Wumkes.Nl PROMOTOR: MGR PROF
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VOLK IN FRIESLAND BUITEN DE KERK wumkes.nl PROMOTOR: MGR PROF. DR A. J. M. MULDERS wumkes.nl VOLK IN FRIESLAND BUITEN DE KERK ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE H. GODGELEERDHEID AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT VAN NIJMEGEN, OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS PROF. DR L. J. ROGIER, HOOGLERAAR IN DE FACUL TEIT DER LETTEREN EN WIJ S BEGEERTE, VOLGENS HET BESLUIT VAN DE THEO LOGISCHE FACULTEIT OPENBAAR TE VERDEDIGEN IN DE AULA VAN DE UNI VERSITEIT OP VRIJDAG 10 DECEMBER 1954 DES NAMIDDAGS TE 4 UUR, DOOR RUDOLF JOZEF STAVERMAN O.F.M. GEBOREN TE AMSTERDAM TE ASSEN BIJ VAN GORCUM & COMP. N. V. - G. A. HAK § DR. H. J. PRAKKE wumkes.nl Dit werk zal als Publicatie van het Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut worden opgenomen in de reeks BOUWSTENEN VOOR DE KENNIS DER MAATSCHAPPIJ onder de titel: BUITENKERKELIJKHEID IN FRIESLAND i wumkes.nl Pil Parentis Animae Matrique Praedihctae wumkes.nl wumkes.nl Inhoud INLEIDING 1 HOOFDSTUK I SOCIOGRAFISCHE SCHETS VAN DE BUITENKERKELIJKHEID IN FRIESLAND IN VERBAND MET NEDER LAND EN HET BUITENLAND 4 PARAGRAAF 1. KERKELIJK EN NIET-KERKELIJK (ONKERKELIJK, BUITENKERKELIJK) EN VERWANTE BEGRIPPEN 5 I. Gelovig en niet-gelovig 6 II. Kerkelijk en niet-kerkelijk (onkerkelijk, buitenkerkelijk) ... 7 1. kerk 7 2. het criterium voor kerkelijk en niet-kerkelijk 8 3. de betrekkelijkheid van de begrippen kerkelijk en niet- kerkelijk 13 4. de norm van de volkstelling 16 III. Kerks en niet-kerks 17 PARAGRAAF 2. DE BUITENKERKELIJKHEID IN NEDERLAND EN BIJZONDER IN FRIESLAND 18 I. De buitenkerkelijkheid in Nederland 18 1. algemeen beeld 18 2. regionale en locale analyse 20 3. sociale analyse 22 II. De buitenkerkelijkheid in Friesland 25 1. godsdienstige structuur 25 2. optreden en ontwikkeling van de buitenkerkelijkheid ... 28 3. locale analyse 31 a. relatieve ontwikkeling 36 b. absolute ontwikkeling 38 4. sociale analyse 39 PARAGRAAF 3. VERGELIJKING MET DE SITUATIE IN HET BUITENLAND ALS WEG TOT BEPALING EN OPLOSSING VAN HET PROBLEEM DER BUITENKERKELIJK HEID IN NEDERLAND EN BIJZONDER IN FRIESLAND 41 I. Buitenkerkelijkheid in andere landen 41 wumkes.nl II. Het probleem van de buitenkerkelijkheid in Nederland en met name in Friesland 44 III. Mogelijke oplossing 47 HOOFDSTUK II HET ONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN DER BUITENKERKELIJK HEID IN FRIESLAND 50 PARAGRAAF 1. HET ONDERZOEK INGEZET 50 I. Buitenkerkelijkheid het gevolg van maatschappelijke oorzaken 50 II. Buitenkerkelijkheid het gevolg van geestelijke oorzaken ... 53 1. de buitenkerkelijkheid het gevolg van de vrijzinnigheid in het algemeen 53 2. de buitenkerkelijkheid het gevolg van de vrijzinnigheid in de vorm van het Modernisme 57 III. Buitenkerkelijkheid het gevolg van psychologische oorzaken 58 PARAGRAAF 2. VOORTZETTING VAN HET ONDERZOEK 60 I. Buitenkerkelijkheid en maatschappelijke factoren 62 II. Buitenkerkelijkheid en geestelijke factoren 68 III. Buitenkerkelijkheid en psychologische factoren 71 HOOFDSTUK III DE ONTBINDING DER VOLKSKERK 77 PARAGRAAF 1. DE NEDERLANDS-HERVORMDE KERK AAN HET BEGIN VAN DE 19E EEUW 77 PARAGRAAF 2. DE ORTHODOXIE IN DE SCHADUW VAN EEN VERLICHT CHRISTENDOM 81 I. De heersende richting 81 II. De rechtzinnige minderheid 84 1. binnen de Hervormde Kerk 85 2. in conventikels en oefeningen 88 3. de Afscheiding 90 III. Nabeschouwing 96 PARAGRAAF 3. NIEUWE KRACHT IN BEIDE STROIMINGEN 98 I. De Groninger richting 98 wumkes.nl II. Het Fries Réveil 103 1. de Gereformeerde stroming 105 2. De Doperse stroming 111 a. het Baptisme 112 b. de Vrije Evangelische gemeenten 113 3. de mystieke stroming 115 III. Nabeschouwing 116 PARAGRAAF 4. DE STRIJD TUSSEN HET NIEUWE LICHT EN DE OUDE BELIJDENIS IN VERSCHILLENDE VORMEN 120 I. Het nieuwe licht 121 1. het nieuwe licht in de Hervormde Kerk 121 2. het nieuwe licht in de vrijdenkerskringen 136 3. het nieuwe licht onder het volk 143 II. De oude belijdenis 156 1. de Christelijk-Gereformeerde Kerk en de secten als toe vluchtsoorden 158 2. het verweer binnen de Hervormde Kerk 159 PARAGRAAF 5. HET VERLIES VAN DE „KLEINE LUYDEN" 165 I. Het plattelandsproletariaat 165 II. De socialistische beweging 173 1. opkomst en ontwikkeling 173 2. godsdienst en kerk 135 3. invloed op het plattelandsproletariaat 192 III. De Doleantie 199 HOOFDSTUK IV BUITENKERKELIJKHEID EN LEVENSBESCHOUWING VAN DICHTE IJ 206 PARAGRAAF 1. HET ONDERZOEK EN DE RESPONDENTEN 2"9 I. Opzet en verloop van het onderzoek 219 II. Keuze en bijzonderheden van de respondenten 211 PARAGRAAF 2. HET VERLEDEN VAN DE RESPONDENTEN MET BETREKKING TOT GODSDIENST EN KERK 212 I. Godsdienstig-kerkeliik milieu 2 ' 2 1. kerkelijke genealogie . 2'3 2. godsdienstige practijken in het ouderlijk huis 21u wumkes.nl II. Honderd mensen in en om de kerk 218 1. de kerk in hun vroeger leven 218 2. motieven van buitenkerkelijkheid 220 a. de kerk is overbodig 221 b. conflict tussen kerk en persoonlijkheid 221 c. ergernis over de tegenstelling tussen leer en leven . 222 d. het verraad aan de arbeiders 223 PARAGRAAF 3. GEDACHTEN OVER GOD EN CHRISTUS, LEVEN EN DOOD 225 I. God 225 II. Christus 228 III. De zin van het leven 229 IV. De dood 232 PARAGRAAF 4. GODSDIENST EN KERK IN DENKEN EN DOEN 234 I. Het oordeel over godsdienst en kerk 235 II. Godsdienst en kerk in het leven 238 1. gebed en kerkgang van de respondenten 238 2. godsdienstig-kerkelijke opvoeding van de kinderen . 239 PARAGRAAF 5. BUITENKERKELIJKHEID EN HUMANISTISCH VERBOND 241 NABESCHOUWING 247 SUMMARY 255 LIJST VAN TABELLEN 258 LITERATUURLIJST 260 BIJLAGEN wumkes.nl INLEIDING E BUITENKERKELIJKHEID blijft een verontrustend verschijn sel. Want laat het waar zijn, dat buitenkerkelijkheid niet D vlotweg met geloofsafval gelijk gesteld mag worden, dat ontkerkelijking niet zonder meer identiek is met ontkerste ning, en dat heel het proces der ontkerkelijking toch ook zuiverend op de kerken gewerkt kan hebben, het is ook waar, dat de massale uittocht, waaronder de kerken leden en nog lijden, tenslotte een afscheid van het Christendom kan betekenen, en dat buitenkerke lijkheid voor talloos velen gelijk staat met een volslagen geestelijke ontreddering. De kerken weten zich in de wereld verlegen, omdat zij hun eenheid in Christus naar buiten maar jammerlijk demon streren en ook daarom voelen zij zich verlamd in hun apostolaat onder de buitenkerkelijke massa, maar toch dragen zij de buiten kerkelijkheid als een grote zorg op het hart en zij niet alleen. Het Humanistisch Verbond deelt in de bewogenheid en de bezorgdheid der kerken, omdat het besef heeft van de leegheid en de oppervlak kigheid binnen buitenkerkelijke groepen en mensen. Dit geldt ook voor Friesland, waar de buitenkerkelijkheid van oude datum is, eerder dan overal elders massale afmetingen aannam, daarna bij iedere volkstelling weer in omvang bleek toegenomen en tot op de huidige dag in het kerkelijk landschap zo sterk af steekt. Wanneer deze buitenkerkelijkheid in Friesland als een zorg wekkend verschijnsel beschouwd moet worden, niet alleen voor Christendom en kerken, maar ook voor land en volk van Friesland, dan moge heel Friesland met een studie over de buitenkerkelijkheid in dit gewest gediend zijn. De keuze van dit onderwerp is te verklaren bij iemand, die tien jaar lang nauw betrokken was bij het „Apostolaat Minderbroeders Friesland", dat in 1933 uit de verontrusting over de toenemende buitenkerkelijkheid werd geboren en dat thans onder de auspiciën van de „Sint Willibrord Vereniging" vanuit Drachten, St. Jacobi- parochie, Bergum en Oosterwolde in Friesland opereert.1 De dage- 1 Vgl. W. VAN DER MEER O.F.M., Apostolaat Minderbroeders Friesland 1933-1951, in: Bijdrage tot de Kerkgeschiedenis van Friesland, Franeker 1951, 232-239. 1 wumkes.nl lijkse arbeid leidde als vanzelf tot dit onderwerp en daarom kan deze studie gelden als een vrucht van het „Apostolaat Minderbroe ders Friesland". Tegelijkertijd is dit een afscheid van ons werk en vooral een vaarwel aan het onvergetelijke team van medebroeders en medewerkers, zonder wie deze studie en vooral het laatste ge deelte niet geschreven had kunnen worden. Behalve de eigen werkkring was het ook de arbeid van anderen, die de aandacht richtte op dat deel van het volk van Friesland, dat buiten de kerk leeft. Het nog altijd klassieke werk van Kruijt1, dat ook de buitenkerkelijkheid in Friesland behandelt, stimu leerde tot verdere studie. Niet minder werd de interesse voor dit onderwerp geprikkeld door de interessante publicaties, die Algra 2 en Sixma van Heemstra 3 aan de buitenkerkelijkheid in dit gewest wijdden. Tenslotte heeft ook het „Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut" (Sociologisch Research Centrum) door de deskundige wijze, waarop het de problemen der buitenkerkelijkheid aan de orde stelt en benadert, op bijzondere wijze tot het tot stand komen van deze studie bijgedragen. Is de keuze van het onderwerp hierdoor verklaarbaar geworden, de verantwoording van de keuze ligt tenslotte in het onderwerp zelf. De buitenkerkelijkheid van Friesland is in sterke mate een plattelands-buitenkerkelijkheid en als zodanig duidelijk onder scheiden van gelijksoortige verschijnselen in de stedelijke samen levingsvormen. Het is waar, dat ook Noord-Holland en Groningen een sterke plattelands-buitenkerkelijkheid kennen. Toch is het gewettigd het verschijnsel in Friesland apart in studie te nemen, omdat de buitenkerkelijkheid in dit gewest eerder dan elders zich in massale vorm vertoond heeft. Deze studie, die deels sociografisch deels historisch werd opgezet, valt uiteen in drie gedeelten. Eerst zal het verschijnsel der buitenkerkelijkheid in Friesland aan de hand van het cijfermateriaal in optreden en verdere ont wikkeling, locaal en sociaal gedifferentieerd, worden vastgesteld (Hoofdstuk I). 1 J. P. KRUIJT, De onkerkelikkeid in Nederland, Haar verbreiding en oorzaken. Proeve ener sociografiese verklaring, Groningen-Batavia z.j. (1933). 2 H. ALGRA, De onkerkelijkheid in Friesland, in: Fries Dagblad, 28 en 30 September en 28 October 1949 en 4, 5, 7 , 8 en 10 Juli 1950. Vgl. ook H. ALGRA, Modernisme in Friesland, in: Fries Dagblad, 29 Februari en 1, 3, 7, 8, 11, 12 en 13 Maart 1952. Vgl. literatuurlijst. 3 F.