Quedlinburg (Stad) - Wikipedia
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
24-4-2010 Quedlinburg (stad) - Wikipedia Quedlinburg (stad) 51° 48' NB, 11° 09' OL (http://www.nsesoftware.nl/wiki/maps.asp? params=51_47_30_N_11_08_50_E_type:city_zoom:13_region:DE&pagename=Quedlinburg_(stad)) Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Quedlinburg Stad in Duitsland Situering Deelstaat Saksen-Anhalt District Harz Coördinaten 51°47'N 11°08'E (http://www.nsesoftware.nl/wiki/maps.asp? params=51_047_030_N_11_008_050_E_zoom:13_region:de&pagename=Quedlinburg_(stad)) Algemeen Oppervlakte 78,15 km² Inwoners (31-12-2008[1] 21.500 (284 inw/km²) (http://www.statistik.sachsen- anhalt.de/gk/fms/fms115111.htm) Hoogte 123–182 m boven NN Burgemeester Eberhard Brecht (SPD) Overig Postcode 06484 Netnummer 03946 Kenteken HZ Stadkernen 3 stadsdelen Gemeentenummer 15 0 85 235 Website www.quedlinburg.de (http://www.quedlinburg.de/) Situering Ligging van de gemeente Quedlinburg in de Landkreis Harz Portaal Duitsland nl.wikipedia.org/wiki/Quedlinburg_(stad) 1/9 24-4-2010 Quedlinburg (stad) - Wikipedia Quedlinburg [ˈkwetlɪnbuʁk] ? is een Duitse stad, gelegen ten noorden van de Harz. De stad telt 21.500 inwoners.[1] Sinds 1994 staan de stiftskerk van Sint-Servaas, het kasteel en het historisch centrum van de stad op de Werelderfgoedlijst. Inhoud 1 Geografie 2 Geschiedenis 2.1 Middeleeuwen 2.2 Nieuwe Tijd 2.3 Twintigste eeuw 3 Demografie 3.1 Leeftijdsverdeling 4 Politiek en bestuur 5 Cultuur 5.1 Stiftskerk, kasteel en historisch centrum 5.1.1 Stiftskerk en kasteel 5.1.2 Overige kerken 5.1.3 Andere monumenten 5.2 Musea 5.3 Terugkerende evenementen 6 Verkeer en vervoer 6.1 Luchtvaart 6.2 Autoverkeer 6.3 Spoorwegen 7 Partnersteden 8 Geboren in Quedlinburg 9 Externe links 10 Bronnen, noten en/of referenties Geografie De stad ligt net ten noorden van de Harz. Parallel aan dit middelgebergte liggen enkele heuvelachtige uitlopers. Op en rond een van deze heuvelrijen ligt Quedlinburg. Deze heuvelrij draagt de naam Quedlinburger Sattel en twee van zijn heuvels, de Münzenberg en de Schlossberg, liggen daadwerkelijk binnen de stad. Naar het noorden sluit de stad aan op de Noord-Duitse laagvlakte. Het stadscentrum ligt aan de westoever van de rivier de Bode. Het oude centrum is onder te verdelen in vier verschillende delen: De kroondomeinen op de beide heuvels, de Altstadt ten noorden van de Schlossberg, de Neustadt ten oosten van de Altstadt en de middeleeuwse voorstad Gröpern ten noorden van de Altstadt. Hieromheen zijn vanaf de negentiende eeuw nieuwe wijken verrezen. Dit geheel vormt de stadskern. Daarnaast bestaat Quedlinburg nog uit een aantal Ortsteilen: Münchenhof (vier km naar het noorden), Gersdorfer Burg (drie km naar het zuidoosten), Morgenrot (vier km naar het oosten) en Quarmbeck (vier km naar het zuiden). Geschiedenis Het gebied rond Quedlinburg is al sinds de oude steentijd bewoond. Aan het eind van de achtste eeuw worden voor het eerst plaatsen in de buurt van Quedlinburg, zoals Weddersleben en Ditfurt in oorkonden vermeld. De stichting van de Wigbertkerk als dochterklooster van de abdij Hersfeld in de negende eeuw gaat ook nog aan de geschiedenis van Quedlinburg zelf vooraf. Middeleeuwen De eerste vermelding van Quedlinburg stamt van 2 april 922 als villa quae dicitur [2] Kaart van Quedlinburg in 1910 Quitilingaburg . De Oost-Frankische koning Hendrik de Vogelaar had hier zijn favoriete palts, in ieder geval de palts waar het belangrijkste christelijke feest gevierd werd, namelijk Pasen. Het was ook bij deze palts dat Hendrik, tot dan Saksische hertog, tijdens de vogeljacht vernam dat zijn tegenstrever Koenraad I van Franken hem had nl.wikipedia.org/wiki/Quedlinburg_(stad) 2/9 24-4-2010 Quedlinburg (stad) - Wikipedia aangewezen om zijn opvolger als Duits koning te worden. Na zijn kroning in 919 werd Quedlinburg de hoofdstad en daarmee feitelijk de toenmalige hoofdstad van het Heilige Roomse Rijk. Na de dood van Hendrik in 936 werd hij in de kapel van zijn palts op de Schlossberg begraven. Zijn weduwe Mathilde stichtte hier samen met zijn zoon Otto I een vrouwenabdij voor seculiere kanunnikessen om te bidden voor het zielenheil van de overleden koning. Mathilde verbleef tot haar dood in deze abdij van Quedlinburg en werd hier eveneens begraven. Vanaf 944 mocht de rijksvrije abdij zijn eigen munten slaan en mede hierdoor kon zich onderaan de Schlossberg een handelsstad ontwikkelen. Tussen twee bestaande nederzettingen, Nördlingen en een dorp waarvan de naam niet is overgeleverd, begonnen zich handelaren en ambachtslieden te vestigen. In 994 kreeg dit dorp marktrechten en begon het snel te groeien. De handelaren van Quedlinburg hadden een tolvrijheid in het gehele Duitse rijk en dit droeg bij aan de voorspoed van de zich ontwikkelende stad. In de twaalfde eeuw werd een nieuwe stad aanlegd buiten de stadsmuur met een geometrisch stratenpatroon: de eustadt . Deze voorstad ging in 1330 in Quedlinburg op en het geheel werd met een nieuwe stadsmuur omringd. Buiten deze muur ontstonden nog enkele nieuwe nederzettingen, zoals Gröpern. In 1384 sloot de stad zich aan bij het Nedersaksische stedenverbond ( iedersächsischen Städtebund ) dat in 1426 opging in de Hanze. Het zelfbewustzijn van de Hanzestad Quedlinburg werd met de oprichting van het Rolandstandbeeld in 1427 bekrachtigd. De stad ging zich steeds meer als een vrije rijksstad gedragen, wat ook blijkt uit de rijksadelaar die men in deze periode in het stadswapen ging voeren. In weerwil van dit streven naar een grotere onafhankelijkheid van de abdij was haar abdis formeel nog een prinses-abdis en daarmee heerser over de stad. Onder abdis Hedwig van Saksen bleek dat de stad zijn hand overspeeld had. In 1477 liet zij haar macht gelden en kwam het tot een gewapend conflict. De abdis riep de hulp van haar broers, Ernst en Albrecht van Saksen in. De burgerij van Quedlinburg was geen partij voor het Wettiner leger en de stad werd onderworpen. Het Rolandstandbeeld werd verwoest en de stad moest het Hanzeverbond verlaten. 'ieuwe Tijd Hoewel Quedlinburg zijn handelsmacht hiermee verloren had en de stad niet meer verder groeide, bleef het de stad economisch voor de wind gaan. De economie steunde voornamelijk op de agrarische sector. Zeker na afloop van de Dertigjarige Oorlog bloeide de stad op: de meeste van de bewaard gebleven vakwerkhuizen dateren uit deze periode. De stad ontwikkelde zich tot een centrum voor de kweek van bloemen en zaaigoed. De abdij die sinds 1477 in handen was van Keurvorstendom Saksen werd in 1697 verkocht aan het keurvorstendom Brandenburg. De stad werd hierop in 1698 deel van Brandenburg-Pruisen. Met het Reichsdeputationshauptschluss in 1803 wordt uiteindelijk het abdijvorstendom Quedlinburg opgeheven en gingen de gebouwen op de Schlossberg over in Pruisische handen. Tussen 1807 en 1813 was Quedlinburg deel van het Napoleontische Koninkrijk Westfalen. Twintigste eeuw In nazi-Duitsland werd de geschiedenis van Quedlinburg door Heinrich Himmler aangegrepen voor propagandadoeleinden. In 1936 werd het overlijden van Hendrik de Vogelaar op 2 juli 936 grootschalig herdacht. Vanaf dat jaar werden op die datum de plechtigheden, die onderdeel waren van de Derde- Rijkideologie, herhaald. De Sint-Servaaskerk en de crypte van de Sint-Wigbertkerk werden ingericht als SS- heiligdommen. In 1937 werd het gebeente van Hendrik de Vogelaar ceremonieel herbegraven. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden de beenderen als onbeholpen vervalsingen ontmaskerd. Aan zware bombardementen is Quedlinburg tijdens de Tweede Wereldoorlog ontkomen, alleen de torenhelmen van de Servaaskerk raakten bij artilleriebeschietingen beschadigd. De historische binnenstad is in de periode dat Quedlinburg bij Oost-Duitsland hoorde, sterk verwaarloosd. Sinds de Duitse hereniging in 1990 is langzamerhand weer geld beschikbaar gekomen voor restauratie. Demografie Vanaf het einde van de middeleeuwen tot in de negentiende eeuw is de bevolkingsomvang van Quedlinburg ongeveer gelijk gebleven met maximaal 10.000 inwoners. Met de industralisatie kwam daar verandering in en groeide de bevolking snel. Het maximum aantal inwoners werd met 35.426 in 1950 bereikt. Sindsdien krimpt de bevolking echter weer geleidelijk. Zeker Verloop inwonersaantal 1785-2005 en prognose tot 2020 sinds de hereniging van 1990 gaat het snel. Veel inwoners nl.wikipedia.org/wiki/Quedlinburg_(stad) 3/9 24-4-2010 Quedlinburg (stad) - Wikipedia trekken weg vanwege de aanhoudende werkloosheid en bovendien daalt ook het geboortecijfer. Leeftijdsverdeling In de hiervolgende tabel is de leeftijdsverdeling van Quedlinburg op 31 december 2007 weergegeven. [3] Leeftijd van-tot 0–16 16–18 18–25 25–35 35–45 45–60 >60 totaal inwoneraantal 2.450 417 1.971 2.334 3.092 5.094 6.551 21.909 percentage 11,2 1,9 9,0 10,7 14,1 23,3 29,9 100,0 Politiek en bestuur De gemeenteraad van Quedlinburg bestaat uit 36 raadsleden en werd op 13 juni 2004 voor vijf jaar gekozen. De opkomst was bij deze verkiezing 34,7% en was daarmee een van de laagste in Duitsland. Op 7 juni 2009 zijn de nieuwe raadsverkiezingen. De zetelverdeling 2004-2009 is in de tabel hieronder gegeven. [4] partij aantal stemmen percentage aantal zetels CDU 4.593 23,5 8 Die Linke 3.672 18,8 7 SPD 3.325 17,0 6 FPD 2.537 13,0 5 B.'90/Die Grünen 1.138 5,8 2 NPD 550 2,8 1 Freie Wähler 3.724 19,1 7 Burgemeester Eberhard De burgemeester van Quedlinburg, Eberhard Brecht (geboren 20 februari 1950 Brecht in 1990 in Quedlinburg), werd op 2 maart 2008 herkozen met 50,5% van de stemmen. Brecht (SPD) was ook van 2001 tot 2008 burgemeester. Daaraan voorafgaand was hij van 1990 tot 2001 voor dezelfde partij lid van de Bondsdag.[5] Cultuur Stiftskerk, kasteel en historisch centrum Sinds 1994 staan de stiftskerk van Sint-Servaas, het kasteel en Stiftskerk, kasteel en historisch het historisch centrum van de stad op de Werelderfgoedlijst van centrum van Quedlinburg de UNESCO. Argumenten hiervoor vormen de geschiedenis als Werelderfgoed cultuur koningsstad, het middeleeuwse stratenpatroon, het zeer grote aantal oude en bijzondere vakwerkhuizen en de stiftskerk als hoogtepunt van romaanse bouwkunst.