Regionet Korte Termijn. Ter Bespreking Bestand En Grootte
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Provincie Flevoland Nota Commissie Onderwerp Registratienummer: RegioNet Korte Termijn CWM01.044 Samenvatting Commissie In de vergadering van 20 april heeft de stuurgroep RegioNet de rapportage ‘RegioNet Korte Termijn, Wensbeeld tot 2005’ besproken en besloten deze aan de deelnemende WMVV decentrale overheden toe te zenden met het verzoek het geformuleerde wensbeeld te onderschrijven. d.d. RegioNet is een beoogd stelsel van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) dat 12 september 2001 voorziet in de regionale verplaatsingen tussen belangrijke locaties op het gebied van wonen, werken en voorzieningen in de noordvleugel van de Randstad en dat een Agendapunt: belangrijke bijdrage zal moeten leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid van 9b4 de regio. Door een betere aansluiting op verplaatsingspatronen van de keuzereiziger zal de concurrentiepositie van het OV ten opzichte van de auto verbeteren en het OV- gebruik toenemen. Aard bespreking Commissie: In de rapportage zijn lijnvoeringsvoorstellen voor trein en bus uitgewerkt voor de korte termijn (2002 – 2005). Daarbij staat de totale vervoervraag (auto en OV) centraal. Op Ter bespreking basis van de huidige en in 2010 verwachte verplaatsingsbehoefte is per corridor uitge- werkt met welk lijnennet en welke frequenties deze verplaatsingsbehoefte het meest efficiënt en voor de reiziger meest aantrekkelijk kan worden gefaciliteerd, uitgaande van bestaande en op korte termijn beschikbaar komende infrastructuur. In bijlage 1 zijn de bevindingen en voorstellen met betrekking tot Flevoland Datum samengevat en kritisch tegen het licht gehouden. Daarbij zijn enkele kanttekeningen 8 augustus 2001 geplaatst bij de voorgestelde trein- en busbediening en wordt een voorstel gedaan voor een Flevolandse standpuntbepaling. In de werkgroepen RegioNet Steller Spoorprestaties en RegioNet Stad & Streek worden de voorstellen nader uitgewerkt in Barry Rijnbeek concrete dienstregelingen. In bijlage 2 is de RegioNet-organisatie beschreven. Bijlage 3 is een kopie van de brief Afdeling/Bureau van wethouder Halbesma en gedeputeerde De Raad aan de Stuurgroep RegioNet inzake de rapportage ‘RegioNet Korte Termijn, Wensbeeld tot 2005'. Wegen en Verkeer Voorstel GS: − de algemene uitgangspunten en aanbevelingen van het rapport RegioNet Korte Termijn te onderschrijven. Het voorgestelde vervoeraanbod voldoet kwantitatief aan de Flevolandse vervoersbehoefte in de periode tot 2005; − uit te spreken dat, − met het oog op de geplande uitbreiding van Almere, het opnemen van lijn 156 Almere Stad – Hilversum NS in RegioNet wenselijk is als voorloper van toekomstige HOV-ontwikkelingen; − indien het om reden van spoorcapaciteit onontkoombaar is om gedurende de daluren 1 van de geplande sneltreinen te schrappen, dit de sneltrein richting de Zuidtak dient te zijn. Daarbij zal de stoptrein tussen de Zuidtak en Almere Buiten Oost moeten worden doorgetrokken tot Lelystad; − de meerwaarde van extra verbindingen voor de reizigers door haltering van de sneltreinen in Weesp opweegt tegen de extra reistijd ten gevolge van deze extra halte, mits de treinen bij vertraging niet op elkaar wachten; − de voorkeur uitgaat naar sneltreinen over de Gooiboog. Slechts indien uit nadere uitwerking van de dienstregeling blijkt dat sneltreinen om capacitaire redenen niet of nauwelijks sneller zullen zijn dan stoptreinen zal genoegen moeten worden genomen met stoptreinbediening. Gevraagd advies: In te stemmen met het voorstel van GS. 1 Advies Commissie: Bijlage 1 bij WenV/01.091529/A Nota Commissie RegioNet Korte Termijn Inleiding RegioNet is een beoogd stelsel van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) dat voorziet in de regionale verplaatsingen tussen belangrijke locaties op het gebied van wonen, werken en voorzieningen in de noordvleugel van de Randstad. Hiermee wordt beoogd een belangrijke bijdrage te leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio. Door een betere aansluiting op verplaatsingspatronen van de keuzereiziger (d.w.z. reizigers die beschikken over een alternatieve vervoerswijze) zal de concurrentiepositie van het OV ten opzichte van de auto verbeteren en het OV-gebruik toenemen. Vanwege het grote belang van de verbindingen met de noordelijke Randstad nemen de provincie Flevoland en de gemeente Almere deel aan het project. In de vergadering van 20 april 2001 heeft de stuurgroep RegioNet de rapportage RegioNet Korte Termijn, Wensbeeld tot 2005 besproken. Wethouder Halbesma van Almere en Gedeputeerde De Raad van de provincie Flevoland hebben hierbij vraagtekens geplaatst bij enkele voorstellen met betrekking tot Flevoland. Ondanks de opmerkingen uit Flevoland heeft de stuurgroep de rapportage vastgesteld. Bij brief van 17 mei 2001 biedt de stuurgroep de rapportage aan de deelnemende decentrale overheden aan met het verzoek het geformuleerde wensbeeld te onderschrijven. Na een gesprek met NS-reizigers hebben wethouder Halbesma en gedeputeerde De Raad hun opvattingen schriftelijk ter kennis gebracht aan de Stuurgroep RegioNet. Deze brief van 26 juni 2001 is als bijlage 3 bijgevoegd. De inhoudelijke punten in deze brief zullen hierna aan de orde komen. Aanbevelingen werkgroep Korte Termijn De werkgroep RegioNet Korte Termijn had de opdracht lijnvoeringsvoorstellen voor de termijn 2002 – 2005 uit te werken, met als randvoorwaarden dat uitgegaan moet worden van de bestaande of op korte termijn beschikbaar komende infrastructuur en dat implementatie van de voorstellen niet leidt tot een verhoging van de exploitatiebijdragen. Daartoe heeft de werkgroep gekozen voor een benadering waarin de vervoervraag centraal staat. Op basis van modelprognoses en feitelijke telgevens is een inventarisatie gemaakt van de huidige en in 2010 te verwachten verplaatsingsbehoefte tussen gebieden, voor zowel auto als OV. Vervolgens is per corridor uitgewerkt met welk lijnennet en welke frequenties deze verplaatsingsbehoefte het meest efficiënt en voor de reiziger meest aantrekkelijk kan worden gefaciliteerd, uitgaande van bestaande en op korte termijn beschikbaar komende infrastructuur. Om zoveel mogelijk reizigers te verleiden gebruik te maken van het OV in plaats van de auto is uitgegaan van de volgende algemene eisen aan het OV-systeem: − een concurrerende reistijd van deur tot deur; − een hoge mate van comfort; − stiptheid en betrouwbaarheid; − gebruiksgemak (o.a. het zoveel mogelijk beperken van de noodzaak de reis vooraf te plannen). In de praktijk betekent dit onder andere hoge frequenties (minimaal 4 maal per uur), korte loopafstanden tot de haltes, hoge rijsnelheden, maximaal één overstap en overzichtelijkheid van het netwerk en de dienstregeling. Op grond van bovenstaande eisen heeft de werkgroep geconcludeerd dat het niet optimaal is om voor elke vervoerrelatie binnen de regio uit te gaan van éénzelfde vervoerconcept, maar dat het optimale netwerk bestaat uit een samenspel van trein en bus. De trein is daarbij de hoofddrager van het netwerk, maar voor een groot aantal relaties tot circa 20 kilometer is de reiziger met een busverbinding beter af. Enkele belangrijke conclusies zijn verder: – het accent van de verbindingen dient minder te liggen op Amsterdam Centraal maar meer op een verdeling over de Amsterdamse stations. De meeste van de huidige reizigers naar Centraal blijken 2 namelijk een bestemming elders in Amsterdam te hebben die sneller via een ander station zou kunnen worden bereikt; – uitbreiding van het aantal snel- en zonetreinen verdient de voorkeur boven uitbreiding van het aantal stoptreinen. Zonetreinen halteren aan het begin en het eind van het traject bij elk station en slaan op het tussenliggend traject (vrijwel) alle stations over. De grootse vervoerpotentie ligt namelijk bij de middelgrote stations met een regionale functie, terwijl de vervoerwaarde van veel kleine stoptreinstations gering is. Haltering bij kleine stoptreinstations kost de doorgaande reizigers extra reistijd, terwijl de toegevoegde waarde beperkt is; – in plaats van een versnipperd net van veel laagfrequente rechtstreekse lijnen kan beter worden gekozen voor een beperkt aantal hoogfrequente lijnen in combinatie met een beperkt aantal frequent bediende overstappunten met goede voorzieningen (P+R, fietsenstalling, etc.). Consequenties voor Flevoland Vertaling van bovenstaande ‘RegioNet-filosofie’ naar de Flevolandse corridor heeft ten aanzien van de treinbediening op de Flevolijn geleid tot formulering van het volgende ‘wensbeeld’: − 2 sneltreinen per uur Lelystad – Almere – Weesp – Zuidtak (Duivendrecht/Zuid WTC/Schiphol/Hoofddorp ); − 2 sneltreinen per uur Lelystad – Almere – Weesp – Amsterdam Centraal; − 2 stoptreinen per uur Almere Buiten Oost – Amsterdam Centraal; − 2 stoptreinen per uur Almere Buiten Oost – Zuidtak; − 2 stoptreinen per uur Almere Buiten Oost – Hilversum – Utrecht (Gooiboog). Dit betekent een uitbreiding met 4 treinen per uur. Daarnaast constateert de werkgroep dat er behoefte bestaat aan 2 nieuwe stations in Almere, te weten Almere Poort en Almere Buiten Oost. De voorgestelde treinbediening levert Almere een uitbreiding op van 6 naar 10 treinen per uur en een rechtstreekse verbinding met ’t Gooi en Utrecht. De spitsbediening van Lelystad wordt uitgebreid met 2 treinen per uur. Gedurende de daluren blijft het aantal treinen op Lelystad gelijk aan de huidige situatie. Volgens de vervoersprognoses voldoet dit aanbod kwantitatief aan de vervoersbehoefte in de periode tot 2005 en is er sprake van een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Voor de bus wordt op de verbindingen tussen Almere en Amsterdam voorgesteld de huidige