<<

Een zestiende eeuws bestek

Het slatten van de Dokkumer Ee

Een gewichtig gezelschap bevond zich op 1 juni 1562 aan de Dokkumer Ee iets ten zuiden van bij Petterhuis aan de uitmonding van de Wurge. Daar deden de bovengenoemde leden van het Leeuwarder stadsbestuur hun beklag bij Anthonius Delvaille, raadsheer in het Hof van .

Meindert Schroor

Delvaille was in de herfst van 1561 laten wachten. zijn water niet langer in westwaartse rich- door het Hof van Friesland, het hoogste Eerder op die eerste juni 1562 was Delvaille ting kwijt. De waterstaatkundige zorg in dit rechtscollege in dat gewest, beiast met het met een stel landmeters en graafmeesters deel van Oostergo was in eerste instantie de toezicht op het slatten {uitdiepen, uitbag- (opzichters) de Ee langs geweest, waarbij verantwoordelijkheid van de aangrenzende geren) van de Dokkumer Ee. 'Ten selven men was begonnen bij de Tiessematille, de delen of grietenijen, daartoe verenigd in het daeghe syn gecompareert Jacob Sybrandts latere Verwersbrug of Kiepeloop. Een jonger zogeheten Leppaverbond, dat gaandeweg ende Tierck Walles schepens der Stede zusje van deze brug kruist nog altijd de van een rechtsinstelling tot een waterstaat- Leuwarden ende Focke Eysma raetsman Leeuwarder stadsgracht bij de Hoekstersin- kundige organisatie evolueerde. De Leppa ende Jan Jacobsz van de geswooren gel. Het eerste dee! van het protocol is het onderhield de gelijknamige zijl die ten zui- gemeente ende hebben heur gevonden by verslag van de opmetingen en 'proefborin- den van in de zeedijk lag. De invloed my Commissaris by Petterhuys aen Berle- gen' die Delvaille c.s. langs de Ee tussen van de zee strekte zich namelijk - voordat in hemer olde meer daeraen leggende soe sy en Bartlehiem hadden verricht. i583 de zijl of sluis in het hart van Iuyden dat noembden, Ende hebben Het is één van oudste waterstaatkundige werd gelegd - tot hier toe uit. in dit 'water- geprotesteert dat heur de limiten wyder bestekken in Noord-Nederland. Voordat we schap' waren , Tietjerkste- gesteit by dat deeï van Leuwarden henluy- het stuk verder onder de loep nemen, een radeel, Idaarderadeel en Smallingerland den onschaedelen wesen presenterende korte voorgeschiedenis. verenigd. Vanouds moet er een individuele tot het selve olde berlehemer meer voer onderhoudsplicht naar aangrenzing zijn hoer dardedeel te sioeten mits hebbende De Leppa geweest, die gaandeweg op de aangrenzen- tot heur huipe die van Cambuyr, Bilgaert De Dokkumer Ee bestond oorspronkelijk uit de dorpen en delen overging. Uiteindelijk ende het Nyeuwlandt'. De stad Leeuwarden een tweetal stroompjes, de Noorder en de werden die gedeeften van de grietenijen had als voornaamste belanghebbende bij Zuider Ee, die in de 13e eeuw met elkaar onderhoudsplichtig die de Ee als afwatering deze belangrijke vaarweg en afwatering rich- verbonden werden. Dit gebeurde tussen gebruikten. Uiteenlopende belangen afs die ting Dokkum en de Lauwerszee het Hof om Birdaard en Tergracht. Gracht duidt op het van de afwatering en de scheepvaart resul- deze slatting verzocht. De inschakeling van gegraven karakter van dit gedeelte, waarvan teerden na het midden van de 15e eeuw in het Hof was geen onzinnige gedachte, de kunstmatige oorsprong ter plekke ook uit toenemende onenigheid over de onder- omdat bij voorgaande slattingen steeds het rechte beloop van de overigens meande- houdswerkzaamheden en de daaraan ver- onenigheid was ontstaan over de financiële rende Ee valt af te leiden. Eén van de voor- bonden financiële plichten. inbreng van de belanghebbende steden, naamste redenen van het verbinden van de grietenijen, dorpen en kloosters. Dergelijke beide Eeën zal de geblokkeerde afwatering Onderhoudsplichten geschillen leidden er op hun beurt toe dat bij Leeuwarden zijn geweest. Door het In deze tijd was de stad Leeuwarden sterk in het moment waarop de eerste spade de dichtslibben en indijken van de - opkomst, maar zij droeg slechts de verant- grond in werd gestoken lang op zich kon boezem kon het oude land rond Leeuwarden woordelijkheid voor het kleine stukje Ee dat

Noorderbreedte 94 ] 33 Wijns aan de Dokkumer Ee. Foto Hans Koppen

Fig 2 Foto's Dikken S Hulsinga

i stad en door zijn jurisdictie, de zoge- de Ee opnieuw verbeterd (l 503-1508). Het de 'opgravinghe' met Leeuwarderadeel gele- heten Klokslag, liep. Haar commerciële belang document (fig 2) bevat een opgave van de verd. Deze buitenbuurten waren weliswaar reikte echter verder en zo zag Leeuwardera- lengte van de verschillende onderhoudsvak- in 1435 bij Leeuwarden gevoegd, maar deel in 1477 na bemiddeling kans één-derde ken uitgedrukt in roeden tussen 'bennarda Leeuwarderadeel had zich daar nooit bij van haar onderhoudsplicht, die ongeveer de tilla' (de brug van Bannerhuis bij de Leppa- neergelegd. In 1515 voegde de stadhouder heift van de Ee, nl. het gedeelte van zijl) en 'tljamma tilla' (de latere Verwers- van Kare! de Vijfde, Floris van Egmond, deze Leeuwarden tot het klooster Bethlehem brug of Kiepeloop te Leeuwarden). Waar- buitenbuurten echter definitief bij de stad. (Bartlehiem) omvatte, aan Leeuwarden over schijnlijk werd dit stuk in of kort na 1503 Leeuwarderadeel maakte in januari 1562 te dragen, in 1478 sloot het klooster Klaar- opgemaakt. De slatting van dit deel van de kenbaar dat indien de stad in deze buurten kamp een overeenkomst met de Leppa waar- Ee was in 1506 reeds voltooid. op haar ponteneur zou staan, zij daar geen in werd bepaald dat Leeuwarderadeel en bezwaar tegen zou maken, mits zij in haar Ferwerderadeel eik op eigen grondgebied Weigerachtige buitenbuurten onderhoud naar rato zou worden verlicht. zouden slatten, waarbij de eerstgenoemde Kennelijk bevond de Dokkumer Ee zich, Een alleszins redelijke oplossing die werd voor één-derde van de haar toege- getuige het bovenvermelde Leeuwarder ver- doorkruist door Cambuur en Bilgaard, die in wezen lengte hulp van de stad Leeuwarden zoek aan het Hof, omstreeks 1560 opnieuw tegenstelling tot het Nieuwland niet met de zou krijgen. Ook de dorpen in het westen in een slechte staat van onderhoud. Ook nu stad mee wensten te betalen. Om deze van West-, de zogeheten Hol- rezen er weer problemen. Doorgaans kwa- reden en vanwege een nat voorjaar met veel werder Zes moesten, daartoe bijgestaan men dan oude perkamenten en papieren op wateroverlast werd de slatting uitgesteld. door Klaarkamp en een vijftal Oostergose het kleed om ieders rechten en plichten na De onderhandelingen sleepten het daarop- grietenijen hun deel van de Ee onderhou- te gaan. Delvaiile meldde zich reeds eind volgende jaar voort en mondden in 1564 uit den. Voorts zou een nieuwe Leppazijl door oktober 1561 bij de abt van Klaarkamp met in een regeling waarbij de drie Leeuwarder de monniken van Klaarkamp worden gele- het verzoek aan hem de ter zake doende buitenbuurten contribuabel werden voor verd. Enkele jaren later sloot de Leppa een Leppabrieven te bestuderen. Zijn plan was een gedeelte Ee ter lengte van 178 roeden soortgelijke overeenkomst met het Barra- om op of omstreeks de veertiende april van (696 meter), die gelijkelijk werden afgetrok- convent te Bergum, aangaande de Lioed- het volgende jaar de werkzaamheden te ken van de aandelen van Leeuwarden en mers- of Bergumerdam (1482). doen starten. Dat was te optimistisch Leeuwarderadeel. Een week voor het begin in 1487 werd op last van Oostergo een slat- gedacht; de onderhandelingen liepen a! van de werkzaamheden op 17 april 1564, ting op de nieuwe voorwaarden uitgevoerd meteen vast, ditmaal rond de stad Leeuwar- verzochten de volmachten van de uitburen waarvan de kosten werden omgeslagen over den. Bij de slatting van 1506 hadden de drie opnieuw om uitstel, 'vermits dat haer lan- de huurwaarde van de op of via de Ee afwa- buitenbuurten onder de Klokslag van den noch onder waeter leggen'. Dit uitstel terende landerijen ffig 1). Onder de herto- Leeuwarden, Cambuur of Camminghabuur, werd tot 'corts na Pinxteren' verleend, waar- gen van Saksen werd de bevaarbaarheid van Bilgaard en het Nieuwland hun aandeel aan na het werk werd aangevat.

Noorderbreedte 94 I 34 WE S X Nauwkeurig bestek niet bijster groot. In 1503 bedroeg de lengte tot 120 cm diep zit. De graafmeesters stiet- Voordat men een begin kon maken met een van de Ee tussen Leeuwarden en Bartlehiem ten op deze plek 'voor Winsummerkercke' slatting moest een bestek worden gemaakt. volgens opgave 2319 roeden (9067 meter); (kerk van Wijns) inderdaad na 41/2 steek Delvaille en zijn land meters kwamen in 1562 modder 'opden ouden gront wesende op 2355 roeden (9208 meter) uit. Het ver- moer'. Ook aan Finkummermeer werd onder schil van circa 140 meter wordt mede ver- een laag van 1,3 meter slataarde toel aange- klaard door de uiteenlopende meetpunten troffen. die bij beide opnames werden gebruikt. Van die 2355 roeden kwamen uiteindelijk 1451 Kosten roeden voor rekening van Leeuwarderadeel Na het verslag van de opmeting geeft het en de rest (903) voor rekening van Leeuwar- document een begroting van personeel, den. De kosten werden als extra aanslag werktempo en kosten. Men had op zijn weg omgeslagen over de florenen, de muntsoort 84 'grachten ofte inwaeteringen ende daer- waarin sedert 1506 de huurwaarde van de toe sesthien meeren ofte invaerten' aange- landerijen en huizen werd uitgedrukt en troffen. Vergelijking met de huidige topo- waarover de gelijknamige floreenbelasting grafische kaart wijst uit dat dit aantal, werd geheven. Nameting op de topografi- behoudens de onder de uitbreidingen van sche kaart schaal 1:25.000 bevestigt hoe de stad Leeuwarden verdwenen sloten, nau- secuur de landmeters te werk gingen. Het is welijks van het huidige aantal afwijkt. Die tijd hun voetsporen eens te volgen. moesten alle tijdelijk worden afgedamd. Wybe lansz schatte de kosten van het graven Klei, toe! en moer en opwerpen van de slataarde op de aan- Het eerste vak van Tiessematille tot Oldega- grenzende landerijen op 4 rijdersguldens leyen (nu Drooge Haven, de plek waar de per voet. Uitgaande van een werkploeg van opvaart van het vroegere klooster Galilea 16 man a raison van 6 stuivers de man per uitmondde) werd 180 roeden (704 meter) dag, 'Ende soude hy getuyghe tseive werck lang bevonden. De Ee was hier ruim 22 daervoor wel wiïlen aannemen', maar niet meter breed ('vijff roeden ende acht voe- voor een geringer bedrag. Vanaf tot ten'). Op dit punt meldt de rapporteur aan de molen van Bartlehiem zou men vol- Detail van de kaart van de Dokkumer Ee uit 1736 van P. Idserts. De advies ingewonnen te hebben van Wybe gens hem aan hout spijkers en andere mate- kaart werd vervaardigd ten behoeve van slattings werkzaamheden rialen ten behoeve van de dammen wel 1500 onder leiding van Wiliem Loré. Foto Dikken & Hutsinga lansz 'eertyts geweest synde graeffmeester op verscheyden plaetzen' met betrekking Caroliguldens extra moeten spenderen. Zijn waarin zaken stonden als de op te graven tot het storten van de slataarde ('moddere') deskundigheid, zo verklaarde hij onder ede, lengte, de waterdiepte, de aard van de en de kosten van opgraven per roede. Enig ontleende Wybe lansz aan 'meenige gelycke bodem, de kosten per roede en wie waar sia- spitwerk op 59 meter ten westen van de tille wercke' en het feit dat hij nog deze zomer taarde op zijn land moest gedogen. Omdat wees uit dat daar bijna 2 meter slataarde graafmeester was geweest 'te Harlingen op baggermotens nog onbekend waren, werd lag, 'eerdat men comt opden ouden gront het Blockhuys aldaer'. De tweede getuige, het gehele werk op de schop uitgevoerd. ofte boedem wesende grauwe cley'. Dan Gercke Fockes uit , kwam met een Men begon met het slaan van dammen aan gaat men op dezelfde wijze verder langs de gelijkluidende prijsopgaaf. Beide weten de beide uiteinden van de Ee. Dan volgde het Bilgaardervaart of Kalksloot richting Lek- hoge extra kosten van 1500 Caroliguldens leggen van 'indammen' aan de lage 'Woltsy- kurn. Bijna 800 meter voorbij dit dorp lag niet alleen aan de dammen maar ook aan de' {de oostoever), waarmee de talloze zij- meer dan 2 meter slataarde, waaronder zich het 'oosen (hozen) ende droech houden' sloten en vaarten werden afgedamd. Vervol- 'blauwe kley' bevond. Ongeveer op de grens van de Ee. gens gebeurde hetzelfde met de zijsloten op van Leeuwarderadeel en Tietjerksteradeel Hoewel niet bekend is wie van beide aanne- de westelijke oever. Uiteindelijk kwam de iets ten zuiden van de uitmonding van Brit- mers de werkzaamheden tenslotte heeft uit- bodem droog te liggen en konden de eigen- summermeer trof men 'thoel' (toel) aan, gevoerd, biedt dit vroege bestek een fraai lijke graafwerkzaamheden beginnen. Fries voor een bruine, venige aardiaag. Die inzicht in de wijze waarop, dergelijke vee! De berekening was doorgaans tamelijk venigheid neemt noordwaarts gaande toe. voorkomende waterstaatkundige werken nauwkeurig en werd uitgevoerd met een De bodemkaart geeft bij Wijns knippolder- destijds werden uitgevoerd.Nb meetketting. De onderlinge afwijkingen zijn vaaggronden aan, waar het veen slechts 80

Noorderbreedte 94 I 36