Bemiddeling door Hans Hillen in het kader van het Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma Postbus 251 1400 AG BUSSUM tel.: 035 - 69 26 414 www.gooisewegen.nl

EINDRAPPORTAGE november 2003

INHOUD

Hoofdstuk 1 Conclusies en aanbevelingen 3 a Hier moet men het mee doen 3 b Superwethouder 3 c Dudok II 4 d Bestuurlijk draagvlak 6 e Financieel draagvlak 7 f Twintig actiepunten 7 g Procedure 9

Hoofdstuk 2 Het bemiddelingstraject 10 a Inleiding 10 b Aanleiding tot de bemiddeling 10 c Opdracht 12 d Plan van aanpak 13 e Kritische succesfactoren 14

Hoofdstuk 3 Bevindingen 15 a Goede samenwerking en sfeer 15 b Andere externe partijen 15 c Betrokkenheid van burgers en bedrijven 16

Hoofdstuk 4 De regio het 18 a Henri Polak 18 b Regionale samenwerking 19 c De politiek heeft beperkingen 20 d Het tunnelplan 21 e Dudok en superwethouder 21 f Belang Mediasector 22 g De media naar elders 23 h Wij horen bij elkaar 24

Hoofdstuk 5 De infrastructuur en de ruimte 26 a Achtergebleven wegennet en teruglopend openbaar vervoer 26 b Natuur en Landschap 27

Hoofdstuk 6 Inbrengen 28 a Consultaties 28 b Website www.gooischewegen.nl 29

Hoofdstuk 7 Voorstellen 32 a Fiets 32 b Openbaar vervoer 32 c Vervoersmanagement 34 d Bovenregionale automobiliteit 35 e Afgewezen regionale alternatieven 36 f Gekozen variant voor de auto 37

Hoofdstuk 8 Slot 39

2 Hoofdstuk 1. Conclusies en aanbevelingen a. Hier moet men het mee doen

Het is een illusie te denken dat de groeiende verkeersproblematiek in het Gooi, en zeker die bij en in , nog steeds is op te lossen of zelfs maar is op te vangen binnen de bestaande wegenstructuur. Vergeleken bij een halve eeuw ge- leden zijn er eigenlijk alleen fundamentele aanpassingen gedaan aan de door- gaande verbindingen (A1 en A27), en die zijn inmiddels al weer onvoldoende. Maar de regionale en lokale verbindingen zijn meestal grofweg nog steeds van dezelfde inrichting en capaciteit als 50 jaar terug. Zij moeten nu dagelijks een verkeersstroom verwerken die sindsdien extreem is gegroeid. Dat heeft ernstige gevolgen voor de leefbaarheid aan en rond die verbindingen. Waar men zich in het Gooi terecht voortdurend inspant om de prachtige natuur maximale kansen te bieden, mag niet worden vergeten dat ook de aan die verbindingen wonende mensen recht hebben op een optimaal leefmilieu. Het is een voorrecht om te mogen wonen en werken in zulk een riante natuurlijke omgeving, maar wat blijft daar van over als de meeste dagelijkse ervaringen vooral verstopping en verste- ning zijn. In grote delen van Hilversum, bij de Ceintuurbaan in Bussum, op het Noordereind en Zuidereind in Wijdemeren en in toenemende mate in Laren wordt de overlast van het gemotoriseerde verkeer pijnlijk gevoeld. Dit rapport streeft geen illusies na. Steeds is uitgegaan van realistische cijfers en alle doelstellingen die worden genoemd in de conclusies liggen binnen bereik van de direct betrokken verantwoordelijken: provincie, gemeentes en TCN als eige- naar en ontwikkelaar van het Mediapark. Als naar het oordeel van de bemidde- laar sommige externe factoren niet optimaal zijn, maar op dit moment ook niet of onvoldoende beïnvloedbaar, dan zijn deze als gegeven beschouwd. De haal- baarheid van de uitkomst is nergens opgehangen aan wensdromen en verzuch- tingen. Anderzijds is er nu voldoende eendracht en uitzicht op bestuurlijk draag- vlak, en de benodigde financiële middelen lijken haalbaar. Met andere woorden: hier moet men het mee doen. b. Superwethouder

Deze bemiddelingsopdracht was gericht op de bereikbaarheid van het Mediapark in Hilversum. Dat is een beperkte opdracht, maar bij mobiliteitsvraagstukken blijkt al snel dat elk regionaal radertje met andere heeft te maken, ook met die in een verre van perfect nationaal systeem. Bijvoorbeeld, strikt genomen vallen de rijkswegen A1 en A27 buiten de opdracht. Maar hun actuele ondercapaciteit heeft directe gevolgen voor de verkeersproblematiek in onze omgeving. Als deze twee wegen in de spits vollopen –en dat gebeurt dagelijks- dan loopt het stra- tenplan van Laren vol, als een delta bij een wassende rivier. Maar de stem van Laren valt nationaal weg als het gaat om doorgaande rijkswegen. Tegelijkertijd heeft Laren last van de dagelijkse verstoppingen van de verbinding met Hilver- sum. Laren is echter uiteraard niet bij machte om althans voor de eigen inwoners dat probleem op te lossen. Zo zijn alle naburige gemeentes betrokken bij elkaars problematiek, en elke gemeente afzonderlijk, ook Hilversum, kan onvoldoende substantieel gezag en oplossend vermogen genereren om regionale en externe partijen in beweging te krijgen. Ieders stem is dus te zwak, maar daarnaast hin- dert ook nog eens regelmatige onderlinge verdeeldheid om te komen tot een im- ponerend gezamenlijk optreden. Er was hier een opdracht om te bemiddelen no- dig omdat de bestuurders er onderling niet uit konden komen. Erger nog, mij is

3 gebleken dat bij veel externe partijen het Gooi te boek staat als een ruzieregio waar geen of nauwelijks goede afspraken mee zijn te maken. Misschien dat het in de praktijk vaak nog best meevalt, maar de naam is wel als zodanig solide ge- vestigd. Dat maakt derden, zoals Verkeer en Waterstaat, het provinciebestuur of de Nederlandse Spoorwegen kopschuw en weinig gemotiveerd om beschikbaar te zijn bij het oplossen van Gooise problemen. Het Gooi laat daardoor kansen lopen die in het belang kunnen zijn van economie, ecologie en leefbaarheid van zijn inwoners. De samenwerking in het gewest is helaas te vrijblijvend om dit pro- bleem afdoende op te lossen. Het GNR is een voorbeeld van samenwerking hoe het ook kan. De natuur in het Gooi is nog steeds indrukwekkend, niet het minst door de overdracht van bevoegdheden (en eigendom) aan één instantie voor al- lemaal. Op andere terreinen dient de samenwerking te worden geïntensiveerd, en daarbij staan verkeer en ruimtelijke ordening vooraan. Het samenvoegen van de zes Gooise gemeentes en Wijdemeren zou forceren tot één stem, maar de vraag is of veel inwoners om tal van andere redenen zitten te wachten op die bestuurlijke grootschaligheid. Daarom luidt de eerste aanbeveling dat deze zeven gemeentes er goed aan zou- den doen hun bevoegdheden op het terrein van verkeer te bundelen en deze door een superwethouder te laten uitoefenen, die deze gemeentes naar buiten in rechte en met samengebalde kracht kan vertegenwoordigen. De wettelijke basis voor zulk een oplossing kan worden gevonden in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en de Regeling Gewest Gooi en Vechtstreek. Aan de democratische verantwoording moet goede aandacht worden gegeven. Verkeersbeleid raakt ve- le belangen en emoties. Maar tegelijk kan zo een heel interessante en zinnige vorm van bestuurlijke vernieuwing, maar passend in de traditie van het Gooi, gestalte krijgen. Voorgesteld wordt ten minste éénmaal per jaar een gemeen- schappelijke vergadering van de zeven volledige Raden te houden, als een eigen- tijdse herleving van de Erfgooiers-traditie van Stad en Lande, voor het bespreken van de begroting en de jaarplannen van de superwethouder. Dat zou spectaculair zijn, veel publiciteit trekken en zeker de aandacht van de Gooise burgers verho- gen voor de samenhangende inrichting van hun gehele woonomgeving. De con- trole op de uitvoering zou vervolgens om praktische redenen kunnen geschieden via een commissie van door elk der Raden aangewezen leden, zoals bij het Ge- west, maar de betrokkenheid van burgers bij de besluitvorming moet zo direct mogelijk kunnen zijn. c. Dudok II

Overigens is de vraag gewettigd of de samenleving momenteel niet te veel ver- wacht van de politiek bij het vinden van richtinggevende oplossingen. Weliswaar hebben de politieke partijen elk hun idealen, voor de uitvoering waarvan ze steun vragen aan de kiezers, maar in de praktijk betekent dit meestal dat er dus in het besluitvormingsproces verschillende idealen tegenover elkaar komen te staan, en een impasse het resultaat is. De politiek krijgt daar natuurlijk de schuld van, terwijl de verschillende partijen juist zeer gemotiveerd en geëngageerd alle kracht inzetten voor de eigen invalshoek. Hilversum bijvoorbeeld is een politiek zeer levendige gemeenschap, waar met elan voor de idealen wordt gestreden. De schijnbare besluiteloosheid is soms ook de onmogelijkheid om structurele meerderheden te smeden. De sterke opkomst van aanvankelijk Hilversum 2000 en later Leefbaar Hilversum is vanuit democratisch oogpunt wel degelijk positief te waarderen. De kiezers waren kennelijk niet tevreden over de prestaties van de bestaande partijen, en daar werd binnen het democratische systeem een oplos-

4 sing voor gezocht via nieuwe partijvorming. Ook dat brengt dan weer andere stagnatie met zich mee, want binnendringers moeten zichzelf binnenvechten en zij kunnen niet op voorhand rekenen op ruimhartige samenwerking met de al bestaande partijen. Ook in Hilversum leidde dit dus aanvankelijk tot uitsluiting over en weer. De lessen van democratische correcties worden door alle betrok- kenen nu eenmaal meestal met tegenzin gevolgd. Niettemin: de democratie leeft dus in Hilversum, maar het politiseren van tegenstellingen leidt dan gemakkelijk tot wat bij rugby een scrum wordt genoemd: een veel energie kostende duwpar- tij die voor niemand terreinvoordeel oplevert. Uit zulk een veldverhouding is wei- nig tot geen grensverleggend initiatief te verwachten dat ook nog eens voldoen- de wordt gesteund. Ook om andere redenen kunnen de oplossingen van de ene partij heftig worden uitgesloten door de andere en omgekeerd. Men zou zelfs de stelling kunnen ver- dedigen dat hoe oorspronkelijker een voorstel is, des te kanslozer is het als het wordt gelanceerd vanaf een partijpolitieke basis. Daarom is de politiek in de praktijk van alledag veeleer een wegbereider, een draagvlakverschaffer op basis van lange onderhandelingsprocessen dan een starter van geheel nieuwe dingen. Dat stabiliseert de samenleving, maar smoort ook gemakkelijk nieuw initiatief. De beoefenaren van deze evenwichtskunst investeren vooral veel geduld en in- ventiviteit om uiteindelijk weinig vooruitgang te boeken. Dat is heldhaftig en ontmoedigend tegelijk. Wat zij oogsten is meestal vooral onbegrip, wantrouwen en cynisme. Overal elders in de samenleving zou men het gedecideerder, sneller en effectiever doen, is dan de verzuchting, maar nergens elders in de samenle- ving heeft men te maken met zoveel variabelen tegelijk per dossier en met zo- veel dossiers tegelijk. Hoe het zij, politieke impasses kunnen democratisch dus heel voorstelbaar zijn, representatief en verantwoord. Maar omdat democratie een middel is en geen doel kan in scrums niet worden berust en moeten zeker in dergelijke omstandigheden ook andere mogelijkheden worden benut om een werkbare agenda op te zetten en resultaten te boeken. Bij de ruimtelijke inrichting van het Gooi loopt men onvermijdelijk op tegen dit soort situaties. De belangen van ecologie en economie verdragen zich nauwelijks in een dichtbevolkte omgeving met veel natuur en met veel bedrijvigheid, lig- gend onder de rook van Amsterdam en aan de periferie van de Randstad. Het is niet verbazingwekkend dat besluitvorming in deze regio slechts moeizaam tot stand komt. Curieus genoeg is uitgerekend Hilversum een goed voorbeeld hoe het ook anders en beter kan. De waarde die stedenbouwkundige W.Dudok en zijn groen- en plantsoenkunstenaar J.H.Meijer hebben gehad voor architectuur, ruim- telijke inrichting, infrastructuur en woningbouw in Hilversum is tientallen jaren na dato nog steeds indrukwekkend en actueel. Dudok, en ook Meijer, zijn geen lid geweest van de Raad en hebben ook geen politieke partij nodig gehad om hun stempel op Hilversum te drukken. Wel hebben zij van de Raad steeds het demo- cratische draagvlak gekregen voor de vele voorstellen, die indertijd heus niet steeds en vanzelfsprekend het brede enthousiasme hebben losgemaakt wat met name Dudok vandaag ten deel valt. Rolverdeling tussen en samenwerking van initiator (hier: de architect) en draagvlakverschaffer (de politiek) kunnen buiten- gewoon vruchtbaar zijn wanneer de banden gaan knellen en een sprong voor- waarts moet worden gemaakt. Nu niet alleen Hilversum maar het hele Gooi te- gen zijn grenzen is aangelopen verdient het serieuze overweging om voor de ruimtelijke ordening en huisvesting in het Gooi een nieuwe Dudok-ronde af te spreken. Dat wil zeggen: een stedenbouwkundige met affiniteit voor de regio schetsen te laten maken van de toekomstige ruimtelijke en architectonische in- richting, zodat enerzijds met zorg en liefde voor landschap en traditie, en ander-

5 zijds met het oog op te voorziene ontwikkelingen de inrichting van het Gooi een zodanige vorm kan krijgen dat men straks, een halve eeuw later, wederom met bewondering terug kan kijken op de visie en de esthetische zorg die de inwoners van het Gooi in onze jaren hebben gehad voor hun omgeving. Een tweede aan- beveling is dus het aanwijzen van een regiostedenbouwkundige met een op- dracht en mandaat, vergelijkbaar met zoals Dudok ooit had in Hilversum. d. Bestuurlijk draagvlak

De eerste twee aanbevelingen gelden bestuurlijke veranderingen in de toekomst. De hoofdopdracht van de bemiddelingsopdracht was draagvlak en middelen te zoeken voor besluitvorming ten aanzien van de mobiliteit rond het Mediapark in Hilversum. Wat betreft de inhoud viel er niet heel erg veel te kiezen. Het aantal varianten is betrekkelijk en elke mogelijke oplossing is de laatste jaren bespro- ken en onderzocht geweest. De bemiddelaar moest bovendien zijn onderzoek doen op basis van dat reeds beschikbare materiaal, zodat volstrekt nieuwe in- zichten, zo deze er al zijn, niet zijn gezocht of gevonden. Ook in de talloze ge- voerde gesprekken, of vanuit de burgerij (onder meer via internet), zijn niet zo- danige realistische nieuwe visies naar voren gekomen dat er uitzicht is gaan ont- staan op andere vergezichten. Het was wel zonder meer bemoedigend waar te nemen hoe velen zich deze discussie aantrekken, en soms zeer originele ideeën hebben aangedragen, zoals de aanleg van een complete rondweg om Hilversum of de ondertunneling van spoor en doorgaand verkeer dwars door het centrum. Zulk een openbare discussie die plaatsvindt tijdens een bestuurlijk traject kan de kwaliteit van het dispuut bepaald verhogen en bouwstenen aandragen voor toe- komstige inzichten. Enerzijds dus een beperkt aantal haalbare oplossingsrichtingen, anderzijds een eendrachtig opererende klankbordgroep, die het probleem erkende als gemeen- schappelijk, en die gemotiveerd was om tot een gezamenlijk succes te komen. Daarmee is uitzicht gekomen op het gevraagde bestuurlijke draagvlak. Overi- gens, om in de beeldspraak dicht bij het onderwerp te blijven: er zijn geen vluchtwegen meer. Niet alleen omdat de bestaande capaciteit aan infrastructuur al meer dan volledig wordt benut, maar ook omdat het delibereren ooit een keer ophoudt. Het overleg is, zoals gezegd, constructief en in goede harmonie ge- voerd en zouden één of meerdere partijen nu alsnog de uitkomst frustreren dan rest een werkelijk uitzichtloze impasse. Externe partijen zullen de eerstkomende jaren gemotiveerd afhaken, externe middelen komen niet meer beschikbaar en de regionale gemeenschap is de grote verliezer. Bovendien zullen belanghebben- de partijen onmogelijk kunnen berusten in een zo schadelijke en verlies opleve- rende uitkomst, waardoor de negatieve gevolgen alleen maar zullen toenemen. De bemiddelaar is zich zeer bewust geweest van alle belangen en onmogelijkhe- den in dit ingewikkelde dossier. Er is goed en zorgvuldig geluisterd naar de di- verse inbrengen, en alle problemen zijn bespreekbaar geweest. En ten slotte is getracht te komen tot een evenwichtige conclusie waar de diverse inbrengen zo veel als mogelijk recht is gedaan. Bij het definiëren van de oplossing is ook na- drukkelijk gekeken naar de esthetische kwaliteiten. Wij allemaal houden van het Gooi en de mate waarin wij onze leefomgeving koesteren komt ook tot uitdruk- king in de harmonie tussen bouwkundige werken en de natuurlijke omgeving. En dan zijn er ook met beton duurzame en aantrekkelijke scheppingen maakbaar, die zelfs een verbetering opleveren van natuur en leefomgeving.

6 e. Financieel draagvlak

De bemiddelaar moest niet alleen draagvlak zoeken, maar ook speuren naar vol- doende financiële middelen om uitvoering van de voorstellen mogelijk te maken. Daarbij moest rekening worden gehouden met de omstandigheid dat omwille van de aanvaardbaarheid en omwille van de duurzaamheid gekozen is voor een op- lossing waarvan een aantal kostbare voorzieningen integraal deel uitmaken. Zo komt er ten behoeve van de groene hoofdstructuur een belangrijke ecologische verbinding tussen de Westerheide en de Zuiderheide. Er komen voorzieningen die er voor zorg moeten dragen dat de aanwonenden op de diverse plaatsen zo weinig mogelijk hinder ondervinden van de nieuwe inrichtingen. Ook overigens is er zorgvuldig rekening mee gehouden dat mens en natuur zoveel als mogelijk worden ontzien. Het infrastructurele deel van het eindvoorstel wordt begroot op ten minste ruim € 100 miljoen, mede afhankelijk van een aantal nog te kiezen opties bij de uit- voering. De minister van Verkeer en Waterstaat bleek bereid het plan concreet te steunen met een rijksbijdrage van € 50 miljoen, die reeds beschikbaar kan ko- men in de lopende kabinetsperiode. Dit is een heel sterk commitment, dat voor alle partijen elke vrijblijvendheid aan de uitvoering verder ontneemt. Daarom kan nu ook van elk van hen een geëigende bijdrage worden verwacht, en daar- mee is er dus ook uitzicht op een solide financieel draagvlak. f. Twintig actiepunten

Bij de opdracht tot bemiddeling gingen de bestuurders er van uit dat deze zich zou gaan richten op maatregelen op de middellange en lange termijn. Voor de korte termijn zou met name Hilversum een aantal voorzieningen treffen om de ergste knelpunten enigszins te verlichten. Gaandeweg het traject kwam steeds meer in beeld de gedachte om de uitkomsten van het mediationproject naar vo- ren te halen en de voorlopige voorzieningen daarop aan te passen. Nu er van het Rijk op korte termijn substantiële geldmiddelen beschikbaar zijn ten behoeve van het auto-infrastructurele deel van dit advies, ligt het voor de hand zo snel moge- lijk aan te vangen met de werkzaamheden. In dat geval zijn er geen tussentijdse voorzieningen nodig en kan het geld dat daarmee kan worden uitgespaard, wor- den ingezet voor het onderhavige project. Het Rijk verwacht 2005/2006 te gaan werken aan de spitsstroken op de A1 bij Laren. Dat is het moment om klaar te zijn met de voorbereiding van het regionale project, zodat de bouw gelijktijdig kan plaatsvinden. Mobiliteit is gebruik maken van de ruimte, en deze is in het Gooi beperkt. Ieder- een die zich verplaatst, dient zich daarvan bewust te zijn, en de keuze voor de soort mobiliteit is dus geen vrijblijvende. Hoewel ook veel verkeer in de wijde omgeving van het Mediapark andere bestemmingen heeft, is heel veel vervoers- capaciteit nodig voor de huidige bezetting en de verdere te verwachten groei van de communicatie-industrie. Daarom kan ook van ieder van de daar werkende mensen worden verwacht dat zij hun verantwoordelijkheid voor het ruimtege- bruik bij mobiliteit serieus nemen. Ook de daar gevestigde ondernemingen die- nen aan het resultaat bij te dragen, in ruil waarvoor de gemeenschap de bereik- baarheid van dat bedrijvenpark verbetert. De uiteindelijke oplossing is een sa- menstel van een 20-tal elementen, waarin de verschillende mogelijkheden van mobiliteit zo goed als mogelijk zijn benut. Het moet dan mogelijk zijn om het vervoer anders dan per auto naar het mediapark te laten stijgen van 5% naar 30%. Dat is niet gering. Het is werkelijk een heel ambitieuze doelstelling en deze

7 geeft aan dat het uiterste wordt gedaan om waar mogelijk de automobilist een alternatief te bieden. Tegelijkertijd moeten we onder ogen willen zien dat de au- tomobiliteit in haar geheel hoe dan ook verder zal toenemen. Daarmee is bij de gekozen oplossing realistisch rekening gehouden.

1. Op het Mediapark worden de vrije parkeermogelijkheden voor de vaste gebruikers beperkt. 2. Op het Mediapark wordt betaald parkeren ingevoerd. 3. Elk van de daar gevestigde ondernemingen krijgt naar rato van het aantal medewerkers een beperkte hoeveelheid vrije parkeerplaat- sen. 4. In de aangrenzende woonwijken wordt mogelijke parkeeroverlast als gevolg hiervan voorkomen door parkeerbeperkende maatregelen en het verstrekken van ontheffingen aan de bewoners. 5. Er komt vervoersmanagement voor alle werkers op het Mediapark. Aan dat systeem werken alle ondernemingen daar mee. 6. Er komt een in samenwerking van NS en TCN te bouwen overdekte loopbrug van het station Hilversum Noord (om te dopen in Hilver- sum Mediapark) naar het Mediapark. 7. Op het Mediapark verzorgt een zeer frequente busringlijn gratis verplaatsing naar de diverse gebouwen. Deze ringlijn komt voor re- kening en verantwoordelijkheid van TCN. 8. Voor werkers op het Mediapark die wonen binnen een straal van vijf kilometer komen door de werkgever verstrekte fietsen beschikbaar. 9. Voor werkers op grotere afstand worden met NS en Connexxion groepsabonnementen afgesloten. 10.NS laat ten minste vier treinen per uur stoppen op Hilversum Noord. 11.De gemeente Bussum werkt mee aan het wegnemen van hindernis- sen voor de Connexxion buslijn 134 van Huizen via Bussum naar Hilversum. Hilversum en Bussum werken mee aan de realisatie van Hoogwaardig Openbaar Vervoer. 12.De Connexxion buslijn 137 van Laren naar Hilversum rijdt via het Mediapark naar het Centraal Station. 13.Ter voorkoming van sluipverkeer via het stratenplan van Laren ko- men er verkeersobstakels in de verbindingen tussen Blaricum en Huizen naar Laren en eventueel bij de afritten van de A27. Daarover moet overleg komen met de gemeentes Blaricum en Huizen. 14.Vanaf de te reconstrueren afslag bij de A1 wordt de Hilversumseweg zodanig ingericht dat de overlast voor omwonenden tot het laagst mogelijke wordt teruggebracht. Vredelaan, Diepenbrocklaan en het restaurant La Place blijven bereikbaar. 15.Deze N525 wordt voorts verbreed tot een vierbaanstracé en hij wordt op sommige plaatsen verdiept. 16.De verdieping van de N525 dient er mede toe dat Zuiderheide en Westerheide op maaiveldhoogte met elkaar worden verbonden door een zeer breed ecoduct. 17.De N525 wordt verlengd tot aan het Mediapark. Bij Westerveld, bij- na ter hoogte van de Orionlaan, buigt de N525 dan naar rechts, en komt er een afslag naar het Den Uylplein. 18.Vanaf Westerveld tot bij de Crailose Brug wordt naast de Erfgooiers- straat een nieuw vierbaanstracé getrokken, de doortrekking van de N525. De weg wordt verdiept wordt aangelegd. De Erfgooiersstraat

8 blijft zijn huidige functie en inrichting houden. De nieuwe weg wordt overspannen door bruggen waar nu paden lopen. Overigens wordt hij waar nodig afgedekt, voor het geluid afgeschermd en voorts met veel groen aan het oog onttrokken vanaf beide zijkanten. 19.Deze nieuwe verbinding wordt als tunnel onder het spoor en het daar gelegen kleine woonbuurtje aangelegd en sluit bij de Lage Naarderweg aan op een nieuw verkeersplein. 20.Aan dat verkeersplein takt ook de weg aan die leidt naar de aldaar te construeren nieuwe hoofdingang van het Mediapark.

De substantiële rijksbijdrage op de korte termijn en de constructieve opstelling van de bestuurders van provincie, gemeentes, GNR en TCN hebben een kostbaar momentum laten ontstaan wat partijen niet verloren mogen laten gaan. g. Procedure

Het gaat hier om besluitvorming waarbij een aantal externe partijen zijn betrok- ken en die verschillende schijven van openbaar bestuur moet passeren. Niet de mogelijke tegenstanders in het inhoudelijke debat zijn hier het grootste obstakel, maar procedurele vertragingen die uiteindelijk onvermijdelijk uitzicht bieden op die eeuwige veilige impasse, waar niemand een standpunt behoeft in te nemen omdat er steeds naar de ander kan worden gewezen. Het is dus zaak te streven naar een procedure die alle deelnemers dwingt tot tempo. Daarom wordt het volgende voorgesteld:

1. De colleges van Gedeputeerde Staten en van Burgemeester en Wethouders van Noord Holland, Hilversum, Bussum en Laren nemen binnen twee maan- den een standpunt in over het rapport en de conclusies. 2. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de aanbevelingen op bestuur- lijk gebied (superwethouder en regionaal stedenbouwkundige) en de infra- structurele voorstellen. Strikt genomen zijn het twee ongevraagde adviezen en een gevraagd. Zij vragen bovendien om een verschillend tijdpad. 3. Indien een van de colleges de uitkomsten van het rapport op wezenlijke on- derdelen afwijst, volgt onmiddellijk overleg in de klankbordgroep ter verdere besluitvorming. 4. Bij gebleken overeenstemming verdedigen de colleges het rapport in de Sta- ten en in de Raden. 5. De volksvertegenwoordigingen spreken zich binnen vier maanden na toezen- ding van rapport en collegestandpunt uit over de conclusies.

9 Hoofdstuk 2. Het bemiddelingstraject a. Inleiding

Zoals op veel plaatsen in Nederland is ook in het Gooi een groeiend mobiliteits- probleem. De economische vooruitgang produceert meer bedrijvigheid, werkge- legenheid en transport, de beroepsbevolking neemt toe en ook in de vrije tijd verplaatsen mensen zich meer. Tegelijkertijd krimpt de ruimte voor navenante infrastructuur. Niet alleen omdat het bebouwde oppervlak verder toeneemt, maar ook omdat de zorg voor de schaarser wordende natuur steeds meer beper- kingen stelt. Inpassingen van nieuwe projecten hebben bovendien te rekenen met omslachtige procedures en allerhande oppositie, zodat de oplossingen steeds verder op de zich ontwikkelende praktijk achter raken. Voorzover de situatie en de ontwikkeling in het Gooi niet afwijken van de natio- nale trend, kan men toch verbeteringen trachten te bereiken door bovengemid- delde inventiviteit, financiële middelen en bestuurskracht. Tegenwoordig heet dat benchmarking. Waar er sprake is van specifieke omstandigheden dienen deze te worden benoemd om te bezien of extra maatregelen daarvoor nodig zijn, en of er termen bestaan dat er in rede een beroep kan worden gedaan op bovenregionale instanties, zoals de provincie, het rijk of wellicht zelfs de Europese Unie. Dit advies richt zich met name op de verkeers- en vervoersproblemen in de rui- me omgeving van het Mediapark in Hilversum. Hilversum is het centrum voor Nederland van de elektronische media. Bijna alle televisienetten en de nationale radionetten vinden hier hun thuisbasis. Dat heeft overigens de bijkomende con- sequentie dat vooral op de radio de mobiliteitsproblematiek rond en in Hilversum dikwijls en op negatieve wijze onder de aandacht van de luisteraars wordt ge- bracht. Los van de vraag of de congestie in Hilversum werkelijk afwijkt van die op andere plaatsen ontstaat hierdoor een bredere negatievere beleving van de problematiek bij het publiek, in de publiciteit en bij het bedrijfsleven. Het Mediapark gaat de komende jaren verder groeien. Het is de verwachting en ook het beleid van de gemeente Hilversum, van de mediabedrijven en van de eigenaar van het Mediapark is daarop gericht. Het betekent dat elke vorm van mobiliteit in deze omgeving verder zal toenemen. Het capaciteitstekort dat nu al is vast te stellen wordt groter. De groei van het Mediapark wordt belemmerd door het ontbreken van een vastgesteld bestemmingsplan en het ontbreken van concrete plannen om de bereikbaarheid te verbeteren op de korte en lange ter- mijn. Goedkeuring van het bestemmingsplan kan pas plaatsvinden op het mo- ment dat er zicht is op de realisatie van een aantal verbeteringen op het gebied van de bereikbaarheid op de korte termijn (tot 2010). Aan dit laatste punt wordt momenteel gewerkt, waarbij de gemeente Hilversum het initiatief heeft. b. Aanleiding tot de bemiddeling

In bijna elke gemeente zijn veel bestuurlijke problemen eigenlijk bovenlokaal. Soms heeft dat zijn inpassing gekregen in de bestuurlijke verhoudingen, bijvoor- beeld bij de politie of bij de intramurale gezondheidszorg. Soms geschiedt sa- menwerking op basis van vrijwilligheid, zoals in het Gooi het geval is met het Gewestbestuur. Ruimtelijke ordening en verkeer zijn probleemgebieden waar aanpalende gemeentes heel vaak met elkaar van doen hebben. Binnen het Gooi geldt die onderlinge samenhang ten minste de zes Gooise gemeentes en Wijde- meren, maar men kan binnen het Gooi en de Vechtstreek zelfs nog daar- bij rekenen. Verderop in dit advies wordt op deze interdependentie nog verder

10 ingegaan en wordt zelfs gepleit voor het aanstellen in het Gooi van een regionale autoriteit voor verkeer en ruimtelijke ordening, een superwethouder van de ze- ven gemeentes Hilversum, Bussum, Laren, Naarden, Blaricum, Huizen en Wijde- meren. In ieder geval zijn in het dichtbije en verdere verleden een goede onder- linge samenwerking en het maken van verstandige en duurzame afspraken niet altijd erg vanzelfsprekend geweest. Omdat de mogelijkheden, mede gezien de grenzen die een verantwoord natuurbeleid stelt, buitengewoon beperkt zijn, is het gezamenlijk optrekken van de betrokken gemeentes onvermijdelijk, op straf- fe van zeer suboptimale oplossingen. Daarbij komt dat het toch al moeilijk is bij de bevolking draagvlak te vinden voor ingrijpende maatregelen die bovenge- meentelijk zijn. Het is politiek verleidelijk de eigen burgers te beloven dat het vuil onder de mat van de buurgemeente thuishoort en daar ook blijft liggen, maar bestuurlijk realistisch is dit niet. Zo is verkeerscongestie rond het Media- park in Hilversum een probleem van alle Gooise gemeenten. Ten eerste bieden de media werkgelegenheid aan het gehele Gooi en aan de Vechtstreek, maar bo- vendien zorgt verkeersdrukte op de Lage Naarderweg in Hilversum voor conges- tie op andere plekken, ook buiten Hilversum, bijvoorbeeld op de Ceintuurbaan in Bussum. Niettemin is het tot nu toe niet wel mogelijk gebleken tot werkelijk ge- meenschappelijk gedragen standpunten te komen, die voortvarend, eendrachtig en met overtuiging werden verdedigd naar en uitgelegd aan de eigen burgers. Wel was de congestieproblematiek zelfs nationaal erkend en ook opgenomen in het MIT, het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport. Maar die vermel- ding was nooit verder gekomen dan het voornemen tot een planstudie. Concrete projecten en bedragen waren door Hilversum of het Gooi nimmer aangereikt en ontbraken dus volledig en dit jaar was de termijn verstreken dat nog aanspraak kon worden gemaakt op nadere invulling, die dan bovendien pas over de nodige jaren tot concrete uitvoering kon leiden. De financiële situatie van de Rijksover- heid is thans zelfs zodanig krap dat medewerking van die kant steeds verder uit beeld dreigde te geraken. Zonder rijksbijdrage evenwel is een wezenlijke oplos- sing van de verkeersproblemen in het Gooi niet voorstelbaar. Met alleen hulp van de provincie komt men er bij lange niet. De provincie Noord Holland realiseert zich trouwens haar verantwoordelijkheid, en het is de gedeputeerde Economische Zaken geweest die het initiatief heeft genomen tot dit mediationproject. Bij de verdere ontwikkeling zal ook diens collega van Verkeer uitdrukkelijk in beeld ko- men. Er zijn inmiddels op de verschillende overheidsniveau’s talloze studies versche- nen en eindeloze berekeningen gemaakt. De terzake geschreven notities en rap- porten kunnen vele ordners vullen. Ondanks de overvloed van gegevens, visies en berekeningen bleek het tot nu toe niet mogelijk om te komen tot een eenpa- rig standpunt. Toch is voor het verkeer in deze regio voor de langere termijn een meer structurele benadering onvermijdelijk en zelfs hoogst noodzakelijk. Om zich te krijgen op een breed gedragen oplossing werd dus een onafhankelijke bemid- delaar gevraagd om tot zulk een beeld te komen. De regie van deze bemiddeling lag in handen van de meest betrokken overheden: de provincie Noord Holland en de gemeentes Hilversum, Bussum en Laren.

11 c. Opdracht.

De bemiddelaar is het volgende gevraagd:

1 Het organiseren van het proces om de vraag te kunnen beantwoorden: Welke maatregelen op het gebied van de bereikbaarheid na 2010 zijn rea- listisch en haalbaar om de bereikbaarheid van Hilversum Noord en Media- park in het bijzonder te verbeteren? Hierbij ging het uitdrukkelijk niet om nieuwe onderzoeken te starten, maar golden de diverse reeds beschikbare onderzoeken als vertrekpunt (zie kaartje op blz. 36). De opgave lag dus veeleer in het zoeken naar een (po- litiek) gedragen oplossing. 2 Alle opties te onderzoeken en te wegen, ook die waartegen veel weerstand bestaat. 3 Het uitwerken van een ontwikkelings- en besluitvormingsproces. 4 Een marsroute voor de realisatie van de maatregelen te maken, waarbij de financiële haalbaarheid een uitdrukkelijk onderdeel zou vormen; dit bete- kende mede het onderzoeken of en bevorderen dat er voldoende financiën beschikbaar komen om de voorstellen ook uit te kunnen voeren.

Vertrekpunt van handelen vormde de reeds omvangrijke stapel verkeers- en ver- voersvarianten, nog lopende onderzoeken naar bereikbaarheidsmaatregelen en het Masterplan Mediapark. Gezien de nauwe relatie met het Masterplan Media- park en het te maken bestemmingsplan zou er uiterlijk in oktober 2003 antwoord op de hierboven gestelde vragen zijn. In juni 2003 is een schriftelijke tussenrap- portage gepresenteerd. Het eindverslag is gepresenteerd in november en daar- mee is aan het tijdsperspectief redelijk voldaan. Ter ondersteuning bij de uitvoering van de opdracht kon de bemiddelaar de be- schikking krijgen over ambtelijke ondersteuning (gemiddeld een dag per week) vanuit het gewest Gooi en Vechtstreek. Hij voerde met enige regelmaat voort- gangsgesprekken met de klankbordgroep. Deze bestaat uit de wethouders Ver- keer en Vervoer en de wethouders Economische Zaken van de gemeenten Bus- sum, Hilversum en Laren. De voorzitter is de gedeputeerde Economische Zaken van de provincie Noord-Holland. Tevens maakt de ondersteunende ambtenaar van het Gewest deel uit van de klankbordgroep. In juli 2003 werd door de op- drachtnemer een tussenrapport geleverd en in november 2003 het eindrapport. De rapportages werden besproken met de volledige klankbordgroep. De opdracht is formeel verstrekt vanuit de deelnemers aan het Regionaal Eco- nomisch Stimuleringsprogramma (RES), maar de meest betrokken gemeenten (Hilversum, Laren en Bussum) vormen samen met de provincie de gedelegeerde opdrachtgever.

d. Plan van aanpak

Voor aanvang van de werkzaamheden werd een Plan van Aanpak opgesteld, dat werd goedgekeurd door de klankbordgroep. Dit plan wordt hier integraal weer- gegeven.

12

a. Fase I. 1 maart - 30 juni

1. Burgers en bedrijven in de regio de gelegenheid geven suggesties aan te reiken voor de oplossing van de bereikbaarheidsproblematiek, in het bij- zonder van Hilversum Noord en van het Mediapark. Dit geschiedt door middel van een speciaal hiervoor te openen website en door een speciaal postbusnummer. Bekendheid geven aan deze mogelijkheden tot deel heb- ben aan het afwegingsproces door een persbericht met navenante publici- teit. De website zal gedurende de gehele mediaton beschikbaar blijven. Aan het eind van Fase I zal een openbaar inzicht worden gegeven van de inhoud en deelname aan dit inspraakproces. 2. Het voeren van gesprekken met een aantal adviseurs, zoals ambtenaren van de gemeente Hilversum en van de provincie, relevante medewerkers van de NOB, TCN, NS en GNR, enkele externe deskundigen en belangheb- benden en met vertegenwoordigers van burgers. 3. Het voeren van een meer formeel overleg met bestuurders van de ge- meenten Hilversum, Bussum, Laren en Wijdemeren; met de rentmeester van het GNR; met bestuurders van NS en aanverwante relevante organi- saties; met bestuurders van NOB, NOS en omroepverenigingen; 4. Het verwerken van al deze indrukken in een tussenrapportage, uit te brengen aan de provincie rond 30 juni. b. Fase II. 1 juli– 31 oktober

1. Verkennende gesprekken met vertegenwoordigers van de ministeries van Economische Zalen en Verkeer en Waterstaat, van de provincie en moge- lijk anderen die relevant zijn voor het krijgen van een inzicht in externe fi- nancieringsbronnen en tijdpaden. 2. In het verlengde van bovenstaande het voeren van gesprekken met Haag- se politici, zodat inzicht beschikbaar komt in de politieke steun voor moge- lijke oplossingen. 3. Een tweede, meer concluderende ronde van gesprekken met functionaris- sen zoals hierboven onder 3 genoemd. 4. Het afronden van de publieksdeelname aan het afwegingsproces. 5. Het trekken van conclusies. 6. Het presenteren van het eindverslag, ergens rond 31 oktober.

Dit Plan van Aanpak is in grote lijnen gevolgd. Daarbij was steeds de inzet te werken met de grootst mogelijke transparantie. Uiteraard kan een bemiddelings- proces tijdens de voortgang naar zijn aard niet openbaar zijn. Maar bij de talloze gevoerde gesprekken is er steeds op gewezen dat daarvan een verslag zou wor- den gemaakt dat als bijlage zou worden gevoegd bij het eindrapport. Van een aantal gesprekken is geen verslag gemaakt. Het betreft hier gesprekken met een minder gestructureerd karakter, lobby-activiteiten van de bemiddelaar of ge- sprekken van vertrouwelijke aard. Voorts kon iedereen deelnemen aan de open- bare discussie op het internet via een speciale website www.GooischeWegen.nl. Actiegroepen en andere opinieleiders kregen de gelegenheid zich op deze website specifiek te uiten. Verderop in dit eindverslag wordt de internetdiscussie nader geëvalueerd.

13 e. Kritische succesfactoren:

1 Gezien de aandacht voor dit onderwerp bij omwonenden en natuurorgani- saties moeten deze worden ingelicht en zo nodig voorgelicht. Het is be- langrijk dat in het eindrapport aandacht wordt besteed aan de meningen van deze groepen en aanwijzingen worden verstrekt hoe deze doelgroepen in het proces kunnen worden betrokken. De manier waarop staat de op- drachtnemer vrij. Uiteraard staat het vrij om ook andere geïnteresseerden te informeren of consulteren buiten de direct betrokkenen. 2 Aansluitend op punt 1: opzetten van een goed communicatietraject, zowel naar bestuur als belanghebbende partijen 3 Gezien de mogelijk grote investeringsbedragen is het noodzakelijk de fi- nanciële haalbaarheid van de te kiezen variant(en) helder te krijgen. (in- clusief een tijdschema waarin gekozen varianten kunnen worden gereali- seerd) 4 Indien er tussen betrokken partijen uiteindelijk geen keuze gemaakt kan worden zal de opdrachtgever knopen moeten doorhakken.

Er is intensief overleg geweest met het Natuurreservaat, en ook met ande- re organisaties die zich bezig houden met de natuur zijn gesprekken gevoerd. Het inlichten en zo nodig voorlichten van omwonenden is nog niet geschied. Tij- dens het bemiddelingstraject zijn meer oplossingsrichtingen aan de orde geweest en onderzocht. Daarover naar buiten treden zou misverstanden hebben kunnen wekken en onrust hebben kunnen veroorzaken. Daarom is er van afgezien om tussentijds inzicht te tonen in de vorderingen. Nu het traject is afgerond moet er uiteraard informatie worden verstrekt aan alle belanghebbenden, onder wie dus ook de burgers en vooral omwonenden. Het lijkt de bemiddelaar voor de hand liggen dat zij die verantwoordelijkheid nemen voor besluitvorming en uitvoering, dit onderdeel van het proces voor hun rekening nemen. Aan het onder 2 gestelde is ruim voldaan en voor het onder 3 gestelde wordt verwezen naar diverse passages elders in het eindrapport. Wat betreft punt 4, het mogelijk doorhakken van knopen, daarvan kan men zeggen dat dit niet nodig is geweest. De bemiddelaar heeft zich open gesteld voor elk mogelijke variant, van niet ingrijpen tot zeer ingrijpend. Gaande het proces tekende zich bijna na- tuurlijk een eenduidige denkrichting af. Daarbij hebben de inzichten die konden worden verworven van het Goois Natuurreservaat een belangrijke rol gespeeld. Deze organisatie is een belangrijke partij bij besluitvorming waar de waardevolle Gooise natuur in het geding is. Er is zeer goed geluisterd naar de mogelijkheden en beperkingen die van daaruit werden aangegeven. Bij de verdere gesprekken bleek bovendien dat deze inzichten door vrijwel iedereen werden gedeeld.

14 Hoofdstuk 3. Bevindingen a. Goede samenwerking en sfeer

Aan het begin van het rapport staan de conclusies en aanbevelingen. Ook daar werd vastgesteld dat het bemiddelingsproces in alle harmonie is verlopen, met voortdurende beschikbaarheid, met grote inzet en met betrokkenheid van alle betrokken bestuurders. Dat geldt zowel de publieke als de private partijen. Het lijkt er op dat er een momentum is bereikt waarop lang liggende knopen kunnen worden doorgehakt en de nodige besluiten kunnen worden genomen. Voor de bemiddelaar was het lang niet altijd duidelijk waarom het proces tot nu toe zo moeizaam is verlopen: zo plezierig, betrokken en collegiaal waren alle onderlinge contacten. Op een enkele actiegroep na bleken alle gesprekspartners bereid dui- delijk over de eigen schutting heen te kijken en verantwoordelijkheid te nemen voor een bredere afweging. Inhoudelijk was natuurlijk het aantal beschikbare varianten bekend en genoegzaam van alle kanten bekeken, maar niettemin zijn er geen veto’s gevallen en zijn de gesprekken steeds constructief verlopen. De uiteindelijk voorgestelde benadering heeft, zoals gezegd, draagvlak van zowel de bestuurders van de betrokken overheden als van het Goois Natuurreservaat. b. Andere externe partijen

De bijdrage van de openbare vervoerders, zowel Connexxion als de Nederlandse Spoorwegen, zou nog een stuk beter kunnen. Deze partijen waren wel steeds bereid om mee te denken, maar stellen zich bij het bevorderen van oplossingen tamelijk lijdelijk op, en kijken heel nadrukkelijk naar het belang van hun eigen organisatie. In die afweging komen de belangen van de regio, in termen van verkeersbelasting en ruimtelijke benutting (ondertunneling van het spoor bij- voorbeeld) en van de reizigers niet steeds op de eerste plaats. Gezamenlijk op- treden van alle belanghebbenden moet hier meer druk geven om tot een grotere betrokkenheid te komen. Daarbij kan het werken met één (super)wethouder voor alle partijen aantrekkelijk zijn. Vanuit externe partners gezien is het niet steeds eenvoudig te wegen welke partij in het vaak zo verdeelde en soms ook wisselvallige Gooi voorrang moet worden gegeven bij standpuntbepaling. De overgang van eigendom op het Mediapark van het onroerend goed van de omroep naar een vastgoedonderneming kan ook een nieuwe en kansrijke periode inluiden. De omroepbedrijven hebben zich, net als NS of andere externe partijen, nooit erg veel gelegen laten liggen aan hun belang voor de gemeenschap van Hilversum en van het Gooi. Programma’s maken en op zender brengen is immers hun eerste belang. Om van de investering in het Mediapark een profijtelijke te maken is de nieuwe eigenaar TCN wel degelijk zeer belangstellend om samen met de lokale en regionale instanties te zoeken naar het optimaliseren van de gemeenschappelijke belangen. Het moet mogelijk zijn om met deze belangrijke zakelijke partner tot goede ontwikkelingen te komen waar iedereen voordeel aan kan hebben. De partijen moeten zich daarbij wel realiseren dat de meeste af- spraken te maken zijn op privaatrechtelijke basis. Overheden die zich in ge- meenschappelijke processen te zeer opstellen als de stipulerende partner, met de verordende kracht van het publiekrecht als onpasseerbare knecht op de ach- tergrond, kunnen zichzelf en dus ook de burgers te kort doen, omdat dan de pri- vate partijen slechts bereid zullen zijn tot het maximaal afdwingbare, en ook dat kan dan nog, en zal ook vaak, in procedure worden bestreden. Convenanten en andere afspraken van gelijkgezinde partners, waarbij beider belangen worden

15 gewogen, gewaardeerd en gediend, zijn in een moderne, minder statelijke sa- menleving waarschijnlijk soms waardevoller en meer uitzicht biedend dan eenzij- dige verordeningen. Het Gooi, en in het bijzonder Hilversum, en de media zijn elkaars partner, wellicht een beetje tegen wil en dank soms van beide partijen. Maar in constructieve gezamenlijkheid is misschien een nog veel beter product te bereiken dan 50 jaar televisie en 70 jaar radio voor Hilversum en het Gooi tot nu toe hebben betekend. c. Betrokkenheid van burgers en bedrijven

De betrokkenheid van de burgers was wisselend. Het gebruik van een speciale website heeft ieder die toegang heeft tot internet de mogelijkheid geboden sug- gesties te doen en mee te discussiëren. Daar is goed gebruik van gemaakt. Nogal wat mensen hebben hun ideeën gegeven of hebben kritiek geuit, een veel- voud van hen heeft de website bezocht. Toch kan dit onderdeel van het proces van twee kanten nog worden verbeterd. Aan de zijde van de bemiddelaar was er onvoldoende menskracht beschikbaar om direct of ten minste dagelijks snel en adequaat te reageren op de deelnemers. Aan de kant van de burgers is er mis- schien nog onvoldoende bekendheid met deze interessante toevoeging aan het democratische besluitvormingsproces. Daarbij dient wel te worden meegewogen dat de manier waarop tal van communicatiemedia publieke betrokkenheid gene- reren een wezenlijk andere is. Stemmen per sms, op een nummer, of voor of tegen, genereert weliswaar een enorme populatie, maar feitelijk ook een heel gratuite participatie. Bij het meediscussiëren op een website moet men zich be- kend maken en behoort een inlogprocedure tot de onderdelen. Dat werkt welis- waar drempelverhogend, maar tegelijk verhoogt het de kwaliteit van de inbreng wezenlijk. Voor het overige is het initiatief tot betrokkenheid van de burgerij en van het bedrijfsleven beperkt gebleven. Er zijn bij de bemiddelaar enkele brieven binnen gekomen, alles bijeen niet meer dan een twintigtal. De werkelijke betrokkenheid van mens en bedrijf is de bemiddelaar trouwens niet meegevallen. Op recepties en verjaardagen hoor je wel veel gemopper over zowel de opstoppingen als over de milieulasten. Maar in het meer officiële circuit is het toch stilletjes. Op enkele bezochte speciaal voor het verkeer georganiseerde politieke partijbijeenkomsten waren een handjevol leden en ook kennis nemend van de daarvoor geëigende rubrieken in de publiciteit blijken twee elementen niet nadrukkelijk aanwezig: opvallend sterke betrokkenheid bij het probleem dan wel uitdrukkelijk genoemde onbespreekbaarheden bij het vinden van oplossingen. De discussie rond het schilparkeren in Hilversum laat zien dat in voorkomend geval veel burgers heel actief kunnen zijn in het deelnemen aan het dispuut en het beïnvloeden van de besluitvorming. Maar als het gaat om de verkeersoverlast in het algemeen komt toch veeleer het beeld van (doffe) berusting naar voren. In ieder geval heeft de bemiddelaar niet de indruk gekregen dat er voor grote groepen van burgers over dit onderwerp duidelijke onbespreekbaarheden bestaan. De actiegroep Stichting Behoud Gooise Heide kan wijzen op het grote aantal (21.000) verzamelde hand- tekeningen. Niet is gebleken dat voor deze ondertekenaars een verantwoorde en zorgvuldige oplossing, waarbij de heide niet wezenlijk wordt aangetast, waarbij voorzieningen voor aanzienlijke camouflage zorgdragen, waarbij recht wordt ge- daan aan komende en gaande wandelaars en waarbij een langzamerhand onleef- bare verkeersstagnatie wordt aangepakt, onbespreekbaar zou zijn. Sterker nog, door het afwijzen van doorsnijdingen door het heidelandschap en door het kiezen van oplossingen in de contouren van het bebouwingsprofiel heeft de voorgestelde

16 oplossing, gegeven de overbelasting van de bewoonde omgeving, het kenmerk van natuurzorgvuldigheid.

17 Hoofdstuk 4. De regio het Gooi a. Henri Polak

“Ware ons land op rationeele wijze in gemeenten verdeeld, dan zou het Gooi ééne gemeente moeten zijn, ’s-Graveland inbegrepen. Indien dit zoo ware ge- weest, er zou zeker een niet zoo groote vernieling van natuurschoon zijn aange- richt als nu is geschied, omdat alsdan geen zeven concurreerende gemeentebe- sturen elk op eigen gelegenheid uitbreiding der bebouwing hadden beredderd.” Deze uitspraak staat op pagina 297 van het boek “Tusschen Vecht, Eem en Zee” van dr. Henri Polak. Het werd in 1935 gedrukt op de persen van NV Dagblad De Gooi- en Eemlander. Dit zeer lezenswaardige boek is een belangrijke inspiratie- bron geweest bij het werk, waarvan in dit rapport verslag wordt gedaan. Door alle bladzijden heen klinkt de liefde die dr. Polak had voor deze prachtige streek van ons land, waar het nog steeds een voorrecht is te wonen of te werken. Sinds 1935 is er nog veel meer ontwikkeld in het Gooi dan Henri Polak had kunnen voorzien, maar toch heeft daarmee zijn visie eerder aan actualiteit gewonnen dan dat deze in de tijd achterhaald is geworden. Het grondpatroon van het Gooi is niet veranderd, maar de benutting is zodanig geïntensiveerd dat de natuur in haar voegen kraakt, ineengeklemd tussen nog steeds uitdijende bebouwing, ter- wijl de infrastructuur, hoewel voortdurend hier en daar aangepast, steeds verder achterop raakt bij de behoefte. Zo doorgaan is steeds verder vastlopen. Ten min- ste zowel de ruimtelijke ordening als het verkeers- en vervoersbeleid vragen dringend om een sturend regionaal, bovengemeentelijk beleid. Hoewel er toe- en afnemend tussen de Gooise gemeenten is samengewerkt, heeft ieders eigen zelfstandigheid bevorderd dat elke gemeente toch vooral haar eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt, met alle problemen en beperkingen die daarbij horen. Zou er bestuurd zijn met een iets hoger gelegen oog, dan zou zo- wel ten aanzien van kwantiteit en kwaliteit van de bebouwing, als ten aanzien van de infrastructuur meer kunnen zijn uitgewisseld, waardoor de inrichting van het Gooi efficiënter, evenwichtiger en esthetischer had kunnen verlopen. Vooral de oprichting van het Goois Natuurreservaat is natuurlijk van groot belang ge- worden voor het behoud en het beheer van de vele natuur in het Gooi. Maar waar het Gooi landelijk de roep geniet van een groene long, is in bebouwde om- gevingen als Hilversum en Bussum steeds meer ruimtegebrek ontstaan. Het in- breiden, als tegenhanger van uitbreiden een bestuurlijke term voor het volbou- wen van zoveel mogelijk vierkante meters binnen de bebouwde kom. heeft er voor gezorgd dat ruimtelijke oriëntaties als pleinen en lanen steeds meer worden volgebouwd of versmald, terwijl het autoverkeer, afgeknepen van sluiproutes, zich op steeds grotere delen van de dag nog slechts stapvoets door het straten- plan beweegt. Verkeersdeskundigen spreken in Hilversum van een binnenring en een buitenring, maar de automobilist ervaart zijn tocht van A naar B door de stad als een toeristische huifkargang, waarbij ook tal van stadsdelen wordt aan- gedaan waar hij helemaal niet wezen wilde. “Tusschen Vecht, Eem en Zee” schildert de Gooi en Vechtstreek vol heimwee naar vroeger, maar ook Polak erkent de stedelijkheid van Hilversum. Waar hij bijvoorbeeld met ergernis aanpassingen beschrijft aan de Brink in Laren accep- teert hij de toch niet bepaald authentieke stadsere inrichting en uitstraling van Hilversum. Anders gezegd: om Bussum of Laren te bewaren mag Hilversum ver- anderen. Inmiddels zijn we drie kwart eeuw verder en is er overal veel meer moois voorgoed verdwenen. Het is echt niet mogelijk deel te hebben aan de mo- derne welvaart, inclusief de daarbij behorende mobiliteit en tegelijkertijd het ui-

18 terlijk te behouden van een dromerig heidedorp. Al meer dan een eeuw laat de Vitus van verre zien dat Hilversum is gegroeid, en dat monument heeft in de skyline al een tijdje gezelschap van de 140 meter hoge televisietoren. Het beeld is al lang niet meer ongerept. De illusie werd al ver vóór ons verstoord. Maar met de rug naar de stad is het uitzicht nog steeds prachtig, en dit kan zo blijven. Zo behoeven ook de stedelijke ontwikkeling en mobiliteit veel mooie natuur niet te beschadigen, mits op andere plaatsen voor iets ruimere oplossingen wordt ge- kozen dan het strikt minimale. Bestuurders en burgers dienen zichzelf de ruimte te geven het evenwicht in ontwikkelingsmogelijkheden breder te zoeken en te vinden, om zodoende met overtuiging stelliger en duurzamer grenzen te kunnen trekken. Dat is bevredigender dan de hele tijd steeds weer kleinere concessies op concessies te moeten stapelen waardoor men uiteindelijk veel slechter uit is. Lei- draad bij alle besluiten dient voortdurend te zijn zorgvuldigheid en liefde voor de omgeving. Je beperken tot utilitair denken heeft tot consequentie dat bijvoor- beeld het Stationsplein in Hilversum heel veel jaren een woestenij was. Koeste- rende zorgvuldigheid had ten minste het zand aangeharkt en er een, al was het maar tijdelijk, verzorgd plantsoen van gemaakt. Zo kunnen ook noodzakelijke, maar pijnlijke ingrepen in een vertrouwd decor meer aanvaardbaar worden met een bij de omgeving passende finishing touch. Daarom had Dudok niet alleen aandacht voor een gebouw op zich, maar voor de gehele daarbij passende ruim- telijke oriëntatie. De bereikbaarheid van het Mediapark was de aanleiding tot de mediation- opdracht. Maar het Mediapark is niet de houder van het probleem, wel een be- langrijke speler. Het probleem is veel groter. Zoals ook eerder opgemerkt is de verbindende infrastructuur in het Gooi, behalve de autosnelwegen, in wezen niet veel anders dan tientallen jaren geleden, terwijl de verkeersintensiteit enorm is toegenomen. Laren raakt verstopt door autoverkeer dat vanuit Huizen en Blari- cum een uitweg zoekt naar elders. De Bussumse Ceintuurbaan staat dikwijls vol. En in Hilversum is het niet alleen de Johannes Geradtsweg die het verkeer niet aankan. Hetzelfde geldt ook voor de Diependaalselaan, terwijl meestentijds overdag over de Langestraat op zijn best stapvoets kan worden gereden. Omdat in de meeste gemeentes steeds meer sluiproutes worden afgeknepen worden de doorgaande wegen nog eens voller. De politiek in Hilversum heeft de moed ge- had om, ondanks de kritiek en ondanks partijpolitieke verschillen, een tamelijk consistent en breed bestuurlijk draagvlak te verschaffen om het verkeersplan een serieuze kans te geven. Omdat het uitgangspunt daarbij echter het bestaan- de wegenplan was, was er onvoldoende capaciteit om zelfs de problemen van jaren geleden afdoende te kunnen regelen, en daarom zal het op deze manier tobben blijven met het verkeer in Hilversum. Dudok was indertijd al begonnen met de aanleg van een rondweg om Hilversum heen. Er zijn slechts gedeeltes van afgekomen, zoals de Bachlaan, de Kolhornseweg en de Kamerlingh On- nesweg. Een echte rondweg is het nooit geworden. Mede daardoor heeft Hilver- sum zeker voor deze tijd een wegenplan dat volstrekt ongeschikt is voor het mo- derne verkeer. Daarvoor zijn veel drastischer ingrepen nodig dan het actuele we- genverkeersplan. b. Regionale samenwerking

Het blijft merkwaardig dat gekozen gemeentebesturen verantwoordelijk werden voor resultaten waar niemand enthousiast over is. Je zou toch zeggen dat men liever aansprekende resultaten zou willen presenteren, al was het maar omdat de burgers elke vier jaar over de prestaties van de bestuurders een oordeel uitspre-

19 ken. De reden ligt waarschijnlijk niet in een te grote afstand tussen burger en bestuur, maar veeleer in de wel zeer beperkt beschikbare fysieke mogelijkheden en financiële middelen en in elkaar bijna uitsluitende belangen en inzichten. Na- tuur en economie, welzijn en welvaart, zitten aan elkaars grenzen. Juist daarom is de politiek in Hilversum de vele laatste jaren vaak met zichzelf in conflict ge- weest, hebben nieuwe partijen ruime kansen gekregen en zijn veel colleges voor- tijdig aan hun eind gekomen. De ontevredenheid van veel burgers heeft zich weerspiegeld in een enerzijds wel degelijk zeer betrokken, maar anderzijds dus ook sterk verdeelde Raad, waarvan elk lid geëngageerd zijn gemeenschap wilde dienen, maar het totaalresultaat niettemin weinig bevredigend was. De bestuur- lijke impasse, de ruimtelijke begrenzing en gebrek aan middelen zorgden er sa- men voor dat er te weinig kon, en dat te weinige ook steeds te laat gebeurde. Juist in Hilversum is dan het contrast groot met de jaren dat stadsbouwmeester Dudok het mandaat en de middelen had om, zonder voortdurende politieke bij- stellingen, het voormalige heidedorp de allure te geven van een schitterende moderne leefomgeving, volmaakt passend in de omringende Gooise natuur. De riante toepassing van ruimte was een van Dudok’s geheimen, en de verschillen zijn tegenwoordig op steenworpafstand te zien: het unieke Raadhuis, toch recht en hoekig van ontwerp, maar harmonisch geplaatst in een ruim en boomrijk de- cor, en even verderop aan de ’s-Gravelandseweg de nieuwbouw van de AKN, zachter en ronder van vorm, en met veel meer glas, maar tot op de millimeter ingeklemd in een volledig benutte omgeving, zonder gazons, zonder bloemrijke plantsoenen, en strak aan de weg, waardoor het een stadse en massieve kolos werd in plaats van een elegant monument. Natuurlijk, in Dudok’s tijd was er nog ruimte te verdelen. Maar daarom is het des te urgenter om de ruimtelijke orde- ning niet het product te laten zijn van de steeds wisselende politieke prioriteiten. Het verdient ernstige overweging vooreerst een nieuwe aftrap te laten verrichten door een stadsbouwmeester, nog liever een regiostedenbouwkundige, die de op- dracht zou moeten hebben uitzicht te bieden op een nieuw harmonisch evenwicht van natuur, werken, wonen en verkeer in de Gooi- en Vechtstreek. c. De politiek heeft beperkingen

Van de politiek kan en mag men niet verwachten dat daar dit soort benaderingen vrucht kunnen dragen. “De politiek” is niet een stabiele en gelaagde instantie, van waaruit met veel wijsheid en grensverleggende inventiviteit de gemeenschap wordt gestuurd. Het is eerder een voortdurend wisselend platform van opinies, lobbies, inzichten en emoties. In de politiek ontmoeten maatschappelijke stro- mingen en belangen elkaar, en het is dus meer een marktplein voor handel en afspraken dan een heuristisch creatief centrum. Dat bijvoorbeeld de Hilversumse Raad vaak verdeeld was is niet zozeer verwijtbaar, maar vooraleerst een indica- tie dat de gehele Hilversumse gemeenschap over allerlei zaken diep verdeeld is. Dat de politieke vertegenwoordiging zoiets zichtbaar maakt is logisch. Zelfs de krachtige ontwikkeling van plaatselijke partijen als aanvankelijk Hilversum 2000 en later Leefbaar Hilversum geeft aan dat de democratie in Hilversum levend is en functioneert. Maar in een overbelaste gemeente raken belangen elkaar heftig, en dus is vervolgens het vinden van gemeenschappelijk draagvlak geen eenvou- dige opgave. Als dan elke partij met groot engagement haar eigen oplossingen presenteert wordt de impasse alleen maar groter. Vanuit dit licht bezien is de discipline die de Raad heeft opgebracht voor steun aan het verkeersplan vanuit bestuursoogpunt volwassen en bemoedigend, welke kritiek er ook mogelijk is op de inhoud van dat plan.

20 d. Het tunnelplan

Een tweede aspect van deze verdeeldheid, ook al genoemd bij de conclusies, is dat politieke initiatieven elkaar gaan blokkeren. Het tunnelplan van Leefbaar Hil- versum is zulk een voorbeeld. Het was vanuit zowel het oogpunt van verkeer als dat van ecologie de moeite van het overwegen meer dan waard. Dat het in de politieke discussie nauwelijks een serieuze kans heeft gekregen heeft niet alleen te maken met de kosten er van. Voor een gemeenschap die vastberaden streeft naar kwalitatieve oplossingen zijn deze kosten niet altijd het meest belangrijke argument. Dat zou zeker van toepassing kunnen zijn op een streek als het Gooi waar veel welvarende mensen wonen, die ook op andere gebieden hoge eisen stellen aan hun leefomgeving. Dan gelden ook argumenten als esthetiek en duurzaamheid, en dan spant men zich in om te komen tot uitkomsten waarvan de lat hoger ligt dan het minimum. Zo’n oplossing was dat tunnelplan van Leef- baar Hilversum. De bemiddelaar heeft om twee redenen grote aandacht besteed aan het plan. Ten eerste omdat het om een ecologisch uiterst aantrekkelijk alter- natief ging en ten tweede omdat dit een van de meest serieus uitgewerkte plan- nen betrof dat vanuit de lokale politiek afkomstig was. Behalve de berekeningen van DHV indertijd zijn ook andere financiële onderbou- wingen gemaakt en deze kwamen veel gunstiger uit. DHV raamde in 2002 de kosten op € 790 miljoen, inclusief alle bijkomende kosten en inclusief entree op het Mediapark. HSW heeft aan twee bouwondernemingen offertes gevraagd en deze kwamen uit op respectievelijk € 355 miljoen en € 437 miljoen. B en W van Hilversum hebben in een brief van 16 november 2002 een verklaring gegeven voor deze opvallend grote verschillen. Het ontbreekt de bemiddelaar thans aan inzicht en middelen om over dit opvallende verschil een uitspraak te doen. Wel is duidelijk dat het tunnelplan bij de huidige stand van de overheidsfinanciën hoe dan ook niet haalbaar is. De overheid heeft geen belangstelling om partner te zijn of substantieel voor te financieren. Dan rest een zodanig hoge tol per enkele rit dat deze route geen alternatief biedt. Als dit plan indertijd eendrachtig en met meer verve zou zijn uitgedragen in de jaren dat veel financiële bomen nog aan- zienlijk hoger groeiden, was een kans van slagen niet uitgesloten geweest, en had het Gooi nu misschien de beschikking gehad over een interessante, behoor- lijk duurzame en futuristische verkeersoplossing. De congestieproblematiek rond het Mediapark is door de Tweede Kamer jaren geleden toegevoegd aan het MIT (als “Verkenning buitencircuit Hilversum”), het rijksplan voor de infrastructuur. Dat het daaraan was toegevoegd had geweldig stimulerend moeten zijn voor het uitwerken van oplossingen. Rijksgeld is niet steeds voorhanden bij het oplossen van regionale vraagstukken. Niettemin is in al die jaren vanuit de regio geen enkel concreet plan aangereikt aan Den Haag. Zo verdeeld en daarmee zo initiatiefloos was de regio dat deze zelfs accepteerde dat geformuleerde voorrangsposities verloren dreigden te gaan. Zulk een politie- ke impasse kan democratisch begrijpelijk zijn, bestuurlijk is zij onverantwoorde- lijk. e. Dudok en een superwethouder

Ruimtelijke ordening en architectuur van gebouwen en landschap komen in een verdeelde gemeenschap nooit aan een oplossing toe, laat staan aan een harmo- nieuze en evenwichtige ontwikkeling. Er is dan geen drijvende kracht, en de in- zichten sluiten elkaar uit en vechten om voorrang. Daarom is voor het Gooi Du-

21 dok 2 aan de orde: het door een kwaliteitsbouwmeester met liefde voor “Stad en Lande” van het Gooi formuleren van een integrale visie op de bebouwde en on- bebouwde omgeving. Zoals nu nog met ontzag gekeken wordt naar Dudoks Raadhuis, maar juist ook naar zijn ruimtelijke visie en integrale scheppings- kracht, zo moeten ook inwoners van en buiten het Gooi over 60, 70 jaar met bewondering kunnen spreken over de visie die in onze tijd kon worden ontwik- keld. Alleen dan kunnen we ontsnappen aan het uitzichtloze en voor iedereen hoogst frustrerende gefrutsel op de vierkante centimeter, met lelijke inbreiding, lappendekenachtige uitkomsten en haastige quasi-modieuze bouwlelijkheid, die nog geen generatie mee zal gaan. Dudok legde, samen met zijn briljante plant- soenarchitect J.H.Meijer, een structuur van riantheid, ruimte en schoonheid op het oude heidedorp Hilversum. Zoiets moet toch ook mogelijk zijn voor het gehe- le Gooi, nu we bijna een eeuw verder zijn en de ruimtelijke impasse vrijwel com- pleet is? Hetzelfde patroon zien we bij de verkeersinfrastructuur. Wat we nu doen is het maken van te kleine plannen, maar geen wezenlijke oplossingen aanbieden. Een nieuwe weg langs de Erfgooiersstraat om het Mediapark beter bereikbaar te ma- ken en de Johannes Geradtsweg in Hilversum en de Ceintuurbaan in Bussum enigszins te ontlasten lijkt een geweldige ingreep, maar is ook nog lang geen integrale oplossing van de verkeersproblematiek. Met het noemen van twee ge- meentenamen in één zin is al aangegeven dat de Hilversumse problematiek ook Bussum aangaat. Laren, dat boven Hilversum als een patatzakje ingeklemd zit tussen twee nationale autosnelwegen, en dat vol loopt als de infrastructuur rond Laren verstopt raakt, heeft ook een direct belang bij aanpassingen elders. In het Gooi heeft alles met alles te maken. Het voortaan integreren van het ruimtelijk beleid en het verkeersbeleid in de handen van een bovengemeentelijke autoriteit is dan ook een redelijke gedachte. Dan gaat het dus om meer dan samenwerken en coördineren. Het gaat om het overdragen van bevoegdheden naar die “su- perwethouder”. Verdere samenvoeging van de Gooise gemeenten is dan niet aan de orde, maar in het tekort dat door Polak dus al in 1935 werd gesignaleerd is dan wel voorzien. f. Belang Mediasector.

Het Gooi is onomstotelijk het nationale centrum van de mediasector (radio, tele- visie, nieuwe media). Het functioneren van dit centrum is van essentieel belang voor de Nederlandse samenleving, economie en kennismaatschappij. Voor de regionale economie is deze sector met 16.000 arbeidsplaatsen de grootste werk- gever. Uit onderzoek1 blijkt dat nog eens zo’n 1.500 banen in aanverwante be- drijvigheid afhankelijk zijn van de media-activiteiten. In totaal zet de sector on- geveer € 3 miljard om, een derde van de totale regionale omzet. Deze bedrijvig- heid heeft voor de omgeving twee belangrijke pluspunten. Ze is schoon en ze heeft een wervende nationale uitstraling. In een omgeving met veel natuur is dat eerste een belangrijke extra waarde. De twee factoren samen zijn redenen voor elke regio in Nederland om het Gooi te benijden voor deze omvangrijke bron van hoogst aantrekkelijke bedrijvigheid en werkgelegenheid. Gezien de te verwachten toekomstige ontwikkelingen in technologie en dienst- verlening ligt een voortgaande autonome groei van de sector in de rede. Voorts concentreren mediabedrijven zich in toenemende mate op het Mediapark, waar-

1 Stec Groep in opdracht van KvK, gemeente Hilversum, NOB en provincie N-H; maart 2002.

22 door de groei op die locatie extra wordt bevorderd. Nu er bovendien een splitsing is gekomen tussen eigendom van het onroerend goed op het Mediapark en de communicatieactiviteiten daar ligt een verdere uitbating van de locatie door de eigenaar (TCN) voor de hand. De eigendomswisseling kan daardoor een unieke kans zijn voor Hilversum op een grotere variatie van activiteiten binnen de ge- meente en integratie van dit bedrijvenpark in de gemeenschap. Er zijn factoren die de groei (kunnen) afremmen. Autonome ontwikkelingen in de informatietechnologie maken het steeds beter mogelijk elders, en op kleine schaal, mediaproducten te maken. Ten eerste door thuiswerk, al dan niet on-line. Ten tweede omdat voor mediaproducties op locatie (dus op een andere plaats dan in een Hilversumse studio) veel minder apparatuur nodig is dan vroeger (he- le reportagetreinen) het geval was. Als het massacommunicatieproducten betreft worden die in de eindfase nog wel in Hilversum afgehandeld (redactie of alleen nog uitzendstraat), maar steeds meer audiovisuele producten hebben geen uit- zendbestemming: bedrijfspromoties, jaarverslagen. Of zij worden verspreid via internet. Daarvoor is Hilversum niet nodig. Anderzijds werken de inmiddels op- gebouwde mediatraditie (bij paling denk je aan Volendam, bij media aan Hilver- sum) en de technologische concentratie als middelpuntzoekende kracht voor me- dia-activiteiten. Een tweede kritische factor is de toenemende concurrentie die Hilversum ondervindt als vestigingsplaats voor media-activiteiten van andere regio’s. Media-industrie is, zoals gezegd, nu eenmaal een heel aantrekkelijke be- drijvigheid, en nogal wat lokale overheden proberen (nota bene dus met ge- meenschapsmiddelen!) audiovisuele bedrijven van Hilversum weg te lokken. Daarnaast heeft met name de hoofdstad, Amsterdam, voor nogal wat werkers in de media een aantrekkelijker uitstraling dan het meer provinciale Gooi. Van de zendgemachtigden heeft SBS daar zelfs zijn hoofdzetel, en voorts worden nogal wat Amsterdamse locaties gebruikt als vaste productieplek voor uitzendingen (Buitenhof, Lagerhuis). Niettemin lijkt de aantrekkingskracht van Hilversum voor de audiovisuele bedrijvigheid nog steeds het sterkst. Een derde kritische factor is dus de bereikbaarheid. Het Gooi is niet de enige regio in Nederland waar de groei van de activiteiten en de ontwikkeling van de infrastructuur geen gelijke tred hebben gehouden en er dus verkeerscongesties zijn. Maar anders dan bij andere werkgelegenheid zijn bij veel mediaproducties verplaatsingen inherent, vaak in kort tijdsbestek. Bovendien behoort bij de dynamiek van deze activiteit beweeg- lijk personeel, dat nog veel sterker dan andere beroepsgroepen terugkerend op- onthoud in verkeer en vervoer ondergaat als een voor het werk storende en hin- derlijke factor. Vooral bij de groep van tweede en derde kritische factoren is ook de verantwoor- delijkheid van de overheid, op elk niveau, aan de orde. Voor het rijk geldt dat de media-industrie van nationaal belang is, zowel gezien vanuit het gezichtspunt van technologie en innovatie, als vanuit de inhoud. Voor de provincie is de regie- functie aan de orde in economisch, ecologisch en ruimtelijk opzicht. Het belang van de regio, alleen al in termen van werkgelegenheid, behoeft geen verdere uitwerking. g. De media naar elders

Bij een zodanige spanning tussen beschikbare ruimte, ecologie en natuur, eco- nomie en huisvesting ligt het voor de hand te overwegen om verdere uitbreiding van de mediasector elders te realiseren (bijvoorbeeld bij ) of zelfs op ter- mijn de meeste activiteiten daarheen te verplaatsen. Bedrijvigheid en mobiliteit verstoren dan in mindere mate de natuur van het Gooi en ook de woonbelasting

23 zou geleidelijk kunnen afnemen. Een onderzoek hiernaar ligt buiten de opdracht aan de bemiddelaar. Wel kunnen enkele contra-argumenten worden genoemd. De afnemende bedrijvigheid veroorzaakt lokale en regionale werkloosheid en tast hier de welvaart aan en het voorzieningenniveau. Niet alleen vanwege het ver- trek van de studio’s, maar ook omdat de vele toeleveringsbedrijven hun afzet zien verdwijnen. Het zijn besluiten waarvan de effecten tientallen jaren voelbaar zullen zijn. Op den duur zal er, ceteris paribus, een nieuw evenwicht komen, maar de generatie die daar nu toe beslist zal zelf vooral de nadelen merken, zo- als verarming en wellicht zelfs verloedering, terwijl pas toekomstige generaties de voordelen zullen merken van de kleinere schaal. De vraag is of voldoende mensen dat geduld willen of kunnen opbrengen. Eerder ligt voor de hand dat om de tussenliggende problemen het hoofd te bieden zowel de overheden als het bedrijfsleven op zoek zullen gaan naar nieuwe werkgelegenheid. Het paard wordt zo achter de wagen gespannen, en de vraag is bovendien of die nieuwe werkge- legenheid van dezelfde kwaliteit is als die de mediasector nu biedt. Overigens lijkt het illusoir om het tegen de Randstad aanliggende Gooi en de Vechtstreek uit te kunnen sluiten van ontwikkelingen, zoals bevolkingsaanwas, die nationaal plaatsvinden. De vraag is verder of de mediasector genegen is de kapitaalsver- nietiging op te brengen die gemoeid is met zulk een verplaatsing, of dat de over- heden daarvoor voldoende middelen bereid zijn te fourneren. De vraag is zelfs of de vrijheid er wel is om zulk een verplaatsing te bevorderen. Verworven rechten en overwegende belangen bij omvangrijke investeringen stellen grenzen aan de beleidsvrijheid van de gemeenschap. h. Wij horen bij elkaar

Men kan ook een andere kant uit redeneren. Zou het niet overweging verdienen om een halve eeuw na de invoering van de televisie in Nederland een serieuze poging te doen om deze bedrijvigheid harmonieus op te nemen in de omgeving en de bezigheden van Hilversum en van het Gooi? Door allerlei omstandigheden is er, anders dan de rest van Nederland denkt, nooit sprake geweest van een structureel innige verhouding tussen de media en het Gooi, of meer in het bij- zonder Hilversum. De in velerlei opzicht nieuwe bedrijvigheid was vreemd aan de mensen in hun traditionele omgeving, ook in termen van mentaliteit en kwaliteit van werkgelegenheid. De radiostudio’s konden nog door architectuur en plaatsing waarde toevoegen aan het riante beeld van Hilversum, maar met de televisie is het nooit wat geworden. Begonnen in Bussum in oude panden is deze activiteit geleidelijk naar Hilversum afgezakt. Maar anders dan de radiostudio’s, die ook huisvesting boden aan overige activiteiten van zendgemachtigden, werden de televisiefaciliteiten gezamenlijk ontwikkeld en geplaatst op een speciaal en afge- sloten terrein aan de Lage Naarderweg in Hilversum. Henri Polak zou ironisch hebben opgemerkt dat het niet toevallig kon zijn dat daar op de Domeinweg, waar uitgerekend ooit de zetel was van de Erfgooiers, de moderne uitstraling van het Gooi zijn hoofdvestiging heeft gekregen. Maar anders dan vroeger, toen het Erfgooiersgebouw van architect K.P.C. de Bazel nog lag te dromen tussen de ko- renvelden, is dat terrein nu volgestouwd met massale kubieke lelijkheid achter een streng hekwerk. Het Mediapark is nu niet meer dan een weinig aantrekkelijk bedrijventerrein aan de rand van een stad. De scheiding van eigendom (TCN) en activiteiten kan een interessant momentum zijn om de omroep werkelijk te inte- greren in zijn omgeving. TCN heeft belang bij rendement op de belegging en kan ook in andere opzichten een belangrijke investeerder zijn in de omgeving. TCN zal dus zeker ook een partner willen zijn bij het oplossen van mobiliteits- en an-

24 dere problemen. Daar tegenover kunnen Hilversum en het Gooi een ontsloten omroepterrein krijgen dat werkelijk de naam Mediapark verdient, en dat niet al- leen door zijn product, maar ook door zijn entourage nationale vermaardheid kan verwerven.

25 Hoofdstuk 5. De infrastructuur en de ruimte a. Achtergebleven wegennet en teruglopend openbaar vervoer.

Binnen het Gooi is de laatste 50 jaar nauwelijks nieuwe verbindende infrastruc- tuur (spoor of wegen) aangelegd, terwijl de bevolking en economische activitei- ten een enorme groei hebben doorgemaakt. Daarentegen doorkruisen tegen- woordig wel de A1 en A27 als nationale infrastructuur de regio. Daardoor is veel extra doorgaand verkeer de regio gaan belasten. Het Gooi heeft hierbij dus te maken met het nadeel van het voordeel van een centrale ligging tussen Amster- dam, Schiphol, , Amersfoort en het sterk groeiende Almere. De spoorlijn door het Gooi biedt de inwoners steeds meer ongemak en steeds minder faciliteiten. Het aantal rijdende treinen op het traject is zodanig dat de spoorwegovergangen meer gesloten zijn dan open, terwijl het aantal stoppende treinen, om passagiers op te nemen, is verminderd. Als op termijn de Hanzelijn gereed is, en het spoor tussen Amsterdam en Utrecht zal zijn verdubbeld, dreigt het Gooi voor de NS zelfs een overbodige omgeving te worden. De NS legt in zijn beleid prioriteit bij zo veel mogelijk kilometers per reiziger, en in het Gooi be- staat vooral behoefte aan regionaal transport: naar en van Amsterdam, Utrecht en Amersfoort. De spoorwegen zijn dan ook niet voornemens sterk te investeren in de spoorverbinding door het Gooi. Verdubbeling van de rails wordt niet over- wogen. Ondertunneling van het spoor voor kortere of langere afstand, met de mogelijkheid van benutting van de bovengrond om daarmee een belangrijk deel van de kosten te kunnen betalen, is een dierbare wens van bevolking en be- stuurders, maar heeft weinig belangstelling van de NS. Overigens is het ongemak van het spoor niet nieuw. Henri Polak schrijft er ook al over in zijn bovengenoemde boek op pagina 130 als hij het heeft over de Grote Spoorbomen in Hilversum: “Dáár is op alle uren van den dag, en op vele van den nacht, geween en knersinge der tanden. Want de afsluitboomen zijn vaker en langduriger gesloten dan geopend.” De enige verbetering die op korte termijn is te verwachten is de ingebruikneming van de Gooiboog, zodat er een rechtstreek- se verbinding komt met Almere. Maar deze treinen zullen alleen stoppen in Naarden-Bussum en Hilversum, en dan nog maar eens per uur, en dus helemaal niet op Bussum Zuid en Hilversum Noord. Het regionale busvervoer is niet sterk ontwikkeld. De bevolkingsdichtheid is bij lange na niet voldoende voor een intensief lijnennet. Bovendien is er nauwelijks sprake van een openbaar vervoerstraditie zoals in de grote steden. De meeste inwoners van het Gooi en van de Vechtstreek zijn gewend zich individueel te verplaatsen, vooral per auto. Behalve in de spits en na school rijden de meeste bussen met weinig passagiers. Als gevolg van de congestie op de wegen tijdens de spits en de “duurzaam veilige” herinrichting van woongebieden (verkeers- drempels zijn voor bussen lastige hindernissen) is de doorstroming voor streek- bussen ook nog eens zeer problematisch geworden. Hoewel de noodzaak van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) in het Gooi al jarenlang wordt erkend (zie streekplan Gooi en Vechtstreek van 1998) en nog steeds wordt benadrukt (motie Provinciale Staten februari2003 bij vaststelling nieuwe streekplan), blijft het vooralsnog bij plannen en studies, ook al omdat de lauwe belangstelling bij het publiek voor talrijke bezwaren zorgt bij plannen voor bouwwerkzaamheden ten behoeve van het openbaar vervoer. In Hilversum is er een College om gevallen. Voldoende draagvlak bij de burgers lijkt dan pas haal- baar als tegelijk allerlei knelpunten worden aangepakt in de verkeerscongestie van alledag voor iedereen. Enkel bevordering van het openbaar vervoer wordt

26 onvoldoende geacht om de huidige verkeersproblemen zelfs maar enigszins te verlichten. b. Natuur en landschap.

De aanwezige natuur vormt een geweldige toegevoegde waarde voor het goede woon- en werkklimaat in de Gooi- en Vechtstreek. Deze kwaliteit wordt al lang onderkend door de gemeenten, de provincie en het Rijk en is dan ook vastgelegd en beschermd in de verschillende ruimtelijke en sectorale plannen van deze overheden (Rijksnota’s Ruimtelijke Ordeningen en achtereenvolgende streek- en bestemmingsplannen). Nagenoeg al het gebied buiten de kernen valt onder een strikt beschermend regime (Natuurreservaat, Habitatgebied, nationaal of provin- ciaal landschap, Landinrichtingsgebied). Particuliere organisaties als Natuurmonumenten en het aan de overheid gelieerde Goois Natuurreservaat hebben in de vorige eeuw grote delen van de natuur ver- worven en in beheer genomen. Hierdoor zijn de mogelijkheden voor infrastructu- rele werken uiterst beperkt en direct concurrerend met de belangen van natuur en landschap. Dat wil niet zeggen dat alles dus onmogelijk is. Maar verkeers- maatregelen zullen dus altijd in overleg met en rekening houdend met natuurbe- langen tot stand moeten komen. Daarvoor zijn vaak bijzondere en gecompliceer- de constructies nodig, met grondruil en ecologische verbindingen, maar deze bieden dan wel het uitzicht op breed gedragen en qua natuur en ecologie zo op- timaal mogelijke uitkomsten.

27 Hoofdstuk 6. Inbrengen a. Consultaties.

Er zijn een groot aantal gesprekken gevoerd. Met de wethouders/opdrachtgevers is individueel enkele malen informeel en eenmaal formeel gesproken en daar- naast enkele keren met de gehele klankbordgroep. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met een groot aantal mensen, soms op eigen kwaliteit, soms als verte- genwoordiger van een organisatie, bedrijf of instelling. Hieronder staat een lijst van instanties en personen met wie van gedachten is gewisseld. • Mevrouw C. Bosman, F. Harmsen, Stichting Behoud Gooise Heide • G. van Woerkom, algemeen directeur ANWB • Mevrouw K. Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat • H. Gelissen, regiodirecteur Randstad-noord Nederlandse Spoorwe- gen Reizigersvervoer • A. Vanhoutte, accountmanager Randstad-noord Nederlandse Spoorwegen ProRail • Th.J.J. Schmitz, Directeur NOB Strategy & Public Affairs • C.J.G. Koekkoek, Directeur Development TCN • H. Korten, rentmeester Goois Natuurreservaat • G. Crolla, secretaris voor het Gooi Kamer van Koophandel • C. van der Wildt, voormalig HID en J. Dronkers, huidig HID Rijks- waterstaat Noord Holland • R.van der Poel, W. Sorgdrager, Stichting Hoge Snelweg • J. Nagel, Gemeenteraadslid Hilversum, promotor tunnelplan • T. Westerterp, B. Tooreman, lobby boortunnels • Mevrouw I. Betten, vervoerarchitect Connexxion • P. van der Linden, ecoloog • J. Kroon, verkeerspolitie Hilversum • Mevrouw D. Heslenfeld, Werkgroep Sneltram het Gooi • W. Verkerk, directeur Verkeer Advies • A. Gouka, wethouder Bussum • Mevrouw K. Heerschop, N. Kreugel, wethouders Hilversum • Mevrouw A. de Groot, mevrouw M. Klingenberg, wethouders Laren • W. Neef, wethouder Wijdemeren • F. Kolk, gedelegeerde Verkeer en Vervoer van het Gewest • J. Schipper, gedeputeerde Economische Zaken Noord Holland • C. Mooij, gedeputeerde Verkeer Noord Holland • J. Oude Elferink, Nederlandse Fietsers Bond, tevens Milieufederatie Noord Holland • Mevrouw N. Biersteker-Vonk, J. Vollers, Vrienden van het Gooi. Van de meeste gesprekken is een openbaar verslag gemaakt, dat als bijlage is bijgevoegd.

De gesprekken waren bedoeld om meer inzicht te verwerven in de verschillende standpunten en visies die er bestaan over en rond de bereikbaarheidsproblemen in onze regio. Ook werd nagegaan hoe stellig ieders standpunt was, en waar eventueel ruimte zou zijn voor andere opvattingen. Duidelijk werd dat elke ge- sprekspartner waarde hecht aan het zorgvuldig omgaan met de natuur in het Gooi. Ook bij het suggereren van oplossingen werd door iedereen vanzelfspre- kend gevonden dat er zo weinig mogelijk schade aan de natuur zou mogen wor-

28 den toegebracht, dan wel dat er compenserende maatregelen zouden moeten worden getroffen ten behoeve van landschap en natuur. Het is verheugend vast te kunnen stellen dat hieromtrent grote eenstemmigheid bestaat. Voor de inhoud van de gesprekken wordt verwezen naar de bijlage. Al met al heeft de consulta- tieronde deels een bevestiging en extra onderbouwing van al bekende inzichten opgeleverd. Duidelijk is geworden dat de verschillende deskundigen verschillende visies vertolken of accenten leggen. Maar tegelijk hebben we een dieper inzicht gekregen in de achtergronden en de mogelijkheden om tot een pakket van voor- stellen te komen dat uitvoerbaar, betaalbaar en voor de meeste betrokkenen uit- eindelijk aanvaardbaar kan blijken te zijn. b. Website www.gooischewegen.nl

Voor het bemiddelingsproject was sinds 7 april een speciale website geopend met informatie over het project en een discussieplatform. Daar kon een ieder kennis nemen van de diverse standpunten van belanghebbenden en bestuurders, zelf suggesties doen, deelnemen aan de discussies of persoonlijke mails sturen naar de mediator. Deze vorm van interactieve communicatie is nog betrekkelijk nieuw bij besluitvormingsprocessen en ook het openbare bestuur moet er nog de nodi- ge ervaring mee opdoen. Voor burgers is het meedoen niet vrijblijvend. Anders dan bij het stemmen via sms bij bijvoorbeeld televisieprogramma’s kan men zich niet beperken tot een enkele handeling. Discussianten moesten zich inschrijven en kregen een eigen inlognaam en wachtwoord. De drempel om mee te doen is dus aanwezig. Men moet er moeite voor doen, en dat was te zien aan de inbren- gen. Eenvoudige kretologie kwam haast niet voor. De meeste inbrengen waren de moeite waard, hoewel er niet veel nieuwe inzichten uit voortvloeiden. De dis- cussianten kunnen ook zichtbaar reageren op elkaars opmerkingen en ook de bemiddelaar kan zich in de discussie mengen. Op die wijze kan zich een transpa- rant platform van meningsvorming ontwikkelen en kunnen deelnemers zich ook optrekken aan de gewisselde argumenten waardoor er groei in de discussie komt. De intensiteit waarmee wordt gediscussieerd en het aantal deelnemers kan ook worden opgevat als een indicatie over de betrokkenheid van de burgers bij de onderhavige besluitvorming. Uiteraard kunnen groepen van mensen met een sterke opinie zich georganiseerd uiten, waardoor een claque kan ontstaan en de meningsvorming niet erg representatief meer is. Op www.gooischewegen.nl was dat laatste overigens niet het geval. Diverse organisaties is gevraagd zich nader op de site te presenteren met hun persoonlijke visie. De deelname hieraan viel niet mee. De aftrap werd verricht door de drie meest betrokken wethouders, en daarna heeft ook wethouder Neef van Wijdemeren zijn visie gegeven. Maar de meeste organisaties aan wie een bijdrage is gevraagd moesten ettelijke keren worden aangespoord, en uiteinde- lijk zijn er slechts twee aangeleverd: een van de Vrienden van het Gooi en een (eigenlijk al na sluitingstijd) van de Stichting Behoud Gooise Heide. Uit deze lau- we belangstelling leidt de bemiddelaar af dat na de burgers vooral organisaties nog bepaald moeten wennen aan deze mogelijkheid om hun gedachten te uiten. De virtuele zeepkist moet nog duidelijk aan kracht en bekendheid winnen. Niet- temin werd het experiment beoordeeld als de moeite waard en veelbelovend. Door uiteenlopende meningen onverkort aan bod te laten komen wordt boven- dien nog eens onderstreept dat de bemiddeling zo transparant mogelijk moet zijn. Iedereen moet kunnen merken dat zijn of haar inbreng is meegewogen bij het eindoordeel, ook al zijn de argumenten niet steeds zichtbaar gehonoreerd.

29 De website werd gepresenteerd op een druk bezochte persconferentie en heeft vervolgens ook goede aandacht in de publiciteit gekregen. Begin juli was er nog eens een publicitaire impuls en dat was onmiddellijk te meten aan toenemende drukte op het internet. In totaal hebben tot aan 22 oktober 1.142 verschillende personen de site 1.800 keer bezocht.

Bezoekersaantallen (tot 22 oktober 2003): Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Totaal

Unieke 28 263 96 272 136 114 144 89 1.142 bezoekers Aantal 43 526 196 369 191 169 193 113 1.800 bezoeken Aantal 3.029 13.776 2.551 5.537 2.430 2.194 1.848 1.851 33.216 bekeken pag.’s

De actieve deelname aan het discussieplatform is opgelopen tot 86 inhoudelijke bijdragen en commentaren daarop. In onderstaand overzicht is de stand van za- ken per eind oktober weergegeven.

Discussie Platform GooischeWegen.nl

Index | Zoeken | Registreren | Inloggen | Wie is er online? | FAQ

Gooische Wegen Onderwerpen Berichten Laatste bericht

Verkeer

Dit forum gaat over verkeer en bereikbaarheid

27 54 Rotonde Den Uijlplein

30 Willem op 29 augustus

Milieu

Forum over natuur en milieu

4 12 Reactie op natuurbehoud van Hans Z Gijsbrecht op 7 augustus

Werkgelegenheid

Forum over werkgelegenheid

3 3 Mediapark naar Almere Rombout de Wijs op 8 oktober

Sprekershoek

In dit forum kunt u reageren op de teksten die door de Speciale gasten zijn geschreven

4 17 Reactie op Wethouder Wim Neef Mark op 21 september

Stand van zaken op platform per 22 oktober 2003

De meeste reacties (54) hadden betrekking op verkeersmaatregelen. Veel min- der reacties hadden betrekking op milieuaspecten (12) en slechts 3 op werkgele- genheidsaspecten (3). Het merendeel van de reacties pleitte voor grote terug- houdendheid bij het plannen van nieuwe wegen of tunnels en benadrukten de mogelijkheid de bestaande infrastructuur te verbeteren. Veelal werd ook een be- ter gebruik van openbaar vervoer bepleit. Slechts een enkeling pleitte voor de aanleg van nieuwe infrastructuur. Meer gedetailleerd kan nog het volgende wor- den opgemerkt. Een deel van de insprekers was van mening dat onze regio vol is en dat daarom geen maatregelen moeten worden getroffen die een verdere groei van economische processen mogelijk maken. Dit standpunt komt overeen met het standpunt van de Stichting Behoud Gooise Heide. Binnen deze categorie werd vooral ook naar voren gebracht dat de bereikbaarheid geen (bijzonder) probleem is en dat daarom geen nieuwe wegen moeten worden aangelegd. Twee insprekers spraken zich expliciet uit tegen een autoverbinding via de Erfgooiers- straat. Een tweede categorie erkende wel een verkeersproblematiek en wenste daaraan op korte termijn met relatief eenvoudige ingrepen iets te doen. Vooral eenvoudige verkeerstechnische oplossingen bij het Den Uylplein en op de Johan-

31 nes Geradtsweg werden genoemd. Het zal niet verbazen dat binnen deze twee categorieën veel suggesties werden gedaan om andere vervoerswijzen te bevor- deren. Vooral de fiets en de trein werden genoemd. Een derde groep insprekers wilde verdergaande maatregelen, waarbij het verbreden van de Larenseweg en Erfgooiersstraat favoriet was. Veel minder populair bleek de randweg langs Bus- sum of een tunnel vanaf de Witte Bergen. Een enkeling ging nog verder en wens- te een volledige rondweg om Hilversum of in de regio.

32 Hoofdstuk 7. Voorstellen a. Fiets

Uit zowel de voorgeschiedenis als uit de gevoerde gesprekken en uit de andere inbrengen blijkt dat een combinatie van verschillende verkeers- en vervoers- maatregelen als wenselijk en haalbaar beschouwd wordt. De bedrijven op het Mediapark zullen serieus aan vervoersmanagement moeten gaan doen. Het ligt voor de hand TCN hiervoor als aanspreekpunt te benutten. In het kader van goed vervoersmanagement ligt het voor de hand dat werkgevers op het Media- park hun werknemers die per fiets naar hun werk kunnen komen, een rijwiel ter beschikking stellen. Daarbij kunnen ook innovaties op fietsgebied in beeld ko- men, zoals de Giant Revive met elektrische ondersteuning of de door Ni- ke/Gazelle ontwikkelde Mitka. Vooral vanuit Hilversum is het Mediaperk per fiets uitstekend bereikbaar. Goede en veilige routes door het Gooi naar Hilversum en het Mediapark zijn een absolute voorwaarde zijn voor het verder bevorderen van het fietsgebruik. Ons zijn geen al te grote hiaten of knelpunten gebleken, maar verbeteringen zijn altijd en overal mogelijk. Gedacht kan worden aan optimalisa- tie van enkele hoofdroutes, zoals ook gewerkt wordt aan een (deels overkapt) snelfietspad tussen Utrecht en Amsterdam. Voorkomen moet worden dat ter be- vordering van de doorstroming van het autoverkeer de doorstroming voor de fietser (bij rotondes en verkeerslichten) wordt verslechterd. Dus geen verbete- ringen ten koste van de fietser. Het spreekt vanzelf dat er op het Mediapark voldoende en beveiligde stallingen moeten zijn. Ook zullen in de andere gemeenten in de Gooi- en Vechtstreek bij de belangrijkste bushaltes voor verbindingen met Hilversum goede en veilige stallingen aanwezig moeten zijn. Hier ligt een taak voor de gemeenten en voor Connexxion.

Fiets: • verbeterde fietspaden en entrees naar het Mediapark. • goede stallingmogelijkheden voor de fiets bij de bushaltes en op het Mediapark. • bevorderen aanschaf van fietsen. • beschikbaar stellen van bedrijfsfietsen (zowel op Mediapark als op station Hilversum). b. Openbaar vervoer.

Op diverse routes in de regio is sprake van een verminderde doorstroming van het openbaar busvervoer. Voorgesteld wordt deze belemmeringen met de ge- meenten en Connexxion te inventariseren en zoveel mogelijk weg te nemen. Veelal zal daarbij een afweging ten opzichte van de verkeersveiligheid moeten worden gemaakt; in die situaties zal onderzocht moeten worden of alternatieve veiligheidsmaatregelen die de bus niet hinderen de voorkeur verdienen. Daar- naast zal met Hilversum en Connexxion afgesproken moeten worden of het tra- ject vanuit Laren rechtstreeks langs het Mediapark kan worden gelegd. Van groot belang is dat op de belangrijkste routes hoogwaardig (betrouwbaar, snel en comfortabel) openbaar vervoer (HOV) kan worden gerealiseerd. Vooruit- lopend op de uitkomsten van het in mei 2003 gestarte OV-onderzoek voor Gooi en Vechtstreek (door de provincie in samenwerking met het gewest) zullen de

33 verbindingen vanuit Bussum en Huizen/Almere opgewaardeerd moeten worden tot zo vrij mogelijk liggende busbanen, die ook over of langs het Mediapark lo- pen. Dit tracé zal later tramverbinding of monorail kunnen worden. Voor de be- reikbaarheid vanuit de Vechtstreek (in het bijzonder Wijdemeren) is een flexibel systeem van regiotaxi’s gewenst. De werkgevers kunnen hiervoor groepscontrac- ten afspreken. TCN is voornemens om op het Mediapark doorlopend een bus rond te laten rijden om bezoekers vanaf de ingangen of vanaf het station gratis te kunnen vervoeren naar de plaats van hun bestemming en vice versa.

De trein stopt voor de deur van het Mediapark. Om die halte in ieder geval aan- trekkelijker te maken dient deze met een traverse te worden geïntegreerd in het Mediapark. Maar dan nog. Er zijn slechts twee stops per uur en de Nederlandse Spoorwegen overwegen een verdubbeling daarvan. Niettemin gaat het dan nog slechts om de stoptreinen. Het Mediapark is niet gekoppeld aan het sneltreinen- traject. Het is lastig om de redelijkheid van het NS-standpunt te beoordelen. Men beroept zich op de aantallen reizigers, maar de NS gedraagt zich hier lijdelijk. De spoorwegen nemen zelf geen initiatieven om de aantallen reizigers door wervend beleid op te voeren, en reageren slechts op het feitelijke aanbod. Daarom is niet duidelijk of de kip hier eerder was dan het ei. Vanuit het Mediapark is tot nu toe geen gezamenlijk initiatief ondernomen richting NS. Onder leiding van TCN moet het mogelijk zijn met groepscontracten NS te interesseren voor een optimaler gebruik van het station, waarvan de naam (Hilversum Noord) omwille van de herkenbaarheid zou moeten worden veranderd in Hilversum Mediapark. In ons overleg met NS Reizigers en ProRail is naar voren gekomen dat voor het gebruik van de trein in het Gooi meer effect te verwachten valt van het opvoeren van de stops op Hilversum Noord en Bussum Zuid dan het weer laten stoppen van de Intercity in Hilversum Centraal. Het kan zelfs zo zijn dat het volledig we- ren van de IC over de Gooilijn de bereikbaarheid van en binnen de regio per sal- do doet stijgen. De Gooise gemeenten doen er goed aan hierin een eenduidige afweging te maken en deze consistent en gezamenlijk uit te dragen. De treinverbinding van Hilversum tot en met Naarden-Bussum vormt een barriè- re in haar omgeving. De spoorwegovergangen zijn heel vaak gesloten en er zijn betrekkelijk weinig ongelijkvloerse vrije kruisingen. Bij de NS bestaat weinig be- langstelling voor het tunnelen van dit spoortraject. Dit zou (deels) gefinancierd kunnen worden door economische benutting van de vrijkomende bovengrondse ruimte. NS heeft ook geen direct aantoonbaar belang bij zulk een constructie en heeft dus weinig behoefte zich hiervoor in te spannen, financieel of anderszins. Ook hier doet zich weer het bewijs voor dat het belang van de regio het best wordt gediend indien alle gemeentes steeds gezamenlijk en eenduidig hun geluid laten horen. Een lobby van Hilversum alleen, of dan weer Bussum, maakt in Utrecht (ProRail) en Den Haag (Verkeer en Waterstaat) weinig indruk. Het Rijk kan een sterke partner zijn, als kapitaalkrachtig aanstuurder van de NS, maar ook hier geldt dat pas een gezamenlijke en voortvarende vuist van de regio in- druk maakt. Intussen is er dus die barrière. De aan te leggen voetgangersondergang op het grote station van Hilversum en het permanent volledig afsluiten van de grote spoorbomen onderstreept nog eens die belemmering voor het verkeer en de blij- vende bovengrondsheid van het spoor. Daarom wordt er van veel zijden aange- drongen op een groter aantal ongelijkvloerse vrije verbindingen tussen beide zij- den van het spoor, bijvoorbeeld in Hilversum bij de kleine spoorbomen en ergens in het noorden van Bussum.

34 Openbaar Vervoer: • verbeterde doorstroming op bestaande busroutes (verwijderen ob- stakels, VRI-instelling e.d.). • verbeterde routing busvervoer. • aanleg vrije busbanen (in Bussum, Laren en Hilversum). • hoogwaardig materieel en betere service busdiensten. • extra treinstops op Bussum Zuid, Hilversum Noord en –Centraal. • verbeteren station Noord en brugaansluiting op Mediapark. • aanleg lightrail, monorail of shuttledienst tussen Crailo, Bussum Zuid, Mediapark en Hilversum Oost. • invoering CVV (regiotaxi). c. Vervoersmanagement.

Goed en geloofwaardig vervoersmanagement kan al met al een aanzienlijke ont- lasting betekenen voor de openbare weg voor wat betreft het autogebruik. Dit houdt in dat er een einde komt aan het vrij parkeren op het Mediapark. Per werkgever en afhankelijk van de aard van het werk en het aantal werknemers kunnen parkeerplaatsen worden toegewezen. Voor het overige zal door de ge- bruiker per keer voor het parkeren moeten worden betaald conform de tarieven die in Hilversum gebruikelijk zijn. Dit heeft ook tot gevolg dat op de openbare wegen in de woonwijken die grenzen aan het Mediapark, ook over het spoor, re- gelingen voor belanghebbendenparkeren van kracht zullen moeten worden om parkeeroverlast daar tegen te gaan. Dan nog zijn er op het Mediapark werknemers die weliswaar in de buurt wonen (of elders), maar voor hun werk toch geregeld de auto zouden moeten nemen. Voor deze categorie kan een pool van bedrijfsauto’s beschikbaar worden gesteld. De aantrekkelijkheid daarvan kan worden verhoogd door het kiezen van bijzon- der materieel, zoals oldtimers, cabrio’s en limo’s. Voorts kan de werkgever nog specifiek groepsvervoer bevorderen door speciale busjes te laten rijden vanaf vaste plaatsen in het Gooi en in de Vechtstreek. Het sluitstuk van vervoersmana- gement tenslotte is niet mobiel te zijn waar mogelijk, dat wil zeggen het bevor- deren van telewerken vanaf de woonplek waar mogelijk. Voorbeelden hiervan en pilot-projecten zullen in gezamenlijkheid kunnen worden ontwikkeld2. Voorge- steld wordt om Verkeer Advies hierover om nader om hulp te vragen. Onderdeel van vervoersmanagement is ook het bevorderen van telewerken, dus werken vanaf de thuisplek. Bij de it- en telecommunicatie-industrie is het klein- schalig werken in opmars.

Vervoersmanagement: • bevordering fietsgebruik. • betaald parkeren op het Mediapark. • beschikbaar stellen van bedrijfsauto’s. • groepsabonnement NS en Connexxion. • bedrijfsvervoer vanaf P+R-plaatsen en belangrijkste woongebie- den (Huizen, Blaricum, Loosdrecht e.d.). • telewerken.

2 Gemeente Hilversum experimenteert al. Er bestaat ook een nationaal kenniscentrum van het ministerie vsn V&W hiervoor.

35 d. bovenregionale automobiliteit

Ten slotte de auto. Veel verkeer van en naar het Mediapark komt vanuit de re- gio. Maar voor de bereikbaarheid van het Gooi en van de Vechtstreek is de door- stroming van de twee grote rijkswegen, de A1 en de A27, van het grootste be- lang. Beide wegen hebben in de spits onvoldoende capaciteit. Zij komen beide voor in de dagelijkse top-10 van de nationale file-ellende. De nu in voorbereiding zijnde spitsstroken op A1 en A27 zullen – zeker op langere termijn, zo onderkent ook Rijkswaterstaat – onvoldoende extra capaciteit opleveren om de groeiende verkeersstromen op te vangen. Voor de auto’s kan wel blijvend soelaas ver- wacht worden van het onmiddellijk aanleggen van tolwegen bovenop de A1 tus- sen Hoevelaken en Muiden. Zulk een Hoge Snelweg heeft tussendoor geen op- en afritten en daardoor wordt het talrijke in- en uitvoegende verkeer gescheiden van het doorgaande. Verkeer vanaf het oosten, noorden en zuiden kan zo onge- hinderd doorrijden tot Muiden en vice versa. Voor zo’n gegarandeerd filevrije weg moet dan wel tol worden betaald. Het voordeel van zulk een constructie, afgezien van het vergroten van de capaciteit, is meerledig. Men kan gebruik maken van het bestaande tracé. Er zijn daarom weinig procedures nodig. Omdat het om concessiebouw en –exploitatie gaat (de exploitant werkt voor eigen rekening en risico en verdient zijn investering met de tol terug) is er geen tot betrekkelijk weinig overheidsgeld nodig. De automobilist kan (anders dan bij rekeningrijden) een alternatief kiezen. En de geluidsproductie van het verkeer is beter beheers- baar dan bij een bredere weg. Maar zover is het allemaal nog niet. Inmiddels ontwikkelt Rijkswaterstaat wel plannen om op afzienbare termijn spitsstroken aan te leggen langs de A1, waaronder ook bij Laren. Afgesproken is met de mi- nister van Verkeer en Waterstaat dat bij de werkzaamheden daarvoor tegelijk rekening zal worden gehouden met de in dit advies voorgestelde aanpassingen op de Hilversumseweg. e. Afgewezen regionale alternatieven

Gelijktijdig hiermee en deels hierop vooruitlopend zal de interne bereikbaarheid in de regio moeten worden verbeterd om het verkeer zo effectief mogelijk te verwerken. Daarbij blijft onverminderd van kracht wat hierboven al werd gesteld, namelijk dat zowel de ruimtelijke inrichting als de infrastructuur in het Gooi te- gen de natuurlijke grenzen zijn aangelopen en dat voor een verder te verwach- ten ontwikkeling een visie nodig is die bovenlokaal is om nog te kunnen blijven voldoen aan de hoge eisen die economie en ecologie, welvaart en welzijn in de regio stellen, en die elkaar steeds meer dreigen uit te sluiten. Zo wordt het ook mogelijk oplossingen te salderen, dat wil zeggen een iets hogere belasting van de ene plek te compenseren met een gullere ontlasting elders in de regio.

36

37 Men zou kunnen stellen dat, zeker in de Randstad, elke agglomeratie congestie- problemen heeft. De verkeersdrukte in het nabijgelegen Amsterdam is een graadje erger dan in Hilversum, en die wordt ook als onvermijdelijk ervaren. Sterker nog, het inderdaad oplossen van het probleem zou zijn eigen onmoge- lijkheid oproepen doordat doorstromend verkeer alleen maar meer verkeer aan- trekt. Daarom ook pleit de actiegroep van mevrouw Bosmann voor het op geen enkele wijze bevorderen van welke economische activiteit of welke doorstro- mingsmaatregel dan ook. Vroeg of laat wordt de natuur daarvan het slachtoffer, aldus deze actiegroep. Dit is een argument, maar het doet te kort aan de feitelij- ke omstandigheid dat de bevolkingsdichtheid in Nederland en de navenante be- hoefte aan werkgelegenheid al veel verder is doorgegroeid dan de fysieke moge- lijkheden van het landschap thans toestaan. Congestie en verstening van de bin- nensteden zijn er de symptomen van. De inwoners van het Gooi kunnen niet ver- langen dat zij en hun landschap fors zullen worden ontzien ten laste van andere omgevingen en andere mensen. De kunst lijkt veeleer gezamenlijk oplossingen te zoeken die recht doen aan de sociale werkelijkheid, maar die tegelijkertijd, mede dankzij innovatie, esthetisch, ecologisch, natuurtechnisch en technologisch van een hoger niveau zijn dan waar tot nu toe genoegen mee moest worden ge- nomen. De kaarten alleen maar zetten op online thuiswerken en andere mogelijkheden om mobiliteit af te remmen is een illusoire optie. De uitbreiding van het Media- park is juist uitgangspunt bij het zoeken van congestieoplossingen. Bovendien indiceren vooral de inzichten van de ANWB dat voor de voorzienbare toekomst rekening moet worden gehouden met een doorgaande groei van de automobili- teit. De ’t Hoenvariant, op enigerlei wijze benutten van het Gebed zonder End, werd op gronden van ecologie en natuurbeheer door alle relevante partijen afgewezen. Zij die deze gronden minder zwaar wogen oordeelden, enkel al vanwege het be- staan van die bezwaren, die variant toch als niet realistisch. De Witte Bergenva- riant, een boortunnel vanaf de Witte Bergen tot aan het Mediapark werd ecolo- gisch en vanuit natuurbehoud door iedereen de meest interessante gevonden. Er zijn over deze mogelijkheid meerdere gesprekken gevoerd. Uiteindelijk moest toch de conclusie worden getrokken dat de investeringskosten voor de uitvoering van het project prohibitief zouden zijn. Berekeningen indiceerden dat de tol bij het ontbreken van elke bijdrage van de overheid op € 12 per rit zou uitkomen, en bij een substantiële bijdrage van enkele honderden miljoenen toch nog op € 5 per rit. Dat zou heen en terug per dag uitkomen op € 24 respectievelijk € 10, en daarmee is deze variant momenteel niet realistisch. Dan resteren een nieuwe verdiepte weg langs de heide ten zuiden van Bussum en een nieuwe verdiepte weg langs de heide ten noorden van Hilversum, onder gelijktijdige verbreding van de verbindingsweg tussen Hilversum en Laren. De Bussumse variant heeft als voordeel dat deze logisch past in het wegenplan van het Gooi en een rechtstreekse verbinding maakt van de Crailoseweg vanuit Hui- zen via de Frans Kampweg bij Bussum naar ’s-Graveland en Weesp. De Cein- tuurbaan in Bussum zou dan weer rustig worden, en ook de bus vanuit Huizen zou zo snel kunnen doorrijden via de Lage Naarderweg naar het Mediapark en naar Hilversum. Bij de huidige onvoldoende capaciteit van de A1 richting Am- sterdam zou zo’n doorsteek niettemin een riante sluiproute creëren via de Loodijk, zodat te verwachten is dat het argument van Carla Bosmann hier zonder meer zal opgaan: de doorstroming zal als een magneet de automobilisten van de A1 lokken voor een alternatieve route naar Amsterdam. Daarmee zou het te win- nen voordeel veranderen in een onwenselijk bijkomend nadeel.

38 f. Gekozen variant voor de auto

Een nieuwe weg benoorden Hilversum heeft dit nadeel ook, maar minder omdat het traject voor de doorgaande automobilist gecompliceerder is. Die verbinding leidt regelrecht naar het Mediapark, bij de ingang aan de noordzijde. De weg tussen Laren en Hilversum wordt vierbaans. Vanaf de A2 tot aan het Sint Jans- kerkhof moeten voorzieningen komen om de overlast voor de omwonenden tot het minimum te beperken. De VWO/HAVO Laar en Berg en restaurant La Place moeten goed bereikbaar blijven. Bovendien ontmoeten hier de Doodwegen uit het Gooi elkaar. Elke dag opnieuw maken veel wandelaars, fietsers en ruiters gebruik van die routes. Een veiliger oversteek over de N525 zou zelfs een gewel- dige verbetering betekenen. En ten slotte: ook de jaarlijkse Sint Jansprocessie moet ongehinderd doorgang kunnen blijven vinden. Verderop wordt de weg tussen het Sint Janskerkhof en het waterleidingterrein verdiept om zodoende op maaiveldhoogte een zeer brede verbinding tot stand te brengen in de ecologische hoofdstructuur van de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi. De afslag van de N525 naar het tracé langs de Erfgooiersstraat komt ter hoogte van de Orionlaan en doorsnijdt het Westerveld, zodat het Den Uylplein wordt ontlast. De weg komt verdiept op de zoom van de heide, met een vier- baanstracé, en met voldoende oversteekplaatsen van de woonwijk naar de heide. De Erfgooiersstraat blijft onveranderd en behoudt zijn huidige functies voor de aanwonenden en voor de buurt. Eenmaal aangelegd zullen de buurtbewoners weinig merken van de nieuwe verbinding, terwijl het sluipverkeer nu door de wijk zal zijn verdwenen. De weg verdwijnt voor het woonwijkje aan het einde van de Erfgooiersstraat onder de grond en ondertunnelt ook de spoorbaan, om ten slotte uit te komen op een nieuw aan te leggen verkeersplein aan de overzijde van de Crailose Brug voor de achteringang van het Mediapark. Hier komt dan voortaan de hoofdingang. Een groot voordeel van deze variant is dat deze de steun kan krijgen van vrijwel alle betrokkenen. Ook het Goois Natuurreservaat heeft zich in de gevoerde gesprekken over deze oplossing, in samenhang met de te bouwen ecologische verbinding, positief uitgelaten en is bereid waar mogelijk aan de uit- voering daarvan medewerking te geven.

Auto: • spitsstroken op A1 en A27. • verbeterde aansluiting van de Hilversumseweg op de A1. • een bewonersvriendelijke oplossing voor het stuk tussen A1 en Sint Janskerkhof. • verbreding en verdieping N525. • aanleg van een ecoduct op maaiveldhoogte tussen de Westerheide en de Zuiderheide. • aftakking bij de Orionlaan naar nieuw tracé in westelijke richting • verdiept vierbaanstracé op enige tientallen meters afstand langs de Erfgooiersstraat. • voldoende aantal overbruggingen van dit tracé voor wandelaars naar de heide. • prachtige afwerking van de wegvoorziening met geluidswallen, groen en andere maatregelen. • tunnel onder spoor en rotonde bij Crailose Brug. • hoofdingang Mediapark wordt daarheen verplaatst.

39

Hoofdstuk 8. Slot

Uiteraard is er heel veel toe te voegen aan de ruim 30 pagina’s geschreven tekst. Dit werkstuk komt boven op de stapel van vele duizenden pagina’s die zijn ge- wijd aan de problemen in het Gooi, en dit werkstuk wordt geacht in zich te dra- gen de inhoud en inzichten van al die onderliggende stukken. De bemiddelaar moest immers uitgaan van het reeds beschikbare materiaal. Er is nog veel meer te schrijven over dit prachtige stukje Nederland. Zakelijke regels, maar ook poë- zie en litterair proza. Met het Gooi heb je nu eenmaal een ingewikkelde maar ook heel intense en persoonlijke relatie. Ik vind het een voorrecht dat ik deze bijdrage mocht leveren aan inrichting en leefbaarheid van mijn omgeving. De keuzes waren zakelijk, haalbaar en financi- eel verantwoord, maar ook van harte, omdat zij een beetje proberen bij te dra- gen aan de verbetering van de kwaliteit van onze leef- en werkomgeving. Ik vind het een voorrecht omdat het om een streek gaat waar ik van houd. Ik heb er van genoten omdat al diegenen met wie ik in dit verband contact mocht hebben blijk gaven van een vergelijkbare betrokkenheid. Natuurlijk verschillen de inzichten, en uiteenlopende oplossingsrichtingen worden met nadruk en hartstocht beleden. Maar dat onderstreept de gemeenschappelijkheid in al die verdeeldheid: de ge- negenheid voor een schitterende streek en het gevoel van dankbaarheid hier te mogen verkeren. En nu: aan de slag.

Hans Hillen

40