<<

Wijzigingsplan bestemmingsplan

Zuiderdiep 115.

Wijzigingsplan bestemmingsplan Drouwenermond

Zuiderdiep 115.

Datum: 5 november 2012

Inhoud 1 Inleiding ...... 5

1.1 Aanleidng ...... 5

1.2 Planologische regeling ...... 5

1.3 Leeswijzer ...... 6

2. Planbeschrijving ...... 7

2.1 Ruimtelijke structuur ...... 7

2.2 Functionele structuur ...... 7

3. Beleid ...... 8

3.2 Provinciaal beleid ...... 8

3.3 Gemeentelijk beleid ...... 8

4. Omgevingsaspecten ...... 10

4.1 Ecologie ...... 10

4.2 Archeologie ...... 11

4.3 Cultuurhistorie ...... 11

4.4 Water ...... 11

4.5 Milieuzonering ...... 12

4.5.1 Bedrijven en milieuzonering ...... 12

4.5.2 Besluit milieueffectrapportage ...... 12

4.6 Geluidhinder ...... 12

4.6.1 Akoestisch onderzoek...... 13

4.7 Bodem ...... 13

4.8 Luchtkwaliteit ...... 13

4.9 Externe veiligheid ...... 14

4.10 Verkeer ...... 15

5. Uitvoerbaarheid ...... 17 5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid ...... 17

5.2 Economische uitvoerbaarheid ...... 17

5.3 Conclusie ...... 17

BIJLAGEN ...... 18

Bijlage 1 Watertoets ...... 19

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek ...... 23

TOELICHTING

Plangebied (bron: Google Earth) 1 Inleiding

1.1 Aanleidng Aan het Zuiderdiep 115 te Drouwenermond staat een schoolgebouw. Deze school heeft tot en met het schooljaar 2010/2011 dienst gedaan als basisschool De Kruiplank. De school is eigendom van de gemeente Borger-. De gemeente Borger-Odoorn is nu voornemens het perceel met schoolgebouw te verkopen. De toekomstige eigenaren, hierna te noemen initiatiefnemers zijn voornemens het gebouw te veranderen in een woning met kantoor en opslagruimte. Het huidige pand zal hiervoor intern worden verbouwd en initiatiefnemer wil graag ook de mogelijkheid voor de bouw van nog een bijgebouw. De perceelsgrens wordt bovendien enigzins aangepast. Het terrein achter het perceel Zuiderdiep 113 wordt namelijk eigendom van de bewoner van Zuiderdiep 113 en wordt als "tuin" ingericht behorend bij dat perceel.

figuur 1: gebouw, zuiderdiep 115 te Drouwenermond

1.2 Planologische regeling In het vigerende bestemmingsplan Drouwenermond (vastgesteld raad 25-3-2010) heeft het betreffende perceel de bestemming Maatschappelijk. De gronden zijn onder andere bestemd voor educatieve, religiezeu en sociaal-culturele doeleinden. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in dit bestemmingsplan om deze maatschappelijke bestemming te wijzigen in de bestemming Wonen.

figuur 2: uitsnede vigerend bestemmingsplan

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Borger-Odoorn heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan het veranderen van de bestemming voor het perceel Zuiderdiep 115 te Drouwenermond in "wonen met een in de woonomgeving passende bedrijvigheid".

Voorliggend bestemmingsplan is er op gericht om een woning met aan huis gebonden bedrijf en een bijgebouw met een oppervlakte van 75 m2 aan de achterkant van het bestaande pand mogelijk te maken.

1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het plan. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. Tenslotte gaat hoofdstuk 5 in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

2. Planbeschrijving

2.1 Ruimtelijke structuur Het perceel Zuiderdiep 115 gelegen in Drouwenermond (gemeente Borger-Odoorn). Het betreft een perceel van ongeveer 2600 m2 met een schoolgebouw, een schoolplein en bijbehorend groen. Initiatiefnemers zijn van plan het huidige schoolpand dat op dit perceel staat intern te verbouwen tot woning met kleinschalige bedrijvigheid (kantoor en opslag).

Het huidige schoolgebouw is gelegen in het "lint" van Drouwenermond. Deze lintbebouwing is kenmerkend voor het veenkoloniale gebied waarin het plangebied is gelegen. Lintbebouwing is een bebouwde omgeving aan één (of twee) zijde(n) van een straat/kanaal met een typisch lineaire structuur. De linten volgen de structuren van de oorspronkelijke veenontginning. Drouwenermond is een éénzijdig lintdorp. Het perceel ligt aan de noordzijde van het nog in tact zijnde kanaal. Achter het lint is geen bebouwing. Aan het zuiden van het lint is ter hoogte van het perceel Zuiderdiep 115 geen bebouwing aanwezig. Aangezien er een interne verbouwing plaatsvindt van het huidige pand en eventueel een bijgebouw zal worden gebouwd aan de achterkant, zal de bestaande lintstructuur niet worden aangetast.

figuur 3: overzicht plangebied, Zuiderdiep 115 is rood omcirkeld (bron: Google-Earth)

De indeling van het huidige perceel Zuiderdiep 115 zal worden gewijzigd. De erfgrens tussen Zuiderdip 113 en 115, zal recht naar achteren worden doorgetrokken. Dit past in de structuur van de (lint-)kavels aan het Zuiderdiep.Door deze aanpassing zijn alle kavels "rechtlijnig" geworden. Het stuk grond achter de woning van Zuiderdiep 113 zal worden ingericht als tuin, behorend bij Zuiderdiep 113. De oppervlakte van het perceel 115 wordt ongeveer 2400m2.

2.2 Functionele structuur Initiatiefnemer is voornemens om het bestaande pand te verbouwen en dan te gebruiken als woning met gepaste bedrijvigheid, opslag atelier en het geven van workshops. De huidige functie van het perceel veranderd daarmee van (basis)school naar wonen met aan huis gebonden beroep. 3. Beleid Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Er wordt ingegaan op het Provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met de genoemde ontwikkeling.

3.2 Provinciaal beleid Omgevingsvisie Provinciale staten van hebben op 2 juni 2010 de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein.

Ten aanzien van wonen, zet de provincie onder ander in op het realiseren van aantrekkelijke, gevarieerde en leefbare woonmilieus (die voorzien in de woonvraag). Daarnaast richt de provincie Drenthe zich op regionale afstemming en kwaliteit. De kwaliteit van de inrichting van de woonomgeving is in de eerst plaats een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De provincie gaat er van uit dat de gemeenten woonplannen opstellen, waarin op planmatige en samenhangende wijze het woonbeleid van de gemeente invulling krijgt en eigen keuzes inzichtelijk worden gemaakt. De gemeentelijke woonplannen vormen de basis voor de op de stellen regiovisies.

3.3 Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan Het vigerend ruimtelijk gemeentelijk beleid van het plangebied is vastgelegd in het bestemmingsplan Drouwenermond (vastgesteld op 25 maart 2010) Zoals in paragraaf 1.2 is weergegeven heeft het plangebied hierin de bestemming "Maatschappelijk". De wijziging van het gebruik van het pand van school tot woning met aan huis gebonden beroep, past binnen de regels van dit geldend bestemmingsplan.

Structuurvisie Op 9 december 2010 is de Structuurvisie Borger-Odoorn vastgesteld. Deze structuurvisie verbeeldt en beschrijft de strategische ruimtelijke visie op de ontwikkeling van het grondgebied van de gemeente Borger-Odoorn voor de komende 10-20 jaar.

Op de visiekaart (zie figuur 4) behorend bij deze structuurvisie is af te lezen dat het plangebied is gelegen in een gebied waar de cultuurhistorische linten dient te worden versterkt.

figuur 4: Uitsnede visiekaart structuurvisie Borger-Odoorn

De structuurvisie zet in op het versterken van de bestaande woonomgeving. kwaliteit staat daarbij voorop. Met betrekking tot de lintdorpen, waar het plangebied deel van uitmaakt, wordt aangegeven dat incidentele woningbouw binnen de veenkoloniale linten de stedenbouwkundige samenhang binnen een lint kan versterken.

In dit geval is er geen sprake van nieuwbouw, maar hergebruik van een bestaand gebouw. Dat op een passende wijze wordt ingevuld binnen het "lint".

4. Omgevingsaspecten Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortkomen voor deze onderbouwing. Het uitgangspunt is dat er goede afwegingen met betrekking tot de omgevingsaspecten worden gemaakt. In de volgende paragrafen wordt hier op ingegaan..

4.1 Ecologie Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming Voor wat betreft de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/of om gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. Binnen een straal van 3 kilometer van het plangebied ligt een EHS gebied. Het perceel Zuiderdiep 115 te Drouwenermond ligt niet in het EHS gebied, maar op circa 2,5 km. Het dichtsbijzijnde Natura-2000 gebied is het Drouwenerzand op circa 6,5 kilometer. In figuur 5 is de 3km zone zichtbaar gemaakt. Het EHS gebied is groen omlijnd. Het dichtsbijzijnde Natura- 2000 gebied Drouwenerzand ligt (aan de westkant) buiten deze 3 km. zone.

plangebied

figuur 5: 3 km-zone rondom plangebied (bron: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000)

Gezien de afstand en de aard van de ontwikkeling (van school naar wonen) is geen effect op het EHS gebied te verwachten. Ten aanzien van gebiedsbescherming zijn er dan ook geen belemmeringen voor het plan.

Soortenbescherming De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. Op grond van deze wet mogen er geen beschermde planten en dieren (en hun verblijfplaatsen) die in de wet zijn aangewezen, verstoord worden. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode- Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. De voorgenomen ontwikkeling betreft een interne aanpassing van het gebouw. Deze heeft geen invloed op het (potentieel) leefgebied van beschermde soorten. Ten aanzien van soortenbescherming zijn er geen belemmeringen.

4.2 Archeologie Op grond van het Verdrag van Malta en de daaruit voortvloeiende Wet op de archeologische monumentenzorg, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het plangebied.

Aangezien het bestemmingsplan de mogelijkheid biedt voor de bouw van nog een bijgebouw is het gemeentelijk archeologiebeleid geraadpleegd. Uit de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Borger-Odoorn blijkt dat het perceel een middelhoge of lage verwachting (veenkoloniaal gebied) op archeologische vondsten heeft. Het advies volgens de archeologische beleidskaart voor dergelijke gebieden is een veldinspectie.

Aangezien er in eerste instantie niet gebouwd wordt is archeologisch onderzoek niet nodig. Mocht men in de toekomst een bijgebouw plaatsen dan geldt de plicht om te gaan onderzoeken bij vondsten. Als er wel vondsten worden gedaan, dan dient hiervan direct melding te worden gedaan bij de provinciaal archeoloog.

4.3 Cultuurhistorie In 2010 is in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen dat gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden. De provincie Drenthe heeft de cultuurhistorie in kaart gebracht middels de Cultuurhistorische kompas.

Uit deze kaarten blijkt dat het perceel Zuiderdiep 115 te Drouwenermond is gelegen aan weg met lintbebouwing (éénzijdig): Lijnelementen van de cultuurhistorische hoofdstructuur voor de provincie Drenthe betreffende geselecteerde lintbebouwing, ontginningsassen, vaarten of kanalen, prehistorische routes, historische routes, markegrenzen alsmede de Semslinie. De laatste vier categorieën zijn of helemaal niet of slechts hier en daar nog zichtbaar in het landschap, waarbij het weer zichtbaar maken wellicht een meerwaarde op kan leveren.

Aangezien de huidige bebouwing blijft bestaan, blijft de lintbebouwing intact en vormt dit cultuurhistorisch element geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.

4.4 Water Een belangrijke ontwikkeling in het waterbeleid is de Watertoets. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa's. Voor dit plan is de digitale watertoets van het waterschap ingevuld. De standaardreactie van het waterschap is in bijlage 1 opgenomen. Hieruit blijkt dat het plan geen invloed op het watersysteem heeft.

Geconcludeerd kan worden dat er geen consequenties zijn voor het watersysteem en dat er ten aanzien van water geen belemmeringen zijn voor dit plan.

4.5 Milieuzonering

4.5.1 Bedrijven en milieuzonering Het milieubeleid en de daarop gebaseerde regelgeving spelen een belangrijke rol bij het ruimtelijke ordeningsbeleid. Beide beleidsterreinen richten zich op de bescherming van de kwaliteit van de (leef)omgeving. In ruimtelijke plannen wordt de situering van milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) ten opzichte van elkaar (milieuzonering) geregeld. In de toelichting bij een ruimtelijke onderbouwing dient aangegeven te worden op welke wijze aan dat beleid gestalte wordt gegeven. De VNG-brochure "bedrijven en milieuzonering" (2009) is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Hierin staan de richtafstanden van bedrijven tot bebouwing aangegeven. Deze richtafstanden hebben betrekking op geur, stof, geluid en gevaar. Wordt aan de richtwaarden van deze brochure voldaan, dus liggen de bedrijven voldoende ver van het plangebied, dan kan worden aangenomen dat de bedrijven niet worden beperkt in hun mogelijkheden door de voorgenomen realisatie van een woning.

Het plangebied is gelegen binnen een woongebied. Nabij het pand aan het Zuiderdiep 115 is op circa 100 meter een perceel met een bedrijfsbestemming. Hierbij gaat het om een caravanstalling (Zuiderdiep 125). De caravanstalling staat niet expliciet genoemd in de VNG-brochure. Bij handel in auto's en accessoires hoort een grootste zoneringafstand (VNG-brochure ) van 30 m (voor geluid). Een caravanstalling zal zeker geen hogere zoneringsafstand hebben dan die van een autohandel. Aangezien het plangebied niet binnen een straal van 30 meter van de caravanstalling is gelegen, zijn er geen belemmering voor een woning op het Zuiderdiep 115.

4.5.2 Besluit milieueffectrapportage In de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage is vastgelegd dat voorafgaande aan het ruimtelijke plan dat voorziet in een grootschalig project met belangrijke nadelige milieugevolgen een milieueffectrapport opgesteld dient te worden. De activiteiten waarvoor een MER-rapportage opgesteld moet worden is opgenomen in de bijlage van het Besluit MER. Overigens wordt onderscheid gemaakt tussen een MER-beoordeling (categorie D), waarbij het bevoegd gezag een beslissing kan nemen of een MER nodig is of een verplicht MER (categorie C).

De woning waar dit bestemmingsplan in voorziet, is niet opgenomen op de C-lijst of D-lijst van het Besluit m.e.r.. Een milieueffectrapportage is dan ook niet nodig. Bovendien gaat het om een kleinschalige verandering, waardoor evenmin een milieueffectbeoordeling nodig is.

4.6 Geluidhinder De wet geluidhinder merkt woningen aan als geluidgevoelige objecten. In het kader van de Wet Geluidhinder bevinden zich langs alle wegen geluidszones, met uitzondering van woonerven en wegen waar een maximumsnelheid van 30km/uur geldt. Het Zuiderdiep ter plaatse van het plangebied kent een maximum snelheid van 70 km/uur. Het pand staat op ongeveer 15 meter van de weg. Indien geluidgevoelige objecten binnen een geluidzone worden geprojecteerd, dient akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Binnen de bebouwde kom, alwaar het plangebied is gelegen, bedraagt de zonebreedte voor tweestrookswegen die, gerekend vanuit de as van de weg, aan weerszijden van de weg in acht moet worden genomen 200m. Daarmee ligt het gebouw dat als woning zal fungeren binnen de geluidszones van vorengenoemde weg.

Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of Burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor woningen binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel 48dB (Wet geluidhinder 2006). Bij het voorbereiden van een plan dat geheel of gedeeltelijke betrekking heeft op grond behorende bij een zone, dienen burgemeester en wethouders een akoestisch onderzoek in te stellen. Indien de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van 48dB te boven gaat, kunnen, mits gemotiveerd, burgemeester en wethouders een hogere waarde vaststellen (artikel 83 van de Wet Geluidhinder).

4.6.1 Akoestisch onderzoek. Door Buijvoets Bouw- en Geluidsadvisering is een akoestisch onderzoek uitgevoerd, d.d. 28-6-2012. Uit het onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde met 10dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt echter niet overschreden. De maatregelen die voor de woning getroffen dienen te worden om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen, bijvoorbeeld het toepassen van stil asfalt of het aanbrengen van een geluidscherm tussen de weg en de woning, ontmoeten overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard. Daarom moet voor de woning een hogere grenswaarde worden aangevraagd van 55 dB. Burgemeester en wethouders hebben zich in principe bereid verklaard medewerking te willen verlenen aan de toepassing van de hogere grenswaarde. Daarom vormt het geluidsaspect geen belemmering voor de uitvoering van onderhavig wijzigingsplan.

Het akoestisch onderzoek is als bijlage 2 aan deze toelichting gevoegd.

4.7 Bodem Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen bij ruimtelijke plannen en projecten in het kader van de Wet bodembescherming te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. In 2011 is er al een bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel Zuiderdiep 115 te Drouwenermond. Resultaat van dit onderzoek (Klijn Bodemonderzoek BV, d.d. 19 oktober 2011, projectnummer 11KL308) is dat er geen vervuiling is aangetroffen.

Dit onderzoek is separaat beschikbaar.

4.8 Luchtkwaliteit Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft de luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkelingen, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of; • een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het ministerie van VROM in samenwerking met InfoMil een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan “niet in betekenende mate” bijdraagt aan luchtverontreiniging. Door het extra aantal voertuigbewegingen en het aandeel vrachtverkeer in te vullen, wordt een worstcase scenario berekend.

Het extra aantal voertuigen door de realisatie van een extra woningen wordt geschat op maximaal 7 voertuigbewegingen per etmaal. In de rekentool zijn daarom zeven voertuigbewegingen ingevuld (zie tabel 1). Uit de rekentool blijkt dat het project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit en dat er ten aanzien van luchtkwaliteit geen belemmeringen zijn voor de uitvoering van het plan. Hieronder is nog de rekentool opgenomen.

tabel 1: worst-case berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit

Bovendien is het aantal verkeersbewegingen van een school veel groter dan van een woning. De verandering van een school in een woning (met passende bedrijvigheid) zal voor de luchtkwaliteit dan ook geen negatieve gevolgen hebben.

4.9 Externe veiligheid Vanuit een goede ruimtelijke ordening is het van belang te kijken naar functie die gevaar kunnen opleveren in of in de nabijheid van het plangebied. Op grond van de AMvB Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wordt daarom gekeken naar zogenaamde risicovolle inrichtingen. Ingevolge het Bevi is sprake van een kwetsbaar object indien het een gebouw betreft “waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn.

Inrichtingen Binnen een straal van 2 kilometer van het plangebied liggen geen inrichtingen die gevaar op kunnen leveren voor de bewoners. Er zijn dan ook geen belemmeringen voor dit plan.

Transport gevaarlijke stoffen en buisleidingen Daarnaast wordt gekeken naar vervoer van gevaarlijke stoffen en hoofdgasleidingen. Doel hiervan is om zowel individuele personen als groepen mensen een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. figuur 6: uitsnede risicokaart (bron: http://nederland.risicokaart.nl) wegen Op circa 1000 meter ligt de Provinciale weg N374 (Borger-Stadskanaal). Deze weg ligt op een zo grote afstand van het plangebied, zodat het buiten de invloedsfeer van de weg valt. Er liggen geen van belang zijnde water- en spoorwegen in de nabijheid van het plangebied. De wegen vormen dan ook geen belemmering voor de realisatie van een woning met bedrijvigheid aan huis aan het Zuiderdiep 115 te Drouwenermond.

Buisleidingen De dichtstbijzijnde buisleiding is een Aardgasleiding NEN 3650-leiding (53823 - 000438-003) diameter: 10,94 inch, werkdruk:66,20 bar) is van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en ligt op circa 1000 meter van het plangebied. Vanwege deze grote afstand van de buisleiding tot het plangebied en de kleinschaligheid en aard van het plan (Een woning in plaats van de huidige school), zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen woningbouw.

4.10 Verkeer Zoals gesteld in paragraaf 4.8 worden er maximaal 7 voertuigen per etmaal verwacht. Doordat er voor een school meer voertuigen komen, wordt er van uitgegaan dat het aantal verkeersbewegingen voor dit perceel afneemt. Er is voldoende ruimte om op het perceel te parkeren. De woning is goed bereikbaar vanaf het Zuiderdiep, een doorgaande weg van Stadskanaal naar . Het plangebied is goed bereikbaar en een toename van het aantal voertuigen is te verwaarlozen, dat er geen problemen te verwachten zijn door de maatschappelijke bestemming te veranderen in een woonbestemming (met gepaste bedrijvigheid). figuur 7: Wegenstructuur nabij plangebied (bron: Google-Earth)

5. Uitvoerbaarheid Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een planologische ontwikkeling. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Voor de wijziging van het bestemmingsplan is dient een wijzigingsprocedure ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, juncto afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht te worden gestart. Op grond van deze procedure is het wijzigingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

5.2 Economische uitvoerbaarheid Het gaat in casu om een particulier initiatief. Er zijn, anders dan het toepassen van de procedure, voor de gemeente geen kosten aan het plan verbonden. De wijziging van het planologisch regime zou planschade als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening tot gevolg kunnen komen. Om de eventueel uit te keren planschade niet ten laste van de gemeente te laten komen zal hiervoor een overeenkomst met initiatiefnemer worden afgesloten.

5.3 Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het initiatief zowel uit maatschappelijk en economisch oogpunt uitvoerbaar is. Daarnaast is niet gebleken van milieubelemmeringen en van beletselen uit ruimtelijk- planologisch oogpunt. Er zijn dan ook op basis van het bestemmingsplan geen belemmeringen om tot het verlenen van de vergunning over te kunnen gaan.

BIJLAGEN

Bijlage 1 Watertoets

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING

Akoestisch onderzoek

woning in voormalige

school Zuiderdiep 115

Drouwenermond.

Adviseur : ing. Wim Buijvoets

Opdrachtgever : RO Advies

Contactpersoon : dhr. Douwe Bethlehem

Datum : 28 juni 2012 Werknummer : 12.113

Hyacinthstraat 101 Telefoon : 0541-532343 mobiel : 06-54763258 Website : www.buijvoets.nl KvK Enschede : 08094436 7572 BB Oldenzaal Telefax : 0541-532349 banknr : 1791.38.901 E-mail : [email protected]

Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd conform de R.V.O.I ’98, incl. wijzigingen en aanvullingen, zoals gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage op 12-november 1997 (een samenvatting van hoofdzaken is bij ons kantoor opvraagbaar)

INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE I

1 INLEIDING 1

1.1 Wijzigen bestemmingsplan t.b.v. het bouwplan en de Wet geluidhinder ...... 1

1.2 Grenswaarden ...... 2

1.3 Berekening geluidbelasting ...... 3

2 GELUIDBELASTING WEGVERKEERSLAWAAI 4

2.1 Verkeerscijfers...... 4

2.2 Berekening geluidbelasting ...... 4

2.3 Resultaten en toetsing...... 5

2.4 Maatregelen reductie geluidbelasting...... 5

2.5 Conclusie...... 6

BIJLAGEN

bladzijde

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina i

1 INLEIDING

In opdracht van R.O. Advies is een akoestisch onderzoek ingesteld naar de geluidbelasting door wegverkeerslawaai op de gevels van de geplande woning in de voormalige school aan de Zuiderdiep 115 te Drouwenermond, gemeente Borger-Odoorn. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens : - situatie met positie woning van de opdrachtgever, - verkeersgegevens van de gemeente Borger-Odoorn.

De situatie is weergegeven in de tekening in bijlage I.

1.1 Wijzigen bestemmingsplan t.b.v. het bouwplan en de Wet geluidhinder

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan of vaststelling van een projectafwijkingsbesluit een akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Het akoestisch onderzoek bepaalt de geluidsbelasting aan de gevel van de geluidsgevoelige bestemming die vanwege de weg/spoorweg en/of industrielawaai wordt ondervonden. Het onderzoek is alleen noodzakelijk als de geluidsgevoelige bestemming binnen de wettelijke geluidszone van de weg/spoorweg/industrieterrein gesitueerd is.

Wegverkeer In artikel 74.1 van de Wgh is aangegeven dat wegen aan weerszijden van de weg een wettelijke geluidszone hebben waarvan de grootte is opgenomen in onderstaande tabel. Wettelijke geluidszones van wegen :

Aantal rijstroken stedelijk gebied buitenstedelijk gebied 1 of 2 rijstroken 200 m 250 m 3 of 4 rijstroken 350 m 400 m 5 of meer rijstroken 350 m 600 m

De zone is gelegen aan weerszijden van de weg en begint naast de buitenste rijstrook. Eventuele parkeerstroken, voet- of fietspaden en vluchtstroken worden niet tot de weg gerekend en vallen binnen de zone. De zone langs een weg omvat het gebied waarbinnen extra aandacht moet worden geschonken aan het geluid afkomstig van de betrokken weg. Binnen een zone moet worden gestreefd naar een akoestisch optimale situatie. Dit betekent dat er bij nieuwe ontwikkelingen, zoals het opstellen van bestemmingsplannen, het verlenen van (individuele) bouwvergunningen en het aanleggen van infrastructurele werken, het akoestische aspect van de plannen direct in kaart moet worden gebracht. Zodoende kan in een vroeg stadium worden onderkend of plannen doorgang kunnen vinden danwel of maatregelen nodig zijn om een akoestisch gunstig klimaat te creëren.

De hiervoor genoemde zones gelden niet voor :  wegen die zijn aangeduid als woonerf (art 74.2);  wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt (art 74.2).

De geplande woning ligt in “buitenstedelijk” gebied binnen de wettelijk vastgestelde geluidszone, als bedoeld in art. 74 van de Wet geluidhinder, van de Zuiderdiep.

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 1

1.2 Grenswaarden

De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting LDEN op de gevels van een woning t.g.v. een weg bedraagt 48 dB. Onder bepaalde voorwaarden kan, indien voor de geplande woning een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is, door B & W een ontheffing worden verleend tot een hogere grenswaarde van maximaal 53 dB in “buitenstedelijk” gebied. Voor een vervangende woning (geluidgevoelige bestemming) ligt de maximale waarde 5 dB hoger en bedraagt 58 dB. Om een hogere grenswaarde aan te kunnen vragen moet worden voldaan aan twee voorwaarden : - de optredende geluidbelasting moet lager zijn dan de maximaal toelaatbare gevelbelasting, in dit geval 53 dB of 58 dB voor vervangende bouw (art 83 lid 2 van de Wgh), - de situatie moet passen in het gemeentelijk geluidsbeleid ten aanzien van vaststelling van de hogere grenswaarden.

Vervangende nieuwbouw De kwalificatie van een bouwplan als "vervangende nieuwbouw" binnen de zone van een weg betekent dat hierop niet de regeling en normstelling voor "nieuwe situaties" maar van "bestaande situaties" van toepassing is. Het begrip vervangende nieuwbouw is met name van toepassing op stadsvernieuwingsgebieden. Van "vervangende nieuwbouw kan alleen sprake zijn bij nieuwbouw van woningen en/of andere geluidsgevoelige bestemmingen op open plaatsen, die ontstaan zijn ten gevolge van recente sloop, met dien verstande dat het bebouwingsvolume en de situering in hoofdzaak onveranderd blijven (het aantal geluidgehinderden mag in principe niet toenemen). Voor stedelijke situaties geldt er een

maximale hogere grenswaarde van Lden = 68 dB (na aftrek ex. artikel 110g van de Wet geluidhinder c.q. artikel 3.6. van het Meet en Rekenvoorschrift wegverkeerslawaai). Het begrip vervangende nieuwbouw is thans ook van toepassing voor (bepaalde) buitenstedelijk situaties, er geldt een maximale hogere grenswaarde van Lden = 58 dB (na aftrek ex. artikel 110g Wgh). Een zekere flexibiliteit is hierbij mogelijk, een beperkte wijziging in maatvoering en bestemmingen is mogelijk. Met name in stadsvernieuwingsgebieden is de historische bestemming veelal bepalend of een bouwplan aangemerkt kan worden als vervangende nieuwbouw. Zo zal een solitair bedrijfje of pakhuis in een overwegende woonomgeving veelal vroeger de bestemming "wonen" hebben gehad. De bewijslast van deze "historische bestemming" ligt bij de gemeente. Deze dient aan te tonen dat er geen ingrijpende wijziging van stedenbouwkundige vorm of functie zal plaatsvinden en dat het aantal geluidgehinderden niet significant zal toenemen. Een duidelijke motivatie en toelichting bij het plan zal in dit kader noodzakelijk zijn.

Infomil, de vraagbaak van de overheid voor overheden en adviseurs, geeft het volgende weer : “Art. 51 (nieuwe geluidszones) en art. 61 (bestaande geluidszones) bevatten een regeling voor vervangende nieuwbouw. Daarbij mag de vervanging niet leiden tot een ingrijpende wijziging van de bestaande stedebouwkundige functie of structuur. Ook mag er geen wezenlijke verhoging van het aantal geluidsgehinderden ontstaan bij toetsing op bouwplanniveau voor ten hoogste 100 woningen. Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan, mag een hogere waarde tot 65 dB(A) worden vastgesteld.

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 2

De omzetting van school naar woning is geen ingrijpende wijziging van de bestaande stedebouwkundige functie of structuur. Er vindt geen wezenlijke verhoging plaats van aantal geluidsgehinderden.

De verwachting is dat veel gemeentes in hun geluidbeleid de oude ontheffingscriteria voorlopig zullen volgen uit het inmiddels vervallen Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen. De in dit Besluit gestelde voorwaarden hebben betrekking op het onvoldoende doeltreffend zijn van de mogelijke bron- en overdrachtsmaatregelen, dan wel op het ontmoeten van overwegende bezwaren van stedebouwkundige, landschappelijke of financiële aard. De gemeente Borger Odoorn heeft geen geluidbeleid en volgt de oude ontheffingscriteria. Voor het verkrijgen van een hogere grenswaarde dient voor wegverkeerslawaai de procedure gevolgd. Daarbij hoort de ter visielegging van het akoestisch onderzoek.

1.3 Berekening geluidbelasting

De op de woning invallende geluidbelasting LDEN kan worden bepaald met een rekenmodel, volgens het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006, standaard-methode I of II. In deze situatie is binnen de randvoorwaarden gebruik gemaakt van de rekenmethode I. Deze methoden zijn gebaseerd op het berekenen van de geluidemissie (afhankelijk van het aantal en type voertuigen, het soort wegdek, de rijsnelheid en enkele correctiefactoren) en de geluidoverdracht tussen de weg en de immissiepunten (geplande woninggevels).

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 3

2 GELUIDBELASTING WEGVERKEERSLAWAAI

2.1 Verkeerscijfers

Bij het berekenen van de geluidbelasting wordt rekening gehouden met een prognose van de verkeersgegevens voor een weekdag in de toekomstige situatie over minimaal 10 jaar (2022). De weg- en verkeersgegevens voor 2020 zijn afkomstig van de gemeente Borger- Odoorn zoals in tabel I weergegeven en opgenomen in het rekenblad in bijlage I. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de autonome groei van het verkeer afvlakt. Er is daarom gerekend met een autonome groei van gemiddeld 1% tot 2022 hetgeen als een “worst case” benadering kan worden gezien. Voor de dag-, avond- en nachtuurverdeling en percentage voertuigcategorieën is gerekend met kengetallen voor vergelijkbare wegen. Op 1 km zuidelijker ligt de doorgaande N-374 voor het doorgaande verkeer waardoor het percentage vrachtverkeer op het Zuiderdiep met 5% relatief laag is aangehouden.

TABEL I : overzicht weg- en verkeersgegevens

omschrijving Zuiderdiep

- etmaalintensiteit weekdag 2011 2602 - etmaalintensiteit weekdag 2021 2654 - dag/avond/nachtuurintensiteit % 6.80/3.25/0.63% - percentage motorrijwielen - - percentage lichte motorvoertuigen 95% - percentage middelzw vrachtwagens 3% - percentage zware vrachtwagens 2% - wettelijke rijsnelheid km/uur 80 - wegdek DAB

2.2 Berekening geluidbelasting

Berekend is de invallende geluidbelasting LDEN bij de geplande woning, dat is de gemiddelde geluidbelasting van de dag, avond en nachtperiode.

Toetsing van de geluidbelasting aan de grenswaarden gebeurd volgens de Wgh per weg. Alvorens de geluidbelasting te toetsen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB mag de berekende waarde op grond van art. 110g van de Wet geluidhinder worden verminderd met 2 dB (i.v.m. het stiller worden van motorvoertuigen) voor wegen met een wettelijke maximum snelheid van 70 km/uur en hoger. De geluidbelasting is berekend conform het gestelde in het “Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006” ex art 110d van de wet geluidhinder. De geluidbelasting is berekend op een waarneemhoogte van 1.5 en 4.5 m boven het maaiveld. Toetsing van de geluidbelasting aan de grenswaarden gebeurd volgens de Wgh per weg. Voor de rekeninvoergegevens en resultaten wordt verwezen naar de berekening in bijlage I.

In tabel II is de geluidbelasting LDEN opgenomen op een hoogte van 1.5 en 4.5 m en de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde.

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 4

TABEL II: overzicht berekende geluidbelasting LDEN

hoogte Zuiderdiep incl aftrek overschrijding eis GA;k

1.5 55 7 24 4.5 55 7 24

2.3 Resultaten en toetsing

Voor de rekenmodelgegevens en resultaten wordt verwezen naar bijlage I. De geluidbelasting op de woning bedraagt maximaal 58 dB waarmee de voorkeursgrenswaarde van 48 dB met 10 dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB in “stedelijk gebied” wordt niet overschreden. Hogere waarden worden alleen verleend bij ruimtelijke ontwikkelingen die voldoen aan zogenaamde ontheffingscriteria. - De Wet geeft een aantal hoofdcriteria (overwegingen) voor het mogen toepassen van de hogere waarde, er moet onderzoek gedaan zijn waaruit blijkt dat de hogere waarde noodzakelijk is om het plan mogelijk te maken; - Uit het onderzoek moet blijken dat maatregelen (bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger) om te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde niet doeltreffend zijn (bezwaren stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard).

2.4 Maatregelen reductie geluidbelasting

Maatregelen om de geluidbelasting te reduceren worden onderzocht in de volgorde bronmaatregelen en overdrachtsmaatregelen.

Bronmaatregelen Het geluid door een voertuig wordt veroorzaakt door motor- en bandengeluid. In de loop der jaren zijn voertuigen, met name vrachtwagens veel stiller geworden, daar is in de rekenmethode al rekening mee gehouden. De verwachting is dat voertuigen in de toekomst nog stiller worden. Door toepassing van de zgn tijdelijke aftrek wordt daar rekening mee gehouden. De initiatiefnemer van het bouwplan ten behoeve waarvan dit akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd heeft geen invloed op het reduceren van het motor- en bandengeluid aan het voertuig. Wel is het mogelijk een reductie te krijgen op het bandengeluid door aanpassing van het wegdektype. In de onderstaande tabel staan de reducties van een aantal stillere wegdekken bij snelheden van 80 km/uur t.o.v. DAB waar mee is gerekend.

Reductie wegdek t.o.v. DAB SMA 0/6 dunne deklaag A dunne deklaag B Snelheid 50 km/uur 0.9 3.3 4.3

Het aanbrengen van stil asfalt levert een reductie op van ruim 4 dB waar mee nog een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde plaats vindt. 2 De kosten van het toepassen van stille wegdekken bedragen bij een prijs van € 100,-/m excl. BTW en een oppervlakte van ca 75 x 7 = 525 m2 € 52.500,- excl. BTW. De wegbeheerder zal niet instemmen voor de aanpak van een klein wegdeel omdat dit onderhoudstechnisch en bij de gladheidbestrijding tot problemen leidt. Stil asfalt over een korte lengte kan uit civieltechnisch oogpunt niet wordt verlangd.

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 5

Overdrachtsmaatregelen Overdrachtsmaatregelen (geluidschermen, wallen,) langs de weg(en) zijn niet reëel en/of effectief. Voor voldoende effect moet een scherm over een grote lengte zijn aangebracht en met voldoende hoogte (>5 m) om ook de bovenste bouwlaag af te schermen. Bovendien is een scherm uit stedebouwkundig oogpunt niet gewenst en zijn de kosten onevenredig hoog.

Maatregelen aan de gevels Wanneer een hogere grenswaarde wordt verleend zijn maatregelen aan de gevels

noodzakelijk. De vereiste geluidwering GA;k bedraagt maximaal (57 – 33 =) 24 dB voor de voorgevels. De kosten van de maatregelen zijn sterk afhankelijk van de keuze voor het ventilatiesysteem. Wanneer wordt gekozen voor een natuurlijke toevoer via openingen in de geluidbelaste gevel zijn susroosters noodzakelijk. De suskasten voor de verblijfsruimten komen dan i.p.v. normale roosters. De meerkosten voor de susroosters bedragen ca € 500,- excl. BTW er van uitgaande dat zo veel mogelijk via de minder belaste gevels wordt geventileerd. Tot een geluidwering van 27-28 dB kan met normale dubbele HR++ beglazing in de belaste gevels worden volstaan. In dit geval moet voor de voorgevel rekening worden gehouden met geluidwerend glas en een verbeterde kierdichting. De totale meerkosten voor geluidwerende maatregelen worden voorlopig geraamd op ca € 1.000,- excl. BTW.

2.5 Conclusie

De maatregelen die voor de woning getroffen dienen te worden om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen, ontmoeten overwegende bezwaren van stedebouwkundige, landschappelijke of financiële aard. Voor de woning wordt een hogere grenswaarde aangevraagd van 55 dB.

De voorwaarden waaronder een "hogere waarde" kan worden verleend, zijn gegeven in het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen", laatstelijk gewijzigd op 21 april 1989, als volgt :

Art. 83 lid 1 Wgh kan alleen worden toegepast als maatregelen om de geluidbelasting tot 48 dBA te beperken onvoldoende doeltreffend zijn dan wel "overwegende bezwaren" ontmoeten van stedebouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard; en verder alleen in de volgende gevallen, waarin nog niet geprojecteerde woningen buitenstedelijk gebied binnen de bebouwde kom dan wel in stedelijk gebied, die 1e. in een dorps- of stadsvernieuwingsplan worden opgenomen, of 2e door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige akoestische afschermende functie gaan vervullen voor andere woningen, in aantal tenminste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend, of 3e. ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid, of 4e. door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen, of 5e. ter plaatse gesitueerd worden als vervanging van bestaande bebouwing.

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 6

De ontheffingsgrond in de onderhavige situatie is : - vervanging van bestaande bebouwing voor één woning

In alle gevallen waarin ontheffing wordt verleend, worden eisen gesteld aan het binnenniveau en de indeling van de woning. Aan de voorwaarde dat moet worden gestreefd dat er tenminste één geluidluwe gevel aanwezig is wordt voldaan. De binnenwaarde, waaraan bij het realiseren van de nieuwe woning zal moeten worden voldaan, bedraagt 33 dB. Na dat het definitieve ontwerp gereed is kunnen de noodzakelijke geluidwerende maatregelen aan de gevels worden vastgesteld.

Ing. Wim Buijvoets.

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond pagina 7 BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING

Bijlage I

Luchtfoto situatie

rekenblad

Woning Zuiderdiep 115 Drouwnermond

voet 200 met er 80

BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING

Berekening geluidbelasting wegverkeerslawaai standaard methode I (RMG-2006) blad 1

Bouwplan : Woning Zuiderdiep 115 Drouwenermond Projectnr 12.113 Adres of rekenpunt : gevel begane grond Datum : 28-06-12 Straatnaam : Zuiderdiep Type wegdek : 0 DAB (referentie) Jaartal verkeerscijfers : Etm.intensiteit : mtgvn daguurintensiteit 6,80% 180 mtvgn/u Jaartal prognose : 2021 Etm.intensiteit : 2654 mtgvn avonduurintensiteit 3,25% 86 mtvgn/u Groeipercentage % breedte hard gebied [m]: 3 nachtuurintensiteit 0,63% 17 mtvgn/u

Waarneemhoogte 1,5 m. Resultaten in dBA EDEN 72,9 Wegdek hoogte 0,0 m. Dafstand 12,7 Afstand weg 18,5 Coptrek 0,0 Dlucht 0,14 Kortste afstand r 18,5 m. Creflectie 0,0 Dbodem 3,41 Afstand kruispunt 0,0 m. Czichthoek 0,0 Dmeteo 0,98 Afstand obstakel 0,0 m. Ctotaal 0,0 Dtotaal 17,2 Bodemfactor 0,84 LDEN 55,7 Objectfractie 0,00 aftrek 2 Zichthoek 127 grenswaarde 48 dB LDEN 54 overschrijding nvt dB

Emissiegegevens dagperiode avondperiode nachtperiode snelh (V Cwegdek verdeling int. (Q) emissie verdeling int. (Q) emissie verdeling int. (Q) emissie

km/uur [dB] % mvtgn/u [dBA] % mvtgn/u [dBA] % mvtgn/u [dBA] lichte mtgvn 70 95,0% 171,4 71,7 95,0% 81,9 68,5 95,0% 15,8 61,3 middelzware mtvgn 70 3,0% 5,4 62,1 3,0% 2,6 58,9 3,0% 0,5 51,7 zware mtvgn 70 2,0% 3,6 63,1 2,0% 1,7 59,9 2,0% 0,3 52,8 bromfiets 0 - 0,0% 0,0 0,0 0,0% 0,0 0,0 0,0% 0,0 0,0 motorfiets 70 - 0,0% 0,0 0,0 0,0% 0,0 0,0 0,0% 0,0 0,0 totaal 100% 180,5 72,7 100% 86,3 69,4 100% 16,6 62,3

Straatnaam : Z uiderdiep Type wegdek : 0 DAB (referentie) Jaartal verkeerscijfers : Etm.intensiteit : mtgvn daguurintensiteit 6,80% 180 mtvgn/u Jaartal prognose : 2021 Etm.intensiteit : 2654 mtgvn avonduurintensiteit 3,25% 86 mtvgn/u Groeipercentage % breedte hard gebied [m]: 3 nachtuurintensiteit 0,63% 17 mtvgn/u

Waarneemhoogte 4,5 m. Resultaten in dBA EDEN 72,9 Wegdek hoogte 0,0 m. Dafstand 12,8 Afstand weg 18,5 Coptrek 0,0 Dlucht 0,14 Kortste afstand r 18,9 m. Creflectie 0,0 Dbodem 2,86 Afstand kruispunt 0,0 m. Czichthoek 0,0 Dmeteo 0,47 Afstand obstakel 0,0 m. Ctotaal 0,0 Dtotaal 16,2 Bodemfactor 0,84 LDEN 56,7 Objectfractie 0,00 aftrek 2 Zichthoek 127 grenswaarde 48 dB LDEN 55 overschrijding nvt dB

Hyacinthstraat 101 Telefoon : 0541-532343 mobiel : 06-54763258 Website : www.buijvoets.nl KvK Enschede : 08094436 7572 BB Oldenzaal Telefax : 0541-532349 banknr : 1791.38.901 E-mail : [email protected]