<<

Structuurvisie deel I: Ruimtelijke kernkwaliteiten Proloog De gemeente De Marne werkt aan een nieuwe Voor u ligt de verbeelding en verwoording van Dit rapport is tot stand gekomen dankzij een Structuurvisie De Marne. Deze structuurvisie een zoektocht naar de Ruimtelijke Kernkwali- open en creatieve coproductie van zeer betrok- moet maatwerk zijn, procesmatig en inhoude- teiten van de gemeente. Die zoektocht was een ken mensen. Landschapsdeskundigen, stedenbouw- lijk passend bij de situatie en ontwikkelingen snoeptocht. Het grondgebied van de gemeente De kundigen, erfgoeddeskundigen, architecten en op dit moment. Gelet op de context - schaarse Marne is een schatkamer aan cultuurhistorisch regionale deskundigen van Gemeente De Marne, en trage ruimtelijke ontwikkelingen - is bij erfgoed in een spiritueel en ‘leesbaar’ land- Provincie , Historische Kring De Mar- de uitrol van de structuurvisie een grote rol schap. Dit rapport beoogt de essentie daarvan ne, Wierde en Dijk, Stichting Marnelandschap weggelegd voor de bewoners en ondernemers in met u te delen. Het etaleert de ontstaansge- en Libau. de gemeente De Marne. schiedenis van de Marne, het benoemt en waar- deert de ruimtelijke kernkarakteristieken van Het rapport is vervaardigd door Libau. Gelet op het bovenstaande is de structuurvisie dit gebied. geen plan maar geeft richting en bandbreedte Veel kijk- en leesplezier! aan van de verwachte en gewenste ruimte gerela- Het uitgangspunt van de structuurvisie is dat teerde ontwikkelingen, duidt kansen en benoemd we de karakteristieken en ruimtelijke kwali- uit te werken thema’s. De structuurvisie biedt teiten willen benutten. Dit uitgangspunt is daardoor de mogelijkheid om minder normatief vertaald door voor ieder landschapstype en dorp en meer kwalitatief te regisseren vanuit de zogenaamde regieaanwijzingen te formuleren. gemeentelijke verantwoordelijk. De structuur- Deze regieaanwijzingen vormen aanbevelingen en visie bestaat uit de volgende bouwstenen: handvatten bij het formuleren van ruimtelijk beleid en kunnen helpen bij de bestuurlijke Deel I: afweging van ruimte gerelateerde vraagstukken. • Ruimtelijke kernkwaliteiten: waar ko- men we vandaan en wat vinden we mooi De ontstaansgeschiedenis van De Marne kent en waardevol? veel verhaallijnen. De meest relevante heb- ben we op de linker pagina’s van dit rapport Deel II: verwoord. De wording van het landschap, de • Koersen en stromingen: analyse van interactie tussen mens, zee en (letterlijk) ruimte gerelateerd beleid, waar zijn bestaansgrond passeren daarbij de revue. Op we nu mee bezig? grotere kaarten op de rechter pagina’s is de • Kansen: is er ruimtelijke consistentie ontstaansgeschiedenis van het landschap en de in wat we doen en/of laten we iets lig- menselijke nederzettingen verbeeld. Met deze gen? kennis is het landschap “te lezen”. Begrijpen • Uitvoeringsstrategie: hoe pakken we de van het landschap genereert vanzelf respect gesignaleerde kansen op? voor het landschap. De geformuleerde regie- aanwijzingen zijn vanuit die gedachte en dit De beschreven ruimtelijke kernkwaliteiten zijn respect opgesteld. vrijwel tijdloos van karakter en vormen het fundament voor de nieuwe structuurvisie en an- Wat voor het landschap geldt, geldt ook voor de der toekomstig (ruimtelijk) beleid. Deze nota dorpen. In het tweede deel van het rapport wor- is dan ook op zichzelf te lezen. Om de flexi- den de dorpen doorgelicht op hun ruimtelijke biliteit van de structuurvisie te waarborgen essentie vanuit hun ontstaan en gerelateerd aan zijn de overige bouwstenen opgenomen in deel de huidige verschijningsvormen en karakteris- II van de structuurvisie. Deze bouwstenen kun- tieken. Ook hiervoor geldt: begrijpen van de ‘Groninger landschap met kanaal’,(ca.1923) nen onder invloed van (bestuurlijke) ontwikke- ruimtelijke structuur genereert respect voor Jan Wiegers lingen en/of gewijzigde inzichten worden bij- deze structuur. Ook op dorpsniveau zijn vanuit gesteld die gedachte en dit respect karakteristieken benoemd en regieaanwijzingen geformuleerd. Ruimtelijke kernkwaliteiten

Inhoud

Deel I - Landschap 6

Deel II - Dorpskarakteristieken 40

Bijlage - Verantwoording afbeeldingen 75

- Verantwoording tekst 76

- Literatuurlijst 78

- Verklarende woordenlijst 79

Colofon hier golft mijn geest bevrijd door ruimte belijd ik liefde eindeloos land

hier zaait mijn ziel zaden van schoonheid waaien gedachten puur uit mijn hand

hier klopt bestaan oneindige wijs vang ik lucht, licht en land onder duizend kleuren grijs

marlijn nijboer Ruimtelijke kernkwaliteiten De Marne

Deel I

Landschap

De blik vooruit 6

Landschapsgenese 8

Kwelders 10

Wierden 12

Water 14

Dijken 16

Van kloosterlingen, borgheren, boeren en arbeiders: 18 sociale geschiedenis

Verbindingen 20

Landschapstypen 22

Oude kwelderlandschappen 24

Voormalige zee-armen: 26 Land van Aagt 26 Reitdiep 28 Lauwersmeergebied 30

Kustpolders 32

Waddenzee 34 De blik vooruit De Marne kan bogen op een rijke geschiede- Tegenwoordig worden de buitendijkse kwelders tot de gebieden met de sterkste bevolkingsaf- nis. De oude benaming mar of mer duidt op niet langer stelselmatig ingepolderd, maar name in Noord-Nederland. De verwachte bevol- een zeer waterrijke, drassige streek. Onder gewaardeerd vanwege de belangrijke natuur- kingsafname gaat ook gepaard met vergrijzing. invloed van de getijdenwerking, wind, en la- waarden. Het waddengebied met zand- en slik- Tegen deze achtergrond zet de gemeente in op ter ook de mens is fasegewijs een vruchtbaar platen en kwelders heeft de status van we- het vitaal en leefbaar houden van het gebied. kleigebied aan de zee onttrokken. De bewoning relderfgoed. Het Lauwersmeergebied vormt als In deze kustgemeente, een schatkamer met een in het gebied gaat plaatselijk circa 2500 jaar jongste kustpolder in dit opzicht een vreemde rijk verleden, fraaie landschappen en natuur- terug. De dynamische oorsprong van het gebied eend in de bijt; voor het eerst is het hoofd- waarden, liggen veel kansen voor de toekomst. komt tot uiting in een grote landschappelijke doel niet landaanwinning, maar het bevorderen Inzet is de aanwezige kwaliteiten te verster- diversiteit met eeuwenoude kwelders met fraai van een goede afwatering en kustverdediging. ken en beter zichtbaar te maken. De creatieve gelegen wierdedorpen, de dichtgeslibde zee- In deze jongste polder heeft de natuur juist sector is relatief sterk vertegenwoordigd. In armen van de Hunze en het rationele, groot- ruim baan gekregen. In 2003 krijgt het Lau- de creatieve sector, maar ook in de (verbin- schalige polderlandschap in de jongere kust- wersmeergebied de status van Nationaal Park. dingen met) meer traditionele sectoren als de polders. Mede door de zavelige, vruchtbare landbouw en de visserij ligt veel innovatieve zeeklei groeit de Marne uit tot een bloeiend De huidige gemeente De Marne bestaat sinds potentie besloten. landbouwgebied; de verspreid liggende boerde- 1990 toen de gemeenten , , rijplaatsen stofferen het weidse, open land- en werden samengevoegd. Deze De Marne heeft de blik vooruit. schap met de hoge luchten. dunbevolkte plattelandsgemeente behoort samen met de regio Oost-Groningen en de Eemsdelta

blik langs de Ommelanderzeedijk

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 6 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen orientatiekaart

WESTERNIELAND

KLEINE HUISJES

HORNHUIZEN BROEK MOLENRIJ

KRUISWEG KLOOSTERBUREN

EENRUM

WEHE DEN HOORN VIERHUIZEN

ULRUM LEENS

MENSINGEWEER

NIEKERK

SCHOUWERZIJL ZUURDIJK

Ruimtelijke kernkwaliteiten 7 Landschapsgenese In de Marne is goed te zien hoe het klei- weer en Groot Maarslag. De overige kwelder- van landbouwgronden en zo een grotere mensen- landschap van de noordelijke kuststreken is wallen zijn voornamelijk oost-west gericht. gemeenschap te voeden gaat de mens over tot ontstaan door het vrije spel van zee en wind Prominent is de centrale welving, een brede systematische dijkenaanleg en ontginning van en vervolgens door de mens in cultuur is ge- en hoge kwelderwal. Op deze kwelderwal ligt de nieuw gewonnen polders. De kloosters die bracht. een reeks van wierden die de oorsprong vormen zich in het gebied vestigen, nemen het voor- van de kerkdorpen Vierhuizen, Ulrum, Leens en touw. De kloosterlingen beschikken over de Aan het einde van de laatste ijstijd (8.000- Wehe. benodigde kennis ten aanzien van de dijken- 9.000 voor Christus) smelten ijskappen en aanleg en de afvoer van overtollig water via loopt de Noordzee vol. Op enige afstand van de maren en uitwateringssluizen, de zogeheten de hoge en droge zandgronden ontstaat iets ten zijlen. Bij deze zijlen ontstaan nederzet- noorden van de tegenwoordige Waddeneilanden tingen, zoals Houwerzijl en Schouwerzijl. Het een lange duinenrij. Achter deze duinen vor- continue proces van opslibbing en inpoldering men zich uitgestrekte veenmoerassen. Door de van de rijpe kwelders heeft uiteindelijk ge- stijgende zeespiegel komen er doorbraken in resulteerd in een reeks zeer vruchtbare kust- de kustbarrière en ontstaat de Waddenzee. De polders waar de dijklichamen nog altijd het hoogste delen van de oorspronkelijke vlakte beeld bepalen. Maar ook ten zuiden van de oude blijven nog lange tijd bewoonbaar. Op het zo- kwelderlandschappen vindt inpoldering plaats. geheten ‘hoog van ’, een pleistocene De bedijking en ontginning van de Reitdiep- zandrug, zijn bijvoorbeeld vondsten aange- polders wordt sterk vergemakkelijkt door de troffen uit ongeveer 3.000 voor Christus. afsluiting van Reitdiep in 1876. De volgende en, voorlopig laatste, stap in het proces van Het dynamische proces van opslibbing en af- inpolderingen wordt gezet in 1969. Met de in- slag staat onder invloed van de getijdenwer- poldering van de Lauwerszee is aan de Marne king, de oostelijke stroming van de zee en de een geheel nieuw gebied toegevoegd, met eigen overheersende windrichting vanuit het westen. wetmatigheden en karakter. In de Waddenzee wordt in de loop der tijd klei conceptueel model van de vorming van de kwelder- afgezet en ontstaan kwelderwallen. Omstreeks wallen in drie tijdstappen (t=0t=3). Door golf- 500 voor Christus zijn de kwelderwallen vol- werking wordt een initiele rug gevormd op de lage kwelder. Verder opslibbing leidt tot ophoging en doende hoog komen te liggen voor bewoning. uitbouw van de kwelder, waarna, bij een nieuwe Bewoners, afkomstig van de zandgronden, ves- fase met verhoogde golfwerking, zeewaarts een tigen zich op de hoge kwelderwallen die de nieuwe rug wordt opgeworpen zeeboezem van de Hunze flankeren. De kwelders worden gebruikt voor de jacht, het verzamelen De noordelijke trechtervormige zeeboezem van van voedsel en geëxploiteerd als weidegebied de Hunze slibt uiteindelijk in de twaalfde voor het vee. De bewoners hogen hun nederzet- eeuw geheel dicht. De afwatering van de Hun- tingen op tot wierden om have en goed te be- ze is dan verplaatst in westelijke richting. schermen tegen stormvloeden. Vroege voorbeel- Mede door de stijging van de zeespiegel is den van wierden zijn die van Panser, Schouwen hier tussen 800 en 1250 na Christus de Lau- en Warfhuizen. Het proces van opslibbing re- werszee ontstaan. Doorbraken hebben bovendien sulteert vervolgens in aangroei van nieuwe geresulteerd in een geul die diep het land kwelderwallen waardoor de trechtervormige binnendringt en zich verbindt met de Hunze. 24 mei 1969: De afsluiting van de Lauwerszee is zeeboezem van de Hunze steeds verder vernauwd een feit raakt. Ter plaatse van de oostelijke flank van De aanleg van wierden kan worden beschouwd als de zeeboezem is rond 100 na Christus een haak- eerste fase in de strijd tegen de zee. Voor vormige kwelderwal opgeslibd rond het ‘hoog 1200 overheerst het wierdensysteem, na 1200 van Winsum’. Hier ontstaan nederzettingen die het poldersysteem. Om de jonge, vruchtbare uitgroeien tot het huidige Eenrum, Mensinge- zeeklei te kunnen toevoegen aan het areaal

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 8 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen 500 v. Chr. 100 n. Chr. 800 n. Chr.

eind 13e eeuw n. Chr eind 18e eeuw n. Chr. eind 20e eeuw n. Chr.

Ruimtelijke kernkwaliteiten 9 Kwelders De noordelijke kuststreken kennen een dynami- verbinding met de zee; de opslibbing staakt. sche oorsprong. Onder invloed van getijden, de Buitendijks gaat het proces echter door. Zo oostelijke stroming en de overheersende wes- ontstaat de meest noordelijke haakwal. Hierop tenwind slibben in de kwelders hogere wallen wordt een nieuwe zeewering gebouwd, de Ou- 3. op met daartussen lagere vlakten. Ook vandaag dedijk. Deze dijk vormt de oorsprong voor de dag is dit proces te zien met opslibbing de dorpen Pieterburen en Westernieland. Het van buitendijks gelegen kwelders en slikken nieuw opgeslibde en ingepolderde land ligt doorsneden door prielen en kreken en het ‘wan- 2. telkens hoger dan het oudere, inmiddels ook delen’ van de Waddeneilanden. 1. wat ingeklonken land.

Het gebied oefent vanaf 600 voor Christus een 1. sterke aantrekkingskracht uit vanwege goede vis- en landbouwgronden. Aangenomen wordt dat de geleidelijke bevolking van de brede kwel- derwallen aan beide zijdes van de Hunze vanuit 1. oudste kwelderwallen de kuststreken en het binnenland is begonnen. 2. centrale welving Voordat sprake is van permanente bewoning is 3. haakvormige kwelderwallen de kwelder waarschijnlijk al gebruikt voor zomerbeweiding. De eerste permanente bewoning De opslibbing is doorgegaan; de oude kwelders is in de zogeheten vlaknederzettingen; niet- slibben hoger op en nieuwe kwelders vormen opgehoogde woonplaatsen op de kwelderwallen. zich langs beide oevers van de Hunze. In de De bewoning groeit in de perioden waarin de Marne vormen zich op regelmatige afstanden zee weinig actief is, terwijl tijdens trans- kwelderwallen die globaal oost-west lopen. gressieperioden woonplaatsen worden verlaten Panser (bij Vierhuizen) en Schouwen liggen op of bestaande worden opgehoogd tot wierden. de oudste, meest zuidelijke kustlijn. Daarbo- ven ligt de wat jongere, veel kleinere kwel- uitsnede algemene hoogtekaart Nederland derwal waarop Warfhuizen is ontstaan. Ook op de oostelijke Hunzeoever ontstaat een kwel- derwal met de wierden Eenrum, Groot en Klein Maarslag. Vervolgens ontstaat een lijnrechte kwelderwal die zich van Vierhuizen tot Wehe uitstrekt en die bekend wordt als de centrale welving en nu fungeert als de centrale as van de Marne. Hier liggen de belangrijkste dorpen op of nabij grote wierden. Enkele honderden meters noordelijker vormt zich een parallelle kwelderrug met een reeks van boerderijplaat- Zonder er overigens zelf te zijn geweest beschrijft sen. De volgende kwelderwal, die van Horn- de Romein Plinius de Germaanse kuststreken als huizen en Kloosterburen, heeft zich tot om- volgt: “De oceaan stort zich tweemaal per etmaal met gigantische golven uit over het land, zodat men streeks 1100 als een haakvormige kwelderwal zich bij deze eeuwige strijd van de natuur afvraagt naar het oosten uitgebreid. Daartussen lig- of dit stuk grond tot het land of tot de zee be- gen de kweldervlaktes met een knikkleilaag en hoort. Op de heuvels of beter gezegd, op met handen soms opnieuw een laag vruchtbare zeeklei. In opgehoogde woonplaatsen (de wierden) leeft daar een die tijd wordt op de noordelijke haakwal een ongelukkig volk. Bij vloed zijn het net schepelin- gen, bij eb eerder schipbreukelingen. En wanneer zeedijk opgeworpen waardoor de noordelijke zij door het Romeinse volk zijn overwonnen, noemen Hunzeloop van de Wadden wordt afgesloten. Het zij dat nog slavernij!” binnendijkse kwelderland staat niet langer in

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 10 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen 500 v. Chr.

Hunze

Vierhuizen Leens Panser Oosterhalm

Houwerzijl Ewer Winsum Westerhuis De Hoogte

Ezinge

Garnwerd legenda

bestaande nederzettingen

nieuwe nederzettingen

contouren huidige nederzettingen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 11 Wierden Wierden zijn prominent aanwezig binnen het de veehouderij. De flanken van de wierden, de Inmiddels heeft de gemeente ten aanzien van de Marnster cultuurlandschap. De karakteristieke valgen, blijven buiten bereik van zout over- omgang met bekende en te verwachten archeolo- silhouetten van wierdedorpen steken af te- stromingswater en worden gebruikt voor akker- gische waarden een Beleidsadvieskaart Archeo- gen de hoge luchten. De oudste wierden hebben of tuinbouw. De lagere delen zijn weide- en logie laten opstellen. zich meestal ontwikkeld uit vlaknederzettin- hooilanden. De landbouwgrond rond de wierden gen op de kwelderwallen die boven het gemid- wordt wel door dijkjes omringd. We onderscheiden radiaire en orthogonale wier- delde hoogwaterniveau liggen maar soms toch den. Wierden met een radiaire structuur, zo- overstromen bij extreem hoog water. Bovendien Op de oudere kwelderwallen komen de oudste als bijvoorbeeld Groot Maarslag, zijn min of stijgt de zeespiegel geleidelijk en daalt de en ook de grootste wierden voor. Op de cen- meer rond. Vanuit het midden lopen de perceel- bodem. De ophogingen ontstaan door storten trale welving liggen de wierdes Elens, Houw scheidingen straalsgewijs naar de rand. Rond van huisafval en mest en door middel van het (+4NAP) en Tuinsterheerd (+6NAP). Deze wier- deze wierden loopt een ossenweg waarlangs het aanbrengen van kwelderzoden. De versprei- den zijn beroemd geworden door de archeo- vee naar de omliggende weiden wordt gebracht. de vlaknederzettingen concentreren zich tot logische vondsten tijdens de afgraving van Orthogonale wierden hebben een rechthoe- groepjes van huiswierden waarvan sommige uit- vruchtbare aarde voor structuurverbetering kig patroon. Kenmerkende voorbeelden zijn de groeien tot dorpswierden. De wierden liggen van schrale gronden elders. Archeoloog Van kerkdorpen Vierhuizen, Ulrum, Leens en Wehe. meestal aan de rand van een zeeboezem of een Giffen toont aan dat de bewoning van de Tuin- Hoe het onderscheid tussen types is ontstaan getijdengeul, mogelijk vanwege de visserij. ster wierde waarschijnlijk in de negende eeuw blijft een discussie. Wellicht zijn de recht- Daarnaast leven de bewoners van de jacht en is begonnen. hoekige structuren jonger dan de radiaire.

De grote dobbe of ‘fait’ in het midden van de wierde vormt de gemeenschappelijke drinkwa- tervoorziening voor het vee wanneer het water in de omgeving door overstromingen zout of brak is geworden. Bij wierde De Houw is de fait nog herkenbaar. Na de kerstening wordt soms in het midden van de gemeenschappelijke grond een kerk gebouwd, met daaromheen de ge- meenschappelijke begraafplaats.

Bedijkingen maken na 1200 een einde aan de noodzaak om op een wierde te wonen, waardoor vooral de boerderijen van de wierden verdwij- nen. Vanuit de wierden worden nieuwe dorpen gesticht in de ingepolderde gebieden. impressie bewoning wierden archeologisch onderzoek Tuinster (?) wierde

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 12 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen 100 n. Chr.

Eenrum

Leens

Groot Maarslag Warfhuizen

Schouwen

legenda

bestaande nederzettingen

nieuwe nederzettingen

contouren huidige nederzettingen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 13 Water De Marne is gevormd op het snijpunt van het Het noordelijk kustgebied kent een scala aan zoute zeewater van de Waddenzee en het zoete wateren waarvan de naam doorgaans veel zegt water aangevoerd door de Hunze. De strijd te- over het ontstaan. Zo kennen de meeste maren gen het water maar ook het profijt dat het een natuurlijke oorsprong als (deels) recht- water heeft gebracht, zijn bepalend geweest getrokken natuurlijke priel. Waterlopen met voor de ontwikkelingsgeschiedenis. Geleide- ‘rijt’ of ‘riet’ duiden op eb- en vloed- lijk wordt de greep van de mens op de water- werking en/of sterke stroming en meestal een beheersing sterker. buitendijkse ligging, zoals tot 1875 bij het Reitdiep. Oorspronkelijk vindt afwatering op de kwel- derwallen plaats via de natuurlijke getijden- geulen, kreken of prielen. De Hunze kent een noordelijk stroomrichting waarbij de monding Zijlvesten en dijkrechten in de 18e eeuw met het ook fungeert als scheiding tussen gebieden: Houwer- (1)en Schouwerzijlvest (2), dijkrecht ten westen van de oude Hunze ligt de Marne, Wierhuizen-Pieterburen-Westernieland (3), dijk- recht Den Andel (4) en Winsumer- en Schalster- ten oosten het Halve Ambt. Tussen circa 700 en zijlvest 1000 na Christus is sprake van een transgres- sieperiode. Tijdens inbraken bij de monding De afsluiting van het Reitdiep komt tot stand van de Lauwers worden stukken land weggeslagen in 1875, na eeuwen van eerdere plannen. De en dringen erosiegeulen zo diep binnen dat een nieuwe Reitdiepssluizen worden in juni 1876 doorbraak tot stand komt naar de Hunze. Hier- voor de scheepvaart geopend. De regulering door wordt de Marne een eiland. De noordelijke van de waterstanden maakt nieuwe landaanwin- Hunzemonding slibt vervolgens dicht en staat gezicht op Houwerzijl tussen ca. 1570-1717 ning mogelijk; de opgeslibde Reitdiepskwel- bekend als het Land van Aagt. Het resterende ders worden als landbouwgrond in gebruik ge- deel van de oude Hunze en de doorbraak vanuit e Inpoldering van de vruchtbare kwelders kan nomen. de Lauwerszee worden vanaf de 15 eeuw Reit- alleen wanneer overtollig binnenwater wordt diep genoemd. Als gevolg van het proces van afgevoerd. In de dijken worden zijlen ofwel In 1969 vindt de laatste, omvangrijke water- dichtslibben van het Land van Aagt en aanwas uitwateringssluizen aangelegd om het overtol- staatkundige operatie plaats. Door aanleg van van nieuwe kwelders langs de noordkust is de lige water te kunnen lozen en om te voorkomen een nieuwe afsluitdijk wordt de Lauwerszee afwatering in noordelijk richting belemmerd dat hoog water binnendringt. Aanleg en be- getransformeerd tot Lauwersmeer. Dit is niet en wordt de stroomrichting omgekeerd. Het ge- heer vereisen een hoge organisatiegraad. De zozeer ingegeven door landhonger maar vooral bied watert af op het Reitdiep, dat tot 1875 twee zijlvesten gaan terug tot omstreeks het gericht op het tegengaan van bodemverzilting, in open verbinding staat met de Waddenzee. jaar 1000; het Houwerzijlvest in het westen een betere afwatering en bescherming tegen en het Schouwerzijlvest in het oostelijk deel stormvloeden door een dijkverkorting. Bij de van de Marne en een deel van het Halve Ambt. inrichting van het gebied speelde defensie Uit de naamgeving blijkt de afwatering via een hoofdrol. Naast een omvangrijk defensie- de sluizen te Houwerzijl en te Schouwerzijl. terrein werd ook ruimte gereserveerd voor Later wordt ook via de Zoutkamper pomp wa- landbouw op de vruchtbare delen, natuur en in ter geloosd. Na 1717 vormt de Schouwerzijl de een later stadium recreatie. hoofdafwatering. In 1855 gaan beide zijlves- ten samen verder in het waterschap . Na de opening van het Hunsingokanaal in 1860 watert het noordwestelijk deel van de Marne af via de Hunsingosluis bij Zoutkamp.

Lauwerszee tot aan Zoutkamp 1932

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 14 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen 800 n. Chr.

Hunze “EILAND DE MARNE” “HALVE AMBT”

Menneweer Grote Houw Ulrum Wehe Elens Kleine Houw LeensTuinsterwierde

Klein Maarslag Niekerk

Lauwers

legenda

bestaande nederzettingen

nieuwe nederzettingen

contouren huidige nederzettingen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 15 Dijken Wierdebewoners leggen al ringdijken aan rond Al snel wordt de volgende zeewering gebouwd gebieden langs het Reitdiep bedijkt. Om te de bij de wierden gelegen akkers. De systema- om het ‘nieuwe land’ te kunnen ontginnen. Deze beginnen het ‘Hooge Slijck’. In 1766 volgt de tische inpolderingen in de noordelijke kleis- Oudedijk vormt de eerste doorlopende ‘zee- Hoogtsterpolder ten zuiden van boerderij de treken vindt plaats na de komst van kloosters borg’ die de hele noordkust omspant. Als oude Hoogte nabij Houwerzijl en in 1805 de Nieuwe die als grootste grondbezitters het voortouw dijken door de aanleg van nieuwe inpolderin- Zuurdijksterpolder ten oosten ervan. nemen. In 1163 vestigt het Oldenklooster zich gen hun waterkerende functie verliezen worden in het huidige Kloosterburen. Dit klooster is ze weer afgegraven. Hierdoor zijn vele oude Ondertussen gaat ook langs de noordkust het één van de oudste van Groningen en is gesticht dijken niet langer herkenbaar. Ook van de Ou- proces van opslibbing door. Hier bevorderen vanuit het klooster Mariengaarde bij Hallum, dedijk is tussen Westernieland en Den Andel de boeren de rijping van de vruchtbare kwel- dat behoort tot de orde der Premonstraten- nog slechts een klein restant zichtbaar. Het ders door de aanleg van opstrekkende sloten sers of Norbertijnen. Kloosterlingen van deze tracé is nog wel herkenbaar door de ligging en dwarsgreppels gecombineerd met gronddammen orde houden zich actief bezig met landwerk, van de dijkdorpen Pieterburen en Westernie- die bij hoogwater de golfslag breken. Later het aanleggen en onderhouden van dijken en land en tal van kolken. Deze door het binnen- gebruikt men de Sleeswijk-Holsteinse methode. de afvoer van overtollig water door maren en dringende zeewater uitgeslepen gaten getuigen De brede kwelderlanden voor de noordkust, de zijlen. In 1204 wordt vanuit het Oldenkloos- van dijkdoorbraken tijdens de kerstvloed van Uiterdijksche Landen, worden in de jaren 1630 ter het Nijenklooster ten noorden van Wehe 1717. van Wierhuizen tot aan Hoogwatum binnen een gesticht. Beide kloosters liggen op strategi- zomer- of kadijk gebracht. Na de kerstvloed sche plaatsen aan de omstreeks 1100 opgewor- In de zuidelijke hoek van de Marne is de van 1717 wordt deze dijk gepromoveerd tot zee- pen Marnedijk die uiteindelijk de Hunze van de Zuider- of Zuurdijk de oudste waterkering. dijk. Dobbes langs dit dijktracé voorzien in zee afsluit. Rond 1250 komt de volgende dijk Niet lang daarna, rond 1288 is deze vervangen drinkwater voor het vee. Vervolgens worden de tot stand op de noordelijker gelegen kwel- door een nog zuidelijker gelegen kadijk en Vierhuister-, Hornhuister-, Zevenboeren- en derwallen. Op dit tracé liggen tegenwoordig later opgenomen in de Oude Provinciale Dijk. de Bokumer en Ikemapolder bedijkt, later de Kleine Huisjes en Broek. Dergelijke nieuwe Zo komen de wierden Vliedorp en Niekerk en de Westpolder. nederzettingen van landarbeiders, herders en plaats Zoutkamp binnendijks. Voor uitwatering vissers groeien wanneer land wordt gewonnen in het Reitdiep wordt in deze dijk de Houwer- In 1969 wordt de huidige zeedijk op Deltahoog- en de afstand tot de oude (wierden)dorpen te zijl gelegd die al in 1717 door opslibbing te gebracht en wordt de Lauwerszee getrans- groot wordt. van de Reitdiepkwelders buiten gebruik raakt. formeerd tot Lauwersmeer. De afsluitdijk kort In de achttiende eeuw zijn deze opgeslibde de kustlijn aanzienlijk in waardoor de kosten voor de kustverdediging worden beperkt.

1940 1811 1872 1718 1969 1809/1815 1923 1350

1802 ca.1250 1806 1875 ca.1100

1770/1807

1837

1927 1685 legenda

ca.1100 bestaande dijken

1729 ca.1288 1877 verdwenen dijken 1766 1805 1819 1877 1923 bedijkingsjaar

kaart Oldenklooster(1729), Hindrik Warner Folckers dijkenpatroon

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 16 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen eind 13e eeuw n. Chr.

Oude dijk ‘t Huis ten Dijke

Pieterburen Westernieland Kloosterburen Marnedijk

Hornhuizen Kruisweg Molenrij Nijenklooster Herathema Verhildersum

Beusum Asingaborg Zuider- of Zuurdijk Panser Zuurdijk Rondenburg ‘t Huis ter Borg

legenda

bestaande nederzettingen

nieuwe nederzettingen

contouren huidige nederzettingen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 17 Van kloosterlingen, borgheren, boeren en arbeiders: sociale geschiedenis In de Middeleeuwen was dit gebied, mede door de aanwezigheid van vruchtbare zeeklei en goede vaarverbindingen, al relatief dicht bevolkt geraakt. In deze periode zijn de kloosters door hun kennisvoorsprong en groot grondbezit zeer invloedrijk. Hoofdelingen vertegenwoor- digen de tweede machtslaag. Ter verdediging van bezit en rechten bouwt deze lokale elite steenhuizen, stenen versterkingen die soms uitgroeien tot borgen. Een borg als Verhil- dersum bij Leens is later omgebouwd tot een fraai landhuis. Borgen en borgterreinen ge- tuigen tot vandaag van de invloed van de Om- opstrekkende heerden ten noorden van Pieterburen woning ‘eerste arbeider’ op achtererf, Schouwen melander jonkers. (l) en Westernieland (r)

voor de opgeslibde kwelders. Zo ontstaat de De winterwerkloosheid onder de landarbeiders typerende opstrekkende heerdenverkaveling met wordt in beperkte mate opgevangen door enige zeer langgerekte kavels op de ingepolderde, industrie. In Ulrum is een strokartonfabriek vruchtbare zeeklei. Aan dit recht komt om- geweest, in Warfhuizen, Leens, Ulrum en Eenrum streeks 1930 een eind; de kwelders vervallen vlasfabrieken en in Leens en Den Hoorn zuivel- aan de staat. fabrieken. In het eerste kwart van de twintig- ste eeuw verdwijnen deze fabrieken weer. Het Ook innovatie heeft bijgedragen aan een bloei- grootste deel van de landbouwproducten wordt ende akkerbouw. Een pionier op landbouwgebied verscheept naar Groningen en daar verhandeld is Marten Aedsges Teenstra. Hij komt in 1776 of verwerkt. op de boerderij Castor te Zuurdijk, scheurt een deel van zijn groenland en begint als eer- Door de agrarische crises rond 1880 en inno- borg Verhildersum, Leens ste met het verbouwen van koolzaad. Als ge- vatie en mechanisatie daalt de werkgelegen- volg van de veepest en stijgende graanprijzen heid in de landbouw, verscherpen de sociale De jonkergeslachten verliezen aan het einde schakelen veel boeren over naar akkerbouw. tegenstellingen en trekken veel mensen weg. Na van de achttiende eeuw hun heerlijke rech- Tussen 1850 en 1877 is sprake van een hausse de Tweede Wereldoorlog zet de mechanisatie en ten. Vele borgen worden op afbraak verkocht. in de landbouw. schaalvergroting door en samen met ruilverka- De macht verschuift naar de (grote) boeren. velingen heeft dit ingrijpende gevolgen voor Het beklemrecht is een typisch Groninger erf- Door de seizoensgebondenheid van de akkerbouw het landschap. Door de toenemende mobiliteit pachtsysteem met een vaste pachtsom waarbij krijgen boeren en arbeiders een andere wer- blijft de gevreesde leegloop echter uit en de gronden niet gesplitst mochten worden. krelatie. In een akkerbouwbedrijf is weinig blijft wonen in de Marne ook aantrekkelijk Mede hierdoor krijgen boeren vrijheid van be- inwonend personeel nodig. Veel arbeiders wo- voor mensen die elders werken. drijfsvoering en loont het om investeringen nen in eenvoudige arbeiderswoningen in dorpen te doen, zoals het omzetten van grasland in of streekjes. Deze woningen staan in sterk akkerland. contrast met de imposante boerderijen, regel- matig uitgevoerd met een twee- of driekaps- Op de buitendijkse kwelders geldt het recht schuur. Werkkrachten worden ook aangetrokken van opstrek of alluvie. Dit oud-Ommelander via het systeem van de koppelarbeider: vanuit landrecht bepaalt dat grondbezitters eigen- Duitsland, het Westerkwartier en domsrechten kunnen doen gelden op nog niet komen arbeiders op contractbasis de oogst in cultuur gebrachte gronden in het verlengde binnenhalen waarna ze weer doortrekken naar van hun land. Het recht van opstrek geldt ook de volgende tijdelijke werkgever.

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 18 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen eind 18e eeuw n. Chr.

Lauwers Oosterhuizen

Starkenborg

Mattenesse

Houwerzijl Lulema Zoutkamp Schouwerzijl Reitdiep

legenda

bestaande nederzettingen

nieuwe nederzettingen

contouren huidige nederzettingen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 19 Verbindingen Het Reitdiep vormt eeuwenlang de levensader Ulrum-Warfhuizen is in 1662 de eerste ver- van de Marne. Vanwege het strategisch belang harde wegverbinding in de Marne. Hierdoor is als zeeverbinding van de stad Groningen wordt de trekvaart via naar Groningen in Zoutkamp in 1575 een schans aangelegd. Het sterk verbeterd. Tussen 1839 en 1881 worden Reitdiep en het wijdvertakte stelsel van ma- ook de andere kleiwegen verhard. ren vormen lange tijd de enige betrouwbare verbindingen. Verharde verkeerswegen ontbre- In de Marne zijn ook veel kerkenpaden geweest, ken; de onverharde paden en wegen zijn grote zoals tussen Houwerzijl en Niekerk en Zout- delen van het jaar praktisch onbegaanbaar. De kamp en Vierhuizen (Zoutkamp krijgt pas in maren liggen in lage delen van de kweldervlak- 1836 de beschikking over een eigen kerk). Op ten en volgen vaak de loop van Waddenprielen. enkele uitzonderingen na zijn deze voetpaden De maren worden door het graven van diepen als gevolg van de ruilverkaveling verdwenen. onderling verbonden. spoorwegemplacement, Stationsstraat te Zoutkamp Een tweede negentiende-eeuwse innovatie is de aanleg van spoorverbindingen. Vanaf 1897 rum. Anders dan de paardentram is deze nieu- rijdt in de Marne de paardentram van de ‘Tram- we spoorverbinding buiten de kernen gelegd. weg Maatschappij Winsum-Ulrum’. In Winsum De spoorlijn blijft tot 1942 in gebruik. Het wordt aangesloten op de treinen van Groningen tracé tussen Abelstok richting Ulrum is later naar . Vanaf Ulrum is er een omni- gebruikt voor de aanleg van de provinciale weg bus om de passagiers desgewenst naar Zoutkamp N361. Spoor- en wegverbinding staan in nauwe te brengen. De tramlijn loopt door de kern relatie met de dorpsontwikkeling: de dorpen van de dorpen. Door de aanleg van de spoor- die in de twintigste eeuw sterk zijn gegroeid, lijn in 1922 van de Groninger Locaal Spoorweg zoals Ulrum, Leens en Wehe-den Hoorn liggen Maatschappij is de paardentram niet langer alle aan dit tracé. rendabel. De Marnelijn loopt van Winsum naar Zoutkamp via Baflo, Eenrum, Wehe, Leens en Ul-

schans ‘Soltkamp’ 1575 (Reitdiep linksonder) legenda

Door de provinciale aanleg van jaagpaden in de dijken

tweede helft van de zeventiende eeuw ontstaat provinciale wegen een stelsel van trekvaarten met Groningen als spil. Dit hangt samen met het stad-Groninger Reitdiep/Lauwersmeer stapelrecht, bijvoorbeeld op graanhandel, vanaf eind vijftiende eeuw tot begin negen- maren/trekvaarten tiende eeuw. De overslag van lokale produc- vm. spoorlijn ten in kleine, bedrijvige havens is van gro- te betekenis geweest voor de dorpseconomie kernen en -ontwikkeling. Bijna alle dorpen liggen aan vaarwater. De trekweg langs de Trekvaart hoofdinfrastructuur

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 20 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen eind 20e eeuw n. Chr.

Lauwersoog

Lauwersmeer

Hoornse- vaart Hunsingokanaal

legenda

bestaande nederzettingen

nieuwe nederzettingen

contouren huidige nederzettingen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 21 Landschapstypen Het landschap van de Marne is onder invloed ring van het Lauwersmeer (onderdeel van het van de zee en menselijk handelen eeuwenlang landschap van de voormalige zee-armen) en de langs lijnen van geleidelijkheid ontstaan. Waddenzee voornamelijk een agrarisch gebruik Deze processen hebben geresulteerd in een di- en uitstraling. Op hun beurt hebben het Lau- vers landschap met soms vloeiende, en soms wersmeer en de Waddenzee juist een natuurlijk scherpe overgangen. In de Marne komen vier karakter. Tot slot zijn de stilte en het nach- landschapstypen voor: de oude kwelderland- telijke duister even buiten de bebouwde kom- schappen, de voormalige zee-armen, de kust- men kenmerkend voor de Marne. polders en de Waddenzee. De Marne heeft een te koesteren cultuurland- Deze landschappelijke verschillen zijn tot op schap! heden herkenbaar, maar door relatief recente ontwikkelingen zoals de ruilverkaveling deels vervaagd. Bij de ruilverkaveling is het land- bouwareaal grotendeels getransformeerd tot Algemene regieaanwijzingen: gebied met grootschalige, rationele blokver- uitsnede topografische kaart Wehe-den Hoorn/Eenrum • Alle ingrepen in het landschap dragen bij kaveling. Veel sloten zijn gedempt ten behoeve na de ruilverkaveling (1989) aan het zichtbaar houden en versterken van van perceelsvergroting. Landbouwontsluitings- de kernkarakteristieken van de aanwezige wegen worden breder en veel landschappelij- Ieder landschapstype heeft haar eigen karak- landschapstypen en de verschillen tussen ke elementen zoals kolken en dijkresten zijn ter. Naast de verschillen zijn er ook duide- die landschapstypen. verdwenen in het belang van een meer efficiënt lijke raakvlakken. Zo is het Marnster land- • Behoud van duisternis en stilte. landbouwkundig gebruik van de gronden. Ter schap als geheel gevormd door de invloeden compensatie van verdwenen groen als gevolg van de zee in combinatie met ingrepen van de van de ruilverkaveling zijn zogenaamde dorps- mens om de zee te beteugelen en te profiteren bosjes aangeplant. Mede door deze bosjes is van de vruchtbare klei. Daarnaast heeft het het landschap en de relatie tussen dorpen en landschap in het algemeen een open karakter. landschap gewijzigd. Bovendien kent het landschap, met uitzonde-

legenda

oude kwelderlandschappen

voormalige zeearmen

kustpolders

uitsnede topografische kaart Wehe-den Hoorn/Eenrum waddenzee voor de ruilverkaveling (1935) kernen

landschapstypen

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 22 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Landschapstypen

WADDENZEE KUSTPOLDERS

OUDE KWELDERLANDSCHAPPEN

KUSTPOLDERS

OUDE KWELDERLANDSCHAPPEN

OUDE KWELDERLANDSCHAPPEN VOORMALIGE ZEE-ARMEN

OUDE KWELDERLANDSCHAPPEN

VOORMALIGE ZEE-ARMEN

Ruimtelijke kernkwaliteiten 23 Oude kwelderlandschappen De oude kwelderlandschappen vormen het kern- kwelderwal komen tenslotte zogenaamde krui- Hoorn deze bijzondere plekken door demping gebied van de Marne. In de landschappelijke nige akkers met waardevolle, subtiele hoogte- niet afleesbaar zijn. structuur liggen de hogere kwelderwallen met verschillen voor. Deze kruinige akkers hebben • Het verkavelingspatroon ten noorden van daartussen de lagere kweldervlakten ruwweg in het midden een glooiing die is ontstaan als de centrale kwelderwal is rechtlijniger oost-west. De (wierde)dorpen met hun groene gevolg van het binnenwaarts ploegen van de dan het gebied ten zuiden van de centrale silhouet en daartussen laanbeplanting bepalen grond ten behoeve van de afwatering. kwelderwal. het beeld van deze oude kwelderwallen. Zo is • Micro-reliëf in de vorm van zogenaamde een contrast ontstaan tussen de meer beslo- De oude kwelderlandschappen zijn dooraderd kruinige percelen komt voor op de kwelder- ten wereld van de kwelderwallen en de weidse, met een stelsel van maren en diepen die niet vlakte direct ten noorden van de centrale schaarser bebouwde kweldervlakten. Er is een alleen belangrijk zijn voor de waterafvoer kwelderwal. subtiel verschil in openheid ter weerszijden maar ook belangrijke historische verbindingen van de centrale kwelderwal. Ten noorden van de vormen. Vrijwel ieder dorp takt hier met een centrale kwelderwal is het landschap weidser haventje op aan. Regieaanwijzingen oude kwelderlandschappen dan het gebied ten zuidwesten van de centrale (in aanvulling op de algemene regieaanwij- kwelderwal. Karakteristieken oude kwelderlandschappen: • zingen): Richtinggevende structuur met kwelderwal- • Behoud van contrast tussen de besloten Het verkavelingspatroon en de situering van len en –vlakten. In het westelijk deel kwelderwallen en de open kweldervlakten. de boerderijen in de oude kwelderlandschappen oost-west gericht. Ten oosten van het Land • Dorpen herkenbaar houden door onbebouwde zijn rijk geschakeerd. Rond de oudste wier- van Aagt noord-zuid. • ruimte tussen de dorpen te koesteren. den zijn sporen te vinden van een zeer oud Op de kwelderwallen liggen de dorpen op • Doorontwikkelen van (subtiele) verschil- verkavelingstype: de onregelmatige blokver- regelmatige afstanden van elkaar en ook len in het landschap als gevolg van ver- kaveling. Kenmerkend zijn de grillig gevormde de opgaande beplantingsstructuren. Dorpen schillen in verkaveling en mate van open- percelen die worden begrensd door kronkelende zijn niet aan elkaar gebouwd. • heid. sloten. Rond de radiaire wierdedorpen, zo- Tussen de kwelderwallen liggen de open • Beschermen van karakteristieke elementen als bijvoorbeeld Groot Maarslag, vinden we kweldervlakten. De mate van openheid van zoals wierden en (natuurlijke) waterlo- soms nog de radiaire blokverkaveling, waarbij de kweldervlakten varieert. Ten noorden pen. het land vanuit het midden van de wierde als van de centrale kwelderwal is het land- • Doorontwikkelen van de relatie tussen taartpunten is verdeeld. schap weidser dan in het zuidwesten van ‘dorp’ en ‘water’. het gebied. • • Ingrepen bij (reeksen van) boerderijen re- Na de aanleg van dijken verhuizen veel boerde- Wierden vormen landschappelijk waardevol- lateren aan de maat, schaal en het ritme rijen naar een plek te midden van het bijbeho- le elementen. Sommige wierden zijn bebouwd van de gehele reeks. rende land. Voor de meeste boerderijerven die en uitgegroeid tot dorpen en in andere ge- • Behoud en/of herstel van erfbeplanting bij ‘buiten’ de wierden zijn aangelegd, geldt dat vallen zijn deze kunstmatige verhogingen boerderijen als groene eilanden in de open ze over het algemeen toch tamelijk hoog lig- in het landschap als woonplek verlaten. • ruimte. gen. Vanwege de fluctuerende waterstanden lig- Op de kweldervlakten liggen boerderijen, • Beschermen micro-reliëf (kruinige ak- gen oude boerenerven vaak op de kwelderwallen veelal op regelmatige afstand van elkaar. kers). langs oude kustlijnen en waarschijnlijk ook Deze boerderijen worden als groene eilan- wel op eerder verlaten wierden. Kenmerkend den in de ruimte omzoomd met erfbeplan- zijn de boerderijenreeksen op smalle kwelder- ting. ruggen net ten noorden van de dorpenreeks op • In dit landschap komen karakteristieke de centrale kwelderwal. In dit gebied rond (natuurlijke) waterlopen voor zoals ma- Grijssloot is de verkaveling overigens dui- ren, trekvaarten en kanalen. Ieder type delijk rechtlijniger dan ten zuiden van de waterloop heeft haar eigen karakter. centrale kwelderwal. Dit doet vermoeden dat • Dorpen hebben van oudsher een duidelijke de ontginning in dit jongere gebied op meer relatie met het watersysteem. In Eenrum is systematische wijze ter hand is genomen. Op het haventje duidelijk herkenbaar terwijl de kweldervlakte ten noorden van de centrale in andere dorpen zoals Leens of Wehe den

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 24 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Oude kwelderlandschappen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 25 Voormalige Zee-armen Het landschapstype van de voormalige zee-ar- aanplant vormt een dissonant en tast de her- Regieaanwijzingen Land van Aagt (in aanvul- men bestaat uit drie deelgebieden, namelijk: kenbaarheid van de voormalige zeeboezem van ling op de algemene regieaanwijzingen): Het Land van Aagt, Het Reitdiep en Het Lau- de Hunze aan. • Behouden en versterken van de openheid van wersmeergebied. Het Land van Aagt en het herkenbaar maken Karakteristieken Land van Aagt: van het ‘Eiland van De Marne’(zie p. 15). • De oude zeeboezems/riviermondingen van de Het landschap heeft een weids en open ka- • Versterken van de zichtbaarheid van de Hunze vormen een apart landschapstype dat bij rakter. Bebouwing en beplanting komt in waterlopen als restanten van het Hunze uitstek is gevormd door de dynamiek van eb en dit gebied weinig voor. stroomsysteem. • vloed. De noordelijke, trechtervormige boe- Het Land van Aagt kent aan de oostzijde • Koesteren van de onregelmatige verkave- zem van de Hunze is gedurende de Middeleeuwen scherpe grenzen in de vorm van de voor- lingspatronen. geheel opgeslibd, bedijkt en ontgonnen. Dit malige dijken en oude kwelderwal. Aan de • Behoud van herkenbare verschillen van gebied staat bekend als het Land van Aagt. westzijde is de overgang naar de kwel- landschappelijke overgangen aan de oost- Tussen de oude kwelderlandschappen en deze derwallen contrastrijk en vloeiend bij de en westkant van het Land van Aagt. schaars bewoonde, en relatief open voorma- kweldervlakten. lige zeeboezem is sprake van een vloeiende • Als restant van het stroomsysteem van de overgang in het westelijke deel en een dui- Hunze is een fijnmazig systeem van meande- delijker grens met het oude kwelderlandschap rende waterlopen met diverse vertakkingen en dijkrestanten rond Eenrum. De regelmatige aan de noordzijde aanwezig. blokverkaveling hangt samen met de fijnmazig • De verkaveling is regelmatig en blokvormig vertakte waterlopen, restanten van de oude behalve daar waar de kavels grenzen aan Hunze. Het bosje langs de N361 bij Abelstok meanderende waterlopen. heeft als kern een oude boomgaard. De jonge • Het gebied kent in de oost-west richting weinig infrastructurele doorsnijdingen.

Land van Aagt, weids en open

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 26 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Land van Aagt

Ruimtelijke kernkwaliteiten 27 Voormalige Zee-armen Het Reitdiep vormt de vaarverbinding tussen Karakteristieken Reitdiep: Regieaanwijzingen Reitdiep (in aanvulling op de Waddenzee en de stad Groningen. Deze voor- • Open en weids gebied met zicht op water. de algemene regieaanwijzingen): malige zee-arm heeft een meanderend beloop • Heldere begrenzingen door de (reeksen) van • Koesteren van de dijken. en wordt duidelijk begrensd door het stelsel dijken die het diep begeleiden. • Open houden van het landschap. van de oude polderdijken en de Reitdiepdij- • Het Reitdiep heeft een meanderend beloop • Behoud en herstel van cultuurhistorische ken, die tot 1876 dienst doen als zeewering. met brede natuurlijke oevers met rietbe- elementen zoals zijlen, gemalen, coupu- Op ontmoeting van het Reitdiep met waterlo- groeiing. res, bakenbomen en schotbalkenhuisjes. pen zijn zijlen aangelegd. Hier ontstaan ka- • Er zijn weinig doorsnijdingen; het gebied rakteristieke zijldorpen zoals Schouwerzijl. is vanaf de landszijde beperkt toeganke- Coupures in de dijken, met schotbalkenhuisjes lijk. en bakenbomen vormen de ‘poorten’ tot de pol- • De verkaveling is grootschalig. ders. Deze open en onbebouwde polders bestaan • Het landschap is vrijwel onbebouwd en na- uit akkerbouwgebied en kennen van oudsher een genoeg zonder opgaande beplanting, uit- relatief grootschalige verkaveling. Het boch- gezonderd de waardevolle, cultuurhisto- tige verloop en de aanwezigheid van rietbe- rische elementen zoals zijlen, gemalen, groeiing langs de oevers verlenen het Reitdiep coupures, bakenbomen en schotbalkenhuis- een aantrekkelijk en natuurlijk karakter. jes.

‘schip met rood zeil’, (1926) Jan Altink akkerbouwgebied Reitdieppolders

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 28 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Reitdiep

Ruimtelijke kernkwaliteiten 29 Voormalige Zee-armen Het Lauwersmeergebied vormt een duidelijk Karakteristieken Lauwersmeergebied: Regieaanwijzingen Lauwersmeergebied (in aan- • herkenbare eenheid, een door dijken omsloten Grootschalig open water- en rietlandschap vulling op de algemene regieaanwijzingen): deel van de vroegere Lauwerszee. Over het al- met herkenbare restanten van machtige ge- • Koesteren van het grootschalige, open wa- gemeen heeft dit gebied het karakter van een tijdegeulen en prielen. ter- en rietlandschap. • grootschalig open water- en rietlandschap met Aanwezige polderbossen vormen een nieuwe • Versterken van de toegankelijkheid. herkenbare restanten van machtige getijdegeu- laag in het landschap die samenhangt met • Inzetten op een open relatie tussen het len en prielen. het gebruik door defensie maar ‘los’ staat oude land met het Lauwersmeergebied door van de ondergrond van het voormalige ge- bossages ondergeschikter en transparanter Het noordoostelijk deel van het gebied is in tijdegebied. te maken. • gebruik bij defensie. De oefenterreinen en de Het voormalige getijdegebied vertegen- • Doorontwikkelen van als leven- kazerne worden grotendeels omzoomd met boom- woordigd belangrijke natuurlijke en re- dig knooppunt. beplanting. Deze polderbossen verstoren door creatieve waarden (Natura 2000, Nationaal vorm, grootte en situering het open karakter Park). van het gebied en de relatie tussen het oude • Vanaf het land matig tot slecht toegan- land en het Lauwersmeer. kelijk. • Lauwersoog vormt de levendige poort tot de Lauwersoog ligt als jongste dorp van de ge- Waddenzee en Groningen. meente op het voormalige werkeiland en fun- geert als poort tot de Waddenzee.

grootschalig water- en rietlandschap Lauwersmeergebied

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 30 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Lauwersmeergebied

Ruimtelijke kernkwaliteiten 31 Kustpolders Typerend voor het landschap van de kustpolders In de kustpolders komt geen bebouwing en nau- is de opeenvolgende reeks van parallelle dij- welijks beplanting voor, met uitzondering van ken. Tussen deze dijken ligt een grootschalig de Westpolder. In deze rationeel verkavelde en open akkerbouwlandschap. De kustpolders polder liggen de boerderijen als groene ei- kennen een geheel afwijkend verkavelingspa- landen op regelmatige afstand van elkaar aan troon. Hier is sprake van een opstrekkende een centrale ontsluitingsweg. Ook zijn langs heerdenverkaveling. Deze verkaveling is het de dijk kleine arbeidershuizen bewaard geble- gevolg van een oud-Ommelander landrecht waar- ven. Opvallende elementen zijn de beide kooi- bij al het land aangewonnen in het verlengde bossen, rechthoekige bosjes rond eendenkooi- van een bedrijf eigendom wordt van de desbe- en. Door de openheid van het landschap in de treffende boer, die dan ook de zorg voor het kustpolders zijn kleinschalige elementen als onderhoud van het land en de bedijking draagt. dijkcoupures met bakenbomen en schotbalken- Hierdoor strekken langgerekte percelen zich huisjes, dobbes en kolken beeldbepalend voor vanaf het oude land in ruwweg noordelijke het landschap. Oud- en Nieuw-Bokum aan de Oude Provinciale Dijk van 1718 richting uit. In het oostelijk deel van de gemeente De Marne komen in de kustpolders nog Karakteristieken kustpolders: • oorspronkelijke, waardevolle verkavelingspa- Kenmerkend voor dit landschapstype is de Regieaanwijzingen kustpolders (in aanvulling tronen voor. opeenvolgende reeks van parallelle dij- op de algemene regieaanwijzingen): ken, met als hoogtepunt de zeedijk. Door • Koesteren van de dijken, en in het bijzon- reeksen van dijken heeft dit landschap der de oude en nieuwe zeedijk als heldere heldere begrenzingen. grenzen van dit strakke cultuurlandschap. • Tussen de dijken heeft dit landschap een • Ontwikkelingen in de polders relateren aan grootschalig open karakter met een karak- de polder als geheel. teristieke opstrekkende heerdenverkave- • Behoud van het grootschalig open karakter ling. In het noordoostelijk deel van de van het landschap. gemeente, in de Zevenboeren-, Negenboe- • Ingrepen aan (individuele) boerderijen renpolder en de Linthorst-Homanpolder is in de Westpolder relateren aan de gehele dit verkavelingspatroon nog het meest oor- reeks van boerderijen. spronkelijk. • Respecteren oorspronkelijke verkavelings- • In het landschap ten noordoosten van Wes- patronen en restanten stroomsysteem Hunze. opstrekkende verkaveling Negenboerenpolder ternieland komen nog restanten voor van • Behoud en herstel landschappelijke ele- het stroomsysteem van de Hunze. menten zoals eendenkooien met kooibossen, Aan de landzijde van de Oudedijk bevindt zich • Bebouwing en beplanting komen in dit land- coupures, bakenbomen en schotbalkenhuis- een boerderijenreeks die vanwege het recht schapstype niet voor. Uitzondering hierop jes. van opstrek tot bloei komt. De reeks omvat vormt de Westpolder. De reeks voorkomende heel Noord-Groningen. Wanneer de afstand tot boerderijen in deze polder vormt een we- de hoofdboerderij te groot wordt, bouwt men zenlijk onderdeel van de deze polder. ‘satellietboerderijen’ voor een familietak of • Landschappelijke elementen zoals eenden- ‘polderboerderijen’, met een woning voor de kooien met kooibossen, coupures met ba- bedrijfsleider. Deze boerderijen, die vaak kenbomen en schotbalkenhuisjes vormen een eenvoudiger zijn uitgevoerd dan de hoofdboer- wezenlijk onderdeel van het landschap. derij, zijn later meestal alsnog verzelfstan- digd. De verbondenheid met de oorspronkelijke boerderij komt vaak in de naamgeving nog tot uiting.

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 32 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Kustpolders

Ruimtelijke kernkwaliteiten 33 Waddenzee In de Waddenzee vindt de Marne haar oorsprong. Hier is het samenspel van getijdenwerking, stromingen en wind nog waarneembaar dat heeft geleid tot de vorming van de noordelijke kleistreken. Aan de voet van de zeedijk liggen de kwelders en slikken. Hier is het patroon nog zichtbaar waarmee de kwelders voorheen in cultuur zijn gebracht. Vanwege de hoge land- schappelijke en natuurwaarden wordt de inmen- ging van de mens zoveel mogelijk beperkt.

Karakteristieken Waddenzee: • Vanwege de hoge landschappelijke- en na- tuurwaarden (Nationaal Park, Natura 2000) vormt de Waddenzee een buitengewoon kwets- baar gebied. • De grens met het landschap van de wadden- kust wordt gevormd door de zeedijk. • Aan de voet van de zeedijk liggen kwel- ders. Hier is het patroon nog zichtbaar wadlopen unieke flora en fauna waarmee kwelders voorheen in cultuur zijn gebracht. • Het kustgebied heeft een dynamisch land- schap met zand- en slikplaten die bloot staan aan het vrije spel van zee en wind. • In het gebied komen geen bebouwing en be- planting voor.

Regieaanwijzingen Waddenzee (in aanvulling op de algemene regieaanwijzingen): • Vanwege de unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten is uiterste be- hoedzaamheid is geboden. Dit geldt ook voor ingrepen ter plaatse van de zeedijk. Deze dijk is zowel voor dit landschaps- type, maar ook voor de Waddenkustpolders een beeldbepalend element. opgeslibde kwelders

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 34 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Waddenkust

Ruimtelijke kernkwaliteiten 35 Dorpskarakteristieken

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 36 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen ‘gezicht op Vaaierhoezen’ (2008), Jan F. Bogema Ruimtelijke kernkwaliteiten 37 LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 38 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Ruimtelijke kernkwaliteiten

Deel II

Dorpskarakteristieken

Introductie dorpskarakteristieken 40

Algemene karakteristieken per dorpstype 42

Op de oudste kwelderwallen: 44 Zoutkamp 44 Niekerk 46 Houwerzijl 47 Zuurdijk 48 Schouwerzijl 49 Warfhuizen 50 Mensingeweer 52 Eenrum 54

Op de centrale kwelderwal: 56 Vierhuizen 56 Ulrum 58 Leens 60 Wehe-Den Hoorn 62

Op de haakwallen: 64 Hornhuizen en Kruisweg 64 Kleine Huisjes 66 Broek 67 Kloosterburen en Molenrij 68 Pieterburen 70 Westernieland 72

Ruimtelijke kernkwaliteiten 39 Introductie dorpskarakteristieken In de Marne is het nederzettingspatroon, de Op kaartbeelden wordt per dorp de ruimtelij- ligging van oude boerenerven en van de dorpen ke hoofdstructuur in beeld gebracht. Daartoe rechtstreeks gekoppeld aan de geologische ge- zijn de belangrijkste (historische) structu- schiedenis en de strijd tegen het water. Voor rerende elementen weergegeven. Bij die dorpen het merendeel zijn de dorpen in de Marne re- die na de negentiende eeuw aanzienlijk zijn latief beperkt van omvang. Mede hierdoor is de doorgegroeid, zijn ter verduidelijking van de oorspronkelijke nederzettingsstructuur van de hoofdstructuur de verschillende bouwperioden dorpen en de relatie met het omliggende land- in beeld gebracht. schap in hoofdvorm bewaard gebleven. Op basis van de ontstaansgeschiedenis en de Voor de bespreking van de dorpen is een inde- huidige verschijningsvorm zijn in de Marne ling gemaakt in drie reeksen. De eerste reeks verschillende typen dorpen te onderscheiden, betreft de dorpen op de oudste kwelderwal- namelijk wierde-, dijk- en komdorpen. Op deze len in het zuiden van de gemeente. Vervolgens dorpstypen wordt in het volgende hoofdstuk worden de dorpen besproken die liggen op de nader ingegaan. centrale kwelderwal. De laatste reeks bestaat uit de dorpen gelegen op de jongere, haakvor- mige kwelderwallen langs de noordkust.

legenda

wierdedorpen

dijkdorpen

dorpstypologie komdorpen

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 40 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen dorpen op kwelderwallen

3. DORPEN OP DE HAAKWALLEN

2. DORPEN OP DE CENTRALE KWELDERWAL 1. DORPEN OP DE OUDSTE KWELDERWALLEN

legenda 1. DORPEN OP DE OUDSTE KWELDERWALLEN

kwelderwallen (indicatief)

1. volgorde uitwerking dorpen per kwelderwal

gedetailleerde uitwerking dorpen

globale uitwerking dorpen

Ruimtelijke kernkwaliteiten 41 Algemene karakteristieken dorpstypen Wierdedorpen In de Marne bevinden de wierdedorpen zich op Regieaanwijzing wierdedorpen: Wierdedorpen zijn bepalend voor het karakter de oudste kwelderwallen aan de zuidelijke • De historische, op het landschap geente, van de oude kwelderlandschappen. Door de ge- rand en op de centrale kwelderwal in het mid- structuur blijft de belangrijkste drager concentreerde bebouwing en het hoog opgaande den van de gemeente. Door de gunstige lig- bij ruimtelijke ontwikkelingen. geboomte zijn de silhouetten van wierdedorpen ging van de dorpen op de centrale kwelderwal • Behoud van smalle profielen in de histori- bepalend voor het landschapsbeeld. De wierde- zijn deze wierdedorpen het meest uitgegroeid sche kern op de wierde. dorpen liggen op de oost-west georiënteerde, en voorzien van veelsoortige bebouwing (no- • Koesteren en doorontwikkelen van het be- hogere kwelderwallen in het zuidelijk deel tabelenwoningen, voorzieningen als winkels, sloten karakter op de wierde. Openingen van de oude kwelderlandschappen. Een concen- gemeentehuizen, gebouwen voor vervoer e.d.) in straatwanden en in het bijzonder open tratie van wierdedorpen met tevens de hoog- hoeken dienen voorkomen te worden. ste en grootste wierden, is te vinden op de Karakteristieken radiaire wierdedorpen: • Behoud van variatie van bebouwing in het • zogeheten centrale welving, in oorsprong een Vanuit het hoogste punt uitwaaierend dorp en in het bijzonder boerderijen met brede kwelderwal die is uitgegroeid tot de stratenpatroon naar het open landschap. bijbehorende schuren op/nabij de wierde. centrale as in de Marne. De straten worden verbonden door rondlo- Binnen het hoofdtype wierdendorp zijn twee pende straten die de hoogtelijnen volgen. Dijkdorpen subtypen te onderscheiden, de radiaire wier- De rondlopende straat aan de voet van de Dijkdorpen zijn ontstaan na de vestiging van den en wierden met een orthogonale structuur. wierde wordt de zogenaamde ossengang ge- kloosters in de 11e en 12e eeuw. Deze nederzet- Wierden met een radiaire structuur, zoals noemd. tingen liggen aan dijken en hebben een ken- • bijvoorbeeld Groot Maarslag, zijn min of meer De bebouwing is compact en overwegend merkende lineaire structuur. Het ontstaan van rond. Vanuit het midden lopen de perceelschei- kleinschalig. De kerk is – meestal later dijkdorpen hangt nauw samen met de systemati- dingen straalsgewijs naar de rand, en oor- – op het hoogste punt in de open midden- sche inpolderingen van de opgeslibde kwelders. spronkelijk ook door in de verkaveling van de ruimte gebouwd. Boerderijen liggen in een In de nieuwe landbouwgebieden verspreiden de landerijen rond de wierden. Orthogonale wier- krans aan de (binnenzijde) van de ossen- boerderijen zich vanuit de wierdedorpen. Waar den hebben een rechthoekig verkaveling- en gang. de afstand tot de bestaande dorpen te groot • stratenpatroon. Kenmerkende voorbeelden zijn De overgang tussen het landschap en het wordt, ontstaan nieuwe kernen met een verzor- de wierdedorpen Vierhuizen, Ulrum, Leens en dorp is door de ossengang contrastrijk. gingsfunctie voor het omliggende gebied. Een Wehe. voorbeeld van een dijkdorp is Hornhuizen, ge- Karakteristieken rechthoekige wierdedorpen: situeerd tegen de oude dijk, op de plaats waar • Rechthoekig stratenpatroon met evenwij- twee kwelderwallen samenkomen. De bebouwing dige wegen met enkele dwarswegen. In de heeft zich ontwikkeld langs de weg op de kwel- kern is het patroon fijnmazig, in het rand- derwal / het dijktracé waar ook de dijkdorpen gebied is het patroon grofmazig. Een os- Kloosterburen en Molenrij liggen. Kloosterbu- sengang, zoals bij een radiair wierdedorp, ren is ontstaan als kloosterdorp na stichting ontbreekt. van het Oldenklooster in 1163. De vorm van • De bebouwing is compact en overwegend de het opgehoogde kloosterterrein is duide- kleinschalig. De kerk staat meestal aan lijk herkenbaar gebleven. Andere voorbeelden de rand van de wierde maar is desondanks van dijkdorpen zijn Den Hoorn en Pieterburen. prominent aanwezig. Boerderijen liggen in Zuurdijk is een voorbeeld van een oud dijkdorp het randgebied van de wierde. dat juist aan de zuidrand van het oude kwel- • De overgang tussen het landschap en het derlandschap ligt. rechthoekig wierdedorp met radiare kenmerken dorp is door het ontbreken van de ossen- Eenrum (links) en rechthoekig wierdedorp Leens (rechts) gang meer geleidelijk dan bij de radiaire Karakteristieken dijkdorpen: wierdedorpen. • Ontstaan op een oud dijktracé die de wa- terkerende functie is kwijtgeraakt. Be- staan veelal uit een enkele, langgerekte straat – soms met enkele slingers – met weinig tot geen zijwegen.

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 42 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen ter plaatse van een (zee-)sluis. Voor alle overige (woon)bebouwing en zijn daardoor kruisdorpen geldt dat ze vanaf de periode van minder prominent aanwezig dan in de wier- de bedijkingen zijn ontstaan. Inpolderingen de- en dijkdorpen het geval is. Boerde- hebben dan bewoning buiten de wierden moge- rijen komen er in de dorpskern niet voor, lijk gemaakt. Een voorbeeld van een kruisdorp maar bevinden zich in het randgebied of is Schouwerzijl. Dit dorp is ontstaan op de liggen buiten het dorp. plaats waar de Kromme Raken in het Reitdiep • De relatie met tussen het landschap en het uitmondt. Op deze plaats ligt al in 1371 een dorp is contrastrijk. uitwateringssluis, een zijl. Ook Houwerzijl is ontstaan rond een uitwateringssluis aan het Reitdiep. Mensingeweer is een kruisdorp langs het Mensingeweersterdiep. dijkdorp (Hornhuizen) Een voorbeeld van een kruisdorp dat is ont- staan op de kruising van wegen is Kruisweg ten • De bebouwing is kleinschalig en minder westen van Kloosterburen. Het dorp dankt zijn compact dan in de wierde- en komdorpen. ontstaan aan de nieuwe polders die na 1850 De kerk staat vaak op een markante plek op langs de noordkust zijn gerealiseerd. Mensen enige afstand van de dijk, bij een krui- werkzaam in de ontginningen en later als ar- sing of op een oude wierde. In het dorp beiders op de nieuw aangelegde akkers vinden komen geen boerderijen voor, die staan in hier een woonplaats. Een vergelijkbare ont- het randgebied of buiten het dorp. staansgeschiedenis kent het kruisdorp Kleine • komdorp annex zijldorp (Schouwerzijl) De relatie tussen het landschap en het dorp Huisjes. is contrastrijk met – in geval van een- Zoutkamp is het enige vestingdorp in de Mar- zijdige bebouwing – vanaf de dijk fraaie ne. Deze sterkte wordt omstreeks 1575 door doorzichten naar het landschap. de Spanjaarden aangelegd om de belangrijke Regieaanwijzing komdorpen: aanvoerroute naar Groningen via het Reitdiep • De historische, op het landschap geente, te kunnen controleren. In de Franse tijd is structuur blijft de belangrijkste drager Regieaanwijzing dijkdorpen: nabij de haven een batterij of geschutsheu- bij ruimtelijke ontwikkelingen. • De historische, op het landschap geente, vel aangelegd. De militaire functie van Zout- • Alle delen van de historische fijnmazige structuur blijft de belangrijkste drager kamp is in 1882 opgeheven. De voormalige ves- structuur met hoofd- en zijwegen, paden bij ruimtelijke ontwikkelingen. tingstructuur is nog te herkennen. en waterlopen met bruggetjes blijven in • Respecteren van de oorspronkelijke breed- hun oorspronkelijke ruimtelijk profiel en te van profielen. Karakteristieken komdorpen: verhouding een ervaarbaar onderdeel van • Koesteren en doorontwikkelen van afwis- • Komen in De Marne voor als kruisdorpen, het geheel. selende open en besloten karakter van het zijldorpen en een vestingdorp en zijn • Koesteren en doorontwikkelen van het be- dorp. veelal ontstaan op kruispunten van twee sloten karakter van de komdorpen. Openin- • Behoud van variatie van bebouwing in het wegen of bij een sluis of brug op de ont- gen in straatwanden, en in het bijzonder dorp en in het bijzonder (voormalige) be- moeting van een waterloop met een weg of de hoeken, langs de hoofdstraten en –wa- drijfspanden, zoals molens en schuren. dijk. Prominente structurerende elementen terlopen dienen voorkomen te worden. zijn straten en waterlopen (met jaagpaden, • Behoud van variatie van bebouwing in het kades en bruggen). dorp en in het bijzonder (voormalige) be- Komdorpen • Stratenpatronen variëren van een eenvou- drijfspanden waaraan komdorpen hun be- Binnen de categorie komdorpen, dorpen met een dig assenkruis tot meer onregelmatig ge- staan grotendeels aan ontleenden zoals in komvorm geconcentreerde bebouwing, komen vormde en fijnmazige stratenpatronen met bijvoorbeeld molens, schuren, pakhuizen, in de Marne kruisdorpen en een vestingdorp hoofd- en zijwegen. zijlhuis en dergelijke. voor. Kruisdorpen zijn ontstaan op (vroe- • De bebouwing is compact en kleinschalig. ger) belangrijke knooppunten van verkeer, of De kerken voegen zich doorgaans tussen de

Ruimtelijke kernkwaliteiten 43 Op de oudste kwelderwallen: Zoutkamp Karakteristieken Zoutkamp: • Komdorp – voormalig vesting-, vissersdorp Regieaanwijzingen Zoutkamp (in aanvulling op op de ontmoeting van het oude kwelder- de algemene regieaanwijzingen): landschap met de voormalige zee-arm en de • Versterken van de verschillen tussen be- kustpolders. bouwing en openbare ruimte van de oude • Het dorp is ontstaan op de plek waar de vesting en de vissersbuurt. Bijzonder aan- voormalige Lauwerzee overging in het Reit- dachtspunt vormt het contrast tussen het diep. Belangrijke structuurelementen zijn doorgaans stenige karakter van de openbare de oude (zee)dijk, de wegverbinding naar ruimte met de groene uitstraling van de Houwerzijl en Hunsingokanaal en het voor- dijk. malige spoorlijn richting Ulrum. Tenslot- • Doorontwikkelen van een waterfront langs te zijn voor het karakter tevens de oude de Reitdiepskade met een dorpse maat en sluis- en havencomplexen wezenlijk. schaal en watergerelateerde functies. • De historische kern heeft een bochtig en • Versterken van de relatie tussen Zoutkamp fijnmazig stratenpatroon en smalle profie- met enerzijds het Lauwersmeer en ander- waterfront Reitdiepskade len met een overwegend stenig karakter met zijds het het achterland. stoepen en compacte voortuinen. Uitzon- • Ontwerpopgave voor herstel van de van dering hierop vormt de kerk in het groen oudsher contrastrijke overgang tussen het op de voormalige schans. De Reitdiepskade dorp en het Lauwersmeer. heeft een ruim profiel met een stenig ka- rakter. De invalswegen hebben een ruimer profiel en door de (onregelmatige) laanbe- planting en royale voortuinen, kerkhoven en ruilverkavelingsbosjes een groen ka- rakter. • De historische bebouwingsstructuur is compact en gelaagd met resten van schans (eerste aanleg 1575) en vesting, en vis- sersdorp. De bebouwing in de historische kern is kleinschalig met lage eenvoudige woonhuizen, bedrijfsbebouwing en voorma- kerk op voormalige schans lige voorzieningen: café, visafslag, ha- ven met sluiscomplex. Bijzondere bebou- wing bestaat uit de kerk op de voormalige schans en de villa op de voormalige bat- terij. • Het dorp heeft een waterfront aan het Reit- diep. Aan de overige zijden wordt het dorp van het landschap en vice versa gescheiden door de nieuwbouw en (ruilverkavelings) bosjes. Illustratief hiervoor is het bos- je bij de jachthaven dat grotendeels het zicht ontneemt op het Lauwersmeer.

zicht visserijbuurt naar voormalige zeedijk

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 44 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

dijk

vm. spoorlijn

waterloop

bebouwing tot 1850

“ “ 1850-1940

“ “ 1940-heden

markante bebouwing

havenfront Reitdiepskade

contour vm. schans

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

sluiscomplex

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 45 Op de oudste kwelderwallen: Niekerk Karakteristiek Niekerk: • Wierdedorp – type rechthoekige wierde in het oude kwelderlandschap. • Het dorp is ontstaan op de oudste kwel- derwal op een wierde. De belangrijkste structuurelementen zijn de Kerkstraat en de Hoofdstraat. • Het stratenpatroon is bochtig en de straat- profielen zijn voor een wierdedorp redelijk ruim met (royale) voortuinen. Hierdoor heeft het dorp een groen karakter. Dit groene karakter wordt versterkt door de legenda

groene hof rondom de kerk en de pastorie route tot 1850 en de erfbeplanting. • De bebouwing bestaat uit eenvoudige woon- bebouwing huizen en enkele werkplaatsen. Bijzondere objecten zijn de eerder genoemde kerk en markante bebouwing de pastorie op de wierde en een markante wierde (indicatief) boerderij met een dubbele schuur bij de noordelijke entree van het dorp. bijzondere groene ruimte • Het omliggende landschap is open en daar- door is de wierde zichtbaar. De overgang (ruilverkavelings)bos van het dorp met het landschap is aan de westkant open en contrastrijk. De oost- karakteristieke dorpsrand en zuidkant van het dorp kennen een meer vista geleidelijke overgang met zware boombe- planting rondom de kerk en boerderij bij de noordelijke entree en daartussen diepe 0 50 100 200 500m achtertuinen. De noordrand van het dorp wordt door het ruilverkavelingsbosje af- geschermd van het landschap.

Regieaanwijzingen Niekerk (in aanvulling op de algemene regieaanwijzingen): • Koesteren van het open landschap en de ka- rakteristieke, geleidelijke overgang tus- sen het dorp en het landschap.

boerenerf met dubbele schuur in dorpsrand richting zicht op de kerk bovenop de wierde

Ulrum LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 46 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Op de oudste kwelderwallen: Houwerzijl Karakteristieken Houwerzijl: • Komdorp – zijldorp op de grens van het landschap van de oude kwelderwallen met de voormalige zee-armen. • De belangrijkste structuurelementen van het dorp zijn de oude dijk en de Houwer- zijlstervaart met op de kruising de ver- legenda dwenen sluis. De overige structuurelemen- ten zijn de invalswegen vanuit Zoutkamp en route tot 1850 het grotendeels verdwenen Vliedorp. • In de historische kern zijn de straatpro- dijk fielen smal en vrij stenig van karakter verdwenen dijk met stoepen en compacte voortuinen. Langs

de invalsweg naar Zoutkamp is het profiel waterloop ruimer en heeft de openbare ruimte door de aanwezige voortuinen en de tuin van de verdwenen waterloop voormalige kerk (Theefabriek) een groene uitstraling. bebouwing • In de historische kern is de bebouwing markante bebouwing compact en kleinschalig met gevarieerde functies: twee kerkjes (momenteel respec- wierde (indicatief) tievelijk in gebruik als museum en gale- rie), hotel-café en voormalige bedrijfs- bijzondere groene ruimte gebouwen. Ook het oude zijlhuis bij de voormalige sluis is nog aanwezig. (ruilverkavelings)bos • De ontstaansgeschiedenis als zijldorp is vista nauwelijks nog afleesbaar door demping van de Houwerzijlstervaart tussen de voorma- 0 50 100 200 500m lige dijk en het huidige haventje. • Relatie van het dorp met het landschap aan de zuidzijde is contrastrijk, met zicht- lijnen over de oude dijk. Aan de noord- zijde bestaat de overgang uit afgewisseld zware boombeplanting met doorzichten naar het landschap.

Regieaanwijzingen Houwerzijl (in aanvulling op de algemene regieaanwijzingen): • Ontwerpopgave in de dorpskern is het ver- sterken van de relatie tussen ‘water-dorp- verdwenen dijk’. • Behoud van doorzichten over de verdwenen dijk, met in het bijzonder de vista bij het oude zijlhuis bij de voormalige sluis.

hergebruik pastorie met kerkje als ‘theefabriek’ haventje Houwerzijlstervaart (rechts een pakhuis) Ruimtelijke kernkwaliteiten 47 Op de oudste kwelderwallen: Zuurdijk Karakteristieken Zuurdijk: • Dijkdorp in het oude kwelderlandschap. • De structuurdrager wordt gevormd door een oude, rechte dijk. Er zijn geen dwarswe- gen, met uitzondering van het onverharde dwarslaantje naar de korenmolen. • Het straatprofiel is rondom de kerk in Zuurdijk smal en stenig met stoepen en compacte voortuinen. Elders in het dorp is het profiel ruimer en groen met voortuinen. • Het dorp is opgebouwd uit drie bebouwings- legenda concentraties die ruimtelijk van elkaar gescheiden zijn: Zuurdijk – 1e Nijhoezen route tot 1850 – 2e Nijhoezen. De straatwanden zijn open met een verdichting in de omgeving van de bebouwing kerk in Zuurdijk. Hier komen vrij gesloten straatwanden voor. markante bebouwing • De bebouwing bestaat voornamelijk uit wierde (indicatief) kleinschalige arbeidershuizen. De meest bijzondere gebouwen staan in de histori- bijzondere groene ruimte sche pit van Zuurdijk en bestaan uit de kerk, korenmolen en de naastgelegen school (ruilverkavelings)bos en het café. De rijenwoningbouw aan de karakteristieke dorpsrand westzijde van Zuurdijk past minder goed in

het dorp. In het randgebied van het dorp vista liggen enkele boerderijen. • De overgang tussen het dorp het landschap is open en contrastrijk. Het natuuront- 0 50 100 200 500m wikkelingsbosje en het sportveld aan de westkant van Zuurdijk wijken hiervan af.

Regieaanwijzingen Zuurdijk (in aanvulling op de algemene regieaanwijzingen): • Behoud van de onbebouwde ruimte tussen Zuurdijk en 1e en 2e Nijhoezen in combi- natie met behoud van de aanwezige boombe- planting langs de dijk. • Behouden van de karakteristieke open en contrastrijke relatie tussen het dorp en landschap, en in het bijzonder de vista’s in de richting van de dijken langs het Reitdiep. • Ontwerpopgave overgang van het dorp met het landschap ter plaatse van het natuur- ontwikkelingsbosje.

koren- en pelmolen‘de Zwaluw’ (1858) in dorpskern kerkje op de kerkwierde in dorpskern

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 48 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Op de oudste kwelderwallen: Schouwerzijl Karakteristieken Schouwerzijl: • Komdorp – zijldorp op de grens van het oude kwelderlandschap met de voormalige zee-arm (Land van Aagt en Reitdiep). • De structuurelementen zijn het Reitdiep met de Kromme Raken, de Reitdiepdijk met de sluis en de doorgaande route tussen Schouwen en Groot-Maarslag. • De doorgaande route ten noorden van de sluis ligt achter de Reitdiepsdijk en legenda heeft een asymmetrisch profiel met respec- tievelijk stoepen, een greppel en voortui- route tot 1850 nen. Ten zuiden van de sluis ligt de door- gaande route op de dijk en is het profiel dijk smal en groen met compacte voortuinen. De waterloop zijstraatjes, zoals de Sarriesweg hebben

een zeer smal profiel en een groen en be- bebouwing sloten karakter. Een bijzondere plek in het dorp wordt gevormd door een buiten- markante bebouwing dijks haventje bij de sluis. • Het bebouwingsbeeld langs de doorgaande bijzondere groene ruimte route is vrij gesloten en bestaat uit ge- (ruilverkavelings)bos varieerde bebouwing. Er komen naast diver- se typen woonhuizen ook bijzondere gebou- karakteristieke dorpsrand wen voor zoals een (voormalige) smederij, kerk en school. Prominent is het zijlhuis vista bij de sluis. Het bebouwingsbeeld langs de zijstraatjes is meer open. 0 50 100 200 500m • De overgang tussen het dorp en het land- schap is overwegend contrastrijk met on- diepe achtererven en de dijk en een kerk- hof in het zicht. Het zicht vanaf de voormalige sluis richting Reitdiep wordt deels afgeschermd door het dorpsbosje bij de haven.

Regie aanwijzingen Schouwerzijl (in aanvul- ling op de algemene regieaanwijzingen): • Contrastrijke en open relatie met het landschap in de westelijke, noordelijke en oostelijke dorpsrand koesteren. • Ontwerpopgave overgang van het dorp met het landschap ter plaatse van het ruilver- kavelingsbosje bij de haven.

zicht op Reitdieppolder vanuit dorp zicht op groene oever Kromme Raken met op de ach- tergrond het Zijlhuis (wit) Ruimtelijke kernkwaliteiten 49 Op de oudste kwelderwallen: Warfhuizen Karakteristieken Warfhuizen: • Wierdedorp (dubbelwierde) op de grens van Regieaanwijzingen Warfhuizen (in aanvulling het oude kwelderlandschap met de voorma- op de algemene regieaanwijzingen): lige zee-armen (Land van Aagt). • Behoud van verschillen tussen bebouwing en • De structuurelementen zijn de Van Asbeck- openbare ruimte langs de Van Asbeckweg, weg die om en over de wierden slingert en het Warfhuisterloopdiep en op de wierden. het Warfhuisterloopdiep, een oude trek- • Koesteren van de karakteristieke geleide- vaart tussen de Kromme Raken en Leens. lijke overgang tussen dorp en landschap. • De Van Asbeckweg heeft een ruim straatpro- fiel en een groene uitstraling met hagen en laanbeplanting langs de weg en de voortui- nen. De oude trekvaart heeft groene oe- vers. De oever met het voormalige jaagpad is ingeplant met boombeplanting. Hierdoor is het karakter van de trekvaart niet meer Van Asbeckweg met royale dwarshuizen goed afleesbaar. Tot slot zijn de zijwegen over de wierden zeer smal en groen met (compacte) voortuinen. • De bebouwing aan de Van Asbeckweg bestaat voornamelijk uit royale dwarshuizen met vrij gesloten straatwanden. Aan deze weg staat ook markante bebouwing zoals de kerk en de pastorie aan de noordkant van het dorp. Overigens staat buiten het dorp staat langs deze weg ook nog een lucht- wachttoren uit de Koude Oorlog. Langs de trekvaart komen meer eenvoudige dwarshui- zen en (voormalige) bedrijfspanden voor met een redelijk gesloten bebouwings- beeld. Tot slot is het bebouwingsbeeld aan de zijwegen kleinschalig en vrij open met compact straatprofiel en kleinschalige bebouwing op kleine boerderijtjes en schuren. de wierden • Het omliggende landschap is open en daar- door zijn de wierden nog duidelijk waar- neembaar. De relatie tussen het dorp en het landschap is geleidelijk door de (die- pe) tuinen, boerenerven en kleine groene objecten zoals een ruilverkavelingsbosje, hoogstamboomgaard en het kerkhof. Ten zui- den van het dorp liggen twee voormali- ge borgterreinen: huis Lulema (zie I op kaart.) en ‘t Huis ter Borg (zie II op kaart.).

Warfhuisterloopdiep met zicht op Land van Aagt

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 50 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

waterloop

bebouwing I

markante bebouwing

wierde (indicatief)

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos II boomgaard

karakteristieke dorpsrand

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 51 Op de oudste kwelderwallen: Mensingeweer Karakteristieken Mensingeweer: • Komdorp – kruisdorp op de grens van de Regieaanwijzingen Mensingeweer (in aanvulling oude kwelderwallen met het landschap van op de algemene regieaanwijzingen): de voormalige zee-armen (Land van Aagt). • Koesteren van de karakteristieke open en • De belangrijkste structuurelementen in het contrastrijke overgang tussen het dorp met dorp zijn het Mensingeweersterdiep (oude het landschap ter plaatse van de ooste- trekvaart met een jaagpad), de Hoofdstraat lijke dorpsrand. en de route van Schouwerzijl naar Een- • Met de omlegging van de N361 doen zich rum. De Molenweg is een meer ondergeschikt twee ontwerpopgave voor. Enerzijds dient structuurelement. het gebied tussen het dorp en de nieuwe • De Hoofdstraat heeft een vrij ruim pro- N361 zorgvuldig te worden ingericht waar- fiel en een redelijk groene uitstraling met bij de provinciale weg haar autonome ka- voortuinen. Dit groene karakter wordt ver- rakter behoud. Anderzijds is het een ont- sterkt doordat het gedeelte van de Hoofd- werpopgave om de Hoofdstraat zodanig in zicht op de molen vanaf het Mensingeweersterdiep straat ten westen van de kerk zeer ruim te richten tot verblijfsgebied met behoud met rechts het jaagpad is opgezet met een plantsoen met boombe- van leesbaarheid van structuurelementen planting. Het Mensingeweersterdiep heeft en passend bij het van oudsher besloten een ruim en asymmetrisch profiel met een karakter van het dorp. openbare en een private oever met een zeer • In geval van vernieuwbouw van de rijenwo- groene uitstraling. Tot slot heeft de Mo- ningbouw naast de kerk richt de ontwerpop- lenweg een zeer smal profiel met een groen gave zich op het herstel van de rooilijn karakter met compacte voortuinen. De kerk van de Hoofdstraat (bepalend voor het her- op de wierde met rondom een groene hof stellen van het karakteristieke, besloten vormt een bijzondere groene plek in het karakter van het dorp) en vormt de dorpse dorp. maat en schaal voor de bebouwing de richt- • De Hoofdstraat en het Mensingeweerster- lijn. diep hebben een compacte opzet met vrij gesloten wanden. Het bebouwingsbeeld aan de Molenweg is meer open. Voorts is de be- bouwing in het dorp gevarieerd. Er komen diverse typen woonhuizen, een pakhuis en kruising Hoofdweg met Eenrummer- en Schouwerzijl- een garage voor. Er komen ook enkele bij- sterweg met rechts de kerk zondere gebouwen voor zoals de kerk op de wierde, de molen en de boerderij met de dubbele schuur aan de rand van het dorp. De rijenwoningbouw naast kerk sluiten min- der goed aan bij het dorpse karakter. • De relatie van het dorp met het landschap is open en de overgangen tussen het dorp en het landschap zijn, zoals bij komdor- pen gebruikelijk, redelijk contrastrijk. Aan de westzijde wordt dit mede bepaald door de visuele versmalling van het profiel door de boombeplanting op de kruising bij de brug.

Molenweg

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 52 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

N361

bebouwing

markante bebouwing

bijzondere groene ruimte

karakteristieke dorpsrand

brug

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 53 Op de oudste kwelderwallen: Eenrum

Karakteristieken Eenrum: Regieaanwijzingen Eenrum (in aanvulling op de • Wierdedorp – type rechthoekige met kenmer- algemene regieaanwijzingen): ken van een radiaire wierde, in het land- • Behoud van het verschillen tussen bebou- schap van de oude kwelderwallen. wing en openbare ruimte op de wierde, • In de kern is de historische structuur van radiaire invalswegen en achterliggende bebouwing en openbare ruimte van rijks- buurten. wege aangewezen als beschermd gezicht. De • Handhaven van het zicht vanaf de wierde structuurelementen zijn het karakteris- over de haven en Land van Aagt en de ka- tieke stratenpatroon met ossengang aan de rakteristieke geleidelijke overgang in de voet van de wierde, de slingerende enigs- noordelijke en oostelijke dorpsrand met zins radiaire invalswegen en het Eenrum- het landschap. mermaar (met dorpshaven) • De straatprofielen op de wierde zijn (zeer) smal met overwegend een stenige uitstra- ling met stoepen. De kerk en de pastorie zicht op wierde vanaf de Hereweg in een groene hof en tuin contrasteren hiermee. Op de wierde is de dicht geworpen fait nog herkenbaar. De invalswegen hebben ruime, slingerende straatprofielen en een groene uitstraling met (royale tuinen). Het kerkhof met zware boombeplanting ver- sterkt het groene karakter van de Hereweg. • Het bebouwingsbeeld op de wierde is com- pact en kleinschalig met gesloten straat- wanden. Het bebouwingsbeeld langs de invalswegen is meer open. Voorts is de bebouwing in het dorp gevarieerd en be- staat uit diverse typen, soms rijke woon- huizen. Aan de Hereweg staan enkele ro- yale villa’s. Langs de invalswegen naar het noorden is de bebouwing eenvoudiger. haventje met zicht op het Land van Aagt Ook komt bijzondere bebouwing voor in de vorm van (voormalige) bedrijfsgebouwen en voormalige voorzieningen zoals de kerk, gemeentehuis, molen, school, winkels, ho- tel-café en enkele boerderijen. • De relatie van het dorp met het landschap in het noordelijk deel van het dorp is open en contrastrijk. Bij de haven is een zeer weids zicht op het Land van Aagt. Elders is de historische kern door sportvoorzie- ningen, uitbreidingswijken en ruilverka- velingsbosjes afgeschermd van het land- schap.

compact en kleinschalig beeld op de wierde

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 54 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

vm. spoorlijn

waterloop

bebouwing tot 1850

“ “ 1850-1940

“ “ 1940-heden

markante bebouwing

beschermd dorpsgezicht

wierde (indicatief)

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

karakteristieke dorpsrand

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 55 Op de centrale kwelderwal: Vierhuizen Karakteristieken Vierhuizen: • Wierdedorp – type rechthoekige wierde Regieaanwijzingen Vierhuizen (in aanvulling (dubbelwierde) op de ontmoeting van het op de algemene regieaanwijzingen): landschap van de oude kwelderwallen met de • Contrastrijke overgang van het dorp met de kustpolders. kustpolders doorontwikkelen. • Het stratenpatroon heeft een kenmerken- • Ontwerpopgave herstellen relatie tus- de rechthoekige opzet. Het belangrijkste sen dorp en landschap ter plaatse van het structuurelement is de doorgaande route ruilverkavelingsbos. Ulrum-Lauwersmeergebied. De route slin- gert om de oostelijke en over de westelij- ke wierde. De Dijksweg – een ondergeschikt structuurelement – takt aan op deze route. • Het straatprofiel van de doorgaande route is smal en heeft een stenig karakter met stoepen. In contrast hiermee staan een kerk wat verscholen op groene hof kleine boomgaard op de hoek met de Dijks- weg en de groene hof rondom de kerk en de pastorie. De overige straatjes op de wier- de zijn (zeer) smal en hebben een groene uitstraling met (compacte) voortuinen. • Het bebouwingsbeeld langs de doorgaande route op de wierde is compact en klein- schalig met vrij gesloten straatwanden. Het bebouwingsbeeld in de rest van het dorp heeft een redelijk open karakter. Voorts is de bebouwing gevarieerd met di- verse typen eenvoudige woonhuizen, kerk, pastorie, voormalige school en de molen met het bijbehorende molenhuis. • De overgang van het dorp met het kust- polders is contrastrijk met de dijk als molen(erf) met voormalige schapenhouderij heldere grens. De boombeplanting langs de Westpolder doet afbreuk aan dit beeld. De overige dorpsranden worden groten- deels afgeschermd van het landschap door het grootschalige ruilverkavelingsbos en de camping. Ten zuiden van het dorp lig- gen twee voormalige borgterreinen: Panser (zie I. op kaart) en Beusum (zie II. op kaart).

coupure voormalige zeedijk met schotbalkenhuisje

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 56 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

dijk

bebouwing II markante bebouwing

wierde (indicatief) I bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

karakteristieke dorpsrand

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 57 Op de centrale kwelderwal: Ulrum Karakteristieken Ulrum: • De relatie tussen het dorp en het land- • Wierdedorp – type rechthoekige wierde schap is aan de zuid- en westzijde van het (dubbelwierde) in het landschap van de dorp open. Hier is het dorp als wierdedorp oude kwelderwallen. duidelijk herkenbaar. De overige dorpsran- • Een belangrijk structuurelement in het den wijken hier door de beplanting langs dorp is de doorgaande route Vierhuizen – de N361, nieuwbouw en het bedrijventerrein Leens over de centrale kwelderwal. Deze (in ontwikkeling) van af. Bovendien heeft route slingert in Ulrum over de noorde- dit bedrijventerrein een ondorpse maat en lijke flank van de dubbelwierde. Deze dub- schaal en is verkeerskundig de ontsluiting belwierde wordt globaal begrenst door de van het terrein bovengeschikt gemaakt ten Borgweg, Snakkeburen en de Trekweg en is opzichte van de route over de centrale deels herkenbaar in het rechthoekige stra- kwelderwal. Hierdoor wordt de leesbaar- tenpatroon. De overige belangrijke struc- heid van de ruimtelijke hoofdstructuur tuurelementen in het dorp zijn de Singel verzwakt. in de richting van Niekerk en de (gedeel- dwarshuizen Marktstraat naast voormalige borg telijk gedempte) oude trekvaart met dorps- haven. • Het straatprofiel van de doorgaande route Regieaanwijzingen Ulrum (in aanvulling op de is redelijk ruim en heeft een groen karak- algemene regieaanwijzingen): ter met (royale) voortuinen. Ter plaatse • Behoud van het verschillen tussen bebou- van de dubbelwierde is de doorgaande rou- wing en openbare ruimte op de wierde, in- te bochtig en smal en heeft de openbare valswegen en achterliggende buurten. Ont- ruimte een stenig karakter met stoepen. werpopgave vormt het behoud en hergebruik Het straatprofiel van de Singel is ruim en van de panden met voormalige voorzieningen heeft een groen karakter met voortuinen. in het dorp (zoals de winkelpanden). De straatprofielen op de dubbelwierde zijn • Beter herkenbaar maken van waardevolle (zeer) smal met een doorgaans stenig ka- elementen zoals de trekvaart, haven en rakter met stoepen en compacte voortuinen. het voormalige borgterrein. Een specifieke De groene hof rondom de kerk contrasteert ontwerpopgave is de versterking van de re- hiermee. Tot slot ligt ten zuidoosten van latie tussen het voormalige borgterrein de kerk het voormalige borgterrein van de met de historische dorpskern op de wierde. kerk Asingaborg. Deze groene plek is nauwelijks • Beschermen van de openheid en het zicht waarneembaar vanuit het dorp. op de wierde aan de zuid- en westkant van • Het bebouwingsbeeld op de wierde en langs het dorp. Ontwerpopgave voor de oostelij- de doorgaande route over de flank van de ke dorpsrand is het bedrijventerrein (in wierde is kleinschalig en compact met ge- ontwikkeling) zorgvuldig te relateren aan sloten straatwanden. Vanwege de van ouds- de structuurelementen van Ulrum en af te her verzorgende functie van Ulrum komen stemmen op de dorpse maat en schaal. hier ook (voormalige) voorzieningen voor • Dorp ruimtelijk niet verknopen met de pro- zoals winkelpanden, garage, hotel – café, vinciale weg N361. Herinrichting van de tramremise en bedrijfsbebouwing. Het be- zone langs de N361 is een aparte ont- bouwingsbeeld langs het westelijk deel werpopgave. van de doorgaande route is open met rij- ke woonhuizen. Het westelijk deel van de doorgaande route en de Singel bestaat uit meer eenvoudige woonhuizen met redelijk gesloten straatbeelden. langshaventje zuidzijde van Ulrum

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 58 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

N361

vm. spoorlijn

waterloop

verdwenen waterloop

bebouwing tot 1850

“ “ 1850-1940

“ “ 1940-heden

bedrijfsterrein (ontwikkeling)

markante bebouwing

wierde (indicatief)

contour vm. Asingaborg

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

karakteristieke dorpsrand

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 59 Op de centrale kwelderwal: Leens Karakteristieken Leens: in ontwikkeling) afgeschermd van het land- • Wierdedorp – type rechthoekige wierde in schap. Dit doet afbreuk aan de herkenbaar- het landschap van de oude kwelderland- heid van Leens als wierdedorp. Tot slot is schappen. aan de noordzijde van het dorp het bedrij- • De structuurelementen zijn de doorgaande venterrein georiënteerd op de provinciale route Ulrum – Wehe-Den Hoorn, de Breekweg, weg N361 waardoor de gerichtheid van het de (gedeeltelijk gedempte) Leenstervaart dorp op de structuurelementen wordt ver- en de Douwensterweg. Op de ontmoeting van stoord. deze structuurelementen ligt de rechthoe- kige wierde welke herkenbaar is in het Regieaanwijzingen Leens (in aanvulling op de rechthoekige stratenpatroon. Ten slotte algemene regieaanwijzingen): ligt oostelijk van het dorp de borg Ver- • Behoud van het verschillen tussen bebou- hildersum. Tussen het dorp en het borgter- wing en openbare ruimte op de wierde, in- rein liggen een tweetal prominente, nage- valswegen en achterliggende buurten. noeg onbebouwde, wierden. • Herkenbaar maken van de gedempte havenkom de Sint Pieterskerk te Leens was de hoofdkerk in • Het straatprofiel van de doorgaande rou- en diep in het straatbeeld. de proosdij De Marne, en wellicht de moederkerk van te is ruim en heeft een groene uitstra- • Behoud van de overgangen van het dorp met alle andere in De Marne gelegen kerken. Proosdijen worden na 802 vanuit het bisdom Munster ingesteld. ling met (royale) voortuinen. Ter plaatse het landschap aan de west- en noordzijde In de Groninger Ommelanden zijn proosdijen geves- van wierde is het profiel van de doorgaan- (Achtervalge) van het dorp. In de oos- tigd in Farmsum, Loppersum, , Leens, Olde- de route smal en stenig met stoepen. De telijke dorpsrand vormt een zorgvuldige hove en Baflo. De proosden zijn belast met kerkelijk straatprofielen op wierde zijn (zeer) smal ruimtelijke afronding van de nieuwbouw (in toezicht en rechtspraak en stenig met stoepen en compacte voortui- ontwikkeling) in relatie tot de Tuinster- nen. De groene hof rondom de kerk contras- wierde een specifieke ontwerpopgave. teert hiermee. Tot slot is het haventje • Ontwerpopgave van de strook bedrijventer- direct ten zuiden van de oude dorpskern rein-dorpsentree-Verhildersum ten zuiden gedempt en nauwelijks nog afleesbaar in de van de provinciale weg N361 als ruimtelijk openbare ruimte. onderdeel van het dorp. • Het bebouwingsbeeld op de wierde en langs de doorgaande route ter plaatse van de wierde is kleinschalig en compact met ge- sloten straatwanden. Op overige plekken in het dorp is het bebouwingsbeeld meer open. Voorts is de bebouwing in het dorp gevarieerd met diverse typen woonhuizen (aan de Hoofdstraat komen rijke woonhuizen voor), boerderijen, gemeentehuis en be- drijfsgebouwen. Het dorp heeft een verzor- gende functie en herbergt een groot aantal voorzieningen. Het winkelhart in de oksel van de doorgaande route met de Breekweg vormt hierbij een nieuwe toevoeging. • De overgang tussen het dorp en landschap aan de westzijde is open en contrastrijk. Ter plaatse van de Achtervalge is de over- gang van het dorp met het landschap meer geleidelijk. De overige dorpsranden wor- den door nieuwbouw (waaronder Leens-oost, pad bij Hoornse Vaart borg Verhildersum

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 60 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850 wierde (indicatief)

N361 bijzondere groene ruimte

vm. spoorlijn (ruilverkavelings)bos

waterloop boomgaard

verdwenen waterloop fait

bebouwing tot 1850 karakteristieke dorpsrand

“ “ 1850-1940 orientatie op N361

“ “ 1940-heden vista

markante bebouwing 0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 61 Op de centrale kwelderwal: Wehe-Den Hoorn Karakteristieken Wehe-Den Hoorn: wierde past minder goed bij het dorpse • Samengevoegd rechthoekig wierde- (Wehe) karakter. en dijkdorp (Den Hoorn) op de overgang van • Ten zuiden van de Mernaweg worden bei- het landschap van de oude kwelderwallen den dorpen nog van elkaar gescheiden door met het landschap van de voormalige zee- een ingesloten ruimte met een agrarisch armen (Land van Aagt). karakter. Het dorp wordt door nieuwbouw • De structuurelementen van Wehe bestaan uit en bosjes afgeschermd van het omliggende de route Leens – Den Hoorn en de route naar landschap. Uitzondering hierop vormt de Molenrij die elkaar kruisen op de noord- oostzijde van het dorp met fraaie door- flank van de wierde. Het zwaartepunt van de zichten naar het Land van Aagt. Tot slot wierde bevindt zich in het zuidwestelijke geeft recente bedrijfsbebouwing aan de kwadrant en is herkenbaar aan het recht- Warfhuisterweg en de N361 Den Hoorn een hoekige stratenpatroon. De belangrijkste adres aan de provinciale weg. Dit doet af- structuurelementen van Den Hoorn zijn de breuk aan de herkenbaarheid van Den Hoorn eerder genoemde route Leens – Den Hoorn, als dijkdorp. villa-bebouwing Mernaweg in Wehe Kromme Raken en de route naar Warfhuizen. • Ten noordwesten van het dorp ligt het borg- • Het straatprofiel van de route Leens – Den terrein van Borgweer (zie I. op kaart). Hoorn is ter hoogte van de historische dorpskernen smal en stenig met stoepen en Regieaanwijzingen Wehe-Den Hoorn (in aanvul- compacte voortuinen. Op de overige plek- ling op de algemene regieaanwijzingen): ken heeft deze route een ruim straatpro- • Behoud van het verschillen tussen be- fiel en een groene uitstraling met (royale) bouwing en openbare ruimte op de wier- voortuinen. De straatprofielen op de wierde de, invalswegen en achterliggende buur- hebben als gevolg van vernieuwingsopera- ten. Ontwerpopgave om de openbare ruimte ties in jaren ’50-60 van de vorige eeuw en bebouwing op de wierde van Wehe aan te hun oorspronkelijke karakter deels verlo- sluiten op het van oorsprong kleinschalige ren. Tot slot zijn de bijzondere, groene en compacte dorpsbeeld. ruimten in het dorp de Hervormde kerk met • Herkenbaar maken van de gedempte havenkom de groene hof en de voormalige haven op de en diep in het straatbeeld. flanken van de wierde in Wehe en de Katho- • Ruimtelijke ontwikkelingen bij vrijkomen- lieke kerk op de kruising van de Warfhuis- de grote (bedrijfs)complexen langs de Mer- bedrijfsbebouwing Mernaweg De Hoorn terweg met de Mernaweg. naweg zorgvuldig begeleiden. • Bij de historische dorpskernen is het be- • Koesteren noordoostelijke dorpsrand met bouwingsbeeld compact en kleinschalig met karakteristieke contrastrijke overgang gesloten gevelwanden. Tussen de dorpen is met het landschap. Tevens de binnenrand, het bebouwingsbeeld meer open. Op de wier- de ingesloten ruimte tussen Wehe en Den de van Wehe is door de eerder genoemde Hoorn ten zuiden van de Mernaweg, open vernieuwingsoperatie het voor wierdedor- houden. pen kenmerkende besloten karakter gedeel- • Dorp ruimtelijk niet verknopen met de pro- telijk verloren. Voorts is de bebouwing in vinciale weg N361. Herinrichting van de het dorp gevarieerd met diverse typen een- zone langs de N361 is een aparte ont- voudige en rijke woonhuizen (vooral Merna- werpopgave. weg), voormalige voorzieningen zoals het gemeentehuis, school, hotel, café, garage en bedrijfsgebouwen en de Hervormde en de Katholieke kerk. De rijenwoningbouw op de

zicht op de kerk van Den Hoorn vanaf Kromme Raken

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 62 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen I

legenda

route tot 1850

N361

vm. spoorlijn

waterloop

verdwenen waterloop

bebouwing tot 1850

“ “ 1850-1940

“ “ 1940-heden

markante bebouwing

wierde (indicatief)

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

karakteristieke dorpsrand

orientatie op N361

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 63 Op de haakwallen: Hornhuizen en Kruisweg Karakteristieken Hornhuizen: Karakteristieken Kruisweg: • Dijkdorp op de grens van het landschap van • Komdorp – kruisdorp in het landschap van de oude kwelderwallen met de kustpolders. de oude kwelderwallen, grenzend aan de • Het belangrijkste structuurelement van kustpolders. het dorp is de oude dijk. De Breweelster- • De structuurelementen bestaan uit de Mar- weg is hieraan ondergeschikt maar vormt neweg over de kwelderwal en de Hogeweg- een tweede structuurelement. Leensterweg die vanaf de kwelderwal de • Het straatprofiel van de oude dijk is rede- open kweldervlakten in steken. lijk smal en heeft een groen karakter met • Het straatprofielen van de Marneweg is rede- (compacte) voortuinen. Het groene karak- lijk ruim met een redelijk stenig karakter ter van het profiel wordt versterkt door de met (compacte) voortuinen. De Leensterweg groene hof met zware boombeplanting rondom en de Hogeweg hebben respectievelijk een de kerk – op een kleine wierde – en de ruim en smal profiel met een groen karakter pastorie. met boombeplanting en voortuinen. Bijzon- • Het bebouwingsbeeld langs de oude dijk dere groene elementen worden gevormd door zicht vanuit kerktoren Hornhuizen in de richting is vrij compact en kleinschalig met re- de slaperdijk en het haventje respectie- van Kruisweg delijk gesloten straatwanden. Voorts be- velijk ten noorden en zuiden van het dorp. staat de bebouwing in het dorp overwegend • Het bebouwingsbeeld is vrij compact en uit eenvoudige woonhuizen. De kruising in kleinschalig met redelijk gesloten stra- het dorp wordt geaccentueerd door de kerk, tenwanden. Voorts bestaat de bebouwing pastorie en de tegenover gelegen herberg. overwegend uit eenvoudige woonhuizen, en- • De relatie tussen het dorp en het land- kele boerderijen en bedrijfsgebouwen. De schap is redelijk open en contrastrijk met aanwezige rijenwoningbouw langs de struc- doorzichten in de richting van de kustpol- tuurelementen sluit minder goed aan bij ders en de kweldervlakte. Aan de westzijde het dorpse karakter. van het dorp wordt de overgang naar het • De relatie tussen het landschap en het dorp landschap bepaald door een tweetal forse is geleidelijk door ruilverkavelingsbos- boerderijen.Ten zuiden van het dorp ligt jes, nieuwbouw, laanbeplanting langs de een voormalig borgterrein (Tammingaborg) Hogeweg-Leensterweg en agrarisch bedrij- (zie I. kaart). venterrein terwijl komdorpen van oudsher een open en contrastrijke overgang kennen. pastorie Hornhuizen aan de Tammingastraat

Regieaanwijzingen Hornhuizen (in aanvulling Regieaanwijzingen Kruisweg (in aanvulling op op de algemene regieaanwijzingen): de algemene regieaanwijzingen): • Overgang van het dorp in de richting van • Herkenbaar houden van de overgangen naar de Waddenkust met vista’s op de dijk open Hornhuizen en Kloosterburen. houden. • Koesteren van vista’s vanuit het dorp in de richting van de Waddenzee en de kwel- dervlakten. • Ontwerpopgave is het landschappelijk in- passen van het agrarisch bedrijventerrein.

dorpshaven Kruisweg vanaf de Leensterweg

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 64 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

dijk

waterloop

I bebouwing

markante bebouwing

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

karakteristieke dorpsrand

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 65 Op de haakwallen: Kleine Huisjes Karakteristieken Kleine Huisjes: • Komdorp in het landschap van de oude kwel- derwallen. • Het belangrijkste structuurelement is de oude dijk. Een tweetal ten opzichte van elkaar verspringende zijwegen in de rich- ting van respectievelijk Molenrij en de Waddenkust vormen ondergeschikte struc- tuurelementen. • Het straatprofiel van de oude dijk is rede- lijk smal en heeft een groen karakter met vrij compacte voortuinen. • Het bebouwingsbeeld aan de dijk en zijwe- gen is kleinschalig. De bebouwing bestaat uit eenvoudige kleinschalige woonhuizen. legenda • Relatie van het dorp met het landschap is open en contrastrijk. De dorpsrand bij de route tot 1850 ruilverkavelingsbosjes wijkt af van dit beeld en maken het dijkdorp minder her- bebouwing kenbaar. wierde (indicatief)

Regieaanwijzingen Kleine Huisjes (in aanvul- (ruilverkavelings)bos ling op de algemene regieaanwijzingen): • Open relatie tussen het dorp en het land- vista schap koesteren. Ontwerpopgave vormt de overgang van het dorp met het landschap ter plaatse van de ruilverkavelingsbos- jes. 0 50 100 200 500m

terugliggende bebouwing Witherenweg open zichtlijnen naar het landschap

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 66 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Op de haakwallen: Broek Karakteristieken Broek: • Dijkdorp in het landschap van de oude kwelderwallen. • De structuurelementen zijn de oude dijk en de Broekstermaar. Parallel aan de Broekstermaar ligt een zijweg met be- bouwing. Dit is een ondergeschikt struc- tuurelement. • De oude dijk is smal en heeft een kenmer- kend asymmetrisch en groen profiel met aan de zuidzijde compacte voortuinen en aan de noordzijde laanbeplanting en enkele boe- renerven. De zijweg heeft een zeer smal profiel met eveneens een groen karakter met compacte voortuinen. legenda • De bebouwing is kleinschalig en gevarieerd en bestaat uit kleine arbeidershuizen en route tot 1850 enkele boerderijen. • De relatie van het dorp met het landschap waterloop is open en contrastrijk met ter weerszij- bebouwing den van de oude dijk fraaie doorzichten naar het landschap. wierde (indicatief)

Regieaanwijzingen Broek (in aanvulling op de karakteristieke dorpsrand algemene regieaanwijzingen): • Behoud van de laanbeplanting. vista • Koesteren van de open en contrastrijke re- latie tussen het dorp en het landschap. 0 50 100 200 500m

Broeksterweg vista met zicht op de kweldervlakte ten zuiden van het dorp Ruimtelijke kernkwaliteiten 67 Op de haakwallen: Kloosterburen en Molenrij Karakteristieken Kloosterburen: Regieaanwijzingen Kloosterburen (in aanvul- • Dijk- en kloosterdorp in het landschap van ling op de algemene regieaanwijzingen): de oude kwelderwallen. • Versterken van de verschillen tussen be- • De structuurelementen van het dorp zijn de bouwing en openbare ruimte op de wierde, oude dijk, het voormalige kloosterterrein het voormalige kloosterterrein en de door- (deels op een wierde) en een bebouwde zij- gaande route. Bijzondere aandacht behoeft weg richting van de Waddenkust. het herkenbaar maken van het voormalige • De doorgaande route heeft een ruim straat- kloosterterrein in het dorp. profiel met een groen karakter met voortui- • Koesteren van de open relatie tussen dorp nen. Dit groene karakter wordt versterkt en landschap in de richting van de Wadden- door de groene hof rondom de Katholie- zee. Het omvormen van de ruilverkavelings- ke kerk. Het voormalige kloosterterrein bosjes zodat het dorp weer zichtbaar is rondom de Hervormde kerk bestaat uit smal- vanuit het landschap vormt een belangrijke le, stenige straatprofielen met stoepen en ontwerpopgave. compacte voortuinen. Her overige gedeelte Hoofdstraat Kloosterburen met royale woonhuizen van het kloosterterrein heeft een zeer Karakteristieken Molenrij: groen karakter. • Dijkdorp in directe omgeving Kloosterbu- • Het bebouwingsbeeld langs de doorgaande ren in het landschap van de oude kwelder- route verdicht ter plaatse van het voorma- wallen. lige kloosterterrein. De bebouwing langs • De structuurelementen bestaan uit de oude de doorgaande route is gevarieerd en be- dijk en de Molenrijgstermaar. Het dorp is staat uit rijke woonbebouwing en enkele ontstaan rondom de haven (tevens haven bijzondere gebouwen zoals de Katholieke Kloosterburen). kerk (met de hoogste toren van de Omme- • De doorgaande route heeft een smal straat- landen) en het voormalige gemeentehuis.De profiel en een groen karakter met compacte westelijke helft van het voormalige kloos- voortuinen. Het profiel van de dorpshaven terterrein is bebouwd geraakt met compacte is ruim en asymmetrisch met een oever met en kleinschalige bebouwing. De naastgele- een groen en een oever met een stenig ka- gen nieuwbouw wijkt hier sterk vanaf. De rakter. oostelijke helft van het voormalige kloos- • Het bebouwingsbeeld rondom de haven is terterrein is grotendeels onbebouwd ge- vrij compact en kleinschalig met redelijk compact en kleinschalig beeld op de wierde met links bleven. Hier is nog een deels oorspronke- gesloten straatwanden. Voorts komt in het de groene hof rondom de kerk in Kloosterburen lijke kloosterboerderij bewaard gebleven. dorp gevarieerde bebouwing voor met woon- • De relatie tussen het dorp en het land- bebouwing in diverse typen en bijzondere schap is ten noorden van de doorgaande bebouwing in de vorm van de oude herberg. route open. Ten zuiden van deze route is • De relatie van het dorp met het landschap het dorp minder herkenbaar door kassen, is open en contrastrijk met fraaie door- sportvoorzieningen, nieuwbouw, Klooster- zichten naar het landschap. Uitzondering bos (voormalige vuilstort) en een ruilver- vormt het noordoostelijk kwadrant waar het kavelingsbosje. ruilverkavelingsbosje het dorp afschermt.

Regieaanwijzingen Molenrij (in aanvulling op de algemene regieaanwijzingen): • Behoud karakteristieke relatie van het dorp met het landschap en in het bijzon- der de vista vanaf de haven in noordelijke richting. dorpshaven Molenrij

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 68 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850 wierde (indicatief)

waterloop bijzondere groene ruimte

bebouwing tot 1850 (ruilverkavelings)bos

“ “ 1850-1940 boomgaard

“ “ 1940-heden karakteristieke dorpsrand

markante bebouwing vista

contour vm. klooster 0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 69 Op de haakwallen: Pieterburen Karakteristieken Pieterburen: • De relatie van het dorp met het landschap • Dijkdorp in het landschap van de oude is open en contrastrijk, met uitzonde- kwelderwallen. ring van het ruilverkavelingsbosje en de • De structuurelementen van het dorp zijn groenstrook ten noorden van het dorp. De de oude dijk, een bebouwde zijweg in de open relatie is waardevol maar kwetsbaar. richting van de Waddenkust en het Pieter- Aandachtspunten zijn de zeehondencrèche buurstermaar met de dorpshaven. (met inbegrip van de parkeerplaats) en de • De doorgaande route heeft een betrekke- nieuwbouw. Vanuit het dorp zijn er waarde- lijk ruim profiel met een groen karakter volle doorzichten naar het landschap zoals met voortuinen. Rondom de T-splitsing met bijvoorbeeld het doorzicht in de richting de zijweg is het beeld steniger. Voorts van de Waddenkust tussen de historische zijn er in het dorp twee bijzondere groen clusters rondom de kerk en de molen. Tot ruimten. Het gaat hierbij om de groene hof slot ligt het oude borgterrein van het “Domies Toen” rondom de kerk en het groene gesloopte ‘t Huis ten Dijke (zie I. op ruim en groen straatbeeld Hoofdstraat molenerf rondom de molen bij de havenkom. kaart) verscholen achter het dorp. • Het dorp heeft nationale bekendheid van- wege de zeehondencrèche en het Pieterpad. Regieaanwijzingen Pieterburen (in aanvulling Dit brengt enerzijds economische vitali- op de algemene regieaanwijzingen): teit met zich mee, maar anderzijds trekken • Behouden van de verschillen tussen bebou- reclame-uitingen, terrassen en dergelijke wing en openbare ruimte tussen de histo- wel een sterke wissel op het ingetogen, rische clusters en de rest van het dorp. dorpse straatbeeld. • Koesteren van de unieke, rijkere woonbe- • Oorspronkelijk bestond het dorp uit drie bouwing in het dorp. bebouwde clusters langs de dijk. Deze • Inpassen van recreatieve functies met clusters zijn nog herkenbaar door hun com- reclames met respect voor het ingetogen pacte en kleinschalige karakter met ge- dorpsbeeld. Ruimtelijke ontwikkelingen sloten straatwanden. De clusters zijn in bij grootschalige (recreatieve) functies een later stadium aaneen gegroeid, met in zoals de zeehondencrèche zorgvuldig be- het midden van het dorp vooral rijkere geleiden om verrommeling van de dorpsrand woonbebouwing en in het westelijke deel te voorkomen. meer eenvoudige arbeiderswoningen. Tot • Versterken van de relatie en de herken- molen(erf) aan de kop van het Pieterbuurstermaar slot staan in het midden en oosten van het baarheid van het voormalig borgterrein ’t dorp een aantal markante gebouwen zoals Huis ten Dijke met het dorp. de Petruskerk, de molen, een voormalige • Open en contrastrijke overgang van het bierbrouwerij en de Gereformeerde kerk met dorp met het landschap koesteren en open pastorie. houden vista’s in de richting van de Wad- denzee en de kweldervlakte.

contrastrijke zuidelijke dorpsrand

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 70 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850 vm. borgterrein ‘t Huis ten Dijke

waterloop bijzondere groene ruimte

bebouwing tot 1850 (ruilverkavelings)bos

“ “ 1850-1940 karakteristieke dorpsrand

“ “ 1940-heden vista

markante bebouwing 0 50 100 200 500m

I

Ruimtelijke kernkwaliteiten 71 Op de haakwallen: Westernieland

Karakteristieken Westernieland: Regieaanwijzingen Westernieland (in aanvul- • Komdorp – Kruisdorp op de grens van het ling op de algemene regieaanwijzingen): landschap van de oude kwelderwallen met de • Open houden van het landschap en koeste- kustpolders. ren van de sterke verwevenheid hiervan met • De structuurelementen van het dorp wor- het dorp. Dit geldt in het bijzonder voor den gevormd door de Schaapweg en de Dirk de vista’s naar de Addingaheerd (met het Wieringastraat. Deze straat is een oude voormalige borgterrein) en de huiswierde route achter de Oude provinciale dijk tus- Rixtumaheerd. sen de huiswierde van de Rixtemaheerd en • Ruimtelijke ontwikkelingen bij vrijkomen- de verdwenen Hiddingezijl in het Wester- de agrarische bedrijven langs de verdwenen nielandstermaar (restant Hunzeboezem). dijk zorgvuldig begeleiden. Als gevolg van de Kerstvloed van 1717 is • Versterken van de waardevolle elemen- de Oude provinciale dijk doorgebroken. De ten die het ‘verhaal’ van Westernieland vele kolken ten noorden van het dorp her- vertellen zoals de verdwenen dijk, kol- kerk met pastorie op groene hof inneren aan deze dijkdoorbraak. ken, het voormalige borgterrein van de • De Dirk Wieringastraat heeft een bochtig Addingaborg, het Westernielandstermaar en betrekkelijk ruim straatprofiel met een (restant Hunze boezem) en de havenkom groen karakter met voortuinen. De Schaap- vormt de ontwerpopgave. weg heeft een smal profiel met eveneens een groen karakter met voortuinen en een- zijdige laanbeplanting. De kruising van de beide structuurelementen wordt gemar- keerd door de groene hof rondom de kerk. Een andere bijzondere plek wordt gevormd door het voormalig borgterrein van de Ad- dingaborg direct ten noorden van het dorp. De restanten van de gracht van het borg- terrein zijn nog aanwezig. • Het bebouwingsbeeld in het dorp is klein- schalig en voor een komdorp open van ka- rakter. Voorts is de bebouwing in het dorp open zicht op landerijen bij kruising gevarieerd met diverse typen bebouwing waaronder eenvoudige woonhuizen, boerde- rijen en voormalige voorzieningen zoals de school, kerk en pastorie. • Vanuit het dorp zijn er door het open karakter veel fraaie doorzichten naar het omliggende landschap, zoals naar de huiswierde en het voormalige borgterrein van de Addingaborg (zie I. op kaart). Het dorpsbosje aan de oostkant van het dorp schermt de Westernielandstermaar (restant Hunze boezem) en de havenkom af van het dorp.

een oude kolk in Kaakhorn

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 72 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen legenda

route tot 1850

verdwenen dijk

waterloop

verdwenen waterloop

bebouwing

markante bebouwing

wierde Rixtumaheerd (indicatief)

gracht vm. Addingaborg

kolken I

bijzondere groene ruimte

(ruilverkavelings)bos

karakteristieke dorpsrand

vista

0 50 100 200 500m

Ruimtelijke kernkwaliteiten 73 ‘dorpsstraat te Leens’ (ca. 1926), Hendrik Werkman

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 74 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Verantwoording afbeeldingen • p. 2: ‘Groninger landschap met kanaal’, • p. 14: Zijlvesten en dijkrechten in de (ca. 1923) door Jan Wiegers. Afkomstig 18e eeuw. Afkomstig uit: http://nl.wiki- uit Steenbruggen, H: De Ploeg: Schilderi- pedia.org/wiki/Generale_Zijlvest_der_ jen van de aarde. Groningen 2002, p. 46. Drie_Delfzijlen • p.4: gedicht van Marlijn Nijboer afkom- • p. 16: kaart Oldenklooster (1729) door stig uit Zwier, H. en M. Nijboer: Onder Hindrik Warner Folckers. Afkomstig uit M. duizend kleuren grijs. Groningen 2011, p. Schroor: De atlas der Provincielanden van 5. Groningen (1722-1736). Groningen 1996, p. • p. 8: conceptueel model van de vorming 33. van de kwelderwallen in drie tijdstap- • p. 18: borg Verhildersum, Leens. Foto pen. Afkomstig uit: A.G. Jongmans, M.W. afkomstig van de Beeldbank van de Rijks- van den Berg, M.P.W. Sonneveld, G.J.W.C. dienst voor het Cultureel Erfgoed. Peek, R.M. van den Berg van Saparoea: • p. 18: opstrekkende heerden ten noorden Landschappen van Nederland, Geologie, bo- van Pieterburen (l) en Westernieland (r). dem en landgebruik. Wageningen 2013, deel Afkomstig uit verzameling historische 2, p.644. kaarten Rijksuniversiteit Groningen: • p. 8: 24 mei 1968: De afsluiting van de http://kaarten.abc.ub.rug.nl/ Lauwerszee is een feit. Afkomstig uit W. • p. 20: schans ‘Soltcamp’ 1575. Afkomstig Mollema: Zoutkamp: een wandeling door de uit J. Lepage: Vestingen en schansen in geschiedenis. 2006, p. 468. Groningen, Utrecht 1994, p. 116. • p. 10: De Romein Plinius (…). Afkomstig • p. 20: spoorwegemplacement, Stations- uit M. Schroor en J. Meijering: Golden straat te Zoutkamp. Afkomstig uit W. Raand: Landschappen van Groningen. Assen Mollema: Zoutkamp: een wandeling door de 2007, p.180. geschiedenis. Bedum 2006, p. 136. • p. 12: impressie bewoning wierden. Af- • p. 28: ‘schip met rood zeil’, (1926) door komstig uit G. Boerma, A. Kruizenga en Jan Altink. Afkomstig uit Steenbruggen, R. van der Tuuk: Boerderijen in het Hal- H. De Ploeg: Schilderijen van de aarde. fambt. Groningen 1992, p. 9. Groningen 2002, p. 68. • p. 12: archeologisch onderzoek Tuinster • p. 32: opstrekkende verkaveling Negen- (?) wierde. Afkomstig uit J. Delvigne en boerenpolder. Afkomstig uit G. Beukema, H. Elerie (red.): Het Reitdiepgebied: L. Bruins, P. Lindenberg e.a. (red.): boedelbeschrijving van een rijke erfenis. Gedenkboek Nijverheid 1991: deel 1 Histo- Groningen, 1994, p. 25. rie van de Marne & deel 2 Boerderijen in • p. 14: Lauwerzee tot aan Zoutkamp 1932. de Marne en hun bewoners. Leens 1991, p. Afkomstig uit: Wissing stedebouw en ruim- 131. telijke ordening b.v., Ruimtelijke visie • p. 32: Oud- en Nieuw-Bokum aan de Oude Lauwersmeergebied. Barendrecht 2002, p. Provinciale Dijk van 1718. Afkomstig uit 20. M. Schroor en J. Meijering: Golden Raand: • p. 14: gezicht op Houwerzijl tussen ca. Landschappen van Groningen. Assen 2007, 1570-1717. Afkomstig uit K. Reinders: Van p.175. dou en nou op t Hogelaand. 2008, • p. 37: ‘gezicht op Vaaierhoezen’ (2008) p. 70. door Jan F. Bogema. Afkomstig uit K. Reinders: Van dou en nou op t Hogelaand. Warffum 2008, p. 69. • p. 74: ‘dorpsstraat te Leens’, (ca. 1926) door Hendrik Werkman. Afkomstig uit Steenbruggen, H: De Ploeg: Schilderijen van de aarde. Groningen 2002, p. 66.

Ruimtelijke kernkwaliteiten 75 Verantwoording tekst • • De blik vooruit: De herkomst van de naam • Wierden: Voor de beschrijving van het Dijken: De bedijkingen zijn beschreven de Marne is omschreven door J.S. van ontstaan van de wierden is geput uit: P. aan de hand van de volgende bronnen: M. Weerden in Marnememories 1 & 2. Leens Kooi: ‘Leven langs de , van Helwerd Schroor en J. Meijering: Golden Raand: 2000, p. 9. tot Zwart Lap’. In: Bierma, M., A. Cla- Landschappen van Groningen. Assen 2007; • Landschapsgenese: Voor de beschrijving son, E. Kramer en G. de Langen (red.): H. van der Iest, J. Possel, M. van der van de landschapsgenese is gebruik ge- Terpen en wierden in het Fries-Groningse Werff en J. Wolters: Regiobeschrijving maakt van de volgende bronnen: Bierma, kustgebied. Groningen 1988, pp. 90-92 Hogeland. Groningen 1991 en J. Delvigne M., A. Clason, E. Kramer en G. de Lan- en 107-116; M. Schroor en J. Meijering: en H. Elerie (red.): Het Reitdiepgebied: gen (red.): Terpen en wierden in het Golden Raand: Landschappen van Groningen. boedelbeschrijving van een rijke erfenis. Fries-Groningse kustgebied. Groningen Assen 2007, pp. 171-177; M. Schroor, R de Groningen, 1994. 1988, pp. 94-106; M. Schroor, R de Jong Jong en M. Bügel: Het Hoogeland: Hart van • Van kloosterlingen, borgheren, boeren en M. Bügel: Het Hoogeland: Hart van de de Ommelanden. Bedum 2003; M. Schroor en en arbeiders: sociale geschiedenis: Zie Ommelanden. Bedum 2003; M. Schroor en J. J. Meijering: Het Groninger landschap. voor een studie ten aanzien van de bloe- Meijering: Golden Raand: Landschappen Utrecht 1989 en Delvigne, J. en H. Elerie itijd van de akkerbouw Y. Botke: Boer en van Groningen. Assen 2007, pp. 171-177 (red.): Het Reitdiepgebied: boedelbes- Heer: de ‘Groninger boer’ 1760-1960. As- en H. van der Iest, J. Possel, M. van chrijving van een rijke erfenis. Gronin- sen 2002. Overige bronnen: M. Schroor en der Werff en J. Wolters: Regiobeschrijv- gen, 1994. J. Meijering: Het Groninger landschap. ing Hogeland. Groningen 1991. Zie ook: M. • Water: Ten aanzien van de maren is een Utrecht 1989, pp. 29, 45-60 en Golden Bügel en H. Eilert: Maren in Noord-Gron- veelomvattende publicatie verschenen: M. Raand: Landschappen van Groningen. As- ingen: Ideeën, voorbeelden. Groningen Bügel en H. Eilert: Maren in Noord-Gron- sen 2007. Zie voor het recht van alluvie 2005, J.S. van Weerden: Marnememories 1 ingen: Ideeën, voorbeelden. Groningen J.S. van Weerden: Marnememories 1 & 2. & 2. Leens 2000, pp. 248-249; Delvigne, 2005. Daarnaast is gebruik gemaakt van de Leens 2000, p. 235. Over de rol van de J. en H. Elerie (red.): Het Reitdiepge- volgende bronnen: M. Schroor, R de Jong kloosters: M. Schroor en J. Meijering: bied: boedelbeschrijving van een rijke en M. Bügel: Het Hoogeland: Hart van de Het Groninger landschap. Utrecht 1989, erfenis. Groningen, 1994 en W. Roeleveld: Ommelanden. Bedum 2003; M. Schroor en J. p.26. Het standaardwerk ten aanzien van ‘The Holocene Evolution of the Groningen Meijering: Golden Raand: Landschappen van de Groninger borgen en steenhuizen is W. marine-clay district’. In: Berichten van Groningen. Assen 2007; H. van der Iest, Formsma, R. Luitjens-Dijkveld Stol en A. de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bo- J. Possel, M. van der Werff en J. Wolt- Pathuis: De Ommelander borgen en steen- demonderzoek. Supplement jaargang 25. Den ers: Regiobeschrijving Hogeland. Gron- huizen. Assen 1987. Zie voor het archeol- Haag 1974. ingen 1991 en J. Delvigne en H. Elerie ogiebeleid BAAC en Regioraad Noord-Gron- • Kwelders: M. Schroor en J. Meijering: (red.): Het Reitdiepgebied: boedelbes- ingen: Nota arecheologiebeleid regio Golden Raand: Landschappen van Gronin- chrijving van een rijke erfenis. Gronin- Noord-Groningen: Betreffende de gemeenten gen. Assen 2007, o.a. pp. 172-173; H. van gen, 1994, pp. 36-30. Zie voor zijlvesten Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, der Iest, J. Possel, M. van der Werff en ook J.S. van Weerden: Marnememories 1 & , Loppersum, Ten Boer en Winsum. J. Wolters: Regiobeschrijving Hogeland. 2. Leens 2000, pp. 44-46. Van Weerden Deventer 2005. Groningen 1991 en Delvigne, J. en H. El- schrijft ook over de aanleg van het Lauw- • Verbindingen: Als bronmateriaal voor de erie (red.): Het Reitdiepgebied: boedel- ersmeer: pp. 80-81 en 178. beschrijving van de wegen zijn gebruikt: beschrijving van een rijke erfenis. Gron- H. van der Iest, J. Possel, M. van der ingen, 1994. Het wad wordt ook beschreven Werff en J. Wolters: Regiobeschrijving door J.S. van Weerden in Marnememories 1 Hogeland. Groningen 1991 en Warffum: ge- & 2. Leens 2000, p. 122. meentebeschrijving regio Hogeland. Gron- ingen 1991.

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 76 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen • Landschapstypen: Informatie over de ver- schillende verkavelingpatronen en de situering van de boerderijen is verkregen uit de volgende bronnen: M. Schroor en J. Meijering: Het Groninger landschap. Utrecht 1989, pp. 22-29 en 58-59; M. Schroor en J. Meijering: Golden Raand: Landschappen van Groningen. Assen 2007, pp. 171-177; H. van der Iest, J. Possel, M. van der Werff en J. Wolters: Regio- beschrijving Hogeland. Groningen 1991 en J. Delvigne en H. Elerie (red.): Het Re- itdiepgebied: boedelbeschrijving van een rijke erfenis. Groningen, 1994. • Dorpstypen: Voor de beschrijving van het nederzettingenpatroon en de dorpsgenese zijn de volgende bronnen geraadpleegd: J. Delvigne en H. Elerie (red.): Het Re- itdiepgebied: boedelbeschrijving van een rijke erfenis. Groningen, 1994, pp. 33- 37, M. Schroor, R de Jong en M. Bügel: Het Hoogeland: Hart van de Ommelanden. Bedum 2003; H. van der Iest, J. Possel, M. van der Werff en J. Wolters: Regiobes- chrijving Hogeland. Groningen 1991;Een- rum: gemeentebeschrijving regio Hogeland. Groningen 1991; Kloosterburen: gemeente- beschrijving regio Hogeland. Groningen 1991; Leens: gemeentebeschrijving regio Hogeland. Groningen 1991 en J. Possel, M. van der Werff en J. Wolters: Ulrum: ge- meentebeschrijving regio Hogeland. Gron- ingen 1991 en Janke de Boer: Dorpen in Groningen. Groningen 1987.

Ruimtelijke kernkwaliteiten 77 Literatuurlijst • ANWB: Topografische atlas Groningen, • Gemeente De Marne: De Marne blijvend de • Provincie Groningen: Beleid oude dijken: 1:25.000, 2004. moeite waard: Integraal beleidskader dijken die niet mogen wijken. • Arcadis en Bosch Slabbers: Landschap- krimp en leefbaarheid. Leens 2011. • Provincie Groningen: Provinciaal Omgev- sontwikkelingsplan Noord-Groningen. Arn- • Gardenier, J., M. Nanninga, H. van Rijn ings Plan 2009-2013. hem 2006. e.a.: Leven in de leegte: Leefbaarheid in • Provincie Groningen en Wissing stedebouw • BAAC en Regioraad Noord-Groningen: Nota Noord-Groningen anno 2010. 2011. en ruimtelijke vormgeving b.v.: Ruimteli- archeologiebeleid regio Noord-Groningen: • Hilderink, A. (red.): Sintjan. Leens jke visie Lauwersmeergebied, 2002. Betreffende de gemeenten Appingedam, Be- 2007. • Provinciaal Planologische Dienst: Dorpen dum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Lop- • Iest, H. van der, J. Possel, M. van der in Groningen, 1987. persum, Ten Boer en Winsum. Deventer Werff en J. Wolters: Eenrum: gemeentebes- • RAAP en Deltares: Regio Noord-Groningen: 2005. chrijving regio Hogeland. Groningen 1991. Gemeenten De Marne, Winsum, Bedum, Ten • Beukema. G., L. Bruins, P. Lindenberg • Iest, H. van der, J. Possel, M. van der Boer, Loppersum, Eemsmond, Appingedam en e.a. (red.): Gedenkboek Nijverheid 1991: Werff en J. Wolters: Kloosterburen: ge- Delfzijl: Archeologische verwachting- deel 1 Historie van de Marne & deel 2 Bo- meentebeschrijving regio Hogeland. Gron- skaart en beleidsadvieskaart. Weesp 2008. erderijen in de Marne en hun bewoners. ingen 1991. • Reinders, K. Van dou en nou op t Ho- Leens 1991. • Iest, H. van der, J. Possel, M. van der gelaand. Warffum 2008. • Bierema, T., J. de Boer en R. van der Werff en J. Wolters: Leens: gemeentebes- • Rijksdienst voor Archeologie, Cultu- Tuuk (red.): Boerderijen op . chrijving regio Hogeland. Groningen 1991. urlandschap en Monumenten: Cultuurhis- 2002. • Iest, H. van der, J. Possel, M. van der torische verkenning Zoutkamp. Zeist 1995. • Bierma, M., A. Clason, E. Kramer en G. Werff en J. Wolters: Regiobeschrijving • Rijksdienst voor de Monumentenzorg: Re- de Langen (red.): Terpen en wierden in Hogeland. Groningen 1991. dengevende omschrijving beschermd gezicht het Fries-Groningse kustgebied. Groningen • Iest, H. van der, J. Possel, M. van der Eenrum. Zeist 1987. 1988. Werff en J. Wolters: Ulrum: gemeentebes- • Rijksdienst voor de Monumentenzorg: Toe- • Boer, J.: Dorpen in Groningen. Groningen chrijving regio Hogeland. Groningen 1991. lichting bij het besluit tot uitbreiding 1980. • Keulen, B. van: Kloosterburen van weer- van het beschermde dorpsgezicht Eenrum. • Boerma, G., A. Kruizenga en R. van der skanten. Leeuwarden 2000. Zeist 2002. Tuuk: Boerderijen in het Halfambt. Gron- • Klunder, T., H. Dijkstra en A. Stiekema: • Roeleveld, W.: ‘The Holocene Evolution ingen 1992. Pieterburen Broek Wierhuizen: kijken naar of the Groningen marine-clay district’. • Botke, Y.: Boer en Heer: de ‘Groninger en lezen over toen. Oosterwolde. In: Berichten van de Rijksdienst voor het boer’ 1760-1960. Assen 2002. • Knol, E. e.a. (red.): Professor Van Giff- Oudheidkundig Bodemonderzoek. Supplement • Bügel, M. en H. Eilert: Maren in en en het geheim van de wierden. Veendam jaargang 25. Den Haag 1974. Noord-Groningen: Ideeën, voorbeelden. 2005. • Russchen, J.: Uit de archieven van De Groningen 2005. • Lepage, J.: Vestingen en schansen in Marne. Leens 1998. • Bügel van de Dijk bv: Gemeente Leens: het Groningen, Utrecht 1994. • Schroor, M., R. de Jong en M. Bügel: Het landschap van de gemeente Leens. Gronin- • Marrewijk, D. van en A. Haartsen (red.): Hoogeland: Hart van de Ommelanden. Bedum gen, 1976. Waddenland: Het landschap en cultureel 2003. • Buursma, A.: Kerkepadwandeling Zout- erfgoed in de Waddenzeeregio. Leeuwarden • Schroor, M. en J. Meijering: Golden kamp-Vierhuizen. Groningen. 2001. Raand: Landschappen van Groningen. Assen • Delvigne, J. en H. Elerie (red.): Het Re- • Mollema, W.: Zoutkamp: een wandeling door 2007. itdiepgebied: boedelbeschrijving van een de geschiedenis. Bedum 2006. • Schroor, M. en J. Meijering: Het Gron- rijke erfenis. Groningen, 1994. • Pastoor, R.: Rijksmonumenten in de ge- inger landschap. Utrecht 1989. • Feddes, F.: Nota Belvedere: Beleidsnota meente de Marne: monumenten in Eenrum, • Schroor, M. : De atlas der Provincielan- over de relatie cultuurhistorie en ruim- • Hornhuizen, Houwerzijl, Kleine Huisjes, den van Groningen (1722-1736). Groningen telijke inrichting. Den Haag 1999. Kloosterburen, Leens, Mensingeweer, 1996. • Formsma, W., R. Luitjens-Dijkveld Stol Niekerk, Pieterburen, Schouwerzijl, Ul- • Steenbruggen, H.: De Ploeg: Schilderijen en A. Pathuis: De Ommelander borgen en rum, Vierhuizen, Warfhuizen, Wehe-Den van de aarde. Groningen 2002 steenhuizen. Assen 1987. Hoorn, Westernieland, Zoutkamp en Zuurdi- • Formsma, W., M. Buist, W. Koops e.a. jk. Bedum 2008. (red.): Historie van Groningen Stad en Land. Groningen 1976

LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 78 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Literatuurlijst (vervolg) Verklarende woordenlijst • Vos. P. en E. Knol: ‘Wierden ontstaan in Relevante websites: • een dynamisch getijdenlandschap’. In: E. • www.watwaswaar.nl Carré: Met het van oorsprong Franse woord Knol e.a. (red.): Professor Van Giffen en • www.hisgis.nl carré wordt hier een vierkante ruimteli- het geheim van de wierden. Veendam 2005. • www.googlemaps.nl jke structuur (o.a. wegenverloop) aanged- • • uid. Waterbolk, H.: ‘Zomerbewoning in het ter- www.bing.com/maps • pengebied?’. In: Bierma, M., A. Clason, • www.ahn.nl Genese: De wordingsgeschiedenis van het landschap. E. • • Kramer en G. de Langen (red.): Terpen en Hoofdeling: Een hoofdeling was oorspron- wierden in het Fries-Groningse kustge- kelijk een gekozen leider bij de Ger- bied. Groningen 1988, pp. 1-19. maanse volken. Vanaf de tweede helft van • Weerden, J. van: Marnememories 1 & 2. de veertiende eeuw fungeren de hoofdelin- Leens 2000. gen in de Groninger Ommelanden steeds • Werkgroep Historie Stichting Ainrom nait meer als de lokale elite. Hoewel het van Guster: Eenrum. Groningen 1999. geen adellijke titel betrof, waren hoof- • Westerman, F.: De Graanrepubliek. Amster- delingen leidende figuren in hun dorp of dam 2008. streek. Zij bezaten veel land en een of • Zijlma, I.: De boerderijen in de Marne. meer steenhuizen. Hoofdelingen hadden Groningen 1966. huurlingen in dienst en bekleedden rech- • Zijlma, I.: De boerderijen in de Marne: terlijke en kerkelijke functies. Sommige aanvulling 1966-1976. Groningen 1976 families van hoofdelingen groeiden uit • tot (adellijke) jonkergeslachten. Zwier, H. en M. Nijboer: Onder duizend • kleuren grijs. Groningen 2011. Orthogonaal: Met rechte hoeken. • Pleistoceen: Geologisch tijdvlak dat du- urde van 2,588 miljoen tot 11,56 dui- zend jaar geleden. Het Pleistoceen is onderverdeeld in een vijftigtal meer en minder koude ijstijden en warmere tussen- perioden. • Radiair: Vanuit een middelpunt in alle richtingen vertrekkend. • Ruilverkaveling: Bijeenvoeging van grondeigendom van verschillende eigena- ren gevolgd door nieuwe verdeling om grondversnippering, ondoelmatige vorm en verspreide ligging van percelen tegen te gaan. • Strokenverkaveling: Grondverdeling in smalle, langgerekte percelen. • Transgressie: Periode waarin de activite- it van de zee in een kustgebied toeneemt. Landwaartse verschuiving van de kustlijn als gevolg van zeespiegelstijging en/of bodemdaling in de kuststreek.

Ruimtelijke kernkwaliteiten 79 LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de 80 bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Ruimtelijke kernkwaliteiten

Aan deze productie werkten mee:

Berdien Bartelds - juridisch medewerker r.o. De Marne Attie Bos - voorzitter Stichting Marnelandschap Peter Goudswaard - rayonarchitect Libau Theo Hoek - atelierleider en directeur Libau Jantje Koning - Historische Kring De Marne Henk Lever - Historische Kring De Marne Jan Molema - sr archeoloog Libau Gerd Noordhoff - programmamanager krimp De Marne Linda Noorman - provinciaal bouwmeester,landschapsarchitect Provincie Groningen Michiel Oosterhagen - landschapsarchitect Libau Jannes Russchen - gemeentearchivaris De Marne Hindry Schoonhoven - beleidsmedewerker r.o./projectleider De Marne Francien van Soest - sr.beleidsmedewerker landschap, fysisch-geograaf Provincie Groningen Nico Steur - beleidsmedewerker groen De Marne Lucien Tinga - prov. bouwheerschap Provincie Groningen Petra de Vries - beleidsmedewerker recreatie & toerisme De Marne Herman Waterbolk - architectuurhistoricus, adviseur erfgoed Libau Tim Willems-Kruize - stedenbouwkundige/planoloog Libau Renso Woltjes - rayonarchitect Libau

Colofon

Onderwerp : Structuurvisie De Marne deel I: Ruimtelijke kernkwaliteiten Vastgesteld : 28 januari 2014 Omslag : zicht op kweldervlakte vanuit Hornhuizen richting Leens en Wehe-Den Hoorn

Opdrachtgever : Gemeente De Marne (contact: Hindry Schoonhoven) Bezoekadres : R. Ritzemastraat 2 Postcode : 9965 ZG Leens LIBAU stichting ter bevordering en instandhouding van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Groningen Ruimtelijke kernkwaliteiten 81