE : vrij lage struik, ca. 1,2 m hoog en 3,6 cm breed (vrij groot), klok- tot trechtervor- 1,2 m breed, halfdicht vertakt, zeer stevig; twij- mig, zwak geurend, honingmerk niet of nauwe- gen bruin. lijks zichtbaar; kroonbuis 3  1 cm; kroonlobben BLADEREN : vrij klein, 5.5-8  3-4 cm, ovaal, vrij 0,8  1,2 cm, relatief vrij klein en breed; kelk fijn getand, toegespitst, groenrood behaard; roodachtig, kaal tot iets behaard, tanden bladsteel ca. 0,3 cm. (half)vergroeid, 0,6 cm lang; bloemsteel ca. 1,5 BLOEIWIJZE : met 3 cm lange as en 3-9 bloemen cm lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). per tros; (zeer) rijk bloeiend. De semi-dwergvormige ‘Samba’ heeft groen- BLOEMEN : paarsroze (RHS cc: 64D), 1,8 cm rood blad en (donker)paarsroze bloemen. Deze breed (vrij klein), trechtervormig, zwak geurend, cultivar is het best te vergelijken met ‘Tango’, honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; kroon- die iets hoger en steviger is. Qua bladkleur lang buis 2  0,7 cm; kroonlobben 0,7  0,8 cm, rela- niet zo spectaculair als bijvoorbeeld de veel tief vrij klein; kelk iets roodachtig-roodachtig, rodere ‘Bokrashine’ (N AOMI CAMPBELL ) en kaal tot iets behaard tanden halfvergroeid, 1 cm ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK ) en qua bloemen lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd vrij lang niet zo mooi als ‘Alexandra’. Daarom geen vroeg (mei). sterrenwaardering voor deze cultivar. Kruising De belangrijkste kenmerken van deze semi- tussen ‘Rumba’ en ‘Eva Rathke’. dwergvormige cultivar zijn de groenrode blade- ren en de paarsroze bloemen. Qua groeiwijze W. SHINING FANTASY : W. ‘Bokrashine’ (stevigheid) en bladkleur mooier dan ‘Samba’ en ‘Victoria’. W. ‘Snowflake’: W. ‘Bristol Snowflake’ o W. ‘Sunny Princess’ (Variegata Groep) (B. Verhoef, Hazerswoude, ca. 1992) GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,8 m hoog en 2 m breed, halfdicht vertakt, vrij slap; twijgen opvallend bruinrood. BLADEREN : middelgroot, 7-9  3-5 cm, ovaal- omgekeerd eirond, fijn getand, toegespitst, geel- bont (groen met gele rand) en paarsrode tint en rand, niet of nauwelijks behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. BLOEIWIJZE : met 2 cm lange as en 5-7 bloemen per tros; rijk bloeiend. BLOEMEN : paarsroze met witachtige tint en rand (RHS cc: 64D (en witachtig)), 2,2 cm breed (mid- delgroot), klokvormig, zwak geurend, honing- merk vrij duidelijk zichtbaar; kroonbuis 2  0,8 cm; kroonlobben 1  0,8 cm, relatief vrij smal; kelk iets roodachtig, niet of nauwelijks behaard, tanden halfvergroeid, 1 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). ‘Sunny Princess’ heeft relatief smal geelbont blad en paarsroze bloemen. Hiermee lijkt deze cultivar het meest op ‘Praecox Variegata’. Deze laatste heeft echter minder geel blad (geelbont tot witbont) en grotere bloemen met een relatief 123. Weigela ‘Tango’ 116 Dendroflora nr 44 2007 124. Weigela ‘Verweig’ (M ONET ) 125. Weigela ‘Verweig’ (M ONET )

W. ‘Vanicek’: W. ‘Newport Red’ bij de juiste verzorging een prachtige cultivar, vandaar een waardering met twee sterren. Het is ** W. ‘Verweig’ PBR (M ONET ) (Dwarf Groep) een mutant uit ‘Tango’. (B. Verhoef, Hazerswoude, 2003) GROEIWIJZE : lage compacte struik, ca. 0,6 m s W. ‘Verweig 2’ PBR (C APPUCCINO ) (Dwarf hoog en 0,7 m breed, zeer dicht vertakt, zeer ste- Groep) vig; twijgen bruin. (B. Verhoef, Hazerswoude, 2003) BLADEREN : klein, 5-6.5  2-3 cm, vrij smal GROEIWIJZE : lage compacte struik, ca. 0,8 m ovaal, fijn getand, toegespitst, wit/geelbont hoog en 1,1 m breed, dicht vertakt, zeer stevig; (groen met brede witgele rand) en paarsrode tint twijgen bruin. en rand, niet of nauwelijks behaard; bladsteel ca. BLADEREN : vrij klein, 6-7.5  2.5-3.5 cm, vrij 0,2 cm. smal ovaal, vrij fijn getand, toegespitst, geel- BLOEIWIJZE : met 2 cm lange as en 5-5 bloemen groen en paarsrode tint en rand, niet of nauwe- per tros; rijk bloeiend. lijks behaard; bladsteel ca. 0,3 cm. BLOEMEN : (licht)paarsroze (RHS cc: 65A / 64D), BLOEIWIJZE : met 2 cm lange as en 3-7 bloemen 2 cm breed (vrij klein), trechtervormig, zwak per tros; vrij arm bloeiend. geurend, honingmerk; kroonbuis cm; kroonlob- BLOEMEN : paarsroze (RHS cc: 64D), 2 cm breed ben 0,7  0,9 cm, relatief vrij klein en vrij breed; (vrij klein), klok- tot trechtervormig, zwak geu- kelk roodachtig; bloeitijd vrij vroeg (mei). rend, honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; Een spectaculaire nieuwigheid die onmisken- kroonbuis 2,5  0,8 cm; kroonlobben 0,7  0,9 baar is door de dwergvormige groeiwijze in cm, relatief vrij klein en vrij breed; kelk iets combinatie met de bonte blad en de de roodachtig, niet of nauwelijks behaard, tanden (licht)paarsroze bloemen. Met geen enkele ande- vergroeid, 0,6 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm re cultivar te verwarren. Vooral geschikt voor lang; bloeitijd vrij vroeg (mei). toepassing als potplant of in kleine tuinen. In het Uniek door de bladkleur (geelgroen met paarsro- vrije veld valt de plant door zon, droogte en con- de tint) in combinatie met de dwergvormige currentie van andere planten gauw terug. Echter groeiwijze. Hiermee is de plant met geen enkele

Dendroflora nr 44 2007 117 andere cultivar te verwarren. Helaas verbrandt het blad snel door de zon waardoor de plant in het vrije veld vaak erg lelijk wordt in de loop van de het seizoen. Echter door de unieke eigen- schappen wel een echte liefhebbersplant.

** W. ‘Verweig 3’ PBR (M INOR BLACK ) (Purpu- rea Groep) (B. Verhoef, Hazerswoude, 2003) GROEIWIJZE : lage compacte struik, ca. 0,75 m hoog en 1 m breed, dicht vertakt, zeer stevig; twijgen (rood)bruin. BLADEREN : vrij klein, 5-7  2.5-4 cm, ovaal, vrij fijn getand, toegespitst, bruinrood, niet of nau- welijks behaard; bladsteel ca. 0,5 cm. BLOEIWIJZE : met 2 cm lange as en 3-7 bloemen per tros; zeer rijk bloeiend. BLOEMEN : (donker)paarsroze (RHS cc: 64B), 2,5 cm breed (middelgroot), trechtervormig, zwak geurend, honingmerk niet of nauwelijks zicht- baar; kroonbuis 2  1 cm; kroonlobben 1  0,7 cm, relatief vrij smal; kelk roodachtig, niet of nauwelijks behaard, tanden halfvergroeid, 0,7 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; bloeitijd mid- dentijds (half mei - begin juni). De derde dwerg op rij van Bert Verhoef. ‘Ver- weig 3’ (M INOR BLACK ) is laag en compact en 126. Weigela ‘Verweig 2’ (C APPUCCINO ) heeft mooi bruinrood blad. De cultivar is duide-

127. Weigela ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK ) 128. Weigela ‘Verweig 3’ (M INOR BLACK )

118 Dendroflora nr 44 2007 lijk lager dan bijvoorbeeld ‘Bokrashine’ en zelfs W. ‘Ballet’ (Pink-flowered Groep) lager dan ‘Ruby Queen’. Een duidelijke aan- (Proefstation voor de Boomkwekerij, Boskoop, winst in het sortiment. Kreeg al een Zilveren ca. 1958) medaille op Plantarium 2006. Brede halfhoge struik met grote (donker) paars- roze bloemen Kruising tussen ‘Boskoop Glory’ o W. ‘Victoria’ (Purpurea Groep) en ‘Newport Red’. (H. Geers, Boskoop, 1988) GROEIWIJZE : halfhoge struik, ca. 1,8 m hoog en W. ‘Bicolor’ (Bicolor Groep) 1,6 m breed, halfdicht vertakt, stevig; twijgen (Daisy Hill Nursery, Newry (IR), voor 1965) (rood)bruin. Met roze en crèmewitte bloemen aan dezelfde BLADEREN : klein, 5-6.5  2.5-3.5 cm, ovaal, vrij struik. fijn getand, toegespitst, ietwat dof groenrood, niet of nauwelijks behaard; bladsteel 0.5-1 cm. W. ‘Bokrarob’ PBR (L ITTLE RED ROBIN ) (Red- BLOEIWIJZE : met 5 cm lange as en 3-7 bloemen flowered Groep) per tros; zeer rijk bloeiend. (Boot & Co, Boskoop, 2007) BLOEMEN : paarsroze (RHS cc: 64C), 2,5 cm Vrij compacte cultivar, ruim 1 m hoog en breed. breed (middelgroot), trechtervormig, zwak geu- Bladeren groen. Bloemen rood. Het is een door- rend, honingmerk niet of nauwelijks zichtbaar; bloeiende cultivar die bloeit van mei t/m sep- kroonbuis 2  0,8 cm; kroonlobben 0,9  1 cm, tember. lobben staan nauwelijks uit; kelk roodachtig, niet of nauwelijks behaard, tanden halfver- W. ‘Bokraspark’ PBR (S PARKLING FANTASY ) groeid, 0,7 cm lang; bloemsteel ca. 1 cm lang; (Purpurea Groep) bloeitijd vrij vroeg (mei). (Boot & Co, Boskoop, 1997) De middelhoge ‘Victoria’ heeft rood blad en Snijheester met glimmend roodbruine bladeren. paarsroze bloemen. Het was in eerste instantie Gebruikt als bladsnijtak. zeker een verbetering van de bekende ‘Foliis Purpureis’, ware het niet dat ongeveer tegelijker- W. ‘Boskoop Glory’ (Pink-flowered Groep) tijd de Canadese ‘Tango’ werd geïntroduceerd, (Fa. J. Ramp & Zn, Boskoop, ca. 1954) die vooral qua bladkleur mooier is (meer glans). Forse struik, met grote zalmroze bloemen. Vandaar geen sterrenwaardering voor ‘Victoria’. W. ‘Bouquet Rose’ (Pink-flowered Groep) W. ‘White Pillow’: W. ‘Milk and Honey’ (Lemoine, Nancy (F), ca. 1899) W. WINE & R OSES : W. ‘Alexandra’ Syn. W. ‘Rosa Strauss’ Bloemen groot, volledig open, roze met witach- tige zoom. Bladeren groot, aan de onderzijde Cultivars uit literatuur behaard. Vroeg bloeiend.

Onderstaande cultivars hebben niet in de proe- W. ‘Brigela’ PBR (F RENCH LACE ; M OULIN fopplant gestaan, maar zijn nog wel in de handel ROUGE ) (Variegata Groep) of aangetroffen in andere collecties. De beschrij- (André Briant, St. Barthelemy d’Anjou (F), ca. vingen zijn ontleend aan gegevens uit de litera- 2000) tuur. Veel van de cultivars zijn uitgebreid Bladeren geelbont. Bloemen donkerrood. beschreven in de publicaties van Achille (1995) en Van Proosdij (1997). W. ‘Buisson Fleuri’ (Pink-flowered Groep) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1911) W. ‘Ara’ (Dwarf Groep) Grote paarsroze bloemen in compacte trossen. (Silva Tarauca Research Institute for Landscape and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), W. ‘Centennial’ (Red-flowered Groep) voor 2007) (Waarschijnlijk uit Canada of VS) Dwergstruik, compact, 90 cm hoog en 90 cm Middelhoge struik met paarsrode bloemen. Zeer breed. Bloemen lichtrood. Zeer geschikt voor winterhard. heggen en vakken. W. ‘Congo’ (Pink-flowered Groep) W. ‘Avalanche’ (White-flowered Groep) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1886) (Lemoine, Nancy (F), 1909) Syn. W. ‘Kongo’ Groeikrachtige struik met zuiver witte bloemen. Rijkbloeiende struik met paarsroze bloemen.

Dendroflora nr 44 2007 119 W. ‘Conquête’ (Pink-flowered Groep) W. ‘Descartes’ (Red-flowered Groep) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1896) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1891) Grote open struik met uitzakkende takken. Bla- Halfhoge, brede vrij open struik. Bloemen deren groot. Bloemen groot, roze met lichtere donker grijsrood. plekken, trechtervormig. De bloemen zijn lichter dan van ‘Abel Carriére’ W. ‘Dropmore Pink’ (Pink-flowered Groep) (F.L. Skinner, Dropmore (C), 1951) W. COULEUR D ’A UTOMNE : W. ‘Courtatom’ Bloemen roze. Zeer winterhard. Geselecteerd uit in Noord-Mantsjoerije verzameld materiaal. W. ‘Courtadur’ (G RENADINE ) (Red-flowered Groep) W. ‘Dwarf Red’ (Red-flowered Groep) (INRA, Angers (F), ca. 19??) (USA, voor 1973) Semi-dwergvormige struik, met vrij kleine Halfhoge brede struik met vrij grote rode bloe- donkerrode bloemen. Mutant van ‘Bristol Ruby’ men.

W. ‘Courtamon’ (F ÉLINE ) (Bicolor Groep) W. ‘Elvera’ PBR (M IDNIGHT WINE ) (Purpurea (INRA, Angers (F), ca. 19??) Groep) Vrij lage maar zeer brede struik. Bloemen half- (H. Geers, Boskoop, ca. 2001) groot, meerkleurig; knoppen donker paarsrood, Dwerguitvoering van ‘Alexandra’. Donkerrood bij openen geelwit en aan het eind verkleurend blad met roze bloemen. Wordt niet hoger dan 50 naar rood. Dit is een triploïde cultivar. Kruising cm. Wordt in de USA vermarkt onder de naam tussen een tetraploide mutant van ‘Bristol Ruby’ Midnight Wine. en ‘Abel Carrière’. W. ‘Emerald Edge’ (Variegata Groep) W. ‘Courtanin’ (N AIN ROUGE ) (Red-flowered Bladeren bont en bloemen rood. Groep) (INRA, Angers (F), ca. 19??) W. ‘Espérance’ (Pink-flowered Groep) Vrij lage struik, met middelgrote rode bloemen. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1906 Bladeren vrij klein. Mutant van ‘Le Printemps’ Zeer grote bloemen, bleekroze, de knoppen don- kerder. Één van de vroegste bloeiers. W. ‘Courtatom’ (C OULEUR D ’A UTOMNE ) (Pink-flowered Groep) W. FÉLINE : W. ‘Courtamon’ (INRA, Angers (F), ca. 19??) Halfhoge struik met vrij grote lichtroze tot witte W. ‘Fiesta’ (Red-flowered Groep) bloemen. Bladeren rood verkleurend in de herf- (Proefstation voor de Boomkwekerij, Boskoop, st. Mutant van ‘Le Printemps’ ca. 1958) Vrij lage, losse struik, tot 1,1 m hoog. Bloemen W. ‘Courtavif’ (R UBIVIF ) (Red-flowered Groep) ca. 3 cm breed, rozerood. Kruising tussen ‘New- (INRA, Angers (F), ca. 19??) port Red’ en ‘Eva Rathke’. Halfhoge vrij brede struik met middelgrote rode bloemen Mutant van ‘Bristol Ruby’. W. ‘Fleur de Mai’ (Pink-flowered Groep) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1899) W. ‘Cumula’ (Dwarf Groep) Bloemen paarsroze in dichte bloeiwijzen. (Silva Tarauca Research Institute for Landscape and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), W. FRENCH LACE : W. ‘Brigela’ voor 2007) Dwergstruik, compact en zeer regelmatig, 75 cm W. ‘Gloire de Bosquets’ (Pink-flowered Groep) hoog en 105 cm breed. Bloemen rozerood. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1881) Vrij lage maar zeer brede struik. Bloemen licht- W. ‘Dart’s Overflow’ (Pink-flowered Groep) roze, middelgroot. (Darthuizer Boomkwekerijen BV., Leersum, ca. 1994) W. ‘Gold Rush’ (Variegata Groep) Vrij lage struik, tot 1,5 m hoog, met spreidende Bladeren geelbont. Bloemen roze Wellicht het- takken. Bloemen klein, rozerood, zeer talrijk. zelfde als ‘Florida Variegata’ of ‘Praecox Varie- Bloei in juni. gata’.

120 Dendroflora nr 44 2007 W. ‘Gracieux’ (Pink-flowered Groep) W. ‘Kongo’: W. ‘Congo’ (Lemoine, Nancy (F), ca. 1904) Opgaande plant met grote zalmroze bloemen; W. ‘Kosteriana Variegata’ (Variegata Groep) zeer bloeirijk. (Engeland, voor 1881) Halfhoge struik met bont blad en zeer lichtroze W. ‘Grandiflora’ (Pink-flowered Groep) tot witte bloemen. (Frankrijk, voor 1867) Groeikrachtige struik met grote bladeren en W. ‘Le Printemps’ (Pink-flowered Groep) witachtige naar lichtroze verkleurende bloemen. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1901) Vrij forse struik met grote lichtroze tot bijna W. GRENADINE : W. ‘Courtadur’ witte bloemen. Vroeg bloeiend.

W. ‘Grethe’ (Purpurea Groep) W. LITTLE RED ROBIN : W. ‘Bokrarob’ Vrij kleine struik met bruinrood blad. W. ‘Looymansii Aurea’ (Aurea Groep) W. ‘Groenewegenii’ (Pink-flowered Groep) (Van Houtte, Gent (B), ca. 1876) (Van Houtte, Gent (B), ca. 1859) Vrij lage struik, zwak groeiend, met hangende Forse struik, tot ruim 2 m hoog. Bloemen 2,5 cm takken. Bladeren groengeel.. Bloemen roze. breed, donkerroze met lichtere plekken Kruising Vanweg bloemkleur duidelijk verschillend van tussen W. florida en W. coraeensis . ‘Olympiade’.

W. ‘Gustave Malet’ (Pink-flowered Groep) W. ‘Madame Lemoine’ (Pink-flowered (M. Billiard, Fontanay-aux-Roses, ca. 1868) Groep) Zeer grote struik, tot 2,3 m hoog. Bloemen wijd (M. Billiard, Fontanay-aux-Roses (F), ca. 1878) open, grout, ruim 3,5 cm breed, roze met lichtere Grote struik, tot 2 m hoog. Bloemen lichtroze, plekken. Kruising tussen W. florida en W. donker verbloeiend, ca. 3 cm breed. Kruising coraeensis tussen W. florida en W. coraeensis

W. ‘Héroine’ (White-flowered Groep) W. MAGICAL SUNSHINE : W. ‘Kolmas’ (Lemoine, Nancy (F), ca. 1896) Middelgrote opgaande struik. Bloemen groot, tot W. ‘Majestueux’ (Pink-flowered Groep) 4 cm breed, zeer lichtroze tot wit. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1930 Grote struik met opgaande takken. Bloemen W. ‘Idéal’ (Pink-flowered Groep) roze. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1926) Matig groeikrachtige struik, iets gedrongen. Rijk W. ‘Mansais’ (White-flowered Groep) bloeiend. Bloemen in grote trossen, middel- (Frankrijk, voor 1995) groot, karmijnroze. Bloemen donkerder dan de Halfhoge struik met middelgrote witte bloe- meeste andere cultivars van de Pink-flowered men. Herkomst onbekend. Groep. Hybride van W. praecox W. ‘Marginata’ (Variegata Groep) W. ‘Java Red’ (Purpurea Groep) (Voor 1900) (VS?) Halfhoge opgaande struik met zwak bont blad Bladeren donkerroodbruin en bloemen bleekroze. (alleen de rand) en lichtroze tot witte bloemen.

W. JEAN ’S GOLD : W. ‘Nezako’ W. ‘Messager’ (Pink-flowered Groep) (Lemoine, Nancy (F), ca. 1911 W. ‘Kolmas’ (M AGICAL SUNSHINE ) (Variegata Grote roze bloemen met ronde lobben Groep) (Kolster B.V. Sijheesterkwekerij, Boskoop) W. MIDNIGHT WINE : W. ‘Elvera’ Bontbladige cultivar uit de snijheesterteelt. W. ‘Mme Couturier’ (Pink-flowered Groep) W. ‘Kolsunn’ (S UNNY FANTASY ) (Variegata (M. Billiard, Fontanay-aux-Roses , ca. 1868) Groep) Laat bloeiende struik met witte bloemen die (Kolster B.V. Sijheesterkwekerij, Boskoop) verkleuren naar roze. Bontbladige cultivar uit de snijheesterteelt.

Dendroflora nr 44 2007 121 W. ‘Mont Blanc’ (White-flowered Groep) W. ‘Plangen’ PBR (P INK POPPET ) (Dwarf (Lemoine, Nancy (F), ca. 1898) Groep) Krachtig groeiende plant. Bloemen zeer groot, (Silva Tarauca Research Institute for Landscape zuiver wit. Kruising tussen W. florida en W. hor- and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), ca. tensis 1998) Syn. W. ‘Piccolo’ ? W. MOULIN ROUGE : W. ‘Brigela’ Dwergstruik, compact, ca. even hoog als breed. W. NAIN ROUGE : W. ‘Courtanin’ Bloemen roze. Één van de genetische bronnen voor het Tsjechische kruisingsprogramma voor W. ‘Nana Purpurea’ (Purpurea Groep) lage compacte Weigela . Syn. W. ‘Purpurea Nana’ Waarschijnlijk is dit een synoniem van ‘Foliis W. ‘Président Duchartre’ (Red-flowered Purpureis’. De onder deze naam aangetroffen Groep) planten waren steeds ‘Foliis Purpureis’. Soms (Baudriller, Gennes (F), 1880) ook vermeld als ‘Purpurea Nana’. Halfhoge struik met vrij kleine rode bloemen.

W. ‘Nana Variegata’ (Variegata Groep) W. ‘Rosabella’ (Pink-flowered Groep) (Baudriller, 1880) (Proefstation voor de Boomkwekerij, Boskoop, Een naam die veel in de literatuur opduikt. De ca. 1958) planten die gedurende het onderzoek in collec- Relatief brede, vrij lage struik met spreidende tot ties zijn aangetroffen waren steeds ‘Florida hangende takken. Bloemen (licht)roze, groot, Variegata’ of soms ‘Praecox Variegata’. trechtervormig, tot 3,5 cm breed. Kruising tus- sen ‘Eva Rathke’ en ‘Newport Red’ W. ‘Nezako’ (J EAN ’S GOLD ) (Aurea Groep) (Zako Paul, Tamworth Staffs (UK), 1998) W. RUBIVIF : W. ‘Courtavif’ Geelbladige cultivar die erg veel op ‘Olympia- de’ lijkt. W. ‘Saturn’ (Red-flowered Groep) (Waterer, Sons & Crisp, Bagshot (UK), 1892) W. ‘Othello’ (Pink-flowered Groep) Grote open rode bloemen. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1882) Halfhoge struik. Bloemen alleenstaand, roze, 2 W. ‘Siebold Variegata’ (Variegata Groep) cm breed. (Van Houtte, Gent (B), ca. 1878) Halfhoge struik met bont blad en zeer lichtroze W. ‘Perle’ (White-flowered Groep) tot witte bloemen. (Lemoine, Nancy (F), ca. 1902) Vrij grote struik. Bloemen vrij groot, 2,5 cm W. SPARKLING FANTASY : W. ‘Bokraspark’ breed, wit met zeer lichtroze gefranjerde (!) rand. Lijkt op ‘Heroine’ qua bloemkleur, maar W. ‘Stelzneri’ (Red-flowered Groep) verschilt vanwege de gefranjerde rand van (Van Houtte, Gent (B), ca. 1861) dekroonlobben. Bloemknoppen zuiverrood, bloemen paarsrood, groot. W. ‘Piccolo’: W. ‘Plangen’ W. ‘Styriaca’ (Pink-flowered Groep) W. ‘Piccolo’ (Dwarf Groep) (W. Klenert, Graz (AU), 1908) (Silva Tarauca Research Institute for Landscape Halfhoge, relatief brede struik met overhangen- and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), de takken. Bloemen (donker)roze, met lange voor 1995) smalle buis. Bloemen donkerder dan de meeste Dwergstruik, compact, ca. even hoog als breed. andere cultivars van de Pink-flowered Groep. Bloemen roze. Één van de genetische bronnen Waarschijnlijk een kruising tussen W. floribun- voor Tjechisch kruisingsprogramma voor lage da en W. coraeensis . compacte Weigela . Waarschijnlijk is dit hetzelf- de als W. ‘Plangen’ (Pink Poppet) W. SUNNY FANTASY : W. ‘Kolsunn’

W. PINK POPPET : W. ‘Plangen’ W. ‘Suzanne’ (Variegata Groep) Bladeren bont; bloemen roze en wit.

122 Dendroflora nr 44 2007 W. ‘Taura’ (Dwarf Groep) W. ‘Versicolor’ (Variegata Groep) (Silva Tarauca Research Institute for Landscape (Van Houtte, Gent (B), ca. 1867 and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), Halfhoge struik met bont blad en witte bloemen. voor 2007) Dwergstruik, compact, 65 cm hoog en 65 cm W. ‘Volans’ (White-flowered Groep) breed. Bloemen rozerood. (Silva Tarauca Research Institute for Landscape and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), W. ‘Van Houttei’ (Pink-flowered Groep) voor 2007) (Desbois, Boskoop, voor 1861) Semi-dwergstruik, opgaand, 1,5 m hoog en 1 m Grote brede struik met opgaande tot hangende breed. Bloemen wit, met roze knoppen. takken. Bloemen roze met lichtere plekken, ruim 3 cm breed. Kruising tussen W. hortensis en W. W. ‘Wessex Gold’ (Aurea Groep) florida . Lijkt op de iets donkerdere ‘Othello’. Bladeren groengeel.

W. ‘Vega’ (Dwarf Groep) W. ‘White Knight’ (White-flowered Groep) (Silva Tarauca Research Institute for Landscape Bloemen wit, bloemknoppen iets roze. and Ornamental Gardening, Pruhonice (CZ), voor 2007 Dwergstruik, compact en relatief breed, 55 cm hoog en 70 cm breed. Bloemen paarsrood.

W. ‘Verschaffeltii’ (Pink-flowered Groep) (Van Houtte, Gent (B), ca. 1876) Relatief brede, vrij lage struik. Bloemen roze met lichtere plekken. Vooral opvallend vanwege de brede groeiwijze.

Dendroflora nr 44 2007 123 Correcte naam groep hoog  breed bladkleur

o ‘Abel Carriére’ Pink-flowered 2.3  2.3 midgroen ** ‘Alexandra’ (WINE & ROSES) Purpurea 1.6  1.8 (donker)bruinrood *** ‘Bokrashine’ (NAOMI CAMPBELL) Purpurea 1.4  1.7 bruinrood o ‘Bristol Ruby’ Red-flowered 2.4  2 midgroen ** ‘Bristol Snowflake’ White-flowered 1.8  1.8 midgroen o ‘Caméléon’ Bicolor 2  2 midgroen o ‘Candida’ White-flowered 2.5  3 midgroen s ‘Caricature’ Variegata 1.8  2 geelbont s ‘Coffee Black’ Purpurea 1  1.2 donkerbruinrood * ‘Courtalor’ (CARNAVAL) Bicolor 2.3  2.2 midgroen o ‘Courtared’ (LUCIFER) Red-flowered 2.2  2 midgroen o ‘Darts Pink Lady’ Pink-flowered 1.4  1.5 midgroen o ‘Darts Yellow Lady’ Aurea 1.3  2 geelgroen o ‘Eva Rathke’ Red-flowered 2.2  2.2 midgroen *** ‘Eva Supreme’ Red-flowered 2.7  2.5 midgroen o ‘Evita’ Red-flowered 0.8  1.9 midgroen o ‘Féerie’ Pink-flowered 2.5  2.4 midgroen o ‘Floréal’ Pink-flowered 1.8  2 (donker)groen

** ‘Florida Variegata’ Variegata 2.2  1.6 wit/geelbont o ‘Foliis Purpureis’ Purpurea 1.5  1.3 groenrood ** ‘Intercol’ (DART’S COLOURDREAM) Bicolor 3  2.8 midgroen o ‘Milk and Honey’ Variegata 2  2.2 zwak geelbont o ‘Minuet’ Dwarf 0.5  0.7 midgroen * ‘Newport Red’ Red-flowered 2.2  2 (donker)groen o ‘Nivea’ White-flowered 1.9  1.8 midgroen

*** ‘Olympiade’ Aurea 2  2.2 groengeel ** ‘Pink Princess’ Pink-flowered 1.6  1.8 (donker)groen * ‘Polka’ Pink-flowered 2  2 midgroen *** ‘Praecox Variegata’ Variegata 1.8  1.9 wit/geelbont * ‘Purple Rain’ Red-flowered 1.6  1.8 midgroen *** ‘Red Prince’ Red-flowered 1.7  1.6 (donker)groen o ‘Rosea’ Pink-flowered 2.8  2.2 midgroen o ‘Ruby Queen’ Purpurea 1  1 bruinrood

o ‘Rumba’ Pink-flowered 1.7  1.5 donkergroen o ‘Samba’ Purpurea 0.9  1 groenrood o ‘Sunny Princess’ Variegata 1.8  2 geelbont

* ‘Tango’ Purpurea 1.2  1.2 groenrood ** ‘Verweig’ (MONET) Dwarf 0.6  0.7 wit/geelbont s ‘Verweig 2’ (CAPPUCCINO) Dwarf 0.8  1.1 geelgroen

** ‘Verweig 3’ (MINOR BLACK) Purpurea 0.75  1 bruinrood o ‘Victoria’ Purpurea 1.8  1.6 groenrood

124 Dendroflora nr 44 2007 bloemkleur bloemdiameter bloeitijd Opmerkingen paarsroze middelgroot mei Overtroffen door ‘Pink Princess’ (donker)paarsroze middelgroot mei De mooiste roodbladige qua bloei (donker)paarsroze vrij klein h.mei-b.juni Zeer goed vertakt, ook onderin donkerrood vrij groot e.mei-h.juni Overtroffen door ‘Eva Supreme’ wit met zwak roze middelgroot mei De beste witbloemige; mooie groeiwijze donker paarsroze en wit groot mei Overtroffen door ‘Courtalor’ (C ARNAVAL ) zuiver wit vrij groot mei Overtroffen door ‘Bristol Snowflake’ lichtpaarsroze middelgroot h.mei-b.juni Bonte blad opvallend gefrommeld donkerpaarsrood vrij klein e.mei-h.juni Donkerste bladkleur van alle; knopbloeier paarsroze tot wit tot paarsrood vrij groot e.mei-h.juni Bijzondere bloemkleur (paars)rood groot h.mei-b.juni Overtroffen door ‘Red Prince’ (licht)paarsroze middelgroot e.april-h.mei Overtroffen door ‘Pink Princess’ lichtpaarsroze middelgroot h.mei-b.juni Overtroffen door ‘Olympiade’ (donker)rood middelgroot e.mei-h.juni Overtroffen door ‘Eva Supreme’ (donker)rood vrij groot h.mei-b.juni De beste hoge roodbloemige (paars)rood middelgroot e.mei-h.juni Overtroffen door ‘Red Prince’ (licht)paarsroze groot mei Overtroffen door ‘Pink Princess’ lichtpaarsroze vrij groot mei Overtroffen door ‘Pink Princess’ lichtpaarsroze middelgroot h.mei-b.juni Mooi regelmatig bont en weinig zonnebrand lichtpaarsroze vrij klein mei Overtroffen door ‘Bokrashine’ en ‘Alexandra’ geelwit/cream tot paarsrood middelgroot juni Unieke bloemkleur en late bloei wit middelgroot mei Zwak bont; onregelmatige groei paarsroze middelgroot mei Zeer onregelmatige groei paarsrood middelgroot mei Minder rood dan bv. ‘Eva Supreme’ wit middelgroot h.mei-b.juni Overtroffen door ‘Bristol Snowflake’ (donker)rood middelgroot h.mei-b.juni De mooiste geelbladige (licht)paarsroze middelgroot e.april-h.mei Overtreft veel oude (paars)roze cv’s paarsroze met donkerder buis vrij groot mei Relatieve sterke bloemgeur (licht)paarsroze groot h.mei-b.juni Mooi regelmatig bont en weinig zonnebrand paarsrood vrij klein e.mei-h.juni Knopbloeier; opvallende herfstkleur (donker)rood groot h.mei-b.juni Één van de mooiste roodbloemigen lichtpaarsroze middelgroot h.mei-b.juni Verschillende klonen in omloop (donker)paarsroze vrij klein h.mei-b.juni Overtroffen door ‘Bokrashine’ en ‘Verweig 3’

(M INOR BLACK ) (donker)paarsroze vrij klein h.mei-b.juni Bloemkleur donkerder dan ‘Pink Princess’ (donker)paarsroze vrij groot mei Overtroffen door ‘Tango’ paarsroze middelgroot mei Bonte sport uit ‘Pink Princess’ paarsroze vrij klein mei Vooral qua habitus mooier dan ‘Victoria’ (licht)paarsroze vrij klein mei Vooral prachtige potplant paarsroze vrij klein mei Bladkleur uniek, maar snel zonnebrand (donker)paarsroze middelgroot h.mei-b.juni Prachtige lage roodbladige cv. paarsroze middelgroot mei Overtroffen door ‘Tango’

Dendroflora nr 44 2007 125 Dank aan HOFFMAN , M.H.A. (2005): List of Names of Met dank aan de botanische tuinen Wageningen Woody – Applied Plant Research, 871 p. Universiteit voor het beschikbaar stellen van hun HOFFMAN , M.H.A. (2008): Cultivar classifica- Weigela -collectie en kennis. De Wageningse tion of Weigela Thunb. – Acta Horticulturae xxx collectie werd vooral opgebouwd door Mirjam xxx Lemmens-Pott. Ook hartelijk dank aan de bota- HOWARD , R.A. (1965 ): checklist of cultivar nische tuin in Sheffield in Engeland (Friends of names of Weigela - Arnoldia 25:49-69. Bulletin the Botanical Gardens Sheffield) voor het het of popular information of the Arnold Arbore- beschikbaar stellen van hun kennis en hun Wei- tum, nr. 9-11 gela -collectie. Vooral John Stirling heeft daarbij HUXLEY ET AL . (1992): The New R.H.S. Dictio- veel medewerking en advies gegeven. Ook dank nary of Gardening, vol. 5 - The Macmillan Press aan Alain Cadic van het INRA in Angers Limited, Londen en Basingstoke (Frankrijk) voor goede adviezen voor het tot KIM , Y OUNG -D ONG & K IM , S UNG -H EE . (1999): stand komen van deze publicatie. Verder was Phylogeny of Weigela and Diervilla (Caprifoli- een persoonlijke rondleiding door Dhr. V. aceae) based on Nucear rDNA ITS Sequences: Benetka van Silva Tarouca Research Institute Biogeographic and taxonomic implications - for Landscaping and Ornamental Gardening uit J.Plant Res. 112: 331-341 Pruhonice (Tsjechië), die ruim 20 jaar aan vere- KRÜSSMANN , G. (1978): Handbuch der Laub- deling van compacte Weigela ’s heeft gewerkt, gehölze, Band III, 2th edition - P. Parrey, Berli- erg inspirerend. jn-Hamburg. LORD , T. ( ED ) ET AL . (2005): RHS Plantfinder Literatuur 2005-2006 - Dorling, Kindersley, London. New ACHILLE , F. (1995): Description de la collection York. Sydney de Weigela Thunb. Du Geves de Brion – NAKAI , T. (1921): Tentamen Systematis Capri- GEVES, INRA & E.N.I.T.H.P., Frans studen- foliacearum Japonicarum - J.Coll.Sci.Impl.Univ. tenrapport. Tokyo 43: 107-119. ACHILLE , F. (1995): Caractérisation de la collec- NAKAI , T. (1936): Weigela and its akins in Japan tion de Weigela Thunb. Du Geves de Brion – proper and Korea - Journ. Jap.Bot. 12: 1-17 GEVES, INRA & E.N.I.T.H.P., Frans studen- PROOSDIJ , A.S.J. VAN (1997): Cultivaronderzoek tenrapport. Weigela - Leerstoelgroep Plantentaxonomie, BAILEY , L.H. (1929): The case of Diervilla and LUW, Wageningen, doctoraalverslag, 139 p. Weigela - Gent.Herb. 2: 39-54 REHDER , A. (1927): Manual of cultivated trees BEAN , W.K.(1980): Trees and hardy in and shrubs - The Macmillan Company, New the British Isles. 4th vol.. John Murray, London York, USA BENETKA , V. & H YHLIKOVA , M. (2008): Low SCHNEIDER , C. (1930) Die Gattung Diervilla und and compact varieties of Weigela and Potentilla Weigela - Mitt. Deutsch. Dendrol. Ges. 42: 13- cultivated in Pruhonice – posterpresentation on 23 First international ISHS Symposium on Woody SPÄTH , L. (1930): Spätbuch 1720-1930 - Berlin- Ornamentals in Pruhonice (Czech Republic) Baumschulenweg. 656 p. BOOM , B.K. (2000): Nederlandse Dendrologie - H. Veenman & zonen, Ede. 585 p.. Ir. M.H.A. (Marco) Hoffman BRICKELL , C.D. ET AL . (2004): International Wetenschappelijk onderzoeker sortiment / taxo- Code of Nomenclature for Cultivated Plants - nomie bij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Actae Horticulturae nr. 647, ISHS, 123 p. (PPO Bomen), Lisse CARRIÈRE (1875): Revue Hort. 1875: 211 DIRR , M.A. (1990): Manual of Woody Land- scape Plants - Stipes Publishing Company USA. 1007 p. GROOTENDORST , H.J. (1968): Weigelia - Dendro- flora 5: 56-60 HARA , H. (1983): Revision of of Japan - Ginkgoana 5: 136-169 HETTERSCHEID , W.L.A. & B RANDENBURG , W.A.(1995): Culton versus Taxon: conceptual issues in cultivated plant systematics - Taxon 44: 161-175.

126 Dendroflora nr 44 2007 Summary

Applied Plant Research, Unit Nursery Stock in Lisse performed an evaluation trial of Weigela from 2003-2007 at the request of the Dutch nursery industry and in cooperation with the Royal Boskoop Horticultural Society. The main objectives of the trial were to solve classification and nomenclature problems of the cultivars and to select the best cultivars for Dutch circumstances. Especially many new cultivars have been tested. In order to solve classification and nomenclature problems a new, more stable classification of eight cultivar groups is proposed here. The classification is mainly based on size of the plant, colour and colour of the . The cultivar groups are: Purpurea Group, Dwarf Group, Varie- gata Group, Aurea Group, White-flowered Group, Red-flowered Group, Pink-flowered Group and Bicolor Group. These groups are used to classify cultivars instead of using species names, which creates much confusion about the right classification of inter-specific hybrids. As a result of the trial all cultivars have been described and a list of recommended cultivars is given. At the end of the article a list of cultivars known from literature, including short descrip- tions is presented.

Dendroflora nr 44 2007 127