Werken En Wonen in De Kleibouwstreek Werken En Wonen in De Kleibouwstreek

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Werken En Wonen in De Kleibouwstreek Werken En Wonen in De Kleibouwstreek WERKEN EN WONEN IN DE KLEIBOUWSTREEK WERKEN EN WONEN IN DE KLEIBOUWSTREEK Rapport omtrent een onderzoek gesteld in opdracht van het Ontwikkelingsschap „De Kleibouwstreek" door Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland Landbouw-Economisch Instituut Stichting Friesland voor Maatschappelijk Werk 1962 A. J. OS INGA N.V. - BOLSWARD la" ölfi Copyright 1962 A. J. Osinga N.V. -Bolsward TEN GELEIDE Bij de beëindiging van het onderzoek, dat in de Kleibouwstreek is uitgevoerd teneinde te komen tot een verantwoorde toekomstvisie, past het een nawoord te spreken, dat als voorwoord bij de publikatie kan dienst doen. Een onderzoek als dat waarvan hierna het verslag volgt kan men met tweeërlei doelstelling ten uitvoer leggen. Men kan vooreerst zodanig geboeid zijn door de problematiek van de streek, dat men zonder praktische doel­ einden zich zet aan de ontwarring van de maatschappelijke werkelijkheid en daarvan een duidelijk, op feiten gebaseerd, beeld ontwerpt. Misschien, dat er anderen komen, die van dit beeld profijt zouden kunnen hebben,— des te beter! Maar de onderzoeker heeft voor zijn arbeid dit praktische nut niet als motief nodig gehad. De tweede benadering is wezenlijk anders. Zij gaat er van uit, dat het onderzoek dient om de beleidsmensen een richtsnoer in handen te geven. Het is dan het beleid, dat om een feitelijke uiteenzetting vraagt, en dat ook behoefte heeft aan het ontwerpen van een toekomstbeeld, dat op grond van de gegeven situatie zich voor verwerkelijking leent. Deze tweede bena­ dering is van toepassing op het onderhavige onderzoek. De vraagstukken van de Kleibouwstreek mogen op zichzelf interessant zijn, steeds stond op de voorgrond bij onderzoekers en Adviescommissie: Wat zal er nu aanstonds moeten gebeuren? Wat zijn de economische en sociale mogelijkheden van het gebied? Wat is het toekomstbeeld dat door een eendrachtige samen­ werking van alle betrokkenen kan worden bereikt? Diagnose en therapie kunnen daarbij zeer wel niet altijd prettig klinken. Het valt niet op voorhand aan te nemen, dat een streek, die tal van tekorten te zien geeft van welvaart en welzijn zonder veel moeite kan worden omgetoverd in een gebied, dat aan de spits ligt van de Nederlandse gewesten. Een conclusie, zoals die in het rapport wordt getrokken, dat men verstandiger doet niet vast te houden aan het doel om de achteruitgang in zielental voor de toekomst te voorkomen en om eerder te streven naar een gezondmaking van de streek, ook al zou dat met een verdere daling van het inwonertal gepaard gaan, klinkt hard, maar is juist en daarom ook toe te juichen, omdat het geen zin heeft zich aan zinsbegoochelingen vast te klampen. Het rapport geeft aan, hoe de streek gezond gemaakt kan worden. Dat is belangrijker dan een „feest­ programma" waaraan welvaartsrapporten zich weleens hebben bezondigd. De verantwoordelijkheid voor de resultaten ligt bij de uitvoerende instituten: het Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland, het Landbouw- Economisch Instituut (afd. Streekonderzoek) en de Stichting Friesland voor Maatschappelijk Werk. Het spreekt vanzelf, dat zij zich in eerste instantie verantwoordelijk achten voor de door hen opgestelde deelrapporten, waaruit gedeelten zijn overgenomen in dit eindrapport. Namens deze instituten treden als rapporteurs op: G. Gerritsma, drs. J. H. Zoon, ir. S. van Veen, drs. W. de Jong en mr. L. H. Bouma. Aan één der deelrapporten werd medegewerkt door drs. A. J. Wichers van de Landbouw­ hogeschool te Wageningen (afd. Sociologie en Sociografie). Hun komt een woord van warme dank toe voor de nauwgezette, weten­ schappelijke wijze, waarop zij hun taak hebben volbracht. Prof. dr. Sj. Groenman, voorzitter Wetenschappelijke Adviescommissie J. Klok, voorzitter Ontwikkelingsschap „De Kleibouwstreek" INHOUD I. HET GEBIED 9 1. Naam en grenzen 9 2. Het fysisch-geografisch milieu 10 3. Het ontstaan van het cultuurlandschap 11 4. De nederzettingsvormen 11 5. Het wegenpatroon 12 6. De economische geschiedenis 13 7. Samenvatting 14 II. HET ONDERZOEK NAAR DE HUIDIGE PROBLEMATIEK 16 1. De huidige problematiek 16 2. De aanleiding tot het onderzoek 17 3. Het onderzoek 18 4. De probleemstelling 20 5. De voornaamste resultaten van het onderzoek .... 24 6. De indeling van dit rapport 26 III. DE AANTALSONTWIKKELING VAN DE BEVOLKING 27 1. Algemeen 27 2. De totale ontwikkeling van het aantal inwoners .... 27 3. De factoren die het bevolkingsverloop bepalen .... 28 4. De bevolkingsontwikkeling in de verschillende gemeenten en dorpen 30 5. Het verband tussen aantalsontwikkeling van de bevolking en de sociaal-economische ontwikkeling 32 IV. ASPECTEN VAN DE WELVAART 34 1. Algemeen 34 2. De ontwikkeling van de werkgelegenheid 34 3. De land- en tuinbouw 44 4. De industrie 54 5. Landbouwloonbedrijven 57 6. De middenstand 60 7. Samenvatting 69 V. VOORWAARDEN VOOR HET WELZIJN 72 1. Algemeen 72 2. Veranderingen in de samenstelling van de bevolking . 73 3. De functies van de dorpen 76 4. Veranderingen in het aspiratieniveau en de lokale integratie 95 5. Conclusies 102 VI. WELVAARTSASPECTEN IN DE TOEKOMST .... 105 Inleiding tot de hoofdstukken VI t/m VIII 105 1. Algemeen 106 2. Mogelijkheden voor de land- en tuinbouw tot 1970 . 107 3. Mogelijkheden voor de industrie 116 4. Pendel en forensisme 125 5. Mogelijkheden voor de middenstand 130 6. De totale ontwikkeling van de mannelijke beroepsbevolking 137 VII. TOEKOMSTIGE MOGELIJKHEDEN VOOR HET WELZIJN 139 1. Algemeen 139 2. Het werken 140 3. Het wonen 141 4. De verzorging 143 5. Het sociaal-culturele leven 145 6. Functionele samenhangen inzake de verzorging en het sociaal-culturele leven 148 7. Streeksgewijze ontwikkeling van de werkgelegenheid en van het wonen 150 8. Ruimtelijke differentiatie 151 9. Perspectief voor de samenleving 154 VIII. TOEKOMSTIGE OMVANG EN SPREIDING VAN DE BEVOLKING 157 1. Algemeen 157 2. De toekomstige bevolking van het gebied 157 3. Differentiële aantalsontwikkelingen binnen het gebied . 158 IX. OVERWEGING BIJ HET VORMEN VAN EEN BELEIDSTHEORIE 164 DEELRAPPORTEN 169 LIJST VAN BIJLAGEN EN KAARTEN 170 BIJLAGEN EN KAARTEN 172 I. HET GEBIED 1. Naam en grenzen De ,,Kleibouvvstreek" is één van de drie of vier landschappen waarin wij gewoon zijn Friesland te verdelen. In tegenstelling tct de „Walden" wordt de „Bouhoeke" gekarakteriseerd door zijn kleibodem en zijn openheid, in onderscheiding metd e „Greidhoeke" is onze streek in de gangbare opvatting getypeerd door het overwegen van akkerbouw in het agrarische productie- plan (wijzulle n zien, dat dit slechts ten dele waar is),terwij l het onderscheid met het lage midden en de zuidwesthoek ligt in de in doorsnee hoge ligging van de grond. De gangbare opvatting omvat naast een aanduiding van het fysische milieu gewoonlijk ook een karakteristiek van het bevolkingstype: het „steile", zelf­ bewuste en wat gesloten mensensoort. Welk gebied in de wandeling bedoeld wordt met de naam bouwstreek iswa t vaag; men denkt gewoonlijk aan de hoge gronden aan de Waddenkust, meer nog aan het noordoosten dan aan het noordwesten van Friesland. Bouwklei vindt men echter ook in Leeuwarderadeel, Menaldumadeel, Franekeradeel en in delen van Kollumerland en Wonseradeel. In de landbouwstatistiek wordt sedert 1957 onderscheid gemaakt tussen de landbouwgebieden „Het Bildt" (omvattend HetBildt,Barradeel en Harlingen) en de „Weide- en bouwstreek" (omvattend Franeker, Franekeradeel, Menal­ dumadeel, Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel, Westdongeradeel, Oostdongera- deel, Dokkum, Kollumerland). Het Ontwikkelingsschap „De Kleibouwstreek" omvat vand e laatstgenoemde reeksen niet: de steden Harlingen, Franeker en Dokkum en evenmin Kol­ lumerland. Waar deze studie geschiedt in opdracht van dit Ontwikkelings- schap, zullen wij de indeling hiervan aanhouden. Het gebied van de acht gemeenten zullen wij in afwijking van het spraakgebruik („Bouhoeke") en van de landbouwstatistiek („Het Bildt" en de „Weide- en bouwstreek") voor het gemak aanduiden met de naam van het Ontwikkelingsschap, zodat wij in dit rapport dus zullen spreken van de „Kleibouwstreek" (zie kaart 1). De grenzen van ons gebied zijn ten dele natuurlijk, ten dele van admini- stratieve aard: de Waddenzee, de Lauwerszee, het Dokkumerdiep, de Dok­ kumer Ee, de steden Dokkum, Leeuwarden en Harlingen (de stad Franeker vormt een enclave in het gebied) en de tot de Greidhoek behorende gemeenten Baarderadeel, Hennaarderadeel en Wonseradeel. Vooral in dit laatste gebied zijn de overgangen vloeiend en de grenzen willekeurig. Zuidelijk Menal- dumadeel en zuidelijk Franekeradeel behoren wat de agrarische bedrijfs­ voering betreft eigenlijk meer tot de Greidhoek (het Van Haringsmakanaal en de spoorlijn Leeuwarden—Harlingen duiden ongeveer de grens aan tussen Bouw- en Greidhoek). Het in dit onderzoek buiten beschouwing laten van de steden, vooral van Franeker, dat als verzorgingscentrum niet alleen geografisch, maar ook functioneel midden in de naar haar genoemde gemeente Franekeradeel ligt, en van Dokkum, dat altijd al zeer nauw gelieerd was met de Dongeradelen, kon zoals in dit rapport op verschillende plaatsen zal blijken, vanwege de onmiskenbaar aanwezige relaties met en beïnvloeding door de steden niet consequent volgehouden worden. 2. Het fysisch-geografisch milieu De bodem van ons gebied bestaat uit zeeklei van onderscheiden graden van zwaarte en dikte. Globaal genomen vallen in het gebied drie delen te onder­ scheiden: a. het oostelijk deel, omvattend Oostdongeradeel, Westdongeradeel, Ferwer- deradeel en Leeuwarderadeel, gekenmerkt door een lange doorlopende hoge rug van Leeuwarden via Stiens, Hallum en
Recommended publications
  • Jierfergadering Doarpsbelangen Blessum
    Jierfergadering Doarpsbelangen Blessum Foarsitter Thom Miedema fan Doarpsbelangen Blessum kin op 26 maart yn ‘e Marijetsjerke net allinnich doarpsgenoaten, mar ek it nije Waadhoeke-riedslid de heer Greidanus en doarpecoördinatoren de hear Dijkstra en mefrou Pauw fan Waadhoeke wolkom hite. De jûn begjint mei it yn stilte betinken fan Jetze Koster en Auke Attema, dy ’t it lêste jier ferstoarn binne. Thom betanket de Blessumers dy ’t by it ynriden fan de begraffenisauto en de folchauto ’s oan ‘e Buorren stienen. De hear Ronald Dijkstra fertelde oer syn wurk as doarpekoördinator. Hy is ien fan de amtlik koördinatoren yn Waadhoeke mei syn 41 doarpen, 29 riedsleden, 4 wethâlders en sa ‘n 46000 ynwenners.Dy 4 wethâlders hawwe allegear in tal doarpen tawiisd krigen. Kontaktwethâlder foar Blessum (en ek foar Deinum en Boksum) is wethâlder de hear Jan Dijkstra. Ferslaggen, foarsitter socht De ferslaggen fan sekretaresse Aaltsje de Jong en ponghâlder Henk Jan de Boer wurde goedkard. De beide oare bestjoersleden, Trees Klaver en Thom Miedema, trede ôf. Foar Trees wurdt Ineke Attema keazen. Thom bliuwt noch foarsitter. It bestjoer is der noch net yn slagge in ferfanger foar him te finen. Begraffenisferiening Bode Schouwstra wurdt wer foar in jier beneamd. Schouwstra ropt de oanwêzigen op in kodisyl yn te foljen sadat neibesteanden mei minder ûnwissens te krijen hawwe by slimme sykte en it ôfskie fan in dierber famyljelid of freon. Meidielings kommisjes Jeroen de Boer hat de taak op him nommen de wepside en facebook Blessum oersichtlik en by de tiid te hâlden. Dat slagget fansels noch better as Blessumers sels ek ‘nijs’ oanleverje.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 112 bron Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 112. Stichting Dimensie, Leiden 1996 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_tij003199601_01/colofon.htm © 2010 dbnl 1 Rob Resoort* Jonathas ende Rosafiere: een religieuze roman? Abstract - Although the Middle-Dutch romance Jonathas ende Rosafiere (fragments from c. 1500) has not received much attention from literary scholars, there did seem to be some agreement about the influence of the Beatrijs miracle. In 1988 Cathy Dobson concluded that Jonathas ende Rosafiere was not merely influenced by Beatrijs, but could probably be seen as an answer to this text. This article disputes Dobson's claim that in Jonathas ende Rosafiere courtly love is praised, even to the point of being considered a key to Heaven. Its affinities are with the so-called ‘Schicksalromane’ rather than with the courtly love tradition. The main subject is religious: how to deal with misfortune, afflictions and sin. There is some evidence that the work may have played a role in the urban Holy-Blood festivities, especially in Bruges. Onbemind maakt onbekend Wie kent Jonathas ende Rosafiere? Praktisch niemand. Zo ontbreekt hij bijvoorbeeld in Kienhorsts repertorium van de Middelnederlandse ridderepiek.1 Dat kan niet liggen aan het feit dat we er slechts fragmenten van hebben. Met zijn ruim 1200 verzen is hij vele malen langer dan menig ander episch fragment, waarvan de inhoud slechts dankzij Franse versies te achterhalen valt. Daarnaast zijn er nog korte fragmenten van tenminste twee drukken uit het begin van de zestiende eeuw bewaard gebleven.2 De onbekendheid is veeleer een gevolg van het geringe aanzien.
    [Show full text]
  • 'LW.19.55.3E COVM Rapportage Augustus 2019' PDF Document
    > Retouradres Postbus 8762, 4820 BB Breda Secretariaat COVM Ministerie van Defensie Vliegbasis Leeuwarden Vliegbasis Leeuwarden Postbus 16169 Sectie Communicatie 2500 BD Den Haag Keegsdijkje 7 MPC 80 A Postbus 8762 4820 BB Breda Nederland www.luchtmacht.nl Contactpersoon ELT J.M. Tol Medewerker Sectie Communicatie T +31 (0)58 234 67 00 Datum 30 oktober 2019 MDTN *06 493 6700 Betreft Klachtenoverzicht augustus 2019 [email protected] Onze referentie CLSK2019009531 Bij beantwoording datum, onze referentie en betreft Geachte heer/mevrouw, vermelden. Ingevolge de besluitvorming van de gehouden commissie vergaderingen doe ik u bij deze het klachtenoverzicht over de maand augustus 2019 toekomen. De Commandant Vliegbasis Leeuwarden A.S. Stallmann Kolonel-vlieger Bijlagen: A- Klachtenoverzicht maand augustus 2019 B- Grafiek C- Overzicht per plaats D- Persberichten Pagina 1 van 18 Rapportage klachtenoverzicht COVM Leeuwarden Augustus 2019 Melding Vlucht Reactie Nr Datum Tijd Plaats Postcode Omschrijving Categorie Aantal Type Operator Proc. D/A Factoren Uitleg Status LW14440 03-08- 15:00 LJOUWERT 8915KG Het spijt mij wel maar ondanks VLI 1 MIL KLU J D Melder meermaals E 2019 uw eerdere reacties moet ik nu geïnformeerd over de andermaal een bijna een uur (15- redenen van het blaffen, het 16 uur) hondengeblaf hier toch (bij)voeren van de dieren of weer melding van maken. Dus wisseling van dienst. Het hierbij en hopelijk kan er iets aan blijven tenslotte dieren. We gedaan worden. Zou fijn zijn. hebben begrip voor melder, maar zien geen mogelijkheid op een passende oplossing te bieden LW14442 13-08- 11:20 DRONRYP 9035VK 4 maal extreem veel lawaai direct VLI 1 MIL KLU J D Ging om viertal kisten die X 2019 over ons huis.
    [Show full text]
  • Lancering Bildt.Nu Valt Samen Met Koop Lokaal &
    dinsdag 1 december 2020 Actie Koop Lokaal & Win Bildt.nuKerst culinair Uit de regio Cultuur Feestelijke recepten van Bildt.nu wil lokale Het Bildts fotoboek kok Jacob Jensma » p14 verbinder zijn » p3 ‘Knypoog naar t ferleden’ » p9 Lancering Bildt.nu valt samen met Koop Lokaal & Win Volop drukte in de winkelstraat FOTO JELKE DE JAGER bermaand veel positiefs te halen. Door voor alle bestaande en ook nieuwe initiatie- De decembermaand is ieder het afgelopen jaar hebben veel van ons ven die de aandacht van (oud-)inwoners en jaar een maand om naar uit te het besef gekregen hoe bijzonder de bezoekers van het Bildt verdienen. De december- eigen omgeving eigenlijk is. Hoe fijn je hier kijken. Dat begint met drukte in de omgeving kunt wandelen en fietsen, Voor de actie Koop Lokaal & Win stelden maand wordt in de winkelstraten, waar de hoe prettig het hier wonen en werken is. de winkeliers meer dan 150 weekprijzen dit jaar anders Dat wisten we allang. Maar dit jaar zijn we en drie hoofdprijzen ter beschikking. Het Goedheiligman en zijn helpers dat nog meer gaan beseffen, misschien om- principe is simpel: koop gedurende de dan voorgaande cadeaus inslaan voor pakjes- dat we verder nergens anders naartoe kon- actieperiode t/m 24 december bij de deel- jaren. En toch den. Zo zijn velen van ons ook meer gaan nemende winkels voor €10,- of meer, dan avond. waarderen wat we hier eigenlijk allemaal ontvang je een voucher met een unieke valt er ook uit hebben. De winkels die ‘om de hoek’ lig- code. Deze kan worden ingevuld op www.
    [Show full text]
  • Bodemkaart Van Schaal I:Jo O Oo Nederland
    B lade West Leeuwarden Blad 6 Oost Leeuwarden Bladen 2 West en Oost (vaste land) Bodemkaart van Schaal i:jo o oo Nederland Uitgave 1981 Stichting voor Bodemkartering De minister van Landbouw en Visserij heeft de Stichting voor Bodem- kartering opgedragen een bodemkaart van Nederland te vervaardigen op de schaal l : 50 000. Deze kaart wordt uitgegeven in bladen, genum- merd volgens onderstaande indeling van de Topografische Kaart. Bij de kaartbladen behoort een toelichting, die vaak voor enkele bladen is gecombineerd. Kaart en toelichting vormen één geheel en vullen elkaar aan. Men moet du$ beide bronnen raadplegen, als men geïnformeerd wil zijn over de bodemgesteldheid van een bepaald gebied. De uitgave is verkrijgbaar bij de boekhandel en bij PUDOC, Postbus 4, Wageningen. De kaart is ook los verkrijgbaar (gevouwen en ongevouwen) bij de Stichting voor Bodemkartering, Staringgebouw, Marijkeweg 11, post- bus 98, Wageningen; (tel. 08370-1 91 00). Bovendien worden werk- bladen uitgegeven, paarop zijn alle onderscheidingen van de bodem- kaart aangegeven, maar de kaartvlakken zijn niet gekleurd. Deze werk- bladen zijn o.a. bestemd voor gebruikers die de kaarteenheden voor een speciaal doel zouden willen samenvatten, of die bepaalde facetten van de bodemgesteldheid willen bestuderen. De Stichting voor Bodemkartering is steeds bereid nadere inlichtingen en adviezen hierover te geven. Bladindeling van de BODEMKAART van NEDERLAND schaal 1:50000 Bodemkaart van Nederland Schaal i :jo ooo Toelichting bij de kaartbladen 6 West Leeuwarden 6 Oost Leeuwarden en het vaste land van de kaartbladen 2 West Schiermonnikoog en 2 Oost Schiermonnikoog Wapeningeno o 1981/ Stichting voor Bodemkartering Druk: Van der Wiel-Luyben B.
    [Show full text]
  • 'Tmeeste Ende Tgrootste Van Alle Cloisteren, Wel Begraven Mit Wyden
    Rapportage Archeologische Monumentenzorg 210 ‘Tmeeste ende tgrootste van alle cloisteren, wel begraven mit wyden graften’ Waardestellend archeologisch onderzoek naar het cistercienser- klooster Klaarkamp (gem. Dantumadeel) in september 2010 J. van Doesburg & J. Stöver ‘Tmeeste ende tgrootste van alle cloisteren, wel begraven mit wyden graften’ Waardestellend archeologisch onderzoek naar het cistercienser- klooster Klaarkamp (gem. Dantumadeel) in september 2010 J. van Doesburg & J. Stöver Met bijdragen van O. Brinkkemper, F. Laarman, J. Nienker, B. van Os & D. Spiekhout. Colofon Waardestellend archeologisch onderzoek naar het cistercienserklooster Klaarkamp (gem. Dantumadeel) in september 2010. ‘Tmeeste ende tgrootste van alle cloisteren, wel begraven mit wyden graften’ Auteurs: J. van Doesburg & J. Stöver Met bijdragen van: O. Brinkkemper, F. Laarman, J. Nienker, B. van Os & D. Spiekhout. Illustraties: M. Haars (BCL-Archaeological support), Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Frans de Vries (omslag). Opmaak en productie: uNiek-Design, Almere ISBN/EAN: 9789057992025 © Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 2012 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl 3 Samenvatting — ‘Tmeeste ende tgrootste van alle cloisteren, wel begra- delijke terreindeel en zijn enkele sleuven gegra- ven mit wyden graften’zo wordt het bij het Friese ven op het zuidelijke deel. Het archeologische Rinsumageest gelegen Cistercienzerklooster onderzoek komt deels voort uit vragen vanuit de Klaarcamp in een uit 1468 daterend spionage- gemeente Dantumadeel en de provincie Frylân rapport aan Karel de Stoute omschreven.1 Deze ten aanzien van randvoorwaarden voor eventu- beschrijving weerspiegelt de indruk die het ele toekomstige inrichtingsmaatregelen, en an- kloostercomplex op bezoekers van dit deel van derzijds uit de vraag naar de fysieke en inhoude- Friesland in de Middeleeuwen moet hebben ge- lijke kwaliteit van het noordelijke terreindeel in maakt.
    [Show full text]
  • Jurrien Rinse Gerrit Schuur ADELSHEERSCHAPPIJ EN RECHTSOMGANG
    Jurrien Rinse Gerrit Schuur ADELSHEERSCHAPPIJ EN RECHTSOMGANG De oude opvatting dat in het middeleeuwse Friesland, voordat in de 14e eeuw de hoofdelingen acte de présence gaven, geen adel zou hebben bestaan doordat graaflijkheid en leenstelsel er nooit tot wasdom waren gekomen, mag tegenwoordig worden beschouwd als achterhaald. Op dit aspect van de zaak die hier aan de orde wordt gesteld, hoef ik derhalve niet nader in te gaan. De lezer die meer wil weten over de langdurige discussie die tot dit veranderde inzicht heeft geleid, verwijs ik naar de onder noot 1 genoemde literatuur1. Bij een van de bijdragen van mij aan de bovengenoemde discussie zijn enige tijd geleden vraagtekens geplaatst. Ik heb beweerd dat de in het begin van de 15e eeuw in Franekeradeel voorkomende zogeheten tamen – dat zijn kleine gebiedjes die een functie hadden in het systeem van de rechtsomgang – mochten worden beschouwd als adellijke landgoederen2. Een van de hiervoor door mij gegeven argumenten is het kaartbeeld. Van veel tamen laat zich namelijk vaststellen dat de er toebehorende boerderijen grotere begrensde gebieden vormen, die gezien de eveneens reconstrueerbare bezitsverhoudingen zeer waarschijnlijk grotere adellijke landbezittingen zijn geweest, waaraan het recht tot deelname aan de rechtsomgang was verbonden. Tegen deze uitspraak is P.N. Noomen in het geweer gekomen3. Volgens hem zouden er in Friesland nooit zulke grote gesloten bezitseenheden hebben bestaan. Naar zijn mening zijn de tamen slechts administratieve eenheden geweest, geplaatst boven het niveau van de staten – de boerderijen die in het systeem van de rechtsomgang centraal stonden – met de bedoeling om te kunnen differentiëren tussen grote en kleine gerechtigden4.
    [Show full text]
  • Putting Frisian Names on the Map
    GEGN.2/2021/68/CRP.68 15 March 2021 English United Nations Group of Experts on Geographical Names Second session New York, 3 – 7 May 2021 Item 12 of the provisional agenda * Geographical names as culture, heritage and identity, including indigenous, minority and regional languages and multilingual issues Putting Frisian names on the map Submitted by the Netherlands** * GEGN.2/2021/1 ** Prepared by Jasper Hogerwerf, Kadaster GEGN.2/2021/68/CRP.68 Introduction Dutch is the national language of the Netherlands. It has official status throughout the Kingdom of the Netherlands. In addition, there are several other recognized languages. Papiamentu (or Papiamento) and English are formally used in the Caribbean parts of the Kingdom, while Low-Saxon and Limburgish are recognized as non-standardized regional languages, and Yiddish and Sinte Romani as non-territorial minority languages in the European part of the Kingdom. The Dutch Sign Language is formally recognized as well. The largest minority language is (West) Frisian or Frysk, an official language in the province of Friesland (Fryslân). Frisian is a West Germanic language closely related to the Saterland Frisian and North Frisian languages spoken in Germany. The Frisian languages as a group are closer related to English than to Dutch or German. Frisian is spoken as a mother tongue by about 55% of the population in the province of Friesland, which translates to some 350,000 native speakers. In many rural areas a large majority speaks Frisian, while most cities have a Dutch-speaking majority. A standardized Frisian orthography was established in 1879 and reformed in 1945, 1980 and 2015.
    [Show full text]
  • Terpen Tussen Vlie En .Eems
    • VERENIGING VOOR TERPENONDERZOEK • TERPEN TUSSEN VLIE EN .EEMS EEN GEOGRAFISCH-HISTORISCHE BENADERING DOOR • H. HALBER TSMA II • TEKST • • • J. B. WOLTERS GRONINGEN • • TERPEN TUSSEN VLIE EN EEMS VERENIGING VOOR TERPENONDERZOEK TERPEN TUS'SEN VLIE EN EEMS EEN GEOGRAFISCH-HISTORISCHE BENADERING DOOR H. HALBERTSMA Conservator bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort 11 TEKST J. B. WOLTERS GRONINGEN 1963 Uitgegeven in opdracht van de Vereniging voor Terpenonderzoek, met steun van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (Z. W.O.), het Prins Bernhard Fonds, de provinciale besturen van Friesland en Groningen, het Provinciaal Anjeifonds Friesland en het Harmannus Simon Kammingafonds Opgedragen aan Afbert Egges van Giffen door de schrijver WOORD VOORAF Het is geen geringe verdienste van de Vereniging voor Terpenonderzoek, de ver­ schijning van dit werk mogelijk te hebben gemaakt. Met nimmer aflatend ver­ trouwen heeft het Bestuur zich bovendien de moeilijkheden willen getroosten en de oplossingen helpen zoeken toen de schrijver zijn arbeid op een aanzienlijk later tijdstip voltooide dan hij zich aanvankelijk had voorgesteld, met alle gevolgen van dien. Moge de ontvangst" welke het werk vindt, de verwachtingen derhalve niet beschamen. Dank is de schrijver ook verschuldigd aan de Directeur van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort, die hem ten volle in de ge­ legenheid stelde zich geruime tijd vrijwel uitsluitend aan de samenstelling van atlas en tekst te wijden en nimmer een beroep op de hulpmiddelen van zijn Dienst afwees. Woorden van erkentelijkheid zijn niet minder op hun plaats aan het Biologisch­ Archaeologisch Instituut der R.U. te Groningen, het Provinciaal Museum aldaar, het Fries Museum te Leeuwarden, het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, de Stichting voor Bodemkartering te Bennekom, de Topografische Dienst te Delft, de Niedersächsische Landesstelle für Marschen- und Wurtenforschung te Wilhelms­ haven alsmede aan de Hypotheekkantoren te Groningen en Leeuwarden.
    [Show full text]
  • State Aid Map: the Netherlands
    C 176/10EN Official Journal of the European Union 28.7.2007 Guidelines on National Regional aid for 2007-2013 — National regional State aid map: The Netherlands (Text with EEA relevance) (2007/C 176/08) State aid N 249/07 — THE NETHERLANDS National regional State aid map 1.1.2007-31.12.2013 (1) (Approved by the Commission on 27.6.2007) Ceiling for regional invest- Name Region/ ment aid (1) NUTS II-III Commune (eligible districts) (applicable to large enter- prises) 1.1.2007-31.12.2013 1. Regions eligible for aid under Article 87(3)(c) of the EC Treaty for the whole period 2007-2013 NL11 Groningen NL111 Oost-Groningen 15 % Menterwolde (Zuidbroek; Uiterburen; Heiligelaan; Westeind; W A Schottenweg; Verspreide huizen Zuidbroek; Muntendam met Oude Verlaat; Tussenklappen; Tripscompagnie; Borgercompagnie (gedeeltelijk); Verspreide huizen Muntendam), Pekela (Boven-Pekela; Verspreide huizen Nieuwe Pekela), Scheemda (Scheemda; Eexta; Eexta-Zuid; Heili- gerlee; Scheemdermeer; Napels; Nieuw-Scheemda; 't Waar; Hamrikkerweg; Scheemderzwaag), Stadskanaal (Mussel; Ver- spreide huizen Mussel; Kopstukken; Vledderveen; Alteveer; Verspreide huizen Alteveer; Ceresdorp; Industriegebied; Dideldom; Buitengebied-Zuid), Veendam, Vlagtwedde (Ter Apel; Ter Apelkanaal; Ter Apel 't Heem; Verspreide huizen Ter Apel en Ter Apelkanaal; Agobuurt; Jipsingboermussel en Zandberg), Winschoten. NL112 Delfzijl en omgeving 10 % Appingedam, Delfzijl (Delfzijl-Centrum; Delfzijl-Noord; Delfzijl-West; Fivelzigt; Tuikwerd; Meedhuizen; Uitwierde; Ver- spreide huizen Eemskanaal (ten
    [Show full text]
  • De Rintjema's Op Rintjema State
    De Rintjema’s van de Rintjema State INHOUDSOPGAVE 1. Gryt rint, sju ma! ................................................................................................................ 1 2. Harmen Idzes van de Rintjema State: (voor-)ouders, broers en zusters ............................ 4 2.1 Stamboomoverzicht Ids Jans tot en met zijn kleinkinderen ....................................... 4 2.2 Ids Jans Sjoorda, de vader van Harmen Idzes ............................................................ 4 2.3 Ids Jans eerste vrouw: Grietje Teakes ........................................................................ 5 2.4 Jan Idzes ..................................................................................................................... 7 2.5 Grietje Idzes ............................................................................................................... 8 2.6 Ids Jans tweede vrouw: Sijke Johannes.................................................................... 10 2.7 Johannes Idzes .......................................................................................................... 13 2.8 Antje Idzes ................................................................................................................ 14 2.9 Harmen Idzes ............................................................................................................ 14 2.10 Sjoukje Idzes ............................................................................................................ 19 2.11 Jan Idzes ..................................................................................................................
    [Show full text]
  • Genealogysk Jierboekje 1980
    <X/Só\Uì<iY£K )tèRBO£KJ€ Nr. 594 ûnder redaksje fan A.L.Hempenius, D.J. van der Meer, P.Nieuwland T.G.Nijboer en D. de Vries, heraldysk meiwurker: P.Bultsma VW fr S/h Genealogysk Wurkferbân fan de Fryske Akademy Ljouwert, 1980 © Fryske Akademy - Ljouwert/Leeuwarden ISBN 90 6171 594 6 /J'VJ i' *' Printe by Offsetprinterij „Fedde Dijkstra B.V.", Ljouwert. Fan dit boek mei neat fermannichfâldige en/of iepenbier makke wurde troch printsjen, fotokopiearjen, it meitsjen fan mikrofilm of op hokker oare wize dan ek, sûnder dat de útjouwer yn 't foar syn tastimming jûn hat. FRYSKE RIE FOAR HERALDYK J1ERFERSLACH 1979/1980 De Fryske Rie foar Heraldyk hat dit jier in gefoelich ferlies lit troch it betankjen om tige respektabele redens (oare wurksumheden dy't him tefolle yn beslach namen) fan ús Heraut Frisia, J.C.Terluin te Beetstersweach. De herautsstêf waard troch him oer- droegen oan ús lid A.B.Dull tot Backenhagen, dy't sadwaande Heraut Frisia II waard. It iepen plak is ynnommen fan de hear P.Bultsma te Appelskea, dy't Terluin ek op- folge as twadde skriuwer en redakteur fan it Genealogysk Jierboekje. Hy is okkerlêst ta foarsitter fan de Nederlandse Vereniging voor Vlaggenkunde beneamd. Ek mr. R.O. de Clercq, dy't nei syn ferfarren nei Den Haach praktysk net mear oan it wurk fan ús Rie dielnimme koe, romme syn plak yn. De hear Dull die in soad oan foarljochtsjend wurk. Sa hâlde hy op 22 novimber yn it Mienskipshûs te Drylts in lezing mei dia's ûnder de titel „Een wandeling door de tuin der heraldiek".
    [Show full text]