EINDRAPPORTAGE November 2003
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bemiddeling door Hans Hillen in het kader van het Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma Postbus 251 1400 AG BUSSUM tel.: 035 - 69 26 414 www.gooisewegen.nl EINDRAPPORTAGE november 2003 INHOUD Hoofdstuk 1 Conclusies en aanbevelingen 3 a Hier moet men het mee doen 3 b Superwethouder 3 c Dudok II 4 d Bestuurlijk draagvlak 6 e Financieel draagvlak 7 f Twintig actiepunten 7 g Procedure 9 Hoofdstuk 2 Het bemiddelingstraject 10 a Inleiding 10 b Aanleiding tot de bemiddeling 10 c Opdracht 12 d Plan van aanpak 13 e Kritische succesfactoren 14 Hoofdstuk 3 Bevindingen 15 a Goede samenwerking en sfeer 15 b Andere externe partijen 15 c Betrokkenheid van burgers en bedrijven 16 Hoofdstuk 4 De regio het Gooi 18 a Henri Polak 18 b Regionale samenwerking 19 c De politiek heeft beperkingen 20 d Het tunnelplan 21 e Dudok en superwethouder 21 f Belang Mediasector 22 g De media naar elders 23 h Wij horen bij elkaar 24 Hoofdstuk 5 De infrastructuur en de ruimte 26 a Achtergebleven wegennet en teruglopend openbaar vervoer 26 b Natuur en Landschap 27 Hoofdstuk 6 Inbrengen 28 a Consultaties 28 b Website www.gooischewegen.nl 29 Hoofdstuk 7 Voorstellen 32 a Fiets 32 b Openbaar vervoer 32 c Vervoersmanagement 34 d Bovenregionale automobiliteit 35 e Afgewezen regionale alternatieven 36 f Gekozen variant voor de auto 37 Hoofdstuk 8 Slot 39 2 Hoofdstuk 1. Conclusies en aanbevelingen a. Hier moet men het mee doen Het is een illusie te denken dat de groeiende verkeersproblematiek in het Gooi, en zeker die bij en in Hilversum, nog steeds is op te lossen of zelfs maar is op te vangen binnen de bestaande wegenstructuur. Vergeleken bij een halve eeuw ge- leden zijn er eigenlijk alleen fundamentele aanpassingen gedaan aan de door- gaande verbindingen (A1 en A27), en die zijn inmiddels al weer onvoldoende. Maar de regionale en lokale verbindingen zijn meestal grofweg nog steeds van dezelfde inrichting en capaciteit als 50 jaar terug. Zij moeten nu dagelijks een verkeersstroom verwerken die sindsdien extreem is gegroeid. Dat heeft ernstige gevolgen voor de leefbaarheid aan en rond die verbindingen. Waar men zich in het Gooi terecht voortdurend inspant om de prachtige natuur maximale kansen te bieden, mag niet worden vergeten dat ook de aan die verbindingen wonende mensen recht hebben op een optimaal leefmilieu. Het is een voorrecht om te mogen wonen en werken in zulk een riante natuurlijke omgeving, maar wat blijft daar van over als de meeste dagelijkse ervaringen vooral verstopping en verste- ning zijn. In grote delen van Hilversum, bij de Ceintuurbaan in Bussum, op het Noordereind en Zuidereind in Wijdemeren en in toenemende mate in Laren wordt de overlast van het gemotoriseerde verkeer pijnlijk gevoeld. Dit rapport streeft geen illusies na. Steeds is uitgegaan van realistische cijfers en alle doelstellingen die worden genoemd in de conclusies liggen binnen bereik van de direct betrokken verantwoordelijken: provincie, gemeentes en TCN als eige- naar en ontwikkelaar van het Mediapark. Als naar het oordeel van de bemidde- laar sommige externe factoren niet optimaal zijn, maar op dit moment ook niet of onvoldoende beïnvloedbaar, dan zijn deze als gegeven beschouwd. De haal- baarheid van de uitkomst is nergens opgehangen aan wensdromen en verzuch- tingen. Anderzijds is er nu voldoende eendracht en uitzicht op bestuurlijk draag- vlak, en de benodigde financiële middelen lijken haalbaar. Met andere woorden: hier moet men het mee doen. b. Superwethouder Deze bemiddelingsopdracht was gericht op de bereikbaarheid van het Mediapark in Hilversum. Dat is een beperkte opdracht, maar bij mobiliteitsvraagstukken blijkt al snel dat elk regionaal radertje met andere heeft te maken, ook met die in een verre van perfect nationaal systeem. Bijvoorbeeld, strikt genomen vallen de rijkswegen A1 en A27 buiten de opdracht. Maar hun actuele ondercapaciteit heeft directe gevolgen voor de verkeersproblematiek in onze omgeving. Als deze twee wegen in de spits vollopen –en dat gebeurt dagelijks- dan loopt het stra- tenplan van Laren vol, als een delta bij een wassende rivier. Maar de stem van Laren valt nationaal weg als het gaat om doorgaande rijkswegen. Tegelijkertijd heeft Laren last van de dagelijkse verstoppingen van de verbinding met Hilver- sum. Laren is echter uiteraard niet bij machte om althans voor de eigen inwoners dat probleem op te lossen. Zo zijn alle naburige gemeentes betrokken bij elkaars problematiek, en elke gemeente afzonderlijk, ook Hilversum, kan onvoldoende substantieel gezag en oplossend vermogen genereren om regionale en externe partijen in beweging te krijgen. Ieders stem is dus te zwak, maar daarnaast hin- dert ook nog eens regelmatige onderlinge verdeeldheid om te komen tot een im- ponerend gezamenlijk optreden. Er was hier een opdracht om te bemiddelen no- dig omdat de bestuurders er onderling niet uit konden komen. Erger nog, mij is 3 gebleken dat bij veel externe partijen het Gooi te boek staat als een ruzieregio waar geen of nauwelijks goede afspraken mee zijn te maken. Misschien dat het in de praktijk vaak nog best meevalt, maar de naam is wel als zodanig solide ge- vestigd. Dat maakt derden, zoals Verkeer en Waterstaat, het provinciebestuur of de Nederlandse Spoorwegen kopschuw en weinig gemotiveerd om beschikbaar te zijn bij het oplossen van Gooise problemen. Het Gooi laat daardoor kansen lopen die in het belang kunnen zijn van economie, ecologie en leefbaarheid van zijn inwoners. De samenwerking in het gewest is helaas te vrijblijvend om dit pro- bleem afdoende op te lossen. Het GNR is een voorbeeld van samenwerking hoe het ook kan. De natuur in het Gooi is nog steeds indrukwekkend, niet het minst door de overdracht van bevoegdheden (en eigendom) aan één instantie voor al- lemaal. Op andere terreinen dient de samenwerking te worden geïntensiveerd, en daarbij staan verkeer en ruimtelijke ordening vooraan. Het samenvoegen van de zes Gooise gemeentes en Wijdemeren zou forceren tot één stem, maar de vraag is of veel inwoners om tal van andere redenen zitten te wachten op die bestuurlijke grootschaligheid. Daarom luidt de eerste aanbeveling dat deze zeven gemeentes er goed aan zou- den doen hun bevoegdheden op het terrein van verkeer te bundelen en deze door een superwethouder te laten uitoefenen, die deze gemeentes naar buiten in rechte en met samengebalde kracht kan vertegenwoordigen. De wettelijke basis voor zulk een oplossing kan worden gevonden in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en de Regeling Gewest Gooi en Vechtstreek. Aan de democratische verantwoording moet goede aandacht worden gegeven. Verkeersbeleid raakt ve- le belangen en emoties. Maar tegelijk kan zo een heel interessante en zinnige vorm van bestuurlijke vernieuwing, maar passend in de traditie van het Gooi, gestalte krijgen. Voorgesteld wordt ten minste éénmaal per jaar een gemeen- schappelijke vergadering van de zeven volledige Raden te houden, als een eigen- tijdse herleving van de Erfgooiers-traditie van Stad en Lande, voor het bespreken van de begroting en de jaarplannen van de superwethouder. Dat zou spectaculair zijn, veel publiciteit trekken en zeker de aandacht van de Gooise burgers verho- gen voor de samenhangende inrichting van hun gehele woonomgeving. De con- trole op de uitvoering zou vervolgens om praktische redenen kunnen geschieden via een commissie van door elk der Raden aangewezen leden, zoals bij het Ge- west, maar de betrokkenheid van burgers bij de besluitvorming moet zo direct mogelijk kunnen zijn. c. Dudok II Overigens is de vraag gewettigd of de samenleving momenteel niet te veel ver- wacht van de politiek bij het vinden van richtinggevende oplossingen. Weliswaar hebben de politieke partijen elk hun idealen, voor de uitvoering waarvan ze steun vragen aan de kiezers, maar in de praktijk betekent dit meestal dat er dus in het besluitvormingsproces verschillende idealen tegenover elkaar komen te staan, en een impasse het resultaat is. De politiek krijgt daar natuurlijk de schuld van, terwijl de verschillende partijen juist zeer gemotiveerd en geëngageerd alle kracht inzetten voor de eigen invalshoek. Hilversum bijvoorbeeld is een politiek zeer levendige gemeenschap, waar met elan voor de idealen wordt gestreden. De schijnbare besluiteloosheid is soms ook de onmogelijkheid om structurele meerderheden te smeden. De sterke opkomst van aanvankelijk Hilversum 2000 en later Leefbaar Hilversum is vanuit democratisch oogpunt wel degelijk positief te waarderen. De kiezers waren kennelijk niet tevreden over de prestaties van de bestaande partijen, en daar werd binnen het democratische systeem een oplos- 4 sing voor gezocht via nieuwe partijvorming. Ook dat brengt dan weer andere stagnatie met zich mee, want binnendringers moeten zichzelf binnenvechten en zij kunnen niet op voorhand rekenen op ruimhartige samenwerking met de al bestaande partijen. Ook in Hilversum leidde dit dus aanvankelijk tot uitsluiting over en weer. De lessen van democratische correcties worden door alle betrok- kenen nu eenmaal meestal met tegenzin gevolgd. Niettemin: de democratie leeft dus in Hilversum, maar het politiseren van tegenstellingen leidt dan gemakkelijk tot wat bij rugby een scrum wordt genoemd: een veel energie kostende duwpar- tij die voor niemand terreinvoordeel oplevert. Uit zulk een veldverhouding is wei- nig tot geen grensverleggend initiatief te verwachten dat ook nog eens voldoen- de wordt gesteund. Ook om andere redenen kunnen de oplossingen van de ene partij heftig worden uitgesloten door de andere en omgekeerd. Men zou zelfs de stelling kunnen ver- dedigen dat hoe oorspronkelijker