<<

Gedeputeerde Staten PROVINCIE 0

Datum Ons kenmerk 2007-48596 1 5 JAN ;/O00 Noord- olland Ondenuerp Beslissing omtrent goedkeuring bestemmingsplan "" sBezoekadres Houtplein 33 Haarlemmeimr Raad van de gemeente ~~afpP\/18YM Postbus 250 Postadres 2130 AG 1 8 ]AN, 2008 postbus 3007 U .U I --- 1 2001 DA Haarlem

Tel (023) 51 4 31 43 Fax (023) 51 4 3030

Directie Subsidies, Handhaving en Vergunningen Bijiage(n) div.

Behandeld door J.A. Oortman Gerlings Telefoon (023) 514 4680 Uw kenmerk 07 363616 E-mail [email protected]

Geachte Raad, VERZONDEN 1 7 JAN. 2008 Burgemeester en wethouders van uw gemeente hebben ons bij brief van 22 juni 2007 verzocht het bestemmingsplan "Nieuwe Meer" goed te keuren. U hebt dit plan vastgesteld op 31 mei 2007. Wij hebben dit plan beoordeeld aan de hand van de volgende onderdelen. 1. Formele aspecten; 2. Planinhoud; 3. Ambtelijk overleg; 4. Bedenkingen; 5. Hoorzitting; 6. Beoordeling bestemmingsplan; 7. Beoordeling van de bedenkingen; 8. Overleg als bedoeld in artikel 10:30 Awb.

1. Formele aspecten Voor onze beoordeling hebben wij ons gebaseerd op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Het ontwerp van het bestemmingsplan en het vastgestelde bestemmingsplan hebben respectievelijk ingaande 6 januari 2006 en 8 juni 2007 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Op 14 juni 2007 heeft u een rectificatie geplaatst omdat een onderdeel van de gewijzigde vaststelling niet in de publicatie voor 8 juni 2007 is opgenomen. De bekendmaking van 14 juni 2007 is geplaatst na 8 juni 2007, de in die publicatie opgenomen eerste dag van

Internet. w.noord-holland.nl Email : [email protected] PROVINCIE I Pagina 2 Ons kenmerk 2007-48596

terinzagelegging. Op 6 september 2007 heeft u daarom wederom een rectificatie geplaatst. De tervisieleggingen hebben uiteindelijk overeenkomstig de wet plaatsgevonden.

De gemeenteraad heeft het plan niet binnen vier maanden na afloop van de periode dat het ontwerp daarvan ter visie heeft gelegen, derhalve niet tijdig, gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan is overeenkomstig artikel 28, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke ordening binnen vier weken na dagtekening van het raadsbesluit aan ons toegezonden. Tegen het bestemmingsplan zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht. Wij moeten onze beslissing uiterlijk 19 januari 2008 bekend maken.

De Kerngroep van de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing van de Provinciale Planologische Commissie heeft op 18 december 2007 over dit plan advies uitgebracht.

2. Planinhoud Het bestemmingsplan geeft een planologische regeling van het gebied begrensd door de rijkswegen A4 en A9 en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Het plan maakt aanleg van een goifcomplex, driving range en de bouw van een hotel mogelijk. Tevens is inrichting van een deel van het gebied tot natuur als onderdeel van de Groene AS voorzien. Bestaande woningen en bedrijven zijn als zodanig bestemd.

3. Ambtelijk overleg Over dit plan is overleg gevoerd als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. De gemaakte opmerkingen zijn op adequate wijze verwerkt.

4. Bedenkingen Tegen het vastgestelde bestemmingsplan zijn bij ons bedenkingen ingebracht door: 1. F. Hosselet, Nieuwemeerdijk 225,1171 NM 2. H. Slinger, Nieuwemeerdijk 425,1171 NZ Badhoevedorp, vertegenwoordigd door C.H.J.M. Abeln, Emmalaan 23,1975 AT . 3. Schiphol Real Estate bv, Postbus 75776,1118 ZX Schiphol.

Internet w.noord-holland.nl E-mail [email protected] PROVINCIE I Pagina 3 Ons kenmerk 2007-48596 Noord-# olland

4. R. Snoep, Nieuwemeerdijk 204,1171 NL Badhoevedorp 5. P. van Burg, Nieuwemeerdijk 203,1171 NL Badhoevedorp 6. J. Hopman en A.A.M. Baars, Koekoekslaan 12,1171 PJ Badhoevedorp, vertegenwoordigd door R. Lever, Geelkerken en Linskens, Postbus 2020 2301 CA 7. J. Hoogland, Noorderdwarsstraat 18,1017 TX Amsterdam 8. G.A. Jongkind en R.J.A. Bravenboer, Nieuwemeerdijk 233,1171 NN Badhoevedorp 9. W.Chr. LTlrich, Nieuwemeerdijk 292,1171 NS Badhoevedorp 10. W.R. Heima, Nieuwemeerdijk 241,1171 NN Badhoevedorp 11. W.J.M. Meekel, Nieuwemeerdijk 209,1171 NM Badhoevedorp

Reclamanten genoemd onder 1,2,3,4,5,6,9, en 11 hebben tijdig zienswijzen bij de gemeenteraad kenbaar gemaakt en bedenkingen bij u ingebracht. De bedenkingen komen overeen met de zienswijzen. Wij betrekken deze bedenkingen in de beschouwingen.

Reclamant genoemd onder 8 heeft tijdig bedenkingen ingebracht tegen wijzigingen, die de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan heeft aangebracht. Wij betrekken de bedenkingen daarom in de beschouwingen.

Reclamanten genoemd onder 7 en 10 hebben geen zienswijzen bij de gemeenteraad ingediend. Deze bedenkingen hebben geen betrekking op planwijzigingen als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke ordening. Daarom betrekken wij deze bedenkingen, hoewel deze tijdig zijn ingebracht, niet in de beschouwingen.

Zakelijke weergave van de bedenkingen en weergave van de reactie van burgemeester en wethouders op de bedenkingen Wij verwijzen naar de samenvattingen van de bedenkingen en de reactie van burgemeester en wethouders, opgenomen in bijgevoegde brief van 9 november 2007. Eerder ontvingen wij voor reclamant W.Chr. Ulrich de volgende reactie van het gemeentebestuur.

9. W.Chr. UZrich De gronden van deze reclamant hebben de bestemming "wonen W2 (mg, zg)". Voor de schuur achter de woning is de aanduiding bedrijfsactiviteiten categorie

Internet w.noord-holland.nl E-mail [email protected]

PNH 000 m PROVINCIE I Pagina 4 Ons kenmerk 2007-48596 Noord-4 olland

1 en 2 toegestaan' opgenomen. Deze aanduiding zou ook voor de naast het huis gelegen garage moeten geleden omdat hier bedrijfsactiviteiten als stille opslag en montagewerken plaatsvinden. De garage is een voormalige stalling/werkplaats van voorheen taxibedrijf Blom. Op basis van deze werkplaats heeft reclamant zijn bedrijf hier kunnen vestigen. De garage is vanaf het begin voor stille opslag en lichte montagewerkzaamheden gebruikt. Reclamant wil geen afstand doen van deze rechten.

Het gemeentebestuur hecht aan het versterken van het woonlint langs de Nieuwemeerdijk. Daarom is in het bestemmingsplan 'wonen' als hoofdbestemming opgenomen. In de beantwoording van de zienswijzen heeft het gemeentebestuur uitgesproken de rechten van reclamant te willen respecteren. Daarom zijn de bedrijfsactiviteiten vastgelegd in de aanduiding 'bedrijfsactiviteiten categorie 1 en 2 toegestaan'. Achteraf gezien dient de aanduiding 'bedrijfsactiviteiten categorie 1 en 2 toegestaan' ook te gelden voor de bij de woning behorende garage.

5. Hoorzitting Uit de inhoud van de ingediende bedenkingen hebben wij, mede gelet op de van het gemeentebestuur ontvangen informatie, een voldoende duidelijk beeld gekregen van de grieven van de reclamanten. Wij hebben daarom afgezien van het houden van een hoorzitting.

6. Beoordeling van bestemmingsplan In het streekplan Noord-Holland Zuid is dit gebied aangeduid als 'recreatiegebied'. Door en langs het gebied is een ecologische verbindingszone voorzien. Wij achten de invulling van dit gebied met natuur, een golfbaan, hotel en bijkomende voorzieningen passend uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening. Wij kunnen ons daarom verenigen met de uitgangspunten en doelstellingen van het bestemmingsplan.

Artikel 3, artikel 14 en artikel 22 bevatten wijzigingsbevoegdheden. Hiertegen bestaan bij ons geen bezwaren. De besluiten tot wijziging behoeven dan ook niet onze goedkeuring, tenzij tegen die wijziging zienswijzen zijn ingediend.

Internet wnoord-hollandnl E-mail [email protected] PROVINCIE 0 Pagina 5 Ons kenmerk 2007-48596 Noord-Et olland

7. Beoordeling van de ingebrachte bedenkingen Wij kunnen ons in grote lijnen verenigen met de reactie van het gemeentebestuur op de bedenkingen. In aansluiting daarop overwegen wij nog het volgende.

3. Schiphol Real Estate bv Gebleken is dat de plannen om tot een andere opzet van het hotel te komen nog niet tot een concrete aanvrage om bouwvergunning hebben geleid. Het honoreren van de bedenkingen van deze reclamant komt neer op gedeeltelijke onthouding van goedkeuring van het bestemmingsplan "Nieuwe Meer" voor het hotel. Als gevolg daarvan blijft de oude bestemming gelden, waar de bouw van een hotel niet in past. De afwijking van het nieuwe hotel ten opzichte van het bestemmingsplan "Nieuwe Meer" is kleiner dan de afwijking van de oude bestemming.

Wij achten onthouding van goedkeuring gelet op de wens van deze reclamant om hier een hotel te realiseren niet doelmatig. Tegen deze achtergrond zien wij in deze bedenkingen geen aanleiding om aan een plandeel goedkeuring te onthouden.

4. R. Snoep De bedenkingen van deze reclamant komen overeen met die van reclamant 5. P. van Burg. Wij stemmen in met de gemeentelijke reactie op die bedenkingen.

9. W.Chr. Ulrich Wij stemmen in met de gemeentelijke reactie op deze bedenkingen en onthouden daarom goedkeuring aan de plankaart voor een plandeel nabij Nieuwemeerdijk 292.

Wij zijn van oordeel dat de ingebrachte bedenkingen voor het overige niet van zodanig gewicht zijn, dat deze aanleiding behoren te geven tot onthouding van goedkeuring aan enig plandeel.

8. Overleg als bedoeld in artikel 10:30 Awb. Wij hebben afgezien van het voeren van overleg als bedoeld in artikel 10:30 van de-Algemene wet bestuursrecht. Dit omdat de gedeeltelijke onthouding van goedkeuring zijn grondslag vindt in de reactie van het gemeentebestuur.

Internet w.noord-holland.nI E-mail [email protected] PROVINCIE I Pagina 6 Ons kenmerk 2007-48596 Noord-# olland

9. Conclusie De door reclamanten bij ons ingediende bedenkingen geven aanleiding om aan één onderdeel van het bestemmingsplan "Nieuwe Meer" de goedkeuring te onthouden. Het bestemmingsplan is voor het overige in overeenstemming met het ruimtelijk relevante beleid. Het plan voldoet aan het vereiste van een goede ruimtelijke ordening. Wij kunnen het bestemmingsplan goedkeuren met uitzondering van een plandeel nabij Nieuwemeerdijk 292.

10. Beslissing Wij besluiten: 1. reclamanten genoemd onder 1,2,3,4,5,6,8,9 en 11 mede te delen dat hun bedenkingen in de beschouwingen zijn betrokken; 2. reclamanten genoemd onder 7 en 10 mee te delen, dat hun bedenkingen buiten beschouwing zijn gelaten; 3. het bestemmingsplan "Nieuwe Meer" goed te keuren, met uitzondering van het met rode omlijning aangegeven gebied op de plankaart nabij Nieuwemeerdijk 292; 4. reclamanten 1,2,3,4,5,6,8 en 11 mee te delen, dat hun bedenkingen geen aanleiding hebben gegeven aan enig plandeel de goedkeuring te onthouden; 5. reclamant genoemd onder 9 mee te delen, dat zijn bedenkingen aanleiding hebben gegeven aan een plandeel goedkeuring te onthouden. 6. in verband met artikel 11, zevende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te verklaren dat het gemeentebestuur de besluiten tot wijziging zoals bedoeld in de artikelen 3/14 en 22 van de voorschriften niet ter goedkeuring hoeft aan te bieden, tenzij tegen het voornemen tot wijziging één of meer zienswijzen zijn ingediend.

Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

Internet w.noord-holland.nl E-mail [email protected] PROVINCIE I Pagina 7 Ons kenmerk 2007-48596

Beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig op grond van artikel 27 eerste of tweede lid van de WRO bedenkingen bij Gedeputeerde Staten hebben ingediend, alsmede door belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen bedenkingen overeenkomstig artikel 27 eerste of tweede lid van de WRO naar voren te hebben gebracht.

Het gemeentebestuur legt dit besluit met het bestemmingsplan met in achtneming van artikel 29 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening op het gemeentehuis gedurende zes weken ter inzage. Tijdens deze termijn kan het beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,2500 EA Den Haag. Meer informatie staat op de website van de Raad van State: w~rw.raadvat~stcite.~.

Internet w.noord-holland.nl E-mail [email protected] L d gemeente Haarlemmermeer

Directie: staten van Noord-Holland %007/ iBsg 6'

Provincie Noord-Holland , uu.uuu --V Afdelirrg SHVNGIOMG 2130 AG Hoofddorp dhr. T. Oortman Gerlii 4 Bezoekadres: Postbus 3007 Raadhuisplein 1 2001 DA Haarlem Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50

Cluster Planvorming Contactpersoon J.A. Krikke Doorkiesnummer 023-5676064 UW brief 2007153363; 2007156052; 2007156906; 2007158100, Verzenddatum 2007160039, 2007160994,2007161400,20071499 en O 9 NOV. 2007162570 2007 Ons kenmerk 07.0371 735\pv Bijlage(n) Geen Onderwerp Reactie op bij GS binnengekomen bedenkingen tegen het bestemmingsplan Nieuwe Meer

Geachte heer Oortman Gerlings

U heeft ons gevraagd te reageren op de door u aan ons doorgezonden bedenkingen tegen het bestemmingsplan Nieuwe Meer, zoals deze bij Gedeputeerde Staten zij ingekomen. Wij willen het volgende opmerken:

1. Mevr. J. Hoogland, Noorderdwars 18,101 7 TX Amsterdam (ingekomen GS d.d. 12 september 2007). Reclamant heeft bedenkingen tegen het ontwerp-bestemmingsplan, omdat: 1. een verplaatsing van de agrariërs Hopman en Hosselet niet is geregeld 2. er geen oplossirrg is voor de ernstige bodemverontreiniging 3. een duurzame infrastructuur voor de Groene AS niet is verzekerd.

Commentaar gemeente: Reclamant heeft bij de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. De bedenking ziet niet op een gewijzigd vastgesteld onderdeel van het plan. De ingediende bedenking is derhalve niet ontvankelijk.

2. Dhr. W.R. Heima, Nieuwemeerdijk 241,1171 NN Badhoevedorp (ingekomen GS d.d. 25 september 2007). Reclamant geeft aan dat de kadastrale begrenzing van de zuidzijde van het perceel 6259 (Koekoekslaan 14) foutief is opgenomen op de plankaart van het bestemmingsplan. Recla- mant verzoekt het bouwblok aan te passen op basis van de juiste kadastrale begrenzing. Ons kenmerk 07.0371 735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvel 2

Commentaar gemeente: De kadastrale grenzen zijn op de plankaart 1 op 1 overgenomen. De dunnere lijnen zijn afkomstig van de Grootschalige Basiskaart, die niet meer actueel is. Deze lijnen hebben in het kader van het bestemmingsplan geen betekenis. Ze geven onder andere een parkeer- plaats aan, die niet meer bestaat. Aan de zuidkant van het gebouw met de aanduiding B1 lijken bouwgrens en kadastrale grens samen te vallen. Dit komt door de dikte van de lijn, die de bouwgrens aangeeft.

3. G.A. Jongkind en R.J.A. Bravenboer, Nieuwemeerdijk 233, 1171 NN Badhoevedorp (ingekomen GS d.d. 3 oktober 2007). Reclamanten hebben bedenkingen tegen de gewijzigde situering van de wijzigingsbevoegd- heid voor vervangende nieuwbouw voor een woning en schuur aan de Koekoekslaan. Recla- manten vrezen belemmering en beperking van het woongenot en uitzicht en waardevermin- dering van de woning. Bedrijfsmatig gebruik van opstallen zal door geluid, stank of anders- zins extra vermindering van waarde van de woning opleveren.

Commentaar gemeente: De afstand tussen de achterkant van de woning Nieuwemeerdijk 233 en de noordelijke grens van wijzigingsbevoegdheid bedraagt 220 meter. Het grondvlak van de woning mag niet meer bedragen dan 100 m2 en de oppervlakte van een paardenstal niet meer dan 500 m2. De maximale (nok)hoogte van de woning bedraagt 9 meter en van de paardenstal (een bijgebouw) 4 meter. De gezamenlijke oppervlakte van de overige bijgebouwen (aangebouwd of vrijstaand) mag niet meer bedragen dan 56 m2. De afstand van de woning tot de zijde- lingse perceelgrenzen dient ten minste 30 meter te bedragen. De woning van reclamanten ligt op de dijk, enkele meters hoger dan de gronden aangemerkt met de wijzigingsbevoegd- heid. Bovendien zal in het verlengde van woning en paardenstal een hotel annex clubhuis (maximale hoogte 18 meter) worden gerealiseerd. Wij verwachten dat visuele hinder van het te realiseren bouwvolume, gelet op de afstand en de hoogteligging van de woning van recla- manten, minimaal zal zijn en de aandacht getrokken zal worden naar de architectonische vormgeving van het hotel.

De mogelijkheid om de schuur bedrijfsmatig te gebruiken zijn beperkt. Toegestaan is een schuur van maximaal 500 m2 te gebruiken als paardenstal met de mogelijkheid voor stille opslag. De activiteiten, die dienen te voldoen aan de geldende (milieu)voorschrifen, vallen in de milieucategorieën 1 en 2. Bij deze categorieën geldt om overlast te voorkomen een maximaal aan te houden afstand van 30 meter (zie de bij het plan behorende staat van inrichtingen). Stille opslag in combinatie met beperkte en voornamelijk handmatige activitei- ten mag alleen binnen plaatsvinden.

Wat betreft de gevreesde waardevermindering van de woning kunnen reclamanten, indien zij van mening zijn dat door de vaststelling van dit bestemmingsplan de waarde van de woning nadelig wordt beïnvloed, een verzoek om planschade indienen bij het college van B&W. Ons kenmerk 07.0371735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvei 3

4. Schiphol Real Estate, Postbus 75776,1118 ZX Schiphol (ingekomen GS d.d. 27 september 2007). Reclamant geeft aan dat de bouwgrenzen van hotel en clubhuis nauw om contouren van het bekende bouwplan zijn getrokken. Als gevolg van overleg met een toekomstige exploitant en de overweging om het ambitieniveau van het hotel te verhogen is het denkbaar dat een ander ontwerp van hotel en clubhuis zal ontstaan. Tevens wordt gedacht aan het in het landschap integreren van de parkeerfaciliteit middels een verlaagde gebouwde parkeer- voorziening. Reclamant verzoekt de realisatie van een nieuw ontwerp mogelijk te maken door een veel omvangrijker bebouwingsvlak aan te geven op de plankaart en de grenzen van het bouwvlak flexibeler te maken door in de voorschriften een wijzigingsbevoegdheid op te nemen.

Reclamant heeft bedenkingen tegen het opnemen van het clubhuis als 'ondersteunende horeca bij sportvoorzieningen'. De hieruit voorvloeiende beperkingen waaronder dat de horecavoorziening in omvang niet meer mag bedragen dan 10% van de oppervlakte van het clubhuis acht reclamant niet acceptabel en staat haaks op het ambitieniveau om een hotel en clubhuis te realiseren.

Commentaar gemeente: Het bestemmingsplan Nieuwe Meer is door B& W vastgesteld. Daarin zijn de bestemmingen van SR€ en BurgGolf aangegeven. Gedeputeerde Staten hebben niet de bevoegdheid deze rechten op verzoek van reclamant te veranderen. GS kunnen het bestemmingsplan niet aan- passen, alleen een bestemming goedkeuren of niet goedkeuren.

De exploitant van de golfbaan (BurgGolf) tracht met haar 'golf en business' concept facili- teiten te creëren voor het bedrijsleven om het golfspel mede in te zetten als instrument voor relatiemarketing. BurgGolf Schiphol betreft een openbare, exclusieve en hoogwaardige commerci12le golfbaan, waarbij het luchthavenpersoneel en werknemers van de op de luchthaven gevestigde bedrijven en passagiers een belangrijke doelgroep zijn. Het golfspel is de hoofdactiviteit. Het restaurant van het clubhuis verstrekt dranken en spijzen voor consumptie ter plaatse in een openbaar toegankelijk commercieel bedrijf, geen horeca- gelegenheid zijnde. Vandaar de benaming 'ondersteunende horeca'. Dat deze omschrijving bij reclamant de beeldvorming oproept van een doorsnee sportkantine, doet aan de functie niets af. Wij hebben in de voorschriften van het bestemmingsplan het restaurant de plaats willen geven die past en gebruikelijk is bij een golfaccommodatie. Overigens zou het opne- men van een nieuwe bestemming 'horeca', dezelfde procedurele consequenties hebben, als het veranderen van het bouwblok.

Wij hechten aan de functie hotel op de aangegeven plaats. Volgens jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn alternatieven op zichzelf geen reden om goedkeuring aan het bestemmingsplan te onthouden, zodat een aanzet tot een alternatief ontwerp niet hoeft te leiden tot onthouding van goedkeuring aan het plan. Pas als er ernstige bezwaren blijken tegen het gebruik van het plangebied voor de hotelfunctie, zoals de gemeenteraad heeft aangegeven in het bestemmingsplan komt een alternatieve invulling aan de orde. Aangezien reclamant hetzelfde gebruik voorstaat als de gemeenteraad, is dit niet aan de orde. Ons college is bereid onder nader te bepalen randvoorwaarden mee te werken aan een bouwplan met een hoger ambitieniveau. Ons kenmerk 07.0371735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvel 4

5. Dhr. W.J.M. Meekel, Nieuwemeerdijk 209,1171 NM Badhoevedorp (ingekomen GS d.d. 11 oktober 2007). Reclamant vreest door de aanleg van de driving range een verdere verslechtering van de leefbaarheid en de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving. Reclamant wijst op het niet succesvolle proces om bewoners grenzend aan de driving range en SRE nader tot elkaar te brengen. Met de door de bewoners opgestelde lijst met voorwaarden voor compensatie van overlast is op geen enkele wijze rekening gehouden (met uitzondering van het inrichten van een 80 meter brede afschermende zone).

Commentaar gemeente: Voor het commentaar op deze bedenking wordt verwezen naar het commentaar op de bedenking vermeld onder punt 8.

6. Korvinus Abeln Advocaten, Emmalaan 23,1075 AT Amsterdam namens hr H. Slinger, Nieuwemeerdijk 425,1171 NZ Badhoevedorp ingekomen 16 oktober 2007

Reclamant handhaaft zijn bezwaren, zoals neergelegd in de brief van augustus 1998 en merkt verder op dat de bestemming 'Agrarische doeleinden, stoeterij' - gelet op de geringe omvang nooit meer gerealiseerd kan worden. Het terrein is te gering voor een levensvatbaar agrarisch bedrijf (4.5 ha). Om die reden is de gemeente verplicht, op grond van artikel 10 van de Wet op de ruimtelijke ordening, een bestemming aan te wijzen die wel gerealiseerd kan worden. Reclamant denkt aan een bestemming natuur, agrarische doeleinden of recreatie voor het onbebouwde gedeelte en een bedrijfsbestemming voor het bebouwde gedeelte. De aanduiding 'verruimde stille opslag' voldoet niet aan de verplichting tot aanwijzing van een volwaardige en realistische bestemming. De gemeente heeft de door de heer Slinger gewenste aanpassing niet overgenomen. Reclamant is van mening dat de door B&W en de raad gekozen afweging niet juist is, omdat de omvang van het bedrijf te gering voor de exploitatie van een volwaardige stoeterij, dan wel een volwaardig veebedrijf. Dit is ook de reden dat de Slinger destijds de opstallen is mogen gaan verhuren voor (verruimde) stille opslag.

Commentaar gemeente In 1999 heeft reclamant verzocht om een bedrijvenstemming in de categorie 1 tot en met 4. Een bedrijvenbestemming is afgewezen, omdat tegen een bedrijvenbestemming op de betreffende locatie overwegende planologische bezwaren bestaan. De bezwaren (verkeers- kundig en landschappelijk) bestaan nog steeds. In de actualisering van het 'Perspectief voor de Ringdijk' is vastgesteld, dat de Ringdijk geen verkeersfunctie mag vervullen, maar uitsluitend bedoeld is om de aanwezige woningen, bedrvven en percelen te ontsluiten. Uitbreiding van bedrJfsactiviteiten zal het verkeer op de Nieuwemeerdijk doen toenemen, hetgeen niet past in het voorgestane verkeersbeleid. Ook uit landschappelijk oogpunt is een bedrijvenbestemming op het betreffende perceel ongewenst. Het rijksbeleid (Natuurbeleids- plan) is erop gericht om een verbindingszone te creëren tussen het veenweidegebied van Amstelland en het recreatiegebied Spaarnwoude, als onderdeel van de nationale ecolo- gische hoofdstructuur. In het provinciale en regionale beleid is de verbindingszone uit het nationale Natuurbeleidsplan verankerd en vormgegeven in een natte ecologische zone aan de noordkant van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en een droge ecologische Ons kenmerk 07.0371 735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvel 5

verbinding om Badhoevedorp heen. De droge ecologische verbinding sluit aan op het Groene Carré en komt in Nieuwe Meer samen met de natte ecologische zone en wordt van daaruit voortgezet richting Amsterdamse Bos. Samen met het aan te leggen golfterrein, een onderdeel van de landscaping rond Schiphol, wordt in Nieuwe Meer een groene buffer gecreëerd, die tegenwicht moet bieden aan oprukkende verstedelijking vanuit Amsterdam en de nationale luchthaven.

In een bestemmingsplan worden voorschriften gegeven betreffende het gebruik van gronden en de zich daarop bevindende opstallen. Slechts om dringende redenen mogen deze voorschriften een beperking van het meest doelmatige gebruik inhouden. Artikel 10 van de WRO eist niet dat in bestemmingsplannen voorgeschreven wordt welk gebruik van gronden gerealiseerd kan worden. Realisatie van wat toegestaan wordt, is aan de gebruiker. De voorschriften leveren geen beperkingen op voor het gebruik van de gronden voor een stoeterij, zoals dat nu het geval is. De bestemming 'Stoeterij'houdt in dat de gronden mogen worden gebruikt voor het fokken en verzorgen van paarden. Op basis van een algemene richtlijn dat per hectare grasland 3 Ci 4 paarden kunnen worden geweid, is er bij een oppervlakte van 4.5 ha ruimte voor 13 - 15 paarden. Met het toestaan van stille opslag binnen de bestemming 'Agrarische doeleinden, stoeterij' zijn de gebruiksmogelijkheden (en daardoor de inkomensmogelijkheden) verruimd door opslag toe te staan van niet alleen agrarische producten, maar producten die vallen in de categorie bedrijven 1 en 2, zoals die bij dit bestemmingsplan is.

Omzetting naar een bedrijvenbestemming zou niet getuigen van een goede ruimtelijke ordening, omdat het perceel nog altijd een agrarisch gebruik als stoeterij in de omvang als hiervoor geschetst toelaat. Dat beoogd wordt het agrarische karakter ook naar de toekomst te behouden, blijkt uit de aanvraag die in de zomer van 2006 is binnengekomen voor vervangende nieuwbouw van een loods voor de opslag van hooi, stro en landbouw- werktuigen.

Dat reclamant zelf het verzorgen en fokken van paarden heei? teruggebracht tot een hobby- matig gebeuren, is geen reden om op het bebouwde gedeelte van het terrein een bedrijven- bestemming te leggen. Dat daardoor stille opslag hoofdactiviteit is geworden, doet niets aan af. Uit niets is gebleken dat een bedrijvenbestemming de meest geeigende bestemming zou zijn of dat een toegekende bestemming 'Agrarische doeleinden, stoeterij' beperkingen zou opleveren voor de huidige bedrijfsvoering. Reclamant heeft niet aangetoond dat zijn perceel een te geringe omvang heeft om een stoeterij draaiende te kunnen houden.

7. Geelkerken en Linskens Advocaten, Postbus 2020,2301 CA Leiden, namens dhr. J. Hopman en mevr. A.A.M. Baars (ingekomen GS d.d. 17 oktober 2007) Reclamant verwijst naar de bedenkingengeschriften die zijn ingediend tegen het ontwerp- bestemmingsplan op 16 en 17 juli 2007

bedenkingengeschrift 16 juli 2007 Reclamant maakt bezwaar tegen het ontwerpbestemmingsplan, omdat door de ontwikke- lingen rond het dempen van de zandput de waterhuishouding in het gebied is verstoord, zodat het terrein niet meer geschikt is voor agrarische doeleinden. Naar de mening van Ons kenmerk 07.0371735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvei 6

reclamant houdt dit verband met het niet nakomen van afspraken. Er is een concessie verleend voor zandwinning over een oppervlakte van 40 ha en tot een diepte van 45 meter. In de loop der jaren is (zonder vergunning) de oppervlakte vergroot tot circa 55 ha en dieper gegraven dan 45 meter (op enkele plaatsen tot 64 meter diep). De ontgronding is beëindigd in 1968169. Vanaf 1970 is er een begin gemaakt met het dempen van de put. In 1975 constateert men enorme verzakkingen op de zandput, waardoor er meer grond moet worden gestort. Afgesproken was, dat de aanvullende grond geschikt was voor landbouwdoeleinden. Reclamant bouwt op basis van het agrarische gebruik van de grond een ligboxenstal. Recla- mant heeft geconstateerd, dat de eigenaar van de zandput - de luchthaven Schiphol - het storten van grond onvoldoende heeft gecontroleerd, waardoor er aanzienlijke hoeveelheden vervuilde grond in de put is gestort, waarvan de herkomst niet kon worden vastgesteld en waarvoor geen vergunning was verkregen. Volgens berekeningen van reclamant gaat het om tenminste 7 miljoen m3. Het resultaat van de vervuilde stortingen is, dat de grond onsta- biel is en niet geschikt voor bebouwing en de uitoefening van een rundveebedrijf. Schiphol is zich dit bewust geworden en heeft besloten tot de aanleg van een golfterrein. Door de voor- noemde gang van zaken is de waterhuishouding in het gebied verstoord en het grondwater vergiftigd. Reclamant concludeert dat: - de gemeente zich niet heeft gehouden aan de controle op en handhaving van de voor- schriften van de ruimtelijke ordening door de overtredingen te gedogen - Rijkswaterstaat de ontgrondingconcessie heeft genegeerd, in het bijzonder wat betreft de landbouwgeschiktheid - de provincie in gebreke is gebleven in de controle op de hoeveelheid en de kwaliteit van de gestorte grond - de luchthaven Schiphol onrechtmatig handelde door zonder vergunning extra grond op te brengen buiten de aangegeven begrenzing en deze niet te keuren, evenals het illegaal kappen van bomen De voornoemde handelingen hebben gevolgen voor reclamant. Zijn rundveebedrijf wordt nu door drie zijden omsloten door het (geprojecteerde) golfterrein. Dit is in strijd met de afspra- ken en toezeggingen, die tussen reclamant en Schiphol zijn gemaakt. De schriftelijke garan- ties van Schiphol aan ondergetekende maken het onmogelijk een bestemmingsplan in procedure te brengen, waarin de aanleg van een golfterrein rond zijn bedrijf is opgenomen. De gronden dienen agrarisch te worden gebruikt, zolang reclamant zijn bedrijf uitoefent. Bovendien is de stankcirkel rond zijn boerderij te klein, omdat reclamant in de toekomst de tak varkenshouderij weer wil opstarten.

Commentaar gemeente: Voor de gemeente is de huidige juridische situatie, zoals die in het kadaster is opgenomen, maatgevend voor besluitvorming op het gebied van de ruimtelijke ordening. De huidige juridische situatie is, dat SRE het volledige juridische eigendom heeft van de gronden, waarop de golfbaan is geprojecteerd. Bij het ontwerp van de golfbaan is er rekening mee gehouden, dat rondom het agrarische bedrijf van reclamant uitsluitend sprake is van exten- sief gebruik. Rond de boerderij is een groene verbindingszone geprojecteerd van 30 meter breedte. Daarnaast is rond het bedrit uit een oogpunt van milieuhygiëne een stankzone van 100 meter aangegeven, die gebaseerd is op de milieuvergunning van zijn rundveehouderij. Binnen de zone van 100 meter is het niet toegestaan om intensievere golfbaanfuncties als schuilgelegenheden, tees, afslagplaatsen en greens te realiseren. Ons kenmerk 07.0371735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvel 7

In 1997 is vergunningsituatie van het bedrijf van reclamant in verband met de verwarring daarover nog eens tegen het licht gehouden. Op dat moment was de situatie als volgt: - het bedrijf heeft op 2 juni 1989 een hinderwetvergunning gekregen voor het houden van 40 melkkoeien, 170 mestvarkens en 30 fokzeugen met bijbehorende biggen - de stal voor de mestvarkens was nog niet gerealiseerd, maar wel meegenomen in de hinderwetvergunning - uit correspondentie blijkt, dat deze stal in 1994 en 1996 nog steeds niet was gerealiseerd; ook waren de mest- en fokvarkens niet op het bedrijf aanwezig; het melkvee was wel aanwezig - ondersteund door een schrijven van de minister van VROM blgkt, dat in dit geval artikel 27 van de Hinderwet van toepassing is en dat het gedeelte van de vergunning (inclusief aanvraag) dat van toepassing is op het houden van varkens van rechtswege is komen te vervallen - in 1994 is terecht geconstateerd, dat het bedrijf kan vallen onder de AMvB Melkrund- veehouderijen; door het indienen van het kennisgevingformulier dat bij deze AMvB hoort (8 juni 1994) is de hinderwetvergunning van 2juni 1989, nr 3983 komen te vervallen; de voorschriften die horen bij de AMvB Melkrundveehouderij zijn nu van toepassing

Als reclamant meer vee wil gaan houden dan in de AMvB Melkrundveehouderijen is toege- staan, dat wil zeggen boven de limiet van 50 mve's, dan zal hij een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer moeten aanvragen en moeten voldoen aan de huidige milieu-eisen. Zijn aanvraag zal dan onder meer worden getoetst aan de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996. In 2002 is een milieucontrole uitgevoerd. Er waren toen nog steeds geen varkens op het bedrijf aangetroffen. Voor zover ons bekend zijn ook in juli 2006 op het bedrijf geen varkens aanwezig. De in het voorgaande beschreven situatie is derhalve nog steeds van toepassing. Reclamant kan conform de regels van de AMvB Melkrundvee- houderijen zoveel dieren (waaronder varkens) houden tot een limiet van 50 mve.

Op grond van het aanwezige melkvee dient nu een afstand van ten minst 50 meter te worden aangehouden tot woningen en andere gevoelige objecten. Het gebied vali nu onder categorie IV uit de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996. Gaat het aangrenzende gebied worden gebruikt als golfbaan, dan verandert de ruimtelijke situatie en daardoor de categorie. Het bedrijf valt dan in categorie ll. Dit houdt in dat er een afstand van minimaal 100 meter moet worden aangehouden tot woningen en andere gevoelige objecten, waaronder een golfbaan. Conform de Richtlijn dient de afstand gemeten te worden van de buitenzijde van het gevoelige object (de grens van het golfterrein) en het dichtstbijzijnde emissiepunt van de veehoudenj.

Binnen de zone van 100 meter is het niet toegestaan om intensievere golfbaanfuncties als schuilgelegenheden, tees, afslagplaatsen en greens te realiseren. SRE en de exploitant van de toekomstige golfbaan BurgGolf Holding, hebben bij brief van 09-11-04 schriftelijk gegarandeerd dat zij (en de leden en gebruikers van de baan) zich onthouden van activi- teiten die de exploitatie van het agrarische bedrijf gevestigd aan Koekoekslaan 12 - binnen de grenzen van de daarvoor geldende regelgeving - in gevaar zouden kunnen brengen. Ons kenmerk 07.037 1735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvei 8

Op het terrein van de golfbaan is - tussen golfbaan en het agrarisch bedrijf - een afscher- mende natte groenverbindingszone van 30 meter breed bestemd. Deze natte groen- verbindingszone is aan de noordzijde (kant van Koekoekslaan 12) herkenbaar als continue natuurlijke verbinding met rietaanplant en een flauw en natuurlijk verloop van de taluds. De groenverbindingszone wordt afgescheiden van de golfbaan (door greppels, walletjes, sloten, beplanting of paal en draad) om te voorkomen dat deze zone vrijelijk wordt betreden. Het ontwerp van de golfbaan is dusdanig ontworpen, dat de ophoging (waar de natte groen- verbindingszone is geprojecteerd) naast de woning van het perceel Koekoekslaan 12 wordt verlaagd. Voor het huidige gebruik van het perceel is de aanwezigheid van de groenverbin- dingszone geen belemmering.

Met de inrichting van de golfbaan, de aanleg van de natte groenverbindingszone en de geurcontour van 100 meter is naar onze mening de agrarische bedrijfsvoering van reclamant verzekerd.

bedenkingengeschrift 17 juli 2007 ( a. Het bezwaar van reclamanten richt zich in de eerste plaats tegen de aanleg van de golf- baan. Hun woning en bedrijf ligt als een enclave in de golfbaan. Zij verwachten dat de golfers hun woning en erf niet zullen ontzien en vrezen gevaar en schade aan opstallen en ruiten door rondvliegende golfballen. Golfballen zullen zeker in het weiland komen, waardoor golfballen in kuilgras en hooi terecht zullen komen. De kans dat koeien golf- ballen binnenkrijgen is groot met alle consequenties van dien. De door reclamanten gewonnen hooi en kuilgras wordt daardoor onverkoopbaar. Reclamanten hebben geen garanties dat de exploitant en de gebruikers van de golfbaan met hun bezwaren rekening zullen houden en zijn van mening dat de voorliggende plannen hun belangen ernstig zullen schaden.

b. De watersituatie ter plaatse laat al jaren te wensen over. Dit zal alleen maar erger worden nu tegen de perceelsgrens zandhopen van 10 tot 15 meter zijn aangebracht.

c. Door de te verwachten boombeplanting langs de grenzen van het weiland, zal schaduw- werking optreden, waardoor de groei van het gras zal worden beperkt en gemaaid gras niet goed kan drogen tot goed hooi. Door de beperkte groei van het gras en de schaduw- werking is een verhoogde overlast onkruid onvermijdelijk

d. Reclamanten vinden het onacceptabel dat rond hun agrarisch bedrijf ecologische zones worden ingericht. Ecologische invulling brengt grote gevaren mee voor hun schapen (myiasis is direct gekoppeld aan vochtige, schaduwrijke plaatsen; de maden van deze vlieg zijn levensbedreigend voor schapen).

e. Reclamanten merken verder op dat de voor hun bedrijf opgenomen bouwkavel niet toereikend is voor een hun agrarisch bedrijf. Een hedendaags agrarisch bedrijf als het hunne zou een bouwkavel van 1.5 a 3 ha moeten hebben.

Reclamanten handhaven verder alle bezwaren, die zij vanaf 1990 tot heden kenbaar hebben gemaakt in de bestemmingsplanprocedure. Reclamanten zijn bereid bij onvolle- Ons kenmerk 07.0371 735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvei 9

dige informatie mondeling enlof schriftelijk de ontbrekende informatie toe te lichten of aan te vullen.

Commentaar gemeente: a. Wij achten de kans dat de bedrijfsvoering en opstallen schade en hinder zullen ondervin- den van golfers en golfballen zeer gering. Binnen de zone van 100 meter is het niet toegestaan om intensievere golfbaanfuncties als schuilgelegenheden, tees, afslagplaat- sen en greens te realiseren. SRE en de exploitant van de toekomstige golfbaan BurgGolf Holding hebben bij brief van 09-1 1-04 schriftelijk gegarandeerd dat zij (en de leden en gebruikers van de baan) zich zullen onthouden van activiteiten die de exploitatie van het agrarische bedrijf gevestigd aan Koekoekslaan 12 - binnen de grenzen van de daarvoor geldende regelgeving - in gevaar zouden kunnen brengen. Bovendien is voorzien in de aanleg van een natte groene verbindingszone van 30 meter breedte, die het betreden van het agrarisch perceel moet tegengaan. Het betreff een gebied met greppels, walle- tjes, sloten en beplanting of daarvan afgescheiden door paal en draad.

b. Het Hoogheemraadschap van Rijnland (HHR) is verantwoordelijk voor de kwantiteit en kwaliteit van het water in het plangebied. Het HHR is akkoord met het waterhuishouding- splan. Met de inrichting van de waterhuishouding van het golfterrein op basis van genoemd plan moet naar onze mening een goede waterhuishoudkundige situatie gegarandeerd zijn.

c. De natte groene verbindingszone is herkenbaar als een continue ecologische natuurlijke verbinding met rietaanplant , d.W.Z. een lage begroeiing.

d. Als gevolg van de dynamiek in wereld zijn veeziekten helaas een normaal bedrijsrisico. Door de voorgestane planologische ontwikkelingen wordt dit risico niet beïnvloed.

e. Ons college is van mening dat de oppervlakte van de in het bestemmingsplan opgenomen bouwkavel passend is het dit bedrijf De uitoefening van het agrarisch bedrijf wordt hierdoor niet beperkt. Ontwikkelingen in de landbouw (akkerbouw en veehouderij), zoals schaalvergroting, intensivering, bedrijfsverbreding e.d. kunnen ook hun weerslag hebben op de bedrijfsgebouwen. Oktober 2007 zal de cluster Uitvoeringsbeleid van de gemeente Haarlemmermeer een onderzoek starten of een beleidswijziging voor vergroting van de agrarische bouwblokken in Haarlemmermeer wenselijk is. Ons college acht het niet wenselijk met dit bestemmingsplan vooruit te lopen op dit onderzoek.

8. Dhr. P. van Brug, Nieuwemeerdijk 203,1171 NL Badhoevedorp (ingekomen GS d.d. 23 oktober 2007). Reclamant geeft aan de communicatie over de datum van terinzagelegging van het bestem- mingsplan slordig te vinden, omdat in diverse publicaties verschillende data van terinzage- legging worden genoemd.

Reclamant vreest door de aanleg van de driving range een verdere verslechtering van de leefbaarheid en de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving. Reclamant wijst op het niet Ons kenmerk 07.0371735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvel 10

succesvolle proces om bewoners grenzend aan de driving range en SRE nader tot elkaar te brengen. Met de door de bewoners opgestelde lijst met voorwaarden voor compensatie van overlast is op geen enkele wijze rekening gehouden (met uitzondering van het inrichten van een 80 meter brede afschermende zone). Reclamant voelt zich door de bij de procedure betrokken instanties niet serieus genomen. Op geen van zijn zienswijzen is gereageerd en de gemeente weerspreekt al zijn bezwaren.

Commentaar gemeente: Wij onderkennen dat het publiceren niet goed is gegaan. Daarom hebben wij de vaststelling van het bestemmingsplan op 6 september 2007 opnieuw gepubliceerd. Het vastgestelde bestemmingsplan is opnieuw ter visie gelegd, zodat deze fout inmiddels is hersteld.

De voorwaarden die reclamant en medebuurtgenoten hebben opgesteld om de overlast van de driving range te beperken, houden in het in eigendom geven van een strook grond van 65 meter achter de tuinen van de bewoners aan de Nieuwemeerdijk en de inrichting daarvan door en op kosten van de ontwikkelaar van de golfbaan. SRE is niet op deze eisen ingegaan. Wel is een toezegging gedaan de bufferzone van 80 meter en de driving range te scheiden door een 5 meter hoge aarden wal, voorzien van beplanting en een hek van 2 meter hoogte.

Het belangrijkste bezwaar van reclamant (en omwonenden) is de vrees voor lichthinder en de daarmee gepaard gaande verminderde leefbaarheid en de waardevermindering van de woning. Naar de mogelijkheid van lichthinder is een onderzoek ingesteld (Lichthinder- onderzoek BurgGolf Schiphol, Oostendorp Nederland bv, d.d. 29 november 2004). De conclusie van het onderzoek is, dat omwonenden van de driving range geen lichthinder ondervinden in de zin van overschrijdng van de opgestelde grenswaarden van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Daarbij moet de installatie zodanig zijn uitge- voerd, dat directe uitstraling op lichtdoorlatende gevels of daken van woningen wordt voor- komen. Daarbij is uitgegaan van de normen, zoals die gelden voor landelijk gebied. Wij zijn van mening dat SR€ en BurgGolf Schiphol met het inrichten van een bufferzone en de aanleg van een aarden wal voldoende maatregelen hebben genomen om de leefbaarheid van reclamant te beschermen.

Wat betrefi de gevreesde waardevermindering van de woning kan reclamant, indien hij van mening is dat door de vaststelling van dit bestemmingsplan de waarde van zijn woning nadelig wordt beïnvloed, een verzoek om planschade indienen bij het college van B& W.

9 Dhr. F. Hosselet, Nieuwemeerdijk 225,1171 NM Badhoevedorp (ingekomen GS d.d. 23 oktober 2007). Reclamant is van mening, dat de driving range en de keuze van de locatie van het afslag- gebouw geen goede is. Een afslaggebouw op korte afstand van perceel met woonhuis, schuur en stallen zal overlast veroorzaken voor zijn woongenot en bedrijfsvoering. Als er toch een afslaggebouw zal worden gerealiseerd, dan moet die komen op de plek, waar vroeger de Meidoornweg lag. Zijn panden zullen dan moeten worden verplaatst of hij zal moeten worden uitgekocht Om uit de bezwaren tegen de aanleg van de driving range te komen, opteert reclamant voor herbouw van zijn woonhuis en opstallen aan de andere kant Ons kenmerk 07.0371 735\pv Groep Beleid en Uitvoering Volgvei 1 1

van de Oude Haagseweg. Reclamant vindt de door SRE geboden afkoopsom echter volstrekt onvoldoende voor herbouw van de huidige opstallen op de nieuwe locatie.

Commentaar gemeente: In de oorspronkelijke opzet was de driving range geprojecteerd op de golfbaan, dat wil zeg- gen binnen de begrenzing van de Koekoekslaan. Bij nadere uitwerking bleek dit niet haal- baar. Om na te gaan of de driving range inderdaad niet op de oorspronkelijke locatie kan worden gerealiseerd, is het Bureau van Empelen van Aalderen om advies gevraagd. Genoemd bureau concludeert, dat in verband met de te bouwen voorzieningen (hotel, club- huis) en doordat 4 ha van het terrein door instabiliteit van de grond niet geschikt is voor de aanleg van holes er voor een 18 holes-golfbaan onvoldoende ruimte overblijft. Voor een 18- holes golfbaan (inclusief driving range en putting green) is bij gunstige terreinvorming een oppervlakte van minimaal 50 ha noodzakelijk. Daar komt bij dat ook de vorm van het terrein beperkingen oplegt aan de golfbaan. Om logistieke en speltechnische redenen moeten hotel, clubhuis, parkeren, driving range en begin- en eindpunten worden gesitueerd in het smalste deel. Dit maakt de aanleg van een driving range op de door reclamant genoemde locatie niet haalbaar.

De gemeente staat buiten de onderhandelingen tussen SRE en reclamant. In de nota van B&W hebben wij een overzicht en de stand van zaken betreffende het perceel Nieuwe- meerdijk 225 weergegeven. Over de een daadwerkelijke oplossing hebben wij het wantrouwen van reclamant richting SRE gememoreerd. Een daadwerkelijke keuze komt moeizaam tot stand. Dit leidt er toe dat het voor alle partijen lastig te communiceren is en tot concrete afspraken te komen, te meer daar ook andere omwonenden van de locatie van de beoogde driving range niet tot afspraken hebben kunnen komen. Naar onze mening zijn er nog de nodige stappen te zetten.

Conclusie: Ik stel u voor: - de bedenkingen van mevr. J. Hoogland niet ontvankelijk te verklaren, - de overige bedenkingen, gelezen hebbend de reactie van de gemeente Haarlemmermeer, ongegrond te verklaren.

Namens Burgemeester en wethouders,

plannen, verkeer en milieuonderzoek