Download PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Noordelijk Oostergo. Dantumadeel Herma M. van den Berg bron Herma M. van den Berg, Noordelijk Oostergo. Dantumadeel. Staatsuitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1984 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/berg229noor03_01/colofon.php © 2011 dbnl / erven Herma M. van den Berg i.s.m. Herma M. van den Berg, Noordelijk Oostergo. Dantumadeel V Voorbericht Het derde deel in de serie Noordelijk Oostergo van de Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst behandelt de gemeente Dantumadeel, rechtsopvolger van de gelijknamige grietenij en ten zuiden van de stad Dokkum gelegen. In de middeleeuwen reikte het grondgebied van deze grietenij tot aan de kust van de Lauwerszee, doch in de veertiende eeuw is het oostelijk gebied zelfstandig geworden. Een vierde deel in deze serie zal de beschrijving van de monumenten van Kollumerland en Nieuw Kruisland behandelen, zoals deze grietenij na de afscheiding van Dantumadeel is gaan heten. Een overzicht van de architectuurhistorische ontwikkeling van geheel Noordelijk Oostergo en van de molenbouw in dat gebied kan een plaats krijgen in dat deel. De delen zijn nog gebaseerd op de in 1969 vastgestelde Leidraad voor de Geïllustreerde Beschrijving van Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, daar het materiaal reeds merendeels door de auteur van de serie was verzameld en bewerkt. De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur heeft op 8 februari 1983 de Leidraad herzien tegen de achtergrond van de ontwikkelingen, die zich de laatste jaren met betrekking tot het begrip monument en het begrip monumentenzorg hebben voorgedaan. Het oorspronkelijk streven uit 1903 blijft van kracht, waarbij de toenmalige Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en een beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst werd ingesteld, die opdracht kreeg een geïllustreerde beschrijving samen te stellen van alle in Nederland aanwezige architectuur en daarmee in relatie staande voorwerpen, die van belang zijn als uiting van kunst of daaraan verbonden historische herinnering. De Geïllustreerde Beschrijving zal daarbij steeds een getrouw beeld moeten geven van de verbrede aandachtsvelden, die in het geding zijn bij de bescherming van monumenten. Bij uitstek levert de Geïllustreerde Beschrijving ook een geschikt instrument tot kennisbundeling en kennisoverdracht. De Rijkscommissie streeft er thans naar tot een afronding te komen van de werkzaamheden binnen een vijftiental jaren. Dit voornemen brengt een beperking van de stof met zich mee; de afleveringen zullen minder uitvoerig worden dan de Geïllustreerde Beschrijving van Noordelijk Oostergo. Ook voor Dantumadeel geldt, wat in het Voorbericht tot Ferwerderadeel en De Dongeradelen vermeld wordt: de ontwikkeling van het gebied en de rol die de grietenijen gespeeld hebben in de loop van de geschiedenis kunnen niet los gezien worden van de omgeving. Voor de behandeling daarvan wordt daarom ook hier verwezen naar de Inleiding, die is afgedrukt in het deel Ferwerderadeel (1981). De teksten van de nederzettingsgeschiedenis van de dorpen zijn ook in het onderhavige deel van de hand van drs. L. Prins, die over de molens van G. van Wezel. Ook voor dit deel geldt dat is afgezien van de vermelding of een monument al dan niet als zodanig is geregistreerd. Eveneens is afgezien van de voorheen gebruikelijke opsomming van voorhistorische en Romeinse vondsten. Wel worden evenals in de voorgaande delen, de niet meer bestaande bouwwerken genoemd, waarvan de lokatie of een afbeelding bekend is of die uit andere bronnen bekend Herma M. van den Berg, Noordelijk Oostergo. Dantumadeel VI zijn. D.J. van der Meer verleende ook voor dit deel zijn gewaardeerde medewerking op genealogisch en eigendom-historisch gebied en wij danken hem voor zijn bereidwilligheid om zijn aan jarenlange bestudering van de bronnen ontleende gegevens ook voor dit deel ter beschikking te stellen. Het latere bronnenmateriaal is voor deze gemeente in gedrukte vorm geïnventariseerd. De Kerkvoogdij-archieven zijn door de auteur merendeels doorgewerkt. Aan boerderijen is dit gebied niet zo rijk als de voorgaande grietenijen. De verzameling Stichting Historisch Boerderij Onderzoek bezit slechts enkele schematische opmetingen van nu verdwenen boerderijen, die weergegeven zijn. Ook voor dit deel geldt, dat in volgorde behandeld worden de dorpsplattegrond, de kerk, de openbare gebouwen, de states in het dorp, overige panden en eventuele industriegebouwen in het dorp, vervolgens eventuele terpen binnen het dorpsgebied met de daarop staande of verdwenen gebouwen, zoals kloosters, states, boerderijen. Voor de zandgronden, waar geen terpen zijn, volgen direct na de dorpskom alle states en boerderijen, poldermolens en overige waterstaatwerken. Voor de spelling van de aardrijkskundige namen is de Lijst van Nederlandse Gemeenten, uitgegeven door Vuga 's-Gravenhage 1978, aangehouden. De bouwkundige tekeningen zijn van de hand van W.J. Berghuis, werkzaam bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die ook voor dit deel in voortdurende dialoog met de auteur een werkzaam aandeel had in de totstandkoming van de bouwhistorische teksten. Voor de maatzuiverheid van de tekeningen wordt ingestaan. Zij zijn getekend op schaal 1:50 en in principe uniform zes maal verkleind. De originele tekeningen en het schetsmateriaal zijn in het archief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist te raadplegen, de veldschetsen van de opgravingstekeningen in de archieven van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort c.q. van het Biologisch Archeologisch Instituut van de R.U. te Groningen. In de eerste collectie berusten de veldtekeningen van de opgravingen in de kerk van Rinsumageest, Dantumawoude en Murmerwoude. Voor de gegevens van de opgraving op het terrein van het klooster Klaarkamp kon gebruik worden gemaakt van de publikatie van H. Praamstra en J.W. Boersma uit 1977. Gebrek aan voldoende belangstelling van museale zijde voor het bouwkundig vondstenmateriaal moet de oorzaak zijn dat dit niet integraal meer bewaard is. Wij zijn hiervoor aangewezen op de nauwkeurige opmetingstekeningen van H. van der Wal in het archief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Hij maakte ook in de jaren 1943-1945 schetsopmetingen van enige kerken in het gebied, onder meer van Rinsumageest. Wegens openstaande bouwhistorische vragen deed W.J. Berghuis daar zeer gedetailleerde metingen in de jaren 1980-1983. Ook ten behoeve van de overige tekeningen deed laatstgenoemde de benodigde metingen en waarnemingen, waardoor de arcering van de tekeningen tot stand kon komen. Ten aanzien van de datering van de bouwperiodes is de gebruikelijke cijfercode toegepast, waarbij het Romeinse cijfer de eeuw aanduidt en een hoofdletter A of B de eerste dan wel tweede helft van de eeuw, terwijl met kleine letters kwarteeuwen worden aangeduid. De dorpsplattegronden zijn getekend door T. Brouwer, verbonden aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg naar de kadastrale minuutplans die te Leeuwarden bewaard worden. De grietenij Dantumadeel was destijds een der eerste die bewerkt werd en is getekend op schaal 1:50.000. De plans werden binnen de Rijksdienst fotografisch vergroot tot schaal 1:2500 en in reproduktie driemaal verkleind. Herma M. van den Berg, Noordelijk Oostergo. Dantumadeel De tegenwoordige toestand kan worden afgelezen van de luchtfoto's naar negatieven van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers; zij resulteren uit loodrechte opnamen op schaal 1:6250 en 1:6300 uit 1977 en zijn op die schaal afgedrukt. Ook de beplantingstekening van de tuin van Rinsma State te Driesum werd door T. Brouwer gemaakt in de trant van tuin- en parktekeningen van te beschermen buitenplaatsen. Het merendeel van de foto's werd gemaakt door A. van der Wal, fotograaf bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die geen moeite spaarde om tot het gewenste resultaat te komen. Tekst en inhoud van dit boek zijn tot stand gekomen mede dank zij de hulpvaardigheid van talrijke geïnteresseerden in Leeuwarden, ter Herma M. van den Berg, Noordelijk Oostergo. Dantumadeel VII plaatse en elders in den lande. Wij zijn daarvoor zeer erkentelijk en danken in het bijzonder Dr. M.P. van Buijtenen te Utrecht, die ook voor dit deel de tekst kritisch doornam en van zijn grote kennis van het gebied de auteur steeds vrijgevig deelgenoot maakte; ook de vertalingen uit het Latijn zijn, behalve wanneer anders is vermeld, van zijn hand. Bij de beschrijving van grafzerken, rouwborden e.d. is mede gebruik gemaakt van de verzameling gegevens, die op het Rijksarchief in Friesland bewaard wordt als voorbereiding tot de uitgave van volgende delen van de ‘Grafschriften tussen Flie en Lauwers’. Slechts die zerken zijn overigens vermeld, waaraan kunsthistorische betekenis kan worden toegekend. De klokopschriften zijn gevolgd naar de inventarisatie, in en kort na de Tweede Wereldoorlog gemaakt onder leiding van de toenmalige Rijksarchivaris Dr. A.L. Heerma van Voss. Alle medewerkers van bibliotheken, archieven, van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers, van het Fries Museum te Leeuwarden, ambtenaren van de gemeente Dantumadeel en particulieren, die gedurende de jaren van onderzoek de samenstellers behulpzaam waren, willen wij hier gaarne danken voor hun bereidwilligheid. Ook denken de samenstellers met genoegen aan zovele beheerders van kerkelijke eigendommen, kerkvoogden, kosters en ook aan bewoners van huizen en boerderijen, die hen over het algemeen met grote welwillendheid