<<

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Systeembeschrijving beheersgebied Oude IJssel

Inhoud Introductie in de systeembeschrijvingen ...... 3 1 Samenvatting Beheersgebied Oude IJssel ...... 4 2 Algemene informatie ...... 9 2.1 Gebiedsbegrenzing en indeling ...... 9 2.2 Bodem en ondergrond ...... 10 2.3 Historie ...... 15 2.4 Landschap en landgebruik ...... 19 2.5 Natuur...... 21 3 Watersysteem ...... 24 3.1 Algemeen: Beheersgebied Oude IJssel ...... 24 3.2 Oude IJssel en Aastrang ...... 27 3.3 Boven Slinge, Bielheimerbeek en Wisch-beken ...... 28 3.4 Keizersbeek ...... 29 3.5 Waalse water ...... 30 4 Waterkwantiteit ...... 31 4.1 Peilbeheer...... 31 4.2 Waterbalans ...... 33 4.3 Afvoerkarakteristieken ...... 35 5 Waterveiligheid en -overlast ...... 38 6 Waterkwaliteit ...... 42 6.1 Algemene waterkwaliteit ...... 42 6.2 Chemische kwaliteit ...... 43 6.3 Ecologie ...... 45 6.4 Stedelijke waterkwaliteit ...... 49 6.5 Zwemwater...... 49 7 Grondwater ...... 51 7.1 Ondiep (freatisch) grondwater ...... 51 7.2 Kwel en wegzijging ...... 51 7.3 Grondwateronttrekking & -stroming ...... 52

1

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

7.4 Grondwaterkwaliteit ...... 53 8 Maatschappelijke functies ...... 54 8.1 Cultuurhistorie en watererfgoed ...... 54 8.2 Beroepsscheepvaart ...... 55 8.3 Recreatie ...... 55 9 Beheer en onderhoud ...... 58

2

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Introductie in de systeembeschrijvingen De systeembeschrijvingen zijn opgesteld onder verantwoording van de systeemkenners van de Unit Waterbeheer. Zij hebben ook de taak om gegevens waar nodig te corrigeren, te actualiseren en aan te vullen. Op- of aanmerkingen kan je mailen naar [email protected] of direct aangeven bij de systeemkenners Rutger Engelbertink ( en ), Anne- Rieke Reurink-Vuurens (Baakse Beek), Rianne Bredenhoff-Bijlsma (Liemers-) of Wouter Akkerman (Oude IJssel).

Doel : Snel een algemene indruk krijgen van het functioneren van een watersysteem en/of een thema binnen het beheersgebied.

In de systeembeschrijvingen zijn per beheersgebied relevante gebiedskenmerken beschreven die niet (snel) veranderen, zoals: de (hoogte)ligging, historie, bodem en ondergrond en algemene aspecten t.a.v. afvoerkarakteristieken, watersysteem, peilbeheer, wateroverlast, veiligheid, waterkwaliteit, beheer en onderhoud, ecologie, etc.

Via de teksten wordt dus vrij algemene (gebieds)kennis ontsloten. Aanvullingen en verbeteringen zijn altijd welkom.

Kaart A: 5 Beheersgebieden van WRIJ

3

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

1 Samenvatting Beheersgebied Oude IJssel

Historie en landgebruik (Hoofdstuk 2) Helemaal in het westen van het beheersgebied ligt het hogere “Oost-Nederlands plateau”. Hier dagzomen zeer oude bodemlagen. De oppervlakkige bodem in de rest van het beheersgebied is later gevormd tijdens, tussen en na de laatste ijstijden. Belangrijke processen uit deze periode waren: . De vorming van de stuwwallen (zoals die van ), het afzetten van keileem op het Oost Nederlands plateau en de vorming van smeltwatergeulen. . Het ontstaan van de Rijn en het afzetten van meters dikke zand en grindpakketten na de voorlaatste ijstijd. . Ontstaan van dekzanden tijdens zandverstuivingen door (wind) erosie tijdens de laatste ijstijd . Verlegging van de Rijn naar een meer westelijke stroomrichting en het ontstaan van de Oude IJssel.

De huidige bodemopbouw is grofweg op te delen in een oostelijk deel met ondermeer veen- en keileemgronden, het centrale deel met veel zandvaaggronden en de westelijke rivierkleigronden. De bodemhoogte neemt af van oost naar west.

De Oude IJssel kent een rijke historie, maar was tot in de 19e eeuw nog een meanderende ‘natuurlijke’ rivier. Pas rond 1900 werd de rivier ingrijpend veranderd voor de bevaarbaarheid en waterafvoer. Het gebied had namelijk regelmatig te maken met inundaties. De werken tot de jaren ‘40 hadden maar beperkt effect. Hierna werd de overlast sterk teruggedrongen en werd grootschaliger beroepsscheepvaart mogelijk. De Bielheimerbeek / Boven Slinge is van oudsher een belangrijke beek in het beheersgebied. De Boven Slinge stond vroeger in verbinding met de Groenlose Slinge en is in de late middeleeuwen aangetakt aan de Bielheimerbeek.

Bij hoge Rijnstanden stroomde er vroeger water via de Spijkse overlaat bij Lobith naar het Waalse water en de Oude IJssel. Dit is nu niet meer het geval. In 1959 werd de Spijkse overlaat gesloten. De invloed van de rivieren is nog wel terug te zien in het rivierenlandschap met oude kernen op de hoge oeverwallen en lagergelegen weilanden. In het oosten zijn landschappen met essen, enken, houtwallen, beboste zandgronden en moerasgebieden ontstaan en soms ook weer verdwenen als gevolg van agrarische opschaling en (moeras)ontginningen. Het korenburgerveen, Bekendelle en het Wooldse veen zijn als natuurgebieden behouden gebleven. Ook zijn er diverse beken met hoge natuurwaarden.

Watersysteem (Hoofdstuk 3) Het beheersgebied van de Oude IJssel ligt voor een derde in Nederland en is 36.300 ha. groot. Het ligt hoofdzakelijk in de gemeenten , , , Montferland, Oude IJsselstreek en . Het stroomgebied is trechtervormig, breed in Duitsland en zeer smal (<500m) in het westen tussen Doetinchem en Doesburg. De Oude IJssel, Aastrang en Boven Slinge zijn de voornaamste (grensoverschrijdende) watergangen. In Duitsland heten ze respectievelijk Issel, en . In totaal is de Oude IJssel ongeveer 75 kilometer lang, hiervan ligt 36 km in Nederland. Het Nederlandse deel van de Boven Slinge en

4

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Bielheimerbeek is ruim 40 km lang. De Aastrang ligt voor het grootse deel in Duitsland (50 km). De andere beken zijn beduidend korter.

De Oude IJssel ontvangt water van achtereenvolgens de Aastrang (incl. Keizersbeek), de Bergerslagbeek, de Bielheimerbeek (benedenloop van de Boven Slinge) en het Waalse Water. De Oude IJssel zelf is tot Ulft vrij diep in verband met de scheepvaart. In het beheersgebied ligt ruim 900 km watergang. Het zijn voornamelijk gegraven sloten of rechtgetrokken beeklopen. Van de grotere waterlopen hebben alleen de Boven Slinge en de benedenloop van het Waalse water nog een ‘natuurlijk’ karakter.

Waterkwantiteit (Hoofdstuk 4) Voor de Oude IJssel en Aastrang zijn peilbesluiten vastgesteld. Ten behoeve van de scheepvaart zijn er maar 4 peilvakken. In het resterende deel van het beheersgebied gelden streefpeilen. Door de zandige ondergrond heeft vooral het centrale deel tijdens droge zomers te maken met droogval van (kleinere) watergangen. Ook kan de scheepvaart bij droogte beperkt gebruik maken van de sluis te Doesburg.

Het Duitse deel van stroomgebied Oude IJssel heeft een aanzienlijke bufferende werking waardoor de afvoerpiek wordt afgevlakt. De Aastrang reageert veel sneller op heftige neerslag. Bij De Pol en in Doesburg zijn debieten van 10 m3/s normaal. Piekafvoeren kunnen een factor 10 hoger liggen. Bij grote afvoer op de Boven Slinge kan in het reductiereservoir bij ruim 1 miljoen m3 water wordt opgevangen. Dit is nodig om inundaties in Aalten te voorkomen.

Waterveiligheid (Hoofdstuk 5) De heeft een uitgebreide geschiedenis als het gaat om wateroverlast. Het watersysteem is nu zo ingericht dat overlast zich nauwelijks meer voordoet. Er ligt ongeveer 20 km aan primaire waterkering langs de IJssel en Oude IJssel tot Doetinchem. Het buitendijkse gebied inundeert bij hoge waterstanden op de IJssel en/of grote afvoeren op de Oude IJssel. Er ligt ongeveer 50 km overige keringen (kades) langs delen van de Oude IJssel, Aastrang, Bielheimerbeek en Boven Slinge.

Waterkwaliteit (Hoofdstuk 6) Binnen het beheersgebied van de Oude IJssel zijn 6 KRW-oppervlaktewaterlichamen vastgesteld. Het betreft 5 beken van het type ‘Langzaam stromende middenloop/benedenloop’ (R5). Alleen de Oude IJssel / Aastrang wordt gezien als een ‘langzaam stromend riviertje’ (R6). Door menselijke aanpassingen zijn alle waterlichamen volgens de KRW ‘sterk veranderd’. Desondanks heeft de Boven Slinge zijn natuurlijke karakter voor een groot deel behouden. De Oude IJssel vormt de verbinding tussen de bovenstroomse beken en de IJssel. De ecologische doelstellingen voor de Oude IJssel worden (mede) beperkt door de (beroeps)scheepvaart.

De levensgemeenschap in de oude IJssel en de meeste andere beken bestaat uit soorten die indicatief zijn voor langzaam stromende of stilstaande wateren. Langs de Oude IJssel en het benedenstroomse deel van de Bielheimerbeek komen sinds enkele jaren otters voor. In bovenstrooms watergangen komt (bijzondere) stromingsminnende macrofauna voor. De Boven Slinge herbergt ook stromingsminnende vis.

5

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Over het algemeen geldt dat de chemische waterkwaliteit in de waterlichamen redelijk op orde is en verder verbetert. In het oosten zijn stikstofconcentraties hoog door oppervlakkige afspoeling van landbouwgrond. De 4 RWZI’s dragen aanzienlijk bij aan verhoogde ammonium- en fosfaatgehalten. De landbouw is een veroorzakervan hoge sulfaat- en fosfaatgehalten. Ook zijn PAK’s en zink op sommige plaatsen in verhoogde concentraties aanwezig.

Grondwater (Hoofdstuk 7) Naast allerlei lokale grondwaterstromingen, kwel en wegzijging is er over het algemeen een grondwaterstroming vanuit het zuidoosten naar de IJssel in het westen. Het beheersgebied Oude IJssel kent vooral relatief droge omstandigheden. Het Korenburgerveen is nat omdat het water niet wegzijgt vanwege ondoorlatende lagen in de ondergrond . In veel andere gevallen komen de natte gebieden overeen met de kwelgebieden, zoals: . Tussen , Dinxperlo en Aalten (Boven Slinge, Bergerslagbeek en Keizersbeek). . In het rivierengebied en de beekdalen in het oosten worden (lagere) natte gebieden afgewisseld met hogere droge delen.

Er zijn enkele grotere industriële grondwateronttrekkingen en op vier plaatsen wordt drinkwater opgepompt. De twee drinkwateronttrekkingen van Montferland vallen net buiten het beheersgebied.

Maatschappelijke functies (Hoofdstuk 8) In het beheersgebied van de Oude IJssel zijn veel cultuur historische objecten te vinden zoals landgoederen, kastelen, gebouwen en oude watermolens. Sommige water gerelateerde bouwwerken zijn WRIJ watererfgoed. De meeste liggen langs de Oude IJssel en de Boven Slinge / Bielheimerbeek.

Op de Oude IJssel vindt al eeuwenlang beroepsvaart plaats. In de 18e en 19e eeuw maakte de ijzerindustrie gebruik van de Oude IJssel. Nu wordt er voornamelijk kunstmest, zand, grind en veevoeder naar Doetinchem getransporteerd. Tot de stuw bij Ulft is de Oude IJssel toegankelijk voor recreatievaart. Er zijn diverse sluizen en ophaalbruggen om (beroeps)scheepvaart mogelijk te maken. Ook kan er gevaren met kano’s op het gehele traject van de Oude IJssel en de Aastrang. Verder zijn er allerlei andere vormen van recreatie langs het water en zijn er 7 officiële zwemplassen.

Beheer en Onderhoud (Hoofdstuk 9) Langs tweederde van de watergangen in het beheersgebied van de Oude IJssel liggen onderhoudspaden op eigendom van het waterschap. In de gebieden tussen Varsseveld en Doetinchem en onder Winterswijk zijn veel watergangen waar toegang wordt gekregen via de keur. Opmerkelijk is de hoeveelheid onderhoudspaden met een breedte van 1m. Vroeger werd hier gebruik gemaakt van specifiek onderhoudsmaterieel: ‘de Berkenheger’. Inmiddels is men overgestapt op standaard materieel en wordt er oogstdervingsvergoeding uitgekeerd aan boeren om een bredere onderhoudsstrook te mogen gebruiken. Al het onderhoud wordt gedaan aan de hand van de werkprotocollen en onderhoudspakketten zoals vermeld in de veldgids. Het beoogde onderhoud per watergang is vastgelegd in de maaikalender.

6

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Tabel 1.1: Overzichtstabel beheersgebied Oude IJssel

Opp. beheersgebied Ned. ha. 36.311

Opp. beheersgebied Dui. ha. 85.090

Opp. buitendijks ha. 382

Opp. stedelijk gebied ha. 5.801

Opp. landelijk gebied ha. 25.500

Opp. bos en natuur ha. 4.450

Opp. water ha. 543

Lengte watergangen km 933

Aantal stuwen - 369

Aantal gemalen (≥ 1 m3/s) - 4

Lengte kades km 50

Lengte regionale keringen km 0

Lengte primaire keringen km 20.1

RWZI’s Aalten, Dinxperlo, Etten en Varsseveld (kaart 3.1)

Gemeentes Aalten, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek en Winterswijk. De gemeenten , en (kaart 2.1) liggen voor een klein deel in het beheersgebied

Voornaamste kernen Doetinchem, Doesburg, Aalten, Dinxerlo, Varsseveld, Gaanderen, (kaart 2.1) , Ulft en een deel van Winterswijk

HEN wateren Schaarsbeek bovenloop (type Veen/heidebeek) en de plateaubeken: Boven Slinge, Haartse Waterleiding-Dambeek – bovenloop, Limbeek, (kaart 2.6). Osink-Bemersbeek, Siepersbeek, Snijders Veerbeek, Stortelersbeek.

SED wateren Haartse Waterleiding - Dambeek (plateaurandbeek), Schaarsbeek- benedenloop (laaglandbeek), Waalse water (Oude Rivierloop) en (kaart 2.6). Wooldse Waterleiding (temporaire loop op plateau)

Natura 2000 gebieden Het Korenburgerveen, Bekendelle en Wooldse Veen (kaart 2.6)

* Inclusief de zuidelijke kering van de Oude IJssel tot Doetinchem

7

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Tabel 1.2: Overzichtstabel voornaamste wateren beheersgebied Oude IJssel

Watergang:

**

Oude IJssel Oude Aastrang BovenSlinge Bielheimerbeek Keizersbeek Bergerslagbeek Waalse Water

Lengte watergang * km 29.4 7.0 33.3 8.3 17.6 13.1 12.8

Lengte KRW km 36.8 12.5 29.0 18.3 8.6 5.3 waterlichaam

KRW-watertype - R6 R5 R5 R5 R5 R5 R5

Stuwen totaal - 4 1 8 24 13 6 4

Opgave - Ja Ja Ja Nee Nee Ja vispasseerbaarheid

Verhang waterbodem* ‰ 0.28 0.64 0.72 0.64 0.62 0.56 0.38

Verhang waterbodem ‰ 0.79 1.08 1.03 - - - - Dui.*

Opp. ha. 9943 11.312 8.280 2.169 4.225 (sub)stroomgebied

Oppervlak 5.849 ha. 44.185 35.056 - - - stroomgebied Dui.

Aantal RWZI’s - 1 1 1 0 1 0 0

* Op basis van de Legger, ** incl. Vethuizense Reefse wetering

8

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

2 Algemene informatie

2.1 Gebiedsbegrenzing en indeling

Kaart 2.1: Begrenzing beheersgebied Oude IJssel Het beheersgebied van de Oude IJssel in Nederland is 36.300 ha. groot en ligt hoofdzakelijk in de gemeenten Aalten, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek en Winterswijk. De gemeenten Bronckhorst, Zevenaar en Oost Gelre liggen voor een klein deel in het beheersgebied. Twee derde van het stroomgebied ligt in Duitsland. De Oude IJssel, Aastrang en Boven Slinge zijn de voornaamste grensoverschrijdende beken (zie kaart 2.1). In Duitsland heten deze watergangen respectievelijk Issel, Bocholter Aa en Schlinge. In totaal is de Oude IJssel ongeveer 75 kilometer lang, hiervan ligt 34 km in Nederland. In het westen grenst het beheersgebied van de Oude IJssel aan het beheersgebied Liemers Veluwe. Echter de streek Liemers reikt tot aan de Oude IJssel en ligt dus voor een deel in het beheersgebied van de Oude IJssel. Tussen Doetinchem en Doesburg omvat het beheersgebied van de Oude IJssel slechts een smalle strook van soms nog geen 500 m breed. Ten noorden liggen de stroomgebieden van de Grote beek en Veengoot (onderdeel van beheersgebied Baakse Beek) en de Groenlose Slinge (onderdeel van de beheersgebied Berkel).

Voor deze systeembeschrijving is het beheersgebied Oude IJssel opgedeeld in 4 deelgebieden: . Oude IJssel en Aastrang: De Oude IJssel vormt met de Aastrang de hoofdstroom van het beheersgebied en stroomt van de Duitse grens in noordwestelijke richting via Doetinchem naar Doesburg;

9

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

. Boven Slinge, Bielheimerbeek en Wisch-beken: De Boven Slinge ontspringt in Duitsland en gaat na Varsseveld over in de Bielheimerbeek. De Bielheimerbeek is de verbinding tussen de Boven Slinge en de Oude IJssel. Binnen dit gebied liggen ook de Beneden Slinge en Langesloot. Tussen de Keizersbeek, Boven Slinge en de Oude IJssel liggen de Wisch-beken, een verzamelnaam voor een aantal kleinere beken waaronder de Bergerslagbeek, de Seesinkbeek en de Akkermansbeek; . Keizersbeek: De Keizersbeek ligt centraal in het beheersgebied van de Oude IJssel. De Keizersbeek ligt in het verlengde van de Schaarsbeek, die zijn oorsprong heeft in het Korenburgerveen bij Winterswijk.; . Waalse Water: Het Waalse Water behoort tot het linkeroevergebied. Het Waalse Water behoort tot het watersysteem ten westen van de Oude IJssel, gelegen in het rivierkleigebied.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [003OIJ] Detailkaart watersysteem Oude IJssel, bijlage 3 Calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en watertekort (Kaart, 2013) [004OIJ] Gewässersteckbrief Issel, tabel 1,2-3 (factsheet) [006OIJ] Strijd om de rivieren 200 jaar rivierenbeleid in Nederland (Rapport, 2006) [026OIJ] Gewässersteckbrief Schlinge Tab. 1.2-5 (factsheet) [027OIJ] Gewässersteckbrief Bocholter Aa Tab. 1.2-4 (factsheet) 2.2 Bodem en ondergrond

Geologie De oppervlakkige bodem in het centrale deel van Oude IJssel beheersgebied is gevormd in het Pleistoceen, het tijdperk van de ijstijden. Dit tijdperk duurde van zo’n 2,5 miljoen jaar geleden tot slechts 10.000 jaar geleden. In het oosten bij Winterswijk liggen delen van het “Oost-Nederlands Plateau”, dit zijn veel oudere marine afzettingen. Ten westen van Aalten is het plateau geërodeerd door voorlopers van de Rijn en is de bodem minder oud.

Tijdens het tertiair en kwartair, miljoenen jaren geleden, werden inundaties door de zee afwisselt met ‘droge’ periodes waar rivieren en ijskappen zorgde voor sedimentophoping of erosie. Vanaf het elsterien, ruim 400.000 jaar geleden kwam het gebied definitief boven de zeespiegel te liggen. Door uitbreiding van de ijskap tijdens de voorlaatste ijstijd (Saalien) werd de stroomrichting van de Rijn afgebogen van naar west. In deze periode is ook de stuwwal van Montferland gevormd. Op het plateau werd tijdens het Saalien keileem afgezet. Ook werd het plateau doorsneden door smeltwatergeulen (zie kaart 2.2).

Na het terugtrekken van de IJskap stroomde de Rijn al vlechtend in noordelijke richting en werd de formatie van Kreftenheye afgezet. Deze vaak meters dikke zand- en grindpakketten zijn in grote delen van het beheersgebied terugvinden, meestal bedenkt met latere afzettingen. De smeltwatergeulen werden opgevuld met fijnkorrelig materiaal en grove zanden. Door het voorkomen van ondoorlatende keileemafzettingen die grenzen aan de opgevulde smeltwatergeul, ontwikkelde zich hoogveengebieden op de flank van de smeltwatergeul, waaronder het Korenburgerveen.

10

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Kaart 2.2. Smeltwatergeul bij Winterswijk (paars) en het Korenburgerveen (zwart contour)

De Rijn bleef tot ongeveer 40.000 – 60.000 jaar geleden in noordelijke richting stromen. Doordat het IJsseldal verzandde, verlegde de Rijn zijn loop naar het westen: door de Betuwe. Eerst ging het nog om Montferland heen, maar later ontstond ook tussen Kleef en Elten een gat in de stuwwal: de Gelderse Poort. In de oude bedding bleef nog een lokale stroom over, de Oude IJssel. De oude rivierloop fungeerde een tijd lang als overloopgebied bij hoge waterstanden in de Rijn. In deze vroegere tijden zijn ook dekzanden ontstaan door zandverstuivingen, behorend tot de formatie van Boxtel. Van 10.000 jaar geleden tot 2.500 jaar geleden was het Oude IJsseldal niet als overloopgebied van de meanderende Rijn actief; er vond veenvorming plaats. Lokaal werden bedding-, restgeul-, oever- en komafzettingen afgezet (formatie van Boxtel). Van 2.500 jaar geleden tot aan de bedijking in de late middeleeuwen is er klei afgezet door overstromingen

11

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 van de Rijn (formatie van Echteld). In deze periode is de vlechtende meanderende rivier ontstaan die mede het landschap heeft gevormd. Er ontstonden ook rivierduinen aan de noordoostzijde van de rivier. Ten westen werd het beheersgebied van de Oude IJssel ook toen al begrensd door de stuwwal van Montferland, die is ontstaan in de voorlaatste ijstijd.

Meer informatie over geologische informatie is te vinden op Dinoloket of Bodemdata.

Hoogte In het oosten van het beheersgebied Oude IJssel onder Winterswijk liggen de hogere delen met hoogtes tot 50 m + NAP. De hogere delen van het Montferland vallen net buiten het beheersgebied. Het overige gebied heeft een hoogte van 10 tot 25 m + NAP. De stroomrichting is doorgaans naar het westen, vanaf de Oude IJssel stroomt het water in noordwestelijke richting. Doesburg ligt het laagst, met maaiveldhoogtes rond de 8 m + NAP. Hier is de monding van de Oude IJssel in de IJssel.

Kaart 2.3 Hoogte Beheersgebied Oude IJssel en hoogteligging van de belangrijkere watergangen

Bodem De bodem in het beheersgebied van de Oude IJssel bestaat voornamelijk uit zand- en kleigronden. Het beheersgebied van de Oude IJssel is grofweg in gebieden op te delen. . In het oostelijke deel wisselen natte en droge delen elkaar af. De dalen bestaan voornamelijk uit zandgronden zoals beekeerdgronden, enkeerdgronden en podzolgronden (zie kaart 2.4). De hoger gelegen delen hebben veelal een ondergrond van keileem en een toplaag van zand. Keileem is een slecht doorlatende bodemsoort. Het water kan hier moeilijk wegzijgen in de ondergrond. Op plaatsen waar het water in het verleden stagneerde is vaak hoogveen

12

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

ontstaan. Deze gebieden zijn voor een groot deel afgegraven in de 19e Met name in natuurgebieden Korenburgerveen en Wooldse veen bij Winterswijk is hiervan een aanzienlijke hoeveelheid behouden gebleven (zie natuur) . Het centrale deel, van de Oude IJssel tot aan Aalten, wordt gekenmerkt door veel zandvaaggronden. Hiernaast zijn er podzolgronden, beekeerdgronden en hoge enkeerdgronden. De bodem bestaat voor een groot deel uit zand en is goed doorlatend. Tijdens droge periodes kan er droogval ontstaan in de watergangen en zakt het grondwaterpeil (zie grondwater). . Ten westen van de Oude IJssel bestaat de bodem voornamelijk uit lage rivierkleigronden met enkele zandvaaggronden en hoge enkeerdgronden aan de rand van de stuwwal bij Zeddam.

Meer informatie over geologische informatie is te vinden op Dinoloket of Bodemdata.

Kaart 2.4 Bodem van beheersgebied de Oude IJssel

Geomorfologie Net als de bodemopbouw is de geomorfologie ook op te delen in drie delen (zie kaart 2.5), namelijk: . Oostelijke deel (roze / groen gekleurd): In het oosten wordt de geomorfologie gekenmerkt door lage heuvels, ruggen, welvingen met bijbehorende vlakten en laagten. Het gaat dan om (vrij) vlakke reliëfarme terreinen en relatief lage beekdalen. De hoogteverschillen zijn ontstaan door diverse processen. In een ver verleden konden terrassen ontstaan door het inslijten van beken en rivieren in oudere afzettingen. Bij geringere hoogteverschillen en doorstroming vindt er vereffening plaats. Bij het ontstaan van vereffeningsvlakken zijn

13

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

hogere restgebieden overgebleven, zoals de aanwezige restplateau’s. Deze hogere restanten en vlakten zijn kenmerkend voor het oostelijke deel. . Centrale deel (groen / bruin gekleurd): In het centrale deel zijn de hoogteverschillen kleiner en is er weinig geomorfologische diversiteit. Het betreft vrijwel uitsluitend dekzand in verschillende vormen, zoals lage heuvels, ruggen, welvingen en vlakten. De rechtgetrokken beken stromen vooral door vlakten van ten dele verspoelde dekzanden en volgen hiermee op hoofdlijnen oorspronkelijke beeklopen. . Westelijke deel (groen gekleurd): In het rivierkleigebied in het westen is te zien hoe de Oude IJssel in vroegere tijden een vlechtende rivier was. Het betreft vooral vlakten van geringe hoogte en enkele geïsoleerde heuvels, waaronder een deel van de stuwwal van Montferland. Verder zijn er plateau-achtige vormen (ten oosten van Zeddam) en geïsoleerde lage heuvels, ruggen, welvingen en dijkvormen. Deze hebben door de ligging bij de (voormalige) rivierarmen langgerekte vormen parallel aan de stroomrichting. Deze ophogingen worden afgewisseld met dalvormige laagten waarin de vorm van oude nog duidelijk is terug te zien. Dekzanden, in de vorm van aaneengesloten lage heuvels, ruggen en welvingen met bijbehorende vlakten en laagten zijn vooral langs de huidige ligging van de Oude IJssel te vinden. De rivier zelf stroomt door geulen van meanderende afwateringsstelsels of is rechtgetrokken.

Kaart 2.5 Geomorfologische kaart Oude IJssel

Literatuur [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [010OIJ] Masterplan ‘De Pol’ (Rapport)

14

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

[011OIJ] Niet Afwentelen, Een verkennend onderzoek naar de toename van piekafvoeren na klimaatverandering op hoogwater op de Gelderse IJssel (Rapport, 2013) [022OIJ] De Tertiaire en Kwartaire geologische ontstaansgeschiedenis van de gemeente Oude IJsselstreek en omgeving (Rapport, 2011) [023OIJ] Nieuwe noabers vernieuwend landschap, Landschapsontwikkelingsplan voor de gemeente Aalten (Rapport, 2007) [030A] Bodemkaart van Nederland, Blad 41 West Aalten, Blad 41 Oost Aalten (Rapport, 1983) [043B] AS gebiedsanalyse Korenburgerveen (rapport, 2015)

Websites www.dinoloket.nl http://maps.bodemdata.nl

2.3 Historie De naam IJssel kent oude vormen. De naam duikt op als Hisla, later Isla, Ysola en Isula. Hierin is het Germaanse woordje ‘is’ verborgen dat snelstromend betekent. De Oude IJssel was vroeger een meanderende rivier. Oude delen van meanders zijn nog terug te vinden in het landschap (zie geomorfologie). Op de hoge en strategische plaatsen zijn landgoederen en burchten ontstaan (zie cultuurhistorie). De lagere delen werden later in gebruik genomen als hooi en grasland. In het overgangsgebied tussen het rivierduinen- en rivierweidelandschap is de bebouwing van Doetinchem (bij samengaan met Slingebeek en Oude IJssel), Gaanderen, Ulft en Terborg ontstaan. Dit is de grens tussen droog en nat. De Oude IJssel vormde een natuurlijke scheiding tussen de vooral protestants bevolking ten noorden van de rivier en katholieken ten zuiden van de Rivier in de Liemers.

Onder Napoleon werd de Oude IJssel een Rijkswater, net als alle bevaarbare watergangen. In 1850 was het Nederlandse deel van de Oude IJssel nog 76 km lang. De rivier was veelal in een toestand zoals deze ook in de middeleeuwen was, bijna een natuurlijke toestand. De rivier slingerde door het land, met diepe en ondiepe delen. Doordat de loop herhaaldelijk veranderde bleven er ook overblijfselen van oude lopen over. Menselijk ingrijpen was beperkt, voor verschillende watermolens zijn stuwen, toevoerkanalen en soms zelfs kribben aangelegd. Deze toestand leidde tot klachten van de IJzerindustrie, watermolens en Duitsland. In 1876 werd de rivier overgedragen aan de provincie . Onder (financiële) impuls van het Rijk is in 1882 het waterschap Oude IJssel opgericht om de Oude IJssel beter bevaarbaar te maken voor scheepvaart en de waterafvoer te verbeteren, het gebied had namelijk regelmatig te maken met inundaties. De eerste watergraaf was de heer Reigers, directeur van de toenmalige DRU te Ulft, een belangrijke ijzerfabriek in de regio.

De afwatering was eind 19e eeuw naar huidige begrippen onvoorstelbaar slecht in de Achterhoek. In natte tijden was het drassig of stond land onder water. Het inunderen van de landbouwgrond werd echter niet altijd als nadelig ervaren. De bemestende waarde van het water en de goede bevochtiging van het land voor de groeiperiode werden als voordeel gezien. Men maakte zich vooral druk om landverlies door verruiming van beken en rivieren en de lagere

15

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 waterstand in droge tijden. Piekafvoeren waren van veel minder belang dan tegenwoordig omdat de rivieren, beken en bovenlopen veel meer bergingscapaciteit hadden en inundaties werden meer getolereerd.

Verbeteringen

In 1880 werd besloten de rivier Oude IJssel anders in te richten.Tussen 1880 en 1960 is het watersysteem van de Oude IJssel in fasen verbeterd. De werken tot de jaren ‘40 hadden maar beperkt effect, er was nog steeds op wateroverlast. In en na de 2e wereldoorlog werd de overlast sterk teruggedrongen en werd grootschaliger beroepsscheepvaart mogelijk. 1e verbeteringswerken Na de oprichting van het waterschap in 1882 is de Oude IJssel uitgebaggerd en geschikt gemaakt voor schepen tot ca 100 ton. Er zijn 5 sluis- en stuwcomplexen gebouwd (in Doesburg, Laag Keppel, Kemnade te Wijnbergen, Vulcaansoord in Terborg en Ulft) en ophaalbruggen (in Doesburg, Laag Keppel, Doetinchem, Terborg en Ulft). Bij deze verbeteringswerken is ook het tracé van de rivier wat aangepast rechtgetrokken).

2e verbeteringswerken Aan het einde van de jaren 30 in de vorige eeuw kwam de vraag van - vooral de agrarische sector - om een verbeterde afwatering en vanuit de industrie om grotere schepen voor de aanvoer van veevoeder. In en direct na de 2e wereldoorlog zijn de 2e verbeteringswerken uitgevoerd. De Oude IJssel werd gekanaliseerd en de afvoercapaciteit vergroot. De 5 oude sluizen en stuwen zijn vervangen door 3 nieuwe complexen (in Doesburg, bij de Pol te Terborg en in Ulft). De sluizen zijn geschikt voor schepen tot ca 600 ton. Bij de stuw en sluis in Doesburg is het waterpeil in de Oude IJssel met ca 2 meter verhoogd. Daardoor is de sluis en stuw in Laag Keppel komen te vervallen en kunnen de schepen sneller naar Doetinchem varen. Om dit te realiseren zijn er kaden (dijken) langs de rivier gerealiseerd. Door deze ingreep is het vlechtende en natuurlijke riviersysteem niet meer te zien. De rivier in getemd.

Scheepvaart De boomstamboot uit 175 jaar na Chr. die bij Doesburg werd opgegraven, toont aan dat de Oude IJssel al bijna 2000 jaar wordt bevaren. In 1763 kwam er een schutsluis en een ophaalbrug bij Keppel. De bevaarbaarheid van de rivier werd hierdoor bij Keppel verbeterd maar bleef verder slecht. In de 18e en 19e eeuw maakte hoofdzakelijk de ijzerindustrie gebruik van de Oude IJssel tot in Bocholt. Het waren maar kleine platbodem aken, mede omdat de Oude IJssel plaatselijk ondiep en breed was (tot wel 120 m bij Doesburg). Voortbeweging van de aken ging via bomen, riemen of zeilen. Als dit niet lukte werden ze getrokken.

Het waterschap Oude IJssel was in 1882 opgericht om de Oude IJssel beter bevaarbaar te maken voor scheepvaart. De combinatie met waterafvoer was volgens lokale belanghebbenden een ‘onmogelijk huwelijk’. Na veel gesoebat is in 1889 een besluit genomen om scheepvaart mogelijk te maken. In de jaren erna is begonnen met het rechttrekken en aanpassen van de Oude IJssel en Aastrang. Echter financiële beperkingen waren veelal de reden dat de werken aan de Oude IJssel niet voldeden. Wel werd de wateroverlast beperkt. Pas vanaf 1940 tot 1963 is er veelal onder het mom van werkverschaffing gewerkt aan het bevaarbaar maken van de Oude IJssel voor grotere schepen. De Oude IJssel is in deze periode gekanaliseerd. In de jaren ‘40

16

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 dacht men aan kanalisatie van de Neder-Rijn in plaats van de IJssel. Na de watersnood van 1953 is besloten toch de Neder-Rijn te kanaliseren en de afvoeren te reguleren. De afvoer in de IJssel bleef hierdoor meer variabel en de schutsluis bij Doesburg bleef noodzakelijk. Door de verbeterde bevaarbaarheid van de Oude IJssel als gevolg van de 2e verbeteringswerken kon de (ijzer)industrie langs de rivier zich verder ontwikkelen. Toentertijd werd trouwens serieus overwogen om elektriciteit op te wekken bij Doesburg en Ulft. Door tegenwerking van PGEM, de Provinciale Gelderse Elektriciteits Maatschappij ging dit niet door. De verbeteringen tussen 1940 en 1960 bleken voldoende, er zijn hierna geen grootschalige werken meer uitgevoerd. In 1976 werd de financiering van het vaarwegbeer verantwoordelijkheid van de Provincie Gelderland in plaats van het Rijk. Provincie Gelderland heeft het nautisch beheer over de Oude IJssel als openbaar vaarwater gemandateerd aan Waterschap Rijn en IJssel. Dit betekent dat het waterschap als bevoegd gezag kan optreden op basis van de scheepvaartverkeerswet. Ook het dagelijks beheer valt nog steeds onder het waterschap. Sinds 1986 is de schutsluis bij de Pol niet langer toegankelijk voor beroepsvaart. Dit was een gevolg van de aanleg van de ‘Slingerparallel’, een provinciale weg (N317) die anders had moeten worden voorzien van een brug die passeerbaar is voor de beroepsvaart.

Grensoverschrijdend stroomgebied Talrijk zijn de klachten van Nederlandse zijde, dat vanuit Duitsland veel te veel water, te veel zand en de laatste tijd veel te veel vuil naar Nederland werd afgevoerd. Al in de Middeleeuwen waren er protesten, maar ze haalden helemaal niets uit omdat er geen rechtsregel bestond, die de afvoer regelde. Nog in 1949 is de afvoer van de Bocholter Aa (bovenloop van de Aastrang) in Duitsland sterk vergroot zonder werkelijk overleg. Pas sinds de jaren ‘50 is er uitvoerig grensoverschrijdend overleg ten aanzien van het te voeren waterbeheer. Mede door aanpassingen in Duitsland zijn de piekaanvoeren toegenomen. Het maximale debiet in de Aastrang nam tussen 1888 en 1949 toe van 27 tot ruim 100 m3/s. In 1978 is er een grenswaterverdrag voor de Issel vastgelegd, ofwel een Tractatenblad van het koninkrijk der Nederlanden.

Waterkwaliteit Het beheersgebied van de Oude IJssel stond vanaf de middeleeuwen en vooral na 1900 in toenemende mate onder invloed van aanpassingen ten behoeve van de scheepvaart, waterafvoer en de landbouw. Dit kwam de natuurlijkheid en dus de (ecologische) waterkwaliteit niet ten goede. Verontreinigende stoffen zoals wasmiddelen, nutriënten en bestrijdingsmiddelen kwamen direct, via rioollozingen of via uit- en afspoeling van landbouwgronden in het watersysteem terecht. In eerste instantie was de aandacht gericht op het verbod op schadelijke wasmiddelen en de ontwikkeling van rioolwaterzuiveringen. Aan het eind van de 20e eeuw nam de aandacht voor waterkwaliteit steeds meer toe. Er kwamen striktere milieueisen voor ondermeer de landbouw, waterzuiveringen en lozingen en is er rond de eeuwwisseling 1 miljoen m3 vervuilde baggerspecie verwijderd uit de Oude IJssel. Sinds de invoer van de KRW in 2000 is nog meer aandacht voor waterkwaliteit en ecologie.

Zijtakken van de Oude IJssel De Bielheimerbeek / Boven Slinge is van oudsher een belangrijke beek in het beheersgebied. In Duitsland heet de beek Schlinge. De beek stond vroeger in verbinding met de Groenlose Slinge

17

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 en liep langs Winterswijk, via en richting de Berkel. Alleen bij piekafvoeren stroomde er ook water naar het dal van de Aaltense Slinge. Aan het eind van de middeleeuwen is de beek vergraven of verzand en aangetakt op deze Aaltense Slinge. De Boven Slinge komt uit sterk hellende keileemgronden. De bovenloop van de beek is altijd gekenmerkt door haar natuurlijke karakter. In 1966 werd dit als deugd maar ook als gebrek gezien. Voor het waterschap was de slordige situatie, met uitgeschuurde oevers, omvallende bomen en inundatie, moeilijk te accepteren. Pogingen om het bovenstroomse deel van de beek te verbeteren hadden door het grote verhang maar weinig succes. De huidige loop van de Bielheimerbeek is waarschijnlijk in de 15e of 16e eeuw ontstaan door graafwerkzaamheden ten behoeve van waterkracht en water voor de landerijen van Klooster Bethlehem. In deze periode stroomde het water ook nog grotendeels van de Boven Slinge via de Beneden Slinge richting de Oude IJssel, inundaties van vele hectaren waren heel gewoon. Het benedenstroomse deel is tussen 1850 en 1895 rechtgetrokken. Toen stroomde inmiddels het merendeel van het water door de Bielheimerbeek. Begin 20e eeuw is de beek verder verruimd en genormaliseerd.

Bij hoge Rijnstanden stroomde er water via de Spijkse overlaat bij Lobith zuidelijk van Montferland naar het Waalse water om bij de Kemnade uit te monden in de Oude IJssel. Deze grote afvoeren had het Waalse water een belangrijke invloed op het profiel van de Oude IJssel, die destijds na het samengaan met het Waalse Water veel breder en dieper werd. Dit is nu niet meer het geval. In 1926 stroomde Rijnwater voor het laatst over de Spijkse overlaat. In 1959 werd de Spijkse overlaat gesloten en kon er ook in de lagere delen bij Doetinchem gebouwd worden.

De Keizersbeek is vroeger een belangrijke beek geweest en voerde water af vanuit het Zwanenbroek, een drassig gebied ten oosten van Aalten. In 1965 werd deze beek ingrijpend verruimd om ook het lage land om Bredevoort afdoende te ontwateren. De Keizerbeek verbonden met de Schaarsbeek die ontspringt in het Korenburgerveen. Bij Verdeelwerk Bredevoort kruist de Schaarsbeek de Boven Slinge (zie watersysteem).

Recente geschiedenis Sinds de jaren 90 waren er de volgende ontwikkelingen: . Tijdens het hoogwater van 1993, 1995 en vooral 1998 trede de Oude IJssel buiten zijn oevers, vooral in Duitsland leidde dit in 1998 tot overlast. Het hoogwater van 1998 was ook de enige keer dat het verdeelwerk bij Bredevoort is gebruikt om water van vanuit de Boven Slinge naar de Keizersbeek te leiden. Dit was geen succes, er ontstond schade in de Keizersbeek omdat deze de grote debieten niet goed aan kon. . In het Nederlandse deel kwam (meer) aandacht voor ruimte voor water en flexibel stuwbeheer. In Duitsland is “Hochwasserschutz” is een belangrijk thema, meer nog dan ontwikkeling van de EVZ. . In de periode 1997 tot 2003 is ongeveer 1 miljoen m3 baggerspecie verwijderd . In 1997 ontstond het Waterschap Rijn en IJssel door samenvoeging van met Polderdistrict Rijn en IJssel, Waterschap De Schipbeek, Waterschap Berkel, Waterschap IJsselland-Baakse Beek, Waterschap van de Oude IJssel en Zuiveringsschap Oostelijk Gelderland.

18

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

. In 2001 is na uitgebreid overleg in het vaarwegenplan vastgesteld dat er geen capaciteitsvergroting komt voor de scheepvaart. . Sinds begin deze eeuw is er in het beheersgebied van de Oude IJssel hard gewerkt aan het behalen van KRW-doelen, denk hierbij aan het verbeteren van de vispasseerbaarheid, herinrichting van de Boven Slinge en aanleg van natuurvriendelijke oevers. . De provincie Gelderland heeft de rivier Oude IJssel aangewezen als natte ecologische verbindingszone (EVZ) en is ingericht volgens model Winde (Uitvoeringmaatregelenprogram ma 2003-2018, zie ook natuur) . Bij het hoogwater van 2011 is het retentiereservoir bij Bredevoort gebruikt om wateroverlast in Aalten te voorkomen.

Literatuur [003A] De Rijntakken van de bovenrivieren seder 1600 (Rapport, 2003) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [006OIJ] Strijd om de rivieren 200 jaar rivierenbeleid in Nederland (Rapport, 2006) [007OIJ] Historie Oude IJssel 1 (memo) [008OIJ] Historie Oude IJssel 2 (memo) [015OIJ] EVZ Oude IJssel (Rapport) [018OIJ] Uitwerkingsnota toeristisch recreatief medegebruik Oude IJssel (Rapport, 2013) [019OIJ] Voorstel aan Provinciale Staten, Vaarwegverordening Gelderland (voorstel, 2009) [020OIJ] Diverse waterbodemonderzoeken, EVZ Oude IJssel (Rapport, 2012) [021OIJ] Gemeente Doesburg, Bestemmingsplan IJssel en Oude IJssel, toelichting (Rapport, 2013). [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) [029OIJ] Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden 1978 nr. 112 (artikel, 1978)

2.4 Landschap en landgebruik

Rivierenlandschap Het westelijke deel van het beheersgebied Oude IJssel is ontstaan onder invloed van rivieren. Lage delen overstroomden regelmatig of waren zeer nat (de z.g. broeklanden) en daarmee waren ze ongeschikt voor bewoning. Mensen gingen op de hoger gelegen gronden wonen, de zogenaamde oeverwallen en stroomruggen. Hier waren ook de bouwlanden en boomgaarden. De laagste delen van het kleigebied (kommen) waren vanwege het natte karakter vooral in gebruik als hooi- of weiland. Kavelgrenzen werden gemarkeerd door elzensingels of meidoornhagen, waardoor het landschap een besloten karakter had.

Het huidige rivierenlandschap kenmerkt zich nog door een gevarieerd landschap. Enerzijds de natte, laag gelegen delen; anderzijds bestaat het landschap uit de hogere delen, de zogenaamde oeverwallen en stroomruggen. Op deze oeverwallen komt nog tamelijk veel beplanting voor: bomenrijen, boomgaarden en houtsingels. Door het grillige verloop van de oeverwallen is het wegenpatroon bochtig. De grootste veranderingen hebben plaatsgevonden in de laaggelegen broeklanden. Na de ruilverkaveling zijn lange rechte wegen aangelegd en is de verkaveling

19

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 efficiënter geworden voor de landbouw. Naast grasland komen nu ook maïspercelen voor. Bijna alle hagen en elzensingels zijn opgeruimd waardoor het landschap veel opener is geworden.

Het landschap ten oosten van de Oude IJssel Het landschap in het oostelijk deel bestond vroeger uit kampen- en essenlandschap, bestaande uit kleine agrarische ondernemingen in bosrijke gebieden. Vanaf de 17e eeuw zijn bossen gekapt en ontstonden heide gebieden. Door intensieve begrazing met schapen ontstonden stuifduinen die later door bos werden vervangen. In het midden van de 19e eeuw werd het land verdeeld onder boeren en ontstonden heggen en houtkanten op de perceelgrenzen. Op de beboste arme zandgronden ontstonden landgoederen in de nattere delen waren nog steeds moerassen en broekbossen. Door deze ontwikkelingen was het landschap tot het midden van de 19e eeuw erg veelzijdig. Het huidige landschap kenmerkt zich nu door openheid en agrarisch gebruik. Het is vergelijking met eind 19e eeuw soorten- en structuurarm. Landschapstypen zijn vervaagd, door: . Ontginning (in rechthoekige patronen); . Het vervangen van heggen en houtkanten voor prikkeldraad; . Opschaling van percelen (door ruilverkavelingen).

Landgebruik Veelvoorkomend agrarisch gebruik is grasland en maispercelen (samen goed voor 62%). Bos en natuur zijn goed voor ca. 12 % van de oppervlakte. Het gebied kenmerkt zich door kleine rietmoerassen, wilgenstruwelen en vooral weilanden. Aan de noordzijde van de Oude IJssel ligt, als een lint, het rivierduinenlandschap met hierop de belangrijkste woonkernen: Doesburg, Doetinchem en enkele dorpen ten zuidoosten van Doetinchem. Meer in het oosten liggen Varsseveld en Aalten. Winterswijk ligt voor een deel in het beheersgebied van de Berkel (zie kaart 2.5). Het landschap in het oosten van het beheersgebied kent relatief grote hoogteverschillen en is deels bebost.

Tabel 2.1: Verdeling van landgebruik in het beheersgebied Oude IJssel naar hoofdklassen (LGN6 uit 2008)

Type Oppervlak (ha) Aandeel (%) Oude IJssel

Veeteelt & Weidebouw 22610 62

Akkerbouw 2890 8

Bos & Natuur 4450 12

Bebouwing & wegen 5801 16

Water 543 1,5

20

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Kaart 2.6: Landgebruik kaart Oude IJssel (LGN6 uit 2008)

Literatuur [010OIJ] Masterplan ‘De Pol’ (Rapport) [021OIJ] Gemeente Doesburg, Bestemmingsplan IJssel en Oude IJssel, toelichting (Rapport, 2013). [023OIJ] Nieuwe noabers vernieuwend landschap, Landschapsontwikkelingsplan voor de gemeente Aalten (Rapport, 2007) [024OIJ] Een mooier buitengebied maken we samen! (Rapport, 2010) [025OIJ] Ontwikkelingsvisie Zandwinlocatie Azewijnse Broek (Rapport, 2009) 2.5 Natuur De Oude IJssel verbindt enkele Duitse natuurgebieden met de IJssel en Veluwe. In het beheersgebied liggen gebieden waar de natuur de richtinggevende functie is. Vrijwel altijd is er een beleidsmatig of wettelijk kader waarom de natuur wordt beschermd of aangelegd. Deze paragraaf beschrijft de gebieden die via deze kaders worden beschermd. Het Korenburgerveen, Bekendelle en Wooldse Veen zijn Natura 2000 gebieden, een Europese wetgeving voor gebiedsbescherming. Het Wooldse Veen is zelfs grensoverschrijdend en ligt voor een deel in Duitsland. De Zumpe is een beschermd natuurmonument (zie kaart 2.7). Verspreid over het beheersgebied van de Oude IJssel liggen gebieden van het Gelderse Natuurnetwerk (GNN), voorheen EHS (zie natuur in provincie Gelderland en factsheets kernkwaliteiten GGN en GO). Deze structuur met onder andere EVZ beoogt het verbinden van natuur(gebieden). Watergangen vervullen hierbinnen een belangrijke rol omdat dit van nature aanwezige lijnvormige elementen zijn, waarlangs en planten zich kunnen verspreiden.

21

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Kaart 2.7 Natuur in Beheersgebied Oude IJssel

KRW-Waterlichamen Voor de Kaderrichtlijn water (KRW) zijn 6 waterlichamen vastgesteld met waterkwaliteitsdoelen waaronder ook ecologische doelen. Binnen het thema waterkwaliteit is de waterkwaliteit en ecologie uitgebreider beschreven. . Boven Slinge; . Bielheimerbeek; . Keizersbeek; . Bergerslagbeek; . Oude IJssel (incl. Aastrang); . Waalse Water.

Natura 2000 Meer informatie over Natura 2000 gebieden is terug te vinden op: . Het Korenburgerveen: hoog en laagveengebied ten westen van Winterswijk; . Bekendelle: Bosgebied langs de meanderende Boven Slinge ten zuiden van Winterswijk; . Wooldse Veen: Veencomplex op de Duits-Nederlandse grens bij Winterswijk; . Rijntakken (deelgebied Uiterwaarden van de IJssel): Bij Doesburg.

Beschermd natuurmonument . De Zumpe: ten oosten van Doetinchem

HEN- & SED-wateren: Het watersysteem heeft naast deze verbindende functie zelf ook (hoge) natuurwaarde. Denk hierbij aan Bekendelle waar de Boven Slinge doorheen stroomt, maar ook aan HEN-(Hoogste

22

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Ecologische Niveau) en SED-wateren (Specifieke Ecologische Doelstelling). Het betreft plateaurandbeken, veen/heidebeken en traagstromende beken in het oosten van het beheersgebied van de Oude IJssel. In het westen ligt het Waalse Water een oude rivierarm. Meer informatie over HEN en SED wateren: is te vinden op de site van de provincie Gelderland (HEN en SED wateren).

SED-wateren: . Haartse W.L.-Dambeek benedenloop (plateaurandbeek) . Schaarsbeek- benedenloop (laaglandbeek) . Waalse water (Oude Rivierloop) . Wooldse W.L. (temporaire loop op plateau)

HEN-wateren: . Boven Slinge (plateaubeek) . Haartse W.L.-Dambeek bovenloop (plateaubeek) . Limbeek (plateaubeek) . Osink-Bemersbeek (plateaubeek) . Schaarsbeek bovenloop (Veen/heidebeek) . Siepersbeek (plateaubeek) . Snijders Veerbeek (plateaubeek) . Stortelersbeek (plateaubeek)

Literatuur [012OIJ] Ecologische verbindingszone Oude IJssel, Deeltraject stad Doetinchem (Rapport, 1997) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015OIJ] EVZ Oude IJssel (Rapport) [018A] Waterplan Gelderland 2010-2015 (Rapport, 2009) [026A] Recreatief medegebruik van EVZ, Hen en SED in Waterschap Rijn en IJssel, ecologische effecten en inpassingsbeoordeling (Rapport, 2007) [043A] Lijst met HEN- en SED wateren (lijst)

Websites http://www.synbiosys.alterra.nl www.gelderland.nl

23

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

3 Watersysteem

3.1 Algemeen: Beheersgebied Oude IJssel

Kaart 3.1: Watersysteem beheersgebied Oude IJssel (algemeen)

Het watersysteem in het beheersgebied van de Oude IJssel bestaat naast de Oude IJssel uit enkele beken en een netwerk aan kleinere watergangen. Voor de systeembeschrijvingen is het beheersgebied van de Oude IJssel opgedeeld in 4 deelgebieden: . Oude IJssel en Aastrang; . Boven Slinge, Bielheimerbeek en Wisch-beken . Keizersbeek . Waalse Water

Het totale beheersgebied van de Oude IJssel is ongeveer 122.000 ha. groot, waarvan ruim 36.000 ha. in Nederland. Via diverse watergangen wordt water vanuit Duitsland naar Nederland aangevoerd (zie kaart 3.1). . De Issel wordt bij Oude IJssel; . De Bocholter Aa gaat bij Dinxperlo over in de Aastrang; . De Schlinge is de bovenloop van de Boven Slinge.

Na de Aastrang de grens heeft gepasseerd mondt de Keizersbeek uit in de Aastrang die vervolgens zelf bij Ulft uitmondt in de Oude IJssel. Achtereenvolgens monden de Bergerslagbeek (ook bij Ulft), Bielheimerbeek (vlak na de sluis de Pol) en het Waalse Water uit in de Oude IJssel. Ten westen van de Oude IJssel ligt een stroomgebied met ondermeer het Waalse Water, Vethuizense Reefse wetering en Grote wetering. Tussen Doetinchem en Doesburg is de Oude

24

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

IJssel bedijkt en is het stroomgebied heel smal, soms maar enkele honderden meters. De rivier zelf is hier breed, diep en gekanaliseerd ten behoeve van de beroepsscheepvaart. Bij Doesburg wordt het Oude IJsselwater afgelaten in de IJssel. De waterbodems van de van de overige watergangen liggen relatief dicht onder aan het maaiveld, hier is de waterdiepte vaak ook beperkt. De drooglegging voor de landbouw speelt hierbij een rol. In de grotere beken, zoals Aastrang en Boven Slinge, kan de bodemhoogte bij grote afvoeren leiden tot wateroverlast. Hier zijn op sommige plaatsen ook kades aangelegd.

Figuur 3.1 Schematische weergave van het watersysteem en meestvoorkomende debieten Deelbeheersgebieden: █: Boven Slinge + Bielheimerbeek; █: Wischbeken; █: Aastrang en Keizerbeek; █: Oude IJssel; █: Waalse Water

De totale lengte van de watergangen is ruim 939 km. De watergangen zijn voornamelijk gegraven sloten of rechtgetrokken beeklopen en voeren water af richting de beken of de Oude IJssel. Met behulp van ruim 300 stuwen wordt het peil geregeld en water vastgehouden in drogere periodes. Voor de Oude IJssel en Aastrang zijn peilbesluiten vastgesteld.

De benaming/begrenzing van KRW-waterlichamen is anders dan in de Legger. De situatie in de legger doet het meest recht aan de werkelijke / historische situatie. Bij het begrenzen van KRW zijn andere argumenten gebruikt, zoals ecologische situatie en minimaal oppervlakte stroomgebied (zie waterkwaliteit).

25

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Tabel 3.1: Watersysteemkenmerken van watergangen in het Oude IJssel beheersgebied

Lengte Lengte Opp. Hoogte Verhang Breedte KRW Waterbodem (‰) Watergang (km)* (ha.) Waterspiegel (km) (m + NAP) (m)

Bov. Ben. WB* Bov. Ben.

Nederland 36311

Oude IJssel 29.4 36.8 9943 13.3 5.0 0.28 14 60

Aastrang 7.0 14.7 10.2 0.64 25 28

Keizersbeek 17.6 18.3 8280 23.5 12.6 0.62 6 13

Bergerslagbeek 13.1 8.6 2169 19.0 11.7 0.56 1 6

Waalse Water** 12.8 5.3 4225 13.4 8.5 0.38 3 12

Bielheimerbeek 8.3 29.0 11312 14.8 9.6 0.64 11 15

Boven Slinge 33.3 12.5 39.1 15.1 0.72 5 11

Duitsland 85090

Bochholter Aa 50.4 - 44185 69.5a 14.9 a 1.08 - 25 (Aastrang)

Issel 55.1 - 35056 55.5 a 11.8 a 0.79 - 14 (Oude IJssel)

Schlinge 13.9 - 5849 53.4 39.1 1.03 - 5 (Boven Slinge)

* op basis van Leidingvakken; ** Inclusief Vethuizense Reefse wetering; WB = verhang waterbodem; Bov: Bovenstrooms; Ben: benedenstrooms.

Stedelijk gebied De Oude IJssel en bovenstroomse beken stromen langs en/of door enkele woonkernen. . De Keizersbeek en Boven Slinge stromen door Aalten . De Boven Slinge stroomt langs Winterswijk, Varsseveld en Gaanderen . De Oude IJssel stroomt door Doetinchem en langs Terborg, Ulft, Gendringen en Doesburg. . De Aastrang stroomt langs Dinxperlo.

De hoeveelheid stedelijk water is in de meeste kernen beperkt tot enkele vijvers en kleine watergangen. Alleen in het laaggelegen Doesburg is er een netwerk van grachten en singels die gevoed worden met water uit de Oude IJssel. Bij droge omstandigheden wordt deze aanvoer

26

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 verminderd (zie peilbeheer). Ook liggen er enkele woonboten op de Oude IJssel. In of bij vrijwel alle woonkernen zijn overstorten aanwezig, gekoppeld aan (verbeterd) gescheiden of gemengde systemen. Er zijn vier RWZI’s in het beheersgebied. . RWZI Aalten, loost op de Keizersbeek; . RWZI Dinxperlo, loost op de Aastrang; . RWZI Varsseveld, loost op de Boven Slinge; . RWZI Etten, loost op de Oude IJssel.

De effecten van deze lozingen op de waterkwaliteit en afvoeren zijn beschreven in respectievelijk waterkwaliteit en waterbalans.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [003OIJ] Detailkaart watersysteem Oude IJssel, bijlage 3 Calamiteitenbestrijdingsplan wateroverlast en watertekort (Kaart, 2013) [004OIJ] Gewässersteckbrief Issel, tabel 1,2-3 (factsheet) [006OIJ] Strijd om de rivieren 200 jaar rivierenbeleid in Nederland (Rapport, 2006) [026OIJ] Gewässersteckbrief Schlinge Tab. 1.2-5 (factsheet) [027OIJ] Gewässersteckbrief Bocholter Aa Tab. 1.2-4 (factsheet) 3.2 Oude IJssel en Aastrang De Oude IJssel ontspringt bij in Duitsland, stroomt bij Gendringen Nederland binnen en mondt bij Doesburg uit in de IJssel. De totale lengte van de Oude IJssel in Nederland is 29.4 km. Het Duitse deel is ruim 55 km. Het verval in de Oude IJssel is in vergelijking met de bovenstroomse beken gering, namelijk 0.35‰. Bij Stuw Doesburg is er een bodemhoogteverschil van 2 m, tot deze stuw is het verhang slechts 0.28 ‰. In het Duitse deel is dit aanzienlijk groter, vooral in het bovenstroomse deel. In totaal wordt een hoogteverschil van 42 meter overbrugd in Duitsland.

Na samenvoeging met de Aastrang is de Oude IJssel ongeveer 25 meter breed. Bij Doesburg is de breedte ruim 60 m. In het gedeelte tussen Doesburg en Doetinchem vindt beroepsvaart plaats (zie beroepsscheepvaart). Om het peilverschil en het aantal sluizen te beperken is de Oude IJssel opgeleid tot ruim 2m bij Doesburg. De diepte in dit deel is 3,3 tot 5 meter. In het deel tussen sluis De Pol en de stuw bij Ulft is de diepte 2 tot 4 meter, hier vindt alleen recreatievaart plaats (zie peilbeheer). Bij de grens is de diepte nog maar 2 meter. De taludhelling van de Oude IJssel is redelijk steil met 1:2 tot 1:3. De oevers zijn bij Doetinchem en langs de hoogwaterkeringen voorzien van stortsteen met wat oevervegetatie en overhangende bomen en struiken.

Op drie plaatsen wordt water uit de Oude IJssel gelaten, namelijk: . Vanuit de Kleefse Graaf naar het linkeroevergebied (zie figuur 3.1). . Naar de Akkermansbeek in het deelstroomgebied van de Wischbeken . Naar het stedelijk water van Doesburg

De rivier snijdt door de kleilaag heen, de waterbodem bestaat voornamelijk uit zand. Er is op de meeste plaatsen nauwelijks tot geen sliblaag aanwezig. Op plaatsen waar de Oude IJssel is

27

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 opgeleid is een dichtgeslibde waterbodem aanwezig. Dit is gewenst om wegzijging naar de omgeving te beperken.

De Aastrang passeert de grens bij Dinxperlo. De Aastrang in Nederland is 7 km lang en gaat bij Ulft over in de Oude IJssel. Het Duitse deel van de Aastrang ofwel de Bocholter Aa is 50.4 km lang en heeft zijn oorsprong bij Velen. Het Nederlandse deel wordt in tweeën gedeeld door stuw . Het stroomgebied van de Aastrang is ongeveer 48.000 ha groot, hiervan ligt 90% in Duitsland. Het verval in de Aastrang in Nederland is 0.64‰, tegen 0.99‰ in Duitsland. De Aastrang in Nederland is ongeveer 12 m breed en 1.5 m diep. De taludhelling van de Aastrang is steil (1:1). De oevers zijn recht en begroeid met een smalle strook oevervegetatie. De waterbodem bestaat uit zandig materiaal.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [004OIJ] Gewässersteckbrief Issel, tabel 1,2-3 (factsheet) [010OIJ] Masterplan ‘De Pol’ (Rapport) [011OIJ] Niet Afwentelen, Een verkennend onderzoek naar de toename van piekafvoeren na klimaatverandering op hoogwater op de Gelderse IJssel (Rapport, 2013) [015OIJ] EVZ Oude IJssel (Rapport) [028OIJ] Draaiboek wateroverlast Oude IJssel (rapport, 2014) [013OIJ] Rapport Visserijkundig Onderzoek, Oude IJssel te Terborg (Rapport, 2008) [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) [027OIJ] Gewässersteckbrief Bocholter Aa Tab. 1.2-4 (factsheet) 3.3 Boven Slinge, Bielheimerbeek en Wisch-beken

Boven Slinge & Bielheimerbeek In het oosten van het beheersgebied van de Oude IJssel ligt de Boven Slinge. De Schlinge ontspringt in Duitsland en stroomt ten zuidoosten van Winterswijk Nederland binnen. Iets ten westen van Varsseveld, bij overlaat Poelsbrug, gaat de Boven Slinge over in de Bielheimerbeek. De gecombineerde lengte is ruim 41 km. De breedte neemt toe van ongeveer 5 m bij de grens tot 15 m bij de Pol. In dit traject wordt een hoogteverschil van 29.5m overbrugd (0.71‰), waarvan het merendeel in de eerste 12km na de grens (1.01‰). In Duitsland is het verhang vergelijkbaar.

De bovenloop van de Boven Slinge is een relatief snelstromende, meanderende beek met zandbanken en beboste overhangende oevers. Vanaf de stuw bij Miste is de beek rechtgetrokken en stroomt door de kernen van Bredevoort en Aalten. Bij Aalten wordt de beek ook wel Aaltense Slinge genoemd.

Om piekafvoeren op te vangen is bovenstrooms bij Bredevoort een reductiereservoir aangelegd om Aalten te ontzien bij grote afvoeren (zie waterveiligheid). Bij verdeelwerk Bredevoort kruisen de Boven Slinge en de Schaarsbeek-Keizersbeek. Onder normale omstandigheden blijven deze waterstromen gescheiden. Bij hoog water kunnen de waterstromen verdeeld worden over de twee beken. In 1998 is er bij een hoogwatersituatie water vanuit de Boven Slinge in de Keizersbeek afgelaten. Dit had schade tot gevolg in de Keizersbeek en was geen succes.

28

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Tussen Aalten en Varsseveld wordt water afgelaten naar Bergerslagbeek (stroomgebied van de Wischbeken) en de Lange sloot. Deze noordelijke aftakking van de Boven Slinge gaat later over in de Beneden Slinge, de voormalige hoofdloop van de beek (zie historie). De Beneden Slinge splitst zich in een deel dat uitmondt in de Bielheimerbeek en de Doetinchemse Slinge, die in Doetinchem uitmondt in de Oude IJssel. Bij De Pol stroomt de Bielheimerbeek uit in de Oude IJssel. Ook wordt er tussen Aalten en Varsseveld in de zomer water in de Bergerslagbeek ingelaten om droogval in deze beek te voorkomen.

De bovenstroomse Boven Slinge is deels een meanderende beek met variërende oeverprofielen bestaande uit diepe en minderdiepe delen. In de genormaliseerde delen is de diepte van de Boven Slinge ongeveer 0.5m, de taludhelling is hier redelijk steil (1:2 tot 1:3). Benedenstrooms van Aalten is de taludhelling van de Boven Slinge en later de Bielheimerbeek redelijk steil (1:1 tot 1:2). De beek is ongeveer een meter diep in dit deel. De oevers zijn net als de andere beken in het centrale deel met gras begroeid. Op sommige plaatsen wordt de beek overschaduwd door wat kleinere bospercelen.

Wisch-beken Tussen de Keizersbeek, de Bielheimerbeek en de Oude IJssel liggen de Wisch-beken, vernoemd naar Heren van Wisch en later de gemeente Wisch. Nu is het onderdeel van de gemeente Oude IJssel. De Bergerslagbeek, de Seesinkbeek, Akkermansbeek en Varsseveldse waterleiding zijn de voornaamste van deze beken. Het gebied ligt op een zandige ondergrond en is gevoelig voor droogte. De oostelijk gelegen Bergerslagbeek kan van water uit de Boven Slinge worden voorzien om droogval te voorkomen. De Bergerslagbeek mondt direct uit in de Oude IJssel. De Seesinkbeek en Akkermansbeek monden via de Bielheimerbeek uit in de Oude IJssel. Het benedenstroomse deel van de Akkermansbeek kan water inlaten vanuit de Oude IJssel. De watergangen in het gebied worden niet breder dan 8 meter en het hoogteverschil in het gebied is gering (zie bodem en ondergrond). Verder zijn de watergangen rechtgetrokken en hebben veelal steile oevers.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [009OIJ] De Seesinkbeek Een beek in de Gelderse Achterhoek (Rapport, 2012). [010OIJ] Masterplan ‘De Pol’ (Rapport) [026OIJ] Gewässersteckbrief Schlinge Tab. 1.2-5 (factsheet)

Website http://www.seesinkbeek.nl/ 3.4 Keizersbeek De Keizersbeek heeft zijn oorsprong in het Korenburgerveen bij Winterswijk. De beek heet hier nog Schaarsbeek. Bij Verdeelwerk Bredevoort kruist de Schaarsbeek de Boven Slinge en heet vanaf hier Keizersbeek (de KRW- grens ligt meer stroomopwaarts, zie waterkwaliteit). De Keizersbeek zelf ontsprong vroeger in het Zwanenbroek, een moerassig gebied ten zuiden van de Boven Slinge (zie historie). De Keizersbeek zelf is 17.6 km lang, vanaf het verdeelwerk Bredevoort tot aan de Aastrang, met een verval van 0.62‰. De diepte is ongeveer een meter en

29

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 de breedte neemt toe van 6.5 tot ruim 12 m. De taludhelling van de keizersbeek is steil (1:1). De begroeiing op de oevers wordt kort gehouden en langs de watergang is landbouw de voornaamste functie, afgewisseld met kleinere bospercelen.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [005OIJ] Investeringsvoorstel AB, renovatie stuwen Keizersbeek (Voorstel, 2013) [011OIJ] Niet Afwentelen, Een verkennend onderzoek naar de toename van piekafvoeren na klimaatverandering op hoogwater op de Gelderse IJssel (Rapport, 2013) [013OIJ] Rapport Visserijkundig Onderzoek, Oude IJssel te Terborg (Rapport, 2008) [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) 3.5 Waalse water In het rivierkleigebied ten westen van de Oude IJssel ligt het 2 km lange Waalse Water. Deze komt voort uit een netwerk van gegraven en vergraven watergangen. De Roode Wetering, de Vethuizense Reefsewetering en de Grote Wetering zijn hiervan de voornaamste. Bij het samengaan van de laatste twee (bij stuw Pelgrim) ontstaat het Waalse Water. Het Waalse Water zelf is samen met de Vethuizense Reefsewetering 12.8 km lang (0.38‰). Binnen dit traject neemt de breedte toe van 3 tot 12 m bij de Oude IJssel.

Het Waalse Water is een natuurlijk ogende beek met begroeide oevers en vegetatie. De diepte kan oplopen tot 3 m. Het KRW-waterlichaam Waalse Water omvat een deel van de Vethuizense Reefse wetering (zie waterkwaliteit). Deze en eerder genoemde bovenlopen zijn veel meer gecultiveerd, met steile oevers en diepte van ongeveer één meter. De watergangen en worden mede gevoed door kwel van het Montferland. De waterbodem van de watergangen in het gebied ten westen van de Oude IJssel bestaat uit klei.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014)

30

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

4 Waterkwantiteit

4.1 Peilbeheer

Kaart 4.1 Peilbesluiten in beheersgebied Oude IJssel

Het peilbeheer in het beheersgebied is deels gericht op, de scheepvaart en in grote delen van het beheersgebied gericht op de functie landbouw. De meest optimale omstandigheden voor de landbouw zijn een relatief droog voorjaar en natte zomer. Zo kunnen boeren in de winter en voorjaar vroeg hun land op en is er tijdens het ‘groeiseizoen’ voldoende water voor een optimale productie. In natuurgebieden wordt er vaak gestreefd naar vernatting. In sommige gebieden is natuur leidinggevend, hier is een relatief hoog en vooral ‘natuurlijk’ peil gewenst, dat in de zomer lager is dan in de winter.

Gebieden zonder peilbesluit In het grootste deel van het beheersgebied gelden geen peilbesluiten maar een streefpeil voor de zomer en winter of een vast maximum peil. Stuwen houden het water op peil. De stuwdichtheid is nauw verbonden met het te overbruggen hoogteverschil. In het oosten zijn hoogteverschillen en dus het aantal stuwen het grootst. Het waterpeil gaat in de gebieden met streefpeil omlaag bij aanhoudende droogte. In het centrale deel van het beheersgebied, met de zandige ondergrond (zie ook bodem) leidt de beperkte aanvoer, in combinatie met wegzijging en verdamping in de zomer tot droogval van veel kleinere watergangen.

Het stedelijk gebied van Doesburg bevat een aanzienlijk wateroppervlak, met grachten, singels en waterpartijen. Het peil van deze wateren staat onder invloed van de IJssel. Bij lage IJsselwaterstanden in de zomer is Doesburg afhankelijk van water uit de Oude IJssel om de

31

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 waterpartijen te doorstromen en op peil te houden. Er wordt hierom zo lang mogelijk water ingelaten. Bij sterk verlaagde debieten in de Oude IJssel wordt er echter minder (vaak) water ingelaten.

Gebieden met peilbesluit Alleen delen langs de Oude IJssel en Aastrang blijven op peil, hiervoor geldt een peilbesluit uit 2006. De Oude IJssel is deels opgeleid (zie kaart 2.1). Samen met de Aastrang heeft de Oude IJssel slechts 4 peilvakken over een lengte van 36 km. Hiermee valt de Oude IJssel op in vergelijking met andere watergangen binnen het waterschap. Alleen bovenstrooms van Stuw Doesburg wordt een vast peil gehanteerd. In de overige drie peilvakken is het zomerpeil hoger dan het winterpeil (zie tabel 4.1). De peilvakken zijn groter dan strikt de hoofdwatergangen. Voor enkele zijtakken gelden dezelfde peilbesluiten (zie kaart 4.1)

Tabel 4.1: Peilbesluit Oude IJssel

Peilvak / stuw Zomerpeil Winterpeil (m+ NAP) (m+ NAP)

Doesburg 10.0 10.0

De Pol 12.4 12.2

Ulft 13.4 13.2

Voorst 15.1 14.7

Bij waterstanden hoger dan 10 m+NAP op de IJssel is sprake van een open verbinding met de Oude IJssel. Stuw Doesburg heeft dan geen functie. De sluis dient bij deze omstandigheden gesloten te blijven om problemen met de sluisdeuren te voorkomen. De invloed van de IJssel kan dan reiken tot aan Doetinchem.

Literatuur [001OIJ] Toetspeilen Oude IJssel (Rapport, 2005) [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [005A] Voorstel AB, Peilenplannen en ontwerppeilbesluiten Schipbeek, Berkel en Oude IJssel Aa-strang (2006) [006A] De wateropgave voor Waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2002) [011OIJ] Niet Afwentelen, Een verkennend onderzoek naar de toename van piekafvoeren na klimaatverandering op hoogwater op de Gelderse IJssel (Rapport, 2013)

Websites http://waterdata.wrij.nl/

32

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

4.2 Waterbalans In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste aan- en afvoerposten en hun aandeel ten aanzien van de waterbalans weergegeven. Hiervoor zijn gegevens gebruikt uit de periode 1994-2014 (voor zover beschikbaar).

Tabel 4.2: Waterbalans beheersgebied Oude IJssel

Aanvoer Gemiddeld debiet Gemiddeld aandeel (milj. m3/j) (%)

Aanvoer vanuit Duitsland 202 38 %

Neerslag (excl. verdamping) 298 55 %

RWZI effluent 14 3%

Totaal 514

Afvoer Gemiddeld debiet Gemiddeld aandeel (milj. m3/j) (%)

Afvoer bij Doesburg 331 62 %

Verdamping 204 38 %

Wegzijging (+Kwel) 7 1 %

Totaal 538

Restpost 24 4% (waaronder grondwaterstroming naar de IJssel)

Neerslag & verdamping Tabel 4.3 Neerslag en verdamping binnen het waterschap Rijn en IJssel

Neerslag Verdamping Neerslagoverschot (mm) (mm) (mm)

Natste jaar 1998 1071 493 578

Droogste jaar 2007 670 637 33

Gemiddeld 823 564 259

33

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

De neerslag en verdamping zijn belangrijke posten in de waterbalans van een met regenwater gevoed regionaal watersysteem zoals de Oude IJssel. Over het algemeen geldt dat neerslaghoeveelheden en verdamping binnen de grenzen van het waterschap vergelijkbaar zijn, vooral als het meerjarige gemiddelden betreft. Voor een algemeen beeld zijn de gemiddelde jaarlijkse neerslag en verdamping berekend van de weerstations van Hupsel, Deelen en Twente, over een periode van 20 jaar (zie tabel 4.2). Ook zijn de natste en droogste jaren weergegeven.

De neerslag is het grootst in de nazomer en het kleinst in april. De tegenhanger van neerslag is verdamping van gewassen, natuur en oppervlaktewater. Verdamping is gerelateerd aan de temperatuur en is het grootst in de zomer. Het verschil tussen neerslag en verdamping is het neerslagoverschot of -tekort. In de zomer is er een tekort, meer verdamping dan neerslag. Van augustus tot en met maart is er een neerslagoverschot ten opzichte van verdamping. Over een heel jaar is er gemiddeld 259 mm neerslagoverschot. In het beheersgebied van de Oude IJssel in Nederland vormt het gemiddelde neerslagoverschot een post van 94 miljoen m3 per jaar.

Aanvoer vanuit Duitsland en afvoer bij Doesburg Water stroomt vanuit Duitsland Nederland binnen. De waterstromen met de grotere debieten zijn de Oude IJssel, de Boven Slinge en de Aastrang. Deze aanvoerposten zijn aanzienlijk (zie tabel 4.2). De afvoer bij Doesburg is gemiddeld 10.5 m3/s (zie ook afvoerkarakteristieken).

RWZI en afvalwaterlozingen

Tabel 5.4: RWZI aandeel water aanvoer

RWZI / Watergang RWZI Aandeel t.o.v. Debiet (m3/s) Benedenstrooms (%)

Zomer Winter Zomer Winter

RWZI Aalten 0.05 0.05 24% 11% Keizersbeek 0.19 0.46

RWZI Dinxperlo 0.04 0.05 2% 1% Aastrang 2.47 6.40

RWZI Etten 0.35 0.28 6% 2% Oude IJssel 5.91 13.90

RWZI Varsseveld 0.04 0.03 10% 4% Boven Slinge 0.44 0.88

Voor de waterkwantiteit zijn sommige RWZI’s van belang. In droge periodes kan het debiet in de beken dusdanig afnemen dat het relatieve aandeel van de RWZI groot is, vooral in bovenstroomse beken. Er zijn vier RWZI’s in het beheersgebied die lozen op regionaal water (zie

34

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 tabel 4.2). Het gemiddelde debiet van drie van deze RWZI’s is niet groter dan 0.05 m3/s, alleen bij RWZI Etten is het debiet aanzienlijk groter, namelijk: 0.28-0.35 m3/s. Het aandeel van de RWZI’s is vooral afhankelijk van de beekafvoer, de aanvoer van effluent is redelijk constant. Is de beekafvoer groot zoals de Oude IJssel bij Etten, dan is de invloed van de RWZI relatief klein. Bij RWZI Aalten is het gemiddelde debiet van de Keizersbeek relatief klein en is het aandeel van de RWZI aanzienlijk, 24% in de zomer en 11% in de winter. De invloed van de RWZI’s op de waterkwaliteit is beschreven in chemische kwaliteit.

Kwel en wegzijging Uit de grove kwelmodelering van TNO (IMOD versie 1.2) blijkt dat er jaarlijks netto 7 miljoen m3 water via wegzijging verdwijnt uit het beheersgebied van de Oude IJssel (0.05 mm/d). Vergeleken met andere posten is dit een kleine post (1%). Maar omdat dit vooral in de zomer plaatsvindt is het een belangrijke oorzaak voor het droogvallen van kleinere watergangen. In kwel en wegzijging is dit gedetailleerder beschreven.

Literatuur [011OIJ] Niet Afwentelen, Een verkennend onderzoek naar de toename van piekafvoeren na klimaatverandering op hoogwater op de Gelderse IJssel (Rapport, 2013)

Websites http://waterdata.wrij.nl/

4.3 Afvoerkarakteristieken Figuur 4.1 geeft de meest voorkomende debieten weer in de belangrijkste waterlopen binnen het beheersgebied. Dit zijn indicatieve debieten en geven een indruk van de afvoer bij ‘normale’ omstandigheden.

35

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Figuur 4.1: Schematische weergave van het watersysteem en meestvoorkomende debieten Deelbeheersgebieden: █ Boven Slinge + Bielheimerbeek; █ Wischbeken; █ Aastrang en Keizerbeek; █ Oude IJssel; █ Waalse Water

Oude IJssel, Aastrang . Het stroomgebied van de Oude IJssel (Issel) net over de grens heeft een aanzienlijke bufferende werking. Bij grote afvoeren wordt hier veel water vastgehouden. De afvoerpiek van de Oude IJssel bij de grens wordt hierdoor afgevlakt. De Oude IJssel blijft nog vrij lang na de neerslag relatief grote debieten afvoeren. De Aastrang echter is in Duitsland veel meer gekanaliseerd en levert een veel grotere piekafvoer dan de Oude IJssel. . De meest voorkomende debieten bij de grens zijn 1.6 m3/s in de Aastrang en 2.1 m3/s in de Oude IJssel. In de winter liggen de afvoeren doorgaans een stuk hoger. . De gemiddelde afvoer bij de stuw de Pol is 8.9 m3/s. Het maximaal toelaatbare debiet (t=10) is 96 m3/s. . De afvoer bij Doesburg is gemiddeld 10.5 m3/s. Zowel tussen als binnen jaren zijn er aanzienlijke verschillen in afvoer. In het relatief droge jaar 2007 was het debiet gemiddeld 8 m3/s, vergeleken met 15 m3/s in 2011. In de winter is de neerslag vele malen groter dan verdamping en zijn gemiddelde debieten dus groter dan andere seizoenen. Extreme afvoeren zijn dan ook in de winter. Extreme buien in de (na)zomer, zoals in augustus 2010, leiden tot vooral lokaal en kortstondig verhoogde debieten. . Ten behoeve van de doorspoeling in Doesburg wordt een klein deel van het water afgelaten via een inlaat bij Doesburg (ongeveer 0,5 m3/s). Bij lagere peilen op de IJssel

36

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

loost dit ‘stedelijke water’ uit Doesburg onder vrij verval op de IJssel. Bij hogere peilen vindt bemaling plaats door gemaal Doesburg met een maximale capaciteit van 1 m3/s. . In droge periodes neemt de afvoer op de Oude IJssel af of stagneert de afvoer, zoals in 2011. Boten hebben dan te maken met schutbeperkingen in de sluis van Doesburg. Bij elke schutting verdwijnt namelijk zo’n 2000 m3 richting de Gelderse IJssel, en dat is ongewenst in tijden van droogte.

Boven Slinge, Bielheimerbeek en Wisch-beken . De Boven Slinge (stroomopwaarts) is het gehele jaar watervoerend. In de zomer komen geen afvoerloze perioden voor. De zijbeken van de Boven Slinge, de Osinkbemersbeek, Scheperswaterleiding en de Limbeek kunnen ‘s zomers droogvallen; . De Boven-Slinge in Aalten kan niet meer dan 12,9 m3 water per seconde verwerken. Bij zo'n grote afvoer gaat bovenstrooms bij Bredevoort automatisch een stuwklep hoger en stijgt het waterpeil in de beek. Het peil wordt dan zo hoog dat het water via een verlaagd kadegedeelte het retentiereservoir van Bredevoort binnenstroomt (zoals in 2011). . Benedenstrooms van Aalten is de Boven Slinge niet het gehele jaar watervoerend, ’s zomers komen afvoerloze perioden voor. Tijdens droge periodes vallen delen van de watergangen droog. . De Bielheimerbeek valt doorgaans niet droog maar kan wel stagnant worden in droge periodes. Het meest voorkomende debiet is 0.5 m3/s. Gemiddelde debieten in de wintermaanden liggen rond de 2.5 m3/s. . De Bergerslagbeek is niet altijd gehele jaar watervoerend. Tijdens droge periodes vallen de bovenstroomse delen van de watergangen droog, zoals in 2011. In de wintermaanden kan het gemiddelde debiet oplopen tot 0.5 m3/s (meetperiode 2011-2014).

Keizersbeek . De Keizersbeek is het gehele jaar watervoerend. Tijdens droge periodes is het steefpeil niet te handhaven, maar de watergang valt niet droog. Het meest voorkomende debiet is 0.2 m3/s. Ook hier zijn de debieten in de wintermaanden een stuk hoger.

Waalse Water . Het Waalse Water is het gehele jaar watervoerend. Er is geen sprake van droogval tijdens droge periodes. Het Waalse Water werkt hoofdzakelijk drainerend. . In de zomer zijn de debieten soms nagenoeg stromingsloos. In de winter zijn debieten rond de 0.5 m3/s heel normaal.

Literatuur [002OIJ] Draaiboek: Watertekort Stroomgebied Oude IJssel (Rapport, 2014) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [005OIJ] Investeringsvoorstel AB, renovatie stuwen Keizersbeek (Voorstel, 2013) [010OIJ] Masterplan ‘De Pol’ (Rapport)

Websites http://waterdata.wrij.nl/

37

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

5 Waterveiligheid en -overlast

De Achterhoek heeft een uitgebreide geschiedenis als het gaat om wateroverlast (zie historie). Het watersysteem is nu zo ingericht dat overlast zich nauwelijks meer voordoet. Keringen en kades beschermen het gebied tegen hoog water in de grote rivieren, beken zijn voorzien van kades en profielen zijn ruim gedimensioneerd.

Keringen en kades De veiligheid van kades en keringen wordt uitgedrukt in een hoogwatersituatie die ze aan moeten kunnen. Primaire keringen, ofwel de keringen langs de grote rivieren zijn bestand tegen een peil dat eens per 1250 jaar voorkomt (zie kaart 5.1). De primaire kering langs de IJssel behoort tot dijkring 51, deze loopt door langs het Pannerdensch kanaal en de Rijn. De Oude IJssel is van Doetinchem tot Doesburg ook bedijkt met primaire keringen die behoren bij deze dijkring. Deze kering is nodig omdat hoge IJsselpeilen tot in Doetinchem kunnen leiden tot peilverhoging, vooral in combinatie met hogere afvoeren in de Oude IJssel.

Tabel 5.1 Keringen en kades in beheersgebied Oude IJssel

Type kering Km

Primaire kering 20.1

Regionale kering 0

Zomerkade 4.1

Overige keringen (incl. verhulde keringen)* 49.9

* Voorheen kades en hoge gronden

Tussen Doesburg en Laag Keppel zijn er in het buitendijkse gebied van deze primaire keringen ook zomerkades aangelegd. Deze beschermen uiterwaarden tegen geringe peilstijgingen. Regionale keringen komen niet voor binnen het beheersgebied Oude IJssel. Verspreid over het beheersgebied komen ook kades voor, zoals bij: . Oude IJssel bij Gaanderen; . Oude IJssel bij Gendringen en Bovenstroomse deel Aastrang; . Oude IJssel bij het Walfort / grens; . Benedenstroomse deel Aastrang en Boven Slinge.

In Beheer en Onderhoud is meer informatie over dwarsprofielen opgenomen.

38

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Figuur 5.1: Boven Slinge en Aastrang hebben voor een groot deel leggerprofieltype 6.

De kades zijn aangelegd op plaatsen waar de beken relatief hoog liggen ten opzichte van het omliggende land (zie ook hoogte) of die in het verleden voor overlast hebben gezorgd. De kades moeten formeel, net als de rest van het watersysteem, omstandigheden aankunnen die eens per 10 jaar voorkomen in landelijk gebied. Voor stedelijk gebied geldt een norm van eens per 100 jaar. Bij veel grotere watergangen zijn kades aangelegd, zoals langs Oude IJssel, Berkel, Schipbeek, etc. Vanwege de overlast die deze watergangen in het verleden veroorzaakten zijn ze zo gedimensioneerd dat ze een veel hogere inundatiefrequentie hebben, bijvoorbeeld eens in de honderd jaar. Op veel plaatsen zijn kades nodig om dit te realiseren, zo ook in het beheersgebied van de Oude IJssel (zie kaart 5.1).

39

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Kaart 5.1: Keringen, kades, waterberging en hoge grond in beheersgebied Oude IJssel

Waterberging Bij Bredevoort is een reductiereservoir aangelegd van 76 ha. Bij grote aanvoer vanuit de Boven Slinge wordt hier water opgevangen alvorens het bij lagere afvoeren via de Schaarsbeek en de Boven Slinge af te voeren. In het reductiereservoir kan ruim 1 miljoen m3 water worden opgevangen. De overstromingskans is eens per 10 jaar in de winter en incidenteel in de zomer. Via zakelijk recht is geregeld dat overstroming in de winter wordt toegestaan. (Landbouw)schade in de zomer moet vergoed worden. Het reductiereservoir Bredevoort is onder andere gebruikt in januari 2011. Destijds is ongeveer 250.000 m3 water geborgen in het reservoir, ongeveer 20% van de totale bergingscapaciteit. De laatste keer dat er zo veel water is ingelopen was in januari 2003.

Achter het reductiereservoir ligt een gebied waar bij noodgevallen nog een miljoen m3 geborgen kan worden. Hiervoor is geen zakelijk recht vastgesteld. Formeel is er ook niet vastgesteld als waterbergingsgebied. Bij lagere waterstanden wordt het water via de Schaarsbeek terug naar de Boven Slinge geleid.

Tussen Doetinchem en Doesburg is 606 hectare buitendijks gebied gekenmerkt als waterberging. Deze ‘meelopende berging ‘ mag inunderen bij hoog water, niet alleen als gevolg van grote debieten op de Oude IJssel maar ook als gevolg van hoog water op de IJssel. Ten westen van Gendringen ligt het Azewijnse broek. Deze zandwinning is zo ingericht dat er water geborgen kan worden. Dit speelt bij hoge standen in de Vethuizense Reefsewetering.

40

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Wateroverlast De grootste absolute debieten zijn in de winter. Door de verhoogde grondwaterstanden kan hevige en aanhoudende neerslag leiden tot ‘extreme’ afvoeren. Zeer intensieve (na)zomerse buien kunnen lokaal leiden tot verhoogde afvoer en mogelijk overlast in stedelijk gebied of plaatsen waar de bodem weinig water opneemt. Deze verhoogde afvoer neemt dan weer vrij snel af als het stopt met regenen. Mede door de keringen en kades in het gebied zijn er geen locaties waar wateroverlast een noemenswaardig probleem is. In lagere gebieden zoals in het (voormalige) rivierdal van de Oude IJssel is er beperkt risico op wateroverlast, zoals bij het bedrijventerrein op De Huet in Doetinchem. Als er in het beheersgebied wateroverlast voorkomt, dan is de oorzaak te herleiden tot extreme omstandigheden of een calamiteit.

Ten aanzien van hoogwatersituaties zijn er afspraken gemaakt met de Duitse waterbeheerder: Deichverband Bislich Landesgrenze. Contactgegevens van Duitse waterbeheerders zijn vastgelegd in de rapportage Grensoverschrijdende hoogwaterbescherming (zie ook draaiboek wateroverlast). Hierin zijn ook hoogwater alarmpeilen vastgesteld op enkele plaatsen in Duitsland en in Nederland bij De Pol (12.5 m+NAP) en bij de sluis in Doesburg (10.15m+NAP).

Literatuur [001OIJ] Toetspeilen Oude IJssel (Rapport, 2005) [009A] Toetingsresultaat landelijke normen regionale wateroverlast concept (Kaart, 2007) [036A] Dwarsprofielen volgens de keur (Tekeningen, 2012) [028OIJ] Draaiboek wateroverlast Oude IJssel (rapport, 2014) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015)

41

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

6 Waterkwaliteit

6.1 Algemene waterkwaliteit Het beheersgebied van de Oude IJssel stond vanaf de middeleeuwen en vooral na 1900 in toenemende mate onder invloed van aanpassingen ten behoeve van de waterafvoer en landbouw (zie historie). De waterkwaliteit in het stedelijk gebied is onder impuls van de Basisinspanning (1995) en het Waterkwaliteitsspoor sterk verbeterd. Sinds 2000 is de KRW (kaderrichtlijn water) bepalend ten aanzien van het beoordelen en verbeteren van de waterkwaliteit. Voor deze Europese wetgeving zijn waterlichamen vastgesteld en getypeerd. Binnen het beheersgebied van de Oude IJssel zijn 6 waterlichamen (zie kaart 6.1 en tabel 6.1). Voor elk van de waterlichamen zijn doelen vastgesteld en wordt de huidige toestand bijgehouden. Deze informatie is opgenomen in factsheets.

Tabel 6.1 KRW waterlichamen en factsheet

Actuele KRW factsheets: Type Omschrijving

Keizersbeek

Bergerslagbeek Langzaam stromende Boven Slinge R5 middenloop/ benedenloop op zand Bielheimerbeek

Waalse Water

Oude IJssel (incl. Aastrang) R6 Langzaam stromend riviertje op zand/klei’

Het waterlichaam Oude IJssel (incl. Aastrang) wordt getypeerd als R6: ‘Langzaam stromend riviertje op zand/klei’. Het vormt de verbinding tussen bovenstroomse beken en de IJssel. De ecologische doelstellingen voor de Oude IJssel worden (mede) beperkt door het feit dat de rivier bevaarbaar is voor de (beroeps)scheepvaart. De overige waterlichamen in het beheersgebied van de Oude IJssel zijn allen R5: ‘Langzaam stromende middenloop/ benedenloop op zand’. Door menselijke aanpassingen zijn alle waterlichamen volgens de KRW ‘sterk veranderd’. Desondanks heeft de Boven Slinge zijn natuurlijke karakter voor een groot deel behouden.

Over het algemeen geldt dat de ecologie in de watergangen baat heeft bij een smalle watergang met voldoende stroomsnelheid. Daarnaast is variatie onder water nodig. Een gevarieerde flora en fauna vraagt om afwisseling van vegetatie, zandbanken, slibafzettingen, stroomkuilen, dood hout en detritusbanken. Vaak ontbreken meerdere van deze elementen. En is sommige gevallen hebben hoge fosfaat en ammoniumgehalten een negatief effect op gewenste flora en fauna.

42

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Kaart 6.1 waterlichamen in beheersgebied Oude IJssel

Literatuur [001A] Afwentelingsonderzoek oppervlaktewater Rijn-Oost (Rapport, 2012) [004A] Gij beken eeuwig vloeiend; Water in de streek van Rijn en IJssel’ (Boek, 2000). [010A] Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water, 2015- 2012 (Rapport, 2012). [011A] Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de kaderrichtlijn water (Rapport, 2007) [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015)

Websites Waterrapport 2011-2014 op sharepoint: http://sharepoint.wrij.nl/plein/Organisatie/KA/Gedeelde%20%20documenten/Waterrapport%20def initief.pdf#search=waterrapport http://www.wrij.nl/waterbeheerplan/

6.2 Chemische kwaliteit Over het algemeen geldt dat de chemische waterkwaliteit in de waterlichamen redelijk op orde is. Hieronder volgt een algemene beschrijving van de belangrijkste stofgroepen.

Nutriënten

43

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Stikstof en fosfaat zijn belangrijke voedingsstoffen voor planten, maar teveel stikstof en vooral fosfaat kan juist weer problemen opleveren. Algemene soorten gaan overheersen ten koste van meer bijzondere soorten en algen en wieren reageren sterk op extra fosfaat. Verhoogde sulfaatgehalten kunnen leiden tot het vrijkomen van fosfaat. Dit gebeurt vooral in de sliblaag bij zuurstofloze omstandigheden.

Stikstof: In het verleden zijn er verhoogde N-gehalten in de Oude IJssel, Bielheimerbeek en Boven Slinge gemeten. In 2013 waren N-gehalten in de Keizerbeek en Waalse Water ook te hoog. Belangrijke stikstofbronnen zijn landbouw, RWZI's (met name RWZI-Aalten), overstorten met huishoudelijk afvalwater en depositie. Naast directe lozingen vindt er ook nalevering plaats via het grondwater. De hogere N-concentraties in het oosten hangen samen met het grondgebruik en de bodemgesteldheid in het Duitse en Nederlandse deel van het stroomgebied. De bodem is hier meestal slecht doorlatend. Regenwater spoelt daarom snel af naar de beken, en voert de stikstof mee die via neerslag en bemesting op de bodem is beland. Het gebied heeft bovendien relatief veel hoogteverschil. Het water in de watergangen stroomt daarom snel en dat belemmert de denitrificatie, een proces waarbij nitraat wordt omgezet tot stikstofgas dat naar de atmosfeer verdwijnt.

Fosfaat: Voor fosfaat geldt in hoofdlijnen hetzelfde als voor stikstof. In 2009 waren fosfaatgehalten in de Oude IJssel en vooral ook in de Boven Slinge verhoogd. In 2013 voldeed de Oude IJssel, maar in de Boven Slinge waren concentraties onveranderd hoog. Opvallend is dat in 2013 ook de Keizersbeek verhoogde fosfaatgehalten bevatte. Fosfaat komt in het oppervlaktewater door uitspoeling van mest vanuit de landbouw, RWZI’s en overstorten. Van RWZI-Aalten is vastgesteld dat het effluent invloed heeft op de fosfaatgehalten in de Keizersbeek. Voor het fosfaat in de Boven Slinge geldt net als voor stikstof dat de aanvoer vanuit Duitsland een belangrijke bron is.

Prioritaire stoffen In 2003 zijn de bestrijdingsmiddelen simazine en metolachloor als probleemstoffen gekenmerkt (MTR overschrijding). In 2011 zijn metolachloor en imidachloprid in normoverschrijdende concentraties aangetroffen. Naast deze bestrijdingsmiddelen bleek de som benzo(ghi)peryleen en indenopyreen in te hoge concentraties aanwezig te zijn in de Oude IJssel bij Doetinchem en Doesburg. De belangrijkste bronnen van deze PAK’s: industrie, verbranding van vaste brandstoffen en verkeer.

Specifieke verontreinigende stoffen Uit de groep ‘specifieke verontreinigende stoffen’ blijkt koper in alle waterlichamen de norm te overschrijden met uitzondering van het Waalse Water. Zink is alleen in de Boven Slinge normoverschrijdend. Mogelijke bronnen van koper en zink zijn: landbouw, verkeer, RWZI’s, industrie, riooloverstorten (gescheiden en gemengd), bovenstroomse aanvoer, overige diffuse bronnen, etc.

In het Waalse Water, Boven Slinge en Keizersbeek is ammonium in te hoge concentraties aangetroffen. Voor de Keizersbeek is aangetoond dat hoge gehalten nadelig zijn voor waterplantenontwikkeling. Hoge concentraties ammonium in het oppervlaktewater zijn een indicatie van verontreiniging met menselijke of dierlijke uitwerpselen. Bronnen zijn RWZI effluent,

44

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 bemesting en huishoudelijk afvalwaterlozingen. RWZI's van Aalten, Etten leveren een aanzienlijke bijdrage aan de normoverschrijding voor ammonium. Bij beide zuiveringen wordt extra beluchting van effluent toegepast om ammoniumconcentraties te reduceren.

In het beheersgebied komen ook normoverschrijdende sulfaatgehalten voor. De oorzaak hiervan ligt bij grondwateraanvoer en RWZI-effluent al dan niet afkomstig uit Duitsland.

Overige fysische / chemische waterkwaliteit (pH, doorzicht, zuurstof) De fysisch chemische kenmerken in Oude IJssel en bovenstroomse beken passen bij een beek- /riviersystem met een veelal aangepast of kunstmatig karakter. Door de voldoende doorstroming en doorzicht, lage watertemperatuur en neutrale pH voldoet (in 2009 en 2013) het water aan de KRW-kwaliteitseisen.

Literatuur [001A] Afwentelingsonderzoek oppervlaktewater Rijn-Oost (Rapport, 2012) [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [019A] Hoofdrapportage KRW voor het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2007) [039A] Specifieke verontreinigende en drinkwater relevante stoffen onder de Kaderrichtlijn water Selectie van potentieel relevante stoffen voor Nederland (Rapport, 2012). [042A] Factsheet 1 INDENO(1,2,3-CD)PYREEN (factsheet, 2005)

Websites Waterrapport 2011-2014 op sharepoint: http://sharepoint.wrij.nl/plein/Organisatie/KA/Gedeelde%20%20documenten/Waterrapport%20def initief.pdf#search=waterrapport http://www.wrij.nl/waterbeheerplan/

6.3 Ecologie

Hydromorfologie De hydromorfologie van alle waterlopen in het beheersgebied is sterk aangepast en deels kunstmatig. Het Waalse Water en de Boven Slinge hebben het natuurlijke karakter het meest behouden. Naast de chemische kwaliteit zijn kanalisatie, normalisatie, barrières, onnatuurlijk peilbeheer en doorgaans lage stroomsnelheden factoren die de (ecologische) waterkwaliteit beperken in het beheersgebied van de Oude IJssel. Met uitzondering van het rivierkleigebied in het westen bestaat het bodemsubstraat voornamelijk uit zand, in sommige gevallen is er een (dunne) sliblaag.

45

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Oude IJssel: Langs de gehele Oude IJssel zijn plas-/drasbermen aangelegd in de vorm van ecologische stapstenen.

Waalse Water: Het Waalse Water (tot stuw Pelgrim) is grotendeels als oude rivierarm intact gebleven en heeft daardoor een natuurvriendelijk karakter met begroeide oevers en variatie in dwarsprofielen. De stroomopwaarts gelegen Vethuizense Reefse wetering is een genormaliseerde watergang.

Boven Slinge is een meanderende beek met veelal beboste oevers. Op bepaalde trajecten grenst de beek aan cultuurland. In het bovenstroomse deel is een brede variatie aan structuren in de vorm van dood hout, slib- en detritusbanken en stroomkuilen. Op een aantal trajecten zijn de oevers verhard met stortsteen of schanskorven. Meer benedenstrooms is de Bielheimerbeek genormaliseerd met steile uniforme oevers.

Keizersbeek / schaarsbeek: De bovenloop van de Schaarsbeek krijgt humusrijk water vanuit Korenburgerveen. Na de Corleseweg / Vragenderweg is de beek slootachtig. In het brede ondiepe stuk groeien gras en distels. Dit deel valt droog. Het laatste deel van de Schaarsbeek en de hele keizersbeek is genormaliseerd met steile uniforme oevers. Het zelfde geldt voor de Bergerslagbeek en de Aastrang.

Waterplanten PM

Vis en overige fauna De visstand in de Oude IJssel bestaat voornamelijk uit vissoorten die kenmerkend zijn voor langzaam stromende of stilstaande wateren: brasem, pos, blankvoorn en baars. Daarnaast zijn er soorten die leven in plantenrijke wateren zoals zeelt en Ruisvoorn. Lokaal komt de meerval voor, inheemse soort die in de jaren ‘80 in de Oude IJssel is uitgezet. De soort is afhankelijk van structuurrijke oeverzones. Op plekken met meer stroming, zoals bij stuwen, komen lokaal ook stromingsminnende en habitatgevoelige soorten voor die kenmerkend zijn voor stromende, structuurrijke wateren. Voorbeelden hiervan zijn kopvoorn, beekdonderpad en winde. Wat exoten betreft komen zwartbekgrondel en kesslers grondel voor bij Doesburg. De marmergrondel heeft zich al verder verspreid en wordt gevangen bij stuw De Pol. Deze grondelsoorten zijn oorspronkelijk afkomstig uit de Kaspische zee en Donau en zijn via het -Donaukanaal het Rijnstroomgebied binnengetrokken. De visstand in de Aastrang is divers: riviergrondel, bermpje, kopvoorn en beekdonderpad zijn aangetroffen. Langs Oude IJssel en het benedenstroomse deel van de Bielheimerbeek komen sinds enkele jaren otters voor.

De Boven Slinge (stroomopwaarts van Miste) laat een gevarieerd beeld zien door de hogere stroomsnelheid en meer natuurlijke inrichting. Dit is terug te zien in de diversiteit en de aanwezigheid van bijzondere soorten als de kopvoorn, serpeling en beekprik. De vangsten van beekforel zijn afkomstig van jarenlange uitzetting in de Boven Slinge en Osink Bemersbeek. Van reproductie is geen sprake. In de benedenstoomse delen van de Boven Slinge en Bielheimerbeek lijkt de visstand op die van de Oude IJssel.

46

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

In de Bergerslagbeek, Keizersbeek, Bielheimerbeek en benedenstroomse delen van de Boven Slinge (tot stuw Miste) lijkt de visstand op de Oude IJssel. Deze traag stromende beken bevatten weinig diversiteit en vooral algemene soorten (brasem, baars, snoek, blankvoorn) en soms ook soorten kenmerkend voor waterplantenbegroeiing, voornamelijk zeelt en ruisvoorn. Migrerende en stromingsminnende soorten ontbreken veelal omdat de beken met stuwen en gecompartimenteerd en delen droogvallen of stagnant worden in droge periodes.

Vispasseerbaarheid Via de Oude IJssel, Aastrang kunnen migrerende vissen (in de toekomst) grote delen van het beheersgebied bereiken. Het belangrijkste nog niet vispasseerbare kunstwerk is de sluis bij Doesburg. Hier zijn wel al plannen voor. Ook het Waalse Water wordt toegankelijk gemaakt voor vis, mede omdat het als kraamkamer dient voor de visstand in de Oude IJssel.

Sportvisserij Uit sportvisserijonderzoek blijkt dat de hoeveelheid gevangen vis en ook de lengtesamenstelling van de vis in de jaren negentig sterk is afgenomen, maar de laatste jaren stabiel. Het vermoeden bestaat dat dit wordt veroorzaakt door afname in voedselrijkdom van het water en predatie door aalscholvers (zie ook recreatie).

Macrofauna Van alle instromende beken in het beheersgebied van de Oude IJssel zijn de bovenlopen van de Boven Slinge en de Osink-Bemerbeek wel de parels van het beheersgebied. In de beken worden zeldzame soorten aangetroffen, zoals: kokerjuffers (Lithax obscurus, Hydropsyche pellucidula), steenvlieg (Amphinemoura) en keversoorten van de familie Limnius. De op het Winterswijkse plateau gelegen Limbeek en Scheperswaterleiding dragen natuurlijk bij aan de waardevolle macrofaunasamenstelling. Dit heeft te maken met de grote variatie in stroming en substraat door vrije meandering en de natuurlijke oeverprofielen.

Stroomafwaarts na de zandvang aan de Winterswijkse weg in Miste krijgt de Boven Slinge een meer genormaliseerd karakter en verdwijnen de kritische soorten. De KRW-score zakt hier van klasse “goed” naar “matig”. Wel vormt de beek een geschikt biotoop voor soorten van zwak stromende wateren.

Het bovenstroomse gedeelte van de Aastrang is een groot gedeelte van het jaar slechts een meter diep en heeft een mooie zandige bodem. Dit deel van de Aastrang herbergt kritische soorten zoals de larve van de eendagsvlieg Heptagenia sp. en de zeldzame platte roofwants Aphelocheirus aestivalis. Meer benedenstrooms wordt de Aastrang dieper, zijn stroomsnelheden lager en verdwijnen de indicatieve soorten. Aan de kop van de Keizersbeek zijn de Stuwbeek, Haartse waterleiding en bovenstroomse deel van de Schaarsbeek nog te noemen als beken met bijzondere macrofaunasamenstelling.

Voor de Oude IJssel geldt hetzelfde als de Aastrang, met een waardevolle bovenloop en meer algemene soorten in de benedenloop. De grens ligt ongeveer bij de instroming van de Aastrang. In de bovenloop van de Oude IJssel verlaten in het voorjaar grote aantallen Weidebeekjuffers en meivliegen als adult het water. Vanaf de sluis “De Pol” in Gaanderen tot aan de sluis in Doesburg

47

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 heeft de watergang een vaarweg bestemming en krijgt hier een sterk gekanaliseerd karakter met bijpassende macrofaunasoorten.

De overige beken hebben een temporair stromend karakter die vooral in de winter water afvoeren en een groot gedeelte van het jaar stagnant zijn. De watergangen herbergen naast stromingssoorten als vlokreeften en enkele kokerjuffers veel duikerwantsen, watertreders, slijkvliegen en erwtenmosseltjes, die allen indicatief zijn voor kanalen en sloten. De wateren worden gekenmerkt door een rijke submerse vegetatie sterrekroos en waterpest en scoren slechts “ontoereikend “ en af en toe “matig” volgens de KRW.

De laatste jaren bereiken steeds meer exoten de binnenwateren. De slijkgarnaal Corophium curvispinum en de korfmossel Corbicula sp. worden plaatselijk massaal in de Oude IJssel aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat de macrofaunakwaliteit en het aantal zeldzame macrofaunasoorten in veel (grensoverschrijdende) beken is verbeterd: Aastrang, de Boven Slinge, Osink Bemersbeek en Bielheimerbeek. De macrofaunagemeenschap in het bovenstroomse deel van de Oude IJssel is niet verbeterd, benedenstrooms wel.

Literatuur [001A] Afwentelingsonderzoek oppervlaktewater Rijn-Oost (Rapport, 2012) [010A] Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water, 2015- 2012 (Rapport, 2012). [011A] Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de kaderrichtlijn water (Rapport, 2007) [012A] Waterrapport 2008-2011 (Rapport, 2012) [012OIJ] Ecologische verbindingszone Oude IJssel, Deeltraject stad Doetinchem (Rapport, 1997) [013A] Waterrapport 2011-2014 (Rapport, 2015) [013OIJ] Rapport Visserijkundig Onderzoek, Oude IJssel te Terborg (Rapport, 2008) [014A] KRW factsheets (factsheets, 2013) [014OIJ] KRW-bemonstering 19 beken Waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2008) [015A] Factsheets waterlichamen Actualisatie waterkwaliteitsopgave Periode 2016-2021 (Factsheets, 2014) [015OIJ] EVZ Oude IJssel (Rapport) [016A] Evaluatie van 23 jaar macrofauna-monitoring bij Waterschap Rijn en IJssel (Rapport) [017A] Vissenatlas Gelderland (Boek, 2012) [019A] Hoofdrapportage KRW voor het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel (Rapport, 2007) [020A] Vismigratie in de Achterhoek, Onderzoek naar vismigratie in de Schipbeek, de Groenlose Slinge en de Oude IJssel (Rapport, 2007) [021A] Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en IJssel in 2008 (Rapport, 2008) [022A] Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en IJssel in 2012 (Rapport, 2012) [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) [044A] Voorstel AB, Vaststellen Watervisie 2030 (2013)

48

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Websites Waterrapport 2011-2014 op sharepoint: http://sharepoint.wrij.nl/plein/Organisatie/KA/Gedeelde%20%20documenten/Waterrapport%20def initief.pdf#search=waterrapport http://www.wrij.nl/waterbeheerplan/

6.4 Stedelijke waterkwaliteit Tegenwoordig dient het stedelijk water vooral voor de afvoer van water in het stedelijk gebied en ter verfraaiing van de openbare omgeving. Echter het stedelijk water is in sommige gevallen gevoelig voor waterkwaliteitsproblemen, zoals blauwalg, vissterfte, stank en zwerfvuil. Meldingen van blauwalg komen vooral voor in wateren waarin geen doorstroming mogelijk is in combinatie met hoge nutriëntgehalten en warm weer. Meldingen van vissterfte komen het meeste voor in combinatie met overstorten. Dat komt omdat de vuillozing tot een plotselinge - en voor vissen soms fatale zuurstofdaling kan leiden. Daarnaast zijn wateren zonder mogelijkheid tot doorstroming in de zomer kwetsbaar voor vissterfte, ongeacht de aanwezigheid van een overstort.

6.5 Zwemwater.

In het beheersgebied van de Oude IJssel liggen 9 van de 17 officiële WRIJ-zwemwateren. Het waterschap controleert de zwemwaterkwaliteit tijdens het zwemseizoen, van 1 mei tot en met 30 september. De zwemwaterkwaliteit verschilt per zwemwater. Bacteriologische verontreiniging (Escherichia coli en/of intestinale enterococcen) en de aanwezigheid van blauwalgen zorgen er soms voor dat WRIJ de provincie Gelderland adviseert een waarschuwing, negatief zwemadvies of zwemverbod in te stellen. De besluitvorming hierover is een verantwoordelijkheid van de provincie. Blauwalgen komen voor in voedselrijkere wateren en ontwikkelen zich vooral tijdens warme zomers. De bacteriën komen via menselijke of dierlijke uitwerpselen in het water.

Binnen het beheersgebied van de Oude IJssel kent met name Het Blauwe Meer bij Dinxperlo regelmatig problemen met blauwalgen. Bacteriën vormen minder frequent een knelpunt. De actuele zwemwaterkwaliteit is te vinden op de site www.zwemwater.nl Elk zwemwater is beschreven in een zwemwaterprofiel.

Klik op de link naar het zwemwaterprofiel:

 Zwemwaterprofiel Stroombroek Braamt  Zwemwaterprofiel Scholtenhof Etten  Zwemwaterprofiel Kemperplas Vethuizen  Zwemwaterprofiel Slootermeer (grote plas) Etten  Zwemwaterprofiel Slootermeer (kleine plas) Etten  Zwemwaterprofiel Het Blauwe Meer Dinxperlo  Zwemwaterprofiel Slingeplas Bredevoort

49

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

 Zwemwaterprofiel Strandbad Winterswijk  Zwemwaterprofiel De Betteld Zelhem

Websites www.zwemwater.nl

50

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

7 Grondwater

7.1 Ondiep (freatisch) grondwater Het grondwater in het beheersgebied van de Oude IJssel bestaat voor het grootste deel uit grondwatertrappen VI t/m VIII (zie kaart 7.1). Dit betekent relatief droge omstandigheden. Doorgaans is grondwatertrap 4 ideaal voor de landbouw, maar dit is afhankelijk van bodemsoort en gewas. Nattere delen zijn vooral te vinden: . In het oosten bij Korenburgerveen en Bredevoort (door het vasthouden van water), . Langs de Beneden Slinge tussen Varsseveld en Aalten (door kwel), . Langs de Aastrang, Oude IJssel en Keizersbeek (door veelal lokale kwel), . Enkele percelen westelijk van de Oude IJssel (door kwel vanuit Montferland) . Westelijk van Doetinchem (natuurmonument De Zumpe)

Kaart 7.1 Grondwatertrappen in het Oude IJssel beheersgebied (Bron: AMIGO)

Websites http://oss.deltares.nl

7.2 Kwel en wegzijging Uit de grove kwelmodellering van TNO (IMOD versie 1.2) blijkt dat er jaarlijks netto een te verwaarlozen hoeveelheid water via wegzijging verdwijnt uit het beheersgebied van de Oude IJssel (-0.05 mm/dag). Dit wil niet zeggen dat er geen kwel of wegzijging is, maar dat dit vooral lokale processen betreft die ook nog eens per seizoen kunnen afwisselen. In natte winters is er

51

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 meer kwel en in droge zomerperiodes is er wegzijging. Gebieden met overwegend kwel zijn te vinden in de beekdalen, langs waterlopen en rond de hoger gelegen infiltratiegebieden, zoals: . Oostelijk van de stuwwal van Montferland. Hier is de afvoer van de Grote Wetering (bij Waalse water) mede afhankelijk van kwelwater afkomstig van deze stuwwal van Montferland. . Van oudsher natte gebieden bij Bredevoort en Dinxperlo

De in kaart 7.1 (grondwatertrappen) weergegeven natte gebieden staan vaak onder invloed van kwel. Op plaatsen waar het grondwater niet weg kan (zoals bij het Korenburgerveen) is dit de oorzaak van de nattere omstandigheden.

7.3 Grondwateronttrekking & -stroming

Kaart 7.2: Grondwater: onttrekkingen, win- en intrek- en beschermingsgebieden binnen Beheersgebied Oude IJssel

Binnen het beheersgebied Oude IJssel liggen vele onttrekkingen, vooral voor beregening maar ook voor industrie en bronbemaling (zie kaart 6.3). Op vier plaatsen wordt drinkwater onttrokken. Rond de onttrekkingen zijn drie zones ingericht. De eerste zone is het grondwaterwingebied, gevolgd door het iets grotere grondwaterbeschermingsgebied en het nog grotere intrekgebied. . Doetinchem (Bij de Pol): 000 m3/jaar; . Dinxperlo: 659.000 m3/jaar; . Aalten: 870.000 m3/jaar; . Winterswijk: 520.000 m3/jaar;

52

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Twee winningen op het Montferland liggen net buiten het Beheersgebied Oude IJssel, hun beschermings- en intrekgebieden vallen er voor een deel binnen. . Zeddam (Montferland): 363.000 m3/jaar; . Zeddam (Montferland): 917.000 m3/jaar;

7.4 Grondwaterkwaliteit PM

53

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

8 Maatschappelijke functies

8.1 Cultuurhistorie en watererfgoed

Kaart 8.1 Watererfgoed in beheersgebied Oude IJssel (zie www.watererfgoed.wrij.nl)

Beheersgebied Oude IJssel heeft belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Rondom en langs de gehele rivier liggen vele interessante cultuurhistorische gebieden en objecten in een afwisselend landschap, zoals burchten, kastelen, landgoederen en versterkte stadjes met een van oudsher strategische ligging aan de rivier. Denk hierbij aan de Hanzestad Doesburg met zijn historische centrum. Ook zijn er op de hogere gronden nabij Winterswijk nog enkele objecten behorende tot het watererfgoed zoals de twee overgebleven watermolens waarvan er in vroegere tijden nog veel meer waren.

Enkele relevante objecten zijn: . Kasteel, sluis en watermolen bij Laag Keppel; . Huize De Kemnade (bij Doetinchem); . Kasteel Wisch (bij Terborg); . Huize Landfort (bij Megchelen); . ’t Walfort (bij Aalten); . Kasteel Slangenburg (bij Doetinchem); . Watermolen Berenschot (bij Winterswijk); . Watermolen Den Helder (bij Winterswijk)

Literatuur [015OIJ] EVZ Oude IJssel (Rapport)

54

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

[040A] Hoog, middelhoog en laag; een archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart voor de Parkstad Limburg gemeenten en de gemeente Nuth. (Rapport, 2007)

Websites watererfgoed.wrij.nl

8.2 Beroepsscheepvaart De boomstamboot uit 175 jaar na Chr. die bij Doesburg werd opgegraven, toont aan dat de Oude IJssel al bijna 2000 jaar wordt bevaren. Op de Oude IJssel vindt al eeuwenlang beroepsvaart plaats (zie historie). In de 18e en 19e eeuw maakte de ijzerindustrie gebruik van de Oude IJssel. De hoogtijdagen van de beroepsvaart op de Oude IJssel lag grofweg tussen 1965 en 1985. Rond 1980 werd er jaarlijks tot wel 900.000 ton vervoerd. Na een halvering in de jaren tachtig zijn transporthoeveelheden eind jaren negentig gestabiliseerd, ongeveer 450.000 ton. Tussen 2010 en 2012 waren er gemiddeld ongeveer 680 scheepvaartbewegingen. Er wordt voornamelijk kunstmest, zand, grind en veevoeder naar 5 bedrijven in Doetinchem getransporteerd. Schepen kunnen tot circa 600 ton vervoeren. In de huidige situatie is beroepsvaart mogelijk van Doesburg tot de Slingerparallel bij Doetinchem over een lengte van 16.8 km.

Tijdens droge periodes heeft de scheepvaart te maken met schutbeperkingen in de sluis van Doesburg. Bij elke schutting verdwijnt namelijk zo’n 2000 m3 richting de Gelderse IJssel, en dat is ongewenst in tijden van droogte.

Literatuur [015OIJ] EVZ Oude IJssel (Rapport) [017OIJ] Voorstel aan het college van Dijkgraaf en Heemraden , beheerplan vaarweg Oude IJssel 2009-2013 (Voorstel, 2009) [019OIJ] Voorstel aan Provinciale Staten, Vaarwegverordening Gelderland (voorstel, 2009) 8.3 Recreatie Vanaf 1997 heeft het waterschap vastgesteld dat in beginsel alle waterschapseigendommen, zoals watergangen en onderhoudspaden, passief worden opengesteld, zolang dit medegebruik geen belemmering vormt voor het beheer en onderhoud en niet conflicteert met andere toegekende functies. Actieve openstelling is mogelijk als er aan enkele criteria wordt voldaan. Denk hierbij aan afspraken met aanliggende eigenaren, bedrijfsvoering van het waterschap, veiligheid en natuurschade.

Sportvisserij De volledige visrechten van de wateren in eigendom van Waterschap Rijn en IJssel worden verhuurd aan twee koepelorganisaties: de Hengelsportfederatie Midden Nederland en Sportvisserij Oost Nederland. Uitzondering hierop zijn de stedelijke wateren, die voor een groot deel in eigendom zijn overgegaan van gemeenten naar Het Waterschap. Het waterschap is hierdoor tevens verhuurder van visrecht aan lokale hengelsportverenigingen in het beheersgebied van Oude IJssel.

55

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Het grootste deel van de wateren is opgenomen in de Gezamenlijke lijst van Nederlandse Viswateren behorend bij de VISpas. Van de grotere watergangen is alleen het Waalse Water geen viswater, dit is particulier eigendom. In de overige wateren wordt overwegend vanaf de oevers gevist. Nachtvissen is alleen toegestaan in de Aastrang, Oude IJssel, Boven Slinge, Bielheimerbeek en Keizersbeek. Het betreft uitsluitend sportvissers en vooral recreatieve vissers die zich niet gespecialiseerd hebben of aan wedstrijden deelnemen. Er is geen beroepsvisserij aanwezig. Wedstrijdwateren zijn de Oude IJssel, de Keizersbeek en de Bielheimerbeek. In de Oude IJssel zijn door het waterschap speciale ‘viskribben’ aangelegd en zijn bepaalde wedstrijdtrajecten voorzien van steenstort.

Op grond van hengelvangstregistraties wordt verondersteld dat de visdichtheid de laatste jaren in de meeste wateren drastisch is afgenomen. Het vermoeden bestaat dat dit wordt veroorzaakt door afname in voedselrijkdom van het water en predatie door aalscholvers. De lengtesamenstelling van de visstand is afgenomen (zie Ecologie)

Wandelen en fietsen In het beheersgebied Oude IJssel zijn diverse routes gelegen langs watergangen al dan niet op eigendom van Waterschap Rijn en IJssel. Het gaat dan om: . Wandelroutes . Skeelerroutes . Fietsroutes (waaronder het fietsroute netwerk) . MTB-routes (bij Winterswijk);

Meer informatie over deze routes is te vinden op de website van de Achterhoek.nl.

Zwemmen Binnen het beheersgebied Oude IJssel zijn zes officiële zwemwateren (zie zwemwater). Op overige plaatsen is er in principe geen verbod en is zwemmen op eigen verantwoordelijkheid. Voor georganiseerde (zwem)activiteiten in het water is de keur van toepassing.

Recreatievaart De Oude IJssel is een aantrekkelijke recreatievaarweg. Deze rivier ligt immers in een landschappelijk gevarieerd gebied dat vele mogelijkheden biedt. In 1999 passeerden ongeveer 910 pleziervaartuigen de sluis in Doesburg. De recreatievaart is sindsdien alleen maar toegenomen tot meer dan 1000 in 2012. De topdrukte ligt in de maanden juli en augustus. De Oude IJssel is toegankelijk voor gemotoriseerde recreatievaart. De toegankelijkheid is afhankelijk van de momenten waarop bruggen en sluizen worden bediend. De Oude IJssel is recreatief bevaarbaar tot de stuw in Ulft. Bij Gaanderen ligt sluispassage ‘de Pol’. In Doesburg, Laag Keppel en Doetinchem zijn jachthavens met passantenplaatsen. Verder zijn er langs de Oude IJssel vrije aanlegplaatsen voor kortdurend verblijf. Opvallend is de toename van recreatievaart bij Sluis de Pol na de renovatie van deze sluis, namelijk van 95 in 2010 naar 321 in 2012. Dit is inclusief de rondvaartboot die actief is bovenstrooms van Doetinchem.

Tijdens droge periodes heeft de scheepvaart te maken met schutbeperkingen en lange wachttijden bij de sluis van Doesburg. Bij elke schutting verdwijnt namelijk zo’n 2000 m3 richting de Gelderse IJssel, en dat is ongewenst in tijden van droogte.

56

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Kanovaart Het Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL nu bekend als Achterhoek.nl) heeft begin jaren negentig voorzieningen voor kano’s aangebracht in de Oude IJssel. Het betreft overdraagplaatsen, picknickplaatsen en informatiepanelen. De Oude IJssel dient als kanoroute net als de Aastrang, die tot in Duitsland met de kano bevaren kan worden. In het gebied zijn verschillende bedrijven gespecialiseerd in verhuur van kano’s.

Literatuur [011OIJ] Niet Afwentelen, Een verkennend onderzoek naar de toename van piekafvoeren na klimaatverandering op hoogwater op de Gelderse IJssel (Rapport, 2013) [016OIJ] AB 21-06-2007 Beroeps- en recreatievaart op de Oude IJssel (Besluit, 2007) [017OIJ] Voorstel aan het college van Dijkgraaf en Heemraden , beheerplan vaarweg Oude IJssel 2009-2013 (Voorstel, 2009) [018OIJ] Uitwerkingsnota toeristisch recreatief medegebruik Oude IJssel (Rapport, 2013) [023A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 1: algemene uitwerking (Rapport, 2013) [024A] Visplan Rijn en IJssel, Deel 2: gebiedsgerichte uitwerking in factsheets (Rapport, 2013) [025A] AB 23-12-04 Nota recreatief medegebruik (Besluit, 2004) [026A] Recreatief medegebruik van EVZ, Hen en SED in Waterschap Rijn en IJssel, ecologische effecten en inpassingsbeoordeling (Rapport, 2007) [027A] Gezamelijke Lijst van Nederlandse Viswateren 2013-2014-2015 (Folder, 2013) [028A] Overzicht vrijstellingwateren vis (lijst)

Websites www.hfmiddennederland.nl www.visplanner.nl www.achterhoek.nl.

57

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

9 Beheer en onderhoud

Legger De legger watergangen en bergingsgebieden is een register waarin gegevens over de ligging, vorm, afmeting en constructie van watergangen, bergingsgebieden en bijbehorende kaden en kunstwerken zijn vastgelegd (zie leggerinformatie WRIJ.nl). Daarnaast is in de legger vastgelegd wie de onderhoudsplichtigen en wat de onderhoudsverplichtingen zijn. Dit is een uitwerking van de algemene bepalingen in de Keur over gewoon en buitengewoon onderhoud. De legger geeft ook de begrenzing van de kernzone en de beschermingszone aan. In deze zones zijn de bepalingen uit de Keur van toepassing. Een wijziging in de legger kan ook een wijziging in het toepassingsgebied van de Keur betekenen. De legger bevat alleen de waterstaatswerken die WRIJ actief beheert, conform het vastgestelde beleid.

Onderhoudspaden en -stroken Langs twee derde van de watergangen in het beheersgebied van de Oude IJssel liggen onderhoudspaden, vooral langs de grotere watergangen. Bij ruim 300 km watergangen wordt de toegang voor het onderhoud nogal eens gekregen op basis van de keur. Hier is er sprake van zogenaamde onderhoudsstroken. Het betreft vooral kleinere watergangen verspreid over het hele beheersgebied. In de gebieden tussen Varsseveld en Doetinchem en onder Winterswijk zijn veel watergangen met onderhoudsstroken te vinden.

Een deel van de oevers is voorzien van een onderhoudsstrook die 3m of breder is. Dit is de minimale breedte om met ‘breed spoor’ materieel het onderhoud te kunnen plegen. In de praktijk is echter een bredere strook nodig voor de bewegingsvrijheid van het materieel. Op veel plaatsen is er op zowel de linker als de rechter oever een ‘breed spoor’ op andere plaatsen slechts aan één zijde. Opmerkelijk is de hoeveelheid onderhoudsstroken met een breedte van 1m. Dit heeft te maken met de onderhoudssituatie uit het verleden. Er werd gebruik gemaakt van de Berkenheger en een 1 m smalle onderhoudsstrook. Inmiddels is men overgestapt op standaard materieel en is de strook te smal om het onderhoud met ‘smal spoor’ te kunnen plegen. Op veel plaatsen zijn nu afspraken gemaakt met de boeren. Tegen een gewasdervingsvergoeding kan het waterschap een strook langs de watergang gebruiken voor onderhoud.

Profieltypes Om goede doorvoer van water in de watergangen te garanderen is onderhoud nodig. Om het onderhoud goed te kunnen uitvoeren hebben de watergangen een vastgesteld leggerprofiel. Ook zijn ze ingedeeld in leggerprofieltypes met afgestemd onderhoud. De profieltypes zeggen iets over de volgende kenmerken van een watergang: . Dimensionering; . Aanwezigheid en type van onderhoudsstroken; . Aanwezigheid en type kades; . Inrichting / bufferzone; . Kern / beschermingszone; . Natuurlijkheid;

58

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Figuur 9.1: Profieltype 2, het meest voorkomende profiel binnen het beheersgebied Oude IJssel

Profieltype 2 is veruit het meest voorkomende profiel in het beheersgebied (en het hele waterschap). Het gaat om een watergang met aan beide zijden een onderhoudsstrook van 1.8m. Meer dan 50% van alle hoofd- en overige watergangen is ingericht volgens dit type (zie figuur 9.1). In het oosten van het beheersgebied komt ook profieltype 22 (houtwalbeek zonder werkpaden) en 1 (eenzijdig onderhoudspad) voor. Delen van de Oude IJssel, Aastrang en Boven Slinge hebben profieltype 6 (met onderhoudspaden op de kade) of 9 (onderhoudspad binnen de kade), zie ook waterveiligheid.

Onderhoudspakketten Het onderhoud wordt gedaan volgens de veldgids. In de veldgids zijn 5 werkprotocollen opgesteld voor:

. Maaionderhoud . Onderhoud houtwallen . Onderhoud waterkeringen . Onderhoudsbaggeren en herstelwerkzaamheden aan oever en onderhoudspad . Begrazing.

Binnen deze protocollen wordt rekening gehouden met voorkeursperioden die zijn gebaseerd op het efficiënt uitvoeren van het onderhoud en het ontzien van beschermde flora- en faunasoorten. Het exacte onderhoud is vastgelegd in de Maaikalender op de WRIJ-website.

Binnen het protocol -voor maaionderhoud wordt er onderscheid gemaakt tussen 8 onderhoudspakketten (zie veldgids). Deze zijn gebaseerd op het watertype en breedte. In de Oude IJssel ligt ruim 194 km aan hoofdwatergangen. Van deze hoofdwatergangen is type 2 het meest voorkomend met 56%. Type twee wordt gekenmerkt door een grote bodembreedte, natuurvriendelijke werkwijze en maaifrequentie van tweemaal per jaar. Het maaisel wordt niet afgevoerd. In de niet hoofdwatergangen komt onderhoudspakket 3 het meest voor, 43% van in totaal ruim 750km. Dit zijn watergangen met een smalle bodembreedte die eenmaal per jaar geheel worden gemaaid. Dit is in lijn met de andere beheersgebieden binnen het waterschap. Opvallend is de grote hoeveelheid onderhoudspakket 9, met een beheer- en onderhoudsplan (BOP) in de hoofdwatergangen. Dit komt doordat er voor de hele rivier de Oude IJssel een BOP is.

59

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016

Een BOP wordt gebruikt om na de inrichting van een projectgebied de gewenste situatie te realiseren en te onderhouden. Het plan beschrijft hoe te werk wordt gegaan en waarom juist daarvoor gekozen is. Daarnaast wordt ook de verdeling gemaakt wie welk onderdeel (wat) van het beheer en onderhoud uitvoert. De kosten en verplichtingen worden in het plan inzichtelijk gemaakt, ook om budgetten en begrotingen hierop te kunnen afstemmen.

Op plaatsen waar het maaisel niet wordt meegenomen wordt dit op de onderhoudspaden en stroken achtergelaten. Deze paden en stroken worden meerdere keren per jaar gemaaid.

Tabel 9.1 Maaipakketen in het beheersgebied Oude IJssel (werkprotocol 5, volgens veldgids)

Onderhouds- Hoofdwatergangen (%) Overig water (%) pakket (OHP) Beheersgebied Overige Beheersgebied Overige Oude IJssel Beheersgebieden Oude IJssel Beheersgebieden.

0* 0 <1 0 <1

1 5 16 29 32

2 56 53 9 9

3 1 <1 43 44

4 1 3 10 5

5 11 20 1 3

6 11 3 3 3

7 3 <1 1 3

8 0 <1 1 <1

* 0 = Geen onderhoudspakket; ** 9 = BOP (beheer- en onderhoudsplan)

Baggeren Baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd op basis van metingen en een piepsysteem. Ze worden opgenomen in het baggerplan of worden ad hoc opgepakt. Gebaggerde locaties liggen versnipperd over het hele beheersgebied. In 2012 is onder andere de Oude IJssel van Doetinchem tot Stuw Ulft gebaggerd. De benedenstroomse delen van de Oude IJssel zijn al rond 2000 gebaggerd/gesaneerd.

Bij de Keizersbeek is vastgesteld dat de aanwezigheid van voedselrijke slib leidt tot het woekeren van wortelende waterplanten zoals gedoornd hoornblad.

Natuurvriendelijk beheer en onderhoud Met de invoer van diverse natuurbeschermingswetten, KRW en de Gedragscode voor de flora- en faunawet wordt nu zowel met economische belangen van de landbouw als met ecologische belangen rekening gehouden. Ook na herinrichtingsprojecten wordt veelal een nieuw of herzien onderhouds- en beheerplan opgesteld, om de ingerichte maatregelen ook op langere tijd in zijn

60

Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 waarde te laten. Bij knelpunten tussen functies wordt er gezocht naar oplossingen die meerdere doelen dienen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: . Minimaliseren van de frequentie waarmee de watergangen gemaaid of geschoond worden; . Gefaseerd maaien en schonen; . Het maaien en schonen op momenten dat dit zo min mogelijk schade geeft aan de natuur; . Afstemming peil om verdroging tegen te gaan en kwetsbare natte natuur een kans geven; . Aanvullende maatregelen om beschermde dier- en plantensoorten te beschermen bij werkzaamheden.

Samenwerking met Duitsland De Oude IJssel en de Aastrang vormen op enkele plaatsen de grens, het gaat over 1.7 km langs de Oude IJssel en 2 km langs de Aastrang. Het onderhoud van de kades op Nederlands grondgebied valt onder WRIJ. De Duitse kades wordt door Duitse overheden geregeld (Deichverband Bislich Landesgrenze). Het schonen van de watergang wordt meegenomen bij werkzaamheden.

Literatuur [017OIJ] Voorstel aan het college van Dijkgraaf en Heemraden , beheerplan vaarweg Oude IJssel 2009-2013 (Voorstel, 2009) [020OIJ] Diverse waterbodemonderzoeken, EVZ Oude IJssel (Rapport, 2012) [033A] Toelichting Leggertekst (Memo) [034A] Legger watergangen en bergingsgebieden Bepalingen en toelichting (Memo) [035A] Veldgids beheer en onderhoud, natuurwedgeving in de praktijk (Rapport, 2010) [036A] Dwarsprofielen volgens de keur (Tekeningen, 2012) [037A] Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen (Rapport, 2012) [038A] Programma van eisen Beheer en OnderhoudsPlan (BOP) binnen waterbeheer (Memo, 2012)

Websites www.wrij.nl/thema/kennis-informatie/legger/ www.wrij.nl/thema/actueel/maaikalender/ www.dv-bl.de

61