VW Onteigening in de gemeenten en Muiden

Aanleg Gooiboog de onroerende zaken met de grond- 14. de heer J.J. Beukeboom, eigenaar plannummers 5081, 5082 en 5085; van de onroerende zaak met grond- Besluit van 3 mei 2000, nr. 00.002879 plannummer 1046. houdende aanwijzing van onroerende de heer W. Nagel namens: zaken ter onteigening ten algemenen 2. mevrouw C. de Vries, eigenaresse Overwegingen nutte van de onroerende zaken met de Ingevolge artikel 72a van de onteige- grondplannummers 1067, 5061 en ningswet kan, zonder voorafgaande Wij Beatrix, bij de gratie Gods, 5066 en mede-eigenaresse van de verklaring bij de wet dat het alge- Koningin der Nederlanden, Prinses onroerende zaken met de grondplan- meen nut onteigening vordert, ontei- van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. nummers 1042 en 5044 en gening plaatsvinden onder meer ten Beschikken bij dit besluit op het ver- 3. mevrouw M.A. Ridder-Evers, behoeve van de aanleg en verbetering zoek van NS Railinfrabeheer B.V. weduwe van de heer P. Ridder van spoorwegwerken. van 30 september 1999, kenmerk Pieterszoon, kadastraal mede-eigenaar Reclamant sub 1 stelt onder nader GJZ/GOB/9911848/9930280, tot aan- van de onroerende zaken met de door hem gestelde voorwaarden wijzing van onroerende zaken ter ont- grondplannummers 1042 en 5044; bereid te zijn mee te werken aan een eigening ingevolge artikel 72a van de 4. de heer A. Mul, pachter van de tijdelijke gebruiksovereenkomst. onteigeningswet ten behoeve van de onroerende zaak met het grondplan- Voorts hebben de door deze recla- aanleg van de Gooiboog, een verbin- nummer 1042; mant geformuleerde zienswijzen ding tussen de Gooilijn en de betrekking op de volgende aspecten: Flevolijn, met bijkomende werken, in de heer Y.A. de Boer, namens: a. het tracé van de werkweg, waar- de gemeenten Weesp en Muiden. 5. mevrouw J. van Lindenberg- voor alternatieven zouden bestaan; Onze Minister van Verkeer en Kreuger, eigenaresse van de onroe- b. het niet aanbieden van compensa- Waterstaat heeft de beslissing op het rende zaak met grondplannummer tiegronden; verzoek voorgedragen bij brief van 1076; c. de gehanteerde grondwaarde; 27 maart 2000, nr. HKW/R 6. de heer P. Vree, eigenaar van de d. de gebruikte kadastrale onder- 2000/5530, Hoofdkantoor van de onroerende zaken met de grondplan- grond; Waterstaat, Stafdienst Bestuurlijk nummers 1075 en 5076; e. de niet aangegeven breedte van de Juridische Zaken. 7. de heer G. Godschalk, eigenaar werkweg; Overeenkomstig artikel 3:11, eerste van de onroerende zaken met de f. het niet aangeven van maatregelen lid, van de Algemene wet bestuurs- grondplannummers 1073, 1074, 5071 ter voorkoming van grondmechani- recht hebben de in artikel 63 van de en 5073; sche problemen ten gevolge van het onteigeningswet genoemde stukken in 8. de heer G.B.P.A.C. Dool, eigenaar gebruik van de werkweg. Met name de periode van 5 november 1999 tot van de onroerende zaken met de vreest reclamant het dichtdrukken en met 6 december 1999 op de secre- grondplannummers 1071 en 5070 en van diens sloot. tarieën van de gemeenten Weesp en 9. de heer A.J. Klick en mevrouw Muiden ter inzage gelegen. M.H.A. Klick-Out, eigenaren van de Naar aanleiding hiervan merken Wij Voorafgaand daaraan is de terinzage- onroerende zaken met de grondplan- het volgende op. legging overeenkomstig artikel 3:12 nummers 1070 en 5068; van de Algemene wet bestuursrecht 10. de heer C.J. Bogerd, namens Uit de ter inzage gelegde stukken aangekondigd in de Staatscourant, mevrouw C.W. Bogerd- blijkt, dat de betrokken onroerende nr. 213, de - en Eembode en de Kuijvenhoven, eigenaresse van de zaken als tijdelijk werkterrein zijn Gooi- en Eemlander, alle van onroerende zaak met grondplannum- benodigd. Blijkens mededeling van de 4 november 1999. Belanghebbenden mer 5045; verzoeker om onteigening zullen hier- zijn hierbij uitgenodigd voor een 11. de heer G. den Hartog, eigenaar op een sloot en een werkweg worden hoorzitting in de gemeente Weesp op van de onroerende zaak met grond- aangelegd. De verzoeker om onteige- 3 december 1999. plannummer 1079; ning zal de onteigeningsprocedure In genoemde kennisgeving zijn niet eerder met het starten van de belanghebbenden voorts op de hoogte de heer A. Stork namens: gerechtelijke fase voortzetten, dan gesteld van de mogelijkheid tot het 12. de heer A.H.C. van Hienen, eige- nadat gebleken is dat via het minne- naar keuze schriftelijk of mondeling naar van de onroerende zaak met lijk overleg tussen beide partijen geen naar voren brengen van zienswijzen. grondplannummer 1082 en erfpachter overeenstemming kan worden bereikt De volgende belanghebbenden heb- van de onroerende zaak met grond- over de huur van deze gronden, ben van deze mogelijkheid gebruik plannummer 1072 en eigendomsoverdracht, beëindiging van gemaakt: 13. de heer A.J. Post, eigenaar van de gebruiksrechten of een oplossing 1. de heer M.N. Pronk, eigenaar van onroerende zaken met grondplan- anderszins. Omdat een dergelijke nummers 1069 en 5064; overeenstemming tussen beide partij-

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 1 en tot op heden niet is verkregen, derd, passende maatregelen zullen zijn toegevoegd na een eis van het blijft de aanwijzing ter onteigening worden getroffen. Daarnaast zal de betrokken waterschap, die pas in een van de gronden noodzakelijk. waterafvoer verzekerd blijven. latere fase bekend is geworden en wel Met betrekking tot het tracé van de Namens reclamanten sub 2 en 3 vlak vóór het afronden van de ontei- werkweg wordt overwogen, dat zij wordt gesteld, dat zij bezwaar hebben geningsstukken. Als gevolg hiervan is handelt over de keuze tussen mogelij- tegen de voorgenomen onteigening nu het minnelijk overleg over de verwer- ke alternatieven en dientengevolge in men niet (tijdig) is benaderd voor ving van deze onroerende zaken eerst hoofdzaak planologisch van aard is. minnelijk overleg. aangevangen nadat de onderhavige Dergelijke zienswijzen kunnen wor- Vooreerst merken Wij op, dat de procedure met de terinzagelegging den ingebracht in het kader van de onteigening moet worden gezien als van de onteigeningsstukken was daarvoor bestemde procedures op een ultimum remedium, waarbij de gestart. Gelet daarop moet naar Ons grond van de Wet op de Ruimtelijke eis geldt dat ten opzichte van de bur- oordeel worden geconcludeerd dat er Ordening. ger eerst naar dit middel (het starten geen sprake is geweest van een rede- De onteigeningswet verplicht de van de administratieve onteigenings- lijke doch vruchteloos gebleken verzoeker om onteigening niet tot het procedure) kan en mag worden gegre- poging om hetgeen onteigend moet aanbieden van compensatiegronden. pen, indien langs minnelijke weg worden langs minnelijke weg te ver- Zienswijzen die op dit aspect betrek- redelijkerwijs niet of niet in de krijgen, zulks voor het moment van king hebben, kunnen in de onderhavi- gewenste vorm overeenstemming kan de terinzagelegging van de onteige- ge administratieve onteigeningsproce- worden bereikt. Daarbij geldt, dat in ningsbescheiden. Het verzoek tot aan- dure dan ook niet zelfstandig de procedure op grond van Titel IIa wijzing van de onroerende zaken met beoordeeld worden. Overigens tracht van de onteigeningswet in het alge- de grondplannummers 1042 en 5044 de verzoeker om onteigening deze meen genoegzaam aan deze eis is vol- dient dan ook te worden afgewezen. verzoeken in te willigen doch de daan, indien voor de terinzagelegging In de bij dit besluit behorende lijst beschikbaarheid van gronden die ter van de onteigeningsbescheiden een van te onteigenen onroerende zaken compensatie aangeboden kunnen aanvang met het minnelijk overleg is is hiermede rekening gehouden. worden is schaars. gemaakt. Dit overleg dient tot een Reclamant sub 4 is pachter van de De hoogte van de grondwaarde of redelijk punt te worden voortgezet onroerende zaak met grondplannum- van de schadeloosstelling staat in het alvorens, na gebleken noodzaak daar- mer 1042 en heeft dezelfde zienswijze kader van de onderhavige administra- toe, de administratieve procedure kan ingebracht als de reclamanten sub 2 tieve onteigeningsprocedure niet ter worden ingezet. Daarbij is het wense- en 3. Wij verwijzen dan ook naar het- beoordeling, maar komt bij het ont- lijk doch niet noodzakelijk, dat ten geen Wij zojuist naar aanleiding van breken van minnelijke overeenstem- tijde van de terinzagelegging van de de zienswijze van deze reclamanten ming aan de orde in de gerechtelijke onteigeningsbescheiden reeds een for- hebben overwogen. onteigeningsprocedure. meel bod is uitgebracht. Voldoende Namens reclamanten sub 5 tot en De kadastrale ondergrond, is, dat sprake is geweest van een rede- met 9 is een schriftelijke zienswijze gebruikt voor het opstellen van de lijke doch vruchteloos gebleken naar voren gebracht. Deze is tijdens onteigeningsstukken welke ter inzage poging om hetgeen onteigend moet de hoorzitting toegelicht en aange- zijn gelegd, is een recente versie van worden langs minnelijke weg te ver- vuld. De zienswijze heeft betrekking de kadastrale situatie en is als bewijs werven. In dat verband kan ook zon- op volgende aspecten: daarvan gewaarmerkt door de der dat een formeel bod is uitge- a. de onteigening is voorbarig nu er bewaarder van het Kadaster en de bracht genoegzaam komen vast te nog geen onherroepelijk goedgekeurd Openbare Registers. De verzoeker om staan dat de verwerving langs minne- bestemmingsplan is; onteigening is niet verantwoordelijk lijke weg vooralsnog niet tot de b. de noodzaak tot onteigening ont- voor de gegevens, die op de kadastra- mogelijkheden behoort. Een uitzonde- breekt, aangezien niet c.q. niet le kaarten zijn aangegeven. Niet ring doet zich voor bij de verwerving genoegzaam gebleken is dat in dit geval niet is vol- van gronden ten behoeve van de aan- is onderhandeld om de eigendom daan aan het bepaalde in artikel 63 leg van grote projecten van nationaal langs minnelijke weg te verwerven. van de onteigeningswet. belang, waarin er voor de verzoeker De verzoeker om onteigening kan Inderdaad is het niet mogelijk de om onteigening mogelijk niet in alle zich in casu niet verschonen door zich breedte van de aan te leggen werkweg gevallen voldoende ruimte kan zijn te beroepen op een omvangrijk pro- ter plaatse uit de betrokken situatie- om het minnelijk overleg in alle ject van nationaal belang; tekening af te leiden; deze bedraagt gevallen te voeren zoals hiervoor c. de geboden prijzen zijn daarbij veel blijkens nadere mededeling van de beschreven. In casu is echter van een te laag; volgens reclamant sub 7 heeft verzoeker om onteigening 3.50 meter. dergelijk groot project geen sprake, de verzoeker om onteigening gewei- Deze breedte is gelijk aan de breedte zodat de aangegeven criteria moeten gerd om het aanbod te specificeren. voor de werkwegen elders in het werk worden aangehouden voor de beant- Door reclamant sub 6 wordt gesteld, waarvoor onteigening wordt verzocht woording van de vraag, of er in vol- dat in een aanbod van de verzoeker en is als zodanig in de betrokken doende mate minnelijk overleg heeft geen verschil is gemaakt tussen het dwarsprofieltekeningen opgenomen. plaatsgevonden. aankoopbedrag en de huursom. De verzoeker om onteigening heeft Ons is het navolgende gebleken. De Tevens zou specificatie afhankelijk toegezegd dat, indien door het zienswijze richt zich tegen de aanwij- zijn gesteld van inschakeling van een gebruik van de werkweg de draag- zing van de onroerende zaken met de deskundige. Ook wenste de verzoeker kracht van de bodem wordt vermin- grondplannummers 1042 en 5044, die om onteigening niet in te gaan op een

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 2 voorstel van reclamanten om vooraf procedures op grond van de Wet op ningswet eisen stelt aan de specificatie een principeregeling te treffen die in de Ruimtelijke Ordening volledig zijn van het aanbod in de dagvaarding. een later stadium preciezer zou kun- afgerond. Wel dienen de eigenaren Overigens is hiervoor onder sub b nen worden ingevuld; en/of rechthebbenden voorafgaand of reeds overwogen, dat in casu sprake d. voorstellen om tot bindende vast- tenminste gelijktijdig aan de terinza- is geweest van voorafgaand aan de stelling van de schadeloosstelling te gelegging van de onteigeningsbeschei- terinzagelegging van de onteigenings- komen den in de gelegenheid te zijn gesteld stukken redelijke doch vruchteloos zijn door de verzoeker om onteige- om zienswijzen van planologische gebleken pogingen om hetgeen ont- ning afgewezen evenals een voorstel aard in te brengen in een planologi- eigend moet worden langs minnelijke om tot overeenstemming te komen sche procedure. Onder de ‘overige weg te verkrijgen. door middeling van de taxaties van overwegingen’ is de planologische wederzijdse deskundigen; situatie weergegeven. Gelet daarop Ad e. e. door de verzoeker om onteigening zijn Wij van mening, dat de zienswij- Hoewel de onderhandelingen zijn zijn in eerste instantie andere grond- ze van reclamanten niet kan leiden ingezet op basis van de toen beschik- plannummers en oppervlakten tot de conclusie, dat de onderhavige bare, nog niet volledig uitgewerkte genoemd dan opgenomen in de ontei- administratieve onteigeningsprocedure tekeningen, geven de ter inzage geleg- geningsbescheiden. Ook de maatvoe- voorbarig is. de onteigeningsbescheiden echter vol- ring wijkt af, waardoor het aanbod gens de daaraan te stellen eisen niet meer valide is en alleen al hier- Ad b. nauwkeurig aan, welke gronden voor door geen onderhandelingen kunnen Gebleken is, dat door of namens de welke doeleinden nodig zijn. Mocht worden gevoerd; verzoeker om onteigening het overleg ondanks verder overleg een minnelij- f. de hoogte van de schadeloosstelling met reclamanten geruime tijd voor de ke regeling niet mogelijk blijken, dan kan niet worden begroot bij gebrek terinzagelegging van de onteigenings- zullen deze gegevens bepalend zijn aan informatie omtrent het huidige bescheiden is geopend. Mondelinge voor de aanbieding, die ingevolge geluidsniveau. Hierdoor kan niet wor- noch schriftelijke communicatie heeft artikel 17 van de onteigeningswet aan den vastgesteld welke nadelige gevol- tot overeenstemming kunnen leiden de gerechtelijke procedure vooraf zal gen het gebruik van het te maken aangezien er sprake was en is van moeten gaan. werk heeft in relatie tot de bestaande zeer aanzienlijke verschillen van situatie. De verzoeker om onteigening inzicht omtrent de hoogte van de Ad f. heeft een en ander niet inzichtelijk schadeloosstelling. Dit in ogenschouw Met betrekking tot deze zienswijze gemaakt; nemende, kon in redelijkheid met de wordt hier vooreerst opgemerkt, dat g. de onteigening van de werkterrei- admini-stratieve onteigeningsprocedu- in het kader van de onderhavige pro- nen is niet noodzakelijk aangezien re cedure geen zelfstandige uitspraken ook via tijdelijke verhuring in het worden begonnen. Overigens verwij- kunnen worden gedaan over de aan gebruik daarvan kan worden voor- zen Wij naar hetgeen over dit aspect de aanleg van een spoorwegverbin- zien. Ten onrechte is in de onteige- is overwogen naar aanleiding van de ding verbonden aspecten van geluid- ningsbescheiden van deze keuzemoge- zienswijze van de reclamanten sub 2 hinder. De behandeling daarvan dient lijkheid voor de eigenaren van de en 3. Het minnelijk overleg zal wor- te geschieden in het kader van de betrokken onroerende zaken geen den voortgezet. Wet geluidhinder. Ons is echter wel melding gemaakt. Daarnaast is ontei- gebleken, dat de verzoeker om ontei- gening niet noodzakelijk omdat de Ad c en d. gening metingen en berekeningen reclamanten bereid zijn het werkter- Ten aanzien van de hoogte van de heeft laten verrichten door een extern rein te verhuren; schadeloosstelling verwijzen Wij naar bureau, ook ten aanzien van de h. getwijfeld wordt aan een zorgvuldi- hetgeen hieromtrent is gesteld naar bestaande situatie en dat een en ge kadastrale recherche, aangezien aanleiding van de zienswijze van ander met betrokkenen is gecommu- tussen het moment van terinzageleg- reclamant sub 1. Ten aanzien van het niceerd. ging van de onteigeningsbescheiden overige door reclamanten sub 6 en 7 en het tijdstip van bedoelde recherche naar voren gebrachte merken Wij het Ad g. een periode van bijna 7 maanden ligt; volgende op. Zoals hiervoor ten aan- Omtrent het onteigenen voor tijdelijk i. reclamant sub 6 vraagt aan te zien van de zienswijzen van reclaman- benodigde werkterreinen wordt opge- geven of de in het kader van het werk ten sub 2 en 3 is overwogen, is het merkt dat, zoals in paragraaf 2.1.6., aan te leggen brede sloot onder wenselijk doch niet noodzakelijk, dat laatste alinea van de mede ter inzage natuurgebied valt. ten tijde van de terinzagelegging van gelegde zakelijke beschrijving is opge- de onteigeningsbescheiden een for- nomen, de verzoeker om onteigening Naar aanleiding hiervan merken Wij meel bod is uitgebracht. de onteigeningsprocedure niet eerder het volgende op. Vereisten aan de totstandkoming of met het starten van de gerechtelijke het uitbrengen van een aanbod kun- fase zal voortzetten, nadat gebleken is Ad a. nen in de fase voorafgaand aan de dat via het minnelijk overleg tussen Gelet op de praktijk en de jurispru- administratieve procedure dan ook de betrokkenen geen overeenstem- dentie is het, voor het entameren van niet worden gesteld; dit is anders in ming kan worden bereikt over huur een onteigening op grond van Titel de gerechtelijke onteigeningsprocedu- van deze gronden, eigendomsover- IIa van de onteigeningswet, niet re, waar artikel 22 van de onteige- dracht, beëindiging van gebruiksrech- noodzakelijk dat de planologische ten of anderszins. Omdat een dergelij-

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 3 ke overeenstemming op voor partijen wens tot compensatie naar voren Overige overwegingen acceptabele voorwaarden tot op gekomen hetgeen thans wordt onder- In een besluit tot aanwijzing van heden niet is verkregen, blijft de aan- zocht; de verzoeker om onteigening 13 juli 1993 heeft de provincie wijzing ter onteigening van deze doet pogingen een perceel ten behoe- Noord-Holland de gemeente Weesp gronden noodzakelijk. ve van reclamant te verwerven zodat verplicht een bestemmingsplan vast te een aanbod in geld nog niet oppor- stellen voor een deel van de Nieuwe Ad h. tuun is. Op 14 oktober 1999 is aan Keverdijkse Polder waardoor het Ten aanzien van deze zienswijze ver- reclamant een schriftelijk voorstel planologisch mogelijk zou moeten wijzen Wij naar hetgeen hieromtrent voor de grondruiling toegezonden. worden de Gooiboog aan te leggen. is overwogen naar aanleiding van de Daarnaast heeft de reclamant zijn De gemeente Weesp heeft hiertegen zienswijze van reclamant sub 1. Naar instemming mede afhankelijk gesteld beroep ingesteld maar dit beroep is Ons oordeel zijn de kadastrale gege- van de mogelijkheid enige overhoeken op 6 november 1996 ongegrond ver- vens niet dermate gedateerd, dat de te huren van de verzoeker om ontei- klaard. Het bestemmingsplan verzoeker om onteigening daarvan in gening. Dit alles in aanmerking ‘Gooiboog’ is inmiddels op 20 mei redelijkheid geen gebruik zou kunnen nemend, zijn Wij niet van mening, 1998 vastgesteld en goedgekeurd door maken; bij tussentijdse controle is één dat er geen redelijke poging is onder- Gedeputeerde Staten van Noord- afwijking in de eigendomstoestand nomen om tot een minnelijke regeling Holland op 1 december 1998. Door geconstateerd, waarmee in de bij dit te komen. Het overleg met en ten een aantal belanghebbenden is bij de besluit behorende lijst van te onteige- behoeve van reclamant zal worden Raad van State een voorlopige voor- nen onroerende zaken rekening is voortgezet, doch aangezien een volle- ziening gevraagd, doch dit verzoek is gehouden. dige oplossing op ruilbasis nog niet is afgewezen. gerealiseerd blijft de aanwijzing van In de gemeente Muiden zal slechts Ad i. de betrokken onroerende zaak ter een deel van de werkweg worden aan- De vraag van reclamant sub 6 wordt onteigening noodzakelijk. gelegd, inclusief een overbrugging. negatief beantwoord; de maatvoering Het betreft hier tijdelijke werken. De is conform de door het betrokken Ad 2. realisering hiervan zal plaatsvinden waterschap geformuleerde eisen. Deze Bij de uitwerking zal rekening worden door toepassing van artikel 17 van de eisen hebben uitsluitend betrekking gehouden met de bereikbaarheid van Wet op de Ruimtelijke Ordening. op een verantwoord herstel van de het overblijvende. Het rijksbeleid richt zich op terug- waterhuishouding in relatie tot de dringing van de bereikbaarheids- en aanleg van het werk. Namens de reclamanten sub 12 en 13 leefbaarheidsproblemen en op het wordt opgemerkt, dat in overleg met behoud en versterking van de spoor- Namens reclamante sub 10 wordt er onder andere de verzoeker om ontei- weginfrastructuur. Dit beleid is ver- bevreemding over uitgesproken dat gening getracht wordt een passende woord in de Vierde Nota over de de verzoeker om onteigening niet oplossing te vinden. Gelet op de Ruimtelijke Ordening (1988) en de wilde ingaan op haar voorstel om een gecompliceerdheid van de zaak is ech- Vierde Nota Ruimtelijke Ordening- regeling te treffen voor verhuur van ter nog geen overeenstemming extra (VINEX ) van 1990. In het de (voor werkterrein) benodigde bereikt. Namens de verzoeker om Tweede Structuurschema Verkeer en oppervlakten. onteigening wordt de bereidheid uit- Vervoer (SVV II) is het lange termijn- In verband hiermee verwijzen Wij gesproken om tot een minnelijke beleid voor verkeer en vervoer nader naar hetgeen hiervoor naar aanleiding oplossing te komen. geconcretiseerd. Een van de hoofd- van de zienswijze van reclamanten Wij constateren, dat deze zienswijze doelstellingen van het SVV II is een sub 5 tot en met 9, ad g, is opge- niet gericht is tegen de voorgenomen verschuiving van weg- naar spoorver- merkt. Er zal voor beide partijen onteigening en het daarvoor opgestel- voer. In het Nationaal sprake moeten zijn van acceptabele de plan. Het minnelijk overleg dient Milieubeleidsplan-plus van 1990 voorwaarden. Het overleg zal worden te worden voortgezet. Aangezien nog wordt eveneens gepleit voor een ver- voortgezet. geen overeenstemming is bereikt, groting van de capaciteit van het De door reclamant sub 11 inge- blijft de aanwijzing ter onteigening openbaar vervoer en de realisering brachte zienswijzen hebben betrek- van de betrokken onroerende zaken daarvan op korte termijn. king op de volgende facetten: noodzakelijk. In 1988 is door de Nederlandse 1. er is onvoldoende overleg geweest Reclamant sub 14 verzoekt aan te Spoorwegen het toekomstplan Rail en er is geen voldoende voorstel geven, of er voor de bestemming 21 opgesteld. Dit plan is door de gedaan; natuurgebied Rijksoverheid geaccepteerd als basis 2. de onroerende zaak van reclamant binnen het kader van dit werk kan voor de toekomstige ontwikkeling wordt onbereikbaar. worden onteigend. van het spoorvervoer in Nederland en Hierover is namens de verzoeker is inmiddels in uitvoering. Het daarop Ad 1. om onteigening meegedeeld, dat in volgende Tweede faseplan heeft gere- Met betrekking tot deze zienswijze het onteigeningsverzoek voor het sulteerd in het Tweede Tactische wordt opgemerkt, dat de verzoeker onderhavige werk geen oppervlakten Pakket. om onteigening het minnelijk overleg zijn opgenomen, die een dergelijke Het project Gooiboog is opgeno- is gestart met de rechtsvoorganger bestemming hebben of zullen krijgen. men in het realisatieprogramma van reclamant. Uit het overleg van Spoorwegennet Personenvervoer van 3 september 1999 met reclamant is de het Meerjarenprogramma

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 4 Infrastructuur en Transport 1998- 2002 en staat vermeld in het Tweede Tactische Pakket. Door de Gooiboog wordt een rechtstreekse verbinding tussen en / gerealiseerd, waardoor de overstap te Weesp vervalt en een aanzienlijke reistijdverkorting wordt bereikt. Ook is het mogelijk het aantal treinen richting Flevolijn te verhogen. De uit- voering van het werk is gepland in de periode 1999-2003. Het moet in het belang van de ver- betering van de spoorweginfrastruc- tuur noodzakelijk worden geacht, dat NS Railinfrabeheer B.V. de eigendom verkrijgt van de in dit besluit genoemde onroerende zaken. De door reclamanten naar voren gebrachte zienswijzen worden, met uitzondering van de zienswijze van de reclamanten sub 2 en 3 (grondplan- nummers 1042 en 5044), niet van zodanig gewicht geacht dat op grond daarvan het verzoek, om een konink- lijk besluit ex artikel 72a van de ont- eigeningswet te bevorderen, moet worden afgewezen.

Beslissing Gelet op de onteigeningswet; Gehoord de Raad van State, advies van 13 april 2000, nr. W09.00.0135/V, en gezien het nader rapport van Onze voornoemde minister van 27 april 2000, nr. HKW/R 2000/6723, Hoofdkantoor van de Waterstaat, Stafdienst Bestuurlijk Juridische Zaken;

Hebben Wij goedgevonden en ver- staan:

Ten behoeve van de aanleg van de Gooiboog, een verbinding tussen de Gooilijn en de Flevolijn, met bijko- mende werken, in de gemeenten Weesp en Muiden zullen ten algeme- nen nutte en ten name van NS Railinfrabeheer B.V. worden ontei- gend de onroerende zaken, aange- duid op de grondtekeningen welke ingevolge artikel 63 van de onteige- ningswet op de secretarieën van de gemeenten Weesp en Muiden ter inzage hebben gelegen als:

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 5 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

Gemeente Weesp 1042 24 11 grasland F 1463 ± 7 88 Ligging deelpercelen niet GED VG bekend. 1/1 eigendom: HOOGHEEMRAAD- SCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT, HILVERSUM koop/optieovereenk. art 10 lid 2d wet voorkeursrecht gemeenten 1043 1 05 grasland F 730 7 70 1/1 eigendom: NAGEL, GIJSBERTUS HENDRIK, WEESP 1044 26 overig water F 722 6 70 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 1045 11 overig water F 1526 13 50 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 1046 6 91 grasland F 1491 7 09 50 1/1 eigendom: BEUKEBOOM, JACOBUS JOANNES, WEESP i.a.g.g.g.m. WENNEKER, CATHA- RINA JOANNA MARIA, WEESP 1047 7 61 grasland F 732 71 90 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1048 23 21 grasland F 1522 1 52 60 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1049 1 03 39 grasland F 1521 4 48 10 1/1 eigendom: PRONK, STEPHA- NUS GERARDUS, WEESP 1050 27 98 grasland F 1523 1 26 00 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1051 4 40 grasland F 734 43 20 1/1 eigendom: VEER VAN DER, EGBERTJE, WEESP g.m. MEIJER, ARIE, WEESP 1052 35 81 grasland F 1525 2 45 50 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1053 16 54 grasland F 732 71 90 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1054 4 79 overig water F 1526 13 50 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 1055 2 38 grasland F 737 25 10 1/1 eigendom: VEER VAN DER, EGBERTJE, WEESP g.m. MEIJER, ARIE, WEESP 1056 11 30 grasland F 321 1 82 00 1/1 eigendom: PRONK, STEPHA- NUS GERARDUS, WEESP 1057 34 54 grasland F 735 41 30 1/1 eigendom: HOEK VAN DEN, MARIA GEERTRUIDA MAGDA- LENA, WEESP g.m. VENNEMAN, NICOLAAS 1058 43 63 grasland F 1469 77 45 1/1 eigendom: BLEIJENBERG, GER- RIT JAN, BUSSUM i.a.g.g.g.m. HEUGENS, JOHANNA HENDRIKA, BUSSUM

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 6 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

1059 1 81 grasland F 344 1 59 20 1/1 eigendom: HOEK VAN DEN, MARIA GEERTRUIDA MAGDA- LENA, WEESP g.m. VENNEMAN, NICOLAAS 1060 18 06 grasland F 1464 2 93 00 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1061 17 80 grasland F 736 19 20 1/1 eigendom: HOEK VAN DEN, MARIA GEERTRUIDA MAGDA- LENA, WEESP g.m. VENNEMAN, NICOLAAS 1062 7 40 grasland F 1490 5 66 86 1/1 eigendom: VENNEMAN, NICO- LAAS ROELOF, WEESP o.h.v.g.m. KESTELOO, MAGDALENA, WEESP 1063 28 84 grasland F 1629 1 27 00 1/1 eigendom: BLEIJENBERG, GER- RIT JAN, BUSSUM i.a.g.g.g.m. HEUGENS, JOHANNA HENDRIKA, BUSSUM 1064 45 19 grasland F 739 54 50 1/1 eigendom: HOEK VAN DEN, MARIA GEERTRUIDA MAGDA- LENA, WEESP g.m. VENNEMAN, NICOLAAS 1065 12 11 grasland F 741 56 00 1/1 eigendom: TINHOLT, HEND- RIK CORNELIS, WEESP i.a.g.g.g.m. KREUGER, DIRKJE, WEESP 1066 32 38 grasland F 742 70 00 1/1 eigendom: TINHOLT, TEUNIS, WEESP i.a.g.g.g.m. LINDENBERG VAN, ALIDA, WEESP 1067 6 32 grasland F 1497 2 64 45 1/1 eigendom: VRIES DE, CATHARINA, WEESP 1068 1 81 grasland F 1223 45 90 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1069 34 74 grasland F 1197 2 37 50 1/1 eigendom: POST, ANTOON JACOBUS, WEESP i.a.g.g.g.m. TINHOLT, WILLEMPJE, WEESP 1070 7 71 grasland F 1219 47 00 1/2 eigendom: KLICK, ARIE JAN, WEESP b.e.g.g.g.m. OUT, MARIA HELENA ANNA, WEESP 1/2 eigendom: OUT, MARIA HELENA ANNA, WEESP b.e.g.g.g.m. KLICK, ARIE JAN, WEESP 1071 3 22 F 1220 14 10 1/1 eigendom: DOOL, GERARDUS BERNARDUS PIETER ARIE CORNE- LIS, WEESP g.m. KEPPEL, BARBARA, WEESP

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 7 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

1072 43 85 grasland F 1198 5 27 80 1/1 eigendom bel. met recht van erfpacht: DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN), 'S-GRAVENHAGE 1/1 recht van erfpacht: HIENEN VAN, ADRIANUS HERMANUS CORNELIS, WEESP Einddatum recht: 31-12-2006 i.a.g.g.g.m. WAHLEN, CORNELIA GERARDA MARIA, WEESP 1/1 recht van erfpacht: HIENEN VAN, ADRIANUS HERMANUS CORNELIS, WEESP wijziging t.a.v. de erfpachts- canon i.a.g.g.g.m. WAHLEN, CORNELIA GERARDA MARIA, WEESP 1073 9 72 grasland F 978 40 40 1/1 eigendom: GODSCHALK, GORUS, WEESP i.a.g.g.g.m. MAAREN VAN, PIETERNELLA GERARDA, WEESP 1074 10 92 grasland F 753 40 00 1/1 eigendom: GODSCHALK, GORUS, WEESP i.a.g.g.g.m. MAAREN VAN, PIETERNELLA GERARDA, WEESP 1075 17 24 grasland F 1106 90 30 1/1 eigendom: VREE, PETER, WEESP i.a.g.g.g.m. MULDERS, ANNA JOHANNA, WEESP 1076 10 27 grasland F 1593 1 02 90 1/1 eigendom: KREUGER, JANNIGJE, WEESP i.a.g.g.g.m. LINDENBERG VAN, HIJMEN, WEESP 1077 9 00 grasland F 1109 2 35 40 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 1078 8 57 diversen en overige F 1204GED onb. Ligging deelpercelen niet gronden bekend. 1/1 eigendom: HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT, HILVERSUM grasland F 1204GED onb. Ligging deelpercelen niet bekend. 1/1 eigendom: RIDDERLIJKE DUIT- SCHE ORDE BALIJE VAN UTRECHT, UTRECHT 1079 3 15 F 1058 13 70 1/1 eigendom: WESSELOO, DIRK ALBERTUS, WEESP 1080 1 64 akkerbouwland F 1059 13 40 1/2 eigendom: HEER DE, JOHANNA, ABCOUDE 1/2 eigendom: STEL VAN DER, DIRK, ABCOUDE

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 8 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

1081 34 erf en tuin F 1621 16 85 1/1 eigendom: KRUISTUM VAN, MARINUS, WEESP 1082 1 90 grasland F 1632 93 90 1/1 eigendom: HIENEN VAN, ADRIANUS HERMANUS CORNELIS, WEESP i.a.g.g.g.m. WAHLEN, CORNELIA GERARDA MARIA, WEESP 1083 40 verharde wegen F 1633 22 30 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 1084 1 overig water F 1535 38 50 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 400 77 50 spoorwegen F 1551 2 02 20 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 401 9 30 grasland F 713 9 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 402 60 89 spoorwegen F 1520 2 91 47 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 403 8 50 grasland F 714 8 50 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 404 1 30 grasland F 717 1 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 405 89 30 grasland F 1279 89 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 406 55 21 verharde wegen F 1602 84 85 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 407 1 53 50 grasland F 1281 1 53 50 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 408 93 80 grasland F 317 93 80 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 410 82 15 grasland F 1285 87 90 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 411 62 23 grasland F 729 1 05 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 412 1 33 grasland F 1631 42 20 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 413 25 20 verharde wegen F 1309 30 35 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 9 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

414 13 77 verharde wegen F 1311 16 72 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 415 3 63 spoorwegen F 1630 2 88 05 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 416 57 82 grasland F 1498 2 05 15 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 417 2 89 grasland F 1498 2 05 15 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 418 22 48 spoorwegen F 1634 2 35 20 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 5043 8 50 overig water F 1271 8 50 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5044 17 67 grasland F 1463 ± 7 88 Ligging deelpercelen niet GED VG bekend. 1/1 eigendom: HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT, HILVERSUM koop/optieovereenk. art 10 lid 2d wet voorkeursrecht gemeenten 5045 1 11 grasland F 533 85 00 1/1 eigendom: KUIJVENHOVEN, CORNELIA WIL- LEMINA, WEESP 5046 84 overig water F 722 6 70 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5047 6 grasland F 726 20 1/1 eigendom: B.V. ONROERENDE GOEDEREN MAAT- SCHAPPIJ "DE OMVAL", AMSTER- DAM 5048 2 96 79 grasland F 1521 4 48 10 1/1 eigendom: PRONK, STEPHANUS GERARDUS, WEESP 5049 1 29 39 grasland F 1522 1 52 60 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 5050 57 grasland F 1519 1 08 50 1/1 eigendom: BLEIJENBERG, GER- RIT JAN, BUSSUM i.a.g.g.g.m. HEUGENS, JOHANNA HENDRIKA, BUSSUM 5051 3 93 overig water F 1526 13 50 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5052 10 92 grasland F 1519 1 08 50 1/1 eigendom: BLEIJENBERG, GER- RIT JAN, BUSSUM i.a.g.g.g.m. HEUGENS, JOHANNA HENDRIKA, BUSSUM

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 10 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

5053 47 75 grasland F 732 71 90 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 5054 30 65 grasland F 1469 77 45 1/1 eigendom: BLEIJENBERG, GER- RIT JAN, BUSSUM i.a.g.g.g.m. HEUGENS, JOHANNA HENDRIKA, BUSSUM 5055 6 75 grasland F 735 41 30 1/1 eigendom: HOEK VAN DEN, MARIA GEERTRUIDA MAGDA- LENA, WEESP g.m. VENNEMAN, NICOLAAS 5056 15 69 grasland F 1464 2 93 00 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 5057 25 40 grasland F 1629 1 27 00 1/1 eigendom: BLEIJENBERG, GER- RIT JAN, BUSSUM i.a.g.g.g.m. HEUGENS, JOHANNA HENDRIKA, BUSSUM 5058 3 87 grasland F 1490 5 66 86 1/1 eigendom: VENNEMAN, NICOLAAS ROELOF, WEESP o.h.v.g.m. KESTELOO, MAGDALENA, WEESP 5059 6 68 grasland F 741 56 00 1/1 eigendom: TINHOLT, HEND- RIK CORNELIS, WEESP i.a.g.g.g.m. KREUGER, DIRKJE, WEESP 5060 12 92 grasland F 742 70 00 1/1 eigendom: TINHOLT, TEUNIS, WEESP i.a.g.g.g.m. LINDENBERG VAN, ALIDA, WEESP 5061 31 25 grasland F 1497 2 64 45 1/1 eigendom: VRIES DE, CATHARINA, WEESP

5062 15 grasland F 1528 2 17 70 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 5063 43 21 grasland F 1223 45 90 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 5064 15 39 grasland F 1197 2 37 50 1/1 eigendom: POST, ANTOON JACOBUS, WEESP i.a.g.g.g.m. TINHOLT, WILLEMPJE, WEESP 5065 24 76 grasland F 324 BP 2 44 80 1/1 eigendom: BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, UTRECHT 5066 34 04 grasland F 1499 43 05 1/1 eigendom: VRIES DE, CATHARINA, WEESP 5067 23 51 grasland F 1496 5 79 75 1/1 eigendom: MUL, AART, WEESP i.a.g.g.g.m. TINHOLT, ELISABETH MARRETJE, WEESP

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 11 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

5068 3 73 grasland F 1219 47 00 1/2 eigendom: KLICK, ARIE JAN, WEESP b.e.g.g.g.m. OUT, MARIA HELENA ANNA, WEESP 1/2 eigendom: OUT, MARIA HELENA ANNA, WEESP b.e.g.g.g.m. KLICK, ARIE JAN, WEESP 5069 24 overig water F 1504 16 35 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5070 1 65 F 1220 14 10 1/1 eigendom: DOOL, GERARDUS BERNARDUS PIETER ARIE CORNELIS, WEESP g.m. KEPPEL, BARBARA, WEESP 5071 5 23 grasland F 978 40 40 1/1 eigendom: GODSCHALK, GORUS, WEESP i.a.g.g.g.m. MAAREN VAN, PIETERNELLA GERARDA, WEESP 5072 10 53 grasland F 1500 BP 2 17 75 1/1 eigendom: BEUKHOF, JAN, WEESP i.a.g.g.g.m. ECK VAN, MARIA EMMETJE HENDRIKA, WEESP 5073 6 08 grasland F 753 40 00 1/1 eigendom: GODSCHALK, GORUS, WEESP i.a.g.g.g.m. MAAREN VAN, PIETERNELLA GERARDA, WEESP 5074 28 overig water F 1505 17 50 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5075 4 40 grasland F 1510 58 85 1/1 eigendom: GRIFFIOEN, JOANNES GERARDUS ANTONIUS, WEESP i.a.g.g.g.m. AL, MARIA THERESIA, WEESP 5076 1 88 grasland F 1106 90 30 1/1 eigendom: VREE, PETER, WEESP i.a.g.g.g.m. MULDERS, ANNA JOHANNA, WEESP 5077 32 overig water F 1506 28 85 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5078 8 39 grasland F 1409 38 15 1/1 eigendom: GRIFFIOEN, JOANNES GERARDUS ANTONIUS, WEESP i.a.g.g.g.m. AL, MARIA THERESIA, WEESP 5079 9 90 grasland F 1426 1 59 35 1/1 eigendom: BRUGGEN VAN, WILHELMUS PETRUS JOSEPH, WEESP 5080 13 05 grasland F 1569 2 10 40 1/1 eigendom: BRUIJNE, CORNELIS, WEESP i.a.g.g.g.m. HOOIJER, GERRITJE, WEESP

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 12 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

5081 9 42 grasland F 1573 BP 5 31 40 1/1 eigendom: PRONK, NICOLAAS MARTINUS, WEESP i.a.g.g.g.m. GALESLOOT, SOPHIA MARIA, WEESP Zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder b,van de belemm wet privaatr op ged. van perceel: PROVINCIAAL ELECTRICI- TEITSBEDRIJF VAN NOORD-HOL- LAND, AMSTERDAM ZUIDOOST 5082 10 10 grasland F 1354 51 60 1/1 eigendom: PRONK, NICOLAAS MARTINUS, WEESP i.a.g.g.g.m. GALESLOOT, SOPHIA MARIA, WEESP 5083 6 erf en tuin F 1621 16 85 1/1 eigendom: KRUISTUM VAN, MARINUS, WEESP 5084 55 overig water F 1441 12 00 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5085 7 09 grasland F 1448 41 70 1/1 eigendom: PRONK, NICOLAAS MARTINUS, WEESP i.a.g.g.g.m. GALESLOOT, SOPHIA MARIA, WEESP 5086 17 53 grasland F 1442 1 04 20 1/1 b.p.-recht: NV NEDERLANDSE GASUNIE, GRONINGEN

1/1 eigendom bel. met b.p.-recht: NV NEDERLANDSE GASUNIE, GRONINGEN 5087 23 overig water F 1441 12 00 1/1 eigendom: WATERSCHAP DRECHT EN VECHT, HILVERSUM 5089 15 F 1601 15 1/1 eigendom: ENERGIE NOORD WEST N.V., AMSTERDAM 9000 34 42 spoorwegen F 1555 3 57 91 1/1 eigendom: N.V. NEDER- LANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9001 1 12 15 spoorwegen F 1486 1 12 15 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9002 5 89 verharde wegen F 1602 84 85 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9003 71 grasland F 729 1 05 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9004 7 26 spoorwegen F 1520 2 91 47 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9005 1 32 40 spoorwegen F 1487 1 32 40 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 13 Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

9006 5 75 grasland F 1285 87 90 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9007 38 94 grasland F 729 1 05 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9008 89 grasland F 334 1 03 30 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9009 5 15 verharde wegen F 1309 30 35 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9010 40 87 grasland F 1631 42 20 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9011 2 95 verharde wegen F 1311 16 72 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9012 2 04 88 spoorwegen F 1630 2 88 05 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9013 1 10 verharde wegen F 1312 1 10 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9015 57 50 grasland F 1536 1 11 10 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9016 99 32 grasland F 1498 2 05 15 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9017 1 80 31 spoorwegen F 1534 1 80 31 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 9018 1 91 41 spoorwegen F 1634 2 35 20 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT

Van de onroerende zaak, kadastraal bekend gemeente MUIDEN

Nr. Te Van het perceel, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Sectie en Ter grootte Ten name van nummer van ha a ca ha a ca

Gemeente Muiden 419 85 95 verharde wegen G 654 BP 4 77 00 1/1 eigendom: N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN, UTRECHT 5088 20 08 grasland G 804 BP, 6 10 90 1/1 eigendom: VERENIGING MW TOT BEHOUD VAN NATUUR- MONUMENTEN IN NEDERLAND, 'S-GRAVELAND

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 14 Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift aan de Raad van State zal worden gezonden.

’s-Gravenhage, 3 mei 2000. Beatrix. De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos.

Publicatie ex artikel 9 van de Wet openbaarheid van bestuur. Op het advies van de Raad van State is van toepassing artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.

Uit: Staatscourant 7 juni 2000, nr. 108 / pag. 12 15