<<

beekdalgebied van tot aan Wedde. Het bevat ideeën over zowel ontwikkeling WESTERWOLD als behoud van natuur en landschap. In een Harry Berg gen en de moderne landbouw (kunstmest) afzonderlijke beekdalstudie worden keuzes konden ook de gronden buiten het smalle ontwikkeld tussen de zogenaamde be- In diverse rijksnota's wordt reeds lan- Westerwoldse beekdalgebied in kuituur houds- en ontwikkelingsstrategieën. gere tijd gewezen op de wenselijkheid worden gebracht. Het gesloten systeem van De behoudsstrategie wordt toegepast in die van het tot stand komen van visies op de landbouwuitoefening, waarin evenwicht be- gebieden die in vergelijking met het histori- ontwikkeling van het landschap. Het stond tussen de oppervlakte kultuurgron- sche landschap nog het meest herkenbaar Staatsbosbeheer heeft als rijksdienst den en heide werd hierdoor doorbroken. zijn, de ontwikkelings- of vernieuwingsstra- voor bos, natuur en landschap belangrij- tegie in de zogenaamde minst herkenbare ke taken voor wat betreft de bestem- Herinrichtingsplannen gebieden. ming, inrichting en beheer van het lande- Door de voortgaande ontwikkelingen in de Om een j uiste keuze te kunnen maken uit de lijk gebied. landbouw, maar ook door ontwikkelingen in inrichtingsstrategieën was het nodig om Om die taken adekwaat te kunnen vol- andere sektoren, zoals de rekreatie, is het kriteria te hebben, waaraan delen van het brengen heeft de direktie van het Staats- landschap onderhevig aan processen en beekdalgebied getoetst konden worden. bosbeheer reeds in 1978 besloten het in- veranderingen. In de afgelopen decennia Met behulp van deze kriteria is het beekdal- strument van "Landschapsstruktuur- zijn diverse ruilverkavelingen uitgevoerd in gebied onderverdeeld in een drietal katego- plannen" (LSP) verder te ontwikkelen. . Op dit moment staat de herin- rieën. De hoogst gewaardeerde kategorie Als gevolg van dit direktiebesluit werden richting van Oost- en de Gr- komt in aanmerking voor de behoudsstra- al in 1982 voor een tweetal gebieden onings-Drentse Veenkoloniën voor de tegie en de laagste voor de vernieuwings- LSP's opgesteld, voor Noord-Kennemer- deur. Het Staatsbosbeheer is als rijksdienst strategie. Bij deze indeling hebben zowel land en voor Zuidoost-Friesland. Na voor bos, natuur en landschap betrokken bij visueel-ruimtelijke als kultuurhistorische en Westerwolde komt dit voorjaar een LSP de planvorming in deze herinrichting. ekologische kenmerken van het gebied een voor Noord-Drente gereed. Voor het formuleren van een visie met be- rol gespeeld. Kriteria (of karakteristieke Een LSP is een lange termijnvisie mbt. de trekking tot de ontwikkeling van een even- kenmerken) die bij deze indeling van het ontwikkeling van het landschap en is be- wichtig opgebouwd landschap, waarin de di- beekdalgebied een rol hebben gespeeld doeld als instrument om het beleid van verse sektoren zoals landbouw, bosbouw, zijn: Staatsbosbeheer ten aanzien van de natuur en rekreatie, in hun onderlinge sa- landschapsontwikkeling meer konkreet menhang blijvend goed kunnen funktione- te formuleren en in beeld te brengen, zo- ren, heeft het Staatsbosbeheer besloten wel ten behoeve van de aktiviteiten van voor Westerwolde een landschapsstruk- de eigen dienst als het leveren van een in- tuurplan op te stellen. Dit plan is in de eerste breng in de plannen van derden. De au- plaats bedoeld als een bouwsteen voor het '«fyïfc £fK« teur is landschapsarchitekt van Staats- opstellen van het herinrichtingsplan, maar bosbeheer. bevat ook voorstellen die betrekking heb- ben op een periode na de herinrichting. Het Westerwoldse beekdal/hoevenland- Daarnaast geeft dit plan ideeën over de schap neemt in de provincie Groningen een planvorming en het beheer van de eigen heel eigen plaats in. Door z'n afwisselende bos- en natuurterreinen van het Staatsbos- opbouw met essen, stroomdalen, esdorpen beheer. Beekdal Ruiten A ten zuiden van Vlagtwed- en esgehuchten, boomgroepen en bebos- de singselementen heeft het kenmerken, die Beekdal overeenkomen met het Drentse esdorpen- Aan de hand van de beschrijving van het landschap. Toch heeft het als gevolg van zijn Westerwoldse landschap wordt in het LSP . * / beperkte oppervlakte er. z'n eeuwenlange duidelijk gemaakt dat de planvorming be- geïsoleerde ligging te midden van de voor- treffende natuur en landschap zich binnen malige hoogveengebieden, een heel eigen het deelgebied zal toespitsen op een lang- karakter gekregen. Door de relatief kleine gerekte en relatief smalle beekdalzone. Het essen (soms éénmansessen) en een beperkt landschap manifesteert zich hier in een gro- achterland konden slechts een viertal dor- tere verscheidenheid dan buiten de ge- pen uitgroeien tot volwaardige esdorpen: noemde zone, zowel visueel-ruimtelijk, kul- Onstwedde, , en Wed- tuurhistorisch, ekologisch als wat betreft het de. De overige nederzettingen bleven be- bodemgebruik. Beekdal Ruiten A tussen Smeerling en Ter perkt tot enkele groepen boerderijen zoge- Het rapport bevat een visie op de verster- Wupping; de bomen links staan op een steü- naamde esgehuchten. Door de ontginnin- king van de samenhang van het gehele rand

Noorderbreedte 85-65 beekdal met de daarbij behorende bebouwing en randen. Bij het niet voorkomen van steilran- Hierbij wordt uitgegaan van het bodemkun- het historisch bodemgebruik in relatie met den zou een bepaald gebied lager kunnen dig beekdal. Op de bodemkaart 1:50.000 de oude perceelsindeling; skoren. Wanneer bij vergelijk omstreeks komt dit overeen met de legenda-eenheid 1900 ook geen steilranden voorkwamen, A.B.V. (=associatie vanvenige beekdal- ekohgische waarden telt een steilrand dus niet mee als relevant gronden); Bij de waardering van de ekologische waar- kriterium. den speelt de mate van het nog voorkomen Om een handzame indeling van het beek- beekloop van de verschillende milieutypen en de daar- dalgebied te krijgen is gekozen voor de vol- Het voormalige natuurlijke beeksysteem is bijbehorende oorspronkelijke begroeiing gende drie kategorieën: meest herkenbaar, vrijwel overal genormaliseerd. De beek een rol. De aanwezigheid van duidelijke minst herkenbaar, tussenvorm.Bij het ge- volgt in het algemeen nog wel een slin- overgangen (gradiënten) van voedselarme lijktijdig voorkomen van zoveel mogelijk gerend tracé binnen het bodemkundig naar voedselrijke situaties en van droog kenmerken, van redelijke kwaliteit, resul- beekdal; naar nat is van belang. In het kader van deze teert dit in een waardering van "meest her- studie is wat betreft de ekologische waarde kenbaar". Bij het minder voorkomen van de reliëf hoofdzakelijk gekeken naar de begroeiing kriteria skoort een gebied lager: respektie- Het globale verloop van hoog naar laag, van in verband met de beschikbare gegevens. velijk "tussenvorm" en "minst herken- de akkerbouwzone op de essen naar het baar". laaggelegen beekdal, is vrijwel overal nog MÜ^ relatief veel beïnvloeding (d.m.v.grondwater) Hiervan uitgaande is de volgende tabel ge- aanwezig. De essen: dit zijn de hogere, bol- =c> relatief weinig beinvloeding (d.m.v.grondwater ) maakt: liggende en min of meer cirkelvormige ak- N stroomrichting van oppervlaktewater, beinvloeding Kriteria kers. Ze zijn in Westerwolde relatief erg van boven naar beneden,d.w.z. in de stroomrichting wordt het water in het algemeen voedselrijker. beekdal klein. 3 • • © De steilranden: de abrupte hoogteverschil- esgronden: b beekloop © len van 0.50 tot 1.00 m op de overgang van hoog,droog en 1 steil and < reliëf © © o akkerbouwzone naar graslandzone. Ze zijn voedselrijk 2 esse • © kenmerkend voor het Westerwoldse beek- UI grasland in beekdal o bodem- © dalgebied; d il bouw and op es o gebruik © o J3 bos- en natuurterrein • © o 1 langs wegen © © • beplanting o 2 langs steitranden © Oo kultuurhisto- 1 kult hist nederzettingspatroon f • © rischewaarden o f2 kult. hist kavelpatroon • © Het globale totaalreliëf o 9 waarden • © o bodemgebruik • © In de laaggelegen oude beekbedding (bo- /$/ categorieën ; /„* /^t o demkundig beekdal) bevond zich vroeger hoog, droog en selrijk vrijwel uitsluitend grasland (hooi- en weilan- voedselarm den). Op de relatief hoger gelegen zone van essen kwam bouwland voor. Bosperceeltjes Voorbeeld van het op korte afstand voorko- • en/of natuurterreinen met opgaande be- men van verschillende milieutypen ^\ aanwezig, doch in verval of in geringe male groeiing kwamen meestal aan de rand van Q afwezig of vervaagd het beekdal voor. Op de lager gelegen gron- Vorenstaande kenmerken van het beekdal- den broekbossen en op de hoger gelegen gebied zijn steeds vergeleken met de situatie Ter verduidelijking van deze methode van gronden eikenbossen. De overige begroei- zoals op de topografische kaart van ± 1900. indeling van het beekdalgebied is in het rap- ing kwam voor in de vorm van erfbeplantin- De keuze van ±1900 berust op de gedach- port een voorbeeldgebied gekozen gelegen gen, verspreide boomgroepen en lijnvor- te, dat rond de eeuwwisseling het landschap tussen Ter Wupping, Smeerling en Vlagt- mige landschapselementen zoals: struik- en zijn grootste verscheidenheid aan ge- wedde. Aan de hand van een serie kaartjes boomvormige begroeiing op de steilranden bruiksvormen heeft gekend in een nog dui- worden de verschillende kenmerken uit het en boombeplanting langs de min of meer delijk rechtstreekse relatie met biotische en kaartbeeld gelicht en vergeleken met de si- parallel aan het beekdal lopende wegen en abiotische kenmerken. Door gebruik te ma- tuatie van omstreeks 1900. paden; ken van een dergelijk vergelijkingsland- schap wordt nagegaan of bepaalde kenmer- Uit de studie komt naar voren dat het beek- kultuurhistorische waarden ken die nu aanwezig zijn in 1900 eventueel dalgebied drie landschappelijke (visueel- Hierbij is vooral gekeken naar de aanwezig- ook niet aanwezig waren. Bijvoorbeeld één ruimtelijke en kultuurhistorische) en ekolo- heid van historische nederzettingsvormen van de kriteria is het voorkomen van steil- gische hoogtepunten kent:

Noorderbreedte 85-66 1 het landschap rond Ter Borg; 2 de omgeving van Smeerling-Metbroek- bos; 3 en de omgeving van Ter Wupping. Deze drie gebieden bezitten nog diverse kenmerken van het historische landschap, zoals beekdal, es, heide-, bos- en beplan- tingselementen en een karakteristiek neder- zettingspatroon met bijbehorende boer- derijen. In de beekdalstudie wordt een pleidooi ge- houden om in het kader van de planvorming in de herinrichting prioriteit te geven aan het verder in ekologische en landschappelijke zin optimaliseren en veiligstellen van de drie hoogtepunten. Een zorgvuldig afgewogen waterbeheer is voor het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke en ekologische waarden van het beekdalgebied van het grootste be- lang.

Situatie ±1900. Topografische kaart ver- Situatie ±1980. Topografische kaart uit- De gekanaliseerde Ruiten A bij Smeerling. kend in 1902. gave 1982, verkend in 1978. De steilrand met boombeplanting is nog Schaal 1:25.000. slechts gedeeltelijk aanwezig. In hetLSP Als voorbeeld zijn van de gehanteerde ken- worden voorstellen gedaan voor herstel van merken het reliëf en kultuurhistorie in dit ar- steilranden en het aanbrengen van beplan- tikel weergegeven. ting op deze randen.

'v i •»/

• ""..krt^.

Noorderbreedte 85-67 Om watertekorten en verdrogingen tegen te gaan, worden voorstellen gedaan om op di- verse plekken de peilen in de waterlopen te verhogen. Door op deze wijze water in het gebied vastte houden, ontstaan naast drogere hooggelegen gronden ook weer nattere beekdalgronden. De hoger gelegen gronden, meestal essen, blijven geschikt voor de akkerbouw en de nattere beekdal- gronden zullen weer meer ingericht worden als grasland (weide- en hooiland). Door een verschralingsbeheer kunnen ook verschillen in voedselrijkdom worden verkregen. Deze variatie van droog naar nat en van voedsel- rijk naar voedselarm zijn van belang voor het verkrijgen van gevarieerde ekosys- temen. Het besluitvormings- en uitvoeringskader voor genoemde ideeën is de "Herinrich- ting". De deelgebiedskommissie voor "Westerwolde" zal daarbij genoemde ideeën moeten toetsen aan het herinrich- tingsprogramma en de belangen van ande- Situatie ±1900. Situatie ±1980. Opmerkingen: re sektoren. Voorafgaand aan de uitvoering • in dit voorbeeldgebied komen steilranden van bovengenoemde plannen voor peilsver- nog vrij veel voor; hoging zullen delen van het beekdalgebied — steilranden « in het westelijk en zuidelijk deel van het toegevoegd moeten worden aan de be- gebied zijn de essen nog goed herken- staande reservaten en eigendommen van baar; natuurbeschermingsorganisaties, omdat de » in het middengebied is door verkavelings- voorgestelde peilsverandering strijdig kan werkzaamheden veel van het vroegere re- liëf vervaagd. Smeerling, Westerwolds esgehucht.

*•»•*

't

Noorderbreedte 85-6R Situatie ±1900. Situatie ±1980. Opmerkingen: bij vergelijk De Ruiten A bij Ter Borg van de situatie 1980 met die van 1900 valt op dat: zijn met het huidig landbouwkundig ge- • het historisch nederzettingspatroon van bruik. Aanvullingen van beekbegeleidende de esgehuchten Ter Wupping en Smeer- beplantingen en het herstellen van de ken- nederzettingspatroon ling nog duidelijk aanwezig is; merkende steilrandjes (tussen de essen en met bewouwingen • het verkavelingspatroon rond bovenge- de beekdalgronden) en de aanleg van ande- noemde gehuchten en van hetMetbroëk- re bos- en beplantingselementen maken bos eveneens de historische kenmerken deel uit van de inrichtingsvoorstellen voor voor een groot deel heeft behouden; de gebieden Ter Borg, Smeerling-Met- • in het middengedeelte ten oosten van de broekbos en Ter Wupping. — verkavelingspatroon Ruiten A het historische verkavelingsspa- Naast het optimaliseren van deze drie gebie- troon door verkavelingswerkzaamheden den zal de landschappelijke samenhang in is verdwenen. het gehele beekdalgebied van Ter Apel tot aan Wedde door middel van landschaps- bouw worden verstrekt. Andere aandachtsgebieden van het land- schapsstruktuurplan zijn onder andere uit- breiding van de bossen bij Sellingen; het ontwikkelen van landschappelijke/rekrea- tieve verbindingen tussen bijvoorbeeld Vlagtwedde en Bourtange, Wedde en Wed- derbergen en en Nieuwe- schans en het door middel van aanleg van beplantingselementen accentueren van kenmerkende beplantings- en bebouwings- strukturen. Het LSP-rapport is te bestellen door ƒ 10,—over te ma- ken op girorekening 2954311 tnv. Staatsbosbeheer, En- gelse Kamp 6, Groningen, onder vermelding LSP-rap- port Westerwolde. De Ruiten A in het Metbroekbos

Noorderbreedte 85-69