Bouwsteen Beeld op de Rivieren

24 november 2020 – Bouwdag Rijn 1 Ontwikkelperspectief

24 november 2020 – Bouwdag Rijn 1 Ontwikkelperspectief Waal Merwede

Trajecten Waal Merwede • Midden-Waal ( - ) • Beneden-Waal (Tiel - ) • Boven-Merwede (Woudrichem – Werkendam) Wat bespreken we?

• Oogst gezamenlijke werksessies • Richtinggevend perspectief gebruiksfuncties rivierengebied • Lange termijn (2050 en verder) • Strategische keuzen Hoe lees je de kaart? • Bekijk de kaart via de GIS viewer • Toekomstige gebruiksfuncties zijn met kleur aangegeven • Kansen en opgaven met * aangeduid, verbindingen met een pijl • Keuzes en dilemma’s weergegeven met icoontje Synthese Rijn

Waterbeschikbaarheid • Belangrijkste strategische keuze: waterverdeling splitsingspunt. • Meer water via IJssel naar IJsselmeer in tijden van hoogwater (aanvullen buffer IJsselmeer) • Verplaatsen innamepunten voor zoetwater wenselijk i.v.m. verzilting • Afbouwen drainage in buitendijkse gebieden i.v.m. langer vasthouden van water. Creëren van waterbuffers in bovenstroomse deel van het Nederlandse Rijnsysteem. (balans • droge/natte periodes).

Natuur • Noodzakelijk om robuuste natuureenheden te realiseren • Splitsingspunt is belangrijke ecologische knooppunt. • Uiterwaarden Waal geschikt voor dynamische grootschalige natuur. Landbouw • + IJssel: mengvorm van landbouw en natuur mogelijk. Waterveiligheid • Tot 2050 zijn dijkversterkingen afdoende -> daarna meer richten op rivierverruiming. Meer water via IJssel betekent vergroten waterveiligheidsopgave -> dijkverleggingen • noodzakelijk. • Cultuurhistorische waarden landschap van groot belang bij ingrepen t.b.v. waterveiligheid. • Waal: afgraving in combinatie met zomerbedverhoging biedt uitkomst. • Lek: zeer beperkte mogelijkheden voor buitendijkse ingrepen. Rivier ontzien met hoog water. • Nederrijn: combinatie van vergravingen, dijkversterkingen en dijkterugleggingen. Scheepvaart • Technische ingrepen nodig om bevaarbaarheid te garanderen Kleinere schepen (verminderde diepgang tijdens laag water) -> meer bewegingen -> meer • overnachtingsplekken.

Delfstoffen Voldoende mogelijkheden langs Waal, Nederrijn en in Splitsingspuntengebied. Langs Lek en • IJssel zeer beperkte mogelijkheden.

Verstedelijking. • Uitbereiding stedelijk gebied naar hogere gronden • Stad + uiterwaarden: geschikt als uitloopgebied voor de steden. • Meer recreatie vraagt om duidelijke zondering. wordt een scheiding gerealiseerd tussen de drukke Natuur en landbouw vaarverbinding en de riviernatuur. • Potentie voor een levende rivier. Door de Waal in te richten als • Sint Andries als stapsteen. Bij Sint Andries is een kans voor een levende rivier met een kralensnoer van nevengeulen en (betere) ecologische Maas-Waal verbinding, mits de Maas geen langsdammen tussen de Biesbosch en Gelderse Poort wordt de substantiële hoeveelheden extra water te verwerken krijgt. ecologische betekenis van de rivier vergroot. • Natuur waar kan, landbouw waar mogelijk. Vanwege dynamiek • Scheiding scheepvaart en riviernatuur. Dankzij de langsdammen op de Waal landbouw alleen in beherende rol en waar passend. Delfstoffenwinning. Delfstoffenwinning helpt de aanleg van Waterveiligheid en delfstoffenwinning • nevengeulen en de ontwikkeling van natuur. Naast een meekoppelkans op een aantal locaties nog op grotere schaal mogelijk. • Nevengeulen als waterveiligheidsopgave. Rivierverruiming, bijvoorbeeld door de aanleg van nevengeulen beperken de • Cultuurhistorie. Behoud of ontwikkeling van dijkversterkingsopgaven. De nevengeul bij Varik-Heeselt cultuurhistorische waarden (Linie van Maurits, oude wordt als noodzakelijk gezien. dijktrajecten) staat voorop. Scheepvaart bedrijfsvoering mogelijk. • Overnachtingsmogelijkheden. Door meer Duurzaam transport. De scheepvaart op Waal en Merwede overnachtingsmogelijkheden te realiseren is het mogelijk om het • neemt toe om te voorzien in de behoefte aan duurzaam aantal schepen en vaarbewegingen te vergroten, wat resulteert in transport. De scheepvaart stapt over op schonere een meer flexibele bedrijfsvoering. energiebronnen. • Nevengeulen. Nieuwe geulen zorgen niet voor te veel aanzanding Adaptief vermogen scheepvaart. Een gevarieerde diepteligging in vaargeul. • van de vloot maakt een meer continue en flexibele ontwikkeling, maar vraagt om goede zonering. Verstedelijking en recreatie Dijk als verbindende lint. De dijken zijn veilige recreatieve Uiterwaarden als uitloopgebied. Nieuwe uitloopgebieden • (fiets)routes. Zo ontstaat een doorgaande route van • voorzien in de toenemende vraag naar uitloop en recreatie nabij steden. Zwemplassen en natuur verminderen het tot de grens met Duitsland, waarbij cultuurhistorische objecten en structuren de warmte eiland effect. Ook elders zijn (natuurlijke) aantrekkelijkheid en bedrijvigheid versterken. uiterwaarden belangrijk voor de recreatief-toeristische afstemming tussen Waal, Rijnkanaal en Waterbeschikbaarheid Noordzeekanaal. Deltaprogramma Zoetwatervoorziening. Water van de Waal Vasthouden van water. Langs de rivier wordt water langer • is cruciaal voor de zoetwatervoorziening van West- • Nederland. Samen met het Deltaprogramma vastgehouden. Dit is noodzakelijk voor bestrijding van de droogte; voor natuur, drinkwatervoorziening en landbouw. Zoetwatervoorziening zijn strategische besluiten genomen Zowel binnen- als buitendijks. over verdeling van het rivierwater, in het bijzonder over de combinatie met duurzame energiebronnen biedt de scheepvaart Strategische keuzen en dilemma’s klimaat adaptieve groeimogelijkheden. Meer overnachtingshavens zijn • Dynamische natuur versus waterveiligheid. Ontwikkeling van ooibos nodig i.v.m. toename kleinere schepen (minder diepgang). zorgt voor een opstuwend effect tijdens hoogwater. Strategische keuze: Richtinggevende beleidsbeslissingen noodzakelijk. Op rijksniveau is het Ontwikkeling van de uiterwaarden is gericht op dynamische • noodzakelijk om duidelijke afspraken te maken tussen wateraanvoer, riviernatuur. waterverdeling en watergebruik. • Meer claims dan ruimte. De benedenloop van de Waal is relatief smal Sluis . Een sluis in de Nieuwe Waterweg zou en kent veel ruimtelijke wensen. • zoutindringing fors verminderen. Dit heeft echter grote implicaties voor • Klimaat adaptief transport. Een variatie in scheepsgrootte in de scheepvaart. Discussie Beeld op de Rivieren • Worden de juiste accenten gezet in dilemma’s en keuzes? • Op trajectniveau/deelgebied/systeemniveau • Wordt het beeld bij het ontwikkelperspectief herkend? • Zijn de thema’s goed geadresseerd? • Bevat het nog onjuistheden? • Is het volledig, welke verrijking is er door te voeren?