<<

drs. Herma M. van den Berg

De kerken van Genum en Lichtaard

Genum, Lichtaard en worden Genum niet alleen kerkelijk maar geogra- ook Van de kerken is in die vroegste ver- fisch in één adem genoemd. Kerkelijk meldingen nog geen sprake. Zíj worden omdat ze sinds lang één gemeente vor- eerst in de latere middeleeuwen ge- men, geografisch omdat men midden re noemd, maar aan het kerkgebouw van van de talrijke terpdorpen het noor- in Genum is af te lezen dat het in ieder den van deze dne dorpen van geval voordat de baksteen eind 12de de grietenij Ferwerderadeel als de Vlie- eeuw als bouwmareriaal in gebruik kwam terpen samenvat. moet ziln ontstaan. De noordermuur be- Waarschijnlijk zijn de terpen van Genum staat grotendeels uit tufsteen en is ver- en Lichtaard reeds in de 9de eeuw ver- sierd met in de romaanse bouwkunst ge- meld als gebieden die door grootgrond- bruikelijke spaarvelden, door een rond- bezitters aan het klooster Fulda geschon- boogfries afgesloten. Vellicht heeft er ken zijn. Voor Genum wordt de afleiding voordien een houten kerkje gestaan. niet meer onvoorwaardelijk aanvaard; Het kerkgebouw heeft talrijke wijzigin- over Lichtaard is men het wel eens dat gen ondergaan. Uit het materiaal waar- de tegenwoordige naam overeenkomt van de kerk gebouwd is en uit een met de vroeg-middeleeuwse vermelding nauwkeurige opmeting is een en ander van een plaatsnaam die de begrippen aÍ te lezen. Zo ziet men dat de noorder- 'helder' en 'warf in de betekenis van muur westwaarts verlengd is in regel- terp in zich verenigt.t) matig verwerkte grote blonde baksteen. Ook de toren bestaat uit grote baksteen, De kerk van Genum. Gedeelte van maar daar zien wij bijna geen volledige ecn tekening door D. Cannegieter, 1861. steen meer; het matenaal is opnieuw Fries Museum Leeuwarden. (Foto gebruikt. Ook aan de zuidermuur en de C.F.D. Groningen.) koorsluiting is dit het geval. FIet ooste- lijk gedeelte van de zuidermuur is van dunnere baksteen herbouwd en onaf- hankelijk daarvan is het driezijdige bak- stenen koort je ontstaan, waarschijnlijk ter plaatse van de oostelijke sluiting van de tufstenen kerk, die men zich als ab- sicle (halfronde oostelijke sluiting) zal kunnen denken.

De romaanse noordermuur In de bovenste helft van de noordermuur zien we een aant^l spaarvelden die niet regelmatig zijn verdeeld. In het midden

87 W.a4&/,':iii; t!t:!.,i itiiiiiitlltl

De kerk van Genum van het zuidwesten sezien. (Foto Rijksdienst Monumentcnzorg.)

zijn wijzigingen aangebracht. Waar- de liseer:r onderbroken door de dichting schijnlijk volgden op het driegedeelde van een ingehakt laag vensrer, dat op veld aan de westzijde twee grorere on- deze plaats aan de noordzijde een zg. gedeelde velden en sluit een smal veld hagioskoop geweesr zal zljn, clie zicht ge- van drie boogjes de reeks. De vensrers geven kan hebben op het sakramenr, dar zijn later ingehakt. Een tekening van de aan de noordzijde van her kerkgebouw toen nog jonge D. Cannegieter uit 1,861r) bewaard dient te worden. Vreemder is geeft geen vensrers aan de noordzijde, de grote ook weer gedichte boog die er wel de beide nog aanw ezige roegangen. geweest moet zijn voordat de hagioskoop De 12de-eeuwse noordermuur was dus ingehakt werd. Aan verschillende Friese geheel gesloten, zoals aan romaanse ker- kerken kennen we dergelijke gedichte ken meermalen voorkomt. Het wesre- bogen, dicht bij de oostelijke sluiting. De \il/estergeest lijke veld is door vertikale banden, lise- kerk van heeft aan de nen genaamd, in drieën gedeeld. Ten noord- zowel als aan de zuidzjjde een oosten van het tweede venster zien we doorgang gehad; voorts ziet men sporen

88 daarvan aan de tufstenen kerken van Rome beïnvloede gebieden in onbruik Hijum en Jelsum efl aan de vroege bak- geraakt zijn en eersr weer door de re- stenen kerk van Oenkerk. Ook het voor- formorden toegepast werden. De aan- malige schip van de kerk van \flierum bouwen in Friesland zijn echter ouder vertoonde blijkens oude foto's regen de dan de invloed van de reformorden.t) overgang van het schip en het ons in- De verwantschap met de eveneens tuf- jongere ziens koor een wijde gedichte stenen kerken van Hijum en Jelsum en boog. Aan deze merkwaardige doorgan- de in L9'12 afgebroken gedeelten van gen is nog te weinig aandacht besteed. de kerir van Vierum en de bakstenen Te \Testergeesr zijn zrj bij de restauratie kerk van \flestergeesr gaat ook op voor met andere steen gedicht om aldus dui- de romaanse geleding van de buiten- delijk te maken dat men mer een dichting muren door middel van spaarvelden, af- te doen heeft. Aan sakristieën mag men gesloten door rondboogfriezen. Zij stam- in deze vroege periode niet denken; voor men uit de laatromaanse periode, waar- priestertoegangen zijn ze te wijd. In de in men als bouwmateriaal de keuze had vroeg-Christelijke bouwkunst kwamen tussen tufsteen, die geïmporteerd moest zijrurmten voor, pastoforieën geheten worden en de goedkopere inheemse bak- (een soort sakristieën) die in de door steen) die na korte aarzehng, waarbij

Ned. Flerv. kerk Genum. (Tekening V. J. Berghuis, 1972, naar opmeringen van H. v. d. \íal, 1944.)

Its-á> ïtrtr

rrt..., l..t' ii!,'l, I

f, xlr t-{f{.] xrr

Lllli:lilisll X V A

tirit-iil XV

i -a f-' t-l xv - xvr L,-l xvir - xrx (1877) D'

89 men de baksteen voor binnenwerk ge- bruikte, spoedig de overhand kreeg. De westwaartse verlenging van de kerk van Genum in regelmatig baksteenwerk uit- gevoerd kan dan ook nog in de 13de eeuw gedateerd worden. De afmeting van die verlenging sugge- reert de mogelijkheid dat ook ror dit kerkje een westpartij behoord heeft met een ingebouwde toren, aansluitend aan zijruimten, zoals te Wierum, Hijum en nog aanwezig is en in ver- schillende andere kerken gereconstrueerd kan worden. a) Op het ogenblik zijn echter geen verdere aanwijzingen te vin- den voor deze stelling. De aanhechting van twee in verschillende perioden ge- botrwde gedeeiten van de zuidermuur is verder oostwaarts te vinden dan de overgang van het tufsteenwerk op het baksteenwerk aan de noordzijde.

Verniewwingen in de gotiscbe periode Vijwaterbekken uit de kerk van Genum, In de westwaartse verlenging aan zijn thans in het Fries Museum Leeuwarden. weerszijden ingangen aangebracht. Aan (Foto C.F.D. Groningen.) de noordzijde is deze ingebroken en seg- mentvormig gedekt; die aan de zuídzijde westelijke is met het muurwerk in verband aan- in het gedeelte van de zuider- muur veel overeenkomst gebracht. Men mag aannemen dat de vertonen kun- tufstenen kerk ingangen in het midden nen beide muurgedeelten ongeveer ge- Yafl de zijmuren gehad heeft. Waar- lijktijdig ontstaan zijn in de 15de eeuw. schijnlijk is de oudste noordelijke ingang Inwendig is aan de zuidzrlde van de te zoeken ten oosten van de drie kleine koorsluiting een piscinanis te bespeuren behoeve spaarvelden. De oud-Friese gewoonte de ten van de rituele handwassing ingangen in het midden van de lengte- van de priester. muren te maken was bij de eerste ver- lenging van de kerk blijkbaar nog in De toren zwang; eerst toen men de zuidermuur op De toren heeft weinig stijlkenmerken. de oude fundering herbouwde heeft men Uit de opmeting blijkt dat hij nier nauw- een ingan g aan de westzijde gemaakr en keurig in de as van het schip staar. die er tegenover ingehakt. \Waarschijnlijk is een Íneerfout gemaakt V/anneer de oorspronkelijke koorsluiting bij het uitzetten en heeft men getracht is vervangen is niet nauwkeurig na te deze te korrigeren door aan de zuidzijde gaan. Het muurwerk bestaat uit even de nis ondieper re maken, waardoor on- dikke baksteen als dat van de westelijke regelmatigheden optraden. De begane- gedeelten van de noorder- en zuidermu- grondse ruimte is overkluisd geweest ren en van de toren. FIet mate riaal van door een gewelfje en kreeg licht door het het oostelijke gedeelte van de zuider- westelijke venster. Daarboven gaat de muur is iets dunner en het komt ons toren gesloten op tor de betrekkelijk voor dat dit gedeelte het jongste is. kleine galmgaten, die aan elke zijde in Daar het venster van het koor en dat een segmentbogig gesloten nis staan, zo-

91 De kerk van Genum, inwendig naar het oosten. (Foto Rijksdienst Monumentenzorg.)

als ook bv. de toíen van MCCCCXC sub Dno Dirico Eeckama heeft. \Wybrando Roerda et uxore eius Auck In de toren hangen twee klokken, waar- Hesselo Advocato'. De klokgieter wordt van de ene is gedateerd in het opschrift hier niet vermeld, wel weer de kerk- 'Anno dni MCCCXLIIII Stephanus me voogd, toentertijd Hessei geheten, en de fecit sub Domini Dodoni plebano. Sippa pastoor F{eer Dirk Eeckama. foghet'. ó) Tijdens het beheer van kerk- In het algemeen is het voltooien van een voogd Sippe is in L344, aldus het op- toren een gerede aanleiding een klok te schrift, toen FIeer Dodo plebaan was, stichten. De hier gegeven data voegen deze klok gegoten door Stephanus. Nu zich echter moeilijk in de verschijnings- was Stephanus een bekend klokkegieter voím van de toren en binnen de overige in de l.4de eeuw. De voorlopige Lijst van gegevens die we aan de kerk hebben Monumenten kent van hem klokken te afgelezen. De 14de-eeuwse klok zal voor Bolsward en te Nijega (S*.), beide uit een niet meer bestaande toren gegoten 1,320, de oudste te Itens (Henn.) uit zrjn en de Roorda's hebben voor een 131,2; een te Aegum (idaard.) uir 1,326, ons onbekende gelegenheid een klok ge- vervolgens een uit 1338 te \flirdum bij schonken. Leeuwarden waarna de klok te Genum is gedateerd en tot slot een uit 1,352 te De Roard,a's en de orserige inztentaris Goënga. van de kerk De tweede klok is in 1490 geschonken door Wybrand van Roorda, wiens fa- Wybrand Roorda en zrjn vrouw Auck milie te Genum een belangrijke rol ge- waren volgens 'FIet Stamboek van den speeld heeft. Het opschrift luidt 'Anno Frieschen Adel' de ouders van Feyo van

92 Roorda, die omstreeks 1520 geleef d zou beeld. In de rand staat mer grore gotische hebben en gehuwd was mer Rixt. Zlj letters een deels vernield opschrift te stamde volgens het Adelsboek uit het Iezen, dat aan de achterzijde het gaafst geslacht Aebinga, maar reeds in de aan- is. Daar heeft het bekken een sraarrstuk tekeningen wordt haar naam als Hania om in de muur bevestigd te worden. Op genoemd. Deze naam komt ook voor een tekening die D. Cannegieter bij zijn op de zerk voor hun kleinzoon Sybe, die bezoek aan Genum in 1861 maakte geeft op 23-jarrge leeftijd in 1587 bleef in de hij als achtergrond een ongepleisterde befaamde slag bij Boxum regen de Span- muur. Het bekken is kennelijk steeds aan jaarden. ") D. zerk ligt midden voor het een muur bevestigd geweest en kan daar- koor van de kerk en vertoonr in een om het beste als wijwaterbekken aan- cartouche in het midden de alliantie- geduid worden. Het randschrift luidt wapens Roorda-Scheltema van de ouders voor zover leesbaar: 'F.I.S. Fei.(?) Roird. van Sybe en in de hoeken acht kwartier- Rict. . . .ij" sijn wijf'. De letters na allianties. Daaruit blijkt dat inder daad Rict zullen dus als Hanije gelezen moe- de vrou'w van Feyo van Roorda een ten worden. Of F.I.S. een monogram van Hania was en dat de echtgenote van bo- de beeldhouwer is is onduidelijk. til/ybrand Op de vengenoemde \íeistra heette, voet staat een steenhouwersmerk in tegenstelling mer her in het Adelsboek (afbeelding hiernaast). De S. kan genoemde geslacht Jaersma. Naast de ook voor sculpsit (: gebeeld- zerk voor Sybe van Roorda ligt nog een houwd) staan.') gelijke zerk, die thans grotendeels onder Het bekken vormr een zeldzaam voor- een houten vioer verborgen is. Hier zul- beeld van vroeg-renaissance beeldhouw- ien de ouders van Sybe, \Mijbrand van Roorda en Tieth van Scheltema rusren. De naam Roorda valt bovendien te lezen Vijwaterbekken uit de kerk van Genum, op een ander geschenk van de familie naar een tekening van D. Cannegieter, 1.876. aan de kerk Fries Museum l-eeuwarden. (Fotó te Genum, een stenen bek- C.F.D. Groningen.) ken dat door toedoen van de Fleer Looxma Yp.y in 1828 aan de provincie Friesland werd geschonken en thans in het Fries Museum te zrcn is (inv. 426). De Heer Looxma Yp"y had het als doopvont bekende bekken in 1.877 van de kerkvoogdij gekocht toen er herstel- lingen aan de kerk werden uitgevoerd. Het bekken sraat op een voetstuk waar- van het piint aan de voorzijde halfrond is uitgehold. De zijden van het voetstuk zijn geleecl door pilasrers waarrussen een kandelaberornamenr is gebeeldhouwd. Op de kuip zijn ranken gehakt, waar- tussen in het midden een groor schiid wordt gehouden door twee in ornament overgaande figuren, waarvan de manne- Itjt " duidelijk vroeg-16de-eeuws is ge- kleed. Tussen de acantusranken komen ook voluten met sleufbandornamenren voor, een typisch kenmerk van vroeg- renaissance ornament. Op het schilcl staan de vijf wonden van Chrisrus ver-

93 Grafzerk voor Sybe van Roorda (f 1587) in de kerk van Genum. (Foto Fryske Akademy.)

en zuid-Nederland zullen de weg bereid hebben voor een vroege opname van de nieuwe stijl in het noorden. Wellicht is het bekken naast cie oude toegang van de kerk in de muur be- vestigd geweest en werd het in 1877 verwijderd omdat de gehele kerk op- nieuw betimmerd werd. Bij die gelegen- heid werd ook de preekstoel verfraaid door toenmaals zeer modieuze ÍerÍa- cotta kapitelen op de pilasters van de kuip. Niet alleen voor buitenwerk, zo- als aan de torens van Blessum en Boxum die in 1.877 vernieuwd werden, t) ook voor interieurs vindt men dit zuiver neo- renaissance materiaal toegepast. Mis- schien is deze uitgave geboekt in de kerkvoogdijrekening *') onder 'Sytze Hamstra vooí rozetten aan de preekstoei .f 4,82'. Het zo voordelige herstel van anders arbeidsintensief werk zal de kerk- voogdij welkom geweest z|)n. De tim- rxerman kostte heel wat meer. Timmer- kunst in Friesland, waarvan wij hier en rnan Ram, die zijn naam kraste in een daar vernemen, doch waarvan bijzonder trekbalk boven de ingang en de datum weinig bewaard is gebleven. Het bed- 19 september 1872, staat te boek rn 1.873 schot te Fleringastate kan uit dezelfde voor 56 gulden. periode in het tweede kwart van de Vermelden wij tenslotte het eikehouten L6de eeuw dateren. De zerkhouwers doophek en de banken, w^arvan de gingen al spoedig op een meer monu- oostelijke achter het graf van Sybe van mentale stiji over die past bij de opgave Roorda wel de Roordabank zal ziln en een rechthoekig veld te vullen. De ara- uit de lZde eeuw stamt. Op het doophek beskenstijl waarin de beeldhouwer van wordt de lezenaar gedragen door een het bekken uit de kerk van Genum zich aardrg gesneden pauwenfiguur, voor de bediende is voornamelijk door prenten geletterde lZde-eeuwer een symbool van verspreid en werd het vroegst in Neder- de Opstanding. Bovendien bestaat de land toegepast aan het Hof van de overlevering dat het gezane der pauwen Nassau's. Kontakten van Friese edelen de slangen zou verjagen, bijzonder toe- met de residenties in het overige noord- passelijk bij de voorzangerslezenaar.

94 Lichtaard Minder problematisch lijkt het simpele lZde-eeuwse jaartallen vertonen moeten kerkje van Lichtaard dat, behoudens en- wij konkluderen dat althans het uitwen- kele woningen en twee boerderijen aan dige metselwerk 17de-eeuws is. Vaar- de voet van de terprest, vereenzaamd in schijnlijk geeft de windvaan op het oos- het land ligt. Het is geheel uit dezelfde telijke uiteinde van de nok, waarin S. A. grote baksteen gebouwd en vertoont 1642 t"e lezen staat, het juiste jaar aan uitwendig geen sporen van wijzigingen, van deze verbetering. behoudens aan de westgevel, die met uit- Gaan wij de kerk binnen door de spits- zondering van smalle gedeelten aan de bogig omlijste ingang en sluiten wij de zilden mer kleine steen bemetseld is. deur dan zien wij in het muurwerk uit- Een tekening van Piter Idserts uit 175410) gespaard te weerszijden van de deur een geeft het kerkje weer mer een zadeldak- koker voor een sluitbalk. Ook aan de toren, die sedertdien afgebroken is en later gedichte noordingang is deze aan- vervangen door de ingebouwde toren wezig. In de LZde eeuw, toen er reeds die thans in het westelijk gedeelte van voldoende stenen huizen waren en de I d. kerk op een noord-zuid lopende kerk geen rechtsvrijheid meer vormde muur rust. zoals in de middeleeuwen, had het geen Toch maakt het kerkje geen middel- zin zich in een kerk op te sluiten ter eeuwse indruk. De betrekkelijk kleine verdediging. De sluitbalken dateren dus vensters zijn segmentbogig gesloten en met de kern van de muur uit een oudere het regelmatige metselwerk blijkt in periode en wij mogen aannemen dat een kruisverband te zijn verwerkt, een vaar- middeleeuwse kerk in 1642 ommetseld dige wijze van omgaan mer het materiaal en ook inwendig verbeterd is. De trek- die eerst in de 17 de eeuw algemeen balken rusten afwisselend op gepeer- werd. Daar sommige stenen bovendien kraalde sleutelstukken en jongere hol en

Ned. Herv. kerk Lichtaard. (Tekening \f. J. Berghuis, !972, naar opmetingen van FI. v. d. Val, 1,941,.)

W&#/A M tDDf LIEUWS IIS.\\\S 17 S5 ( ?.)

777,m 1642 (?) 777 18 5'l

o 10 l\/ :.r.:rT

95 #,rÍt{rr,x:ffi!u si#i,l,M t,,@,1t*u, Gezicht op de kerk van Lichtaard door Piter Idserts, 1754. Fríes Museum Leeuwarden. (Foto C.F.D. Groningen.)

De kerk van Lichtaard van het zuidoosten. (Foto Rijksdienst Monumentenzore.)

96 De kerk van Lichtaard van het westen. De 17de-ceuwse preekstoel in de (Foto Rijksdienst Monumentenzorg.) kerk van Lichcaard. (Foto Rijksdienst Monumentenzorg.) bol geprofileerde; aan de koorsluiting die in 1851 plaatsvond onder leiding van zijn zij alle gepeerkraald. De laatste zul- architect J. G. Rolsma. len opnieuw roegep ast zijn. Uit een aantekening in het rekeningboek De bouvrdatum 1.642 komt zeer goed blijkt dat een groor aandeel van de ver- overeen met een datering voor de preek- bouwing de toren betrof, waarvan de stoel, waaryan de kuip gebroken roog- inwendige toestand minstens evenveel panelen heeft in de trant van de Friese reparatie nodig had als het uitwendige. kasten tussen gekanneleerde zuilen met De bemetseling van de westgevel mer manchetten aan de voet. Een soortge- grauwe kleine steen vindt in deze op- lijke preekstoelkuip is in de kerk van merking een goede datering. De oostge- Reitsum te zien in sedert kort geheel vel die uit kleine gele steen bestaat en schoongemaakte en herstelde staat. Op de vormgeving van het rorentje moeten de bijbehorende trap is deze preekstoel van na 1,754 dateren, roen P. Idserts im- 1638 gedateerd. De gietijzeren ornamen- mers nog een volledige toren tekende. ten in de velden van de panelen te Mogelijk geeft een oude rekening uit Lichtaard zijn urteraard midden 1.9de- L785 aanwijzrng voor de vervanging van eeuwse toevoegingen, die waarschijnlijk de toren, daat er een grote post voor gelijktijdig zijn aangebracht mer het houtwaren in voorkomt en men deze nieuwe deurtje in het doophek en de rekening speciaal bewaard heeft. balustrade op de kraak. In de posren De vorm van de nieuwe toren sugge- van de kerkvoogdijrekenin gen zijn deze reert het in deze streken zo bekende aanschaffingen niet apart vermeld, maaÍ type gereduceerd westwerk. Inwendig waarschijnlijk verantwoord in de bui- werd een en ander op de meest simpele tengewone reparaÍíe van kerk en toren wijze opgelost.

97 De oostgevel rust op een muur van Een van de klokken is als te Genum grote baksteen, waaruit ook de bemet- zeer oud. Het opschrift geeft uitsluitsel seling van de kerk bestaat; de zijgevels over de patroonheilige van de kerk en bestaan uit vertikale houten delen die luidt: 'sanctus Petrus'. 11) Blijkens de tegen de houtkonstruktie van de klok- vorm van de klok kan deze 1.4de-eeuws kestoel getimmer d zljn, zoals bij enkele zijn. vrijstaande omtimmerde klokkestoelen De andere klok is gedateerd 1,404 en voorkomt. In de westmuur ziet men in- draagt het opschrift 'O Rex gloriae wendig een dichtgezeÍte doorgang naar Criste veni cum pace' (O Christus ko- de voormalige toren. ning der heerlijkheid kom met vrede).

Noten t) M. Gysseling, Toponymisch'Woorden- t) Dr. J. Visser was zo vriendelijk be- boek... Z.pI. 1,960. Inzake 'Vlieterpen' hulpzaam te zijn bij het ontcijferen van zie: H. Halbertsma, Terpen twssen Vlie het randschrift. cn Eems, Groningen 1,963, p. 93 en 1,48. 8) Herma M. van den Berg, Owde boww- '9) Collectie Fries Museum. t) lewnst in Menaldwmadeel, uitgave Fryske G. Bandmann, Ueber Pastopborien Akademy, ter perse. und verwandte Nebenràume in Mittel- alterlichen Kirc'benbau. Kunstgeschicht- e) Bewaard bij kerkvoogd Hilverda te liche Studien fiir FIans Kaufmann, Ber- Reitsum. De Fleer Hilverda was zo lin 1956. vriendelijk inzage te verschaffen. n) F. \7. van Agt, Gereduceerde .WestwerkenJ. J. to) Collectie Fries Museum. in het oude Friesland, Kunsthistorisch Jaarboek 1950-'51. tt) D. wijding aan de H. Gertrudis, door 5) Collectie Klokopschriften. Rijksar- Reitsma vermeld berust op verwisseling chief Leeuwarden. met de naam Lutkewierum bij Sneek. 6) Aantekeningen Grafschriften Collec- J. Reitsma, Geestelijke opkomsten 'unn tie Fryske Akademy. Oostergo, Leeuwarden 1888.

98