834 54Mer Bijla Deel1.Pdf

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

834 54Mer Bijla Deel1.Pdf Ministerie van Verkeer en Waterstaat Bijtagerapport A ^^X NS Railinfrabeheer Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Nut en noodzaak Directie Oost-Nederland/Directie IJsselmeergebied Trajectnota en Mitieu-effectrapport Hanzelijn Uitgave en eindredactie «%» / NS Railinfrabeheer Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Personenvervoer, Deze studie is mede tot stand gekomen met financiële bijstand van de Europese Gemeenschap voot projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van het trans- Samenvatting europese vervoersnet. Onderzoek, advies en cartografie Hoofdrapport Arcadis nv Met medewerking van 1 Inleiding Haskoning KPMG Bureau voor Economische Argumentatie NS Technisch Onderzoek 2 Waarom de Hanzelijrt A: Nut en noodzaak RAAP aanleggen? Railned SAVE 3 Voorgenomen activiteit Communicatie-advies, redactie, grafisch ontwerp en alternatieven en realisatie CMC, Communicatiemanagement Consultants i Selectie van alternatieven Tappan Fotografie Henze Boekhout 5 Inrichting integrale B: Inrichting integrale E: Tracé-ontwerpkaarten Lithografie en druk alternatieven alternatieven en ontwerp Veenman drukkers Informatiepunt Hanzelijn 6 Gebiedsbeschrijving Huidige situatie, F: Themakaarten Antwoordnummer 4367 en effecten autonome ontwikkeling 3500 VE Utrecht en verwachte effecten telefoon: 0800-02345 97 Cl: Methode en beleidskader Utrecht, 2000 C2: Het nieuwe land C3: Het oude land Behoudensdeinof krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden 7 Vergelijking van D: Vergelijking van verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, alternatieven alternatieven: methode fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en en onderbouwing evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van NS Railinfra beheer. 8 Leemten in kennis NSRailinfrabeheeriseentaakorganlsatievanhet Ministerie van Verkeer en Waterstaat, verantwoordelijk voor beheer, ontwerp en aanleg var^ railinfrast'uctuui. Het bedrijf is tot 1 januari 2001 onderdeel van het 9 Evaluatie NS-concern. Bijlagerapport A Nut en noodzaak Trajectnota en Mi Li e u-effectrapport Hanzelijn juni 2000 ^* • NS Railinfrabeheer "-^SSi- Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directaraat-Oeneiaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland/Directie IJ s se lm eergebied Inhoud 1 Inleiding s 1.1 Nut en noodzaak: het startpunt 5 1.2 Leeswijzer 5 1.3 Wat is de Hanzelijn? 6 1.4 Probleemstelling en doelen van de Hanzelijn 7 2 Uitgangspuntenen randvoorwaarden 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Beleiden wet-en regelgeving 8 2.2.1 Verkeer en vervoer 8 2.2.2 Economie 9 2.2.3 Milieu, natuur en ruimtelijke ordening 13 2.3 Relatie met andere verkeer- en vervoersprojecten u 2.4 Groeiscenario's op basis van het beleid 18 3 Het gebruik en de vervoerwaarde van de Hanzelijn U 3.1 Inleiding 19 3.2 Gebruik en vervoerwaarde als nationale reizigerslijn 19 3.2.1 Aanbodmodel W 3.2.2 Aantallen reizen per dag ZO 3.2.3 Herkomst en bestemming van reirigers 21 3.2.4 Nieuwe reizen en substitutie 23 3.2.5 Aantallen in- en uitstappers 27 3.3 Medegebruik door internationale (hogesnelheids)treinen 27 3.4 Medegebruik door goederentreinen 28 3.4.1 Relevante goederenstromen 28 3.4.2 Scenario's 29 3.5 Een blik op de toekomst van de Hanzelijn 29 4 Haalt de Hanzelijn de beoogde doelen? 32 4.1 Inleiding 32 4.2 Verbeteren verbinding Randstad - noorden en noordoosten 3Z 4.2.1 Onderdeel wan een nieuwe hoofdtransportas 32 4.2.2 Minder reistijd 33 4.2.3 Verhoging flexibiliteit en betrouwbaarheid 33 4.3 Interregionale verbinding tussen Lelystad en Zwolle 33 4.4 Regionale ontsluiting 34 4.4.1 Opheffen eenzijdige spooronëntatie Almere en Lelystad 34 4.4.2 Oronten aansluiten op het spoor 34 4.4.3 Kampen zo mogelijk een verbeterde verbinding naar het westen 34 4.5 Ontlasting van de Gooi- en Veluwelijn 34 4.5.1 Voordelen van ontlasting door de Hanzelijn 35 4.5.2 Nadelen van ontlasting door de Hanzelijn 36 4.6 Stimuleren economische ontwfkkelfng 36 4.6.1 Korte termijn; integratie en verschuivende oriëntatie 36 4.5.2 Lange termijn: ondernemersklimaat aantrekkelijker 37 4.6.3 Economische effecten Flevoland 36 4.6.4 Economische effecten Noord-Overijssel 39 4.6.5 Economische effecten Noord-Nederland 40 4.7 Nevendoel: medegebruik door internationale treinen 41 4.8 Nevendoel: medegebruik door goederentreinen 4i 4.9 Conclusie en overzicht 41 5 Overige relevante aspecten van de Hanzelijn 44 5.1 Inleiding 44 5.2 Investerings- en onderhoudskosten 44 5.3 Directe baten 44 5.3.1 De vervoerder: exploitatieresultaten 44 5.3.2 De reiziger; reistijd winsten 4S 5.4 Milieu, natuur en ruimtelijke ordening 4S 6 Het nulplusalternatief 49 6.1 Inleiding 49 6.2 Achtergronden nulplusalternatief 49 6.3 Beschrijving nulplusalternatief 49 6.4 Het nulplusalternatief en de doelen van de Hanielijn 50 6.5 Nulplusalternatief geen realistisch alternatief voor de 51 Hanzelijn 7 De Hanzelijn: ja of nee? 54 7.1 Inleiding 54 7.2 Nulalternatief 54 7.3 Kosten en baten Hanzelijn 54 7.4 Eindconclusie nut en noodzaak van de Hanzelijn SS 7.5 Aannames SS Appendix 1 Literatuurlijst 57 Appendix 2 Verklarende woordenlijst 59 Appendix 3 Achtergronden en methodiek bepaling 63 vervoerwaarde Appendix 4 Achtergronden en methodiek bepaling fls economische effecten .-^ K^.i- . vii jtSL- Inleiding 1.1 Nut en noodzaak: het startpunt stappen in en uit en op welke stations? Waar komen Waarom is het nodig de Hanzelijn aan te leggen? ze vandaan en waar gaan ze heen? Zal de Hanzelijn Wat is het nut van deze spoorverbinding tussen mensen uit de auto halen of uit de streekbus? In Lelystad en Zwolle? Wat zijn de voordelen van deze welke mate zal de Hanzelijn gebruikt worden door lijn voor de reizigers in Flevoland, in de gebieden goederentreinen en internationale (hogesnel- daaromheen en voor de reizigers die vanuit de heids)treinen? De vervoerwaarde komt aan de orde Randstad naar het noorden willen en andersom? in hoofdstuk 3 'Het gebruik en de vervoerwaarde Wat heeft de Hanzelijn te bieden voor de burgers en van de Hanzelijn'. ondernemers in het gebied rond de Hanzelijn? Wegen de voordelen voor de reizigers en de onder­ Nadat de vervoerwaarde bepaald is, wordt in hoofd­ nemers op tegen de kosten en de gevolgen voor stuk 4 'Haalt de Hanzelijn de beoogde doelen?' milieu, natuuren ruimtelijke ordening? Kortom: beschreven in hoeverre met de aanleg en de exploi­ welke argumenten pleiten voor aanleg van de tatie van de Hanzelijn de geformuleerde hoofd- en Hanzelijn, en welke argumenten pleiten ertegen? nevendoelen worden gerealiseerd. De vervoerwaar­ de speelt daarbij een belangrijke rol, omdat vier De argumenten voor aanleg en de exploitatie van van de vijf hoofddoelen van vervoerskundige aard de Hanzelijn zijn in eerste instantie op een rij gezet zijn. Het vijfde hoofddoel is weliswaar een econo­ in de Startnotitie Hanzelijn [38]. in de Richtlijnen misch doel, maar hangt nauw samen met de ver­ voor de Traject nota/M ER Hanzelijn [25] staat aan­ voerwaarde van de Hanzelijn. gegeven op welke wijze deze argumenten verder onderzocht en onderbouwd moeten worden. Oit Het realiseren van de doelstellingen is vanzelf­ bijlagerapport 'Nut en noodzaak' is daar het resul­ sprekend van groot belang bij het bepalen van nut taat van. Het geeft een overzicht van alle belang­ en noodzaak van de Hanzelijn, Maar ook andere rijke 'voors' en 'tegens' die betrekking hebben op aspecten spelen een rol bij de beslissing over de nut en noodzaak van de Hanzelijn. Andere effecten, aanleg en de exploitatie van de Hanzelijn. Deze zoals voor het milieu, worden beschreven in bijla­ komen aan bod in hoofdstuk 5 'Overige relevante gerapport C 'Huidige situatie, autonome ontwikke­ aspecten van de Hanzelijn'. Het gaat daarbij onder ling en verwachte effecten'. Dit bijlagerapport is meer over de kosten voor de aanleg en het onder­ een nadere onderbouwing van hoofdstuk 2 uit het houd en over de directe baten als gevolg van de hoofdrapport: 'Waarom de Hanzelijn aanleggen?' exploitatie van de Hanzelijn en de reistijdwinst voor de reizigers. Eveneens komen de gevolgen 1.2 Leeswijzer voor milieu, natuur en ruimtelijke ordening globaal aan de orde. In paragraaf 1.3, wordt kort beschreven wat de Hanzelijn is en in paragraaf 1.4 worden de probleemstelling en de doelen van de Hanzelijn uit­ In hoofdstuk 6 'Het nulplusafternatief wordt expli­ een gezet. ciet aandacht besteed aan de (on)mogelijkheden om de doelen van de Hanzelijn door middel van De Hanzelijn staat niet op zichzelf. In hoofdstuk 2 verbeteringen aan het bestaande spoor te realise­ 'Uitgangspunten en randvoorwaarden'wordt ren, het zogenaamde nulplusalternatief. beschreven waarmee bij de aanleg en exploitatie van de Hanzelijn rekening moet worden gehouden. Tenslotte wordt in hoofdstuk? 'De Hanzelijn; ja of Daarbij gaat het in eerste instantie om het nationa­ nee?' een eindconclusie getrokken met betrekking le en regionale verkeer- en vervoerbeleid en econo­ tot nut en noodzaak van de Hanzelijn. misch beleid. Maar er zal ook nadrukkelijk rekening gehouden moeten worden met het beleid op het De literatuurverwijzingen in dit bijlagerapport gebied van milieu, natuur en ruimtelijke ordening. worden weergegeven met een nummer tussen Bovendien spelen er nog andere concrete infra­ rechte haken. Deze nummers corresponderen met structurele projecten die relevant zijn voor de die in de literatuurlijst in appendix 1 achter in dit Hanzelijn. rapport. In appendix 2 is een verklarende woorden­ lijst te vinden. In de appendices 3 en 4 wordt ach­ Bij het bepalen van nut en noodzaak van de Hanze­
Recommended publications
  • Performance Comparison Between the Dutch and European Signalling System at Bottlenecks
    Performance comparison between the Dutch and European signalling system at bottlenecks Final report Graduation Thesis Nico Huurman, January 2013 Performance comparison between the Dutch and European signalling system at bottlenecks Graduation Thesis MSc in Civil Engineering Student Name: Nico (N.T.J.) Huurman Student number: 1275437 E-mail: [email protected] University Delft University of Technology (Technische Universiteit Delft) Faculty of Civil Engineering and Geosciences Department of Transport & Planning Company ARCADIS Nederland BV Divisie Mobiliteit Marktgroep Rail Team Railverkeerstechniek Graduation committee Prof. dr. ir. Bart (B.) van Arem TU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Department Transport & Planning Prof. dr. ir. Rolf (R.P.B.J.) Dollevoet TU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Section Road & Railway Engineering Dr. Rob (R.M.P.) Goverde TU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Department Transport & Planning Prof.Dr.-Ing. Ingo (I.A.) Hansen TU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Department Transport & Planning Ing. Rikus (H.) Koops Arcadis, Adviseur/Specialist Railverkeerstechniek & Railverkeerskunde Ir. Paul (P.B.L.) Wiggenraad TU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences, Department Transport & Planning ii Preface This document sketches the results of my graduation thesis research on the comparison of minimum headway times at bottleneck situations between the Dutch and the European train protection system. The aim of this MSc thesis research is to compare the found headway times for the current NS’54 block system with ATB-EG train protection and the ETCS L2 train protection system. The research will search for improved positioning of signals and block limit for both systems to enable a smaller time headway at common conflict points.
    [Show full text]
  • 834 54Mer Bijlb Deel2.Pdf
    Inrichting integraal alternatief III 5 Tot de kruising met het Drontermeer volgt het inte­ In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan grale alternatief III (zie figuur 4.1) hetzelfde tracé op: als de integrale alternatieven I en II. Eveneens als — het tracé bij alternatief I en II kruist het alternatief III het — de hoogteligging van de alternatieven Drontermeer ter hoogte van het eiland Reve, dit — de kruisende infrastructuur en de stations gebeurt echter iets noordelijker dan bij de alterna­ — de uitvoering van de kruising van het Drontermeer. tieven I en II. Voor een beschrijving van het tracé in het nieuwe land (inclusief de passage van het 4.1 Het tracé Drontermeer) wordt dan ook verwezen naar de Vanaf de kruising met het Drontermeer buigt het beschrijving van de integrale alternatieven I en II spoor eerst in noordoostelijke richting af om gelijk in hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk komt alleen het daarna met een boog om het natuurgebied De Enk deel ten oosten van de kruising met het Dronter­ heen naar het zuidoosten af te buigen om zo met de meer aan de orde. N50 te bundelen. Uitgangspunt bij deze boog is dat het natuurgebied De Enk zoveel mogelijk ontzien Bij het ontwerp van dit alternatief zijn de volgende moet worden. Daarom is bij deze boog de minimale aspecten bepalend: boogstraal toegepast (2.500 m). Een boog met een 1 een nieuwe stations locatie ten oosten van de N50 grotere boogstraal zou betekenen dat het spoor zo dicht mogelijk bij Kampen dichter bij het natuurgebied komt. 2 het ontzien van het natuurgebied de Enk Om de doorsnijding van de bestaande structuren zoveel mogelijk te beperken, wordt vanaf km 95,0 3 bundeling met de N50 tot aan km 91,0 het spoor strak gebundeld met de N50 waarbij rekening gehouden wordt met mogelij­ 4 een nieuwe spoorbrug over de IJssel ke uitbreiding van de N50 naar twee maal twee rij­ stroken.
    [Show full text]
  • EINDRAPPORTAGE November 2003
    Bemiddeling door Hans Hillen in het kader van het Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma Postbus 251 1400 AG BUSSUM tel.: 035 - 69 26 414 www.gooisewegen.nl EINDRAPPORTAGE november 2003 INHOUD Hoofdstuk 1 Conclusies en aanbevelingen 3 a Hier moet men het mee doen 3 b Superwethouder 3 c Dudok II 4 d Bestuurlijk draagvlak 6 e Financieel draagvlak 7 f Twintig actiepunten 7 g Procedure 9 Hoofdstuk 2 Het bemiddelingstraject 10 a Inleiding 10 b Aanleiding tot de bemiddeling 10 c Opdracht 12 d Plan van aanpak 13 e Kritische succesfactoren 14 Hoofdstuk 3 Bevindingen 15 a Goede samenwerking en sfeer 15 b Andere externe partijen 15 c Betrokkenheid van burgers en bedrijven 16 Hoofdstuk 4 De regio het Gooi 18 a Henri Polak 18 b Regionale samenwerking 19 c De politiek heeft beperkingen 20 d Het tunnelplan 21 e Dudok en superwethouder 21 f Belang Mediasector 22 g De media naar elders 23 h Wij horen bij elkaar 24 Hoofdstuk 5 De infrastructuur en de ruimte 26 a Achtergebleven wegennet en teruglopend openbaar vervoer 26 b Natuur en Landschap 27 Hoofdstuk 6 Inbrengen 28 a Consultaties 28 b Website www.gooischewegen.nl 29 Hoofdstuk 7 Voorstellen 32 a Fiets 32 b Openbaar vervoer 32 c Vervoersmanagement 34 d Bovenregionale automobiliteit 35 e Afgewezen regionale alternatieven 36 f Gekozen variant voor de auto 37 Hoofdstuk 8 Slot 39 2 Hoofdstuk 1. Conclusies en aanbevelingen a. Hier moet men het mee doen Het is een illusie te denken dat de groeiende verkeersproblematiek in het Gooi, en zeker die bij en in Hilversum, nog steeds is op te lossen of zelfs maar is op te vangen binnen de bestaande wegenstructuur.
    [Show full text]
  • Onteigening in De Gemeenten Weesp En Muiden
    VW Onteigening in de gemeenten Weesp en Muiden Aanleg Gooiboog de onroerende zaken met de grond- 14. de heer J.J. Beukeboom, eigenaar plannummers 5081, 5082 en 5085; van de onroerende zaak met grond- Besluit van 3 mei 2000, nr. 00.002879 plannummer 1046. houdende aanwijzing van onroerende de heer W. Nagel namens: zaken ter onteigening ten algemenen 2. mevrouw C. de Vries, eigenaresse Overwegingen nutte van de onroerende zaken met de Ingevolge artikel 72a van de onteige- grondplannummers 1067, 5061 en ningswet kan, zonder voorafgaande Wij Beatrix, bij de gratie Gods, 5066 en mede-eigenaresse van de verklaring bij de wet dat het alge- Koningin der Nederlanden, Prinses onroerende zaken met de grondplan- meen nut onteigening vordert, ontei- van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. nummers 1042 en 5044 en gening plaatsvinden onder meer ten Beschikken bij dit besluit op het ver- 3. mevrouw M.A. Ridder-Evers, behoeve van de aanleg en verbetering zoek van NS Railinfrabeheer B.V. weduwe van de heer P. Ridder van spoorwegwerken. van 30 september 1999, kenmerk Pieterszoon, kadastraal mede-eigenaar Reclamant sub 1 stelt onder nader GJZ/GOB/9911848/9930280, tot aan- van de onroerende zaken met de door hem gestelde voorwaarden wijzing van onroerende zaken ter ont- grondplannummers 1042 en 5044; bereid te zijn mee te werken aan een eigening ingevolge artikel 72a van de 4. de heer A. Mul, pachter van de tijdelijke gebruiksovereenkomst. onteigeningswet ten behoeve van de onroerende zaak met het grondplan- Voorts hebben de door deze recla- aanleg van de Gooiboog, een verbin- nummer 1042; mant geformuleerde zienswijzen ding tussen de Gooilijn en de betrekking op de volgende aspecten: Flevolijn, met bijkomende werken, in de heer Y.A.
    [Show full text]
  • Chiropractie Movewell & Rugrevalidatie
    De krant van Weesp www.weespernieuws.nl Woensdag 24 februari 2016 Is de De column van Weesper vmbo’ers Bas Parinussa doet Laurentiuskerk Stefan Stasse naar Het Gooi On mee aan Iron Man dan toch te Stage 5 behouden? euro kost een kaartje voor het vernieuwde Museum Weesp 3 7 17 19 (pagina 11) Gemeentenieuws Weesp pag.9 Zolder boerderij brandt uit Lees elke dag nieuwe berichten op krant site mobiel radio tv Koningsdag Weesp gaat niet door WEESP - Oranjevereniging Weesp gooit de handdoek in de ring. Er zijn dit jaar in Weesp geen activiteiten tij- dens Koningsdag. Secretaris Annelies Westra kampt met een onvolledig bestuur en te weinig vrijwil- ligers. Dat was al bekend. Op- roepen om hulp hebben tot niets geleid. Hieruit trekt ze de conclusie dat er in Weesp onvoldoende draagvlak is voor het volksfeest. De Weespse is enorm teleur- gesteld en ook oud-voorzitter Hans Burggraaff betreurt de ontstane situatie. Hij vindt dat het stadsbestuur Westra (eer- der) te hulp had moeten schie- ten. Lees verder op pagina 5. Het vuur onder de dakpannen laat zich lastig bestrijden. Foto: Christian Pfeiffer WEESP - Een brand heeft gis- achter Villa America aan de ‘s- verspreidde via het riet onder Opruiming termiddag grote schade toege- Gravelandseweg. de dakpannen. Het dak stortte bracht aan het dak en de zol- De brandweer had moeite met grotendeels in. Meer foto’s op Edox derverdieping van de boerderij het vuur, dat zich makkelijk WeesperNieuws.nl. horloges JUWELIER Slijkstraat 48-50 1381 BA Weesp 0294-412310 Albert Heijn gaat www.devriesjuwelierweesp.nl Ik mag ook eindelijk verhuizen al naar de WEESP - Het conflict rond win- verhuizing op zolang er geen dui- klanten, het gemeentebestuur en kelcentrum Achtergracht is op- delijkheid was over wie de nieuwe de medewerkers van Albert Heijn tandarts! gelost.
    [Show full text]
  • Bijlage 2 Feitelijke Onderzoeksresultaten Landelijke Netwerkuitwerking Spoor
    Bijlage 2 Feitelijke onderzoeksresultaten Landelijke Netwerkuitwerking Spoor Foto Arthur Scheltes Van Kernteam Landelijke Netwerkuitwerking Spoor (ProRail, NS, FMN, IenW) Kenmerk 201210-KT-02a - c Versie 1.0 Datum 10 december 2020 Bestand Feitelijke onderzoeksresultaten Landelijke Netwerkuitwerking Spoor Status Definitief Overzicht bijlagen LNS 2040 Hieronder volgt een overzicht van de documenten die in deze bijlage zijn opgenomen en zijn benoemd als bijlagen bij de eindrapportage Landelijke Netwerkuitwerking Spoor (LNS) Feitelijke onderzoeksresultaten In deze bijlage is een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksresultaten opgenomen. Deze bijlage valt uiteen in drie onderdelen: a) Beschrijving van de feitelijke onderzoeksresultaten per cluster. b) Bevindingen over ‘internationaal reizigersvervoer’. Een verdieping en advies van het expertteam Internationaal. c) Preverkenning inframaatregelen en kosten. Eindrapportage LNS Feitelijke onderzoeksresultaten Landelijke Netwerkuitwerking Spoor (Definitief, 10 december 2020) 2/2 Feitelijke onderzoeksresultaten per cluster Bijlage 2a bij Eindrapportage Landelijke Netwerkuitwerking Spoor 2040 Toekomstbeeld OV Foto: Arthur Scheltes Van Kernteam Landelijke Netwerkuitwerking Spoor (ProRail, NS, FMN, IenW) Auteur Kenmerk 201210-KT-02a Versie 1.0 Datum 10 december 2020 Bestand Feitelijke onderzoeksresultaten per cluster (bijlage 2a bij Eindrapportage LNS) Status Definitief Inhoudsopgave 1 Feitelijke onderzoeksresultaten per cluster 3 1.1 1.1 Inleiding 3 1.2 1.2 Leeswijzer 3 2 Overzicht deelgebieden
    [Show full text]
  • Regionet Korte Termijn. Ter Bespreking Bestand En Grootte
    Provincie Flevoland Nota Commissie Onderwerp Registratienummer: RegioNet Korte Termijn CWM01.044 Samenvatting Commissie In de vergadering van 20 april heeft de stuurgroep RegioNet de rapportage ‘RegioNet Korte Termijn, Wensbeeld tot 2005’ besproken en besloten deze aan de deelnemende WMVV decentrale overheden toe te zenden met het verzoek het geformuleerde wensbeeld te onderschrijven. d.d. RegioNet is een beoogd stelsel van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) dat 12 september 2001 voorziet in de regionale verplaatsingen tussen belangrijke locaties op het gebied van wonen, werken en voorzieningen in de noordvleugel van de Randstad en dat een Agendapunt: belangrijke bijdrage zal moeten leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid van 9b4 de regio. Door een betere aansluiting op verplaatsingspatronen van de keuzereiziger zal de concurrentiepositie van het OV ten opzichte van de auto verbeteren en het OV- gebruik toenemen. Aard bespreking Commissie: In de rapportage zijn lijnvoeringsvoorstellen voor trein en bus uitgewerkt voor de korte termijn (2002 – 2005). Daarbij staat de totale vervoervraag (auto en OV) centraal. Op Ter bespreking basis van de huidige en in 2010 verwachte verplaatsingsbehoefte is per corridor uitge- werkt met welk lijnennet en welke frequenties deze verplaatsingsbehoefte het meest efficiënt en voor de reiziger meest aantrekkelijk kan worden gefaciliteerd, uitgaande van bestaande en op korte termijn beschikbaar komende infrastructuur. In bijlage 1 zijn de bevindingen en voorstellen met betrekking tot Flevoland Datum samengevat en kritisch tegen het licht gehouden. Daarbij zijn enkele kanttekeningen 8 augustus 2001 geplaatst bij de voorgestelde trein- en busbediening en wordt een voorstel gedaan voor een Flevolandse standpuntbepaling. In de werkgroepen RegioNet Steller Spoorprestaties en RegioNet Stad & Streek worden de voorstellen nader uitgewerkt in Barry Rijnbeek concrete dienstregelingen.
    [Show full text]
  • HET SPOOR in HILVERSUM: 'Tussen Bereikbaarheid En Barrière'
    HET SPOOR IN HILVERSUM: ‘tussen Bereikbaarheid en Barrière’ Brochure voor de Debatavond op 8 maart 2018 Stichting Hilversumse Architectuurprijs INHOUDSOPGAVE 1. De Oosterspoorweg: historie 2. Structuurvisie Hilversum 2030 3. Beleid Gooise Meren Spoorzone 4. Sporen door het Gooi 5. De Spoorzone in Hilversum – Verkenning 6. De Spoorzone in Delft 7. De Spoorzone in Heerlen: het Maankwartier 8. De Spoorzone in Vught 9. Spoorzone Hilversum presentatie 2002 Het spoor in Hilversum: tussen Bereikbaarheid en Barrière. De Gooilijn, hoofdader tussen Amsterdam, Almere, Hilversum, Amersfoort en Utrecht is een van de drukste spoorlijnen in ons land. De spoorbomen in Hilversum en in Bussum zijn nu al tussen de 50 en 90 procent van de tijd dicht. Het spoor, onmisbaar voor de bereikbaarheid, is sinds jaar en dag een barrière tussen Oost en West en een probleem voor woon-, werk- en leefklimaat. Door de toename van auto-, trein- en ander verkeer zijn de grenzen van het aanvaardbare bereikt. De discussies over de kleine spoorbomen in Hilversum en de andere 10 gelijkvloerse overgangen in Hilversum, Bussum en Naarden zijn voorbeelden hiervan. De Spoorzone in de komende jaren: Tussen Bereikbaarheid en Barrière. De gemeente Hilversum ontwikkelt een visie over de Spoorzone. En er zijn veel particulieren die plannen maken voor het gebied. Na 18 maart 2018 gaat de nieuwe Gemeenteraad met de Spoorzone aan de slag. Daarom heeft de Stichting Hilversumse Architectuurprijs op 8 maart 2018 in de Burgerzaal van het Raadhuis van Hilversum een debatavond georganiseerd over dit onderwerp. Aan de orde kwamen de stedenbouwkundige en architectonische kansen en mogelijkheden van de Spoorzone met de blik op de toekomst.
    [Show full text]
  • Reisbeleving Almere/Lelystad – Utrecht | 1
    Reisbeleving Almere/Lelystad – Utrecht Onderzoeksrapport Windesheim Flevoland Lilian Bremer Stef Windt December 2018 Reisbeleving Almere/Lelystad – Utrecht | 1 Provincie Flevoland Afdeling Ruimte en Economie Visarenddreef 1 Postbus 55 8200 AB Lelystad Onderwijsinstelling Hogeschool Windesheim Flevoland Ruimtelijke Ontwikkeling – Mobiliteit Comakership Profilering Auteurs en studentnummers: Lilian Bremer (1093530) Stef Windt (1090742) Begeleiders: Dirk Verlinde (Windesheim Flevoland) Job Steneker (Provincie Flevoland) Ad Otte (Provincie Flevoland) December 2018 2 | Reisbeleving Almere/Lelystad – Utrecht VOORWOORD Voor u ligt het onderzoeksrapport naar de reisbeleving tussen Lelystad, Almere en Utrecht. Hierbij hebben we met behulp van verschillende onderzoeksmethoden de reisbeleving tussen Almere/Lelystad en Utrecht per auto en trein onderzocht. Mede door het houden van een workshop met gebruikers en deskundigen, hebben we een aanzet kunnen doen tot het verbeteren van de reisbeleving. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van provincie Flevoland en in het kader van onze opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling - Mobiliteit aan Windesheim Flevoland. Het onderzoek heeft in de periode van september tot en met december 2018 plaatsgevonden. Tijdens onze stageperiode hebben we altijd met veel plezier gewerkt bij provincie Flevoland op het provinciehuis in Lelystad. We willen Job Steneker en Ad Otte speciaal bedanken voor de goede begeleiding vanuit provincie Flevoland. Daarnaast bedanken we Dirk Verlinde en Sytze Rienstra van Windesheim Flevoland
    [Show full text]
  • Verkenning Haarlemmermeer - Almere
    Verkenning Haarlemmermeer - Almere INTEGRALE MIT-VERKENNING VAN DE VERKEERS- EN VERVOERSPROBLEMATIEK INHOUDSOPGAVE 4. Oplossingsrichtingen 42 Samenvatting 4 4.1 Inventarisatie van de oplossingsrichtingen 42 Hoofdconclusies 14 4.2 Onderzochte studievarianten 44 4.3 Effecten van een Groot Almere 45 (conform Vijfde Nota) 1. Inleiding 18 4.4 Alternatieve verstedelijkingsoptie: Instraling 48 1.1 Aanleiding 18 1.2 Omgeving 18 4.5 Beprijzen 52 1.3 Doel Verkenning 19 4.6 Resultaten KKBA Verkenning 55 1.4 Aanpak 19 4.7 Overige alternatieve verstedelijkingsopties 56 1.5 Leeswijzer 20 4.8 Visie actoren op oplossingsrichtingen 57 4.9 Toekomstige ontwikkelingen 59 2. Kaders en uitgangspunten verkenning 21 4.10 Financieringsopties 60 2.1 Belangrijkste beleidskaders 21 4.11 Tussentijdse conclusies 62 2.2 Uitgangspunten studie 22 2.3 Afbakening studie 23 5. Specifieke projecten op de corridor 65 5.1 Mogelijke projecten tussen Amsterdam en Almere 65 3. Probleemanalyse 25 5.2 Mogelijke projecten tussen Haarlemmermeer en 68 3.1 Inleiding 25 Amsterdam 3.2 Probleemanalyse huidige situatie en situatie 2010 26 5.3 Mogelijke projecten en ontwikkelingen rond Amsterdam 70 3.3 De bestudeerde verstedelijkingalternatieven 28 5.4 Benutten en Bouwen spoor 71 3.4 Autonome ontwikkeling infrastructuur 2020 30 3.5 Knelpuntenanalyse 2020 31 Bijlage 1 72 3.6 Doorkijk 2030 38 Hoofd- en spoorwegennet in de Randstad 3.7 Visie actoren op problematiek 40 3.8 Tussentijdse conclusies 40 Bijlage CD-rom Op de CD-ROM is een digitale versie van het eindrapport, het bijlagen- rapport en een aantal in het kader van de Verkenning verrichte onderzoeken opgenomen.
    [Show full text]
  • Technische Haalbaarheidsstudie Tunne\Verbinding Technische Haalbaarheidsstudl Tunnelverbinding A61 A9
    Directoraat _Generaal RijKSwaterstaat f\J\in\ster\evan Verkeer en Waterstaat Technische haalbaarheidsstudie tunne\verbinding Technische haalbaarheidsstudl tunnelverbinding A61 A9 30 september 2002 dsopgave Samenvatting 5 Projectscope 5 Oplossingsrichtingen 5 Wegontwerpen 6 Bijzondere voorzieningen 7 Verdere studieonderwerpen 7 Kostenraming 8 Conclusies 8 1 Inleiding 11 1.1 Aanleiding 11 1.2 Doel 12 1.3 Scope en afbakening 12 1.4 Aanpak en werkwijze 13 2 Alternatieven en varianten 15 2.1 Onderzoekskaders 15 2.1.1 Randvoorwaarden en uitgangspunten 15 2.1.2 Mogelijke bouwmethoden 16 2.2 Inventarisatie van tunnelvarianten 18 2.2.1 Toelichting op de ontwikkeling van varianten 18 2.2.2 Boortunnelvarianten 18 2.2.3 In-situ -tu nnelvarianten 19 2.2.4 Motivatie selectie 20 2.2.5 Onderzoeksvarianten 20 2.2.6 Nadere uitwerking 21 2.3 Horizontaal tracé 22 2.3.1 Toelichting op de ontwikkeling van horizontale tracés 22 2.3.2 Selectie en optimalisatie van boortunneltracé 23 2.3.3 Selectie en optimalisatie van in-situ-tunneltracé 24 2.3.4 Weergave van de geselecteerde tracés 24 2.4 Verticaal alignement 25 2.4.1 Toelichting op de ontwikkeling van verticale alignementen 25 2.4.2 Boortu nnelalignementen 26 2.4.3 In-sltu-tu nnelalignementen 27 2.5 Vormgeving knooppunten 28 2.5.1 Ontwerpcriteria 28 2.5.2 Muiderberg (A1IA6) 29 2.5.3 Holendrecht (A21 A9) 30 2.6 Bijzondere tunnelvoorzieningen 31 2.6.1 Toeritten 31 2.6.2 Schachten 32 2.6.3 Dwarsverbindingen (boortunnelvarianten) 33 2.6.4 Kruisingen met spoor- en waterwegen 33 3 Andere onderwerpen van studie 35 3.1 Inleiding 35 3.2 Geotechniek en hydrologie 35 3.2.1 Geotechniek 35 3 _ - - "-'~-.-~-"-'~--~-~ .........
    [Show full text]
  • Gebiedsplan Gooi En Vechtstreek
    Gebiedsplan Gooi en Vechtstreek - ■ ■ ■ ■ ■ Provincie Noord-Holland Afdeling WNLO Postbus 123 2000 MD Haarlem Gebiedsplan Gooi en Vechtstreek (Begrenzingen Programma Beheer) (Begrenzingen Programma Beheer) TEXEL KOP EN WESTFRIESLAND NOORDKENNEMERLAND WEST NOORD-HOLLAND MIDDEN WEST NOORD-HOLLAND MIDDEN OOST NOORDZEEKANAAL-ZUID VECHTSTREEK GOOI Cyaan Magenta Geel Zwart Afdeling WNLO Gebiedsplan Gooi en Vechtstreek (Begrenzingen Programma Beheer) 1.798 ha Natuur 203 ha Beheersgebied 533 ha Ruime jas beheersgebied 3ha Natuur in ecologische verbindingen 54 ha Beheersgebied in ecologische verbindingen 250 ha Natuurgebied in reserve voor de Horstermeer Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Vastgesteld op 28 oktober 2003 Dit plan is opgesteld door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in samenwerking met een subcommissie van het POL in opdracht van de provincie Noord-Holland. DLG is het overheidsbedrijf voor ontwikkeling en beheer van het landelijk gebied in Nederland. DLG is (beleids)adviseur, bedenker en uitvoerder van plannen om de groene ruimte in Nederland mooier en vitaler te maken. DLG werkt aan een gezonde landbouw, een betere natuur, meer recreatie en een mooier landschap. 2 Gebiedsplan Gooi en Vechtstreek Begrenzingen Programma Beheer ■ ■ ■ ■ Inhoud ■ 5 Inleiding 7 1 Beschrijving van het gebied 1.1 Natuur en landschap 1.2 Landbouw 1.3 Recreatie en toerisme 11 2 Beleid 2.1 Het Rijk 2.2 De provincie 19 3 Relevante ontwikkelingen en plannen 21 4 Subsidiemogelijkheden Programma Beheer 4.1 Beheerssubsidie 4.2 Inrichtingssubsidie 4.3 Subsidie
    [Show full text]